ELZ 6260
PRODUCTINFORMATIEBLAD
NL BE
5019 410 56295
1.
Bedieningspaneel
2.
Koelventilator (niet zichtbaar)
3.
Verwarmingselement bovenwarmte
4.
Grillelement (kan naar beneden gezet worden)
5.
Ovenlampje achter
6.
Circulair verwarmingselement (niet zichtbaar)
7.
Ventilator
8.
Verwarmingselement onderwarmte
(niet zichtbaar)
9.
Koude ovendeur
Opmerking
• Tijdens de bereiding kan de koelventilator met tussenpozen aanslaan om het energieverbruik tot een
minimum te beperken.
• Na afloop van de bereiding, na het uitschakelen van de oven, kan de koelventilator nog enige tijd blijven
werken.
ACCESSOIRES
BEDIENINGSPANEEL
1. Bedieningsknop kookzone linksvoor 0
1 ...10 *.
2. Bedieningsknop kookzone linksachter 0
1 ...10 *
3. Functieknop
4. Thermostaatknop.
5. Bedieningsknop kookzone rechtsachter 0
1 ...10 *.
6. Bedieningsknop kookzone rechtsvoor 0
1 ...10 *.
7. Controlelampje van de kookplaat
* De functie multizone is alleen actief samen met de
dubbele en driedubbele kookzones van de kookplaat.
(Zie tabel functies kookplaat)
Eerste
Laatste
steunhoogte
steunhoogte
Bakplaat voor zoet
gebak:
Rooster:
" # %
!
$
DE OVEN GEBRUIKEN
• Draai de knop voor het selecteren van functies op de gewenste functie.
Inschakeling van het ovenlampje.
• Draai de thermostaatknop naar rechts op de gewenste temperatuur. Het rode thermostaatlampje gaat
branden en gaat uit als de geselecteerde temperatuur bereikt is.
Op het einde van de bereidingstijd:
• Draai de knoppen op stand
“0”
.
Tabel ovenfuncties
Functie Beschrijving functie
0OVEN UIT
-
OVENLAMPJE
• Inschakeling van het ovenlampje.
STATISCH
• Voor het braden van vlees, vis en gevogelte op dezelfde steunhoogte.
• Verwarm de oven voor op de gewenste bereidingstemperatuur en plaats het
gerecht in de oven wanneer het rode lampje van de thermostaat uitgaat.
• Aanbevolen wordt de tweede of derde steunhoogte te gebruiken.
VENTILATOR
• Voor bereiding op max. 2 steunhoogtes.
• Aanbevolen wordt om tijdens de bereiding de gerechten onderling van plaats te
verwisselen om een gelijkmatiger bakresultaat te bereiken.
• Het is niet nodig om de oven voor te verwarmen (behalve voor pizza's en focaccia's).
GRILL
• Voor het grillen van karbonades, spiezen, worstjes, het gratineren van groente en
voor een bruin korstje op het brood.
• Verwarm de oven 3 - 5 minuten voor.
• Tijdens de bereiding moet de ovendeur dicht blijven.
• Giet bij het braden van vlees een beetje water in de opvangbak op het eerste niveau
om rookvorming en vetspatten zoveel mogelijk te voorkomen.
•Aanbevolen wordt het vlees tijdens de bereiding regelmatig om te draaien.
TURBOGRILL
• Voor het grillen van grote stukken vlees (rosbief, braadstuk, rollades).
• Tijdens de bereiding moet de ovendeur dicht blijven.
• Giet bij het braden van vlees een beetje water in de opvangbak op de eerste
steunhoogte om rookvorming en vetspatten zoveel mogelijk te voorkomen.
• Het is raadzaam het vlees tijdens de bereiding regelmatig om te draaien.
ONTDOOIEN
• Voor het ontdooien van voedingsmiddelen bij kamertemperatuur.
• Laat het voedingsmiddel in zijn verpakking zitten om uitdrogen te voorkomen.
TURBOHETELUCHT
• Voor het bereiden op één steunhoogte (bv.: fruit, taarten, timbaaltjes, groente,
pizza, gevogelte).
THERMOVENTILATOR
• Voor het bereiden van gerechten die dezelfde bereidingstijd hebben, zonder
voorverwarming op één of meerdere steunhoogtes (bv.: vis, groenten, taart),
zonder dat er geuren van het ene naar het andere gerecht overgebracht worden
VERWARMINGSELEMENT
ONDERWARMTE
• Voor het afmaken van de bereiding van vruchten- of kwarktaarten of voor het
indikken van sauzen.
• Gebruik deze functie de laatste 10/15 minuten van de bereidingstijd.