Hilti PS 35 Handleiding

Type
Handleiding
*404400*
404400
PS 35
Bedienungsanleitung de
Operating instructions en
Mode d’emploi fr
Istruzioni d’uso it
Manual de instrucciones es
Manual de instruções pt
Gebruiksaanwijzing nl
Brugsanvisning da
Bruksanvisning sv
Bruksanvisning no
Käyttöohje
Οδηγιεςχρησεως el
Használati utasítás hu
Instrukcjaobsługi pl
Инструкцияпозксплуатации ru
Návod k obsluze cs
Návod na obsluhu sk
Upute za uporabu hr
Navodila za uporabo sl
Ръководствозаобслужване bg
Instrucţiunideutilizare ro
KulllanmaTalimatı tr
Lietošanaspamācība lv
Instrukcija lt
Kasutusjuhend et
Інструкціязексплуатації uk
Printed: 27.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5137793 / 000 / 01
26 1
35 3
74
1
Printed: 27.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5137793 / 000 / 01
2
Printed: 27.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5137793 / 000 / 01
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
PS 35 Ferrodetector
Lees de handleiding beslist voordat u het ap-
paraat de eerste keer gebruikt.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud Pagina
1 Algemene opmerkingen 72
2 Beschrijving 73
3 Technische gegevens 76
4 Veiligheidsinstructies 77
5 Inbedrijfneming 78
6 Bediening 78
7 Verzorging en onderhoud 80
8 Foutopsporing 81
9 Afval voor hergebruik recyclen 82
10 Fabrieksgarantie op apparatuur 82
11 FCC-aanwijzing (van toepassing in de USA) /
ICES-aanwijzing (van toepassing in Canada) 82
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 83
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding.
In de tekst van deze handleiding wordt met »het appa-
raat« altijd de ferrodetector PS 35 bedoeld.
Onderdelen, bedienings- en weergave-elementen 1
@
Aan/uit-toets
;
Meet- en insteltoets
=
Pijltoetsen voor menu-navigatie
%
Status-LED's (rood / groen)
&
Markeeropening
(
Display
)
Batterijvak
1 Algemene opmerkingen
1.1 Signaalwoorden en hun betekenis
GEVAAR
Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of
tot de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig
letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel
of tot materiële schade kan leiden.
AANWIJZING
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie.
1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige
aanwijzingen
Waarschuwingstekens
Waarschu-
wing voor
algemeen
gevaar
Symbolen
Handleiding
vóór gebruik
lezen
Materialen
afvoeren
voor
recycling
nl
72
Printed: 27.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5137793 / 000 / 01
1
2
1 2 3 4 5
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
Het type en het seriekenmerk staan op het typeplaatje
van uw apparaat. Neem deze gegevens over in uw hand-
leiding en geef ze altijd door wanneer u onze vertegen-
woordiging of ons servicestation om informatie vraagt.
Type:
Serienr.:
2 Beschrijving
2.1 Gebruik volgens de voorschriften
De Hilti ferrodetector PS 35 is bestemd voor de detectie van ferrometalen (wapeningsijzer), non-ferrometalen (koper
en aluminium) en voor de meting van de diepte waar zich het wapeningsijzer bevindt.
Voor de plaatsbepaling van spankabels is het apparaat niet geschikt.
Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen op
ondeskundige wijze of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht.
Houd rekening met de omgevingsinvloeden. Gebruik het apparaat niet in een omgeving waar brand- of explosiegevaar
bestaat.
Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
2.2 Display
Op het display worden meetwaarden, instellingen en de toestand van het apparaat weergegeven.
2.3 Displayverlichting
Bij geringe omgevingslichtsterkte wordt de displayverlichting automatisch ingeschakeld.
2.4 Display
Gedeelten van het display
@
Statusveld
;
Detectieveld
Toont de twee velden van het display.
2.5 Standaardinstelling in het statusveld
Standaard statusveld De standaardmeetmodus is automatisch ingesteld, wanneer het appa-
raat ingeschakeld wordt. In deze modus kunnen ferrometalen en non-
ferrometalen (koper en aluminium) gedetecteerd worden. De beperkte
dieptemeting is uitgeschakeld.
2.6 Statusindicatie
Statusveld
@
Ferrometaal-detectie actief
;
Non-ferrometaal-detectie actief
=
Beperkte dieptemeting actief
%
Geselecteerde dieptemeetbe-
reik (in mm of inch)
&
Batterijstatus
Geeftweer,welkestatusactiefis
nl
73
Printed: 27.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5137793 / 000 / 01
1 2
0
I
2
1
0
I
0
I
0
I
0
I
i
n
c
h
mm
i
n
c
h
i
n
c
h
mm
mm
025 7550
0 25 7550
01 32
0 132
2.7 Detectieveld
Detectieweergave
@
Signaalsterktebalk
;
Dieptemeetwaarde in mm of
inch
Geeft de bereiken in het detectieveld weer
2.8 Menuweergave
Menuweergave
@
Statusveld, geeft weer in welk
menuuzichbevindt
;
Status, 0 is uit en I is aan, het
symbool met witte achtergrond
is actief
Venster dat bij het navigeren door het menu verschijnt.
2.9 Displaysymbolen
Ferrometaal Actief (links)
Inactief (rechts)
Non-ferro-metaal Actief (links)
Inactief (rechts)
Maateenheden Inch actief (links)
Mm actief (rechts)
Beperkte dieptemeting (mm) Actief (links)
Inactief (rechts)
Beperkte dieptemeting (inch) Actief (links)
Inactief (rechts)
nl
74
Printed: 27.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5137793 / 000 / 01
0
I
0
I
0
?
I
0
?
I
Geluid Actief (links)
Inactief (rechts)
Instructie Actief (links)
Inactief (rechts)
2.10 Display waarschuwings- en storingssymbolen
Storingsmelding Contact opnemen met Hilti-service
Temperatuurwaarschuwing Ontoelaatbaar gebruiksbereik
Elektromagnetische storing Omgevingsstoring te groot
Kalibratiewaarschuwing Kalibratie vereist
2.11 Toestandsaanduiding van de batterij
Aantal segmenten Laadtoestand in %
3
=100%vol
2
=80%vol
1
=50 % vol
0
=20 % vol
Batterijsymbool knippert =leeg
2.12 Tot de standaard leveringsomvang behoren:
1 Apparaat
1Handlus
4 Batterijen
1Handleiding
1 Fabriekscertificaat
1 Apparaattas
2 Markeerstiften
nl
75
Printed: 27.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5137793 / 000 / 01
3 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
AANWIJZING
Alle gegevens gelden voor een enkel staafvormig, metalen object, haaks op de bewegingsrichting en een vlakke,
gladde betonnen ondergrond zonder storende invloeden van buitenaf. Bij metingen op een bakstenen ondergrond zijn
het meetbereik en de meetnauwkeurigheid beperkt.
PS 35
Meetbereik voor de detectie van ferrometalen in beton
(enkele wapeningsstang)
>∅ 8 mm (≧ # 3): 5…120 mm (¼ in ...4¾ in)
6…8 mm: 5…100 mm in ... 4 in)
Meetbereik voor detectievannon-ferrometalen(kope-
ren en aluminium leidingen)
Diameter Min. 10 mm in), Wanddikte Min. 2 mm (³/₃₂
in): 5…80 mm in ...3¹/ in)
Dieptemetingbereik voor enkele wapeningsstang >∅ 8 mm (≧ # 3): 5…120 mm (¼...4¾ in)
6…8 mm: 5…100 mm ... 4 in)
Nauwkeurigheid dieptemeetwaarde (nauwkeurige
meetmodus)*
Dieptebereik 5…60 mm in ... 2²/₃ in): ±3 mm (±¹/₈ in)
Dieptebereik 60…80 mm (2²/₃ in ... 3¹/₈ in): ±5 mm (±¼
in)
Dieptebereik 80…100 mm (3¹/₈ ... 4 in): ±7 mm (±⁹/₃₂ in)
Dieptebereik 100…120 mm (4 in ... 4³/₄ in): ±11 mm
(±⁷/₁₆ in)
Lokaliseringsnauwkeurigheid ±10 mm (±½ in)
Minimale objectafstand Dieptebereik 5…55 mm in ...2¹/₈ in): 55 mm (2¹/₈ in)
Dieptebereik 55 mm (2¹/₈ in): Afstand/diepte factor
>1,5
Energievoorziening 4x1,5V (AAA) LR03 alkalimangaan batterijen
Bedrijfsduur bij 20 °C 8 h
Bedrijfstemperatuur -15+5C(F...12F)
Zelfuitschakeling 5 min
Opslagtemperatuur (droog) -25…+63 °C (-13 °F ... 145 °F)
Relatieve luchtvochtigheid
95 %
Veiligheidsklasse IP 54 (beschermd tegen stof en spatwater)
Gewicht (inclusief batterijen) 450 g (1 lbs)
Afmetingen (L x B x H) 237 mm x 104 mm x 47 mm (9,4 in x 4 in x 2 in)
AANWIJZING
* Voor typische betonsamenstellingen en wapeningsstang.
Meeteenheden Afmeting
mm
millimeter
in inch
in ¹⁄₈ ¹⁄₈-e inch
nl
76
Printed: 27.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5137793 / 000 / 01
4 Veiligheidsinstructies
Naast de technische veiligheidsinstructies in de af-
zonderlijke hoofdstukken van deze handleiding moe-
ten de volgende bepalingen altijd strikt worden opge-
volgd.
Het apparaat is bestemd voor het detecteren
van ferrometalen (wapeningsstangen) en
non-ferrometalen (koper en aluminium) in beton,
bakstenen, droogbouwwanden en onder gestucte
oppervlakken in overeenstemming met de in het
hoofdstuk Technische gegevens vastgelegde
waarden.
4.1 Essentiële veiligheidsnotities
a) Maak geen veiligheidsinrichtingen on-
klaar en verwijder geen instructie- en
waarschuwingsopschriften.
b) Houd kinderen uit de buurt van het meetapparaat.
c) Controleer voor gebruik altijd de correcte werking
van het apparaat.
d) Het displayveld controleren nadat u het appa-
raat heeft ingeschakeld. Het displayveld moet het
Hilti-logo, de naam van het apparaat en de versie
weergeven. Het apparaat voert dan een korte zelftest
uit, dan verschijnt in het displayveld de voorinstelling
of de laatst opgeslagen instelling.
e) Het apparaat moet zichzelf na het inschakelen
kunnen kalibreren; dit controleren.
f) Hetapparaatmagnietindenabijheidvanzwan-
gere vrouwen worden gebruikt.
g) Snel wijzigende meetomstandigheden kunnen het
meetresultaat negatief beïnvloeden.
h) Gebruik het apparaat alleen binnen de gedefi-
nieerde grenzen. Gebruik het apparaat niet op
ondergronden die bijv. spankabels of r.v.s. bevat-
ten.
i) Gebruik het apparaat niet in de buurt van medi-
sche apparatuur.
j) Boor niet op plaatsen waar het apparaat objecten
heeft gevonden.
k) Neem altijd de waarschuwingsmeldingen in het
displayveld in acht.
l) Het apparaat niet gebruiken voor kwaliteitsin-
specties.
m) Gebruik het apparaat niet in de buurt van elek-
tromagnetische storingsbronnen (bijv. in werking
zijnde beitelhamers).
n) Houd rekening met omgevingsinvloeden. Gebruik
het apparaat niet in een omgeving waar brand- of
explosiegevaar bestaat.
o) Het apparaat mag niet in de nabijheid van mensen
met pacemakers worden gebruikt.
p) Houd het display leesbaar (raak het display bij-
voorbeeld niet aan met de vingers, laat het display
niet vuil worden).
q) Gebruik geen defect apparaat.
r) Zorg ervoor dat het detectievlak altijd schoon is.
s) Controleer de instellingen van het apparaat voor
gebruik.
t) De nauwkeurigheid van het apparaat wordt door
het ondergrondmateriaal beïnvloed. Wanneer het ap-
paraat niet correct kan kalibreren, kunnen kleinere
meetfouten ontstaan.
u) Wanneer een automatische kalibratie niet correct kan
plaatsvinden, verschijnt een waarschuwingsmelding
op het display.
4.2 Adequate inrichting van de werkruimte
a) Wanneer u op ladders werkt, neem dan geen
ongewone lichaamshouding aan. Zorg ervoor dat
u stevig staat en altijd in evenwicht bent.
b) Wanneer het apparaat vanuit een zeer koude in
een warme omgeving wordt gebracht, of om-
gekeerd, dient u het apparaat vóór gebruik op
temperatuur te laten komen.
c) Gebruik het apparaat alleen binnen de gedefini-
eerde grenzen.
d) Neem de landspecifieke voorschriften ter voorko-
mingvanongevalleninacht.
4.3 Elektromagnetische compatibiliteit
Hoewel het apparaat voldoet aan de strenge wettelijke
voorschriften kan Hilti de mogelijkheid niet uitsluiten dat
het apparaat door sterke straling wordt gestoord, het-
geen tot een foute bewerking kan leiden. In dit geval of
wanneer u niet zeker bent, dienen controlemetingen te
worden uitgevoerd. Eveneens kan Hilti niet uitsluiten dat
andere apparaten (bijv. navigatietoestellen van vliegtui-
gen) gestoord worden. Het apparaat voldoet aan klasse
A; Storingen in de woning kunnen niet worden uitgeslo-
ten.
4.4 Algemene veiligheidsmaatregelen
a) Controleer het apparaat alvorens het te gebrui-
ken. Laat het apparaat ingeval van beschadiging
repareren in een Hilti-servicestation.
b) Na een val of andere mechanische invloeden dient
u de precisie van het apparaat te controleren.
c) Ook al is het apparaat gemaakt voor zwaar ge-
bruik op bouwplaatsen, toch dient het, evenals
andere meetapparaten, zorgvuldig te worden be-
handeld.
d) Hoewel het apparaat beschermd is tegen het bin-
nendringen van vocht, dient u het droog te maken
alvorens het in de transportcontainer te plaatsen.
e) Alle symbolen moeten zichtbaar zijn wanneer het
apparaat wordt ingeschakeld; dit controleren.
f) Controleer het apparaat op zijn nauwkeurigheid
alvorens ermee te meten.
4.5 Elektrische veiligheid
a) De batterijen mogen niet in kinderhanden komen.
b) Oververhit de batterijen niet en stel ze niet bloot
aan vuur. De batterijen kunnen exploderen of er
kunnen toxische stoffen vrijkomen.
nl
77
Printed: 27.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5137793 / 000 / 01
c) Laad de batterijen niet op.
d) Soldeer de batterijen niet in het apparaat.
e) Ontlaad de batterijen niet door kortsluiting. Ze
kunnen hierdoor oververhit raken en brandblaren ver-
oorzaken.
f) Open de batterijen niet en stel ze niet bloot aan
overmatige mechanische belasting.
4.6 Transport
Het apparaat altijd zonder batterijen transporteren.
5 Inbedrijfneming
5.1 Batterijen aanbrengen 2
ATTENTIE
Gebruik geen beschadigde batterijen.
ATTENTIE
Vervang altijd alle batterijen tegelijk.
GEVAAR
Combineer geen nieuwe met oude batterijen. Gebruik
geen batterijen van verschillende producenten of met
verschillende typeaanduidingen.
1. Open het batterijvak.
2. Neem de batterijen uit de verpakking en plaats deze
direct in het apparaat.
AANWIJZING Letopdejuistepolariteit(ziedemar-
kering in het batterijvak).
3. Zorg ervoor dat het batterijvak goed vergrendeld is.
5.2 Controle van het apparaat
1. Controleer of het sensorvlak niet vochtig is. Anders
droogt u het sensorvlak met een droogdoek af.
2. Om nauwkeurige meetresultaten te verkrijgen, laat
u het apparaat nadat het aan extreme temperatuur-
schommelingen is blootgesteld, voor gebruik aan
de omgevingstemperatuur aanpassen.
3. Controleer de instellingen voordat u het apparaat
gebruikt.
5.3 Apparaat in-/uitschakelen
1. Schakel het apparaat met de aan/uit-toets in.
Het apparaat start in de standaardinstelling.
2. In uitgeschakelde toestand de aan/uit-toets indruk-
ken: Het apparaat schakelt uit.
AANWIJZING Wanneer het apparaat niet wordt ge-
bruikt of wanneer een storingsmelding wordt weer-
gegeven, schakelt het na vijf minuten automatisch
uit. Bij lege batterijen schakelt het apparaat zichzelf
uit.
5.4 Menu Instellingen
1. Schakel het apparaat in.
2. Druk één van de pijltoetsen in (rechts of links), om
bij het instellingenmenu te komen.
3. Druk een van de pijltoetsen in om door het menu te
bladeren en bedien uw selectie.
4. Druk de meet- en insteltoets in om de instellingen te
wijzigen.
5. Nadat u uw instellingen heeft doorgevoerd, zal het
apparaat automatisch in den volgende 5 seconden
naar het displayveld terugspringen en is het appa-
raat klaar voor gebruik.
AANWIJZING Wordt binnen 5 seconden geen se-
lectie gemaakt, dan wordt het instellingenmenu ver-
laten.
6Bediening
6.1 Apparaat voorbereiden
ATTENTIE
Houd bij het boren in een de buurt van gedetecteerde
objecten voldoende veiligheidsafstand aan.
1. Controleer voordat u het apparaat inschakelt of het
apparaat vrij staat, geen contact met een onder-
grond of metalen voorwerpen maakt.
2. Schakel het apparaat in door de aan/uit-toets in te
drukken.
Na een korte zelftest start het apparaat de automa-
tische kalibratie. Zodra deze afgerond is, branden
de Status-LED' groen.
Houdhetapparaattijdensdekalibratieindelucht
en minstens 30 cm (12 in) verwijderd van metalen
voorwerpen of weg van de te controleren onder-
grond.
nl
78
Printed: 27.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5137793 / 000 / 01
3. Tijdens de eerste vijf maal dat het apparaat wordt in-
geschakeld wordt een geanimeerde instructie weer-
gegeven,diedemonstreerthoemethetapparaat
gewerkt wordt. Deze instructie kan in het instellin-
genmenu uitgeschakeld worden.
6.2 Werken met het apparaat
Zorg dat het apparaat volledig in contact staat met de
ondergrond die u wilt onderzoeken.
Gebruik het apparaat alleen op vlakke ondergronden.
Plaats het apparaat langzaam en voorzichtig op de te
onderzoeken ondergrond.
Werk met het apparaat met een maximumsnelheid van
20 cm/s (9 in/s).
6.2.1 Veegmethode
Het apparaat moet met de veegmethode worden ge-
bruikt (grote horizontale en verticale bewegingen over
het object), om de beste resultaten te verkrijgen. De
afbeeldingenreeks toont de veegmethode. Wanneer het
apparaat voor het eerst wordt ingeschakeld, wordt een
geanimeerde handleiding in het displayveld weergege-
ven, die toont hoe u met het apparaat op de ondergrond
moet werken.
6.3 Objectlokalisering met de standaardmodus
1. Schakel apparaat in en houd het minstens 30 cm
(12 in) verwijderd van metalen voorwerpen of weg
van de te controleren ondergrond.
De standaardmodus verschijnt na de automatische
kalibratie.
Op het displayveld verschijnen de dieptemeeteen-
heden (mm of in) en branden de Status-LED's groen.
Het apparaat is klaar voor de lokalisering van objec-
ten.
2. Plaats het apparaat langzaam en voorzichtig op de
te onderzoeken ondergrond en maak een zijwaartse
beweging.
AANWIJZING Deactiveer de meetdieptebereikin-
stelling wanneer u zonder dieptebeperking ferro-
metalen wilt detecteren.
Nadert het apparaat ferrometaal (een wapenings-
staaf), dan knippert het ferrosymbool, branden de
status-LED's rood en stijgt de amplitude van de sig-
naalsterktebalk en bereikt zijn maximum wanneer
het apparaat over het centrum van het object ligt.
In de tussentijd wordt in het displayveld de diepte-
meetwaarde weergegeven.
Wordt het apparaat verder bewogen en wordt het
ferrometaal gepasseerd, dan branden de status-
LED's groen en daalt de weergegeven amplitude in
de signaalsterktebalk.
Voor de nauwkeurige lokalisering van het object
beweegt u het apparaat in de tegengestelde rich-
ting, tot de status-LED's weer rood branden en de
signaalsterktebalk weer de maximale stand bereikt.
Neem dan de bijgeleverde stift en markeer de positie
van het ferrometaal door de markeeropening.
Als de luidspreker is geactiveerd, klinkt een continue
toon, zolang het apparaat zich boven het ferrometaal
bevindt.
Nadert het apparaat non-ferrometaal (koper, alumi-
nium), dan knippert het non-ferrosymbool, branden
de status-LED's rood en stijgt de amplitude van de
signaalsterktebalk en bereikt zijn maximum wanneer
het apparaat over het centrum van het object ligt.
Wordt het apparaat verder bewogen en wordt
het non-ferrometaal gepasseerd, dan branden
de status-LED's groen en daalt de weergegeven
amplitude in de signaalsterktebalk.
Voor de nauwkeurige lokalisering van het object
beweegt u het apparaat in de tegengestelde rich-
ting, tot de status-LED's weer rood branden en de
signaalsterktebalk weer de maximale stand bereikt.
Neem dan de bijgeleverde stift en markeer de positie
van het non-ferrometaal door de markeeropening.
Als de luidspreker is geactiveerd, klinkt een conti-
nue toon, zolang het apparaat zich boven het non-
ferrometaal bevindt.
6.4 Lokalisering uitsluitend van ferrometalen
1. Schakel het apparaat in.
Activeer in het instellingenmenu de meetmodus voor
ferrometalen en deactiveer de meetmodus voor non-
ferrometalen.
2. De modus voor beperkte dieptemetingen kan naar
keuze worden geactiveerd.
nl
79
Printed: 27.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5137793 / 000 / 01
3. Volg dan de beschrijving in het hoofdstuk "Object-
lokalisering met de standaardmodus" voor ferrome-
talen.
6.5 Lokalisering uitsluitend van non-ferrometalen
1. Schakel het apparaat in.
Activeer in het instellingenmenu de meetmodus voor
non-ferrometalen en deactiveer de meetmodus voor
ferrometalen.
De modus voor beperkte dieptemetingen wordt au-
tomatisch gedeactiveerd.
2. Volg dan de beschrijving in het hoofdstuk "Ob-
jectlokalisering met de standaardmodus" voor non-
ferrometalen.
6.6 Nauwkeurige dieptemeting van wapeningsstaal
AANWIJZING
De nauwkeurige dieptemeting is alleen voor wapenings-
ijzer in beton mogelijk.
1. Schakel het apparaat in.
Activeer in het instellingenmenu de meetmodus voor
ferrometalen en deactiveer de meetmodus voor non-
ferrometalen.
2. Plaats het apparaat langzaam en voorzichtig op de
te onderzoeken ondergrond en maak een zijwaartse
beweging.
Nadert het apparaat een wapeningsstaaf, dan knip-
pert het ferrosymbool, branden de status-LED's
rood en stijgt de amplitude van de signaalsterk-
tebalk en bereikt zijn maximum wanneer het ap-
paraat over het centrum van de wapeningsstaaf
ligt. Wordt het apparaat verderbewogenenwordt
de wapeningsstaaf gepasseerd, dan branden de
status-LED's groen en daalt de weergegeven ampli-
tude in de signaalsterktebalk. Voor de nauwkeurige
lokalisering van het object beweegt u het apparaat
in de tegengestelde richting, tot de status-LED's
weer rood branden en de signaalsterktebalk weer
de maximale stand bereikt. In de buurt van het
maximum wordt in het displayveld de eerste meting
vandediepteweergegeven.
3. Druk nu de meettoets in en binnen drie seconden
verschijnt de nauwkeurige diepte.
6.7 Beperkte dieptemeting
AANWIJZING
Deze meting maakt het mogelijk om wapeningsstangen
binnen een vooraf gedefinieerd meetbereik te lokaliseren.
AANWIJZING
Bij het werken in deze modus moet bij de vooringestelde
diepte een veiligheidsafstand tot het wapeningsstang in
acht worden genomen.
1. Schakel het apparaat in.
2. Activeer in het instellingenmenu ferrometalen en het
gewenste dieptemetingbereik, waarin u de wape-
ningsstangen zoekt. Indien gewenst kunt u de de-
tectie van non-ferrometalen deactiveren.
3. Druk de meettoets in om het gewensten maximale
meetdieptebereik (25, 50 of 75 mm; 1, 2 of 3 inch)
te selecteren.
4. Gebruik het apparaat, zoals in hoofdstuk
"Objectherkenning met de standaardmodus" voor
ferrometalen beschreven. In deze meetmodus
worden alleen objecten weergegeven, die minder
diep liggen dan de ingestelde meetdiepte.
De laatste instelling wordt opgeslagen.
7 Verzorging en onderhoud
7.1Reinigenendrogen
1. Reinig het apparaat alleen met een schone en zachte
doek; bevochtig het zo nodig met zuivere alcohol of
wat water.
AANWIJZING Geen andere vloeistoffen gebruiken
omdatdezedekunststofdelenkunnenaantasten.
2. Neem bij de opslag van uw uitrusting de tempera-
tuurlimieten in acht, speciaal in de winter / zomer.
7.2 Opslaan
Apparatendienatzijngeworden, dienen te worden uit-
gepakt. Apparaten, transportcontainers en toebehoren
moeten worden gedroogd (bij hoogstens 40° / 104°F)
en gereinigd. De apparatuur pas weer inpakken als alles
helemaal droog is.
nl
80
Printed: 27.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5137793 / 000 / 01
Voer wanneer de apparatuur gedurende langere tijd is
opgeslagen of getransporteerd vóór gebruik een contro-
lemeting uit.
Verwijder voor langere opslagtijden de batterijen uit het
apparaat. Lekkende batterijen kunnen het apparaat be-
schadigen.
7.3 Transporteren
Gebruik voor het transport of de verzending van uw
uitrusting de kartonnen verzenddoos van Hilti of een
gelijkwaardige verpakking. Zorg er tevens voor dat het
apparaat tijdens het transport deugdelijk in de Hilti-koffer
of de gelijkwaardige verpakking bevestigd is. Berg het
apparaat veilig op.
ATTENTIE
Het apparaat altijd zonder batterijen transporteren.
7.4 Hilti Kalibratieservice
Wij raden aan uw apparatuur regelmatig te laten controle-
ren door de Hilti Kalibratieservice om de betrouwbaarheid
conform de normen en wettelijke eisen te kunnen garan-
deren.
De Hilti Kalibratieservice staat te allen tijde tot uw be-
schikking; het wordt echter aanbevolen om de Kalibratie
minstens eenmaal per jaar uit te voeren.
In het kader van de Hilti Kalibratieservice wordt bevestigd
dat de specificaties van het gecontroleerde apparaat op
de dag van keuring overeenkomen met de technische
gegevens van de handleiding.
Bij afwijkingen van de fabrieksgegevens worden de ge-
bruikte meetapparaten weer opnieuw ingesteld. Na ijking
en keuring wordt een kalibratieplaatje op het apparaat
aangebracht en met een kalibratiecertificaat schriftelijk
bevestigd dat het apparaat conform de fabrieksgege-
vens werkt.
Kalibratiecertificaten zijn altijd vereist bij ondernemingen
die volgens ISO 900X gecertificeerd zijn.
Uw meest nabije Hilti contact geeft u graag meer infor-
matie.
8 Foutopsporing
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat kan niet worden inge-
schakeld
Batterij leeg. Batterij vervangen.
Onjuiste polariteit van de batterij. Batterij goed inbrengen.
Batterijvak niet gesloten. Batterijvak sluiten.
Apparaat kan zichzelf niet kali-
breren
Apparaat bevindt zich te dicht bij me-
talen objecten.
Schakel het apparaat uit en minstens
30 cm (12 in) verwijderd van metalen
voorwerpen of weg van de te contro-
leren ondergrond weer aan.
Apparaat geeft elektromagneti-
sche waarschuwing af.
Apparaat bevindt zich te dicht bij
elektromagnetische storingsbronnen.
Houd het apparaat uit de buurt van
elektromagnetische storingsbronnen.
Apparaat geeft temperatuur-
waarschuwing af.
Temperatuur te hoog of te laag. Gebruikstemperatuur (technische ge-
gevens) in acht nemen.
Geen melding boven object. Modus ferrometaal / non-ferrometaal
inactief.
Activeer de gewenste detectiemodus.
nl
81
Printed: 27.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5137793 / 000 / 01
4
02292
PS 35
01
Hilti=trademark of Hilti Corp., Schaan, LI Made in Malaysia
This device complies with part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the condition that this device does not cause
harmful interference. This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe B
est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Power: 6V/160 mA
Item No.: Serialnumber:
9 Afval voor hergebruik recyclen
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een
juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee!
Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toe-
passing daarvan binnen de nationale wetgeving, dienen gebruikte elektrischeapparatenenaccu's
gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de
geldende milieu-eisen.
10 Fabrieksgarantie op apparatuur
Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact
op met uw lokale HILTI dealer.
11 FCC-aanwijzing (van toepassing in de USA) / ICES-aanwijzing (van toepassing in
Canada)
Dit apparaat voldoet aan artikel 15 van de FCC-normen
en de eisen volgens ICES-003 voor klasse B-apparaten
van de IC.
De bediening vindt plaats onder de volgende voorwaar-
den:
1. Dit apparaat veroorzaakt geen interferenties die niet
aan de normen voldoen.
2. Dit apparaat is bestand tegen alle interferenties, ook
interferenties die eventueel storingen kunnen veroorza-
ken.
AANWIJZING
Veranderingen of modificaties die niet uitdrukkelijk door
Hilti zijn toegestaan, kunnen het recht van de gebruiker
om het apparaat in bedrijf te nemen beperken.
nl
82
Printed: 27.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5137793 / 000 / 01
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel)
Omschrijving: Ferrodetector
Type: PS 35
Bouwjaar: 2009
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product
verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschrif-
ten en normen: tot 19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf 20
april 2016: 2014/30/EU, 2011/65/EU, EN ISO 12100.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL‑9494 Schaan
Paolo Luccini Edward Przybylowicz
Head of BA Quality and Process Mana-
gement
Head of BU Measuring Systems
Business Area Electric Tools & Acces-
sories
BU Measuring Systems
06/2015 06/2015
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
nl
83
Printed: 27.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5137793 / 000 / 01
*404400*
404400
Hilti Corporation
LI-9494 Schaan
Tel.: +423/234 21 11
Fax: +423/234 29 65
www.hilti.com
Hilti = registered trademark of Hilti Corp., Schaan
Pos. 1 | 20150924
Printed: 27.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5137793 / 000 / 01
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Hilti PS 35 Handleiding

Type
Handleiding