WAGNER Project 115 0418A de handleiding

Categorie
Krachtige fijnspuitsystemen
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

29
Wagner Project 115-0418A - Veiligheidsvoorschriften
29
Waarschuwing!
Nooit vingers, handen of andere lichaamsdelen in aanraking met de
spuitstraal laten komen!
Richt het spuitpistool nooit op uzelf, op andere personen of op dieren.
Het spuitpistool nooit zonder aanraakbeveiliging gebruiken.
Behandel een spuitverwonding niet als een gewone snijwond.
Bij huidletsel door bedekkingsmateriaal direct een arts raadplegen voor een
snelle, deskundige behandeling. Informeer de arts over het gebruikte
bedekkingsmateriaal of oplosmiddel.
Elke keer voordat het apparaat in gebruik wordt genomen, moeten de
onderstaande punten, overeenkomstig de handleiding, in acht worden
genomen:
1. Apparaten met gebreken mogen niet worden gebruikt.
2.
WAGNER-spuitpistool met veiligheidshendel aan de trekker borgen.
3. Zorgdragen voor een goede aarding van de netaansluiting.
4. Toelaatbare werkdruk van de hogedrukslang en het spuitpistool
controleren
5. Alle verbindingen op lekkage controleren.
De aanwijzingen m.b.t. periodieke schoonmaak- en onderhoudsbeurten
moeten streng worden aangehouden.
Voor alle werkzaamheden aan het apparaat en bij iedere
werkonderbreking moeten de onderstaande regels in acht worden
genomen:
1. Spuitpistool en slang van druk ontlasten.
2.
WAGNER-spuitpistool met veiligheidshendel aan de trekker borgen.
3. Apparaat uitschakelen.
Let op de veiligheid!
Attentie: gevaar voor verwondingen door injectie!
De Airless apparaten ontwikkelen extreem hoge
spuitdrukken.
Gevaar
1
2
3
30
Wagner Project 115-0418A - Veiligheidsvoorschriften
30
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Lees alle aanwijzingen goed door. Fouten bij het opvolgen van
hieronder vermelde aanwijzingen kunnen leiden tot elektrische
schokken, brand en/of ernstig letsel. Met het hieronder gebruikte
begrip „elektrisch gereedschap“ wordt zowel elektrisch gereedschap
op netvoeding (met netkabel) bedoeld als oplaadbaar elektrisch
gereedschap (zonder netkabel).
De plaatselijke voorschriften dienen strikt in acht te worden
genomen.
Uitleg van de gebruikte symbolen
Gevaar
Duidt een rechtstreeks dreigend gevaar aan.
Als ze niet gemeden wordt, zijn de dood of zeer
ernstig letsel het gevolg.
i
Duidt toepassingstips en andere bijzonder
nuttige aanwijzingen aan.
Draag bij de werkzaamheden een geschikte
gehoorbescherming.
Draag bij de werkzaamheden een geschikte
adembescherming.
Draag bij de werkzaamheden geschikte
veiligheidshandschoenen.
1. Werkplek
Houd uw werkplek schoon en opgeruimd. a) Rommel en slecht verlichte
werkplekken kunnen leiden tot ongevallen.
Gebruik het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving met b)
brandbare vloeistoen, gassen of stof. Elektrisch gereedschap wekt
vonken op die stof of dampen kunnen ontsteken.
Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van c)
elektrisch gereedschap op afstand. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u
de controle over het apparaat verliezen.
2. Elektrische veiligheid
De netstekker van het apparaat moet passen in de a)
wandcontactdoos. De stekker mag op geen enkele manier worden
gewijzigd. Gebruik geen stekkeradapter voor geaarde apparaten.
Ongewijzigde stekkers en passende wandcontactdozen verminderen het
risico van elektrische schokken.
Voorkom contact van uw lichaam met geaarde oppervlakken van b)
b.v. buizen, radiatoren, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico op elektrische schokken wanneer uw lichaam is geaard.
Houd het apparaat uit de regen en breng het niet in contact met c)
water. In een elektrisch apparaat binnendringend water verhoogd het
risico van elektrische schokken.
Gebruik de netkabel niet voor andere doeleinden, b.v. om het d)
apparaat aan te dragen, op te hangen of om de stekker uit de
wandcontactdoos te trekken. Houd de kabel verwijderd van
warmtebronnen, olie, scherpe randen of bewegende delen van
apparaten. Beschadigde kabels en kabels die in de war zijn verhogen het
risico van elektrische schokken.
Wanneer u buiten met elektrisch gereedschap werkt, dient u e)
uitsluitend verlengkabels te gebruiken die voor buitengebruik zijn
toegestaan. Het gebruik van voor buitengebruik geschikte verlengkabels
vermindert het risico van elektrische schokken.
3. Veiligheid van personen
Wees alert, let op wat u doet en gebruik uw gezond verstand bij a)
het werken met elektrisch gereedschap. Gebruik het apparaat niet
wanneer u moe bent of onder de invloed bent van drugs, alcohol
of medicijnen. Eén moment van onachtzaamheid tijdens het gebruik van
het apparaat kan leiden tot ernstig letsel.
Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen en draag altijd een b)
veiligheidsbril. Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen,
zoals stofmasker, antislip veiligheidsschoenen, veiligheidshelm of
gehoorbescherming, afhankelijk van type en gebruik van het elektrisch
gereedschap, vermindert het risico van letsel.
Voorkom onbedoeld starten van het gereedschap. Verzeker u ervan c)
dat de schakelaar in de stand "UIT" staat, voordat u de netstekker
in de wandcontactdoos steekt. Wanneer u tijdens het dragen van het
apparaat een vinger op de schakelaar houdt of het apparaat ingeschakeld
op de netvoeding aansluit, kan dit leiden tot ongevallen.
Verwijder afstelgereedschap of moersleutels voordat u het d)
apparaat inschakelt. Gereedschap of een moersleutel die zich in een
draaiend deel van het apparaat bevindt, kan leiden tot letsel.
Overschat uzelf niet. Zorg voor een goede houding en bewaar op e)
elk moment uw evenwicht. Dan kunt u het apparaat in onverwachte
situaties beter onder controle houden.
Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende kleding of f)
sierraden. Houd haren, kleding en handschoenen verwijderd van
bewegende delen. Loszittende kleding, sierraden of lange haren kunnen
door bewegende delen worden gegrepen.
Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen g)
(inclusief kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke
vaardigheden, met onvoldoende ervaring en/of met onvoldoende
kennis, tenzij zij onder toezicht staan van een persoon die voor
hun veiligheid verantwoordelijk is of zij door deze persoon zijn
geïnstrueerd in het gebruik van het apparaat. Kinderen moeten onder
toezicht staan om te voorkomen dat zij spelen met het apparaat.
4. Zorgvuldige omgang met en gebruik van
elektrisch gereedschap
Zorg dat u het apparaat niet overbelast. Gebruik voor uw a)
werkzaamheden het daarvoor bedoelde elektrische gereedschap.
Met het juiste elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het
aangegeven vermogensbereik.
Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect b)
is. Elektrisch gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is
gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
Verwijder de stekker uit de wandcontactdoos voordat u afstellingen c)
aan het apparaat uitvoert, accessoires vervangt of het apparaat
aan de kant legt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt dat het
apparaat onbedoeld wordt gestart.
Bewaar elektrisch gereedschap, wanneer het niet wordt gebruikt, d)
buiten bereik van kinderen. Laat geen personen met het apparaat
werken die daar niet mee vertrouwd zijn of die deze aanwijzingen
niet hebben gelezen. Elektrisch gereedschap is gevaarlijk wanneer dit
door onervaren personen wordt gebruikt.
Onderhoud het apparaat zorgvuldig. Controleer dat bewegende e)
delen correct functioneren en niet klemmen en dat er geen
31
Wagner Project 115-0418A - Veiligheidsvoorschriften
31
onderdelen zijn gebroken of zodanig beschadigd dat de werking
van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde
onderdelen voor gebruik van het apparaat repareren. Veel
ongevallen worden veroorzaakt door slecht onderhouden elektrisch
gereedschap.
Gebruik elektrisch gereedschap, accessoires, hulpmiddelen enz. f)
in overeenstemming met deze aanwijzingen en zoals voor dit
specieke type apparaat is voorgeschreven. Houd daarbij rekening
met de werkomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden.
Het gebruik van elektrisch gereedschap voor ander dan het bedoelde
gebruik kan leiden tot gevaarlijke situaties.
5. Service
Laat het apparaat uitsluitend repareren door gekwaliceerd a)
technisch personeel en uitsluitend met originele onderdelen.
Daarmee blijft de veiligheid van het apparaat gewaarborgd.
Wanneer het netsnoer van dit apparaat is beschadigd, moet b)
dit door de fabrikant, zijn klantenservice of een gelijkwaardig
gekwaliceerd persoon worden vervangen om gevaren te
voorkomen.
Voor een veilige omgang met Airless hogedrukspuitapparatuur
dienen de volgende veiligheidsvoorschriften in acht te worden
genomen:
U Bescherming van de gezondheid
Gevaar
Let op! Draag adembescherming: verfnevel en
oplosmiddeldampen zijn schadelijk voor de
gezondheid. Werk uitsluitend in ruimten met goede
natuurlijke ventilatie of gebruik geforceerde
ventilatie. Het dragen van werkkleding,
veiligheidsbril, gehoorbescherming en
handschoenen wordt aanbevolen.
U Vlampunt
Gevaar
Gebruik uitsluitend bedekkingsmaterialen met een
vlampunt van 21 °C of hoger, zonder extra
verwarming.
Het vlampunt is de laagste temperatuur waarbij zich
uit het bedekkingsmateriaal dampen ontwikkelen.
De hoeveelheid dampen is voldoende om met
de lucht boven het bedekkingsmateriaal een
ontvlambaar mengsel te vormen.
U Explosiebeveiliging
Gevaar
Gebruik het apparaat niet in ruimtes die onder de
explosiebeveiligingsverordening vallen.
U Explosie- en brandgevaar bij
spuitwerkzaamheden door
ontstekingsbronnen
Gevaar
Er mogen zich geen ontstekingsbronnen in de
omgeving bevinden, bijv. open vuur, het roken van
sigaretten, sigaren en pijpen, vonken, gloeiende
draden, hete oppervlakken, enz.
U Elektrostatische lading (vonk- en
vlamvorming)
Gevaar
Op grond van de stromingssnelheid van het
bedekkingsmateriaal bij het spuiten kunnen er aan
het apparaat elektrostatische ladingen ontstaan.
Deze kunnen bij ontlading de vorming van vonken
of vlammen tot gevolg hebben. Daarom moet het
apparaat altijd via de elektrische installatie geaard
zijn. Het apparaat moet via een volgens de voorschriften geaarde
veiligheidscontactdoos worden aangesloten.
U Ventilatie
Ombrand-enexplosiegevaaralsookbeschadigingenvande
gezondheid bij spuitwerkzaamheden te voorkomen, moet voor een
goede natuurlijke of kunstmatige ventilatie gezorgd worden.
U Apparaat en spuitpistool beveiligen
Beveilig de slangen, accessoires en lteronderdelen volledig
voordat u de sproeipomp gebruikt. Onbeveiligde onderdelen
stoten soms een sterke kracht uit of veroorzaken lekken van
vloeistof onder hoge druk, met zware schade tot gevolg.
Het spuitpistool dient bij montage of demontage van de
spuitdop en bij onderbreking van de werkzaamheden altijd te
worden geborgd.
U Terugstoot van het spuitpistool
Gevaar
Bij een hoge werkdruk komt bij het overhalen van de
trekker een reactiekracht van maximaal 15 N vrij.
Indien u hier niet op bent voorbereid, kan de hand
worden teruggestoten of kunt u het evenwicht
verliezen. Hierdoor kan letsel ontstaan.
Een continue belasting door deze terugstoot kan tot
blijvende gezondheidsschade leiden.
U Maximale werkdruk
De maximale werkdruk voor spuitpistool,
spuitpistooltoebehoren en hogedrukslang mag niet lager zijn
dan de op het apparaat vermelde maximale werkdruk van 200
bar (20 MPa).
U Coatingmateriaal
Houd rekening met gevaren die het gevolg kunnen zijn van het
verspoten materiaal en neem tevens de aanwijzingen op de
verpakking of van de fabrikant van het materiaal in acht.
Verspuit geen materialen waarvan u de eventuele gevaren niet kent.
U
Hogedrukslang (veiligheidsaanwijzing)
Elektrostatische lading van spuitpistool en hogedrukslang wordt via
de hogedrukslang afgeleid. Daarom moet de elektrische weerstand
tussen de aansluitingen van de hogedrukslang gelijk zijn aan of
kleiner zijn dan 197 kΩ/m (60 kΩ/ft.).
i
Vanwege de werking, veiligheid en levensduur,
alleen WAGNER-originele-hogedrukslangen
en spuitmondstukken gebruiken. Overzicht zie
„Reserveonderdeellijsten”.
U Aansluiting van het apparaat
De aansluiting moet via een voorschriftmatig geaard
veiligheidsstopcontact plaatsvinden. De aansluiting moet
met een foutstroombeschermingsinrichting INF ≤ 30 mA zijn
uitgerust.
U Apparaat opstellen
Bij werkzaamheden binnen
Gevaar
Nabij het apparaat mogen zich geen
oplosmiddelhoudende dampen kunnen ophopen.
Het apparaat opstellen aan de van het spuitobject
afgekeerde zijde.
Minimale afstand van 5 m tussen het apparaat en
het spuitpistool aanhouden.
32
Wagner Project 115-0418A - Veiligheidsvoorschriften
Onderdelenenbeschrijving
De verpakking waarin het verfspuitsysteem wordt geleverd bevat de volgende onderdelen:
• Spuitpistoolmettweelters(MinpistoolentelkenseenXS-SenMafzonderlijk) •Eenas,tweeasplatenenvierschroeven
• Tweewielsets(incl.2metaalkappenen2kunststofkappen) •Spuitmondstuk
• Drukslang,lengte7.5m,binnendiameter6,35mm •Eengereedschapvoorhetindrukkenvande
inlaatklep
• Eenmontagehulp(onderhethoppergepositioneerd) •Gebruiksaanwijzing
Figuur 1 - Bediening en functies
(verdere, gedetailleerde beschrijvingen van de afzonderlijke posities in de overeenkomstige paragraaf van de handleidingen )
Item Onderdeel Beschrijving
A) Uitschuifbare hendel ...................Hendel kan worden in- en uitgeschoven om transport en opslag te vergemakkelijken.
B) Verwijderbare hopper .................De hopper kan worden verwijderd om deze eenvoudig leeg te maken en te reinigen. De hopper kan
leeg worden verwijderd, maar ook vol met materiaal. Maximaal 9,5 liter. Het deksel van de hopper
sluit niet goed af en het materiaal kan lekken als de hopper te vol is en wordt aangestoot.
C) AAN/UIT-schakelaar .....................MetdeAAN/UIT-schakelaarzetudespuitaanenuit(O=UIT,I=AAN).
D) RIME/SPRAY-knop ........................Met de knop PRIME/SPRAY kunt u de vloeistof naar de spuitslang (SPRAY) of naar de retourslang
(PRIME) laten gaan. De pijlen op de knop PRIME/SPRAY geven de draairichting voor PRIME en SPRAY
aan. De knop PRIME/SPRAY wordt ook gebruikt voor het ontlasten van de opgebouwde druk in de
spuitslang (zie Drukontlastingsprocedure).
E) Project Control ...............................ProjectControlfunctioneert:Prime,Clean/Roll,Spray1-MAXSpray.
F) Retourslang .....................................Vloeistof wordt teruggeleid via de retourslang naar de houder waar deze vandaan komt als de
PRIME/SPRAY-knop op de stand PRIME staat.
G) Hendelknop ....................................De hendelknop maakt het mogelijk de uitschuifbare hendel in en uit te schuiven.
H) Spuitpistool.....................................Voor het aanbrengen van de bedekkingsmaterie en regulering van de transporthoeveelheid.
I) Spuitslang ........................................De spuitslang vormt de verbinding tussen het pistool en de pomp.
Bij werkzaamheden buiten
Gevaar
Er mogen geen oplosmiddelhoudende dampen naar
het apparaat toe drijven.
Let op de windrichting.
Het apparaat zo opstellen, dat zich geen
oplosmiddelhoudende dampen bij het apparaat
kunnen ophopen.
Minimale afstand van 5 m tussen het apparaat en
het spuitpistool aanhouden.
U Reiniging van de apparatuur
Gevaar
Gevaar voor kortsluiting door binnendringend
water!
Spuit het apparaat nooit met een hogedruk- of
stoomhogedrukreiniger af.
U Reiniging van de apparatuur met
oplosmiddel
Gevaar
Bij de reiniging van de apparatuur met oplosmiddel
mag in geen geval in een reservoir met een kleine
opening (spongat) worden gespoten of gepompt.
Gevaar voor de vorming van een ontplofbaar gas/
lucht-mengsel. Het reservoir dient geaard te zijn.
Het apparaat en de accessoires mogen niet met
brandbare oplosmiddelen worden gereinigd die een
vlampunt onder 21 °C hebben.
U Aarding van het werkstuk
Het te coaten werkstuk moet geaard zijn.
Technische gegevens
Soort pomp Zuigerpomp
Spanning 230-240 V
~
50 Hz
Opgenomenvermogen 625 W
Beveiliging Aansluiting alleen op FI-beveiligd
stopcontact (16 A)
Dubbel geïsoleerd
Max. spuitdruk 190 bar
Max. opbrengst
1)
0,8 l/min
Geluidsdrukniveau
2)
L
WAd
=(80+3)dB(A)
Geluidsdrukvermogen
2)
L
pAd
=(91+3)db(A)
Trillingsniveau
2)
a
h
=1,2m/s
OnzekerheidK=1,5m/s²
Max. temperatuur
coatingmateriaal
48°C
Max. grootte mondstuk L (0,017")
Slanglengte 7,5 m
Bekerinhoud 9,5 l
Technische gegevens
Productafmetingen 38 x 38 x 65 cm
Gewicht 12 kg
1)
Dispersieverf met mondstuk M en een druk van 138 bar
2
)
Gemeten volgens EN 1953 in de akoestische meetruimte bij het
sproeien van verf met maximale druk
Verwerkbare materialen
Lakken en lazuurverven die water en oplosmiddel bevatten.
Lakverven, oliën, oplosmiddelen, kunstharslakken, PVC-lakken,
voorlakken, grondlakken, vulstoen en roestwerende verven.
Dispersie- en latexverven voor binnenshuis.
Niet-verwerkbare materialen
Materialen die sterk schurende bestanddelen bevatten, façadeverf,
logen en zuurhoudende coatingmaterialen.
Materialen met een vlampunt van onder 21°C.
Wagner Project 115 - 0418A
33
Montage
Figuur 2 - De wielen monteren
1. Schuif de afstandsring (a), het wiel (b) en de aandrukmoer (c)
in de aangegeven volgorde op het uiteinde van de as. Zorg
ervoor dat de afstandsring (a) wordt geplaatst met het lipje
naar het midden van de as.
i
Zet de as rechtop op een vlak en stabiel oppervlak om
de wielen aan te brengen.
2. Tik licht op het montagehulp (d) met een houten hamer om
de aandrukmoer (c) op het uiteinde van de as te drukken.
Herhaal deze stappen voor het andere wiel.
Figuur 3 - De as monteren
1. Schuif de beide uiteinden van de as in de openingen (a) zoals
aangegeven. De zijde van de afstandsringen met de lipjes
(b) moeten in de asopeningen vallen.
2. Plaats de asplaten in de richting en op de plaats als
aangegeven (L en R). Zet de platen elk vast met twee (2)
schroeven.Klikdewieldoppen(e)opdeuiteindenvande
aandrukmoeren.
Figuur 4 - De hendel monteren
1. Breng de hendel aan door op de knop (a) te drukken, zoals
aangegeven, en de hendel in de wagen te schuiven.
2. Wanneer de hendel volledig in de wagen is geduwd, laat u
de knop los en trekt u aan de hendel totdat deze in de stand
omhoog of omlaag vastklikt.
Figuur 5 - De slang aansluiten
Gevaar
Zorg ervoor, dat de pomp is uitgeschakeld (positie O) en
het spuittoestel van het stroomnet is losgekoppeld.
1. Draai de schroefdraad van de hogedrukslang op de
aansluiting van de beregeningsslang. Draai deze vast met een
verstelbare sleutel.
2. Draai de schroefdraad aan het andere einde van de slang op
de aansluiting op het spuitpistool. Houd het spuitpistool met
een verstelbare schroefsleutel op het handvat vast en draai de
moer van de slang vast met de andere.
i
Het spuitmondstuk mag pas worden aangesloten
nadat de spuit en de spuitslang zijn schoongeblazen en
geprepareerd.
Voordat u begint
Figuur 6 - Het spuitpistool vergrendelen
Gevaar
Zet de trekker altijd vast in de vrije stand wanneer u
het spuitmondstuk aanbrengt of wanneer het
spuitpistool niet in gebruik is.
1. Het pistool is vergrendeld wanneer de trekkervergrendeling
zich onder een hoek van 90° (haaks) bevindt ten opzichte van
de trekker.
Figuur 7 - Drukontlastingsprocure
Gevaar
Vergeet niet de drukontlastingsprocedure uit te
voeren wanneer u het toestel om welke reden dan
ook afsluit.
Door deze handelwijze wordt de druk uit
de spuitslang en het pistool afgelaten.
1. Vergrendel het spuitpistool. Zet de schakelaar AAN/UIT op de
standUIT(O).
2. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME.
i
Let bij het draaien van de schakelaar erop, dat de
vingers niet beklemd raken.
3. Ontgrendelhetspuitpistoolenschiethetspuitpistoolaftegen
de zijkant van het materiaalvat. Vergrendel het spuitpistool.
Figuur 8 - De hopper verwijderen / leegmaken
i
Dek de vloer en meubels af om beschadiging van uw
eigendommen te voorkomen.
i
Plaats de hopper altijd op een hard, vlak, stabiel
oppervlak nadat deze is afgenomen.
Gevaar
Voer de drukontlastingsprocure uit (zie guur 7) en haal
de stekker van de spuit uit het stopcontact.
1. Voer de drukontlastingsprocure uit.
2. Trek de retourslang (a) uit de achterzijde van het
hopperdeksel.
3. Pak de hopper vast aan de hendels aan de zijkant (b) en trek
deze voorzichtig naar buiten.
4. Breng de hopper en het deksel weer aan wanneer u klaar bent
met het leegmaken / reinigen.
5. Breng de retourslang weer aan door deze weer in te voeren
door de opening in het deksel van de hopper.
Gevaar
De hopper kan zwaar zijn wanneer deze gevuld is
met spuitmateriaal. Til de hopper op vanuit uw
benen, niet vanuit uw rug, om het risico op
blessures te verminderen.
Leegblazen en prepareren
Figuur 9 - De spuit prepareren
Gevaar
Zorg ervoor, dat de pomp is uitgeschakeld (positie O) en
het spuittoestel van het stroomnet is losgekoppeld.
1. Trek de retourslang (a) uit de hopper en houd deze boven een
afvalvat.
2. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME. Sluit de spuit aan op het
stopcontact. Zet de schakelaar AAN/UIT op de stand AAN (I).
i
Vloeistof dat zich nog in de pomp en de retourslang
bevindt, loopt uit de retourslang. Laat de pomp
draaien totdat geen vloeistof meer uit de retourslang
komt.
3. Schakel de pomp uit. Haal de retourslang uit het afvalvat en
steek deze in de opening in het deksel van de hopper.
4. Verwijder het deksel van de hopper. Vul de hopper met het
materiaal dat u wilt spuiten. Maximaal 9,5 liter (b).
i
Neem contact op met de Wagner-serviceafdeling, om in
geval van twijfel de verdraagzaamheid van het
coatingmateriaal met de voor de bouw van het apparaat
gebruikte materialen te garanderen.
Toepassingsbereik
Coaten van wanden binnenshuis alsook kleine en middelgrote
objecten buitenshuis (bijv. schuttingen, garagedeuren etc.).
Het commerciële gebruik is uitgesloten.
Wagner Project 115 - 0418A
34
5. Zet het toestel nog een keer aan en controleer of materiaal
terugvloeit via de retourslang. Zet de pomp uit en zet het
deksel van de hopper terug.
Figuur 10 - De inlaatklep vrijzetten
i
Als geen materiaal terugvloeit via de retourslang, zit
de inlaatklep mogelijk vast. Voer de volgende stappen
uit.
1. Zet het toestel uit en haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de hopper voorzichtig. Reinig de aansluitpunten op
de hopper en het toestel.
3. Plaats het hulpstuk voor het induwen van de inlaat (a) midden
op de plaats van de inlaatklep (b). Hier komt de inlaatklep als
het goed is los en kan het spuitmateriaal terugstromen door
de retourslang.
4. Zet de hopper en de retourslang terug en ga verder met het
werk.
Figuur 11 - De spuitslang prepareren
1. OntgrendelhetspuitpistoolenzetdeknopPRIME/SPRAYop
PRIME.
i
Sluit het spuitmondstuk niet aan tijdens het
schoonblazen van de spuitslang.
2. Trek de trekker aan en richt het spuitpistool op een zijwand
van een afvalvat. Bij gebruik van materiaal op oliebasis moet
het spuitpistool worden geaard tijdens het schoonblazen (zie
onderstaande waarschuwing).
Gevaar
Houd uw handen uit de buurt van de
vloeistofstroom. Aard het pistool tijdens het
schoonblazen door het tegen de rand van een
betalen vat te houden. Als u dit niet doet, kan een
statische ontlading plaatsvinden die brand kan
veroorzaken.
3. Zet de pomp tijdens het aantrekken van de trekker op AAN
(I) en zet de knop PRIME/SPRAY op SPRA (1). Houd de trekker
vast totdat alle lucht, water en oplosmiddel uit de spuitslang is
geblazen en het materiaal vrij stroomt.
Gevaar
Als de knop PRIME/SPRAY nog op SPRAY staat, blijft
de spuitslang en het spuitpistool onder hoge druk
staan totdat de knop PRIME/SPRAY weer op PRIME
wordt gezet.
4. Laat de trekker los. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME. Zet de
pompschakelaaropUIT(O).Schiethetpistoolafinhetafvalvat
zodat de slang niet meer onder druk staat.
Figuur 12 - Het spuitmondstuk aansluiten
Gevaar
MOGELIJK INSPUITINGSGEVAAR. Spuit nooit zonder
de mondstukvergrendeling op zijn plaats. Trek
nooit aan te trekker tenzij het mondstuk in de stand
spuiten of deblokkeren staat. Schakel altijd de
trekkervergrendeling in voordat u het mondstuk
verwijdert, vervangt of reinigt.
1. Vergrendel het spuitpistool.
2. Draai de mondstukvergrendeling op het pistool.
i
Lijn de mondstukvergrendeling tijdens het aanbrengen
van het mondstuk op het pistool aan zoals aangegeven in
guur 12 (a) en draai het handvast (b).
Spuiten
Figuur 13 - Spuittechniek
A) De sleutel tot goed schilderwerk is een gelijkmatige dekking
van het volledige oppervlak. Beweeg uw arm met een
constante snelheid en houd het spuitpistool op een constante
afstand van het oppervlak. De beste spuitafstand is 25 tot 30
cm tussen het spuitmondstuk en het oppervlak.
B) Houd het spuitpistool onder een rechte hoek ten opzichte
van het oppervlak. Dit betekent dat u uw gehele arm heen en
weer moet bewegen, en niet slechts uw pols buigen.
C) Houd het spuitpistool haaks ten opzichte van het oppervlak,
anders wordt het ene uiteinde van het patroon dikker dan het
andere.
D) Trek de trekker aan nadat u bent begonnen met de
armbeweging. Laat de trekker los voordat u stopt met de
armbeweging. Het spuitpistool moet in beweging zijn op het
moment dat de trekker wordt aangetrokken of losgelaten.
Zorg bij elke slag voor een overlapping van ongeveer 30%. Dit
resulteert een gelijkmatige dekking.
i
Voer wanneer u klaar bent de
drukontlastingsprocedure uit.
i
Als u verwacht het spuiten langer dan een uur te
onderbreken, voert u de reinigingsprocedure voor
korte termijn uit die wordt beschreven in het gedeelte
Reinigen van deze handleiding.
Figuur14-Oefening
1. Zorg ervoor dat de verfslang vrij is van knikken en uit de buurt
van voorwerpen met scherpe randen.
2a. Zet tijdens het spuiten van dikkere materialen de knop PRIME/
SPRAY op MAX SPRAY met maximum druk.
2b. Zet tijdens het spuiten van dunnere, lichtere materialen de
knop PRIME/SPRAY op SPRAY (1).
i
De verfslang verstijft enigszins op het moment dat
materiaal erdoor begint te stromen.
3. Ontgrendelhetspuitpistool.
4. Trek de trekker aan om de lucht uit de slang te laten
ontsnappen.
5. Wanneer het materiaal het spuitmondstuk bereikt, spuit u een
teststukje om het spuitpatroon te bekijken.
6. Gebruik de laagste drukinstelling waarbij een goed
spuitpatroon wordt verkregen (A). Als de druk te hoog wordt
ingesteld, wordt het spuitpatroon te licht. Als de druk te laag
wordt ingesteld, krijgt u een ongelijkmatig spuitpatroon of
komt de verf in spatten naar buiten in plaats van in de vorm
van een jne mist (B).
Figuur 15 - Het spuitmondstuk opstoppen
i
Als het spuitpatroon vervormd wordt of helemaal stopt
terwijl de trekker is aangetrokken, voert u de volgende
stappen uit.
Gevaar
Probeer het mondstok niet te ontstoppen of te
reinigen met uw vingers. De vloeistof onder hoge
druk kan uw huid doorboren.
Wagner Project 115 - 0418A
35
35
1. Laat de trekker los en vergrendel het pistool. Verdraai
het draaibare mondstuk 180º zodat de pijl wijst naar de
achterkant van het pistool (zie guur 15).
i
Onder druk kan het erg moeilijk zijn het
spuitmondstuk te draaien. Zet de knop PRIME/SPRAY
op PRIME en trek de trekker aan. Hierdoor neemt de
druk af en kan het mondstuk eenvoudiger worden
gedraaid.
2. Zet de knop PRIME/SPRAY op SPRAY.
3. Ontgrendelhetpistoolentrekdetrekkeraan.Richthetpistool
opeenstukjeafvalhoutofkarton.Opdezewijzekandedruk
in de spuitslang de blokkering wegblazen. Als het mondstuk
schoon is, komt het materiaal in een rechte bundel onder
hoge druk naar buiten.
4. Laat de trekker los en vergrendel het pistool. Draai het
mondstukomzodatdepijlweernaarvorenwijst.Ontgrendel
het pistool en ga verder met spuiten.
Reinigen
i
Als u in water oplosbare materialen gebruikt, gebruik
voor de reiniging van het spuittoestel warm zeepsop.
Als u oplosmiddelhoudend spuitmiddel gebruikt,
gebruik voor de reiniging een geschikt oplosmiddel
met een vlampunt van boven 21°C.
i
Gebruik oplosmiddel niet voor in water oplosbare
materialen, omdat het mengsel in een gelachtige
substantie verandert, die moeilijk te verwijderen is.
Figuur 16 - Reinigingsprocedure voor korte termijn
i
Volg deze handleiding alleen bij gebruik van in water
oplosbare materialen. Als u oplosmiddelhoudend
spuitmiddel gebruikt, moet u de stappen uitvoeren uit
Reinigen en Opslag voor langere tijd.
A) Afsluiten
1. Voer de drukontlastingsprocure uit (zie guur 7) en haal
de stekker van de spuit uit het stopcontact.
2. Giet voorzichtig 200 ml water op de verf om te voorkomen dat
de verf uitdroogt.
3. Wikkel het spuitpistool in een vochtige doek en plaats hem
in een plastic zak. Sluit de zak luchtdicht af. Plaats de spuit op
een veilige plaats uit de zon voor opslag voor kortere tijd.
B) Startup
1. Haal het pistool uit de plastic zak. Roer het water door de verf.
2. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME.
3. Sluit de spuit aan op het stopcontact.
4. Zet de schakelaar AAN (I).
5. Zet de knop PRIME/SPRAY op MAX SPRAY. Test de spuit op
een proefstukje en begin met spuiten.
Figuur17-Hetsysteemuitspoelen
1. Voer de drukontlastingsprocure uit (zie guur 7).
2. Verwijder alle spuitmateriaal uit de hopper (zie guur 8).
3. Spoel de hopper nadat u deze hebt verwijderd uit met de
aangewezen reinigingsoplossing.
4. Vergrendel het pistool en verwijder het spuitmondstuk. Zet
de hopper en de retourslang terug. Vul de hopper met de
aangewezen reinigingsoplossing.
5. Plaats een afvalvat (a) naast het oorspronkelijke materiaalvat
(b). De vaten moeten tegen elkaar staan. Richt het spuitpistool
op de zijkant van het oorspronkelijke materiaalvat (b) en trek
de trekker aan.
6. Houd de trekker aangetrokken, zet de pomp AAN (I) en zet de
knop PRIME/SPRAY op SPRAY (1) om het materiaal uit de slang
terug te blazen naar het oorspronkelijke vat. Houd de trekker
gedurende de volgende stappen aangetrokken.
7. Wanneer de reinigingsoplossing uit het spuitpistool komt,
blijft u de trekker aantrekken en richt u het spuitpistool op de
zijkant van het afvalvat (aard het pistool tegen een metalen
vat tijdens het uitspoelen met een ontvlambare oplossing).
8. Houd de trekker aangetrokken totdat de vloeistof die
uit het pistool komt schoon is. Het kan nodig zijn de
reinigingsoplossing af te voeren en een nieuwe aan te
schaen.
9. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME en trek de trekker aan om
de druk te ontlasten.
10. Nadat u alle reinigingsoplossing uit de hopper hebt gehaald,
vult u het met nieuwe reinigingsoplossing.
11. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME en zet de pomp aan.
12. Laat de pomp 2-3 minuten draaien om de reinigingsoplossing
te laten circuleren. Zet de pomp uit.
13. Verwijder de hopper en spoel deze nog een keer goed uit.
14. Zet de hopper terug voor opslag.
Figuur 18 - Het spuitpistool reinigen
1. Voer de drukontlastingsprocure uit (zie guur 7).
2. Zorg ervoor dat de pomp UIT (O) staat. Zorg ervoor dat de
knop PRIME/SPRAY op PRIME staat. Haal de spuit uit het
stopcontact.
3. Verwijder het spuitpistool van de verfslang met verstelbare
sleutels.
4. Haal de trekkervergrendeling (a) van de lterbehuizing
(b) door deze van de lterbehuizing te trekken. Draai de
lterbehuizing los.
5. Verwijder het lter (c) uit de behuizing van het spuitpistool
en reinig met een geschikte reinigingsoplossing (warm
zeepsop voor in water oplosbare materialen, oplosmiddel
met een vlampunt van boven 21°C voor oplosmiddelhoudend
spuitmiddel).
6. Verwijder het spuitmondstuk (d) van de spuitvergrendeling.
Reinig het spuitmondstuk met een zachte borstel met een
geschikte reinigingsoplossing. Vergeet niet de ring (e) en de
zadelzitting (f) aan de achterzijde van het spuitmondstuk te
verwijderen en te reinigen.
7. Zet het gereinigde lter terug in de pistoolbehuizing, met
het tapse uiteinde naar binnen. Het tapse uiteinde (g) van
hetltermoetgoedinhetpistoolwordengeplaatst.Onjuiste
plaatsing resulteert in een verstopt mondstuk en geen
vloeistof door het pistool.
8. Plaats de spuitmond (d), zadelzitting (f) en ring (e) en plaats de
spuitvergrendeling terug.
9. Draai het spuitpistool terug op de verfslang. Draai het vast
met een sleutel.
Figuur 19 - Langetermijnopslag
1. Voer de drukontlastingsprocure uit (zie guur 7).
2. Verwijder de hopper. Giet ongeveer 1,1 liter lichte
huishoudolie in de inlaatklep (a).
Wagner Project 115 - 0418A
36
3. Verwijder de slang van de spuitslangaansluitstuk op de
spuit. Leg een lapje over de spuitslangaansluitstuk en zet de
schakelaaropON(l).Laathettoestelvijfsecondenaanstaan.
ZetdepompschakelaaropUIT(O).Koppel het spuittoestel
los van het stroomnet.
4. Zet de hopper terug.
5. Wrijf het toestel, de slang en het pistool volledig schoon met
een vochtige doen om de verfresten die zich daar hebben
verzameld te verwijderen. Zet de spuitslang terug.
6. Druk op de vergrendelknop van de hendel om de hendel in te
schuiven.
Figuur 20 - De inlaatklep reiniging (onderdeelnummer
0418714)
i
Als u problemen ondervindt bij het prepareren van het
toestel, is het misschien nodig de inlaat te reinigen of
te repareren. Problemen bij het prepareren kunnen
worden voorkomen door de spuit naar behoren te
reinigen en de procedure voor langetermijnopslag te
volgen.
Gevaar
Voer de drukontlastingsprocure uit (zie guur 7) en haal
de stekker van de spuit uit het stopcontact.
1. Verwijder de hopper. Draai de contramoer los door het
linksom te draaien.
2. Verwijder de inlaatmof (1) met een geschikt gereedschap (bijv.
steeksleutel SW 11).
3. ControleerdedraadophetinlaatstukendeO-ringvanhet
inlaatstuk (2). Verwijder eventuele verfresten die zich daar
hebben verzameld.
4. Omdeinlaatklepteverwijderenmoetudemontagehulp(8)
op een steeksleutel (6) met een 5/8”-inzetstuk (7) plaatsen.
Breng het inlaatklepgereedschap in de inlaatklep (a).
Verwijder de inlaatklepschroefverbinding door het linksom uit
de behuizing te draaien.
5. Neemdeinlaatklep(9)endeO-ring(10)uitdebehuizingvan
deinlaatklep.ReinigofvervangdeO-ringensmeerdezemet
een lichte olie voor huishoudelijk gebruik.
6. PlaatsdeO-ringvandeinlaatklep(10)terugindebehuizing
en plaats de inlaatklep (9) erbovenop.
7. Breng de inlaatbevestiging (8) weer aan in de behuizing. Draai
het geheel aan met het hulpstuk voor de inlaatklep (7) en de
ratelsleutel (4, 5, 6).
8. Plaatsdeafdichtring(3)terug.PlaatsdeO-ringvanhet
inlaatstuk (2) in de bevestiging voor de inlaatklep (9) en draai
het inlaatstuk (1) rechtsom vast.
9. Zet de hopper terug.
Figuur 21 - De uitlaatklep reinigen
i
Het kan nodig zijn de uitlaatklep te reinigen of te
vervangen als de spuit matig blijft presteren nadat u
alle stappen uit het gedeelte Problemen oplossen in
deze handleiding hebt uitgevoerd.
Gevaar
Voer de drukontlastingsprocure uit (zie guur 7) en haal
de stekker van de spuit uit het stopcontact.
1. Draai de uitlaatklep met behulp van een verstelbare sleutel uit
de behuizing van de uitlaatklep.
2. Controleer de binnenkant van de behuizing van de uitlaatklep
(a). Verwijder eventuele verfresten die zich daar hebben
verzameld.
3. Vervang de uitlaatklep door een nieuwe. Draai de uitlaatklep
met een verstelbare sleutel vast in de behuizing van de
uitlaatklep.
Onderdelenlijst
Figuur 22 - Spuitpistool / Slang
Item Nummer Beschrijving Hoeveelheid
1 0418717 Pistoolset (zonder mondstuk) ........................1
2 0418705 Spuitmondstuk, XS .............................................1
2 0418707 Spuitmondstuk, M .............................................1
3 0418711 Filter, XS-S (rood) .................................................2
3 0418712 Filter, M (geel) .......................................................2
4 0418718 Spuitslang, 7.5m, 1/4”, rood ............................1
Accessoires
Nummer Beschrijving
0418705 Spuitmondstuk, XS ......................Vernis en verf op water-
en tinctuurbasis, olie en
release agents
0418706 Spuitmondstuk, S ........................Synthetischeverfop
harsbasis, PVC-verf
0418707 Spuitmondstuk, M .......................Vernis, grondverf, primer,
vulmiddel, latexverf en
emulsie voor binnen
0418708 Spuitmondstuk, L ........................Vernis, grondverf, primer,
vulmiddel, latexverf en
emulsie voor binnen,
tectyl
0418711 Filter, XS - S (rood, 2 stuks)
0418712 Filter, M (geel, 2 stuks)
0418713 Filter,L-XXL+(wit,2stuks)
0418714 Kleppenset(in-enuitlaatklep)
Helemaal onderdelen tochtband vorenstaand zitten
voorhebben onderdelen en zitten niet overdekt
tegen waarborg!
Wagner Project 115 - 0418A
37
37
Probleem
A. De spuit start niet.
B. De spuit start wel, maar zuigt
geen verf aan wanneer de knop
PRIME/SPRAY op PRIME staat.
C. De spuit zuigt wel verf aan,
maar de druk valt weg wanneer
de trekker wordt aangetrokken.
D. De knop PRIME/SPRAY staat
op SPRAY en toch stroomt
materiaal terug door de
retourslang.
E. Het spuitpistool lekt.
F. Het spuitmondstuk lekt.
G. Het spuitpistool spuit niet.
H. Het spuitpatroon is
ongelijkmatig.
Oorzaak
1. De spuit is niet aangesloten op het
stopcontact.
2. De schakelaar AAN/UIT staat op de stand UIT
(O).
3. De spuit is uitgezet terwijl deze nog onder
druk stond.
4. Er staat geen spanning op het stopcontact.
5. Het verlengsnoer is beschadigd of heeft
onvoldoende capaciteit.
6. Er is een probleem met de motor.
1. Het toestel kan niet goed worden
geprepareerd of is ontsteld.
2. De hopper is leeg.
3. Het toestel staat niet op een vlakke ondergrond.
4. Het inlaatlter is verstopt.
5. De inlaatklep zit vast.
6. De inlaatklep is versleten of beschadigd.
7. De knop PRIME/SPRAY is verstopt.
1. Het spuitmondstuk is versleten.
2. Het inlaatlter is verstopt.
3. Het pistoollter is verstopt.
4. De verf is te zwaar of te grof.
5. Het uitlaatlter is versleten.
6. Het inlaatklepstuk is versleten of beschadigd.
1. De knop PRIME/SPRAY is vuil of beschadigd.
1. Interne onderdelen van het pistool zijn vuil of
versleten.
1. Het mondstuk is niet goed aangebracht.
2. Een afsluitring is vuil.
1. Het pistoollter of de spuitmond is verstopt.
2. Het spuitmondstuk staat in de achterwaartse
stand.
3. De knop PRIME/SPRAY is niet op SPRAY gezet.
1. Het pistool of de spuitmond is verstopt.
2. Het mondstuk is versleten.
3. De verf is te dik.
4. Drukverlies.
Oplossing
1. Sluit de spuit aan op het stopcontact.
2. Zet de schakelaar AAN/UIT op de stand AAN (I).
3. Motor schakelt tijdens het spuiten afwisselend aan en uit
wanneer behoefte is aan druk. Dit is normaal. Hervat het
schilderen.
4. Controleer de netspanning.
5. Vervang het netsnoer.
6. Neem contact op met uw verkooppunt/ dealer.
1. Probeer het toestel nogmaals te prepareren.
2. Vul de hopper bij.
3. Verplaats het toestel naar een vlakke ondergrond.
4. Reinig het inlaatlter.
5. Reinig de inlaat- en uitlaatklep en vervang eventueel
versleten onderdelen.* Inlaat is mogelijk verstopt met
oude verf. Steek het hulpstuk voor het indrukken van de
inlaatklep in de inlaatklep.
6. Zet de inlaatklep terug.*
7.
Neem contact op met uw verkooppunt/ dealer.
1. Vervang het spuitmondstuk door een nieuwe.
2. Reinig het inlaatlter.
3. Reinig of vervang het juiste lter. Houd altijd extra lters
bij de hand.
4. Verdun of lter de verf.
5. Vervang het uitlaatlter.*
6. Zet de inlaatklep terug.*
1.
Neem contact op met uw verkooppunt/ dealer.
1.
Neem contact op met uw verkooppunt/ dealer.
1. Controleer het spuitmondstuk en breng het op de juiste
manier aan.
2. Reinig de afsluitring.
1. Reinig de spuitmond of het pistoollter.
2. Zet het spuitmondstuk staat in de voorwaartse stand.
3. Zet de knop PRIME/SPRAY op SPRAY..
1. Reinig het pistool en lter de verf.
2. Vervang het spuitmondstuk.
3. Verdun de verf.
4. Zie oorzaken en oplossingen voor probleem C.
* Voordezeprocedureszijnspecialereparatiesetsmetinstructiesverkrijgbaar.ZiehetgedeelteOnderhoudindezehandleidingvooreen
lijst met reparatiesets en de corresponderende onderdeelnummers.
Dagelijks onderhoud
Het enige dagelijkse onderhoud dat nodig is, is grondige reiniging. Voer de reinigingsprocedures in deze handleiding uit.
Uitgebreid onderhoud
Sommige onderdelen van de pomp zijn aan slijtage onderhevig en moeten uiteindelijk worden vervangen. De enige betrouwbare indicator voor
het tijdstip waarop versleten onderdelen moeten worden vervangen, is echter de werking van de pomp. Raadpleeg het gedeelte Problemen
oplossen voor meer informatie over het gebruik van de reparatiesets.
39
Note importante sur la responsabilité
de produit
Suite aux nouvelles directives européennes entrées en vigueur au
01.01.1990, le fabricant n’engage sa responsabilité produit que lorsque
l’ensembledespiècesconstitutivesproviennentbiendufabricant,ouont
été homologuées par ce dernier, et que les dispositifs ou appareils ont été
assembléetutiliséselonlesrèglesdel’art.
Encasd’utilisationd’accessoiresetdepiècesderechangedeprovenance
diérente, cette responsabilité, ainsi que les recours en garantie
risquentd’êtreannulésentièrementouenpartie;danslescasextrêmes,
lesorganismesdecontrôleocielsconcernés(syndicatscorporatifs
et inspection du travail) sont susceptibles d’interdire purement et
simplementl’utilisationdel’appareiloudel’installationentière.
Aveclesaccessoiresetlespiècesderechanged’origine
WAGNER, vous avez la garantie que toutes les réglementations de
sécurité sont bien respectées.
Durée de garantie: 2 ans
La durée de garantie s‘élève à deux ans, à compter de
la date de la vente à l‘utilisateur (bon de caisse). Elle
comprend et est limitée à l‘élimination gratuite des défauts
dus à un vice de matériel ou de fabrication, ou à un
remplacement gratuit des pièces défectueuses.L‘utilisation
ou la mise en service, ainsi que des montages ou
réparations effectués et qui ne figurent pas dans nos
instructions de service, excluent toute responsabilité. Il
en va de même pour des pièces assujetties à l‘usure.
La garantie ne s‘étend pas sur l‘utilisation commerciale
et professionnelle. Nous nous réservons formellement
la fourniture de la garantie. La garantie est exclue si
l‘appareil a été ouvert par des personnes ne faisant
pas partie du personnel de service de WAGNER. Des
dommages de transport, des travaux d‘entretien ainsi
que des dommages et dérangements dus à des travaux
d‘entretien non appropriés ne sont pas couverts par la
garantie. Le recours à la garantie ne pourra se faire que contre
présentation du bon de caisse. Dans la mesure stipulée par
la loi, il est exclu toute responsabilité pour des dommages
corporels, matériels ou consécutifs, notamment si l‘appareil
a été utilisé à des fins non prévues dans les instructions
de service, si la mise en service et les réparations n‘ont pas
été exécutées conformément aux instructions de service
ou si des réparations ont été effectuées par une personne
non spécialisée. Nous nous réservons l‘exécution à l‘usine
des réparations allant au delà de ce qui est décrit dans les
instructions de service.
Merci de vous-adressez pour cette garantie ou en cas de
réparation à votre point de vente hatibuel.
NL
Produktaansprakelijkheid
OpbasisvaneenEG-richtlijnmetingangvanaf1januari1990isde
producent enkel dan aansprakelijk voor zijn produkt, indien alle gebruikte
onderdelen door de producent zelf zijn vervaardigd of door de producent
werden vrijgegeven en ook indien het apparaat op een deskundige
manier wordt gemonteerd en gebruikt.
Bij gebruik van andere toebehoren en onderdelen kan de
aansprakelijkheid geheel of gedeeltelijk vervallen. In extreme
gevallen kan door de bevoegde instanties (ongevallenverzekering en
arbeidsinspectie) het gebruik van het hele apparaat worden verboden.
Met originele WAGNER-toebehoren en -onderdelen heeft u de zekerheid
dat aan alle veiligheidsvoorschriften is voldaan.
2 jaar garantie
De garantie bedraagt 2 jaar, gerekend vanaf de dag van
verkoop (kassabon). Deze garantie omvat en is beperkt tot het
gratis verhelpen van eventuele gebreken, die aantoonbaar te
wijten zijn aan het gebruik van niet onberispelijk materiaal
bij de fabricage of montagefouten of tot het kosteloos
vervangen van de defecte onderdelen. De garantie geldt
niet in geval van beschadigingen te wijten aan ondeskundig
gebruik of ondeskundige inbedrijfname. Degarantie vervalt bij
zelfstandig uitgevoerde montages of reparaties, die niet in onze
bedieningshandleiding zijn vermeld. De aan normale slijtage
onderhevige onderdelen zijn eveneens uitgesloten van garantie.
Industriële toepassingen zijn van aansprakelijkheid uitgesloten.
Wij behouden ons het recht op garantieclaim uitdrukkelijk voor.
De garantie vervalt indien het apparaat door andere personen
dan het Wagner-personeel wordt geopend. Transportschade,
onderhoudswerkzaam heden evenals schade en storingen door
ondeskundige onderhoudswerkzaamheden zijn uitgesloten
van garantie. De garantie geldt alleen als het aankoopbewijs
en de volledig ingevulde garantiekaart kunnen worden
voorgelegd. Tenzij de Wet anders oordeelt, zijn garantieclaims
uitgesloten voor alle persoonlijke ongelukken, materiële schade
of verdere schade voortvloeiend uit een schadegeval, in het
bijzonder indien het apparaat voor een andere toepassing dan
in de bedieningshandleiding beschreven werd gebruikt, niet
volgens onze bedieningshandleiding in bedrijf werd genomen
of onderhouden, of indien reparaties zelfstandig door niet
deskundigen werden uitgevoerd. Wij behouden ons alle reparaties
en reparaties in onze werkplaats voor, die buiten het aangegeven
bestek van deze handleiding vallen.
Indien het een garantie of reparatie betreft, richt u zich tot de
desbetreende dealer.
F
40
Entsorgungshinweis:
Gemäß der europäischen Richtlinie 2002/96/EG
zur Entsorgung von Elektro-Altgeräten, und deren
Umsetzung in nationales Recht, ist dieses Produkt
nicht über den Hausmüll zu entsorgen, sondern
muss der umweltgerechten Wiederverwertung
zugeführt werden!
Ihr Wagner-Altgerät wird von uns, bzw. unseren
Handelsvertretungen zurückgenommen und für Sie
umweltgerecht entsorgt. Wenden Sie sich in diesem Fall an
einen unserer Service-Stützpunkte, bzw. Handelsvetretungen
oder direkt an uns.
Consignes d’élimination:
Selon la directive européenne 2002/96/CE sur
l’élimination des vieux appareils électriques et sa
conversion en droit national, ce produit ne peut
pas être jeté dans les ordures ménagères, mais
est à amener à un point de recyclage en vue d’une
élimination dans le respect de l’environnement!
Wagner, resp. nos représentations commerciales reprennent
votre vieil appareil Wagner pour l’éliminer dans le respect de
l’environnement. Adressez-vous donc directement à nos points
de service resp. représentations commerciales ou directement
à nous.
Note on disposal:
In observance of the European Directive 2002/96/
EC on waste electrical and electronic equipment and
implementation in accordance with national law,
this product is not to be disposed of together with
household waste material but must be recycled in
an environmentally friendly way!
Wagner or one of our dealers will take back your used Wagner
waste electrical or electronic equipment and will dispose of it
for you in an environmentally friendly way. Please ask your local
Wagner service centre or dealer for details or contact us direct.
Aanwijzing voor afvalverwerking:
Conform de Europese Richtlijn 2002/96/EG voor
afvalverwerking van oude elektrische apparatuur
en diens uitvoer volgens nationaal recht, mag dit
product niet in het huisval worden gedeponeerd, en
dient het milieuvriendelijk te worden gerecycled!
Uw oude Wagner-apparaat wordt door ons resp.
onze handelsvertegenwoordigingen teruggenomen en op
de betreende inzamelpunten gedeponeerd. Wendt u zich
in dit geval aan één van onze service-contactpunten, resp.
handelsvertegenwoordigingen of direct aan ons.
Wagner Project 115 - 0418A
41
D
Konformitätserklärung
Hiermit erklären wir, dass die Bauart von
0418A - WAGNER Project 115
folgendeneinschlägigenBestimmungenentspricht:
2006/95/EG, 2004/108/EG, 98/37 EG
AngewendeteharmonisierteNormen,insbesondere:
EN 12100-1:2003, EN12100-2:2003, EN 1953:1998,
EN 55014-1:2006, EN 55014-2:1997+ A1:2001
EN 60335-1:2002+ A1:2004+ A11:2004+ A12:2006+ A2:2006,
EN 61000-3-2:2006, EN61000-3-3:1995+ A1:2001+ A2:2005
Angewendete nationale technische Spezikationen,
insbesondere:
––––––––
Datum: 23.06.2008
F
Déclaration de conformité
Parlaprésente,nousdéclarons,queletypede
0418A - WAGNER Project 115
Correspondauxdispositionspertinentessuivantes:
2006/95/EG, 2004/108/EG, 98/37 EG
Normesharmoniséeutilisées,notamment:
EN 12100-1:2003, EN12100-2:2003, EN 1953:1998,
EN 55014-1:2006, EN 55014-2:1997+ A1:2001
EN 60335-1:2002+ A1:2004+ A11:2004+ A12:2006+ A2:2006,
EN 61000-3-2:2006, EN61000-3-3:1995+ A1:2001+ A2:2005
Normes et specications techniques nationales qui ont été utilisées,
notamment:
––––––––
Date: 23.06.2008
GB
Declaration of conformity
Herewith we declare that the supplied version of
0418A - WAGNER Project 115
Complieswiththefollowingprovisonsapplyingtoit:
2006/95/EG, 2004/108/EG, 98/37 EG
Appliedharmonizedstandards,inparticular:
EN 12100-1:2003, EN12100-2:2003, EN 1953:1998,
EN 55014-1:2006, EN 55014-2:1997+ A1:2001
EN 60335-1:2002+ A1:2004+ A11:2004+ A12:2006+ A2:2006,
EN 61000-3-2:2006, EN61000-3-3:1995+ A1:2001+ A2:2005
Appliednationaltechnicalstandardsandspecications,inparticular:
––––––––
Date: 23.06.2008
NL
Verklaring van overeenstemming
Hiermede verklaren wij, dat de in de handel gebrachte machine
0418A - WAGNER Project 115
voldoetaandeeisenvandeinhetvervolggenoemdebepalingen:
2006/95/EG, 2004/108/EG, 98/37 EG
Gebruiktegeharmoniseerdenormen,inhetbijzondere:
EN 12100-1:2003, EN12100-2:2003, EN 1953:1998,
EN 55014-1:2006, EN 55014-2:1997+ A1:2001
EN 60335-1:2002+ A1:2004+ A11:2004+ A12:2006+ A2:2006,
EN 61000-3-2:2006, EN61000-3-3:1995+ A1:2001+ A2:2005
Gebruikte nationale technische normen en specicaties, in het
bijzondere:
––––––––––
Datum: 23.06.2008
J. Wagner GmbH
Otto-Lilienthal-Str.18 W.vanderHoeven i.V.J.Ulbrich
D-88677 Markdorf Managing Director Development Manager
42
Hinweis • Notes • Remarques • Opmerking
43
Hinweis • Notes • Remarques • Opmerking
44
www.wagner-group.com
Irrtümer und Änderungen vorbehalten.
Not responsible for errors and changes.
Sous réserves d’erreurs et de modications.
Fouten en wijzigingen voorbehouden.
Wagner Spraytech
Australia Pty. Ltd.,
 14-16KevlarClose,
Braeside, VIC 3195/Australia
+61/3/95872000+61/3/95809120
Wagner Spraytech Benelux B.V.
Zoonebaan 10
3542 EC Utrecht
+31/30/2414155+31/30/2411787
Adresaservisa:
EL-ME-HO
Horvatinčićev put 2
10436 Rakov Potok/Kroatien
/+385(-1)6586-028
Phobos Corporation Spol.r.o
Stanicna 6, 92700 Sala
Slowakei
+421/31/7707884+421/31/7702242
PUT Wagner Service
ul. E. Imieli 14
41-605 Swietochlowice
+48/32/2450619+48/32/2414251
J. Wagner AG
Industriestraße 22
9450 Altstätten
+41/71/7572211+41/71/7572323
Magyarországiszerviz
Hondimpex KFT.
KossuthL.u.48-50
8060 Mór
+36(-22)/407321+36(-22)/407852
Wagner Spraytech
Scandinavia A/S
Helgeshøj Allé 28
DK-2630 Tåstrup
+45/43271818+45/43430528
Adresaservisa:
GMA Elektromehanika d.o.o.
Cesta Andreja Bitenca 115,
Ljubljana 1000/Slowenien
+386(1)/5838304+386(1)/5183803
Wagner Spraytech (UK) Ltd.
3HaslemereWay,
TramwayIndustrialEstate
Banbury, Oxon OX16 5RN
+44/1295/265353+44/1295/275487
J. Wagner Spraytech Ibérica S.A.
Ctra.N-340,Km1245,4
08750 Molins de Rei (Barcelona)
+34/93/6800028+34/93/6680156
Wagner Spraytech Belgie
Veilinglaan 58
1861 Meise-Wolvertem
+32/2/2694675+32/2/2697845
Wagner Spol s.r.o.
Nedašovská345
15500 Praha 5
+420/2/57950412+420/2/57951052
J. Wagner GmbH
Otto-Lilienthal-Str.18
D-88677 Markdorf
Hotline 0180/1000 227
+49/7544/505-0+49/7544/505-200
Wagner France S.a.r.l.
Parc Gutenberg - Bâtiment F
8 voie la Cardon
91128 Palaiseau Cedex
0 825 011 111 0169 81 72 57
Part. No. 041 8840 07/2008_RS
© Copyright by J.Wagner GmbH
D
CZ
E
B
GB
SLO
DK/S
H
CH
CZ
SK HR
NL
AUS
F

Documenttranscriptie

Wagner Project 115-0418A - Veiligheidsvoorschriften Waarschuwing! Attentie: gevaar voor verwondingen door injectie! De Airless apparaten ontwikkelen extreem hoge spuitdrukken. Gevaar 1 Nooit vingers, handen of andere lichaamsdelen in aanraking met de spuitstraal laten komen! Richt het spuitpistool nooit op uzelf, op andere personen of op dieren. Het spuitpistool nooit zonder aanraakbeveiliging gebruiken. Behandel een spuitverwonding niet als een gewone snijwond. Bij huidletsel door bedekkingsmateriaal direct een arts raadplegen voor een snelle, deskundige behandeling. Informeer de arts over het gebruikte bedekkingsmateriaal of oplosmiddel. 2 Elke keer voordat het apparaat in gebruik wordt genomen, moeten de onderstaande punten, overeenkomstig de handleiding, in acht worden genomen: 1. Apparaten met gebreken mogen niet worden gebruikt. 2. WAGNER-spuitpistool met veiligheidshendel aan de trekker borgen. 3. Zorgdragen voor een goede aarding van de netaansluiting. 4. Toelaatbare werkdruk van de hogedrukslang en het spuitpistool controleren 5. Alle verbindingen op lekkage controleren. 3 De aanwijzingen m.b.t. periodieke schoonmaak- en onderhoudsbeurten moeten streng worden aangehouden. Voor alle werkzaamheden aan het apparaat en bij iedere werkonderbreking moeten de onderstaande regels in acht worden genomen: 1. Spuitpistool en slang van druk ontlasten. 2. WAGNER-spuitpistool met veiligheidshendel aan de trekker borgen. 3. Apparaat uitschakelen. Let op de veiligheid! 29 Wagner Project 115-0418A - Veiligheidsvoorschriften Algemene veiligheidsaanwijzingen e) Wanneer u buiten met elektrisch gereedschap werkt, dient u uitsluitend verlengkabels te gebruiken die voor buitengebruik zijn toegestaan. Het gebruik van voor buitengebruik geschikte verlengkabels vermindert het risico van elektrische schokken. Lees alle aanwijzingen goed door. Fouten bij het opvolgen van hieronder vermelde aanwijzingen kunnen leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel. Met het hieronder gebruikte begrip „elektrisch gereedschap“ wordt zowel elektrisch gereedschap op netvoeding (met netkabel) bedoeld als oplaadbaar elektrisch gereedschap (zonder netkabel). De plaatselijke voorschriften dienen strikt in acht te worden genomen. 3. Veiligheid van personen a) Wees alert, let op wat u doet en gebruik uw gezond verstand bij het werken met elektrisch gereedschap. Gebruik het apparaat niet wanneer u moe bent of onder de invloed bent van drugs, alcohol of medicijnen. Eén moment van onachtzaamheid tijdens het gebruik van het apparaat kan leiden tot ernstig letsel. Uitleg van de gebruikte symbolen Gevaar i Duidt een rechtstreeks dreigend gevaar aan. Als ze niet gemeden wordt, zijn de dood of zeer ernstig letsel het gevolg. b) Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen en draag altijd een veiligheidsbril. Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals stofmasker, antislip veiligheidsschoenen, veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van type en gebruik van het elektrisch gereedschap, vermindert het risico van letsel. Duidt toepassingstips en andere bijzonder nuttige aanwijzingen aan. Draag bij de werkzaamheden een geschikte gehoorbescherming. c) Voorkom onbedoeld starten van het gereedschap. Verzeker u ervan dat de schakelaar in de stand "UIT" staat, voordat u de netstekker in de wandcontactdoos steekt. Wanneer u tijdens het dragen van het apparaat een vinger op de schakelaar houdt of het apparaat ingeschakeld op de netvoeding aansluit, kan dit leiden tot ongevallen. Draag bij de werkzaamheden een geschikte adembescherming. d) Verwijder afstelgereedschap of moersleutels voordat u het apparaat inschakelt. Gereedschap of een moersleutel die zich in een draaiend deel van het apparaat bevindt, kan leiden tot letsel. e) Overschat uzelf niet. Zorg voor een goede houding en bewaar op elk moment uw evenwicht. Dan kunt u het apparaat in onverwachte situaties beter onder controle houden. Draag bij de werkzaamheden geschikte veiligheidshandschoenen. f) Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende kleding of sierraden. Houd haren, kleding en handschoenen verwijderd van bewegende delen. Loszittende kleding, sierraden of lange haren kunnen door bewegende delen worden gegrepen. 1. Werkplek g) Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke vaardigheden, met onvoldoende ervaring en/of met onvoldoende kennis, tenzij zij onder toezicht staan van een persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is of zij door deze persoon zijn geïnstrueerd in het gebruik van het apparaat. Kinderen moeten onder toezicht staan om te voorkomen dat zij spelen met het apparaat. a) Houd uw werkplek schoon en opgeruimd. Rommel en slecht verlichte werkplekken kunnen leiden tot ongevallen. b) Gebruik het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving met brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Elektrisch gereedschap wekt vonken op die stof of dampen kunnen ontsteken. c) Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van elektrisch gereedschap op afstand. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle over het apparaat verliezen. 4. Zorgvuldige omgang met en gebruik van elektrisch gereedschap 2. Elektrische veiligheid a) Zorg dat u het apparaat niet overbelast. Gebruik voor uw werkzaamheden het daarvoor bedoelde elektrische gereedschap. Met het juiste elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven vermogensbereik. a) De netstekker van het apparaat moet passen in de wandcontactdoos. De stekker mag op geen enkele manier worden gewijzigd. Gebruik geen stekkeradapter voor geaarde apparaten. Ongewijzigde stekkers en passende wandcontactdozen verminderen het risico van elektrische schokken. b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. b) Voorkom contact van uw lichaam met geaarde oppervlakken van b.v. buizen, radiatoren, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico op elektrische schokken wanneer uw lichaam is geaard. c) Verwijder de stekker uit de wandcontactdoos voordat u afstellingen aan het apparaat uitvoert, accessoires vervangt of het apparaat aan de kant legt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt dat het apparaat onbedoeld wordt gestart. c) Houd het apparaat uit de regen en breng het niet in contact met water. In een elektrisch apparaat binnendringend water verhoogd het risico van elektrische schokken. d) Bewaar elektrisch gereedschap, wanneer het niet wordt gebruikt, buiten bereik van kinderen. Laat geen personen met het apparaat werken die daar niet mee vertrouwd zijn of die deze aanwijzingen niet hebben gelezen. Elektrisch gereedschap is gevaarlijk wanneer dit door onervaren personen wordt gebruikt. d) Gebruik de netkabel niet voor andere doeleinden, b.v. om het apparaat aan te dragen, op te hangen of om de stekker uit de wandcontactdoos te trekken. Houd de kabel verwijderd van warmtebronnen, olie, scherpe randen of bewegende delen van apparaten. Beschadigde kabels en kabels die in de war zijn verhogen het risico van elektrische schokken. e) Onderhoud het apparaat zorgvuldig. Controleer dat bewegende delen correct functioneren en niet klemmen en dat er geen 30 30 Wagner Project 115-0418A - Veiligheidsvoorschriften zijn. Het apparaat moet via een volgens de voorschriften geaarde veiligheidscontactdoos worden aangesloten. onderdelen zijn gebroken of zodanig beschadigd dat de werking van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde onderdelen voor gebruik van het apparaat repareren. Veel ongevallen worden veroorzaakt door slecht onderhouden elektrisch gereedschap. U Ventilatie U Apparaat en spuitpistool beveiligen U Terugstoot van het spuitpistool Om brand- en explosiegevaar alsook beschadigingen van de gezondheid bij spuitwerkzaamheden te voorkomen, moet voor een goede natuurlijke of kunstmatige ventilatie gezorgd worden. f) Gebruik elektrisch gereedschap, accessoires, hulpmiddelen enz. in overeenstemming met deze aanwijzingen en zoals voor dit specifieke type apparaat is voorgeschreven. Houd daarbij rekening met de werkomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrisch gereedschap voor ander dan het bedoelde gebruik kan leiden tot gevaarlijke situaties. Beveilig de slangen, accessoires en filteronderdelen volledig voordat u de sproeipomp gebruikt. Onbeveiligde onderdelen stoten soms een sterke kracht uit of veroorzaken lekken van vloeistof onder hoge druk, met zware schade tot gevolg. Het spuitpistool dient bij montage of demontage van de spuitdop en bij onderbreking van de werkzaamheden altijd te worden geborgd. 5. Service a) Laat het apparaat uitsluitend repareren door gekwalificeerd technisch personeel en uitsluitend met originele onderdelen. Daarmee blijft de veiligheid van het apparaat gewaarborgd. b) Wanneer het netsnoer van dit apparaat is beschadigd, moet dit door de fabrikant, zijn klantenservice of een gelijkwaardig gekwalificeerd persoon worden vervangen om gevaren te voorkomen. Voor een veilige omgang met Airless hogedrukspuitapparatuur dienen de volgende veiligheidsvoorschriften in acht te worden genomen: Gevaar U Bescherming van de gezondheid Gevaar U U U U Coatingmateriaal U Hogedrukslang (veiligheidsaanwijzing) Elektrostatische lading van spuitpistool en hogedrukslang wordt via de hogedrukslang afgeleid. Daarom moet de elektrische weerstand tussen de aansluitingen van de hogedrukslang gelijk zijn aan of kleiner zijn dan 197 kΩ/m (60 kΩ/ft.). i Gebruik het apparaat niet in ruimtes die onder de explosiebeveiligingsverordening vallen. U Vanwege de werking, veiligheid en levensduur, alleen WAGNER-originele-hogedrukslangen en spuitmondstukken gebruiken. Overzicht zie „Reserveonderdeellijsten”. Aansluiting van het apparaat De aansluiting moet via een voorschriftmatig geaard veiligheidsstopcontact plaatsvinden. De aansluiting moet met een foutstroombeschermingsinrichting INF ≤ 30 mA zijn uitgerust. Er mogen zich geen ontstekingsbronnen in de omgeving bevinden, bijv. open vuur, het roken van sigaretten, sigaren en pijpen, vonken, gloeiende draden, hete oppervlakken, enz. U Elektrostatische lading (vonk- en vlamvorming) Gevaar Gebruik uitsluitend bedekkingsmaterialen met een vlampunt van 21 °C of hoger, zonder extra verwarming. Het vlampunt is de laagste temperatuur waarbij zich uit het bedekkingsmateriaal dampen ontwikkelen. De hoeveelheid dampen is voldoende om met de lucht boven het bedekkingsmateriaal een ontvlambaar mengsel te vormen. Explosie- en brandgevaar bij spuitwerkzaamheden door ontstekingsbronnen Gevaar Maximale werkdruk Houd rekening met gevaren die het gevolg kunnen zijn van het verspoten materiaal en neem tevens de aanwijzingen op de verpakking of van de fabrikant van het materiaal in acht. Verspuit geen materialen waarvan u de eventuele gevaren niet kent. Explosiebeveiliging Gevaar U De maximale werkdruk voor spuitpistool, spuitpistooltoebehoren en hogedrukslang mag niet lager zijn dan de op het apparaat vermelde maximale werkdruk van 200 bar (20 MPa). Vlampunt Gevaar U Let op! Draag adembescherming: verfnevel en oplosmiddeldampen zijn schadelijk voor de gezondheid. Werk uitsluitend in ruimten met goede natuurlijke ventilatie of gebruik geforceerde ventilatie. Het dragen van werkkleding, veiligheidsbril, gehoorbescherming en handschoenen wordt aanbevolen. Bij een hoge werkdruk komt bij het overhalen van de trekker een reactiekracht van maximaal 15 N vrij. Indien u hier niet op bent voorbereid, kan de hand worden teruggestoten of kunt u het evenwicht verliezen. Hierdoor kan letsel ontstaan. Een continue belasting door deze terugstoot kan tot blijvende gezondheidsschade leiden. Apparaat opstellen Bij werkzaamheden binnen Nabij het apparaat mogen zich geen oplosmiddelhoudende dampen kunnen ophopen. Het apparaat opstellen aan de van het spuitobject afgekeerde zijde. Gevaar Minimale afstand van 5 m tussen het apparaat en het spuitpistool aanhouden. Op grond van de stromingssnelheid van het bedekkingsmateriaal bij het spuiten kunnen er aan het apparaat elektrostatische ladingen ontstaan. Deze kunnen bij ontlading de vorming van vonken of vlammen tot gevolg hebben. Daarom moet het apparaat altijd via de elektrische installatie geaard 31 Wagner Project 115-0418A - Veiligheidsvoorschriften U Bij werkzaamheden buiten Er mogen geen oplosmiddelhoudende dampen naar het apparaat toe drijven. Let op de windrichting. Het apparaat zo opstellen, dat zich geen Gevaar oplosmiddelhoudende dampen bij het apparaat kunnen ophopen. Minimale afstand van 5 m tussen het apparaat en het spuitpistool aanhouden. U Gevaar Reiniging van de apparatuur Gevaar Reiniging van de apparatuur met oplosmiddel U Gevaar voor kortsluiting door binnendringend water! Spuit het apparaat nooit met een hogedruk- of stoomhogedrukreiniger af. Bij de reiniging van de apparatuur met oplosmiddel mag in geen geval in een reservoir met een kleine opening (spongat) worden gespoten of gepompt. Gevaar voor de vorming van een ontplofbaar gas/ lucht-mengsel. Het reservoir dient geaard te zijn. Het apparaat en de accessoires mogen niet met brandbare oplosmiddelen worden gereinigd die een vlampunt onder 21 °C hebben. Aarding van het werkstuk Het te coaten werkstuk moet geaard zijn. Onderdelen en beschrijving De verpakking waarin het verfspuitsysteem wordt geleverd bevat de volgende onderdelen: • Spuitpistool met twee filters (M in pistool en telkens een XS-S en M afzonderlijk) • Een as, twee asplaten en vier schroeven • Twee wielsets (incl. 2 metaalkappen en 2 kunststofkappen) • Spuitmondstuk • Drukslang, lengte 7.5 m, binnendiameter 6,35 mm • Een gereedschap voor het indrukken van de inlaatklep • Een montagehulp (onder het hopper gepositioneerd) • Gebruiksaanwijzing Figuur 1 - Bediening en functies (verdere, gedetailleerde beschrijvingen van de afzonderlijke posities in de overeenkomstige paragraaf van de handleidingen ) Item Onderdeel Beschrijving A) Uitschuifbare hendel �������������������Hendel kan worden in- en uitgeschoven om transport en opslag te vergemakkelijken. B) Verwijderbare hopper �����������������De hopper kan worden verwijderd om deze eenvoudig leeg te maken en te reinigen. De hopper kan leeg worden verwijderd, maar ook vol met materiaal. Maximaal 9,5 liter. Het deksel van de hopper sluit niet goed af en het materiaal kan lekken als de hopper te vol is en wordt aangestoot. C) AAN/UIT-schakelaar ���������������������Met de AAN/UIT-schakelaar zet u de spuit aan en uit (O=UIT, I=AAN). D) RIME/SPRAY-knop ������������������������Met de knop PRIME/SPRAY kunt u de vloeistof naar de spuitslang (SPRAY) of naar de retourslang (PRIME) laten gaan. De pijlen op de knop PRIME/SPRAY geven de draairichting voor PRIME en SPRAY aan. De knop PRIME/SPRAY wordt ook gebruikt voor het ontlasten van de opgebouwde druk in de spuitslang (zie Drukontlastingsprocedure). E) Project Control �������������������������������Project Control functioneert: Prime, Clean/Roll, Spray 1 - MAX Spray. F) Retourslang �������������������������������������Vloeistof wordt teruggeleid via de retourslang naar de houder waar deze vandaan komt als de PRIME/SPRAY-knop op de stand PRIME staat. G) Hendelknop ������������������������������������De hendelknop maakt het mogelijk de uitschuifbare hendel in en uit te schuiven. H) Spuitpistool ������������������������������������Voor het aanbrengen van de bedekkingsmaterie en regulering van de transporthoeveelheid. I) Spuitslang ����������������������������������������De spuitslang vormt de verbinding tussen het pistool en de pomp. Technische gegevens Soort pomp Spanning Opgenomen vermogen Beveiliging Technische gegevens Zuigerpomp 230-240 V ~ 50 Hz 625 W Aansluiting alleen op FI-beveiligd stopcontact (16 A) Productafmetingen Gewicht 1) Dispersieverf met mondstuk M en een druk van 138 bar Gemeten volgens EN 1953 in de akoestische meetruimte bij het sproeien van verf met maximale druk 2) Dubbel geïsoleerd Max. spuitdruk Max. opbrengst 1) Geluidsdrukniveau 2) Geluidsdrukvermogen 2) Trillingsniveau 2) Max. temperatuur coatingmateriaal Max. grootte mondstuk Slanglengte Bekerinhoud 38 x 38 x 65 cm 12 kg Verwerkbare materialen 190 bar 0,8 l/min LWAd = (80+3) dB (A) LpAd = (91+3) db (A) ah =1,2 m/s Onzekerheid K = 1,5 m/s² Lakken en lazuurverven die water en oplosmiddel bevatten. Lakverven, oliën, oplosmiddelen, kunstharslakken, PVC-lakken, voorlakken, grondlakken, vulstoffen en roestwerende verven. Dispersie- en latexverven voor binnenshuis. Niet-verwerkbare materialen 48°C L (0,017") 7,5 m 9,5 l Materialen die sterk schurende bestanddelen bevatten, façadeverf, logen en zuurhoudende coatingmaterialen. Materialen met een vlampunt van onder 21°C. 32 Wagner Project 115 - 0418A Figuur 7 - Drukontlastingsprocure Neem contact op met de Wagner-serviceafdeling, om in geval van twijfel de verdraagzaamheid van het coatingmateriaal met de voor de bouw van het apparaat gebruikte materialen te garanderen. i Gevaar Toepassingsbereik Coaten van wanden binnenshuis alsook kleine en middelgrote objecten buitenshuis (bijv. schuttingen, garagedeuren etc.). Het commerciële gebruik is uitgesloten. Figuur 2 - De wielen monteren 1. Schuif de afstandsring (a), het wiel (b) en de aandrukmoer (c) in de aangegeven volgorde op het uiteinde van de as. Zorg ervoor dat de afstandsring (a) wordt geplaatst met het lipje naar het midden van de as. i 1. Vergrendel het spuitpistool. Zet de schakelaar AAN/UIT op de stand UIT (O). 2. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME. 3. Ontgrendel het spuitpistool en schiet het spuitpistool af tegen de zijkant van het materiaalvat. Vergrendel het spuitpistool. Figuur 8 - De hopper verwijderen / leegmaken Zet de as rechtop op een vlak en stabiel oppervlak om de wielen aan te brengen. 2. Tik licht op het montagehulp (d) met een houten hamer om de aandrukmoer (c) op het uiteinde van de as te drukken. Herhaal deze stappen voor het andere wiel. i Dek de vloer en meubels af om beschadiging van uw eigendommen te voorkomen. i Plaats de hopper altijd op een hard, vlak, stabiel oppervlak nadat deze is afgenomen. Figuur 3 - De as monteren 1. Schuif de beide uiteinden van de as in de openingen (a) zoals aangegeven. De zijde van de afstandsringen met de lipjes (b) moeten in de asopeningen vallen. 2. Plaats de asplaten in de richting en op de plaats als aangegeven (L en R). Zet de platen elk vast met twee (2) schroeven. Klik de wieldoppen (e) op de uiteinden van de aandrukmoeren. Gevaar Figuur 4 - De hendel monteren Let bij het draaien van de schakelaar erop, dat de vingers niet beklemd raken. i Montage 1. Breng de hendel aan door op de knop (a) te drukken, zoals aangegeven, en de hendel in de wagen te schuiven. 2. Wanneer de hendel volledig in de wagen is geduwd, laat u de knop los en trekt u aan de hendel totdat deze in de stand omhoog of omlaag vastklikt. Voer de drukontlastingsprocure uit (zie figuur 7) en haal de stekker van de spuit uit het stopcontact. 1. Voer de drukontlastingsprocure uit. 2. Trek de retourslang (a) uit de achterzijde van het hopperdeksel. 3. Pak de hopper vast aan de hendels aan de zijkant (b) en trek deze voorzichtig naar buiten. 4. Breng de hopper en het deksel weer aan wanneer u klaar bent met het leegmaken / reinigen. 5. Breng de retourslang weer aan door deze weer in te voeren door de opening in het deksel van de hopper. Figuur 5 - De slang aansluiten Gevaar Zorg ervoor, dat de pomp is uitgeschakeld (positie O) en het spuittoestel van het stroomnet is losgekoppeld. Gevaar 1. Draai de schroefdraad van de hogedrukslang op de aansluiting van de beregeningsslang. Draai deze vast met een verstelbare sleutel. 2. Draai de schroefdraad aan het andere einde van de slang op de aansluiting op het spuitpistool. Houd het spuitpistool met een verstelbare schroefsleutel op het handvat vast en draai de moer van de slang vast met de andere. i Figuur 9 - De spuit prepareren Gevaar Het spuitmondstuk mag pas worden aangesloten nadat de spuit en de spuitslang zijn schoongeblazen en geprepareerd. Figuur 6 - Het spuitpistool vergrendelen Gevaar De hopper kan zwaar zijn wanneer deze gevuld is met spuitmateriaal. Til de hopper op vanuit uw benen, niet vanuit uw rug, om het risico op blessures te verminderen. Leegblazen en prepareren Voordat u begint Vergeet niet de drukontlastingsprocedure uit te voeren wanneer u het toestel om welke reden dan ook afsluit. Door deze handelwijze wordt de druk uit de spuitslang en het pistool afgelaten. 1. Trek de retourslang (a) uit de hopper en houd deze boven een afvalvat. 2. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME. Sluit de spuit aan op het stopcontact. Zet de schakelaar AAN/UIT op de stand AAN (I). i Zet de trekker altijd vast in de vrije stand wanneer u het spuitmondstuk aanbrengt of wanneer het spuitpistool niet in gebruik is. 1. Het pistool is vergrendeld wanneer de trekkervergrendeling zich onder een hoek van 90° (haaks) bevindt ten opzichte van de trekker. 33 Zorg ervoor, dat de pomp is uitgeschakeld (positie O) en het spuittoestel van het stroomnet is losgekoppeld. Vloeistof dat zich nog in de pomp en de retourslang bevindt, loopt uit de retourslang. Laat de pomp draaien totdat geen vloeistof meer uit de retourslang komt. 3. Schakel de pomp uit. Haal de retourslang uit het afvalvat en steek deze in de opening in het deksel van de hopper. 4. Verwijder het deksel van de hopper. Vul de hopper met het materiaal dat u wilt spuiten. Maximaal 9,5 liter (b). Wagner Project 115 - 0418A Spuiten 5. Zet het toestel nog een keer aan en controleer of materiaal terugvloeit via de retourslang. Zet de pomp uit en zet het deksel van de hopper terug. Figuur 13 - Spuittechniek A) De sleutel tot goed schilderwerk is een gelijkmatige dekking van het volledige oppervlak. Beweeg uw arm met een constante snelheid en houd het spuitpistool op een constante afstand van het oppervlak. De beste spuitafstand is 25 tot 30 cm tussen het spuitmondstuk en het oppervlak. B) Houd het spuitpistool onder een rechte hoek ten opzichte van het oppervlak. Dit betekent dat u uw gehele arm heen en weer moet bewegen, en niet slechts uw pols buigen. C) Houd het spuitpistool haaks ten opzichte van het oppervlak, anders wordt het ene uiteinde van het patroon dikker dan het andere. D) Trek de trekker aan nadat u bent begonnen met de armbeweging. Laat de trekker los voordat u stopt met de armbeweging. Het spuitpistool moet in beweging zijn op het moment dat de trekker wordt aangetrokken of losgelaten. Zorg bij elke slag voor een overlapping van ongeveer 30%. Dit resulteert een gelijkmatige dekking. Figuur 10 - De inlaatklep vrijzetten i Als geen materiaal terugvloeit via de retourslang, zit de inlaatklep mogelijk vast. Voer de volgende stappen uit. 1. Zet het toestel uit en haal de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder de hopper voorzichtig. Reinig de aansluitpunten op de hopper en het toestel. 3. Plaats het hulpstuk voor het induwen van de inlaat (a) midden op de plaats van de inlaatklep (b). Hier komt de inlaatklep als het goed is los en kan het spuitmateriaal terugstromen door de retourslang. 4. Zet de hopper en de retourslang terug en ga verder met het werk. Figuur 11 - De spuitslang prepareren 1. Ontgrendel het spuitpistool en zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME. i 2. Trek de trekker aan en richt het spuitpistool op een zijwand van een afvalvat. Bij gebruik van materiaal op oliebasis moet het spuitpistool worden geaard tijdens het schoonblazen (zie onderstaande waarschuwing). Gevaar 1. Zorg ervoor dat de verfslang vrij is van knikken en uit de buurt van voorwerpen met scherpe randen. 2a. Zet tijdens het spuiten van dikkere materialen de knop PRIME/ SPRAY op MAX SPRAY met maximum druk. 2b. Zet tijdens het spuiten van dunnere, lichtere materialen de knop PRIME/SPRAY op SPRAY (1). Houd uw handen uit de buurt van de vloeistofstroom. Aard het pistool tijdens het schoonblazen door het tegen de rand van een betalen vat te houden. Als u dit niet doet, kan een statische ontlading plaatsvinden die brand kan veroorzaken. i Als de knop PRIME/SPRAY nog op SPRAY staat, blijft de spuitslang en het spuitpistool onder hoge druk staan totdat de knop PRIME/SPRAY weer op PRIME wordt gezet. Figuur 12 - Het spuitmondstuk aansluiten MOGELIJK INSPUITINGSGEVAAR. Spuit nooit zonder de mondstukvergrendeling op zijn plaats. Trek nooit aan te trekker tenzij het mondstuk in de stand spuiten of deblokkeren staat. Schakel altijd de trekkervergrendeling in voordat u het mondstuk verwijdert, vervangt of reinigt. De verfslang verstijft enigszins op het moment dat materiaal erdoor begint te stromen. 3. Ontgrendel het spuitpistool. 4. Trek de trekker aan om de lucht uit de slang te laten ontsnappen. 5. Wanneer het materiaal het spuitmondstuk bereikt, spuit u een teststukje om het spuitpatroon te bekijken. 6. Gebruik de laagste drukinstelling waarbij een goed spuitpatroon wordt verkregen (A). Als de druk te hoog wordt ingesteld, wordt het spuitpatroon te licht. Als de druk te laag wordt ingesteld, krijgt u een ongelijkmatig spuitpatroon of komt de verf in spatten naar buiten in plaats van in de vorm van een fijne mist (B). Figuur 15 - Het spuitmondstuk opstoppen i 1. Vergrendel het spuitpistool. 2. Draai de mondstukvergrendeling op het pistool. i i Als u verwacht het spuiten langer dan een uur te onderbreken, voert u de reinigingsprocedure voor korte termijn uit die wordt beschreven in het gedeelte Reinigen van deze handleiding. 4. Laat de trekker los. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME. Zet de pompschakelaar op UIT (O). Schiet het pistool af in het afvalvat zodat de slang niet meer onder druk staat. Gevaar Voer wanneer u klaar bent de drukontlastingsprocedure uit. Figuur 14 - Oefening 3. Zet de pomp tijdens het aantrekken van de trekker op AAN (I) en zet de knop PRIME/SPRAY op SPRA (1). Houd de trekker vast totdat alle lucht, water en oplosmiddel uit de spuitslang is geblazen en het materiaal vrij stroomt. Gevaar Sluit het spuitmondstuk niet aan tijdens het schoonblazen van de spuitslang. i Lijn de mondstukvergrendeling tijdens het aanbrengen van het mondstuk op het pistool aan zoals aangegeven in figuur 12 (a) en draai het handvast (b). Gevaar 34 Als het spuitpatroon vervormd wordt of helemaal stopt terwijl de trekker is aangetrokken, voert u de volgende stappen uit. Probeer het mondstok niet te ontstoppen of te reinigen met uw vingers. De vloeistof onder hoge druk kan uw huid doorboren. Wagner Project 115 - 0418A i 1. Laat de trekker los en vergrendel het pistool. Verdraai het draaibare mondstuk 180º zodat de pijl wijst naar de achterkant van het pistool (zie figuur 15). Onder druk kan het erg moeilijk zijn het spuitmondstuk te draaien. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME en trek de trekker aan. Hierdoor neemt de druk af en kan het mondstuk eenvoudiger worden gedraaid. 2. Zet de knop PRIME/SPRAY op SPRAY. 3. Ontgrendel het pistool en trek de trekker aan. Richt het pistool op een stukje afvalhout of karton. Op deze wijze kan de druk in de spuitslang de blokkering wegblazen. Als het mondstuk schoon is, komt het materiaal in een rechte bundel onder hoge druk naar buiten. 4. Laat de trekker los en vergrendel het pistool. Draai het mondstuk om zodat de pijl weer naar voren wijst. Ontgrendel het pistool en ga verder met spuiten. Reinigen i i Als u in water oplosbare materialen gebruikt, gebruik voor de reiniging van het spuittoestel warm zeepsop. Als u oplosmiddelhoudend spuitmiddel gebruikt, gebruik voor de reiniging een geschikt oplosmiddel met een vlampunt van boven 21°C. Gebruik oplosmiddel niet voor in water oplosbare materialen, omdat het mengsel in een gelachtige substantie verandert, die moeilijk te verwijderen is. Figuur 18 - Het spuitpistool reinigen Figuur 16 - Reinigingsprocedure voor korte termijn i Volg deze handleiding alleen bij gebruik van in water oplosbare materialen. Als u oplosmiddelhoudend spuitmiddel gebruikt, moet u de stappen uitvoeren uit Reinigen en Opslag voor langere tijd. A) Afsluiten 1. Voer de drukontlastingsprocure uit (zie figuur 7) en haal de stekker van de spuit uit het stopcontact. 2. Giet voorzichtig 200 ml water op de verf om te voorkomen dat de verf uitdroogt. 3. Wikkel het spuitpistool in een vochtige doek en plaats hem in een plastic zak. Sluit de zak luchtdicht af. Plaats de spuit op een veilige plaats uit de zon voor opslag voor kortere tijd. B) Startup 1. 2. 3. 4. 5. Haal het pistool uit de plastic zak. Roer het water door de verf. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME. Sluit de spuit aan op het stopcontact. Zet de schakelaar AAN (I). Zet de knop PRIME/SPRAY op MAX SPRAY. Test de spuit op een proefstukje en begin met spuiten. Figuur 17 - Het systeem uitspoelen 1. Voer de drukontlastingsprocure uit (zie figuur 7). 2. Verwijder alle spuitmateriaal uit de hopper (zie figuur 8). 3. Spoel de hopper nadat u deze hebt verwijderd uit met de aangewezen reinigingsoplossing. 4. Vergrendel het pistool en verwijder het spuitmondstuk. Zet de hopper en de retourslang terug. Vul de hopper met de aangewezen reinigingsoplossing. 5. Plaats een afvalvat (a) naast het oorspronkelijke materiaalvat (b). De vaten moeten tegen elkaar staan. Richt het spuitpistool op de zijkant van het oorspronkelijke materiaalvat (b) en trek de trekker aan. 6. Houd de trekker aangetrokken, zet de pomp AAN (I) en zet de knop PRIME/SPRAY op SPRAY (1) om het materiaal uit de slang terug te blazen naar het oorspronkelijke vat. Houd de trekker gedurende de volgende stappen aangetrokken. 7. Wanneer de reinigingsoplossing uit het spuitpistool komt, blijft u de trekker aantrekken en richt u het spuitpistool op de zijkant van het afvalvat (aard het pistool tegen een metalen vat tijdens het uitspoelen met een ontvlambare oplossing). 8. Houd de trekker aangetrokken totdat de vloeistof die uit het pistool komt schoon is. Het kan nodig zijn de reinigingsoplossing af te voeren en een nieuwe aan te schaffen. 9. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME en trek de trekker aan om de druk te ontlasten. 10. Nadat u alle reinigingsoplossing uit de hopper hebt gehaald, vult u het met nieuwe reinigingsoplossing. 11. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME en zet de pomp aan. 12. Laat de pomp 2-3 minuten draaien om de reinigingsoplossing te laten circuleren. Zet de pomp uit. 13. Verwijder de hopper en spoel deze nog een keer goed uit. 14. Zet de hopper terug voor opslag. 1. Voer de drukontlastingsprocure uit (zie figuur 7). 2. Zorg ervoor dat de pomp UIT (O) staat. Zorg ervoor dat de knop PRIME/SPRAY op PRIME staat. Haal de spuit uit het stopcontact. 3. Verwijder het spuitpistool van de verfslang met verstelbare sleutels. 4. Haal de trekkervergrendeling (a) van de filterbehuizing (b) door deze van de filterbehuizing te trekken. Draai de filterbehuizing los. 5. Verwijder het filter (c) uit de behuizing van het spuitpistool en reinig met een geschikte reinigingsoplossing (warm zeepsop voor in water oplosbare materialen, oplosmiddel met een vlampunt van boven 21°C voor oplosmiddelhoudend spuitmiddel). 6. Verwijder het spuitmondstuk (d) van de spuitvergrendeling. Reinig het spuitmondstuk met een zachte borstel met een geschikte reinigingsoplossing. Vergeet niet de ring (e) en de zadelzitting (f) aan de achterzijde van het spuitmondstuk te verwijderen en te reinigen. 7. Zet het gereinigde filter terug in de pistoolbehuizing, met het tapse uiteinde naar binnen. Het tapse uiteinde (g) van het filter moet goed in het pistool worden geplaatst. Onjuiste plaatsing resulteert in een verstopt mondstuk en geen vloeistof door het pistool. 8. Plaats de spuitmond (d), zadelzitting (f) en ring (e) en plaats de spuitvergrendeling terug. 9. Draai het spuitpistool terug op de verfslang. Draai het vast met een sleutel. Figuur 19 - Langetermijnopslag 35 1. Voer de drukontlastingsprocure uit (zie figuur 7). 2. Verwijder de hopper. Giet ongeveer 1,1 liter lichte huishoudolie in de inlaatklep (a). Wagner Project 115 - 0418A 3. Verwijder de slang van de spuitslangaansluitstuk op de spuit. Leg een lapje over de spuitslangaansluitstuk en zet de schakelaar op ON (l). Laat het toestel vijf seconden aan staan. Zet de pompschakelaar op UIT (O). Koppel het spuittoestel los van het stroomnet. 4. Zet de hopper terug. 5. Wrijf het toestel, de slang en het pistool volledig schoon met een vochtige doen om de verfresten die zich daar hebben verzameld te verwijderen. Zet de spuitslang terug. 6. Druk op de vergrendelknop van de hendel om de hendel in te schuiven. Onderdelenlijst Figuur 22 - Spuitpistool / Slang Figuur 20 - De inlaatklep reiniging (onderdeelnummer 0418714) i Gevaar Als u problemen ondervindt bij het prepareren van het toestel, is het misschien nodig de inlaat te reinigen of te repareren. Problemen bij het prepareren kunnen worden voorkomen door de spuit naar behoren te reinigen en de procedure voor langetermijnopslag te volgen. Voer de drukontlastingsprocure uit (zie figuur 7) en haal de stekker van de spuit uit het stopcontact. Nummer 0418717 0418705 0418707 0418711 0418712 0418718 Beschrijving Hoeveelheid Pistoolset (zonder mondstuk).........................1 Spuitmondstuk, XS..............................................1 Spuitmondstuk, M ..............................................1 Filter, XS-S (rood)..................................................2 Filter, M (geel)........................................................2 Spuitslang, 7.5m, 1/4”, rood.............................1 Nummer Beschrijving 0418705 Spuitmondstuk, XS ����������������������Vernis en verf op wateren tinctuurbasis, olie en release agents 0418706 Spuitmondstuk, S ������������������������Synthetische verf op harsbasis, PVC-verf 0418707 Spuitmondstuk, M �����������������������Vernis, grondverf, primer, vulmiddel, latexverf en emulsie voor binnen 0418708 Spuitmondstuk, L ������������������������Vernis, grondverf, primer, vulmiddel, latexverf en emulsie voor binnen, tectyl 0418711 Filter, XS - S (rood, 2 stuks) 0418712 Filter, M (geel, 2 stuks) 0418713 Filter, L - XXL+ (wit, 2 stuks) 0418714 Kleppenset (in- en uitlaatklep) Helemaal onderdelen tochtband vorenstaand zitten voorhebben onderdelen en zitten niet overdekt tegen waarborg! Figuur 21 - De uitlaatklep reinigen Gevaar Item 1 2 2 3 3 4 Accessoires 1. Verwijder de hopper. Draai de contramoer los door het linksom te draaien. 2. Verwijder de inlaatmof (1) met een geschikt gereedschap (bijv. steeksleutel SW 11). 3. Controleer de draad op het inlaatstuk en de O-ring van het inlaatstuk (2). Verwijder eventuele verfresten die zich daar hebben verzameld. 4. Om de inlaatklep te verwijderen moet u de montagehulp (8) op een steeksleutel (6) met een 5/8”-inzetstuk (7) plaatsen. Breng het inlaatklepgereedschap in de inlaatklep (a). Verwijder de inlaatklepschroefverbinding door het linksom uit de behuizing te draaien. 5. Neem de inlaatklep (9) en de O-ring (10) uit de behuizing van de inlaatklep. Reinig of vervang de O-ring en smeer deze met een lichte olie voor huishoudelijk gebruik. 6. Plaats de O-ring van de inlaatklep (10) terug in de behuizing en plaats de inlaatklep (9) erbovenop. 7. Breng de inlaatbevestiging (8) weer aan in de behuizing. Draai het geheel aan met het hulpstuk voor de inlaatklep (7) en de ratelsleutel (4, 5, 6). 8. Plaats de afdichtring (3) terug. Plaats de O-ring van het inlaatstuk (2) in de bevestiging voor de inlaatklep (9) en draai het inlaatstuk (1) rechtsom vast. 9. Zet de hopper terug. i 2. Controleer de binnenkant van de behuizing van de uitlaatklep (a). Verwijder eventuele verfresten die zich daar hebben verzameld. 3. Vervang de uitlaatklep door een nieuwe. Draai de uitlaatklep met een verstelbare sleutel vast in de behuizing van de uitlaatklep. Het kan nodig zijn de uitlaatklep te reinigen of te vervangen als de spuit matig blijft presteren nadat u alle stappen uit het gedeelte Problemen oplossen in deze handleiding hebt uitgevoerd. Voer de drukontlastingsprocure uit (zie figuur 7) en haal de stekker van de spuit uit het stopcontact. 1. Draai de uitlaatklep met behulp van een verstelbare sleutel uit de behuizing van de uitlaatklep. 36 Wagner Project 115 - 0418A Probleem Oorzaak Oplossing 1. Sluit de spuit aan op het stopcontact. 6. Neem contact op met uw verkooppunt/ dealer. A. De spuit start niet. 2. Zet de schakelaar AAN/UIT op de stand AAN (I). 3. Motor schakelt tijdens het spuiten afwisselend aan en uit wanneer behoefte is aan druk. Dit is normaal. Hervat het schilderen. 4. Controleer de netspanning. 5. Vervang het netsnoer. 4. Er staat geen spanning op het stopcontact. 5. Het verlengsnoer is beschadigd of heeft onvoldoende capaciteit. 6. Er is een probleem met de motor. B. De spuit start wel, maar zuigt geen verf aan wanneer de knop PRIME/SPRAY op PRIME staat. 1. Het toestel kan niet goed worden geprepareerd of is ontsteld. 2. De hopper is leeg. 3. Het toestel staat niet op een vlakke ondergrond. 4. Het inlaatfilter is verstopt. 5. De inlaatklep zit vast. 1. Probeer het toestel nogmaals te prepareren. 2. 3. 4. 5. 6. De inlaatklep is versleten of beschadigd. 7. De knop PRIME/SPRAY is verstopt. 1. Het spuitmondstuk is versleten. 2. Het inlaatfilter is verstopt. 3. Het pistoolfilter is verstopt. 4. De verf is te zwaar of te grof. 5. Het uitlaatfilter is versleten. 6. Het inlaatklepstuk is versleten of beschadigd. 1. Vervang het spuitmondstuk door een nieuwe. 2. Reinig het inlaatfilter. 3. Reinig of vervang het juiste filter. Houd altijd extra filters bij de hand. 4. Verdun of filter de verf. 5. Vervang het uitlaatfilter.* 6. Zet de inlaatklep terug.* 1. De spuit is niet aangesloten op het stopcontact. 2. De schakelaar AAN/UIT staat op de stand UIT (O). 3. De spuit is uitgezet terwijl deze nog onder druk stond. C. De spuit zuigt wel verf aan, maar de druk valt weg wanneer de trekker wordt aangetrokken. Vul de hopper bij. Verplaats het toestel naar een vlakke ondergrond. Reinig het inlaatfilter. Reinig de inlaat- en uitlaatklep en vervang eventueel versleten onderdelen.* Inlaat is mogelijk verstopt met oude verf. Steek het hulpstuk voor het indrukken van de inlaatklep in de inlaatklep. 6. Zet de inlaatklep terug.* 7. Neem contact op met uw verkooppunt/ dealer. D. De knop PRIME/SPRAY staat op SPRAY en toch stroomt materiaal terug door de retourslang. 1. De knop PRIME/SPRAY is vuil of beschadigd. 1. Neem contact op met uw verkooppunt/ dealer. E. Het spuitpistool lekt. 1. Interne onderdelen van het pistool zijn vuil of versleten. 1. Neem contact op met uw verkooppunt/ dealer. F. Het spuitmondstuk lekt. 1. Het mondstuk is niet goed aangebracht. 2. Een afsluitring is vuil. 1. Controleer het spuitmondstuk en breng het op de juiste manier aan. 2. Reinig de afsluitring. 1. Reinig de spuitmond of het pistoolfilter. 2. Zet het spuitmondstuk staat in de voorwaartse stand. 1. Het pistoolfilter of de spuitmond is verstopt. 2. Het spuitmondstuk staat in de achterwaartse stand. 3. De knop PRIME/SPRAY is niet op SPRAY gezet. 1. 2. 3. 4. 1. 2. 3. 4. G. Het spuitpistool spuit niet. H. Het spuitpatroon is ongelijkmatig. Het pistool of de spuitmond is verstopt. Het mondstuk is versleten. De verf is te dik. Drukverlies. 3. Zet de knop PRIME/SPRAY op SPRAY.. Reinig het pistool en filter de verf. Vervang het spuitmondstuk. Verdun de verf. Zie oorzaken en oplossingen voor probleem C. * Voor deze procedures zijn speciale reparatiesets met instructies verkrijgbaar. Zie het gedeelte Onderhoud in deze handleiding voor een lijst met reparatiesets en de corresponderende onderdeelnummers. Dagelijks onderhoud Het enige dagelijkse onderhoud dat nodig is, is grondige reiniging. Voer de reinigingsprocedures in deze handleiding uit. Uitgebreid onderhoud Sommige onderdelen van de pomp zijn aan slijtage onderhevig en moeten uiteindelijk worden vervangen. De enige betrouwbare indicator voor het tijdstip waarop versleten onderdelen moeten worden vervangen, is echter de werking van de pomp. Raadpleeg het gedeelte Problemen oplossen voor meer informatie over het gebruik van de reparatiesets. 37 37 F NL Note importante sur la responsabilité de produit Produktaansprakelijkheid Op basis van een EG-richtlijn met ingang vanaf 1 januari 1990 is de producent enkel dan aansprakelijk voor zijn produkt, indien alle gebruikte onderdelen door de producent zelf zijn vervaardigd of door de producent werden vrijgegeven en ook indien het apparaat op een deskundige manier wordt gemonteerd en gebruikt. Bij gebruik van andere toebehoren en onderdelen kan de aansprakelijkheid geheel of gedeeltelijk vervallen. In extreme gevallen kan door de bevoegde instanties (ongevallenverzekering en arbeidsinspectie) het gebruik van het hele apparaat worden verboden. Met originele WAGNER-toebehoren en -onderdelen heeft u de zekerheid dat aan alle veiligheidsvoorschriften is voldaan. Suite aux nouvelles directives européennes entrées en vigueur au 01.01.1990, le fabricant n’engage sa responsabilité produit que lorsque l’ensemble des pièces constitutives proviennent bien du fabricant, ou ont été homologuées par ce dernier, et que les dispositifs ou appareils ont été assemblé et utilisé selon les règles de l’art. En cas d’utilisation d’accessoires et de pièces de rechange de provenance différente, cette responsabilité, ainsi que les recours en garantie risquent d’être annulés entièrement ou en partie; dans les cas extrêmes, les organismes de contrôle officiels concernés (syndicats corporatifs et inspection du travail) sont susceptibles d’interdire purement et simplement l’utilisation de l’appareil ou de l’installation entière. Avec les accessoires et les pièces de rechange d’origine WAGNER, vous avez la garantie que toutes les réglementations de sécurité sont bien respectées. 2 jaar garantie De garantie bedraagt 2 jaar, gerekend vanaf de dag van verkoop (kassabon). Deze garantie omvat en is beperkt tot het gratis verhelpen van eventuele gebreken, die aantoonbaar te wijten zijn aan het gebruik van niet onberispelijk materiaal bij de fabricage of montagefouten of tot het kosteloos vervangen van de defecte onderdelen. De garantie geldt niet in geval van beschadigingen te wijten aan ondeskundig gebruik of ondeskundige inbedrijfname. Degarantie vervalt bij zelfstandig uitgevoerde montages of reparaties, die niet in onze bedieningshandleiding zijn vermeld. De aan normale slijtage onderhevige onderdelen zijn eveneens uitgesloten van garantie. Industriële toepassingen zijn van aansprakelijkheid uitgesloten. Wij behouden ons het recht op garantieclaim uitdrukkelijk voor. De garantie vervalt indien het apparaat door andere personen dan het Wagner-personeel wordt geopend. Transportschade, onderhoudswerkzaam heden evenals schade en storingen door ondeskundige onderhoudswerkzaamheden zijn uitgesloten van garantie. De garantie geldt alleen als het aankoopbewijs en de volledig ingevulde garantiekaart kunnen worden voorgelegd. Tenzij de Wet anders oordeelt, zijn garantieclaims uitgesloten voor alle persoonlijke ongelukken, materiële schade of verdere schade voortvloeiend uit een schadegeval, in het bijzonder indien het apparaat voor een andere toepassing dan in de bedieningshandleiding beschreven werd gebruikt, niet volgens onze bedieningshandleiding in bedrijf werd genomen of onderhouden, of indien reparaties zelfstandig door niet deskundigen werden uitgevoerd. Wij behouden ons alle reparaties en reparaties in onze werkplaats voor, die buiten het aangegeven bestek van deze handleiding vallen. Indien het een garantie of reparatie betreft, richt u zich tot de desbetreffende dealer. Durée de garantie: 2 ans La durée de garantie s‘élève à deux ans, à compter de la date de la vente à l‘utilisateur (bon de caisse). Elle comprend et est limitée à l‘élimination gratuite des défauts dus à un vice de matériel ou de fabrication, ou à un remplacement gratuit des pièces défectueuses.L‘utilisation ou la mise en service, ainsi que des montages ou réparations effectués et qui ne figurent pas dans nos instructions de service, excluent toute responsabilité. Il en va de même pour des pièces assujetties à l‘usure. La garantie ne s‘étend pas sur l‘utilisation commerciale et professionnelle. Nous nous réservons formellement la fourniture de la garantie. La garantie est exclue si l‘appareil a été ouvert par des personnes ne faisant pas partie du personnel de service de WAGNER. Des dommages de transport, des travaux d‘entretien ainsi que des dommages et dérangements dus à des travaux d‘entretien non appropriés ne sont pas couverts par la garantie. Le recours à la garantie ne pourra se faire que contre présentation du bon de caisse. Dans la mesure stipulée par la loi, il est exclu toute responsabilité pour des dommages corporels, matériels ou consécutifs, notamment si l‘appareil a été utilisé à des fins non prévues dans les instructions de service, si la mise en service et les réparations n‘ont pas été exécutées conformément aux instructions de service ou si des réparations ont été effectuées par une personne non spécialisée. Nous nous réservons l‘exécution à l‘usine des réparations allant au delà de ce qui est décrit dans les instructions de service. Merci de vous-adressez pour cette garantie ou en cas de réparation à votre point de vente hatibuel. 39 Entsorgungshinweis: Gemäß der europäischen Richtlinie 2002/96/EG zur Entsorgung von Elektro-Altgeräten, und deren Umsetzung in nationales Recht, ist dieses Produkt nicht über den Hausmüll zu entsorgen, sondern muss der umweltgerechten Wiederverwertung zugeführt werden! Ihr Wagner-Altgerät wird von uns, bzw. unseren Handelsvertretungen zurückgenommen und für Sie umweltgerecht entsorgt. Wenden Sie sich in diesem Fall an einen unserer Service-Stützpunkte, bzw. Handelsvetretungen oder direkt an uns. Consignes d’élimination: Selon la directive européenne 2002/96/CE sur l’élimination des vieux appareils électriques et sa conversion en droit national, ce produit ne peut pas être jeté dans les ordures ménagères, mais est à amener à un point de recyclage en vue d’une élimination dans le respect de l’environnement! Wagner, resp. nos représentations commerciales reprennent votre vieil appareil Wagner pour l’éliminer dans le respect de l’environnement. Adressez-vous donc directement à nos points de service resp. représentations commerciales ou directement à nous. Note on disposal: In observance of the European Directive 2002/96/ EC on waste electrical and electronic equipment and implementation in accordance with national law, this product is not to be disposed of together with household waste material but must be recycled in an environmentally friendly way! Wagner or one of our dealers will take back your used Wagner waste electrical or electronic equipment and will dispose of it for you in an environmentally friendly way. Please ask your local Wagner service centre or dealer for details or contact us direct. Aanwijzing voor afvalverwerking: Conform de Europese Richtlijn 2002/96/EG voor afvalverwerking van oude elektrische apparatuur en diens uitvoer volgens nationaal recht, mag dit product niet in het huisval worden gedeponeerd, en dient het milieuvriendelijk te worden gerecycled! Uw oude Wagner-apparaat wordt door ons resp. onze handelsvertegenwoordigingen teruggenomen en op de betreffende inzamelpunten gedeponeerd. Wendt u zich in dit geval aan één van onze service-contactpunten, resp. handelsvertegenwoordigingen of direct aan ons. 40 Wagner Project 115 - 0418A D F Konformitätserklärung Déclaration de conformité Hiermit erklären wir, dass die Bauart von 0418A - WAGNER Project 115 folgenden einschlägigen Bestimmungen entspricht: 2006/95/EG, 2004/108/EG, 98/37 EG Angewendete harmonisierte Normen, insbesondere: EN 12100-1:2003, EN12100-2:2003, EN 1953:1998, EN 55014-1:2006, EN 55014-2:1997+ A1:2001 EN 60335-1:2002+ A1:2004+ A11:2004+ A12:2006+ A2:2006, EN 61000-3-2:2006, EN61000-3-3:1995+ A1:2001+ A2:2005 Angewendete nationale technische Spezifikationen, insbesondere: –––––––– Datum: 23.06.2008 Par la présente, nous déclarons, que le type de 0418A - WAGNER Project 115 Correspond aux dispositions pertinentes suivantes: 2006/95/EG, 2004/108/EG, 98/37 EG Normes harmonisée utilisées, notamment: EN 12100-1:2003, EN12100-2:2003, EN 1953:1998, EN 55014-1:2006, EN 55014-2:1997+ A1:2001 EN 60335-1:2002+ A1:2004+ A11:2004+ A12:2006+ A2:2006, EN 61000-3-2:2006, EN61000-3-3:1995+ A1:2001+ A2:2005 Normes et specifications techniques nationales qui ont été utilisées, notamment: –––––––– Date: 23.06.2008 NL GB Verklaring van overeenstemming Declaration of conformity Hiermede verklaren wij, dat de in de handel gebrachte machine 0418A - WAGNER Project 115 voldoet aan de eisen van de in het vervolg genoemde bepalingen: 2006/95/EG, 2004/108/EG, 98/37 EG Gebruikte geharmoniseerde normen, in het bijzondere: EN 12100-1:2003, EN12100-2:2003, EN 1953:1998, EN 55014-1:2006, EN 55014-2:1997+ A1:2001 EN 60335-1:2002+ A1:2004+ A11:2004+ A12:2006+ A2:2006, EN 61000-3-2:2006, EN61000-3-3:1995+ A1:2001+ A2:2005 Gebruikte nationale technische normen en specificaties, in het bijzondere: –––––––––– Datum: 23.06.2008 Herewith we declare that the supplied version of 0418A - WAGNER Project 115 Complies with the following provisons applying to it: 2006/95/EG, 2004/108/EG, 98/37 EG Applied harmonized standards, in particular: EN 12100-1:2003, EN12100-2:2003, EN 1953:1998, EN 55014-1:2006, EN 55014-2:1997+ A1:2001 EN 60335-1:2002+ A1:2004+ A11:2004+ A12:2006+ A2:2006, EN 61000-3-2:2006, EN61000-3-3:1995+ A1:2001+ A2:2005 Applied national technical standards and specifications, in particular: –––––––– Date: 23.06.2008 J. Wagner GmbH Otto-Lilienthal-Str. 18 D-88677 Markdorf W. van der Hoeven Managing Director i. V. J. Ulbrich Development Manager 41 Hinweis • Notes • Remarques • Opmerking 42 Hinweis • Notes • Remarques • Opmerking 43 D J. Wagner GmbH Otto-Lilienthal-Str. 18 D-88677 Markdorf Hotline 0180/1000 227 CZ B Wagner Spraytech Belgie Veilinglaan 58 1861 Meise-Wolvertem E GB Wagner Spraytech (UK) Ltd. 3 Haslemere Way, Tramway Industrial Estate Banbury, Oxon OX16 5RN SLO DK/S Wagner Spraytech Scandinavia A/S Helgeshøj Allé 28 DK-2630 Tåstrup H Magyarországi szerviz Hondimpex KFT. Kossuth L. u. 48-50 8060 Mór J. Wagner AG Industriestraße 22 9450 Altstätten CZ PUT Wagner Service ul. E. Imieli 14 41-605 Swietochlowice  +49/75 44 /505-0  +49/75 44/505-200  +420/2/57 95 04 12  +420/2/57 95 10 52 J. Wagner Spraytech Ibérica S.A. Ctra. N-340, Km 1245,4 08750 Molins de Rei (Barcelona)  +34/93/6 80 00 28  +34/93/6 68 01 56  +32/2/2 69 46 75  +32/2/2 69 78 45 Adresa servisa: GMA Elektromehanika d.o.o. Cesta Andreja Bitenca 115, Ljubljana 1000/Slowenien  +386(1)/583 83 04  +386(1)/518 38 03  +44/12 95/26 53 53  +44/12 95/27 54 87  +45/43 27 18 18  +45/43 43 05 28 CH Wagner Spol s.r.o. Nedašovská 345 15500 Praha 5  +36(-22)/407 321  +36(-22)/407 852  +41/71/7 57 22 11  +41/71/7 57 23 23  +48/32/2 45 06 19  +48/32/2 41 42 51 SK HR Phobos Corporation Spol.r.o Stanicna 6, 92700 Sala Slowakei  +421/31/7 70 78 84  +421/31/7 70 22 42 NL +385(-1)65 86 - 028 / Wagner Spraytech Benelux B.V. Zoonebaan 10 3542 EC Utrecht Adresa servisa: EL-ME-HO Horvatinčićev put 2 10436 Rakov Potok/Kroatien AUS Wagner Spraytech Australia Pty. Ltd., 14-16 Kevlar Close, Braeside, VIC 3195/Australia  +61/3/95 87 20 00  +61/3/95 80 91 20  +31/30/2 41 41 55  +31/30/2 41 17 87 F Wagner France S.a.r.l. Parc Gutenberg - Bâtiment F 8 voie la Cardon 91128 Palaiseau Cedex  0 825 011 111  0169 81 72 57 www.wagner-group.com Irrtümer und Änderungen vorbehalten. Not responsible for errors and changes. Sous réserves d’erreurs et de modifications. Fouten en wijzigingen voorbehouden. Part. No. 041 8840 07/2008_RS © Copyright by J.Wagner GmbH 44
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

WAGNER Project 115 0418A de handleiding

Categorie
Krachtige fijnspuitsystemen
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor