Master CT 50 P de handleiding

Type
de handleiding
4517.531
ver. III 11.2010
BG
Нагревател за въздух Инструкция за употреба
CZ Kamna na pevná paliva Návod k obsluze
DE Lufterhitzer Betriebsanleitung
EE Õhusoojendi Kasutus- ja hooldusjuhend
FR Appareil de chauffage d’air Mode D’emploi
GB Air heater Owner manual
HR Grijač zraka Instrukcija za uporabu
HU Léghevítő Kezelési utasitás
IT Caldaia dell’aria Manuale operativo
LT Oro šildytuvas Naudojimo instrukcijos
NL Luchtverwarmer Bedieningshandleiding
PL Nagrzewnica powietrza Instrukcja obsługi
RO Încălzitor de aer Instrucţie de folosire
RU Нагреватель воздуха Инструкция По Зксплуатации
SK Ohrievač vzduchu Návod na použitie
CT 5
CT 5CT 5
CT 5
0
00
0
P
P P
P
NL
1
CT 50 P
Voordat u het toestel begint te installeren en te
gebruiken, dient u de aanbevelingen in deze
gebruiksaanwijzing te lezen en toe te passen, een veilige en
correcte werking van de verwarmer zal garanderen.
Nationale en locale regels en normen betreffende
installatie en gebruik dienen te worden nageleefd.
Het is raadzaam om om de keuze van de grootte en
montage van de verwarmer over te laten aan een bevoegd
installatiebedrijf en de ontvangst van de installatie aan een
prfessionele schoorsteenveger.
De verwarmer voldoet aan de vereisten van de ON –
EN 13240: 2008-norm Verwarmers van Interieuren op
Vaste Brandstoffen. Eisen en Onderzoeken,
geharmoniseerd met EU-Directief Bouwproducten
(89/106/EG)
Overeenkomstig met de verdeling volgens PN – EN
13240 : 2008 wordt de verwarmer tot de categorie “1A” van
toestellen gerekend, manueel te laden, vrijstaand met
gesloten branddeurtjes. Het is een toestel van periodieke
verbranding.
De luchtverwamer is bestemd om lucht te verwarmer in niet-
bewoonbare ruimtes als basis of aanvullende bron van
warmte. Het gebruiksbereik van de warmte verzekert de
verwarming van ruimtes met oppervlakte tot 300m². bij
verbranding met brandhout.
De luchtverwarmer met de basisafmetingen en de
constructiebeschrijving kunt u zien op tekening 1.
De verwarmer bestaat uit staal gelaste constructiecorpora
van de verbrandingskamer (1) en de wisselaar (2), met
schroeven aan elkaar verbonden. Op één van de zijden van
de wisselaar is het ventilatorsysteem gemonteerd (3) die de
luchtstroom genereert. Het corpus van de
verbrandingskamer bestaat uit twee delen: deel voor
verbranding en deel voor assen. Het deel van verbranding
bestaat uit vuurvaste chamotte isolatie (4). Op één van de
wanden is er een vultrechterdie gesloten kan worden met
deurtjes (5), die vulling van de verbrandingskamer mogelijk
maakt. In het benedendeel van de verbrandingskamer is er
een gietijzeren rooster (6) die de verbrandingskamer van de
askamer scheidt. In de askamer is er een schuifbare asbak
van buiten geplaatst (7) om as en verbrandingsafval te
verzamelen.
De nodige lucht voor verbranding wordt voorzien door
de askamer bij zijn onvolledige invoeging en door de kier
tussen de frontale wand van de opvulling en het
benedendeel van de deurtjes. In het benedendeel van het
corpus van de varbrandingskamer bevinden zich de benen
(11) van het toestel.
Beschrijving voor tek. 1.
1-Corpus van de verbrandingskamer, 2-Corpus van de
wisselaar, 3-Ventilatorsysteem, 4-Isolatie, 5-Deurtjes, 6-
Rooster, 7-Asbak, 8-Schoorsteen (gasuitlaat), 9-
Montageflens, 10-Netsnoer met stekker, 11-Benen
(steunen).
1
ALGEMENE VEREISTEN
2
BESCHRIJVING VAN DE VERWARMER
WAARSCHUWING: Voor verbranding kunnen uitsluitend
vaste brandstoffen vermeld in het tabel toegepast
worden. Het is verboden afval, brandstoffen van
onbekende afkomst, ongepaste/niet toegelaten
brandstoffen en vloeibare brandstoffen te verbranden.Het
is verboden om in de verbrandingskamer alle andere
voorwerpen of substanties te plaatsen die tot ongeval of
brand kunnen leiden.
Tekeningen 1. Luchtverwarmer constructiebeschrijving.
Voordat u de verwarmer monteert, dient u de vereisten
van deze gebruiksaanwijzing en de nationale en lokale
vereisten te kennen.
Toepassing van de bovenvermelde vereisten tijdens de
installatie en gebruik van de verwarmer garandeert het
verkrijgen van de vereiste warmteparameters en een lange,
veilige en defectloze werking.
Het is raadzaam om de installtieontwikkeling en de
montage te laten uitvoeren door een bevoegde
installatiebedrijf, die in overeenkomst met de
schoorsteenveger en de deskundige voor brandbeveiliging,
met bevestiging van de vereisten van deze
gebruiksaanwijzing, een schriftelijke beoordeling zullen
geven op het gebied van:
isolatie en draagvermogen van de basis in de buurt van de
verwarmerbehuizing,
vereisten betreffende de verwarmer en de ventilatie van de
ruimte, waarin de installatie voorzien wordt,
vereisten betreffende de installatie van de gasafvoer
(schoorsteen).
Bij de montage van de verwarmer, dienen de vereisten
van de geldende regels te worden nageleefd, maar de
schoorsteenveger of de deskundige voor brandbeveiliging
kan de bovenvermelde bepalingen wijzigen of aanvullen.
PLAATSING
Plaats het toestel op een gelijke, stabiele en brandvrije
basis met voldoende draagvermogen voor verplaatsing van
zijn last (volgens tabel 1). IN geval van onvoldoende
draagvermogen van de basis dienen er gepaste
handelingen (bv. Gebruik van platen om de last te
verspreiden) worden uitgevoerd om het vereiste
draagvermogen te verkrijgen.
De CT50P-verwarmer kan uitsluitend tot een individuele
schoorsteen worden aangesloten.
De schoorsteen van de verwarmer dient tot de uitlaatsnoer
worden aangesloten zodat er dichtheid verzekerd wordt.
3
VEREISTEN BETREFFENDE DE MONTAGE
CT 50 P
NL
2
De schoorsteensnoer dient berekend te worden naar
de waarde van de lastbehoefte, massastroom en de
temperatuur van de uitlaatgassen volgens tabel 1. In geval
van toepassing van een bestaande schoorsteen, wanneer
de waarde van de last de waarde van tabel 1 overschrijdt,
dient de onderdruk houdende regelaar met de gegeven
waarde met nauwkeurigheid van +/- 2Pa te worden
voorzien.
Behoud van de schoorsteentrek binnen de aanbevolen
grenzen is één van de belangrijkste factoren die het
verkrijgen van geschikte technische en gebruiksparameters
van de verwarmer.
Bij bepaling van minimale afstanden dient het
ventilatorsysteem op het toestel te zijn geïnstalleerd. De
verwarmer dient zodanig te zijn geïnstalleerd dat hij niet
alleen aan de minimale afstanden voldoet, maar dat hij een
vrije luchtstroom tot het ventilatiesysteem en een uitstroom
van warme lucht uit het toestel verzekert.
VENTILATIE
De toepassing van individuele zuigventilatoren in de
nabijheid van de ruimte waar de verwarmer geïnstalleerd is,
kan onderdruk en niet controleerbare gassenuitlaat
veroorzaken van de verwarmer in de kamerruimte. In de
ruimte waar de verwarmer geïnstalleerd is, dient een
aantrekkende installatie van luchtstroom verzekerd zijn.
Deze installatie mag geen onderdruk in de kamerruimte
veroorzaken.
De installatie dient de luchtstroom te verzekeren in de
hoeveelheid niet kleiner dan 10m³/u. op 1 kW van de
geïnstalleerde nominale kracht van de verbrandingskamers
en niet kleiner dan 20m³/u. per persoon die permanent in de
kemerruimte zal verblijven.
De luchttralies dienen zodanig te zijn ontwikkeld zodat
ze niet verstopt raakt en zodat ze zodanig worden geplaatst
dat ze geen tochten veroorzaken. Zorgen voor de netheid
en de doorvoercapaciteit van de ventilatietralies zijn
verplichtingen voor de gebruiker.
Tralies voor inkomende luchtstroom op de behuizing
van de ventilator niet dichtstoppen.
De verwarmer mag niet gebruikt worden in ruimtes waar
stof, benzine, verdunners, verven of andere stomende licht
ontvlambare materialen aanwezig zijn. De werking van het
toestel kan tot ontploffing van deze substanties leiden.
Het toestel dient op afstand van de wand te worden
geplaatst volgens de geldende normen.
WAARSCHUWING: Indien er op de wanden van de
ruimte waar de installatie van de verwarmer voorzien is
brandbare materialen gemonteerd zijn, is het verboden
de verwarmer te installeren op kleinere afstanden
(gemeten vanaf externe vellen van de meest uitstekende
delen) dan die gegeven in tabel 2. De schoorsteenveger
en de deskundige voor brandveiligheid kunnen deze
bepalingen wijzigen of aanvullen.
WAARSCHUWING: In de ruimte waar de verwarmer
geïnstalleerd wordt en waar hij lucht opneemt voor de
verbranding met aantrekkende afvoer van gassen, en
ook in de rumte waar zich de inlaten voor gassen
bevinden, is de toepassing van zuigventilatororen
verboden.
Het toestel tijdens de werking niet bedekken
om gevaar voor overhitting of brandgevaar te
voorkomen.
MONTAGE VAN HET VENTILATIESYSTEEM
Het ventilatorsysteem is samen met het toestel in de
verpakking geleverd. De montage van de ventilator is
afgebeeld op tekening 2.
Plaats de ventilator (3) op één van de twee
montageflensen (9) van het wisselaarcorpus (2) volgens de
tekening. Draai de platen schroef met onderlegger(12), door
de montageopening in de behuizing van de ventilator, in de
montageflens (9).
Tekening 2. Montage van het ventilatorsysteem.
FUNCTIES
De CT50P-verwarmer is een verwarmingstoestel die
ruimtes verwarmt, waarin het zich bevindt. De warmte wordt
geproduceerd tijdens het proces van brandstofverbranding
en vrijgelaten in de ruimte door afgedwongen convectie en
natuurlijke convectie. De gemonteerde ventilatorsysteem
dwingt de luchtstroom door de buiswisselaar, waarin de
lucht verwarmd wordt. De verwarmde lucht wordt vrijgelaten
op de tweede zijde van het toestel in de kamerruimte.
Elk apart oppervlak van het toestel geeft aanvullende
warmte af door het proces van natuurlijke convectie.
Het is verboden het toestel buiten het gebouw te
installeren.
De CT50P-verwarmer is uitgerust met een grote asbak,
die asafval kan opslaan tijdens verbranding van ong. 3
verbrandingscycli. De asbak kan gemakkelijk geledigd
worden zodat de afval op een eenvoudige en veilige manier
kan worden verplaatst.
De uitlaat in het bovenste deel van het toestel dient om de
uitlaatgassen af te voeren en de schoorsteen aan te sluiten.
De deurtjes op de zijkant van het toestel laten een
eenvoudige lading van brandstof toe en verzekeren de
vereiste dichtheid.
De benen maken een stabiele plaatsing van het toestel op
de basis. Zij verplaatsen de volledige last van het toestel
met zijn uitrusting.
4
FUNKCJE
NL
3
CT 50 P
INSCHAKELING
Voeg brandstof aan het toestel toe via de deurtjes van het toestel
tot ong. 30cm hoogte vanaf de boden van de verbrandingsoven zodat
de deurtjes gemakkelijk gesloten kunnen worden en waarbij de
maximale capaciteit voor brandstof niet overschreden wordt.
Sluit de ventilator aan tot het elektrische net. Wees er zeker van,
dat de ventilator in werking is.
Steek de brandstof aan en sluit de deurtjes.
Om de hoeveelheid van de toegelaten lucht tot de
verbrandingskamer te vergroten, wordt er een uitschuiving (2-3cm) van
de asbak toegelaten.Podpal paliwo i zamknij drzwiczki.
MODUS VAN VERWARMING
Na inschakeling controleer de werking van het toestel. Voeg regelmatig
brandstof toe om de werkparameters te behouden. Laat het toestel niet aleen
zonder toezicht.
In geval er gemerkt wordt dat het toestel niet normaal werkt of defect is,
blus de brand. Verwijder de oorzaak voor abnormale werking of defect
(Zie tabel 1, fouten, oorzaken en oplossing)
ONSTAAN VAN VUUR DOOR ROET IN DE SCHOORSTEEN !!!
Het ontstaan van vuur door roet in de schoorsteen komt door de verzamelde
deeltjes van schoorsteenbedrading (uitlaat), die zich daar tijdens de werking
van de verwarmer hebben verzameld en door de schoorsteenveger niet
gereinigd waren.
IN geval van ontstaan van vuur in de schoorsteen dient u:
De brandweer te verwittigen, waarbij u de brandweer informeert wat er aan
de hand is en hoe de branweer tot het gegeven gebouw kan geraken.
De verbranding te doven door voorzichtig het brandmateriaal te verwijderen
en de oven naar behoren te sluiten..
De schoorsteenzeef te gebruiken: de zeef is een metalen net met
oogafmetingen ong. 2 x 10mm, het liefst van koper, gespreid op raam met
afmetingen 60 x 60 cm, met twee metalen handvaten. Beveiliging van de
schoorsteenuitlaat met de zeef en observatie van de lagere delen van de
schoorsteen of er geen gaten onstaan waardoor vuur zou kunnen gaan. Dat
voorkomt de verspreiding van het vuur. Bovendien verkleint de hete zeef de
schoorsteentrek en hierbij de intensiteit van roetverbranding.
Strooi keukenzout via de schoorsteenuitlaat op het brandende roet.
Schoorsteenbranden mogen niet worden gedooft met
wateromdat de plots koeling van de schoorsteen en de stoom
van het water kunnen het breken van de schoorsteen en de
verspreiding van de brand veroorzaken.
VENTILATIEMODUS
Om uitsluitend van de in het toestel gemonteerde ventilator gebruik
te maken, dient u hem tot de energievoorziening aan te sluiten.
Op het einde van het winterseizoen, schakel de verwarmer uit en
voer de gepaste onderhoudswerken uit.
Tabel 1. Fouten, oorzaken en oplossingen
Fouten Oorzaken Oplossingen
Wentilator
werkt niet
1. Het toestel is niet aangesloten
tot elektrische
energievoorziening.
2.Probleem met de spanning.
3. Beschadigde netsnoer.
4. Ventilator mechanisch
geblokkeerd.
5. Beschadigde ventilator.
1.1. Sluit aan tot de
energievoorziening.
2. Controller de spanning in
de pries.
3. Vervang de snoer.
4. Verwijder de blokkade.
5. Vervang de ventilator.
Er komt rook uit
het toestel in de
kamerruimte.
1. Lekke schoorsteeninstallatie.
2. Slechte of verstopte ventilatie
van de kamerruimte.
3. Volle asbak.
4. Het toestel/ventilator is
overhit, werkt niet of werkt niet
correct.
1. Isoleer
2. Verbeter of ontstop de
ventilatie.
3. Leeg de asbak. Reinig het
rooster.
4. Controleer de werking van
de ventilator. Indien de
ventilator niet werkt, dan zie
Fout Ventilator werkt niet.
Uit het toestel
lekt vloeistof.
1. Natte brandstof. 1. Gebruik droge brandstof.
OPGELET: EVENTUELE HERSTELLINGEN DIENEN TE
WORDEN UITGEVOERD DOOR EEN ERKENDE SERVICE DIE
DE ORIGINELE ONDERDELEN GEBRUIKT. HET IS VERBODEN
HET TOESTEL TE OPNEN EN TE MANIPULEREN BUITEN DE
UITVOERING VAN TOEZICHTSHANDELINGEN TIJDENS HET
ONDERHOUD.
5
HANDELINEN VAN DE GEBRUIKER
WAARSCHUWING:de verwarming dient aangesloten te zijn tot
een geaarde elektrische pries die beveiligd is met een
elektrische wisselschakelaar.
WAARSCHUWING:Trek de elektrische netsnoer nooit uit
wanneer het toestel heet is, omdat de verzamelde warmte-
energie in de wisselaar de ventilator en de warmtewisselaar kan
beschadigen.
WAARSCHUWING: de delen van de verwarmer–in het
bijzonder de externe delen–zijn tijdens hun werking heet en het
is raadzaam om voorzichtig te werk te gaan.
Indien de netsnoer beschadigd wordt, dient die door de
producent, specialistisch herstelbedrijf of door een gekwalificeerde
persoon te worden vervangen om gevaar te voorkomen.
Zorg ervoor dat de elektrische parameters van de bron van de
energievoorziening overeenkomstig zijn met de technische
gegevens in de gebruiksaanwijzing of de gegevens vermeld op het
informatiebord van het toestel.
De waarschuwingen vermeld in de gebruiksaanwijzing dienen
aandachtig te worden gelezen ondat ze richtlijnen betreffende
veilige installatie, gebruik en onderhoud bevatten.
De installatie dient volgens de nationaal geldende standaarden te
worden uitgevoerd waar ze zal worden gebruikt overeenkomstig
met de aanwijzingen van de producent en gekwalificeerd personeel
van het erkende service. Een fout in de installatie kan tot
verwondingen leiden waarvoor de producent niet aansprakelijk is.
Controleer de levering en haar inhoud. In geval van twijfel gebruik
het toestel niet en neem contact op met de verkoper.
Verpakking mag niet gelaten worden in de buurt van kinderen,
omdat zij een gevaar kan vormen.
De tralies van de luchtinlaat mogen niet geblokkeerd worden.
In geval van defect of foutmelding dient het toestel te worden
uitgeschakeld. Probeer het toestel niet zelf te herstellen, maat
verwittig hiervoor een erkende service.
Vanaf het moment dat u beslist het toestel uit te schakelen, zorg
ervoor dat alle andere onderdelen die voor gevaar kunnen zorgen
ook uitgeschakeld zijn..
Dit toestel mag enkel worden gebruikt waarvoor het dient te
worden gebruikt. Alle andere wijzen van gebruik worden
beschouwd als niet gepast, en zelfs gevaarlijk.
Zorg ervoor dat deze gebruiksaanwjzing altijd bij het toestel
aanwezig zal zijn..
Indien het toestel gemonteerd zal zijn op een plaats waar
inivaliden aanwezig zijn, dient het toestel zodanig gemonteerd te
worden dat de toegang ertoe eenvoudig is..
Enkel vaste brandstoffen vermeld in het tabel kunnen voor
verbranding gebruikt worden.
Het is verboden vuur te doven in de verbrandingskamer met
water.
Het is verboden om zelfstandig wijzigingen in de constructie van
de verwarmer aan te brengen..
Deze apparatuur is niet voor gebruik bestemd door personen
(inclusief kinderen) met fysieke, gevoels- of psychische
beperkingen, of door onervaren personen of personen die het
toestel niet kennen, tenzij dit onder toezicht geschiedt of volgend de
voorschriften van de gebruiksaanwijzing, gegeven door personen
die verantwoordelijk zijn voor hun veligheid.
Let op de kinderen zodat ze met het toestel niet spelen.
Om correcte functionering en een gepast onderhoud van het
toestel te garanderen, is het raadzaam om een erkende service ten
minste een keer per jaar periodieke onderhoudswerken te laten
uitvoeren en dit liefst op het einde van het winterseizoen.
Alle werken aan het toestel, mogen uitsluitend uitgevoerd worden
wanneer het toestel koud is.
Reiniging van de wisselaar op het einde van het wintersezoen
U dient op de volgende wijze te handelen:
De elementen van de wisselaar dienen gereinigd te worden met
een kleine borstel.
Het roet, die van de vervangelemeten in de verbrandingsoven kon
loskomen, deinen met de aspirator gezuigd te worden.
Vervang het rooster indien het vervormd is.
Reinig de externe oppervlakte van de wisselaar.
Reinigen van schoorsteenbuizen
De mogelijk ontstane hindernissen en/of ontstane roet verzameld in
de schoorsteenbuizen, dienen te worden verwijderd.
De luchtventilator
Dient gereinigd te worden met een borsteltje of met perslucht.
6
AANBEVELINGEN
7
BASIS ONDERHOUDSHANDELINGEN
Tabel 2. Technische gegevens,
C-Condensator, M-motor.
LUCHTVERWARMER
CT 50 P
NL
4
CT50P
Nominale warmtesterkte brutto
50,0 kW
Nominale warmtesterkte netto
30,2 kW
Luchtstroom
1200 m
3
/h
Luchtspanning
40 Pa
Vaste brandbaarheid bij nominale sterkte
1,00 h
Duurzaamheid van verbranding bij gereduceerde sterkte
5,0 h
Eenmalige bevoorrading van brandstof (hout)
~15,0 kg
Effectiviteit van nominale sterkte
60,74%
CO-uitstoot (13% O
2
)
0,5%
Stroom van gasmassa
38,89[g/s]
Gemiddelde temperatuur van uitlaatgassen 360°
°°
°C
Afstand van brandbare delen en het toestel
1,50 m
Afstand van brandbare delen en de zijde van uitlaat van warme lucht
van het toestel
2,00 m
-bij nominale sterkte
12 Pa
Schoorsteentrek:
-bij gereduceerde last
6 Pa
-buitenmaten (br.x ho.x diept.)
1315 x 1190 x 775 mm
Dimensies:
-diameter van uitlaat voor gassen φ
φφ
φ
z
148 mm
Verwarmingsmassa:
302 kg
-soort
Polana drzew liściastych: buk,
grab, dąb, olcha, brzoza itp.
Brandstof:
-vochtigheid <
<<
< 20%
Wisselspanning
230V ~50Hz
Wisselstroom
0,6 A

Documenttranscriptie

CT 50 50 P BG CZ DE EE FR GB HR HU IT LT NL PL RO RU SK 4517.531 ver. III 11.2010 Нагревател за въздух Kamna na pevná paliva Lufterhitzer Õhusoojendi Appareil de chauffage d’air Air heater Grijač zraka Léghevítő Caldaia dell’aria Oro šildytuvas Luchtverwarmer Nagrzewnica powietrza Încălzitor de aer Нагреватель воздуха Ohrievač vzduchu Инструкция за употреба Návod k obsluze Betriebsanleitung Kasutus- ja hooldusjuhend Mode D’emploi Owner manual Instrukcija za uporabu Kezelési utasitás Manuale operativo Naudojimo instrukcijos Bedieningshandleiding Instrukcja obsługi Instrucţie de folosire Инструкция По Зксплуатации Návod na použitie NL 1 CT 50 P 1 ALGEMENE VEREISTEN Voordat u het toestel begint te installeren en te gebruiken, dient u de aanbevelingen in deze gebruiksaanwijzing te lezen en toe te passen, een veilige en correcte werking van de verwarmer zal garanderen. Nationale en locale regels en normen betreffende installatie en gebruik dienen te worden nageleefd. Het is raadzaam om om de keuze van de grootte en montage van de verwarmer over te laten aan een bevoegd installatiebedrijf en de ontvangst van de installatie aan een prfessionele schoorsteenveger. Tekeningen 1. Luchtverwarmer constructiebeschrijving. 2 BESCHRIJVING VAN DE VERWARMER De verwarmer voldoet aan de vereisten van de ON – EN 13240: 2008-norm Verwarmers van Interieuren op Vaste Brandstoffen. Eisen en Onderzoeken, geharmoniseerd met EU-Directief Bouwproducten (89/106/EG) Overeenkomstig met de verdeling volgens PN – EN 13240 : 2008 wordt de verwarmer tot de categorie “1A” van toestellen gerekend, manueel te laden, vrijstaand met gesloten branddeurtjes. Het is een toestel van periodieke verbranding. De luchtverwamer is bestemd om lucht te verwarmer in nietbewoonbare ruimtes als basis of aanvullende bron van warmte. Het gebruiksbereik van de warmte verzekert de verwarming van ruimtes met oppervlakte tot 300m². bij verbranding met brandhout. WAARSCHUWING: Voor verbranding kunnen uitsluitend vaste brandstoffen vermeld in het tabel toegepast worden. Het is verboden afval, brandstoffen van onbekende afkomst, ongepaste/niet toegelaten brandstoffen en vloeibare brandstoffen te verbranden.Het is verboden om in de verbrandingskamer alle andere voorwerpen of substanties te plaatsen die tot ongeval of brand kunnen leiden. De luchtverwarmer met de basisafmetingen en de constructiebeschrijving kunt u zien op tekening 1. De verwarmer bestaat uit staal gelaste constructiecorpora van de verbrandingskamer (1) en de wisselaar (2), met schroeven aan elkaar verbonden. Op één van de zijden van de wisselaar is het ventilatorsysteem gemonteerd (3) die de luchtstroom genereert. Het corpus van de verbrandingskamer bestaat uit twee delen: deel voor verbranding en deel voor assen. Het deel van verbranding bestaat uit vuurvaste chamotte isolatie (4). Op één van de wanden is er een vultrechterdie gesloten kan worden met deurtjes (5), die vulling van de verbrandingskamer mogelijk maakt. In het benedendeel van de verbrandingskamer is er een gietijzeren rooster (6) die de verbrandingskamer van de askamer scheidt. In de askamer is er een schuifbare asbak van buiten geplaatst (7) om as en verbrandingsafval te verzamelen. De nodige lucht voor verbranding wordt voorzien door de askamer bij zijn onvolledige invoeging en door de kier tussen de frontale wand van de opvulling en het benedendeel van de deurtjes. In het benedendeel van het corpus van de varbrandingskamer bevinden zich de benen (11) van het toestel. Beschrijving voor tek. 1. 1-Corpus van de verbrandingskamer, 2-Corpus van de wisselaar, 3-Ventilatorsysteem, 4-Isolatie, 5-Deurtjes, 6Rooster, 7-Asbak, 8-Schoorsteen (gasuitlaat), 9Montageflens, 10-Netsnoer met stekker, 11-Benen (steunen). 3 VEREISTEN BETREFFENDE DE MONTAGE Voordat u de verwarmer monteert, dient u de vereisten van deze gebruiksaanwijzing en de nationale en lokale vereisten te kennen. Toepassing van de bovenvermelde vereisten tijdens de installatie en gebruik van de verwarmer garandeert het verkrijgen van de vereiste warmteparameters en een lange, veilige en defectloze werking. Het is raadzaam om de installtieontwikkeling en de montage te laten uitvoeren door een bevoegde installatiebedrijf, die in overeenkomst met de schoorsteenveger en de deskundige voor brandbeveiliging, met bevestiging van de vereisten van deze gebruiksaanwijzing, een schriftelijke beoordeling zullen geven op het gebied van: • isolatie en draagvermogen van de basis in de buurt van de verwarmerbehuizing, • vereisten betreffende de verwarmer en de ventilatie van de ruimte, waarin de installatie voorzien wordt, • vereisten betreffende de installatie van de gasafvoer (schoorsteen). Bij de montage van de verwarmer, dienen de vereisten van de geldende regels te worden nageleefd, maar de schoorsteenveger of de deskundige voor brandbeveiliging kan de bovenvermelde bepalingen wijzigen of aanvullen. PLAATSING Plaats het toestel op een gelijke, stabiele en brandvrije basis met voldoende draagvermogen voor verplaatsing van zijn last (volgens tabel 1). IN geval van onvoldoende draagvermogen van de basis dienen er gepaste handelingen (bv. Gebruik van platen om de last te verspreiden) worden uitgevoerd om het vereiste draagvermogen te verkrijgen. De CT50P-verwarmer kan uitsluitend tot een individuele schoorsteen worden aangesloten. De schoorsteen van de verwarmer dient tot de uitlaatsnoer worden aangesloten zodat er dichtheid verzekerd wordt. CT 50 P De schoorsteensnoer dient berekend te worden naar de waarde van de lastbehoefte, massastroom en de temperatuur van de uitlaatgassen volgens tabel 1. In geval van toepassing van een bestaande schoorsteen, wanneer de waarde van de last de waarde van tabel 1 overschrijdt, dient de onderdruk houdende regelaar met de gegeven waarde met nauwkeurigheid van +/- 2Pa te worden voorzien. Behoud van de schoorsteentrek binnen de aanbevolen grenzen is één van de belangrijkste factoren die het verkrijgen van geschikte technische en gebruiksparameters van de verwarmer. WAARSCHUWING: Indien er op de wanden van de ruimte waar de installatie van de verwarmer voorzien is brandbare materialen gemonteerd zijn, is het verboden de verwarmer te installeren op kleinere afstanden (gemeten vanaf externe vellen van de meest uitstekende delen) dan die gegeven in tabel 2. De schoorsteenveger en de deskundige voor brandveiligheid kunnen deze bepalingen wijzigen of aanvullen. NL 2 MONTAGE VAN HET VENTILATIESYSTEEM Het ventilatorsysteem is samen met het toestel in de verpakking geleverd. De montage van de ventilator is afgebeeld op tekening 2. Plaats de ventilator (3) op één van de twee montageflensen (9) van het wisselaarcorpus (2) volgens de tekening. Draai de platen schroef met onderlegger(12), door de montageopening in de behuizing van de ventilator, in de montageflens (9). Tekening 2. Montage van het ventilatorsysteem. Bij bepaling van minimale afstanden dient het ventilatorsysteem op het toestel te zijn geïnstalleerd. De verwarmer dient zodanig te zijn geïnstalleerd dat hij niet alleen aan de minimale afstanden voldoet, maar dat hij een vrije luchtstroom tot het ventilatiesysteem en een uitstroom van warme lucht uit het toestel verzekert. VENTILATIE WAARSCHUWING: In de ruimte waar de verwarmer geïnstalleerd wordt en waar hij lucht opneemt voor de verbranding met aantrekkende afvoer van gassen, en ook in de rumte waar zich de inlaten voor gassen bevinden, is de toepassing van zuigventilatororen verboden. De toepassing van individuele zuigventilatoren in de nabijheid van de ruimte waar de verwarmer geïnstalleerd is, kan onderdruk en niet controleerbare gassenuitlaat veroorzaken van de verwarmer in de kamerruimte. In de ruimte waar de verwarmer geïnstalleerd is, dient een aantrekkende installatie van luchtstroom verzekerd zijn. Deze installatie mag geen onderdruk in de kamerruimte veroorzaken. De installatie dient de luchtstroom te verzekeren in de hoeveelheid niet kleiner dan 10m³/u. op 1 kW van de geïnstalleerde nominale kracht van de verbrandingskamers en niet kleiner dan 20m³/u. per persoon die permanent in de kemerruimte zal verblijven. De luchttralies dienen zodanig te zijn ontwikkeld zodat ze niet verstopt raakt en zodat ze zodanig worden geplaatst dat ze geen tochten veroorzaken. Zorgen voor de netheid en de doorvoercapaciteit van de ventilatietralies zijn verplichtingen voor de gebruiker. Het toestel tijdens de werking niet bedekken om gevaar voor overhitting of brandgevaar te voorkomen. Tralies voor inkomende luchtstroom op de behuizing van de ventilator niet dichtstoppen. De verwarmer mag niet gebruikt worden in ruimtes waar stof, benzine, verdunners, verven of andere stomende licht ontvlambare materialen aanwezig zijn. De werking van het toestel kan tot ontploffing van deze substanties leiden. Het toestel dient op afstand van de wand te worden geplaatst volgens de geldende normen. 4 FUNKCJE FUNCTIES • De CT50P-verwarmer is een verwarmingstoestel die ruimtes verwarmt, waarin het zich bevindt. De warmte wordt geproduceerd tijdens het proces van brandstofverbranding en vrijgelaten in de ruimte door afgedwongen convectie en natuurlijke convectie. De gemonteerde ventilatorsysteem dwingt de luchtstroom door de buiswisselaar, waarin de lucht verwarmd wordt. De verwarmde lucht wordt vrijgelaten op de tweede zijde van het toestel in de kamerruimte. Elk apart oppervlak van het toestel geeft aanvullende warmte af door het proces van natuurlijke convectie. • Het is verboden het toestel buiten het gebouw te installeren. • De CT50P-verwarmer is uitgerust met een grote asbak, die asafval kan opslaan tijdens verbranding van ong. 3 verbrandingscycli. De asbak kan gemakkelijk geledigd worden zodat de afval op een eenvoudige en veilige manier kan worden verplaatst. • De uitlaat in het bovenste deel van het toestel dient om de uitlaatgassen af te voeren en de schoorsteen aan te sluiten. • De deurtjes op de zijkant van het toestel laten een eenvoudige lading van brandstof toe en verzekeren de vereiste dichtheid. • De benen maken een stabiele plaatsing van het toestel op de basis. Zij verplaatsen de volledige last van het toestel met zijn uitrusting. NL 3 5 CT 50 P HANDELINEN VAN DE GEBRUIKER INSCHAKELING Voeg brandstof aan het toestel toe via de deurtjes van het toestel tot ong. 30cm hoogte vanaf de boden van de verbrandingsoven zodat de deurtjes gemakkelijk gesloten kunnen worden en waarbij de maximale capaciteit voor brandstof niet overschreden wordt. Sluit de ventilator aan tot het elektrische net. Wees er zeker van, dat de ventilator in werking is. WAARSCHUWING:de verwarming dient aangesloten te zijn tot een geaarde elektrische pries die beveiligd is met een elektrische wisselschakelaar. Steek de brandstof aan en sluit de deurtjes. Om de hoeveelheid van de toegelaten lucht tot de verbrandingskamer te vergroten, wordt er een uitschuiving (2-3cm) van de asbak toegelaten.Podpal paliwo i zamknij drzwiczki. WAARSCHUWING:Trek de elektrische netsnoer nooit uit wanneer het toestel heet is, omdat de verzamelde warmteenergie in de wisselaar de ventilator en de warmtewisselaar kan beschadigen. MODUS VAN VERWARMING Na inschakeling controleer de werking van het toestel. Voeg regelmatig brandstof toe om de werkparameters te behouden. Laat het toestel niet aleen zonder toezicht. In geval er gemerkt wordt dat het toestel niet normaal werkt of defect is, blus de brand. Verwijder de oorzaak voor abnormale werking of defect (Zie tabel 1, fouten, oorzaken en oplossing) WAARSCHUWING: de delen van de verwarmer–in het bijzonder de externe delen–zijn tijdens hun werking heet en het is raadzaam om voorzichtig te werk te gaan. ONSTAAN VAN VUUR DOOR ROET IN DE SCHOORSTEEN !!! Het ontstaan van vuur door roet in de schoorsteen komt door de verzamelde deeltjes van schoorsteenbedrading (uitlaat), die zich daar tijdens de werking van de verwarmer hebben verzameld en door de schoorsteenveger niet gereinigd waren. IN geval van ontstaan van vuur in de schoorsteen dient u: • De brandweer te verwittigen, waarbij u de brandweer informeert wat er aan de hand is en hoe de branweer tot het gegeven gebouw kan geraken. • De verbranding te doven door voorzichtig het brandmateriaal te verwijderen en de oven naar behoren te sluiten.. • De schoorsteenzeef te gebruiken: de zeef is een metalen net met oogafmetingen ong. 2 x 10mm, het liefst van koper, gespreid op raam met afmetingen 60 x 60 cm, met twee metalen handvaten. Beveiliging van de schoorsteenuitlaat met de zeef en observatie van de lagere delen van de schoorsteen of er geen gaten onstaan waardoor vuur zou kunnen gaan. Dat voorkomt de verspreiding van het vuur. Bovendien verkleint de hete zeef de schoorsteentrek en hierbij de intensiteit van roetverbranding. • Strooi keukenzout via de schoorsteenuitlaat op het brandende roet. • Schoorsteenbranden mogen niet worden gedooft met wateromdat de plots koeling van de schoorsteen en de stoom van het water kunnen het breken van de schoorsteen en de verspreiding van de brand veroorzaken. VENTILATIEMODUS Om uitsluitend van de in het toestel gemonteerde ventilator gebruik te maken, dient u hem tot de energievoorziening aan te sluiten. Op het einde van het winterseizoen, schakel de verwarmer uit en voer de gepaste onderhoudswerken uit. Tabel 1. Fouten, oorzaken en oplossingen Fouten Wentilator werkt niet Er komt rook uit het toestel in de kamerruimte. Oorzaken 1. Het toestel is niet aangesloten tot elektrische energievoorziening. 2.Probleem met de spanning. 3. Beschadigde netsnoer. 4. Ventilator mechanisch geblokkeerd. 5. Beschadigde ventilator. 1. Lekke schoorsteeninstallatie. 2. Slechte of verstopte ventilatie van de kamerruimte. 3. Volle asbak. 4. Het toestel/ventilator is overhit, werkt niet of werkt niet correct. Uit het toestel 1. Natte brandstof. lekt vloeistof. Oplossingen 1.1. Sluit aan tot de energievoorziening. 2. Controller de spanning in de pries. 3. Vervang de snoer. 4. Verwijder de blokkade. 5. Vervang de ventilator. 1. Isoleer 2. Verbeter of ontstop de ventilatie. 3. Leeg de asbak. Reinig het rooster. 4. Controleer de werking van de ventilator. Indien de ventilator niet werkt, dan zie Fout Ventilator werkt niet. 1. Gebruik droge brandstof. OPGELET: EVENTUELE HERSTELLINGEN DIENEN TE WORDEN UITGEVOERD DOOR EEN ERKENDE SERVICE DIE DE ORIGINELE ONDERDELEN GEBRUIKT. HET IS VERBODEN HET TOESTEL TE OPNEN EN TE MANIPULEREN BUITEN DE UITVOERING VAN TOEZICHTSHANDELINGEN TIJDENS HET ONDERHOUD. Indien de netsnoer beschadigd wordt, dient die door de producent, specialistisch herstelbedrijf of door een gekwalificeerde persoon te worden vervangen om gevaar te voorkomen. Zorg ervoor dat de elektrische parameters van de bron van de energievoorziening overeenkomstig zijn met de technische gegevens in de gebruiksaanwijzing of de gegevens vermeld op het informatiebord van het toestel. 6 AANBEVELINGEN • De waarschuwingen vermeld in de gebruiksaanwijzing dienen aandachtig te worden gelezen ondat ze richtlijnen betreffende veilige installatie, gebruik en onderhoud bevatten. • De installatie dient volgens de nationaal geldende standaarden te worden uitgevoerd waar ze zal worden gebruikt overeenkomstig met de aanwijzingen van de producent en gekwalificeerd personeel van het erkende service. Een fout in de installatie kan tot verwondingen leiden waarvoor de producent niet aansprakelijk is. • Controleer de levering en haar inhoud. In geval van twijfel gebruik het toestel niet en neem contact op met de verkoper. • Verpakking mag niet gelaten worden in de buurt van kinderen, omdat zij een gevaar kan vormen. • De tralies van de luchtinlaat mogen niet geblokkeerd worden. • In geval van defect of foutmelding dient het toestel te worden uitgeschakeld. Probeer het toestel niet zelf te herstellen, maat verwittig hiervoor een erkende service. • Vanaf het moment dat u beslist het toestel uit te schakelen, zorg ervoor dat alle andere onderdelen die voor gevaar kunnen zorgen ook uitgeschakeld zijn.. • Dit toestel mag enkel worden gebruikt waarvoor het dient te worden gebruikt. Alle andere wijzen van gebruik worden beschouwd als niet gepast, en zelfs gevaarlijk. • Zorg ervoor dat deze gebruiksaanwjzing altijd bij het toestel aanwezig zal zijn.. • Indien het toestel gemonteerd zal zijn op een plaats waar inivaliden aanwezig zijn, dient het toestel zodanig gemonteerd te worden dat de toegang ertoe eenvoudig is.. • Enkel vaste brandstoffen vermeld in het tabel kunnen voor verbranding gebruikt worden. • Het is verboden vuur te doven in de verbrandingskamer met water. • Het is verboden om zelfstandig wijzigingen in de constructie van de verwarmer aan te brengen.. • Deze apparatuur is niet voor gebruik bestemd door personen (inclusief kinderen) met fysieke, gevoels- of psychische beperkingen, of door onervaren personen of personen die het toestel niet kennen, tenzij dit onder toezicht geschiedt of volgend de voorschriften van de gebruiksaanwijzing, gegeven door personen die verantwoordelijk zijn voor hun veligheid. • Let op de kinderen zodat ze met het toestel niet spelen. 7 BASIS ONDERHOUDSHANDELINGEN Om correcte functionering en een gepast onderhoud van het toestel te garanderen, is het raadzaam om een erkende service ten minste een keer per jaar periodieke onderhoudswerken te laten uitvoeren en dit liefst op het einde van het winterseizoen. Alle werken aan het toestel, mogen uitsluitend uitgevoerd worden wanneer het toestel koud is. Reiniging van de wisselaar op het einde van het wintersezoen U dient op de volgende wijze te handelen: • De elementen van de wisselaar dienen gereinigd te worden met een kleine borstel. • Het roet, die van de vervangelemeten in de verbrandingsoven kon loskomen, deinen met de aspirator gezuigd te worden. • Vervang het rooster indien het vervormd is. • Reinig de externe oppervlakte van de wisselaar. Reinigen van schoorsteenbuizen De mogelijk ontstane hindernissen en/of ontstane roet verzameld in de schoorsteenbuizen, dienen te worden verwijderd. De luchtventilator Dient gereinigd te worden met een borsteltje of met perslucht. LUCHTVERWARMER CT 50 P Tabel 2. Technische gegevens, CT50P Nominale warmtesterkte brutto 50,0 kW Nominale warmtesterkte netto 30,2 kW 3 1200 m /h Luchtstroom Luchtspanning 40 Pa Vaste brandbaarheid bij nominale sterkte 1,00 h Duurzaamheid van verbranding bij gereduceerde sterkte 5,0 h Eenmalige bevoorrading van brandstof (hout) ~15,0 kg 60,74% Effectiviteit van nominale sterkte CO-uitstoot (13% O2) 0,5% Stroom van gasmassa 38,89[g/s] Gemiddelde temperatuur van uitlaatgassen 360°°C Afstand van brandbare delen en het toestel 1,50 m Afstand van brandbare delen en de zijde van uitlaat van warme lucht van het toestel 2,00 m Schoorsteentrek: Dimensies: -bij nominale sterkte 12 Pa -bij gereduceerde last 6 Pa -buitenmaten (br.x ho.x diept.) -diameter van uitlaat voor gassen φz 148 mm 302 kg Verwarmingsmassa: Brandstof: 1315 x 1190 x 775 mm Polana drzew liściastych: buk, grab, dąb, olcha, brzoza itp. -soort -vochtigheid < 20% 230V ~50Hz Wisselspanning 0,6 A Wisselstroom C-Condensator, M-motor. NL 4
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Master CT 50 P de handleiding

Type
de handleiding