18
NL
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
OPGELET: Gelieve alle instructies te lezen en na te leven voordat u
de ventilator gaat gebruiken.
Gelieve de ventilator enkel te gebruiken volgens de gegeven
beschrijving in de gebruiksaanwijzing.
1. Controleer of het netsnoer volledig intact is. Indien de
aangesloten spanningskabel beschadigt raakt, om het gevaar te
vermijden, dient deze door de producent of een specialistische
klantendienst of een bevoegde persoon gewisseld worden.
Controleer of de elektriciteitsspecificaties van het stopcontact
overeenkomen met de specificaties in de gebruiksaanwijzing of
op het typeplaatje van het apparaat.
2. Let vooral op wanneer het toestel gebruikt wordt in de nabijheid
van kinderen, ouderen of dieren.
3. Schakel de ventilator altijd uit na het gebruik, voor de reiniging
of de verplaatsing ervan.
4. Steek geen vingers of andere objecten in de ventilatorbehuizing.
5. Schakel de ventilator niet aan op plaatsen waar brandstof, verf
of andere makkelijk ontvlambare vloeistoffen gebruikt of
bewaard worden.
6. Plaats de ventilator niet in de nabijheid van vlammen, kookgerei
of verwarmingstoestellen, of warme ruimtes.
7. Ventilator dient niet in natte of vochtige plaatsen te worden
gebruikt. Plaats de ventilator nooit op plaatsen waar hij in de
badkuip of een andere reservoir met water kan vallen.
8. Gebruikt altijd op een droge en gelijke vlak.
9. Laat nooit toe, dat de netsnoer op de rand van de stoel od lade
hangt.
10. Plaats de snoer op een plaats waar u er niet om zou struikelen..
11. Plaats de netsnoer nooit onder een tapijt.
12. Om de voeding uit te schakelen, trek de stekker uit de pries.
Trek nooit aan de snoer.
13. De ventilator mag nooit buiten worden gebruikt.
14. Schakel de ventilator niet aan wanneer de behuizing niet juist
gemonteerd is.
15. Bedek de ventilator niet als deze aanstaat.
16. Laat de ventilator niet zonder toezicht aanstaan.
GEBRUIKSAANWIJZING
Om de luchtstroom naar boven of beneden te sturen: Stuur het
ventilatorhoofd in de gewenste hoek.
Snelheidscontrole: Zet de SCHAKELAAR in de positie LOW,
MEDIUM,of HIGH om de gewenste snelheid te bekomen..
1. Na langdurige werking is het normaal dat de motor warm
aanvoelt bij aanraking.
2. De ventilator bevat een toestel voor automatische uitschakeling
in geval van overhitting, dat de ventilator zelfstandig zal
uitschakelen in geval van overhitting door eender welke reden.
Indien dat gebeurt, dan dient de ventilator onmiddellijk van de
energievoorziening te worden getrokken.
ONDERHUOD
1. Voordat u de ventilator reinigt, schakel die uit en trek de stekker
uit de pries.
2. Om de ventilator schoon te maken, gebruik een zacht doek om de
stof af te vegen. Indien de ventilator heel vuil is, gebruik een vochtig
doek een veeg totdat het oppervlak droog is. Gebruik geen enkele
wasmiddelen, verstuivers of andere chemische producten, omdat die
het plastic zullen beschadigen.
3. Bewaar de ventilator in de originele verpakking in een verluchte en
droge plaats.
4. De lager zijn permanent gesloten en hoeven geen aanvullende
smering.
OPGELET
Gebruik de ventilator niet indien de snoer of de stekker beschadigd is,
na het defect van het toestel of wanneer iemand het heeft laten vallen
of beschadigd heeft.
Gebruik geen verlengsnoer voor dit toestel!
Om brand-of elektrocutiegevaar te verkleinen, gebruik dit product niet
samen met het vaste toestel voor snelheidscontrole.
OPGELET:
Automatisch gestuurd toestel – om het risico op een verwonding te
verkleinen, trek de netsnoer uit voor u aan het onderhoud begint.
Deze apparatuur is niet besteemd voor personen (waarin ook
kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke en psychische
vaardigheden of personen die geen ervaring met of kennis van deze
apparatuur hebben, mits het onder toezicht of volgens
gebruiksaanwijzing, die door de personen die voor de veiligheid van
deze apparatuur zijn verantwoordelijk plaatsvindt.
Het is verboden om kinderen alleen met de apparatuur te verlaten.
Montage aan de wand – Afb. 1
1. Bevestig de trommelventilator aan de wand met behulp van de
montagebeugel (5) die met het apparaat wordt geleverd. U kunt ook
gebruik maken van schroeven en blokkeerpennen die zijn afgestemd
op het montageoppervlak.
2. Hang de ventilator op aan twee montagebeugels (9) – zie
afbeelding. Draai de montagebeugels goed vast met behulp van
stelschroeven.
3. Bevestig de veiligheidskabel (4) aan de wand.
Montage aan het plafond – Afb. 2
1. Bevestig de trommelventilator aan het plafond behulp van de
montagebeugel (5) die met het apparaat wordt geleverd. U kunt ook
gebruik maken van schroeven en blokkeerpennen die zijn afgestemd
op het gegeven oppervlak van het plafond.
2. Hang de ventilator op aan drie montagebeugels (9) – zie
afbeelding. Draai de montagebeugels goed vast met behulp van
stelschroeven.
3. Bevestig de veiligheidskabel (4) aan het plafond.
Bediening – Afb. 3
Zet de schakelaar (6) in de juiste stand:
1. De ventilator starten.
2. Hoog toerental.
3. Maximum toerental.
Om de ventilator in de gewenste hoek te zetten, dient deze te worden
gedraaid met behulp van de draaias (1) en/of gekanteld met behulp
van de kantelas (2). De instelhoek van de ventilator kan met 360
o
worden aangepast.
Trek de stekker uit het stopcontact indien het apparaat wordt
gereinigd of indien het apparaat gedurende een langere periode niet
zal worden gebruikt.