DCM267N
00 (04/11/2008) 10 Velleman
®
METEN VAN AC-/DC-SPANNING
• Koppel het rode meetsnoer aan de V °C/°F-ingangsbus [10] en het
zwarte meetsnoer aan de COM-ingangsbus [9].
• Plaats de functieschakelaar [3] op
.
• Kies tussen AC- en DC-spanning met de MODE-toets [5].
• Sluit de sondes in parallel aan het te meten circuit.
• Lees de waarde en de polariteit van het rode meetsnoer van de display
[8] af.
METEN VAN AC-STROOM
• Zorg ervoor dat er geen enkel meetsnoer aan ingangsbussen [9][10] is
aangesloten.
• Plaats de functieschakelaar [3] op het gewenste bereik (40, 400 or
1000 A). Indien u het bereik niet kent, start de meting op het hoogste
bereik en kies het gepaste bereik aan de hand van de eerste
meetresultaten.
• Open de kaken [1] met de trekker [2] en sluit een enkele geleider
volledig tussen de kaken. Laat de trekker [2] los. Het meten van
meerdere geleiders tegelijkertijd geeft een verkeerde uitlezing weer.
• Lees de waarde van het rode meetsnoer van de display [8] af.
METEN VAN WEERSTAND, DOORVERBINDING, EEN DIODE EN CAPACITEIT
• Koppel het rode meetsnoer aan de V °C/°F-ingangsbus [10] en het
zwarte meetsnoer aan de COM-ingangsbus [9].
• Plaats de functieschakelaar [3] op
.
• Voor de weerstand- en doorverbindingstest, druk op de MODE-toets [5]
tot op de display verschijnt. Koppel de meetsnoeren aan de weerstand
en lees de waarde van de display [8] af. Ontkoppel een zijde van het te
meten circuit om storingen te vermijden. Bij een goede doorverbinding
piept de multimeter.
• Voor de diodetest, druk op de MODE-toets [5] tot
op de display
verschijnt. Een goede diode heeft een directe spanning tussen 0,4 ~
0,7 V. Bij een omgekeerde aansluiting en bij een open diode verschijnt
‘OL’, bij een kortsluiting in de diode verschijnt een waarde van ‘± 0 mV’.
Opmerkingen
: directe DC-stroom: ± 0,3 mA
spanning open circuit: ± 1,5 V
• Voor de capaciteitstest, druk op de MODE-toets [5] tot F op de display
verschijnt. in the display. Let op: ontkoppel eerst de voeding naar het te
meten circuit (ook de batetrijen) en ontlaad alle condensatoren! Sluit de
sondes aan de te meten condensator en lees de waarde van de display
[8] af.
METEN VAN FREQUENTIE EN DE DUTY CYCLE
• Koppel het rode meetsnoer aan de V °C/°F-ingangsbus [10] en het
zwarte meetsnoer aan de COM-ingangsbus [9].
• Plaats de functieschakelaar [3] op Hz·%. Selecteer Hz of % met de
Hz/%-toets [6]. Uw keuze wordt op de display [8] weergegeven.
• Sluit de sondes aan de te meten condensator en lees de waarde van de
display [8] af.
METEN VAN DE TEMPERATUUR
• Plaats de functieschakelaar [3] op °C·°F. Selecteer °C of °F met de
MODE-toets [5]. Uw keuze wordt op de display [8] weergegeven.
• Koppel de positieve zijde van de temperatuursonde aan de V °C/°F-
ingangsbus [10] en de negatieve zijde aan de COM-ingangsbus [9].
• Houd de temperatuursonde gedurende ± 30 seconden tegen het te
meten object en lees de waarde van de display [8] af.