Facom 712A de handleiding

Categorie
Meten, testen
Type
de handleiding
27
GARANTIE
De garantie dekt dit apparaat tegen gebreken aan deonderdelen en arbeidskosten
gedurende één jaar. Indien gedurende het jaar volgend op de leveringsdatum zich een
probleem voordoet, wordt het apparaat op kosten van de koper teruggezonden naar de
fabriek, waar het zal worden gerepareerd, afgesteld of vervangen zonder kosten voor
dekoper.Dezegarantiegeldtnietvoordeaccessoires,zoalsdebatterijen.Ingevalvan
een probleem veroorzaakt door een verkeerd gebruik of abnormale gebruiksvoorwaarden
wordt voor de reparatie het gebruikelijke tarief in rekening gebracht.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
DitapparaatbeantwoordtaandenormCEI61010voorelektronischemeetapparatuur
met de meetcategorie (CAT III 600 V) en verontreinigingsniveau 2.
Let op
Volg, om elektrische schokken of letsel te voorkomen, de volgende instructies:
• Gebruikhetapparaatnietalshetbeschadigdis.Inspecteerhetkastje,alvorenshet
apparaat te gebruiken. Controleer vooral de isolatie rond de klemmen.
• Controleerofdeisolatievandetestdradennietbeschadigdisenofdemetalendelen
niet bloot liggen. Controleer de continuïteit van de testdraden. Vervang de beschadigde
testdraden alvorens het apparaat te gebruiken.
• Gebruikhetapparaatnietindienditnietgoedwerkt.Debeschermingzouhierdoor
aangetast kunnen worden. Laat in geval van twijfel het apparaat repareren.
• Gebruikhetapparaatnietineenomgevingmetontploffingsgevaar(aanwezigheidvan
gas,dampenofstof).Gebruikhetooknietineenvochtigeomgeving.
• Detussendeklemmenoftusseneenklemendeaardetoegepastespanningmagniet
hoger zijn dan de op het apparaat vermelde nominale spanning.
•
Controleer vóór gebruik de werking van het apparaat door een bekende spanning te meten.
• Gebruik,wanneerhetapparaatgerepareerdmoetworden,uitsluitenddeaangegeven
reserveonderdelen.
•
Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen wanneer u met spanningen werkt van meer dan
60VDC,30VACeffof42Vpiek.Dezespanningenkunnenelektrischeschokkenveroorzaken.
• Beschermtijdenshetgebruikvandesondesuwvingersdoordezeachterdehiervoor
bedoelde bescherming op de sondes te houden.
• Sluiteerstdegemeenschappelijketestdraadaan,voordatudetestdraadaansluitdie
onder spanning staat. Maak bij het losmaken van de testdraden eerst de onder spanning
staande testdraad los.
• Verwijder, voordatu hetkastje of hetdekselvan het batterijvakje opent,eerstde
testdraden van het apparaat en maak de te testen geleider los uit de klauwen van de klem.
• Gebruikhetapparaatnietwanneerhetdekselvanhetbatterijvakjeopenisofwanneer
er delen van het kastje open of losgedraaid zijn.
• Omeenverkeerdafleesresultaattevoorkomendattotelektrischeschokkenofletselzou
kunnen leiden, moeten de batterijen vervangen worden zodra de icoon van een bijna lege
accu (" ") verschijnt.
• Omeenelektrischeschoktevoorkomen,moetuvoorkomendatuwhandenofuwhuid
in aanraking komen met een gestripte geleider.
• Houdhetapparaatnietbovendebeschermingsgrens.
• Neem de plaatselijk en landelijk geldende regelgevingen in acht. Draag
beschermmiddelen tegen elektrische schokken en bogen wanneer u in de buurt van
NL
28
geleiders onder spanning werkt.
• Gebruikdetestdradennietmetandereapparatuur.
• Gebruikuitsluitenddedoordefabrikantaangegeventestdraden.
• Verspreidingsgevaar:
Wanneereeningangsklemisaangeslotenopeenpotentiaalondergevaarlijkespanning,
kan deze potentiaal zich naar de andere klemmen verspreiden!
• CAT III –DemeetcategorieIIIbetreftdemetingenuitgevoerdopinstallatiesinde
bouw, bijvoorbeeld metingen op panelen, stroomonderbrekers, bekabeling (kabels,
strippen, klemmenstroken, omschakelaars, stopcontacten) in geval van vaste installaties,
metingen op apparatuur voor industrieel gebruik en andere soorten apparaten, zoals vaste
motorendiepermanentopvasteinstallatieszijnaangesloten.Gebruikhetapparaatniet
voor het uitvoeren van metingen van categorie IV.
Waarschuwing
Volg de volgende instructies om het apparaat of de geteste apparatuur niet te beschadigen:
• Maakdekringspanningloosenontlaadallecondensatorenalvorensdeweerstand,de
diode en de continuïteit te testen.
• Gebruikdejuistefunctievoordeuittevoerenmetingen.
• Maak,alvorensaandefunctieschakelaartedraaien,detestdradenvandegetestekring
los en maak de geleider los van de klauwen.
Elektrische symbolen
Wisselstroom
 Gelijkstroom
 Wissel-engelijkstroom
 Waarschuwing,gevaar,gelievevóórgebruikdegebruikshandleidingteraadplegen
 Waarschuwing,risicovanelektrischeschokken
Aardingsklem
Conform de Europese richtlijnen
Het apparaat wordt volledig beschermd door een dubbele isolatie of door een
versterkte isolatie
INLEIDING
Ditapparaatiseenampèremeterklem3¾meteenautomatischegroepenselectie,
waarmeedegelijk-enwisselspanning,degelijk-enwisselstroom,deweerstand,de
temperatuur, de dioden en de continuïteit gemeten kunnen worden.
Dezeiseenvoudigingebruikendaarmeehetidealemeetinstrument.
ALGEMENE EIGENSCHAPPEN
Display: LCD-scherm33/4,weergavemogelijktot3999
Aanduiding negatieve polariteit:
" "
wordt automatisch weergegeven op het beeldscherm
Aanduiding overschrijding: " OL " wordt op het beeldscherm weergegeven
Aantal monsternemingen: ca.3keer/s
Openingswijdte van de klauwen: 33 mm
Max. diameter van de te meten geleider: Ø 28 mm
Batterij: 2 batterijen 1,5 V, AAA of gelijkwaardig
Icoon accu bijna leeg: " " weergegeven op het beeldscherm
Gebruiksvoorwaarden: 0°C – 40°C, < 75% RV
Opslagvoorwaarden: -10°C–50°C,<85%RV
Afmetingen: 209x71x40mm
Gewicht: ca. 236 g (inclusief batterijen)
29
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Deprecisiewordtgespecificeerdvooreenperiodevaneenjaarnadeijkingenop23°C±
5°C, met een relatieve vochtigheid die 75% kan bereiken.
Tenzij anders weergegeven, is de precisie gelijk aan een waarde tussen 8% en 100% van
de groep.
Despecificatiesvandeprecisiewordenalsvolgtweergegeven:
± ([% van de afgelezen waarde]+[aantal minst belangrijke cijfers])
Wisselspanning
Groep Resolutie Precisie
Bescherming tegen
overbelasting
4000 V 1 mV +(1,2%+5)
600 Veff
40,00 V 10 mV
+(1,5%+5)
400,0 V 100 mV
600 V 1 V
Ingangsimpedantie: 10 MΩ
Frequentiebereik: 40 Hz ~ 400 Hz
Max. toelaatbare ingangsspanning: 600 Veff
Antwoord: gemiddeld, ijking in effectieve waarde van de sinusgolf
Gelijkspanning
Groep Resolutie Precisie
Bescherming tegen
overbelasting
400,0mV 0,1mV +(0,8% + 5)
600 Veff
4000 V 1 mV
+(1,0% + 5)
40,00 V 10 mV
400,0 V 100 mV
600 V 1 V
Ingangsimpedantie: groep 400 mV: > 100 MΩ in de andere groepen: 10 MΩ
Max. toelaatbare ingangsspanning: 600 Vdc
Wisselstroom
Groep Resolutie Precisie
400A 0,1A ± (2,5% + 5)
Frequentiebereik:50Hz-60Hz.
Max. toelaatbare ingangsstroomsterkte: 400 A
Antwoord: gemiddeld, ijking in effectieve waarde van de sinusgolf
Coëfficiënt van de temperatuur: 0,1x(precisiegespecificeerd)/°C(<18°Cof>28°C)
Gelijkstroom
Groep Resolutie Precisie
400A 0,1A ± (2,5% + 5)
Max. toelaatbare ingangsstroomsterkte: 400 A
Coëfficiënt van de temperatuur: 0,1x(precisiegespecificeerd)/°C(<18°Cof>28°C)
30
Weerstand
Groep Resolutie Precisie
Bescherming tegen
overbelasting
400.0Ω 100mΩ ± (1,2% + 7)
600 Veff
4.000kΩ 1Ω
± (1,0% + 5) 40.00kΩ 10Ω
400.0kΩ 100Ω
4.000MΩ 1kΩ ± (1,2% + 5)
40.00MΩ 10kΩ ± (1,5% + 7)
Diode
Groep
Resolutie Omschrijving
Bescherming tegen
overbelasting
1mV
Deruwgeschattespanningsdaling
van de diode wordt weergegeven.
Spanning open kring: ca. 2,0 V
Teststroom ca. 0,6 mA
600 Veff
Continuïteit
Groep
Resolutie Omschrijving
Bescherming tegen
overbelasting
0,1Ω
Het geluidssignaal klinkt wanneer de
weerstand lager is dan 30 Ω.
600 Veff
N.B.: Wanneerdeweestandtussen30Ω en 150 Ω bedraagt, kan het geluidssignaal al
dannieteenpieptoonlatenhoren.Wanneerdeweerstandmeerdan150Ω bedraagt,
laat het geluidssignaal geen pieptoon horen.
Temperatuur
Groep Resolutie Precisie
Bescherming tegen
overbelasting
-20°C-0°C
1°C
±(4% + 5)
600 Veff0°C-400°C +(1% + 5)
400°C-1000°C +(2% + 5)
Gebruik een thermokoppel van het type K.
N.B.:
1.Dehierbovenweergegevenprecisiehoudtgeenrekeningmetdefoutvandesondevan
het thermokoppel.
2.Deaangegevenprecisievoorondersteltdatdeomgevingstemperatuurstabielisop
±1°C.Wanneerdeomgevingstemperatuurmet±5°Cvarieert,isdeaangegevenprecisie
pas van toepassing na 1 uur.
31
STRUCTUUR
1. Trekker
Voor het openen en sluiten van de klauwen van de klem.
2. Functiekeuzeschakelaar
Voor het selecteren van de gewenste functie en het in en
uitschakelen van het apparaat.
3. Display
LCD-scherm33/4,weergavemogelijktot3999
4. Klem "COM"
Klem voor het aansluiten van de zwarte testdraad voor
alle metingen, met uitzondering van die van de stroomsterkte.
5. " + " klem
Klem voor het aansluiten van de rode testdraad voor alle
metingen, met uitzondering van die van de stroomsterkte.
6. Toets " HOLD "
HiermeeheeftmentoegangtotdemodusDataHold(bevriezingvandeweergave)enkan
men deze verlaten.
7. Toets " SELECT "
1. Wanneerdefunctiekeuzeschakelaarop" "staat,kanmendooreendrukop
de toets " SELECT " overschakelen tussen de functies diodetest en continuïteitstest.
2. Wanneerdefunctiekeuzeschakelaarop" "staat,kanmendooreendrukopdetoets
" SELECT " overschakelen tussen de meting van de gelijkstroom en de wisselstroom.
8. Toets " "
Bij de functie meting gelijkstroom kan men met de toets " " het apparaat
resetten alvorens met het meten te beginnen. Bij de andere meetfuncties heeft men met
deze toets toegang tot de Relatieve modus en kan men deze verlaten.
9. Beschermingsgrens
Hiermee voorkomt men dat de vingers de te testen geleider aanraken. Houd het apparaat
niet boven de beschermingsgrens.
10. Klauwen
Met de klauwen kan men de geleider vastnemen om de stroomsterkte te meten.
Presentatie van het geluidssignaal
Wanneeruopeentoetsdrukt,laathetgeluidssignaaleenpieptoonhoren,waarmeeaangegeven
wordt dat de actie is uitgevoerd. Vóór de automatische uitschakeling van het apparaat laat het
geluidssignaal enkele korte pieptonen horen en 1 minuut latere en lange en schakelt vervolgens
automatisch uit.
GEBRUIKSINSTRUCTIES
Data Hold modus (bevriezing van de weergave)
Drukopde toets " HOLD " om de op het beeldscherm weergegeven waarde vast te
houden,deicoon" "wordtweergegevenophetbeeldscherm.Drukvoorhetverlaten
vandeDataHoldmodus(bevriezingvandeweergave)opnieuwopdetoets.Deicoon
" " verdwijnt.
Relatieve modus
WanneerdeRelatievemodusisgeselecteerd,registreerthetapparaatdehuidigemeting
als referentie voor de latere metingen en reset het de weergave.
1.Drukopdetoets" ".Hetapparaatgaatoveropderelatievemodus
en
registreert de huidige meting als referentie voor de latere metingen, de icoon
" "
wordt
weergegevenophetbeeldscherm.Deophetbeeldschermweergegevenwaardeisgereset.
2.Wanneerueennieuwemetinguitvoert,toontdeophetbeeldschermweergegeven
waarde het verschil tussen de referentiemeting en de nieuwe meting.
32
3.Drukvoorhetverlatenvanderelatievemodusopnieuwopdetoets" ".
"Deicoon "verdwijnt.
N.B.:
1.Wanneeruderelatievemodusselecteert,verlaathetapparaatdeautomatische
selectiemodus voor de groep en blijft het in de huidige groep.
2.Wanneeruderelatievemodusgeselecteerdheeft,magdehuidigewaardevanhet
geteste voorwerp niet hoger zijn dan de hoogste waarde van de huidige groep.
Meting van de gelijkspanning
1.
Sluit de zwarte testdraad aan op de klem " COM " en de rode testdraad op de " + " klem.
2. Zet de keuzeschakelaar op .
3. Sluit de twee testdraden parallel aan op de bron of op de te testen kring.
4. Dewaardewordtweergegevenophetbeeldscherm.Hetbeeldschermgeefttevensde
polariteit van de aansluiting van de rode testdraad weer.
N.B.: Om elektrische schokken te voorkomen en het apparaat niet te beschadigen, moet u
nooit een spanning van meer dan 600 V tussen de klemmen toepassen.
Meting van de gelijkspanning
1. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem " COM " en de rode testdraad op de " + " klem.
2. Zet de keuzeschakelaar op .
3. Sluit de twee testdraden parallel aan op de bron of op de te testen kring.
4.Dewaardewordtweergegevenophetbeeldscherm.
N.B.: Om elektrische schokken te voorkomen en het apparaat niet te beschadigen, moet u
nooit een spanning van meer dan 600 V tussen de klemmen toepassen.
Meting van de sterkte van de gelijk- of wisselstroom
1. Zetdekeuzeschakelaarop.Drukvervolgensopdetoets" SELECT " om de meting van
de sterkte van de gelijkstroom te selecteren (de icoon " " wordt op het beeldscherm
weergegeven) of om de meting van de sterkte van de wisselstroom te selecteren (de icoon
" " wordt weergegeven op het beeldscherm).
2. Als de op het beeldscherm weergegeven waarde niet nul is, wanneer het apparaat
in de modus voor meting van de sterkte van de gelijkstroom staat, drukt u op de toets
" " voor de reset hiervan.
3.Drukopdetrekkerensteekdetetestengeleiderindeklauwen.
4. Controleer of de klauwen goed gesloten zijn.
N.B.:
a.Umagslechtsééngeleiderperkeererinsteken.
b.
Voor een optimale meting moet de geleider in het midden in de klauwen geplaatst worden.
c. Zorg dat de geleider niet in aanraking komt met uw hand of huid.
4.Dewaardewordtweergegevenophetbeeldscherm.
N.B.:
1. Verwijder alle testdraden van het apparaat voordat u de stroomsterktes gaat meten.
2. Plaats de keuzeschakelaar op en wacht 5 tot 10 minuten, alvorens te beginnen.
Dezetijdisnodigomgoedemetingentekunnenuitvoeren.
3.Hetapparaatkandesterktevangelijk-ofwisselstroommetentot400A.
De meting van de sterkte van gelijk- of wisselstroom van meer dan 400 A kan tot
meetfouten leiden.
4. Tijdens metingen van de sterkte van gelijkstroom kan het beeldscherm de richting
van de stroom weergeven. Een plusteken (dat wil zeggen, wanneer het " " teken niet
weergegeven wordt) geeft aan dat de stroom van de voorzijde van het apparaat naar
de achterzijde loopt. (N.B.: Destroomcirculeertindetegengestelderichting vande
elektronen.)
33
Meting van de weerstand
1. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem " COM " en de rode testdraad op de " + " klem.
2. Zet de keuzeschakelaar op Ω.
3. Sluit de twee testdraden aan op de klemmen van het te testen voorwerp.
4.Dewaardewordtweergegevenophetbeeldscherm.
N.B.:
1. Voor de metingen van >1 MΩ is het mogelijk dat de multimeter enkele seconden nodig
heeftomdemetingtestabiliseren.Ditfenomeenwordtnormalitergeconstateerdbijhoge
weerstandsmetingen.
2. Als de ingangsklemmen open zijn, wordt de overschrijding op het beeldscherm
weergegeven door middel van " OL ".
3. Maak voor het uitvoeren van de meting de te testen kring spanningloos en ontlaad alle
condensatoren volledig.
Meting van de temperatuur
1. Sluit de minpunt " " van het thermokoppel van type K aan in de klem " COM " en
de pluspunt " + " in de klem " + ".
2. Zet de keuzeschakelaar op °C.
3. Sluit de punt van het thermokoppel aan op het te testen voorwerp.
4.Wachteven,dewaardewordtweergegevenophetbeeldscherm.
Diodetest
1. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem " COM " en de rode testdraad op de " +" klem.
(Depolariteitvanderodetestdraadisplus"+ ".)
2.Zetdekeuzeschakelaarop" ".Drukvervolgensopdetoets " SELECT "
totdat de icoon " " op het beeldscherm verschijnt.
3. Sluit de rode testdraad aan op de anode van de te testen diode en de zwarte testdraad
op de kathode van de diode.
4.Deruwgeschattespanningsdalingvandediodewordtophetbeeldschermweergegeven.
Continuïteitstest
1. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem " COM " en de rode testdraad op de " + " klem.
2.Zetdekeuzeschakelaarop .Drukvervolgensopdetoets" SELECT "
totdat de icoon " " op het beeldscherm verschijnt.
3. Sluit de twee testdraden aan op de klemmen van de te testen kring.
4. Het geluidssignaal laat een pieptoon horen wanneer de weerstand lager is dan ca. 30 Ω.
N.B.:
Maak voor het uitvoeren van de meting de te testen kring spanningloos en ontlaad alle
condensatoren volledig.
N.B.
Wanneerhetapparaatgeijktistussen-20°Cen+1000°C,ishetmethetapparaat
meegeleverde thermokoppel van type K geijkt op 250°C. Om de temperaturen buiten dit
bereik te meten en het apparaat of enige andere apparatuur niet te beschadigen, moet u
gebruik maken van een thermokoppel met de juiste ijking.
Het met het apparaat meegeleverde thermokoppel van type K is gratis, dit is niet een
professioneelgereedschapenmenkanhiergeenniet-kritischemetingenmeeuitvoeren.
Voor het uitvoeren van precieze metingen heeft u een professioneel thermokoppel nodig.
Let op:
Om een elektrische schok of letsel te voorkomen, mag u nooit metingen
uitvoeren wanneer een geleider onder spanning staat.
34
Automatische uitschakeling
Als u gedurende ca. 15 minuten het apparaat niet gebruikt of niet aan de keuzeschakelaar
draait,schakelthetapparaatautomatischuitengaathetoveropdestand-bymodus.
Omdestand-bymodusteverlaten,hoeftualleenmaaraandekeuzeschakelaartedraaien
of op een toets te drukken.
Als u op de toets " SELECT " drukt om de stand-by modus te verlaten, terwijl de
keuzeschakelaar op " " staat, wordt de automatische uitschakeling uitgeschakeld.
SERVICEONDERHOUD
Maak het kastje regelmatig schoon met een vochtige doek en een zacht reinigingsmiddel.
Gebruiknooitschurendeproductenofoplosmiddelen.
Stof of vocht in de klemmen kan het meten verstoren.
Maak de klemmen volgens de volgende procedure schoon:
1. Schakel het apparaat uit en verwijder alle testdraden.
2. Verwijder het eventueel in de klemmen aanwezige stof.
3.Drenkeenwattenstaafjeinalcohol.Strijkmethetwattenstaafjeronddeklemmen.
VERVANGEN VAN DE BATTERIJ
Wanneerdeicoonaccubijnaleeg" "ophetbeeldschermwordtweergegeven,
betekent dit dat de batterijen leeg zijn en onmiddellijk vervangen moeten worden.
Verwijder om de batterijen te vervangen de schroeven van het deksel van het batterijvakje
en verwijder vervolgens het deksel, vervang de lege batterijen door nieuwe batterijen
van hetzelfde type. Plaats het deksel van het batterijvakje terug en schroef dit weer vast.
ACCESSOIRES
Handleiding: 1 exemplaar
Testdraad: 1 paar
GRATIS ACCESSOIRE
Thermokoppel van het type K: 1
N.B.
1.Dezehandleidingkanzondervoorafgaandewaarschuwinggewijzigdworden.
2.Wijkunnennietaansprakelijkgesteldwordeningevalvanverlies.
3. Het apparaat mag in geen geval gebruikt worden voor toepassingen die niet in deze
handleiding beschreven staan.
Let op:
Verwijder, voordat u het kastje of het deksel van het batterijvakje opent, eerst de
testdraden van het apparaat en maak de te testen geleider los uit de klauwen.
WEGWERPEN VAN UW APPARAAT
Geachteklant,
Als u zich van uw apparaat wilt ontdoen, besef dan dat dit
voornamelijk bestaat uit onderdelen die gerecycled kunnen
worden.
Het apparaat mag niet met het huisvuil weggeworpen worden,
maar naar een speciale ophaaldienst gebracht worden.

Documenttranscriptie

NL GARANTIE De garantie dekt dit apparaat tegen gebreken aan de onderdelen en arbeidskosten gedurende één jaar. Indien gedurende het jaar volgend op de leveringsdatum zich een probleem voordoet, wordt het apparaat op kosten van de koper teruggezonden naar de fabriek, waar het zal worden gerepareerd, afgesteld of vervangen zonder kosten voor de koper. Deze garantie geldt niet voor de accessoires, zoals de batterijen. In geval van een probleem veroorzaakt door een verkeerd gebruik of abnormale gebruiksvoorwaarden wordt voor de reparatie het gebruikelijke tarief in rekening gebracht. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Dit apparaat beantwoordt aan de norm CEI 61010 voor elektronische meetapparatuur met de meetcategorie (CAT III 600 V) en verontreinigingsniveau 2. Let op Volg, om elektrische schokken of letsel te voorkomen, de volgende instructies: • Gebruik het apparaat niet als het beschadigd is. Inspecteer het kastje, alvorens het apparaat te gebruiken. Controleer vooral de isolatie rond de klemmen. • Controleer of de isolatie van de testdraden niet beschadigd is en of de metalen delen niet bloot liggen. Controleer de continuïteit van de testdraden. Vervang de beschadigde testdraden alvorens het apparaat te gebruiken. • Gebruik het apparaat niet indien dit niet goed werkt. De bescherming zou hierdoor aangetast kunnen worden. Laat in geval van twijfel het apparaat repareren. • Gebruik het apparaat niet in een omgeving met ontploffingsgevaar (aanwezigheid van gas, dampen of stof). Gebruik het ook niet in een vochtige omgeving. • De tussen de klemmen of tussen een klem en de aarde toegepaste spanning mag niet hoger zijn dan de op het apparaat vermelde nominale spanning. • Controleer vóór gebruik de werking van het apparaat door een bekende spanning te meten. • Gebruik, wanneer het apparaat gerepareerd moet worden, uitsluitend de aangegeven reserveonderdelen. • Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen wanneer u met spanningen werkt van meer dan 60 VDC, 30 VAC eff of 42 V piek. Deze spanningen kunnen elektrische schokken veroorzaken. • Bescherm tijdens het gebruik van de sondes uw vingers door deze achter de hiervoor bedoelde bescherming op de sondes te houden. • Sluit eerst de gemeenschappelijke testdraad aan, voordat u de testdraad aansluit die onder spanning staat. Maak bij het losmaken van de testdraden eerst de onder spanning staande testdraad los. • Verwijder, voordat u het kastje of het deksel van het batterijvakje opent, eerst de testdraden van het apparaat en maak de te testen geleider los uit de klauwen van de klem. • Gebruik het apparaat niet wanneer het deksel van het batterijvakje open is of wanneer er delen van het kastje open of losgedraaid zijn. • Om een verkeerd afleesresultaat te voorkomen dat tot elektrische schokken of letsel zou kunnen leiden, moeten de batterijen vervangen worden zodra de icoon van een bijna lege accu ("   ") verschijnt. • Om een elektrische schok te voorkomen, moet u voorkomen dat uw handen of uw huid in aanraking komen met een gestripte geleider. • Houd het apparaat niet boven de beschermingsgrens. • Neem de plaatselijk en landelijk geldende regelgevingen in acht. Draag beschermmiddelen tegen elektrische schokken en bogen wanneer u in de buurt van 27 geleiders onder spanning werkt. • Gebruik de testdraden niet met andere apparatuur. • Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aangegeven testdraden. • Verspreidingsgevaar: Wanneer een ingangsklem is aangesloten op een potentiaal onder gevaarlijke spanning, kan deze potentiaal zich naar de andere klemmen verspreiden! • CAT III – De meetcategorie III betreft de metingen uitgevoerd op installaties in de bouw, bijvoorbeeld metingen op panelen, stroomonderbrekers, bekabeling (kabels, strippen, klemmenstroken, omschakelaars, stopcontacten) in geval van vaste installaties, metingen op apparatuur voor industrieel gebruik en andere soorten apparaten, zoals vaste motoren die permanent op vaste installaties zijn aangesloten. Gebruik het apparaat niet voor het uitvoeren van metingen van categorie IV. Waarschuwing Volg de volgende instructies om het apparaat of de geteste apparatuur niet te beschadigen: • Maak de kring spanningloos en ontlaad alle condensatoren alvorens de weerstand, de diode en de continuïteit te testen. • Gebruik de juiste functie voor de uit te voeren metingen. • Maak, alvorens aan de functieschakelaar te draaien, de testdraden van de geteste kring los en maak de geleider los van de klauwen. Elektrische symbolen Wisselstroom Gelijkstroom Wissel- en gelijkstroom Waarschuwing, gevaar, gelieve vóór gebruik de gebruikshandleiding te raadplegen Waarschuwing, risico van elektrische schokken Aardingsklem Conform de Europese richtlijnen Het apparaat wordt volledig beschermd door een dubbele isolatie of door een versterkte isolatie INLEIDING Dit apparaat is een ampèremeterklem 3 ¾ met een automatische groepenselectie, waarmee de gelijk- en wisselspanning, de gelijk- en wisselstroom, de weerstand, de temperatuur, de dioden en de continuïteit gemeten kunnen worden. Deze is eenvoudig in gebruik en daarmee het ideale meetinstrument. ALGEMENE EIGENSCHAPPEN Display: LCD-scherm 3 3/4, weergave mogelijk tot 3999 Aanduiding negatieve polariteit: "   " wordt automatisch weergegeven op het beeldscherm Aanduiding overschrijding: " OL " wordt op het beeldscherm weergegeven Aantal monsternemingen: ca. 3 keer/s Openingswijdte van de klauwen: 33 mm Max. diameter van de te meten geleider: Ø 28 mm Batterij: 2 batterijen 1,5 V, AAA of gelijkwaardig Icoon accu bijna leeg: "     " weergegeven op het beeldscherm Gebruiksvoorwaarden: 0°C – 40°C, < 75% RV Opslagvoorwaarden: -10°C – 50°C, < 85% RV Afmetingen: 209x71x40 mm Gewicht: ca. 236 g (inclusief batterijen) 28 TECHNISCHE SPECIFICATIES De precisie wordt gespecificeerd voor een periode van een jaar na de ijking en op 23°C ± 5°C, met een relatieve vochtigheid die 75% kan bereiken. Tenzij anders weergegeven, is de precisie gelijk aan een waarde tussen 8% en 100% van de groep. De specificaties van de precisie worden als volgt weergegeven: ± ([% van de afgelezen waarde]+[aantal minst belangrijke cijfers]) Wisselspanning Groep Resolutie Precisie 4000 V 40,00 V 400,0 V 600 V 1 mV 10 mV 100 mV 1V +(1,2%+5) Bescherming tegen overbelasting 600 Veff +(1,5%+5) Ingangsimpedantie: 10 MΩ Frequentiebereik: 40 Hz ~ 400 Hz Max. toelaatbare ingangsspanning: 600 Veff Antwoord: gemiddeld, ijking in effectieve waarde van de sinusgolf Gelijkspanning Groep Resolutie Precisie 400,0mV 0,1mV +(0,8% + 5) 4000 V 1 mV 40,00 V 10 mV 400,0 V 100 mV 600 V 1V +(1,0% + 5) Bescherming tegen overbelasting 600 Veff Ingangsimpedantie: groep 400 mV: > 100 MΩ in de andere groepen: 10 MΩ Max. toelaatbare ingangsspanning: 600 Vdc Wisselstroom Groep Resolutie Precisie 400A 0,1A ± (2,5% + 5) Frequentiebereik: 50 Hz - 60 Hz. Max. toelaatbare ingangsstroomsterkte: 400 A Antwoord: gemiddeld, ijking in effectieve waarde van de sinusgolf Coëfficiënt van de temperatuur: 0,1 x (precisie gespecificeerd) /°C (< 18°C of > 28°C) Gelijkstroom Groep Resolutie Precisie 400A 0,1A ± (2,5% + 5) Max. toelaatbare ingangsstroomsterkte: 400 A Coëfficiënt van de temperatuur: 0,1 x (precisie gespecificeerd) /°C (< 18°C of > 28°C) 29 Weerstand Groep Resolutie Precisie 400.0Ω 100mΩ ± (1,2% + 7) 4.000kΩ 1Ω 40.00kΩ 10Ω 400.0kΩ 100Ω Bescherming tegen overbelasting ± (1,0% + 5) 4.000MΩ 1kΩ ± (1,2% + 5) 40.00MΩ 10kΩ ± (1,5% + 7) 600 Veff Diode Groep Resolutie Omschrijving Bescherming tegen overbelasting 1mV De ruw geschatte spanningsdaling van de diode wordt weergegeven. Spanning open kring: ca. 2,0 V Teststroom ca. 0,6 mA 600 Veff Continuïteit Groep Resolutie Omschrijving Bescherming tegen overbelasting 0,1Ω Het geluidssignaal klinkt wanneer de weerstand lager is dan 30 Ω. 600 Veff N.B.: Wanneer de weestand tussen 30 Ω en 150 Ω bedraagt, kan het geluidssignaal al dan niet een pieptoon laten horen. Wanneer de weerstand meer dan 150 Ω bedraagt, laat het geluidssignaal geen pieptoon horen. Temperatuur Groep Resolutie Precisie 1°C +(1% + 5) -20°C - 0°C 0°C - 400°C 400°C -1000°C Bescherming tegen overbelasting ±(4% + 5) 600 Veff +(2% + 5) Gebruik een thermokoppel van het type K. N.B.: 1. De hierboven weergegeven precisie houdt geen rekening met de fout van de sonde van het thermokoppel. 2. De aangegeven precisie vooronderstelt dat de omgevingstemperatuur stabiel is op ±1°C. Wanneer de omgevingstemperatuur met ±5°C varieert, is de aangegeven precisie pas van toepassing na 1 uur. 30 STRUCTUUR 1. Trekker Voor het openen en sluiten van de klauwen van de klem. 2. Functiekeuzeschakelaar Voor het selecteren van de gewenste functie en het in en uitschakelen van het apparaat. 3. Display LCD-scherm 3 3/4, weergave mogelijk tot 3999 4. Klem "COM" Klem voor het aansluiten van de zwarte testdraad voor alle metingen, met uitzondering van die van de stroomsterkte. 5. " + " klem Klem voor het aansluiten van de rode testdraad voor alle metingen, met uitzondering van die van de stroomsterkte. 6. Toets " HOLD " Hiermee heeft men toegang tot de modus Data Hold (bevriezing van de weergave) en kan men deze verlaten. 7. Toets " SELECT " 1. Wanneer de functiekeuzeschakelaar op "     " staat, kan men door een druk op de toets " SELECT " overschakelen tussen de functies diodetest en continuïteitstest. 2. Wanneer de functiekeuzeschakelaar op "   " staat, kan men door een druk op de toets " SELECT " overschakelen tussen de meting van de gelijkstroom en de wisselstroom. 8. Toets "      " Bij de functie meting gelijkstroom kan men met de toets "         " het apparaat resetten alvorens met het meten te beginnen. Bij de andere meetfuncties heeft men met deze toets toegang tot de Relatieve modus en kan men deze verlaten. 9. Beschermingsgrens Hiermee voorkomt men dat de vingers de te testen geleider aanraken. Houd het apparaat niet boven de beschermingsgrens. 10. Klauwen Met de klauwen kan men de geleider vastnemen om de stroomsterkte te meten. Presentatie van het geluidssignaal Wanneer u op een toets drukt, laat het geluidssignaal een pieptoon horen, waarmee aangegeven wordt dat de actie is uitgevoerd. Vóór de automatische uitschakeling van het apparaat laat het geluidssignaal enkele korte pieptonen horen en 1 minuut latere en lange en schakelt vervolgens automatisch uit. GEBRUIKSINSTRUCTIES Data Hold modus (bevriezing van de weergave) Druk op de toets " HOLD " om de op het beeldscherm weergegeven waarde vast te houden, de icoon "   " wordt weergegeven op het beeldscherm. Druk voor het verlaten van de Data Hold modus (bevriezing van de weergave) opnieuw op de toets. “De icoon "    " verdwijnt. Relatieve modus Wanneer de Relatieve modus is geselecteerd, registreert het apparaat de huidige meting als referentie voor de latere metingen en reset het de weergave. 1. Druk op de toets "        ". Het apparaat gaat over op de relatieve modus en registreert de huidige meting als referentie voor de latere metingen, de icoon "  " wordt weergegeven op het beeldscherm. De op het beeldscherm weergegeven waarde is gereset. 2. Wanneer u een nieuwe meting uitvoert, toont de op het beeldscherm weergegeven waarde het verschil tussen de referentiemeting en de nieuwe meting. 31 3. Druk voor het verlaten van de relatieve modus opnieuw op de toets "       ". " De icoon    " verdwijnt. N.B.: 1. Wanneer u de relatieve modus selecteert, verlaat het apparaat de automatische selectiemodus voor de groep en blijft het in de huidige groep. 2. Wanneer u de relatieve modus geselecteerd heeft, mag de huidige waarde van het geteste voorwerp niet hoger zijn dan de hoogste waarde van de huidige groep. Meting van de gelijkspanning 1. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem " COM " en de rode testdraad op de " + " klem. 2. Zet de keuzeschakelaar op . 3. Sluit de twee testdraden parallel aan op de bron of op de te testen kring. 4. De waarde wordt weergegeven op het beeldscherm. Het beeldscherm geeft tevens de polariteit van de aansluiting van de rode testdraad weer. N.B.: Om elektrische schokken te voorkomen en het apparaat niet te beschadigen, moet u nooit een spanning van meer dan 600 V tussen de klemmen toepassen. Meting van de gelijkspanning 1. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem " COM " en de rode testdraad op de " + " klem. 2. Zet de keuzeschakelaar op . 3. Sluit de twee testdraden parallel aan op de bron of op de te testen kring. 4. De waarde wordt weergegeven op het beeldscherm. N.B.: Om elektrische schokken te voorkomen en het apparaat niet te beschadigen, moet u nooit een spanning van meer dan 600 V tussen de klemmen toepassen. Meting van de sterkte van de gelijk- of wisselstroom 1. Zet de keuzeschakelaar op . Druk vervolgens op de toets " SELECT " om de meting van de sterkte van de gelijkstroom te selecteren (de icoon "   " wordt op het beeldscherm weergegeven) of om de meting van de sterkte van de wisselstroom te selecteren (de icoon "   " wordt weergegeven op het beeldscherm). 2. Als de op het beeldscherm weergegeven waarde niet nul is, wanneer het apparaat in de modus voor meting van de sterkte van de gelijkstroom staat, drukt u op de toets "       " voor de reset hiervan. 3. Druk op de trekker en steek de te testen geleider in de klauwen. 4. Controleer of de klauwen goed gesloten zijn. N.B.: a. U mag slechts één geleider per keer er in steken. b. Voor een optimale meting moet de geleider in het midden in de klauwen geplaatst worden. c. Zorg dat de geleider niet in aanraking komt met uw hand of huid. 4. De waarde wordt weergegeven op het beeldscherm. N.B.: 1. Verwijder alle testdraden van het apparaat voordat u de stroomsterktes gaat meten. 2. Plaats de keuzeschakelaar op   en wacht 5 tot 10 minuten, alvorens te beginnen. Deze tijd is nodig om goede metingen te kunnen uitvoeren. 3. Het apparaat kan de sterkte van gelijk- of wisselstroom meten tot 400 A. De meting van de sterkte van gelijk- of wisselstroom van meer dan 400 A kan tot meetfouten leiden. 4. Tijdens metingen van de sterkte van gelijkstroom kan het beeldscherm de richting van de stroom weergeven. Een plusteken (dat wil zeggen, wanneer het " " teken niet weergegeven wordt) geeft aan dat de stroom van de voorzijde van het apparaat naar de achterzijde loopt. (N.B.: De stroom circuleert in de tegengestelde richting van de elektronen.) 32 Meting van de weerstand 1. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem " COM " en de rode testdraad op de " + " klem. 2. Zet de keuzeschakelaar op Ω. 3. Sluit de twee testdraden aan op de klemmen van het te testen voorwerp. 4. De waarde wordt weergegeven op het beeldscherm. N.B.: 1. Voor de metingen van >1 MΩ is het mogelijk dat de multimeter enkele seconden nodig heeft om de meting te stabiliseren. Dit fenomeen wordt normaliter geconstateerd bij hoge weerstandsmetingen. 2. Als de ingangsklemmen open zijn, wordt de overschrijding op het beeldscherm weergegeven door middel van " OL ". 3. Maak voor het uitvoeren van de meting de te testen kring spanningloos en ontlaad alle condensatoren volledig. Meting van de temperatuur N.B. Wanneer het apparaat geijkt is tussen -20°C en +1000°C, is het met het apparaat meegeleverde thermokoppel van type K geijkt op 250°C. Om de temperaturen buiten dit bereik te meten en het apparaat of enige andere apparatuur niet te beschadigen, moet u gebruik maken van een thermokoppel met de juiste ijking. Het met het apparaat meegeleverde thermokoppel van type K is gratis, dit is niet een professioneel gereedschap en men kan hier geen niet-kritische metingen mee uitvoeren. Voor het uitvoeren van precieze metingen heeft u een professioneel thermokoppel nodig. 1. Sluit de minpunt "   " van het thermokoppel van type K aan in de klem " COM " en de pluspunt " + " in de klem " + ". 2. Zet de keuzeschakelaar op °C. 3. Sluit de punt van het thermokoppel aan op het te testen voorwerp. 4. Wacht even, de waarde wordt weergegeven op het beeldscherm. Let op: Om een elektrische schok of letsel te voorkomen, mag u nooit metingen uitvoeren wanneer een geleider onder spanning staat. Diodetest 1. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem " COM " en de rode testdraad op de " +" klem. (De polariteit van de rode testdraad is plus "+ ".) 2. Zet de keuzeschakelaar op "      ". Druk vervolgens op de toets " SELECT " totdat de icoon "    " op het beeldscherm verschijnt. 3. Sluit de rode testdraad aan op de anode van de te testen diode en de zwarte testdraad op de kathode van de diode. 4. De ruw geschatte spanningsdaling van de diode wordt op het beeldscherm weergegeven. Continuïteitstest 1. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem " COM " en de rode testdraad op de " + " klem. 2. Zet de keuzeschakelaar op      . Druk vervolgens op de toets " SELECT " totdat de icoon "   " op het beeldscherm verschijnt. 3. Sluit de twee testdraden aan op de klemmen van de te testen kring. 4. Het geluidssignaal laat een pieptoon horen wanneer de weerstand lager is dan ca. 30 Ω. N.B.: Maak voor het uitvoeren van de meting de te testen kring spanningloos en ontlaad alle condensatoren volledig. 33 Automatische uitschakeling Als u gedurende ca. 15 minuten het apparaat niet gebruikt of niet aan de keuzeschakelaar draait, schakelt het apparaat automatisch uit en gaat het over op de stand-by modus. Om de stand-by modus te verlaten, hoeft u alleen maar aan de keuzeschakelaar te draaien of op een toets te drukken. Als u op de toets " SELECT " drukt om de stand-by modus te verlaten, terwijl de keuzeschakelaar op "     " staat, wordt de automatische uitschakeling uitgeschakeld. SERVICEONDERHOUD Maak het kastje regelmatig schoon met een vochtige doek en een zacht reinigingsmiddel. Gebruik nooit schurende producten of oplosmiddelen. Stof of vocht in de klemmen kan het meten verstoren. Maak de klemmen volgens de volgende procedure schoon: 1. Schakel het apparaat uit en verwijder alle testdraden. 2. Verwijder het eventueel in de klemmen aanwezige stof. 3. Drenk een wattenstaafje in alcohol. Strijk met het wattenstaafje rond de klemmen. VERVANGEN VAN DE BATTERIJ Wanneer de icoon accu bijna leeg "    " op het beeldscherm wordt weergegeven, betekent dit dat de batterijen leeg zijn en onmiddellijk vervangen moeten worden. Verwijder om de batterijen te vervangen de schroeven van het deksel van het batterijvakje en verwijder vervolgens het deksel, vervang de lege batterijen door nieuwe batterijen van hetzelfde type. Plaats het deksel van het batterijvakje terug en schroef dit weer vast. Let op: Verwijder, voordat u het kastje of het deksel van het batterijvakje opent, eerst de testdraden van het apparaat en maak de te testen geleider los uit de klauwen. ACCESSOIRES Handleiding: 1 exemplaar Testdraad: 1 paar GRATIS ACCESSOIRE Thermokoppel van het type K: 1 N.B. 1. Deze handleiding kan zonder voorafgaande waarschuwing gewijzigd worden. 2. Wij kunnen niet aansprakelijk gesteld worden in geval van verlies. 3. Het apparaat mag in geen geval gebruikt worden voor toepassingen die niet in deze handleiding beschreven staan. WEGWERPEN VAN UW APPARAAT Geachte klant, Als u zich van uw apparaat wilt ontdoen, besef dan dat dit voornamelijk bestaat uit onderdelen die gerecycled kunnen worden. Het apparaat mag niet met het huisvuil weggeworpen worden, maar naar een speciale ophaaldienst gebracht worden. 34
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112

Facom 712A de handleiding

Categorie
Meten, testen
Type
de handleiding