Ferm 31
GB
D
NL
F
E
P
I
S
FIN
N
DK
Specifieke veiligheidsvoorschriften voor lasapparaten
β’ Tijdens het lassen komen vonken en hete metalen vrij. Denk om brandgevaar, verwijder
alle brandbare voorwerpen uit de werkomgeving.
β’ Zorg voor goede ventilatie van de werkomgeving. Bij het lassen komen gassen vrij die een
gevaar zijn voor uw gezondheid.
β’ Las niet op containers of buizen die brandbare vloeistoffen of gassen bevatten of hebben
bevat (gevaar voor brand of explosies).
β’ Las niet op materialen die zijn schoongemaakt met licht ontvlambare vloeistoffen of op
geverfde oppervlakken (kans op vrijkomende gevaarlijke gassen).
β’ Werk niet in een vochtige of natte omgeving en las niet in de regen.
β’ Bescherm altijd uw ogen met de bijgeleverde laskap.
β’ Gebruik handschoenen en beschermende kleding die droog zijn en niet gedrenkt zijn met
olie of vuil.
β’ De af te bikken slak is soms gloeiend heet en kan lelijke oogverwondingen veroorzaken
tijdens het verwijderen. Draag altijd een veiligheidsbril en handschoenen.
β’ Tijdens het lassen kan de ultraviolette straling uw huid verbranden. Zorg dus voor de juiste
beschermende kleding.
β’ Uw lasapparaat is beveiligd tegen overbelasting. Dus wordt het lasapparaat bij
overbelasting automatisch uitgeschakeld. Na voldoende te zijn afgekoeld schakelt het
lasapparaat zich automatisch weer in.
β’ Tijdens het lassen en afkoelen kan uw werkstuk door spanningen vervormen. Houd daar
rekening mee.
β’ Alleen de meegeleverde laskabels mogen gebruikt worden (rubberen laskabels, Γ 10 mm
2
).
β’ In ruimtes met brand- en explosiegevaar gelden bijzondere voorschriften.
β’ Lasverbindingen die aan grote belastingen zijn blootgesteld en aan specifieke
veiligheidseisen moeten voldoen, mogen alleen door speciaal opgeleide en
gediplomeerde lassers worden uitgevoerd. Voorbeelden zijn: drukketels, looprails,
trekhaken enz.
β’ Attentie! Sluit de massaklem altijd zo dicht mogelijk bij de lasplek aan, zodat de lasstroom
de kortst mogelijke weg van de elektrode naar de massaklem kan volgen. Verbind de
massaklem nooit met de buitenkant van het lasapparaat! Sluit de massaklem nooit op
geaarde voorwerpen aan die ver van het werkstuk verwijderd zijn, zoals bijvoorbeeld een
waterleiding in een andere hoek van de ruimte. Anders kunnen beschadigingen ontstaan
aan de aardleiding in de ruimte waarin u last.
β’ De beveiliging van de toevoerleidingen naar de stopcontacten moet aan de voorschriften
voldoen (VDE 0100). Stopcontacten mogen met hoogstens 16A gezekerd worden door
middel van stoppen of automaten. (Types en technische gegevens: RT14-20, Γ 10 x 38,
400 V 16A wisselstroom. IEC 60269. Trage werking. Fabrikant: Chint.) Hogere zekeringen
kunnen brand in de leidingen en brandschade aan het gebouw tot gevolg hebben.
Elektrische veiligheid
Zet het apparaat onmiddellijk uit bij:
β’ Storing in de netstekker, netsnoer of snoerbeschadiging.
β’ Defecte schakelaar.
β’ Rook of stank van verschroeide isolatie.
Π‘ΠΎΠ΄Π΅ΡΠΆΠΈΠΌΠΎΠ΅ ΡΠΏΠ°ΠΊΠΎΠ²ΠΊΠΈ
1 Π‘Π²Π°ΡΠΎΡΠ½ΡΠΉ Π°ΠΏΠΏΠ°ΡΠ°Ρ
1 Π‘Π²Π°ΡΠΎΡΠ½Π°Ρ ΠΌΠ°ΡΠΊΠ°
1 ΠΠ΅ΡΠ°Π»Π»ΠΈΡΠ΅ΡΠΊΠ°Ρ ΠΏΡΠΎΠ²ΠΎΠ»ΠΎΡΠ½Π°Ρ ΡΠ΅ΡΠΊΠ°/Π³ΡΠ°Π΄Π°ΡΠΈΠΎΠ½Π½ΡΠΉ ΠΌΠΎΠ»ΠΎΡΠΎΡΠ΅ΠΊ
1 Π ΡΠΊΠΎΠ²ΠΎΠ΄ΡΡΠ²ΠΎ ΠΏΠΎΠ»ΡΠ·ΠΎΠ²Π°ΡΠ΅Π»Ρ
1 ΠΠ½ΡΡΡΡΠΊΡΠΈΡ Π±Π΅Π·ΠΎΠΏΠ°ΡΠ½ΠΎΡΡΠΈ
1 ΠΠ°ΡΠ°Π½ΡΠΈΠΉΠ½ΡΠΉ ΡΠ°Π»ΠΎΠ½
Π£Π±Π΅Π΄ΠΈΡΠ΅ΡΡ, ΡΡΠΎ ΠΌΠ°ΡΠΈΠ½Π°, Π½Π΅Π·Π°ΠΊΡΠ΅ΠΏΠ»ΡΠ½Π½ΡΠ΅ Π΄Π΅ΡΠ°Π»ΠΈ ΠΈ ΠΏΡΠΈΠ½Π°Π΄Π»Π΅ΠΆΠ½ΠΎΡΡΠΈ Π½Π΅ ΡΡΠ΅ΡΡΠ½Ρ ΠΈ Π½Π΅
ΠΏΠΎΠ²ΡΠ΅ΠΆΠ΄Π΅Π½Ρ ΠΏΡΠΈ ΡΡΠ°Π½ΡΠΏΠΎΡΡΠΈΡΠΎΠ²ΠΊΠ΅.
ΠΠ½ΡΠΎΡΠΌΠ°ΡΠΈ ΠΎΠ± ΠΈΡΠ΄Π΅Π»ΠΈΠΈ
Π ΠΈΡ. 1
1. ΠΠ°ΠΌΠΏΠ° ΠΈΠ½Π΄ΠΈΠΊΠ°ΡΠΎΡΠ° ΡΠ΅ΠΌΠΏΠ΅ΡΠ°ΡΡΡΡ
2. ΠΠ½ΠΎΠΏΠΊΠ° Π²ΠΊΠ»/Π²ΡΠΊΠ»
3. ΠΠΎΠ²ΠΎΡΠΎΡΠ½Π°Ρ ΡΡΡΠΊΠ° Π΄Π»Ρ Π½Π°ΡΡΡΠΎΠΉΠΊΠΈ ΡΠΈΠ»Ρ ΡΠΎΠΊΠ°
4. Π‘Π²Π°ΡΠΎΡΠ½ΡΠΉ ΠΊΠ°Π±Π΅Π»Ρ Ρ Π΄Π΅ΡΠΆΠ°ΡΠ΅Π»Π΅ΠΌ ΡΠ»Π΅ΠΊΡΡΠΎΠ΄Π°
5. ΠΠ°Π±Π΅Π»Ρ Π·Π°Π·Π΅ΠΌΠ»Π΅Π½ΠΈΡ Ρ ΠΊΡΠ΅ΠΏΠ»Π΅Π½ΠΈΠ΅ΠΌ
6. Π Π΅Π·ΠΈΠ½ΠΎΠ²ΡΠΉ Π½Π°ΠΊΠΎΠ½Π΅ΡΠ½ΠΈΠΊ
7. Π ΡΡΠΊΠ°
8. OΡΠ²Π΅ΡΡΡΠΈΡ Π΄Π»Ρ Π²Π΅Π½ΡΠΈΠ»Π»ΡΡΠΈΠΈ
9. ΠΠ΅ΡΠ°Π»Π»ΠΈΡΠ΅ΡΠΊΠ°Ρ ΠΏΡΠΎΠ²ΠΎΠ»ΠΎΡΠ½Π°Ρ ΡΠ΅ΡΠΊΠ° / Π³ΡΠ°Π΄Π°ΡΠΈΠΎΠ½Π½ΡΠΉ ΠΌΠΎΠ»ΠΎΡΠΎΡΠ΅ΠΊ
10. Π‘Π²Π°ΡΠΎΡΠ½Π°Ρ ΠΌΠ°ΡΠΊΠ°
11. ΠΠ»Π΅ΠΊΡΡΠΎΠ΄Ρ
Π’Π°Π±Π»ΠΈΡΠ°: Π£ΡΡΠ°Π½ΠΎΠ²ΠΊΠ° ΠΈ ΠΈΡΠΏΠΎΠ»ΡΠ·ΠΎΠ²Π°Π½ΠΈΠ΅
Ρ ΠΠ»Π΅ΠΊΡΡΠΎΠ΄ (ΠΌΠΌ) Π‘ΠΈΠ»Π° ΡΠΎΠΊΠ° (Π) ΠΠΎΠ΄Ρ
ΠΎΠ΄ΡΡΠΈΠΉ, ΡΡΠ΅Π΄ΠΈ Π΄ΡΡΠ³ΠΈΡ
:
1.6 45-55 Π’ΠΎΠ»ΡΠΈΠ½Π° ΠΌΠ΅ΡΠ΅ΡΠΈΠ°Π»Π° β€ 2 ΠΌΠΌ
ΠΠΎΡΠΈΠ½ΠΊΠ° ΠΌΠΎΠΏΠ΅Π΄Π°/Π²Π΅Π»ΠΎΡΠΈΠΏΠ΅Π΄Π°
2 50-75 Π’ΠΎΠ»ΡΠΈΠ½Π° ΠΌΠ°ΡΠ΅ΡΠΈΠ°Π»Π° 2-3 ΠΌΠΌ
ΠΠΎΡΠΈΠ½ΠΊΠ° Π½Π°ΡΡΠ΅Π½Π½ΠΎΠΉ ΠΏΠΎΠ΄ΡΡΠ°Π²ΠΊΠΈ
2.5 70-100 Π’ΠΎΠ»ΡΠΈΠ½Π° ΠΌΠ°ΡΠ΅ΡΠΈΠ°Π»Π° 4-5 ΠΌΠΌ
Π‘Π°Π΄ΠΎΠ²ΡΠΉ Π·Π°Π±ΠΎΡ, ΡΠ°Π΄ΠΎΠ²ΡΠ΅ Π±Π΅Π·Π΄Π΅Π»ΡΡΠΊΠΈ
3.2 95-150 Π’ΠΎΠ»ΡΠΈΠ½Π° ΠΌΠ°ΡΠ΅ΡΠΈΠ°Π»Π° 6-7 ΠΌΠΌ
ΠΠ°Π²Π΅Ρ Π΄Π»Ρ Π°Π²ΡΠΎΠΌΠΎΠ±ΠΈΠ»Ρ, Π³Π°ΡΠ°ΠΆ
4 130-220 Π’ΠΎΠ»ΡΠΈΠ½Π° ΠΌΠ°ΡΠ΅ΡΠΈΠ°Π»Π° 8-12 ΠΌΠΌ
ΠΠΎΠ½ΡΡΡΡΠΊΡΠΈΡ (ΡΡΠΆΠ΅Π»Π°Ρ)
5 190-250 Π’ΠΎΠ»ΡΠΈΠ½Π° ΠΌΠ°ΡΠ΅ΡΠΈΠ°Π»Π° β₯ 12 ΠΌΠΌ
ΠΠΎΠ½ΡΡΡΡΠΊΡΠΈΡ (ΠΎΡΠ΅Π½Ρ ΡΡΠΆΠ΅Π»Π°Ρ)
Ferm
90
GB
D
NL
F
E
P
I
RUS
FIN
N
DK