12
VEILIG WERKEN
01. Controleer de netspanning
Controleer zorgvuldig of de voorhanden netspanning overeenkomt met de
vermelding op de typeplaat van het apparaat.
02. Apparaat altijd inschakelen vóór contact met materiaal
Schakel altijd het apparaat in voordat het in contact komt met het te bewerken materiaal.
03. Houdt u uw werkplek in orde
Wanorde op de werkplek verhoogt het gevaar voor ongevallen.
04. Houdt u rekening met omgevingsinvloeden
Stelt u het gereedschap nooit bloot aan regen of vocht en gebruikt u elektrische
gereedschappen nooit in natte of vochtige omgeving. Zorgt u voor goede verlichting.
Gebruikt u elektrisch gereedschap nooit in de buurt van brandbare vloeistoffen of gassen.
05. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken
Voorkomt u lichaamscontact met geleidende delen zoals bijvoorbeeld buizen,
verwarmingselementen, kachels, koelkasten.
06. Houdt elektrische gereedschappen altijd buiten bereik van kinderen!
Zorgt u, dat andere personen niet met het gereedschap in contact komen en houdt
u vooral kinderen op afstand!
07. Bewaart u uw gereedschap altijd op een veilige plaats
Niet gebruikt gereedschap moet in een droge, gesloten ruimte en buiten het bereik
van kinderen worden bewaard.
08. Zorgt u, dat het gereedschap niet wordt overbelast.
U werkt veiliger en beter binnen de aangegeven vermogensgrenzen.
09. Gebruikt u het juiste gereedschap
Gebruikt u nooit te zwak gereedschap of voorzetelementen voor te zwaar werk.
Gebruikt u gereedschap niet voor doeleinden en werkzaamheden waarvoor zij niet
geconstrueerd zijn.
10. Draagt u veilige kleding
Draagt u geen wijde kleding of sieraden (zij kunnen door de bewegende delen
worden ingetrokken). Bij werkzaamheden in de open lucht adviseren wij het dragen
van rubber handschoenen en veiligheidsschoenen. Draagt u bij lang haar een haarnet.
11. Draag een veiligheidsbril, een ademmasker of een gehoorbeveiliging
Draag bij werkzaamheden met splinter-, spaander- en stofontwikkeling en bij
bovenhoofds werk altijd een veiligheidsbril, een ademmasker en - bij intensief
werklawaai - ook een gehoorbeveiliging.
12. Voorzichtig met de kabel!
Draagt u het gereedschap nooit aan de kabel en gebruikt u de kabel niet om
de stekker uit het stopcontact te trekken. Beschermt u de kabel tegen hitte,
olie en scherpe randen.
13. Beveiligt u het werkstuk!
Plaatst u het werkstuk in een spaninrichting of een duimschroef. Daardoor wordt het
steviger vastgehouden dan in uw hand en u kunt de machine met beide handen bedienen.
14. Zorgt u voor standveiligheid
Vermijdt u ongewone lichaamshoudingen. Zorgt u voor een veilige stand en tevens
voor een gelijkblijvend evenwicht.
15. Gaat u zorgvuldig met het gereedschap om
Houdt u uw gereedschap altijd bedrijfsklaar (bijv. scherp) en schoon, zodat u vlot en
veilig kunt werken. Neemt u de onderhoudsvoorschriften en -intervallen in acht.
Controleert u regelmatig de stekker en de kabel en laat u deze in geval van schade
direct door een vakman vervangen. Houdt u de handgrepen steeds droog en vrij van
vet en olie.
16. Na gebruik de stekker uit het stopcontact
Trekt u na gebruik, vóór onderhoud of bij vervanging van werktuigen zoals bijv.
zaagblad, boor of elk ander werktuig, altijd eerst de stekker uit het stopcontact.
17. Altijd de gereedschapssleutel verwijderen.
Controleert u, voordat u inschakelt, of sleutel en instellingsgereedschap verwijderd zijn.
18. Vermijdt u ongewild inschakelen van de machine
Draagt u het aan het stroomnet aangesloten apparaat nooit met de vinger aan de
schakelaar. Overtuig u vóór de aansluiting aan de stroomtoevoer, dat het apparaat is
uitgeschakeld.
19. Verlengingskabels in de open lucht
Gebruikt u in de open lucht uitsluitend de daarvoor goedgekeurde en
dienovereenkomstig gekenmerkte verlengingskabels.
20. Blijft u steeds op uw hoede
Houdt u uw werkstuk in het oog. Gaat u verstandig te werk en gebruikt u
gereedschap nooit wanneer uw aandacht is afgeleid.
21. Controleert u het apparaat op beschadigingen
Controleert u vóór gebruik of gereedschappen of veiligheidsafdekkingen intact zijn
en naar behoren functioneren. Controleert u of de werking van bewegende delen in
orde is, of zij niet klemmen of beschadigd zijn. Alle onderdelen moeten correct
gemonteerd zijn en aan alle voorwaarden voldoen om het veilig functioneren van het
apparaat te kunnen waarborgen.
Beschadigde veiligheidsinrichtingen en delen moeten - voor zover in de handleiding
niet anders staat aangegeven - door een vakkundige technische dienst gerepareerd
of vervangen worden. Beschadigde schakelaars moeten eveneens door een
technische dienst worden vervangen. Gebruikt u het apparaat nooit, wanneer u de
schakelaar niet in- en uit kunt schakelen.
22. Reparaties alleen door de elektrovakman
Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de daarvoor geldende
veiligheidsvoorwaarden. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
een elektrovakman, aangezien anders gevaar voor de gebruiker bestaat.
23. Maak anderen vertrouwd met de bediening
Geef, als u het apparaat uitleent aan derden, altijd een duidelijke uitleg over de
werking van het apparaat en voeg deze veiligheidsinstructies en de betreffende
gebruiksaanwijzing altijd bij het apparaat.
24. Voorzichtig bij werkzaamheden op ladders en steigers
Bij het werken op een ladder of steiger moet u bijzonder voorzichtig te werk gaan.
Zorg voor correcte montage en beveiliging tegen wegglijden.
25. Belangrijk!
Gebruikt u voor uw eigen veiligheid uitsluitend toebehoren en extra apparatuur die
in de handleiding staat aangegeven of door de fabrikant van het gereedschap
wordt aanbevolen. Het gebruik van andere dan in de handleiding genoemde
apparatuur of toebehoren kan tot persoonlijk letsel leiden.
www.kompernass.com +++ www.kompernass.com +++ www.kompernass.com +++