Oleo-Mac BV 250 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL GEBRUIKSAANWIJZING
BV 250 - SA 2500
(25.4 cm
3
)
2
1
2
3
2
1
5
6
7
16
15
14
8
9
13
10
12
11
4
D
E
B
3
G
H
E
F
D
(OPEN) B
A (CLOSE)
D
D
F
G
3
4
65
10
7
9
OPTIONAL
p.n. 61140011R
8
B
A
C
4
C
C
B
13
15
17
14
16
11
18
12
B
C
A
D
E
C
D
E
5
20
22
23
24
21
19
BLOWER
BV 250
e1*2016/1628*2016/1628SHA2
P*0031*00
56600087
105
5540000000
2020
H
P
M
M
L
N
N
(1)
(2)
0,5 mm
CMR7A
6
7
VERTALING VAN DE ORIGINELE INSTRUCTIES
Beste klant
Hartelijk dank voor uw keuze voor een product
van Emak.
Ons netwerk van erkende dealers en werkplaat-
sen staat tot uw beschikking voor al uw vragen.
INLEIDING
Om de machine correct te gebruiken en
ongelukken te voorkomen, niet beginnen te
werken zonder deze handleiding zorgvuldig te
hebben gelezen. Hierin vindt u uitleg over de
werking van de verschillende onderdelen plus
aanwijzingen voor noodzakelijke controles en het
bijbehorende onderhoud.
OPMERKING De beschrijvingen en illustraties
in deze handleiding zijn niet strikt bindend.
Het bedrijf behoudt zich het recht voor
eventuele wijzigingen aan te brengen.
Dergelijke wijzigingen verplichten het bedrijf
niet deze handleiding steeds opnieuw bij te
werken.
Naast de bedienings- en onderhoudsinstructies
bevat deze handleiding enkele paragrafen die uw
speciale aandacht vragen. Dergelijke paragrafen
zijn aangegeven met de hieronder beschreven
symbolen:
LET OP: wanneer er risico bestaat op ongelukken,
persoonlijk (dodelijk) letsel of ernstige schade.
VOORZICHTIG: wanneer er risico bestaat op
schade aan de machine of onderdelen ervan.
LET OP
GEVAAR VOOR GEHOORSCHADE
ONDER NORMALE
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
KAN DEZE MACHINE DE BEDIENER
BLOOTSTELLEN AAN EEN DAGELIJKS
PERSOONLIJK GELUIDSNIVEAU DAT
GELIJK IS AAN OF HOGER IS DAN
85 dB (A)
INHOUD
1.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (bevat
de voorschriften voor een veilig gebruik
van de machine)
7
2.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN EN
DE VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
(geeft informatie over de identificatie
van de machine en de betekenis van de
symbolen)
9
3.
HOOFDONDERDELEN (illustreert de
plaats van de hoofdonderdelen van de
machine)
9
4.
ASSEMBLAGE (beschrijft hoe de
verpakking moet worden verwijderd en
de losse onderdelen moeten worden
gemonteerd)
9
5.
STARTEN
10
6.
DE MOTOR STOPPEN
12
7.
GEBRUIK VAN DE MACHINE
12
8.
ONDERHOUD (bevat alle informatie
om de machine in een goede staat te
houden)
14
9.
TRANSPORT
16
10.
OPSLAG
16
11.
MILIEUBESCHERMING (Geeft enkele
adviezen voor een milieuvriendelijk
gebruik van de machine)
17
12.
UITVOERING ZUIGER / AFVALVERNIETIGER
17
13.
TECHNISCHE GEGEVENS (Geeft een
overzicht van de belangrijkste kenmerken
van de machine)
19
14.
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
20
15.
GARANTIEBEWIJS (Samenvatting van de
garantievoorwaarden)
21
16.
HULP BIJ HET OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN (Biedt hulp om eventuele
problemen bij het gebruik snel op te
lossen)
22
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP - Als de bladblazer goed gebruikt
wordt is het een snel, handig en doelmatig
werkinstrument; als het niet goed of zonder
de nodige voorzorgsmaatregelen gebruikt
wordt, zou het een gevaarlijk werktuig
kunnen worden. Neem daarom altijd de
hieronder en verderop in de handleiding
vermelde veiligheidsvoorschriften in acht, om
plezierig en veilig te kunnen werken
LET OP - Het ontstekingssysteem van uw
apparaat produceert een elektromagnetisch
veld met een zeer lage intensiteit. Dit veld kan
interferentie veroorzaken met bepaalde
pacemakers. Om het risico op ernstig letsel of
overlijden zo klein mogelijk te houden
moeten personen met een pacemaker hun
eigen arts en de fabrikant van de pacemaker
raadplegen voordat ze deze machine
gebruiken.
8
en veiligheidssymbolen in een goede
staat blijven. Vervang ze tijdig in geval van
beschadiging of slijtage (Fig. 19).
16. Gebruik de machine niet voor andere
gebruiksdoelen dan in deze handleiding zijn
beschreven (zie pag. 13).
17. Laat het apparaat niet achter met draaiende
motor.
18. Het is verboden een andere rotor op de
stroomaansluiting van de bladblazer aan
te brengen dan die door de fabrikant
geleverd is. Het is niet toegestaan andere
toepassingsgroepen te gebruiken, want
deze verhogen de kans op ongevallen.
Monteer de rotor niet op andere motoren of
vermogenstransmissies.
19. Als de bladblazer afgedankt wordt, mag hij
niet in het milieu worden achtergelaten, maar
moet hij worden teruggebracht bij de dealer,
die voor de juiste verwerking zal zorgdragen.
20. Geef of leen de bladblazer uitsluitend aan
ervaren personen die op de hoogte zijn van
de werking en het juiste gebruik van het
apparaat. Geef ook de handleiding met de
gebruiksaanwijzingen, die moet worden
gelezen alvorens het werk te beginnen.
21. Gebruik de bladblazer niet in de buurt van
elektrische apparatuur.
22. Verstop of sluit de luchtinlaat van de rotor
niet af.
23. Kom niet met uw handen in de buurt van de
rotor en verricht geen onderhoud terwijl de
motor draait.
24. Vergeet niet dat de eigenaar of de gebruiker
aansprakelijk is voor ongevallen of risicos
geleden door derden of voor schade aan
goederen.
25. Wend u bij vragen of werkzaamheden met
een hoge prioriteit altijd tot uw dealer.
26. Stoot niet tegen de schoepen van de rotor
en forceer ze niet; werk nooit met een
beschadigde rotor.
27. Zuig geen omvangrijke voorwerpen op
die de rotor zouden kunnen blokkeren of
beschadigen.
Tenzij specifiek aangegeven (met de
vermelding “zuigerversie”), is de informatie
in de gebruikershandleiding zowel van
toepassing op de bladblazerversie als op de
zuigerversie.
LET OP - Nationale voorschriften kunnen
het gebruik van de machine beperken.
1. Gebruik de machine niet voordat u op de
hoogte bent van de specifieke manier waarop
deze moet worden gebruikt. De gebruiker
dient eerst te oefenen met het apparaat
voordat hij of zij het in de praktijk gaat
gebruiken.
2. De bladblazer mag uitsluitend worden
gebruikt door volwassenen die in
goede lichamelijke conditie zijn en de
gebruiksaanwijzingen kennen.
3. Gebruik de bladblazer niet als u vermoeid
bent of wanneer u alcohol, drugs, of
medicatie heeft gebruikt.
4. Draag altijd handschoenen, een
veiligheidsbril en oorkappen. Draag geen
sjaals, armbanden of andere zaken die vast
kunnen komen te zitten in de rotor.
5. Sta het andere personen of dieren niet toe
zich op te houden binnen de actieradius
van de bladblazer tijdens het starten of het
gebruik.
6. Werk altijd in een stabiele en veilige positie
7. Richt de luchtstraal niet op mensen of dieren.
8. Gebruik de bladblazer alleen in goed
geventileerde ruimten. Gebruik hem niet
in een explosiegevaarlijke omgeving, in
afgesloten ruimten of in de buurt van
brandbare stoffen.
9. Controleer de bladblazer dagelijks om na te
gaan of alle (veiligheids) voorzieningen goed
werken.
10. Houd lang haar bijeen (b.v. met een
haarnetje).
11. Werk niet met een beschadigde, slecht
gerepareerde, slecht gemonteerde
of eigenmachtig gewijzigde bladblazer.
Verwijder geen veiligheidsvoorzieningen,
beschadig hen niet en stel hen niet buiten
werking
12. Bewaar deze handleiding zorgvuldig en
raadpleeg hem voor elk gebruik.
13. Volg onze instructies voor het onderhoud
altijd op
14. Voer nooit zelf handelingen of reparaties uit
die niet tot het normale onderhoud behoren.
Wendt u uitsluitend tot gespecialiseerde,
erkende werkplaatsen.
15. Zorg ervoor dat alle etiketten met de gevaar-
9
BESCHERMENDE KLEDING
Draag daarom bij het werken met de
bladblazer altijd goedgekeurde
beschermende veiligheidskleding. Het gebruik
van beschermende kleding vermindert niet de
risicos op letsel, maar beperkt wel de gevolgen
van ongevallen. Vraag uw dealer om advies bij
het kiezen van de juiste kleding.
De kleding moet goed zitten, en mag de
bewegingen niet hinderen. Draag nauwsluitende,
beschermende kleding. Een beschermend jack
of een Amerikaanse overall zijn ideaal. Draag
geen kleding, sjaals, dassen of sieraden die in
het struikgewas kunnen vastraken. Lang haar
mag niet los gedragen worden, en moet worden
beschermd (bijvoorbeeld met een hoofddoek,
een muts, een helm, enz.).
Draag veiligheidsschoenen met antislipzool
en stalen punten.
Draag een veiligheidsbril of een
gezichtsscherm
Pas beschermingen tegen lawaai toe,
bijvoorbeeld gehoorbeschermers
of oordoppen. Het gebruik van
gehoorbescherming vereist grotere aandacht
en voorzichtigheid, want geluidssignalen die
op gevaar wijzen (schreeuwen, alarmen, enz.)
worden minder goed gehoord.
Draag handschoenen die de trillingen
optimaal absorberen.
2. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN EN
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN (Fig.24)
1. Lees het gebruiks- en onderhoudsboekje
voordat u deze machine gebruikt.
2. Draag een helm, een veiligheidsbril en
gehoorbeschermers.
3. LET OP - De bladblazer kan met hoge
snelheid voorwerpen wegblazen, die de
gebruiker kunnen raken. Dit kan ernstig
letsel aan de ogen veroorzaken.
4. Machinetype: BLADBLAZER
5. Gegarandeerd geluidsvermogensniveau.
6. EG-markering.
7. Serienummer.
8. Bouwjaar
9. LET OP! Gevaar voor amputatie van de
vingers.
10. LET OP! De oppervlakken kunnen heet zijn.
11. De gebruiker van de bladblazer moet er
zeker van zijn dat er geen personen of
dieren binnen een straal van 10 meter
van het apparaat aanwezig zijn. Telkens
wanneer er meerdere gebruikers in
hetzelfde gebied werken, moeten zij een
veiligheidsafstand van minimaal 10 meter
van elkaar aanhouden.
12. Akoestische druk gemeten op 15 meter
afstand, volgens de norm ANSI B175.2-2012
3. HOOFDONDERDELEN (Fig.1)
1. Mondstuk
2. Blowerbuis
3. Versnellingshendel
4. Hangreep
5. Beschermrooster
6. Stopper van versneller
7. Stop-knop
8. Bougie
9. Vlotterbalg
10. Chokehendel
11. Deksel luchtfilter
12. Dop brandstoftank
13. Brandstoftank
14. Startgreep
15. Uitlaat
16. Blokkeerschroef buis
4. MONTAGE
Het apparaat is bij levering al voorbereid voor
gebruik als blower.
De kit is leverbaar voor gebruik van het apparaat
als zuiger/afvalvernietiger, deze wordt apart
geleverd als optie (zie hoofdstuk 12.).
Montage van de slangen
LET OP – Wanneer u de buizen en het
mondstuk monteert, moet de motor
uitgeschakeld zijn.
1. Draai de bout (A, Fig.3) los om het oogje
(C) van de buis (B) in zijn zitting te kunnen
plaatsen. Draai de bout (A) aan om de buis (B)
te vergrendelen.
10
brandstof bijvult.
· Draai de dop van de brandstof langzaam los
om de druk vrij te geven en te voorkomen dat
er brandstof naar buiten komt.
· Draai de dop van de brandstoftank goed dicht
na het bijvullen. Trillingen kunnen ervoor
zorgen dat de dop losraakt en er brandstof
naar buiten komt.
· Veeg de brandstof die uit het apparaat is
gekomen af. Verplaats het apparaat 3 meter
van de plaats waarop u het heeft bijgevuld
voordat u de motor start.
· Probeer onder geen beding brandstof te
verbranden die naar buiten is gekomen.
· Rook niet tijdens het hanteren van de
brandstof of tijdens het gebruik van de
machine.
· Bewaar de brandstof op een koele, droge en
goedgeventileerde plaats.
· Bewaar de brandstof niet op plaatsen met
droge bladeren, hooi, papier etc.
· Bewaar het apparaat en de brandstof op
plaatsen waar de brandstofdampen niet
in contact kunnen komen met vonken of
open vlammen, geisers of boilers, elektrische
motoren of schakelaars, ovens etc.
· Haal de dop niet van de tank wanneer de
motor draait.
· Gebruik brandstof niet voor
schoonmaakwerkzaamheden.
· Let erop dat er geen brandstof op uw kleding
komt.
BENZINE OLIE
A
2% - 50:1
(cm
3
)
1
5
10
15
20
25
0,02
0,10
0,20
0,30
0,40
0,50
(20)
(100)
(200)
(300)
(400)
(500)
Dit product wordt aangedreven door een
tweetaktmotor waarbij er een voormenging
moet plaatsvinden van olie en benzine voor
tweetaktmotoren. Meng de loodvrije benzine en
de olie voor tweetaktmotoren voor in een schone
houder die goedgekeurd is voor benzine.
AANBEVOLEN BRANDSTOF DEZE MOTOR IS
GECERTIFICEERD OM TE WERKEN MET LOODVRIJE
BENZINE VOOR AUTOGEBRUIK MET 89 OCTAAN
([R + M] / 2) OF MET EEN GROTER OCTAANGETAL.
2. Om de verlengbuis (D, Fig. 2) die in de buis (B)
zit naar buiten te laten komen, draait u de
ringmoer (E) in de richting
‘hangslot open
en schuift u de buis (C) uit. Zodra de gewenste
stand is bereikt, draait u de ringmoer (E) in de
stand
‘hangslot dicht’ om de twee buizen te
blokkeren.
3. Om de luchtstraal beter te kunnen richten
en efficiënter te maken, kan het mondstuk
(F, Fig.4) worden gemonteerd. Het mondstuk
moet op de verlengbuis (D, Fig.2) worden
geplaatst en met de twee bevestigingen (G,
Fig.4) worden vergrendeld.
LET OP: de verlengbuis (D, Fig.2) is
uitgerust met een inlaatbeschermrooster. De
blazer kan niet zonder de buis (D) worden
gebruikt om te voorkomen dat handen en
vingers worden geamputeerd als ze per
ongeluk in de buis worden gestoken.
Draagriemen
OPTIONEEL – Om het gebruiksgemak voor de
gebruiker te vergroten, is er een eenvoudige
draagriem verkrijgbaar (Fig.5), codenr.
61140011R, apart verkrijgbaar. Maak deze vast
aan de daarvoor bestemde oogjes (D, Fig. 6).
5. STARTEN
BRANDSTOF
LET OP - Benzine is een zeer brandbare
brandstof. Wees zeer voorzichtig bij het
hanteren van benzine of een mengsel van
brandstoffen. Rook niet en breng geen vuur of
vlammen in de buurt van de brandstof of van
de machine.
· Ga zorgvuldig om met brandstof om
het risico op brand of brandwonden zo
klein mogelijk te houden. Deze is zeer
ontvlambaar.
· Schud de brandstof en doe deze in een houder
die goedgekeurd is voor de brandstof.
· Meng de brandstof in de open lucht, in een
omgeving waar geen vonken of vlammen zijn.
· Leg het apparaat op een vrij terrein, stop de
motor en laat het apparaat afkoelen voordat u
11
de brandstof. Zet altijd de motor uit voordat u
de tank bijvult. Vul nooit brandstof bij in een
apparaat met een draaiende of hete motor. Ga
minimaal 3 m van de plaats waar de machine
met brandstof is gevuld vandaan voordat u de
motor start. NIET ROKEN
1. Maak het oppervlak rondom de tankdop
schoon om verontreiniging te voorkomen.
2. Draai de tankdop langzaam los.
3. Giet het brandstofmengsel voorzichtig in de
tank. Voorkom morsen.
4. Voordat u de tankdop weer vastdraait,
dient u de pakking schoon te maken en te
controleren.
5. Plaats de tankdop onmiddellijk terug en draai
hem met de hand vast. Verwijder eventueel
gemorste brandstof.
LET OP: controleer of er brandstoflekken
zijn, en los deze op voordat u het apparaat
gebruikt. Neem zo nodig contact op met de
klantenservice van uw leverancier.
STARTPROCEDURE
Controleer of de versnellingshendel (D, Fig.
9) goed functioneert en of de stopper van de
versnelling (E) op het minimum staat.
1. Duw de primer 6 keer zacht in (C, Fig.7).
2. Zet de starthendel (12, Fig.1) in de stand CLOSE
(A, Fig. 7). Op deze manier wordt automatisch
ook de semi-versnelling ingeschakeld.
3. Zet de machine in een stabiele stand op de
grond. Houd de machine met één hand vast
(Fig.8), trek aan de startkabel (niet meer dan 3
keer) totdat u de eerste plof van de motor
hoort. Een nieuwe machine kan een aantal
extra pogingen vereisen.
4. Zet de starthendel (12, Fig.1) in de stand OPEN
(B, Fig. 7).
5. Trek aan de startkabel om de motor te starten.
Laat de machine na de start enkele seconden
warmlopen zonder de gashendel aan te raken.
De machine kan er bij kou of op grote hoogte
wat langer over doen om op te warmen. Druk
ten slotte de gashendel (3, Fig. 1) in om de
automatische semi-versnelling uit te schakelen.
LET OP: als de motor warm is geen
choke gebruiken om te starten (10, Fig. 1).
LET OP: Het wordt geadviseerd de
machine nooit te starten zonder de
rotor. Dit zou aanzienlijke schade kunnen
Meng de olie voor tweetaktmotoren met benzine
volgens de instructies op de verpakking.
Wij adviseren om 2% Efco - Oleo-Mac olie
voor tweetaktmotoren (1:50) te gebruiken, die
specifiek is samengesteld voor alle luchtgekoelde
tweetaktmotoren.
De juiste olie-/benzineverhoudingen die
aangegeven zijn in de tabel (Fig.A) zijn geschikt
als men PROSINT 2- en EUROSINT 2-motorolie
gebruikt of een soortgelijke motorolie van hoge
kwaliteit (JASO FD- of ISO L-EGD-specificaties).
VOORZICHTIG - GEBRUIK GEEN OLIE
VOOR AUTO’S OF OLIE VOOR TWEETAKT-
BUITENBOORDMOTOREN.
VOORZICHTIG:
- Koop slechts de hoeveelheid brandstof
die u voor uw verbruik nodig hebt; koop
niet meer dan u in één of twee maanden
gebruikt;
- Bewaar de benzine in een hermetisch
gesloten tank op een koele en droge plaats.
VOORZICHTIG - Gebruik voor het
brandstofmengsel nooit een brandstof met
een ethanolpercentage van meer dan 10%;
gasohol (ethanol-benzinemengsel) is
acceptabel met een ethanolpercentage tot
10% of E10-brandstof.
OPMERKING - Bereid alleen de hoeveelheid
mengsel voor die nodig is voor het gebruik;
laat het mengsel niet lange tijd in de tank of
de jerrycan zitten. Het is aanbevolen om de
brandstofstabilisator Emak ADDITIX 2000 code
001000972 te gebruiken om het mengsel voor
een periode van 12 maanden te kunnen bewaren.
Alkylaatbenzine
VOORZICHTIG - Alkylaatbenzine heeft
niet dezelfde dichtheid als normale benzine.
Motoren die met normale benzine afgesteld
zijn vereisen mogelijk een andere afstelling
van de schroef H. Wend u voor deze afstelling
tot een erkend servicecentrum.
De tank vullen
Schud de jerrycan met het mengsel voordat u de
tank bijvult.
LET OP: houd u aan de
veiligheidsinstructies voor het hanteren van
12
- Zet de motor uit voordat u het toestel neerlegt.
- Wees extra voorzichtig en alert als u
gehoorbescherming draagt, omdat een
dergelijke uitrusting uw vermogen om
waarschuwende geluiden (roepen, signalen,
waarschuwingen e.d.) te horen beperkt.
- Wees uiterst voorzichtig als u op hellend of
oneffen terrein werkt.
- Houd de handgrepen altijd droog en schoon.
- Gebruik de bladblazer niet als u op een
ladder, een steun of op een tafel staat.
- Probeer nooit hete of brandende stoffen of
brandbare vloeistoffen weg te blazen.
- Loop niet achteruit als u het apparaat gebruikt.
- Gebruik de bladblazer alleen op normale
werktijden, dus niet ‘s morgens vroeg of s
avonds laat. Het apparaat maakt lawaai en dit
kan mensen storen. Houd u aan de plaatselijke
regels voor wat betreft geluidsoverlast.
- Controleer de richting en de intensiteit van de
wind. Richt het mondstuk of het weggeblazen
afval nooit op personen, huisdieren, autos of
woningen.
- Blaas het afval niet in de richting van open
deuren of ramen.
-
Gebruik het apparaat voorzichtig als er
voorbijgangers en eigendommen in de buurt zijn.
- Laat de bladblazer niet onbeheerd achter met
draaiende motor.
- Let op waartegen u blaast of wat u verplaatst.
- Probeer gemaaid gras of plastic bekertjes weg
te blazen zonder stof op te blazen.
- Maak stoffige ruimtes vochtig voordat u de
bladblazer gebruikt.
- Gebruik de bladblazer nooit om zeer stoffig
materiaal te verplaatsen.
- Richt de luchtstraal nooit op mensen of dieren.
De bladblazer kan kleine voorwerpen met
hoge snelheid wegslingeren. Zet het apparaat
onmiddellijk uit als er een persoon in de buurt
komt.
- Bladblazers mogen NIET gebruikt worden om
het volgende op te ruimen:
· Grote hoeveelheden grind of grindstof
· Bouwafval
· Gipsstof
· Cement- of betonstof
· Droge tuinaarde
- Gebruik de bladblazer niet voor het verspreiden
of verstuiven van kunstmest, chemische
producten en andere giftige stoffen of
brandstof, behalve wanneer het apparaat
ontworpen is voor een dergelijke toepassing en
gebruik het in dat geval in een geschikt gebied.
- Indien de te verstuiven stof in de handel
verkrijgbaar is, raadpleeg de fiche met de
veiligheidsgegevens van de stof of contacteer
de producent van het materiaal.
veroorzaken aan de onderdelen van
demotor, en zou de garantie onmiddellijk
doen vervallen.
Procedure voor verzopen motor
- Plaats een geschikt gereedschap in de dop
van de bougie.
- Wrik de dop van de bougie.
- Draai de bougie los en maak hem droog.
- Zet het gas helemaal open.
- Trek een paar keer aan het startkoord om de
verbrandingskamer leeg te maken.
- Zet de bougie terug op zijn plaats en sluit de
dop weer aan, druk hem stevig naar beneden.
- Zet de chokehendel op stand OPEN – ook als de
motor koud is.
- Start de motor.
VOORZICHTIG:
- Wikkel de startkabel nooit om uw hand.
- Gebruik bij het trekken nooit de hele lengte
van de startkabel; hierdoor kan hij breken.
- Laat de startkabel niet plotseling los; houd
de starthandgreep (14, Fig.1) vast en laat
de kabel langzaam oprollen.
INLOPEN VAN DE MOTOR
De motor bereikt het maximale vermogen na 5÷8
bedrijfsuren
Om overmatige belasting te vermijden mag de
motor tijdens deze inloopperiode niet onbelast
worden gebruikt op het maximale toerental
LET OP! - Tijdens de inloopperiode mag
de carburatie niet worden veranderd om het
vermogen te vergroten; de motor zou
hierdoor beschadigd kunnen raken.
OPMERKING: het is normaal dat een nieuwe
motor rook afgeeft tijdens het eerste gebruik.
6. STOPPEN VAN DE MOTOR
Zet de versnellingshendel (D, Fig. 9) en de
stopper van de versneller (E) op het minimum.
Zet de motor uit, het indrukken van de STOP-knop
(F, Fig. 9).
7. GEBRUIK VAN DE MACHINE
VERBODEN GEBRUIK
- Werk alleen als de zichtbaarheid en het licht
voldoende zijn om goed te zien.
13
veilige manier weg.
· Gebruik de hele verlenging van het mondstuk
zodat de luchtstroom dichtbij de grond
gebruikt kan worden.
· Reinig de bladblazer na gebruik en werp het
afval weg in de vuilcontainer.
· Gebruik de bladblazer op de laagst mogelijke
snelheidsinstelling van de gasklep.
· Met de stopper van de versneller (E, Fig.9)
kunnen verschillende motortoerentallen
worden ingesteld, en dus verschillende
uitgaande luchtstromen. Zet de aanslag op de
minimumstand, alvorens het apparaat uit te
zetten.
LET OP! - Draag de vereiste
beschermingsmiddelen tijdens het werken
met de bladblazer:
1. Gehoorbeschermers.
2. Beschermingen voor de ogen.
3. Gelaatsmasker in stoffige ruimtes.
Een bladblazer kan worden gebruikt voor het
volgende:
· Het verwijderen en verzamelen van blad. Het
verwijderen van afval en gemaaid gras van
straten, wandelpaden, parken,
parkeerplaatsen, schuren, sportvelden, enz.
· Het verwijderen van gemaaid gras
· Het verwijderen of snipperen van kluiten gras
· Het schoonmaken van parkeerplaatsen
· Het schoonmaken van landbouw- en
bouwgereedschappen
· Het reinigen van stadions en pretparken
· Het verwijderen van lichte of zachte sneeuw
· Het drogen van stoepen en buitenruimtes
· Het verwijderen van afval uit hoeken,
verbindingszones, tussen de stenen van
bestrating, enz.
LET OP - Als u in hoeken werkt, blaas dan
uit de hoek en naar binnen in de richting van
het midden van het werkgebied.
De blower is ontwikkeld voor gebruik met
één hand en kan door de gebruiker zowel
met de rechter- als met de linkerhand worden
vastgepakt.
LET OP – Controleer altijd of het
beschermrooster (G, Fig.10) goed gesloten
is, met de haak (H) vergrendeld. Gevaar voor
amputatie van vingers.
LET OP! - Siliciumdioxide is een
basiscomponent van zand, kwarts, bakstenen,
klei, graniet, rots en vele andere materialen,
inclusief cementproducten en metselwerk.
Herhaaldelijke en/of diepe inademing van
kristallijn silicium in de lucht kan ernstige of
dodelijke aandoeningen van de luchtwegen
veroorzaken, inclusief silicose. Neem bij
aanwezigheid van soortgelijke materialen
altijd de aangegeven voorzorgsmaatregelen
ter bescherming van de luchtwegen in acht.
LET OP! - Inademing van asbeststof is
gevaarlijk en kan ernstig of dodelijk letsel,
aandoeningen aan de luchtwegen of kanker
veroorzaken. Het gebruik en de verwerking van
asbesthoudende producten zijn strikt
gereglementeerd. Blaas geen asbest of
asbesthoudende producten weg, zoals
isolatiematerialen van asbest. Als er een reden
is om te geloven dat met asbesthoudende
materialen wordt gewerkt, moet onmiddellijk
contact worden opgenomen met uw werkgever
of met de lokale gezondheidsdienst.
Voorbereiding op het werk
LET OP! - Volg altijd de
veiligheidsvoorschriften. Plan uw handelingen
van te voren zorgvuldig. Begin niet met werken
als het werkgebied niet vrij is en als er geen
stevige steunpunten voor uw voeten zijn.
LET OP - De bladblazer kan met hoge snelheid
voorwerpen wegblazen, die de gebruiker kunnen
raken. Dit kan ernstig letsel aan de ogen
veroorzaken. Draag altijd een oogbescherming.
Blootstelling aan trillingen kan letsel
veroorzaken bij personen met een slechte
bloedsomloop of met zenuwproblemen. Wend
u tot uw arts bij lichamelijke klachten zoals
gevoelloosheid, ongevoeligheid, minder
kracht dan normaal of kleurveranderingen
van de huid. Deze symptomen doen zich
normaal voor in de vingers, handen of polsen.
·
Controleer de toestand van de bladblazer
voordat u het gebruikt, vooral van de uitlaat, de
ingang van de luchtaanzuiging en het luchtfilter.
· In ruimtes met veel stof moet het werkgebied
licht besproeid worden met een waterslang of
een aansluiting voor een verstuiver als er water
aanwezig is. Let op kinderen, huisdieren, autos
of open ramen, en blaas het afval op een
14
8. ONDERHOUD
ONDERHOUDSTABEL
De volgende onderhoudsintervallen zijn alleen van
toepassing onder normale werkingsomstandigheden. Als uw
dagelijkse werkzaamheden zwaarder zijn dan de normale
onderhoudsintervallen, moeten deze sneller op elkaar volgen.
Vóór elk gebruik
Na elke brandstofbijvulling
Elke week
Bij schade of defecten
Volgens de voorschriften
Complete machine Inspecteren: lekkages, barsten
en slijtage
X X
Controles: schakelaar,
starter, gashendel en hendel
gashendelblokkering
De werking controleren
X X
Brandstoftank Inspecteren: lekkages, spleten
en slijtage
X X
Brandstoffilter Inspecteren en schoonmaken
X
Het filterelement vervangen
X
Elke 6
maanden
Alle toegankelijke schroeven en
moeren (met uitzondering van de
carburateurschroeven)
Inspecteren en opnieuw aanhalen
X
Luchtfilter Schoonmaken
X
Vervangen
X
Elke 6
maanden
Ribben van de cilinder en gleuven
carter startsysteem
Schoonmaken
X
Startkabel Inspecteren: schade en slijtage
X
Vervangen
X
Carburateur Het minimumpeil controleren
X X
Bougie Elektrodeafstand controleren
X
Vervangen
X
Elke 6
maanden
Trillingsdempingssysteem Inspecteren: schade en slijtage
X
15
- Gebruik geen brandstof (mengsels) voor het
schoonmaken.
- Voer nooit handelingen of reparaties uit die
niet tot het normale onderhoud behoren.
Wend u tot erkende werkplaatsen.
LUCHTFILTER
Open bij een aanzienlijke vermindering van
het motorvermogen het deksel (A, Fig.11) en
controleer het luchtfilter (B). Zie Fig.11 voor het
reinigen van het luchtfilter en ga als volgt te
werk:
· Draai de twee bouten (C) los om het deksel te
verwijderen en bij het filter te kunnen komen.
· Vervang het als het verstopt of beschadigd is.
Verwijder het grove vuil aan de binnenkant van
het deksel en rondom het filter, alvorens het
nieuwe filter te monteren.
· Monteer het filter (B) weer en sluit het deksel
(A) door de twee bouten (C) weer aan te
draaien.
VOORZICHTIG – Als de bladblazer zonder
luchtfilter of met een zeer vuil luchtfilter wordt
gebruikt, brengt dit de goede werking van de
motor in gevaar en vervalt de garantie.
BRANDSTOFFILTER (Fig.12)
Het is raadzaam om het filter van het mengsel in
de tank minstens eenmaal per jaar te vervangen.
Dit moet worden uitgevoerd bij een erkend
servicecentrum:
· Maak de mengtank leeg.
· Neem het filter weg en maak hem los van de
mengslang.
· Monteer een nieuw filter in de mengslang.
· Plaats het filter weer in de tank.
VOORZICHTIGWanneer een vuil
mengfilter niet wordt vervangen, brengt dit de
goede werking van de motor in gevaar.
MOTOR
Maak regelmatig de ribben van de cilinder
schoon met een kwast of perslucht. Ophoping
van vuil op de cilinder kan oververhitting tot
gevolg hebben die schadelijk is voor de werking
van de motor.
BOUGIE
Het wordt geadviseerd de bougie regelmatig
schoon te maken en de afstand van de
elektroden te controleren (Fig.23). Gebruik
bougies NGK CMR7A of van een ander merk met
een equivalente thermische graad.
CONFORMITEIT VAN DE GASEMISSIES
Deze motor, inclusief het emissiecontrolesys-
teem, moet worden beheerd, gebruikt en onder-
houden volgens de aanwijzingen in de gebruik-
ershandleiding om de emissieprestaties die van
toepassing zijn op niet voor de weg bestemde
mobiele machines binnen de wettelijke eisen te
houden.
Het emissiecontrolesysteem van de motor mag
niet opzettelijk gemanipuleerd of oneigenlijk
gebruikt worden.
Een verkeerde werking, gebruik of onderhoud
van de motor of van de machine kan mogelijke
storingen van het emissiecontrolesysteem
veroorzaken waardoor niet meer wordt voldaan
aan de toepasselijke wettelijke eisen; in dat
geval moet onmiddellijk actie worden onder-
nomen om de storingen van het systeem te
repareren en de toepasselijke eisen te herstellen.
Hieronder volgt een niet-limitatieve lijst met
voorbeelden van een verkeerde werking, onjuist
gebruik of onderhoud:
- De brandstofdoseersystemen forceren of
breken;
- Gebruik van brandstof en/of motorolie
die niet aan de kenmerken voldoen die in
het hoofdstuk STARTEN / BRANDSTOF zijn
aangegeven;
- Gebruik van niet-originele onderdelen,
bijvoorbeeld bougies, enz.;
- Geen of niet-passend onderhoud van
het lossysteem, inclusief verkeerde
onderhoudsintervallen voor uitlaat, bougie,
luchtfilter, enz.
LET OP! – Manipulatie van deze motor
maakt het EU-certificaat met betrekking tot de
emissies ongeldig.
Het CO2-niveau van deze motor kan worden
gevonden op de WEBSITE van Emak (www.mye-
mak.com) in het deel The Outdoor Power
Equipment World”.
LET OP! – Draag altijd
veiligheidshandschoenen tijdens het plegen
van onderhoud. Verricht nooit onderhoud bij
warme motor Onderhoud moet worden
uitgevoerd met afgezette motor.
- Onjuist onderhoud en het verwijderen van
de veiligheidsinrichtingen kan ernstige
ongevallen veroorzaken.
16
BESCHERMROOSTER
Controleer of de veer (D, Fig.13) en de grendel
(E) perfect werken. Dit is nodig om een perfecte
sluiting van het beschermrooster te garanderen.
Na langdurig gebruik van de bladblazer kan zich
op de beschermkap van de ventilator veel stof
ophopen. Dit veroorzaakt een slechte doorgang
van de lucht (minder volume), waardoor de
ventilator kan beschadigen en/of de motor
oververhit kan raken.
STARTGROEP
WAARSCHUWING: De schroefveer staat
onder spanning en kan wegvliegen, waardoor
ernstig letsel wordt veroorzaakt. Probeer de
veer nooit de demonteren of te wijzigen.
CARBURATEUR
De carburateur wordt in de fabriek op standaard
wijze afgesteld volgens de emissievoorschriften.
LET OP:
- Wijzig de afstelling van de carburateur
niet door de schroeven los of vast te
draaien; deze handeling moet worden
uitgevoerd bij een erkend servicecentrum
door gekwalificeerd personeel.
- Een onjuiste afstelling kan ernstige schade
aan de motor toebrengen.
- Knoei bovendien niet met de rode
beschermdoppen van de schroeven van de
carburateur of verwijder ze niet.
Wend u bij problemen (de motor houdt het
stationaire toerental niet aan, onregelmatig
motortoerental of het maximale vermogen wordt
niet bereikt) tot een erkend servicecentrum.
LET OP: Klimaat- of hoogteveranderingen
kunnen de carburatie wijzigen.
UITLAAT
LET OP – Deze uitlaat is uitgerust met een
katalysator, die ervoor zorgt dat de motor
voldoet aan de emissievereisten. U mag de
katalysator nooit wijzigen of verwijderen: indien
u dat wel doet, bent u wettelijk strafbaar.
LET OP – Uitlaten die zijn uitgerust
met een katalysator worden bij het
gebruik zeer heet, en blijven dat ook lang
nadat de motor is stopgezet. Dit is ook het
geval wanneer de motor stationair loopt. Bij
aanraking kan de huid brandwonden oplopen.
Vergeet ook het brandgevaar niet!
VOORZICHTIG – Een beschadigde uitlaat
moet worden vervangen. Als de uitlaat
vaak verstopt is, kan dit betekenen dat de
katalysator een beperkt rendement heeft.
LET OP – Werk niet met uw machine
als de demper beschadigd, afwezig
of gewijzigd is. Het gebruik van een
onvoldoende onderhouden uitlaat verhoogt
het risico op brand en gehoorverlies.
BUITENGEWOON ONDERHOUD
Laat aan het eind van het seizoen bij intensief
gebruik en om de twee jaar bij normaal gebruik
een algemene controle door een gespecialiseerd
monteur van het assistentienetwerk uitvoeren.
LET OP: Alle onderhoudswerkzaamheden
die niet in deze handleiding zijn beschreven,
moeten door een erkende werkplaats worden
uitgevoerd. Om een constante en regelmatige
werking van de bladblazer te waarborgen,
mogen er uitsluitend ORIGINELE
VERVANGINGSONDERDELEN worden gebruikt
wanneer er onderdelen moeten worden
vervangen.
Eventuele wijzigingen waarvoor geen
toestemming is gegeven en/of het gebruik van
niet-originele vervangingsonderdelen kunnen
ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben
voor de bediener of voor derden.
9. TRANSPORT
Vervoer de bladblazer met afgezette motor.
LET OP – Alvorens de machine in een
voertuig te vervoeren, moet u nagaan of deze
correct en stevig met riemen is vastgemaakt aan
het voertuig. De machine moet verticaal met lege
tank worden vervoerd; u moet tevens nagaan of
de geldende normen voor het vervoer van
dergelijke machines worden nageleefd.
10. OPSLAG
Wanneer het apparaat lange tijd niet gebruikt
zal worden
· Verwijder het mengsel uit de tank.
· Schakel de machine in met een niet hoog
17
toerental en laat de motor stoppen door
brandstofgebrek.
· Maak de tank zorgvuldig schoon.
· Maak de machine goed schoon en verwijder al
het vuil (stofaanslag, gras en dergelijke).
· Smeer een laagje olie op alle metalen delen om
corrosie te voorkomen.
· Zet de machine en zijn accessoires op een
koele en droge plaats die niet toegankelijk is
voor kinderen, uit de buurt van onbeschermde
warmtebronnen en van corrosieve chemische
middelen, zoals chemische producten voor de
tuin.
Na een lange periode van stilstand moeten
alle pakkingen en de carburateur worden
gecontroleerd, alvorens de machine opnieuw te
gebruiken; het is aanbevolen om deze controle
bij een erkend servicecentrum uit te laten voeren.
VOORZICHTIG – Sla de machine op uit de
buurt van zonnestralen die door het glas naar
binnen vallen: dit kan sommige plastic delen
beschadigen. Gebruik geen overgebleven
mengsels die ouder dan een maand zijn: de
motor kan ernstig beschadigd worden en de
garantie wordt geannuleerd.
11. MILIEUBESCHERMING
Tijdens het gebruik van de machine moet de
bescherming van het milieu een belangrijk
aspect vormen. Dit moet altijd prioriteit hebben
ten gunste van de samenleving en van de natuur
waarin we leven.
- Zorg ervoor dat u geen storende factor in de
buurt bent.
- Volg de plaatselijke voorschriften voor de
verwerking van het maaiafval nauwgezet op.
- Volg de plaatselijke voorschriften voor de
verwerking van verpakkingsmateriaal, olie,
benzine, accus, filters, versleten delen of elk
onderdeel dat een slechte invloed heeft op
het milieu nauwgezet op; dit afval mag niet bij
het huisvuil worden geworpen, maar moet
worden gescheiden en naar speciale
verzamelcentra worden gebracht, die de
materialen zullen recyclen.
Slopen en afdanken
Laat de machine na de buitenwerkingstelling
niet in het milieu achter, maar wend u tot een
afvalinzamelcentrum.
Een groot deel van de materialen die bij de bouw
van de machine gebruikt zijn, zijn recyclebaar:
alle metalen (staal, aluminium, messing) kunnen
aan een normale ijzerhandelaar worden gegeven.
Neem voor meer informatie contact op met de
normale afvalverwerkingsdienst in uw streek.
Het afval dat afkomstig is van de sloop van de
machine moet met respect voor het milieu
worden verwerkt zonder de bodem, de lucht en
het water te vervuilen.
In elk geval moeten de plaatselijk geldende
wetten op dit gebied in acht worden
genomen.
Tijdens het slopen van de machine moet het
etiket met de CE-markering samen met deze
handleiding worden vernietigd.
12. UITVOERING ZUIGER / AFVALVERNIETIGER
MONTAGE
Optionele Kit zuiger / afvalvernietiger
1. Zuigbuis (in twee stukken)
2. Collector
3. Opvangzak
4. Greep
LET OP – Wanneer u de buizen, de
collector en de opvangzak monteert, moet de
motor uitgeschakeld zijn.
VOORBEREIDING
- Om de handgreep (F, Fig.16) te monteren,
moeten de twee doppen (G) worden
gedemonteerd door de twee bouten los te
draaien. Bij het monteren van de handgreep
(F) moet het kabeltje (H, Fig.17) door het gat
worden gestoken om te voorkomen dat hij
wordt platgedrukt. Na de bevestiging van
de handgreep met de twee bouten, moet
de stekker van het kabeltje (Q, Fig.18) op de
kabelschoen (R) van de machine worden
aangesloten.
- Steek de collector (C, Fig. 14) in de zak (D)
tot waar het conische gedeelte van de buis
eindigt en sluit hem met het klittenband (E).
Door de zak aan het uiteinde van de buis te
plaatsen, is het apparaat makkelijker in het
gebruik.
- Draai de bout (A, Fig.15) los om het oogje
(B) van de buis (C) in zijn zitting te plaatsen.
Draai de bout (A) aan om de buis (C) te
vergrendelen.
- Open het beschermrooster met behulp van
een schroevendraaier om het lipje (H, Fig.19)
dat de sluiting van het rooster blokkeert, te
verplaatsen. Breng de zuigbuis (L Fig. 20) aan,
door de vier pennen (M) van het slakkenhuis
18
in de vier geleidegroeven (N) van de buis
te steken. Draai hem in de richting van de
pijl (2) totdat hij geblokkeerd wordt. Druk
het uiteinde van de zuigbuis (P, Fig. 21) erin,
en controleer of het afgeschuinde gedeelte
aan het einde van de zuigbuis naar beneden
gericht is.
LET OP – Controleer of de zuigbuis correct
gemonteerd is voordat u het apparaat aanzet.
LET OP – Schakel de bladblazer niet in
als het beschermrooster (G, Fig. 10) openstaat,
beschadigd is of niet gesloten kan worden,
behalve wanneer de zuigbuis erin is gestoken.
LET OP – Controleer altijd of de opvangzak
onbeschadigd is en of het scharnier gesloten is
voordat u de bladblazer inschakelt. Gebruik nooit
een beschadigde zak. Er bestaat dan een risico
op verwondingen die veroorzaakt worden door
vliegend afval.
LET OP – Vermijd elk rechtstreeks contact
tussen het lichaam en het uitvoergebied van de
uitlaat.
GEBRUIK
LET OP Houd het apparaat altijd stevig
vast met beide handen.
De zuiger is ontworpen voor gebruik met twee
handen (Fig. 22) en de gebruiker moet zijn
rechterhand op de bedieningshandgreep houden
en de linkerhand op de handgreep van de kap. Dit
geldt ook voor linkshandige personen.
Doe de riem van de opvangzak over uw rechter
schouder en steek uw linkerarm erdoor. Als het
apparaat als zuiger wordt gebruikt, mag hij alleen
worden gebruikt met de opvangzak gemonteerd.
De grote diameter van de zuigbuis maakt het
mogelijk om ook grote voorwerpen op te zuigen,
zoals grote bladeren, stukken karton en schors.
Let erop dat er geen grote voorwerpen zoals
hout, blikjes, stukken touw of band worden
opgezogen die de schoepen van de rotor kunnen
beschadigen of blokkeren.
Let op bij het opzuigen van natte bladeren, die de
rotor zou kunnen blokkeren.
Let erop dat de zuigbuis niet verstopt raakt om
schade aan de motor door te hoge snelheid te
vermijden.
VOORZICHTIG – Laat het uiteinde van de
zuigbuis niet over de grond slepen.
VOORZICHTIG – Zuig geen schurende
stoffen op zoals zand of grind, omdat deze de
rotor snel kunnen aantasten.
LET OP – Zuig nooit warme of brandende
stoffen of vloeibare brandstoffen op. Zuig
nooit brandbare vloeistoffen en giftige stoffen
op (b.v. brandstof) of materialen die hiermee
doordrenkt zijn. Zij kunnen levensgevaarlijke
brandwonden door vuur of explosies
veroorzaken!
VOORZICHTIG – Afwijkende geluiden
of variaties in het aantal toeren van de motor
kunnen wijzen op een interne verstopping
van het apparaat bij het opzuigen. Schakel de
motor onmiddellijk uit, demonteer de zuigbuis
en controleer of er resten zijn die de interne
leidingen verstoppen.
ONDERHOUD
SLAKKENHUIS – Verwijder regelmatig het vuil
en vreemde voorwerpen uit het binnenste van
het slakkenhuis om het rendement van het
apparaat niet aan te tasten.
ROTOR – Controleer of de schoepen schoon
en onbeschadigd zijn, om te voorkomen dat
de luchtstroom vermindert en de trillingen
toenemen. Is dat niet het geval, wendt u dan
onmiddellijk tot een erkende werkplaats.
OPVANGZAK – Deze moet regelmatig worden
gewassen, om goed te kunnen zuigen en de zak
te kunnen vullen. Controleer of de opvangzak
heel is en of de scharnieren goed werken.
Vervang ze indien nodig.
Zie pag. 14 voor de andere
onderhoudswerkzaamheden.
19
13. TECHNISCHE GEGEVENS
Akoestische druk dB (A)
ANSI
B175.2/2012
73.0
Akoestische druk dB (A)
L
PA
av
EN15503
EN 22868
96.5 *
Onzekerheid dB (A) 2.0
Gemeten geluidsvermogensniveau dB (A)
2000/14/EC
EN 22868
EN ISO 3744
104.0
Onzekerheid dB (A) 1.0
Gegarandeerd geluidsvermogensniveau dB (A)
L
WA
2000/14/EC
EN 22868
EN ISO 3744
105.0
Trillingsniveau m/s
2
EN15503
EN 22867
EN 12096
6.3 *
Onzekerheid m/s
2
EN 12096 2.8
* Gemiddelde gewogen waarden (1/7 minimum, 6/7 volle belasting)
Cilinderinhoud cm
3
25.4
Tweetaktmotor 2 takt
Vermogen kW 1.0
Inhoud brandstoftank
cm
3
450 (0,45 ℓ)
Primer carburateur Ja
Trillingsstandaards Ja
Gewicht kg 3.7
Volumedebiet bladblazer m
3
/h 720
Maximale luchtsnelheid m/s 70
Volumedebiet zuiger m
3
/h 770
Inhoud opvangzak
36
20
14. VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
Ondergetekende,
EMAK spa via Fermi, 4 - 42011 Bagnolo in Piano (RE) ITALY
verklaart onder eigen verantwoordelijkheid dat de machine:
1. Soort:
Bladblazer
2. Merk: / Type:
Oleo-Mac BV 250 – Efco SA 2500
3. Serienummer:
554 XXX 0001 - 554 XXX 9999
voldoet aan de voorschriften van de
richtlijn / verordening en latere wijzigingen
of aanvullingen
2006/42/EC - 2014/30/EU - (EU) 2016/1628 - 2000/14/EC -
2011/65/EU
voldoet aan de voorschriften van de
volgende geharmoniseerde normen:
EN 15503:2009+A2:2015 - EN ISO 14982:2009
Gevolgde procedures voor de
conformiteitsbeoordeling
Annex V - 2000/14/EC
Gemeten geluidsvermogensniveau:
104.0 dB(A)
Gegarandeerd geluidsvermogensniveau:
105.0 dB(A)
Geproduceerd in:
Bagnolo in piano (RE) Italy - via Fermi, 4
Datum:
15/04/2020
De technische documentatie is ter
beschikking in:
Hoofdkantoor. - Technisch bestuur
Fausto Bellamico - President
s.p.a.
21
Dit apparaat is ontworpen en gerealiseerd met
de modernste productietechnieken. De fabrikant
geeft een garantie van 24 maanden vanaf de
aankoopdatum op de eigen producten voor
privé-/hobbygebruik. De garantie is beperkt tot
12 maanden bij professioneel gebruik.
Algemene garantievoorwaarden
1) De garantie geldt vanaf de aankoopdatum.
De fabrikant vervangt gratis de onderdelen
met defecten in materiaal, afwerking en
productie via het verkoopnetwerk en de
technische servicedienst. De garantie
ontneemt de gebruiker niet de wettelijke
rechten van het burgerlijk wetboek tegen
de consequenties van de defecten of fouten
veroorzaakt door het verkochte voorwerp.
2) Het technische personeel zal de defecte
onderdelen zo snel als organisatorisch
mogelijk is repareren.
3) Om een aanvraag tot technische assistentie
onder garantie in te dienen, dient u aan het
bevoegde personeel het onderstaande
garantiecertificaat te tonen, voorzien van
het stempel van de leverancier, volledig
ingevuld en met de aankoopfactuur of bon
met de aankoopdatum aangehecht.
4) De garantie vervalt in de volgende gevallen:
Duidelijk gebrek aan onderhoud.
Onjuist gebruik van het product of
geknoei aan het product.
Gebruik van ongeschikte smeermiddelen
of brandstoffen
Gebruik van niet-originele
reserveonderdelen of accessoires,
Reparaties die uitgevoerd zijn door
onbevoegd personeel.
5) De fabrikant sluit verbruiksmaterialen en
onderdelen die aan normale
werkingsslijtage onderhevig zijn, uit van de
garantie
6) Aanpassingen en verbeteringen van het
product vallen niet onder de garantie.
7) Afstellingen en onderhoudsreparaties die
tijdens de garantieperiode nodig zijn vallen
niet onder de garantie.
8) Eventuele schade die veroorzaakt is tijdens
het transport moet onmiddellijk gemeld
worden aan de transporteur, anders vervalt
de garantie.
9) De garantie dekt geen eventuele directe of
indirecte schade of letsel als gevolg van
storingen van het apparaat of die
voortvloeit uit het langdurig niet gebruiken
van het apparaat.
15. GARANTIECERTIFICAAT
MODEL
GEKOCHT DOOR DHR./MEVR.
SERIAL No
DATUM
DEALER
Niet opsturen Alleen een eventueel verzoek om technische garantie
aanhechten
22
16. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
LET OP: zet het apparaat altijd uit en koppel de bougie los voordat u de aanbevolen
corrigerende maatregelen in onderstaande tabel uitvoert, behalve als gevraagd wordt
om het apparaat aan te zetten.
Als alle mogelijke oorzaken nagegaan zijn en het probleem nog steeds niet is opgelost, neem dan
contact op met een erkend reparatiecentrum. Als u een probleem heeft dat niet in deze tabel staat,
neem dan contact op met een erkend reparatiecentrum.
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
De motor start niet of gaat
na enkele seconden na het
starten weer uit.
1. Er is geen vonk.
2. Motor is verzopen.
1. Controleer de vonk van de bougie.
Als er geen vonk is, herhaal de test
dan met een nieuwe bougie
(CMR7A).
2. Volg de procedure op pag. 12. Als de
motor nog niet start, herhaal de
procedure dan met een nieuwe
bougie.
De motor start, maar versnelt
niet voldoende of werkt niet
goed bij hoge snelheid.
De carburateur moet worden
afgesteld.
Neem contact op met een erkend
reparatiecentrum om de carburateur
te laten afstellen.
De motor bereikt de
volledige snelheid niet en/of
geeft zeer veel rook af.
1. Controleer het olie-/
benzinemengsel.
2. Luchtfilter is vuil.
3. De carburateur moet
worden afgesteld.
1. Gebruik verse benzine en een olie
die geschikt is voor
tweetaktmotoren.
2. Schoonmaken: zie de instructies in
het hoofdstuk Onderhoud van het
luchtfilter.
3. Neem contact op met een erkend
reparatiecentrum om de carburateur
te laten afstellen.
De motor start, draait en
versnelt, maar wil niet
stationair lopen.
De carburateur moet worden
afgesteld.
Neem contact op met een erkend
reparatiecentrum om de carburateur
te laten afstellen.
De motor start en werkt,
maar de luchtstroom is
beperkt.
1. Verstopt beschermrooster
2. Beschadigde rotor
3. Verstopt slakkenhuis en
buizen
1. Reinig het beschermrooster
2. Neem contact op met een erkend
servicecentrum
3. Schoonmaken
Mod. 56600163 - Apr/2020
Emak S.p.A.
42011 Bagnolo in Piano (RE) Italy
www.myemak.com
www.youtube.it/EmakGroup
NL
LET OP! - Dit handboek moet voor de gehele levensduur bij de machine blijven.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Oleo-Mac BV 250 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor