Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag
u de ventilatie-openingen van het apparaat niet
afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d.
Plaats nooit een brandende kaars bovenop het
apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen,
mag u nooit een met vloeistof gevuld voorwerp, zoals een vaas,
een glas of beker op het apparaat zetten.
Gooi de batterij niet weg, maar
lever hem in als KCA.
Deze tuner/versterker is voorzien van Dolby* Digital
en Dolby Pro Logic (II) adaptieve matrix surround
decodering en het DTS** Digital Surround
akoestieksysteem.
* Onder licentie van Dolby Laboratories.
De namen “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbele-D
symbool zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
** “DTS”, “DTS-ES Extended Surround” en “Neo: 6”
zijn handelsmerken van Digital Theater Systems,
Inc.
Omtrent de landcodes
Over welke uitvoering van dit apparaat u beschikt,
is afleesbaar aan de landcode die staat vermeld
rechtshoven op het achterpaneel (zoals in de
onderstaande afbeelding).
AC OUTLET
SPEAKERS
R SURROUND L
CENTER
4-XXX-XXX-XX AA
SURR BACK
+
SURR
BACK
R
SURR
BACK
L
–
R SURROUND L
CENTER
Landcode
SURR BACK
IMPEDANCE SELECTOR
4Ω
8Ω
Verschillen in bediening die samenhangen met de
landcode staan in de tekst duidelijk aangegeven,
zoals bijvoorbeeld “alleen voor de modellen met
landcode AA”.
Tips
2NL
• De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing tonen
het model met landcode CEL.
• De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de
bediening met de toetsen op de tuner/versterker zelf. U
kunt echter ook de toetsen van de bijgeleverde
afstandsbediening gebruiken, met dezelfde of
soortgelijke namen als die op de tuner/versterker. Zie
voor een gedetailleerde beschrijving van de
afstandsbediening blz. 55 t/m 75 van dit boekje.
Inhoudsopgave
Kenmerken ............................................ 4
Bedieningsorganen
Voorpaneel ............................................ 5
Aansluiten van de apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren ........................ 6
Aansluiten van de antennes ................... 7
Aansluiten van audio-apparatuur ........... 8
Aansluiten van video-apparatuur ........... 9
Aansluiten van digitale apparatuur ...... 10
Meerkanaals-ingangsaansluitingen ..... 12
Andere aansluitingen ........................... 13
Aansluiten en opstellen van
de luidsprekers
Luidspreker-aansluitingen ................... 16
Voorbereidingen treffen voor
weergave ....................................... 18
Luidspreker-opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek ... 19
Controleren van de aansluitingen ........ 25
Basisbediening
Keuze van het weergave-apparaat ....... 26
Instellen op 7.1-kanaals weergave ....... 28
Luisteren naar de weergave in een
andere kamer ................................. 29
Keuze van de aanduidingen
in het uitleesvenster ....................... 29
Genieten van Surround Sound
akoestiek
Keuze van een klankbeeld ................... 30
Betekenis van de meerkanaals
Surround aanduidingen ................. 35
Bijregelen van de klankbeelden .......... 37
Instellen van de grafiek-toonregeling .. 41
Radio-ontvangst
Automatisch voorinstellen van FM
zenders in alfabetische volgorde
(AUTOBETICAL)* ...................... 43
Directe afstemming ............................. 43
Automatische afstemming ................... 44
Geheugenafstemming .......................... 44
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)* .......................................... 46
Andere bedieningsfuncties
Naamgeving van voorkeurzenders
en beeld/geluidsbronnen ................ 48
Opnemen ............................................. 48
Automatisch uitschakelen met de
sluimerfunctie ................................ 49
Instellingen met de SET UP toets ........ 50
CONTROL A1 bedieningssysteem .. 53
NL
Afstandsbediening
Voor u de afstandsbediening in
gebruik neemt ................................ 55
Toetsen en functies van de
afstandsbediening .......................... 56
Gebruik van de bedieningslijsten ........ 64
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ......................... 76
Verhelpen van storingen ...................... 76
Technische gegevens ........................... 79
Tabel voor de instellingen met de
SURROUND, LEVEL, EQ en
SET UP toetsen ............................. 82
Instelbare parameters voor elk van
de klankbeelden ............................. 85
* Alleen voor de modellen met landcode CEL.
3NL
Kenmerken
7.1-kanaals weergave
De tuner/versterker is voorzien van een 6-kanaals versterkingstrap. Hiermee is het apparaat
geschikt voor weergave van filmgeluid e.d. met een volledige 6.1-kanaals weergave, via
voorluidsprekers (L/R), een middenluidspreker, achterluidsprekers (L/R), een
middenachterluidspreker en een lagetonen-luidspreker. Met deze tuner/versterker kunt u zelfs
genieten van 7.1-kanaals weergave. De 7.1-kanaals decodering werkt met een Digitale Signaal
Processor (DSP) om ook het middenachterkanaal tot stereo (L/R) te verbreden (zie blz. 28).
Geschikt voor allerlei audio-formaten en weergavesystemen
Deze tuner/versterker is geschikt voor weergave van de volgende audio-formaten.
•
•
•
•
•
4NL
Dolby Digital EX (zie blz. 34)
Dolby Pro Logic II (zie blz. 38)
DTS Neo:6 (zie blz. 38)
DTS-ES Matrix 6.1 (zie blz. 34)
DTS-ES Discrete 6.1 (zie blz. 34)
Bedieningsorganen
De lijst geeft de bedieningsorganen in alfabetische volgorde.
Voorpaneel
1 23 4 5 6 7
8 9 q; qaqsqd qf
qgqhqj qkql
–
rf rd
rs
2CH qg (30, 32)
2ND ROOM eh (29)
6.1CH indicator ql
6.1CH DECODING qk (33, 50)
A.F.D. 0 (30, 32)
AUDIO SPLIT wf (26)
CINEMA STUDIO EX qa (30)
Cursortoetsen ( / ) wk (19, 37,
39, 41, 48, 50)
Digital Cinema Sound indicator
qh (30)
DIGITAL CONCERT HALL qd
(31)
DIMMER rs (29)
DISPLAY 4 (29, 46)
DOOR OPEN wg
ENTER wj (18, 48)
EQ ea (41)
EQUALIZER eg (41)
FM/AM 7 (43, 44)
FM MODE r; (43, 44)
FUNCTION wd (26, 43, 44, 45,
48)
ra
r;
+
ek eh ef es e; wl wk
el ej eg ed ea
Hoofdtelefoon-aansluiting
(PHONES) rf (28)
INPUT MODE ws (27)
Infrarood-ontvanger 2
Infrarood-zender 3
Instelknop wl (19, 29, 37, 39, 41,
48, 50)
LEVEL e; (39)
Luidsprekerkeuzeschakelaar
(SPEAKERS) rd (27)
MASTER VOLUME w; (25, 27)
Meerkanaals-decodeerlampje
(MULTI CHANNEL
DECODING) qs
MEMORY el (43, 45)
MODE +/– qf (30, 41)
MULTI/2CH ANALOG DIRECT
qj (27, 30, 32, 49)
MUTING wa (27)
NAME ed (48)
NIGHT MODE 6 (33)
NIGHT MODE indicator 5
w;
Bedieningsorganen
Zie voor nadere bijzonderheden de tussen haakjes ( ) aangegeven bladzijnummers.
wh wg wf wd wswa
wj
ON SCREEN ef (9)
PRESET TUNING +/– 8 (45)
PTY SELECT +/– (alleen voor de
modellen met landcode CEL)
ek (46)
RDS/PTY (alleen voor de
modellen met landcode CEL)
ej (46)
SET UP wh (19, 50)
SLEEP ej (49)
SURROUND es (37)
TUNING +/– ek (44)
Uitleesvenster 9 (35)
Video-ingangsaansluitingen
(VIDEO 3 INPUT) ra
?/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (18,
25, 41, 43)
5NL
Aansluiten van de apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren
Alvorens met aansluiten te beginnen
• Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan.
• Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde
zijn.
• Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen.
• Let bij het aansluiten van de audio/videosnoeren op dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de gele
stekkers aan op de gele stekkerbussen (voor het videosignaal); witte stekkers op witte stekkerbussen
(voor het linker audiokanaal) en rode stekkers op rode stekkerbussen (voor het rechter kanaal).
• Voor het aansluiten van de optische digitaalkabel neemt u de dopjes van de aansluitbussen
en dan steekt u de stekkers er recht in tot ze vastklikken.
• Let op dat de optische digitaalkabel niet geknikt of verwrongen wordt.
A Audio-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
wit (L)
rood (R)
wit (L)
rood (R)
B Audio/video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
geel (video)
wit (audio links)
rood (audio rechts)
geel (video)
wit (audio links)
rood (audio rechts)
C Video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
geel (video)
geel (video)
D Optische digitaalkabel (niet bijgeleverd)
zwart
zwart
E Coaxiale digitaalkabel (niet bijgeleverd)
geel
geel
F Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd)
zwart
6NL
zwart
Aansluiten van de antennes
AM kaderantenne*
(bijgeleverd)
ANTENNA
75Ω COAXIAL
DIGITAL
FM U
AM
COMPONENT VIDEO
MONITOR TV/SAT DVD/LD
VIDEO 2
VIDEO 1
S2 VIDEO S2 VIDEO S2 VIDEO
IN
IN
OUT
S2 VIDEO
OUT
IN
S2 VIDEO
OUT
IN
TV/SAT IN DVD/LD IN MONITOR OUT
CD/SACD
OPTICAL
IN
ND/DAT
OPTICAL
OUT
CB/B-Y
MD/DAT
OPTICAL
IN
CR/R-Y
TV/SAT
OPTICAL
IN
PHONO CD/SACD
IN
DVD/LD
OPTICAL
IN
IN
VIDEO
OUT
MD/DAT
OUT
IN
TAPE
OUT
IN
VIDEO
IN
VIDEO
IN
OUT
VIDEO
AUDIO
IN
AUDIO
IN
OUT
IN
2ND
ROOM
IN
VIDEO OUT
AUDIO
OUT
VIDEO
IN
OUT
IN
OUT
AUDIO
AUDIO
L
CD/SACD
COAXIAL
IN
DVD/LD
COAXIAL
IN
CTRL
A1
Y
Aansluiten van de apparatuur
FM draadantenne
(bijgeleverd)
R
FRONT SURROUND CENTER
SIGNAL GND
FRONT
SURROUND SURR BACK CENTER
FRONT
SURROUND SURR BACK SUB WOOFER CENTER
U
ASSIGNABLE
SUB WOOFER
MULTI CHANNEL INPUT 2
SUB WOOFER
MULTI CHANNEL INPUT 1
Na het aansluiten van de
antenne
PRE OUT
* De vorm van de aansluitstekker kan per uitvoering
en landcode ietwat verschillen.
• Om het oppikken van stoorsignalen te
voorkomen, mag u de AM kaderantenne niet te
dicht bij de tuner/versterker of andere
apparatuur zetten.
• Strek de FM draadantenne zo ver mogelijk uit.
• Na het aansluiten van de FM draadantenne legt
of hangt u deze zo horizontaal mogelijk.
• Gebruik de U SIGNAL GND platenspeleraardaansluiting niet voor het aarden van de
tuner/versterker.
7NL
Aansluiten van audio-apparatuur
De benodigde aansluitsnoeren (A – F) staan beschreven op blz. 6.
Minidisc-recorder/
DAT cassettedeck
INPUT OUTPUT
LINE
LINE
L
R
A
A
ç
A
ç
Platenspeler
OUT
ANTENNA
IN
75Ω COAXIAL
DIGITAL
FM U
AM
COMPONENT VIDEO
MONITOR TV/SAT DVD/LD
VIDEO 2
VIDEO 1
S2 VIDEO S2 VIDEO S2 VIDEO
OUT
IN
IN
S2 VIDEO
OUT
IN
S2 VIDEO
OUT
IN
TV/SAT IN DVD/LD IN MONITOR OUT
CD/SACD
OPTICAL
IN
ND/DAT
OPTICAL
OUT
CB/B-Y
MD/DAT
OPTICAL
IN
CR/R-Y
TV/SAT
OPTICAL
IN
VIDEO
OUT
PHONO CD/SACD
IN
DVD/LD
OPTICAL
IN
MD/DAT
IN
OUT
IN
TAPE
OUT
IN
VIDEO
IN
VIDEO
IN
OUT
VIDEO
AUDIO
IN
AUDIO
IN
OUT
OUT
IN
OUT
AUDIO
2ND
ROOM
IN
VIDEO OUT
AUDIO
OUT
AUDIO
R
FRONT SURROUND CENTER
SIGNAL GND
FRONT
SURROUND SURR BACK CENTER
FRONT
SURROUND SURR BACK SUB WOOFER CENTER
U
ASSIGNABLE
SUB WOOFER
SUB WOOFER
MULTI CHANNEL INPUT 1
ç
MULTI CHANNEL INPUT 2
ç
A
A
OUT
A
OUTPUT
LINE
Als uw platenspeler is voorzien van een
aardingsdraad, sluit u deze dan aan op de
U SIGNAL GND aansluiting van de tuner/
versterker.
LINE
L
L
R
R
SACD of gewone
compact disc speler
Aarding van de platenspeler
IN
INPUT OUTPUT
LINE
8NL
IN
VIDEO
IN
L
CD/SACD
COAXIAL
IN
DVD/LD
COAXIAL
IN
CTRL
A1
Y
Cassettedeck
PRE OUT
Aansluiten van video-apparatuur
OUTPUT
OUTPUT
AUDIO OUT
L
R
ANTENNA
VIDEO
OUT
B
75Ω COAXIAL
FM U
DIGITAL
AM
COMPONENT VIDEO
MONITOR TV/SAT DVD/LD
VIDEO 2
VIDEO 1
S2 VIDEO S2 VIDEO S2 VIDEO
IN
IN
OUT
S2 VIDEO
OUT
IN
S2 VIDEO
OUT
IN
TV/SAT IN DVD/LD IN MONITOR OUT
CD/SACD
OPTICAL
IN
ND/DAT
OPTICAL
OUT
CB/B-Y
MD/DAT
OPTICAL
IN
CR/R-Y
PHONO CD/SACD
IN
DVD/LD
OPTICAL
IN
IN
VIDEO
OUT
MD/DAT
OUT
IN
TAPE
OUT
IN
VIDEO
IN
VIDEO
IN
OUT
VIDEO
AUDIO
IN
AUDIO
IN
OUT
IN
2ND
ROOM
IN
VIDEO OUT
AUDIO
OUT
VIDEO
IN
OUT
IN
OUT
AUDIO
AUDIO
L
CD/SACD
COAXIAL
IN
DVD/LD
COAXIAL
IN
CTRL
A1
Y
TV/SAT
OPTICAL
IN
Aansluiten
op het
voorpaneel
AUDIO OUT
L
R
VIDEO
OUT
B
COMPONENT VIDEO
Aansluiten van de apparatuur
DVD of laserdiscvideospeler
TV of satellietontvanger
R
FRONT SURROUND CENTER
SIGNAL GND
FRONT
SURROUND SURR BACK CENTER
FRONT
SURROUND SURR BACK SUB WOOFER CENTER
U
ASSIGNABLE
SUB WOOFER
PRE OUT
C
B
INPUT
VIDEO
IN
Camcorder
of
videospel
TV of videomonitor*
IN
B
OUT
Ç
B
Ç
OUT
Ç
MULTI CHANNEL INPUT 1
Ç
SUB WOOFER
MULTI CHANNEL INPUT 2
B
B
INPUT OUTPUT
INPUT OUTPUT
VIDEO
IN
VIDEO
OUT
VIDEO
IN
VIDEO
OUT
AUDIO
IN
AUDIO
OUT
AUDIO
IN
AUDIO
OUT
L
L
R
R
Video-recorder
IN
Video-recorder
* U kunt de SET UP, SURROUND, LEVEL en EQ parameters en het gekozen klankbeeld laten verschijnen met
een druk op de ON SCREEN toets.
Omtrent de video-aansluitingen
U kunt de audio-uitgangsaansluitingen van uw
TV-toestel verbinden met de TV/SAT AUDIO
IN stekkerbussen van de tuner/versterker, om het
geluid van de TV weer te geven met een
akoestiekeffect naar keuze. In dit geval mag u de
video-uitgangsaansluiting van het TV-toestel niet
verbinden met de TV/SAT VIDEO IN stekkerbus
van de tuner/versterker. Als u een aparte TVafstemeenheid (of satelliet-ontvanger) aansluit,
verbind dan de audio- en video-uitgangen
daarvan beide met de tuner/versterker zoals
aangegeven in bovenstaand aansluitschema.
Als u beschikt over een, satelliet-ontvanger,
DVD-videospeler of laserdisc-speler met
COMPONENT VIDEO (Y, B-Y, R-Y) uitgangs-
aansluitingen en een videomonitor met
COMPONENT VIDEO ingangsaansluitingen,
dan kunt u deze op de tuner/versterker aansluiten
met behulp van een videosnoer (niet bijgeleverd).
Tip
Bij gebruik van de S-video stekkerbussen in plaats van de
gewone video-aansluitingen, zult u het TV-toestel of de
videomonitor ook moeten aansluiten op de S-video
stekkerbus. De S-video signalen worden alleen uitgestuurd
via de S-video stekkerbussen, dus u zult via de gewone
video-aansluitingen geen signaal kunnen weergeven.
Opmerkingen
• Als u deze COMPONENT VIDEO aansluitingen
maakt, zullen er geen beeldscherm-aanduidingen
verschijnen.
• Op deze tuner/versterker zijn de COMPONENT
VIDEO signalen niet uitwisselbaar met
S-videosignalen of gewone videosignalen.
9NL
Aansluiten van digitale apparatuur
U kunt de digitale uitgangsaansluitingen van uw DVD videospeler of satelliet-ontvanger (enz.)
verbinden met de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/versterker, om thuis te genieten van
een indrukwekkend bioscoopgeluid met meerkanaals Surround akoestiek. Om deze meerkanaals
Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers,
twee achterluidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker. Voor
volledige 6.1 kanaals weergave voegt u daar nog een middenachterluidspreker aan toe. Daarnaast
kunt u tevens een laserdisc-speler met een RF OUT stekkerbus aansluiten via een RF demodulator,
zoals de Sony MOD-RF1 (niet bijgeleverd).
Tip
U kunt voor uw digitale componenten het gewenste ingangssignaal kiezen. Zie de beschrijving voor de “INPUT
MODE” ingangssignaal-keuzetoets op blz. 27.
Opmerking
U kunt de DOLBY DIGITAL RF OUT stekkerbus van een laserdisc-speler niet rechtstreeks aansluiten op de
digitale ingangen van deze tuner/versterker. De RF uitgangssignalen moeten eerst worden omgezet in optische of
coaxiale digitale signalen. Zie voor nadere bijzonderheden de beschrijving onder “Verhelpen van storingen” op
blz. 76.
TV of satellietontvanger
OUTPUT
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
DIGITAL
OPTICAL
R
D
ANTENNA
B
75Ω COAXIAL
FM U
DIGITAL
AM
COMPONENT VIDEO
MONITOR TV/SAT DVD/LD
VIDEO 2
VIDEO 1
S2 VIDEO S2 VIDEO S2 VIDEO
OUT
IN
IN
S2 VIDEO
OUT
IN
S2 VIDEO
OUT
IN
TV/SAT IN DVD/LD IN MONITOR OUT
CD/SACD
OPTICAL
IN
CTRL
A1
Y
ND/DAT
OPTICAL
OUT
CB/B-Y
MD/DAT
OPTICAL
IN
CR/R-Y
TV/SAT
OPTICAL
IN
PHONO CD/SACD
IN
DVD/LD
OPTICAL
IN
IN
VIDEO
OUT
MD/DAT
OUT
TAPE
IN
OUT
IN
VIDEO
IN
VIDEO
IN
OUT
VIDEO
AUDIO
IN
AUDIO
IN
OUT
IN
2ND
ROOM
IN
VIDEO OUT
AUDIO
OUT
VIDEO
IN
OUT
IN
OUT
AUDIO
AUDIO
L
CD/SACD
COAXIAL
IN
R
FRONT SURROUND CENTER
DVD/LD
COAXIAL
IN
SIGNAL GND
FRONT
SURROUND SURR BACK CENTER
FRONT
SURROUND SURR BACK SUB WOOFER CENTER
U
ASSIGNABLE
SUB WOOFER
MULTI CHANNEL INPUT 2
D
SUB WOOFER
MULTI CHANNEL INPUT 1
E
PRE OUT
B
OUTPUT
OUTPUT
OUTPUT
DIGITAL
OPTICAL
DIGITAL
COAXIAL
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
L
DVD of laserdiscvideospeler (enz.)*
10NL
R
* Hiervoor kunt u naar keuze coaxiale of optische aansluitingen maken. Wij willen u aanraden coaxiale
aansluitingen te gebruiken, liever dan optische aansluitingen.
Verbind de digitale uitgangsaansluitingen van uw minidisc-recorder of DAT cassettedeck met de
digitale ingang van de tuner/versterker en verbind de digitale ingangen van uw minidisc-recorder of
DAT cassettedeck met de digitale uitgangsaansluiting van de tuner/versterker. Via deze aansluitingen
kunt u digitale geluidsopnamen maken van TV-uitzendingen e.d.
Aansluiten van de apparatuur
Minidisc-recorder/ DAT
cassettedeck
DIGITAL
INPUT OUTPUT
OPTICAL
IN
LINE
LINE
L
OUT
ç
ANTENNA
IN
OUT
A
A
ç
D
OUT
ç
D
ç
R
IN
75Ω COAXIAL
DIGITAL
FM U
AM
COMPONENT VIDEO
MONITOR TV/SAT DVD/LD
VIDEO 2
VIDEO 1
S2 VIDEO S2 VIDEO S2 VIDEO
IN
IN
OUT
S2 VIDEO
OUT
IN
S2 VIDEO
OUT
IN
TV/SAT IN DVD/LD IN MONITOR OUT
CD/SACD
OPTICAL
IN
ND/DAT
OPTICAL
OUT
CB/B-Y
MD/DAT
OPTICAL
IN
CR/R-Y
TV/SAT
OPTICAL
IN
PHONO CD/SACD
IN
DVD/LD
OPTICAL
IN
IN
VIDEO
OUT
MD/DAT
OUT
IN
TAPE
OUT
IN
VIDEO
IN
VIDEO
IN
OUT
VIDEO
AUDIO
IN
AUDIO
IN
OUT
IN
2ND
ROOM
IN
VIDEO OUT
AUDIO
OUT
VIDEO
IN
OUT
IN
OUT
AUDIO
AUDIO
L
CD/SACD
COAXIAL
IN
DVD/LD
COAXIAL
IN
CTRL
A1
Y
R
FRONT SURROUND CENTER
SIGNAL GND
FRONT
SURROUND SURR BACK CENTER
FRONT
SURROUND SURR BACK SUB WOOFER CENTER
U
ASSIGNABLE
SUB WOOFER
MULTI CHANNEL INPUT 2
SUB WOOFER
MULTI CHANNEL INPUT 1
PRE OUT
Opmerkingen
• Het digitaal opnemen van een digitaal meerkanaals-akoestieksignaal is niet mogelijk.
• Alle OPTICAL en COAXIAL aansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 96 kHz, 48 kHz,
44,1 kHz en 32 kHz.
• Het is niet mogelijk analoge signalen op te nemen op een apparatuur aangesloten op de TAPE of VIDEO
stekkerbussen via alleen digitale aansluitingen. Voor het opnemen van analoge signalen maakt u analoge
aansluitingen. Voor het opnemen van digitale signalen maakt u zowel analoge als digitale aansluitingen.
• Er zal geen geluid klinken wanneer u een SACD disc afspeelt in een SACD-speler die is aangesloten op de CD/
SACD OPTICAL IN aansluiting van dit apparaat. Sluit dit type speler aan op de analoge ingangsaansluitingen
(CD/SACD IN stekkerbussen). Zie tevens de gebruiksaanwijzing van uw SACD-speler.
11NL
Meerkanaals-ingangsaansluitingen
Alhoewel deze tuner/versterker is uitgerust met een eigen meerkanaals-decodeertrap, is hij tevens
voorzien van een compleet stel meerkanaals-ingangsaansluitingen. Via deze ingangen kunt u
genieten van meerkanaals akoestiekweergave van andere geluidsbronnen dan alleen Dolby Digital of
DTS gecodeerd materiaal. Als uw DVD videospeler beschikt over meerkanaals-uitgangen, kunt u
deze rechtstreeks aansluiten op deze tuner/versterker, om te luisteren naar de geluidsweergave via de
meerkanaals-decodeertrap van de DVD videospeler. Bovendien kunt u op de meerkanaals-ingangen
desgewenst ook een externe meerkanaals-decodeereenheid aansluiten.
Om de meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig
(twee voorluidsprekers, twee achterluidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale
lagetonenluidspreker. Voor volledige 6.1 kanaals weergave voegt u daar nog een
middenachterluidspreker aan toe. Zie de gebruiksaanwijzing van uw DVD videospeler, meerkanaalsdecodeereenheid e.d. voor nadere bijzonderheden over de vereiste meerkanaals aansluitingen.
Opmerkingen
• Wanneer u de hieronder aangegeven aansluitingen maakt, kunt u het geluidsniveau van de akoestiekluidsprekers
en de lagetonen-luidspreker instellen op uw DVD videospeler of meerkanaals-decodeereenheid.
• Zie blz. 16 voor nadere bijzonderheden over het aansluiten van de luidsprekers.
ANTENNA
75Ω COAXIAL
DIGITAL
FM U
AM
COMPONENT VIDEO
MONITOR TV/SAT DVD/LD
VIDEO 2
VIDEO 1
S2 VIDEO S2 VIDEO S2 VIDEO
OUT
IN
IN
S2 VIDEO
OUT
IN
S2 VIDEO
OUT
IN
TV/SAT IN DVD/LD IN MONITOR OUT
CD/SACD
OPTICAL
IN
ND/DAT
OPTICAL
OUT
CB/B-Y
MD/DAT
OPTICAL
IN
CR/R-Y
TV/SAT
OPTICAL
IN
PHONO CD/SACD
IN
DVD/LD
OPTICAL
IN
IN
VIDEO
OUT
MD/DAT
OUT
TAPE
IN
OUT
IN
VIDEO
IN
VIDEO
IN
OUT
VIDEO
AUDIO
IN
AUDIO
IN
OUT
IN
2ND
ROOM
IN
VIDEO OUT
AUDIO
OUT
VIDEO
IN
OUT
IN
OUT
AUDIO
AUDIO
L
CD/SACD
COAXIAL
IN
DVD/LD
COAXIAL
IN
CTRL
A1
Y
R
FRONT SURROUND CENTER
SIGNAL GND
FRONT
SURROUND SURR BACK CENTER
FRONT
SURROUND SURR BACK SUB WOOFER CENTER
U
ASSIGNABLE
SUB WOOFER
MULTI CHANNEL INPUT 2
SUB WOOFER
MULTI CHANNEL INPUT 1
PRE OUT
MULTI CHANNEL INPUT 1
A A F F F
MULTI CHANNEL INPUT 2
FRONT
SURROUND SURR BACK CENTER
L
R
MULTI CH OUT
SUB
WOOFER
DVD videospeler, meerkanaalsdecodeereenheid, enz.
12NL
Andere aansluitingen
CONTROL A1
Aansluiten van de apparatuur
ANTENNA
75Ω COAXIAL
DIGITAL
FM U
AM
COMPONENT VIDEO
MONITOR TV/SAT DVD/LD
VIDEO 2
VIDEO 1
S2 VIDEO S2 VIDEO S2 VIDEO
IN
IN
OUT
S2 VIDEO
OUT
IN
S2 VIDEO
OUT
IN
TV/SAT IN DVD/LD IN MONITOR OUT
CD/SACD
OPTICAL
IN
Y
ND/DAT
OPTICAL
OUT
CB/B-Y
MD/DAT
OPTICAL
IN
CR/R-Y
TV/SAT
OPTICAL
IN
PHONO CD/SACD
IN
DVD/LD
OPTICAL
IN
IN
VIDEO
OUT
MD/DAT
OUT
IN
TAPE
OUT
IN
VIDEO
IN
VIDEO
IN
OUT
VIDEO
AUDIO
IN
AUDIO
IN
OUT
IN
2ND
ROOM
IN
VIDEO OUT
AUDIO
OUT
VIDEO
IN
OUT
IN
OUT
AUDIO
AUDIO
L
CD/SACD
COAXIAL
IN
DVD/LD
COAXIAL
IN
CTRL
A1
R
FRONT SURROUND CENTER
SIGNAL GND
FRONT
SURROUND SURR BACK CENTER
FRONT
SURROUND SURR BACK SUB WOOFER CENTER
U
ASSIGNABLE
SUB WOOFER
MULTI CHANNEL INPUT 2
SUB WOOFER
MULTI CHANNEL INPUT 1
*
PRE OUT
2ND ROOM OUT
* Deze stekkerbus is alleen bestemd voor gebruik tijdens de fabricage en doormeting van het apparaat.
CONTROL A1
aansluitingen
• Als u beschikt over een Sony CD-speler,
SACD-speler, cassettedeck of minidiscrecorder die geschikt is voor het
CONTROL A1 bedieningssysteem
Gebruik een CONTROL A1 (ministekker)
aansluitsnoer (niet bijgeleverd) om de
CONTROL A1 aansluiting van uw CDspeler, SACD-speler, cassettedeck of
minidisc-recorder te verbinden met de
CONTROL A1 aansluiting van deze tuner/
versterker. Zie voor nadere bijzonderheden
de aanwijzingen onder “CONTROL A1
bedieningssysteem” op blz. 53 en de
gebruiksaanwijzing van uw CD-speler,
SACD-speler, cassettedeck of minidiscrecorder.
• Als u beschikt over een CD-wisselaar
met een COMMAND MODE
keuzeschakelaar
Als de COMMAND MODE schakelaar van
uw CD-wisselaar kan worden ingesteld op
CD 1, CD 2 of CD 3, zet deze dan in de
“CD 1” stand en sluit de CD-wisselaar aan
op de CD ingangen van de tuner/versterker.
Als u echter een Sony CD-wisselaar met
VIDEO OUT aansluitingen heeft, dan u zet
de COMMAND MODE schakelaar in de
“CD 2” stand en sluit u de CD-wisselaar aan
op de VIDEO 2 ingangen van de tuner/
versterker.
wordt vervolgd
Opmerking
Als u de CONTROL A1 aansluitingen maakt van
de tuner/versterker naar een minidisc-recorder die
ook is aangesloten op een computer, mag u de
tuner/versterker niet bedienen terwijl het “Sony
MD Editor” programma loopt. Anders kan er van
alles mis gaan.
13NL
Andere aansluitingen (vervolg)
Aansluiten van het netsnoer
2ND ROOM aansluitingen voor
een tweede luisterkamer
Alvorens u de netsnoerstekker van deze tuner/
versterker in het stopcontact steekt, dient u
eerst alle luidsprekers aan te sluiten op de
tuner/versterker (zie blz. 16).
De 2ND ROOM OUT aansluitingen kunt u
gebruiken om de audio/video-signalen van de
gekozen geluidsbron door te geven aan een
stereo versterker voor weergave in een andere
luisterkamer (zie blz. 29).
Sluit de netsnoeren van uw audio/videoapparatuur aan op een gewoon
wandstopcantact.
AC OUTLET*
Instellen van de spanningskiezer
Als uw tuner/versterker is voorzien van een
spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel,
controleer dan of deze spanningskiezer juist
staat ingesteld op de plaatselijke netspanning.
Zo niet, dan zet u de spanningskiezer met
behulp van een schroevendraaier in de juiste
stand, voordat u de stekker in het stopcontact
steekt.
AC OUTLET
SPEAKERS
R SURROUND L
CENTER
SURR BACK
+
SURR
BACK
R
SURR
BACK
L
–
R SURROUND L
CENTER
SURR BACK
IMPEDANCE SELECTOR
4Ω
8Ω
VOLTAGE SELECTOR
120V
240V
220V
AC IN netstroomingang
* Niet voor modellen met landcode CN.
De plaats, de vorm en het aantal
netstroomuitgangen kan verschillen per model en
het land waarnaar deze tuner/versterker
oorspronkelijk is verscheept.
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de
AC IN netstroomingang van dit apparaat.
14NL
Opmerkingen
Als u het netsnoer van andere audio/videoapparatuur aansluit op de AC OUTLET
netstroomuitgang(en) achterop de tuner/
versterker, zal de tuner/versterker zorgen voor
de stroomvoorziening van de andere
component(en), zodat u de bijbehorende
apparatuur allemaal tegelijk met de tuner/
versterker kunt in- en uitschakelen.
Aansluiten van de apparatuur
• (Alleen voor de modellen met landcode E) Bij
bepaalde uitvoeringen zijn twee netsnoeren
bijgeleverd. Gebruik het netsnoer dat in het
stopcontact past.
• Het is aanbevolen dit apparaat rechtstreeks aan te
sluiten op een gewoon wandstopcontact. Als het
beslist nodig is een verlengsnoer e.d. te gebruiken,
zorg dan in elk geval dat dit geschikt is voor hoge
stroomsterkte (ten minste 10 ampere) of speciaal is
ontworpen voor gebruik in kantoren e.d.
Waarschuwing
Let op dat het totale stroomverbruik van de
apparatuur aangesloten op de AC OUTLET
netstroomuitgang achterop de tuner/versterker het bij
deze uitgang aangegeven vermogen niet overschrijdt.
Sluit op de netuitgang in geen geval huishoudelijke
apparatuur aan zoals een strijkijzer, een ventilator,
een TV-toestel of andere apparatuur met een hoog
stroomverbruik.
15NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Luidspreker-aansluitingen
Vereiste aansluitsnoeren
A Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd)
(+)
(+)
(–)
(–)
B Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd)
zwart
zwart
C Audio-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
wit (L)
rood (R)
wit (L)
rood (R)
Actieve lagetonenluidspreker
Rechter
akoestiekluidspreker
Linker
akoestiekluidspreker
E
E
Achterakoestiekluidspreker*
INPUT
AUDIO
IN
e
e
A
B
e
E
A
A
IMPEDANCE USE 4-16Ω
AC OUTLET
SPEAKERS
VIDEO 2
VIDEO 1
S2 VIDEO
OUT
IN
S2 VIDEO
OUT
IN
VIDEO
OUT
OUT
R SURROUND L
CENTER
SURR BACK
+
IN
2ND
ROOM
IN
VIDEO OUT
AUDIO
OUT
VIDEO
IN
R FRONT L
CTRL
A1
+
SURR
BACK
R
SURR
BACK
L
–
AUDIO
OUT
AUDIO
IN
OUT
–
R FRONT L
R SURROUND L
CENTER
SURR BACK
IMPEDANCE SELECTOR
4Ω
FRONT
8Ω
SURROUND SURR BACK SUB WOOFER CENTER
PRE OUT
IMPEDANCE
SELECTOR
A
E
A
e E
Rechter
voorluidspreker
A
e
Linker
voorluidspreker
E
e
Middenluidspreker*
* U kunt een aangesloten middenluidspreker en akoestiek-achterluidspreker ook gebruiken als linker en rechter
achterluidsprekers. (Zie “Instellen op 7.1-kanaals weergave” op nblz. 28.) Sluit ze zorgvuldig aan zoals
aangegeven op het achterpaneel.
16NL
Tips
• Een actieve lagetonenluidspreker kunt u aansluiten op een van beide stekkerbussen naar keuze. Op de andere
stekkerbus kunt u desgewenst een tweede actieve lagetonenluidspreker aansluiten. Aangezien een actieve
lagetonen-luidspreker allerminst richtingsgevoelig is, kunt u deze opstellen waar u maar wilt.
• Om bepaalde luidsprekers aan te sluiten via een andere eindversterker, gebruikt u de PRE OUT voorversterkeruitgangen. Hetzelfde signaal wordt uitgestuurd via de SPEAKERS luidspreker-aansluitingen en de PRE OUT
uitgangen. Als u bijvoorbeeld alleen de voorluidsprekers wilt laten aandrijven door een andere eindversterker,
dan sluit u die versterker aan op de PRE OUT FRONT L en R uitgangen.
Sluit uw luidsprekers als volgt aan om te genieten van 7.1-kanaals weergave met echte, dus niet gesimuleerde, luidsprekers
voor alle 7.1 kanalen. Voor deze aansluitingen hebt u wel een extra eindversterker nodig. Sluit die extra eindversterker aan op
de PRE OUT SURR BACK stekkerbussen van deze tuner/versterker. Vervolgens sluit u de beide middenachterluidsprekers
(L/R) aan op de extra versterker. Zie voor nadere bijzonderheden over de 7.1-kanaals weergave blz. 28.
Actieve lagetonenluidspreker
Rechter
akoestiekluidspreker
Linker
akoestiekluidspreker
E
E
INPUT
AUDIO
IN
e
e
A
B
A
IMPEDANCE USE 4-16Ω
AC OUTLET
SPEAKERS
VIDEO 2
VIDEO 1
S2 VIDEO
OUT
IN
S2 VIDEO
OUT
IN
VIDEO
OUT
OUT
IN
OUT
R SURROUND L
CENTER
SURR BACK
+
IN
2ND
ROOM
IN
VIDEO OUT
AUDIO
OUT
VIDEO
IN
R FRONT L
CTRL
A1
+
SURR
BACK
R
SURR
BACK
L
–
AUDIO
OUT
AUDIO
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Luidspreker-aansluitingen voor 7.1-kanaals weergave
–
R FRONT L
R SURROUND L
CENTER
SURR BACK
IMPEDANCE SELECTOR
4Ω
FRONT
8Ω
SURROUND SURR BACK SUB WOOFER CENTER
PRE OUT
A
C
e E
E
Stereo versterker
SPEAKERS
A
E
A
AUDIO IN
Rechter
voorluidspreker
A
e
Linker
voorluidspreker
E
e
Middenluidspreker
A
e E
Rechter Achterakoestiekluidspreker
e
Linker Achterakoestiekluidspreker
wordt vervolgd
17NL
Luidspreker-aansluitingen (vervolg)
Luidspreker-impedantie
Om te genieten van meerkanaalsakoestiekweergave, dient u voor-, midden-,
akoestiek- en achterluidsprekers aan te sluiten
met een nominale impedantie van 8 ohm of
meer; dan zet u de IMPEDANCE SELECTOR
luidspreker-impedantiekiezer in de “8Ω” stand.
Controleer de gebruiksaanwijzing van uw
luidsprekers als u niet zeker bent van de
impedantie ervan. (Deze informatie staat
meestal ook aangegeven op de achterkant van
de luidsprekerboxen.)
U kunt een stel luidsprekers met een nominale
impedantie tussen 4 en 8 ohm aansluiten op de
luidspreker-aansluitbussen. Ook echter als u
maar één luidspreker binnen dit bereik aansluit,
dient u de IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar in de “4Ω” stand te zetten.
Opmerking
Schakel altijd eerst de stroom uit, voordat u de
IMPEDANCE SELECTOR schakelaar omzet.
Voorbereidingen treffen
voor weergave
Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de
tuner/versterker hebt ingeschakeld, dient u het
geheugen van het apparaat te wissen.
Vervolgens kiest u de luidspreker-instellingen
(formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere
voorbereidingen die nodig zijn voor weergave.
Uitleg
Om de geluidsweergave tijdens het instellen te
kunnen controleren (voor de best klinkende
instellingen) dient u eerst te zorgen dat alle
aansluitingen in orde zijn (zie blz. 25).
Het geheugen van de tuner/
versterker wissen
Voor het eerste gebruik van de tuner/versterker
of wanneer u het geheugen van het apparaat
wilt wissen, gaat u als volgt te werk.
1 Schakel de tuner/versterker uit.
2 Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar
5 seconden lang ingedrukt.
De aanduiding “ENTER to Clear All”
verschijnt in het uitleesvenster.
3 Druk op de ENTER toets.
Nu verschijnt er eerst even “MEMORY
CLEARING...” in het uitleesvenster. Die
aanduiding maakt al gauw plaats voor
“MEMORY CLEARED!”
Al de volgende onderdelen worden gewist
of in de uitgangsstand teruggesteld:
• Alle vastgelegde voorkeurzenders
verdwijnen uit het geheugen.
• Alle klankbeeldparameters worden
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
• Alle vastgelegde namen (van de
voorkeurzenders en andere
geluidsbronnen) worden gewist.
• Alle instellingen die zijn gemaakt met
de SET UP toets keren terug naar de
fabrieksinstellingen.
• De klankbeelden die zijn gekozen voor
afzonderlijke weergavebronnen en
voorkeurzenders verdwijnen uit het
geheugen.
18NL
Mogelijke voorbereidingen
voor weergave
Met de achterluidsprekers achter uw luisterplaats
B
Alvorens u de tuner/versterker in gebruik
neemt, dient u met de SET UP toets bepaalde
instellingen aan te passen aan de configuratie
van uw stereo-installatie. Zie voor de instelbare
parameters de tabel op blz. 84. Zie verder blz.
19 t/m 24 voor de luidspreker-instellingen en
blz. 50 en 52 voor de andere instellingen.
A
A
45°
C
C
D
Luidspreker-opstelling
voor meerkanaals
Surround akoestiek
Voor de beste, ruimtelijk klinkende
akoestiekweergave zouden alle luidsprekers in
principe op gelijke afstand van uw luisterplaats
(A) moeten staan.
Deze tuner/versterker biedt u echter de
mogelijkheid de middenluidspreker tot
ongeveer 1,5 meter dichterbij te zetten (B),
de achterluidsprekers tot ongeveer 4,5 meter
dichterbij (C) en ook de middenachterluidspreker ongeveer 4,5 meter dichterbij
uw luisterplaats (D).
Bovendien kunnen de voorluidsprekers zowel
dichterbij als verderaf gezet worden, van 1,0 tot
12,0 meter van uw luisterplaats (A).
U kunt kiezen of u de achterluidsprekers achter
uw luisterplaats wilt zetten of aan weerszijden
er naast, afhankelijk van de vorm van uw
kamer, e.d.
U kunt de middenluidspreker en de
middenachterluidspreker gebruiken als rechter
en linker akoestiek-achterluidsprekers.
20°
Opmerking
Zet de middenluidspreker of de achterluidsprekers
niet verder van uw luisterplaats dan de
voorluidsprekers.
Tip
Plaats een middenachterluidspreker minstens een
meter achter uw luisterpositie. Het is aanbevolen deze
luidspreker precies midden tussen de linker en rechter
achterluidsprekers te plaatsen. Als er achter uw
luisterpositie geen plaats is om de luidspreker neer te
zetten, hang de luidspreker dan aan de wand of
eventueel zelfs aan het plafond boven uw zitplaats. In
dat geval moet u wel goed opletten dat de luidspreker
goed stevig bevestigd is, anders kan het natuurlijk erg
gevaarlijk zijn.
Instellen van de
luidsprekerparameters
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk op een cursortoets (
of ) om in
te stellen op de parameter die u wilt
bijregelen.
3 Draai aan de instelknop om de
gewenste waarde voor de parameter te
kiezen.
Met de achterluidsprekers naast uw luisterplaats
De gekozen waarde wordt automatisch
vastgelegd.
B
4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle
A
bij te regelen parameters naar wens
hebt ingesteld.
A
45°
C
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
90°
C
wordt vervolgd
90°
D
20°
19NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
Oorspronkelijke
instelling
FRONT SP
LARGE
CENTER SP
LARGE
SURROUND SP
LARGE
SURR BACK SP
LARGE
SURR BACK L/R
NO
SUB WOOFER
YES
FRONT
5.0 meter
CENTER
5.0 meter
SURROUND
3.5 meter
SURR BACK
3.5 meter
SUB WOOFER
5.0 meter
S.W PHASE
NORMAL
DISTANCE UNIT
meter
SURR POSI.
SIDE
SURR HEIGHT
LOW
SURR BACK HGT.
LOW
FRONT SP >*
STD (120 Hz)
CENTER SP >*
STD (120 Hz)
SURROUND SP >*
STD (120 Hz)
SURR BACK SP >*
STD (120 Hz)
LFE HIGH CUT >
STD (120 Hz)
* Alleen wanneer voor de luidsprekers “SMALL” is
gekozen.
x Formaat van de voorluidsprekers
(FRONT)
• Zijn er grote voorluidsprekers aangesloten die alle
lage tonen zonder problemen kunnen weergeven,
dan kiest u de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal
de stand “LARGE” het best voldoen.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van de voorkanalen worden
overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker.
20NL
• Als u voor de voorluidsprekers de stand
“SMALL” kiest, worden de middenluidspreker,
de akoestiekluidsprekers en de
middenachterluidspreker ook automatisch
ingesteld op “SMALL” (tenzij u eerder de stand
“NO” hebt gekozen).
x Formaat van de middenluidspreker
(CENTER)
• Is er een grote middenluidspreker aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kan
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best
voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op “SMALL”, kunt u de
middenluidspreker niet instellen op “LARGE”.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van het middenkanaal
worden overgeheveld naar de voorluidsprekers
(als die op “LARGE” zijn ingesteld) of naar de
aparte lagetonen-luidspreker.*1
• Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan de
stand “NO”. Al het geluid van het
middenkanaal wordt dan weergegeven door de
voorluidsprekers.*2
x Formaat van de achterluidsprekers
(SURROUND)
• Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten die
alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best
voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op “SMALL”, kunt u de
achterluidsprekers niet instellen op “LARGE”.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van de achterkanalen
worden overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die hier beter op zijn berekend.
• Sluit u geen achterluidsprekers aan, kies dan de
stand “NO”.*3
Uitleg
*1–*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro
Logic standen voor de middenkanaal-aanpassing:
*1 NORMAL
*2 PHANTOM
*3 3 STEREO
x Enkele of dubbele achterluidsprekers
(SURR BACK L/R)
• Wanneer voor de middenluidspreker de stand
“NO” is gekozen en u gebruikt de
middenluidspreker als rechter achterluidspreker
en de middenachterluidspreker als linker
achterluidspreker, kies dan voor deze parameter
de stand “YES”.
• Als u een enkele achterluidspreker gebruikt,
kies dan de stand “NO”.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van het middenkanaal
worden overgeheveld naar de voorluidsprekers
(als die op “LARGE” zijn ingesteld) of naar de
aparte lagetonen-luidspreker.
• Sluit u geen middenachterluidspreker aan, kies
dan de stand “NO”.
Uitleg
Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van
het LARGE of SMALL luidsprekerformaat voor elk
stel luidsprekers of de ingebouwde
akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet
naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen.
Als de lage tonen uit een bepaald kanaal worden
verwijderd, zullen de basverdelingscircuits die
frequenties overbrengen naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die er beter op zijn berekend.
Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate
van richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het
gehele frequentiespectrum van de verschillende
kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt
u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch de stand
“LARGE” kiezen als u de lage tonen ook door die
luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u
grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de
laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers
best “SMALL” kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst,
kiest u dan voor alle luidsprekers de stand “LARGE”.
Als er te weinig bassen klinken, kunt u die extra
versterken met de grafiek-toonregeling. Zie voor het
instellen van de grafiek-toonregeling blz. 41.
x Aanwezigheid van een lagetonenluidspreker (SUB WOOFER)
• Als u een lagetonen-luidspreker hebt
aangesloten, stelt u hierbij in op “YES”.
• Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker,
dan stelt u in op “NO”. Dan worden de
basverdelingscircuits ingeschakeld om de
laagste frequenties (LFE signalen) weer te
geven via de andere luidsprekers.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
x Formaat van de
middenachterluidspreker
(SURR BACK)
• Is er een grote middenachterluidspreker
aangesloten die alle lage tonen zonder
problemen kan weergeven, dan kiest u de stand
“LARGE”. Gewoonlijk zal de stand “LARGE”
het best voldoen. Als de voorluidsprekers echter
zijn ingesteld op “SMALL”, kunt u de
middenachterluidspreker niet instellen op
“LARGE”.
• Om volledig profijt te trekken van de Dolby Digital
basverdelingscircuits willen wij u aanbevelen om
de bovengrensfrequentie voor de lagetonenluidspreker zo hoog mogelijk in te stellen.
x Afstand van de voorluidsprekers
(FRONT)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de linker of rechter voorluidspreker (afstand A
op pagina 19).
x Afstand van de middenluidspreker
(CENTER)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenluidspreker. U kunt de afstand van de
middenluidspreker gelijk kiezen aan die van de
voorluidsprekers (afstand A op blz. 19) tot
ongeveer 1,5 meter dichter bij uw luisterplaats
(afstand B op blz. 19). Buiten dit bereik
knippert de aanduiding in het uitleesvenster.
Kiest u een zodanige luidsprekerafstand dat de
aanduiding knippert, dan kan het akoestiekeffect
niet naar behoren worden weergegeven.
wordt vervolgd
21NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
x Afstand van de achterluidsprekers
(SURROUND)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de (linker of rechter) achterluidspreker. U kunt
de afstand van de achterluidsprekers gelijk
kiezen aan die van de voorluidsprekers (afstand
A op blz. 19) tot ongeveer 4,5 meter dichter
bij uw luisterplaats (afstand C op blz. 19).
Buiten dit bereik knippert de aanduiding in het
uitleesvenster. Kiest u een zodanige
luidsprekerafstand dat de aanduiding knippert,
dan kan het akoestiekeffect niet naar behoren
worden weergegeven.
x Afstand van de
middenachterluidspreker
(SURR BACK)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de middenachterluidspreker(s). U kunt de
afstand van de middenachterluidspreker gelijk
kiezen aan die van de voorluidsprekers (afstand
A op blz. 19) tot ongeveer 4,5 meter dichter
bij uw luisterplaats (afstand D op blz. 19).
Buiten dit bereik knippert de aanduiding in het
uitleesvenster. Kiest u een zodanige
luidsprekerafstand dat de aanduiding knippert,
dan kan het akoestiekeffect niet naar behoren
worden weergegeven.
x Afstand van de lagetonen-luidspreker
(SUB WOOFER)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de speciale lagetonen-luidspreker.
Uitleg
U kunt de weergave van de tuner/versterker
aanpassen aan de plaats van de aangesloten
luidsprekers, door de luidsprekerafstand in te voeren.
Het is echter niet mogelijk de middenluidspreker
verder af te zetten dan de linker en rechter
voorluidsprekers. Bovendien kunt u de
middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter dichter bij
uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers.
Evenmin kunt u de middenachter- en
achterluidsprekers verder van uw luisterplaats zetten
dan de voorluidsprekers. En ook weer niet meer dan
4,5 meter dichterbij.
Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste
opstelling van de luidsprekers niet geschikt is voor de
weergave van akoestiekeffecten.
Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan
de feitelijke afstand, zal het geluid via die
luidspreker(s) met een grotere vertraging worden
weergegeven. Met andere woorden, de luidsprekers
klinken dan verder weg.
Als u bijvoorbeeld de afstandsinstelling van de
middenluidspreker 1 tot 2 meter dichterbij kiest dan
de feitelijke afstand, zal dit een vrij natuurgetrouw
effect geven alsof u zich “in” het beeldscherm
bevindt. En als u geen goed akoestiekeffect verkrijgt
omdat de achterluidsprekers te dichtbij staan, kunt u
door het verminderen van de luidsprekerafstand
(dichterbij kiezen dan de werkelijke afstand) een
dieper ruimtelijk effect creëren.
Door deze parameters bij te regelen terwijl u
aandachtig naar een geluidsbron luistert, kunt u
vaak een aanzienlijke verbetering in akoestiek
bewerkstelligen. Probeer het maar eens!
x Fasepolariteit van de lagetonenluidspreker (S.W PHASE)
Hiermee kunt u de fasepolariteit van de
lagetonen-luidspreker omschakelen.
Gewoonlijk kunt u deze op “NORMAL” laten
staan. Soms echter kunt u, afhankelijk van het
type voorluidsprekers, de plaatsing van de
lagetonen-luidspreker en de grensfrequentie
daarvan, met de omgekeerde fasepolariteit in
de “REVERSE” stand betere basweergave
verkrijgen. Naast beter gedefinieerde lage
tonen kan dit ook de algemene helderheid en
klankrijkdom van het totaalgeluid beïnvloeden.
Door vanuit uw favoriete luisterplaats deze
instelling op het gehoor te kiezen, kunt u de
weergave optimaal aanpassen aan uw vereisten
en voorkeur.
x Afstandseenheid (DISTANCE UNIT)
Hiermee kunt u de afstandsmaat voor de
luidsprekerafstand omschakelen tussen meters
of Engelse voeten.
22NL
x Opstelling van de achterluidsprekers
(SURR POSI.)*
Met deze parameter kunt u de plaats van uw
achterluidsprekers invoeren, voor een juiste
werking van de Digital Cinema Sound
klankbeelden in het “VIRTUAL” genre.
Zie de onderstaande afbeelding.
• Stel in op “MIDDLE” als de plaats van uw
achterluidsprekers valt binnen het zijgebied B.
• Stel in op “BEHIND” als uw achterluidsprekers
helemaal achteraan staan, in het gebied C.
Deze parameter is alleen beschikbaar als er
voor de aanwezigheid van een
middenachterluidspreker “NO” is gekozen.
Deze instelling is alleen van invloed op de
“VIRTUAL” klankbeelden.
90°
A
A
60°
30°
B
C
B
Met deze parameter kiest u de hoogte van uw
achterluidsprekers en/of
middenachterluidspreker(s), voor een juiste
werking van de Digital Cinema Sound
klankbeelden in het “VIRTUAL” genre.
Zie de onderstaande afbeelding.
Deze instelling is alleen van invloed op de
“VIRTUAL” klankbeelden.
B
B
60
A
A
30
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er voor
het “Formaat van de achterluidsprekers
(SURROUND)” de stand “NO” is gekozen.
** Deze parameter is niet beschikbaar als er voor het
“Formaat van de middenachterluidspreker (SURR
BACK)” de stand “NO” is gekozen.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
• Stel in op “SIDE” als de plaats van uw
achterluidsprekers valt binnen het zijgebied A.
x Hoogte van de achterluidsprekers
(SURR HEIGHT)*/Hoogte van de
middenachterluidsprekers (SURR
BACK HGT.)**
C
20°
wordt vervolgd
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er voor
het “Formaat van de achterluidsprekers
(SURROUND)” de stand “NO” is gekozen.
23NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
Uitleg
De parameter voor de plaats van de
akoestiekluidsprekers/middenachterluidspreker is
speciaal bestemd voor de Digital Cinema Sound
klankbeelden in het “VIRTUAL” genre. Al de
“VIRTUAL” klankbeelden zijn gebaseerd op de
veronderstelling dat de achterluidsprekers geheel
achter de luisterplaats zouden staan of hangen, maar
het klankbeeld blijft grotendeels zoals bedoeld, ook
wanneer de achterluidsprekers nogal opzij en ver
uiteen staan.
Als de achterluidsprekers echter pal naast de
luisteraar hangen en recht op oorhoogte gericht zijn,
zullen de “VIRTUAL” klankbeelden alleen klinken
zoals ze zijn bedoeld indien u voor de opstelling van
de achterluidsprekers de stand “SIDE” hebt gekozen.
Ook dat geldt echter niet in alle gevallen, aangezien
de akoestiek van elke luisterruimte wordt bepaald
door een heel stel variabelen, zodat u misschien wel
betere resultaten bereikt met de “BEHIND” of
“MIDDLE” opstelling als de luidsprekers hoog boven
uw luisterplaats hangen, ook al is dat pal ter
weerszijden ervan.
Daarom kunt u wellicht het best een favoriete
geluidsbron met meerkanaals Surround Sound
afspelen en dan goed luisteren welk effect elke
instelling op de uiteindelijke klank heeft, ook al kan
dit wel eens leiden tot een andere instelling dan
hierboven aangegeven onder “Opstelling van de
achterluidsprekers”. Kies de stand die een fraai open,
ruimtelijk gevoel oplevert, met een zo hecht
mogelijke samenhang tussen het geluid van de
voorluidsprekers en dat van de achterluidsprekers.
Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen
de verschillende instellingen, kies dan de stand
“BEHIND” en gebruik dan de luidsprekerafstandparameter en de geluidssterkte-instellingen om de
weergave optimaal af te regelen.
x Lagetonen-filterfrequentie voor de
voorluidsprekers (FRONT SP >)
Hiermee kiest u voor de voorluidsprekers de
grensfrequentie waaronder de lage tonen
worden overgebracht naar andere luidsprekers,
als voor de voorluidsprekers het formaat
“SMALL” is gekozen.
24NL
x Lagetonen-filterfrequentie voor de
middenluidspreker (CENTER SP >)
Hiermee kiest u voor de middenluidspreker de
grensfrequentie waaronder de lage tonen
worden overgebracht naar andere luidsprekers,
als voor de middenluidspreker het formaat
“SMALL” is gekozen.
x Lagetonen-filterfrequentie voor de
achterluidsprekers (SURROUND SP >)
Hiermee kiest u voor de achterluidsprekers de
grensfrequentie waaronder de lage tonen
worden overgebracht naar andere luidsprekers,
als voor de achterluidsprekers het formaat
“SMALL” is gekozen.
x Lagetonen-filterfrequentie voor de
middenachterluidspreker (SURR BACK
SP >)
Hiermee kiest u voor de
middenachterluidspreker de grensfrequentie
waaronder de lage tonen worden overgebracht
naar andere luidsprekers, als voor de
middenachterluidspreker het formaat
“SMALL” is gekozen.
Opmerking
U kunt de FRONT, CENTER, SURROUND en
SURR BACK parameters instellen wanneer voor het
luidsprekerformaat “SMALL” is gekozen.
x Hoogfilter voor LaagFrequentEffect
(LFE HIGH CUT >)
Hiermee kiest u de grensfrequentie voor het
hoogfilter van het LFE lagetonen-kanaal.
Gewoonlijk kunt u deze instelling op “STD”
laten staan. Als u echter een passieve
lagetonen-luidspreker met een afzonderlijke
eindversterker hebt aangesloten, dan kan deze
wel eens beter klinken met een andere
grensfrequentie.
Bijregelen van de
geluidssterkte van de
luidsprekers
Stel alle luidsprekers op een evenredige
geluidssterkte in vanaf uw luisterplaats, met de
afstandsbediening.
Dit apparaat is voorzien van een nieuwe testtoon in de
frequentieband rond 800 Hz, om het instellen van de
luidsprekers te vergemakkelijken.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
versterker in te schakelen.
2 Druk op de TEST TONE toets van de
afstandsbediening.
Nu zult u de testtoon achtereenvolgens via
elk van de luidsprekers horen.
3 Stel nu met de LEVEL parameters de
geluidssterkte zo in dat de testtoon op
uw luisterplaats voor uw gehoor via alle
luidsprekers even luid doorkomt (zie
blz. 39).
4 Druk weer op de TEST TONE toets om
de testtoon uit te schakelen.
De testtoon laten klinken via een
gekozen luidspreker
Kies in het LEVEL menu voor het onderdeel
“TEST TONE” de stand “FIX” (zie blz. 40).
De testtoon wordt dan alleen weergegeven via
de gekozen luidspreker.
Voor meer nauwkeurige luidsprekerinstellingen
U kunt de testtoon of een gewone geluidsbron
laten weergeven via twee aangrenzende
luidsprekers, om zo de balans, de fase en de
bijregeling optimaal nauwkeurig in te stellen.
Kies in het SET UP menu de testtoon-volgorde
(T.TONE) en kies vervolgens het weer te geven
geluid (de testtoon of een gewone geluidsbron)
(zie blz. 52). Stel tenslotte in het LEVEL menu
de parameter voor de testtoon-weergave in op
de twee luidsprekers die u wilt bijregelen (zie
blz. 39).
• Tijdens het bijregelen toont het uitleesvenster de
gekozen volumewaarde voor de bijgeregelde
luidsprekers.
• Ofschoon u deze instellingen ook kunt maken met
de toetsen op het voorpaneel van de tuner/
versterker, via het LEVEL instelmenu (bij weergave
van de testtoon schakelt de tuner/versterker
automatisch over naar het LEVEL instelmenu),
willen wij u toch aanbevelen om zo mogelijk de
hierboven beschreven werkwijze te volgen en de
geluidssterkte bij te regelen met de
afstandsbediening, vanaf uw favoriete luisterplaats.
• Wanneer u instelt op analoge geluidsweergave met
de MULTI/2CH ANALOG DIRECT keuzetoets,
wordt de stroomvoorziening van de digitale circuits
uitgeschakeld.* Daarom kan het enkele seconden
duren, als u in deze stand kiest voor weergave van
een testtoon, voordat de testtoon te horen is. Dit
duidt echter niet op storing in de werking.
* Mits het menu-onderdeel “D.POWER” in de
stand “AUTO OFF” staat, in het SET UP menu.
Controleren van de
aansluitingen
Na het aansluiten van al uw audio/videoapparatuur op de tuner/versterker volgt u de
onderstaande aanwijzingen om te controleren
of alle aansluitingen in orde zijn.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Opmerking
Opmerkingen
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
versterker in te schakelen.
2 Schakel een aangesloten beeld/
geluidsbron-component in
(bijvoorbeeld uw CD-speler of
cassettedeck).
3 Draai aan de FUNCTION keuzeknop om
in te stellen op de betreffende
component (beeld/geluidsbron).
4 Start de weergave van de geluidsbron.
Als u na de bovenstaande handelingen geen
normale geluidsweergave verkrijgt, neem dan
de controlelijst onder “Verhelpen van
storingen” op blz. 76 door en tref de vereiste
maatregelen om het probleem te verhelpen.
Tips
• U kunt ook alle luidsprekers tegelijk harder of
zachter zetten. Draai hiervoor aan de MASTER
VOLUME regelknop van de tuner/versterker of
druk op de MASTER VOL +/– toetsen van de
afstandsbediening.
• Voor deze instelling kunt u ook de instelknop op de
tuner/versterker zelf gebruiken.
25NL
Basisbediening
Keuze van het weergaveapparaat
FUNCTION keuzeknop
Draai aan de FUNCTION keuzeknop om in te
stellen op de beeld/geluidsbron die u wilt
gebruiken.
Voor keuze van de
zet u de keuzeknop op
Videorecorder
VIDEO 1 of VIDEO 2
Camcorder of videospel VIDEO 3
DVD of
laserdisc-videospeler
DVD/LD
TV of
satelliet-ontvanger
TV/SAT
Cassettedeck
TAPE
Minidisc-recorder of
DAT cassettedeck
MD/DAT
SACD/
compact disc speler
CD/SACD
Ingebouwde tuner
voor radio-ontvangst
TUNER
Platenspeler
PHONO
AUDIO SPLIT voor apart
beeld en geluid
Druk op de AUDIO SPLIT toets als u aan een
weergave-keuzestand een bepaalde geluidsbron
wilt toewijzen. Deze functie kan handig zijn als
u verscheidene digitale geluidsbronnen
gebruikt. U kunt de geluidsbron voor deze
functie kiezen met de INPUT MODE
ingangssignaal-keuzetoets (zie blz. 27).
U kunt geen andere geluidsbron toewijzen aan
de TUNER weergave-keuzestand.
1 Draai aan de FUNCTION keuzeknop om
de weergave-keuzestand voor toewijzing te
kiezen.
2 Druk op de AUDIO SPLIT toets.
3 Draai weer aan de FUNCTION keuzeknop
en kies nu de te gebruiken geluidsbron.
Welke geluidsbron u kunt kiezen, is afhankelijk
van de gekozen weergave-keuzestand.
DVD/LD, CD/SACD
NO ASSIGN t DIGITAL: ONLY COAX t
DIGITAL: ONLY OPT t ONLY ANALOG
INPUT
TV/SAT, MD/DAT
Na het kiezen van het weergave-apparaat
schakelt u dat apparaat in en start u de
weergave van de geluidsbron.
• Na het kiezen van een videorecorder,
camcorder, videospel, DVD videospeler of
laserdisc-speler schakelt u ook het TV-toestel in
en stelt u dat in op weergave van de gekozen
component/beeldbron.
NO ASSIGN t DVD/LD (COAXIAL) t
CD/SACD (COAXIAL) t ONLY ANALOG
INPUT
Analoge weergavefuncties behalve PHONO
(platenspeler)
NO ASSIGN t DVD/LD (COAXIAL) t
DVD/LD (OPTICAL) t TV/SAT (OPTICAL)
t MD/DAT (OPTICAL) t CD/SACD
(COAXIAL) t CD/SACD (OPTICAL)
PHONO (platenspeler)
NO ASSIGN t VIDEO 1 t VIDEO 2 t
VIDEO 3 t DVD/LD (ANALOG) t
TV/SAT (ANALOG) t TAPE t MD/DAT
(ANALOG) t CD/SACD (ANALOG)
4 Druk weer op de AUDIO SPLIT toets.
Als u niet binnen 8 seconden weer op de AUDIO
SPLIT toets drukt, stelt de tuner/versterker
automatisch in op de gekozen geluidsbron.
Tips
26NL
• Als u geen toewijzing wilt maken, stelt u dan in op
“NO ASSIGN”.
• Als u de stand “DIGITAL: ONLY COAX” of
“DIGITAL: ONLY OPT” kiest voor DVD/LD, dan
kan er automatisch alleen een coaxiale, resp. een
optische digitale ingangsbron worden gekozen voor
de DVD/LD weergavestand.
MULTI/2CH ANALOG DIRECT
direct-signaal toets
Druk op de INPUT MODE ingangssignaalkeuzetoets om het gewenste audiosignaal te
kiezen voor uw digitale apparatuur. U kunt ook
de COAXIAL of OPTICAL
ingangsaansluitingen kiezen voor de andere
geluidsbronnen die u kiest bij de AUDIO
SPLIT toewijzing.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt het ingangssignaal van het op dat
moment gekozen weergave-apparaat.
Druk op de MULTI/2CH ANALOG DIRECT
toets om te luisteren naar de geluidsbron die is
aangesloten op de MULTI CH IN 1 of 2
aansluitingen of de analoge 2-kanaals
ingangsaansluitingen. Bij keuze van de 2CH
ANALOG DIRECT directe weergave kunt u
alleen de geluidssterkte en de balans van de
voorluidsprekers nog instellen. Bij keuze van
de MULTI CH 1 of 2 DIRECT weergave kunt
u de balans en de geluidssterkte voor alle
luidsprekers instellen. Na inschakelen van deze
directe weergavefuncties zijn de grafiektoonregeling, de klankbeelden (enz.) niet te
gebruiken.
Kies de stand
Om
AUTO 2CH
Voorrang te geven aan de
analoge geluidssignalen die
via de AUDIO IN (L/R)
aansluitingen binnenkomen
wanneer er geen digitale
signalen beschikbaar zijn.
COAXIAL FIXED
In te stellen op de digitale
audiosignalen die via de
DIGITAL COAXIAL
ingangsaansluiting
binnenkomen.
OPTICAL FIXED
In te stellen op de digitale
audiosignalen die via de
DIGITAL OPTICAL
ingangsaansluiting
binnenkomen.
ANALOG 2CH
FIXED
In te stellen op de analoge
audiosignalen die via de
AUDIO IN (L/R)
aansluitingen binnenkomen.
Als de MULTI CH 1 of 2 meerkanaalsweergave is toegewezen aan een specifieke
weergave-keuzestand via het SET UP menu
(zie blz. 50), dan verschijnen de volgende
aanduidingen in plaats van “AUTO 2CH” en
“ANALOG 2CH FIXED”.
Kies de stand
Om
AUTO MULTI CH
1 of 2
Voorrang te geven aan de
analoge geluidssignalen die
via de MULTI CH IN 1 of 2
aansluitingen binnenkomen
wanneer er geen digitale
signalen beschikbaar zijn.
MULTI CH 1 of 2
FIXED
In te stellen op de analoge
audiosignalen die via de
MULTI CH IN 1 of 2
aansluitingen
binnenkomen.
Kies de stand
Voor
MULTI CH 1
of 2 DIRECT
Luisteren naar de geluidsbron
aangesloten op de MULTI CH IN
1 of 2 aansluitingen. De MULTI
CH IN 1 of 2 indicator licht op in
het uitleesvenster. Deze stand is
geschikt voor het beluisteren van
een topkwaliteit analoge
geluidsbron.
2CH ANALOG
DIRECT
Luisteren naar de geluidsbron
aangesloten op de analoge
2-kanaals ingangsaansluitingen.
Deze stand is geschikt voor het
beluisteren van een topkwaliteit
analoge geluidsbron.
Basisbediening
INPUT MODE ingangssignaalkeuzetoets
SPEAKERS
luidsprekerkeuzeschakelaar
Kies de stand
Voor
ON
Geluidsweergave via de
luidsprekers die zijn
aangesloten op de SPEAKERS
luidspreker-aansluitingen.
OFF
Geen weergave via de
luidsprekers.
MUTING geluiddempingstoets
Druk op de MUTING toets om de
geluidsweergave af te zetten. De aanduiding
“MUTING” licht op in het uitleesvenster en er
klinkt geen geluid meer. De geluiddemping
vervalt wanneer u de MASTER VOLUME
knop naar rechts draait, om het geluid harder te
zetten.
wordt vervolgd
27NL
Keuze van het weergave-apparaat
(vervolg)
Aansluiten van de luidsprekers
PHONES hoofdtelefoon-aansluiting
Voor het gebruik van de 7.1-kanaals
weergave
Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.
Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten,
kunt u alleen nog de HEADPHONE (2CH),
HEADPHONE (DIRECT) en HEADPHONE
THEATER klankbeelden kiezen (zie blz. 32).
Opmerking
Als de aanduiding “HEADPHONE (MULTI 1)” of
“HEADPHONE (MULTI 2)” in het uitleesvenster
verschijnt wanneer er een hoofdtelefoon wordt
aangesloten, zullen alleen de gewone linker en rechter
voorkanalen van het meerkanaals-geluid door de
hoofdtelefoon worden weergegeven. Druk op de
MULTI/2CH ANALOG DIRECT toets om de
“MULTI CH 1 (of 2) DIRECT” functie uit te
schakelen (zie blz. 27).
Instellen op 7.1-kanaals
weergave
De 7.1-kanaals weergave verwerkt gangbare
6.1-kanaals geluidssignalen met een Digitale
Signaal Processor (DSP) om ook het
middenachterkanaal in stereo (L/R) weer te
geven. Er zijn twee manieren om in te stellen
op 7.1-kanaals weergave.
Maak de luidspreker-aansluitingen en de
instellingen zoals hieronder beschreven.
Met alleen de luidsprekers
die zijn aangesloten op deze
tuner/versterker
Zie blz. 16.
Kies voor het “Formaat van de
middenluidspreker (CENTER)” de stand “NO”
en kies voor het onderdeel “Enkele of dubbele
achterluidsprekers (SURR BACK L/R)” de
stand “YES”. Zie voor nadere bijzonderheden
over deze instellingen blz. 20 en 21.
Met een extra versterker om
alle 7.1 kanalen weer te
geven via afzonderlijke
luidsprekers
Als u beschikt over een extra stereo
eindversterker, kunt u genieten van volledige
7.1-kanaals weergave met echte, dus niet
gesimuleerde, luidsprekers voor alle kanalen.
Sluit de beide middenachterluidsprekers (L/R)
aan op de extra versterker.
L
SW
C
STR-VA555ES
R
PRE OUT
SL
SR
SBL
SBR
Stereo versterker
Aansluiten van de luidsprekers en de
extra versterker
Zie blz. 17.
U kunt ook genieten van 7.1-kanaals weergave
met alleen de 6.1-kanaals luidsprekers die zijn
aangesloten op deze tuner/versterker. Dan
gebruikt u de voorste middenluidspreker nu als
rechter middenachterluidspreker en gaat de
enkele middenachterluidspreker nu dienst doen
als linker middenachterluidspreker. Het geluid
van het middenkanaal wordt samengemengd en
weergegeven door de andere voorluidsprekers.
L
R
SW
SL
Voor het gebruik van de 7.1-kanaals
weergave
Kies voor het “Formaat van de
middenluidspreker (CENTER)” de stand
“LARGE” of “SMALL”, al naar gelang de
afmetingen van de aangesloten
middenluidspreker, en kies voor het onderdeel
“Enkele of dubbele achterluidsprekers (SURR
BACK L/R)” de stand “YES”. Zie voor nadere
bijzonderheden over deze instellingen blz. 20
en 21.
SR
Opmerking
NL
28
SBL
SBR
Er zal geen geluid worden weergegeven via de
SPEAKERS SURR BACK aansluitingen.
Luisteren naar de weergave
in een andere kamer
5
4
6
7
3
1/u
8
2
9
1
0
OFF
A
Keuze van de aanduidingen
in het uitleesvenster
DISPLAY
aanduidingskeuzetoets
10
B
A+B
–
+
–
+
–
+
DIMMER
verlichtingskeuzetoets
AUDIO IN
Stereo versterker
SPEAKERS
Druk enkele malen op de DIMMER toets om
de helderheid van het uitleesvenster naar wens
in te stellen (in 5 stappen). Het DIMMER
lampje licht op wanneer u de verlichting
bijregelt.
Basisbediening
2ND ROOM OUT
Door meermalen indrukken van deze toets kunt
u kiezen welke informatie er in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
U kunt de analoge audiosignalen kiezen voor
weergave door een stereo versterker in een
andere luisterkamer. Zie voor nadere
bijzonderheden over de aansluitingen blz. 13.
1 Druk op de 2ND ROOM toets.
2 Draai aan de instelknop om het
gewenste analoge audiosignaal voor de
andere kamer te kiezen.
Bij het draaien aan de knop verandert de
geluidsbron als volgt:
SOURCE* t VIDEO 1 t VIDEO 2 t
VIDEO 3 t DVD/LD t TV/SAT t
TAPE t MD/DAT t CD/SACD t
TUNER
* Hierbij worden de geluidssignalen van het
gekozen weergave-apparaat weergegeven.
Tips
• Wanneer de stand “SOURCE” is gekozen, worden
de signalen die binnenkomen via de MULTI CH IN
aansluitingen niet uitgestuurd via de 2ND ROOM
OUT uitgangen, ook al staat de MULTI/2CH
ANALOG DIRECT keuzetoets in de MULTI CH 1
of 2 DIRECT stand. Alleen de analoge
geluidssignalen van de gekozen geluidsbron worden
weergegeven.
• Alleen de signalen van geluidsbronnen aangesloten
op de analoge ingangsaansluitingen worden
uitgestuurd via de 2ND ROOM OUT aansluitingen.
Er worden geen signalen doorgegeven van
geluidsbronnen die alleen zijn aangesloten op de
digitale ingangsaansluitingen.
29NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg een van
de voorgeprogrammeerde klankbeelden te
kiezen die de tuner/versterker biedt. Zo kunt u
uw luisterkamer even indrukwekkend laten
klinken als een bioscoopzaal of een
concertzaal. U kunt de klankbeelden ook naar
eigen inzicht aanpassen door de diverse
akoestiekparameters bij te stellen.
Voor een optimaal gebruik van de ruimtelijke
akoestiekfuncties zult u het aantal en de
opstelling van uw luidsprekers in de tuner/
versterker moeten vastleggen. Zie het
hoofdstuk “Luidspreker-opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek” vanaf blz. 19
voor de nodige instellingen van de luidsprekerparameters om ten volle te kunnen genieten van
de Surround Sound akoestiek.
Betreffende DCS (Digital Cinema
Sound)
De klankbeelden die gemarkeerd zijn met de
vermelding DCS zijn gebaseerd op DCS
technologie. Bij keuze van een dergelijk
klankbeeld licht de aanduiding “Digital Cinema
Sound” op in het uitleesvenster.
DCS is een algemene term voor de digitale
signaalverwerking voor thuistheater-akoestiek
die ontwikkeld is door Sony. Het DCS systeem
recreëert met een Digitale Signaal Processor
(DSP) de akoestische eigenschappen van een
echte filmmuziekstudio in Hollywood.
Zo zorgt het DCS systeem in uw huiskamer
voor een indrukwekkende weergave van het
complete filmgeluid, met achtergrond, dialoog
en geluidseffecten, geheel volgens de bedoeling
van de regisseur.
x NORMAL SURROUND akoestiek
Keuze van een klankbeeld
De eenvoudigste manier om te genieten van
ruimtelijke akoestiekweergave is door een van
de voorgeprogrammeerde klankbeelden te
kiezen dat het best past bij de muziek die u
beluistert.
Druk enkele malen op de MODE +/– toets
om in te stellen op het gewenste
klankbeeld.
Het gekozen klankbeeld wordt in het
uitleesvenster aangegeven. Zie blz. 30–32 voor
nadere bijzonderheden over de verschillende
klankbeelden.
Uitschakelen van het klankbeeld
Druk op de A.F.D. toets, de 2CH toets of de
MULTI/2CH ANALOG DIRECT toets (zie
blz. 32).
Tips
30NL
• Aan de verpakking kunt u zien met welk
akoestieksysteem het beeldmateriaal op een
videodisc e.d. is opgenomen.
Alle officiële Dolby Digital discs zijn voorzien van
het
beeldmerk en Dolby Surround discs zijn
voorzien van het A beeldmerk.
• Wanneer er geluidssignalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz
binnenkomen, worden deze geluidssignalen
automatisch in stereo weergegeven en wordt het
klankbeeld automatisch uitgeschakeld.
• U kunt de naam van het klankbeeld naar wens
aanpassen (zie blz. 48).
Geluidsbronnen met meerkanaals Surround
signalen worden net zo weergegeven als ze zijn
opgenomen. Geluidsbronnen met 2-kanaals
stereo geluid worden gedecodeerd met Dolby
Pro Logic om akoestiekeffecten te bereiken.
x CINEMA STUDIO EX A–C
klankbeelden1)2) DCS
Deze gebruiken de ruimtelijke 3D
geluidsverwerking van V. MULTI
DIMENSION (zie blz. 31) om 5 stel virtuele
luidsprekers te simuleren rondom de luisteraar,
op basis van slechts twee werkelijke
achterluidsprekers.
Alhoewel deze tuner/versterker is uitgerust met
een eigen 6.1 kanaals versterker, kunt u de 6.1
kanaals akoestieksignalen ook goed weergeven
met 5.1 kanaals luidspreker-instellingen, door
het simuleren van een extra virtuele akoestiekachterluidspreker via de “VIRTUAL MATRIX
6.1” weergavefunctie (zie blz. 33).
• CINEMA STUDIO EX A levert de
karakteristieke klank van de Sony Pictures
Entertainment klassieke filmmontage-studio.
• CINEMA STUDIO EX B levert de
karakteristieke klank van de Sony Pictures
Entertainment filmgeluid-mengstudio, een van
de meest geavanceerde studio’s in Hollywood.
• CINEMA STUDIO EX C levert de
karakteristieke klank van de Sony Pictures
Entertainment opnamestudio voor filmmuziek.
x SEMI C.STUDIO EX A–C klankbeelden1)
(Gesimuleerde filmstudio’s EX A–C)
DCS
Deze gebruiken de ruimtelijke 3D
geluidsverwerking van V. SEMI M.
DIMENSION om 5 stel virtuele luidsprekers te
simuleren rondom de luisteraar op basis van
alleen het geluid van de voorluidsprekers
(zonder gebruik van werkelijke
akoestiekluidsprekers).
• SEMI C.STUDIO EX B levert de
karakteristieke klank van de Sony Pictures
Entertainment filmgeluid-mengstudio, een van
de meest geavanceerde studio’s in Hollywood.
• SEMI C.STUDIO EX C levert de
karakteristieke klank van de Sony Pictures
Entertainment opnamestudio voor filmmuziek.
x NIGHT THEATER nachtfilm-akoestiek
Geeft een intieme bioscoop-akoestiek bij het
kijken naar een speelfilm ‘s avonds laat, met
het geluid zacht ingesteld.
x MONO MOVIE bioscoop-akoestiek
Voegt een sfeervolle bioscoop-akoestiek toe
aan oude films met een mono geluidsspoor.
x STEREO MOVIE bioscoop-akoestiek
Voegt een ruime bioscoop-akoestiek toe aan
films met een stereo geluidsspoor.
x V.MULTI DIMENSION klankbeeld1)
(Virtueel Multi-Dimensioneel) DCS
Deze functie gebruikt de ruimtelijke 3D
geluidsverwerking om een heel stel “virtuele
achterluidsprekers” boven normale
luisterhoogte te simuleren, op basis van slechts
twee werkelijke achterluidsprekers. Dit
klankbeeld biedt 5 paar virtuele luidsprekers
rondom en in een hoek van ongeveer 30° boven
de luisteraar.
Deze functie gebruikt de ruimtelijke 3D
geluidsverwerking om 3 stel “virtuele
achterluidsprekers” te simuleren met in feite
maar 1 enkel paar werkelijke achterluidsprekers.
x V.SEMI M.DIMENSION klankbeeld1)
(Virtueel SemiMulti-Dimensioneel) DCS
Hierbij wordt met de ruimtelijke 3D
geluidsverwerking een heel stel “virtuele
achterluidsprekers” gesimuleerd, op basis van
het geluid van de linker en rechter
voorluidsprekers, zonder dat er werkelijke
achterluidsprekers gebruikt worden. Dit
klankbeeld biedt 5 paar virtuele luidsprekers
rondom en in een hoek van ongeveer 30° boven
de luisteraar.
x VIRTUAL ENHANCED A klankbeeld1)
(Virtueel Verruimde Surround A) DCS
Deze functie gebruikt de ruimtelijke 3D
geluidsverwerking om 3 stel virtuele
achterluidsprekers te simuleren op basis van het
geluid van de linker er rechter
voorluidsprekers, zonder dat er werkelijke
achterluidsprekers gebruikt worden.
x VIRTUAL ENHANCED B klankbeeld1)
(Virtueel Verruimde Surround B) DCS
Deze functie gebruikt de ruimtelijke 3D
geluidsverwerking om 1 stel virtuele
achterluidsprekers te simuleren op basis van het
geluid van de linker er rechter
voorluidsprekers, zonder dat er werkelijke
achterluidsprekers gebruikt worden.
Genieten van Surround Sound akoestiek
U kunt 6.1 kanaals akoestieksignalen goed
weergeven door een extra virtuele akoestiekachterluidspreker te simuleren, via de “VIRTUAL
MATRIX 6.1” weergavefunctie (zie blz. 33).
• SEMI C.STUDIO EX A levert de
karakteristieke klank van de Sony Pictures
Entertainment klassieke filmmontage-studio.
x VIRTUAL MULTI REAR klankbeeld1)
(Virtuele Multi-Achterluidsprekers) DCS
x D.CONCERT HALL A, B concertzaalakoestiek2) (Digitale concertzalen A, B)
Deze klankbeelden geven de akoestiek van een
concertzaal met meerdere luidsprekers en een
ruimtelijk 3D effect voor geluidsbronnen met
2 kanalen, zoals gewone compact discs.
• D.CONCERT HALL A reproduceert de
akoestiek van de grote zaal van het
CONCERTGEBOUW in Amsterdam, een
klassieke zaal die beroemd is om zijn fraaie
ruimtelijke akoestiek met heldere
geluidsweerkaatsing.
• D.CONCERT HALL B reproduceert de
akoestiek van de klassieke Weense
MUSIKVEREIN concertzaal die befaamd is om
zijn unieke resonerende klank, rijke aan
nagalm.
wordt vervolgd
31NL
Keuze van een klankbeeld (vervolg)
Geeft de weidse akoestiek van een operazaal.
1) “VIRTUAL” klankbeeld: Klankbeeld met
gesimuleerde extra luidsprekers. Als u echter in het
SURROUND akoestiekmenu de “VIR.
SPEAKERS” parameter op “OFF” zet, zullen de
“CINEMA STUDIO EX A–C” en “SEMI
C.STUDIO EX A–C” klankbeelden de akoestiek van
de betreffende filmstudio’s reproduren zonder
daarbij virtuele luidsprekers te simuleren.
2) U kunt dit klankbeeld direct kiezen met een van
de toetsen op het voorpaneel.
x JAZZ CLUB
Opmerkingen
Geeft de akoestische sfeer van een typische
jazz-club.
• De effecten die verkregen worden met behulp van
virtuele luidsprekers kunnen soms wat storing in de
weergave veroorzaken.
• Bij het luisteren naar klankbeelden die werken met
virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de
echte achterluidsprekers horen.
x CHURCH
Reproduceert de akoestiek van een stenen
kerkgewelf.
x OPERA HOUSE
x DISCO/CLUB
Geeft de akoestiek van een discotheek/
dansclub.
x LIVE HOUSE
Geeft de akoestiek van een muziektheater met
300 zitplaatsen.
x ARENA
Geeft de akoestiek van een concertzaal met
1000 zitplaatsen.
x STADIUM
Geeft de sfeer van een live-concert in een
openlucht-stadion.
x GAME
Geeft de meest treffende geluids- en
akoestiekeffecten aan videospelletjes.
Gebruik de toetsen op het voorpaneel voor de
bediening van de volgende akoestiekfuncties.
A.F.D. (Automatische Formaat Decodering)
Deze neemt automatisch waar welk soort
geluidssignaal er binnenkomt (Dolby Digital,
DTS, of standaard 2-kanaals stereo) en zorgt voor
een juiste decodering, waar nodig. Deze functie
neemt het geluidsspoor zoals het is opgenomen/
gecodeerd, en presenteert het zonder enige
bijregeling, nagalm of effecten.
Als er echter geen afzonderlijke laagfrequente
signalen zijn (zoals Dolby Digital LFE e.d.) zal
er nu een laagfrequent signaal worden afgesplitst,
voor weergave door de lagetonen-luidspreker.
2CH (2-kanaals stereo)
Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten,
kunt u alleen kiezen uit de volgende
klankbeelden:
x HEADPHONE (2CH) klankbeeld
Hierbij wordt het geluid gewoon in 2-kanaals
stereo weergegeven.
Standaard 2-kanaals stereo geluidsbronnen
worden weergegeven zonder
akoestiekverwerking. Meerkanaals Surround
geluidsbronnen worden samengemengd tot
2 kanalen.
x HEADPHONE (DIRECT) klankbeeld
Dit zorgt voor weergave van analoge signalen
zonder enige digitale verwerking via de
grafiek-toonregeling, klankbeelden e.d.
x HEADPHONE THEATER klankbeeld
NL
32
Dit stelt u in staat de sfeer van een bioscoop te
horen bij het beluisteren van filmgeluid via de
hoofdtelefoon.
Hierbij geven alleen de linker en rechter
voorluidsprekers geluid weer. Bij standaard
2-kanaals (stereo) geluidsbronnen wordt er helemaal
geen akoestiekverwerking toegepast. Meerkanaalsgeluidsbronnen worden samengemengd tot de gewone
twee kanalen.
De lagetonen-luidspreker geeft hierbij geen geluid weer.
MULTI/2CH ANALOG DIRECT
(meerkanaals/2-kanaals analoge directsignaal weergave)
Hierbij worden analoge ingangssignalen niet digitaal
verwerkt. Zo kunt u genieten van de zuiverste
weergave van topkwaliteit analoge geluidsbronnen.
Bij keuze van de 2CH ANALOG DIRECT directe
weergave kunt u alleen de geluidssterkte en de balans
van de voorluidsprekers nog instellen. Bij keuze van
de MULTI CH 1 of 2 DIRECT weergave kunt u de
balans en de geluidssterkte voor alle luidsprekers
instellen. Na inschakelen van deze directe
weergavefuncties zijn de grafiek-toonregeling, de
klankbeelden (enz.) niet te gebruiken.
NIGHT MODE (nachtelijke weergave)
Hierbij kunt u ook ‘s avonds laat, bij zachte
weergave, nog steeds genieten van de akoestiek
en het klankbeeld van een zaal of bioscoop.
Ook bij geringe geluidssterkte blijft de dialoog
duidelijk verstaanbaar en kunt u het geluid
nauwkeurig bijregelen. Deze functie is samen
met de andere klankbeelden te gebruiken (zie
blz. 30 t/m 32).
Bij inschakelen van deze functie worden de
BASS, TREBLE en EFFECT niveau’s hoger
ingesteld en wordt de D.RANGE COMP.
parameter automatisch op “MAX” gezet.
Het Surround EX systeem zoals dat in
bioscopen wordt toegepast, gebruikt een
matrixsysteem om 6.1 kanalen te genereren uit
een 5.1-kanaals filmgeluidsspoor. Het
matrixsysteem reproduceert het filmgeluid
zoals dat was bedoeld door de makers van de
film. Alle DVD videoprogramma’s die zijn
gecodeerd met de Dolby Digital, DTS-ES
Matrix 6.1 en DTS-ES Discrete 6.1 systemen
omvatten ook het 5.1-kanaals filmgeluidsspoor,
dat ontworpen is voor weergave in de bioscoop.
Dit maakt het mogelijk het filmgeluid weer te
geven zoals het oorspronkelijk in de bioscoop
was bedoeld.
Opmerking
De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid weer als
er is gekozen voor “2CH” weergave. Om te luisteren
naar gewone 2-kanaals (stereo) geluidsbronnen via de
linker en rechter voorluidsprekers en een lagetonenluidspreker, stelt u in op het “A.F.D.” klankbeeld.
6.1CH DECODING
Druk op de 6.1CH DECODING toets om in te
stellen op 6.1-kanaals decodering. U kunt de
parameter kiezen via het SET UP menu (zie
blz. 50).
Deze functie werkt alleen bij meerkanaalsweergave [3/2], [3/2+1] of [3/3].
Dit geeft een effectieve decodering bij alle
klankbeelden.
Opmerking
Als u instelt op “A.F.D.”, zal het onderdeel 6.1CH
DECODING automatisch worden ingesteld op
“AUTO”, ook al had u die parameter zelf ingesteld op
“ON” of “OFF” voor een eerder gebruikt klankbeeld.
Wanneer u terugkeert naar een ander klankbeeld, zal
de 6.1CH DECODING ook weer automatisch
terugkeren naar de eerdere instelling (“ON” of
“OFF”).
Genieten van ruimtelijke 6.1-kanaals
akoestiek (“VIRTUAL MATRIX 6.1”
weergavefunctie)
U kunt thuis genieten van indrukwekkende 6.1
kanaals “surround sound”, een ervaring als in
de bioscoop.
• Als u beschikt over een 2.0, 2.1, 3.0, 3.1, 5.0,
5.1 kanaals luidsprekersysteem
Gebruikt u de “VIRTUAL MATRIX 6.1”
weergavefunctie.
Voor de meest effectieve werking van de
“VIRTUAL MATRIX 6.1” weergavefunctie
gebruikt u de 6.1CH DECODING functie bij
keuze van een “CINEMA STUDIO EX A–C”
of een “SEMI C.STUDIO EX A–C”
klankbeeld. De weergavekarakteristiek van
het CINEMA STUDIO klankbeeld en de 3D
signaalverruiming creëren samen een virtuele
akoestiek-achterluidspreker, zodat u kunt
genieten van het bedoelde ruimtelijke
Surround effect, net als dat in de bioscoop
klinkt. U kunt kiezen voor AUTO/ON/OFF
met de 6.1CH DECODING toets.
Genieten van Surround Sound akoestiek
Deze functie werkt niet wanneer de MULTI/
2CH ANALOG DIRECT weergave is
ingeschakeld.
Betreffende DVD codering en de
weergave van Surround EX (6.1kanaals) speelfilms
• Als u beschikt over een 6.1 kanaals
luidsprekersysteem
Wanneer er voor “NORMAL SURROUND” is
gekozen, zet u de 6.1CH DECODING functie
op “ON”.
wordt vervolgd
33NL
Keuze van een klankbeeld (vervolg)
Betreffende de 6.1-kanaals decodeerfuncties
6.1CH
DECODING
OFF
AUTO
ON
Codering inkomend
geluid
Weergavekanalen
Toegepaste 6.1-kanaals
decodering
Dolby Digital
5.1
NO
Dolby Digital EX1)
5.1
NO
DTS 5.1
5.1
NO
DTS-ES Matrix 6.12)
5.1
NO
DTS-ES Discrete 6.13)
5.1
NO
Dolby Digital
5.1
NO
Dolby Digital EX
6.1
Sony DCMD4)
DTS 5.1
5.1
NO
DTS-ES Matrix 6.1
6.1
DTS matrix decodering
DTS-ES Discrete 6.1
6.1
DTS discrete decodering
Dolby Digital
6.1
Sony DCMD
Dolby Digital EX
6.1
Sony DCMD
DTS 5.1
6.1
Sony DCMD
DTS-ES Matrix 6.1
6.1
Sony DCMD
DTS-ES Discrete 6.1
6.1
Sony DCMD
1) Dolby Digital EX
Voor DVD’s met Dolby Digital geluid en een Surround EX vlagsignaal. Op de website van de Dolby Corporation
kunt u meer uitvinden over de beschikbare Surround EX speelfilms. Zet de 6.1-kanaals decodering op “ON” voor
het afspelen van een dergelijke film.
2) DTS-ES Matrix 6.1
Voor videoprogramma’s met een vlagsignaal dat er zowel Surround EX als 5.1-kanaals geluidssignalen zijn
opgenomen.
Zet de 6.1-kanaals decodering op “AUTO” om de matrix-decodering van de DTS Corporation in te schakelen.
Kies echter de stand “ON” als u het Sony DCMD systeem wilt gebruiken.
3) DTS-ES Discrete 6.1
Voor videoprogramma’s met een vlagsignaal dat er zowel 5.1-kanaals geluidssignalen zijn als een extra
toevoeging om die signalen uit te splitsen naar 6.1 afzonderlijke (discrete) kanalen. Discrete 6.1-kanaals signalen
zijn specifieke DVD signalen die niet bestemd zijn voor weergave in de bioscoop.
Zet de 6.1-kanaals decodering op “AUTO” om de 6.1 discrete kanalen afzonderlijk weer te geven. Zet de 6.1kanaals decodering op “ON” als u het Sony DCMD systeem wilt gebruiken om de 6.1 kanalen zo weer te geven
als ze zouden klinken in een bioscoop.
4) Sony DCMD (Digital Cinema Matrix Decoder) Systeem
Sony DCMD is een topkwaliteit 6.1-kanaals decodeersysteem ontwikkeld door Sony. Deze decodering omvat
dezelfde functies als toegepast in de bioscoop. Dit systeem is geschikt voor alle Surround EX formaten (Dolby
Digital EX, DTS-ES Matrix 6.1 en DTS-ES Discrete 6.1). Sony DCMD voldoet aan de normen van Dolby Digital
EX.
34NL
Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen
1
2
3
SW
L
C
R
L.F.E.
SL
S
SR
PRO LOGIC
4
5
6
7
a DIGITAL MULTI CH IN 1 2 D.RANGE RDS MEMORY
SB
qg
COAX SLEEP MONO
OPT a
STEREO
DTS MPEG
EQ
qf qd qs qa 09
2 Weergavekanaal-aanduidingen: Aan de
oplichtende letters (L, C, R, enz.) kunt u zien
welke geluidskanalen er worden
weergegeven. Aan de oplichtende vakjes rond
de letters kunt u zien hoe de tuner/versterker
het geluid mengt en via welke luidsprekers
het wordt weergegeven (gebaseerd op de
luidspreker-instellingen). Bij akoestisch
verruimde klankbeelden zoals “D.CONCERT
HALL” voegt de tuner/versterker nagalm toe
aan de weergave, op basis van de inkomende
geluidssignalen.
L: linker voorluidspreker, R: rechter
voorluidspreker, C: middenluidspreker
(mono), SL: linksachter, SR: rechtsachter,
S: akoestiekluidsprekers (mono of de
achterkanalen gebaseerd op Pro Logic
verwerking), SB: middenachterluidspreker
(akoestiek-achterkanalen gebaseerd op
6.1-kanaals matrix-decodering)
Bijvoorbeeld:
Opnameformaat (voor/akoestiek): 3/2
Uitgangskanaal: Geen akoestiekluidsprekers
Klankbeeld: A.F.D.
L
SL
C
R
SR
3 PRO LOGIC: Deze aanduiding licht op
wanneer de tuner/versterker de Pro Logic
signaalverwerking toepast op een 2-kanaals
geluidsbron, om aparte signalen verkrijgen
voor een middenluidspreker en
achterluidsprekers. Deze aanduiding licht ook
op wanneer de Pro Logic II film/
muziekdecodering in werking is. De
aanduiding licht echter niet op als u voor de
aanwezigheid van een middenluidspreker en
achterluidsprekers de stand “NO” hebt
gekozen en als er is ingesteld op het “A.F.D.”
of “NORMAL SURROUND” klankbeeld.
4 ; DIGITAL: Deze aanduiding licht op
wanneer er een ander klankbeeld dan “2CH”
is gekozen en wanneer de tuner/versterker
signalen decodeert die zijn opgenomen in het
Dolby Digital formaat.
5 MULTI CH IN 1/2: Deze aanduiding licht op
wanneer er is gekozen voor voor MULTI CH
1 of 2 weergave.
Genieten van Surround Sound akoestiek
1 SW: Deze aanduiding licht op wanneer er
voor de aanwezigheid van een lagetonenluidspreker “YES” is gekozen en de tuner/
versterker waarneemt dat de afgespeelde disc
geen signalen voor een afzonderlijk LFE
lagetonen-kanaal bevat. Zolang deze
aanduiding brandt, stelt het apparaat een
lagetonensignaal samen op basis van de
laagste frequenties van de voorkanaalsignalen.
8
6 D.RANGE: Deze “dynamisch bereik”
aanduiding licht op wanneer de
compressiefunctie voor het dynamisch bereik
is ingeschakeld. Zie blz. 41 voor het instellen
van de dynamiek-compressie.
7 Afstemaanduidingen: Deze aanduidingen
lichten op bij gebruik van de tuner voor het
afstemmen op radiozenders e.d. Zie blz. 43
t/m 47 voor de bediening van de tuner voor
radio-ontvangst.
8 EQ: Deze aanduiding licht op wanneer de
grafiek-toonregeling is ingeschakeld.
9 SLEEP: Deze aanduiding licht op wanneer
de sluimerfunctie is ingeschakeld.
0 ;: Deze aanduiding licht op wanneer er
Dolby Digital signalen binnenkomen.
wordt vervolgd
35NL
Betekenis van de meerkanaals
Surround aanduidingen (vervolg)
qa MPEG: Deze aanduiding licht op wanneer er
MPEG signalen binnenkomen.
Opmerking
Alleen de 2 voorkanalen zijn geschikt voor het
MPEG geluidsformaat. Meerkanaals “surround
sound” wordt samengemengd en weergegeven
via de 2 voorkanalen.
qs DTS: Deze aanduiding licht op wanneer er
Voor het afspelen van een disc met geluid in
het DTS formaat moeten er digitale
aansluitingen gemaakt zijn en mag de INPUT
MODE ingangssignaal-keuzetoets NIET in de
ANALOG 2CH FIXED stand staan (zie blz.
27).
qd OPT: Deze aanduiding licht op wanneer er
een digitaal signaal binnenkomt via de
OPTICAL ingangsaansluiting.
qf COAX: Deze aanduiding licht op wanneer er
een digitaal signaal binnenkomt via de
COAXIAL ingangsaansluiting.
qg L.F.E.: Deze aanduiding licht op wanneer de
afgespeelde disc een apart LFE (Low
Frequency Effect) lagetonen-kanaal bevat.
Wanneer het geluid van het LFE kanaal ook
daadwerkelijk wordt weergegeven, lichten de
balkjes onder de letters op om het
geluidsniveau aan te geven. Aangezien het
LFE signaal meestal niet voortdurend
aanwezig is, kunnen de niveaubalkjes tijdens
weergave sterk fluctueren (en soms geheel
doven).
36NL
Bijregelen van de
klankbeelden
U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen
door de akoestiekparameters en de klankkleur
van de midden-, voor-, akoestiekluidsprekers
en middenachterluidsprekers zo in te stellen dat
het geluid in uw luisterruimte optimaal klinkt.
In het overzicht op blz. 85 kunt u zien met
welke parameters u een bepaald klankbeeld
kunt bijregelen.
Voor de beste weergave van
meerkanaals Surround Sound
Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en
volg de aanwijzingen onder “Luidsprekeropstelling voor meerkanaals Surround
akoestiek” vanaf blz. 19 alvorens u een
klankbeeld gaat aanpassen.
Parameter
Oorspronkelijke instelling
2CH DECODING
(hangt af van het gekozen
klankbeeld)
2CH MODE
PRO LOGIC
C.WIDTH L__C__R*
3
DIMENSION F__I__S*
Gemiddeld
PANORAMA MODE* OFF
EFFECT LEVEL
(hangt af van het gekozen
klankbeeld)
WALL S__I__H
Gemiddeld
REVERB S__I__L
Gemiddeld
FRONT REVERB
STD (STANDARD)
SCREEN DEPTH
MID
VIR.SPEAKERS
ON
SUR.ENHANCER
ON
BASS GAIN
0 dB
BASS FREQ.
250 Hz
TREBLE GAIN
0 dB
TREBLE FREQ.
2.5 kHz
* Deze parameter kunt u alleen instellen wanneer er
voor de 2-kanaals decodering “PL II MUSIC” is
gekozen.
Aanpassen van de
akoestiekparameters
Wel/geen 2-kanaals decodering (2CH
DECODING)
Het SURROUND akoestiekmenu biedt een
aantal parameters waarmee u allerlei
verschillende aspecten van het gekozen
klankbeeld kunt aanpassen. De instellingen die
u in dit menu kiest worden voor elk klankbeeld
afzonderlijk vastgelegd.
Hiermee kiest u de instelling voor het
decoderen van digitale PCM, analoge
ingangssignalen of de tweekanaals
audiosignalen van [2/0] formaat
geluidsbronnen.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk op de SURROUND toets.
De toets licht op en de eerste parameter
wordt aangegeven.
3 Druk op een cursortoets (
of ) om in
te stellen op de parameter die u wilt
bijregelen.
4 Draai aan de instelknop om de gewenste
waarde voor de parameter te kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch
vastgelegd.
Genieten van Surround Sound akoestiek
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft,
zullen de nieuwe instellingen in het geheugen
bewaard blijven. Om een bijgeregeld
klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel
de gewenste veranderingen aan te brengen.
Oorspronkelijke instellingen
• In de stand “AUTO” zal de tuner/versterker
alleen tweekanaals decodering toepassen
wanneer er een Dolby Surround of DTS
Surround vlagsignaal wordt doorgegeven.
• In de stand “ON” zal de tuner/versterker altijd de
decodering voor de tweekanaals geluidsbron
toepassen, ongeacht het decoderings-vlagsignaal.
• In de stand “OFF” zal de tuner/versterker geen
decodering toepassen.
Opmerking
Wanneer er voor “NORMAL SURROUND” is
gekozen, wordt de tuner/versterker automatisch
ingesteld op de stand “ON” voor deze functie.
Wanneer er is gekozen voor “A.F.D.” weergave,
komt de tuner/versterker automatisch in de “AUTO”
stand hiervoor. In beide gevallen zal deze parameter
niet verschijnen in het SURROUND instelmenu.
wordt vervolgd
37NL
Bijregelen van de klankbeelden
(vervolg)
Type 2-kanaals decodering (2CH
MODE)
Hiermee kiest u het type decodering dat moet
worden toegepast voor 2-kanaals geluidsbronnen.
Deze tuner/versterker is geschikt voor decodering
van Dolby Surround Pro Logic II en ook voor
DTS Neo:6. Deze systemen zijn beide voorzien
van een speelfilm-stand en een muziek-stand en
de tuner/versterker kan 2-kanaals geluidsbronnen
weergeven met 5.1 kanalen via de Dolby
Surround Pro Logic II of met 6 kanalen via DTS
Neo:6.
• Bij keuze van “PRO LOGIC” zorgt de tuner/
versterker voor Pro Logic decodering.
Geluidsbronnen die zijn opgenomen met 2
audiokanalen worden gedecodeerd naar 4
weergavekanalen.
• Bij keuze van “PL II MOVIE” zorgt de tuner/
versterker voor Pro Logic II speelfilm-type
decodering. Deze instelling is bij uitstek
geschikt voor speelfilms die zijn voorzien van
Dolby Surround geluid. Bovendien is deze
stand geschikt voor geluidsweergave via 5.1
kanalen bij afspelen van oude speelfilms op
video en voor weergave van een gesynchroniseerd geluidskanaal in een andere taal.
• De “PL II MUSIC” stand is alleen beschikbaar
wanneer er voor “NORMAL SURROUND” is
gekozen. In de “PL II MUSIC” stand zorgt de
tuner/versterker voor Pro Logic II muziek-type
decodering. Deze instelling is optimaal geschikt
voor normale stereo geluidsbronnen zoals
muziek-CD’s. U kunt de weergave in deze stand
fijnregelen met de parameters voor de breedte
van het middenkanaal, de dimensie-regeling en
de extra-brede panoramische weergave.
• Bij keuze van “Neo: Cinema” zorgt de tuner/
versterker voor DTS Neo:6 muziek-type
decodering. Deze instelling is bij uitstek
geschikt voor speelfilms die zijn voorzien van
DTS Surround geluid.
• De “Neo: Music” stand is alleen beschikbaar
wanneer er voor “NORMAL SURROUND” is
gekozen. In de “Neo: Music” stand zorgt de
tuner/versterker voor DTS Neo:6 muziek-type
decodering. Deze instelling is optimaal geschikt
voor normale stereo geluidsbronnen zoals
muziek-CD’s.
Opmerking
NL
38
De Dolby Surround Pro Logic II en DTS Neo:6
functies zullen niet werken voor signalen in het DTS
of MPEG formaat.
Breedte van het middenkanaal
(C WIDTH)
Deze parameter is alleen instelbaar wanneer u
voor het type 2-kanaals decodering de stand
“PL II MUSIC” hebt gekozen. Hiermee regelt u
hoe het middenkanaal-signaal dat wordt
geproduceerd door de Dolby Surround Pro
Logic II decodering, moet worden verdeeld
over de linker en rechter luidsprekers.
Voor/achter dimensie-regeling
(DIMENSION)
Deze parameter is alleen instelbaar wanneer u
voor het type 2-kanaals decodering de stand
“PL II MUSIC” hebt gekozen. Hiermee regelt u
het verschil tussen de voorste kanalen en de
akoestiek-achterkanalen.
Panoramische weergave
(PANORAMA MODE)
Deze parameter is alleen instelbaar wanneer u
voor het type 2-kanaals decodering de stand
“PL II MUSIC” hebt gekozen. Hiermee kunt u
de akoestiek verruimen door het geluid van de
voorluidsprekers verder naar links en rechts
van uw luisterpositie uit te breiden.
Effectniveau (EFFECT LEVEL)
Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk
van het gekozen akoestiekeffect naar wens
instellen.
Wandbekleding (WALL)
Hiermee simuleert u de hardheid van de
wandbekleding van uw kamer, door het
variëren van de hoeveelheid hoge tonen:
de S (soft) instelling geeft een zachte
wandbekleding aan en de H (hard) instelling
een harde wandbekleding. De gemiddelde stand
geldt voor een standaard halfharde wand (van
hout).
Weerkaatsing (REVERB)
Met deze parameter kunt u de tijdsduur van de
vroege weerkaatsingen bijregelen om zo een
grotere (L) of een kleinere (S) ruimte te
simuleren. De gemiddelde stand geeft een
standaard ruimte, zonder bijregeling.
Voorkant-weerkaatsing (FRONT
REVERB)
Bijregelen van de lage tonen (niveau/
frequentie)
Deze parameter kunt u gebruiken wanneer er is
gekozen voor een “D.CONCERT HALL A, B”
klankbeeld. Met deze parameter bepaalt u of er
wel of geen nagalm moet worden toegevoegd
aan de weergave via de voorluidsprekers,
afhankelijk van de eigen nagalm van de
weergegeven geluidsbron.
In tegenstelling tot de grafiek-toonregeling van
het equalizer-menu (waarmee u via individuele
instellingen de totale klank van het
luidsprekersysteem bijregelt), maken deze
parameters het mogelijk de tooninstellingen
van elk klankbeeld afzonderlijk bij te regelen.
1 Druk enkele malen op een cursortoets (
of ) om in te stellen op het niveau (in dB)
of de frequentie (in Hz).
• Voor minder nagalm via de voorluidsprekers
stelt u in op “DRY”.
2 Draai aan de instelknop om de gekozen
instelling bij te regelen.
Schermdiepte (SCREEN DEPTH)
Herhaal dit totdat de klank naar wens is.
In een bioscoop wordt de indruk gewekt alsof
het geluid direct komt vanaf de beelden die op
het scherm verschijnen.
Met deze parameter kunt u in uw luisterkamer
hetzelfde effect bereiken door het geluid van de
voorluidsprekers te verschuiven tot “binnenin”
het scherm.
Met de “DEEP” stand geeft u het beeldschermgeluid de grootste diepte.
Virtuele luidsprekers (VIR.
SPEAKERS)
Hiermee kunt u de “virtuele” luidsprekers die
worden gesimuleerd bij de “CINEMA
STUDIO EX A, B, C” en “SEMI C.STUDIO
EX A, B, C” klankbeelden aan en uit zetten.
Surround reflectieverruiming (SUR.
ENHANCER)
Deze parameter geeft een breder geluidsveld op
basis van het akoestieksignaal, ook al is dat
slechts in mono. Deze functie werkt met de
CINEMA STUDIO EX. A, B, C en de SEMI
C.STUDIO EX A, B en C klankbeelden.
• Wanneer er voor “ON” is gekozen, wordt dit
effect automatisch toegepast voor
geluidsbronnen die zijn opgenomen met Dolby
Pro Logic, Dolby Digital [2/1], [3/1] of dts
[2/1], [3/1] enz. akoestiek-kanalen.
• Wanneer er voor “OFF” is gekozen, wordt er
geen effect aan de weergave toegevoegd.
Bijregelen van de hoge tonen
(niveau/frequentie)
Maak de instellingen zoals beschreven onder
“Bijregelen van de lage tonen”.
Aanpassen van de
luidsprekerniveauparameters
Het LEVEL luidspreker-instelmenu biedt een
aantal parameters waarmee u de balans en de
geluidssterkte van elke luidspreker naar wens
kunt instellen. De instellingen die u in dit menu
maakt, zijn van toepassing op alle
klankbeelden.
Genieten van Surround Sound akoestiek
• Voor meer nagalm via de voorluidsprekers
stelt u in op “WET”.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk op de LEVEL toets.
De toets licht op en de eerste parameter
wordt aangegeven.
3 Druk op een cursortoets (
of ) om in
te stellen op de parameter die u wilt
bijregelen.
4 Draai aan de instelknop om de
gewenste stand te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch
vastgelegd.
wordt vervolgd
39NL
Bijregelen van de klankbeelden
(vervolg)
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
Oorspronkelijke
instelling
TEST TONE*
OFF
PHASE NOISE*
OFF
PHASE AUDIO*
OFF
FRONT L__I__R
Midden
SURROUND L__I__R
Midden
SUR.BACK L__I__R
Midden
CENTER LEVEL
0 dB
SURROUND LEVEL
0 dB
SUR.BACK LEVEL
0 dB
S.WOOFER LEVEL
0 dB
LFE MIX LEVEL
0 dB
D.RANGE COMP.
OFF
* Eén van deze parameters verschijnt, afhankelijk van
de gekozen testtoon-volgorde (T.TONE) parameter
in het SET UP menu (zie blz. 52).
Testtoon-luidsprekerkeuze (TEST
TONE)
Hiermee kunt u een testtoon door elk van de
luidsprekers achtereenvolgens laten weergeven.
Wanneer u de stand “AUTO” kiest, wordt de
testtoon automatisch door elk van de
luidsprekers weergegeven. In de stand “FIX”
kunt u kiezen welke luidspreker(s) de testtoon
moet(en) weergeven.
Testtoon-fasetest (PHASE NOISE)
Hiermee kunt u de testtoon laten weergeven
door twee aangrenzende luidsprekers
beurtelings.
Audio-fasetest (PHASE AUDIO)
Hiermee kunt u in plaats van de testtoon een
gewone geluidsbron laten weergeven door twee
aangrenzende luidsprekers beurtelings.
Voorluidspreker-balans (FRONT)
Hiermee stelt u de weergave via de linker en
rechter voorluidsprekers evenwichtig in.
Achterluidspreker-balans (SURROUND)
Hiermee stelt u de weergave via de linker en
rechter achterluidsprekers evenwichtig in.
Middenachterluidspreker-balans
(SUR.BACK)
Hiermee regelt u de geluidsbalans van de linker en
rechter middenachterluidsprekers wanneer er, voor
twee L/R middenachterluidsprekers, “YES” is gekozen.
Geluidssterkte van de
middenluidspreker (CENTER LEVEL)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte voor
de middenluidspreker.
Geluidssterkte van de
achterluidsprekers (SURROUND LEVEL)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van
de linker en rechter achterluidsprekers.
Geluidssterkte van de
middenachterluidsprekers (SURR
BACK LEVEL)
Hiermee regelt u de geluidssterkte van de
(linker en rechter) middenachterluidsprekers.
Geluidssterkte van de lagetonenluidspreker (S. WOOFER LEVEL)
Hiermee regelt u de geluidssterkte van de
lagetonen-luidspreker.
LaagFrequentEffect mengniveau (LFE MIX)
Met deze parameter kunt u de geluidssterkte
bijregelen van het afzonderlijke LFE (Low
Frequency Effect) kanaal dat wordt weergegeven via
de lagetonen-luidspreker, zonder hierbij de gewone
lage tonen te beïnvloeden die door de Dolby Digital
of DTS basverdelingscircuits van de voor-, middenen achterkanalen worden overgeheveld naar de
aparte lagetonen-luidspreker.
• Bij het LFE mengniveau “0 dB” wordt het volledige
LFE signaal uitgestuurd op het mengniveau dat is
gekozen door de opnamestudio-technicus.
40NL
• Om de weergave van het LFE lagetonenkanaal
door de lagetonen-luidspreker te dempen, kiest u de
“OFF” stand. De lage tonen van de voor-, middenen achterkanalen die door de basverdelingscircuits
worden overgeheveld naar de lagetonen-luidspreker
worden echter wel weergegeven, volgens de keuze
gemaakt voor elk luidsprekerpaar bij de
luidspreker-instellingen (zie blz. 20 t/m 21).
Dynamiekcompressie (D. RANGE
COMP.)
Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een
speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus
verkleinen. Dit kan handig om ‘s avonds laat
een speelfilm te bekijken; met het geluid zacht
behoudt u toch een rijke, volle klank.
Wij willen u aanraden de “MAX” stand te gebruiken.
• Om het geluidsspoor normaal weer te geven,
zonder compressie, kiest u de “OFF” stand.
• Met de standen “0,1”–“0,9” kunt u het
dynamisch bereik geleidelijk steeds verder
comprimeren, om precies het gewenste effect te
bereiken.
• In de “MAX” stand wordt het dynamisch bereik
drastisch beperkt.
Via het EQ (equalizer) menu kunt u de
klankkleur afzonderlijk bijregelen voor de
voor- en achterluidsprekers, de
middenluidspreker en de
middenachterluidspreker(s). In het “equalizer
bank” geheugen kunt u tot 5 verschillende
equalizer-bijregelpatronen vastleggen.
Dit menu is alleen beschikbaar na indrukken
van de EQUALIZER toets om in te stellen op
een van de bijregelpatronen (EQ PRESET [1]–
[5]).
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk enkele malen op de EQUALIZER
toets om het bijregelpatroon (EQ
PRESET [1]–[5]) te kiezen dat u wilt
aanpassen.
Opmerkingen
• De dynamiekcompressie werkt alleen voor Dolby
Digital geluidsbronnen.
• Wanneer de NIGHT MODE functie is
ingeschakeld, wordt de D.RANGE COMP.
parameter automatisch op “MAX” gezet en dan
verschijnt deze parameter niet in het LEVEL menu.
Terugstellen van alle
bijgeregelde klankbeelden op
de fabrieksinstellingen
3 Druk op de EQ toets.
De toets gaat knipperen en de eerste
parameter wordt aangegeven.
4 Druk op een cursortoets (
of ) om in
te stellen op de parameter die u wilt
bijregelen, versterking.
5 Draai aan de instelknop om de
gewenste afstelling te kiezen.
1 Als de tuner/versterker nog aan staat,
De gekozen waarde wordt automatisch in
het geheugen vastgelegd.
drukt u op de ?/1 toets om het
apparaat uit te schakelen.
2 Houd de MODE + toets ingedrukt en
druk op de ?/1 toets.
De aanduiding “S.F Initialize” verschijnt in
het uitleesvenster en alle klankbeelden
worden teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
Genieten van Surround Sound akoestiek
• Om het geluidsspoor normaal weer te geven
met het volledig dynamisch bereik, zoals
gekozen door de opnamestudio-technicus, kiest
u de “STD” stand.
Instellen van de grafiektoonregeling
BASS
MID
TREBLE
Bandbreedte
Versterking
(in dB)
Frequentie
(in Hz)
Frequentie
(in Hz)
Frequentie
(in Hz)
Tip
U kunt de bijregeling uitschakelen zonder de gekozen
instellingen te verliezen. Druk enkele malen op de
EQUALIZER toets om in te stellen op “EQ PRESET
[OFF]”.
wordt vervolgd
41NL
Instellen van de grafiek-toonregeling
(vervolg)
Lage tonen voor de voorluidsprekers
(Versterking/frequentie)
Hiermee regelt u de versterking per frequentie
voor de lagere tonen.
Middentonen voor de voorluidsprekers
(Versterking/frequentie)
Hiermee regelt u de versterking per frequentie
voor de middentonen.
Middentonen-bandbreedte voor de
voorluidsprekers
Met deze parameter kunt u de gewenste
bandbreedte voor het middentonenbereik kiezen.
• “WIDE” geeft een breed middentonenbereik
rond de gekozen middenfrequentie, voor een
algemene klankbijregeling.
• “MIDDLE” geeft een normaal middentonenbereik.
• “NARROW” geeft een smal middentonenbereik
rond de gekozen middenfrequentie, voor meer
specifieke klankcorrecties.
Hoge tonen voor de voorluidsprekers
(Versterking/frequentie)
Hiermee regelt u de versterking per frequentie
voor de hogere tonen.
Lage tonen voor de middenluidspreker
(Versterking/frequentie)
Hiermee regelt u de versterking per frequentie
voor de lagere tonen.
Middentonen voor de middenluidspreker
(Versterking/frequentie)
Hiermee regelt u de versterking per frequentie
voor de middentonen.
Middentonen-bandbreedte voor de
middenluidspreker
42NL
Hoge tonen voor de middenluidspreker
(Versterking/frequentie)
Hiermee regelt u de versterking per frequentie
voor de hogere tonen.
Lage tonen voor de achterluidsprekers
(Versterking/frequentie)
Hiermee regelt u de versterking per frequentie
voor de lagere tonen.
Hoge tonen voor de achterluidsprekers
(Versterking/frequentie)
Hiermee regelt u de versterking per frequentie
voor de hogere tonen.
Lage tonen voor de
middenachterluidspreker(s)
(Versterking/frequentie)
Hiermee regelt u de versterking per frequentie
voor de lagere tonen.
Hoge tonen voor de
middenachterluidspreker(s)
(Versterking/frequentie)
Hiermee regelt u de versterking per frequentie
voor de hogere tonen.
Wissen van een vastgelegd
bijregelpatroon
1 Druk enkele malen op de EQUALIZER
toets om het bijregelpatroon (EQ
PRESET [1]–[5]) te kiezen dat u wilt
wissen.
2 Druk op de EQ toets.
3 Druk op een cursortoets (
of
)
totdat er “PRESET x CLEAR [NO]”
wordt aangegeven (waarbij er in plaats
van “x” het nummer van een
bijregelpatroon verschijnt).
4 Draai aan de instelknop zodat er
Met deze parameter kunt u de gewenste
bandbreedte voor het middentonenbereik kiezen.
“PRESET x CLEAR [YES]” verschijnt en
druk op de ENTER toets.
• “WIDE” geeft een breed middentonenbereik
rond de gekozen middenfrequentie, voor een
algemene klankbijregeling.
Nu verschijnt er een verzoek om
bevestiging “Are you sure? [NO]”.
5 Draai weer aan de instelknop zodat er
• “MIDDLE” geeft een normaal
middentonenbereik.
opnieuw “[YES]” verschijnt en druk
weer op de ENTER toets.
• “NARROW” geeft een smal
middentonenbereik rond de gekozen
middenfrequentie, voor meer specifieke
klankcorrecties.
Nu verschijnt de aanduiding “PRESET x
CLEARED !” verschijnt en dan zijn de
instellingen van het bijgeregelde equalizer-patroon
gewist en teruggesteld op de fabrieksinstellingen.
Radio-ontvangst
Opmerkingen
Om uw tuner/versterker te gebruiken voor
radio-ontvangst, zult u er eerst een FM- en een
AM-antenne op moeten aansluiten (zie blz. 7).
Automatisch voorinstellen
van FM zenders in
alfabetische volgorde
(AUTOBETICAL)
(Alleen voor de modellen met
landcode CEL)
Als u bepaalde FM of AM zenders handmatig
in het afstemgeheugen wilt vastleggen, volg
dan de aanwijzingen onder “Voorinstellen van
radiozenders” op blz. 45.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
versterker uit te schakelen.
2 Houd de MEMORY toets ingedrukt en
druk nogmaals op de ?/1 toets om de
tuner/versterker weer in te schakelen.
De aanduiding “Autobetical select” verschijnt en
de tuner/versterker gaat op zoek naar alle
plaatselijk te ontvangen FM radiozenders en FM
RDS zenders en legt deze in het afstemgeheugen
vast. Bij elke RDS informatiezender controleert
de tuner/versterker eerst of er andere zenders
zijn die hetzelfde programma uitzenden, om
daarvan dan alleen de duidelijkst doorkomende
zender vast te leggen. De gekozen RDS
informatiezenders worden gesorteerd op
alfabetische volgorde van hun officiële Program
Service zendernaam, en krijgen dan elk een
letter-plus-cijfer voorinstelcode toegewezen. Zie
voor nadere bijzonderheden betreffende de RDS
informatiezenders blz. 46.
De gewone FM radiozenders krijgen ook een
letter-plus-cijfer code en worden dan na de RDS
zenders vastgelegd.
Na afloop van het vastleggen verschijnt de
aanduiding “Autobetical finish” even in het
uitleesvenster en dan keert de tuner/versterker
terug naar de normale bedieningsfuncties.
Directe afstemming
Als u de afstemfrequentie van de gewenste
zender kent, kunt u die rechtstreeks invoeren
met de cijfertoetsen van de bijgeleverde
afstandsbediening.
1 Draai aan de FUNCTION keuzeknop om
in te stellen op de TUNER voor radioontvangst.
Radio-ontvangst
Met deze automatische zenderopslagfunctie
kunt u maximaal 30 FM radiozenders en FM
RDS zenders in het afstemgeheugen van de
tuner/versterker vastleggen, zonder doublures.
Hierbij kiest de tuner/versterker automatisch
alleen de best doorkomende zenders.
• Druk niet op enige toets van de tuner/versterker of
de bijgeleverde afstandsbediening totdat de
“Autobetical” zenderopslag is voltooid.
• Als u verhuist naar een andere streek, kan het nodig
zijn deze procedure opnieuw uit te voeren, om de
best te ontvangen zenders in uw nieuwe
woongebied vast te leggen.
• Zie voor het afstemmen op de vastgelegde
voorkeurzenders de aanwijzingen op blz. 45.
• De FM MODE stereo/mono instelling wordt ook
samen met elke zender vastgelegd.
• Als u na het opslaan van zenders met deze functie
uw FM antenne verplaatst, kunnen de vastgelegde
instellingen niet meer geldig zijn. In dat geval volgt
u weer de bovenstaande aanwijzingen om de FM
zenders opnieuw vast te leggen.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
2 Kies met de FM/AM toets de FM of AM
afstemband.
3 Kies de TUNER uit de FUNCTION lijst
en stel vervolgens in op “DIRECT
TUNING” in het SUB menu (zie blz. 62).
4 Voer met de cijfertoetsen de gewenste
afstemfrequentie in.
Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz
1 b 0 b 2 b 5 b 0
Voorbeeld 2: AM 1350 kHz
(U hoeft de laatste “0” niet in te voeren als voor
de afstemschaal een interval van 10 kHz geldt.)
1 b 3 b 5 b 0
Als u niet op een bepaalde zender kunt
afstemmen en de ingevoerde cijfers knipperen
Controleer of u de juiste frequentie hebt
ingevoerd. Bij een vergissing herhaalt u de
stappen 3 en 4.
Als de ingevoerde cijfers nog steeds
knipperen, wordt deze frequentie in uw
ontvangstgebied niet gebruikt.
wordt vervolgd
43NL
Directe afstemming (vervolg)
5 Bij afstemmen op een AM radiozender
verstelt u de richting van de AM
kaderantenne zo dat de ontvangst
optimaal klinkt.
6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 als u op een
andere zender wilt afstemmen.
Tips
• Als u de afstemfrequentie niet precies weet, voer
dan een waarde in dichtbij de frequentie van de
zender die u zoekt en druk dan op de TUNING + of
TUNING – afstemtoets. De tuner/versterker stemt
dan automatisch af op de dichtst benaderde zender.
Als u denkt dat de zenderfrequentie iets boven de
door u gekozen waarde ligt, drukt u op de TUNING
+ toets en als u waarschijnlijk een iets te hoge
waarde hebt gekozen, drukt u op de TUNING –
toets.
• Als de “STEREO” aanduiding in het uitleesvenster
knippert en een FM stereo uitzending niet erg
helder klinkt, drukt u op de FM MODE toets om de
weergave te verbeteren. Dan is er geen stereo effect
meer, maar de radio-uitzending zal beter klinken.
Opmerking
Als de aanduiding “STEREO” helemaal niet
verschijnt bij normale ontvangst van een FM
uitzending, drukt u dan op de FM MODE toets zodat
de “STEREO” aanduiding oplicht.
Het afsteminterval voor directe afstemming verschilt
voor de modellen met verschillende landcodes, zoals
aangegeven in onderstaande tabel. Zie voor nadere
bijzonderheden over de landcodes blz. 2.
Landcode
FM
AM
CN, CEL
50 kHz
9 kHz
E
50 kHz
9 kHz*
* Desgewenst kunt u het afsteminterval voor de AM
band omschakelen (zie blz. 81).
Automatische afstemming
Als u de afstemfrequentie van de gewenste
zender niet kent, laat u de tuner/versterker de in
uw gebied te ontvangen zenders doorzoeken.
1 Draai aan de FUNCTION knop om in te
stellen op de TUNER voor radioontvangst.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Kies met de FM/AM toets de FM of AM
afstemband.
3 Druk op de TUNING + of TUNING –
toets.
Druk op de TUNING + toets om de
afstemband in oplopende volgorde te
doorzoeken; op de TUNING – toets om van
hoog naar laag te zoeken.
Telkens wanneer er een zender wordt
gevonden, stopt de tuner/versterker met
zoeken.
Wanneer de tuner/versterker het einde
van de afstemschaal bereikt
Dan wordt de zoekafstemming vanaf het
andere einde herhaald in dezelfde richting.
4 Om door te gaan met zoeken, drukt u
nogmaals op de TUNING + of TUNING –
toets.
Geheugenafstemming
Na het afstemmen op een zender met de directe
afstemming of de automatische zoekafstemming
kunt u de betreffende zender vastleggen in het
afstemgeheugen van de tuner/versterker. Dan
kunt u voortaan die voorkeurzender rechtstreeks
kiezen door invoeren van de letter-en-cijfer code
met de bijgeleverde afstandsbediening. Zo kunt u
tot 30 voorkeurzenders voor de FM en AM
voorinstellen. U kunt de tuner/versterker ook alle
vastgelegde voorkeurzenders laten doornemen.
Alvorens u zenders kunt opzoeken met de
geheugenafstemming, zult u ze eerst in het
geheugen moeten vastleggen volgens de
aanwijzingen onder “Voorinstellen van
radiozenders” (op blz. 45).
44NL
Voorinstellen van
radiozenders
Afstemmen op vastgelegde
voorkeurzenders
1 Draai aan de FUNCTION knop om in te
stellen op de TUNER voor radioontvangst.
Op radiozenders die in het afstemgeheugen zijn
vastgelegd, kunt u afstemmen op een van de
volgende twee manieren.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
Afstemmen door alle
voorkeurzenders te doorlopen
2 Stem af op de radiozender die u wilt
voorinstellen, met de directe
afstemming (zie blz. 43) of de
automatische zoekafstemming (zie blz.
44).
3 Druk op de MEMORY toets.
4 Druk op de PRESET TUNING + of
PRESET TUNING – toets om een
zendernummer te kiezen.
Als de “MEMORY” aanduiding dooft
voordat u een nummer hebt gekozen, gaat u
terug naar stap 3.
5 Druk nogmaals op de MEMORY toets
om de ontvangen radiozender in het
geheugen vast te leggen.
Als de “MEMORY” aanduiding dooft
voordat u de zender hebt kunnen
vastleggen, gaat u terug naar stap 3.
6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
stellen op de TUNER voor radioontvangst.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Druk enkele malen op de PRESET
TUNING + of PRESET TUNING – toets
om door te zoeken naar de gewenste
zender.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, gaat
de tuner/versterker één voorkeurzender
verder in de gekozen richting en de
onderstaande volgorde:
nA1˜A2˜...˜A0˜B1˜B2˜...˜B0N
nC0˜...C2˜C1N
Radio-ontvangst
In het uitleesvenster licht enkele seconden
lang de aanduiding “MEMORY” op.
Verricht de stappen 4 t/m 5 voordat deze
“MEMORY” aanduiding dooft.
1 Draai aan de FUNCTION knop om in te
Afstemmen op een zender waarvan u
het voorinstelnummer kent
Gebruik voor het volgende de bijgeleverde
afstandsbediening. Zie blz. 65 voor nadere
bijzonderheden over de in deze paragraaf
genoemde toetsen.
1 Draai aan de FUNCTION knop om in te
stellen op de TUNER voor radioontvangst.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Kies de gewenste voorkeurzender uit
het lijstje dat verschijnt in het
uitleesvenster van de bijgeleverde
afstandsbediening.
45NL
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor de modellen met landcode CEL)
Met deze tuner/versterker kunt u ook gebruik maken
van de RDS functies van het Radio Data Systeem,
waarmee radiozenders naast de gewone uitzendingen
allerlei nuttige informatie doorgeven. De volgende
handige RDS functies zijn beschikbaar:
– RDS informatie in het uitleesvenster
– Opzoeken van voorkeurzenders die het
gewenste programmatype uitzenden
De RDS informatie wordt alleen uitgezonden
door FM zenders.*
* Niet alle FM radiozenders bieden de RDS informatie
en niet alle RDS zenders bieden dezelfde functies. Als
u niet bekend bent met de plaatselijk beschikbare RDS
functies, kunt u voor nadere bijzonderheden het best
contact opnemen met de plaatselijke radiozenders.
Ontvangst van RDS
informatie-uitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM
band met de directe afstemming (zie blz. 43),
de automatische zoekafstemming (zie blz. 44)
of de geheugenafstemming (zie blz. 44).
Wanneer er is afgestemd op een zender die RDS
informatie uitzendt, licht de RDS indicator op en
verschijnt de zendernaam in het uitleesvenster.
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de
zender waarop u hebt afgestemd de RDS signalen niet duidelijk
genoeg uitzendt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
Aangeven van RDS informatie
in het uitleesvenster
Druk tijdens ontvangst van een RDS
zender meermalen op de DISPLAY toets.
Eerst verschijnt de PS zendernaam.a)
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de RDS informatie in het
uitleesvenster kringsgewijze als volgt:
Afstemfrequentiea) t PTY (programmatype)b)
t RT (radiotekst)c) t CT (juiste tijd, in 24uurs aanduiding)
46NL
a) Deze informatie wordt ook aangegeven voor FM
zenders die geen RDS informatie uitzenden.
b) Soort programma dat wordt uitgezonden (zie blz. 47).
c) Tekstberichten die door de RDS zender worden
uitgezonden.
Opmerkingen
• Als er een nooduitzending of waarschuwingsbericht
door de overheid wordt uitgezonden, gaat in het
uitleesvenster de aanduiding “Alarm-Alarm!”
knipperen.
• Als een radiozender een bepaalde RDS functie niet
verzorgt, zal het uitleesvenster “No XX”
(bijvoorbeeld “No Clock Time”) aangeven.
• Wanneer een zender radiotekst uitzendt, verschijnt
deze in het uitleesvenster met hetzelfde tempo als
waarmee het bericht wordt uitgezonden. De
snelheid van de tekst is dus alleen afhankelijk van
de snelheid van de uitzending.
Doorzoeken van
voorkeurzenders via het
programmatype
U kunt afstemmen op een voorkeurzender van
uw keuze door in te stellen op het gewenste
programmatype. De tuner/versterker doorloopt
dan het afstemgeheugen, op zoek naar een
voorkeurzender die op dat moment het door u
gekozen soort uitzending verzorgt.
1 Druk op de RDS PTY toets.
2 Druk op de PTY SELECT + of PTY
SELECT – toets om in te stellen op het
gewenste programmatype.
Zie het hierna volgende overzicht voor
nadere informatie over de programmatypen.
3 Druk nogmaals op de RDS PTY toets.
Terwijl de tuner/versterker de
vooringestelde radiozenders doorneemt,
verschijnen in het uitleesvenster afwisselend
de aanduiding “PTY SEARCH” en het
gekozen programmatype.
Wanneer de tuner/versterker een uitzending
van het door u gekozen type vindt, stopt het
zoeken. Als de tuner/versterker geen
voorkeurzender vindt die het door u
gekozen soort uitzending verzorgt,
verschijnt er “PTY not found” in het
uitleesvenster.
Overzicht van de programmatypen
Aanduiding
programmatype
Beschrijving
Aanduiding
programmatype
Phone In
Programma’s waarin luisteraars
via de telefoon of in een publiek
forum kunnen reageren
Beschrijving
News
Nieuwsuitzendingen
Current Affairs
Actualiteitenprogramma’s die op
de achtergronden van het huidige
nieuws ingaan
Information
Uitzendingen betreffende de
weersverwachting, nieuws voor
consumenten, medisch advies e.d.
Sport
Sportverslagen en -uitslagen
Education
Educatieve programma’s, met
wetenswaardigheden en praktische
tips
Hoorspelen en andere radioseries
Cultures
Programma’s over nationale en
regionale cultuur, zoals
taalkwesties en sociale
vraagstukken
Science
Uitzendingen over
natuurwetenschappen en
technologie
Varied Speech
Gevarieerde uitzendingen, zoals
vraaggesprekken,
quizprogramma’s en allerlei
amusement
Pop Music
Populaire muziek
Rock Music
Rockmuziek
M.o.R Music
“Middle-of-the Road”
achtergrondmuziek
Leisure & Hobby Programma’s over
vrijetijdsbesteding en hobbies als
vissen, tuinieren, koken e.d.
Jazz Music
Jazz en geïmproviseerde muziek
Country Music
Country & western muziek
National Music
Programma’s met de nationale of
streekmuziek van een bepaald
gebied
Oldies Music
Hits van vroeger
Folk Music
Volksmuziekprogramma’s
Documentary
Documentaires
None
Programma’s die buiten de
bovenstaande categorieën vallen
Radio-ontvangst
Drama
Travel & Touring Programma’s over reizen. Niet
voor aankondigingen die met de
TP/TA verkeersinformatiefuncties
te vinden zijn
Light Classics M Lichte klassieken, met vocale,
instrumentale en koormuziek
Serious Classics
Klassieke muziekuitvoeringen,
orkestrale werken en
kamermuziek, opera enz.
Other Music
Alle muziek die niet in de
bovenstaande categorieën past,
zoals rhythm & blues of reggae
Weather & Metr Weerbericht
Finance
Beursberichten, financieel en
zakennieuws, etc.
Children’s Progs Kinderprogramma’s
Social Affairs
Programma’s over mensen en hun
bezigheden
Religion
Programma’s over godsdienst en
religieuze zaken
47NL
Andere bedieningsfuncties
3 Voer de gewenste naam in met de
Naamgeving van
voorkeurzenders en
beeld/geluidsbronnen
U kunt de vastgelegde voorkeurzenders en andere
beeld/geluidsbronnen van zelfgekozen namen van
elk 8 letters (en cijfers) voorzien. Deze namen (zoals
bijvoorbeeld “VHS”) worden dan in het
uitleesvenster aangegeven wanneer u instelt op
weergave van de betreffende beeld/geluidsbron. U
kunt niet meer dan één naam tegelijk invoeren voor
elke voorkeurzender of beeld/geluidsbron.
Deze functie kan handig zijn voor het uit elkaar
houden van soortgelijke apparatuur. Zo kunt u
bijvoorbeeld twee videorecorders onderscheiden met
de typenamen “VHS” en “8mm”. Bovendien kunt u
hiermee componenten benoemen die zijn
aangesloten op stekkerbussen bedoeld voor andere
apparatuur, zoals een tweede CD-speler die is
aangesloten op de MD/DAT aansluitingen.
U kunt ook de namen van de klankbeelden naar
eigen inzicht aanpassen, tot 18 lettertekens.
1 Voor naamgeving van een
voorkeurzender
Draai aan de FUNCTION knop om in te
stellen op de TUNER en stem dan af op
de radiozender waarvoor u een naam
wilt invoeren.
Eerst wordt er afgestemd op de laatst
ontvangen zender.
Als u niet weet hoe u kunt afstemmen op
een voorkeurzender, volgt u de
aanwijzingen onder “Afstemmen op
vastgelegde voorkeurzenders” op blz. 45.
Voor naamgeving van een
beeld/geluidsbron
Stel in op de beeld/geluidsbron
(component) die u een naam wilt geven.
Voor aanpassen van de naam van
een klankbeeld
Stel in op het klankbeeld waarvan u de
naam wilt wijzigen.
2 Druk eenmaal op de NAME toets om
een naam voor een voorkeurzender of
beeld/geluidsbron in te voeren, of druk
tweemaal op de NAME toets om de
naam van een klankbeeld te wijzigen.
NL
48
instelknop en de cursortoetsen, als volgt:
Draai aan de instelknop om een letterteken te
kiezen en druk dan op de toets om de cursor
op de plaats van de volgende letter te zetten.
Invoegen van een spatie
Draai aan de instelknop tot er een spatie in
het uitleesvenster verschijnt.
Bij een vergissing in de
letterkeuze
Druk net zovaak op de of cursortoets
tot de foute letter gaat knipperen en kies dan
het juiste letterteken.
4 Druk op de ENTER toets.
5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 voor alle
voorkeurzenders en beeld/
geluidsbronnen waarvoor u
zelfgekozen namen wilt invoeren.
Opmerking
(Alleen voor modellen met landcode CEL)
Bij FM RDS zenders kunt u de naam niet aanpassen
en geen nieuwe naam invoeren.
Opnemen
Voor u begint, dient u te controleren of alle
apparaten naar behoren zijn aangesloten.
Opnemen op een
audiocassette of minidisc
Via deze tuner/versterker kunt u opnamen
maken op een cassette of een minidisc. Zie
voor nadere details van de bediening de
gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of
minidisc-recorder.
1 Stel in op de geluidsbron die u wilt
opnemen.
2 Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld een op te nemen
compact disc in de CD-speler.
3 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette of minidisc in het opnameapparaat en stel zo nodig het
opnameniveau in.
4 Start het opnemen op het opnameapparaat en start dan de weergave van
de geluidsbron.
Opmerkingen
Tip
• U kunt geen digitale geluidssignalen opnemen met
een opname-apparaat dat is aangesloten op de
analoge TAPE OUT of MD/DAT OUT
aansluitingen. Voor het opnemen van digitale
signalen zult u een digitaal opname-apparaat
moeten aansluiten op de DIGITAL MD/DAT OUT
aansluitingen.
• De instellingen die u voor weergave maakt zijn niet
van invloed op de signalen die worden doorgegeven
via de TAPE OUT of MD/DAT OUT aansluitingen.
• De analoge geluidssignalen van de gekozen
geluidsbron worden uitgestuurd via de REC OUT
aansluitingen. Als u de AUDIO SPLIT functie
gebruikt om een digitale geluidsbron (bijvoorbeeld
MD/DAT OPTICAL) voor de weergavebron te
kiezen, dan zullen ook de analoge geluidssignalen
van de gekozen geluidsbron (in dit geval MD/DAT
ANALOG) worden uitgestuurd.
• De signalen die binnenkomen via de MULTI CH IN
aansluitingen niet uitgestuurd via de REC OUT
opname-uitgangen, ook al staat de MULTI/2CH
ANALOG DIRECT keuzetoets in de MULTI CH 1
of 2 DIRECT stand. Alleen de analoge
geluidssignalen van de gekozen geluidsbron worden
weergegeven.
• Er worden ook geen geluidssignalen doorgegeven
via de DIGITAL OUT aansluitingen (MD/DAT
OPTICAL OUT) wanneer u de MULTI/2CH
ANALOG DIRECT parameter instelt op 2CH
ANALOG DIRECT. De digitale circuits worden
buiten de signaalbaan geschakeld, voor een zo
zuiver mogelijke geluidskwaliteit.
Tijdens kopiëren of monteren van video-opnamen vanaf een
videocassette of laserdisc kunt u een nieuw geluidsspoor invoegen
vanaf een geluidsbron naar keuze. Zoek op de videoband het punt
op waar u het nieuwe geluid wilt invoegen, stel in op de
geluidsbron en start de weergave daarvan. Het geluid van het
gekozen weergave-apparaat zal in plaats van het oorspronkelijke
geluid videoband worden opgenomen. Om terug te keren naar het
oorspronkelijke geluidsspoor voor de rest van de video-opnamen,
stelt u op dezelfde wijze weer in op de video-geluidsbron.
Met deze tuner/versterker kunt u beelden
opnemen vanaf een videorecorder, TV of
laserdisc-speler. Ook bestaat de mogelijkheid
om tijdens kopiëren of monteren van videoopnamen een nieuw geluidsspoor in te voegen
vanaf een geluidsbron naar keuze. Zie voor
nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing
van uw videorecorder of laserdisc-speler.
1 Stel in op de beeld/geluidsbron die u
wilt opnemen.
2 Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld de op te nemen laserdisc
in de laserdisc-speler.
3 Plaats een voor opnemen geschikte
4
videocassette in de videorecorder (VIDEO 1
of VIDEO 2) die u voor opnemen gebruikt.
Start het opnemen op de opnamevideorecorder en start dan de weergave
van de videocassette of de laserdisc
die u wilt opnemen.
• Zorg dat er zowel digitale als analoge aansluitingen zijn gemaakt
op de TV/SAT en DVD/LD ingangen. Het is niet mogelijk analoge
opnamen te maken als er alleen digitale aansluitingen zijn gemaakt.
• Bepaalde geluidsbronnen kunnen zijn voorzien van
een kopieerbeveiliging die het opnemen blokkeert. Een
dergelijke geluidsbron zult u niet kunnen opnemen.
• De analoge geluidssignalen van de gekozen geluidsbron
worden uitgestuurd via de REC OUT aansluitingen. Als u
de AUDIO SPLIT functie gebruikt om een digitale
geluidsbron (bijvoorbeeld MD/DAT OPTICAL) voor de
weergavebron te kiezen, dan zullen ook de analoge
geluidssignalen van de gekozen geluidsbron (in dit geval
MD/DAT ANALOG) worden uitgestuurd.
• De signalen die binnenkomen via de MULTI CH IN
aansluitingen niet uitgestuurd via de REC OUT
opname-uitgangen, ook al staat de MULTI/2CH
ANALOG DIRECT keuzetoets in de MULTI CH 1 of
2 DIRECT stand. Alleen de analoge geluidssignalen
van de gekozen geluidsbron worden weergegeven.
Automatisch uitschakelen
met de sluimerfunctie
Andere bedieningsfuncties
Opnemen op een videocassette
Opmerkingen
U kunt de tuner/versterker automatisch laten
uitschakelen na een tijdsduur die u zelf kiest,
zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen.
Druk op de SLEEP toets wanneer de tuner/
versterker staat ingeschakeld.
Telkens wanneer u op de SLEEP toets drukt,
verspringt de sluimertijd als volgt:
2:00:00 t 1:30:00 t 1:00:00 t 0:30:00 t OFF
Na instellen van de sluimerfunctie blijft de
aanduiding “SLEEP” in het uitleesvenster zichtbaar.
Tips
• U kunt de sluimertijd precies naar wens instellen.
Druk eerst op de SLEEP toets van de
afstandsbediening en stel dan de gewenste
sluimertijd in met de instelknop en de cursortoetsen
( of ) van de tuner/versterker. Daarmee kunt u
de tijd precies tot op de seconde instellen. De
maximaal instelbare tijdsduur is 5 uur lang.
• Om de resterende sluimertijd voor het uitschakelen
van de tuner/versterker te controleren, drukt u op de
SLEEP toets. De resterende tijd tot het uitschakelen
verschijnt in het uitleesvenster.
49NL
Instellingen met de SET UP toets
Met de SET UP toets kunt u op de volgende
wijze diverse instellingen maken.
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk op de cursortoetsen (
of ) om
de parameter te kiezen die u wilt
instellen.
3 Draai aan de instelknop om de
gewenste stand of instelling te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch in
het geheugen vastgelegd.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle
nuttige parameters naar wens hebt
ingesteld.
Oorspronkelijke instellingen
50NL
Parameter
Oorspronkelijke
instelling
6.1CH DECODING
AUTO
MULTI CH 1 of 2
NONE
D.POWER
AUTO OFF
V.POWER
AUTO OFF
S.FIELD LINK
ON
DECODE FORMAT
AUTO
AUTO FUNCTION
ON
2 WAY REMOTE
ON
COMMAND MODE
AV1
T.TONE
NORMAL
COLOR SYSTEM
PAL
OSD
COLOR
OSD H.POSITION
4
OSD V.POSITION
4
x 6.1-kanaals decodeerfunctie (6.1CH
DECODING)
U kunt deze parameter instellen met de 6.1CH
DECODING toets op het voorpaneel (zie blz.
33).
• In de stand “AUTO” zal de tuner/versterker
alleen de 6.1-kanaals decodering toepassen
wanneer er een 6.1-kanaals decodeersignaal ON
wordt doorgegeven.
• In de stand “ON” zal de tuner/versterker alleen
de 6.1-kanaals decodering toepassen als de
inkomende akoestieksignalen in een
meerkanaals-formaat [3/2], [3/2+1] of [3/3]
zijn, ongeacht het vlagsignaal voor de 6.1kanaals decodering.
• In de stand “OFF” zal de tuner/versterker geen
6.1-kanaals decodering toepassen.
Tip
Het 6.1-kanaals vlagsignaal is een decoderingssignaal
dat is opgenomen in de geluidsbron die u afspeelt
(DVD e.d.).
x Meerkanaals-toewijzing
(MULTI CH 1 of 2)
Hiermee kunt u een geluidsbron toewijzen aan
de MULTI CH 1 of 2 meerkanaals-weergave.
Hierbij kunt u echter niet TUNER of PHONO
toewijzen.
Overigens kunt u niet dezelfde geluidsbron
toewijzen aan MULTI CH 1 en 2.
x Stroomvoorziening van de digitale
circuits (D.POWER)
x Decodeerformaat voor digitale
ingangssignalen (DECODE FORMAT)
Deze instelling laat u genieten van analoge
muziekweergave zonder enige invloed van de
digitale circuits.
Hiermee kiest u het soort decodering dat moet
worden toegepast op de signalen die
binnenkomen via de digitale audio-ingangen.
• In de “AUTO OFF” stand wordt de
stroomvoorziening van de digitale circuits
automatisch uitgeschakeld zodra u instelt op
een analoge geluidsbron of een functie zoals
MULTI/2CH ANALOG DIRECT inschakelt,
voor weergave zonder digitale
signaalverwerking.
• In de “AUTO” stand kan er automatisch
worden overgeschakeld tussen DTS, Dolby
Digital en PCM decodering.
• In de “ALWAYS ON” stand blijven de digitale
circuits altijd ingeschakeld. Kies deze stand als
u bij de “AUTO OFF” stand gehinderd wordt
door de vertraging die optreedt bij het
inschakelen van de digitale circuits, e.d.
Deze instelling laat u genieten van zuivere
geluidsweergave zonder enige invloed van de
videocircuits.
• In de “AUTO OFF” stand wordt de
stroomvoorziening van de videocircuits
automatisch uitgeschakeld zodra ze niet meer
nodig zijn.
• In de “ALWAYS ON” stand blijven de
videocircuits altijd ingeschakeld. Afhankelijk
van de gebruikte videomonitor kan er wel eens
storing optreden of vervorming in de
beeldweergave wanneer de videocircuits
tussentijds worden ingeschakeld. In dat geval
kunt u beter de “ALWAYS ON” stand
gebruiken.
x CONTROL A1 automatische
geluidsbron-inschakelfunctie (AUTO
FUNCTION)
Hiermee kiest u of u automatisch wilt instellen
op andere Sony apparatuur die is aangesloten
via CONTROL A1 snoeren (zie blz. 13)
wanneer u de weergave van de betreffende
geluidsbron start.
wordt vervolgd
Andere bedieningsfuncties
x Stroomvoorziening van de
videocircuits (V.POWER)
• In de “PCM” stand worden alle doorkomende
signalen verwerkt als PCM signalen. Wanneer
er Dolby Digital, DTS of MPEG (enz.) signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden
weergegeven. Als in de “AUTO” stand het
probleem zich voordoet dat de weergave via de
digitale audio-ingangen (van een CD e.d.)
wordt onderbroken wanneer het afspelen
begint, schakel dan over naar de “PCM” stand.
x Automatische klankbeeldkeuze
(S.FIELD LINK)
Hiermee kunt u het laatst gekozen klankbeeld
voor een bepaalde geluidsbron automatisch
weer laten toepassen, de volgende keer dat u
die geluidsbron weergeeft. Als u bijvoorbeeld
naar een CD luistert met het STADIUM
klankbeeld en dan overschakelt naar een andere
geluidsbron, zal bij het terugkeren naar de CD
geluidsbron weer automatisch het STADIUM
klankbeeld gelden.
51NL
Instellingen met de SET UP toets
(vervolg)
x Keuze van de bedieningsstand van de
afstandsbediening (COMMAND MODE)
x Tweeweg-afstandsbediening (2 WAY
REMOTE)
Hiermee kunt u de bedieningsstand van de
afstandsbediening omschakelen. Dit is nuttig
wanneer u twee tuner/versterkers van Sony in
dezelfde kamer gebruikt.
Deze tuner/versterker wordt vanaf de fabriek
afgeleverd met het tweewegafstandsbedieningssysteem ingeschakeld, in de
“ON” stand. Gewoonlijk hoeft u hier niets aan
te veranderen en kunt u de tuner/versterker
aldus gebruiken. Als u echter deze tuner/
versterker samen wilt opstellen met andere
componenten die geschikt zijn voor het
tweeweg-afstandsbedieningssysteem, dient u de
onderstaande aanwijzingen te volgen, om
verrassingen bij het gebruik van de
afstandsbediening te voorkomen.
Kies eerst de ene component die u met de
tweeweg-afstandsbediening wilt bedienen en
zet dan de tweeweg-afstandsbedieningsfunctie
voor die component in de “ON” stand. Om dan
een andere component te bedienen, schakelt u
over naar de “OFF” stand. Bij deze instelling
kunnen andere componenten waarbij de
tweeweg-afstandsbedieningsfunctie op “OFF”
is gezet, niet gebruikt worden.
Voor de bediening zult u de CONTROL A1
aansluitingen van beide componenten moeten
verbinden met een eenvoudig bedieningssnoer
met (2-polige) ministekkers.
x Testtoon-volgorde (T.TONE)
Hiermee kiest u in welke volgorde de testtoon
wordt weergegeven, via welke luidsprekers (zie
blz. 25).
• “NORMAL” zorgt voor testtoon-weergave door
elk van de luidsprekers achtereen in de
volgorde van de opstelling.
• “PHASE NOISE” zorgt voor een testtoonfasetest, waarbij de testtoon wordt weergegeven
door twee aangrenzende luidsprekers
beurtelings.
• “PHASE AUDIO” zorgt voor een audiofasetest, waarbij in plaats van de testtoon een
gewone geluidsbron klinkt door twee
aangrenzende luidsprekers beurtelings.
x Monitor-kleursysteem (COLOR
SYSTEM)
Hiermee kunt u instellen op het kleursysteem
van uw TV of videomonitor.
x Kleur van de schermaanduidingen
(OSD = On-Screen Display)
Hiermee kiest u de kleur waarin de
aanduidingen op het beeldscherm verschijnen.
x Horizontale plaats van de
schermaanduidingen (OSD
H.POSITION)
Hiermee kunt u de aanduidingen meer naar
links of rechts op het beeldscherm laten
verschijnen.
x Verticale plaats van de
schermaanduidingen (OSD
V.POSITION)
Hiermee kunt u de aanduidingen meer naar
boven of beneden op het beeldscherm laten
verschijnen.
52NL
CONTROL A1
bedieningssysteem
Om te beginnen
De onderstaande beschrijving verklaart de
basisfuncties van het CONTROL A1
bedieningssysteem. Bepaalde stereocomponenten beschikken over speciale
extra functies, zoals de “CD synchroonopname” op cassettedecks, waarvoor ook
CONTROL A1 aansluitingen nodig zijn.
Zie daarom tevens de bij uw stereocomponent(en) geleverde
gebruiksaanwijzingen.
Op dit moment bieden de CONTROL A1
aansluitingen u met een Sony CD-speler,
versterker (of tuner/versterker), minidiscrecorder en cassettedeck het gemak van de
automatische geluidsbron-keuze en de
synchroon-opnamestart.
In de toekomst zal het CONTROL A1
aansluitsysteem gaan fungeren als een
multifunctie-aansluitbus, waarmee u allerlei
functies van verschillende componenten
volautomatisch zult kunnen bedienen.
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is
uitgebracht in een vernieuwde versie, CONTROL
A1 genaamd, hetgeen het standaard
bedieningssysteem is voor de Sony 300-disc CDwisselaar en andere recente Sony apparatuur.
Componenten met CONTROL A1
bedieningsaansluitingen en die met CONTROL
A1 aansluitingen zijn onderling te verbinden en
samen te gebruiken.
In principe zijn de meeste functies van het
CONTROL A1 bedieningssysteem ook beschikbaar
in het nieuwe CONTROL A1 bedieningssysteem.
Bij een onderlinge verbinding tussen CONTROL A1
aansluitingen en CONTROL A1 aansluitingen kan
het aantal beschikbare bedieningsfuncties echter
beperkt zijn, afhankelijk van de aangesloten
apparatuur. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparatuur.
Aansluitingen
Verbind met behulp van mono snoeren met
(2-polige) ministekkers de CONTROL A1
aansluitingen op het achterpaneel van elk apparaat
in serie door. Zo kunt u maximaal 10 componenten
die geschikt zijn voor het CONTROL A1
systeem onderling doorverbinden, in elke gewenste
volgorde. Van elk type apparaat kunt u er echter
slechts één tegelijk aansluiten (dus slechts 1 CDspeler, 1 minidisc-recorder, 1 cassettedeck en 1
tuner/versterker).
Andere bedieningsfuncties
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is
ontwikkeld ter vereenvoudiging van de
bediening van stereo-installaties bestaande uit
afzonderlijke Sony stereo-componenten. De
CONTROL A1 aansluitingen verschaffen een
speciale signaalbaan voor besturingssignalen,
om automatische bedieningsfuncties mogelijk
te maken die men gewoonlijk slechts op
geïntegreerde systemen aantreft.
Overeenkomsten tussen CONTROL A1
en CONTROL A1
(Afhankelijk van het model kan het wel eens
mogelijk zijn meer dan één compact disc speler
of minidisc-speler aan te sluiten. Zie voor
nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing
van de betreffende componenten.)
Voorbeeld
Opmerkingen
• Het CONTROL A1 bedieningssysteem is zo
ontworpen dat er geleidelijk meer en meer functies
aan kunnen worden toegevoegd. Dit betekent echter
niet dat de nieuwe functies ook beschikbaar zullen
zijn op de aangesloten oudere apparatuur.
• Gebruik geen tweeweg-afstandsbediening wanneer
de CONTROL A1 aansluitingen via een PCinterface aansluitset zijn verbonden met een
personal computer waarop het “MD Editor”
programma of een soortgelijk
toepassingsprogramma draait. Gebruik ook de
aangesloten apparatuur niet op een manier die
niet overeenkomt met de functies van het
toepassingsprogramma, want dan kan het
programma niet naar behoren werken.
Versterker
(Tuner/
versterker)
CDMinidisc- Cassettedeck Andere
speler recorder
component
In het CONTROL A1 bedieningssysteem
lopen de bedieningssignalen beide kanten op,
dus er is geen verschil tussen IN en OUT
aansluitingen. Als een component meer dan een
CONTROL A1 aansluiting heeft, kunt u naar
keuze één hiervan gebruiken, of op elk ervan
een verschillende geluidscomponent aansluiten.
wordt vervolgd
53NL
CONTROL A1
(vervolg)
bedieningssysteem
Aansluitvoorbeelden
CONTROL A1
CONTROL A1
CD-speler
Minidisc-recorder
Betreffende CONTROL A1
aansluitingen
U kunt zonder probleem alle CONTROL A1
aansluitingen verbinden met de nieuwere
CONTROL A1 aansluitingen. Voor nadere
bijzonderheden over de wijze van aansluiten en
de mogelijkheden wordt u verwezen naar de de
gebruiksaanwijzingen van de aangesloten
apparatuur.
Betreffende de aansluitsnoeren
Bij bepaalde componenten die geschikt zijn
voor het CONTROL A1 systeem wordt een
aansluitsnoer bijgeleverd. Dan kunt u dat snoer
voor het aansluiten gebruiken.
Beschikt u niet over een dergelijk bijgeleverd
snoer, gebruik dan een los in de audiohandel
verkrijgbaar ministekker-snoer van minder dan
2 meter lengte met 2-polige (mono)
ministekkers, zonder weerstand (zoals
het Sony RK-G69HG aansluitsnoer).
Basis-bedieningsfuncties
De CONTROL A1 bedieningsfuncties zullen
werken zolang de te bedienen component(en)
is/zijn ingeschakeld, ook al staan de andere
aangesloten componenten alle uitgeschakeld.
Automatische geluidsbronkeuze
54NL
Als u een voor het CONTROL A1 systeem
geschikte Sony versterker (of tuner/versterker)
hebt aangesloten op andere Sony componenten
via mono ministekker-snoeren, dan zal de
geluidsbron-keuzeschakelaar van de versterker
(of tuner/versterker) automatisch instellen op de
juiste geluidsbron, zodra u de weergavetoets van
een een van de aangesloten componenten indrukt.
Opmerkingen
• Er moet een voor het CONTROL A1 systeem
geschikte Sony versterker (of tuner/versterker) zijn
aangesloten via mono ministekker-snoeren om de
automatische geluidsbron-keuze te kunnen
gebruiken.
• Deze automatische geluidsbron-keuze werkt alleen
als de componenten zijn aangesloten op de
ingangsaansluitingen van de versterker (of tuner/
versterker) die overeenkomen met de namen van de
geluidsbron-keuzetoetsen. Op bepaalde versterkers
kunt u de namen van de geluidsbron-keuzetoetsen
omschakelen. Zie in dat geval voor nadere
bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de
versterker.
• Tijdens opnemen kunt u beter niet het afspelen
starten van een andere component dan de
opnamebron. Hierdoor zou namelijk de
automatische geluidsbron-keuze overschakelen op
de andere component.
Synchroon-opnamefunctie
Met deze functie kunt u automatisch de
weergave van de gekozen geluidsbron en de
opname op een andere component tegelijk
starten.
1 Stel de geluidsbron-keuzeschakelaar
van de versterker (of tuner/versterker)
in op de geluidsbron voor weergave.
2 Zet de geluidsbron in de weergavepauzestand (let op dat het N en het X
lampje beide oplichten).
3 Zet het opname-apparaat in de
opnamepauzestand (REC-PAUSE).
4 Druk op de PAUSE toets van het
opname-apparaat.
De geluidsbron schakelt van de
pauzestand over op weergave en even
later begint automatisch het opnemen.
Wanneer de weergave van de
geluidsbron eindigt, zal het opnemen
ook automatisch stoppen.
Opmerkingen
• Zet niet meer dan één geluidsbron tegelijk in de
weergave-pauzestand.
• Bepaalde opname-componenten beschikken over
een speciale synchroon-opnamefunctie op basis van
het CONTROL A1 bedieningssysteem, zoals de
“CD synchroon-opname” op cassettedecks. Zie
voor nadere bijzonderheden daaromtrent de bij uw
opname-component geleverde gebruiksaanwijzing.
Afstandsbediening
Voor u de afstandsbediening
in gebruik neemt
Batterijen in de
afstandsbediening plaatsen
Plaats drie LR6 (AA-formaat) batterijen in het
batterijvak, met de + en de – polen in de juiste
richting, zoals hierbij aangegeven. Bij het
gebruik richt u de afstandsbediening recht op
voorop de
de afstandsbedieningssensor
tuner/versterker.
}
]
}
]
]
}
Bij normaal gebruik zullen de batterijen ongeveer
3 maanden meegaan. Als u de tuner/versterker niet
langer op afstand kunt bedienen, is het tijd beide
batterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerkingen
• Leg de afstandsbediening niet op een erg warme of
vochtige plaats.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen tegelijk.
• Gebruik geen alkali-batterijen en andere batterijen
door elkaar. Deze afstandsbediening is alleen
geschikt voor alkali-batterijen.
• Let op dat de afstandsbedieningssensor van de
tuner/versterker niet in de volle zon of fel lamplicht
staat. Dit kan de juiste werking verstoren.
• Als u de afstandsbediening voorlopig niet meer
gebruikt, kunt u de batterijen er beter uit
verwijderen, om eventuele schade door
batterijlekkage en corrosie te voorkomen.
Deze afstandsbediening is geschikt voor het
tweeweg-afstandsbedieningssysteem. Hierbij
reageert een apparaat op de signalen van de
afstandsbediening door extra informatie terug
te sturen (over de ingeschakelde functie,
tekstgegevens enz.) naar de afstandsbediening.
Deze communicatie tussen de
afstandsbediening en de component zorgt voor
een veelzijdige, interactieve bediening.
Afstandsbediening
Component
Bij gebruik van een audio/video-installatie met
diverse componenten die geschikt zijn voor het
tweeweg-afstandsbedieningssysteem, dient u
echter de tweeweg-afstandsbediening te
beperken tot een bepaalde component.
Gewoonlijk zult u de tweewegafstandsbediening moeten uitschakelen voor
alle componenten behalve de tuner/versterker.
Als u daarentegen de tweewegafstandsbediening voor de tuner/versterker wilt
uitschakelen, stelt u in op “Tweewegafstandsbediening” met de SET UP toets (zie
blz. 52).
Afstandsbediening
Tip
Werking van de tweewegafstandsbediening
De COMMAND MODE
bedieningsstand
Als de COMMAND MODE bedieningsstand
van de afstandsbediening niet overeenkomt met
de COMMAND MODE bedieningsstand van
de tuner/versterker, dan zal de tuner/versterker
niet reageren op de afstandsbediening. Als u na
aankoop de COMMAND MODE instelling van
de afstandsbediening en de tuner/versterker niet
hebt gewijzigd, hoeft u zich om deze
COMMAND MODE instelling verder niet te
bekommeren. Zie voor een nadere uitleg blz.
75.
wordt vervolgd
55
Voor u de afstandsbediening in
gebruik neemt (vervolg)
Voorbereiden van de
afstandsbediening
Toetsen en functies van
de afstandsbediening
Bij aflevering is de afstandsbediening nog
niet speciaal ingesteld op bediening van uw
model tuner/versterker. Alvorens u de
afstandsbediening in gebruik neemt, volgt u
eerst de onderstaande aanwijzingen om de
afstandsbediening voor te bereiden op de
bediening van uw tuner/versterker.
1 Druk op de 1/1 toets van de tuner/
versterker om deze in te schakelen.
1
?/1
AV ?/1
wh
FUNCTION
D
SOUND FIEL
2 Richt de afstandsbediening op de
tuner/versterker en druk op de
SOUND FIELD, FUNCTION of SUB
toets.
SET UP
3
4
5
PUSH ENTER
ws
h
De aanduidingen
en
verschijnen in
het uitleesvenster van de afstandsbediening
terwijl deze ter identificatie gegevens
uitwisselt met de tuner/versterker.
Na afloop van de gegevensoverdracht is de
afstandsbediening aangepast en geschikt om
de bedieningslijsten voor uw tuner/versterker
te hanteren.
2
SYSTEM
STANDBY
wj
H
SUB
X
x
.
>
m
M
6
CH/PRESET/D.SKIP
+
–
6.1CH
DECODING
7
MASTER
VOL
+
wg
8
MUTING
–
wf
v
wd
ws
wa
AV MENU
SUB
Open het deksel.
ON SCREEN
NIGHT
MODE DIMMER
1
2
3
4
5
6
+
+
AUDIO
SPLIT
INPUT
MODE
–
–
TEST
TONE EQ/TONE
7
8
w;
ql
>10
9
MAIN
ENTER MENU
SHIFT
qa
qs
qd
qf
qg
qh
qj
EXIT/RETURN
ENTER/
EXECUTE
56
SLEEP
0
9
0
qk
Overzicht van de toetsen
1 Uitleesvenster
Hierin wordt de ingeschakelde functie van
het gekozen weergave-apparaat aangegeven
of een menulijst met beschikbare functies.
Opmerking
Andere symbolen dan gewone cijfers of letters
van het alfabet kunnen wel eens onjuist op de
afstandsbediening worden aangegeven, ook als ze
wel naar behoren verschijnen in het uitleesvenster
van het weergave-apparaat zelf.
6 Band/disc afspeelfunctietoetsen
De onderstaande tabel geeft aan welke
componenten u met deze toetsen kunt u
bedienen en welke functies van die
componenten.
Toets(en) Functie
H
Afspelen van de gekozen geluidsbron,
c.q. de voorkant van de cassette.
h
Afspelen van de achterkant van de
cassette.
X
Pauzeren van de weergave of
opname, of beginnen met opnemen
vanuit de opnamepauzestand.
x
Stoppen met afspelen.
2 ?/1 aan/uit-schakelaar
Druk hierop om de tuner/versterker aan of
uit te zetten.
3 Insteltoets (SET UP)
Druk hierop om de lijst met instellingen te
laten verschijnen. Nogmaals drukken om
terug te keren naar de geluidsbroninformatie.
Druk hierop om de lijst met
weergavefuncties (apparaten) te laten
verschijnen. Nogmaals drukken om terug te
keren naar de gewone geluidsbroninformatie.
Zie het overzicht op blz. 60 voor nadere
bijzonderheden over welke toetsen u voor
de verschillende apparaten kunt gebruiken.
Als u de inhoud van de functielijst wilt
aanpassen aan de apparatuur waarover u
beschikt, volgt u dan de aanwijzingen onder
“Programmeren van de afstandsbediening”
op blz. 66.
5 Keuze/invoertoets (PUSH ENTER)
Wanneer er een lijst met functies e.d. wordt
aangegeven, kunt u deze toets omhoog of
omlaag bewegen om de gewenste functie te
kiezen en dan kunt u door indrukken van de
toets uw keuze bevestigen.
m/M Vooruit- of terugspoelen/zoeken.
Vooruit- of terugwaarts zoeken.
Zie de tabel op blz. 60 om te zien welke
toetsen u voor de verschillende apparaten
kunt gebruiken.
7 Voorkeurzender/kanaalkeuzetoetsen
(CH/PRESET/D.SKIP +/–)
Druk enkele malen achtereen op deze
toetsen om de gewenste radio- of TVzender, muziekstuk of disc te kiezen.
Afstandsbediening
4 Functiekeuzetoets (FUNCTION)
./> Verspringen naar een eerdere/latere
scène/muziekstuk.
8 Totaalvolumetoetsen (MASTER VOL +/–)
Hiermee kunt u de totale geluidssterkte van
alle luidsprekers tegelijk instellen.
9 Beeldscherm-menutoets (ON SCREEN)
Deze toets werkt net zo als de ON SCREEN
toets op het voorpaneel van de tuner/
versterker. Zie blz. 9.
0 Nacht-weergavetoets (NIGHT MODE)
Deze toets werkt net zo als de NIGHT
MODE toets op het voorpaneel van de
tuner/versterker. Zie blz. 33.
wordt vervolgd
57
Toetsen en functies van de
afstandsbediening (vervolg)
qa Schermverlichtingstoets (DIMMER)
Deze toets werkt net zo als de DIMMER
toets op het voorpaneel van de tuner/
versterker. Zie blz. 29.
qs Aparte geluidskeuzetoets (AUDIO
SPLIT)
Deze toets werkt net zo als de AUDIO
SPLIT toets op het voorpaneel van de tuner/
versterker. Zie blz. 26.
qd Ingangskeuzetoets (INPUT MODE)
Deze toets werkt net zo als de INPUT
MODE toets op het voorpaneel van de
tuner/versterker. Zie blz. 27.
qf Testtoontoets (TEST TONE)
Druk hierop om een testtoon laten klinken.
qg Toonregeling aan/uit-toets (EQ/TONE)
Deze toets werkt net zo als de EQUALIZER
toets op het voorpaneel van de tuner/
versterker. Zie blz. 41.
qh Hoofdmenutoets (MAIN MENU)
Druk enkele malen op deze toets om een
menu te kiezen, zoals het SURROUND
akoestiekmenu e.d.
qj Sluimerfunctietoets (SLEEP)
Druk enkele malen achtereen op deze toets
om de sluimerfunctie in te schakelen en om
de tijd in te stellen waarna de tuner/
versterker automatisch moet worden
uitgeschakeld.
qk Cursortoetsen (V/v/B/b)
Na indrukken van de MAIN MENU toets
kunt u met deze cursortoetsen de gewenste
instellingen maken.
Voor de bediening van de menufuncties
voor een videorecorder, DVD videospeler
of satelliet-ontvanger, volgt u eerst de
onderstaande aanwijzingen. Als u dit nalaat,
zullen de cursortoetsen alleen werken voor
de tuner/versterker.
1 Druk op de FUNCTION toets en beweeg
de keuze/invoertoets omhoog of omlaag
om in te stellen op de videorecorder,
DVD videospeler of satelliet-ontvanger.
2 Open het deksel van de
afstandsbediening.
Dan verschijnt in het uitleesvenster de
CURSOR TYPE lijst.
Als deze lijst verdwijnt voordat u stap 3
kunt uitvoeren, kunt u met een druk op een
van de cursortoetsen de lijst weer laten
verschijnen.
3 Beweeg de keuze/invoertoets weer
omhoog of omlaag om in te stellen op het
in stap 1 gekozen apparaat en druk de
toets dan in om uw keuze te bevestigen.
Uitvoertoets (ENTER/EXECUTE)
Na indrukken van de AV MENU toets toets
gebruikt u de cursortoetsen om in te stellen
op een menu-onderdeel en dan drukt u op
deze ENTER/EXECUTE toets om uw
keuze te bevestigen.
Terugkeertoets (EXIT/RETURN)
Druk hierop om het menu te verlaten of om
terug te keren naar het voorgaande menu
wanneer het menu voor de videorecorder,
DVD videospeler of satelliet-ontvanger op
het TV-scherm staat.
ql Invoertoets (ENTER)
Na keuze van een zender, disc of beeld/
muziekstuk met de cijfertoetsen, drukt u op
deze toets om uw keuze in te voeren. Zie
voor nadere bijzonderheden tevens de
gebruiksaanwijzingen van de betreffende
weergave-apparatuur.
58
w; Meer-dan-tien/verschuivingstoets
(SHIFT >10)
Na keuze van de tuner voor radioontvangst:
Druk hierop om een geheugengroep te
kiezen voor het vastleggen van of
afstemmen op een voorkeurzender.
Na keuze van een videorecorder, TVtoestel, cassettedeck, laserdisc-speler,
video CD-speler, minidisc-recorder of
compact disc speler:
Druk hierop voor het kiezen van een
zender-, disc- of muziekstuknummer boven
de tien. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van het gekozen
apparaat.
wa Cijfertoetsen (1 t/m 0)
ws Alternatieve functietoets (SUB)
Voor de bediening van een component kunt
u met deze toets een lijst van
bedieningsfuncties laten verschijnen,
waarvoor geen afzonderlijke toets op de
afstandsbediening bestaat. Bij deze lijst
beweegt u de keuze/invoertoets omhoog of
omlaag om de gewenste functie te kiezen en
dan drukt u de toets in om uw keuze te
bevestigen. Druk nogmaals op de SUB toets
om terug te keren naar de geluidsbroninformatie.
Zie het overzicht op blz. 61 en 62 voor
nadere bijzonderheden over de functies die
verschijnen bij indrukken van de SUB toets.
wd Menutoets (AV MENU)
Wanneer u hebt gekozen voor de
videorecorder, DVD videospeler of
satelliet-ontvanger, drukt u op deze toets om
op het TV-scherm het menu voor de
videorecorder, DVD videospeler of
satelliet-ontvanger te laten verschijnen.
Gebruik vervolgens de cursortoetsen van de
afstandsbediening om een keuze te maken
uit de diverse menufuncties (zie “qk
Cursortoetsen (V/v/B/b)”, “Uitvoertoets
(ENTER/EXECUTE)” en “Terugkeertoets
(EXIT/RETURN)”).
Als u hebt gekozen voor videorecorder-weergave,
zal de afstandsbediening na een druk op de AV
MENU toets gereed zijn voor de bediening van de
“VCR 1” videorecorder. Controleer voor het
indrukken van deze toets even of er naar behoren
is ingesteld op weergave van de “VCR 1”
videorecorder.
wf Geluiddempingstoets (MUTING)
Deze toets werkt net zo als de MUTING
toets op het voorpaneel van de tuner/
versterker. Zie blz. 27.
wg Meerkanaals-decodeertoets (6.1CH
DECODING)
Deze toets werkt net zo als de 6.1CH
DECODING toets op het voorpaneel van de
tuner/versterker. Zie blz. 33.
wh Klankbeeldtoets (SOUND FIELD)
Druk hierop om de lijst met klankbeelden te
laten verschijnen. Nogmaals drukken om
terug te keren naar de geluidsbroninformatie.
wj Aan/uit-schakelaar (AV ?/1)
Druk hierop om de afzonderlijke audio- en
video-apparatuur, waarvoor de
afstandsbediening geprogrammeerd is, aan
of uit te zetten. Zie voor nadere
bijzonderheden over het programmeren de
beschrijving onder “Programmeren van de
afstandsbediening” op blz. 66.
Als u de ?/1 schakelaar (2) tegelijk
indrukt, wordt zowel het hoofdapparaat als
de andere Sony audio/video-apparatuur
tegelijk uitgeschakeld (SYSTEM
STANDBY (systeem-uitschakelfunctie)).
Afstandsbediening
Voor het invoeren van een numerieke
waarde. Bij keuze van een zender, een disc
of een muziekstuk kiest u met de 0 toets de
waarde 10. Zie voor nadere bijzonderheden
de gebruiksaanwijzing van het gekozen
apparaat.
Opmerking
Opmerking
De functie van de AV ?/1 schakelaar verandert
automatisch, telkens wanneer u op de
FUNCTION keuzetoets (4) drukt. Afhankelijk
van het gekozen apparaat kan de aan/
uitschakelfunctie niet altijd precies werken zoals
hierboven beschreven.
wordt vervolgd
59
Toetsen en functies van de afstandsbediening (vervolg)
Tabel van de toetsen waarmee u de diverse componenten kunt bedienen
Na het programmeren van deze afstandsbediening voor de bediening van de volgende apparatuur van
Sony of andere merken, kunt u de hieronder met een stip gemarkeerde toetsen voor de bediening
gebruiken. Enkele toetsen zullen echter niet voor alle apparatuur werken.
Component
Video- TV- Laserdisc- DVD Video CD- Compact Minidisc- Cassette- DAT Tuner Kabel-TV satelliet- Projector
recorder toestel speler videodisc- speler disc speler recorder decks cassetteadapter ontvanger
speler
(A en B) deck
Toets(en)
AV ?/1
z
z
z
z
z
z
z
SUB1)
z
z
z
z
z
z
z
h
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
H
z
z
z
z
z
z
z
z
X
z
z
z
z
z
z
z
z
x
z
z
z
z
z
z
z
z
./>
z
z
z
z
z
z
z2)
z
m/M
z
z
z
z
z
z
z
z
CH
z
z
z
PRESET
D.SKIP +/– 3)
z
z
z
z
Cursortoetsen
z
z
z
z
AV MENU
z
z
z
z
Cijfertoetsen
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z4)
z
z
>10
z
ENTER
z
z
z
z
z
z
z
RETURN
1)
z
z
z
z
z
z
Zie voor de beschikbare bedieningsfuncties met deze toets het overzicht op blz. 61 en 62.
Alleen deck B.
3)
Alleen voor een multidisc-wisselaar.
4)
RMS/START.
2)
z
z
EXIT
ENTER/EXECUTE
z
z
SHIFT
60
z
z
z
Tabel van de bedieningsfuncties
die verschijnen na indrukken van
de SUB alternatieve functietoets
Druk op de SUB toets om een lijst van
bedieningsfuncties te zien waarvoor de
afstandsbediening geen specifieke toetsen
heeft. De inhoud van de lijst zal verschillen, al
naar gelang het op dat moment gekozen
weergave-apparaat. De onderstaande tabel
toont de namen van de functies in de diverse
lijsten en de bijbehorende bediening.
Component Functienaam
Bedieningsfunctie
Laserdiscspeler
DISPLAY
Keuze van de informatie
aangegeven op het TVscherm.
SIDE Aa)
Keuze van kant A van de
laserdisc.
SIDE Ba)
Keuze van kant B van de
laserdisc.
PROGRAM
Programmeren van
scènes of hoofdstukken.
REPEAT
Herhalen van het
weergegeven hoofdstuk
of de geprogrammeerde
hoofdstukken.
Component Functienaam Bedieningsfunctie
Videorecorder DISPLAY
INPUT
SELECT
Keuze van de informatie
aangegeven op het TVscherm.
Keuze van het ingangssignaal
van de videorecorder.
TV
Keuze van de informatie
videospeler aangegeven
op het TV-scherm.
TITLE
Aangeven van het
titelmenu. Zie voor
nadere aanwijzingen de
tip op blz. 63.
SET UP
Aangeven van het
instelmenu. Zie voor
nadere aanwijzingen de
tip op blz. 63.
SP/LP
Keuze van de opname/
weergavesnelheid.
REC
Beginnen met opnemen.
SUBTITLE
CHG.
Keuze van de taal
voor de ondertiteling.
MUTING
Dempen van de
geluidsweergave.
SUBTITLE
Weergeven van de
ondertiteling.
VOL +
Voor meer geluid.
VOL –
Voor minder geluid.
AUDIO
CHANGE
Omschakelen van
de geluidsweergave.
-/--
Keuze van zender
nummer 11 of hoger.
SEARCH
MODE
Omschakelen van de
zoekfunctie.
JUMP
Heen en weer schakelen
tussen de vorige en de
huidige zender.
CLEAR
Terugkeren naar continuweergave e.d.
INDEX +
DISPLAY
Keuze van de informatie
aangegeven op het TVscherm.
Keuze van een “index”
titel.
TV/VIDEO
Keuze van het
ingangssignaal van de TV.
P IN P
Inschakelen van de
inzetbeeldfunctie.b)
POSITION
Verplaatsen van het
kleine inzetbeeld.b)
SWAP
Verwisselen van het
totaalbeeld en het kleine
inzetbeeld.b)
WIDE
Keuze van de
breedbeeldweergave.c)
SUB CH +
Keuze van de voorkeurzender
voor het inzetbeeld.b)
SUB CH –
INDEX –
Afstandsbediening
ANT TV/VTR Keuze van het signaal dat
wordt doorgegeven via de
antenne-aansluiting van de
videorecorder (TV-signaal
of videosignaal).
DVD
DISPLAY
videospeler
wordt vervolgd
61
Toetsen en functies van de
afstandsbediening (vervolg)
Component Functienaam Bedieningsfunctie
Satellietontvanger
Component Functienaam Bedieningsfunctie
VIDEO CD TIME
speler
INDEX +
INDEX –
Compact disc DISC
speler
TRACK
Keuze van de
tijdsaanduiding.
Keuze van een “index”
titel.
Keuze van de weer te
geven CD.d)
SHUFFLE
Instellen op willekeurige
weergave.
PROGRAM
Instellen op programmaweergave.
REPEAT
Instellen op herhaalde
weergave.
DISPLAY
Keuze van de informatie
aangegeven op het TV-scherm.
CONTINUE Instellen op continuweergave.
SHUFFLE
Instellen op willekeurige
weergave.
PROGRAM
Instellen op programmaweergave.
REPEAT
Instellen op herhaalde
weergave.
MENU(EDIT)/ Kiezen of annuleren van de
NO
montagebewerking.
YES
Bevestigen van de
montage-bewerking.
CLEAR
Wissen van een nummer uit
het muziekprogramma e.d.
REC
Zet cassettedeck A in de
opnamepauzestand.
B-REC
Zet cassettedeck B in de
opnamepauzestand.
Tuner
Kabel-TV
adapter
62
Pauzeren van de opname.
Cassettedeck A-REC
DAT
REC
cassettedeck REPEAT
Aangeven van de satellietzendergids.
JUMP
Heen en weer schakelen
tussen de vorige en de
huidige zender.
DISPLAY
Keuze van de informatie
aangegeven op het TVscherm.
FAVORITE
Aangeven van de
favorieten-zendergids.
Keuze van een muziekstuk.d)
CATEGORY Aangeven van de
gidscategorie-lijst.
CONTINUE Instellen op continuweergave.
Minidiscspeler
GUIDE
Pauzeren van de opname.
Starten van herhaalde weergave.
CLEAR
Wissen van een nummer uit
het muziekprogramma e.d.
DIRECT
TUNING
Inschakelen van de
directe afstemfunctie.
FM/AM
Keuze van de FM of AM
afstemband.
Projector
INDEX
Aangeven van de indexzendernaam.
-/--
Keuze van zender
nummer 11 of hoger.
EPG
Aangeven van de
elektronische
programmagids (EPG).
POWER ON Inschakelen van de projector.
POWER OFF Uitschakelen van de projector.
INPUT A
Keuze van het ingangssignaal
via de INPUT A ingangen.
INPUT B
Keuze van het ingangssignaal
via de INPUT B ingangen.
INPUT
VIDEO
Keuze van het ingangssignaal
via de VIDEO ingangen.
INPUT
SELECT
Keuze van het ingangssignaal
via de VIDEO IN of de S
VIDEO IN ingangen.
MEMORY
Vastleggen van de aangepaste
gegevens in het geheugen.
BRIGHT +
Bijregelen van de
helderheid.
BRIGHT –
CONTRAST + Bijregelen van het
CONTRAST – contrast.
ZOOM +
ZOOM –
SHIFT +
SHIFT –
FOCUS +
FOCUS –
In-of uit-zoomen van het
beeld.
Bijregelen van
delensverschuiving van het beeld.
Bijregelen van de
scherpstelling van het beeld.
a) Voor een laserdisc-speler van een ander merk dan
Sony wordt er “SIDE A/B” aangegeven.
b) Alleen voor Sony televisies met inzetbeeldfunctie.
c) Alleen voor Sony televisies met breedbeeldfunctie.
d) Alleen voor een Sony CD-wisselaar.
Opmerking
Als u de afstandsbediening hebt geprogrammeerd
voor apparatuur van een ander merk dan Sony, kan
zich het volgende voordoen:
– Bij keuze van een component kunnen niet alle
genoemde bedieningsfuncties verschijnen.
– De kans bestaat dat niet alle aangegeven
bedieningsfuncties werken.
Tip
Om het bedieningsmenu te sluiten, drukt u eerst op de
SUB toets; beweeg vervolgens de keuze/invoertoets
omhoog of omlaag om in te stellen op “TITLE” of
“SET UP” en druk de toets in om uw keuze te
bevestigen.
Voor het aangeven van het DVD videospeler menu
gebruikt u de AV MENU toets. Zie voor nadere
bijzonderheden de beschrijving onder “wd Menutoets
(AV MENU)” op blz. 59.
Afstandsbediening
Ga als volgt te werk voor de bediening van het titelen instelmenu voor de DVD videospeler.
1 Kies de DVD videospeler uit de functiekeuzelijst.
2 Druk op de SUB toets.
3 Beweeg de keuze/invoertoets omhoog of omlaag
om in te stellen op “TITLE” (voor het titelmenu) of
“SET UP” (voor het instelmenu) en druk de toets in
om uw keuze te bevestigen.
4 Open het deksel van de afstandsbediening en
beweeg de keuze/invoertoets omhoog of omlaag om
in de CURSOR TYPE lijst de “DVD” videospeler
te kiezen en druk dan de toets in om uw keuze te
bevestigen.
5 Gebruik de cursortoetsen en de ENTER/
EXECUTE toets om de menufuncties voor de DVD
videospeler te bedienen.
Tip
U bent vrij om nieuwe bedieningscodes toe te wijzen
aan SUB1 t/m SUB5. Kies het gewenste nummer
voor het overnemen van nieuw aan te leren codes. Zie
de beschrijving onder “Aanleren van nieuwe
commando’s voor uw apparatuur” op blz. 70.
63
Gebruik van de bedieningslijsten
Overzicht van de bedieningslijsten
De onderstaande boomstructuur toont de samenhang en hiërarchie van de diverse lijsten. Zie voor
nadere bijzonderheden over het gebruik van de lijsten blz. 65. Bepaalde onderdelen hebben ook nog
sub-lijsten, die verschijnen wanneer u op de SUB toets drukt (zie blz. 61 en 62).
VIDEO1
VIDEO2
VIDEO3
DVD/LD
TV/SAT
Cassettedeck A/B bedieningsstand
TAPE
MD/DAT
Druk op
Lijst met disctitels (memo)1)
CD/SACD
FUNCTION
Lijst met voorkeurzenders
TUNER
PHONO
USER1
USER2
MACRO1
MACRO2
2ND ROOM
3RD ROOM
Functielijst voor tweede luisterkamer
2)
Functielijst voor derde luisterkamer
Druk op
Lijst met klankbeelden
SOUND FIELD
RECEIVER
IR SET
LEVEL list
Programmeerlijst
(IR SET)
Categorieënlijst
(CATEGORY)
Merkenlijst
(MAKER)
Macrobedieningslijst
(MACRO 1/2)
Programmeerlijst
(PROGRAM)
Categorieënlijst
(CATEGORY)
Druk op
SET UP
LEARNING
Functielijst
(FUNCTION)
Toetsenlijst
(BUTTON)
Functielijst
(FUNCTION)
FUNCTION
DOWNLOAD
MENU SORT
Merkenlijst
(MAKER)
Toetsenlijst
(BUTTON)
Klankbeeldenlijst
(SOUND FIELD)
SOUND FIELD
TUNER INFO
AUTO POWER
TV INPUT list
CD DISC NAME
Exit
BACK LIGHT
CONTRAST
64
COMMAND MODE
ALL CLEAR
1) Deze lijst verschijnt alleen wanneer de tuner/versterker is
aangesloten op een voor het CONTROL A1/A1
systeem geschikte CD-wisselaar (voor 5, 50, 200, 300 of
400 discs).
2) Deze functie werkt niet voor deze tuner/versterker.
Keuze van een
weergavecomponent
Basisbediening voor het kiezen van
een component
Volg de onderstaande aanwijzingen om een
component te kiezen uit de functiekeuzelijst.
1 Druk op de FUNCTION toets.
De functiekeuzelijst wordt aangegeven. De
componenten in de lijst komen overeen met
de ingangsaansluitingen van de tuner/
versterker.
MD/DAT
p CD/SACD
TUNER
PHONO
Na keuze van de tuner voor radioontvangst
Volg de onderstaande aanwijzingen na het
kiezen van de tuner.
1 Beweeg de keuze/invoertoets.
De lijst met vaste voorkeurzenders verschijnt.
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op een voorkeurzender in de
lijst en druk de toets in om uw keuze te
bevestigen.
Het uitleesvenster geeft dan extra informatie
betreffende de gekozen voorkeurzender.
Note
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op een component in de lijst en druk
de toets in om uw keuze te bevestigen.
Voorbeeld voor de component-aanduiding
Gekozen component
Categorie
Merknaam
component
If you have changed the contents of the preset station
memory of the receiver, be sure to download the
preset station memory from the receiver (see page 71)
before you tune in to a preset station.
Na keuze van een compact disc speler,
cassettedeck of minidisc-recorder:
Gedetailleerde informatie betreffende de
gekozen component kan nu in het
uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen, maar alleen als het apparaat
geschikt is voor CONTROL A1/A1
bediening.
Tips
De aangegeven informatie omvat het volgende:
• U kunt de categorie-aanduiding aanpassen. De
categorie-aanduiding dient om te tonen welk type
apparaat er in feite is aangesloten op de
ingangsaansluitingen van de tuner/versterker. Als
de component is aangesloten op stekkerbussen die
oorspronkelijk bedoeld zijn voor een ander type
apparaat, kunt u de categorie-aanduiding zo
aanpassen dat deze wel het aangesloten type
apparaat aangeeft. Zie voor nadere bijzonderheden
de beschrijving onder “Programmeren van de
afstandsbediening” op blz. 66.
• U kunt zorgen dat een gekozen component
automatisch wordt ingeschakeld wanneer u deze
met de afstandsbediening kiest uit de functielijst.
Zie voor nadere bijzonderheden de paragraaf
“Gebruik van de automatische inschakelfunctie” op
blz. 74.
Als u instelt op
Verschijnt de volgende
informatie
Compact disc speler
De eerste 12 letters van de
gekozen disctitel, met het
muziekstuknummer en de
muziektitel
Minidisc-recorder
De eerste 12 letters van de
minidisctitel, met het
muziekstuknummer en de
muziektitel
Cassettedeck, CDspeler of minidiscrecorder
De ingeschakelde
bedieningsfuncties (N, X or
x) rechts van de componentaanduiding
Afhankelijk van de gekozen component kan er
nog een extra ingreep nodig zijn of kunt u meer
specifieke informatie over de component
verkrijgen door een extra procedure. Zie voor
nadere bijzonderheden de hierna volgende
“Aanvullende procedures na het kiezen van een
component”.
Afstandsbediening
Het uitleesvenster geeft dan de typeinformatie betreffende de gekozen
component.
<CD/SACD >
CD1
Sony
Aanvullende procedures na het
kiezen van een component
wordt vervolgd
65
Gebruik van de bedieningslijsten
(vervolg)
Keuze van een klankbeeld
Na keuze van een Sony compact
disc wisselaar
Volg de onderstaande aanwijzingen voor het
kiezen van een klankbeeld uit de aangegeven
klankbeeldenlijst.
1 Beweeg de keuze/invoertoets.
1 Druk op de SOUND FIELD toets.
De DISC MEMO lijst met gekozen
disctitels verschijnt.
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op een compact disc in de lijst
en druk de toets in om uw keuze te
bevestigen.
De lijst met klankbeelden verschijnt.
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op een klankbeeld in de lijst en
druk de toets in om uw keuze te
bevestigen.
Voorbeeld voor de klankbeeld-aanduiding
NORMAL SURROUND
C.STUDIO EX A
C.STUDIO EX B
p C.STUDIO EX C
3 Start de weergave van de CD.
Opmerking
Als u een of meer discs in de CD-wisselaar door
nieuwe hebt vervangen, dient u de nieuwe disctitels
uit het geheugen van de tuner/versterker over te
nemen (zie blz. 71) of de nieuwe disc(s) eerst af te
spelen alvorens u een disc uit de CD-wisselaar kiest.
Na keuze van een cassettedeck
Beweeg de keuze/invoertoets om de informatie
betreffende deck A of deck B te zien.
Uitschakelen van het klankbeeld
Beweeg de keuze/invoertoets om in te stellen
op “2CH STEREO” of “A.F.D.” in de
klankbeeldenlijst in het uitleesvenster.
Tip
U kunt de klankbeelden ook sorteren (zie blz. 73).
Opmerking
Als u de afstandsbediening hebt geprogrammeerd
voor een cassettedeck van een ander merk dan
Sony, kan zich het volgende voordoen:
– De informatie over deck B kan niet worden
aangegeven en u kunt niet altijd overschakelen
tussen deck A en deck B.
– De aanduiding “TAPE A/B” wordt aangegeven en
bij elke druk op de keuze/invoertoets wordt er
overgeschakeld tussen deck A en deck B, e.d.
Bij keuze voor weergave van de 2ND
ROOM geluidsbron
Beweeg de keuze/invoertoets om de
geluidsbron voor de tweede luisterkamer te
kiezen en druk de toets in om uw keuze te
bevestigen.
Programmeren van de
afstandsbediening
U kunt deze afstandsbediening zo aanpassen
dat deze geschikt is voor uw andere audio/
video-apparatuur die is aangesloten op de
tuner/versterker. Zo kunt u de
afstandsbediening programmeren voor
apparatuur van andere merken dan Sony en ook
voor Sony apparatuur die niet behoort tot het
standaard “repertoire” van deze
afstandsbediening.
De onderstaande aanwijzingen geven een
voorbeeld voor het programmeren als er een
Kenwood laserdisc-speler is aangesloten op de
VIDEO 2 aansluitingen van de tuner/versterker.
Houd er bij het programmeren rekening mee dat:
– U de instellingen voor TUNER (radio) en
PHONO (platenspeler) niet kunt wijzigen.
– Alleen signalen kunnen worden
geprogrammeerd voor apparatuur die geschikt
is voor afstandsbediening met infrarode stralen.
Schakel voor het volgende eerst de tuner/
versterker in en richt de
afstandsbediening recht op het
voorpaneel van de tuner/versterker.
66
1 Druk op de SET UP toets.
De instellijst verschijnt.
p RECEIVER
IR SET
LEARNING
DOWNLOAD
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “IR SET” en druk de toets in
om uw keuze te bevestigen.
De IR SET programmeerlijst verschijnt.
<IR SET>
[VIDEO 1 ]
p [VIDEO 2 ]
[VIDEO 3 ]
3 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op de gewenste component (in
dit voorbeeld “VIDEO 2”) en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
De categorieënlijst verschijnt.
4 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op de categorie (d.w.z. het type
apparaat dat feitelijk is aangesloten op
de gekozen ingangsaansluitin-gen; in
dit voorbeeld “LD” voor de laserdiscspeler) en druk de toets in om uw keuze
te bevestigen.
De MAKER merkenlijst verschijnt.
Maker?
Sony
DENON
p Kenwood
5 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op het merk van het
aangesloten apparaat (in dit voorbeeld
dus “Kenwood”) en druk de toets in om
uw keuze te bevestigen.
Bij het programmeren van de
afstandsbediening voor een Sony
apparaat
Kies het merk “Sony”.
Hiermee is het programmeren voltooid.
Beweeg de keuze/invoertoets om in te stellen
op “Exit” of op “Cancel” in elke gewenste stap
en druk de toets in om uw keuze te bevestigen.
Tip
U kunt elke component naar keuze toewijzen aan de
USER 1 en 2 onderdelen in de IR SET
programmeerlijst.
1 Volg de aanwijzingen 1 en 2 onder “Programmeren
van de afstandsbediening”.
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te stellen op
“USER 1” of “USER 2” en druk de toets in om uw
keuze te bevestigen.
3 Volg de aanwijzingen vanaf stap 3 onder “Programmeren
van de afstandsbediening” om de categorie en het merk
van de te bedienen component te kiezen.
Opmerking
Als u instelt op “IR SET” voor een apparaat waarvoor al
toetsfuncties zijn aangeleerd, dan worden alle aangeleerde
codes voor dat apparaat gewist. Als bovendien een van de
aangeleerde toetsfuncties onderdeel vormde van een macrobedieningsreeks, dan vervalt ook daarin de aangeleerde
code en verandert de instelling voor die toets in “NO SET”.
Verscheidene commando’s
achtereen uitvoeren (macrobedieningsfunctie)
Met de macro-bedieningsfunctie kunt u verscheidene
afstandsbedieningscodes samenvoegen, om ze door te
geven als een enkel commando. Deze afstandsbediening
biedt hiervoor twee macrolijsten (MACRO1 en 2). Voor
elke macrolijst en bedieningsreeks kunt tot 16
afstandsbedingscodes achtereen kiezen.
Afstandsbediening
Category?
p VCR
T V
L D
Annuleren van de programmering
Een reeks afstandsbedieningscodes
samenvoegen
1 Druk op de SET UP toets.
De instellijst verschijnt.
p RECEIVER
IR SET
LEARNING
DOWNLOAD
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “IR SET” en druk de toets in
om uw keuze te bevestigen.
De IR SET programmeerlijst verschijnt.
<IR SET>
p MACRO1
MACRO2
Exit
wordt vervolgd
67
Gebruik van de bedieningslijsten
(vervolg)
3 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “MACRO1” (of “MACRO2”)
en druk de toets in om uw keuze te
bevestigen.
De PROGRAM lijst verschijnt.
<MACRO1>
p 1-NO SET
2-NO SET
3-NO SET
4 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op het volgnummer voor de
afstandsbedieningscode (bijvoorbeeld
“1-NO SET”) en druk de toets in om uw
keuze te bevestigen.
De categorieënlijst verschijnt.
Category?
Common
Button
p VCR
5 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op de categorie (het type
apparaat, dus voor een videorecorder
bijvoorbeeld “VCR”) en druk de toets in
om uw keuze te bevestigen.
De MAKER merkenlijst verschijnt.
Maker?
p Sony VTR1
Sony VTR2
Sony VTR3
6 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op het merk van het
aangesloten apparaat en druk de toets
in om uw keuze te bevestigen.
De FUNCTION functielijst verschijnt.
Function?
p *POWER
*PLAY
*STOP
68
7 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op de afstandsbedieningscode
voor de gewenste functie en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
De PROGRAM lijst verschijnt weer.
<MACRO1>
p 1-POWER
2-NO SET
3-NO SET
8 Herhaal de stappen 4 t/m 7 om zo
maximaal 16 afstandsbedieningscodes
te programmeren.
Wanneer u de laatste
afstandsbedieningscode hebt ingevoerd,
stelt u bij stap 7 in op “Exit”.
Gebruik van nieuw aangeleerde
toetsfuncties in een macrobedieningsreeks
1 Beweeg in stap 4 de keuze/invoertoets om in te
stellen op “Button” en druk de toets in om uw
keuze te bevestigen.
2 Beweeg de keuze/invoertoets nu om in te
stellen op de toets waaronder de nieuw
aangeleerde code is vastgelegd.
Voor het kiezen van een toets kunt u echter ook
die toets direct indrukken, zodat u niet de
gehele lijst hoeft te doorlopen, maar direct naar
die toets kunt verspringen om de infrarode
afstandsbedieningscode door te geven.
Inlassen van een pauze vóór een
afstandsbedieningscode in de reeks
1 Beweeg in stap 4 de keuze/invoertoets om in te
stellen op “Common” en druk de toets in om
uw keuze te bevestigen.
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te stellen
op “WAIT TIME” en druk de toets in om uw
keuze te bevestigen.
3 Beweeg de keuze/invoertoets om de tijd te
kiezen die moet verstrijken vóór het doorgeven
van de afstandsbedieningscode en druk dan de
toets in om uw keuze te bevestigen. U kunt een
tijdsduur van 1 tot 10 seconden kiezen (in
stapjes van 1 seconde).
Wissen van een geprogrammeerde
afstandsbedieningscode
1 Beweeg in stap 4 de keuze/invoertoets om in te
stellen op “Common” en druk de toets in om
uw keuze te bevestigen.
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te stellen
op “NO SET” en druk de toets in om uw keuze
te bevestigen.
Voor uitschakelen van alle
aangesloten Sony componenten
(SYSTEM STANDBY)
1 Beweeg in stap 4 de keuze/invoertoets om in te
stellen op “Common” en druk de toets in om
uw keuze te bevestigen.
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te stellen
op “ALL OFF” en druk de toets in om uw
keuze te bevestigen.
Overigens zal deze functie niet met alle Sony
apparatuur goed werken.
Beweeg de keuze/invoertoets om in te stellen
op “Exit” of op “Cancel” in elke gewenste stap
en druk de toets in om uw keuze te bevestigen.
Tips
• Als er in stap 6 een “*” sterretje voor de functie
staat, dan is die functie al voorgeprogrammeerd.
• Als in stap 3 en 7 een “NO SET” blokje verschijnt
achter het nummer van de bedieningsreeks. Dan
zijn er hiervoor al codes geprogrammeerd.
Opmerking
Als u instelt op “IR SET” voor een apparaat waarvoor
al toetsfuncties zijn aangeleerd, dan worden alle
aangeleerde codes voor dat apparaat gewist. Als
bovendien een van de aangeleerde toetsfuncties
onderdeel vormde van een macro-bedieningsreeks,
dan vervalt ook daarin de aangeleerde code en
verandert de instelling voor die toets in “NO SET”.
1 Druk op de FUNCTION toets.
De functielijst verschijnt.
DVD/LD
p TV/SAT
TAPE
MD/DAT
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “MACRO1” of “MACRO2” en
druk de toets in om uw keuze in te
voeren.
Bij het uitvoeren van de gekozen macrobedieningsreeks worden de bedieningscodes
stap voor stap in het uitleesvenster
aangegeven.
Opmerkingen
• Wanneer u tijdens het uitvoeren van een macrobedieningsreeks een van de volgende toetsen
indrukt, stopt de reeks voordat deze voltooid is.
– AV ?/1
– ?/1
– SYSTEM STANDBY
– SOUND FIELD
– FUNCTION
– SET UP
• Als er iets mis gaat tijdens het uitvoeren van een
macro-bedieningsreeks, probeer dan of het met een
of meer “WAIT TIME” pauzes tussen de
commando’s beter lukt.
Afstandsbediening
Annuleren van de macroprogrammeerfunctie
Doorgeven van een macrobedieningsreeks
wordt vervolgd
69
Gebruik van de bedieningslijsten
(vervolg)
SOUND FIELD
AV ?/1
SYSTEM
STANDBY
FUNCTION
PUSH ENTER
?/1
SET UP
H
70
Functie
Toets
x
[VIDEO 2 ]
(REVERSE)
p Learning Start
Cancel
SUB
Het aanleerscherm verschijnt.
X
toets te kiezen waaronder u de nieuwe
functie wilt aanleren en druk de toets in
om uw keuze te bevestigen.
h
3 Beweeg de keuze/invoertoets om de
+
[VIDEO 2 ]
* POWER
p REVERSE
* PLAY
+
De toetsenlijst verschijnt.
M
stellen op de afstandsbedieningscode
die u wilt vastleggen met de
aanleerfunctie en druk de toets in om
uw keuze te bevestigen.
>
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
m
<LEARNING>
[VIDEO 1 ]
p [VIDEO 2 ]
[VIDEO 3 ]
.
De functielijst verschijnt.
–
keuze/invoertoets om in te stellen op
“LEARNING” en druk de toets in om uw
keuze te bevestigen.
MASTER
VOL
1 Druk op de SET UP toets, beweeg de
CH/PRESET/D.SKIP
Als een functie die u wilt bedienen nog niet
aanwezig is op deze afstandsbediening, kunt u
die bedieningscode meestal wel vastleggen met
de aanleerfunctie.
–
Vastleggen van
afstandsbedieningscodes die nieuw
zijn voor deze afstandsbediening
BASS
BOOST
Met de aanleerfunctie kunt u deze
afstandsbediening nieuwe commando’s voor
uw apparatuur “leren”.
afstandsbediening op de zendkop van
de andere afstandsbediening waarvan
u het signaal wilt overnemen.
MUTING
Aanleren van nieuwe
commando’s voor uw
apparatuur
4 Richt de zend/ontvangkop van de
Ongeveer 5 cm – 15 cm
5 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “Learning Start” en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
De aanduiding “Learning Now!!”
verschijnt.
6 Druk op de toets van de andere
afstandsbediening voor het signaal dat
u wilt overnemen.
Gewoonlijk is een enkele lichte druk op de
toets voldoende. Na ongeveer 3 tot 5
seconden wordt er gemeld of het signaal
naar behoren is aangeleerd.
Wanneer de functie goed is aangeleerd,
verschijnt de mededeling “Learning OK!”
met het aantal toetsen en het gebruikte
percentage van de aanleercapaciteit.
[VIDEO 2 ]
x (REVERSE)
Learning OK!
(15/80
20%)
Wanneer het aanleren niet goed is verlopen,
wordt de oorzaak van het falen aangegeven.
Learning NG!
(REVERSE)
FULL (Keys)
p Exit
Informatie*
* FULL (Keys): onvoldoende toetsen beschikbaar
FULL (memory): onvoldoende geheugen beschikbaar
ERROR: andere oorzaak
Een naam invoeren voor SUB 1–5
1 Beweeg in stap 5 de keuze/invoertoets om in te
stellen op “Name” en druk de toets in om uw
keuze te bevestigen.
2 Beweeg de keuze/invoertoets nu om een naam
samen te stellen (uit maximaal 8 lettertekens).
+/–: een letterteken kiezen
</>: de cursor verplaatsen
Insert: een spatie invoegen
Delete: een letterteken wissen
Stoppen met aanleren
Beweeg de keuze/invoertoets om in te stellen
op “Exit” of “Cancel” in het scherm waar u
wilt stoppen en druk de toets in om uw keuze te
bevestigen.
Wissen van een aangeleerde
bedieningscode
Tips
• De tekens voor de naam van de toetsen hebben de
volgende betekenis:
x : reeds aangeleerd
* : voorgeprogrammeerd
• In stap 3 kunt u de toets voor het aanleren ook
direct kiezen. Als u de toets waaronder u een
nieuwe functie wilt vastleggen gewoon indrukt,
verspringt de toetsenlijst onmiddellijk naar
diezelfde toets.
• Met de aanleerfunctie kunt u ook nieuwe functies
vastleggen in het SUB menu. De menukeuzes SUB
1–5 zijn beschikbaar voor nieuwe functies.
Opmerkingen
• In principe kunt u voor 80 toetsen nieuwe functies
aanleren. In bepaalde gevallen zal het echter niet mogelijk
zijn om nog meer functies over te nemen, ook al zijn er
nog geen 80 nieuwe functies aangeleerd.
• Als u instelt op “IR SET” voor een apparaat waarvoor al
toetsfuncties zijn aangeleerd, dan worden alle aangeleerde
codes voor dat apparaat gewist. Als bovendien een van de
aangeleerde toetsfuncties onderdeel vormde van een
macro-bedieningsreeks, dan vervalt ook daarin de
aangeleerde code en verandert de instelling voor die toets
in “NO SET”.
Bij elke druk op een toets wisselt de
afstandsbediening gegevens uit met de tuner/
versterker en geeft dan in het uitleesvenster de
bedieningsstand van de tuner/versterker aan.
De afstandsbediening kan van de tuner/
versterker ook allerlei andere gegevens
overnemen, zoals ook de door u gekozen
“index” namen van weergavebronnen en
voorkeurzenders, CD-titels (memo’s)* en
gegevens betreffende de aan- of afwezigheid
van een CD in elke uitsparing van een
aangesloten CD-wisselaar*.
* Alleen na instellen op een Sony CD-wisselaar (voor
5, 50, 200, 300 of 400 discs) die op de tuner/
versterker is aangesloten via een CONTROL A1
bedieningskabel.
Schakel voor de volgende procedure eerst
de tuner/versterker in en richt de
afstandsbediening recht op het
voorpaneel van de tuner/versterker.
1 Druk op de SET UP toets.
De instellijst verschijnt.
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “DOWNLOAD” en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
De DOWNLOAD overnamelijst verschijnt.
Afstandsbediening
Beweeg in stap 5 hierboven de keuze/invoertoets om
in te stellen op “Clear” en druk de toets in om het
wissen te bevestigen. Vervolgens beweegt u de
keuze/invoertoets om in te stellen op “Yes” en dan
drukt u de toets in om uw keuze te bevestigen. Dan
verschijnt weer het aantal toetsen en het gebruikte
percentage van de aanleercapaciteit.
Overnemen van gegevens uit
de tuner/versterker
<DOWNLOAD>
p FUNCTION
SOUND FIELD
TUNER INFO
3 Overnemen van “index” namen:
Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “FUNCTION” en druk de toets in
om uw keuze te bevestigen.
Overnemen van klankbeelden
Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “SOUND FIELD” en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
Overnemen van voorkeurzenders
Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “TUNER INFO” en druk de toets
in om uw keuze te bevestigen.
Gebruik van een aangeleerd commando
Voor gebruik van een aangeleerde functie drukt
u op de toets waaronder u die bedieningscode
hebt vastgelegd.
wordt vervolgd
71
Gebruik van de bedieningslijsten
(vervolg)
Overnemen van CD-titels (memo’s) en
gegevens betreffende de aan- of
afwezigheid van een CD in elke
uitsparing van een aangesloten CDwisselaar:
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer
de categorie voor de CD-speler in de IR
SET lijst staat ingesteld op “CD2” of
“CD3”. Als de categorie staat ingesteld op
“CD1”, zal de regel CD DISC NAME niet
verschijnen in de DOWNLOAD
overnamelijst.
1 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “CD DISC NAME” en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
Het SORT menu verschijnt in het
uitleesvenster.
<SORT? >
p NUMBER
ALPHABET
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “NUMBER” of “ALPHABET”
en druk de toets in om uw keuze te
bevestigen.
Dan begint de afstandsbediening met het
overnemen van gegevens uit de tuner/
versterker.
<LOADING>
[xxx
p Cancel
]
Annuleren van de gegevensoverdracht
Beweeg de keuze/invoertoets om in te stellen
op “Exit” in de DOWNLOAD overnamelijst en
druk dan de toets in om de annulering te
bevestigen.
Opmerkingen
72
• Als u een of meer discs in de CD-wisselaar door
nieuwe hebt vervangen, dient u de nieuwe disctitels
(memo’s) uit het geheugen van de tuner/versterker
over te nemen of de nieuwe disc(s) eerst af te spelen
alvorens u een disc uit de CD-wisselaar kiest.
• U kunt de gegevens alleen overnemen van een Sony
CD-wisselaar (voor 5, 50, 200, 300 of 400 discs)
die op de tuner/versterker is aangesloten via een
CONTROL A1 bedieningskabel.
• De CD DISC NAME functie voor disctitels e.d. is
beschikbaar voor maximaal 400 discs.
Betreffende het overnemen van CD-titels
en gegevens van een CD-speler
Het overnemen van CD-titels (memo’s) en andere
gegevens voor compact discs is alleen mogelijk met
een voor CONTROL A1/A1 geschikte Sony CDspeler. Afhankelijk van de instelling van de CDspeler kan het overnemen van de gegevens enkele
minuten duren. Voor een snellere
gegevensoverdracht maakt u op de CD-speler de
volgende instellingen.
Wanneer een voor CONTROL A1/A1
geschikte Sony CD-speler is aangesloten
op de tuner/versterker
Zorg dat de categorie voor de CD-speler in de IR SET
lijst staat ingesteld op “CD1”. Wanneer u een Sony
CD-wisselaar gebruikt, stelt u de categorie in op
“CD2” (of “CD3”). Let op dat de categorie uitsluitend
staat ingesteld op “CD1”, “CD2” of “CD3”.
U kunt de huidige categorie-instelling controleren
door uit de functielijst (zie blz. 65) een component
te kiezen.
Wanneer er meerdere voor CONTROL A1/
A1 geschikte Sony CD-spelers zijn
aangesloten op de tuner/versterker
Als u twee CD-spelers gebruikt, zet u de
COMMAND MODE schakelaar op het
achterpaneel van de CD-spelers resp. in de “CD1”
en de “CD2” stand en dan kiest u de categorie in de
IR SET lijst overeenkomstig de stand van de
COMMAND MODE schakelaar van de betreffende
CD-speler (zie blz. 66). Als u drie CD-spelers
gebruikt, stelt u de COMMAND MODE schakelaar
op het achterpaneel van de CD-spelers resp. in op
“CD1”, “CD2” en “CD3” en dan kiest u de
categorie in de IR SET lijst overeenkomstig de
stand van de COMMAND MODE schakelaar van
de betreffende CD-speler.
Bij gebruik van een Sony CD-wisselaar moet de
categorie in elk geval zijn ingesteld op “CD2” of “CD3”.
Bij het kiezen van de categorie voor de CD-spelers
mag u geen nummer overslaan en ook niet
hetzelfde nummer voor verschillende CD-spelers
kiezen.
Wanneer er één wel, en één niet voor
CONTROL A1/A1 geschikte Sony CD-speler
zijn aangesloten op de tuner/versterker
Zet de COMMAND MODE schakelaar op het achterpaneel
van de wél voor CONTROL A1/A1 geschikte CD-speler
in de “CD2” stand en kies voor die CD-speler in de IR SET
lijst de categorie “CD2” (zie blz. 66).
Zet de COMMAND MODE schakelaar op het
achterpaneel van de niet voor dit systeem geschikte CDspeler in de “CD1” stand en kies voor die CD-speler in
de IR SET lijst de categorie “CD1” (zie blz. 66).
Tegelijk gebruiken van Sony en niet-Sony
merken CD-spelers
Programmeer de afstandsbediening voor het bedienen
van de CD-speler die niet van Sony is (zie blz. 66).
Volg voor de Sony CD-speler(s) de bovenstaande
aanwijzingen.
Niveau-parameters bijregelen
Overige bedieningsfuncties
1 Druk op de SET UP toets.
Het menu sorteren
De instellijst verschijnt.
p RECEIVER
IR SET
LEARNING
DOWNLOAD
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “RECEIVER” en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
De RECEIVER lijst verschijnt.
<RECEIVER>
p LEVEL
Exit
3 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “LEVEL” en druk de toets in
om uw keuze te bevestigen.
<LEVEL>
p FRONT BAL
SURR BAL
SURR BACK BAL
4 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op het menu-onderdeel dat u
wilt bijregelen en druk dan de toets in
om uw keuze te bevestigen.
5 Bijregelen van de linker/rechts balans
Beweeg de keuze/invoertoets om het kanaal
(L of R) te kiezen dat u luider wilt instellen
en druk dan de toets in om uw keuze te
bevestigen.
Bijregelen van de geluidssterkte
Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op + (voor harder geluid) of – (voor
zachter geluid) en druk dan de toets in om
uw keuze te bevestigen.
Annuleren van de instelling
Beweeg de keuze/invoertoets om in te stellen
op “Exit” in elke gewenste stap en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
1 Druk op de SET UP toets.
De instellijst verschijnt.
IR SET
LEARNING
DOWNLOAD
p MENU SORT
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “MENU SORT” en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
De MENU SORT lijst verschijnt.
<MENU SORT>
p SOUND FIELD
Exit
3 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “SOUND FIELD” en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
De sorteerlijst verschijnt.
Sort?
p A.F.D.
2CH STEREO
MULTI/2CH A.DIR
Afstandsbediening
De LEVEL lijst verschijnt.
U kunt de volgorde van de klankbeeldenlijst
aanpassen.
4 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op het menu-onderdeel dat u
wilt verplaatsen en druk de toets in om
uw keuze te bevestigen.
Bij indrukken van de toets verandert het “p”
pijltje in een “=” teken.
Sort?
A.F.D.
= 2CH STEREO
MULTI/2CH A.DIR
5 Beweeg de keuze/invoertoets om de
plaats te kiezen waar u het menuonderdeel wilt neerzetten en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
Bij indrukken van de toets verandert het “=”
teken terug in een “p” pijltje.
Sort?
NORMAL SURROUND
C.STUDIO EX A
p 2CH STEREO
wordt vervolgd
73
Gebruik van de bedieningslijsten
(vervolg)
Gebruik van de automatische
inschakelfunctie
Met de automatische inschakelfunctie kunt u
zorgen dat de afstandsbediening na het kiezen
van een video-weergavefunctie het commando
voor inschakelen doorgeeft aan alle betrokken
Sony audio/video-apparatuur. Dan worden het
TV-toestel en alle componenten die met deze
afstandsbediening te bedienen zijn automatisch
ingeschakeld en wordt het TV-toestel ingesteld
op de gekozen weergavestand. Deze functie
werkt alleen met Sony apparatuur.
1 Druk op de SET UP toets.
De instellijst verschijnt.
LEARNING
DOWNLOAD
MENU SORT
p AUTO POWER
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “AUTO POWER” en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
De AUTO POWER lijst verschijnt.
<AUTO POWER>
p On
Off
3 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “On” of “Off” en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
Als u de stand “On” kiest, verschijnt de TV
INPUT ingangskeuzelijst.
<TV INPUT>
p TV-VIDEO1
TV-VIDEO2
TV-VIDEO3
4 Stelt u daarna met de keuze/invoertoets
in op de video-ingangsbron en dan
drukt u de toets in om uw keuze te
bevestigen.
Opmerkingen
74
• Het instellen op VIDEO 1–4 weergave kan niet met
alle Sony TV’s goed werken. Dit komt omdat
bepaalde TV-toestellen niet onmiddellijk na het
inschakelen gereed zijn voor de ontvangst van
afstandsbedieningssignalen.
• Als u in stap 4 “(Off)” kiest, zal het TVingangssignaal niet worden omgeschakeld.
Verlichting van het uitleesvenster inen uitschakelen
Telkens wanneer u op een toets van de
afstandsbediening drukt, licht het uitleesvenster op.
Als u deze verlichting uitschakelt op de hieronder
beschreven wijze, zullen de batterijen langer meegaan.
1 Druk op de SET UP toets.
De instellijst verschijnt.
DOWNLOAD
MENU SORT
AUTO POWER
p BACK LIGHT
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “BACK LIGHT” en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
De BACK LIGHT verlichtingskeuze verschijnt.
<BACK LIGHT>
p On
Off
3 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “On” of “Off” en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
Het beeldschermcontrast bijregelen
U kunt het contrast van het beeldscherm naar
wens instellen.
1 Druk op de SET UP toets.
De instellijst verschijnt.
MENU SORT
AUTO POWER
BACK LIGHT
p CONTRAST
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “CONTRAST” en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
<CONTRAST>
p+
-
3 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “+” of “–” en druk de toets in
om uw keuze te bevestigen.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert het contrast van het beeldscherm.
Om de aanpassing te annuleren, beweegt u
de keuze/invoertoets om in te stellen op
“Exit” en dan drukt u de toets in om uw
keuze te bevestigen.
Omschakelen van de COMMAND
MODE bedieningsstand
Het geheugen van de
afstandsbediening volledig wissen
U kunt de COMMAND MODE
bedieningsstand van de afstandsbediening
omschakelen (naar AV SYSTEM1 of AV
SYSTEM2). Als de bedieningsstand van de
tuner/versterker niet gelijk is aan die van de
afstandsbediening, zult u uw apparatuur niet op
afstand kunnen bedienen.
Schakel voor het volgende eerst de tuner/
versterker in en richt de
afstandsbediening recht op het
voorpaneel van de tuner/versterker.
1 Druk op de SET UP toets.
De instellijst verschijnt.
AUTO POWER
BACK LIGHT
CONTRAST
p COMMAND MODE
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “COMMAND MODE” en druk
de toets in om uw keuze te bevestigen.
<COMMAND MODE>
p AV SYSTEM1
AV SYSTEM2
3RD ROOM
3 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “AV SYSTEM1” of “AV
SYSTEM2” en druk dan de toets in om
uw keuze te bevestigen.
Tip
Bij inschakelen van de afstandsbediening verschijnt
de COMMAND MODE bedieningsstand op de eerste
regel van het uitleesvenster.
Opmerking
De “3RD ROOM” stand voor een derde luisterkamer
werkt niet voor deze tuner/versterker.
De instellijst verschijnt.
BACK LIGHT
CONTRAST
COMMAND MODE
p ALL CLEAR
2 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “ALL CLEAR” en druk de
toets in om uw keuze te bevestigen.
Het ALL CLEAR keuzescherm verschijnt.
<ALL CLEAR?>
Yes
p No
3 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op “Yes” en druk de toets in om
uw keuze te bevestigen.
Nu verschijnt er “CLEAR OK?!”.
<CLEAR OK?!>
Yes
p No
Afstandsbediening
De COMMAND MODE bedieningskeuzelijst
verschijnt.
1 Druk op de SET UP toets.
4 Beweeg de keuze/invoertoets weer naar
“Yes” en druk de toets in.
Het geheugen van de afstandsbediening wordt
nu volledig gewist (zodat alle
geprogrammeerde en overgenomen gegevens
verdwijnen).
75
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat
terechtkomen, trek dan de stekker van de tuner/
versterker uit het stopcontact en laat het apparaat eerst
door een onderhoudsmonteur controleren, alvorens
het weer in gebruik te nemen.
Stroomvoorziening
• Controleer, alvorens de tuner/versterker in gebruik
te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De
bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje
op het achterpaneel van de tuner/versterker.
• Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact
zit, blijft er spanning op het apparaat staan, ook al is
de tuner/versterker zelf uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt
de tuner/versterker geruime tijd niet te gebruiken.
Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te
trekken; trek nooit aan het snoer.
• Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
Hitte in het inwendige
Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan
worden, wijst dat niet op storing in de werking.
Vooral bij afspelen op hoog volume kunnen de boven, onder- en zijpanelen na verloop van tijd heet worden.
Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan.
Opstelling
• Zet de tuner/versterker op een goed geventileerde
plaats, met voldoende luchtdoorstroming om de
inwendige onderdelen te koelen, in het belang van
een langdurige betrouwbare werking.
• Plaats de tuner/versterker niet dichtbij een warmtebron
of in direct zonlicht. Vermijd plaatsen met veel stof,
vocht en mechanische trillingen of schokken.
• Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatieopeningen aan de bovenzijde kan blokkeren, in het
belang van een storingsvrije werking.
Aansluiten
Voor het maken van enige aansluiting, schakelt u
eerst de tuner/versterker uit en trekt u de stekker uit
het stopcontact.
Schoonmaken
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningsorganen met een zachte doek, licht
bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik
geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen
oplosmiddelen zoals wasbenzine of alcohol (spiritus).
76NL
Mocht u verder nog vragen of problemen met de
bediening van de tuner/versterker hebben, aarzel dan
niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Verhelpen van storingen
Als bij het gebruik van de tuner/versterker een
van de volgende problemen zich voordoet,
neemt u dan de controlepunten even door om
het probleem te verhelpen. Zie ook de
paragraaf “Controleren van de aansluitingen”
op blz. 25 om zeker te stellen dat alle
aansluitingen in orde zijn. Mocht de storing
niet zo gemakkelijk te verhelpen zijn,
raadpleeg dan a.u.b. de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Er wordt geen geluid weergegeven, van geen
enkele geluidsbron.
• Controleer of de tuner/versterker en de andere
apparaten allemaal zijn ingeschakeld.
• Controleer of de MASTER VOLUME knop niet
in de –∞ dB stand staat.
• Let op dat de SPEAKERS
luidsprekerkeuzeschakelaar niet op “OFF” staat
(zie blz. 27).
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Druk op de MUTING toets om de
geluiddemping uit te schakelen.
De aanduiding “Not PCM” verschijnt in het
uitleesvenster en er wordt geen geluid
weergegeven.
• Kies in het instelmenu voor de “DECODE
FORMAT” de stand “AUTO” (zie blz. 51).
Een bepaalde geluidsbron is niet te horen.
• Controleer of de geluidsbron juist is aangesloten
op de audio-ingangen voor het betreffende
apparaat.
• Controleer of alle stekkers van de
aansluitsnoeren stevig in de stekkerbussen zitten,
zowel bij de tuner/versterker als bij het
geluidsbron-apparaat zelf.
Er komt geen geluid uit een van de voorluidsprekers.
• Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES
stekkerbus om te controleren of de
hoofdtelefoon wel goed geluid geeft (zie blz. 28).
Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts
via één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis
zijn met de aansluitingen van het weergaveapparaat op de tuner/versterker. Controleer dan
of alle stekkers van het aansluitsnoer aan beide
zijden, op de tuner/versterker en de geluidsbron
zelf, stevig in de stekkerbussen zijn gestoken.
Als de hoofdtelefoon wel via beide kanalen
geluid geeft, kan er iets mis zijn met de
aansluiting van de niet werkende luidspreker op
de tuner/versterker. Controleer dan de
aansluitingen van de luidspreker die geen geluid
geeft.
Er klinkt niet of nauwelijks geluid.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Stel de weergave evenwichtig in met de
parameters van het LEVEL menu.
Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en ten minste 3 meter
van een TV-toestel of tl-verlichting.
• Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de
buurt van een ingeschakeld TV-toestel.
• Sluit een aardingsdraad aan op de U SIGNAL
GND platenspeler-aardaansluiting (maar alleen
als er inderdaad een platenspeler is aangesloten).
• Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil.
Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus
of zuivere alcohol.
• Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de MODE +/– toets).
• Kies een klankbeeld met het woord “CINEMA”
of “VIRTUAL” in de naam (zie blz. 30 t/m 32).
• Stel de geluidssterkte van de middenluidspreker
wat hoger in (zie blz. 25).
• Zorg dat de parameter voor het
middenluidsprekerformaat staat ingesteld op
“SMALL” of “LARGE” (zie blz. 20).
De achterluidsprekers/middenachterluidsprekers
geven niet of nauwelijks geluid.
• Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de MODE +/– toets).
• Kies een klankbeeld met het woord “CINEMA”
of “VIRTUAL” in de naam (zie blz. 30 t/m 32).
• Stel de geluidssterkte van de middenluidspreker
wat hoger in (zie blz. 25).
• Zorg dat de parameter voor het formaat van de
achterluidsprekers/middenachterluidsprekers
staat ingesteld op “SMALL” of “LARGE” (zie
blz. 20 en 21).
Het akoestiekeffect werkt niet.
• Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de MODE +/– toets).
• De klankbeelden werken niet voor signalen met
een bemonsteringsfrequentie van meer dan
48 kHz.
• Wanneer de INPUT MODE signaalverwerking is
ingesteld op “AUTO MULTI CH 1 of 2” maar er
komen geen digitale signalen binnen, of de
INPUT MODE staat op “MULTI CH 1 of 2
FIXED”, zult u niet kunnen overschakelen tussen
de verschillende klankbeelden (zie blz. 27).
Er wordt geen Dolby Digital of DTS meerkanaalsgeluid weergegeven.
• Controleer of de afgespeelde DVD disc e.d. wel
is voorzien van Dolby Digital of DTS
meerkanaals-geluid.
• Bij aansluiten van een DVD videospeler e.d. op
de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/
versterker dient u ook te zorgen dat de audioinstellingen (voor de geluidsweergave) van het
aangesloten apparaat goed zijn ingesteld.
Aanvullende informatie
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Controleer of de tuner/versterker wel is ingesteld
op de juiste geluidsbron.
• Controleer of de SPEAKERS
luidsprekerkeuzeschakelaar wel in de “ON”
stand staat (zie blz. 27).
• Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
• Druk op de MUTING toets om de
geluiddemping uit te schakelen.
• Het beveiligingscircuit van de tuner/versterker is
in werking getreden, vanwege kortsluiting.
Schakel de tuner/versterker uit, verhelp de
kortsluiting en schakel het apparaat weer in.
• Als alle geluid erg zacht klinkt, controleer dan of
het NIGHT MODE klankbeeld niet is
ingeschakeld (zie blz. 33).
De middenluidspreker geeft geen geluid.
wordt vervolgd
77NL
Verhelpen van storingen (vervolg)
Het opnemen lukt niet.
• Controleer of de betrokken apparaten naar
behoren zijn aangesloten.
• Kies de op te nemen geluidsbron met de
FUNCTION keuzeknop.
• Bij het opnemen van een digitale geluidsbron
dient u te zorgen dat de INPUT MODE
ingangskeuze staat ingesteld op ANALOG 2CH
FIXED (zie blz. 27) voordat u gaat opnemen met
een opname-apparaat dat is aangesloten op de
analoge MD/DAT of TAPE uitgangen.
• Bij het opnemen van een digitale geluidsbron
dient u te zorgen dat de INPUT MODE
ingangskeuze staat ingesteld op COAXIAL
FIXED of OPTICAL FIXED (zie blz. 27)
voordat u gaat opnemen met een opnameapparaat dat is aangesloten op de DIGITAL MD/
DAT OUT aansluitingen.
Hoe een laserdisc-speler aan te sluiten via een
RF demodulator:
• Sluit eerst de laserdisc-speler aan op een RF
demodulator en verbind dan de optische of
coaxiale digitale uitgang van de RF demodulator
met de DVD/LD OPTICAL IN of COAXIAL
ingangsaansluiting van de tuner/versterker. Bij
deze aansluitmethode dient u de INPUT MODE
ingangskeuze met de hand in te stellen (zie blz.
27). De tuner/versterker kan niet altijd goed
werken als de INPUT MODE staat ingesteld op
AUTO 2CH.
Zie voor nadere bijzonderheden over de
DOLBY DIGITAL RF aansluitingen ook de
gebruiksaanwijzing van de RF demodulator.
De FM radio-ontvangst klinkt niet goed.
• Installeer een FM buitenantenne en sluit deze
aan op de tuner/versterker met een 75-ohm
coaxiaalkabel (niet bijgeleverd), zoals hieronder
aangegeven. Als u de tuner/versterker aansluit op
een buitenantenne dient deze zorgvuldig geaard
te worden, ter bescherming tegen blikseminslag.
Sluit de aardingsdraad nooit aan op een
gasleiding; gezien de kans op een gasexplosie is
dit uiterst gevaarlijk.
FM buitenantenne
Tuner/versterker
ANTENNA
75Ω COAXIAL
FM U
AM
Aardingsdraad
(niet bijgeleverd)
78NL
naar een aardpunt
Het afstemmen op een radiozender lukt niet.
• Controleer of de antennes goed zijn aangesloten.
Verstel zonodig de stand van de antennes en sluit
een buitenantenne aan.
• Mogelijk is de signaalsterkte te gering voor
ontvangst (bij gebruik van de automatische
zoekafstemming). Gebruik de directe
afstemming.
• Zorg dat het afsteminterval juist ingesteld (bij het
afstemmen op AM radiozenders met directe
afstemming).
• Er zijn nog geen zenders vooringesteld of de
vastgelegde voorkeurzenders zijn uit het
geheugen gewist (bij gebruik van de
geheugenafstemming). Leg de gewenste zenders
in het afstemgeheugen vast (zie blz. 45).
• Druk op de DISPLAY toets zodat de
afstemfrequentie in het uitleesvenster verschijnt.
De RDS informatiefuncties werken niet.*
• Controleer of de tuner/versterker wel is
afgestemd op een RDS informatiezender op de
FM afstemband.
• Stem af op een krachtiger FM RDS zender.
De gewenste RDS informatie verschijnt niet in
het uitleesvenster.*
• Neem contact op met de radiozender en
informeer of deze wel of geen RDS signalen
uitzendt. Ook zenders die gewoonlijk wel RDS
informatie uitzenden kunnen deze soms tijdelijk
buiten werking stellen.
Op het TV-scherm is geen beeld of slechts een
onduidelijk beeld zichtbaar.
• Stel de tuner/versterker op de juiste beeld/
geluidsbron in.
• Stel het TV-toestel in op de gewenste
beeldweergave.
• Zet het TV-toestel iets verder van de audioapparatuur vandaan.
* Alleen voor de modellen met landcode CEL.
Afstandsbediening
Technische gegevens
De apparatuur reageert niet op de afstandsbediening.
• Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor
voorop de tuner/
versterker.
• Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de tuner/versterker staan.
• Als de batterijen mogelijk leeg zijn, vervangt u
ze dan alle door nieuwe.
• Als de COMMAND MODE bedieningsinstelling
van de tuner/versterker niet gelijk is aan de
COMMAND MODE bedieningsinstelling van de
afstandsbediening, is er geen gegevensoverdracht
tussen de afstandsbediening en de tuner/
versterker mogelijk.
• Controleer of u wel de juiste toets of functie op
de afstandsbediening hebt gekozen.
• Als u de afstandsbediening gebruikt voor een hierin
geprogrammeerd apparaat van een ander merk dan
Sony, kunnen bepaalde functies niet goed werken,
afhankelijk van het merk en model apparaat.
De namen van de apparaten in de functielijst komen
niet overeen met de aansluitingen op de tuner/
versterker./De klankbeeldenlijst verschijnt niet.
De E batterij-aanduiding verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening.
• De batterijen zijn (bijna) leeg. Vervang alle
batterijen door nieuwe.
De namen van de componenten zijn verschillend
in het uitleesvenster van de tuner/versterker en
dat van de afstandsbediening.
• Kies de gewenste weergavebron via de
afstandsbediening.
Wanneer een CD-speler, cassettedeck of
minidisc-recorder op de tuner/versterker wordt
aangesloten via de CONTROL A1/A1
aansluitingen, werkt de automatische in/
uitschakelfunctie niet goed meer.
• Programmeer de afstandsbediening opnieuw (zie
blz. 66).
Pagina’s met aanwijzingen voor het
wissen van het geheugen
Voor wissen van
Leest u
Het gehele geheugen
pagina 18
De zelf aangepaste klankbeelden
pagina 41
Alle instellingen van de afstandsbediening pagina 75
Modellen met landcode E:
Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave
(aan 8 ohm, van 20 Hz – 20 kHz, bij 0,05 % THV)
100 W + 100 W1)
(aan 4 ohm, van 20 Hz – 20 kHz, bij 0,09 % THV)
90 W + 90 W1)
Muziekvermogen, referentie
(aan 8 ohm, van 20 Hz – 20 kHz, bij 0,05 % THV)
FRONT3): 100 W + 100 W
CENTER3): 100 W
SURR3): 100 W + 100 W
SURR BACK3): 100 W
(aan 4 ohm, van 20 Hz – 20 kHz, bij 0,09 % THV)
FRONT3): 90 W + 90 W
CENTER3): 90 W
SURR3): 90 W + 90 W
SURR BACK3): 90 W
Modellen met landcode CEL:
Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave
(aan 8 ohm, bij 1 kHz, bij 0,7% THV)
100 W + 100 W1)
90 W + 90 W2)
(aan 4 ohm, bij 1 kHz, bij 0,7% THV)
90 W + 90 W1)
80 W + 80 W2)
Muziekvermogen, referentie1)
(aan 8 ohm, bij 1 kHz, bij 0,7% THV)
FRONT3): 100 W + 100 W
CENTER3): 100 W
SURR3): 100 W + 100 W
SURR BACK3): 100 W
(aan 4 ohm, bij 1 kHz, bij 0,7% THV)
FRONT3): 90 W + 90 W
CENTER3): 90 W
SURR3): 90 W + 90 W
SURR BACK3): 90 W
(aan 8 ohm, van 20 Hz – 20 kHz, bij 0,05% THV)
FRONT3): 90 W + 90 W
CENTER3): 90 W
SURR3): 90 W + 90 W
SURR BACK3): 90 W
(aan 4 ohm, van 20 Hz – 20 kHz, bij 0,05% THV)
FRONT3): 80 W + 80 W
CENTER3): 80 W
SURR3): 80 W + 80 W
SURR BACK3): 80 W
Aanvullende informatie
• De afstandsbediening is nog niet ingesteld op de
bediening van uw tuner/versterker. Schakel de
tuner/versterker in, richt de afstandsbediening er
op en druk op de SOUND FIELD, FUNCTION of
SUB toets van de afstandsbediening (zie blz. 56).
Versterker-gedeelte
wordt vervolgd
79NL
Technische gegevens (vervolg)
1) Gemeten onder de volgende omstandigheden:
Landcode
Stroomvoorziening
E
240 V wisselstroom, 50 Hz
CN, CEL
230 V wisselstroom, 50 Hz
2) Gemeten onder de volgende omstandigheden:
Landcode
Stroomvoorziening
CN
220 V wisselstroom, 50 Hz
3) Afhankelijk van de klankbeeld-instellingen en de
geluidsbron kan er soms hierdoor geen geluid
worden weergegeven.
Frequentiebereik
PHONO
CD/SACD, TAPE,
MD/DAT,TV/SAT,
DVD/LD, VIDEO 1, 2,
3
Ingangen (Analoog)
PHONO
MULTI CHANNEL
INPUT 1, 2, CD/
SACD, TAPE, MD/
DAT, DVD/LD, TV/
SAT, VIDEO 1, 2, 3
RIAA compensatiecurve
±0,5 dB
10 Hz – 100 kHz
+0.5/–2 dB (zonder
klankbeeld, toonregeling
of basversterking)
Gevoeligheid: 2,5 mV
Impedantie: 50 kOhm
Signaal/ruisverhouding4):
86 dB (A, 2,5 mV5))
Gevoeligheid: 150 mV
Impedantie: 50 kOhm
Signaal/ruisverhouding4):
100 dB (A, 150 mV5))
4) INPUT ingangen kortgesloten.
5) Netwerk-gewogen, ingangsniveau.
Ingangen (Digitaal)
CD/SACD, DVD/LD
(Coaxiaal)
DVD/LD, TV/SAT,
MD/DAT (Optisch)
80NL
Gevoeligheid: –
Impedantie: 75 ohm
Signaal/ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz LPF)
Gevoeligheid: –
Impedantie: –
Signaal/ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz LPF)
Uitgangen
TAPE, MD/DAT
(REC OUT), VIDEO
1, 2 (AUDIO OUT)
FRONT L/R,
CENTER,
SURROUND L/R,
SURROUND BACK,
SUB WOOFER
Uitgangsspanning: 150 mV
Impedantie: 22 kOhm
Uitgangsspanning: 2 V
Impedantie: 1 kOhm
EQ toonregeling
BASS:
99 Hz~1,0 kHz
(21 stappen)
MID (alleen FRONT L/R, CENTER):
198 Hz~10 kHz
(36 stappen)
TREBLE:
1.0 kHz~10 kHz
(23 stappen)
Versterking:
±10 dB, in stappen van 1 dB
FM tuner-gedeelte
Afstembereik
87,5 – 108,0 MHz
Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch
Gevoeligheid
Mono:
Stereo:
18,3 dBf, 2,2 µV/75 ohm
38,3 dBf, 22,5 µV/75 ohm
Bruikbare gevoeligheid 11,2 dBf, 1 µV/75 ohm
Signaal/ruisverhouding
Mono:
76 dB
Stereo:
70 dB
Harmonische vervorming bij 1 kHz
Mono:
0,3 %
Stereo:
0,5 %
Kanaalscheiding
45 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik
30 Hz – 15 kHz,
+0,5/–2 dB
Selectiviteit
60 dB bij 400 kHz
AM tuner-gedeelte
Algemeen
Afstembereik
Modellen met landcode E
Bij 10 kHz afsteminterval: 530 – 1610 kHz6)
Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1602 kHz6)
Modellen met landcode CN, CEL
Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1602 kHz
Stroomvoorziening
Antenne
Kaderantenne
Bruikbare gevoeligheid 50 dB/meter
(bij 1.000 kHz of 999 kHz)
Landcode
Stroomvereiste
CEL
230 V wisselstroom, 50/60 Hz
CN
220 – 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
E
120/220/240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik
Signaal/ruisverhouding 54 dB (bij 50 mV/meter)
Landcode
Stroomverbruik
Harmonische vervorming 0,5 % (bij 50 mV/meter,
400 Hz)
CN, CEL
390 W
E
400 W
Selectiviteit
Bij 9 kHz:
Bij 10 kHz:
35 dB
40 dB
Video-gedeelte
Ingangen
Video:
S-video:
Uitgangen
Video:
S-video:
1 Vt-t, 75 ohm
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
1 Vt-t, 75 ohm
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
Netstroomuitgangen
Landcode
Netstroomuitgangen
CEL
1 uitschakelbaar, maximaal
100 W
E
2 uitschakelbaar, maximaal
100 W
Afmetingen (b/h/d)
430 × 175 × 465 mm,
incl. uitstekende
onderdelen en knoppen
Gewicht (ca.)
20,0 kg
Bijgeleverd toebehoren
FM draadantenne (1)
AM kaderantenne (1)
Afstandsbediening RM-LJ305 (1)
LR6 (AA-formaat) batterijen (3)
Zie voor nadere bijzonderheden over de landcode
van uw uitvoering de beschrijving op blz. 2.
Afstandsbediening
Afstandsbedieningssysteem
Infrarode stralen
Stroomvereiste
4,5 V gelijkstroom, van
drie LR6 (AA-formaat)
alkali-batterijen
Afmetingen (l/b/d)
175 × 62 × 33 mm
Gewicht (ongeveer)
135 gram, zonder
batterijen
Aanvullende informatie
6) Het afsteminterval van de AM band kunt u
omschakelen tussen 9 kHz en 10 kHz, als volgt.
Stem af op een AM radiozender en schakel de tuner/
versterker uit. Houd vervolgens de TUNING + toets
ingedrukt en schakel het apparaat zo weer in met de
?/1 toets. Bij het omschakelen van het
afsteminterval worden alle voorkeurzenders uit het
geheugen gewist. Om het afsteminterval terug te
schakelen naar de oorspronkelijke 10 kHz (of
9 kHz), herhaalt u deze stappen.
Stroomverbruik (in de gebruiksklaar-stand)
1W
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
81NL
Tabel voor de instellingen met de SURROUND, LEVEL, EQ
en SET UP toetsen
Voor het bijregelen van de akoestiek kunt u de onderstaande instellingen maken met de LEVEL,
SURROUND, EQ en SET UP toetsen, de instelknop en de cursortoetsen. De tabel toont de
parameters, elk met hun eigen instelbereik.
Druk op
Druk op
Draai aan de instelknop om te kiezen voor
Pagina
SURROUND
2CH DECODING
AUTO, ON, OFF
37
2CH MODE
PRO LOGIC, PLII MOVIE, PLII MUSIC,
Neo: Cinema, Neo: Music
C.WIDTH L__C__R1)
(in 8 stappen)
DIMENSION F__I__S 1)
–3 to +3 (in stappen van 1)
LEVEL
of
om te kiezen voor
PANORAMA MODE1)
ON, OFF
EFFECT LEVEL
0 tot 150 % (in stappen van 5 %)
WALL S_I_H
–8 tot +8 (in stappen van 1)
REVERB S_I_L
–8 tot +8 (in stappen van 1)
FRONT REVERB
DRY, WET, STD
SCREEN DEPTH
DEEP, MID, OFF
VIR.SPEAKERS
ON, OFF
SUR.ENHANCER
ON, OFF
BASS GAIN
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
BASS FREQ.
99 Hz tot 1.0 kHz (in 21 stappen)
TREBLE GAIN
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
TREBLE FREQ.
1.0 kHz tot 10.0 kHz (in 23 stappen)
TEST TONE2)
OFF, AUTO, FIX
PHASE NOISE2)
OFF, [L-C], [C-R], [R-SR], [SL-SR], [SR-SBR],
[SBR-SBL], [SBL-SL], [SL-L]
PHASE AUDIO2)
OFF, [L-C], [C-R], [R-SR], [SL-SR], [SR-SBR],
[SBR-SBL], [SBL-SL], [SL-L]
FRONT L_I_R
–8 tot +8 (in stappen van 1)
SURROUND L_I_R
–8 tot +8 (in stappen van 1)
SUR.BACK L_I_R
–8 tot +8 (in stappen van 1)
CENTER LEVEL
(OFF), –20 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
SURROUND LEVEL
(OFF), –20 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
SUR.BACK LEVEL
(OFF), –20 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
39
S.WOOFER LEVEL
(OFF), –20 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
LFE MIX LEVEL
(OFF), –20 dB tot 0 dB (in stappen van 1 dB)
D.RANGE COMP.
OFF, 0,1 tot 0,9 (in stappen van 0,1), STD, MAX
1) Deze parameter kunt u alleen instellen wanneer er voor de 2-kanaals decodering “PL II MUSIC” is gekozen.
2) Eén van deze parameters verschijnt, afhankelijk van de gekozen testtoon-volgorde (T.TONE) parameter in het
SET UP menu.
82NL
Druk op
Druk op
EQ
FRONT BASS GAIN
of
om te kiezen voor
Draai aan de instelknop om te kiezen voor Pagina
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
FRONT BASS FREQUENCY
99 Hz tot 1,0 kHz (in 21 stappen)
FRONT MID GAIN
–10 dB tot +10 dB (1 dB stappen)
FRONT MID FREQUENCY
198 Hz tot 10 kHz (37 stappen)
FRONT MID BANDWIDTH
WIDE, MID, NARR
FRONT TREBLE GAIN
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
FRONT TREBLE FREQUENCY
1,0 kHz tot 10 kHz (in 23 stappen)
CENTER BASS GAIN
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
CENTER BASS FREQUENCY
99 Hz tot 1,0 kHz (in 21 stappen)
CENTER MID GAIN
–10 dB tot +10 dB (1 dB stappen)
CENTER MID FREQUENCY
198 Hz tot 10 kHz (37 stappen)
CENTER MID BANDWIDTH
WIDE, MID, NARR
CENTER TREBLE GAIN
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
CENTER TREBLE FREQUENCY
1,0 kHz tot 10 kHz (in 23 stappen)
SURROUND BASS GAIN
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
SURROUND BASS FREQUENCY
99 Hz tot 1,0 kHz (in 21 stappen)
SURROUND TRE. GAIN
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
SURROUND TRE. FREQUENCY
1,0 kHz tot 10 kHz (in 23 stappen)
SURR BACK BASS GAIN
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
SURR BACK BASS FREQUENCY
99 Hz tot 1,0 kHz (in 21 stappen)
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
SURR BACK TRE. FREQUENCY
1,0 kHz tot 10 kHz (in 23 stappen)
wordt vervolgd
Aanvullende informatie
SURR BACK TRE. GAIN
41
83NL
Tabel voor de instellingen met de SURROUND, LEVEL, EQ en SET UP toetsen
(vervolg)
Druk op
Druk op
SET UP
FRONT SP
of
om te kiezen voor Draai aan de instelknop om te kiezen voor
LARGE, SMALL
CENTER SP
LARGE, SMALL, NO
SURROUND SP
LARGE, SMALL, NO
SURR BACK SP
LARGE, SMALL, NO
SURR BACK L/R
YES, NO
SUB WOOFER
YES, NO
FRONT
1,0 meter tot 12,0 meter (in stappen van 0,1 meter)
CENTER
1,0 meter tot 12,0 meter (in stappen van 0,1 meter)
SURROUND
1,0 meter tot 12,0 meter (in stappen van 0,1 meter)
SURR BACK
1,0 meter tot 12,0 meter (in stappen van 0,1 meter)
SUB WOOFER
1,0 meter tot 12,0 meter (in stappen van 0,1 meter)
S.W PHASE
NORMAL, REVERSE
DISTANCE UNIT
meter, feet
SURR POSI.
SIDE, MIDDLE, BEHIND
SURR HEIGHT
HIGH, LOW
SURR BACK HGT.
HIGH, LOW
FRONT SP > 1)
40 Hz tot 200 Hz (in stappen van 10 Hz)
CENTER SP > 1)
40 Hz tot 200 Hz (in stappen van 10 Hz)
SURROUND SP > 1)
40 Hz tot 200 Hz (in stappen van 10 Hz)
SURR BACK SP > 1)
40 Hz tot 200 Hz (in stappen van 10 Hz)
LFE HIGH CUT >
40 Hz tot 200 Hz (in stappen van 10 Hz)
6.1CH DECODING
AUTO, ON, OFF
MULTI CH 1/2
NONE (geen), alle geluidsbronnen (behalve
TUNER en PHONO)
D.POWER
AUTO OFF, ALWAYS ON
V.POWER
AUTO OFF, ALWAYS ON
S.FIELD LINK
ON, OFF
DECODE FORMAT
AUTO, PCM
AUTO FUNCTION
ON, OFF
2 WAY REMOTE
ON, OFF
COMMAND MODE
AV1, AV2
T.TONE
NORMAL, PHASE NOISE, PHASE AUDIO
COLOR SYSTEM
PAL, NTSC
OSD
COLOR, MONOCHROME
OSD H.POSITION
0 tot 64 (in stappen van 1)
OSD V.POSITION
0 tot 32 (in stappen van 1)
1) Alleen wanneer voor de luidsprekers “SMALL” is gekozen.
84NL
Pagina
19
50
Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden
De bijgeleverde SURROUND parameters worden voor elk klankbeeld afzonderlijk vastgelegd.
De bijgeregelde LEVEL luidsprekerniveau-parameters gelden voor alle klankbeelden.
<
SURROUND
2CH
2CH
DECODING MODE
EFFECT
LEVEL
WALL
TYPE
>
REVERB FRONT SCREEN VIRTUAL
SUR.
BASS/
TIME REVERB DEPTH SPEAKERS ENHANCER TREBLE
z
2CH
AUTO
z
NORMAL SURROUND
ON
z
CINEMA STUDIO EX A
z
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX B
z
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX C
z
z
z
z
z
z
z
SEMI C.STUDIO EX A
z
z
z
z
z
z
z
SEMI C.STUDIO EX B
z
z
z
z
z
z
z
SEMI C.STUDIO EX C
z
z
z
z
z
z
NIGHT THEATER
z
z
z
z
z
z
MONO MOVIE
z
z
z
z
z
z
STEREO MOVIE
z
z
z
z
z
z
V.MULTI DIMENSION
z
z
z
VIRTUAL MULTI REAR
z
z
z
V.SEMI M.DIMENSION
z
z
z
VIRTUAL ENHANCED A
z
z
z
VIRTUAL ENHANCED B
z
z
D.CONCERT HALL A
z
z
z
z
z
D.CONCERT HALL B
z
z
z
z
z
CHURCH
z
z
z
z
z
z
OPERA HOUSE
z
z
z
z
z
z
JAZZ CLUB
z
z
z
z
z
z
DISCO/CLUB
z
z
z
z
z
z
LIVE HOUSE
z
z
z
z
z
z
ARENA
z
z
z
z
z
z
STADIUM
z
z
z
z
z
z
GAME
z
z
z
z
z
z
A.F.D.
z
z
z
Aanvullende informatie
z
z
HEADPHONE (2CH)
HEADPHONE (DIRECT)
HEADPHONE (MULTI 1/2)
HEADPHONE THEATER
z
z
z
z
MULTI CH IN 1
MULTI CH IN 2
2CH ANALOG DIRECT
PCM96K (meer dan 48 kHz)
wordt vervolgd
85NL
Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden (vervolg)
<
LEVEL
FRONT
BAL
2CH
z
z
z
A.F.D.
z
z
z
z
z
z
z
z
z
NORMAL SURROUND
z
z
z
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX A
z
z
z
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX B
z
z
z
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX C
z
z
z
z
z
z
z
z
z
SEMI C.STUDIO EX A
z
z
z
z
z
SEMI C.STUDIO EX B
z
z
z
z
z
SEMI C.STUDIO EX C
z
z
z
z
z
NIGHT THEATER
z
z
z
z
z
z
z
z
z
MONO MOVIE
z
z
z
z
z
z
z
z
z
STEREO MOVIE
z
z
z
z
z
z
z
z
z
V.MULTI DIMENSION
z
z
z
z
z
z
z
z
z
VIRTUAL MULTI REAR
z
z
z
z
z
z
z
z
z
V.SEMI M.DIMENSION
z
z
z
z
z
VIRTUAL ENHANCED A
z
z
z
z
z
VIRTUAL ENHANCED B
z
z
z
z
z
D.CONCERT HALL A
z
z
z
z
z
z
z2)
z
z
D.CONCERT HALL B
z
z
z
z
z
z
z2)
z
z
CHURCH
z
z
z
z
z
z
z2)
z
z
OPERA HOUSE
z
z
z
z
z
z
z2)
z
z
JAZZ CLUB
z
z
z
z
z
z
z2)
z
z
DISCO/CLUB
z
z
z
z
z
z
z
z
z
LIVE HOUSE
z
z
z
z
z
z
z2)
z
z
ARENA
z
z
z
z
z
z
z2)
z
z
STADIUM
z
z
z
z
z
z
z2)
z
z
GAME
z
z
z
z
z
z
z
z
z
HEADPHONE (2CH)
z
HEADPHONE (DIRECT)
z
HEADPHONE (MULTI 1/2)
z
HEADPHONE THEATER
z
MULTI CH IN 1
z
z
z
z
MULTI CH IN 2
z
z
z
z
2CH ANALOG DIRECT
z
PCM96K (meer dan 48 kHz)
z
1)
86NL
>
SURR SURR BACK CENTER SURR SURR BACK S. WOOFER LFE D.RANGE
BAL
BAL
LEVEL LEVEL LEVEL
LEVEL MIX1) COMP1)
z
z
z
z
z
Deze parameters kunnen niet altijd instelbaar zijn of niet altijd het gewenste effect hebben, afhankelijk van de
geluidsbron. Zie voor nadere bijzonderheden de gedetailleerde beschrijving onder “Aanpassen van de
luidsprekerniveau-parameters” (op blz. 39).
2)
Bij gebruik van deze klankbeelden zal de lagetonen-luidspreker geen geluid geven als er voor het formaat van de
voorluidsprekers “LARGE” is gekozen. Alleen bij weergave van digitale ingangssignalen met een apart L.F.E.
ultralaag-signaal zal de lagetonen-luidspreker wel geluid geven.
<
EQ
<
BASS
GAIN
BASS
FREQ
2CH
z
A.F.D.
z
NORMAL SURROUND
>
>
TREBLE TREBLE
GAIN
FREQ
MID
SLOPE
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX A
z
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX B
z
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX C
z
z
z
z
z
z
z
SEMI C.STUDIO EX A
z
z
z
z
z
z
z
SEMI C.STUDIO EX B
z
z
z
z
z
z
z
SEMI C.STUDIO EX C
z
z
z
z
z
z
z
NIGHT THEATER
z
z
z
z
z
z
z
MONO MOVIE
z
z
z
z
z
z
z
STEREO MOVIE
z
z
z
z
z
z
z
V.MULTI DIMENSION
z
z
z
z
z
z
z
VIRTUAL MULTI REAR
z
z
z
z
z
z
z
V.SEMI M.DIMENSION
z
z
z
z
z
z
z
VIRTUAL ENHANCED A
z
z
z
z
z
z
z
VIRTUAL ENHANCED B
z
z
z
z
z
z
z
D.CONCERT HALL A
z
z
z
z
z
z
z
D.CONCERT HALL B
z
z
z
z
z
z
z
CHURCH
z
z
z
z
z
z
z
OPERA HOUSE
z
z
z
z
z
z
z
JAZZ CLUB
z
z
z
z
z
z
z
DISCO/CLUB
z
z
z
z
z
z
z
LIVE HOUSE
z
z
z
z
z
z
z
ARENA
z
z
z
z
z
z
z
STADIUM
z
z
z
z
z
z
z
GAME
z
z
z
z
z
z
z
HEADPHONE (2CH)
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
Aanvullende informatie
MID
GAIN
FRONT
MID
FREQ
HEADPHONE (DIRECT)
HEADPHONE (MULTI 1/2)
HEADPHONE THEATER
MULTI CH IN 1/2
2CH ANALOG DIRECT
PCM96K (meer dan 48 kHz)
wordt vervolgd
87NL
Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden (vervolg)
<
EQ
<
BASS
GAIN
BASS
FREQ
A.F.D.
z
NORMAL SURROUND
z
CINEMA STUDIO EX A
>
MID
GAIN
CENTER
MID
FREQ
>
TREBLE TREBLE
GAIN
FREQ
MID
SLOPE
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX B
z
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX C
z
z
z
z
z
z
z
SEMI C.STUDIO EX A
z
z
z
z
z
z
z
SEMI C.STUDIO EX B
z
z
z
z
z
z
z
SEMI C.STUDIO EX C
z
z
z
z
z
z
z
NIGHT THEATER
z
z
z
z
z
z
z
MONO MOVIE
z
z
z
z
z
z
z
STEREO MOVIE
z
z
z
z
z
z
z
V.MULTI DIMENSION
z
z
z
z
z
z
z
VIRTUAL MULTI REAR
z
z
z
z
z
z
z
V.SEMI M.DIMENSION
z
z
z
z
z
z
z
VIRTUAL ENHANCED A
z
z
z
z
z
z
z
VIRTUAL ENHANCED B
z
z
z
z
z
z
z
D.CONCERT HALL A
z
z
z
z
z
z
z
D.CONCERT HALL B
z
z
z
z
z
z
z
CHURCH
z
z
z
z
z
z
z
OPERA HOUSE
z
z
z
z
z
z
z
JAZZ CLUB
z
z
z
z
z
z
z
DISCO/CLUB
z
z
z
z
z
z
z
LIVE HOUSE
z
z
z
z
z
z
z
ARENA
z
z
z
z
z
z
z
STADIUM
z
z
z
z
z
z
z
GAME
z
z
z
z
z
z
z
2CH
HEADPHONE (2CH)
HEADPHONE (DIRECT)
HEADPHONE (MULTI 1/2)
HEADPHONE THEATER
MULTI CH IN 1/2
2CH ANALOG DIRECT
PCM96K (meer dan 48 kHz)
88NL
<
EQ
<
BASS
GAIN
>
SURROUND/SURROUND BACK
BASS
TREBLE
FREQ
GAIN
>
TREBLE
FREQ
2CH
A.F.D.
z
z
z
z
NORMAL SURROUND
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX A
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX B
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX C
z
z
z
z
NIGHT THEATER
z
z
z
z
MONO MOVIE
z
z
z
z
STEREO MOVIE
z
z
z
z
V.MULTI DIMENSION
z
z
z
z
VIRTUAL MULTI REAR
z
z
z
z
D.CONCERT HALL A
z
z
z
z
D.CONCERT HALL B
z
z
z
z
CHURCH
z
z
z
z
OPERA HOUSE
z
z
z
z
JAZZ CLUB
z
z
z
z
DISCO/CLUB
z
z
z
z
LIVE HOUSE
z
z
z
z
ARENA
z
z
z
z
STADIUM
z
z
z
z
GAME
z
z
z
z
SEMI C.STUDIO EX A
SEMI C.STUDIO EX B
SEMI C.STUDIO EX C
V.SEMI M.DIMENSION
VIRTUAL ENHANCED A
VIRTUAL ENHANCED B
Aanvullende informatie
HEADPHONE (2CH)
HEADPHONE (DIRECT)
HEADPHONE (MULTI 1/2)
HEADPHONE THEATER
MULTI CH IN 1/2
2CH ANALOG DIRECT
PCM96K (meer dan 48 kHz)
89NL