Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag
u de ventilatie-openingen van het apparaat niet
afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d.
Plaats nooit een brandende kaars bovenop het
apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u nooit een met vloeistof gevuld
voorwerp, zoals een vaas, een glas of beker op het
apparaat zetten.
Gooi de batterij niet weg maar
lever daze in als klein chemisch
afval KCA.
Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten
ruimte zoals een boekenkast of een inbouwkast.
Deze stereo-installatie is voorzien van Dolby* Digital
en Pro Logic Surround akoestiek en het DTS**
Digital Surround akoestieksysteem.
* Onder licentie van Dolby Laboratories.
De namen “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbele-D
symbool zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
** “DTS” en “DTS Digital Surround” zijn
gedeponeerde handelsmerken van Digital Theater
Systems, Inc.
2NL
Inhoudsopgave
Directe afstemming ............................. 30
Automatische afstemming ................... 31
Geheugenafstemming .......................... 31
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)2) .......................................... 33
Lijst van bedieningstoetsen
en referentiepagina’s
Hoofdtoestel .......................................... 5
Aansluiten van de apparatuur
Andere bedieningsfuncties
Vereiste aansluitsnoeren ........................ 6
Aansluiten van de antennes ................... 7
Aansluiten van audio-apparatuur ........... 8
Aansluiten van video-apparatuur ........... 9
Aansluiten van digitale apparatuur ...... 10
Meerkanaals-ingangsaansluitingen1) .... 11
Andere aansluitingen ........................... 12
Aansluiten en opstellen van
de luidsprekers
Naamgeving van voorkeurzenders en
beeld/geluidsbronnen .................... 35
Opnemen ............................................. 35
Automatisch uitschakelen met de
sluimerfunctie ................................ 36
Instellingen met de SET UP toets ........ 36
Gebruik van de
afstandsbediening RM-PP5063)
Voor u de afstandsbediening gebruikt ... 38
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen ............. 38
Kies de werkingsstand van de
afstandsbediening .......................... 41
Afstandsbediening programmeren ...... 42
Luidspreker-aansluitingen ................... 13
Voorbereidingen treffen voor
weergave ....................................... 15
Luidspreker-opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek ... 15
Controleren van de aansluitingen ........ 20
Basisbediening
Gebruik van de
afstandsbediening RM-U3064)
Keuze van het weergave-apparaat ....... 21
Keuze van de aanduidingen in het
uitleesvenster ................................. 22
Voor u de afstandsbediening gebruikt ... 45
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen ............. 45
Aanpassen van de fabrieksinstellingen
van de componentkeuzetoetsen ..... 48
Genieten van Surround Sound
akoestiek
Ingangsaudiosignaal automatisch
decoderen ...................................... 23
Keuze van een klankbeeld ................... 23
Alleen met de voorluidsprekers
(2-kanaals Stereo) .......................... 25
Multikanaals stereo-geluid
(Dolby Pro Logic II) ...................... 25
Betekenis van de meerkanaals
Surround aanduidingen ................. 26
Bijregelen van de klankbeelden .......... 27
Radio-ontvangst
Automatisch voorinstellen van FM
zenders in alfabetische volgorde
(AUTOBETICAL)2) ...................... 30
NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ......................... 49
Verhelpen van storingen ...................... 49
Technische gegevens ........................... 52
Tabel voor de instellingen met de
SURR, LEVEL, SET UP,
BASS en TREBLE toetsen ........... 54
Instelbare parameters voor elk van de
klankbeelden ................................. 55
1)
2)
3)
4)
Alleen voor de STR-DE585 en STR-DE485.
Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK.
Alleen voor de STR-DE585 met landcode CA.
Uitgezonderd de STR-DE585 met landcode CA.
3NL
Betreffende deze
gebruiksaanwijzing
Betreffende de bijgeleverde
afstandsbediening
De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor de
modellen STR-DE585, STR-DE485E en
STR-DE485. Controleer uw modelnummer, dat
rechtsonder op het voorpaneel staat vermeld. De
afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing tonen het
model STR-DE585, tenzij er bij de afbeelding een
ander modelnummer staat aangegeven. Verschillen in
bediening tussen de modellen worden in de tekst
duidelijk aangegeven, als bijvoorbeeld “alleen bij de
STR-DE485E”.
Voor de RM-PP506 (Alleen voor de
STR-DE585 modellen met landcode CA)
De VIDEO 3, TV/SAT, AUX, PHONO,
AUDIO SPLIT, NIGTH MODE, EQ/TONE,
ON SCREEN, /10, /11, /12, 3RD, 2ND ROOM
en SOURCE van de afstandsbediening zijn bij
dit model niet te gebruiken.
Voor de RM-U306 (Alleen voor de
STR-DE485E)
Omtrent de landcodes
Over welke uitvoering van dit apparaat u beschikt,
is afleesbaar aan de landcode die staat vermeld
onderaan op het achterpaneel (zoals in de
onderstaande afbeelding).
De MULTI CH toets op de afstandsbediening
is niet beschikbaar.
Demonstratiefunctie
IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
TER
FRONT
R
L
R
L
4-XXX-XXX-XX AA
Landcode
Verschillen in bediening die samenhangen met de
landcode staan in de tekst duidelijk aangegeven,
zoals bijvoorbeeld “alleen voor de modellen met
landcode AA”.
De demonstratiefunctie wordt automatisch
geactiveerd wanneer u het apparaat de eerste
maal inschakelt. Wanneer de demonstratie
begint, verschijnt in het uitleesvenster de
volgende mededeling:
“NOW DEMONSTRATION MODE IF
YOU FINISH DEMONSTRATION
PLEASE PRESS POWER KEY WHILE
THIS MESSAGE APPEARS IN THE
DISPLAY THANK YOU”
Annuleren van de demonstratiefunctie
Tip
De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de
bediening met de toetsen op de tuner/versterker zelf.
U kunt echter ook de toetsen van de bijgeleverde
afstandsbediening gebruiken, met dezelfde of
soortgelijke namen als die op de tuner/versterker.
Voor meer informatie omtrent het gebruik van uw
afstandsbediening, zie
• pagina 38–44 voor RM-PP506 (Alleen voor de
STR-DE585 met landcode CA).
• pagina 45–48 voor RM-U306 (Uitgezonderd de
STR-DE585 met landcode CA).
4NL
Druk op ?/1 om de tuner/versterker uit te
schakelen terwijl bovenstaande mededeling in
het uitleesvenster wordt getoond. De volgende
keer dat u het apparaat inschakelt, zal de
demonstratiefunctie niet geactiveerd worden.
Activeren van de demonstratiefunctie
Houd de SET UP toets ingedrukt en druk dan op
de ?/1 toets om de tuner/versterker in te
schakelen.
Opmerkingenen
• Wanneer de tuner/versterker een demonstratie
geeft, wordt het geheugen gewist. Zie “Het
geheugen van de tuner/versterker wissen” op
blz 15 voor nadere bijzonderheden betreffende
hetgeen er gewist wordt.
• Er is geen geluid wanneer de
demonstratiefunctie is geactiveerd.
• U kunt de demonstratie niet annuleren
wanneer u niet op ?/1 hebt gedrukt terwijl het
bovenstaande bericht zichtbaar was. Om de
demonstratie te annuleren nadat het
bovenstaande bericht is verschenen, drukt u
tweemaal op ?/1 om de demonstratie opnieuw
te activeren. Druk dan op ?/1 terwijl het
bovenstaande bericht zichtbaar is.
Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s
r
Aan de hand van deze pagina vindt u de toetsen en
andere systeemonderdelen die in de tekst vermeld staan.
NAME
8 (35)
R
R
Naam toets/onderdeel Referentiepagina
Hoofdtoestel
ALFABETISCHE VOLGORDE
0–9
2 CH wh (25)
A–D
A.DEC wk (23–25)
AM (Uitgezonderd de modellen
met landcode CEL, CEK) es
(30, 31)
BASS +/– wg (29, 54)
CD ql (21)
CINEMA STUDIO EX A, B, C
9 (23, 24)
Digital Cinema Sound (indicator)
qs (23)
DIMMER ej (22)
DISPLAY 2 (22, 33, 51)
DVD/LD wa (21)
E–L
ENTER wl (35)
FM (Uitgezonderd de modellen
met landcode CEL, CEK) ed
(30, 31)
FM/AM (Alleen voor de modellen
met landcode CEL, CEK) es
(30, 31)
1
23
4
FM MODE (Alleen voor de
modellen met landcode CEL,
CEK) ed, (Uitgezonderd de
modellen met landcode CEL,
CEK) ef (31)
INPUT MODE qg (21)
IR (ontvanger)(Infraroodontvanger) 4 (38, 45, 51)
LEVEL 0 (20, 27, 55)
M
MASTER VOLUME wd (20, 49)
MD/TAPE qj (21)
MEMORY eh (30, 32)
MENU +/– e; (16, 27, 35, 36)
MENU </> ea (16, 27, 35, 36)
MODE wj (24, 50)
MULTI CHANNEL DECODING
(indicator) (Uitgezonderd de
STR-DE485E) 7 (21)
MULTI CH IN (Uitgezonderd de
STR-DE485E) qf (21)
MUTING wf (21, 49)
PRESET/PTY SELECT +/–
(Alleen voor de modellen met
landcode CEL, CEK) 3 (32, 33)
PRESET TUNING +/–
(Uitgezonderd de modellen met
landcode CEL, CEK) 3 (32, 53)
PTY (Alleen voor de modellen
met landcode CEL, CEK) ef
(33)
SET UP 6 (4, 16, 36, 54)
SHIFT eg (32)
SLEEP (Aleen voor de
STR-DE485E) qf (36)
SURR qd (27, 54)
Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s
Illustratienummer
Gebruik van deze pagina
T–Z
TREBLE +/– qh (29, 54)
TUNER ws (21, 30-32, 35)
TUNING +/– 5 (31)
Uitleesvenster qa (22)
VIDEO 1 qk (21)
VIDEO 2 w; (21)
TOETSBESCHRIJVING
N–S
NAME 8 (35)
PHONES (aansluiting)
(Hoofdtelefoon-aansluiting) ek
(21)
5
`/1 (Aan/uit-schakelaar) 1
(4, 15, 20, 29, 30, 53)
6 7 8 90 qa qs qdqf qg qh qjqkqlw; waws
g
ek
ej
eh eg ef ed es ea e; wl wk wj wh
wg
wf
wd
5NL
Aansluiten van de apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren
A Audio-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
wit (L)
rood (R)
wit (L)
rood (R)
B Audio/video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
geel (video)
wit (audio links)
rood (audio rechts)
geel (video)
wit (audio links)
rood (audio rechts)
C Video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
geel (video)
geel (video)
D Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd)
zwart
zwart
E Digitale coaxiaalkabel (niet bijgeleverd)
oranje
oranje
F Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd)
zwart
zwart
Alvorens met aansluiten te beginnen
• Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan.
• Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde
zijn.
• Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen.
• Let bij het aansluiten van de audio/videosnoeren op dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de gele
stekkers aan op de gele stekkerbussen (voor het videosignaal); witte stekkers op witte stekkerbussen
(voor het linker audiokanaal) en rode stekkers op rode stekkerbussen (voor het rechter kanaal).
• Steek bij het aansluiten van optisch digitale kabels de stekkers recht in tot ze vastklikken.
• Let op dat de optisch digitale kabel niet geknikt of verwrongen wordt.
6NL
Aansluiten van de antennes
FM draadantenne*
(bijgeleverd)
ANTENNA
DIGITAL
OPTICAL
VIDEO 2
IN
MONITOR
AM
VIDEO IN
VIDEO IN
VIDEO OUT
VIDEO IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
DVD/LD
IN
Aansluiten van de apparatuur
AM kaderantenne
(bijgeleverd)
COAXIAL
L
AUDIO OUT
L
CENTER
R
R
FRONT SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
IN
CD
OUT
IN
AUDIO IN
AUDIO IN
MD / TAPE DVD// LD VIDEO 2
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 1
SUB
WOOFER
* De vorm van de aansluitstekker kan ietwat verschillen afhankelijk van de landcode.
Na het aansluiten van de
antenne
• Om het oppikken van stoorsignalen te
voorkomen, mag u de AM kaderantenne niet te
dicht bij de tuner/versterker of andere
apparatuur zetten.
• Strek de FM draadantenne zo ver mogelijk uit.
• Na het aansluiten van de FM draadantenne legt
of hangt u deze zo horizontaal mogelijk.
7NL
Aansluiten van audio-apparatuur
Minidisc-recorder/
cassettedeck
INPUT OUTPUT
LINE
LINE
L
A
A
ç
R
ç
OUT
IN
ANTENNA
DIGITAL
OPTICAL
VIDEO 2
IN
MONITOR
AM
VIDEO IN
VIDEO IN
VIDEO OUT
VIDEO IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
DVD/LD
IN
COAXIAL
L
AUDIO OUT
L
CENTER
R
R
FRONT SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
IN
OUT
A
OUTPUT
LINE
L
R
CD-speler
8NL
IN
AUDIO IN
AUDIO IN
MD// TAPE DVD// LD VIDEO 2
CD
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 1
SUB
WOOFER
Aansluiten van video-apparatuur
Aansluiten van de apparatuur
DVD of laserdiscvideospeler
OUTPUT
AUDIO OUT
L
R
VIDEO
OUT
B
ANTENNA
DIGITAL
OPTICAL
VIDEO 2
IN
MONITOR
AM
VIDEO IN
VIDEO IN
VIDEO OUT
VIDEO IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
DVD/LD
IN
COAXIAL
L
AUDIO OUT
L
CENTER
R
SUB
WOOFER
IN
CD
MULTI CH IN
IN
AUDIO IN
AUDIO IN
Ç
Ç
OUT
IN
B
B
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 1
SUB
WOOFER
IN
C
B
INPUT OUTPUT
OUTPUT
TV-tuner,
satellietontvanger of
videorecorder
OUT
MD / TAPE DVD// LD VIDEO 2
Ç
R
FRONT SURROUND
VIDEO
OUT
VIDEO
IN
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
AUDIO
IN
AUDIO
OUT
INPUT
VIDEO
IN
L
L
R
R
Videorecorder
TV of videomonitor
Omtrent de videoaansluitingen
U kunt de audio-uitgangsaansluitingen van uw
TV-toestel verbinden met de VIDEO 2 AUDIO
IN stekkerbussen van de tuner/versterker, om
het geluid van de TV weer te geven met een
akoestiekeffect naar keuze. In dit geval mag u
de video-uitgangsaansluiting van het TVtoestel niet verbinden met de VIDEO 2 VIDEO
IN stekkerbus van de tuner/versterker. Als u
een aparte TV-tuner (of satelliet-ontvanger)
aansluit, verbind dan de audio- en videouitgangen daarvan beide met de tuner/
versterker zoals aangegeven in bovenstaand
aansluitschema.
9NL
Aansluiten van digitale apparatuur
U kunt de digitale uitgangsaansluitingen van uw DVD videospeler of satelliet-ontvanger (enz.)
verbinden met de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/versterker, om thuis te genieten van
een indrukwekkend bioscoopgeluid met meerkanaals Surround akoestiek. Om deze meerkanaals
Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers,
twee surround-luidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker.
Daarnaast kunt u tevens een laserdisc-speler met een RF OUT stekkerbus aansluiten via een RF
demodulator, zoals de Sony MOD-RF1 (niet bijgeleverd).
Opmerkingen
• U kunt de DOLBY DIGITAL RF OUT stekkerbus van een laserdisc-speler niet rechtstreeks aansluiten op de
digitale ingangen van deze tuner/versterker. De RF uitgangssignalen moeten eerst worden omgezet in optische of
coaxiale digitale signalen. Zie voor nadere bijzonderheden de beschrijving onder “Verhelpen van storingen” op
blz. 49.
• Alle OPTICAL en COAXIAL aansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 96 kHz, 48 kHz,
44,1 kHz en 32 kHz.
TV-tuner, satellietontvanger OUTPUT
of DVDvideospeler*
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
DIGITAL
OPTICAL
R
D
B
ANTENNA
DIGITAL
OPTICAL
VIDEO 2
IN
MONITOR
AM
VIDEO IN
VIDEO IN
VIDEO OUT
VIDEO IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
DVD/LD
IN
COAXIAL
L
AUDIO OUT
L
CENTER
R
R
FRONT SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
IN
CD
OUT
IN
AUDIO IN
AUDIO IN
MD / TAPE DVD// LD VIDEO 2
E
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 1
SUB
WOOFER
B
OUTPUT
OUTPUT
DIGITAL
COAXIAL
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
L
R
DVD of laserdiscvideospeler (enz.)*
* Hiervoor kunt u naar keuze coaxiale of optische aansluitingen maken. Wij willen u aanraden coaxiale
NL aansluitingen te gebruiken, liever dan optische aansluitingen.
10
Meerkanaals-ingangsaansluitingen
Alleen op de STR-DE585 en STR-DE485
Om de meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig
(twee voorluidsprekers, twee surround-luidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale
lagetonenluidspreker. Zie de gebruiksaanwijzing van uw DVD videospeler, meerkanaalsdecodeereenheid e.d. voor nadere bijzonderheden over de vereiste meerkanaals aansluitingen.
Opmerkingen
• Wanneer u de hieronder aangegeven aansluitingen maakt, kunt u het geluidsniveau van de akoestiekluidsprekers
en de lagetonen-luidspreker instellen op uw DVD videospeler of meerkanaals-decodeereenheid.
• Zie blz. 13 voor nadere bijzonderheden over het aansluiten van de luidsprekers.
Aansluiten van de apparatuur
Alhoewel deze tuner/versterker is uitgerust met een eigen meerkanaals-decodeertrap, is hij tevens
voorzien van een compleet stel meerkanaals-ingangsaansluitingen. Via deze ingangen kunt u
genieten van meerkanaals akoestiekweergave van andere geluidsbronnen dan alleen Dolby Digital of
DTS gecodeerd materiaal. Als uw DVD videospeler beschikt over meerkanaals-uitgangen, kunt u
deze rechtstreeks aansluiten op deze tuner/versterker, om te luisteren naar de geluidsweergave via de
meerkanaals-decodeertrap van de DVD videospeler. Bovendien kunt u op de meerkanaals-ingangen
desgewenst ook een externe meerkanaals-decodeereenheid aansluiten.
ANTENNA
DIGITAL
OPTICAL
VIDEO 2
IN
MONITOR
AM
VIDEO IN
VIDEO IN
VIDEO OUT
VIDEO IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
DVD/LD
IN
COAXIAL
L
AUDIO OUT
L
CENTER
R
R
FRONT SURROUND
SUB
WOOFER
IN
CD
MULTI CH IN
A A F
OUT
IN
AUDIO IN
AUDIO IN
MD / TAPE DVD// LD VIDEO 2
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 1
SUB
WOOFER
F
L
CENTER
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH OUT
DVD videospeler, meerkanaalsdecodeereenheid, enz.
11NL
Andere aansluitingen
SPEAKERS
SURROUND
R
L
R
IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
CENTER
L
FRONT
R
L
R
L
b
Naar een stopcontact
Netsnoer
Instellen van de
spanningskiezer
Aansluiten van het netsnoer
Als uw tuner/versterker is voorzien van een
spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel,
controleer dan of deze spanningskiezer juist
staat ingesteld op de plaatselijke netspanning.
Zo niet, dan zet u de spanningskiezer met
behulp van een schroevendraaier in de juiste
stand, voordat u de stekker in het stopcontact
steekt.
VOLTAGE SELECTOR
120V
12NL
240V
220V
Alvorens u de netsnoerstekker van deze tuner/
versterker in het stopcontact steekt, dient u
eerst alle luidsprekers aan te sluiten op de
tuner/versterker (blz. 13).
Sluit de netsnoeren van uw audio/videoapparatuur aan op een gewoon
wandstopcontact.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Luidspreker-aansluitingen
Vereiste aansluitsnoeren
A Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd)
(+)
(–)
(–)
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
(+)
B Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd)
zwart
zwart
Actieve lagetonenluidspreker
Rechter
voorluidspreker
Linker
voorluidspreker
E
E
INPUT
AUDIO
IN
e
B
A
e
A
MONITOR
VIDEO OUT
SPEAKERS
SURROUND
R
L
IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
CENTER
FRONT
R
L
R
L
AUDIO OUT
R
SUB
WOOFER
L
A
E
A
e E
Rechter surroundluidspreker
A
e E
Linker surroundluidspreker
e
Middenluidspreker
wordt vervolgd
13NL
Luidspreker-aansluitingen (vervolg)
Opmerkingen
• Aan de luidsprekerkant stript u ongeveer 10 mm
van de isolatie van het snoer en draait u de
kerndraden ineen. Let bij elk snoer op dat u de
draden niet verwisselt: sluit + aan op + en – op –.
Als de draden verwisseld worden, zal bij weergave
de positie van de muziekinstrumenten onduidelijk
zijn, terwijl de lage tonen grotendeels zullen
ontbreken.
• Als u luidsprekers gebruikt met een relatief gering
maximaal ingangsvermogen, stel dan de
geluidssterkte erg voorzichtig in, om overbelasting
van de luidsprekers te vermijden.
Om kortsluiting van de
luidsprekers te voorkomen
Kortsluiting in de luidsprekercircuits kan
schade aan de tuner/versterker veroorzaken.
Om dit te voorkomen, dient u bij het aansluiten
van de luidsprekers de volgende aanwijzingen
in acht te nemen.
Zorg ervoor dat het gestripte uiteinde van
elke luidsprekerkabel niet in contact komt
met een andere luidsprekeraansluiting, het
gestripte uiteinde van een andere
luidsprekerkabel noch metalen onderdelen
van de receiver.
Onjuist aangesloten
luidsprekersnoeren
De gestripte uiteinden van de
luidsprekerdraden raken elkaar, omdat er
teveel van de isolatie is verwijderd.
Na het aansluiten van alle
geluidsbronnen, luidsprekers en het
netsnoer dient u voor het gebruik
eerst een testtoon weer te geven om
te controleren of alle luidsprekers
naar behoren zijn aangesloten.
Nadere aanwijzingen voor het
weergeven van een testtoon vindt u
op bladzijde 20.
Als een van de luidsprekers geen geluid geeft
bij weergave van de testtoon of als het geluid
klinkt via een andere luidspreker dan er op de
tuner/versterker wordt aangegeven, kan er
kortsluiting zijn in de luidsprekeraansluitingen. In dat geval dient u de
aansluitingen van de luidsprekers nog eens te
controleren.
Voorkom beschadiging van
de luidsprekers
Zorg ervoor dat u het volume dicht zet alvorens
de tuner/versterker af te zetten. Bij het afzetten
van de tuner/versterker blijft de volumeinstelling immers behouden.
De draad van een luidsprekersnoer raakt
een andere aansluitklem.
14NL
Voorbereidingen treffen
voor weergave
Tip
Om de geluidsweergave tijdens het instellen te
kunnen controleren (voor de best klinkende
instellingen) dient u eerst te zorgen dat alle
aansluitingen in orde zijn (blz. 20).
Het geheugen van de tuner/
versterker wissen
Voor het eerste gebruik van de tuner/versterker
of wanneer u het geheugen van het apparaat
wilt wissen, gaat u als volgt te werk.
Overigens is dit wissen niet nodig als er
automatisch een demonstratie begint wanneer u
het apparaat inschakelt.
1 Schakel de tuner/versterker uit.
2 Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar
5 seconden lang ingedrukt.
Een demonstratie van de mogelijkheden
begint (blz. 4) en al de volgende elementen
worden gewist of in de uitgangsstand
teruggesteld:
• Alle vastgelegde voorkeurzenders
verdwijnen uit het geheugen.
• Alle klankbeeldparameters worden
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
• Alle vastgelegde namen (van de
voorkeurzenders en andere
geluidsbronnen) worden gewist.
• Alle instellingen die zijn gemaakt met
de SET UP toets keren terug naar de
fabrieksinstellingen.
• De klankbeelden die zijn gekozen voor
afzonderlijke weergavebronnen en
voorkeurzenders verdwijnen uit het
geheugen.
• De centrale geluidssterkte wordt
teruggesteld op VOL MIN.
Alvorens u de tuner/versterker in gebruik
neemt, dient u met de SET UP toets bepaalde
instellingen aan te passen aan de configuratie
van uw stereo-installatie. Zie voor de instelbare
parameters de tabel op blz. 54. Zie verder blz.
16 t/m 20 voor de luidspreker-instellingen en
blz. 36 en 37 voor de andere instellingen.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de
tuner/versterker hebt ingeschakeld, dient u het
geheugen van het apparaat te wissen.
Vervolgens kiest u de luidspreker-instellingen
(formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere
voorbereidingen die nodig zijn voor weergave.
Mogelijke voorbereidingen
voor weergave
Luidspreker-opstelling
voor meerkanaals
Surround akoestiek
Voor de beste, ruimtelijk klinkende
akoestiekweergave zouden alle luidsprekers in
principe op gelijke afstand van uw luisterplaats
(A) moeten staan.
Deze tuner/versterker biedt u echter de
mogelijkheid de middenluidspreker tot
ongeveer 1,5 meter (5 voet) dichterbij te zetten
(B) en de surround-luidsprekers tot ongeveer
4,5 meter (15 voet) dichterbij (C) uw
luisterplaats.
Bovendien kunnen de voorluidsprekers zowel
dichterbij als verderaf gezet worden, van 1,0 tot
12,0 meter (3 tot 40 voet) van uw luisterplaats
(A).
U kunt kiezen of u de surround-luidsprekers
achter uw luisterplaats wilt zetten of aan
weerszijden er naast, afhankelijk van de vorm
van uw kamer, e.d.
Met de surround-luidsprekers naast uw luisterplaats
B
A
A
45°
C
C
90°
20°
wordt vervolgd
15NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
Met de surround-luidsprekers achter uw luisterplaats
Tip
De micro-satellietluidspreker (MICRO SP.) is
geprogrammeerd met het oog op een optimale
geluidsbalans. Kies MICRO SP. wanneer u gebruik
maakt van Sony micro-satellietluidsprekers.
Wearschuwing
B
A
A
45°
C
C
Wanneer u gebruik maakt van microsatellietluidsprekers en het luidsprekerformaat is
ingesteld op “LARGE”, kunt u eventueel niet de
juiste geluidsinstelling verkrijgen. Bij hoog volume
kan de luidspreker ook worden beschadigd.
Instellen van de
luidsprekerparameters
90°
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk op MENU of MENU
20°
Opmerking
om in te
stellen op de parameter die u wilt
bijregelen.
Zet de middenluidspreker niet verder van uw
luisterplaats dan de voorluidsprekers.
Normale luidspreker en
micro-satellietluidspreker
Bij gebruik van
3 Druk op
MENU + of MENU – om de
gewenste waarde voor de parameter te
kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch
vastgelegd.
Selecteert u
Normale luidsprekers
NORM. SP.
Micro-satellietluidsprekers
MIRCO SP.
Luidsprekergrootte en lagetonenluidsprekerkeuze zijn vooringesteld op NORM.
SP. Beide kunnen worden gewijzigd door
NORM. SP te selecteren. (pagina 17–18)
Om MICRO SP. te selecteren, zet u het toestel
af en vervolgens weer aan terwijl u LEVEL
ingedrukt houdt. (Ga op dezelfde manier
tewerk om terug te keren naar NORM. SP.)
Wanneer u MICRO SP. selecteert, zijn
luidsprekergrootte en lagetonenluidsprekerkeuze als volgt geconfigureerd:
4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle
bij te regelen parameters naar wens
hebt ingesteld.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
L
C
SL
SW
L
C
R
SR
R
SL
SR
FRONT
SMALL
SL
CENTER
SMALL
SL
SURROUND
SMALL
SUB WOOFER (lagetonen)
YES
16NL
DIST. XX.X m (ft.)**
DIST. XX.X m (ft.)**
Instellingen
Wanneer u MICRO SP. selecteert, kan de
configuratie niet worden gewijzigd.
(SURROUND)
(SUB WOOFER) S.W. XXX
Luidspreker
*
(FRONT)
(CENTER)
Oorspronkelijke
instelling
LARGE*
LARGE*
LARGE*
YES*
5,0 m (16 ft.)**
5,0 m (16 ft.)**
DIST. XX.X m (ft.)**
3,5 m (11 ft.)**
SR
PL. XXX
BEHD.
SR
HGT. XXX
LOW
Deze parameter kan alleen worden ingesteld
wanneer u NORM. SP. selecteert.
** Alleen voor de modellen met landcode U, CA.
x Formaat van de voorluidsprekers
(
L
R
x Formaat van de surround-luidsprekers
( SL SR )
)
• Zijn er grote voorluidsprekers aangesloten die
alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best
voldoen.
• Als u voor de voorluidsprekers de stand
“SMALL” kiest, worden de middenluidspreker
en de surround-luidsprekers ook automatisch
ingesteld op “SMALL” (tenzij u eerder de stand
“NO” hebt gekozen).
x Formaat van de middenluidspreker (
C
)
• Is er een grote middenluidspreker aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kan
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best
voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op “SMALL”, kunt u de
middenluidspreker niet instellen op “LARGE”.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van het middenkanaal
worden overgeheveld naar de voorluidsprekers
(als die op “LARGE” zijn ingesteld) of naar de
aparte lagetonen-luidspreker.*1
• Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan de
stand “NO”. Al het geluid van het middenkanaal
wordt dan weergegeven door de
voorluidsprekers.*2
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van de voorkanalen worden
overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker.
• Zijn er grote surround-luidsprekers aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best
voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op “SMALL”, kunt u de surroundluidsprekers niet instellen op “LARGE”.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van de achterkanalen
worden overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die hier beter op zijn berekend.
• Sluit u geen surround-luidsprekers aan, kies dan
de stand “NO”.*3
Tip
*1–*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro
Logic standen voor de middenkanaal-aanpassing:
*1 NORMAL
*2 PHANTOM
*3 3 STEREO
Tip
Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van
het LARGE of SMALL luidsprekerformaat voor elk
stel luidsprekers of de ingebouwde
akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet
naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als
de lage tonen uit een bepaald kanaal worden
verwijderd, zullen de basverdelingscircuits die
frequenties overbrengen naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die er beter op zijn berekend.
Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate
van richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het
gehele frequentiespectrum van de verschillende
kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt
u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch de stand
“LARGE” kiezen als u de lage tonen ook door die
luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u
grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de
laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers
best “SMALL” kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst,
kiest u dan voor alle luidsprekers de stand “LARGE”.
Wanneer er onvoldoende bass is, kunt u BASS +/–
gebruiken om de lage tonen te versterken. Voor het
regelen van de lage tonen, zie blz. 29.
wordt vervolgd
17NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
x Aanwezigheid van een lagetonenluidspreker ( SW S.W. XXX)
• Als u een lagetonen-luidspreker hebt
aangesloten, stelt u hierbij in op “YES”.
• Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker,
dan stelt u in op “NO”. Dan worden de
basverdelingscircuits ingeschakeld om de
laagste frequenties (LFE signalen) weer te
geven via de andere luidsprekers.
• Om volledig profijt te trekken van de Dolby
Digital basverdelingscircuits willen wij u
aanbevelen om de bovengrensfrequentie voor
de lagetonen-luidspreker zo hoog mogelijk in te
stellen.
x Afstand van de voorluidsprekers
R DIST. XX.X m (ft.))
( L
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de linker of rechter voorluidspreker (afstand A
op pagina 15).
x Afstand van de middenluidspreker
( C DIST. XX.X m (ft.))
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de middenluidspreker. U kunt de afstand van de
middenluidspreker gelijk kiezen aan die van de
voorluidsprekers (afstand A op blz. 15) tot
ongeveer 1,5 meter (5 voet) dichter bij uw
luisterplaats (afstand B op blz. 15).
x Afstand van de surround-luidsprekers
( SL SR DIST. XX.X m (ft.))
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de (linker of rechter) surround-luidspreker. U
kunt de afstand van de surround-luidsprekers
gelijk kiezen aan die van de voorluidsprekers
(afstand A op blz. 15) tot ongeveer 4,5 meter
(15 voet) dichter bij uw luisterplaats (afstand
C op blz. 15).
18NL
Tip
U kunt de weergave van de tuner/versterker
aanpassen aan de plaats van de aangesloten
luidsprekers, door de luidsprekerafstand in te voeren.
Het is echter niet mogelijk de middenluidspreker
verder af te zetten dan de linker en rechter
voorluidsprekers. Bovendien kunt u de
middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter (5 feet)
dichter bij uw luisterplaats zetten dan de
voorluidsprekers.
Evenmin kunt u de surround-luidsprekers verder van
uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En
ook weer niet meer dan 4,5 meter (15 feet) dichterbij.
Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste
opstelling van de luidsprekers niet geschikt is voor de
weergave van akoestiekeffecten.
Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan
de feitelijke afstand, zal het geluid via die
luidspreker(s) met een grotere vertraging worden
weergegeven. Met andere woorden, de luidsprekers
klinken dan verder weg.
Als u bijvoorbeeld de afstandsinstelling van de
middenluidspreker 1 tot 2 meter (3 ~ 6 feet) dichterbij
kiest dan de feitelijke afstand, zal dit een vrij
natuurgetrouw effect geven alsof u zich “in” het
beeldscherm bevindt. En als u geen goed
akoestiekeffect verkrijgt omdat de surroundluidsprekers te dichtbij staan, kunt u door het
verminderen van de luidsprekerafstand (dichterbij
kiezen dan de werkelijke afstand) een dieper
ruimtelijk effect creëren.
Door deze parameters bij te regelen terwijl u
aandachtig naar een geluidsbron luistert, kunt u vaak
een aanzienlijke verbetering in akoestiek
bewerkstelligen. Probeer het maar eens!
x Opstelling van de achterluidsprekers
( SL SR PL. XXX)*
• Stel in op “SIDE” als de plaats van uw surroundluidsprekers valt binnen het zijgebied A.
• Stel in op “MID” als de plaats van uw surroundluidsprekers valt binnen het zijgebied B.
• Stel in op “BEHD.” als uw surround-luidsprekers
helemaal achteraan staan, in het gebied C.
90°
A
A
60°
30°
B
C
B
C
20°
x Hoogte van de surround-luidsprekers
( SL SR HGT. XXX)*
Met deze parameter kunt u de hoogte van uw
surround luidsprekers kiezen voor een correcte
werking van de Digital Cinema Sound surround
modes. Zie de onderstaande afbeelding.
• Stel in op “LOW” als uw surround-luidsprekers
op de grond staan of vrij laag zijn opgehangen,
in het gebied A.
De surround luidsprekerpositieparameter is specifiek
bedoeld voor Digital Cinema Sound modes met
virtuele elementen. Bij deze Digital Cinema Sound
klankbeelden is de luidspreker-opstelling niet zo’n
overheersende factor als bij de andere
akoestiekfuncties. Alle modes met virtuele elementen
veronderstellen dat de surround luidspreker zich
achter de luisterpositie bevindt, maar de presentatie
blijft tamelijk consequent, zelfs met de surround
luidsprekers in een tamelijk grote hoek geplaatst.
Indien de luidsprekers echter vlak naast de
luisterpositie naar de luisteraar toe zijn gericht,
werken de geluidsvelden met virtuele elementen niet
zoals het hoort tenzij de surround
luidsprekerpositieparameter op “PL. SIDE” staat.
Ook dat geldt echter niet in alle gevallen, aangezien
de akoestiek van elke luisterruimte wordt bepaald
door een heel stel variabelen, zodat u misschien wel
betere resultaten bereikt met de “PL. BEHD.” of
“PL. MID” opstelling als de luidsprekers hoog boven
uw luisterplaats hangen, ook al is dat pal ter
weerszijden ervan.
Daarom kunt u wellicht het best een favoriete
geluidsbron met meerkanaals Surround Sound
afspelen en dan goed luisteren welk effect elke
instelling op de uiteindelijke klank heeft, ook al kan
dit wel eens leiden tot een andere instelling dan
hierboven aangegeven onder “Opstelling van de
surround-luidsprekers”. Kies de stand die een fraai
open, ruimtelijk gevoel oplevert, met een zo hecht
mogelijke samenhang tussen het geluid van de
voorluidsprekers en dat van de surround-luidsprekers.
Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen
de verschillende instellingen, kies dan de stand
“PL. BEHD.” en gebruik dan de luidsprekerafstandparameter en de geluidssterkte-instellingen om de
weergave optimaal af te regelen.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Met deze parameter kunt u de installatieplaats
van uw surround luidsprekers kiezen voor een
correcte werking van de Digital Cinema Sound
surround modes. Zie de conderstaande
afbeelding.
Tip
wordt vervolgd
• Stel in op “HIGH” als uw surroundluidsprekers relatief hoog aan de wand hangen,
in het gebied B.
B
B
60
A
A
30
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er voor
het “Formaat van de surround-luidsprekers
( SL SR )” de stand “NO” is gekozen.
19NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
Bijregelen van de
geluidssterkte van de
luidsprekers
Stel alle luidsprekers op een evenredige
geluidssterkte in vanaf uw luisterplaats, met de
afstandsbediening.
Opmerking
Dit apparaat is voorzien van een nieuwe testtoon in de
frequentieband rond 800 Hz, om het instellen van de
luidsprekers te vergemakkelijken.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
versterker in te schakelen.
2 Druk op de TEST TONE toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding “T. TONE” licht op in het
uitleesvenster en dan hoort u de testtoon
achtereenvolgens via elk van de
luidsprekers.
3 Stel nu met de LEVEL parameters de
geluidssterkte zo in dat de testtoon op
uw luisterplaats voor uw gehoor via alle
luidsprekers even luid doorkomt.
Druk op de LEVEL toetsen om de balans en
de geluidssterkte van de luidsprekers naar
wens in te stellen. Nadere bijzonderheden
over het LEVEL instelmenu vindt u op blz.
27 en 28. Tijdens het bijregelen wordt de
testtoon weergegeven door de luidspreker
die u op dat moment bijregelt.
4 Druk weer op de TEST TONE toets om
de testtoon uit te schakelen.
Tip
U kunt ook alle luidsprekers tegelijk harder of zachter
zetten. Draai hiervoor aan de MASTER VOLUME
regelknop van de tuner/versterker of druk op de
MASTER VOL +/– toetsen van de afstandsbediening.
Opmerkingen
• Er kan geen testton worden weergegeven wanneer
de tuner/versterker staat ingesteld op MULTI CH
IN meerkanaals-weergave. (Allen voor de STRDE585 en STR-DE485)
• Tijdens het bijregelen toont het uitleesvenster de
gekozen volumewaarde voor de bijgeregelde
luidsprekers.
20NL
• Ofschoon u deze instellingen ook kunt maken met
de toetsen op het voorpaneel van de tuner/
versterker, via het LEVEL instelmenu (bij weergave
van de testtoon schakelt de tuner/versterker
automatisch over naar het LEVEL instelmenu),
willen wij u toch aanbevelen om zo mogelijk de
hierboven beschreven werkwijze te volgen en de
geluidssterkte bij te regelen met de
afstandsbediening, vanaf uw favoriete luisterplaats.
Controleren van de
aansluitingen
Na het aansluiten van al uw audio/videoapparatuur op de tuner/versterker volgt u de
onderstaande aanwijzingen om te controleren
of alle aansluitingen in orde zijn.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
versterker in te schakelen.
2 Schakel een aangesloten component in
(bijvoorbeeld uw CD-speler of
cassettedeck).
3 Druk op de componentkeuzetoets om
de component te kiezen
(programmabron).
4 Start de weergave van de geluidsbron.
Als u na de bovenstaande handelingen geen
normale geluidsweergave verkrijgt, neem dan
de controlelijst onder “Verhelpen van
storingen” op blz. 49 door en tref de vereiste
maatregelen om het probleem te verhelpen.
Basisbediening
Keuze van het weergaveapparaat
Componentkeuzetoetsenkeuzetoetsen
Kies de stand
Om
OPT IN
In te stellen op de digitale
audiosignalen die via de
DIGITAL OPTICAL
ingangsaansluiting
binnenkomen.
ANALOG
In te stellen op de analoge
audiosignalen die via de
AUDIO IN (L/R)
aansluitingen binnenkomen.
Opmerking
Voor keuze van de
Druk op de
Videorecorder
VIDEO 1 of VIDEO 2
TV-tuner of
satelliet-ontvanger
VIDEO 2
DVD of
laserdisc-videospeler
DVD/LD
Minidisc-recorder
of cassettedeck
MD/TAPE
(Alleen voor de STR-DE585 en
STR-DE485)
CD-speler
CD
Ingebouwde tuner
voor radio-ontvangst
TUNER
Druk op MULTI CH IN om een geluidsbron te
beluisteren die is aangesloten op MULTI CH
IN. Balans en niveau van alle luidsprekers
kunnen worden geregeld. Wanneer deze functie
is aangeschakeld, staan de toon- en
surroundeffecten af.
Na het kiezen van het weergave-apparaat
schakelt u dat apparaat in en start u de weergave.
• Na het kiezen van een videorecorder, DVD
videospeler of laserdisc-speler schakelt u ook
het TV-toestel in en stelt u dat in op weergave
van de gekozen component van de gekozen
component.
INPUT MODE ingangssignaalkeuzetoets
Druk op de INPUT MODE ingangssignaalkeuzetoets om het gewenste audiosignaal te
kiezen voor uw digitale apparatuur.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt het ingangssignaal van het op dat
moment gekozen weergave-apparaat.
Kies de stand
Om
AUTO IN
Voorrang te geven aan de
digitale signalen wanneer er
zowel digitale als analoge
signalen beschikbaar zijn.
Als er geen digitale signalen
zijn, worden de analoge
signalen gekozen.
COAX IN
In te stellen op de digitale
audiosignalen die via de
DIGITAL COAXIAL
ingangsaansluiting
binnenkomen.
Wanneer een digitaal signaal van 96 kHz wordt
ingevoerd, functioneren de toon-, geluidsveld-en
surroundregeling niet.
MULTI CH IN
Basisbediening
Druk op de componentkeuzetoets om de
component te kiezen die u wilt gebruiken.
Meerkanaals-decodeerlampje
(MULTI CHANNEL DECODING)
(Alleen voor de STR-DE585 en
STR-DE485)
Dit indicatorlampje licht op wanneer het
apparaat signalen in een meerkanaals-formaat
aan het decoderen is.
MUTING geluiddempingstoets
Druk op MUTING om het geluid te
onderdrukken. De muting-functie wordt
uitgeschakeld wanneer u het toestel aan of af zet
of MASTER VOLUME rechtsom draait om het
volume te verhogen.
PHONES hoofdtelefoonaansluiting
Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, geven de
luidsprekers geen geluid meer en licht de
aanduiding “SP. OFF” op in het uitleesvenster.
21NL
Keuze van de aanduidingen
in het uitleesvenster
DISPLAY
aanduidingskeuzetoets
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets
drukt, verandert de aanduiding in het
uitleesvenster kringsgewijze als volgt:
Zelf ingevoerde naam van de van de
component* t Gekozen van de component
t Klankbeeld dat vast is gekozen voor deze
component
Bij keuze van de tuner voor radioontvangst
Ingevoerde naam van de voorkeurzender* of
vaste zendernaam** t Afstemfrequentie t
Programmatype-aanduiding** t Radiotekst**
t Juiste tijd** t Klankbeeld dat vast is
gekozen voor deze afstemband of
voorkeurzender
* De ingevoerde naam verschijnt alleen als u zelf een
naam voor deze van de component of
voorkeurzender hebt ingevoerd (blz. 35). De
gekozen naam verschijnt niet als er alleen spaties
zijn ingevoerd of als de naam gelijk is aan die van
de component.
** Deze aanduidingen verschijnen alleen tijdens RDS
ontvangst. (Alleen bij de modellen met landcode
CEL, CEK. Zie blz. 33).
DIMMER
verlichtingskeuzetoets
Druk enkele malen op de DIMMER toets om
de helderheid van het uitleesvenster naar wens
in te stellen (in 3 stappen).
Bij indrukken van een toets echter zal het
uitleesvenster weer even op volle helderheid
oplichten.
22NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
Ingangsaudiosignaal
automatisch decoderen
Druk op A.DEC.
“AUTO DEC.” verschijnt op het display.
Deze stand detecteert automatisch het type
audiosignaal dat wordt ingevoerd (Dolby
Digital, DTS of standaard 2-kanaals stereo) en
staat eventueel in voor de nodige decodering.
Deze functie neemt het geluidsspoor zoals het
is opgenomen/gecodeerd, en presenteert het
zonder enige bijregeling, nagalm of effecten.
Zonder laagfrequente signalen (Dolby Digital
LFE, enz.) wordt echter een laagfrequent
signaal geproduceerd en naar de lagetonenluidspreker gestuurd.
Keuze van een klankbeeld
De eenvoudigste manier om te genieten van
ruimtelijke akoestiekweergave is door een van
de voorgeprogrammeerde klankbeelden te
kiezen dat het best past bij de muziek die u
beluistert.
Klankbeeld
Display
Normale Surround
NORM.SURR.
Cinema Studio EX A
C.ST.EX A DCS
Cinema Studio EX B
C.ST.EX B DCS
Cinema Studio EX C
C.ST.EX C DCS
Zaal
HALL
Jazz Club
JAZZ
Live Concert
CONCERT
Spel
GAME
Betreffende DCS (Digital Cinema
Sound)
Geluidsvelden met het merkteken DCS
werken met DCS-technologie. Bij keuze van
een dergelijk klankbeeld licht de aanduiding
“Digital Cinema Sound” op in het
uitleesvenster.
Samen met Sony Pictures Entertainment heeft
Sony de geluidsomgeving van zijn studio’s
gemeten en de meetwaarden samen met Sony’s
eigen DSP (Digital Signal Processor)
technologie gecombineerd om “Digital Cinema
Sound” te ontwikkelen. Bij een huisbioscoop
simuleert “Digital Cinema Sound” een ideale
bioscoopgeluidsomgeving volgens de voorkeur
van de filmregisseur.
Films bekijken met Cinema
Studio EX
Genieten van Surround Sound akoestiek
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg een van
de voorgeprogrammeerde klankbeelden te
kiezen die de tuner/versterker biedt. Zo kunt u
uw luisterkamer even indrukwekkend laten
klinken als een bioscoopzaal of een
concertzaal. U kunt ook de geluidsvelden
personaliseren door de surround parameter aan
te passen.
Voor een optimaal gebruik van de ruimtelijke
akoestiekfuncties zult u het aantal en de
opstelling van uw luidsprekers in de tuner/
versterker moeten vastleggen. Zie het
hoofdstuk “Luidspreker-opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek” vanaf blz. 15
voor de nodige instellingen van de luidsprekerparameters om ten volle te kunnen genieten van
de Surround Sound akoestiek.
Cinema Studio EX is ideaal voor het bekijken
van films in multikanaalsformaat, zoals Dolby
Digital DVD. Deze mode reproduceert de
geluidskarakteristieken van de studio’s van
Sony Pictures Entertainment.
Druk op CINEMA STUDIO EX A, B of C.
Het gekozen klankbeeld verschijnt op het
display.
wordt vervolgd
23NL
Keuze van een klankbeeld (vervolg)
Tip
U kunt Cinema Studio EX kiezen door herhaaldelijk
op MODE te drukken.
x C.ST.EX A (Cinema Studio EX A)
Opmerkingen
Reproduceert de geluidskarakteristieken van de
Sony Pictures Entertainment “Cary Grant
Theater” cinema productiestudio. Dit is een
standaard stand die is aangewezen voor
nagenoeg elke film.
• De effecten die verkregen worden met behulp van
virtuele luidsprekers kunnen soms wat storing in de
weergave veroorzaken.
• Bij het luisteren naar klankbeelden die werken met
virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de
echte surround-luidsprekers horen.
x C.ST.EX B (Cinema Studio EX B)
Reproduceert de geluidskarakteristieken van de
Sony Pictures Entertainment “Kim Novak
Theater” cinema productiestudio. Deze stand is
ideaal voor science-fiction of actiefilms met
veel geluidseffecten.
x C.ST.EX C (Cinema Studio EX C)
Reproduceert de geluidskarakteristieken van de
Sony Pictures Entertainment muziek. Deze
stand is ideaal voor musicals of klassiekers met
muziek in de soundtrack.
Betreffende Cinema Studio EX
Cinema Studio EX bestaat uit de volgende drie
elementen.
• Virtual Multi Dimension
Creëert 5 virtuele luidsprekersets die de
luisteraar omringen op basis van één enkel
paar surround luidsprekers.
• Screen Depth Matching
In een bioscoop lijkt het geluid vanuit het
beeld op het scherm te komen. Dit element
geeft dezelfde indruk in uw huiskamer door
het geluid van de voorluidsprekers in het
scherm te schuiven.
• Cinema Studio Reverberation
Reproduceert het speciale nagalmeffect van
een bioscoop.
Cinema Studio EX is de geïntegreerde mode
die deze elementen samen laat werken.
24NL
Andere klankbeelden kiezen
Druk enkele malen op de MODE toets om
in te stellen op het gewenste klankbeeld.
Het gekozen klankbeeld wordt in het
uitleesvenster aangegeven.
x NORM.SURR. (Normale Surround)
Geluidsbronnen met meerkanaals Surround
signalen worden net zo weergegeven als ze zijn
opgenomen. Geluidsbronnen met 2-kanaals
stereo geluid worden gedecodeerd met Dolby
Pro Logic om akoestiekeffecten te bereiken.
x HALL
Geeft de akoestiek van een reehthoekige
concertzaal.
x JAZZ (Jazz Club)
Geeft de akoestische sfeer van een typische
jazz-club.
x CONCERT (Live Concert)
Reproduceert de akoestiek van een zaal met
300 plaatsen.
x GAME
Geeft de meest treffende geluids- en
akoestiekeffecten aan videospelletjes.
Uitschakelen van het klankbeeld
Druk op A.DEC of 2CH.
Tips
Alleen met de
voorluidsprekers
(2-kanaals Stereo)
Druk op 2CH.
“2CH ST.” verschijnt op het display.
Deze mode produceert alleen het geluid van de
linker en rechter voorluidspreker. Bij standaard
2-kanaals (stereo) geluidsbronnen wordt er
helemaal geen akoestiekverwerking toegepast.
Meerkanaals-geluidsbronnen worden
samengemengd tot de gewone twee kanalen.
Multikanaals stereogeluid (Dolby Pro Logic II)
(Alleen voor de STR-DE585)
De receiver kan meerkanaals stereo geluid
weergeven in Dolby Pro Logic II. U kunt de
decoder activeren via het SET UP menu. Voor
details zie pagina 36–37.
Genieten van Surround Sound akoestiek
• De receiver laat u het laatst gekozen klankbeeld
toepassen op een programmabron wanneer die is
geselecteerd (Sound Field Link). Als u bijvoorbeeld
naar een CD luistert met het “JAZZ” klankbeeld en
dan overschakelt naar een andere geluidsbron, zal
bij het terugkeren naar de CD geluidsbron weer
automatisch het “JAZZ” klankbeeld gelden.
• Aan de verpakking kunt u zien met welk
akoestieksysteem het beeldmateriaal op een
videodisc e.d. is opgenomen.
Alle officiële Dolby Digital discs zijn voorzien van
het
beeldmerk en Dolby Surround discs zijn
voorzien van het
beeldmerk.
• Wanneer er geluidssignalen met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz binnenkomen,
worden deze geluidssignalen automatisch in stereo
weergegeven en wordt het klankbeeld automatisch
uitgeschakeld.
Opmerkingen
• De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid
weer als er is gekozen voor “2CH ST.”
weergave. Om 2-kanaals (stereo) bronnen te
beluisteren met een linker en rechter
voorluidspreker en een Lagetonen-luidspreker,
drukt u op A.DEC om “AUTO DEC.” te
kiezen.
• Wanneer u “Micro Satellite Speaker” (blz. 16)
kiest, stuurt de geïntegreerde sound processor
bass-geluid automatisch naar de Lagetonenluidspreker. Om met deze instelling
tweekanaalsbronnen (stereo) te beluisteren,
raden wij u aan “AUTO DEC.” te kiezen zodat
u uw subwoofer kunt benutten om het juiste
bass-signaal te verkrijgen.
25NL
Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen
qa
qs
1
2
3
5
4
a DIGITAL PRO LOGIC DTS MPEG STEREO MONO RDS
SW SP. OFF OPT COAX
D.RANGE
L C R
LFE
SL S SR
0
8
7
6
9
1 ; DIGITAL: Deze aanduiding licht op
wanneer de tuner/versterker signalen decodeert
die zijn opgenomen in het Dolby Digital
formaat.
2 PRO LOGIC: Deze aanduiding licht op
wanneer de tuner/versterker de Pro Logic
signaalverwerking toepast op een 2-kanaals
geluidsbron, om aparte signalen te verkrijgen
voor een middenluidspreker en surroundluidsprekers. De aanduiding licht echter niet
op als u voor de aanwezigheid van een
middenluidspreker en surround-luidsprekers
de stand “NO” hebt gekozen en als er is
ingesteld op het “AUTO DEC.” of
“NORM.SURR.” klankbeeld.
Opmerking
De Pro Logic decodering werkt niet voor de
geluidssignalen in het MPEG formaat.
3 DTS: Deze aanduiding licht op wanneer er
DTS signalen binnenkomen.
Opmerking
Bij het afspelen van een disc in DTS formaat
moet u erop toezien dat u digitale aansluitingen
heeft gemaakt en dat “INPUT MODE” NIET op
“ANALOG” staat blz 21.
4 MPEG: Deze aanduiding licht op wanneer er
MPEG signalen binnenkomen.
Opmerking
Alleen de 2 voorste kanalen zijn geschikt voor
MPEG geluidsweergave. Binnenkomend
meerkanaals-geluid wordt samengemengd en
alleen weergegeven via de 2 voorluidsprekers.
5 Afstemaanduidingen: Deze aanduidingen
lichten op bij gebruik van de tuner voor het
afstemmen op radiozenders e.d. Zie blz. 30
t/m 34 voor de bediening van de tuner voor radioontvangst.
26NL
MEMORY
Opmerking
“RDS” verschijnt alleen voor modellen met
gebiedscode CEL, CEK.
6 D.RANGE: Deze “dynamisch bereik”
aanduiding licht op wanneer de
compressiefunctie voor het dynamisch bereik
is ingeschakeld. Zie blz. 28 voor het instellen
van de dynamiek-compressie.
7 COAX: Deze aanduiding licht op wanneer er
een digitaal signaal binnenkomt via de
COAXIAL ingangsaansluiting.
8 OPT: Deze aanduiding licht op wanneer er
een digitaal signaal binnenkomt via de
OPTICAL ingangsaansluiting.
9 Weergavekanaal-aanduidingen: Aan de
oplichtende letters (L, C, R, enz.) kunt u zien
welke geluidskanalen er worden
weergegeven. Aan de oplichtende vakjes rond
de letters kunt u zien hoe de tuner/versterker
het geluid mengt en via welke luidsprekers
het wordt weergegeven (gebaseerd op de
luidspreker-instellingen). Bij akoestisch
verruimde klankbeelden zoals “C.ST.EX”
voegt de tuner/versterker nagalm toe aan de
weergave, op basis van de inkomende
geluidssignalen.
L: linker voorluidspreker, R: rechter
voorluidspreker, C: middenluidspreker,
SL: linksachter, SR: rechtsachter,
S: surround-luidsprekers (mono of allen de
achterweergave no Pro Logic verwerking)
Bijvoorbeeld:
Opnameformaat (voor/surround): 3/2
Uitgangskanaal: Geen surround-luidsprekers
Klankbeeld: AUTO DEC.
L
SL
C
R
SR
q;
LFE
: Licht op wanneer de disc die
wordt afgespeeld een LFE (Low Frequency
Effect) kanaal bevat en het geluid van het LFE
kanaal wordt weergegeven.
qa SW: Deze SubWoofer aanduiding licht op als
er “YES” is gekozen voor de aanwezigheid
van een lagetonen-luidspreker (blz. 18) en als
er een geluidssignaal wordt uitgestuurd via de
SUB WOOFER aansluitingen.
qs SP. OFF: Deze aanduiding licht op wanneer
er een hoofdtelefoon is aangesloten.
U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen
door de akoestiekparameters en de klankkleur
van de voorluidsprekers zo in te stellen dat het
geluid in uw luisterruimte optimaal klinkt.
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft,
zullen de nieuwe instellingen in het geheugen
bewaard blijven. Om een bijgeregeld
klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel
de gewenste veranderingen aan te brengen.
In het overzicht op blz. 55 kunt u zien met
welke parameters u een bepaald klankbeeld
kunt bijregelen.
Voor de beste weergave van
meerkanaals Surround Sound
Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en
volg de aanwijzingen onder “Luidsprekeropstelling voor meerkanaals Surround
akoestiek” vanaf blz. 15 alvorens u een
klankbeeld gaat aanpassen.
Aanpassen van de
akoestiekparameters
Het SURR akoestiekmenu biedt een aantal
parameters waarmee u allerlei verschillende
aspecten van het gekozen klankbeeld kunt
aanpassen. De instellingen die u in dit menu
kiest worden voor elk klankbeeld afzonderlijk
vastgelegd.
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk op de SURR toets.
De toets licht op en de eerste parameter
wordt aangegeven.
3 Druk op de MENU + of MENU – om de
gewenste waarde voor de parameter te
kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch
vastgelegd.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
Oorspronkelijke instelling
EFFECT
(hangt af van het gekozen
klankbeeld)
Effectniveau (EFFECT)
Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk
van het gekozen akoestiekeffect naar wens
instellen.
Aanpassen van de
luidsprekerniveauparameters
Het LEVEL luidspreker-instelmenu biedt een
aantal parameters waarmee u de balans en de
geluidssterkte van elke luidspreker naar wens
kunt instellen. De instellingen die u in dit menu
maakt, zijn van toepassing op alle
klankbeelden.
Genieten van Surround Sound akoestiek
Bijregelen van de
klankbeelden
1 Start de weergave van een geluidsbron
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk op de LEVEL toets.
De toets licht op en de eerste parameter
wordt aangegeven.
3 Druk op MENU
of MENU
om in te
stellen op de parameter die u wilt
bijregelen.
4 Druk op MENU + of MENU – om de
gewenste stand te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch
vastgelegd.
wordt vervolgd
27NL
Bijregelen van de klankbeelden
(vervolg)
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
L
R
BAL. L/R XXX*
CTR XXX dB*
Oorspronkelijke
instelling
BALANCE
0 dB
SUR.L. XXX dB*
0 dB
SUR.R. XXX dB*
0 dB
S.W. XXX dB*
0 dB
L.F.E. XXX dB
0 dB
D. RANGE
COMP. XXX
* De parameters kunnen afzonderlijk worden
geregeld voor MULTI CH IN (Alleen voor de
STR-DE585 en STR-DE485).
L
Met deze parameter kunt u de geluidssterkte
bijregelen van het afzonderlijke LFE (Low
Frequency Effect) kanaal dat wordt
weergegeven via de lagetonen-luidspreker,
zonder hierbij de gewone lage tonen te
beïnvloeden die door de Dolby Digital of DTS
basverdelingscircuits van de voor-, midden- en
surround-kanalen worden overgeheveld naar de
aparte lagetonen-luidspreker.
• Bij het LFE mengniveau “0 dB” wordt het
volledige LFE signaal uitgestuurd op het
mengniveau dat is gekozen door de
opnamestudio-technicus.
OFF
Voorluidspreker-balans (
Laag Frequent Effect mengniveau
(L.F.E XXX dB)
R
BAL. L/R XXX)
Hiermee stelt u de weergave via de linker en
rechter voorluidsprekers evenwichtig in.
Geluidssterkte van de
middenluidspreker (CTR XXX dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte voor
de middenluidspreker.
Geluidssterkte van de linker surroundluidspreker (SUR.L. XXX dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van
de linker surround-luidspreker.
Geluidssterkte van de rechter
surround-luidspreker (SUR.R. XXX dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van
de rechter surround-luidspreker.
Geluidssterkte van de lagetonenluidspreker (S.W. XXX dB)
Hiermee regelt u de geluidssterkte van de
lagetonen-luidspreker.
• Om de weergave van het LFE lagetonenkanaal
door de lagetonen-luidspreker te dempen, kiest
u de “OFF” stand. De lage tonen van de voor-,
midden- en surround-kanalen die door de
basverdelingscircuits worden overgeheveld naar
de lagetonen-luidspreker worden echter wel
weergegeven, volgens de keuze gemaakt voor
elk luidsprekerpaar bij de luidsprekerinstellingen (zie blz. 15 t/m 18).
Dynamiekcompressie (
COMP. XXX)
D. RANGE
Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een
speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus
verkleinen. Dit kan handig zijn om ‘s avonds
laat een speelfilm te bekijken; met het geluid
zacht behoudt u toch een rijke, volle klank.
Wij willen u aanraden de “MAX” stand te
gebruiken.
• Om het geluidsspoor normaal weer te geven,
zonder compressie, kiest u de “OFF” stand.
• Om het geluidsspoor normaal weer te geven
met het volledig dynamisch bereik, zoals
gekozen door de opnamestudio-technicus, kiest
u de “STD” stand.
• Met de standen “0,1”–“0,9” kunt u het
dynamisch bereik geleidelijk steeds verder
comprimeren, om precies het gewenste effect te
bereiken.
• In de “MAX” stand wordt het dynamisch bereik
drastisch beperkt.
Opmerking
De dynamiekcompressie werkt alleen voor Dolby
Digital geluidsbronnen.
28NL
De lage en hoge tonen regelen
Met de BASS +/– en TREBLE +/– toets kunt u
de toon (lage of hoge tonen) van de
voorluidsprekers regelen voor een optimale
geluidsweergave. U kunt de toon regelen voor
elk afzonderlijk klankbeeld.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk op BASS +/– of TREBLE +/– om de
tonen te regelen.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
Oorspronkelijke
instelling
BASS
0 dB
TREB.
0 dB
BASS (lage)
Om lage tonen te regelen.
TREB. (hoge)
Om hoge tonen te regelen.
Terugstellen van alle
bijgeregelde klankbeelden op
de fabrieksinstellingen
Genieten van Surround Sound akoestiek
De gekozen instelling wordt automatisch
vastgelegd.
1 Als de tuner/versterker nog aan staat,
drukt u op de ?/1 toets om het
apparaat uit te schakelen.
2 Houd de MODE toets ingedrukt en druk
op de ?/1 toets.
De aanduiding “SF. CLR.” verschijnt in het
uitleesvenster en alle klankbeelden worden
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
29NL
Radio-ontvangst
Opmerkingen
Om uw tuner/versterker te gebruiken voor
radio-ontvangst, zult u er eerst een FM- en een
AM-antenne op moeten aansluiten (blz. 7).
Automatisch voorinstellen
van FM zenders in
alfabetische volgorde
(AUTOBETICAL)
(Alleen voor de modellen met
landcode CEL, CEK)
Met deze automatische zenderopslagfunctie
kunt u maximaal 30 FM radiozenders en FM
RDS zenders in het afstemgeheugen van de
tuner/versterker vastleggen, zonder doublures.
Hierbij kiest de tuner/versterker automatisch
alleen de best doorkomende zenders.
Directe afstemming
Als u bepaalde FM of AM zenders handmatig
in het afstemgeheugen wilt vastleggen, volg
dan de aanwijzingen onder “Voorinstellen van
radiozenders” op blz. 32.
Als u de afstemfrequentie van de gewenste
zender kent, kunt u die rechtstreeks invoeren
met de cijfertoetsen van de bijgeleverde
afstandsbediening. Voor meer informatie
omtrent toetsen die in dit deel worden gebruikt,
zie pagina 38–44 voor de afstandsbediening
RM-PP506 en pagina 45–48 voor de
afstandsbediening RM-U306.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
1 Druk op TUNER op de afstandsbediening.
versterker uit te schakelen.
30NL
• Druk niet op enige toets van de tuner/versterker of
de bijgeleverde afstandsbediening totdat de
“Autobetical” zenderopslag is voltooid.
• Als u verhuist naar een andere streek, kan het nodig
zijn deze procedure opnieuw uit te voeren, om de
best te ontvangen zenders in uw nieuwe
woongebied vast te leggen.
• Zie voor het afstemmen op de vastgelegde
voorkeurzenders de aanwijzingen op blz. 32.
• Als u na het opslaan van zenders met deze functie
uw FM antenne verplaatst, kunnen de vastgelegde
instellingen niet meer geldig zijn. In dat geval volgt
u weer de bovenstaande aanwijzingen om de FM
zenders opnieuw vast te leggen.
2 Houd de MEMORY toets ingedrukt en
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
druk nogmaals op de ?/1 toets om de
tuner/versterker weer in te schakelen.
2 Kies met de FM* of AM* toets de FM of
De aanduiding “AUTO-BETICAL SELECT”
verschijnt en de tuner/versterker gaat op zoek
naar alle plaatselijk te ontvangen FM
radiozenders en FM RDS zenders en legt deze in
het afstemgeheugen vast. Bij elke RDS
informatiezender controleert de tuner/versterker
eerst of er andere zenders zijn die hetzelfde
programma uitzenden, om daarvan dan alleen de
duidelijkst doorkomende zender vast te leggen.
De gekozen RDS informatiezenders worden
gesorteerd op alfabetische volgorde van hun
officiële Program Service zendernaam, en
krijgen dan elk een letter-plus-cijfer
voorinstelcode toegewezen. Zie voor nadere
bijzonderheden betreffende de RDS
informatiezenders blz. 33.
De gewone FM radiozenders krijgen ook een
letter-plus-cijfer code en worden dan na de RDS
zenders vastgelegd.
Na afloop van het vastleggen verschijnt de
aanduiding “FINISH” even in het uitleesvenster
en dan keert de tuner/versterker terug naar de
normale bedieningsfuncties.
AM afstemband.
3 Druk op D.TUNING op de
afstandsbediening.
4 Voer met de cijfertoetsen de gewenste
afstemfrequentie in.
Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz
1 b 0 b 2 b 5 b 0
Voorbeeld 2: AM 1350 kHz
(U hoeft de laatste “0” niet in te voeren als voor
de afstemschaal een interval van 10 kHz geldt.)
1 b 3 b 5 b 0
Als u niet op een bepaalde zender kunt
afstemmen en de ingevoerde cijfers knipperen
Controleer of u de juiste frequentie hebt
ingevoerd. Bij een vergissing herhaalt u de
stappen 3 en 4.
Als de ingevoerde cijfers nog steeds
knipperen, wordt deze frequentie in uw
ontvangstgebied niet gebruikt.
* Bij de modellen met landcode CEL, CEK: FM/AM.
5 Bij afstemmen op een AM radiozender
verstelt u de richting van de AM
kaderantenne zo dat de ontvangst
optimaal klinkt.
6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 als u op een
andere zender wilt afstemmen.
Tips
De afstemschaal verschilt volgens de gebiedscode
zoals vermeld in de volgende tabel. Zie voor nadere
bijzonderheden over de landcodes blz. 4.
Landcode
FM
AM
U, CA
100 kHz
10 kHz*
AU, SP, CEL, CEK, TW 50 kHz
9 kHz
E2/E3, MX, AR
9 kHz*
50 kHz
* Desgewenst kunt u het afsteminterval voor de AM
band omschakelen (blz. 53).
Als u de afstemfrequentie van de gewenste
zender niet kent, laat u de tuner/versterker de in
uw gebied te ontvangen zenders doorzoeken.
1 Druk op TUNER.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Kies met de FM* of AM* toets de FM of
AM afstemband.
3 Druk op de TUNING + of TUNING –
toets.
Druk op de TUNING + toets om de
afstemband in oplopende volgorde te
doorzoeken; op de TUNING – toets om van
hoog naar laag te zoeken.
Telkens wanneer er een zender wordt
gevonden, stopt de tuner/versterker met
zoeken.
Radio-ontvangst
• Als u de afstemfrequentie niet precies weet, voer
dan een waarde in dichtbij de frequentie van de
zender die u zoekt en druk dan op de TUNING + of
TUNING – afstemtoets. De tuner/versterker stemt
dan automatisch af op de dichtst benaderde zender.
Als u denkt dat de zenderfrequentie iets boven de
door u gekozen waarde ligt, drukt u op de TUNING
+ toets en als u waarschijnlijk een iets te hoge
waarde hebt gekozen, drukt u op de TUNING –
toets.
• Indien “STEREO” knippert in het display en de FM
stereo-ontvangst slecht is, druk dan op FM MODE
om over te schakelen naar monoweergave
(MONO). Dan is er geen stereo effect meer, maar
de radio-uitzending zal beter klinken. Druk
nogmaals op FM MODE om terug te keren naar
stereo ontvangst.
Automatische afstemming
Wanneer de tuner/versterker het einde
van de afstemschaal bereikt
Dan wordt de zoekafstemming vanaf het
andere einde herhaald in dezelfde richting.
4 Om door te gaan met zoeken, druk u
nogmaals op de TUNING + of TUNING –
toets.
* Bij de modellen met landcode CEL, CEK: FM/AM.
Geheugenafstemming
Na het afstemmen op een zender met de directe
afstemming of de automatische zoekafstemming
kunt u de betreffende zender vastleggen in het
afstemgeheugen van de tuner/versterker. Dan
kunt u voortaan die voorkeurzender rechtstreeks
kiezen door invoeren van de letter-en-cijfer code
met de bijgeleverde afstandsbediening. Zo kunt u
tot 30 voorkeurzenders voor de FM en AM
voorinstellen. U kunt de tuner/versterker ook alle
vastgelegde voorkeurzenders laten doornemen.
Alvorens u zenders kunt opzoeken met de
geheugenafstemming, zult u ze eerst in het
geheugen moeten vastleggen volgens de
aanwijzingen onder “Voorinstellen van
radiozenders” (blz. 32).
wordt vervolgd
31NL
Geheugenafstemming (vervolg)
Afstemmen op vastgelegde
voorkeurzenders
Voorinstellen van
radiozenders
Op radiozenders die in het afstemgeheugen zijn
vastgelegd, kunt u afstemmen op een van de
volgende twee manieren.
1 Druk op TUNER.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Stem af op de radiozender die u wilt
voorinstellen, met de directe
afstemming (blz. 30) of de
automatische zoekafstemming (blz. 31).
3 Druk op de MEMORY toets.
In het uitleesvenster licht enkele seconden
lang de aanduiding “MEMORY” op.
Verricht de stappen 4 t/m 6 voordat deze
“MEMORY” aanduiding dooft.
4 Druk op de SHIFT toets om een
geheugengroep (A, B of C) te kiezen.
Telkens wanneer u op de SHIFT toets drukt,
verschijnt de volgende groepsletter, “A”,
“B” of “C” in het uitleesvenster.
5 Druk op de PRESET TUNING +* of
PRESET TUNING -* toets om een
zendernummer te kiezen.
Als de “MEMORY” aanduiding dooft
voordat u een nummer hebt gekozen, gaat u
terug naar stap 3.
6 Druk nogmaals op de MEMORY toets
om de ontvangen radiozender in het
geheugen vast te leggen.
Indien “MEMORY” dooft voor u het
voorinstelnummer indrukt, begin dan
opnieuw vanaf stap 3.
7 Herhaal de stappen 2 t/m 6 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
* Bij de modellen met landcode CEL, CEK:
PRESET/PTY SELECT + of PRESET/PTY
SELECT –.
Een andere zender voorinstellen
onder een reeds gebruikt nummer
Herhaal de stappen 1 t/m 6 om een nieuwe
zender onder hetzelfde nummer vast te leggen.
32NL
Afstemmen door alle
voorkeurzenders te doorlopen
1 Druk op TUNER.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Druk enkele malen op de PRESET
TUNING +* of PRESET TUNING –* toets
om door te zoeken naar de gewenste
zender.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, gaat
de tuner/versterker één voorkeurzender
verder in de gekozen richting en de
onderstaande volgorde:
nA1˜A2˜...˜A0˜B1˜B2˜...˜B0N
nC0˜...C2˜C1N
* Bij de modellen met landcode CEL, CEK:
PRESET/PTY SELECT + of PRESET/PTY
SELECT –
Afstemmen op een zender waarvan u
het voorinstelnummer kent
Gebruik voor het volgende de bijgeleverde
afstandsbediening. Voor meer informatie
omtrent toetsen die in dit deel worden gebruikt,
zie pagina 38–44 voor de afstandsbediening
RM-PP506 en pagina 45–48 voor de
afstandsbediening RM-U306.
1 Druk op TUNER op de afstandsbediening.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Druk op de SHIFT toets om een
geheugengroep (A, B of C) te kiezen en
kies dan het nummer van de gewenste
voorkeurzender met de cijfertoetsen.
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor de modellen met
landcode CEL, CEK)
Met deze tuner/versterker kunt u ook gebruik maken
van de RDS functies van het Radio Data Systeem,
waarmee radiozenders naast de gewone uitzendingen
allerlei nuttige informatie doorgeven. De volgende
handige RDS functies zijn beschikbaar:
– RDS informatie in het uitleesvenster
– Opzoeken van voorkeurzenders die het
gewenste programmatype uitzenden
* Niet alle FM radiozenders bieden de RDS informatie
en niet alle RDS zenders bieden dezelfde functies. Als
u niet bekend bent met de plaatselijk beschikbare RDS
functies, kunt u voor nadere bijzonderheden het best
contact opnemen met de plaatselijke radiozenders.
• Als er een nooduitzending of waarschuwingsbericht
door de overheid wordt uitgezonden, gaat in het
uitleesvenster de aanduiding “ALARM” knipperen.
• Als een aanduiding uit 9 of meer letters bestaat, zal
de tekst van rechts naar links over het scherm lopen.
• Als een radiozender een bepaalde RDS functie niet
verzorgt, zal het uitleesvenster “NO XXX”
(bijvoorbeeld “NO PTY”) aangeven.
Doorzoeken van
voorkeurzenders via het
programmatype
U kunt afstemmen op een voorkeurzender van
uw keuze door in te stellen op het gewenste
programmatype. De tuner/versterker doorloopt
dan het afstemgeheugen, op zoek naar een
voorkeurzender die op dat moment het door u
gekozen soort uitzending verzorgt.
1 Druk op de PTY toets.
2 Druk op de PRESET/PTY SELECT + of
Ontvangst van RDS
informatie-uitzendingen
PRESET/PTY SELECT – toets om in te
stellen op het gewenste
programmatype.
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de
FM band met de directe afstemming
(blz. 30), de automatische zoekafstemming
(blz. 31) of de geheugenafstemming
(blz. 31).
Zie het hierna volgende overzicht voor
nadere informatie over de programmatypen.
Wanneer u afstemt op een zender met RDS
service, licht de RDS indicator op en verschijnt
de zendernaam op het display.
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd de RDS
signalen niet duidelijk genoeg uitzendt of als de
signaalsterkte onvoldoende is.
Aangeven van RDS informatie
in het uitleesvenster
Radio-ontvangst
De RDS informatie wordt alleen uitgezonden
door FM zenders.*
Opmerkingen
3 Druk op de PTY toets.
Wanneer de ontvanger zenders overloopt,
verschijnen “SEARCH” en het
programmatype afwisselend op het display.
Wanneer de tuner/versterker een uitzending
van het door u gekozen type vindt, stopt het
zoeken. Als de tuner/versterker geen
voorkeurzender vindt die het door u
gekozen soort uitzending verzorgt,
verschijnt er “NO PTY” in het
uitleesvenster.
wordt vervolgd
Druk tijdens ontvangst van een RDS
zender meermalen op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de RDS informatie in het
uitleesvenster kringsgewijze als volgt:
Zendernaam programmeren t
Afstemfrequentie t Programmatypea) t
Radiotekstb) t Tijd (in 24-uurs aanduiding)
t Gekozen klankbeeld
a) Soort programma dat wordt uitgezonden (blz. 34).
b) Tekstberichten die door de RDS zender worden
uitgezonden.
33NL
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS) (vervolg)
Overzicht van de
programmatypen
Aanduiding
programmatype
34NL
Aanduiding
programmatype
Beschrijving
PHONE IN
Programma’s waarin luisteraars
via de telefoon of in een publiek
forum kunnen reageren
TRAVEL
Programma’s over reizen. Niet
voor aankondigingen die met de
TP/TA verkeersinformatiefuncties
te vinden zijn
Programma’s over
vrijetijdsbesteding en hobbies als
vissen, tuinieren, koken e.d.
Beschrijving
NEWS
Nieuwsuitzendingen
AFFAIRS
Actualiteitenprogramma’s die op
de achtergronden van het huidige
nieuws ingaan
LEISURE
INFO
Uitzendingen betreffende de
weersverwachting, nieuws voor
consumenten, medisch advies e.d.
JAZZ
Jazzmuziek
COUNTRY
Country & western muziek
NATION M
Programma’s met de nationale of
streekmuziek van een bepaald
gebied
OLDIES
Hits van vroeger
SPORT
Sportverslagen en -uitslagen
EDUCATE
Educatieve programma’s, met
wetenswaardigheden en praktische
tips
DRAMA
Hoorspelen en andere radioseries
CULTURE
Programma’s over nationale en
regionale cultuur, zoals
taalkwesties en sociale
vraagstukken
SCIENCE
Uitzendingen over
natuurwetenschappen en
technologie
VARIED
Gevarieerde uitzendingen, zoals
vraaggesprekken,
quizprogramma’s en allerlei
amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rockmuziek
EASY M
“Easy listening” muziek
LIGHT M
Lichte klassieken, met vocale,
instrumentale en koormuziek
CLASSICS
Klassieke muziekuitvoeringen,
orkestrale werken en
kamermuziek, opera enz.
OTHER M
Alle muziek die niet in de
bovenstaande categorieën past,
zoals rhythm & blues of reggae
WEATHER
Weerbericht
FINANCE
Beursberichten, financieel en
zakennieuws, etc.
CHILDREN
Kinderprogramma’s
SOCIAL
Programma’s over mensen en hun
bezigheden
RELIGION
Programma’s over godsdienst en
religieuze zaken
FOLK M
Folkmuziek
DOCUMENT
Documentaires
NONE
Programma’s die buiten de
bovenstaande categorieën vallen
Andere bedieningsfuncties
Bij een vergissing in de
letterkeuze
Naamgeving van
voorkeurzenders en
beeld/geluidsbronnen
Druk herhaaldelijk op MENU of MENU
tot het teken dat u wilt wijzigen knippert
en druk vervolgens op MENU + of
MENU – om het juiste teken te kiezen.
1 Voor naamgeving van een
voorkeurzender
Druk op TUNER.
Eerst wordt er afgestemd op de laatst
ontvangen zender.
Als u niet weet hoe u kunt afstemmen op
een voorkeurzender, volgt u de
aanwijzingen onder “Afstemmen op
vastgelegde voorkeurzenders” op blz. 32.
Voor naamgeving van een
beeld/geluidsbron
Stel in op de beeld/geluidsbron
(component) die u een naam wilt geven.
2 Druk op de NAME toets.
3 Voer de gewenste naam in met MENU +
of MENU – en MENU
volgt:
of MENU
, als
Druk op MENU + of MENU – om een
letterteken te kiezen en druk dan op de
MENU toets om de cursor op de plaats
van de volgende letter te zetten.
Invoegen van een spatie
Druk op de MENU + of MENU – tot er een
spatie in het uitleesvenster verschijnt.
4 Druk op de ENTER toets.
5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 voor alle
voorkeurzenders en beeld/
geluidsbronnen waarvoor u
zelfgekozen namen wilt invoeren.
Opmerking
(Alleen voor de modellen met landcode
CEL, CEK)
Bij FM RDS zenders kunt u de naam niet aanpassen
en geen nieuwe naam invoeren.
Opnemen
Andere bedieningsfuncties
U kunt de vastgelegde voorkeurzenders en
andere beeld/geluidsbronnen van zelfgekozen
namen (index name) van elk 8 letters (en
cijfers) voorzien. Deze namen (zoals
bijvoorbeeld “VHS”) worden dan in het
uitleesvenster aangegeven wanneer u instelt op
weergave van de betreffende beeld/
geluidsbron. U kunt niet meer dan één naam
tegelijk invoeren voor elke voorkeurzender of
beeld/geluidsbron.
Deze functie kan handig zijn voor het uit elkaar
houden van soortgelijke apparatuur. Zo kunt u
bijvoorbeeld twee videorecorders
onderscheiden met de typenamen “VHS” en
“8MM”. Bovendien kunt u hiermee
componenten benoemen die zijn aangesloten
op stekkerbussen bedoeld voor andere
apparatuur, zoals een tweede CD-speler die is
aangesloten op de MD/TAPE aansluitingen.
Voor u begint, dient u te controleren of alle
apparaten naar behoren zijn aangesloten.
Opnemen op een
audiocassette of minidisc
Via deze tuner/versterker kunt u opnamen
maken op een cassette of een minidisc. Zie
voor nadere details van de bediening de
gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of
minidisc-recorder.
1 Stel in op de geluidsbron die u wilt
opnemen.
2 Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld een op te nemen
compact disc in de CD-speler.
3 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette of minidisc in het opnameapparaat en stel zo nodig het
opnameniveau in.
4 Start het opnemen op het opnameapparaat en start dan de weergave van
de geluidsbron.
Opmerkingen
• De instellingen die u voor weergave maakt zijn niet
van invloed op de signalen die worden doorgegeven
via de MD/TAPE OUT aansluitingen.
• Wanneer MULTI CH IN wordt gekozen, worden de
analoge audiosignalen voor de huidige functie
uitgevoerd via REC OUT (Alleen bij de STRDE585 en STR-DE485).
wordt vervolgd
35NL
Opnemen (vervolg)
Opnemen op een videocassette
Met deze tuner/versterker kunt u beelden
opnemen vanaf een videorecorder, TV, DVDvideospeler of laserdisc-speler. Ook bestaat de
mogelijkheid om tijdens kopiëren of monteren
van video-opnamen een nieuw geluidsspoor in
te voegen vanaf een geluidsbron naar keuze.
Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van uw videorecorder of
laserdisc-speler.
1 Stel in op de beeld/geluidsbron die u
wilt opnemen.
2 Breng het weergave-apparaat in
U kunt de tuner/versterker automatisch laten
uitschakelen na een tijdsduur die u zelf kiest,
zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen.
Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening of het voorpaneel
(Alleen voor STR-DE485E) wanneer de
tuner/versterker staat ingeschakeld.
Telkens wanneer u op de SLEEP toets drukt,
verspringt de sluimertijd als volgt:
2-00-00 t 1-30-00 t 1-00-00 t 0-30-00
t OFF
gereedheid voor afspelen.
Het uitleesvenster dooft nadat u de sluimertijd
hebt ingesteld.
Plaats bijvoorbeeld de op te nemen laserdisc
in de laserdisc-speler.
Tips
3 Plaats een voor opnemen geschikte
videocassette in de videorecorder
(VIDEO 1) die u voor opnemen gebruikt.
4 Start het opnemen op de opnamevideorecorder en start dan de weergave
van de videocassette of de laserdisc
die u wilt opnemen.
Tip
Tijdens kopiëren of monteren van video-opnamen
vanaf een videocassette of laserdisc kunt u een nieuw
geluidsspoor invoegen vanaf een geluidsbron naar
keuze. Zoek op de videoband het punt op waar u het
nieuwe geluid wilt invoegen, stel in op de geluidsbron
en start de weergave daarvan. Het geluid van het
gekozen weergave-apparaat zal op het geluidsspoor
van de videoband worden opgenomen in plaats van
het oorspronkelijke geluidsspoor. Om terug te keren
naar het oorspronkelijke geluidsspoor voor de rest
van de video-opnamen, stelt u op dezelfde wijze weer
in op de video-geluidsbron.
Opmerkingen
• Zorg dat er zowel digitale als analoge aansluitingen
zijn gemaakt op de VIDEO 2 en DVD/LD
ingangen. Het is niet mogelijk analoge opnamen te
maken als er alleen digitale aansluitingen zijn
gemaakt.
• Wanneer MULTI CH IN wordt gekozen, worden de
analoge audiosignalen voor de huidige functie
uitgevoerd via REC OUT (Alleen voor de
STR-DE585 en STR-DE485).
36NL
Automatisch uitschakelen
met de sluimerfunctie
• U kunt de sluimertijd precies naar wens instellen.
Druk eerst op de SLEEP toets van de
afstandsbediening en stel dan de gewenste
sluimertijd in met MENU
/
of MENU +/– op
de tuner/versterker. De sluimertijd verandert met
tussenstappen van 1 minuut. De maximaal
instelbare tijdsduur is 5 uur lang.
• Om de resterende sluimertijd voor het uitschakelen
van de tuner/versterker te controleren, drukt u op de
SLEEP toets. De resterende tijd tot het uitschakelen
verschijnt in het uitleesvenster.
Instellingen met de SET
UP toets
Met de SET UP toets kunt u op de volgende
wijze diverse instellingen maken.
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk op MENU of MENU
om de
parameter te kiezen die u wilt instellen.
3 Druk op MENU + of MENU – om de
gewenste stand of instelling te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch in
het geheugen vastgelegd.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle
nuttige parameters naar wens hebt
ingesteld.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
Oorspronkelijke
instelling
C.MODE.AVX
PRO LOGIC
*
AV2
II MOVIE
* Alleen voor de STR-DE585.
x Keuze van de bedieningsstand van
de afstandsbediening (C.MODE.AVX)
Hiermee kunt u de bedieningsstand van de
afstandsbediening omschakelen. Dit is nuttig
wanneer u 2 tuner/versterkers van Sony in
dezelfde kamer gebruikt.
x Type 2-kanaals decodering
( PRO LOGIC )
• Bij keuze van “DOLBY PL” zorgt de tuner/
versterker voor Pro Logic decodering.
Geluidsbronnen die zijn opgenomen met 2
audiokanalen worden gedecodeerd naar 4
weergavekanalen.
• Bij keuze van “II MOVIE” zorgt de tuner/
versterker voor Pro Logic II speelfilm-type
decodering. Deze instelling is bij uitstek
geschikt voor speelfilms die zijn voorzien van
Dolby Surround geluid. Bovendien is deze
stand geschikt voor geluidsweergave via 5.1
kanalen bij afspelen van oude speelfilms op
video en voor weergave van een gesynchroniseerd geluidskanaal in een andere taal.
Andere bedieningsfuncties
Hiermee kiest u het type decodering dat moet
worden toegepast voor 2-kanaals
geluidsbronnen. Deze receiver werkt met
Dolby Pro Logic II in de film- en muziekstand
en kan 2-kanaalsgeluid in 5.1 channel
weergeven in Dolby Pro Logic II.
• In de “II MUSIC” stand zorgt de tuner/
versterker voor Pro Logic II muziek-type
decodering. Deze instelling is optimaal geschikt
voor normale stereo geluidsbronnen zoals
muziek-CD’s.
Opmerking
Dolby Pro Logic II werkt niet met DTS of MPEG
signalen.
37NL
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP506
Bij de STR-DE585 met landcode CA
U kunt de RM-PP506 afstandsbediening
gebruiken om de componenten van uw stereoinstallatie te bedienen.
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen
Voor u de
afstandsbediening
gebruikt
USE MODE
VIDEO 1
AUX
MONITOR
?/1
AV ? / 1
SLEEP
VIDEO 2
SYSTEM
STANDBY
VIDEO 3
DVD/LD
TV/SAT
MD/TAPE CD/SACD
TUNER
PHONO
AV1
AV2
3RD
2ND ROOM
1
2
3
4
5
6
7
8
9
(SOURCE)
Aanbrengen van batterijen in
de afstandsbediening
TV/VIDEO
SEARCH
MODE
Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de
afstandsbediening, met de juiste polariteit van
(+) en (–), zoals aangegeven in het batterijvak.
Voor gebruik van de afstandsbediening richt u
deze op de g afstandsbedieningssensor voorop
de tuner/versterker.
INPUT MODE
AUDIO
SPLIT
WIDE
CLEAR
SHIFT
– /– –
>10
/11
– SUB CH +
m
POSITION
– VOL +
n
/12
>
MUTING
P IN P
X
x
SOUND FIELD
2CH
MODE
TEST
TONE
TITLE/
GUIDE
DISC
JUMP
SWAP
.
N
AUTO DEC
AV
DISPLAY
/10
M
ANT
TV/VTR
ENTER
0
D.TUNING
D. SKIP/
CH/PRESET
PRESET
NIGHT
MODE
EQ/
TONE
MULTI/2CH
A. DIRECT
AV
MENU
ON
SCREEN
MUTING
MAIN
MENU
MASTER
VOL
ENTER/
EXEC
EXIT/
RETURN
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6
maanden meegaan. Als de tuner/versterker niet meer
naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het
tijd alle batterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerkingen
• Leg de afstandsbediening niet op een al te warme
of vochtige plaats.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast
elkaar.
• Let op dat de afstandsbedieningssensor van de
tuner/versterker niet wordt blootgesteld aan directe
zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de
afstandsbediening niet naar behoren functioneren.
• Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd
niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit
verwijderen, om eventuele beschadiging door
batterijlekkage en corrosie te voorkomen.
38NL
Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de
functies van de diverse toetsen.
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
SLEEP
Tuner/
Instellen van de
versterker sluimerfunctie en de
tijdsduur waarna de
tuner/versterker
automatisch moet
worden uitgeschakeld.
?/1
Tuner/
In- en uitschakelen van
versterker de tuner/versterker.
Functie
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
VIDEO 1
Tuner/
versterker
Videocassetteweergave.
(Videorecorder 3)
NIGHT
MODE
Tuner/
versterker
Indrukken om NIGHT
MODE te kiezen.
Tuner/
versterker
Videocassetteweergave.
(Videorecorder 1)
EQ/
TONE
Tuner/
versterker
EQ ON/OFF.
VIDEO 2
Tuner/
versterker
Om MULTI CH IN te
kiezen
Tuner/
versterker
Videocassetteweergave.
(Videorecorder 2)
MULTI/
2CH A.
DIRECT
ON
SCREEN
Tuner/
versterker
DVD/LD
Tuner/
versterker
Video-weergave van
een DVD of laserdisc.
Om de menu’s van de
tuner/versterker op het
TV-scherm te laten
verschijnen.
TV/SAT
Tuner/
versterker
TV-kijken, gewone of
satelliet-uitzendingen.
MUTING Tuner/
versterker
Demping van het geluid
van de tuner/versterker.
AUX
Tuner/
versterker
Luisteren naar
aangesloten audioapparatuur.
U/u
Tuner/
versterker
Om een menu-item te
kiezen.
I/i
Tuner/
versterker
Om een instelling te
verrichten of te
wijzigen.
MAIN
MENU
Tuner/
versterker
Druk herhaaldelijk op
deze toets om één van
de vier cursor modes te
kiezen: SURR,
LEVEL, SET UP en
NAME.
MASTER Tuner/
VOL +/– versterker
De totale geluidssterkte
van de tuner/versterker
regelen.
VIDEO 3
MD/TAPE Tuner/
versterker
Afspelen van een
minidisc of
geluidscassette.
CD/SACD Tuner/
versterker
Afspelen van compact
discs.
TUNER
Tuner/
versterker
Luisteren naar de radio.
PHONO
Tuner/
versterker
Afspelen van
grammofoonplaten.
INPUT
MODE
Tuner/
versterker
Ingangsmodus voor
digitale componenten
kiezen.
AUDIO
SPLIT
Tuner/
versterker
De audio-ingang voor
elke functie toekennen.
SHIFT
Tuner/
versterker
Druk herhaaldelijk om
een geheugenpagina te
kiezen voor het
voorinstellen van
radiozenders of het
afstemmen op
vooringestelde
radiozenders.
D.TUNING Tuner/
versterker
Directe keuze van een
bekende radiozender.
AUTO DEC Tuner/
versterker
Om de AUTO
DECODING
mode te kiezen.
MODE +/– Tuner/
versterker
Om de klankbeeld
te kiezen.
2CH
Tuner/
versterker
Om de 2CH mode
te kiezen.
PRESET
Tuner/
versterker
Om het vooringestelde
klankbeeld (b.v.
Cinema Studio EX A,
B, C) te kiezen.
TEST
TONE
Tuner/
versterker
Indrukken voor
weergave van de
testtoon.
AV ?/1
TV-toestel/
In- en uitschakelen van
Videorecorder/ de audio- en videoCD-speler/
apparatuur.
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
SYSTEM
STANDBY
(Druk AV
?/1 en
?/1
tegelijk in)
Tuner/
Zet de om de menu’s
Versterker/
van de tuner/versterker
TV-toestel/
en andere Sony audio/
Videorecorder/ video-componenten af.
Satelliet-ontvanger/
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP506
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
wordt vervolgd
39NL
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen (vervolg)
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
0–9
Gebruik de “SHIFT”
toets om het
voorinstelzendernummer te kiezen
tijdens DIRECT
TUNING of
MEMORY mode.
ENTER
>10
Tuner/
versterker
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
Minidiscrecorder/
DAT deck
Kiezen van
muziekstuknummers. Met 0 kiest u
muziekstuknummer 10.
TV-toestel/
Videorecorder/
Satelliet-ontvanger
Kiezen van
kanaalnummers.
TV-toestel/
Videorecorder/
Satelliet-ontvanger/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
Na keuze van een zender,
disc of beeld/muziekstuk
met de cijfertoetsen,
drukt u hierop om uw
keuze in te voeren.
Functie
D.SKIP/
CH/
Tuner/
versterker
Doorzoeken en kiezen
van voorkeurzenders.
PRESET
+/–
TV-toestel/
Videorecorder/
Satelliet-ontvanger
Keuze van
voorkeurzenders.
CD-speler/
Video-CD speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder
Wisselen van discs
(alleen voor een CDwisselaar).
N
Videorecorder/
Beginnen met
CD-speler/
afspelen.
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
Cassettedeck
X
Videorecorder/
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
Cassettedeck
x
Videorecorder/
Stoppen met afspelen.
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
Cassettedeck
CD-speler/
Kiezen van
Video-CD speler/ muziekstukLaserdisc-speler/ nummers boven de 10.
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
m/M CD-speler/
Video-CD speler/
DVD-videospeler/
Beeld/muziekstukken
doorzoeken (voor- of
achterwaarts).
Videorecorder/ Snel vooruit of
Laserdisc-speler/ terugwaarts zoeken.
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
Cassettedeck
./> Videorecorder/ Doorgaan naar een
CD-speler/
ander
Video-CD speler/ beeld/muziekstuk.
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
Cassettedeck
40NL
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Pauzeren van de
weergave of opname.
(Ook voor beginnen
met opnemen vanuit de
opnamepauzestand.)
AV
TV-toestel/
Om informatie op het
DISPLAY Videorecorder/
TV-scherm te
Video-CD speler/ selecteren.
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
TITLE/
GUIDE
Videorecorder/
Satelliet-ontvanger/
DVD-videospeler
Laat titel en gids
verschijnen.
AV
MENU
Videorecorder/
Satelliet-ontvanger/
DVD-videospeler
Menu tonen.
U/u/I/i
Videorecorder/
Satelliet-ontvanger/
DVD-videospeler
Om een menu-item te
kiezen.
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets(en)
Functie
ENTER/
EXEC
Videorecorder/ Om de keuze in te
Satelliet-ontvanger/ voeren.
DVD-videospeler
EXIT/
RETURN
Videorecorder/
Satelliet-ontvanger/
DVD-videospeler
Om terug te keren naar
hetvorige menu of het
menu te sluiten.
n
Cassettedeck
Doorgaan met afspelen
van de andere kant.
ANT
TV/VTR
Videorecorder
Keuze van het
uitgangssignaal van de
antenne-aansluiting:
TV-ontvangst of videoweergave.
DISC
Keuze van discs (alleen
voor een CDwisselaar).
O
Video-CD
speler/
Indrukken om terug te
gaan naar het vorige
menu.
TV/
VIDEO
TV-toestel/
Videorecorder
Keuze van het
ingangssignaal voor
weergave: TVontvangst of videoweergave.
-/--
TV-toestel/
Videorecorder
Keuze van een enkelcijfer of twee-cijfer
zendernummer.
SEARCH DVD-videospeler
MODE
Kiest de zoekstand.
CLEAR
Druk hierop wanneer u
op de verkeerde
cijfertoets hebt gedrukt.
DVD-videospeler
MONITOR TV-toestel
Indrukken om de TVbedieningstoetsen te
activeren. Nogmaals
indrukken om de
originele categorie te
herstellen.
WIDE
TV-toestel
Inschakelen van de
breedbeeldfunctie.
JUMP
TV-toestel
Overschakelen tussen
de vorige en de huidige
zender.
SUB CH
+/–*
TV-toestel
Keuze van het
zendernummer voor het
inzetbeeld.
POSITION* TV-toestel
Verplaatsen van het
inzetbeeld.
SWAP*
Verwisselen van het
hoofdbeeld en het
inzetbeeld.
TV-toestel
Functie
VOL
+/–*
Om het volume van de
TV te regelen.
TV-toestel
MUTING TV-toestel
(met
pauze)
Om het geluid van de
TV te onderdrukken.
P IN P*
TV-toestel
Inschakelen van de
inzetbeeldfunctie.
USE
MODE
Afstandsbediening
Om de afstandsbediening
diening te
programmeren.
AV1
Afstandsbediening
Kies de werkingsstand
van de afstandsbediening.
AV2
3RD
2ND ROOM
SOURCE Afstandsbediening
Kies 2e AV-uitgang.
* Alleen voor Sony TV’s met beeld-in-beeld
(inzetbeeld) functie.
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP506
CD-speler
Video-CD speler
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets(en)
Opmerkingen
• Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd
staan werken niet met bepaalde tuner/
versterkermodellen.
• De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als
voorbeeld.
Sommige componenten werken dan ook niet of
worden anders bediend dan hierboven beschreven.
• De functies VIDEO 3, TV/SAT, AUX, PHONO,
AUDIO SPLIT, NIGHT MODE, EQ/TONE, ON
SCREEN, /10, /11, /12, 3RD, 2ND ROOM en
SOURCE werken niet met de instelling.
Kies de werkingsstand
van de afstandsbediening
Stel de afstandsbedieningsstand in met de USE
MODE toets en de afstandsbedieningstoetsen.
Bedieningsstand kiezen
U kunt de afstandsbedieningsstand (AV1 of
AV2) kiezen. Wanneer tuner/versterker en
afstandsbediening op een andere manier
worden bediend, werkt de tuner/versterker niet
met de afstandsbediening.
Druk op 1 (AV1) (of 2 (AV2)) terwijl u USE
MODE ingedrukt houdt
Het controlelampje licht eenmaal (tweemaal
voor AV2) op en de bedieningsstand verandert.
wordt vervolgd
41NL
Kies de werkingsstand van de
afstandsbediening (vervolg)
De werkingsstand van de
afstandsbediening kiezen
Druk op USE MODE. Controleer de
afstandsbediening aan de hand van de
indicator.
Stand
Indicator licht op
AV1
eenmaal
AV2
tweemaal
Fabrieksinstellingen van de
afstandsbediening herstellen
Druk ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL –
tegelijk in
De indicator licht 3 keer op en dooft vervolgens.
3 Voer de cijfercode (of één van de codes
indien er meer dan één code is) die
overeenkomt met de component en het
merk van de component die u wilt
bedienen in met de cijfertoetsen.
Raadpleeg de tabellen op pagina 43 en 44
voor informatie over de cijfercode(s) voor
de component en het merk van de
component (het eerste cijfer en de laatste
twee cijfers van de code staan
respectievelijk voor categorie en merk.)
4 Druk op ENTER.
Wanneer de cijfercode is geverifieerd,
knippert de indicator tweemaal traag en
verlaat de afstandsbediening automatisch de
programmeerstand.
5 Herhaal stap 1 tot 4 om andere
componenten te bedienen.
Programmeren annuleren
Afstandsbediening
programmeren
U kunt de afstandsbediening programmeren om
andere componenten dan van het merk Sony te
bedienen door de code te wijzigen. Eens de
stuursignalen werden gememoriseerd, kunt u
deze componenten gebruiken als onderdeel van
uw systeem.
U kunt de afstandsbediening bovendien
programmeren voor Sony componenten die niet
met de afstandsbediening kunnen worden
bediend. Merk op dat de afstandsbediening
alleen werkt met componenten die infrarood
stuursignalen kunnen ontvangen.
Druk in een willekeurige stap op USE MODE.
De afstandsbediening verlaat automatisch de
programmeerstand.
De functie activeren na
programmering.
Druk op de programmatoets om de gewenste
functie te activeren.
Controleer het volgende indien het
programmeren mislukt:
• Indien de indicator niet oplicht in stap 1, zijn de
batterijen bijna leeg. Vervang beide batterijen.
• Indien de indicator 4 keer kort na elkaar knippert
terwijl de cijfercode wordt ingevoerd, is er een fout
opgetreden. Begin opnieuw vanaf stap 1.
Opmerkingen
Opmerking
Wanneer u een component toekent aan de MONITOR
toets, kunt u de geprogrammeerde component
bedienen zonder de tuner/versterkerfunctie te
wijzigen.
1 Druk op AV ?/1 terwijl u USE MODE
ingedrukt houdt.
De indicator licht op.
2 Druk op de componentkeuzetoets
(inclusief MONITOR) voor de
component die u wilt bedienen.
Druk bijvoorbeeld op CD/SACD om een
CD-speler te bedienen.
42NL
• De indicator dooft wanneer er een geldige toets
wordt ingedrukt.
• Indien er in stap 2 verscheidene
componentkeuzetoetsen worden ingedrukt, is alleen
de laatst ingedrukte toets geldig.
• Indien er in stap 3 een componentkeuzetoets wordt
ingedrukt, wordt de nieuwe functie gekozen en
keert de programmeerfunctie terug naar het begin
van stap 3.
• Voor de cijfercodes zijn alleen de eerste drie
ingevoerde cijfers geldig.
Het geheugen van de
afstandsbediening wissen
Een DAT deck bedienen
Om alle geprogrammeerde en geleerde signalen
te wissen, gaat u als volgt tewerk om de
fabrieksinstellingen te herstellen.
SONY
203
PIONEER
219
Druk ?/1, AV ?/1 en MASTER
VOL – tegelijk in
Een MD deck bedienen
De indicator knippert 3 keer en dooft vervolgens.
De cijfercodes komen overeen met
de component en het merk van de
component.
Opmerkingen
• De cijfercodes zijn gebaseerd op de meest recente
informatie die voor elk merk beschikbaar is. Toch
is het mogelijk dat uw component niet reageert op
sommige of alle codes.
• Met sommige componenten zijn niet alle functies
van de afstandsbediening beschikbaar.
Merk
Code(s)
Code(s)
SONY
301
DENON
302
JVC
303
KENWOOD
304
Een cassettedeck bedienen
Merk
Code(s)
SONY
201, 202
DENON
204, 205
KENWOOD
206, 207, 208, 209
NAKAMICHI
210
PANASONIC
216
PHILIPS
211, 212
PIONEER
213, 214
TECHNICS
215, 216
YAMAHA
217, 218
Een LD-speler bedienen
Een CD-speler bedienen
Merk
Merk
Code(s)
SONY
601, 602, 603
SONY
101, 102, 103
PIONEER
606
Code(s)
DENON
104, 123
JVC
105, 106, 107
Een Video CD-speler bedienen
KENWOOD
108, 109, 110
Merk
Code(s)
MAGNAVOX
111, 116
SONY
605
MARANTZ
116
ONKYO
112, 113, 114
PANASONIC
115
PHILIPS
116
PIONEER
117
TECHNICS
115, 118, 119
YAMAHA
120, 121, 122
wordt vervolgd
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP506
Gebruik de cijfercodes in de onderstaande tabel
voor het bedienen van niet-Sony componenten
en Sony componenten die normaal niet met de
afstandsbediening werken. Doordat het
afstandsbedieningssignaal dat een component
aanvaardt afhankelijk is van model en
bouwjaar, kan aan een component meer dan
één cijfercode zijn toegekend. Probeer andere
codes wanneer een bepaalde code niet werkt.
Merk
43NL
Afstandsbediening programmeren
(vervolg)
Een TV bedienen
Merk
Code(s)
Een videorecorder bedienen
SONY
501
DAEWOO
504, 505, 506, 507, 515,
544
Merk
Code(s)
SONY
701, 702, 703, 704, 705,
706
AIWA
710, 750, 757, 758
AKAI
707, 708, 709, 759
BLAUPUNKT
740
EMERSON
711, 712, 713, 714, 715,
716, 750
FISHER
717, 718, 719, 720
GENERAL ELECTRIC
721, 722, 730
GOLDSTAR
723, 753
GRUNDIG
724
HITACHI
722, 725, 729, 741
ITT/NOKIA
717
JVC
726, 727, 728, 736
MAGNAVOX
730, 731, 738
MITSUBISHI/MGA
732, 733, 734, 735
NEC
736
PANASONIC
729, 730, 737, 738, 739,
740
PHILIPS
729, 730, 731
PIONEER
729
RCA/PROSCAN
722, 729, 730, 731, 741,
747
FISHER
508
GOLDSTAR
503, 511, 512, 515, 534,
544
GRUNDIG
517, 534
HITACHI
513, 514, 515, 544
ITT/NOKIA
521, 522
JVC
516
MAGNAVOX
503, 518, 544
MITSUBISHI/MGA
503, 519, 544
NEC
503, 520, 544
PANASONIC
509, 524
PHILIPS
515, 518
PIONEER
509, 525, 526, 540
RCA/PROSCAN
510, 527, 528, 529, 544
SAMSUNG
503, 515, 531, 532, 533,
534, 544
SANYO
508, 545
SHARP
535
TELEFUNKEN
523, 536, 537, 538
THOMSON
530, 537, 539
TOSHIBA
535, 540, 541
ZENITH
542, 543
SAMSUNG
742, 743, 744, 745
SANYO
717, 720, 746
SHARP
748, 749
Een satelliettuner of kabeldecoder
bedienen
TELEFUNKEN
751, 752
Merk
TOSHIBA
747, 755, 756
SONY
801, 802, 803
ZENITH
754
JERROLD/G.I.
806, 807, 808, 809, 810,
811, 812, 813, 814
PANASONIC
818
Een DVD-speler bedienen
Merk
Code(s)
SONY
401
PANASONIC
402, 406
PHILIPS
407
PIONEER
403
TOSHIBA
404
DENON
405
44NL
Code(s)
RCA
804, 805
S. ATLANTA
815, 816, 817
Gebruik van de afstandsbediening RM-U306
Uitgezonderd de STR-DE585 met
landcode CA
U kunt de RM-U306 afstandsbediening
gebruiken om de componenten van uw stereoinstallatie te bedienen.
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen
AV
?/1
SLEEP
Voor u de
afstandsbediening
gebruikt
?/1
SYSTEM
STANDBY
VIDEO 1
VIDEO 2
MD/TAPE
CD
TUNER
TOP MENU
DVD MENU
F
1
2
G
3
g
ENTER
4
Aanbrengen van batterijen in
de afstandsbediening
DVD/LD
5
6
O
f
7
8
9
SHIFT
D.TUNING
0
>10
Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de
afstandsbediening, met de juiste polariteit van
(+) en (–), zoals aangegeven in het batterijvak.
Voor gebruik van de afstandsbediening richt u
deze op de g afstandsbedieningssensor voorop
de tuner/versterker.
-
– CH/PRESET +
.
>
ENTER
RETURN
TV/VIDEO
ANT
TV/VTR
m
M
D.SKIP
X
N
x
SOUND FIELD
2CH
TEST TONE
MAIN MENU
MULTI CH
Gebruik van de afstandsbediening RM-U306
A.DEC
MODE
]
MENU
}
MUTING
}
]
MASTER
VOL
TV VOL
TV CH
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6
maanden meegaan. Als de tuner/versterker niet meer
naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het
tijd alle batterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerkingen
• Leg de afstandsbediening niet op een al te warme
of vochtige plaats.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast
elkaar.
• Let op dat de afstandsbedieningssensor van de
tuner/versterker niet wordt blootgesteld aan directe
zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de
afstandsbediening niet naar behoren functioneren.
• Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd
niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit
verwijderen, om eventuele beschadiging door
batterijlekkage en corrosie te voorkomen.
Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de
functies van de diverse toetsen.
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
SLEEP
Tuner/
versterker
Instellen van de
sluimerfunctie en de
tijdsduur waarna de
tuner/versterker
automatisch moet worden
uitgeschakeld.
?/1
Tuner/
versterker
In- en uitschakelen van
de tuner/versterker.
wordt vervolgd
45NL
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen (vervolg)
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
De totale geluidssterkte
van de tuner/versterker
regelen.
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
MASTER Tuner/
VOL +/– versterker
VIDEO 1
Tuner/
versterker
Videocassette-weergave.
(Videorecorder 3)
AV ?/1
VIDEO 2
Tuner/
versterker
Videocassette-weergave.
(Videorecorder 1)
DVD/LD
Tuner/
versterker
Video-weergave van een
DVD of laserdisc.
TV-toestel/
In- en uitschakelen van
Videorecorder/ de audio- en videoCD-speler/
apparatuur.
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
SYSTEM
STANDBY
(Druk AV
?/1 en
?/1
tegelijk in)
Tuner/
Zet de om de menu’s van
versterker/
de tuner/versterker en
TV-toestel/
andere Sony audio/
Videorecorder/ video-componenten af.
Satelliet-ontvanger/
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
0-9
Tuner/
versterker
Gebruik de “SHIFT”
toets om het
voorinstelzendernummer
te kiezen tijdens DIRECT
TUNING of MEMORY
mode.
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
Keuze van beeld/
muziekstuknummers.
Toets 0 voor beeld/
muziekstuk 10.
MD/TAPE Tuner/
versterker
Afspelen van een
minidisc of
geluidscassette.
CD
Tuner/
versterker
Afspelen van compact
discs.
TUNER
Tuner/
versterker
Luisteren naar de radio.
SHIFT
Tuner/
versterker
Druk herhaaldelijk om
een geheugenpagina te
kiezen voor het
voorinstellen van
radiozenders of het
afstemmen op
vooringestelde
radiozenders.
D.TUNING Tuner/
versterker
Directe keuze van een
bekende radiozender
A.DEC
Tuner/
versterker
Om de AUTO
DECODING mode
te kiezen.
MODE
Tuner/
versterker
Om de klankbeeld
te kiezen.
2CH
Tuner/
versterker
Om de 2CH mode
te kiezen.
TEST
TONE
Tuner/
versterker
Indrukken voor weergave
van de testtoon.
MAIN
MENU
Tuner/
versterker
Druk herhaaldelijk op
deze toets om één van de
vier cursor modes te
kiezen: SURR, LEVEL,
SET UP en NAME.
MULTI CH Tuner/
versterker
Om MULTI CH IN te
kiezen.
MENU </> Tuner/
versterker
Om een menu-item te
kiezen.
MENU +/– Tuner/
versterker
Om een instelling te
verrichten of te
wijzigen.
MUTING Tuner/
versterker
Demping van het geluid
van de tuner/versterker.
46NL
TV-toestel/
Keuze van
Videorecorder/ zendernummers.
Satelliet-ontvanger
>10
CD-speler/
Keuze van beeld/
Video-CD speler muziekstuknummers
Laserdisc-speler/ boven de 10.
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
ENTER
TV-toestel/
Na keuze van een zender,
Videorecorder/ disc of beeld/muziekstuk
Satelliet-ontvanger/ met de cijfertoetsen,
Laserdisc-speler/ drukt u hierop om uw
Minidisc-recorder/ keuze in te voeren.
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
RETURN Video-CD speler Terugkeren naar het
vorige menu.
CH/
Tuner/
Doorzoeken en kiezen
PRESET versterker
van voorkeurzenders.
+/–
TV-toestel/
Keuze van
Videorecorder/ voorkeurzenders.
Satelliet-ontvanger/
./> Videorecorder/ Doorgaan naar een ander
CD-speler/
beeld/muziekstuk.
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
m/M CD-speler/
Beeld/muziekstukken
Video-CD speler/ doorzoeken (voor- of
DVD-videospeler achterwaarts).
N
X
x
Videorecorder/ Beginnen met afspelen.
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck/
Videorecorder/
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
Cassettedeck
Pauzeren van de
weergave of opname.
(Ook voor beginnen met
opnemen vanuit de
opnamepauzestand.)
Videorecorder/ Stoppen met afspelen.
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck/
Functie
ANT
TV/VTR
Videorecorder Keuze van het
uitgangssignaal van de
antenne-aansluiting:
TV-ontvangst of videoweergave.
D.SKIP
CD-speler/
Wisselen van discs
Video-CD speler/ (alleen voor een CDDVD-videospeler/ wisselaar).
Minidisc-recorder/
TOP
MENU
DVD-videospeler Om de DVD titel te
tonen.
DVD
MENU
DVD-videospeler Om het DVD menu te
tonen.
ENTER
DVD-videospeler Om de keuze in te
voeren.
O
DVD-videospeler Om terug te keren naar
hetvorige menu of het
DVD-videospeler menu te
sluiten.
V/v/B/b
DVD-videospeler Om een menu-item te
kiezen.
-/--
TV-toestel
Keuze van een enkelcijfer of twee-cijfer
zendernummer.
TV/VIDEO TV-toestel
Keuze van het
ingangssignaal voor
weergave: TV-ontvangst
of video-weergave.
TV VOL
+/–
TV-toestel
Om het volume van de
TV te regelen.
TV CH
+/–
TV-toestel
Kies een TVvoorinstelzender.
Opmerkingen
• Wanneer een componentkeuzetoets (VIDEO 1,
VIDEO 2, DVD/LD) wordt ingedrukt, kan de
ingangsmode van de TV mogelijk niet naar de
gewenste mode overschakelen. Druk dan op de TV/
VIDEO toets om de ingangsmode van de TV te
wijzigen.
• Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd
staan werken niet met bepaalde tuner/
versterkermodellen.
• De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als
voorbeeld.
Sommige componenten werken dan ook niet of
worden anders bediend dan hierboven beschreven.
• De MULTI CH toets op de afstandsbediening is niet
beschikbaar (Alleen voor de STR-DE485E).
Gebruik van de afstandsbediening RM-U306
Videorecorder/ Snel vooruit of
Laserdisc-speler/ terugwaarts zoeken.
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
47NL
Aanpassen van de
fabrieksinstellingen van
de componentkeuzetoetsen
Als de fabrieksinstellingen voor de
componentkeuzetoetsen toetsen niet
overeenkomen met de componenten van uw
stereo-installatie, kunt u deze instellingen
wijzigen. Als u bijvoorbeeld beschikt over een
cassettedeck, maar geen minidisc-recorder
speler, dan kunt u de functie van de MD/TAPE
toets zonder bezwaar omschakelen naar
bediening van uw cassettedeck.
Overigens kunnen de functies van de TUNER
toets niet gewijzigd worden.
1 Houd de componentkeuzetoets waaraan u
een andere beeld/geluidsbron wilt
toewijzen ingedrukt (bijvoorbeeld de MD/
TAPE toets).
2 Druk op de toets die overeenkomt met
de nieuw toe te wijzen beeld/
geluidsbron (bijvoorbeeld toets 4 voor
een cassettedeck).
De toetsen voor toewijzing van de diverse
beeld/geluidsbronnen zijn als volgt:
Voor bediening van een
Drukt u op toets
CD-speler
2
Minidisc-recorder
3
Cassettedeck A
4
Cassettedeck B
5
Laserdisc-speler
6
Videorecorder
(afstandsbedieningsstand VTR 1*)
7
Videorecorder
(afstandsbedieningsstand VTR 2*)
8
Videorecorder
(afstandsbedieningsstand VTR 3*)
9
TV-toestel
Digitale satelliet-ontvanger (DSS)
48NL
1
DAT-cassettedeck
0
>10
DVD-videospeler
ENTER
Video-CD speler
.
* Sony videorecorders worden bediend in een
VTR 1, 2 of 3 stand. Deze bedieningsstanden
komen overeen met resp. Beta, 8-mm en VHS
videorecorder.
Na deze twee stappen kunt u de MD/TAPE
toets gebruiken voor de bediening van uw
cassettedeck.
Terugstellen van een toets op de
fabrieksinstelling
Volg opnieuw de bovenstaande aanwijzingen.
Alle toetsen tegelijk terugstellen op
hun oorspronkelijke fabrieksinstelling
Druk de ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL –
toetsen alle drie tegelijk in.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat
terechtkomen, trek dan de stekker van de tuner/
versterker uit het stopcontact en laat het apparaat eerst
door een onderhoudsmonteur controleren, alvorens
het weer in gebruik te nemen.
Stroomvoorziening
• Controleer, alvorens de tuner/versterker in gebruik
te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De
bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje
op het achterpaneel van de tuner/versterker.
• Zolang de stekker van het netsnoer in het
stopcontact zit, blijft er spanning op het apparaat
staan, ook al is de tuner/versterker zelf
uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt
de tuner/versterker geruime tijd niet te gebruiken.
Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te
trekken; trek nooit aan het snoer.
• Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
Hitte in het inwendige
Opstelling
• Zet de tuner/versterker op een goed geventileerde
plaats, met voldoende luchtdoorstroming om de
inwendige onderdelen te koelen, in het belang van
een langdurige betrouwbare werking.
• Plaats de tuner/versterker niet dichtbij een
warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd plaatsen
met veel stof, vocht en mechanische trillingen of
schokken.
• Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatieopeningen aan de bovenzijde kan blokkeren, in het
belang van een storingsvrije werking.
Verhelpen van storingen
Als bij het gebruik van de tuner/versterker een
van de volgende problemen zich voordoet,
neemt u dan de controlepunten even door om
het probleem te verhelpen. Zie ook de
paragraaf “Controleren van de aansluitingen”
op blz. 20 om zeker te stellen dat alle
aansluitingen in orde zijn. Mocht de storing
niet zo gemakkelijk te verhelpen zijn,
raadpleeg dan a.u.b. de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Geen of heel zwak geluid, ongeacht de gekozen
component.
• Controleer of de luidsprekers en componenten
goed zijn aangesloten.
• Controleer of de tuner/versterker en de andere
apparaten allemaal zijn ingeschakeld.
• Controleer of de MASTER VOLUME knop niet
in de VOL MIN stand staat.
• Druk op de MUTING toets om de
geluiddemping uit te schakelen.
• Controleer of er geen hoofdtelefoon is
aangesloten.
• Het beveiligingscircuit van de tuner/versterker is
in werking getreden, vanwege kortsluiting (de
aanduiding “PROTECT” knippert). Schakel de
tuner/versterker uit, verhelp de kortsluiting en
schakel het apparaat weer in.
wordt vervolgd
Aanvullende informatie
Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm
kan worden, wijst dat niet op storing in de werking.
Vooral bij afspelen op hoog volume kunnen de
boven-, onder- en zijpanelen na verloop van tijd heet
worden. Pas hiervoor op en raak de behuizing liever
niet aan.
Mocht u verder nog vragen of problemen met de
bediening van de tuner/versterker hebben, aarzel dan
niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Aansluiten
Voor het maken van enige aansluiting, schakelt u
eerst de tuner/versterker uit en trekt u de stekker uit
het stopcontact.
Schoonmaken
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningsorganen met een zachte doek, licht
bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik
geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen
oplosmiddelen zoals wasbenzine of alcohol (spiritus).
49NL
Verhelpen van storingen (vervolg)
Een bepaalde geluidsbron is niet te horen.
• Controleer of de geluidsbron juist is aangesloten op
de audio-ingangen voor het betreffende apparaat.
• Controleer of alle stekkers van de
aansluitsnoeren stevig in de stekkerbussen zitten,
zowel bij de tuner/versterker als bij het
geluidsbron-apparaat zelf.
• Controleer of de tuner/versterker wel is ingesteld
op de juiste geluidsbron.
Er komt geen geluid uit een van de
voorluidsprekers.
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES
stekkerbus om te controleren of de hoofdtelefoon
wel goed geluid geeft (blz. 21).
Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts
via één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis
zijn met de aansluitingen van het weergaveapparaat op de tuner/versterker. Controleer dan
of alle stekkers van het aansluitsnoer aan beide
zijden, op de tuner/versterker en de geluidsbron
zelf, stevig in de stekkerbussen zijn gestoken.
Als de hoofdtelefoon wel via beide kanalen
geluid geeft, kan er iets mis zijn met de
aansluiting van de niet werkende luidspreker op
de tuner/versterker. Controleer dan de
aansluitingen van de luidspreker die geen geluid
geeft.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Stel de weergave evenwichtig in met de
parameters van het LEVEL menu.
Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en ten minste 3 meter
van een TV-toestel of tl-verlichting.
• Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de
buurt van een ingeschakeld TV-toestel.
• Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil.
Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus
of zuivere alcohol.
50NL
De midden- en/of surround luidsprekers
produceren geen of slechts een heel zwak
geluid.
• Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de MODE toets).
• Kies een klankbeeld met het woord “C.ST.EX”
in de naam (blz. 24).
• Stel de geluidssterkte van de luidspreker wat
hoger in (blz. 20).
• Zorg dat de parameter voor het midden surroundluidsprekerformaat staat ingesteld op “SMALL”
of “LARGE” (blz. 17).
De actieve lagetonen-luidspreker geeft geen
geluid.
Er zal niet altijd geluid worden uitgestuurd via de
SUB WOOFER aansluiting, afhankelijk van het
gekozen klankbeeld (blz. 55).
Het akoestiekeffect werkt niet.
Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de MODE toets).
Er wordt geen Dolby Digital of DTS meerkanaalsgeluid weergegeven.
• Controleer of de afgespeelde DVD disc e.d. wel
is voorzien van Dolby Digital of DTS
meerkanaals-geluid.
• Bij aansluiten van een DVD videospeler e.d. op
de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/
versterker dient u ook te zorgen dat de audioinstellingen (voor de geluidsweergave) van het
aangesloten apparaat goed zijn ingesteld.
Het opnemen lukt niet.
• Controleer of de betrokken apparaten naar
behoren zijn aangesloten.
• Kies de broncomponent met de
componentkeuzetoetsen.
• Controleer of INPUT MODE op “ANALOG”
(blz. 21) staat alvorens op te nemen van een
analoge component die is verbonden met de
analoge MD/TAPE aansluitingen.
Hoe een laserdisc-speler aan te sluiten via een
RF demodulator.
Sluit eerst de laserdisc-speler aan op een RF
demodulator en verbind dan de optische of
coaxiale digitale uitgang van de RF demodulator
met de ingangsaansluiting van de tuner/versterker.
Bij deze aansluitmethode dient u de INPUT
MODE ingangskeuze met de hand in te stellen
(blz. 21). De tuner/versterker kan niet altijd goed
werken als de INPUT MODE staat ingesteld op
“AUTO IN”.
Zie voor nadere bijzonderheden over de
DOLBY DIGITAL RF aansluitingen ook de
gebruiksaanwijzing van de RF demodulator.
De FM radio-ontvangst klinkt niet goed.
Installeer een FM buitenantenne en sluit deze
aan op de tuner/versterker met een 75-ohm
coaxiaalkabel (niet bijgeleverd), zoals hieronder
aangegeven. Als u de tuner/versterker aansluit op
een buitenantenne dient deze zorgvuldig geaard te
worden, ter bescherming tegen blikseminslag. Sluit
de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding;
gezien de kans op een gasexplosie is dit uiterst
gevaarlijk.
Tuner/versterker
FM buitenantenne
ANTENNA
AM
De gewenste RDS informatie verschijnt niet in
het uitleesvenster.*
Neem contact op met de radiozender en informeer
of deze wel of geen RDS signalen uitzendt. Ook
zenders die gewoonlijk wel RDS informatie
uitzenden kunnen deze soms tijdelijk buiten
werking stellen.
Op het TV-scherm is geen beeld of slechts een
onduidelijk beeld zichtbaar.
• Stel de tuner/versterker op de juiste beeld/
geluidsbron in.
• Stel het TV-toestel in op de gewenste beeldweergave.
• Zet het TV-toestel iets verder van de audioapparatuur vandaan.
De afstandsbediening werkt niet.
FM
75Ω
COAXIAL
Aardingsdraad
(niet bijgeleverd)
naar een aardpunt
Het afstemmen op een radiozender lukt niet.
De RDS informatiefuncties werken niet.*
• Controleer of de tuner/versterker wel is
afgestemd op een RDS informatiezender op de
FM afstemband.
• Stem af op een krachtiger FM RDS zender.
Aanvullende informatie
• Controleer of de antennes goed zijn aangesloten.
Verstel zonodig de stand van de antennes en sluit
een buitenantenne aan.
• Mogelijk is de signaalsterkte te gering voor
ontvangst (bij gebruik van de automatische
zoekafstemming). Gebruik de directe
afstemming.
• Zorg dat het afsteminterval juist ingesteld (bij het
afstemmen op AM radiozenders met directe
afstemming).
• Er zijn nog geen zenders vooringesteld of de
vastgelegde voorkeurzenders zijn uit het
geheugen gewist (bij gebruik van de
geheugenafstemming). Leg de gewenste zenders
in het afstemgeheugen vast (blz. 32).
• Druk op de DISPLAY toets zodat de
afstemfrequentie in het uitleesvenster verschijnt.
• Bij de RM-PP506 (Alleen voor de STR-DE585
met landcode CA).
De VIDEO 3, TV/SAT, AUX, PHONO, AUDIO
SPLIT, NIGHT MODE, EQ/TONE, ON
SCREEN, /10, /11, /12, 3RD, 2ND ROOM en
SOURCE toets van de afstandsbediening zijn bij
dit model niet te gebruiken.
• Bij de RM-U306 (Alleen voor de
STR-DE485E).
De MULTI CH toets op de afstandsbediening is
niet beschikbaar.
• Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor g voorop de tuner/
versterker.
• Controleer of de werkingsstand van de
afstandsbediening overeenkomt met die van de
receiver (pagina 36 en 41) (Alleen voor de
RM-PP506).
• Controleer of u AV2 kiest als bedieningsstand
van de receiver (pagina 36) (Alleen voor de
RM-U306).
• Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de tuner/versterker.
• Als de batterijen in de afstandsbediening leeg
kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe.
• Controleer of u wel de juiste toets op de
afstandsbediening hebt ingedrukt.
• Als de afstandsbediening staat ingesteld op
bediening van alleen het TV-toestel, kies dan
eerst met de component-keuzetoets op de
afstandsbediening een andere beeld/geluidsbron
dan de TV, dan kunt u daarna het gewenste
apparaat bedienen.
* Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK.
Het receivergeheugen wissen
Voor wissen van
Leest u
Het gehele geheugen
pagina 15
De zelf aangepaste klankbeelden
pagina 27
51NL
Technische gegevens
1) Afhankelijk van de klankbeeld-instellingen en de
geluidsbron kan er soms hierdoor geen geluid
worden weergegeven.
2) Gemeten onder de volgende omstandigheden:
Versterker-gedeelte
Landcode
Stroomvoorziening
UITGANGSVERMOGEN
Modellen met landcode U, CA
Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave
(aan 8 ohm van 40 Hz – 20 kHz, bij 0,09 % THV)
STR-DE585*:
100 W + 100 W
STR-DE485:
80 W + 80 W
E2/E3, AU
240 V wisselstroom, 50 Hz
SP, CEL, CEK, AR
230 V wisselstroom, 50 Hz
TW
110 V wisselstroom, 60 Hz
MX
120 V wisselstroom, 60 Hz
Muziekvermogen, referentie
(aan 8 ohm 1 kHz, bij 0,7 % THV)
STR-DE585*:
FRONT1): 100 W/ch
CENTER1): 100 W
SURR1): 100 W/ch
STR-DE485:
FRONT1): 80 W/ch
CENTER1): 80 W
SURR1): 80 W/ch
* Alleen voor de modellen met landcode CA.
Modellen met landcode CEL,CEK
Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave
(aan 8 ohm 1 kHz, bij 0,7 % THV)
STR-DE585:
100 W + 100 W2)
STR-DE485E:
80 W + 80 W2)
Muziekvermogen, referentie2)
(aan 8 ohm 1 kHz, bij 0,7 % THV)
STR-DE585:
FRONT1):100 W/ch
CENTER1): 100 W
SURR1): 100 W/ch
STR-DE485E:
FRONT1): 80 W/ch
CENTER1): 80 W
SURR1): 80 W/ch
Modellen met andere landcodes
Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
STR-DE485:
80 W + 80 W2)
Muziekvermogen, referentie2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV)
STR-DE485:
FRONT1): 100 W/ch
CENTER1): 100 W
SURR1): 100 W/ch
Frequentiebereik
MULTI CH IN,
(Alleen voor de
STR-DE585 en
STR-DE485), CD,
MD/TAPE, DVD/LD,
VIDEO 1, 2
10 Hz – 50 kHz dB
+0,5/–2 dB (met sound
field en toonregeling
uitgeschakeld)
Ingangen (Analoog)
MULTI CH IN (Alleen
voor de STR-DE585
en STR-DE485), CD,
MD/TAPE, DVD/LD,
VIDEO 1, 2,
Gevoeligheid: 250 mV
Impedantie: 50 kOhm
Signaal/ruisverhouding3):
96 dB (A, 250 mV4))
3) INPUT SHORT (ingangen kortgesloten) (met
sound field en toonregeling uitgeschakeld).
4) Netwerk-gewogen, ingangsniveau.
Ingangen (Digitaal)
DVD/LD (Coaxiaal)
VIDEO 2 (Optisch)
Uitgangen
MD/TAPE (OUT),
VIDEO 1
(AUDIO OUT)
SUB WOOFER
Toon
Versterking:
Gevoeligheid: –
Impedantie: 75 kOhm
Signaal/ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz LPF)
Gevoeligheid: –
Impedantie: –
Signaal/ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz LPF)
Uitgangsspanning: 250 mV
Impedantie: 10 kOhm
Uitgangsspanning: 2 V
Impedantie: 1 kOhm
±6 dB, in stappen van 1 dB
FM tuner-gedeelte
Afstembereik
87,5 – 108,0 MHz
Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrequentie
NL
52
10,7 MHz
Gevoeligheid
Mono:
Stereo:
Algemeen
18,3 dBf, 2,2 µV/75 ohm
38,3 dBf, 22,5 µV/75 ohm
Stroomvoorziening
Landcode
Stroomvoorziening
Bruikbare gevoeligheid 11,2 dBf, 1 µV/75 ohm
U, CA, MX
120 V wisselstroom, 60 Hz
Signaal/ruisverhouding
Mono:
76 dB
Stereo:
70 dB
CEL, CEK
230 V wisselstroom, 50/60 Hz
SP, AR
220 – 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Harmonische vervorming bij 1 kHz
Mono:
0,3 %
Stereo:
0,5 %
E2/E3
120/220/240 V wisselstroom,
50/60 Hz
TW
110 V wisselstroom, 50/60 Hz
Kanaalscheiding
45 dB bij 1 kHz
AU
240 V wisselstroom, 50 Hz
Frequentiebereik
30 Hz – 15 kHz,
+0,5/–2 dB
Stroomverbruik
Selectiviteit
60 dB bij 400 kHz
Landcode
Stroomverbruik
U, MX
STR-DE485: 180 W
CA
STR-DE585: 300 VA
STR-DE485: 260 VA
CEL, CEK
STR-DE585: 180 W
STR-DE485E: 155 W
AM tuner-gedeelte
Afstembereik
Modellen met landcode U, CA
Bij 10 kHz afsteminterval: 530 – 1710 kHz5)
Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1710 kHz5)
Modellen met landcode E2/E3, MX, AR
Bij 10 kHz afsteminterval: 530 – 1610 kHz5)
Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1602 kHz5)
Modellen met landcode AU, SP, CEL, CEK,
TW
Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1602 kHz
Kaderantenne
Tussenfrequentie
450 kHz
Bruikbare gevoeligheid 50 dB/meter
(bij 1.000 kHz of 999 kHz)
Signaal/ruisverhouding 54 dB (bij 50 mV/meter)
Harmonische vervorming 0,5 % (bij 50 mV/meter,
400 Hz)
Selectiviteit
Bij 9 kHz:
Bij 10 kHz:
35 dB
40 dB
5) Het afsteminterval van de AM band kunt u
omschakelen tussen 9 kHz of 10 kHz, als volgt.
Stem af op een AM radiozender en schakel de
tuner/versterker uit. Houd vervolgens de PRESET
TUNING + toets ingedrukt en schakel het apparaat
zo weer in met de ?/1 toets. Bij het omschakelen
van het afsteminterval worden alle
voorkeurzenders uit het geheugen gewist. Om het
afsteminterval terug te schakelen naar de
oorspronkelijke 10 kHz (of 9 kHz), herhaalt u deze
stappen.
TW
STR-DE485: 400 W
Stroomverbruik (in de gebruiksklaar-stand)
0,5 W
Afmetingen (b/h/d)
430 × 145 × 298 mm,
incl. uitstekende
onderdelen en knoppen
Gewicht (ca.)
7,0 kg
Bijgeleverd toebehoren
FM draadantenne (1)
AM kaderantenne (1)
• Alleen voor de STR-DE585
• Modellen met landcode CA
Afstandsbediening RM-PP506 (1)
R6 (AA-formaat) batterijen (2)
• Modellen met landcode CEL, CEK
Afstandsbediening RM-U306 (1)
R6 (AA-formaat) batterijen (2)
• Alleen voor de STR-DE485E/DE485
Afstandsbediening RM-U306 (1)
R6 (AA-formaat) batterijen (2)
Aanvullende informatie
Antenne
AU, SP, E2/E3, AR STR-DE485:155 W
Zie voor nadere bijzonderheden over de landcode
van uw uitvoering de beschrijving op blz. 4.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
Video-gedeelte
Ingangen
Video:
1 Vt-t, 75 ohm
Uitgangen
Video:
1 Vt-t, 75 ohm
53NL
Tabel voor de instellingen met de SURR, LEVEL, SET UP,
BASS en TREBLE toetsen
Voor het bijregelen van de akoestiek kunt u de onderstaande instellingen maken met de LEVEL,
SURR, SET UP toetsen, MENU +/ – en MENU / . De tabel toont de parameters, elk met hun
eigen instelbereik.
Druk op
Druk op MENU
of MENU
om instelling te kiezen
Druk op MENU + of MENU –
om instelling te kiezen
SURR
EFFECT
afhankelijk van het klankbeeld (in 15 stappen)
27
L +8 tot R +8 (in stappen van 1)
28
LEVEL
L
R
BAL. L/R XXX
CTR XXX dB
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
SUR.R. XXX dB
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
S.W. XXX dB
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
L.F.E. XXX dB
OFF, –20 dB tot 0 dB (in stappen van 1 dB)
SET UP
L
C
SL
SW
L
C
R
COMP. XXX
OFF, 0,1 to 0,9 (in stappen van 0,1), STD, MAX
(FRONT)
LARGE, SMALL
(CENTER)
SR
(SURROUND)
(SUB WOOFER) S.W. XXX
R
DIST. XX.X m
DIST. XX.X m
DIST. XX.X
LARGE, SMALL, NO
YES, NO
tussen 1,0 meter en 12,0 meter
(in stappen van 0,1 meter)1)
R DIST. en 1,5 meter
tussen L
(in stappen van 0,1 meter)2)
R DIST. en 4,5 meter
tussen L
(in stappen van 0,1 meter)3)
SR
SL
SR
PL. XXX
SIDE, MID, BEHD.
SL
SR
HGT. XXX
HIGH, LOW
PRO LOGIC 4)
16
LARGE, SMALL, NO
SL
C.MODE.AVX
1)
2)
3)
4)
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
SUR.L. XXX dB
D. RANGE
Pagina
AV1, AV2
DOLBY PL,
37
MOVIE,
MUSIC
Bij de modellen met landcode U, CA: 3 voet tot 40 voet (in stappen van 1 voet)
R DIST. en 5 voet (in stappen van 1 voet)
Bij de modellen met landcode U, CA: tussen L
R DIST. en 15 voet (in stappen van 1 voet)
Bij de modellen met landcode U, CA: tussen L
Alleen voor de STR-DE585.
Voor het bijregelen van de akoestiek kunt u de onderstaande instellingen maken met de BASS +/– en
TREBLE +/–. De tabel toont de parameters, elk met hun eigen instelbereik.
54NL
Druk op
Voor keuze van
Pagina
BASS +/–
- 6 dB tot + 6 dB (in stappen van 1dB)
29
TREBLE +/–
- 6 dB tot + 6 dB (in stappen van 1dB)
29
Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden
De bijgeregelde SURR akoestiekparameters, BASS en TREBLE parameters worden voor elk
klankbeeld afzonderlijk vastgelegd.
<SURR>
<BASS>
<TREBLE>
EFFECT
LEVEL
2CH ST.
z
z
AUTO DEC.
z
z
NORM.SURR.
z
z
C.ST.EX A
z
z
z
C.ST.EX B
z
z
z
C.ST.EX C
z
z
z
HALL
z
z
z
JAZZ
z
z
z
CONCERT
z
z
z
GAME
z
z
z
MULTI CH IN1)
PCM 96K
De bijgeregelde LEVEL luidsprekerniveau-parameters gelden voor alle klankbeelden.
LEVEL
>
CENTER
LEVEL
SUR.L.
LEVEL
SUR.R.
LEVEL
S.WOOFER
LEVEL
LFE
MIX2)
D.RANGE
COMP2)
2CH ST.
z
z
z
AUTO DEC.
z
z
z
z
z
z
z
NORM.SURR.
z
z
z
z
z
z
z
C.ST.EX A
z
z
z
z
z
z
z
C.ST.EX B
z
z
z
z
z
z
z
C.ST.EX C
z
z
z
z
z
z
z
HALL
z
z
z
z
z3)
z
z
JAZZ
z
z
z
z
z3)
z
z
CONCERT
z
z
z
z
z3)
z
z
GAME
z
z
z
z
z
z
z
MULTI CH IN1)
z
z
z
z
z
PCM 96K
z
Aanvullende informatie
<
FRONT
BAL
1) Alleen voor de STR-DE585 en STR-DE485.
2) Deze parameters kunnen niet altijd instelbaar zijn of niet altijd het gewenste effect hebben, afhankelijk van de
geluidsbron. Zie voor nadere bijzonderheden de gedetailleerde beschrijving onder “Aanpassen van de
luidsprekerniveau-parameters” (blz. 27).
3) Bij deze klankbeelden zal de lagetonen-luidspreker geen geluid geven als het formaat van de voorluidsprekers
op “LARGE” staat ingesteld. De lagetonen-luidspreker zal alleen wel geluid geven bij weergave van digitale
signalen met een afzonderlijk L.F.E. (Low Frequency Effect) lagetonen-kanaal.
55NL