Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag
u de ventilatie-openingen van het apparaat niet
afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d.
Plaats nooit een brandende kaars bovenop het
apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u nooit een met vloeistof gevuld
voorwerp, zoals een vaas, een glas of beker op het
apparaat zetten.
Gooi de batterij niet weg maar
lever deze in als klein chemisch
afval (KCA).
Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten
ruimte zoals een boekenkast of een inbouwkast.
Deze stereo-installatie is voorzien van Dolby* Digital
en Pro Logic Surround akoestiek en het DTS**
Digital Surround akoestieksysteem.
* Onder licentie van Dolby Laboratories.
De namen "Dolby", "Pro Logic" en het dubbele-D
symbool zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
** De termen "DTS", "DTS-ES Extended Surround"
en "Neo:6" zijn handelsmerken van Digital Theater
Systems, Inc.
2NL
Inhoudsopgave
Geheugenafstemming .......................... 35
Gebruik van het Radio Data
Systeem (RDS)1) ............................ 37
Lijst van bedieningstoetsen
en referentiepagina’s
Hoofdtoestel .......................................... 5
Andere bedieningsfuncties
Naamgeving van voorkeurzenders
en beeld/geluidsbronnen ................ 39
Opnemen ............................................. 39
Automatisch uitschakelen met de
sluimerfunctie ................................ 40
Aanpassingen via het CUSTOM menu ...... 41
De werkingsstand van de receiver
wijzigen ......................................... 41
CONTROL A1II bedieningssysteem ..... 42
Aansluiten van de apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren ........................ 6
Aansluiten van de antennes ................... 7
Aansluiten van audio-apparatuur ........... 8
Aansluiten van video-apparatuur ........... 9
Aansluiten van digitale apparatuur ...... 10
Meerkanaals-ingangsaansluitingen ..... 12
Andere aansluitingen ........................... 13
Aansluiten en opstellen van
de luidsprekers
Luidspreker-aansluitingen ................... 15
Voorbereidingen treffen voor
weergave ....................................... 17
Luidspreker-opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek ... 17
Controleren van de aansluitingen ........ 22
Basisbediening
Keuze van het weergave-apparaat ....... 23
Keuze van de aanduidingen in het
uitleesvenster ................................. 24
Gebruik van de
afstandsbediening RM-PP4122)
Voor u de afstandsbediening gebruikt .... 44
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen ............. 44
De werkingsstand van de
afstandsbediening selecteren ......... 48
Afstandsbediening programmeren ...... 48
Gebruik van de
afstandsbediening RM-U3073)
Voor u de afstandsbediening gebruikt .... 52
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen ............. 52
De standaardinstelling voor de INPUT
SELECTOR toets wijzigen ........... 55
Genieten van Surround Sound
akoestiek
Alleen met de voorluidsprekers
(2-kanaals Stereo) .......................... 25
Genieten van geluid met een hoge
kwaliteit ......................................... 25
Keuze van een klankbeeld ................... 26
Keuze van de middenachter- decodeerfunctie
(SURR BACK DECODING) ............. 28
Betekenis van de meerkanaals
Surround aanduidingen ................. 30
Bijregelen van de klankbeelden .......... 31
Radio-ontvangst
Automatisch voorinstellen van FM
zenders in alfabetische volgorde
(AUTOBETICAL)1) ...................... 34
Directe afstemming ............................. 34
Automatische afstemming ................... 35
NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ......................... 56
Verhelpen van storingen ...................... 56
Technische gegevens ........................... 59
Tabel voor de instellingen met de
MAIN MENU toets ....................... 62
Instelbare parameters voor elk
van de klankbeelden ...................... 63
1)
2)
3)
Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK.
Alleen voor de modellen met landcode E2/E3,
MX, AR.
Modellen met andere landcode.
3NL
Betreffende deze
gebruiksaanwijzing
Betreffende de bijgeleverde
afstandsbediening
Omtrent de landcodes
Over welke uitvoering van dit apparaat u beschikt,
is afleesbaar aan de landcode die staat vermeld
onderaan op het achterpaneel (zoals in de
onderstaande afbeelding).
R
L
R
R
L
FRONT B
FRONT A
L
AC OUTET
L
SURROUND
KERS
IMPEDANCE USE 8-16Ω
4-XXX-XXX-XX AA
Landcode
Verschillen in bediening die samenhangen met de
landcode staan in de tekst duidelijk aangegeven,
zoals bijvoorbeeld "Alleen voor de modellen met
landcode AA".
Tip
De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de
bediening met de toetsen op de tuner/versterker zelf.
U kunt echter ook de toetsen van de bijgeleverde
afstandsbediening gebruiken, met dezelfde of
soortgelijke namen als die op de tuner/versterker.
Voor meer informatie omtrent het gebruik van uw
afstandsbediening, zie
• blz. 44–51 voor RM–PP412 (Alleen voor de
modellen met landcode E2/E3, MX, AR).
• blz. 52–55 voor RM–U307 (Modellen met andere
landcodes).
4NL
Voor RM-PP412 (Alleen voor de
modellen met landcode E2/E3, MX,
AR)
De TV/SAT, PHONO, SOURCE, DIRECT,
AAC BI-LING, 12 en ON SCREEN toetsen op
de afstandsbediening zijn niet beschikbaar.
Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s
Illustratienummer
r
Aan de hand van deze pagina vindt u de toetsen en
andere systeemonderdelen die in de tekst vermeld staan.
DISPLAY
3 (24, 37, 58)
R
R
Naam toets/onderdeel Referentiepagina
Hoofdtoestel
ALFABETISCHE VOLGORDE
A–H
A.F.D. (toets/indicator) wh
(25–27)
AUX qf (23)
CD/SACD qa (23)
DIMMER 4 (24)
DISPLAY 3 (24, 37, 58)
DVD 9 (23)
ENTER ql (17, 39, 41)
FM MODE es (35)
I–O
INPUT MODE qj (23)
IR (ontvanger) (Infraroodontvanger) 5 (44, 52, 58)
Instelknop w; (18, 32, 33, 39,
41, 62)
MAIN MENU qk (18, 32, 33, 39,
41, 62)
MASTER VOLUME qh (22, 24,
56)
MD/TAPE q; (23)
123 45
MEMORY ea (34, 36)
MOVIE (toets/indicator) wg (26,
57)
MULTI CHANNEL DECODING
(indicator) ws (23)
MULTI CH IN wd (23)
MUSIC (toets/indicator) wf (26,
27, 57)
V–Z
VIDEO 1 6 (23)
VIDEO 2 7 (23)
VIDEO 3 8 (23)
VIDEO 3 INPUT (aansluitingen)
(Video-ingangsaansluitingen)
ed (9)
CIJFERS EN SYMBOLEN
P–U
2CH (toets/indicator) wj (25, 27,
33)
?/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (17,
22, 33, 34, 41, 60)
</> wa (18, 32, 33, 39, 41, 62)
PHONES (aansluiting)
(Hoofdtelefoon-aansluiting) ef
(24, 30, 57)
PRESET TUNING +/– wl (36,
60)
SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) 2
(15, 24, 56)
SURR BACK DECODING wk
(28, 41)
SURR BACK DECODING
(indicator) qg (28)
TUNER FM/AM qs (23, 35, 36,
39)
TUNING +/– e; (35)
Uitleesvenster qd (24)
6 7 8 9 0 qa qsqd qf
qg
Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s
Gebruik van deze pagina
qh
?/1
g
ef
ed
es ea e;
wl wk wj wh wg wf wdws wa
w; ql qk qj
5NL
Aansluiten van de apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren
U hebt de volgende los verkrijgbare aansluitsnoeren A–I nodig om de onderdelen aan te sluiten
(blz. 8–14).
A Audio-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
G Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd)
Wit (L)
Rood (R)
Zwart
Tip
B Audio/video-aansluitsnoer (niet
bijgeleverd)
Geel (video)
Wit (audio links)
Rood (audio rechts)
C Video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
Het audio-aansluitsnoer A kan worden gesplitst in
twee mono audio-aansluitsnoeren G.
H Component video-aansluitsnoer (niet
bijgeleverd)
(Uitgezonderd de modellen met landcode CEL,
CEK)
Groen
Blauw
Rood
Geel
D S-video cord (niet bijgeleverd)
I Mono ministekker-kabel (niet bijgeleverd)
E Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd)
(Uitgezonderd de modellen met landcode CEL,
CEK)
Zwart
F Digitale coaxiaalkabel (niet bijgeleverd)
Alvorens met aansluiten te beginnen
• Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan.
• Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde
zijn.
• Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen.
• Let bij het aansluiten van de audio/videosnoeren op dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de gele
stekkers aan op de gele stekkerbussen (voor het videosignaal); witte stekkers op witte stekkerbussen
(voor het linker audiokanaal) en rode stekkers op rode stekkerbussen (voor het rechter kanaal).
• Steek bij het aansluiten van optisch digitale kabels de stekkers recht in tot ze vastklikken.
• Let op dat de optisch digitale kabel niet geknikt of verwrongen wordt.
6NL
Aansluiten van de antennes
FM draadantenne
(bijgeleverd)
DIGITAL
OPTICAL
COMPONENT VIDEO
VIDEO 2
IN
ANTENNA
MD/
TAPE
IN
Y
PB/B—Y
MONITOR
AM
MD/
TAPE
OUT
y
PR/R—Y
VIDEO IN VIDEO IN
CD/
SACD
IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
DVD
IN
COAXIAL
VIDEO 2
IN
MONITOR
OUT
CTRL A1 II
S-VIDEO
IN
L
L
DVD
IN
Aansluiten van de apparatuur
AM kaderantenne
(bijgeleverd)
S-VIDEO
IN
L
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
L
S-VIDEO
OUT
L
SURR
BACK
CENTER
R
IN
R
IN
AUX CD/SACD
OUT
R
IN
MD/TAPE
R
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN
DVD VIDEO 2
VIDEO 1
SUB
WOOFER
R
SUB
FRONT SURROUND WOOFER
MULTI CH IN
PRE OUT
*
* De vorm van de aansluitstekker kan ietwat verschillen afhankelijk van de landcode.
Na het aansluiten van de
antenne
• Om het oppikken van stoorsignalen te
voorkomen, mag u de AM kaderantenne niet te
dicht bij de tuner/versterker of andere
apparatuur zetten.
• Strek de FM draadantenne zo ver mogelijk uit.
• Na het aansluiten van de FM draadantenne legt
of hangt u deze zo horizontaal mogelijk.
7NL
Aansluiten van video-apparatuur
DVD-videospeler
Aansluiten van de apparatuur
OUTPUT
AUDIO OUT
L
R
VIDEO
OUT
COMPONENT VIDEO*
B
H
L
COMPONENT VIDEO
ANTENNA
Y
L
PR/R–Y
VIDEO IN VIDEO IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
DVD
IN
VIDEO 2
IN
MONITOR
OUT
FRONT B
CTRL A1 II
FRONT A
R
S-VIDEO
IN
L
L
R
CENTER
y
S-VIDEO
IN
L
S-VIDEO
OUT
L
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
L
L
A
SURR
BACK
CENTER
R
OUT
R
IN
MD/TAPE
R
DVD VIDEO 2
SUB
WOOFER
R
VIDEO 1
MULTI CH IN
SPEAKERS
OUT
B
B
INPUT OUTPUT
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
VIDEO
IN
VIDEO
OUT
AUDIO
IN
AUDIO
OUT
L
R
IMPEDANCE USE 8-16Ω
IN
Ç
Ç
IN
OUTPUT
Camcorder
of
videospel
L
SURROUND
PRE OUT
B
B
R
SUB
FRONT SURROUND WOOFER
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN
Ç
Naar de
VIDEO 3R
IN
IN
INPUT
AUX CD/SACD
stekkerbussen
L
PB/B–Y
MONITOR
AM
R
C
INPUT
VIDEO
IN
L
Satellietontvanger of
videorecorder
R
Videorecorder
TV of
videomonitor
* Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK.
Omtrent de video-aansluitingen
U kunt de audio-uitgangsaansluitingen van uw
TV-toestel verbinden met de VIDEO 2 AUDIO
IN stekkerbussen van de tuner/versterker, om het
geluid van de TV weer te geven met een
akoestiekeffect naar keuze. In dit geval mag u de
video-uitgangsaansluiting van het TV-toestel niet
verbinden met de VIDEO 2 VIDEO IN
stekkerbus van de tuner/versterker. Als u een
aparte satelliet-ontvanger aansluit, verbind dan de
audio- en video-uitgangen daarvan beide met de
tuner/versterker zoals aangegeven in bovenstaand
aansluitschema.
Als u beschikt over een TV-toestel, satellietontvanger of DVD-videospeler met
COMPONENT VIDEO (Y, B-Y, R-Y)
uitgangsaansluitingen en een videomonitor met
COMPONENT VIDEO ingangsaansluitingen,
dan kunt u deze op de tuner/versterker
component video-aansluiten met behulp van een
videosnoer (niet bijgeleverd).
Tip
Bij gebruik van de S-video stekkerbussen in plaats
van de gewone video-aansluitingen, zult u het TVtoestel of de videomonitor ook moeten aansluiten op
de S-video stekkerbus. De S-video signalen worden
alleen uitgestuurd via de S-video stekkerbussen, dus u
zult via de gewone video-aansluitingen geen signaal
kunnen weergeven.
Opmerking
Op deze tuner/versterker zijn de COMPONENT
VIDEO signalen niet uitwisselbaar met
S-videosignalen of gewone videosignalen.
9NL
Aansluiten van digitale apparatuur
U kunt de digitale uitgangsaansluitingen van uw DVD videospeler of satelliet-ontvanger (enz.)
verbinden met de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/versterker, om thuis te genieten van
een indrukwekkend bioscoopgeluid met meerkanaals Surround akoestiek. Om deze meerkanaals
Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers,
twee surround-luidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker.
Satellietontvanger of DVD
videospeler*
OUTPUT
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
DIGITAL
OPTICAL
R
E
B
DIGITAL
OPTICAL
COMPONENT VIDEO
VIDEO 2
IN
ANTENNA
MD/
TAPE
IN
Y
PB/B—Y
MONITOR
AM
MD/
TAPE
OUT
y
PR/R—Y
VIDEO IN VIDEO IN
CD/
SACD
IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
DVD
IN
COAXIAL
VIDEO 2
IN
MONITOR
OUT
CTRL A1 II
S-VIDEO
IN
L
L
DVD
IN
S-VIDEO
IN
L
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
L
S-VIDEO
OUT
L
SURR
BACK
CENTER
R
IN
R
IN
AUX CD/SACD
OUT
R
IN
MD/TAPE
F
R
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN
DVD VIDEO 2
VIDEO 1
R
SUB
WOOFER
SUB
FRONT SURROUND WOOFER
MULTI CH IN
PRE OUT
B
OUTPUT
OUTPUT
DIGITAL
COAXIAL
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
L
DVD-videospeler
(enz.)*
R
* Hiervoor kunt u naar keuze coaxiale of optische aansluitingen maken. Wij willen u aanraden coaxiale
aansluitingen te gebruiken, liever dan optische aansluitingen.
10NL
Verbind de digitale uitgangsaansluitingen van uw minidisc-recorder of cassettedeck met de digitale
ingang van de tuner/versterker en verbind de digitale ingangen van uw minidisc-recorder of
cassettedeck met de digitale uitgangsaansluiting van de tuner/versterker. Via deze aansluitingen kunt
u digitale geluidsopnamen maken van TV-uitzendingen e.d.
INPUT OUTPUT
OPTICAL
IN
LINE
LINE
L
OUT
ç
IN
A
A
ç
E
OUT
ç
E
ç
R
OUT
IN
DIGITAL
OPTICAL
COMPONENT VIDEO
VIDEO 2
IN
ANTENNA
MD/
TAPE
IN
Y
PB/B–Y
MONITOR
AM
MD/
TAPE
OUT
y
PR/R–Y
VIDEO IN VIDEO IN
CD/
SACD
IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
DVD
IN
COAXIAL
S-VIDEO
IN
L
L
DVD
IN
VIDEO 2
IN
MONITOR
OUT
CTRL A1 II
S-VIDEO
IN
L
Aansluiten van de apparatuur
Minidisc-recorder of
cassettedeck
DIGITAL
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
L
S-VIDEO
OUT
L
SURR
BACK
CENTER
R
IN
R
IN
AUX CD/SACD
OUT
R
IN
MD/TAPE
R
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN
DVD VIDEO 2
VIDEO 1
R
SUB
WOOFER
SUB
FRONT SURROUND WOOFER
MULTI CH IN
PRE OUT
Opmerkingen
• Het digitaal opnemen van een digitaal meerkanaals-akoestieksignaal is niet mogelijk.
• Alle OPTICAL en COAXIAL aansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 96 kHz, 48 kHz,
44,1 kHz en 32 kHz.
• Het is niet mogelijk analoge signalen op te nemen op een apparatuur aangesloten op de MD/TAPE en VIDEO
stekkerbussen via alleen digitale aansluitingen. Voor het opnemen van analoge signalen maakt u analoge
aansluitingen. Voor het opnemen van digitale signalen maakt u zowel digitale aansluitingen.
• Er zal geen geluid klinken wanneer u een Super Audio CD disc afspeelt in een Super Audio CD-speler die is
aangesloten op de CD/SACD OPTICAL IN aansluiting van dit apparaat. Sluit dit type speler aan op de analoge
ingangsaansluitingen (CD/SACD IN stekkerbussen). Zie tevens de gebruiksaanwijzing van uw Super Audio CDspeler.
11NL
Meerkanaals-ingangsaansluitingen
Alhoewel deze tuner/versterker is uitgerust met een eigen meerkanaals-decodeertrap, is hij tevens
voorzien van een compleet stel meerkanaals-ingangsaansluitingen. Via deze ingangen kunt u
genieten van meerkanaals akoestiekweergave van andere geluidsbronnen dan alleen Dolby Digital en
DTS gecodeerd materiaal. Als uw DVD videospeler beschikt over meerkanaals-uitgangen, kunt u
deze rechtstreeks aansluiten op deze tuner/versterker, om te luisteren naar de geluidsweergave via de
meerkanaals-decodeertrap van de DVD videospeler. Bovendien kunt u op de meerkanaals-ingangen
desgewenst ook een externe meerkanaals-decodeereenheid aansluiten.
Om de meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen (5,1-kanaals), zijn er vijf gewone
luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers, twee achterluidsprekers en een middenluidspreker) plus
een speciale lagetonenluidspreker. Als u wilt genieten van 6,1-kanaals surround sound, moet u de
SURR BACK aansluiting gebruiken (blz. 16). Zie de gebruiksaanwijzing van uw DVD videospeler,
meerkanaals-decodeereenheid e.d. voor nadere bijzonderheden over de vereiste meerkanaals
aansluitingen.
Opmerkingen
• Wanneer u de hieronder aangegeven aansluitingen maakt, kunt u het geluidsniveau van de akoestiekluidsprekers
en de lagetonen-luidspreker instellen op uw DVD videospeler of meerkanaals-decodeereenheid.
• Zie blz. 15 voor nadere bijzonderheden over het aansluiten van de luidsprekers.
DIGITAL
OPTICAL
COMPONENT VIDEO
VIDEO 2
IN
ANTENNA
MD/
TAPE
IN
Y
PB/B—Y
MONITOR
AM
MD/
TAPE
OUT
y
PR/R—Y
VIDEO IN VIDEO IN
CD/
SACD
IN
VIDEO OUT VIDEO IN
DVD
IN
COAXIAL
VIDEO 2
IN
MONITOR
OUT
CTRL A1 II
S-VIDEO
IN
L
L
DVD
IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
S-VIDEO
IN
L
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
L
L
SURR
BACK
CENTER
R
IN
R
IN
AUX CD/SACD
OUT
R
IN
MD/TAPE
R
DVD VIDEO 2
SUB
WOOFER
R
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 1
SUB
FRONT SURROUND WOOFER
MULTI CH IN
A A G
PRE OUT
G
L
CENTER
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH OUT
DVD videospeler, CD/Super
Audio CD-speler, meerkanaalsdecodeereenheid, enz.
12NL
Andere aansluitingen
CONTROL A1
*
Aansluiten van de apparatuur
I
DIGITAL
OPTICAL
COMPONENT VIDEO
VIDEO 2
IN
ANTENNA
MD/
TAPE
IN
Y
PB/B–Y
MONITOR
AM
MD/
TAPE
OUT
y
PR/R–Y
VIDEO IN VIDEO IN
CD/
SACD
IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
DVD
IN
COAXIAL
S-VIDEO
IN
L
L
DVD
IN
VIDEO 2
IN
MONITOR
OUT
CTRL A1 II
S-VIDEO
IN
L
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
L
S-VIDEO
OUT
L
SURR
BACK
CENTER
R
IN
R
IN
AUX CD/SACD
OUT
R
IN
MD/TAPE
R
R
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN
DVD VIDEO 2
VIDEO 1
SUB
WOOFER
SUB
FRONT SURROUND WOOFER
MULTI CH IN
PRE OUT
ç
IN
A
OUTPUT
LINE
L
R
CD-speler, cassettedeck,
Minidisc-recorder, enz.
* Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK.
CONTROL A1
aansluitingen
• Als u beschikt over een Sony CD-speler,
Super Audio CD-speler, cassettedeck of
minidisc-recorder die geschikt is voor
het CONTROL A1 bedieningssysteem
Gebruik een mono ministekker-kabel (niet
bijgeleverd) om de CONTROL A1
aansluiting van uw CD-speler, Super Audio
CD-speler, cassettedeck of minidisc-recorder
te verbinden met de CTRL A1 aansluiting
van deze tuner/versterker. Zie voor nadere
bijzonderheden de aanwijzingen onder
"CONTROL A1 bedieningssysteem" op
blz. 42 en de gebruiksaanwijzing van uw
CD-speler, Super Audio CD-speler,
cassettedeck of minidisc-recorder.
Opmerking
Als u de CONTROL A1 aansluitingen maakt van de
tuner/versterker naar een minidisc-recorder die ook is
aangesloten op een computer, mag u de tuner/versterker
niet bedienen terwijl het "Sony MD Editor" programma
loopt. Anders kan er van alles mis gaan.
• Als u beschikt over een CD-wisselaar
met een COMMAND MODE
keuzeschakelaar
Als de COMMAND MODE schakelaar van uw
CD-wisselaar kan worden ingesteld op CD 1,
CD 2 of CD 3, zet deze dan in de "CD 1" stand
en sluit de CD-wisselaar aan op de CD
ingangen van de tuner/versterker.
Als u echter een Sony CD-wisselaar met
VIDEO OUT aansluitingen heeft, dan u zet de
COMMAND MODE schakelaar in de "CD 2"
stand en sluit u de CD-wisselaar aan op de
VIDEO 2 ingangen van de tuner/versterker.
wordt vervolgd
13NL
Andere aansluitingen (vervolg)
Aansluiten van het netsnoer
Netsnoer
AUX AUDIO IN aansluiting
Als u beschikt over een individuele
audiocomponent (behalve PHONO)
Gebruik de audiosnoeren om de LINE OUT
aansluitingen van de CD-speler, cassettedeck
of minidisc-recorder te verbinden met de AUX
IN aansluiting op de tuner/versterker, zodat u
stereo geluidsbronnen kunt beluisteren in
Surround Sound.
Instellen van de
spanningskiezer
Als uw tuner/versterker is voorzien van een
spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel,
controleer dan of deze spanningskiezer juist
staat ingesteld op de plaatselijke netspanning.
Zo niet, dan zet u de spanningskiezer met
behulp van een schroevendraaier in de juiste
stand, voordat u de stekker in het stopcontact
steekt.
VOLTAGE SELECTOR
120V
220V
240V
L
b
L
ONT B
Naar een
stopcontact
L
AC OUTLET
L
8-16Ω
AC OUTLET*
* Uitgezonderd de modellen met landcode AR, KR
De plaats, de vorm en het aantal
netstroomuitgangen kan verschillen per model en
het land waarnaar deze tuner/versterker
oorspronkelijke is verscheept.
Alvorens u de netsnoerstekker van deze tuner/
versterker in het stopcontact steekt, dient u
eerst alle luidsprekers aan te sluiten op de
tuner/versterker (blz. 15).
Sluit de netsnoeren van uw audio/videoapparatuur aan op een gewoon
wandstopcontact.
Als u het netsnoer van andere audio/videoapparatuur aansluit op de AC OUTLET
netstroomuitgang(en) achterop de tuner/
versterker, zal de tuner/versterker zorgen voor
de stroomvoorziening van de andere
component(en), zodat u de bijbehorende
apparatuur allemaal tegelijk met de tuner/
versterker kunt in- en uitschakelen.
Waarschuwing
Let op dat het totale stroomverbruik van de
apparatuur aangesloten op de AC OUTLET
netstroomuitgang achterop de tuner/versterker het bij
deze uitgang aangegeven vermogen niet overschrijdt.
Sluit op de netuitgang in geen geval huishoudelijke
apparatuur aan zoals een strijkijzer, een ventilator,
een TV-toestel of andere apparatuur met een hoog
stroomverbruik.
14NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Luidspreker-aansluitingen
Vereiste aansluitsnoeren
A Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd)
B Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd)
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
(+)
zwart
(–)
Actieve lagetonenluidspreker
Middenluidspreker
Rechter
voorluidspreker B*
E
E
Linker
voorluidspreker B*
INPUT
AUDIO
IN
e
B
A
e
e
E
A
A
COMPONENT VIDEO
Y
R
L
R
L
PB/B—Y
MONITOR
CENTER
PR/R—Y
VIDEO OUT
DVD
IN
VIDEO 2
IN
MONITOR
OUT
FRONT B
CTRL A1 II
FRONT A
R
L
S-VIDEO
OUT
L
AC OUTLET
SURR
BACK
CENTER
SUB
WOOFER
R
R
SUB
FRONT SURROUND WOOFER
MULTI CH IN
SPEAKERS
A
E
L
SURROUND
PRE OUT
IMPEDANCE USE 8-16Ω
A
e
Rechter surroundluidspreker
E
A
e
Linker surroundluidspreker
E
A
e
Rechter voorluidspreker A
E
e
Linker voorluidspreker A
* Indien u over extra voorluidsprekers beschikt, sluit die dan aan op SPEAKERS FRONT B. U kunt de gewenste
voorluidsprekers selecteren met de SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) toets (blz. 24).
wordt vervolgd
15NL
Luidspreker-aansluitingen (vervolg)
Opmerkingen
• Aan de luidsprekerkant stript u ongeveer 10 mm van
de isolatie van het snoer en draait u de kerndraden
ineen. Let bij elk snoer op dat u de draden niet
verwisselt: sluit + aan op + en – op –. Als de draden
verwisseld worden, zal bij weergave de positie van
de muziekinstrumenten onduidelijk zijn, terwijl de
lage tonen grotendeels zullen ontbreken.
• Als u luidsprekers gebruikt met een relatief gering
maximaal ingangsvermogen, stel dan de
geluidssterkte erg voorzichtig in, om overbelasting
van de luidsprekers te vermijden.
De gestripte uiteinden van de
luidsprekerdraden raken elkaar, omdat er
teveel van de isolatie is verwijderd.
SURR BACK aansluiting
Met de receiver kunt u luisteren naar 6,1kanaals surround sound wanneer u de PRE
OUT SURR BACK aansluiting van de receiver
en de INPUT aansluiting van een andere
versterker met elkaar verbindt via een monoaudiokabel. Zie blz. 25 voor meer informatie
over het gebruik van het geluidsveld.
Tip
Als u 6,1-kanaals surround-sound wilt beluisteren, stelt u
"Selectie van achterste surroundluidspreker ( S B )" in
op "YES" (blz. 19).
Om kortsluiting van de
luidsprekers te voorkomen
Kortsluiting in de luidsprekercircuits kan
schade aan de tuner/versterker veroorzaken.
Om dit te voorkomen, dient u bij het aansluiten
van de luidsprekers de volgende aanwijzingen
in acht te nemen.
Zorg ervoor dat het gestripte uiteinde van
elke luidsprekerkabel niet in contact komt
met een andere luidsprekeraansluiting, het
gestripte uiteinde van een andere
luidsprekerkabel noch metalen onderdelen
van de tuner/versterker.
Onjuist aangesloten
luidsprekersnoeren
De gestripte snoeren zijn niet volledig
bevestigd en raken de achterkant van de
receiver.
Na het aansluiten van alle
geluidsbronnen, luidsprekers en het
netsnoer dient u voor het gebruik
eerst een testtoon weer te geven om
te controleren of alle luidsprekers
naar behoren zijn aangesloten.
Nadere aanwijzingen voor het
weergeven van een testtoon vindt u
op bladzijde 22.
Als een van de luidsprekers geen geluid geeft
bij weergave van de testtoon of als het geluid
klinkt via een andere luidspreker dan er op de
tuner/versterker wordt aangegeven, kan er
kortsluiting zijn in de luidsprekeraansluitingen. In dat geval dient u de
aansluitingen van de luidsprekers nog eens te
controleren.
Voorkom beschadiging van
de luidsprekers
Zorg ervoor dat u het volume dicht zet alvorens
de tuner/versterker af te zetten. Bij het afzetten
van de tuner/versterker blijft de volumeinstelling immers behouden.
16NL
De draad van een luidsprekersnoer raakt
een andere aansluitklem.
Voorbereidingen treffen
voor weergave
Tip
Om de geluidsweergave tijdens het instellen te
kunnen controleren (voor de best klinkende
instellingen) dient u eerst te zorgen dat alle
aansluitingen in orde zijn (blz. 22).
Het geheugen van de tuner/
versterker wissen
Voor het eerste gebruik van de tuner/versterker
of wanneer u het geheugen van het apparaat
wilt wissen, gaat u als volgt te werk.
1 Schakel de tuner/versterker uit.
2 Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar
5 seconden lang ingedrukt.
"PUSH" en "ENTER" verschijnen
achtereenvolgens in het display.
3 Druk op de ENTER.
Nu verschijnt er eerst "CLEARING" in het
uitleesvenster, en even later "CLEARED".
Al de volgende onderdelen worden gewist
of in de uitgangsstand teruggesteld.
• Alle instellingen van de SET UP,
CUSTOM, LEVEL en EQ menu’s.
• Het geluidsveld dat voor elke
ingangskeuze en voorkeurzender is
vastgelegd.
• Alle geluidsveldparameters.
• Alle vastgelegde voorkeurzenders.
• Alle indexnamen voor
ingangskeuzetoetsen en vooraf
ingestelde zenders.
• De centrale geluidssterkte wordt
teruggesteld op "VOL MIN".
Alvorens u de tuner/versterker in gebruik
neemt, dient u met de SET UP toets bepaalde
instellingen aan te passen aan de configuratie
van uw stereo-installatie. Zie voor de instelbare
parameters de tabel op blz. 62. Zie verder blz.
17 – 22 voor de luidspreker-instellingen en blz.
41 voor de andere instellingen.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de
tuner/versterker hebt ingeschakeld, dient u het
geheugen van het apparaat te wissen.
Vervolgens kiest u de luidspreker-instellingen
(formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere
voorbereidingen die nodig zijn voor weergave.
Mogelijke voorbereidingen
voor weergave
Luidspreker-opstelling
voor meerkanaals
Surround akoestiek
Voor de beste, ruimtelijk klinkende
akoestiekweergave zouden alle luidsprekers in
principe op gelijke afstand van uw luisterplaats
(A) moeten staan.
Deze tuner/versterker biedt u echter de
mogelijkheid de middenluidspreker tot
ongeveer 1,5 meter dichterbij te zetten (B), de
surround-luidsprekers tot ongeveer 4,5 meter
en de middenachterluidspreker (D) tot
ongeveer 4,5 meter dichterbij (C) uw
luisterplaats.
Bovendien kunnen de voorluidsprekers zowel
dichterbij als verderaf gezet worden, van 1,0 tot
7,0 meter van uw luisterplaats (A).
U kunt kiezen of u de surround-luidsprekers
achter uw luisterplaats wilt zetten of aan
weerszijden er naast, afhankelijk van de vorm
van uw kamer, e.d.
Met de surround-luidsprekers naast uw luisterplaats
(in een smalle kamer)
B
A
A
45°
C
C
90°
D
20°
wordt vervolgd
17NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
3 Draai aan de instelknop om de gewenste
waarde voor de parameter te kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch
vastgelegd.
Met de surround-luidsprekers achter uw luisterplaats
(in een brede kamer)
4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle
bij te regelen parameters naar wens
hebt ingesteld.
B
A
A
45°
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
C
C
90°
SW
L
D
20°
C
SL
Tip
SB
• Wanneer u de achterste surroundluidpreker plaatst,
zet u deze minstens 1 meter achter de luisterpositie.
Het wordt aanbevolen de luidspreker op een gelijke
afstand van de linker- en rechtersurroundluidsprekers
te zetten. Als er geen ruimte achter de luisterpositie
is, plaatst u de luidspreker boven de luisterpositie op
een standaard of hangt u de luidspreker aan het
plafond. Zorg dat de luidspreker stevig is gemonteerd
om te voorkomen dat de luidspreker beschadigt of
letsel veroorzaakt.
• Aangezien de weergave van de actieve lagetonenluidspreker niet richtingsgevoelig is, kunt u die
luidspreker opstellen waar u maar wilt.
Opmerking
Zet de middenluidspreker niet verder van uw
luisterplaats dan de voorluidsprekers.
Instellen van de
luidsprekerparameters
1 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" SET UP
" te selecteren.
2 Druk op
of
om in te stellen op de
parameter die u wilt bijregelen.
Opmerking
Ook sommige luidspreker-instellingen kunnen in
het uitleesvenster slechts vaag of grijs worden
aangegeven. Dit betekent dat deze automatisch
zijn gewijzigd vanwege andere
luidsprekerinstellingen of dat deze niet kunnen
worden aangepast.
18NL
L
C
SL
SB
SL
Oorspronkelijke
instelling
(SUB WOOFER) S.W. XXX YES
R
(FRONT) XXXXX
(CENTER) XXXXX
SR
DIST. X.X m
DIST. X.X m
SR
DIST. X.X m
DIST. X.X m
SR
LARGE
(SURROUND) XXXXX LARGE
(SURR BACK) XXX
R
LARGE
XXXXXXX
NO
3.0 m
3.0 m
3.0 m
3.0 m
SIDE/LO
x Aanwezigheid van een lagetonenluidspreker ( SW S.W. XXX)
• Als u een lagetonen-luidspreker hebt
aangesloten, stelt u hierbij in op "YES".
• Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker,
dan stelt u in op "NO". Dan worden de
basverdelingscircuits ingeschakeld om de
laagste frequenties (LFE signalen) weer te
geven via de andere luidsprekers.
• Als u het schakelsysteem voor de omleiding
van lage tonen van Dolby Digital volledig wilt
benutten, moet u de kantelfrequentie op de
subwoofer zo hoog mogelijk zetten.
x Formaat van de voorluidsprekers
(
L
R
XXXXX)
• Zijn er grote voorluidsprekers aangesloten die
alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand "LARGE".
Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best
voldoen.
• Als u voor de voorluidsprekers de stand
"SMALL" kiest, worden de middenluidspreker
en de surround-luidsprekers ook automatisch
ingesteld op "SMALL" (tenzij u eerder de stand
"NO" hebt gekozen).
• Als de subwoofer is ingesteld op "NO", worden
de voorluidsprekers automatisch ingesteld op
"LARGE" en kunt u deze instelling niet
wijzigen.
x Formaat van de middenluidspreker
( C XXXXX)
• Is er een grote middenluidspreker aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kan
weergeven, dan kiest u de stand "LARGE".
Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best
voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op "SMALL", kunt u de
middenluidspreker niet instellen op "LARGE".
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand "SMALL" om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van het middenkanaal
worden overgeheveld naar de voorluidsprekers
(als die op "LARGE" zijn ingesteld) of naar de
aparte lagetonen-luidspreker.*1
• Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan de
stand "NO". Al het geluid van het middenkanaal
wordt dan weergegeven door de
voorluidsprekers.*2
( SL SR XXXXX)
• Zijn er grote surround-luidsprekers aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand "LARGE".
Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best
voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op "SMALL", kunt u de surroundluidsprekers niet instellen op "LARGE".
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand "SMALL" om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van de achterkanalen
worden overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel "LARGE"
luidsprekers die hier beter op zijn berekend.
• Sluit u geen surround-luidsprekers aan, kies dan
de stand "NO".*3
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest
u de stand "SMALL" om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van de voorkanalen worden
overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker.
x Formaat van de surround-luidsprekers
Tip
*1–*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro
Logic standen voor de middenkanaal-aanpassing
*1 NORMAL
*2 PHANTOM
*3 3 STEREO
x Selectie van achterste surroundluidspreker
(
SL
SR
XXXXX)
U kunt deze parameter alleen instellen wanneer u
een SURR BACK aansluiting maakt (blz. 16).
• Als u een SURR BACK aansluiting wilt maken,
selecteert u "YES".
• Als u geen SURR BACK aansluiting wilt
maken, selecteert u "NO".
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er
voor het "Formaat van de surround-luidsprekers
( SL SR )" de stand "NO" is gekozen.
wordt vervolgd
19NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
(
Tip
Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van
het LARGE en SMALL luidsprekerformaat voor elk
stel luidsprekers of de ingebouwde
akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet
naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als
de lage tonen uit een bepaald kanaal worden
verwijderd, zullen de basverdelingscircuits die
frequenties overbrengen naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel "LARGE"
luidsprekers die er beter op zijn berekend.
Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate
van richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het
gehele frequentiespectrum van de verschillende
kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt
u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch de stand
"LARGE" kiezen als u de lage tonen ook door die
luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u
grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de
laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers
best "SMALL" kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst,
kiest u dan voor alle luidsprekers de stand "LARGE".
Als er niet voldoende lage tonen zijn, kunt u de BASS
parameter in het EQ menu gebruiken om de lage
tonen te versterken. Voor het regelen van de lage
tonen, zie blz. 33.
x Afstand van de voorluidsprekers
(
L
R
DIST. X.X m)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
linker of rechter voorluidspreker (afstand A op
blz. 17).
x Afstand van de middenluidspreker
( C DIST. X.X m)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenluidspreker. U kunt de afstand van de
middenluidspreker gelijk kiezen aan die van de
voorluidsprekers (afstand A op blz. 17) tot
ongeveer 1,5 meter dichter bij uw luisterplaats
(afstand B op blz. 17).
x Afstand van de surround-luidsprekers
( SL SR DIST. X.X m)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
(linker of rechter) surround-luidsprekers. U kunt
de afstand van de surround-luidsprekers gelijk
kiezen aan die van de voorluidsprekers (afstand
A op blz. 17) tot ongeveer 4,5 meter dichter bij
uw luisterplaats (afstand C op blz. 17).
20NL
x Afstand van de
middenachterluidspreker
SB
DIST. X.X m)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenachterluidspreker. U kunt de afstand van
de middenachterluidspreker gelijk kiezen aan die
van de voorluidsprekers (afstand A op blz. 17) tot
ongeveer 4,5 meter dichter bij uw luisterplaats
(afstand D op blz. 17).
Tip
U kunt de weergave van de tuner/versterker
aanpassen aan de plaats van de aangesloten
luidsprekers, door de luidsprekerafstand in te voeren.
Het is echter niet mogelijk de middenluidspreker
verder af te zetten dan de linker en rechter
voorluidsprekers. Bovendien kunt u de
middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter dichter bij
uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers.
Evenmin kunt u de surround-luidsprekers verder van
uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En
ook weer niet meer dan 4,5 meter dichterbij.
Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste
opstelling van de luidsprekers niet geschikt is voor de
weergave van akoestiekeffecten.
Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan
de feitelijke afstand, zal het geluid via die
luidspreker(s) met een grotere vertraging worden
weergegeven. Met andere woorden, de luidsprekers
klinken dan verder weg.
Als u bijvoorbeeld de afstandsinstelling van de
middenluidspreker 1 ~ 2 meter dichterbij kiest dan de
feitelijke afstand, zal dit een vrij natuurgetrouw effect
geven alsof u zich "in" het beeldscherm bevindt. En
als u geen goed akoestiekeffect verkrijgt omdat de
surround-luidsprekers te dichtbij staan, kunt u door
het verminderen van de luidsprekerafstand (dichterbij
kiezen dan de werkelijke afstand) een dieper
ruimtelijk effect creëren.
Door deze parameters bij te regelen terwijl u
aandachtig naar een geluidsbron luistert, kunt u vaak
een aanzienlijke verbetering in akoestiek
bewerkstelligen. Probeer het maar eens!
x Plaatsing van surround-luidspreker
(
SL
SR
XXXXXXX)*
• Stel in op "SIDE/LO" als uw surroundluidsprekers op de grond staan of vrij laag zijn
opgehangen, in het gebied A en C.
• Stel in op "SIDE/HI" als uw surroundluidsprekers relatief hoog ann de wand hangen,
in het gebied A en D.
• Stel in op "BEHD/LO" als uw surroundluidsprekers op de grond staan of vrij laag zijn
opgehangen, in het gebied B en C.
• Stel in op "BEHD/HI" als uw surroundluidsprekers relatief hoog ann de wand hangen,
in het gebied B en D.
90°
A
A
45°
B
B
20°
De plaatsingsparameter van de surroundluidspreker is
speciaal ontworpen voor de uitvoering van de Digital
Cinema Sound-standen met virtuele elementen.
Bij de Digital Cinema Sound-standen is de plaatsing
van de luidspreker niet zo belangrijk als bij andere
standen. Alle modes met virtuele elementen
veronderstellen dat de surround luidspreker zich
achter de luisterpositie bevindt, maar de presentatie
blijft tamelijk consequent, zelfs met de surround
luidsprekers in een tamelijk grote hoek geplaatst. Als
de luidsprekers echter naar de luisteraar zijn gericht
en direct links en recht van de luisteraar staan,
functioneren de geluidsvelden met virtuele elementen
niet, tenzij de plaatsingsparameter van de
surroundluidspreker niet is ingesteld op "SIDE/LO"
of "SIDE/HI".
Ook dat geldt echter niet in alle gevallen, aangezien
de akoestiek van elke luisterruimte wordt bepaald
door een heel stel variabelen, zodat u misschien wel
betere resultaten bereikt met de "BEHD/HI"
opstelling als de luidsprekers hoog boven uw
luisterplaats hangen, ook al is dat pal ter weerszijden
ervan.
Daarom kunt u wellicht het best een favoriete
geluidsbron met meerkanaals Surround Sound
afspelen en dan goed luisteren welk effect elke
instelling op de uiteindelijke klank heeft, ook al kan
dit wel eens leiden tot een andere instelling dan
hierboven aangegeven onder "Opstelling van de
surround-luidsprekers". Kies de stand die een fraai
open, ruimtelijk gevoel oplevert, met een zo hecht
mogelijke samenhang tussen het geluid van de
voorluidsprekers en dat van de surround-luidsprekers.
Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen
de verschillende instellingen, kies dan de stand
"BEHD/LO" of "BEHD/HI" en gebruik dan de
luidsprekerafstand-parameter en de geluidssterkteinstellingen om de weergave optimaal af te regelen.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Met deze parameter kunt u de locatie en de
hoogte van de surroundluidsprekers opgeven
voor een juiste uitvoering van de Digital
Cinema Sound-surroundstanden. Zie de
onderstaande afbeelding.
Tip
wordt vervolgd
D
D
60
C
C
30
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er voor
het "Formaat van de surround-luidsprekers
( SL SR )" de stand "NO" is gekozen.
21NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
Bijregelen van de geluidssterkte
van de luidsprekers
Stel alle luidsprekers op een evenredige
geluidssterkte in vanaf uw luisterplaats, met de
afstandsbediening.
Na het aansluiten van al uw audio/videoapparatuur op de tuner/versterker volgt u de
onderstaande aanwijzingen om te controleren
of alle aansluitingen in orde zijn.
Opmerking
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
Dit apparaat is voorzien van een nieuwe testtoon in de
frequentieband rond 800 Hz, om het instellen van de
luidsprekers te vergemakkelijken.
2 Schakel een aangesloten een
1 Druk op de ?/1 toets van de
afstandsbediening om de tuner/
versterker in te schakelen.
2 Druk op de TEST TONE toets van de
afstandsbediening.
U hoort achtereenvolgens de testtoon via de
verschillende luidsprekers.
Linksvoor t Midden t Rechtsvoor t
Rechtsachter t Middenachter linksachter *
t Linksachter tLagetonen-luidspreker
* U hoort de testtoon als u de SURR BACK
aansluiting maakt (blz. 16) en "YES" instelt bij
"Selectie van achterste surroundluidspreker
( S B )" (blz. 19).
3 Stel nu met de parameters in het LEVEL
menu de geluidssterkte en de balans zo
in dat de testtoon op uw luisterplaats
via alle luidsprekers even luid klinkt.
Nadere bijzonderheden over het LEVEL
instelmenu vindt u op blz. 32.
Tijdens het bijregelen wordt de testtoon
weergegeven door de luidspreker die u op dat
moment bijregelt.
4 Druk weer op de TEST TONE toets om
de testtoon uit te schakelen.
Tip
U kunt ook alle luidsprekers tegelijk harder of zachter
zetten. Druk op de MASTER VOL +/– toetsen van de
afstandsbediening of draai hiervoor aan de MASTER
VOLUME regelknop van de tuner/versterker.
Opmerkingen
• Tijdens het bijregelen toont het uitleesvenster de
gekozen volumewaarde voor de bijgeregelde
luidsprekers.
• Ofschoon u deze instellingen ook kunt maken met
de toetsen op het voorpaneel van de tuner/
versterker, via het LEVEL instelmenu (bij weergave
van de testtoon schakelt de tuner/versterker
automatisch over naar het LEVEL instelmenu),
willen wij u toch aanbevelen om zo mogelijk de
hierboven beschreven werkwijze te volgen en de
geluidssterkte bij te regelen met de
NL afstandsbediening, vanaf uw favoriete luisterplaats.
22
Controleren van de
aansluitingen
versterker in te schakelen.
aangesloten component in
(bijvoorbeeld uw CD-speler of
cassettedeck).
3 Druk op de ingangskeuzetoets
(bijvoorbeeld CD/SACD of MD/TAPE)
om de component te selecteren
(programmabron).
4 Start de weergave van de geluidsbron.
Als u na de bovenstaande handelingen geen
normale geluidsweergave verkrijgt, neem dan
de controlelijst onder "Verhelpen van
storingen" op blz. 56 door en tref de vereiste
maatregelen om het probleem te verhelpen.
Basisbediening
Keuze van het weergaveapparaat
Ingangskeuzetoetsen
Druk op de ingangskeuzetoets om de
component te selecteren die u wilt gebruiken.
Druk op de
Videorecorder
VIDEO 1 of VIDEO 2
Satelliet-ontvanger
VIDEO 2
Druk op de INPUT MODE ingangssignaalkeuzetoets om het gewenste audiosignaal te
kiezen voor uw digitale apparatuur.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt het ingangssignaal van het op dat
moment gekozen weergave-apparaat.
Kies de stand
Om
AUTO IN
Voorrang te geven aan de digitale
signalen wanneer er zowel digitale
als analoge signalen beschikbaar
zijn. Als er geen digitale signalen
zijn, worden de analoge signalen
gekozen.
COAX IN
In te stellen op de digitale
audiosignalen die via de DIGITAL
COAXIAL ingangsaansluiting
binnenkomen.
In te stellen op de digitale
audiosignalen die via de
DIGITAL OPTICAL
ingangsaansluiting binnenkomen.
Camcorder of videospel VIDEO 3
DVD-videospeler
DVD
Minidisc-recorder
of cassettedeck
MD/TAPE
CD of Super Audio
CD-speler
CD/SACD
Ingebouwde tuner
voor radio-ontvangst
TUNER FM/AM
Audiocomponent
AUX
Na het kiezen van het weergave-apparaat
schakelt u dat apparaat in en start u de weergave.
• Na het kiezen van een videorecorder,
camcorder, videospel of DVD videospeler
schakelt u ook het TV-toestel in en stelt u dat in
op weergave van de gekozen component van de
gekozen component.
OPT IN
ANALOG
Basisbediening
Voor keuze van de
INPUT MODE ingangssignaalkeuzetoets
In te stellen op de analoge
audiosignalen die via de
AUDIO IN (L/R)
aansluitingen binnenkomen.
Opmerking
Wanneer het digitale signaal (96 kHz) wordt
ingevoerd, functioneren de equalizer, het geluidsveld
en het effectniveau niet.
MULTI CH IN
Druk op MULTI CH IN om een geluidsbron te
beluisteren die is aangesloten op MULTI CH IN.
Balans en niveau van alle luidsprekers kunnen
worden geregeld. Als deze functie is
ingeschakeld, worden de equalizer en het
effectniveau uitgeschakeld.
Meerkanaals-decodeerlampje
(MULTI CHANNEL DECODING)
Dit indicatorlampje licht op wanneer het
apparaat signalen in een meerkanaals-formaat
aan het decoderen is.
wordt vervolgd
23NL
Keuze van het weergave-apparaat
(vervolg)
MUTING
geluiddempingstoets
Druk op MUTING van de afstandsbediening
om het geluid te onderdrukken. Druk nogmaals
hierop om de functie voor dempen uit te
schakelen. De functie voor dempen wordt ook
geannuleerd als u het apparaat inschakelt of als
u de MASTER VOLUME draait om het
volume te verhogen.
PHONES hoofdtelefoonaansluiting
Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.
DIMMER
verlichtingskeuzetoets
Druk enkele malen op de DIMMER toets om
de helderheid van het uitleesvenster naar wens
in te stellen (in 3 stappen).
DISPLAY
aanduidingskeuzetoets
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets
drukt, verandert de aanduiding in het
uitleesvenster kringsgewijze als volgt:
• Als de hoofdtelefoon is aangesloten, wordt de
luidsprekeruitvoer automatisch geannuleerd.
"SP A" en "SP B" gaan niet branden in het
display.
Zelf ingevoerde naam van de van de
component* t Gekozen van de component
t Klankbeeld dat vast is gekozen voor deze
component
• Wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten, kunt
u kiezen uit de geluidsvelden HP 2CH, HP
MULTI of HP THEA (blz. 28).
Bij keuze van de tuner voor radioontvangst
SPEAKERS (OFF/A/B/A+B)
Druk op de SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) toets
om het geluid te beluisteren via de luidsprekers
die zijn aangesloten op SPEAKERS FRONT.
Wanneer u op de toets drukt, gaat het display
achtereenvolgens als volgt branden:
SP A t SP B t SP A en SP B t
Geen display*
Voor weergave via
Keuze van de
Luidsprekerpaar A (Aangesloten SP A
op de SPEAKERS FRONT A
(standaardinstelling)
stekkerbussen)
Luidsprekerpaar B (Aangesloten SP B
op de SPEAKERS FRONT B
stekkerbussen)
Zowel luidsprekersysteem
A en B (Aangesloten op de
SPEAKERS FRONT A
en B stekkerbussen)
SP A en SP B
* Als u niet beide luidsprekersystemen (A en B) wilt
gebruiken, drukt u op SPEAKERS (OFF/A/B/A+B)
tot "SP A" en "SP B" niet meer branden in het
display (geen display).
24NL
Keuze van de aanduidingen
in het uitleesvenster
Ingevoerde naam van de voorkeurzender* of
vaste zendernaam** t Afstemfrequentie t
Programmatype-aanduiding** t Radiotekst**
t Juiste tijd** t Klankbeeld dat vast is
gekozen voor deze afstemband of
voorkeurzender
* De ingevoerde naam verschijnt alleen als u zelf een
naam voor deze van de component of
voorkeurzender hebt ingevoerd (blz. 39). De
indexnaam verschijnt niet wanneer er alleen spaties
zijn ingevoerd of als deze gelijk is aan de
ingangskeuzetoets.
** Deze aanduidingen verschijnen alleen tijdens RDS
ontvangst. (Alleen bij de modellen met landcode
CEL, CEK. Zie blz. 37.)
Genieten van Surround Sound akoestiek
Alleen met de
voorluidsprekers
(2-kanaals Stereo)
Druk op 2CH.
De 2CH aanduiding gaat branden en "2CH ST.".
verschijnt in het display.
Deze mode produceert alleen het geluid van de
linker en rechter voorluidspreker. Bij standaard
2-kanaals (stereo) geluidsbronnen wordt er
helemaal geen akoestiekverwerking toegepast.
Meerkanaals-geluidsbronnen worden
samengemengd tot de gewone twee kanalen.
Opmerking
De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid weer als
er is gekozen voor "2CH ST." weergave. Als u naar
2-kanaals (stereo) bronnen wilt luisteren met de
luidsprekers links- en rechtsvoor en een subwoofer,
drukt u herhaaldelijk op A.F.D. om "A.F.D. AUTO"
te selecteren.
Genieten van geluid met
een hoge kwaliteit
Met de A.F.D. (Auto Format Direct) stand kunt
u de decoderingsstand selecteren die u wilt
gebruiken voor het geluidsspoor.
Stand
Decoderingsstand
A.F.D. AUTO
Zoals gecodeerd
DOLBY PL
Dolby Pro Logic
PLII MOV
PLII MUS
NEO6 CIN
NEO6 MUS
Dolby Pro Logic II
Genieten van Surround Sound akoestiek
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg een van
de voorgeprogrammeerde klankbeelden te
kiezen die de tuner/versterker biedt. Zo kunt u
uw luisterkamer even indrukwekkend laten
klinken als een bioscoopzaal of een
concertzaal. U kunt ook de geluidsvelden
personaliseren door de surround parameter aan
te passen.
Voor een optimaal gebruik van de ruimtelijke
akoestiekfuncties zult u het aantal en de
opstelling van uw luidsprekers in de tuner/
versterker moeten vastleggen. Zie het
hoofdstuk "Luidspreker-opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek" vanaf blz. 17
voor de nodige instellingen van de luidsprekerparameters om ten volle te kunnen genieten van
de Surround Sound akoestiek.
DTS Neo:6
Het ingevoerde audiosignaal
automatisch decoderen
Druk herhaaldelijk op A.F.D. om "A.F.D.
AUTO" te selecteren.
De A.F.D. aanduiding gaat branden.
Deze stand detecteert automatisch het type
audiosignaal dat wordt ingevoerd (Dolby
Digital, DTS of standaard 2-kanaals stereo) en
staat eventueel in voor de nodige decodering.
Deze functie neemt het geluidsspoor zoals het
is opgenomen/gecodeerd, en presenteert het
zonder enige bijregeling, nagalm of effecten.
Zonder laagfrequente signalen (Dolby Digital
LFE, enz.) wordt echter een laagfrequent
signaal geproduceerd en naar de lagetonenluidspreker gestuurd.
wordt vervolgd
25NL
Genieten van geluid met een hoge
kwaliteit (vervolg)
Multikanaals stereo-geluid
(Dolby Pro Logic ) en DTS
Neo:6
Deze receiver is voorzien van Dolby Pro Logic
II met een filmstand en een muziekstand en is
bovendien voorzien van DTS Neo:6 met een
bioscoopstand en een muziekstand. De receiver
kan een 2-kanaals geluid weergeven als 5,1kanaals geluid via Dolby Pro Logic II en als 6kanaals geluid via DTS Neo:6.
Druk herhaaldelijk op A.F.D. om "DOLBY
PL", "PL MOV", "PL MUS", "NEO6 CIN"
of "NEO6 MUS" te selecteren.
De A.F.D. aanduiding gaat branden en het
geselecteerde decodeertype wordt aangegeven
in het display.
Deze stand is voor DTS Neo:6 Filmgeluiddecodering. Deze instelling is bij uitstek
geschikt voor speelfilms die zijn voorzien van
DTS Surround geluid.
x NEO6 MUS (DTS Neo:6 Music)
Deze stand zorgt versterker voor DTS Neo:6
Muziek-type decodering. Deze instelling is
optimaal geschikt voor normale stereo
geluidsbronnen zoals muziek-CD’s.
Keuze van een klankbeeld
De eenvoudigste manier om te genieten van
ruimtelijke akoestiekweergave is door een van
de voorgeprogrammeerde klankbeelden te
kiezen dat het best past bij de muziek die u
beluistert.
x DOLBY PL (Dolby Pro Logic)
Druk op de
Hiermee wordt de Pro Logic decodering
uitgevoerd. Geluidsbronnen met meerkanaals
Surround signalen worden net zo weergegeven
als ze zijn opgenomen. Software met 2-kanaals
audiosignalen wordt gedecodeerd met Dolby
Pro Logic om surround-effecten tot stand te
brengen (4 kanalen).
MOVIE
x PL
* Geluidsvelden met het merkteken DCS werken
met DCS-technologie.
MOV (Pro Logic
Movie)
Hiermee wordt de decodering voor de Pro
Logic II filmstand uitgevoerd. Deze instelling
is bij uitstek geschikt voor speelfilms die zijn
voorzien van Dolby Surround geluid.
Bovendien is deze stand geschikt voor
geluidsweergave via 5,1 kanalen bij afspelen
van oude speelfilms op video en voor weergave
van een gesynchro-niseerd geluidskanaal in een
andere taal.
x PL
MUS (Pro Logic
Music)
Hiermee wordt de decodering voor de Pro
Logic II muziekstand uitgevoerd. Deze
instelling is optimaal geschikt voor normale
stereo geluidsbronnen zoals muziek-CD’s.
Opmerking
Decodering met Dolby Pro Logic en Dolby Pro Logic
II functioneert niet voor signalen met DTS indeling.
26NL
x NEO6 CIN (DTS Neo:6 Cinema)
Voor keuze van de
C.ST.EX A DCS*
C.ST.EX B DCS*
C.ST.EX C DCS*
MUSIC
HALL
JAZZ
CONCERT
Betreffende DCS (Digital Cinema
Sound)
Samen met Sony Pictures Entertainment heeft
Sony de geluidsomgeving van zijn studio’s
gemeten en de meetwaarden samen met Sony’s
eigen DSP (Digital Signal Processor)
technologie gecombineerd om "Digital Cinema
Sound" te ontwikkelen. Bij een huisbioscoop
simuleert "Digital Cinema Sound" een ideale
bioscoopgeluidsomgeving volgens de voorkeur
van de filmregisseur.
Films bekijken met Cinema
Studio EX
Cinema Studio EX is ideaal voor het bekijken
van films in multikanaalsformaat, zoals Dolby
Digital DVD. Deze mode reproduceert de
geluidskarakteristieken van de studio’s van
Sony Pictures Entertainment.
Druk herhaaldelijk op MOVIE om
"C.ST.EX A", "C.ST.EX B" of "C.ST.EX C"
te selecteren.
x C.ST.EX A (Cinema Studio EX A)
Reproduceert de geluidskarakteristieken van de
Sony Pictures Entertainment "Cary Grant
Theater" cinema productiestudio. Dit is een
standaard stand die is aangewezen voor
nagenoeg elke film.
x C.ST.EX B (Cinema Studio EX B)
Reproduceert de geluidskarakteristieken van de
Sony Pictures Entertainment "Kim Novak
Theater" cinema productiestudio. Deze stand is
ideaal voor science-fiction of actiefilms met
veel geluidseffecten.
Cinema Studio EX bestaat uit de volgende drie
elementen.
• Virtual Multi Dimension
Creëert 5 virtuele luidsprekersets die de
luisteraar omringen op basis van één enkel
paar surround luidsprekers.
• Screen Depth Matching
In een bioscoop lijkt het geluid vanuit het
beeld op het scherm te komen. Dit element
geeft dezelfde indruk in uw huiskamer door
het geluid van de voorluidsprekers in het
scherm te schuiven.
Genieten van Surround Sound akoestiek
De MOVIE aanduiding gaat branden en het
geselecteerde geluidsveld wordt aangegeven in
het display.
Betreffende Cinema Studio EX
• Cinema Studio Reverberation
Reproduceert het speciale nagalmeffect van
een bioscoop.
Cinema Studio EX is de geïntegreerde mode
die deze elementen samen laat werken.
Opmerkingen
• De effecten die verkregen worden met behulp van
virtuele luidsprekers kunnen soms wat storing in de
weergave veroorzaken.
• Bij het luisteren naar klankbeelden die werken met
virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de
echte surround-luidsprekers horen.
Andere klankbeelden kiezen
x C.ST.EX C (Cinema Studio EX C)
Reproduceert de geluidskarakteristieken van de
Sony Pictures Entertainment muziek. Deze
stand is ideaal voor musicals of klassiekers met
muziek in de soundtrack.
Druk herhaaldelijk op MUSIC om het
gewenste geluidsveld te kiezen.
De MUSIC aanduiding gaat branden en het
huidige geluidsveld wordt aangegeven in het
display.
x HALL
Geeft de akoestiek van een reehthoekige
concertzaal.
x JAZZ (Jazz Club)
Geeft de akoestische sfeer van een typische
jazz-club.
x CONCERT (Live Concert)
Reproduceert de akoestiek van een zaal met
300 plaatsen.
Uitschakelen van het klankbeeld
Druk herhaaldelijk op A.F.D. om
"A.F.D. AUTO" te selecteren of druk op de
2CH.
wordt vervolgd
27NL
Keuze van een klankbeeld (vervolg)
Wanneer er een hoofdtelefoon is
aangesloten
U kunt alleen de onderstaande geluidsvelden
selecteren.
x HP 2CH (Hoofdtelefoon 2CH)
Hierbij wordt het geluid gewoon in 2-kanaals
stereo weergegeven.
Standaard 2-kanaals stereo geluidsbronnen
worden weergegeven zonder
akoestiekverwerking, en meerkanaals Surround
Sound geluidsbronnen worden samengemengd
tot 2 kanalen.
x HP MULTI (Hoofdtelefoon Multi)
Dit dient voor weergave van analoge signalen
die binnenkomen via de MULTI CH IN
aansluitingen.
x HP THEA (Hoofdtelefoon Theater)
Dit stelt u in staat de sfeer van een bioscoop te
horen bij het beluisteren van filmgeluid via de
hoofdtelefoon.
Tips
• De receiver laat u het laatst gekozen klankbeeld
toepassen op een programmabron wanneer die is
geselecteerd (Sound Field Link). Als u bijvoorbeeld
naar een CD luistert met het "JAZZ" klankbeeld en
dan overschakelt naar een andere geluidsbron, zal
bij het terugkeren naar de CD geluidsbron weer
automatisch het "JAZZ" klankbeeld gelden.
• Aan de verpakking kunt u zien met welk
akoestieksysteem het beeldmateriaal op een DVD
videodisc e.d. is opgenomen.
–
–
–
: Dolby Digital discs
: Dolby Surround discs
: DTS Digital Surround discs
• Wanneer er geluidssignalen met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz binnenkomen,
worden deze geluidssignalen automatisch in stereo
weergegeven en wordt het klankbeeld automatisch
uitgeschakeld.
Keuze van de middenachterdecodeerfunctie
(SURR BACK DECODING)
Hiermee kunt u de decodeerfunctie kiezen voor
de middenachterkanalen van een meerkanaalsingangssignaal.
Door het decoderen van het
middenachterluidspreker-signaal van speelfilms
op DVD-discs (enz.) die zijn opgenomen in een
van de Surround EX formaten*, verkrijgt u een
optimaal akoestiekeffect achterin, zoals
bedoeld door de makers van de film.
* Dolby Digital EX, DTS-ES Matrix, DTS-ES
Discrete 6.1, enz.
Deze functie werkt echter alleen als u deze met
A.F.D. gebruikt.
1 Druk op A.F.D.
2 Druk enkele malen op de SURR BACK
DECODING toets om in te stellen op de
gewenste middenachter decodeerfunctie.
De aanduiding "SB XXXX" verschijnt in
het uitleesvenster.
Wanneer de tuner/versterker bezig is met
decoderen van het middenachterluidsprekersignaal, licht de aanduiding "SURR BACK
DECODING" op.
Middenachterkanaal-decodeerfuncties
• SB OFF (uitgeschakeld)
• SB AUTO
• SB MTRX
Nadere aanwijzingen vindt u onder "Hoe een
middenachter-decodeerfunctie te kiezen" op de
volgende pagina.
Tip
U kunt de middenachter-decodeerfunctie ook kiezen
via het onderdeel "SB XXXX" in het CUSTOM menu
(blz. 41).
Opmerking
U kunt de decoderingsstand voor de achterste
surroundluidspreker niet selecteren wanneer u
2CH ST. (blz. 25) gebruikt, wanneer MULTI CH IN
is geselecteerd of wanneer een hoofdtelefoon is
aangesloten.
28NL
Hoe een middenachter-decodeerfunctie te kiezen
U kunt uw keuze voor een middenachter-decodeerfunctie baseren op het inkomend geluidssignaal.
Bij keuze van de "SB OFF" uit-stand
Dan wordt er geen middenachterkanaal-decodering toegepast.
Bij keuze van de "SB AUTO" stand
Wanneer het ingangssignaal een 6,1-kanaals vlagsignaal*1 bevat, wordt aan de hand daarvan de juiste
decodeerfunctie toegepast voor decodering van het middenachterluidspreker-signaal.
Voor een DTS-ES Matrix 6.1 geluidsbron wordt de DTS Matrix decodeerfunctie toegepast.
Voor een DTS-ES Discrete 6.1 geluidsbron wordt de DTS Discrete decodeerfunctie toegepast.
Weergavekanalen
Toegepaste middenachter-decodeerfunctie
Dolby Digital 5.1
5.1
—
DTS 5.1
5.1
—
Dolby Digital EX*2
6.1
Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX
DTS-ES Matrix 6.1*3
6.1
DTS Matrix decodeerfunctie
DTS-ES Discrete 6.1*4
6.1
DTS Discrete decodeerfunctie
Bij keuze van de "SB MTRX" stand
De Dolby Digital EX decodeerfunctie wordt toegepast voor het decoderen van het
middenachterluidspreker-signaal, ongeacht het 6,1-kanaals vlagsignaal*1 van de ingangssignalen.
Deze decodeerfunctie voldoet aan de normen van Dolby Digital EX en werkt net zo als de
decodeerfuncties die daadwerkelijk in de bioscoop worden gebruikt. Deze decodeerfunctie is ook te
gebruiken voor alle Surround EX formaten (Dolby Digital EX, DTS-ES Matrix 6.1, DTS-ES
Discrete 6.1).
Ingangssignaal
Weergavekanalen
Toegepaste middenachter-decodeerfunctie
Dolby Digital 5.1
6.1
Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX
Dolby Digital EX
6.1
Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX
DTS 5.1
6.1
Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX
DTS-ES Matrix 6.1*3
6.1
Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX
DTS-ES Discrete 6.1*4
6.1
Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX
Genieten van Surround Sound akoestiek
Ingangssignaal
*1 Het 6,1-kanaals decodeer-vlagsignaal is een decoderingsinstructiesignaal dat is opgenomen in geluidsbronnen
zoals DVD-discs e.d.
*2 Dit is het signaal van een Dolby Digital DVD met een Surround EX vlagsignaal. Op de Dolby Corporation
webpagina kunt u zien hoe dergelijke Surround EX speelfilms te onderscheiden zijn.
*3 Dit is beeld/geluidsmateriaal met een vlagsignaal om aan te geven dat het zowel Surround EX als 5,1-kanaals
signalen bevat.
*4 Dit is beeld/geluidsmateriaal met zowel 5,1-kanaals signalen als een extra signaal om die gegevens in 6.1
afzonderlijke kanalen om te zetten. De discrete 6.1 kanalen zijn specifiek voor DVD, niet dezelfde als gebruikt
in de bioscoop.
29NL
Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen
1
L
SW
C
2
3
SP A
SP B aDIGITAL EX aPRO LOGIC II DTS-ES NEO:6
MEMORY
OPT COAX MULTI CH IN
D.RANGE EQ STEREO MONO RDS
SLEEP
R
LFE
SL SSB SR
qh
qf
4
qd
5
qs
qa
7
0
8
9
qg
1 SW: Deze SubWoofer aanduiding licht op als
er "YES" is gekozen voor de aanwezigheid
van een lagetonen-luidspreker (blz. 18) en als
er een geluidssignaal wordt uitgestuurd via de
SUB WOOFER aansluitingen.
2 SP A*: Gaat branden wanneer u
luidsprekersysteem A selecteert.
3 SP B*: Gaat branden wanneer u
luidsprekersysteem B selecteert.
* Gaat niet branden als u de hoofdtelefoon
aansluit op de PHONES aansluiting.
4 ; DIGITAL EX: "; DIGITAL" gaat
branden als de receiver signalen decodeert die
zijn opgenomen in de Dolby Digital-indeling.
"; DIGITAL EX" gaat branden als de
receiver signalen decodeert die zijn
opgenomen in de Dolby Digital EX-indeling.
5 ; PRO LOGIC II: "; PRO LOGIC" gaat
branden als de receiver Pro Logic verwerking
toepast op 2-kanaals signalen om de centrale
en surround-kanaalsignalen uit te voeren.
"; PRO LOGIC II" gaat branden als Pro
Logic II verwerking ("PLII MOV" of "PL II
MUS") wordt toegepast (blz. 26). Beide
aanduidingen gaan echter niet branden als de
midden- en surroundluidsprekers zijn
ingesteld op "NO" en als "A.F.D. AUTO",
"DOLBY PL", "PLII MOV" of "PLII MUS"
is geselecteerd.
Opmerking
Decodering met Dolby Pro Logic en Dolby Pro
Logic II functioneert niet voor signalen met DTS
indeling.
30NL
6
6 DTS-ES: "DTS" gaat branden als DTS-signalen
worden ingevoerd. "DTS-ES" gaat branden als
DTS-ES-signalen worden ingevoerd.
Opmerking
Bij het afspelen van een disc in DTS formaat
moet u erop toezien dat u digitale aansluitingen
heeft gemaakt en dat INPUT MODE NIET op
"ANALOG" staat blz. 23.
7 NEO:6: Brandt wanneer verwerking via DTS
Neo:6 ("NEO6 CIN" of "NEO6 MUS") wordt
toegepast.
8 Afstemaanduidingen: Deze aanduidingen
lichten op bij gebruik van de tuner voor het
afstemmen op radiozenders e.d. Zie blz. 34
– 38 voor de bediening van de tuner voor
radio-ontvangst.
Opmerking
"RDS" verschijnt alleen voor modellen met
gebiedscode CEL, CEK.
9 SLEEP: Deze aanduiding licht op wanneer
de sluimerfunctie is ingeschakeld.
q; EQ: Deze aanduiding licht op wanneer de
grafiek-toonregeling is ingeschakeld.
qa D.RANGE: Deze "dynamisch bereik"
aanduiding licht op wanneer de
compressiefunctie voor het dynamisch bereik
is ingeschakeld. Zie blz. 32 voor het instellen
van de dynamiek-compressie.
qs MULTI CH IN: Deze aanduiding licht op als
er is gekozen voor MULTI CH IN
meerkanaals-weergave.
qd COAX: Deze aanduiding licht op wanneer er
een digitaal signaal binnenkomt via de
COAXIAL ingangsaansluiting.
qf OPT: Deze aanduiding licht op wanneer er
een digitaal signaal binnenkomt via de
OPTICAL ingangsaansluiting.
qg LFE: Licht op wanneer de disc die wordt
afgespeeld een LFE (Low Frequency Effect)
kanaal bevat en het geluid van het LFE kanaal
wordt weergegeven.
L: linker voorluidspreker, R: rechter
voorluidspreker, C: middenluidspreker,
SL: linksachter, SR: rechtsachter, S:
surround-luidsprekers (mono of allen de
achterweergave no Pro Logic verwerking), SB
: middenachterluid-sprekers (de achterste
surroundcomponenten die worden verkregen
door 6.1-matrixdecodering).
Bijvoorbeeld:
Opnameformaat (Voor/Surround): 3/2
Uitgangskanaal: Geen surround-luidsprekers
Klankbeeld: A.F.D. AUTO
L
C
U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen
door de akoestiekparameters en de klankkleur
van de voorluidsprekers zo in te stellen dat het
geluid in uw luisterruimte optimaal klinkt.
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft,
zullen de nieuwe instellingen in het geheugen
bewaard blijven. Om een bijgeregeld
klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel
de gewenste veranderingen aan te brengen.
Raadpleeg de tabellen op blz. 63 voor de
parameters die voor elk geluidsveld
beschikbaar zijn.
Genieten van Surround Sound akoestiek
qh Weergavekanaal-aanduidingen: Aan de
oplichtende letters (L, C, R, enz.) kunt u zien
welke geluidskanalen er worden weergegeven.
Aan de oplichtende vakjes rond de letters kunt
u zien hoe de tuner/versterker het geluid mengt
en via welke luidsprekers het wordt
weergegeven (gebaseerd op de luidsprekerinstellingen). Bij akoestisch verruimde
klankbeelden zoals "C.ST.EX" voegt de tuner/
versterker nagalm toe aan de weergave, op
basis van de inkomende geluidssignalen.
Bijregelen van de
klankbeelden
Voor de beste weergave van
meerkanaals Surround Sound
Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en
volg de aanwijzingen onder "Luidsprekeropstelling voor meerkanaals Surround
akoestiek" vanaf blz. 17 alvorens u een
klankbeeld gaat aanpassen.
Betreffende de aangegeven
instelmogelijkheden
Welke onderdelen u in elk menu kunt
aanpassen, varieert voor de verschillende
klankbeelden. Bepaalde instelparameters zullen
slechts vaag of grijs worden aangegeven. Dan
is een dergelijke parameter voor dat klankbeeld
vast ingesteld en niet te wijzigen of helemaal
niet van toepassing.
R
wordt vervolgd
SL
SR
31NL
Bijregelen van de klankbeelden (vervolg)
Aanpassen van de
luidsprekerniveau-parameters
Het LEVEL luidspreker-instelmenu biedt een
aantal parameters waarmee u de balans en de
geluidssterkte van elke luidspreker naar wens
kunt instellen. U kunt ook verschillende
aspecten van het huidige geluidsveld
aanpassen. De instellingen worden toegepast op
alle geluidsvelden, behalve de EFCT.
parameter. Voor de EFCT. parameter worden
de instellingen afzonderlijk opgeslagen voor
elk geluidsveld.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" LEVEL
" te selecteren.
3 Druk op
of
om in te stellen op de
parameter die u wilt bijregelen.
4 Draai aan de instelknop om de
gewenste stand te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch
vastgelegd.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
L
R
BAL. L/R XX
Oorspronkelijke
instelling
BALANCE
CTR XXX.X dB
0 dB
SUR.L. XXX.X dB
0 dB
SUR.R. XXX.X dB
0 dB
SB XXX.X dB
0 dB
S.W. XXX.X dB
D. RANGE
COMP. XXX
EFCT. XXX
0 dB
OFF
STD
R
Voorluidspreker-balans ( L
BAL. L/R XX)
Hiermee stelt u de weergave via de linker en
rechter voorluidsprekers evenwichtig in.
Geluidssterkte van de
middenluidspreker (CTR XXX.X dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte voor de
middenluidspreker.
Geluidssterkte van de linker
surround-luidspreker (SUR.L. XXX.X
dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de
linker surround-luidspreker.
Geluidssterkte van de rechter
surround-luidspreker (SUR.R. XXX.X
dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de
rechter surround-luidspreker.
Geluidssterkte van de
middenachterluidspreker (SB XXX.X
dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de
rechter middenachterluidspreker.
Geluidssterkte van de lagetonenluidspreker (S.W. XXX.X dB)
Hiermee regelt u de geluidssterkte van de
lagetonen-luidspreker.
Dynamiekcompressie ( D. RANGE
COMP. XXX)
Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een
speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus
verkleinen. Dit kan handig zijn om ‘s avonds laat
een speelfilm te bekijken; met het geluid zacht
behoudt u toch een rijke, volle klank.Wij willen u
aanraden de "MAX" stand te gebruiken.
• Om het geluidsspoor normaal weer te geven,
zonder compressie, kiest u de "OFF" stand.
• Om het geluidsspoor normaal weer te geven
met het volledig dynamisch bereik, zoals
gekozen door de opnamestudio-technicus, kiest
u de "STD" stand.
• In de "MAX" stand wordt het dynamisch bereik
drastisch beperkt.
Opmerking
De dynamiekcompressie werkt alleen voor Dolby
Digital geluidsbronnen.
Effectniveau (EFCT. XXX)
Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk van
het gekozen akoestiekeffect naar wens instellen.
32NL
De equalizerparameter
aanpassen
Lage (BASS XXX.X dB)
Het EQ-menu bevat parameters waarmee u de
equalizer van de voorluidsprekers kunt aanpassen
voor het beste geluid. De instellingen worden
toegepast op alle geluidsvelden.
Hoge (TREB. XXX.X dB)
Om lage tonen te regelen.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" EQ
" te selecteren.
of
om in te stellen op
de parameter die u wilt bijregelen,
versterking.
4 Draai aan de instelknop om de
gewenste afstelling te kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch in het
geheugen vastgelegd.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
Oorspronkelijke instelling
BASS XXX.X dB
0 dB
TREB. XXX.X dB
0 dB
EQ XXX
OFF
De equalizer in-/uitschakelen
1 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" EQ
Terugstellen van alle
bijgeregelde klankbeelden op
de fabrieksinstellingen
1 Als de tuner/versterker nog aan staat,
drukt u op de ?/1 toets om het
apparaat uit te schakelen.
2 Houd de 2CH toets ingedrukt en druk
op de ?/1 toets.
De aanduiding "SF. CLR." verschijnt in het
uitleesvenster en alle klankbeelden worden
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
Genieten van Surround Sound akoestiek
3 Druk op de
Om hoge tonen te regelen.
" te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op
of
om
"EQ XXX" te selecteren.
3 Draai aan de instelknop om "EQ ON" of
"EQ OFF" te selecteren.
Opmerking
De EQ-aanduiding gaat branden in het display
wanneer de equalizer wordt ingeschakeld. Wanneer u
de equalizer aanpast met de EQ-parameters, worden
de instellingen op alle geluidsvelden toegepast en
kunnen deze worden weergegeven wanneer u de
equalizer inschakelt.
33NL
Radio-ontvangst
Opmerkingen
Om uw tuner/versterker te gebruiken voor
radio-ontvangst, zult u er eerst een FM- en een
AM-antenne op moeten aansluiten (blz. 7).
Automatisch voorinstellen
van FM zenders in
alfabetische volgorde
(AUTOBETICAL)
(Alleen voor de modellen met
landcode CEL, CEK)
Met deze automatische zenderopslagfunctie
kunt u maximaal 30 FM radiozenders en FM
RDS zenders in het afstemgeheugen van de
tuner/versterker vastleggen, zonder doublures.
Hierbij kiest de tuner/versterker automatisch
alleen de best doorkomende zenders.
Als u bepaalde FM of AM zenders handmatig
in het afstemgeheugen wilt vastleggen, volg
dan de aanwijzingen onder "Voorinstellen van
radiozenders" op blz. 36.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
versterker uit te schakelen.
2 Houd de MEMORY toets ingedrukt en
druk nogmaals op de ?/1 toets om de
tuner/versterker weer in te schakelen.
34NL
De aanduiding "AUTO-BETICAL SELECT"
verschijnt en de tuner/versterker gaat op zoek
naar alle plaatselijk te ontvangen FM
radiozenders en FM RDS zenders en legt
deze in het afstemgeheugen vast.
Bij elke RDS informatiezender controleert de
tuner/versterker eerst of er andere zenders
zijn die hetzelfde programma uitzenden, om
daarvan dan alleen de duidelijkst
doorkomende zender vast te leggen. De
gekozen RDS informatiezenders worden
gesorteerd op alfabetische volgorde van hun
officiële Program Service zendernaam, en
krijgen dan elk een letter-plus-cijfer
voorinstelcode toegewezen. Zie voor nadere
bijzonderheden betreffende de RDS
informatiezenders blz. 37.
De gewone FM radiozenders krijgen ook
een letter-plus-cijfer code en worden dan na
de RDS zenders vastgelegd.
Na afloop van het vastleggen verschijnt de
aanduiding "FINISH" even in het
uitleesvenster en dan keert de tuner/
versterker terug naar de normale
bedieningsfuncties.
• Druk niet op enige toets van de tuner/versterker of
de bijgeleverde afstandsbediening totdat de
"Autobetical" zenderopslag is voltooid.
• Als u verhuist naar een andere streek, kan het nodig
zijn deze procedure opnieuw uit te voeren, om de
best te ontvangen zenders in uw nieuwe
woongebied vast te leggen.
• Zie voor het afstemmen op de vastgelegde
voorkeurzenders de aanwijzingen op blz. 36.
• Als u na het opslaan van zenders met deze functie
uw FM antenne verplaatst, kunnen de vastgelegde
instellingen niet meer geldig zijn. In dat geval volgt
u weer de bovenstaande aanwijzingen om de FM
zenders opnieuw vast te leggen.
Directe afstemming
Als u de afstemfrequentie van de gewenste
zender kent, kunt u die rechtstreeks invoeren
met de cijfertoetsen van de bijgeleverde
afstandsbediening. Voor details omtrent de
toetsen in dit hoofdstuk, zie blz. 44–51 voor
afstandsbediening RM-PP412 en blz. 52–55
voor afstandsbediening RM-U307.
1 Druk herhaaldelijk op TUNER op de
afstandsbediening om de FM of AM band
te selecteren.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Druk op D.TUNING op de
afstandsbediening.
3 Voer met de cijfertoetsen de gewenste
afstemfrequentie in.
Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz
1 b 0 b 2 b 5 b 0
Voorbeeld 2: AM 1350 kHz
(U hoeft de laatste "0" niet in te voeren als voor
de afstemschaal een interval van 10 kHz geldt.)
1 b 3 b 5 b 0
Als u niet op een bepaalde zender kunt
afstemmen en de ingevoerde cijfers
knipperen
Controleer of u de juiste frequentie hebt
ingevoerd. Bij een vergissing herhaalt u de
stappen 2 en 3.
Als de ingevoerde cijfers nog steeds
knipperen, wordt deze frequentie in uw
ontvangstgebied niet gebruikt.
4 Bij afstemmen op een AM radiozender
verstelt u de richting van de AM
kaderantenne zo dat de ontvangst
optimaal klinkt.
5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 als u op een
andere zender wilt afstemmen.
Tips
De afstemschaal verschilt volgens de gebiedscode
zoals vermeld in de volgende tabel. Zie voor nadere
bijzonderheden over de landcodes blz. 4.
Landcode
FM
AM
CEL, CEK, SP, CN,
TW, KR, AU
50 kHz
9 kHz
E2/E3, JE
50 kHz
9 kHz*
AR, MX
50 kHz
10 kHz
* Desgewenst kunt u het afsteminterval voor de AM
band omschakelen (blz. 60).
Als u de afstemfrequentie van de gewenste
zender niet kent, laat u de tuner/versterker de in
uw gebied te ontvangen zenders doorzoeken.
1 Druk herhaaldelijk op TUNER FM/AM
om FM of AM te selecteren.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Druk op de TUNING + of TUNING – toets.
Druk op de TUNING + toets om de
afstemband in oplopende volgorde te
doorzoeken; op de TUNING – toets om van
hoog naar laag te zoeken.
Telkens wanneer er een zender wordt
gevonden, stopt de tuner/versterker met
zoeken.
Radio-ontvangst
• Als u de afstemfrequentie niet precies weet, voer
dan een waarde in dichtbij de frequentie van de
zender die u zoekt en druk dan op de TUNING + of
TUNING – afstemtoets. De tuner/versterker stemt
dan automatisch af op de dichtst benaderde zender.
Als u denkt dat de zenderfrequentie iets boven de
door u gekozen waarde ligt, drukt u op de TUNING
+ toets en als u waarschijnlijk een iets te hoge
waarde hebt gekozen, drukt u op de TUNING –
toets.
• Indien "STEREO" knippert in het display en de FM
stereo-ontvangst slecht is, druk dan op FM MODE
om over te schakelen naar monoweergave
(MONO). Dan is er geen stereo effect meer, maar
de radio-uitzending zal beter klinken. Druk
nogmaals op FM MODE om terug te keren naar
stereo ontvangst.
Automatische afstemming
Wanneer de tuner/versterker het einde
van de afstemschaal bereikt
Dan wordt de zoekafstemming vanaf het
andere einde herhaald in dezelfde richting.
3 Om door te gaan met zoeken, drukt u
nogmaals op de TUNING + of TUNING –
toets.
Geheugenafstemming
Na het afstemmen op een zender met de directe
afstemming of de automatische
zoekafstemming kunt u de betreffende zender
vastleggen in het afstemgeheugen van de tuner/
versterker. Dan kunt u voortaan die
voorkeurzender rechtstreeks kiezen door
invoeren van de letter-en-cijfer code met de
bijgeleverde afstandsbediening. Zo kunt u tot
30 voorkeurzenders voor de FM of AM
voorinstellen. U kunt de tuner/versterker ook
alle vastgelegde voorkeurzenders laten
doornemen.
Alvorens u zenders kunt opzoeken met de
geheugenafstemming, zult u ze eerst in het
geheugen moeten vastleggen volgens de
aanwijzingen onder "Voorinstellen van
radiozenders" (blz. 36).
wordt vervolgd
35NL
Geheugenafstemming (vervolg)
Afstemmen op vastgelegde
voorkeurzenders
Voorinstellen van radiozenders
Op radiozenders die in het afstemgeheugen zijn
vastgelegd, kunt u afstemmen op een van de
volgende twee manieren.
1 Druk op TUNER FM/AM.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Stem af op de radiozender die u wilt
voorinstellen, met de directe
afstemming (blz. 34) of de
automatische zoekafstemming (blz. 35).
3 Druk op de MEMORY toets.
In het uitleesvenster licht enkele seconden
lang de aanduiding "MEMORY" op.
Verricht de stappen 4 t/m 5 voordat deze
"MEMORY" aanduiding dooft.
4 Druk herhaaldelijk op PRESET TUNING
+ of PRESET TUNING – om een vooraf
ingesteld stationsnummer te selecteren.
Wanneer u op de toets drukt, wordt het
vooraf ingestelde stationsnummer als volgt
in het overeenkomende nummer en richting
gewijzigd:
Afstemmen door alle
voorkeurzenders te doorlopen
1 Druk op TUNER FM/AM.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Druk enkele malen op de PRESET
TUNING + of PRESET TUNING – toets
om door te zoeken naar de gewenste
zender.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, gaat
de tuner/versterker één voorkeurzender
verder in de gekozen richting en de
onderstaande volgorde:
nA1˜A2˜...˜A0˜B1˜B2˜...˜B0N
nC0˜...C2˜C1N
nA1˜A2˜...˜A0˜B1˜B2˜...˜B0N
nC0˜...C2˜C1N
Als "MEMORY" wordt uitgeschakeld
voordat u het vooraf ingestelde
stationsnummer hebt geselecteerd, moet u
opnieuw beginnen vanaf stap 3.
5 Druk nogmaals op de MEMORY toets
om de ontvangen radiozender in het
geheugen vast te leggen.
Indien "MEMORY" dooft voor u het
voorinstelnummer indrukt, begin dan
opnieuw vanaf stap 3.
6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
Een andere zender voorinstellen
onder een reeds gebruikt nummer
Herhaal de stappen 1 t/m 5 om een nieuwe
zender onder hetzelfde nummer vast te leggen.
Tip
In stap 4 kunt u ook gebruik maken van de
afstandsbediening om een vooraf ingesteld
stationsnummer te selecteren. Druk herhaaldelijk op
SHIFT om een geheugenpagina (A, B of C) te
selecteren en druk op de numerieke toetsen om een
vooraf ingesteld nummer te selecteren.
36NL
Afstemmen op een zender waarvan u
het voorinstelnummer kent
Gebruik voor het volgende de bijgeleverde
afstandsbediening. Voor details omtrent de
toetsen in dit hoofdstuk, zie blz. 44–51 voor
afstandsbediening RM-PP412 en blz. 52–55
voor afstandsbediening RM-U307.
1 Druk op TUNER op de afstandsbediening.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Druk op de SHIFT toets om een
geheugengroep (A, B of C) te kiezen en
kies dan het nummer van de gewenste
voorkeurzender met de cijfertoetsen.
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor de modellen met
landcode CEL, CEK)
Met deze tuner/versterker kunt u ook gebruik
maken van de RDS functies van het Radio Data
Systeem, waarmee radiozenders naast de
gewone uitzendingen allerlei nuttige informatie
doorgeven.
De RDS informatie wordt alleen uitgezonden
door FM zenders.*
Ontvangst van RDS
informatie-uitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de
FM band met de directe afstemming
(blz. 34), de automatische zoekafstemming
(blz. 35) of de geheugenafstemming
(blz. 35).
Druk tijdens ontvangst van een RDS
zender meermalen op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de RDS informatie in het
uitleesvenster kringsgewijze als volgt:
Zendernaam t Afstemfrequentie t
Program Type indicatiea) t Radio Text
indicatieb) t Huidige tijdindicatie (in 24-uurs
aanduiding) t Gekozen klankbeeld
a) Soort programma dat wordt uitgezonden (blz. 38).
b) Tekstberichten die door de RDS zender worden
uitgezonden.
Opmerkingen
Radio-ontvangst
* Niet alle FM radiozenders bieden de RDS
informatie en niet alle RDS zenders bieden dezelfde
functies. Als u niet bekend bent met de plaatselijk
beschikbare RDS functies, kunt u voor nadere
bijzonderheden het best contact opnemen met de
plaatselijke radiozenders.
Aangeven van RDS informatie
in het uitleesvenster
• Als er een nooduitzending of waarschuwingsbericht
door de overheid wordt uitgezonden, gaat in het
uitleesvenster de aanduiding "ALARM" knipperen.
• Als een aanduiding uit 9 of meer letters bestaat, zal
de tekst van rechts neer links over het scherm lopen.
• Als een radiozender een bepaalde RDS functie niet
verzorgt, zal het uitleesvenster "NO XXXX"
(bijvoorbeeld "NO TEXT") aangeven.
wordt vervolgd
Wanneer u afstemt op een zender met RDS
service, licht de RDS indicator op en verschijnt
de zendernaam op het display.
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd de RDS
signalen niet duidelijk genoeg uitzendt of als de
signaalsterkte onvoldoende is.
37NL
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS) (vervolg)
Overzicht van de programmatypen
Aanduiding
programmatype
Beschrijving
NEWS
Nieuwsuitzendingen
AFFAIRS
Actualiteitenprogramma’s die op
de achtergronden van het huidige
nieuws ingaan
INFO
SPORT
Sportverslagen en -uitslagen
EDUCATE
Educatieve programma’s, met
wetenswaardigheden en praktische
tips
DRAMA
Hoorspelen en andere radioseries
CULTURE
Programma’s over nationale en
regionale cultuur, zoals
taalkwesties en sociale
vraagstukken
SCIENCE
Uitzendingen over
natuurwetenschappen en
technologie
VARIED
Gevarieerde uitzendingen, zoals
vraaggesprekken,
quizprogramma’s en allerlei
amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rockmuziek
EASY M
"Easy listening" muziek
LIGHT M
Lichte klassieken, met vocale,
instrumentale en koormuziek
CLASSICS
Klassieke muziekuitvoeringen,
orkestrale werken en
kamermuziek, opera enz.
OTHER M
Alle muziek die niet in de
bovenstaande categorieën past,
zoals rhythm & blues of reggae
WEATHER
Weerbericht
FINANCE
Beursberichten, financieel en
zakennieuws, etc.
CHILDREN
Kinderprogramma’s
SOCIAL
Programma’s over mensen en hun
bezigheden
RELIGION
Programma’s over godsdienst en
religieuze zaken
Programma’s waarin luisteraars
via de telefoon of in een publiek
forum kunnen reageren
PHONE IN
38NL
Uitzendingen betreffende de
weersverwachting, nieuws voor
consumenten, medisch advies e.d.
Aanduiding
programmatyp
Beschrijving
TRAVEL
Programma’s over reizen. Niet
voor aankondigingen die met de
TP/TA verkeersinformatiefuncties
te vinden zijn
LEISURE
Programma’s over
vrijetijdsbesteding en hobbies als
vissen, tuinieren, koken e.d.
JAZZ
Jazzmuziek
COUNTRY
Country & western muziek
NATION M
Programma’s met de nationale of
streekmuziek van een bepaald
gebied
OLDIES
Hits van vroeger
FOLK M
Folkmuziek
DOCUMENT
Documentaires
NONE
Programma’s die buiten de
bovenstaande categorieën vallen
Andere bedieningsfuncties
Invoegen van een spatie
Naamgeving van
voorkeurzenders en
beeld/geluidsbronnen
1 Voor naamgeving van een
voorkeurzender
Druk op TUNER FM/AM en stem dan af
op de radiozender waarvoor u een
naam wilt invoeren.
Als u niet weet hoe u kunt afstemmen op
een voorkeurzender, volgt u de
aanwijzingen onder "Afstemmen op
vastgelegde voorkeurzenders" op blz. 36.
Voor naamgeving van een
beeld/geluidsbron
Stel in op de beeld/geluidsbron
(component) die u een naam wilt geven.
2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" CUSTOM " te selecteren.
3 Druk herhaaldelijk op
of
"NAME IN" te selecteren.
om
4 Voer de gewenste naam in met de
instelknop en
of
, als volgt:
Draai aan de instelknop om een letterteken
te kiezen en druk dan op de toets om de
cursor op de plaats van de volgende letter te
zetten.
Bij een vergissing in de
letterkeuze
Druk herhaaldelijk op of tot het teken dat
u wilt wijzigen, gaat knipperen. Druk draei aan
de instelknop om het gewenste teken te
selecteren.
5 Druk op de ENTER toets.
6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 voor alle
voorkeurzenders en beeld/
geluidsbronnen waarvoor u
zelfgekozen namen wilt invoeren.
Opmerking
(Alleen voor de modellen met landcode
CEL, CEK)
Bij FM RDS zenders kunt u de naam niet aanpassen
en geen nieuwe naam invoeren.
Andere bedieningsfuncties
U kunt de vastgelegde voorkeurzenders en
andere beeld/geluidsbronnen van zelfgekozen
namen (index name) van elk 8 letters (en
cijfers) voorzien. Deze namen (zoals
bijvoorbeeld "VHS") worden dan in het
uitleesvenster aangegeven wanneer u instelt op
weergave van de betreffende beeld/
geluidsbron. U kunt niet meer dan één naam
tegelijk invoeren voor elke voorkeurzender of
beeld/geluidsbron.
Deze functie kan handig zijn voor het uit elkaar
houden van soortgelijke apparatuur. Zo kunt u
bijvoorbeeld twee videorecorders
onderscheiden met de typenamen "VHS" en
"8MM". Bovendien kunt u hiermee
componenten benoemen die zijn aangesloten
op stekkerbussen bedoeld voor andere
apparatuur, zoals een tweede CD-speler die is
aangesloten op de MD/TAPE aansluitingen.
Draai aan de instelknop tot er een spatie in
het uitleesvenster verschijnt.
Opnemen
Voor u begint, dient u te controleren of alle
apparaten naar behoren zijn aangesloten.
Opnemen op een
audiocassette of minidisc
Via deze tuner/versterker kunt u opnamen
maken op een cassette of een minidisc. Zie
voor nadere details van de bediening de
gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of
minidisc-recorder.
1 Stel in op de geluidsbron die u wilt
opnemen.
2 Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld een op te nemen
compact disc in de CD-speler.
3 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette of minidisc in het opnameapparaat en stel zo nodig het
opnameniveau in.
4 Start het opnemen op het opnameapparaat en start dan de weergave van
de geluidsbron.
wordt vervolgd
39NL
Opnemen (vervolg)
Opmerkingen
• De instellingen die u voor weergave maakt zijn niet
van invloed op de signalen die worden doorgegeven
via de MD/TAPE OUT aansluitingen.
• De analoge audiosignalen van de huidige
invoerbron worden uitgevoerd via de REC OUT
aansluitingen.
• Als MULTI CH IN is geselecteerd, worden de
analoge audiosignalen van de huidige invoerbron
uitgevoerd via de REC OUT aansluiting.
• U kunt geen digitale geluidssignalen opnemen met
een opname-apparaat dat is aangesloten op de
analoge MD/TAPE OUT aansluitingen. Voor het
opnemen van digitale signalen zult u een digitaal
opname-apparaat moeten aansluiten op de DIGITAL
MD/TAPE OUT aansluitingen.
• Bepaalde geluidsbronnen kunnen zijn voorzien van
een kopieerbeveiliging die het opnemen blokkeert.
Een dergelijke geluidsbron zult u niet kunnen
opnemen.
• Wanneer MULTI CH IN wordt gekozen, worden er
geen signalen uitgevoerd via DIGITAL OUT (MD/
TAPE OPTICAL OUT).
Opnemen op een videocassette
Met deze tuner/versterker kunt u beelden
opnemen vanaf een videorecorder, TV of
DVD-videospeler. Ook bestaat de mogelijkheid
om tijdens kopiëren of monteren van videoopnamen een nieuw geluidsspoor in te voegen
vanaf een geluidsbron naar keuze. Zie voor
nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing
van uw videorecorder of DVD-videospeler.
1 Stel in op de beeld/geluidsbron die u
wilt opnemen.
2 Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld de DVD die u wilt
opnemen in de DVD-video speler.
3 Plaats een voor opnemen geschikte
videocassette in de videorecorder
(VIDEO 1) die u voor opnemen gebruikt.
4 Start het opnemen op de opnamevideorecorder en start dan de weergave
van de videocassette of de DVD die u
wilt opnemen.
40NL
Tip
U kunt het geluid van elke audiobron opnemen op een
videoband tijdens het kopiëren vanaf een videoband
of DVD. Zoek op de videoband het punt op waar u
het nieuwe geluid wilt invoegen, stel in op de
geluidsbron en start de weergave daarvan. Het geluid
van het gekozen weergave-apparaat zal op het
geluidsspoor van de videoband worden opgenomen in
plaats van het oorspronkelijke geluidsspoor. Om terug
te keren naar het oorspronkelijke geluidsspoor voor
de rest van de video-opnamen, stelt u op dezelfde
wijze weer in op de video-geluidsbron.
Opmerkingen
• Zorg dat er zowel digitale als analoge aansluitingen
zijn gemaakt op de VIDEO 2 en DVD ingangen.
Het is niet mogelijk analoge opnamen te maken als
er alleen digitale aansluitingen zijn gemaakt.
• Als MULTI CH IN is geselecteerd, worden de
analoge audiosignalen van de huidige invoerbron
uitgevoerd via de REC OUT aansluiting.
Automatisch uitschakelen
met de sluimerfunctie
U kunt de tuner/versterker automatisch laten
uitschakelen na een tijdsduur die u zelf kiest,
zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen.
Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening staat ingeschakeld.
Telkens wanneer u op de SLEEP toets drukt,
verspringt de sluimertijd als volgt:
2-00-00 t 1-30-00 t 1-00-00 t 0-30-00
t OFF
Tips
• (Alleen voor de RM-PP412) Druk op ALT voor u
op SLEEP drukt (blz. 47).
• Om de resterende sluimertijd voor het uitschakelen
van de tuner/versterker te controleren, drukt u op de
SLEEP toets. De resterende tijd tot het uitschakelen
verschijnt in het uitleesvenster.
Aanpassingen via het
CUSTOM menu
Met het CUSTOM menu kunt u de volgende
aanpassingen maken.
1 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" CUSTOM " te selecteren.
2 Druk op
of
om de parameter te
kiezen die u wilt instellen.
Bepaalde instelparameters kunnen in het
uitleesvenster slechts vaag of grijs worden
aangegeven. Dan is een dergelijke parameter
niet van toepassing of is vast ingesteld en
niet te wijzigen vanwege de klankbeelden
(blz. 25– 28) of andere instellingen.
3 Draai aan de instelknop om de
gewenste stand of instelling te kiezen.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle
nuttige parameters naar wens hebt
ingesteld.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
Oorspronkelijke instelling
SB XXXX
AUTO
DEC. XXXX
PCM (voor DVD, CD/
SACD en MD/TAPE),
AUTO (voor VIDEO 2)
P.SAVE.XXX
OFF
x Decoderingsstand voor de achterste
surroundluidspreker (SB XXXX)
U kunt deze parameter ook instellen met SURR
BACK DECODING op het voorpaneel. Zie
blz. 28 voor meer informatie.
Gebruik deze functie voor het afspelen van
audio-CD (PCM), DVD, DTS-CD en DTSLD. Bij audio-CD’s kunt u wellicht het
allereerste gedeelte van de tracks niet
afspelen.
Gewoonlijk gebruikt u deze met de
bovenstaande instellingen.
x CONTROL A1
(P.SAVE.XXX)
energiebespaarfunctie
Als deze is ingesteld op "OFF", kunt u de
receiver automatisch inschakelen wanneer het
onderdeel dat is aangesloten via het snoer met
een monoministekker (zie blz. 13), is
ingeschakeld en de weergave is gestart. Als de
receiver is ingesteld op "ON", wordt deze
echter niet automatisch ingeschakeld.
Door hiervoor "ON" te kiezen, kunt u het
stroomverbruik van de tuner/versterker
verminderen in de gebruiksklaar-stand.
De werkingsstand van de
receiver wijzigen
Deze functie is handig wanneer u 2 Sony
receivers in dezelfde kamer gebruikt.
1 Schakel de receiver uit.
2 Houd ENTER ingedrukt en druk op 1/u
om de receiver in te schakelen.
In het display verschijnt "C.MODE.AVX".
Wanneer u de bovenstaande procedure
herhaalt, wordt het display als volgt
gewijzigd:
C.MODE.AV1 y C.MODE.AV2
x Decoderingsprioriteit (DEC. XXXX)
Tip
De juiste decodering wordt ingesteld voor
binnenkomende digitale signalen.
De standaardinstelling is "C.MODE.AV2".
• PCM prioriteitsstand (DEC. PCM)
• (Allen voor de RM-PP412) De oorspronkelijke
instelling voor de opdrachtsand van de bijgeleverde
afstandsbediening is "AV2".
• (Allen voor de RM-U307) De opdrachtstand van de
bijgeleverde afstandsbediening is "AV2". U kunt
deze instelling niet wijzigen.
• Wanneer tuner/versterker en afstandsbediening op
een andere manier worden bediend, werkt de tuner/
versterker niet met de afstandsbediening.
Gebruik deze voor het afspelen van audioCD (PCM), DVD en MD. Wanneer u andere
media gebruikt dan een CD, DVD of MD,
kan er ruis optreden en verschijnt "DEC.
ERR." in het display. Als dit gebeurt, moet u
overschakelen naar de AUTO stand.
Andere bedieningsfuncties
De gekozen instelling wordt automatisch in
het geheugen vastgelegd.
• AUTO stand (DEC. AUTO)
Opmerkingen
41NL
CONTROL A1
bedieningssysteem
(Uitgezonderd de modellen met
landcode CEL, CEK)
Om te beginnen
De onderstaande beschrijving verklaart de
basisfuncties van het CONTROL A1
bedieningssysteem. Bepaalde stereocomponenten beschikken over speciale
extra functies, zoals de "CD synchroonopname" op cassettedecks, waarvoor ook
CONTROL A1 aansluitingen nodig zijn.
Zie daarom tevens de bij uw stereocomponent(en) geleverde
gebruiksaanwijzingen.
Overeenkomsten tussen CONTROL
A1 en CONTROL A1
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is
uitgebracht in een vernieuwde versie, CONTROL
A1 genaamd, hetgeen het standaard
bedieningssysteem is voor de Sony 300-disc CDwisselaar en andere recente Sony apparatuur.
Componenten met CONTROL A1
bedieningsaansluitingen en die met CONTROL A1
aansluitingen zijn onderling te verbinden en samen te
gebruiken. In principe zijn de meeste functies van het
CONTROL A1 bedieningssysteem ook beschikbaar
in het nieuwe CONTROL A1 bedieningssysteem.
Bij een onderlinge verbinding tussen CONTROL A1
aansluitingen en CONTROL A1 aansluitingen kan
het aantal beschikbare bedieningsfuncties echter
beperkt zijn, afhankelijk van de aangesloten
apparatuur. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparatuur.
Aansluitingen
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is
ontwikkeld ter vereenvoudiging van de
bediening van stereo-installaties bestaande uit
afzonderlijke Sony stereo-componenten. De
CONTROL A1 aansluitingen verschaffen een
speciale signaalbaan voor besturingssignalen,
om automatische bedieningsfuncties mogelijk
te maken die men gewoonlijk slechts op
geïntegreerde systemen aantreft.
Op dit moment bieden de CONTROL A1
aansluitingen u met een Sony CD-speler,
versterker (of tuner/versterker), minidiscrecorder en cassettedeck het gemak van de
automatische geluidsbron-keuze en de
synchroon-opnamestart.
In de toekomst zal het CONTROL A1
aansluitsysteem gaan fungeren als een
multifunctie-aansluitbus, waarmee u allerlei
functies van verschillende componenten
volautomatisch zult kunnen bedienen.
Verbind met behulp van mono snoeren met
ministekkers de CONTROL A1 aansluitingen
op het achterpaneel van elk apparaat in serie
door. Zo kunt u maximaal 10 componenten die
geschikt zijn voor het CONTROL A1
systeem onderling doorverbinden, in elke
gewenste volgorde. Van elk type apparaat kunt
u er echter slechts één tegelijk aansluiten (dus
slechts 1 CD-speler, 1 minidisc-recorder, 1
cassettedeck en 1 tuner/versterker).
(Afhankelijk van het model kan het wel eens
mogelijk zijn meer dan één compact disc speler
of minidisc-speler aan te sluiten. Zie voor
nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing
van de betreffende componenten.)
Voorbeeld
Opmerkingen
• Het CONTROL A1 bedieningssysteem is zo
ontworpen dat er geleidelijk meer en meer functies
aan kunnen worden toegevoegd. Dit betekent echter
niet dat de nieuwe functies ook beschikbaar zullen
zijn op de aangesloten oudere apparatuur.
• Gebruik geen tweeweg-afstandsbediening wanneer
de CONTROL A1 aansluitingen via een
PC-interface aansluitset zijn verbonden met een
personal computer waarop het "MD Editor"
programma of een soortgelijk
toepassingsprogramma draait. Gebruik ook de
aangesloten apparatuur niet op een manier die
niet overeenkomt met de functies van het
toepassingsprogramma, want dan kan het
programma niet naar behoren werken.
42NL
Versterker CD(Tuner/
speler
versterker)
Minidisc- Cassettedeck Andere
component
recorder
In het CONTROL A1 bedieningssysteem
lopen de bedieningssignalen beide kanten op,
dus er is geen verschil tussen IN en OUT
aansluitingen. Als een component meer dan een
CONTROL A1 aansluiting heeft, kunt u naar
keuze één hiervan gebruiken, of op elk ervan
een verschillende geluidscomponent aansluiten.
Aansluitvoorbeelden
Als u een voor het CONTROL A1 systeem
geschikte Sony versterker (of tuner/versterker)
hebt aangesloten op andere Sony componenten
via mono ministekker-snoeren, dan zal de
geluidsbron-keuzeschakelaar van de versterker
(of tuner/versterker) automatisch instellen op de
juiste geluidsbron, zodra u de weergavetoets van
een een van de aangesloten componenten indrukt.
Opmerkingen
CONTROL A1
CONTROL A1
Automatische geluidsbronkeuze
CD-speler
Betreffende CONTROL A1
aansluitingen
U kunt zonder probleem alle CONTROL A1
aansluitingen verbinden met de nieuwere
CONTROL A1 aansluitingen. Voor nadere
bijzonderheden over de wijze van aansluiten en
de mogelijkheden wordt u verwezen naar de de
gebruiksaanwijzingen van de aangesloten
apparatuur.
Betreffende de aansluitsnoeren
Synchroon-opnamefunctie
Met deze functie kunt u automatisch de weergave
van de gekozen geluidsbron en de opname op een
andere component tegelijk starten.
1 Stel de geluidsbron-keuzeschakelaar
van de versterker (of tuner/versterker)
in op de geluidsbron voor weergave.
Bij bepaalde componenten die geschikt zijn
voor het CONTROL A1 systeem wordt een
aansluitsnoer bijgeleverd. Dan kunt u dat snoer
voor het aansluiten gebruiken.
2 Zet de geluidsbron in de weergave-
Beschikt u niet over een dergelijk bijgeleverd
snoer, gebruik dan een los in de audiohandel
verkrijgbaar ministekker-snoer van minder dan
2 meter lengte met (mono) ministekkers,
zonder weerstand (zoals het Sony RK-G69HG
aansluitsnoer).
opnamepauzestand (REC-PAUSE).
Basis-bedieningsfuncties
De CONTROL A1 bedieningsfuncties zullen
werken zolang de te bedienen component(en)
is/zijn ingeschakeld, ook al staan de andere
aangesloten componenten alle uitgeschakeld.
Andere bedieningsfuncties
Minidisc-recorder
• Er moet een voor het CONTROL A1 systeem
geschikte Sony versterker (of tuner/versterker) zijn
aangesloten via mono ministekker-snoeren om de
automatische geluidsbron-keuze te kunnen gebruiken.
• Deze automatische geluidsbron-keuze werkt alleen als
de componenten zijn aangesloten op de
ingangsaansluitingen van de versterker (of tuner/
versterker) die overeenkomen met de namen van de
geluidsbron-keuzetoetsen. Op bepaalde versterkers kunt
u de namen van de geluidsbron-keuzetoetsen
omschakelen. Zie in dat geval voor nadere
bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de
versterker.
• Tijdens opnemen kunt u beter niet het afspelen starten
van een andere component dan de opnamebron.
Hierdoor zou namelijk de automatische geluidsbronkeuze overschakelen op de andere component.
pauzestand (let op dat het N en het X
lampje beide oplichten).
3 Zet het opname-apparaat in de
4 Druk op de PAUSE toets van het
opname-apparaat.
De geluidsbron schakelt van de
pauzestand over op weergave en even
later begint automatisch het opnemen.
Wanneer de weergave van de
geluidsbron eindigt, zal het opnemen
ook automatisch stoppen.
Opmerkingen
• Zet niet meer dan één geluidsbron tegelijk in de
weergave-pauzestand.
• Bepaalde opname-componenten beschikken over
een speciale synchroon-opnamefunctie op basis van
het CONTROL A1 bedieningssysteem, zoals de
"CD synchroon-opname" op cassettedecks. Zie voor
nadere bijzonderheden daaromtrent de bij uw
opname-component geleverde gebruiksaanwijzing.
43NL
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP412
Alleen voor de modellen met
landcode E2/E3, MX, AR
U kunt de RM-PP412 afstandsbediening
gebruiken om de componenten van uw stereoinstallatie te bedienen.
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen
TV ?/1
Voor u de
afstandsbediening
gebruikt
SYSTEM STANDBY SLEEP
VIDEO1
VIDEO2
VIDEO3
DVD
AV1
AV2
TV/SAT MD/TAPE CD/SACD
PHONO
AUX
2CH
A.F.D.
MOVIE
2
5
6
SWAP/
ANGLE
AUDIO
7
JUMP/
TIME
8
ENTER
>
0/10
>10/11
12
D.TUNING DISC
ALT
-
M
m
ANT
CLEAR SEARCH MODE
X
H
TOP MENU/
GUIDE
x
MUTING
AV MENU
MASTER
VOL
F
ENTER/
EXECUTE
PRESET/
CH/D.SKIP
9
SUBTITLE
.
SHIFT
MUSIC
3
AAC
SB
BI-LING DECODING
DIRECT
4
Aanbrengen van batterijen in
de afstandsbediening
TUNER
MULTI CH SOURCE
1
TEST
TONE
Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de
afstandsbediening, met de juiste polariteit van
(+) en (–), zoals aangegeven in het batterijvak.
Voor gebruik van de afstandsbediening richt u
deze op de g afstandsbedieningssensor voorop
de tuner/versterker.
?/1
AV ?/1
USE MODE P
G
g
f
O
DISPLAY
TV VOL
RETURN/EXIT
TV CH
TV/
VIDEO
MAIN
MENU
WIDE ON SCREEN
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6
maanden meegaan. Als de tuner/versterker niet meer
naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het
tijd alle batterijen door nieuwe te vervangen.
Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de
functies van de diverse toetsen.
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
Opmerkingen
?/1
Tuner/
versterker
In- en uitschakelen van
de tuner/versterker.
SLEEP
Tuner/
versterker
Instellen van de
sluimerfunctie en de
tijdsduur waarna de
tuner/versterker
automatisch moet worden
uitgeschakeld.
• Leg de afstandsbediening niet op een al te warme
of vochtige plaats.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast
elkaar.
• Let op dat de afstandsbedieningssensor van de
tuner/versterker niet wordt blootgesteld aan directe
zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de
afstandsbediening niet naar behoren functioneren.
• Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd
niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit
verwijderen, om eventuele beschadiging door
batterijlekkage en corrosie te voorkomen.
44NL
Functie
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
VIDEO1
Tuner/
versterker
Videocassette-weergave.
(Videorecorder 3)
SHIFT
Tuner/
versterker
VIDEO2
Tuner/
versterker
Videocassette-weergave.
(Videorecorder 1)
VIDEO3
Tuner/
versterker
Videocassette-weergave.
(Videorecorder 2)
Meermalen indrukken
om een geheugengroep
te kiezen voor het
vastleggen van of
afstemmen op een
voorkeurzender.
DVD
Tuner/
versterker
Video-weergave van een
DVD.
D.TUNING Tuner/
versterker
Directe keuze van een
bekende radiozender.
MUTING
TV/SAT
Tuner/
versterker
TV-kijken, gewone of
satelliet-uitzendingen.
Tuner/
versterker
Demping van het
geluid van de tuner/
versterker.
MD/TAPE
Tuner/
versterker
Afspelen van een
minidisc of
geluidscassette.
V/v
Tuner/
versterker
Om een menu-item
te kiezen.
B/b
CD/SACD
Tuner/
versterker
Afspelen van compact
discs.
Tuner/
versterker
Om een instelling te
verrichten of te
wijzigen.
TUNER
Tuner/
versterker
Luisteren naar de radio.
MASTER
VOL +/–
Tuner/
versterker
PHONO
Tuner/
versterker
Afspelen van
grammofoonplaten.
De totale
geluidssterkte van de
tuner/versterker
regelen.
AUX
Tuner/
versterker
Luisteren naar
aangesloten audioapparatuur.
MAIN
MENU
Tuner/
versterker
MULTI
CH
Tuner/
versterker
Om MULTI CH IN te
kiezen.
Druk herhaaldelijk
op deze toets om één
van de vijf cursor
modes te kiezen:
SET UP, LEVEL,
EQ en CUSTOM.
2CH
Tuner/
versterker
Keuze van de 2CH
mode.
ON
SCREEN
Tuner/
versterker
A.F.D.
Tuner/
versterker
Keuze van A.F.D. AUTO,
DOLBY PL, PLII MOV,
PLII MUS, NEO6 CIN
en NEO6 MUS.
Om de menu’s van
de tuner/ versterker
op het TV-scherm te
laten verschijnen.
AV ?/1
MOVIE
Tuner/
versterker
Keuze van C.ST.EX A,
C.ST.EX B en C.ST.EX
C.
MUSIC
Tuner/
versterker
Keuze van HALL, JAZZ
en CONCERT.
TV-toestel/
In- en uitschakelen
Videorecorder/
van de audio- en
CD-speler/
video-apparatuur.
Video-CD speler/
LD-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
TEST
TONE
Tuner/
versterker
Indrukken voor
weergave van de
testtoon.
DIRECT
Tuner/
versterker
Keuze van 2CH
ANALOG DIRECT.
SYSTEM
STANDBY
(Druk
AV ?/1
en ?/1
tegelijk in)
AAC
BI-LING
Tuner/
versterker
Keuze van dubbel mono
of twcetalig geluid bij
Digital Dolby, DTS of
AAC enz.
Tuner/
Zet de tuner/
versterker
versterker en andere
TV-toestel/
Sony audio/ videoVideorecorder/
componenten af.
Satellietontvanger/
CD-speler/
Video-CD speler/
LD-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
SB
Tuner/
DECODING versterker
Druk hierop om de
surrounddecoderingsstanden te
selecteren.
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP412
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
wordt vervolgd
45NL
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen (vervolg)
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
PRESET/
Tuner/
CH/
versterker
D. SKIP +/–
Doorzoeken en
kiezen van
voorkeurzenders.
1-9 en
0/10
Gebruik met de
"SHIFT" toets om de
radiozender in te stellen
of om af te stemmen op
vooraf ingestelde
zenders en met
"D.TUNING" om direct
af te stemmen.
Tuner/
versterker
CD-speler/ Keuze van beeld/
Video-CD
muziekstuknummers.
speler/
Toets 0/10 voor beeld/
LD-speler/
muziekstuk 10.
Minidiscrecorder/DATcassettedeck
TV-toestel/ Keuze van
Videorecorder/ zendernummers.
Satellietontvanger
>10/11
AUDIO
SWAP*/
ANGLE
JUMP/
TIME
CD-speler/ Keuze van beeld/
Video-CD
muziekstuknummers
speler/
boven de 10.
LD-speler/
Minidiscrecorder/
Cassettedeck
TV-toestel/
Videorecorder/
DVDvideospeler
Schakelt het geluid om
naar Multiplex,
Tweetalig of
Multikanaals TV-geluid.
TV-toestel
Verwisselen van het
hoofdbeeld en het
inzetbeeld.
DVDvideospeler
Kiest de kijkhoek of
wijzigt de hoeken.
TV-toestel
Overschakelen tussen de
vorige en de huidige
zander.
CD-speler/ Toont de tijd of de
Video-CD
speelduur van de disc,
speler/DVD- enz.
videospeler
* Alleen voor Sony TV’s met met beeld-in-beeld
(inzetbeeld) functie.
46NL
TV-toestel/
Keuze van
Videorecorder/ voorkeurzenders.
Satelliet-ontvanger
CD-speler/
Wisselen van discs
Video-CD
(alleen voor een CDspeler/DVDwisselaar).
videospeler/
Minidisc-recorder
ENTER
TV-toestel/
Videorecorder/
Satellietontvanger/
LD-speler/
Minidiscrecorder/DATcassettedeck/
Cassettedeck
Na keuze van een
zender, disc of
beeld/ muziekstuk
met de cijfertoetsen,
drukt u hierop om
uw keuze in te
voeren.
DISC
CD-speler/
Video-CD
speler
Keuze van discs
(alleen voor een CDwisselaar).
ANT
Videorecorder
Keuze van het
uitgangssignaal van
de antenneaansluiting: TVontvangst of videoweergave.
./>
Videorecorder/ Doorgaan naar een
CD-speler/
ander beeld/
Video-CD
muziekstuk.
speler/DVDvideospeler/
LD-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
m/M
CD-speler/
Video-CD
speler/DVDvideospeler/
LD speler/
Minidiscrecorder
Beeld/
muziekstukken
doorzoeken (voor- of
achterwaarts).
Video-CD
videospeler/
DATcassettedeck/
Cassettedeck
Snel vooruit of
terugwaarts zoeken.
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
N
X
x
RETURN/
EXIT
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
Videorecorder/
Beginnen met
CD-speler/
afspelen.
Video-CD speler/
LD-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
SEARCH
MODE
Kiest de zoekstand.
Druk hierop om de
zoekeenheid (track,
index, enz.) te kiezen.
Videorecorder/
CD-speler/
Video-CD
speler/LDspeler/DVDvideospeler/
Minidiscrecorder/DATcassettedeck/
Cassettedeck
AV MENU
Videorecorder/ Om het menu te
Satelliettonen.
ontvanger/DVDvideospeler
O
Video-CD
speler/LDspeler/DVDvideospeler
V/v/B/b
Videorecorder/ Om een menu-item te
Satellietkiezen.
ontvanger/
DVD-videospeler
ENTER/
EXECUTE
Videorecorder/ Keuze bevestigen.
Satellietontvanger/DVDvideospeler
TV ?/1
TV-toestel
Om de TV aan of uit
te zetten.
-/--
TV-toestel
Keuze van een enkelcijfer of twee-cijfer
zendernummer.
Pauzeren van de
weergave of opname.
(Ook voor beginnen
met opnemen
vanuit de
opnamepauzestand.)
Videorecorder/
Stoppen met
CD-speler/
afspelen.
Video-CD speler/
LD-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
TV-toestel/
Videorecorder/
Video-CD
speler/LDspeler/DVDvideospeler
Om informatie op
het TV-scherm te
selecteren.
Video-CDspeler/LDspeler/DVDvideospeler
Om terug te keren
naar het vorige
menu.
Satellietontvanger
Om het menu te
sluiten.
SUBTITLE DVD–
videospeler
Om de ondertitels
te veranderen.
CLEAR
Indrukken wanneer
u zich van
cijfertoets hebt
vergist of om terug
te keren naar
continu weergave
enz.
DVDvideospeler
DVDvideospeler
TOP MENU/ DVDGUIDE
videospeler
Satellietontvanger
Om de DVD titel te
tonen.
Het gidsmenu wordt
weergegeven.
Indrukken om terug
te gaan naar het vorige
menu of het menu te
sluiten.
TV VOL +/– TV-toestel
Om het volume van
de TV te regelen.
TV CH +/–
TV-toestel
Kies een TVvoorinstelzender.
TV/
VIDEO
TV-toestel
Keuze van het
ingangssignaal voor
weergave: TVontvangst of videoweergave.
WIDE
TV-toestel
Inschakelen van de
breedbeeldfunctie.
USE MODE Afstandsbediening
De afstandsbediening
instellen.
AV1 en
AV2
Afstandsbediening
Kies de
werkingsstand van de
afstandsbediening.
SOURCE
Afstandsbediening
Kies 2e AV-uitgang.
ALT
Afstandsbediening
Wijzigt de
afstandsbedieningsfunctie om de
toetsen met oranje
opschrift te activeren.
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP412
DISPLAY
Functie
wordt vervolgd
47NL
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen (vervolg)
Fabrieksinstellingen van de
afstandsbediening herstellen
Opmerkingen
Druk =/1, AV =/1 en MASTER VOL –
tegelijk in.
• Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd
staan werken niet met bepaalde tuner/
versterkermodellen.
• De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als
voorbeeld. Sommige componenten werken dan ook
niet of worden anders bediend dan hierboven
beschreven.
• Om de toetsen met oranje opdruk te kunnen
gebruiken, moet u eerst op ALT drukken.
• Druk op MAIN MENU op de afstandsbediening
voor u de receiver bedient met de V/v/B/b toetsen.
• Druk op TOP MENU/GUIDE of AV MENU op de
afstandsbediening voordat u de afstandsbediening
gebruikt voor de satelliettuner, videorecorder en de
DVD-video speler.
• De functies TV/SAT, PHONO, SOURCE,
DIRECT, AAC BI-LING, 12 en ON SCREEN
werken niet met de instelling.
De werkingsstand van de
afstandsbediening
selecteren
De indicator licht 3 keer op en dooft vervolgens.
Afstandsbediening
programmeren
U kunt de afstandsbediening programmeren om
andere componenten dan van het merk Sony te
bedienen door de code te wijzigen. Eens de
stuursignalen werden gememoriseerd, kunt u
deze componenten gebruiken als onderdeel van
uw systeem.
U kunt de afstandsbediening bovendien
programmeren voor Sony componenten die niet
met de afstandsbediening kunnen worden
bediend. Merk op dat de afstandsbediening
alleen werkt met componenten die infrarood
stuursignalen kunnen ontvangen.
1 Druk op AV ?/1 terwijl u USE MODE
ingedrukt houdt.
Stel de werkingsstand van de afstandsbediening
in met de USE MODE toets en de toetsen voor
werkingsstanden op de afstandsbediening.
Bedieningsstand kiezen
U kunt de afstandsbedieningsstand (AV1 of
AV2) kiezen. Wanneer tuner/versterker en
afstandsbediening op een andere manier
worden bediend, werkt de tuner/versterker niet
met de afstandsbediening.
Druk op AV1 of AV2 terwijl u USE MODE
ingedrukt houdt.
Het controlelampje licht eenmaal (tweemaal
voor AV2) op en de bedieningsstand verandert.
De werkingsstand van de
afstandsbediening controleren
Druk op USE MODE. Controleer de
afstandsbediening aan de hand van de
indicator.
48NL
Stand
Indicator licht op
AV1
eenmaal
AV2
tweemaal
De indicator licht op.
2 Druk op de ingangskeuzetoets
(waaronder TV ?/1) voor de component
die u wilt bedienen.
Druk bijvoorbeeld op CD/SACD om een
CD-speler te bedienen.
3 Voer de cijfercode (of één van de codes
indien er meer dan één code is) die
overeenkomt met de component en het
merk van de component die u wilt
bedienen in met de cijfertoetsen.
Raadpleeg de tabellen op blz. 49 – 51 voor
informatie over de cijfercode(s) voor de
component en het merk van de component
(het eerste cijfer en de laatste twee cijfers
van de code staan respectievelijk voor
categorie en merk).
4 Druk op ENTER.
Wanneer de cijfercode is geverifieerd,
knippert de indicator tweemaal traag en
verlaat de afstandsbediening automatisch de
programmeerstand.
5 Herhaal stap 1 tot 4 om andere
componenten te bedienen.
Programmeren annuleren
Druk in een willekeurige stap op USE MODE.
De afstandsbediening verlaat automatisch de
programmeerstand.
De invoerbron activeren na het
programmeren
Druk op de geprogrammeerde toets om de
gewenste invoerbron te selecteren.
Controleer het volgende indien het
programmeren mislukt:
• Indien de indicator niet oplicht in stap 1, zijn de
batterijen bijna leeg. Vervang beide batterijen.
• Indien de indicator 4 keer kort na elkaar knippert
terwijl de cijfercode wordt ingevoerd, is er een fout
opgetreden. Begin opnieuw vanaf stap 1.
Opmerkingen
Gebruik de cijfercodes in de onderstaande tabel
voor het bedienen van niet-Sony componenten
en Sony componenten die normaal niet met de
afstandsbediening werken. Doordat het
afstandsbedieningssignaal dat een component
aanvaardt afhankelijk is van model en
bouwjaar, kan aan een component meer dan
één cijfercode zijn toegekend. Probeer andere
codes wanneer een bepaalde code niet werkt.
Opmerkingen
• De cijfercodes zijn gebaseerd op de meest recente
informatie die voor elk merk beschikbaar is. Toch is
het mogelijk dat uw component niet reageert op
sommige of alle codes.
• De ingangskeuzetoetsen op deze afstandsbediening
zijn wellicht niet allemaal beschikbaar wanneer u
deze gebruikt met een bepaalde component.
Een CD-speler bedienen
Merk
Code(s)
SONY
101, 102, 103
DENON
104, 123
JVC
105, 106, 107
KENWOOD
108, 109, 110
MAGNAVOX
111, 116
MARANTZ
116
ONKYO
112, 113, 114
Het geheugen van de
afstandsbediening wissen
PANASONIC
115
PHILIPS
116
Om alle geprogrammeerde en geleerde signalen
te wissen, gaat u als volgt tewerk om de
fabrieksinstellingen te herstellen.
PIONEER
117
Druk ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL –
tegelijk in.
De indicator knippert 3 keer en dooft
vervolgens.
TECHNICS
115, 118, 119
YAMAHA
120, 121, 122
wordt vervolgd
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP412
• De indicator dooft wanneer er een geldige toets
wordt ingedrukt.
• Als in stap 2 op meerdere ingangskeuzetoetsen is
gedrukt, is alleen de laatstingedrukte toets geldig.
• Wanneer u in stap 2 op druk TV ?/1, worden alleen
de TV VOL +/–, TV CH +/–, TV/VIDEO en WIDE
toetsen geherprogrammeerd.
• Als in stap 3 op een ingangskeuzetoets is gedrukt,
wordt de nieuwe invoerbron geselecteerd en keert
de programmeringsprocedure terug naar het begin
van stap 3.
• Voor de cijfercodes zijn alleen de eerste drie
ingevoerde cijfers geldig.
De cijfercodes komen overeen met
de component en het merk van de
component
49NL
Afstandsbediening programmeren
(vervolg)
Een videorecorder bedienen
Merk
Code(s)
Een DAT-cassettedeck bedienen
SONY
701, 702, 703, 704, 705,
706
Merk
Code(s)
SONY
203
PIONEER
219
AIWA
710, 750, 757, 758
AKAI
707, 708, 709, 759
BLAUPUNKT
740
EMERSON
711, 712, 713, 714, 715,
716, 750
Een Minidisc-recorder deck bedienen
Merk
Code(s)
FISHER
717, 718, 719, 720
SONY
301
GENERAL ELECTRIC
721, 722, 730
DENON
302
GOLDSTAR
723, 753
JVC
303
GRUNDIG
724
KENWOOD
304
HITACHI
722, 725, 729, 741
ITT/NOKIA
717
JVC
726, 727, 728, 736
Een cassettedeck bedienen
Merk
Code(s)
MAGNAVOX
730, 731, 738
732, 733, 734, 735
SONY
201, 202
MITSUBISHI/MGA
DENON
204, 205
NEC
736
KENWOOD
206, 207, 208, 209
PANASONIC
NAKAMICHI
210
729, 730, 737, 738, 739,
740
PANASONIC
216
PHILIPS
729, 730, 731
PHILIPS
211, 212
PIONEER
213, 214
PIONEER
729
RCA/PROSCAN
722, 729, 730, 731, 741,
747
TECHNICS
215, 216
SAMSUNG
742, 743, 744, 745
YAMAHA
217, 218
SANYO
717, 720, 746
SHARP
748, 749
Een Laserdisc-speler bedienen
TELEFUNKEN
751, 752
Merk
Code(s)
TOSHIBA
747, 755, 756
SONY
601, 602, 603
ZENITH
754
PIONEER
606
Een DVD-videospeler bedienen
50NL
Een Video CD-speler bedienen
Merk
Merk
Code(s)
SONY
401, 402, 403
SONY
605
PANASONIC
406, 408
PHILIPS
407
Code(s)
PIONEER
409
TOSHIBA
404
DENON
405
Een TV bedienen
Merk
Code(s)
SONY
501, 502
DAEWOO
504, 505, 506, 507, 515,
544
FISHER
508
GOLDSTAR
503, 511, 512, 515, 534,
544
GRUNDIG
517, 534
HITACHI
513, 514, 515, 544
ITT/NOKIA
521, 522
JVC
516
MAGNAVOX
503, 518, 544
MITSUBISHI/MGA
503, 519, 544
NEC
503, 520, 544
PANASONIC
509, 524
PHILIPS
515, 518
509, 525, 526, 540
RCA/PROSCAN
510, 527, 528, 529, 544
SAMSUNG
503, 515, 531, 532, 533,
534, 544
SANYO
508, 545, 546, 547
SHARP
535
TELEFUNKEN
523, 536, 537, 538
THOMSON
530, 537, 539
TOSHIBA
535, 540, 541
ZENITH
542, 543
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP412
PIONEER
Een satelliettuner of kabeldecoder
bedienen
Merk
Code(s)
SONY
801, 802, 803, 804
JERROLD/G.I.
806, 807, 808, 809, 810,
811, 812, 813, 814
PANASONIC
818
RCA
805, 819
S. ATLANTA
815, 816, 817
De tuner bedienen
Merk
Code(s)
SONY
002, 003, 004, 005
51NL
STR-DE695
4-244-559-42(1) (DE, NL, SE)
Gebruik van de afstandsbediening RM-U307
Modellen met andere landcodes
U kunt de RM-U307 afstandsbediening
gebruiken om de componenten van uw stereoinstallatie te bedienen.
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen
AV
?/1
SLEEP
Voor u de
afstandsbediening
gebruikt
?/1
SYSTEM
STANDBY
INPUT SELECTOR
VIDEO 1
VIDEO 3
DVD
VIDEO 2
FN SHIFT
AUX
MD/TAPE
CD/SACD
TOP MENU
1
3
6
7
8
0
– /– –
– CH/PRESET +
=
+
0
)
9
ENTER
TV/VIDEO
ANT
TV/VTR
D.SKIP
9
P
p
2CH
A.F.D.
MOVIE/
MUSIC
TEST TONE MAIN MENU
MULTI CH
MUTING
MENU
MASTER
VOL
]
}
O
D.TUNING
SHIFT
>10
g
ENTER
5
f
Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de
afstandsbediening, met de juiste polariteit van
(+) en (–), zoals aangegeven in het batterijvak.
Voor gebruik van de afstandsbediening richt u
deze op de g afstandsbedieningssensor voorop
de tuner/versterker.
DVD MENU
2
G
4
Aanbrengen van batterijen in
de afstandsbediening
TUNER
F
}
TV VOL
]
TV CH
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6
maanden meegaan. Als de tuner/versterker niet meer
naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het
tijd alle batterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerkingen
• Leg de afstandsbediening niet op een al te warme
of vochtige plaats.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast
elkaar.
• Let op dat de afstandsbedieningssensor van de
tuner/versterker niet wordt blootgesteld aan directe
zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de
afstandsbediening niet naar behoren functioneren.
• Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd
niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit
verwijderen, om eventuele beschadiging door
batterijlekkage en corrosie te voorkomen.
52NL
Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de
functies van de diverse toetsen.
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
SLEEP
Tuner/
versterker
Instellen van de
sluimerfunctie en de
tijdsduur waarna de tuner/
versterker automatisch
moet worden uitgeschakeld.
?/1
Tuner/
versterker
In- en uitschakelen van
de tuner/versterker.
Functie
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
VIDEO 1
Tuner/
versterker
Videocassette-weergave.
(Videorecorder 3)
MENU </> Tuner/
versterker
Om een menu item te
kiezen.
VIDEO 2
Tuner/
versterker
Videocassette-weergave.
(Videorecorder 1)
MENU +/– Tuner/
versterker
Om een te verrichten
of te wijzigen.
VIDEO 3*
Tuner/
versterker
Videocassette-weergave.
(Videorecorder 2)
MUTING
Tuner/
versterker
DVD
Tuner/
versterker
Video-weergave van een
DVD of laserdisc.
Demping van het
geluid van de tuner/
versterker.
MD/TAPE
Tuner/
versterker
Afspelen van een minidisc
of geluidscassette.
MASTER
VOL +/–
Tuner/
versterker
De totale geluidssterkte
van de tuner/versterker
regelen.
AUX*
Tuner/
versterker
Luisteren naar aangesloten
audio-apparatuur.
AV ?/1
In- en uitschakelen van
de audio- en videoapparatuur.
CD/SACD
Tuner/
versterker
Afspelen van compact
discs.
TUNER
Tuner/
versterker
Luisteren naar de radio.
TV-toestel/
Videorecorder/
CD-speler/
Laserdisc-speler/
DVD-video speler/
Minidisc-recorder
SHIFT
Tuner/
versterker
Meermalen indrukken om
een geheugengroep te
kiezen voor het vastleggen
van of afstemmen op een
voorkeurzender.
SYSTEM
STANDBY
(Druk
AV ?/1
en ?/1
tegelijk in)
Zet de tuner/versterker
enversterker Sony
audio/ videocomponenten af.
D.TUNING
Tuner/
versterker
Directe keuze van een
bekende radiozender.
Tuner/versterker/
TV-toestel/
Videorecorder/
satelliet-outvanger/
CD-speler/
Laserdisc-speler/
DVD-video speler/
minidisc-recorder
2CH
Tuner/
versterker
Keuze van de 2CH mode.
0-9
Tuner/
versterker
A.F.D.
Tuner/
versterker
Keuze van A.F.D. AUTO,
DOLBY PL, PLII MOV,
PLII MUS, NEO6 CIN en
NEO6 MUS.
MOVIE/
MUSIC
Tuner/
versterker
Keuze van C.ST.EX A,
C.ST.EX B, C.ST.EX C,
HALL, JAZZ en
CONCERT.
Gebruik met de
"SHIFT" toets om de
radiozender in te
stellen of om af te
stemmen op vooraf
ingestelde zenders en
met "D.TUNING" om
direct af te stemmen.
TEST
TONE
Tuner/
versterker
Indrukken voor weergave
van de testtoon.
CD-speler/
Laserdisc-speler/
Minidiscrecorder
Keuze van beeld/
muziekstuknummers.
Toets 0 voor beeld/
muziekstuk 10.
MAIN
MENU
Tuner/
versterker
Druk herhaaldelijk op deze
toets om één van de vier
cursor modes te kiezen:
SET UP, LEVEL, EQ en
CUSTOM.
TV-toestel/
Videorecorder/
Satelliet-ontvanger
Keuze van
zendernummers.
CD-speler/
Laserdisc-speler/
Minidiscrecorder/
Cassettedeck
Keuze van beeld/
muziekstuknummers
boven de 10.
MULTI CH
Tuner/
versterker
Om MULTI CH IN te
kiezen.
* VIDEO 3 en AUX input selector is een
2-toetshandeling. Als u de bovenstaande
ingangskeuze wilt selecteren, drukt u tegelijkertijd
op FN SHIFT (functieverschuiving) en de gewenste
INPUT SELECTOR toets. Druk bijvoorbeeld op
FN SHIFT en MD/TAPE om de AUX
ingangskeuzetoets te selecteren.
>10
wordt vervolgd
Gebruik van de afstandsbediening RM-U307
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
53NL
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen (vervolg)
Afstandsbedieningstoets
Bedient
Functie
ENTER
TV-toestel/
Videorecorder/
Satellietontvanger/
Laserdisc-speler/
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
Na keuze van een
zender, disc of beeld/
muziekstuk met de
cijfertoetsen, drukt u
hierop om uw keuze in
te voeren.
Tuner/
versterker
Doorzoeken en kiezen
van voorkeurzenders.
CH/
PRESET
+/–
TV-toestel/
Keuze van
Videorecorder/
voorkeurzenders.
Satelliet-ontvanger
./>
Videorecorder/
Doorgaan naar een
CD-speler/
ander beeld/
Laserdisc-speler/ muziekstuk.
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
m/M
CD-speler/
DVDvideospeler
Beeld/muziekstukken
doorzoeken (voor- of
achterwaarts).
Videorecorder/
Snel vooruit of
Laserdisc-speler/ terugwaarts zoeken.
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
N
X
x
54NL
Videorecorder/
Beginnen met afspelen.
CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
Videorecorder/
CD-speler/
Laserdisc-speler/
DVDvideospeler/
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
Pauzeren van de
weergave of opname.
(Ook voor beginnen met
opnemen vanuit de
opnamepauzestand.)
Videorecorder/
Stoppen met afspelen.
CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
ANT
TV/VTR
Videorecorder
Keuze van het
uitgangssignaal van de
antenne-aansluiting:
TV-ontvangst of videoweergave.
D.SKIP
CD-speler/
Wisselen van discs
DVD(alleen voor een CDvideospeler/
wisselaar).
Minidisc-recorder
TOP
MENU
DVDvideospeler
Om de DVD titel te
tonen.
DVD
MENU
DVDvideospeler
Om het DVD menu te
tonen.
ENTER
DVDvideospeler
Invoeren van uw keuze.
O
DVDvideospeler
Indrukken om terug te
gaan naar het vorige
menu of het menu te
sluiten.
V/v/B/b
DVDvideospeler
Om een menu-item te
kiezen.
-/--
TV-toestel
Keuze van een enkel-cijfer
of twee-cijfer
zendernummer.
TV/
VIDEO
TV-toestel
Keuze van het
ingangssignaal voor
weergave: TV-ontvangst
of video-weergave.
TV VOL
+/–
TV-toestel
Om het volume van de
TV te regelen.
TV CH
+/–
TV-toestel
Kies een TVvoorinstelzender.
Opmerkingen
• Wanneer u op de INPUT SELECTOR toetsen
(VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, DVD) drukt,
schakelt de invoerstand van de TV wellicht niet
over naar de gewenste invoerstand. Druk dan op de
TV/VIDEO toets om de ingangsmode van de TV te
wijzigen.
• Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd
staan werken niet met bepaalde tuner/
versterkermodellen.
• De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als
voorbeeld. Sommige componenten werken dan ook
niet of worden anders bediend dan hierboven
beschreven.
De standaardinstelling
voor de INPUT SELECTOR
toets wijzigen
Als de fabrieksinstellingen voor de
componentkeuzetoetsen toetsen niet
overeenkomen met de componenten van uw
stereo-installatie, kunt u deze instellingen
wijzigen. Als u bijvoorbeeld beschikt over een
minidisc-recorder en een cassettedeck, maar
geen CD-speler, dan kunt u de functie van de
CD/SACD toets zonder bezwaar omschakelen
naar bediening van uw cassettedeck.
De instellingen van de TUNER toets kunnen
niet worden gewijzigd.
1 Houd de INPUT SELECTOR toets
De standaardinstellingen van de
VIDEO 3 en AUX toetsen wijzigen.
1 Houd FN SHIFT en de INPUT
SELECTOR toets die u wilt wijzigen,
ingedrukt (bijvoorbeeld VIDEO 3 of
AUX).
2 Druk op de bijbehorende toets van de
component die u wilt toewijzen aan de
INPUT SELECTOR toets.
Een toets in de fabrieksinstelling
zetten
Voer de bovenstaande procedure opnieuw uit.
De standaardinstellingen van de
INPUT SELECTOR toetsen herstellen
Druk tegelijk op ?/1, AV ?/1 en MASTER
VOL –.
ingedrukt van de invoerbron die u wilt
wijzigen (bijvoorbeeld CD/SACD).
2 Druk op de bijbehorende toets van de
De volgende toetsen zijn toegewezen om de
invoerbron te selecteren:
Bedienen
Drukt u op
CD-speler
4
Minidisc-recorder
5
Cassettedeck A
6
Cassettedeck B
7
Laserdisc-speler
8
Videorecorder
(afstandsbedieningsstand VTR 1*)
9
Videorecorder
(afstandsbedieningsstand VTR 2*)
0
Videorecorder
(afstandsbedieningsstand VTR 3*)
>10
TV-toestel
ENTER
DSS (digitale satelliet-ontvanger)
.
DVD-video speler
>
Gebruik van de afstandsbediening RM-U307
component die u wilt toewijzen aan de
INPUT SELECTOR toets (bijvoorbeeld 4
- Cassettedeck).
* Sony videorecorders worden bediend in een
VTR 1, 2 of 3 stand. Deze bedieningsstanden
komen overeen met resp. Beta, 8mm en VHS.
Nu kan het cassettedeck worden bediend
met de CD/SACD-toets.
55NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Mocht u verder nog vragen of problemen met de
bediening van de tuner/versterker hebben, aarzel dan
niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat
terechtkomen, trek dan de stekker van de tuner/
versterker uit het stopcontact en laat het apparaat eerst
door een onderhoudsmonteur controleren, alvorens
het weer in gebruik te nemen.
Stroomvoorziening
• Controleer, alvorens de tuner/versterker in gebruik
te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De
bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje
op het achterpaneel van de tuner/versterker.
• Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact
zit, blijft er spanning op het apparaat staan, ook al is
de tuner/versterker zelf uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt
de tuner/versterker geruime tijd niet te gebruiken.
Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te
trekken; trek nooit aan het snoer.
• Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
Hitte in het inwendige
Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan
worden, wijst dat niet op storing in de werking. Vooral
bij afspelen op hoog volume kunnen de boven-, onderen zijpanelen na verloop van tijd heet worden. Pas
hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan.
Opstelling
• Zet de tuner/versterker op een goed geventileerde
plaats, met voldoende luchtdoorstroming om de
inwendige onderdelen te koelen, in het belang van
een langdurige betrouwbare werking.
• Plaats de tuner/versterker niet dichtbij een warmtebron
of in direct zonlicht. Vermijd plaatsen met veel stof,
vocht en mechanische trillingen of schokken.
• Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatieopeningen aan de bovenzijde kan blokkeren, in het
belang van een storingsvrije werking.
• Ga voorzichtig te werk wanneer u het apparaat op
speciaal behandelde oppervlakken (met was of olie
behandeld, gepolijst, enzovoort) plaatst; anders
kunnen er vlekken of verkleuringen optreden.
Aansluiten
Voor het maken van enige aansluiting, schakelt u
eerst de tuner/versterker uit en trekt u de stekker uit
het stopcontact.
Schoonmaken
56NL
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningsorganen met een zachte doek, licht
bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik
geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen
oplosmiddelen zoals wasbenzine of alcohol (spiritus).
Verhelpen van storingen
Als bij het gebruik van de tuner/versterker een
van de volgende problemen zich voordoet,
neemt u dan de controlepunten even door om
het probleem te verhelpen. Zie ook de
paragraaf "Controleren van de aansluitingen"
op blz. 22 om zeker te stellen dat alle
aansluitingen in orde zijn.
Geen of heel zwak geluid, ongeacht de gekozen
component.
• Controleer of de luidsprekers en componenten
goed zijn aangesloten.
• Controleer of de tuner/versterker en de andere
apparaten allemaal zijn ingeschakeld.
• Controleer of de MASTER VOLUME knop niet
in de "VOL MIN" stand staat.
• Controleer of de SPEAKERS (OFF/A/B/A+B)
toets niet op OFF staat en is ingesteld in
overeenstemming met het SPEAKERS FRONT
systeem (blz. 24).
• Druk op de MUTING toets vande
afstandsbediening om de geluiddemping uit te
schakelen.
• Controleer of er geen hoofdtelefoon is
aangesloten.
• Het beveiligingscircuit van de tuner/versterker is
in werking getreden, vanwege kortsluiting
("PROTECT" knippert). Schakel de tuner/
versterker uit, verhelp de kortsluiting en schakel
het apparaat weer in.
Een bepaalde geluidsbron is niet te horen.
• Controleer of de geluidsbron juist is aangesloten
op de audio-ingangen voor het betreffende
apparaat.
• Controleer of alle stekkers van de
aansluitsnoeren stevig in de stekkerbussen zitten,
zowel bij de tuner/versterker als bij het
geluidsbron-apparaat zelf.
• Controleer of de tuner/versterker wel is ingesteld
op de juiste geluidsbron.
Er komt geen geluid uit een van de
voorluidsprekers.
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES
stekkerbus om te controleren of de hoofdtelefoon
wel geluid geeft (blz. 24).
Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts
via één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis
zijn met de aansluitingen van het weergaveapparaat op de tuner/versterker. Controleer dan of
alle stekkers van het aansluitsnoer aan beide
zijden, op de tuner/versterker en de geluidsbron
zelf, stevig in de stekkerbussen zijn gestoken.
Als de hoofdtelefoon wel via beide kanalen geluid
geeft, kan er iets mis zijn met de aansluiting van de
niet werkende luidspreker op de tuner/versterker.
Controleer dan de aansluitingen van de luidspreker
die geen geluid geeft.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Stel de weergave evenwichtig in met de
parameters van het LEVEL menu.
Er klinkt een storende bromtoon of andere
bijgeluiden.
De midden- en/of surround luidsprekers
produceren geen of slechts een heel zwak
geluid.
• Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de MOVIE of MUSIC toets).
• Kies een klankbeeld met het woord "C.ST.EX"
in de naam (blz. 26–27).
• Stel de geluidssterkte van de luidspreker wat
hoger in (blz. 22).
• Zorg dat de parameter voor het midden- of
surround-luidsprekerformaat staat ingesteld op
"SMALL" of "LARGE" (blz. 19).
• Controleer of de subwoofer goed en veilig is
aangesloten.
• Controleer of de selectieparameter van de
subwoofer is ingesteld op "YES" (blz. 18).
• Er zal niet altijd geluid worden uitgestuurd via de
SUB WOOFER aansluiting, afhankelijk van het
gekozen klankbeeld (blz. 64).
Het akoestiekeffect werkt niet.
Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de MOVIE of MUSIC toets).
Er wordt geen Dolby Digital of DTS meerkanaalsgeluid weergegeven.
• Controleer of de afgespeelde DVD disc e.d. wel
is voorzien van Dolby Digital of DTS
meerkanaals-geluid.
• Bij aansluiten van een DVD videospeler e.d. op
de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/
versterker dient u ook te zorgen dat de audioinstellingen (voor de geluidsweergave) van het
aangesloten apparaat goed zijn ingesteld.
Het opnemen lukt niet.
• Controleer of de betrokken apparaten naar
behoren zijn aangesloten.
• Selecteer de broncomponent met de
ingangskeuzetoetsen.
• Controleer of INPUT MODE op "ANALOG"
staat alvorens op te nemen van een digitale
component die is verbonden met de analoge
MD/TAPE aansluitingen.
• Controleer of INPUT MODE op "COAX IN" of
"OPT IN" (blz. 23) staat alvorens op te nemen
vaneen digitale component die is verbonden met
de digitale DIGITAL MD/TAPE OUT
aansluitingen.
wordt vervolgd
Aanvullende informatie
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en ten minste 3 meter
van een TV-toestel of tl-verlichting.
• Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de
buurt van een ingeschakeld TV-toestel.
• Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil.
Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus
of zuivere alcohol.
De actieve lagetonen-luidspreker geeft geen
geluid.
57NL
Verhelpen van storingen (vervolg)
De FM radio-ontvangst klinkt niet goed.
Installeer een FM buitenantenne en sluit deze
aan op de tuner/versterker met een 75-ohm
coaxiaalkabel (niet bijgeleverd), zoals hieronder
aangegeven. Als u de tuner/versterker aansluit op
een buitenantenne dient deze zorgvuldig geaard te
worden, ter bescherming tegen blikseminslag. Sluit
de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding;
gezien de kans op een gasexplosie is dit uiterst
gevaarlijk.
FM buitenantenne
Tuner/versterker
ANTENNA
AM
y
FM
75Ω
COAXIAL
Aardingsdraad
(niet bijgeleverd)
naar een aardpunt
Het afstemmen op een radiozender lukt niet.
• Controleer of de antennes goed zijn aangesloten.
Verstel zonodig de stand van de antennes en sluit
een buitenantenne aan.
• Mogelijk is de signaalsterkte te gering voor ontvangst
(bij gebruik van de automatische zoekafstemming).
Gebruik de directe afstemming.
• Zorg dat het afsteminterval juist ingesteld (bij het
afstemmen op AM radiozenders met directe
afstemming).
• Er zijn nog geen zenders vooringesteld of de
vastgelegde voorkeurzenders zijn uit het
geheugen gewist (bij gebruik van de
geheugenafstemming). Leg de gewenste zenders
in het afstemgeheugen vast (blz. 36).
• Druk op de DISPLAY toets zodat de
afstemfrequentie in het uitleesvenster verschijnt.
De RDS informatiefuncties werken niet.*
• Controleer of de tuner/versterker wel is afgestemd op
een RDS informatiezender op de FM afstemband.
• Stem af op een krachtiger FM RDS zender.
De gewenste RDS informatie verschijnt niet in
het uitleesvenster.*
Neem contact op met de radiozender en informeer
of deze wel of geen RDS signalen uitzendt. Ook
zenders die gewoonlijk wel RDS informatie
uitzenden kunnen deze soms tijdelijk buiten
werking stellen.
Op het TV-scherm is geen beeld of slechts een
onduidelijk beeld zichtbaar.
• Selecteer de juiste ingangskeuzetoets op de receiver.
• Stel het TV-toestel in op de gewenste beeldweergave.
• Zet het TV-toestel iets verder van de audioapparatuur vandaan.
58NL
De afstandsbediening werkt niet.
• Alleen voor de RM-PP412
– De TV/SAT, PHONO, SOURCE, DIRECT,
AAC BI-LING, 12 en ON SCREEN toetsen
op de afstandsbediening zijn niet beschikbaar.
– Controleer of de werkingsstand van de
afstandsbediening overeenkomt met die van de
receiver. Wanneer tuner/versterker en
afstandsbediening op een andere manier
worden bediend, werkt de tuner/versterker niet
met de afstandsbediening (blz. 41 en 47).
– Druk op MAIN MENU op de
afstandsbediening voor u de receiver bedient
met de V/v/B/b toetsen.
– Om de toetsen met oranje opdruk te kunnen
gebruiken, moet u eerst op ALT drukken.
• (Alleen voor de RM-U307) Controleer of u AV2
kiest als bedieningsstand van de receiver (blz. 41).
• Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor g voorop de tuner/
versterker.
• Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de tuner/versterker.
• Als de batterijen in de afstandsbediening leeg
kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe.
• Selecteer de juiste ingangskeuzetoets op de
afstandsbediening.
• Als de afstandsbediening staat ingesteld op
bediening van alleen het TV-toestel, kies dan
eerst met de componentkeuzetoets op de
afstandsbediening een andere beeld/geluidsbron
dan de TV, dan kunt u daarna het gewenste
apparaat bedienen.
Als u de problemen niet kunt
oplossen met de handleiding voor
problemen oplossen
U lost het probleem wellicht op als u het
geheugen van de receiver wist (blz. 17). Houd
er rekening mee dat de standaardwaarden voor
de instellingen in het geheugen worden hersteld
en dat u dus alle instellingen op de receiver
opnieuw moet aanpassen.
Als het probleem blijft optreden
Neem contact op met de dichtstbijzijnde Sonyhandelaar.
* Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK.
Het tuner/versterkergeheugen wissen
Voor wissen van
Leest u
Het gehele geheugen
blz. 17
De zelf aangepaste klankbeelden
blz. 33
Versterker-gedeelte
Muziekvermogen, referentie2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV)
FRONT1):
140 W/ch
CENTER1):
140 W
1)
SURR :
140 W/ch
UITGANGSVERMOGEN
Modellen met landcode CEL, CEK
Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
120 W + 120 W2)
Modellen met andere landcodes
Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
110 W + 110 W2)
Muziekvermogen, referentie2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
FRONT1):
120 W/ch
CENTER1):
120 W
1)
120 W/ch
SURR :
Muziekvermogen, referentie2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV)
FRONT1):
130 W/ch
130 W
CENTER1):
1)
SURR :
130 W/ch
Modellen met landcode CN, KR
Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
120 W + 120 W2)
110 W + 110 W3)
1) Afhankelijk van de klankbeeld-instellingen en de
geluidsbron kan er soms hierdoor geen geluid
worden weergegeven.
2) Gemeten onder de volgende omstandigheden:
Technische gegevens
Muziekvermogen, referentie2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV)
FRONT1):
140 W/ch
140 W
CENTER1):
1)
SURR :
140 W/ch
Muziekvermogen, referentie2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV)
FRONT1):
120 W/ch
120 W
CENTER1):
1)
SURR :
120 W/ch
Modellen met landcode AU
Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
120 W + 120 W2)
2)
Muziekvermogen, referentie
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV)
FRONT1):
140 W/ch
CENTER1):
140 W
1)
SURR :
140 W/ch
Modellen met landcode AU
Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave
(aan 8 ohm bij 20 Hz – 20 kHz, bij 0,09 % THV)
100 W + 100 W2)
Stroomvoorziening
E2/E3, JE, AU
240 V wisselstroom, 50 Hz
SP, CEL, CEK, AR,
CN, KR
230 V wisselstroom, 50 Hz
TW
110 V wisselstroom, 60 Hz
MX
120 V wisselstroom, 60 Hz
3) Gemeten onder de volgende omstandigheden:
Landcode
Stroomvoorziening
CN, KR
220 V wisselstroom, 50 Hz
Frequentiebereik
MULTI CH IN,
CD/SACD, AUX,
MD/TAPE, DVD,
VIDEO 1, 2, 3
10 Hz – 70 kHz
±0.5/–2 dB (met
geluidsveld
en equalizer omgeleid)
Ingangen (Analoog)
MULTI CH IN,
CD/SACD, AUX,
MD/TAPE, DVD,
VIDEO 1, 2, 3
Gevoeligheid: 500 mV
Impedantie: 50 kOhm
Signaal/ruisverhouding4):
96 dB (A, 500 mV5))
Aanvullende informatie
Modellen met landcode SP
Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
100 W + 100 W2)
Landcode
4) INPUT SHORT (met geluidsveld en equalizer
omgeleid).
5) Netwerk-gewogen, ingangsniveau.
wordt vervolgd
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
120 W + 120 W2)
59NL
STR-DE695
4-244-559-42(1) (DE, NL, SE)
Technische gegevens (vervolg)
AM tuner-gedeelte
Ingangen (Digitaal)
DVD (Coaxiaal)
Afstembereik
Modellen met landcode E2/E3, JE
Bij 10 kHz afsteminterval: 530 – 1610 kHz6)
Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1602 kHz6)
VIDEO 2, CD/SACD,
MD/TAPE (Optisch)
Gevoeligheid: –
Impedantie: 75 Ohm
Signaal/ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz LPF)
Gevoeligheid: –
Impedantie: –
Signaal/ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz LPF)
Uitgangen (Analoog)
MD/TAPE (OUT),
VIDEO 1 (AUDIO
OUT)
Uitgangsspanning: 500 mV
Impedantie: 10 kOhm
SUB WOOFER,
SURR BACK
Uitgangsspanning: 2 V
Impedantie: 1 kOhm
Uitgangen (Digitaal)
MD/TAPE (Optisch)
EQ
Versterking:
Antenne
Kaderantenne
Tussenfrequentie
450 kHz
Bruikbare gevoeligheid 50 dB/meter
(bij 1.000 kHz of 999 kHz)
Signaal/ruisverhouding 54 dB (bij 50 mV/meter)
Gevoeligheid: –
±10 dB, in stappen van 0,5 dB
87,5 – 108,0 MHz
Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrequentie
10,7 MHz
Gevoeligheid
Mono:
Stereo:
18,3 dBf, 2,2 µV/75 ohm
38,3 dBf, 22,5 µV/75 ohm
Bruikbare gevoeligheid 11,2 dBf, 1 µV/75 ohm
Signaal/ruisverhouding
Mono:
76 dB
Stereo:
70 dB
Harmonische vervorming bij 1 kHz
Mono:
0,3 %
Stereo:
0,5 %
60NL
Modellen met landcode AR, MX
Bij 10 kHz afsteminterval: 530 – 1610 kHz
Harmonische vervorming 0,5 % (bij 50 mV/meter,
400 Hz)
FM tuner-gedeelte
Afstembereik
Modellen met landcode CEL, CEK, SP, CN,
TW, KR, AU
Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1602 kHz
Kanaalscheiding
45 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik
30 Hz – 15 kHz,
+0,5/–2 dB
Selectiviteit
60 dB bij 400 kHz
Selectiviteit
Bij 9 kHz:
Bij 10 kHz:
35 dB
40 dB
6) Het afsteminterval van de AM band kunt u
omschakelen tussen 9 kHz en 10 kHz, als volgt.
Stem af op een AM radiozender en schakel de
tuner/versterker uit. Houd vervolgens de PRESET
TUNING + toets ingedrukt en schakel het apparaat
zo weer in met de ?/1 toets. Bij het omschakelen
van het afsteminterval worden alle
voorkeurzenders uit het geheugen gewist. Om het
afsteminterval terug te schakelen naar de
oorspronkelijke 10 kHz (of 9 kHz), herhaalt u deze
stappen.
Video-gedeelte
Ingangen
Video:
S-video:
1 Vt-t, 75 ohm
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
Component Video (Uitgezonderd de modellen met
landcode CEL, CEK) :
Y:
1 Vt-t, 75 ohm
PB/B-Y:
0,7 Vt-t, 75 ohm
0,7 Vt-t, 75 ohm
PR /R-Y:
Uitgangen
Video:
S-video:
1 Vt-t, 75 ohm
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
Component Video (Uitgezonderd de modellen met
landcode CEL, CEK) :
Y:
1 Vt-t, 75 ohm
PB/B-Y:
0,7 Vt-t, 75 ohm
0,7 Vt-t, 75 ohm
PR /R-Y:
Algemeen
Stroomvoorziening
Landcode
Stroomvoorziening
MX
120 V wisselstroom, 60 Hz
CEL, CEK
230 V wisselstroom, 50/60 Hz
SP, AR, CN, KR
220 – 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
E2/E3, JE
120/220/240 V wisselstroom,
50/60 Hz
110 V wisselstroom, 50/60 Hz
AU
240 V wisselstroom, 50 Hz
Stroomverbruik
Landcode
Stroomverbruik
MX
230 W
CEL, CEK, AR,
CN, KR, AU
250 W
SP
210 W
E2/E3, JE
240 W
TW
600 W
Afmetingen (b/h/d)
430 × 157,5 × 310 mm,
incl. uitstekende
onderdelen en knoppen
Gewicht (ca.)
8,5 kg
Bijgeleverd toebehoren
FM draadantenne (1)
AM kaderantenne (1)
Afstandsbediening (1)
• RM-PP412 (Alleen voor de modellen met
landcode E2/E3, MX, AR)
• RM-U307 (Modellen met andere landcodes)
R6 (AA-formaat) batterijen (2)
Zie voor nadere bijzonderheden over de landcode
van uw uitvoering de beschrijving op blz. 4.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
Aanvullende informatie
TW
Netstroomuitgangen
(Uitgezonderd de modellen met landcode
AR, KR)
1 uitschakelbaar,
maximaal 100 W
Stroomverbruik (in de gebruiksklaar-stand)
0,3 W (als "P.SAVE" in het CUSTOM menu op
"ON" staat) (blz. 41).
61NL
Tabel voor de instellingen met de MAIN MENU toets
Voor het bijregelen van de akoestiek kunt u de onderstaande instellingen maken met de MAIN
MENU, / en instelknop. De tabel toont de parameters, elk met hun eigen instelbereik.
Druk herhaaldelijk
op MAIN MENU
te selecteren
LEVEL
Druk op
of
om instelling te kiezen
L
BAL. L/R XX
R
–10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB)
SUR.R.XXX.X dB
–10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB)
SB XXX.X dB
–10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB)
S.W. XXX.X dB
–10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB)
COMP. XXX
OFF, STD, MAX
afhankelijk van het klankbeeld
(MIN, STD, MAX)
BASS XXX.X dB
–10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB) 33
TREB. XXX.X dB
–10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB)
SW
L
C
SL
SB
L
C
SL
SB
SL
62NL
32
–10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB)
EQ XXX
CUSTOM
L +8 to R +8 (in stappen van 1)
SUR.L.XXX.X dB
EFCT. XXX
SET UP
Blz.
CTR XXX.X dB
D. RANGE
EQ
Draai de instelknop naar
om instelling te kiezen
ON, OFF
(SUB WOOFER) S.W. XXX
R
(FRONT) XXXXX
(CENTER) XXXXX
SR
(SURROUND) XXXXX
(SURR BACK) XXX
R
DIST. X.X m
DIST. X.X m
SR
DIST. X.X m
DIST. X.X m
SR
XXXXXXX
YES, NO
18
LARGE, SMALL
LARGE, SMALL, NO
LARGE, SMALL, NO
YES, NO
tussen 1,0 meter en 7,0 meter
(stappen van 0,1 meter)
R DIST. en 1,5 meter
tussen L
(stappen van 0,1 meter)
R DIST. en 4,5 meter
tussen L
(stappen van 0,1 meter)
R DIST. en 4,5 meter
tussen L
(stappen van 0,1 meter)
SIDE/LO, SIDE/HI, BEHD/LO, BEHD/HI
SB XXXX
MTRX, AUTO, OFF
DEC. XXXX
AUTO, PCM
P.SAVE.XXX
ON, OFF
41
Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden
De aangepaste BASS en TREB. parameters worden op alle geluidsvelden toegepast.
<
EQ
>
BASS
TREB.
EQ ON/OFF
2CH ST.
z
z
z
A.F.D. AUTO
z
z
z
DOLBY PL
z
z
z
PLII MOV
z
z
z
PLII MUS
z
z
z
C.ST.EX A
z
z
z
C.ST.EX B
z
z
z
C.ST.EX C
z
z
z
HALL
z
z
z
JAZZ
z
z
z
CONCERT
z
z
z
z
z
z
z
z
z
NEO6 CIN
NEO6 MUS
MULTI CH IN
HP 2CH
HP MULTI
HP THEA
wordt vervolgd
Aanvullende informatie
PCM 96K
63NL
Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden (vervolg)
De aangepaste LEVEL parameters worden toegepast op alle geluidsvelden, behalve de EFCT.
parameter. Voor de EFCT. parameter worden de instellingen afzonderlijk opgeslagen voor elk
geluidsveld.
<
LEVEL
FRONT
BAL
CENTER
LEVEL
SUR.L.
LEVEL
>
SUR.R. SURR BACK S.W.
LEVEL
LEVEL
LEVEL
D.RANGE EFCT.
COMP1) LEVEL
2CH ST.
z
A.F.D. AUTO
z
z
z
z
z
z
z
DOLBY PL
z
z
z
z
z
z
z
PLII MOV
z
z
z
z
z
z
z
PLII MUS
z
z
z
z
z
z
z
NEO6 CIN
z
z
z
z
z
z2)
z
NEO6 MUS
z
z
z
z
z
z2)
z
C.ST.EX A
z
z
z
z
z
z
z
z
C.ST.EX B
z
z
z
z
z
z
z
z
C.ST.EX C
z
z
z
z
z
z
z
z
HALL
z
z
z
z
z
z2)
z
z
JAZZ
z
z
z
z
z
z2)
z
z
CONCERT
z
z
z
z
z
z2)
z
z
MULTI CH IN
z
z
z
z
HP 2CH
z
HP MULTI
z
HP THEA
z
PCM 96K
z
1)
z
z
z
z
z
Deze parameters kunnen niet altijd instelbaar zijn of niet altijd het gewenste effect hebben, afhankelijk van de
geluidsbron. Zie voor nadere bijzonderheden de gedetailleerde beschrijving onder "Aanpassen van de
luidsprekerniveau-parameters" (blz. 32).
2)
Bij deze klankbeelden zal de lagetonen-luidspreker geen geluid geven als het formaat van de voorluidsprekers op
"LARGE" staat ingesteld. De lagetonen-luidspreker zal alleen wel geluid geven bij weergave van digitale
signalen met een afzonderlijk LFE (Low Frequency Effect) lagetonen-kanaal.
64NL