Sony STR-DE695 de handleiding

Categorie
Ontvanger
Type
de handleiding
2
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag
u de ventilatie-openingen van het apparaat niet
afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d.
Plaats nooit een brandende kaars bovenop het
apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u nooit een met vloeistof gevuld
voorwerp, zoals een vaas, een glas of beker op het
apparaat zetten.
Gooi de batterij niet weg maar
lever deze in als klein chemisch
afval (KCA).
Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten
ruimte zoals een boekenkast of een inbouwkast.
Deze stereo-installatie is voorzien van Dolby* Digital
en Pro Logic Surround akoestiek en het DTS**
Digital Surround akoestieksysteem.
* Onder licentie van Dolby Laboratories.
De namen "Dolby", "Pro Logic" en het dubbele-D
symbool zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
** De termen "DTS", "DTS-ES Extended Surround"
en "Neo:6" zijn handelsmerken van Digital Theater
Systems, Inc.
3
NL
Inhoudsopgave
NL
Lijst van bedieningstoetsen
en referentiepagina’s
Hoofdtoestel .......................................... 5
Aansluiten van de apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren ........................ 6
Aansluiten van de antennes ................... 7
Aansluiten van audio-apparatuur ........... 8
Aansluiten van video-apparatuur ........... 9
Aansluiten van digitale apparatuur ...... 10
Meerkanaals-ingangsaansluitingen ..... 12
Andere aansluitingen ........................... 13
Aansluiten en opstellen van
de luidsprekers
Luidspreker-aansluitingen ................... 15
Voorbereidingen treffen voor
weergave ....................................... 17
Luidspreker-opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek ... 17
Controleren van de aansluitingen ........ 22
Basisbediening
Keuze van het weergave-apparaat ....... 23
Keuze van de aanduidingen in het
uitleesvenster ................................. 24
Genieten van Surround Sound
akoestiek
Alleen met de voorluidsprekers
(2-kanaals Stereo) .......................... 25
Genieten van geluid met een hoge
kwaliteit ......................................... 25
Keuze van een klankbeeld ................... 26
Keuze van de middenachter- decodeerfunctie
(SURR BACK DECODING) .............
28
Betekenis van de meerkanaals
Surround aanduidingen ................. 30
Bijregelen van de klankbeelden .......... 31
Radio-ontvangst
Automatisch voorinstellen van FM
zenders in alfabetische volgorde
(AUTOBETICAL)
1)
...................... 34
Directe afstemming ............................. 34
Automatische afstemming ................... 35
Geheugenafstemming .......................... 35
Gebruik van het Radio Data
Systeem (RDS)
1)
............................ 37
Andere bedieningsfuncties
Naamgeving van voorkeurzenders
en beeld/geluidsbronnen ................ 39
Opnemen ............................................. 39
Automatisch uitschakelen met de
sluimerfunctie ................................ 40
Aanpassingen via het CUSTOM menu ......
41
De werkingsstand van de receiver
wijzigen ......................................... 41
CONTROL A1II bedieningssysteem .....
42
Gebruik van de
afstandsbediening RM-PP412
2)
Voor u de afstandsbediening gebruikt .... 44
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen ............. 44
De werkingsstand van de
afstandsbediening selecteren ......... 48
Afstandsbediening programmeren ...... 48
Gebruik van de
afstandsbediening RM-U307
3)
Voor u de afstandsbediening gebruikt .... 52
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen ............. 52
De standaardinstelling voor de INPUT
SELECTOR toets wijzigen ........... 55
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ......................... 56
Verhelpen van storingen ...................... 56
Technische gegevens ........................... 59
Tabel voor de instellingen met de
MAIN MENU toets ....................... 62
Instelbare parameters voor elk
van de klankbeelden ...................... 63
1)
Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK.
2)
Alleen voor de modellen met landcode E2/E3,
MX, AR.
3)
Modellen met andere landcode.
4
NL
Betreffende deze
gebruiksaanwijzing
Omtrent de landcodes
Over welke uitvoering van dit apparaat u beschikt,
is afleesbaar aan de landcode die staat vermeld
onderaan op het achterpaneel (zoals in de
onderstaande afbeelding).
Verschillen in bediening die samenhangen met de
landcode staan in de tekst duidelijk aangegeven,
zoals bijvoorbeeld "Alleen voor de modellen met
landcode AA".
Tip
De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de
bediening met de toetsen op de tuner/versterker zelf.
U kunt echter ook de toetsen van de bijgeleverde
afstandsbediening gebruiken, met dezelfde of
soortgelijke namen als die op de tuner/versterker.
Voor meer informatie omtrent het gebruik van uw
afstandsbediening, zie
• blz. 44–51 voor RM–PP412 (Alleen voor de
modellen met landcode E2/E3, MX, AR).
• blz. 52–55 voor RM–U307 (Modellen met andere
landcodes).
Landcode
Betreffende de bijgeleverde
afstandsbediening
Voor RM-PP412 (Alleen voor de
modellen met landcode E2/E3, MX,
AR)
De TV/SAT, PHONO, SOURCE, DIRECT,
AAC BI-LING, 12 en ON SCREEN toetsen op
de afstandsbediening zijn niet beschikbaar.
R
R
L
L
L
L
R
FRONT B
FRONT A
SURROUND
AC OUTET
IMPEDANCE USE 8-16Ω
K
ERS
4-XXX-XXX-XX AA
Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s
5
NL
Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s
Hoofdtoestel
Gebruik van deze pagina
Aan de hand van deze pagina vindt u de toetsen en
andere systeemonderdelen die in de tekst vermeld staan.
Illustratienummer
r
DISPLAY 3 (24, 37, 58)
RR
Naam toets/onderdeel Referentiepagina
?/1
g
qjqkqlw;wawswd wjwkwle;eaesedef wh wfwg
1235
9
0
6qaqs
qd qf qg qh
7
4
8
MEMORY ea (34, 36)
MOVIE (toets/indicator) wg (26,
57)
MULTI CHANNEL DECODING
(indicator) ws (23)
MULTI CH IN wd (23)
MUSIC (toets/indicator) wf (26,
27, 57)
P – U
PHONES (aansluiting)
(Hoofdtelefoon-aansluiting) ef
(24, 30, 57)
PRESET TUNING +/– wl (36,
60)
SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) 2
(15, 24, 56)
SURR BACK DECODING wk
(28, 41)
SURR BACK DECODING
(indicator) qg (28)
TUNER FM/AM qs (23, 35, 36,
39)
TUNING +/– e; (35)
Uitleesvenster qd (24)
V – Z
VIDEO 1 6 (23)
VIDEO 2 7 (23)
VIDEO 3 8 (23)
VIDEO 3 INPUT (aansluitingen)
(Video-ingangsaansluitingen)
ed (9)
CIJFERS EN SYMBOLEN
2CH (toets/indicator) wj (25, 27,
33)
?/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (17,
22, 33, 34, 41, 60)
</> wa (18, 32, 33, 39, 41, 62)
ALFABETISCHE VOLGORDE
A – H
A.F.D. (toets/indicator) wh
(25–27)
AUX qf (23)
CD/SACD qa (23)
DIMMER 4 (24)
DISPLAY 3 (24, 37, 58)
DVD 9 (23)
ENTER ql (17, 39, 41)
FM MODE es (35)
I – O
INPUT MODE qj (23)
IR (ontvanger) (Infrarood-
ontvanger) 5 (44, 52, 58)
Instelknop w; (18, 32, 33, 39,
41, 62)
MAIN MENU qk (18, 32, 33, 39,
41, 62)
MASTER VOLUME qh (22, 24,
56)
MD/TAPE q; (23)
6
NL
A Audio-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
Wit (L)
Rood (R)
B Audio/video-aansluitsnoer (niet
bijgeleverd)
Geel (video)
Wit (audio links)
Rood (audio rechts)
C Video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
Geel
D S-video cord (niet bijgeleverd)
E Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd)
F Digitale coaxiaalkabel (niet bijgeleverd)
Vereiste aansluitsnoeren
U hebt de volgende los verkrijgbare aansluitsnoeren A–I nodig om de onderdelen aan te sluiten
(blz. 8–14).
Aansluiten van de apparatuur
Alvorens met aansluiten te beginnen
• Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan.
• Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde
zijn.
• Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen.
• Let bij het aansluiten van de audio/videosnoeren op dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de gele
stekkers aan op de gele stekkerbussen (voor het videosignaal); witte stekkers op witte stekkerbussen
(voor het linker audiokanaal) en rode stekkers op rode stekkerbussen (voor het rechter kanaal).
• Steek bij het aansluiten van optisch digitale kabels de stekkers recht in tot ze vastklikken.
• Let op dat de optisch digitale kabel niet geknikt of verwrongen wordt.
G Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd)
Zwart
Tip
Het audio-aansluitsnoer A kan worden gesplitst in
twee mono audio-aansluitsnoeren G.
H Component video-aansluitsnoer (niet
bijgeleverd)
(Uitgezonderd de modellen met landcode CEL,
CEK)
Groen
Blauw
Rood
I Mono ministekker-kabel (niet bijgeleverd)
(Uitgezonderd de modellen met landcode CEL,
CEK)
Zwart
Aansluiten van de apparatuur
7
NL
Y
P
B
/B—Y
P
R
/R—Y
y
AM
FM
75Ω
COAXIAL
DIGITAL
ANTENNA
MD/TAPE
CD
/
SACD
OPTICAL
VIDEO 2
IN
MD/
TAPE
IN
MD/
TAPE
OUT
CD/
SACD
IN
DVD
IN
COAXIAL
IN OUT
IN
AUX
IN
S-VIDEO
IN
VIDEO IN
L
R
L
R
L
R
VIDEO 2
S-VIDEO
IN
VIDEO IN
VIDEO 1
AUDIO OUT AUDIO IN
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
VIDEO OUT VIDEO IN
S-VIDEO
OUT
VIDEO OUT
DVD
IN
VIDEO 2
IN
MONITOR
OUT
L
R
FRONT SURROUND
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
SURR
BACK
CENTER
MONITOR
CTRL A1 II
COMPONENT VIDEO
AUDIO IN AUDIO IN
MULTI CH IN PRE OUT
L
R
DVD
Aansluiten van de antennes
FM draadantenne
(bijgeleverd)
AM kaderantenne
(bijgeleverd)
Na het aansluiten van de
antenne
• Om het oppikken van stoorsignalen te
voorkomen, mag u de AM kaderantenne niet te
dicht bij de tuner/versterker of andere
apparatuur zetten.
• Strek de FM draadantenne zo ver mogelijk uit.
• Na het aansluiten van de FM draadantenne legt
of hangt u deze zo horizontaal mogelijk.
* De vorm van de aansluitstekker kan ietwat verschillen afhankelijk van de landcode.
*
Aansluiten van de apparatuur
9
NL
Y
P
B
/B–Y
P
R
/R–Y
y
AM
FM
75Ω
COAXIAL
L
ANTENNA
MD/TAPE
CD
/
SACD
IN OUT
IN
R
R
L
RL
RL
L
A
UX
IN
DVD
S-VIDEO
IN
VIDEO IN
L
R
L
R
L
R
S-VIDEO
IN
VIDEO IN
AUDIO OUT AUDIO IN
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
VIDEO OUT VIDEO IN
S-VIDEO
OUT
VIDEO OUT
DVD
IN
VIDEO 2
IN
MONITOR
OUT
CENTER
FRONT B
FRONT A
SURROUND
L
R
FRONT SURROUND
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
SURR
BACK
CENTER
MONITOR
CTRL A1 II
COMPONENT VIDEO
A
AUDIO IN AUDIO IN
PRE OUT
IMPEDANCE USE 8-16Ω
SPEAKERS
L
R
VIDEO
OUT
R
AUDIO
OUT
VIDEO
IN
AUDIO
IN
OUTPUTINPUT
L
IN
AUDIO OUT VIDEO
OUT
L
R
OUTPUT
VIDEO
OUT
R
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
VIDEO
IN
INPUT
Ç
INOUT
Ç
Ç
C
B
BBB
B
H
COMPONENT VIDEO*
VIDEO 2
VIDEO 1
MULTI CH IN
Aansluiten van video-apparatuur
Naar de
VIDEO 3
INPUT
stekkerbussen
Camcorder
of
videospel
TV of
videomonitor
Omtrent de video-aansluitingen
U kunt de audio-uitgangsaansluitingen van uw
TV-toestel verbinden met de VIDEO 2 AUDIO
IN stekkerbussen van de tuner/versterker, om het
geluid van de TV weer te geven met een
akoestiekeffect naar keuze. In dit geval mag u de
video-uitgangsaansluiting van het TV-toestel niet
verbinden met de VIDEO 2 VIDEO IN
stekkerbus van de tuner/versterker. Als u een
aparte satelliet-ontvanger aansluit, verbind dan de
audio- en video-uitgangen daarvan beide met de
tuner/versterker zoals aangegeven in bovenstaand
aansluitschema.
Als u beschikt over een TV-toestel, satelliet-
ontvanger of DVD-videospeler met
COMPONENT VIDEO (Y, B-Y, R-Y)
* Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK.
Satelliet-
ontvanger of
videorecorder
DVD-videospeler
Videorecorder
uitgangsaansluitingen en een videomonitor met
COMPONENT VIDEO ingangsaansluitingen,
dan kunt u deze op de tuner/versterker
component video-aansluiten met behulp van een
videosnoer (niet bijgeleverd).
Tip
Bij gebruik van de S-video stekkerbussen in plaats
van de gewone video-aansluitingen, zult u het TV-
toestel of de videomonitor ook moeten aansluiten op
de S-video stekkerbus. De S-video signalen worden
alleen uitgestuurd via de S-video stekkerbussen, dus u
zult via de gewone video-aansluitingen geen signaal
kunnen weergeven.
Opmerking
Op deze tuner/versterker zijn de COMPONENT
VIDEO signalen niet uitwisselbaar met
S-videosignalen of gewone videosignalen.
10
NL
Y
P
B
/B—Y
P
R
/R—Y
y
AM
FM
75Ω
COAXIAL
DIGITAL
ANTENNA
MD/TAPE
CD
/
SACD
OPTICAL
VIDEO 2
IN
MD/
TAPE
IN
MD/
TAPE
OUT
CD/
SACD
IN
DVD
IN
COAXIAL
IN OUT
IN
AUX
IN
DVD
S-VIDEO
IN
VIDEO IN
L
R
L
R
L
R
VIDEO 2
S-VIDEO
IN
VIDEO IN
VIDEO 1
AUDIO OUT AUDIO IN
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
VIDEO OUT VIDEO IN
S-VIDEO
OUT
VIDEO OUT
DVD
IN
VIDEO 2
IN
MONITOR
OUT
L
R
FRONT SURROUND
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
SURR
BACK
CENTER
MONITOR
CTRL A1 II
COMPONENT VIDEO
AUDIO IN AUDIO IN
MULTI CH IN PRE OUT
L
R
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
OUTPUT
DIGITAL
COAXIAL
OUTPUT
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
OUTPUT
DIGITAL
OPTICAL
OUTPUT
BE
F
B
R
L
R
L
Aansluiten van digitale apparatuur
DVD-videospeler
(enz.)*
U kunt de digitale uitgangsaansluitingen van uw DVD videospeler of satelliet-ontvanger (enz.)
verbinden met de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/versterker, om thuis te genieten van
een indrukwekkend bioscoopgeluid met meerkanaals Surround akoestiek. Om deze meerkanaals
Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers,
twee surround-luidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker.
Satelliet-
ontvanger of DVD
videospeler*
* Hiervoor kunt u naar keuze coaxiale of optische aansluitingen maken. Wij willen u aanraden coaxiale
aansluitingen te gebruiken, liever dan optische aansluitingen.
Aansluiten van de apparatuur
11
NL
Y
P
B
/B–Y
P
R
/R–Y
y
AM
FM
75Ω
COAXIAL
DIGITAL
MD/TAPE
CD
/
SACD
OPTICAL
VIDEO 2
IN
MD/
TAPE
IN
MD/
TAPE
OUT
CD/
SACD
IN
DVD
IN
COAXIAL
IN OUT
IN
AUX
IN
DVD
S-VIDEO
IN
VIDEO IN
L
R
L
R
L
R
VIDEO 2
S-VIDEO
IN
VIDEO IN
VIDEO 1
AUDIO OUT AUDIO IN
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
VIDEO OUT VIDEO IN
S-VIDEO
OUT
VIDEO OUT
DVD
IN
VIDEO 2
IN
MONITOR
OUT
L
R
FRONT SURROUND
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
SURR
BACK
CENTER
MONITOR
CTRL A1 II
COMPONENT VIDEO
AUDIO IN AUDIO IN
MULTI CH IN PRE OUT
L
R
INOUT
ç
ç
ç
LINELINE
INPUT OUTPUT
DIGITAL
IN
OPTICAL
OUT
IN
E
OUT
ç
EAA
L
R
ANTENNA
Verbind de digitale uitgangsaansluitingen van uw minidisc-recorder of cassettedeck met de digitale
ingang van de tuner/versterker en verbind de digitale ingangen van uw minidisc-recorder of
cassettedeck met de digitale uitgangsaansluiting van de tuner/versterker. Via deze aansluitingen kunt
u digitale geluidsopnamen maken van TV-uitzendingen e.d.
Opmerkingen
• Het digitaal opnemen van een digitaal meerkanaals-akoestieksignaal is niet mogelijk.
• Alle OPTICAL en COAXIAL aansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 96 kHz, 48 kHz,
44,1 kHz en 32 kHz.
• Het is niet mogelijk analoge signalen op te nemen op een apparatuur aangesloten op de MD/TAPE en VIDEO
stekkerbussen via alleen digitale aansluitingen. Voor het opnemen van analoge signalen maakt u analoge
aansluitingen. Voor het opnemen van digitale signalen maakt u zowel digitale aansluitingen.
• Er zal geen geluid klinken wanneer u een Super Audio CD disc afspeelt in een Super Audio CD-speler die is
aangesloten op de CD/SACD OPTICAL IN aansluiting van dit apparaat. Sluit dit type speler aan op de analoge
ingangsaansluitingen (CD/SACD IN stekkerbussen). Zie tevens de gebruiksaanwijzing van uw Super Audio CD-
speler.
Minidisc-recorder of
cassettedeck
12
NL
Meerkanaals-ingangsaansluitingen
Alhoewel deze tuner/versterker is uitgerust met een eigen meerkanaals-decodeertrap, is hij tevens
voorzien van een compleet stel meerkanaals-ingangsaansluitingen. Via deze ingangen kunt u
genieten van meerkanaals akoestiekweergave van andere geluidsbronnen dan alleen Dolby Digital en
DTS gecodeerd materiaal. Als uw DVD videospeler beschikt over meerkanaals-uitgangen, kunt u
deze rechtstreeks aansluiten op deze tuner/versterker, om te luisteren naar de geluidsweergave via de
meerkanaals-decodeertrap van de DVD videospeler. Bovendien kunt u op de meerkanaals-ingangen
desgewenst ook een externe meerkanaals-decodeereenheid aansluiten.
Om de meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen (5,1-kanaals), zijn er vijf gewone
luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers, twee achterluidsprekers en een middenluidspreker) plus
een speciale lagetonenluidspreker. Als u wilt genieten van 6,1-kanaals surround sound, moet u de
SURR BACK aansluiting gebruiken (blz. 16). Zie de gebruiksaanwijzing van uw DVD videospeler,
meerkanaals-decodeereenheid e.d. voor nadere bijzonderheden over de vereiste meerkanaals
aansluitingen.
Opmerkingen
• Wanneer u de hieronder aangegeven aansluitingen maakt, kunt u het geluidsniveau van de akoestiekluidsprekers
en de lagetonen-luidspreker instellen op uw DVD videospeler of meerkanaals-decodeereenheid.
• Zie blz. 15 voor nadere bijzonderheden over het aansluiten van de luidsprekers.
DVD videospeler, CD/Super
Audio CD-speler, meerkanaals-
decodeereenheid, enz.
Y
P
B/B—Y
P
R/R—Y
y
AM
FM
75Ω
COAXIAL
DIGITAL
ANTENNA
MD/TAPE
CD
/
SACD
OPTICAL
VIDEO 2
IN
MD/
TAPE
IN
MD/
TAPE
OUT
CD/
SACD
IN
DVD
IN
COAXIAL
IN OUT
IN
AUX
IN
DVD
S-VIDEO
IN
VIDEO IN
L
R
L
R
L
R
VIDEO 2
S-VIDEO
IN
VIDEO IN
VIDEO 1
AUDIO OUT AUDIO IN
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
VIDEO OUT VIDEO IN
S-VIDEO
OUT
VIDEO OUT
DVD
IN
VIDEO 2
IN
MONITOR
OUT
L
R
FRONT SURROUND
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
SURR
BACK
CENTER
MONITOR
CTRL A1 II
COMPONENT VIDEO
AUDIO IN AUDIO IN
PRE OUT
L
R
L
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
AAG G
MULTI CH OUT
CENTER
MULTI CH IN
Aansluiten van de apparatuur
13
NL
Andere aansluitingen
CONTROL A1 aansluitingen
• Als u beschikt over een Sony CD-speler,
Super Audio CD-speler, cassettedeck of
minidisc-recorder die geschikt is voor
het CONTROL A1 bedieningssysteem
Gebruik een mono ministekker-kabel (niet
bijgeleverd) om de CONTROL A1
aansluiting van uw CD-speler, Super Audio
CD-speler, cassettedeck of minidisc-recorder
te verbinden met de CTRL A1
aansluiting
van deze tuner/versterker. Zie voor nadere
bijzonderheden de aanwijzingen onder
"CONTROL A1
bedieningssysteem" op
blz. 42 en de gebruiksaanwijzing van uw
CD-speler, Super Audio CD-speler,
cassettedeck of minidisc-recorder.
Y
P
B/B–Y
P
R/R–Y
y
AM
FM
75Ω
COAXIAL
DIGITAL
ANTENNA
MD/TAPE
CD
/
SACD
OPTICAL
VIDEO 2
IN
MD/
TAPE
IN
MD/
TAPE
OUT
CD/
SACD
IN
DVD
IN
COAXIAL
IN OUT
IN
AUX
IN
DVD
S-VIDEO
IN
VIDEO IN
L
R
L
R
L
R
VIDEO 2
S-VIDEO
IN
VIDEO IN
VIDEO 1
AUDIO OUT AUDIO IN
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
VIDEO OUT VIDEO IN
S-VIDEO
OUT
VIDEO OUT
DVD
IN
VIDEO 2
IN
MONITOR
OUT
L
R
FRONT SURROUND
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
SURR
BACK
CENTER
MONITOR
CTRL A1 II
COMPONENT VIDEO
AUDIO IN AUDIO IN
MULTI CH IN PRE OUT
L
R
CONTROL A1 *
I
LINE
L
R
OUTPUT
IN
ç
A
CD-speler, cassettedeck,
Minidisc-recorder, enz.
* Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK.
Opmerking
Als u de CONTROL A1 aansluitingen maakt van de
tuner/versterker naar een minidisc-recorder die ook is
aangesloten op een computer, mag u de tuner/versterker
niet bedienen terwijl het "Sony MD Editor" programma
loopt. Anders kan er van alles mis gaan.
• Als u beschikt over een CD-wisselaar
met een COMMAND MODE
keuzeschakelaar
Als de COMMAND MODE schakelaar van uw
CD-wisselaar kan worden ingesteld op CD 1,
CD 2 of CD 3, zet deze dan in de
"
CD 1
"
stand
en sluit de CD-wisselaar aan op de CD
ingangen van de tuner/versterker.
Als u echter een Sony CD-wisselaar met
VIDEO OUT aansluitingen heeft, dan u zet de
COMMAND MODE schakelaar in de
"
CD 2
"
stand en sluit u de CD-wisselaar aan op de
VIDEO 2 ingangen van de tuner/versterker.
wordt vervolgd
14
NL
Aansluiten van het netsnoer
* Uitgezonderd de modellen met landcode AR, KR
De plaats, de vorm en het aantal
netstroomuitgangen kan verschillen per model en
het land waarnaar deze tuner/versterker
oorspronkelijke is verscheept.
Alvorens u de netsnoerstekker van deze tuner/
versterker in het stopcontact steekt, dient u
eerst alle luidsprekers aan te sluiten op de
tuner/versterker (blz. 15).
Sluit de netsnoeren van uw audio/video-
apparatuur aan op een gewoon
wandstopcontact.
Als u het netsnoer van andere audio/video-
apparatuur aansluit op de AC OUTLET
netstroomuitgang(en) achterop de tuner/
versterker, zal de tuner/versterker zorgen voor
de stroomvoorziening van de andere
component(en), zodat u de bijbehorende
apparatuur allemaal tegelijk met de tuner/
versterker kunt in- en uitschakelen.
Waarschuwing
Let op dat het totale stroomverbruik van de
apparatuur aangesloten op de AC OUTLET
netstroomuitgang achterop de tuner/versterker het bij
deze uitgang aangegeven vermogen niet overschrijdt.
Sluit op de netuitgang in geen geval huishoudelijke
apparatuur aan zoals een strijkijzer, een ventilator,
een TV-toestel of andere apparatuur met een hoog
stroomverbruik.
Naar een
stopcontact
Andere aansluitingen (vervolg)
AUX AUDIO IN aansluiting
Als u beschikt over een individuele
audiocomponent (behalve PHONO)
Gebruik de audiosnoeren om de LINE OUT
aansluitingen van de CD-speler, cassettedeck
of minidisc-recorder te verbinden met de AUX
IN aansluiting op de tuner/versterker, zodat u
stereo geluidsbronnen kunt beluisteren in
Surround Sound.
Instellen van de
spanningskiezer
Als uw tuner/versterker is voorzien van een
spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel,
controleer dan of deze spanningskiezer juist
staat ingesteld op de plaatselijke netspanning.
Zo niet, dan zet u de spanningskiezer met
behulp van een schroevendraaier in de juiste
stand, voordat u de stekker in het stopcontact
steekt.
120V
220V 240V
VOLTAGE SELECTORVOLTAGE SELECTOR
L
L
L
L
O
NT B
AC OUTLET
8-16Ω
b
AC OUTLET*
Netsnoer
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
15
NL
Y
P
B
/B—Y
P
R
/R—Y
R
R
L
RL
RL
L
S-VIDEO
OUT
VIDEO OUT
DVD
IN
VIDEO 2
IN
MONITOR
OUT
CENTER
FRONT B
SURROUND
L
R
FRONT SURROUND
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
SURR
BACK
CENTER
MONITOR
CTRL A1 II
COMPONENT VIDEO
AC OUTLET
MULTI CH IN PRE OUT
INPUT
AUDIO
IN
B
E
e
Ee
A
A
E
e
A
E
e
A
E
e
A
E
e
A
E
e
A
IMPEDANCE USE 8-16Ω
SPEAKERS
FRONT A
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Linker voorluid-
spreker A
Rechter voorluid-
spreker A
Middenluidspreker
Linker surround-
luidspreker
Rechter surround-
luidspreker
Actieve lagetonen-
luidspreker
* Indien u over extra voorluidsprekers beschikt, sluit die dan aan op SPEAKERS FRONT B. U kunt de gewenste
voorluidsprekers selecteren met de SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) toets (blz. 24).
wordt vervolgd
Linker
voorluidspreker B*
Rechter
voorluidspreker B*
Luidspreker-aansluitingen
Vereiste aansluitsnoeren
A Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd) B Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd)
(+)
zwart
(–)
16
NL
Opmerkingen
• Aan de luidsprekerkant stript u ongeveer 10 mm van
de isolatie van het snoer en draait u de kerndraden
ineen. Let bij elk snoer op dat u de draden niet
verwisselt: sluit + aan op + en – op –. Als de draden
verwisseld worden, zal bij weergave de positie van
de muziekinstrumenten onduidelijk zijn, terwijl de
lage tonen grotendeels zullen ontbreken.
• Als u luidsprekers gebruikt met een relatief gering
maximaal ingangsvermogen, stel dan de
geluidssterkte erg voorzichtig in, om overbelasting
van de luidsprekers te vermijden.
SURR BACK aansluiting
Met de receiver kunt u luisteren naar 6,1-
kanaals surround sound wanneer u de PRE
OUT SURR BACK aansluiting van de receiver
en de INPUT aansluiting van een andere
versterker met elkaar verbindt via een mono-
audiokabel. Zie blz. 25 voor meer informatie
over het gebruik van het geluidsveld.
Tip
Als u 6,1-kanaals surround-sound wilt beluisteren, stelt u
"Selectie van achterste surroundluidspreker (
S B
)" in
op "YES" (blz. 19).
Om kortsluiting van de
luidsprekers te voorkomen
Kortsluiting in de luidsprekercircuits kan
schade aan de tuner/versterker veroorzaken.
Om dit te voorkomen, dient u bij het aansluiten
van de luidsprekers de volgende aanwijzingen
in acht te nemen.
Zorg ervoor dat het gestripte uiteinde van
elke luidsprekerkabel niet in contact komt
met een andere luidsprekeraansluiting, het
gestripte uiteinde van een andere
luidsprekerkabel noch metalen onderdelen
van de tuner/versterker.
Onjuist aangesloten
luidsprekersnoeren
De draad van een luidsprekersnoer raakt
een andere aansluitklem.
Luidspreker-aansluitingen (vervolg)
De gestripte uiteinden van de
luidsprekerdraden raken elkaar, omdat er
teveel van de isolatie is verwijderd.
De gestripte snoeren zijn niet volledig
bevestigd en raken de achterkant van de
receiver.
Na het aansluiten van alle
geluidsbronnen, luidsprekers en het
netsnoer dient u voor het gebruik
eerst een testtoon weer te geven om
te controleren of alle luidsprekers
naar behoren zijn aangesloten.
Nadere aanwijzingen voor het
weergeven van een testtoon vindt u
op bladzijde 22.
Als een van de luidsprekers geen geluid geeft
bij weergave van de testtoon of als het geluid
klinkt via een andere luidspreker dan er op de
tuner/versterker wordt aangegeven, kan er
kortsluiting zijn in de luidspreker-
aansluitingen. In dat geval dient u de
aansluitingen van de luidsprekers nog eens te
controleren.
Voorkom beschadiging van
de luidsprekers
Zorg ervoor dat u het volume dicht zet alvorens
de tuner/versterker af te zetten. Bij het afzetten
van de tuner/versterker blijft de volume-
instelling immers behouden.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
17
NL
45°
90°
20°
A A
B
CC
D
Voorbereidingen treffen
voor weergave
Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de
tuner/versterker hebt ingeschakeld, dient u het
geheugen van het apparaat te wissen.
Vervolgens kiest u de luidspreker-instellingen
(formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere
voorbereidingen die nodig zijn voor weergave.
Tip
Om de geluidsweergave tijdens het instellen te
kunnen controleren (voor de best klinkende
instellingen) dient u eerst te zorgen dat alle
aansluitingen in orde zijn (blz. 22).
Het geheugen van de tuner/
versterker wissen
Voor het eerste gebruik van de tuner/versterker
of wanneer u het geheugen van het apparaat
wilt wissen, gaat u als volgt te werk.
1 Schakel de tuner/versterker uit.
2 Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar
5 seconden lang ingedrukt.
"PUSH" en "ENTER" verschijnen
achtereenvolgens in het display.
3 Druk op de ENTER.
Nu verschijnt er eerst "CLEARING" in het
uitleesvenster, en even later "CLEARED".
Al de volgende onderdelen worden gewist
of in de uitgangsstand teruggesteld.
• Alle instellingen van de SET UP,
CUSTOM, LEVEL en EQ menu’s.
• Het geluidsveld dat voor elke
ingangskeuze en voorkeurzender is
vastgelegd.
• Alle geluidsveldparameters.
• Alle vastgelegde voorkeurzenders.
• Alle indexnamen voor
ingangskeuzetoetsen en vooraf
ingestelde zenders.
• De centrale geluidssterkte wordt
teruggesteld op "VOL MIN".
Mogelijke voorbereidingen
voor weergave
Alvorens u de tuner/versterker in gebruik
neemt, dient u met de SET UP toets bepaalde
instellingen aan te passen aan de configuratie
van uw stereo-installatie. Zie voor de instelbare
parameters de tabel op blz. 62. Zie verder blz.
17 – 22 voor de luidspreker-instellingen en blz.
41 voor de andere instellingen.
Luidspreker-opstelling
voor meerkanaals
Surround akoestiek
Voor de beste, ruimtelijk klinkende
akoestiekweergave zouden alle luidsprekers in
principe op gelijke afstand van uw luisterplaats
(A) moeten staan.
Deze tuner/versterker biedt u echter de
mogelijkheid de middenluidspreker tot
ongeveer 1,5 meter dichterbij te zetten (B), de
surround-luidsprekers tot ongeveer 4,5 meter
en de middenachterluidspreker (D) tot
ongeveer 4,5 meter dichterbij (C) uw
luisterplaats.
Bovendien kunnen de voorluidsprekers zowel
dichterbij als verderaf gezet worden, van 1,0 tot
7,0 meter van uw luisterplaats (A).
U kunt kiezen of u de surround-luidsprekers
achter uw luisterplaats wilt zetten of aan
weerszijden er naast, afhankelijk van de vorm
van uw kamer, e.d.
Met de surround-luidsprekers naast uw luisterplaats
(in een smalle kamer)
wordt vervolgd
18
NL
Met de surround-luidsprekers achter uw luisterplaats
(in een brede kamer)
Tip
• Wanneer u de achterste surroundluidpreker plaatst,
zet u deze minstens 1 meter achter de luisterpositie.
Het wordt aanbevolen de luidspreker op een gelijke
afstand van de linker- en rechtersurroundluidsprekers
te zetten. Als er geen ruimte achter de luisterpositie
is, plaatst u de luidspreker boven de luisterpositie op
een standaard of hangt u de luidspreker aan het
plafond. Zorg dat de luidspreker stevig is gemonteerd
om te voorkomen dat de luidspreker beschadigt of
letsel veroorzaakt.
• Aangezien de weergave van de actieve lagetonen-
luidspreker niet richtingsgevoelig is, kunt u die
luidspreker opstellen waar u maar wilt.
Opmerking
Zet de middenluidspreker niet verder van uw
luisterplaats dan de voorluidsprekers.
Instellen van de
luidsprekerparameters
1
Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" SET UP " te selecteren.
2
Druk op of om in te stellen op de
parameter die u wilt bijregelen.
Opmerking
Ook sommige luidspreker-instellingen kunnen in
het uitleesvenster slechts vaag of grijs worden
aangegeven. Dit betekent dat deze automatisch
zijn gewijzigd vanwege andere
luidsprekerinstellingen of dat deze niet kunnen
worden aangepast.
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
45°
90°
20°
A A
B
CC
D
3
Draai aan de instelknop om de gewenste
waarde voor de parameter te kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch
vastgelegd.
4
Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle
bij te regelen parameters naar wens
hebt ingesteld.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter Oorspronkelijke
instelling
SW
(SUB WOOFER) S.W. XXX YES
L
R
(FRONT) XXXXX LARGE
C
(CENTER) XXXXX LARGE
SL
SR
(SURROUND) XXXXX LARGE
S B
(SURR BACK) XXX NO
L
R
DIST. X.X m 3.0 m
C
DIST. X.X m 3.0 m
SL
SR
DIST. X.X m 3.0 m
S B
DIST. X.X m 3.0 m
SL
SR
XXXXXXX SIDE/LO
x Aanwezigheid van een lagetonen-
luidspreker (
SW
S.W. XXX)
• Als u een lagetonen-luidspreker hebt
aangesloten, stelt u hierbij in op "YES".
• Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker,
dan stelt u in op "NO". Dan worden de
basverdelingscircuits ingeschakeld om de
laagste frequenties (LFE signalen) weer te
geven via de andere luidsprekers.
• Als u het schakelsysteem voor de omleiding
van lage tonen van Dolby Digital volledig wilt
benutten, moet u de kantelfrequentie op de
subwoofer zo hoog mogelijk zetten.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
19
NL
x Formaat van de voorluidsprekers
(
L
R
XXXXX)
• Zijn er grote voorluidsprekers aangesloten die
alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand "LARGE".
Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best
voldoen.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest
u de stand "SMALL" om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van de voorkanalen worden
overgeheveld naar de aparte lagetonen-
luidspreker.
• Als u voor de voorluidsprekers de stand
"SMALL" kiest, worden de middenluidspreker
en de surround-luidsprekers ook automatisch
ingesteld op "SMALL" (tenzij u eerder de stand
"NO" hebt gekozen).
• Als de subwoofer is ingesteld op "NO", worden
de voorluidsprekers automatisch ingesteld op
"LARGE" en kunt u deze instelling niet
wijzigen.
x Formaat van de middenluidspreker
(
C
XXXXX)
• Is er een grote middenluidspreker aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kan
weergeven, dan kiest u de stand "LARGE".
Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best
voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op "SMALL", kunt u de
middenluidspreker niet instellen op "LARGE".
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand "SMALL" om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van het middenkanaal
worden overgeheveld naar de voorluidsprekers
(als die op "LARGE" zijn ingesteld) of naar de
aparte lagetonen-luidspreker.*
1
• Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan de
stand "NO". Al het geluid van het middenkanaal
wordt dan weergegeven door de
voorluidsprekers.*
2
x Formaat van de surround-luidsprekers
(
SL
SR
XXXXX)
• Zijn er grote surround-luidsprekers aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand "LARGE".
Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best
voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op "SMALL", kunt u de surround-
luidsprekers niet instellen op "LARGE".
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand "SMALL" om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van de achterkanalen
worden overgeheveld naar de aparte lagetonen-
luidspreker of naar een ander stel "LARGE"
luidsprekers die hier beter op zijn berekend.
• Sluit u geen surround-luidsprekers aan, kies dan
de stand "NO".*
3
Tip
*1–*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro
Logic standen voor de middenkanaal-aanpassing
*1 NORMAL
*2 PHANTOM
*3 3 STEREO
x
Selectie van achterste surroundluidspreker
(
SL
SR
XXXXX)
U kunt deze parameter alleen instellen wanneer u
een SURR BACK aansluiting maakt (blz. 16).
• Als u een SURR BACK aansluiting wilt maken,
selecteert u "YES".
• Als u geen SURR BACK aansluiting wilt
maken, selecteert u "NO".
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er
voor het "Formaat van de surround-luidsprekers
(
SL
SR
)" de stand "NO" is gekozen.
wordt vervolgd
20
NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
Tip
Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van
het LARGE en SMALL luidsprekerformaat voor elk
stel luidsprekers of de ingebouwde
akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet
naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als
de lage tonen uit een bepaald kanaal worden
verwijderd, zullen de basverdelingscircuits die
frequenties overbrengen naar de aparte lagetonen-
luidspreker of naar een ander stel "LARGE"
luidsprekers die er beter op zijn berekend.
Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate
van richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het
gehele frequentiespectrum van de verschillende
kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt
u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch de stand
"LARGE" kiezen als u de lage tonen ook door die
luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u
grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de
laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers
best "SMALL" kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst,
kiest u dan voor alle luidsprekers de stand "LARGE".
Als er niet voldoende lage tonen zijn, kunt u de BASS
parameter in het EQ menu gebruiken om de lage
tonen te versterken. Voor het regelen van de lage
tonen, zie blz. 33.
x Afstand van de voorluidsprekers
(
L
R
DIST. X.X m)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
linker of rechter voorluidspreker (afstand A op
blz. 17).
x Afstand van de middenluidspreker
(
C
DIST. X.X m)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenluidspreker. U kunt de afstand van de
middenluidspreker gelijk kiezen aan die van de
voorluidsprekers (afstand A op blz. 17) tot
ongeveer 1,5 meter dichter bij uw luisterplaats
(afstand B op blz. 17).
x Afstand van de surround-luidsprekers
(
SL
SR
DIST. X.X m)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
(linker of rechter) surround-luidsprekers. U kunt
de afstand van de surround-luidsprekers gelijk
kiezen aan die van de voorluidsprekers (afstand
A op blz. 17) tot ongeveer 4,5 meter dichter bij
uw luisterplaats (afstand C op blz. 17).
x Afstand van de
middenachterluidspreker
(
S B
DIST. X.X m)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenachterluidspreker. U kunt de afstand van
de middenachterluidspreker gelijk kiezen aan die
van de voorluidsprekers (afstand A op blz. 17) tot
ongeveer 4,5 meter dichter bij uw luisterplaats
(afstand D op blz. 17).
Tip
U kunt de weergave van de tuner/versterker
aanpassen aan de plaats van de aangesloten
luidsprekers, door de luidsprekerafstand in te voeren.
Het is echter niet mogelijk de middenluidspreker
verder af te zetten dan de linker en rechter
voorluidsprekers. Bovendien kunt u de
middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter dichter bij
uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers.
Evenmin kunt u de surround-luidsprekers verder van
uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En
ook weer niet meer dan 4,5 meter dichterbij.
Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste
opstelling van de luidsprekers niet geschikt is voor de
weergave van akoestiekeffecten.
Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan
de feitelijke afstand, zal het geluid via die
luidspreker(s) met een grotere vertraging worden
weergegeven. Met andere woorden, de luidsprekers
klinken dan verder weg.
Als u bijvoorbeeld de afstandsinstelling van de
middenluidspreker 1 ~ 2 meter dichterbij kiest dan de
feitelijke afstand, zal dit een vrij natuurgetrouw effect
geven alsof u zich "in" het beeldscherm bevindt. En
als u geen goed akoestiekeffect verkrijgt omdat de
surround-luidsprekers te dichtbij staan, kunt u door
het verminderen van de luidsprekerafstand (dichterbij
kiezen dan de werkelijke afstand) een dieper
ruimtelijk effect creëren.
Door deze parameters bij te regelen terwijl u
aandachtig naar een geluidsbron luistert, kunt u vaak
een aanzienlijke verbetering in akoestiek
bewerkstelligen. Probeer het maar eens!
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
21
NL
x Plaatsing van surround-luidspreker
(
SL
SR
XXXXXXX)*
Met deze parameter kunt u de locatie en de
hoogte van de surroundluidsprekers opgeven
voor een juiste uitvoering van de Digital
Cinema Sound-surroundstanden. Zie de
onderstaande afbeelding.
• Stel in op "SIDE/LO" als uw surround-
luidsprekers op de grond staan of vrij laag zijn
opgehangen, in het gebied A en C.
• Stel in op "SIDE/HI" als uw surround-
luidsprekers relatief hoog ann de wand hangen,
in het gebied A en D.
• Stel in op "BEHD/LO" als uw surround-
luidsprekers op de grond staan of vrij laag zijn
opgehangen, in het gebied B en C.
• Stel in op "BEHD/HI" als uw surround-
luidsprekers relatief hoog ann de wand hangen,
in het gebied B en D.
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er voor
het "Formaat van de surround-luidsprekers
(
SL
SR
)" de stand "NO" is gekozen.
60
30
C
D
C
D
45°
90°
20°
B
B
A
A
Tip
De plaatsingsparameter van de surroundluidspreker is
speciaal ontworpen voor de uitvoering van de Digital
Cinema Sound-standen met virtuele elementen.
Bij de Digital Cinema Sound-standen is de plaatsing
van de luidspreker niet zo belangrijk als bij andere
standen. Alle modes met virtuele elementen
veronderstellen dat de surround luidspreker zich
achter de luisterpositie bevindt, maar de presentatie
blijft tamelijk consequent, zelfs met de surround
luidsprekers in een tamelijk grote hoek geplaatst. Als
de luidsprekers echter naar de luisteraar zijn gericht
en direct links en recht van de luisteraar staan,
functioneren de geluidsvelden met virtuele elementen
niet, tenzij de plaatsingsparameter van de
surroundluidspreker niet is ingesteld op "SIDE/LO"
of "SIDE/HI".
Ook dat geldt echter niet in alle gevallen, aangezien
de akoestiek van elke luisterruimte wordt bepaald
door een heel stel variabelen, zodat u misschien wel
betere resultaten bereikt met de "BEHD/HI"
opstelling als de luidsprekers hoog boven uw
luisterplaats hangen, ook al is dat pal ter weerszijden
ervan.
Daarom kunt u wellicht het best een favoriete
geluidsbron met meerkanaals Surround Sound
afspelen en dan goed luisteren welk effect elke
instelling op de uiteindelijke klank heeft, ook al kan
dit wel eens leiden tot een andere instelling dan
hierboven aangegeven onder "Opstelling van de
surround-luidsprekers". Kies de stand die een fraai
open, ruimtelijk gevoel oplevert, met een zo hecht
mogelijke samenhang tussen het geluid van de
voorluidsprekers en dat van de surround-luidsprekers.
Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen
de verschillende instellingen, kies dan de stand
"BEHD/LO" of "BEHD/HI" en gebruik dan de
luidsprekerafstand-parameter en de geluidssterkte-
instellingen om de weergave optimaal af te regelen.
wordt vervolgd
22
NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
Controleren van de
aansluitingen
Na het aansluiten van al uw audio/video-
apparatuur op de tuner/versterker volgt u de
onderstaande aanwijzingen om te controleren
of alle aansluitingen in orde zijn.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
versterker in te schakelen.
2 Schakel een aangesloten een
aangesloten component in
(bijvoorbeeld uw CD-speler of
cassettedeck).
3 Druk op de ingangskeuzetoets
(bijvoorbeeld CD/SACD of MD/TAPE)
om de component te selecteren
(programmabron).
4 Start de weergave van de geluidsbron.
Als u na de bovenstaande handelingen geen
normale geluidsweergave verkrijgt, neem dan
de controlelijst onder "Verhelpen van
storingen" op blz. 56 door en tref de vereiste
maatregelen om het probleem te verhelpen.
Bijregelen van de geluidssterkte
van de luidsprekers
Stel alle luidsprekers op een evenredige
geluidssterkte in vanaf uw luisterplaats, met de
afstandsbediening.
Opmerking
Dit apparaat is voorzien van een nieuwe testtoon in de
frequentieband rond 800 Hz, om het instellen van de
luidsprekers te vergemakkelijken.
1 Druk op de ?/1 toets van de
afstandsbediening om de tuner/
versterker in te schakelen.
2 Druk op de TEST TONE toets van de
afstandsbediening.
U hoort achtereenvolgens de testtoon via de
verschillende luidsprekers.
Linksvoor t Midden t Rechtsvoor t
Rechtsachter t Middenachter linksachter *
t Linksachter tLagetonen-luidspreker
*
U hoort de testtoon als u de SURR BACK
aansluiting maakt (blz. 16) en "YES" instelt bij
"Selectie van achterste surroundluidspreker
(
S B
)" (blz. 19).
3 Stel nu met de parameters in het LEVEL
menu de geluidssterkte en de balans zo
in dat de testtoon op uw luisterplaats
via alle luidsprekers even luid klinkt.
Nadere bijzonderheden over het LEVEL
instelmenu vindt u op blz. 32.
Tijdens het bijregelen wordt de testtoon
weergegeven door de luidspreker die u op dat
moment bijregelt.
4 Druk weer op de TEST TONE toets om
de testtoon uit te schakelen.
Tip
U kunt ook alle luidsprekers tegelijk harder of zachter
zetten. Druk op de MASTER VOL +/– toetsen van de
afstandsbediening of draai hiervoor aan de MASTER
VOLUME regelknop van de tuner/versterker.
Opmerkingen
• Tijdens het bijregelen toont het uitleesvenster de
gekozen volumewaarde voor de bijgeregelde
luidsprekers.
• Ofschoon u deze instellingen ook kunt maken met
de toetsen op het voorpaneel van de tuner/
versterker, via het LEVEL instelmenu (bij weergave
van de testtoon schakelt de tuner/versterker
automatisch over naar het LEVEL instelmenu),
willen wij u toch aanbevelen om zo mogelijk de
hierboven beschreven werkwijze te volgen en de
geluidssterkte bij te regelen met de
afstandsbediening, vanaf uw favoriete luisterplaats.
Basisbediening
23
NL
Basisbediening
Keuze van het weergave-
apparaat
Ingangskeuzetoetsen
Druk op de ingangskeuzetoets om de
component te selecteren die u wilt gebruiken.
Voor keuze van de Druk op de
Videorecorder VIDEO 1 of VIDEO 2
Satelliet-ontvanger VIDEO 2
Camcorder of videospel VIDEO 3
DVD-videospeler DVD
Minidisc-recorder MD/TAPE
of cassettedeck
CD of Super Audio CD/SACD
CD-speler
Ingebouwde tuner TUNER FM/AM
voor radio-ontvangst
Audiocomponent AUX
Na het kiezen van het weergave-apparaat
schakelt u dat apparaat in en start u de weergave.
• Na het kiezen van een videorecorder,
camcorder, videospel of DVD videospeler
schakelt u ook het TV-toestel in en stelt u dat in
op weergave van de gekozen component van de
gekozen component.
INPUT MODE ingangssignaal-
keuzetoets
Druk op de INPUT MODE ingangssignaal-
keuzetoets om het gewenste audiosignaal te
kiezen voor uw digitale apparatuur.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt het ingangssignaal van het op dat
moment gekozen weergave-apparaat.
Kies de stand Om
AUTO IN Voorrang te geven aan de digitale
signalen wanneer er zowel digitale
als analoge signalen beschikbaar
zijn. Als er geen digitale signalen
zijn, worden de analoge signalen
gekozen.
COAX IN In te stellen op de digitale
audiosignalen die via de DIGITAL
COAXIAL ingangsaansluiting
binnenkomen.
OPT IN In te stellen op de digitale
audiosignalen die via de
DIGITAL OPTICAL
ingangsaansluiting binnenkomen.
ANALOG In te stellen op de analoge
audiosignalen die via de
AUDIO IN (L/R)
aansluitingen binnenkomen.
Opmerking
Wanneer het digitale signaal (96 kHz) wordt
ingevoerd, functioneren de equalizer, het geluidsveld
en het effectniveau niet.
MULTI CH IN
Druk op MULTI CH IN om een geluidsbron te
beluisteren die is aangesloten op MULTI CH IN.
Balans en niveau van alle luidsprekers kunnen
worden geregeld. Als deze functie is
ingeschakeld, worden de equalizer en het
effectniveau uitgeschakeld.
Meerkanaals-decodeerlampje
(MULTI CHANNEL DECODING)
Dit indicatorlampje licht op wanneer het
apparaat signalen in een meerkanaals-formaat
aan het decoderen is.
wordt vervolgd
24
NL
Keuze van het weergave-apparaat
(vervolg)
Keuze van de aanduidingen
in het uitleesvenster
DIMMER
verlichtingskeuzetoets
Druk enkele malen op de DIMMER toets om
de helderheid van het uitleesvenster naar wens
in te stellen (in 3 stappen).
DISPLAY
aanduidingskeuzetoets
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets
drukt, verandert de aanduiding in het
uitleesvenster kringsgewijze als volgt:
Zelf ingevoerde naam van de van de
component* t Gekozen van de component
t Klankbeeld dat vast is gekozen voor deze
component
Bij keuze van de tuner voor radio-
ontvangst
Ingevoerde naam van de voorkeurzender* of
vaste zendernaam** t Afstemfrequentie t
Programmatype-aanduiding** t Radiotekst**
t Juiste tijd** t Klankbeeld dat vast is
gekozen voor deze afstemband of
voorkeurzender
* De ingevoerde naam verschijnt alleen als u zelf een
naam voor deze van de component of
voorkeurzender hebt ingevoerd (blz. 39). De
indexnaam verschijnt niet wanneer er alleen spaties
zijn ingevoerd of als deze gelijk is aan de
ingangskeuzetoets.
** Deze aanduidingen verschijnen alleen tijdens RDS
ontvangst. (Alleen bij de modellen met landcode
CEL, CEK. Zie blz. 37.)
MUTING
geluiddempingstoets
Druk op MUTING van de afstandsbediening
om het geluid te onderdrukken. Druk nogmaals
hierop om de functie voor dempen uit te
schakelen. De functie voor dempen wordt ook
geannuleerd als u het apparaat inschakelt of als
u de MASTER VOLUME draait om het
volume te verhogen.
PHONES hoofdtelefoon-
aansluiting
Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.
• Als de hoofdtelefoon is aangesloten, wordt de
luidsprekeruitvoer automatisch geannuleerd.
"SP A" en "SP B" gaan niet branden in het
display.
• Wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten, kunt
u kiezen uit de geluidsvelden HP 2CH, HP
MULTI of HP THEA (blz. 28).
SPEAKERS (OFF/A/B/A+B)
Druk op de SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) toets
om het geluid te beluisteren via de luidsprekers
die zijn aangesloten op SPEAKERS FRONT.
Wanneer u op de toets drukt, gaat het display
achtereenvolgens als volgt branden:
SP A t SP B t SP A en SP B t
Geen display*
Voor weergave via Keuze van de
Luidsprekerpaar A (Aangesloten SP A
op de SPEAKERS FRONT A
(standaardinstelling)
stekkerbussen)
Luidsprekerpaar B (Aangesloten SP B
op de SPEAKERS FRONT B
stekkerbussen)
Zowel luidsprekersysteem SP A en SP B
A en B (Aangesloten op de
SPEAKERS FRONT A
en B stekkerbussen)
* Als u niet beide luidsprekersystemen (A en B) wilt
gebruiken, drukt u op SPEAKERS (OFF/A/B/A+B)
tot "SP A" en "SP B" niet meer branden in het
display (geen display).
Genieten van Surround Sound akoestiek
25
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg een van
de voorgeprogrammeerde klankbeelden te
kiezen die de tuner/versterker biedt. Zo kunt u
uw luisterkamer even indrukwekkend laten
klinken als een bioscoopzaal of een
concertzaal. U kunt ook de geluidsvelden
personaliseren door de surround parameter aan
te passen.
Voor een optimaal gebruik van de ruimtelijke
akoestiekfuncties zult u het aantal en de
opstelling van uw luidsprekers in de tuner/
versterker moeten vastleggen. Zie het
hoofdstuk "Luidspreker-opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek" vanaf blz. 17
voor de nodige instellingen van de luidspreker-
parameters om ten volle te kunnen genieten van
de Surround Sound akoestiek.
Alleen met de
voorluidsprekers
(2-kanaals Stereo)
Druk op 2CH.
De 2CH aanduiding gaat branden en "2CH ST.".
verschijnt in het display.
Deze mode produceert alleen het geluid van de
linker en rechter voorluidspreker. Bij standaard
2-kanaals (stereo) geluidsbronnen wordt er
helemaal geen akoestiekverwerking toegepast.
Meerkanaals-geluidsbronnen worden
samengemengd tot de gewone twee kanalen.
Opmerking
De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid weer als
er is gekozen voor "2CH ST." weergave. Als u naar
2-kanaals (stereo) bronnen wilt luisteren met de
luidsprekers links- en rechtsvoor en een subwoofer,
drukt u herhaaldelijk op A.F.D. om "A.F.D. AUTO"
te selecteren.
Genieten van geluid met
een hoge kwaliteit
Met de A.F.D. (Auto Format Direct) stand kunt
u de decoderingsstand selecteren die u wilt
gebruiken voor het geluidsspoor.
Stand Decoderingsstand
A.F.D. AUTO Zoals gecodeerd
DOLBY PL Dolby Pro Logic
PLII MOV
Dolby Pro Logic II
PLII MUS
NEO6 CIN
DTS Neo:6
NEO6 MUS
Het ingevoerde audiosignaal
automatisch decoderen
Druk herhaaldelijk op A.F.D. om "A.F.D.
AUTO" te selecteren.
De A.F.D. aanduiding gaat branden.
Deze stand detecteert automatisch het type
audiosignaal dat wordt ingevoerd (Dolby
Digital, DTS of standaard 2-kanaals stereo) en
staat eventueel in voor de nodige decodering.
Deze functie neemt het geluidsspoor zoals het
is opgenomen/gecodeerd, en presenteert het
zonder enige bijregeling, nagalm of effecten.
Zonder laagfrequente signalen (Dolby Digital
LFE, enz.) wordt echter een laagfrequent
signaal geproduceerd en naar de lagetonen-
luidspreker gestuurd.
wordt vervolgd
26
NL
Genieten van geluid met een hoge
kwaliteit (vervolg)
Multikanaals stereo-geluid
(Dolby Pro Logic ) en DTS
Neo:6
Deze receiver is voorzien van Dolby Pro Logic
II met een filmstand en een muziekstand en is
bovendien voorzien van DTS Neo:6 met een
bioscoopstand en een muziekstand. De receiver
kan een 2-kanaals geluid weergeven als 5,1-
kanaals geluid via Dolby Pro Logic II en als 6-
kanaals geluid via DTS Neo:6.
Druk herhaaldelijk op A.F.D. om "DOLBY
PL", "PL MOV", "PL MUS", "NEO6 CIN"
of "NEO6 MUS" te selecteren.
De A.F.D. aanduiding gaat branden en het
geselecteerde decodeertype wordt aangegeven
in het display.
x DOLBY PL (Dolby Pro Logic)
Hiermee wordt de Pro Logic decodering
uitgevoerd. Geluidsbronnen met meerkanaals
Surround signalen worden net zo weergegeven
als ze zijn opgenomen. Software met 2-kanaals
audiosignalen wordt gedecodeerd met Dolby
Pro Logic om surround-effecten tot stand te
brengen (4 kanalen).
x PL MOV (Pro Logic Movie)
Hiermee wordt de decodering voor de Pro
Logic II filmstand uitgevoerd. Deze instelling
is bij uitstek geschikt voor speelfilms die zijn
voorzien van Dolby Surround geluid.
Bovendien is deze stand geschikt voor
geluidsweergave via 5,1 kanalen bij afspelen
van oude speelfilms op video en voor weergave
van een gesynchro-niseerd geluidskanaal in een
andere taal.
x PL MUS (Pro Logic Music)
Hiermee wordt de decodering voor de Pro
Logic II muziekstand uitgevoerd. Deze
instelling is optimaal geschikt voor normale
stereo geluidsbronnen zoals muziek-CD’s.
Opmerking
Decodering met Dolby Pro Logic en Dolby Pro Logic
II functioneert niet voor signalen met DTS indeling.
x NEO6 CIN (DTS Neo:6 Cinema)
Deze stand is voor DTS Neo:6 Filmgeluid-
decodering. Deze instelling is bij uitstek
geschikt voor speelfilms die zijn voorzien van
DTS Surround geluid.
x NEO6 MUS (DTS Neo:6 Music)
Deze stand zorgt versterker voor DTS Neo:6
Muziek-type decodering. Deze instelling is
optimaal geschikt voor normale stereo
geluidsbronnen zoals muziek-CD’s.
Keuze van een klankbeeld
De eenvoudigste manier om te genieten van
ruimtelijke akoestiekweergave is door een van
de voorgeprogrammeerde klankbeelden te
kiezen dat het best past bij de muziek die u
beluistert.
Druk op de Voor keuze van de
MOVIE C.ST.EX A DCS *
C.ST.EX B DCS *
C.ST.EX C DCS *
MUSIC HALL
JAZZ
CONCERT
* Geluidsvelden met het merkteken DCS werken
met DCS-technologie.
Betreffende DCS (Digital Cinema
Sound)
Samen met Sony Pictures Entertainment heeft
Sony de geluidsomgeving van zijn studio’s
gemeten en de meetwaarden samen met Sony’s
eigen DSP (Digital Signal Processor)
technologie gecombineerd om "Digital Cinema
Sound" te ontwikkelen. Bij een huisbioscoop
simuleert "Digital Cinema Sound" een ideale
bioscoopgeluidsomgeving volgens de voorkeur
van de filmregisseur.
Genieten van Surround Sound akoestiek
27
NL
Films bekijken met Cinema
Studio EX
Cinema Studio EX is ideaal voor het bekijken
van films in multikanaalsformaat, zoals Dolby
Digital DVD. Deze mode reproduceert de
geluidskarakteristieken van de studio’s van
Sony Pictures Entertainment.
Druk herhaaldelijk op MOVIE om
"C.ST.EX A", "C.ST.EX B" of "C.ST.EX C"
te selecteren.
De MOVIE aanduiding gaat branden en het
geselecteerde geluidsveld wordt aangegeven in
het display.
x C.ST.EX A (Cinema Studio EX A)
Reproduceert de geluidskarakteristieken van de
Sony Pictures Entertainment "Cary Grant
Theater" cinema productiestudio. Dit is een
standaard stand die is aangewezen voor
nagenoeg elke film.
x C.ST.EX B (Cinema Studio EX B)
Reproduceert de geluidskarakteristieken van de
Sony Pictures Entertainment "Kim Novak
Theater" cinema productiestudio. Deze stand is
ideaal voor science-fiction of actiefilms met
veel geluidseffecten.
x C.ST.EX C (Cinema Studio EX C)
Reproduceert de geluidskarakteristieken van de
Sony Pictures Entertainment muziek. Deze
stand is ideaal voor musicals of klassiekers met
muziek in de soundtrack.
Betreffende Cinema Studio EX
Cinema Studio EX bestaat uit de volgende drie
elementen.
• Virtual Multi Dimension
Creëert 5 virtuele luidsprekersets die de
luisteraar omringen op basis van één enkel
paar surround luidsprekers.
• Screen Depth Matching
In een bioscoop lijkt het geluid vanuit het
beeld op het scherm te komen. Dit element
geeft dezelfde indruk in uw huiskamer door
het geluid van de voorluidsprekers in het
scherm te schuiven.
• Cinema Studio Reverberation
Reproduceert het speciale nagalmeffect van
een bioscoop.
Cinema Studio EX is de geïntegreerde mode
die deze elementen samen laat werken.
Opmerkingen
• De effecten die verkregen worden met behulp van
virtuele luidsprekers kunnen soms wat storing in de
weergave veroorzaken.
• Bij het luisteren naar klankbeelden die werken met
virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de
echte surround-luidsprekers horen.
Andere klankbeelden kiezen
Druk herhaaldelijk op MUSIC om het
gewenste geluidsveld te kiezen.
De MUSIC aanduiding gaat branden en het
huidige geluidsveld wordt aangegeven in het
display.
x HALL
Geeft de akoestiek van een reehthoekige
concertzaal.
x JAZZ (Jazz Club)
Geeft de akoestische sfeer van een typische
jazz-club.
x CONCERT (Live Concert)
Reproduceert de akoestiek van een zaal met
300 plaatsen.
Uitschakelen van het klankbeeld
Druk herhaaldelijk op A.F.D. om
"A.F.D. AUTO" te selecteren of druk op de
2CH.
wordt vervolgd
28
NL
Keuze van de middenachter-
decodeerfunctie
(SURR BACK DECODING)
Hiermee kunt u de decodeerfunctie kiezen voor
de middenachterkanalen van een meerkanaals-
ingangssignaal.
Door het decoderen van het
middenachterluidspreker-signaal van speelfilms
op DVD-discs (enz.) die zijn opgenomen in een
van de Surround EX formaten*, verkrijgt u een
optimaal akoestiekeffect achterin, zoals
bedoeld door de makers van de film.
* Dolby Digital EX, DTS-ES Matrix, DTS-ES
Discrete 6.1, enz.
Deze functie werkt echter alleen als u deze met
A.F.D. gebruikt.
1 Druk op A.F.D.
2
Druk enkele malen op de SURR BACK
DECODING toets om in te stellen op de
gewenste middenachter decodeerfunctie.
De aanduiding "SB XXXX" verschijnt in
het uitleesvenster.
Wanneer de tuner/versterker bezig is met
decoderen van het middenachterluidspreker-
signaal, licht de aanduiding "SURR BACK
DECODING" op.
Middenachterkanaal-decodeerfuncties
• SB OFF (uitgeschakeld)
• SB AUTO
• SB MTRX
Nadere aanwijzingen vindt u onder "Hoe een
middenachter-decodeerfunctie te kiezen" op de
volgende pagina.
Tip
U kunt de middenachter-decodeerfunctie ook kiezen
via het onderdeel "SB XXXX" in het CUSTOM menu
(blz. 41).
Opmerking
U kunt de decoderingsstand voor de achterste
surroundluidspreker niet selecteren wanneer u
2CH ST. (blz. 25) gebruikt, wanneer MULTI CH IN
is geselecteerd of wanneer een hoofdtelefoon is
aangesloten.
Wanneer er een hoofdtelefoon is
aangesloten
U kunt alleen de onderstaande geluidsvelden
selecteren.
x HP 2CH (Hoofdtelefoon 2CH)
Hierbij wordt het geluid gewoon in 2-kanaals
stereo weergegeven.
Standaard 2-kanaals stereo geluidsbronnen
worden weergegeven zonder
akoestiekverwerking, en meerkanaals Surround
Sound geluidsbronnen worden samengemengd
tot 2 kanalen.
x HP MULTI (Hoofdtelefoon Multi)
Dit dient voor weergave van analoge signalen
die binnenkomen via de MULTI CH IN
aansluitingen.
x HP THEA (Hoofdtelefoon Theater)
Dit stelt u in staat de sfeer van een bioscoop te
horen bij het beluisteren van filmgeluid via de
hoofdtelefoon.
Tips
• De receiver laat u het laatst gekozen klankbeeld
toepassen op een programmabron wanneer die is
geselecteerd (Sound Field Link). Als u bijvoorbeeld
naar een CD luistert met het "JAZZ" klankbeeld en
dan overschakelt naar een andere geluidsbron, zal
bij het terugkeren naar de CD geluidsbron weer
automatisch het "JAZZ" klankbeeld gelden.
• Aan de verpakking kunt u zien met welk
akoestieksysteem het beeldmateriaal op een DVD
videodisc e.d. is opgenomen.
– : Dolby Digital discs
– : Dolby Surround discs
– : DTS Digital Surround discs
• Wanneer er geluidssignalen met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz binnenkomen,
worden deze geluidssignalen automatisch in stereo
weergegeven en wordt het klankbeeld automatisch
uitgeschakeld.
Keuze van een klankbeeld (vervolg)
Genieten van Surround Sound akoestiek
29
NL
Hoe een middenachter-decodeerfunctie te kiezen
U kunt uw keuze voor een middenachter-decodeerfunctie baseren op het inkomend geluidssignaal.
Bij keuze van de "SB OFF" uit-stand
Dan wordt er geen middenachterkanaal-decodering toegepast.
Bij keuze van de "SB AUTO" stand
Wanneer het ingangssignaal een 6,1-kanaals vlagsignaal*
1
bevat, wordt aan de hand daarvan de juiste
decodeerfunctie toegepast voor decodering van het middenachterluidspreker-signaal.
Voor een DTS-ES Matrix 6.1 geluidsbron wordt de DTS Matrix decodeerfunctie toegepast.
Voor een DTS-ES Discrete 6.1 geluidsbron wordt de DTS Discrete decodeerfunctie toegepast.
Ingangssignaal Weergavekanalen Toegepaste middenachter-decodeerfunctie
Dolby Digital 5.1 5.1 —
DTS 5.1 5.1 —
Dolby Digital EX*
2
6.1 Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX
DTS-ES Matrix 6.1*
3
6.1 DTS Matrix decodeerfunctie
DTS-ES Discrete 6.1*
4
6.1 DTS Discrete decodeerfunctie
Bij keuze van de "SB MTRX" stand
De Dolby Digital EX decodeerfunctie wordt toegepast voor het decoderen van het
middenachterluidspreker-signaal, ongeacht het 6,1-kanaals vlagsignaal*
1
van de ingangssignalen.
Deze decodeerfunctie voldoet aan de normen van Dolby Digital EX en werkt net zo als de
decodeerfuncties die daadwerkelijk in de bioscoop worden gebruikt. Deze decodeerfunctie is ook te
gebruiken voor alle Surround EX formaten (Dolby Digital EX, DTS-ES Matrix 6.1, DTS-ES
Discrete 6.1).
Ingangssignaal Weergavekanalen Toegepaste middenachter-decodeerfunctie
Dolby Digital 5.1 6.1 Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX
Dolby Digital EX 6.1 Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX
DTS 5.1 6.1 Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX
DTS-ES Matrix 6.1*
3
6.1 Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX
DTS-ES Discrete 6.1*
4
6.1 Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX
*
1
Het 6,1-kanaals decodeer-vlagsignaal is een decoderingsinstructiesignaal dat is opgenomen in geluidsbronnen
zoals DVD-discs e.d.
*
2
Dit is het signaal van een Dolby Digital DVD met een Surround EX vlagsignaal. Op de Dolby Corporation
webpagina kunt u zien hoe dergelijke Surround EX speelfilms te onderscheiden zijn.
*
3
Dit is beeld/geluidsmateriaal met een vlagsignaal om aan te geven dat het zowel Surround EX als 5,1-kanaals
signalen bevat.
*
4
Dit is beeld/geluidsmateriaal met zowel 5,1-kanaals signalen als een extra signaal om die gegevens in 6.1
afzonderlijke kanalen om te zetten. De discrete 6.1 kanalen zijn specifiek voor DVD, niet dezelfde als gebruikt
in de bioscoop.
30
NL
Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen
6 DTS-ES:
"DTS" gaat branden als DTS-signalen
worden ingevoerd. "DTS-ES" gaat branden als
DTS-ES-signalen worden ingevoerd.
Opmerking
Bij het afspelen van een disc in DTS formaat
moet u erop toezien dat u digitale aansluitingen
heeft gemaakt en dat INPUT MODE NIET op
"ANALOG" staat blz. 23.
7 NEO:6:
Brandt wanneer verwerking via DTS
Neo:6 ("
NEO6 CIN
" of "
NEO6 MUS
") wordt
toegepast.
8 Afstemaanduidingen: Deze aanduidingen
lichten op bij gebruik van de tuner voor het
afstemmen op radiozenders e.d. Zie blz. 34
– 38 voor de bediening van de tuner voor
radio-ontvangst.
Opmerking
"RDS" verschijnt alleen voor modellen met
gebiedscode CEL, CEK.
9 SLEEP: Deze aanduiding licht op wanneer
de sluimerfunctie is ingeschakeld.
q; EQ: Deze aanduiding licht op wanneer de
grafiek-toonregeling is ingeschakeld.
qa D.RANGE: Deze "dynamisch bereik"
aanduiding licht op wanneer de
compressiefunctie voor het dynamisch bereik
is ingeschakeld. Zie blz. 32 voor het instellen
van de dynamiek-compressie.
qs MULTI CH IN: Deze aanduiding licht op als
er is gekozen voor MULTI CH IN
meerkanaals-weergave.
1 SW: Deze SubWoofer aanduiding licht op als
er "YES" is gekozen voor de aanwezigheid
van een lagetonen-luidspreker (blz. 18) en als
er een geluidssignaal wordt uitgestuurd via de
SUB WOOFER aansluitingen.
2 SP A*: Gaat branden wanneer u
luidsprekersysteem A selecteert.
3 SP B*: Gaat branden wanneer u
luidsprekersysteem B selecteert.
* Gaat niet branden als u de hoofdtelefoon
aansluit op de PHONES aansluiting.
4 ; DIGITAL EX: "; DIGITAL" gaat
branden als de receiver signalen decodeert die
zijn opgenomen in de Dolby Digital-indeling.
"; DIGITAL EX" gaat branden als de
receiver signalen decodeert die zijn
opgenomen in de Dolby Digital EX-indeling.
5 ; PRO LOGIC II: "; PRO LOGIC" gaat
branden als de receiver Pro Logic verwerking
toepast op 2-kanaals signalen om de centrale
en surround-kanaalsignalen uit te voeren.
"; PRO LOGIC II" gaat branden als Pro
Logic II verwerking ("PLII MOV" of "PL II
MUS") wordt toegepast (blz. 26). Beide
aanduidingen gaan echter niet branden als de
midden- en surroundluidsprekers zijn
ingesteld op "NO" en als "A.F.D. AUTO",
"DOLBY PL", "PLII MOV" of "PLII MUS"
is geselecteerd.
Opmerking
Decodering met Dolby Pro Logic en Dolby Pro
Logic II functioneert niet voor signalen met DTS
indeling.
STEREOD.RANGE EQMULTI CH INCOAXOPT MONO RDS
MEMORY
DIGITAL EXSP BSP A PRO LOGIC II
aa
SLEEP
DTS-ES
LCR
SW
SL SR
SSB
LFE
1234 56 87
9qaqsqdqf
qgqh
NEO:6
0
Genieten van Surround Sound akoestiek
31
NL
qd COAX: Deze aanduiding licht op wanneer er
een digitaal signaal binnenkomt via de
COAXIAL ingangsaansluiting.
qf OPT: Deze aanduiding licht op wanneer er
een digitaal signaal binnenkomt via de
OPTICAL ingangsaansluiting.
qg LFE: Licht op wanneer de disc die wordt
afgespeeld een LFE (Low Frequency Effect)
kanaal bevat en het geluid van het LFE kanaal
wordt weergegeven.
qh Weergavekanaal-aanduidingen: Aan de
oplichtende letters (L, C, R, enz.) kunt u zien
welke geluidskanalen er worden weergegeven.
Aan de oplichtende vakjes rond de letters kunt
u zien hoe de tuner/versterker het geluid mengt
en via welke luidsprekers het wordt
weergegeven (gebaseerd op de luidspreker-
instellingen). Bij akoestisch verruimde
klankbeelden zoals "C.ST.EX" voegt de tuner/
versterker nagalm toe aan de weergave, op
basis van de inkomende geluidssignalen.
L: linker voorluidspreker, R: rechter
voorluidspreker, C: middenluidspreker,
SL: linksachter, SR: rechtsachter, S:
surround-luidsprekers (mono of allen de
achterweergave no Pro Logic verwerking), SB
: middenachterluid-sprekers (de achterste
surroundcomponenten die worden verkregen
door 6.1-matrixdecodering).
Bijvoorbeeld:
Opnameformaat (Voor/Surround): 3/2
Uitgangskanaal: Geen surround-luidsprekers
Klankbeeld: A.F.D. AUTO
SL SR
L
C R
Bijregelen van de
klankbeelden
U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen
door de akoestiekparameters en de klankkleur
van de voorluidsprekers zo in te stellen dat het
geluid in uw luisterruimte optimaal klinkt.
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft,
zullen de nieuwe instellingen in het geheugen
bewaard blijven. Om een bijgeregeld
klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel
de gewenste veranderingen aan te brengen.
Raadpleeg de tabellen op blz. 63 voor de
parameters die voor elk geluidsveld
beschikbaar zijn.
Voor de beste weergave van
meerkanaals Surround Sound
Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en
volg de aanwijzingen onder "Luidspreker-
opstelling voor meerkanaals Surround
akoestiek" vanaf blz. 17 alvorens u een
klankbeeld gaat aanpassen.
Betreffende de aangegeven
instelmogelijkheden
Welke onderdelen u in elk menu kunt
aanpassen, varieert voor de verschillende
klankbeelden. Bepaalde instelparameters zullen
slechts vaag of grijs worden aangegeven. Dan
is een dergelijke parameter voor dat klankbeeld
vast ingesteld en niet te wijzigen of helemaal
niet van toepassing.
wordt vervolgd
32
NL
Voorluidspreker-balans (
L
R
BAL. L/R XX)
Hiermee stelt u de weergave via de linker en
rechter voorluidsprekers evenwichtig in.
Geluidssterkte van de
middenluidspreker (CTR XXX.X dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte voor de
middenluidspreker.
Geluidssterkte van de linker
surround-luidspreker (SUR.L. XXX.X
dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de
linker surround-luidspreker.
Geluidssterkte van de rechter
surround-luidspreker (SUR.R. XXX.X
dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de
rechter surround-luidspreker.
Geluidssterkte van de
middenachterluidspreker (SB XXX.X
dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de
rechter middenachterluidspreker.
Geluidssterkte van de lagetonen-
luidspreker (S.W. XXX.X dB)
Hiermee regelt u de geluidssterkte van de
lagetonen-luidspreker.
Dynamiekcompressie (
D. RANGE
COMP. XXX)
Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een
speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus
verkleinen. Dit kan handig zijn om ‘s avonds laat
een speelfilm te bekijken; met het geluid zacht
behoudt u toch een rijke, volle klank.Wij willen u
aanraden de "MAX" stand te gebruiken.
• Om het geluidsspoor normaal weer te geven,
zonder compressie, kiest u de "OFF" stand.
• Om het geluidsspoor normaal weer te geven
met het volledig dynamisch bereik, zoals
gekozen door de opnamestudio-technicus, kiest
u de "STD" stand.
• In de "MAX" stand wordt het dynamisch bereik
drastisch beperkt.
Opmerking
De dynamiekcompressie werkt alleen voor Dolby
Digital geluidsbronnen.
Effectniveau (EFCT. XXX)
Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk van
het gekozen akoestiekeffect naar wens instellen.
Aanpassen van de
luidsprekerniveau-parameters
Het LEVEL luidspreker-instelmenu biedt een
aantal parameters waarmee u de balans en de
geluidssterkte van elke luidspreker naar wens
kunt instellen. U kunt ook verschillende
aspecten van het huidige geluidsveld
aanpassen. De instellingen worden toegepast op
alle geluidsvelden, behalve de EFCT.
parameter. Voor de EFCT. parameter worden
de instellingen afzonderlijk opgeslagen voor
elk geluidsveld.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" LEVEL " te selecteren.
3 Druk op of om in te stellen op de
parameter die u wilt bijregelen.
4 Draai aan de instelknop om de
gewenste stand te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch
vastgelegd.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter Oorspronkelijke
instelling
L
R
BAL. L/R XX BALANCE
CTR XXX.X dB 0 dB
SUR.L. XXX.X dB 0 dB
SUR.R. XXX.X dB 0 dB
SB XXX.X dB 0 dB
S.W. XXX.X dB 0 dB
D. RANGE
COMP. XXX OFF
EFCT. XXX STD
Bijregelen van de klankbeelden (vervolg)
Genieten van Surround Sound akoestiek
33
NL
Lage (BASS XXX.X dB)
Om lage tonen te regelen.
Hoge (TREB. XXX.X dB)
Om hoge tonen te regelen.
Terugstellen van alle
bijgeregelde klankbeelden op
de fabrieksinstellingen
1 Als de tuner/versterker nog aan staat,
drukt u op de ?/1 toets om het
apparaat uit te schakelen.
2 Houd de 2CH toets ingedrukt en druk
op de ?/1 toets.
De aanduiding "SF. CLR." verschijnt in het
uitleesvenster en alle klankbeelden worden
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
De equalizerparameter
aanpassen
Het EQ-menu bevat parameters waarmee u de
equalizer van de voorluidsprekers kunt aanpassen
voor het beste geluid. De instellingen worden
toegepast op alle geluidsvelden.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" EQ " te selecteren.
3 Druk op de of om in te stellen op
de parameter die u wilt bijregelen,
versterking.
4 Draai aan de instelknop om de
gewenste afstelling te kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch in het
geheugen vastgelegd.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter Oorspronkelijke instelling
BASS XXX.X dB 0 dB
TREB. XXX.X dB 0 dB
EQ XXX OFF
De equalizer in-/uitschakelen
1 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" EQ " te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op of om
"EQ XXX" te selecteren.
3 Draai aan de instelknop om "EQ ON" of
"EQ OFF" te selecteren.
Opmerking
De EQ-aanduiding gaat branden in het display
wanneer de equalizer wordt ingeschakeld. Wanneer u
de equalizer aanpast met de EQ-parameters, worden
de instellingen op alle geluidsvelden toegepast en
kunnen deze worden weergegeven wanneer u de
equalizer inschakelt.
34
NL
Opmerkingen
• Druk niet op enige toets van de tuner/versterker of
de bijgeleverde afstandsbediening totdat de
"Autobetical" zenderopslag is voltooid.
• Als u verhuist naar een andere streek, kan het nodig
zijn deze procedure opnieuw uit te voeren, om de
best te ontvangen zenders in uw nieuwe
woongebied vast te leggen.
• Zie voor het afstemmen op de vastgelegde
voorkeurzenders de aanwijzingen op blz. 36.
• Als u na het opslaan van zenders met deze functie
uw FM antenne verplaatst, kunnen de vastgelegde
instellingen niet meer geldig zijn. In dat geval volgt
u weer de bovenstaande aanwijzingen om de FM
zenders opnieuw vast te leggen.
Directe afstemming
Als u de afstemfrequentie van de gewenste
zender kent, kunt u die rechtstreeks invoeren
met de cijfertoetsen van de bijgeleverde
afstandsbediening. Voor details omtrent de
toetsen in dit hoofdstuk, zie blz. 44–51 voor
afstandsbediening RM-PP412 en blz. 52–55
voor afstandsbediening RM-U307.
1
Druk herhaaldelijk op TUNER op de
afstandsbediening om de FM of AM band
te selecteren.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Druk op D.TUNING op de
afstandsbediening.
3 Voer met de cijfertoetsen de gewenste
afstemfrequentie in.
Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz
Voorbeeld 2: AM 1350 kHz
(U hoeft de laatste "0" niet in te voeren als voor
de afstemschaal een interval van 10 kHz geldt.)
Als u niet op een bepaalde zender kunt
afstemmen en de ingevoerde cijfers
knipperen
Controleer of u de juiste frequentie hebt
ingevoerd. Bij een vergissing herhaalt u de
stappen 2 en 3.
Als de ingevoerde cijfers nog steeds
knipperen, wordt deze frequentie in uw
ontvangstgebied niet gebruikt.
Radio-ontvangst
bbbb
1 0 2 5 0
bbb
1 3 5 0
Om uw tuner/versterker te gebruiken voor
radio-ontvangst, zult u er eerst een FM- en een
AM-antenne op moeten aansluiten (blz. 7).
Automatisch voorinstellen
van FM zenders in
alfabetische volgorde
(AUTOBETICAL)
(Alleen voor de modellen met
landcode CEL, CEK)
Met deze automatische zenderopslagfunctie
kunt u maximaal 30 FM radiozenders en FM
RDS zenders in het afstemgeheugen van de
tuner/versterker vastleggen, zonder doublures.
Hierbij kiest de tuner/versterker automatisch
alleen de best doorkomende zenders.
Als u bepaalde FM of AM zenders handmatig
in het afstemgeheugen wilt vastleggen, volg
dan de aanwijzingen onder "Voorinstellen van
radiozenders" op blz. 36.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
versterker uit te schakelen.
2 Houd de MEMORY toets ingedrukt en
druk nogmaals op de ?/1 toets om de
tuner/versterker weer in te schakelen.
De aanduiding "AUTO-BETICAL SELECT"
verschijnt en de tuner/versterker gaat op zoek
naar alle plaatselijk te ontvangen FM
radiozenders en FM RDS zenders en legt
deze in het afstemgeheugen vast.
Bij elke RDS informatiezender controleert de
tuner/versterker eerst of er andere zenders
zijn die hetzelfde programma uitzenden, om
daarvan dan alleen de duidelijkst
doorkomende zender vast te leggen. De
gekozen RDS informatiezenders worden
gesorteerd op alfabetische volgorde van hun
officiële Program Service zendernaam, en
krijgen dan elk een letter-plus-cijfer
voorinstelcode toegewezen. Zie voor nadere
bijzonderheden betreffende de RDS
informatiezenders blz. 37.
De gewone FM radiozenders krijgen ook
een letter-plus-cijfer code en worden dan na
de RDS zenders vastgelegd.
Na afloop van het vastleggen verschijnt de
aanduiding "FINISH" even in het
uitleesvenster en dan keert de tuner/
versterker terug naar de normale
bedieningsfuncties.
Radio-ontvangst
35
NL
4 Bij afstemmen op een AM radiozender
verstelt u de richting van de AM
kaderantenne zo dat de ontvangst
optimaal klinkt.
5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 als u op een
andere zender wilt afstemmen.
Tips
• Als u de afstemfrequentie niet precies weet, voer
dan een waarde in dichtbij de frequentie van de
zender die u zoekt en druk dan op de TUNING + of
TUNING – afstemtoets. De tuner/versterker stemt
dan automatisch af op de dichtst benaderde zender.
Als u denkt dat de zenderfrequentie iets boven de
door u gekozen waarde ligt, drukt u op de TUNING
+ toets en als u waarschijnlijk een iets te hoge
waarde hebt gekozen, drukt u op de TUNING –
toets.
• Indien "STEREO" knippert in het display en de FM
stereo-ontvangst slecht is, druk dan op FM MODE
om over te schakelen naar monoweergave
(MONO). Dan is er geen stereo effect meer, maar
de radio-uitzending zal beter klinken. Druk
nogmaals op FM MODE om terug te keren naar
stereo ontvangst.
De afstemschaal verschilt volgens de gebiedscode
zoals vermeld in de volgende tabel. Zie voor nadere
bijzonderheden over de landcodes blz. 4.
Landcode FM AM
CEL, CEK, SP, CN, 50 kHz 9 kHz
TW, KR, AU
E2/E3, JE 50 kHz 9 kHz*
AR, MX 50 kHz 10 kHz
* Desgewenst kunt u het afsteminterval voor de AM
band omschakelen (blz. 60).
Automatische afstemming
Als u de afstemfrequentie van de gewenste
zender niet kent, laat u de tuner/versterker de in
uw gebied te ontvangen zenders doorzoeken.
1 Druk herhaaldelijk op TUNER FM/AM
om FM of AM te selecteren.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2
Druk op de TUNING + of TUNING – toets.
Druk op de TUNING + toets om de
afstemband in oplopende volgorde te
doorzoeken; op de TUNING – toets om van
hoog naar laag te zoeken.
Telkens wanneer er een zender wordt
gevonden, stopt de tuner/versterker met
zoeken.
Wanneer de tuner/versterker het einde
van de afstemschaal bereikt
Dan wordt de zoekafstemming vanaf het
andere einde herhaald in dezelfde richting.
3 Om door te gaan met zoeken, drukt u
nogmaals op de TUNING + of TUNING –
toets.
Geheugenafstemming
Na het afstemmen op een zender met de directe
afstemming of de automatische
zoekafstemming kunt u de betreffende zender
vastleggen in het afstemgeheugen van de tuner/
versterker. Dan kunt u voortaan die
voorkeurzender rechtstreeks kiezen door
invoeren van de letter-en-cijfer code met de
bijgeleverde afstandsbediening. Zo kunt u tot
30 voorkeurzenders voor de FM of AM
voorinstellen. U kunt de tuner/versterker ook
alle vastgelegde voorkeurzenders laten
doornemen.
Alvorens u zenders kunt opzoeken met de
geheugenafstemming, zult u ze eerst in het
geheugen moeten vastleggen volgens de
aanwijzingen onder "Voorinstellen van
radiozenders" (blz. 36).
wordt vervolgd
36
NL
Afstemmen op vastgelegde
voorkeurzenders
Op radiozenders die in het afstemgeheugen zijn
vastgelegd, kunt u afstemmen op een van de
volgende twee manieren.
Afstemmen door alle
voorkeurzenders te doorlopen
1 Druk op TUNER FM/AM.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Druk enkele malen op de PRESET
TUNING + of PRESET TUNING – toets
om door te zoeken naar de gewenste
zender.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, gaat
de tuner/versterker één voorkeurzender
verder in de gekozen richting en de
onderstaande volgorde:
Afstemmen op een zender waarvan u
het voorinstelnummer kent
Gebruik voor het volgende de bijgeleverde
afstandsbediening. Voor details omtrent de
toetsen in dit hoofdstuk, zie blz. 44–51 voor
afstandsbediening RM-PP412 en blz. 52–55
voor afstandsbediening RM-U307.
1
Druk op TUNER op de afstandsbediening.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Druk op de SHIFT toets om een
geheugengroep (A, B of C) te kiezen en
kies dan het nummer van de gewenste
voorkeurzender met de cijfertoetsen.
nA1˜A2˜...˜A0˜B1˜B2˜...˜B0N
nC0˜...C2˜C1N
Geheugenafstemming (vervolg)
Voorinstellen van radiozenders
1 Druk op TUNER FM/AM.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Stem af op de radiozender die u wilt
voorinstellen, met de directe
afstemming (blz. 34) of de
automatische zoekafstemming (blz. 35).
3 Druk op de MEMORY toets.
In het uitleesvenster licht enkele seconden
lang de aanduiding "MEMORY" op.
Verricht de stappen 4 t/m 5 voordat deze
"MEMORY" aanduiding dooft.
4 Druk herhaaldelijk op PRESET TUNING
+ of PRESET TUNING – om een vooraf
ingesteld stationsnummer te selecteren.
Wanneer u op de toets drukt, wordt het
vooraf ingestelde stationsnummer als volgt
in het overeenkomende nummer en richting
gewijzigd:
Als "MEMORY" wordt uitgeschakeld
voordat u het vooraf ingestelde
stationsnummer hebt geselecteerd, moet u
opnieuw beginnen vanaf stap 3.
5 Druk nogmaals op de MEMORY toets
om de ontvangen radiozender in het
geheugen vast te leggen.
Indien "MEMORY" dooft voor u het
voorinstelnummer indrukt, begin dan
opnieuw vanaf stap 3.
6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
Een andere zender voorinstellen
onder een reeds gebruikt nummer
Herhaal de stappen 1 t/m 5 om een nieuwe
zender onder hetzelfde nummer vast te leggen.
Tip
In stap 4 kunt u ook gebruik maken van de
afstandsbediening om een vooraf ingesteld
stationsnummer te selecteren. Druk herhaaldelijk op
SHIFT om een geheugenpagina (A, B of C) te
selecteren en druk op de numerieke toetsen om een
vooraf ingesteld nummer te selecteren.
nA1˜A2˜...˜A0˜B1˜B2˜...˜B0N
nC0˜...C2˜C1N
Radio-ontvangst
37
NL
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor de modellen met
landcode CEL, CEK)
Met deze tuner/versterker kunt u ook gebruik
maken van de RDS functies van het Radio Data
Systeem, waarmee radiozenders naast de
gewone uitzendingen allerlei nuttige informatie
doorgeven.
De RDS informatie wordt alleen uitgezonden
door FM zenders.*
* Niet alle FM radiozenders bieden de RDS
informatie en niet alle RDS zenders bieden dezelfde
functies. Als u niet bekend bent met de plaatselijk
beschikbare RDS functies, kunt u voor nadere
bijzonderheden het best contact opnemen met de
plaatselijke radiozenders.
Ontvangst van RDS
informatie-uitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de
FM band met de directe afstemming
(blz. 34), de automatische zoekafstemming
(blz. 35) of de geheugenafstemming
(blz. 35).
Wanneer u afstemt op een zender met RDS
service, licht de RDS indicator op en verschijnt
de zendernaam op het display.
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd de RDS
signalen niet duidelijk genoeg uitzendt of als de
signaalsterkte onvoldoende is.
Aangeven van RDS informatie
in het uitleesvenster
Druk tijdens ontvangst van een RDS
zender meermalen op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de RDS informatie in het
uitleesvenster kringsgewijze als volgt:
Zendernaam t Afstemfrequentie t
Program Type indicatie
a)
t Radio Text
indicatie
b)
t Huidige tijdindicatie (in 24-uurs
aanduiding) t Gekozen klankbeeld
a) Soort programma dat wordt uitgezonden (blz. 38).
b) Tekstberichten die door de RDS zender worden
uitgezonden.
Opmerkingen
• Als er een nooduitzending of waarschuwingsbericht
door de overheid wordt uitgezonden, gaat in het
uitleesvenster de aanduiding "ALARM" knipperen.
• Als een aanduiding uit 9 of meer letters bestaat, zal
de tekst van rechts neer links over het scherm lopen.
• Als een radiozender een bepaalde RDS functie niet
verzorgt, zal het uitleesvenster "NO XXXX"
(bijvoorbeeld "NO TEXT") aangeven.
wordt vervolgd
38
NL
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS) (vervolg)
Aanduiding Beschrijving
programmatyp
TRAVEL Programma’s over reizen. Niet
voor aankondigingen die met de
TP/TA verkeersinformatiefuncties
te vinden zijn
LEISURE Programma’s over
vrijetijdsbesteding en hobbies als
vissen, tuinieren, koken e.d.
JAZZ Jazzmuziek
COUNTRY Country & western muziek
NATION M Programma’s met de nationale of
streekmuziek van een bepaald
gebied
OLDIES Hits van vroeger
FOLK M Folkmuziek
DOCUMENT Documentaires
NONE Programma’s die buiten de
bovenstaande categorieën vallen
Overzicht van de programmatypen
Aanduiding Beschrijving
programmatype
NEWS Nieuwsuitzendingen
AFFAIRS Actualiteitenprogramma’s die op
de achtergronden van het huidige
nieuws ingaan
INFO Uitzendingen betreffende de
weersverwachting, nieuws voor
consumenten, medisch advies e.d.
SPORT Sportverslagen en -uitslagen
EDUCATE Educatieve programma’s, met
wetenswaardigheden en praktische
tips
DRAMA Hoorspelen en andere radioseries
CULTURE Programma’s over nationale en
regionale cultuur, zoals
taalkwesties en sociale
vraagstukken
SCIENCE Uitzendingen over
natuurwetenschappen en
technologie
VARIED Gevarieerde uitzendingen, zoals
vraaggesprekken,
quizprogramma’s en allerlei
amusement
POP M Populaire muziek
ROCK M Rockmuziek
EASY M "Easy listening" muziek
LIGHT M Lichte klassieken, met vocale,
instrumentale en koormuziek
CLASSICS Klassieke muziekuitvoeringen,
orkestrale werken en
kamermuziek, opera enz.
OTHER M Alle muziek die niet in de
bovenstaande categorieën past,
zoals rhythm & blues of reggae
WEATHER Weerbericht
FINANCE Beursberichten, financieel en
zakennieuws, etc.
CHILDREN Kinderprogramma’s
SOCIAL Programma’s over mensen en hun
bezigheden
RELIGION Programma’s over godsdienst en
religieuze zaken
PHONE IN Programma’s waarin luisteraars
via de telefoon of in een publiek
forum kunnen reageren
Andere bedieningsfuncties
39
NL
Andere bedieningsfuncties
Naamgeving van
voorkeurzenders en
beeld/geluidsbronnen
U kunt de vastgelegde voorkeurzenders en
andere beeld/geluidsbronnen van zelfgekozen
namen (index name) van elk 8 letters (en
cijfers) voorzien. Deze namen (zoals
bijvoorbeeld "VHS") worden dan in het
uitleesvenster aangegeven wanneer u instelt op
weergave van de betreffende beeld/
geluidsbron. U kunt niet meer dan één naam
tegelijk invoeren voor elke voorkeurzender of
beeld/geluidsbron.
Deze functie kan handig zijn voor het uit elkaar
houden van soortgelijke apparatuur. Zo kunt u
bijvoorbeeld twee videorecorders
onderscheiden met de typenamen "VHS" en
"8MM". Bovendien kunt u hiermee
componenten benoemen die zijn aangesloten
op stekkerbussen bedoeld voor andere
apparatuur, zoals een tweede CD-speler die is
aangesloten op de MD/TAPE aansluitingen.
1 Voor naamgeving van een
voorkeurzender
Druk op TUNER FM/AM en stem dan af
op de radiozender waarvoor u een
naam wilt invoeren.
Als u niet weet hoe u kunt afstemmen op
een voorkeurzender, volgt u de
aanwijzingen onder "Afstemmen op
vastgelegde voorkeurzenders" op blz. 36.
Voor naamgeving van een
beeld/geluidsbron
Stel in op de beeld/geluidsbron
(component) die u een naam wilt geven.
2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" CUSTOM " te selecteren.
3 Druk herhaaldelijk op of om
"NAME IN" te selecteren.
4 Voer de gewenste naam in met de
instelknop en of , als volgt:
Draai aan de instelknop om een letterteken
te kiezen en druk dan op de
toets om de
cursor op de plaats van de volgende letter te
zetten.
Invoegen van een spatie
Draai aan de instelknop tot er een spatie in
het uitleesvenster verschijnt.
Bij een vergissing in de
letterkeuze
Druk herhaaldelijk op of tot het teken dat
u wilt wijzigen, gaat knipperen. Druk draei aan
de instelknop om het gewenste teken te
selecteren.
5 Druk op de ENTER toets.
6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 voor alle
voorkeurzenders en beeld/
geluidsbronnen waarvoor u
zelfgekozen namen wilt invoeren.
Opmerking
(Alleen voor de modellen met landcode
CEL, CEK)
Bij FM RDS zenders kunt u de naam niet aanpassen
en geen nieuwe naam invoeren.
Opnemen
Voor u begint, dient u te controleren of alle
apparaten naar behoren zijn aangesloten.
Opnemen op een
audiocassette of minidisc
Via deze tuner/versterker kunt u opnamen
maken op een cassette of een minidisc. Zie
voor nadere details van de bediening de
gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of
minidisc-recorder.
1 Stel in op de geluidsbron die u wilt
opnemen.
2 Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld een op te nemen
compact disc in de CD-speler.
3 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette of minidisc in het opname-
apparaat en stel zo nodig het
opnameniveau in.
4 Start het opnemen op het opname-
apparaat en start dan de weergave van
de geluidsbron.
wordt vervolgd
40
NL
Opnemen (vervolg)
Opmerkingen
• De instellingen die u voor weergave maakt zijn niet
van invloed op de signalen die worden doorgegeven
via de MD/TAPE OUT aansluitingen.
• De analoge audiosignalen van de huidige
invoerbron worden uitgevoerd via de REC OUT
aansluitingen.
• Als MULTI CH IN is geselecteerd, worden de
analoge audiosignalen van de huidige invoerbron
uitgevoerd via de REC OUT aansluiting.
• U kunt geen digitale geluidssignalen opnemen met
een opname-apparaat dat is aangesloten op de
analoge MD/TAPE OUT aansluitingen. Voor het
opnemen van digitale signalen zult u een digitaal
opname-apparaat moeten aansluiten op de DIGITAL
MD/TAPE OUT aansluitingen.
• Bepaalde geluidsbronnen kunnen zijn voorzien van
een kopieerbeveiliging die het opnemen blokkeert.
Een dergelijke geluidsbron zult u niet kunnen
opnemen.
• Wanneer MULTI CH IN wordt gekozen, worden er
geen signalen uitgevoerd via DIGITAL OUT (MD/
TAPE OPTICAL OUT).
Opnemen op een videocassette
Met deze tuner/versterker kunt u beelden
opnemen vanaf een videorecorder, TV of
DVD-videospeler. Ook bestaat de mogelijkheid
om tijdens kopiëren of monteren van video-
opnamen een nieuw geluidsspoor in te voegen
vanaf een geluidsbron naar keuze. Zie voor
nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing
van uw videorecorder of DVD-videospeler.
1 Stel in op de beeld/geluidsbron die u
wilt opnemen.
2 Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld de DVD die u wilt
opnemen in de DVD-video speler.
3 Plaats een voor opnemen geschikte
videocassette in de videorecorder
(VIDEO 1) die u voor opnemen gebruikt.
4 Start het opnemen op de opname-
videorecorder en start dan de weergave
van de videocassette of de DVD die u
wilt opnemen.
Tip
U kunt het geluid van elke audiobron opnemen op een
videoband tijdens het kopiëren vanaf een videoband
of DVD. Zoek op de videoband het punt op waar u
het nieuwe geluid wilt invoegen, stel in op de
geluidsbron en start de weergave daarvan. Het geluid
van het gekozen weergave-apparaat zal op het
geluidsspoor van de videoband worden opgenomen in
plaats van het oorspronkelijke geluidsspoor. Om terug
te keren naar het oorspronkelijke geluidsspoor voor
de rest van de video-opnamen, stelt u op dezelfde
wijze weer in op de video-geluidsbron.
Opmerkingen
• Zorg dat er zowel digitale als analoge aansluitingen
zijn gemaakt op de VIDEO 2 en DVD ingangen.
Het is niet mogelijk analoge opnamen te maken als
er alleen digitale aansluitingen zijn gemaakt.
• Als MULTI CH IN is geselecteerd, worden de
analoge audiosignalen van de huidige invoerbron
uitgevoerd via de REC OUT aansluiting.
Automatisch uitschakelen
met de sluimerfunctie
U kunt de tuner/versterker automatisch laten
uitschakelen na een tijdsduur die u zelf kiest,
zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen.
Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening staat ingeschakeld.
Telkens wanneer u op de SLEEP toets drukt,
verspringt de sluimertijd als volgt:
2-00-00 t 1-30-00 t 1-00-00 t 0-30-00
t OFF
Tips
• (Alleen voor de RM-PP412) Druk op ALT voor u
op SLEEP drukt (blz. 47).
• Om de resterende sluimertijd voor het uitschakelen
van de tuner/versterker te controleren, drukt u op de
SLEEP toets. De resterende tijd tot het uitschakelen
verschijnt in het uitleesvenster.
Andere bedieningsfuncties
41
NL
Aanpassingen via het
CUSTOM menu
Met het CUSTOM menu kunt u de volgende
aanpassingen maken.
1 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" CUSTOM " te selecteren.
2 Druk op of om de parameter te
kiezen die u wilt instellen.
Bepaalde instelparameters kunnen in het
uitleesvenster slechts vaag of grijs worden
aangegeven. Dan is een dergelijke parameter
niet van toepassing of is vast ingesteld en
niet te wijzigen vanwege de klankbeelden
(blz. 25– 28) of andere instellingen.
3 Draai aan de instelknop om de
gewenste stand of instelling te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch in
het geheugen vastgelegd.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle
nuttige parameters naar wens hebt
ingesteld.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter Oorspronkelijke instelling
SB XXXX AUTO
DEC. XXXX PCM (voor DVD, CD/
SACD en MD/TAPE),
AUTO (voor VIDEO 2)
P.SAVE.XXX OFF
x Decoderingsstand voor de achterste
surroundluidspreker (SB XXXX)
U kunt deze parameter ook instellen met SURR
BACK DECODING op het voorpaneel. Zie
blz. 28 voor meer informatie.
x Decoderingsprioriteit (DEC. XXXX)
De juiste decodering wordt ingesteld voor
binnenkomende digitale signalen.
• PCM prioriteitsstand (DEC. PCM)
Gebruik deze voor het afspelen van audio-
CD (PCM), DVD en MD. Wanneer u andere
media gebruikt dan een CD, DVD of MD,
kan er ruis optreden en verschijnt
"
DEC.
ERR.
"
in het display. Als dit gebeurt, moet u
overschakelen naar de AUTO stand.
• AUTO stand (DEC. AUTO)
Gebruik deze functie voor het afspelen van
audio-CD (PCM), DVD, DTS-CD en DTS-
LD. Bij audio-CD’s kunt u wellicht het
allereerste gedeelte van de tracks niet
afspelen.
Gewoonlijk gebruikt u deze met de
bovenstaande instellingen.
x CONTROL A1 energiebespaarfunctie
(P.SAVE.XXX)
Als deze is ingesteld op
"
OFF
"
, kunt u de
receiver automatisch inschakelen wanneer het
onderdeel dat is aangesloten via het snoer met
een monoministekker (zie blz. 13), is
ingeschakeld en de weergave is gestart. Als de
receiver is ingesteld op
"
ON
"
, wordt deze
echter niet automatisch ingeschakeld.
Door hiervoor "ON" te kiezen, kunt u het
stroomverbruik van de tuner/versterker
verminderen in de gebruiksklaar-stand.
De werkingsstand van de
receiver wijzigen
Deze functie is handig wanneer u 2 Sony
receivers in dezelfde kamer gebruikt.
1 Schakel de receiver uit.
2 Houd ENTER ingedrukt en druk op 1/u
om de receiver in te schakelen.
In het display verschijnt
"
C.MODE.AVX
"
.
Wanneer u de bovenstaande procedure
herhaalt, wordt het display als volgt
gewijzigd:
C.MODE.AV1 y C.MODE.AV2
Tip
De standaardinstelling is "C.MODE.AV2".
Opmerkingen
• (Allen voor de RM-PP412) De oorspronkelijke
instelling voor de opdrachtsand van de bijgeleverde
afstandsbediening is
"
AV2
"
.
• (Allen voor de RM-U307) De opdrachtstand van de
bijgeleverde afstandsbediening is "AV2". U kunt
deze instelling niet wijzigen.
• Wanneer tuner/versterker en afstandsbediening op
een andere manier worden bediend, werkt de tuner/
versterker niet met de afstandsbediening.
42
NL
Overeenkomsten tussen CONTROL
A1 en CONTROL A1
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is
uitgebracht in een vernieuwde versie, CONTROL
A1 genaamd, hetgeen het standaard
bedieningssysteem is voor de Sony 300-disc CD-
wisselaar en andere recente Sony apparatuur.
Componenten met CONTROL A1
bedieningsaansluitingen en die met CONTROL A1
aansluitingen zijn onderling te verbinden en samen te
gebruiken. In principe zijn de meeste functies van het
CONTROL A1 bedieningssysteem ook beschikbaar
in het nieuwe CONTROL A1 bedieningssysteem.
Bij een onderlinge verbinding tussen CONTROL A1
aansluitingen en CONTROL A1 aansluitingen kan
het aantal beschikbare bedieningsfuncties echter
beperkt zijn, afhankelijk van de aangesloten
apparatuur. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparatuur.
Aansluitingen
Verbind met behulp van mono snoeren met
ministekkers de CONTROL A1 aansluitingen
op het achterpaneel van elk apparaat in serie
door. Zo kunt u maximaal 10 componenten die
geschikt zijn voor het CONTROL A1
systeem onderling doorverbinden, in elke
gewenste volgorde. Van elk type apparaat kunt
u er echter slechts één tegelijk aansluiten (dus
slechts 1 CD-speler, 1 minidisc-recorder, 1
cassettedeck en 1 tuner/versterker).
(Afhankelijk van het model kan het wel eens
mogelijk zijn meer dan één compact disc speler
of minidisc-speler aan te sluiten. Zie voor
nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing
van de betreffende componenten.)
Voorbeeld
Versterker
(Tuner/
versterker)
CD-
speler
Minidisc-
recorder
Cassettedeck
Andere
component
CONTROL A1
bedieningssysteem
(Uitgezonderd de modellen met
landcode CEL, CEK)
Om te beginnen
De onderstaande beschrijving verklaart de
basisfuncties van het CONTROL A1
bedieningssysteem. Bepaalde stereo-
componenten beschikken over speciale
extra functies, zoals de "CD synchroon-
opname" op cassettedecks, waarvoor ook
CONTROL A1 aansluitingen nodig zijn.
Zie daarom tevens de bij uw stereo-
component(en) geleverde
gebruiksaanwijzingen.
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is
ontwikkeld ter vereenvoudiging van de
bediening van stereo-installaties bestaande uit
afzonderlijke Sony stereo-componenten. De
CONTROL A1
aansluitingen verschaffen een
speciale signaalbaan voor besturingssignalen,
om automatische bedieningsfuncties mogelijk
te maken die men gewoonlijk slechts op
geïntegreerde systemen aantreft.
Op dit moment bieden de CONTROL A1
aansluitingen u met een Sony CD-speler,
versterker (of tuner/versterker), minidisc-
recorder en cassettedeck het gemak van de
automatische geluidsbron-keuze en de
synchroon-opnamestart.
In de toekomst zal het CONTROL A1
aansluitsysteem gaan fungeren als een
multifunctie-aansluitbus, waarmee u allerlei
functies van verschillende componenten
volautomatisch zult kunnen bedienen.
Opmerkingen
• Het CONTROL A1 bedieningssysteem is zo
ontworpen dat er geleidelijk meer en meer functies
aan kunnen worden toegevoegd. Dit betekent echter
niet dat de nieuwe functies ook beschikbaar zullen
zijn op de aangesloten oudere apparatuur.
• Gebruik geen tweeweg-afstandsbediening wanneer
de CONTROL A1 aansluitingen via een
PC-interface aansluitset zijn verbonden met een
personal computer waarop het "MD Editor"
programma of een soortgelijk
toepassingsprogramma draait. Gebruik ook de
aangesloten apparatuur niet op een manier die
niet overeenkomt met de functies van het
toepassingsprogramma, want dan kan het
programma niet naar behoren werken.
Andere bedieningsfuncties
43
NL
In het CONTROL A1 bedieningssysteem
lopen de bedieningssignalen beide kanten op,
dus er is geen verschil tussen IN en OUT
aansluitingen. Als een component meer dan een
CONTROL A1
aansluiting heeft, kunt u naar
keuze één hiervan gebruiken, of op elk ervan
een verschillende geluidscomponent aansluiten.
Betreffende CONTROL A1
aansluitingen
U kunt zonder probleem alle CONTROL A1
aansluitingen verbinden met de nieuwere
CONTROL A1
aansluitingen. Voor nadere
bijzonderheden over de wijze van aansluiten en
de mogelijkheden wordt u verwezen naar de de
gebruiksaanwijzingen van de aangesloten
apparatuur.
Betreffende de aansluitsnoeren
Bij bepaalde componenten die geschikt zijn
voor het CONTROL A1 systeem wordt een
aansluitsnoer bijgeleverd. Dan kunt u dat snoer
voor het aansluiten gebruiken.
Beschikt u niet over een dergelijk bijgeleverd
snoer, gebruik dan een los in de audiohandel
verkrijgbaar ministekker-snoer van minder dan
2 meter lengte met (mono) ministekkers,
zonder weerstand (zoals het Sony RK-G69HG
aansluitsnoer).
Basis-bedieningsfuncties
De CONTROL A1 bedieningsfuncties zullen
werken zolang de te bedienen component(en)
is/zijn ingeschakeld, ook al staan de andere
aangesloten componenten alle uitgeschakeld.
Automatische geluidsbronkeuze
Als u een voor het CONTROL A1 systeem
geschikte Sony versterker (of tuner/versterker)
hebt aangesloten op andere Sony componenten
via mono ministekker-snoeren, dan zal de
geluidsbron-keuzeschakelaar van de versterker
(of tuner/versterker) automatisch instellen op de
juiste geluidsbron, zodra u de weergavetoets van
een een van de aangesloten componenten indrukt.
Opmerkingen
• Er moet een voor het CONTROL A1 systeem
geschikte Sony versterker (of tuner/versterker) zijn
aangesloten via mono ministekker-snoeren om de
automatische geluidsbron-keuze te kunnen gebruiken.
• Deze automatische geluidsbron-keuze werkt alleen als
de componenten zijn aangesloten op de
ingangsaansluitingen van de versterker (of tuner/
versterker) die overeenkomen met de namen van de
geluidsbron-keuzetoetsen. Op bepaalde versterkers kunt
u de namen van de geluidsbron-keuzetoetsen
omschakelen. Zie in dat geval voor nadere
bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de
versterker.
• Tijdens opnemen kunt u beter niet het afspelen starten
van een andere component dan de opnamebron.
Hierdoor zou namelijk de automatische geluidsbron-
keuze overschakelen op de andere component.
Synchroon-opnamefunctie
Met deze functie kunt u automatisch de weergave
van de gekozen geluidsbron en de opname op een
andere component tegelijk starten.
1 Stel de geluidsbron-keuzeschakelaar
van de versterker (of tuner/versterker)
in op de geluidsbron voor weergave.
2 Zet de geluidsbron in de weergave-
pauzestand (let op dat het N en het X
lampje beide oplichten).
3 Zet het opname-apparaat in de
opnamepauzestand (REC-PAUSE).
4 Druk op de PAUSE toets van het
opname-apparaat.
De geluidsbron schakelt van de
pauzestand over op weergave en even
later begint automatisch het opnemen.
Wanneer de weergave van de
geluidsbron eindigt, zal het opnemen
ook automatisch stoppen.
Opmerkingen
• Zet niet meer dan één geluidsbron tegelijk in de
weergave-pauzestand.
• Bepaalde opname-componenten beschikken over
een speciale synchroon-opnamefunctie op basis van
het CONTROL A1 bedieningssysteem, zoals de
"CD synchroon-opname" op cassettedecks. Zie voor
nadere bijzonderheden daaromtrent de bij uw
opname-component geleverde gebruiksaanwijzing.
Aansluitvoorbeelden
CD-speler
Minidisc-recorder
CONTROL A1
CONTROL A1
44
NL
H
X
m
M
.
>
-
VIDEO1 VIDEO2
USE MODE
SYSTEM STANDBY
SLEEP
AV1 AV2
TV ?/1 AV ?/1
VIDEO3 DVD
TV/SAT
MD/TAPE CD/SACD
TUNER
PHONO AUX
MULTI CH SOURCE
SHIFT
TOP MENU/
GUIDE
AV MENU
MUTING
MASTER
VOL
DISPLAY
TV VOL TV CH
WIDE ON SCREEN
TV/
VIDEO
MAIN
MENU
RETURN/EXIT
D.TUNING DISC ALT
ANT
CLEAR
SEARCH MODE
2CH
A.F.D.
123
456
789
0/10 >10/11 12
MOVIE
SUBTITLE ENTER
MUSIC
AUDIO
SWAP/
ANGLE
JUMP/
TIME
PRESET/
CH/D.SKIP
TEST
TONE
SB
DECODINGDIRECT
AAC
BI-LING
x
?/1
P
O
f
F
G
g
ENTER/
EXECUTE
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP412
Alleen voor de modellen met
landcode E2/E3, MX, AR
U kunt de RM-PP412 afstandsbediening
gebruiken om de componenten van uw stereo-
installatie te bedienen.
Voor u de
afstandsbediening
gebruikt
Aanbrengen van batterijen in
de afstandsbediening
Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de
afstandsbediening, met de juiste polariteit van
(+) en (–), zoals aangegeven in het batterijvak.
Voor gebruik van de afstandsbediening richt u
deze op de g afstandsbedieningssensor voorop
de tuner/versterker.
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6
maanden meegaan. Als de tuner/versterker niet meer
naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het
tijd alle batterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerkingen
• Leg de afstandsbediening niet op een al te warme
of vochtige plaats.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast
elkaar.
• Let op dat de afstandsbedieningssensor van de
tuner/versterker niet wordt blootgesteld aan directe
zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de
afstandsbediening niet naar behoren functioneren.
• Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd
niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit
verwijderen, om eventuele beschadiging door
batterijlekkage en corrosie te voorkomen.
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen
Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de
functies van de diverse toetsen.
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
?/1 Tuner/ In- en uitschakelen van
versterker de tuner/versterker.
SLEEP Tuner/ Instellen van de
versterker sluimerfunctie en de
tijdsduur waarna de
tuner/versterker
automatisch moet worden
uitgeschakeld.
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP412
45
NL
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
VIDEO1 Tuner/ Videocassette-weergave.
versterker (Videorecorder 3)
VIDEO2 Tuner/ Videocassette-weergave.
versterker (Videorecorder 1)
VIDEO3 Tuner/ Videocassette-weergave.
versterker (Videorecorder 2)
DVD Tuner/ Video-weergave van een
versterker DVD.
TV/SAT Tuner/ TV-kijken, gewone of
versterker satelliet-uitzendingen.
MD/TAPE Tuner/ Afspelen van een
versterker minidisc of
geluidscassette.
CD/SACD Tuner/ Afspelen van compact
versterker discs.
TUNER Tuner/ Luisteren naar de radio.
versterker
PHONO Tuner/ Afspelen van
versterker grammofoonplaten.
AUX Tuner/ Luisteren naar
versterker aangesloten audio-
apparatuur.
MULTI Tuner/ Om MULTI CH IN te
CH versterker kiezen.
2CH Tuner/ Keuze van de 2CH
versterker mode.
A.F.D. Tuner/ Keuze van A.F.D. AUTO,
versterker DOLBY PL, PLII MOV,
PLII MUS, NEO6 CIN
en NEO6 MUS.
MOVIE Tuner/ Keuze van C.ST.EX A,
versterker C.ST.EX B en C.ST.EX
C.
MUSIC Tuner/ Keuze van HALL, JAZZ
versterker en CONCERT.
TEST Tuner/ Indrukken voor
TONE versterker weergave van de
testtoon.
DIRECT Tuner/ Keuze van 2CH
versterker ANALOG DIRECT.
AAC Tuner/ Keuze van dubbel mono
BI-LING versterker of twcetalig geluid bij
Digital Dolby, DTS of
AAC enz.
SB Tuner/ Druk hierop om de
DECODING versterker surround-
decoderingsstanden te
selecteren.
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
SHIFT Tuner/
Meermalen indrukken
versterker
om een geheugengroep
te kiezen voor het
vastleggen van of
afstemmen op een
voorkeurzender.
D.TUNING Tuner/
Directe keuze van een
versterker bekende radiozender.
MUTING Tuner/ Demping van het
versterker geluid van de tuner/
versterker.
V/v Tuner/ Om een menu-item
versterker te kiezen.
B/b Tuner/ Om een instelling te
versterker verrichten of te
wijzigen.
MASTER Tuner/ De totale
VOL +/– versterker geluidssterkte van de
tuner/versterker
regelen.
MAIN Tuner/ Druk herhaaldelijk
MENU versterker op deze toets om één
van de vijf cursor
modes te kiezen:
SET UP, LEVEL,
EQ en CUSTOM.
ON Tuner/ Om de menu’s van
SCREEN versterker de tuner/ versterker
op het TV-scherm te
laten verschijnen.
AV ?/1 TV-toestel/ In- en uitschakelen
Videorecorder/
van de audio- en
CD-speler/ video-apparatuur.
Video-CD speler/
LD-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
SYSTEM Tuner/ Zet de tuner/
STANDBY versterker versterker en andere
(Druk TV-toestel/ Sony audio/ video-
AV ?/1
Videorecorder/
componenten af.
en ?/1 Satelliet-
tegelijk in) ontvanger/
CD-speler/
Video-CD speler/
LD-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
wordt vervolgd
46
NL
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen (vervolg)
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
1-9 en Tuner/ Gebruik met de
0/10 versterker "SHIFT" toets om de
radiozender in te stellen
of om af te stemmen op
vooraf ingestelde
zenders en met
"D.TUNING" om direct
af te stemmen.
CD-speler/ Keuze van beeld/
Video-CD muziekstuknummers.
speler/ Toets 0/10 voor beeld/
LD-speler/ muziekstuk 10.
Minidisc-
recorder/DAT-
cassettedeck
TV-toestel/ Keuze van
Videorecorder/
zendernummers.
Satelliet-
ontvanger
>10/11 CD-speler/ Keuze van beeld/
Video-CD muziekstuknummers
speler/ boven de 10.
LD-speler/
Minidisc-
recorder/
Cassettedeck
AUDIO TV-toestel/ Schakelt het geluid om
Videorecorder/
naar Multiplex,
DVD- Tweetalig of
videospeler Multikanaals TV-geluid.
SWAP*/ TV-toestel Verwisselen van het
ANGLE hoofdbeeld en het
inzetbeeld.
DVD- Kiest de kijkhoek of
videospeler wijzigt de hoeken.
JUMP/ TV-toestel Overschakelen tussen de
TIME vorige en de huidige
zander.
CD-speler/ Toont de tijd of de
Video-CD speelduur van de disc,
speler/DVD- enz.
videospeler
* Alleen voor Sony TV’s met met beeld-in-beeld
(inzetbeeld) functie.
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
PRESET/ Tuner/ Doorzoeken en
CH/ versterker kiezen van
D. SKIP +/– voorkeurzenders.
TV-toestel/ Keuze van
Videorecorder/ voorkeurzenders.
Satelliet-ontvanger
CD-speler/ Wisselen van discs
Video-CD (alleen voor een CD-
speler/DVD- wisselaar).
videospeler/
Minidisc-recorder
ENTER TV-toestel/ Na keuze van een
Videorecorder/ zender, disc of
Satelliet- beeld/ muziekstuk
ontvanger/ met de cijfertoetsen,
LD-speler/ drukt u hierop om
Minidisc- uw keuze in te
recorder/DAT- voeren.
cassettedeck/
Cassettedeck
DISC CD-speler/ Keuze van discs
Video-CD (alleen voor een CD-
speler wisselaar).
ANT Videorecorder Keuze van het
uitgangssignaal van
de antenne-
aansluiting: TV-
ontvangst of video-
weergave.
./> Videorecorder/ Doorgaan naar een
CD-speler/ ander beeld/
Video-CD muziekstuk.
speler/DVD-
videospeler/
LD-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
m/M CD-speler/ Beeld/
Video-CD muziekstukken
speler/DVD- doorzoeken (voor- of
videospeler/ achterwaarts).
LD speler/
Minidisc-
recorder
Video-CD Snel vooruit of
videospeler/ terugwaarts zoeken.
DAT-
cassettedeck/
Cassettedeck
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP412
47
NL
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
SEARCH DVD- Kiest de zoekstand.
MODE videospeler Druk hierop om de
zoekeenheid (track,
index, enz.) te kiezen.
TOP MENU/ DVD- Om de DVD titel te
GUIDE videospeler tonen.
Satelliet- Het gidsmenu wordt
ontvanger weergegeven.
AV MENU
Videorecorder/
Om het menu te
Satelliet- tonen.
ontvanger/DVD-
videospeler
O Video-CD
Indrukken om terug
speler/LD-
te gaan naar het vorige
speler/DVD-
menu of het menu te
videospeler
sluiten.
V/v/B/b
Videorecorder/
Om een menu-item te
Satelliet- kiezen.
ontvanger/
DVD-videospeler
ENTER/
Videorecorder/
Keuze bevestigen.
EXECUTE Satelliet-
ontvanger/DVD-
videospeler
TV ?/1 TV-toestel Om de TV aan of uit
te zetten.
-/-- TV-toestel Keuze van een enkel-
cijfer of twee-cijfer
zendernummer.
TV VOL +/– TV-toestel Om het volume van
de TV te regelen.
TV CH +/– TV-toestel Kies een TV-
voorinstelzender.
TV/ TV-toestel Keuze van het
VIDEO ingangssignaal voor
weergave: TV-
ontvangst of video-
weergave.
WIDE TV-toestel Inschakelen van de
breedbeeldfunctie.
USE MODE Afstandsbe- De afstandsbediening
diening instellen.
AV1 en Afstandsbe- Kies de
AV2 diening werkingsstand van de
afstandsbediening.
SOURCE Afstandsbe- Kies 2e AV-uitgang.
diening
ALT Afstandsbe- Wijzigt de
diening afstandsbedie-
ningsfunctie om de
toetsen met oranje
opschrift te activeren.
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
N
Videorecorder/
Beginnen met
CD-speler/ afspelen.
Video-CD speler/
LD-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
X Videorecorder/
Pauzeren van de
CD-speler/
weergave of opname.
Video-CD
(Ook voor beginnen
speler/LD-
met opnemen
speler/DVD-
vanuit de
videospeler/
opnamepauzestand.)
Minidisc-
recorder/DAT-
cassettedeck/
Cassettedeck
x
Videorecorder/
Stoppen met
CD-speler/ afspelen.
Video-CD speler/
LD-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
DISPLAY TV-toestel/ Om informatie op
Videorecorder/
het TV-scherm te
Video-CD selecteren.
speler/LD-
speler/DVD-
videospeler
RETURN/ Video-CD- Om terug te keren
EXIT speler/LD- naar het vorige
speler/DVD- menu.
videospeler
Satelliet- Om het menu te
ontvanger sluiten.
SUBTITLE DVD– Om de ondertitels
videospeler te veranderen.
CLEAR DVD- Indrukken wanneer
videospeler u zich van
cijfertoets hebt
vergist of om terug
te keren naar
continu weergave
enz.
wordt vervolgd
48
NL
Opmerkingen
• Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd
staan werken niet met bepaalde tuner/
versterkermodellen.
• De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als
voorbeeld. Sommige componenten werken dan ook
niet of worden anders bediend dan hierboven
beschreven.
• Om de toetsen met oranje opdruk te kunnen
gebruiken, moet u eerst op ALT drukken.
• Druk op MAIN MENU op de afstandsbediening
voor u de receiver bedient met de V/v/B/b toetsen.
• Druk op TOP MENU/GUIDE of AV MENU op de
afstandsbediening voordat u de afstandsbediening
gebruikt voor de satelliettuner, videorecorder en de
DVD-video speler.
• De functies TV/SAT, PHONO, SOURCE,
DIRECT, AAC BI-LING, 12 en ON SCREEN
werken niet met de instelling.
De werkingsstand van de
afstandsbediening
selecteren
Stel de werkingsstand van de afstandsbediening
in met de USE MODE toets en de toetsen voor
werkingsstanden op de afstandsbediening.
Bedieningsstand kiezen
U kunt de afstandsbedieningsstand (AV1 of
AV2) kiezen. Wanneer tuner/versterker en
afstandsbediening op een andere manier
worden bediend, werkt de tuner/versterker niet
met de afstandsbediening.
Druk op AV1 of AV2 terwijl u USE MODE
ingedrukt houdt.
Het controlelampje licht eenmaal (tweemaal
voor AV2) op en de bedieningsstand verandert.
De werkingsstand van de
afstandsbediening controleren
Druk op USE MODE. Controleer de
afstandsbediening aan de hand van de
indicator.
Stand Indicator licht op
AV1 eenmaal
AV2 tweemaal
Fabrieksinstellingen van de
afstandsbediening herstellen
Druk =/1, AV =/1 en MASTER VOL –
tegelijk in.
De indicator licht 3 keer op en dooft vervolgens.
Afstandsbediening
programmeren
U kunt de afstandsbediening programmeren om
andere componenten dan van het merk Sony te
bedienen door de code te wijzigen. Eens de
stuursignalen werden gememoriseerd, kunt u
deze componenten gebruiken als onderdeel van
uw systeem.
U kunt de afstandsbediening bovendien
programmeren voor Sony componenten die niet
met de afstandsbediening kunnen worden
bediend. Merk op dat de afstandsbediening
alleen werkt met componenten die infrarood
stuursignalen kunnen ontvangen.
1 Druk op AV ?/1 terwijl u USE MODE
ingedrukt houdt.
De indicator licht op.
2 Druk op de ingangskeuzetoets
(waaronder TV ?/1) voor de component
die u wilt bedienen.
Druk bijvoorbeeld op CD/SACD om een
CD-speler te bedienen.
3 Voer de cijfercode (of één van de codes
indien er meer dan één code is) die
overeenkomt met de component en het
merk van de component die u wilt
bedienen in met de cijfertoetsen.
Raadpleeg de tabellen op blz. 49 – 51 voor
informatie over de cijfercode(s) voor de
component en het merk van de component
(het eerste cijfer en de laatste twee cijfers
van de code staan respectievelijk voor
categorie en merk).
4 Druk op ENTER.
Wanneer de cijfercode is geverifieerd,
knippert de indicator tweemaal traag en
verlaat de afstandsbediening automatisch de
programmeerstand.
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen (vervolg)
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP412
49
NL
5 Herhaal stap 1 tot 4 om andere
componenten te bedienen.
Programmeren annuleren
Druk in een willekeurige stap op USE MODE.
De afstandsbediening verlaat automatisch de
programmeerstand.
De invoerbron activeren na het
programmeren
Druk op de geprogrammeerde toets om de
gewenste invoerbron te selecteren.
Controleer het volgende indien het
programmeren mislukt:
• Indien de indicator niet oplicht in stap 1, zijn de
batterijen bijna leeg. Vervang beide batterijen.
• Indien de indicator 4 keer kort na elkaar knippert
terwijl de cijfercode wordt ingevoerd, is er een fout
opgetreden. Begin opnieuw vanaf stap 1.
Opmerkingen
• De indicator dooft wanneer er een geldige toets
wordt ingedrukt.
• Als in stap 2 op meerdere ingangskeuzetoetsen is
gedrukt, is alleen de laatstingedrukte toets geldig.
• Wanneer u in stap 2 op druk TV ?/1, worden alleen
de TV VOL +/–, TV CH +/–, TV/VIDEO en WIDE
toetsen geherprogrammeerd.
• Als in stap 3 op een ingangskeuzetoets is gedrukt,
wordt de nieuwe invoerbron geselecteerd en keert
de programmeringsprocedure terug naar het begin
van stap 3.
• Voor de cijfercodes zijn alleen de eerste drie
ingevoerde cijfers geldig.
Het geheugen van de
afstandsbediening wissen
Om alle geprogrammeerde en geleerde signalen
te wissen, gaat u als volgt tewerk om de
fabrieksinstellingen te herstellen.
Druk ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL –
tegelijk in.
De indicator knippert 3 keer en dooft
vervolgens.
De cijfercodes komen overeen met
de component en het merk van de
component
Gebruik de cijfercodes in de onderstaande tabel
voor het bedienen van niet-Sony componenten
en Sony componenten die normaal niet met de
afstandsbediening werken. Doordat het
afstandsbedieningssignaal dat een component
aanvaardt afhankelijk is van model en
bouwjaar, kan aan een component meer dan
één cijfercode zijn toegekend. Probeer andere
codes wanneer een bepaalde code niet werkt.
Opmerkingen
• De cijfercodes zijn gebaseerd op de meest recente
informatie die voor elk merk beschikbaar is. Toch is
het mogelijk dat uw component niet reageert op
sommige of alle codes.
• De ingangskeuzetoetsen op deze afstandsbediening
zijn wellicht niet allemaal beschikbaar wanneer u
deze gebruikt met een bepaalde component.
Een CD-speler bedienen
Merk Code(s)
SONY 101, 102, 103
DENON 104, 123
JVC 105, 106, 107
KENWOOD 108, 109, 110
MAGNAVOX 111, 116
MARANTZ 116
ONKYO 112, 113, 114
PANASONIC 115
PHILIPS 116
PIONEER 117
TECHNICS 115, 118, 119
YAMAHA 120, 121, 122
wordt vervolgd
50
NL
Afstandsbediening programmeren
(vervolg)
Een videorecorder bedienen
Merk Code(s)
SONY 701, 702, 703, 704, 705,
706
AIWA 710, 750, 757, 758
AKAI 707, 708, 709, 759
BLAUPUNKT 740
EMERSON 711, 712, 713, 714, 715,
716, 750
FISHER 717, 718, 719, 720
GENERAL ELECTRIC 721, 722, 730
GOLDSTAR 723, 753
GRUNDIG 724
HITACHI 722, 725, 729, 741
ITT/NOKIA 717
JVC 726, 727, 728, 736
MAGNAVOX 730, 731, 738
MITSUBISHI/MGA 732, 733, 734, 735
NEC 736
PANASONIC 729, 730, 737, 738, 739,
740
PHILIPS 729, 730, 731
PIONEER 729
RCA/PROSCAN 722, 729, 730, 731, 741,
747
SAMSUNG 742, 743, 744, 745
SANYO 717, 720, 746
SHARP 748, 749
TELEFUNKEN 751, 752
TOSHIBA 747, 755, 756
ZENITH 754
Een DVD-videospeler bedienen
Merk Code(s)
SONY 401, 402, 403
PANASONIC 406, 408
PHILIPS 407
PIONEER 409
TOSHIBA 404
DENON 405
Een DAT-cassettedeck bedienen
Merk Code(s)
SONY 203
PIONEER 219
Een Minidisc-recorder deck bedienen
Merk Code(s)
SONY 301
DENON 302
JVC 303
KENWOOD 304
Een cassettedeck bedienen
Merk Code(s)
SONY 201, 202
DENON 204, 205
KENWOOD 206, 207, 208, 209
NAKAMICHI 210
PANASONIC 216
PHILIPS 211, 212
PIONEER 213, 214
TECHNICS 215, 216
YAMAHA 217, 218
Een Laserdisc-speler bedienen
Merk Code(s)
SONY 601, 602, 603
PIONEER 606
Een Video CD-speler bedienen
Merk Code(s)
SONY 605
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP412
STR-DE695 4-244-559-42(1) (DE, NL, SE)
51
NL
Een TV bedienen
Merk Code(s)
SONY 501, 502
DAEWOO 504, 505, 506, 507, 515,
544
FISHER 508
GOLDSTAR 503, 511, 512, 515, 534,
544
GRUNDIG 517, 534
HITACHI 513, 514, 515, 544
ITT/NOKIA 521, 522
JVC 516
MAGNAVOX 503, 518, 544
MITSUBISHI/MGA 503, 519, 544
NEC 503, 520, 544
PANASONIC 509, 524
PHILIPS 515, 518
PIONEER 509, 525, 526, 540
RCA/PROSCAN 510, 527, 528, 529, 544
SAMSUNG 503, 515, 531, 532, 533,
534, 544
SANYO 508, 545, 546, 547
SHARP 535
TELEFUNKEN 523, 536, 537, 538
THOMSON 530, 537, 539
TOSHIBA 535, 540, 541
ZENITH 542, 543
Een satelliettuner of kabeldecoder
bedienen
Merk Code(s)
SONY 801, 802, 803, 804
JERROLD/G.I. 806, 807, 808, 809, 810,
811, 812, 813, 814
PANASONIC 818
RCA 805, 819
S. ATLANTA 815, 816, 817
De tuner bedienen
Merk Code(s)
SONY 002, 003, 004, 005
52
NL
Modellen met andere landcodes
U kunt de RM-U307 afstandsbediening
gebruiken om de componenten van uw stereo-
installatie te bedienen.
Voor u de
afstandsbediening
gebruikt
Aanbrengen van batterijen in
de afstandsbediening
Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de
afstandsbediening, met de juiste polariteit van
(+) en (–), zoals aangegeven in het batterijvak.
Voor gebruik van de afstandsbediening richt u
deze op de g afstandsbedieningssensor voorop
de tuner/versterker.
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6
maanden meegaan. Als de tuner/versterker niet meer
naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het
tijd alle batterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerkingen
• Leg de afstandsbediening niet op een al te warme
of vochtige plaats.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast
elkaar.
• Let op dat de afstandsbedieningssensor van de
tuner/versterker niet wordt blootgesteld aan directe
zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de
afstandsbediening niet naar behoren functioneren.
• Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd
niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit
verwijderen, om eventuele beschadiging door
batterijlekkage en corrosie te voorkomen.
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen
P
p
9
0
)
=
+
>10
0
789
456
123
ENTER
CD/SACD
TUNER
VIDEO 1
AUX
MD/TAPE
SYSTEM
STANDBY
INPUT SELECTOR
SHIFT
2CH
TEST TONE MAIN MENU
A.F.D.
D.SKIP
– /– –
ANT
TV/VTR
MOVIE/
MUSIC
TV/VIDEO
MULTI CH
D.TUNING
TOP MENU DVD MENU
ENTER
f
F
G
g
SLEEP
AV
?/1
?/1
VIDEO 2 DVD
VIDEO 3
FN SHIFT
CH/PRESET
–
+
MASTER
VOL
MENU
TV VOL
TV CH
MUTING
O
]
]
}
}
Gebruik van de afstandsbediening RM-U307
Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de
functies van de diverse toetsen.
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
SLEEP
Tuner/ Instellen van de
versterker sluimerfunctie en de
tijdsduur waarna de tuner/
versterker automatisch
moet worden uitgeschakeld.
?/1
Tuner/ In- en uitschakelen van
versterker de tuner/versterker.
Gebruik van de afstandsbediening RM-U307
53
NL
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
MENU </>
Tuner/ Om een menu item te
versterker kiezen.
MENU +/–
Tuner/ Om een te verrichten
versterker of te wijzigen.
MUTING
Tuner/ Demping van het
versterker geluid van de tuner/
versterker.
MASTER
Tuner/ De totale geluidssterkte
VOL +/–
versterker van de tuner/versterker
regelen.
AV ?/1
TV-toestel/ In- en uitschakelen van
Videorecorder/ de audio- en video-
CD-speler/ apparatuur.
Laserdisc-speler/
DVD-video speler/
Minidisc-recorder
SYSTEM
Tuner/versterker/ Zet de tuner/versterker
STANDBY
TV-toestel/ enversterker Sony
(Druk
Videorecorder/ audio/ video-
AV ?/1
satelliet-outvanger/ componenten af.
en ?/1
CD-speler/
tegelijk in)
Laserdisc-speler/
DVD-video speler/
minidisc-recorder
0-9
Tuner/ Gebruik met de
versterker "SHIFT" toets om de
radiozender in te
stellen of om af te
stemmen op vooraf
ingestelde zenders en
met "D.TUNING" om
direct af te stemmen.
CD-speler/ Keuze van beeld/
Laserdisc-speler/ muziekstuknummers.
Minidisc- Toets 0 voor beeld/
recorder muziekstuk 10.
TV-toestel/ Keuze van
Videorecorder/ zendernummers.
Satelliet-ontvanger
>10
CD-speler/ Keuze van beeld/
Laserdisc-speler/ muziekstuknummers
Minidisc- boven de 10.
recorder/
Cassettedeck
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
VIDEO 1
Tuner/ Videocassette-weergave.
versterker (Videorecorder 3)
VIDEO 2
Tuner/ Videocassette-weergave.
versterker (Videorecorder 1)
VIDEO 3*
Tuner/ Videocassette-weergave.
versterker (Videorecorder 2)
DVD
Tuner/ Video-weergave van een
versterker DVD of laserdisc.
MD/TAPE
Tuner/ Afspelen van een minidisc
versterker of geluidscassette.
AUX*
Tuner/ Luisteren naar aangesloten
versterker audio-apparatuur.
CD/SACD
Tuner/ Afspelen van compact
versterker discs.
TUNER
Tuner/ Luisteren naar de radio.
versterker
SHIFT
Tuner/ Meermalen indrukken om
versterker een geheugengroep te
kiezen voor het vastleggen
van of afstemmen op een
voorkeurzender.
D.TUNING
Tuner/ Directe keuze van een
versterker bekende radiozender.
2CH
Tuner/ Keuze van de 2CH mode.
versterker
A.F.D.
Tuner/ Keuze van A.F.D. AUTO,
versterker DOLBY PL, PLII MOV,
PLII MUS, NEO6 CIN en
NEO6 MUS.
MOVIE/
Tuner/ Keuze van C.ST.EX A,
MUSIC
versterker C.ST.EX B, C.ST.EX C,
HALL, JAZZ en
CONCERT.
TEST
Tuner/ Indrukken voor weergave
TONE
versterker van de testtoon.
MAIN
Tuner/ Druk herhaaldelijk op deze
MENU
versterker toets om één van de vier
cursor modes te kiezen:
SET UP, LEVEL, EQ en
CUSTOM.
MULTI CH
Tuner/ Om MULTI CH IN te
versterker kiezen.
* VIDEO 3 en AUX input selector is een
2-toetshandeling. Als u de bovenstaande
ingangskeuze wilt selecteren, drukt u tegelijkertijd
op FN SHIFT (functieverschuiving) en de gewenste
INPUT SELECTOR toets. Druk bijvoorbeeld op
FN SHIFT en MD/TAPE om de AUX
ingangskeuzetoets te selecteren.
wordt vervolgd
54
NL
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
ANT
Videorecorder Keuze van het
TV/VTR
uitgangssignaal van de
antenne-aansluiting:
TV-ontvangst of video-
weergave.
D.SKIP
CD-speler/ Wisselen van discs
DVD- (alleen voor een CD-
videospeler/ wisselaar).
Minidisc-recorder
TOP
DVD- Om de DVD titel te
MENU
videospeler tonen.
DVD
DVD- Om het DVD menu te
MENU
videospeler tonen.
ENTER
DVD- Invoeren van uw keuze.
videospeler
O
DVD- Indrukken om terug te
videospeler gaan naar het vorige
menu of het menu te
sluiten.
V/v/B/b
DVD- Om een menu-item te
videospeler kiezen.
-/--
TV-toestel Keuze van een enkel-cijfer
of twee-cijfer
zendernummer.
TV/
TV-toestel Keuze van het
VIDEO
ingangssignaal voor
weergave: TV-ontvangst
of video-weergave.
TV VOL
TV-toestel Om het volume van de
+/–
TV te regelen.
TV CH
TV-toestel Kies een TV-
+/–
voorinstelzender.
Opmerkingen
• Wanneer u op de INPUT SELECTOR toetsen
(VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, DVD) drukt,
schakelt de invoerstand van de TV wellicht niet
over naar de gewenste invoerstand. Druk dan op de
TV/VIDEO toets om de ingangsmode van de TV te
wijzigen.
• Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd
staan werken niet met bepaalde tuner/
versterkermodellen.
• De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als
voorbeeld. Sommige componenten werken dan ook
niet of worden anders bediend dan hierboven
beschreven.
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
ENTER
TV-toestel/ Na keuze van een
Videorecorder/ zender, disc of beeld/
Satelliet- muziekstuk met de
ontvanger/ cijfertoetsen, drukt u
Laserdisc-speler/ hierop om uw keuze in
Minidisc-recorder/ te voeren.
Cassettedeck
CH/
Tuner/ Doorzoeken en kiezen
PRESET
versterker van voorkeurzenders.
+/–
TV-toestel/ Keuze van
Videorecorder/ voorkeurzenders.
Satelliet-ontvanger
./>
Videorecorder/ Doorgaan naar een
CD-speler/ ander beeld/
Laserdisc-speler/ muziekstuk.
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
m/M
CD-speler/ Beeld/muziekstukken
DVD- doorzoeken (voor- of
videospeler achterwaarts).
Videorecorder/ Snel vooruit of
Laserdisc-speler/ terugwaarts zoeken.
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
N
Videorecorder/ Beginnen met afspelen.
CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
X
Videorecorder/ Pauzeren van de
CD-speler/ weergave of opname.
Laserdisc-speler/ (Ook voor beginnen met
DVD- opnemen vanuit de
videospeler/ opnamepauzestand.)
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
x
Videorecorder/ Stoppen met afspelen.
CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen (vervolg)
Gebruik van de afstandsbediening RM-U307
55
NL
De standaardinstellingen van de
VIDEO 3 en AUX toetsen wijzigen.
1 Houd FN SHIFT en de INPUT
SELECTOR toets die u wilt wijzigen,
ingedrukt (bijvoorbeeld VIDEO 3 of
AUX).
2 Druk op de bijbehorende toets van de
component die u wilt toewijzen aan de
INPUT SELECTOR toets.
Een toets in de fabrieksinstelling
zetten
Voer de bovenstaande procedure opnieuw uit.
De standaardinstellingen van de
INPUT SELECTOR toetsen herstellen
Druk tegelijk op ?/1, AV ?/1 en MASTER
VOL –.
De standaardinstelling
voor de INPUT SELECTOR
toets wijzigen
Als de fabrieksinstellingen voor de
componentkeuzetoetsen toetsen niet
overeenkomen met de componenten van uw
stereo-installatie, kunt u deze instellingen
wijzigen. Als u bijvoorbeeld beschikt over een
minidisc-recorder en een cassettedeck, maar
geen CD-speler, dan kunt u de functie van de
CD/SACD toets zonder bezwaar omschakelen
naar bediening van uw cassettedeck.
De instellingen van de TUNER toets kunnen
niet worden gewijzigd.
1 Houd de INPUT SELECTOR toets
ingedrukt van de invoerbron die u wilt
wijzigen (bijvoorbeeld CD/SACD).
2 Druk op de bijbehorende toets van de
component die u wilt toewijzen aan de
INPUT SELECTOR toets (bijvoorbeeld 4
- Cassettedeck).
De volgende toetsen zijn toegewezen om de
invoerbron te selecteren:
Bedienen Drukt u op
CD-speler 4
Minidisc-recorder 5
Cassettedeck A 6
Cassettedeck B 7
Laserdisc-speler 8
Videorecorder 9
(afstandsbedieningsstand VTR 1*)
Videorecorder 0
(afstandsbedieningsstand VTR 2*)
Videorecorder >10
(afstandsbedieningsstand VTR 3*)
TV-toestel ENTER
DSS (digitale satelliet-ontvanger) .
DVD-video speler >
* Sony videorecorders worden bediend in een
VTR 1, 2 of 3 stand. Deze bedieningsstanden
komen overeen met resp. Beta, 8mm en VHS.
Nu kan het cassettedeck worden bediend
met de CD/SACD-toets.
56
NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat
terechtkomen, trek dan de stekker van de tuner/
versterker uit het stopcontact en laat het apparaat eerst
door een onderhoudsmonteur controleren, alvorens
het weer in gebruik te nemen.
Stroomvoorziening
• Controleer, alvorens de tuner/versterker in gebruik
te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De
bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje
op het achterpaneel van de tuner/versterker.
• Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact
zit, blijft er spanning op het apparaat staan, ook al is
de tuner/versterker zelf uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt
de tuner/versterker geruime tijd niet te gebruiken.
Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te
trekken; trek nooit aan het snoer.
• Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
Hitte in het inwendige
Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan
worden, wijst dat niet op storing in de werking. Vooral
bij afspelen op hoog volume kunnen de boven-, onder-
en zijpanelen na verloop van tijd heet worden. Pas
hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan.
Opstelling
• Zet de tuner/versterker op een goed geventileerde
plaats, met voldoende luchtdoorstroming om de
inwendige onderdelen te koelen, in het belang van
een langdurige betrouwbare werking.
• Plaats de tuner/versterker niet dichtbij een warmtebron
of in direct zonlicht. Vermijd plaatsen met veel stof,
vocht en mechanische trillingen of schokken.
• Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatie-
openingen aan de bovenzijde kan blokkeren, in het
belang van een storingsvrije werking.
• Ga voorzichtig te werk wanneer u het apparaat op
speciaal behandelde oppervlakken (met was of olie
behandeld, gepolijst, enzovoort) plaatst; anders
kunnen er vlekken of verkleuringen optreden.
Aansluiten
Voor het maken van enige aansluiting, schakelt u
eerst de tuner/versterker uit en trekt u de stekker uit
het stopcontact.
Schoonmaken
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningsorganen met een zachte doek, licht
bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik
geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen
oplosmiddelen zoals wasbenzine of alcohol (spiritus).
Mocht u verder nog vragen of problemen met de
bediening van de tuner/versterker hebben, aarzel dan
niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Verhelpen van storingen
Als bij het gebruik van de tuner/versterker een
van de volgende problemen zich voordoet,
neemt u dan de controlepunten even door om
het probleem te verhelpen. Zie ook de
paragraaf "Controleren van de aansluitingen"
op blz. 22 om zeker te stellen dat alle
aansluitingen in orde zijn.
Geen of heel zwak geluid, ongeacht de gekozen
component.
• Controleer of de luidsprekers en componenten
goed zijn aangesloten.
• Controleer of de tuner/versterker en de andere
apparaten allemaal zijn ingeschakeld.
• Controleer of de MASTER VOLUME knop niet
in de "VOL MIN" stand staat.
• Controleer of de SPEAKERS (OFF/A/B/A+B)
toets niet op OFF staat en is ingesteld in
overeenstemming met het SPEAKERS FRONT
systeem (blz. 24).
• Druk op de MUTING toets vande
afstandsbediening om de geluiddemping uit te
schakelen.
• Controleer of er geen hoofdtelefoon is
aangesloten.
• Het beveiligingscircuit van de tuner/versterker is
in werking getreden, vanwege kortsluiting
("PROTECT" knippert). Schakel de tuner/
versterker uit, verhelp de kortsluiting en schakel
het apparaat weer in.
Een bepaalde geluidsbron is niet te horen.
• Controleer of de geluidsbron juist is aangesloten
op de audio-ingangen voor het betreffende
apparaat.
• Controleer of alle stekkers van de
aansluitsnoeren stevig in de stekkerbussen zitten,
zowel bij de tuner/versterker als bij het
geluidsbron-apparaat zelf.
• Controleer of de tuner/versterker wel is ingesteld
op de juiste geluidsbron.
Aanvullende informatie
57
NL
Er komt geen geluid uit een van de
voorluidsprekers.
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES
stekkerbus om te controleren of de hoofdtelefoon
wel geluid geeft (blz. 24).
Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts
via één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis
zijn met de aansluitingen van het weergave-
apparaat op de tuner/versterker. Controleer dan of
alle stekkers van het aansluitsnoer aan beide
zijden, op de tuner/versterker en de geluidsbron
zelf, stevig in de stekkerbussen zijn gestoken.
Als de hoofdtelefoon wel via beide kanalen geluid
geeft, kan er iets mis zijn met de aansluiting van de
niet werkende luidspreker op de tuner/versterker.
Controleer dan de aansluitingen van de luidspreker
die geen geluid geeft.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Stel de weergave evenwichtig in met de
parameters van het LEVEL menu.
Er klinkt een storende bromtoon of andere
bijgeluiden.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en ten minste 3 meter
van een TV-toestel of tl-verlichting.
• Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de
buurt van een ingeschakeld TV-toestel.
• Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil.
Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus
of zuivere alcohol.
De midden- en/of surround luidsprekers
produceren geen of slechts een heel zwak
geluid.
• Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de MOVIE of MUSIC toets).
• Kies een klankbeeld met het woord "C.ST.EX"
in de naam (blz. 26–27).
• Stel de geluidssterkte van de luidspreker wat
hoger in (blz. 22).
• Zorg dat de parameter voor het midden- of
surround-luidsprekerformaat staat ingesteld op
"SMALL" of "LARGE" (blz. 19).
De actieve lagetonen-luidspreker geeft geen
geluid.
• Controleer of de subwoofer goed en veilig is
aangesloten.
• Controleer of de selectieparameter van de
subwoofer is ingesteld op "YES" (blz. 18).
• Er zal niet altijd geluid worden uitgestuurd via de
SUB WOOFER aansluiting, afhankelijk van het
gekozen klankbeeld (blz. 64).
Het akoestiekeffect werkt niet.
Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de MOVIE of MUSIC toets).
Er wordt geen Dolby Digital of DTS meerkanaals-
geluid weergegeven.
• Controleer of de afgespeelde DVD disc e.d. wel
is voorzien van Dolby Digital of DTS
meerkanaals-geluid.
• Bij aansluiten van een DVD videospeler e.d. op
de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/
versterker dient u ook te zorgen dat de audio-
instellingen (voor de geluidsweergave) van het
aangesloten apparaat goed zijn ingesteld.
Het opnemen lukt niet.
• Controleer of de betrokken apparaten naar
behoren zijn aangesloten.
• Selecteer de broncomponent met de
ingangskeuzetoetsen.
• Controleer of INPUT MODE op "ANALOG"
staat alvorens op te nemen van een digitale
component die is verbonden met de analoge
MD/TAPE aansluitingen.
• Controleer of INPUT MODE op "COAX IN" of
"OPT IN" (blz. 23) staat alvorens op te nemen
vaneen digitale component die is verbonden met
de digitale DIGITAL MD/TAPE OUT
aansluitingen.
wordt vervolgd
58
NL
De FM radio-ontvangst klinkt niet goed.
Installeer een FM buitenantenne en sluit deze
aan op de tuner/versterker met een 75-ohm
coaxiaalkabel (niet bijgeleverd), zoals hieronder
aangegeven. Als u de tuner/versterker aansluit op
een buitenantenne dient deze zorgvuldig geaard te
worden, ter bescherming tegen blikseminslag. Sluit
de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding;
gezien de kans op een gasexplosie is dit uiterst
gevaarlijk.
Het afstemmen op een radiozender lukt niet.
• Controleer of de antennes goed zijn aangesloten.
Verstel zonodig de stand van de antennes en sluit
een buitenantenne aan.
• Mogelijk is de signaalsterkte te gering voor ontvangst
(bij gebruik van de automatische zoekafstemming).
Gebruik de directe afstemming.
• Zorg dat het afsteminterval juist ingesteld (bij het
afstemmen op AM radiozenders met directe
afstemming).
• Er zijn nog geen zenders vooringesteld of de
vastgelegde voorkeurzenders zijn uit het
geheugen gewist (bij gebruik van de
geheugenafstemming). Leg de gewenste zenders
in het afstemgeheugen vast (blz. 36).
• Druk op de DISPLAY toets zodat de
afstemfrequentie in het uitleesvenster verschijnt.
De RDS informatiefuncties werken niet.*
•
Controleer of de tuner/versterker wel is afgestemd op
een RDS informatiezender op de FM afstemband.
• Stem af op een krachtiger FM RDS zender.
De gewenste RDS informatie verschijnt niet in
het uitleesvenster.*
Neem contact op met de radiozender en informeer
of deze wel of geen RDS signalen uitzendt. Ook
zenders die gewoonlijk wel RDS informatie
uitzenden kunnen deze soms tijdelijk buiten
werking stellen.
Op het TV-scherm is geen beeld of slechts een
onduidelijk beeld zichtbaar.
•
Selecteer de juiste ingangskeuzetoets op de receiver.
• Stel het TV-toestel in op de gewenste beeldweergave.
• Zet het TV-toestel iets verder van de audio-
apparatuur vandaan.
FM buitenantenne
Tuner/versterker
Aardingsdraad
(niet bijgeleverd)
naar een aardpunt
y
AM
FM
75Ω
COAXIAL
ANTENNA
De afstandsbediening werkt niet.
• Alleen voor de RM-PP412
– De TV/SAT, PHONO, SOURCE, DIRECT,
AAC BI-LING, 12 en ON SCREEN toetsen
op de afstandsbediening zijn niet beschikbaar.
– Controleer of de werkingsstand van de
afstandsbediening overeenkomt met die van de
receiver. Wanneer tuner/versterker en
afstandsbediening op een andere manier
worden bediend, werkt de tuner/versterker niet
met de afstandsbediening (blz. 41 en 47).
– Druk op MAIN MENU op de
afstandsbediening voor u de receiver bedient
met de V/v/B/b toetsen.
– Om de toetsen met oranje opdruk te kunnen
gebruiken, moet u eerst op ALT drukken.
• (Alleen voor de RM-U307) Controleer of u AV2
kiest als bedieningsstand van de receiver (blz. 41).
• Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor g voorop de tuner/
versterker.
• Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de tuner/versterker.
• Als de batterijen in de afstandsbediening leeg
kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe.
• Selecteer de juiste ingangskeuzetoets op de
afstandsbediening.
• Als de afstandsbediening staat ingesteld op
bediening van alleen het TV-toestel, kies dan
eerst met de componentkeuzetoets op de
afstandsbediening een andere beeld/geluidsbron
dan de TV, dan kunt u daarna het gewenste
apparaat bedienen.
Als u de problemen niet kunt
oplossen met de handleiding voor
problemen oplossen
U lost het probleem wellicht op als u het
geheugen van de receiver wist (blz. 17). Houd
er rekening mee dat de standaardwaarden voor
de instellingen in het geheugen worden hersteld
en dat u dus alle instellingen op de receiver
opnieuw moet aanpassen.
Als het probleem blijft optreden
Neem contact op met de dichtstbijzijnde Sony-
handelaar.
* Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK.
Het tuner/versterkergeheugen wissen
Voor wissen van Leest u
Het gehele geheugen blz. 17
De zelf aangepaste klankbeelden blz. 33
Verhelpen van storingen (vervolg)
Aanvullende informatie
STR-DE695 4-244-559-42(1) (DE, NL, SE)
59
NL
Technische gegevens
Versterker-gedeelte
UITGANGSVERMOGEN
Modellen met landcode CEL, CEK
Nominaal uitgangsvermogen bij stereo-
weergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
120 W + 120 W
2)
Muziekvermogen, referentie
2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
FRONT
1)
: 120 W/ch
CENTER
1)
: 120 W
SURR
1)
: 120 W/ch
Modellen met landcode CN, KR
Nominaal uitgangsvermogen bij stereo-
weergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
120 W + 120 W
2)
110 W + 110 W
3)
Muziekvermogen, referentie
2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV)
FRONT
1)
: 140 W/ch
CENTER
1)
: 140 W
SURR
1)
: 140 W/ch
Modellen met landcode SP
Nominaal uitgangsvermogen bij stereo-
weergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
100 W + 100 W
2)
Muziekvermogen, referentie
2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV)
FRONT
1)
: 120 W/ch
CENTER
1)
: 120 W
SURR
1)
: 120 W/ch
Modellen met landcode AU
Nominaal uitgangsvermogen bij stereo-
weergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
120 W + 120 W
2)
Muziekvermogen, referentie
2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV)
FRONT
1)
: 140 W/ch
CENTER
1)
: 140 W
SURR
1)
: 140 W/ch
Modellen met landcode AU
Nominaal uitgangsvermogen bij stereo-
weergave
(aan 8 ohm bij 20 Hz – 20 kHz, bij 0,09 % THV)
100 W + 100 W
2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
120 W + 120 W
2)
Muziekvermogen, referentie
2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV)
FRONT
1)
: 140 W/ch
CENTER
1)
: 140 W
SURR
1)
: 140 W/ch
Modellen met andere landcodes
Nominaal uitgangsvermogen bij stereo-
weergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
110 W + 110 W
2)
Muziekvermogen, referentie
2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV)
FRONT
1)
: 130 W/ch
CENTER
1)
: 130 W
SURR
1)
: 130 W/ch
1) Afhankelijk van de klankbeeld-instellingen en de
geluidsbron kan er soms hierdoor geen geluid
worden weergegeven.
2) Gemeten onder de volgende omstandigheden:
Landcode Stroomvoorziening
E2/E3, JE, AU 240 V wisselstroom, 50 Hz
SP, CEL, CEK, AR, 230 V wisselstroom, 50 Hz
CN, KR
TW 110 V wisselstroom, 60 Hz
MX 120 V wisselstroom, 60 Hz
3) Gemeten onder de volgende omstandigheden:
Landcode Stroomvoorziening
CN, KR 220 V wisselstroom, 50 Hz
Frequentiebereik
MULTI CH IN, 10 Hz – 70 kHz
CD/SACD, AUX, ±0.5/–2 dB (met
MD/TAPE, DVD, geluidsveld
VIDEO 1, 2, 3 en equalizer omgeleid)
Ingangen (Analoog)
MULTI CH IN, Gevoeligheid: 500 mV
CD/SACD, AUX, Impedantie: 50 kOhm
MD/TAPE, DVD, Signaal/ruisverhouding
4)
:
VIDEO 1, 2, 3 96 dB (A, 500 mV
5)
)
4) INPUT SHORT (met geluidsveld en equalizer
omgeleid).
5) Netwerk-gewogen, ingangsniveau.
wordt vervolgd
60
NL
Ingangen (Digitaal)
DVD (Coaxiaal) Gevoeligheid: –
Impedantie: 75 Ohm
Signaal/ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz LPF)
VIDEO 2, CD/SACD, Gevoeligheid: –
MD/TAPE (Optisch) Impedantie: –
Signaal/ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz LPF)
Uitgangen (Analoog)
MD/TAPE (OUT),
Uitgangsspanning: 500 mV
VIDEO 1 (AUDIO Impedantie: 10 kOhm
OUT)
SUB WOOFER, Uitgangsspanning: 2 V
SURR BACK Impedantie: 1 kOhm
Uitgangen (Digitaal)
MD/TAPE (Optisch) Gevoeligheid: –
EQ
Versterking:
±10 dB, in stappen van 0,5 dB
FM tuner-gedeelte
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
Antenne-aansluitingen
75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrequentie 10,7 MHz
Gevoeligheid
Mono: 18,3 dBf, 2,2 µV/75 ohm
Stereo: 38,3 dBf, 22,5 µV/75 ohm
Bruikbare gevoeligheid
11,2 dBf, 1 µV/75 ohm
Signaal/ruisverhouding
Mono: 76 dB
Stereo: 70 dB
Harmonische vervorming bij 1 kHz
Mono: 0,3 %
Stereo: 0,5 %
Kanaalscheiding 45 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik 30 Hz – 15 kHz,
+0,5/–2 dB
Selectiviteit 60 dB bij 400 kHz
AM tuner-gedeelte
Afstembereik
Modellen met landcode E2/E3, JE
Bij 10 kHz afsteminterval: 530 – 1610 kHz
6)
Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1602 kHz
6)
Modellen met landcode CEL, CEK, SP, CN,
TW, KR, AU
Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1602 kHz
Modellen met landcode AR, MX
Bij 10 kHz afsteminterval: 530 – 1610 kHz
Antenne Kaderantenne
Tussenfrequentie 450 kHz
Bruikbare gevoeligheid
50 dB/meter
(bij 1.000 kHz of 999 kHz)
Signaal/ruisverhouding
54 dB (bij 50 mV/meter)
Harmonische vervorming
0,5 % (bij 50 mV/meter,
400 Hz)
Selectiviteit
Bij 9 kHz: 35 dB
Bij 10 kHz: 40 dB
6) Het afsteminterval van de AM band kunt u
omschakelen tussen 9 kHz en 10 kHz, als volgt.
Stem af op een AM radiozender en schakel de
tuner/versterker uit. Houd vervolgens de PRESET
TUNING + toets ingedrukt en schakel het apparaat
zo weer in met de ?/1 toets. Bij het omschakelen
van het afsteminterval worden alle
voorkeurzenders uit het geheugen gewist. Om het
afsteminterval terug te schakelen naar de
oorspronkelijke 10 kHz (of 9 kHz), herhaalt u deze
stappen.
Technische gegevens (vervolg)
Aanvullende informatie
61
NL
Netstroomuitgangen
(Uitgezonderd de modellen met landcode
AR, KR)
1 uitschakelbaar,
maximaal 100 W
Afmetingen (b/h/d) 430 × 157,5 × 310 mm,
incl. uitstekende
onderdelen en knoppen
Gewicht (ca.) 8,5 kg
Bijgeleverd toebehoren
FM draadantenne (1)
AM kaderantenne (1)
Afstandsbediening (1)
• RM-PP412 (Alleen voor de modellen met
landcode E2/E3, MX, AR)
• RM-U307 (Modellen met andere landcodes)
R6 (AA-formaat) batterijen (2)
Zie voor nadere bijzonderheden over de landcode
van uw uitvoering de beschrijving op blz. 4.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
Video-gedeelte
Ingangen
Video: 1 Vt-t, 75 ohm
S-video: Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
Component Video (Uitgezonderd de modellen met
landcode CEL, CEK) :
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
P
B
/B-Y: 0,7 Vt-t, 75 ohm
PR /R-Y: 0,7 Vt-t, 75 ohm
Uitgangen
Video: 1 Vt-t, 75 ohm
S-video: Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
Component Video (Uitgezonderd de modellen met
landcode CEL, CEK) :
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
PB/B-Y: 0,7 Vt-t, 75 ohm
P
R
/R-Y: 0,7 Vt-t, 75 ohm
Algemeen
Stroomvoorziening
Landcode Stroomvoorziening
MX 120 V wisselstroom, 60 Hz
CEL, CEK 230 V wisselstroom, 50/60 Hz
SP, AR, CN, KR 220 – 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
E2/E3, JE 120/220/240 V wisselstroom,
50/60 Hz
TW 110 V wisselstroom, 50/60 Hz
AU 240 V wisselstroom, 50 Hz
Stroomverbruik
Landcode Stroomverbruik
MX 230 W
CEL, CEK, AR, 250 W
CN, KR, AU
SP 210 W
E2/E3, JE 240 W
TW 600 W
Stroomverbruik (in de gebruiksklaar-stand)
0,3 W (als "P.SAVE" in het CUSTOM menu op
"ON" staat) (blz. 41).
62
NL
Tabel voor de instellingen met de MAIN MENU toets
Voor het bijregelen van de akoestiek kunt u de onderstaande instellingen maken met de MAIN
MENU, / en instelknop. De tabel toont de parameters, elk met hun eigen instelbereik.
Druk herhaaldelijk Druk op of Draai de instelknop naar Blz.
op MAIN MENU om instelling te kiezen om instelling te kiezen
te selecteren
LEVEL
L
R
BAL. L/R XX L +8 to R +8 (in stappen van 1) 32
CTR XXX.X dB –10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB)
SUR.L.XXX.X dB –10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB)
SUR.R.XXX.X dB –10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB)
SB XXX.X dB –10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB)
S.W. XXX.X dB –10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB)
D. RANGE
COMP. XXX OFF, STD, MAX
EFCT. XXX afhankelijk van het klankbeeld
(MIN, STD, MAX)
EQ BASS XXX.X dB –10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB) 33
TREB. XXX.X dB –10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB)
EQ XXX ON, OFF
SET UP
SW
(SUB WOOFER) S.W. XXX YES, NO 18
L
R
(FRONT) XXXXX LARGE, SMALL
C
(CENTER) XXXXX LARGE, SMALL, NO
SL
SR
(SURROUND) XXXXX LARGE, SMALL, NO
S B
(SURR BACK) XXX YES, NO
L
R
DIST. X.X m tussen 1,0 meter en 7,0 meter
(stappen van 0,1 meter)
C
DIST. X.X m tussen
L
R
DIST. en 1,5 meter
(stappen van 0,1 meter)
SL
SR
DIST. X.X m tussen
L
R
DIST. en 4,5 meter
(stappen van 0,1 meter)
S B
DIST. X.X m tussen
L
R
DIST. en 4,5 meter
(stappen van 0,1 meter)
SL
SR
XXXXXXX SIDE/LO, SIDE/HI, BEHD/LO, BEHD/HI
CUSTOM SB XXXX MTRX, AUTO, OFF 41
DEC. XXXX AUTO, PCM
P.SAVE.XXX ON, OFF
Aanvullende informatie
63
NL
Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden
De aangepaste BASS en TREB. parameters worden op alle geluidsvelden toegepast.
<EQ >
BASS TREB. EQ ON/OFF
2CH ST. zzz
A.F.D. AUTO zzz
DOLBY PL zzz
PLII MOV zzz
PLII MUS zzz
NEO6 CIN
NEO6 MUS
C.ST.EX A zzz
C.ST.EX B zzz
C.ST.EX C zzz
HALL zzz
JAZZ zzz
CONCERT zzz
MULTI CH IN
HP 2CH zzz
HP MULTI
HP THEA zzz
PCM 96K
wordt vervolgd
64
NL
1)
Deze parameters kunnen niet altijd instelbaar zijn of niet altijd het gewenste effect hebben, afhankelijk van de
geluidsbron. Zie voor nadere bijzonderheden de gedetailleerde beschrijving onder "Aanpassen van de
luidsprekerniveau-parameters" (blz. 32).
2)
Bij deze klankbeelden zal de lagetonen-luidspreker geen geluid geven als het formaat van de voorluidsprekers op
"LARGE" staat ingesteld. De lagetonen-luidspreker zal alleen wel geluid geven bij weergave van digitale
signalen met een afzonderlijk LFE (Low Frequency Effect) lagetonen-kanaal.
De aangepaste LEVEL parameters worden toegepast op alle geluidsvelden, behalve de EFCT.
parameter. Voor de EFCT. parameter worden de instellingen afzonderlijk opgeslagen voor elk
geluidsveld.
< LEVEL >
FRONT CENTER SUR.L. SUR.R. SURR BACK S.W. D.RANGE EFCT.
BAL LEVEL LEVEL LEVEL LEVEL LEVEL COMP
1)
LEVEL
2CH ST. zz
A.F.D. AUTO zzzz z zz
DOLBY PL zzzz z zz
PLII MOV zzzz z zz
PLII MUS zzzz z zz
NEO6 CIN zzzz z z
2)
z
NEO6 MUS zzzz z z
2)
z
C.ST.EX A zzzz z zzz
C.ST.EX B zzzz z zzz
C.ST.EX C zzzz z zzz
HALL zzzz zz
2)
zz
JAZZ zzzz z z
2)
zz
CONCERT zzzz zz
2)
zz
MULTI CH IN zzzz z
HP 2CH zz
HP MULTI z
HP THEA zzz
PCM 96K z
Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden (vervolg)

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen. Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit een brandende kaars bovenop het apparaat. Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, mag u nooit een met vloeistof gevuld voorwerp, zoals een vaas, een glas of beker op het apparaat zetten. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten ruimte zoals een boekenkast of een inbouwkast. Deze stereo-installatie is voorzien van Dolby* Digital en Pro Logic Surround akoestiek en het DTS** Digital Surround akoestieksysteem. * Onder licentie van Dolby Laboratories. De namen "Dolby", "Pro Logic" en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. ** De termen "DTS", "DTS-ES Extended Surround" en "Neo:6" zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. 2NL Inhoudsopgave Geheugenafstemming .......................... 35 Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS)1) ............................ 37 Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s Hoofdtoestel .......................................... 5 Andere bedieningsfuncties Naamgeving van voorkeurzenders en beeld/geluidsbronnen ................ 39 Opnemen ............................................. 39 Automatisch uitschakelen met de sluimerfunctie ................................ 40 Aanpassingen via het CUSTOM menu ...... 41 De werkingsstand van de receiver wijzigen ......................................... 41 CONTROL A1II bedieningssysteem ..... 42 Aansluiten van de apparatuur Vereiste aansluitsnoeren ........................ 6 Aansluiten van de antennes ................... 7 Aansluiten van audio-apparatuur ........... 8 Aansluiten van video-apparatuur ........... 9 Aansluiten van digitale apparatuur ...... 10 Meerkanaals-ingangsaansluitingen ..... 12 Andere aansluitingen ........................... 13 Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Luidspreker-aansluitingen ................... 15 Voorbereidingen treffen voor weergave ....................................... 17 Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek ... 17 Controleren van de aansluitingen ........ 22 Basisbediening Keuze van het weergave-apparaat ....... 23 Keuze van de aanduidingen in het uitleesvenster ................................. 24 Gebruik van de afstandsbediening RM-PP4122) Voor u de afstandsbediening gebruikt .... 44 Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen ............. 44 De werkingsstand van de afstandsbediening selecteren ......... 48 Afstandsbediening programmeren ...... 48 Gebruik van de afstandsbediening RM-U3073) Voor u de afstandsbediening gebruikt .... 52 Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen ............. 52 De standaardinstelling voor de INPUT SELECTOR toets wijzigen ........... 55 Genieten van Surround Sound akoestiek Alleen met de voorluidsprekers (2-kanaals Stereo) .......................... 25 Genieten van geluid met een hoge kwaliteit ......................................... 25 Keuze van een klankbeeld ................... 26 Keuze van de middenachter- decodeerfunctie (SURR BACK DECODING) ............. 28 Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen ................. 30 Bijregelen van de klankbeelden .......... 31 Radio-ontvangst Automatisch voorinstellen van FM zenders in alfabetische volgorde (AUTOBETICAL)1) ...................... 34 Directe afstemming ............................. 34 Automatische afstemming ................... 35 NL Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ......................... 56 Verhelpen van storingen ...................... 56 Technische gegevens ........................... 59 Tabel voor de instellingen met de MAIN MENU toets ....................... 62 Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden ...................... 63 1) 2) 3) Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK. Alleen voor de modellen met landcode E2/E3, MX, AR. Modellen met andere landcode. 3NL Betreffende deze gebruiksaanwijzing Betreffende de bijgeleverde afstandsbediening Omtrent de landcodes Over welke uitvoering van dit apparaat u beschikt, is afleesbaar aan de landcode die staat vermeld onderaan op het achterpaneel (zoals in de onderstaande afbeelding). R L R R L FRONT B FRONT A L AC OUTET L SURROUND KERS IMPEDANCE USE 8-16Ω 4-XXX-XXX-XX AA Landcode Verschillen in bediening die samenhangen met de landcode staan in de tekst duidelijk aangegeven, zoals bijvoorbeeld "Alleen voor de modellen met landcode AA". Tip De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de bediening met de toetsen op de tuner/versterker zelf. U kunt echter ook de toetsen van de bijgeleverde afstandsbediening gebruiken, met dezelfde of soortgelijke namen als die op de tuner/versterker. Voor meer informatie omtrent het gebruik van uw afstandsbediening, zie • blz. 44–51 voor RM–PP412 (Alleen voor de modellen met landcode E2/E3, MX, AR). • blz. 52–55 voor RM–U307 (Modellen met andere landcodes). 4NL Voor RM-PP412 (Alleen voor de modellen met landcode E2/E3, MX, AR) De TV/SAT, PHONO, SOURCE, DIRECT, AAC BI-LING, 12 en ON SCREEN toetsen op de afstandsbediening zijn niet beschikbaar. Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s Illustratienummer r Aan de hand van deze pagina vindt u de toetsen en andere systeemonderdelen die in de tekst vermeld staan. DISPLAY 3 (24, 37, 58) R R Naam toets/onderdeel Referentiepagina Hoofdtoestel ALFABETISCHE VOLGORDE A–H A.F.D. (toets/indicator) wh (25–27) AUX qf (23) CD/SACD qa (23) DIMMER 4 (24) DISPLAY 3 (24, 37, 58) DVD 9 (23) ENTER ql (17, 39, 41) FM MODE es (35) I–O INPUT MODE qj (23) IR (ontvanger) (Infraroodontvanger) 5 (44, 52, 58) Instelknop w; (18, 32, 33, 39, 41, 62) MAIN MENU qk (18, 32, 33, 39, 41, 62) MASTER VOLUME qh (22, 24, 56) MD/TAPE q; (23) 123 45 MEMORY ea (34, 36) MOVIE (toets/indicator) wg (26, 57) MULTI CHANNEL DECODING (indicator) ws (23) MULTI CH IN wd (23) MUSIC (toets/indicator) wf (26, 27, 57) V–Z VIDEO 1 6 (23) VIDEO 2 7 (23) VIDEO 3 8 (23) VIDEO 3 INPUT (aansluitingen) (Video-ingangsaansluitingen) ed (9) CIJFERS EN SYMBOLEN P–U 2CH (toets/indicator) wj (25, 27, 33) ?/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (17, 22, 33, 34, 41, 60) </> wa (18, 32, 33, 39, 41, 62) PHONES (aansluiting) (Hoofdtelefoon-aansluiting) ef (24, 30, 57) PRESET TUNING +/– wl (36, 60) SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) 2 (15, 24, 56) SURR BACK DECODING wk (28, 41) SURR BACK DECODING (indicator) qg (28) TUNER FM/AM qs (23, 35, 36, 39) TUNING +/– e; (35) Uitleesvenster qd (24) 6 7 8 9 0 qa qsqd qf qg Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s Gebruik van deze pagina qh ?/1 g ef ed es ea e; wl wk wj wh wg wf wdws wa w; ql qk qj 5NL Aansluiten van de apparatuur Vereiste aansluitsnoeren U hebt de volgende los verkrijgbare aansluitsnoeren A–I nodig om de onderdelen aan te sluiten (blz. 8–14). A Audio-aansluitsnoer (niet bijgeleverd) G Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd) Wit (L) Rood (R) Zwart Tip B Audio/video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd) Geel (video) Wit (audio links) Rood (audio rechts) C Video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd) Het audio-aansluitsnoer A kan worden gesplitst in twee mono audio-aansluitsnoeren G. H Component video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd) (Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK) Groen Blauw Rood Geel D S-video cord (niet bijgeleverd) I Mono ministekker-kabel (niet bijgeleverd) E Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd) (Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK) Zwart F Digitale coaxiaalkabel (niet bijgeleverd) Alvorens met aansluiten te beginnen • Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan. • Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde zijn. • Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen. • Let bij het aansluiten van de audio/videosnoeren op dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de gele stekkers aan op de gele stekkerbussen (voor het videosignaal); witte stekkers op witte stekkerbussen (voor het linker audiokanaal) en rode stekkers op rode stekkerbussen (voor het rechter kanaal). • Steek bij het aansluiten van optisch digitale kabels de stekkers recht in tot ze vastklikken. • Let op dat de optisch digitale kabel niet geknikt of verwrongen wordt. 6NL Aansluiten van de antennes FM draadantenne (bijgeleverd) DIGITAL OPTICAL COMPONENT VIDEO VIDEO 2 IN ANTENNA MD/ TAPE IN Y PB/B—Y MONITOR AM MD/ TAPE OUT y PR/R—Y VIDEO IN VIDEO IN CD/ SACD IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO OUT FM 75Ω COAXIAL DVD IN COAXIAL VIDEO 2 IN MONITOR OUT CTRL A1 II S-VIDEO IN L L DVD IN Aansluiten van de apparatuur AM kaderantenne (bijgeleverd) S-VIDEO IN L S-VIDEO OUT S-VIDEO IN L S-VIDEO OUT L SURR BACK CENTER R IN R IN AUX CD/SACD OUT R IN MD/TAPE R AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN DVD VIDEO 2 VIDEO 1 SUB WOOFER R SUB FRONT SURROUND WOOFER MULTI CH IN PRE OUT * * De vorm van de aansluitstekker kan ietwat verschillen afhankelijk van de landcode. Na het aansluiten van de antenne • Om het oppikken van stoorsignalen te voorkomen, mag u de AM kaderantenne niet te dicht bij de tuner/versterker of andere apparatuur zetten. • Strek de FM draadantenne zo ver mogelijk uit. • Na het aansluiten van de FM draadantenne legt of hangt u deze zo horizontaal mogelijk. 7NL Aansluiten van video-apparatuur DVD-videospeler Aansluiten van de apparatuur OUTPUT AUDIO OUT L R VIDEO OUT COMPONENT VIDEO* B H L COMPONENT VIDEO ANTENNA Y L PR/R–Y VIDEO IN VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO OUT FM 75Ω COAXIAL DVD IN VIDEO 2 IN MONITOR OUT FRONT B CTRL A1 II FRONT A R S-VIDEO IN L L R CENTER y S-VIDEO IN L S-VIDEO OUT L S-VIDEO OUT S-VIDEO IN L L A SURR BACK CENTER R OUT R IN MD/TAPE R DVD VIDEO 2 SUB WOOFER R VIDEO 1 MULTI CH IN SPEAKERS OUT B B INPUT OUTPUT VIDEO OUT AUDIO OUT VIDEO IN VIDEO OUT AUDIO IN AUDIO OUT L R IMPEDANCE USE 8-16Ω IN Ç Ç IN OUTPUT Camcorder of videospel L SURROUND PRE OUT B B R SUB FRONT SURROUND WOOFER AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN Ç Naar de VIDEO 3R IN IN INPUT AUX CD/SACD stekkerbussen L PB/B–Y MONITOR AM R C INPUT VIDEO IN L Satellietontvanger of videorecorder R Videorecorder TV of videomonitor * Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK. Omtrent de video-aansluitingen U kunt de audio-uitgangsaansluitingen van uw TV-toestel verbinden met de VIDEO 2 AUDIO IN stekkerbussen van de tuner/versterker, om het geluid van de TV weer te geven met een akoestiekeffect naar keuze. In dit geval mag u de video-uitgangsaansluiting van het TV-toestel niet verbinden met de VIDEO 2 VIDEO IN stekkerbus van de tuner/versterker. Als u een aparte satelliet-ontvanger aansluit, verbind dan de audio- en video-uitgangen daarvan beide met de tuner/versterker zoals aangegeven in bovenstaand aansluitschema. Als u beschikt over een TV-toestel, satellietontvanger of DVD-videospeler met COMPONENT VIDEO (Y, B-Y, R-Y) uitgangsaansluitingen en een videomonitor met COMPONENT VIDEO ingangsaansluitingen, dan kunt u deze op de tuner/versterker component video-aansluiten met behulp van een videosnoer (niet bijgeleverd). Tip Bij gebruik van de S-video stekkerbussen in plaats van de gewone video-aansluitingen, zult u het TVtoestel of de videomonitor ook moeten aansluiten op de S-video stekkerbus. De S-video signalen worden alleen uitgestuurd via de S-video stekkerbussen, dus u zult via de gewone video-aansluitingen geen signaal kunnen weergeven. Opmerking Op deze tuner/versterker zijn de COMPONENT VIDEO signalen niet uitwisselbaar met S-videosignalen of gewone videosignalen. 9NL Aansluiten van digitale apparatuur U kunt de digitale uitgangsaansluitingen van uw DVD videospeler of satelliet-ontvanger (enz.) verbinden met de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/versterker, om thuis te genieten van een indrukwekkend bioscoopgeluid met meerkanaals Surround akoestiek. Om deze meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers, twee surround-luidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker. Satellietontvanger of DVD videospeler* OUTPUT VIDEO OUT AUDIO OUT OUTPUT L DIGITAL OPTICAL R E B DIGITAL OPTICAL COMPONENT VIDEO VIDEO 2 IN ANTENNA MD/ TAPE IN Y PB/B—Y MONITOR AM MD/ TAPE OUT y PR/R—Y VIDEO IN VIDEO IN CD/ SACD IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO OUT FM 75Ω COAXIAL DVD IN COAXIAL VIDEO 2 IN MONITOR OUT CTRL A1 II S-VIDEO IN L L DVD IN S-VIDEO IN L S-VIDEO OUT S-VIDEO IN L S-VIDEO OUT L SURR BACK CENTER R IN R IN AUX CD/SACD OUT R IN MD/TAPE F R AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN DVD VIDEO 2 VIDEO 1 R SUB WOOFER SUB FRONT SURROUND WOOFER MULTI CH IN PRE OUT B OUTPUT OUTPUT DIGITAL COAXIAL VIDEO OUT AUDIO OUT L DVD-videospeler (enz.)* R * Hiervoor kunt u naar keuze coaxiale of optische aansluitingen maken. Wij willen u aanraden coaxiale aansluitingen te gebruiken, liever dan optische aansluitingen. 10NL Verbind de digitale uitgangsaansluitingen van uw minidisc-recorder of cassettedeck met de digitale ingang van de tuner/versterker en verbind de digitale ingangen van uw minidisc-recorder of cassettedeck met de digitale uitgangsaansluiting van de tuner/versterker. Via deze aansluitingen kunt u digitale geluidsopnamen maken van TV-uitzendingen e.d. INPUT OUTPUT OPTICAL IN LINE LINE L OUT ç IN A A ç E OUT ç E ç R OUT IN DIGITAL OPTICAL COMPONENT VIDEO VIDEO 2 IN ANTENNA MD/ TAPE IN Y PB/B–Y MONITOR AM MD/ TAPE OUT y PR/R–Y VIDEO IN VIDEO IN CD/ SACD IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO OUT FM 75Ω COAXIAL DVD IN COAXIAL S-VIDEO IN L L DVD IN VIDEO 2 IN MONITOR OUT CTRL A1 II S-VIDEO IN L Aansluiten van de apparatuur Minidisc-recorder of cassettedeck DIGITAL S-VIDEO OUT S-VIDEO IN L S-VIDEO OUT L SURR BACK CENTER R IN R IN AUX CD/SACD OUT R IN MD/TAPE R AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN DVD VIDEO 2 VIDEO 1 R SUB WOOFER SUB FRONT SURROUND WOOFER MULTI CH IN PRE OUT Opmerkingen • Het digitaal opnemen van een digitaal meerkanaals-akoestieksignaal is niet mogelijk. • Alle OPTICAL en COAXIAL aansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 96 kHz, 48 kHz, 44,1 kHz en 32 kHz. • Het is niet mogelijk analoge signalen op te nemen op een apparatuur aangesloten op de MD/TAPE en VIDEO stekkerbussen via alleen digitale aansluitingen. Voor het opnemen van analoge signalen maakt u analoge aansluitingen. Voor het opnemen van digitale signalen maakt u zowel digitale aansluitingen. • Er zal geen geluid klinken wanneer u een Super Audio CD disc afspeelt in een Super Audio CD-speler die is aangesloten op de CD/SACD OPTICAL IN aansluiting van dit apparaat. Sluit dit type speler aan op de analoge ingangsaansluitingen (CD/SACD IN stekkerbussen). Zie tevens de gebruiksaanwijzing van uw Super Audio CDspeler. 11NL Meerkanaals-ingangsaansluitingen Alhoewel deze tuner/versterker is uitgerust met een eigen meerkanaals-decodeertrap, is hij tevens voorzien van een compleet stel meerkanaals-ingangsaansluitingen. Via deze ingangen kunt u genieten van meerkanaals akoestiekweergave van andere geluidsbronnen dan alleen Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal. Als uw DVD videospeler beschikt over meerkanaals-uitgangen, kunt u deze rechtstreeks aansluiten op deze tuner/versterker, om te luisteren naar de geluidsweergave via de meerkanaals-decodeertrap van de DVD videospeler. Bovendien kunt u op de meerkanaals-ingangen desgewenst ook een externe meerkanaals-decodeereenheid aansluiten. Om de meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen (5,1-kanaals), zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers, twee achterluidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker. Als u wilt genieten van 6,1-kanaals surround sound, moet u de SURR BACK aansluiting gebruiken (blz. 16). Zie de gebruiksaanwijzing van uw DVD videospeler, meerkanaals-decodeereenheid e.d. voor nadere bijzonderheden over de vereiste meerkanaals aansluitingen. Opmerkingen • Wanneer u de hieronder aangegeven aansluitingen maakt, kunt u het geluidsniveau van de akoestiekluidsprekers en de lagetonen-luidspreker instellen op uw DVD videospeler of meerkanaals-decodeereenheid. • Zie blz. 15 voor nadere bijzonderheden over het aansluiten van de luidsprekers. DIGITAL OPTICAL COMPONENT VIDEO VIDEO 2 IN ANTENNA MD/ TAPE IN Y PB/B—Y MONITOR AM MD/ TAPE OUT y PR/R—Y VIDEO IN VIDEO IN CD/ SACD IN VIDEO OUT VIDEO IN DVD IN COAXIAL VIDEO 2 IN MONITOR OUT CTRL A1 II S-VIDEO IN L L DVD IN VIDEO OUT FM 75Ω COAXIAL S-VIDEO IN L S-VIDEO OUT S-VIDEO IN S-VIDEO OUT L L SURR BACK CENTER R IN R IN AUX CD/SACD OUT R IN MD/TAPE R DVD VIDEO 2 SUB WOOFER R AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO 1 SUB FRONT SURROUND WOOFER MULTI CH IN A A G PRE OUT G L CENTER R FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH OUT DVD videospeler, CD/Super Audio CD-speler, meerkanaalsdecodeereenheid, enz. 12NL Andere aansluitingen CONTROL A1 * Aansluiten van de apparatuur I DIGITAL OPTICAL COMPONENT VIDEO VIDEO 2 IN ANTENNA MD/ TAPE IN Y PB/B–Y MONITOR AM MD/ TAPE OUT y PR/R–Y VIDEO IN VIDEO IN CD/ SACD IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO OUT FM 75Ω COAXIAL DVD IN COAXIAL S-VIDEO IN L L DVD IN VIDEO 2 IN MONITOR OUT CTRL A1 II S-VIDEO IN L S-VIDEO OUT S-VIDEO IN L S-VIDEO OUT L SURR BACK CENTER R IN R IN AUX CD/SACD OUT R IN MD/TAPE R R AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN DVD VIDEO 2 VIDEO 1 SUB WOOFER SUB FRONT SURROUND WOOFER MULTI CH IN PRE OUT ç IN A OUTPUT LINE L R CD-speler, cassettedeck, Minidisc-recorder, enz. * Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK. CONTROL A1 aansluitingen • Als u beschikt over een Sony CD-speler, Super Audio CD-speler, cassettedeck of minidisc-recorder die geschikt is voor het CONTROL A1 bedieningssysteem Gebruik een mono ministekker-kabel (niet bijgeleverd) om de CONTROL A1 aansluiting van uw CD-speler, Super Audio CD-speler, cassettedeck of minidisc-recorder te verbinden met de CTRL A1 aansluiting van deze tuner/versterker. Zie voor nadere bijzonderheden de aanwijzingen onder "CONTROL A1 bedieningssysteem" op blz. 42 en de gebruiksaanwijzing van uw CD-speler, Super Audio CD-speler, cassettedeck of minidisc-recorder. Opmerking Als u de CONTROL A1 aansluitingen maakt van de tuner/versterker naar een minidisc-recorder die ook is aangesloten op een computer, mag u de tuner/versterker niet bedienen terwijl het "Sony MD Editor" programma loopt. Anders kan er van alles mis gaan. • Als u beschikt over een CD-wisselaar met een COMMAND MODE keuzeschakelaar Als de COMMAND MODE schakelaar van uw CD-wisselaar kan worden ingesteld op CD 1, CD 2 of CD 3, zet deze dan in de "CD 1" stand en sluit de CD-wisselaar aan op de CD ingangen van de tuner/versterker. Als u echter een Sony CD-wisselaar met VIDEO OUT aansluitingen heeft, dan u zet de COMMAND MODE schakelaar in de "CD 2" stand en sluit u de CD-wisselaar aan op de VIDEO 2 ingangen van de tuner/versterker. wordt vervolgd 13NL Andere aansluitingen (vervolg) Aansluiten van het netsnoer Netsnoer AUX AUDIO IN aansluiting Als u beschikt over een individuele audiocomponent (behalve PHONO) Gebruik de audiosnoeren om de LINE OUT aansluitingen van de CD-speler, cassettedeck of minidisc-recorder te verbinden met de AUX IN aansluiting op de tuner/versterker, zodat u stereo geluidsbronnen kunt beluisteren in Surround Sound. Instellen van de spanningskiezer Als uw tuner/versterker is voorzien van een spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel, controleer dan of deze spanningskiezer juist staat ingesteld op de plaatselijke netspanning. Zo niet, dan zet u de spanningskiezer met behulp van een schroevendraaier in de juiste stand, voordat u de stekker in het stopcontact steekt. VOLTAGE SELECTOR 120V 220V 240V L b L ONT B Naar een stopcontact L AC OUTLET L 8-16Ω AC OUTLET* * Uitgezonderd de modellen met landcode AR, KR De plaats, de vorm en het aantal netstroomuitgangen kan verschillen per model en het land waarnaar deze tuner/versterker oorspronkelijke is verscheept. Alvorens u de netsnoerstekker van deze tuner/ versterker in het stopcontact steekt, dient u eerst alle luidsprekers aan te sluiten op de tuner/versterker (blz. 15). Sluit de netsnoeren van uw audio/videoapparatuur aan op een gewoon wandstopcontact. Als u het netsnoer van andere audio/videoapparatuur aansluit op de AC OUTLET netstroomuitgang(en) achterop de tuner/ versterker, zal de tuner/versterker zorgen voor de stroomvoorziening van de andere component(en), zodat u de bijbehorende apparatuur allemaal tegelijk met de tuner/ versterker kunt in- en uitschakelen. Waarschuwing Let op dat het totale stroomverbruik van de apparatuur aangesloten op de AC OUTLET netstroomuitgang achterop de tuner/versterker het bij deze uitgang aangegeven vermogen niet overschrijdt. Sluit op de netuitgang in geen geval huishoudelijke apparatuur aan zoals een strijkijzer, een ventilator, een TV-toestel of andere apparatuur met een hoog stroomverbruik. 14NL Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Luidspreker-aansluitingen Vereiste aansluitsnoeren A Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd) B Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd) Aansluiten en opstellen van de luidsprekers (+) zwart (–) Actieve lagetonenluidspreker Middenluidspreker Rechter voorluidspreker B* E E Linker voorluidspreker B* INPUT AUDIO IN e B A e e E A A COMPONENT VIDEO Y R L R L PB/B—Y MONITOR CENTER PR/R—Y VIDEO OUT DVD IN VIDEO 2 IN MONITOR OUT FRONT B CTRL A1 II FRONT A R L S-VIDEO OUT L AC OUTLET SURR BACK CENTER SUB WOOFER R R SUB FRONT SURROUND WOOFER MULTI CH IN SPEAKERS A E L SURROUND PRE OUT IMPEDANCE USE 8-16Ω A e Rechter surroundluidspreker E A e Linker surroundluidspreker E A e Rechter voorluidspreker A E e Linker voorluidspreker A * Indien u over extra voorluidsprekers beschikt, sluit die dan aan op SPEAKERS FRONT B. U kunt de gewenste voorluidsprekers selecteren met de SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) toets (blz. 24). wordt vervolgd 15NL Luidspreker-aansluitingen (vervolg) Opmerkingen • Aan de luidsprekerkant stript u ongeveer 10 mm van de isolatie van het snoer en draait u de kerndraden ineen. Let bij elk snoer op dat u de draden niet verwisselt: sluit + aan op + en – op –. Als de draden verwisseld worden, zal bij weergave de positie van de muziekinstrumenten onduidelijk zijn, terwijl de lage tonen grotendeels zullen ontbreken. • Als u luidsprekers gebruikt met een relatief gering maximaal ingangsvermogen, stel dan de geluidssterkte erg voorzichtig in, om overbelasting van de luidsprekers te vermijden. De gestripte uiteinden van de luidsprekerdraden raken elkaar, omdat er teveel van de isolatie is verwijderd. SURR BACK aansluiting Met de receiver kunt u luisteren naar 6,1kanaals surround sound wanneer u de PRE OUT SURR BACK aansluiting van de receiver en de INPUT aansluiting van een andere versterker met elkaar verbindt via een monoaudiokabel. Zie blz. 25 voor meer informatie over het gebruik van het geluidsveld. Tip Als u 6,1-kanaals surround-sound wilt beluisteren, stelt u "Selectie van achterste surroundluidspreker ( S B )" in op "YES" (blz. 19). Om kortsluiting van de luidsprekers te voorkomen Kortsluiting in de luidsprekercircuits kan schade aan de tuner/versterker veroorzaken. Om dit te voorkomen, dient u bij het aansluiten van de luidsprekers de volgende aanwijzingen in acht te nemen. Zorg ervoor dat het gestripte uiteinde van elke luidsprekerkabel niet in contact komt met een andere luidsprekeraansluiting, het gestripte uiteinde van een andere luidsprekerkabel noch metalen onderdelen van de tuner/versterker. Onjuist aangesloten luidsprekersnoeren De gestripte snoeren zijn niet volledig bevestigd en raken de achterkant van de receiver. Na het aansluiten van alle geluidsbronnen, luidsprekers en het netsnoer dient u voor het gebruik eerst een testtoon weer te geven om te controleren of alle luidsprekers naar behoren zijn aangesloten. Nadere aanwijzingen voor het weergeven van een testtoon vindt u op bladzijde 22. Als een van de luidsprekers geen geluid geeft bij weergave van de testtoon of als het geluid klinkt via een andere luidspreker dan er op de tuner/versterker wordt aangegeven, kan er kortsluiting zijn in de luidsprekeraansluitingen. In dat geval dient u de aansluitingen van de luidsprekers nog eens te controleren. Voorkom beschadiging van de luidsprekers Zorg ervoor dat u het volume dicht zet alvorens de tuner/versterker af te zetten. Bij het afzetten van de tuner/versterker blijft de volumeinstelling immers behouden. 16NL De draad van een luidsprekersnoer raakt een andere aansluitklem. Voorbereidingen treffen voor weergave Tip Om de geluidsweergave tijdens het instellen te kunnen controleren (voor de best klinkende instellingen) dient u eerst te zorgen dat alle aansluitingen in orde zijn (blz. 22). Het geheugen van de tuner/ versterker wissen Voor het eerste gebruik van de tuner/versterker of wanneer u het geheugen van het apparaat wilt wissen, gaat u als volgt te werk. 1 Schakel de tuner/versterker uit. 2 Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar 5 seconden lang ingedrukt. "PUSH" en "ENTER" verschijnen achtereenvolgens in het display. 3 Druk op de ENTER. Nu verschijnt er eerst "CLEARING" in het uitleesvenster, en even later "CLEARED". Al de volgende onderdelen worden gewist of in de uitgangsstand teruggesteld. • Alle instellingen van de SET UP, CUSTOM, LEVEL en EQ menu’s. • Het geluidsveld dat voor elke ingangskeuze en voorkeurzender is vastgelegd. • Alle geluidsveldparameters. • Alle vastgelegde voorkeurzenders. • Alle indexnamen voor ingangskeuzetoetsen en vooraf ingestelde zenders. • De centrale geluidssterkte wordt teruggesteld op "VOL MIN". Alvorens u de tuner/versterker in gebruik neemt, dient u met de SET UP toets bepaalde instellingen aan te passen aan de configuratie van uw stereo-installatie. Zie voor de instelbare parameters de tabel op blz. 62. Zie verder blz. 17 – 22 voor de luidspreker-instellingen en blz. 41 voor de andere instellingen. Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de tuner/versterker hebt ingeschakeld, dient u het geheugen van het apparaat te wissen. Vervolgens kiest u de luidspreker-instellingen (formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere voorbereidingen die nodig zijn voor weergave. Mogelijke voorbereidingen voor weergave Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek Voor de beste, ruimtelijk klinkende akoestiekweergave zouden alle luidsprekers in principe op gelijke afstand van uw luisterplaats (A) moeten staan. Deze tuner/versterker biedt u echter de mogelijkheid de middenluidspreker tot ongeveer 1,5 meter dichterbij te zetten (B), de surround-luidsprekers tot ongeveer 4,5 meter en de middenachterluidspreker (D) tot ongeveer 4,5 meter dichterbij (C) uw luisterplaats. Bovendien kunnen de voorluidsprekers zowel dichterbij als verderaf gezet worden, van 1,0 tot 7,0 meter van uw luisterplaats (A). U kunt kiezen of u de surround-luidsprekers achter uw luisterplaats wilt zetten of aan weerszijden er naast, afhankelijk van de vorm van uw kamer, e.d. Met de surround-luidsprekers naast uw luisterplaats (in een smalle kamer) B A A 45° C C 90° D 20° wordt vervolgd 17NL Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek (vervolg) 3 Draai aan de instelknop om de gewenste waarde voor de parameter te kiezen. De gekozen waarde wordt automatisch vastgelegd. Met de surround-luidsprekers achter uw luisterplaats (in een brede kamer) 4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle bij te regelen parameters naar wens hebt ingesteld. B A A 45° Oorspronkelijke instellingen Parameter C C 90° SW L D 20° C SL Tip SB • Wanneer u de achterste surroundluidpreker plaatst, zet u deze minstens 1 meter achter de luisterpositie. Het wordt aanbevolen de luidspreker op een gelijke afstand van de linker- en rechtersurroundluidsprekers te zetten. Als er geen ruimte achter de luisterpositie is, plaatst u de luidspreker boven de luisterpositie op een standaard of hangt u de luidspreker aan het plafond. Zorg dat de luidspreker stevig is gemonteerd om te voorkomen dat de luidspreker beschadigt of letsel veroorzaakt. • Aangezien de weergave van de actieve lagetonenluidspreker niet richtingsgevoelig is, kunt u die luidspreker opstellen waar u maar wilt. Opmerking Zet de middenluidspreker niet verder van uw luisterplaats dan de voorluidsprekers. Instellen van de luidsprekerparameters 1 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om " SET UP " te selecteren. 2 Druk op of om in te stellen op de parameter die u wilt bijregelen. Opmerking Ook sommige luidspreker-instellingen kunnen in het uitleesvenster slechts vaag of grijs worden aangegeven. Dit betekent dat deze automatisch zijn gewijzigd vanwege andere luidsprekerinstellingen of dat deze niet kunnen worden aangepast. 18NL L C SL SB SL Oorspronkelijke instelling (SUB WOOFER) S.W. XXX YES R (FRONT) XXXXX (CENTER) XXXXX SR DIST. X.X m DIST. X.X m SR DIST. X.X m DIST. X.X m SR LARGE (SURROUND) XXXXX LARGE (SURR BACK) XXX R LARGE XXXXXXX NO 3.0 m 3.0 m 3.0 m 3.0 m SIDE/LO x Aanwezigheid van een lagetonenluidspreker ( SW S.W. XXX) • Als u een lagetonen-luidspreker hebt aangesloten, stelt u hierbij in op "YES". • Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker, dan stelt u in op "NO". Dan worden de basverdelingscircuits ingeschakeld om de laagste frequenties (LFE signalen) weer te geven via de andere luidsprekers. • Als u het schakelsysteem voor de omleiding van lage tonen van Dolby Digital volledig wilt benutten, moet u de kantelfrequentie op de subwoofer zo hoog mogelijk zetten. x Formaat van de voorluidsprekers ( L R XXXXX) • Zijn er grote voorluidsprekers aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u de stand "LARGE". Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best voldoen. • Als u voor de voorluidsprekers de stand "SMALL" kiest, worden de middenluidspreker en de surround-luidsprekers ook automatisch ingesteld op "SMALL" (tenzij u eerder de stand "NO" hebt gekozen). • Als de subwoofer is ingesteld op "NO", worden de voorluidsprekers automatisch ingesteld op "LARGE" en kunt u deze instelling niet wijzigen. x Formaat van de middenluidspreker ( C XXXXX) • Is er een grote middenluidspreker aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kan weergeven, dan kiest u de stand "LARGE". Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op "SMALL", kunt u de middenluidspreker niet instellen op "LARGE". • Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals surround-sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand "SMALL" om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van het middenkanaal worden overgeheveld naar de voorluidsprekers (als die op "LARGE" zijn ingesteld) of naar de aparte lagetonen-luidspreker.*1 • Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan de stand "NO". Al het geluid van het middenkanaal wordt dan weergegeven door de voorluidsprekers.*2 ( SL SR XXXXX) • Zijn er grote surround-luidsprekers aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u de stand "LARGE". Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op "SMALL", kunt u de surroundluidsprekers niet instellen op "LARGE". • Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals surround-sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand "SMALL" om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van de achterkanalen worden overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel "LARGE" luidsprekers die hier beter op zijn berekend. • Sluit u geen surround-luidsprekers aan, kies dan de stand "NO".*3 Aansluiten en opstellen van de luidsprekers • Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals surround-sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand "SMALL" om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van de voorkanalen worden overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker. x Formaat van de surround-luidsprekers Tip *1–*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro Logic standen voor de middenkanaal-aanpassing *1 NORMAL *2 PHANTOM *3 3 STEREO x Selectie van achterste surroundluidspreker ( SL SR XXXXX) U kunt deze parameter alleen instellen wanneer u een SURR BACK aansluiting maakt (blz. 16). • Als u een SURR BACK aansluiting wilt maken, selecteert u "YES". • Als u geen SURR BACK aansluiting wilt maken, selecteert u "NO". * Deze parameters zijn niet beschikbaar als er voor het "Formaat van de surround-luidsprekers ( SL SR )" de stand "NO" is gekozen. wordt vervolgd 19NL Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek (vervolg) ( Tip Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van het LARGE en SMALL luidsprekerformaat voor elk stel luidsprekers of de ingebouwde akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als de lage tonen uit een bepaald kanaal worden verwijderd, zullen de basverdelingscircuits die frequenties overbrengen naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel "LARGE" luidsprekers die er beter op zijn berekend. Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate van richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het gehele frequentiespectrum van de verschillende kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch de stand "LARGE" kiezen als u de lage tonen ook door die luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers best "SMALL" kiezen. Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst, kiest u dan voor alle luidsprekers de stand "LARGE". Als er niet voldoende lage tonen zijn, kunt u de BASS parameter in het EQ menu gebruiken om de lage tonen te versterken. Voor het regelen van de lage tonen, zie blz. 33. x Afstand van de voorluidsprekers ( L R DIST. X.X m) Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de linker of rechter voorluidspreker (afstand A op blz. 17). x Afstand van de middenluidspreker ( C DIST. X.X m) Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de middenluidspreker. U kunt de afstand van de middenluidspreker gelijk kiezen aan die van de voorluidsprekers (afstand A op blz. 17) tot ongeveer 1,5 meter dichter bij uw luisterplaats (afstand B op blz. 17). x Afstand van de surround-luidsprekers ( SL SR DIST. X.X m) Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de (linker of rechter) surround-luidsprekers. U kunt de afstand van de surround-luidsprekers gelijk kiezen aan die van de voorluidsprekers (afstand A op blz. 17) tot ongeveer 4,5 meter dichter bij uw luisterplaats (afstand C op blz. 17). 20NL x Afstand van de middenachterluidspreker SB DIST. X.X m) Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de middenachterluidspreker. U kunt de afstand van de middenachterluidspreker gelijk kiezen aan die van de voorluidsprekers (afstand A op blz. 17) tot ongeveer 4,5 meter dichter bij uw luisterplaats (afstand D op blz. 17). Tip U kunt de weergave van de tuner/versterker aanpassen aan de plaats van de aangesloten luidsprekers, door de luidsprekerafstand in te voeren. Het is echter niet mogelijk de middenluidspreker verder af te zetten dan de linker en rechter voorluidsprekers. Bovendien kunt u de middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter dichter bij uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. Evenmin kunt u de surround-luidsprekers verder van uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En ook weer niet meer dan 4,5 meter dichterbij. Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste opstelling van de luidsprekers niet geschikt is voor de weergave van akoestiekeffecten. Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan de feitelijke afstand, zal het geluid via die luidspreker(s) met een grotere vertraging worden weergegeven. Met andere woorden, de luidsprekers klinken dan verder weg. Als u bijvoorbeeld de afstandsinstelling van de middenluidspreker 1 ~ 2 meter dichterbij kiest dan de feitelijke afstand, zal dit een vrij natuurgetrouw effect geven alsof u zich "in" het beeldscherm bevindt. En als u geen goed akoestiekeffect verkrijgt omdat de surround-luidsprekers te dichtbij staan, kunt u door het verminderen van de luidsprekerafstand (dichterbij kiezen dan de werkelijke afstand) een dieper ruimtelijk effect creëren. Door deze parameters bij te regelen terwijl u aandachtig naar een geluidsbron luistert, kunt u vaak een aanzienlijke verbetering in akoestiek bewerkstelligen. Probeer het maar eens! x Plaatsing van surround-luidspreker ( SL SR XXXXXXX)* • Stel in op "SIDE/LO" als uw surroundluidsprekers op de grond staan of vrij laag zijn opgehangen, in het gebied A en C. • Stel in op "SIDE/HI" als uw surroundluidsprekers relatief hoog ann de wand hangen, in het gebied A en D. • Stel in op "BEHD/LO" als uw surroundluidsprekers op de grond staan of vrij laag zijn opgehangen, in het gebied B en C. • Stel in op "BEHD/HI" als uw surroundluidsprekers relatief hoog ann de wand hangen, in het gebied B en D. 90° A A 45° B B 20° De plaatsingsparameter van de surroundluidspreker is speciaal ontworpen voor de uitvoering van de Digital Cinema Sound-standen met virtuele elementen. Bij de Digital Cinema Sound-standen is de plaatsing van de luidspreker niet zo belangrijk als bij andere standen. Alle modes met virtuele elementen veronderstellen dat de surround luidspreker zich achter de luisterpositie bevindt, maar de presentatie blijft tamelijk consequent, zelfs met de surround luidsprekers in een tamelijk grote hoek geplaatst. Als de luidsprekers echter naar de luisteraar zijn gericht en direct links en recht van de luisteraar staan, functioneren de geluidsvelden met virtuele elementen niet, tenzij de plaatsingsparameter van de surroundluidspreker niet is ingesteld op "SIDE/LO" of "SIDE/HI". Ook dat geldt echter niet in alle gevallen, aangezien de akoestiek van elke luisterruimte wordt bepaald door een heel stel variabelen, zodat u misschien wel betere resultaten bereikt met de "BEHD/HI" opstelling als de luidsprekers hoog boven uw luisterplaats hangen, ook al is dat pal ter weerszijden ervan. Daarom kunt u wellicht het best een favoriete geluidsbron met meerkanaals Surround Sound afspelen en dan goed luisteren welk effect elke instelling op de uiteindelijke klank heeft, ook al kan dit wel eens leiden tot een andere instelling dan hierboven aangegeven onder "Opstelling van de surround-luidsprekers". Kies de stand die een fraai open, ruimtelijk gevoel oplevert, met een zo hecht mogelijke samenhang tussen het geluid van de voorluidsprekers en dat van de surround-luidsprekers. Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen de verschillende instellingen, kies dan de stand "BEHD/LO" of "BEHD/HI" en gebruik dan de luidsprekerafstand-parameter en de geluidssterkteinstellingen om de weergave optimaal af te regelen. Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Met deze parameter kunt u de locatie en de hoogte van de surroundluidsprekers opgeven voor een juiste uitvoering van de Digital Cinema Sound-surroundstanden. Zie de onderstaande afbeelding. Tip wordt vervolgd D D 60 C C 30 * Deze parameters zijn niet beschikbaar als er voor het "Formaat van de surround-luidsprekers ( SL SR )" de stand "NO" is gekozen. 21NL Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek (vervolg) Bijregelen van de geluidssterkte van de luidsprekers Stel alle luidsprekers op een evenredige geluidssterkte in vanaf uw luisterplaats, met de afstandsbediening. Na het aansluiten van al uw audio/videoapparatuur op de tuner/versterker volgt u de onderstaande aanwijzingen om te controleren of alle aansluitingen in orde zijn. Opmerking 1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/ Dit apparaat is voorzien van een nieuwe testtoon in de frequentieband rond 800 Hz, om het instellen van de luidsprekers te vergemakkelijken. 2 Schakel een aangesloten een 1 Druk op de ?/1 toets van de afstandsbediening om de tuner/ versterker in te schakelen. 2 Druk op de TEST TONE toets van de afstandsbediening. U hoort achtereenvolgens de testtoon via de verschillende luidsprekers. Linksvoor t Midden t Rechtsvoor t Rechtsachter t Middenachter linksachter * t Linksachter tLagetonen-luidspreker * U hoort de testtoon als u de SURR BACK aansluiting maakt (blz. 16) en "YES" instelt bij "Selectie van achterste surroundluidspreker ( S B )" (blz. 19). 3 Stel nu met de parameters in het LEVEL menu de geluidssterkte en de balans zo in dat de testtoon op uw luisterplaats via alle luidsprekers even luid klinkt. Nadere bijzonderheden over het LEVEL instelmenu vindt u op blz. 32. Tijdens het bijregelen wordt de testtoon weergegeven door de luidspreker die u op dat moment bijregelt. 4 Druk weer op de TEST TONE toets om de testtoon uit te schakelen. Tip U kunt ook alle luidsprekers tegelijk harder of zachter zetten. Druk op de MASTER VOL +/– toetsen van de afstandsbediening of draai hiervoor aan de MASTER VOLUME regelknop van de tuner/versterker. Opmerkingen • Tijdens het bijregelen toont het uitleesvenster de gekozen volumewaarde voor de bijgeregelde luidsprekers. • Ofschoon u deze instellingen ook kunt maken met de toetsen op het voorpaneel van de tuner/ versterker, via het LEVEL instelmenu (bij weergave van de testtoon schakelt de tuner/versterker automatisch over naar het LEVEL instelmenu), willen wij u toch aanbevelen om zo mogelijk de hierboven beschreven werkwijze te volgen en de geluidssterkte bij te regelen met de NL afstandsbediening, vanaf uw favoriete luisterplaats. 22 Controleren van de aansluitingen versterker in te schakelen. aangesloten component in (bijvoorbeeld uw CD-speler of cassettedeck). 3 Druk op de ingangskeuzetoets (bijvoorbeeld CD/SACD of MD/TAPE) om de component te selecteren (programmabron). 4 Start de weergave van de geluidsbron. Als u na de bovenstaande handelingen geen normale geluidsweergave verkrijgt, neem dan de controlelijst onder "Verhelpen van storingen" op blz. 56 door en tref de vereiste maatregelen om het probleem te verhelpen. Basisbediening Keuze van het weergaveapparaat Ingangskeuzetoetsen Druk op de ingangskeuzetoets om de component te selecteren die u wilt gebruiken. Druk op de Videorecorder VIDEO 1 of VIDEO 2 Satelliet-ontvanger VIDEO 2 Druk op de INPUT MODE ingangssignaalkeuzetoets om het gewenste audiosignaal te kiezen voor uw digitale apparatuur. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt het ingangssignaal van het op dat moment gekozen weergave-apparaat. Kies de stand Om AUTO IN Voorrang te geven aan de digitale signalen wanneer er zowel digitale als analoge signalen beschikbaar zijn. Als er geen digitale signalen zijn, worden de analoge signalen gekozen. COAX IN In te stellen op de digitale audiosignalen die via de DIGITAL COAXIAL ingangsaansluiting binnenkomen. In te stellen op de digitale audiosignalen die via de DIGITAL OPTICAL ingangsaansluiting binnenkomen. Camcorder of videospel VIDEO 3 DVD-videospeler DVD Minidisc-recorder of cassettedeck MD/TAPE CD of Super Audio CD-speler CD/SACD Ingebouwde tuner voor radio-ontvangst TUNER FM/AM Audiocomponent AUX Na het kiezen van het weergave-apparaat schakelt u dat apparaat in en start u de weergave. • Na het kiezen van een videorecorder, camcorder, videospel of DVD videospeler schakelt u ook het TV-toestel in en stelt u dat in op weergave van de gekozen component van de gekozen component. OPT IN ANALOG Basisbediening Voor keuze van de INPUT MODE ingangssignaalkeuzetoets In te stellen op de analoge audiosignalen die via de AUDIO IN (L/R) aansluitingen binnenkomen. Opmerking Wanneer het digitale signaal (96 kHz) wordt ingevoerd, functioneren de equalizer, het geluidsveld en het effectniveau niet. MULTI CH IN Druk op MULTI CH IN om een geluidsbron te beluisteren die is aangesloten op MULTI CH IN. Balans en niveau van alle luidsprekers kunnen worden geregeld. Als deze functie is ingeschakeld, worden de equalizer en het effectniveau uitgeschakeld. Meerkanaals-decodeerlampje (MULTI CHANNEL DECODING) Dit indicatorlampje licht op wanneer het apparaat signalen in een meerkanaals-formaat aan het decoderen is. wordt vervolgd 23NL Keuze van het weergave-apparaat (vervolg) MUTING geluiddempingstoets Druk op MUTING van de afstandsbediening om het geluid te onderdrukken. Druk nogmaals hierop om de functie voor dempen uit te schakelen. De functie voor dempen wordt ook geannuleerd als u het apparaat inschakelt of als u de MASTER VOLUME draait om het volume te verhogen. PHONES hoofdtelefoonaansluiting Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten. DIMMER verlichtingskeuzetoets Druk enkele malen op de DIMMER toets om de helderheid van het uitleesvenster naar wens in te stellen (in 3 stappen). DISPLAY aanduidingskeuzetoets Telkens wanneer u op de DISPLAY toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster kringsgewijze als volgt: • Als de hoofdtelefoon is aangesloten, wordt de luidsprekeruitvoer automatisch geannuleerd. "SP A" en "SP B" gaan niet branden in het display. Zelf ingevoerde naam van de van de component* t Gekozen van de component t Klankbeeld dat vast is gekozen voor deze component • Wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten, kunt u kiezen uit de geluidsvelden HP 2CH, HP MULTI of HP THEA (blz. 28). Bij keuze van de tuner voor radioontvangst SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) Druk op de SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) toets om het geluid te beluisteren via de luidsprekers die zijn aangesloten op SPEAKERS FRONT. Wanneer u op de toets drukt, gaat het display achtereenvolgens als volgt branden: SP A t SP B t SP A en SP B t Geen display* Voor weergave via Keuze van de Luidsprekerpaar A (Aangesloten SP A op de SPEAKERS FRONT A (standaardinstelling) stekkerbussen) Luidsprekerpaar B (Aangesloten SP B op de SPEAKERS FRONT B stekkerbussen) Zowel luidsprekersysteem A en B (Aangesloten op de SPEAKERS FRONT A en B stekkerbussen) SP A en SP B * Als u niet beide luidsprekersystemen (A en B) wilt gebruiken, drukt u op SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) tot "SP A" en "SP B" niet meer branden in het display (geen display). 24NL Keuze van de aanduidingen in het uitleesvenster Ingevoerde naam van de voorkeurzender* of vaste zendernaam** t Afstemfrequentie t Programmatype-aanduiding** t Radiotekst** t Juiste tijd** t Klankbeeld dat vast is gekozen voor deze afstemband of voorkeurzender * De ingevoerde naam verschijnt alleen als u zelf een naam voor deze van de component of voorkeurzender hebt ingevoerd (blz. 39). De indexnaam verschijnt niet wanneer er alleen spaties zijn ingevoerd of als deze gelijk is aan de ingangskeuzetoets. ** Deze aanduidingen verschijnen alleen tijdens RDS ontvangst. (Alleen bij de modellen met landcode CEL, CEK. Zie blz. 37.) Genieten van Surround Sound akoestiek Alleen met de voorluidsprekers (2-kanaals Stereo) Druk op 2CH. De 2CH aanduiding gaat branden en "2CH ST.". verschijnt in het display. Deze mode produceert alleen het geluid van de linker en rechter voorluidspreker. Bij standaard 2-kanaals (stereo) geluidsbronnen wordt er helemaal geen akoestiekverwerking toegepast. Meerkanaals-geluidsbronnen worden samengemengd tot de gewone twee kanalen. Opmerking De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid weer als er is gekozen voor "2CH ST." weergave. Als u naar 2-kanaals (stereo) bronnen wilt luisteren met de luidsprekers links- en rechtsvoor en een subwoofer, drukt u herhaaldelijk op A.F.D. om "A.F.D. AUTO" te selecteren. Genieten van geluid met een hoge kwaliteit Met de A.F.D. (Auto Format Direct) stand kunt u de decoderingsstand selecteren die u wilt gebruiken voor het geluidsspoor. Stand Decoderingsstand A.F.D. AUTO Zoals gecodeerd DOLBY PL Dolby Pro Logic PLII MOV PLII MUS NEO6 CIN NEO6 MUS Dolby Pro Logic II Genieten van Surround Sound akoestiek U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke geluidsweergave door eenvoudigweg een van de voorgeprogrammeerde klankbeelden te kiezen die de tuner/versterker biedt. Zo kunt u uw luisterkamer even indrukwekkend laten klinken als een bioscoopzaal of een concertzaal. U kunt ook de geluidsvelden personaliseren door de surround parameter aan te passen. Voor een optimaal gebruik van de ruimtelijke akoestiekfuncties zult u het aantal en de opstelling van uw luidsprekers in de tuner/ versterker moeten vastleggen. Zie het hoofdstuk "Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek" vanaf blz. 17 voor de nodige instellingen van de luidsprekerparameters om ten volle te kunnen genieten van de Surround Sound akoestiek. DTS Neo:6 Het ingevoerde audiosignaal automatisch decoderen Druk herhaaldelijk op A.F.D. om "A.F.D. AUTO" te selecteren. De A.F.D. aanduiding gaat branden. Deze stand detecteert automatisch het type audiosignaal dat wordt ingevoerd (Dolby Digital, DTS of standaard 2-kanaals stereo) en staat eventueel in voor de nodige decodering. Deze functie neemt het geluidsspoor zoals het is opgenomen/gecodeerd, en presenteert het zonder enige bijregeling, nagalm of effecten. Zonder laagfrequente signalen (Dolby Digital LFE, enz.) wordt echter een laagfrequent signaal geproduceerd en naar de lagetonenluidspreker gestuurd. wordt vervolgd 25NL Genieten van geluid met een hoge kwaliteit (vervolg) Multikanaals stereo-geluid (Dolby Pro Logic ) en DTS Neo:6 Deze receiver is voorzien van Dolby Pro Logic II met een filmstand en een muziekstand en is bovendien voorzien van DTS Neo:6 met een bioscoopstand en een muziekstand. De receiver kan een 2-kanaals geluid weergeven als 5,1kanaals geluid via Dolby Pro Logic II en als 6kanaals geluid via DTS Neo:6. Druk herhaaldelijk op A.F.D. om "DOLBY PL", "PL MOV", "PL MUS", "NEO6 CIN" of "NEO6 MUS" te selecteren. De A.F.D. aanduiding gaat branden en het geselecteerde decodeertype wordt aangegeven in het display. Deze stand is voor DTS Neo:6 Filmgeluiddecodering. Deze instelling is bij uitstek geschikt voor speelfilms die zijn voorzien van DTS Surround geluid. x NEO6 MUS (DTS Neo:6 Music) Deze stand zorgt versterker voor DTS Neo:6 Muziek-type decodering. Deze instelling is optimaal geschikt voor normale stereo geluidsbronnen zoals muziek-CD’s. Keuze van een klankbeeld De eenvoudigste manier om te genieten van ruimtelijke akoestiekweergave is door een van de voorgeprogrammeerde klankbeelden te kiezen dat het best past bij de muziek die u beluistert. x DOLBY PL (Dolby Pro Logic) Druk op de Hiermee wordt de Pro Logic decodering uitgevoerd. Geluidsbronnen met meerkanaals Surround signalen worden net zo weergegeven als ze zijn opgenomen. Software met 2-kanaals audiosignalen wordt gedecodeerd met Dolby Pro Logic om surround-effecten tot stand te brengen (4 kanalen). MOVIE x PL * Geluidsvelden met het merkteken DCS werken met DCS-technologie. MOV (Pro Logic Movie) Hiermee wordt de decodering voor de Pro Logic II filmstand uitgevoerd. Deze instelling is bij uitstek geschikt voor speelfilms die zijn voorzien van Dolby Surround geluid. Bovendien is deze stand geschikt voor geluidsweergave via 5,1 kanalen bij afspelen van oude speelfilms op video en voor weergave van een gesynchro-niseerd geluidskanaal in een andere taal. x PL MUS (Pro Logic Music) Hiermee wordt de decodering voor de Pro Logic II muziekstand uitgevoerd. Deze instelling is optimaal geschikt voor normale stereo geluidsbronnen zoals muziek-CD’s. Opmerking Decodering met Dolby Pro Logic en Dolby Pro Logic II functioneert niet voor signalen met DTS indeling. 26NL x NEO6 CIN (DTS Neo:6 Cinema) Voor keuze van de C.ST.EX A DCS* C.ST.EX B DCS* C.ST.EX C DCS* MUSIC HALL JAZZ CONCERT Betreffende DCS (Digital Cinema Sound) Samen met Sony Pictures Entertainment heeft Sony de geluidsomgeving van zijn studio’s gemeten en de meetwaarden samen met Sony’s eigen DSP (Digital Signal Processor) technologie gecombineerd om "Digital Cinema Sound" te ontwikkelen. Bij een huisbioscoop simuleert "Digital Cinema Sound" een ideale bioscoopgeluidsomgeving volgens de voorkeur van de filmregisseur. Films bekijken met Cinema Studio EX Cinema Studio EX is ideaal voor het bekijken van films in multikanaalsformaat, zoals Dolby Digital DVD. Deze mode reproduceert de geluidskarakteristieken van de studio’s van Sony Pictures Entertainment. Druk herhaaldelijk op MOVIE om "C.ST.EX A", "C.ST.EX B" of "C.ST.EX C" te selecteren. x C.ST.EX A (Cinema Studio EX A) Reproduceert de geluidskarakteristieken van de Sony Pictures Entertainment "Cary Grant Theater" cinema productiestudio. Dit is een standaard stand die is aangewezen voor nagenoeg elke film. x C.ST.EX B (Cinema Studio EX B) Reproduceert de geluidskarakteristieken van de Sony Pictures Entertainment "Kim Novak Theater" cinema productiestudio. Deze stand is ideaal voor science-fiction of actiefilms met veel geluidseffecten. Cinema Studio EX bestaat uit de volgende drie elementen. • Virtual Multi Dimension Creëert 5 virtuele luidsprekersets die de luisteraar omringen op basis van één enkel paar surround luidsprekers. • Screen Depth Matching In een bioscoop lijkt het geluid vanuit het beeld op het scherm te komen. Dit element geeft dezelfde indruk in uw huiskamer door het geluid van de voorluidsprekers in het scherm te schuiven. Genieten van Surround Sound akoestiek De MOVIE aanduiding gaat branden en het geselecteerde geluidsveld wordt aangegeven in het display. Betreffende Cinema Studio EX • Cinema Studio Reverberation Reproduceert het speciale nagalmeffect van een bioscoop. Cinema Studio EX is de geïntegreerde mode die deze elementen samen laat werken. Opmerkingen • De effecten die verkregen worden met behulp van virtuele luidsprekers kunnen soms wat storing in de weergave veroorzaken. • Bij het luisteren naar klankbeelden die werken met virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de echte surround-luidsprekers horen. Andere klankbeelden kiezen x C.ST.EX C (Cinema Studio EX C) Reproduceert de geluidskarakteristieken van de Sony Pictures Entertainment muziek. Deze stand is ideaal voor musicals of klassiekers met muziek in de soundtrack. Druk herhaaldelijk op MUSIC om het gewenste geluidsveld te kiezen. De MUSIC aanduiding gaat branden en het huidige geluidsveld wordt aangegeven in het display. x HALL Geeft de akoestiek van een reehthoekige concertzaal. x JAZZ (Jazz Club) Geeft de akoestische sfeer van een typische jazz-club. x CONCERT (Live Concert) Reproduceert de akoestiek van een zaal met 300 plaatsen. Uitschakelen van het klankbeeld Druk herhaaldelijk op A.F.D. om "A.F.D. AUTO" te selecteren of druk op de 2CH. wordt vervolgd 27NL Keuze van een klankbeeld (vervolg) Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten U kunt alleen de onderstaande geluidsvelden selecteren. x HP 2CH (Hoofdtelefoon 2CH) Hierbij wordt het geluid gewoon in 2-kanaals stereo weergegeven. Standaard 2-kanaals stereo geluidsbronnen worden weergegeven zonder akoestiekverwerking, en meerkanaals Surround Sound geluidsbronnen worden samengemengd tot 2 kanalen. x HP MULTI (Hoofdtelefoon Multi) Dit dient voor weergave van analoge signalen die binnenkomen via de MULTI CH IN aansluitingen. x HP THEA (Hoofdtelefoon Theater) Dit stelt u in staat de sfeer van een bioscoop te horen bij het beluisteren van filmgeluid via de hoofdtelefoon. Tips • De receiver laat u het laatst gekozen klankbeeld toepassen op een programmabron wanneer die is geselecteerd (Sound Field Link). Als u bijvoorbeeld naar een CD luistert met het "JAZZ" klankbeeld en dan overschakelt naar een andere geluidsbron, zal bij het terugkeren naar de CD geluidsbron weer automatisch het "JAZZ" klankbeeld gelden. • Aan de verpakking kunt u zien met welk akoestieksysteem het beeldmateriaal op een DVD videodisc e.d. is opgenomen. – – – : Dolby Digital discs : Dolby Surround discs : DTS Digital Surround discs • Wanneer er geluidssignalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz binnenkomen, worden deze geluidssignalen automatisch in stereo weergegeven en wordt het klankbeeld automatisch uitgeschakeld. Keuze van de middenachterdecodeerfunctie (SURR BACK DECODING) Hiermee kunt u de decodeerfunctie kiezen voor de middenachterkanalen van een meerkanaalsingangssignaal. Door het decoderen van het middenachterluidspreker-signaal van speelfilms op DVD-discs (enz.) die zijn opgenomen in een van de Surround EX formaten*, verkrijgt u een optimaal akoestiekeffect achterin, zoals bedoeld door de makers van de film. * Dolby Digital EX, DTS-ES Matrix, DTS-ES Discrete 6.1, enz. Deze functie werkt echter alleen als u deze met A.F.D. gebruikt. 1 Druk op A.F.D. 2 Druk enkele malen op de SURR BACK DECODING toets om in te stellen op de gewenste middenachter decodeerfunctie. De aanduiding "SB XXXX" verschijnt in het uitleesvenster. Wanneer de tuner/versterker bezig is met decoderen van het middenachterluidsprekersignaal, licht de aanduiding "SURR BACK DECODING" op. Middenachterkanaal-decodeerfuncties • SB OFF (uitgeschakeld) • SB AUTO • SB MTRX Nadere aanwijzingen vindt u onder "Hoe een middenachter-decodeerfunctie te kiezen" op de volgende pagina. Tip U kunt de middenachter-decodeerfunctie ook kiezen via het onderdeel "SB XXXX" in het CUSTOM menu (blz. 41). Opmerking U kunt de decoderingsstand voor de achterste surroundluidspreker niet selecteren wanneer u 2CH ST. (blz. 25) gebruikt, wanneer MULTI CH IN is geselecteerd of wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten. 28NL Hoe een middenachter-decodeerfunctie te kiezen U kunt uw keuze voor een middenachter-decodeerfunctie baseren op het inkomend geluidssignaal. Bij keuze van de "SB OFF" uit-stand Dan wordt er geen middenachterkanaal-decodering toegepast. Bij keuze van de "SB AUTO" stand Wanneer het ingangssignaal een 6,1-kanaals vlagsignaal*1 bevat, wordt aan de hand daarvan de juiste decodeerfunctie toegepast voor decodering van het middenachterluidspreker-signaal. Voor een DTS-ES Matrix 6.1 geluidsbron wordt de DTS Matrix decodeerfunctie toegepast. Voor een DTS-ES Discrete 6.1 geluidsbron wordt de DTS Discrete decodeerfunctie toegepast. Weergavekanalen Toegepaste middenachter-decodeerfunctie Dolby Digital 5.1 5.1 — DTS 5.1 5.1 — Dolby Digital EX*2 6.1 Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX DTS-ES Matrix 6.1*3 6.1 DTS Matrix decodeerfunctie DTS-ES Discrete 6.1*4 6.1 DTS Discrete decodeerfunctie Bij keuze van de "SB MTRX" stand De Dolby Digital EX decodeerfunctie wordt toegepast voor het decoderen van het middenachterluidspreker-signaal, ongeacht het 6,1-kanaals vlagsignaal*1 van de ingangssignalen. Deze decodeerfunctie voldoet aan de normen van Dolby Digital EX en werkt net zo als de decodeerfuncties die daadwerkelijk in de bioscoop worden gebruikt. Deze decodeerfunctie is ook te gebruiken voor alle Surround EX formaten (Dolby Digital EX, DTS-ES Matrix 6.1, DTS-ES Discrete 6.1). Ingangssignaal Weergavekanalen Toegepaste middenachter-decodeerfunctie Dolby Digital 5.1 6.1 Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX Dolby Digital EX 6.1 Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX DTS 5.1 6.1 Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX DTS-ES Matrix 6.1*3 6.1 Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX DTS-ES Discrete 6.1*4 6.1 Matrix decodeerfunctie geschikt voor Dolby Digital EX Genieten van Surround Sound akoestiek Ingangssignaal *1 Het 6,1-kanaals decodeer-vlagsignaal is een decoderingsinstructiesignaal dat is opgenomen in geluidsbronnen zoals DVD-discs e.d. *2 Dit is het signaal van een Dolby Digital DVD met een Surround EX vlagsignaal. Op de Dolby Corporation webpagina kunt u zien hoe dergelijke Surround EX speelfilms te onderscheiden zijn. *3 Dit is beeld/geluidsmateriaal met een vlagsignaal om aan te geven dat het zowel Surround EX als 5,1-kanaals signalen bevat. *4 Dit is beeld/geluidsmateriaal met zowel 5,1-kanaals signalen als een extra signaal om die gegevens in 6.1 afzonderlijke kanalen om te zetten. De discrete 6.1 kanalen zijn specifiek voor DVD, niet dezelfde als gebruikt in de bioscoop. 29NL Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen 1 L SW C 2 3 SP A SP B aDIGITAL EX aPRO LOGIC II DTS-ES NEO:6 MEMORY OPT COAX MULTI CH IN D.RANGE EQ STEREO MONO RDS SLEEP R LFE SL SSB SR qh qf 4 qd 5 qs qa 7 0 8 9 qg 1 SW: Deze SubWoofer aanduiding licht op als er "YES" is gekozen voor de aanwezigheid van een lagetonen-luidspreker (blz. 18) en als er een geluidssignaal wordt uitgestuurd via de SUB WOOFER aansluitingen. 2 SP A*: Gaat branden wanneer u luidsprekersysteem A selecteert. 3 SP B*: Gaat branden wanneer u luidsprekersysteem B selecteert. * Gaat niet branden als u de hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting. 4 ; DIGITAL EX: "; DIGITAL" gaat branden als de receiver signalen decodeert die zijn opgenomen in de Dolby Digital-indeling. "; DIGITAL EX" gaat branden als de receiver signalen decodeert die zijn opgenomen in de Dolby Digital EX-indeling. 5 ; PRO LOGIC II: "; PRO LOGIC" gaat branden als de receiver Pro Logic verwerking toepast op 2-kanaals signalen om de centrale en surround-kanaalsignalen uit te voeren. "; PRO LOGIC II" gaat branden als Pro Logic II verwerking ("PLII MOV" of "PL II MUS") wordt toegepast (blz. 26). Beide aanduidingen gaan echter niet branden als de midden- en surroundluidsprekers zijn ingesteld op "NO" en als "A.F.D. AUTO", "DOLBY PL", "PLII MOV" of "PLII MUS" is geselecteerd. Opmerking Decodering met Dolby Pro Logic en Dolby Pro Logic II functioneert niet voor signalen met DTS indeling. 30NL 6 6 DTS-ES: "DTS" gaat branden als DTS-signalen worden ingevoerd. "DTS-ES" gaat branden als DTS-ES-signalen worden ingevoerd. Opmerking Bij het afspelen van een disc in DTS formaat moet u erop toezien dat u digitale aansluitingen heeft gemaakt en dat INPUT MODE NIET op "ANALOG" staat blz. 23. 7 NEO:6: Brandt wanneer verwerking via DTS Neo:6 ("NEO6 CIN" of "NEO6 MUS") wordt toegepast. 8 Afstemaanduidingen: Deze aanduidingen lichten op bij gebruik van de tuner voor het afstemmen op radiozenders e.d. Zie blz. 34 – 38 voor de bediening van de tuner voor radio-ontvangst. Opmerking "RDS" verschijnt alleen voor modellen met gebiedscode CEL, CEK. 9 SLEEP: Deze aanduiding licht op wanneer de sluimerfunctie is ingeschakeld. q; EQ: Deze aanduiding licht op wanneer de grafiek-toonregeling is ingeschakeld. qa D.RANGE: Deze "dynamisch bereik" aanduiding licht op wanneer de compressiefunctie voor het dynamisch bereik is ingeschakeld. Zie blz. 32 voor het instellen van de dynamiek-compressie. qs MULTI CH IN: Deze aanduiding licht op als er is gekozen voor MULTI CH IN meerkanaals-weergave. qd COAX: Deze aanduiding licht op wanneer er een digitaal signaal binnenkomt via de COAXIAL ingangsaansluiting. qf OPT: Deze aanduiding licht op wanneer er een digitaal signaal binnenkomt via de OPTICAL ingangsaansluiting. qg LFE: Licht op wanneer de disc die wordt afgespeeld een LFE (Low Frequency Effect) kanaal bevat en het geluid van het LFE kanaal wordt weergegeven. L: linker voorluidspreker, R: rechter voorluidspreker, C: middenluidspreker, SL: linksachter, SR: rechtsachter, S: surround-luidsprekers (mono of allen de achterweergave no Pro Logic verwerking), SB : middenachterluid-sprekers (de achterste surroundcomponenten die worden verkregen door 6.1-matrixdecodering). Bijvoorbeeld: Opnameformaat (Voor/Surround): 3/2 Uitgangskanaal: Geen surround-luidsprekers Klankbeeld: A.F.D. AUTO L C U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen door de akoestiekparameters en de klankkleur van de voorluidsprekers zo in te stellen dat het geluid in uw luisterruimte optimaal klinkt. Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven. Om een bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel de gewenste veranderingen aan te brengen. Raadpleeg de tabellen op blz. 63 voor de parameters die voor elk geluidsveld beschikbaar zijn. Genieten van Surround Sound akoestiek qh Weergavekanaal-aanduidingen: Aan de oplichtende letters (L, C, R, enz.) kunt u zien welke geluidskanalen er worden weergegeven. Aan de oplichtende vakjes rond de letters kunt u zien hoe de tuner/versterker het geluid mengt en via welke luidsprekers het wordt weergegeven (gebaseerd op de luidsprekerinstellingen). Bij akoestisch verruimde klankbeelden zoals "C.ST.EX" voegt de tuner/ versterker nagalm toe aan de weergave, op basis van de inkomende geluidssignalen. Bijregelen van de klankbeelden Voor de beste weergave van meerkanaals Surround Sound Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en volg de aanwijzingen onder "Luidsprekeropstelling voor meerkanaals Surround akoestiek" vanaf blz. 17 alvorens u een klankbeeld gaat aanpassen. Betreffende de aangegeven instelmogelijkheden Welke onderdelen u in elk menu kunt aanpassen, varieert voor de verschillende klankbeelden. Bepaalde instelparameters zullen slechts vaag of grijs worden aangegeven. Dan is een dergelijke parameter voor dat klankbeeld vast ingesteld en niet te wijzigen of helemaal niet van toepassing. R wordt vervolgd SL SR 31NL Bijregelen van de klankbeelden (vervolg) Aanpassen van de luidsprekerniveau-parameters Het LEVEL luidspreker-instelmenu biedt een aantal parameters waarmee u de balans en de geluidssterkte van elke luidspreker naar wens kunt instellen. U kunt ook verschillende aspecten van het huidige geluidsveld aanpassen. De instellingen worden toegepast op alle geluidsvelden, behalve de EFCT. parameter. Voor de EFCT. parameter worden de instellingen afzonderlijk opgeslagen voor elk geluidsveld. 1 Start de weergave van een geluidsbron die is gecodeerd met een meerkanaals Surround geluidsspoor. 2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om " LEVEL " te selecteren. 3 Druk op of om in te stellen op de parameter die u wilt bijregelen. 4 Draai aan de instelknop om de gewenste stand te kiezen. De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd. Oorspronkelijke instellingen Parameter L R BAL. L/R XX Oorspronkelijke instelling BALANCE CTR XXX.X dB 0 dB SUR.L. XXX.X dB 0 dB SUR.R. XXX.X dB 0 dB SB XXX.X dB 0 dB S.W. XXX.X dB D. RANGE COMP. XXX EFCT. XXX 0 dB OFF STD R Voorluidspreker-balans ( L BAL. L/R XX) Hiermee stelt u de weergave via de linker en rechter voorluidsprekers evenwichtig in. Geluidssterkte van de middenluidspreker (CTR XXX.X dB) Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte voor de middenluidspreker. Geluidssterkte van de linker surround-luidspreker (SUR.L. XXX.X dB) Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de linker surround-luidspreker. Geluidssterkte van de rechter surround-luidspreker (SUR.R. XXX.X dB) Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de rechter surround-luidspreker. Geluidssterkte van de middenachterluidspreker (SB XXX.X dB) Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de rechter middenachterluidspreker. Geluidssterkte van de lagetonenluidspreker (S.W. XXX.X dB) Hiermee regelt u de geluidssterkte van de lagetonen-luidspreker. Dynamiekcompressie ( D. RANGE COMP. XXX) Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus verkleinen. Dit kan handig zijn om ‘s avonds laat een speelfilm te bekijken; met het geluid zacht behoudt u toch een rijke, volle klank.Wij willen u aanraden de "MAX" stand te gebruiken. • Om het geluidsspoor normaal weer te geven, zonder compressie, kiest u de "OFF" stand. • Om het geluidsspoor normaal weer te geven met het volledig dynamisch bereik, zoals gekozen door de opnamestudio-technicus, kiest u de "STD" stand. • In de "MAX" stand wordt het dynamisch bereik drastisch beperkt. Opmerking De dynamiekcompressie werkt alleen voor Dolby Digital geluidsbronnen. Effectniveau (EFCT. XXX) Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk van het gekozen akoestiekeffect naar wens instellen. 32NL De equalizerparameter aanpassen Lage (BASS XXX.X dB) Het EQ-menu bevat parameters waarmee u de equalizer van de voorluidsprekers kunt aanpassen voor het beste geluid. De instellingen worden toegepast op alle geluidsvelden. Hoge (TREB. XXX.X dB) Om lage tonen te regelen. 1 Start de weergave van een geluidsbron die is gecodeerd met een meerkanaals Surround geluidsspoor. 2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om " EQ " te selecteren. of om in te stellen op de parameter die u wilt bijregelen, versterking. 4 Draai aan de instelknop om de gewenste afstelling te kiezen. De gekozen waarde wordt automatisch in het geheugen vastgelegd. Oorspronkelijke instellingen Parameter Oorspronkelijke instelling BASS XXX.X dB 0 dB TREB. XXX.X dB 0 dB EQ XXX OFF De equalizer in-/uitschakelen 1 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om " EQ Terugstellen van alle bijgeregelde klankbeelden op de fabrieksinstellingen 1 Als de tuner/versterker nog aan staat, drukt u op de ?/1 toets om het apparaat uit te schakelen. 2 Houd de 2CH toets ingedrukt en druk op de ?/1 toets. De aanduiding "SF. CLR." verschijnt in het uitleesvenster en alle klankbeelden worden teruggesteld op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Genieten van Surround Sound akoestiek 3 Druk op de Om hoge tonen te regelen. " te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op of om "EQ XXX" te selecteren. 3 Draai aan de instelknop om "EQ ON" of "EQ OFF" te selecteren. Opmerking De EQ-aanduiding gaat branden in het display wanneer de equalizer wordt ingeschakeld. Wanneer u de equalizer aanpast met de EQ-parameters, worden de instellingen op alle geluidsvelden toegepast en kunnen deze worden weergegeven wanneer u de equalizer inschakelt. 33NL Radio-ontvangst Opmerkingen Om uw tuner/versterker te gebruiken voor radio-ontvangst, zult u er eerst een FM- en een AM-antenne op moeten aansluiten (blz. 7). Automatisch voorinstellen van FM zenders in alfabetische volgorde (AUTOBETICAL) (Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK) Met deze automatische zenderopslagfunctie kunt u maximaal 30 FM radiozenders en FM RDS zenders in het afstemgeheugen van de tuner/versterker vastleggen, zonder doublures. Hierbij kiest de tuner/versterker automatisch alleen de best doorkomende zenders. Als u bepaalde FM of AM zenders handmatig in het afstemgeheugen wilt vastleggen, volg dan de aanwijzingen onder "Voorinstellen van radiozenders" op blz. 36. 1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/ versterker uit te schakelen. 2 Houd de MEMORY toets ingedrukt en druk nogmaals op de ?/1 toets om de tuner/versterker weer in te schakelen. 34NL De aanduiding "AUTO-BETICAL SELECT" verschijnt en de tuner/versterker gaat op zoek naar alle plaatselijk te ontvangen FM radiozenders en FM RDS zenders en legt deze in het afstemgeheugen vast. Bij elke RDS informatiezender controleert de tuner/versterker eerst of er andere zenders zijn die hetzelfde programma uitzenden, om daarvan dan alleen de duidelijkst doorkomende zender vast te leggen. De gekozen RDS informatiezenders worden gesorteerd op alfabetische volgorde van hun officiële Program Service zendernaam, en krijgen dan elk een letter-plus-cijfer voorinstelcode toegewezen. Zie voor nadere bijzonderheden betreffende de RDS informatiezenders blz. 37. De gewone FM radiozenders krijgen ook een letter-plus-cijfer code en worden dan na de RDS zenders vastgelegd. Na afloop van het vastleggen verschijnt de aanduiding "FINISH" even in het uitleesvenster en dan keert de tuner/ versterker terug naar de normale bedieningsfuncties. • Druk niet op enige toets van de tuner/versterker of de bijgeleverde afstandsbediening totdat de "Autobetical" zenderopslag is voltooid. • Als u verhuist naar een andere streek, kan het nodig zijn deze procedure opnieuw uit te voeren, om de best te ontvangen zenders in uw nieuwe woongebied vast te leggen. • Zie voor het afstemmen op de vastgelegde voorkeurzenders de aanwijzingen op blz. 36. • Als u na het opslaan van zenders met deze functie uw FM antenne verplaatst, kunnen de vastgelegde instellingen niet meer geldig zijn. In dat geval volgt u weer de bovenstaande aanwijzingen om de FM zenders opnieuw vast te leggen. Directe afstemming Als u de afstemfrequentie van de gewenste zender kent, kunt u die rechtstreeks invoeren met de cijfertoetsen van de bijgeleverde afstandsbediening. Voor details omtrent de toetsen in dit hoofdstuk, zie blz. 44–51 voor afstandsbediening RM-PP412 en blz. 52–55 voor afstandsbediening RM-U307. 1 Druk herhaaldelijk op TUNER op de afstandsbediening om de FM of AM band te selecteren. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender. 2 Druk op D.TUNING op de afstandsbediening. 3 Voer met de cijfertoetsen de gewenste afstemfrequentie in. Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz 1 b 0 b 2 b 5 b 0 Voorbeeld 2: AM 1350 kHz (U hoeft de laatste "0" niet in te voeren als voor de afstemschaal een interval van 10 kHz geldt.) 1 b 3 b 5 b 0 Als u niet op een bepaalde zender kunt afstemmen en de ingevoerde cijfers knipperen Controleer of u de juiste frequentie hebt ingevoerd. Bij een vergissing herhaalt u de stappen 2 en 3. Als de ingevoerde cijfers nog steeds knipperen, wordt deze frequentie in uw ontvangstgebied niet gebruikt. 4 Bij afstemmen op een AM radiozender verstelt u de richting van de AM kaderantenne zo dat de ontvangst optimaal klinkt. 5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 als u op een andere zender wilt afstemmen. Tips De afstemschaal verschilt volgens de gebiedscode zoals vermeld in de volgende tabel. Zie voor nadere bijzonderheden over de landcodes blz. 4. Landcode FM AM CEL, CEK, SP, CN, TW, KR, AU 50 kHz 9 kHz E2/E3, JE 50 kHz 9 kHz* AR, MX 50 kHz 10 kHz * Desgewenst kunt u het afsteminterval voor de AM band omschakelen (blz. 60). Als u de afstemfrequentie van de gewenste zender niet kent, laat u de tuner/versterker de in uw gebied te ontvangen zenders doorzoeken. 1 Druk herhaaldelijk op TUNER FM/AM om FM of AM te selecteren. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender. 2 Druk op de TUNING + of TUNING – toets. Druk op de TUNING + toets om de afstemband in oplopende volgorde te doorzoeken; op de TUNING – toets om van hoog naar laag te zoeken. Telkens wanneer er een zender wordt gevonden, stopt de tuner/versterker met zoeken. Radio-ontvangst • Als u de afstemfrequentie niet precies weet, voer dan een waarde in dichtbij de frequentie van de zender die u zoekt en druk dan op de TUNING + of TUNING – afstemtoets. De tuner/versterker stemt dan automatisch af op de dichtst benaderde zender. Als u denkt dat de zenderfrequentie iets boven de door u gekozen waarde ligt, drukt u op de TUNING + toets en als u waarschijnlijk een iets te hoge waarde hebt gekozen, drukt u op de TUNING – toets. • Indien "STEREO" knippert in het display en de FM stereo-ontvangst slecht is, druk dan op FM MODE om over te schakelen naar monoweergave (MONO). Dan is er geen stereo effect meer, maar de radio-uitzending zal beter klinken. Druk nogmaals op FM MODE om terug te keren naar stereo ontvangst. Automatische afstemming Wanneer de tuner/versterker het einde van de afstemschaal bereikt Dan wordt de zoekafstemming vanaf het andere einde herhaald in dezelfde richting. 3 Om door te gaan met zoeken, drukt u nogmaals op de TUNING + of TUNING – toets. Geheugenafstemming Na het afstemmen op een zender met de directe afstemming of de automatische zoekafstemming kunt u de betreffende zender vastleggen in het afstemgeheugen van de tuner/ versterker. Dan kunt u voortaan die voorkeurzender rechtstreeks kiezen door invoeren van de letter-en-cijfer code met de bijgeleverde afstandsbediening. Zo kunt u tot 30 voorkeurzenders voor de FM of AM voorinstellen. U kunt de tuner/versterker ook alle vastgelegde voorkeurzenders laten doornemen. Alvorens u zenders kunt opzoeken met de geheugenafstemming, zult u ze eerst in het geheugen moeten vastleggen volgens de aanwijzingen onder "Voorinstellen van radiozenders" (blz. 36). wordt vervolgd 35NL Geheugenafstemming (vervolg) Afstemmen op vastgelegde voorkeurzenders Voorinstellen van radiozenders Op radiozenders die in het afstemgeheugen zijn vastgelegd, kunt u afstemmen op een van de volgende twee manieren. 1 Druk op TUNER FM/AM. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender. 2 Stem af op de radiozender die u wilt voorinstellen, met de directe afstemming (blz. 34) of de automatische zoekafstemming (blz. 35). 3 Druk op de MEMORY toets. In het uitleesvenster licht enkele seconden lang de aanduiding "MEMORY" op. Verricht de stappen 4 t/m 5 voordat deze "MEMORY" aanduiding dooft. 4 Druk herhaaldelijk op PRESET TUNING + of PRESET TUNING – om een vooraf ingesteld stationsnummer te selecteren. Wanneer u op de toets drukt, wordt het vooraf ingestelde stationsnummer als volgt in het overeenkomende nummer en richting gewijzigd: Afstemmen door alle voorkeurzenders te doorlopen 1 Druk op TUNER FM/AM. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender. 2 Druk enkele malen op de PRESET TUNING + of PRESET TUNING – toets om door te zoeken naar de gewenste zender. Telkens wanneer u op deze toets drukt, gaat de tuner/versterker één voorkeurzender verder in de gekozen richting en de onderstaande volgorde: nA1˜A2˜...˜A0˜B1˜B2˜...˜B0N nC0˜...C2˜C1N nA1˜A2˜...˜A0˜B1˜B2˜...˜B0N nC0˜...C2˜C1N Als "MEMORY" wordt uitgeschakeld voordat u het vooraf ingestelde stationsnummer hebt geselecteerd, moet u opnieuw beginnen vanaf stap 3. 5 Druk nogmaals op de MEMORY toets om de ontvangen radiozender in het geheugen vast te leggen. Indien "MEMORY" dooft voor u het voorinstelnummer indrukt, begin dan opnieuw vanaf stap 3. 6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen. Een andere zender voorinstellen onder een reeds gebruikt nummer Herhaal de stappen 1 t/m 5 om een nieuwe zender onder hetzelfde nummer vast te leggen. Tip In stap 4 kunt u ook gebruik maken van de afstandsbediening om een vooraf ingesteld stationsnummer te selecteren. Druk herhaaldelijk op SHIFT om een geheugenpagina (A, B of C) te selecteren en druk op de numerieke toetsen om een vooraf ingesteld nummer te selecteren. 36NL Afstemmen op een zender waarvan u het voorinstelnummer kent Gebruik voor het volgende de bijgeleverde afstandsbediening. Voor details omtrent de toetsen in dit hoofdstuk, zie blz. 44–51 voor afstandsbediening RM-PP412 en blz. 52–55 voor afstandsbediening RM-U307. 1 Druk op TUNER op de afstandsbediening. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender. 2 Druk op de SHIFT toets om een geheugengroep (A, B of C) te kiezen en kies dan het nummer van de gewenste voorkeurzender met de cijfertoetsen. Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) (Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK) Met deze tuner/versterker kunt u ook gebruik maken van de RDS functies van het Radio Data Systeem, waarmee radiozenders naast de gewone uitzendingen allerlei nuttige informatie doorgeven. De RDS informatie wordt alleen uitgezonden door FM zenders.* Ontvangst van RDS informatie-uitzendingen Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM band met de directe afstemming (blz. 34), de automatische zoekafstemming (blz. 35) of de geheugenafstemming (blz. 35). Druk tijdens ontvangst van een RDS zender meermalen op de DISPLAY toets. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de RDS informatie in het uitleesvenster kringsgewijze als volgt: Zendernaam t Afstemfrequentie t Program Type indicatiea) t Radio Text indicatieb) t Huidige tijdindicatie (in 24-uurs aanduiding) t Gekozen klankbeeld a) Soort programma dat wordt uitgezonden (blz. 38). b) Tekstberichten die door de RDS zender worden uitgezonden. Opmerkingen Radio-ontvangst * Niet alle FM radiozenders bieden de RDS informatie en niet alle RDS zenders bieden dezelfde functies. Als u niet bekend bent met de plaatselijk beschikbare RDS functies, kunt u voor nadere bijzonderheden het best contact opnemen met de plaatselijke radiozenders. Aangeven van RDS informatie in het uitleesvenster • Als er een nooduitzending of waarschuwingsbericht door de overheid wordt uitgezonden, gaat in het uitleesvenster de aanduiding "ALARM" knipperen. • Als een aanduiding uit 9 of meer letters bestaat, zal de tekst van rechts neer links over het scherm lopen. • Als een radiozender een bepaalde RDS functie niet verzorgt, zal het uitleesvenster "NO XXXX" (bijvoorbeeld "NO TEXT") aangeven. wordt vervolgd Wanneer u afstemt op een zender met RDS service, licht de RDS indicator op en verschijnt de zendernaam op het display. Opmerking De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd de RDS signalen niet duidelijk genoeg uitzendt of als de signaalsterkte onvoldoende is. 37NL Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) (vervolg) Overzicht van de programmatypen Aanduiding programmatype Beschrijving NEWS Nieuwsuitzendingen AFFAIRS Actualiteitenprogramma’s die op de achtergronden van het huidige nieuws ingaan INFO SPORT Sportverslagen en -uitslagen EDUCATE Educatieve programma’s, met wetenswaardigheden en praktische tips DRAMA Hoorspelen en andere radioseries CULTURE Programma’s over nationale en regionale cultuur, zoals taalkwesties en sociale vraagstukken SCIENCE Uitzendingen over natuurwetenschappen en technologie VARIED Gevarieerde uitzendingen, zoals vraaggesprekken, quizprogramma’s en allerlei amusement POP M Populaire muziek ROCK M Rockmuziek EASY M "Easy listening" muziek LIGHT M Lichte klassieken, met vocale, instrumentale en koormuziek CLASSICS Klassieke muziekuitvoeringen, orkestrale werken en kamermuziek, opera enz. OTHER M Alle muziek die niet in de bovenstaande categorieën past, zoals rhythm & blues of reggae WEATHER Weerbericht FINANCE Beursberichten, financieel en zakennieuws, etc. CHILDREN Kinderprogramma’s SOCIAL Programma’s over mensen en hun bezigheden RELIGION Programma’s over godsdienst en religieuze zaken Programma’s waarin luisteraars via de telefoon of in een publiek forum kunnen reageren PHONE IN 38NL Uitzendingen betreffende de weersverwachting, nieuws voor consumenten, medisch advies e.d. Aanduiding programmatyp Beschrijving TRAVEL Programma’s over reizen. Niet voor aankondigingen die met de TP/TA verkeersinformatiefuncties te vinden zijn LEISURE Programma’s over vrijetijdsbesteding en hobbies als vissen, tuinieren, koken e.d. JAZZ Jazzmuziek COUNTRY Country & western muziek NATION M Programma’s met de nationale of streekmuziek van een bepaald gebied OLDIES Hits van vroeger FOLK M Folkmuziek DOCUMENT Documentaires NONE Programma’s die buiten de bovenstaande categorieën vallen Andere bedieningsfuncties Invoegen van een spatie Naamgeving van voorkeurzenders en beeld/geluidsbronnen 1 Voor naamgeving van een voorkeurzender Druk op TUNER FM/AM en stem dan af op de radiozender waarvoor u een naam wilt invoeren. Als u niet weet hoe u kunt afstemmen op een voorkeurzender, volgt u de aanwijzingen onder "Afstemmen op vastgelegde voorkeurzenders" op blz. 36. Voor naamgeving van een beeld/geluidsbron Stel in op de beeld/geluidsbron (component) die u een naam wilt geven. 2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om " CUSTOM " te selecteren. 3 Druk herhaaldelijk op of "NAME IN" te selecteren. om 4 Voer de gewenste naam in met de instelknop en of , als volgt: Draai aan de instelknop om een letterteken te kiezen en druk dan op de toets om de cursor op de plaats van de volgende letter te zetten. Bij een vergissing in de letterkeuze Druk herhaaldelijk op of tot het teken dat u wilt wijzigen, gaat knipperen. Druk draei aan de instelknop om het gewenste teken te selecteren. 5 Druk op de ENTER toets. 6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 voor alle voorkeurzenders en beeld/ geluidsbronnen waarvoor u zelfgekozen namen wilt invoeren. Opmerking (Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK) Bij FM RDS zenders kunt u de naam niet aanpassen en geen nieuwe naam invoeren. Andere bedieningsfuncties U kunt de vastgelegde voorkeurzenders en andere beeld/geluidsbronnen van zelfgekozen namen (index name) van elk 8 letters (en cijfers) voorzien. Deze namen (zoals bijvoorbeeld "VHS") worden dan in het uitleesvenster aangegeven wanneer u instelt op weergave van de betreffende beeld/ geluidsbron. U kunt niet meer dan één naam tegelijk invoeren voor elke voorkeurzender of beeld/geluidsbron. Deze functie kan handig zijn voor het uit elkaar houden van soortgelijke apparatuur. Zo kunt u bijvoorbeeld twee videorecorders onderscheiden met de typenamen "VHS" en "8MM". Bovendien kunt u hiermee componenten benoemen die zijn aangesloten op stekkerbussen bedoeld voor andere apparatuur, zoals een tweede CD-speler die is aangesloten op de MD/TAPE aansluitingen. Draai aan de instelknop tot er een spatie in het uitleesvenster verschijnt. Opnemen Voor u begint, dient u te controleren of alle apparaten naar behoren zijn aangesloten. Opnemen op een audiocassette of minidisc Via deze tuner/versterker kunt u opnamen maken op een cassette of een minidisc. Zie voor nadere details van de bediening de gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of minidisc-recorder. 1 Stel in op de geluidsbron die u wilt opnemen. 2 Breng het weergave-apparaat in gereedheid voor afspelen. Plaats bijvoorbeeld een op te nemen compact disc in de CD-speler. 3 Plaats een voor opnemen geschikte cassette of minidisc in het opnameapparaat en stel zo nodig het opnameniveau in. 4 Start het opnemen op het opnameapparaat en start dan de weergave van de geluidsbron. wordt vervolgd 39NL Opnemen (vervolg) Opmerkingen • De instellingen die u voor weergave maakt zijn niet van invloed op de signalen die worden doorgegeven via de MD/TAPE OUT aansluitingen. • De analoge audiosignalen van de huidige invoerbron worden uitgevoerd via de REC OUT aansluitingen. • Als MULTI CH IN is geselecteerd, worden de analoge audiosignalen van de huidige invoerbron uitgevoerd via de REC OUT aansluiting. • U kunt geen digitale geluidssignalen opnemen met een opname-apparaat dat is aangesloten op de analoge MD/TAPE OUT aansluitingen. Voor het opnemen van digitale signalen zult u een digitaal opname-apparaat moeten aansluiten op de DIGITAL MD/TAPE OUT aansluitingen. • Bepaalde geluidsbronnen kunnen zijn voorzien van een kopieerbeveiliging die het opnemen blokkeert. Een dergelijke geluidsbron zult u niet kunnen opnemen. • Wanneer MULTI CH IN wordt gekozen, worden er geen signalen uitgevoerd via DIGITAL OUT (MD/ TAPE OPTICAL OUT). Opnemen op een videocassette Met deze tuner/versterker kunt u beelden opnemen vanaf een videorecorder, TV of DVD-videospeler. Ook bestaat de mogelijkheid om tijdens kopiëren of monteren van videoopnamen een nieuw geluidsspoor in te voegen vanaf een geluidsbron naar keuze. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van uw videorecorder of DVD-videospeler. 1 Stel in op de beeld/geluidsbron die u wilt opnemen. 2 Breng het weergave-apparaat in gereedheid voor afspelen. Plaats bijvoorbeeld de DVD die u wilt opnemen in de DVD-video speler. 3 Plaats een voor opnemen geschikte videocassette in de videorecorder (VIDEO 1) die u voor opnemen gebruikt. 4 Start het opnemen op de opnamevideorecorder en start dan de weergave van de videocassette of de DVD die u wilt opnemen. 40NL Tip U kunt het geluid van elke audiobron opnemen op een videoband tijdens het kopiëren vanaf een videoband of DVD. Zoek op de videoband het punt op waar u het nieuwe geluid wilt invoegen, stel in op de geluidsbron en start de weergave daarvan. Het geluid van het gekozen weergave-apparaat zal op het geluidsspoor van de videoband worden opgenomen in plaats van het oorspronkelijke geluidsspoor. Om terug te keren naar het oorspronkelijke geluidsspoor voor de rest van de video-opnamen, stelt u op dezelfde wijze weer in op de video-geluidsbron. Opmerkingen • Zorg dat er zowel digitale als analoge aansluitingen zijn gemaakt op de VIDEO 2 en DVD ingangen. Het is niet mogelijk analoge opnamen te maken als er alleen digitale aansluitingen zijn gemaakt. • Als MULTI CH IN is geselecteerd, worden de analoge audiosignalen van de huidige invoerbron uitgevoerd via de REC OUT aansluiting. Automatisch uitschakelen met de sluimerfunctie U kunt de tuner/versterker automatisch laten uitschakelen na een tijdsduur die u zelf kiest, zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen. Druk op de SLEEP toets van de afstandsbediening staat ingeschakeld. Telkens wanneer u op de SLEEP toets drukt, verspringt de sluimertijd als volgt: 2-00-00 t 1-30-00 t 1-00-00 t 0-30-00 t OFF Tips • (Alleen voor de RM-PP412) Druk op ALT voor u op SLEEP drukt (blz. 47). • Om de resterende sluimertijd voor het uitschakelen van de tuner/versterker te controleren, drukt u op de SLEEP toets. De resterende tijd tot het uitschakelen verschijnt in het uitleesvenster. Aanpassingen via het CUSTOM menu Met het CUSTOM menu kunt u de volgende aanpassingen maken. 1 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om " CUSTOM " te selecteren. 2 Druk op of om de parameter te kiezen die u wilt instellen. Bepaalde instelparameters kunnen in het uitleesvenster slechts vaag of grijs worden aangegeven. Dan is een dergelijke parameter niet van toepassing of is vast ingesteld en niet te wijzigen vanwege de klankbeelden (blz. 25– 28) of andere instellingen. 3 Draai aan de instelknop om de gewenste stand of instelling te kiezen. 4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle nuttige parameters naar wens hebt ingesteld. Oorspronkelijke instellingen Parameter Oorspronkelijke instelling SB XXXX AUTO DEC. XXXX PCM (voor DVD, CD/ SACD en MD/TAPE), AUTO (voor VIDEO 2) P.SAVE.XXX OFF x Decoderingsstand voor de achterste surroundluidspreker (SB XXXX) U kunt deze parameter ook instellen met SURR BACK DECODING op het voorpaneel. Zie blz. 28 voor meer informatie. Gebruik deze functie voor het afspelen van audio-CD (PCM), DVD, DTS-CD en DTSLD. Bij audio-CD’s kunt u wellicht het allereerste gedeelte van de tracks niet afspelen. Gewoonlijk gebruikt u deze met de bovenstaande instellingen. x CONTROL A1 (P.SAVE.XXX) energiebespaarfunctie Als deze is ingesteld op "OFF", kunt u de receiver automatisch inschakelen wanneer het onderdeel dat is aangesloten via het snoer met een monoministekker (zie blz. 13), is ingeschakeld en de weergave is gestart. Als de receiver is ingesteld op "ON", wordt deze echter niet automatisch ingeschakeld. Door hiervoor "ON" te kiezen, kunt u het stroomverbruik van de tuner/versterker verminderen in de gebruiksklaar-stand. De werkingsstand van de receiver wijzigen Deze functie is handig wanneer u 2 Sony receivers in dezelfde kamer gebruikt. 1 Schakel de receiver uit. 2 Houd ENTER ingedrukt en druk op 1/u om de receiver in te schakelen. In het display verschijnt "C.MODE.AVX". Wanneer u de bovenstaande procedure herhaalt, wordt het display als volgt gewijzigd: C.MODE.AV1 y C.MODE.AV2 x Decoderingsprioriteit (DEC. XXXX) Tip De juiste decodering wordt ingesteld voor binnenkomende digitale signalen. De standaardinstelling is "C.MODE.AV2". • PCM prioriteitsstand (DEC. PCM) • (Allen voor de RM-PP412) De oorspronkelijke instelling voor de opdrachtsand van de bijgeleverde afstandsbediening is "AV2". • (Allen voor de RM-U307) De opdrachtstand van de bijgeleverde afstandsbediening is "AV2". U kunt deze instelling niet wijzigen. • Wanneer tuner/versterker en afstandsbediening op een andere manier worden bediend, werkt de tuner/ versterker niet met de afstandsbediening. Gebruik deze voor het afspelen van audioCD (PCM), DVD en MD. Wanneer u andere media gebruikt dan een CD, DVD of MD, kan er ruis optreden en verschijnt "DEC. ERR." in het display. Als dit gebeurt, moet u overschakelen naar de AUTO stand. Andere bedieningsfuncties De gekozen instelling wordt automatisch in het geheugen vastgelegd. • AUTO stand (DEC. AUTO) Opmerkingen 41NL CONTROL A1 bedieningssysteem (Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK) Om te beginnen De onderstaande beschrijving verklaart de basisfuncties van het CONTROL A1 bedieningssysteem. Bepaalde stereocomponenten beschikken over speciale extra functies, zoals de "CD synchroonopname" op cassettedecks, waarvoor ook CONTROL A1 aansluitingen nodig zijn. Zie daarom tevens de bij uw stereocomponent(en) geleverde gebruiksaanwijzingen. Overeenkomsten tussen CONTROL A1 en CONTROL A1 Het CONTROL A1 bedieningssysteem is uitgebracht in een vernieuwde versie, CONTROL A1 genaamd, hetgeen het standaard bedieningssysteem is voor de Sony 300-disc CDwisselaar en andere recente Sony apparatuur. Componenten met CONTROL A1 bedieningsaansluitingen en die met CONTROL A1 aansluitingen zijn onderling te verbinden en samen te gebruiken. In principe zijn de meeste functies van het CONTROL A1 bedieningssysteem ook beschikbaar in het nieuwe CONTROL A1 bedieningssysteem. Bij een onderlinge verbinding tussen CONTROL A1 aansluitingen en CONTROL A1 aansluitingen kan het aantal beschikbare bedieningsfuncties echter beperkt zijn, afhankelijk van de aangesloten apparatuur. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparatuur. Aansluitingen Het CONTROL A1 bedieningssysteem is ontwikkeld ter vereenvoudiging van de bediening van stereo-installaties bestaande uit afzonderlijke Sony stereo-componenten. De CONTROL A1 aansluitingen verschaffen een speciale signaalbaan voor besturingssignalen, om automatische bedieningsfuncties mogelijk te maken die men gewoonlijk slechts op geïntegreerde systemen aantreft. Op dit moment bieden de CONTROL A1 aansluitingen u met een Sony CD-speler, versterker (of tuner/versterker), minidiscrecorder en cassettedeck het gemak van de automatische geluidsbron-keuze en de synchroon-opnamestart. In de toekomst zal het CONTROL A1 aansluitsysteem gaan fungeren als een multifunctie-aansluitbus, waarmee u allerlei functies van verschillende componenten volautomatisch zult kunnen bedienen. Verbind met behulp van mono snoeren met ministekkers de CONTROL A1 aansluitingen op het achterpaneel van elk apparaat in serie door. Zo kunt u maximaal 10 componenten die geschikt zijn voor het CONTROL A1 systeem onderling doorverbinden, in elke gewenste volgorde. Van elk type apparaat kunt u er echter slechts één tegelijk aansluiten (dus slechts 1 CD-speler, 1 minidisc-recorder, 1 cassettedeck en 1 tuner/versterker). (Afhankelijk van het model kan het wel eens mogelijk zijn meer dan één compact disc speler of minidisc-speler aan te sluiten. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de betreffende componenten.) Voorbeeld Opmerkingen • Het CONTROL A1 bedieningssysteem is zo ontworpen dat er geleidelijk meer en meer functies aan kunnen worden toegevoegd. Dit betekent echter niet dat de nieuwe functies ook beschikbaar zullen zijn op de aangesloten oudere apparatuur. • Gebruik geen tweeweg-afstandsbediening wanneer de CONTROL A1 aansluitingen via een PC-interface aansluitset zijn verbonden met een personal computer waarop het "MD Editor" programma of een soortgelijk toepassingsprogramma draait. Gebruik ook de aangesloten apparatuur niet op een manier die niet overeenkomt met de functies van het toepassingsprogramma, want dan kan het programma niet naar behoren werken. 42NL Versterker CD(Tuner/ speler versterker) Minidisc- Cassettedeck Andere component recorder In het CONTROL A1 bedieningssysteem lopen de bedieningssignalen beide kanten op, dus er is geen verschil tussen IN en OUT aansluitingen. Als een component meer dan een CONTROL A1 aansluiting heeft, kunt u naar keuze één hiervan gebruiken, of op elk ervan een verschillende geluidscomponent aansluiten. Aansluitvoorbeelden Als u een voor het CONTROL A1 systeem geschikte Sony versterker (of tuner/versterker) hebt aangesloten op andere Sony componenten via mono ministekker-snoeren, dan zal de geluidsbron-keuzeschakelaar van de versterker (of tuner/versterker) automatisch instellen op de juiste geluidsbron, zodra u de weergavetoets van een een van de aangesloten componenten indrukt. Opmerkingen CONTROL A1 CONTROL A1 Automatische geluidsbronkeuze CD-speler Betreffende CONTROL A1 aansluitingen U kunt zonder probleem alle CONTROL A1 aansluitingen verbinden met de nieuwere CONTROL A1 aansluitingen. Voor nadere bijzonderheden over de wijze van aansluiten en de mogelijkheden wordt u verwezen naar de de gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparatuur. Betreffende de aansluitsnoeren Synchroon-opnamefunctie Met deze functie kunt u automatisch de weergave van de gekozen geluidsbron en de opname op een andere component tegelijk starten. 1 Stel de geluidsbron-keuzeschakelaar van de versterker (of tuner/versterker) in op de geluidsbron voor weergave. Bij bepaalde componenten die geschikt zijn voor het CONTROL A1 systeem wordt een aansluitsnoer bijgeleverd. Dan kunt u dat snoer voor het aansluiten gebruiken. 2 Zet de geluidsbron in de weergave- Beschikt u niet over een dergelijk bijgeleverd snoer, gebruik dan een los in de audiohandel verkrijgbaar ministekker-snoer van minder dan 2 meter lengte met (mono) ministekkers, zonder weerstand (zoals het Sony RK-G69HG aansluitsnoer). opnamepauzestand (REC-PAUSE). Basis-bedieningsfuncties De CONTROL A1 bedieningsfuncties zullen werken zolang de te bedienen component(en) is/zijn ingeschakeld, ook al staan de andere aangesloten componenten alle uitgeschakeld. Andere bedieningsfuncties Minidisc-recorder • Er moet een voor het CONTROL A1 systeem geschikte Sony versterker (of tuner/versterker) zijn aangesloten via mono ministekker-snoeren om de automatische geluidsbron-keuze te kunnen gebruiken. • Deze automatische geluidsbron-keuze werkt alleen als de componenten zijn aangesloten op de ingangsaansluitingen van de versterker (of tuner/ versterker) die overeenkomen met de namen van de geluidsbron-keuzetoetsen. Op bepaalde versterkers kunt u de namen van de geluidsbron-keuzetoetsen omschakelen. Zie in dat geval voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de versterker. • Tijdens opnemen kunt u beter niet het afspelen starten van een andere component dan de opnamebron. Hierdoor zou namelijk de automatische geluidsbronkeuze overschakelen op de andere component. pauzestand (let op dat het N en het X lampje beide oplichten). 3 Zet het opname-apparaat in de 4 Druk op de PAUSE toets van het opname-apparaat. De geluidsbron schakelt van de pauzestand over op weergave en even later begint automatisch het opnemen. Wanneer de weergave van de geluidsbron eindigt, zal het opnemen ook automatisch stoppen. Opmerkingen • Zet niet meer dan één geluidsbron tegelijk in de weergave-pauzestand. • Bepaalde opname-componenten beschikken over een speciale synchroon-opnamefunctie op basis van het CONTROL A1 bedieningssysteem, zoals de "CD synchroon-opname" op cassettedecks. Zie voor nadere bijzonderheden daaromtrent de bij uw opname-component geleverde gebruiksaanwijzing. 43NL Gebruik van de afstandsbediening RM-PP412 Alleen voor de modellen met landcode E2/E3, MX, AR U kunt de RM-PP412 afstandsbediening gebruiken om de componenten van uw stereoinstallatie te bedienen. Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen TV ?/1 Voor u de afstandsbediening gebruikt SYSTEM STANDBY SLEEP VIDEO1 VIDEO2 VIDEO3 DVD AV1 AV2 TV/SAT MD/TAPE CD/SACD PHONO AUX 2CH A.F.D. MOVIE 2 5 6 SWAP/ ANGLE AUDIO 7 JUMP/ TIME 8 ENTER > 0/10 >10/11 12 D.TUNING DISC ALT - M m ANT CLEAR SEARCH MODE X H TOP MENU/ GUIDE x MUTING AV MENU MASTER VOL F ENTER/ EXECUTE PRESET/ CH/D.SKIP 9 SUBTITLE . SHIFT MUSIC 3 AAC SB BI-LING DECODING DIRECT 4 Aanbrengen van batterijen in de afstandsbediening TUNER MULTI CH SOURCE 1 TEST TONE Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening, met de juiste polariteit van (+) en (–), zoals aangegeven in het batterijvak. Voor gebruik van de afstandsbediening richt u deze op de g afstandsbedieningssensor voorop de tuner/versterker. ?/1 AV ?/1 USE MODE P G g f O DISPLAY TV VOL RETURN/EXIT TV CH TV/ VIDEO MAIN MENU WIDE ON SCREEN Tip Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6 maanden meegaan. Als de tuner/versterker niet meer naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het tijd alle batterijen door nieuwe te vervangen. Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de functies van de diverse toetsen. Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie Opmerkingen ?/1 Tuner/ versterker In- en uitschakelen van de tuner/versterker. SLEEP Tuner/ versterker Instellen van de sluimerfunctie en de tijdsduur waarna de tuner/versterker automatisch moet worden uitgeschakeld. • Leg de afstandsbediening niet op een al te warme of vochtige plaats. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast elkaar. • Let op dat de afstandsbedieningssensor van de tuner/versterker niet wordt blootgesteld aan directe zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de afstandsbediening niet naar behoren functioneren. • Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen, om eventuele beschadiging door batterijlekkage en corrosie te voorkomen. 44NL Functie Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie VIDEO1 Tuner/ versterker Videocassette-weergave. (Videorecorder 3) SHIFT Tuner/ versterker VIDEO2 Tuner/ versterker Videocassette-weergave. (Videorecorder 1) VIDEO3 Tuner/ versterker Videocassette-weergave. (Videorecorder 2) Meermalen indrukken om een geheugengroep te kiezen voor het vastleggen van of afstemmen op een voorkeurzender. DVD Tuner/ versterker Video-weergave van een DVD. D.TUNING Tuner/ versterker Directe keuze van een bekende radiozender. MUTING TV/SAT Tuner/ versterker TV-kijken, gewone of satelliet-uitzendingen. Tuner/ versterker Demping van het geluid van de tuner/ versterker. MD/TAPE Tuner/ versterker Afspelen van een minidisc of geluidscassette. V/v Tuner/ versterker Om een menu-item te kiezen. B/b CD/SACD Tuner/ versterker Afspelen van compact discs. Tuner/ versterker Om een instelling te verrichten of te wijzigen. TUNER Tuner/ versterker Luisteren naar de radio. MASTER VOL +/– Tuner/ versterker PHONO Tuner/ versterker Afspelen van grammofoonplaten. De totale geluidssterkte van de tuner/versterker regelen. AUX Tuner/ versterker Luisteren naar aangesloten audioapparatuur. MAIN MENU Tuner/ versterker MULTI CH Tuner/ versterker Om MULTI CH IN te kiezen. Druk herhaaldelijk op deze toets om één van de vijf cursor modes te kiezen: SET UP, LEVEL, EQ en CUSTOM. 2CH Tuner/ versterker Keuze van de 2CH mode. ON SCREEN Tuner/ versterker A.F.D. Tuner/ versterker Keuze van A.F.D. AUTO, DOLBY PL, PLII MOV, PLII MUS, NEO6 CIN en NEO6 MUS. Om de menu’s van de tuner/ versterker op het TV-scherm te laten verschijnen. AV ?/1 MOVIE Tuner/ versterker Keuze van C.ST.EX A, C.ST.EX B en C.ST.EX C. MUSIC Tuner/ versterker Keuze van HALL, JAZZ en CONCERT. TV-toestel/ In- en uitschakelen Videorecorder/ van de audio- en CD-speler/ video-apparatuur. Video-CD speler/ LD-speler/ DVD-videospeler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck TEST TONE Tuner/ versterker Indrukken voor weergave van de testtoon. DIRECT Tuner/ versterker Keuze van 2CH ANALOG DIRECT. SYSTEM STANDBY (Druk AV ?/1 en ?/1 tegelijk in) AAC BI-LING Tuner/ versterker Keuze van dubbel mono of twcetalig geluid bij Digital Dolby, DTS of AAC enz. Tuner/ Zet de tuner/ versterker versterker en andere TV-toestel/ Sony audio/ videoVideorecorder/ componenten af. Satellietontvanger/ CD-speler/ Video-CD speler/ LD-speler/ DVD-videospeler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck SB Tuner/ DECODING versterker Druk hierop om de surrounddecoderingsstanden te selecteren. Gebruik van de afstandsbediening RM-PP412 Afstandsbedie- Bedient ningstoets wordt vervolgd 45NL Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen (vervolg) Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie PRESET/ Tuner/ CH/ versterker D. SKIP +/– Doorzoeken en kiezen van voorkeurzenders. 1-9 en 0/10 Gebruik met de "SHIFT" toets om de radiozender in te stellen of om af te stemmen op vooraf ingestelde zenders en met "D.TUNING" om direct af te stemmen. Tuner/ versterker CD-speler/ Keuze van beeld/ Video-CD muziekstuknummers. speler/ Toets 0/10 voor beeld/ LD-speler/ muziekstuk 10. Minidiscrecorder/DATcassettedeck TV-toestel/ Keuze van Videorecorder/ zendernummers. Satellietontvanger >10/11 AUDIO SWAP*/ ANGLE JUMP/ TIME CD-speler/ Keuze van beeld/ Video-CD muziekstuknummers speler/ boven de 10. LD-speler/ Minidiscrecorder/ Cassettedeck TV-toestel/ Videorecorder/ DVDvideospeler Schakelt het geluid om naar Multiplex, Tweetalig of Multikanaals TV-geluid. TV-toestel Verwisselen van het hoofdbeeld en het inzetbeeld. DVDvideospeler Kiest de kijkhoek of wijzigt de hoeken. TV-toestel Overschakelen tussen de vorige en de huidige zander. CD-speler/ Toont de tijd of de Video-CD speelduur van de disc, speler/DVD- enz. videospeler * Alleen voor Sony TV’s met met beeld-in-beeld (inzetbeeld) functie. 46NL TV-toestel/ Keuze van Videorecorder/ voorkeurzenders. Satelliet-ontvanger CD-speler/ Wisselen van discs Video-CD (alleen voor een CDspeler/DVDwisselaar). videospeler/ Minidisc-recorder ENTER TV-toestel/ Videorecorder/ Satellietontvanger/ LD-speler/ Minidiscrecorder/DATcassettedeck/ Cassettedeck Na keuze van een zender, disc of beeld/ muziekstuk met de cijfertoetsen, drukt u hierop om uw keuze in te voeren. DISC CD-speler/ Video-CD speler Keuze van discs (alleen voor een CDwisselaar). ANT Videorecorder Keuze van het uitgangssignaal van de antenneaansluiting: TVontvangst of videoweergave. ./> Videorecorder/ Doorgaan naar een CD-speler/ ander beeld/ Video-CD muziekstuk. speler/DVDvideospeler/ LD-speler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck/ Cassettedeck m/M CD-speler/ Video-CD speler/DVDvideospeler/ LD speler/ Minidiscrecorder Beeld/ muziekstukken doorzoeken (voor- of achterwaarts). Video-CD videospeler/ DATcassettedeck/ Cassettedeck Snel vooruit of terugwaarts zoeken. Afstandsbedie- Bedient ningstoets N X x RETURN/ EXIT Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie Videorecorder/ Beginnen met CD-speler/ afspelen. Video-CD speler/ LD-speler/ DVD-videospeler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck/ Cassettedeck SEARCH MODE Kiest de zoekstand. Druk hierop om de zoekeenheid (track, index, enz.) te kiezen. Videorecorder/ CD-speler/ Video-CD speler/LDspeler/DVDvideospeler/ Minidiscrecorder/DATcassettedeck/ Cassettedeck AV MENU Videorecorder/ Om het menu te Satelliettonen. ontvanger/DVDvideospeler O Video-CD speler/LDspeler/DVDvideospeler V/v/B/b Videorecorder/ Om een menu-item te Satellietkiezen. ontvanger/ DVD-videospeler ENTER/ EXECUTE Videorecorder/ Keuze bevestigen. Satellietontvanger/DVDvideospeler TV ?/1 TV-toestel Om de TV aan of uit te zetten. -/-- TV-toestel Keuze van een enkelcijfer of twee-cijfer zendernummer. Pauzeren van de weergave of opname. (Ook voor beginnen met opnemen vanuit de opnamepauzestand.) Videorecorder/ Stoppen met CD-speler/ afspelen. Video-CD speler/ LD-speler/ DVD-videospeler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck/ Cassettedeck TV-toestel/ Videorecorder/ Video-CD speler/LDspeler/DVDvideospeler Om informatie op het TV-scherm te selecteren. Video-CDspeler/LDspeler/DVDvideospeler Om terug te keren naar het vorige menu. Satellietontvanger Om het menu te sluiten. SUBTITLE DVD– videospeler Om de ondertitels te veranderen. CLEAR Indrukken wanneer u zich van cijfertoets hebt vergist of om terug te keren naar continu weergave enz. DVDvideospeler DVDvideospeler TOP MENU/ DVDGUIDE videospeler Satellietontvanger Om de DVD titel te tonen. Het gidsmenu wordt weergegeven. Indrukken om terug te gaan naar het vorige menu of het menu te sluiten. TV VOL +/– TV-toestel Om het volume van de TV te regelen. TV CH +/– TV-toestel Kies een TVvoorinstelzender. TV/ VIDEO TV-toestel Keuze van het ingangssignaal voor weergave: TVontvangst of videoweergave. WIDE TV-toestel Inschakelen van de breedbeeldfunctie. USE MODE Afstandsbediening De afstandsbediening instellen. AV1 en AV2 Afstandsbediening Kies de werkingsstand van de afstandsbediening. SOURCE Afstandsbediening Kies 2e AV-uitgang. ALT Afstandsbediening Wijzigt de afstandsbedieningsfunctie om de toetsen met oranje opschrift te activeren. Gebruik van de afstandsbediening RM-PP412 DISPLAY Functie wordt vervolgd 47NL Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen (vervolg) Fabrieksinstellingen van de afstandsbediening herstellen Opmerkingen Druk =/1, AV =/1 en MASTER VOL – tegelijk in. • Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd staan werken niet met bepaalde tuner/ versterkermodellen. • De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als voorbeeld. Sommige componenten werken dan ook niet of worden anders bediend dan hierboven beschreven. • Om de toetsen met oranje opdruk te kunnen gebruiken, moet u eerst op ALT drukken. • Druk op MAIN MENU op de afstandsbediening voor u de receiver bedient met de V/v/B/b toetsen. • Druk op TOP MENU/GUIDE of AV MENU op de afstandsbediening voordat u de afstandsbediening gebruikt voor de satelliettuner, videorecorder en de DVD-video speler. • De functies TV/SAT, PHONO, SOURCE, DIRECT, AAC BI-LING, 12 en ON SCREEN werken niet met de instelling. De werkingsstand van de afstandsbediening selecteren De indicator licht 3 keer op en dooft vervolgens. Afstandsbediening programmeren U kunt de afstandsbediening programmeren om andere componenten dan van het merk Sony te bedienen door de code te wijzigen. Eens de stuursignalen werden gememoriseerd, kunt u deze componenten gebruiken als onderdeel van uw systeem. U kunt de afstandsbediening bovendien programmeren voor Sony componenten die niet met de afstandsbediening kunnen worden bediend. Merk op dat de afstandsbediening alleen werkt met componenten die infrarood stuursignalen kunnen ontvangen. 1 Druk op AV ?/1 terwijl u USE MODE ingedrukt houdt. Stel de werkingsstand van de afstandsbediening in met de USE MODE toets en de toetsen voor werkingsstanden op de afstandsbediening. Bedieningsstand kiezen U kunt de afstandsbedieningsstand (AV1 of AV2) kiezen. Wanneer tuner/versterker en afstandsbediening op een andere manier worden bediend, werkt de tuner/versterker niet met de afstandsbediening. Druk op AV1 of AV2 terwijl u USE MODE ingedrukt houdt. Het controlelampje licht eenmaal (tweemaal voor AV2) op en de bedieningsstand verandert. De werkingsstand van de afstandsbediening controleren Druk op USE MODE. Controleer de afstandsbediening aan de hand van de indicator. 48NL Stand Indicator licht op AV1 eenmaal AV2 tweemaal De indicator licht op. 2 Druk op de ingangskeuzetoets (waaronder TV ?/1) voor de component die u wilt bedienen. Druk bijvoorbeeld op CD/SACD om een CD-speler te bedienen. 3 Voer de cijfercode (of één van de codes indien er meer dan één code is) die overeenkomt met de component en het merk van de component die u wilt bedienen in met de cijfertoetsen. Raadpleeg de tabellen op blz. 49 – 51 voor informatie over de cijfercode(s) voor de component en het merk van de component (het eerste cijfer en de laatste twee cijfers van de code staan respectievelijk voor categorie en merk). 4 Druk op ENTER. Wanneer de cijfercode is geverifieerd, knippert de indicator tweemaal traag en verlaat de afstandsbediening automatisch de programmeerstand. 5 Herhaal stap 1 tot 4 om andere componenten te bedienen. Programmeren annuleren Druk in een willekeurige stap op USE MODE. De afstandsbediening verlaat automatisch de programmeerstand. De invoerbron activeren na het programmeren Druk op de geprogrammeerde toets om de gewenste invoerbron te selecteren. Controleer het volgende indien het programmeren mislukt: • Indien de indicator niet oplicht in stap 1, zijn de batterijen bijna leeg. Vervang beide batterijen. • Indien de indicator 4 keer kort na elkaar knippert terwijl de cijfercode wordt ingevoerd, is er een fout opgetreden. Begin opnieuw vanaf stap 1. Opmerkingen Gebruik de cijfercodes in de onderstaande tabel voor het bedienen van niet-Sony componenten en Sony componenten die normaal niet met de afstandsbediening werken. Doordat het afstandsbedieningssignaal dat een component aanvaardt afhankelijk is van model en bouwjaar, kan aan een component meer dan één cijfercode zijn toegekend. Probeer andere codes wanneer een bepaalde code niet werkt. Opmerkingen • De cijfercodes zijn gebaseerd op de meest recente informatie die voor elk merk beschikbaar is. Toch is het mogelijk dat uw component niet reageert op sommige of alle codes. • De ingangskeuzetoetsen op deze afstandsbediening zijn wellicht niet allemaal beschikbaar wanneer u deze gebruikt met een bepaalde component. Een CD-speler bedienen Merk Code(s) SONY 101, 102, 103 DENON 104, 123 JVC 105, 106, 107 KENWOOD 108, 109, 110 MAGNAVOX 111, 116 MARANTZ 116 ONKYO 112, 113, 114 Het geheugen van de afstandsbediening wissen PANASONIC 115 PHILIPS 116 Om alle geprogrammeerde en geleerde signalen te wissen, gaat u als volgt tewerk om de fabrieksinstellingen te herstellen. PIONEER 117 Druk ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL – tegelijk in. De indicator knippert 3 keer en dooft vervolgens. TECHNICS 115, 118, 119 YAMAHA 120, 121, 122 wordt vervolgd Gebruik van de afstandsbediening RM-PP412 • De indicator dooft wanneer er een geldige toets wordt ingedrukt. • Als in stap 2 op meerdere ingangskeuzetoetsen is gedrukt, is alleen de laatstingedrukte toets geldig. • Wanneer u in stap 2 op druk TV ?/1, worden alleen de TV VOL +/–, TV CH +/–, TV/VIDEO en WIDE toetsen geherprogrammeerd. • Als in stap 3 op een ingangskeuzetoets is gedrukt, wordt de nieuwe invoerbron geselecteerd en keert de programmeringsprocedure terug naar het begin van stap 3. • Voor de cijfercodes zijn alleen de eerste drie ingevoerde cijfers geldig. De cijfercodes komen overeen met de component en het merk van de component 49NL Afstandsbediening programmeren (vervolg) Een videorecorder bedienen Merk Code(s) Een DAT-cassettedeck bedienen SONY 701, 702, 703, 704, 705, 706 Merk Code(s) SONY 203 PIONEER 219 AIWA 710, 750, 757, 758 AKAI 707, 708, 709, 759 BLAUPUNKT 740 EMERSON 711, 712, 713, 714, 715, 716, 750 Een Minidisc-recorder deck bedienen Merk Code(s) FISHER 717, 718, 719, 720 SONY 301 GENERAL ELECTRIC 721, 722, 730 DENON 302 GOLDSTAR 723, 753 JVC 303 GRUNDIG 724 KENWOOD 304 HITACHI 722, 725, 729, 741 ITT/NOKIA 717 JVC 726, 727, 728, 736 Een cassettedeck bedienen Merk Code(s) MAGNAVOX 730, 731, 738 732, 733, 734, 735 SONY 201, 202 MITSUBISHI/MGA DENON 204, 205 NEC 736 KENWOOD 206, 207, 208, 209 PANASONIC NAKAMICHI 210 729, 730, 737, 738, 739, 740 PANASONIC 216 PHILIPS 729, 730, 731 PHILIPS 211, 212 PIONEER 213, 214 PIONEER 729 RCA/PROSCAN 722, 729, 730, 731, 741, 747 TECHNICS 215, 216 SAMSUNG 742, 743, 744, 745 YAMAHA 217, 218 SANYO 717, 720, 746 SHARP 748, 749 Een Laserdisc-speler bedienen TELEFUNKEN 751, 752 Merk Code(s) TOSHIBA 747, 755, 756 SONY 601, 602, 603 ZENITH 754 PIONEER 606 Een DVD-videospeler bedienen 50NL Een Video CD-speler bedienen Merk Merk Code(s) SONY 401, 402, 403 SONY 605 PANASONIC 406, 408 PHILIPS 407 Code(s) PIONEER 409 TOSHIBA 404 DENON 405 Een TV bedienen Merk Code(s) SONY 501, 502 DAEWOO 504, 505, 506, 507, 515, 544 FISHER 508 GOLDSTAR 503, 511, 512, 515, 534, 544 GRUNDIG 517, 534 HITACHI 513, 514, 515, 544 ITT/NOKIA 521, 522 JVC 516 MAGNAVOX 503, 518, 544 MITSUBISHI/MGA 503, 519, 544 NEC 503, 520, 544 PANASONIC 509, 524 PHILIPS 515, 518 509, 525, 526, 540 RCA/PROSCAN 510, 527, 528, 529, 544 SAMSUNG 503, 515, 531, 532, 533, 534, 544 SANYO 508, 545, 546, 547 SHARP 535 TELEFUNKEN 523, 536, 537, 538 THOMSON 530, 537, 539 TOSHIBA 535, 540, 541 ZENITH 542, 543 Gebruik van de afstandsbediening RM-PP412 PIONEER Een satelliettuner of kabeldecoder bedienen Merk Code(s) SONY 801, 802, 803, 804 JERROLD/G.I. 806, 807, 808, 809, 810, 811, 812, 813, 814 PANASONIC 818 RCA 805, 819 S. ATLANTA 815, 816, 817 De tuner bedienen Merk Code(s) SONY 002, 003, 004, 005 51NL STR-DE695 4-244-559-42(1) (DE, NL, SE) Gebruik van de afstandsbediening RM-U307 Modellen met andere landcodes U kunt de RM-U307 afstandsbediening gebruiken om de componenten van uw stereoinstallatie te bedienen. Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen AV ?/1 SLEEP Voor u de afstandsbediening gebruikt ?/1 SYSTEM STANDBY INPUT SELECTOR VIDEO 1 VIDEO 3 DVD VIDEO 2 FN SHIFT AUX MD/TAPE CD/SACD TOP MENU 1 3 6 7 8 0 – /– – – CH/PRESET + = + 0 ) 9 ENTER TV/VIDEO ANT TV/VTR D.SKIP 9 P p 2CH A.F.D. MOVIE/ MUSIC TEST TONE MAIN MENU MULTI CH MUTING MENU MASTER VOL ] } O D.TUNING SHIFT >10 g ENTER 5 f Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening, met de juiste polariteit van (+) en (–), zoals aangegeven in het batterijvak. Voor gebruik van de afstandsbediening richt u deze op de g afstandsbedieningssensor voorop de tuner/versterker. DVD MENU 2 G 4 Aanbrengen van batterijen in de afstandsbediening TUNER F } TV VOL ] TV CH Tip Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6 maanden meegaan. Als de tuner/versterker niet meer naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het tijd alle batterijen door nieuwe te vervangen. Opmerkingen • Leg de afstandsbediening niet op een al te warme of vochtige plaats. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast elkaar. • Let op dat de afstandsbedieningssensor van de tuner/versterker niet wordt blootgesteld aan directe zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de afstandsbediening niet naar behoren functioneren. • Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen, om eventuele beschadiging door batterijlekkage en corrosie te voorkomen. 52NL Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de functies van de diverse toetsen. Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie SLEEP Tuner/ versterker Instellen van de sluimerfunctie en de tijdsduur waarna de tuner/ versterker automatisch moet worden uitgeschakeld. ?/1 Tuner/ versterker In- en uitschakelen van de tuner/versterker. Functie Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie VIDEO 1 Tuner/ versterker Videocassette-weergave. (Videorecorder 3) MENU </> Tuner/ versterker Om een menu item te kiezen. VIDEO 2 Tuner/ versterker Videocassette-weergave. (Videorecorder 1) MENU +/– Tuner/ versterker Om een te verrichten of te wijzigen. VIDEO 3* Tuner/ versterker Videocassette-weergave. (Videorecorder 2) MUTING Tuner/ versterker DVD Tuner/ versterker Video-weergave van een DVD of laserdisc. Demping van het geluid van de tuner/ versterker. MD/TAPE Tuner/ versterker Afspelen van een minidisc of geluidscassette. MASTER VOL +/– Tuner/ versterker De totale geluidssterkte van de tuner/versterker regelen. AUX* Tuner/ versterker Luisteren naar aangesloten audio-apparatuur. AV ?/1 In- en uitschakelen van de audio- en videoapparatuur. CD/SACD Tuner/ versterker Afspelen van compact discs. TUNER Tuner/ versterker Luisteren naar de radio. TV-toestel/ Videorecorder/ CD-speler/ Laserdisc-speler/ DVD-video speler/ Minidisc-recorder SHIFT Tuner/ versterker Meermalen indrukken om een geheugengroep te kiezen voor het vastleggen van of afstemmen op een voorkeurzender. SYSTEM STANDBY (Druk AV ?/1 en ?/1 tegelijk in) Zet de tuner/versterker enversterker Sony audio/ videocomponenten af. D.TUNING Tuner/ versterker Directe keuze van een bekende radiozender. Tuner/versterker/ TV-toestel/ Videorecorder/ satelliet-outvanger/ CD-speler/ Laserdisc-speler/ DVD-video speler/ minidisc-recorder 2CH Tuner/ versterker Keuze van de 2CH mode. 0-9 Tuner/ versterker A.F.D. Tuner/ versterker Keuze van A.F.D. AUTO, DOLBY PL, PLII MOV, PLII MUS, NEO6 CIN en NEO6 MUS. MOVIE/ MUSIC Tuner/ versterker Keuze van C.ST.EX A, C.ST.EX B, C.ST.EX C, HALL, JAZZ en CONCERT. Gebruik met de "SHIFT" toets om de radiozender in te stellen of om af te stemmen op vooraf ingestelde zenders en met "D.TUNING" om direct af te stemmen. TEST TONE Tuner/ versterker Indrukken voor weergave van de testtoon. CD-speler/ Laserdisc-speler/ Minidiscrecorder Keuze van beeld/ muziekstuknummers. Toets 0 voor beeld/ muziekstuk 10. MAIN MENU Tuner/ versterker Druk herhaaldelijk op deze toets om één van de vier cursor modes te kiezen: SET UP, LEVEL, EQ en CUSTOM. TV-toestel/ Videorecorder/ Satelliet-ontvanger Keuze van zendernummers. CD-speler/ Laserdisc-speler/ Minidiscrecorder/ Cassettedeck Keuze van beeld/ muziekstuknummers boven de 10. MULTI CH Tuner/ versterker Om MULTI CH IN te kiezen. * VIDEO 3 en AUX input selector is een 2-toetshandeling. Als u de bovenstaande ingangskeuze wilt selecteren, drukt u tegelijkertijd op FN SHIFT (functieverschuiving) en de gewenste INPUT SELECTOR toets. Druk bijvoorbeeld op FN SHIFT en MD/TAPE om de AUX ingangskeuzetoets te selecteren. >10 wordt vervolgd Gebruik van de afstandsbediening RM-U307 Afstandsbedie- Bedient ningstoets 53NL Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen (vervolg) Afstandsbedieningstoets Bedient Functie ENTER TV-toestel/ Videorecorder/ Satellietontvanger/ Laserdisc-speler/ Minidisc-recorder/ Cassettedeck Na keuze van een zender, disc of beeld/ muziekstuk met de cijfertoetsen, drukt u hierop om uw keuze in te voeren. Tuner/ versterker Doorzoeken en kiezen van voorkeurzenders. CH/ PRESET +/– TV-toestel/ Keuze van Videorecorder/ voorkeurzenders. Satelliet-ontvanger ./> Videorecorder/ Doorgaan naar een CD-speler/ ander beeld/ Laserdisc-speler/ muziekstuk. DVD-videospeler/ Minidisc-recorder/ Cassettedeck m/M CD-speler/ DVDvideospeler Beeld/muziekstukken doorzoeken (voor- of achterwaarts). Videorecorder/ Snel vooruit of Laserdisc-speler/ terugwaarts zoeken. Minidisc-recorder/ Cassettedeck N X x 54NL Videorecorder/ Beginnen met afspelen. CD speler/ Laserdisc-speler/ DVD-videospeler/ Minidisc-recorder/ Cassettedeck Videorecorder/ CD-speler/ Laserdisc-speler/ DVDvideospeler/ Minidisc-recorder/ Cassettedeck Pauzeren van de weergave of opname. (Ook voor beginnen met opnemen vanuit de opnamepauzestand.) Videorecorder/ Stoppen met afspelen. CD speler/ Laserdisc-speler/ DVD-videospeler/ Minidisc-recorder/ Cassettedeck Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie ANT TV/VTR Videorecorder Keuze van het uitgangssignaal van de antenne-aansluiting: TV-ontvangst of videoweergave. D.SKIP CD-speler/ Wisselen van discs DVD(alleen voor een CDvideospeler/ wisselaar). Minidisc-recorder TOP MENU DVDvideospeler Om de DVD titel te tonen. DVD MENU DVDvideospeler Om het DVD menu te tonen. ENTER DVDvideospeler Invoeren van uw keuze. O DVDvideospeler Indrukken om terug te gaan naar het vorige menu of het menu te sluiten. V/v/B/b DVDvideospeler Om een menu-item te kiezen. -/-- TV-toestel Keuze van een enkel-cijfer of twee-cijfer zendernummer. TV/ VIDEO TV-toestel Keuze van het ingangssignaal voor weergave: TV-ontvangst of video-weergave. TV VOL +/– TV-toestel Om het volume van de TV te regelen. TV CH +/– TV-toestel Kies een TVvoorinstelzender. Opmerkingen • Wanneer u op de INPUT SELECTOR toetsen (VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, DVD) drukt, schakelt de invoerstand van de TV wellicht niet over naar de gewenste invoerstand. Druk dan op de TV/VIDEO toets om de ingangsmode van de TV te wijzigen. • Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd staan werken niet met bepaalde tuner/ versterkermodellen. • De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als voorbeeld. Sommige componenten werken dan ook niet of worden anders bediend dan hierboven beschreven. De standaardinstelling voor de INPUT SELECTOR toets wijzigen Als de fabrieksinstellingen voor de componentkeuzetoetsen toetsen niet overeenkomen met de componenten van uw stereo-installatie, kunt u deze instellingen wijzigen. Als u bijvoorbeeld beschikt over een minidisc-recorder en een cassettedeck, maar geen CD-speler, dan kunt u de functie van de CD/SACD toets zonder bezwaar omschakelen naar bediening van uw cassettedeck. De instellingen van de TUNER toets kunnen niet worden gewijzigd. 1 Houd de INPUT SELECTOR toets De standaardinstellingen van de VIDEO 3 en AUX toetsen wijzigen. 1 Houd FN SHIFT en de INPUT SELECTOR toets die u wilt wijzigen, ingedrukt (bijvoorbeeld VIDEO 3 of AUX). 2 Druk op de bijbehorende toets van de component die u wilt toewijzen aan de INPUT SELECTOR toets. Een toets in de fabrieksinstelling zetten Voer de bovenstaande procedure opnieuw uit. De standaardinstellingen van de INPUT SELECTOR toetsen herstellen Druk tegelijk op ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL –. ingedrukt van de invoerbron die u wilt wijzigen (bijvoorbeeld CD/SACD). 2 Druk op de bijbehorende toets van de De volgende toetsen zijn toegewezen om de invoerbron te selecteren: Bedienen Drukt u op CD-speler 4 Minidisc-recorder 5 Cassettedeck A 6 Cassettedeck B 7 Laserdisc-speler 8 Videorecorder (afstandsbedieningsstand VTR 1*) 9 Videorecorder (afstandsbedieningsstand VTR 2*) 0 Videorecorder (afstandsbedieningsstand VTR 3*) >10 TV-toestel ENTER DSS (digitale satelliet-ontvanger) . DVD-video speler > Gebruik van de afstandsbediening RM-U307 component die u wilt toewijzen aan de INPUT SELECTOR toets (bijvoorbeeld 4 - Cassettedeck). * Sony videorecorders worden bediend in een VTR 1, 2 of 3 stand. Deze bedieningsstanden komen overeen met resp. Beta, 8mm en VHS. Nu kan het cassettedeck worden bediend met de CD/SACD-toets. 55NL Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Mocht u verder nog vragen of problemen met de bediening van de tuner/versterker hebben, aarzel dan niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Veiligheid Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terechtkomen, trek dan de stekker van de tuner/ versterker uit het stopcontact en laat het apparaat eerst door een onderhoudsmonteur controleren, alvorens het weer in gebruik te nemen. Stroomvoorziening • Controleer, alvorens de tuner/versterker in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje op het achterpaneel van de tuner/versterker. • Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit, blijft er spanning op het apparaat staan, ook al is de tuner/versterker zelf uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt de tuner/versterker geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken; trek nooit aan het snoer. • Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten. Hitte in het inwendige Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan worden, wijst dat niet op storing in de werking. Vooral bij afspelen op hoog volume kunnen de boven-, onderen zijpanelen na verloop van tijd heet worden. Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan. Opstelling • Zet de tuner/versterker op een goed geventileerde plaats, met voldoende luchtdoorstroming om de inwendige onderdelen te koelen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. • Plaats de tuner/versterker niet dichtbij een warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd plaatsen met veel stof, vocht en mechanische trillingen of schokken. • Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatieopeningen aan de bovenzijde kan blokkeren, in het belang van een storingsvrije werking. • Ga voorzichtig te werk wanneer u het apparaat op speciaal behandelde oppervlakken (met was of olie behandeld, gepolijst, enzovoort) plaatst; anders kunnen er vlekken of verkleuringen optreden. Aansluiten Voor het maken van enige aansluiting, schakelt u eerst de tuner/versterker uit en trekt u de stekker uit het stopcontact. Schoonmaken 56NL Reinig de behuizing, het voorpaneel en de bedieningsorganen met een zachte doek, licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen oplosmiddelen zoals wasbenzine of alcohol (spiritus). Verhelpen van storingen Als bij het gebruik van de tuner/versterker een van de volgende problemen zich voordoet, neemt u dan de controlepunten even door om het probleem te verhelpen. Zie ook de paragraaf "Controleren van de aansluitingen" op blz. 22 om zeker te stellen dat alle aansluitingen in orde zijn. Geen of heel zwak geluid, ongeacht de gekozen component. • Controleer of de luidsprekers en componenten goed zijn aangesloten. • Controleer of de tuner/versterker en de andere apparaten allemaal zijn ingeschakeld. • Controleer of de MASTER VOLUME knop niet in de "VOL MIN" stand staat. • Controleer of de SPEAKERS (OFF/A/B/A+B) toets niet op OFF staat en is ingesteld in overeenstemming met het SPEAKERS FRONT systeem (blz. 24). • Druk op de MUTING toets vande afstandsbediening om de geluiddemping uit te schakelen. • Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten. • Het beveiligingscircuit van de tuner/versterker is in werking getreden, vanwege kortsluiting ("PROTECT" knippert). Schakel de tuner/ versterker uit, verhelp de kortsluiting en schakel het apparaat weer in. Een bepaalde geluidsbron is niet te horen. • Controleer of de geluidsbron juist is aangesloten op de audio-ingangen voor het betreffende apparaat. • Controleer of alle stekkers van de aansluitsnoeren stevig in de stekkerbussen zitten, zowel bij de tuner/versterker als bij het geluidsbron-apparaat zelf. • Controleer of de tuner/versterker wel is ingesteld op de juiste geluidsbron. Er komt geen geluid uit een van de voorluidsprekers. Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES stekkerbus om te controleren of de hoofdtelefoon wel geluid geeft (blz. 24). Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts via één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis zijn met de aansluitingen van het weergaveapparaat op de tuner/versterker. Controleer dan of alle stekkers van het aansluitsnoer aan beide zijden, op de tuner/versterker en de geluidsbron zelf, stevig in de stekkerbussen zijn gestoken. Als de hoofdtelefoon wel via beide kanalen geluid geeft, kan er iets mis zijn met de aansluiting van de niet werkende luidspreker op de tuner/versterker. Controleer dan de aansluitingen van de luidspreker die geen geluid geeft. De weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld. • Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. • Stel de weergave evenwichtig in met de parameters van het LEVEL menu. Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden. De midden- en/of surround luidsprekers produceren geen of slechts een heel zwak geluid. • Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld (druk op de MOVIE of MUSIC toets). • Kies een klankbeeld met het woord "C.ST.EX" in de naam (blz. 26–27). • Stel de geluidssterkte van de luidspreker wat hoger in (blz. 22). • Zorg dat de parameter voor het midden- of surround-luidsprekerformaat staat ingesteld op "SMALL" of "LARGE" (blz. 19). • Controleer of de subwoofer goed en veilig is aangesloten. • Controleer of de selectieparameter van de subwoofer is ingesteld op "YES" (blz. 18). • Er zal niet altijd geluid worden uitgestuurd via de SUB WOOFER aansluiting, afhankelijk van het gekozen klankbeeld (blz. 64). Het akoestiekeffect werkt niet. Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld (druk op de MOVIE of MUSIC toets). Er wordt geen Dolby Digital of DTS meerkanaalsgeluid weergegeven. • Controleer of de afgespeelde DVD disc e.d. wel is voorzien van Dolby Digital of DTS meerkanaals-geluid. • Bij aansluiten van een DVD videospeler e.d. op de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/ versterker dient u ook te zorgen dat de audioinstellingen (voor de geluidsweergave) van het aangesloten apparaat goed zijn ingesteld. Het opnemen lukt niet. • Controleer of de betrokken apparaten naar behoren zijn aangesloten. • Selecteer de broncomponent met de ingangskeuzetoetsen. • Controleer of INPUT MODE op "ANALOG" staat alvorens op te nemen van een digitale component die is verbonden met de analoge MD/TAPE aansluitingen. • Controleer of INPUT MODE op "COAX IN" of "OPT IN" (blz. 23) staat alvorens op te nemen vaneen digitale component die is verbonden met de digitale DIGITAL MD/TAPE OUT aansluitingen. wordt vervolgd Aanvullende informatie • Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. • Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een transformator of een motor en ten minste 3 meter van een TV-toestel of tl-verlichting. • Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de buurt van een ingeschakeld TV-toestel. • Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil. Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus of zuivere alcohol. De actieve lagetonen-luidspreker geeft geen geluid. 57NL Verhelpen van storingen (vervolg) De FM radio-ontvangst klinkt niet goed. Installeer een FM buitenantenne en sluit deze aan op de tuner/versterker met een 75-ohm coaxiaalkabel (niet bijgeleverd), zoals hieronder aangegeven. Als u de tuner/versterker aansluit op een buitenantenne dient deze zorgvuldig geaard te worden, ter bescherming tegen blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding; gezien de kans op een gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk. FM buitenantenne Tuner/versterker ANTENNA AM y FM 75Ω COAXIAL Aardingsdraad (niet bijgeleverd) naar een aardpunt Het afstemmen op een radiozender lukt niet. • Controleer of de antennes goed zijn aangesloten. Verstel zonodig de stand van de antennes en sluit een buitenantenne aan. • Mogelijk is de signaalsterkte te gering voor ontvangst (bij gebruik van de automatische zoekafstemming). Gebruik de directe afstemming. • Zorg dat het afsteminterval juist ingesteld (bij het afstemmen op AM radiozenders met directe afstemming). • Er zijn nog geen zenders vooringesteld of de vastgelegde voorkeurzenders zijn uit het geheugen gewist (bij gebruik van de geheugenafstemming). Leg de gewenste zenders in het afstemgeheugen vast (blz. 36). • Druk op de DISPLAY toets zodat de afstemfrequentie in het uitleesvenster verschijnt. De RDS informatiefuncties werken niet.* • Controleer of de tuner/versterker wel is afgestemd op een RDS informatiezender op de FM afstemband. • Stem af op een krachtiger FM RDS zender. De gewenste RDS informatie verschijnt niet in het uitleesvenster.* Neem contact op met de radiozender en informeer of deze wel of geen RDS signalen uitzendt. Ook zenders die gewoonlijk wel RDS informatie uitzenden kunnen deze soms tijdelijk buiten werking stellen. Op het TV-scherm is geen beeld of slechts een onduidelijk beeld zichtbaar. • Selecteer de juiste ingangskeuzetoets op de receiver. • Stel het TV-toestel in op de gewenste beeldweergave. • Zet het TV-toestel iets verder van de audioapparatuur vandaan. 58NL De afstandsbediening werkt niet. • Alleen voor de RM-PP412 – De TV/SAT, PHONO, SOURCE, DIRECT, AAC BI-LING, 12 en ON SCREEN toetsen op de afstandsbediening zijn niet beschikbaar. – Controleer of de werkingsstand van de afstandsbediening overeenkomt met die van de receiver. Wanneer tuner/versterker en afstandsbediening op een andere manier worden bediend, werkt de tuner/versterker niet met de afstandsbediening (blz. 41 en 47). – Druk op MAIN MENU op de afstandsbediening voor u de receiver bedient met de V/v/B/b toetsen. – Om de toetsen met oranje opdruk te kunnen gebruiken, moet u eerst op ALT drukken. • (Alleen voor de RM-U307) Controleer of u AV2 kiest als bedieningsstand van de receiver (blz. 41). • Richt de afstandsbediening recht op de afstandsbedieningssensor g voorop de tuner/ versterker. • Verwijder eventuele obstakels tussen de afstandsbediening en de tuner/versterker. • Als de batterijen in de afstandsbediening leeg kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe. • Selecteer de juiste ingangskeuzetoets op de afstandsbediening. • Als de afstandsbediening staat ingesteld op bediening van alleen het TV-toestel, kies dan eerst met de componentkeuzetoets op de afstandsbediening een andere beeld/geluidsbron dan de TV, dan kunt u daarna het gewenste apparaat bedienen. Als u de problemen niet kunt oplossen met de handleiding voor problemen oplossen U lost het probleem wellicht op als u het geheugen van de receiver wist (blz. 17). Houd er rekening mee dat de standaardwaarden voor de instellingen in het geheugen worden hersteld en dat u dus alle instellingen op de receiver opnieuw moet aanpassen. Als het probleem blijft optreden Neem contact op met de dichtstbijzijnde Sonyhandelaar. * Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK. Het tuner/versterkergeheugen wissen Voor wissen van Leest u Het gehele geheugen blz. 17 De zelf aangepaste klankbeelden blz. 33 Versterker-gedeelte Muziekvermogen, referentie2) (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV) FRONT1): 140 W/ch CENTER1): 140 W 1) SURR : 140 W/ch UITGANGSVERMOGEN Modellen met landcode CEL, CEK Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV) 120 W + 120 W2) Modellen met andere landcodes Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV) 110 W + 110 W2) Muziekvermogen, referentie2) (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV) FRONT1): 120 W/ch CENTER1): 120 W 1) 120 W/ch SURR : Muziekvermogen, referentie2) (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV) FRONT1): 130 W/ch 130 W CENTER1): 1) SURR : 130 W/ch Modellen met landcode CN, KR Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV) 120 W + 120 W2) 110 W + 110 W3) 1) Afhankelijk van de klankbeeld-instellingen en de geluidsbron kan er soms hierdoor geen geluid worden weergegeven. 2) Gemeten onder de volgende omstandigheden: Technische gegevens Muziekvermogen, referentie2) (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV) FRONT1): 140 W/ch 140 W CENTER1): 1) SURR : 140 W/ch Muziekvermogen, referentie2) (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV) FRONT1): 120 W/ch 120 W CENTER1): 1) SURR : 120 W/ch Modellen met landcode AU Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV) 120 W + 120 W2) 2) Muziekvermogen, referentie (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV) FRONT1): 140 W/ch CENTER1): 140 W 1) SURR : 140 W/ch Modellen met landcode AU Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave (aan 8 ohm bij 20 Hz – 20 kHz, bij 0,09 % THV) 100 W + 100 W2) Stroomvoorziening E2/E3, JE, AU 240 V wisselstroom, 50 Hz SP, CEL, CEK, AR, CN, KR 230 V wisselstroom, 50 Hz TW 110 V wisselstroom, 60 Hz MX 120 V wisselstroom, 60 Hz 3) Gemeten onder de volgende omstandigheden: Landcode Stroomvoorziening CN, KR 220 V wisselstroom, 50 Hz Frequentiebereik MULTI CH IN, CD/SACD, AUX, MD/TAPE, DVD, VIDEO 1, 2, 3 10 Hz – 70 kHz ±0.5/–2 dB (met geluidsveld en equalizer omgeleid) Ingangen (Analoog) MULTI CH IN, CD/SACD, AUX, MD/TAPE, DVD, VIDEO 1, 2, 3 Gevoeligheid: 500 mV Impedantie: 50 kOhm Signaal/ruisverhouding4): 96 dB (A, 500 mV5)) Aanvullende informatie Modellen met landcode SP Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV) 100 W + 100 W2) Landcode 4) INPUT SHORT (met geluidsveld en equalizer omgeleid). 5) Netwerk-gewogen, ingangsniveau. wordt vervolgd (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV) 120 W + 120 W2) 59NL STR-DE695 4-244-559-42(1) (DE, NL, SE) Technische gegevens (vervolg) AM tuner-gedeelte Ingangen (Digitaal) DVD (Coaxiaal) Afstembereik Modellen met landcode E2/E3, JE Bij 10 kHz afsteminterval: 530 – 1610 kHz6) Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1602 kHz6) VIDEO 2, CD/SACD, MD/TAPE (Optisch) Gevoeligheid: – Impedantie: 75 Ohm Signaal/ruisverhouding: 100 dB (A, 20 kHz LPF) Gevoeligheid: – Impedantie: – Signaal/ruisverhouding: 100 dB (A, 20 kHz LPF) Uitgangen (Analoog) MD/TAPE (OUT), VIDEO 1 (AUDIO OUT) Uitgangsspanning: 500 mV Impedantie: 10 kOhm SUB WOOFER, SURR BACK Uitgangsspanning: 2 V Impedantie: 1 kOhm Uitgangen (Digitaal) MD/TAPE (Optisch) EQ Versterking: Antenne Kaderantenne Tussenfrequentie 450 kHz Bruikbare gevoeligheid 50 dB/meter (bij 1.000 kHz of 999 kHz) Signaal/ruisverhouding 54 dB (bij 50 mV/meter) Gevoeligheid: – ±10 dB, in stappen van 0,5 dB 87,5 – 108,0 MHz Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch Tussenfrequentie 10,7 MHz Gevoeligheid Mono: Stereo: 18,3 dBf, 2,2 µV/75 ohm 38,3 dBf, 22,5 µV/75 ohm Bruikbare gevoeligheid 11,2 dBf, 1 µV/75 ohm Signaal/ruisverhouding Mono: 76 dB Stereo: 70 dB Harmonische vervorming bij 1 kHz Mono: 0,3 % Stereo: 0,5 % 60NL Modellen met landcode AR, MX Bij 10 kHz afsteminterval: 530 – 1610 kHz Harmonische vervorming 0,5 % (bij 50 mV/meter, 400 Hz) FM tuner-gedeelte Afstembereik Modellen met landcode CEL, CEK, SP, CN, TW, KR, AU Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1602 kHz Kanaalscheiding 45 dB bij 1 kHz Frequentiebereik 30 Hz – 15 kHz, +0,5/–2 dB Selectiviteit 60 dB bij 400 kHz Selectiviteit Bij 9 kHz: Bij 10 kHz: 35 dB 40 dB 6) Het afsteminterval van de AM band kunt u omschakelen tussen 9 kHz en 10 kHz, als volgt. Stem af op een AM radiozender en schakel de tuner/versterker uit. Houd vervolgens de PRESET TUNING + toets ingedrukt en schakel het apparaat zo weer in met de ?/1 toets. Bij het omschakelen van het afsteminterval worden alle voorkeurzenders uit het geheugen gewist. Om het afsteminterval terug te schakelen naar de oorspronkelijke 10 kHz (of 9 kHz), herhaalt u deze stappen. Video-gedeelte Ingangen Video: S-video: 1 Vt-t, 75 ohm Y: 1 Vt-t, 75 ohm C: 0,286 Vt-t, 75 ohm Component Video (Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK) : Y: 1 Vt-t, 75 ohm PB/B-Y: 0,7 Vt-t, 75 ohm 0,7 Vt-t, 75 ohm PR /R-Y: Uitgangen Video: S-video: 1 Vt-t, 75 ohm Y: 1 Vt-t, 75 ohm C: 0,286 Vt-t, 75 ohm Component Video (Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK) : Y: 1 Vt-t, 75 ohm PB/B-Y: 0,7 Vt-t, 75 ohm 0,7 Vt-t, 75 ohm PR /R-Y: Algemeen Stroomvoorziening Landcode Stroomvoorziening MX 120 V wisselstroom, 60 Hz CEL, CEK 230 V wisselstroom, 50/60 Hz SP, AR, CN, KR 220 – 230 V wisselstroom, 50/60 Hz E2/E3, JE 120/220/240 V wisselstroom, 50/60 Hz 110 V wisselstroom, 50/60 Hz AU 240 V wisselstroom, 50 Hz Stroomverbruik Landcode Stroomverbruik MX 230 W CEL, CEK, AR, CN, KR, AU 250 W SP 210 W E2/E3, JE 240 W TW 600 W Afmetingen (b/h/d) 430 × 157,5 × 310 mm, incl. uitstekende onderdelen en knoppen Gewicht (ca.) 8,5 kg Bijgeleverd toebehoren FM draadantenne (1) AM kaderantenne (1) Afstandsbediening (1) • RM-PP412 (Alleen voor de modellen met landcode E2/E3, MX, AR) • RM-U307 (Modellen met andere landcodes) R6 (AA-formaat) batterijen (2) Zie voor nadere bijzonderheden over de landcode van uw uitvoering de beschrijving op blz. 4. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. Aanvullende informatie TW Netstroomuitgangen (Uitgezonderd de modellen met landcode AR, KR) 1 uitschakelbaar, maximaal 100 W Stroomverbruik (in de gebruiksklaar-stand) 0,3 W (als "P.SAVE" in het CUSTOM menu op "ON" staat) (blz. 41). 61NL Tabel voor de instellingen met de MAIN MENU toets Voor het bijregelen van de akoestiek kunt u de onderstaande instellingen maken met de MAIN MENU, / en instelknop. De tabel toont de parameters, elk met hun eigen instelbereik. Druk herhaaldelijk op MAIN MENU te selecteren LEVEL Druk op of om instelling te kiezen L BAL. L/R XX R –10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB) SUR.R.XXX.X dB –10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB) SB XXX.X dB –10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB) S.W. XXX.X dB –10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB) COMP. XXX OFF, STD, MAX afhankelijk van het klankbeeld (MIN, STD, MAX) BASS XXX.X dB –10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB) 33 TREB. XXX.X dB –10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB) SW L C SL SB L C SL SB SL 62NL 32 –10 dB to +10 dB (in stappen van 0,5 dB) EQ XXX CUSTOM L +8 to R +8 (in stappen van 1) SUR.L.XXX.X dB EFCT. XXX SET UP Blz. CTR XXX.X dB D. RANGE EQ Draai de instelknop naar om instelling te kiezen ON, OFF (SUB WOOFER) S.W. XXX R (FRONT) XXXXX (CENTER) XXXXX SR (SURROUND) XXXXX (SURR BACK) XXX R DIST. X.X m DIST. X.X m SR DIST. X.X m DIST. X.X m SR XXXXXXX YES, NO 18 LARGE, SMALL LARGE, SMALL, NO LARGE, SMALL, NO YES, NO tussen 1,0 meter en 7,0 meter (stappen van 0,1 meter) R DIST. en 1,5 meter tussen L (stappen van 0,1 meter) R DIST. en 4,5 meter tussen L (stappen van 0,1 meter) R DIST. en 4,5 meter tussen L (stappen van 0,1 meter) SIDE/LO, SIDE/HI, BEHD/LO, BEHD/HI SB XXXX MTRX, AUTO, OFF DEC. XXXX AUTO, PCM P.SAVE.XXX ON, OFF 41 Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden De aangepaste BASS en TREB. parameters worden op alle geluidsvelden toegepast. < EQ > BASS TREB. EQ ON/OFF 2CH ST. z z z A.F.D. AUTO z z z DOLBY PL z z z PLII MOV z z z PLII MUS z z z C.ST.EX A z z z C.ST.EX B z z z C.ST.EX C z z z HALL z z z JAZZ z z z CONCERT z z z z z z z z z NEO6 CIN NEO6 MUS MULTI CH IN HP 2CH HP MULTI HP THEA wordt vervolgd Aanvullende informatie PCM 96K 63NL Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden (vervolg) De aangepaste LEVEL parameters worden toegepast op alle geluidsvelden, behalve de EFCT. parameter. Voor de EFCT. parameter worden de instellingen afzonderlijk opgeslagen voor elk geluidsveld. < LEVEL FRONT BAL CENTER LEVEL SUR.L. LEVEL > SUR.R. SURR BACK S.W. LEVEL LEVEL LEVEL D.RANGE EFCT. COMP1) LEVEL 2CH ST. z A.F.D. AUTO z z z z z z z DOLBY PL z z z z z z z PLII MOV z z z z z z z PLII MUS z z z z z z z NEO6 CIN z z z z z z2) z NEO6 MUS z z z z z z2) z C.ST.EX A z z z z z z z z C.ST.EX B z z z z z z z z C.ST.EX C z z z z z z z z HALL z z z z z z2) z z JAZZ z z z z z z2) z z CONCERT z z z z z z2) z z MULTI CH IN z z z z HP 2CH z HP MULTI z HP THEA z PCM 96K z 1) z z z z z Deze parameters kunnen niet altijd instelbaar zijn of niet altijd het gewenste effect hebben, afhankelijk van de geluidsbron. Zie voor nadere bijzonderheden de gedetailleerde beschrijving onder "Aanpassen van de luidsprekerniveau-parameters" (blz. 32). 2) Bij deze klankbeelden zal de lagetonen-luidspreker geen geluid geven als het formaat van de voorluidsprekers op "LARGE" staat ingesteld. De lagetonen-luidspreker zal alleen wel geluid geven bij weergave van digitale signalen met een afzonderlijk LFE (Low Frequency Effect) lagetonen-kanaal. 64NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190

Sony STR-DE695 de handleiding

Categorie
Ontvanger
Type
de handleiding

Andere documenten