Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u
de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken
met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit
een brandende kaars bovenop het apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u geen met vloeistof gevulde
voorwerpen zoals vazen op het apparaat zetten.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals
een boekenrek of ingebouwde kast.
Installeer het systeem zodat de stekker bij problemen
onmiddellijk uit het stopcontact kan worden
getrokken.
Gooi de batterij niet weg maar lever
deze in als klein chemisch afval
(KCA).
Betreffende deze
gebruiksaanwijzing
• De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor het
model TA-DA9000ES. Controleer uw
modelnummer, dat rechtsonder op het voorpaneel
staat vermeld. De afbeeldingen in deze
gebruiksaanwijzing tonen het model TA-DA9000ES
(met landcode CEL), behalve waar anders vermeld
staat. Verschillen in bediening tussen de modellen
worden in de tekst duidelijk aangegeven, als
bijvoorbeeld "Alleen voor het model met landcode
CEL".
• De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de
bediening met de toetsen op de versterker zelf. U
kunt echter ook de toetsen van de bijgeleverde
afstandsbediening gebruiken, met dezelfde of
soortgelijke namen als die op de versterker. Nadere
bijzonderheden over het gebruik van uw
afstandsbediening vindt u in de afzonderlijke
gebruiksaanwijzing die bij de afstandsbediening is
geleverd.
Omtrent de landcodes
Over welke uitvoering van de versterker u beschikt,
is afleesbaar aan de landcode die staat vermeld
bovenaan het achterpaneel (zoals in de
onderstaande afbeelding).
SPEAKERS
R
SURROUND
AC IN
4-XXX-XXX-XX AA
L
B
B
A
A
CENTER
Landcode
AC OUTLET
SURROUND BACK
R
L
FRONT
L
R
B
B
A
A
IMPEDANCE USE 4-16
A+B USE 8-16
Verschillen in bediening die samenhangen met de
landcode staan in de tekst duidelijk aangegeven,
zoals bijvoorbeeld "Alleen voor de modellen met
landcode AA".
Deze versterker is voorzien van Dolby* Digital en Pro
Logic Surround akoestiek en het DTS** Digital
Surround akoestieksysteem.
* Vervaardigd in van Dolby Laboratories.
"Dolby", "Pro Logic" en het dubbele D-symbool
zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
** De termen "DTS", "DTS-ES Extended Surround"
en "Neo:6" zijn handelsmerken van Digital Theater
Systems, Inc.
2NL
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
1: Keuze van de juiste aansluitingen voor
uw apparatuur ................................... 4
1a: Aansluiten van apparatuur met
digitale audio-uitgangen ............. 6
1b: Aansluiten van apparatuur met
meerkanaalsuitgangsaansluitingen ................. 9
1c: Aansluiten van apparatuur met
alleen analoge audiouitgangen .................................. 11
2: Luidsprekers aansluiten .................... 13
3: Het netsnoer aansluiten ..................... 18
4: De luidsprekers instellen...................19
5: De luidsprekerniveaus en de balans
bijregelen ........................................ 23
— TEST TONE
Versterkerfuncties
Keuze van een beeld/geluidsbron ......... 24
Luisteren naar meerkanaals-geluid ....... 25
— MULTI CH IN
Aanduidingen omschakelen .................. 25
Betekenis van de aanduidingen in het
uitleesvenster .................................. 27
Geavanceerde aanpassingen
en instellingen
Geluidsbronnen toewijzen aan
ingangskeuzestanden...................... 35
— DIGITAL ASSIGN
Omschakelen van de audio-ingangskeuze
voor digitale beeld/
geluidsbronnen ............................... 36
— INPUT MODE
Zelf aanpassen van klankbeelden ......... 37
Bijregelen van de equalizertoonregeling.................................... 39
Geavanceerde instellingen .................... 40
De gemaakte instellingen opslaan ........ 48
— USER PRESET
Andere bedieningsfuncties
Zelfgekozen geluidsbronnamen............ 49
Automatisch uitschakelen met de
sluimerfunctie................................. 50
Keuze van het luidsprekersysteem ....... 50
Opnemen............................................... 52
CONTROL A1II Bedieningssysteem .... 53
i.LINK aansluiting ................................ 55
NL
Aanvullende informatie
Genieten van Surround Sound
akoestiek
Bij gebruik van alleen de
voorluidsprekers ............................. 29
Genieten van de beste
akoestiekweergave.......................... 29
— AUTO FORMAT DIRECT
Keuze van een klankbeeld .................... 31
Keuze van de middenachterdecodeerfunctie............................... 33
— SURR BACK DECODING
Voorzorgsmaatregelen.......................... 56
Verhelpen van storingen....................... 57
Technische gegevens ............................ 60
Bedieningsorganen en
verwijzingspagina's ........................ 62
Index ..................................................... 64
3NL
Voorbereidingen
1: Keuze van de juiste aansluitingen voor uw apparatuur
In de stappen 1a – 1c vanaf pagina 6 wordt beschreven hoe u allerlei apparatuur kunt aansluiten op deze
versterker. Alvorens u hiermee begint, neemt u eerst even de lijst met "Aan te sluiten apparatuur"
hieronder door, om te zien op welke pagina's de aanwijzingen staan voor de betreffende apparaten.
Aan te sluiten apparatuur
Type apparaat om aan te sluiten
Pagina
DVD videospeler
Met digitale audio-uitganga)
6–7
Met meerkanaals audio-uitgangb)
9–10
Met alleen analoge audio-uitgangenc)
6–7
Laserdisc-speler
Met digitale audio-uitganga)
6
Met alleen analoge audio-uitgangenc)
6
TV of videomonitor
Met component-type video-ingang(en)d)
7 of 10
Met alleen S-video of composiet video-ingang(en)
12
Satelliet-ontvanger
Met digitale audio-uitganga)
6–7
Met alleen analoge audio-uitgangenc)
6–7
Videorecorder
Met digitale audio-uitganga)
6
Met alleen analoge audio-uitgangenc)
6
CD/Super Audio CD-speler
Met digitale audio-uitganga)
8
Met meerkanaals audio-uitgang(en)b)
9
Met alleen analoge audio-uitgangenc)
11
Minidisc-recorder/DAT-cassettedeck
Met digitale audio-uitganga)
8
Met alleen analoge audio-uitgangenc)
11
Cassettedeck, analoge platenspeler, tuner voor radio-ontvangst
11
Meerkanaals-decodeerapparaat
9
Videocamera, videospelapparaat, enz.
12
a)
Model met DIGITAL OPTICAL OUTPUT of DIGITAL COAXIAL OUTPUT aansluiting e.d.
Model met MULTI CH OUTPUT aansluitbussen e.d. Deze aansluiting dient voor weergave via deze versterker
van de geluidssignalen die zijn gedecodeerd door de ingebouwde meerkanaals-decodeertrap van het betreffende
apparaat.
c) Model voorzien van AUDIO OUT L/R uitgangsaansluitingen e.d.
d) Model met component-video (Y, P /C /B-Y, P /C /R-Y) ingangsaansluitingen.
B B
R R
b)
4NL
Vereiste aansluitsnoeren
A Audio-aansluitsnoer
Wit (L)
Rood (R)
B Audio/video-aansluitsnoer
Geel (video)
Wit (audio L)
Rood (audio R)
C Video-aansluitsnoer
F Coaxiale digitaalkabel
G Mono audio-aansluitsnoer
Zwart
Voorbereidingen
De aansluitschema's op de volgende bladzijden zijn gebaseerd op het gebruik van de volgende los
verkrijgbare aansluitsnoeren (A–I) (niet bijgeleverd).
Tip
Het audio-aansluitsnoer A kan worden gesplitst in
twee mono audio-aansluitsnoeren G.
Geel
H Component video-aansluitsnoer
D S-video aansluitsnoer
Groen
Blauw
Rood
E Optische digitaalkabel
I i.LINK kabel
Opmerkingen
• Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan.
• Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen.
• Let bij het aansluiten van de audio/videosnoeren op dat u de kleuren van de linker en rechter stekkers en
aansluitbussen niet verwisselt: sluit geel aan op geel (voor het videosignaal); wit op wit (voor het linker
audiokanaal) en rood op rood (voor het rechter audiokanaal).
• Bij het aansluiten van de optische digitaalkabel steekt u de stekkers recht in de aansluitbussen tot ze vastklikken.
• Let op dat optische digitaalkabels niet te sterk verbogen of verwrongen worden.
Als u beschikt over Sony componenten met CONTROL A1II/
CONTROL S aansluitingen
Zie "CONTROL A1II Bedieningssysteem" op pagina 53.
Als u beschikt over Sony componenten (SCD-XA9000ES) met
i.LINK aansluitingen
Gebruikt u de i.LINK kabel (I) die bij de SCD-XA9000ES wordt bijgeleverd. Nadere bijzonderheden
vindt u in de gebruiksaanwijzing die bij de SCD-XA9000ES hoort.
Zie ook de beschrijving onder "i.LINK aansluiting" op blz pagina 55.
5NL
.
1a: Aansluiten van apparatuur met digitale audiouitgangen
Aansluiten van een DVD-speler, laserdisc-speler, videorecorder,
TV-toestel of satelliet-ontvanger
Voor nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (A–I), zie pagina 5.
1 Maak de audio-aansluitingen.
Laserdisc-speler
Videorecorder
OUTPUT
OUTPUT INPUT
LINE
OUTPUT
OUTPUT
DIGITAL
COAXIAL
AUDIO
OUT
LINE
L
DIGITAL
OPTICAL
OUT
IN
OUTPUT
OUTPUT
DIGITAL
OPTICAL
DIGITAL
COAXIAL
R
A
OUT
IN
AUDIO
DIGITAL
R
OPTICAL
VIDEO 1
OUT
LD
IN
DVD
IN
OUT
OUT
OUT
VIDEO 2
OUT
FRONT
MD/DAT
IN
SURR
OUND
CONTROL A1II
CD/SACD
IN
CENTER
COAXIAL
VIDEO 1
IN
SUB
WOOFER
2
LD
IN
FRONT
AUDIO IN
DVD
IN
IN
VIDEO
4
IN
VIDEO
4
IN
LD
LD
SURR
BACK
i.LINK S200
TV/SAT
IN
IN
DVD
DVD
Y Y
PB/CB/B-Y
PR/CR/R-Y
PR/CR/R-Y
IN
FRONT
IN
IN
SURR BACK
IN
IN
IN
TV/
SAT
IN
IN
SUB WOOFER
PHONO
SURR
OUND
CENTER
PRE OUT
IN
SURR
BACK
MONI
TOR
OUT
PB/CB/B-Y
OUT
TV/
SAT
IN
MONITOR OUT
S2 VIDEO
VIDEO
OUT 1
OUT 1
OUT 2
OUT 2
IN
R
CENTER
AUDIO
L
SUB
WOOFER
RS232C
E*
PB/CB/B-Y
PR/CR/R-Y
SURROUND
IN
TUNER
CD/SACD
IN
PB/CB/B-Y
VIDEO 3
IN
VIDEO 1
IN
PR/CR/R-Y
TV/
SAT
IN
IN
OUT
OUT
Y
OUT
IN
VIDEO 3
1
Y
IN
VIDEO 2
IN
CD/
SACD
IN
MD/DAT
OUT
DVD
IN
OUT
IN
MD/DAT
S2 VIDEO
VIDEO 1
IN
IN
TV/SAT
IN
VIDEO
VIDEO 1
IN
A
COMPONENT
VIDEO
AUDIO L
OUT
TAPE
VIDEO 1
IN
R
F*
OUT
VIDEO
L
OUT
E*
A
l
l
IN
E
l
E*
l
F*
L
R
MULTI CHANNEL IN
SIGNAL
GND
F*
A
OUTPUT
OUTPUT
OUTPUT
OUTPUT
OUTPUT
OUTPUT
DIGITAL
OPTICAL
DIGITAL
COAXIAL
AUDIO
OUT
DIGITAL
COAXIAL
DIGITAL
OPTICAL
AUDIO
OUT
DVD videospeler**
F*
E*
A
L
L
R
R
Satelliet-ontvanger
* Maak de aansluiting naar keuze via de DVD COAXIAL IN of DVD OPTICAL IN stekkerbus. Wij raden u aan
gebruik te maken van de DVD COAXIAL IN aansluiting.
** Voor het weergeven van meerkanaals digitaal geluid, kiest u de digitale audio-uitgangsstand op de DVDvideospeler.
6NL
2 Maak de video-aansluitingen.
Opmerkingen
• U kunt het TV-geluid via deze versterker beluisteren door de audio-uitgangen van uw TV-toestel aan te sluiten op
de TV/SAT AUDIO IN aansluitingen van de versterker. Daarbij is het niet nodig de video-uitgang van het TVtoestel aan te sluiten op de TV/SAT VIDEO IN aansluiting van de versterker.
• Deze versterker kan standaard videosignalen omzetten in component-video en S-video signalen, en kan ook Svideo signalen omzetten in component-video signalen. Omgekeerd is het echter niet mogelijk om component-video
signalen om te zetten in standaard videosignalen of S-video signalen.
• Wanneer er standaard videosignalen (composiet-videosignalen) of S-video signalen van een videorecorder e.d. in deze
tuner/versterker worden geconverteerd voor weergave op uw TV-toestel, kan er afhankelijk van het uitgestuurde
videosignaal wel eens horizontale vervorming in het TV-beeld optreden, of kan er geen beeld worden weergegeven.
Videorecorder
OUTPUT INPUT
S VIDEO
C
IN
AUDIO
DIGITAL
R
OPTICAL
VIDEO 1
OUT
OUT
R
H
VIDEO
OUT
OUT
VIDEO 1
S2 VIDEO
IN
IN
IN
IN
OUT
OUT
OUT
OUT
MD/DAT
VIDEO 2
DVD
IN
TV/SAT
IN
OUT
SURR
OUND
CONTROL A1II
CD/SACD
IN
SURR
BACK
CENTER
COAXIAL
VIDEO 1
IN
SUB
WOOFER
2
LD
IN
FRONT
AUDIO IN
DVD
IN
i.LINK S200
IN
IN
IN
VIDEO
4
IN
VIDEO
4
IN
IN
LD
LD
IN
DVD
PB/CB/B-Y
MONI
TOR
OUT
PB/CB/B-Y
PB/CB/B-Y
PR/CR/R-Y
PR/CR/R-Y
DVI-D
DVD
SURR BACK
IN
IN
TV/
SAT
IN
TV/
SAT
IN
IN
SUB WOOFER
CENTER
PRE OUT
MONITOR OUT
S2 VIDEO
VIDEO
OUT 1
OUT 1
OUT 2
OUT 2
IN
R
AUDIO
L
SUB
WOOFER
RS232C
H
OUTPUT
COMPONENT
B-Y
R-Y
PR/CR/R-Y
Y Y
IN
IN
CENTER
CD/SACD
IN
C
SURROUND
IN
IN
SURR
BACK
D
FRONT
PHONO
SURR
OUND
VIDEO
OUT
VIDEO 3
IN
TUNER
TV/SAT
IN
INPUT
VIDEO 1
IN
Y
PB/CB/B-Y
TV/
SAT
IN
IN
OUT
VIDEO 3
1
FRONT
MD/DAT
IN
VIDEO 2
IN
CD/
SACD
IN
H
Y
PR/CR/R-Y
MD/DAT
OUT
INPUT
S VIDEO
Y
OUT
VIDEO 1
LD
IN
IN
COMPONENT
B-Y
COMPONENT
VIDEO
AUDIO L
VIDEO 1
IN
DVD
IN
R-Y
OUT
VIDEO
L
TAPE
D
INPUT
Y
l
OUT
COMPONENT
B-Y
R-Y
S VIDEO
D
l
l
C
IN
TV of videomonitor
OUTPUT
OUTPUT INPUT
VIDEO
l
VIDEO
Voorbereidingen
De onderstaande afbeelding toont de aansluitingen voor een TV-toestel, een satelliet-ontvanger en een
DVD-videospeler met COMPONENT VIDEO (Y, PB/CB/B-Y, PR/CR/R-Y) uitgangsaansluitingen.
Door aansluiten van een TV-toestel met component-video ingangen verkrijgt u een betere
beeldkwaliteit. U kunt de videosignalen converteren, om dan bijvoorbeeld de beeldtint van de
omgezette signalen bij te stellen (pagina 43).
Y
MULTI CHANNEL IN
C
SIGNAL
GND
C
D
OUTPUT
OUTPUT
OUTPUT
OUTPUT
VIDEO
S VIDEO
D
VIDEO
S VIDEO
H
OUTPUT
R-Y
DVD-videospeler
COMPONENT
B-Y
Y
Satelliet-ontvanger
wordt vervolgd
7NL
Aansluiten van een CD/Super Audio CD-speler of een minidiscrecorder/DAT-cassettedeck
Voor nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (A–I), zie pagina 5.
CD/Super Audio
CD-speler
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
OUTPUT
INPUT OUTPUT
AUDIO
OUT
LINE
L
OUTPUT
OUTPUT
DIGITAL
COAXIAL
DIGITAL
OPTICAL
LINE
DIGITAL
L
OPTICAL
IN
OUT
R
R
E*
E
E
AUDIO
DIGITAL
R
OPTICAL
VIDEO 1
OUT
R
IN
COMPONENT
VIDEO
AUDIO L
VIDEO
OUT
TAPE
A
VIDEO
L
OUT
A
IN OUT
l
l
OUT
l
F*
l
A
OUT
VIDEO 1
S2 VIDEO
DVD
IN
Y
PB/CB/B-Y
PB/CB/B-Y
OUT
VIDEO 1
VIDEO 1
IN
IN
IN
IN
IN
LD
IN
OUT
OUT
OUT
OUT
MD/DAT
VIDEO 2
PR/CR/R-Y
DVD
IN
CD/
SACD
IN
TV/SAT
IN
VIDEO 2
IN
IN
IN
OUT
FRONT
MD/DAT
IN
SURR
OUND
CONTROL A1II
CD/SACD
IN
SURR
BACK
CENTER
COAXIAL
VIDEO 1
IN
SUB
WOOFER
2
LD
IN
FRONT
AUDIO IN
DVD
IN
i.LINK S200
IN
IN
VIDEO
4
IN
VIDEO
4
IN
IN
LD
LD
IN
DVD
PR/CR/R-Y
DVD
IN
SURR BACK
IN
IN
IN
TV/
SAT
IN
TV/
SAT
IN
IN
SUB WOOFER
CENTER
PRE OUT
MONITOR OUT
S2 VIDEO
VIDEO
OUT 1
OUT 1
OUT 2
OUT 2
IN
R
CENTER
CD/SACD
IN
PR/CR/R-Y
SURROUND
IN
IN
SURR
BACK
PB/CB/B-Y
FRONT
PHONO
SURR
OUND
MONI
TOR
OUT
PB/CB/B-Y
OUT
VIDEO 3
IN
TUNER
TV/SAT
IN
PR/CR/R-Y
Y Y
TV/
SAT
IN
IN
OUT
VIDEO 3
1
MD/DAT
OUT
VIDEO 1
IN
Y
AUDIO
L
SUB
WOOFER
RS232C
MULTI CHANNEL IN
SIGNAL
GND
* Maak de aansluiting naar keuze via de CD/SACD COAXIAL IN of CD/SACD OPTICAL IN stekkerbus. Wij
raden u aan gebruik te maken van de CD/SACD COAXIAL IN aansluiting.
Als u verscheidene digitale apparaten wilt aansluiten, maar er geen
ingang voor vrij heeft
Zie "Geluidsbronnen toewijzen aan ingangskeuzestanden" (pagina 35).
Tip
Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 32 kHz, 44,1 kHz, 48 kHz en
96 kHz.
Opmerkingen
• Er wordt geen geluid weergegeven wanneer u een Super Audio CD afspeelt op een Super Audio CD-speler die is
aangesloten op de CD/SACD OPTICAL of CD/SACD COAXIAL IN aansluiting van deze versterker. Sluit de
disc-speler aan op de analoge ingangsaansluitingen (CD/SACD IN stekkerbussen). Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die bij de Super Audio CD-speler is bijgeleverd.
• U kunt geen digitale opnamen maken van digitale meerkanaals Surround Sound signalen.
8NL
1 Maak de audio-aansluitingen.
Als uw DVD-videospeler of Super Audio CD-speler is voorzien van meerkanaals-uitgangen, dan kunt
u die verbinden met de MULTI CHANNEL INPUT aansluitingen van deze versterker, om zo te
genieten van meerkanaals-geluidsweergave. Bovendien kunt u op deze meerkanaalsingangsaansluitingen ook een extern meerkanaals-decodeerapparaat aansluiten.
Voor nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (A–I), zie pagina 5.
Voorbereidingen
1b: Aansluiten van apparatuur met meerkanaalsuitgangsaansluitingen
DVD-videospeler,
Super Audio CDspeler,
Meerkanaalsdecodeertrap, enz.
MULTI CHANNEL OUT
FRONT
SURR
OUND
SURR
BACK
CENTER
SUB
WOOFER
G G A A A
MULTI CHANNEL IN 1
AUDIO
DIGITAL
R
OPTICAL
VIDEO 1
OUT
OUT
COMPONENT
VIDEO
VIDEO
L
R
AUDIO L
VIDEO
OUT
TAPE
MULTI CHANNEL IN 2
OUT
VIDEO 1
DVD
IN
S2 VIDEO
Y
PB/CB/B-Y
PB/CB/B-Y
OUT
VIDEO 1
VIDEO 1
IN
IN
IN
IN
IN
LD
IN
OUT
OUT
OUT
OUT
MD/DAT
VIDEO 2
PR/CR/R-Y
DVD
IN
TV/SAT
IN
CD/
SACD
IN
MD/DAT
OUT
FRONT
VIDEO 2
IN
IN
IN
OUT
MD/DAT
IN
SURR
OUND
CONTROL A1II
CD/SACD
IN
SURR
BACK
CENTER
COAXIAL
VIDEO 1
IN
SUB
WOOFER
2
LD
IN
FRONT
AUDIO IN
DVD
IN
i.LINK S200
IN
IN
VIDEO
4
IN
VIDEO
4
IN
IN
LD
LD
IN
DVD
PR/CR/R-Y
DVD
IN
SURR BACK
IN
IN
IN
TV/
SAT
IN
TV/
SAT
IN
IN
SUB WOOFER
CENTER
PRE OUT
MONITOR OUT
S2 VIDEO
VIDEO
OUT 1
OUT 1
OUT 2
OUT 2
IN
R
CENTER
CD/SACD
IN
PR/CR/R-Y
SURROUND
IN
IN
SURR
BACK
PB/CB/B-Y
FRONT
PHONO
SURR
OUND
MONI
TOR
OUT
PB/CB/B-Y
OUT
VIDEO 3
IN
TUNER
TV/SAT
IN
PR/CR/R-Y
Y Y
TV/
SAT
IN
IN
OUT
VIDEO 3
1
VIDEO 1
IN
Y
AUDIO
L
SUB
WOOFER
RS232C
MULTI CHANNEL IN
SIGNAL
GND
Tip
Met deze aansluitingen zult u ook kunnen genieten van meerkanaals-weergave van andere geluidsbronnen dan alleen
Dolby Digital of DTS.
Opmerking
DVD-spelers en Super Audio CD-spelers hebben geen SURR BACK aansluitingen.
wordt vervolgd
9NL
2 Maak de video-aansluitingen.
De onderstaande afbeelding toont de aansluitingen voor een DVD-videospeler met COMPONENT
VIDEO (Y, PB/CB/B-Y, PR/CR/R-Y) uitgangsaansluitingen. Door aansluiten van een TV-toestel met
component-video ingangen verkrijgt u een betere beeldkwaliteit. U kunt de videosignalen converteren,
om dan bijvoorbeeld de beeldtint van de omgezette signalen bij te stellen (pagina 43).
Opmerkingen
• Deze versterker kan standaard videosignalen omzetten in component-video en S-video signalen, en kan ook Svideo signalen omzetten in component-video signalen. Omgekeerd is het echter niet mogelijk om component-video
signalen om te zetten in standaard videosignalen of S-video signalen.
• Wanneer er standaard videosignalen (composiet-videosignalen) of S-video signalen van een videorecorder e.d. in
deze tuner/versterker worden geconverteerd voor weergave op uw TV-toestel, kan er afhankelijk van het
uitgestuurde videosignaal wel eens horizontale vervorming in het TV-beeld optreden, of kan er geen beeld worden
weergegeven.
TV of videomonitor
INPUT
R-Y
COMPONENT
B-Y
H
AUDIO
DIGITAL
VIDEO 1
OUT
OUT
LD
IN
OUT
VIDEO 2
MD/DAT
IN
SURR
OUND
SURR
BACK
CENTER
2
FRONT
i.LINK S200
VIDEO
4
IN
VIDEO
4
IN
LD
LD
IN
DVD
DVD
TV/SAT
IN
SURR
BACK
H
OUTPUT
COMPONENT
B-Y
R-Y
C
R
SIGNAL
GND
D
OUTPUT
VIDEO
S VIDEO
DVD-videospeler
10NL
AUDIO
OUTPUT
Y
PR/CR/R-Y
PR/CR/R-Y
IN
IN
SURR BACK
IN
IN
TV/
SAT
IN
IN
SUB WOOFER
S2 VIDEO
OUT 1
OUT 1
OUT 2
OUT 2
IN
MULTI CHANNEL IN
MONI
TOR
OUT
PB/CB/B-Y
FRONT
VIDEO
SUB
WOOFER
RS232C
Y Y
PB/CB/B-Y
IN
MONITOR OUT
CENTER
PB/CB/B-Y
PR/CR/R-Y
CENTER
PRE OUT
IN
TUNER
CD/SACD
IN
PB/CB/B-Y
OUT
PHONO
SURR
OUND
VIDEO 1
IN
SURROUND
IN
TV/
SAT
IN
AUDIO IN
DVD
IN
OUT
IN
Y
PR/CR/R-Y
TV/
SAT
IN
IN
VIDEO 3
IN
Y
OUT
IN
IN
SUB
WOOFER
LD
IN
OUT
OUT
DVD
IN
IN
VIDEO 2
VIDEO 3
CONTROL A1II
COAXIAL
VIDEO 1
IN
VIDEO 1
IN
1
S2 VIDEO
OUT
IN
OUT
FRONT
CD/SACD
IN
OUT
MD/DAT
CD/
SACD
IN
MD/DAT
OUT
VIDEO
IN
IN
TV/SAT
IN
AUDIO L
VIDEO 1
IN
DVD
IN
R
OUT
TAPE
VIDEO 1
IN
COMPONENT
VIDEO
VIDEO
L
R
OPTICAL
L
INPUT
INPUT
S VIDEO
VIDEO
Y
D
C
Aansluiten van video-apparatuur
Voor nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (A–I), zie pagina 5.
INPUT OUTPUT
AUDIO
OUT
L
CD/Super Audio
CD-speler
LINE
R
A
A
R
VIDEO 1
OUT
OUT
VIDEO 1
IN
LD
IN
DVD
IN
l
OUT
VIDEO 2
VIDEO
MD/DAT
IN
SURR
OUND
SURR
BACK
CENTER
COAXIAL
VIDEO 1
IN
SUB
WOOFER
2
LD
IN
FRONT
AUDIO IN
DVD
IN
i.LINK S200
OUT
VIDEO
4
IN
VIDEO
4
IN
LD
LD
IN
DVD
Y Y
MONI
TOR
OUT
PB/CB/B-Y
PB/CB/B-Y
PR/CR/R-Y
PR/CR/R-Y
OUT
IN
FRONT
IN
DVD
IN
SURR BACK
IN
IN
IN
TV/
SAT
IN
TV/
SAT
IN
IN
SUB WOOFER
CENTER
PRE OUT
MONITOR OUT
S2 VIDEO
VIDEO
OUT 1
OUT 1
OUT 2
OUT 2
IN
R
CENTER
CD/SACD
IN
PB/CB/B-Y
PR/CR/R-Y
SURROUND
IN
IN
SURR
BACK
VIDEO 1
IN
PB/CB/B-Y
PHONO
SURR
OUND
Y
PR/CR/R-Y
TV/
SAT
IN
IN
VIDEO 3
IN
Y
OUT
IN
IN
DVD
IN
IN
OUT
TUNER
TV/SAT
IN
IN
OUT
VIDEO 2
OUT
CONTROL A1II
S2 VIDEO
VIDEO 1
VIDEO 3
CD/SACD
IN
OUT
A
COMPONENT
VIDEO
AUDIO L
IN
1
IN
IN
OUT
FRONT
A
OUT
MD/DAT
CD/
SACD
IN
MD/DAT
OUT
R
IN
IN
TV/SAT
IN
R
VIDEO 1
IN
R
A
OUT
TAPE
L
VIDEO
L
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
LINE
l
AUDIO
DIGITAL
OPTICAL
LINE
L
l
OUT
INPUT OUTPUT
Cassettedeck
LINE
l
OUTPUT
Voorbereidingen
1c: Aansluiten van apparatuur met alleen analoge audiouitgangen
AUDIO
L
SUB
WOOFER
RS232C
MULTI CHANNEL IN
A
Platenspeler
SIGNAL
GND
A
OUTPUT
LINE
L
Tuner
R
Opmerking
Als uw platenspeler een aardingsdraad heeft, sluit u die aan op de U SIGNAL GND aardaansluiting.
wordt vervolgd
11NL
Aansluiten van video-apparatuur
Door een TV-toestel aan te sluiten op de MONITOR aansluitingen, kunt u de beelden van een
aangesloten ingangsbron bekijken (pagina 24). U kunt ook de SPEAKER SET UP, LEVEL, SURR
SET UP, EQUALIZER en CUSTOMIZE menu-instellingen en klankbeelden op het TV-scherm laten
verschijnen met een druk op de ON SCREEN toets van de afstandsbediening.
Voor nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (A–I), zie pagina 5.
Videorecorder
INPUT OUTPUT
Camcorder of
videospelapparaat
VIDEO
IN
VIDEO
OUT
AUDIO
IN
AUDIO
OUT
INPUT OUTPUT
L
S VIDEO
S VIDEO
R
B, D
R
VIDEO 1
OUT
OUT
R
VIDEO
OUT
OUT
VIDEO 1
S2 VIDEO
DVD
IN
IN
IN
IN
IN
OUT
OUT
OUT
OUT
MD/DAT
VIDEO 2
Y
PB/CB/B-Y
PB/CB/B-Y
PR/CR/R-Y
CD/
SACD
IN
TV/SAT
IN
VIDEO 2
IN
IN
FRONT
MD/DAT
IN
SURR
OUND
CONTROL A1II
CD/SACD
IN
SURR
BACK
CENTER
COAXIAL
VIDEO 1
IN
SUB
WOOFER
2
LD
IN
FRONT
AUDIO IN
naar de VIDEO
3 INPUT
stekkerbussen
(Voorpaneel)
DVD
IN
i.LINK S200
IN
VIDEO
4
IN
VIDEO
4
IN
IN
LD
LD
IN
DVD
PR/CR/R-Y
PR/CR/R-Y
FRONT
DVD
IN
SURR BACK
IN
IN
IN
TV/
SAT
IN
TV/
SAT
IN
IN
SUB WOOFER
CENTER
PRE OUT
MONITOR OUT
S2 VIDEO
VIDEO
OUT 1
OUT 1
OUT 2
OUT 2
IN
L
R
CENTER
AUDIO
SUB
WOOFER
B
VIDEO
OUT
AUDIO
IN
AUDIO
OUT
D
S VIDEO
SIGNAL
GND
IN
D
INPUT OUTPUT
INPUT OUTPUT
VIDEO
IN
OUT
L
IN
B
MULTI CHANNEL IN
L
L
L
RS232C
OUT
PB/CB/B-Y
SURROUND
IN
IN
SURR
BACK
CD/SACD
IN
S VIDEO
B
D
C
OUTPUT
OUTPUT
INPUT
INPUT
VIDEO
OUT
S VIDEO
VIDEO
S VIDEO
D
AUDIO
OUT
L
L
R
R
Videorecorder
12NL
IN
PHONO
SURR
OUND
MONI
TOR
OUT
PB/CB/B-Y
OUT
VIDEO 3
IN
TUNER
TV/SAT
IN
PR/CR/R-Y
Y Y
TV/
SAT
IN
IN
OUT
OUT
VIDEO 3
1
MD/DAT
OUT
VIDEO 1
IN
Y
OUT
VIDEO 1
LD
IN
IN
IN
COMPONENT
VIDEO
AUDIO L
VIDEO 1
IN
DVD
IN
D
L
OUT
VIDEO
L
TAPE
IN
D
L
AUDIO
DIGITAL
OPTICAL
L
OUT
B
L
B
Videorecorder
TV of videomonitor
2: Luidsprekers aansluiten
Voorbereidingen
Sluit uw luidsprekers aan op de versterker. Met deze versterker kunt u geluid weergeven via een
9.1 kanaals.
Om te genieten van levensechte meerkanaals-geluidsweergave zijn er vijf gewone luidsprekers nodig
(twee voorluidsprekers, een middenluidspreker en twee achterluidsprekers) plus een speciale
lagetonen-luidspreker (voor in totaal 5.1 kanalen).
De meest indrukwekkende hi-fi weergave van DVD-discs met Surround EX geluid verkrijgt u door
toevoeging van een extra middenachterluidspreker (voor 6.1 kanalen) of nog beter twee
middenachterluidsprekers (voor 7.1 kanalen) (zie "Keuze van de middenachter-decodeerfunctie" op
pagina 33).
Bovendien bestaat de mogelijkheid tot 9.1 kanaals Surround Sound weergave, door aansluiting van vier
akoestiekluidsprekers (zie "Keuze van het luidsprekersysteem" op pagina 50).
Voorbeeld van een 7.1 kanaals luidsprekersysteem
Middenluidspreker
Rechter voorluidspreker
Rechter achterluidspreker
Linker voorluidspreker
Lagetonen-luidspreker
Linker achterluidspreker
Rechter middenachterluidspreker
Linker middenachterluidspreker
Tips
• Als u een 6.1 kanaals luidsprekersysteem aansluit, plaats de middenachterluidspreker dan recht achter uw favoriete
luisterplaats.
• Aangezien de weergave van de lagetonen-luidspreker niet richtingsgevoelig is, kunt u die luidspreker opstellen
waar u maar wilt.
Luidspreker-impedantie
Voor de beste meerkanaals-geluidsweergave dient u luidsprekers met een nominale impedantie van
8 ohm of meer aan te sluiten op de FRONT, CENTER, SURROUND en SURROUND BACK
aansluitbussen en daarbij de IMPEDANCE SELECTOR luidspreker-impedantiekiezer in de "8Ω"
stand te zetten. Controleer de gebruiksaanwijzing van uw luidsprekers als u niet zeker bent van de
wordt vervolgd
13NL
impedantie ervan. (Deze informatie staat meestal ook vermeld aan de achterkant van de
luidsprekerboxen.)
Desgewenst kunt u ook luidsprekers met een nominale impedantie tussen 4 en 8 ohm aansluiten op een
of meer van de luidspreker-aansluitingen. Let echter op dat u de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
op "4Ω" zet als u slechts een enkele luidspreker met een nominale impedantie tussen de 4 en 8 ohm
aansluit.
Opmerking
Schakel altijd eerst de stroom uit, voordat u de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar omzet.
14NL
Vereiste aansluitsnoeren
A Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd)
Zwart
(–)
Lagetonenluidsprekera)
Rechter
achterluidspreker
Linker
achterluidspreker
Middenluidspreker
Voorbereidingen
B Mono audio-aansluitsnoer (niet
bijgeleverd)
(+)
INPUT
AUDIO
IN
e
E
A
B
Y
Y
SPEAKERS
VIDEO 1
IN
R
PB/CB/B-Y
PB/CB/B-Y
PR/CR/R-Y
PR/CR/R-Y
Y Y
TV/
SAT
IN
MONI
TOR
OUT
PB/CB/B-Y
PB/CB/B-Y
PR/CR/R-Y
PR/CR/R-Y
A
SURROUND
SPEAKERS Bb)
COMPONENT
VIDEO
DVD
IN
e e
E
SURROUND
E
A
AC IN
L
B
B
A
A
CENTER
AC OUTLET
SURROUND BACK
FRONT
R
L
SURROUND
SURR BACK
FRONT
SUB WOOFER
CENTER
L
R
B
PRE OUT
B
A
A
IMPEDANCE USE 4-16
A
e
A
E e
Rechter
middenachterluidsprekerd)
A+B USE 8-16
FRONT
SPEAKERS Bc)
A
E E
Rechter
voorluidspreker
e
Linker
voorluidspreker
E
A
e
Linker
middenachterluidsprekerd)
a)
Als u een lagetonen-luidspreker met automatische in/uitschakelfunctie hebt aangesloten, zet u die functie dan af
wanneer u een speelfilm gaat bekijken.
b) U kunt kiezen welk stel achterluidsprekers u wilt gebruiken, met de SPEAKERS SURROUND schakelaar. Zie
voor nadere bijzonderheden zie "Keuze van het luidsprekersysteem" (pagina 50).
wordt vervolgd
15NL
c)
U kunt kiezen welk stel voorluidsprekers u wilt gebruiken, met de SPEAKERS FRONT schakelaar. Zie voor
nadere bijzonderheden zie "Keuze van het luidsprekersysteem" (pagina 50).
d) Als u slechts een enkele middenachterluidspreker wilt gebruiken, sluit u die dan aan op de SURROUND BACK
SPEAKERS L luidsprekeraansluiting.
Tip (alleen voor de modellen met landcode U of CA)
Om bepaalde luidsprekers aan te sluiten op een andere eindversterker gebruikt u de PRE OUT aansluitbussen.
Hetzelfde signaal wordt uitgestuurd via zowel de SPEAKERS FRONT aansluitingen als de PRE OUT aansluitingen.
Als u bijvoorbeeld alleen de voorluidsprekers wilt aansluiten op een andere versterker, verbindt u die versterker dan
met de PRE OUT FRONT L en R aansluitbussen.
Genieten van authentieke 9.1-kanaals geluidsweergave
Wat is een 9.1-kanaals luidsprekersysteem?
Een grote filmgeluidstudio, zoals waar het geluidsspoor van een speelfilm wordt opgenomen, beschikt
over 10 akoestiekluidsprekers. In een kleine filmgeluidstudio echter wordt er gebruik gemaakt van 2
luidsprekers elk langs de linkerwand, de rechterwand en de achterwand. Samen met de
middenluidspreker, de voorluidsprekers en de lagetonen-luidspreker geeft dit een totaal van 9.1
kanalen. Met de SPEAKERS SURROUND schakelaar in de A+B stand kunt u genieten van een
volledige 9.1-kanaals geluidsweergave, net als in een filmgeluidstudio
Plaats de luidsprekers rond het midden
van de kamer in een verdeling
gebaseerd op de onderlinge hoeken die
in de afbeelding links staan
aangegeven. Als het niet mogelijk is de
luidsprekers volgens de aanbevolen
hoeken op te stellen, plaatst u dan een
stel achterluidsprekers iets verder naar
voren dan uw luisterplaats (d.w.z. iets
dichter bij de voorluidsprekers).
Hoewel het midden van de kamer geldt
als centraal punt voor het bepalen van
de luidspreker-opstelling, kunt u met
een 9.1-kanaals luidsprekersysteem
een enorm breed luistergebied
bestrijken, zodat u overal in de kamer achter het centrale punt evenzeer van een superieure klank zult
kunnen genieten.
Voor het gebruik van de CINEMA STUDIO EX klankbeelden met het 9.1-kanaals luidsprekersysteem,
dient u eerst het onderdeel "VIR.SPEAKERS" op "OFF" te zetten in het SURR SET UP
akoestiekmenu. (U kunt dan nog steeds genieten van alle geluidseffecten van speelfilms, want met
zoveel werkelijke luidsprekers zijn virtuele luidsprekers nauwelijks nodig.)
In tegenstelling tot virtuele luidsprekers zal bij werkelijke luidsprekers de klank afhangen van de
eigenschappen van de klankkast e.d. Stel het effectniveau zo in dat de dialogen natuurlijk overkomen
en de geluidseffecten zo goed mogelijk bij de beelden passen.
Het voordeel van een 9.1-kanaals luidsprekersysteem is gelegen in een sterk verbeterde aanpassing
tussen het voorste (video) klankbeeld en het omringende akoestiek- klankbeeld. Tot dusverre hebben
we zogenaamde virtuele luidsprekertechnieken toegepast om dit effect te bereiken, maar een compleet
16NL
Tips voor de luidspreker-opstelling
Plaats de akoestiekluidsprekers B tussen de voorluidsprekers en uw luisterplaats. Een zorgvuldige keuze van de
plaats voor deze luidsprekers heeft een grote invloed op de overgang tussen het voorste geluid en het omringende
achtergrondgeluid.
Tips voor gebruik van een 9.1-kanaals luidsprekersysteem
Voorbereidingen
9.1-kanaals meervoudig akoestieksysteem bestrijkt een veel ruimer luistergebied, zodat al uw
medeluisteraars, gezinsleden en vrienden van een levensecht akoestiekeffect kunnen genieten.
Natuurlijk kunt u in het midden optimaal genieten van de klank, precies zoals de filmregisseur die had
bedoeld.
U kunt ook de CINEMA STUDIO EX filmgeluid-klankbeelden toepassen met een 9.1-kanaals luidsprekersysteem.
In dat geval wordt het aantal virtuele luidsprekers verdubbeld (tot in totaal 12 virtuele achterluidsprekers).
Dit enorme aantal luidsprekers kan echter het gebied van het optimale klankbeeld verkleinen. Daarom kunt u een
beter effect verkrijgen door het onderdeel "VIR.SPEAKERS" in het SURR SET UP akoestiekmenu met "OFF" uit
te schakelen.
Overigens blijven de instellingen voor de linker en rechter voorluidsprekers en de middenluidspreker gelijk bij alle
standen, dus deze keuze heeft alleen invloed op de achterluidsprekers. Maar met behulp van de SPEAKERS FRONT
keuze van een stel voorluidsprekers (A/B) en de instelling van het onderdeel "CCENTER SP" in het SPEAKER SET
UP luidsprekermenu ("YES" of "MIX"), kunt u twee volkomen verschillende luidsprekersystemen samenstellen. Zo
kunt u bijvoorbeeld een 2-kanaals of 4-kanaals luidsprekersysteem gebruiken voor pure geluidsbronnen, met
daarnaast een 7.1-kanaals luidsprekersysteem voor gebruik met video, speelfilms e.d.
In de meeste gavellen zult u de 9.1-kanaals instelling prima kunnen gebruiken voor Super Audio CD's en andere pure
geluidsbronnen, zonder enige bijregeling. Soms kan het echter, afhankelijk van het soort luidsprekers dat u gebruikt
of de manier waarop de muziek werd opgenomen, wenselijk zijn om over te schakelen naar 7.1-kanaals of
5.1-kanaals weergave. In dergelijke gevallen kunt u het beste uw akoestiekluidsprekers zo aansluiten dat u kunt
kiezen tussen A en B. Dan kunt u de akoestiekluidsprekers B gebruiken voor een 5.1-kanaals weergavesysteem en
de akoestiekluidsprekers A+B voor volledige 9.1-kanaals weergave.
17NL
3: Het netsnoer aansluiten
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC IN
netstroomingang van de versterker en steek dan
de netstekker in een gewoon wandstopcontact.
uitsluitend van stroom wordt voorzien zolang de
versterker zelf staat ingeschakeld.
• Let op dat het totale stroomverbruik van de
apparatuur aangesloten op de AC OUTLET
netstroomuitgang(en) achterop de versterker het op
het achterpaneel aangegeven maximumvermogen
niet overschrijdt. Sluit op de netuitgang(en) in geen
geval huishoudelijke apparatuur met een hoog
stroomverbruik aan, zoals een strijkijzer, ventilator,
of TV-toestel. De apparatuur zou daardoor defect
kunnen raken.
Netsnoer
Oorspronkelijke instellingen
maken
AC OUTLET
SPEAKERS
R
SURROUND
AC IN
L
B
B
A
A
CENTER
Alvorens u de versterker voor het eerst in
gebruik neemt, dient u het apparaat als volgt in
de uitgangsstand terug te stellen.
Volg deze aanwijzingen ook als u de gemaakte
instellingen wilt annuleren, om terug te keren
naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
1
2
SURROUND BACK
L
3
FRONT
L
R
B
B
A
A
IMPEDANCE USE 4-16
A+B USE 8-16
AC IN
netstroomingang
* Het aantal, de configuratie en de vorm van de
netstroomuitgang(en) kan verschillen per model en
per landcode van het apparaat.
Opmerkingen
• De AC OUTLET netstroomuitgang(en) op het
achterpaneel van de versterker zijn in/uitschakelbaar,
dat wil zeggen dat de aangesloten apparatuur
18NL
Houd nu de ?/1 schakelaar 5 seconden
lang ingedrukt.
De aanduiding "ENTER to Clear ALL"
verschijnt 10 seconden lang in het
uitleesvenster.
AC OUTLET
R
Druk op de ?/1 schakelaar om de
versterker uit te schakelen.
Druk op de ENTER toets terwijl het
uitleesvenster nog "ENTER to Clear
ALL" aangeeft.
Eerst verschijnt de aanduiding "MEMORY
CLEARING..." eventjes in het
uitleesvenster, gevolgd door de
"MEMORY CLEARED!" aanduiding.
Al de volgende onderdelen worden gewist
of in de uitgangsstand teruggesteld.
• Alle instellingen van de SPEAKER SET
UP, LEVEL, SURR SET UP,
EQUALIZER en CUSTOMIZE menu's.
• De klankbeelden die voor elk van de
geluidsbronnen zijn vastgelegd.
• Alle zelf gekozen namen voor uw
geluidsbronnen.
Via het SPEAKER SET UP menu kunt u
vaststellen welke soorten luidsprekers er zijn
aangesloten op de versterker, van welke
afmetingen en op welke afstand ze staan.
1
2
3
Druk op de ?/1 schakelaar om de
versterker aan te zetten.
Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "SPEAKER SET UP".
Draai aan de MENU instelknop om de
gewenste menu-parameter te kiezen.
Zie voor nadere bijzonderheden zie
"Luidspreker-instelparameters".
Opmerkingen
• Bepaalde instelparameters kunnen slechts vaag,
in grijze letters, zichtbaar zijn. Dan is de
betreffende parameter niet instelbaar of in deze
stand vast ingesteld vanwege het gekozen
klankbeeld (zie blz. 31–32) of andere geldende
instellingen.
• Bepaalde luidsprekerinstelparameters kunnen
slechts vaag, in grijze letters, zichtbaar zijn. Dan
is de parameter in dat geval automatisch vast
ingesteld, vanwege het gekozen klankbeeld of
andere luidspreker-instellingen. Afhankelijk
van de instellingen zult u soms bepaalde
luidsprekers niet kunnen bijregelen.
4
5
Draai aan de –/+ knop om de
instelparameter te kiezen.
Herhaal de stappen 3 en 4 totdat u alle
hieronder genoemde parameters naar
wens hebt ingesteld.
x SP EASY SET UP (Eenvoudige
luidsprekerinstelling)
• YES
U kunt de luidsprekerinstellingen
automatisch maken door keuze van een
vooringesteld luidsprekerpatroon (zie
daarvoor de bijgeleverde "Snelstartgids").
• NO
Kies deze stand om de instellingen voor elk
van de luidsprekers handmatig te maken.
x SPEAKER PATTERN
(Luidspreker-instelpatroon)
Als de "SP EASY SET UP" parameter staat
ingesteld op "YES", kunt u het luidsprekerinstelpatroon kiezen. Draai aan de –/+ knop om
een luidspreker-instelpatroon te kiezen en druk
op de ENTER toets om uw keuze in te voeren.
Het geschikte luidsprekerpatroon voor uw
luidsprekers vindt u in de bijgeleverde
"Snelstartgids".
x SUB WOOFER (Lagetonen-luidspreker)
• YES
Als u een lagetonen-luidspreker aansluit,
kiest u voor de stand "YES".
• NO
Als u geen lagetonen-luidspreker aansluit,
kiest u voor de stand "NO". Hierdoor worden
de basverdelingscircuits ingeschakeld, zodat
de laagste LFE signalen door de andere
luidsprekers worden weergegeven.
Tip
Om volledig profijt te hebben van de Dolby Digital
bas-herverdelingscircuits, willen we u aanraden de
grensfrequentie voor de lagetonenluidspreker zo hoog
mogelijk te kiezen.
Opmerking
x FRONT SP (Voorluidsprekers)
Alvorens u de achterluidsprekers gaat instellen, kiest u
eerst welk stel achterluidsprekers u wilt gebruiken
(pagina 51).
• LARGE
Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand "LARGE".
Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best
voldoen. Wanneer voor de
lagetonenluidspreker de stand "NO" is
gekozen, worden de voorluidsprekers
automatisch ingesteld op "LARGE".
Luidspreker-instelparameters
De oorspronkelijke instellingen staan
onderstreept aangegeven.
Voorbereidingen
4: De luidsprekers
instellen
wordt vervolgd
19NL
• SMALL
Klinkt het geluid vervormd, of is de
ruimtelijke weergave van meerkanaals
Surround Sound niet naar wens, met te weinig
basweergave, dan kiest u de stand "SMALL"
om de basverdelingscircuits in te schakelen,
zodat de laagste frequenties van de
voorkanalen worden overgeheveld naar de
aparte lagetonen-luidspreker. Als u voor de
voorluidsprekers de stand "SMALL" kiest,
worden de middenluidspreker, de
achterluidsprekers en de
middenachterluidsprekers ook automatisch
ingesteld op "SMALL" (tenzij u eerder de
stand "NO" hebt gekozen).
x CENTER SP (Middenluidspreker)
• LARGE
Is er een grote middenluidspreker aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kan
weergeven, dan kiest u de stand "LARGE".
Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best
voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op "SMALL", kunt u de
middenluidspreker niet instellen op
"LARGE".
• SMALL
Klinkt het geluid vervormd, of is de
ruimtelijke weergave van meerkanaals
Surround Sound niet naar wens, met te weinig
basweergave, dan kiest u de stand "SMALL"
om de basverdelingscircuits in te schakelen,
zodat de laagste frequenties van het
middenkanaal worden overgeheveld naar de
voorluidsprekers (als die op "LARGE" zijn
ingesteld) of naar de aparte lagetonenluidspreker.
• NO of MIX
Als u geen middenluidspreker aansluit, kiest u
de stand "NO" of "MIX". In de stand "MIX"
kan het geluid van het
middenluidsprekerkanaal worden
weergegeven door de linker en rechter
voorluidsprekers, zonder dat dit afdoet aan de
geluidskwaliteit. Nadere bijzonderheden
vindt u onder "MIX SCALING" in het
CUSTOMIZE menu, (pagina 42). Al het
geluid van het middenkanaal wordt dan
weergegeven door de voorluidsprekers.
20NL
Wanneer de meerkanaals-ingang is gekozen,
worden de kanalen op analoge wijze
samengemengd. Ongeacht of er is gekozen
voor de stand "NO" of "MIX".
x SURROUND SP-A
(Achterluidsprekers A)
x SURROUND SP-B
(Achterluidsprekers B)
De middenachterluidsprekers worden op
dezelfde stand ingesteld.
• LARGE
Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand "LARGE".
Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best
voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op "SMALL", kunt u de
achterluidsprekers niet instellen op
"LARGE".
• SMALL
Klinkt het geluid vervormd, of is de
ruimtelijke weergave van meerkanaals
Surround Sound niet naar wens, met te weinig
basweergave, dan kiest u de stand “SMALL”
om de basverdelingscircuits in te schakelen,
zodat de laagste frequenties van de
achterkanalen worden overgeheveld naar de
aparte lagetonen-luidspreker of naar andere
"LARGE" luidsprekers.
• NO
Als u geen achterluidsprekers aansluit, kiest u
de stand "NO".
Tip
Met de SPEAKERS SURROUND schakelaar in de
A+B stand zullen de instellingen voor de
achterluidsprekers A tevens gelden voor de
achterluidsprekers B.
x SURR BACK SP
(Middenachterluidsprekers)
Als de achterluidsprekers staan ingesteld op
"NO", wordt voor de middenachterluidsprekers
automatisch ook de stand "NO" gekozen en dan
kan die stand niet gewijzigd worden.
• DUAL
Als u twee middenachterluidsprekers hebt
aangesloten, kiest u de stand "DUAL". Het
geluid wordt dan weergegeven via maximaal
7.1 kanalen.
Bij gebruik van een enkele
middenachterluidspreker
A
30˚
100˚-120˚
A
30˚
100˚-120˚
Tip
Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van
het "LARGE" of "SMALL" luidsprekerformaat voor
elk stel luidsprekers of de ingebouwde
akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet
naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als de
lage tonen uit een bepaald kanaal worden verwijderd,
zullen de basverdelingscircuits die frequenties
overbrengen naar de speciale lagetonen-luidspreker of
naar een ander stel "LARGE" luidsprekers die er beter
op zijn berekend.
Meestal is het beter de bassen van de verschillende
kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt u
zelfs met een stel kleine luidsprekers toch beter de
stand "LARGE" kiezen als u de lage tonen ook door die
luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u
grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de
laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers
best "SMALL" kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst,
kiest u dan voor alle luidsprekers de stand "LARGE".
Als er te weinig bassen klinken, kunt u die extra
versterken met de grafiek-toonregeling. Zie voor het
instellen van de grafiek-toonregeling zie pagina 39.
x FRONT XXX meter
(Voorluidsprekerafstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
voorluidsprekers (A). Deze kunt u instellen van
1,0 meter tot 7,0 meter in stapjes van 0,1 meter.
Als de beide voorluidsprekers niet op gelijke
afstand van uw luisterplaats staan, kiest u dan de
afstand tot de dichtstbijzijnde luidspreker.
Voorbereidingen
• SINGLE
Als u slechts een enkele
middenachterluidspreker hebt aangesloten,
kiest u de stand "SINGLE". Het geluid wordt
dan weergegeven via maximaal 6.1 kanalen.
• NO
Als u geen middenachterluidspreker aansluit,
kiest u de stand "NO".
Bij gebruik van twee middenachterluidsprekers
(De hoek B hoort gelijk te zijn)
A
30˚
100˚-120˚
30˚
A
100˚-120˚
B
B
B
x CENTER XXX meter
(Middenluidsprekerafstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenluidspreker. Deze kunt u instellen van
1,0 meter tot 7,0 meter in stapjes van 0,1 meter.
x SURROUND-A XXX meter
(Afstand achterluidsprekers A)
x SURROUND-B XXX meter
(Afstand achterluidsprekers B)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
achterluidsprekers. Deze kunt u instellen van
1,0 meter tot 7,0 meter in stapjes van 0,1 meter.
Als de beide achterluidsprekers niet op gelijke
afstand van uw luisterplaats staan, kiest u dan de
afstand tot de dichtstbijzijnde luidspreker.
wordt vervolgd
21NL
x SURR BACK XXX meter
(Middenachterluidsprekerafstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenachterluidspreker. Deze kunt u instellen
van 1,0 meter tot 7,0 meter in stapjes van
0,1 meter.
Als u twee middenachterluidsprekers gebruikt,
die zich niet op gelijke afstand van uw
luisterplaats bevinden, kiest u dan de afstand tot
de dichtstbijzijnde luidspreker.
x SUB WOOFER XXX meter
(Lagetonenluidsprekerafstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
lagetonenluidspreker. Deze kunt u instellen van
1,0 meter tot 7,0 meter in stapjes van 0,1 meter.
Tip
U kunt de weergave van deze versterker aanpassen aan
uw luidsprekeropstelling, door de
luidsprekerafstanden in te voeren. Het is echter niet
mogelijk de middenluidspreker verder af te zetten dan
de linker en rechter voorluidsprekers. Bovendien kunt
u de middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter dichter
bij uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers.
Evenmin kunt u de achterluidsprekers verder van uw
luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En ook
weer niet meer dan 4,5 meter dichterbij.
Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste
opstelling van de luidsprekers niet geschikt is voor de
weergave van akoestiekeffecten.
Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan
de feitelijke afstand, zal het geluid via die
luidspreker(s) met een grotere vertraging worden
weergegeven. Met andere woorden, de luidsprekers
klinken dan verder weg.
Als u bijvoorbeeld de afstand van de
middenluidspreker 1 tot 2 meter dichterbij kiest dan de
feitelijke afstand, zal dit een vrij natuurgetrouw effect
bij films geven, alsof u zich "binnenin" het
beeldscherm bevindt. En als u geen goed
akoestiekeffect verkrijgt omdat de achterluidsprekers
te dichtbij staan, kunt u door het verminderen van de
luidsprekerafstand (dichterbij kiezen dan de werkelijke
afstand) een dieper ruimtelijk effect bereiken.
Door deze parameter bij te regelen terwijl u aandachtig
naar een geluidsbron luistert, kunt u vaak een
aanzienlijke verbetering in de akoestiek
bewerkstelligen. Probeer het maar eens!
22NL
Voor geavanceerde
luidsprekerinstellingen
Gebruik het CUSTOMIZE menu en stel
"MENU EXPAND" in op "ON" om extra
mogelijkheden te verkrijgen. Dan kunt u nog
meer parameters precies naar wens instellen,
zoals bijvoorbeeld de hoogte waarop de
achterluidsprekers hangen.
Voor nadere bijzonderheden over "MENU
EXPAND", zie pagina 40. Voor nadere
bijzonderheden over het maken van de
instellingen, zie pagina 43.
— TEST TONE
Regel de luidsprekerniveaus en de balans van de
weergave bij door vanaf uw luisterplaats goed
naar de testtoon te luisteren. De weergave kunt u
hierbij met de afstandsbediening regelen.
Nadere bijzonderheden over de bijgeleverde
afstandsbediening vindt u in de
gebruiksaanwijzing die bij de afstandsbediening
hoort.
Tip
Deze versterker laat een testtoon horen met een
frequentie rond de 800 Hz.
1
2
3
Druk op de ?/1 toets van de
afstandsbediening om de versterker
aan te zetten.
Druk enkele malen op de < toets van de
afstandsbediening totdat het
RECEIVER menu verschijnt.
Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op "TEST TONE" en druk dan de
toets in om uw keuze te bevestigen.
Dan verschijnt er "TEST TONE" in het
LEVEL menu in het uitleesvenster en klinkt
er een testtoon via elk van de luidsprekers
achtereenvolgend.
4
5
6
Druk na de instelling enkele malen op
de < toets van de afstandsbediening
totdat het versterker-instelmenu
verschijnt.
Beweeg de keuze/invoerknop van de
afstandsbediening om in te stellen op
"TEST TONE" en druk dan de knop
enkele malen in om te kiezen voor
"TEST TONE [OFF]".
Dan wordt de testtoon uitgeschakeld.
Voorbereidingen
5: De luidsprekerniveaus
en de balans bijregelen
Om de testtoon door slechts een
enkele luidspreker te horen
Zet het onderdeel "TEST TONE" in het LEVEL
menu op "FIX" (pagina 37). Dan klinkt de
testtoon alleen via de door u gekozen
luidspreker.
Voor de meest nauwkeurige
instelling
U kunt de testtoon of de weergave van een
geluidsbron ook horen via twee aangrenzende
luidsprekers, om zo hun onderlinge balans en
geluidssterkte bij te regelen.
Zet het onderdeel "MENU EXPAND" in het
CUSTOMIZE menu op "ON" (pagina 40). Kies
vervolgens de twee luidsprekers die u wilt
bijregelen, via het onderdeel "PHASE NOISE"
of "PHASE AUDIO" in het LEVEL menu
(pagina 46).
Stel de luidsprekerniveaus en de
balans van de weergave zodanig bij
met behulp van het LEVEL menu, dat
de testtoon via alle luidsprekers even
luid klinkt.
Zie voor nadere bijzonderheden over de
LEVEL menu-instellingen, zie pagina 37.
Tips
• Om het geluidsniveau van alle luidsprekers
tegelijk bij te stellen, drukt u op de MASTER
VOL +/– toets van de afstandsbediening of
draait u aan de MASTER VOLUME knop van
de versterker zelf.
• U kunt ook de TEST TONE toets op de
versterker zelf gebruiken om de testtoon aan of
uit te zetten.
• Voor deze instelling kunt u ook de –/+ toetsen
op de versterker gebruiken.
23NL
Versterkerfuncties
Keuze van een beeld/
geluidsbron
1
Draai aan de INPUT SELECTOR knop
om de weergavebron te kiezen.
De gekozen ingangsstand wordt in het
uitleesvenster getoond.
Voor weergave van
een
Aanduiding
Videorecorder
VIDEO 1, VIDEO 2,
VIDEO 3 of
VIDEO 4
Camcorder of
videospelapparaat
VIDEO 5
Laserdisc-speler
LD
DVD videospeler
DVD
Satelliet-ontvanger
TV/SAT
Cassettedeck
TAPE
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
MD/DAT
CD- of Super Audio
CD-speler
CD/SACD
Tuner voor radioontvangst
TUNER
Platenspeler
PHONO
i.LINK beeld/
geluidsbron*
i.LINK
* Zie "Opmerking bij keuze van de "i.LINK"
verbinding" hieronder.
2
3
Schakel het geluidsbron-apparaat in en
start de weergave.
Draai aan de MASTER VOLUME knop
om de geluidssterkte te regelen.
Opmerking bij keuze van de "i.LINK"
verbinding
Wanneer het onderdeel "i.POWER" staat ingesteld op
"AUTO" (pagina 41), wordt de stroomvoorziening van
de i.LINK circuits ingeschakeld zodra de "i.LINK"
verbinding is gekozen, en dan verschijnt er "i.LINK
Connecting" in het uitleesvenster terwijl de i.LINK
circuits worden geactiveerd. Zolang deze aanduiding
in het uitleesvenster zichtbaar is, klinkt er geen geluid
omdat de LINC verbinding nog niet is gemaakt. (Zie
24NL
pagina 55 voor nadere bijzonderheden over de LINC
verbinding.)
Begin dus pas met de bediening nadat de aanduiding
"i.LINK Connecting" is verdwenen.
De naam van de aangesloten i.LINK component
verschijnt, behalve in de volgende gevallen.
"No LINC": Dit betekent dat er geen i.LINK is
aangesloten, ook al is er voor de "i.LINK" verbinding
gekozen.
"Disc": In dit geval ontving de versterker alleen de
meest algemene informatie van de aangesloten
apparatuur.
"Unknown": In dit geval ontving de versterker
helemaal geen informatie van de aangesloten
apparatuur.
Dempen van de geluidsweergave
Druk op de MUTING toets van de
afstandsbediening. Om de demping op te heffen
en weer geluid te horen, drukt u nogmaals op de
MUTING toets van de afstandsbediening of
draait u de MASTER VOLUME knop naar
rechts om het geluid harder te zetten. Als u in de
gedempte stand de versterker uitschakelt, zal de
dempingsfunctie nog steeds werken wanneer u
de versterker weer inschakelt.
Bij luisteren via een
hoofdtelefoon
Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, kunt u
alleen de volgende klankbeelden kiezen (pagina 32).
– HEADPHONE (2CH)
– HEADPHONE (DIRECT)
– HEADPHONE (MULTI 1)
– HEADPHONE (MULTI 2)
– HEADPHONE THEATER
Luisteren naar
meerkanaals-geluid
Aanduidingen
omschakelen
— MULTI CH IN
Druk enkele malen op de MULTI CH IN 1/2
toets om de gewenste meerkanaalsgeluidsbron ("MULTI CH 1" of "MULTI CH
IN 2") te kiezen.
Dan wordt de gekozen geluidsbron
weergegeven.
Opmerking
Deze ingangsfunctie wordt uitgeschakeld wanneer u
een klankbeeld-aanduiding kiest met een druk op de
MULTI CH IN 1/2 toets of wanneer u een andere
ingangsbron of een ander klankbeeld kiest (zie pagina
29-32).
Wanneer er geen
middenluidspreker of lagetonenluidspreker is aangesloten
(analoge kanalenmenging)
Als u voor de middenluidspreker de stand "NO"
of "MIX" hebt gekozen, of voor de lagetonenluidspreker de stand "NO" in het SPEAKER
SET UP instelmenu (pagina 19), en u zet de
MULTI CH IN meerkanaals-weergave aan, dan
wordt het analoge geluid van de
middenluidspreker of de lagetonen-luidspreker
weergegeven via de linker en rechter
voorluidsprekers.
Omschakelen van de
aanduidingen in het
uitleesvenster
U kunt het klankbeeld enz. controleren door
deze aanduidingen in het uitleesvenster te laten
verschijnen.
Versterkerfuncties
U kunt luisteren naar de zuivere
geluidsweergave van een geluidsbron die is
aangesloten op de MULTI CHANNEL IN
ingangsaansluitingen. Zo kunt u het best
genieten van digitale geluidsbronnen met
superieure kwaliteit, zoals DVD's en Super
Audio CD's.
De diverse akoestiekfuncties en de LIP SYNC
functie (pagina 41) kunnen niet worden
toegepast bij gebruik van deze ingangen.
Druk enkele malen op de DISPLAY toets.
Bij elke druk op de DISPLAY toets veranderen
de aanduidingen als volgt.
Zelfgekozen geluidsbronnaam* en
klankbeeldnaam y Ingangsbronnaam en
klankbeeldnaam
* De zelfgekozen naam verschijnt alleen als er door u
een naam voor de geluidsbron is ingevoerd
(pagina 49). De zelfgekozen naam verschijnt niet als
er alleen spaties zijn gekozen, of als de naam gelijk
is aan de ingangsbronnaam.
Informatie over de
ingangsstroom aangeven
U kunt de gegevens voor de ingangsstroom
(zoals het formaat, de kanalen e.d.) voor de
digitale ingangssignalen laten aangeven. De
informatie over de ingangsstroom wordt ook 4
seconden lang aangegeven wanneer de
versterker enige verandering in het digitale
ingangssignaal waarneemt.
1
2
Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "STREAM INFO".
Draai aan de MENU knop.
De gegevens over de ingangsstroom
worden aangegeven.
3
Draai aan de –/+ knop om nog meer
informatie te zien.
wordt vervolgd
25NL
De helderheid van het
uitleesvenster bijstellen
Druk enkele malen op de DIMMER toets.
De helderheid van het uitleesvenster is op drie
standen instelbaar (0% DOWN, 60% DOWN en
100% DOWN*).
* Wanneer de 100% DOWN stand is gekozen,
verschijnt de aanduiding "100% DOWN" niet in het
uitleesvenster.
26NL
Betekenis van de aanduidingen in het uitleesvenster
1
2
34
5 67
L
C
R
SL
S
SR
SBL
SB
SBR
wf
MOVIE MUSIC CINEMA MATRIX
wa w; ql
A SW: Deze aanduiding licht op als er voor de
aanwezigheid van een lagetonen-luidspreker
"YES" is gekozen (pagina 19). Wanneer deze
aanduiding zichtbaar is, stelt de versterker een
lagetonensignaal samen op basis van het LFE
signaal van de afgespeelde disc of op basis van
de laagste tonen van de voorkanalen. Deze
aanduiding licht niet op in de 2CH STEREO
stand of wanneer er een 2-kanaals
ingangssignaal binnenkomt terwijl er voor
[A.F.D. AUTO] is gekozen en het onderdeel
[A.F.D. 2CH SW] in het SURR SET UP
akoestiekmenu in de "OFF" stand staat.
B Weergavekanaal-aanduidingen: De
letters (L, C, R, enz.) geven aan welke
geluidskanalen er worden weergegeven. Aan
de oplichtende vakjes rond de letters kunt u
zien hoe de versterker het geluid mengt en via
welke luidsprekers het wordt weergegeven
(gebaseerd op de luidspreker-instellingen).
L (Linker voorluidspreker), R (Rechter
voorluidspreker), C (Middenluidspreker
(mono)), SL (Linksachter), SR (Rechtsachter),
CULTURE (Achterluidsprekers (mono
weergave of de achterkanalen gebaseerd op
Pro Logic decodering)), SBL (Linker
middenachterluidspreker)*, SBR (Rechter
middenachterluidspreker)*, SB
(Middenachterluidsprekers (de achterkanalen
gebaseerd op 6.1-kanaals matrix-decodering))
Bijvoorbeeld:
Opnameformaat (voor/achter): 3/2.1
Uitgangskanaal: Geen achterluidsprekers
Klankbeeld: A.F.D. AUTO
L
SL
C
R
SR
qa
COAX OPT ANALOG MULTI CH IN 1 2
; DIGITAL EX DTS-ES 96/24
; PRO LOGIC II NEO:6 DISCRETE H.A.T.S.
wd ws
SW
0
qk qj
STEREO MONO
qh qg
qs
SLEEP
D.RANGE
RDS EQ
MEMORY
qf qd
* Deze aanduiding licht op wanneer de testtoon
voor de SBL of SBR luidspreker wordt
weergegeven.
Versterkerfuncties
INPUT AUTO I.LINK
SW
L.F.E.
8 9
C ; DIGITAL (EX): Licht op wanneer er
Dolby Digital signalen binnenkomen. "EX"
licht op wanneer er Dolby Digital EX signalen
binnenkomen.
D INPUT: Blijft constant branden. Bovendien
licht een van de ingangsaanduidingen op,
afhankelijk van de gekozen weergavebron.
E AUTO: Deze aanduiding licht op wanneer het
onderdeel INPUT MODE staat ingesteld op
"AUTO 2CH" (pagina 36).
F i.LINK: Deze aanduiding licht op wanneer er
een i.LINK apparaat is aangesloten.
G DTS (-ES): Deze aanduiding licht op
wanneer er DTS signalen binnenkomen. "-ES"
licht op wanneer er DTS-ES signalen
binnenkomen. Bij het afspelen van een DTS
formaat disc dient u te zorgen voor digitale
aansluitingen en op te letten dan de INPUT
MODE ingangskeuze NIET staat ingesteld op
"ANALOG 2CH FIXED" (pagina 36).
H COAX: Deze aanduiding licht op wanneer de
INPUT MODE ingangskeuze staat ingesteld
op "AUTO" en er een digitaal signaal
binnenkomt via de COAXIAL
ingangsaansluiting of wanneer het onderdeel
INPUT MODE staat ingesteld op "COAXIAL
FIXED" (pagina 36).
I OPT: Deze aanduiding licht op wanneer de
INPUT MODE ingangskeuze staat ingesteld
op "AUTO" en er een digitaal signaal
binnenkomt via de OPTICAL
ingangsaansluiting of wanneer het onderdeel
wordt vervolgd
27NL
INPUT MODE staat ingesteld op "OPTICAL
FIXED" (pagina 36).
J ANALOG: Deze aanduiding licht op wanneer
de INPUT MODE ingangskeuze staat
ingesteld op "AUTO", maar er geen digitaal
signaal binnenkomt via de COAXIAL of
OPTICAL aansluiting, of wanneer het
onderdeel INPUT MODE staat ingesteld op
"ANALOG 2CH FIXED" (pagina 36).
K MULTI CH IN 1/2: Deze aanduiding licht op
wanneer de "MULTI CH IN 1" of "MULTI
CH IN 2" functie is ingeschakeld.
L SLEEP: Deze aanduiding licht op wanneer de
sluimerfunctie is ingeschakeld.
M D.RANGE: Deze aanduiding licht op
wanneer de dynamiekcompressie is
ingeschakeld (pagina 46).
N EQ: Deze aanduiding licht op wanneer de
equalizer-toonregeling is ingeschakeld.
O H.A.T.S. (signaalcorrectiebuffer): Deze
aanduiding licht op wanneer de aangesloten
i.LINK component geschikt is voor de
H.A.T.S. (signaalcorrectiebuffer) functie.
P 96/24: Deze aanduiding licht op wanneer de
versterker DTS 96 kHz/24 bit signalen
decodeert.
Q MATRIX: Deze aanduiding licht op wanneer
de DTS-ES Matrix-decodering is
ingeschakeld.
R DISCRETE: Deze aanduiding licht op
wanneer de DTS-ES Discrete decodering is
ingeschakeld.
S CINEMA: Deze aanduiding licht op wanneer
de DTS Neo:6 Cinema filmgeluid-decodering
is ingeschakeld.
T NEO:6: Deze aanduiding licht op wanneer de
DTS Neo:6 Cinema/Music decodering is
ingeschakeld.
U MUSIC: Deze aanduiding licht op wanneer de
Pro Logic II Music of DTS Neo:6 Music
decodering is ingeschakeld.
V MOVIE: Deze aanduiding licht op wanneer de
Pro Logic II Movie filmgeluid-decodering is
ingeschakeld.
W ; PRO LOGIC (II): Deze aanduiding licht
op wanneer de versterker de Pro Logic
28NL
signaalverwerking toepast op een 2-kanaals
geluidsbron, om aparte signalen te verkrijgen
voor een middenluidspreker en
achterluidsprekers. Deze aanduiding licht ook
op wanneer de Pro Logic II Movie/Musicdecodeertrap is ingeschakeld. De aanduiding
licht echter niet op als u voor de afwezigheid
van een middenluidspreker en
achterluidsprekers de stand "NO" hebt
gekozen.
X L.F.E.: Deze aanduiding licht op wanneer de
afgespeelde disc een apart LFE (Low
Frequency Effect) lagetonen-kanaal bevat.
Wanneer het geluid van het LFE kanaal ook
daadwerkelijk wordt weergegeven, lichten de
balkjes onder de letters op om het
geluidsniveau te tonen. Aangezien het LFE
signaal niet overal in het ingangssignaal
voortdurend even krachtig aanwezig is,
kunnen de niveaubalkjes tijdens de weergave
sterk fluctueren (en soms geheel doven).
Genieten van Surround Sound
akoestiek
Bij gebruik van alleen de
voorluidsprekers
— AUTO FORMAT DIRECT
Met de Auto Format Direct (A.F.D.) functie
kunt automatisch de juiste decodeerstand kiezen
voor het weer te geven geluid.
A.F.D. functie
Decodeerstand
AUTO
Zoals gecodeerd
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic
PRO LOGIC II MOVIE
Luisteren naar 2-kanaals
stereo geluidsbronnen (2CH
STEREO)
Bij standaard 2-kanaals stereo geluidsbronnen
wordt er helemaal geen akoestiekverwerking
toegepast, en meerkanaals-geluidsbronnen
worden samengemengd tot de gewone twee
kanalen.
Druk op de 2CH toets.
De aanduiding "2CH STEREO" verschijnt in het
uitleesvenster en de versterker schakelt over
naar de 2CH STEREO weergavestand.
Opmerking
De lagetonen-luidspreker zal in de 2CH STEREO
weergavestand geen geluid geven. Om te luisteren naar
gewone 2-kanaals stereo geluidsbronnen via de linker
en rechter voorluidsprekers en een lagetonenluidspreker, kiest u het "A.F.D. AUTO" klankbeeld en
stelt u het onderdeel "A.F.D. 2CH SW" in het SURR
SET UP akoestiek-instelmenu akoestiekmenu in op
"CREATE".
PRO LOGIC II MUSIC
Neo:6 Cinema
Neo:6 Music
Multi Stereo
Dolby Pro Logic II
DTS Neo:6
Multi Stereo
Automatische decodering van
het inkomend geluidssignaal
In deze stand zal de versterker automatisch
waarnemen wat voor geluidssignaal er
binnenkomt (Dolby Digital, DTS, standaard 2kanaals stereo, enz.) om vervolgens de juiste
decodering daarvoor toe te passen. Met deze
functie wordt het geluid precies weergegeven
zoals het werd opgenomen/gecodeerd, zonder
toevoeging van enig akoestiekeffect. Als echter
het onderdeel "A.F.D. 2CH SW" in het SURR
SET UP akoestiek-instelmenu akoestiekmenu
staat ingesteld op "CREATE" en er komen geen
afzonderlijke laagfrequente signalen binnen
(zoals Dolby Digital LFE e.d.), zal er nu een
laagfrequent signaal worden afgesplitst voor
weergave door de lagetonen-luidspreker.
Genieten van Surround Sound akoestiek
In deze stand geeft de versterker alleen geluid
weer via de linker en rechter voorluidsprekers.
De lagetonen-luidspreker geeft hierbij ook geen
geluid weer.
Genieten van de beste
akoestiekweergave
Druk enkele malen op de A.F.D. toets om in
te stellen op "A.F.D. AUTO".
De versterker neemt automatisch waar welk
soort geluidssignaal er binnenkomt en past dan
indien nodig de juiste decodering toe.
Tip
Meestal zal de "A.F.D. AUTO" weergavestand de
optimale decodering geven. In sommige gevallen kan
het echter helpen om met de SURR BACK
DECODING toets (pagina 33) en middenachter-
wordt vervolgd
29NL
decodeerfunctie te kiezen die nog beter past bij de
geluidsbron.
Stereo geluid omzetten in
meerkanaals-weergave
(2-kanaals decodering)
Met deze functie kunt u het type decodering
kiezen voor weergave van 2-kanaals
geluidsbronnen. Deze versterker kan 2-kanaals
geluid omzetten in 5-kanaals weergave via
Dolby Pro Logic II, in 6-kanaals weergave met
DTS Neo:6, of in 4-kanaals weergave met de
oorspronkelijke Dolby Pro Logic. Overigens
worden DTS 2CH geluidsbronnen niet
gedecodeerd met de DTS Neo:6; die worden
weergegeven in 2 kanalen. Wanneer er
meerkanaals-geluidssignalen binnenkomen,
worden die signalen weergegeven volgens de
codering waarmee ze binnenkomen.
Druk enkele malen op de A.F.D. toets om de
gewenste 2-kanaals decodeerfunctie te
kiezen.
x PRO LOGIC
Deze stand zorgt voor normale Dolby Pro Logic
decodering. Een geluidsbron die is opgenomen met
2 kanalen wordt gedecodeerd naar 4 kanalen.
x PRO LOGIC II MOVIE
Deze stand zorgt voor Dolby Pro Logic II Movie
filmgeluid-decodering. Deze instelling is ideaal voor
speelfilms met Dolby Surround geluid. Bovendien
kunt u met deze functie het geluid ook horen in
5.1 kanalen bij weergave van oude speelfilms of
video's met later ingevoegd geluid.
x PRO LOGIC II MUSIC
Deze stand is voor de Dolby Pro Logic II Music
muziek-decodering. Dit is ideaal voor de weergave van
normale stereo geluidsbronnen zoals muziek-CD's.
x Neo:6 Cinema
Deze stand is voor de DTS Neo:6 Cinema filmgeluiddecodering.
x Neo:6 Music
Deze stand is voor de DTS Neo:6 Music muziekdecodering. Dit is ideaal voor de weergave van
normale stereo geluidsbronnen zoals muziek-CD's.
x MULTI STEREO
Hierbij worden dezelfde 2-kanaals linker en rechter
signalen weergegeven door alle luidsprekers.
30NL
Als u een lagetonen-luidspreker
aansluit
Als het geluidsbronsignaal geen speciaal LFE
lagetonensignaal bevat, splitst de versterker zelf
een laagfrequent signaal af voor weergave door
de lagetonen-luidspreker. Er wordt echter geen
laagfrequent signaal uitgestuurd in de "Neo:6
Cinema" of "Neo:6 Music" stand wanneer voor
alle luidsprekers het "LARGE" formaat is
gekozen.
Keuze van een klankbeeld
Keuze van een klankbeeld
voor speelfilms
Druk enkele malen op de MOVIE toets om in
te stellen op het gewenste klankbeeld.
Het gekozen klankbeeld wordt in het
uitleesvenster getoond.
Klankbeeld
CINEMA STUDIO EX A DCS
CINEMA STUDIO EX B DCS
CINEMA STUDIO EX C DCS
V.MULTI DIMENSION DCS
Omtrent DCS (Digital Cinema
Sound)
De klankbeelden met de vermelding DCS zijn
gebaseerd op DCS technologie.
DCS is een algemene term voor de digitale
signaalverwerking voor thuistheater-akoestiek
die ontwikkeld is door Sony. Het DCS systeem
reproduceert met een DSP (Digitale Signaal
Processor) de akoestische eigenschappen van
een echte filmmuziekstudio in Hollywood.
De DCS akoestiekfuncties leveren ook in uw
huiskamer een natuurgetrouwe weergave van
het complete filmgeluid met achtergrond,
dialoog en geluidseffecten, geheel volgens de
bedoeling van de regisseur, om volop mee te
leven met speelfilms bij u thuis.
Wanneer een klankbeeld met het DCS teken is
gekozen, licht de Digital Cinema Sound
aanduiding op.
x CINEMA STUDIO EX A DCS
Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony
Pictures Entertainment "Cary Grant Theater"
filmstudio. Een fraaie standaard akoestiek, geschikt
voor allerlei soorten speelfilms.
x CINEMA STUDIO EX C DCS
Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony
Pictures Entertainment filmorkest-opnamestudio.
Deze akoestiek is ideaal voor musicals en klassieke
films met veel achtergrondmuziek.
x V.MULTI DIMENSION DCS
Hiermee worden 5 stel virtuele luidsprekers rondom de
luisteraar gesimuleerd, op basis van slechts een enkel
paar werkelijke achterluidsprekers.
Genieten van filmgeluid met
CINEMA STUDIO EX
klankbeelden
De CINEMA STUDIO EX klankbeelden zijn
ideaal voor de weergave van filmgeluid in een
meerkanaals-formaat, zoals bij DVD videodiscs
e.d., met ruimtelijke geluidseffecten. Hiermee
kunt u genieten van de diverse akoestische
eigenschappen van de Sony Pictures
Entertainment filmstudio's in uw huiskamer.
De CINEMA STUDIO EX akoestiekeffecten
zijn opgebouwd uit de volgende drie
componenten.
• Virtual Multi Dimension
Hiermee worden 5 stel virtuele luidsprekers
rondom de luisteraar gesimuleerd, op basis
van slechts een enkel paar werkelijke
achterluidsprekers.
• Screen Depth Matching
Deze techniek laat de dialoog direct van de
personages op het scherm komen en het
achtergrondgeluid van rondom hen, binnenin
uw beeldscherm, net als in de bioscoop.
• Cinema Studio Reverberation
Hiermee wordt de karakteristieke
geluidsweerkaatsing en diepe ruime klank
van een bioscoopzaal gesimuleerd.
De CINEMA STUDIO EX klankbeelden bieden
u de geïntegreerde totaalklank van deze drie
effecten tegelijk.
Genieten van Surround Sound akoestiek
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg een van de
voorgeprogrammeerde klankbeelden te kiezen
die de versterker biedt. Zo kunt u uw
luisterkamer even indrukwekkend laten klinken
als een bioscoopzaal of een concertzaal.
x CINEMA STUDIO EX B DCS
Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony
Pictures Entertainment "Kim Novak Theater"
filmstudio. Ideaal voor science-fiction of actiefilms
met veel speciale geluidseffecten.
Tips
Aan de verpakking kunt u zien met welk
akoestieksysteem het beeldmateriaal op een DVD
videodisc e.d. is opgenomen.
wordt vervolgd
31NL
–
–
: Dolby Digital discs
: Dolby Surround gecodeerde
geluidsbronnen
–
: DTS Digital Surround gecodeerde
geluidsbronnen
Opmerkingen
• De effecten die werken met virtuele luidsprekers
kunnen soms wat extra ruis in de weergave
veroorzaken.
• Bij het luisteren naar klankbeelden die werken met
virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de
echte achterluidsprekers horen.
Keuze van een klankbeeld
voor muziek
Druk enkele malen op de MUSIC toets om in
te stellen op het gewenste klankbeeld.
Geeft de sfeer van een groot openlucht-stadion.
x SPORTS
Geeft het gevoel van een direct sportverslag.
Wanneer er een hoofdtelefoon is
aangesloten
Dan kunt u alleen kiezen uit de volgende
klankbeelden.
x HEADPHONE (2CH)
Druk op de 2CH of A.F.D. toets. Dan wordt het geluid
in 2-kanaals stereo weergegeven. Bij standaard 2kanaals stereo geluidsbronnen wordt er helemaal geen
akoestiekverwerking toegepast, en meerkanaalsgeluidsbronnen worden samengemengd tot de gewone
twee kanalen.
x HEADPHONE (DIRECT)
Het gekozen klankbeeld wordt in het
uitleesvenster getoond.
Druk op de DIRECT toets. Dit zorgt voor weergave
van analoge signalen zonder enige digitale verwerking
via de equalizer-toonregeling.
Klankbeeld
x HEADPHONE (MULTI 1/MULTI 2)
D.CONCERT HALL A
Druk op de MULTI CH 1/2 toets. Hiermee worden de
analoge signalen die binnenkomen via de MULTI
CHANNEL INPUT aansluitingen voor weergave
samengemengd tot 2 kanalen.
D.CONCERT HALL B
CHURCH
JAZZ CLUB
LIVE CONCERT
STADIUM
SPORTS
x D.CONCERT HALL A
Dit klankbeeld reproduceert met 3D
akoestiekverwerking de karakteristieke klank van de
grote zaal van het CONCERTGEBOUW in
Amsterdam, een klassieke zaal die beroemd is om zijn
fraaie ruimtelijke akoestiek met heldere
geluidsweerkaatsing.
x D.CONCERT HALL B
Dit klankbeeld reproduceert met 3D
akoestiekverwerking de karakteristieke klank van de
klassieke Weense MUSIKVEREIN concertzaal die
befaamd is om zijn unieke resonerende klank, rijke aan
nagalm.
x CHURCH
Geeft de akoestiek van een stenen kerkgewelf.
x JAZZ CLUB
Geeft de akoestiek van een jazzclub.
32NL
x STADIUM
x HEADPHONE THEATER DCS
Druk op de MOVIE toets of de MUSIC toets. Dit stelt
u in staat de sfeer van een bioscoop te horen bij het
beluisteren van filmgeluid via de hoofdtelefoon.
Uitschakelen van het
akoestiekeffect
Druk op de 2CH toets, of druk op de A.F.D. toets
om in te stellen op "A.F.D. AUTO".
Ruimtelijke weergave bij
zacht ingesteld geluid
(NIGHT MODE)
Hiermee kunt u ook's avonds laat, bij zachte
weergave, nog steeds genieten van de
klankbeelden en geluidseffecten. Deze functie is
samen met de andere klankbeelden te gebruiken.
Ook bij nachtelijke weergave van een speelfilm
e.d. met het geluid zacht gezet, zult u de dialoog
nog duidelijk kunnen horen.
x LIVE CONCERT
Druk op de NIGHT MODE toets.
Geeft de akoestiek van een muziektheater met 300
zitplaatsen.
Dan wordt de NIGHT MODE functie
ingeschakeld.
Tip
Bij gebruik van deze functie worden de lage BASS en
hoge TREBLE tonen en het EFFECT niveau
automatisch hoger ingesteld en wordt de "D.RANGE
COMP." op "MAX" ingesteld (zie pagina 46).
Opmerking
Deze mogelijkheid is niet beschikbaar wanneer de
DIRECT weergavestand is ingeschakeld.
U kunt het oorspronkelijke geluid beluisteren
zonder het effect van toonregeling en
klankbeeld.
Druk op de DIRECT toets.
De equalizer-toonregeling en de klankbeelden
worden uitgeschakeld.
Opmerking
LIP SYNC synchronisatie (pagina 41) zal niet werken
wanneer een analoge ingangsbron is gekozen en de
DIRECT weergavefunctie wordt gebruikt.
— SURR BACK DECODING
Hiermee kunt u de decodeerfunctie kiezen voor
de middenachterkanalen van een meerkanaalsingangssignaal.
Door het decoderen van het
middenachterluidspreker-signaal van speelfilms
op DVD-discs (enz.) die zijn opgenomen in het
Dolby Digital EX, DTS-ES Matrix of DTS-ES
Discrete 6.1 formaat, verkrijgt u een optimaal
akoestiekeffect achterin, zoals bedoeld door de
makers van de film.
Druk enkele malen op de SURR BACK
DECODING toets om de gewenste
middenachter-decodeerfunctie te kiezen.
Zie voor nadere bijzonderheden zie "Hoe u de
gewenste middenachter-decodeerfunctie kiest"
op pagina 34.
Genieten van Surround Sound akoestiek
Luisteren naar het geluid
zonder enige bijregeling
Keuze van de
middenachterdecodeerfunctie
Tip
U kunt de middenachter-decodeerfunctie ook kiezen
via het onderdeel "SB DECODING" in het
CUSTOMIZE menu (pagina 41).
wordt vervolgd
33NL
Hoe u de gewenste middenachter-decodeerfunctie kiest
U kunt uw keuze voor een middenachter-decodeerfunctie baseren op het inkomend geluidssignaal.
Bij keuze van "AUTO"
Wanneer het ingangssignaal een 6.1-kanaals vlagsignaala) bevat, wordt aan de hand daarvan de juiste
decodeerfunctie toegepast voor decodering van het middenachterluidspreker-signaal.
Ingangssignaal
Uitgangskanalen
Toegepaste middenachter-decodeerfunctie
Dolby Digital 5.1
5.1e)
—
Dolby Digital EXb)
6.1e)
Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX
DTS 5.1
5.1e)
—
DTS-ES Matrix 6.1c)
6.1e)
DTS Matrix decodeerfunctie
DTS-ES Discrete 6.1d)
6.1e)
DTS Discrete decodeerfunctie
Bij keuze van "MATRIX"
De Dolby Digital EX decodeerfunctie wordt toegepast voor het decoderen van het
middenachterluidspreker-signaal, ongeacht het 6.1-kanaals vlagsignaala) van de ingangssignalen. Deze
decodeerfunctie voldoet aan de normen van Dolby Digital EX en werkt net zo als de decodeerfunctiesf)
die daadwerkelijk in de bioscoop worden gebruikt.
Ingangssignaal
Uitgangskanalen
Toegepaste middenachter-decodeerfunctie
Dolby Digital 5.1
6.1e)
Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX
Dolby Digital EXb)
6.1e)
Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX
DTS 5.1
6.1e)
Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX
DTS-ES Matrix 6.1c)
6.1e)
Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX
DTS-ES Discrete 6.1d)
6.1e)
Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX
Bij keuze van "OFF"
Dan wordt er geen middenachterkanaal-decodering toegepast.
De SB DEC aanduiding licht op wanneer er daawerkelijk een signaal voor een middenachterkanaal
wordt gedecodeerd.
a)
b)
c)
d)
e)
f)
Het 6.1-kanaals decodeer-vlagsignaal is een decoderingsinstructie die is opgenomen in geluidsbronnen zoals
DVD-videodiscs.
Dit is het signaal van een Dolby Digital DVD met een Surround EX vlagsignaal. Op de Dolby Corporation
webpagina kunt u zien hoe dergelijke Surround EX speelfilms te onderscheiden zijn.
Dit is beeld/geluidsmateriaal met een vlagsignaal om aan te geven dat het zowel Surround EX als 5.1-kanaals
signalen bevat.
Dit is beeld/geluidsmateriaal met zowel 5.1-kanaals signalen als een extra signaal om die gegevens in 6.1
afzonderlijke kanalen om te zetten. De discrete 6.1 kanalen zijn specifiek voor DVD, niet dezelfde als gebruikt in
de bioscoop.
Wanneer er twee middenachterluidsprekers zijn aangesloten, wordt het totaalgeluid weergegeven via 7.1 kanalen.
Deze decodeerfunctie is te gebruiken voor alle 6.1 formaten (Dolby Digital EX, DTS-ES Matrix 6.1 en DTS-ES
Discrete 6.1).
Opmerking
De kans bestaat dan de middenachterluidspreker geen geluid geeft in de Dolby Digital EX stand. Sommige discs
bevatten niet het vereiste Dolby Digital EX vlagsignaal, ook al staat op de verpakking wel een Dolby Digital EX
beeldmerk. In dat geval zal de stand "MATRIX" het best voldoen.
34NL
Geavanceerde aanpassingen en
instellingen
Geluidsbronnen toewijzen
aan ingangskeuzestanden
— DIGITAL ASSIGN
(Bijvoorbeeld) Als u beschikt over twee
DVD-spelers, maar er voor de tweede DVDspeler geen digitale geluidsingang
beschikbaar is.
Sluit uw eerste DVD-speler aan op de DVD
COAXIAL IN ingang en de tweede DVD-speler
op de DVD OPTICAL IN ingang. Daarnaast
verbindt u de analoge audio/video-uitgangen
van de tweede DVD-speler met de VIDEO 2
INPUT ingangsaansluitingen van de versterker.
Vervolgens wijst u "DVD COAX" toe aan de
DVD geluidsbron-keuzestand en "DVD OPT"
aan de VIDEO 2 geluidsbron-keuzestand.
1
2
3
4
5
Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "CUSTOMIZE".
Draai aan de MENU knop om in te
stellen op "DIGITAL ASSIGN ?".
Druk op de ENTER toets.
VIDEO 1 COAX, VIDEO 1 OPT
VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE,
TUNER
VIDEO 5 OPT
VIDEO 5, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE,
TUNER
DVD COAX, DVD OPT
DVD, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE,
TUNER
LD COAX, LD OPT, LD DD RF
LD, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE, TUNER
TV/SAT COAX, TV/SAT OPT
TV/SAT, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE,
TUNER
MD/DAT OPT
MD/DAT, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE,
TUNER
CD/SACD COAX, CD/SACD OPT
CD/SACD, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE,
TUNER
Opmerkingen
• U kunt niet meerdere digitale audio-ingangen
toewijzen aan dezelfde geluidsbron-keuzestand.
• U kunt een digitale audio-ingang niet gebruiken voor
de oorspronkelijke geluidsbron, wanneer die al is
toegewezen aan een andere geluidsbron-keuzestand.
• Wanneer u een digitale audio-ingang toewijst, kan de
INPUT MODE instelling automatisch veranderen
(pagina 36).
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
U kunt aan elke beschikbare digitale audioingang een andere geluidsbron toewijzen. Deze
mogelijkheid kan goed van pas komen in het
volgende geval.
Digitale audio-ingangen die u
kunt toewijzen aan de diverse
geluidsbron-keuzestanden
Draai aan de MENU knop om in te
stellen op de digitale audio-ingang die
u wilt toewijzen.
Draai aan de –/+ knop om in te stellen
op de geluidsbron-keuzestand
waaraan u de digitale audio-ingang,
gekozen in stap 4, wilt toewijzen.
Welke audio-ingang u kunt toewijzen,
verschilt per geluidsbron. Zie voor nadere
bijzonderheden zie "Digitale audioingangen die u kunt toewijzen aan de
diverse geluidsbron-keuzestanden".
35NL
Omschakelen van de
audio-ingangskeuze voor
digitale beeld/
geluidsbronnen
— INPUT MODE
U kunt de audio-ingangskeuze omschakelen
voor de beeld/geluidsbronnen waarvoor deze
versterker digitale audio-ingangsaansluitingen
heeft.
1
2
Draai aan de INPUT SELECTOR knop
om de weergavebron te kiezen.
Druk enkele malen op de INPUT MODE
toets om de audio-ingang te kiezen.
De gekozen audio-ingangsstand wordt in
het uitleesvenster getoond.
Audio-ingangsstanden
• AUTO 2CH
Deze stand verleent voorrang aan de digitale
geluidssignalen die binnenkomen via de
DIGITAL COAXIAL ingang, de DIGITAL
OPTICAL ingang en de AUDIO IN (L/R)
ingangen, in die volgorde. Wanneer er geen
digitale geluidssignalen binnenkomen, wordt
er ingesteld op de analoge geluidssignalen die
binnenkomen via de AUDIO IN (L/R)
ingangen.
• COAXIAL FIXED
Stelt in op de digitale geluidssignalen die
binnenkomen via de DIGITAL COAXIAL
ingangsaansluiting.
• OPTICAL FIXED
Stelt in op de digitale geluidssignalen die
binnenkomen via de DIGITAL OPTICAL
ingangsaansluiting.
• ANALOG 2CH FIXED
Stelt in op de analoge geluidssignalen die
binnenkomen via de AUDIO IN (L/R)
ingangsaansluitingen.
Opmerkingen
• U kunt niet instellen op een digitale audio-ingang die
al is toegewezen aan een andere geluidsbronkeuzestand met de DIGITAL ASSIGN functie
(pagina 35).
36NL
• Sommige van de audio-ingangsstanden kunnen niet
verschijnen, afhankelijk van de gekozen
weergavebron.
Zelf aanpassen van
klankbeelden
Via het SURR SET UP menu en het LEVEL
menu kunt u de klankbeelden naar eigen inzicht
aanpassen voor uw specifieke luistersituatie.
Betreffende de aangegeven
onderdelen
Aanpassingen via het SURR
SET UP menu
U kunt de akoestiekeffecten voor een gekozen
klankbeeld naar wens aanpassen. De
aanpassingen die u maakt worden voor elk
klankbeeld afzonderlijk vastgelegd.
1
2
3
5
Aanpassingen via het LEVEL
menu
U kunt de luidsprekerbalans en het niveau van
elke luidspreker instellen. Deze instellingen zijn
van toepassing op alle klankbeelden.
1
2
3
Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met meerkanaalsakoestiekeffecten (DVD, enz.).
Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "LEVEL".
Draai aan de MENU knop om de
instelparameter te kiezen.
Zie voor nadere bijzonderheden zie
"LEVEL menu-parameters" hieronder.
Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met meerkanaalsakoestiekeffecten (DVD, enz.).
4
Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "SURR SET UP".
5
Draai aan de MENU knop om de
instelparameter te kiezen.
LEVEL menu-parameters
Zie voor nadere bijzonderheden zie "SURR
SET UP menu-parameters" hieronder.
4
Gebruik het CUSTOMIZE menu en stel
"MENU EXPAND" in op "ON" om meer
uitgebreide instellingen mogelijk te maken.
Voor nadere bijzonderheden over "MENU
EXPAND", zie pagina 40.
Voor nadere bijzonderheden over het maken van
de instellingen, zie pagina 44.
Luister naar het weergegeven geluid
en draai aan de –/+ instelknop om de
gekozen parameter bij te regelen.
Herhaal de stappen 3 en 4 voor de
andere parameters die u wilt instellen.
SURR SET UP menu-parameters
x EFFECT LEVEL XXX%
(Effectniveau)
Oorspronkelijke instelling: 100%
Hoe hoger de gekozen waarde, des te meer nadruk
krijgt het akoestiekeffect. U kunt deze waarde
aanpassen van 20% tot 120% in stapjes van 5%.
Luister naar het weergegeven geluid
en draai aan de –/+ instelknop om de
gekozen parameter bij te regelen.
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
Welke onderdelen u kunt aanpassen in elk menu,
zal per klankbeeld verschillend zijn. Bepaalde
instelparameters kunnen slechts vaag, in grijze
letters, zichtbaar zijn. Dan is een dergelijke
parameter voor dat klankbeeld vast ingesteld en
niet te wijzigen of wellicht helemaal niet van
toepassing.
Voor geavanceerde SURR SET UP
menu-instellingen
Herhaal de stappen 3 en 4 voor de
andere parameters die u wilt instellen.
x TEST TONE (Testtoon)
Oorspronkelijke instelling: OFF
Zorgt dat de testtoon achtereenvolgens door elk van de
luidsprekers wordt weergegeven. Bij instellen op
"AUTO" wordt de testtoon automatisch door elk van
de luidsprekers achtereen weergegeven. Bij instellen
op "FIX" kunt u kiezen welke luidspreker de testtoon
moet weergeven.
x FRONT L_I_R (Voorluidsprekerbalans)
Oorspronkelijke instelling: 0 (BALANCE)
Laat u de balans van de linker en rechter
voorluidsprekers bijregelen. Deze kunt u instellen van
–8 dB tot +8 dB in stapjes van 0,5 dB.
wordt vervolgd
37NL
x CENTER XXX.X dB
(Middenluidsprekerniveau)
x SURROUND L XXX.X dB
(Niveau van de linker achterluidspreker)
x SURROUND R XXX.X dB
(Niveau van de rechter achterluidspreker)
x SURR BACK XXX.X dB
(Middenachterluidsprekerniveau)*
x SURR BACK L XXX.X dB
(Niveau van de linker middenachterluidspreker)**
x SURR BACK R XXX.X dB
(Niveau van de rechter
middenachterluidspreker)**
x SUB WOOFER XXX.X dB
(Lagetonenluidsprekerniveau)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Dit kunt u instellen van –20 dB tot +10 dB in stapjes
van 0,5 dB.
x MULTI CH 1 SW XXX dB
(Meerkanaals-1 lagetonenluidsprekerniveau)
x MULTI CH 2 SW XXX dB
(Meerkanaals-2 lagetonenluidsprekerniveau)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee kunt u het niveau van de MULTI CHANNEL
INPUT 1/MULTI CHANNEL INPUT 2
lagetonenluidspreker met +10 dB verhogen. Deze
instelling kan nodig zijn als u een DVD-videospeler
aansluit op de MULTI CHANNEL INPUT 1/MULTI
CHANNEL INPUT 2 stekkerbussen. Het niveau van
de lagetonenluidspreker zal bij een DVD-videospeler
ongeveer 10 dB minder zijn dan bij een Super Audio
CD-speler.
* Alleen als er voor de middenachterluidspreker
"SINGLE" is gekozen in het SPEAKER SET UP
menu (pagina 20).
** Alleen als er voor de middenachterluidspreker
"DUAL" is gekozen in het SPEAKER SET UP
menu (pagina 20).
Opmerking
Bij keuze van een van de volgende klankbeelden zal de
lagetonenluidspreker geen geluid weergeven als alle
luidsprekers staan ingesteld op het “LARGE” formaat
in het SPEAKER SET UP menu. De
lagetonenluidspreker zal echter wel geluid weergeven
als het digitale ingangssignaal een afzonderlijk LFE
(Laag Frequent Effect) signaal bevat, of als voor de
voorluidsprekers of de achterluidsprekers het formaat
"SMALL" is gekozen.
– D.CONCERT HALL A
– D.CONCERT HALL B
– CHURCH
– JAZZ CLUB
– LIVE CONCERT
38NL
– STADIUM
– SPORTS
Voor geavanceerde LEVEL menuinstellingen
Gebruik het CUSTOMIZE menu en stel
"MENU EXPAND" in op "ON" om meer
uitgebreide instellingen mogelijk te maken.
Voor nadere bijzonderheden over "MENU
EXPAND", zie pagina 40. Voor nadere
bijzonderheden over het maken van de
instellingen, zie pagina 45.
Klankbeelden terugstellen in
de oorspronkelijke stand
1
2
Druk op de ?/1 schakelaar om de
tuner/versterker uit te schakelen.
Houd nu de MUSIC toets ingedrukt en
druk op ?/1.
De aanduiding "S.F. Initialize" verschijnt in
het uitleesvenster en alle klankbeelden
worden teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
Bijregelen van de
equalizer-toonregeling
U kunt de klankkleur (van lage, midden- en hoge
tonen) voor elke luidspreker bijregelen via het
EQUALIZER menu.
Lage tonen
Middentonen
Hoge tonen
Frequentie
(Hz)
In het "equalizer bank" geheugen kunt u tot vijf
verschillende equalizer-instellingen (EQ BANK
[1] – [5]) vastleggen, die u vervolgens
onmiddellijk kunt oproepen met een druk op de
toets.
1
2
3
4
5
Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met meerkanaalsakoestiekeffecten (DVD, enz.).
Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "EQUALIZER".
7
x CENTER BASS XXX dB
(Lagetonen-niveau middenluidspreker)
x CENTER MID XXX dB
(Middentonen-niveau middenluidspreker)
x CENTER TREBLE XXX dB
(Hogetonen-niveau middenluidspreker)
x SURR/SB BASS XXX dB
(Lagetonen-niveau achterluidsprekers/
middenachterluidspreker)
x SURR/SB TRE. XXX dB
(Hogetonen-niveau achterluidsprekers/
middenachterluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Dit kunt u instellen van –10 dB tot +10 dB in stapjes
van 1 dB.
x PRESET X CLEAR
(Equalizer-instellingen terugstellen)
Hiermeer kunt u de bijgeregelde equalizer-instellingen
terugstellen op de oorspronkelijke waarden. Zie voor
nadere bijzonderheden zie "Wissen van een vastgelegd
bijregelpatroon".
Tip
Draai aan de MENU knop om in te
stellen op "EQ BANK".
Voor de voorluidsprekers kunt u de lage en hoge tonen
bijregelen met resp de BASS regelaar en de TREBLE
regelaar.
Draai aan de –/+ knop om in te stellen
op de bij te regelen equalizer-instelling
(EQ BANK [1] – [5]).
Toepassen van de bijgeregelde
equalizer-instellingen
Draai aan de MENU knop om de
instelparameter te kiezen.
Zie voor nadere bijzonderheden zie
"EQUALIZER menu-parameters"
hieronder.
6
x FRONT TREBLE XXX dB
(Hogetonen-niveau voorluidsprekers)
Luister naar het weergegeven geluid
en draai aan de –/+ instelknop om de
gekozen parameter bij te regelen.
Herhaal de stappen 5 en 6 voor de
andere parameters die u wilt instellen.
1
Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "EQUALIZER".
2
Draai aan de MENU knop om in te stellen op
"EQ BANK".
3
Draai aan de –/+ knop om te kiezen voor
"EQ BANK [1] – [5]".
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
Niveau
(dB)
x FRONT BASS XXX dB
(Lagetonen-niveau voorluidsprekers)
Om de equalizer-klankbijregeling
uit te schakelen
Stelt u in op "EQ BANK [OFF]".
EQUALIZER menu-parameters
Wissen van een vastgelegd
bijregelpatroon
x EQ BANK
(Een van de equalizer-instellingen kiezen)
1
Hiermee kiest u een van de equalizer-instellingen
([1] – [5]). Wanneer u de stand "OFF" kiest, wordt de
equalizer-toonregeling uitgeschakeld.
2
Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "EQUALIZER".
Draai aan de MENU knop om in te
stellen op "EQ BANK".
wordt vervolgd
39NL
3
4
Draai aan de +/– knop om in te stellen
op de equalizer-instelling (EQ BANK [1]
– [5]) die u wilt wissen.
Draai aan de MENU knop om in te
stellen op "PRESET X CLEAR".
"X" is het nummer van de gekozen
equalizer-instelling.
5
6
Draai aan de –/+ knop om in te stellen
op "YES" en druk dan op de ENTER
toets.
Geavanceerde
instellingen
Gebruik van het CUSTOMIZE
menu om de versterker
precies naar wens in te
stellen
Ter bevestiging verschijnt er "Are you
sure?" in het uitleesvenster.
U kunt diverse instellingen van de versterker via
het CUSTOMIZE bijregelmenu naar wens
aanpassen.
Draai aan de –/+ knop om in te stellen
op "YES" en druk dan op de ENTER
toets.
1
Dan verschijnt er "PRESET X
CLEARED!" in het uitleesvenster en de
instellingen van het gekozen
bijregelpatroon worden uit het geheugen
gewist.
Voor geavanceerde EQUALIZER
menu-instellingen
Gebruik het CUSTOMIZE menu en stel
"MENU EXPAND" in op "ON" om meer
uitgebreide instellingen mogelijk te maken.
Voor nadere bijzonderheden over "MENU
EXPAND", zie pagina 40. Voor nadere
bijzonderheden over het maken van de
instellingen, zie pagina 47.
2
Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "CUSTOMIZE".
Draai aan de MENU knop om de
bijregelparameter te kiezen.
Zie voor nadere bijzonderheden zie
"CUSTOMIZE menu-parameters"
hieronder.
3
4
Draai aan de –/+ knop om de gekozen
parameter bij te regelen.
Herhaal de stappen 2 en 3 voor de
andere parameters die u wilt instellen.
CUSTOMIZE menu-parameters
De oorspronkelijke instelling is onderstreept
aangegeven.
x MENU EXPAND (Extra menu-instellingen
tonen)
• ON
De geavanceerde parameters voor de SPEAKER
SET UP, SURR SET UP en LEVEL menu's worden
weergegeven en kunnen bijgeregeld worden.
Nadere bijzonderheden over de verschillende
instelmogelijkheden vindt u op blz. 19 en 37 en de
volgende bladzijden.
• OFF
Hiermee worden er geen extra parameters getoond.
x DTS 96/24 DEC. (DTS 96/24 decodeerfunctie)
• AUTO
Wanneer er nu een DTS 96/24 signaal binnenkomt,
wordt het weergegeven volgens een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
40NL
• OFF
Wanneer er nu een DTS 96/24 signaal binnenkomt,
wordt het weergegeven volgens een
bemonsteringsfrequentie van 48 kHz.
vanwege de bufferwerking van deze H.A.T.S.
signaalcorrectie. De vertragingstijd zal afhankelijk zijn
van de gekozen geluidsbron.
Opmerking
Bij sommige meerkanaals Super Audio CD's dient het
6de kanaal niet voor de lagetonen-luidspreker, maar
voor andere geluiden, (zoals voor geluidsweerkaatsing
vanaf het plafond e.d.).
Met dit onderdeel kunt u de uitgangssignalen van het
6de kanaal omschakelen van de SUB WOOFER PRE
OUT voorversterker-uitgangen naar de SURROUND
BACK luidspreker-aansluitingen.
• ON
DSD signalen voor het 6de kanaal die binnenkomen
via de i.LINK aansluiting en signalen van het SUB
WOOFER kanaal die binnenkomen via de MULTI
CHANNEL IN 1 of MULTI CHANNEL IN 2
aansluitingen worden weergegeven via de
SURROUND BACK luidspreker-aansluitingen en er
wordt geen geluidssignaal uitgestuurd via de SUB
WOOFER PRE OUT voorversterker-uitgangen.
• OFF
De geluidssignalen worden op normale wijze
weergegeven via de SUB WOOFER PRE OUT
voorversterker-uitgangen.
Deze parameter geldt alleen in de A.F.D. automatische
decodeerstand (pagina 29). Bij de andere klankbeelden
staat deze parameter altijd op "OFF".
x SB DECODING
(Middenachter-decodeerfunctie)
x i POWER (i.LINK stroomvoorziening)
• AUTO
Hiermee kunt u de stroomvoorziening van de i.LINK
automatisch uitschakelen, wanneer u die niet
gebruikt. Dan kunt u genieten van de meest zuivere
digitale en analoge geluidssignalen, zonder enige
invloed van de i.LINK circuits. Wanneer u
overschakelt naar "AUTO", kan het wel even duren
voordat er geluid klinkt. Zie pagina 24 voor een
opmerking betreffende het omschakelen naar een
andere ingangsbron bij gebruik van de "AUTO"
stand.
• EVER ON
Hierbij blijven de i.LINK circuits altijd
ingeschakeld. Kies deze stand als u gehinderd wordt
door de inschakelvertraging die optreedt bij de
"AUTO" stand.
x H.A.T.S. (H.A.T.S. (Hoogwaardig digitaal Audio
Transmissie Systeem) signaalcorrectie)
• ON
De digitale geluidssignalen die binnenkomen van de
i.LINK geluidsbron worden tijdelijk in een
buffergeheugen bewaard, om even later uit de buffer
te worden gehaald en omgezet in analoge
geluidssignalen met de juiste timing. De
geluidskwaliteit wordt hierdoor verbeterd, aangezien
er geen schadelijke invloed is van de "jitter" storing
(tijdfouten bij het lezen van signalen) die kan
optreden bij de overdracht van digitale
geluidssignalen. Als u deze functie niet wilt
gebruiken, kiest u de stand "OFF".
• OFF
Hiermee vindt er geen signaalcorrectie plaats.
Opmerking
Er zal een kleine vertraging in de geluidsweergave zijn
nadat u het afspelen van de gekozen geluidsbron start,
stopt of pauzeert (bijvoorbeeld na een druk op de
PLAY toets, de STOP toets of de PAUSE toets)
Opmerking
Deze mogelijkheid zal niet werken wanneer het
onderdeel "SURR BACK SP" in het SPEAKER SET
UP luidsprekermenu in de stand "NO" is gezet
(pagina 20).
x LIP SYNC (Synchronisatie)
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
Via het CUSTOMIZE menu kunt u instellen op de
gewenste middenachter-decodeerfunctie. Zie
pagina 33.
• AUTO
• MATRIX
• OFF
x DSD-SW SWAP (DSD-SW kanaal omschakelen)
Oorspronkelijke instelling: 0 ms
Hiermee kunt u de geluidsweergave een klein beetje
vertragen, om beeld en geluid precies synchroon te
laten lopen. U kunt de vertraging instellen van 0
millisec tot 200 millisec in stapjes van 10 millisec.
Deze mogelijkheid is niet beschikbaar in de volgende
gevallen:
– Wanneer een analoge ingangsbron is gekozen en de
DIRECT signaalweergavefunctie wordt gebruikt.
– Wanneer de MULTI CH IN 1/2 ingangsstand is
gekozen.
– Wanneer er een DSD signaal binnenkomt vanaf de
i.LINK geluidsbron.
x DC PHASE L. (Gelijkstroomfase-gelijkrichter)
Hiermee kunt u de laagfrequente fasekarakteristiek van
een conventionele analoge versterker nabootsen.
• OFF
Hierbij wordt er geen fasecorrectie toegepast.
• LOW-A, STD-A, HIGH-A, LOW-B, STD-B,
HIGH-B
wordt vervolgd
41NL
De bandbreedte waarover de fasecorrectie toepassing
vindt, wordt van "LOW" naar "STD" naar "HIGH"
gaandeweg groter. De "B" parameter fasecorrectie
geeft een meer uitgesproken lagetonenkarakteristiek.
x MIX SCALING (Kanaalmenging)
Hiermee kunt u de kanaalmenging voor het
middenkanaal en het lagetonenkanaal in- en
uitschakelen. Deze parameter is alleen instelbaar
wanneer er voor de middenluidspreker de stand "MIX"
is gekozen.
• ON
Hierbij wordt er kanaalmenging toegepast.
• OFF
Hierbij wordt er geen kanaalmenging toegepast, om
de geluidskwaliteit niet te verminderen. Als er bij
hoge ingangsniveaus storende geluiden hoorbaar
zijn, kiest u de stand "ON".
x S.FIELD LINK (Automatische klankbeeldkeuze)
• ON
Hiermee kunt u het laatst gekozen klankbeeld voor
een bepaalde geluidsbron automatisch weer laten
toepassen, de volgende keer dat u die geluidsbron
weergeeft. Als u bijvoorbeeld het STADIUM
klankbeeld kiest voor weergave van een CD/SACD
en dan overschakelt naar een andere geluidsbron, zal
bij het terugkeren naar de CD/SACD geluidsbron
weer automatisch het STADIUM klankbeeld gelden.
• OFF
Hierbij wordt niet automatisch weer hetzelfde
klankbeeld gekozen.
42NL
signaalformaat. In dat geval zal de stand "AUTO" het
best voldoen.
x 2 WAY REMOTE
(2-weg afstandsbedieningssysteem)
• ON
Hiermee kunt u het 2-weg
afstandsbedieningssysteem inschakelen. Gewoonlijk
zal de stand "ON" het best voldoen.
• OFF
Hiermee kunt u het 2-weg
afstandsbedieningssysteem uitschakelen. Als u
samen met deze versterker nog een andere versterker
e.d. gebruikt, die ook geschikt is voor het 2-weg
afstandsbedieningssysteem, dan dient u van tevoren
te kiezen voor welk apparaat u de 2-weg
afstandsbediening wilt toepassen. Zet dan de 2-weg
afstandsbediening voor dat apparaat in de "ON"
stand. Voor de andere apparatuur zet u de 2-weg
afstandsbediening in de "OFF" stand.
x COLOR SYSTEM
(OSD kleursysteem)
(Alleen voor de modellen met landcode CEL)
Hiermee kiest u het kleursysteem.
• NTSC
• PAL
x OSD H.POSITION
(Horizontale plaats van de schermaanduidingen)
Oorspronkelijke instelling: 4
Hiermee kunt u de plaats van de aanduidingen op het
scherm horizontaal verstellen. U kunt een instelling
van 0 tot 64 kiezen.
x DEC. PRIORITY
(Decodeerformaat voor digitale ingangssignalen)
x OSD V.POSITION
(Verticale plaats van de schermaanduidingen)
Hiermee kiest u het soort decodering dat moet worden
toegepast op de signalen die binnenkomen via de
DIGITAL IN audio-ingangen.
De oorspronkelijke instelling is "AUTO" voor
VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, VIDEO 5,
LD, TV/SAT, TAPE, TUNER, PHONO en i.LINK, en
"PCM" voor DVD, CD/SACD en MD/DAT. U kunt
ook de DECODE PRIORITY toets op het voorpaneel
gebruiken.
• AUTO
Hierbij kan er automatisch worden overgeschakeld
tussen DTS, Dolby Digital en PCM.
• PCM
Hierbij krijgen binnenkomende PCM signalen
voorrang (ter voorkoming van onderbrekingen
wanneer de weergave begint). Als zich in de
"AUTO" stand het probleem voordoet dat de
weergave via de digitale audio-ingangen (van een
CD e.d.) wordt onderbroken wanneer het afspelen
begint, schakelt u dan over naar de "PCM" stand. Als
er echter andere signalen binnenkomen, kan er niet
altijd geluid klinken, afhankelijk van het
Oorspronkelijke instelling: 4
Hiermee kunt u de plaats van de aanduidingen op het
scherm verticaal verstellen. U kunt een instelling van 0
tot 32 kiezen.
x UP YUV HUE (Video-kleurtint)
Oorspronkelijke instelling: 4
Hiermee kunt u de tint van de beelden bepalen bij de
omzetting van video- of S-video signalen naar
component-videosignalen. U kunt een instelling van 1
tot 7 kiezen.
x UP YUV SHARPNESS (Video-scherpteniveau)
Oorspronkelijke instelling: 4
Hiermee kunt u de scherpte van de beelden bepalen bij
de omzetting van video- of S-video signalen naar
component-videosignalen. U kunt een instelling van 1
tot 5 kiezen.
x UP YUV COLOR (Video-kleurverzadiging)
Oorspronkelijke instelling: 4
Hiermee kunt u de kleurverzadiging van de beelden
bepalen bij de omzetting van video- of S-video
signalen naar component-videosignalen. U kunt een
instelling van 1 tot 7 kiezen.
Alle SPEAKER SET UP menuparameters
SP EASY SET UP
SPEAKER PATTERN
SUB WOOFER
x DIGITAL ASSIGN ?
(Ingangstoewijzing voor digitale
ingangssignalen)
FRONT SP
Hiermee kunt u de digitale audio-ingangen toewijzen
aan een andere geluidsbron-keuzestand. Zie voor
nadere bijzonderheden zie "Geluidsbronnen toewijzen
aan ingangskeuzestanden" op pagina 35.
SURROUND SP-A
x USER PRESET MEM.?
(Geheugen voor eigen instellingen)
CENTER XXX meter
x NAME IN?
(Zelfgekozen geluidsbronnamen)
Hiermee kunt u zelf namen invoeren voor uw
voorkeurzenders en geluidsbronnen gekozen met de
INPUT SELECTOR schakelaar. Zie voor nadere
bijzonderheden zie "Zelfgekozen geluidsbronnamen"
op pagina 49.
Geavanceerde SPEAKER SET
UP menu-parameters
Wanneer het onderdeel "MENU EXPAND" op
"ON" is gezet, verschijnen alle onderstaande
parameters, die u desgewenst kunt bijregelen.
Zie pagina 19 voor de SPEAKER SET UP
menu-instellingen. De oorspronkelijke
instellingen staan onderstreept aangegeven.
SURROUND SP-B
SURR BACK SP
FRONT XXX meter
SURROUND-A XXX meter
SURROUND-B XXX meter
SURR BACK XXX meter
SUB WOOFER XXX meter
DISTANCE UNIT*
SP-A POSI*
SP-B POSI*
SP CROSSOVER > XXX Hz*
OUTPUT*
* Deze parameters zijn alleen instelbaar wanneer het
onderdeel "MENU EXPAND" op "ON" is gezet.
x DISTANCE UNIT (Afstandseenheid)
Hiermee kiest u de eenheid waarin de afstanden van de
luidsprekers worden gemeten.
• feet
De afstanden worden aangegeven in Engelse voeten.
• meter
De afstanden worden aangegeven in meters.
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
Hierin kunt u de zelfgekozen instellingen voor
klankbeelden e.d. vastleggen. Zie voor nadere
bijzonderheden zie "De gemaakte instellingen
opslaan" op pagina 48.
CENTER SP
x SP-A POSI
(Plaats achterluidsprekers A)*
x SP-B POSI
(Plaats achterluidsprekers B)*
Hiermee kunt u de juiste plaats van de
achterluidsprekers kiezen voor de beste klank van de
akoestiekeffecten bij de Cinema Studio EX
klankbeelden (pagina 31).
wordt vervolgd
43NL
100˚
120˚
A
A
B
B
D
D
60
C
C
30
• SIDE/LOW
Kies deze stand als uw achterluidsprekers zich
bevinden in het gebied aangegeven met A en C.
• SIDE/HIGH
Kies deze stand als uw achterluidsprekers zich
bevinden in het gebied aangegeven met A en D.
• BEHD/LOW
Kies deze stand als uw achterluidsprekers zich
bevinden in het gebied aangegeven met B en C.
• BEHD/HIGH
Kies deze stand als uw achterluidsprekers zich
bevinden in het gebied aangegeven met B en D.
* Dit onderdeel is niet beschikbaar wanneer er voor
ontbrekende achterluidsprekers "NO" is gekozen
(pagina 20).
Tip
De parameter voor de plaats van de achterluidsprekers
is speciaal bestemd voor de beste klank van de Cinema
Studio EX klankbeelden.
Bij de andere klankbeelden is de plaats van de
achterluidsprekers niet zo kritiek. Die klankbeelden
zijn ontworpen met het idee dat de achterluidsprekers
achter de luisterplaats zouden staan, maar het
klankbeeld blijft toch ook redelijk goed in balans als de
achterluidsprekers veel meer aan de zijkant staan. Als
de luidsprekers echter direct van links en rechts op de
luisteraar gericht staan, zullen de klankbeelden minder
duidelijk klinken, tenzij u de stand "SIDE" kiest.
Toch hebben alle luistersituaties een heleboel
variabelen, zoals de geluidsweerkaatsing van de
wanden, dus u kunt wel eens betere resultaten
44NL
verkrijgen met de "BEHD" stand als uw luidsprekers
hoog boven uw luisterplaats hangen, ook al is dat direct
links en rechts ervan.
Daarom willen we u aanbevelen, ook al strookt het niet
precies met de bovenstaande uitleg, een meerkanaalsgecodeerde geluidsbron af te spelen en dan de stand te
kiezen die de meest ruimtelijke klank oplevert, met
daarbij nog een goede samenhang tussen de
akoestiekweergave van de achterluidsprekers en het
directe geluid van de voorluidsprekers. Als u niet met
zekerheid kunt zeggen welke stand het best klinkt,
kiest u dan de "BEHD" stand en gebruik in dat geval de
parameters voor luidsprekerafstand en voor
luidsprekerniveau om de meest evenwichtige
weergave te bereiken.
x SP CROSSOVER > XXX Hz
(Luidsprekers scheidingsfilterfrequentie)
Oorspronkelijke instelling: 100 Hz
Hiermee kunt u de grensfrequentie voor de lage tonen
kiezen bij luidsprekers die als "SMALL" staan
aangemerkt in het SPEAKER SET UP luidsprekerinstelmenu. U kunt de grensfrequentie instellen van 40
Hz tot 160 Hz in stapjes van 10 Hz.
x OUTPUT (Kanaalmenging
voorversterkeruitgangen)
• ALL ON
Hiermee wordt het geluid weergegeven via zowel de
SPEAKERS luidsprekeraansluitingen als de
PREOUT voorversterkeruitgangen. (Alle
kanaalmenging wordt verricht door de DSP.)
• FRONT SP OFF
Hiermee blokkeert u de geluidsweergave via de
voorluidsprekers en zorgt u voor analoge menging
van de kanalen. Kies deze stand wanneer u deze
versterker voor de voorluidsprekers alleen als
voorversterker wilt gebruiken.
• PREOUT ONLY
Hiermee zorgt u dat het geluidssignaal alleen wordt
uitgestuurd via de PREOUT
voorversterkeruitgangen en niet weergegeven via de
SPEAKERS luidsprekeraansluitingen (met analoge
menging van de kanalen). Kies deze stand wanneer u
deze versterker voor alle kanalen alleen wilt
gebruiken als voorversterker.
Geavanceerde SURR SET UP
menu-parameters
Wanneer het onderdeel "MENU EXPAND" op
"ON" is gezet, verschijnen alle onderstaande
parameters, die u desgewenst kunt bijregelen.
Zie pagina 37 voor de SURR SET UP menuinstellingen. De oorspronkelijke instellingen
staan onderstreept aangegeven.
Alle SURR SET UP menuparameters
x FRONT REVERB (Nagalm voorkanalen)
A.F.D. 2CH SW*
x SCREEN DEPTH (Schermdiepte)
EFFECT LEVEL
C. WIDTH L_C_R*
DIMENSION F_I_S*
PANORAMA MODE*
FRONT REVERB*
SCREEN DEPTH*
* Deze parameters zijn alleen instelbaar wanneer het
onderdeel "MENU EXPAND" op "ON" is gezet.
x C. WIDTH L_C_R
(Spreiding van het middenkanaal)
Oorspronkelijke instelling: (3)
Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen maken
voor het decoderen van Dolby Pro Logic II
muzieksignalen. Deze parameter is alleen instelbaar
als de A.F.D. formaatkeuze staat ingesteld op "PRO
LOGIC II MUSIC" (pagina 29).
U kunt de geluidssignalen van het middenkanaal die de
Dolby Pro Logic II decodering oplevert, nauwkeurig
verdelen over de linker en rechter voorluidsprekers.
x DIMENSION F_I_S
(Dimensieregeling voor/achter)
Oorspronkelijke instelling: middelpunt (0)
Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen maken
voor het decoderen van Dolby Pro Logic II
muzieksignalen. Deze parameter is alleen instelbaar
als de A.F.D. formaatkeuze staat ingesteld op "PRO
LOGIC II MUSIC" (pagina 29).
U kunt het verschil tussen de voorkanalen en de
achterkanalen naar wens bijregelen.
x PANORAMA MODE
(Panoramaregeling links/rechts)
Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen maken
voor het decoderen van Dolby Pro Logic II
muzieksignalen. Deze parameter is alleen instelbaar
als de A.F.D. formaatkeuze staat ingesteld op "PRO
LOGIC II MUSIC" (pagina 29).
• ON
Hiermee verruimt u de akoestiek door het geluid van
de voorluidsprekers verder naar de linkerkant en naar
de rechterkant van uw luisterpositie uit te breiden
(panoramische weergave).
• OFF
Hiermee vindt er geen panoramische weergave
plaats.
Hiermee kunt u in uw luisterkamer hetzelfde effect
bereiken als in een bioscoop, met de indruk alsof het
geluid direct komt vanuit het scherm, van de
personages en de beelden die op het scherm
verschijnen.
• ON
Hiermee verkrijgt u het klankbeeld van een bijzonder
groot scherm met een enorme diepte.
• OFF
Hiermee vindt er geen signaalcorrectie plaats.
x VIR.SPEAKERS (Virtuele luidsprekers)
Deze parameter is speciaal bestemd voor de Cinema
Studio EX klankbeelden (pagina 31).
• ON
Voor de simulatie van virtuele luidsprekers.
• OFF
Om geen gebruik te maken van virtuele luidsprekers.
Opmerking
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
VIR.SPEAKERS*
Deze parameter is speciaal bestemd voor het
"D.CONCERT HALL A/B" klankbeeld (pagina 32).
Met deze parameter bepaalt u of er wel of geen nagalm
moet worden toegevoegd aan de weergave via de
voorluidsprekers, al naar gelang de eigen nagalm die al
aanwezig is in de weergegeven geluidsbron.
• STD
Gewoonlijk zal de stand "STD" het best voldoen.
• WET
Kies deze stand om meer nagalm toe te voegen.
De instellingen voor "SCREEN DEPTH" en
"VIR.SPEAKERS" zijn niet gekoppeld aan bepaalde
klankbeelden.
x A.F.D. 2CH SW
(Opwekken van afzonderlijke laagfrequente
signalen)
• CREATE
Hiermee zorgt u dat er laagfrequente signalen
worden afgesplitst voor weergave door de lagetonenluidspreker, wanneer er is gekozen voor de "A.F.D.
AUTO" stand.
• OFF
In deze stand worden er geen laagfrequente signalen
opgewekt.
Geavanceerde LEVEL menuparameters
Wanneer het onderdeel "MENU EXPAND" op
"ON" is gezet, verschijnen alle onderstaande
parameters, die u desgewenst kunt bijregelen.
wordt vervolgd
45NL
Zie pagina 37 voor de LEVEL menuinstellingen. De oorspronkelijke instellingen
staan onderstreept aangegeven.
Alle LEVEL menu-parameters
TEST TONE
PHASE NOISEa)
PHASE AUDIOa)
FRONT L_I_R
CENTER XXX.X dB
SURROUND L XXX.X dB
SURROUND R XXX.X dB
x CENTER TRIM X.X dB (Bijregelen van het
middenkanaal-niveau)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee regelt u de geluidssterkte van het
middenkanaal. Stel deze parameter hoger in wanneer
de filmdialoog niet duidelijk genoeg doorkomt. Als er
geen middenluidspreker is aangesloten, regelt u met
deze parameter het niveau van het middenkanaal zoals
dat is verdeeld over de linker en rechter
voorluidsprekers. Dit niveau kunt u instellen van –3 dB
tot +3 dB in stapjes van 0,5 dB.
SURR BACK XXX.X dBb)
Opmerkingen
SURR BACK L XXX.X dBc)
• De "SUB WOOFER TRIM" en "CENTER TRIM"
parameters zijn alleen instelbaar wanneer voor de
middenluidspreker de stand "MIX" is gekozen.
• De "SUB WOOFER TRIM" en "CENTER TRIM"
parameters werken niet voor Super Audio CD
signalen van een i.LINK component, voor MULTI
CH IN signalen of DTS 96/24 gedecodeerde
signalen.
SURR BACK R XXX.X dBc)
SUB WOOFER XXX.X dB
SUB WOOFER TRIM X.X dBa)
CENTER TRIM X.X dBa)
MULTI CH 1 SW XXX dB
MULTI CH 2 SW XXX dB
D.RANGE COMP.a)
a)
Deze parameters zijn alleen instelbaar wanneer het
onderdeel "MENU EXPAND" op "ON" is gezet.
b) Alleen instelbaar als er voor de
middenachterluidspreker "SINGLE" is gekozen
(pagina 20).
c) Alleen als er voor dubbele
middenachterluidsprekers "DUAL" is gekozen
(pagina 20).
x PHASE NOISE (Fase-ruis)
Oorspronkelijke instelling: OFF
Zorgt dat de testtoon beurtelings door twee
aangrenzende luidsprekers wordt weergegeven.
x PHASE AUDIO (Fase-audio)
Oorspronkelijke instelling: OFF
Zorgt dat de 2-kanaals voorluidsprekersignalen (in
plaats van de testtoon) beurtelings door twee
aangrenzende luidsprekers wordt weergegeven. Deze
functie is niet beschikbaar wanneer er een i.LINK
ingangsbron is gekozen.
x SUB WOOFER TRIM (Bijregelen van het
lagetonen-niveau)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee kunt u het niveau van de lage tonen bijregelen
wanneer er een signalen op een apart lagetonenkanaal
binnenkomen. Gebruik deze parameter om het
lagetonen-niveau te corrigeren wanneer u een
hoofdtelefoon aansluit of waneer er geen speciale
46NL
lagetonenluidspreker is aangesloten. Dit niveau kunt u
instellen van –6 dB tot +6 dB in stapjes van 1 dB.
x D.RANGE COMP.
(Compressie van het dynamisch bereik)
Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een
speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus verkleinen.
Dit kan handig om's avonds laat een speelfilm te
bekijken; met het geluid zacht behoudt u toch een rijke,
volle klank.
• OFF
Hierbij wordt het geluidsspoor normaal
weergegeven, zonder compressie.
• STD
Hierbij wordt het geluidsspoor weergegeven met het
volledig dynamisch bereik, zoals gekozen door de
opnamestudio-technicus.
• MAX
Hiermee wordt het dynamisch bereik drastisch
verkleind.
Tip
Met de dynamiekcompressie kunt u tijdens weergave
het dynamisch bereik van een speelfilm-geluidsspoor
comprimeren volgens de dynamiek-informatie vervat
in het Dolby Digital signaal. De oorspronkelijke
instelling is "STD", maar die geeft slechts een geringe
mate van compressie.
Daarom willen we u aanbevelen de "MAX" compressie
te gebruiken. Hiermee wordt het dynamisch bereik
drastisch beperkt, zodat u zonder bezwaar ook's avonds
laat kunt genieten van een speelfilm met zacht ingesteld
geluid. In tegenstelling tot analoge compressiefuncties
zijn de niveaus hierbij vooraf bepaald, voor een
natuurlijk klinkende compressie.
Opmerking
De compressie van het dynamisch bereik is alleen
mogelijk met Dolby Digital geluidsbronnen.
Geavanceerde EQUALIZER
menu-parameters
Alle EQUALIZER menuparameters
EQ BANK
FRONT BASS XXX dB
FRONT BASS XXX Hz*
FRONT TREBLE XXX dB
FRONT TREBLE XXX Hz*
CENTER BASS XXX dB
CENTER BASS XXX Hz*
CENTER MID XXX dB
CENTER MID XXX Hz*
CENTER TREBLE XXX dB
CENTER TREBLE XXX Hz*
SURR/SB BASS XXX dB
SURR/SB BASS XXX Hz*
Oorspronkelijke instelling: 500 Hz
Hiervoor kunt u kiezen uit 250 Hz of 500 Hz.
x FRONT TREBLE XXX Hz (Hogetonenfrequentie van de voorluidsprekers)
Oorspronkelijke instelling: 2.2 kHz
Hiervoor kunt u kiezen uit 2,2 kHz of 4,3 kHz.
x CENTER BASS XXX Hz (Lagetonen-frequentie
van de middenluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 500 Hz
Hiervoor kunt u kiezen uit 250 Hz of 500 Hz.
x CENTER MID XXX Hz (Middentonen-frequentie
van de middenluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 1 kHz
Deze kunt u instellen van 100 Hz tot 10 kHz, in
5 stapjes.
x CENTER TREBLE XXX Hz (Hogetonenfrequentie van de middenluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 2.2 kHz
Hiervoor kunt u kiezen uit 2,2 kHz of 4,3 kHz.
x SURR/SB BASS XXX Hz (Lagetonen-frequentie
van de achterluidsprekers of de
middenachterluidsprekers)
Oorspronkelijke instelling: 500 Hz
Hiervoor kunt u kiezen uit 250 Hz of 500 Hz.
x SURR/SB TRE. XXX Hz (Hogetonen-frequentie
van de achterluidsprekers of de
middenachterluidsprekers)
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
Wanneer het onderdeel "MENU EXPAND" op
"ON" is gezet, verschijnen alle onderstaande
parameters, die u desgewenst kunt bijregelen.
Zie pagina 39 voor de EQUALIZER menuinstellingen. De oorspronkelijke instellingen
staan onderstreept aangegeven.
x FRONT BASS XXX Hz (Lagetonen-frequentie
van de voorluidsprekers)
Oorspronkelijke instelling: 2.2 kHz
Hiervoor kunt u kiezen uit 2,2 kHz of 4,3 kHz.
SURR/SB TRE. XXX dB
SURR/SB TRE. XXX Hz*
PRESET X CLEAR
* Deze parameters zijn alleen instelbaar wanneer het
onderdeel "MENU EXPAND" op "ON" is gezet.
47NL
De gemaakte instellingen
opslaan
•
•
•
•
EFFECT LEVEL intensiteit
FRONT REVERB nagalm voorkanalen
SCREEN DEPTH schermdiepte
VIR.SPEAKERS virtuele luidsprekers
— USER PRESET
U kunt de klankbeeld-instellingen zelf
bijregelen, om ze dan vast te leggen als "USER
PRESET" klankbeelden. Zo kunt u 3
zelfgemaakte klankbeelden opslaan, zodat u ze
daarna telkens gemakkelijk weer kunt
toepassen.
Gebruik van een zelfgemaakt
USER PRESET klankbeeld
1
2
Druk enkele malen op de USER
PRESET toets om in te stellen op het
gewenste USER PRESET klankbeeld.
Druk op de ENTER toets.
Opmerking
Opslaan van uw eigen USER
PRESET klankinstellingen
1
Maak de gewenste klankbeeldinstellingen e.d.
Welke instellingen u kunt opslaan, staat
vermeld onder zie "Instellingen geschikt
voor opslag in uw eigen USER PRESET
klankinstellingen".
2
3
4
5
6
Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "CUSTOMIZE".
Draai aan de MENU knop om in te
stellen op "USER PRESET MEM.?".
Draai aan de –/+ knop om het USER
PRESET klankbeeldnummer te kiezen.
Druk op de ENTER toets.
Om nog andere instellingen op te
slaan, herhaalt u de stappen van 1 t/m
5.
Instellingen geschikt voor opslag
in uw eigen USER PRESET
klankinstellingen
• Weergavebron gekozen met de INPUT
SELECTOR knop
• INPUT MODE weergavestand
• Gekozen klankbeeld
• MULTI CH IN meerkanaals-ingangsstand
• DIRECT weergavestand
• NIGHT MODE dynamiekcompressie
• C.WIDTH middenkanaalspreiding
• DIMENSION voor/achter dimensie
• PANORAMA MODE breed klankbeeld
48NL
Wanneer de DIGITAL ASSIGN instelling wordt
veranderd na het vastleggen van een USER PRESET
klankbeeld, of wanneer de opgeslagen INPUT MODE
ingangskeuzestand niet meer gebruikt kan worden, zal
er automatisch worden overgeschakeld naar een andere
instelling die wel beschikbaar is.
Bijvoorbeeld:
1) Gebruik de DIGITAL ASSIGN weergavebrontoewijzing om de "DVD OPT" ingang toe te wijzen
aan de "TAPE" weergavekeuzestand.
2) Stel de INPUT MODE ingangskeuzestand van
TAPE in op "AUTO 2CH" of "OPTICAL FIXED"
en leg dit vast in een USER PRESET klankbeeld.
3) Gebruik de DIGITAL ASSIGN weergavebrontoewijzing om de "DVD OPT" ingang toe te wijzen
aan de "DVD" weergavekeuzestand.
4) Kies het USER PRESET klankbeeld dat u hebt
opgeslagen in stap 2.
De INPUT MODE ingangskeuzestand van de
TAPE geluidsbron wordt automatisch ingesteld op
"ANALOG 2CH FIXED". U kunt nu de "AUTO
2CH” of "OPTICAL FIXED" niet meer kiezen.
Andere bedieningsfuncties
Zelfgekozen
geluidsbronnamen
U kunt een zelfgekozen naam van maximaal 8
letters invoeren voor elk van de geluidsbronnen
die u kiest met de INPUT SELECTOR
keuzeknop, om bij weergave die naam in het
uitleesvenster van de versterker te zien.
2
3
4
Draai aan de INPUT SELECTOR knop
om de geluidsbron te kiezen waarvoor
u een zelfgekozen naam wilt invoeren.
Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "CUSTOMIZE".
Draai aan de MENU knop om in te
stellen op "NAME IN?".
Druk op de ENTER toets of draai aan de
–/+ knop.
De cursor gaat knipperen en nu kunt u een
letterteken kiezen.
5
Andere bedieningsfuncties
1
Gebruik de MENU knop en de –/+ knop
voor het invoeren van de gewenste
naam.
Draai aan de –/+ knop om een letterteken te
kiezen en dan aan de MENU knop om de
cursor te verplaatsen naar de plaats voor de
volgende letter.
Tips
• Voor het kiezen van het soort letterteken draait
u aan de –/+ knop.
Alfabet (hoofdletters) t Cijfers t Symbolen
• Voor het invoeren van een spatie draait u aan de
–/+ knop totdat er een spatie in het
uitleesvenster verschijnt.
• Bij een vergissing in de letterkeuze draait u aan
de MENU knop totdat de onjuiste letter gaat
knipperen en dan draait u aan de –/+ knop om
het juiste letterteken te kiezen.
6
Druk op de ENTER toets.
Uw gekozen naam wordt nu in het
geheugen vastgelegd.
7
Om nog andere ingangsbronnen van
een naam te voorzien, herhaalt u de
stappen 1 t/m 6.
49NL
Automatisch uitschakelen
met de sluimerfunctie
U kunt de versterker automatisch laten
uitschakelen na een vooraf gekozen tijdsduur.
Druk enkele malen op de SLEEP toets
terwijl de stroom is ingeschakeld.
Bij elke druk op de SLEEP toets veranderen de
aanduidingen als volgt:
2:00:00 t 1:30:00 t 1:00:00 t 0:30:00 t
OFF
Nadat u de sluimertijd hebt ingesteld, blijft de
aanduiding "SLEEP" branden in het
uitleesvenster.
Tip
Om de resterende sluimertijd totdat de versterker
uitschakelt te controleren, drukt u op de SLEEP toets
terwijl het apparaat aan staat. Dan wordt de resterende
speelduur in het uitleesvenster getoond.
Keuze van het
luidsprekersysteem
Met deze versterker kunt u kiezen uit 3
verschillende luidsprekerconfiguraties (A, B, en
A+B). Er is voorzien in twee stel aansluitingen
voor akoestiekluidsprekers (A en B). De
SPEAKERS SURROUND A aansluitingen
dienen voor standaard toepassingen, tot in totaal
7.1 kanalen. Op de SPEAKERS SURROUND B
aansluitingen kunt u extra akoestiekluidsprekers
aansluiten voor gebruik in een apart 5.1-kanaals
luidsprekersysteem (geheel afzonderlijk van het
7.1-kanaals systeem), of als aanvullende
luidsprekers om zo uw 7.1-kanaals systeem uit
te breiden tot een 9.1-kanaals
luidsprekersysteem.
Gebruik van alleen de luidsprekers die
zijn aangesloten op de SPEAKERS
SURROUND A aansluitingen
Dit vormt uw standaard luidsprekersysteem
voor weergave van filmgeluid en Super Audio
CD's.
Gebruik van de luidsprekers die zijn
aangesloten op de SPEAKERS
SURROUND B aansluitingen
U kunt twee afzonderlijke akoestieksystemen
samenstellen, een 7.1-kanaals systeem voor
filmgeluid en een 5.1-kanaals systeem voor
Super Audio CD's. Hiervoor sluit u de
akoestiekluidsprekers voor de weergave van
filmgeluid aan op de SPEAKERS SURROUND
A aansluitingen en uw akoestiekluidsprekers
voor muziekweergave op de SPEAKERS
SURROUND B aansluitingen. Dit kan erg
handig zijn als u voornamelijk luistert naar
Super Audio CD's, maar soms ook wilt genieten
van een ruimtelijke akoestiek waarin speelfilms
optimaal tot hun recht komen.
50NL
Keuze van het
voorluidsprekersysteem
Stel de SPEAKERS FRONT schakelaar in op
het stel voorluidsprekers dat u wilt horen.
Stel in op Voor weergave via
De luidsprekers die zijn aangesloten op
de SPEAKERS FRONT A
aansluitbussen.
B
De luidsprekers die zijn aangesloten op
de SPEAKERS FRONT B
aansluitbussen.
A+B*
De luidsprekers die zijn aangesloten op
zowel de SPEAKERS FRONT A als de
SPEAKERS FRONT B aansluitbussen
(parallel doorverbonden).
OFF**
Geen van de luidsprekers.
(Alle geluidsweergave via de
SPEAKERS luidsprekeraansluingen en
de PREOUT voorversterkeruitgangen
wordt gedempt.)
* Wanneer de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
in de "8Ω" stand staat, mogen er alleen luidsprekers
worden aangesloten met een nominale impedantie
van 16 ohm of meer. Wanneer de IMPEDANCE
SELECTOR schakelaar in de "4Ω" stand staat,
mogen er alleen luidsprekers worden aangesloten
met een nominale impedantie van 8 ohm of meer.
** Als u de geluidsweergave via de SPEAKERS
luidsprekeraansluingen wilt uitschakelen, maar die
via de PREOUT voorversterkeruitgangen wel wilt
laten doorgaan, zet u de SPEAKERS FRONT
schakelaar op "A", "B" of "A+B" en dan stelt u het
onderdeel "OUTPUT" in het SPEAKER SET UP
menu in op "PREOUT ONLY" (pagina 44).
A+B*
De luidsprekers die zijn aangesloten op
zowel de SPEAKERS SURROUND A
als de SPEAKERS SURROUND B
aansluitbussen (9.1-kanaals weergave).
Wanneer deze stand is gekozen, gelden
de instellingen voor de
achterluidsprekers A, gemaakt met de
SPEAKER SET UP parameters, tevens
voor de achterluidsprekers B.
* Wanneer de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
in de "8Ω" stand staat, mogen er alleen luidsprekers
worden aangesloten met een nominale impedantie
van 16 ohm of meer. Wanneer de IMPEDANCE
SELECTOR schakelaar in de "4Ω" stand staat,
mogen er alleen luidsprekers worden aangesloten
met een nominale impedantie van 8 ohm of meer.
Opmerkingen
• De instellingen voor de achterluidsprekers
(pagina 20) zijn afzonderlijk te maken voor de
achterluidsprekers aangesloten op de SPEAKERS
SURROUND A resp. de SPEAKERS SURROUND
B aansluitingen.
• Alvorens u de achterluidsprekers gaat instellen, kiest
u eerst welk stel achterluidsprekers u wilt gebruiken.
Andere bedieningsfuncties
A
Stel in op Voor weergave via
Keuze van het
achterluidsprekersysteem
Stel de SPEAKERS SURROUND schakelaar in
op het stel achterluidsprekers dat u wilt horen.
Stel in op Voor weergave via
A
De luidsprekers die zijn aangesloten op
de SPEAKERS SURROUND A
aansluitbussen (7.1-kanaals weergave).
B
De luidsprekers die zijn aangesloten op
de SPEAKERS SURROUND B
aansluitbussen (5.1-kanaals weergave).
De middenachterluidsprekers geven
geen geluid.
wordt vervolgd
51NL
Opnemen
Alvorens u gaat opnemen, dient u eerst nog even
te controleren of alle aansluitingen in orde zijn.
Opnemen op een
audiocassette of minidisc
Via deze versterker kunt u geluidsbronnen
opnemen op cassette of op minidisc. Zie voor
nadere aanwijzingen tevens de
gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of
minidisc-recorder.
1
2
Stel in op de geluidsbron die u wilt
opnemen.
Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld de op te nemen compact
disc in de CD-speler.
3
4
Plaats een voor opnemen geschikte
cassette of minidisc in het opnameapparaat en stel zo nodig het
opnameniveau in.
Druk enkele malen op de REC OUT
SELECTOR +/– toetsen om in te stellen
op de ingangsbron (de af te spelen
geluidsbron).
De REC OUT SELECTOR +/– toetsen
dienen alleen voor analoge weergave. Een
digitaal uitgangssignaal is alleen
beschikbaar voor de gewone SOURCE
geluidsbron. Bovendien kunt u hierbij geen
"i.LINK" geluidsbron kiezen.
5
Start het opnemen op het opnameapparaat en start dan de weergave van
de geluidsbron.
• De geluidssignalen die binnenkomen via de MULTI
CHANNEL INPUT aansluitingen worden niet
doorgegeven via de TAPE OUT of MD/DAT OUT
aansluitingen, ook niet wanneer de MULTI CH IN
functie wordt gebruikt. Alleen de analoge
geluidssignalen van de huidige of eerder voor
weergave gekozen geluidsbron worden uitgestuurd.
• Wanneer de stand "OFF" is gekozen met de REC
OUT SELECTOR +/– toetsen, worden er geen
geluidssignalen doorgegeven via de TAPE OUT of
MD/DAT OUT uitgangsaansluitingen.
Opnemen op een
videocassette
Via deze versterker kunt u beelden opnemen
vanaf een videorecorder, een televisietoestel of
een laserdisc-speler. Ook bestaat de
mogelijkheid om tijdens het bewerken van
video-opnamen een nieuw geluidsspoor in te
voegen vanaf een geluidsbron naar keuze. Zie
voor nadere aanwijzingen tevens de
gebruiksaanwijzing van uw videorecorder.
1
2
52NL
Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Leg bijvoorbeeld de op te nemen laserdisc
in de laserdisc-speler.
3
4
5
Opmerkingen
• U kunt geen digitale geluidssignalen opnemen met
een opname-apparaat dat is aangesloten op de
analoge TAPE OUT of MD/DAT OUT
aansluitingen. Voor het opnemen van digitale
signalen zult u een digitaal opname-apparaat moeten
aansluiten op de MD/DAT OPTICAL OUT
aansluitingen.
• De instellingen die u voor weergave maakt zijn niet
van invloed op de signalen die worden doorgegeven
via de TAPE OUT of MD/DAT OUT aansluitingen.
Stel in op de beeld/geluidsbron die u
wilt opnemen.
Plaats een voor opnemen geschikte
videocassette in de videorecorder
(VIDEO 1, VIDEO 2 of VIDEO 3) die u
voor opnemen gebruikt.
Druk enkele malen op de REC OUT
SELECTOR +/– toetsen om in te stellen
op de ingangsbron (de af te spelen
geluidsbron).
Start het opnemen op de opnamevideorecorder en start dan de
weergave van de videocassette of de
laserdisc die u wilt opnemen.
Tip
U kunt het geluid van elke gewenste geluidsbron
opnemen op een videoband terwijl u een videocassette
of een laserdisc kopieert. Zoek het punt op waar u het
geluid van de geluidsbron wilt inlassen, stel in op de
geluidsbron en start de weergave. Het geluid van het
gekozen weergave-apparaat zal op het geluidsspoor
van de videoband worden opgenomen in plaats van het
oorspronkelijke geluidsspoor. Om terug te keren naar
het oorspronkelijke geluidsspoor voor de rest van de
video-opnamen, stelt u op dezelfde wijze weer in op de
video-geluidsbron.
Opmerkingen
Het CONTROL A1II bedieningssysteem werd
ontwikkeld om de bediening van een stereoinstallatie bestaande uit afzonderlijke Sony
componenten te vereenvoudigen. De
CONTROL A1II aansluitingen zijn in staat tot
het doorgeven van bedieningssignalen voor
diverse automatische functies die gewoonlijk
alleen beschikbaar zijn in volledig geïntegreerde
systemen.
Op dit moment bieden de CONTROL A1II
aansluitingen tussen een Sony CD-speler,
versterker (of tuner/versterker), minidiscrecorder en cassettedeck de mogelijkheid van
automatische geluidsbronkeuze.
Opmerking
Gebruik geen tweeweg-afstandsbediening wanneer de
CONTROL A1II aansluitingen via een PC-interface
aansluitset zijn verbonden met een personal computer
waarop het "MD Editor" programma of een soortgelijk
toepassingsprogramma draait. Gebruik ook de
aangesloten apparatuur niet op een manier die niet
overeenkomt met de functies van het
toepassingsprogramma, want dan kan het programma
niet naar behoren werken.
Andere bedieningsfuncties
• De analoge geluidssignalen van de gekozen
geluidsbron worden uitgestuurd via de VIDEO 1
OUT, VIDEO 2 OUT of VIDEO 3 OUT
aansluitingen.
• U kunt geen digitale geluidssignalen opnemen met
een opname-apparaat dat is aangesloten op de
analoge VIDEO 1 OUT, VIDEO 2 OUT of VIDEO
3 OUT aansluitingen. Voor het opnemen van digitale
signalen zult u een digitaal opname-apparaat moeten
aansluiten op de VIDEO 1 OPTICAL OUT
aansluitingen. Houd er rekening mee dat er alleen
digitale ingangssignalen kunnen worden
doorgegeven via de VIDEO 1 OPTICAL OUT
uitgangsaansluiting.
• Zorg dat er zowel digitale als analoge aansluitingen
zijn gemaakt op de TV/SAT en DVD ingangen. Het
is niet mogelijk analoge opnamen te maken als er
alleen digitale aansluitingen zijn gemaakt.
• Bepaalde geluidsbronnen kunnen zijn voorzien van
een kopieerbeveiliging die het opnemen blokkeert.
Een dergelijke geluidsbron zult u niet kunnen
opnemen.
• De geluidssignalen die binnenkomen via de MULTI
CHANNEL IN aansluitingen worden niet
doorgegeven via de VIDEO 1 OUT, VIDEO 2 OUT
of VIDEO 3 OUT aansluitingen, ook niet wanneer
de MULTI CH IN functie wordt gebruikt. Alleen de
analoge geluidssignalen van de huidige of eerder
voor weergave gekozen geluidsbron worden
uitgestuurd.
CONTROL A1II
Bedieningssysteem
CONTROL A1II en CONTROL A1
compatibiliteit
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is uitgebracht
in een vernieuwde versie, CONTROL A1II genaamd,
hetgeen het standaard bedieningssysteem is voor de
Sony 300-disc CD-wisselaar en andere recente Sony
apparatuur. Componenten met CONTROL A1
bedieningsaansluitingen en die met CONTROL A1II
aansluitingen zijn onderling te verbinden en samen te
gebruiken. In principe zijn de meeste functies van het
CONTROL A1 bedieningssysteem ook beschikbaar in
het nieuwe CONTROL A1II bedieningssysteem.
Bij een onderlinge verbinding tussen componenten met
CONTROL A1 aansluitingen en die met CONTROL
A1II aansluitingen kan het aantal beschikbare
bedieningsfuncties echter beperkt zijn, afhankelijk van
de aangesloten apparatuur. Nadere bijzonderheden
vindt u in de gebruiksaanwijzing(en) van de aan sluiten
apparatuur.
wordt vervolgd
53NL
Als u beschikt over een Sony CD-wisselaar
met een COMMAND MODE
keuzeschakelaar
Als de COMMAND MODE schakelaar van uw
CD-wisselaar kan worden ingesteld op CD 1,
CD 2 of CD 3, zet u deze dan in de "CD 1" stand
en sluit de CD-wisselaar aan op de CD ingangen
van de versterker (of tuner/versterker).
Als u echter een Sony CD-wisselaar met VIDEO
OUT aansluitingen heeft, dan u zet de
COMMAND MODE schakelaar in de "CD 2"
stand en sluit u de CD-wisselaar aan op de
VIDEO 2 ingangen van de versterker (of tuner/
versterker).
Aansluitingen
U kunt maximaal 10 voor het CONTROL A1II
systeem geschikte componenten onderling
doorverbinden, in elke gewenste volgorde. Van
elk type apparaat kunt u er echter slechts één
tegelijk aansluiten (dus slechts 1 CD-speler, 1
minidisc-recorder, 1 cassettedeck en 1
versterker).
(Afhankelijk van het model kan het wel eens
mogelijk zijn meer dan één compact disc speler
of minidisc-speler aan te sluiten. Zie voor nadere
bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de
betreffende componenten.)
Bijvoorbeeld
Versterker CDMinidisc- Cassette- Andere
(Tuner/
speler recorder deck
componenten
versterker)
Bij het CONTROL A1II bedieningssysteem
verlopen de bedieningssignalen beide kanten op,
dus er is geen verschil tussen IN en OUT
aansluitingen. Als een component meer dan een
CONTROL A1II aansluiting heeft, kunt u naar
keuze één hiervan gebruiken, of op elk ervan een
verschillende geluidscomponent aansluiten.
Bij sommige voor het CONTROL A1 systeem
geschikte componenten wordt een aansluitsnoer
vast bijgeleverd. Dan kunt u voor het aansluiten
gebruik maken van dat aansluitsnoer.
Heeft u zo'n snoer niet, gebruik dan een los in de
audiohandel verkrijgbaar ministekker-snoer van
minder dan 2 meter lengte met 2-polige (mono)
ministekkers, zonder weerstand.
54NL
Basis-bedieningsfuncties
De ingangskeuzeschakelaar van de versterker
schakelt automatisch over naar de juiste
ingangsbron wanneer u de weergavetoets op een
van de aangesloten componenten indrukt
(automatische geluidsbron-keuze).
De CONTROL A1II bedieningsfuncties zullen
werken zolang de te bedienen apparatuur is
ingeschakeld, ook al staan de andere
aangesloten componenten alle uitgeschakeld.
Opmerking
Tijdens het opnemen kunt u beter niet het afspelen
starten van een andere component dan de opnamebron.
Hierdoor zou namelijk de automatische geluidsbronkeuze overschakelen op de andere component.
i.LINK aansluiting
LINC vindt de volgende communicatie plaats
tussen de twee betrokken i.LINK componenten.
Bijvoorbeeld:
Deze versterker legt een LINC met de
SCD-XA9000ES. Stel in op i.LINK met de INPUT
SELECTOR keuzeschakelaar van dit apparaat en zet
de speler in de i.LINK weergavestand.
1Deze versterker stuurt een verzoek en de gegevens
voor een pad aan de SCD-XA9000ES, zodat die het
geluidssignaal via dat pad kan verzenden.
TA-DA9000ES
SCD-XA9000ES
2
<
Opmerkingen
• Als er een metalen voorwerp in de i.LINK
aansluitbus terechtkomt, kan dit kortsluiting
veroorzaken waardoor de apparatuur defect kan
raken.
• Steek alle stekkers stevig in de aansluitbussen, om
storing in de werking te vermijden.
• Nadere informatie over de geschikte signalen vindt u
op pagina 60. Deze versterker is niet geschikt voor
speciale videosignalen als DV, MICROMV, of
MPEG-TS. Sommige i.LINK apparaten zijn
voorzien van een kopieerbeveiligingssysteem of
werken met encryptie voor versleutelde signalen.
Deze versterker werkt met het
kopieerbeveiligingssysteem van DTLA (Rivisie 1.2).
• De klankbeelden en de LIP SYNC synchronisatie
(pagina 41) zullen niet werken wanneer er DSD
signalen bij de versterker binnenkomen.
1
,
2De SCD-XA9000ES beantwoordt het verzoek van
de component om een LINC te leggen en een pad te
banen.
De digitale overdracht van geluidssignalen is pas
mogelijk nadat de bovenstaande uitwisseling heeft
plaatsgevonden en de LINC communicatie is geopend.
Opmerkingen
De LINC communicatie zal worden onderbroken in de
volgende gevallen.
– Als de i.LINK kabel losraakt of tussendoor opnieuw
wordt aangesloten.
– Als er wordt overgeschakeld naar een andere
ingangsbron.
Andere bedieningsfuncties
Als u beschikt over de i.LINK component
SCD-XA9000ES, kunt u die aansluiten op deze
versterker met een i.LINK kabel (bijgeleverd bij
de SCD-XA9000ES).
Deze versterker is alleen geschikt voor een
directe i.LINK verbinding met de
SCD-XA9000ES. Als u i.LINK verbindingen
maakt met de SCD-XA9000ES via andere
apparatuur, dan zijn de i.LINK verbindingen
met die andere apparatuur niet zonder meer
gegarandeerd.
Verbinding leggen met een LINC
Voordat er een geluidssignaal kan worden
verzonden tussen twee i.LINK componenten,
moeten ze eerst een LINC (Logical INterface
Connection) met elkaar leggen, d.w.z. een weg
banen waarlangs de ene component het
geluidssignaal kan verzenden en de andere
component het kan ontvangen. De LINC leggen
is dit logische pad banen voor de overdracht van
digitale geluidssignalen tussen de twee
componenten. Elk logisch pad heeft zijn eigen
identificatienummer. Aangezien de component
die het geluidssignaal verzendt eerst het juiste
pad ervoor moet kennen en de ontvangende
component eveneens, zullen de beide
componenten samen een pad moeten
overeenkomen. Tijdens het leggen van een
55NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat
terechtkomen, trekt u dan de stekker van de versterker
uit het stopcontact en laat het apparaat eerst nakijken
door bevoegd vakpersoneel, alvorens het weer in
gebruik te nemen.
Stroomvoorziening
• Controleer, alvorens de versterker in gebruik te
nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De
bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje op
het achterpaneel van de versterker.
• Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact
zit, blijft er spanning op het apparaat staan, ook al is
de versterker zelf uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt
de versterker geruime tijd niet te gebruiken. Pak de
stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken;
trek nooit aan het snoer.
• (Alleen voor de modellen met landcode U of CA)
Een van de stekkerpoten van het netsnoer kan dikker
zijn dan de andere, om te zorgen dat de stekker
slechts op één manier in het stopcontact past. Mocht
de stekker echter niet in het stopcontact passen,
raadpleeg dan uw audio-handelaar.
• Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
Hitte in het inwendige
Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan
worden, wijst dat niet op storing in de werking. Vooral
bij afspelen op hoog volume kunnen de boven-, onderen zijpanelen na verloop van tijd heet worden. Pas
hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan.
Opstelling
• Zet de versterker op een goed geventileerde plaats,
met voldoende luchtdoorstroming om de inwendige
onderdelen te koelen, in het belang van een
langdurige betrouwbare werking.
• Plaats de versterker niet dichtbij een warmtebron of
in direct zonlicht. Vermijd plaatsen met veel stof,
vocht en mechanische trillingen of schokken.
• Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatieopeningen zou kunnen blokkeren, in het belang van
een storingsvrije werking.
56NL
• Plaats de versterker niet te dicht bij een TV-toestel,
videorecorder of cassettedeck. (Als u de versterker
gebruikt in combinatie met een TV-toestel,
videorecorder of cassettedeck dat te dichtbij staat,
kan er storing klinken en kan de beeldkwaliteit
minder worden. Dat kan vooral gebeuren als u
gebruik maakt van een kamerantenne. Daarom
willen we u aanraden zo mogelijk een buitenantenne
aan te sluiten.)
Aansluiten
Voor het maken van enige aansluiting, schakelt u eerst
de versterker uit en trekt u de stekker uit het
stopcontact.
Schoonmaken
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningsorganen met een zachte doek, licht
bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik
geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen
oplosmiddelen zoals wasbenzine of spiritus.
Mocht u verder nog vragen of problemen met de
bediening van de versterker hebben, aarzel dan niet
contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Verhelpen van storingen
Als bij het gebruik van de versterker een van de
volgende problemen zich voordoet, neemt u dan
de controlepunten even door om het probleem te
verhelpen. Mocht de storing niet zo gemakkelijk
te verhelpen zijn, raadpleeg dan a.u.b. de
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Een bepaalde geluidsbron is niet te horen.
• Controleer of de geluidsbron juist is aangesloten
op de audio-ingangen voor het betreffende
apparaat.
• Controleer of alle stekkers van de aansluitsnoeren
stevig in de stekkerbussen zitten, zowel bij de
versterker als bij het geluidsbron-apparaat zelf.
Er komt geen geluid uit een van de
voorluidsprekers.
• Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES
stekkerbus om te controleren of de hoofdtelefoon
wel goed geluid geeft. Als ook bij de aangesloten
hoofdtelefoon slechts via één kanaal geluid te
horen is, kan er iets mis zijn met de aansluitingen
van het weergave-apparaat op de versterker.
Controleer dan of alle stekkers van het
aansluitsnoer aan beide uiteinden, op de
versterker en de geluidsbron zelf, stevig in de
stekkerbussen zijn gestoken. Als bij de
aangesloten hoofdtelefoon wel via beide kanalen
geluid te horen is, kan er iets mis zijn met de
aansluitingen van een voorluidspreker op de
versterker. Controleer dan de aansluitingen van de
luidspreker die geen geluid geeft.
• Controleer of u geen mono geluidsbron hebt
aangesloten op alleen de linker of rechter L of R
Er klinkt niet of nauwelijks geluid.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Controleer of er wel is ingesteld op de juiste
geluidsbron met de INPUT SELECTOR knop.
• Controleer of de SPEAKERS schakelaar niet op
"OFF" staat (pagina 50).
• Controleer of er geen hoofdtelefoon is
aangesloten.
• Druk op de MUTING toets van de
afstandsbediening om de geluiddemping
ongedaan te maken.
• Als u alleen heel zacht geluid hoort, controleert u
dan of de NIGHT MODE compressie is
ingeschakeld (pagina 32).
• De automatische beveiliging van de versterker is
in werking getreden. Schakel de versterker uit,
verhelp de kortsluiting en schakel het apparaat
weer in.
Aanvullende informatie
Er wordt geen geluid weergegeven, van geen
enkele geluidsbron.
• Controleer of de versterker en de andere apparaten
allemaal zijn ingeschakeld.
• Controleer of de MASTER VOLUME knop niet
in de –∞ dB stand staat.
• Controleer of de SPEAKERS schakelaar niet op
"OFF" staat (pagina 50).
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Druk op de MUTING toets van de
afstandsbediening om de geluiddemping
ongedaan te maken.
• Controleer of het onderdeel "OUTPUT" in het
SURR SET UP akoestiek-instelmenu
akoestiekmenu niet op "ALL ON" is ingesteld.
ingang. Gebruik een mono-stereo verloopsnoer
(niet bijgeleverd) en sluit dit aan op zowel de L als
de R ingangsaansluiting. Overigens zal een
middenluidspreker geen geluid geven wanneer er
een bepaald klankbeeld (PRO LOGIC e.d.) is
gekozen. En als er voor de middenluidspreker de
stand "NO" is gekozen, zullen alleen de linker en
rechter voorluidsprekers geluid geven.
Er wordt geen geluid weergegeven van
analoge 2-kanaals geluidsbronnen.
• Controleer of de DIGITAL ASSIGN toewijzing
niet is gebruikt om een digitale geluidsbron toe te
wijzen aan deze ingangskeuzestand (pagina 35).
• Controleer of de INPUT MODE schakelaar niet
op "COAXIAL FIXED" of "OPTICAL FIXED"
staat voor de gekozen geluidsbron (pagina 36).
• Controleer of de MULTI CH IN
meerkanaalsfunctie wel is ingeschakeld.
Er klinkt geen geluid bij afspelen van digitale
geluidsbronnen (via de COAXIAL of OPTICAL
ingangsaansluiting).
• Controleer of de DIGITAL ASSIGN toewijzing
niet is gebruikt om de digitale geluidsbron van de
gekozen ingangskeuzestand over te hevelen naar
een andere ingangskeuzestand (pagina 35).
• Controleer of de INPUT MODE schakelaar niet
op "ANALOG 2CH FIXED" staat (pagina 36).
Controleer of de INPUT MODE ingangskeuze
niet staat ingesteld op "COAXIAL FIXED" voor
een geluidsbron die is aangesloten op de
OPTICAL ingangsaansluiting, of op "OPTICAL
FIXED" voor een geluidsbron die is aangesloten
op de COAXIAL ingangsaansluiting.
wordt vervolgd
57NL
• Controleer of de MULTI CH IN
meerkanaalsfunctie wel is ingeschakeld.
Er klinkt geen geluid wanneer de i.LINK
ingangsstand is gekozen.
• Controleer of het betrokken i.LINK apparaat naar
behoren is aangesloten.
• Controleer of de SCD-XA9000ES wel staat
ingesteld op het doorgeven van signalen via de
i.LINK aansluiting.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Stel de weergave evenwichtig in met de
parameters van het LEVEL menu.
Er klinkt een storende bromtoon of andere
bijgeluiden.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en ten minste 3 meter
van een TV-toestel of tl-verlichting.
• Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de
buurt van een ingeschakeld TV-toestel.
• Zorg dat er geen apparatuur als een videorecorder
of een cassettedeck bovenop de versterker staat.
• Sluit een aardingsdraad aan op de U SIGNAL
GND platenspeler-aardaansluiting (maar alleen
als er inderdaad een platenspeler is aangesloten).
• Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil.
Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus of
zuivere alcohol.
De middenluidspreker geeft geen geluid.
• Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de A.F.D., MOVIE of MUSIC toets).
• Kies een van de CINEMA STUDIO EX
klankbeelden (pagina 31).
• Stel de geluidssterkte van de luidspreker(s) wat
hoger in (pagina 37).
• Zorg dat de parameter voor het
middenluidsprekerformaat staat ingesteld op
"SMALL" of "LARGE" (pagina 20).
De achterluidsprekers/
middenachterluidsprekers geven niet of
nauwelijks geluid.
• Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de A.F.D., MOVIE of MUSIC toets).
• Kies een van de CINEMA STUDIO EX
klankbeelden (pagina 37).
• Stel de geluidssterkte van de luidspreker(s) wat
hoger in (pagina 23).
58NL
• Zorg dat de parameter voor het
luidsprekerformaat staat ingesteld op "SMALL"
of "LARGE" (pagina 20).
De middenachterluidspreker(s) geeft/geven
geen geluid.
• Sommige discs bevatten niet het vereiste Dolby
Digital EX vlagsignaal, ook al staat op de
verpakking wel een Dolby Digital EX beeldmerk.
In dat geval zal de stand "MATRIX" het best
voldoen (pagina 34).
De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid.
• Als er voor alle luidsprekers de stand "LARGE" is
gekozen en bovendien het "Neo:6 Cinema" of
"Neo:6 Music" klankbeeld is gekozen, zal de
lagetonenluidspreker geen geluid geven.
Het akoestiekeffect werkt niet.
• Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de A.F.D., MOVIE of MUSIC toets).
• De klankbeeldfuncties werken niet voor signalen
met een bemonsteringsfrequentie van meer dan
48 kHz.
Er wordt geen Dolby Digital of DTS
meerkanaals-geluid weergegeven.
• Controleer of de afgespeelde DVD disc e.d. wel is
voorzien van Dolby Digital of DTS meerkanaalsgeluid.
• Bij aansluiten van een DVD videospeler e.d. op de
digitale ingangsaansluitingen van deze versterker
dient u ook te zorgen dat de audio-instellingen
(voor de geluidsweergave) van het aangesloten
apparaat goed zijn ingesteld.
Het opnemen lukt niet.
• Controleer of de betrokken apparaten naar
behoren zijn aangesloten.
• Kies de op te nemen geluidsbron met de REC
OUT SELECTOR +/– keuzetoetsen.
Op het TV-scherm of de videomonitor is geen
beeld of slechts een onduidelijk beeld
zichtbaar.
• Stel de versterker op de juiste beeld/geluidsbron
in.
• Stel het TV-toestel in op de gewenste
beeldweergave.
• Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de
buurt van een ingeschakeld TV-toestel.
• Sluit uw TV-toestel op de tuner/versterker aan
met hetzelfde type aansluitsnoer als toegepast is
voor het aansluiten van de tuner/versterker en de
videobron-apparatuur (pagina 7 en 10).
Afstandsbediening
Foutmeldingen
Als er een storing optreedt, toont het
uitleesvenster een code van twee cijfers en een
mededeling. Aan de mededeling kunt u de
toestand van het systeem aflezen. Lees de
onderstaande beschrijvingen om het probleem
op te lossen. Mocht de storing niet zo
gemakkelijk te verhelpen zijn, raadpleeg dan
a.u.b. de dichtstbijzijnde Sony handelaar.
PROTECTOR/CHECK CODE 21
Schakel de versterker uit en raadpleeg uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
PROHIBITED/CHECK CODE 71
De weergave van het geluid wordt geblokkeerd door
een auteursrechtbeveiliging.
UNKNOWN SIGNAL/CHECK CODE 72
De versterker is niet in staat het formaat van het
ingangssignaal te ontcijferen.
Pagina's met aanwijzingen voor
het wissen van het geheugen van
de versterker
Voor wissen van
Leest u
Alle geheugen-instellingen
pagina 18
De zelf aangepaste klankbeelden
pagina 38
Aanvullende informatie
De afstandsbediening werkt niet.
• Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor voorop de versterker.
• Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de versterker.
• Als de batterijen in de afstandsbediening leeg
kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe.
• Zorg dat de bedieningsstand van de versterker
overeenkomt met de bedieningsstand van de
afstandsbediening. Als de bedieningsstand van de
versterker niet overeenkomt met die van de
afstandsbediening, zal de versterker niet reageren
op de afstandsbediening.
Om de bedieningsstand van de afstandsbediening
om te schakelen, drukt u op de ?/1 toets terwijl u
de INPUT MODE toets ingedrukt houdt. Telkens
wanneer u op de ?/1 toets drukt, wordt de
bedieningsstand omgeschakeld tussen "C.MODE.
AV2" en "C.MODE. AV1". (De oorspronkelijke
instelling is "C.MODE. AV2".)
• Let op dat u op de afstandsbediening de juiste
beeld/geluidsbron hebt gekozen.
PROTECTOR/CHECK CODE 13
Het voedingsgedeelte is oververhit geraakt.
Controleer of de ventilatiesleuven niet zijn
afgedekt. Schakel de versterker uit, laat het apparaat
een tijdje afkoelen en schakel het dan weer in.
DECODE ERROR/CHECK CODE 01
Deze foutmelding verschijnt als de versterker een
signaal niet kan decoderen (bijvoorbeeld een DTSCD signaal) terwijl het onderdeel "DEC.
PRIORITY" in het CUSTOMIZE menu is ingesteld
op "PCM". Schakel dan over naar "AUTO".
PROTECTOR/CHECK CODE 11
De luidsprekers krijgen een onregelmatige stroom
door. Schakel de versterker uit, maak de
luidsprekeraansluitingen in orde en schakel het
apparaat weer in.
PROTECTOR/CHECK CODE 12
Het versterkergedeelte is oververhit geraakt.
Controleer of de ventilatiesleuven niet zijn
afgedekt. Schakel de versterker uit, laat het apparaat
een tijdje afkoelen en schakel het dan weer in.
59NL
2) Gemeten onder de volgende omstandigheden:
Technische gegevens
Landcode
Stroomvereiste
CEL
230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Versterker-gedeelte
UITGANGSVERMOGEN
Nominaal uitgangsvermogen bij stereo weergave1)
(8 ohm, 20 Hz – 20 kHz, THV 0,15%)
200 W + 200 W
(4 ohm, 20 Hz – 20 kHz, THV 0,15%)
220 W + 220 W
Referentie-uitgangsvermogen
(8 ohm, 1 kHz, THV 0,09%)
FRONT2):
200 W + 200 W
CENTER2): 200 W
SURR2):
200 W + 200 W
SURR BACK2):
200 W + 200 W
(4 ohm, 1 kHz, THV 0,09%)
FRONT2):
220 W + 220 W
CENTER2): 220 W
SURR2):
220 W + 220 W
SURR BACK2):
220 W + 220 W
Nominaal maximaal beschikbaar uitgangsvermogen
bij stereo weergave1)
(aan 8 ohm, JEITA norm)
260 W + 260 W
(aan 4 ohm, JEITA norm)
320 W + 320 W
Nominaal maximaal beschikbaar uitgangsvermogen
bij Surround Sound weergave
(aan 8 ohm, JEITA norm)
FRONT2):
260 W + 260 W
CENTER2): 260 W
SURR2):
260 W + 260 W
SURR BACK2):
260 W + 260 W
(aan 4 ohm, JEITA norm)
FRONT2):
320 W + 320 W
CENTER2): 320 W
SURR2):
320 W + 320 W
SURR BACK2):
320 W + 320 W
TW
110 V wisselstroom, 60 Hz
KR
230 V wisselstroom, 60 Hz
Frequentiebereik
PHONO
RIAA aanpassingscurve
±0,5 dB
Eindversterkertrap
10 Hz – 50 kHz
± 3 dB (8 ohm)
Ingangen (Analoog)
PHONO
Gevoeligheid: 3,5 mV
Impedantie: 50 kOhm
Signaal/ruis3): 90 dB
(A, 40 mV4))
CD/SACD, TAPE,
MD/DAT, DVD, LD,
TV/SAT, VIDEO 1, 2,
3, 4, 5
Gevoeligheid: 170 mV
Impedantie: 50 kOhm
Signaal/ruis3): 100 dB
(A, 2 V4))
3) Ingang kortgesloten en vast ingesteld op VOL
MAX.
4) Gewogen netwerk + 20 kHz LPF, ingangsniveau.
Ingangen (Digitaal)
CD/SACD, DVD, LD, Impedantie: 75 ohm
VIDEO 1, TV/SAT
Signaal/ruis: 100 dB
(Coaxial)
(A netwerk, 20 kHz
laagdoorlaatfilter)
CD/SACD, DVD, LD, Signaal/ruis: 100 dB
TV/SAT, MD/DAT,
(A netwerk, 20 kHz
VIDEO1, 3 (Optisch) laagdoorlaatfilter)
Uitgangen
TAPE, MD/DAT
Spanning: 170 mV
(REC OUT), VIDEO Impedantie: 2,2 kOhm
1, 2, 3 (AUDIO OUT)
FRONT L/R,
CENTER,
SURROUND L/R,
SURROUND BACK
L/R, SUB WOOFER
Spanning: 2 V
Impedantie: 220 ohm
EQUALIZER
1) Afhankelijk van de klankbeeld-instellingen en de
geluidsbron kan er soms geen geluid worden
weergegeven.
60NL
Versterking
±10 dB, in stapjes van 1 dB
Video-gedeelte
Bijgeleverd toebehoren
Ingangen/uitgangen
Video:
S-video:
Netsnoer (1)
Snelstartgids (1)
Afstandsbediening RM-LJ312 (1)
Gebruiksaanwijzing voor de RM-LJ312 (1)
R6 (AA-formaat) batterijen (3)
1 Vt-t, 75 ohm
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
COMPONENT VIDEO:Y: 1 Vt-t, 75 ohm
PB/CB/B-Y: 0,7 Vt-t, 75 ohm
PR/CR/R-Y: 0,7 Vt-t, 75 ohm
80 MHz HD doorlaat
Zie voor nadere bijzonderheden over de landcode
van uw uitvoering zie pagina 2.
i.LINK gedeelte
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
Aanvullende informatie
Aansluitcontacten
4-polig
Communicatiesnelheid
S200 (maximale snelheid
voor gegevensoverdracht
200 Mb/sec)
Communicatieprotocol
A/M transmissieprotocol
Geschikte formaten (ingangssignaal)
Super Audio CD*
(DSD PLAIN)
2-kanaals lineaire PCM
(IEC-60958-3)
Bemonsteringsfrequentie:
44,1 kHz
* Deze versterker werkt met het
kopieerbeveiligingssysteem van DTLA (Revisie
1.2).
Algemeen
Stroomvoorziening
Landcode
Stroomvereiste
CEL
230 V wisselstroom,
50/60 Hz
TW
110 V wisselstroom, 60 Hz
KR
220 V wisselstroom, 60 Hz
Stroomverbruik
600 W
Stroomverbruik (in de ruststand)
1W
Netstroomuitgangen
Landcode
Netstroomuitgangen
CEL
1 uitschakelbaar, maximaal
100 W
KR, TW
– (geen netstroomuitgang)
Afmetingen
430 × 238 × 480 mm
incl. uitstekende onderdelen
en knoppen
28,5 kg
Gewicht (ca.)
61NL
Bedieningsorganen en verwijzingspagina's
Gebruik van deze pagina
Via deze pagina en de afbeelding kunt u de diverse
knoppen en andere onderdelen vinden die in de
tekst vermeld staan.
Nummer in afbeelding
r
DISPLAY wd (25)
R
R
Naam van knop/onderdeel Verwijzingspagina
Hoofdapparaat
ALFABETISCHE
VOLGORDE
A.F.D. 7 (29, 30, 32)
BASS ej (39)
DECODE PRIORITY wf (42)
Digital Cinema Sound aanduiding
5
DIMMER qh
DIRECT wg (33)
DIRECT aanduiding 2
DISPLAY wd (25)
ENTER wa (35, 49)
Infrarood-ontvanger qg
Ingangsaanduidingen qf
INPUT MODE qs (36)
INPUT SELECTOR qa (24, 36,
49)
MAIN MENU ed (19, 25, 35, 37,
39, 48, 49)
MASTER VOLUME q; (24)
MENU ea (19, 25, 35, 37, 39, 48,
49)
MOVIE 8 (31)
MULTI CH IN 1/2 wh (25)
MULTI CHANNEL DECODING
aanduiding qd
MUSIC 9 (32, 38)
NIGHT MODE qk
ON SCREEN ql
PHONES
hoofdtelefoonaansluiting eh
REC OUT SELECTOR +/– wk
SB DEC aanduiding 4
SLEEP qj
SPEAKERS FRONT schakelaar
ef (51)
SPEAKERS SURROUND
schakelaar es (51)
SURR BACK DECODING wj
(33)
62NL
TEST TONE w;
TREBLE eg (39)
Uitleesvenster 3 (25)
USER PRESET ws (48)
VIDEO 5 INPUT aansluitingen
wl (12)
KNOPPEN MET CIJFERS EN
SYMBOLEN
2CH 6 (29)
?/1 (aan/uit-schakelaar) 1
–/+ e; (19, 35, 37, 39, 48, 49)
Index
B
L
Bandopnamen. Zie Opnemen
Bijgeleverd toebehoren 61
Bijregelen
CUSTOMIZE
bijregelparameters 40
EQUALIZER
toonregelparameter 39
LEVEL niveau-parameter
37, 45, 47
luidsprekerniveau 23
SPEAKER SET UP
luidsprekerinstelparameters 19, 43
SURR SET UP klankbeeldinstelparameters 37
LEVEL niveau-instelmenu 45,
47
Luidsprekers
aansluiten 13
impedantie 13, 15
luidsprekerniveaus
bijregelen 23
opstelling 13
C
CONTROL A1 II 53
CUSTOMIZE bijregelmenu 40
D
Digital Cinema Sound 31
E
Effectniveau 37
EQUALIZER menu 39
H
Het geheugen van de versterker
wissen 18
N
Naamgeving 49
O
Omschakelen
aanduidingen 25
effectniveau 37
Opnemen
op een audiocassette of
minidisc 52
op een videocassette 52
S
Scheidingsfilterfrequentie 44
Sluimerfunctie 50
SPEAKER SET UP luidsprekerinstelmenu 19, 43
SURR SET UP klankbeeldinstelmenu 37, 45
T
Testtoon 23
K
Keuze
beeld/geluidsbron 24
voorluidsprekersysteem 50
Keuze van een
klankbeeld 31–32
Klankbeeld
kiezen 31–32
terugstellen 38
voorgeprogrammeerd 31–
32
zelf aanpassen 37
64NL
V
Video-opname. Zie Opnemen
Z
Zelfgekozen namen. Zie
Naamgeving
Zendernamen. Zie Naamgeving