Sony TA-DA9000ES de handleiding

Categorie
Lcd-tv's
Type
de handleiding
2
NL
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u
de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken
met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit
een brandende kaars bovenop het apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u geen met vloeistof gevulde
voorwerpen zoals vazen op het apparaat zetten.
Installeer het systeem zodat de stekker bij problemen
onmiddellijk uit het stopcontact kan worden
getrokken.
Gooi de batterij niet weg maar lever
deze in als klein chemisch afval
(KCA).
Betreffende deze
gebruiksaanwijzing
De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor het
model TA-DA9000ES. Controleer uw
modelnummer, dat rechtsonder op het voorpaneel
staat vermeld. De afbeeldingen in deze
gebruiksaanwijzing tonen het model TA-DA9000ES
(met landcode CEL), behalve waar anders vermeld
staat. Verschillen in bediening tussen de modellen
worden in de tekst duidelijk aangegeven, als
bijvoorbeeld "Alleen voor het model met landcode
CEL".
De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de
bediening met de toetsen op de versterker zelf. U
kunt echter ook de toetsen van de bijgeleverde
afstandsbediening gebruiken, met dezelfde of
soortgelijke namen als die op de versterker. Nadere
bijzonderheden over het gebruik van uw
afstandsbediening vindt u in de afzonderlijke
gebruiksaanwijzing die bij de afstandsbediening is
geleverd.
Deze versterker is voorzien van Dolby* Digital en Pro
Logic Surround akoestiek en het DTS** Digital
Surround akoestieksysteem.
* Vervaardigd in van Dolby Laboratories.
"Dolby", "Pro Logic" en het dubbele D-symbool
zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
** De termen "DTS", "DTS-ES Extended Surround"
en "Neo:6" zijn handelsmerken van Digital Theater
Systems, Inc.
WAARSCHUWING
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals
een boekenrek of ingebouwde kast.
Omtrent de landcodes
Over welke uitvoering van de versterker u beschikt,
is afleesbaar aan de landcode die staat vermeld
bovenaan het achterpaneel (zoals in de
onderstaande afbeelding).
Verschillen in bediening die samenhangen met de
landcode staan in de tekst duidelijk aangegeven,
zoals bijvoorbeeld "Alleen voor de modellen met
landcode AA".
4-XXX-XXX-XX AA
A
B
B
A
RL
R
L
SURROUND BACK
SURROUND
FRONT
IMPEDANCE USE 4-16
A+B USE 8-16
CENTER
AC OUTLET
A
B
B
A
R
L
SPEAKERS
AC IN
Landcode
3
NL
Voorbereidingen
1: Keuze van de juiste aansluitingen voor
uw apparatuur...................................4
1a: Aansluiten van apparatuur met
digitale audio-uitgangen.............6
1b: Aansluiten van apparatuur met
meerkanaals-
uitgangsaansluitingen.................9
1c: Aansluiten van apparatuur met
alleen analoge audio-
uitgangen..................................11
2: Luidsprekers aansluiten ....................13
3: Het netsnoer aansluiten.....................18
4: De luidsprekers instellen...................19
5: De luidsprekerniveaus en de balans
bijregelen ........................................23
— TEST TONE
Versterkerfuncties
Keuze van een beeld/geluidsbron .........24
Luisteren naar meerkanaals-geluid .......25
— MULTI CH IN
Aanduidingen omschakelen..................25
Betekenis van de aanduidingen in het
uitleesvenster..................................27
Genieten van Surround Sound
akoestiek
Bij gebruik van alleen de
voorluidsprekers .............................29
Genieten van de beste
akoestiekweergave..........................29
— AUTO FORMAT DIRECT
Keuze van een klankbeeld ....................31
Keuze van de middenachter-
decodeerfunctie...............................33
— SURR BACK DECODING
Geavanceerde aanpassingen
en instellingen
Geluidsbronnen toewijzen aan
ingangskeuzestanden...................... 35
— DIGITAL ASSIGN
Omschakelen van de audio-ingangskeuze
voor digitale beeld/
geluidsbronnen...............................36
— INPUT MODE
Zelf aanpassen van klankbeelden......... 37
Bijregelen van de equalizer-
toonregeling.................................... 39
Geavanceerde instellingen.................... 40
De gemaakte instellingen opslaan ........ 48
— USER PRESET
Andere bedieningsfuncties
Zelfgekozen geluidsbronnamen............ 49
Automatisch uitschakelen met de
sluimerfunctie................................. 50
Keuze van het luidsprekersysteem ....... 50
Opnemen............................................... 52
CONTROL A1
II
Bedieningssysteem
.... 53
i.LINK aansluiting................................ 55
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen.......................... 56
Verhelpen van storingen....................... 57
Technische gegevens............................ 60
Bedieningsorganen en
verwijzingspagina's ........................62
Index.....................................................64
Inhoudsopgave
NL
4
NL
In de stappen 1a – 1c vanaf pagina 6 wordt beschreven hoe u allerlei apparatuur kunt aansluiten op deze
versterker. Alvorens u hiermee begint, neemt u eerst even de lijst met "Aan te sluiten apparatuur"
hieronder door, om te zien op welke pagina's de aanwijzingen staan voor de betreffende apparaten.
Aan te sluiten apparatuur
a)
Model met DIGITAL OPTICAL OUTPUT of DIGITAL COAXIAL OUTPUT aansluiting e.d.
b)
Model met MULTI CH OUTPUT aansluitbussen e.d. Deze aansluiting dient voor weergave via deze versterker
van de geluidssignalen die zijn gedecodeerd door de ingebouwde meerkanaals-decodeertrap van het betreffende
apparaat.
c)
Model voorzien van AUDIO OUT L/R uitgangsaansluitingen e.d.
d)
Model met component-video (Y, P
B
/C
B
/B-Y, P
R
/C
R
/R-Y) ingangsaansluitingen.
Voorbereidingen
1: Keuze van de juiste aansluitingen voor uw apparatuur
Type apparaat om aan te sluiten Pagina
DVD videospeler
Met digitale audio-uitgang
a)
6–7
Met meerkanaals audio-uitgang
b)
9–10
Met alleen analoge audio-uitgangen
c)
6–7
Laserdisc-speler
Met digitale audio-uitgang
a)
6
Met alleen analoge audio-uitgangen
c)
6
TV of videomonitor
Met component-type video-ingang(en)
d)
7 of 10
Met alleen S-video of composiet video-ingang(en) 12
Satelliet-ontvanger
Met digitale audio-uitgang
a)
6–7
Met alleen analoge audio-uitgangen
c)
6–7
Videorecorder
Met digitale audio-uitgang
a)
6
Met alleen analoge audio-uitgangen
c)
6
CD/Super Audio CD-speler
Met digitale audio-uitgang
a)
8
Met meerkanaals audio-uitgang(en)
b)
9
Met alleen analoge audio-uitgangen
c)
11
Minidisc-recorder/DAT-cassettedeck
Met digitale audio-uitgang
a)
8
Met alleen analoge audio-uitgangen
c)
11
Cassettedeck, analoge platenspeler, tuner voor radio-ontvangst 11
Meerkanaals-decodeerapparaat 9
Videocamera, videospelapparaat, enz. 12
Voorbereidingen
5
NL
Vereiste aansluitsnoeren
De aansluitschema's op de volgende bladzijden zijn gebaseerd op het gebruik van de volgende los
verkrijgbare aansluitsnoeren (AI) (niet bijgeleverd).
A Audio-aansluitsnoer
Wit (L)
Rood (R)
B Audio/video-aansluitsnoer
Geel (video)
Wit (audio L)
Rood (audio R)
C Video-aansluitsnoer
Geel
D S-video aansluitsnoer
E Optische digitaalkabel
F Coaxiale digitaalkabel
G Mono audio-aansluitsnoer
Zwart
Tip
Het audio-aansluitsnoer A kan worden gesplitst in
twee mono audio-aansluitsnoeren G.
H Component video-aansluitsnoer
Groen
Blauw
Rood
I i.LINK kabel
Opmerkingen
Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan.
Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen.
Let bij het aansluiten van de audio/videosnoeren op dat u de kleuren van de linker en rechter stekkers en
aansluitbussen niet verwisselt: sluit geel aan op geel (voor het videosignaal); wit op wit (voor het linker
audiokanaal) en rood op rood (voor het rechter audiokanaal).
Bij het aansluiten van de optische digitaalkabel steekt u de stekkers recht in de aansluitbussen tot ze vastklikken.
Let op dat optische digitaalkabels niet te sterk verbogen of verwrongen worden.
Als u beschikt over Sony componenten met CONTROL A1II/
CONTROL S aansluitingen
Zie "CONTROL A1II Bedieningssysteem" op pagina 53.
Als u beschikt over Sony componenten (SCD-XA9000ES) met
i.LINK aansluitingen
Gebruikt u de i.LINK kabel (I) die bij de SCD-XA9000ES wordt bijgeleverd. Nadere bijzonderheden
vindt u in de gebruiksaanwijzing die bij de SCD-XA9000ES hoort.
Zie ook de beschrijving onder "i.LINK aansluiting" op blz pagina 55.
6
NL
.
Aansluiten van een DVD-speler, laserdisc-speler, videorecorder,
TV-toestel of satelliet-ontvanger
Voor nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (AI), zie pagina 5.
1 Maak de audio-aansluitingen.
* Maak de aansluiting naar keuze via de DVD COAXIAL IN of DVD OPTICAL IN stekkerbus. Wij raden u aan
gebruik te maken van de DVD COAXIAL IN aansluiting.
**Voor het weergeven van meerkanaals digitaal geluid, kiest u de digitale audio-uitgangsstand op de DVD-
videospeler.
1a: Aansluiten van apparatuur met digitale audio-
uitgangen
DIGITAL
VIDEO 1
OUT
DVD
IN
CD/SACD
IN
MD/DAT
IN
MD/DAT
OUT
TV/SAT
IN
LD
IN
AUDIO VIDEO
CONTROL A1II
i.LINK S200
MONITOR OUT
VIDEO 1
IN
P
B
/C
B
/B-Y
PR/CR/R-Y
P
R
/C
R
/R-Y
P
B
/C
B
/B-Y
DVD
IN
PB/CB/B-Y
P
B/CB/B-Y
P
R/CR/R-Y
P
R/CR/R-Y
MONI
TOR
OUT
TV/
SAT
IN
S2 VIDEOVIDEO
OUT
OUT
ININ
OUT
IN
OUT
IN
OUT
IN
OUT
IN
IN
IN
IN
IN
IN
IN
IN
IN
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
VIDEO
LD
DVD
TV/
SAT
TUNER
IN
DVD
IN
LD
IN
IN
VIDEO 3
OUT
IN
VIDEO 2
OUT
OUT
IN
VIDEO 1
PHONO
IN
IN
AUDIO
VIDEO
S2 VIDEO
OUT 1 OUT 1
OUT 2
OUT 2
R
L
AUDIO
R
L
R
L
OUT
IN
OUT
IN
TAPE
MD/DAT
CD/
SACD
IN
FRONT
SURR
OUND
SURR
BACK
CENTER
FRONT
SURR
OUND
SURR
BACK
MULTI CHANNEL IN
CENTER
1
2
AUDIO IN
RS232C
COAXIAL
LD
IN
DVD
IN
TV/SAT
IN
CD/SACD
IN
OPTICAL
COMPONENT
VIDEO
4
SUB
WOOFER
VIDEO
4
Y
Y
Y
Y
SUB
WOOFER
FRONT
SURROUND
SURR BACK
CENTER
SUB WOOFER
PRE OUT
SIGNAL
GND
VIDEO 1
IN
VIDEO 1
IN
IN
TV/
SAT
OUTPUT
F*E*
AA
A
A
R
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
R
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
DIGITAL
COAXIAL
OUTPUT
DIGITAL
OPTICAL
OUTPUT
E*F*
DIGITAL
COAXIAL
OUTPUT
DIGITAL
OPTICAL
DIGITAL
OPTICAL
DIGITAL
OPTICAL
DIGITAL
COAXIAL
E*
E*
F*
F*
A
R
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
OUTPUT
DIGITAL
COAXIAL
OUTPUT
OUTIN
l
l
OUTIN
l
l
OUT IN
E
OUTPUT
OUTPUT
LINE
L
R
LINE
OUTPUT INPUT
Satelliet-ontvanger
DVD videospeler
**
Videorecorder
Laserdisc-speler
Voorbereidingen
7
NL
2 Maak de video-aansluitingen.
De onderstaande afbeelding toont de aansluitingen voor een TV-toestel, een satelliet-ontvanger en een
DVD-videospeler met COMPONENT VIDEO (Y, P
B
/C
B
/B-Y, P
R
/C
R
/R-Y) uitgangsaansluitingen.
Door aansluiten van een TV-toestel met component-video ingangen verkrijgt u een betere
beeldkwaliteit. U kunt de videosignalen converteren, om dan bijvoorbeeld de beeldtint van de
omgezette signalen bij te stellen (pagina 43).
Opmerkingen
U kunt het TV-geluid via deze versterker beluisteren door de audio-uitgangen van uw TV-toestel aan te sluiten op
de TV/SAT AUDIO IN aansluitingen van de versterker. Daarbij is het niet nodig de video-uitgang van het TV-
toestel aan te sluiten op de TV/SAT VIDEO IN aansluiting van de versterker.
Deze versterker kan standaard videosignalen omzetten in component-video en S-video signalen, en kan ook S-
video signalen omzetten in component-video signalen. Omgekeerd is het echter niet mogelijk om component-video
signalen om te zetten in standaard videosignalen of S-video signalen.
Wanneer er standaard videosignalen (composiet-videosignalen) of S-video signalen van een videorecorder e.d. in deze
tuner/versterker worden geconverteerd voor weergave op uw TV-toestel, kan er afhankelijk van het uitgestuurde
videosignaal wel eens horizontale vervorming in het TV-beeld optreden, of kan er geen beeld worden weergegeven.
DIGITAL
AUDIO VIDEO
D
VI-D
CONTROL A1II
i.LINK S200
MONITOR OUT
VIDEO 1
IN
P
B
/C
B
/B-Y
PR/CR/R-Y
P
R
/C
R
/R-Y
P
B
/C
B
/B-Y
DVD
IN
PB/CB/B-Y
P
B/CB/B-Y
P
R/CR/R-Y
P
R/CR/R-Y
MONI
TOR
OUT
TV/
SAT
IN
S2 VIDEOVIDEO
OUT
OUT
ININ
OUT
IN
OUT
IN
OUT
IN
OUT
IN
IN
IN
IN
IN
IN
IN
IN
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
VIDEO
LD
DVD
TUNER
IN
DVD
IN
LD
IN
IN
VIDEO 3
OUT
IN
VIDEO 2
OUT
OUT
IN
VIDEO 1
PHONO
IN
IN
AUDIO
VIDEO
S2 VIDEO
OUT 1 OUT 1
OUT 2
OUT 2
R
L
AUDIO
R
L
R
L
OUT
IN
OUT
IN
TAPE
MD/DAT
CD/
SACD
IN
FRONT
SURR
OUND
SURR
BACK
CENTER
FRONT
SURR
OUND
SURR
BACK
MULTI CHANNEL IN
CENTER
1
2
AUDIO IN
RS232C
COAXIAL
OPTICAL
COMPONENT
VIDEO
4
SUB
WOOFER
VIDEO
4
Y
Y
Y
Y
SUB
WOOFER
FRONT
SURROUND
SURR BACK
CENTER
SUB WOOFER
PRE OUT
SIGNAL
GND
VIDEO 1
OUT
DVD
IN
CD/SACD
IN
MD/DAT
IN
MD/DAT
OUT
TV/SAT
IN
LD
IN
IN
TV/
SAT
LD
IN
DVD
IN
TV/SAT
IN
CD/SACD
IN
VIDEO 1
IN
VIDEO 1
IN
IN
TV/
SAT
CCDDHH
B-Y
COMPONENT
Y
R-Y
OUTPUT
B-Y
COMPONENT
Y
R-Y
OUTPUT
HH
VIDEO
OUTPUT
VIDEO
OUTPUT
S VIDEO
OUTPUT
S VIDEO
OUTPUT
B-Y
COMPONENT
Y
R-Y
OUTPUT
B-Y
COMPONENT
Y
R-Y
INPUT
S VIDEO
INPUT
VIDEO
INPUT
DDDCCC
VIDEO VIDEO
S VIDEO
OUTPUT
S VIDEO
INPUTOUTPUT INPUT
OUTIN
l
l
OUTIN
l
l
Satelliet-ontvangerDVD-videospeler
TV of videomonitor
Videorecorder
wordt vervolgd
8
NL
Aansluiten van een CD/Super Audio CD-speler of een minidisc-
recorder/DAT-cassettedeck
Voor nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (AI), zie pagina 5.
* Maak de aansluiting naar keuze via de CD/SACD COAXIAL IN of CD/SACD OPTICAL IN stekkerbus. Wij
raden u aan gebruik te maken van de CD/SACD COAXIAL IN aansluiting.
Als u verscheidene digitale apparaten wilt aansluiten, maar er geen
ingang voor vrij heeft
Zie "Geluidsbronnen toewijzen aan ingangskeuzestanden" (pagina 35).
Tip
Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 32 kHz, 44,1 kHz, 48 kHz en
96 kHz.
Opmerkingen
Er wordt geen geluid weergegeven wanneer u een Super Audio CD afspeelt op een Super Audio CD-speler die is
aangesloten op de CD/SACD OPTICAL of CD/SACD COAXIAL IN aansluiting van deze versterker. Sluit de
disc-speler aan op de analoge ingangsaansluitingen (CD/SACD IN stekkerbussen). Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die bij de Super Audio CD-speler is bijgeleverd.
U kunt geen digitale opnamen maken van digitale meerkanaals Surround Sound signalen.
DIGITAL
AUDIO VIDEO
CONTROL A1
II
i.LINK S200
MONITOR OUT
VIDEO 1
IN
P
B
/C
B
/B-Y
PR/CR/R-Y
P
R
/C
R
/R-Y
P
B
/C
B
/B-Y
DVD
IN
PB/CB/B-Y
P
B/CB/B-Y
P
R/CR/R-Y
P
R/CR/R-Y
MONI
TOR
OUT
TV/
SAT
IN
S2 VIDEOVIDEO
OUT
OUT
ININ
OUT
IN
OUT
IN
OUT
IN
OUT
IN
IN
IN
IN
IN
IN
IN
IN
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
VIDEO
LD
DVD
TUNER
IN
DVD
IN
LD
IN
IN
VIDEO 3
OUT
IN
VIDEO 2
OUT
OUT
IN
VIDEO 1
PHONO
IN
IN
AUDIO
VIDEO
S2 VIDEO
OUT 1 OUT 1
OUT 2
OUT 2
R
L
AUDIO
R
L
R
L
OUT
IN
OUT
IN
TAPE
MD/DAT
CD/
SACD
IN
FRONT
SURR
OUND
SURR
BACK
CENTER
FRONT
SURR
OUND
SURR
BACK
MULTI CHANNEL IN
CENTER
1
2
AUDIO IN
RS232C
COAXIAL
OPTICAL
COMPONENT
VIDEO
4
SUB
WOOFER
VIDEO
4
Y
Y
Y
Y
SUB
WOOFER
FRONT
SURROUND
SURR BACK
CENTER
SUB WOOFER
PRE OUT
SIGNAL
GND
VIDEO 1
OUT
DVD
IN
CD/SACD
IN
MD/DAT
IN
MD/DAT
OUT
TV/SAT
IN
LD
IN
IN
TV/
SAT
LD
IN
DVD
IN
TV/SAT
IN
CD/SACD
IN
VIDEO 1
IN
VIDEO 1
IN
IN
TV/
SAT
DIGITAL
COAXIAL
OUTPUT
R
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
DIGITAL
OPTICAL
OUTPUT
E*F*A
l
l
LINE
L
R
LINE
INPUT OUTPUT
DIGITAL
OPTICAL
IN
OUT
INOUT
l
l
INOUT
EE AA
CD/Super Audio
CD-speler
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
Voorbereidingen
9
NL
1 Maak de audio-aansluitingen.
Als uw DVD-videospeler of Super Audio CD-speler is voorzien van meerkanaals-uitgangen, dan kunt
u die verbinden met de MULTI CHANNEL INPUT aansluitingen van deze versterker, om zo te
genieten van meerkanaals-geluidsweergave. Bovendien kunt u op deze meerkanaals-
ingangsaansluitingen ook een extern meerkanaals-decodeerapparaat aansluiten.
Voor nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (AI), zie pagina 5.
Tip
Met deze aansluitingen zult u ook kunnen genieten van meerkanaals-weergave van andere geluidsbronnen dan alleen
Dolby Digital of DTS.
Opmerking
DVD-spelers en Super Audio CD-spelers hebben geen SURR BACK aansluitingen.
1b: Aansluiten van apparatuur met meerkanaals-
uitgangsaansluitingen
DIGITAL
AUDIO VIDEO
CONTROL A1
II
i.LINK S200
MONITOR OUT
VIDEO 1
IN
P
B
/C
B
/B-Y
PR/CR/R-Y
P
R
/C
R
/R-Y
P
B
/C
B
/B-Y
DVD
IN
PB/CB/B-Y
P
B/CB/B-Y
P
R/CR/R-Y
P
R/CR/R-Y
MONI
TOR
OUT
TV/
SAT
IN
S2 VIDEOVIDEO
OUT
OUT
ININ
OUT
IN
OUT
IN
OUT
IN
OUT
IN
IN
IN
IN
IN
IN
IN
IN
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
VIDEO
LD
DVD
TUNER
IN
DVD
IN
LD
IN
IN
VIDEO 3
OUT
IN
VIDEO 2
OUT
OUT
IN
VIDEO 1
PHONO
IN
IN
AUDIO
VIDEO
S2 VIDEO
OUT 1 OUT 1
OUT 2
OUT 2
R
L
AUDIO
R
L
R
L
OUT
IN
OUT
IN
TAPE
MD/DAT
CD/
SACD
IN
FRONT
SURR
OUND
SURR
BACK
CENTER
FRONT
SURR
OUND
SURR
BACK
MULTI CHANNEL IN
CENTER
1
2
AUDIO IN
RS232C
COAXIAL
OPTICAL
COMPONENT
VIDEO
4
SUB
WOOFER
VIDEO
4
Y
Y
Y
Y
SUB
WOOFER
FRONT
SURROUND
SURR BACK
CENTER
SUB WOOFER
PRE OUT
SIGNAL
GND
VIDEO 1
OUT
DVD
IN
CD/SACD
IN
MD/DAT
IN
MD/DAT
OUT
TV/SAT
IN
LD
IN
IN
TV/
SAT
LD
IN
DVD
IN
TV/SAT
IN
CD/SACD
IN
VIDEO 1
IN
VIDEO 1
IN
IN
TV/
SAT
MULTI CHANNEL IN 1 MULTI CHANNEL IN 2
FRONT
SURR
OUND
SURR
BACK
MULTI CHANNEL OUT
CENTER
SUB
WOOFER
GG AAA
DVD-videospeler,
Super Audio CD-
speler,
Meerkanaals-
decodeertrap, enz.
wordt vervolgd
10
NL
2 Maak de video-aansluitingen.
De onderstaande afbeelding toont de aansluitingen voor een DVD-videospeler met COMPONENT
VIDEO (Y, P
B
/C
B
/B-Y, P
R
/C
R
/R-Y) uitgangsaansluitingen. Door aansluiten van een TV-toestel met
component-video ingangen verkrijgt u een betere beeldkwaliteit. U kunt de videosignalen converteren,
om dan bijvoorbeeld de beeldtint van de omgezette signalen bij te stellen (pagina 43).
Opmerkingen
Deze versterker kan standaard videosignalen omzetten in component-video en S-video signalen, en kan ook S-
video signalen omzetten in component-video signalen. Omgekeerd is het echter niet mogelijk om component-video
signalen om te zetten in standaard videosignalen of S-video signalen.
Wanneer er standaard videosignalen (composiet-videosignalen) of S-video signalen van een videorecorder e.d. in
deze tuner/versterker worden geconverteerd voor weergave op uw TV-toestel, kan er afhankelijk van het
uitgestuurde videosignaal wel eens horizontale vervorming in het TV-beeld optreden, of kan er geen beeld worden
weergegeven.
DIGITAL
AUDIO VIDEO
CONTROL A1II
i.LINK S200
MONITOR OUT
VIDEO 1
IN
P
B
/C
B
/B-Y
PR/CR/R-Y
P
R
/C
R
/R-Y
P
B
/C
B
/B-Y
DVD
IN
PB/CB/B-Y
P
B/CB/B-Y
P
R/CR/R-Y
P
R/CR/R-Y
MONI
TOR
OUT
TV/
SAT
IN
S2 VIDEOVIDEO
OUT
OUT
ININ
OUT
IN
OUT
IN
OUT
IN
OUT
IN
IN
IN
IN
IN
IN
IN
IN
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
VIDEO
LD
DVD
TUNER
IN
DVD
IN
LD
IN
IN
VIDEO 3
OUT
IN
VIDEO 2
OUT
OUT
IN
VIDEO 1
PHONO
IN
IN
AUDIO
VIDEO
S2 VIDEO
OUT 1 OUT 1
OUT 2
OUT 2
R
L
AUDIO
R
L
R
L
OUT
IN
OUT
IN
TAPE
MD/DAT
CD/
SACD
IN
FRONT
SURR
OUND
SURR
BACK
CENTER
FRONT
SURR
OUND
SURR
BACK
MULTI CHANNEL IN
CENTER
1
2
AUDIO IN
RS232C
COAXIAL
OPTICAL
COMPONENT
VIDEO
4
SUB
WOOFER
VIDEO
4
Y
Y
Y
Y
SUB
WOOFER
FRONT
SURROUND
SURR BACK
CENTER
SUB WOOFER
PRE OUT
SIGNAL
GND
VIDEO 1
OUT
DVD
IN
CD/SACD
IN
MD/DAT
IN
MD/DAT
OUT
TV/SAT
IN
LD
IN
IN
TV/
SAT
LD
IN
DVD
IN
TV/SAT
IN
CD/SACD
IN
VIDEO 1
IN
VIDEO 1
IN
IN
TV/
SAT
CDH
B-Y
COMPONENT
Y
R-Y
OUTPUT
H
VIDEO
OUTPUT
S VIDEO
OUTPUT
B-Y
COMPONENT
Y
R-Y
INPUT
S VIDEO
INPUT
VIDEO
INPUT
DC
TV of videomonitor
DVD-videospeler
Voorbereidingen
11
NL
Aansluiten van video-apparatuur
Voor nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (AI), zie pagina 5.
Opmerking
Als uw platenspeler een aardingsdraad heeft, sluit u die aan op de U SIGNAL GND aardaansluiting.
1c: Aansluiten van apparatuur met alleen analoge audio-
uitgangen
DIGITAL
AUDIO VIDEO
CONTROL A1II
i.LINK S200
MONITOR OUT
VIDEO 1
IN
P
B
/C
B
/B-Y
PR/CR/R-Y
P
R
/C
R
/R-Y
P
B
/C
B
/B-Y
DVD
IN
PB/CB/B-Y
P
B/CB/B-Y
P
R/CR/R-Y
P
R/CR/R-Y
MONI
TOR
OUT
TV/
SAT
IN
S2 VIDEOVIDEO
OUT
OUT
ININ
OUT
IN
OUT
IN
OUT
IN
OUT
IN
IN
IN
IN
IN
IN
IN
IN
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
VIDEO
LD
DVD
TUNER
IN
DVD
IN
LD
IN
IN
VIDEO 3
OUT
IN
VIDEO 2
OUT
OUT
IN
VIDEO 1
PHONO
IN
IN
AUDIO
VIDEO
S2 VIDEO
OUT 1 OUT 1
OUT 2
OUT 2
R
L
AUDIO
R
L
R
L
OUT
IN
OUT
IN
TAPE
MD/DAT
CD/
SACD
IN
FRONT
SURR
OUND
SURR
BACK
CENTER
FRONT
SURR
OUND
SURR
BACK
MULTI CHANNEL IN
CENTER
1
2
AUDIO IN
RS232C
COAXIAL
OPTICAL
COMPONENT
VIDEO
4
SUB
WOOFER
VIDEO
4
Y
Y
Y
Y
SUB
WOOFER
FRONT
SURROUND
SURR BACK
CENTER
SUB WOOFER
PRE OUT
SIGNAL
GND
VIDEO 1
OUT
DVD
IN
CD/SACD
IN
MD/DAT
IN
MD/DAT
OUT
TV/SAT
IN
LD
IN
IN
TV/
SAT
LD
IN
DVD
IN
TV/SAT
IN
CD/SACD
IN
VIDEO 1
IN
VIDEO 1
IN
IN
TV/
SAT
LINE
L
R
OUTPUT
A
A
R
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
A
l
l
LINE
L
R
LINE
INPUT OUTPUT
INOUT
AA
l
l
LINE
L
R
LINE
INPUT OUTPUT
INOUT
AA
Platenspeler
CD/Super Audio
CD-speler
Cassettedeck
Tuner
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
wordt vervolgd
12
NL
Aansluiten van video-apparatuur
Door een TV-toestel aan te sluiten op de MONITOR aansluitingen, kunt u de beelden van een
aangesloten ingangsbron bekijken (pagina 24). U kunt ook de SPEAKER SET UP, LEVEL, SURR
SET UP, EQUALIZER en CUSTOMIZE menu-instellingen en klankbeelden op het TV-scherm laten
verschijnen met een druk op de ON SCREEN toets van de afstandsbediening.
Voor nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (AI), zie pagina 5.
DIGITAL
AUDIO VIDEO
CONTROL A1II
i.LINK S200
MONITOR OUT
VIDEO 1
IN
P
B
/C
B
/B-Y
PR/CR/R-Y
P
R
/C
R
/R-Y
P
B
/C
B
/B-Y
DVD
IN
PB/CB/B-Y
P
B/CB/B-Y
P
R/CR/R-Y
P
R/CR/R-Y
MONI
TOR
OUT
TV/
SAT
IN
S2 VIDEOVIDEO
OUT
OUT
ININ
OUT
IN
OUT
IN
OUT
IN
OUT
IN
IN
IN
IN
IN
IN
IN
IN
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
VIDEO
LD
DVD
TUNER
IN
DVD
IN
LD
IN
IN
VIDEO 3
OUT
IN
VIDEO 2
OUT
OUT
IN
VIDEO 1
PHONO
IN
IN
AUDIO
VIDEO
S2 VIDEO
OUT 1 OUT 1
OUT 2
OUT 2
R
L
AUDIO
R
L
R
L
OUT
IN
OUT
IN
TAPE
MD/DAT
CD/
SACD
IN
FRONT
SURR
OUND
SURR
BACK
CENTER
FRONT
SURR
OUND
SURR
BACK
MULTI CHANNEL IN
CENTER
1
2
AUDIO IN
RS232C
COAXIAL
OPTICAL
COMPONENT
VIDEO
4
SUB
WOOFER
VIDEO
4
Y
Y
Y
Y
SUB
WOOFER
FRONT
SURROUND
SURR BACK
CENTER
SUB WOOFER
PRE OUT
SIGNAL
GND
VIDEO 1
OUT
DVD
IN
CD/SACD
IN
MD/DAT
IN
MD/DAT
OUT
TV/SAT
IN
LD
IN
IN
TV/
SAT
LD
IN
DVD
IN
TV/SAT
IN
CD/SACD
IN
VIDEO 1
IN
VIDEO 1
IN
IN
TV/
SAT
VIDEO
OUT
R
AUDIO
OUT
VIDEO
IN
AUDIO
IN
OUTPUTINPUT
L
INOUT
L
L
B, D
DD
INOUT
L
L
BB
INOUT
L
L
BB
INOUT
L
L
DD
D
B
VIDEO
INPUT
S VIDEO
OUTPUT
VIDEO
OUT
R
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
DC
S VIDEO
INPUT
S VIDEO
INPUT
S VIDEO
OUTPUT
VIDEO
OUT
R
AUDIO
OUT
VIDEO
IN
AUDIO
IN
OUTPUTINPUT
L
S VIDEO
INPUT
S VIDEO
OUTPUT
Camcorder of
videospelapparaat
TV of videomonitor
Videorecorder
VideorecorderVideorecorder
naar de VIDEO
3 INPUT
stekkerbussen
(Voorpaneel)
Voorbereidingen
13
NL
Sluit uw luidsprekers aan op de versterker. Met deze versterker kunt u geluid weergeven via een
9.1 kanaals.
Om te genieten van levensechte meerkanaals-geluidsweergave zijn er vijf gewone luidsprekers nodig
(twee voorluidsprekers, een middenluidspreker en twee achterluidsprekers) plus een speciale
lagetonen-luidspreker (voor in totaal 5.1 kanalen).
De meest indrukwekkende hi-fi weergave van DVD-discs met Surround EX geluid verkrijgt u door
toevoeging van een extra middenachterluidspreker (voor 6.1 kanalen) of nog beter twee
middenachterluidsprekers (voor 7.1 kanalen) (zie "Keuze van de middenachter-decodeerfunctie" op
pagina 33).
Bovendien bestaat de mogelijkheid tot 9.1 kanaals Surround Sound weergave, door aansluiting van vier
akoestiekluidsprekers (zie "Keuze van het luidsprekersysteem" op pagina 50).
Voorbeeld van een 7.1 kanaals luidsprekersysteem
Tips
Als u een 6.1 kanaals luidsprekersysteem aansluit, plaats de middenachterluidspreker dan recht achter uw favoriete
luisterplaats.
Aangezien de weergave van de lagetonen-luidspreker niet richtingsgevoelig is, kunt u die luidspreker opstellen
waar u maar wilt.
Luidspreker-impedantie
Voor de beste meerkanaals-geluidsweergave dient u luidsprekers met een nominale impedantie van
8 ohm of meer aan te sluiten op de FRONT, CENTER, SURROUND en SURROUND BACK
aansluitbussen en daarbij de IMPEDANCE SELECTOR luidspreker-impedantiekiezer in de "8"
stand te zetten. Controleer de gebruiksaanwijzing van uw luidsprekers als u niet zeker bent van de
2: Luidsprekers aansluiten
Rechter voorluidspreker
Rechter achterluidspreker
Middenluidspreker
Linker achterluidspreker
Linker middenachterluidspreker
Rechter middenachterluidspreker
Lagetonen-luidspreker
wordt vervolgd
Linker voorluidspreker
14
NL
impedantie ervan. (Deze informatie staat meestal ook vermeld aan de achterkant van de
luidsprekerboxen.)
Desgewenst kunt u ook luidsprekers met een nominale impedantie tussen 4 en 8 ohm aansluiten op een
of meer van de luidspreker-aansluitingen. Let echter op dat u de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
op "4" zet als u slechts een enkele luidspreker met een nominale impedantie tussen de 4 en 8 ohm
aansluit.
Opmerking
Schakel altijd eerst de stroom uit, voordat u de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar omzet.
Voorbereidingen
15
NL
Vereiste aansluitsnoeren
A Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd)
(+)
B Mono audio-aansluitsnoer (niet
bijgeleverd)
Zwart
(–)
a)
Als u een lagetonen-luidspreker met automatische in/uitschakelfunctie hebt aangesloten, zet u die functie dan af
wanneer u een speelfilm gaat bekijken.
b)
U kunt kiezen welk stel achterluidsprekers u wilt gebruiken, met de SPEAKERS SURROUND schakelaar. Zie
voor nadere bijzonderheden zie "Keuze van het luidsprekersysteem" (pagina 50).
A
B
B
A
RL
R
L
SURROUND BACK
SURROUND
FRONT
IMPEDANCE USE 4-16
A+B USE 8-16
CENTER
VIDEO 1
IN
P
B
/C
B
/B-Y
PR/CR/R-Y
P
R
/C
R
/R-Y
P
B
/C
B
/B-Y
DVD
IN
PB/CB/B-Y
P
B/CB/B-Y
P
R/CR/R-Y
P
R/CR/R-Y
MONI
TOR
OUT
TV/
SAT
IN
AC OUTLET
COMPONENT
VIDEO
Y
Y
Y
Y
FRONT
SURROUND
SURR BACK
CENTER
SUB WOOFER
PRE OUT
A
B
B
A
R
L
SPEAKERS
AC IN
INPUT
AUDIO
IN
B
FRONT
SPEAKERS B
c)
SURROUND
SPEAKERS B
b)
E
e
A
E
e
A
E
e
A
E
e
A
Ee
A
Ee
A A
Ee
Rechter
middenachterluidspreker
d)
Lagetonenluidspreker
a)
Linker
middenachterluidspreker
d)
Rechter
achterluidspreker
Linker
achterluidspreker
Middenluidspreker
Linker
voorluidspreker
Rechter
voorluidspreker
wordt vervolgd
16
NL
c)
U kunt kiezen welk stel voorluidsprekers u wilt gebruiken, met de SPEAKERS FRONT schakelaar. Zie voor
nadere bijzonderheden zie "Keuze van het luidsprekersysteem" (pagina 50).
d)
Als u slechts een enkele middenachterluidspreker wilt gebruiken, sluit u die dan aan op de SURROUND BACK
SPEAKERS L luidsprekeraansluiting.
Tip (alleen voor de modellen met landcode U of CA)
Om bepaalde luidsprekers aan te sluiten op een andere eindversterker gebruikt u de PRE OUT aansluitbussen.
Hetzelfde signaal wordt uitgestuurd via zowel de SPEAKERS FRONT aansluitingen als de PRE OUT aansluitingen.
Als u bijvoorbeeld alleen de voorluidsprekers wilt aansluiten op een andere versterker, verbindt u die versterker dan
met de PRE OUT FRONT L en R aansluitbussen.
Genieten van authentieke 9.1-kanaals geluidsweergave
Wat is een 9.1-kanaals luidsprekersysteem?
Een grote filmgeluidstudio, zoals waar het geluidsspoor van een speelfilm wordt opgenomen, beschikt
over 10 akoestiekluidsprekers. In een kleine filmgeluidstudio echter wordt er gebruik gemaakt van 2
luidsprekers elk langs de linkerwand, de rechterwand en de achterwand. Samen met de
middenluidspreker, de voorluidsprekers en de lagetonen-luidspreker geeft dit een totaal van 9.1
kanalen. Met de SPEAKERS SURROUND schakelaar in de A+B stand kunt u genieten van een
volledige 9.1-kanaals geluidsweergave, net als in een filmgeluidstudio
Plaats de luidsprekers rond het midden
van de kamer in een verdeling
gebaseerd op de onderlinge hoeken die
in de afbeelding links staan
aangegeven. Als het niet mogelijk is de
luidsprekers volgens de aanbevolen
hoeken op te stellen, plaatst u dan een
stel achterluidsprekers iets verder naar
voren dan uw luisterplaats (d.w.z. iets
dichter bij de voorluidsprekers).
Hoewel het midden van de kamer geldt
als centraal punt voor het bepalen van
de luidspreker-opstelling, kunt u met
een 9.1-kanaals luidsprekersysteem
een enorm breed luistergebied
bestrijken, zodat u overal in de kamer achter het centrale punt evenzeer van een superieure klank zult
kunnen genieten.
Voor het gebruik van de CINEMA STUDIO EX klankbeelden met het 9.1-kanaals luidsprekersysteem,
dient u eerst het onderdeel "VIR.SPEAKERS" op "OFF" te zetten in het SURR SET UP
akoestiekmenu. (U kunt dan nog steeds genieten van alle geluidseffecten van speelfilms, want met
zoveel werkelijke luidsprekers zijn virtuele luidsprekers nauwelijks nodig.)
In tegenstelling tot virtuele luidsprekers zal bij werkelijke luidsprekers de klank afhangen van de
eigenschappen van de klankkast e.d. Stel het effectniveau zo in dat de dialogen natuurlijk overkomen
en de geluidseffecten zo goed mogelijk bij de beelden passen.
Het voordeel van een 9.1-kanaals luidsprekersysteem is gelegen in een sterk verbeterde aanpassing
tussen het voorste (video) klankbeeld en het omringende akoestiek- klankbeeld. Tot dusverre hebben
we zogenaamde virtuele luidsprekertechnieken toegepast om dit effect te bereiken, maar een compleet
Voorbereidingen
17
NL
9.1-kanaals meervoudig akoestieksysteem bestrijkt een veel ruimer luistergebied, zodat al uw
medeluisteraars, gezinsleden en vrienden van een levensecht akoestiekeffect kunnen genieten.
Natuurlijk kunt u in het midden optimaal genieten van de klank, precies zoals de filmregisseur die had
bedoeld.
Tips voor de luidspreker-opstelling
Plaats de akoestiekluidsprekers B tussen de voorluidsprekers en uw luisterplaats. Een zorgvuldige keuze van de
plaats voor deze luidsprekers heeft een grote invloed op de overgang tussen het voorste geluid en het omringende
achtergrondgeluid.
Tips voor gebruik van een 9.1-kanaals luidsprekersysteem
U kunt ook de CINEMA STUDIO EX filmgeluid-klankbeelden toepassen met een 9.1-kanaals luidsprekersysteem.
In dat geval wordt het aantal virtuele luidsprekers verdubbeld (tot in totaal 12 virtuele achterluidsprekers).
Dit enorme aantal luidsprekers kan echter het gebied van het optimale klankbeeld verkleinen. Daarom kunt u een
beter effect verkrijgen door het onderdeel "VIR.SPEAKERS" in het SURR SET UP akoestiekmenu met "OFF" uit
te schakelen.
Overigens blijven de instellingen voor de linker en rechter voorluidsprekers en de middenluidspreker gelijk bij alle
standen, dus deze keuze heeft alleen invloed op de achterluidsprekers. Maar met behulp van de SPEAKERS FRONT
keuze van een stel voorluidsprekers (A/B) en de instelling van het onderdeel "CCENTER SP" in het SPEAKER SET
UP luidsprekermenu ("YES" of "MIX"), kunt u twee volkomen verschillende luidsprekersystemen samenstellen. Zo
kunt u bijvoorbeeld een 2-kanaals of 4-kanaals luidsprekersysteem gebruiken voor pure geluidsbronnen, met
daarnaast een 7.1-kanaals luidsprekersysteem voor gebruik met video, speelfilms e.d.
In de meeste gavellen zult u de 9.1-kanaals instelling prima kunnen gebruiken voor Super Audio CD's en andere pure
geluidsbronnen, zonder enige bijregeling. Soms kan het echter, afhankelijk van het soort luidsprekers dat u gebruikt
of de manier waarop de muziek werd opgenomen, wenselijk zijn om over te schakelen naar 7.1-kanaals of
5.1-kanaals weergave. In dergelijke gevallen kunt u het beste uw akoestiekluidsprekers zo aansluiten dat u kunt
kiezen tussen A en B. Dan kunt u de akoestiekluidsprekers B gebruiken voor een 5.1-kanaals weergavesysteem en
de akoestiekluidsprekers A+B voor volledige 9.1-kanaals weergave.
18
NL
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC IN
netstroomingang van de versterker en steek dan
de netstekker in een gewoon wandstopcontact.
* Het aantal, de configuratie en de vorm van de
netstroomuitgang(en) kan verschillen per model en
per landcode van het apparaat.
Opmerkingen
De AC OUTLET netstroomuitgang(en) op het
achterpaneel van de versterker zijn in/uitschakelbaar,
dat wil zeggen dat de aangesloten apparatuur
uitsluitend van stroom wordt voorzien zolang de
versterker zelf staat ingeschakeld.
Let op dat het totale stroomverbruik van de
apparatuur aangesloten op de AC OUTLET
netstroomuitgang(en) achterop de versterker het op
het achterpaneel aangegeven maximumvermogen
niet overschrijdt. Sluit op de netuitgang(en) in geen
geval huishoudelijke apparatuur met een hoog
stroomverbruik aan, zoals een strijkijzer, ventilator,
of TV-toestel. De apparatuur zou daardoor defect
kunnen raken.
Oorspronkelijke instellingen
maken
Alvorens u de versterker voor het eerst in
gebruik neemt, dient u het apparaat als volgt in
de uitgangsstand terug te stellen.
Volg deze aanwijzingen ook als u de gemaakte
instellingen wilt annuleren, om terug te keren
naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
1 Druk op de ?/1 schakelaar om de
versterker uit te schakelen.
2 Houd nu de ?/1 schakelaar 5 seconden
lang ingedrukt.
De aanduiding "ENTER to Clear ALL"
verschijnt 10 seconden lang in het
uitleesvenster.
3 Druk op de ENTER toets terwijl het
uitleesvenster nog "ENTER to Clear
ALL" aangeeft.
Eerst verschijnt de aanduiding "MEMORY
CLEARING..." eventjes in het
uitleesvenster, gevolgd door de
"MEMORY CLEARED!" aanduiding.
Al de volgende onderdelen worden gewist
of in de uitgangsstand teruggesteld.
Alle instellingen van de SPEAKER SET
UP, LEVEL, SURR SET UP,
EQUALIZER en CUSTOMIZE menu's.
De klankbeelden die voor elk van de
geluidsbronnen zijn vastgelegd.
Alle zelf gekozen namen voor uw
geluidsbronnen.
3: Het netsnoer aansluiten
A
B
B
A
RL
R
L
SURROUND BACK
SURROUND
FRONT
IMPEDANCE USE 4-16
A+B USE 8-16
CENTER
AC OUTLET
A
B
B
A
R
L
SPEAKERS
AC IN
AC OUTLET
AC IN
netstroomingang
Netsnoer
Voorbereidingen
19
NL
Via het SPEAKER SET UP menu kunt u
vaststellen welke soorten luidsprekers er zijn
aangesloten op de versterker, van welke
afmetingen en op welke afstand ze staan.
1 Druk op de ?/1 schakelaar om de
versterker aan te zetten.
2 Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "SPEAKER SET UP".
3 Draai aan de MENU instelknop om de
gewenste menu-parameter te kiezen.
Zie voor nadere bijzonderheden zie
"Luidspreker-instelparameters".
Opmerkingen
Bepaalde instelparameters kunnen slechts vaag,
in grijze letters, zichtbaar zijn. Dan is de
betreffende parameter niet instelbaar of in deze
stand vast ingesteld vanwege het gekozen
klankbeeld (zie blz. 31–32) of andere geldende
instellingen.
Bepaalde luidsprekerinstelparameters kunnen
slechts vaag, in grijze letters, zichtbaar zijn. Dan
is de parameter in dat geval automatisch vast
ingesteld, vanwege het gekozen klankbeeld of
andere luidspreker-instellingen. Afhankelijk
van de instellingen zult u soms bepaalde
luidsprekers niet kunnen bijregelen.
4 Draai aan de –/+ knop om de
instelparameter te kiezen.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 totdat u alle
hieronder genoemde parameters naar
wens hebt ingesteld.
Opmerking
Alvorens u de achterluidsprekers gaat instellen, kiest u
eerst welk stel achterluidsprekers u wilt gebruiken
(pagina 51).
Luidspreker-instelparameters
De oorspronkelijke instellingen staan
onderstreept aangegeven.
x SP EASY SET UP (Eenvoudige
luidsprekerinstelling)
•YES
U kunt de luidsprekerinstellingen
automatisch maken door keuze van een
vooringesteld luidsprekerpatroon (zie
daarvoor de bijgeleverde "Snelstartgids").
•NO
Kies deze stand om de instellingen voor elk
van de luidsprekers handmatig te maken.
x SPEAKER PATTERN
(Luidspreker-instelpatroon)
Als de "SP EASY SET UP" parameter staat
ingesteld op "YES", kunt u het luidspreker-
instelpatroon kiezen. Draai aan de –/+ knop om
een luidspreker-instelpatroon te kiezen en druk
op de ENTER toets om uw keuze in te voeren.
Het geschikte luidsprekerpatroon voor uw
luidsprekers vindt u in de bijgeleverde
"Snelstartgids".
x SUB WOOFER (Lagetonen-luidspreker)
•YES
Als u een lagetonen-luidspreker aansluit,
kiest u voor de stand "YES".
•NO
Als u geen lagetonen-luidspreker aansluit,
kiest u voor de stand "NO". Hierdoor worden
de basverdelingscircuits ingeschakeld, zodat
de laagste LFE signalen door de andere
luidsprekers worden weergegeven.
Tip
Om volledig profijt te hebben van de Dolby Digital
bas-herverdelingscircuits, willen we u aanraden de
grensfrequentie voor de lagetonenluidspreker zo hoog
mogelijk te kiezen.
x FRONT SP (Voorluidsprekers)
•LARGE
Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand "LARGE".
Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best
voldoen. Wanneer voor de
lagetonenluidspreker de stand "NO" is
gekozen, worden de voorluidsprekers
automatisch ingesteld op "LARGE".
4: De luidsprekers
instellen
wordt vervolgd
20
NL
•SMALL
Klinkt het geluid vervormd, of is de
ruimtelijke weergave van meerkanaals
Surround Sound niet naar wens, met te weinig
basweergave, dan kiest u de stand "SMALL"
om de basverdelingscircuits in te schakelen,
zodat de laagste frequenties van de
voorkanalen worden overgeheveld naar de
aparte lagetonen-luidspreker. Als u voor de
voorluidsprekers de stand "SMALL" kiest,
worden de middenluidspreker, de
achterluidsprekers en de
middenachterluidsprekers ook automatisch
ingesteld op "SMALL" (tenzij u eerder de
stand "NO" hebt gekozen).
x CENTER SP (Middenluidspreker)
LARGE
Is er een grote middenluidspreker aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kan
weergeven, dan kiest u de stand "LARGE".
Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best
voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op "SMALL", kunt u de
middenluidspreker niet instellen op
"LARGE".
•SMALL
Klinkt het geluid vervormd, of is de
ruimtelijke weergave van meerkanaals
Surround Sound niet naar wens, met te weinig
basweergave, dan kiest u de stand "SMALL"
om de basverdelingscircuits in te schakelen,
zodat de laagste frequenties van het
middenkanaal worden overgeheveld naar de
voorluidsprekers (als die op "LARGE" zijn
ingesteld) of naar de aparte lagetonen-
luidspreker.
NO of MIX
Als u geen middenluidspreker aansluit, kiest u
de stand "NO" of "MIX". In de stand "MIX"
kan het geluid van het
middenluidsprekerkanaal worden
weergegeven door de linker en rechter
voorluidsprekers, zonder dat dit afdoet aan de
geluidskwaliteit. Nadere bijzonderheden
vindt u onder "MIX SCALING" in het
CUSTOMIZE menu, (pagina 42). Al het
geluid van het middenkanaal wordt dan
weergegeven door de voorluidsprekers.
Wanneer de meerkanaals-ingang is gekozen,
worden de kanalen op analoge wijze
samengemengd. Ongeacht of er is gekozen
voor de stand "NO" of "MIX".
x SURROUND SP-A
(Achterluidsprekers A)
x SURROUND SP-B
(Achterluidsprekers B)
De middenachterluidsprekers worden op
dezelfde stand ingesteld.
LARGE
Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand "LARGE".
Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best
voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op "SMALL", kunt u de
achterluidsprekers niet instellen op
"LARGE".
•SMALL
Klinkt het geluid vervormd, of is de
ruimtelijke weergave van meerkanaals
Surround Sound niet naar wens, met te weinig
basweergave, dan kiest u de stand “SMALL”
om de basverdelingscircuits in te schakelen,
zodat de laagste frequenties van de
achterkanalen worden overgeheveld naar de
aparte lagetonen-luidspreker of naar andere
"LARGE" luidsprekers.
•NO
Als u geen achterluidsprekers aansluit, kiest u
de stand "NO".
Tip
Met de SPEAKERS SURROUND schakelaar in de
A+B stand zullen de instellingen voor de
achterluidsprekers A tevens gelden voor de
achterluidsprekers B.
x SURR BACK SP
(Middenachterluidsprekers)
Als de achterluidsprekers staan ingesteld op
"NO", wordt voor de middenachterluidsprekers
automatisch ook de stand "NO" gekozen en dan
kan die stand niet gewijzigd worden.
DUAL
Als u twee middenachterluidsprekers hebt
aangesloten, kiest u de stand "DUAL". Het
geluid wordt dan weergegeven via maximaal
7.1 kanalen.
Voorbereidingen
21
NL
•SINGLE
Als u slechts een enkele
middenachterluidspreker hebt aangesloten,
kiest u de stand "SINGLE". Het geluid wordt
dan weergegeven via maximaal 6.1 kanalen.
•NO
Als u geen middenachterluidspreker aansluit,
kiest u de stand "NO".
Tip
Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van
het "LARGE" of "SMALL" luidsprekerformaat voor
elk stel luidsprekers of de ingebouwde
akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet
naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als de
lage tonen uit een bepaald kanaal worden verwijderd,
zullen de basverdelingscircuits die frequenties
overbrengen naar de speciale lagetonen-luidspreker of
naar een ander stel "LARGE" luidsprekers die er beter
op zijn berekend.
Meestal is het beter de bassen van de verschillende
kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt u
zelfs met een stel kleine luidsprekers toch beter de
stand "LARGE" kiezen als u de lage tonen ook door die
luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u
grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de
laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers
best "SMALL" kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst,
kiest u dan voor alle luidsprekers de stand "LARGE".
Als er te weinig bassen klinken, kunt u die extra
versterken met de grafiek-toonregeling. Zie voor het
instellen van de grafiek-toonregeling zie pagina 39.
x FRONT XXX meter
(Voorluidsprekerafstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
voorluidsprekers (A). Deze kunt u instellen van
1,0 meter tot 7,0 meter in stapjes van 0,1 meter.
Als de beide voorluidsprekers niet op gelijke
afstand van uw luisterplaats staan, kiest u dan de
afstand tot de dichtstbijzijnde luidspreker.
Bij gebruik van een enkele
middenachterluidspreker
Bij gebruik van twee middenachterluidsprekers
(De hoek B hoort gelijk te zijn)
x CENTER XXX meter
(Middenluidsprekerafstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenluidspreker. Deze kunt u instellen van
1,0 meter tot 7,0 meter in stapjes van 0,1 meter.
x SURROUND-A XXX meter
(Afstand achterluidsprekers A)
x SURROUND-B XXX meter
(Afstand achterluidsprekers B)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
achterluidsprekers. Deze kunt u instellen van
1,0 meter tot 7,0 meter in stapjes van 0,1 meter.
Als de beide achterluidsprekers niet op gelijke
afstand van uw luisterplaats staan, kiest u dan de
afstand tot de dichtstbijzijnde luidspreker.
30˚30˚
100˚-120˚100˚-120˚
A A
30˚30˚
100˚-120˚100˚-120˚
AA
B
B
B
wordt vervolgd
22
NL
x SURR BACK XXX meter
(Middenachterluidsprekerafstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenachterluidspreker. Deze kunt u instellen
van 1,0 meter tot 7,0 meter in stapjes van
0,1 meter.
Als u twee middenachterluidsprekers gebruikt,
die zich niet op gelijke afstand van uw
luisterplaats bevinden, kiest u dan de afstand tot
de dichtstbijzijnde luidspreker.
x SUB WOOFER XXX meter
(Lagetonenluidsprekerafstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
lagetonenluidspreker. Deze kunt u instellen van
1,0 meter tot 7,0 meter in stapjes van 0,1 meter.
Tip
U kunt de weergave van deze versterker aanpassen aan
uw luidsprekeropstelling, door de
luidsprekerafstanden in te voeren. Het is echter niet
mogelijk de middenluidspreker verder af te zetten dan
de linker en rechter voorluidsprekers. Bovendien kunt
u de middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter dichter
bij uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers.
Evenmin kunt u de achterluidsprekers verder van uw
luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En ook
weer niet meer dan 4,5 meter dichterbij.
Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste
opstelling van de luidsprekers niet geschikt is voor de
weergave van akoestiekeffecten.
Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan
de feitelijke afstand, zal het geluid via die
luidspreker(s) met een grotere vertraging worden
weergegeven. Met andere woorden, de luidsprekers
klinken dan verder weg.
Als u bijvoorbeeld de afstand van de
middenluidspreker 1 tot 2 meter dichterbij kiest dan de
feitelijke afstand, zal dit een vrij natuurgetrouw effect
bij films geven, alsof u zich "binnenin" het
beeldscherm bevindt. En als u geen goed
akoestiekeffect verkrijgt omdat de achterluidsprekers
te dichtbij staan, kunt u door het verminderen van de
luidsprekerafstand (dichterbij kiezen dan de werkelijke
afstand) een dieper ruimtelijk effect bereiken.
Door deze parameter bij te regelen terwijl u aandachtig
naar een geluidsbron luistert, kunt u vaak een
aanzienlijke verbetering in de akoestiek
bewerkstelligen. Probeer het maar eens!
Voor geavanceerde
luidsprekerinstellingen
Gebruik het CUSTOMIZE menu en stel
"MENU EXPAND" in op "ON" om extra
mogelijkheden te verkrijgen. Dan kunt u nog
meer parameters precies naar wens instellen,
zoals bijvoorbeeld de hoogte waarop de
achterluidsprekers hangen.
Voor nadere bijzonderheden over "MENU
EXPAND", zie pagina 40. Voor nadere
bijzonderheden over het maken van de
instellingen, zie pagina 43.
Voorbereidingen
23
NL
Regel de luidsprekerniveaus en de balans van de
weergave bij door vanaf uw luisterplaats goed
naar de testtoon te luisteren. De weergave kunt u
hierbij met de afstandsbediening regelen.
Nadere bijzonderheden over de bijgeleverde
afstandsbediening vindt u in de
gebruiksaanwijzing die bij de afstandsbediening
hoort.
Tip
Deze versterker laat een testtoon horen met een
frequentie rond de 800 Hz.
1 Druk op de ?/1 toets van de
afstandsbediening om de versterker
aan te zetten.
2 Druk enkele malen op de < toets van de
afstandsbediening totdat het
RECEIVER menu verschijnt.
3 Beweeg de keuze/invoertoets om in te
stellen op "TEST TONE" en druk dan de
toets in om uw keuze te bevestigen.
Dan verschijnt er "TEST TONE" in het
LEVEL menu in het uitleesvenster en klinkt
er een testtoon via elk van de luidsprekers
achtereenvolgend.
4 Stel de luidsprekerniveaus en de
balans van de weergave zodanig bij
met behulp van het LEVEL menu, dat
de testtoon via alle luidsprekers even
luid klinkt.
Zie voor nadere bijzonderheden over de
LEVEL menu-instellingen, zie pagina 37.
Tips
Om het geluidsniveau van alle luidsprekers
tegelijk bij te stellen, drukt u op de MASTER
VOL +/– toets van de afstandsbediening of
draait u aan de MASTER VOLUME knop van
de versterker zelf.
U kunt ook de TEST TONE toets op de
versterker zelf gebruiken om de testtoon aan of
uit te zetten.
Voor deze instelling kunt u ook de –/+ toetsen
op de versterker gebruiken.
5 Druk na de instelling enkele malen op
de < toets van de afstandsbediening
totdat het versterker-instelmenu
verschijnt.
6 Beweeg de keuze/invoerknop van de
afstandsbediening om in te stellen op
"TEST TONE" en druk dan de knop
enkele malen in om te kiezen voor
"TEST TONE [OFF]".
Dan wordt de testtoon uitgeschakeld.
Om de testtoon door slechts een
enkele luidspreker te horen
Zet het onderdeel "TEST TONE" in het LEVEL
menu op "FIX" (pagina 37). Dan klinkt de
testtoon alleen via de door u gekozen
luidspreker.
Voor de meest nauwkeurige
instelling
U kunt de testtoon of de weergave van een
geluidsbron ook horen via twee aangrenzende
luidsprekers, om zo hun onderlinge balans en
geluidssterkte bij te regelen.
Zet het onderdeel "MENU EXPAND" in het
CUSTOMIZE menu op "ON" (pagina 40). Kies
vervolgens de twee luidsprekers die u wilt
bijregelen, via het onderdeel "PHASE NOISE"
of "PHASE AUDIO" in het LEVEL menu
(pagina 46).
5: De luidsprekerniveaus
en de balans bijregelen
— TEST TONE
24
NL
1 Draai aan de INPUT SELECTOR knop
om de weergavebron te kiezen.
De gekozen ingangsstand wordt in het
uitleesvenster getoond.
* Zie "Opmerking bij keuze van de "i.LINK"
verbinding" hieronder.
2 Schakel het geluidsbron-apparaat in en
start de weergave.
3 Draai aan de MASTER VOLUME knop
om de geluidssterkte te regelen.
Opmerking bij keuze van de "i.LINK"
verbinding
Wanneer het onderdeel "i.POWER" staat ingesteld op
"AUTO" (pagina 41), wordt de stroomvoorziening van
de i.LINK circuits ingeschakeld zodra de "i.LINK"
verbinding is gekozen, en dan verschijnt er "i.LINK
Connecting" in het uitleesvenster terwijl de i.LINK
circuits worden geactiveerd. Zolang deze aanduiding
in het uitleesvenster zichtbaar is, klinkt er geen geluid
omdat de LINC verbinding nog niet is gemaakt. (Zie
pagina 55 voor nadere bijzonderheden over de LINC
verbinding.)
Begin dus pas met de bediening nadat de aanduiding
"i.LINK Connecting" is verdwenen.
De naam van de aangesloten i.LINK component
verschijnt, behalve in de volgende gevallen.
"No LINC": Dit betekent dat er geen i.LINK is
aangesloten, ook al is er voor de "i.LINK" verbinding
gekozen.
"Disc": In dit geval ontving de versterker alleen de
meest algemene informatie van de aangesloten
apparatuur.
"Unknown": In dit geval ontving de versterker
helemaal geen informatie van de aangesloten
apparatuur.
Dempen van de geluidsweergave
Druk op de MUTING toets van de
afstandsbediening. Om de demping op te heffen
en weer geluid te horen, drukt u nogmaals op de
MUTING toets van de afstandsbediening of
draait u de MASTER VOLUME knop naar
rechts om het geluid harder te zetten. Als u in de
gedempte stand de versterker uitschakelt, zal de
dempingsfunctie nog steeds werken wanneer u
de versterker weer inschakelt.
Bij luisteren via een
hoofdtelefoon
Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, kunt u
alleen de volgende klankbeelden kiezen (pagina 32).
HEADPHONE (2CH)
HEADPHONE (DIRECT)
HEADPHONE (MULTI 1)
HEADPHONE (MULTI 2)
HEADPHONE THEATER
Versterkerfuncties
Keuze van een beeld/
geluidsbron
Voor weergave van
een
Aanduiding
Videorecorder VIDEO 1, VIDEO 2,
VIDEO 3 of
VIDEO 4
Camcorder of
videospelapparaat
VIDEO 5
Laserdisc-speler LD
DVD videospeler DVD
Satelliet-ontvanger TV/SAT
Cassettedeck TAPE
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
MD/DAT
CD- of Super Audio
CD-speler
CD/SACD
Tuner voor radio-
ontvangst
TUNER
Platenspeler PHONO
i.LINK beeld/
geluidsbron*
i.LINK
25
NL
Versterkerfuncties
U kunt luisteren naar de zuivere
geluidsweergave van een geluidsbron die is
aangesloten op de MULTI CHANNEL IN
ingangsaansluitingen. Zo kunt u het best
genieten van digitale geluidsbronnen met
superieure kwaliteit, zoals DVD's en Super
Audio CD's.
De diverse akoestiekfuncties en de LIP SYNC
functie (pagina 41) kunnen niet worden
toegepast bij gebruik van deze ingangen.
Druk enkele malen op de MULTI CH IN 1/2
toets om de gewenste meerkanaals-
geluidsbron ("MULTI CH 1" of "MULTI CH
IN 2") te kiezen.
Dan wordt de gekozen geluidsbron
weergegeven.
Opmerking
Deze ingangsfunctie wordt uitgeschakeld wanneer u
een klankbeeld-aanduiding kiest met een druk op de
MULTI CH IN 1/2 toets of wanneer u een andere
ingangsbron of een ander klankbeeld kiest (zie pagina
29-32).
Wanneer er geen
middenluidspreker of lagetonen-
luidspreker is aangesloten
(analoge kanalenmenging)
Als u voor de middenluidspreker de stand "NO"
of "MIX" hebt gekozen, of voor de lagetonen-
luidspreker de stand "NO" in het SPEAKER
SET UP instelmenu (pagina 19), en u zet de
MULTI CH IN meerkanaals-weergave aan, dan
wordt het analoge geluid van de
middenluidspreker of de lagetonen-luidspreker
weergegeven via de linker en rechter
voorluidsprekers.
Omschakelen van de
aanduidingen in het
uitleesvenster
U kunt het klankbeeld enz. controleren door
deze aanduidingen in het uitleesvenster te laten
verschijnen.
Druk enkele malen op de DISPLAY toets.
Bij elke druk op de DISPLAY toets veranderen
de aanduidingen als volgt.
Zelfgekozen geluidsbronnaam* en
klankbeeldnaam y Ingangsbronnaam en
klankbeeldnaam
* De zelfgekozen naam verschijnt alleen als er door u
een naam voor de geluidsbron is ingevoerd
(pagina 49). De zelfgekozen naam verschijnt niet als
er alleen spaties zijn gekozen, of als de naam gelijk
is aan de ingangsbronnaam.
Informatie over de
ingangsstroom aangeven
U kunt de gegevens voor de ingangsstroom
(zoals het formaat, de kanalen e.d.) voor de
digitale ingangssignalen laten aangeven. De
informatie over de ingangsstroom wordt ook 4
seconden lang aangegeven wanneer de
versterker enige verandering in het digitale
ingangssignaal waarneemt.
1 Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "STREAM INFO".
2 Draai aan de MENU knop.
De gegevens over de ingangsstroom
worden aangegeven.
3 Draai aan de –/+ knop om nog meer
informatie te zien.
Luisteren naar
meerkanaals-geluid
— MULTI CH IN
Aanduidingen
omschakelen
wordt vervolgd
26
NL
De helderheid van het
uitleesvenster bijstellen
Druk enkele malen op de DIMMER toets.
De helderheid van het uitleesvenster is op drie
standen instelbaar (0% DOWN, 60% DOWN en
100% DOWN*).
* Wanneer de 100% DOWN stand is gekozen,
verschijnt de aanduiding "100% DOWN" niet in het
uitleesvenster.
27
NL
Versterkerfuncties
A SW: Deze aanduiding licht op als er voor de
aanwezigheid van een lagetonen-luidspreker
"YES" is gekozen (pagina 19). Wanneer deze
aanduiding zichtbaar is, stelt de versterker een
lagetonensignaal samen op basis van het LFE
signaal van de afgespeelde disc of op basis van
de laagste tonen van de voorkanalen. Deze
aanduiding licht niet op in de 2CH STEREO
stand of wanneer er een 2-kanaals
ingangssignaal binnenkomt terwijl er voor
[A.F.D. AUTO] is gekozen en het onderdeel
[A.F.D. 2CH SW] in het SURR SET UP
akoestiekmenu in de "OFF" stand staat.
B Weergavekanaal-aanduidingen: De
letters (L, C, R, enz.) geven aan welke
geluidskanalen er worden weergegeven. Aan
de oplichtende vakjes rond de letters kunt u
zien hoe de versterker het geluid mengt en via
welke luidsprekers het wordt weergegeven
(gebaseerd op de luidspreker-instellingen).
L (Linker voorluidspreker), R (Rechter
voorluidspreker), C (Middenluidspreker
(mono)), SL (Linksachter), SR (Rechtsachter),
CULTURE (Achterluidsprekers (mono
weergave of de achterkanalen gebaseerd op
Pro Logic decodering)), SBL (Linker
middenachterluidspreker)*, SBR (Rechter
middenachterluidspreker)*, SB
(Middenachterluidsprekers (de achterkanalen
gebaseerd op 6.1-kanaals matrix-decodering))
Bijvoorbeeld:
Opnameformaat (voor/achter): 3/2.1
Uitgangskanaal: Geen achterluidsprekers
Klankbeeld: A.F.D. AUTO
* Deze aanduiding licht op wanneer de testtoon
voor de SBL of SBR luidspreker wordt
weergegeven.
C ; DIGITAL (EX): Licht op wanneer er
Dolby Digital signalen binnenkomen. "EX"
licht op wanneer er Dolby Digital EX signalen
binnenkomen.
D INPUT: Blijft constant branden. Bovendien
licht een van de ingangsaanduidingen op,
afhankelijk van de gekozen weergavebron.
E AUTO: Deze aanduiding licht op wanneer het
onderdeel INPUT MODE staat ingesteld op
"AUTO 2CH" (pagina 36).
F i.LINK: Deze aanduiding licht op wanneer er
een i.LINK apparaat is aangesloten.
G DTS (-ES): Deze aanduiding licht op
wanneer er DTS signalen binnenkomen. "-ES"
licht op wanneer er DTS-ES signalen
binnenkomen. Bij het afspelen van een DTS
formaat disc dient u te zorgen voor digitale
aansluitingen en op te letten dan de INPUT
MODE ingangskeuze NIET staat ingesteld op
"ANALOG 2CH FIXED" (pagina 36).
H COAX: Deze aanduiding licht op wanneer de
INPUT MODE ingangskeuze staat ingesteld
op "AUTO" en er een digitaal signaal
binnenkomt via de COAXIAL
ingangsaansluiting of wanneer het onderdeel
INPUT MODE staat ingesteld op "COAXIAL
FIXED" (pagina 36).
I OPT: Deze aanduiding licht op wanneer de
INPUT MODE ingangskeuze staat ingesteld
op "AUTO" en er een digitaal signaal
binnenkomt via de OPTICAL
ingangsaansluiting of wanneer het onderdeel
Betekenis van de aanduidingen in het uitleesvenster
;
;
MULTI CH IN 1 2INPUT AUTO I.LINK COAX OPT ANALOG
DIGITAL EX
DTS-ES 96/24
D.RANGE
MOVIE MONO MEMORY
SLEEP
STEREOMATRIXCINEMAMUSIC
PRO LOGIC II EQRDSNEO:6 DISCRETE
H.A.T.S.
L.F.E.
LSW
SL
SR
C
S
R
SBSBL
SBR
12 3 987 q
s
0 q
a
qdqfqhqjqkqlw;wawswdwf
4 5
6
qg
LSW
SL
SR
CR
wordt vervolgd
28
NL
INPUT MODE staat ingesteld op "OPTICAL
FIXED" (pagina 36).
J ANALOG: Deze aanduiding licht op wanneer
de INPUT MODE ingangskeuze staat
ingesteld op "AUTO", maar er geen digitaal
signaal binnenkomt via de COAXIAL of
OPTICAL aansluiting, of wanneer het
onderdeel INPUT MODE staat ingesteld op
"ANALOG 2CH FIXED" (pagina 36).
K MULTI CH IN 1/2: Deze aanduiding licht op
wanneer de "MULTI CH IN 1" of "MULTI
CH IN 2" functie is ingeschakeld.
L SLEEP: Deze aanduiding licht op wanneer de
sluimerfunctie is ingeschakeld.
M D.RANGE: Deze aanduiding licht op
wanneer de dynamiekcompressie is
ingeschakeld (pagina 46).
N EQ: Deze aanduiding licht op wanneer de
equalizer-toonregeling is ingeschakeld.
O H.A.T.S. (signaalcorrectiebuffer): Deze
aanduiding licht op wanneer de aangesloten
i.LINK component geschikt is voor de
H.A.T.S. (signaalcorrectiebuffer) functie.
P 96/24: Deze aanduiding licht op wanneer de
versterker DTS 96 kHz/24 bit signalen
decodeert.
Q MATRIX: Deze aanduiding licht op wanneer
de DTS-ES Matrix-decodering is
ingeschakeld.
R DISCRETE: Deze aanduiding licht op
wanneer de DTS-ES Discrete decodering is
ingeschakeld.
S CINEMA: Deze aanduiding licht op wanneer
de DTS Neo:6 Cinema filmgeluid-decodering
is ingeschakeld.
T NEO:6: Deze aanduiding licht op wanneer de
DTS Neo:6 Cinema/Music decodering is
ingeschakeld.
U MUSIC: Deze aanduiding licht op wanneer de
Pro Logic II Music of DTS Neo:6 Music
decodering is ingeschakeld.
V MOVIE: Deze aanduiding licht op wanneer de
Pro Logic II Movie filmgeluid-decodering is
ingeschakeld.
W ; PRO LOGIC (II): Deze aanduiding licht
op wanneer de versterker de Pro Logic
signaalverwerking toepast op een 2-kanaals
geluidsbron, om aparte signalen te verkrijgen
voor een middenluidspreker en
achterluidsprekers. Deze aanduiding licht ook
op wanneer de Pro Logic II Movie/Music-
decodeertrap is ingeschakeld. De aanduiding
licht echter niet op als u voor de afwezigheid
van een middenluidspreker en
achterluidsprekers de stand "NO" hebt
gekozen.
X L.F.E.: Deze aanduiding licht op wanneer de
afgespeelde disc een apart LFE (Low
Frequency Effect) lagetonen-kanaal bevat.
Wanneer het geluid van het LFE kanaal ook
daadwerkelijk wordt weergegeven, lichten de
balkjes onder de letters op om het
geluidsniveau te tonen. Aangezien het LFE
signaal niet overal in het ingangssignaal
voortdurend even krachtig aanwezig is,
kunnen de niveaubalkjes tijdens de weergave
sterk fluctueren (en soms geheel doven).
Genieten van Surround Sound akoestiek
29
NL
In deze stand geeft de versterker alleen geluid
weer via de linker en rechter voorluidsprekers.
De lagetonen-luidspreker geeft hierbij ook geen
geluid weer.
Luisteren naar 2-kanaals
stereo geluidsbronnen (2CH
STEREO)
Bij standaard 2-kanaals stereo geluidsbronnen
wordt er helemaal geen akoestiekverwerking
toegepast, en meerkanaals-geluidsbronnen
worden samengemengd tot de gewone twee
kanalen.
Druk op de 2CH toets.
De aanduiding "2CH STEREO" verschijnt in het
uitleesvenster en de versterker schakelt over
naar de 2CH STEREO weergavestand.
Opmerking
De lagetonen-luidspreker zal in de 2CH STEREO
weergavestand geen geluid geven. Om te luisteren naar
gewone 2-kanaals stereo geluidsbronnen via de linker
en rechter voorluidsprekers en een lagetonen-
luidspreker, kiest u het "A.F.D. AUTO" klankbeeld en
stelt u het onderdeel "A.F.D. 2CH SW" in het SURR
SET UP akoestiek-instelmenu akoestiekmenu in op
"CREATE".
Met de Auto Format Direct (A.F.D.) functie
kunt automatisch de juiste decodeerstand kiezen
voor het weer te geven geluid.
Automatische decodering van
het inkomend geluidssignaal
In deze stand zal de versterker automatisch
waarnemen wat voor geluidssignaal er
binnenkomt (Dolby Digital, DTS, standaard 2-
kanaals stereo, enz.) om vervolgens de juiste
decodering daarvoor toe te passen. Met deze
functie wordt het geluid precies weergegeven
zoals het werd opgenomen/gecodeerd, zonder
toevoeging van enig akoestiekeffect. Als echter
het onderdeel "A.F.D. 2CH SW" in het SURR
SET UP akoestiek-instelmenu akoestiekmenu
staat ingesteld op "CREATE" en er komen geen
afzonderlijke laagfrequente signalen binnen
(zoals Dolby Digital LFE e.d.), zal er nu een
laagfrequent signaal worden afgesplitst voor
weergave door de lagetonen-luidspreker.
Druk enkele malen op de A.F.D. toets om in
te stellen op "A.F.D. AUTO".
De versterker neemt automatisch waar welk
soort geluidssignaal er binnenkomt en past dan
indien nodig de juiste decodering toe.
Tip
Meestal zal de "A.F.D. AUTO" weergavestand de
optimale decodering geven. In sommige gevallen kan
het echter helpen om met de SURR BACK
DECODING toets (pagina 33) en middenachter-
Genieten van Surround Sound
akoestiek
Bij gebruik van alleen de
voorluidsprekers
Genieten van de beste
akoestiekweergave
— AUTO FORMAT DIRECT
A.F.D. functie Decodeerstand
AUTO Zoals gecodeerd
PRO LOGIC Dolby Pro Logic
PRO LOGIC II MOVIE
Dolby Pro Logic II
PRO LOGIC II MUSIC
Neo:6 Cinema
DTS Neo:6
Neo:6 Music
Multi Stereo Multi Stereo
wordt vervolgd
30
NL
decodeerfunctie te kiezen die nog beter past bij de
geluidsbron.
Stereo geluid omzetten in
meerkanaals-weergave
(2-kanaals decodering)
Met deze functie kunt u het type decodering
kiezen voor weergave van 2-kanaals
geluidsbronnen. Deze versterker kan 2-kanaals
geluid omzetten in 5-kanaals weergave via
Dolby Pro Logic II, in 6-kanaals weergave met
DTS Neo:6, of in 4-kanaals weergave met de
oorspronkelijke Dolby Pro Logic. Overigens
worden DTS 2CH geluidsbronnen niet
gedecodeerd met de DTS Neo:6; die worden
weergegeven in 2 kanalen. Wanneer er
meerkanaals-geluidssignalen binnenkomen,
worden die signalen weergegeven volgens de
codering waarmee ze binnenkomen.
Druk enkele malen op de A.F.D. toets om de
gewenste 2-kanaals decodeerfunctie te
kiezen.
x PRO LOGIC
Deze stand zorgt voor normale Dolby Pro Logic
decodering. Een geluidsbron die is opgenomen met
2 kanalen wordt gedecodeerd naar 4 kanalen.
x PRO LOGIC II MOVIE
Deze stand zorgt voor Dolby Pro Logic II Movie
filmgeluid-decodering. Deze instelling is ideaal voor
speelfilms met Dolby Surround geluid. Bovendien
kunt u met deze functie het geluid ook horen in
5.1 kanalen bij weergave van oude speelfilms of
video's met later ingevoegd geluid.
x PRO LOGIC II MUSIC
Deze stand is voor de Dolby Pro Logic II Music
muziek-decodering. Dit is ideaal voor de weergave van
normale stereo geluidsbronnen zoals muziek-CD's.
x Neo:6 Cinema
Deze stand is voor de DTS Neo:6 Cinema filmgeluid-
decodering.
x Neo:6 Music
Deze stand is voor de DTS Neo:6 Music muziek-
decodering. Dit is ideaal voor de weergave van
normale stereo geluidsbronnen zoals muziek-CD's.
x MULTI STEREO
Hierbij worden dezelfde 2-kanaals linker en rechter
signalen weergegeven door alle luidsprekers.
Als u een lagetonen-luidspreker
aansluit
Als het geluidsbronsignaal geen speciaal LFE
lagetonensignaal bevat, splitst de versterker zelf
een laagfrequent signaal af voor weergave door
de lagetonen-luidspreker. Er wordt echter geen
laagfrequent signaal uitgestuurd in de "Neo:6
Cinema" of "Neo:6 Music" stand wanneer voor
alle luidsprekers het "LARGE" formaat is
gekozen.
Genieten van Surround Sound akoestiek
31
NL
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg een van de
voorgeprogrammeerde klankbeelden te kiezen
die de versterker biedt. Zo kunt u uw
luisterkamer even indrukwekkend laten klinken
als een bioscoopzaal of een concertzaal.
Keuze van een klankbeeld
voor speelfilms
Druk enkele malen op de MOVIE toets om in
te stellen op het gewenste klankbeeld.
Het gekozen klankbeeld wordt in het
uitleesvenster getoond.
Omtrent DCS (Digital Cinema
Sound)
De klankbeelden met de vermelding DCS zijn
gebaseerd op DCS technologie.
DCS is een algemene term voor de digitale
signaalverwerking voor thuistheater-akoestiek
die ontwikkeld is door Sony. Het DCS systeem
reproduceert met een DSP (Digitale Signaal
Processor) de akoestische eigenschappen van
een echte filmmuziekstudio in Hollywood.
De DCS akoestiekfuncties leveren ook in uw
huiskamer een natuurgetrouwe weergave van
het complete filmgeluid met achtergrond,
dialoog en geluidseffecten, geheel volgens de
bedoeling van de regisseur, om volop mee te
leven met speelfilms bij u thuis.
Wanneer een klankbeeld met het DCS teken is
gekozen, licht de Digital Cinema Sound
aanduiding op.
x CINEMA STUDIO EX A DCS
Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony
Pictures Entertainment "Cary Grant Theater"
filmstudio. Een fraaie standaard akoestiek, geschikt
voor allerlei soorten speelfilms.
x CINEMA STUDIO EX B DCS
Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony
Pictures Entertainment "Kim Novak Theater"
filmstudio. Ideaal voor science-fiction of actiefilms
met veel speciale geluidseffecten.
x CINEMA STUDIO EX C DCS
Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony
Pictures Entertainment filmorkest-opnamestudio.
Deze akoestiek is ideaal voor musicals en klassieke
films met veel achtergrondmuziek.
x V.MULTI DIMENSION DCS
Hiermee worden 5 stel virtuele luidsprekers rondom de
luisteraar gesimuleerd, op basis van slechts een enkel
paar werkelijke achterluidsprekers.
Genieten van filmgeluid met
CINEMA STUDIO EX
klankbeelden
De CINEMA STUDIO EX klankbeelden zijn
ideaal voor de weergave van filmgeluid in een
meerkanaals-formaat, zoals bij DVD videodiscs
e.d., met ruimtelijke geluidseffecten. Hiermee
kunt u genieten van de diverse akoestische
eigenschappen van de Sony Pictures
Entertainment filmstudio's in uw huiskamer.
De CINEMA STUDIO EX akoestiekeffecten
zijn opgebouwd uit de volgende drie
componenten.
Virtual Multi Dimension
Hiermee worden 5 stel virtuele luidsprekers
rondom de luisteraar gesimuleerd, op basis
van slechts een enkel paar werkelijke
achterluidsprekers.
Screen Depth Matching
Deze techniek laat de dialoog direct van de
personages op het scherm komen en het
achtergrondgeluid van rondom hen, binnenin
uw beeldscherm, net als in de bioscoop.
Cinema Studio Reverberation
Hiermee wordt de karakteristieke
geluidsweerkaatsing en diepe ruime klank
van een bioscoopzaal gesimuleerd.
De CINEMA STUDIO EX klankbeelden bieden
u de geïntegreerde totaalklank van deze drie
effecten tegelijk.
Tips
Aan de verpakking kunt u zien met welk
akoestieksysteem het beeldmateriaal op een DVD
videodisc e.d. is opgenomen.
Keuze van een klankbeeld
Klankbeeld
CINEMA STUDIO EX A DCS
CINEMA STUDIO EX B DCS
CINEMA STUDIO EX C DCS
V.MULTI DIMENSION DCS
wordt vervolgd
32
NL
: Dolby Digital discs
: Dolby Surround gecodeerde
geluidsbronnen
: DTS Digital Surround gecodeerde
geluidsbronnen
Opmerkingen
De effecten die werken met virtuele luidsprekers
kunnen soms wat extra ruis in de weergave
veroorzaken.
Bij het luisteren naar klankbeelden die werken met
virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de
echte achterluidsprekers horen.
Keuze van een klankbeeld
voor muziek
Druk enkele malen op de MUSIC toets om in
te stellen op het gewenste klankbeeld.
Het gekozen klankbeeld wordt in het
uitleesvenster getoond.
x D.CONCERT HALL A
Dit klankbeeld reproduceert met 3D
akoestiekverwerking de karakteristieke klank van de
grote zaal van het CONCERTGEBOUW in
Amsterdam, een klassieke zaal die beroemd is om zijn
fraaie ruimtelijke akoestiek met heldere
geluidsweerkaatsing.
x D.CONCERT HALL B
Dit klankbeeld reproduceert met 3D
akoestiekverwerking de karakteristieke klank van de
klassieke Weense MUSIKVEREIN concertzaal die
befaamd is om zijn unieke resonerende klank, rijke aan
nagalm.
x CHURCH
Geeft de akoestiek van een stenen kerkgewelf.
x JAZZ CLUB
Geeft de akoestiek van een jazzclub.
x LIVE CONCERT
Geeft de akoestiek van een muziektheater met 300
zitplaatsen.
x STADIUM
Geeft de sfeer van een groot openlucht-stadion.
x SPORTS
Geeft het gevoel van een direct sportverslag.
Wanneer er een hoofdtelefoon is
aangesloten
Dan kunt u alleen kiezen uit de volgende
klankbeelden.
x HEADPHONE (2CH)
Druk op de 2CH of A.F.D. toets. Dan wordt het geluid
in 2-kanaals stereo weergegeven. Bij standaard 2-
kanaals stereo geluidsbronnen wordt er helemaal geen
akoestiekverwerking toegepast, en meerkanaals-
geluidsbronnen worden samengemengd tot de gewone
twee kanalen.
x HEADPHONE (DIRECT)
Druk op de DIRECT toets. Dit zorgt voor weergave
van analoge signalen zonder enige digitale verwerking
via de equalizer-toonregeling.
x HEADPHONE (MULTI 1/MULTI 2)
Druk op de MULTI CH 1/2 toets. Hiermee worden de
analoge signalen die binnenkomen via de MULTI
CHANNEL INPUT aansluitingen voor weergave
samengemengd tot 2 kanalen.
x HEADPHONE THEATER DCS
Druk op de MOVIE toets of de MUSIC toets. Dit stelt
u in staat de sfeer van een bioscoop te horen bij het
beluisteren van filmgeluid via de hoofdtelefoon.
Uitschakelen van het
akoestiekeffect
Druk op de 2CH toets, of druk op de A.F.D. toets
om in te stellen op "A.F.D. AUTO".
Ruimtelijke weergave bij
zacht ingesteld geluid
(NIGHT MODE)
Hiermee kunt u ook's avonds laat, bij zachte
weergave, nog steeds genieten van de
klankbeelden en geluidseffecten. Deze functie is
samen met de andere klankbeelden te gebruiken.
Ook bij nachtelijke weergave van een speelfilm
e.d. met het geluid zacht gezet, zult u de dialoog
nog duidelijk kunnen horen.
Druk op de NIGHT MODE toets.
Dan wordt de NIGHT MODE functie
ingeschakeld.
Klankbeeld
D.CONCERT HALL A
D.CONCERT HALL B
CHURCH
JAZZ CLUB
LIVE CONCERT
STADIUM
SPORTS
Genieten van Surround Sound akoestiek
33
NL
Tip
Bij gebruik van deze functie worden de lage BASS en
hoge TREBLE tonen en het EFFECT niveau
automatisch hoger ingesteld en wordt de "D.RANGE
COMP." op "MAX" ingesteld (zie pagina 46).
Opmerking
Deze mogelijkheid is niet beschikbaar wanneer de
DIRECT weergavestand is ingeschakeld.
Luisteren naar het geluid
zonder enige bijregeling
U kunt het oorspronkelijke geluid beluisteren
zonder het effect van toonregeling en
klankbeeld.
Druk op de DIRECT toets.
De equalizer-toonregeling en de klankbeelden
worden uitgeschakeld.
Opmerking
LIP SYNC synchronisatie (pagina 41) zal niet werken
wanneer een analoge ingangsbron is gekozen en de
DIRECT weergavefunctie wordt gebruikt.
Hiermee kunt u de decodeerfunctie kiezen voor
de middenachterkanalen van een meerkanaals-
ingangssignaal.
Door het decoderen van het
middenachterluidspreker-signaal van speelfilms
op DVD-discs (enz.) die zijn opgenomen in het
Dolby Digital EX, DTS-ES Matrix of DTS-ES
Discrete 6.1 formaat, verkrijgt u een optimaal
akoestiekeffect achterin, zoals bedoeld door de
makers van de film.
Druk enkele malen op de SURR BACK
DECODING toets om de gewenste
middenachter-decodeerfunctie te kiezen.
Zie voor nadere bijzonderheden zie "Hoe u de
gewenste middenachter-decodeerfunctie kiest"
op pagina 34.
Tip
U kunt de middenachter-decodeerfunctie ook kiezen
via het onderdeel "SB DECODING" in het
CUSTOMIZE menu (pagina 41).
Keuze van de
middenachter-
decodeerfunctie
— SURR BACK DECODING
wordt vervolgd
34
NL
Hoe u de gewenste middenachter-decodeerfunctie kiest
U kunt uw keuze voor een middenachter-decodeerfunctie baseren op het inkomend geluidssignaal.
Bij keuze van "AUTO"
Wanneer het ingangssignaal een 6.1-kanaals vlagsignaal
a)
bevat, wordt aan de hand daarvan de juiste
decodeerfunctie toegepast voor decodering van het middenachterluidspreker-signaal.
Bij keuze van "MATRIX"
De Dolby Digital EX decodeerfunctie wordt toegepast voor het decoderen van het
middenachterluidspreker-signaal, ongeacht het 6.1-kanaals vlagsignaal
a)
van de ingangssignalen. Deze
decodeerfunctie voldoet aan de normen van Dolby Digital EX en werkt net zo als de decodeerfuncties
f)
die daadwerkelijk in de bioscoop worden gebruikt.
Bij keuze van "OFF"
Dan wordt er geen middenachterkanaal-decodering toegepast.
De SB DEC aanduiding licht op wanneer er daawerkelijk een signaal voor een middenachterkanaal
wordt gedecodeerd.
a)
Het 6.1-kanaals decodeer-vlagsignaal is een decoderingsinstructie die is opgenomen in geluidsbronnen zoals
DVD-videodiscs.
b)
Dit is het signaal van een Dolby Digital DVD met een Surround EX vlagsignaal. Op de Dolby Corporation
webpagina kunt u zien hoe dergelijke Surround EX speelfilms te onderscheiden zijn.
c)
Dit is beeld/geluidsmateriaal met een vlagsignaal om aan te geven dat het zowel Surround EX als 5.1-kanaals
signalen bevat.
d)
Dit is beeld/geluidsmateriaal met zowel 5.1-kanaals signalen als een extra signaal om die gegevens in 6.1
afzonderlijke kanalen om te zetten. De discrete 6.1 kanalen zijn specifiek voor DVD, niet dezelfde als gebruikt in
de bioscoop.
e)
Wanneer er twee middenachterluidsprekers zijn aangesloten, wordt het totaalgeluid weergegeven via 7.1 kanalen.
f)
Deze decodeerfunctie is te gebruiken voor alle 6.1 formaten (Dolby Digital EX, DTS-ES Matrix 6.1 en DTS-ES
Discrete 6.1).
Opmerking
De kans bestaat dan de middenachterluidspreker geen geluid geeft in de Dolby Digital EX stand. Sommige discs
bevatten niet het vereiste Dolby Digital EX vlagsignaal, ook al staat op de verpakking wel een Dolby Digital EX
beeldmerk. In dat geval zal de stand "MATRIX" het best voldoen.
Ingangssignaal Uitgangskanalen Toegepaste middenachter-decodeerfunctie
Dolby Digital 5.1 5.1
e)
Dolby Digital EX
b)
6.1
e)
Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX
DTS 5.1 5.1
e)
DTS-ES Matrix 6.1
c)
6.1
e)
DTS Matrix decodeerfunctie
DTS-ES Discrete 6.1
d)
6.1
e)
DTS Discrete decodeerfunctie
Ingangssignaal Uitgangskanalen Toegepaste middenachter-decodeerfunctie
Dolby Digital 5.1 6.1
e)
Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX
Dolby Digital EX
b)
6.1
e)
Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX
DTS 5.1 6.1
e)
Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX
DTS-ES Matrix 6.1
c)
6.1
e)
Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX
DTS-ES Discrete 6.1
d)
6.1
e)
Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
35
NL
U kunt aan elke beschikbare digitale audio-
ingang een andere geluidsbron toewijzen. Deze
mogelijkheid kan goed van pas komen in het
volgende geval.
(Bijvoorbeeld) Als u beschikt over twee
DVD-spelers, maar er voor de tweede DVD-
speler geen digitale geluidsingang
beschikbaar is.
Sluit uw eerste DVD-speler aan op de DVD
COAXIAL IN ingang en de tweede DVD-speler
op de DVD OPTICAL IN ingang. Daarnaast
verbindt u de analoge audio/video-uitgangen
van de tweede DVD-speler met de VIDEO 2
INPUT ingangsaansluitingen van de versterker.
Vervolgens wijst u "DVD COAX" toe aan de
DVD geluidsbron-keuzestand en "DVD OPT"
aan de VIDEO 2 geluidsbron-keuzestand.
1 Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "CUSTOMIZE".
2 Draai aan de MENU knop om in te
stellen op "DIGITAL ASSIGN ?".
3 Druk op de ENTER toets.
4 Draai aan de MENU knop om in te
stellen op de digitale audio-ingang die
u wilt toewijzen.
5 Draai aan de –/+ knop om in te stellen
op de geluidsbron-keuzestand
waaraan u de digitale audio-ingang,
gekozen in stap 4, wilt toewijzen.
Welke audio-ingang u kunt toewijzen,
verschilt per geluidsbron. Zie voor nadere
bijzonderheden zie "Digitale audio-
ingangen die u kunt toewijzen aan de
diverse geluidsbron-keuzestanden".
Digitale audio-ingangen die u
kunt toewijzen aan de diverse
geluidsbron-keuzestanden
Opmerkingen
U kunt niet meerdere digitale audio-ingangen
toewijzen aan dezelfde geluidsbron-keuzestand.
U kunt een digitale audio-ingang niet gebruiken voor
de oorspronkelijke geluidsbron, wanneer die al is
toegewezen aan een andere geluidsbron-keuzestand.
Wanneer u een digitale audio-ingang toewijst, kan de
INPUT MODE instelling automatisch veranderen
(pagina 36).
Geavanceerde aanpassingen en
instellingen
Geluidsbronnen toewijzen
aan ingangskeuzestanden
— DIGITAL ASSIGN
VIDEO 1 COAX, VIDEO 1 OPT
VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE,
TUNER
VIDEO 5 OPT
VIDEO 5, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE,
TUNER
DVD COAX, DVD OPT
DVD, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE,
TUNER
LD COAX, LD OPT, LD DD RF
LD, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE, TUNER
TV/SAT COAX, TV/SAT OPT
TV/SAT, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE,
TUNER
MD/DAT OPT
MD/DAT, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE,
TUNER
CD/SACD COAX, CD/SACD OPT
CD/SACD, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE,
TUNER
36
NL
U kunt de audio-ingangskeuze omschakelen
voor de beeld/geluidsbronnen waarvoor deze
versterker digitale audio-ingangsaansluitingen
heeft.
1 Draai aan de INPUT SELECTOR knop
om de weergavebron te kiezen.
2 Druk enkele malen op de INPUT MODE
toets om de audio-ingang te kiezen.
De gekozen audio-ingangsstand wordt in
het uitleesvenster getoond.
Audio-ingangsstanden
AUTO 2CH
Deze stand verleent voorrang aan de digitale
geluidssignalen die binnenkomen via de
DIGITAL COAXIAL ingang, de DIGITAL
OPTICAL ingang en de AUDIO IN (L/R)
ingangen, in die volgorde. Wanneer er geen
digitale geluidssignalen binnenkomen, wordt
er ingesteld op de analoge geluidssignalen die
binnenkomen via de AUDIO IN (L/R)
ingangen.
COAXIAL FIXED
Stelt in op de digitale geluidssignalen die
binnenkomen via de DIGITAL COAXIAL
ingangsaansluiting.
OPTICAL FIXED
Stelt in op de digitale geluidssignalen die
binnenkomen via de DIGITAL OPTICAL
ingangsaansluiting.
ANALOG 2CH FIXED
Stelt in op de analoge geluidssignalen die
binnenkomen via de AUDIO IN (L/R)
ingangsaansluitingen.
Opmerkingen
U kunt niet instellen op een digitale audio-ingang die
al is toegewezen aan een andere geluidsbron-
keuzestand met de DIGITAL ASSIGN functie
(pagina 35).
Sommige van de audio-ingangsstanden kunnen niet
verschijnen, afhankelijk van de gekozen
weergavebron.
Omschakelen van de
audio-ingangskeuze voor
digitale beeld/
geluidsbronnen
— INPUT MODE
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
37
NL
Via het SURR SET UP menu en het LEVEL
menu kunt u de klankbeelden naar eigen inzicht
aanpassen voor uw specifieke luistersituatie.
Betreffende de aangegeven
onderdelen
Welke onderdelen u kunt aanpassen in elk menu,
zal per klankbeeld verschillend zijn. Bepaalde
instelparameters kunnen slechts vaag, in grijze
letters, zichtbaar zijn. Dan is een dergelijke
parameter voor dat klankbeeld vast ingesteld en
niet te wijzigen of wellicht helemaal niet van
toepassing.
Aanpassingen via het SURR
SET UP menu
U kunt de akoestiekeffecten voor een gekozen
klankbeeld naar wens aanpassen. De
aanpassingen die u maakt worden voor elk
klankbeeld afzonderlijk vastgelegd.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met meerkanaals-
akoestiekeffecten (DVD, enz.).
2 Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "SURR SET UP".
3 Draai aan de MENU knop om de
instelparameter te kiezen.
Zie voor nadere bijzonderheden zie "SURR
SET UP menu-parameters" hieronder.
4 Luister naar het weergegeven geluid
en draai aan de –/+ instelknop om de
gekozen parameter bij te regelen.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 voor de
andere parameters die u wilt instellen.
SURR SET UP menu-parameters
x EFFECT LEVEL XXX%
(Effectniveau)
Oorspronkelijke instelling: 100%
Hoe hoger de gekozen waarde, des te meer nadruk
krijgt het akoestiekeffect. U kunt deze waarde
aanpassen van 20% tot 120% in stapjes van 5%.
Voor geavanceerde SURR SET UP
menu-instellingen
Gebruik het CUSTOMIZE menu en stel
"MENU EXPAND" in op "ON" om meer
uitgebreide instellingen mogelijk te maken.
Voor nadere bijzonderheden over "MENU
EXPAND", zie pagina 40.
Voor nadere bijzonderheden over het maken van
de instellingen, zie pagina 44.
Aanpassingen via het LEVEL
menu
U kunt de luidsprekerbalans en het niveau van
elke luidspreker instellen. Deze instellingen zijn
van toepassing op alle klankbeelden.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met meerkanaals-
akoestiekeffecten (DVD, enz.).
2 Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "LEVEL".
3 Draai aan de MENU knop om de
instelparameter te kiezen.
Zie voor nadere bijzonderheden zie
"LEVEL menu-parameters" hieronder.
4 Luister naar het weergegeven geluid
en draai aan de –/+ instelknop om de
gekozen parameter bij te regelen.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 voor de
andere parameters die u wilt instellen.
LEVEL menu-parameters
x TEST TONE (Testtoon)
Oorspronkelijke instelling: OFF
Zorgt dat de testtoon achtereenvolgens door elk van de
luidsprekers wordt weergegeven. Bij instellen op
"AUTO" wordt de testtoon automatisch door elk van
de luidsprekers achtereen weergegeven. Bij instellen
op "FIX" kunt u kiezen welke luidspreker de testtoon
moet weergeven.
x FRONT L_I_R (Voorluidsprekerbalans)
Oorspronkelijke instelling: 0 (BALANCE)
Laat u de balans van de linker en rechter
voorluidsprekers bijregelen. Deze kunt u instellen van
–8 dB tot +8 dB in stapjes van 0,5 dB.
Zelf aanpassen van
klankbeelden
wordt vervolgd
38
NL
x CENTER XXX.X dB
(Middenluidsprekerniveau)
x SURROUND L XXX.X dB
(Niveau van de linker achterluidspreker)
x SURROUND R XXX.X dB
(Niveau van de rechter achterluidspreker)
x SURR BACK XXX.X dB
(Middenachterluidsprekerniveau)*
x SURR BACK L XXX.X dB
(Niveau van de linker middenachterluidspreker)**
x SURR BACK R XXX.X dB
(Niveau van de rechter
middenachterluidspreker)**
x SUB WOOFER XXX.X dB
(Lagetonenluidsprekerniveau)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Dit kunt u instellen van –20 dB tot +10 dB in stapjes
van 0,5 dB.
x MULTI CH 1 SW XXX dB
(Meerkanaals-1 lagetonenluidsprekerniveau)
x MULTI CH 2 SW XXX dB
(Meerkanaals-2 lagetonenluidsprekerniveau)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee kunt u het niveau van de MULTI CHANNEL
INPUT 1/MULTI CHANNEL INPUT 2
lagetonenluidspreker met +10 dB verhogen. Deze
instelling kan nodig zijn als u een DVD-videospeler
aansluit op de MULTI CHANNEL INPUT 1/MULTI
CHANNEL INPUT 2 stekkerbussen. Het niveau van
de lagetonenluidspreker zal bij een DVD-videospeler
ongeveer 10 dB minder zijn dan bij een Super Audio
CD-speler.
* Alleen als er voor de middenachterluidspreker
"SINGLE" is gekozen in het SPEAKER SET UP
menu (pagina 20).
**Alleen als er voor de middenachterluidspreker
"DUAL" is gekozen in het SPEAKER SET UP
menu (pagina 20).
Opmerking
Bij keuze van een van de volgende klankbeelden zal de
lagetonenluidspreker geen geluid weergeven als alle
luidsprekers staan ingesteld op het “LARGE” formaat
in het SPEAKER SET UP menu. De
lagetonenluidspreker zal echter wel geluid weergeven
als het digitale ingangssignaal een afzonderlijk LFE
(Laag Frequent Effect) signaal bevat, of als voor de
voorluidsprekers of de achterluidsprekers het formaat
"SMALL" is gekozen.
– D.CONCERT HALL A
– D.CONCERT HALL B
– CHURCH
– JAZZ CLUB
– LIVE CONCERT
– STADIUM
–SPORTS
Voor geavanceerde LEVEL menu-
instellingen
Gebruik het CUSTOMIZE menu en stel
"MENU EXPAND" in op "ON" om meer
uitgebreide instellingen mogelijk te maken.
Voor nadere bijzonderheden over "MENU
EXPAND", zie pagina 40. Voor nadere
bijzonderheden over het maken van de
instellingen, zie pagina 45.
Klankbeelden terugstellen in
de oorspronkelijke stand
1 Druk op de ?/1 schakelaar om de
tuner/versterker uit te schakelen.
2 Houd nu de MUSIC toets ingedrukt en
druk op ?/1.
De aanduiding "S.F. Initialize" verschijnt in
het uitleesvenster en alle klankbeelden
worden teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
39
NL
U kunt de klankkleur (van lage, midden- en hoge
tonen) voor elke luidspreker bijregelen via het
EQUALIZER menu.
In het "equalizer bank" geheugen kunt u tot vijf
verschillende equalizer-instellingen (EQ BANK
[1] – [5]) vastleggen, die u vervolgens
onmiddellijk kunt oproepen met een druk op de
toets.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met meerkanaals-
akoestiekeffecten (DVD, enz.).
2 Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "EQUALIZER".
3 Draai aan de MENU knop om in te
stellen op "EQ BANK".
4 Draai aan de –/+ knop om in te stellen
op de bij te regelen equalizer-instelling
(EQ BANK [1] – [5]).
5 Draai aan de MENU knop om de
instelparameter te kiezen.
Zie voor nadere bijzonderheden zie
"EQUALIZER menu-parameters"
hieronder.
6 Luister naar het weergegeven geluid
en draai aan de –/+ instelknop om de
gekozen parameter bij te regelen.
7 Herhaal de stappen 5 en 6 voor de
andere parameters die u wilt instellen.
EQUALIZER menu-parameters
x EQ BANK
(Een van de equalizer-instellingen kiezen)
Hiermee kiest u een van de equalizer-instellingen
([1] – [5]). Wanneer u de stand "OFF" kiest, wordt de
equalizer-toonregeling uitgeschakeld.
x FRONT BASS XXX dB
(Lagetonen-niveau voorluidsprekers)
x FRONT TREBLE XXX dB
(Hogetonen-niveau voorluidsprekers)
x CENTER BASS XXX dB
(Lagetonen-niveau middenluidspreker)
x CENTER MID XXX dB
(Middentonen-niveau middenluidspreker)
x CENTER TREBLE XXX dB
(Hogetonen-niveau middenluidspreker)
x SURR/SB BASS XXX dB
(Lagetonen-niveau achterluidsprekers/
middenachterluidspreker)
x SURR/SB TRE. XXX dB
(Hogetonen-niveau achterluidsprekers/
middenachterluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Dit kunt u instellen van –10 dB tot +10 dB in stapjes
van 1 dB.
x PRESET X CLEAR
(Equalizer-instellingen terugstellen)
Hiermeer kunt u de bijgeregelde equalizer-instellingen
terugstellen op de oorspronkelijke waarden. Zie voor
nadere bijzonderheden zie "Wissen van een vastgelegd
bijregelpatroon".
Tip
Voor de voorluidsprekers kunt u de lage en hoge tonen
bijregelen met resp de BASS regelaar en de TREBLE
regelaar.
Toepassen van de bijgeregelde
equalizer-instellingen
1 Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "EQUALIZER".
2 Draai aan de MENU knop om in te stellen op
"EQ BANK".
3 Draai aan de –/+ knop om te kiezen voor
"EQ BANK [1] – [5]".
Om de equalizer-klankbijregeling
uit te schakelen
Stelt u in op "EQ BANK [OFF]".
Wissen van een vastgelegd
bijregelpatroon
1
Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "EQUALIZER".
2 Draai aan de MENU knop om in te
stellen op "EQ BANK".
Bijregelen van de
equalizer-toonregeling
Niveau
(dB)
Frequentie
(Hz)
MiddentonenLage tonen Hoge tonen
wordt vervolgd
40
NL
3 Draai aan de +/– knop om in te stellen
op de equalizer-instelling (EQ BANK [1]
– [5]) die u wilt wissen.
4 Draai aan de MENU knop om in te
stellen op "PRESET X CLEAR".
"X" is het nummer van de gekozen
equalizer-instelling.
5 Draai aan de –/+ knop om in te stellen
op "YES" en druk dan op de ENTER
toets.
Ter bevestiging verschijnt er "Are you
sure?" in het uitleesvenster.
6 Draai aan de –/+ knop om in te stellen
op "YES" en druk dan op de ENTER
toets.
Dan verschijnt er "PRESET X
CLEARED!" in het uitleesvenster en de
instellingen van het gekozen
bijregelpatroon worden uit het geheugen
gewist.
Voor geavanceerde EQUALIZER
menu-instellingen
Gebruik het CUSTOMIZE menu en stel
"MENU EXPAND" in op "ON" om meer
uitgebreide instellingen mogelijk te maken.
Voor nadere bijzonderheden over "MENU
EXPAND", zie pagina 40. Voor nadere
bijzonderheden over het maken van de
instellingen, zie pagina 47.
Gebruik van het CUSTOMIZE
menu om de versterker
precies naar wens in te
stellen
U kunt diverse instellingen van de versterker via
het CUSTOMIZE bijregelmenu naar wens
aanpassen.
1 Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "CUSTOMIZE".
2 Draai aan de MENU knop om de
bijregelparameter te kiezen.
Zie voor nadere bijzonderheden zie
"CUSTOMIZE menu-parameters"
hieronder.
3 Draai aan de –/+ knop om de gekozen
parameter bij te regelen.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 voor de
andere parameters die u wilt instellen.
CUSTOMIZE menu-parameters
De oorspronkelijke instelling is onderstreept
aangegeven.
x MENU EXPAND (Extra menu-instellingen
tonen)
•ON
De geavanceerde parameters voor de SPEAKER
SET UP, SURR SET UP en LEVEL menu's worden
weergegeven en kunnen bijgeregeld worden.
Nadere bijzonderheden over de verschillende
instelmogelijkheden vindt u op blz. 19 en 37 en de
volgende bladzijden.
•OFF
Hiermee worden er geen extra parameters getoond.
x DTS 96/24 DEC. (DTS 96/24 decodeerfunctie)
AUTO
Wanneer er nu een DTS 96/24 signaal binnenkomt,
wordt het weergegeven volgens een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Geavanceerde
instellingen
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
41
NL
•OFF
Wanneer er nu een DTS 96/24 signaal binnenkomt,
wordt het weergegeven volgens een
bemonsteringsfrequentie van 48 kHz.
Opmerking
Deze parameter geldt alleen in de A.F.D. automatische
decodeerstand (pagina 29). Bij de andere klankbeelden
staat deze parameter altijd op "OFF".
x SB DECODING
(Middenachter-decodeerfunctie)
Via het CUSTOMIZE menu kunt u instellen op de
gewenste middenachter-decodeerfunctie. Zie
pagina 33.
AUTO
•MATRIX
•OFF
x i POWER (i.LINK stroomvoorziening)
AUTO
Hiermee kunt u de stroomvoorziening van de i.LINK
automatisch uitschakelen, wanneer u die niet
gebruikt. Dan kunt u genieten van de meest zuivere
digitale en analoge geluidssignalen, zonder enige
invloed van de i.LINK circuits. Wanneer u
overschakelt naar "AUTO", kan het wel even duren
voordat er geluid klinkt. Zie pagina 24 voor een
opmerking betreffende het omschakelen naar een
andere ingangsbron bij gebruik van de "AUTO"
stand.
•EVER ON
Hierbij blijven de i.LINK circuits altijd
ingeschakeld. Kies deze stand als u gehinderd wordt
door de inschakelvertraging die optreedt bij de
"AUTO" stand.
x H.A.T.S. (H.A.T.S. (Hoogwaardig digitaal Audio
Transmissie Systeem) signaalcorrectie)
•ON
De digitale geluidssignalen die binnenkomen van de
i.LINK geluidsbron worden tijdelijk in een
buffergeheugen bewaard, om even later uit de buffer
te worden gehaald en omgezet in analoge
geluidssignalen met de juiste timing. De
geluidskwaliteit wordt hierdoor verbeterd, aangezien
er geen schadelijke invloed is van de "jitter" storing
(tijdfouten bij het lezen van signalen) die kan
optreden bij de overdracht van digitale
geluidssignalen. Als u deze functie niet wilt
gebruiken, kiest u de stand "OFF".
•OFF
Hiermee vindt er geen signaalcorrectie plaats.
Opmerking
Er zal een kleine vertraging in de geluidsweergave zijn
nadat u het afspelen van de gekozen geluidsbron start,
stopt of pauzeert (bijvoorbeeld na een druk op de
PLAY toets, de STOP toets of de PAUSE toets)
vanwege de bufferwerking van deze H.A.T.S.
signaalcorrectie. De vertragingstijd zal afhankelijk zijn
van de gekozen geluidsbron.
x DSD-SW SWAP (DSD-SW kanaal omschakelen)
Bij sommige meerkanaals Super Audio CD's dient het
6de kanaal niet voor de lagetonen-luidspreker, maar
voor andere geluiden, (zoals voor geluidsweerkaatsing
vanaf het plafond e.d.).
Met dit onderdeel kunt u de uitgangssignalen van het
6de kanaal omschakelen van de SUB WOOFER PRE
OUT voorversterker-uitgangen naar de SURROUND
BACK luidspreker-aansluitingen.
•ON
DSD signalen voor het 6de kanaal die binnenkomen
via de i.LINK aansluiting en signalen van het SUB
WOOFER kanaal die binnenkomen via de MULTI
CHANNEL IN 1 of MULTI CHANNEL IN 2
aansluitingen worden weergegeven via de
SURROUND BACK luidspreker-aansluitingen en er
wordt geen geluidssignaal uitgestuurd via de SUB
WOOFER PRE OUT voorversterker-uitgangen.
•OFF
De geluidssignalen worden op normale wijze
weergegeven via de SUB WOOFER PRE OUT
voorversterker-uitgangen.
Opmerking
Deze mogelijkheid zal niet werken wanneer het
onderdeel "SURR BACK SP" in het SPEAKER SET
UP luidsprekermenu in de stand "NO" is gezet
(pagina 20).
x LIP SYNC (Synchronisatie)
Oorspronkelijke instelling: 0 ms
Hiermee kunt u de geluidsweergave een klein beetje
vertragen, om beeld en geluid precies synchroon te
laten lopen. U kunt de vertraging instellen van 0
millisec tot 200 millisec in stapjes van 10 millisec.
Deze mogelijkheid is niet beschikbaar in de volgende
gevallen:
– Wanneer een analoge ingangsbron is gekozen en de
DIRECT signaalweergavefunctie wordt gebruikt.
– Wanneer de MULTI CH IN 1/2 ingangsstand is
gekozen.
– Wanneer er een DSD signaal binnenkomt vanaf de
i.LINK geluidsbron.
x DC PHASE L. (Gelijkstroomfase-gelijkrichter)
Hiermee kunt u de laagfrequente fasekarakteristiek van
een conventionele analoge versterker nabootsen.
•OFF
Hierbij wordt er geen fasecorrectie toegepast.
LOW-A, STD-A
, HIGH-A, LOW-B, STD-B,
HIGH-B
wordt vervolgd
42
NL
De bandbreedte waarover de fasecorrectie toepassing
vindt, wordt van "LOW" naar "STD" naar "HIGH"
gaandeweg groter. De "B" parameter fasecorrectie
geeft een meer uitgesproken lagetonen-
karakteristiek.
x MIX SCALING (Kanaalmenging)
Hiermee kunt u de kanaalmenging voor het
middenkanaal en het lagetonenkanaal in- en
uitschakelen. Deze parameter is alleen instelbaar
wanneer er voor de middenluidspreker de stand "MIX"
is gekozen.
•ON
Hierbij wordt er kanaalmenging toegepast.
•OFF
Hierbij wordt er geen kanaalmenging toegepast, om
de geluidskwaliteit niet te verminderen. Als er bij
hoge ingangsniveaus storende geluiden hoorbaar
zijn, kiest u de stand "ON".
x S.FIELD LINK (Automatische klankbeeldkeuze)
•ON
Hiermee kunt u het laatst gekozen klankbeeld voor
een bepaalde geluidsbron automatisch weer laten
toepassen, de volgende keer dat u die geluidsbron
weergeeft. Als u bijvoorbeeld het STADIUM
klankbeeld kiest voor weergave van een CD/SACD
en dan overschakelt naar een andere geluidsbron, zal
bij het terugkeren naar de CD/SACD geluidsbron
weer automatisch het STADIUM klankbeeld gelden.
•OFF
Hierbij wordt niet automatisch weer hetzelfde
klankbeeld gekozen.
x DEC. PRIORITY
(Decodeerformaat voor digitale ingangssignalen)
Hiermee kiest u het soort decodering dat moet worden
toegepast op de signalen die binnenkomen via de
DIGITAL IN audio-ingangen.
De oorspronkelijke instelling is "AUTO" voor
VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, VIDEO 5,
LD, TV/SAT, TAPE, TUNER, PHONO en i.LINK, en
"PCM" voor DVD, CD/SACD en MD/DAT. U kunt
ook de DECODE PRIORITY toets op het voorpaneel
gebruiken.
AUTO
Hierbij kan er automatisch worden overgeschakeld
tussen DTS, Dolby Digital en PCM.
•PCM
Hierbij krijgen binnenkomende PCM signalen
voorrang (ter voorkoming van onderbrekingen
wanneer de weergave begint). Als zich in de
"AUTO" stand het probleem voordoet dat de
weergave via de digitale audio-ingangen (van een
CD e.d.) wordt onderbroken wanneer het afspelen
begint, schakelt u dan over naar de "PCM" stand. Als
er echter andere signalen binnenkomen, kan er niet
altijd geluid klinken, afhankelijk van het
signaalformaat. In dat geval zal de stand "AUTO" het
best voldoen.
x 2 WAY REMOTE
(2-weg afstandsbedieningssysteem)
•ON
Hiermee kunt u het 2-weg
afstandsbedieningssysteem inschakelen. Gewoonlijk
zal de stand "ON" het best voldoen.
•OFF
Hiermee kunt u het 2-weg
afstandsbedieningssysteem uitschakelen. Als u
samen met deze versterker nog een andere versterker
e.d. gebruikt, die ook geschikt is voor het 2-weg
afstandsbedieningssysteem, dan dient u van tevoren
te kiezen voor welk apparaat u de 2-weg
afstandsbediening wilt toepassen. Zet dan de 2-weg
afstandsbediening voor dat apparaat in de "ON"
stand. Voor de andere apparatuur zet u de 2-weg
afstandsbediening in de "OFF" stand.
x COLOR SYSTEM
(OSD kleursysteem)
(Alleen voor de modellen met landcode CEL)
Hiermee kiest u het kleursysteem.
•NTSC
•PAL
x OSD H.POSITION
(Horizontale plaats van de schermaanduidingen)
Oorspronkelijke instelling: 4
Hiermee kunt u de plaats van de aanduidingen op het
scherm horizontaal verstellen. U kunt een instelling
van 0 tot 64 kiezen.
x OSD V.POSITION
(Verticale plaats van de schermaanduidingen)
Oorspronkelijke instelling: 4
Hiermee kunt u de plaats van de aanduidingen op het
scherm verticaal verstellen. U kunt een instelling van 0
tot 32 kiezen.
x UP YUV HUE (Video-kleurtint)
Oorspronkelijke instelling: 4
Hiermee kunt u de tint van de beelden bepalen bij de
omzetting van video- of S-video signalen naar
component-videosignalen. U kunt een instelling van 1
tot 7 kiezen.
x UP YUV SHARPNESS (Video-scherpteniveau)
Oorspronkelijke instelling: 4
Hiermee kunt u de scherpte van de beelden bepalen bij
de omzetting van video- of S-video signalen naar
component-videosignalen. U kunt een instelling van 1
tot 5 kiezen.
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
43
NL
x UP YUV COLOR (Video-kleurverzadiging)
Oorspronkelijke instelling: 4
Hiermee kunt u de kleurverzadiging van de beelden
bepalen bij de omzetting van video- of S-video
signalen naar component-videosignalen. U kunt een
instelling van 1 tot 7 kiezen.
x DIGITAL ASSIGN ?
(Ingangstoewijzing voor digitale
ingangssignalen)
Hiermee kunt u de digitale audio-ingangen toewijzen
aan een andere geluidsbron-keuzestand. Zie voor
nadere bijzonderheden zie "Geluidsbronnen toewijzen
aan ingangskeuzestanden" op pagina 35.
x USER PRESET MEM.?
(Geheugen voor eigen instellingen)
Hierin kunt u de zelfgekozen instellingen voor
klankbeelden e.d. vastleggen. Zie voor nadere
bijzonderheden zie "De gemaakte instellingen
opslaan" op pagina 48.
x NAME IN?
(Zelfgekozen geluidsbronnamen)
Hiermee kunt u zelf namen invoeren voor uw
voorkeurzenders en geluidsbronnen gekozen met de
INPUT SELECTOR schakelaar. Zie voor nadere
bijzonderheden zie "Zelfgekozen geluidsbronnamen"
op pagina 49.
Geavanceerde SPEAKER SET
UP menu-parameters
Wanneer het onderdeel "MENU EXPAND" op
"ON" is gezet, verschijnen alle onderstaande
parameters, die u desgewenst kunt bijregelen.
Zie pagina 19 voor de SPEAKER SET UP
menu-instellingen. De oorspronkelijke
instellingen staan onderstreept aangegeven.
Alle SPEAKER SET UP menu-
parameters
* Deze parameters zijn alleen instelbaar wanneer het
onderdeel "MENU EXPAND" op "ON" is gezet.
x DISTANCE UNIT (Afstandseenheid)
Hiermee kiest u de eenheid waarin de afstanden van de
luidsprekers worden gemeten.
feet
De afstanden worden aangegeven in Engelse voeten.
meter
De afstanden worden aangegeven in meters.
x SP-A POSI
(Plaats achterluidsprekers A)*
x SP-B POSI
(Plaats achterluidsprekers B)*
Hiermee kunt u de juiste plaats van de
achterluidsprekers kiezen voor de beste klank van de
akoestiekeffecten bij de Cinema Studio EX
klankbeelden (pagina 31).
SP EASY SET UP
SPEAKER PATTERN
SUB WOOFER
FRONT SP
CENTER SP
SURROUND SP-A
SURROUND SP-B
SURR BACK SP
FRONT XXX meter
CENTER XXX meter
SURROUND-A XXX meter
SURROUND-B XXX meter
SURR BACK XXX meter
SUB WOOFER XXX meter
DISTANCE UNIT*
SP-A POSI*
SP-B POSI*
SP CROSSOVER > XXX Hz*
OUTPUT*
wordt vervolgd
44
NL
•SIDE/LOW
Kies deze stand als uw achterluidsprekers zich
bevinden in het gebied aangegeven met A en C.
•SIDE/HIGH
Kies deze stand als uw achterluidsprekers zich
bevinden in het gebied aangegeven met A en D.
BEHD/LOW
Kies deze stand als uw achterluidsprekers zich
bevinden in het gebied aangegeven met B en C.
BEHD/HIGH
Kies deze stand als uw achterluidsprekers zich
bevinden in het gebied aangegeven met B en D.
* Dit onderdeel is niet beschikbaar wanneer er voor
ontbrekende achterluidsprekers "NO" is gekozen
(pagina 20).
Tip
De parameter voor de plaats van de achterluidsprekers
is speciaal bestemd voor de beste klank van de Cinema
Studio EX klankbeelden.
Bij de andere klankbeelden is de plaats van de
achterluidsprekers niet zo kritiek. Die klankbeelden
zijn ontworpen met het idee dat de achterluidsprekers
achter de luisterplaats zouden staan, maar het
klankbeeld blijft toch ook redelijk goed in balans als de
achterluidsprekers veel meer aan de zijkant staan. Als
de luidsprekers echter direct van links en rechts op de
luisteraar gericht staan, zullen de klankbeelden minder
duidelijk klinken, tenzij u de stand "SIDE" kiest.
Toch hebben alle luistersituaties een heleboel
variabelen, zoals de geluidsweerkaatsing van de
wanden, dus u kunt wel eens betere resultaten
verkrijgen met de "BEHD" stand als uw luidsprekers
hoog boven uw luisterplaats hangen, ook al is dat direct
links en rechts ervan.
Daarom willen we u aanbevelen, ook al strookt het niet
precies met de bovenstaande uitleg, een meerkanaals-
gecodeerde geluidsbron af te spelen en dan de stand te
kiezen die de meest ruimtelijke klank oplevert, met
daarbij nog een goede samenhang tussen de
akoestiekweergave van de achterluidsprekers en het
directe geluid van de voorluidsprekers. Als u niet met
zekerheid kunt zeggen welke stand het best klinkt,
kiest u dan de "BEHD" stand en gebruik in dat geval de
parameters voor luidsprekerafstand en voor
luidsprekerniveau om de meest evenwichtige
weergave te bereiken.
x SP CROSSOVER > XXX Hz
(Luidsprekers scheidingsfilterfrequentie)
Oorspronkelijke instelling: 100 Hz
Hiermee kunt u de grensfrequentie voor de lage tonen
kiezen bij luidsprekers die als "SMALL" staan
aangemerkt in het SPEAKER SET UP luidspreker-
instelmenu. U kunt de grensfrequentie instellen van 40
Hz tot 160 Hz in stapjes van 10 Hz.
x OUTPUT (Kanaalmenging
voorversterkeruitgangen)
ALL ON
Hiermee wordt het geluid weergegeven via zowel de
SPEAKERS luidsprekeraansluitingen als de
PREOUT voorversterkeruitgangen. (Alle
kanaalmenging wordt verricht door de DSP.)
FRONT SP OFF
Hiermee blokkeert u de geluidsweergave via de
voorluidsprekers en zorgt u voor analoge menging
van de kanalen. Kies deze stand wanneer u deze
versterker voor de voorluidsprekers alleen als
voorversterker wilt gebruiken.
PREOUT ONLY
Hiermee zorgt u dat het geluidssignaal alleen wordt
uitgestuurd via de PREOUT
voorversterkeruitgangen en niet weergegeven via de
SPEAKERS luidsprekeraansluitingen (met analoge
menging van de kanalen). Kies deze stand wanneer u
deze versterker voor alle kanalen alleen wilt
gebruiken als voorversterker.
Geavanceerde SURR SET UP
menu-parameters
Wanneer het onderdeel "MENU EXPAND" op
"ON" is gezet, verschijnen alle onderstaande
parameters, die u desgewenst kunt bijregelen.
Zie pagina 37 voor de SURR SET UP menu-
instellingen. De oorspronkelijke instellingen
staan onderstreept aangegeven.
B
B
A
A
100˚
120˚
60
30
C
D
C
D
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
45
NL
Alle SURR SET UP menu-
parameters
* Deze parameters zijn alleen instelbaar wanneer het
onderdeel "MENU EXPAND" op "ON" is gezet.
x C. WIDTH L_C_R
(Spreiding van het middenkanaal)
Oorspronkelijke instelling: (3)
Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen maken
voor het decoderen van Dolby Pro Logic II
muzieksignalen. Deze parameter is alleen instelbaar
als de A.F.D. formaatkeuze staat ingesteld op "PRO
LOGIC II MUSIC" (pagina 29).
U kunt de geluidssignalen van het middenkanaal die de
Dolby Pro Logic II decodering oplevert, nauwkeurig
verdelen over de linker en rechter voorluidsprekers.
x DIMENSION F_I_S
(Dimensieregeling voor/achter)
Oorspronkelijke instelling: middelpunt (0)
Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen maken
voor het decoderen van Dolby Pro Logic II
muzieksignalen. Deze parameter is alleen instelbaar
als de A.F.D. formaatkeuze staat ingesteld op "PRO
LOGIC II MUSIC" (pagina 29).
U kunt het verschil tussen de voorkanalen en de
achterkanalen naar wens bijregelen.
x PANORAMA MODE
(Panoramaregeling links/rechts)
Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen maken
voor het decoderen van Dolby Pro Logic II
muzieksignalen. Deze parameter is alleen instelbaar
als de A.F.D. formaatkeuze staat ingesteld op "PRO
LOGIC II MUSIC" (pagina 29).
•ON
Hiermee verruimt u de akoestiek door het geluid van
de voorluidsprekers verder naar de linkerkant en naar
de rechterkant van uw luisterpositie uit te breiden
(panoramische weergave).
•OFF
Hiermee vindt er geen panoramische weergave
plaats.
x FRONT REVERB (Nagalm voorkanalen)
Deze parameter is speciaal bestemd voor het
"D.CONCERT HALL A/B" klankbeeld (pagina 32).
Met deze parameter bepaalt u of er wel of geen nagalm
moet worden toegevoegd aan de weergave via de
voorluidsprekers, al naar gelang de eigen nagalm die al
aanwezig is in de weergegeven geluidsbron.
•STD
Gewoonlijk zal de stand "STD" het best voldoen.
•WET
Kies deze stand om meer nagalm toe te voegen.
x SCREEN DEPTH (Schermdiepte)
Hiermee kunt u in uw luisterkamer hetzelfde effect
bereiken als in een bioscoop, met de indruk alsof het
geluid direct komt vanuit het scherm, van de
personages en de beelden die op het scherm
verschijnen.
•ON
Hiermee verkrijgt u het klankbeeld van een bijzonder
groot scherm met een enorme diepte.
•OFF
Hiermee vindt er geen signaalcorrectie plaats.
x VIR.SPEAKERS (Virtuele luidsprekers)
Deze parameter is speciaal bestemd voor de Cinema
Studio EX klankbeelden (pagina 31).
•ON
Voor de simulatie van virtuele luidsprekers.
•OFF
Om geen gebruik te maken van virtuele luidsprekers.
Opmerking
De instellingen voor "SCREEN DEPTH" en
"VIR.SPEAKERS" zijn niet gekoppeld aan bepaalde
klankbeelden.
x A.F.D. 2CH SW
(Opwekken van afzonderlijke laagfrequente
signalen)
•CREATE
Hiermee zorgt u dat er laagfrequente signalen
worden afgesplitst voor weergave door de lagetonen-
luidspreker, wanneer er is gekozen voor de "A.F.D.
AUTO" stand.
•OFF
In deze stand worden er geen laagfrequente signalen
opgewekt.
Geavanceerde LEVEL menu-
parameters
Wanneer het onderdeel "MENU EXPAND" op
"ON" is gezet, verschijnen alle onderstaande
parameters, die u desgewenst kunt bijregelen.
EFFECT LEVEL
C. WIDTH L_C_R*
DIMENSION F_I_S*
PANORAMA MODE*
FRONT REVERB*
SCREEN DEPTH*
VIR.SPEAKERS*
A.F.D. 2CH SW*
wordt vervolgd
46
NL
Zie pagina 37 voor de LEVEL menu-
instellingen. De oorspronkelijke instellingen
staan onderstreept aangegeven.
Alle LEVEL menu-parameters
a)
Deze parameters zijn alleen instelbaar wanneer het
onderdeel "MENU EXPAND" op "ON" is gezet.
b)
Alleen instelbaar als er voor de
middenachterluidspreker "SINGLE" is gekozen
(pagina 20).
c)
Alleen als er voor dubbele
middenachterluidsprekers "DUAL" is gekozen
(pagina 20).
x PHASE NOISE (Fase-ruis)
Oorspronkelijke instelling: OFF
Zorgt dat de testtoon beurtelings door twee
aangrenzende luidsprekers wordt weergegeven.
x PHASE AUDIO (Fase-audio)
Oorspronkelijke instelling: OFF
Zorgt dat de 2-kanaals voorluidsprekersignalen (in
plaats van de testtoon) beurtelings door twee
aangrenzende luidsprekers wordt weergegeven. Deze
functie is niet beschikbaar wanneer er een i.LINK
ingangsbron is gekozen.
x SUB WOOFER TRIM (Bijregelen van het
lagetonen-niveau)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee kunt u het niveau van de lage tonen bijregelen
wanneer er een signalen op een apart lagetonenkanaal
binnenkomen. Gebruik deze parameter om het
lagetonen-niveau te corrigeren wanneer u een
hoofdtelefoon aansluit of waneer er geen speciale
lagetonenluidspreker is aangesloten. Dit niveau kunt u
instellen van –6 dB tot +6 dB in stapjes van 1 dB.
x CENTER TRIM X.X dB (Bijregelen van het
middenkanaal-niveau)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee regelt u de geluidssterkte van het
middenkanaal. Stel deze parameter hoger in wanneer
de filmdialoog niet duidelijk genoeg doorkomt. Als er
geen middenluidspreker is aangesloten, regelt u met
deze parameter het niveau van het middenkanaal zoals
dat is verdeeld over de linker en rechter
voorluidsprekers. Dit niveau kunt u instellen van –3 dB
tot +3 dB in stapjes van 0,5 dB.
Opmerkingen
De "SUB WOOFER TRIM" en "CENTER TRIM"
parameters zijn alleen instelbaar wanneer voor de
middenluidspreker de stand "MIX" is gekozen.
De "SUB WOOFER TRIM" en "CENTER TRIM"
parameters werken niet voor Super Audio CD
signalen van een i.LINK component, voor MULTI
CH IN signalen of DTS 96/24 gedecodeerde
signalen.
x D.RANGE COMP.
(Compressie van het dynamisch bereik)
Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een
speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus verkleinen.
Dit kan handig om's avonds laat een speelfilm te
bekijken; met het geluid zacht behoudt u toch een rijke,
volle klank.
•OFF
Hierbij wordt het geluidsspoor normaal
weergegeven, zonder compressie.
•STD
Hierbij wordt het geluidsspoor weergegeven met het
volledig dynamisch bereik, zoals gekozen door de
opnamestudio-technicus.
•MAX
Hiermee wordt het dynamisch bereik drastisch
verkleind.
Tip
Met de dynamiekcompressie kunt u tijdens weergave
het dynamisch bereik van een speelfilm-geluidsspoor
comprimeren volgens de dynamiek-informatie vervat
in het Dolby Digital signaal. De oorspronkelijke
instelling is "STD", maar die geeft slechts een geringe
mate van compressie.
Daarom willen we u aanbevelen de "MAX" compressie
te gebruiken. Hiermee wordt het dynamisch bereik
drastisch beperkt, zodat u zonder bezwaar ook's avonds
laat kunt genieten van een speelfilm met zacht ingesteld
geluid. In tegenstelling tot analoge compressiefuncties
zijn de niveaus hierbij vooraf bepaald, voor een
natuurlijk klinkende compressie.
TEST TONE
PHASE NOISE
a)
PHASE AUDIO
a)
FRONT L_I_R
CENTER XXX.X dB
SURROUND L XXX.X dB
SURROUND R XXX.X dB
SURR BACK XXX.X dB
b)
SURR BACK L XXX.X dB
c)
SURR BACK R XXX.X dB
c)
SUB WOOFER XXX.X dB
SUB WOOFER TRIM X.X dB
a)
CENTER TRIM X.X dB
a)
MULTI CH 1 SW XXX dB
MULTI CH 2 SW XXX dB
D.RANGE COMP.
a)
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
47
NL
Opmerking
De compressie van het dynamisch bereik is alleen
mogelijk met Dolby Digital geluidsbronnen.
Geavanceerde EQUALIZER
menu-parameters
Wanneer het onderdeel "MENU EXPAND" op
"ON" is gezet, verschijnen alle onderstaande
parameters, die u desgewenst kunt bijregelen.
Zie pagina 39 voor de EQUALIZER menu-
instellingen. De oorspronkelijke instellingen
staan onderstreept aangegeven.
Alle EQUALIZER menu-
parameters
* Deze parameters zijn alleen instelbaar wanneer het
onderdeel "MENU EXPAND" op "ON" is gezet.
x FRONT BASS XXX Hz (Lagetonen-frequentie
van de voorluidsprekers)
Oorspronkelijke instelling: 500 Hz
Hiervoor kunt u kiezen uit 250 Hz of 500 Hz.
x FRONT TREBLE XXX Hz (Hogetonen-
frequentie van de voorluidsprekers)
Oorspronkelijke instelling: 2.2 kHz
Hiervoor kunt u kiezen uit 2,2 kHz of 4,3 kHz.
x CENTER BASS XXX Hz (Lagetonen-frequentie
van de middenluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 500 Hz
Hiervoor kunt u kiezen uit 250 Hz of 500 Hz.
x CENTER MID XXX Hz (Middentonen-frequentie
van de middenluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 1 kHz
Deze kunt u instellen van 100 Hz tot 10 kHz, in
5stapjes.
x CENTER TREBLE XXX Hz (Hogetonen-
frequentie van de middenluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 2.2 kHz
Hiervoor kunt u kiezen uit 2,2 kHz of 4,3 kHz.
x SURR/SB BASS XXX Hz (Lagetonen-frequentie
van de achterluidsprekers of de
middenachterluidsprekers)
Oorspronkelijke instelling: 500 Hz
Hiervoor kunt u kiezen uit 250 Hz of 500 Hz.
x SURR/SB TRE. XXX Hz (Hogetonen-frequentie
van de achterluidsprekers of de
middenachterluidsprekers)
Oorspronkelijke instelling: 2.2 kHz
Hiervoor kunt u kiezen uit 2,2 kHz of 4,3 kHz.
EQ BANK
FRONT BASS XXX dB
FRONT BASS XXX Hz*
FRONT TREBLE XXX dB
FRONT TREBLE XXX Hz*
CENTER BASS XXX dB
CENTER BASS XXX Hz*
CENTER MID XXX dB
CENTER MID XXX Hz*
CENTER TREBLE XXX dB
CENTER TREBLE XXX Hz*
SURR/SB BASS XXX dB
SURR/SB BASS XXX Hz*
SURR/SB TRE. XXX dB
SURR/SB TRE. XXX Hz*
PRESET X CLEAR
48
NL
— USER PRESET
U kunt de klankbeeld-instellingen zelf
bijregelen, om ze dan vast te leggen als "USER
PRESET" klankbeelden. Zo kunt u 3
zelfgemaakte klankbeelden opslaan, zodat u ze
daarna telkens gemakkelijk weer kunt
toepassen.
Opslaan van uw eigen USER
PRESET klankinstellingen
1 Maak de gewenste klankbeeld-
instellingen e.d.
Welke instellingen u kunt opslaan, staat
vermeld onder zie "Instellingen geschikt
voor opslag in uw eigen USER PRESET
klankinstellingen".
2 Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "CUSTOMIZE".
3 Draai aan de MENU knop om in te
stellen op "USER PRESET MEM.?".
4 Draai aan de –/+ knop om het USER
PRESET klankbeeldnummer te kiezen.
5 Druk op de ENTER toets.
6 Om nog andere instellingen op te
slaan, herhaalt u de stappen van 1 t/m
5.
Instellingen geschikt voor opslag
in uw eigen USER PRESET
klankinstellingen
Weergavebron gekozen met de INPUT
SELECTOR knop
INPUT MODE weergavestand
Gekozen klankbeeld
MULTI CH IN meerkanaals-ingangsstand
DIRECT weergavestand
NIGHT MODE dynamiekcompressie
C.WIDTH middenkanaalspreiding
DIMENSION voor/achter dimensie
PANORAMA MODE breed klankbeeld
EFFECT LEVEL intensiteit
FRONT REVERB nagalm voorkanalen
SCREEN DEPTH schermdiepte
VIR.SPEAKERS virtuele luidsprekers
Gebruik van een zelfgemaakt
USER PRESET klankbeeld
1 Druk enkele malen op de USER
PRESET toets om in te stellen op het
gewenste USER PRESET klankbeeld.
2 Druk op de ENTER toets.
Opmerking
Wanneer de DIGITAL ASSIGN instelling wordt
veranderd na het vastleggen van een USER PRESET
klankbeeld, of wanneer de opgeslagen INPUT MODE
ingangskeuzestand niet meer gebruikt kan worden, zal
er automatisch worden overgeschakeld naar een andere
instelling die wel beschikbaar is.
Bijvoorbeeld:
1) Gebruik de DIGITAL ASSIGN weergavebron-
toewijzing om de "DVD OPT" ingang toe te wijzen
aan de "TAPE" weergavekeuzestand.
2) Stel de INPUT MODE ingangskeuzestand van
TAPE in op "AUTO 2CH" of "OPTICAL FIXED"
en leg dit vast in een USER PRESET klankbeeld.
3) Gebruik de DIGITAL ASSIGN weergavebron-
toewijzing om de "DVD OPT" ingang toe te wijzen
aan de "DVD" weergavekeuzestand.
4) Kies het USER PRESET klankbeeld dat u hebt
opgeslagen in stap 2.
De INPUT MODE ingangskeuzestand van de
TAPE geluidsbron wordt automatisch ingesteld op
"ANALOG 2CH FIXED". U kunt nu de "AUTO
2CH” of "OPTICAL FIXED" niet meer kiezen.
De gemaakte instellingen
opslaan
Andere bedieningsfuncties
49
NL
U kunt een zelfgekozen naam van maximaal 8
letters invoeren voor elk van de geluidsbronnen
die u kiest met de INPUT SELECTOR
keuzeknop, om bij weergave die naam in het
uitleesvenster van de versterker te zien.
1 Draai aan de INPUT SELECTOR knop
om de geluidsbron te kiezen waarvoor
u een zelfgekozen naam wilt invoeren.
2 Draai aan de MAIN MENU knop om in te
stellen op "CUSTOMIZE".
3 Draai aan de MENU knop om in te
stellen op "NAME IN?".
4 Druk op de ENTER toets of draai aan de
–/+ knop.
De cursor gaat knipperen en nu kunt u een
letterteken kiezen.
5 Gebruik de MENU knop en de –/+ knop
voor het invoeren van de gewenste
naam.
Draai aan de –/+ knop om een letterteken te
kiezen en dan aan de MENU knop om de
cursor te verplaatsen naar de plaats voor de
volgende letter.
Tips
Voor het kiezen van het soort letterteken draait
u aan de –/+ knop.
Alfabet (hoofdletters) t Cijfers t Symbolen
Voor het invoeren van een spatie draait u aan de
–/+ knop totdat er een spatie in het
uitleesvenster verschijnt.
Bij een vergissing in de letterkeuze draait u aan
de MENU knop totdat de onjuiste letter gaat
knipperen en dan draait u aan de –/+ knop om
het juiste letterteken te kiezen.
6 Druk op de ENTER toets.
Uw gekozen naam wordt nu in het
geheugen vastgelegd.
7 Om nog andere ingangsbronnen van
een naam te voorzien, herhaalt u de
stappen 1 t/m 6.
Andere bedieningsfuncties
Zelfgekozen
geluidsbronnamen
50
NL
U kunt de versterker automatisch laten
uitschakelen na een vooraf gekozen tijdsduur.
Druk enkele malen op de SLEEP toets
terwijl de stroom is ingeschakeld.
Bij elke druk op de SLEEP toets veranderen de
aanduidingen als volgt:
2:00:00 t 1:30:00 t 1:00:00 t 0:30:00 t
OFF
Nadat u de sluimertijd hebt ingesteld, blijft de
aanduiding "SLEEP" branden in het
uitleesvenster.
Tip
Om de resterende sluimertijd totdat de versterker
uitschakelt te controleren, drukt u op de SLEEP toets
terwijl het apparaat aan staat. Dan wordt de resterende
speelduur in het uitleesvenster getoond.
Met deze versterker kunt u kiezen uit 3
verschillende luidsprekerconfiguraties (A, B, en
A+B). Er is voorzien in twee stel aansluitingen
voor akoestiekluidsprekers (A en B). De
SPEAKERS SURROUND A aansluitingen
dienen voor standaard toepassingen, tot in totaal
7.1 kanalen. Op de SPEAKERS SURROUND B
aansluitingen kunt u extra akoestiekluidsprekers
aansluiten voor gebruik in een apart 5.1-kanaals
luidsprekersysteem (geheel afzonderlijk van het
7.1-kanaals systeem), of als aanvullende
luidsprekers om zo uw 7.1-kanaals systeem uit
te breiden tot een 9.1-kanaals
luidsprekersysteem.
Gebruik van alleen de luidsprekers die
zijn aangesloten op de SPEAKERS
SURROUND A aansluitingen
Dit vormt uw standaard luidsprekersysteem
voor weergave van filmgeluid en Super Audio
CD's.
Gebruik van de luidsprekers die zijn
aangesloten op de SPEAKERS
SURROUND B aansluitingen
U kunt twee afzonderlijke akoestieksystemen
samenstellen, een 7.1-kanaals systeem voor
filmgeluid en een 5.1-kanaals systeem voor
Super Audio CD's. Hiervoor sluit u de
akoestiekluidsprekers voor de weergave van
filmgeluid aan op de SPEAKERS SURROUND
A aansluitingen en uw akoestiekluidsprekers
voor muziekweergave op de SPEAKERS
SURROUND B aansluitingen. Dit kan erg
handig zijn als u voornamelijk luistert naar
Super Audio CD's, maar soms ook wilt genieten
van een ruimtelijke akoestiek waarin speelfilms
optimaal tot hun recht komen.
Automatisch uitschakelen
met de sluimerfunctie
Keuze van het
luidsprekersysteem
Andere bedieningsfuncties
51
NL
Keuze van het
voorluidsprekersysteem
Stel de SPEAKERS FRONT schakelaar in op
het stel voorluidsprekers dat u wilt horen.
* Wanneer de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
in de "8" stand staat, mogen er alleen luidsprekers
worden aangesloten met een nominale impedantie
van 16 ohm of meer. Wanneer de IMPEDANCE
SELECTOR schakelaar in de "4" stand staat,
mogen er alleen luidsprekers worden aangesloten
met een nominale impedantie van 8 ohm of meer.
**Als u de geluidsweergave via de SPEAKERS
luidsprekeraansluingen wilt uitschakelen, maar die
via de PREOUT voorversterkeruitgangen wel wilt
laten doorgaan, zet u de SPEAKERS FRONT
schakelaar op "A", "B" of "A+B" en dan stelt u het
onderdeel "OUTPUT" in het SPEAKER SET UP
menu in op "PREOUT ONLY" (pagina 44).
Keuze van het
achterluidsprekersysteem
Stel de SPEAKERS SURROUND schakelaar in
op het stel achterluidsprekers dat u wilt horen.
* Wanneer de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
in de "8" stand staat, mogen er alleen luidsprekers
worden aangesloten met een nominale impedantie
van 16 ohm of meer. Wanneer de IMPEDANCE
SELECTOR schakelaar in de "4" stand staat,
mogen er alleen luidsprekers worden aangesloten
met een nominale impedantie van 8 ohm of meer.
Opmerkingen
De instellingen voor de achterluidsprekers
(pagina 20) zijn afzonderlijk te maken voor de
achterluidsprekers aangesloten op de SPEAKERS
SURROUND A resp. de SPEAKERS SURROUND
B aansluitingen.
Alvorens u de achterluidsprekers gaat instellen, kiest
u eerst welk stel achterluidsprekers u wilt gebruiken.
Stel in op Voor weergave via
A De luidsprekers die zijn aangesloten op
de SPEAKERS FRONT A
aansluitbussen.
B De luidsprekers die zijn aangesloten op
de SPEAKERS FRONT B
aansluitbussen.
A+B* De luidsprekers die zijn aangesloten op
zowel de SPEAKERS FRONT A als de
SPEAKERS FRONT B aansluitbussen
(parallel doorverbonden).
OFF** Geen van de luidsprekers.
(Alle geluidsweergave via de
SPEAKERS luidsprekeraansluingen en
de PREOUT voorversterkeruitgangen
wordt gedempt.)
Stel in op Voor weergave via
A De luidsprekers die zijn aangesloten op
de SPEAKERS SURROUND A
aansluitbussen (7.1-kanaals weergave).
B De luidsprekers die zijn aangesloten op
de SPEAKERS SURROUND B
aansluitbussen (5.1-kanaals weergave).
De middenachterluidsprekers geven
geen geluid.
A+B* De luidsprekers die zijn aangesloten op
zowel de SPEAKERS SURROUND A
als de SPEAKERS SURROUND B
aansluitbussen (9.1-kanaals weergave).
Wanneer deze stand is gekozen, gelden
de instellingen voor de
achterluidsprekers A, gemaakt met de
SPEAKER SET UP parameters, tevens
voor de achterluidsprekers B.
Stel in op Voor weergave via
wordt vervolgd
52
NL
Alvorens u gaat opnemen, dient u eerst nog even
te controleren of alle aansluitingen in orde zijn.
Opnemen op een
audiocassette of minidisc
Via deze versterker kunt u geluidsbronnen
opnemen op cassette of op minidisc. Zie voor
nadere aanwijzingen tevens de
gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of
minidisc-recorder.
1 Stel in op de geluidsbron die u wilt
opnemen.
2 Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld de op te nemen compact
disc in de CD-speler.
3 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette of minidisc in het opname-
apparaat en stel zo nodig het
opnameniveau in.
4 Druk enkele malen op de REC OUT
SELECTOR +/– toetsen om in te stellen
op de ingangsbron (de af te spelen
geluidsbron).
De REC OUT SELECTOR +/– toetsen
dienen alleen voor analoge weergave. Een
digitaal uitgangssignaal is alleen
beschikbaar voor de gewone SOURCE
geluidsbron. Bovendien kunt u hierbij geen
"i.LINK" geluidsbron kiezen.
5 Start het opnemen op het opname-
apparaat en start dan de weergave van
de geluidsbron.
Opmerkingen
U kunt geen digitale geluidssignalen opnemen met
een opname-apparaat dat is aangesloten op de
analoge TAPE OUT of MD/DAT OUT
aansluitingen. Voor het opnemen van digitale
signalen zult u een digitaal opname-apparaat moeten
aansluiten op de MD/DAT OPTICAL OUT
aansluitingen.
De instellingen die u voor weergave maakt zijn niet
van invloed op de signalen die worden doorgegeven
via de TAPE OUT of MD/DAT OUT aansluitingen.
De geluidssignalen die binnenkomen via de MULTI
CHANNEL INPUT aansluitingen worden niet
doorgegeven via de TAPE OUT of MD/DAT OUT
aansluitingen, ook niet wanneer de MULTI CH IN
functie wordt gebruikt. Alleen de analoge
geluidssignalen van de huidige of eerder voor
weergave gekozen geluidsbron worden uitgestuurd.
Wanneer de stand "OFF" is gekozen met de REC
OUT SELECTOR +/– toetsen, worden er geen
geluidssignalen doorgegeven via de TAPE OUT of
MD/DAT OUT uitgangsaansluitingen.
Opnemen op een
videocassette
Via deze versterker kunt u beelden opnemen
vanaf een videorecorder, een televisietoestel of
een laserdisc-speler. Ook bestaat de
mogelijkheid om tijdens het bewerken van
video-opnamen een nieuw geluidsspoor in te
voegen vanaf een geluidsbron naar keuze. Zie
voor nadere aanwijzingen tevens de
gebruiksaanwijzing van uw videorecorder.
1 Stel in op de beeld/geluidsbron die u
wilt opnemen.
2 Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Leg bijvoorbeeld de op te nemen laserdisc
in de laserdisc-speler.
3 Plaats een voor opnemen geschikte
videocassette in de videorecorder
(VIDEO 1, VIDEO 2 of VIDEO 3) die u
voor opnemen gebruikt.
4 Druk enkele malen op de REC OUT
SELECTOR +/– toetsen om in te stellen
op de ingangsbron (de af te spelen
geluidsbron).
5 Start het opnemen op de opname-
videorecorder en start dan de
weergave van de videocassette of de
laserdisc die u wilt opnemen.
Tip
U kunt het geluid van elke gewenste geluidsbron
opnemen op een videoband terwijl u een videocassette
of een laserdisc kopieert. Zoek het punt op waar u het
geluid van de geluidsbron wilt inlassen, stel in op de
geluidsbron en start de weergave. Het geluid van het
gekozen weergave-apparaat zal op het geluidsspoor
van de videoband worden opgenomen in plaats van het
oorspronkelijke geluidsspoor. Om terug te keren naar
Opnemen
Andere bedieningsfuncties
53
NL
het oorspronkelijke geluidsspoor voor de rest van de
video-opnamen, stelt u op dezelfde wijze weer in op de
video-geluidsbron.
Opmerkingen
De analoge geluidssignalen van de gekozen
geluidsbron worden uitgestuurd via de VIDEO 1
OUT, VIDEO 2 OUT of VIDEO 3 OUT
aansluitingen.
U kunt geen digitale geluidssignalen opnemen met
een opname-apparaat dat is aangesloten op de
analoge VIDEO 1 OUT, VIDEO 2 OUT of VIDEO
3 OUT aansluitingen. Voor het opnemen van digitale
signalen zult u een digitaal opname-apparaat moeten
aansluiten op de VIDEO 1 OPTICAL OUT
aansluitingen. Houd er rekening mee dat er alleen
digitale ingangssignalen kunnen worden
doorgegeven via de VIDEO 1 OPTICAL OUT
uitgangsaansluiting.
Zorg dat er zowel digitale als analoge aansluitingen
zijn gemaakt op de TV/SAT en DVD ingangen. Het
is niet mogelijk analoge opnamen te maken als er
alleen digitale aansluitingen zijn gemaakt.
Bepaalde geluidsbronnen kunnen zijn voorzien van
een kopieerbeveiliging die het opnemen blokkeert.
Een dergelijke geluidsbron zult u niet kunnen
opnemen.
De geluidssignalen die binnenkomen via de MULTI
CHANNEL IN aansluitingen worden niet
doorgegeven via de VIDEO 1 OUT, VIDEO 2 OUT
of VIDEO 3 OUT aansluitingen, ook niet wanneer
de MULTI CH IN functie wordt gebruikt. Alleen de
analoge geluidssignalen van de huidige of eerder
voor weergave gekozen geluidsbron worden
uitgestuurd.
Het CONTROL A1II bedieningssysteem werd
ontwikkeld om de bediening van een stereo-
installatie bestaande uit afzonderlijke Sony
componenten te vereenvoudigen. De
CONTROL A1II aansluitingen zijn in staat tot
het doorgeven van bedieningssignalen voor
diverse automatische functies die gewoonlijk
alleen beschikbaar zijn in volledig geïntegreerde
systemen.
Op dit moment bieden de CONTROL A1II
aansluitingen tussen een Sony CD-speler,
versterker (of tuner/versterker), minidisc-
recorder en cassettedeck de mogelijkheid van
automatische geluidsbronkeuze.
Opmerking
Gebruik geen tweeweg-afstandsbediening wanneer de
CONTROL A1II aansluitingen via een PC-interface
aansluitset zijn verbonden met een personal computer
waarop het "MD Editor" programma of een soortgelijk
toepassingsprogramma draait. Gebruik ook de
aangesloten apparatuur niet op een manier die niet
overeenkomt met de functies van het
toepassingsprogramma, want dan kan het programma
niet naar behoren werken.
CONTROL A1II en CONTROL A1
compatibiliteit
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is uitgebracht
in een vernieuwde versie, CONTROL A1II genaamd,
hetgeen het standaard bedieningssysteem is voor de
Sony 300-disc CD-wisselaar en andere recente Sony
apparatuur. Componenten met CONTROL A1
bedieningsaansluitingen en die met CONTROL A1II
aansluitingen zijn onderling te verbinden en samen te
gebruiken. In principe zijn de meeste functies van het
CONTROL A1 bedieningssysteem ook beschikbaar in
het nieuwe CONTROL A1II bedieningssysteem.
Bij een onderlinge verbinding tussen componenten met
CONTROL A1 aansluitingen en die met CONTROL
A1II aansluitingen kan het aantal beschikbare
bedieningsfuncties echter beperkt zijn, afhankelijk van
de aangesloten apparatuur. Nadere bijzonderheden
vindt u in de gebruiksaanwijzing(en) van de aan sluiten
apparatuur.
CONTROL A1II
Bedieningssysteem
wordt vervolgd
54
NL
Als u beschikt over een Sony CD-wisselaar
met een COMMAND MODE
keuzeschakelaar
Als de COMMAND MODE schakelaar van uw
CD-wisselaar kan worden ingesteld op CD 1,
CD 2 of CD 3, zet u deze dan in de "CD 1" stand
en sluit de CD-wisselaar aan op de CD ingangen
van de versterker (of tuner/versterker).
Als u echter een Sony CD-wisselaar met VIDEO
OUT aansluitingen heeft, dan u zet de
COMMAND MODE schakelaar in de "CD 2"
stand en sluit u de CD-wisselaar aan op de
VIDEO 2 ingangen van de versterker (of tuner/
versterker).
Aansluitingen
U kunt maximaal 10 voor het CONTROL A1II
systeem geschikte componenten onderling
doorverbinden, in elke gewenste volgorde. Van
elk type apparaat kunt u er echter slechts één
tegelijk aansluiten (dus slechts 1 CD-speler, 1
minidisc-recorder, 1 cassettedeck en 1
versterker).
(Afhankelijk van het model kan het wel eens
mogelijk zijn meer dan één compact disc speler
of minidisc-speler aan te sluiten. Zie voor nadere
bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de
betreffende componenten.)
Bijvoorbeeld
Bij het CONTROL A1II bedieningssysteem
verlopen de bedieningssignalen beide kanten op,
dus er is geen verschil tussen IN en OUT
aansluitingen. Als een component meer dan een
CONTROL A1II aansluiting heeft, kunt u naar
keuze één hiervan gebruiken, of op elk ervan een
verschillende geluidscomponent aansluiten.
Bij sommige voor het CONTROL A1 systeem
geschikte componenten wordt een aansluitsnoer
vast bijgeleverd. Dan kunt u voor het aansluiten
gebruik maken van dat aansluitsnoer.
Heeft u zo'n snoer niet, gebruik dan een los in de
audiohandel verkrijgbaar ministekker-snoer van
minder dan 2 meter lengte met 2-polige (mono)
ministekkers, zonder weerstand.
Basis-bedieningsfuncties
De ingangskeuzeschakelaar van de versterker
schakelt automatisch over naar de juiste
ingangsbron wanneer u de weergavetoets op een
van de aangesloten componenten indrukt
(automatische geluidsbron-keuze).
De CONTROL A1II bedieningsfuncties zullen
werken zolang de te bedienen apparatuur is
ingeschakeld, ook al staan de andere
aangesloten componenten alle uitgeschakeld.
Opmerking
Tijdens het opnemen kunt u beter niet het afspelen
starten van een andere component dan de opnamebron.
Hierdoor zou namelijk de automatische geluidsbron-
keuze overschakelen op de andere component.
CD-
speler
Minidisc-
recorder
Cassette-
deck
Andere
componenten
Versterker
(Tuner/
versterker)
Andere bedieningsfuncties
55
NL
Als u beschikt over de i.LINK component
SCD-XA9000ES, kunt u die aansluiten op deze
versterker met een i.LINK kabel (bijgeleverd bij
de SCD-XA9000ES).
Deze versterker is alleen geschikt voor een
directe i.LINK verbinding met de
SCD-XA9000ES. Als u i.LINK verbindingen
maakt met de SCD-XA9000ES via andere
apparatuur, dan zijn de i.LINK verbindingen
met die andere apparatuur niet zonder meer
gegarandeerd.
Opmerkingen
Als er een metalen voorwerp in de i.LINK
aansluitbus terechtkomt, kan dit kortsluiting
veroorzaken waardoor de apparatuur defect kan
raken.
Steek alle stekkers stevig in de aansluitbussen, om
storing in de werking te vermijden.
Nadere informatie over de geschikte signalen vindt u
op pagina 60. Deze versterker is niet geschikt voor
speciale videosignalen als DV, MICROMV, of
MPEG-TS. Sommige i.LINK apparaten zijn
voorzien van een kopieerbeveiligingssysteem of
werken met encryptie voor versleutelde signalen.
Deze versterker werkt met het
kopieerbeveiligingssysteem van DTLA (Rivisie 1.2).
De klankbeelden en de LIP SYNC synchronisatie
(pagina 41) zullen niet werken wanneer er DSD
signalen bij de versterker binnenkomen.
Verbinding leggen met een LINC
Voordat er een geluidssignaal kan worden
verzonden tussen twee i.LINK componenten,
moeten ze eerst een LINC (Logical INterface
Connection) met elkaar leggen, d.w.z. een weg
banen waarlangs de ene component het
geluidssignaal kan verzenden en de andere
component het kan ontvangen. De LINC leggen
is dit logische pad banen voor de overdracht van
digitale geluidssignalen tussen de twee
componenten. Elk logisch pad heeft zijn eigen
identificatienummer. Aangezien de component
die het geluidssignaal verzendt eerst het juiste
pad ervoor moet kennen en de ontvangende
component eveneens, zullen de beide
componenten samen een pad moeten
overeenkomen. Tijdens het leggen van een
LINC vindt de volgende communicatie plaats
tussen de twee betrokken i.LINK componenten.
Bijvoorbeeld:
Deze versterker legt een LINC met de
SCD-XA9000ES. Stel in op i.LINK met de INPUT
SELECTOR keuzeschakelaar van dit apparaat en zet
de speler in de i.LINK weergavestand.
1Deze versterker stuurt een verzoek en de gegevens
voor een pad aan de SCD-XA9000ES, zodat die het
geluidssignaal via dat pad kan verzenden.
2De SCD-XA9000ES beantwoordt het verzoek van
de component om een LINC te leggen en een pad te
banen.
De digitale overdracht van geluidssignalen is pas
mogelijk nadat de bovenstaande uitwisseling heeft
plaatsgevonden en de LINC communicatie is geopend.
Opmerkingen
De LINC communicatie zal worden onderbroken in de
volgende gevallen.
Als de i.LINK kabel losraakt of tussendoor opnieuw
wordt aangesloten.
– Als er wordt overgeschakeld naar een andere
ingangsbron.
i.LINK aansluiting
1
,
2
<
TA-DA9000ES
SCD-XA9000ES
56
NL
Veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat
terechtkomen, trekt u dan de stekker van de versterker
uit het stopcontact en laat het apparaat eerst nakijken
door bevoegd vakpersoneel, alvorens het weer in
gebruik te nemen.
Stroomvoorziening
Controleer, alvorens de versterker in gebruik te
nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De
bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje op
het achterpaneel van de versterker.
Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact
zit, blijft er spanning op het apparaat staan, ook al is
de versterker zelf uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt
de versterker geruime tijd niet te gebruiken. Pak de
stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken;
trek nooit aan het snoer.
(Alleen voor de modellen met landcode U of CA)
Een van de stekkerpoten van het netsnoer kan dikker
zijn dan de andere, om te zorgen dat de stekker
slechts op één manier in het stopcontact past. Mocht
de stekker echter niet in het stopcontact passen,
raadpleeg dan uw audio-handelaar.
Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
Hitte in het inwendige
Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan
worden, wijst dat niet op storing in de werking. Vooral
bij afspelen op hoog volume kunnen de boven-, onder-
en zijpanelen na verloop van tijd heet worden. Pas
hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan.
Opstelling
Zet de versterker op een goed geventileerde plaats,
met voldoende luchtdoorstroming om de inwendige
onderdelen te koelen, in het belang van een
langdurige betrouwbare werking.
Plaats de versterker niet dichtbij een warmtebron of
in direct zonlicht. Vermijd plaatsen met veel stof,
vocht en mechanische trillingen of schokken.
Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatie-
openingen zou kunnen blokkeren, in het belang van
een storingsvrije werking.
Plaats de versterker niet te dicht bij een TV-toestel,
videorecorder of cassettedeck. (Als u de versterker
gebruikt in combinatie met een TV-toestel,
videorecorder of cassettedeck dat te dichtbij staat,
kan er storing klinken en kan de beeldkwaliteit
minder worden. Dat kan vooral gebeuren als u
gebruik maakt van een kamerantenne. Daarom
willen we u aanraden zo mogelijk een buitenantenne
aan te sluiten.)
Aansluiten
Voor het maken van enige aansluiting, schakelt u eerst
de versterker uit en trekt u de stekker uit het
stopcontact.
Schoonmaken
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningsorganen met een zachte doek, licht
bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik
geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen
oplosmiddelen zoals wasbenzine of spiritus.
Mocht u verder nog vragen of problemen met de
bediening van de versterker hebben, aarzel dan niet
contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Aanvullende informatie
57
NL
Als bij het gebruik van de versterker een van de
volgende problemen zich voordoet, neemt u dan
de controlepunten even door om het probleem te
verhelpen. Mocht de storing niet zo gemakkelijk
te verhelpen zijn, raadpleeg dan a.u.b. de
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Er wordt geen geluid weergegeven, van geen
enkele geluidsbron.
Controleer of de versterker en de andere apparaten
allemaal zijn ingeschakeld.
Controleer of de MASTER VOLUME knop niet
in de
dB stand staat.
Controleer of de SPEAKERS schakelaar niet op
"OFF" staat (pagina 50).
Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
Druk op de MUTING toets van de
afstandsbediening om de geluiddemping
ongedaan te maken.
Controleer of het onderdeel "OUTPUT" in het
SURR SET UP akoestiek-instelmenu
akoestiekmenu niet op "ALL ON" is ingesteld.
Een bepaalde geluidsbron is niet te horen.
Controleer of de geluidsbron juist is aangesloten
op de audio-ingangen voor het betreffende
apparaat.
Controleer of alle stekkers van de aansluitsnoeren
stevig in de stekkerbussen zitten, zowel bij de
versterker als bij het geluidsbron-apparaat zelf.
Er komt geen geluid uit een van de
voorluidsprekers.
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES
stekkerbus om te controleren of de hoofdtelefoon
wel goed geluid geeft. Als ook bij de aangesloten
hoofdtelefoon slechts via één kanaal geluid te
horen is, kan er iets mis zijn met de aansluitingen
van het weergave-apparaat op de versterker.
Controleer dan of alle stekkers van het
aansluitsnoer aan beide uiteinden, op de
versterker en de geluidsbron zelf, stevig in de
stekkerbussen zijn gestoken. Als bij de
aangesloten hoofdtelefoon wel via beide kanalen
geluid te horen is, kan er iets mis zijn met de
aansluitingen van een voorluidspreker op de
versterker. Controleer dan de aansluitingen van de
luidspreker die geen geluid geeft.
Controleer of u geen mono geluidsbron hebt
aangesloten op alleen de linker of rechter L of R
ingang. Gebruik een mono-stereo verloopsnoer
(niet bijgeleverd) en sluit dit aan op zowel de L als
de R ingangsaansluiting. Overigens zal een
middenluidspreker geen geluid geven wanneer er
een bepaald klankbeeld (PRO LOGIC e.d.) is
gekozen. En als er voor de middenluidspreker de
stand "NO" is gekozen, zullen alleen de linker en
rechter voorluidsprekers geluid geven.
Er klinkt niet of nauwelijks geluid.
Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
Controleer of er wel is ingesteld op de juiste
geluidsbron met de INPUT SELECTOR knop.
Controleer of de SPEAKERS schakelaar niet op
"OFF" staat (pagina 50).
Controleer of er geen hoofdtelefoon is
aangesloten.
Druk op de MUTING toets van de
afstandsbediening om de geluiddemping
ongedaan te maken.
Als u alleen heel zacht geluid hoort, controleert u
dan of de NIGHT MODE compressie is
ingeschakeld (pagina 32).
De automatische beveiliging van de versterker is
in werking getreden. Schakel de versterker uit,
verhelp de kortsluiting en schakel het apparaat
weer in.
Er wordt geen geluid weergegeven van
analoge 2-kanaals geluidsbronnen.
Controleer of de DIGITAL ASSIGN toewijzing
niet is gebruikt om een digitale geluidsbron toe te
wijzen aan deze ingangskeuzestand (pagina 35).
Controleer of de INPUT MODE schakelaar niet
op "COAXIAL FIXED" of "OPTICAL FIXED"
staat voor de gekozen geluidsbron (pagina 36).
Controleer of de MULTI CH IN
meerkanaalsfunctie wel is ingeschakeld.
Er klinkt geen geluid bij afspelen van digitale
geluidsbronnen (via de COAXIAL of OPTICAL
ingangsaansluiting).
Controleer of de DIGITAL ASSIGN toewijzing
niet is gebruikt om de digitale geluidsbron van de
gekozen ingangskeuzestand over te hevelen naar
een andere ingangskeuzestand (pagina 35).
Controleer of de INPUT MODE schakelaar niet
op "ANALOG 2CH FIXED" staat (pagina 36).
Controleer of de INPUT MODE ingangskeuze
niet staat ingesteld op "COAXIAL FIXED" voor
een geluidsbron die is aangesloten op de
OPTICAL ingangsaansluiting, of op "OPTICAL
FIXED" voor een geluidsbron die is aangesloten
op de COAXIAL ingangsaansluiting.
Verhelpen van storingen
wordt vervolgd
58
NL
Controleer of de MULTI CH IN
meerkanaalsfunctie wel is ingeschakeld.
Er klinkt geen geluid wanneer de i.LINK
ingangsstand is gekozen.
Controleer of het betrokken i.LINK apparaat naar
behoren is aangesloten.
Controleer of de SCD-XA9000ES wel staat
ingesteld op het doorgeven van signalen via de
i.LINK aansluiting.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld.
Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
Stel de weergave evenwichtig in met de
parameters van het LEVEL menu.
Er klinkt een storende bromtoon of andere
bijgeluiden.
Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en ten minste 3 meter
van een TV-toestel of tl-verlichting.
Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de
buurt van een ingeschakeld TV-toestel.
Zorg dat er geen apparatuur als een videorecorder
of een cassettedeck bovenop de versterker staat.
Sluit een aardingsdraad aan op de U SIGNAL
GND platenspeler-aardaansluiting (maar alleen
als er inderdaad een platenspeler is aangesloten).
Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil.
Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus of
zuivere alcohol.
De middenluidspreker geeft geen geluid.
Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de A.F.D., MOVIE of MUSIC toets).
Kies een van de CINEMA STUDIO EX
klankbeelden (pagina 31).
Stel de geluidssterkte van de luidspreker(s) wat
hoger in (pagina 37).
Zorg dat de parameter voor het
middenluidsprekerformaat staat ingesteld op
"SMALL" of "LARGE" (pagina 20).
De achterluidsprekers/
middenachterluidsprekers geven niet of
nauwelijks geluid.
Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de A.F.D., MOVIE of MUSIC toets).
Kies een van de CINEMA STUDIO EX
klankbeelden (pagina 37).
Stel de geluidssterkte van de luidspreker(s) wat
hoger in (pagina 23).
Zorg dat de parameter voor het
luidsprekerformaat staat ingesteld op "SMALL"
of "LARGE" (pagina 20).
De middenachterluidspreker(s) geeft/geven
geen geluid.
Sommige discs bevatten niet het vereiste Dolby
Digital EX vlagsignaal, ook al staat op de
verpakking wel een Dolby Digital EX beeldmerk.
In dat geval zal de stand "MATRIX" het best
voldoen (pagina 34).
De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid.
Als er voor alle luidsprekers de stand "LARGE" is
gekozen en bovendien het "Neo:6 Cinema" of
"Neo:6 Music" klankbeeld is gekozen, zal de
lagetonenluidspreker geen geluid geven.
Het akoestiekeffect werkt niet.
Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de A.F.D., MOVIE of MUSIC toets).
De klankbeeldfuncties werken niet voor signalen
met een bemonsteringsfrequentie van meer dan
48 kHz.
Er wordt geen Dolby Digital of DTS
meerkanaals-geluid weergegeven.
Controleer of de afgespeelde DVD disc e.d. wel is
voorzien van Dolby Digital of DTS meerkanaals-
geluid.
Bij aansluiten van een DVD videospeler e.d. op de
digitale ingangsaansluitingen van deze versterker
dient u ook te zorgen dat de audio-instellingen
(voor de geluidsweergave) van het aangesloten
apparaat goed zijn ingesteld.
Het opnemen lukt niet.
Controleer of de betrokken apparaten naar
behoren zijn aangesloten.
Kies de op te nemen geluidsbron met de REC
OUT SELECTOR +/– keuzetoetsen.
Op het TV-scherm of de videomonitor is geen
beeld of slechts een onduidelijk beeld
zichtbaar.
Stel de versterker op de juiste beeld/geluidsbron
in.
Stel het TV-toestel in op de gewenste
beeldweergave.
Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de
buurt van een ingeschakeld TV-toestel.
Sluit uw TV-toestel op de tuner/versterker aan
met hetzelfde type aansluitsnoer als toegepast is
voor het aansluiten van de tuner/versterker en de
videobron-apparatuur (pagina 7 en 10).
Aanvullende informatie
59
NL
Afstandsbediening
De afstandsbediening werkt niet.
Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor voorop de versterker.
Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de versterker.
Als de batterijen in de afstandsbediening leeg
kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe.
Zorg dat de bedieningsstand van de versterker
overeenkomt met de bedieningsstand van de
afstandsbediening. Als de bedieningsstand van de
versterker niet overeenkomt met die van de
afstandsbediening, zal de versterker niet reageren
op de afstandsbediening.
Om de bedieningsstand van de afstandsbediening
om te schakelen, drukt u op de ?/1 toets terwijl u
de INPUT MODE toets ingedrukt houdt. Telkens
wanneer u op de ?/1 toets drukt, wordt de
bedieningsstand omgeschakeld tussen "C.MODE.
AV2" en "C.MODE. AV1". (De oorspronkelijke
instelling is "C.MODE. AV2".)
Let op dat u op de afstandsbediening de juiste
beeld/geluidsbron hebt gekozen.
Foutmeldingen
Als er een storing optreedt, toont het
uitleesvenster een code van twee cijfers en een
mededeling. Aan de mededeling kunt u de
toestand van het systeem aflezen. Lees de
onderstaande beschrijvingen om het probleem
op te lossen. Mocht de storing niet zo
gemakkelijk te verhelpen zijn, raadpleeg dan
a.u.b. de dichtstbijzijnde Sony handelaar.
DECODE ERROR/CHECK CODE 01
Deze foutmelding verschijnt als de versterker een
signaal niet kan decoderen (bijvoorbeeld een DTS-
CD signaal) terwijl het onderdeel "DEC.
PRIORITY" in het CUSTOMIZE menu is ingesteld
op "PCM". Schakel dan over naar "AUTO".
PROTECTOR/CHECK CODE 11
De luidsprekers krijgen een onregelmatige stroom
door. Schakel de versterker uit, maak de
luidsprekeraansluitingen in orde en schakel het
apparaat weer in.
PROTECTOR/CHECK CODE 12
Het versterkergedeelte is oververhit geraakt.
Controleer of de ventilatiesleuven niet zijn
afgedekt. Schakel de versterker uit, laat het apparaat
een tijdje afkoelen en schakel het dan weer in.
PROTECTOR/CHECK CODE 13
Het voedingsgedeelte is oververhit geraakt.
Controleer of de ventilatiesleuven niet zijn
afgedekt. Schakel de versterker uit, laat het apparaat
een tijdje afkoelen en schakel het dan weer in.
PROTECTOR/CHECK CODE 21
Schakel de versterker uit en raadpleeg uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
PROHIBITED/CHECK CODE 71
De weergave van het geluid wordt geblokkeerd door
een auteursrechtbeveiliging.
UNKNOWN SIGNAL/CHECK CODE 72
De versterker is niet in staat het formaat van het
ingangssignaal te ontcijferen.
Pagina's met aanwijzingen voor
het wissen van het geheugen van
de versterker
Voor wissen van Leest u
Alle geheugen-instellingen pagina 18
De zelf aangepaste klankbeelden pagina 38
60
NL
Versterker-gedeelte
UITGANGSVERMOGEN
Nominaal uitgangsvermogen bij stereo weergave
1)
(8 ohm, 20 Hz – 20 kHz, THV 0,15%)
200 W + 200 W
(4 ohm, 20 Hz – 20 kHz, THV 0,15%)
220 W + 220 W
Referentie-uitgangsvermogen
(8 ohm, 1 kHz, THV 0,09%)
FRONT
2)
:
200 W + 200 W
CENTER
2)
: 200 W
SURR
2)
:
200 W + 200 W
SURR BACK
2)
:
200 W + 200 W
(4 ohm, 1 kHz, THV 0,09%)
FRONT
2)
:
220 W + 220 W
CENTER
2)
: 220 W
SURR
2)
:
220 W + 220 W
SURR BACK
2)
:
220 W + 220 W
Nominaal maximaal beschikbaar uitgangsvermogen
bij stereo weergave
1)
(aan 8 ohm, JEITA norm)
260 W + 260 W
(aan 4 ohm, JEITA norm)
320 W + 320 W
Nominaal maximaal beschikbaar uitgangsvermogen
bij Surround Sound weergave
(aan 8 ohm, JEITA norm)
FRONT
2)
:
260 W + 260 W
CENTER
2)
: 260 W
SURR
2)
:
260 W + 260 W
SURR BACK
2)
:
260 W + 260 W
(aan 4 ohm, JEITA norm)
FRONT
2)
:
320 W + 320 W
CENTER
2)
: 320 W
SURR
2)
:
320 W + 320 W
SURR BACK
2)
:
320 W + 320 W
1) Afhankelijk van de klankbeeld-instellingen en de
geluidsbron kan er soms geen geluid worden
weergegeven.
2) Gemeten onder de volgende omstandigheden:
Frequentiebereik
Ingangen (Analoog)
3) Ingang kortgesloten en vast ingesteld op VOL
MAX.
4) Gewogen netwerk + 20 kHz LPF, ingangsniveau.
Ingangen (Digitaal)
Uitgangen
EQUALIZER
Technische gegevens
Landcode Stroomvereiste
CEL 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
TW 110 V wisselstroom, 60 Hz
KR 230 V wisselstroom, 60 Hz
PHONO RIAA aanpassingscurve
±0,5 dB
Eindversterkertrap 10 Hz – 50 kHz
± 3 dB (8 ohm)
PHONO Gevoeligheid: 3,5 mV
Impedantie: 50 kOhm
Signaal/ruis
3)
: 90 dB
(A, 40 mV
4)
)
CD/SACD, TAPE,
MD/DAT, DVD, LD,
TV/SAT, VIDEO 1, 2,
3, 4, 5
Gevoeligheid: 170 mV
Impedantie: 50 kOhm
Signaal/ruis
3)
: 100 dB
(A, 2 V
4)
)
CD/SACD, DVD, LD,
VIDEO 1, TV/SAT
(Coaxial)
Impedantie: 75 ohm
Signaal/ruis: 100 dB
(A netwerk, 20 kHz
laagdoorlaatfilter)
CD/SACD, DVD, LD,
TV/SAT, MD/DAT,
VIDEO1, 3 (Optisch)
Signaal/ruis: 100 dB
(A netwerk, 20 kHz
laagdoorlaatfilter)
TAPE, MD/DAT
(REC OUT), VIDEO
1, 2, 3 (AUDIO OUT)
Spanning: 170 mV
Impedantie: 2,2 kOhm
FRONT L/R,
CENTER,
SURROUND L/R,
SURROUND BACK
L/R, SUB WOOFER
Spanning: 2 V
Impedantie: 220 ohm
Versterking ±10 dB, in stapjes van 1 dB
Aanvullende informatie
61
NL
Video-gedeelte
Ingangen/uitgangen
Video: 1 Vt-t, 75 ohm
S-video: Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
COMPONENT VIDEO:Y: 1 Vt-t, 75 ohm
P
B
/C
B
/B-Y: 0,7 Vt-t, 75 ohm
P
R
/C
R
/R-Y: 0,7 Vt-t, 75 ohm
80 MHz HD doorlaat
i.LINK gedeelte
Aansluitcontacten 4-polig
Communicatiesnelheid
S200 (maximale snelheid
voor gegevensoverdracht
200 Mb/sec)
Communicatieprotocol
A/M transmissieprotocol
Geschikte formaten (ingangssignaal)
Super Audio CD*
(DSD PLAIN)
2-kanaals lineaire PCM
(IEC-60958-3)
Bemonsteringsfrequentie:
44,1 kHz
* Deze versterker werkt met het
kopieerbeveiligingssysteem van DTLA (Revisie
1.2).
Algemeen
Stroomvoorziening
Stroomverbruik 600 W
Stroomverbruik (in de ruststand)
1 W
Netstroomuitgangen
Afmetingen 430 × 238 × 480 mm
incl. uitstekende onderdelen
en knoppen
Gewicht (ca.) 28,5 kg
Bijgeleverd toebehoren
Netsnoer (1)
Snelstartgids (1)
Afstandsbediening RM-LJ312 (1)
Gebruiksaanwijzing voor de RM-LJ312 (1)
R6 (AA-formaat) batterijen (3)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
Landcode Stroomvereiste
CEL 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
TW 110 V wisselstroom, 60 Hz
KR 220 V wisselstroom, 60 Hz
Landcode Netstroomuitgangen
CEL 1 uitschakelbaar, maximaal
100 W
KR, TW – (geen netstroomuitgang)
Zie voor nadere bijzonderheden over de landcode
van uw uitvoering zie pagina 2.
62
NL
Hoofdapparaat
A.F.D. 7 (29, 30, 32)
BASS ej (39)
DECODE PRIORITY wf (42)
Digital Cinema Sound aanduiding
5
DIMMER qh
DIRECT wg (33)
DIRECT aanduiding 2
DISPLAY wd (25)
ENTER wa (35, 49)
Infrarood-ontvanger qg
Ingangsaanduidingen qf
INPUT MODE qs (36)
INPUT SELECTOR qa (24, 36,
49)
MAIN MENU ed (19, 25, 35, 37,
39, 48, 49)
MASTER VOLUME q; (24)
MENU ea (19, 25, 35, 37, 39, 48,
49)
MOVIE 8 (31)
MULTI CH IN 1/2 wh (25)
MULTI CHANNEL DECODING
aanduiding qd
MUSIC 9 (32, 38)
NIGHT MODE qk
ON SCREEN ql
PHONES
hoofdtelefoonaansluiting eh
REC OUT SELECTOR +/– wk
SB DEC aanduiding 4
SLEEP qj
SPEAKERS FRONT schakelaar
ef (51)
SPEAKERS SURROUND
schakelaar es (51)
SURR BACK DECODING wj
(33)
TEST TONE w;
TREBLE eg (39)
Uitleesvenster 3 (25)
USER PRESET ws (48)
VIDEO 5 INPUT aansluitingen
wl (12)
2CH 6 (29)
?/1 (aan/uit-schakelaar) 1
–/+ e; (19, 35, 37, 39, 48, 49)
Bedieningsorganen en verwijzingspagina's
Gebruik van deze pagina
Via deze pagina en de afbeelding kunt u de diverse
knoppen en andere onderdelen vinden die in de
tekst vermeld staan.
N
ummer
i
n a
fb
ee
ldi
ng
r
DISPLAY wd (25)
R R
Naam van knop/onderdeel Verwijzingspagina
ALFABETISCHE
VOLGORDE
KNOPPEN MET CIJFERS EN
SYMBOLEN
64
NL
B
Bandopnamen. Zie Opnemen
Bijgeleverd toebehoren
61
Bijregelen
CUSTOMIZE
bijregelparameters
40
EQUALIZER
toonregelparameter
39
LEVEL niveau-parameter
37, 45, 47
luidsprekerniveau
23
SPEAKER SET UP
luidspreker-
instelparameters
19, 43
SURR SET UP klankbeeld-
instelparameters
37
C
CONTROL A1 II 53
CUSTOMIZE bijregelmenu
40
D
Digital Cinema Sound 31
E
Effectniveau 37
EQUALIZER menu
39
H
Het geheugen van de versterker
wissen
18
K
Keuze
beeld/geluidsbron
24
voorluidsprekersysteem
50
Keuze van een
klankbeeld
3132
Klankbeeld
kiezen
3132
terugstellen
38
voorgeprogrammeerd
31
32
zelf aanpassen
37
L
LEVEL niveau-instelmenu 45,
47
Luidsprekers
aansluiten
13
impedantie
13, 15
luidsprekerniveaus
bijregelen
23
opstelling
13
N
Naamgeving 49
O
Omschakelen
aanduidingen
25
effectniveau
37
Opnemen
op een audiocassette of
minidisc
52
op een videocassette
52
S
Scheidingsfilterfrequentie 44
Sluimerfunctie
50
SPEAKER SET UP luidspreker-
instelmenu
19, 43
SURR SET UP klankbeeld-
instelmenu
37, 45
T
Testtoon 23
V
Video-opname. Zie Opnemen
Z
Zelfgekozen namen. Zie
Naamgeving
Zendernamen. Zie Naamgeving
Index

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen. Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit een brandende kaars bovenop het apparaat. Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, mag u geen met vloeistof gevulde voorwerpen zoals vazen op het apparaat zetten. Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast. Installeer het systeem zodat de stekker bij problemen onmiddellijk uit het stopcontact kan worden getrokken. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). Betreffende deze gebruiksaanwijzing • De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor het model TA-DA9000ES. Controleer uw modelnummer, dat rechtsonder op het voorpaneel staat vermeld. De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing tonen het model TA-DA9000ES (met landcode CEL), behalve waar anders vermeld staat. Verschillen in bediening tussen de modellen worden in de tekst duidelijk aangegeven, als bijvoorbeeld "Alleen voor het model met landcode CEL". • De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de bediening met de toetsen op de versterker zelf. U kunt echter ook de toetsen van de bijgeleverde afstandsbediening gebruiken, met dezelfde of soortgelijke namen als die op de versterker. Nadere bijzonderheden over het gebruik van uw afstandsbediening vindt u in de afzonderlijke gebruiksaanwijzing die bij de afstandsbediening is geleverd. Omtrent de landcodes Over welke uitvoering van de versterker u beschikt, is afleesbaar aan de landcode die staat vermeld bovenaan het achterpaneel (zoals in de onderstaande afbeelding). SPEAKERS R SURROUND AC IN 4-XXX-XXX-XX AA L B B A A CENTER Landcode AC OUTLET SURROUND BACK R L FRONT L R B B A A IMPEDANCE USE 4-16 A+B USE 8-16 Verschillen in bediening die samenhangen met de landcode staan in de tekst duidelijk aangegeven, zoals bijvoorbeeld "Alleen voor de modellen met landcode AA". Deze versterker is voorzien van Dolby* Digital en Pro Logic Surround akoestiek en het DTS** Digital Surround akoestieksysteem. * Vervaardigd in van Dolby Laboratories. "Dolby", "Pro Logic" en het dubbele D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. ** De termen "DTS", "DTS-ES Extended Surround" en "Neo:6" zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. 2NL Inhoudsopgave Voorbereidingen 1: Keuze van de juiste aansluitingen voor uw apparatuur ................................... 4 1a: Aansluiten van apparatuur met digitale audio-uitgangen ............. 6 1b: Aansluiten van apparatuur met meerkanaalsuitgangsaansluitingen ................. 9 1c: Aansluiten van apparatuur met alleen analoge audiouitgangen .................................. 11 2: Luidsprekers aansluiten .................... 13 3: Het netsnoer aansluiten ..................... 18 4: De luidsprekers instellen...................19 5: De luidsprekerniveaus en de balans bijregelen ........................................ 23 — TEST TONE Versterkerfuncties Keuze van een beeld/geluidsbron ......... 24 Luisteren naar meerkanaals-geluid ....... 25 — MULTI CH IN Aanduidingen omschakelen .................. 25 Betekenis van de aanduidingen in het uitleesvenster .................................. 27 Geavanceerde aanpassingen en instellingen Geluidsbronnen toewijzen aan ingangskeuzestanden...................... 35 — DIGITAL ASSIGN Omschakelen van de audio-ingangskeuze voor digitale beeld/ geluidsbronnen ............................... 36 — INPUT MODE Zelf aanpassen van klankbeelden ......... 37 Bijregelen van de equalizertoonregeling.................................... 39 Geavanceerde instellingen .................... 40 De gemaakte instellingen opslaan ........ 48 — USER PRESET Andere bedieningsfuncties Zelfgekozen geluidsbronnamen............ 49 Automatisch uitschakelen met de sluimerfunctie................................. 50 Keuze van het luidsprekersysteem ....... 50 Opnemen............................................... 52 CONTROL A1II Bedieningssysteem .... 53 i.LINK aansluiting ................................ 55 NL Aanvullende informatie Genieten van Surround Sound akoestiek Bij gebruik van alleen de voorluidsprekers ............................. 29 Genieten van de beste akoestiekweergave.......................... 29 — AUTO FORMAT DIRECT Keuze van een klankbeeld .................... 31 Keuze van de middenachterdecodeerfunctie............................... 33 — SURR BACK DECODING Voorzorgsmaatregelen.......................... 56 Verhelpen van storingen....................... 57 Technische gegevens ............................ 60 Bedieningsorganen en verwijzingspagina's ........................ 62 Index ..................................................... 64 3NL Voorbereidingen 1: Keuze van de juiste aansluitingen voor uw apparatuur In de stappen 1a – 1c vanaf pagina 6 wordt beschreven hoe u allerlei apparatuur kunt aansluiten op deze versterker. Alvorens u hiermee begint, neemt u eerst even de lijst met "Aan te sluiten apparatuur" hieronder door, om te zien op welke pagina's de aanwijzingen staan voor de betreffende apparaten. Aan te sluiten apparatuur Type apparaat om aan te sluiten Pagina DVD videospeler Met digitale audio-uitganga) 6–7 Met meerkanaals audio-uitgangb) 9–10 Met alleen analoge audio-uitgangenc) 6–7 Laserdisc-speler Met digitale audio-uitganga) 6 Met alleen analoge audio-uitgangenc) 6 TV of videomonitor Met component-type video-ingang(en)d) 7 of 10 Met alleen S-video of composiet video-ingang(en) 12 Satelliet-ontvanger Met digitale audio-uitganga) 6–7 Met alleen analoge audio-uitgangenc) 6–7 Videorecorder Met digitale audio-uitganga) 6 Met alleen analoge audio-uitgangenc) 6 CD/Super Audio CD-speler Met digitale audio-uitganga) 8 Met meerkanaals audio-uitgang(en)b) 9 Met alleen analoge audio-uitgangenc) 11 Minidisc-recorder/DAT-cassettedeck Met digitale audio-uitganga) 8 Met alleen analoge audio-uitgangenc) 11 Cassettedeck, analoge platenspeler, tuner voor radio-ontvangst 11 Meerkanaals-decodeerapparaat 9 Videocamera, videospelapparaat, enz. 12 a) Model met DIGITAL OPTICAL OUTPUT of DIGITAL COAXIAL OUTPUT aansluiting e.d. Model met MULTI CH OUTPUT aansluitbussen e.d. Deze aansluiting dient voor weergave via deze versterker van de geluidssignalen die zijn gedecodeerd door de ingebouwde meerkanaals-decodeertrap van het betreffende apparaat. c) Model voorzien van AUDIO OUT L/R uitgangsaansluitingen e.d. d) Model met component-video (Y, P /C /B-Y, P /C /R-Y) ingangsaansluitingen. B B R R b) 4NL Vereiste aansluitsnoeren A Audio-aansluitsnoer Wit (L) Rood (R) B Audio/video-aansluitsnoer Geel (video) Wit (audio L) Rood (audio R) C Video-aansluitsnoer F Coaxiale digitaalkabel G Mono audio-aansluitsnoer Zwart Voorbereidingen De aansluitschema's op de volgende bladzijden zijn gebaseerd op het gebruik van de volgende los verkrijgbare aansluitsnoeren (A–I) (niet bijgeleverd). Tip Het audio-aansluitsnoer A kan worden gesplitst in twee mono audio-aansluitsnoeren G. Geel H Component video-aansluitsnoer D S-video aansluitsnoer Groen Blauw Rood E Optische digitaalkabel I i.LINK kabel Opmerkingen • Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan. • Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen. • Let bij het aansluiten van de audio/videosnoeren op dat u de kleuren van de linker en rechter stekkers en aansluitbussen niet verwisselt: sluit geel aan op geel (voor het videosignaal); wit op wit (voor het linker audiokanaal) en rood op rood (voor het rechter audiokanaal). • Bij het aansluiten van de optische digitaalkabel steekt u de stekkers recht in de aansluitbussen tot ze vastklikken. • Let op dat optische digitaalkabels niet te sterk verbogen of verwrongen worden. Als u beschikt over Sony componenten met CONTROL A1II/ CONTROL S aansluitingen Zie "CONTROL A1II Bedieningssysteem" op pagina 53. Als u beschikt over Sony componenten (SCD-XA9000ES) met i.LINK aansluitingen Gebruikt u de i.LINK kabel (I) die bij de SCD-XA9000ES wordt bijgeleverd. Nadere bijzonderheden vindt u in de gebruiksaanwijzing die bij de SCD-XA9000ES hoort. Zie ook de beschrijving onder "i.LINK aansluiting" op blz pagina 55. 5NL . 1a: Aansluiten van apparatuur met digitale audiouitgangen Aansluiten van een DVD-speler, laserdisc-speler, videorecorder, TV-toestel of satelliet-ontvanger Voor nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (A–I), zie pagina 5. 1 Maak de audio-aansluitingen. Laserdisc-speler Videorecorder OUTPUT OUTPUT INPUT LINE OUTPUT OUTPUT DIGITAL COAXIAL AUDIO OUT LINE L DIGITAL OPTICAL OUT IN OUTPUT OUTPUT DIGITAL OPTICAL DIGITAL COAXIAL R A OUT IN AUDIO DIGITAL R OPTICAL VIDEO 1 OUT LD IN DVD IN OUT OUT OUT VIDEO 2 OUT FRONT MD/DAT IN SURR OUND CONTROL A1II CD/SACD IN CENTER COAXIAL VIDEO 1 IN SUB WOOFER 2 LD IN FRONT AUDIO IN DVD IN IN VIDEO 4 IN VIDEO 4 IN LD LD SURR BACK i.LINK S200 TV/SAT IN IN DVD DVD Y Y PB/CB/B-Y PR/CR/R-Y PR/CR/R-Y IN FRONT IN IN SURR BACK IN IN IN TV/ SAT IN IN SUB WOOFER PHONO SURR OUND CENTER PRE OUT IN SURR BACK MONI TOR OUT PB/CB/B-Y OUT TV/ SAT IN MONITOR OUT S2 VIDEO VIDEO OUT 1 OUT 1 OUT 2 OUT 2 IN R CENTER AUDIO L SUB WOOFER RS232C E* PB/CB/B-Y PR/CR/R-Y SURROUND IN TUNER CD/SACD IN PB/CB/B-Y VIDEO 3 IN VIDEO 1 IN PR/CR/R-Y TV/ SAT IN IN OUT OUT Y OUT IN VIDEO 3 1 Y IN VIDEO 2 IN CD/ SACD IN MD/DAT OUT DVD IN OUT IN MD/DAT S2 VIDEO VIDEO 1 IN IN TV/SAT IN VIDEO VIDEO 1 IN A COMPONENT VIDEO AUDIO L OUT TAPE VIDEO 1 IN R F* OUT VIDEO L OUT E* A l l IN E l E* l F* L R MULTI CHANNEL IN SIGNAL GND F* A OUTPUT OUTPUT OUTPUT OUTPUT OUTPUT OUTPUT DIGITAL OPTICAL DIGITAL COAXIAL AUDIO OUT DIGITAL COAXIAL DIGITAL OPTICAL AUDIO OUT DVD videospeler** F* E* A L L R R Satelliet-ontvanger * Maak de aansluiting naar keuze via de DVD COAXIAL IN of DVD OPTICAL IN stekkerbus. Wij raden u aan gebruik te maken van de DVD COAXIAL IN aansluiting. ** Voor het weergeven van meerkanaals digitaal geluid, kiest u de digitale audio-uitgangsstand op de DVDvideospeler. 6NL 2 Maak de video-aansluitingen. Opmerkingen • U kunt het TV-geluid via deze versterker beluisteren door de audio-uitgangen van uw TV-toestel aan te sluiten op de TV/SAT AUDIO IN aansluitingen van de versterker. Daarbij is het niet nodig de video-uitgang van het TVtoestel aan te sluiten op de TV/SAT VIDEO IN aansluiting van de versterker. • Deze versterker kan standaard videosignalen omzetten in component-video en S-video signalen, en kan ook Svideo signalen omzetten in component-video signalen. Omgekeerd is het echter niet mogelijk om component-video signalen om te zetten in standaard videosignalen of S-video signalen. • Wanneer er standaard videosignalen (composiet-videosignalen) of S-video signalen van een videorecorder e.d. in deze tuner/versterker worden geconverteerd voor weergave op uw TV-toestel, kan er afhankelijk van het uitgestuurde videosignaal wel eens horizontale vervorming in het TV-beeld optreden, of kan er geen beeld worden weergegeven. Videorecorder OUTPUT INPUT S VIDEO C IN AUDIO DIGITAL R OPTICAL VIDEO 1 OUT OUT R H VIDEO OUT OUT VIDEO 1 S2 VIDEO IN IN IN IN OUT OUT OUT OUT MD/DAT VIDEO 2 DVD IN TV/SAT IN OUT SURR OUND CONTROL A1II CD/SACD IN SURR BACK CENTER COAXIAL VIDEO 1 IN SUB WOOFER 2 LD IN FRONT AUDIO IN DVD IN i.LINK S200 IN IN IN VIDEO 4 IN VIDEO 4 IN IN LD LD IN DVD PB/CB/B-Y MONI TOR OUT PB/CB/B-Y PB/CB/B-Y PR/CR/R-Y PR/CR/R-Y DVI-D DVD SURR BACK IN IN TV/ SAT IN TV/ SAT IN IN SUB WOOFER CENTER PRE OUT MONITOR OUT S2 VIDEO VIDEO OUT 1 OUT 1 OUT 2 OUT 2 IN R AUDIO L SUB WOOFER RS232C H OUTPUT COMPONENT B-Y R-Y PR/CR/R-Y Y Y IN IN CENTER CD/SACD IN C SURROUND IN IN SURR BACK D FRONT PHONO SURR OUND VIDEO OUT VIDEO 3 IN TUNER TV/SAT IN INPUT VIDEO 1 IN Y PB/CB/B-Y TV/ SAT IN IN OUT VIDEO 3 1 FRONT MD/DAT IN VIDEO 2 IN CD/ SACD IN H Y PR/CR/R-Y MD/DAT OUT INPUT S VIDEO Y OUT VIDEO 1 LD IN IN COMPONENT B-Y COMPONENT VIDEO AUDIO L VIDEO 1 IN DVD IN R-Y OUT VIDEO L TAPE D INPUT Y l OUT COMPONENT B-Y R-Y S VIDEO D l l C IN TV of videomonitor OUTPUT OUTPUT INPUT VIDEO l VIDEO Voorbereidingen De onderstaande afbeelding toont de aansluitingen voor een TV-toestel, een satelliet-ontvanger en een DVD-videospeler met COMPONENT VIDEO (Y, PB/CB/B-Y, PR/CR/R-Y) uitgangsaansluitingen. Door aansluiten van een TV-toestel met component-video ingangen verkrijgt u een betere beeldkwaliteit. U kunt de videosignalen converteren, om dan bijvoorbeeld de beeldtint van de omgezette signalen bij te stellen (pagina 43). Y MULTI CHANNEL IN C SIGNAL GND C D OUTPUT OUTPUT OUTPUT OUTPUT VIDEO S VIDEO D VIDEO S VIDEO H OUTPUT R-Y DVD-videospeler COMPONENT B-Y Y Satelliet-ontvanger wordt vervolgd 7NL Aansluiten van een CD/Super Audio CD-speler of een minidiscrecorder/DAT-cassettedeck Voor nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (A–I), zie pagina 5. CD/Super Audio CD-speler Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck OUTPUT INPUT OUTPUT AUDIO OUT LINE L OUTPUT OUTPUT DIGITAL COAXIAL DIGITAL OPTICAL LINE DIGITAL L OPTICAL IN OUT R R E* E E AUDIO DIGITAL R OPTICAL VIDEO 1 OUT R IN COMPONENT VIDEO AUDIO L VIDEO OUT TAPE A VIDEO L OUT A IN OUT l l OUT l F* l A OUT VIDEO 1 S2 VIDEO DVD IN Y PB/CB/B-Y PB/CB/B-Y OUT VIDEO 1 VIDEO 1 IN IN IN IN IN LD IN OUT OUT OUT OUT MD/DAT VIDEO 2 PR/CR/R-Y DVD IN CD/ SACD IN TV/SAT IN VIDEO 2 IN IN IN OUT FRONT MD/DAT IN SURR OUND CONTROL A1II CD/SACD IN SURR BACK CENTER COAXIAL VIDEO 1 IN SUB WOOFER 2 LD IN FRONT AUDIO IN DVD IN i.LINK S200 IN IN VIDEO 4 IN VIDEO 4 IN IN LD LD IN DVD PR/CR/R-Y DVD IN SURR BACK IN IN IN TV/ SAT IN TV/ SAT IN IN SUB WOOFER CENTER PRE OUT MONITOR OUT S2 VIDEO VIDEO OUT 1 OUT 1 OUT 2 OUT 2 IN R CENTER CD/SACD IN PR/CR/R-Y SURROUND IN IN SURR BACK PB/CB/B-Y FRONT PHONO SURR OUND MONI TOR OUT PB/CB/B-Y OUT VIDEO 3 IN TUNER TV/SAT IN PR/CR/R-Y Y Y TV/ SAT IN IN OUT VIDEO 3 1 MD/DAT OUT VIDEO 1 IN Y AUDIO L SUB WOOFER RS232C MULTI CHANNEL IN SIGNAL GND * Maak de aansluiting naar keuze via de CD/SACD COAXIAL IN of CD/SACD OPTICAL IN stekkerbus. Wij raden u aan gebruik te maken van de CD/SACD COAXIAL IN aansluiting. Als u verscheidene digitale apparaten wilt aansluiten, maar er geen ingang voor vrij heeft Zie "Geluidsbronnen toewijzen aan ingangskeuzestanden" (pagina 35). Tip Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 32 kHz, 44,1 kHz, 48 kHz en 96 kHz. Opmerkingen • Er wordt geen geluid weergegeven wanneer u een Super Audio CD afspeelt op een Super Audio CD-speler die is aangesloten op de CD/SACD OPTICAL of CD/SACD COAXIAL IN aansluiting van deze versterker. Sluit de disc-speler aan op de analoge ingangsaansluitingen (CD/SACD IN stekkerbussen). Zie tevens de gebruiksaanwijzing die bij de Super Audio CD-speler is bijgeleverd. • U kunt geen digitale opnamen maken van digitale meerkanaals Surround Sound signalen. 8NL 1 Maak de audio-aansluitingen. Als uw DVD-videospeler of Super Audio CD-speler is voorzien van meerkanaals-uitgangen, dan kunt u die verbinden met de MULTI CHANNEL INPUT aansluitingen van deze versterker, om zo te genieten van meerkanaals-geluidsweergave. Bovendien kunt u op deze meerkanaalsingangsaansluitingen ook een extern meerkanaals-decodeerapparaat aansluiten. Voor nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (A–I), zie pagina 5. Voorbereidingen 1b: Aansluiten van apparatuur met meerkanaalsuitgangsaansluitingen DVD-videospeler, Super Audio CDspeler, Meerkanaalsdecodeertrap, enz. MULTI CHANNEL OUT FRONT SURR OUND SURR BACK CENTER SUB WOOFER G G A A A MULTI CHANNEL IN 1 AUDIO DIGITAL R OPTICAL VIDEO 1 OUT OUT COMPONENT VIDEO VIDEO L R AUDIO L VIDEO OUT TAPE MULTI CHANNEL IN 2 OUT VIDEO 1 DVD IN S2 VIDEO Y PB/CB/B-Y PB/CB/B-Y OUT VIDEO 1 VIDEO 1 IN IN IN IN IN LD IN OUT OUT OUT OUT MD/DAT VIDEO 2 PR/CR/R-Y DVD IN TV/SAT IN CD/ SACD IN MD/DAT OUT FRONT VIDEO 2 IN IN IN OUT MD/DAT IN SURR OUND CONTROL A1II CD/SACD IN SURR BACK CENTER COAXIAL VIDEO 1 IN SUB WOOFER 2 LD IN FRONT AUDIO IN DVD IN i.LINK S200 IN IN VIDEO 4 IN VIDEO 4 IN IN LD LD IN DVD PR/CR/R-Y DVD IN SURR BACK IN IN IN TV/ SAT IN TV/ SAT IN IN SUB WOOFER CENTER PRE OUT MONITOR OUT S2 VIDEO VIDEO OUT 1 OUT 1 OUT 2 OUT 2 IN R CENTER CD/SACD IN PR/CR/R-Y SURROUND IN IN SURR BACK PB/CB/B-Y FRONT PHONO SURR OUND MONI TOR OUT PB/CB/B-Y OUT VIDEO 3 IN TUNER TV/SAT IN PR/CR/R-Y Y Y TV/ SAT IN IN OUT VIDEO 3 1 VIDEO 1 IN Y AUDIO L SUB WOOFER RS232C MULTI CHANNEL IN SIGNAL GND Tip Met deze aansluitingen zult u ook kunnen genieten van meerkanaals-weergave van andere geluidsbronnen dan alleen Dolby Digital of DTS. Opmerking DVD-spelers en Super Audio CD-spelers hebben geen SURR BACK aansluitingen. wordt vervolgd 9NL 2 Maak de video-aansluitingen. De onderstaande afbeelding toont de aansluitingen voor een DVD-videospeler met COMPONENT VIDEO (Y, PB/CB/B-Y, PR/CR/R-Y) uitgangsaansluitingen. Door aansluiten van een TV-toestel met component-video ingangen verkrijgt u een betere beeldkwaliteit. U kunt de videosignalen converteren, om dan bijvoorbeeld de beeldtint van de omgezette signalen bij te stellen (pagina 43). Opmerkingen • Deze versterker kan standaard videosignalen omzetten in component-video en S-video signalen, en kan ook Svideo signalen omzetten in component-video signalen. Omgekeerd is het echter niet mogelijk om component-video signalen om te zetten in standaard videosignalen of S-video signalen. • Wanneer er standaard videosignalen (composiet-videosignalen) of S-video signalen van een videorecorder e.d. in deze tuner/versterker worden geconverteerd voor weergave op uw TV-toestel, kan er afhankelijk van het uitgestuurde videosignaal wel eens horizontale vervorming in het TV-beeld optreden, of kan er geen beeld worden weergegeven. TV of videomonitor INPUT R-Y COMPONENT B-Y H AUDIO DIGITAL VIDEO 1 OUT OUT LD IN OUT VIDEO 2 MD/DAT IN SURR OUND SURR BACK CENTER 2 FRONT i.LINK S200 VIDEO 4 IN VIDEO 4 IN LD LD IN DVD DVD TV/SAT IN SURR BACK H OUTPUT COMPONENT B-Y R-Y C R SIGNAL GND D OUTPUT VIDEO S VIDEO DVD-videospeler 10NL AUDIO OUTPUT Y PR/CR/R-Y PR/CR/R-Y IN IN SURR BACK IN IN TV/ SAT IN IN SUB WOOFER S2 VIDEO OUT 1 OUT 1 OUT 2 OUT 2 IN MULTI CHANNEL IN MONI TOR OUT PB/CB/B-Y FRONT VIDEO SUB WOOFER RS232C Y Y PB/CB/B-Y IN MONITOR OUT CENTER PB/CB/B-Y PR/CR/R-Y CENTER PRE OUT IN TUNER CD/SACD IN PB/CB/B-Y OUT PHONO SURR OUND VIDEO 1 IN SURROUND IN TV/ SAT IN AUDIO IN DVD IN OUT IN Y PR/CR/R-Y TV/ SAT IN IN VIDEO 3 IN Y OUT IN IN SUB WOOFER LD IN OUT OUT DVD IN IN VIDEO 2 VIDEO 3 CONTROL A1II COAXIAL VIDEO 1 IN VIDEO 1 IN 1 S2 VIDEO OUT IN OUT FRONT CD/SACD IN OUT MD/DAT CD/ SACD IN MD/DAT OUT VIDEO IN IN TV/SAT IN AUDIO L VIDEO 1 IN DVD IN R OUT TAPE VIDEO 1 IN COMPONENT VIDEO VIDEO L R OPTICAL L INPUT INPUT S VIDEO VIDEO Y D C Aansluiten van video-apparatuur Voor nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (A–I), zie pagina 5. INPUT OUTPUT AUDIO OUT L CD/Super Audio CD-speler LINE R A A R VIDEO 1 OUT OUT VIDEO 1 IN LD IN DVD IN l OUT VIDEO 2 VIDEO MD/DAT IN SURR OUND SURR BACK CENTER COAXIAL VIDEO 1 IN SUB WOOFER 2 LD IN FRONT AUDIO IN DVD IN i.LINK S200 OUT VIDEO 4 IN VIDEO 4 IN LD LD IN DVD Y Y MONI TOR OUT PB/CB/B-Y PB/CB/B-Y PR/CR/R-Y PR/CR/R-Y OUT IN FRONT IN DVD IN SURR BACK IN IN IN TV/ SAT IN TV/ SAT IN IN SUB WOOFER CENTER PRE OUT MONITOR OUT S2 VIDEO VIDEO OUT 1 OUT 1 OUT 2 OUT 2 IN R CENTER CD/SACD IN PB/CB/B-Y PR/CR/R-Y SURROUND IN IN SURR BACK VIDEO 1 IN PB/CB/B-Y PHONO SURR OUND Y PR/CR/R-Y TV/ SAT IN IN VIDEO 3 IN Y OUT IN IN DVD IN IN OUT TUNER TV/SAT IN IN OUT VIDEO 2 OUT CONTROL A1II S2 VIDEO VIDEO 1 VIDEO 3 CD/SACD IN OUT A COMPONENT VIDEO AUDIO L IN 1 IN IN OUT FRONT A OUT MD/DAT CD/ SACD IN MD/DAT OUT R IN IN TV/SAT IN R VIDEO 1 IN R A OUT TAPE L VIDEO L Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck LINE l AUDIO DIGITAL OPTICAL LINE L l OUT INPUT OUTPUT Cassettedeck LINE l OUTPUT Voorbereidingen 1c: Aansluiten van apparatuur met alleen analoge audiouitgangen AUDIO L SUB WOOFER RS232C MULTI CHANNEL IN A Platenspeler SIGNAL GND A OUTPUT LINE L Tuner R Opmerking Als uw platenspeler een aardingsdraad heeft, sluit u die aan op de U SIGNAL GND aardaansluiting. wordt vervolgd 11NL Aansluiten van video-apparatuur Door een TV-toestel aan te sluiten op de MONITOR aansluitingen, kunt u de beelden van een aangesloten ingangsbron bekijken (pagina 24). U kunt ook de SPEAKER SET UP, LEVEL, SURR SET UP, EQUALIZER en CUSTOMIZE menu-instellingen en klankbeelden op het TV-scherm laten verschijnen met een druk op de ON SCREEN toets van de afstandsbediening. Voor nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (A–I), zie pagina 5. Videorecorder INPUT OUTPUT Camcorder of videospelapparaat VIDEO IN VIDEO OUT AUDIO IN AUDIO OUT INPUT OUTPUT L S VIDEO S VIDEO R B, D R VIDEO 1 OUT OUT R VIDEO OUT OUT VIDEO 1 S2 VIDEO DVD IN IN IN IN IN OUT OUT OUT OUT MD/DAT VIDEO 2 Y PB/CB/B-Y PB/CB/B-Y PR/CR/R-Y CD/ SACD IN TV/SAT IN VIDEO 2 IN IN FRONT MD/DAT IN SURR OUND CONTROL A1II CD/SACD IN SURR BACK CENTER COAXIAL VIDEO 1 IN SUB WOOFER 2 LD IN FRONT AUDIO IN naar de VIDEO 3 INPUT stekkerbussen (Voorpaneel) DVD IN i.LINK S200 IN VIDEO 4 IN VIDEO 4 IN IN LD LD IN DVD PR/CR/R-Y PR/CR/R-Y FRONT DVD IN SURR BACK IN IN IN TV/ SAT IN TV/ SAT IN IN SUB WOOFER CENTER PRE OUT MONITOR OUT S2 VIDEO VIDEO OUT 1 OUT 1 OUT 2 OUT 2 IN L R CENTER AUDIO SUB WOOFER B VIDEO OUT AUDIO IN AUDIO OUT D S VIDEO SIGNAL GND IN D INPUT OUTPUT INPUT OUTPUT VIDEO IN OUT L IN B MULTI CHANNEL IN L L L RS232C OUT PB/CB/B-Y SURROUND IN IN SURR BACK CD/SACD IN S VIDEO B D C OUTPUT OUTPUT INPUT INPUT VIDEO OUT S VIDEO VIDEO S VIDEO D AUDIO OUT L L R R Videorecorder 12NL IN PHONO SURR OUND MONI TOR OUT PB/CB/B-Y OUT VIDEO 3 IN TUNER TV/SAT IN PR/CR/R-Y Y Y TV/ SAT IN IN OUT OUT VIDEO 3 1 MD/DAT OUT VIDEO 1 IN Y OUT VIDEO 1 LD IN IN IN COMPONENT VIDEO AUDIO L VIDEO 1 IN DVD IN D L OUT VIDEO L TAPE IN D L AUDIO DIGITAL OPTICAL L OUT B L B Videorecorder TV of videomonitor 2: Luidsprekers aansluiten Voorbereidingen Sluit uw luidsprekers aan op de versterker. Met deze versterker kunt u geluid weergeven via een 9.1 kanaals. Om te genieten van levensechte meerkanaals-geluidsweergave zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers, een middenluidspreker en twee achterluidsprekers) plus een speciale lagetonen-luidspreker (voor in totaal 5.1 kanalen). De meest indrukwekkende hi-fi weergave van DVD-discs met Surround EX geluid verkrijgt u door toevoeging van een extra middenachterluidspreker (voor 6.1 kanalen) of nog beter twee middenachterluidsprekers (voor 7.1 kanalen) (zie "Keuze van de middenachter-decodeerfunctie" op pagina 33). Bovendien bestaat de mogelijkheid tot 9.1 kanaals Surround Sound weergave, door aansluiting van vier akoestiekluidsprekers (zie "Keuze van het luidsprekersysteem" op pagina 50). Voorbeeld van een 7.1 kanaals luidsprekersysteem Middenluidspreker Rechter voorluidspreker Rechter achterluidspreker Linker voorluidspreker Lagetonen-luidspreker Linker achterluidspreker Rechter middenachterluidspreker Linker middenachterluidspreker Tips • Als u een 6.1 kanaals luidsprekersysteem aansluit, plaats de middenachterluidspreker dan recht achter uw favoriete luisterplaats. • Aangezien de weergave van de lagetonen-luidspreker niet richtingsgevoelig is, kunt u die luidspreker opstellen waar u maar wilt. Luidspreker-impedantie Voor de beste meerkanaals-geluidsweergave dient u luidsprekers met een nominale impedantie van 8 ohm of meer aan te sluiten op de FRONT, CENTER, SURROUND en SURROUND BACK aansluitbussen en daarbij de IMPEDANCE SELECTOR luidspreker-impedantiekiezer in de "8Ω" stand te zetten. Controleer de gebruiksaanwijzing van uw luidsprekers als u niet zeker bent van de wordt vervolgd 13NL impedantie ervan. (Deze informatie staat meestal ook vermeld aan de achterkant van de luidsprekerboxen.) Desgewenst kunt u ook luidsprekers met een nominale impedantie tussen 4 en 8 ohm aansluiten op een of meer van de luidspreker-aansluitingen. Let echter op dat u de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar op "4Ω" zet als u slechts een enkele luidspreker met een nominale impedantie tussen de 4 en 8 ohm aansluit. Opmerking Schakel altijd eerst de stroom uit, voordat u de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar omzet. 14NL Vereiste aansluitsnoeren A Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd) Zwart (–) Lagetonenluidsprekera) Rechter achterluidspreker Linker achterluidspreker Middenluidspreker Voorbereidingen B Mono audio-aansluitsnoer (niet bijgeleverd) (+) INPUT AUDIO IN e E A B Y Y SPEAKERS VIDEO 1 IN R PB/CB/B-Y PB/CB/B-Y PR/CR/R-Y PR/CR/R-Y Y Y TV/ SAT IN MONI TOR OUT PB/CB/B-Y PB/CB/B-Y PR/CR/R-Y PR/CR/R-Y A SURROUND SPEAKERS Bb) COMPONENT VIDEO DVD IN e e E SURROUND E A AC IN L B B A A CENTER AC OUTLET SURROUND BACK FRONT R L SURROUND SURR BACK FRONT SUB WOOFER CENTER L R B PRE OUT B A A IMPEDANCE USE 4-16 A e A E e Rechter middenachterluidsprekerd) A+B USE 8-16 FRONT SPEAKERS Bc) A E E Rechter voorluidspreker e Linker voorluidspreker E A e Linker middenachterluidsprekerd) a) Als u een lagetonen-luidspreker met automatische in/uitschakelfunctie hebt aangesloten, zet u die functie dan af wanneer u een speelfilm gaat bekijken. b) U kunt kiezen welk stel achterluidsprekers u wilt gebruiken, met de SPEAKERS SURROUND schakelaar. Zie voor nadere bijzonderheden zie "Keuze van het luidsprekersysteem" (pagina 50). wordt vervolgd 15NL c) U kunt kiezen welk stel voorluidsprekers u wilt gebruiken, met de SPEAKERS FRONT schakelaar. Zie voor nadere bijzonderheden zie "Keuze van het luidsprekersysteem" (pagina 50). d) Als u slechts een enkele middenachterluidspreker wilt gebruiken, sluit u die dan aan op de SURROUND BACK SPEAKERS L luidsprekeraansluiting. Tip (alleen voor de modellen met landcode U of CA) Om bepaalde luidsprekers aan te sluiten op een andere eindversterker gebruikt u de PRE OUT aansluitbussen. Hetzelfde signaal wordt uitgestuurd via zowel de SPEAKERS FRONT aansluitingen als de PRE OUT aansluitingen. Als u bijvoorbeeld alleen de voorluidsprekers wilt aansluiten op een andere versterker, verbindt u die versterker dan met de PRE OUT FRONT L en R aansluitbussen. Genieten van authentieke 9.1-kanaals geluidsweergave Wat is een 9.1-kanaals luidsprekersysteem? Een grote filmgeluidstudio, zoals waar het geluidsspoor van een speelfilm wordt opgenomen, beschikt over 10 akoestiekluidsprekers. In een kleine filmgeluidstudio echter wordt er gebruik gemaakt van 2 luidsprekers elk langs de linkerwand, de rechterwand en de achterwand. Samen met de middenluidspreker, de voorluidsprekers en de lagetonen-luidspreker geeft dit een totaal van 9.1 kanalen. Met de SPEAKERS SURROUND schakelaar in de A+B stand kunt u genieten van een volledige 9.1-kanaals geluidsweergave, net als in een filmgeluidstudio Plaats de luidsprekers rond het midden van de kamer in een verdeling gebaseerd op de onderlinge hoeken die in de afbeelding links staan aangegeven. Als het niet mogelijk is de luidsprekers volgens de aanbevolen hoeken op te stellen, plaatst u dan een stel achterluidsprekers iets verder naar voren dan uw luisterplaats (d.w.z. iets dichter bij de voorluidsprekers). Hoewel het midden van de kamer geldt als centraal punt voor het bepalen van de luidspreker-opstelling, kunt u met een 9.1-kanaals luidsprekersysteem een enorm breed luistergebied bestrijken, zodat u overal in de kamer achter het centrale punt evenzeer van een superieure klank zult kunnen genieten. Voor het gebruik van de CINEMA STUDIO EX klankbeelden met het 9.1-kanaals luidsprekersysteem, dient u eerst het onderdeel "VIR.SPEAKERS" op "OFF" te zetten in het SURR SET UP akoestiekmenu. (U kunt dan nog steeds genieten van alle geluidseffecten van speelfilms, want met zoveel werkelijke luidsprekers zijn virtuele luidsprekers nauwelijks nodig.) In tegenstelling tot virtuele luidsprekers zal bij werkelijke luidsprekers de klank afhangen van de eigenschappen van de klankkast e.d. Stel het effectniveau zo in dat de dialogen natuurlijk overkomen en de geluidseffecten zo goed mogelijk bij de beelden passen. Het voordeel van een 9.1-kanaals luidsprekersysteem is gelegen in een sterk verbeterde aanpassing tussen het voorste (video) klankbeeld en het omringende akoestiek- klankbeeld. Tot dusverre hebben we zogenaamde virtuele luidsprekertechnieken toegepast om dit effect te bereiken, maar een compleet 16NL Tips voor de luidspreker-opstelling Plaats de akoestiekluidsprekers B tussen de voorluidsprekers en uw luisterplaats. Een zorgvuldige keuze van de plaats voor deze luidsprekers heeft een grote invloed op de overgang tussen het voorste geluid en het omringende achtergrondgeluid. Tips voor gebruik van een 9.1-kanaals luidsprekersysteem Voorbereidingen 9.1-kanaals meervoudig akoestieksysteem bestrijkt een veel ruimer luistergebied, zodat al uw medeluisteraars, gezinsleden en vrienden van een levensecht akoestiekeffect kunnen genieten. Natuurlijk kunt u in het midden optimaal genieten van de klank, precies zoals de filmregisseur die had bedoeld. U kunt ook de CINEMA STUDIO EX filmgeluid-klankbeelden toepassen met een 9.1-kanaals luidsprekersysteem. In dat geval wordt het aantal virtuele luidsprekers verdubbeld (tot in totaal 12 virtuele achterluidsprekers). Dit enorme aantal luidsprekers kan echter het gebied van het optimale klankbeeld verkleinen. Daarom kunt u een beter effect verkrijgen door het onderdeel "VIR.SPEAKERS" in het SURR SET UP akoestiekmenu met "OFF" uit te schakelen. Overigens blijven de instellingen voor de linker en rechter voorluidsprekers en de middenluidspreker gelijk bij alle standen, dus deze keuze heeft alleen invloed op de achterluidsprekers. Maar met behulp van de SPEAKERS FRONT keuze van een stel voorluidsprekers (A/B) en de instelling van het onderdeel "CCENTER SP" in het SPEAKER SET UP luidsprekermenu ("YES" of "MIX"), kunt u twee volkomen verschillende luidsprekersystemen samenstellen. Zo kunt u bijvoorbeeld een 2-kanaals of 4-kanaals luidsprekersysteem gebruiken voor pure geluidsbronnen, met daarnaast een 7.1-kanaals luidsprekersysteem voor gebruik met video, speelfilms e.d. In de meeste gavellen zult u de 9.1-kanaals instelling prima kunnen gebruiken voor Super Audio CD's en andere pure geluidsbronnen, zonder enige bijregeling. Soms kan het echter, afhankelijk van het soort luidsprekers dat u gebruikt of de manier waarop de muziek werd opgenomen, wenselijk zijn om over te schakelen naar 7.1-kanaals of 5.1-kanaals weergave. In dergelijke gevallen kunt u het beste uw akoestiekluidsprekers zo aansluiten dat u kunt kiezen tussen A en B. Dan kunt u de akoestiekluidsprekers B gebruiken voor een 5.1-kanaals weergavesysteem en de akoestiekluidsprekers A+B voor volledige 9.1-kanaals weergave. 17NL 3: Het netsnoer aansluiten Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC IN netstroomingang van de versterker en steek dan de netstekker in een gewoon wandstopcontact. uitsluitend van stroom wordt voorzien zolang de versterker zelf staat ingeschakeld. • Let op dat het totale stroomverbruik van de apparatuur aangesloten op de AC OUTLET netstroomuitgang(en) achterop de versterker het op het achterpaneel aangegeven maximumvermogen niet overschrijdt. Sluit op de netuitgang(en) in geen geval huishoudelijke apparatuur met een hoog stroomverbruik aan, zoals een strijkijzer, ventilator, of TV-toestel. De apparatuur zou daardoor defect kunnen raken. Netsnoer Oorspronkelijke instellingen maken AC OUTLET SPEAKERS R SURROUND AC IN L B B A A CENTER Alvorens u de versterker voor het eerst in gebruik neemt, dient u het apparaat als volgt in de uitgangsstand terug te stellen. Volg deze aanwijzingen ook als u de gemaakte instellingen wilt annuleren, om terug te keren naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. 1 2 SURROUND BACK L 3 FRONT L R B B A A IMPEDANCE USE 4-16 A+B USE 8-16 AC IN netstroomingang * Het aantal, de configuratie en de vorm van de netstroomuitgang(en) kan verschillen per model en per landcode van het apparaat. Opmerkingen • De AC OUTLET netstroomuitgang(en) op het achterpaneel van de versterker zijn in/uitschakelbaar, dat wil zeggen dat de aangesloten apparatuur 18NL Houd nu de ?/1 schakelaar 5 seconden lang ingedrukt. De aanduiding "ENTER to Clear ALL" verschijnt 10 seconden lang in het uitleesvenster. AC OUTLET R Druk op de ?/1 schakelaar om de versterker uit te schakelen. Druk op de ENTER toets terwijl het uitleesvenster nog "ENTER to Clear ALL" aangeeft. Eerst verschijnt de aanduiding "MEMORY CLEARING..." eventjes in het uitleesvenster, gevolgd door de "MEMORY CLEARED!" aanduiding. Al de volgende onderdelen worden gewist of in de uitgangsstand teruggesteld. • Alle instellingen van de SPEAKER SET UP, LEVEL, SURR SET UP, EQUALIZER en CUSTOMIZE menu's. • De klankbeelden die voor elk van de geluidsbronnen zijn vastgelegd. • Alle zelf gekozen namen voor uw geluidsbronnen. Via het SPEAKER SET UP menu kunt u vaststellen welke soorten luidsprekers er zijn aangesloten op de versterker, van welke afmetingen en op welke afstand ze staan. 1 2 3 Druk op de ?/1 schakelaar om de versterker aan te zetten. Draai aan de MAIN MENU knop om in te stellen op "SPEAKER SET UP". Draai aan de MENU instelknop om de gewenste menu-parameter te kiezen. Zie voor nadere bijzonderheden zie "Luidspreker-instelparameters". Opmerkingen • Bepaalde instelparameters kunnen slechts vaag, in grijze letters, zichtbaar zijn. Dan is de betreffende parameter niet instelbaar of in deze stand vast ingesteld vanwege het gekozen klankbeeld (zie blz. 31–32) of andere geldende instellingen. • Bepaalde luidsprekerinstelparameters kunnen slechts vaag, in grijze letters, zichtbaar zijn. Dan is de parameter in dat geval automatisch vast ingesteld, vanwege het gekozen klankbeeld of andere luidspreker-instellingen. Afhankelijk van de instellingen zult u soms bepaalde luidsprekers niet kunnen bijregelen. 4 5 Draai aan de –/+ knop om de instelparameter te kiezen. Herhaal de stappen 3 en 4 totdat u alle hieronder genoemde parameters naar wens hebt ingesteld. x SP EASY SET UP (Eenvoudige luidsprekerinstelling) • YES U kunt de luidsprekerinstellingen automatisch maken door keuze van een vooringesteld luidsprekerpatroon (zie daarvoor de bijgeleverde "Snelstartgids"). • NO Kies deze stand om de instellingen voor elk van de luidsprekers handmatig te maken. x SPEAKER PATTERN (Luidspreker-instelpatroon) Als de "SP EASY SET UP" parameter staat ingesteld op "YES", kunt u het luidsprekerinstelpatroon kiezen. Draai aan de –/+ knop om een luidspreker-instelpatroon te kiezen en druk op de ENTER toets om uw keuze in te voeren. Het geschikte luidsprekerpatroon voor uw luidsprekers vindt u in de bijgeleverde "Snelstartgids". x SUB WOOFER (Lagetonen-luidspreker) • YES Als u een lagetonen-luidspreker aansluit, kiest u voor de stand "YES". • NO Als u geen lagetonen-luidspreker aansluit, kiest u voor de stand "NO". Hierdoor worden de basverdelingscircuits ingeschakeld, zodat de laagste LFE signalen door de andere luidsprekers worden weergegeven. Tip Om volledig profijt te hebben van de Dolby Digital bas-herverdelingscircuits, willen we u aanraden de grensfrequentie voor de lagetonenluidspreker zo hoog mogelijk te kiezen. Opmerking x FRONT SP (Voorluidsprekers) Alvorens u de achterluidsprekers gaat instellen, kiest u eerst welk stel achterluidsprekers u wilt gebruiken (pagina 51). • LARGE Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u de stand "LARGE". Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best voldoen. Wanneer voor de lagetonenluidspreker de stand "NO" is gekozen, worden de voorluidsprekers automatisch ingesteld op "LARGE". Luidspreker-instelparameters De oorspronkelijke instellingen staan onderstreept aangegeven. Voorbereidingen 4: De luidsprekers instellen wordt vervolgd 19NL • SMALL Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand "SMALL" om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van de voorkanalen worden overgeheveld naar de aparte lagetonen-luidspreker. Als u voor de voorluidsprekers de stand "SMALL" kiest, worden de middenluidspreker, de achterluidsprekers en de middenachterluidsprekers ook automatisch ingesteld op "SMALL" (tenzij u eerder de stand "NO" hebt gekozen). x CENTER SP (Middenluidspreker) • LARGE Is er een grote middenluidspreker aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kan weergeven, dan kiest u de stand "LARGE". Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op "SMALL", kunt u de middenluidspreker niet instellen op "LARGE". • SMALL Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand "SMALL" om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van het middenkanaal worden overgeheveld naar de voorluidsprekers (als die op "LARGE" zijn ingesteld) of naar de aparte lagetonenluidspreker. • NO of MIX Als u geen middenluidspreker aansluit, kiest u de stand "NO" of "MIX". In de stand "MIX" kan het geluid van het middenluidsprekerkanaal worden weergegeven door de linker en rechter voorluidsprekers, zonder dat dit afdoet aan de geluidskwaliteit. Nadere bijzonderheden vindt u onder "MIX SCALING" in het CUSTOMIZE menu, (pagina 42). Al het geluid van het middenkanaal wordt dan weergegeven door de voorluidsprekers. 20NL Wanneer de meerkanaals-ingang is gekozen, worden de kanalen op analoge wijze samengemengd. Ongeacht of er is gekozen voor de stand "NO" of "MIX". x SURROUND SP-A (Achterluidsprekers A) x SURROUND SP-B (Achterluidsprekers B) De middenachterluidsprekers worden op dezelfde stand ingesteld. • LARGE Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u de stand "LARGE". Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op "SMALL", kunt u de achterluidsprekers niet instellen op "LARGE". • SMALL Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van de achterkanalen worden overgeheveld naar de aparte lagetonen-luidspreker of naar andere "LARGE" luidsprekers. • NO Als u geen achterluidsprekers aansluit, kiest u de stand "NO". Tip Met de SPEAKERS SURROUND schakelaar in de A+B stand zullen de instellingen voor de achterluidsprekers A tevens gelden voor de achterluidsprekers B. x SURR BACK SP (Middenachterluidsprekers) Als de achterluidsprekers staan ingesteld op "NO", wordt voor de middenachterluidsprekers automatisch ook de stand "NO" gekozen en dan kan die stand niet gewijzigd worden. • DUAL Als u twee middenachterluidsprekers hebt aangesloten, kiest u de stand "DUAL". Het geluid wordt dan weergegeven via maximaal 7.1 kanalen. Bij gebruik van een enkele middenachterluidspreker A 30˚ 100˚-120˚ A 30˚ 100˚-120˚ Tip Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van het "LARGE" of "SMALL" luidsprekerformaat voor elk stel luidsprekers of de ingebouwde akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als de lage tonen uit een bepaald kanaal worden verwijderd, zullen de basverdelingscircuits die frequenties overbrengen naar de speciale lagetonen-luidspreker of naar een ander stel "LARGE" luidsprekers die er beter op zijn berekend. Meestal is het beter de bassen van de verschillende kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch beter de stand "LARGE" kiezen als u de lage tonen ook door die luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers best "SMALL" kiezen. Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst, kiest u dan voor alle luidsprekers de stand "LARGE". Als er te weinig bassen klinken, kunt u die extra versterken met de grafiek-toonregeling. Zie voor het instellen van de grafiek-toonregeling zie pagina 39. x FRONT XXX meter (Voorluidsprekerafstand) Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de voorluidsprekers (A). Deze kunt u instellen van 1,0 meter tot 7,0 meter in stapjes van 0,1 meter. Als de beide voorluidsprekers niet op gelijke afstand van uw luisterplaats staan, kiest u dan de afstand tot de dichtstbijzijnde luidspreker. Voorbereidingen • SINGLE Als u slechts een enkele middenachterluidspreker hebt aangesloten, kiest u de stand "SINGLE". Het geluid wordt dan weergegeven via maximaal 6.1 kanalen. • NO Als u geen middenachterluidspreker aansluit, kiest u de stand "NO". Bij gebruik van twee middenachterluidsprekers (De hoek B hoort gelijk te zijn) A 30˚ 100˚-120˚ 30˚ A 100˚-120˚ B B B x CENTER XXX meter (Middenluidsprekerafstand) Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de middenluidspreker. Deze kunt u instellen van 1,0 meter tot 7,0 meter in stapjes van 0,1 meter. x SURROUND-A XXX meter (Afstand achterluidsprekers A) x SURROUND-B XXX meter (Afstand achterluidsprekers B) Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de achterluidsprekers. Deze kunt u instellen van 1,0 meter tot 7,0 meter in stapjes van 0,1 meter. Als de beide achterluidsprekers niet op gelijke afstand van uw luisterplaats staan, kiest u dan de afstand tot de dichtstbijzijnde luidspreker. wordt vervolgd 21NL x SURR BACK XXX meter (Middenachterluidsprekerafstand) Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de middenachterluidspreker. Deze kunt u instellen van 1,0 meter tot 7,0 meter in stapjes van 0,1 meter. Als u twee middenachterluidsprekers gebruikt, die zich niet op gelijke afstand van uw luisterplaats bevinden, kiest u dan de afstand tot de dichtstbijzijnde luidspreker. x SUB WOOFER XXX meter (Lagetonenluidsprekerafstand) Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de lagetonenluidspreker. Deze kunt u instellen van 1,0 meter tot 7,0 meter in stapjes van 0,1 meter. Tip U kunt de weergave van deze versterker aanpassen aan uw luidsprekeropstelling, door de luidsprekerafstanden in te voeren. Het is echter niet mogelijk de middenluidspreker verder af te zetten dan de linker en rechter voorluidsprekers. Bovendien kunt u de middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter dichter bij uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. Evenmin kunt u de achterluidsprekers verder van uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En ook weer niet meer dan 4,5 meter dichterbij. Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste opstelling van de luidsprekers niet geschikt is voor de weergave van akoestiekeffecten. Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan de feitelijke afstand, zal het geluid via die luidspreker(s) met een grotere vertraging worden weergegeven. Met andere woorden, de luidsprekers klinken dan verder weg. Als u bijvoorbeeld de afstand van de middenluidspreker 1 tot 2 meter dichterbij kiest dan de feitelijke afstand, zal dit een vrij natuurgetrouw effect bij films geven, alsof u zich "binnenin" het beeldscherm bevindt. En als u geen goed akoestiekeffect verkrijgt omdat de achterluidsprekers te dichtbij staan, kunt u door het verminderen van de luidsprekerafstand (dichterbij kiezen dan de werkelijke afstand) een dieper ruimtelijk effect bereiken. Door deze parameter bij te regelen terwijl u aandachtig naar een geluidsbron luistert, kunt u vaak een aanzienlijke verbetering in de akoestiek bewerkstelligen. Probeer het maar eens! 22NL Voor geavanceerde luidsprekerinstellingen Gebruik het CUSTOMIZE menu en stel "MENU EXPAND" in op "ON" om extra mogelijkheden te verkrijgen. Dan kunt u nog meer parameters precies naar wens instellen, zoals bijvoorbeeld de hoogte waarop de achterluidsprekers hangen. Voor nadere bijzonderheden over "MENU EXPAND", zie pagina 40. Voor nadere bijzonderheden over het maken van de instellingen, zie pagina 43. — TEST TONE Regel de luidsprekerniveaus en de balans van de weergave bij door vanaf uw luisterplaats goed naar de testtoon te luisteren. De weergave kunt u hierbij met de afstandsbediening regelen. Nadere bijzonderheden over de bijgeleverde afstandsbediening vindt u in de gebruiksaanwijzing die bij de afstandsbediening hoort. Tip Deze versterker laat een testtoon horen met een frequentie rond de 800 Hz. 1 2 3 Druk op de ?/1 toets van de afstandsbediening om de versterker aan te zetten. Druk enkele malen op de < toets van de afstandsbediening totdat het RECEIVER menu verschijnt. Beweeg de keuze/invoertoets om in te stellen op "TEST TONE" en druk dan de toets in om uw keuze te bevestigen. Dan verschijnt er "TEST TONE" in het LEVEL menu in het uitleesvenster en klinkt er een testtoon via elk van de luidsprekers achtereenvolgend. 4 5 6 Druk na de instelling enkele malen op de < toets van de afstandsbediening totdat het versterker-instelmenu verschijnt. Beweeg de keuze/invoerknop van de afstandsbediening om in te stellen op "TEST TONE" en druk dan de knop enkele malen in om te kiezen voor "TEST TONE [OFF]". Dan wordt de testtoon uitgeschakeld. Voorbereidingen 5: De luidsprekerniveaus en de balans bijregelen Om de testtoon door slechts een enkele luidspreker te horen Zet het onderdeel "TEST TONE" in het LEVEL menu op "FIX" (pagina 37). Dan klinkt de testtoon alleen via de door u gekozen luidspreker. Voor de meest nauwkeurige instelling U kunt de testtoon of de weergave van een geluidsbron ook horen via twee aangrenzende luidsprekers, om zo hun onderlinge balans en geluidssterkte bij te regelen. Zet het onderdeel "MENU EXPAND" in het CUSTOMIZE menu op "ON" (pagina 40). Kies vervolgens de twee luidsprekers die u wilt bijregelen, via het onderdeel "PHASE NOISE" of "PHASE AUDIO" in het LEVEL menu (pagina 46). Stel de luidsprekerniveaus en de balans van de weergave zodanig bij met behulp van het LEVEL menu, dat de testtoon via alle luidsprekers even luid klinkt. Zie voor nadere bijzonderheden over de LEVEL menu-instellingen, zie pagina 37. Tips • Om het geluidsniveau van alle luidsprekers tegelijk bij te stellen, drukt u op de MASTER VOL +/– toets van de afstandsbediening of draait u aan de MASTER VOLUME knop van de versterker zelf. • U kunt ook de TEST TONE toets op de versterker zelf gebruiken om de testtoon aan of uit te zetten. • Voor deze instelling kunt u ook de –/+ toetsen op de versterker gebruiken. 23NL Versterkerfuncties Keuze van een beeld/ geluidsbron 1 Draai aan de INPUT SELECTOR knop om de weergavebron te kiezen. De gekozen ingangsstand wordt in het uitleesvenster getoond. Voor weergave van een Aanduiding Videorecorder VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3 of VIDEO 4 Camcorder of videospelapparaat VIDEO 5 Laserdisc-speler LD DVD videospeler DVD Satelliet-ontvanger TV/SAT Cassettedeck TAPE Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck MD/DAT CD- of Super Audio CD-speler CD/SACD Tuner voor radioontvangst TUNER Platenspeler PHONO i.LINK beeld/ geluidsbron* i.LINK * Zie "Opmerking bij keuze van de "i.LINK" verbinding" hieronder. 2 3 Schakel het geluidsbron-apparaat in en start de weergave. Draai aan de MASTER VOLUME knop om de geluidssterkte te regelen. Opmerking bij keuze van de "i.LINK" verbinding Wanneer het onderdeel "i.POWER" staat ingesteld op "AUTO" (pagina 41), wordt de stroomvoorziening van de i.LINK circuits ingeschakeld zodra de "i.LINK" verbinding is gekozen, en dan verschijnt er "i.LINK Connecting" in het uitleesvenster terwijl de i.LINK circuits worden geactiveerd. Zolang deze aanduiding in het uitleesvenster zichtbaar is, klinkt er geen geluid omdat de LINC verbinding nog niet is gemaakt. (Zie 24NL pagina 55 voor nadere bijzonderheden over de LINC verbinding.) Begin dus pas met de bediening nadat de aanduiding "i.LINK Connecting" is verdwenen. De naam van de aangesloten i.LINK component verschijnt, behalve in de volgende gevallen. "No LINC": Dit betekent dat er geen i.LINK is aangesloten, ook al is er voor de "i.LINK" verbinding gekozen. "Disc": In dit geval ontving de versterker alleen de meest algemene informatie van de aangesloten apparatuur. "Unknown": In dit geval ontving de versterker helemaal geen informatie van de aangesloten apparatuur. Dempen van de geluidsweergave Druk op de MUTING toets van de afstandsbediening. Om de demping op te heffen en weer geluid te horen, drukt u nogmaals op de MUTING toets van de afstandsbediening of draait u de MASTER VOLUME knop naar rechts om het geluid harder te zetten. Als u in de gedempte stand de versterker uitschakelt, zal de dempingsfunctie nog steeds werken wanneer u de versterker weer inschakelt. Bij luisteren via een hoofdtelefoon Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, kunt u alleen de volgende klankbeelden kiezen (pagina 32). – HEADPHONE (2CH) – HEADPHONE (DIRECT) – HEADPHONE (MULTI 1) – HEADPHONE (MULTI 2) – HEADPHONE THEATER Luisteren naar meerkanaals-geluid Aanduidingen omschakelen — MULTI CH IN Druk enkele malen op de MULTI CH IN 1/2 toets om de gewenste meerkanaalsgeluidsbron ("MULTI CH 1" of "MULTI CH IN 2") te kiezen. Dan wordt de gekozen geluidsbron weergegeven. Opmerking Deze ingangsfunctie wordt uitgeschakeld wanneer u een klankbeeld-aanduiding kiest met een druk op de MULTI CH IN 1/2 toets of wanneer u een andere ingangsbron of een ander klankbeeld kiest (zie pagina 29-32). Wanneer er geen middenluidspreker of lagetonenluidspreker is aangesloten (analoge kanalenmenging) Als u voor de middenluidspreker de stand "NO" of "MIX" hebt gekozen, of voor de lagetonenluidspreker de stand "NO" in het SPEAKER SET UP instelmenu (pagina 19), en u zet de MULTI CH IN meerkanaals-weergave aan, dan wordt het analoge geluid van de middenluidspreker of de lagetonen-luidspreker weergegeven via de linker en rechter voorluidsprekers. Omschakelen van de aanduidingen in het uitleesvenster U kunt het klankbeeld enz. controleren door deze aanduidingen in het uitleesvenster te laten verschijnen. Versterkerfuncties U kunt luisteren naar de zuivere geluidsweergave van een geluidsbron die is aangesloten op de MULTI CHANNEL IN ingangsaansluitingen. Zo kunt u het best genieten van digitale geluidsbronnen met superieure kwaliteit, zoals DVD's en Super Audio CD's. De diverse akoestiekfuncties en de LIP SYNC functie (pagina 41) kunnen niet worden toegepast bij gebruik van deze ingangen. Druk enkele malen op de DISPLAY toets. Bij elke druk op de DISPLAY toets veranderen de aanduidingen als volgt. Zelfgekozen geluidsbronnaam* en klankbeeldnaam y Ingangsbronnaam en klankbeeldnaam * De zelfgekozen naam verschijnt alleen als er door u een naam voor de geluidsbron is ingevoerd (pagina 49). De zelfgekozen naam verschijnt niet als er alleen spaties zijn gekozen, of als de naam gelijk is aan de ingangsbronnaam. Informatie over de ingangsstroom aangeven U kunt de gegevens voor de ingangsstroom (zoals het formaat, de kanalen e.d.) voor de digitale ingangssignalen laten aangeven. De informatie over de ingangsstroom wordt ook 4 seconden lang aangegeven wanneer de versterker enige verandering in het digitale ingangssignaal waarneemt. 1 2 Draai aan de MAIN MENU knop om in te stellen op "STREAM INFO". Draai aan de MENU knop. De gegevens over de ingangsstroom worden aangegeven. 3 Draai aan de –/+ knop om nog meer informatie te zien. wordt vervolgd 25NL De helderheid van het uitleesvenster bijstellen Druk enkele malen op de DIMMER toets. De helderheid van het uitleesvenster is op drie standen instelbaar (0% DOWN, 60% DOWN en 100% DOWN*). * Wanneer de 100% DOWN stand is gekozen, verschijnt de aanduiding "100% DOWN" niet in het uitleesvenster. 26NL Betekenis van de aanduidingen in het uitleesvenster 1 2 34 5 67 L C R SL S SR SBL SB SBR wf MOVIE MUSIC CINEMA MATRIX wa w; ql A SW: Deze aanduiding licht op als er voor de aanwezigheid van een lagetonen-luidspreker "YES" is gekozen (pagina 19). Wanneer deze aanduiding zichtbaar is, stelt de versterker een lagetonensignaal samen op basis van het LFE signaal van de afgespeelde disc of op basis van de laagste tonen van de voorkanalen. Deze aanduiding licht niet op in de 2CH STEREO stand of wanneer er een 2-kanaals ingangssignaal binnenkomt terwijl er voor [A.F.D. AUTO] is gekozen en het onderdeel [A.F.D. 2CH SW] in het SURR SET UP akoestiekmenu in de "OFF" stand staat. B Weergavekanaal-aanduidingen: De letters (L, C, R, enz.) geven aan welke geluidskanalen er worden weergegeven. Aan de oplichtende vakjes rond de letters kunt u zien hoe de versterker het geluid mengt en via welke luidsprekers het wordt weergegeven (gebaseerd op de luidspreker-instellingen). L (Linker voorluidspreker), R (Rechter voorluidspreker), C (Middenluidspreker (mono)), SL (Linksachter), SR (Rechtsachter), CULTURE (Achterluidsprekers (mono weergave of de achterkanalen gebaseerd op Pro Logic decodering)), SBL (Linker middenachterluidspreker)*, SBR (Rechter middenachterluidspreker)*, SB (Middenachterluidsprekers (de achterkanalen gebaseerd op 6.1-kanaals matrix-decodering)) Bijvoorbeeld: Opnameformaat (voor/achter): 3/2.1 Uitgangskanaal: Geen achterluidsprekers Klankbeeld: A.F.D. AUTO L SL C R SR qa COAX OPT ANALOG MULTI CH IN 1 2 ; DIGITAL EX DTS-ES 96/24 ; PRO LOGIC II NEO:6 DISCRETE H.A.T.S. wd ws SW 0 qk qj STEREO MONO qh qg qs SLEEP D.RANGE RDS EQ MEMORY qf qd * Deze aanduiding licht op wanneer de testtoon voor de SBL of SBR luidspreker wordt weergegeven. Versterkerfuncties INPUT AUTO I.LINK SW L.F.E. 8 9 C ; DIGITAL (EX): Licht op wanneer er Dolby Digital signalen binnenkomen. "EX" licht op wanneer er Dolby Digital EX signalen binnenkomen. D INPUT: Blijft constant branden. Bovendien licht een van de ingangsaanduidingen op, afhankelijk van de gekozen weergavebron. E AUTO: Deze aanduiding licht op wanneer het onderdeel INPUT MODE staat ingesteld op "AUTO 2CH" (pagina 36). F i.LINK: Deze aanduiding licht op wanneer er een i.LINK apparaat is aangesloten. G DTS (-ES): Deze aanduiding licht op wanneer er DTS signalen binnenkomen. "-ES" licht op wanneer er DTS-ES signalen binnenkomen. Bij het afspelen van een DTS formaat disc dient u te zorgen voor digitale aansluitingen en op te letten dan de INPUT MODE ingangskeuze NIET staat ingesteld op "ANALOG 2CH FIXED" (pagina 36). H COAX: Deze aanduiding licht op wanneer de INPUT MODE ingangskeuze staat ingesteld op "AUTO" en er een digitaal signaal binnenkomt via de COAXIAL ingangsaansluiting of wanneer het onderdeel INPUT MODE staat ingesteld op "COAXIAL FIXED" (pagina 36). I OPT: Deze aanduiding licht op wanneer de INPUT MODE ingangskeuze staat ingesteld op "AUTO" en er een digitaal signaal binnenkomt via de OPTICAL ingangsaansluiting of wanneer het onderdeel wordt vervolgd 27NL INPUT MODE staat ingesteld op "OPTICAL FIXED" (pagina 36). J ANALOG: Deze aanduiding licht op wanneer de INPUT MODE ingangskeuze staat ingesteld op "AUTO", maar er geen digitaal signaal binnenkomt via de COAXIAL of OPTICAL aansluiting, of wanneer het onderdeel INPUT MODE staat ingesteld op "ANALOG 2CH FIXED" (pagina 36). K MULTI CH IN 1/2: Deze aanduiding licht op wanneer de "MULTI CH IN 1" of "MULTI CH IN 2" functie is ingeschakeld. L SLEEP: Deze aanduiding licht op wanneer de sluimerfunctie is ingeschakeld. M D.RANGE: Deze aanduiding licht op wanneer de dynamiekcompressie is ingeschakeld (pagina 46). N EQ: Deze aanduiding licht op wanneer de equalizer-toonregeling is ingeschakeld. O H.A.T.S. (signaalcorrectiebuffer): Deze aanduiding licht op wanneer de aangesloten i.LINK component geschikt is voor de H.A.T.S. (signaalcorrectiebuffer) functie. P 96/24: Deze aanduiding licht op wanneer de versterker DTS 96 kHz/24 bit signalen decodeert. Q MATRIX: Deze aanduiding licht op wanneer de DTS-ES Matrix-decodering is ingeschakeld. R DISCRETE: Deze aanduiding licht op wanneer de DTS-ES Discrete decodering is ingeschakeld. S CINEMA: Deze aanduiding licht op wanneer de DTS Neo:6 Cinema filmgeluid-decodering is ingeschakeld. T NEO:6: Deze aanduiding licht op wanneer de DTS Neo:6 Cinema/Music decodering is ingeschakeld. U MUSIC: Deze aanduiding licht op wanneer de Pro Logic II Music of DTS Neo:6 Music decodering is ingeschakeld. V MOVIE: Deze aanduiding licht op wanneer de Pro Logic II Movie filmgeluid-decodering is ingeschakeld. W ; PRO LOGIC (II): Deze aanduiding licht op wanneer de versterker de Pro Logic 28NL signaalverwerking toepast op een 2-kanaals geluidsbron, om aparte signalen te verkrijgen voor een middenluidspreker en achterluidsprekers. Deze aanduiding licht ook op wanneer de Pro Logic II Movie/Musicdecodeertrap is ingeschakeld. De aanduiding licht echter niet op als u voor de afwezigheid van een middenluidspreker en achterluidsprekers de stand "NO" hebt gekozen. X L.F.E.: Deze aanduiding licht op wanneer de afgespeelde disc een apart LFE (Low Frequency Effect) lagetonen-kanaal bevat. Wanneer het geluid van het LFE kanaal ook daadwerkelijk wordt weergegeven, lichten de balkjes onder de letters op om het geluidsniveau te tonen. Aangezien het LFE signaal niet overal in het ingangssignaal voortdurend even krachtig aanwezig is, kunnen de niveaubalkjes tijdens de weergave sterk fluctueren (en soms geheel doven). Genieten van Surround Sound akoestiek Bij gebruik van alleen de voorluidsprekers — AUTO FORMAT DIRECT Met de Auto Format Direct (A.F.D.) functie kunt automatisch de juiste decodeerstand kiezen voor het weer te geven geluid. A.F.D. functie Decodeerstand AUTO Zoals gecodeerd PRO LOGIC Dolby Pro Logic PRO LOGIC II MOVIE Luisteren naar 2-kanaals stereo geluidsbronnen (2CH STEREO) Bij standaard 2-kanaals stereo geluidsbronnen wordt er helemaal geen akoestiekverwerking toegepast, en meerkanaals-geluidsbronnen worden samengemengd tot de gewone twee kanalen. Druk op de 2CH toets. De aanduiding "2CH STEREO" verschijnt in het uitleesvenster en de versterker schakelt over naar de 2CH STEREO weergavestand. Opmerking De lagetonen-luidspreker zal in de 2CH STEREO weergavestand geen geluid geven. Om te luisteren naar gewone 2-kanaals stereo geluidsbronnen via de linker en rechter voorluidsprekers en een lagetonenluidspreker, kiest u het "A.F.D. AUTO" klankbeeld en stelt u het onderdeel "A.F.D. 2CH SW" in het SURR SET UP akoestiek-instelmenu akoestiekmenu in op "CREATE". PRO LOGIC II MUSIC Neo:6 Cinema Neo:6 Music Multi Stereo Dolby Pro Logic II DTS Neo:6 Multi Stereo Automatische decodering van het inkomend geluidssignaal In deze stand zal de versterker automatisch waarnemen wat voor geluidssignaal er binnenkomt (Dolby Digital, DTS, standaard 2kanaals stereo, enz.) om vervolgens de juiste decodering daarvoor toe te passen. Met deze functie wordt het geluid precies weergegeven zoals het werd opgenomen/gecodeerd, zonder toevoeging van enig akoestiekeffect. Als echter het onderdeel "A.F.D. 2CH SW" in het SURR SET UP akoestiek-instelmenu akoestiekmenu staat ingesteld op "CREATE" en er komen geen afzonderlijke laagfrequente signalen binnen (zoals Dolby Digital LFE e.d.), zal er nu een laagfrequent signaal worden afgesplitst voor weergave door de lagetonen-luidspreker. Genieten van Surround Sound akoestiek In deze stand geeft de versterker alleen geluid weer via de linker en rechter voorluidsprekers. De lagetonen-luidspreker geeft hierbij ook geen geluid weer. Genieten van de beste akoestiekweergave Druk enkele malen op de A.F.D. toets om in te stellen op "A.F.D. AUTO". De versterker neemt automatisch waar welk soort geluidssignaal er binnenkomt en past dan indien nodig de juiste decodering toe. Tip Meestal zal de "A.F.D. AUTO" weergavestand de optimale decodering geven. In sommige gevallen kan het echter helpen om met de SURR BACK DECODING toets (pagina 33) en middenachter- wordt vervolgd 29NL decodeerfunctie te kiezen die nog beter past bij de geluidsbron. Stereo geluid omzetten in meerkanaals-weergave (2-kanaals decodering) Met deze functie kunt u het type decodering kiezen voor weergave van 2-kanaals geluidsbronnen. Deze versterker kan 2-kanaals geluid omzetten in 5-kanaals weergave via Dolby Pro Logic II, in 6-kanaals weergave met DTS Neo:6, of in 4-kanaals weergave met de oorspronkelijke Dolby Pro Logic. Overigens worden DTS 2CH geluidsbronnen niet gedecodeerd met de DTS Neo:6; die worden weergegeven in 2 kanalen. Wanneer er meerkanaals-geluidssignalen binnenkomen, worden die signalen weergegeven volgens de codering waarmee ze binnenkomen. Druk enkele malen op de A.F.D. toets om de gewenste 2-kanaals decodeerfunctie te kiezen. x PRO LOGIC Deze stand zorgt voor normale Dolby Pro Logic decodering. Een geluidsbron die is opgenomen met 2 kanalen wordt gedecodeerd naar 4 kanalen. x PRO LOGIC II MOVIE Deze stand zorgt voor Dolby Pro Logic II Movie filmgeluid-decodering. Deze instelling is ideaal voor speelfilms met Dolby Surround geluid. Bovendien kunt u met deze functie het geluid ook horen in 5.1 kanalen bij weergave van oude speelfilms of video's met later ingevoegd geluid. x PRO LOGIC II MUSIC Deze stand is voor de Dolby Pro Logic II Music muziek-decodering. Dit is ideaal voor de weergave van normale stereo geluidsbronnen zoals muziek-CD's. x Neo:6 Cinema Deze stand is voor de DTS Neo:6 Cinema filmgeluiddecodering. x Neo:6 Music Deze stand is voor de DTS Neo:6 Music muziekdecodering. Dit is ideaal voor de weergave van normale stereo geluidsbronnen zoals muziek-CD's. x MULTI STEREO Hierbij worden dezelfde 2-kanaals linker en rechter signalen weergegeven door alle luidsprekers. 30NL Als u een lagetonen-luidspreker aansluit Als het geluidsbronsignaal geen speciaal LFE lagetonensignaal bevat, splitst de versterker zelf een laagfrequent signaal af voor weergave door de lagetonen-luidspreker. Er wordt echter geen laagfrequent signaal uitgestuurd in de "Neo:6 Cinema" of "Neo:6 Music" stand wanneer voor alle luidsprekers het "LARGE" formaat is gekozen. Keuze van een klankbeeld Keuze van een klankbeeld voor speelfilms Druk enkele malen op de MOVIE toets om in te stellen op het gewenste klankbeeld. Het gekozen klankbeeld wordt in het uitleesvenster getoond. Klankbeeld CINEMA STUDIO EX A DCS CINEMA STUDIO EX B DCS CINEMA STUDIO EX C DCS V.MULTI DIMENSION DCS Omtrent DCS (Digital Cinema Sound) De klankbeelden met de vermelding DCS zijn gebaseerd op DCS technologie. DCS is een algemene term voor de digitale signaalverwerking voor thuistheater-akoestiek die ontwikkeld is door Sony. Het DCS systeem reproduceert met een DSP (Digitale Signaal Processor) de akoestische eigenschappen van een echte filmmuziekstudio in Hollywood. De DCS akoestiekfuncties leveren ook in uw huiskamer een natuurgetrouwe weergave van het complete filmgeluid met achtergrond, dialoog en geluidseffecten, geheel volgens de bedoeling van de regisseur, om volop mee te leven met speelfilms bij u thuis. Wanneer een klankbeeld met het DCS teken is gekozen, licht de Digital Cinema Sound aanduiding op. x CINEMA STUDIO EX A DCS Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony Pictures Entertainment "Cary Grant Theater" filmstudio. Een fraaie standaard akoestiek, geschikt voor allerlei soorten speelfilms. x CINEMA STUDIO EX C DCS Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony Pictures Entertainment filmorkest-opnamestudio. Deze akoestiek is ideaal voor musicals en klassieke films met veel achtergrondmuziek. x V.MULTI DIMENSION DCS Hiermee worden 5 stel virtuele luidsprekers rondom de luisteraar gesimuleerd, op basis van slechts een enkel paar werkelijke achterluidsprekers. Genieten van filmgeluid met CINEMA STUDIO EX klankbeelden De CINEMA STUDIO EX klankbeelden zijn ideaal voor de weergave van filmgeluid in een meerkanaals-formaat, zoals bij DVD videodiscs e.d., met ruimtelijke geluidseffecten. Hiermee kunt u genieten van de diverse akoestische eigenschappen van de Sony Pictures Entertainment filmstudio's in uw huiskamer. De CINEMA STUDIO EX akoestiekeffecten zijn opgebouwd uit de volgende drie componenten. • Virtual Multi Dimension Hiermee worden 5 stel virtuele luidsprekers rondom de luisteraar gesimuleerd, op basis van slechts een enkel paar werkelijke achterluidsprekers. • Screen Depth Matching Deze techniek laat de dialoog direct van de personages op het scherm komen en het achtergrondgeluid van rondom hen, binnenin uw beeldscherm, net als in de bioscoop. • Cinema Studio Reverberation Hiermee wordt de karakteristieke geluidsweerkaatsing en diepe ruime klank van een bioscoopzaal gesimuleerd. De CINEMA STUDIO EX klankbeelden bieden u de geïntegreerde totaalklank van deze drie effecten tegelijk. Genieten van Surround Sound akoestiek U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke geluidsweergave door eenvoudigweg een van de voorgeprogrammeerde klankbeelden te kiezen die de versterker biedt. Zo kunt u uw luisterkamer even indrukwekkend laten klinken als een bioscoopzaal of een concertzaal. x CINEMA STUDIO EX B DCS Reproduceert de karakteristieke klank van de Sony Pictures Entertainment "Kim Novak Theater" filmstudio. Ideaal voor science-fiction of actiefilms met veel speciale geluidseffecten. Tips Aan de verpakking kunt u zien met welk akoestieksysteem het beeldmateriaal op een DVD videodisc e.d. is opgenomen. wordt vervolgd 31NL – – : Dolby Digital discs : Dolby Surround gecodeerde geluidsbronnen – : DTS Digital Surround gecodeerde geluidsbronnen Opmerkingen • De effecten die werken met virtuele luidsprekers kunnen soms wat extra ruis in de weergave veroorzaken. • Bij het luisteren naar klankbeelden die werken met virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de echte achterluidsprekers horen. Keuze van een klankbeeld voor muziek Druk enkele malen op de MUSIC toets om in te stellen op het gewenste klankbeeld. Geeft de sfeer van een groot openlucht-stadion. x SPORTS Geeft het gevoel van een direct sportverslag. Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten Dan kunt u alleen kiezen uit de volgende klankbeelden. x HEADPHONE (2CH) Druk op de 2CH of A.F.D. toets. Dan wordt het geluid in 2-kanaals stereo weergegeven. Bij standaard 2kanaals stereo geluidsbronnen wordt er helemaal geen akoestiekverwerking toegepast, en meerkanaalsgeluidsbronnen worden samengemengd tot de gewone twee kanalen. x HEADPHONE (DIRECT) Het gekozen klankbeeld wordt in het uitleesvenster getoond. Druk op de DIRECT toets. Dit zorgt voor weergave van analoge signalen zonder enige digitale verwerking via de equalizer-toonregeling. Klankbeeld x HEADPHONE (MULTI 1/MULTI 2) D.CONCERT HALL A Druk op de MULTI CH 1/2 toets. Hiermee worden de analoge signalen die binnenkomen via de MULTI CHANNEL INPUT aansluitingen voor weergave samengemengd tot 2 kanalen. D.CONCERT HALL B CHURCH JAZZ CLUB LIVE CONCERT STADIUM SPORTS x D.CONCERT HALL A Dit klankbeeld reproduceert met 3D akoestiekverwerking de karakteristieke klank van de grote zaal van het CONCERTGEBOUW in Amsterdam, een klassieke zaal die beroemd is om zijn fraaie ruimtelijke akoestiek met heldere geluidsweerkaatsing. x D.CONCERT HALL B Dit klankbeeld reproduceert met 3D akoestiekverwerking de karakteristieke klank van de klassieke Weense MUSIKVEREIN concertzaal die befaamd is om zijn unieke resonerende klank, rijke aan nagalm. x CHURCH Geeft de akoestiek van een stenen kerkgewelf. x JAZZ CLUB Geeft de akoestiek van een jazzclub. 32NL x STADIUM x HEADPHONE THEATER DCS Druk op de MOVIE toets of de MUSIC toets. Dit stelt u in staat de sfeer van een bioscoop te horen bij het beluisteren van filmgeluid via de hoofdtelefoon. Uitschakelen van het akoestiekeffect Druk op de 2CH toets, of druk op de A.F.D. toets om in te stellen op "A.F.D. AUTO". Ruimtelijke weergave bij zacht ingesteld geluid (NIGHT MODE) Hiermee kunt u ook's avonds laat, bij zachte weergave, nog steeds genieten van de klankbeelden en geluidseffecten. Deze functie is samen met de andere klankbeelden te gebruiken. Ook bij nachtelijke weergave van een speelfilm e.d. met het geluid zacht gezet, zult u de dialoog nog duidelijk kunnen horen. x LIVE CONCERT Druk op de NIGHT MODE toets. Geeft de akoestiek van een muziektheater met 300 zitplaatsen. Dan wordt de NIGHT MODE functie ingeschakeld. Tip Bij gebruik van deze functie worden de lage BASS en hoge TREBLE tonen en het EFFECT niveau automatisch hoger ingesteld en wordt de "D.RANGE COMP." op "MAX" ingesteld (zie pagina 46). Opmerking Deze mogelijkheid is niet beschikbaar wanneer de DIRECT weergavestand is ingeschakeld. U kunt het oorspronkelijke geluid beluisteren zonder het effect van toonregeling en klankbeeld. Druk op de DIRECT toets. De equalizer-toonregeling en de klankbeelden worden uitgeschakeld. Opmerking LIP SYNC synchronisatie (pagina 41) zal niet werken wanneer een analoge ingangsbron is gekozen en de DIRECT weergavefunctie wordt gebruikt. — SURR BACK DECODING Hiermee kunt u de decodeerfunctie kiezen voor de middenachterkanalen van een meerkanaalsingangssignaal. Door het decoderen van het middenachterluidspreker-signaal van speelfilms op DVD-discs (enz.) die zijn opgenomen in het Dolby Digital EX, DTS-ES Matrix of DTS-ES Discrete 6.1 formaat, verkrijgt u een optimaal akoestiekeffect achterin, zoals bedoeld door de makers van de film. Druk enkele malen op de SURR BACK DECODING toets om de gewenste middenachter-decodeerfunctie te kiezen. Zie voor nadere bijzonderheden zie "Hoe u de gewenste middenachter-decodeerfunctie kiest" op pagina 34. Genieten van Surround Sound akoestiek Luisteren naar het geluid zonder enige bijregeling Keuze van de middenachterdecodeerfunctie Tip U kunt de middenachter-decodeerfunctie ook kiezen via het onderdeel "SB DECODING" in het CUSTOMIZE menu (pagina 41). wordt vervolgd 33NL Hoe u de gewenste middenachter-decodeerfunctie kiest U kunt uw keuze voor een middenachter-decodeerfunctie baseren op het inkomend geluidssignaal. Bij keuze van "AUTO" Wanneer het ingangssignaal een 6.1-kanaals vlagsignaala) bevat, wordt aan de hand daarvan de juiste decodeerfunctie toegepast voor decodering van het middenachterluidspreker-signaal. Ingangssignaal Uitgangskanalen Toegepaste middenachter-decodeerfunctie Dolby Digital 5.1 5.1e) — Dolby Digital EXb) 6.1e) Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX DTS 5.1 5.1e) — DTS-ES Matrix 6.1c) 6.1e) DTS Matrix decodeerfunctie DTS-ES Discrete 6.1d) 6.1e) DTS Discrete decodeerfunctie Bij keuze van "MATRIX" De Dolby Digital EX decodeerfunctie wordt toegepast voor het decoderen van het middenachterluidspreker-signaal, ongeacht het 6.1-kanaals vlagsignaala) van de ingangssignalen. Deze decodeerfunctie voldoet aan de normen van Dolby Digital EX en werkt net zo als de decodeerfunctiesf) die daadwerkelijk in de bioscoop worden gebruikt. Ingangssignaal Uitgangskanalen Toegepaste middenachter-decodeerfunctie Dolby Digital 5.1 6.1e) Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX Dolby Digital EXb) 6.1e) Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX DTS 5.1 6.1e) Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX DTS-ES Matrix 6.1c) 6.1e) Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX DTS-ES Discrete 6.1d) 6.1e) Matrix decodeerfunctie voor Dolby Digital EX Bij keuze van "OFF" Dan wordt er geen middenachterkanaal-decodering toegepast. De SB DEC aanduiding licht op wanneer er daawerkelijk een signaal voor een middenachterkanaal wordt gedecodeerd. a) b) c) d) e) f) Het 6.1-kanaals decodeer-vlagsignaal is een decoderingsinstructie die is opgenomen in geluidsbronnen zoals DVD-videodiscs. Dit is het signaal van een Dolby Digital DVD met een Surround EX vlagsignaal. Op de Dolby Corporation webpagina kunt u zien hoe dergelijke Surround EX speelfilms te onderscheiden zijn. Dit is beeld/geluidsmateriaal met een vlagsignaal om aan te geven dat het zowel Surround EX als 5.1-kanaals signalen bevat. Dit is beeld/geluidsmateriaal met zowel 5.1-kanaals signalen als een extra signaal om die gegevens in 6.1 afzonderlijke kanalen om te zetten. De discrete 6.1 kanalen zijn specifiek voor DVD, niet dezelfde als gebruikt in de bioscoop. Wanneer er twee middenachterluidsprekers zijn aangesloten, wordt het totaalgeluid weergegeven via 7.1 kanalen. Deze decodeerfunctie is te gebruiken voor alle 6.1 formaten (Dolby Digital EX, DTS-ES Matrix 6.1 en DTS-ES Discrete 6.1). Opmerking De kans bestaat dan de middenachterluidspreker geen geluid geeft in de Dolby Digital EX stand. Sommige discs bevatten niet het vereiste Dolby Digital EX vlagsignaal, ook al staat op de verpakking wel een Dolby Digital EX beeldmerk. In dat geval zal de stand "MATRIX" het best voldoen. 34NL Geavanceerde aanpassingen en instellingen Geluidsbronnen toewijzen aan ingangskeuzestanden — DIGITAL ASSIGN (Bijvoorbeeld) Als u beschikt over twee DVD-spelers, maar er voor de tweede DVDspeler geen digitale geluidsingang beschikbaar is. Sluit uw eerste DVD-speler aan op de DVD COAXIAL IN ingang en de tweede DVD-speler op de DVD OPTICAL IN ingang. Daarnaast verbindt u de analoge audio/video-uitgangen van de tweede DVD-speler met de VIDEO 2 INPUT ingangsaansluitingen van de versterker. Vervolgens wijst u "DVD COAX" toe aan de DVD geluidsbron-keuzestand en "DVD OPT" aan de VIDEO 2 geluidsbron-keuzestand. 1 2 3 4 5 Draai aan de MAIN MENU knop om in te stellen op "CUSTOMIZE". Draai aan de MENU knop om in te stellen op "DIGITAL ASSIGN ?". Druk op de ENTER toets. VIDEO 1 COAX, VIDEO 1 OPT VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE, TUNER VIDEO 5 OPT VIDEO 5, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE, TUNER DVD COAX, DVD OPT DVD, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE, TUNER LD COAX, LD OPT, LD DD RF LD, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE, TUNER TV/SAT COAX, TV/SAT OPT TV/SAT, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE, TUNER MD/DAT OPT MD/DAT, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE, TUNER CD/SACD COAX, CD/SACD OPT CD/SACD, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, TAPE, TUNER Opmerkingen • U kunt niet meerdere digitale audio-ingangen toewijzen aan dezelfde geluidsbron-keuzestand. • U kunt een digitale audio-ingang niet gebruiken voor de oorspronkelijke geluidsbron, wanneer die al is toegewezen aan een andere geluidsbron-keuzestand. • Wanneer u een digitale audio-ingang toewijst, kan de INPUT MODE instelling automatisch veranderen (pagina 36). Geavanceerde aanpassingen en instellingen U kunt aan elke beschikbare digitale audioingang een andere geluidsbron toewijzen. Deze mogelijkheid kan goed van pas komen in het volgende geval. Digitale audio-ingangen die u kunt toewijzen aan de diverse geluidsbron-keuzestanden Draai aan de MENU knop om in te stellen op de digitale audio-ingang die u wilt toewijzen. Draai aan de –/+ knop om in te stellen op de geluidsbron-keuzestand waaraan u de digitale audio-ingang, gekozen in stap 4, wilt toewijzen. Welke audio-ingang u kunt toewijzen, verschilt per geluidsbron. Zie voor nadere bijzonderheden zie "Digitale audioingangen die u kunt toewijzen aan de diverse geluidsbron-keuzestanden". 35NL Omschakelen van de audio-ingangskeuze voor digitale beeld/ geluidsbronnen — INPUT MODE U kunt de audio-ingangskeuze omschakelen voor de beeld/geluidsbronnen waarvoor deze versterker digitale audio-ingangsaansluitingen heeft. 1 2 Draai aan de INPUT SELECTOR knop om de weergavebron te kiezen. Druk enkele malen op de INPUT MODE toets om de audio-ingang te kiezen. De gekozen audio-ingangsstand wordt in het uitleesvenster getoond. Audio-ingangsstanden • AUTO 2CH Deze stand verleent voorrang aan de digitale geluidssignalen die binnenkomen via de DIGITAL COAXIAL ingang, de DIGITAL OPTICAL ingang en de AUDIO IN (L/R) ingangen, in die volgorde. Wanneer er geen digitale geluidssignalen binnenkomen, wordt er ingesteld op de analoge geluidssignalen die binnenkomen via de AUDIO IN (L/R) ingangen. • COAXIAL FIXED Stelt in op de digitale geluidssignalen die binnenkomen via de DIGITAL COAXIAL ingangsaansluiting. • OPTICAL FIXED Stelt in op de digitale geluidssignalen die binnenkomen via de DIGITAL OPTICAL ingangsaansluiting. • ANALOG 2CH FIXED Stelt in op de analoge geluidssignalen die binnenkomen via de AUDIO IN (L/R) ingangsaansluitingen. Opmerkingen • U kunt niet instellen op een digitale audio-ingang die al is toegewezen aan een andere geluidsbronkeuzestand met de DIGITAL ASSIGN functie (pagina 35). 36NL • Sommige van de audio-ingangsstanden kunnen niet verschijnen, afhankelijk van de gekozen weergavebron. Zelf aanpassen van klankbeelden Via het SURR SET UP menu en het LEVEL menu kunt u de klankbeelden naar eigen inzicht aanpassen voor uw specifieke luistersituatie. Betreffende de aangegeven onderdelen Aanpassingen via het SURR SET UP menu U kunt de akoestiekeffecten voor een gekozen klankbeeld naar wens aanpassen. De aanpassingen die u maakt worden voor elk klankbeeld afzonderlijk vastgelegd. 1 2 3 5 Aanpassingen via het LEVEL menu U kunt de luidsprekerbalans en het niveau van elke luidspreker instellen. Deze instellingen zijn van toepassing op alle klankbeelden. 1 2 3 Start de weergave van een geluidsbron die is gecodeerd met meerkanaalsakoestiekeffecten (DVD, enz.). Draai aan de MAIN MENU knop om in te stellen op "LEVEL". Draai aan de MENU knop om de instelparameter te kiezen. Zie voor nadere bijzonderheden zie "LEVEL menu-parameters" hieronder. Start de weergave van een geluidsbron die is gecodeerd met meerkanaalsakoestiekeffecten (DVD, enz.). 4 Draai aan de MAIN MENU knop om in te stellen op "SURR SET UP". 5 Draai aan de MENU knop om de instelparameter te kiezen. LEVEL menu-parameters Zie voor nadere bijzonderheden zie "SURR SET UP menu-parameters" hieronder. 4 Gebruik het CUSTOMIZE menu en stel "MENU EXPAND" in op "ON" om meer uitgebreide instellingen mogelijk te maken. Voor nadere bijzonderheden over "MENU EXPAND", zie pagina 40. Voor nadere bijzonderheden over het maken van de instellingen, zie pagina 44. Luister naar het weergegeven geluid en draai aan de –/+ instelknop om de gekozen parameter bij te regelen. Herhaal de stappen 3 en 4 voor de andere parameters die u wilt instellen. SURR SET UP menu-parameters x EFFECT LEVEL XXX% (Effectniveau) Oorspronkelijke instelling: 100% Hoe hoger de gekozen waarde, des te meer nadruk krijgt het akoestiekeffect. U kunt deze waarde aanpassen van 20% tot 120% in stapjes van 5%. Luister naar het weergegeven geluid en draai aan de –/+ instelknop om de gekozen parameter bij te regelen. Geavanceerde aanpassingen en instellingen Welke onderdelen u kunt aanpassen in elk menu, zal per klankbeeld verschillend zijn. Bepaalde instelparameters kunnen slechts vaag, in grijze letters, zichtbaar zijn. Dan is een dergelijke parameter voor dat klankbeeld vast ingesteld en niet te wijzigen of wellicht helemaal niet van toepassing. Voor geavanceerde SURR SET UP menu-instellingen Herhaal de stappen 3 en 4 voor de andere parameters die u wilt instellen. x TEST TONE (Testtoon) Oorspronkelijke instelling: OFF Zorgt dat de testtoon achtereenvolgens door elk van de luidsprekers wordt weergegeven. Bij instellen op "AUTO" wordt de testtoon automatisch door elk van de luidsprekers achtereen weergegeven. Bij instellen op "FIX" kunt u kiezen welke luidspreker de testtoon moet weergeven. x FRONT L_I_R (Voorluidsprekerbalans) Oorspronkelijke instelling: 0 (BALANCE) Laat u de balans van de linker en rechter voorluidsprekers bijregelen. Deze kunt u instellen van –8 dB tot +8 dB in stapjes van 0,5 dB. wordt vervolgd 37NL x CENTER XXX.X dB (Middenluidsprekerniveau) x SURROUND L XXX.X dB (Niveau van de linker achterluidspreker) x SURROUND R XXX.X dB (Niveau van de rechter achterluidspreker) x SURR BACK XXX.X dB (Middenachterluidsprekerniveau)* x SURR BACK L XXX.X dB (Niveau van de linker middenachterluidspreker)** x SURR BACK R XXX.X dB (Niveau van de rechter middenachterluidspreker)** x SUB WOOFER XXX.X dB (Lagetonenluidsprekerniveau) Oorspronkelijke instelling: 0 dB Dit kunt u instellen van –20 dB tot +10 dB in stapjes van 0,5 dB. x MULTI CH 1 SW XXX dB (Meerkanaals-1 lagetonenluidsprekerniveau) x MULTI CH 2 SW XXX dB (Meerkanaals-2 lagetonenluidsprekerniveau) Oorspronkelijke instelling: 0 dB Hiermee kunt u het niveau van de MULTI CHANNEL INPUT 1/MULTI CHANNEL INPUT 2 lagetonenluidspreker met +10 dB verhogen. Deze instelling kan nodig zijn als u een DVD-videospeler aansluit op de MULTI CHANNEL INPUT 1/MULTI CHANNEL INPUT 2 stekkerbussen. Het niveau van de lagetonenluidspreker zal bij een DVD-videospeler ongeveer 10 dB minder zijn dan bij een Super Audio CD-speler. * Alleen als er voor de middenachterluidspreker "SINGLE" is gekozen in het SPEAKER SET UP menu (pagina 20). ** Alleen als er voor de middenachterluidspreker "DUAL" is gekozen in het SPEAKER SET UP menu (pagina 20). Opmerking Bij keuze van een van de volgende klankbeelden zal de lagetonenluidspreker geen geluid weergeven als alle luidsprekers staan ingesteld op het “LARGE” formaat in het SPEAKER SET UP menu. De lagetonenluidspreker zal echter wel geluid weergeven als het digitale ingangssignaal een afzonderlijk LFE (Laag Frequent Effect) signaal bevat, of als voor de voorluidsprekers of de achterluidsprekers het formaat "SMALL" is gekozen. – D.CONCERT HALL A – D.CONCERT HALL B – CHURCH – JAZZ CLUB – LIVE CONCERT 38NL – STADIUM – SPORTS Voor geavanceerde LEVEL menuinstellingen Gebruik het CUSTOMIZE menu en stel "MENU EXPAND" in op "ON" om meer uitgebreide instellingen mogelijk te maken. Voor nadere bijzonderheden over "MENU EXPAND", zie pagina 40. Voor nadere bijzonderheden over het maken van de instellingen, zie pagina 45. Klankbeelden terugstellen in de oorspronkelijke stand 1 2 Druk op de ?/1 schakelaar om de tuner/versterker uit te schakelen. Houd nu de MUSIC toets ingedrukt en druk op ?/1. De aanduiding "S.F. Initialize" verschijnt in het uitleesvenster en alle klankbeelden worden teruggesteld op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Bijregelen van de equalizer-toonregeling U kunt de klankkleur (van lage, midden- en hoge tonen) voor elke luidspreker bijregelen via het EQUALIZER menu. Lage tonen Middentonen Hoge tonen Frequentie (Hz) In het "equalizer bank" geheugen kunt u tot vijf verschillende equalizer-instellingen (EQ BANK [1] – [5]) vastleggen, die u vervolgens onmiddellijk kunt oproepen met een druk op de toets. 1 2 3 4 5 Start de weergave van een geluidsbron die is gecodeerd met meerkanaalsakoestiekeffecten (DVD, enz.). Draai aan de MAIN MENU knop om in te stellen op "EQUALIZER". 7 x CENTER BASS XXX dB (Lagetonen-niveau middenluidspreker) x CENTER MID XXX dB (Middentonen-niveau middenluidspreker) x CENTER TREBLE XXX dB (Hogetonen-niveau middenluidspreker) x SURR/SB BASS XXX dB (Lagetonen-niveau achterluidsprekers/ middenachterluidspreker) x SURR/SB TRE. XXX dB (Hogetonen-niveau achterluidsprekers/ middenachterluidspreker) Oorspronkelijke instelling: 0 dB Dit kunt u instellen van –10 dB tot +10 dB in stapjes van 1 dB. x PRESET X CLEAR (Equalizer-instellingen terugstellen) Hiermeer kunt u de bijgeregelde equalizer-instellingen terugstellen op de oorspronkelijke waarden. Zie voor nadere bijzonderheden zie "Wissen van een vastgelegd bijregelpatroon". Tip Draai aan de MENU knop om in te stellen op "EQ BANK". Voor de voorluidsprekers kunt u de lage en hoge tonen bijregelen met resp de BASS regelaar en de TREBLE regelaar. Draai aan de –/+ knop om in te stellen op de bij te regelen equalizer-instelling (EQ BANK [1] – [5]). Toepassen van de bijgeregelde equalizer-instellingen Draai aan de MENU knop om de instelparameter te kiezen. Zie voor nadere bijzonderheden zie "EQUALIZER menu-parameters" hieronder. 6 x FRONT TREBLE XXX dB (Hogetonen-niveau voorluidsprekers) Luister naar het weergegeven geluid en draai aan de –/+ instelknop om de gekozen parameter bij te regelen. Herhaal de stappen 5 en 6 voor de andere parameters die u wilt instellen. 1 Draai aan de MAIN MENU knop om in te stellen op "EQUALIZER". 2 Draai aan de MENU knop om in te stellen op "EQ BANK". 3 Draai aan de –/+ knop om te kiezen voor "EQ BANK [1] – [5]". Geavanceerde aanpassingen en instellingen Niveau (dB) x FRONT BASS XXX dB (Lagetonen-niveau voorluidsprekers) Om de equalizer-klankbijregeling uit te schakelen Stelt u in op "EQ BANK [OFF]". EQUALIZER menu-parameters Wissen van een vastgelegd bijregelpatroon x EQ BANK (Een van de equalizer-instellingen kiezen) 1 Hiermee kiest u een van de equalizer-instellingen ([1] – [5]). Wanneer u de stand "OFF" kiest, wordt de equalizer-toonregeling uitgeschakeld. 2 Draai aan de MAIN MENU knop om in te stellen op "EQUALIZER". Draai aan de MENU knop om in te stellen op "EQ BANK". wordt vervolgd 39NL 3 4 Draai aan de +/– knop om in te stellen op de equalizer-instelling (EQ BANK [1] – [5]) die u wilt wissen. Draai aan de MENU knop om in te stellen op "PRESET X CLEAR". "X" is het nummer van de gekozen equalizer-instelling. 5 6 Draai aan de –/+ knop om in te stellen op "YES" en druk dan op de ENTER toets. Geavanceerde instellingen Gebruik van het CUSTOMIZE menu om de versterker precies naar wens in te stellen Ter bevestiging verschijnt er "Are you sure?" in het uitleesvenster. U kunt diverse instellingen van de versterker via het CUSTOMIZE bijregelmenu naar wens aanpassen. Draai aan de –/+ knop om in te stellen op "YES" en druk dan op de ENTER toets. 1 Dan verschijnt er "PRESET X CLEARED!" in het uitleesvenster en de instellingen van het gekozen bijregelpatroon worden uit het geheugen gewist. Voor geavanceerde EQUALIZER menu-instellingen Gebruik het CUSTOMIZE menu en stel "MENU EXPAND" in op "ON" om meer uitgebreide instellingen mogelijk te maken. Voor nadere bijzonderheden over "MENU EXPAND", zie pagina 40. Voor nadere bijzonderheden over het maken van de instellingen, zie pagina 47. 2 Draai aan de MAIN MENU knop om in te stellen op "CUSTOMIZE". Draai aan de MENU knop om de bijregelparameter te kiezen. Zie voor nadere bijzonderheden zie "CUSTOMIZE menu-parameters" hieronder. 3 4 Draai aan de –/+ knop om de gekozen parameter bij te regelen. Herhaal de stappen 2 en 3 voor de andere parameters die u wilt instellen. CUSTOMIZE menu-parameters De oorspronkelijke instelling is onderstreept aangegeven. x MENU EXPAND (Extra menu-instellingen tonen) • ON De geavanceerde parameters voor de SPEAKER SET UP, SURR SET UP en LEVEL menu's worden weergegeven en kunnen bijgeregeld worden. Nadere bijzonderheden over de verschillende instelmogelijkheden vindt u op blz. 19 en 37 en de volgende bladzijden. • OFF Hiermee worden er geen extra parameters getoond. x DTS 96/24 DEC. (DTS 96/24 decodeerfunctie) • AUTO Wanneer er nu een DTS 96/24 signaal binnenkomt, wordt het weergegeven volgens een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz. 40NL • OFF Wanneer er nu een DTS 96/24 signaal binnenkomt, wordt het weergegeven volgens een bemonsteringsfrequentie van 48 kHz. vanwege de bufferwerking van deze H.A.T.S. signaalcorrectie. De vertragingstijd zal afhankelijk zijn van de gekozen geluidsbron. Opmerking Bij sommige meerkanaals Super Audio CD's dient het 6de kanaal niet voor de lagetonen-luidspreker, maar voor andere geluiden, (zoals voor geluidsweerkaatsing vanaf het plafond e.d.). Met dit onderdeel kunt u de uitgangssignalen van het 6de kanaal omschakelen van de SUB WOOFER PRE OUT voorversterker-uitgangen naar de SURROUND BACK luidspreker-aansluitingen. • ON DSD signalen voor het 6de kanaal die binnenkomen via de i.LINK aansluiting en signalen van het SUB WOOFER kanaal die binnenkomen via de MULTI CHANNEL IN 1 of MULTI CHANNEL IN 2 aansluitingen worden weergegeven via de SURROUND BACK luidspreker-aansluitingen en er wordt geen geluidssignaal uitgestuurd via de SUB WOOFER PRE OUT voorversterker-uitgangen. • OFF De geluidssignalen worden op normale wijze weergegeven via de SUB WOOFER PRE OUT voorversterker-uitgangen. Deze parameter geldt alleen in de A.F.D. automatische decodeerstand (pagina 29). Bij de andere klankbeelden staat deze parameter altijd op "OFF". x SB DECODING (Middenachter-decodeerfunctie) x i POWER (i.LINK stroomvoorziening) • AUTO Hiermee kunt u de stroomvoorziening van de i.LINK automatisch uitschakelen, wanneer u die niet gebruikt. Dan kunt u genieten van de meest zuivere digitale en analoge geluidssignalen, zonder enige invloed van de i.LINK circuits. Wanneer u overschakelt naar "AUTO", kan het wel even duren voordat er geluid klinkt. Zie pagina 24 voor een opmerking betreffende het omschakelen naar een andere ingangsbron bij gebruik van de "AUTO" stand. • EVER ON Hierbij blijven de i.LINK circuits altijd ingeschakeld. Kies deze stand als u gehinderd wordt door de inschakelvertraging die optreedt bij de "AUTO" stand. x H.A.T.S. (H.A.T.S. (Hoogwaardig digitaal Audio Transmissie Systeem) signaalcorrectie) • ON De digitale geluidssignalen die binnenkomen van de i.LINK geluidsbron worden tijdelijk in een buffergeheugen bewaard, om even later uit de buffer te worden gehaald en omgezet in analoge geluidssignalen met de juiste timing. De geluidskwaliteit wordt hierdoor verbeterd, aangezien er geen schadelijke invloed is van de "jitter" storing (tijdfouten bij het lezen van signalen) die kan optreden bij de overdracht van digitale geluidssignalen. Als u deze functie niet wilt gebruiken, kiest u de stand "OFF". • OFF Hiermee vindt er geen signaalcorrectie plaats. Opmerking Er zal een kleine vertraging in de geluidsweergave zijn nadat u het afspelen van de gekozen geluidsbron start, stopt of pauzeert (bijvoorbeeld na een druk op de PLAY toets, de STOP toets of de PAUSE toets) Opmerking Deze mogelijkheid zal niet werken wanneer het onderdeel "SURR BACK SP" in het SPEAKER SET UP luidsprekermenu in de stand "NO" is gezet (pagina 20). x LIP SYNC (Synchronisatie) Geavanceerde aanpassingen en instellingen Via het CUSTOMIZE menu kunt u instellen op de gewenste middenachter-decodeerfunctie. Zie pagina 33. • AUTO • MATRIX • OFF x DSD-SW SWAP (DSD-SW kanaal omschakelen) Oorspronkelijke instelling: 0 ms Hiermee kunt u de geluidsweergave een klein beetje vertragen, om beeld en geluid precies synchroon te laten lopen. U kunt de vertraging instellen van 0 millisec tot 200 millisec in stapjes van 10 millisec. Deze mogelijkheid is niet beschikbaar in de volgende gevallen: – Wanneer een analoge ingangsbron is gekozen en de DIRECT signaalweergavefunctie wordt gebruikt. – Wanneer de MULTI CH IN 1/2 ingangsstand is gekozen. – Wanneer er een DSD signaal binnenkomt vanaf de i.LINK geluidsbron. x DC PHASE L. (Gelijkstroomfase-gelijkrichter) Hiermee kunt u de laagfrequente fasekarakteristiek van een conventionele analoge versterker nabootsen. • OFF Hierbij wordt er geen fasecorrectie toegepast. • LOW-A, STD-A, HIGH-A, LOW-B, STD-B, HIGH-B wordt vervolgd 41NL De bandbreedte waarover de fasecorrectie toepassing vindt, wordt van "LOW" naar "STD" naar "HIGH" gaandeweg groter. De "B" parameter fasecorrectie geeft een meer uitgesproken lagetonenkarakteristiek. x MIX SCALING (Kanaalmenging) Hiermee kunt u de kanaalmenging voor het middenkanaal en het lagetonenkanaal in- en uitschakelen. Deze parameter is alleen instelbaar wanneer er voor de middenluidspreker de stand "MIX" is gekozen. • ON Hierbij wordt er kanaalmenging toegepast. • OFF Hierbij wordt er geen kanaalmenging toegepast, om de geluidskwaliteit niet te verminderen. Als er bij hoge ingangsniveaus storende geluiden hoorbaar zijn, kiest u de stand "ON". x S.FIELD LINK (Automatische klankbeeldkeuze) • ON Hiermee kunt u het laatst gekozen klankbeeld voor een bepaalde geluidsbron automatisch weer laten toepassen, de volgende keer dat u die geluidsbron weergeeft. Als u bijvoorbeeld het STADIUM klankbeeld kiest voor weergave van een CD/SACD en dan overschakelt naar een andere geluidsbron, zal bij het terugkeren naar de CD/SACD geluidsbron weer automatisch het STADIUM klankbeeld gelden. • OFF Hierbij wordt niet automatisch weer hetzelfde klankbeeld gekozen. 42NL signaalformaat. In dat geval zal de stand "AUTO" het best voldoen. x 2 WAY REMOTE (2-weg afstandsbedieningssysteem) • ON Hiermee kunt u het 2-weg afstandsbedieningssysteem inschakelen. Gewoonlijk zal de stand "ON" het best voldoen. • OFF Hiermee kunt u het 2-weg afstandsbedieningssysteem uitschakelen. Als u samen met deze versterker nog een andere versterker e.d. gebruikt, die ook geschikt is voor het 2-weg afstandsbedieningssysteem, dan dient u van tevoren te kiezen voor welk apparaat u de 2-weg afstandsbediening wilt toepassen. Zet dan de 2-weg afstandsbediening voor dat apparaat in de "ON" stand. Voor de andere apparatuur zet u de 2-weg afstandsbediening in de "OFF" stand. x COLOR SYSTEM (OSD kleursysteem) (Alleen voor de modellen met landcode CEL) Hiermee kiest u het kleursysteem. • NTSC • PAL x OSD H.POSITION (Horizontale plaats van de schermaanduidingen) Oorspronkelijke instelling: 4 Hiermee kunt u de plaats van de aanduidingen op het scherm horizontaal verstellen. U kunt een instelling van 0 tot 64 kiezen. x DEC. PRIORITY (Decodeerformaat voor digitale ingangssignalen) x OSD V.POSITION (Verticale plaats van de schermaanduidingen) Hiermee kiest u het soort decodering dat moet worden toegepast op de signalen die binnenkomen via de DIGITAL IN audio-ingangen. De oorspronkelijke instelling is "AUTO" voor VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, VIDEO 4, VIDEO 5, LD, TV/SAT, TAPE, TUNER, PHONO en i.LINK, en "PCM" voor DVD, CD/SACD en MD/DAT. U kunt ook de DECODE PRIORITY toets op het voorpaneel gebruiken. • AUTO Hierbij kan er automatisch worden overgeschakeld tussen DTS, Dolby Digital en PCM. • PCM Hierbij krijgen binnenkomende PCM signalen voorrang (ter voorkoming van onderbrekingen wanneer de weergave begint). Als zich in de "AUTO" stand het probleem voordoet dat de weergave via de digitale audio-ingangen (van een CD e.d.) wordt onderbroken wanneer het afspelen begint, schakelt u dan over naar de "PCM" stand. Als er echter andere signalen binnenkomen, kan er niet altijd geluid klinken, afhankelijk van het Oorspronkelijke instelling: 4 Hiermee kunt u de plaats van de aanduidingen op het scherm verticaal verstellen. U kunt een instelling van 0 tot 32 kiezen. x UP YUV HUE (Video-kleurtint) Oorspronkelijke instelling: 4 Hiermee kunt u de tint van de beelden bepalen bij de omzetting van video- of S-video signalen naar component-videosignalen. U kunt een instelling van 1 tot 7 kiezen. x UP YUV SHARPNESS (Video-scherpteniveau) Oorspronkelijke instelling: 4 Hiermee kunt u de scherpte van de beelden bepalen bij de omzetting van video- of S-video signalen naar component-videosignalen. U kunt een instelling van 1 tot 5 kiezen. x UP YUV COLOR (Video-kleurverzadiging) Oorspronkelijke instelling: 4 Hiermee kunt u de kleurverzadiging van de beelden bepalen bij de omzetting van video- of S-video signalen naar component-videosignalen. U kunt een instelling van 1 tot 7 kiezen. Alle SPEAKER SET UP menuparameters SP EASY SET UP SPEAKER PATTERN SUB WOOFER x DIGITAL ASSIGN ? (Ingangstoewijzing voor digitale ingangssignalen) FRONT SP Hiermee kunt u de digitale audio-ingangen toewijzen aan een andere geluidsbron-keuzestand. Zie voor nadere bijzonderheden zie "Geluidsbronnen toewijzen aan ingangskeuzestanden" op pagina 35. SURROUND SP-A x USER PRESET MEM.? (Geheugen voor eigen instellingen) CENTER XXX meter x NAME IN? (Zelfgekozen geluidsbronnamen) Hiermee kunt u zelf namen invoeren voor uw voorkeurzenders en geluidsbronnen gekozen met de INPUT SELECTOR schakelaar. Zie voor nadere bijzonderheden zie "Zelfgekozen geluidsbronnamen" op pagina 49. Geavanceerde SPEAKER SET UP menu-parameters Wanneer het onderdeel "MENU EXPAND" op "ON" is gezet, verschijnen alle onderstaande parameters, die u desgewenst kunt bijregelen. Zie pagina 19 voor de SPEAKER SET UP menu-instellingen. De oorspronkelijke instellingen staan onderstreept aangegeven. SURROUND SP-B SURR BACK SP FRONT XXX meter SURROUND-A XXX meter SURROUND-B XXX meter SURR BACK XXX meter SUB WOOFER XXX meter DISTANCE UNIT* SP-A POSI* SP-B POSI* SP CROSSOVER > XXX Hz* OUTPUT* * Deze parameters zijn alleen instelbaar wanneer het onderdeel "MENU EXPAND" op "ON" is gezet. x DISTANCE UNIT (Afstandseenheid) Hiermee kiest u de eenheid waarin de afstanden van de luidsprekers worden gemeten. • feet De afstanden worden aangegeven in Engelse voeten. • meter De afstanden worden aangegeven in meters. Geavanceerde aanpassingen en instellingen Hierin kunt u de zelfgekozen instellingen voor klankbeelden e.d. vastleggen. Zie voor nadere bijzonderheden zie "De gemaakte instellingen opslaan" op pagina 48. CENTER SP x SP-A POSI (Plaats achterluidsprekers A)* x SP-B POSI (Plaats achterluidsprekers B)* Hiermee kunt u de juiste plaats van de achterluidsprekers kiezen voor de beste klank van de akoestiekeffecten bij de Cinema Studio EX klankbeelden (pagina 31). wordt vervolgd 43NL 100˚ 120˚ A A B B D D 60 C C 30 • SIDE/LOW Kies deze stand als uw achterluidsprekers zich bevinden in het gebied aangegeven met A en C. • SIDE/HIGH Kies deze stand als uw achterluidsprekers zich bevinden in het gebied aangegeven met A en D. • BEHD/LOW Kies deze stand als uw achterluidsprekers zich bevinden in het gebied aangegeven met B en C. • BEHD/HIGH Kies deze stand als uw achterluidsprekers zich bevinden in het gebied aangegeven met B en D. * Dit onderdeel is niet beschikbaar wanneer er voor ontbrekende achterluidsprekers "NO" is gekozen (pagina 20). Tip De parameter voor de plaats van de achterluidsprekers is speciaal bestemd voor de beste klank van de Cinema Studio EX klankbeelden. Bij de andere klankbeelden is de plaats van de achterluidsprekers niet zo kritiek. Die klankbeelden zijn ontworpen met het idee dat de achterluidsprekers achter de luisterplaats zouden staan, maar het klankbeeld blijft toch ook redelijk goed in balans als de achterluidsprekers veel meer aan de zijkant staan. Als de luidsprekers echter direct van links en rechts op de luisteraar gericht staan, zullen de klankbeelden minder duidelijk klinken, tenzij u de stand "SIDE" kiest. Toch hebben alle luistersituaties een heleboel variabelen, zoals de geluidsweerkaatsing van de wanden, dus u kunt wel eens betere resultaten 44NL verkrijgen met de "BEHD" stand als uw luidsprekers hoog boven uw luisterplaats hangen, ook al is dat direct links en rechts ervan. Daarom willen we u aanbevelen, ook al strookt het niet precies met de bovenstaande uitleg, een meerkanaalsgecodeerde geluidsbron af te spelen en dan de stand te kiezen die de meest ruimtelijke klank oplevert, met daarbij nog een goede samenhang tussen de akoestiekweergave van de achterluidsprekers en het directe geluid van de voorluidsprekers. Als u niet met zekerheid kunt zeggen welke stand het best klinkt, kiest u dan de "BEHD" stand en gebruik in dat geval de parameters voor luidsprekerafstand en voor luidsprekerniveau om de meest evenwichtige weergave te bereiken. x SP CROSSOVER > XXX Hz (Luidsprekers scheidingsfilterfrequentie) Oorspronkelijke instelling: 100 Hz Hiermee kunt u de grensfrequentie voor de lage tonen kiezen bij luidsprekers die als "SMALL" staan aangemerkt in het SPEAKER SET UP luidsprekerinstelmenu. U kunt de grensfrequentie instellen van 40 Hz tot 160 Hz in stapjes van 10 Hz. x OUTPUT (Kanaalmenging voorversterkeruitgangen) • ALL ON Hiermee wordt het geluid weergegeven via zowel de SPEAKERS luidsprekeraansluitingen als de PREOUT voorversterkeruitgangen. (Alle kanaalmenging wordt verricht door de DSP.) • FRONT SP OFF Hiermee blokkeert u de geluidsweergave via de voorluidsprekers en zorgt u voor analoge menging van de kanalen. Kies deze stand wanneer u deze versterker voor de voorluidsprekers alleen als voorversterker wilt gebruiken. • PREOUT ONLY Hiermee zorgt u dat het geluidssignaal alleen wordt uitgestuurd via de PREOUT voorversterkeruitgangen en niet weergegeven via de SPEAKERS luidsprekeraansluitingen (met analoge menging van de kanalen). Kies deze stand wanneer u deze versterker voor alle kanalen alleen wilt gebruiken als voorversterker. Geavanceerde SURR SET UP menu-parameters Wanneer het onderdeel "MENU EXPAND" op "ON" is gezet, verschijnen alle onderstaande parameters, die u desgewenst kunt bijregelen. Zie pagina 37 voor de SURR SET UP menuinstellingen. De oorspronkelijke instellingen staan onderstreept aangegeven. Alle SURR SET UP menuparameters x FRONT REVERB (Nagalm voorkanalen) A.F.D. 2CH SW* x SCREEN DEPTH (Schermdiepte) EFFECT LEVEL C. WIDTH L_C_R* DIMENSION F_I_S* PANORAMA MODE* FRONT REVERB* SCREEN DEPTH* * Deze parameters zijn alleen instelbaar wanneer het onderdeel "MENU EXPAND" op "ON" is gezet. x C. WIDTH L_C_R (Spreiding van het middenkanaal) Oorspronkelijke instelling: (3) Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen maken voor het decoderen van Dolby Pro Logic II muzieksignalen. Deze parameter is alleen instelbaar als de A.F.D. formaatkeuze staat ingesteld op "PRO LOGIC II MUSIC" (pagina 29). U kunt de geluidssignalen van het middenkanaal die de Dolby Pro Logic II decodering oplevert, nauwkeurig verdelen over de linker en rechter voorluidsprekers. x DIMENSION F_I_S (Dimensieregeling voor/achter) Oorspronkelijke instelling: middelpunt (0) Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen maken voor het decoderen van Dolby Pro Logic II muzieksignalen. Deze parameter is alleen instelbaar als de A.F.D. formaatkeuze staat ingesteld op "PRO LOGIC II MUSIC" (pagina 29). U kunt het verschil tussen de voorkanalen en de achterkanalen naar wens bijregelen. x PANORAMA MODE (Panoramaregeling links/rechts) Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen maken voor het decoderen van Dolby Pro Logic II muzieksignalen. Deze parameter is alleen instelbaar als de A.F.D. formaatkeuze staat ingesteld op "PRO LOGIC II MUSIC" (pagina 29). • ON Hiermee verruimt u de akoestiek door het geluid van de voorluidsprekers verder naar de linkerkant en naar de rechterkant van uw luisterpositie uit te breiden (panoramische weergave). • OFF Hiermee vindt er geen panoramische weergave plaats. Hiermee kunt u in uw luisterkamer hetzelfde effect bereiken als in een bioscoop, met de indruk alsof het geluid direct komt vanuit het scherm, van de personages en de beelden die op het scherm verschijnen. • ON Hiermee verkrijgt u het klankbeeld van een bijzonder groot scherm met een enorme diepte. • OFF Hiermee vindt er geen signaalcorrectie plaats. x VIR.SPEAKERS (Virtuele luidsprekers) Deze parameter is speciaal bestemd voor de Cinema Studio EX klankbeelden (pagina 31). • ON Voor de simulatie van virtuele luidsprekers. • OFF Om geen gebruik te maken van virtuele luidsprekers. Opmerking Geavanceerde aanpassingen en instellingen VIR.SPEAKERS* Deze parameter is speciaal bestemd voor het "D.CONCERT HALL A/B" klankbeeld (pagina 32). Met deze parameter bepaalt u of er wel of geen nagalm moet worden toegevoegd aan de weergave via de voorluidsprekers, al naar gelang de eigen nagalm die al aanwezig is in de weergegeven geluidsbron. • STD Gewoonlijk zal de stand "STD" het best voldoen. • WET Kies deze stand om meer nagalm toe te voegen. De instellingen voor "SCREEN DEPTH" en "VIR.SPEAKERS" zijn niet gekoppeld aan bepaalde klankbeelden. x A.F.D. 2CH SW (Opwekken van afzonderlijke laagfrequente signalen) • CREATE Hiermee zorgt u dat er laagfrequente signalen worden afgesplitst voor weergave door de lagetonenluidspreker, wanneer er is gekozen voor de "A.F.D. AUTO" stand. • OFF In deze stand worden er geen laagfrequente signalen opgewekt. Geavanceerde LEVEL menuparameters Wanneer het onderdeel "MENU EXPAND" op "ON" is gezet, verschijnen alle onderstaande parameters, die u desgewenst kunt bijregelen. wordt vervolgd 45NL Zie pagina 37 voor de LEVEL menuinstellingen. De oorspronkelijke instellingen staan onderstreept aangegeven. Alle LEVEL menu-parameters TEST TONE PHASE NOISEa) PHASE AUDIOa) FRONT L_I_R CENTER XXX.X dB SURROUND L XXX.X dB SURROUND R XXX.X dB x CENTER TRIM X.X dB (Bijregelen van het middenkanaal-niveau) Oorspronkelijke instelling: 0 dB Hiermee regelt u de geluidssterkte van het middenkanaal. Stel deze parameter hoger in wanneer de filmdialoog niet duidelijk genoeg doorkomt. Als er geen middenluidspreker is aangesloten, regelt u met deze parameter het niveau van het middenkanaal zoals dat is verdeeld over de linker en rechter voorluidsprekers. Dit niveau kunt u instellen van –3 dB tot +3 dB in stapjes van 0,5 dB. SURR BACK XXX.X dBb) Opmerkingen SURR BACK L XXX.X dBc) • De "SUB WOOFER TRIM" en "CENTER TRIM" parameters zijn alleen instelbaar wanneer voor de middenluidspreker de stand "MIX" is gekozen. • De "SUB WOOFER TRIM" en "CENTER TRIM" parameters werken niet voor Super Audio CD signalen van een i.LINK component, voor MULTI CH IN signalen of DTS 96/24 gedecodeerde signalen. SURR BACK R XXX.X dBc) SUB WOOFER XXX.X dB SUB WOOFER TRIM X.X dBa) CENTER TRIM X.X dBa) MULTI CH 1 SW XXX dB MULTI CH 2 SW XXX dB D.RANGE COMP.a) a) Deze parameters zijn alleen instelbaar wanneer het onderdeel "MENU EXPAND" op "ON" is gezet. b) Alleen instelbaar als er voor de middenachterluidspreker "SINGLE" is gekozen (pagina 20). c) Alleen als er voor dubbele middenachterluidsprekers "DUAL" is gekozen (pagina 20). x PHASE NOISE (Fase-ruis) Oorspronkelijke instelling: OFF Zorgt dat de testtoon beurtelings door twee aangrenzende luidsprekers wordt weergegeven. x PHASE AUDIO (Fase-audio) Oorspronkelijke instelling: OFF Zorgt dat de 2-kanaals voorluidsprekersignalen (in plaats van de testtoon) beurtelings door twee aangrenzende luidsprekers wordt weergegeven. Deze functie is niet beschikbaar wanneer er een i.LINK ingangsbron is gekozen. x SUB WOOFER TRIM (Bijregelen van het lagetonen-niveau) Oorspronkelijke instelling: 0 dB Hiermee kunt u het niveau van de lage tonen bijregelen wanneer er een signalen op een apart lagetonenkanaal binnenkomen. Gebruik deze parameter om het lagetonen-niveau te corrigeren wanneer u een hoofdtelefoon aansluit of waneer er geen speciale 46NL lagetonenluidspreker is aangesloten. Dit niveau kunt u instellen van –6 dB tot +6 dB in stapjes van 1 dB. x D.RANGE COMP. (Compressie van het dynamisch bereik) Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus verkleinen. Dit kan handig om's avonds laat een speelfilm te bekijken; met het geluid zacht behoudt u toch een rijke, volle klank. • OFF Hierbij wordt het geluidsspoor normaal weergegeven, zonder compressie. • STD Hierbij wordt het geluidsspoor weergegeven met het volledig dynamisch bereik, zoals gekozen door de opnamestudio-technicus. • MAX Hiermee wordt het dynamisch bereik drastisch verkleind. Tip Met de dynamiekcompressie kunt u tijdens weergave het dynamisch bereik van een speelfilm-geluidsspoor comprimeren volgens de dynamiek-informatie vervat in het Dolby Digital signaal. De oorspronkelijke instelling is "STD", maar die geeft slechts een geringe mate van compressie. Daarom willen we u aanbevelen de "MAX" compressie te gebruiken. Hiermee wordt het dynamisch bereik drastisch beperkt, zodat u zonder bezwaar ook's avonds laat kunt genieten van een speelfilm met zacht ingesteld geluid. In tegenstelling tot analoge compressiefuncties zijn de niveaus hierbij vooraf bepaald, voor een natuurlijk klinkende compressie. Opmerking De compressie van het dynamisch bereik is alleen mogelijk met Dolby Digital geluidsbronnen. Geavanceerde EQUALIZER menu-parameters Alle EQUALIZER menuparameters EQ BANK FRONT BASS XXX dB FRONT BASS XXX Hz* FRONT TREBLE XXX dB FRONT TREBLE XXX Hz* CENTER BASS XXX dB CENTER BASS XXX Hz* CENTER MID XXX dB CENTER MID XXX Hz* CENTER TREBLE XXX dB CENTER TREBLE XXX Hz* SURR/SB BASS XXX dB SURR/SB BASS XXX Hz* Oorspronkelijke instelling: 500 Hz Hiervoor kunt u kiezen uit 250 Hz of 500 Hz. x FRONT TREBLE XXX Hz (Hogetonenfrequentie van de voorluidsprekers) Oorspronkelijke instelling: 2.2 kHz Hiervoor kunt u kiezen uit 2,2 kHz of 4,3 kHz. x CENTER BASS XXX Hz (Lagetonen-frequentie van de middenluidspreker) Oorspronkelijke instelling: 500 Hz Hiervoor kunt u kiezen uit 250 Hz of 500 Hz. x CENTER MID XXX Hz (Middentonen-frequentie van de middenluidspreker) Oorspronkelijke instelling: 1 kHz Deze kunt u instellen van 100 Hz tot 10 kHz, in 5 stapjes. x CENTER TREBLE XXX Hz (Hogetonenfrequentie van de middenluidspreker) Oorspronkelijke instelling: 2.2 kHz Hiervoor kunt u kiezen uit 2,2 kHz of 4,3 kHz. x SURR/SB BASS XXX Hz (Lagetonen-frequentie van de achterluidsprekers of de middenachterluidsprekers) Oorspronkelijke instelling: 500 Hz Hiervoor kunt u kiezen uit 250 Hz of 500 Hz. x SURR/SB TRE. XXX Hz (Hogetonen-frequentie van de achterluidsprekers of de middenachterluidsprekers) Geavanceerde aanpassingen en instellingen Wanneer het onderdeel "MENU EXPAND" op "ON" is gezet, verschijnen alle onderstaande parameters, die u desgewenst kunt bijregelen. Zie pagina 39 voor de EQUALIZER menuinstellingen. De oorspronkelijke instellingen staan onderstreept aangegeven. x FRONT BASS XXX Hz (Lagetonen-frequentie van de voorluidsprekers) Oorspronkelijke instelling: 2.2 kHz Hiervoor kunt u kiezen uit 2,2 kHz of 4,3 kHz. SURR/SB TRE. XXX dB SURR/SB TRE. XXX Hz* PRESET X CLEAR * Deze parameters zijn alleen instelbaar wanneer het onderdeel "MENU EXPAND" op "ON" is gezet. 47NL De gemaakte instellingen opslaan • • • • EFFECT LEVEL intensiteit FRONT REVERB nagalm voorkanalen SCREEN DEPTH schermdiepte VIR.SPEAKERS virtuele luidsprekers — USER PRESET U kunt de klankbeeld-instellingen zelf bijregelen, om ze dan vast te leggen als "USER PRESET" klankbeelden. Zo kunt u 3 zelfgemaakte klankbeelden opslaan, zodat u ze daarna telkens gemakkelijk weer kunt toepassen. Gebruik van een zelfgemaakt USER PRESET klankbeeld 1 2 Druk enkele malen op de USER PRESET toets om in te stellen op het gewenste USER PRESET klankbeeld. Druk op de ENTER toets. Opmerking Opslaan van uw eigen USER PRESET klankinstellingen 1 Maak de gewenste klankbeeldinstellingen e.d. Welke instellingen u kunt opslaan, staat vermeld onder zie "Instellingen geschikt voor opslag in uw eigen USER PRESET klankinstellingen". 2 3 4 5 6 Draai aan de MAIN MENU knop om in te stellen op "CUSTOMIZE". Draai aan de MENU knop om in te stellen op "USER PRESET MEM.?". Draai aan de –/+ knop om het USER PRESET klankbeeldnummer te kiezen. Druk op de ENTER toets. Om nog andere instellingen op te slaan, herhaalt u de stappen van 1 t/m 5. Instellingen geschikt voor opslag in uw eigen USER PRESET klankinstellingen • Weergavebron gekozen met de INPUT SELECTOR knop • INPUT MODE weergavestand • Gekozen klankbeeld • MULTI CH IN meerkanaals-ingangsstand • DIRECT weergavestand • NIGHT MODE dynamiekcompressie • C.WIDTH middenkanaalspreiding • DIMENSION voor/achter dimensie • PANORAMA MODE breed klankbeeld 48NL Wanneer de DIGITAL ASSIGN instelling wordt veranderd na het vastleggen van een USER PRESET klankbeeld, of wanneer de opgeslagen INPUT MODE ingangskeuzestand niet meer gebruikt kan worden, zal er automatisch worden overgeschakeld naar een andere instelling die wel beschikbaar is. Bijvoorbeeld: 1) Gebruik de DIGITAL ASSIGN weergavebrontoewijzing om de "DVD OPT" ingang toe te wijzen aan de "TAPE" weergavekeuzestand. 2) Stel de INPUT MODE ingangskeuzestand van TAPE in op "AUTO 2CH" of "OPTICAL FIXED" en leg dit vast in een USER PRESET klankbeeld. 3) Gebruik de DIGITAL ASSIGN weergavebrontoewijzing om de "DVD OPT" ingang toe te wijzen aan de "DVD" weergavekeuzestand. 4) Kies het USER PRESET klankbeeld dat u hebt opgeslagen in stap 2. De INPUT MODE ingangskeuzestand van de TAPE geluidsbron wordt automatisch ingesteld op "ANALOG 2CH FIXED". U kunt nu de "AUTO 2CH” of "OPTICAL FIXED" niet meer kiezen. Andere bedieningsfuncties Zelfgekozen geluidsbronnamen U kunt een zelfgekozen naam van maximaal 8 letters invoeren voor elk van de geluidsbronnen die u kiest met de INPUT SELECTOR keuzeknop, om bij weergave die naam in het uitleesvenster van de versterker te zien. 2 3 4 Draai aan de INPUT SELECTOR knop om de geluidsbron te kiezen waarvoor u een zelfgekozen naam wilt invoeren. Draai aan de MAIN MENU knop om in te stellen op "CUSTOMIZE". Draai aan de MENU knop om in te stellen op "NAME IN?". Druk op de ENTER toets of draai aan de –/+ knop. De cursor gaat knipperen en nu kunt u een letterteken kiezen. 5 Andere bedieningsfuncties 1 Gebruik de MENU knop en de –/+ knop voor het invoeren van de gewenste naam. Draai aan de –/+ knop om een letterteken te kiezen en dan aan de MENU knop om de cursor te verplaatsen naar de plaats voor de volgende letter. Tips • Voor het kiezen van het soort letterteken draait u aan de –/+ knop. Alfabet (hoofdletters) t Cijfers t Symbolen • Voor het invoeren van een spatie draait u aan de –/+ knop totdat er een spatie in het uitleesvenster verschijnt. • Bij een vergissing in de letterkeuze draait u aan de MENU knop totdat de onjuiste letter gaat knipperen en dan draait u aan de –/+ knop om het juiste letterteken te kiezen. 6 Druk op de ENTER toets. Uw gekozen naam wordt nu in het geheugen vastgelegd. 7 Om nog andere ingangsbronnen van een naam te voorzien, herhaalt u de stappen 1 t/m 6. 49NL Automatisch uitschakelen met de sluimerfunctie U kunt de versterker automatisch laten uitschakelen na een vooraf gekozen tijdsduur. Druk enkele malen op de SLEEP toets terwijl de stroom is ingeschakeld. Bij elke druk op de SLEEP toets veranderen de aanduidingen als volgt: 2:00:00 t 1:30:00 t 1:00:00 t 0:30:00 t OFF Nadat u de sluimertijd hebt ingesteld, blijft de aanduiding "SLEEP" branden in het uitleesvenster. Tip Om de resterende sluimertijd totdat de versterker uitschakelt te controleren, drukt u op de SLEEP toets terwijl het apparaat aan staat. Dan wordt de resterende speelduur in het uitleesvenster getoond. Keuze van het luidsprekersysteem Met deze versterker kunt u kiezen uit 3 verschillende luidsprekerconfiguraties (A, B, en A+B). Er is voorzien in twee stel aansluitingen voor akoestiekluidsprekers (A en B). De SPEAKERS SURROUND A aansluitingen dienen voor standaard toepassingen, tot in totaal 7.1 kanalen. Op de SPEAKERS SURROUND B aansluitingen kunt u extra akoestiekluidsprekers aansluiten voor gebruik in een apart 5.1-kanaals luidsprekersysteem (geheel afzonderlijk van het 7.1-kanaals systeem), of als aanvullende luidsprekers om zo uw 7.1-kanaals systeem uit te breiden tot een 9.1-kanaals luidsprekersysteem. Gebruik van alleen de luidsprekers die zijn aangesloten op de SPEAKERS SURROUND A aansluitingen Dit vormt uw standaard luidsprekersysteem voor weergave van filmgeluid en Super Audio CD's. Gebruik van de luidsprekers die zijn aangesloten op de SPEAKERS SURROUND B aansluitingen U kunt twee afzonderlijke akoestieksystemen samenstellen, een 7.1-kanaals systeem voor filmgeluid en een 5.1-kanaals systeem voor Super Audio CD's. Hiervoor sluit u de akoestiekluidsprekers voor de weergave van filmgeluid aan op de SPEAKERS SURROUND A aansluitingen en uw akoestiekluidsprekers voor muziekweergave op de SPEAKERS SURROUND B aansluitingen. Dit kan erg handig zijn als u voornamelijk luistert naar Super Audio CD's, maar soms ook wilt genieten van een ruimtelijke akoestiek waarin speelfilms optimaal tot hun recht komen. 50NL Keuze van het voorluidsprekersysteem Stel de SPEAKERS FRONT schakelaar in op het stel voorluidsprekers dat u wilt horen. Stel in op Voor weergave via De luidsprekers die zijn aangesloten op de SPEAKERS FRONT A aansluitbussen. B De luidsprekers die zijn aangesloten op de SPEAKERS FRONT B aansluitbussen. A+B* De luidsprekers die zijn aangesloten op zowel de SPEAKERS FRONT A als de SPEAKERS FRONT B aansluitbussen (parallel doorverbonden). OFF** Geen van de luidsprekers. (Alle geluidsweergave via de SPEAKERS luidsprekeraansluingen en de PREOUT voorversterkeruitgangen wordt gedempt.) * Wanneer de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar in de "8Ω" stand staat, mogen er alleen luidsprekers worden aangesloten met een nominale impedantie van 16 ohm of meer. Wanneer de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar in de "4Ω" stand staat, mogen er alleen luidsprekers worden aangesloten met een nominale impedantie van 8 ohm of meer. ** Als u de geluidsweergave via de SPEAKERS luidsprekeraansluingen wilt uitschakelen, maar die via de PREOUT voorversterkeruitgangen wel wilt laten doorgaan, zet u de SPEAKERS FRONT schakelaar op "A", "B" of "A+B" en dan stelt u het onderdeel "OUTPUT" in het SPEAKER SET UP menu in op "PREOUT ONLY" (pagina 44). A+B* De luidsprekers die zijn aangesloten op zowel de SPEAKERS SURROUND A als de SPEAKERS SURROUND B aansluitbussen (9.1-kanaals weergave). Wanneer deze stand is gekozen, gelden de instellingen voor de achterluidsprekers A, gemaakt met de SPEAKER SET UP parameters, tevens voor de achterluidsprekers B. * Wanneer de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar in de "8Ω" stand staat, mogen er alleen luidsprekers worden aangesloten met een nominale impedantie van 16 ohm of meer. Wanneer de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar in de "4Ω" stand staat, mogen er alleen luidsprekers worden aangesloten met een nominale impedantie van 8 ohm of meer. Opmerkingen • De instellingen voor de achterluidsprekers (pagina 20) zijn afzonderlijk te maken voor de achterluidsprekers aangesloten op de SPEAKERS SURROUND A resp. de SPEAKERS SURROUND B aansluitingen. • Alvorens u de achterluidsprekers gaat instellen, kiest u eerst welk stel achterluidsprekers u wilt gebruiken. Andere bedieningsfuncties A Stel in op Voor weergave via Keuze van het achterluidsprekersysteem Stel de SPEAKERS SURROUND schakelaar in op het stel achterluidsprekers dat u wilt horen. Stel in op Voor weergave via A De luidsprekers die zijn aangesloten op de SPEAKERS SURROUND A aansluitbussen (7.1-kanaals weergave). B De luidsprekers die zijn aangesloten op de SPEAKERS SURROUND B aansluitbussen (5.1-kanaals weergave). De middenachterluidsprekers geven geen geluid. wordt vervolgd 51NL Opnemen Alvorens u gaat opnemen, dient u eerst nog even te controleren of alle aansluitingen in orde zijn. Opnemen op een audiocassette of minidisc Via deze versterker kunt u geluidsbronnen opnemen op cassette of op minidisc. Zie voor nadere aanwijzingen tevens de gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of minidisc-recorder. 1 2 Stel in op de geluidsbron die u wilt opnemen. Breng het weergave-apparaat in gereedheid voor afspelen. Plaats bijvoorbeeld de op te nemen compact disc in de CD-speler. 3 4 Plaats een voor opnemen geschikte cassette of minidisc in het opnameapparaat en stel zo nodig het opnameniveau in. Druk enkele malen op de REC OUT SELECTOR +/– toetsen om in te stellen op de ingangsbron (de af te spelen geluidsbron). De REC OUT SELECTOR +/– toetsen dienen alleen voor analoge weergave. Een digitaal uitgangssignaal is alleen beschikbaar voor de gewone SOURCE geluidsbron. Bovendien kunt u hierbij geen "i.LINK" geluidsbron kiezen. 5 Start het opnemen op het opnameapparaat en start dan de weergave van de geluidsbron. • De geluidssignalen die binnenkomen via de MULTI CHANNEL INPUT aansluitingen worden niet doorgegeven via de TAPE OUT of MD/DAT OUT aansluitingen, ook niet wanneer de MULTI CH IN functie wordt gebruikt. Alleen de analoge geluidssignalen van de huidige of eerder voor weergave gekozen geluidsbron worden uitgestuurd. • Wanneer de stand "OFF" is gekozen met de REC OUT SELECTOR +/– toetsen, worden er geen geluidssignalen doorgegeven via de TAPE OUT of MD/DAT OUT uitgangsaansluitingen. Opnemen op een videocassette Via deze versterker kunt u beelden opnemen vanaf een videorecorder, een televisietoestel of een laserdisc-speler. Ook bestaat de mogelijkheid om tijdens het bewerken van video-opnamen een nieuw geluidsspoor in te voegen vanaf een geluidsbron naar keuze. Zie voor nadere aanwijzingen tevens de gebruiksaanwijzing van uw videorecorder. 1 2 52NL Breng het weergave-apparaat in gereedheid voor afspelen. Leg bijvoorbeeld de op te nemen laserdisc in de laserdisc-speler. 3 4 5 Opmerkingen • U kunt geen digitale geluidssignalen opnemen met een opname-apparaat dat is aangesloten op de analoge TAPE OUT of MD/DAT OUT aansluitingen. Voor het opnemen van digitale signalen zult u een digitaal opname-apparaat moeten aansluiten op de MD/DAT OPTICAL OUT aansluitingen. • De instellingen die u voor weergave maakt zijn niet van invloed op de signalen die worden doorgegeven via de TAPE OUT of MD/DAT OUT aansluitingen. Stel in op de beeld/geluidsbron die u wilt opnemen. Plaats een voor opnemen geschikte videocassette in de videorecorder (VIDEO 1, VIDEO 2 of VIDEO 3) die u voor opnemen gebruikt. Druk enkele malen op de REC OUT SELECTOR +/– toetsen om in te stellen op de ingangsbron (de af te spelen geluidsbron). Start het opnemen op de opnamevideorecorder en start dan de weergave van de videocassette of de laserdisc die u wilt opnemen. Tip U kunt het geluid van elke gewenste geluidsbron opnemen op een videoband terwijl u een videocassette of een laserdisc kopieert. Zoek het punt op waar u het geluid van de geluidsbron wilt inlassen, stel in op de geluidsbron en start de weergave. Het geluid van het gekozen weergave-apparaat zal op het geluidsspoor van de videoband worden opgenomen in plaats van het oorspronkelijke geluidsspoor. Om terug te keren naar het oorspronkelijke geluidsspoor voor de rest van de video-opnamen, stelt u op dezelfde wijze weer in op de video-geluidsbron. Opmerkingen Het CONTROL A1II bedieningssysteem werd ontwikkeld om de bediening van een stereoinstallatie bestaande uit afzonderlijke Sony componenten te vereenvoudigen. De CONTROL A1II aansluitingen zijn in staat tot het doorgeven van bedieningssignalen voor diverse automatische functies die gewoonlijk alleen beschikbaar zijn in volledig geïntegreerde systemen. Op dit moment bieden de CONTROL A1II aansluitingen tussen een Sony CD-speler, versterker (of tuner/versterker), minidiscrecorder en cassettedeck de mogelijkheid van automatische geluidsbronkeuze. Opmerking Gebruik geen tweeweg-afstandsbediening wanneer de CONTROL A1II aansluitingen via een PC-interface aansluitset zijn verbonden met een personal computer waarop het "MD Editor" programma of een soortgelijk toepassingsprogramma draait. Gebruik ook de aangesloten apparatuur niet op een manier die niet overeenkomt met de functies van het toepassingsprogramma, want dan kan het programma niet naar behoren werken. Andere bedieningsfuncties • De analoge geluidssignalen van de gekozen geluidsbron worden uitgestuurd via de VIDEO 1 OUT, VIDEO 2 OUT of VIDEO 3 OUT aansluitingen. • U kunt geen digitale geluidssignalen opnemen met een opname-apparaat dat is aangesloten op de analoge VIDEO 1 OUT, VIDEO 2 OUT of VIDEO 3 OUT aansluitingen. Voor het opnemen van digitale signalen zult u een digitaal opname-apparaat moeten aansluiten op de VIDEO 1 OPTICAL OUT aansluitingen. Houd er rekening mee dat er alleen digitale ingangssignalen kunnen worden doorgegeven via de VIDEO 1 OPTICAL OUT uitgangsaansluiting. • Zorg dat er zowel digitale als analoge aansluitingen zijn gemaakt op de TV/SAT en DVD ingangen. Het is niet mogelijk analoge opnamen te maken als er alleen digitale aansluitingen zijn gemaakt. • Bepaalde geluidsbronnen kunnen zijn voorzien van een kopieerbeveiliging die het opnemen blokkeert. Een dergelijke geluidsbron zult u niet kunnen opnemen. • De geluidssignalen die binnenkomen via de MULTI CHANNEL IN aansluitingen worden niet doorgegeven via de VIDEO 1 OUT, VIDEO 2 OUT of VIDEO 3 OUT aansluitingen, ook niet wanneer de MULTI CH IN functie wordt gebruikt. Alleen de analoge geluidssignalen van de huidige of eerder voor weergave gekozen geluidsbron worden uitgestuurd. CONTROL A1II Bedieningssysteem CONTROL A1II en CONTROL A1 compatibiliteit Het CONTROL A1 bedieningssysteem is uitgebracht in een vernieuwde versie, CONTROL A1II genaamd, hetgeen het standaard bedieningssysteem is voor de Sony 300-disc CD-wisselaar en andere recente Sony apparatuur. Componenten met CONTROL A1 bedieningsaansluitingen en die met CONTROL A1II aansluitingen zijn onderling te verbinden en samen te gebruiken. In principe zijn de meeste functies van het CONTROL A1 bedieningssysteem ook beschikbaar in het nieuwe CONTROL A1II bedieningssysteem. Bij een onderlinge verbinding tussen componenten met CONTROL A1 aansluitingen en die met CONTROL A1II aansluitingen kan het aantal beschikbare bedieningsfuncties echter beperkt zijn, afhankelijk van de aangesloten apparatuur. Nadere bijzonderheden vindt u in de gebruiksaanwijzing(en) van de aan sluiten apparatuur. wordt vervolgd 53NL Als u beschikt over een Sony CD-wisselaar met een COMMAND MODE keuzeschakelaar Als de COMMAND MODE schakelaar van uw CD-wisselaar kan worden ingesteld op CD 1, CD 2 of CD 3, zet u deze dan in de "CD 1" stand en sluit de CD-wisselaar aan op de CD ingangen van de versterker (of tuner/versterker). Als u echter een Sony CD-wisselaar met VIDEO OUT aansluitingen heeft, dan u zet de COMMAND MODE schakelaar in de "CD 2" stand en sluit u de CD-wisselaar aan op de VIDEO 2 ingangen van de versterker (of tuner/ versterker). Aansluitingen U kunt maximaal 10 voor het CONTROL A1II systeem geschikte componenten onderling doorverbinden, in elke gewenste volgorde. Van elk type apparaat kunt u er echter slechts één tegelijk aansluiten (dus slechts 1 CD-speler, 1 minidisc-recorder, 1 cassettedeck en 1 versterker). (Afhankelijk van het model kan het wel eens mogelijk zijn meer dan één compact disc speler of minidisc-speler aan te sluiten. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de betreffende componenten.) Bijvoorbeeld Versterker CDMinidisc- Cassette- Andere (Tuner/ speler recorder deck componenten versterker) Bij het CONTROL A1II bedieningssysteem verlopen de bedieningssignalen beide kanten op, dus er is geen verschil tussen IN en OUT aansluitingen. Als een component meer dan een CONTROL A1II aansluiting heeft, kunt u naar keuze één hiervan gebruiken, of op elk ervan een verschillende geluidscomponent aansluiten. Bij sommige voor het CONTROL A1 systeem geschikte componenten wordt een aansluitsnoer vast bijgeleverd. Dan kunt u voor het aansluiten gebruik maken van dat aansluitsnoer. Heeft u zo'n snoer niet, gebruik dan een los in de audiohandel verkrijgbaar ministekker-snoer van minder dan 2 meter lengte met 2-polige (mono) ministekkers, zonder weerstand. 54NL Basis-bedieningsfuncties De ingangskeuzeschakelaar van de versterker schakelt automatisch over naar de juiste ingangsbron wanneer u de weergavetoets op een van de aangesloten componenten indrukt (automatische geluidsbron-keuze). De CONTROL A1II bedieningsfuncties zullen werken zolang de te bedienen apparatuur is ingeschakeld, ook al staan de andere aangesloten componenten alle uitgeschakeld. Opmerking Tijdens het opnemen kunt u beter niet het afspelen starten van een andere component dan de opnamebron. Hierdoor zou namelijk de automatische geluidsbronkeuze overschakelen op de andere component. i.LINK aansluiting LINC vindt de volgende communicatie plaats tussen de twee betrokken i.LINK componenten. Bijvoorbeeld: Deze versterker legt een LINC met de SCD-XA9000ES. Stel in op i.LINK met de INPUT SELECTOR keuzeschakelaar van dit apparaat en zet de speler in de i.LINK weergavestand. 1Deze versterker stuurt een verzoek en de gegevens voor een pad aan de SCD-XA9000ES, zodat die het geluidssignaal via dat pad kan verzenden. TA-DA9000ES SCD-XA9000ES 2 < Opmerkingen • Als er een metalen voorwerp in de i.LINK aansluitbus terechtkomt, kan dit kortsluiting veroorzaken waardoor de apparatuur defect kan raken. • Steek alle stekkers stevig in de aansluitbussen, om storing in de werking te vermijden. • Nadere informatie over de geschikte signalen vindt u op pagina 60. Deze versterker is niet geschikt voor speciale videosignalen als DV, MICROMV, of MPEG-TS. Sommige i.LINK apparaten zijn voorzien van een kopieerbeveiligingssysteem of werken met encryptie voor versleutelde signalen. Deze versterker werkt met het kopieerbeveiligingssysteem van DTLA (Rivisie 1.2). • De klankbeelden en de LIP SYNC synchronisatie (pagina 41) zullen niet werken wanneer er DSD signalen bij de versterker binnenkomen. 1 , 2De SCD-XA9000ES beantwoordt het verzoek van de component om een LINC te leggen en een pad te banen. De digitale overdracht van geluidssignalen is pas mogelijk nadat de bovenstaande uitwisseling heeft plaatsgevonden en de LINC communicatie is geopend. Opmerkingen De LINC communicatie zal worden onderbroken in de volgende gevallen. – Als de i.LINK kabel losraakt of tussendoor opnieuw wordt aangesloten. – Als er wordt overgeschakeld naar een andere ingangsbron. Andere bedieningsfuncties Als u beschikt over de i.LINK component SCD-XA9000ES, kunt u die aansluiten op deze versterker met een i.LINK kabel (bijgeleverd bij de SCD-XA9000ES). Deze versterker is alleen geschikt voor een directe i.LINK verbinding met de SCD-XA9000ES. Als u i.LINK verbindingen maakt met de SCD-XA9000ES via andere apparatuur, dan zijn de i.LINK verbindingen met die andere apparatuur niet zonder meer gegarandeerd. Verbinding leggen met een LINC Voordat er een geluidssignaal kan worden verzonden tussen twee i.LINK componenten, moeten ze eerst een LINC (Logical INterface Connection) met elkaar leggen, d.w.z. een weg banen waarlangs de ene component het geluidssignaal kan verzenden en de andere component het kan ontvangen. De LINC leggen is dit logische pad banen voor de overdracht van digitale geluidssignalen tussen de twee componenten. Elk logisch pad heeft zijn eigen identificatienummer. Aangezien de component die het geluidssignaal verzendt eerst het juiste pad ervoor moet kennen en de ontvangende component eveneens, zullen de beide componenten samen een pad moeten overeenkomen. Tijdens het leggen van een 55NL Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Veiligheid Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terechtkomen, trekt u dan de stekker van de versterker uit het stopcontact en laat het apparaat eerst nakijken door bevoegd vakpersoneel, alvorens het weer in gebruik te nemen. Stroomvoorziening • Controleer, alvorens de versterker in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje op het achterpaneel van de versterker. • Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit, blijft er spanning op het apparaat staan, ook al is de versterker zelf uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt de versterker geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken; trek nooit aan het snoer. • (Alleen voor de modellen met landcode U of CA) Een van de stekkerpoten van het netsnoer kan dikker zijn dan de andere, om te zorgen dat de stekker slechts op één manier in het stopcontact past. Mocht de stekker echter niet in het stopcontact passen, raadpleeg dan uw audio-handelaar. • Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten. Hitte in het inwendige Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan worden, wijst dat niet op storing in de werking. Vooral bij afspelen op hoog volume kunnen de boven-, onderen zijpanelen na verloop van tijd heet worden. Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan. Opstelling • Zet de versterker op een goed geventileerde plaats, met voldoende luchtdoorstroming om de inwendige onderdelen te koelen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. • Plaats de versterker niet dichtbij een warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd plaatsen met veel stof, vocht en mechanische trillingen of schokken. • Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatieopeningen zou kunnen blokkeren, in het belang van een storingsvrije werking. 56NL • Plaats de versterker niet te dicht bij een TV-toestel, videorecorder of cassettedeck. (Als u de versterker gebruikt in combinatie met een TV-toestel, videorecorder of cassettedeck dat te dichtbij staat, kan er storing klinken en kan de beeldkwaliteit minder worden. Dat kan vooral gebeuren als u gebruik maakt van een kamerantenne. Daarom willen we u aanraden zo mogelijk een buitenantenne aan te sluiten.) Aansluiten Voor het maken van enige aansluiting, schakelt u eerst de versterker uit en trekt u de stekker uit het stopcontact. Schoonmaken Reinig de behuizing, het voorpaneel en de bedieningsorganen met een zachte doek, licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen oplosmiddelen zoals wasbenzine of spiritus. Mocht u verder nog vragen of problemen met de bediening van de versterker hebben, aarzel dan niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Verhelpen van storingen Als bij het gebruik van de versterker een van de volgende problemen zich voordoet, neemt u dan de controlepunten even door om het probleem te verhelpen. Mocht de storing niet zo gemakkelijk te verhelpen zijn, raadpleeg dan a.u.b. de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Een bepaalde geluidsbron is niet te horen. • Controleer of de geluidsbron juist is aangesloten op de audio-ingangen voor het betreffende apparaat. • Controleer of alle stekkers van de aansluitsnoeren stevig in de stekkerbussen zitten, zowel bij de versterker als bij het geluidsbron-apparaat zelf. Er komt geen geluid uit een van de voorluidsprekers. • Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES stekkerbus om te controleren of de hoofdtelefoon wel goed geluid geeft. Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts via één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis zijn met de aansluitingen van het weergave-apparaat op de versterker. Controleer dan of alle stekkers van het aansluitsnoer aan beide uiteinden, op de versterker en de geluidsbron zelf, stevig in de stekkerbussen zijn gestoken. Als bij de aangesloten hoofdtelefoon wel via beide kanalen geluid te horen is, kan er iets mis zijn met de aansluitingen van een voorluidspreker op de versterker. Controleer dan de aansluitingen van de luidspreker die geen geluid geeft. • Controleer of u geen mono geluidsbron hebt aangesloten op alleen de linker of rechter L of R Er klinkt niet of nauwelijks geluid. • Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. • Controleer of er wel is ingesteld op de juiste geluidsbron met de INPUT SELECTOR knop. • Controleer of de SPEAKERS schakelaar niet op "OFF" staat (pagina 50). • Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten. • Druk op de MUTING toets van de afstandsbediening om de geluiddemping ongedaan te maken. • Als u alleen heel zacht geluid hoort, controleert u dan of de NIGHT MODE compressie is ingeschakeld (pagina 32). • De automatische beveiliging van de versterker is in werking getreden. Schakel de versterker uit, verhelp de kortsluiting en schakel het apparaat weer in. Aanvullende informatie Er wordt geen geluid weergegeven, van geen enkele geluidsbron. • Controleer of de versterker en de andere apparaten allemaal zijn ingeschakeld. • Controleer of de MASTER VOLUME knop niet in de –∞ dB stand staat. • Controleer of de SPEAKERS schakelaar niet op "OFF" staat (pagina 50). • Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. • Druk op de MUTING toets van de afstandsbediening om de geluiddemping ongedaan te maken. • Controleer of het onderdeel "OUTPUT" in het SURR SET UP akoestiek-instelmenu akoestiekmenu niet op "ALL ON" is ingesteld. ingang. Gebruik een mono-stereo verloopsnoer (niet bijgeleverd) en sluit dit aan op zowel de L als de R ingangsaansluiting. Overigens zal een middenluidspreker geen geluid geven wanneer er een bepaald klankbeeld (PRO LOGIC e.d.) is gekozen. En als er voor de middenluidspreker de stand "NO" is gekozen, zullen alleen de linker en rechter voorluidsprekers geluid geven. Er wordt geen geluid weergegeven van analoge 2-kanaals geluidsbronnen. • Controleer of de DIGITAL ASSIGN toewijzing niet is gebruikt om een digitale geluidsbron toe te wijzen aan deze ingangskeuzestand (pagina 35). • Controleer of de INPUT MODE schakelaar niet op "COAXIAL FIXED" of "OPTICAL FIXED" staat voor de gekozen geluidsbron (pagina 36). • Controleer of de MULTI CH IN meerkanaalsfunctie wel is ingeschakeld. Er klinkt geen geluid bij afspelen van digitale geluidsbronnen (via de COAXIAL of OPTICAL ingangsaansluiting). • Controleer of de DIGITAL ASSIGN toewijzing niet is gebruikt om de digitale geluidsbron van de gekozen ingangskeuzestand over te hevelen naar een andere ingangskeuzestand (pagina 35). • Controleer of de INPUT MODE schakelaar niet op "ANALOG 2CH FIXED" staat (pagina 36). Controleer of de INPUT MODE ingangskeuze niet staat ingesteld op "COAXIAL FIXED" voor een geluidsbron die is aangesloten op de OPTICAL ingangsaansluiting, of op "OPTICAL FIXED" voor een geluidsbron die is aangesloten op de COAXIAL ingangsaansluiting. wordt vervolgd 57NL • Controleer of de MULTI CH IN meerkanaalsfunctie wel is ingeschakeld. Er klinkt geen geluid wanneer de i.LINK ingangsstand is gekozen. • Controleer of het betrokken i.LINK apparaat naar behoren is aangesloten. • Controleer of de SCD-XA9000ES wel staat ingesteld op het doorgeven van signalen via de i.LINK aansluiting. De weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld. • Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. • Stel de weergave evenwichtig in met de parameters van het LEVEL menu. Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden. • Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. • Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een transformator of een motor en ten minste 3 meter van een TV-toestel of tl-verlichting. • Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de buurt van een ingeschakeld TV-toestel. • Zorg dat er geen apparatuur als een videorecorder of een cassettedeck bovenop de versterker staat. • Sluit een aardingsdraad aan op de U SIGNAL GND platenspeler-aardaansluiting (maar alleen als er inderdaad een platenspeler is aangesloten). • Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil. Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus of zuivere alcohol. De middenluidspreker geeft geen geluid. • Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld (druk op de A.F.D., MOVIE of MUSIC toets). • Kies een van de CINEMA STUDIO EX klankbeelden (pagina 31). • Stel de geluidssterkte van de luidspreker(s) wat hoger in (pagina 37). • Zorg dat de parameter voor het middenluidsprekerformaat staat ingesteld op "SMALL" of "LARGE" (pagina 20). De achterluidsprekers/ middenachterluidsprekers geven niet of nauwelijks geluid. • Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld (druk op de A.F.D., MOVIE of MUSIC toets). • Kies een van de CINEMA STUDIO EX klankbeelden (pagina 37). • Stel de geluidssterkte van de luidspreker(s) wat hoger in (pagina 23). 58NL • Zorg dat de parameter voor het luidsprekerformaat staat ingesteld op "SMALL" of "LARGE" (pagina 20). De middenachterluidspreker(s) geeft/geven geen geluid. • Sommige discs bevatten niet het vereiste Dolby Digital EX vlagsignaal, ook al staat op de verpakking wel een Dolby Digital EX beeldmerk. In dat geval zal de stand "MATRIX" het best voldoen (pagina 34). De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid. • Als er voor alle luidsprekers de stand "LARGE" is gekozen en bovendien het "Neo:6 Cinema" of "Neo:6 Music" klankbeeld is gekozen, zal de lagetonenluidspreker geen geluid geven. Het akoestiekeffect werkt niet. • Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld (druk op de A.F.D., MOVIE of MUSIC toets). • De klankbeeldfuncties werken niet voor signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz. Er wordt geen Dolby Digital of DTS meerkanaals-geluid weergegeven. • Controleer of de afgespeelde DVD disc e.d. wel is voorzien van Dolby Digital of DTS meerkanaalsgeluid. • Bij aansluiten van een DVD videospeler e.d. op de digitale ingangsaansluitingen van deze versterker dient u ook te zorgen dat de audio-instellingen (voor de geluidsweergave) van het aangesloten apparaat goed zijn ingesteld. Het opnemen lukt niet. • Controleer of de betrokken apparaten naar behoren zijn aangesloten. • Kies de op te nemen geluidsbron met de REC OUT SELECTOR +/– keuzetoetsen. Op het TV-scherm of de videomonitor is geen beeld of slechts een onduidelijk beeld zichtbaar. • Stel de versterker op de juiste beeld/geluidsbron in. • Stel het TV-toestel in op de gewenste beeldweergave. • Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de buurt van een ingeschakeld TV-toestel. • Sluit uw TV-toestel op de tuner/versterker aan met hetzelfde type aansluitsnoer als toegepast is voor het aansluiten van de tuner/versterker en de videobron-apparatuur (pagina 7 en 10). Afstandsbediening Foutmeldingen Als er een storing optreedt, toont het uitleesvenster een code van twee cijfers en een mededeling. Aan de mededeling kunt u de toestand van het systeem aflezen. Lees de onderstaande beschrijvingen om het probleem op te lossen. Mocht de storing niet zo gemakkelijk te verhelpen zijn, raadpleeg dan a.u.b. de dichtstbijzijnde Sony handelaar. PROTECTOR/CHECK CODE 21 Schakel de versterker uit en raadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. PROHIBITED/CHECK CODE 71 De weergave van het geluid wordt geblokkeerd door een auteursrechtbeveiliging. UNKNOWN SIGNAL/CHECK CODE 72 De versterker is niet in staat het formaat van het ingangssignaal te ontcijferen. Pagina's met aanwijzingen voor het wissen van het geheugen van de versterker Voor wissen van Leest u Alle geheugen-instellingen pagina 18 De zelf aangepaste klankbeelden pagina 38 Aanvullende informatie De afstandsbediening werkt niet. • Richt de afstandsbediening recht op de afstandsbedieningssensor voorop de versterker. • Verwijder eventuele obstakels tussen de afstandsbediening en de versterker. • Als de batterijen in de afstandsbediening leeg kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe. • Zorg dat de bedieningsstand van de versterker overeenkomt met de bedieningsstand van de afstandsbediening. Als de bedieningsstand van de versterker niet overeenkomt met die van de afstandsbediening, zal de versterker niet reageren op de afstandsbediening. Om de bedieningsstand van de afstandsbediening om te schakelen, drukt u op de ?/1 toets terwijl u de INPUT MODE toets ingedrukt houdt. Telkens wanneer u op de ?/1 toets drukt, wordt de bedieningsstand omgeschakeld tussen "C.MODE. AV2" en "C.MODE. AV1". (De oorspronkelijke instelling is "C.MODE. AV2".) • Let op dat u op de afstandsbediening de juiste beeld/geluidsbron hebt gekozen. PROTECTOR/CHECK CODE 13 Het voedingsgedeelte is oververhit geraakt. Controleer of de ventilatiesleuven niet zijn afgedekt. Schakel de versterker uit, laat het apparaat een tijdje afkoelen en schakel het dan weer in. DECODE ERROR/CHECK CODE 01 Deze foutmelding verschijnt als de versterker een signaal niet kan decoderen (bijvoorbeeld een DTSCD signaal) terwijl het onderdeel "DEC. PRIORITY" in het CUSTOMIZE menu is ingesteld op "PCM". Schakel dan over naar "AUTO". PROTECTOR/CHECK CODE 11 De luidsprekers krijgen een onregelmatige stroom door. Schakel de versterker uit, maak de luidsprekeraansluitingen in orde en schakel het apparaat weer in. PROTECTOR/CHECK CODE 12 Het versterkergedeelte is oververhit geraakt. Controleer of de ventilatiesleuven niet zijn afgedekt. Schakel de versterker uit, laat het apparaat een tijdje afkoelen en schakel het dan weer in. 59NL 2) Gemeten onder de volgende omstandigheden: Technische gegevens Landcode Stroomvereiste CEL 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Versterker-gedeelte UITGANGSVERMOGEN Nominaal uitgangsvermogen bij stereo weergave1) (8 ohm, 20 Hz – 20 kHz, THV 0,15%) 200 W + 200 W (4 ohm, 20 Hz – 20 kHz, THV 0,15%) 220 W + 220 W Referentie-uitgangsvermogen (8 ohm, 1 kHz, THV 0,09%) FRONT2): 200 W + 200 W CENTER2): 200 W SURR2): 200 W + 200 W SURR BACK2): 200 W + 200 W (4 ohm, 1 kHz, THV 0,09%) FRONT2): 220 W + 220 W CENTER2): 220 W SURR2): 220 W + 220 W SURR BACK2): 220 W + 220 W Nominaal maximaal beschikbaar uitgangsvermogen bij stereo weergave1) (aan 8 ohm, JEITA norm) 260 W + 260 W (aan 4 ohm, JEITA norm) 320 W + 320 W Nominaal maximaal beschikbaar uitgangsvermogen bij Surround Sound weergave (aan 8 ohm, JEITA norm) FRONT2): 260 W + 260 W CENTER2): 260 W SURR2): 260 W + 260 W SURR BACK2): 260 W + 260 W (aan 4 ohm, JEITA norm) FRONT2): 320 W + 320 W CENTER2): 320 W SURR2): 320 W + 320 W SURR BACK2): 320 W + 320 W TW 110 V wisselstroom, 60 Hz KR 230 V wisselstroom, 60 Hz Frequentiebereik PHONO RIAA aanpassingscurve ±0,5 dB Eindversterkertrap 10 Hz – 50 kHz ± 3 dB (8 ohm) Ingangen (Analoog) PHONO Gevoeligheid: 3,5 mV Impedantie: 50 kOhm Signaal/ruis3): 90 dB (A, 40 mV4)) CD/SACD, TAPE, MD/DAT, DVD, LD, TV/SAT, VIDEO 1, 2, 3, 4, 5 Gevoeligheid: 170 mV Impedantie: 50 kOhm Signaal/ruis3): 100 dB (A, 2 V4)) 3) Ingang kortgesloten en vast ingesteld op VOL MAX. 4) Gewogen netwerk + 20 kHz LPF, ingangsniveau. Ingangen (Digitaal) CD/SACD, DVD, LD, Impedantie: 75 ohm VIDEO 1, TV/SAT Signaal/ruis: 100 dB (Coaxial) (A netwerk, 20 kHz laagdoorlaatfilter) CD/SACD, DVD, LD, Signaal/ruis: 100 dB TV/SAT, MD/DAT, (A netwerk, 20 kHz VIDEO1, 3 (Optisch) laagdoorlaatfilter) Uitgangen TAPE, MD/DAT Spanning: 170 mV (REC OUT), VIDEO Impedantie: 2,2 kOhm 1, 2, 3 (AUDIO OUT) FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R, SURROUND BACK L/R, SUB WOOFER Spanning: 2 V Impedantie: 220 ohm EQUALIZER 1) Afhankelijk van de klankbeeld-instellingen en de geluidsbron kan er soms geen geluid worden weergegeven. 60NL Versterking ±10 dB, in stapjes van 1 dB Video-gedeelte Bijgeleverd toebehoren Ingangen/uitgangen Video: S-video: Netsnoer (1) Snelstartgids (1) Afstandsbediening RM-LJ312 (1) Gebruiksaanwijzing voor de RM-LJ312 (1) R6 (AA-formaat) batterijen (3) 1 Vt-t, 75 ohm Y: 1 Vt-t, 75 ohm C: 0,286 Vt-t, 75 ohm COMPONENT VIDEO:Y: 1 Vt-t, 75 ohm PB/CB/B-Y: 0,7 Vt-t, 75 ohm PR/CR/R-Y: 0,7 Vt-t, 75 ohm 80 MHz HD doorlaat Zie voor nadere bijzonderheden over de landcode van uw uitvoering zie pagina 2. i.LINK gedeelte Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. Aanvullende informatie Aansluitcontacten 4-polig Communicatiesnelheid S200 (maximale snelheid voor gegevensoverdracht 200 Mb/sec) Communicatieprotocol A/M transmissieprotocol Geschikte formaten (ingangssignaal) Super Audio CD* (DSD PLAIN) 2-kanaals lineaire PCM (IEC-60958-3) Bemonsteringsfrequentie: 44,1 kHz * Deze versterker werkt met het kopieerbeveiligingssysteem van DTLA (Revisie 1.2). Algemeen Stroomvoorziening Landcode Stroomvereiste CEL 230 V wisselstroom, 50/60 Hz TW 110 V wisselstroom, 60 Hz KR 220 V wisselstroom, 60 Hz Stroomverbruik 600 W Stroomverbruik (in de ruststand) 1W Netstroomuitgangen Landcode Netstroomuitgangen CEL 1 uitschakelbaar, maximaal 100 W KR, TW – (geen netstroomuitgang) Afmetingen 430 × 238 × 480 mm incl. uitstekende onderdelen en knoppen 28,5 kg Gewicht (ca.) 61NL Bedieningsorganen en verwijzingspagina's Gebruik van deze pagina Via deze pagina en de afbeelding kunt u de diverse knoppen en andere onderdelen vinden die in de tekst vermeld staan. Nummer in afbeelding r DISPLAY wd (25) R R Naam van knop/onderdeel Verwijzingspagina Hoofdapparaat ALFABETISCHE VOLGORDE A.F.D. 7 (29, 30, 32) BASS ej (39) DECODE PRIORITY wf (42) Digital Cinema Sound aanduiding 5 DIMMER qh DIRECT wg (33) DIRECT aanduiding 2 DISPLAY wd (25) ENTER wa (35, 49) Infrarood-ontvanger qg Ingangsaanduidingen qf INPUT MODE qs (36) INPUT SELECTOR qa (24, 36, 49) MAIN MENU ed (19, 25, 35, 37, 39, 48, 49) MASTER VOLUME q; (24) MENU ea (19, 25, 35, 37, 39, 48, 49) MOVIE 8 (31) MULTI CH IN 1/2 wh (25) MULTI CHANNEL DECODING aanduiding qd MUSIC 9 (32, 38) NIGHT MODE qk ON SCREEN ql PHONES hoofdtelefoonaansluiting eh REC OUT SELECTOR +/– wk SB DEC aanduiding 4 SLEEP qj SPEAKERS FRONT schakelaar ef (51) SPEAKERS SURROUND schakelaar es (51) SURR BACK DECODING wj (33) 62NL TEST TONE w; TREBLE eg (39) Uitleesvenster 3 (25) USER PRESET ws (48) VIDEO 5 INPUT aansluitingen wl (12) KNOPPEN MET CIJFERS EN SYMBOLEN 2CH 6 (29) ?/1 (aan/uit-schakelaar) 1 –/+ e; (19, 35, 37, 39, 48, 49) Index B L Bandopnamen. Zie Opnemen Bijgeleverd toebehoren 61 Bijregelen CUSTOMIZE bijregelparameters 40 EQUALIZER toonregelparameter 39 LEVEL niveau-parameter 37, 45, 47 luidsprekerniveau 23 SPEAKER SET UP luidsprekerinstelparameters 19, 43 SURR SET UP klankbeeldinstelparameters 37 LEVEL niveau-instelmenu 45, 47 Luidsprekers aansluiten 13 impedantie 13, 15 luidsprekerniveaus bijregelen 23 opstelling 13 C CONTROL A1 II 53 CUSTOMIZE bijregelmenu 40 D Digital Cinema Sound 31 E Effectniveau 37 EQUALIZER menu 39 H Het geheugen van de versterker wissen 18 N Naamgeving 49 O Omschakelen aanduidingen 25 effectniveau 37 Opnemen op een audiocassette of minidisc 52 op een videocassette 52 S Scheidingsfilterfrequentie 44 Sluimerfunctie 50 SPEAKER SET UP luidsprekerinstelmenu 19, 43 SURR SET UP klankbeeldinstelmenu 37, 45 T Testtoon 23 K Keuze beeld/geluidsbron 24 voorluidsprekersysteem 50 Keuze van een klankbeeld 31–32 Klankbeeld kiezen 31–32 terugstellen 38 voorgeprogrammeerd 31– 32 zelf aanpassen 37 64NL V Video-opname. Zie Opnemen Z Zelfgekozen namen. Zie Naamgeving Zendernamen. Zie Naamgeving
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188

Sony TA-DA9000ES de handleiding

Categorie
Lcd-tv's
Type
de handleiding