Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag
u de ventilatie-openingen van het apparaat niet
afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d.
Plaats nooit een brandende kaars bovenop het
apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u nooit een met vloeistof gevuld
voorwerp, zoals een vaas, een glas of beker op het
apparaat zetten.
Gooi de batterij niet weg maar
lever daze in als klein chemisch
afval (KCA).
Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten
ruimte zoals een boekenkast of een inbouwkast.
Deze stereo-installatie is voorzien van Dolby* Digital
en Pro Logic Surround akoestiek en het DTS**
Digital Surround akoestieksysteem.
* Onder licentie van Dolby Laboratories.
De namen “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbele-D
symbool zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
** “DTS” en “DTS Digital Surround” zijn
gedeponeerde handelsmerken van handelsmerken
van Digital Theater Systems, Inc.
2NL
Inhoudsopgave
Directe afstemming ............................. 32
Automatische afstemming ................... 33
Geheugenafstemming .......................... 33
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)1) .......................................... 35
Lijst van bedieningstoetsen
en referentiepagina’s
Hoofdtoestel .......................................... 5
Aansluiten van de apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren ........................ 6
Aansluiten van de antennes ................... 7
Aansluiten van audio-apparatuur ........... 8
Aansluiten van video-apparatuur ........... 9
Aansluiten van digitale apparatuur ...... 10
Meerkanaals-ingangsaansluitingen ..... 12
Andere aansluitingen ........................... 13
Aansluiten en opstellen van
de luidsprekers
Luidspreker-aansluitingen ................... 15
Voorbereidingen treffen voor
weergave ....................................... 17
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek ........................ 17
Controleren van de aansluitingen ........ 22
Basisbediening
Keuze van het weergave-apparaat ....... 23
Keuze van de aanduidingen in het
uitleesvenster ................................. 24
Andere bedieningsfuncties
Naamgeving van voorkeurzenders en
beeld/geluidsbronnen .................... 37
Opnemen ............................................. 37
Automatisch uitschakelen met de
sluimerfunctie ................................ 38
Instellingen met de SET UP toets ........ 38
CONTROL A1 bedieningssysteem .. 39
Gebruik van de
afstandsbediening RM-PP4112)
Voor u de afstandsbediening gebruikt .... 42
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen ............... 42
Kies de werkingsstand van de
afstandsbediening ............................ 45
Afstandsbediening programmeren ......... 46
Gebruik van de
afstandsbediening RM-U305C3)
Voor u de afstandsbediening gebruikt ... 49
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen ............. 49
Aanpassen van de fabrieksinstelligen
van de componentkeuzetoetsen ..... 52
Genieten van Surround Sound
akoestiek
Ingangsaudiosignaal automatisch
decoderen ...................................... 25
Keuze van een klankbeeld ................... 25
Alleen met de voorluidsprekers
(2-kanaals Stereo) .......................... 27
Multikanaals stereo-gelvid
(Dolby Pro Logic ) ..................... 27
Betekenis van de meerkanaals Surround
aanduidingen ................................. 28
Bijregelen van de klankbeelden .......... 29
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ......................... 53
Verhelpen van storingen ...................... 53
Technische gegevens ........................... 56
Tabel voor de instellingen met de SURR,
LEVEL, EQ en SET UP toetsen ..... 59
Instelbare parameters voor elk van de
klankbeelden ................................. 60
1)
Radio-ontvangst
Automatisch voorinstellen van FM
zenders in alfabetische volgorde
(AUTOBETICAL)1) ...................... 32
NL
2)
3)
Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK.
Alleen voor de modellen met landcode U, CA.
Uitgezonderd de modellen met landcode U, CA.
3NL
Betreffende deze
gebruiksaanwijzing
Betreffende de bijgeleverde
afstandsbediening
De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor de
modellen STR-DE685. Controleer uw modelnummer,
dat rechtsonder op het voorpaneel staat vermeld.
Voor RM-PP411 (Alleen voor de
modellen met landcode U, CA)
Omtrent de landcodes
Over welke uitvoering van dit apparaat u beschikt,
is afleesbaar aan de landcode die staat vermeld
onderaan op het achterpaneel (zoals in de
onderstaande afbeelding).
Y
R
R
L
FRONT B
VIDEO
SPEAKERS IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
L
R
CENTER
EAKERS IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
Voor RM-U305C (Uitgezonderd de
modellen met landcode U, CA)
De TV/SAT en PHONO toetsen op de
afstandsbediening zijn niet beschikbaar.
L
PB B-Y
PR R-Y
NITOR
OUT
De TV/SAT, PHONO, SOURCE, MPX/
DUAL, ANALOG DIRECT, 12 en ON
SCREEN toetsen op de afstandsbediening zijn
niet beschikbaar.
AC OUTLET
FRONT A
4-XXX-XXX-XX AA
Landcode
Verschillen in bediening die samenhangen met de
landcode staan in de tekst duidelijk aangegeven,
zoals bijvoorbeeld “alleen voor de modellen met
landcode AA”.
Uitleg
De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de
bediening met de toetsen op de tuner/versterker zelf.
U kunt echter ook de toetsen van de bijgeleverde
afstandsbediening gebruiken, met dezelfde of
soortgelijke namen als die op de tuner/versterker.
Voor meer informatie omtrent het gebruik van uw
afstandsbediening, zie
• pagina 42–48 voor RM–PP411 (Alleen voor de
modellen met landcode U, CA).
• pagina 49–52 voor RM–U305C (Uitgezonderd de
modellen met landcode U, CA)
Demonstratiefunctie
De demonstratiefunctie wordt automatisch
geactiveerd wanneer u het apparaat de eerste maal
inschakelt. Wanneer de demonstratie begint,
verschijnt in het uitleesvenster de volgende
mededeling:
“NOW DEMONSTRATION MODE IF
YOU FINISH DEMONSTRATION
PLEASE PRESS POWER KEY WHILE
THIS MESSAGE APPEARS IN THE
DISPLAY THANK YOU”
Annuleren van de demonstratiefunctie
Druk op ?/1 om de tuner/versterker uit te
schakelen terwijl bovenstaande mededeling in het
uitleesvenster wordt getoond. De volgende keer
dat u het apparaat inschakelt, zal de
demonstratiefunctie niet geactiveerd worden.
Activeren van de demonstratiefunctie
Houd de SET UP toets ingedrukt en druk dan op de
?/1 toets om de tuner/versterker in te schakelen.
Opmerkingenen
• Wanneer de tuner/versterker een demonstratie
geeft, wordt het geheugen gewist. Zie “Het
geheugen van de tuner/versterker wissen” op
blz. 17 voor nadere bijzonderheden betreffende
hetgeen er gewist wordt.
• Er is geen geluid wanneer de
demonstratiefunctie is geactiveerd.
• U kunt de demonstratie niet annuleren wanneer
u niet op ?/1 hebt gedrukt terwijl het
bovenstaande bericht zichtbaar was. Om de
demonstratie te annuleren nadat het
bovenstaande bericht is verschenen, drukt u
tweemaal op ?/1 om de demonstratie opnieuw
te activeren. Druk dan op ?/1 terwijl het
bovenstaande bericht zichtbaar is.
4NL
Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s
Illustratienummer
r
Aan de hand van deze pagina vindt u de toetsen en
andere systeemonderdelen die in de tekst vermeld staan.
NAME
qf (37)
R
R
Naam toets/onderdeel Referentiepagina
Hoofdtoestel
ALFABETISCHE VOLGORDE
0–9
2 CH ea (27)
A–D
A.DEC ed (25, 27)
AM (Uitgezonderd de modellen
met landcode CEL, CEK) ej
(32, 33)
AUX wj (23)
CD/SACD wd (23)
CINEMA STUDIO EX A,B,C qh
(26)
Digital Cinema Sound (indicator)
qj (25)
DIMMER 5 (24)
DISPLAY 4 (24, 35, 55)
DVD/LD wh (23)
E–K
ENTER ef (37)
EQ 9 (31, 59)
EQUALIZER qk (31)
FM (Uitgezonderd de modellen
met landcode CEL, CEK) ek
(32, 33)
1 23 4 5 6 7
rs
FM/AM (Alleen voor de modellen
met landcode CEL, CEK) ej
(32, 33)
FM MODE (Alleen voor de
modellen met landcode CEL,
CEK) ek , (Uitgezonderd de
modellen met landcode CEL,
CEK) el (33)
INPUT MODE ql (23)
IR (ontvanger) (Infraroodontvanger) 6 (42, 49, 55)
Instelknop eh (18, 29, 31, 37, 38)
L–O
LEVEL qs (18, 22, 29, 59)
MASTER VOLUME wk (22, 53)
MD/TAPE wa (23)
MEMORY ra (32, 34)
MODE es (26, 31, 54)
MULTI CHANNEL DECODING
(indicator) qa (23)
MULTI CH IN e; (23)
MUTING wl (24, 53)
NAME qf (37)
P–S
PRESET TUNING +/–
(Uitgezonderd de modellen met
landcode CEL, CEK) 7 (34, 57)
PTY (Alleen voor de modellen met
landcode CEL, CEK) el (35)
SET UP qd (4, 18, 38, 59)
SHIFT r; (34)
SPEAKERS A/B 2 (24, 29, 53)
SURR 0 (29, 59)
T–Z
TUNER wg (23, 33, 34, 37)
TUNING +/– 8 (33)
Uitleesvenster qg (24)
VIDEO 1 w; (23)
VIDEO 2 ws (23)
VIDEO 3 wf (23)
VIDEO 3 INPUT (aansluitingen)
(Video-ingangsaansluitingen) rs
(9)
Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s
Gebruik van deze pagina
TOETSBESCHRIJVING
`/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (4,
17, 22, 31, 32, 57)
</> eg (18, 29, 31, 37, 38)
PHONES (aansluiting)
(Hoofdtelefoon-aansluiting) 3
(24, 54)
PRESET/PTY SELECT +/– (alleen
voor de modellen met landcode
CEL, CEK) 7 (34, 35)
8 90 qa qsqd qf qg qh qj qk ql
ra r; el ek ej
eh eg ef ed es ea
e;
wa wd wg wj
w; ws wf wh
wl
wk
5NL
Aansluiten van de apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren
A Audio-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
wit (L)
rood (R)
wit (L)
rood (R)
B Audio/video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
geel (video)
wit (audio links)
rood (audio rechts)
geel (video)
wit (audio links)
rood (audio rechts)
C Video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
geel (video)
geel (video)
D Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd)
zwart
zwart
E Digitale coaxiaalkabel (niet bijgeleverd)
oranje
oranje
F Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd)
zwart
zwart
G Mono ministekker-kabel (niet bijgeleverd)
zwart
zwart
Alvorens met aansluiten te beginnen
• Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan.
• Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde
zijn.
• Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen.
• Let bij het aansluiten van de audio/videosnoeren op dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de gele
stekkers aan op de gele stekkerbussen (voor het videosignaal); witte stekkers op witte stekkerbussen
(voor het linker audiokanaal) en rode stekkers op rode stekkerbussen (voor het rechter kanaal).
• Steek bij het aansluiten van optisch digitale kabels de stekkers recht in tot ze vastklikken.
• Let op dat de optisch digitale kabel niet geknikt of verwrongen wordt.
6NL
Aansluiten van de antennes
FM draadantenne*
(bijgeleverd)
DIGITAL
OPTICAL
VIDEO 2
IN
ANTENNA
MD/
TAPE
IN
MONITOR
AM
Aansluiten van de apparatuur
AM kaderantenne
(bijgeleverd)
MD/
TAPE
OUT
CTRL
A1
CD/
SACD
IN
VIDEO IN
VIDEO IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
DVD/LD
IN
COAXIAL
S-VIDEO
IN
L
L
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
L
L
L
AUDIO
OUT
CENTER
R
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
R
IN
IN
AUX
CD/SACD
OUT
IN
R
R
AUDIO IN
AUDIO IN
MD/TAPE DVD/LD VIDEO 2
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 1
SUB
WOOFER
* De vorm van de aansluitstekker kan ietwat verschillen afhankelijk van de landcode.
Na het aansluiten van de
antenne
• Om het oppikken van stoorsignalen te
voorkomen, mag u de AM kaderantenne niet te
dicht bij de tuner/versterker of andere
apparatuur zetten.
• Strek de FM draadantenne zo ver mogelijk uit.
• Na het aansluiten van de FM draadantenne legt
of hangt u deze zo horizontaal mogelijk.
7NL
Aansluiten van audio-apparatuur
Minidisc-recorder of
cassettedeck
INPUT OUTPUT
LINE
LINE
L
A
A
ç
R
ç
OUT
IN
DIGITAL
OPTICAL
VIDEO 2
IN
ANTENNA
MD/
TAPE
IN
MONITOR
AM
MD/
TAPE
OUT
CTRL
A1
CD/
SACD
IN
VIDEO IN
VIDEO IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
DVD/LD
IN
COAXIAL
S-VIDEO
IN
L
L
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
L
L
L
AUDIO
OUT
CENTER
R
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
R
IN
IN
AUX
CD/SACD
OUT
A
OUTPUT
LINE
L
R
SACD of CD-speler
8NL
IN
R
R
AUDIO IN
AUDIO IN
MD/TAPE DVD/LD VIDEO 2
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 1
SUB
WOOFER
Aansluiten van video-apparatuur
Aansluiten van de apparatuur
DVD of laserdiscvideospeler
OUTPUT
AUDIO OUT
L
R
VIDEO
OUT
COMPONENT VIDEO*
B
Y
R
L
ENNA
PB B-Y
MONITOR
AM
PR R-Y
DVD/LD
IN
CTRL
A1
VIDEO IN
VIDEO IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO OUT
VIDEO 2
IN
R
MONITOR
OUT
L
FRONT B
COMPONENT VIDEO
SPEAKERS IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
FM
75Ω
COAXIAL
S-VIDEO
IN
L
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
L
R
L
L
L
L
R
AC OUTLET
AUDIO
OUT
R
IN
R
IN
CD/SACD
OUT
IN
R
R
AUDIO IN
AUDIO IN
MD/TAPE DVD/LD VIDEO 2
AUDIO OUT AUDIO IN
SUB
WOOFER
VIDEO 1
B
OUTPUT
FRONT A
OUT
B
IN
B
INPUT OUTPUT
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
Camcorder
of
videospel
CENTER
SPEAKERS IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
Ç
Ç
B
IN
SURROUND
Ç
Aansluiten
AUX
op het
voorpaneel
VIDEO
IN
VIDEO
OUT
AUDIO
IN
AUDIO
OUT
L
L
R
R
TV-tuner,
satellietontvanger of
videorecorder
C
INPUT
VIDEO
IN
Videorecorder
TV of
videomonitor
* Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK
Omtrent de video-aansluitingen
U kunt de audio-uitgangsaansluitingen van uw
TV-toestel verbinden met de VIDEO 2 AUDIO
IN stekkerbussen van de tuner/versterker, om het
geluid van de TV weer te geven met een
akoestiekeffect naar keuze. In dit geval mag u de
video-uitgangsaansluiting van het TV-toestel niet
verbinden met de VIDEO 2 VIDEO IN
stekkerbus van de tuner/versterker. Als u een
aparte TV-tuner (of satelliet-ontvanger) aansluit,
verbind dan de audio- en video-uitgangen daarvan
beide met de tuner/versterker zoals aangegeven in
bovenstaand aansluitschema.
Als u beschikt over een TV-toestel, satellietontvanger, DVD-videospeler of laserdisc-speler
met COMPONENT VIDEO (Y, B-Y, R-Y)
uitgangsaansluitingen en een videomonitor met
COMPONENT VIDEO ingangsaansluitingen,
dan kunt u deze op de tuner/versterker aansluiten
met behulp van een videosnoer (niet bijgeleverd).
Uitleg
Bij gebruik van de S-video stekkerbussen in plaats
van de gewone video-aansluitingen, zult u het TVtoestel of de videomonitor ook moeten aansluiten op
de S-video stekkerbus. De S-video signalen worden
alleen uitgestuurd via de S-video stekkerbussen, dus u
zult via de gewone video-aansluitingen geen signaal
kunnen weergeven.
Opmerking
Op deze tuner/versterker zijn de COMPONENT
VIDEO signalen niet uitwisselbaar met
S-videosignalen of gewone videosignalen.
9NL
Aansluiten van digitale apparatuur
U kunt de digitale uitgangsaansluitingen van uw DVD videospeler of satelliet-ontvanger (enz.)
verbinden met de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/versterker, om thuis te genieten van
een indrukwekkend bioscoopgeluid met meerkanaals Surround akoestiek. Om deze meerkanaals
Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers,
twee surround-luidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker.
Daarnaast kunt u tevens een laserdisc-speler met een RF OUT stekkerbus aansluiten via een RF
demodulator, zoals de Sony MOD-RF1 (niet bijgeleverd).
Opmerking
U kunt de DOLBY DIGITAL RF OUT stekkerbus van een laserdisc-speler niet rechtstreeks aansluiten op de
digitale ingangen van deze tuner/versterker. De RF uitgangssignalen moeten eerst worden omgezet in optische of
coaxiale digitale signalen. Zie voor nadere bijzonderheden de beschrijving onder “Verhelpen van storingen” op
blz. 53.
TV-tuner, satellietontvanger of DVD
videospeler* OUTPUT
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
DIGITAL
OPTICAL
R
D
B
DIGITAL
OPTICAL
VIDEO 2
IN
ANTENNA
MD/
TAPE
IN
MONITOR
AM
MD/
TAPE
OUT
CTRL
A1
CD/
SACD
IN
VIDEO IN
VIDEO IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
DVD/LD
IN
COAXIAL
S-VIDEO
IN
L
L
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
L
L
L
AUDIO
OUT
CENTER
R
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
R
IN
IN
AUX
CD/SACD
OUT
E
OUTPUT
DIGITAL
COAXIAL
IN
R
R
AUDIO IN
AUDIO IN
MD/TAPE DVD/LD VIDEO 2
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 1
SUB
WOOFER
B
OUTPUT
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
L
R
DVD of laserdiscvideospeler (enz.)*
* Hiervoor kunt u naar keuze coaxiale of optische aansluitingen maken. Wij willen u aanraden coaxiale
aansluitingen te gebruiken, liever dan optische aansluitingen.
10NL
Verbind de digitale uitgangsaansluitingen van uw minidisc-recorder of cassettedeck met de digitale
ingang van de tuner/versterker en verbind de digitale ingangen van uw minidisc-recorder of
cassettedeck met de digitale uitgangsaansluiting van de tuner/versterker. Via deze aansluitingen kunt
u digitale geluidsopnamen maken van TV-uitzendingen e.d.
Aansluiten van de apparatuur
Minidisc-recorder of
cassettedeck
DIGITAL
INPUT OUTPUT
OPTICAL
IN
LINE
LINE
L
OUT
ç
IN
A
A
ç
D
OUT
ç
D
ç
R
OUT
IN
DIGITAL
OPTICAL
VIDEO 2
IN
ANTENNA
MD/
TAPE
IN
MONITOR
AM
MD/
TAPE
OUT
CTRL
A1
CD/
SACD
IN
VIDEO IN
VIDEO IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
DVD/LD
IN
COAXIAL
S-VIDEO
IN
L
L
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
L
L
L
AUDIO
OUT
CENTER
R
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
R
IN
IN
AUX
CD/SACD
OUT
IN
R
R
AUDIO IN
AUDIO IN
MD/TAPE DVD/LD VIDEO 2
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 1
SUB
WOOFER
Opmerkingen
• Het digitaal opnemen van een digitaal meerkanaals-akoestieksignaal is niet mogelijk.
• Alle OPTICAL en COAXIAL aansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 96 kHz, 48 kHz,
44,1 kHz en 32 kHz.
• Het is niet mogelijk analoge signalen op te nemen op een apparatuur aangesloten op de MD/TAPE of VIDEO
stekkerbussen via alleen digitale aansluitingen. Voor het opnemen van analoge signalen maakt u analoge
aansluitingen. Voor het opnemen van digitale signalen maakt u zowel digitale aansluitingen.
• Er zal geen geluid klinken wanneer u een SACD disc afspeelt in een SACD-speler die is aangesloten op de CD/
SACD OPTICAL IN aansluiting van dit apparaat. Sluit dit type speler aan op de analoge ingangsaansluitingen
(CD/SACD IN stekkerbussen). Zie tevens de gebruiksaanwijzing van uw SACD-speler.
11NL
Meerkanaals-ingangsaansluitingen
Alhoewel deze tuner/versterker is uitgerust met een eigen meerkanaals-decodeertrap, is hij tevens
voorzien van een compleet stel meerkanaals-ingangsaansluitingen. Via deze ingangen kunt u
genieten van meerkanaals akoestiekweergave van andere geluidsbronnen dan alleen Dolby Digital of
DTS gecodeerd materiaal. Als uw DVD videospeler beschikt over meerkanaals-uitgangen, kunt u
deze rechtstreeks aansluiten op deze tuner/versterker, om te luisteren naar de geluidsweergave via de
meerkanaals-decodeertrap van de DVD videospeler. Bovendien kunt u op de meerkanaals-ingangen
desgewenst ook een externe meerkanaals-decodeereenheid aansluiten.
Om de meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig
(twee voorluidsprekers, twee achterluidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale
lagetonenluidspreker. Zie de gebruiksaanwijzing van uw DVD videospeler, meerkanaalsdecodeereenheid e.d. voor nadere bijzonderheden over de vereiste meerkanaals aansluitingen.
Opmerkingen
• Wanneer u de hieronder aangegeven aansluitingen maakt, kunt u het geluidsniveau van de akoestiekluidsprekers
en de lagetonen-luidspreker instellen op uw DVD videospeler of meerkanaals-decodeereenheid.
• Zie blz. 15 voor nadere bijzonderheden over het aansluiten van de luidsprekers.
DIGITAL
OPTICAL
VIDEO 2
IN
ANTENNA
MD/
TAPE
IN
MONITOR
AM
MD/
TAPE
OUT
CTRL
A1
CD/
SACD
IN
VIDEO IN
VIDEO IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
DVD/LD
IN
COAXIAL
S-VIDEO
IN
L
L
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
L
L
L
AUDIO
OUT
CENTER
R
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
R
IN
IN
AUX
CD/SACD
OUT
IN
R
R
AUDIO IN
AUDIO IN
MD/TAPE DVD/LD VIDEO 2
A A F F
L
CENTER
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH OUT
DVD videospeler, meerkanaalsdecodeereenheid, enz.
12NL
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 1
SUB
WOOFER
Andere aansluitingen
CONTROL A1
Aansluiten van de apparatuur
G
DIGITAL
OPTICAL
VIDEO 2
IN
ANTENNA
MD/
TAPE
IN
MONITOR
AM
MD/
TAPE
OUT
CTRL
A1
CD/
SACD
IN
VIDEO IN
VIDEO IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
COAXIAL
DVD/LD
IN
COAXIAL
S-VIDEO
IN
L
L
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
L
L
L
AUDIO
OUT
CENTER
R
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
R
IN
IN
AUX
CD/SACD
OUT
IN
R
R
AUDIO IN
AUDIO IN
MD/TAPE DVD/LD VIDEO 2
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 1
SUB
WOOFER
ç
IN
A
OUTPUT
LINE
L
R
CONTROL A1
CD-speler,
cassettedeck,
Minidisc-recorder,
enz.
aansluitingen
• Als u beschikt over een Sony CD-speler,
SACD-speler, cassettedeck of minidiscrecorder die geschikt is voor het
CONTROL A1 bedieningssysteem
Gebruik een mono ministekker-kabel (niet
bijgeleverd) om de CONTROL A1
aansluiting van uw CD-speler, SACD-speler,
cassettedeck of minidisc-recorder te
verbinden met de CTRL A1 aansluiting
van deze tuner/versterker. Zie voor nadere
bijzonderheden de aanwijzingen onder
“CONTROL A1 bedieningssysteem” op
blz. 39 en de gebruiksaanwijzing van uw
CD-speler, SACD-speler, cassettedeck of
minidisc-recorder.
• Als u beschikt over een CD-wisselaar met
een COMMAND MODE keuzeschakelaar
Als de COMMAND MODE schakelaar van
uw CD-wisselaar kan worden ingesteld op
CD 1, CD 2 of CD 3, zet deze dan in de
“CD 1” stand en sluit de CD-wisselaar aan op
de CD ingangen van de tuner/versterker.
Als u echter een Sony CD-wisselaar met
VIDEO OUT aansluitingen heeft, dan u zet de
COMMAND MODE schakelaar in de “CD 2”
stand en sluit u de CD-wisselaar aan op de
VIDEO 2 ingangen van de tuner/versterker.
wordt vervolgd
Opmerking
Als u de CONTROL A1 aansluitingen maakt van
de tuner/versterker naar een minidisc-recorder die
ook is aangesloten op een computer, mag u de
tuner/versterker niet bedienen terwijl het “Sony
MD Editor” programma loopt. Anders kan er van
alles mis gaan.
13NL
Andere aansluitingen (vervolg)
Aansluiten van het netsnoer
AUX AUDIO IN aansluiting
AC OUTLET*
Netsnoer
Als u beschikt over een individuele
audiocomponent (behalve PHONO)
Gebruik de audiosnoeren om de LINE OUT
aansluitingen van de CD-speler, cassettedeck,
of minidisc-recorder te verbinden met de AUX
IN aansluiting op de tuner/versterker, zodat u
stereo geluidsbronnen kunt beluisteren in
Surround Sound.
R
R
VOLTAGE SELECTOR
120V
240V
220V
L
FRONT B
SPEAKERS IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
Instellen van de
spanningskiezer
Als uw tuner/versterker is voorzien van een
spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel,
controleer dan of deze spanningskiezer juist
staat ingesteld op de plaatselijke netspanning.
Zo niet, dan zet u de spanningskiezer met
behulp van een schroevendraaier in de juiste
stand, voordat u de stekker in het stopcontact
steekt.
L
L
R
R
AC OUTLET
FRONT A
MPEDANCE USE 8 – 16Ω
b
Naar een stopcontact
* Uitgezonderd de modellen met landcode AR.
De plaats, de vorm en het aantal
netstroomuitgangen kan verschillen per model en
het land waarnaar deze tuner/versterker
oorspronkelijke is verscheept.
Alvorens u de netsnoerstekker van deze tuner/
versterker in het stopcontact steekt, dient u
eerst alle luidsprekers aan te sluiten op de
tuner/versterker (blz. 15).
Sluit de netsnoeren van uw audio/videoapparatuur aan op een gewoon
wandstopcontact.
Als u het netsnoer van andere audio/videoapparatuur aansluit op de AC OUTLET
netstroomuitgang(en) achterop de tuner/
versterker, zal de tuner/versterker zorgen voor
de stroomvoorziening van de andere
component(en), zodat u de bijbehorende
apparatuur allemaal tegelijk met de tuner/
versterker kunt in- en uitschakelen.
Waarschuwing
Let op dat het totale stroomverbruik van de
apparatuur aangesloten op de AC OUTLET
netstroomuitgang achterop de tuner/versterker het bij
deze uitgang aangegeven vermogen niet overschrijdt.
Sluit op de netuitgang in geen geval huishoudelijke
apparatuur aan zoals een strijkijzer, een ventilator,
een TV-toestel of andere apparatuur met een hoog
stroomverbruik.
14NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Luidspreker-aansluitingen
Vereiste aansluitsnoeren
A Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd)
(+)
(–)
(–)
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
(+)
B Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd)
zwart
zwart
Rechter
voorluidspreker B*
Actieve lagetonenluidspreker
Linker
voorluidspreker B*
INPUT
AUDIO
IN
E
e
e E
A
B
Y
R
A
L
PB B-Y
MONITOR
PR R-Y
DVD/LD
IN
VIDEO OUT VIDEO IN
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
VIDEO OUT
VIDEO 2
IN
R
MONITOR
OUT
L
FRONT B
COMPONENT VIDEO
SPEAKERS IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
S-VIDEO
OUT
L
R
L
L
R
AC OUTLET
AUDIO
OUT
R
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 1
SURROUND
SUB
WOOFER
CENTER
A
E
FRONT A
SPEAKERS IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
A
e E
Rechter surroundluidspreker
A
e E
Linker surroundluidspreker
A
e
Middenluidspreker
E
A
e E
Rechter voorluidspreker A
e
Linker voorluidspreker A
* Indien u over extra voorluidsprekers beschikt, sluit die dan aan op SPEAKERS FRONT B.
wordt vervolgd
15NL
Luidspreker-aansluitingen (vervolg)
Opmerkingen
• Aan de luidsprekerkant stript u ongeveer 10 mm
van de isolatie van het snoer en draait u de
kerndraden ineen. Let bij elk snoer op dat u de
draden niet verwisselt: sluit + aan op + en – op –.
Als de draden verwisseld worden, zal bij weergave
de positie van de muziekinstrumenten onduidelijk
zijn, terwijl de lage tonen grotendeels zullen
ontbreken.
• Als u luidsprekers gebruikt met een relatief gering
maximaal ingangsvermogen, stel dan de
geluidssterkte erg voorzichtig in, om overbelasting
van de luidsprekers te vermijden.
Om kortsluiting van de
luidsprekers te voorkomen
Kortsluiting in de luidsprekercircuits kan
schade aan de tuner/versterker veroorzaken.
Om dit te voorkomen, dient u bij het aansluiten
van de luidsprekers de volgende aanwijzingen
in acht te nemen.
Zorg ervoor dat het gestripte uiteinde van
elke luidsprekerkabel niet in contact komt
met een andere luidsprekeraansluiting, het
gestripte uiteinde van een andere
luidsprekerkabel noch metalen onderdelen
van de tuner/versterker.
Onjuist aangesloten
luidsprekersnoeren
De gestripte uiteinden van de
luidsprekerdraden raken elkaar, omdat er
teveel van de isolatie is verwijderd.
Na het aansluiten van alle
geluidsbronnen, luidsprekers en het
netsnoer dient u voor het gebruik
eerst een testtoon weer te geven om
te controleren of alle luidsprekers
naar behoren zijn aangesloten.
Nadere aanwijzingen voor het
weergeven van een testtoon vindt u
op bladzijde 22.
Als een van de luidsprekers geen geluid geeft
bij weergave van de testtoon of als het geluid
klinkt via een andere luidspreker dan er op de
tuner/versterker wordt aangegeven, kan er
kortsluiting zijn in de luidsprekeraansluitingen. In dat geval dient u de
aansluitingen van de luidsprekers nog eens te
controleren.
Voorkom beschadiging van
de luidsprekers
Zorg ervoor dat u het volume dicht zet alvorens
de tuner/versterker af te zetten. Bij het afzetten
van de tuner/versterker blijft de volumeinstelling immers behouden.
De draad van een luidsprekersnoer raakt
een andere aansluitklem.
16NL
Voorbereidingen treffen
voor weergave
Uitleg
Om de geluidsweergave tijdens het instellen te
kunnen controleren (voor de best klinkende
instellingen) dient u eerst te zorgen dat alle
aansluitingen in orde zijn (blz. 22).
Het geheugen van de tuner/
versterker wissen
Voor het eerste gebruik van de tuner/versterker
of wanneer u het geheugen van het apparaat
wilt wissen, gaat u als volgt te werk.
Overigens is dit wissen niet nodig als er
automatisch een demonstratie begint wanneer u
het apparaat inschakelt.
1 Schakel de tuner/versterker uit.
2 Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar
5 seconden lang ingedrukt.
Een demonstratie van de mogelijkheden
begint (blz. 4) en al de volgende elementen
worden gewist of in de uitgangsstand
teruggesteld:
• Alle vastgelegde voorkeurzenders
verdwijnen uit het geheugen.
• Alle klankbeeldparameters worden
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
• Alle vastgelegde namen (van de
voorkeurzenders en andere
geluidsbronnen) worden gewist.
• Alle instellingen die zijn gemaakt met
de SET UP toets keren terug naar de
fabrieksinstellingen.
• De klankbeelden die zijn gekozen voor
afzonderlijke weergavebronnen en
voorkeurzenders verdwijnen uit het
geheugen.
• De centrale geluidssterkte wordt
teruggesteld op VOL MIN.
Alvorens u de tuner/versterker in gebruik
neemt, dient u met de SET UP toets bepaalde
instellingen aan te passen aan de configuratie
van uw stereo-installatie. Zie voor de instelbare
parameters de tabel op blz. 59. Zie verder blz.
17 t/m 22 voor de luidspreker-instellingen en
blz. 38 en 39 voor de andere instellingen.
Luidspreker-opstelling
voor meerkanaals
Surround akoestiek
Voor de beste, ruimtelijk klinkende
akoestiekweergave zouden alle luidsprekers in
principe op gelijke afstand van uw luisterplaats
(A) moeten staan.
Deze tuner/versterker biedt u echter de
mogelijkheid de middenluidspreker tot
ongeveer 1,5 meter (5 voet) dichterbij te zetten
(B) en de surround-luidsprekers tot ongeveer
4,5 meter (15 voet) dichterbij (C) uw
luisterplaats.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de
tuner/versterker hebt ingeschakeld, dient u het
geheugen van het apparaat te wissen.
Vervolgens kiest u de luidspreker-instellingen
(formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere
voorbereidingen die nodig zijn voor weergave.
Mogelijke voorbereidingen
voor weergave
Bovendien kunnen de voorluidsprekers zowel
dichterbij als verderaf gezet worden, van 1,0 tot
12,0 meter (3 tot 40 voet) van uw luisterplaats
(A).
U kunt kiezen of u de surround-luidsprekers
achter uw luisterplaats wilt zetten of aan
weerszijden er naast, afhankelijk van de vorm
van uw kamer, e.d.
Met de surround-luidsprekers naast uw luisterplaats
B
A
A
45°
C
C
90°
20°
wordt vervolgd
17NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
Met de surround-luidsprekers achter uw luisterplaats
Uitleg
De micro-satellietluidspreker (MICRO SP.) is
geprogrammeerd met het oog op een optimale
geluidsbalans. Kies MICRO SP. wanneer u gebruik
maakt van Sony micro-satellietluidsprekers.
B
Waarschuwing
A
A
45°
C
C
Wanneer u gebruik maakt van microsatellietluidsprekers en het luidsprekerformaat is
ingesteld op “LARGE”, kunt u eventueel niet de
juiste geluidsinstelling verkrijgen. Bij hoog volume
kan de luidspreker ook worden beschadigd.
90°
Instellen van de
luidsprekerparameters
20°
Opmerking
Zet de middenluidspreker niet verder van uw
luisterplaats dan de voorluidsprekers.
Normale luidspreker en
micro-satellietluidspreker
Bij gebruik van
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk op of om in te stellen op de
parameter die u wilt bijregelen.
3 Draai aan de instelknop om de gewenste
waarde voor de parameter te kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch
vastgelegd.
Selecteert u
Normale luidsprekers
NORM. SP.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle
Micro-satellietluidsprekers
MIRCO SP.
bij te regelen parameters naar wens
hebt ingesteld.
Luidsprekergrootte en lagetonenluidsprekerkeuze zijn vooringesteld op NORM.
SP. Beide kunnen worden gewijzigd door
NORM. SP. te selecteren. (blz. 18 t/m 19)
Om MICRO SP. te selecteren, zet u het toestel
af en vervolgens weer aan terwijl u LEVEL
ingedrukt houdt. (Ga op dezelfde manier
tewerk om terug te keren naar NORM. SP.)
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
L
C
SL
SW
Wanneer u MICRO SP. selecteert, zijn
luidsprekergrootte en lagetonenluidsprekerkeuze als volgt geconfigureerd:
Luidspreker
FRONT
CENTER
SMALL
SMALL
SMALL
SUB WOOFER (lagetonen)
YES
Wanneer u MICRO SP. selecteert, kan de
configuratie niet worden gewijzigd.
(FRONT)
(CENTER)
SR
(SURROUND)
LARGE*
LARGE*
LARGE*
(SUB WOOFER) S.W. XXX YES*
R
DIST. XX.X m (ft.)**
DIST. XX.X m (ft.)**
5.0 m (16 ft.)**
5.0 m (16 ft.)**
SL
SR
DIST. XX.X m (ft.)**
3.5 m (11 ft.)**
SL
SR
PL. XXX
BEHD.
SL
SR
HGT. XXX
LOW
Instellingen
SURROUND
18NL
L
C
R
Oorspronkelijke
instelling
*
Deze parameter kan alleen worden ingesteld
wanneer u NORM. SP. selecteert.
** Alleen voor de modellen met landcode U, CA.
x Formaat van de voorluidsprekers
(
L
R
)
• Zijn er grote voorluidsprekers aangesloten die
alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best
voldoen.
• Als u voor de voorluidsprekers de stand
“SMALL” kiest, worden de middenluidspreker
en de surround-luidsprekers ook automatisch
ingesteld op “SMALL” (tenzij u eerder de stand
“NO” hebt gekozen).
x Formaat van de middenluidspreker
( C )
• Is er een grote middenluidspreker aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kan
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best
voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op “SMALL”, kunt u de
middenluidspreker niet instellen op “LARGE”.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van het middenkanaal
worden overgeheveld naar de voorluidsprekers
(als die op “LARGE” zijn ingesteld) of naar de
aparte lagetonen-luidspreker.*1
• Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan de
stand “NO”. Al het geluid van het
middenkanaal wordt dan weergegeven door de
voorluidsprekers.*2
( SL SR )
• Zijn er grote surround-luidsprekers aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best
voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op “SMALL”, kunt u de surroundluidsprekers niet instellen op “LARGE”.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van de achterkanalen
worden overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die hier beter op zijn berekend.
• Sluit u geen surround-luidsprekers aan, kies dan
de stand “NO”.*3
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest
u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van de voorkanalen worden
overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker.
x Formaat van de surround-luidsprekers
Uitleg
*1–*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro
Logic standen voor de middenkanaal-aanpassing:
*1 NORMAL
*2 PHANTOM
*3 3 STEREO
Uitleg
Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van
het LARGE of SMALL luidsprekerformaat voor elk
stel luidsprekers of de ingebouwde
akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet
naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als
de lage tonen uit een bepaald kanaal worden
verwijderd, zullen de basverdelingscircuits die
frequenties overbrengen naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die er beter op zijn berekend.
Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate
van richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het
gehele frequentiespectrum van de verschillende
kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt
u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch de stand
“LARGE” kiezen als u de lage tonen ook door die
luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u
grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de
laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers
best “SMALL” kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst,
kiest u dan voor alle luidsprekers de stand “LARGE”.
Als er te weinig bassen klinken, kunt u die extra
versterken met de grafiek-toonregeling. Zie voor het
instellen van de grafiek-toonregeling blz. 31.
wordt vervolgd
19NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
x Aanwezigheid van een lagetonenluidspreker ( SW S.W. XXX)
• Als u een lagetonen-luidspreker hebt
aangesloten, stelt u hierbij in op “YES”.
• Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker,
dan stelt u in op “NO”. Dan worden de
basverdelingscircuits ingeschakeld om de
laagste frequenties (LFE signalen) weer te
geven via de andere luidsprekers.
• Om volledig profijt te trekken van de Dolby
Digital basverdelingscircuits willen wij u
aanbevelen om de bovengrensfrequentie voor
de lagetonen-luidspreker zo hoog mogelijk in te
stellen.
x Afstand van de voorluidsprekers
(
L
R
DIST. XX.X m (ft.))
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de linker of rechter voorluidspreker (afstand A
op blz. 17).
x Afstand van de middenluidspreker
(
C
DIST. XX.X m (ft.))
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de middenluidspreker. U kunt de afstand van de
middenluidspreker gelijk kiezen aan die van de
voorluidsprekers (afstand A op blz. 17) tot
ongeveer 1,5 meter (5 voet) dichter bij uw
luisterplaats (afstand B op blz. 17).
x Afstand van de surround-luidsprekers
(
SL
SR
DIST. XX.X m (ft.))
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de (linker of rechter) surround-luidsprekers. U
kunt de afstand van de surround-luidsprekers
gelijk kiezen aan die van de voorluidsprekers
(afstand A op blz. 17) tot ongeveer 4,5 meter
(15 voet) dichter bij uw luisterplaats (afstand
C op blz. 17).
20NL
Uitleg
U kunt de weergave van de tuner/versterker
aanpassen aan de plaats van de aangesloten
luidsprekers, door de luidsprekerafstand in te voeren.
Het is echter niet mogelijk de middenluidspreker
verder af te zetten dan de linker en rechter
voorluidsprekers. Bovendien kunt u de
middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter (5 feet)
dichter bij uw luisterplaats zetten dan de
voorluidsprekers.
Evenmin kunt u de surround-luidsprekers verder van
uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En
ook weer niet meer dan 4,5 (15 feet) meter dichterbij.
Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste
opstelling van de luidsprekers niet geschikt is voor de
weergave van akoestiekeffecten.
Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan
de feitelijke afstand, zal het geluid via die
luidspreker(s) met een grotere vertraging worden
weergegeven. Met andere woorden, de luidsprekers
klinken dan verder weg.
Als u bijvoorbeeld de afstandsinstelling van de
middenluidspreker 1 tot 2 meter (3~6 feet) dichterbij
kiest dan de feitelijke afstand, zal dit een vrij
natuurgetrouw effect geven alsof u zich “in” het
beeldscherm bevindt. En als u geen goed
akoestiekeffect verkrijgt omdat de surroundluidsprekers te dichtbij staan, kunt u door het
verminderen van de luidsprekerafstand (dichterbij
kiezen dan de werkelijke afstand) een dieper
ruimtelijk effect creëren.
Door deze parameters bij te regelen terwijl u
aandachtig naar een geluidsbron luistert, kunt u vaak
een aanzienlijke verbetering in akoestiek
bewerkstelligen. Probeer het maar eens!
x Opstelling van de achterluidsprekers
(
SL
SR
PL. XXX)*
Met deze parameter kunt u de installatieplaats van
uw surround luidsprekers kiezen voor een
correcte werking van de Digital Cinema Sound
surround modes. Zie de conderstaande afbeelding.
90°
A
A
60°
30°
B
C
B
C
20°
x Hoogte van de surround-luidsprekers
(
SL
SR
HGT. XXX)*
Met deze parameter kunt u de hoogte van uw
surround luidsprekers kiezen voor een correcte
werking van de Digital Cinema Sound surround
modes. Zie de onderstaande afbeelding.
• Stel in op “LOW” als uw surround-luidsprekers
op de grond staan of vrij laag zijn opgehangen, in
het gebied A.
• Stel in op “HIGH” als uw surround-luidsprekers
relatief hoog ann de wand hangen, in het gebied
B.
B
De surround luidsprekerpositieparameter is specifiek
bedoeld voor Digital Cinema Sound modes met
virtuele elementen. Bij deze Digital Cinema Sound
klankbeelden is de luidspreker-opstelling niet zo’n
overheersende factor als bij de andere
akoestiekfuncties. Alle modes met virtuele elementen
veronderstellen dat de surround luidspreker zich
achter de luisterpositie bevindt, maar de presentatie
blijft tamelijk consequent, zelfs met de surround
luidsprekers in een tamelijk grote hoek geplaatst.
Indien de luidsprekers echter vlak naast de
luisterpositie naar de luisteraar toe zijn gericht,
werken de geluidsvelden met virtuele elementen niet
zoals het hoort tenzij de surround
luidsprekerpositieparameter op “PL.SIDE” staat.
Ook dat geldt echter niet in alle gevallen, aangezien
de akoestiek van elke luisterruimte wordt bepaald
door een heel stel variabelen, zodat u misschien wel
betere resultaten bereikt met de “PL. MID” en “PL.
BEHD” opstelling als de luidsprekers hoog boven uw
luisterplaats hangen, ook al is dat pal ter weerszijden
ervan.
Daarom kunt u wellicht het best een favoriete
geluidsbron met meerkanaals Surround Sound
afspelen en dan goed luisteren welk effect elke
instelling op de uiteindelijke klank heeft, ook al kan
dit wel eens leiden tot een andere instelling dan
hierboven aangegeven onder “Opstelling van de
surround-luidsprekers”. Kies de stand die een fraai
open, ruimtelijk gevoel oplevert, met een zo hecht
mogelijke samenhang tussen het geluid van de
voorluidsprekers en dat van de surround-luidsprekers.
Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen
de verschillende instellingen, kies dan de stand
“PL. BEHD” en gebruik dan de luidsprekerafstandparameter en de geluidssterkte-instellingen om de
weergave optimaal af te regelen.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
• Stel in op “SIDE” als de plaats van uw surroundluidsprekers valt binnen het zijgebied A.
• Stel in op “MID” als de plaats van uw surroundluidsprekers valt binnen het zijgebied B.
• Stel in op “BEHD.” als uw surround-luidsprekers
helemaal achteraan staan, in het gebied C.
Uitleg
wordt vervolgd
B
60
A
A
30
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er voor
het “Formaat van de surround-luidsprekers
( SL SR )” de stand “NO” is gekozen.
21NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
Bijregelen van de geluidssterkte
van de luidsprekers
Stel alle luidsprekers op een evenredige
geluidssterkte in vanaf uw luisterplaats, met de
afstandsbediening.
Opmerking
Dit apparaat is voorzien van een nieuwe testtoon in de
frequentieband rond 800 Hz, om het instellen van de
luidsprekers te vergemakkelijken.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
versterker in te schakelen.
2 Druk op de TEST TONE toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding “T. TONE” licht op in het
uitleesvenster en dan hoort u de testtoon
achtereenvolgens via elk van de luidsprekers.
3 Stel nu met de LEVEL parameters de
geluidssterkte zo in dat de testtoon op
uw luisterplaats voor uw gehoor via alle
luidsprekers even luid doorkomt.
Druk op de LEVEL toetsen om de balans en
de geluidssterkte van de luidsprekers naar
wens in te stellen. Nadere bijzonderheden
over het LEVEL instelmenu vindt u op blz.
29. Tijdens het bijregelen wordt de testtoon
weergegeven door de luidspreker die u op
dat moment bijregelt.
4 Druk weer op de TEST TONE toets om
de testtoon uit te schakelen.
Uitleg
U kunt ook alle luidsprekers tegelijk harder of zachter
zetten. Draai hiervoor aan de MASTER VOLUME
regelknop van de tuner/versterker of druk op de
MASTER VOL +/– toetsen van de afstandsbediening.
Opmerkingen
• Er kan geen testtoon worden weergegeven wanneer
de tuner/versterker staat ingesteld op MULTI CH
IN meerkanaals-weergave.
• Tijdens het bijregelen toont het uitleesvenster de
gekozen volumewaarde voor de bijgeregelde
luidsprekers.
• Ofschoon u deze instellingen ook kunt maken met
de toetsen op het voorpaneel van de tuner/
versterker, via het LEVEL instelmenu (bij weergave
van de testtoon schakelt de tuner/versterker
automatisch over naar het LEVEL instelmenu),
willen wij u toch aanbevelen om zo mogelijk de
hierboven beschreven werkwijze te volgen en de
geluidssterkte bij te regelen met de
afstandsbediening, vanaf uw favoriete luisterplaats.
22NL
Controleren van de
aansluitingen
Na het aansluiten van al uw audio/videoapparatuur op de tuner/versterker volgt u de
onderstaande aanwijzingen om te controleren
of alle aansluitingen in orde zijn.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
versterker in te schakelen.
2 Schakel een aangesloten een
aangesloten component in
(bijvoorbeeld uw CD-speler of
cassettedeck).
3 Druk op de componentkeuzetoets om
de component te kiezen
(programmabron).
4 Start de weergave van de geluidsbron.
Als u na de bovenstaande handelingen geen
normale geluidsweergave verkrijgt, neem dan
de controlelijst onder “Verhelpen van
storingen” op blz. 53 door en tref de vereiste
maatregelen om het probleem te verhelpen.
Basisbediening
Keuze van het weergaveapparaat
Componentkeuzetoetsen
keuzetoetsen
Voor keuze van de
Druk op de
Videorecorder
VIDEO 1 of VIDEO 2
TV-tuner of
satelliet-ontvanger
VIDEO 2
Camcorder of videospel VIDEO 3
DVD of
laserdisc-videospeler
DVD/LD
Minidisc-recorder
of cassettedeck
MD/TAPE
SACD of CD-speler
CD/SACD
Ingebouwde tuner
voor radio-ontvangst
TUNER
Audiocomponent
AUX
Druk op de INPUT MODE ingangssignaalkeuzetoets om het gewenste audiosignaal te
kiezen voor uw digitale apparatuur.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt het ingangssignaal van het op dat
moment gekozen weergave-apparaat.
Kies de stand
Om
AUTO IN
Voorrang te geven aan de digitale
signalen wanneer er zowel digitale
als analoge signalen beschikbaar
zijn. Als er geen digitale signalen
zijn, worden de analoge signalen
gekozen.
COAX IN
In te stellen op de digitale
audiosignalen die via de DIGITAL
COAXIAL ingangsaansluiting
binnenkomen.
In te stellen op de digitale
audiosignalen die via de
DIGITAL OPTICAL
ingangsaansluiting binnenkomen.
OPT IN
ANALOG
Na het kiezen van het weergave-apparaat
schakelt u dat apparaat in en start u de weergave.
• Na het kiezen van een videorecorder,
camcorder, videospel, DVD videospeler of
laserdisc-speler schakelt u ook het TV-toestel in
en stelt u dat in op weergave van de gekozen
component van de gekozen component.
Basisbediening
Druk op de componentkeuzetoets om de
component te kiezen die u wilt gebruiken.
INPUT MODE ingangssignaalkeuzetoets
In te stellen op de analoge
audiosignalen die via de
AUDIO IN (L/R)
aansluitingen binnenkomen.
Opmerking
Wanneer het digitale 96 kHz signaal wordt ingevoerd,
werken de equalizer en surround effecten niet.
MULTI CH IN
Druk op MULTI CH IN om een geluidsbron te
beluisteren die is aangesloten op MULTI CH IN.
Balans en niveau van alle luidsprekers kunnen
worden geregeld. Wanneer deze functie is
aangeschakeld, staan de equalizer en
surroundeffecten af.
Meerkanaals-decodeerlampje
(MULTI CHANNEL DECODING)
Dit indicatorlampje licht op wanneer het
apparaat signalen in een meerkanaals-formaat
aan het decoderen is.
wordt vervolgd
23NL
Keuze van het weergave-apparaat
(vervolg)
SPEAKERS A/B
Druk op de SPEAKERS A/B toets om het
geluid te beluisteren via de luidsprekers die zijn
aangesloten op SPEAKERS FRONT.
Telkens wanneer u op de SPEAKERS A/B
toets drukt, verspringt de sluimertijd als volgt:
SP. A t SP. B t SP. OFF
Voor weergave via
Keuze van de
Luidsprekerpaar A (aangesloten
op de SPEAKERS FRONT A
stekkerbussen)
SP. A
Luidsprekerpaar B (aangesloten
op de SPEAKERS FRONT B
stekkerbussen)
SP. B
Wanneer u “SP. OFF” kiest, produceren de
luidsprekers geen geluid en licht “SP. OFF” op in
het uitleesvenster.
MUTING
geluiddempingstoets
Keuze van de aanduidingen
in het uitleesvenster
DISPLAY
aanduidingskeuzetoets
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets
drukt, verandert de aanduiding in het
uitleesvenster kringsgewijze als volgt:
Zelf ingevoerde naam van de van de
component* t Gekozen van de component
t Klankbeeld dat vast is gekozen voor deze
component.
Bij keuze van de tuner voor radioontvangst
Ingevoerde naam van de voorkeurzender* of
vaste zendernaam** t Afstemfrequentie t
Programmatype-aanduiding** t Radiotekst**
t Juiste tijd** t Klankbeeld dat vast is
gekozen voor deze afstemband of
voorkeurzender
Druk op MUTING om het geluid te
onderdrukken. De muting-functie wordt
uitgeschakeld wanneer u het toestel aan of af zet
of MASTER VOLUME rechtsom draait om het
volume te verhogen.
* De ingevoerde naam verschijnt alleen als u zelf een
naam voor deze van de component of
voorkeurzender hebt ingevoerd (blz. 37). De
gekozen naam verschijnt niet als er alleen spaties
zijn ingevoerd of als de naam gelijk is aan die van
de component.
** Deze aanduidingen verschijnen alleen tijdens RDS
ontvangst. (Alleen bij de modellen met landcode
CEL, CEK; blz. 35).
PHONES hoofdtelefoonaansluiting
DIMMER
verlichtingskeuzetoets
Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.
Druk enkele malen op de DIMMER toets om
de helderheid van het uitleesvenster naar wens
in te stellen (in 3 stappen).
Bij indrukken van een toets echter zal het
uitleesvenster weer even op volle helderheid
oplichten.
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, geven de
luidsprekers geen geluid meer en licht de
aanduiding “SP. OFF” op in het uitleesvenster.
24NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
Ingangsaudiosignaal
automatisch decoderen
Druk op A.DEC.
“AUTO DEC.” verschijnt op het display.
Deze stand detecteert automatisch het type
audiosignaal dat wordt ingevoerd (Dolby
Digital, DTS of standaard 2-kanaals stereo) en
staat eventueel in voor de nodige decodering.
Deze functie neemt het geluidsspoor zoals het
is opgenomen/gecodeerd, en presenteert het
zonder enige bijregeling, nagalm of effecten.
Zonder laagfrequente signalen (Dolby Digital
LFE, enz.) wordt echter een laagfrequent
signaal geproduceerd en naar de lagetonenluidspreker gestuurd.
Keuze van een klankbeeld
De eenvoudigste manier om te genieten van
ruimtelijke akoestiekweergave is door een van
de voorgeprogrammeerde klankbeelden te
kiezen dat het best past bij de muziek die u
beluistert.
Klankbeeld
Display
Normale Surround
NORM.SURR.
Cinema Studio EX A
C.ST.EX A DCS
Cinema Studio EX B
C.ST.EX B DCS
Cinema Studio EX C
C.ST.EX C DCS
Zaal
HALL
Jazz Club
JAZZ
Live Concert
CONCERT
Spel
GAME
Genieten van Surround Sound akoestiek
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg een van
de voorgeprogrammeerde klankbeelden te
kiezen die de tuner/versterker biedt. Zo kunt u
uw luisterkamer even indrukwekkend laten
klinken als een bioscoopzaal of een
concertzaal. U kunt ook de geluidsvelden
personaliseren door de surround parameter aan
te passen.
Voor een optimaal gebruik van de ruimtelijke
akoestiekfuncties zult u het aantal en de
opstelling van uw luidsprekers in de tuner/
versterker moeten vastleggen. Zie het
hoofdstuk “Luidspreker-opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek” vanaf blz. 17
voor de nodige instellingen van de luidsprekerparameters om ten volle te kunnen genieten van
de Surround Sound akoestiek.
Betreffende DCS (Digital Cinema
Sound)
Geluidsvelden met het merkteken DCS
werken met DCS-technologie. Bij keuze van
een dergelijk klankbeeld licht de aanduiding
“Digital Cinema Sound” op in het
uitleesvenster.
Samen met Sony Pictures Entertainment heeft
Sony de geluidsomgeving van zijn studio’s
gemeten en de meetwaarden samen met Sony’s
eigen DSP (Digital Signal Processor)
technologie gecombineerd om “Digital Cinema
Sound” te ontwikkelen. Bij een huisbioscoop
simuleert “Digital Cinema Sound” een ideale
bioscoopgeluidsomgeving volgens de voorkeur
van de filmregisseur.
Films bekijken met Cinema
Studio EX
Cinema Studio EX is ideaal voor het bekijken
van films in multikanaalsformaat, zoals Dolby
Digital DVD. Deze mode reproduceert de
geluidskarakteristieken van de studio’s van
Sony Pictures Entertainment.
wordt vervolgd
25NL
Keuze van een klankbeeld (vervolg)
Uitleg
U kunt Cinema Studio EX kiezen door herhaaldelijk
op MODE te drukken.
Druk op CINEMA STUDIO EX A, B of C.
Opmerkingen
Het gekozen geluidsveld verschijnt op het
display.
• De effecten die verkregen worden met behulp van
virtuele luidsprekers kunnen soms wat storing in de
weergave veroorzaken.
• Bij het luisteren naar klankbeelden die werken met
virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de
echte surround-luidsprekers horen.
x C.ST.EX A (Cinema Studio EX A)
Reproduceert de geluidskarakteristieken van de
Sony Pictures Entertainment “Cary Grant
Theater” cinema productiestudio. Dit is een
standaard stand die is aangewezen voor
nagenoeg elke film.
x C.ST.EX B (Cinema Studio EX B)
Reproduceert de geluidskarakteristieken van de
Sony Pictures Entertainment “Kim Novak
Theater” cinema productiestudio. Deze stand is
ideaal voor science-fiction of actiefilms met
veel geluidseffecten.
x C.ST.EX C (Cinema Studio EX C)
Reproduceert de geluidskarakteristieken van de
Sony Pictures Entertainment muziek. Deze
stand is ideaal voor musicals of klassiekers met
muziek in de soundtrack.
Betreffende Cinema Studio EX
Cinema Studio EX bestaat uit de volgende drie
elementen.
• Virtual Multi Dimension
Creëert 5 virtuele luidsprekersets die de
luisteraar omringen op basis van één enkel
paar surround luidsprekers.
• Screen Depth Matching
In een bioscoop lijkt het geluid vanuit het
beeld op het scherm te komen. Dit element
geeft dezelfde indruk in uw huiskamer door
het geluid van de voorluidsprekers in het
scherm te schuiven.
• Cinema Studio Reverberation
Reproduceert het speciale nagalmeffect van
een bioscoop.
Cinema Studio EX is de geïntegreerde mode
die deze elementen samen laat werken.
26NL
Andere klankbeelden kiezen
Druk enkele malen op de MODE toets om
in te stellen op het gewenste klankbeeld.
Het gekozen klankbeeld wordt in het
uitleesvenster aangegeven.
x NORM.SURR. (Normal Surround)
Geluidsbronnen met meerkanaals Surround
signalen worden net zo weergegeven als ze zijn
opgenomen. Geluidsbronnen met 2-kanaals
stereo geluid worden gedecodeerd met Dolby
Pro Logic om akoestiekeffecten te bereiken.
x HALL
Geeft de akoestiek van een reehthoekige
concertzaal.
x JAZZ (Jazz Club)
Geeft de akoestische sfeer van een typische
jazz-club.
x CONCERT (Live Concert)
Reproduceert de akoestiek van een zaal met 300
plaatsen.
x GAME
Geeft de meest treffende geluids- en
akoestiekeffecten aan videospelletjes.
Uitschakelen van het klankbeeld
Druk op A.DEC of 2CH.
Uitleg
Alleen met de
voorluidsprekers (2-kanaals
Stereo)
Druk op de 2CH.
“2CH ST.” verschijnt op het display.
Deze mode produceert alleen het geluid van de
linker en rechter voorluidspreker. Bij standaard
2-kanaals (stereo) geluidsbronnen wordt er
helemaal geen akoestiekverwerking toegepast.
Meerkanaals-geluidsbronnen worden
samengemengd tot de gewone twee kanalen.
Multikanaals stereogelvid (Dolby Pro Logic
)
De receiver kan meerkanaals stereo geluid
weergeven in Dolby Pro Logic . U kunt de
decoder activeren via het SET UP menu. Voor
details zie pagina 38.
Genieten van Surround Sound akoestiek
• De receiver laat u het laatst gekozen klankbeeld
toepassen op een programmabron wanneer die is
geselecteerd (Sound Field Link). Als u bijvoorbeeld
naar een CD luistert met het “JAZZ” klankbeeld en
dan overschakelt naar een andere geluidsbron, zal
bij het terugkeren naar de CD geluidsbron weer
automatisch het “JAZZ” klankbeeld gelden.
• Aan de verpakking kunt u zien met welk
akoestieksysteem het beeldmateriaal op een
videodisc e.d. is opgenomen.
Alle officiële Dolby Digital discs zijn voorzien van
het
beeldmerk en Dolby Surround discs zijn
voorzien van het
beeldmerk.
• Wanneer er geluidssignalen met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz binnenkomen,
worden deze geluidssignalen automatisch in stereo
weergegeven en wordt het klankbeeld automatisch
uitgeschakeld.
Opmerkingen
• De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid weer als
er is gekozen voor “2CH ST.” weergave. Om 2kanaals (stereo) bronnen te beluisteren met een
linker en rechter voorluidspreker en een Lagetonenluidspreker, drukt u op A.DEC om “AUTO DEC.”
te kiezen.
• Wanneer u “Micro Satellite Speaker” (blz. 18) kiest,
stuurt de geïntegreerde sound processor bass-geluid
automatisch naar de subwoofer. Om met deze
instelling tweekanaalsbronnen (stereo) te
beluisteren, raden wij u aan “AUTO DEC.” te
kiezen zodat u uw subwoofer kunt benutten om het
juiste bass-signaal te verkrijgen.
27NL
Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen
qs
qd
1
2
3
5
4
a DIGITAL PRO LOGIC DTS MPEG STEREO MONO RDS
SW SP. OFF OPT COAX
D.RANGE EQ
L C R
LFE
SL S SR
qa
9
8
6
0
1 ; DIGITAL: Deze aanduiding licht op wanneer
de tuner/versterker signalen decodeert die zijn
opgenomen in het Dolby Digital formaat.
2 PRO LOGIC: Deze aanduiding licht op
wanneer de tuner/versterker de Pro Logic
signaalverwerking toepast op een 2-kanaals
geluidsbron, om aparte signalen te verkrijgen
voor een middenluidspreker en surroundluidsprekers. De aanduiding licht echter niet op
als u voor de aanwezigheid van een
middenluidspreker en surround-luidsprekers de
stand “NO” hebt gekozen en als er is ingesteld
op het “AUTO DEC.” of “NORM.SURR.”
klankbeeld.
Opmerking
De Pro Logic decodering werkt niet voor de
geluidssignalen in het MPEG formaat.
3 DTS: Deze aanduiding licht op wanneer er
DTS signalen binnenkomen.
Opmerking
Bij het afspelen van een disc in DTS formaat moet
u erop toezien dat u digitale aansluitingen heeft
gemaakt en dat “INPUT MODE” NIET op
“ANALOG” staat blz 23.
4 MPEG: Deze aanduiding licht op wanneer er
MPEG signalen binnenkomen.
Opmerking
Alleen de 2 voorste kanalen zijn geschikt voor
MPEG geluidsweergave. Binnenkomend
meerkanaals-geluid wordt samengemengd en
alleen weergegeven via de 2 voorluidsprekers.
5 Afstemaanduidingen: Deze aanduidingen
lichten op bij gebruik van de tuner voor het
afstemmen op radiozenders e.d. Zie blz. 32
t/m 36 voor de bediening van de tuner voor
radio-ontvangst.
Opmerking
28NL
7
MEMORY
“RDS” verschijnt alleen voor modellen met
gebiedscode CEL, CEK.
6 EQ: Deze aanduiding licht op wanneer de
grafiek-toonregeling is ingeschakeld.
7 D.RANGE: Deze “dynamisch bereik”
aanduiding licht op wanneer de
compressiefunctie voor het dynamisch bereik
is ingeschakeld. Zie blz. 30 voor het instellen
van de dynamiek-compressie.
8 COAX: Deze aanduiding licht op wanneer er
een digitaal signaal binnenkomt via de
COAXIAL ingangsaansluiting.
9 OPT: Deze aanduiding licht op wanneer er een
digitaal signaal binnenkomt via de OPTICAL
ingangsaansluiting.
0 Weergavekanaal-aanduidingen: Aan de
oplichtende letters (L, C, R, enz.) kunt u zien
welke geluidskanalen er worden weergegeven.
Aan de oplichtende vakjes rond de letters kunt
u zien hoe de tuner/versterker het geluid mengt
en via welke luidsprekers het wordt
weergegeven (gebaseerd op de luidsprekerinstellingen). Bij akoestisch verruimde
klankbeelden zoals “C.ST.EX” voegt de tuner/
versterker nagalm toe aan de weergave, op
basis van de inkomende geluidssignalen.
L: linker voorluidspreker, R: rechter
voorluidspreker, C: middenluidspreker,
SL: linksachter, SR: rechtsachter, S: surroundluidsprekers (mono of allen de
achterweergave no Pro Logic verwerking)
Bijvoorbeeld:
Opnameformaat (voor/surround): 3/2
Uitgangskanaal: Geen surround-luidsprekers
Klankbeeld: AUTO DEC.
L
SL
C
R
SR
qa
LFE
.: licht op wanneer de disc die
wordt afgespeeld een LFE (Low Frequency
Effect) kanaal bevat en het geluid van het LFE
kanaal wordt weergegeven.
qs SW: Deze SubWoofer aanduiding licht op als
er “YES” is gekozen voor de aanwezigheid van
een lagetonen-luidspreker (zie blz. 20) en als er
een geluidssignaal wordt uitgestuurd via de
SUB WOOFER aansluitingen.
qd SP. OFF: Deze aanduiding licht op wanneer
er een hoofdtelefoon is aangesloten of wanneer
de SPEAKERS A/B toetsen op “SP. OFF” is
gezet.
U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen
door de akoestiekparameters en de klankkleur van
de voorluidsprekers zo in te stellen dat het geluid
in uw luisterruimte optimaal klinkt.
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft,
zullen de nieuwe instellingen in het geheugen
bewaard blijven. Om een bijgeregeld klankbeeld
opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel de gewenste
veranderingen aan te brengen.
Raadpleeg de tabellen op blz. 60 voor de
parameters die voor elk geluidsveld beschikbaar
zijn.
Voor de beste weergave van
meerkanaals Surround Sound
Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en
volg de aanwijzingen onder “Luidsprekeropstelling voor meerkanaals Surround akoestiek”
vanaf blz. 17 alvorens u een klankbeeld gaat
aanpassen.
Aanpassen van de
akoestiekparameters
Het SURR akoestiekmenu biedt een aantal
parameters waarmee u allerlei verschillende
aspecten van het gekozen klankbeeld kunt
aanpassen. De instellingen die u in dit menu kiest
worden voor elk klankbeeld afzonderlijk
vastgelegd.
De toets licht op en de eerste parameter
wordt aangegeven.
3 Draai aan de instelknop om de
gewenste waarde voor de parameter te
kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch
vastgelegd.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
Oorspronkelijke instelling
EFFECT
(hangt af van het gekozen
klankbeeld)
Genieten van Surround Sound akoestiek
Bijregelen van de
klankbeelden
2 Druk op de SURR toets.
Effectniveau (EFFECT)
Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk
van het gekozen akoestiekeffect naar wens
instellen.
Aanpassen van de
luidsprekerniveauparameters
Het LEVEL luidspreker-instelmenu biedt een
aantal parameters waarmee u de balans en de
geluidssterkte van elke luidspreker naar wens
kunt instellen. De instellingen die u in dit menu
maakt, zijn van toepassing op alle
klankbeelden.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk op de LEVEL toets.
De toets licht op en de eerste parameter
wordt aangegeven.
3 Druk op
of
om in te stellen op de
parameter die u wilt bijregelen.
4 Draai aan de instelknop om de
gewenste stand te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch
vastgelegd.
wordt vervolgd
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
29NL
Bijregelen van de klankbeelden (vervolg)
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
L
R
BAL. L/R XXX*
CTR XXX dB*
Oorspronkelijke
instelling
BALANCE
0 dB
SUR.L. XXX dB*
0 dB
SUR.R. XXX dB*
0 dB
S.W. XXX dB*
0 dB
L.F.E. XXX dB
D. RANGE
COMP. XXX
0 dB
OFF
* De parameters kunnen afzonderlijk worden
geregeld voor MULTI CH IN.
Voorluidspreker-balans (
BAL. L/R XXX)
L
R
Hiermee stelt u de weergave via de linker en
rechter voorluidsprekers evenwichtig in.
Geluidssterkte van de
middenluidspreker (CTR XXX dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte voor
de middenluidspreker.
Geluidssterkte van de linker
surround-luidspreker (SUR.L. XXX dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de
linker surround-luidspreker.
Geluidssterkte van de rechter
surround-luidspreker (SUR.R. XXX
dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de
rechter surround-luidspreker.
Geluidssterkte van de lagetonenluidspreker (S.W. XXX dB)
Hiermee regelt u de geluidssterkte van de
lagetonen-luidspreker.
LaagFrequentEffect mengniveau
(L.F.E. XXX dB)
Met deze parameter kunt u de geluidssterkte
bijregelen van het afzonderlijke LFE (Low
Frequency Effect) kanaal dat wordt weergegeven
via de lagetonen-luidspreker, zonder hierbij de
gewone lage tonen te beïnvloeden die door de
Dolby Digital of DTS basverdelingscircuits van de
voor-, midden- en surround-kanalen worden
overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker.
• Bij het LFE mengniveau “0 dB” wordt het
volledige LFE signaal uitgestuurd op het
mengniveau dat is gekozen door de
opnamestudio-technicus.
• Om de weergave van het LFE lagetonenkanaal
door de lagetonen-luidspreker te dempen, kiest
u de “OFF” stand. De lage tonen van de voor-,
midden- en surround-kanalen die door de
basverdelingscircuits worden overgeheveld naar
de lagetonen-luidspreker worden echter wel
weergegeven, volgens de keuze gemaakt voor
elk luidsprekerpaar bij de luidsprekerinstellingen (zie blz. 17 t/m 21).
Dynamiekcompressie ( D. RANGE
COMP. XXX)
Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een
speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus
verkleinen. Dit kan handig zijn om ‘s avonds laat
een speelfilm te bekijken; met het geluid zacht
behoudt u toch een rijke, volle klank.Wij willen u
aanraden de “MAX” stand te gebruiken.
• Om het geluidsspoor normaal weer te geven,
zonder compressie, kiest u de “OFF” stand.
• Om het geluidsspoor normaal weer te geven met
het volledig dynamisch bereik, zoals gekozen
door de opnamestudio-technicus, kiest u de
“STD” stand.
• Met de standen “0,1”–“0,9” kunt u het
dynamisch bereik geleidelijk steeds verder
comprimeren, om precies het gewenste effect te
bereiken.
• In de “MAX” stand wordt het dynamisch bereik
drastisch beperkt.
Opmerking
De dynamiekcompressie werkt alleen voor Dolby
Digital geluidsbronnen.
30NL
Instellen van de grafiektoonregeling
Via het EQ (equalizer) menu kunt u de klankkleur
bijregelen voor de voorluidsprekers. De instellingen
die u in dit menu kiest worden voor elk klankbeeld
afzonderlijk vastgelegd.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk op de EQ toets.
De toets gaat knipperen en de eerste
parameter wordt aangegeven.
of
om in te stellen op
de parameter die u wilt bijregelen,
versterking (in dB).
4 Draai aan de instelknop om de
gewenste afstelling te kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch in het
geheugen vastgelegd.
Versterking
(in dB)
In- en uitschakelen van de grafiektoonregeling
Druk op de EQUALIZER toets. Het EQ
indicatorlampje in het uitleesvenster licht op
wanneer de grafiek-toonregeling is ingeschakeld.
De instellingen die u maakt met de EQ parameters
worden voor elk klankbeeld afzonderlijk
opgeslagen en gelden ook na uitschakelen weer
precies zo wanneer u de grafiek-toonregeling weer
inschakelt.
1 Als de tuner/versterker nog aan staat,
drukt u op de ?/1 toets om het
apparaat uit te schakelen.
2 Houd de MODE
toets ingedrukt en druk
op de ?/1 toets.
De aanduiding “SF. CLR.” verschijnt in het
uitleesvenster en alle klankbeelden worden
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
Genieten van Surround Sound akoestiek
3 Druk op de
Terugstellen van alle
bijgeregelde klankbeelden op
de fabrieksinstellingen
Lage tonen voor de voorluidsprekers
(Versterking)
Hiermee regelt u de versterking voor de lagere
tonen.
Hoge tonen voor de voorluidsprekers
(Versterking)
Hiermee regelt u de versterking voor de hogere
tonen.
31NL
Radio-ontvangst
Opmerkingen
Om uw tuner/versterker te gebruiken voor
radio-ontvangst, zult u er eerst een FM- en een
AM-antenne op moeten aansluiten (blz. 7).
Automatisch voorinstellen
van FM zenders in
alfabetische volgorde
(AUTOBETICAL)
(Alleen voor de modellen met
landcode CEL, CEK)
Met deze automatische zenderopslagfunctie kunt
u maximaal 30 FM radiozenders en FM RDS
zenders in het afstemgeheugen van de tuner/
versterker vastleggen, zonder doublures. Hierbij
kiest de tuner/versterker automatisch alleen de
best doorkomende zenders.
Als u bepaalde FM of AM zenders handmatig in
het afstemgeheugen wilt vastleggen, volg dan de
aanwijzingen onder “Voorinstellen van
radiozenders” op blz. 34.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
versterker uit te schakelen.
2 Houd de MEMORY toets ingedrukt en
druk nogmaals op de ?/1 toets om de
tuner/versterker weer in te schakelen.
De aanduiding “AUTO-BETICAL SELECT”
verschijnt en de tuner/versterker gaat op zoek
naar alle plaatselijk te ontvangen FM
radiozenders en FM RDS zenders en legt deze
in het afstemgeheugen vast. Bij elke RDS
informatiezender controleert de tuner/versterker
eerst of er andere zenders zijn die hetzelfde
programma uitzenden, om daarvan dan alleen
de duidelijkst doorkomende zender vast te
leggen. De gekozen RDS informatiezenders
worden gesorteerd op alfabetische volgorde van
hun officiële Program Service zendernaam, en
krijgen dan elk een letter-plus-cijfer
voorinstelcode toegewezen. Zie voor nadere
bijzonderheden betreffende de RDS
informatiezenders blz. 35.
De gewone FM radiozenders krijgen ook een
letter-plus-cijfer code en worden dan na de
RDS zenders vastgelegd.
Na afloop van het vastleggen verschijnt de
aanduiding “FINISH” even in het uitleesvenster
en dan keert de tuner/versterker terug naar de
normale bedieningsfuncties.
32NL
• Druk niet op enige toets van de tuner/versterker of
de bijgeleverde afstandsbediening totdat de
“Autobetical” zenderopslag is voltooid.
• Als u verhuist naar een andere streek, kan het nodig
zijn deze procedure opnieuw uit te voeren, om de
best te ontvangen zenders in uw nieuwe
woongebied vast te leggen.
• Zie voor het afstemmen op de vastgelegde
voorkeurzenders de aanwijzingen op blz. 34.
• Als u na het opslaan van zenders met deze functie
uw FM antenne verplaatst, kunnen de vastgelegde
instellingen niet meer geldig zijn. In dat geval volgt
u weer de bovenstaande aanwijzingen om de FM
zenders opnieuw vast te leggen.
Directe afstemming
Als u de afstemfrequentie van de gewenste
zender kent, kunt u die rechtstreeks invoeren
met de cijfertoetsen van de bijgeleverde
afstandsbediening. Voor details omtrent de
toetsen in dit hoofdstuk, zie blz. 42–48 voor
afstandsbediening RM-PP411 en blz. 49–52
voor afstandsbediening RM-U305C.
1 Druk op TUNER op de afstandsbediening.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Kies met de FM* of AM* toets de FM of
AM afstemband.
3 Druk op D.TUNING op de
afstandsbediening
4 Voer met de cijfertoetsen de gewenste
afstemfrequentie in.
Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz
1 b 0 b 2 b 5 b 0
Voorbeeld 2: AM 1350 kHz
(U hoeft de laatste “0” niet in te voeren als voor
de afstemschaal een interval van 10 kHz geldt.)
1 b 3 b 5 b 0
Als u niet op een bepaalde zender kunt
afstemmen en de ingevoerde cijfers
knipperen
Controleer of u de juiste frequentie hebt
ingevoerd. Bij een vergissing herhaalt u de
stappen 3 en 4.
Als de ingevoerde cijfers nog steeds
knipperen, wordt deze frequentie in uw
ontvangstgebied niet gebruikt.
* Bij de modellen met landcode CEL, CEK: FM/AM.
5 Bij afstemmen op een AM radiozender
verstelt u de richting van de AM
kaderantenne zo dat de ontvangst
optimaal klinkt.
6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 als u op een
andere zender wilt afstemmen.
Uitleg
De afstemschaal verschilt volgens de gebiedscode
zoals vermeld in de volgende tabel. Zie voor nadere
bijzonderheden over de landcodes blz. 4.
Landcode
FM
AM
U, CA
100 kHz
10 kHz*
AU, SP, CEL
CEK, TW
50 kHz
9 kHz
E2/E3, AR, MX
50 kHz
9 kHz*
* Desgewenst kunt u het afsteminterval voor de AM
band omschakelen (blz. 57).
Als u de afstemfrequentie van de gewenste
zender niet kent, laat u de tuner/versterker de in
uw gebied te ontvangen zenders doorzoeken.
1 Druk op TUNER.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Kies met de FM** of AM** toets de FM
of AM afstemband.
3 Druk op de TUNING + of TUNING – toets.
Druk op de TUNING + toets om de
afstemband in oplopende volgorde te
doorzoeken; op de TUNING – toets om van
hoog naar laag te zoeken.
Telkens wanneer er een zender wordt
gevonden, stopt de tuner/versterker met
zoeken.
Radio-ontvangst
• Als u de afstemfrequentie niet precies weet, voer
dan een waarde in dichtbij de frequentie van de
zender die u zoekt en druk dan op de TUNING + of
TUNING – afstemtoets. De tuner/versterker stemt
dan automatisch af op de dichtst benaderde zender.
Als u denkt dat de zenderfrequentie iets boven de
door u gekozen waarde ligt, drukt u op de TUNING
+ toets en als u waarschijnlijk een iets te hoge
waarde hebt gekozen, drukt u op de TUNING –
toets.
• Indien “STEREO” knippert in het display en de FM
stereo-ontvangst slecht is, druk dan op FM MODE
om over te schakelen naar monoweergave
(MONO). Dan is er geen stereo effect meer, maar
de radio-uitzending zal beter klinken. Druk
nogmaals op FM MODE om terug te keren naar
stereo ontvangst.
Automatische afstemming
Wanneer de tuner/versterker het einde
van de afstemschaal bereikt
Dan wordt de zoekafstemming vanaf het
andere einde herhaald in dezelfde richting.
4 Om door te gaan met zoeken, drukt u
nogmaals op de TUNING + of TUNING –
toets.
** Bij de modellen met landcode CEL, CEK: FM/AM.
Geheugenafstemming
Na het afstemmen op een zender met de directe
afstemming of de automatische zoekafstemming
kunt u de betreffende zender vastleggen in het
afstemgeheugen van de tuner/versterker. Dan
kunt u voortaan die voorkeurzender rechtstreeks
kiezen door invoeren van de letter-en-cijfer code
met de bijgeleverde afstandsbediening. Zo kunt
u tot 30 voorkeurzenders voor de FM en AM
voorinstellen. U kunt de tuner/versterker ook
alle vastgelegde voorkeurzenders laten
doornemen.
Alvorens u zenders kunt opzoeken met de
geheugenafstemming, zult u ze eerst in het
geheugen moeten vastleggen volgens de
aanwijzingen onder “Voorinstellen van
radiozenders” (blz. 34).
wordt vervolgd
33NL
Geheugenafstemming (vervolg)
Afstemmen op vastgelegde
voorkeurzenders
Voorinstellen van radiozenders
Op radiozenders die in het afstemgeheugen zijn
vastgelegd, kunt u afstemmen op een van de
volgende twee manieren.
1 Druk op TUNER.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Stem af op de radiozender die u wilt
voorinstellen, met de directe
afstemming (blz. 32) of de
automatische zoekafstemming (blz. 33).
3 Druk op de MEMORY toets.
In het uitleesvenster licht enkele seconden
lang de aanduiding “MEMORY” op.
Verricht de stappen 4 t/m 6 voordat deze
“MEMORY” aanduiding dooft.
4 Druk op de SHIFT toets om een
geheugengroep (A, B of C) te kiezen.
Telkens wanneer u op de SHIFT toets drukt,
verschijnt de volgende groepsletter, “A”,
“B” of “C” in het uitleesvenster.
5 Druk op de PRESET TUNING +* of
PRESET TUNING –* toets om een
zendernummer te kiezen.
Als de “MEMORY” aanduiding dooft
voordat u een nummer hebt gekozen, gaat u
terug naar stap 3.
6 Druk nogmaals op de MEMORY toets
om de ontvangen radiozender in het
geheugen vast te leggen.
Indien “MEMORY” dooft voor u het
voorinstelnummer indrukt, begin dan
opnieuw vanaf stap 3.
7 Herhaal de stappen 2 t/m 6 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
* Bij de modellen met landcode CEL, CEK:
PRESET/PTY SELECT + of PRESET/PTY
SELECT –.
Een andere zender voorinstellen
onder een reeds gebruikt nummer
Herhaal de stappen 1 t/m 6 om een nieuwe
zender onder hetzelfde nummer vast te leggen.
34NL
Afstemmen door alle
voorkeurzenders te doorlopen
1 Druk op TUNER.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Druk enkele malen op de PRESET
TUNING +* of PRESET TUNING –* toets
om door te zoeken naar de gewenste
zender.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, gaat
de tuner/versterker één voorkeurzender
verder in de gekozen richting en de
onderstaande volgorde:
nA1˜A2˜...˜A0˜B1˜B2˜...˜B0N
nC0˜...C2˜C1N
* Bij de modellen met landcode CEL, CEK:
PRESET/PTY SELECT + of PRESET/PTY
SELECT –.
Afstemmen op een zender waarvan u
het voorinstelnummer kent
Gebruik voor het volgende de bijgeleverde
afstandsbediening. Voor details omtrent de
toetsen in dit hoofdstuk, zie blz. 42–48 voor
afstandsbediening RM-PP411 en blz. 49–52
voor afstandsbediening RM-U305C.
1 Druk op TUNER op de afstandsbediening.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Druk op de SHIFT toets om een
geheugengroep (A, B of C) te kiezen en
kies dan het nummer van de gewenste
voorkeurzender met de cijfertoetsen.
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor de modellen met
landcode CEL, CEK)
Met deze tuner/versterker kunt u ook gebruik
maken van de RDS functies van het Radio Data
Systeem, waarmee radiozenders naast de
gewone uitzendingen allerlei nuttige informatie
doorgeven. De volgende handige RDS functies
zijn beschikbaar:
– RDS informatie in het uitleesvenster
– Opzoeken van voorkeurzenders die het
gewenste programmatype uitzenden
* Niet alle FM radiozenders bieden de RDS
informatie en niet alle RDS zenders bieden dezelfde
functies. Als u niet bekend bent met de plaatselijk
beschikbare RDS functies, kunt u voor nadere
bijzonderheden het best contact opnemen met de
plaatselijke radiozenders.
Ontvangst van RDS
informatie-uitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de
FM band met de directe afstemming
(blz. 32), de automatische zoekafstemming
(blz. 33) of de geheugenafstemming
(blz. 33).
Wanneer u afstemt op een zender met RDS
service, licht de RDS indicator op en verschijnt
de zendernaam op het display.
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd de RDS
signalen niet duidelijk genoeg uitzendt of als de
signaalsterkte onvoldoende is.
Aangeven van RDS informatie
in het uitleesvenster
• Als er een nooduitzending of waarschuwingsbericht
door de overheid wordt uitgezonden, gaat in het
uitleesvenster de aanduiding “ALARM” knipperen.
• Als een aanduiding uit 9 of meer letters bestaat, zal
de tekst van rechts neer links over het scherm lopen.
• Als een radiozender een bepaalde RDS functie niet
verzorgt, zal het uitleesvenster “NO XXX”
(bijvoorbeeld “NO PTY”) aangeven.
Doorzoeken van
voorkeurzenders via het
programmatype
U kunt afstemmen op een voorkeurzender van uw
keuze door in te stellen op het gewenste
programmatype. De tuner/versterker doorloopt dan
het afstemgeheugen, op zoek naar een
voorkeurzender die op dat moment het door u
gekozen soort uitzending verzorgt.
Radio-ontvangst
De RDS informatie wordt alleen uitgezonden
door FM zenders.*
Opmerkingen
1 Druk op de PTY toets.
2 Druk op de PRESET/PTY SELECT + of
PRESET/PTY SELECT – toets om in te
stellen op het gewenste
programmatype.
Zie het hierna volgende overzicht voor
nadere informatie over de programmatypen.
3 Druk nogmaals op de PTY toets.
Wanneer de ontvanger zenders overloopt,
verschijnen “SEARCH” en het
programmatype afwisselend op het display.
Wanneer de tuner/versterker een uitzending
van het door u gekozen type vindt, stopt het
zoeken. Als de tuner/versterker geen
voorkeurzender vindt die het door u gekozen
soort uitzending verzorgt, verschijnt er
“NO PTY” in het uitleesvenster.
wordt vervolgd
Druk tijdens ontvangst van een RDS
zender meermalen op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de RDS informatie in het
uitleesvenster kringsgewijze als volgt:
Zendernaam t Afstemfrequentie t
Program Type indicatiea) t Radio Text
indicatieb) t Huidige tijdindicatie (in 24-uurs
aanduiding) t Gekozen klankbeeld
a) Soort programma dat wordt uitgezonden (blz. 36).
b) Tekstberichten die door de RDS zender worden
uitgezonden.
35NL
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS) (vervolg)
Overzicht van de programmatypen
Aanduiding
programmatype
Nieuwsuitzendingen
AFFAIRS
Actualiteitenprogramma’s die op
de achtergronden van het huidige
nieuws ingaan
Uitzendingen betreffende de
weersverwachting, nieuws voor
consumenten, medisch advies e.d.
SPORT
Sportverslagen en -uitslagen
EDUCATE
Educatieve programma’s, met
wetenswaardigheden en praktische
tips
DRAMA
Hoorspelen en andere radioseries
CULTURE
Programma’s over nationale en
regionale cultuur, zoals
taalkwesties en sociale
vraagstukken
SCIENCE
Uitzendingen over
natuurwetenschappen en
technologie
VARIED
Gevarieerde uitzendingen, zoals
vraaggesprekken,
quizprogramma’s en allerlei
amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rockmuziek
EASY M
“Easy listening” muziek
LIGHT M
Lichte klassieken, met vocale,
instrumentale en koormuziek
CLASSICS
Klassieke muziekuitvoeringen,
orkestrale werken en
kamermuziek, opera enz.
OTHER M
Alle muziek die niet in de
bovenstaande categorieën past,
zoals rhythm & blues of reggae
WEATHER
Weerbericht
FINANCE
Beursberichten, financieel en
zakennieuws, etc.
CHILDREN
Kinderprogramma’s
SOCIAL
Programma’s over mensen en hun
bezigheden
RELIGION
Programma’s over godsdienst en
religieuze zaken
36NL
Beschrijving
PHONE IN
Programma’s waarin luisteraars
via de telefoon of in een publiek
forum kunnen reageren
TRAVEL
Programma’s over reizen. Niet
voor aankondigingen die met de
TP/TA verkeersinformatiefuncties
te vinden zijn
LEISURE
Programma’s over
vrijetijdsbesteding en hobbies als
vissen, tuinieren, koken e.d.
Beschrijving
NEWS
INFO
Aanduiding
programmatyp
JAZZ
Jazzmuziek
COUNTRY
Country & western muziek
NATION M
Programma’s met de nationale of
streekmuziek van een bepaald
gebied
OLDIES
Hits van vroeger
FOLK M
Folkmuziek
DOCUMENT
Documentaires
NONE
Programma’s die buiten de
bovenstaande categorieën vallen
Andere bedieningsfuncties
Naamgeving van
voorkeurzenders en
beeld/geluidsbronnen
1 Voor naamgeving van een
voorkeurzender
Druk op TUNER en stem dan af op de
radiozender waarvoor u een naam wilt
invoeren.
Eerst wordt er afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
Als u niet weet hoe u kunt afstemmen op een
voorkeurzender, volgt u de aanwijzingen onder
“Afstemmen op vastgelegde voorkeurzenders”
op blz. 34.
Voor naamgeving van een
beeld/geluidsbron
Stel in op de beeld/geluidsbron
(component) die u een naam wilt geven.
2 Druk op de NAME toets.
3 Voer de gewenste naam in met de
instelknop en
of
, als volgt:
Draai aan de instelknop om een letterteken te
kiezen en druk dan op de toets om de cursor
op de plaats van de volgende letter te zetten.
Invoegen van een spatie
Draai aan de instelknop tot er een spatie in het
uitleesvenster verschijnt.
Bij een vergissing in de
letterkeuze
Druk net zovaak op de of cursortoets tot
de foute letter gaat knipperen en kies dan het
juiste letterteken.
voorkeurzenders en beeld/
geluidsbronnen waarvoor u
zelfgekozen namen wilt invoeren.
Opmerking
(Alleen voor de modellen met landcode
CEL, CEK)
Bij FM RDS zenders kunt u de naam niet aanpassen
en geen nieuwe naam invoeren.
Opnemen
Voor u begint, dient u te controleren of alle
apparaten naar behoren zijn aangesloten.
Opnemen op een
audiocassette of minidisc
Via deze tuner/versterker kunt u opnamen maken
op een cassette of een minidisc. Zie voor nadere
details van de bediening de gebruiksaanwijzing
van uw cassettedeck of minidisc-recorder.
Andere bedieningsfuncties
U kunt de vastgelegde voorkeurzenders en andere
beeld/geluidsbronnen van zelfgekozen namen
(index name) van elk 8 letters (en cijfers)
voorzien. Deze namen (zoals bijvoorbeeld
“VHS”) worden dan in het uitleesvenster
aangegeven wanneer u instelt op weergave van de
betreffende beeld/geluidsbron. U kunt niet meer
dan één naam tegelijk invoeren voor elke
voorkeurzender of beeld/geluidsbron.
Deze functie kan handig zijn voor het uit elkaar
houden van soortgelijke apparatuur. Zo kunt u
bijvoorbeeld twee videorecorders onderscheiden
met de typenamen “VHS” en “8MM”. Bovendien
kunt u hiermee componenten benoemen die zijn
aangesloten op stekkerbussen bedoeld voor
andere apparatuur, zoals een tweede CD-speler
die is aangesloten op de MD/TAPE aansluitingen.
4 Druk op de ENTER toets.
5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 voor alle
1 Stel in op de geluidsbron die u wilt
opnemen.
2 Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld een op te nemen compact
disc in de CD-speler.
3 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette of minidisc in het opnameapparaat en stel zo nodig het
opnameniveau in.
4 Start het opnemen op het opnameapparaat en start dan de weergave van
de geluidsbron.
Opmerkingen
• De instellingen die u voor weergave maakt zijn niet
van invloed op de signalen die worden doorgegeven
via de MD/TAPE OUT aansluitingen.
• De analoge geluidssignalen van de gekozen
geluidsbron worden uitgestuurd via de REC OUT
aansluitingen.
• Wanneer MULTI CH IN wordt gekozen, worden de
analoge audiosignalen voor de huidige functie
uitgevoerd via REC OUT.
• U kunt geen digitale geluidssignalen opnemen met
een opname-apparaat dat is aangesloten op de
analoge MD/TAPE OUT aansluitingen. Voor het
opnemen van digitale signalen zult u een digitaal
opname-apparaat moeten aansluiten op de DIGITAL
MD/TAPE OUT aansluitingen.
wordt vervolgd
37NL
Opnemen (vervolg)
• Bepaalde geluidsbronnen kunnen zijn voorzien van
een kopieerbeveiliging die het opnemen blokkeert.
Een dergelijke geluidsbron zult u niet kunnen
opnemen.
• Wanneer MULTI CH IN wordt gekozen, worden er
geen signalen uitgevoerd via DIGITAL OUT (MD/
TAPE OPTICAL OUT).
Opnemen op een videocassette
Met deze tuner/versterker kunt u beelden
opnemen vanaf een videorecorder, TV, DVDvideospeler of laserdisc-speler. Ook bestaat de
mogelijkheid om tijdens kopiëren of monteren
van video-opnamen een nieuw geluidsspoor in te
voegen vanaf een geluidsbron naar keuze. Zie
voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van uw videorecorder of
laserdisc-speler.
1 Stel in op de beeld/geluidsbron die u
wilt opnemen.
2 Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld de op te nemen laserdisc
in de laserdisc-speler.
3 Plaats een voor opnemen geschikte
4
videocassette in de videorecorder
(VIDEO 1) die u voor opnemen gebruikt.
Start het opnemen op de opnamevideorecorder en start dan de weergave
van de videocassette of de laserdisc
die u wilt opnemen.
Uitleg
Tijdens kopiëren of monteren van video-opnamen
vanaf een videocassette of laserdisc kunt u een nieuw
geluidsspoor invoegen vanaf een geluidsbron naar
keuze. Zoek op de videoband het punt op waar u het
nieuwe geluid wilt invoegen, stel in op de geluidsbron
en start de weergave daarvan. Het geluid van het
gekozen weergave-apparaat zal op het geluidsspoor
van de videoband worden opgenomen in plaats van
het oorspronkelijke geluidsspoor. Om terug te keren
naar het oorspronkelijke geluidsspoor voor de rest
van de video-opnamen, stelt u op dezelfde wijze weer
in op de video-geluidsbron.
Opmerkingen
• Zorg dat er zowel digitale als analoge aansluitingen
zijn gemaakt op de VIDEO 2 en DVD/LD
ingangen. Het is niet mogelijk analoge opnamen te
maken als er alleen digitale aansluitingen zijn
gemaakt.
• Wanneer MULTI CH IN wordt gekozen, worden de
analoge audiosignalen voor de huidige functie
NL uitgevoerd via REC OUT.
38
Automatisch uitschakelen
met de sluimerfunctie
U kunt de tuner/versterker automatisch laten
uitschakelen na een tijdsduur die u zelf kiest,
zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen.
Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening staat ingeschakeld.
Telkens wanneer u op de SLEEP toets drukt,
verspringt de sluimertijd als volgt:
2-00-00 t 1-30-00 t 1-00-00 t 0-30-00
t OFF
Het uitleesvenster dooft nadat u de sluimertijd
hebt ingesteld.
Uitleg
• Druk op ALT voor u op SLEEP drukt (alleen op de
RM-PP411) (pagina 45).
• U kunt de sluimertijd precies naar wens instellen.
Druk eerst op de SLEEP toets van de
afstandsbediening en stel dan de gewenste
sluimertijd in met de instelknop en
of
van de
tuner/versterker. De sluimertijd verandert met
tussenstappen van 1 minuut. De maximaal
instelbare tijdsduur is 5 uur lang.
• Om de resterende sluimertijd voor het uitschakelen
van de tuner/versterker te controleren, drukt u op de
SLEEP toets. De resterende tijd tot het uitschakelen
verschijnt in het uitleesvenster.
Instellingen met de SET UP toets
Met de SET UP toets kunt u op de volgende
wijze diverse instellingen maken.
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk op of om de parameter te
kiezen die u wilt instellen.
3 Draai aan de instelknop om de
gewenste stand of instelling te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch in
het geheugen vastgelegd.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle
nuttige parameters naar wens hebt ingesteld.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
Oorspronkelijke
instelling
C.MODE.AVX
AV2
PRO LOGIC
A.PWR – XXX
MOVIE
YES
x CONTROL A1 automatische tunerinschakelfunctie (A.PWR – XXX)
Hiermee kunt u de tuner/versterker automatisch
laten inschakelen zodra er een ander apparaat
dat is aangesloten via mono ministekker-kabel
(blz. 13) wordt ingeschakeld en de weergave
wordt gestart.
Door hiervoor “NO” te kiezen, kunt u het
stroomverbruik van de tuner/versterker
verminderen in de gebruiksklaar-stand.
x Keuze van de bedieningsstand van de
afstandsbediening (C.MODE.AVX)
Hiermee kunt u de bedieningsstand van de
afstandsbediening omschakelen. Dit is nuttig
wanneer u 2 tuner/versterkers van Sony in
dezelfde kamer gebruikt.
x Type 2-kanaals decodering (
PRO LOGIC
)
• Bij keuze van “DOLBY PL” zorgt de tuner/
versterker voor Pro Logic decodering.
Geluidsbronnen die zijn opgenomen met 2
audiokanalen worden gedecodeerd naar 4
weergavekanalen.
• Bij keuze van “II MOVIE” zorgt de tuner/
versterker voor Pro Logic II speelfilm-type
decodering. Deze instelling is bij uitstek
geschikt voor speelfilms die zijn voorzien van
Dolby Surround geluid. Bovendien is deze
stand geschikt voor geluidsweergave via 5.1
kanalen bij afspelen van oude speelfilms op
video en voor weergave van een gesynchroniseerd geluidskanaal in een andere taal.
• In de “II MUSIC” stand zorgt de tuner/
versterker voor Pro Logic II muziek-type
decodering. Deze instelling is optimaal geschikt
voor normale stereo geluidsbronnen zoals
muziek-CD’s.
Opmerkingen
Dolby Pro Logic II werkt niet met DTS of MPEG
signalen.
Om te beginnen
De onderstaande beschrijving verklaart de
basisfuncties van het CONTROL A1
bedieningssysteem. Bepaalde stereocomponenten beschikken over speciale
extra functies, zoals de “CD synchroonopname” op cassettedecks, waarvoor ook
CONTROL A1 aansluitingen nodig zijn.
Zie daarom tevens de bij uw stereocomponent(en) geleverde
gebruiksaanwijzingen.
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is
ontwikkeld ter vereenvoudiging van de bediening
van stereo-installaties bestaande uit afzonderlijke
Sony stereo-componenten. De CONTROL A1
aansluitingen verschaffen een speciale
signaalbaan voor besturingssignalen, om
automatische bedieningsfuncties mogelijk te
maken die men gewoonlijk slechts op
geïntegreerde systemen aantreft.
Op dit moment bieden de CONTROL A1
aansluitingen u met een Sony CD-speler,
versterker (of tuner/versterker), minidisc-recorder
en cassettedeck het gemak van de automatische
geluidsbron-keuze en de synchroon-opnamestart.
In de toekomst zal het CONTROL A1
aansluitsysteem gaan fungeren als een
multifunctie-aansluitbus, waarmee u allerlei
functies van verschillende componenten
volautomatisch zult kunnen bedienen.
Andere bedieningsfuncties
Hiermee kiest u het type decodering dat moet
worden toegepast voor 2-kanaals
geluidsbronnen. Deze receiver werkt met
Dolby Pro Logic II in de film- en muziekstand
en kan 2-kanaalsgeluid in 5.1 channel
weergeven in Dolby Pro Logic II.
CONTROL A1
bedieningssysteem
Opmerkingen
• Het CONTROL A1 bedieningssysteem is zo
ontworpen dat er geleidelijk meer en meer functies
aan kunnen worden toegevoegd. Dit betekent echter
niet dat de nieuwe functies ook beschikbaar zullen
zijn op de aangesloten oudere apparatuur.
• Gebruik geen tweeweg-afstandsbediening wanneer
de CONTROL A1 aansluitingen via een
PC-interface aansluitset zijn verbonden met een
personal computer waarop het “MD Editor”
programma of een soortgelijk
toepassingsprogramma draait. Gebruik ook de
aangesloten apparatuur niet op een manier die
niet overeenkomt met de functies van het
toepassingsprogramma, want dan kan het
programma niet naar behoren werken.
wordt vervolgd
39NL
CONTROL A1
(vervolg)
bedieningssysteem
Overeenkomsten tussen CONTROL A1
en CONTROL A1
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is
uitgebracht in een vernieuwde versie, CONTROL
A1 genaamd, hetgeen het standaard
bedieningssysteem is voor de Sony 300-disc CDwisselaar en andere recente Sony apparatuur.
Componenten met CONTROL A1
bedieningsaansluitingen en die met CONTROL
A1 aansluitingen zijn onderling te verbinden en
samen te gebruiken.
In principe zijn de meeste functies van het
CONTROL A1 bedieningssysteem ook beschikbaar
in het nieuwe CONTROL A1 bedieningssysteem.
Bij een onderlinge verbinding tussen CONTROL A1
aansluitingen en CONTROL A1 aansluitingen kan
het aantal beschikbare bedieningsfuncties echter
beperkt zijn, afhankelijk van de aangesloten
apparatuur. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparatuur.
Aansluitingen
Verbind met behulp van mono snoeren met
ministekkers de CONTROL A1 aansluitingen
op het achterpaneel van elk apparaat in serie
door. Zo kunt u maximaal 10 componenten die
geschikt zijn voor het CONTROL A1
systeem onderling doorverbinden, in elke
gewenste volgorde. Van elk type apparaat kunt
u er echter slechts één tegelijk aansluiten (dus
slechts 1 CD-speler, 1 minidisc-recorder, 1
cassettedeck en 1 tuner/versterker).
(Afhankelijk van het model kan het wel eens
mogelijk zijn meer dan één compact disc speler
of minidisc-speler aan te sluiten. Zie voor
nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing
van de betreffende componenten.)
Voorbeeld
In het CONTROL A1 bedieningssysteem
lopen de bedieningssignalen beide kanten op,
dus er is geen verschil tussen IN en OUT
aansluitingen. Als een component meer dan een
CONTROL A1 aansluiting heeft, kunt u naar
keuze één hiervan gebruiken, of op elk ervan
een verschillende geluidscomponent aansluiten.
Aansluitvoorbeelden
CONTROL A1
CONTROL A1
CD-speler
Minidisc-recorder
Betreffende CONTROL A1
aansluitingen
U kunt zonder probleem alle CONTROL A1
aansluitingen verbinden met de nieuwere
CONTROL A1 aansluitingen. Voor nadere
bijzonderheden over de wijze van aansluiten en
de mogelijkheden wordt u verwezen naar de de
gebruiksaanwijzingen van de aangesloten
apparatuur.
Betreffende de aansluitsnoeren
Bij bepaalde componenten die geschikt zijn
voor het CONTROL A1 systeem wordt een
aansluitsnoer bijgeleverd. Dan kunt u dat snoer
voor het aansluiten gebruiken.
Beschikt u niet over een dergelijk bijgeleverd
snoer, gebruik dan een los in de audiohandel
verkrijgbaar ministekker-snoer van minder dan
2 meter lengte met (mono) ministekkers,
zonder weerstand (zoals het Sony RK-G69HG
aansluitsnoer).
Basis-bedieningsfuncties
Versterker
(Tuner/
versterker)
40NL
CDMinidisc- Cassettedeck Andere
speler recorder
component
De CONTROL A1 bedieningsfuncties zullen
werken zolang de te bedienen component(en)
is/zijn ingeschakeld, ook al staan de andere
aangesloten componenten alle uitgeschakeld.
Automatische geluidsbronkeuze
Opmerkingen
Als u een voor het CONTROL A1 systeem
geschikte Sony versterker (of tuner/versterker)
hebt aangesloten op andere Sony componenten
via mono ministekker-snoeren, dan zal de
geluidsbron-keuzeschakelaar van de versterker
(of tuner/versterker) automatisch instellen op de
juiste geluidsbron, zodra u de weergavetoets van
een een van de aangesloten componenten indrukt.
• Zet niet meer dan één geluidsbron tegelijk in de
weergave-pauzestand.
• Bepaalde opname-componenten beschikken over
een speciale synchroon-opnamefunctie op basis van
het CONTROL A1 bedieningssysteem, zoals de
“CD synchroon-opname” op cassettedecks. Zie
voor nadere bijzonderheden daaromtrent de bij uw
opname-component geleverde gebruiksaanwijzing.
Opmerkingen
Synchroon-opnamefunctie
Met deze functie kunt u automatisch de
weergave van de gekozen geluidsbron en de
opname op een andere component tegelijk
starten.
Andere bedieningsfuncties
• Er moet een voor het CONTROL A1 systeem
geschikte Sony versterker (of tuner/versterker) zijn
aangesloten via mono ministekker-snoeren om de
automatische geluidsbron-keuze te kunnen
gebruiken.
• Deze automatische geluidsbron-keuze werkt alleen
als de componenten zijn aangesloten op de
ingangsaansluitingen van de versterker (of tuner/
versterker) die overeenkomen met de namen van de
geluidsbron-keuzetoetsen. Op bepaalde versterkers
kunt u de namen van de geluidsbron-keuzetoetsen
omschakelen. Zie in dat geval voor nadere
bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de
versterker.
• Tijdens opnemen kunt u beter niet het afspelen
starten van een andere component dan de
opnamebron. Hierdoor zou namelijk de
automatische geluidsbron-keuze overschakelen op
de andere component.
1 Stel de geluidsbron-keuzeschakelaar
van de versterker (of tuner/versterker)
in op de geluidsbron voor weergave.
2 Zet de geluidsbron in de weergavepauzestand (let op dat het N en het X
lampje beide oplichten).
3 Zet het opname-apparaat in de
opnamepauzestand (REC-PAUSE).
4 Druk op de PAUSE toets van het
opname-apparaat.
De geluidsbron schakelt van de
pauzestand over op weergave en even
later begint automatisch het opnemen.
Wanneer de weergave van de
geluidsbron eindigt, zal het opnemen
ook automatisch stoppen.
41NL
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP411
Alleen voor de modellen met
landcode U, CA
U kunt de RM-PP411 afstandsbediening
gebruiken om de componenten van uw stereoinstallatie te bedienen.
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen
TV ?/1
Voor u de
afstandsbediening
gebruikt
SYSTEM STANDBY SLEEP
VIDEO3
DVD/LD
AV1
AV2
TV/SAT MD/TAPE CD/SACD
TUNER
VIDEO1
VIDEO2
PHONO
AUX
MULTI CH SOURCE
SOUND FIELD
PRESET AUTO DEC MODE
TEST
TONE
1
MPX/
DUAL
2
Aanbrengen van batterijen in
de afstandsbediening
3
ANALOG
DIRECT
4
2CH
5
6
SWAP/
ANGLE
AUDIO
7
JUMP/
TIME
8
ENTER
>
0/10
>10/11
12
D.TUNING DISC
ALT
-
M
m
ANT
CLEAR SEARCH MODE
X
N
TOP MENU/
GUIDE
x
MUTING
AV MENU
MASTER
VOL
F
ENTER/
EXECUTE
PRESET/
CH/D.SKIP
9
SUBTITLE
.
SHIFT
Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de
afstandsbediening, met de juiste polariteit van
(+) en (–), zoals aangegeven in het batterijvak.
Voor gebruik van de afstandsbediening richt u
deze op de g afstandsbedieningssensor voorop
de tuner/versterker.
?/1
AV ?/1
USE MODE P
G
g
f
O
DISPLAY
TV VOL
RETURN/EXIT
TV CH
TV/
VIDEO
MAIN
MENU
WIDE ON SCREEN
Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de
functies van de diverse toetsen.
Uitleg
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6
maanden meegaan. Als de tuner/versterker niet meer
naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het
tijd alle batterijen door nieuwe te vervangen.
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
?/1
Tuner/
versterker
In- en uitschakelen van
de tuner/versterker.
SLEEP
Tuner/
versterker
Instellen van de sluimerfunctie
en de tijdsduur waarna de
tuner/versterker automatisch
moet worden uitgeschakeld.
VIDEO 1
Tuner/
versterker
Videocassette-weergave.
(Videorecorder 3)
VIDEO 2
Tuner/
versterker
Videocassette-weergave.
(Videorecorder 1)
Opmerkingen
• Leg de afstandsbediening niet op een al te warme
of vochtige plaats.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast
elkaar.
• Let op dat de afstandsbedieningssensor van de
tuner/versterker niet wordt blootgesteld aan directe
zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de
afstandsbediening niet naar behoren functioneren.
• Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd
niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit
verwijderen, om eventuele beschadiging door
batterijlekkage en corrosie te voorkomen.
42NL
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
VIDEO 3
Tuner/
versterker
Videocassette-weergave.
(Videorecorder 2)
V/v
Tuner/
versterker
Om een menu-item te
kiezen.
DVD/LD
Tuner/
versterker
Video-weergave van een
DVD of laserdisc.
B/b
Tuner/
versterker
Om een instelling te
verrichten of te wijzigen.
TV/SAT
Tuner/
versterker
TV-kijken, gewone of
satelliet-uitzendingen.
MASTER Tuner/
VOL +/–
versterker
De totale geluidssterkte van
de tuner/versterker regelen.
MD/TAPE Tuner/
versterker
Afspelen van een minidisc
of geluidscassette.
MAIN
MENU
CD/SACD Tuner/
versterker
Afspelen van compact
discs.
Druk herhaaldelijk op
deze toets om één
van de vijf cursor modes
te kiezen: EQ, SURR,
LEVEL, SET UP en NAME
TUNER
Tuner/
versterker
Luisteren naar de radio.
PHONO
Tuner/
versterker
Afspelen van
grammofoonplaten.
AUX
Tuner/
versterker
Luisteren naar aangesloten
audio-apparatuur.
MULTI
CH
Tuner/
versterker
Om MULTI CH IN te kiezen.
Kies 2e AV-uitgang.
TEST
TONE
Tuner/
versterker
Indrukken voor weergave
van de testtoon.
PRESET
Tuner/
versterker
Keuze van het
vooringestelde klankbeeld
(b.v. Cinema Studio EX A,
B, C).
AUTO
DEC
Tuner/
versterker
Keuze van de AUTO
DECODING mode.
MPX/
DUAL
Tuner/
versterker
Keuze van dubbel mono
of tweetalig geluid bij
Digital Dolby of DTS,
enz.
ANALOG Tuner/
DIRECT versterker
Keuze van 2CH
ANALOG DIRECT.
2CH
Keuze van de 2CH mode.
Tuner/
versterker
MODE +/– Tuner/
versterker
Keuze van een klankbeeld.
SHIFT
Meermalen indrukken om
een geheugengroep te
kiezen voor het vastleggen
van of afstemmen op een
voorkeurzender.
Tuner/
versterker
D.TUNING Tuner/
versterker
Directe keuze van een
bekende radiozender.
MUTING Tuner/
versterker
Demping van het geluid
van de tuner/versterker.
AV ?/1
SYSTEM
STANDBY
(Druk
AV ?/1
en ?/1
tegelijk in)
1-9 en
0/10
Tuner/
versterker
Om de menu’s van de
tuner/versterker op het TVscherm te laten verschijnen.
TV-toestel/
In- en uitschakelen van
Videorecorder/ de audio- en videoCD-speler/
apparatuur.
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP411
SOURCE Tuner/
versterker
ON
SCREEN
Tuner/
versterker
Tuner/
Zet de tuner/versterker en
versterker
andere Sony audio/
TV-toestel/
video-componenten af.
Videorecorder/
Satelliet-ontvanger/
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
Tuner/
versterker
Samen met de “SHIFT” toets
indrukken voor keuze van
een voorkeurzendernummer
tijdens directe afstemming
(DIRECT TUNING) of
geheugenafstemming
(MEMORY).
CD-speler/
Keuze van beeld/
Video-CD speler/ muziekstuknummers.
Laserdisc-speler/ Toets 0 voor beeld/
Minidiscmuziekstuk 10.
recorder/
DAT-cassettedeck
TV-toestel/
Keuze van
Videorecorder/ zendernummers.
Satelliet-ontvanger
>10/11
CD-speler/
Keuze van beeld/
Video-CD speler/ muziekstuknummers
Laserdisc-speler/ boven de 10.
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
wordt vervolgd
43NL
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen (vervolg)
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
AUDIO
SWAP*/
ANGLE
Functie
TV-toestel/
Schakelt het geluid om naar
Videorecorder/ naar Multiplex, Tweetalig
DVDof Multikanaals TV-geluid.
videospeler
TV-toestel
Verwisselen van het
hoofdbeeld en het inzetbeeld.
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
m/M CD-speler/
Beeld/muziekstukken
Video-CD speler/ doorzoeken (voor- of
DVD-speler/
achterwaarts).
Laserdisc-speler/
Minidisc-recorder
Video-CD speler/ Snel vooruit of
DAT-cassettedeck/ terugwaarts zoeken.
Cassettedeck
N
Videorecorder/ Beginnen met afspelen.
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
X
Videorecorder/ Pauzeren van de weergave
CD-speler/
of opname.
Video-CD speler/ (Ook voor beginnen met
Laserdisc-speler/ opnemen vanuit de
DVD-speler/
opnamepauzestand.)
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
x
Videorecorder/ Stoppen met afspelen.
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
DVD-videospeler Kiest de kijkhoek of wijzigt
de hoeken.
JUMP/
TIME
TV-toestel
Overschakelen tussen de
vorige en de huidige zander.
CD-speler/
Toont de tijd of de
Video-CD speler/ speelduur van de disc, enz.
DVD-videospeler
PRESET
CH/
Tuner/
versterker
Doorzoeken en kiezen
van voorkeurzenders.
D. SKIP +/– TV-toestel/
Keuze van
Videorecorder/ voorkeurzenders.
Satelliet-ontvanger
CD-speler/
Wisselen van discs
Video-CD speler (alleen voor een CDDVD-videospeler/ wisselaar).
Minidisc-recorder
ENTER
TV-toestel/
Videorecorder/
Satelliet-ontvanger/
Laserdisc-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
Na keuze van een zender,
disc of beeld/muziekstuk
met de cijfertoetsen,
drukt u hierop om uw
keuze in te voeren.
DISC
CD-speler/
Keuze van discs (alleen
Video-CD speler voor een CD-wisselaar).
ANT
Videorecorder/ Keuze van het
Video-CD speler uitgangssignaal van de
antenne-aansluiting:
TV-ontvangst of videoweergave.
./> Videorecorder/
Doorgaan naar een ander
CD-speler/
beeld/muziekstuk.
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
* Alleen voor Sony TV’s met met beeld-in-beeld
(inzetbeeld) functie.
44NL
Functie
DISPLAY TV-toestel/
Om informatie op het
Videorecorder/ TV-scherm te selecteren.
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler
RETURN/ Video-CD-speler/ Om terug te keren naar het
EXIT
Laserdisc-speler/ vorige menu.
DVD-speler
Satelliet-ontvanger Om het menu te sluiten.
SUBTITLE DVD–speler
Om de ondertitels te
veranderen.
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
CLEAR
DVD
-speler
Indrukken wanneer u zich
van cijfertoets hebt vergist
of om terug te keren naar
continu weergave enz.
SEARCH DVD
MODE
-speler
Kiest de zoekstand.
Druk hierop om de
zoekeenheid (track, index,
enz.) te kiezen.
TOP MENU/ DVD
GUIDE
-speler
Om de DVD titel te
tonen.
AV MENU Videorecorder/
Om het menu te tonen.
Satelliet-ontvanger/
DVD-videospeler
O
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler
V/v/B/b
Videorecorder/
Om een menu-item te kiezen.
Satelliet-ontvanger/
DVD-videospeler
Indrukken om terug te
gaan naar het vorige menu
of het menu te sluiten.
TV ?/1
TV-toestel
Om de TV aan of uit te
zetten.
-/--
TV-toestel
Keuze van een enkelcijfer of twee-cijfer
zendernummer.
TV VOL +/– TV-toestel
Om het volume van de
TV te regelen.
TV CH +/– TV-toestel
Kies een TVvoorinstelzender.
TV/
VIDEO
TV-toestel
Keuze van het
ingangssignaal voor
weergave: TV-ontvangst
of video-weergave.
WIDE
TV-toestel
Inschakelen van de
breedbeeldfunctie.
USE MODE Afstandsbediening
De afstandsbediening
instellen.
AV1 en
AV2
Afstandsbediening
Kies de werkingsstand
van de afstandsbediening.
ALT
Afstandsbediening
Wijzigt de afstandsbedieningsfunctie om de
toetsen met oranje
opschrift te activeren.
• Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd
staan werken niet met bepaalde tuner/
versterkermodellen.
• De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als
voorbeeld.
Sommige componenten werken dan ook niet of
worden anders bediend dan hierboven beschreven.
• Om de toetsen met oranje opdruk te kunnen
gebruiken, moet u eerst op ALT drukken.
• De functies TV/SAT, PHONO, SOURCE, MPX/
DUAL, ANALOG DIRECT, 12 en ON SCREEN
werken niet met de instelling.
Kies de werkingsstand
van de afstandsbediening
Stel de afstandsbedieningsstand in met de USE
MODE toets en de afstandsbedieningstoetsen.
Bedieningsstand kiezen
U kunt de afstandsbedieningsstand (AV1 of
AV2) kiezen. Wanneer tuner/versterker en
afstandsbediening op een andere manier
worden bediend, werkt de tuner/versterker niet
met de afstandsbediening.
Druk op 1 (AV1) (of 2 (AV2)) terwijl u USE
MODE ingedrukt houdt.
Het controlelampje licht eenmaal (tweemaal
voor AV2) op en de bedieningsstand verandert.
De werkingsstand van de
afstandsbediening kiezen
Druk op USE MODE. Controleer de
afstandsbediening aan de hand van de
indicator.
Stand
Indicator licht op
AV1
eenmaal
AV2
tweemaal
Fabrieksinstellingen van de
afstandsbediening herstellen
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP411
ENTER/ Videorecorder/
Keuze bevestigen.
EXECUTE Satelliet-ontvanger/
DVD-videospeler
Opmerkingen
Druk =/1, AV =/1 en MASTER VOL tegelijk
in.
De indicator licht 3 keer op en dooft vervolgens.
45NL
Afstandsbediening
programmeren
U kunt de afstandsbediening programmeren om
andere componenten dan van het merk Sony te
bedienen door de code te wijzigen. Eens de
stuursignalen werden gememoriseerd, kunt u
deze componenten gebruiken als onderdeel van
uw systeem.
U kunt de afstandsbediening bovendien
programmeren voor Sony componenten die niet
met de afstandsbediening kunnen worden
bediend. Merk op dat de afstandsbediening
alleen werkt met componenten die infrarood
stuursignalen kunnen ontvangen.
1 Druk op AV ?/1 terwijl u USE MODE
ingedrukt houdt.
De indicator licht op.
2 Druk op de componentkeuzetoets
(inclusief TV ?/1) voor de component
die u wilt bedienen.
Druk bijvoorbeeld op CD/SACD om een
CD-speler te bedienen.
3 Voer de cijfercode (of één van de codes
indien er meer dan één code is) die
overeenkomt met de component en het
merk van de component die u wilt
bedienen in met de cijfertoetsen.
Raadpleeg de tabellen op pagina 47 en 48
voor informatie over de cijfercode(s) voor
de component en het merk van de
component (het eerste cijfer en de laatste
twee cijfers van de code staan
respectievelijk voor categorie en merk.)
4 Druk op ENTER.
Wanneer de cijfercode is geverifieerd,
knippert de indicator tweemaal traag en
verlaat de afstandsbediening automatisch de
programmeerstand.
46NL
5 Herhaal stap 1 tot 4 om andere
componenten te bedienen.
Programmeren annuleren
Druk in een willekeurige stap op USE MODE.
De afstandsbediening verlaat automatisch de
programmeerstand.
De functie activeren na programmering.
Druk op de programmatoets om de gewenste
functie te activeren.
Controleer het volgende indien het
programmeren mislukt:
• Indien de indicator niet oplicht in stap 1, zijn de
batterijen bijna leeg. Vervang beide batterijen.
• Indien de indicator 4 keer kort na elkaar knippert
terwijl de cijfercode wordt ingevoerd, is er een fout
opgetreden. Begin opnieuw vanaf stap 1.
Opmerkingen
• De indicator dooft wanneer er een geldige toets
wordt ingedrukt.
• Indien er in stap 2 verscheidene
componentkeuzetoetsen worden ingedrukt, is alleen
de laatst ingedrukte toets geldig.
• Wanneer u in stap 2 op druk TV ?/1, worden
alleen de TV VOL +/–, TV CH +/–, TV/VIDEO en
WIDE toetsen geherprogrammeerd.
• Indien er in stap 3 een componentkeuzetoets wordt
ingedrukt, wordt de nieuwe functie gekozen en
keert de programmeerprocedure terug naar het
begin van stap 3.
• Voor de cijfercodes zijn alleen de eerste drie
ingevoerde cijfers geldig.
Het geheugen van de
afstandsbediening wissen
Om alle geprogrammeerde en geleerde signalen
te wissen, gaat u als volgt tewerk om de
fabrieksinstellingen te herstellen.
Druk ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL –
tegelijk in.
De indicator knippert 3 keer en dooft
vervolgens.
De cijfercodes komen overeen met
de component en het merk van de
component.
Een DAT-cassettedeck bedienen
SONY
203
Gebruik de cijfercodes in de onderstaande tabel
voor het bedienen van niet-Sony componenten
en Sony componenten die normaal niet met de
afstandsbediening werken. Doordat het
afstandsbedieningssignaal dat een component
aanvaardt afhankelijk is van model en
bouwjaar, kan aan een component meer dan
één cijfercode zijn toegekend. Probeer andere
codes wanneer een bepaalde code niet werkt.
PIONEER
219
Merk
Code(s)
Een Minidisc-recorder deck bedienen
Merk
Code(s)
SONY
301
DENON
302
JVC
303
KENWOOD
304
Opmerkingen
• De cijfercodes zijn gebaseerd op de meest recente
informatie die voor elk merk beschikbaar is. Toch
is het mogelijk dat uw component niet reageert op
sommige of alle codes.
• Met sommige componenten zijn niet alle functies
van de afstandsbediening beschikbaar.
Merk
Code(s)
SONY
101, 102, 103
DENON
104, 123
JVC
KENWOOD
105, 106, 107
108, 109, 110
Merk
Code(s)
SONY
201, 202
DENON
204, 205
KENWOOD
206, 207, 208, 209
NAKAMICHI
210
PANASONIC
216
PHILIPS
211, 212
PIONEER
213, 214
TECHNICS
215, 216
YAMAHA
217, 218
MAGNAVOX
111, 116
MARANTZ
116
Een Laserdisc-speler bedienen
ONKYO
112, 113, 114
Merk
PANASONIC
115
SONY
601, 602, 603
PHILIPS
116
PIONEER
606
PIONEER
117
Code(s)
TECHNICS
115, 118, 119
Een Video CD-speler bedienen
YAMAHA
120, 121, 122
Merk
Code(s)
SONY
605
wordt vervolgd
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP411
Een CD-speler bedienen
Een cassettedeck bedienen
47NL
Afstandsbediening programmeren
(vervolg)
Een TV bedienen
Merk
Code(s)
Een videorecorder bedienen
SONY
501
DAEWOO
504, 505, 506, 507, 515,
544
Merk
Code(s)
SONY
701, 702, 703, 704, 705,
706
AIWA
710, 750, 757, 758
AKAI
707, 708, 709, 759
BLAUPUNKT
740
EMERSON
711, 712, 713, 714, 715,
716, 750
FISHER
717, 718, 719, 720
GENERAL ELECTRIC
721, 722, 730
GOLDSTAR
723, 753
GRUNDIG
724
HITACHI
722, 725, 729, 741
ITT/NOKIA
717
JVC
726, 727, 728, 736
MAGNAVOX
730, 731, 738
MITSUBISHI/MGA
732, 733, 734, 735
NEC
736
PANASONIC
729, 730, 737, 738, 739,
740
PHILIPS
729, 730, 731
PIONEER
729
RCA/PROSCAN
722, 729, 730, 731, 741,
747
FISHER
508
GOLDSTAR
503, 511, 512, 515, 534,
544
GRUNDIG
517, 534
HITACHI
513, 514, 515, 544
ITT/NOKIA
521, 522
JVC
516
MAGNAVOX
503, 518, 544
MITSUBISHI/MGA
503, 519, 544
NEC
503, 520, 544
PANASONIC
509, 524
PHILIPS
515, 518
PIONEER
509, 525, 526, 540
RCA/PROSCAN
510, 527, 528, 529, 544
SAMSUNG
503, 515, 531, 532, 533,
534, 544
SANYO
508, 545
SHARP
535
TELEFUNKEN
523, 536, 537, 538
THOMSON
530, 537, 539
TOSHIBA
535, 540, 541
ZENITH
542, 543
SAMSUNG
742, 743, 744, 745
SANYO
717, 720, 746
SHARP
748, 749
Een satelliettuner of kabeldecoder
bedienen
TELEFUNKEN
751, 752
Merk
TOSHIBA
747, 755, 756
SONY
801, 802
ZENITH
754
JERROLD/G.I.
806, 807, 808, 809, 810,
811, 812, 813, 814
PANASONIC
818
RCA
805, 819
S. ATLANTA
815, 816, 817
Een DVD-videospeler bedienen
Merk
Code(s)
SONY
401, 402, 403
PANASONIC
406, 408
PHILIPS
407
PIONEER
409
TOSHIBA
404
DENON
405
48NL
Code(s)
Gebruik van de afstandsbediening RM-U305C
Uitgezonderd de modellen met
landcode U, CA
U kunt de RM-U305C afstandsbediening
gebruiken om de componenten van uw stereoinstallatie te bedienen.
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen
AV
?/1
SLEEP
?/1
SYSTEM
STANDBY
Voor u de
afstandsbediening
gebruikt
VIDEO 1
VIDEO
FUNCTION
VIDEO 2 VIDEO 3
DVD/LD
TV/SAT
PHONO
MD/TAPE
FN SHIFT
AUX
CD/SACD
TUNER
1
MENU
F
2
G
4
7
8
SHIFT
9
RETURN
0
>10
– /– –
Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de
afstandsbediening, met de juiste polariteit van
(+) en (–), zoals aangegeven in het batterijvak.
Voor gebruik van de afstandsbediening richt u
deze op de g afstandsbedieningssensor voorop
de tuner/versterker.
g
6
f
TITLE
Aanbrengen van batterijen in
de afstandsbediening
3
ENTER
5
POSITION
SWAP
=
+
– SUB CH +
ENTER
D.TUNING
D.SKIP/
CH/PRESET
0
)
DISPLAY
P IN P
9
(
DISC
JUMP
WIDE
TV/
VIDEO
P
p
SOUND FIELD
2CH
AUTO DEC
– MODE +
ANT
TV/VTR
MULTI/2CH
A. DIRECT
MUTING
]
}
Gebruik van de afstandsbediening RM-U305C
MASTER
TEST TONE MAIN MENU
VOL
MENU
}
]
Uitleg
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6
maanden meegaan. Als de tuner/versterker niet meer
naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het
tijd alle batterijen door nieuwe te vervangen.
Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de
functies van de diverse toetsen.
Opmerkingen
• Leg de afstandsbediening niet op een al te warme
of vochtige plaats.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast
elkaar.
• Let op dat de afstandsbedieningssensor van de
tuner/versterker niet wordt blootgesteld aan directe
zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de
afstandsbediening niet naar behoren functioneren.
• Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd
niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit
verwijderen, om eventuele beschadiging door
batterijlekkage en corrosie te voorkomen.
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
SLEEP
Tuner/
versterker
Instellen van de
sluimerfunctie en de
tijdsduur waarna de tuner/
versterker automatisch
moet worden uitgeschakeld.
?/1
Tuner/
versterker
In- en uitschakelen van
de tuner/versterker.
wordt vervolgd
49NL
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen (vervolg)
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
TEST
TONE
Tuner/
versterker
Indrukken voor weergave
van de testtoon.
MAIN
Tuner/
versterker
Druk herhaaldelijk op deze
toets om één van de vijf
cursor modes te kiezen: EQ,
SURR, LEVEL, SET UP of
NAME.
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
VIDEO/
Tuner/
VIDEO 1* versterker
Videocassette-weergave.
(Videorecorder 3)
VIDEO 2* Tuner/
versterker
Videocassette-weergave.
(Videorecorder 1)
VIDEO 3* Tuner/
versterker
Videocassette-weergave.
(Videorecorder 2)
MENU </> Tuner/
versterker
Om een menu item te
kiezen.
DVD/LD
Tuner/
versterker
Video-weergave van een
DVD of laserdisc.
MENU +/– Tuner/
versterker
Om een te verrichten of
te wijzigen
TV/SAT
Tuner/
versterker
TV-kijken, gewone of
satelliet-uitzendingen.
MASTER Tuner/
VOL +/– versterker
PHONO* Tuner/
versterker
Afspelen van
grammofoonplaten.
De totale geluidssterkte
van de tuner/versterker
regelen.
AV ?/1
MD/TAPE* Tuner/
versterker
Afspelen van een minidisc
of geluidscassette.
AUX
Luisteren naar aangesloten
audio-apparatuur.
Tuner/
versterker
CD/SACD Tuner/
versterker
Afspelen van compact
discs.
TUNER
Tuner/
versterker
Luisteren naar de radio.
SHIFT
Tuner/
versterker
Meermalen indrukken om
een geheugengroep te
kiezen voor het
vastleggen van of
afstemmen op een
voorkeurzender.
D.TUNING Tuner/
versterker
Directe keuze van een
bekende radiozender.
AUTO DEC Tuner/
versterker
Om de AUTO
DECODING mode te
kiezen.
MODE +/– Tuner/
versterker
Keuze van een
klankbeeld.
2CH
Om 2CH mode te kiezen.
Tuner/
versterker
MULTI/ 2CH Tuner/
A. DIRECT versterker
Om MULTI CH IN te
kiezen.
MUTING Tuner/
versterker
Demping van het geluid
van de tuner/versterker.
* De VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, PHONO en
MD/TAPE functic werkt met 2 toetsen. Om een
bovenvermelde functie te kiczen, druktu
tegelijkertijd op FN SHIFT (function shift) en de
gewenste functictocts.
Druk bijvoorbeeld op FN SHIFT en CD/SACD om
de MD/TAPE functie te kiezen.
50NL
SYSTEM
STANDBY
(Druk
AV ?/1
en ?/1
tegelijk in)
0-9
TV-toestel/
In- en uitschakelen van
Videorecorder/ de audio- en videoCD-speler/
apparatuur.
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
Tuner/
Zet de tuner/versterker en
versterker
Sony audio/videoTV-toestel/
componenten af.
Videorecorder/
satelliet-outvanger/
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler/
minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
cassettedeck
Tuner/
versterker
Samen met de “SHIFT”
toets indrukken voor
keuze van een
voorkeurzendernummer
tijdens directe afstemming
(DIRECT TUNING) of
geheugenafstemming
(MEMORY).
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
Keuze van beeld/
muziekstuknummers.
Toets 0 voor beeld/
muziekstuk 10.
TV-toestel/
Keuze van
Videorecorder/
zendernummers.
Satelliet-ontvanger
>10
CD-speler/
Keuze van beeld/
Video-CD speler/ muziekstuknummers
Laserdisc-speler/ boven de 10.
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
ENTER
TV-toestel/
Na keuze van een zender,
Videorecorder/
disc of beeld/muziekstuk
Satelliet-ontvanger/ met de cijfertoetsen,
Laserdisc-speler/ drukt u hierop om uw
Minidisc-recorder/ keuze in te voeren.
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
D. SKIP/
CH/
PRESET/
+/–
Tuner/
versterker
Doorzoeken en kiezen
van voorkeurzenders.
m/M CD-speler/
Beeld/muziekstukken
Video-CD speler/ doorzoeken (voor- of
DVD-videospeler achterwaarts).
Videorecorder/
Snel vooruit of
Laserdisc-speler/ terugwaarts zoeken.
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
N
Videorecorder/
Pauzeren van de
CD-speler/
weergave of opname.
Video-CD speler/ (Ook voor beginnen met
Laserdisc-speler/ opnemen vanuit de
DVD-videospeler/ opnamepauzestand.)
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
x
Videorecorder/
Stoppen met afspelen.
CD speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
Cassettedeck
Doorgaan met afspelen
van de andere kant.
Videorecorder/
Beginnen met afspelen.
CD speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
DISPLAY TV-toestel/
Om informatie op het TVVideorecorder/
scherm te selecteren.
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler
ANT
TV/VTR
Videorecorder Keuze van het
uitgangssignaal van de
antenne-aansluiting:
TV-ontvangst of videoweergave.
DISC
CD-speler
TITLE
DVD-videospeler Om de DVD titel te
tonen.
MENU
DVD-videospeler Om het DVD menu te
tonen.
ENTER
DVD-videospeler Invoeren van uw keuze.
Keuze van discs (alleen
voor een CD-wisselaar).
RETURN DVD-videospeler Indrukken om terug te
gaan naar het vorige
menu of het menu te
sluiten.
V/v/B/b
DVD-videospeler Om een menu-item te kiezen.
-/--
TV-toestel
Keuze van een enkelcijfer of twee-cijfer
zendernummer.
wordt vervolgd
Gebruik van de afstandsbediening RM-U305C
./> Videorecorder/
Doorgaan naar een ander
CD-speler/
beeld/muziekstuk.
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
Functie
X
TV-toestel/
Keuze van
Videorecorder/
voorkeurzenders.
Satelliet-ontvanger
CD-speler/
Wisselen van discs
Video-CD speler/ (alleen voor een CDDVD-videospeler/ wisselaar).
Minidisc-recorder
n
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
51NL
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen (vervolg)
Afstandsbedie- Bedient
ningstoets
Functie
POSITION**TV-toestel
Verplaatsen van het
inzetbeeld.
SWAP**
TV-toestel
Verwisselen van het
hoofdbeeld en het inzetbeeld.
SUB CH
+/–**
TV-toestel
Keuze van het zendernummer
voor het inzetbeeld.
P IN P**
TV-toestel
Inschakelen van de
inzetbeeldfunctie.
component die u aan de
componentkeuzetoets wilt toekennen
(bijvoorbeeld 4 - Cassettedeck).
JUMP
TV-toestel
Overschakelen tussen de
vorige en de huidige zender.
De volgende cijfertoetsen zijn bedoeld om
de functies te selecteren:
WIDE
TV-toestel
Inschakelen van de
breedbeeldfunctie.
Bedienen
Drukt u op
CD-speler
1
Keuze van het
ingangssignaal voor
weergave: TV-ontvangst
of video-weergave.
DAT-cassettedeck
2
Minidisc-recorder
3
Cassettedeck A
4
Cassettedeck B
5
TV/VIDEO TV-toestel
** Alleen voor Sony TV’s met beeld-in-beeld
(inzetbeeld) functie.
Opmerkingen
• Wanneer een componentkeuzetoets VIDEO 1,
VIDEO 2, VIDEO 3, DVD/LD wordt ingedrukt,
kan de ingangsmode van de TV mogelijk nict naar
de gewenste mode overschakelen. Druk dan op de
TV/VIDEO toets om de ingangsmode van de TV te
wijzlgen.
• Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd
staan werken niet met bepaalde tuner/
versterkermodellen.
• De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als
voorbeeld.
Sommige componenten werken dan ook niet of
worden anders bediend dan hierboven beschreven.
• De functies TV/SAT en PHONO werken niet met
de instelling.
Aanpassen van de
fabrieksinstelligen van de
componentkeuzetoetsen
52
Merk op dat de instellingen van de TUNER en
FN SHIFT (VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3,
PHONO en MD/TAPE)
componentkeuzetoetsen niet kunnen worden
gewijzigd worden gewijzigd.
Als de fabrieksinstellingen voor de
componentkeuzetoetsen niet overeenkomen
met de componenten van uw stereo-installatie,
kunt u deze instellingen wijzigen. Als u
bijvoorbeeld beschikt over een minidiscrecorder en een cassettedeck, maar geen CDspeler, dan kunt u de functie van de CD/SACD
toets zonder bezwaar omschakelen naar
bediening van uw cassettedeck.
NL
1 Houd de componentkeuzetoetsen waarvan
u de toewijzing wilt veranderen, ingedrukt
(bijvoorbeeld CD/SACD).
2 Druk op de betreffende toets van de
Laserdisc-speler
6
Videorecorder
(afstandsbedieningsstand VTR 1*)
7
Videorecorder
(afstandsbedieningsstand VTR 2*)
8
Videorecorder
(afstandsbedieningsstand VTR 3*)
9
TV-toestel
DSS (digitale satelliet-ontvanger)
DVD-speler
Video-CD speler
0
>10
ENTER
.
* Sony videorecorders worden bediend in een
VTR 1, 2 of 3 stand. Deze bedieningsstanden
komen overeen met resp. Beta, 8mm en VHS.
Nu kan het cassettedeck worden bediend
met de CD/SACD-toets.
Een toets in de fabrieksinstelling
zetten
Voer de bovenstaande procedure opnieuw uit.
Alle componentkeuzetoetsen in de
fabrieksinstelling zetten
Druk tegelijk op ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL –.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Mocht u verder nog vragen of problemen met de
bediening van de tuner/versterker hebben, aarzel dan
niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat
terechtkomen, trek dan de stekker van de tuner/
versterker uit het stopcontact en laat het apparaat eerst
door een onderhoudsmonteur controleren, alvorens
het weer in gebruik te nemen.
Stroomvoorziening
• Controleer, alvorens de tuner/versterker in gebruik
te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De
bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje
op het achterpaneel van de tuner/versterker.
• Zolang de stekker van het netsnoer in het
stopcontact zit, blijft er spanning op het apparaat
staan, ook al is de tuner/versterker zelf
uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt
de tuner/versterker geruime tijd niet te gebruiken.
Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te
trekken; trek nooit aan het snoer.
• Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
Hitte in het inwendige
Opstelling
• Zet de tuner/versterker op een goed geventileerde
plaats, met voldoende luchtdoorstroming om de
inwendige onderdelen te koelen, in het belang van
een langdurige betrouwbare werking.
• Plaats de tuner/versterker niet dichtbij een
warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd plaatsen
met veel stof, vocht en mechanische trillingen of
schokken.
• Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatieopeningen aan de bovenzijde kan blokkeren, in het
belang van een storingsvrije werking.
Aansluiten
Voor het maken van enige aansluiting, schakelt u
eerst de tuner/versterker uit en trekt u de stekker uit
het stopcontact.
Schoonmaken
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningsorganen met een zachte doek, licht
bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik
geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen
oplosmiddelen zoals wasbenzine of alcohol (spiritus).
Als bij het gebruik van de tuner/versterker een
van de volgende problemen zich voordoet,
neemt u dan de controlepunten even door om
het probleem te verhelpen. Zie ook de
paragraaf “Controleren van de aansluitingen”
op blz. 22 om zeker te stellen dat alle
aansluitingen in orde zijn. Mocht de storing
niet zo gemakkelijk te verhelpen zijn,
raadpleeg dan a.u.b. de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Geen of heel zwak geluid, ongeacht de gekozen
component.
• Controleer of de luidsprekers en componenten
goed zijn aangesloten.
• Controleer of de tuner/versterker en de andere
apparaten allemaal zijn ingeschakeld.
• Controleer of de MASTER VOLUME knop niet
in de VOL MIN stand staat.
• Controleer of de SPEAKERS A/B toets niet op
“SP. OFF” staat en correct is ingesteld volgens
uw SPEAKERS FRONT systeem (blz. 24).
• Druk op de MUTING toets om de
geluiddemping uit te schakelen.
• Controleer of er geen hoofdtelefoon is
aangesloten.
• Het beveiligingscircuit van de tuner/versterker is
in werking getreden, vanwege kortsluiting
(“PROTECT” knippert). Schakel de tuner/
versterker uit, verhelp de kortsluiting en schakel
het apparaat weer in.
Aanvullende informatie
Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan
worden, wijst dat niet op storing in de werking.
Vooral bij afspelen op hoog volume kunnen de boven-,
onder- en zijpanelen na verloop van tijd heet worden.
Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan.
Verhelpen van storingen
Een bepaalde geluidsbron is niet te horen.
• Controleer of de geluidsbron juist is aangesloten
op de audio-ingangen voor het betreffende
apparaat.
• Controleer of alle stekkers van de
aansluitsnoeren stevig in de stekkerbussen zitten,
zowel bij de tuner/versterker als bij het
geluidsbron-apparaat zelf.
• Controleer of de tuner/versterker wel is ingesteld
op de juiste geluidsbron.
wordt vervolgd
53NL
Verhelpen van storingen (vervolg)
Er komt geen geluid uit een van de
voorluidsprekers.
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES
stekkerbus om te controleren of de hoofdtelefoon
wel geluid geeft (blz. 24).
Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts via
één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis zijn met
de aansluitingen van het weergave-apparaat op de
tuner/versterker. Controleer dan of alle stekkers van
het aansluitsnoer aan beide zijden, op de tuner/
versterker en de geluidsbron zelf, stevig in de
stekkerbussen zijn gestoken.
Als de hoofdtelefoon wel via beide kanalen geluid
geeft, kan er iets mis zijn met de aansluiting van de
niet werkende luidspreker op de tuner/versterker.
Controleer dan de aansluitingen van de luidspreker
die geen geluid geeft.
De actieve lagetonen-luidspreker geeft geen
geluid.
Er zal niet altijd geluid worden uitgestuurd via de
SUB WOOFER aansluiting, afhankelijk van het
gekozen klankbeeld (blz. 60).
Het akoestiekeffect werkt niet.
Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de MODE toets).
Er wordt geen Dolby Digital of DTS meerkanaalsgeluid weergegeven.
• Controleer of de afgespeelde DVD disc e.d. wel
is voorzien van Dolby Digital of DTS
meerkanaals-geluid.
• Bij aansluiten van een DVD videospeler e.d. op
de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/
versterker dient u ook te zorgen dat de audioinstellingen (voor de geluidsweergave) van het
aangesloten apparaat goed zijn ingesteld.
Het opnemen lukt niet.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Stel de weergave evenwichtig in met de
parameters van het LEVEL menu.
Er klinkt een storende bromtoon of andere
bijgeluiden.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en ten minste 3 meter
van een TV-toestel of tl-verlichting.
• Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de
buurt van een ingeschakeld TV-toestel.
• Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil.
Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus
of zuivere alcohol.
De midden- en/of surround luidsprekers
produceren geen of slechts een heel zwak
geluid.
• Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de MODE toets).
• Kies een klankbeeld met het woord “C.ST.EX”
in de naam (zie blz. 25 t/m 26).
• Stel de geluidssterkte van de luidspreker wat
hoger in (zie blz. 22).
• Zorg dat de parameter voor het midden- of
surround-luidsprekerformaat staat ingesteld op
“SMALL” of “LARGE” (zie blz. 19).
54NL
• Controleer of de betrokken apparaten naar
behoren zijn aangesloten.
• Kies de broncomponent met de
componentkeuzetoetsen.
• Controleer of INPUT MODE op “ANALOG”
staat alvorens op te nemen van een digitale
component die is verbonden met de analoge
MD/TAPE aansluitingen.
• Controleer of INPUT MODE op “COAX IN” of
“OPT IN” (blz. 23) staat alvorens op te nemen
vaneen digitale component die is verbonden met
de digitale DIGITAL MD/TAPE OUT
aansluitingen.
Hoe een laserdisc-speler aan te sluiten via een
RF demodulator.
Sluit eerst de laserdisc-speler aan op een RF
demodulator en verbind dan de optische of
coaxiale digitale uitgang van de RF demodulator
met de ingangsaansluiting van de tuner/versterker.
Bij deze aansluitmethode dient u de INPUT
MODE ingangskeuze met de hand in te stellen
(blz. 23). De tuner/versterker kan niet altijd goed
werken als de INPUT MODE staat ingesteld op
“AUTO IN”.
Zie voor nadere bijzonderheden over de
DOLBY DIGITAL RF aansluitingen ook de
gebruiksaanwijzing van de RF demodulator.
De FM radio-ontvangst klinkt niet goed.
Installeer een FM buitenantenne en sluit deze
aan op de tuner/versterker met een 75-ohm
coaxiaalkabel (niet bijgeleverd), zoals hieronder
aangegeven. Als u de tuner/versterker aansluit op
een buitenantenne dient deze zorgvuldig geaard
te worden, ter bescherming tegen blikseminslag.
Sluit de aardingsdraad nooit aan op een
gasleiding; gezien de kans op een gasexplosie is
dit uiterst gevaarlijk.
FM buitenantenne
Tuner/versterker
ANTENNA
AM
FM
75Ω
COAXIAL
Aardingsdraad
(niet bijgeleverd)
naar een aardpunt
Het afstemmen op een radiozender lukt niet.
De RDS informatiefuncties werken niet.*
• Controleer of de tuner/versterker wel is
afgestemd op een RDS informatiezender op de
FM afstemband.
• Stem af op een krachtiger FM RDS zender.
De gewenste RDS informatie verschijnt niet in
het uitleesvenster.*
• Stel de tuner/versterker op de juiste beeld/
geluidsbron in.
• Stel het TV-toestel in op de gewenste
beeldweergave.
• Zet het TV-toestel iets verder van de audioapparatuur vandaan.
De afstandsbediening werkt niet.
• De TV/SAT, PHONO, SOURCE, MPX/DUAL,
ANALOG DIRECT, 12 en ON SCREEN toetsen
op de afstandsbediening zijn niet beschikbaar.
(Alleen bij de RM-PP411)
• De TV/SAT en PHONO toetsen op de
afstandsbediening zijn niet beschikbaar. (Alleen
bij de RM-U305C)
• Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor voorop de tuner/
versterker.
• Controleer of de werkingsstand van de
afstandsbediening overeenkomt met die van de
tuner/versterter (blz. 38 en 45). (Alleen bij de
RM-PP411).
• Controleer of u AV1 kiest als bedieningsstand van
de receiver (blz. 38). (Alleen bij de RM-U305C).
• Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de tuner/versterker.
• Als de batterijen in de afstandsbediening leeg
kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe.
• Controleer of u wel de juiste toets op de
afstandsbediening hebt ingedrukt.
• Als de afstandsbediening staat ingesteld op
bediening van alleen het TV-toestel, kies dan eerst
met de componentkeuzetoets op de
afstandsbediening een andere beeld/geluidsbron
dan de TV, dan kunt u daarna het gewenste
apparaat bedienen.
• Druk op MAIN MENU op de afstandsbediening
voor u de receiver bedient met de V/v/B/b
toetsen. (Alleen bij de RM-PP411).
* Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK.
Aanvullende informatie
• Controleer of de antennes goed zijn aangesloten.
Verstel zonodig de stand van de antennes en sluit
een buitenantenne aan.
• Mogelijk is de signaalsterkte te gering voor
ontvangst (bij gebruik van de automatische
zoekafstemming). Gebruik de directe afstemming.
• Zorg dat het afsteminterval juist ingesteld (bij het
afstemmen op AM radiozenders met directe
afstemming).
• Er zijn nog geen zenders vooringesteld of de
vastgelegde voorkeurzenders zijn uit het geheugen
gewist (bij gebruik van de geheugenafstemming).
Leg de gewenste zenders in het afstemgeheugen
vast (blz. 34).
• Druk op de DISPLAY toets zodat de
afstemfrequentie in het uitleesvenster verschijnt.
Op het TV-scherm is geen beeld of slechts een
onduidelijk beeld zichtbaar.
Het tuner/versterkergeheugen wissen
Voor wissen van
Leest u
Het gehele geheugen
blz. 17
De zelf aangepaste klankbeelden blz. 31
Neem contact op met de radiozender en informeer
of deze wel of geen RDS signalen uitzendt. Ook
zenders die gewoonlijk wel RDS informatie
uitzenden kunnen deze soms tijdelijk buiten
werking stellen.
55NL
Technische gegevens
Versterker-gedeelte
UITGANGSVERMOGEN
Modellen met landcode U of CA
Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave
(aan 8 ohm van 20 Hz – 20 kHz, bij 0,09 % THV)
100 W + 100 W
Muziekvermogen, referentie
(aan 8 ohm van 1 kHz, bij 0,7 % THV)
FRONT1):
100 W/ch
CENTER1):
100 W
100 W/ch
SURR1):
Frequentiebereik
MULTI CH IN,
CD/SACD, AUX,
MD/TAPE, DVD/LD,
VIDEO 1, 2, 3
10 Hz – 70 kHz
±0.5/–2 dB (zonder
klankbeeld, toonregeling
of basversterking)
Ingangen (Analoog)
MULTI CH IN,
CD/SACD, AUX,
MD/TAPE, DVD/LD,
VIDEO 1, 2, 3
Gevoeligheid: 250 mV
Impedantie: 50 kOhm
Signaal/ruisverhouding3):
96 dB (A, 250 mV4))
3) INPUT SHORT (ingangen kortgesloten) (zonder
klankbeeld, toonregeling of basversterking).
4) Netwerk-gewogen, ingangsniveau.
Modellen met landcode CEL, CEK
Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
100 W + 100 W2)
Ingangen (Digitaal)
DVD/LD (Coaxiaal)
Muziekvermogen, referentie2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
FRONT1):
100 W/ch
CENTER1):
100 W
100 W/ch
SURR1):
VIDEO 2, CD/SACD,
MD/TAPE (Optisch)
Modellen met andere landcodes
Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
100 W + 100 W2)
Muziekvermogen, referentie2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV)
FRONT1):
120 W/ch
CENTER1):
120 W
SURR1):
120 W/ch
1) Afhankelijk van de klankbeeld-instellingen en de
geluidsbron kan er soms hierdoor geen geluid
worden weergegeven.
2) Gemeten onder de volgende omstandigheden:
56NL
Landcode
Stroomvoorziening
E2/E3, AU
240 V wisselstroom, 50 Hz
SP, CEL, CEK, AR
230 V wisselstroom, 50 Hz
TW
110 V wisselstroom, 60 Hz
MX
120 V wisselstroom, 60 Hz
Uitgangen (Analoog)
MD/TAPE (OUT),
VIDEO 1 (AUDIO
OUT)
SUB WOOFER
Gevoeligheid: –
Impedantie: 75 kOhm
Signaal/ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz LPF)
Gevoeligheid: –
Impedantie: –
Signaal/ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz LPF)
Uitgangsspanning: 250 mV
Impedantie: 10 kOhm
Uitgangsspanning: 2 V
Impedantie: 1 kOhm
Uitgangen (Digitaal)
MD/TAPE (Optisch)
Gevoeligheid: –
EQ toonregeling
Versterking:
±6 dB, in stappen van 1 dB
FM tuner-gedeelte
Afstembereik
87,5 – 108,0 MHz
Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrequentie
10,7 MHz
Gevoeligheid
Mono:
Stereo:
18,3 dBf, 2,2 µV/75 ohm
38,3 dBf, 22,5 µV/75 ohm
5) Het afsteminterval van de AM band kunt u
omschakelen tussen 9 kHz en 10 kHz, als volgt.
Stem af op een AM radiozender en schakel de
tuner/versterker uit. Houd vervolgens de PRESET
TUNING + toets ingedrukt en schakel het apparaat
zo weer in met de ?/1 toets. Bij het omschakelen
van het afsteminterval worden alle
voorkeurzenders uit het geheugen gewist. Om het
afsteminterval terug te schakelen naar de
oorspronkelijke 10 kHz (of 9 kHz), herhaalt u deze
stappen.
Bruikbare gevoeligheid 11,2 dBf, 1 µV/75 ohm
Signaal/ruisverhouding
Mono:
76 dB
Stereo:
70 dB
Harmonische vervorming bij 1 kHz
Mono:
0,3 %
Stereo:
0,5 %
Kanaalscheiding
45 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik
30 Hz – 15 kHz,
+0,5/–2 dB
Selectiviteit
60 dB bij 400 kHz
AM tuner-gedeelte
Video-gedeelte
Ingangen
Video:
S-video:
1 Vt-t, 75 ohm
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
PB B-Y: 0,7 Vt-t,
75 ohm
PR R-Y: 0,7 Vt-t,
75 ohm
Component Video:
Uitgangen
Video:
S-video:
1 Vt-t, 75 ohm
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
PB B-Y: 0,7 Vt-t,
75 ohm
PR R-Y: 0,7 Vt-t,
75 ohm
Component Video:
Afstembereik
Modellen met landcode U of CA
Bij 10 kHz afsteminterval: 530 – 1710 kHz5)
Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1710 kHz5)
Modellen met landcode SP, CEL, CEK, TW,
AU
Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1602 kHz
Antenne
Kaderantenne
Tussenfrequentie
450 kHz
Bruikbare gevoeligheid 50 dB/meter
(bij 1.000 kHz of 999 kHz)
Aanvullende informatie
Modellen met landcode E2/E3, AR, MX
Bij 10 kHz afsteminterval: 530 – 1610 kHz5)
Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1602 kHz5)
Algemeen
Stroomvoorziening
Landcode
Stroomvoorziening
U, CA, MX
120 V wisselstroom, 60 Hz
CEL, CEK
230 V wisselstroom, 50/60 Hz
SP, AR
220 – 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
E2/E3
120/220/240 V wisselstroom,
50/60 Hz
TW
110 V wisselstroom, 50/60 Hz
AU
240 V wisselstroom, 50 Hz
Signaal/ruisverhouding 54 dB (bij 50 mV/meter)
Harmonische vervorming 0,5 % (bij 50 mV/meter,
400 Hz)
Selectiviteit
Bij 9 kHz:
Bij 10 kHz:
35 dB
40 dB
Stroomverbruik
Landcode
Stroomverbruik
U, MX
210 W
CA
300 VA
CEL, CEK
180 W
AU, E2/E3, SP, AR
TW
450 W
Stroomverbruik (in de gebruiksklaar-stand)
0,5 W (als “A.PWR” in het SET UP menu op “NO”
staat) (blz. 38).
wordt vervolgd
57NL
Technische gegevens (vervolg)
Netstroomuitgangen
Landcode
Netstroomuitgangen
U, CA
1 uitschakelbaar, maximaal
120 W/1 A
SP, CEL, CEK,
E2/E3, TW, AU,
MX
1 uitschakelbaar, maximaal
100 W
Afmetingen (b/h/d)
430 × 157,5 × 308,5 mm,
incl. uitstekende
onderdelen en knoppen
Gewicht (ca.)
7,5 kg
Bijgeleverd toebehoren
FM draadantenne (1)
AM kaderantenne (1)
Afstandsbediening (1)
• RM-PP411 (Alleen voor de modellen met
landcode U, CA)
• RM-U305C (Uitgezonderd de modellen met
landcode U, CA)
R6 (AA-formaat) batterijen (2)
Zie voor nadere bijzonderheden over de landcode
van uw uitvoering de beschrijving op blz. 4.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
58NL
Tabel voor de instellingen met de SURR, LEVEL, EQ en SET
UP toetsen
Voor het bijregelen van de akoestiek kunt u de onderstaande instellingen maken met de LEVEL,
SURR, EQ en SET UP toetsen, de instelknop en / . De tabel toont de parameters, elk met hun
eigen instelbereik.
Druk op
Druk op
of
om instelling te kiezen
Draai de instelknop naar
om instelling te kiezen
SURR
EFFECT
afhankelijk van het klankbeeld (in 15 stappen)
29
L +8 tot R +8 (in stappen van 1)
29
LEVEL
L
R
BAL. L/R XXX
CTR XXX dB
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
SUR.R. XXX dB
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
S.W. XXX dB
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
D. RANGE
EQ
SET UP
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
SUR.L. XXX dB
L.F.E. XXX dB
COMP. XXX
OFF, –20 dB tot 0 dB (in stappen van 1 dB)
OFF, 0,1 tot 0,9 (in stappen van 0,1), STD, MAX
FRONT BASS GAIN
–6 dB tot +6 dB (in stappen van 1 dB)
FRONT TREBLE GAIN
–6 dB tot +6 dB (in stappen van 1 dB)
L
C
SL
SW
C
(FRONT)
(CENTER)
SR
(SURROUND)
(SUB WOOFER) S.W. XXX
R
DIST. XX.X m
DIST. XX.X m
DIST. XX.X m
LARGE, SMALL
LARGE, SMALL, NO
YES, NO
tussen 1 meter en 12 meter (stappen van 0,1 meter)1)
R DIST. en 1,5 meter
tussen L
(stappen van 0,1 meter)2)
R DIST. en 4,5 meter
tussen L
(stappen van 0,1 meter)3)
SR
SL
SR
PL. XXX
SIDE, MID, BEHD.
SL
SR
HGT. XXX
LOW, HIGH
PRO LOGIC
A.PWR–XXX
18
LARGE, SMALL, NO
SL
C.MODE.AVX
31
AV1, AV2
DOLBY PL, II MOVIE, II MUSIC
YES, NO
38
Aanvullende informatie
L
R
Blz.
1) Bij de modellen met landcode U of CA: tussen 3 voet en 40 voet (in stappen van 1 voet)
R DIST. en 5 voet (in stappen van 1 voet)
2) Bij de modellen met landcode U of CA: tussen L
R DIST. en 15 voet (in stappen van 1 voet)
3) Bij de modellen met landcode U of CA: tussen L
59NL
Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden
De bijgeregelde SURR akoestiekparameters en EQ parameters worden voor elk klankbeeld
afzonderlijk vastgelegd.
<
SURR
>
EFFECT
LEVEL
<
EQ
>
<
FRONT
>
BASS
GAIN
TREBLE
GAIN
2CH ST.
z
z
AUTO DEC.
z
z
NORM.SURR.
z
z
C.ST.EX A
z
z
z
C.ST.EX B
z
z
z
C.ST.EX C
z
z
z
HALL
z
z
z
JAZZ
z
z
z
CONCERT
z
z
z
GAME
z
z
z
MULTI CH IN
PCM96K
De bijgeregelde LEVEL luidsprekerniveau-parameters gelden voor alle klankbeelden.
<
LEVEL
FRONT
BAL
>
CENTER
LEVEL
SUR.L.
LEVEL
SUR.R.
LEVEL
S. WOOFER
LEVEL
LFE
MIX1)
D.RANGE
COMP1)
2CH ST.
z
z
z
AUTO DEC.
z
z
z
z
z
z
z
NORM.SURR.
z
z
z
z
z
z
z
C.ST.EX A
z
z
z
z
z
z
z
C.ST.EX B
z
z
z
z
z
z
z
C.ST.EX C
z
z
z
z
z
z
z
HALL
z
z
z
z
z2)
z
z
JAZZ
z
z
z
z
z2)
z
z
CONCERT
z
z
z
z
z2)
z
z
GAME
z
z
z
z
z
z
z
MULTI CH IN
z
z
z
z
z
PCM96K
z
1)
Deze parameters kunnen niet altijd instelbaar zijn of niet altijd het gewenste effect hebben, afhankelijk van de
geluidsbron. Zie voor nadere bijzonderheden de gedetailleerde beschrijving onder “Aanpassen van de
luidsprekerniveau-parameters” (op blz. 29).
2)
Bij deze klankbeelden zal de lagetonen-luidspreker geen geluid geven als het formaat van de voorluidsprekers op
“LARGE” staat ingesteld. De lagetonen-luidspreker zal alleen wel geluid geven bij weergave van digitale
signalen met een afzonderlijk LFE (Low Frequency Effect) lagetonen-kanaal.
60NL