Sony STR-DE685 de handleiding

Type
de handleiding
2
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag
u de ventilatie-openingen van het apparaat niet
afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d.
Plaats nooit een brandende kaars bovenop het
apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u nooit een met vloeistof gevuld
voorwerp, zoals een vaas, een glas of beker op het
apparaat zetten.
Gooi de batterij niet weg maar
lever daze in als klein chemisch
afval (KCA).
Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten
ruimte zoals een boekenkast of een inbouwkast.
Deze stereo-installatie is voorzien van Dolby* Digital
en Pro Logic Surround akoestiek en het DTS**
Digital Surround akoestieksysteem.
* Onder licentie van Dolby Laboratories.
De namen “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbele-D
symbool zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
** “DTS” en “DTS Digital Surround” zijn
gedeponeerde handelsmerken van handelsmerken
van Digital Theater Systems, Inc.
3
NL
Inhoudsopgave
NL
Lijst van bedieningstoetsen
en referentiepagina’s
Hoofdtoestel .......................................... 5
Aansluiten van de apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren ........................ 6
Aansluiten van de antennes ................... 7
Aansluiten van audio-apparatuur ........... 8
Aansluiten van video-apparatuur ........... 9
Aansluiten van digitale apparatuur ...... 10
Meerkanaals-ingangsaansluitingen ..... 12
Andere aansluitingen ........................... 13
Aansluiten en opstellen van
de luidsprekers
Luidspreker-aansluitingen ................... 15
Voorbereidingen treffen voor
weergave ....................................... 17
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek ........................ 17
Controleren van de aansluitingen ........ 22
Basisbediening
Keuze van het weergave-apparaat ....... 23
Keuze van de aanduidingen in het
uitleesvenster ................................. 24
Genieten van Surround Sound
akoestiek
Ingangsaudiosignaal automatisch
decoderen ...................................... 25
Keuze van een klankbeeld ................... 25
Alleen met de voorluidsprekers
(2-kanaals Stereo) .......................... 27
Multikanaals stereo-gelvid
(Dolby Pro Logic
) ..................... 27
Betekenis van de meerkanaals Surround
aanduidingen ................................. 28
Bijregelen van de klankbeelden .......... 29
Radio-ontvangst
Automatisch voorinstellen van FM
zenders in alfabetische volgorde
(AUTOBETICAL)
1)
...................... 32
Directe afstemming ............................. 32
Automatische afstemming ................... 33
Geheugenafstemming .......................... 33
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)
1)
.......................................... 35
Andere bedieningsfuncties
Naamgeving van voorkeurzenders en
beeld/geluidsbronnen .................... 37
Opnemen ............................................. 37
Automatisch uitschakelen met de
sluimerfunctie ................................ 38
Instellingen met de SET UP toets ........ 38
CONTROL A1
bedieningssysteem .. 39
Gebruik van de
afstandsbediening RM-PP411
2)
Voor u de afstandsbediening gebruikt .... 42
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen ............... 42
Kies de werkingsstand van de
afstandsbediening ............................ 45
Afstandsbediening programmeren ......... 46
Gebruik van de
afstandsbediening RM-U305C
3)
Voor u de afstandsbediening gebruikt...
49
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen ............. 49
Aanpassen van de fabrieksinstelligen
van de componentkeuzetoetsen ..... 52
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ......................... 53
Verhelpen van storingen ...................... 53
Technische gegevens ........................... 56
Tabel voor de instellingen met de SURR,
LEVEL, EQ en SET UP toetsen ..... 59
Instelbare parameters voor elk van de
klankbeelden ................................. 60
1)
Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK.
2)
Alleen voor de modellen met landcode U, CA.
3)
Uitgezonderd de modellen met landcode U, CA.
4
NL
Betreffende deze
gebruiksaanwijzing
De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor de
modellen STR-DE685. Controleer uw modelnummer,
dat rechtsonder op het voorpaneel staat vermeld.
Omtrent de landcodes
Over welke uitvoering van dit apparaat u beschikt,
is afleesbaar aan de landcode die staat vermeld
onderaan op het achterpaneel (zoals in de
onderstaande afbeelding).
Verschillen in bediening die samenhangen met de
landcode staan in de tekst duidelijk aangegeven,
zoals bijvoorbeeld “alleen voor de modellen met
landcode AA”.
Uitleg
De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de
bediening met de toetsen op de tuner/versterker zelf.
U kunt echter ook de toetsen van de bijgeleverde
afstandsbediening gebruiken, met dezelfde of
soortgelijke namen als die op de tuner/versterker.
Voor meer informatie omtrent het gebruik van uw
afstandsbediening, zie
pagina 42–48 voor RM–PP411 (Alleen voor de
modellen met landcode U, CA).
pagina 49–52 voor RM–U305C (Uitgezonderd de
modellen met landcode U, CA)
Landcode
Betreffende de bijgeleverde
afstandsbediening
Voor RM-PP411 (Alleen voor de
modellen met landcode U, CA)
De TV/SAT, PHONO, SOURCE, MPX/
DUAL, ANALOG DIRECT, 12 en ON
SCREEN toetsen op de afstandsbediening zijn
niet beschikbaar.
Voor RM-U305C (Uitgezonderd de
modellen met landcode U, CA)
De TV/SAT en PHONO toetsen op de
afstandsbediening zijn niet beschikbaar.
4-XXX-XXX-XX AA
V
IDEO
SPEAKERS
IMPEDANCE USE 8 – 16
Y
P
B
B-Y
P
R
R-Y
N
ITOR
O
UT
R
L
E
AKERS
IMPEDANCE USE 8 – 16
FRONT ACENTER
AC OUTLET
FRONT B
RL
RL
Demonstratiefunctie
De demonstratiefunctie wordt automatisch
geactiveerd wanneer u het apparaat de eerste maal
inschakelt. Wanneer de demonstratie begint,
verschijnt in het uitleesvenster de volgende
mededeling:
“NOW DEMONSTRATION MODE IF
YOU FINISH DEMONSTRATION
PLEASE PRESS POWER KEY WHILE
THIS MESSAGE APPEARS IN THE
DISPLAY THANK YOU”
Annuleren van de demonstratiefunctie
Druk op ?/1 om de tuner/versterker uit te
schakelen terwijl bovenstaande mededeling in het
uitleesvenster wordt getoond. De volgende keer
dat u het apparaat inschakelt, zal de
demonstratiefunctie niet geactiveerd worden.
Activeren van de demonstratiefunctie
Houd de SET UP toets ingedrukt en druk dan op de
?/1 toets om de tuner/versterker in te schakelen.
Opmerkingenen
Wanneer de tuner/versterker een demonstratie
geeft, wordt het geheugen gewist. Zie “Het
geheugen van de tuner/versterker wissen” op
blz. 17 voor nadere bijzonderheden betreffende
hetgeen er gewist wordt.
Er is geen geluid wanneer de
demonstratiefunctie is geactiveerd.
U kunt de demonstratie niet annuleren wanneer
u niet op ?/1 hebt gedrukt terwijl het
bovenstaande bericht zichtbaar was. Om de
demonstratie te annuleren nadat het
bovenstaande bericht is verschenen, drukt u
tweemaal op ?/1 om de demonstratie opnieuw
te activeren. Druk dan op ?/1 terwijl het
bovenstaande bericht zichtbaar is.
Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s
5
NL
Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s
Hoofdtoestel
Gebruik van deze pagina
Aan de hand van deze pagina vindt u de toetsen en
andere systeemonderdelen die in de tekst vermeld staan.
Illustratienummer
r
NAME qf (37)
R R
Naam toets/onderdeel Referentiepagina
wkwle;eaesedejekelr;rars eh efeg
123 5
90
6 qa qs
qdqf qg qj qk ql w; ws wf
wh
wa
wd wg wj
qh
7
4
8
FM/AM (Alleen voor de modellen
met landcode CEL, CEK) ej
(32, 33)
FM MODE (Alleen voor de
modellen met landcode CEL,
CEK) ek , (Uitgezonderd de
modellen met landcode CEL,
CEK) el (33)
INPUT MODE ql (23)
IR (ontvanger) (Infrarood-
ontvanger) 6 (42, 49, 55)
Instelknop eh (18, 29, 31, 37, 38)
L – O
LEVEL qs (18, 22, 29, 59)
MASTER VOLUME wk (22, 53)
MD/TAPE wa (23)
MEMORY ra (32, 34)
MODE es (26, 31, 54)
MULTI CHANNEL DECODING
(indicator) qa (23)
MULTI CH IN e; (23)
MUTING wl (24, 53)
NAME qf (37)
P – S
PHONES (aansluiting)
(Hoofdtelefoon-aansluiting) 3
(24, 54)
PRESET/PTY SELECT +/– (alleen
voor de modellen met landcode
CEL, CEK) 7 (34, 35)
PRESET TUNING +/–
(Uitgezonderd de modellen met
landcode CEL, CEK) 7 (34, 57)
PTY (Alleen voor de modellen met
landcode CEL, CEK) el (35)
SET UP qd (4, 18, 38, 59)
SHIFT r; (34)
SPEAKERS A/B 2 (24, 29, 53)
SURR 0 (29, 59)
T – Z
TUNER wg (23, 33, 34, 37)
TUNING +/– 8 (33)
Uitleesvenster qg (24)
VIDEO 1 w; (23)
VIDEO 2 ws (23)
VIDEO 3 wf (23)
VIDEO 3 INPUT (aansluitingen)
(Video-ingangsaansluitingen) rs
(9)
TOETSBESCHRIJVING
`/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (4,
17, 22, 31, 32, 57)
</> eg (18, 29, 31, 37, 38)
ALFABETISCHE VOLGORDE
0 – 9
2 CH ea (27)
A – D
A.DEC ed (25, 27)
AM (Uitgezonderd de modellen
met landcode CEL, CEK) ej
(32, 33)
AUX wj (23)
CD/SACD wd (23)
CINEMA STUDIO EX A,B,C qh
(26)
Digital Cinema Sound (indicator)
qj (25)
DIMMER 5 (24)
DISPLAY 4 (24, 35, 55)
DVD/LD wh (23)
E – K
ENTER ef (37)
EQ 9 (31, 59)
EQUALIZER qk (31)
FM (Uitgezonderd de modellen
met landcode CEL, CEK) ek
(32, 33)
6
NL
Vereiste aansluitsnoeren
A Audio-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
wit (L) wit (L)
rood (R) rood (R)
B Audio/video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
geel (video) geel (video)
wit (audio links) wit (audio links)
rood (audio rechts) rood (audio rechts)
C Video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
geel (video) geel (video)
D Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd)
zwart zwart
E Digitale coaxiaalkabel (niet bijgeleverd)
oranje oranje
F Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd)
zwart zwart
G Mono ministekker-kabel (niet bijgeleverd)
zwart zwart
Alvorens met aansluiten te beginnen
Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan.
Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde
zijn.
Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen.
Let bij het aansluiten van de audio/videosnoeren op dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de gele
stekkers aan op de gele stekkerbussen (voor het videosignaal); witte stekkers op witte stekkerbussen
(voor het linker audiokanaal) en rode stekkers op rode stekkerbussen (voor het rechter kanaal).
Steek bij het aansluiten van optisch digitale kabels de stekkers recht in tot ze vastklikken.
Let op dat de optisch digitale kabel niet geknikt of verwrongen wordt.
Aansluiten van de apparatuur
7
NL
Aansluiten van de apparatuur
OPTICAL
VIDEO 2
IN
MD/
TAPE
IN
MD/
TAPE
OUT
CD/
SACD
IN
DVD/LD
IN
AUDIO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
ANTENNA
AM
COAXIAL
FM
75
SUB
WOOFER
R
L
R
L
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
FRONT
SURROUND
CENTER
IN INOUT
CD
/
SACD
IN
AUX
R
L
R
L
MD/TAPE
COAXIAL
CTRL
A1
DVD
/
LD
MONITOR
AUDIO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
VIDEO 2
AUDIO OUT
VIDEO OUT
VIDEO IN VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
AUDIO IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
VIDEO 1
DIGITAL
L
R
Aansluiten van de antennes
FM draadantenne*
(bijgeleverd)
AM kaderantenne
(bijgeleverd)
Na het aansluiten van de
antenne
Om het oppikken van stoorsignalen te
voorkomen, mag u de AM kaderantenne niet te
dicht bij de tuner/versterker of andere
apparatuur zetten.
Strek de FM draadantenne zo ver mogelijk uit.
Na het aansluiten van de FM draadantenne legt
of hangt u deze zo horizontaal mogelijk.
* De vorm van de aansluitstekker kan ietwat verschillen afhankelijk van de landcode.
8
NL
OPTICAL
VIDEO 2
IN
MD/
TAPE
IN
MD/
TAPE
OUT
CD/
SACD
IN
DVD/LD
IN
AUDIO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
ANTENNA
AM
COAXIAL
FM
75
SUB
WOOFER
R
L
R
L
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
FRONT
SURROUND
CENTER
IN INOUT
IN
AUX
R
L
R
L
MD/TAPE
COAXIAL
CTRL
A1
DVD
/
LD
MONITOR
AUDIO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
VIDEO 2
AUDIO OUT
VIDEO OUT
VIDEO IN VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
AUDIO IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
VIDEO 1
DIGITAL
L
R
INOUT
LINE
L
R
LINE
INPUT OUTPUT
LINE
L
R
OUTPUT
ç
ç
AA
A
CD
/
SACD
Aansluiten van audio-apparatuur
Minidisc-recorder of
cassettedeck
SACD of CD-speler
9
NL
Aansluiten van de apparatuur
COMPONENT VIDEO
SPEAKERS
IMPEDANCE USE 8 – 16
Y
P
B
B-Y
P
R
R-Y
DVD/LD
IN
VIDEO 2
IN
MONITOR
OUT
R
L
R
L
SPEAKERS
IMPEDANCE USE 8 – 16
FRONT ACENTERSURROUND
AUDIO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
E
NNA
AM
COAXIAL
FM
75
SUB
WOOFER
R
L
R
L
IN INOUT
CD
/
SACD
IN
AUX
R
L
MD/TAPE
CTRL
A1
DVD
/
LD
MONITOR
AUDIO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
VIDEO 2
AUDIO OUT
VIDEO OUT
VIDEO IN VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
AUDIO IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
VIDEO 1
AC OUTLET
L
R
FRONT B
RL
RL
VIDEO
OUT
R
AUDIO
OUT
VIDEO
IN
AUDIO
IN
OUTPUTINPUT
L
IN
AUDIO OUT VIDEO
OUT
L
R
OUTPUT
VIDEO
OUT
R
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
VIDEO
IN
INPUT
Ç
INOUT
Ç
Ç
CBBBB
B
COMPONENT VIDEO*
Aansluiten van video-apparatuur
Aansluiten
op het
voorpaneel
Camcorder
of
videospel
TV of
videomonitor
Omtrent de video-aansluitingen
U kunt de audio-uitgangsaansluitingen van uw
TV-toestel verbinden met de VIDEO 2 AUDIO
IN stekkerbussen van de tuner/versterker, om het
geluid van de TV weer te geven met een
akoestiekeffect naar keuze. In dit geval mag u de
video-uitgangsaansluiting van het TV-toestel niet
verbinden met de VIDEO 2 VIDEO IN
stekkerbus van de tuner/versterker. Als u een
aparte TV-tuner (of satelliet-ontvanger) aansluit,
verbind dan de audio- en video-uitgangen daarvan
beide met de tuner/versterker zoals aangegeven in
bovenstaand aansluitschema.
Als u beschikt over een TV-toestel, satelliet-
ontvanger, DVD-videospeler of laserdisc-speler
met COMPONENT VIDEO (Y, B-Y, R-Y)
uitgangsaansluitingen en een videomonitor met
COMPONENT VIDEO ingangsaansluitingen,
dan kunt u deze op de tuner/versterker aansluiten
met behulp van een videosnoer (niet bijgeleverd).
Uitleg
Bij gebruik van de S-video stekkerbussen in plaats
van de gewone video-aansluitingen, zult u het TV-
toestel of de videomonitor ook moeten aansluiten op
de S-video stekkerbus. De S-video signalen worden
alleen uitgestuurd via de S-video stekkerbussen, dus u
zult via de gewone video-aansluitingen geen signaal
kunnen weergeven.
Opmerking
Op deze tuner/versterker zijn de COMPONENT
VIDEO signalen niet uitwisselbaar met
S-videosignalen of gewone videosignalen.
* Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK
TV-tuner,
satelliet-
ontvanger of
videorecorder
DVD of laserdisc-
videospeler
Videorecorder
10
NL
OPTICAL
VIDEO 2
IN
MD/
TAPE
IN
MD/
TAPE
OUT
CD/
SACD
IN
DVD/LD
IN
AUDIO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
ANTENNA
AM
COAXIAL
FM
75
SUB
WOOFER
R
L
R
L
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
FRONT
SURROUND
CENTER
IN INOUT
CD
/
SACD
IN
AUX
R
L
R
L
MD/TAPE
COAXIAL
CTRL
A1
DVD
/
LD
MONITOR
AUDIO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
VIDEO 2
AUDIO OUT
VIDEO OUT
VIDEO IN VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
AUDIO IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
VIDEO 1
DIGITAL
L
R
VIDEO
OUT
R
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
DIGITAL
COAXIAL
OUTPUT
VIDEO
OUT
R
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
DIGITAL
OPTICAL
OUTPUT
BD
E
B
Aansluiten van digitale apparatuur
DVD of laserdisc-
videospeler (enz.)*
U kunt de digitale uitgangsaansluitingen van uw DVD videospeler of satelliet-ontvanger (enz.)
verbinden met de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/versterker, om thuis te genieten van
een indrukwekkend bioscoopgeluid met meerkanaals Surround akoestiek. Om deze meerkanaals
Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers,
twee surround-luidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker.
Daarnaast kunt u tevens een laserdisc-speler met een RF OUT stekkerbus aansluiten via een RF
demodulator, zoals de Sony MOD-RF1 (niet bijgeleverd).
Opmerking
U kunt de DOLBY DIGITAL RF OUT stekkerbus van een laserdisc-speler niet rechtstreeks aansluiten op de
digitale ingangen van deze tuner/versterker. De RF uitgangssignalen moeten eerst worden omgezet in optische of
coaxiale digitale signalen. Zie voor nadere bijzonderheden de beschrijving onder “Verhelpen van storingen” op
blz. 53.
TV-tuner, satelliet-
ontvanger of DVD
videospeler*
* Hiervoor kunt u naar keuze coaxiale of optische aansluitingen maken. Wij willen u aanraden coaxiale
aansluitingen te gebruiken, liever dan optische aansluitingen.
11
NL
Aansluiten van de apparatuur
OPTICAL
VIDEO 2
IN
MD/
TAPE
IN
MD/
TAPE
OUT
CD/
SACD
IN
DVD/LD
IN
AUDIO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
ANTENNA
AM
COAXIAL
FM
75
SUB
WOOFER
R
L
R
L
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
FRONT
SURROUND
CENTER
IN INOUT
CD
/
SACD
IN
AUX
R
L
R
L
MD/TAPE
COAXIAL
CTRL
A1
DVD
/
LD
MONITOR
AUDIO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
VIDEO 2
AUDIO OUT
VIDEO OUT
VIDEO IN VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
AUDIO IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
VIDEO 1
DIGITAL
L
R
INOUT
ç
ç
ç
LINE
L
R
LINE
INPUT OUTPUT
DIGITAL
IN
OPTICAL
OUT
IN
D
OUT
ç
DA A
MD/
TAPE
OUT
CD/
SACD
IN
Verbind de digitale uitgangsaansluitingen van uw minidisc-recorder of cassettedeck met de digitale
ingang van de tuner/versterker en verbind de digitale ingangen van uw minidisc-recorder of
cassettedeck met de digitale uitgangsaansluiting van de tuner/versterker. Via deze aansluitingen kunt
u digitale geluidsopnamen maken van TV-uitzendingen e.d.
Opmerkingen
Het digitaal opnemen van een digitaal meerkanaals-akoestieksignaal is niet mogelijk.
Alle OPTICAL en COAXIAL aansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 96 kHz, 48 kHz,
44,1 kHz en 32 kHz.
Het is niet mogelijk analoge signalen op te nemen op een apparatuur aangesloten op de MD/TAPE of VIDEO
stekkerbussen via alleen digitale aansluitingen. Voor het opnemen van analoge signalen maakt u analoge
aansluitingen. Voor het opnemen van digitale signalen maakt u zowel digitale aansluitingen.
Er zal geen geluid klinken wanneer u een SACD disc afspeelt in een SACD-speler die is aangesloten op de CD/
SACD OPTICAL IN aansluiting van dit apparaat. Sluit dit type speler aan op de analoge ingangsaansluitingen
(CD/SACD IN stekkerbussen). Zie tevens de gebruiksaanwijzing van uw SACD-speler.
Minidisc-recorder of
cassettedeck
12
NL
Meerkanaals-ingangsaansluitingen
Alhoewel deze tuner/versterker is uitgerust met een eigen meerkanaals-decodeertrap, is hij tevens
voorzien van een compleet stel meerkanaals-ingangsaansluitingen. Via deze ingangen kunt u
genieten van meerkanaals akoestiekweergave van andere geluidsbronnen dan alleen Dolby Digital of
DTS gecodeerd materiaal. Als uw DVD videospeler beschikt over meerkanaals-uitgangen, kunt u
deze rechtstreeks aansluiten op deze tuner/versterker, om te luisteren naar de geluidsweergave via de
meerkanaals-decodeertrap van de DVD videospeler. Bovendien kunt u op de meerkanaals-ingangen
desgewenst ook een externe meerkanaals-decodeereenheid aansluiten.
Om de meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig
(twee voorluidsprekers, twee achterluidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale
lagetonenluidspreker. Zie de gebruiksaanwijzing van uw DVD videospeler, meerkanaals-
decodeereenheid e.d. voor nadere bijzonderheden over de vereiste meerkanaals aansluitingen.
Opmerkingen
Wanneer u de hieronder aangegeven aansluitingen maakt, kunt u het geluidsniveau van de akoestiekluidsprekers
en de lagetonen-luidspreker instellen op uw DVD videospeler of meerkanaals-decodeereenheid.
Zie blz. 15 voor nadere bijzonderheden over het aansluiten van de luidsprekers.
DVD videospeler, meerkanaals-
decodeereenheid, enz.
OPTICAL
VIDEO 2
IN
MD/
TAPE
IN
MD/
TAPE
OUT
CD/
SACD
IN
DVD/LD
IN
AUDIO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
ANTENNA
AM
COAXIAL
FM
75
SUB
WOOFER
R
L
R
L
FRONT
CENTER
IN INOUT
CD
/
SACD
IN
AUX
R
L
L
MD/TAPE
COAXIAL
CTRL
A1
DVD
/
LD
MONITOR
AUDIO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
VIDEO 2
AUDIO OUT
VIDEO OUT
VIDEO IN VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
AUDIO IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
VIDEO 1
DIGITAL
L
R
L
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
AA FF
MULTI CH OUT
CENTER
SURROUND
SUB
WOOFER
R
MULTI CH IN
13
NL
Aansluiten van de apparatuur
Andere aansluitingen
CONTROL A1 aansluitingen
Als u beschikt over een Sony CD-speler,
SACD-speler, cassettedeck of minidisc-
recorder die geschikt is voor het
CONTROL A1 bedieningssysteem
Gebruik een mono ministekker-kabel (niet
bijgeleverd) om de CONTROL A1
aansluiting van uw CD-speler, SACD-speler,
cassettedeck of minidisc-recorder te
verbinden met de CTRL A1
aansluiting
van deze tuner/versterker. Zie voor nadere
bijzonderheden de aanwijzingen onder
“CONTROL A1
bedieningssysteem” op
blz. 39 en de gebruiksaanwijzing van uw
CD-speler, SACD-speler, cassettedeck of
minidisc-recorder.
Opmerking
Als u de CONTROL A1 aansluitingen maakt van
de tuner/versterker naar een minidisc-recorder die
ook is aangesloten op een computer, mag u de
tuner/versterker niet bedienen terwijl het “Sony
MD Editor” programma loopt. Anders kan er van
alles mis gaan.
Als u beschikt over een CD-wisselaar met
een COMMAND MODE keuzeschakelaar
Als de COMMAND MODE schakelaar van
uw CD-wisselaar kan worden ingesteld op
CD 1, CD 2 of CD 3, zet deze dan in de
“CD 1” stand en sluit de CD-wisselaar aan op
de CD ingangen van de tuner/versterker.
Als u echter een Sony CD-wisselaar met
VIDEO OUT aansluitingen heeft, dan u zet de
COMMAND MODE schakelaar in de “CD 2”
stand en sluit u de CD-wisselaar aan op de
VIDEO 2 ingangen van de tuner/versterker.
OPTICAL
VIDEO 2
IN
MD/
TAPE
IN
MD/
TAPE
OUT
CD/
SACD
IN
DVD/LD
IN
AUDIO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
ANTENNA
AM
COAXIAL
FM
75
SUB
WOOFER
R
L
R
L
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
FRONT
SURROUND
CENTER
IN INOUT
CD
/
SACD
IN
AUX
R
L
R
L
MD/TAPE
COAXIAL
CTRL
A1
DVD
/
LD
MONITOR
AUDIO IN
VIDEO IN
S-VIDEO
IN
VIDEO 2
AUDIO OUT
VIDEO OUT
VIDEO IN VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
AUDIO IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
VIDEO 1
DIGITAL
L
R
CONTROL A1
G
LINE
L
R
OUTPUT
IN
ç
A
CD-speler,
cassettedeck,
Minidisc-recorder,
enz.
wordt vervolgd
14
NL
Naar een stopcontact
Andere aansluitingen (vervolg)
AUX AUDIO IN aansluiting
Als u beschikt over een individuele
audiocomponent (behalve PHONO)
Gebruik de audiosnoeren om de LINE OUT
aansluitingen van de CD-speler, cassettedeck,
of minidisc-recorder te verbinden met de AUX
IN aansluiting op de tuner/versterker, zodat u
stereo geluidsbronnen kunt beluisteren in
Surround Sound.
Instellen van de
spanningskiezer
Als uw tuner/versterker is voorzien van een
spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel,
controleer dan of deze spanningskiezer juist
staat ingesteld op de plaatselijke netspanning.
Zo niet, dan zet u de spanningskiezer met
behulp van een schroevendraaier in de juiste
stand, voordat u de stekker in het stopcontact
steekt.
120V
240V 220V
VOLTAGE SELECTORVOLTAGE SELECTOR
SPEAKERS
IMPEDANCE USE 8 16
R
L
M
PEDANCE USE 8 16
FRONT A
R
AC OUTLET
b
FRONT B
RL
RL
b
Aansluiten van het netsnoer
* Uitgezonderd de modellen met landcode AR.
De plaats, de vorm en het aantal
netstroomuitgangen kan verschillen per model en
het land waarnaar deze tuner/versterker
oorspronkelijke is verscheept.
Alvorens u de netsnoerstekker van deze tuner/
versterker in het stopcontact steekt, dient u
eerst alle luidsprekers aan te sluiten op de
tuner/versterker (blz. 15).
Sluit de netsnoeren van uw audio/video-
apparatuur aan op een gewoon
wandstopcontact.
Als u het netsnoer van andere audio/video-
apparatuur aansluit op de AC OUTLET
netstroomuitgang(en) achterop de tuner/
versterker, zal de tuner/versterker zorgen voor
de stroomvoorziening van de andere
component(en), zodat u de bijbehorende
apparatuur allemaal tegelijk met de tuner/
versterker kunt in- en uitschakelen.
Waarschuwing
Let op dat het totale stroomverbruik van de
apparatuur aangesloten op de AC OUTLET
netstroomuitgang achterop de tuner/versterker het bij
deze uitgang aangegeven vermogen niet overschrijdt.
Sluit op de netuitgang in geen geval huishoudelijke
apparatuur aan zoals een strijkijzer, een ventilator,
een TV-toestel of andere apparatuur met een hoog
stroomverbruik.
AC OUTLET* Netsnoer
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
15
NL
COMPONENT VIDEO
Y
P
B B-Y
P
R R-Y
DVD/LD
IN
VIDEO 2
IN
MONITOR
OUT
R
L
R
L
FRONT ACENTERSURROUND
SUB
WOOFER
R
L
MONITOR
AUDIO OUT
VIDEO OUT
VIDEO IN VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
AUDIO IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
VIDEO 1
AC OUTLET
FRONT B
RL
RL
E
e
Ee
E
e
E
e
E
e
INPUT
AUDIO
IN
A
AB
A
AA A A
E
e
E
e
SPEAKERS
IMPEDANCE USE 8 – 16
SPEAKERS IMPEDANCE USE 8 – 16
Luidspreker-aansluitingen
Vereiste aansluitsnoeren
A Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd)
(+) (+)
(–) (–)
B Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd)
zwart zwart
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Linker voorluid-
spreker A
Rechter voorluid-
spreker A
Middenluidspreker
Linker surround-
luidspreker
Rechter surround-
luidspreker
Actieve lagetonen-
luidspreker
* Indien u over extra voorluidsprekers beschikt, sluit die dan aan op SPEAKERS FRONT B.
wordt vervolgd
Linker
voorluidspreker B*
Rechter
voorluidspreker B*
16
NL
Opmerkingen
Aan de luidsprekerkant stript u ongeveer 10 mm
van de isolatie van het snoer en draait u de
kerndraden ineen. Let bij elk snoer op dat u de
draden niet verwisselt: sluit + aan op + en – op –.
Als de draden verwisseld worden, zal bij weergave
de positie van de muziekinstrumenten onduidelijk
zijn, terwijl de lage tonen grotendeels zullen
ontbreken.
Als u luidsprekers gebruikt met een relatief gering
maximaal ingangsvermogen, stel dan de
geluidssterkte erg voorzichtig in, om overbelasting
van de luidsprekers te vermijden.
Om kortsluiting van de
luidsprekers te voorkomen
Kortsluiting in de luidsprekercircuits kan
schade aan de tuner/versterker veroorzaken.
Om dit te voorkomen, dient u bij het aansluiten
van de luidsprekers de volgende aanwijzingen
in acht te nemen.
Zorg ervoor dat het gestripte uiteinde van
elke luidsprekerkabel niet in contact komt
met een andere luidsprekeraansluiting, het
gestripte uiteinde van een andere
luidsprekerkabel noch metalen onderdelen
van de tuner/versterker.
Onjuist aangesloten
luidsprekersnoeren
De draad van een luidsprekersnoer raakt
een andere aansluitklem.
De gestripte uiteinden van de
luidsprekerdraden raken elkaar, omdat er
teveel van de isolatie is verwijderd.
Na het aansluiten van alle
geluidsbronnen, luidsprekers en het
netsnoer dient u voor het gebruik
eerst een testtoon weer te geven om
te controleren of alle luidsprekers
naar behoren zijn aangesloten.
Nadere aanwijzingen voor het
weergeven van een testtoon vindt u
op bladzijde 22.
Als een van de luidsprekers geen geluid geeft
bij weergave van de testtoon of als het geluid
klinkt via een andere luidspreker dan er op de
tuner/versterker wordt aangegeven, kan er
kortsluiting zijn in de luidspreker-
aansluitingen. In dat geval dient u de
aansluitingen van de luidsprekers nog eens te
controleren.
Voorkom beschadiging van
de luidsprekers
Zorg ervoor dat u het volume dicht zet alvorens
de tuner/versterker af te zetten. Bij het afzetten
van de tuner/versterker blijft de volume-
instelling immers behouden.
Luidspreker-aansluitingen (vervolg)
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
17
NL
wordt vervolgd
Voorbereidingen treffen
voor weergave
Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de
tuner/versterker hebt ingeschakeld, dient u het
geheugen van het apparaat te wissen.
Vervolgens kiest u de luidspreker-instellingen
(formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere
voorbereidingen die nodig zijn voor weergave.
Uitleg
Om de geluidsweergave tijdens het instellen te
kunnen controleren (voor de best klinkende
instellingen) dient u eerst te zorgen dat alle
aansluitingen in orde zijn (blz. 22).
Het geheugen van de tuner/
versterker wissen
Voor het eerste gebruik van de tuner/versterker
of wanneer u het geheugen van het apparaat
wilt wissen, gaat u als volgt te werk.
Overigens is dit wissen niet nodig als er
automatisch een demonstratie begint wanneer u
het apparaat inschakelt.
1 Schakel de tuner/versterker uit.
2 Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar
5 seconden lang ingedrukt.
Een demonstratie van de mogelijkheden
begint (blz. 4) en al de volgende elementen
worden gewist of in de uitgangsstand
teruggesteld:
Alle vastgelegde voorkeurzenders
verdwijnen uit het geheugen.
Alle klankbeeldparameters worden
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
Alle vastgelegde namen (van de
voorkeurzenders en andere
geluidsbronnen) worden gewist.
Alle instellingen die zijn gemaakt met
de SET UP toets keren terug naar de
fabrieksinstellingen.
De klankbeelden die zijn gekozen voor
afzonderlijke weergavebronnen en
voorkeurzenders verdwijnen uit het
geheugen.
De centrale geluidssterkte wordt
teruggesteld op VOL MIN.
Mogelijke voorbereidingen
voor weergave
Alvorens u de tuner/versterker in gebruik
neemt, dient u met de SET UP toets bepaalde
instellingen aan te passen aan de configuratie
van uw stereo-installatie. Zie voor de instelbare
parameters de tabel op blz. 59. Zie verder blz.
17 t/m 22 voor de luidspreker-instellingen en
blz. 38 en 39 voor de andere instellingen.
Luidspreker-opstelling
voor meerkanaals
Surround akoestiek
Voor de beste, ruimtelijk klinkende
akoestiekweergave zouden alle luidsprekers in
principe op gelijke afstand van uw luisterplaats
(A) moeten staan.
Deze tuner/versterker biedt u echter de
mogelijkheid de middenluidspreker tot
ongeveer 1,5 meter (5 voet) dichterbij te zetten
(B) en de surround-luidsprekers tot ongeveer
4,5 meter (15 voet) dichterbij (C) uw
luisterplaats.
Bovendien kunnen de voorluidsprekers zowel
dichterbij als verderaf gezet worden, van 1,0 tot
12,0 meter (3 tot 40 voet) van uw luisterplaats
(A).
U kunt kiezen of u de surround-luidsprekers
achter uw luisterplaats wilt zetten of aan
weerszijden er naast, afhankelijk van de vorm
van uw kamer, e.d.
Met de surround-luidsprekers naast uw luisterplaats
45°
90°
20°
A A
B
CC
18
NL
Met de surround-luidsprekers achter uw luisterplaats
Opmerking
Zet de middenluidspreker niet verder van uw
luisterplaats dan de voorluidsprekers.
Normale luidspreker en
micro-satellietluidspreker
Bij gebruik van Selecteert u
Normale luidsprekers NORM. SP.
Micro-satellietluidsprekers MIRCO SP.
Luidsprekergrootte en lagetonen-
luidsprekerkeuze zijn vooringesteld op NORM.
SP. Beide kunnen worden gewijzigd door
NORM. SP. te selecteren. (blz. 18 t/m 19)
Om MICRO SP. te selecteren, zet u het toestel
af en vervolgens weer aan terwijl u LEVEL
ingedrukt houdt. (Ga op dezelfde manier
tewerk om terug te keren naar NORM. SP.)
Wanneer u MICRO SP. selecteert, zijn
luidsprekergrootte en lagetonen-
luidsprekerkeuze als volgt geconfigureerd:
Luidspreker Instellingen
FRONT SMALL
CENTER SMALL
SURROUND SMALL
SUB WOOFER (lagetonen) YES
Wanneer u MICRO SP. selecteert, kan de
configuratie niet worden gewijzigd.
Uitleg
De micro-satellietluidspreker (MICRO SP.) is
geprogrammeerd met het oog op een optimale
geluidsbalans. Kies MICRO SP. wanneer u gebruik
maakt van Sony micro-satellietluidsprekers.
Waarschuwing
Wanneer u gebruik maakt van micro-
satellietluidsprekers en het luidsprekerformaat is
ingesteld op “LARGE”, kunt u eventueel niet de
juiste geluidsinstelling verkrijgen. Bij hoog volume
kan de luidspreker ook worden beschadigd.
Instellen van de
luidsprekerparameters
1
Druk op de SET UP toets.
2
Druk op of om in te stellen op de
parameter die u wilt bijregelen.
3
Draai aan de instelknop om de gewenste
waarde voor de parameter te kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch
vastgelegd.
4
Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle
bij te regelen parameters naar wens
hebt ingesteld.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter Oorspronkelijke
instelling
L
R
(FRONT) LARGE*
C
(CENTER) LARGE*
SL
SR
(SURROUND) LARGE*
SW
(SUB WOOFER) S.W. XXX YES*
L
R
DIST. XX.X m (ft.)** 5.0 m (16 ft.)**
C
DIST. XX.X m (ft.)** 5.0 m (16 ft.)**
SL
SR
DIST. XX.X m (ft.)** 3.5 m (11 ft.)**
SL
SR
PL. XXX BEHD.
SL
SR
HGT. XXX LOW
* Deze parameter kan alleen worden ingesteld
wanneer u NORM. SP. selecteert.
** Alleen voor de modellen met landcode U, CA.
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
45°
90°
20°
A A
B
CC
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
19
NL
x Formaat van de voorluidsprekers
(
L
R
)
Zijn er grote voorluidsprekers aangesloten die
alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best
voldoen.
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest
u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van de voorkanalen worden
overgeheveld naar de aparte lagetonen-
luidspreker.
Als u voor de voorluidsprekers de stand
“SMALL” kiest, worden de middenluidspreker
en de surround-luidsprekers ook automatisch
ingesteld op “SMALL” (tenzij u eerder de stand
“NO” hebt gekozen).
x Formaat van de middenluidspreker
(
C
)
Is er een grote middenluidspreker aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kan
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best
voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op “SMALL”, kunt u de
middenluidspreker niet instellen op “LARGE”.
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van het middenkanaal
worden overgeheveld naar de voorluidsprekers
(als die op “LARGE” zijn ingesteld) of naar de
aparte lagetonen-luidspreker.*
1
Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan de
stand “NO”. Al het geluid van het
middenkanaal wordt dan weergegeven door de
voorluidsprekers.*
2
x Formaat van de surround-luidsprekers
(
SL
SR
)
Zijn er grote surround-luidsprekers aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best
voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op “SMALL”, kunt u de surround-
luidsprekers niet instellen op “LARGE”.
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van de achterkanalen
worden overgeheveld naar de aparte lagetonen-
luidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die hier beter op zijn berekend.
Sluit u geen surround-luidsprekers aan, kies dan
de stand “NO”.*
3
Uitleg
*1–*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro
Logic standen voor de middenkanaal-aanpassing:
*1 NORMAL
*2 PHANTOM
*3 3 STEREO
Uitleg
Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van
het LARGE of SMALL luidsprekerformaat voor elk
stel luidsprekers of de ingebouwde
akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet
naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als
de lage tonen uit een bepaald kanaal worden
verwijderd, zullen de basverdelingscircuits die
frequenties overbrengen naar de aparte lagetonen-
luidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die er beter op zijn berekend.
Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate
van richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het
gehele frequentiespectrum van de verschillende
kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt
u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch de stand
“LARGE” kiezen als u de lage tonen ook door die
luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u
grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de
laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers
best “SMALL” kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst,
kiest u dan voor alle luidsprekers de stand “LARGE”.
Als er te weinig bassen klinken, kunt u die extra
versterken met de grafiek-toonregeling. Zie voor het
instellen van de grafiek-toonregeling blz. 31.
wordt vervolgd
20
NL
Uitleg
U kunt de weergave van de tuner/versterker
aanpassen aan de plaats van de aangesloten
luidsprekers, door de luidsprekerafstand in te voeren.
Het is echter niet mogelijk de middenluidspreker
verder af te zetten dan de linker en rechter
voorluidsprekers. Bovendien kunt u de
middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter (5 feet)
dichter bij uw luisterplaats zetten dan de
voorluidsprekers.
Evenmin kunt u de surround-luidsprekers verder van
uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En
ook weer niet meer dan 4,5 (15 feet) meter dichterbij.
Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste
opstelling van de luidsprekers niet geschikt is voor de
weergave van akoestiekeffecten.
Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan
de feitelijke afstand, zal het geluid via die
luidspreker(s) met een grotere vertraging worden
weergegeven. Met andere woorden, de luidsprekers
klinken dan verder weg.
Als u bijvoorbeeld de afstandsinstelling van de
middenluidspreker 1 tot 2 meter (3~6 feet) dichterbij
kiest dan de feitelijke afstand, zal dit een vrij
natuurgetrouw effect geven alsof u zich “in” het
beeldscherm bevindt. En als u geen goed
akoestiekeffect verkrijgt omdat de surround-
luidsprekers te dichtbij staan, kunt u door het
verminderen van de luidsprekerafstand (dichterbij
kiezen dan de werkelijke afstand) een dieper
ruimtelijk effect creëren.
Door deze parameters bij te regelen terwijl u
aandachtig naar een geluidsbron luistert, kunt u vaak
een aanzienlijke verbetering in akoestiek
bewerkstelligen. Probeer het maar eens!
x Aanwezigheid van een lagetonen-
luidspreker (
SW
S.W. XXX)
Als u een lagetonen-luidspreker hebt
aangesloten, stelt u hierbij in op “YES”.
Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker,
dan stelt u in op “NO”. Dan worden de
basverdelingscircuits ingeschakeld om de
laagste frequenties (LFE signalen) weer te
geven via de andere luidsprekers.
Om volledig profijt te trekken van de Dolby
Digital basverdelingscircuits willen wij u
aanbevelen om de bovengrensfrequentie voor
de lagetonen-luidspreker zo hoog mogelijk in te
stellen.
x Afstand van de voorluidsprekers
(
L
R
DIST. XX.X m (ft.))
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de linker of rechter voorluidspreker (afstand A
op blz. 17).
x Afstand van de middenluidspreker
(
C
DIST. XX.X m (ft.))
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de middenluidspreker. U kunt de afstand van de
middenluidspreker gelijk kiezen aan die van de
voorluidsprekers (afstand A op blz. 17) tot
ongeveer 1,5 meter (5 voet) dichter bij uw
luisterplaats (afstand B op blz. 17).
x Afstand van de surround-luidsprekers
(
SL
SR
DIST. XX.X m (ft.))
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de (linker of rechter) surround-luidsprekers. U
kunt de afstand van de surround-luidsprekers
gelijk kiezen aan die van de voorluidsprekers
(afstand A op blz. 17) tot ongeveer 4,5 meter
(15 voet) dichter bij uw luisterplaats (afstand
C op blz. 17).
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
21
NL
x Opstelling van de achterluidsprekers
(
SL
SR
PL. XXX)*
Met deze parameter kunt u de installatieplaats van
uw surround luidsprekers kiezen voor een
correcte werking van de Digital Cinema Sound
surround modes. Zie de conderstaande afbeelding.
Stel in op “SIDE” als de plaats van uw surround-
luidsprekers valt binnen het zijgebied A.
Stel in op “MID” als de plaats van uw surround-
luidsprekers valt binnen het zijgebied B.
Stel in op “BEHD.” als uw surround-luidsprekers
helemaal achteraan staan, in het gebied C.
x Hoogte van de surround-luidsprekers
(
SL
SR
HGT. XXX)*
Met deze parameter kunt u de hoogte van uw
surround luidsprekers kiezen voor een correcte
werking van de Digital Cinema Sound surround
modes.
Zie de onderstaande afbeelding.
Stel in op “LOW” als uw surround-luidsprekers
op de grond staan of vrij laag zijn opgehangen, in
het gebied A.
Stel in op “HIGH” als uw surround-luidsprekers
relatief hoog ann de wand hangen, in het gebied
B.
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er voor
het “Formaat van de surround-luidsprekers
(
SL
SR
)” de stand “NO” is gekozen.
Uitleg
De surround luidsprekerpositieparameter is specifiek
bedoeld voor Digital Cinema Sound modes met
virtuele elementen. Bij deze Digital Cinema Sound
klankbeelden is de luidspreker-opstelling niet zo’n
overheersende factor als bij de andere
akoestiekfuncties. Alle modes met virtuele elementen
veronderstellen dat de surround luidspreker zich
achter de luisterpositie bevindt, maar de presentatie
blijft tamelijk consequent, zelfs met de surround
luidsprekers in een tamelijk grote hoek geplaatst.
Indien de luidsprekers echter vlak naast de
luisterpositie naar de luisteraar toe zijn gericht,
werken de geluidsvelden met virtuele elementen niet
zoals het hoort tenzij de surround
luidsprekerpositieparameter op “PL.SIDE” staat.
Ook dat geldt echter niet in alle gevallen, aangezien
de akoestiek van elke luisterruimte wordt bepaald
door een heel stel variabelen, zodat u misschien wel
betere resultaten bereikt met de “PL. MID” en “PL.
BEHD” opstelling als de luidsprekers hoog boven uw
luisterplaats hangen, ook al is dat pal ter weerszijden
ervan.
Daarom kunt u wellicht het best een favoriete
geluidsbron met meerkanaals Surround Sound
afspelen en dan goed luisteren welk effect elke
instelling op de uiteindelijke klank heeft, ook al kan
dit wel eens leiden tot een andere instelling dan
hierboven aangegeven onder “Opstelling van de
surround-luidsprekers”. Kies de stand die een fraai
open, ruimtelijk gevoel oplevert, met een zo hecht
mogelijke samenhang tussen het geluid van de
voorluidsprekers en dat van de surround-luidsprekers.
Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen
de verschillende instellingen, kies dan de stand
“PL. BEHD” en gebruik dan de luidsprekerafstand-
parameter en de geluidssterkte-instellingen om de
weergave optimaal af te regelen.
60
30
A
B
A
B
60°
90°
20°
A
B
30°
B
C C
A
wordt vervolgd
22
NL
Bijregelen van de geluidssterkte
van de luidsprekers
Stel alle luidsprekers op een evenredige
geluidssterkte in vanaf uw luisterplaats, met de
afstandsbediening.
Opmerking
Dit apparaat is voorzien van een nieuwe testtoon in de
frequentieband rond 800 Hz, om het instellen van de
luidsprekers te vergemakkelijken.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
versterker in te schakelen.
2 Druk op de TEST TONE toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding “T. TONE” licht op in het
uitleesvenster en dan hoort u de testtoon
achtereenvolgens via elk van de luidsprekers.
3 Stel nu met de LEVEL parameters de
geluidssterkte zo in dat de testtoon op
uw luisterplaats voor uw gehoor via alle
luidsprekers even luid doorkomt.
Druk op de LEVEL toetsen om de balans en
de geluidssterkte van de luidsprekers naar
wens in te stellen. Nadere bijzonderheden
over het LEVEL instelmenu vindt u op blz.
29. Tijdens het bijregelen wordt de testtoon
weergegeven door de luidspreker die u op
dat moment bijregelt.
4 Druk weer op de TEST TONE toets om
de testtoon uit te schakelen.
Uitleg
U kunt ook alle luidsprekers tegelijk harder of zachter
zetten. Draai hiervoor aan de MASTER VOLUME
regelknop van de tuner/versterker of druk op de
MASTER VOL +/– toetsen van de afstandsbediening.
Opmerkingen
Er kan geen testtoon worden weergegeven wanneer
de tuner/versterker staat ingesteld op MULTI CH
IN meerkanaals-weergave.
Tijdens het bijregelen toont het uitleesvenster de
gekozen volumewaarde voor de bijgeregelde
luidsprekers.
Ofschoon u deze instellingen ook kunt maken met
de toetsen op het voorpaneel van de tuner/
versterker, via het LEVEL instelmenu (bij weergave
van de testtoon schakelt de tuner/versterker
automatisch over naar het LEVEL instelmenu),
willen wij u toch aanbevelen om zo mogelijk de
hierboven beschreven werkwijze te volgen en de
geluidssterkte bij te regelen met de
afstandsbediening, vanaf uw favoriete luisterplaats.
Controleren van de
aansluitingen
Na het aansluiten van al uw audio/video-
apparatuur op de tuner/versterker volgt u de
onderstaande aanwijzingen om te controleren
of alle aansluitingen in orde zijn.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
versterker in te schakelen.
2 Schakel een aangesloten een
aangesloten component in
(bijvoorbeeld uw CD-speler of
cassettedeck).
3 Druk op de componentkeuzetoets om
de component te kiezen
(programmabron).
4 Start de weergave van de geluidsbron.
Als u na de bovenstaande handelingen geen
normale geluidsweergave verkrijgt, neem dan
de controlelijst onder “Verhelpen van
storingen” op blz. 53 door en tref de vereiste
maatregelen om het probleem te verhelpen.
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
Basisbediening
23
NL
Basisbediening
Keuze van het weergave-
apparaat
Componentkeuzetoetsen
keuzetoetsen
Druk op de componentkeuzetoets om de
component te kiezen die u wilt gebruiken.
Voor keuze van de Druk op de
Videorecorder VIDEO 1 of VIDEO 2
TV-tuner of VIDEO 2
satelliet-ontvanger
Camcorder of videospel VIDEO 3
DVD of DVD/LD
laserdisc-videospeler
Minidisc-recorder MD/TAPE
of cassettedeck
SACD of CD-speler CD/SACD
Ingebouwde tuner TUNER
voor radio-ontvangst
Audiocomponent AUX
Na het kiezen van het weergave-apparaat
schakelt u dat apparaat in en start u de weergave.
Na het kiezen van een videorecorder,
camcorder, videospel, DVD videospeler of
laserdisc-speler schakelt u ook het TV-toestel in
en stelt u dat in op weergave van de gekozen
component van de gekozen component.
INPUT MODE ingangssignaal-
keuzetoets
Druk op de INPUT MODE ingangssignaal-
keuzetoets om het gewenste audiosignaal te
kiezen voor uw digitale apparatuur.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt het ingangssignaal van het op dat
moment gekozen weergave-apparaat.
Kies de stand Om
AUTO IN Voorrang te geven aan de digitale
signalen wanneer er zowel digitale
als analoge signalen beschikbaar
zijn. Als er geen digitale signalen
zijn, worden de analoge signalen
gekozen.
COAX IN In te stellen op de digitale
audiosignalen die via de DIGITAL
COAXIAL ingangsaansluiting
binnenkomen.
OPT IN In te stellen op de digitale
audiosignalen die via de
DIGITAL OPTICAL
ingangsaansluiting binnenkomen.
ANALOG In te stellen op de analoge
audiosignalen die via de
AUDIO IN (L/R)
aansluitingen binnenkomen.
Opmerking
Wanneer het digitale 96 kHz signaal wordt ingevoerd,
werken de equalizer en surround effecten niet.
MULTI CH IN
Druk op MULTI CH IN om een geluidsbron te
beluisteren die is aangesloten op MULTI CH IN.
Balans en niveau van alle luidsprekers kunnen
worden geregeld. Wanneer deze functie is
aangeschakeld, staan de equalizer en
surroundeffecten af.
Meerkanaals-decodeerlampje
(MULTI CHANNEL DECODING)
Dit indicatorlampje licht op wanneer het
apparaat signalen in een meerkanaals-formaat
aan het decoderen is.
wordt vervolgd
24
NL
SPEAKERS A/B
Druk op de SPEAKERS A/B toets om het
geluid te beluisteren via de luidsprekers die zijn
aangesloten op SPEAKERS FRONT.
Telkens wanneer u op de SPEAKERS A/B
toets drukt, verspringt de sluimertijd als volgt:
SP. A t SP. B t SP. OFF
Voor weergave via Keuze van de
Luidsprekerpaar A (aangesloten SP. A
op de SPEAKERS FRONT A
stekkerbussen)
Luidsprekerpaar B (aangesloten SP. B
op de SPEAKERS FRONT B
stekkerbussen)
Wanneer u “SP. OFF” kiest, produceren de
luidsprekers geen geluid en licht “SP. OFF” op in
het uitleesvenster.
MUTING
geluiddempingstoets
Druk op MUTING om het geluid te
onderdrukken. De muting-functie wordt
uitgeschakeld wanneer u het toestel aan of af zet
of MASTER VOLUME rechtsom draait om het
volume te verhogen.
PHONES hoofdtelefoon-
aansluiting
Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.
Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, geven de
luidsprekers geen geluid meer en licht de
aanduiding “SP. OFF” op in het uitleesvenster.
Keuze van het weergave-apparaat
(vervolg)
Keuze van de aanduidingen
in het uitleesvenster
DISPLAY
aanduidingskeuzetoets
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets
drukt, verandert de aanduiding in het
uitleesvenster kringsgewijze als volgt:
Zelf ingevoerde naam van de van de
component* t Gekozen van de component
t Klankbeeld dat vast is gekozen voor deze
component.
Bij keuze van de tuner voor radio-
ontvangst
Ingevoerde naam van de voorkeurzender* of
vaste zendernaam** t Afstemfrequentie t
Programmatype-aanduiding** t Radiotekst**
t Juiste tijd** t Klankbeeld dat vast is
gekozen voor deze afstemband of
voorkeurzender
* De ingevoerde naam verschijnt alleen als u zelf een
naam voor deze van de component of
voorkeurzender hebt ingevoerd (blz. 37). De
gekozen naam verschijnt niet als er alleen spaties
zijn ingevoerd of als de naam gelijk is aan die van
de component.
** Deze aanduidingen verschijnen alleen tijdens RDS
ontvangst. (Alleen bij de modellen met landcode
CEL, CEK; blz. 35).
DIMMER
verlichtingskeuzetoets
Druk enkele malen op de DIMMER toets om
de helderheid van het uitleesvenster naar wens
in te stellen (in 3 stappen).
Bij indrukken van een toets echter zal het
uitleesvenster weer even op volle helderheid
oplichten.
Genieten van Surround Sound akoestiek
25
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg een van
de voorgeprogrammeerde klankbeelden te
kiezen die de tuner/versterker biedt. Zo kunt u
uw luisterkamer even indrukwekkend laten
klinken als een bioscoopzaal of een
concertzaal. U kunt ook de geluidsvelden
personaliseren door de surround parameter aan
te passen.
Voor een optimaal gebruik van de ruimtelijke
akoestiekfuncties zult u het aantal en de
opstelling van uw luidsprekers in de tuner/
versterker moeten vastleggen. Zie het
hoofdstuk “Luidspreker-opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek” vanaf blz. 17
voor de nodige instellingen van de luidspreker-
parameters om ten volle te kunnen genieten van
de Surround Sound akoestiek.
Ingangsaudiosignaal
automatisch decoderen
Druk op A.DEC.
“AUTO DEC.” verschijnt op het display.
Deze stand detecteert automatisch het type
audiosignaal dat wordt ingevoerd (Dolby
Digital, DTS of standaard 2-kanaals stereo) en
staat eventueel in voor de nodige decodering.
Deze functie neemt het geluidsspoor zoals het
is opgenomen/gecodeerd, en presenteert het
zonder enige bijregeling, nagalm of effecten.
Zonder laagfrequente signalen (Dolby Digital
LFE, enz.) wordt echter een laagfrequent
signaal geproduceerd en naar de lagetonen-
luidspreker gestuurd.
Keuze van een klankbeeld
De eenvoudigste manier om te genieten van
ruimtelijke akoestiekweergave is door een van
de voorgeprogrammeerde klankbeelden te
kiezen dat het best past bij de muziek die u
beluistert.
Klankbeeld Display
Normale Surround NORM.SURR.
Cinema Studio EX A C.ST.EX A DCS
Cinema Studio EX B C.ST.EX B DCS
Cinema Studio EX C C.ST.EX C DCS
Zaal HALL
Jazz Club JAZZ
Live Concert CONCERT
Spel GAME
Betreffende DCS (Digital Cinema
Sound)
Geluidsvelden met het merkteken DCS
werken met DCS-technologie. Bij keuze van
een dergelijk klankbeeld licht de aanduiding
“Digital Cinema Sound” op in het
uitleesvenster.
Samen met Sony Pictures Entertainment heeft
Sony de geluidsomgeving van zijn studio’s
gemeten en de meetwaarden samen met Sony’s
eigen DSP (Digital Signal Processor)
technologie gecombineerd om “Digital Cinema
Sound” te ontwikkelen. Bij een huisbioscoop
simuleert “Digital Cinema Sound” een ideale
bioscoopgeluidsomgeving volgens de voorkeur
van de filmregisseur.
Films bekijken met Cinema
Studio EX
Cinema Studio EX is ideaal voor het bekijken
van films in multikanaalsformaat, zoals Dolby
Digital DVD. Deze mode reproduceert de
geluidskarakteristieken van de studio’s van
Sony Pictures Entertainment.
wordt vervolgd
26
NL
Druk op CINEMA STUDIO EX A, B of C.
Het gekozen geluidsveld verschijnt op het
display.
x C.ST.EX A (Cinema Studio EX A)
Reproduceert de geluidskarakteristieken van de
Sony Pictures Entertainment “Cary Grant
Theater” cinema productiestudio. Dit is een
standaard stand die is aangewezen voor
nagenoeg elke film.
x C.ST.EX B (Cinema Studio EX B)
Reproduceert de geluidskarakteristieken van de
Sony Pictures Entertainment “Kim Novak
Theater” cinema productiestudio. Deze stand is
ideaal voor science-fiction of actiefilms met
veel geluidseffecten.
x C.ST.EX C (Cinema Studio EX C)
Reproduceert de geluidskarakteristieken van de
Sony Pictures Entertainment muziek. Deze
stand is ideaal voor musicals of klassiekers met
muziek in de soundtrack.
Betreffende Cinema Studio EX
Cinema Studio EX bestaat uit de volgende drie
elementen.
Virtual Multi Dimension
Creëert 5 virtuele luidsprekersets die de
luisteraar omringen op basis van één enkel
paar surround luidsprekers.
Screen Depth Matching
In een bioscoop lijkt het geluid vanuit het
beeld op het scherm te komen. Dit element
geeft dezelfde indruk in uw huiskamer door
het geluid van de voorluidsprekers in het
scherm te schuiven.
Cinema Studio Reverberation
Reproduceert het speciale nagalmeffect van
een bioscoop.
Cinema Studio EX is de geïntegreerde mode
die deze elementen samen laat werken.
Uitleg
U kunt Cinema Studio EX kiezen door herhaaldelijk
op MODE te drukken.
Opmerkingen
De effecten die verkregen worden met behulp van
virtuele luidsprekers kunnen soms wat storing in de
weergave veroorzaken.
Bij het luisteren naar klankbeelden die werken met
virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de
echte surround-luidsprekers horen.
Andere klankbeelden kiezen
Druk enkele malen op de MODE toets om
in te stellen op het gewenste klankbeeld.
Het gekozen klankbeeld wordt in het
uitleesvenster aangegeven.
x NORM.SURR. (Normal Surround)
Geluidsbronnen met meerkanaals Surround
signalen worden net zo weergegeven als ze zijn
opgenomen. Geluidsbronnen met 2-kanaals
stereo geluid worden gedecodeerd met Dolby
Pro Logic om akoestiekeffecten te bereiken.
x HALL
Geeft de akoestiek van een reehthoekige
concertzaal.
x JAZZ (Jazz Club)
Geeft de akoestische sfeer van een typische
jazz-club.
x CONCERT (Live Concert)
Reproduceert de akoestiek van een zaal met 300
plaatsen.
x GAME
Geeft de meest treffende geluids- en
akoestiekeffecten aan videospelletjes.
Uitschakelen van het klankbeeld
Druk op A.DEC of 2CH.
Keuze van een klankbeeld (vervolg)
Genieten van Surround Sound akoestiek
27
NL
Uitleg
De receiver laat u het laatst gekozen klankbeeld
toepassen op een programmabron wanneer die is
geselecteerd (Sound Field Link). Als u bijvoorbeeld
naar een CD luistert met het “JAZZ” klankbeeld en
dan overschakelt naar een andere geluidsbron, zal
bij het terugkeren naar de CD geluidsbron weer
automatisch het “JAZZ” klankbeeld gelden.
Aan de verpakking kunt u zien met welk
akoestieksysteem het beeldmateriaal op een
videodisc e.d. is opgenomen.
Alle officiële Dolby Digital discs zijn voorzien van
het beeldmerk en Dolby Surround discs zijn
voorzien van het beeldmerk.
Wanneer er geluidssignalen met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz binnenkomen,
worden deze geluidssignalen automatisch in stereo
weergegeven en wordt het klankbeeld automatisch
uitgeschakeld.
Alleen met de
voorluidsprekers (2-kanaals
Stereo)
Druk op de 2CH.
“2CH ST.” verschijnt op het display.
Deze mode produceert alleen het geluid van de
linker en rechter voorluidspreker. Bij standaard
2-kanaals (stereo) geluidsbronnen wordt er
helemaal geen akoestiekverwerking toegepast.
Meerkanaals-geluidsbronnen worden
samengemengd tot de gewone twee kanalen.
Opmerkingen
De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid weer als
er is gekozen voor “2CH ST.” weergave. Om 2-
kanaals (stereo) bronnen te beluisteren met een
linker en rechter voorluidspreker en een Lagetonen-
luidspreker, drukt u op A.DEC om “AUTO DEC.”
te kiezen.
Wanneer u “Micro Satellite Speaker” (blz. 18) kiest,
stuurt de geïntegreerde sound processor bass-geluid
automatisch naar de subwoofer. Om met deze
instelling tweekanaalsbronnen (stereo) te
beluisteren, raden wij u aan “AUTO DEC.” te
kiezen zodat u uw subwoofer kunt benutten om het
juiste bass-signaal te verkrijgen.
Multikanaals stereo-
gelvid (Dolby Pro Logic
)
De receiver kan meerkanaals stereo geluid
weergeven in Dolby Pro Logic . U kunt de
decoder activeren via het SET UP menu. Voor
details zie pagina 38.
28
NL
1 ; DIGITAL: Deze aanduiding licht op wanneer
de tuner/versterker signalen decodeert die zijn
opgenomen in het Dolby Digital formaat.
2 PRO LOGIC: Deze aanduiding licht op
wanneer de tuner/versterker de Pro Logic
signaalverwerking toepast op een 2-kanaals
geluidsbron, om aparte signalen te verkrijgen
voor een middenluidspreker en surround-
luidsprekers. De aanduiding licht echter niet op
als u voor de aanwezigheid van een
middenluidspreker en surround-luidsprekers de
stand “NO” hebt gekozen en als er is ingesteld
op het “AUTO DEC.” of “NORM.SURR.”
klankbeeld.
Opmerking
De Pro Logic decodering werkt niet voor de
geluidssignalen in het MPEG formaat.
3 DTS: Deze aanduiding licht op wanneer er
DTS signalen binnenkomen.
Opmerking
Bij het afspelen van een disc in DTS formaat moet
u erop toezien dat u digitale aansluitingen heeft
gemaakt en dat “INPUT MODE” NIET op
“ANALOG” staat blz 23.
4 MPEG: Deze aanduiding licht op wanneer er
MPEG signalen binnenkomen.
Opmerking
Alleen de 2 voorste kanalen zijn geschikt voor
MPEG geluidsweergave. Binnenkomend
meerkanaals-geluid wordt samengemengd en
alleen weergegeven via de 2 voorluidsprekers.
5 Afstemaanduidingen: Deze aanduidingen
lichten op bij gebruik van de tuner voor het
afstemmen op radiozenders e.d. Zie blz. 32
t/m 36 voor de bediening van de tuner voor
radio-ontvangst.
Opmerking
“RDS” verschijnt alleen voor modellen met
gebiedscode CEL, CEK.
6 EQ: Deze aanduiding licht op wanneer de
grafiek-toonregeling is ingeschakeld.
7 D.RANGE: Deze “dynamisch bereik”
aanduiding licht op wanneer de
compressiefunctie voor het dynamisch bereik
is ingeschakeld. Zie blz. 30 voor het instellen
van de dynamiek-compressie.
8 COAX: Deze aanduiding licht op wanneer er
een digitaal signaal binnenkomt via de
COAXIAL ingangsaansluiting.
9 OPT: Deze aanduiding licht op wanneer er een
digitaal signaal binnenkomt via de OPTICAL
ingangsaansluiting.
0 Weergavekanaal-aanduidingen: Aan de
oplichtende letters (L, C, R, enz.) kunt u zien
welke geluidskanalen er worden weergegeven.
Aan de oplichtende vakjes rond de letters kunt
u zien hoe de tuner/versterker het geluid mengt
en via welke luidsprekers het wordt
weergegeven (gebaseerd op de luidspreker-
instellingen). Bij akoestisch verruimde
klankbeelden zoals “C.ST.EX” voegt de tuner/
versterker nagalm toe aan de weergave, op
basis van de inkomende geluidssignalen.
L: linker voorluidspreker, R: rechter
voorluidspreker, C: middenluidspreker,
SL: linksachter, SR: rechtsachter, S: surround-
luidsprekers (mono of allen de
achterweergave no Pro Logic verwerking)
Bijvoorbeeld:
Opnameformaat (voor/surround): 3/2
Uitgangskanaal: Geen surround-luidsprekers
Klankbeeld: AUTO DEC.
PRO LOGIC
D.RANGE EQ
MONO RDSDTS MPEG
STEREO
OPTSP. OFF
SL
S SR
L
SW
C R
MEMORY
L F E
DIGITAL
a
COAX
1qd 2 3
7
5
6
4
qs
qa
0
98
Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen
SL SR
L
C R
Genieten van Surround Sound akoestiek
29
NL
qa
L F E
.: licht op wanneer de disc die
wordt afgespeeld een LFE (Low Frequency
Effect) kanaal bevat en het geluid van het LFE
kanaal wordt weergegeven.
qs SW: Deze SubWoofer aanduiding licht op als
er “YES” is gekozen voor de aanwezigheid van
een lagetonen-luidspreker (zie blz. 20) en als er
een geluidssignaal wordt uitgestuurd via de
SUB WOOFER aansluitingen.
qd SP. OFF: Deze aanduiding licht op wanneer
er een hoofdtelefoon is aangesloten of wanneer
de SPEAKERS A/B toetsen op “SP. OFF” is
gezet.
Bijregelen van de
klankbeelden
U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen
door de akoestiekparameters en de klankkleur van
de voorluidsprekers zo in te stellen dat het geluid
in uw luisterruimte optimaal klinkt.
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft,
zullen de nieuwe instellingen in het geheugen
bewaard blijven. Om een bijgeregeld klankbeeld
opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel de gewenste
veranderingen aan te brengen.
Raadpleeg de tabellen op blz. 60 voor de
parameters die voor elk geluidsveld beschikbaar
zijn.
Voor de beste weergave van
meerkanaals Surround Sound
Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en
volg de aanwijzingen onder “Luidspreker-
opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek”
vanaf blz. 17 alvorens u een klankbeeld gaat
aanpassen.
Aanpassen van de
akoestiekparameters
Het SURR akoestiekmenu biedt een aantal
parameters waarmee u allerlei verschillende
aspecten van het gekozen klankbeeld kunt
aanpassen. De instellingen die u in dit menu kiest
worden voor elk klankbeeld afzonderlijk
vastgelegd.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk op de SURR toets.
De toets licht op en de eerste parameter
wordt aangegeven.
3 Draai aan de instelknop om de
gewenste waarde voor de parameter te
kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch
vastgelegd.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter Oorspronkelijke instelling
EFFECT (hangt af van het gekozen
klankbeeld)
Effectniveau (EFFECT)
Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk
van het gekozen akoestiekeffect naar wens
instellen.
Aanpassen van de
luidsprekerniveau-
parameters
Het LEVEL luidspreker-instelmenu biedt een
aantal parameters waarmee u de balans en de
geluidssterkte van elke luidspreker naar wens
kunt instellen. De instellingen die u in dit menu
maakt, zijn van toepassing op alle
klankbeelden.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk op de LEVEL toets.
De toets licht op en de eerste parameter
wordt aangegeven.
3 Druk op of om in te stellen op de
parameter die u wilt bijregelen.
4 Draai aan de instelknop om de
gewenste stand te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch
vastgelegd.
wordt vervolgd
30
NL
Bijregelen van de klankbeelden (vervolg)
Oorspronkelijke instellingen
Parameter Oorspronkelijke
instelling
L
R
BAL. L/R XXX* BALANCE
CTR XXX dB* 0 dB
SUR.L. XXX dB* 0 dB
SUR.R. XXX dB* 0 dB
S.W. XXX dB* 0 dB
L.F.E. XXX dB 0 dB
D. RANGE
COMP. XXX OFF
* De parameters kunnen afzonderlijk worden
geregeld voor MULTI CH IN.
Voorluidspreker-balans (
L
R
BAL. L/R XXX)
Hiermee stelt u de weergave via de linker en
rechter voorluidsprekers evenwichtig in.
Geluidssterkte van de
middenluidspreker (CTR XXX dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte voor
de middenluidspreker.
Geluidssterkte van de linker
surround-luidspreker (SUR.L. XXX dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de
linker surround-luidspreker.
Geluidssterkte van de rechter
surround-luidspreker (SUR.R. XXX
dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de
rechter surround-luidspreker.
Geluidssterkte van de lagetonen-
luidspreker (S.W. XXX dB)
Hiermee regelt u de geluidssterkte van de
lagetonen-luidspreker.
LaagFrequentEffect mengniveau
(L.F.E. XXX dB)
Met deze parameter kunt u de geluidssterkte
bijregelen van het afzonderlijke LFE (Low
Frequency Effect) kanaal dat wordt weergegeven
via de lagetonen-luidspreker, zonder hierbij de
gewone lage tonen te beïnvloeden die door de
Dolby Digital of DTS basverdelingscircuits van de
voor-, midden- en surround-kanalen worden
overgeheveld naar de aparte lagetonen-
luidspreker.
Bij het LFE mengniveau “0 dB” wordt het
volledige LFE signaal uitgestuurd op het
mengniveau dat is gekozen door de
opnamestudio-technicus.
Om de weergave van het LFE lagetonenkanaal
door de lagetonen-luidspreker te dempen, kiest
u de “OFF” stand. De lage tonen van de voor-,
midden- en surround-kanalen die door de
basverdelingscircuits worden overgeheveld naar
de lagetonen-luidspreker worden echter wel
weergegeven, volgens de keuze gemaakt voor
elk luidsprekerpaar bij de luidspreker-
instellingen (zie blz. 17 t/m 21).
Dynamiekcompressie (
D. RANGE
COMP. XXX)
Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een
speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus
verkleinen. Dit kan handig zijn om ‘s avonds laat
een speelfilm te bekijken; met het geluid zacht
behoudt u toch een rijke, volle klank.Wij willen u
aanraden de “MAX” stand te gebruiken.
Om het geluidsspoor normaal weer te geven,
zonder compressie, kiest u de “OFF” stand.
Om het geluidsspoor normaal weer te geven met
het volledig dynamisch bereik, zoals gekozen
door de opnamestudio-technicus, kiest u de
“STD” stand.
Met de standen “0,1”–“0,9” kunt u het
dynamisch bereik geleidelijk steeds verder
comprimeren, om precies het gewenste effect te
bereiken.
In de “MAX” stand wordt het dynamisch bereik
drastisch beperkt.
Opmerking
De dynamiekcompressie werkt alleen voor Dolby
Digital geluidsbronnen.
Genieten van Surround Sound akoestiek
31
NL
Versterking
(in dB)
Instellen van de grafiek-
toonregeling
Via het EQ (equalizer) menu kunt u de klankkleur
bijregelen voor de voorluidsprekers. De instellingen
die u in dit menu kiest worden voor elk klankbeeld
afzonderlijk vastgelegd.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk op de EQ toets.
De toets gaat knipperen en de eerste
parameter wordt aangegeven.
3 Druk op de of om in te stellen op
de parameter die u wilt bijregelen,
versterking (in dB).
4 Draai aan de instelknop om de
gewenste afstelling te kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch in het
geheugen vastgelegd.
In- en uitschakelen van de grafiek-
toonregeling
Druk op de EQUALIZER toets. Het EQ
indicatorlampje in het uitleesvenster licht op
wanneer de grafiek-toonregeling is ingeschakeld.
De instellingen die u maakt met de EQ parameters
worden voor elk klankbeeld afzonderlijk
opgeslagen en gelden ook na uitschakelen weer
precies zo wanneer u de grafiek-toonregeling weer
inschakelt.
Lage tonen voor de voorluidsprekers
(Versterking)
Hiermee regelt u de versterking voor de lagere
tonen.
Hoge tonen voor de voorluidsprekers
(Versterking)
Hiermee regelt u de versterking voor de hogere
tonen.
Terugstellen van alle
bijgeregelde klankbeelden op
de fabrieksinstellingen
1 Als de tuner/versterker nog aan staat,
drukt u op de ?/1 toets om het
apparaat uit te schakelen.
2 Houd de MODE toets ingedrukt en druk
op de ?/1 toets.
De aanduiding “SF. CLR.” verschijnt in het
uitleesvenster en alle klankbeelden worden
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
32
NL
Radio-ontvangst
Om uw tuner/versterker te gebruiken voor
radio-ontvangst, zult u er eerst een FM- en een
AM-antenne op moeten aansluiten (blz. 7).
Automatisch voorinstellen
van FM zenders in
alfabetische volgorde
(AUTOBETICAL)
(Alleen voor de modellen met
landcode CEL, CEK)
Met deze automatische zenderopslagfunctie kunt
u maximaal 30 FM radiozenders en FM RDS
zenders in het afstemgeheugen van de tuner/
versterker vastleggen, zonder doublures. Hierbij
kiest de tuner/versterker automatisch alleen de
best doorkomende zenders.
Als u bepaalde FM of AM zenders handmatig in
het afstemgeheugen wilt vastleggen, volg dan de
aanwijzingen onder “Voorinstellen van
radiozenders” op blz. 34.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
versterker uit te schakelen.
2 Houd de MEMORY toets ingedrukt en
druk nogmaals op de ?/1 toets om de
tuner/versterker weer in te schakelen.
De aanduiding “AUTO-BETICAL SELECT”
verschijnt en de tuner/versterker gaat op zoek
naar alle plaatselijk te ontvangen FM
radiozenders en FM RDS zenders en legt deze
in het afstemgeheugen vast. Bij elke RDS
informatiezender controleert de tuner/versterker
eerst of er andere zenders zijn die hetzelfde
programma uitzenden, om daarvan dan alleen
de duidelijkst doorkomende zender vast te
leggen. De gekozen RDS informatiezenders
worden gesorteerd op alfabetische volgorde van
hun officiële Program Service zendernaam, en
krijgen dan elk een letter-plus-cijfer
voorinstelcode toegewezen. Zie voor nadere
bijzonderheden betreffende de RDS
informatiezenders blz. 35.
De gewone FM radiozenders krijgen ook een
letter-plus-cijfer code en worden dan na de
RDS zenders vastgelegd.
Na afloop van het vastleggen verschijnt de
aanduiding “FINISH” even in het uitleesvenster
en dan keert de tuner/versterker terug naar de
normale bedieningsfuncties.
Opmerkingen
Druk niet op enige toets van de tuner/versterker of
de bijgeleverde afstandsbediening totdat de
“Autobetical” zenderopslag is voltooid.
Als u verhuist naar een andere streek, kan het nodig
zijn deze procedure opnieuw uit te voeren, om de
best te ontvangen zenders in uw nieuwe
woongebied vast te leggen.
Zie voor het afstemmen op de vastgelegde
voorkeurzenders de aanwijzingen op blz. 34.
Als u na het opslaan van zenders met deze functie
uw FM antenne verplaatst, kunnen de vastgelegde
instellingen niet meer geldig zijn. In dat geval volgt
u weer de bovenstaande aanwijzingen om de FM
zenders opnieuw vast te leggen.
Directe afstemming
Als u de afstemfrequentie van de gewenste
zender kent, kunt u die rechtstreeks invoeren
met de cijfertoetsen van de bijgeleverde
afstandsbediening. Voor details omtrent de
toetsen in dit hoofdstuk, zie blz. 42–48 voor
afstandsbediening RM-PP411 en blz. 49–52
voor afstandsbediening RM-U305C.
1
Druk op TUNER op de afstandsbediening.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Kies met de FM* of AM* toets de FM of
AM afstemband.
3 Druk op D.TUNING op de
afstandsbediening
4 Voer met de cijfertoetsen de gewenste
afstemfrequentie in.
Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz
Voorbeeld 2: AM 1350 kHz
(U hoeft de laatste “0” niet in te voeren als voor
de afstemschaal een interval van 10 kHz geldt.)
Als u niet op een bepaalde zender kunt
afstemmen en de ingevoerde cijfers
knipperen
Controleer of u de juiste frequentie hebt
ingevoerd. Bij een vergissing herhaalt u de
stappen 3 en 4.
Als de ingevoerde cijfers nog steeds
knipperen, wordt deze frequentie in uw
ontvangstgebied niet gebruikt.
* Bij de modellen met landcode CEL, CEK: FM/AM.
bbbb
1 0 2 5 0
bbb
1 3 5 0
Radio-ontvangst
33
NL
5 Bij afstemmen op een AM radiozender
verstelt u de richting van de AM
kaderantenne zo dat de ontvangst
optimaal klinkt.
6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 als u op een
andere zender wilt afstemmen.
Uitleg
Als u de afstemfrequentie niet precies weet, voer
dan een waarde in dichtbij de frequentie van de
zender die u zoekt en druk dan op de TUNING + of
TUNING – afstemtoets. De tuner/versterker stemt
dan automatisch af op de dichtst benaderde zender.
Als u denkt dat de zenderfrequentie iets boven de
door u gekozen waarde ligt, drukt u op de TUNING
+ toets en als u waarschijnlijk een iets te hoge
waarde hebt gekozen, drukt u op de TUNING –
toets.
Indien “STEREO” knippert in het display en de FM
stereo-ontvangst slecht is, druk dan op FM MODE
om over te schakelen naar monoweergave
(MONO). Dan is er geen stereo effect meer, maar
de radio-uitzending zal beter klinken. Druk
nogmaals op FM MODE om terug te keren naar
stereo ontvangst.
De afstemschaal verschilt volgens de gebiedscode
zoals vermeld in de volgende tabel. Zie voor nadere
bijzonderheden over de landcodes blz. 4.
Landcode FM AM
U, CA 100 kHz 10 kHz*
AU, SP, CEL 50 kHz 9 kHz
CEK, TW
E2/E3, AR, MX 50 kHz 9 kHz*
* Desgewenst kunt u het afsteminterval voor de AM
band omschakelen (blz. 57).
Automatische afstemming
Als u de afstemfrequentie van de gewenste
zender niet kent, laat u de tuner/versterker de in
uw gebied te ontvangen zenders doorzoeken.
1 Druk op TUNER.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Kies met de FM** of AM** toets de FM
of AM afstemband.
3
Druk op de TUNING + of TUNING – toets.
Druk op de TUNING + toets om de
afstemband in oplopende volgorde te
doorzoeken; op de TUNING – toets om van
hoog naar laag te zoeken.
Telkens wanneer er een zender wordt
gevonden, stopt de tuner/versterker met
zoeken.
Wanneer de tuner/versterker het einde
van de afstemschaal bereikt
Dan wordt de zoekafstemming vanaf het
andere einde herhaald in dezelfde richting.
4 Om door te gaan met zoeken, drukt u
nogmaals op de TUNING + of TUNING –
toets.
** Bij de modellen met landcode CEL, CEK: FM/AM.
Geheugenafstemming
Na het afstemmen op een zender met de directe
afstemming of de automatische zoekafstemming
kunt u de betreffende zender vastleggen in het
afstemgeheugen van de tuner/versterker. Dan
kunt u voortaan die voorkeurzender rechtstreeks
kiezen door invoeren van de letter-en-cijfer code
met de bijgeleverde afstandsbediening. Zo kunt
u tot 30 voorkeurzenders voor de FM en AM
voorinstellen. U kunt de tuner/versterker ook
alle vastgelegde voorkeurzenders laten
doornemen.
Alvorens u zenders kunt opzoeken met de
geheugenafstemming, zult u ze eerst in het
geheugen moeten vastleggen volgens de
aanwijzingen onder “Voorinstellen van
radiozenders” (blz. 34).
wordt vervolgd
34
NL
Afstemmen op vastgelegde
voorkeurzenders
Op radiozenders die in het afstemgeheugen zijn
vastgelegd, kunt u afstemmen op een van de
volgende twee manieren.
Afstemmen door alle
voorkeurzenders te doorlopen
1 Druk op TUNER.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Druk enkele malen op de PRESET
TUNING +* of PRESET TUNING –* toets
om door te zoeken naar de gewenste
zender.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, gaat
de tuner/versterker één voorkeurzender
verder in de gekozen richting en de
onderstaande volgorde:
* Bij de modellen met landcode CEL, CEK:
PRESET/PTY SELECT + of PRESET/PTY
SELECT –.
Afstemmen op een zender waarvan u
het voorinstelnummer kent
Gebruik voor het volgende de bijgeleverde
afstandsbediening. Voor details omtrent de
toetsen in dit hoofdstuk, zie blz. 42–48 voor
afstandsbediening RM-PP411 en blz. 49–52
voor afstandsbediening RM-U305C.
1
Druk op TUNER op de afstandsbediening.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Druk op de SHIFT toets om een
geheugengroep (A, B of C) te kiezen en
kies dan het nummer van de gewenste
voorkeurzender met de cijfertoetsen.
nA1˜A2˜...˜A0˜B1˜B2˜...˜B0N
nC0˜...C2˜C1N
Geheugenafstemming (vervolg)
Voorinstellen van radiozenders
1 Druk op TUNER.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
2 Stem af op de radiozender die u wilt
voorinstellen, met de directe
afstemming (blz. 32) of de
automatische zoekafstemming (blz. 33).
3 Druk op de MEMORY toets.
In het uitleesvenster licht enkele seconden
lang de aanduiding “MEMORY” op.
Verricht de stappen 4 t/m 6 voordat deze
“MEMORY” aanduiding dooft.
4 Druk op de SHIFT toets om een
geheugengroep (A, B of C) te kiezen.
Telkens wanneer u op de SHIFT toets drukt,
verschijnt de volgende groepsletter, “A”,
“B” of “C” in het uitleesvenster.
5 Druk op de PRESET TUNING +* of
PRESET TUNING * toets om een
zendernummer te kiezen.
Als de “MEMORY” aanduiding dooft
voordat u een nummer hebt gekozen, gaat u
terug naar stap 3.
6 Druk nogmaals op de MEMORY toets
om de ontvangen radiozender in het
geheugen vast te leggen.
Indien “MEMORY” dooft voor u het
voorinstelnummer indrukt, begin dan
opnieuw vanaf stap 3.
7 Herhaal de stappen 2 t/m 6 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
* Bij de modellen met landcode CEL, CEK:
PRESET/PTY SELECT + of PRESET/PTY
SELECT –.
Een andere zender voorinstellen
onder een reeds gebruikt nummer
Herhaal de stappen 1 t/m 6 om een nieuwe
zender onder hetzelfde nummer vast te leggen.
Radio-ontvangst
35
NL
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor de modellen met
landcode CEL, CEK)
Met deze tuner/versterker kunt u ook gebruik
maken van de RDS functies van het Radio Data
Systeem, waarmee radiozenders naast de
gewone uitzendingen allerlei nuttige informatie
doorgeven. De volgende handige RDS functies
zijn beschikbaar:
RDS informatie in het uitleesvenster
Opzoeken van voorkeurzenders die het
gewenste programmatype uitzenden
De RDS informatie wordt alleen uitgezonden
door FM zenders.*
* Niet alle FM radiozenders bieden de RDS
informatie en niet alle RDS zenders bieden dezelfde
functies. Als u niet bekend bent met de plaatselijk
beschikbare RDS functies, kunt u voor nadere
bijzonderheden het best contact opnemen met de
plaatselijke radiozenders.
Ontvangst van RDS
informatie-uitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de
FM band met de directe afstemming
(blz. 32), de automatische zoekafstemming
(blz. 33) of de geheugenafstemming
(blz. 33).
Wanneer u afstemt op een zender met RDS
service, licht de RDS indicator op en verschijnt
de zendernaam op het display.
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd de RDS
signalen niet duidelijk genoeg uitzendt of als de
signaalsterkte onvoldoende is.
Aangeven van RDS informatie
in het uitleesvenster
Druk tijdens ontvangst van een RDS
zender meermalen op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de RDS informatie in het
uitleesvenster kringsgewijze als volgt:
Zendernaam t Afstemfrequentie t
Program Type indicatie
a)
t Radio Text
indicatie
b)
t Huidige tijdindicatie (in 24-uurs
aanduiding) t Gekozen klankbeeld
a) Soort programma dat wordt uitgezonden (blz. 36).
b) Tekstberichten die door de RDS zender worden
uitgezonden.
Opmerkingen
Als er een nooduitzending of waarschuwingsbericht
door de overheid wordt uitgezonden, gaat in het
uitleesvenster de aanduiding “ALARM” knipperen.
Als een aanduiding uit 9 of meer letters bestaat, zal
de tekst van rechts neer links over het scherm lopen.
Als een radiozender een bepaalde RDS functie niet
verzorgt, zal het uitleesvenster “NO XXX”
(bijvoorbeeld “NO PTY”) aangeven.
Doorzoeken van
voorkeurzenders via het
programmatype
U kunt afstemmen op een voorkeurzender van uw
keuze door in te stellen op het gewenste
programmatype. De tuner/versterker doorloopt dan
het afstemgeheugen, op zoek naar een
voorkeurzender die op dat moment het door u
gekozen soort uitzending verzorgt.
1 Druk op de PTY toets.
2 Druk op de PRESET/PTY SELECT + of
PRESET/PTY SELECT toets om in te
stellen op het gewenste
programmatype.
Zie het hierna volgende overzicht voor
nadere informatie over de programmatypen.
3 Druk nogmaals op de PTY toets.
Wanneer de ontvanger zenders overloopt,
verschijnen “SEARCH” en het
programmatype afwisselend op het display.
Wanneer de tuner/versterker een uitzending
van het door u gekozen type vindt, stopt het
zoeken. Als de tuner/versterker geen
voorkeurzender vindt die het door u gekozen
soort uitzending verzorgt, verschijnt er
“NO PTY” in het uitleesvenster.
wordt vervolgd
36
NL
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS) (vervolg)
Overzicht van de programmatypen
Aanduiding Beschrijving
programmatype
NEWS Nieuwsuitzendingen
AFFAIRS Actualiteitenprogramma’s die op
de achtergronden van het huidige
nieuws ingaan
INFO Uitzendingen betreffende de
weersverwachting, nieuws voor
consumenten, medisch advies e.d.
SPORT Sportverslagen en -uitslagen
EDUCATE Educatieve programma’s, met
wetenswaardigheden en praktische
tips
DRAMA Hoorspelen en andere radioseries
CULTURE Programma’s over nationale en
regionale cultuur, zoals
taalkwesties en sociale
vraagstukken
SCIENCE Uitzendingen over
natuurwetenschappen en
technologie
VARIED Gevarieerde uitzendingen, zoals
vraaggesprekken,
quizprogramma’s en allerlei
amusement
POP M Populaire muziek
ROCK M Rockmuziek
EASY M “Easy listening” muziek
LIGHT M Lichte klassieken, met vocale,
instrumentale en koormuziek
CLASSICS Klassieke muziekuitvoeringen,
orkestrale werken en
kamermuziek, opera enz.
OTHER M Alle muziek die niet in de
bovenstaande categorieën past,
zoals rhythm & blues of reggae
WEATHER Weerbericht
FINANCE Beursberichten, financieel en
zakennieuws, etc.
CHILDREN Kinderprogramma’s
SOCIAL Programma’s over mensen en hun
bezigheden
RELIGION Programma’s over godsdienst en
religieuze zaken
Aanduiding Beschrijving
programmatyp
PHONE IN Programma’s waarin luisteraars
via de telefoon of in een publiek
forum kunnen reageren
TRAVEL Programma’s over reizen. Niet
voor aankondigingen die met de
TP/TA verkeersinformatiefuncties
te vinden zijn
LEISURE Programma’s over
vrijetijdsbesteding en hobbies als
vissen, tuinieren, koken e.d.
JAZZ Jazzmuziek
COUNTRY Country & western muziek
NATION M Programma’s met de nationale of
streekmuziek van een bepaald
gebied
OLDIES Hits van vroeger
FOLK M Folkmuziek
DOCUMENT Documentaires
NONE Programma’s die buiten de
bovenstaande categorieën vallen
Andere bedieningsfuncties
37
NL
Andere bedieningsfuncties
Naamgeving van
voorkeurzenders en
beeld/geluidsbronnen
U kunt de vastgelegde voorkeurzenders en andere
beeld/geluidsbronnen van zelfgekozen namen
(index name) van elk 8 letters (en cijfers)
voorzien. Deze namen (zoals bijvoorbeeld
“VHS”) worden dan in het uitleesvenster
aangegeven wanneer u instelt op weergave van de
betreffende beeld/geluidsbron. U kunt niet meer
dan één naam tegelijk invoeren voor elke
voorkeurzender of beeld/geluidsbron.
Deze functie kan handig zijn voor het uit elkaar
houden van soortgelijke apparatuur. Zo kunt u
bijvoorbeeld twee videorecorders onderscheiden
met de typenamen “VHS” en “8MM”. Bovendien
kunt u hiermee componenten benoemen die zijn
aangesloten op stekkerbussen bedoeld voor
andere apparatuur, zoals een tweede CD-speler
die is aangesloten op de MD/TAPE aansluitingen.
1 Voor naamgeving van een
voorkeurzender
Druk op TUNER en stem dan af op de
radiozender waarvoor u een naam wilt
invoeren.
Eerst wordt er afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
Als u niet weet hoe u kunt afstemmen op een
voorkeurzender, volgt u de aanwijzingen onder
“Afstemmen op vastgelegde voorkeurzenders”
op blz. 34.
Voor naamgeving van een
beeld/geluidsbron
Stel in op de beeld/geluidsbron
(component) die u een naam wilt geven.
2 Druk op de NAME toets.
3 Voer de gewenste naam in met de
instelknop en of , als volgt:
Draai aan de instelknop om een letterteken te
kiezen en druk dan op de
toets om de cursor
op de plaats van de volgende letter te zetten.
Invoegen van een spatie
Draai aan de instelknop tot er een spatie in het
uitleesvenster verschijnt.
Bij een vergissing in de
letterkeuze
Druk net zovaak op de of cursortoets tot
de foute letter gaat knipperen en kies dan het
juiste letterteken.
4 Druk op de ENTER toets.
5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 voor alle
voorkeurzenders en beeld/
geluidsbronnen waarvoor u
zelfgekozen namen wilt invoeren.
Opmerking
(Alleen voor de modellen met landcode
CEL, CEK)
Bij FM RDS zenders kunt u de naam niet aanpassen
en geen nieuwe naam invoeren.
Opnemen
Voor u begint, dient u te controleren of alle
apparaten naar behoren zijn aangesloten.
Opnemen op een
audiocassette of minidisc
Via deze tuner/versterker kunt u opnamen maken
op een cassette of een minidisc. Zie voor nadere
details van de bediening de gebruiksaanwijzing
van uw cassettedeck of minidisc-recorder.
1 Stel in op de geluidsbron die u wilt
opnemen.
2 Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld een op te nemen compact
disc in de CD-speler.
3 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette of minidisc in het opname-
apparaat en stel zo nodig het
opnameniveau in.
4 Start het opnemen op het opname-
apparaat en start dan de weergave van
de geluidsbron.
Opmerkingen
De instellingen die u voor weergave maakt zijn niet
van invloed op de signalen die worden doorgegeven
via de MD/TAPE OUT aansluitingen.
De analoge geluidssignalen van de gekozen
geluidsbron worden uitgestuurd via de REC OUT
aansluitingen.
Wanneer MULTI CH IN wordt gekozen, worden de
analoge audiosignalen voor de huidige functie
uitgevoerd via REC OUT.
U kunt geen digitale geluidssignalen opnemen met
een opname-apparaat dat is aangesloten op de
analoge MD/TAPE OUT aansluitingen. Voor het
opnemen van digitale signalen zult u een digitaal
opname-apparaat moeten aansluiten op de DIGITAL
MD/TAPE OUT aansluitingen.
wordt vervolgd
38
NL
• Bepaalde geluidsbronnen kunnen zijn voorzien van
een kopieerbeveiliging die het opnemen blokkeert.
Een dergelijke geluidsbron zult u niet kunnen
opnemen.
Wanneer MULTI CH IN wordt gekozen, worden er
geen signalen uitgevoerd via DIGITAL OUT (MD/
TAPE OPTICAL OUT).
Opnemen op een videocassette
Met deze tuner/versterker kunt u beelden
opnemen vanaf een videorecorder, TV, DVD-
videospeler of laserdisc-speler. Ook bestaat de
mogelijkheid om tijdens kopiëren of monteren
van video-opnamen een nieuw geluidsspoor in te
voegen vanaf een geluidsbron naar keuze. Zie
voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van uw videorecorder of
laserdisc-speler.
1 Stel in op de beeld/geluidsbron die u
wilt opnemen.
2 Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld de op te nemen laserdisc
in de laserdisc-speler.
3 Plaats een voor opnemen geschikte
videocassette in de videorecorder
(VIDEO 1) die u voor opnemen gebruikt.
4 Start het opnemen op de opname-
videorecorder en start dan de weergave
van de videocassette of de laserdisc
die u wilt opnemen.
Uitleg
Tijdens kopiëren of monteren van video-opnamen
vanaf een videocassette of laserdisc kunt u een nieuw
geluidsspoor invoegen vanaf een geluidsbron naar
keuze. Zoek op de videoband het punt op waar u het
nieuwe geluid wilt invoegen, stel in op de geluidsbron
en start de weergave daarvan. Het geluid van het
gekozen weergave-apparaat zal op het geluidsspoor
van de videoband worden opgenomen in plaats van
het oorspronkelijke geluidsspoor. Om terug te keren
naar het oorspronkelijke geluidsspoor voor de rest
van de video-opnamen, stelt u op dezelfde wijze weer
in op de video-geluidsbron.
Opmerkingen
Zorg dat er zowel digitale als analoge aansluitingen
zijn gemaakt op de VIDEO 2 en DVD/LD
ingangen. Het is niet mogelijk analoge opnamen te
maken als er alleen digitale aansluitingen zijn
gemaakt.
Wanneer MULTI CH IN wordt gekozen, worden de
analoge audiosignalen voor de huidige functie
uitgevoerd via REC OUT.
Automatisch uitschakelen
met de sluimerfunctie
U kunt de tuner/versterker automatisch laten
uitschakelen na een tijdsduur die u zelf kiest,
zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen.
Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening staat ingeschakeld.
Telkens wanneer u op de SLEEP toets drukt,
verspringt de sluimertijd als volgt:
2-00-00 t 1-30-00 t 1-00-00 t 0-30-00
t OFF
Het uitleesvenster dooft nadat u de sluimertijd
hebt ingesteld.
Uitleg
Druk op ALT voor u op SLEEP drukt (alleen op de
RM-PP411) (pagina 45).
U kunt de sluimertijd precies naar wens instellen.
Druk eerst op de SLEEP toets van de
afstandsbediening en stel dan de gewenste
sluimertijd in met de instelknop en of van de
tuner/versterker. De sluimertijd verandert met
tussenstappen van 1 minuut. De maximaal
instelbare tijdsduur is 5 uur lang.
Om de resterende sluimertijd voor het uitschakelen
van de tuner/versterker te controleren, drukt u op de
SLEEP toets. De resterende tijd tot het uitschakelen
verschijnt in het uitleesvenster.
Instellingen met de SET UP toets
Met de SET UP toets kunt u op de volgende
wijze diverse instellingen maken.
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk op of om de parameter te
kiezen die u wilt instellen.
3 Draai aan de instelknop om de
gewenste stand of instelling te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch in
het geheugen vastgelegd.
4
Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle
nuttige parameters naar wens hebt ingesteld.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter Oorspronkelijke
instelling
C.MODE.AVX AV2
PRO LOGIC
MOVIE
A.PWR – XXX YES
Opnemen (vervolg)
Andere bedieningsfuncties
39
NL
x CONTROL A1 automatische tuner-
inschakelfunctie (A.PWR – XXX)
Hiermee kunt u de tuner/versterker automatisch
laten inschakelen zodra er een ander apparaat
dat is aangesloten via mono ministekker-kabel
(blz. 13) wordt ingeschakeld en de weergave
wordt gestart.
Door hiervoor “NO” te kiezen, kunt u het
stroomverbruik van de tuner/versterker
verminderen in de gebruiksklaar-stand.
x Keuze van de bedieningsstand van de
afstandsbediening (C.MODE.AVX)
Hiermee kunt u de bedieningsstand van de
afstandsbediening omschakelen. Dit is nuttig
wanneer u 2 tuner/versterkers van Sony in
dezelfde kamer gebruikt.
x Type 2-kanaals decodering (
PRO LOGIC
)
Hiermee kiest u het type decodering dat moet
worden toegepast voor 2-kanaals
geluidsbronnen. Deze receiver werkt met
Dolby Pro Logic II in de film- en muziekstand
en kan 2-kanaalsgeluid in 5.1 channel
weergeven in Dolby Pro Logic II.
Bij keuze van “DOLBY PL” zorgt de tuner/
versterker voor Pro Logic decodering.
Geluidsbronnen die zijn opgenomen met 2
audiokanalen worden gedecodeerd naar 4
weergavekanalen.
Bij keuze van “II MOVIE” zorgt de tuner/
versterker voor Pro Logic II speelfilm-type
decodering. Deze instelling is bij uitstek
geschikt voor speelfilms die zijn voorzien van
Dolby Surround geluid. Bovendien is deze
stand geschikt voor geluidsweergave via 5.1
kanalen bij afspelen van oude speelfilms op
video en voor weergave van een gesynchro-
niseerd geluidskanaal in een andere taal.
In de “II MUSIC” stand zorgt de tuner/
versterker voor Pro Logic II muziek-type
decodering. Deze instelling is optimaal geschikt
voor normale stereo geluidsbronnen zoals
muziek-CD’s.
Opmerkingen
Dolby Pro Logic II werkt niet met DTS of MPEG
signalen.
CONTROL A1
bedieningssysteem
Om te beginnen
De onderstaande beschrijving verklaart de
basisfuncties van het CONTROL A1
bedieningssysteem. Bepaalde stereo-
componenten beschikken over speciale
extra functies, zoals de CD synchroon-
opname op cassettedecks, waarvoor ook
CONTROL A1 aansluitingen nodig zijn.
Zie daarom tevens de bij uw stereo-
component(en) geleverde
gebruiksaanwijzingen.
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is
ontwikkeld ter vereenvoudiging van de bediening
van stereo-installaties bestaande uit afzonderlijke
Sony stereo-componenten. De CONTROL A1
aansluitingen verschaffen een speciale
signaalbaan voor besturingssignalen, om
automatische bedieningsfuncties mogelijk te
maken die men gewoonlijk slechts op
geïntegreerde systemen aantreft.
Op dit moment bieden de CONTROL A1
aansluitingen u met een Sony CD-speler,
versterker (of tuner/versterker), minidisc-recorder
en cassettedeck het gemak van de automatische
geluidsbron-keuze en de synchroon-opnamestart.
In de toekomst zal het CONTROL A1
aansluitsysteem gaan fungeren als een
multifunctie-aansluitbus, waarmee u allerlei
functies van verschillende componenten
volautomatisch zult kunnen bedienen.
Opmerkingen
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is zo
ontworpen dat er geleidelijk meer en meer functies
aan kunnen worden toegevoegd. Dit betekent echter
niet dat de nieuwe functies ook beschikbaar zullen
zijn op de aangesloten oudere apparatuur.
Gebruik geen tweeweg-afstandsbediening wanneer
de CONTROL A1 aansluitingen via een
PC-interface aansluitset zijn verbonden met een
personal computer waarop het “MD Editor”
programma of een soortgelijk
toepassingsprogramma draait. Gebruik ook de
aangesloten apparatuur niet op een manier die
niet overeenkomt met de functies van het
toepassingsprogramma, want dan kan het
programma niet naar behoren werken.
wordt vervolgd
40
NL
Overeenkomsten tussen CONTROL A1
en CONTROL A1
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is
uitgebracht in een vernieuwde versie, CONTROL
A1 genaamd, hetgeen het standaard
bedieningssysteem is voor de Sony 300-disc CD-
wisselaar en andere recente Sony apparatuur.
Componenten met CONTROL A1
bedieningsaansluitingen en die met CONTROL
A1 aansluitingen zijn onderling te verbinden en
samen te gebruiken.
In principe zijn de meeste functies van het
CONTROL A1 bedieningssysteem ook beschikbaar
in het nieuwe CONTROL A1 bedieningssysteem.
Bij een onderlinge verbinding tussen CONTROL A1
aansluitingen en CONTROL A1 aansluitingen kan
het aantal beschikbare bedieningsfuncties echter
beperkt zijn, afhankelijk van de aangesloten
apparatuur. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparatuur.
Aansluitingen
Verbind met behulp van mono snoeren met
ministekkers de CONTROL A1 aansluitingen
op het achterpaneel van elk apparaat in serie
door. Zo kunt u maximaal 10 componenten die
geschikt zijn voor het CONTROL A1
systeem onderling doorverbinden, in elke
gewenste volgorde. Van elk type apparaat kunt
u er echter slechts één tegelijk aansluiten (dus
slechts 1 CD-speler, 1 minidisc-recorder, 1
cassettedeck en 1 tuner/versterker).
(Afhankelijk van het model kan het wel eens
mogelijk zijn meer dan één compact disc speler
of minidisc-speler aan te sluiten. Zie voor
nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing
van de betreffende componenten.)
In het CONTROL A1
bedieningssysteem
lopen de bedieningssignalen beide kanten op,
dus er is geen verschil tussen IN en OUT
aansluitingen. Als een component meer dan een
CONTROL A1 aansluiting heeft, kunt u naar
keuze één hiervan gebruiken, of op elk ervan
een verschillende geluidscomponent aansluiten.
Betreffende CONTROL A1
aansluitingen
U kunt zonder probleem alle CONTROL A1
aansluitingen verbinden met de nieuwere
CONTROL A1 aansluitingen. Voor nadere
bijzonderheden over de wijze van aansluiten en
de mogelijkheden wordt u verwezen naar de de
gebruiksaanwijzingen van de aangesloten
apparatuur.
Betreffende de aansluitsnoeren
Bij bepaalde componenten die geschikt zijn
voor het CONTROL A1 systeem wordt een
aansluitsnoer bijgeleverd. Dan kunt u dat snoer
voor het aansluiten gebruiken.
Beschikt u niet over een dergelijk bijgeleverd
snoer, gebruik dan een los in de audiohandel
verkrijgbaar ministekker-snoer van minder dan
2 meter lengte met (mono) ministekkers,
zonder weerstand (zoals het Sony RK-G69HG
aansluitsnoer).
Basis-bedieningsfuncties
De CONTROL A1 bedieningsfuncties zullen
werken zolang de te bedienen component(en)
is/zijn ingeschakeld, ook al staan de andere
aangesloten componenten alle uitgeschakeld.
CONTROL A1 bedieningssysteem
(vervolg)
Voorbeeld
Versterker
(Tuner/
versterker)
CD-
speler
Minidisc-
recorder
Cassettedeck
Andere
component
CONTROL A1
Aansluitvoorbeelden
CONTROL A1
CD-speler
Minidisc-recorder
Andere bedieningsfuncties
41
NL
Automatische geluidsbronkeuze
Als u een voor het CONTROL A1 systeem
geschikte Sony versterker (of tuner/versterker)
hebt aangesloten op andere Sony componenten
via mono ministekker-snoeren, dan zal de
geluidsbron-keuzeschakelaar van de versterker
(of tuner/versterker) automatisch instellen op de
juiste geluidsbron, zodra u de weergavetoets van
een een van de aangesloten componenten indrukt.
Opmerkingen
Er moet een voor het CONTROL A1 systeem
geschikte Sony versterker (of tuner/versterker) zijn
aangesloten via mono ministekker-snoeren om de
automatische geluidsbron-keuze te kunnen
gebruiken.
Deze automatische geluidsbron-keuze werkt alleen
als de componenten zijn aangesloten op de
ingangsaansluitingen van de versterker (of tuner/
versterker) die overeenkomen met de namen van de
geluidsbron-keuzetoetsen. Op bepaalde versterkers
kunt u de namen van de geluidsbron-keuzetoetsen
omschakelen. Zie in dat geval voor nadere
bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de
versterker.
Tijdens opnemen kunt u beter niet het afspelen
starten van een andere component dan de
opnamebron. Hierdoor zou namelijk de
automatische geluidsbron-keuze overschakelen op
de andere component.
Synchroon-opnamefunctie
Met deze functie kunt u automatisch de
weergave van de gekozen geluidsbron en de
opname op een andere component tegelijk
starten.
1 Stel de geluidsbron-keuzeschakelaar
van de versterker (of tuner/versterker)
in op de geluidsbron voor weergave.
2 Zet de geluidsbron in de weergave-
pauzestand (let op dat het N en het X
lampje beide oplichten).
3 Zet het opname-apparaat in de
opnamepauzestand (REC-PAUSE).
4 Druk op de PAUSE toets van het
opname-apparaat.
De geluidsbron schakelt van de
pauzestand over op weergave en even
later begint automatisch het opnemen.
Wanneer de weergave van de
geluidsbron eindigt, zal het opnemen
ook automatisch stoppen.
Opmerkingen
Zet niet meer dan één geluidsbron tegelijk in de
weergave-pauzestand.
Bepaalde opname-componenten beschikken over
een speciale synchroon-opnamefunctie op basis van
het CONTROL A1 bedieningssysteem, zoals de
“CD synchroon-opname” op cassettedecks. Zie
voor nadere bijzonderheden daaromtrent de bij uw
opname-component geleverde gebruiksaanwijzing.
42
NL
Alleen voor de modellen met
landcode U, CA
U kunt de RM-PP411 afstandsbediening
gebruiken om de componenten van uw stereo-
installatie te bedienen.
Voor u de
afstandsbediening
gebruikt
Aanbrengen van batterijen in
de afstandsbediening
Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de
afstandsbediening, met de juiste polariteit van
(+) en (–), zoals aangegeven in het batterijvak.
Voor gebruik van de afstandsbediening richt u
deze op de g afstandsbedieningssensor voorop
de tuner/versterker.
Uitleg
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6
maanden meegaan. Als de tuner/versterker niet meer
naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het
tijd alle batterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerkingen
Leg de afstandsbediening niet op een al te warme
of vochtige plaats.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast
elkaar.
Let op dat de afstandsbedieningssensor van de
tuner/versterker niet wordt blootgesteld aan directe
zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de
afstandsbediening niet naar behoren functioneren.
Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd
niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit
verwijderen, om eventuele beschadiging door
batterijlekkage en corrosie te voorkomen.
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP411
N
X
m
M
.
>
-
VIDEO1 VIDEO2
USE MODE
SYSTEM STANDBY
SLEEP
AV1 AV2
TV ?/1 AV ?/1
VIDEO3 DVD/LD
TV/SAT
MD/TAPE CD/SACD
TUNER
PHONO AUX
MULTI CH SOURCE
SHIFT
TOP MENU/
GUIDE
AV MENU
MUTING
MASTER
VOL
DISPLAY
TV VOL TV CH
WIDE ON SCREEN
TV/
VIDEO
MAIN
MENU
RETURN/EXIT
D.TUNING DISC ALT
ANT
CLEAR
SEARCH MODE
TEST
TONE
PRESET
123
456
789
0/10 >10/11 12
AUTO DEC
SUBTITLE ENTER
MODE
AUDIO
SWAP/
ANGLE
JUMP/
TIME
PRESET/
CH/D.SKIP
MPX/
DUAL
ANALOG
DIRECT
2CH
SOUND FIELD
x
?/1
P
O
f
F
G
g
Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de
functies van de diverse toetsen.
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
?/1
Tuner/ In- en uitschakelen van
versterker de tuner/versterker.
SLEEP Tuner/
Instellen van de sluimerfunctie
versterker en de tijdsduur waarna de
tuner/versterker automatisch
moet worden uitgeschakeld.
VIDEO 1
Tuner/ Videocassette-weergave.
versterker (Videorecorder 3)
VIDEO 2
Tuner/ Videocassette-weergave.
versterker (Videorecorder 1)
ENTER/
EXECUTE
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP411
43
NL
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
VIDEO 3
Tuner/ Videocassette-weergave.
versterker (Videorecorder 2)
DVD/LD
Tuner/ Video-weergave van een
versterker DVD of laserdisc.
TV/SAT
Tuner/ TV-kijken, gewone of
versterker satelliet-uitzendingen.
MD/TAPE
Tuner/ Afspelen van een minidisc
versterker of geluidscassette.
CD/SACD
Tuner/ Afspelen van compact
versterker discs.
TUNER
Tuner/ Luisteren naar de radio.
versterker
PHONO
Tuner/ Afspelen van
versterker grammofoonplaten.
AUX
Tuner/ Luisteren naar aangesloten
versterker audio-apparatuur.
MULTI
Tuner/
Om MULTI CH IN te kiezen.
CH
versterker
SOURCE Tuner/ Kies 2e AV-uitgang.
versterker
TEST Tuner/
Indrukken voor weergave
TONE versterker
van de testtoon.
PRESET
Tuner/ Keuze van het
versterker vooringestelde klankbeeld
(b.v. Cinema Studio EX A,
B, C).
AUTO
Tuner/
Keuze van de AUTO
DEC versterker DECODING mode.
MPX/
Tuner/
Keuze van dubbel mono
DUAL
versterker
of tweetalig geluid bij
Digital Dolby of DTS,
enz.
ANALOG
Tuner/
Keuze van 2CH
DIRECT versterker ANALOG DIRECT.
2CH
Tuner/ Keuze van de 2CH mode.
versterker
MODE +/–
Tuner/ Keuze van een klankbeeld.
versterker
SHIFT
Tuner/ Meermalen indrukken om
versterker een geheugengroep te
kiezen voor het vastleggen
van of afstemmen op een
voorkeurzender.
D.TUNING Tuner/ Directe keuze van een
versterker bekende radiozender.
MUTING
Tuner/ Demping van het geluid
versterker van de tuner/versterker.
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
V/v Tuner/ Om een menu-item te
versterker kiezen.
B/b Tuner/ Om een instelling te
versterker verrichten of te wijzigen.
MASTER
Tuner/ De totale geluidssterkte van
VOL +/– versterker de tuner/versterker regelen.
MAIN Tuner/ Druk herhaaldelijk op
MENU versterker deze toets om één
van de vijf cursor modes
te kiezen: EQ, SURR,
LEVEL, SET UP en NAME
ON Tuner/ Om de menu’s van de
SCREEN versterker tuner/versterker op het TV-
scherm te laten verschijnen.
AV ?/1 TV-toestel/ In- en uitschakelen van
Videorecorder/ de audio- en video-
CD-speler/ apparatuur.
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
SYSTEM Tuner/ Zet de tuner/versterker en
STANDBY versterker andere Sony audio/
(Druk TV-toestel/ video-componenten af.
AV ?/1 Videorecorder/
en ?/1 Satelliet-ontvanger/
tegelijk in) CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
1-9 en Tuner/ Samen met de “SHIFT” toets
0/10 versterker indrukken voor keuze van
een voorkeurzendernummer
tijdens directe afstemming
(DIRECT TUNING) of
geheugenafstemming
(MEMORY).
CD-speler/ Keuze van beeld/
Video-CD speler/
muziekstuknummers.
Laserdisc-speler/ Toets 0 voor beeld/
Minidisc- muziekstuk 10.
recorder/
DAT-cassettedeck
TV-toestel/ Keuze van
Videorecorder/ zendernummers.
Satelliet-ontvanger
>10/11 CD-speler/ Keuze van beeld/
Video-CD speler/
muziekstuknummers
Laserdisc-speler/ boven de 10.
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
wordt vervolgd
44
NL
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
AUDIO TV-toestel/ Schakelt het geluid om naar
Videorecorder/ naar Multiplex, Tweetalig
DVD- of Multikanaals TV-geluid.
videospeler
SWAP*/ TV-toestel Verwisselen van het
ANGLE hoofdbeeld en het inzetbeeld.
DVD-videospeler
Kiest de kijkhoek of wijzigt
de hoeken.
JUMP/ TV-toestel
Overschakelen tussen de
TIME
vorige en de huidige zander.
CD-speler/
Toont de tijd of de
Video-CD speler/
speelduur van de disc, enz.
DVD-videospeler
PRESET Tuner/
Doorzoeken en kiezen
CH/ versterker
van voorkeurzenders.
D. SKIP +/– TV-toestel/
Keuze van
Videorecorder/
voorkeurzenders.
Satelliet-ontvanger
CD-speler/
Wisselen van discs
Video-CD speler
(alleen voor een CD-
DVD-videospeler/
wisselaar).
Minidisc-recorder
ENTER
TV-toestel/
Na keuze van een zender,
Videorecorder/
disc of beeld/muziekstuk
Satelliet-ontvanger/
met de cijfertoetsen,
Laserdisc-speler/
drukt u hierop om uw
Minidisc-recorder/
keuze in te voeren.
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
DISC
CD-speler/
Keuze van discs (alleen
Video-CD speler
voor een CD-wisselaar).
ANT Videorecorder/ Keuze van het
Video-CD speler
uitgangssignaal van de
antenne-aansluiting:
TV-ontvangst of video-
weergave.
./>
Videorecorder/
Doorgaan naar een ander
CD-speler/
beeld/muziekstuk.
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen (vervolg)
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
m/M
CD-speler/
Beeld/muziekstukken
Video-CD speler/
doorzoeken (voor- of
DVD-speler/
achterwaarts).
Laserdisc-speler/
Minidisc-recorder
Video-CD speler/
Snel vooruit of
DAT-cassettedeck/
terugwaarts zoeken.
Cassettedeck
N
Videorecorder/
Beginnen met afspelen.
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
X
Videorecorder/
Pauzeren van de weergave
CD-speler/
of opname.
Video-CD speler/
(Ook voor beginnen met
Laserdisc-speler/
opnemen vanuit de
DVD-speler/
opnamepauzestand.)
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
x
Videorecorder/
Stoppen met afspelen.
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
DISPLAY
TV-toestel/
Om informatie op het
Videorecorder/
TV-scherm te selecteren.
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler
RETURN/
Video-CD-speler/
Om terug te keren naar het
EXIT
Laserdisc-speler/
vorige menu.
DVD-speler
Satelliet-ontvanger
Om het menu te sluiten.
SUBTITLE
DVD–speler Om de ondertitels te
veranderen.
* Alleen voor Sony TV’s met met beeld-in-beeld
(inzetbeeld) functie.
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP411
45
NL
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
CLEAR DVD
Indrukken wanneer u zich
-speler
van cijfertoets hebt vergist
of om terug te keren naar
continu weergave enz.
SEARCH DVD
Kiest de zoekstand.
MODE -speler
Druk hierop om de
zoekeenheid (track, index,
enz.) te kiezen.
TOP MENU/
DVD Om de DVD titel te
GUIDE
-
speler tonen.
AV MENU
Videorecorder/
Om het menu te tonen.
Satelliet-ontvanger/
DVD-videospeler
O
Video-CD speler/
Indrukken om terug te
Laserdisc-speler/
gaan naar het vorige menu
DVD-speler
of het menu te sluiten.
V/v/B/b
Videorecorder/
Om een menu-item te kiezen.
Satelliet-ontvanger
/
DVD-videospeler
ENTER/
Videorecorder/
Keuze bevestigen.
EXECUTE
Satelliet-ontvanger/
DVD-videospeler
TV ?/1 TV-toestel Om de TV aan of uit te
zetten.
-/-- TV-toestel Keuze van een enkel-
cijfer of twee-cijfer
zendernummer.
TV VOL +/– TV-toestel
Om het volume van de
TV te regelen.
TV CH +/–
TV-toestel
Kies een TV-
voorinstelzender.
TV/ TV-toestel Keuze van het
VIDEO ingangssignaal voor
weergave: TV-ontvangst
of video-weergave.
WIDE TV-toestel Inschakelen van de
breedbeeldfunctie.
USE MODE
Afstandsbe- De afstandsbediening
diening instellen.
AV1 en Afstandsbe- Kies de werkingsstand
AV2 diening van de afstandsbediening.
ALT Afstandsbe- Wijzigt de afstandsbedie-
diening ningsfunctie om de
toetsen met oranje
opschrift te activeren.
Opmerkingen
Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd
staan werken niet met bepaalde tuner/
versterkermodellen.
De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als
voorbeeld.
Sommige componenten werken dan ook niet of
worden anders bediend dan hierboven beschreven.
Om de toetsen met oranje opdruk te kunnen
gebruiken, moet u eerst op ALT drukken.
De functies TV/SAT, PHONO, SOURCE, MPX/
DUAL, ANALOG DIRECT, 12 en ON SCREEN
werken niet met de instelling.
Kies de werkingsstand
van de afstandsbediening
Stel de afstandsbedieningsstand in met de USE
MODE toets en de afstandsbedieningstoetsen.
Bedieningsstand kiezen
U kunt de afstandsbedieningsstand (AV1 of
AV2) kiezen. Wanneer tuner/versterker en
afstandsbediening op een andere manier
worden bediend, werkt de tuner/versterker niet
met de afstandsbediening.
Druk op 1 (AV1) (of 2 (AV2)) terwijl u USE
MODE ingedrukt houdt.
Het controlelampje licht eenmaal (tweemaal
voor AV2) op en de bedieningsstand verandert.
De werkingsstand van de
afstandsbediening kiezen
Druk op USE MODE. Controleer de
afstandsbediening aan de hand van de
indicator.
Stand Indicator licht op
AV1 eenmaal
AV2 tweemaal
Fabrieksinstellingen van de
afstandsbediening herstellen
Druk =/1, AV =/1 en MASTER VOL tegelijk
in.
De indicator licht 3 keer op en dooft vervolgens.
46
NL
Afstandsbediening
programmeren
U kunt de afstandsbediening programmeren om
andere componenten dan van het merk Sony te
bedienen door de code te wijzigen. Eens de
stuursignalen werden gememoriseerd, kunt u
deze componenten gebruiken als onderdeel van
uw systeem.
U kunt de afstandsbediening bovendien
programmeren voor Sony componenten die niet
met de afstandsbediening kunnen worden
bediend. Merk op dat de afstandsbediening
alleen werkt met componenten die infrarood
stuursignalen kunnen ontvangen.
1 Druk op AV ?/1 terwijl u USE MODE
ingedrukt houdt.
De indicator licht op.
2 Druk op de componentkeuzetoets
(inclusief TV ?/1) voor de component
die u wilt bedienen.
Druk bijvoorbeeld op CD/SACD om een
CD-speler te bedienen.
3 Voer de cijfercode (of één van de codes
indien er meer dan één code is) die
overeenkomt met de component en het
merk van de component die u wilt
bedienen in met de cijfertoetsen.
Raadpleeg de tabellen op pagina 47 en 48
voor informatie over de cijfercode(s) voor
de component en het merk van de
component (het eerste cijfer en de laatste
twee cijfers van de code staan
respectievelijk voor categorie en merk.)
4 Druk op ENTER.
Wanneer de cijfercode is geverifieerd,
knippert de indicator tweemaal traag en
verlaat de afstandsbediening automatisch de
programmeerstand.
5 Herhaal stap 1 tot 4 om andere
componenten te bedienen.
Programmeren annuleren
Druk in een willekeurige stap op USE MODE.
De afstandsbediening verlaat automatisch de
programmeerstand.
De functie activeren na programmering.
Druk op de programmatoets om de gewenste
functie te activeren.
Controleer het volgende indien het
programmeren mislukt:
Indien de indicator niet oplicht in stap 1, zijn de
batterijen bijna leeg. Vervang beide batterijen.
Indien de indicator 4 keer kort na elkaar knippert
terwijl de cijfercode wordt ingevoerd, is er een fout
opgetreden. Begin opnieuw vanaf stap 1.
Opmerkingen
De indicator dooft wanneer er een geldige toets
wordt ingedrukt.
Indien er in stap 2 verscheidene
componentkeuzetoetsen worden ingedrukt, is alleen
de laatst ingedrukte toets geldig.
Wanneer u in stap 2 op druk TV ?/1, worden
alleen de TV VOL +/–, TV CH +/–, TV/VIDEO en
WIDE toetsen geherprogrammeerd.
Indien er in stap 3 een componentkeuzetoets wordt
ingedrukt, wordt de nieuwe functie gekozen en
keert de programmeerprocedure terug naar het
begin van stap 3.
Voor de cijfercodes zijn alleen de eerste drie
ingevoerde cijfers geldig.
Het geheugen van de
afstandsbediening wissen
Om alle geprogrammeerde en geleerde signalen
te wissen, gaat u als volgt tewerk om de
fabrieksinstellingen te herstellen.
Druk ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL –
tegelijk in.
De indicator knippert 3 keer en dooft
vervolgens.
Gebruik van de afstandsbediening RM-PP411
47
NL
Een DAT-cassettedeck bedienen
Merk Code(s)
SONY 203
PIONEER 219
Een Minidisc-recorder deck bedienen
Merk Code(s)
SONY 301
DENON 302
JVC 303
KENWOOD 304
Een cassettedeck bedienen
Merk Code(s)
SONY 201, 202
DENON 204, 205
KENWOOD 206, 207, 208, 209
NAKAMICHI 210
PANASONIC 216
PHILIPS 211, 212
PIONEER 213, 214
TECHNICS 215, 216
YAMAHA 217, 218
Een Laserdisc-speler bedienen
Merk Code(s)
SONY 601, 602, 603
PIONEER 606
Een Video CD-speler bedienen
Merk Code(s)
SONY 605
De cijfercodes komen overeen met
de component en het merk van de
component.
Gebruik de cijfercodes in de onderstaande tabel
voor het bedienen van niet-Sony componenten
en Sony componenten die normaal niet met de
afstandsbediening werken. Doordat het
afstandsbedieningssignaal dat een component
aanvaardt afhankelijk is van model en
bouwjaar, kan aan een component meer dan
één cijfercode zijn toegekend. Probeer andere
codes wanneer een bepaalde code niet werkt.
Opmerkingen
De cijfercodes zijn gebaseerd op de meest recente
informatie die voor elk merk beschikbaar is. Toch
is het mogelijk dat uw component niet reageert op
sommige of alle codes.
Met sommige componenten zijn niet alle functies
van de afstandsbediening beschikbaar.
Een CD-speler bedienen
Merk Code(s)
SONY 101, 102, 103
DENON 104, 123
JVC 105, 106, 107
KENWOOD 108, 109, 110
MAGNAVOX 111, 116
MARANTZ 116
ONKYO 112, 113, 114
PANASONIC 115
PHILIPS 116
PIONEER 117
TECHNICS 115, 118, 119
YAMAHA 120, 121, 122
wordt vervolgd
48
NL
Een videorecorder bedienen
Merk Code(s)
SONY 701, 702, 703, 704, 705,
706
AIWA 710, 750, 757, 758
AKAI 707, 708, 709, 759
BLAUPUNKT 740
EMERSON 711, 712, 713, 714, 715,
716, 750
FISHER 717, 718, 719, 720
GENERAL ELECTRIC 721, 722, 730
GOLDSTAR 723, 753
GRUNDIG 724
HITACHI 722, 725, 729, 741
ITT/NOKIA 717
JVC 726, 727, 728, 736
MAGNAVOX 730, 731, 738
MITSUBISHI/MGA 732, 733, 734, 735
NEC 736
PANASONIC 729, 730, 737, 738, 739,
740
PHILIPS 729, 730, 731
PIONEER 729
RCA/PROSCAN 722, 729, 730, 731, 741,
747
SAMSUNG 742, 743, 744, 745
SANYO 717, 720, 746
SHARP 748, 749
TELEFUNKEN 751, 752
TOSHIBA 747, 755, 756
ZENITH 754
Een DVD-videospeler bedienen
Merk Code(s)
SONY 401, 402, 403
PANASONIC 406, 408
PHILIPS 407
PIONEER 409
TOSHIBA 404
DENON 405
Een TV bedienen
Merk Code(s)
SONY 501
DAEWOO 504, 505, 506, 507, 515,
544
FISHER 508
GOLDSTAR 503, 511, 512, 515, 534,
544
GRUNDIG 517, 534
HITACHI 513, 514, 515, 544
ITT/NOKIA 521, 522
JVC 516
MAGNAVOX 503, 518, 544
MITSUBISHI/MGA 503, 519, 544
NEC 503, 520, 544
PANASONIC 509, 524
PHILIPS 515, 518
PIONEER 509, 525, 526, 540
RCA/PROSCAN 510, 527, 528, 529, 544
SAMSUNG 503, 515, 531, 532, 533,
534, 544
SANYO 508, 545
SHARP 535
TELEFUNKEN 523, 536, 537, 538
THOMSON 530, 537, 539
TOSHIBA 535, 540, 541
ZENITH 542, 543
Een satelliettuner of kabeldecoder
bedienen
Merk Code(s)
SONY 801, 802
JERROLD/G.I. 806, 807, 808, 809, 810,
811, 812, 813, 814
PANASONIC 818
RCA 805, 819
S. ATLANTA 815, 816, 817
Afstandsbediening programmeren
(vervolg)
Gebruik van de afstandsbediening RM-U305C
49
NL
Uitgezonderd de modellen met
landcode U, CA
U kunt de RM-U305C afstandsbediening
gebruiken om de componenten van uw stereo-
installatie te bedienen.
Voor u de
afstandsbediening
gebruikt
Aanbrengen van batterijen in
de afstandsbediening
Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de
afstandsbediening, met de juiste polariteit van
(+) en (–), zoals aangegeven in het batterijvak.
Voor gebruik van de afstandsbediening richt u
deze op de g afstandsbedieningssensor voorop
de tuner/versterker.
Uitleg
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6
maanden meegaan. Als de tuner/versterker niet meer
naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het
tijd alle batterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerkingen
Leg de afstandsbediening niet op een al te warme
of vochtige plaats.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast
elkaar.
Let op dat de afstandsbedieningssensor van de
tuner/versterker niet wordt blootgesteld aan directe
zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de
afstandsbediening niet naar behoren functioneren.
Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd
niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit
verwijderen, om eventuele beschadiging door
batterijlekkage en corrosie te voorkomen.
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen
P
p
DISC
9
(
0
)
=
+
>10
0
789
456
123
ENTER
CD/SACD
TUNER
VIDEO
AUX
MD/TAPE
VIDEO 2
PHONO
VIDEO 1
VIDEO 3
SYSTEM
STANDBY
FUNCTION
SHIFT
POSITION
DISPLAY
MODE
JUMP
AUTO DEC
MUTING
2CH
WIDE
P IN P
SWAP
D.SKIP/
CH/PRESET
– /– –
– SUB CH +
ANT
TV/VTR
TV/
VIDEO
MULTI/2CH
A. DIRECT
SOUND FIELD
+
MAIN MENU
MENU
MASTER
VOL
TEST TONE
D.TUNING
RETURN
MENU
ENTER
TITLE
f
F
G
g
SLEEP
AV
?/1
?/1
DVD/LD
TV/SAT
FN SHIFT
]
]
}
}
Gebruik van de afstandsbediening RM-U305C
Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de
functies van de diverse toetsen.
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
SLEEP Tuner/ Instellen van de
versterker sluimerfunctie en de
tijdsduur waarna de tuner/
versterker automatisch
moet worden uitgeschakeld.
?/1 Tuner/ In- en uitschakelen van
versterker de tuner/versterker.
wordt vervolgd
50
NL
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen (vervolg)
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
TEST Tuner/ Indrukken voor weergave
TONE versterker van de testtoon.
MAIN Tuner/
Druk herhaaldelijk op deze
versterker
toets om één van de vijf
cursor modes te kiezen: EQ,
SURR, LEVEL, SET UP of
NAME.
MENU </> Tuner/ Om een menu item te
versterker kiezen.
MENU +/– Tuner/ Om een te verrichten of
versterker te wijzigen
MASTER Tuner/ De totale geluidssterkte
VOL +/– versterker van de tuner/versterker
regelen.
AV ?/1
TV-toestel/
In- en uitschakelen van
Videorecorder/
de audio- en video-
CD-speler/
apparatuur.
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
SYSTEM
Tuner/
Zet de tuner/versterker en
STANDBY versterker
Sony audio/video-
(Druk
TV-toestel/
componenten af.
AV ?/1
Videorecorder/
en ?/1
satelliet-outvanger/
tegelijk in)
CD-speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-speler/
minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
cassettedeck
0-9 Tuner/
Samen met de “SHIFT”
versterker
toets indrukken voor
keuze van een
voorkeurzendernummer
tijdens directe afstemming
(DIRECT TUNING) of
geheugenafstemming
(MEMORY).
CD-speler/
Keuze van beeld/
Video-CD speler/
muziekstuknummers.
Laserdisc-speler/
Toets 0 voor beeld/
Minidisc-recorder/
muziekstuk 10.
DAT-cassettedeck
TV-toestel/
Keuze van
Videorecorder/
zendernummers.
Satelliet-ontvanger
>10
CD-speler/
Keuze van beeld/
Video-CD speler/
muziekstuknummers
Laserdisc-speler/
boven de 10.
Minidisc-recorder/
Cassettedeck
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
VIDEO/ Tuner/ Videocassette-weergave.
VIDEO 1* versterker (Videorecorder 3)
VIDEO 2* Tuner/ Videocassette-weergave.
versterker (Videorecorder 1)
VIDEO 3* Tuner/ Videocassette-weergave.
versterker (Videorecorder 2)
DVD/LD Tuner/ Video-weergave van een
versterker DVD of laserdisc.
TV/SAT Tuner/ TV-kijken, gewone of
versterker satelliet-uitzendingen.
PHONO* Tuner/ Afspelen van
versterker grammofoonplaten.
MD/TAPE*
Tuner/
Afspelen van een minidisc
versterker
of geluidscassette.
AUX Tuner/
Luisteren naar aangesloten
versterker
audio-apparatuur.
CD/SACD Tuner/ Afspelen van compact
versterker discs.
TUNER Tuner/ Luisteren naar de radio.
versterker
SHIFT Tuner/ Meermalen indrukken om
versterker een geheugengroep te
kiezen voor het
vastleggen van of
afstemmen op een
voorkeurzender.
D.TUNING
Tuner/ Directe keuze van een
versterker bekende radiozender.
AUTO DEC
Tuner/ Om de AUTO
versterker DECODING mode te
kiezen.
MODE +/– Tuner/ Keuze van een
versterker klankbeeld.
2CH
Tuner/
Om 2CH mode te kiezen.
versterker
MULTI/ 2CH
Tuner/ Om MULTI CH IN te
A. DIRECT
versterker kiezen.
MUTING Tuner/ Demping van het geluid
versterker van de tuner/versterker.
* De VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, PHONO en
MD/TAPE functic werkt met 2 toetsen. Om een
bovenvermelde functie te kiczen, druktu
tegelijkertijd op FN SHIFT (function shift) en de
gewenste functictocts.
Druk bijvoorbeeld op FN SHIFT en CD/SACD om
de MD/TAPE functie te kiezen.
Gebruik van de afstandsbediening RM-U305C
51
NL
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
X
Videorecorder/
Pauzeren van de
CD-speler/
weergave of opname.
Video-CD speler/
(Ook voor beginnen met
Laserdisc-speler/
opnemen vanuit de
DVD-videospeler/
opnamepauzestand.)
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
x
Videorecorder/
Stoppen met afspelen.
CD speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
DISPLAY TV-toestel/ Om informatie op het TV-
Videorecorder/
scherm te selecteren.
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler
ANT Videorecorder Keuze van het
TV/VTR uitgangssignaal van de
antenne-aansluiting:
TV-ontvangst of video-
weergave.
DISC CD-speler Keuze van discs (alleen
voor een CD-wisselaar).
TITLE
DVD-videospeler
Om de DVD titel te
tonen.
MENU
DVD-videospeler
Om het DVD menu te
tonen.
ENTER
DVD-videospeler
Invoeren van uw keuze.
RETURN
DVD-videospeler
Indrukken om terug te
gaan naar het vorige
menu of het menu te
sluiten.
V/v/B/b
DVD-videospeler
Om een menu-item te kiezen.
-/-- TV-toestel Keuze van een enkel-
cijfer of twee-cijfer
zendernummer.
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
ENTER
TV-toestel/
Na keuze van een zender,
Videorecorder/
disc of beeld/muziekstuk
Satelliet-ontvanger/
met de cijfertoetsen,
Laserdisc-speler/
drukt u hierop om uw
Minidisc-recorder/
keuze in te voeren.
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
D. SKIP
/ Tuner/ Doorzoeken en kiezen
CH/ versterker van voorkeurzenders.
PRESET
/
TV-toestel/
Keuze van
+/–
Videorecorder/
voorkeurzenders.
Satelliet-ontvanger
CD-speler/
Wisselen van discs
Video-CD speler/
(alleen voor een CD-
DVD-videospeler/
wisselaar).
Minidisc-recorder
./>
Videorecorder/
Doorgaan naar een ander
CD-speler/
beeld/muziekstuk.
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
m/M
CD-speler/
Beeld/muziekstukken
Video-CD speler/
doorzoeken (voor- of
DVD-videospeler
achterwaarts).
Videorecorder/
Snel vooruit of
Laserdisc-speler/
terugwaarts zoeken.
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
n Cassettedeck Doorgaan met afspelen
van de andere kant.
N
Videorecorder/
Beginnen met afspelen.
CD speler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck/
Cassettedeck
wordt vervolgd
52
NL
Afstandsbedie-
Bedient Functie
ningstoets
POSITION**
TV-toestel Verplaatsen van het
inzetbeeld.
SWAP** TV-toestel
Verwisselen van het
hoofdbeeld en het inzetbeeld.
SUB CH TV-toestel
Keuze van het zendernummer
+/–**
voor het inzetbeeld.
P IN P** TV-toestel Inschakelen van de
inzetbeeldfunctie.
JUMP TV-toestel
Overschakelen tussen de
vorige en de huidige zender.
WIDE TV-toestel Inschakelen van de
breedbeeldfunctie.
TV/VIDEO
TV-toestel
Keuze van het
ingangssignaal voor
weergave: TV-ontvangst
of video-weergave.
** Alleen voor Sony TV’s met beeld-in-beeld
(inzetbeeld) functie.
Opmerkingen
Wanneer een componentkeuzetoets VIDEO 1,
VIDEO 2, VIDEO 3, DVD/LD wordt ingedrukt,
kan de ingangsmode van de TV mogelijk nict naar
de gewenste mode overschakelen. Druk dan op de
TV/VIDEO toets om de ingangsmode van de TV te
wijzlgen.
Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd
staan werken niet met bepaalde tuner/
versterkermodellen.
De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als
voorbeeld.
Sommige componenten werken dan ook niet of
worden anders bediend dan hierboven beschreven.
De functies TV/SAT en PHONO werken niet met
de instelling.
Aanpassen van de
fabrieksinstelligen van de
componentkeuzetoetsen
Als de fabrieksinstellingen voor de
componentkeuzetoetsen niet overeenkomen
met de componenten van uw stereo-installatie,
kunt u deze instellingen wijzigen. Als u
bijvoorbeeld beschikt over een minidisc-
recorder en een cassettedeck, maar geen CD-
speler, dan kunt u de functie van de CD/SACD
toets zonder bezwaar omschakelen naar
bediening van uw cassettedeck.
Merk op dat de instellingen van de TUNER en
FN SHIFT (VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3,
PHONO en MD/TAPE)
componentkeuzetoetsen niet kunnen worden
gewijzigd worden gewijzigd.
1
Houd de componentkeuzetoetsen waarvan
u de toewijzing wilt veranderen, ingedrukt
(bijvoorbeeld CD/SACD).
2 Druk op de betreffende toets van de
component die u aan de
componentkeuzetoets wilt toekennen
(bijvoorbeeld 4 - Cassettedeck).
De volgende cijfertoetsen zijn bedoeld om
de functies te selecteren:
Bedienen
Drukt u op
CD-speler 1
DAT-cassettedeck 2
Minidisc-recorder 3
Cassettedeck A 4
Cassettedeck B 5
Laserdisc-speler 6
Videorecorder 7
(afstandsbedieningsstand VTR 1*)
Videorecorder 8
(afstandsbedieningsstand VTR 2*)
Videorecorder 9
(afstandsbedieningsstand VTR 3*)
TV-toestel 0
DSS (digitale satelliet-ontvanger) >10
DVD-speler ENTER
Video-CD speler .
* Sony videorecorders worden bediend in een
VTR 1, 2 of 3 stand. Deze bedieningsstanden
komen overeen met resp. Beta, 8mm en VHS.
Nu kan het cassettedeck worden bediend
met de CD/SACD-toets.
Een toets in de fabrieksinstelling
zetten
Voer de bovenstaande procedure opnieuw uit.
Alle componentkeuzetoetsen in de
fabrieksinstelling zetten
Druk tegelijk op ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL –.
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen (vervolg)
Aanvullende informatie
53
NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat
terechtkomen, trek dan de stekker van de tuner/
versterker uit het stopcontact en laat het apparaat eerst
door een onderhoudsmonteur controleren, alvorens
het weer in gebruik te nemen.
Stroomvoorziening
Controleer, alvorens de tuner/versterker in gebruik
te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De
bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje
op het achterpaneel van de tuner/versterker.
Zolang de stekker van het netsnoer in het
stopcontact zit, blijft er spanning op het apparaat
staan, ook al is de tuner/versterker zelf
uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt
de tuner/versterker geruime tijd niet te gebruiken.
Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te
trekken; trek nooit aan het snoer.
Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
Hitte in het inwendige
Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan
worden, wijst dat niet op storing in de werking.
Vooral bij afspelen op hoog volume kunnen de boven-,
onder- en zijpanelen na verloop van tijd heet worden.
Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan.
Opstelling
Zet de tuner/versterker op een goed geventileerde
plaats, met voldoende luchtdoorstroming om de
inwendige onderdelen te koelen, in het belang van
een langdurige betrouwbare werking.
Plaats de tuner/versterker niet dichtbij een
warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd plaatsen
met veel stof, vocht en mechanische trillingen of
schokken.
Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatie-
openingen aan de bovenzijde kan blokkeren, in het
belang van een storingsvrije werking.
Aansluiten
Voor het maken van enige aansluiting, schakelt u
eerst de tuner/versterker uit en trekt u de stekker uit
het stopcontact.
Schoonmaken
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningsorganen met een zachte doek, licht
bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik
geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen
oplosmiddelen zoals wasbenzine of alcohol (spiritus).
Mocht u verder nog vragen of problemen met de
bediening van de tuner/versterker hebben, aarzel dan
niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Verhelpen van storingen
Als bij het gebruik van de tuner/versterker een
van de volgende problemen zich voordoet,
neemt u dan de controlepunten even door om
het probleem te verhelpen. Zie ook de
paragraaf “Controleren van de aansluitingen”
op blz. 22 om zeker te stellen dat alle
aansluitingen in orde zijn. Mocht de storing
niet zo gemakkelijk te verhelpen zijn,
raadpleeg dan a.u.b. de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Geen of heel zwak geluid, ongeacht de gekozen
component.
Controleer of de luidsprekers en componenten
goed zijn aangesloten.
Controleer of de tuner/versterker en de andere
apparaten allemaal zijn ingeschakeld.
Controleer of de MASTER VOLUME knop niet
in de VOL MIN stand staat.
Controleer of de SPEAKERS A/B toets niet op
“SP. OFF” staat en correct is ingesteld volgens
uw SPEAKERS FRONT systeem (blz. 24).
Druk op de MUTING toets om de
geluiddemping uit te schakelen.
Controleer of er geen hoofdtelefoon is
aangesloten.
Het beveiligingscircuit van de tuner/versterker is
in werking getreden, vanwege kortsluiting
(“PROTECT” knippert). Schakel de tuner/
versterker uit, verhelp de kortsluiting en schakel
het apparaat weer in.
Een bepaalde geluidsbron is niet te horen.
Controleer of de geluidsbron juist is aangesloten
op de audio-ingangen voor het betreffende
apparaat.
Controleer of alle stekkers van de
aansluitsnoeren stevig in de stekkerbussen zitten,
zowel bij de tuner/versterker als bij het
geluidsbron-apparaat zelf.
Controleer of de tuner/versterker wel is ingesteld
op de juiste geluidsbron.
wordt vervolgd
54
NL
Er komt geen geluid uit een van de
voorluidsprekers.
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES
stekkerbus om te controleren of de hoofdtelefoon
wel geluid geeft (blz. 24).
Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts via
één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis zijn met
de aansluitingen van het weergave-apparaat op de
tuner/versterker. Controleer dan of alle stekkers van
het aansluitsnoer aan beide zijden, op de tuner/
versterker en de geluidsbron zelf, stevig in de
stekkerbussen zijn gestoken.
Als de hoofdtelefoon wel via beide kanalen geluid
geeft, kan er iets mis zijn met de aansluiting van de
niet werkende luidspreker op de tuner/versterker.
Controleer dan de aansluitingen van de luidspreker
die geen geluid geeft.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld.
Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
Stel de weergave evenwichtig in met de
parameters van het LEVEL menu.
Er klinkt een storende bromtoon of andere
bijgeluiden.
Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en ten minste 3 meter
van een TV-toestel of tl-verlichting.
Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de
buurt van een ingeschakeld TV-toestel.
Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil.
Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus
of zuivere alcohol.
De midden- en/of surround luidsprekers
produceren geen of slechts een heel zwak
geluid.
Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de MODE toets).
Kies een klankbeeld met het woord “C.ST.EX”
in de naam (zie blz. 25 t/m 26).
Stel de geluidssterkte van de luidspreker wat
hoger in (zie blz. 22).
Zorg dat de parameter voor het midden- of
surround-luidsprekerformaat staat ingesteld op
“SMALL” of “LARGE” (zie blz. 19).
De actieve lagetonen-luidspreker geeft geen
geluid.
Er zal niet altijd geluid worden uitgestuurd via de
SUB WOOFER aansluiting, afhankelijk van het
gekozen klankbeeld (blz. 60).
Het akoestiekeffect werkt niet.
Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de MODE toets).
Er wordt geen Dolby Digital of DTS meerkanaals-
geluid weergegeven.
Controleer of de afgespeelde DVD disc e.d. wel
is voorzien van Dolby Digital of DTS
meerkanaals-geluid.
Bij aansluiten van een DVD videospeler e.d. op
de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/
versterker dient u ook te zorgen dat de audio-
instellingen (voor de geluidsweergave) van het
aangesloten apparaat goed zijn ingesteld.
Het opnemen lukt niet.
Controleer of de betrokken apparaten naar
behoren zijn aangesloten.
Kies de broncomponent met de
componentkeuzetoetsen.
Controleer of INPUT MODE op “ANALOG”
staat alvorens op te nemen van een digitale
component die is verbonden met de analoge
MD/TAPE aansluitingen.
• Controleer of INPUT MODE op “COAX IN” of
“OPT IN” (blz. 23) staat alvorens op te nemen
vaneen digitale component die is verbonden met
de digitale DIGITAL MD/TAPE OUT
aansluitingen.
Hoe een laserdisc-speler aan te sluiten via een
RF demodulator.
Sluit eerst de laserdisc-speler aan op een RF
demodulator en verbind dan de optische of
coaxiale digitale uitgang van de RF demodulator
met de ingangsaansluiting van de tuner/versterker.
Bij deze aansluitmethode dient u de INPUT
MODE ingangskeuze met de hand in te stellen
(blz. 23). De tuner/versterker kan niet altijd goed
werken als de INPUT MODE staat ingesteld op
“AUTO IN”.
Zie voor nadere bijzonderheden over de
DOLBY DIGITAL RF aansluitingen ook de
gebruiksaanwijzing van de RF demodulator.
Verhelpen van storingen (vervolg)
Aanvullende informatie
55
NL
De FM radio-ontvangst klinkt niet goed.
Installeer een FM buitenantenne en sluit deze
aan op de tuner/versterker met een 75-ohm
coaxiaalkabel (niet bijgeleverd), zoals hieronder
aangegeven. Als u de tuner/versterker aansluit op
een buitenantenne dient deze zorgvuldig geaard
te worden, ter bescherming tegen blikseminslag.
Sluit de aardingsdraad nooit aan op een
gasleiding; gezien de kans op een gasexplosie is
dit uiterst gevaarlijk.
Het afstemmen op een radiozender lukt niet.
Controleer of de antennes goed zijn aangesloten.
Verstel zonodig de stand van de antennes en sluit
een buitenantenne aan.
Mogelijk is de signaalsterkte te gering voor
ontvangst (bij gebruik van de automatische
zoekafstemming). Gebruik de directe afstemming.
Zorg dat het afsteminterval juist ingesteld (bij het
afstemmen op AM radiozenders met directe
afstemming).
Er zijn nog geen zenders vooringesteld of de
vastgelegde voorkeurzenders zijn uit het geheugen
gewist (bij gebruik van de geheugenafstemming).
Leg de gewenste zenders in het afstemgeheugen
vast (blz. 34).
Druk op de DISPLAY toets zodat de
afstemfrequentie in het uitleesvenster verschijnt.
De RDS informatiefuncties werken niet.*
Controleer of de tuner/versterker wel is
afgestemd op een RDS informatiezender op de
FM afstemband.
Stem af op een krachtiger FM RDS zender.
De gewenste RDS informatie verschijnt niet in
het uitleesvenster.*
Neem contact op met de radiozender en informeer
of deze wel of geen RDS signalen uitzendt. Ook
zenders die gewoonlijk wel RDS informatie
uitzenden kunnen deze soms tijdelijk buiten
werking stellen.
Op het TV-scherm is geen beeld of slechts een
onduidelijk beeld zichtbaar.
Stel de tuner/versterker op de juiste beeld/
geluidsbron in.
Stel het TV-toestel in op de gewenste
beeldweergave.
Zet het TV-toestel iets verder van de audio-
apparatuur vandaan.
De afstandsbediening werkt niet.
De TV/SAT, PHONO, SOURCE, MPX/DUAL,
ANALOG DIRECT, 12 en ON SCREEN toetsen
op de afstandsbediening zijn niet beschikbaar.
(Alleen bij de RM-PP411)
De TV/SAT en PHONO toetsen op de
afstandsbediening zijn niet beschikbaar. (Alleen
bij de RM-U305C)
Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor voorop de tuner/
versterker.
Controleer of de werkingsstand van de
afstandsbediening overeenkomt met die van de
tuner/versterter (blz. 38 en 45). (Alleen bij de
RM-PP411).
Controleer of u AV1 kiest als bedieningsstand van
de receiver (blz. 38). (Alleen bij de RM-U305C).
Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de tuner/versterker.
Als de batterijen in de afstandsbediening leeg
kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe.
Controleer of u wel de juiste toets op de
afstandsbediening hebt ingedrukt.
Als de afstandsbediening staat ingesteld op
bediening van alleen het TV-toestel, kies dan eerst
met de componentkeuzetoets op de
afstandsbediening een andere beeld/geluidsbron
dan de TV, dan kunt u daarna het gewenste
apparaat bedienen.
Druk op MAIN MENU op de afstandsbediening
voor u de receiver bedient met de V/v/B/b
toetsen. (Alleen bij de RM-PP411).
* Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK.
Het tuner/versterkergeheugen wissen
Voor wissen van Leest u
Het gehele geheugen blz. 17
De zelf aangepaste klankbeelden blz. 31
FM buitenantenne
Tuner/versterker
Aardingsdraad
(niet bijgeleverd)
naar een aardpunt
ANTENNA
AM
COAXIAL
FM
75
56
NL
Technische gegevens
Versterker-gedeelte
UITGANGSVERMOGEN
Modellen met landcode U of CA
Nominaal uitgangsvermogen bij stereo-
weergave
(aan 8 ohm van 20 Hz – 20 kHz, bij 0,09 % THV)
100 W + 100 W
Muziekvermogen, referentie
(aan 8 ohm van 1 kHz, bij 0,7 % THV)
FRONT
1)
: 100 W/ch
CENTER
1)
: 100 W
SURR
1)
: 100 W/ch
Modellen met landcode CEL, CEK
Nominaal uitgangsvermogen bij stereo-
weergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
100 W + 100 W
2)
Muziekvermogen, referentie
2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
FRONT
1)
: 100 W/ch
CENTER
1)
: 100 W
SURR
1)
: 100 W/ch
Modellen met andere landcodes
Nominaal uitgangsvermogen bij stereo-
weergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV)
100 W + 100 W
2)
Muziekvermogen, referentie
2)
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV)
FRONT
1)
: 120 W/ch
CENTER
1)
: 120 W
SURR
1)
: 120 W/ch
1) Afhankelijk van de klankbeeld-instellingen en de
geluidsbron kan er soms hierdoor geen geluid
worden weergegeven.
2) Gemeten onder de volgende omstandigheden:
Landcode Stroomvoorziening
E2/E3, AU
240 V wisselstroom, 50 Hz
SP, CEL, CEK, AR
230 V wisselstroom, 50 Hz
TW
110 V wisselstroom, 60 Hz
MX 120 V
wisselstroom, 60 Hz
Frequentiebereik
MULTI CH IN,
CD/SACD, AUX,
MD/TAPE, DVD/LD,
VIDEO 1, 2, 3
Ingangen (Analoog)
MULTI CH IN,
CD/SACD, AUX,
MD/TAPE, DVD/LD,
VIDEO 1, 2, 3
3) INPUT SHORT (ingangen kortgesloten) (zonder
klankbeeld, toonregeling of basversterking).
4) Netwerk-gewogen, ingangsniveau.
Ingangen (Digitaal)
DVD/LD (Coaxiaal)
VIDEO 2, CD/SACD,
MD/TAPE (Optisch)
Uitgangen (Analoog)
MD/TAPE (OUT),
VIDEO 1 (AUDIO
OUT)
SUB WOOFER
Uitgangen (Digitaal)
MD/TAPE (Optisch)
EQ toonregeling
Versterking:
±6 dB, in stappen van 1 dB
10 Hz – 70 kHz
±0.5/–2 dB (zonder
klankbeeld, toonregeling
of basversterking)
Gevoeligheid: 250 mV
Impedantie: 50 kOhm
Signaal/ruisverhouding
3)
:
96 dB (A, 250 mV
4)
)
Gevoeligheid: –
Impedantie: 75 kOhm
Signaal/ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz LPF)
Gevoeligheid: –
Impedantie: –
Signaal/ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz LPF)
Uitgangsspanning: 250 mV
Impedantie: 10 kOhm
Uitgangsspanning: 2 V
Impedantie: 1 kOhm
Gevoeligheid: –
Aanvullende informatie
57
NL
5) Het afsteminterval van de AM band kunt u
omschakelen tussen 9 kHz en 10 kHz, als volgt.
Stem af op een AM radiozender en schakel de
tuner/versterker uit. Houd vervolgens de PRESET
TUNING + toets ingedrukt en schakel het apparaat
zo weer in met de ?/1 toets. Bij het omschakelen
van het afsteminterval worden alle
voorkeurzenders uit het geheugen gewist. Om het
afsteminterval terug te schakelen naar de
oorspronkelijke 10 kHz (of 9 kHz), herhaalt u deze
stappen.
Video-gedeelte
Ingangen
Video: 1 Vt-t, 75 ohm
S-video: Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
Component Video: Y: 1 Vt-t, 75 ohm
P
B
B-Y: 0,7 Vt-t,
75 ohm
PR R-Y: 0,7 Vt-t,
75 ohm
Uitgangen
Video: 1 Vt-t, 75 ohm
S-video: Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
Component Video: Y: 1 Vt-t, 75 ohm
PB B-Y: 0,7 Vt-t,
75 ohm
P
R
R-Y: 0,7 Vt-t,
75 ohm
Algemeen
Stroomvoorziening
Landcode Stroomvoorziening
U, CA, MX 120 V wisselstroom, 60 Hz
CEL, CEK 230 V wisselstroom, 50/60 Hz
SP, AR 220 – 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
E2/E3 120/220/240 V wisselstroom,
50/60 Hz
TW 110 V wisselstroom, 50/60 Hz
AU 240 V wisselstroom, 50 Hz
Stroomverbruik
Landcode Stroomverbruik
U, MX 210 W
CA 300 VA
CEL, CEK 180 W
AU, E2/E3, SP, AR
TW 450 W
Stroomverbruik (in de gebruiksklaar-stand)
0,5 W (als “A.PWR” in het SET UP menu op “NO”
staat) (blz. 38).
FM tuner-gedeelte
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
Antenne-aansluitingen
75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrequentie 10,7 MHz
Gevoeligheid
Mono: 18,3 dBf, 2,2 µV/75 ohm
Stereo: 38,3 dBf, 22,5 µV/75 ohm
Bruikbare gevoeligheid
11,2 dBf, 1 µV/75 ohm
Signaal/ruisverhouding
Mono: 76 dB
Stereo: 70 dB
Harmonische vervorming bij 1 kHz
Mono: 0,3 %
Stereo: 0,5 %
Kanaalscheiding 45 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik 30 Hz – 15 kHz,
+0,5/–2 dB
Selectiviteit 60 dB bij 400 kHz
AM tuner-gedeelte
Afstembereik
Modellen met landcode U of CA
Bij 10 kHz afsteminterval: 530 – 1710 kHz
5)
Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1710 kHz
5)
Modellen met landcode E2/E3, AR, MX
Bij 10 kHz afsteminterval: 530 – 1610 kHz
5)
Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1602 kHz
5)
Modellen met landcode SP, CEL, CEK, TW,
AU
Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1602 kHz
Antenne Kaderantenne
Tussenfrequentie 450 kHz
Bruikbare gevoeligheid
50 dB/meter
(bij 1.000 kHz of 999 kHz)
Signaal/ruisverhouding
54 dB (bij 50 mV/meter)
Harmonische vervorming
0,5 % (bij 50 mV/meter,
400 Hz)
Selectiviteit
Bij 9 kHz: 35 dB
Bij 10 kHz: 40 dB
wordt vervolgd
58
NL
Technische gegevens (vervolg)
Netstroomuitgangen
Landcode Netstroomuitgangen
U, CA 1 uitschakelbaar, maximaal
120 W/1 A
SP, CEL, CEK, 1 uitschakelbaar, maximaal
E2/E3, TW, AU,
100 W
MX
Afmetingen (b/h/d) 430 × 157,5 × 308,5 mm,
incl. uitstekende
onderdelen en knoppen
Gewicht (ca.) 7,5 kg
Bijgeleverd toebehoren
FM draadantenne (1)
AM kaderantenne (1)
Afstandsbediening (1)
RM-PP411 (Alleen voor de modellen met
landcode U, CA)
RM-U305C (Uitgezonderd de modellen met
landcode U, CA)
R6 (AA-formaat) batterijen (2)
Zie voor nadere bijzonderheden over de landcode
van uw uitvoering de beschrijving op blz. 4.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
Aanvullende informatie
59
NL
Tabel voor de instellingen met de SURR, LEVEL, EQ en SET
UP toetsen
Voor het bijregelen van de akoestiek kunt u de onderstaande instellingen maken met de LEVEL,
SURR, EQ en SET UP toetsen, de instelknop en / . De tabel toont de parameters, elk met hun
eigen instelbereik.
Druk op Druk op of Draai de instelknop naar Blz.
om instelling te kiezen om instelling te kiezen
SURR EFFECT afhankelijk van het klankbeeld (in 15 stappen) 29
LEVEL
L
R
BAL. L/R XXX L +8 tot R +8 (in stappen van 1) 29
CTR XXX dB –10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
SUR.L. XXX dB –10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
SUR.R. XXX dB –10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
S.W. XXX dB –10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
L.F.E. XXX dB OFF, –20 dB tot 0 dB (in stappen van 1 dB)
D. RANGE
COMP. XXX OFF, 0,1 tot 0,9 (in stappen van 0,1), STD, MAX
EQ FRONT BASS GAIN –6 dB tot +6 dB (in stappen van 1 dB) 31
FRONT TREBLE GAIN –6 dB tot +6 dB (in stappen van 1 dB)
SET UP
L
R
(FRONT) LARGE, SMALL 18
C
(CENTER) LARGE, SMALL, NO
SL
SR
(SURROUND) LARGE, SMALL, NO
SW
(SUB WOOFER) S.W. XXX YES, NO
L
R
DIST. XX.X m
tussen 1 meter en 12 meter (stappen van 0,1 meter)
1)
C
DIST. XX.X m
tussen
L
R
DIST.
en
1,5 meter
(stappen van 0,1 meter)
2)
SL
SR
DIST. XX.X m
tussen
L
R
DIST.
en
4,5 meter
(stappen van 0,1 meter)
3)
SL
SR
PL. XXX SIDE, MID, BEHD.
SL
SR
HGT. XXX LOW, HIGH
C.MODE.AVX AV1, AV2 38
PRO LOGIC
DOLBY PL, II MOVIE, II MUSIC
A.PWR–XXX YES, NO
1) Bij de modellen met landcode U of CA:
tussen
3 voet
en
40 voet (in stappen van 1 voet)
2) Bij de modellen met landcode U of CA:
tussen
L
R
DIST.
en
5 voet (in stappen van 1 voet)
3) Bij de modellen met landcode U of CA:
tussen
L
R
DIST.
en
15 voet (in stappen van 1 voet)
60
NL
Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden
De bijgeregelde SURR akoestiekparameters en EQ parameters worden voor elk klankbeeld
afzonderlijk vastgelegd.
< LEVEL >
FRONT CENTER SUR.L. SUR.R. S. WOOFER LFE D.RANGE
BAL LEVEL LEVEL LEVEL LEVEL MIX
1)
COMP
1)
2CH ST. zzz
AUTO DEC. zz zz z z z
NORM.SURR. zz zz z z z
C.ST.EX A zz zz z z z
C.ST.EX B zz zz z z z
C.ST.EX C zz zz z z z
HALL zz zz z
2)
zz
JAZZ zz zz z
2)
zz
CONCERT zz zz z
2)
zz
GAME zz zz z z z
MULTI CH IN zz zz z
PCM96K z
1)
Deze parameters kunnen niet altijd instelbaar zijn of niet altijd het gewenste effect hebben, afhankelijk van de
geluidsbron. Zie voor nadere bijzonderheden de gedetailleerde beschrijving onder “Aanpassen van de
luidsprekerniveau-parameters” (op blz. 29).
2)
Bij deze klankbeelden zal de lagetonen-luidspreker geen geluid geven als het formaat van de voorluidsprekers op
“LARGE” staat ingesteld. De lagetonen-luidspreker zal alleen wel geluid geven bij weergave van digitale
signalen met een afzonderlijk LFE (Low Frequency Effect) lagetonen-kanaal.
< SURR > < EQ >
< FRONT >
EFFECT
BASS TREBLE
LEVEL
GAIN GAIN
2CH ST. zz
AUTO DEC. zz
NORM.SURR. zz
C.ST.EX A zzz
C.ST.EX B zzz
C.ST.EX C zzz
HALL zzz
JAZZ zzz
CONCERT zzz
GAME zzz
MULTI CH IN
PCM96K
De bijgeregelde LEVEL luidsprekerniveau-parameters gelden voor alle klankbeelden.

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen. Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit een brandende kaars bovenop het apparaat. Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, mag u nooit een met vloeistof gevuld voorwerp, zoals een vaas, een glas of beker op het apparaat zetten. Gooi de batterij niet weg maar lever daze in als klein chemisch afval (KCA). Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten ruimte zoals een boekenkast of een inbouwkast. Deze stereo-installatie is voorzien van Dolby* Digital en Pro Logic Surround akoestiek en het DTS** Digital Surround akoestieksysteem. * Onder licentie van Dolby Laboratories. De namen “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. ** “DTS” en “DTS Digital Surround” zijn gedeponeerde handelsmerken van handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. 2NL Inhoudsopgave Directe afstemming ............................. 32 Automatische afstemming ................... 33 Geheugenafstemming .......................... 33 Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS)1) .......................................... 35 Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s Hoofdtoestel .......................................... 5 Aansluiten van de apparatuur Vereiste aansluitsnoeren ........................ 6 Aansluiten van de antennes ................... 7 Aansluiten van audio-apparatuur ........... 8 Aansluiten van video-apparatuur ........... 9 Aansluiten van digitale apparatuur ...... 10 Meerkanaals-ingangsaansluitingen ..... 12 Andere aansluitingen ........................... 13 Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Luidspreker-aansluitingen ................... 15 Voorbereidingen treffen voor weergave ....................................... 17 Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek ........................ 17 Controleren van de aansluitingen ........ 22 Basisbediening Keuze van het weergave-apparaat ....... 23 Keuze van de aanduidingen in het uitleesvenster ................................. 24 Andere bedieningsfuncties Naamgeving van voorkeurzenders en beeld/geluidsbronnen .................... 37 Opnemen ............................................. 37 Automatisch uitschakelen met de sluimerfunctie ................................ 38 Instellingen met de SET UP toets ........ 38 CONTROL A1 bedieningssysteem .. 39 Gebruik van de afstandsbediening RM-PP4112) Voor u de afstandsbediening gebruikt .... 42 Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen ............... 42 Kies de werkingsstand van de afstandsbediening ............................ 45 Afstandsbediening programmeren ......... 46 Gebruik van de afstandsbediening RM-U305C3) Voor u de afstandsbediening gebruikt ... 49 Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen ............. 49 Aanpassen van de fabrieksinstelligen van de componentkeuzetoetsen ..... 52 Genieten van Surround Sound akoestiek Ingangsaudiosignaal automatisch decoderen ...................................... 25 Keuze van een klankbeeld ................... 25 Alleen met de voorluidsprekers (2-kanaals Stereo) .......................... 27 Multikanaals stereo-gelvid (Dolby Pro Logic ) ..................... 27 Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen ................................. 28 Bijregelen van de klankbeelden .......... 29 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ......................... 53 Verhelpen van storingen ...................... 53 Technische gegevens ........................... 56 Tabel voor de instellingen met de SURR, LEVEL, EQ en SET UP toetsen ..... 59 Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden ................................. 60 1) Radio-ontvangst Automatisch voorinstellen van FM zenders in alfabetische volgorde (AUTOBETICAL)1) ...................... 32 NL 2) 3) Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK. Alleen voor de modellen met landcode U, CA. Uitgezonderd de modellen met landcode U, CA. 3NL Betreffende deze gebruiksaanwijzing Betreffende de bijgeleverde afstandsbediening De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor de modellen STR-DE685. Controleer uw modelnummer, dat rechtsonder op het voorpaneel staat vermeld. Voor RM-PP411 (Alleen voor de modellen met landcode U, CA) Omtrent de landcodes Over welke uitvoering van dit apparaat u beschikt, is afleesbaar aan de landcode die staat vermeld onderaan op het achterpaneel (zoals in de onderstaande afbeelding). Y R R L FRONT B VIDEO SPEAKERS IMPEDANCE USE 8 – 16Ω L R CENTER EAKERS IMPEDANCE USE 8 – 16Ω Voor RM-U305C (Uitgezonderd de modellen met landcode U, CA) De TV/SAT en PHONO toetsen op de afstandsbediening zijn niet beschikbaar. L PB B-Y PR R-Y NITOR OUT De TV/SAT, PHONO, SOURCE, MPX/ DUAL, ANALOG DIRECT, 12 en ON SCREEN toetsen op de afstandsbediening zijn niet beschikbaar. AC OUTLET FRONT A 4-XXX-XXX-XX AA Landcode Verschillen in bediening die samenhangen met de landcode staan in de tekst duidelijk aangegeven, zoals bijvoorbeeld “alleen voor de modellen met landcode AA”. Uitleg De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de bediening met de toetsen op de tuner/versterker zelf. U kunt echter ook de toetsen van de bijgeleverde afstandsbediening gebruiken, met dezelfde of soortgelijke namen als die op de tuner/versterker. Voor meer informatie omtrent het gebruik van uw afstandsbediening, zie • pagina 42–48 voor RM–PP411 (Alleen voor de modellen met landcode U, CA). • pagina 49–52 voor RM–U305C (Uitgezonderd de modellen met landcode U, CA) Demonstratiefunctie De demonstratiefunctie wordt automatisch geactiveerd wanneer u het apparaat de eerste maal inschakelt. Wanneer de demonstratie begint, verschijnt in het uitleesvenster de volgende mededeling: “NOW DEMONSTRATION MODE IF YOU FINISH DEMONSTRATION PLEASE PRESS POWER KEY WHILE THIS MESSAGE APPEARS IN THE DISPLAY THANK YOU” Annuleren van de demonstratiefunctie Druk op ?/1 om de tuner/versterker uit te schakelen terwijl bovenstaande mededeling in het uitleesvenster wordt getoond. De volgende keer dat u het apparaat inschakelt, zal de demonstratiefunctie niet geactiveerd worden. Activeren van de demonstratiefunctie Houd de SET UP toets ingedrukt en druk dan op de ?/1 toets om de tuner/versterker in te schakelen. Opmerkingenen • Wanneer de tuner/versterker een demonstratie geeft, wordt het geheugen gewist. Zie “Het geheugen van de tuner/versterker wissen” op blz. 17 voor nadere bijzonderheden betreffende hetgeen er gewist wordt. • Er is geen geluid wanneer de demonstratiefunctie is geactiveerd. • U kunt de demonstratie niet annuleren wanneer u niet op ?/1 hebt gedrukt terwijl het bovenstaande bericht zichtbaar was. Om de demonstratie te annuleren nadat het bovenstaande bericht is verschenen, drukt u tweemaal op ?/1 om de demonstratie opnieuw te activeren. Druk dan op ?/1 terwijl het bovenstaande bericht zichtbaar is. 4NL Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s Illustratienummer r Aan de hand van deze pagina vindt u de toetsen en andere systeemonderdelen die in de tekst vermeld staan. NAME qf (37) R R Naam toets/onderdeel Referentiepagina Hoofdtoestel ALFABETISCHE VOLGORDE 0–9 2 CH ea (27) A–D A.DEC ed (25, 27) AM (Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK) ej (32, 33) AUX wj (23) CD/SACD wd (23) CINEMA STUDIO EX A,B,C qh (26) Digital Cinema Sound (indicator) qj (25) DIMMER 5 (24) DISPLAY 4 (24, 35, 55) DVD/LD wh (23) E–K ENTER ef (37) EQ 9 (31, 59) EQUALIZER qk (31) FM (Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK) ek (32, 33) 1 23 4 5 6 7 rs FM/AM (Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK) ej (32, 33) FM MODE (Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK) ek , (Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK) el (33) INPUT MODE ql (23) IR (ontvanger) (Infraroodontvanger) 6 (42, 49, 55) Instelknop eh (18, 29, 31, 37, 38) L–O LEVEL qs (18, 22, 29, 59) MASTER VOLUME wk (22, 53) MD/TAPE wa (23) MEMORY ra (32, 34) MODE es (26, 31, 54) MULTI CHANNEL DECODING (indicator) qa (23) MULTI CH IN e; (23) MUTING wl (24, 53) NAME qf (37) P–S PRESET TUNING +/– (Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK) 7 (34, 57) PTY (Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK) el (35) SET UP qd (4, 18, 38, 59) SHIFT r; (34) SPEAKERS A/B 2 (24, 29, 53) SURR 0 (29, 59) T–Z TUNER wg (23, 33, 34, 37) TUNING +/– 8 (33) Uitleesvenster qg (24) VIDEO 1 w; (23) VIDEO 2 ws (23) VIDEO 3 wf (23) VIDEO 3 INPUT (aansluitingen) (Video-ingangsaansluitingen) rs (9) Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s Gebruik van deze pagina TOETSBESCHRIJVING `/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (4, 17, 22, 31, 32, 57) </> eg (18, 29, 31, 37, 38) PHONES (aansluiting) (Hoofdtelefoon-aansluiting) 3 (24, 54) PRESET/PTY SELECT +/– (alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK) 7 (34, 35) 8 90 qa qsqd qf qg qh qj qk ql ra r; el ek ej eh eg ef ed es ea e; wa wd wg wj w; ws wf wh wl wk 5NL Aansluiten van de apparatuur Vereiste aansluitsnoeren A Audio-aansluitsnoer (niet bijgeleverd) wit (L) rood (R) wit (L) rood (R) B Audio/video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd) geel (video) wit (audio links) rood (audio rechts) geel (video) wit (audio links) rood (audio rechts) C Video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd) geel (video) geel (video) D Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd) zwart zwart E Digitale coaxiaalkabel (niet bijgeleverd) oranje oranje F Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd) zwart zwart G Mono ministekker-kabel (niet bijgeleverd) zwart zwart Alvorens met aansluiten te beginnen • Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan. • Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde zijn. • Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen. • Let bij het aansluiten van de audio/videosnoeren op dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de gele stekkers aan op de gele stekkerbussen (voor het videosignaal); witte stekkers op witte stekkerbussen (voor het linker audiokanaal) en rode stekkers op rode stekkerbussen (voor het rechter kanaal). • Steek bij het aansluiten van optisch digitale kabels de stekkers recht in tot ze vastklikken. • Let op dat de optisch digitale kabel niet geknikt of verwrongen wordt. 6NL Aansluiten van de antennes FM draadantenne* (bijgeleverd) DIGITAL OPTICAL VIDEO 2 IN ANTENNA MD/ TAPE IN MONITOR AM Aansluiten van de apparatuur AM kaderantenne (bijgeleverd) MD/ TAPE OUT CTRL A1 CD/ SACD IN VIDEO IN VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO OUT FM 75Ω COAXIAL DVD/LD IN COAXIAL S-VIDEO IN L L S-VIDEO IN S-VIDEO OUT S-VIDEO IN S-VIDEO OUT L L L AUDIO OUT CENTER R R FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH IN R IN IN AUX CD/SACD OUT IN R R AUDIO IN AUDIO IN MD/TAPE DVD/LD VIDEO 2 AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO 1 SUB WOOFER * De vorm van de aansluitstekker kan ietwat verschillen afhankelijk van de landcode. Na het aansluiten van de antenne • Om het oppikken van stoorsignalen te voorkomen, mag u de AM kaderantenne niet te dicht bij de tuner/versterker of andere apparatuur zetten. • Strek de FM draadantenne zo ver mogelijk uit. • Na het aansluiten van de FM draadantenne legt of hangt u deze zo horizontaal mogelijk. 7NL Aansluiten van audio-apparatuur Minidisc-recorder of cassettedeck INPUT OUTPUT LINE LINE L A A ç R ç OUT IN DIGITAL OPTICAL VIDEO 2 IN ANTENNA MD/ TAPE IN MONITOR AM MD/ TAPE OUT CTRL A1 CD/ SACD IN VIDEO IN VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO OUT FM 75Ω COAXIAL DVD/LD IN COAXIAL S-VIDEO IN L L S-VIDEO IN S-VIDEO OUT S-VIDEO IN S-VIDEO OUT L L L AUDIO OUT CENTER R R FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH IN R IN IN AUX CD/SACD OUT A OUTPUT LINE L R SACD of CD-speler 8NL IN R R AUDIO IN AUDIO IN MD/TAPE DVD/LD VIDEO 2 AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO 1 SUB WOOFER Aansluiten van video-apparatuur Aansluiten van de apparatuur DVD of laserdiscvideospeler OUTPUT AUDIO OUT L R VIDEO OUT COMPONENT VIDEO* B Y R L ENNA PB B-Y MONITOR AM PR R-Y DVD/LD IN CTRL A1 VIDEO IN VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO 2 IN R MONITOR OUT L FRONT B COMPONENT VIDEO SPEAKERS IMPEDANCE USE 8 – 16Ω FM 75Ω COAXIAL S-VIDEO IN L S-VIDEO IN S-VIDEO OUT S-VIDEO IN S-VIDEO OUT L R L L L L R AC OUTLET AUDIO OUT R IN R IN CD/SACD OUT IN R R AUDIO IN AUDIO IN MD/TAPE DVD/LD VIDEO 2 AUDIO OUT AUDIO IN SUB WOOFER VIDEO 1 B OUTPUT FRONT A OUT B IN B INPUT OUTPUT VIDEO OUT AUDIO OUT Camcorder of videospel CENTER SPEAKERS IMPEDANCE USE 8 – 16Ω Ç Ç B IN SURROUND Ç Aansluiten AUX op het voorpaneel VIDEO IN VIDEO OUT AUDIO IN AUDIO OUT L L R R TV-tuner, satellietontvanger of videorecorder C INPUT VIDEO IN Videorecorder TV of videomonitor * Uitgezonderd de modellen met landcode CEL, CEK Omtrent de video-aansluitingen U kunt de audio-uitgangsaansluitingen van uw TV-toestel verbinden met de VIDEO 2 AUDIO IN stekkerbussen van de tuner/versterker, om het geluid van de TV weer te geven met een akoestiekeffect naar keuze. In dit geval mag u de video-uitgangsaansluiting van het TV-toestel niet verbinden met de VIDEO 2 VIDEO IN stekkerbus van de tuner/versterker. Als u een aparte TV-tuner (of satelliet-ontvanger) aansluit, verbind dan de audio- en video-uitgangen daarvan beide met de tuner/versterker zoals aangegeven in bovenstaand aansluitschema. Als u beschikt over een TV-toestel, satellietontvanger, DVD-videospeler of laserdisc-speler met COMPONENT VIDEO (Y, B-Y, R-Y) uitgangsaansluitingen en een videomonitor met COMPONENT VIDEO ingangsaansluitingen, dan kunt u deze op de tuner/versterker aansluiten met behulp van een videosnoer (niet bijgeleverd). Uitleg Bij gebruik van de S-video stekkerbussen in plaats van de gewone video-aansluitingen, zult u het TVtoestel of de videomonitor ook moeten aansluiten op de S-video stekkerbus. De S-video signalen worden alleen uitgestuurd via de S-video stekkerbussen, dus u zult via de gewone video-aansluitingen geen signaal kunnen weergeven. Opmerking Op deze tuner/versterker zijn de COMPONENT VIDEO signalen niet uitwisselbaar met S-videosignalen of gewone videosignalen. 9NL Aansluiten van digitale apparatuur U kunt de digitale uitgangsaansluitingen van uw DVD videospeler of satelliet-ontvanger (enz.) verbinden met de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/versterker, om thuis te genieten van een indrukwekkend bioscoopgeluid met meerkanaals Surround akoestiek. Om deze meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers, twee surround-luidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker. Daarnaast kunt u tevens een laserdisc-speler met een RF OUT stekkerbus aansluiten via een RF demodulator, zoals de Sony MOD-RF1 (niet bijgeleverd). Opmerking U kunt de DOLBY DIGITAL RF OUT stekkerbus van een laserdisc-speler niet rechtstreeks aansluiten op de digitale ingangen van deze tuner/versterker. De RF uitgangssignalen moeten eerst worden omgezet in optische of coaxiale digitale signalen. Zie voor nadere bijzonderheden de beschrijving onder “Verhelpen van storingen” op blz. 53. TV-tuner, satellietontvanger of DVD videospeler* OUTPUT VIDEO OUT AUDIO OUT OUTPUT L DIGITAL OPTICAL R D B DIGITAL OPTICAL VIDEO 2 IN ANTENNA MD/ TAPE IN MONITOR AM MD/ TAPE OUT CTRL A1 CD/ SACD IN VIDEO IN VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO OUT FM 75Ω COAXIAL DVD/LD IN COAXIAL S-VIDEO IN L L S-VIDEO IN S-VIDEO OUT S-VIDEO IN S-VIDEO OUT L L L AUDIO OUT CENTER R R FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH IN R IN IN AUX CD/SACD OUT E OUTPUT DIGITAL COAXIAL IN R R AUDIO IN AUDIO IN MD/TAPE DVD/LD VIDEO 2 AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO 1 SUB WOOFER B OUTPUT VIDEO OUT AUDIO OUT L R DVD of laserdiscvideospeler (enz.)* * Hiervoor kunt u naar keuze coaxiale of optische aansluitingen maken. Wij willen u aanraden coaxiale aansluitingen te gebruiken, liever dan optische aansluitingen. 10NL Verbind de digitale uitgangsaansluitingen van uw minidisc-recorder of cassettedeck met de digitale ingang van de tuner/versterker en verbind de digitale ingangen van uw minidisc-recorder of cassettedeck met de digitale uitgangsaansluiting van de tuner/versterker. Via deze aansluitingen kunt u digitale geluidsopnamen maken van TV-uitzendingen e.d. Aansluiten van de apparatuur Minidisc-recorder of cassettedeck DIGITAL INPUT OUTPUT OPTICAL IN LINE LINE L OUT ç IN A A ç D OUT ç D ç R OUT IN DIGITAL OPTICAL VIDEO 2 IN ANTENNA MD/ TAPE IN MONITOR AM MD/ TAPE OUT CTRL A1 CD/ SACD IN VIDEO IN VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO OUT FM 75Ω COAXIAL DVD/LD IN COAXIAL S-VIDEO IN L L S-VIDEO IN S-VIDEO OUT S-VIDEO IN S-VIDEO OUT L L L AUDIO OUT CENTER R R FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH IN R IN IN AUX CD/SACD OUT IN R R AUDIO IN AUDIO IN MD/TAPE DVD/LD VIDEO 2 AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO 1 SUB WOOFER Opmerkingen • Het digitaal opnemen van een digitaal meerkanaals-akoestieksignaal is niet mogelijk. • Alle OPTICAL en COAXIAL aansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 96 kHz, 48 kHz, 44,1 kHz en 32 kHz. • Het is niet mogelijk analoge signalen op te nemen op een apparatuur aangesloten op de MD/TAPE of VIDEO stekkerbussen via alleen digitale aansluitingen. Voor het opnemen van analoge signalen maakt u analoge aansluitingen. Voor het opnemen van digitale signalen maakt u zowel digitale aansluitingen. • Er zal geen geluid klinken wanneer u een SACD disc afspeelt in een SACD-speler die is aangesloten op de CD/ SACD OPTICAL IN aansluiting van dit apparaat. Sluit dit type speler aan op de analoge ingangsaansluitingen (CD/SACD IN stekkerbussen). Zie tevens de gebruiksaanwijzing van uw SACD-speler. 11NL Meerkanaals-ingangsaansluitingen Alhoewel deze tuner/versterker is uitgerust met een eigen meerkanaals-decodeertrap, is hij tevens voorzien van een compleet stel meerkanaals-ingangsaansluitingen. Via deze ingangen kunt u genieten van meerkanaals akoestiekweergave van andere geluidsbronnen dan alleen Dolby Digital of DTS gecodeerd materiaal. Als uw DVD videospeler beschikt over meerkanaals-uitgangen, kunt u deze rechtstreeks aansluiten op deze tuner/versterker, om te luisteren naar de geluidsweergave via de meerkanaals-decodeertrap van de DVD videospeler. Bovendien kunt u op de meerkanaals-ingangen desgewenst ook een externe meerkanaals-decodeereenheid aansluiten. Om de meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers, twee achterluidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker. Zie de gebruiksaanwijzing van uw DVD videospeler, meerkanaalsdecodeereenheid e.d. voor nadere bijzonderheden over de vereiste meerkanaals aansluitingen. Opmerkingen • Wanneer u de hieronder aangegeven aansluitingen maakt, kunt u het geluidsniveau van de akoestiekluidsprekers en de lagetonen-luidspreker instellen op uw DVD videospeler of meerkanaals-decodeereenheid. • Zie blz. 15 voor nadere bijzonderheden over het aansluiten van de luidsprekers. DIGITAL OPTICAL VIDEO 2 IN ANTENNA MD/ TAPE IN MONITOR AM MD/ TAPE OUT CTRL A1 CD/ SACD IN VIDEO IN VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO OUT FM 75Ω COAXIAL DVD/LD IN COAXIAL S-VIDEO IN L L S-VIDEO IN S-VIDEO OUT S-VIDEO IN S-VIDEO OUT L L L AUDIO OUT CENTER R R FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH IN R IN IN AUX CD/SACD OUT IN R R AUDIO IN AUDIO IN MD/TAPE DVD/LD VIDEO 2 A A F F L CENTER R FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH OUT DVD videospeler, meerkanaalsdecodeereenheid, enz. 12NL AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO 1 SUB WOOFER Andere aansluitingen CONTROL A1 Aansluiten van de apparatuur G DIGITAL OPTICAL VIDEO 2 IN ANTENNA MD/ TAPE IN MONITOR AM MD/ TAPE OUT CTRL A1 CD/ SACD IN VIDEO IN VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO OUT FM 75Ω COAXIAL DVD/LD IN COAXIAL S-VIDEO IN L L S-VIDEO IN S-VIDEO OUT S-VIDEO IN S-VIDEO OUT L L L AUDIO OUT CENTER R R FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH IN R IN IN AUX CD/SACD OUT IN R R AUDIO IN AUDIO IN MD/TAPE DVD/LD VIDEO 2 AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO 1 SUB WOOFER ç IN A OUTPUT LINE L R CONTROL A1 CD-speler, cassettedeck, Minidisc-recorder, enz. aansluitingen • Als u beschikt over een Sony CD-speler, SACD-speler, cassettedeck of minidiscrecorder die geschikt is voor het CONTROL A1 bedieningssysteem Gebruik een mono ministekker-kabel (niet bijgeleverd) om de CONTROL A1 aansluiting van uw CD-speler, SACD-speler, cassettedeck of minidisc-recorder te verbinden met de CTRL A1 aansluiting van deze tuner/versterker. Zie voor nadere bijzonderheden de aanwijzingen onder “CONTROL A1 bedieningssysteem” op blz. 39 en de gebruiksaanwijzing van uw CD-speler, SACD-speler, cassettedeck of minidisc-recorder. • Als u beschikt over een CD-wisselaar met een COMMAND MODE keuzeschakelaar Als de COMMAND MODE schakelaar van uw CD-wisselaar kan worden ingesteld op CD 1, CD 2 of CD 3, zet deze dan in de “CD 1” stand en sluit de CD-wisselaar aan op de CD ingangen van de tuner/versterker. Als u echter een Sony CD-wisselaar met VIDEO OUT aansluitingen heeft, dan u zet de COMMAND MODE schakelaar in de “CD 2” stand en sluit u de CD-wisselaar aan op de VIDEO 2 ingangen van de tuner/versterker. wordt vervolgd Opmerking Als u de CONTROL A1 aansluitingen maakt van de tuner/versterker naar een minidisc-recorder die ook is aangesloten op een computer, mag u de tuner/versterker niet bedienen terwijl het “Sony MD Editor” programma loopt. Anders kan er van alles mis gaan. 13NL Andere aansluitingen (vervolg) Aansluiten van het netsnoer AUX AUDIO IN aansluiting AC OUTLET* Netsnoer Als u beschikt over een individuele audiocomponent (behalve PHONO) Gebruik de audiosnoeren om de LINE OUT aansluitingen van de CD-speler, cassettedeck, of minidisc-recorder te verbinden met de AUX IN aansluiting op de tuner/versterker, zodat u stereo geluidsbronnen kunt beluisteren in Surround Sound. R R VOLTAGE SELECTOR 120V 240V 220V L FRONT B SPEAKERS IMPEDANCE USE 8 – 16Ω Instellen van de spanningskiezer Als uw tuner/versterker is voorzien van een spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel, controleer dan of deze spanningskiezer juist staat ingesteld op de plaatselijke netspanning. Zo niet, dan zet u de spanningskiezer met behulp van een schroevendraaier in de juiste stand, voordat u de stekker in het stopcontact steekt. L L R R AC OUTLET FRONT A MPEDANCE USE 8 – 16Ω b Naar een stopcontact * Uitgezonderd de modellen met landcode AR. De plaats, de vorm en het aantal netstroomuitgangen kan verschillen per model en het land waarnaar deze tuner/versterker oorspronkelijke is verscheept. Alvorens u de netsnoerstekker van deze tuner/ versterker in het stopcontact steekt, dient u eerst alle luidsprekers aan te sluiten op de tuner/versterker (blz. 15). Sluit de netsnoeren van uw audio/videoapparatuur aan op een gewoon wandstopcontact. Als u het netsnoer van andere audio/videoapparatuur aansluit op de AC OUTLET netstroomuitgang(en) achterop de tuner/ versterker, zal de tuner/versterker zorgen voor de stroomvoorziening van de andere component(en), zodat u de bijbehorende apparatuur allemaal tegelijk met de tuner/ versterker kunt in- en uitschakelen. Waarschuwing Let op dat het totale stroomverbruik van de apparatuur aangesloten op de AC OUTLET netstroomuitgang achterop de tuner/versterker het bij deze uitgang aangegeven vermogen niet overschrijdt. Sluit op de netuitgang in geen geval huishoudelijke apparatuur aan zoals een strijkijzer, een ventilator, een TV-toestel of andere apparatuur met een hoog stroomverbruik. 14NL Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Luidspreker-aansluitingen Vereiste aansluitsnoeren A Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd) (+) (–) (–) Aansluiten en opstellen van de luidsprekers (+) B Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd) zwart zwart Rechter voorluidspreker B* Actieve lagetonenluidspreker Linker voorluidspreker B* INPUT AUDIO IN E e e E A B Y R A L PB B-Y MONITOR PR R-Y DVD/LD IN VIDEO OUT VIDEO IN S-VIDEO OUT S-VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO 2 IN R MONITOR OUT L FRONT B COMPONENT VIDEO SPEAKERS IMPEDANCE USE 8 – 16Ω S-VIDEO OUT L R L L R AC OUTLET AUDIO OUT R AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO 1 SURROUND SUB WOOFER CENTER A E FRONT A SPEAKERS IMPEDANCE USE 8 – 16Ω A e E Rechter surroundluidspreker A e E Linker surroundluidspreker A e Middenluidspreker E A e E Rechter voorluidspreker A e Linker voorluidspreker A * Indien u over extra voorluidsprekers beschikt, sluit die dan aan op SPEAKERS FRONT B. wordt vervolgd 15NL Luidspreker-aansluitingen (vervolg) Opmerkingen • Aan de luidsprekerkant stript u ongeveer 10 mm van de isolatie van het snoer en draait u de kerndraden ineen. Let bij elk snoer op dat u de draden niet verwisselt: sluit + aan op + en – op –. Als de draden verwisseld worden, zal bij weergave de positie van de muziekinstrumenten onduidelijk zijn, terwijl de lage tonen grotendeels zullen ontbreken. • Als u luidsprekers gebruikt met een relatief gering maximaal ingangsvermogen, stel dan de geluidssterkte erg voorzichtig in, om overbelasting van de luidsprekers te vermijden. Om kortsluiting van de luidsprekers te voorkomen Kortsluiting in de luidsprekercircuits kan schade aan de tuner/versterker veroorzaken. Om dit te voorkomen, dient u bij het aansluiten van de luidsprekers de volgende aanwijzingen in acht te nemen. Zorg ervoor dat het gestripte uiteinde van elke luidsprekerkabel niet in contact komt met een andere luidsprekeraansluiting, het gestripte uiteinde van een andere luidsprekerkabel noch metalen onderdelen van de tuner/versterker. Onjuist aangesloten luidsprekersnoeren De gestripte uiteinden van de luidsprekerdraden raken elkaar, omdat er teveel van de isolatie is verwijderd. Na het aansluiten van alle geluidsbronnen, luidsprekers en het netsnoer dient u voor het gebruik eerst een testtoon weer te geven om te controleren of alle luidsprekers naar behoren zijn aangesloten. Nadere aanwijzingen voor het weergeven van een testtoon vindt u op bladzijde 22. Als een van de luidsprekers geen geluid geeft bij weergave van de testtoon of als het geluid klinkt via een andere luidspreker dan er op de tuner/versterker wordt aangegeven, kan er kortsluiting zijn in de luidsprekeraansluitingen. In dat geval dient u de aansluitingen van de luidsprekers nog eens te controleren. Voorkom beschadiging van de luidsprekers Zorg ervoor dat u het volume dicht zet alvorens de tuner/versterker af te zetten. Bij het afzetten van de tuner/versterker blijft de volumeinstelling immers behouden. De draad van een luidsprekersnoer raakt een andere aansluitklem. 16NL Voorbereidingen treffen voor weergave Uitleg Om de geluidsweergave tijdens het instellen te kunnen controleren (voor de best klinkende instellingen) dient u eerst te zorgen dat alle aansluitingen in orde zijn (blz. 22). Het geheugen van de tuner/ versterker wissen Voor het eerste gebruik van de tuner/versterker of wanneer u het geheugen van het apparaat wilt wissen, gaat u als volgt te werk. Overigens is dit wissen niet nodig als er automatisch een demonstratie begint wanneer u het apparaat inschakelt. 1 Schakel de tuner/versterker uit. 2 Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar 5 seconden lang ingedrukt. Een demonstratie van de mogelijkheden begint (blz. 4) en al de volgende elementen worden gewist of in de uitgangsstand teruggesteld: • Alle vastgelegde voorkeurzenders verdwijnen uit het geheugen. • Alle klankbeeldparameters worden teruggesteld op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. • Alle vastgelegde namen (van de voorkeurzenders en andere geluidsbronnen) worden gewist. • Alle instellingen die zijn gemaakt met de SET UP toets keren terug naar de fabrieksinstellingen. • De klankbeelden die zijn gekozen voor afzonderlijke weergavebronnen en voorkeurzenders verdwijnen uit het geheugen. • De centrale geluidssterkte wordt teruggesteld op VOL MIN. Alvorens u de tuner/versterker in gebruik neemt, dient u met de SET UP toets bepaalde instellingen aan te passen aan de configuratie van uw stereo-installatie. Zie voor de instelbare parameters de tabel op blz. 59. Zie verder blz. 17 t/m 22 voor de luidspreker-instellingen en blz. 38 en 39 voor de andere instellingen. Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek Voor de beste, ruimtelijk klinkende akoestiekweergave zouden alle luidsprekers in principe op gelijke afstand van uw luisterplaats (A) moeten staan. Deze tuner/versterker biedt u echter de mogelijkheid de middenluidspreker tot ongeveer 1,5 meter (5 voet) dichterbij te zetten (B) en de surround-luidsprekers tot ongeveer 4,5 meter (15 voet) dichterbij (C) uw luisterplaats. Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de tuner/versterker hebt ingeschakeld, dient u het geheugen van het apparaat te wissen. Vervolgens kiest u de luidspreker-instellingen (formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere voorbereidingen die nodig zijn voor weergave. Mogelijke voorbereidingen voor weergave Bovendien kunnen de voorluidsprekers zowel dichterbij als verderaf gezet worden, van 1,0 tot 12,0 meter (3 tot 40 voet) van uw luisterplaats (A). U kunt kiezen of u de surround-luidsprekers achter uw luisterplaats wilt zetten of aan weerszijden er naast, afhankelijk van de vorm van uw kamer, e.d. Met de surround-luidsprekers naast uw luisterplaats B A A 45° C C 90° 20° wordt vervolgd 17NL Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek (vervolg) Met de surround-luidsprekers achter uw luisterplaats Uitleg De micro-satellietluidspreker (MICRO SP.) is geprogrammeerd met het oog op een optimale geluidsbalans. Kies MICRO SP. wanneer u gebruik maakt van Sony micro-satellietluidsprekers. B Waarschuwing A A 45° C C Wanneer u gebruik maakt van microsatellietluidsprekers en het luidsprekerformaat is ingesteld op “LARGE”, kunt u eventueel niet de juiste geluidsinstelling verkrijgen. Bij hoog volume kan de luidspreker ook worden beschadigd. 90° Instellen van de luidsprekerparameters 20° Opmerking Zet de middenluidspreker niet verder van uw luisterplaats dan de voorluidsprekers. Normale luidspreker en micro-satellietluidspreker Bij gebruik van 1 Druk op de SET UP toets. 2 Druk op of om in te stellen op de parameter die u wilt bijregelen. 3 Draai aan de instelknop om de gewenste waarde voor de parameter te kiezen. De gekozen waarde wordt automatisch vastgelegd. Selecteert u Normale luidsprekers NORM. SP. 4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle Micro-satellietluidsprekers MIRCO SP. bij te regelen parameters naar wens hebt ingesteld. Luidsprekergrootte en lagetonenluidsprekerkeuze zijn vooringesteld op NORM. SP. Beide kunnen worden gewijzigd door NORM. SP. te selecteren. (blz. 18 t/m 19) Om MICRO SP. te selecteren, zet u het toestel af en vervolgens weer aan terwijl u LEVEL ingedrukt houdt. (Ga op dezelfde manier tewerk om terug te keren naar NORM. SP.) Oorspronkelijke instellingen Parameter L C SL SW Wanneer u MICRO SP. selecteert, zijn luidsprekergrootte en lagetonenluidsprekerkeuze als volgt geconfigureerd: Luidspreker FRONT CENTER SMALL SMALL SMALL SUB WOOFER (lagetonen) YES Wanneer u MICRO SP. selecteert, kan de configuratie niet worden gewijzigd. (FRONT) (CENTER) SR (SURROUND) LARGE* LARGE* LARGE* (SUB WOOFER) S.W. XXX YES* R DIST. XX.X m (ft.)** DIST. XX.X m (ft.)** 5.0 m (16 ft.)** 5.0 m (16 ft.)** SL SR DIST. XX.X m (ft.)** 3.5 m (11 ft.)** SL SR PL. XXX BEHD. SL SR HGT. XXX LOW Instellingen SURROUND 18NL L C R Oorspronkelijke instelling * Deze parameter kan alleen worden ingesteld wanneer u NORM. SP. selecteert. ** Alleen voor de modellen met landcode U, CA. x Formaat van de voorluidsprekers ( L R ) • Zijn er grote voorluidsprekers aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best voldoen. • Als u voor de voorluidsprekers de stand “SMALL” kiest, worden de middenluidspreker en de surround-luidsprekers ook automatisch ingesteld op “SMALL” (tenzij u eerder de stand “NO” hebt gekozen). x Formaat van de middenluidspreker ( C ) • Is er een grote middenluidspreker aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kan weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op “SMALL”, kunt u de middenluidspreker niet instellen op “LARGE”. • Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals surround-sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van het middenkanaal worden overgeheveld naar de voorluidsprekers (als die op “LARGE” zijn ingesteld) of naar de aparte lagetonen-luidspreker.*1 • Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan de stand “NO”. Al het geluid van het middenkanaal wordt dan weergegeven door de voorluidsprekers.*2 ( SL SR ) • Zijn er grote surround-luidsprekers aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op “SMALL”, kunt u de surroundluidsprekers niet instellen op “LARGE”. • Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals surround-sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van de achterkanalen worden overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel “LARGE” luidsprekers die hier beter op zijn berekend. • Sluit u geen surround-luidsprekers aan, kies dan de stand “NO”.*3 Aansluiten en opstellen van de luidsprekers • Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals surround-sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van de voorkanalen worden overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker. x Formaat van de surround-luidsprekers Uitleg *1–*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro Logic standen voor de middenkanaal-aanpassing: *1 NORMAL *2 PHANTOM *3 3 STEREO Uitleg Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van het LARGE of SMALL luidsprekerformaat voor elk stel luidsprekers of de ingebouwde akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als de lage tonen uit een bepaald kanaal worden verwijderd, zullen de basverdelingscircuits die frequenties overbrengen naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel “LARGE” luidsprekers die er beter op zijn berekend. Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate van richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het gehele frequentiespectrum van de verschillende kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch de stand “LARGE” kiezen als u de lage tonen ook door die luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers best “SMALL” kiezen. Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst, kiest u dan voor alle luidsprekers de stand “LARGE”. Als er te weinig bassen klinken, kunt u die extra versterken met de grafiek-toonregeling. Zie voor het instellen van de grafiek-toonregeling blz. 31. wordt vervolgd 19NL Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek (vervolg) x Aanwezigheid van een lagetonenluidspreker ( SW S.W. XXX) • Als u een lagetonen-luidspreker hebt aangesloten, stelt u hierbij in op “YES”. • Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker, dan stelt u in op “NO”. Dan worden de basverdelingscircuits ingeschakeld om de laagste frequenties (LFE signalen) weer te geven via de andere luidsprekers. • Om volledig profijt te trekken van de Dolby Digital basverdelingscircuits willen wij u aanbevelen om de bovengrensfrequentie voor de lagetonen-luidspreker zo hoog mogelijk in te stellen. x Afstand van de voorluidsprekers ( L R DIST. XX.X m (ft.)) Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de linker of rechter voorluidspreker (afstand A op blz. 17). x Afstand van de middenluidspreker ( C DIST. XX.X m (ft.)) Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de middenluidspreker. U kunt de afstand van de middenluidspreker gelijk kiezen aan die van de voorluidsprekers (afstand A op blz. 17) tot ongeveer 1,5 meter (5 voet) dichter bij uw luisterplaats (afstand B op blz. 17). x Afstand van de surround-luidsprekers ( SL SR DIST. XX.X m (ft.)) Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de (linker of rechter) surround-luidsprekers. U kunt de afstand van de surround-luidsprekers gelijk kiezen aan die van de voorluidsprekers (afstand A op blz. 17) tot ongeveer 4,5 meter (15 voet) dichter bij uw luisterplaats (afstand C op blz. 17). 20NL Uitleg U kunt de weergave van de tuner/versterker aanpassen aan de plaats van de aangesloten luidsprekers, door de luidsprekerafstand in te voeren. Het is echter niet mogelijk de middenluidspreker verder af te zetten dan de linker en rechter voorluidsprekers. Bovendien kunt u de middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter (5 feet) dichter bij uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. Evenmin kunt u de surround-luidsprekers verder van uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En ook weer niet meer dan 4,5 (15 feet) meter dichterbij. Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste opstelling van de luidsprekers niet geschikt is voor de weergave van akoestiekeffecten. Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan de feitelijke afstand, zal het geluid via die luidspreker(s) met een grotere vertraging worden weergegeven. Met andere woorden, de luidsprekers klinken dan verder weg. Als u bijvoorbeeld de afstandsinstelling van de middenluidspreker 1 tot 2 meter (3~6 feet) dichterbij kiest dan de feitelijke afstand, zal dit een vrij natuurgetrouw effect geven alsof u zich “in” het beeldscherm bevindt. En als u geen goed akoestiekeffect verkrijgt omdat de surroundluidsprekers te dichtbij staan, kunt u door het verminderen van de luidsprekerafstand (dichterbij kiezen dan de werkelijke afstand) een dieper ruimtelijk effect creëren. Door deze parameters bij te regelen terwijl u aandachtig naar een geluidsbron luistert, kunt u vaak een aanzienlijke verbetering in akoestiek bewerkstelligen. Probeer het maar eens! x Opstelling van de achterluidsprekers ( SL SR PL. XXX)* Met deze parameter kunt u de installatieplaats van uw surround luidsprekers kiezen voor een correcte werking van de Digital Cinema Sound surround modes. Zie de conderstaande afbeelding. 90° A A 60° 30° B C B C 20° x Hoogte van de surround-luidsprekers ( SL SR HGT. XXX)* Met deze parameter kunt u de hoogte van uw surround luidsprekers kiezen voor een correcte werking van de Digital Cinema Sound surround modes. Zie de onderstaande afbeelding. • Stel in op “LOW” als uw surround-luidsprekers op de grond staan of vrij laag zijn opgehangen, in het gebied A. • Stel in op “HIGH” als uw surround-luidsprekers relatief hoog ann de wand hangen, in het gebied B. B De surround luidsprekerpositieparameter is specifiek bedoeld voor Digital Cinema Sound modes met virtuele elementen. Bij deze Digital Cinema Sound klankbeelden is de luidspreker-opstelling niet zo’n overheersende factor als bij de andere akoestiekfuncties. Alle modes met virtuele elementen veronderstellen dat de surround luidspreker zich achter de luisterpositie bevindt, maar de presentatie blijft tamelijk consequent, zelfs met de surround luidsprekers in een tamelijk grote hoek geplaatst. Indien de luidsprekers echter vlak naast de luisterpositie naar de luisteraar toe zijn gericht, werken de geluidsvelden met virtuele elementen niet zoals het hoort tenzij de surround luidsprekerpositieparameter op “PL.SIDE” staat. Ook dat geldt echter niet in alle gevallen, aangezien de akoestiek van elke luisterruimte wordt bepaald door een heel stel variabelen, zodat u misschien wel betere resultaten bereikt met de “PL. MID” en “PL. BEHD” opstelling als de luidsprekers hoog boven uw luisterplaats hangen, ook al is dat pal ter weerszijden ervan. Daarom kunt u wellicht het best een favoriete geluidsbron met meerkanaals Surround Sound afspelen en dan goed luisteren welk effect elke instelling op de uiteindelijke klank heeft, ook al kan dit wel eens leiden tot een andere instelling dan hierboven aangegeven onder “Opstelling van de surround-luidsprekers”. Kies de stand die een fraai open, ruimtelijk gevoel oplevert, met een zo hecht mogelijke samenhang tussen het geluid van de voorluidsprekers en dat van de surround-luidsprekers. Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen de verschillende instellingen, kies dan de stand “PL. BEHD” en gebruik dan de luidsprekerafstandparameter en de geluidssterkte-instellingen om de weergave optimaal af te regelen. Aansluiten en opstellen van de luidsprekers • Stel in op “SIDE” als de plaats van uw surroundluidsprekers valt binnen het zijgebied A. • Stel in op “MID” als de plaats van uw surroundluidsprekers valt binnen het zijgebied B. • Stel in op “BEHD.” als uw surround-luidsprekers helemaal achteraan staan, in het gebied C. Uitleg wordt vervolgd B 60 A A 30 * Deze parameters zijn niet beschikbaar als er voor het “Formaat van de surround-luidsprekers ( SL SR )” de stand “NO” is gekozen. 21NL Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek (vervolg) Bijregelen van de geluidssterkte van de luidsprekers Stel alle luidsprekers op een evenredige geluidssterkte in vanaf uw luisterplaats, met de afstandsbediening. Opmerking Dit apparaat is voorzien van een nieuwe testtoon in de frequentieband rond 800 Hz, om het instellen van de luidsprekers te vergemakkelijken. 1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/ versterker in te schakelen. 2 Druk op de TEST TONE toets van de afstandsbediening. De aanduiding “T. TONE” licht op in het uitleesvenster en dan hoort u de testtoon achtereenvolgens via elk van de luidsprekers. 3 Stel nu met de LEVEL parameters de geluidssterkte zo in dat de testtoon op uw luisterplaats voor uw gehoor via alle luidsprekers even luid doorkomt. Druk op de LEVEL toetsen om de balans en de geluidssterkte van de luidsprekers naar wens in te stellen. Nadere bijzonderheden over het LEVEL instelmenu vindt u op blz. 29. Tijdens het bijregelen wordt de testtoon weergegeven door de luidspreker die u op dat moment bijregelt. 4 Druk weer op de TEST TONE toets om de testtoon uit te schakelen. Uitleg U kunt ook alle luidsprekers tegelijk harder of zachter zetten. Draai hiervoor aan de MASTER VOLUME regelknop van de tuner/versterker of druk op de MASTER VOL +/– toetsen van de afstandsbediening. Opmerkingen • Er kan geen testtoon worden weergegeven wanneer de tuner/versterker staat ingesteld op MULTI CH IN meerkanaals-weergave. • Tijdens het bijregelen toont het uitleesvenster de gekozen volumewaarde voor de bijgeregelde luidsprekers. • Ofschoon u deze instellingen ook kunt maken met de toetsen op het voorpaneel van de tuner/ versterker, via het LEVEL instelmenu (bij weergave van de testtoon schakelt de tuner/versterker automatisch over naar het LEVEL instelmenu), willen wij u toch aanbevelen om zo mogelijk de hierboven beschreven werkwijze te volgen en de geluidssterkte bij te regelen met de afstandsbediening, vanaf uw favoriete luisterplaats. 22NL Controleren van de aansluitingen Na het aansluiten van al uw audio/videoapparatuur op de tuner/versterker volgt u de onderstaande aanwijzingen om te controleren of alle aansluitingen in orde zijn. 1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/ versterker in te schakelen. 2 Schakel een aangesloten een aangesloten component in (bijvoorbeeld uw CD-speler of cassettedeck). 3 Druk op de componentkeuzetoets om de component te kiezen (programmabron). 4 Start de weergave van de geluidsbron. Als u na de bovenstaande handelingen geen normale geluidsweergave verkrijgt, neem dan de controlelijst onder “Verhelpen van storingen” op blz. 53 door en tref de vereiste maatregelen om het probleem te verhelpen. Basisbediening Keuze van het weergaveapparaat Componentkeuzetoetsen keuzetoetsen Voor keuze van de Druk op de Videorecorder VIDEO 1 of VIDEO 2 TV-tuner of satelliet-ontvanger VIDEO 2 Camcorder of videospel VIDEO 3 DVD of laserdisc-videospeler DVD/LD Minidisc-recorder of cassettedeck MD/TAPE SACD of CD-speler CD/SACD Ingebouwde tuner voor radio-ontvangst TUNER Audiocomponent AUX Druk op de INPUT MODE ingangssignaalkeuzetoets om het gewenste audiosignaal te kiezen voor uw digitale apparatuur. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt het ingangssignaal van het op dat moment gekozen weergave-apparaat. Kies de stand Om AUTO IN Voorrang te geven aan de digitale signalen wanneer er zowel digitale als analoge signalen beschikbaar zijn. Als er geen digitale signalen zijn, worden de analoge signalen gekozen. COAX IN In te stellen op de digitale audiosignalen die via de DIGITAL COAXIAL ingangsaansluiting binnenkomen. In te stellen op de digitale audiosignalen die via de DIGITAL OPTICAL ingangsaansluiting binnenkomen. OPT IN ANALOG Na het kiezen van het weergave-apparaat schakelt u dat apparaat in en start u de weergave. • Na het kiezen van een videorecorder, camcorder, videospel, DVD videospeler of laserdisc-speler schakelt u ook het TV-toestel in en stelt u dat in op weergave van de gekozen component van de gekozen component. Basisbediening Druk op de componentkeuzetoets om de component te kiezen die u wilt gebruiken. INPUT MODE ingangssignaalkeuzetoets In te stellen op de analoge audiosignalen die via de AUDIO IN (L/R) aansluitingen binnenkomen. Opmerking Wanneer het digitale 96 kHz signaal wordt ingevoerd, werken de equalizer en surround effecten niet. MULTI CH IN Druk op MULTI CH IN om een geluidsbron te beluisteren die is aangesloten op MULTI CH IN. Balans en niveau van alle luidsprekers kunnen worden geregeld. Wanneer deze functie is aangeschakeld, staan de equalizer en surroundeffecten af. Meerkanaals-decodeerlampje (MULTI CHANNEL DECODING) Dit indicatorlampje licht op wanneer het apparaat signalen in een meerkanaals-formaat aan het decoderen is. wordt vervolgd 23NL Keuze van het weergave-apparaat (vervolg) SPEAKERS A/B Druk op de SPEAKERS A/B toets om het geluid te beluisteren via de luidsprekers die zijn aangesloten op SPEAKERS FRONT. Telkens wanneer u op de SPEAKERS A/B toets drukt, verspringt de sluimertijd als volgt: SP. A t SP. B t SP. OFF Voor weergave via Keuze van de Luidsprekerpaar A (aangesloten op de SPEAKERS FRONT A stekkerbussen) SP. A Luidsprekerpaar B (aangesloten op de SPEAKERS FRONT B stekkerbussen) SP. B Wanneer u “SP. OFF” kiest, produceren de luidsprekers geen geluid en licht “SP. OFF” op in het uitleesvenster. MUTING geluiddempingstoets Keuze van de aanduidingen in het uitleesvenster DISPLAY aanduidingskeuzetoets Telkens wanneer u op de DISPLAY toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster kringsgewijze als volgt: Zelf ingevoerde naam van de van de component* t Gekozen van de component t Klankbeeld dat vast is gekozen voor deze component. Bij keuze van de tuner voor radioontvangst Ingevoerde naam van de voorkeurzender* of vaste zendernaam** t Afstemfrequentie t Programmatype-aanduiding** t Radiotekst** t Juiste tijd** t Klankbeeld dat vast is gekozen voor deze afstemband of voorkeurzender Druk op MUTING om het geluid te onderdrukken. De muting-functie wordt uitgeschakeld wanneer u het toestel aan of af zet of MASTER VOLUME rechtsom draait om het volume te verhogen. * De ingevoerde naam verschijnt alleen als u zelf een naam voor deze van de component of voorkeurzender hebt ingevoerd (blz. 37). De gekozen naam verschijnt niet als er alleen spaties zijn ingevoerd of als de naam gelijk is aan die van de component. ** Deze aanduidingen verschijnen alleen tijdens RDS ontvangst. (Alleen bij de modellen met landcode CEL, CEK; blz. 35). PHONES hoofdtelefoonaansluiting DIMMER verlichtingskeuzetoets Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten. Druk enkele malen op de DIMMER toets om de helderheid van het uitleesvenster naar wens in te stellen (in 3 stappen). Bij indrukken van een toets echter zal het uitleesvenster weer even op volle helderheid oplichten. • Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, geven de luidsprekers geen geluid meer en licht de aanduiding “SP. OFF” op in het uitleesvenster. 24NL Genieten van Surround Sound akoestiek Ingangsaudiosignaal automatisch decoderen Druk op A.DEC. “AUTO DEC.” verschijnt op het display. Deze stand detecteert automatisch het type audiosignaal dat wordt ingevoerd (Dolby Digital, DTS of standaard 2-kanaals stereo) en staat eventueel in voor de nodige decodering. Deze functie neemt het geluidsspoor zoals het is opgenomen/gecodeerd, en presenteert het zonder enige bijregeling, nagalm of effecten. Zonder laagfrequente signalen (Dolby Digital LFE, enz.) wordt echter een laagfrequent signaal geproduceerd en naar de lagetonenluidspreker gestuurd. Keuze van een klankbeeld De eenvoudigste manier om te genieten van ruimtelijke akoestiekweergave is door een van de voorgeprogrammeerde klankbeelden te kiezen dat het best past bij de muziek die u beluistert. Klankbeeld Display Normale Surround NORM.SURR. Cinema Studio EX A C.ST.EX A DCS Cinema Studio EX B C.ST.EX B DCS Cinema Studio EX C C.ST.EX C DCS Zaal HALL Jazz Club JAZZ Live Concert CONCERT Spel GAME Genieten van Surround Sound akoestiek U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke geluidsweergave door eenvoudigweg een van de voorgeprogrammeerde klankbeelden te kiezen die de tuner/versterker biedt. Zo kunt u uw luisterkamer even indrukwekkend laten klinken als een bioscoopzaal of een concertzaal. U kunt ook de geluidsvelden personaliseren door de surround parameter aan te passen. Voor een optimaal gebruik van de ruimtelijke akoestiekfuncties zult u het aantal en de opstelling van uw luidsprekers in de tuner/ versterker moeten vastleggen. Zie het hoofdstuk “Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek” vanaf blz. 17 voor de nodige instellingen van de luidsprekerparameters om ten volle te kunnen genieten van de Surround Sound akoestiek. Betreffende DCS (Digital Cinema Sound) Geluidsvelden met het merkteken DCS werken met DCS-technologie. Bij keuze van een dergelijk klankbeeld licht de aanduiding “Digital Cinema Sound” op in het uitleesvenster. Samen met Sony Pictures Entertainment heeft Sony de geluidsomgeving van zijn studio’s gemeten en de meetwaarden samen met Sony’s eigen DSP (Digital Signal Processor) technologie gecombineerd om “Digital Cinema Sound” te ontwikkelen. Bij een huisbioscoop simuleert “Digital Cinema Sound” een ideale bioscoopgeluidsomgeving volgens de voorkeur van de filmregisseur. Films bekijken met Cinema Studio EX Cinema Studio EX is ideaal voor het bekijken van films in multikanaalsformaat, zoals Dolby Digital DVD. Deze mode reproduceert de geluidskarakteristieken van de studio’s van Sony Pictures Entertainment. wordt vervolgd 25NL Keuze van een klankbeeld (vervolg) Uitleg U kunt Cinema Studio EX kiezen door herhaaldelijk op MODE te drukken. Druk op CINEMA STUDIO EX A, B of C. Opmerkingen Het gekozen geluidsveld verschijnt op het display. • De effecten die verkregen worden met behulp van virtuele luidsprekers kunnen soms wat storing in de weergave veroorzaken. • Bij het luisteren naar klankbeelden die werken met virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de echte surround-luidsprekers horen. x C.ST.EX A (Cinema Studio EX A) Reproduceert de geluidskarakteristieken van de Sony Pictures Entertainment “Cary Grant Theater” cinema productiestudio. Dit is een standaard stand die is aangewezen voor nagenoeg elke film. x C.ST.EX B (Cinema Studio EX B) Reproduceert de geluidskarakteristieken van de Sony Pictures Entertainment “Kim Novak Theater” cinema productiestudio. Deze stand is ideaal voor science-fiction of actiefilms met veel geluidseffecten. x C.ST.EX C (Cinema Studio EX C) Reproduceert de geluidskarakteristieken van de Sony Pictures Entertainment muziek. Deze stand is ideaal voor musicals of klassiekers met muziek in de soundtrack. Betreffende Cinema Studio EX Cinema Studio EX bestaat uit de volgende drie elementen. • Virtual Multi Dimension Creëert 5 virtuele luidsprekersets die de luisteraar omringen op basis van één enkel paar surround luidsprekers. • Screen Depth Matching In een bioscoop lijkt het geluid vanuit het beeld op het scherm te komen. Dit element geeft dezelfde indruk in uw huiskamer door het geluid van de voorluidsprekers in het scherm te schuiven. • Cinema Studio Reverberation Reproduceert het speciale nagalmeffect van een bioscoop. Cinema Studio EX is de geïntegreerde mode die deze elementen samen laat werken. 26NL Andere klankbeelden kiezen Druk enkele malen op de MODE toets om in te stellen op het gewenste klankbeeld. Het gekozen klankbeeld wordt in het uitleesvenster aangegeven. x NORM.SURR. (Normal Surround) Geluidsbronnen met meerkanaals Surround signalen worden net zo weergegeven als ze zijn opgenomen. Geluidsbronnen met 2-kanaals stereo geluid worden gedecodeerd met Dolby Pro Logic om akoestiekeffecten te bereiken. x HALL Geeft de akoestiek van een reehthoekige concertzaal. x JAZZ (Jazz Club) Geeft de akoestische sfeer van een typische jazz-club. x CONCERT (Live Concert) Reproduceert de akoestiek van een zaal met 300 plaatsen. x GAME Geeft de meest treffende geluids- en akoestiekeffecten aan videospelletjes. Uitschakelen van het klankbeeld Druk op A.DEC of 2CH. Uitleg Alleen met de voorluidsprekers (2-kanaals Stereo) Druk op de 2CH. “2CH ST.” verschijnt op het display. Deze mode produceert alleen het geluid van de linker en rechter voorluidspreker. Bij standaard 2-kanaals (stereo) geluidsbronnen wordt er helemaal geen akoestiekverwerking toegepast. Meerkanaals-geluidsbronnen worden samengemengd tot de gewone twee kanalen. Multikanaals stereogelvid (Dolby Pro Logic ) De receiver kan meerkanaals stereo geluid weergeven in Dolby Pro Logic . U kunt de decoder activeren via het SET UP menu. Voor details zie pagina 38. Genieten van Surround Sound akoestiek • De receiver laat u het laatst gekozen klankbeeld toepassen op een programmabron wanneer die is geselecteerd (Sound Field Link). Als u bijvoorbeeld naar een CD luistert met het “JAZZ” klankbeeld en dan overschakelt naar een andere geluidsbron, zal bij het terugkeren naar de CD geluidsbron weer automatisch het “JAZZ” klankbeeld gelden. • Aan de verpakking kunt u zien met welk akoestieksysteem het beeldmateriaal op een videodisc e.d. is opgenomen. Alle officiële Dolby Digital discs zijn voorzien van het beeldmerk en Dolby Surround discs zijn voorzien van het beeldmerk. • Wanneer er geluidssignalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz binnenkomen, worden deze geluidssignalen automatisch in stereo weergegeven en wordt het klankbeeld automatisch uitgeschakeld. Opmerkingen • De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid weer als er is gekozen voor “2CH ST.” weergave. Om 2kanaals (stereo) bronnen te beluisteren met een linker en rechter voorluidspreker en een Lagetonenluidspreker, drukt u op A.DEC om “AUTO DEC.” te kiezen. • Wanneer u “Micro Satellite Speaker” (blz. 18) kiest, stuurt de geïntegreerde sound processor bass-geluid automatisch naar de subwoofer. Om met deze instelling tweekanaalsbronnen (stereo) te beluisteren, raden wij u aan “AUTO DEC.” te kiezen zodat u uw subwoofer kunt benutten om het juiste bass-signaal te verkrijgen. 27NL Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen qs qd 1 2 3 5 4 a DIGITAL PRO LOGIC DTS MPEG STEREO MONO RDS SW SP. OFF OPT COAX D.RANGE EQ L C R LFE SL S SR qa 9 8 6 0 1 ; DIGITAL: Deze aanduiding licht op wanneer de tuner/versterker signalen decodeert die zijn opgenomen in het Dolby Digital formaat. 2 PRO LOGIC: Deze aanduiding licht op wanneer de tuner/versterker de Pro Logic signaalverwerking toepast op een 2-kanaals geluidsbron, om aparte signalen te verkrijgen voor een middenluidspreker en surroundluidsprekers. De aanduiding licht echter niet op als u voor de aanwezigheid van een middenluidspreker en surround-luidsprekers de stand “NO” hebt gekozen en als er is ingesteld op het “AUTO DEC.” of “NORM.SURR.” klankbeeld. Opmerking De Pro Logic decodering werkt niet voor de geluidssignalen in het MPEG formaat. 3 DTS: Deze aanduiding licht op wanneer er DTS signalen binnenkomen. Opmerking Bij het afspelen van een disc in DTS formaat moet u erop toezien dat u digitale aansluitingen heeft gemaakt en dat “INPUT MODE” NIET op “ANALOG” staat blz 23. 4 MPEG: Deze aanduiding licht op wanneer er MPEG signalen binnenkomen. Opmerking Alleen de 2 voorste kanalen zijn geschikt voor MPEG geluidsweergave. Binnenkomend meerkanaals-geluid wordt samengemengd en alleen weergegeven via de 2 voorluidsprekers. 5 Afstemaanduidingen: Deze aanduidingen lichten op bij gebruik van de tuner voor het afstemmen op radiozenders e.d. Zie blz. 32 t/m 36 voor de bediening van de tuner voor radio-ontvangst. Opmerking 28NL 7 MEMORY “RDS” verschijnt alleen voor modellen met gebiedscode CEL, CEK. 6 EQ: Deze aanduiding licht op wanneer de grafiek-toonregeling is ingeschakeld. 7 D.RANGE: Deze “dynamisch bereik” aanduiding licht op wanneer de compressiefunctie voor het dynamisch bereik is ingeschakeld. Zie blz. 30 voor het instellen van de dynamiek-compressie. 8 COAX: Deze aanduiding licht op wanneer er een digitaal signaal binnenkomt via de COAXIAL ingangsaansluiting. 9 OPT: Deze aanduiding licht op wanneer er een digitaal signaal binnenkomt via de OPTICAL ingangsaansluiting. 0 Weergavekanaal-aanduidingen: Aan de oplichtende letters (L, C, R, enz.) kunt u zien welke geluidskanalen er worden weergegeven. Aan de oplichtende vakjes rond de letters kunt u zien hoe de tuner/versterker het geluid mengt en via welke luidsprekers het wordt weergegeven (gebaseerd op de luidsprekerinstellingen). Bij akoestisch verruimde klankbeelden zoals “C.ST.EX” voegt de tuner/ versterker nagalm toe aan de weergave, op basis van de inkomende geluidssignalen. L: linker voorluidspreker, R: rechter voorluidspreker, C: middenluidspreker, SL: linksachter, SR: rechtsachter, S: surroundluidsprekers (mono of allen de achterweergave no Pro Logic verwerking) Bijvoorbeeld: Opnameformaat (voor/surround): 3/2 Uitgangskanaal: Geen surround-luidsprekers Klankbeeld: AUTO DEC. L SL C R SR qa LFE .: licht op wanneer de disc die wordt afgespeeld een LFE (Low Frequency Effect) kanaal bevat en het geluid van het LFE kanaal wordt weergegeven. qs SW: Deze SubWoofer aanduiding licht op als er “YES” is gekozen voor de aanwezigheid van een lagetonen-luidspreker (zie blz. 20) en als er een geluidssignaal wordt uitgestuurd via de SUB WOOFER aansluitingen. qd SP. OFF: Deze aanduiding licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten of wanneer de SPEAKERS A/B toetsen op “SP. OFF” is gezet. U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen door de akoestiekparameters en de klankkleur van de voorluidsprekers zo in te stellen dat het geluid in uw luisterruimte optimaal klinkt. Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven. Om een bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel de gewenste veranderingen aan te brengen. Raadpleeg de tabellen op blz. 60 voor de parameters die voor elk geluidsveld beschikbaar zijn. Voor de beste weergave van meerkanaals Surround Sound Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en volg de aanwijzingen onder “Luidsprekeropstelling voor meerkanaals Surround akoestiek” vanaf blz. 17 alvorens u een klankbeeld gaat aanpassen. Aanpassen van de akoestiekparameters Het SURR akoestiekmenu biedt een aantal parameters waarmee u allerlei verschillende aspecten van het gekozen klankbeeld kunt aanpassen. De instellingen die u in dit menu kiest worden voor elk klankbeeld afzonderlijk vastgelegd. De toets licht op en de eerste parameter wordt aangegeven. 3 Draai aan de instelknop om de gewenste waarde voor de parameter te kiezen. De gekozen waarde wordt automatisch vastgelegd. Oorspronkelijke instellingen Parameter Oorspronkelijke instelling EFFECT (hangt af van het gekozen klankbeeld) Genieten van Surround Sound akoestiek Bijregelen van de klankbeelden 2 Druk op de SURR toets. Effectniveau (EFFECT) Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk van het gekozen akoestiekeffect naar wens instellen. Aanpassen van de luidsprekerniveauparameters Het LEVEL luidspreker-instelmenu biedt een aantal parameters waarmee u de balans en de geluidssterkte van elke luidspreker naar wens kunt instellen. De instellingen die u in dit menu maakt, zijn van toepassing op alle klankbeelden. 1 Start de weergave van een geluidsbron die is gecodeerd met een meerkanaals Surround geluidsspoor. 2 Druk op de LEVEL toets. De toets licht op en de eerste parameter wordt aangegeven. 3 Druk op of om in te stellen op de parameter die u wilt bijregelen. 4 Draai aan de instelknop om de gewenste stand te kiezen. De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd. wordt vervolgd 1 Start de weergave van een geluidsbron die is gecodeerd met een meerkanaals Surround geluidsspoor. 29NL Bijregelen van de klankbeelden (vervolg) Oorspronkelijke instellingen Parameter L R BAL. L/R XXX* CTR XXX dB* Oorspronkelijke instelling BALANCE 0 dB SUR.L. XXX dB* 0 dB SUR.R. XXX dB* 0 dB S.W. XXX dB* 0 dB L.F.E. XXX dB D. RANGE COMP. XXX 0 dB OFF * De parameters kunnen afzonderlijk worden geregeld voor MULTI CH IN. Voorluidspreker-balans ( BAL. L/R XXX) L R Hiermee stelt u de weergave via de linker en rechter voorluidsprekers evenwichtig in. Geluidssterkte van de middenluidspreker (CTR XXX dB) Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte voor de middenluidspreker. Geluidssterkte van de linker surround-luidspreker (SUR.L. XXX dB) Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de linker surround-luidspreker. Geluidssterkte van de rechter surround-luidspreker (SUR.R. XXX dB) Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de rechter surround-luidspreker. Geluidssterkte van de lagetonenluidspreker (S.W. XXX dB) Hiermee regelt u de geluidssterkte van de lagetonen-luidspreker. LaagFrequentEffect mengniveau (L.F.E. XXX dB) Met deze parameter kunt u de geluidssterkte bijregelen van het afzonderlijke LFE (Low Frequency Effect) kanaal dat wordt weergegeven via de lagetonen-luidspreker, zonder hierbij de gewone lage tonen te beïnvloeden die door de Dolby Digital of DTS basverdelingscircuits van de voor-, midden- en surround-kanalen worden overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker. • Bij het LFE mengniveau “0 dB” wordt het volledige LFE signaal uitgestuurd op het mengniveau dat is gekozen door de opnamestudio-technicus. • Om de weergave van het LFE lagetonenkanaal door de lagetonen-luidspreker te dempen, kiest u de “OFF” stand. De lage tonen van de voor-, midden- en surround-kanalen die door de basverdelingscircuits worden overgeheveld naar de lagetonen-luidspreker worden echter wel weergegeven, volgens de keuze gemaakt voor elk luidsprekerpaar bij de luidsprekerinstellingen (zie blz. 17 t/m 21). Dynamiekcompressie ( D. RANGE COMP. XXX) Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus verkleinen. Dit kan handig zijn om ‘s avonds laat een speelfilm te bekijken; met het geluid zacht behoudt u toch een rijke, volle klank.Wij willen u aanraden de “MAX” stand te gebruiken. • Om het geluidsspoor normaal weer te geven, zonder compressie, kiest u de “OFF” stand. • Om het geluidsspoor normaal weer te geven met het volledig dynamisch bereik, zoals gekozen door de opnamestudio-technicus, kiest u de “STD” stand. • Met de standen “0,1”–“0,9” kunt u het dynamisch bereik geleidelijk steeds verder comprimeren, om precies het gewenste effect te bereiken. • In de “MAX” stand wordt het dynamisch bereik drastisch beperkt. Opmerking De dynamiekcompressie werkt alleen voor Dolby Digital geluidsbronnen. 30NL Instellen van de grafiektoonregeling Via het EQ (equalizer) menu kunt u de klankkleur bijregelen voor de voorluidsprekers. De instellingen die u in dit menu kiest worden voor elk klankbeeld afzonderlijk vastgelegd. 1 Start de weergave van een geluidsbron die is gecodeerd met een meerkanaals Surround geluidsspoor. 2 Druk op de EQ toets. De toets gaat knipperen en de eerste parameter wordt aangegeven. of om in te stellen op de parameter die u wilt bijregelen, versterking (in dB). 4 Draai aan de instelknop om de gewenste afstelling te kiezen. De gekozen waarde wordt automatisch in het geheugen vastgelegd. Versterking (in dB) In- en uitschakelen van de grafiektoonregeling Druk op de EQUALIZER toets. Het EQ indicatorlampje in het uitleesvenster licht op wanneer de grafiek-toonregeling is ingeschakeld. De instellingen die u maakt met de EQ parameters worden voor elk klankbeeld afzonderlijk opgeslagen en gelden ook na uitschakelen weer precies zo wanneer u de grafiek-toonregeling weer inschakelt. 1 Als de tuner/versterker nog aan staat, drukt u op de ?/1 toets om het apparaat uit te schakelen. 2 Houd de MODE toets ingedrukt en druk op de ?/1 toets. De aanduiding “SF. CLR.” verschijnt in het uitleesvenster en alle klankbeelden worden teruggesteld op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Genieten van Surround Sound akoestiek 3 Druk op de Terugstellen van alle bijgeregelde klankbeelden op de fabrieksinstellingen Lage tonen voor de voorluidsprekers (Versterking) Hiermee regelt u de versterking voor de lagere tonen. Hoge tonen voor de voorluidsprekers (Versterking) Hiermee regelt u de versterking voor de hogere tonen. 31NL Radio-ontvangst Opmerkingen Om uw tuner/versterker te gebruiken voor radio-ontvangst, zult u er eerst een FM- en een AM-antenne op moeten aansluiten (blz. 7). Automatisch voorinstellen van FM zenders in alfabetische volgorde (AUTOBETICAL) (Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK) Met deze automatische zenderopslagfunctie kunt u maximaal 30 FM radiozenders en FM RDS zenders in het afstemgeheugen van de tuner/ versterker vastleggen, zonder doublures. Hierbij kiest de tuner/versterker automatisch alleen de best doorkomende zenders. Als u bepaalde FM of AM zenders handmatig in het afstemgeheugen wilt vastleggen, volg dan de aanwijzingen onder “Voorinstellen van radiozenders” op blz. 34. 1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/ versterker uit te schakelen. 2 Houd de MEMORY toets ingedrukt en druk nogmaals op de ?/1 toets om de tuner/versterker weer in te schakelen. De aanduiding “AUTO-BETICAL SELECT” verschijnt en de tuner/versterker gaat op zoek naar alle plaatselijk te ontvangen FM radiozenders en FM RDS zenders en legt deze in het afstemgeheugen vast. Bij elke RDS informatiezender controleert de tuner/versterker eerst of er andere zenders zijn die hetzelfde programma uitzenden, om daarvan dan alleen de duidelijkst doorkomende zender vast te leggen. De gekozen RDS informatiezenders worden gesorteerd op alfabetische volgorde van hun officiële Program Service zendernaam, en krijgen dan elk een letter-plus-cijfer voorinstelcode toegewezen. Zie voor nadere bijzonderheden betreffende de RDS informatiezenders blz. 35. De gewone FM radiozenders krijgen ook een letter-plus-cijfer code en worden dan na de RDS zenders vastgelegd. Na afloop van het vastleggen verschijnt de aanduiding “FINISH” even in het uitleesvenster en dan keert de tuner/versterker terug naar de normale bedieningsfuncties. 32NL • Druk niet op enige toets van de tuner/versterker of de bijgeleverde afstandsbediening totdat de “Autobetical” zenderopslag is voltooid. • Als u verhuist naar een andere streek, kan het nodig zijn deze procedure opnieuw uit te voeren, om de best te ontvangen zenders in uw nieuwe woongebied vast te leggen. • Zie voor het afstemmen op de vastgelegde voorkeurzenders de aanwijzingen op blz. 34. • Als u na het opslaan van zenders met deze functie uw FM antenne verplaatst, kunnen de vastgelegde instellingen niet meer geldig zijn. In dat geval volgt u weer de bovenstaande aanwijzingen om de FM zenders opnieuw vast te leggen. Directe afstemming Als u de afstemfrequentie van de gewenste zender kent, kunt u die rechtstreeks invoeren met de cijfertoetsen van de bijgeleverde afstandsbediening. Voor details omtrent de toetsen in dit hoofdstuk, zie blz. 42–48 voor afstandsbediening RM-PP411 en blz. 49–52 voor afstandsbediening RM-U305C. 1 Druk op TUNER op de afstandsbediening. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender. 2 Kies met de FM* of AM* toets de FM of AM afstemband. 3 Druk op D.TUNING op de afstandsbediening 4 Voer met de cijfertoetsen de gewenste afstemfrequentie in. Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz 1 b 0 b 2 b 5 b 0 Voorbeeld 2: AM 1350 kHz (U hoeft de laatste “0” niet in te voeren als voor de afstemschaal een interval van 10 kHz geldt.) 1 b 3 b 5 b 0 Als u niet op een bepaalde zender kunt afstemmen en de ingevoerde cijfers knipperen Controleer of u de juiste frequentie hebt ingevoerd. Bij een vergissing herhaalt u de stappen 3 en 4. Als de ingevoerde cijfers nog steeds knipperen, wordt deze frequentie in uw ontvangstgebied niet gebruikt. * Bij de modellen met landcode CEL, CEK: FM/AM. 5 Bij afstemmen op een AM radiozender verstelt u de richting van de AM kaderantenne zo dat de ontvangst optimaal klinkt. 6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 als u op een andere zender wilt afstemmen. Uitleg De afstemschaal verschilt volgens de gebiedscode zoals vermeld in de volgende tabel. Zie voor nadere bijzonderheden over de landcodes blz. 4. Landcode FM AM U, CA 100 kHz 10 kHz* AU, SP, CEL CEK, TW 50 kHz 9 kHz E2/E3, AR, MX 50 kHz 9 kHz* * Desgewenst kunt u het afsteminterval voor de AM band omschakelen (blz. 57). Als u de afstemfrequentie van de gewenste zender niet kent, laat u de tuner/versterker de in uw gebied te ontvangen zenders doorzoeken. 1 Druk op TUNER. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender. 2 Kies met de FM** of AM** toets de FM of AM afstemband. 3 Druk op de TUNING + of TUNING – toets. Druk op de TUNING + toets om de afstemband in oplopende volgorde te doorzoeken; op de TUNING – toets om van hoog naar laag te zoeken. Telkens wanneer er een zender wordt gevonden, stopt de tuner/versterker met zoeken. Radio-ontvangst • Als u de afstemfrequentie niet precies weet, voer dan een waarde in dichtbij de frequentie van de zender die u zoekt en druk dan op de TUNING + of TUNING – afstemtoets. De tuner/versterker stemt dan automatisch af op de dichtst benaderde zender. Als u denkt dat de zenderfrequentie iets boven de door u gekozen waarde ligt, drukt u op de TUNING + toets en als u waarschijnlijk een iets te hoge waarde hebt gekozen, drukt u op de TUNING – toets. • Indien “STEREO” knippert in het display en de FM stereo-ontvangst slecht is, druk dan op FM MODE om over te schakelen naar monoweergave (MONO). Dan is er geen stereo effect meer, maar de radio-uitzending zal beter klinken. Druk nogmaals op FM MODE om terug te keren naar stereo ontvangst. Automatische afstemming Wanneer de tuner/versterker het einde van de afstemschaal bereikt Dan wordt de zoekafstemming vanaf het andere einde herhaald in dezelfde richting. 4 Om door te gaan met zoeken, drukt u nogmaals op de TUNING + of TUNING – toets. ** Bij de modellen met landcode CEL, CEK: FM/AM. Geheugenafstemming Na het afstemmen op een zender met de directe afstemming of de automatische zoekafstemming kunt u de betreffende zender vastleggen in het afstemgeheugen van de tuner/versterker. Dan kunt u voortaan die voorkeurzender rechtstreeks kiezen door invoeren van de letter-en-cijfer code met de bijgeleverde afstandsbediening. Zo kunt u tot 30 voorkeurzenders voor de FM en AM voorinstellen. U kunt de tuner/versterker ook alle vastgelegde voorkeurzenders laten doornemen. Alvorens u zenders kunt opzoeken met de geheugenafstemming, zult u ze eerst in het geheugen moeten vastleggen volgens de aanwijzingen onder “Voorinstellen van radiozenders” (blz. 34). wordt vervolgd 33NL Geheugenafstemming (vervolg) Afstemmen op vastgelegde voorkeurzenders Voorinstellen van radiozenders Op radiozenders die in het afstemgeheugen zijn vastgelegd, kunt u afstemmen op een van de volgende twee manieren. 1 Druk op TUNER. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender. 2 Stem af op de radiozender die u wilt voorinstellen, met de directe afstemming (blz. 32) of de automatische zoekafstemming (blz. 33). 3 Druk op de MEMORY toets. In het uitleesvenster licht enkele seconden lang de aanduiding “MEMORY” op. Verricht de stappen 4 t/m 6 voordat deze “MEMORY” aanduiding dooft. 4 Druk op de SHIFT toets om een geheugengroep (A, B of C) te kiezen. Telkens wanneer u op de SHIFT toets drukt, verschijnt de volgende groepsletter, “A”, “B” of “C” in het uitleesvenster. 5 Druk op de PRESET TUNING +* of PRESET TUNING –* toets om een zendernummer te kiezen. Als de “MEMORY” aanduiding dooft voordat u een nummer hebt gekozen, gaat u terug naar stap 3. 6 Druk nogmaals op de MEMORY toets om de ontvangen radiozender in het geheugen vast te leggen. Indien “MEMORY” dooft voor u het voorinstelnummer indrukt, begin dan opnieuw vanaf stap 3. 7 Herhaal de stappen 2 t/m 6 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen. * Bij de modellen met landcode CEL, CEK: PRESET/PTY SELECT + of PRESET/PTY SELECT –. Een andere zender voorinstellen onder een reeds gebruikt nummer Herhaal de stappen 1 t/m 6 om een nieuwe zender onder hetzelfde nummer vast te leggen. 34NL Afstemmen door alle voorkeurzenders te doorlopen 1 Druk op TUNER. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender. 2 Druk enkele malen op de PRESET TUNING +* of PRESET TUNING –* toets om door te zoeken naar de gewenste zender. Telkens wanneer u op deze toets drukt, gaat de tuner/versterker één voorkeurzender verder in de gekozen richting en de onderstaande volgorde: nA1˜A2˜...˜A0˜B1˜B2˜...˜B0N nC0˜...C2˜C1N * Bij de modellen met landcode CEL, CEK: PRESET/PTY SELECT + of PRESET/PTY SELECT –. Afstemmen op een zender waarvan u het voorinstelnummer kent Gebruik voor het volgende de bijgeleverde afstandsbediening. Voor details omtrent de toetsen in dit hoofdstuk, zie blz. 42–48 voor afstandsbediening RM-PP411 en blz. 49–52 voor afstandsbediening RM-U305C. 1 Druk op TUNER op de afstandsbediening. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender. 2 Druk op de SHIFT toets om een geheugengroep (A, B of C) te kiezen en kies dan het nummer van de gewenste voorkeurzender met de cijfertoetsen. Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) (Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK) Met deze tuner/versterker kunt u ook gebruik maken van de RDS functies van het Radio Data Systeem, waarmee radiozenders naast de gewone uitzendingen allerlei nuttige informatie doorgeven. De volgende handige RDS functies zijn beschikbaar: – RDS informatie in het uitleesvenster – Opzoeken van voorkeurzenders die het gewenste programmatype uitzenden * Niet alle FM radiozenders bieden de RDS informatie en niet alle RDS zenders bieden dezelfde functies. Als u niet bekend bent met de plaatselijk beschikbare RDS functies, kunt u voor nadere bijzonderheden het best contact opnemen met de plaatselijke radiozenders. Ontvangst van RDS informatie-uitzendingen Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM band met de directe afstemming (blz. 32), de automatische zoekafstemming (blz. 33) of de geheugenafstemming (blz. 33). Wanneer u afstemt op een zender met RDS service, licht de RDS indicator op en verschijnt de zendernaam op het display. Opmerking De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd de RDS signalen niet duidelijk genoeg uitzendt of als de signaalsterkte onvoldoende is. Aangeven van RDS informatie in het uitleesvenster • Als er een nooduitzending of waarschuwingsbericht door de overheid wordt uitgezonden, gaat in het uitleesvenster de aanduiding “ALARM” knipperen. • Als een aanduiding uit 9 of meer letters bestaat, zal de tekst van rechts neer links over het scherm lopen. • Als een radiozender een bepaalde RDS functie niet verzorgt, zal het uitleesvenster “NO XXX” (bijvoorbeeld “NO PTY”) aangeven. Doorzoeken van voorkeurzenders via het programmatype U kunt afstemmen op een voorkeurzender van uw keuze door in te stellen op het gewenste programmatype. De tuner/versterker doorloopt dan het afstemgeheugen, op zoek naar een voorkeurzender die op dat moment het door u gekozen soort uitzending verzorgt. Radio-ontvangst De RDS informatie wordt alleen uitgezonden door FM zenders.* Opmerkingen 1 Druk op de PTY toets. 2 Druk op de PRESET/PTY SELECT + of PRESET/PTY SELECT – toets om in te stellen op het gewenste programmatype. Zie het hierna volgende overzicht voor nadere informatie over de programmatypen. 3 Druk nogmaals op de PTY toets. Wanneer de ontvanger zenders overloopt, verschijnen “SEARCH” en het programmatype afwisselend op het display. Wanneer de tuner/versterker een uitzending van het door u gekozen type vindt, stopt het zoeken. Als de tuner/versterker geen voorkeurzender vindt die het door u gekozen soort uitzending verzorgt, verschijnt er “NO PTY” in het uitleesvenster. wordt vervolgd Druk tijdens ontvangst van een RDS zender meermalen op de DISPLAY toets. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de RDS informatie in het uitleesvenster kringsgewijze als volgt: Zendernaam t Afstemfrequentie t Program Type indicatiea) t Radio Text indicatieb) t Huidige tijdindicatie (in 24-uurs aanduiding) t Gekozen klankbeeld a) Soort programma dat wordt uitgezonden (blz. 36). b) Tekstberichten die door de RDS zender worden uitgezonden. 35NL Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) (vervolg) Overzicht van de programmatypen Aanduiding programmatype Nieuwsuitzendingen AFFAIRS Actualiteitenprogramma’s die op de achtergronden van het huidige nieuws ingaan Uitzendingen betreffende de weersverwachting, nieuws voor consumenten, medisch advies e.d. SPORT Sportverslagen en -uitslagen EDUCATE Educatieve programma’s, met wetenswaardigheden en praktische tips DRAMA Hoorspelen en andere radioseries CULTURE Programma’s over nationale en regionale cultuur, zoals taalkwesties en sociale vraagstukken SCIENCE Uitzendingen over natuurwetenschappen en technologie VARIED Gevarieerde uitzendingen, zoals vraaggesprekken, quizprogramma’s en allerlei amusement POP M Populaire muziek ROCK M Rockmuziek EASY M “Easy listening” muziek LIGHT M Lichte klassieken, met vocale, instrumentale en koormuziek CLASSICS Klassieke muziekuitvoeringen, orkestrale werken en kamermuziek, opera enz. OTHER M Alle muziek die niet in de bovenstaande categorieën past, zoals rhythm & blues of reggae WEATHER Weerbericht FINANCE Beursberichten, financieel en zakennieuws, etc. CHILDREN Kinderprogramma’s SOCIAL Programma’s over mensen en hun bezigheden RELIGION Programma’s over godsdienst en religieuze zaken 36NL Beschrijving PHONE IN Programma’s waarin luisteraars via de telefoon of in een publiek forum kunnen reageren TRAVEL Programma’s over reizen. Niet voor aankondigingen die met de TP/TA verkeersinformatiefuncties te vinden zijn LEISURE Programma’s over vrijetijdsbesteding en hobbies als vissen, tuinieren, koken e.d. Beschrijving NEWS INFO Aanduiding programmatyp JAZZ Jazzmuziek COUNTRY Country & western muziek NATION M Programma’s met de nationale of streekmuziek van een bepaald gebied OLDIES Hits van vroeger FOLK M Folkmuziek DOCUMENT Documentaires NONE Programma’s die buiten de bovenstaande categorieën vallen Andere bedieningsfuncties Naamgeving van voorkeurzenders en beeld/geluidsbronnen 1 Voor naamgeving van een voorkeurzender Druk op TUNER en stem dan af op de radiozender waarvoor u een naam wilt invoeren. Eerst wordt er afgestemd op de laatst ontvangen zender. Als u niet weet hoe u kunt afstemmen op een voorkeurzender, volgt u de aanwijzingen onder “Afstemmen op vastgelegde voorkeurzenders” op blz. 34. Voor naamgeving van een beeld/geluidsbron Stel in op de beeld/geluidsbron (component) die u een naam wilt geven. 2 Druk op de NAME toets. 3 Voer de gewenste naam in met de instelknop en of , als volgt: Draai aan de instelknop om een letterteken te kiezen en druk dan op de toets om de cursor op de plaats van de volgende letter te zetten. Invoegen van een spatie Draai aan de instelknop tot er een spatie in het uitleesvenster verschijnt. Bij een vergissing in de letterkeuze Druk net zovaak op de of cursortoets tot de foute letter gaat knipperen en kies dan het juiste letterteken. voorkeurzenders en beeld/ geluidsbronnen waarvoor u zelfgekozen namen wilt invoeren. Opmerking (Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK) Bij FM RDS zenders kunt u de naam niet aanpassen en geen nieuwe naam invoeren. Opnemen Voor u begint, dient u te controleren of alle apparaten naar behoren zijn aangesloten. Opnemen op een audiocassette of minidisc Via deze tuner/versterker kunt u opnamen maken op een cassette of een minidisc. Zie voor nadere details van de bediening de gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of minidisc-recorder. Andere bedieningsfuncties U kunt de vastgelegde voorkeurzenders en andere beeld/geluidsbronnen van zelfgekozen namen (index name) van elk 8 letters (en cijfers) voorzien. Deze namen (zoals bijvoorbeeld “VHS”) worden dan in het uitleesvenster aangegeven wanneer u instelt op weergave van de betreffende beeld/geluidsbron. U kunt niet meer dan één naam tegelijk invoeren voor elke voorkeurzender of beeld/geluidsbron. Deze functie kan handig zijn voor het uit elkaar houden van soortgelijke apparatuur. Zo kunt u bijvoorbeeld twee videorecorders onderscheiden met de typenamen “VHS” en “8MM”. Bovendien kunt u hiermee componenten benoemen die zijn aangesloten op stekkerbussen bedoeld voor andere apparatuur, zoals een tweede CD-speler die is aangesloten op de MD/TAPE aansluitingen. 4 Druk op de ENTER toets. 5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 voor alle 1 Stel in op de geluidsbron die u wilt opnemen. 2 Breng het weergave-apparaat in gereedheid voor afspelen. Plaats bijvoorbeeld een op te nemen compact disc in de CD-speler. 3 Plaats een voor opnemen geschikte cassette of minidisc in het opnameapparaat en stel zo nodig het opnameniveau in. 4 Start het opnemen op het opnameapparaat en start dan de weergave van de geluidsbron. Opmerkingen • De instellingen die u voor weergave maakt zijn niet van invloed op de signalen die worden doorgegeven via de MD/TAPE OUT aansluitingen. • De analoge geluidssignalen van de gekozen geluidsbron worden uitgestuurd via de REC OUT aansluitingen. • Wanneer MULTI CH IN wordt gekozen, worden de analoge audiosignalen voor de huidige functie uitgevoerd via REC OUT. • U kunt geen digitale geluidssignalen opnemen met een opname-apparaat dat is aangesloten op de analoge MD/TAPE OUT aansluitingen. Voor het opnemen van digitale signalen zult u een digitaal opname-apparaat moeten aansluiten op de DIGITAL MD/TAPE OUT aansluitingen. wordt vervolgd 37NL Opnemen (vervolg) • Bepaalde geluidsbronnen kunnen zijn voorzien van een kopieerbeveiliging die het opnemen blokkeert. Een dergelijke geluidsbron zult u niet kunnen opnemen. • Wanneer MULTI CH IN wordt gekozen, worden er geen signalen uitgevoerd via DIGITAL OUT (MD/ TAPE OPTICAL OUT). Opnemen op een videocassette Met deze tuner/versterker kunt u beelden opnemen vanaf een videorecorder, TV, DVDvideospeler of laserdisc-speler. Ook bestaat de mogelijkheid om tijdens kopiëren of monteren van video-opnamen een nieuw geluidsspoor in te voegen vanaf een geluidsbron naar keuze. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van uw videorecorder of laserdisc-speler. 1 Stel in op de beeld/geluidsbron die u wilt opnemen. 2 Breng het weergave-apparaat in gereedheid voor afspelen. Plaats bijvoorbeeld de op te nemen laserdisc in de laserdisc-speler. 3 Plaats een voor opnemen geschikte 4 videocassette in de videorecorder (VIDEO 1) die u voor opnemen gebruikt. Start het opnemen op de opnamevideorecorder en start dan de weergave van de videocassette of de laserdisc die u wilt opnemen. Uitleg Tijdens kopiëren of monteren van video-opnamen vanaf een videocassette of laserdisc kunt u een nieuw geluidsspoor invoegen vanaf een geluidsbron naar keuze. Zoek op de videoband het punt op waar u het nieuwe geluid wilt invoegen, stel in op de geluidsbron en start de weergave daarvan. Het geluid van het gekozen weergave-apparaat zal op het geluidsspoor van de videoband worden opgenomen in plaats van het oorspronkelijke geluidsspoor. Om terug te keren naar het oorspronkelijke geluidsspoor voor de rest van de video-opnamen, stelt u op dezelfde wijze weer in op de video-geluidsbron. Opmerkingen • Zorg dat er zowel digitale als analoge aansluitingen zijn gemaakt op de VIDEO 2 en DVD/LD ingangen. Het is niet mogelijk analoge opnamen te maken als er alleen digitale aansluitingen zijn gemaakt. • Wanneer MULTI CH IN wordt gekozen, worden de analoge audiosignalen voor de huidige functie NL uitgevoerd via REC OUT. 38 Automatisch uitschakelen met de sluimerfunctie U kunt de tuner/versterker automatisch laten uitschakelen na een tijdsduur die u zelf kiest, zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen. Druk op de SLEEP toets van de afstandsbediening staat ingeschakeld. Telkens wanneer u op de SLEEP toets drukt, verspringt de sluimertijd als volgt: 2-00-00 t 1-30-00 t 1-00-00 t 0-30-00 t OFF Het uitleesvenster dooft nadat u de sluimertijd hebt ingesteld. Uitleg • Druk op ALT voor u op SLEEP drukt (alleen op de RM-PP411) (pagina 45). • U kunt de sluimertijd precies naar wens instellen. Druk eerst op de SLEEP toets van de afstandsbediening en stel dan de gewenste sluimertijd in met de instelknop en of van de tuner/versterker. De sluimertijd verandert met tussenstappen van 1 minuut. De maximaal instelbare tijdsduur is 5 uur lang. • Om de resterende sluimertijd voor het uitschakelen van de tuner/versterker te controleren, drukt u op de SLEEP toets. De resterende tijd tot het uitschakelen verschijnt in het uitleesvenster. Instellingen met de SET UP toets Met de SET UP toets kunt u op de volgende wijze diverse instellingen maken. 1 Druk op de SET UP toets. 2 Druk op of om de parameter te kiezen die u wilt instellen. 3 Draai aan de instelknop om de gewenste stand of instelling te kiezen. De gekozen instelling wordt automatisch in het geheugen vastgelegd. 4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle nuttige parameters naar wens hebt ingesteld. Oorspronkelijke instellingen Parameter Oorspronkelijke instelling C.MODE.AVX AV2 PRO LOGIC A.PWR – XXX MOVIE YES x CONTROL A1 automatische tunerinschakelfunctie (A.PWR – XXX) Hiermee kunt u de tuner/versterker automatisch laten inschakelen zodra er een ander apparaat dat is aangesloten via mono ministekker-kabel (blz. 13) wordt ingeschakeld en de weergave wordt gestart. Door hiervoor “NO” te kiezen, kunt u het stroomverbruik van de tuner/versterker verminderen in de gebruiksklaar-stand. x Keuze van de bedieningsstand van de afstandsbediening (C.MODE.AVX) Hiermee kunt u de bedieningsstand van de afstandsbediening omschakelen. Dit is nuttig wanneer u 2 tuner/versterkers van Sony in dezelfde kamer gebruikt. x Type 2-kanaals decodering ( PRO LOGIC ) • Bij keuze van “DOLBY PL” zorgt de tuner/ versterker voor Pro Logic decodering. Geluidsbronnen die zijn opgenomen met 2 audiokanalen worden gedecodeerd naar 4 weergavekanalen. • Bij keuze van “II MOVIE” zorgt de tuner/ versterker voor Pro Logic II speelfilm-type decodering. Deze instelling is bij uitstek geschikt voor speelfilms die zijn voorzien van Dolby Surround geluid. Bovendien is deze stand geschikt voor geluidsweergave via 5.1 kanalen bij afspelen van oude speelfilms op video en voor weergave van een gesynchroniseerd geluidskanaal in een andere taal. • In de “II MUSIC” stand zorgt de tuner/ versterker voor Pro Logic II muziek-type decodering. Deze instelling is optimaal geschikt voor normale stereo geluidsbronnen zoals muziek-CD’s. Opmerkingen Dolby Pro Logic II werkt niet met DTS of MPEG signalen. Om te beginnen De onderstaande beschrijving verklaart de basisfuncties van het CONTROL A1 bedieningssysteem. Bepaalde stereocomponenten beschikken over speciale extra functies, zoals de “CD synchroonopname” op cassettedecks, waarvoor ook CONTROL A1 aansluitingen nodig zijn. Zie daarom tevens de bij uw stereocomponent(en) geleverde gebruiksaanwijzingen. Het CONTROL A1 bedieningssysteem is ontwikkeld ter vereenvoudiging van de bediening van stereo-installaties bestaande uit afzonderlijke Sony stereo-componenten. De CONTROL A1 aansluitingen verschaffen een speciale signaalbaan voor besturingssignalen, om automatische bedieningsfuncties mogelijk te maken die men gewoonlijk slechts op geïntegreerde systemen aantreft. Op dit moment bieden de CONTROL A1 aansluitingen u met een Sony CD-speler, versterker (of tuner/versterker), minidisc-recorder en cassettedeck het gemak van de automatische geluidsbron-keuze en de synchroon-opnamestart. In de toekomst zal het CONTROL A1 aansluitsysteem gaan fungeren als een multifunctie-aansluitbus, waarmee u allerlei functies van verschillende componenten volautomatisch zult kunnen bedienen. Andere bedieningsfuncties Hiermee kiest u het type decodering dat moet worden toegepast voor 2-kanaals geluidsbronnen. Deze receiver werkt met Dolby Pro Logic II in de film- en muziekstand en kan 2-kanaalsgeluid in 5.1 channel weergeven in Dolby Pro Logic II. CONTROL A1 bedieningssysteem Opmerkingen • Het CONTROL A1 bedieningssysteem is zo ontworpen dat er geleidelijk meer en meer functies aan kunnen worden toegevoegd. Dit betekent echter niet dat de nieuwe functies ook beschikbaar zullen zijn op de aangesloten oudere apparatuur. • Gebruik geen tweeweg-afstandsbediening wanneer de CONTROL A1 aansluitingen via een PC-interface aansluitset zijn verbonden met een personal computer waarop het “MD Editor” programma of een soortgelijk toepassingsprogramma draait. Gebruik ook de aangesloten apparatuur niet op een manier die niet overeenkomt met de functies van het toepassingsprogramma, want dan kan het programma niet naar behoren werken. wordt vervolgd 39NL CONTROL A1 (vervolg) bedieningssysteem Overeenkomsten tussen CONTROL A1 en CONTROL A1 Het CONTROL A1 bedieningssysteem is uitgebracht in een vernieuwde versie, CONTROL A1 genaamd, hetgeen het standaard bedieningssysteem is voor de Sony 300-disc CDwisselaar en andere recente Sony apparatuur. Componenten met CONTROL A1 bedieningsaansluitingen en die met CONTROL A1 aansluitingen zijn onderling te verbinden en samen te gebruiken. In principe zijn de meeste functies van het CONTROL A1 bedieningssysteem ook beschikbaar in het nieuwe CONTROL A1 bedieningssysteem. Bij een onderlinge verbinding tussen CONTROL A1 aansluitingen en CONTROL A1 aansluitingen kan het aantal beschikbare bedieningsfuncties echter beperkt zijn, afhankelijk van de aangesloten apparatuur. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparatuur. Aansluitingen Verbind met behulp van mono snoeren met ministekkers de CONTROL A1 aansluitingen op het achterpaneel van elk apparaat in serie door. Zo kunt u maximaal 10 componenten die geschikt zijn voor het CONTROL A1 systeem onderling doorverbinden, in elke gewenste volgorde. Van elk type apparaat kunt u er echter slechts één tegelijk aansluiten (dus slechts 1 CD-speler, 1 minidisc-recorder, 1 cassettedeck en 1 tuner/versterker). (Afhankelijk van het model kan het wel eens mogelijk zijn meer dan één compact disc speler of minidisc-speler aan te sluiten. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de betreffende componenten.) Voorbeeld In het CONTROL A1 bedieningssysteem lopen de bedieningssignalen beide kanten op, dus er is geen verschil tussen IN en OUT aansluitingen. Als een component meer dan een CONTROL A1 aansluiting heeft, kunt u naar keuze één hiervan gebruiken, of op elk ervan een verschillende geluidscomponent aansluiten. Aansluitvoorbeelden CONTROL A1 CONTROL A1 CD-speler Minidisc-recorder Betreffende CONTROL A1 aansluitingen U kunt zonder probleem alle CONTROL A1 aansluitingen verbinden met de nieuwere CONTROL A1 aansluitingen. Voor nadere bijzonderheden over de wijze van aansluiten en de mogelijkheden wordt u verwezen naar de de gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparatuur. Betreffende de aansluitsnoeren Bij bepaalde componenten die geschikt zijn voor het CONTROL A1 systeem wordt een aansluitsnoer bijgeleverd. Dan kunt u dat snoer voor het aansluiten gebruiken. Beschikt u niet over een dergelijk bijgeleverd snoer, gebruik dan een los in de audiohandel verkrijgbaar ministekker-snoer van minder dan 2 meter lengte met (mono) ministekkers, zonder weerstand (zoals het Sony RK-G69HG aansluitsnoer). Basis-bedieningsfuncties Versterker (Tuner/ versterker) 40NL CDMinidisc- Cassettedeck Andere speler recorder component De CONTROL A1 bedieningsfuncties zullen werken zolang de te bedienen component(en) is/zijn ingeschakeld, ook al staan de andere aangesloten componenten alle uitgeschakeld. Automatische geluidsbronkeuze Opmerkingen Als u een voor het CONTROL A1 systeem geschikte Sony versterker (of tuner/versterker) hebt aangesloten op andere Sony componenten via mono ministekker-snoeren, dan zal de geluidsbron-keuzeschakelaar van de versterker (of tuner/versterker) automatisch instellen op de juiste geluidsbron, zodra u de weergavetoets van een een van de aangesloten componenten indrukt. • Zet niet meer dan één geluidsbron tegelijk in de weergave-pauzestand. • Bepaalde opname-componenten beschikken over een speciale synchroon-opnamefunctie op basis van het CONTROL A1 bedieningssysteem, zoals de “CD synchroon-opname” op cassettedecks. Zie voor nadere bijzonderheden daaromtrent de bij uw opname-component geleverde gebruiksaanwijzing. Opmerkingen Synchroon-opnamefunctie Met deze functie kunt u automatisch de weergave van de gekozen geluidsbron en de opname op een andere component tegelijk starten. Andere bedieningsfuncties • Er moet een voor het CONTROL A1 systeem geschikte Sony versterker (of tuner/versterker) zijn aangesloten via mono ministekker-snoeren om de automatische geluidsbron-keuze te kunnen gebruiken. • Deze automatische geluidsbron-keuze werkt alleen als de componenten zijn aangesloten op de ingangsaansluitingen van de versterker (of tuner/ versterker) die overeenkomen met de namen van de geluidsbron-keuzetoetsen. Op bepaalde versterkers kunt u de namen van de geluidsbron-keuzetoetsen omschakelen. Zie in dat geval voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de versterker. • Tijdens opnemen kunt u beter niet het afspelen starten van een andere component dan de opnamebron. Hierdoor zou namelijk de automatische geluidsbron-keuze overschakelen op de andere component. 1 Stel de geluidsbron-keuzeschakelaar van de versterker (of tuner/versterker) in op de geluidsbron voor weergave. 2 Zet de geluidsbron in de weergavepauzestand (let op dat het N en het X lampje beide oplichten). 3 Zet het opname-apparaat in de opnamepauzestand (REC-PAUSE). 4 Druk op de PAUSE toets van het opname-apparaat. De geluidsbron schakelt van de pauzestand over op weergave en even later begint automatisch het opnemen. Wanneer de weergave van de geluidsbron eindigt, zal het opnemen ook automatisch stoppen. 41NL Gebruik van de afstandsbediening RM-PP411 Alleen voor de modellen met landcode U, CA U kunt de RM-PP411 afstandsbediening gebruiken om de componenten van uw stereoinstallatie te bedienen. Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen TV ?/1 Voor u de afstandsbediening gebruikt SYSTEM STANDBY SLEEP VIDEO3 DVD/LD AV1 AV2 TV/SAT MD/TAPE CD/SACD TUNER VIDEO1 VIDEO2 PHONO AUX MULTI CH SOURCE SOUND FIELD PRESET AUTO DEC MODE TEST TONE 1 MPX/ DUAL 2 Aanbrengen van batterijen in de afstandsbediening 3 ANALOG DIRECT 4 2CH 5 6 SWAP/ ANGLE AUDIO 7 JUMP/ TIME 8 ENTER > 0/10 >10/11 12 D.TUNING DISC ALT - M m ANT CLEAR SEARCH MODE X N TOP MENU/ GUIDE x MUTING AV MENU MASTER VOL F ENTER/ EXECUTE PRESET/ CH/D.SKIP 9 SUBTITLE . SHIFT Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening, met de juiste polariteit van (+) en (–), zoals aangegeven in het batterijvak. Voor gebruik van de afstandsbediening richt u deze op de g afstandsbedieningssensor voorop de tuner/versterker. ?/1 AV ?/1 USE MODE P G g f O DISPLAY TV VOL RETURN/EXIT TV CH TV/ VIDEO MAIN MENU WIDE ON SCREEN Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de functies van de diverse toetsen. Uitleg Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6 maanden meegaan. Als de tuner/versterker niet meer naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het tijd alle batterijen door nieuwe te vervangen. Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie ?/1 Tuner/ versterker In- en uitschakelen van de tuner/versterker. SLEEP Tuner/ versterker Instellen van de sluimerfunctie en de tijdsduur waarna de tuner/versterker automatisch moet worden uitgeschakeld. VIDEO 1 Tuner/ versterker Videocassette-weergave. (Videorecorder 3) VIDEO 2 Tuner/ versterker Videocassette-weergave. (Videorecorder 1) Opmerkingen • Leg de afstandsbediening niet op een al te warme of vochtige plaats. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast elkaar. • Let op dat de afstandsbedieningssensor van de tuner/versterker niet wordt blootgesteld aan directe zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de afstandsbediening niet naar behoren functioneren. • Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen, om eventuele beschadiging door batterijlekkage en corrosie te voorkomen. 42NL Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie VIDEO 3 Tuner/ versterker Videocassette-weergave. (Videorecorder 2) V/v Tuner/ versterker Om een menu-item te kiezen. DVD/LD Tuner/ versterker Video-weergave van een DVD of laserdisc. B/b Tuner/ versterker Om een instelling te verrichten of te wijzigen. TV/SAT Tuner/ versterker TV-kijken, gewone of satelliet-uitzendingen. MASTER Tuner/ VOL +/– versterker De totale geluidssterkte van de tuner/versterker regelen. MD/TAPE Tuner/ versterker Afspelen van een minidisc of geluidscassette. MAIN MENU CD/SACD Tuner/ versterker Afspelen van compact discs. Druk herhaaldelijk op deze toets om één van de vijf cursor modes te kiezen: EQ, SURR, LEVEL, SET UP en NAME TUNER Tuner/ versterker Luisteren naar de radio. PHONO Tuner/ versterker Afspelen van grammofoonplaten. AUX Tuner/ versterker Luisteren naar aangesloten audio-apparatuur. MULTI CH Tuner/ versterker Om MULTI CH IN te kiezen. Kies 2e AV-uitgang. TEST TONE Tuner/ versterker Indrukken voor weergave van de testtoon. PRESET Tuner/ versterker Keuze van het vooringestelde klankbeeld (b.v. Cinema Studio EX A, B, C). AUTO DEC Tuner/ versterker Keuze van de AUTO DECODING mode. MPX/ DUAL Tuner/ versterker Keuze van dubbel mono of tweetalig geluid bij Digital Dolby of DTS, enz. ANALOG Tuner/ DIRECT versterker Keuze van 2CH ANALOG DIRECT. 2CH Keuze van de 2CH mode. Tuner/ versterker MODE +/– Tuner/ versterker Keuze van een klankbeeld. SHIFT Meermalen indrukken om een geheugengroep te kiezen voor het vastleggen van of afstemmen op een voorkeurzender. Tuner/ versterker D.TUNING Tuner/ versterker Directe keuze van een bekende radiozender. MUTING Tuner/ versterker Demping van het geluid van de tuner/versterker. AV ?/1 SYSTEM STANDBY (Druk AV ?/1 en ?/1 tegelijk in) 1-9 en 0/10 Tuner/ versterker Om de menu’s van de tuner/versterker op het TVscherm te laten verschijnen. TV-toestel/ In- en uitschakelen van Videorecorder/ de audio- en videoCD-speler/ apparatuur. Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DVD-speler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck Gebruik van de afstandsbediening RM-PP411 SOURCE Tuner/ versterker ON SCREEN Tuner/ versterker Tuner/ Zet de tuner/versterker en versterker andere Sony audio/ TV-toestel/ video-componenten af. Videorecorder/ Satelliet-ontvanger/ CD-speler/ Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DVD-speler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck/ Cassettedeck Tuner/ versterker Samen met de “SHIFT” toets indrukken voor keuze van een voorkeurzendernummer tijdens directe afstemming (DIRECT TUNING) of geheugenafstemming (MEMORY). CD-speler/ Keuze van beeld/ Video-CD speler/ muziekstuknummers. Laserdisc-speler/ Toets 0 voor beeld/ Minidiscmuziekstuk 10. recorder/ DAT-cassettedeck TV-toestel/ Keuze van Videorecorder/ zendernummers. Satelliet-ontvanger >10/11 CD-speler/ Keuze van beeld/ Video-CD speler/ muziekstuknummers Laserdisc-speler/ boven de 10. Minidisc-recorder/ Cassettedeck wordt vervolgd 43NL Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen (vervolg) Afstandsbedie- Bedient ningstoets AUDIO SWAP*/ ANGLE Functie TV-toestel/ Schakelt het geluid om naar Videorecorder/ naar Multiplex, Tweetalig DVDof Multikanaals TV-geluid. videospeler TV-toestel Verwisselen van het hoofdbeeld en het inzetbeeld. Afstandsbedie- Bedient ningstoets m/M CD-speler/ Beeld/muziekstukken Video-CD speler/ doorzoeken (voor- of DVD-speler/ achterwaarts). Laserdisc-speler/ Minidisc-recorder Video-CD speler/ Snel vooruit of DAT-cassettedeck/ terugwaarts zoeken. Cassettedeck N Videorecorder/ Beginnen met afspelen. CD-speler/ Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DVD-speler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck/ Cassettedeck X Videorecorder/ Pauzeren van de weergave CD-speler/ of opname. Video-CD speler/ (Ook voor beginnen met Laserdisc-speler/ opnemen vanuit de DVD-speler/ opnamepauzestand.) Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck/ Cassettedeck x Videorecorder/ Stoppen met afspelen. CD-speler/ Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DVD-speler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck/ Cassettedeck DVD-videospeler Kiest de kijkhoek of wijzigt de hoeken. JUMP/ TIME TV-toestel Overschakelen tussen de vorige en de huidige zander. CD-speler/ Toont de tijd of de Video-CD speler/ speelduur van de disc, enz. DVD-videospeler PRESET CH/ Tuner/ versterker Doorzoeken en kiezen van voorkeurzenders. D. SKIP +/– TV-toestel/ Keuze van Videorecorder/ voorkeurzenders. Satelliet-ontvanger CD-speler/ Wisselen van discs Video-CD speler (alleen voor een CDDVD-videospeler/ wisselaar). Minidisc-recorder ENTER TV-toestel/ Videorecorder/ Satelliet-ontvanger/ Laserdisc-speler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck/ Cassettedeck Na keuze van een zender, disc of beeld/muziekstuk met de cijfertoetsen, drukt u hierop om uw keuze in te voeren. DISC CD-speler/ Keuze van discs (alleen Video-CD speler voor een CD-wisselaar). ANT Videorecorder/ Keuze van het Video-CD speler uitgangssignaal van de antenne-aansluiting: TV-ontvangst of videoweergave. ./> Videorecorder/ Doorgaan naar een ander CD-speler/ beeld/muziekstuk. Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DVD-videospeler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck/ Cassettedeck * Alleen voor Sony TV’s met met beeld-in-beeld (inzetbeeld) functie. 44NL Functie DISPLAY TV-toestel/ Om informatie op het Videorecorder/ TV-scherm te selecteren. Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DVD-videospeler RETURN/ Video-CD-speler/ Om terug te keren naar het EXIT Laserdisc-speler/ vorige menu. DVD-speler Satelliet-ontvanger Om het menu te sluiten. SUBTITLE DVD–speler Om de ondertitels te veranderen. Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie CLEAR DVD -speler Indrukken wanneer u zich van cijfertoets hebt vergist of om terug te keren naar continu weergave enz. SEARCH DVD MODE -speler Kiest de zoekstand. Druk hierop om de zoekeenheid (track, index, enz.) te kiezen. TOP MENU/ DVD GUIDE -speler Om de DVD titel te tonen. AV MENU Videorecorder/ Om het menu te tonen. Satelliet-ontvanger/ DVD-videospeler O Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DVD-speler V/v/B/b Videorecorder/ Om een menu-item te kiezen. Satelliet-ontvanger/ DVD-videospeler Indrukken om terug te gaan naar het vorige menu of het menu te sluiten. TV ?/1 TV-toestel Om de TV aan of uit te zetten. -/-- TV-toestel Keuze van een enkelcijfer of twee-cijfer zendernummer. TV VOL +/– TV-toestel Om het volume van de TV te regelen. TV CH +/– TV-toestel Kies een TVvoorinstelzender. TV/ VIDEO TV-toestel Keuze van het ingangssignaal voor weergave: TV-ontvangst of video-weergave. WIDE TV-toestel Inschakelen van de breedbeeldfunctie. USE MODE Afstandsbediening De afstandsbediening instellen. AV1 en AV2 Afstandsbediening Kies de werkingsstand van de afstandsbediening. ALT Afstandsbediening Wijzigt de afstandsbedieningsfunctie om de toetsen met oranje opschrift te activeren. • Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd staan werken niet met bepaalde tuner/ versterkermodellen. • De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als voorbeeld. Sommige componenten werken dan ook niet of worden anders bediend dan hierboven beschreven. • Om de toetsen met oranje opdruk te kunnen gebruiken, moet u eerst op ALT drukken. • De functies TV/SAT, PHONO, SOURCE, MPX/ DUAL, ANALOG DIRECT, 12 en ON SCREEN werken niet met de instelling. Kies de werkingsstand van de afstandsbediening Stel de afstandsbedieningsstand in met de USE MODE toets en de afstandsbedieningstoetsen. Bedieningsstand kiezen U kunt de afstandsbedieningsstand (AV1 of AV2) kiezen. Wanneer tuner/versterker en afstandsbediening op een andere manier worden bediend, werkt de tuner/versterker niet met de afstandsbediening. Druk op 1 (AV1) (of 2 (AV2)) terwijl u USE MODE ingedrukt houdt. Het controlelampje licht eenmaal (tweemaal voor AV2) op en de bedieningsstand verandert. De werkingsstand van de afstandsbediening kiezen Druk op USE MODE. Controleer de afstandsbediening aan de hand van de indicator. Stand Indicator licht op AV1 eenmaal AV2 tweemaal Fabrieksinstellingen van de afstandsbediening herstellen Gebruik van de afstandsbediening RM-PP411 ENTER/ Videorecorder/ Keuze bevestigen. EXECUTE Satelliet-ontvanger/ DVD-videospeler Opmerkingen Druk =/1, AV =/1 en MASTER VOL tegelijk in. De indicator licht 3 keer op en dooft vervolgens. 45NL Afstandsbediening programmeren U kunt de afstandsbediening programmeren om andere componenten dan van het merk Sony te bedienen door de code te wijzigen. Eens de stuursignalen werden gememoriseerd, kunt u deze componenten gebruiken als onderdeel van uw systeem. U kunt de afstandsbediening bovendien programmeren voor Sony componenten die niet met de afstandsbediening kunnen worden bediend. Merk op dat de afstandsbediening alleen werkt met componenten die infrarood stuursignalen kunnen ontvangen. 1 Druk op AV ?/1 terwijl u USE MODE ingedrukt houdt. De indicator licht op. 2 Druk op de componentkeuzetoets (inclusief TV ?/1) voor de component die u wilt bedienen. Druk bijvoorbeeld op CD/SACD om een CD-speler te bedienen. 3 Voer de cijfercode (of één van de codes indien er meer dan één code is) die overeenkomt met de component en het merk van de component die u wilt bedienen in met de cijfertoetsen. Raadpleeg de tabellen op pagina 47 en 48 voor informatie over de cijfercode(s) voor de component en het merk van de component (het eerste cijfer en de laatste twee cijfers van de code staan respectievelijk voor categorie en merk.) 4 Druk op ENTER. Wanneer de cijfercode is geverifieerd, knippert de indicator tweemaal traag en verlaat de afstandsbediening automatisch de programmeerstand. 46NL 5 Herhaal stap 1 tot 4 om andere componenten te bedienen. Programmeren annuleren Druk in een willekeurige stap op USE MODE. De afstandsbediening verlaat automatisch de programmeerstand. De functie activeren na programmering. Druk op de programmatoets om de gewenste functie te activeren. Controleer het volgende indien het programmeren mislukt: • Indien de indicator niet oplicht in stap 1, zijn de batterijen bijna leeg. Vervang beide batterijen. • Indien de indicator 4 keer kort na elkaar knippert terwijl de cijfercode wordt ingevoerd, is er een fout opgetreden. Begin opnieuw vanaf stap 1. Opmerkingen • De indicator dooft wanneer er een geldige toets wordt ingedrukt. • Indien er in stap 2 verscheidene componentkeuzetoetsen worden ingedrukt, is alleen de laatst ingedrukte toets geldig. • Wanneer u in stap 2 op druk TV ?/1, worden alleen de TV VOL +/–, TV CH +/–, TV/VIDEO en WIDE toetsen geherprogrammeerd. • Indien er in stap 3 een componentkeuzetoets wordt ingedrukt, wordt de nieuwe functie gekozen en keert de programmeerprocedure terug naar het begin van stap 3. • Voor de cijfercodes zijn alleen de eerste drie ingevoerde cijfers geldig. Het geheugen van de afstandsbediening wissen Om alle geprogrammeerde en geleerde signalen te wissen, gaat u als volgt tewerk om de fabrieksinstellingen te herstellen. Druk ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL – tegelijk in. De indicator knippert 3 keer en dooft vervolgens. De cijfercodes komen overeen met de component en het merk van de component. Een DAT-cassettedeck bedienen SONY 203 Gebruik de cijfercodes in de onderstaande tabel voor het bedienen van niet-Sony componenten en Sony componenten die normaal niet met de afstandsbediening werken. Doordat het afstandsbedieningssignaal dat een component aanvaardt afhankelijk is van model en bouwjaar, kan aan een component meer dan één cijfercode zijn toegekend. Probeer andere codes wanneer een bepaalde code niet werkt. PIONEER 219 Merk Code(s) Een Minidisc-recorder deck bedienen Merk Code(s) SONY 301 DENON 302 JVC 303 KENWOOD 304 Opmerkingen • De cijfercodes zijn gebaseerd op de meest recente informatie die voor elk merk beschikbaar is. Toch is het mogelijk dat uw component niet reageert op sommige of alle codes. • Met sommige componenten zijn niet alle functies van de afstandsbediening beschikbaar. Merk Code(s) SONY 101, 102, 103 DENON 104, 123 JVC KENWOOD 105, 106, 107 108, 109, 110 Merk Code(s) SONY 201, 202 DENON 204, 205 KENWOOD 206, 207, 208, 209 NAKAMICHI 210 PANASONIC 216 PHILIPS 211, 212 PIONEER 213, 214 TECHNICS 215, 216 YAMAHA 217, 218 MAGNAVOX 111, 116 MARANTZ 116 Een Laserdisc-speler bedienen ONKYO 112, 113, 114 Merk PANASONIC 115 SONY 601, 602, 603 PHILIPS 116 PIONEER 606 PIONEER 117 Code(s) TECHNICS 115, 118, 119 Een Video CD-speler bedienen YAMAHA 120, 121, 122 Merk Code(s) SONY 605 wordt vervolgd Gebruik van de afstandsbediening RM-PP411 Een CD-speler bedienen Een cassettedeck bedienen 47NL Afstandsbediening programmeren (vervolg) Een TV bedienen Merk Code(s) Een videorecorder bedienen SONY 501 DAEWOO 504, 505, 506, 507, 515, 544 Merk Code(s) SONY 701, 702, 703, 704, 705, 706 AIWA 710, 750, 757, 758 AKAI 707, 708, 709, 759 BLAUPUNKT 740 EMERSON 711, 712, 713, 714, 715, 716, 750 FISHER 717, 718, 719, 720 GENERAL ELECTRIC 721, 722, 730 GOLDSTAR 723, 753 GRUNDIG 724 HITACHI 722, 725, 729, 741 ITT/NOKIA 717 JVC 726, 727, 728, 736 MAGNAVOX 730, 731, 738 MITSUBISHI/MGA 732, 733, 734, 735 NEC 736 PANASONIC 729, 730, 737, 738, 739, 740 PHILIPS 729, 730, 731 PIONEER 729 RCA/PROSCAN 722, 729, 730, 731, 741, 747 FISHER 508 GOLDSTAR 503, 511, 512, 515, 534, 544 GRUNDIG 517, 534 HITACHI 513, 514, 515, 544 ITT/NOKIA 521, 522 JVC 516 MAGNAVOX 503, 518, 544 MITSUBISHI/MGA 503, 519, 544 NEC 503, 520, 544 PANASONIC 509, 524 PHILIPS 515, 518 PIONEER 509, 525, 526, 540 RCA/PROSCAN 510, 527, 528, 529, 544 SAMSUNG 503, 515, 531, 532, 533, 534, 544 SANYO 508, 545 SHARP 535 TELEFUNKEN 523, 536, 537, 538 THOMSON 530, 537, 539 TOSHIBA 535, 540, 541 ZENITH 542, 543 SAMSUNG 742, 743, 744, 745 SANYO 717, 720, 746 SHARP 748, 749 Een satelliettuner of kabeldecoder bedienen TELEFUNKEN 751, 752 Merk TOSHIBA 747, 755, 756 SONY 801, 802 ZENITH 754 JERROLD/G.I. 806, 807, 808, 809, 810, 811, 812, 813, 814 PANASONIC 818 RCA 805, 819 S. ATLANTA 815, 816, 817 Een DVD-videospeler bedienen Merk Code(s) SONY 401, 402, 403 PANASONIC 406, 408 PHILIPS 407 PIONEER 409 TOSHIBA 404 DENON 405 48NL Code(s) Gebruik van de afstandsbediening RM-U305C Uitgezonderd de modellen met landcode U, CA U kunt de RM-U305C afstandsbediening gebruiken om de componenten van uw stereoinstallatie te bedienen. Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen AV ?/1 SLEEP ?/1 SYSTEM STANDBY Voor u de afstandsbediening gebruikt VIDEO 1 VIDEO FUNCTION VIDEO 2 VIDEO 3 DVD/LD TV/SAT PHONO MD/TAPE FN SHIFT AUX CD/SACD TUNER 1 MENU F 2 G 4 7 8 SHIFT 9 RETURN 0 >10 – /– – Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening, met de juiste polariteit van (+) en (–), zoals aangegeven in het batterijvak. Voor gebruik van de afstandsbediening richt u deze op de g afstandsbedieningssensor voorop de tuner/versterker. g 6 f TITLE Aanbrengen van batterijen in de afstandsbediening 3 ENTER 5 POSITION SWAP = + – SUB CH + ENTER D.TUNING D.SKIP/ CH/PRESET 0 ) DISPLAY P IN P 9 ( DISC JUMP WIDE TV/ VIDEO P p SOUND FIELD 2CH AUTO DEC – MODE + ANT TV/VTR MULTI/2CH A. DIRECT MUTING ] } Gebruik van de afstandsbediening RM-U305C MASTER TEST TONE MAIN MENU VOL MENU } ] Uitleg Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6 maanden meegaan. Als de tuner/versterker niet meer naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het tijd alle batterijen door nieuwe te vervangen. Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de functies van de diverse toetsen. Opmerkingen • Leg de afstandsbediening niet op een al te warme of vochtige plaats. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast elkaar. • Let op dat de afstandsbedieningssensor van de tuner/versterker niet wordt blootgesteld aan directe zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de afstandsbediening niet naar behoren functioneren. • Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen, om eventuele beschadiging door batterijlekkage en corrosie te voorkomen. Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie SLEEP Tuner/ versterker Instellen van de sluimerfunctie en de tijdsduur waarna de tuner/ versterker automatisch moet worden uitgeschakeld. ?/1 Tuner/ versterker In- en uitschakelen van de tuner/versterker. wordt vervolgd 49NL Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen (vervolg) Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie TEST TONE Tuner/ versterker Indrukken voor weergave van de testtoon. MAIN Tuner/ versterker Druk herhaaldelijk op deze toets om één van de vijf cursor modes te kiezen: EQ, SURR, LEVEL, SET UP of NAME. Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie VIDEO/ Tuner/ VIDEO 1* versterker Videocassette-weergave. (Videorecorder 3) VIDEO 2* Tuner/ versterker Videocassette-weergave. (Videorecorder 1) VIDEO 3* Tuner/ versterker Videocassette-weergave. (Videorecorder 2) MENU </> Tuner/ versterker Om een menu item te kiezen. DVD/LD Tuner/ versterker Video-weergave van een DVD of laserdisc. MENU +/– Tuner/ versterker Om een te verrichten of te wijzigen TV/SAT Tuner/ versterker TV-kijken, gewone of satelliet-uitzendingen. MASTER Tuner/ VOL +/– versterker PHONO* Tuner/ versterker Afspelen van grammofoonplaten. De totale geluidssterkte van de tuner/versterker regelen. AV ?/1 MD/TAPE* Tuner/ versterker Afspelen van een minidisc of geluidscassette. AUX Luisteren naar aangesloten audio-apparatuur. Tuner/ versterker CD/SACD Tuner/ versterker Afspelen van compact discs. TUNER Tuner/ versterker Luisteren naar de radio. SHIFT Tuner/ versterker Meermalen indrukken om een geheugengroep te kiezen voor het vastleggen van of afstemmen op een voorkeurzender. D.TUNING Tuner/ versterker Directe keuze van een bekende radiozender. AUTO DEC Tuner/ versterker Om de AUTO DECODING mode te kiezen. MODE +/– Tuner/ versterker Keuze van een klankbeeld. 2CH Om 2CH mode te kiezen. Tuner/ versterker MULTI/ 2CH Tuner/ A. DIRECT versterker Om MULTI CH IN te kiezen. MUTING Tuner/ versterker Demping van het geluid van de tuner/versterker. * De VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, PHONO en MD/TAPE functic werkt met 2 toetsen. Om een bovenvermelde functie te kiczen, druktu tegelijkertijd op FN SHIFT (function shift) en de gewenste functictocts. Druk bijvoorbeeld op FN SHIFT en CD/SACD om de MD/TAPE functie te kiezen. 50NL SYSTEM STANDBY (Druk AV ?/1 en ?/1 tegelijk in) 0-9 TV-toestel/ In- en uitschakelen van Videorecorder/ de audio- en videoCD-speler/ apparatuur. Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DVD-speler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck Tuner/ Zet de tuner/versterker en versterker Sony audio/videoTV-toestel/ componenten af. Videorecorder/ satelliet-outvanger/ CD-speler/ Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DVD-speler/ minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck/ cassettedeck Tuner/ versterker Samen met de “SHIFT” toets indrukken voor keuze van een voorkeurzendernummer tijdens directe afstemming (DIRECT TUNING) of geheugenafstemming (MEMORY). CD-speler/ Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck Keuze van beeld/ muziekstuknummers. Toets 0 voor beeld/ muziekstuk 10. TV-toestel/ Keuze van Videorecorder/ zendernummers. Satelliet-ontvanger >10 CD-speler/ Keuze van beeld/ Video-CD speler/ muziekstuknummers Laserdisc-speler/ boven de 10. Minidisc-recorder/ Cassettedeck Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie ENTER TV-toestel/ Na keuze van een zender, Videorecorder/ disc of beeld/muziekstuk Satelliet-ontvanger/ met de cijfertoetsen, Laserdisc-speler/ drukt u hierop om uw Minidisc-recorder/ keuze in te voeren. DAT-cassettedeck/ Cassettedeck D. SKIP/ CH/ PRESET/ +/– Tuner/ versterker Doorzoeken en kiezen van voorkeurzenders. m/M CD-speler/ Beeld/muziekstukken Video-CD speler/ doorzoeken (voor- of DVD-videospeler achterwaarts). Videorecorder/ Snel vooruit of Laserdisc-speler/ terugwaarts zoeken. Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck/ Cassettedeck N Videorecorder/ Pauzeren van de CD-speler/ weergave of opname. Video-CD speler/ (Ook voor beginnen met Laserdisc-speler/ opnemen vanuit de DVD-videospeler/ opnamepauzestand.) Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck/ Cassettedeck x Videorecorder/ Stoppen met afspelen. CD speler/ Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DVD-videospeler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck/ Cassettedeck Cassettedeck Doorgaan met afspelen van de andere kant. Videorecorder/ Beginnen met afspelen. CD speler/ Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DVD-videospeler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck/ Cassettedeck DISPLAY TV-toestel/ Om informatie op het TVVideorecorder/ scherm te selecteren. Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DVD-videospeler ANT TV/VTR Videorecorder Keuze van het uitgangssignaal van de antenne-aansluiting: TV-ontvangst of videoweergave. DISC CD-speler TITLE DVD-videospeler Om de DVD titel te tonen. MENU DVD-videospeler Om het DVD menu te tonen. ENTER DVD-videospeler Invoeren van uw keuze. Keuze van discs (alleen voor een CD-wisselaar). RETURN DVD-videospeler Indrukken om terug te gaan naar het vorige menu of het menu te sluiten. V/v/B/b DVD-videospeler Om een menu-item te kiezen. -/-- TV-toestel Keuze van een enkelcijfer of twee-cijfer zendernummer. wordt vervolgd Gebruik van de afstandsbediening RM-U305C ./> Videorecorder/ Doorgaan naar een ander CD-speler/ beeld/muziekstuk. Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DVD-videospeler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck/ Cassettedeck Functie X TV-toestel/ Keuze van Videorecorder/ voorkeurzenders. Satelliet-ontvanger CD-speler/ Wisselen van discs Video-CD speler/ (alleen voor een CDDVD-videospeler/ wisselaar). Minidisc-recorder n Afstandsbedie- Bedient ningstoets 51NL Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen (vervolg) Afstandsbedie- Bedient ningstoets Functie POSITION**TV-toestel Verplaatsen van het inzetbeeld. SWAP** TV-toestel Verwisselen van het hoofdbeeld en het inzetbeeld. SUB CH +/–** TV-toestel Keuze van het zendernummer voor het inzetbeeld. P IN P** TV-toestel Inschakelen van de inzetbeeldfunctie. component die u aan de componentkeuzetoets wilt toekennen (bijvoorbeeld 4 - Cassettedeck). JUMP TV-toestel Overschakelen tussen de vorige en de huidige zender. De volgende cijfertoetsen zijn bedoeld om de functies te selecteren: WIDE TV-toestel Inschakelen van de breedbeeldfunctie. Bedienen Drukt u op CD-speler 1 Keuze van het ingangssignaal voor weergave: TV-ontvangst of video-weergave. DAT-cassettedeck 2 Minidisc-recorder 3 Cassettedeck A 4 Cassettedeck B 5 TV/VIDEO TV-toestel ** Alleen voor Sony TV’s met beeld-in-beeld (inzetbeeld) functie. Opmerkingen • Wanneer een componentkeuzetoets VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, DVD/LD wordt ingedrukt, kan de ingangsmode van de TV mogelijk nict naar de gewenste mode overschakelen. Druk dan op de TV/VIDEO toets om de ingangsmode van de TV te wijzlgen. • Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd staan werken niet met bepaalde tuner/ versterkermodellen. • De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als voorbeeld. Sommige componenten werken dan ook niet of worden anders bediend dan hierboven beschreven. • De functies TV/SAT en PHONO werken niet met de instelling. Aanpassen van de fabrieksinstelligen van de componentkeuzetoetsen 52 Merk op dat de instellingen van de TUNER en FN SHIFT (VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, PHONO en MD/TAPE) componentkeuzetoetsen niet kunnen worden gewijzigd worden gewijzigd. Als de fabrieksinstellingen voor de componentkeuzetoetsen niet overeenkomen met de componenten van uw stereo-installatie, kunt u deze instellingen wijzigen. Als u bijvoorbeeld beschikt over een minidiscrecorder en een cassettedeck, maar geen CDspeler, dan kunt u de functie van de CD/SACD toets zonder bezwaar omschakelen naar bediening van uw cassettedeck. NL 1 Houd de componentkeuzetoetsen waarvan u de toewijzing wilt veranderen, ingedrukt (bijvoorbeeld CD/SACD). 2 Druk op de betreffende toets van de Laserdisc-speler 6 Videorecorder (afstandsbedieningsstand VTR 1*) 7 Videorecorder (afstandsbedieningsstand VTR 2*) 8 Videorecorder (afstandsbedieningsstand VTR 3*) 9 TV-toestel DSS (digitale satelliet-ontvanger) DVD-speler Video-CD speler 0 >10 ENTER . * Sony videorecorders worden bediend in een VTR 1, 2 of 3 stand. Deze bedieningsstanden komen overeen met resp. Beta, 8mm en VHS. Nu kan het cassettedeck worden bediend met de CD/SACD-toets. Een toets in de fabrieksinstelling zetten Voer de bovenstaande procedure opnieuw uit. Alle componentkeuzetoetsen in de fabrieksinstelling zetten Druk tegelijk op ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL –. Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Mocht u verder nog vragen of problemen met de bediening van de tuner/versterker hebben, aarzel dan niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Veiligheid Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terechtkomen, trek dan de stekker van de tuner/ versterker uit het stopcontact en laat het apparaat eerst door een onderhoudsmonteur controleren, alvorens het weer in gebruik te nemen. Stroomvoorziening • Controleer, alvorens de tuner/versterker in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje op het achterpaneel van de tuner/versterker. • Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit, blijft er spanning op het apparaat staan, ook al is de tuner/versterker zelf uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt de tuner/versterker geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken; trek nooit aan het snoer. • Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten. Hitte in het inwendige Opstelling • Zet de tuner/versterker op een goed geventileerde plaats, met voldoende luchtdoorstroming om de inwendige onderdelen te koelen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. • Plaats de tuner/versterker niet dichtbij een warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd plaatsen met veel stof, vocht en mechanische trillingen of schokken. • Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatieopeningen aan de bovenzijde kan blokkeren, in het belang van een storingsvrije werking. Aansluiten Voor het maken van enige aansluiting, schakelt u eerst de tuner/versterker uit en trekt u de stekker uit het stopcontact. Schoonmaken Reinig de behuizing, het voorpaneel en de bedieningsorganen met een zachte doek, licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen oplosmiddelen zoals wasbenzine of alcohol (spiritus). Als bij het gebruik van de tuner/versterker een van de volgende problemen zich voordoet, neemt u dan de controlepunten even door om het probleem te verhelpen. Zie ook de paragraaf “Controleren van de aansluitingen” op blz. 22 om zeker te stellen dat alle aansluitingen in orde zijn. Mocht de storing niet zo gemakkelijk te verhelpen zijn, raadpleeg dan a.u.b. de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Geen of heel zwak geluid, ongeacht de gekozen component. • Controleer of de luidsprekers en componenten goed zijn aangesloten. • Controleer of de tuner/versterker en de andere apparaten allemaal zijn ingeschakeld. • Controleer of de MASTER VOLUME knop niet in de VOL MIN stand staat. • Controleer of de SPEAKERS A/B toets niet op “SP. OFF” staat en correct is ingesteld volgens uw SPEAKERS FRONT systeem (blz. 24). • Druk op de MUTING toets om de geluiddemping uit te schakelen. • Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten. • Het beveiligingscircuit van de tuner/versterker is in werking getreden, vanwege kortsluiting (“PROTECT” knippert). Schakel de tuner/ versterker uit, verhelp de kortsluiting en schakel het apparaat weer in. Aanvullende informatie Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan worden, wijst dat niet op storing in de werking. Vooral bij afspelen op hoog volume kunnen de boven-, onder- en zijpanelen na verloop van tijd heet worden. Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan. Verhelpen van storingen Een bepaalde geluidsbron is niet te horen. • Controleer of de geluidsbron juist is aangesloten op de audio-ingangen voor het betreffende apparaat. • Controleer of alle stekkers van de aansluitsnoeren stevig in de stekkerbussen zitten, zowel bij de tuner/versterker als bij het geluidsbron-apparaat zelf. • Controleer of de tuner/versterker wel is ingesteld op de juiste geluidsbron. wordt vervolgd 53NL Verhelpen van storingen (vervolg) Er komt geen geluid uit een van de voorluidsprekers. Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES stekkerbus om te controleren of de hoofdtelefoon wel geluid geeft (blz. 24). Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts via één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis zijn met de aansluitingen van het weergave-apparaat op de tuner/versterker. Controleer dan of alle stekkers van het aansluitsnoer aan beide zijden, op de tuner/ versterker en de geluidsbron zelf, stevig in de stekkerbussen zijn gestoken. Als de hoofdtelefoon wel via beide kanalen geluid geeft, kan er iets mis zijn met de aansluiting van de niet werkende luidspreker op de tuner/versterker. Controleer dan de aansluitingen van de luidspreker die geen geluid geeft. De actieve lagetonen-luidspreker geeft geen geluid. Er zal niet altijd geluid worden uitgestuurd via de SUB WOOFER aansluiting, afhankelijk van het gekozen klankbeeld (blz. 60). Het akoestiekeffect werkt niet. Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld (druk op de MODE toets). Er wordt geen Dolby Digital of DTS meerkanaalsgeluid weergegeven. • Controleer of de afgespeelde DVD disc e.d. wel is voorzien van Dolby Digital of DTS meerkanaals-geluid. • Bij aansluiten van een DVD videospeler e.d. op de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/ versterker dient u ook te zorgen dat de audioinstellingen (voor de geluidsweergave) van het aangesloten apparaat goed zijn ingesteld. Het opnemen lukt niet. De weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld. • Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. • Stel de weergave evenwichtig in met de parameters van het LEVEL menu. Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden. • Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. • Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een transformator of een motor en ten minste 3 meter van een TV-toestel of tl-verlichting. • Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de buurt van een ingeschakeld TV-toestel. • Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil. Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus of zuivere alcohol. De midden- en/of surround luidsprekers produceren geen of slechts een heel zwak geluid. • Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld (druk op de MODE toets). • Kies een klankbeeld met het woord “C.ST.EX” in de naam (zie blz. 25 t/m 26). • Stel de geluidssterkte van de luidspreker wat hoger in (zie blz. 22). • Zorg dat de parameter voor het midden- of surround-luidsprekerformaat staat ingesteld op “SMALL” of “LARGE” (zie blz. 19). 54NL • Controleer of de betrokken apparaten naar behoren zijn aangesloten. • Kies de broncomponent met de componentkeuzetoetsen. • Controleer of INPUT MODE op “ANALOG” staat alvorens op te nemen van een digitale component die is verbonden met de analoge MD/TAPE aansluitingen. • Controleer of INPUT MODE op “COAX IN” of “OPT IN” (blz. 23) staat alvorens op te nemen vaneen digitale component die is verbonden met de digitale DIGITAL MD/TAPE OUT aansluitingen. Hoe een laserdisc-speler aan te sluiten via een RF demodulator. Sluit eerst de laserdisc-speler aan op een RF demodulator en verbind dan de optische of coaxiale digitale uitgang van de RF demodulator met de ingangsaansluiting van de tuner/versterker. Bij deze aansluitmethode dient u de INPUT MODE ingangskeuze met de hand in te stellen (blz. 23). De tuner/versterker kan niet altijd goed werken als de INPUT MODE staat ingesteld op “AUTO IN”. Zie voor nadere bijzonderheden over de DOLBY DIGITAL RF aansluitingen ook de gebruiksaanwijzing van de RF demodulator. De FM radio-ontvangst klinkt niet goed. Installeer een FM buitenantenne en sluit deze aan op de tuner/versterker met een 75-ohm coaxiaalkabel (niet bijgeleverd), zoals hieronder aangegeven. Als u de tuner/versterker aansluit op een buitenantenne dient deze zorgvuldig geaard te worden, ter bescherming tegen blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding; gezien de kans op een gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk. FM buitenantenne Tuner/versterker ANTENNA AM FM 75Ω COAXIAL Aardingsdraad (niet bijgeleverd) naar een aardpunt Het afstemmen op een radiozender lukt niet. De RDS informatiefuncties werken niet.* • Controleer of de tuner/versterker wel is afgestemd op een RDS informatiezender op de FM afstemband. • Stem af op een krachtiger FM RDS zender. De gewenste RDS informatie verschijnt niet in het uitleesvenster.* • Stel de tuner/versterker op de juiste beeld/ geluidsbron in. • Stel het TV-toestel in op de gewenste beeldweergave. • Zet het TV-toestel iets verder van de audioapparatuur vandaan. De afstandsbediening werkt niet. • De TV/SAT, PHONO, SOURCE, MPX/DUAL, ANALOG DIRECT, 12 en ON SCREEN toetsen op de afstandsbediening zijn niet beschikbaar. (Alleen bij de RM-PP411) • De TV/SAT en PHONO toetsen op de afstandsbediening zijn niet beschikbaar. (Alleen bij de RM-U305C) • Richt de afstandsbediening recht op de afstandsbedieningssensor voorop de tuner/ versterker. • Controleer of de werkingsstand van de afstandsbediening overeenkomt met die van de tuner/versterter (blz. 38 en 45). (Alleen bij de RM-PP411). • Controleer of u AV1 kiest als bedieningsstand van de receiver (blz. 38). (Alleen bij de RM-U305C). • Verwijder eventuele obstakels tussen de afstandsbediening en de tuner/versterker. • Als de batterijen in de afstandsbediening leeg kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe. • Controleer of u wel de juiste toets op de afstandsbediening hebt ingedrukt. • Als de afstandsbediening staat ingesteld op bediening van alleen het TV-toestel, kies dan eerst met de componentkeuzetoets op de afstandsbediening een andere beeld/geluidsbron dan de TV, dan kunt u daarna het gewenste apparaat bedienen. • Druk op MAIN MENU op de afstandsbediening voor u de receiver bedient met de V/v/B/b toetsen. (Alleen bij de RM-PP411). * Alleen voor de modellen met landcode CEL, CEK. Aanvullende informatie • Controleer of de antennes goed zijn aangesloten. Verstel zonodig de stand van de antennes en sluit een buitenantenne aan. • Mogelijk is de signaalsterkte te gering voor ontvangst (bij gebruik van de automatische zoekafstemming). Gebruik de directe afstemming. • Zorg dat het afsteminterval juist ingesteld (bij het afstemmen op AM radiozenders met directe afstemming). • Er zijn nog geen zenders vooringesteld of de vastgelegde voorkeurzenders zijn uit het geheugen gewist (bij gebruik van de geheugenafstemming). Leg de gewenste zenders in het afstemgeheugen vast (blz. 34). • Druk op de DISPLAY toets zodat de afstemfrequentie in het uitleesvenster verschijnt. Op het TV-scherm is geen beeld of slechts een onduidelijk beeld zichtbaar. Het tuner/versterkergeheugen wissen Voor wissen van Leest u Het gehele geheugen blz. 17 De zelf aangepaste klankbeelden blz. 31 Neem contact op met de radiozender en informeer of deze wel of geen RDS signalen uitzendt. Ook zenders die gewoonlijk wel RDS informatie uitzenden kunnen deze soms tijdelijk buiten werking stellen. 55NL Technische gegevens Versterker-gedeelte UITGANGSVERMOGEN Modellen met landcode U of CA Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave (aan 8 ohm van 20 Hz – 20 kHz, bij 0,09 % THV) 100 W + 100 W Muziekvermogen, referentie (aan 8 ohm van 1 kHz, bij 0,7 % THV) FRONT1): 100 W/ch CENTER1): 100 W 100 W/ch SURR1): Frequentiebereik MULTI CH IN, CD/SACD, AUX, MD/TAPE, DVD/LD, VIDEO 1, 2, 3 10 Hz – 70 kHz ±0.5/–2 dB (zonder klankbeeld, toonregeling of basversterking) Ingangen (Analoog) MULTI CH IN, CD/SACD, AUX, MD/TAPE, DVD/LD, VIDEO 1, 2, 3 Gevoeligheid: 250 mV Impedantie: 50 kOhm Signaal/ruisverhouding3): 96 dB (A, 250 mV4)) 3) INPUT SHORT (ingangen kortgesloten) (zonder klankbeeld, toonregeling of basversterking). 4) Netwerk-gewogen, ingangsniveau. Modellen met landcode CEL, CEK Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV) 100 W + 100 W2) Ingangen (Digitaal) DVD/LD (Coaxiaal) Muziekvermogen, referentie2) (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV) FRONT1): 100 W/ch CENTER1): 100 W 100 W/ch SURR1): VIDEO 2, CD/SACD, MD/TAPE (Optisch) Modellen met andere landcodes Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,7 % THV) 100 W + 100 W2) Muziekvermogen, referentie2) (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 10 % THV) FRONT1): 120 W/ch CENTER1): 120 W SURR1): 120 W/ch 1) Afhankelijk van de klankbeeld-instellingen en de geluidsbron kan er soms hierdoor geen geluid worden weergegeven. 2) Gemeten onder de volgende omstandigheden: 56NL Landcode Stroomvoorziening E2/E3, AU 240 V wisselstroom, 50 Hz SP, CEL, CEK, AR 230 V wisselstroom, 50 Hz TW 110 V wisselstroom, 60 Hz MX 120 V wisselstroom, 60 Hz Uitgangen (Analoog) MD/TAPE (OUT), VIDEO 1 (AUDIO OUT) SUB WOOFER Gevoeligheid: – Impedantie: 75 kOhm Signaal/ruisverhouding: 100 dB (A, 20 kHz LPF) Gevoeligheid: – Impedantie: – Signaal/ruisverhouding: 100 dB (A, 20 kHz LPF) Uitgangsspanning: 250 mV Impedantie: 10 kOhm Uitgangsspanning: 2 V Impedantie: 1 kOhm Uitgangen (Digitaal) MD/TAPE (Optisch) Gevoeligheid: – EQ toonregeling Versterking: ±6 dB, in stappen van 1 dB FM tuner-gedeelte Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch Tussenfrequentie 10,7 MHz Gevoeligheid Mono: Stereo: 18,3 dBf, 2,2 µV/75 ohm 38,3 dBf, 22,5 µV/75 ohm 5) Het afsteminterval van de AM band kunt u omschakelen tussen 9 kHz en 10 kHz, als volgt. Stem af op een AM radiozender en schakel de tuner/versterker uit. Houd vervolgens de PRESET TUNING + toets ingedrukt en schakel het apparaat zo weer in met de ?/1 toets. Bij het omschakelen van het afsteminterval worden alle voorkeurzenders uit het geheugen gewist. Om het afsteminterval terug te schakelen naar de oorspronkelijke 10 kHz (of 9 kHz), herhaalt u deze stappen. Bruikbare gevoeligheid 11,2 dBf, 1 µV/75 ohm Signaal/ruisverhouding Mono: 76 dB Stereo: 70 dB Harmonische vervorming bij 1 kHz Mono: 0,3 % Stereo: 0,5 % Kanaalscheiding 45 dB bij 1 kHz Frequentiebereik 30 Hz – 15 kHz, +0,5/–2 dB Selectiviteit 60 dB bij 400 kHz AM tuner-gedeelte Video-gedeelte Ingangen Video: S-video: 1 Vt-t, 75 ohm Y: 1 Vt-t, 75 ohm C: 0,286 Vt-t, 75 ohm Y: 1 Vt-t, 75 ohm PB B-Y: 0,7 Vt-t, 75 ohm PR R-Y: 0,7 Vt-t, 75 ohm Component Video: Uitgangen Video: S-video: 1 Vt-t, 75 ohm Y: 1 Vt-t, 75 ohm C: 0,286 Vt-t, 75 ohm Y: 1 Vt-t, 75 ohm PB B-Y: 0,7 Vt-t, 75 ohm PR R-Y: 0,7 Vt-t, 75 ohm Component Video: Afstembereik Modellen met landcode U of CA Bij 10 kHz afsteminterval: 530 – 1710 kHz5) Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1710 kHz5) Modellen met landcode SP, CEL, CEK, TW, AU Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1602 kHz Antenne Kaderantenne Tussenfrequentie 450 kHz Bruikbare gevoeligheid 50 dB/meter (bij 1.000 kHz of 999 kHz) Aanvullende informatie Modellen met landcode E2/E3, AR, MX Bij 10 kHz afsteminterval: 530 – 1610 kHz5) Bij 9 kHz afsteminterval: 531 – 1602 kHz5) Algemeen Stroomvoorziening Landcode Stroomvoorziening U, CA, MX 120 V wisselstroom, 60 Hz CEL, CEK 230 V wisselstroom, 50/60 Hz SP, AR 220 – 230 V wisselstroom, 50/60 Hz E2/E3 120/220/240 V wisselstroom, 50/60 Hz TW 110 V wisselstroom, 50/60 Hz AU 240 V wisselstroom, 50 Hz Signaal/ruisverhouding 54 dB (bij 50 mV/meter) Harmonische vervorming 0,5 % (bij 50 mV/meter, 400 Hz) Selectiviteit Bij 9 kHz: Bij 10 kHz: 35 dB 40 dB Stroomverbruik Landcode Stroomverbruik U, MX 210 W CA 300 VA CEL, CEK 180 W AU, E2/E3, SP, AR TW 450 W Stroomverbruik (in de gebruiksklaar-stand) 0,5 W (als “A.PWR” in het SET UP menu op “NO” staat) (blz. 38). wordt vervolgd 57NL Technische gegevens (vervolg) Netstroomuitgangen Landcode Netstroomuitgangen U, CA 1 uitschakelbaar, maximaal 120 W/1 A SP, CEL, CEK, E2/E3, TW, AU, MX 1 uitschakelbaar, maximaal 100 W Afmetingen (b/h/d) 430 × 157,5 × 308,5 mm, incl. uitstekende onderdelen en knoppen Gewicht (ca.) 7,5 kg Bijgeleverd toebehoren FM draadantenne (1) AM kaderantenne (1) Afstandsbediening (1) • RM-PP411 (Alleen voor de modellen met landcode U, CA) • RM-U305C (Uitgezonderd de modellen met landcode U, CA) R6 (AA-formaat) batterijen (2) Zie voor nadere bijzonderheden over de landcode van uw uitvoering de beschrijving op blz. 4. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. 58NL Tabel voor de instellingen met de SURR, LEVEL, EQ en SET UP toetsen Voor het bijregelen van de akoestiek kunt u de onderstaande instellingen maken met de LEVEL, SURR, EQ en SET UP toetsen, de instelknop en / . De tabel toont de parameters, elk met hun eigen instelbereik. Druk op Druk op of om instelling te kiezen Draai de instelknop naar om instelling te kiezen SURR EFFECT afhankelijk van het klankbeeld (in 15 stappen) 29 L +8 tot R +8 (in stappen van 1) 29 LEVEL L R BAL. L/R XXX CTR XXX dB –10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB) SUR.R. XXX dB –10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB) S.W. XXX dB –10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB) D. RANGE EQ SET UP –10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB) SUR.L. XXX dB L.F.E. XXX dB COMP. XXX OFF, –20 dB tot 0 dB (in stappen van 1 dB) OFF, 0,1 tot 0,9 (in stappen van 0,1), STD, MAX FRONT BASS GAIN –6 dB tot +6 dB (in stappen van 1 dB) FRONT TREBLE GAIN –6 dB tot +6 dB (in stappen van 1 dB) L C SL SW C (FRONT) (CENTER) SR (SURROUND) (SUB WOOFER) S.W. XXX R DIST. XX.X m DIST. XX.X m DIST. XX.X m LARGE, SMALL LARGE, SMALL, NO YES, NO tussen 1 meter en 12 meter (stappen van 0,1 meter)1) R DIST. en 1,5 meter tussen L (stappen van 0,1 meter)2) R DIST. en 4,5 meter tussen L (stappen van 0,1 meter)3) SR SL SR PL. XXX SIDE, MID, BEHD. SL SR HGT. XXX LOW, HIGH PRO LOGIC A.PWR–XXX 18 LARGE, SMALL, NO SL C.MODE.AVX 31 AV1, AV2 DOLBY PL, II MOVIE, II MUSIC YES, NO 38 Aanvullende informatie L R Blz. 1) Bij de modellen met landcode U of CA: tussen 3 voet en 40 voet (in stappen van 1 voet) R DIST. en 5 voet (in stappen van 1 voet) 2) Bij de modellen met landcode U of CA: tussen L R DIST. en 15 voet (in stappen van 1 voet) 3) Bij de modellen met landcode U of CA: tussen L 59NL Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden De bijgeregelde SURR akoestiekparameters en EQ parameters worden voor elk klankbeeld afzonderlijk vastgelegd. < SURR > EFFECT LEVEL < EQ > < FRONT > BASS GAIN TREBLE GAIN 2CH ST. z z AUTO DEC. z z NORM.SURR. z z C.ST.EX A z z z C.ST.EX B z z z C.ST.EX C z z z HALL z z z JAZZ z z z CONCERT z z z GAME z z z MULTI CH IN PCM96K De bijgeregelde LEVEL luidsprekerniveau-parameters gelden voor alle klankbeelden. < LEVEL FRONT BAL > CENTER LEVEL SUR.L. LEVEL SUR.R. LEVEL S. WOOFER LEVEL LFE MIX1) D.RANGE COMP1) 2CH ST. z z z AUTO DEC. z z z z z z z NORM.SURR. z z z z z z z C.ST.EX A z z z z z z z C.ST.EX B z z z z z z z C.ST.EX C z z z z z z z HALL z z z z z2) z z JAZZ z z z z z2) z z CONCERT z z z z z2) z z GAME z z z z z z z MULTI CH IN z z z z z PCM96K z 1) Deze parameters kunnen niet altijd instelbaar zijn of niet altijd het gewenste effect hebben, afhankelijk van de geluidsbron. Zie voor nadere bijzonderheden de gedetailleerde beschrijving onder “Aanpassen van de luidsprekerniveau-parameters” (op blz. 29). 2) Bij deze klankbeelden zal de lagetonen-luidspreker geen geluid geven als het formaat van de voorluidsprekers op “LARGE” staat ingesteld. De lagetonen-luidspreker zal alleen wel geluid geven bij weergave van digitale signalen met een afzonderlijk LFE (Low Frequency Effect) lagetonen-kanaal. 60NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179

Sony STR-DE685 de handleiding

Type
de handleiding

Andere documenten