Documenttranscriptie
Inhoud
Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneer-product.
Lees de instructies in deze handleiding goed door om ervoor te zorgen dat u het toestel op
de juiste manier leert bedienen. Als u de instructies heeft gelezen, bewaar deze handleiding
dan op een veilige plaats zodat u hem altijd bij de hand heeft voor later.
Voor u begint
Informatie over dit toestel 103
Informatie over deze handleiding 103
Bij problemen 104
Kenmerken 104
Informatie over WMA 105
Informatie over AAC 105
Productregistratie 105
Het toestel tegen diefstal beveiligen 105
– Het voorpaneel verwijderen 106
– Het voorpaneel bevestigen 106
De microprocessor resetten 106
De DSP-instelling wijzigen 107
Informatie over de demofuncties 107
– Functie tegengesteld 107
– Functiedemo 108
Gebruik en onderhoud van de
afstandsbediening 108
– De batterij plaatsen 108
– De afstandsbediening gebruiken 108
– FUNCTION-toets en AUDIO-toets 109
Wat is wat
Hoofdtoestel 110
Afstandsbediening 110
Tuner
Naar de radio luisteren 114
Inleiding tot de bediening van de
geavanceerde tunerfuncties 115
Zenderfrequenties opslaan 115
Frequenties van de sterkste zenders
opslaan 116
Zenders selecteren uit de lijst met
voorkeuzezenders 116
RDS
Inleiding tot de RDS-bediening 118
Alternatieve frequenties kiezen 119
– PI-zoeken gebruiken 119
– Automatische PI-zoekfunctie voor
voorkeuzezenders gebruiken 119
– Alleen zenders met regionale
programmering zoeken 120
Verkeersberichten ontvangen 120
PTY-functies gebruiken 121
– Een RDS-zender via PTY-informatie
zoeken 121
– Onderbreking door nieuwsberichten
gebruiken 121
– PTY-nooduitzendingen ontvangen 122
Radiotekst gebruiken 122
– Radiotekst weergeven 122
– Radiotekst opslaan en oproepen 122
PTY-lijst 123
Ingebouwde CD-speler
Een CD afspelen 124
Een fragment direct selecteren 124
Inleiding tot de geavanceerde bediening van
de ingebouwde CD-speler 125
Herhaalde weergave 125
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 125
Fragmenten op een CD scannen 126
Het afspelen van een CD onderbreken 126
Een zoekmethode selecteren 126
Elk 10e fragment op de huidige disc
zoeken 126
Functies voor disctitels gebruiken 127
– Disctitels invoeren 127
– Disctitels weergeven 128
CD TEXT-functies gebruiken 128
– Tekstinformatie op een CD-TEXT-disc
weergeven 128
Nl
Nederlands
Basishandelingen
Het toestel inschakelen 112
Signaalbron selecteren 112
Een disc plaatsen 112
Het volume afstellen 113
Het toestel uitschakelen 113
Op sterke signalen afstemmen 117
99
Inhoud
– Tekstinformatie over het display laten
schuiven 128
– Fragmenten uit de lijst met
fragmenttitels selecteren 129
MP3/WMA/AAC/WAV-speler
MP3/WMA/AAC/WAV-bestanden
afspelen 130
Een fragment in de huidige map direct
selecteren 131
Inleiding tot de geavanceerde bediening van
de ingebouwde CD-speler (MP3/WMA/
AAC/WAV) 132
Herhaalde weergave 132
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 133
Mappen en fragmenten scannen 133
Het afspelen van MP3/WMA/AAC/WAVbestanden onderbreken 133
Een zoekmethode selecteren 134
Elk 10e fragment in de huidige map
zoeken 134
Tekstinformatie op een MP3/WMA/AAC/WAVdisc weergeven 134
– Bij het afspelen van een MP3/WMA/
AAC-disc 134
– Bij het afspelen van een WAVdisc 135
Tekstinformatie over het display laten
schuiven 135
Fragmenten uit de lijst met bestandsnamen
selecteren 135
Multi-CD-speler
Een CD afspelen 136
Een fragment direct selecteren 137
Multi-CD-speler voor 50 discs 137
Inleiding tot de geavanceerde bediening van
de multi-CD-speler 137
Herhaalde weergave 138
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 138
100
Nl
CD’s en fragmenten scannen 138
Het afspelen van een CD onderbreken 139
ITS-speellijsten gebruiken 139
– Een speellijst met ITS-programmering
samenstellen 139
– De ITS-speellijst afspelen 140
– Een fragment uit de ITS-speellijst
verwijderen 140
– Een CD uit de ITS-speellijst
verwijderen 140
Functies voor disctitels gebruiken 141
– Disctitels invoeren 141
– Disctitels weergeven 142
– Discs selecteren uit de
disctitellijst 142
CD TEXT-functies gebruiken 142
– Tekstinformatie op een CD-TEXT-disc
weergeven 142
– Tekstinformatie over het display laten
schuiven 142
– Fragmenten uit de lijst met
fragmenttitels selecteren 143
Muziek op de iPod afspelen
Naar muziek op de iPod luisteren 144
Naar een song bladeren 144
– Een song zoeken 145
– Een speellijst selecteren 145
Tekstinformatie op de iPod weergeven 145
Geavanceerde bediening van een iPodadapter 146
Herhaalde weergave 147
Songs in willekeurige volgorde afspelen
(shuffle) 147
Een song onderbreken 147
TV-tuner
Televisie kijken 148
Inleiding tot de bediening van de
geavanceerde functies van de TVtuner 149
Zenders opslaan 149
Inhoud
De sterkste zenders op volgorde
opslaan 149
Zenders selecteren uit de lijst met
voorkeuzezenders 150
DVD-speler
Een disc afspelen 151
Een disc selecteren 151
Een map selecteren 151
Inleiding tot de bediening van de
geavanceerde functies van de DVDspeler 152
Herhaalde weergave 152
Het afspelen van een disc onderbreken 153
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 153
Fragmenten op een CD/MP3/WMA
scannen 153
De ITS-speellijst en functies voor disctitels
gebruiken 154
Functies voor disctitels gebruiken 154
– Disctitels invoeren 154
Nederlands
Audio-instellingen
Bedieningsstanden 155
– Aanduidingen voor de
bedieningsstand 155
Stand driewegnetwerk
155
– Audio eenvoudig aanpassen 155
– Audio fijn afstemmen 155
Standaardstand
155
– Audio eenvoudig aanpassen 155
– Audio fijn afstemmen 156
Extra functies 156
Inleiding tot de audio-instellingen 156
Het linker- en rechterkanaal aanpassen 157
Positiekeuze-instelling 158
Balansinstelling
158
Balansinstelling
158
Tijduitlijning 159
– Tijduitlijning aanpassen 159
Informatie over de audionetwerkfunctie
160
– Instelbare parameters 160
– Opmerking over aanpassingen aan het
audionetwerk 161
– Luidsprekers (filters) dempen 162
– Het audionetwerk aanpassen 162
Het uitgangssignaal van de subwoofer
163
– De subwoofer-uitgang 163
– De subwoofer-instellingen
aanpassen 164
– De afval (demping) van het low pass
filter aanpassen 164
Het high pass filter
165
– Luidsprekers (filters) dempen 165
– Het high pass filter voor de
luidsprekers voorin instellen 165
– Het high pass filter voor de
luidsprekers achterin instellen 165
BBE-geluid gebruiken 166
BMX en compressie 167
De auto-equalizer 167
Equalizercurven oproepen 167
De equalizercurven aanpassen 168
De 16-bands grafische equalizer
aanpassen 168
De loudness aanpassen 169
Automatische volumeaanpassing 169
Het bronniveau aanpassen 169
Automatische TA en EQ-meting
(automatische tijduitlijning en instelling
van de equalizer) 170
– Voordat u een automatische TA en EQmeting uitvoert 170
– Een automatische TA en EQ-meting
uitvoeren 171
Begininstellingen
De begininstellingen aanpassen 173
De taal van het display selecteren 173
De klok instellen 173
Nl
101
Inhoud
In- en uitschakelen van het uitklokdisplay 174
De FM-afstemstap instellen 174
De automatische PI-zoekfunctie in- of
uitschakelen 174
De waarschuwingstoon in- of
uitschakelen 175
Het voorpaneel automatisch openen 175
De externe aansluiting in- of
uitschakelen 175
De dimmer in- of uitschakelen 175
De helderheid aanpassen 176
Vervormd geluid corrigeren 176
Audiofuncties resetten 176
Het geluid tijdelijk uitschakelen/
dempen 176
De interne versterker instellen 177
De functiedemo inschakelen 177
De functie tegengesteld inschakelen 177
Ever Scroll inschakelen 178
Overige functies
De AUX-signaalbron gebruiken 179
– Informatie over AUX1 en AUX2 179
– AUX als signaalbron selecteren 179
– De AUX-titel instellen 179
De verschillende entertainment-displays
gebruiken 180
De PGM-knop gebruiken 181
Aanvullende informatie
Foutmeldingen van de ingebouwde CDspeler 182
Foutmeldingen tijdens automatische TA en
EQ-meting 182
Zorg voor uw CD-speler 183
CD-R/CD-RW-discs 183
MP3-, WMA-, AAC- en WAV-bestanden 184
– Aanvullende informatie over MP3 185
– Aanvullende informatie over
WMA 185
– Aanvullende informatie over AAC 185
102
Nl
– Aanvullende informatie over WAV 185
Informatie over mappen en MP3/WMA/AAC/
WAV-bestanden 186
Begrippen 187
Technische gegevens 189
Hoofdstuk
Voor u begint
01
LET OP
Deponeer dit product niet bij het gewone huishoudelijk afval wanneer u het wilt verwijderen.
Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschreven verzamelsysteem voor de juiste behandeling, het opnieuw bruikbaar maken en de
recycling van gebruikte elektronische producten.
In de 25 lidstaten van de EU, Zwitserland en
Noorwegen kunnen particulieren hun gebruikte elektronische producten gratis bij de
daarvoor bestemde verzamelplaatsen of een
verkooppunt (indien u aldaar een gelijkwaardig nieuw product koopt) inleveren.
Indien u zich in een ander dan bovengenoemd
land bevindt kunt u contact opnemen met de
plaatselijke overheid voor informatie over de
juiste verwijdering van het product.
Zodoende zorgt u ervoor dat het verwijderde
product op de juiste wijze wordt behandeld,
opnieuw bruikbaar wordt gemaakt, t gerecycleerd en het niet schadelijk is voor de gezondheid en het milieu.
Informatie over dit toestel
Informatie over deze
handleiding
Dit toestel beschikt over een aantal geavanceerde functies voor superieure ontvangst en
bediening. Alle functies zijn ontworpen om het
gebruik zo eenvoudig mogelijk te maken, maar
ze spreken niet altijd voor zich. Deze bedieningshandleiding helpt u om alles uit het toestel te halen.
Nl
Nederlands
De frequenties waarop de tuner van dit toestel
kan worden afgestemd, zijn in gebruik in Europa, Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Oceanië. Gebruik van het toestel in andere
gebieden kan een slechte ontvangst tot gevolg
hebben. De RDS-functie (radiodatasysteem)
werkt alleen in gebieden waar de FM-zenders
RDS-signalen uitzenden.
! Zorg ervoor dat dit apparaat niet met vloeistof
in aanraking komt. Een elektrische schok kan
daarvan het gevolg zijn. Bovendien kan dit leiden tot rookvorming en oververhitting, waardoor het apparaat beschadigd raakt.
! “KLASSE 1 LASERPRODUCT”
! Dit product bevat een laserdiode van een hogere klasse dan 1. Uit veiligheidsoverwegingen mag u de behuizing niet verwijderen en
niet proberen toegang te krijgen tot de binnenzijde van het toestel. Laat alle onderhoudswerkzaamheden over aan gekwalificeerd
personeel.
! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in
Duitsland gebruikt.
! Houd deze handleiding bij de hand zodat u de
bedieningsprocedures en de te nemen voorzorgsmaatregelen kunt opzoeken.
! Houd het volume altijd laag genoeg om geluiden van buiten de auto te kunnen blijven
horen.
! Bescherm dit toestel tegen vocht.
! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg raakt,
zal het voorkeuzegeheugen worden gewist en
zult u het toestel opnieuw moeten
programmeren.
103
Hoofdstuk
01
Voor u begint
We raden u aan om u met de functies en de
bediening van de functies vertrouwd te maken
door deze handleiding te lezen voordat u het
toestel gaat gebruiken. Het is met name belangrijk dat u de teksten met WAARSCHUWING en LET OP in deze handleiding leest
en dat u zich aan deze teksten houdt.
WMA-bestanden afspelen
U kunt WMA-bestanden op CD-ROM/CD-R/
CD-RW afspelen (standaardopnamen ISO9660
niveau 1/niveau 2).
Bij problemen
WAV-bestanden afspelen
U kunt WAV-bestanden op CD-ROM/CD-R/CDRW afspelen (lineaire PCM (LPCM)/MS
ADPCM opnamen).
Als dit product niet naar behoren functioneert,
kunt u uw leverancier of het dichtstbijzijnde erkende servicestation van Pioneer raadplegen.
Kenmerken
CD’s afspelen
U kunt met dit toestel CD’s/CD-R’s/CD-RW’s
afspelen.
MP3-bestanden afspelen
U kunt MP3-bestanden op CD-ROM/CD-R/CDRW afspelen (standaardopnamen ISO9660 niveau 1/niveau 2).
! Dit product is uitsluitend bedoeld voor nietcommercieel privé-gebruik. Het mag niet in
een commerciële omgeving worden gebruikt voor uitzendingen (over land, via satelliet, kabels en/of andere media), voor
uitzendingen via internet, intranet en/of andere netwerken, of in andere elektronische
distributiesystemen zoals betaalradio of
audio-op-aanvraagtoepassingen. Hiervoor
heeft u een aparte licentie nodig. Kijk voor
meer informatie op
http://www.mp3licensing.com.
104
Nl
AAC-bestanden afspelen
U kunt AAC-bestanden op CD-ROM/CD-R/CDRW afspelen (standaardopnamen ISO9660 niveau 1/niveau 2).
RDS-ontvanger (radiodatasysteem)
De RDS-ontvanger van dit toestel ontvangt de
uitgezonden RDS-informatie.
Geluid van hoge kwaliteit
Dit toestel is voorzien van een geavanceerd
DSP-systeem voor een heldere en realistische
geluidsweergave.
IP-BUS voor het bedienen van andere
apparaten
Via dit toestel kunt u ieder ander Pioneer-toestel met IP-BUS bedienen, zoals een multi-CDspeler, DVD-speler en TV-tuner.
! Sommige Pioneer-toestellen kunt u niet volledig bedienen via dit toestel. Raadpleeg
voor meer informatie uw dichtstbijzijnde leverancier.
iPod-compatibiliteit
Als u dit toestel in combinatie met een iPodadapter van Pioneer gebruikt (CD-IB100), kunt
u een iPod met een dock connector bedienen.
! iPod is een handelsmerk van Apple Computer, Inc., gedeponeerd in de V.S. en andere
landen.
Hoofdstuk
Voor u begint
Informatie over WMA
Het logo Windows Media™ dat op de doos is
afgedrukt, geeft aan dat dit toestel WMA-gegevens kan afspelen.
WMA staat voor Windows Media Audio en verwijst naar de audiocompressietechnologie die
door Microsoft Corporation is ontwikkeld.
WMA-gegevens kunnen met de Windows
Media Player versie 7 of hoger worden gecodeerd.
Windows Media en het Windows-logo zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
01
Dit toestel speelt AAC-bestanden af die zijn
gecodeerd door iTunes® versie 4.8 en eerder.
iTunes® is een handelsmerk van Apple Computer, Inc., gedeponeerd in de V.S. en andere
landen.
Productregistratie
Hier vindt u onze site:
! Registreer uw product. Wij bewaren de gegevens van het product dat u heeft aangeschaft zodat u deze eenvoudig kunt
opvragen als u die nodig mocht hebben
voor de verzekering, bijvoorbeeld na verlies
of diefstal.
Opmerkingen
! Een juiste werking van dit toestel is afhankelijk
van de toepassing waarmee u WMA-bestanden heeft gecodeerd.
! Afhankelijk van de versie van de Windows
Media Player die is gebruikt om WMA-bestanden te coderen, kan het voorkomen dat albumtitels en andere tekstinformatie niet goed
worden weergegeven.
AAC staat voor Advanced Audio Coding en
verwijst naar een standaard voor audiocompressietechnologie die wordt gebruikt met
MPEG-2 en MPEG-4.
U kunt verschillende toepassingen gebruiken
om AAC-bestanden te coderen, maar deze toepassingen gebruiken verschillende bestandsformaten en extensies bij het coderen.
Om diefstal te voorkomen, kunt u het voorpaneel van het hoofdtoestel verwijderen en in het
meegeleverde beschermende foedraal bewaren.
! Als het voorpaneel niet binnen vijf seconden na het uitschakelen van het contact
van het hoofdtoestel is verwijderd, klinkt er
een waarschuwingstoon klinken en wordt
het voorpaneel automatisch geopend.
! U kunt deze waarschuwingstoon uitschakelen. Zie De waarschuwingstoon in- of uitschakelen op bladzijde 175.
! U kunt het automatisch openen uitschakelen. Zie Het voorpaneel automatisch openen
op bladzijde 175.
Nl
Nederlands
Informatie over AAC
Het toestel tegen diefstal
beveiligen
105
Hoofdstuk
01
Voor u begint
Belangrijk
! Bij het verwijderen en aanbrengen van het
voorpaneel mag u in geen geval kracht gebruiken of het display en de toetsen stevig vastgrijpen.
! Stel het voorpaneel niet aan grote schokken
bloot.
! Stel het voorpaneel niet bloot aan direct zonlicht en hoge temperaturen.
! Een paar seconden nadat het contact wordt
in- of uitgeschakeld, beweegt het voorpaneel
automatisch. Houd op dat moment uw handen uit de buurt om te voorkomen dat uw vingers door het paneel ingeklemd zouden
worden.
! Bij het verwijderen van het voorpaneel houdt
u de geribbelde openingsknop aan de achterzijde ervan ingedrukt terwijl u het voorpaneel
naar voren trekt.
Openingsknop
3 Doe het voorpaneel in het meegeleverde beschermende foedraal om het veilig
te bewaren.
Het voorpaneel bevestigen
1 Zorg dat de binnenste afdekking gesloten is.
2 Plaats het voorpaneel terug door het
op zijn plaats te klemmen.
Het voorpaneel verwijderen
1 Druk op EJECT om het voorpaneel te
openen.
Als er een disc in het toestel is geplaatst, kunt
u het voorpaneel openen zonder de disc uit te
werpen door EJECT ingedrukt te houden.
De microprocessor resetten
2 Druk op de openingsknop en schuif het
voorpaneel in uw richting om het te verwijderen.
Pak het voorpaneel niet te stevig vast, laat het
niet vallen en bescherm het tegen water en andere vloeistoffen om permanente schade te
voorkomen.
106
Nl
De microprocessor moet in de volgende gevallen worden gereset:
! Als u dit toestel voor de eerste keer gebruikt
nadat u het heeft geïnstalleerd
! Als het toestel niet naar behoren werkt
! Als er vreemde of onjuiste berichten op het
scherm verschijnen
Hoofdstuk
Voor u begint
% Druk met een pen of een ander puntig
voorwerp op RESET.
01
Opmerking
Zelfs als u het toestel loskoppelt of de microprocessor reset, blijven de audio-instellingen minimaal één dag in het geheugen van het toestel
bewaard. Raadpleeg Audiofuncties resetten op
bladzijde 176 voor meer informatie over het resetten van de audio-instellingen.
RESET-toets
De DSP-instelling wijzigen
Dit toestel heeft twee bedieningsstanden: de
stand driewegnetwerk (NW) en de standaardstand (STD). U kunt naar wens tussen deze
standen schakelen. De DSP-instelling is aanvankelijk ingesteld op de standaardstand
(STD).
! U moet de microprocessor resetten nadat u
een andere DSP-instelling heeft gekozen.
WAARSCHUWING
Gebruik het toestel niet in de standaardstand als
er een luidsprekersysteem voor de stand driewegnetwerk op het toestel is aangesloten. Hierdoor
kunnen de luidsprekers beschadigd raken.
Dit toestel beschikt over twee demonstratiefuncties: de functie tegengesteld en de functiedemo.
Belangrijk
De rode draad (ACC) van dit toestel moet worden
aangesloten op een aansluiting die is gekoppeld
aan de aan/uit-stand van het contactslot. Anders
loopt u het risico dat de accu leeg raakt.
Functie tegengesteld
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
handeling uitvoert, worden de displaykleuren
omgekeerd weergegeven en veranderen deze
elke 10 seconden. Als u op BAND drukt als
het toestel is uitgeschakeld en het contactslot
op ACC of ON staat, wordt de functie tegengesteld geannuleerd. Druk opnieuw op BAND
om de functie tegengesteld te starten.
! U kunt dit ook doen door De functie tegengesteld inschakelen in Begininstellingen uit
te voeren. Raadpleeg De functie tegengesteld inschakelen op bladzijde 177 voor
meer informatie.
Nl
Nederlands
% De DSP-schakelaar bevindt zich aan de
zijkant van het toestel. Gebruik een schroevendraaier met een dunne standaardkop
om deze in de gewenste stand te brengen.
Informatie over de
demofuncties
107
Hoofdstuk
01
Voor u begint
Functiedemo
De functiedemo start automatisch als dit toestel is uitgeschakeld terwijl het contactslot op
ACC of ON staat. Als u op DISPLAY drukt terwijl de functiedemo actief is, wordt deze uitgeschakeld. Druk opnieuw op DISPLAY om de
functiedemo te starten. Let op: de accu kan
leeglopen als de functiedemo geactiveerd blijft
terwijl de motor uit staat.
! U kunt dit ook doen door De functiedemo
inschakelen in Begininstellingen uit te voeren. Raadpleeg De functiedemo inschakelen
op bladzijde 177 voor meer informatie.
! Verwijder de batterij als de afstandsbediening
langer dan een maand niet wordt gebruikt.
! De batterij mag niet worden opgeladen of uit
elkaar worden gehaald en mag niet worden
blootgesteld aan hitte en vuur.
! Raak de batterij niet aan met metalen gereedschap.
! Bewaar de batterij niet bij metalen materialen.
! Als de batterij lekt, moet u de afstandsbediening helemaal schoon vegen en een nieuwe
batterij plaatsen.
! Als u gebruikte batterijen weggooit, zorg dan
dat u dit doet overeenkomstig de wettelijke bepalingen of milieuregels die in uw land of
regio gelden.
Gebruik en onderhoud van
de afstandsbediening
De batterij plaatsen
Verwijder de schuif uit de achterzijde van de
afstandsbediening en plaats de batterij met de
pluspool (+) en de minpool (–) in de juiste
richting.
! Als u de afstandsbediening voor de eerste
keer gebruikt, moet u eerst het plastic uit
de schuif trekken.
De afstandsbediening gebruiken
Wijs met de afstandsbediening in de richting
van het voorpaneel.
! De afstandsbediening kan minder goed
werken in direct zonlicht.
Belangrijk
WAARSCHUWING
Houd de batterij buiten bereik van kinderen. Roep
onmiddellijk de hulp van een arts in als de batterij
per ongeluk wordt ingeslikt.
LET OP
! Gebruik alleen een lithium CR2025 (3 V)-batterij.
108
Nl
! Bewaar de afstandsbediening niet op plaatsen
met hoge temperaturen of in direct zonlicht.
! Laat de afstandsbediening niet op de grond
vallen, omdat deze dan onder het rem- of gaspedaal terecht kan komen.
Hoofdstuk
Voor u begint
FUNCTION-toets en AUDIO-toets
U kunt de gewenste functie ook met de
FUNCTION-toets en de AUDIO-toets op de afstandsbediening selecteren. De bediening van
de FUNCTION-toets en de AUDIO-toets op de
afstandsbediening verschilt van de bediening
van de MULTI-CONTROL op het hoofdtoestel.
Bij gebruik van de afstandsbediening kunt u
de functies als volgt doorlopen om de gewenste functie te kiezen.
01
terste high pass filter)—R.HPF 2 (drempelfrequentie achterste high pass filter)—BBE (BBE)
—BMX (BMX en compressie)—A.EQ (autoequalizer aan/uit)—ASL (automatische volumeaanpassing)—SLA (bronniveauregeling)
Opmerking
Raadpleeg Inleiding tot de audio-instellingen op
bladzijde 156.
Gebruik van de FUNCTION-toets
% Druk op FUNCTION om de gewenste
functie te selecteren (bijv. de ingebouwde
CD-speler).
Druk herhaaldelijk op FUNCTION om te schakelen tussen de volgende functies:
Play mode (herhaalde weergave)—
Random mode (willekeurige weergave)—
Scan mode (scanweergave)—Pause (pauze)
—Search mode (zoekmethode)—
TitleInput "A" (disctitel invoeren)
Opmerking
Raadpleeg Inleiding tot de geavanceerde bediening
van de ingebouwde CD-speler op bladzijde 125.
Gebruik van de AUDIO-toets
Nederlands
% Druk op AUDIO en selecteer de gewenste functie.
Druk herhaaldelijk op AUDIO om te schakelen
tussen de volgende functies:
Standaardstand
F/B (balansinstelling)—POSI (positiekeuze)—
TA1 (instelling tijduitlijning)—TA2 (aanpassing tijduitlijning)—LOUD (loudness)—EQ 1
(grafische equalizer)—EQ 2 (16-bands grafische equalizer)—SW 1 (subwoofer aan/uit)—
SW 2 (drempelfrequentie subwoofer)—SW 3
(afval subwoofer)—F.HPF 1 (afval voorste high
pass filter)—F.HPF 2 (drempelfrequentie
voorste high pass filter)—R.HPF 1 (afval achNl
109
Hoofdstuk
02
Wat is wat
1
2
3
4
9 8
Hoofdtoestel
1 EQ-toets
Druk op deze toets om de verschillende
equalizercurven te selecteren.
2 Display uit-indicator
Deze indicator gaat branden als het display
is uitgeschakeld.
Draai aan deze knop om de disctitellijst,
fragmenttitellijst, mappenlijst, bestandenlijst of voorkeuzezenderlijst weer te geven,
afhankelijk van de gekozen signaalbron.
7 RESET-toets
Druk hierop om de microprocessor te resetten.
3 EJECT-toets
Druk op deze toets om de CD te laten uitwerpen uit de ingebouwde CD-speler.
Houd deze toets ingedrukt om het voorpaneel te openen of te sluiten.
8 SOURCE -toets, VOLUME
Dit toestel wordt ingeschakeld zodra u een
signaalbron selecteert. Druk op deze toets
om alle signaalbronnen af te gaan.
Draai aan deze knop om het volume te verhogen of te verlagen.
4 BAND-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit één van
de drie FM-frequentiebanden en de MW/LWfrequentiebanden, en om de instelling van
een functie te annuleren.
9 TA-toets
Druk op deze toets om de TA-functie in of uit
te schakelen. Houd deze toets ingedrukt om
de NEWS-functie in of uit te schakelen.
5 DISPLAY-toets
Druk op deze toets om een ander display te
selecteren.
6 MULTI-CONTROL
Gebruik deze knop voor handmatig afstemmen, vooruit- en achteruitspoelen, en om
naar fragmenten te zoeken. U kunt deze
knop ook gebruiken om functies te bedienen.
110
7 6 5
Nl
Afstandsbediening
De bediening van de toetsen op de afstandsbediening is hetzelfde als de toetsen op het
hoofdtoestel.
9 VOLUME-toetsen
Druk op deze toetsen om het volume te verhogen of te verlagen.
Hoofdstuk
Wat is wat
9
i
7
h
g
f
4
e
02
3 a
b
c
d
a FUNCTION-toets
Druk op deze toets om een functie te selecteren.
f PGM-toets
Druk op deze toets om de vooraf geprogrammeerde functies voor elke signaalbron te bedienen. (Raadpleeg De PGM-knop gebruiken
op bladzijde 181.)
g ATT-toets
Druk op deze toets om het volume snel met
ongeveer 90% te verlagen. Druk nogmaals
op deze toets om terug te keren naar het
oorspronkelijke volumeniveau.
h ENTERTAINMENT-toets
Druk op deze toets om het entertainmentdisplay in te schakelen.
i AUDIO-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit de diverse toonregelingsfuncties.
Nederlands
b Joystick
Gebruik deze knop voor handmatig afstemmen, vooruit- en achteruitspoelen, en om
naar fragmenten te zoeken. U kunt deze
knop ook gebruiken om functies te bedienen.
Druk op deze toets om de disctitellijst, fragmenttitellijst, mappenlijst, bestandenlijst of
voorkeuzezenderlijst weer te geven, afhankelijk van de gekozen signaalbron.
e 0–9-toetsen
Druk op deze toetsen om rechtstreeks het
gewenste fragment, de gewenste voorkeuzezender of de gewenste disc te kiezen. Met
de toetsen 1–6 kunt u de voorkeuzeafstemming voor de tuner of de zoekfunctie voor
het discnummer van de multi-CD-speler bedienen.
c DIRECT-toets
Druk op deze toets om het gewenste fragment te selecteren.
d CLEAR-toets
Druk op deze toets om het ingevoerde nummer te annuleren terwijl 0–9 worden gebruikt.
Nl
111
Hoofdstuk
03
Basishandelingen
Het toestel inschakelen
% Druk op SOURCE om het toestel in te
schakelen.
Als u een signaalbron selecteert, wordt het
toestel automatisch ingeschakeld.
Signaalbron selecteren
U kunt de signaalbron selecteren waarnaar u
wilt luisteren. Om naar de ingebouwde CDspeler over te schakelen, hoeft u alleen een
disc in het toestel te plaatsen (raadpleeg bladzijde 124).
% Druk op SOURCE om een signaalbron te
kiezen.
Druk meerdere keren op SOURCE om te schakelen tussen de volgende signaalbronnen:
Tuner—Televisie—DVD-speler/MultiDVD-speler—Ingebouwde CD-speler—
Multi-CD-speler—iPod—Extern toestel 1—
Extern toestel 2—AUX—AUX2
Opmerkingen
! In de volgende gevallen wordt er niet naar een
andere geluidsbron overgeschakeld:
— Als er geen apparaat op dit toestel is aangesloten dat overeenkomt met de geselecteerde signaalbron.
— Als er geen disc in het toestel is geplaatst.
— Als er geen disc in de DVD-speler is geplaatst.
— Als er geen magazijn in de multi-CD-speler
is geplaatst.
— Als er geen magazijn in de multi-DVD-speler is geplaatst.
— Als de AUX (externe aansluiting) is uitgeschakeld (raadpleeg bladzijde 175).
! Met een extern toestel wordt een Pioneer-product bedoeld (bijvoorbeeld een toekomstig
verkrijgbaar product) waarvan u de basisfuncties met dit toestel kunt bedienen. Er kunnen
112
Nl
twee externe toestellen met dit toestel worden
bediend. Als er twee externe toestellen zijn
aangesloten, wordt de toewijzing van extern
toestel 1 of extern toestel 2 automatisch door
dit toestel uitgevoerd.
! Als de blauw-witte draad van dit toestel is aangesloten op de bedieningsaansluiting van de
automatische antenne van de auto, zal de antenne uitschuiven wanneer er een signaalbron
van dit toestel wordt ingeschakeld. Als u de
signaalbron uitschakelt, wordt de antenne
weer ingeschoven.
Een disc plaatsen
1 Druk op EJECT om het voorpaneel te
openen.
De CD-laadsleuf verschijnt.
# Nadat u de CD in het toestel heeft geplaatst,
drukt u op SOURCE om de ingebouwde CD-speler
als signaalbron te kiezen.
2 Plaats een CD in de CD-laadsleuf.
Het voorpaneel gaat automatisch dicht en het
afspelen begint.
CD-laadsleuf
# U kunt de CD uitwerpen door op EJECT te
drukken.
Opmerkingen
! De ingebouwde CD-speler kan een standaardCD van 12 cm of 8 cm afspelen. Gebruik geen
adapter als u CD’s van 8 cm afspeelt.
Hoofdstuk
Basishandelingen
03
! Plaats geen ander object dan een CD in de
CD-laadsleuf.
! Er is soms enige vertraging tussen het starten
van de CD en de weergave van het geluid. Tijdens het inlezen wordt Format read op het
display weergegeven.
! Als u een disc niet volledig kunt plaatsen of
als de disc niet begint te spelen nadat u deze
in de speler heeft geplaatst, controleer dan of
het label van de disc aan de bovenkant zit.
Druk op EJECT om de disc uit te werpen en
controleer de disc op beschadigingen voordat
u de disc opnieuw plaatst.
! Als u moeilijkheden ondervindt bij het plaatsen of uitwerpen van een CD, kunt u de CD
uitwerpen door EJECT ingedrukt te houden
terwijl u het voorpaneel opent.
! Als er een foutmelding zoals ERROR-11 wordt
weergegeven, raadpleegt u Foutmeldingen van
de ingebouwde CD-speler op bladzijde 182.
Het volume afstellen
% Gebruik VOLUME om de geluidssterkte
te regelen.
Op het hoofdtoestel gebruikt u de VOLUMEknop om het volume te verhogen of te verlagen.
Op de afstandsbediening drukt u op VOLUME
om het volume te verhogen of te verlagen.
Nederlands
Het toestel uitschakelen
% Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
Nl
113
Hoofdstuk
04
Tuner
Naar de radio luisteren
1 2
34 5
6
Hieronder volgen de basisstappen voor de bediening van de radio. Vanaf de volgende bladzijde wordt de meer geavanceerde bediening
van de tuner uitgelegd.
U kunt de AF-functie van dit toestel (zoeken
naar alternatieve frequenties) in- en uitschakelen. Bij normaal afstemmen moet de AF-functie uit staan (raadpleeg bladzijde 119).
1 Frequentiebandindicator
Deze geeft aan op welke band de radio is afgestemd: MW/LW of FM.
2 Stereo-indicator (5)
Deze geeft aan of de frequentie waarop u
heeft afgestemd in stereo uitzendt.
3 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is geselecteerd.
4 LOC-indicator
Deze geeft aan of automatisch afstemmen
op lokale zenders is ingeschakeld.
5 Signaalniveau-indicator
Deze geeft de sterkte van het signaalniveau
weer.
6 Frequentie-indicator
Deze toont de frequentie waarop u heeft afgestemd.
114
Nl
1 Druk op SOURCE om de tuner te selecteren.
Druk op SOURCE tot Tuner op het display verschijnt.
2 Druk op BAND en kies een frequentieband.
Druk op BAND tot u de gewenste frequentieband op het display ziet verschijnen; FM-1,
FM-2, FM-3 voor FM of MW/LW voor MG/LG.
3 Om handmatig af te stemmen, duwt u
MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
De frequenties worden stapsgewijs verhoogd
of verlaagd.
4 Voor automatisch afstemmen duwt u
MULTI-CONTROL ongeveer een seconde
naar links of naar rechts en laat u de knop
vervolgens los.
De tuner zoekt nu de frequenties in de aangegeven richting af tot er een uitzending gevonden wordt die sterk genoeg is voor een goede
ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door MULTI-CONTROL naar links of naar rechts
te duwen.
# Als u MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts duwt en vasthoudt, kunt u zenders overslaan. Het automatisch afstemmen begint zodra
u MULTI-CONTROL loslaat.
Hoofdstuk
Tuner
04
Inleiding tot de bediening
van de geavanceerde
tunerfuncties
# Druk op BAND om terug te keren naar het frequentiedisplay.
# Als u de MW/LW-band heeft geselecteerd,
kunt u alleen kiezen uit BSM of Local.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display automatisch terug naar het frequentiedisplay.
1
1 Functiedisplay
Hierop is de status van de ingestelde functie
af te lezen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren.
Draai aan de knop om een andere menu-optie
te kiezen; druk op de knop om een optie te selecteren.
De functienaam verschijnt op het display.
# U kunt de functies ook in omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
U kunt eenvoudig zes zenderfrequenties opslaan zodat u deze later weer snel kunt oproepen.
1 Wanneer u heeft afgestemd op een
zender die u in het geheugen wilt opslaan,
draait u MULTI-CONTROL om over te schakelen naar de lijst met voorkeuzezenders.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de geselecteerde zender in het geheugen op te
slaan.
Draai aan de knop om een ander voorkeuzenummer te kiezen en houd de knop ingedrukt
om de zender op te slaan.
Het nummer dat u heeft geselecteerd gaat
eerst knipperen in de lijst met voorkeuzenummers en blijft vervolgens branden. De frequentie van de geselecteerde radiozender is in het
geheugen opgeslagen.
# Als u de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden gebruikt, wordt deze functie automatisch geannuleerd.
Nederlands
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de functie te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de
functies in de onderstaande volgorde te doorlopen:
BSM (geheugen voor de beste zenders)—
Regional (regionaal)—Local (automatisch afstemmen op lokale zenders)—PTY Search
(programmatypekeuze)—Traffic ANNOUNCE
(stand-by voor verkeersberichten)—
Alternative FREQ (zoeken naar alternatieve
frequenties)—News Interrupt (onderbreking
door nieuwsberichten)
Zenderfrequenties opslaan
Opmerkingen
! De programmaservicenaam wordt niet weergegeven tenzij de radio de frequentie ontvangt.
Nl
115
Hoofdstuk
04
Tuner
! Er kunnen maximaal achttien FM-zenders (zes
voor elk van de drie FM-frequentiebanden) en
zes MW/LW-zenders in het geheugen worden
opgeslagen.
! U kunt zenders ook in het geheugen opslaan
door op de afstandsbediening op 1–6 te
drukken.
Frequenties van de sterkste
zenders opslaan
Met de functie BSM (Best Stations Memory,
geheugen voor de beste zenders) kunt u automatisch de zes sterkste zenders opslaan onder
de voorkeuzetoetsen 1–6. Daarna kunt u met
één druk op de toets afstemmen op de opgeslagen frequenties.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om BSM te
selecteren.
BSM verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de BSMfunctie in te schakelen.
Searching wordt weergegeven. Terwijl
Searching wordt weergegeven, worden de zes
sterkste frequenties opgeslagen onder de voorkeuzetoetsen 1–6, in volgorde van signaalsterkte. Als het zoeken is voltooid, verschijnt
de lijst met voorkeuzezenders.
# Druk op MULTI-CONTROL om het opslaan te
annuleren.
3 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om een andere zender te
zoeken; druk op de knop om een zender te selecteren.
# U kunt ook een andere zender zoeken door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Als u de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden gebruikt, wordt deze functie automatisch geannuleerd.
116
Nl
Opmerking
Het is mogelijk dat de zenders die via de BSMfunctie worden opgeslagen, de eerder door uzelf
opgeslagen zenders onder de toetsen 1–6
vervangen.
Zenders selecteren uit de
lijst met voorkeuzezenders
U kunt een voorkeuzezender selecteren uit de
lijst met voorkeuzezenders.
1 Draai MULTI-CONTROL om naar de
functie voorkeuzezenderlijst te gaan.
# U kunt dit ook doen door op de joystick op de
afstandsbediening te drukken.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om een andere zender te
zoeken; druk op de knop om een zender te selecteren.
# U kunt ook een andere zender zoeken door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Als u de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden gebruikt, wordt deze functie automatisch geannuleerd.
Opmerkingen
! U kunt de zenders die aan voorkeuzetoetsen
zijn toegewezen ook opvragen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te
duwen.
! U kunt de zenders die aan de voorkeuzenummers 1–6 zijn toegewezen ook oproepen door
één van de voorkeuzetoetsen 1–6 op de afstandsbediening in te drukken.
Hoofdstuk
Tuner
04
Op sterke signalen afstemmen
Met de functie voor automatisch afstemmen
op lokale zenders kunt u het toestel laten afstemmen op zenders waarvan het signaal
sterk genoeg is voor een goede ontvangst.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om Local te
selecteren.
Local verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het automatisch afstemmen op lokale zenders in te
schakelen.
Het gevoeligheidsniveau voor zoeken naar lokale zenders (bijv. Level 2) verschijnt op het
display.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
functie automatisch afstemmen op lokale zenders uit te schakelen.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om de gevoeligheid in te stellen.
Er zijn vier gevoeligheidsniveaus voor FM en
twee voor MW/LW:
FM: Level 1—Level 2—Level 3—Level 4
MW/LW: Level 1—Level 2
Als u het niveau Level 4 selecteert, wordt alleen afgestemd op de sterkste zenders. Bij lagere instellingen wordt ook afgestemd op
zwakkere zenders.
Nederlands
Nl
117
Hoofdstuk
05
RDS
Inleiding tot de RDS-bediening
1 2
6
7
34 5
8
RDS (radiodatasysteem) is een systeem voor
het verschaffen van informatie tijdens FM-uitzendingen. Deze onhoorbare informatie bevat
functies zoals de programmaservicenaam, het
programmatype, stand-by voor verkeersberichten en automatisch afstemmen. Zo kunt u als
luisteraar eenvoudig de gewenste zender zoeken.
1 Frequentiebandindicator
Deze geeft aan op welke band de radio is afgestemd: MW/LW of FM.
2 Stereo-indicator (5)
Deze geeft aan of de frequentie waarop u
heeft afgestemd in stereo uitzendt.
3 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is geselecteerd.
4 LOC-indicator
Deze geeft aan of automatisch afstemmen
op lokale zenders is ingeschakeld.
5 Signaalniveau-indicator
Deze geeft de sterkte van het signaalniveau
weer.
6 TEXT-indicator
Deze geeft aan dat er radiotekst wordt ontvangen.
118
Nl
7 PTY-informatie (programmatype-IDcode)
Deze toont de PTY-informatie (programmatype-ID-code)
! De PTY-lijst (ID-code en programmatypen) vindt u op bladzijde 123.
! Als er een PTY-code van nul wordt ontvangen van een zender, blijft het display
leeg. Dit geeft aan dat de zender de inhoud van het programma niet heeft gedefinieerd.
! Als het signaal zo zwak is dat het toestel
de PTY-code niet kan ontvangen, blijft het
display voor PTY-informatie leeg.
8 Programmaservicenaam
Toont de naam van het programma.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren.
Draai aan de knop om een andere menu-optie
te kiezen; druk op de knop om een optie te selecteren.
De functienaam verschijnt op het display.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de functie te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de
functies in de onderstaande volgorde te doorlopen:
BSM (geheugen voor de beste zenders)—
Regional (regionaal)—Local (automatisch afstemmen op lokale zenders)—PTY Search
(programmatypekeuze)—Traffic ANNOUNCE
(stand-by voor verkeersberichten)—
Alternative FREQ (zoeken naar alternatieve
frequenties)—News Interrupt (onderbreking
door nieuwsberichten)
Hoofdstuk
RDS
# U kunt de functies ook in omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
# Druk op BAND om terug te keren naar het frequentiedisplay.
# Als u de MW/LW-band heeft geselecteerd,
kunt u alleen kiezen uit BSM of Local.
Opmerkingen
! Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display automatisch terug naar het frequentiedisplay.
! Het is mogelijk dat niet alle zenders RDS-diensten leveren.
! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer u heeft afgestemd op een RDSzender.
Alternatieve frequenties
kiezen
Als u naar een uitzending luistert en de ontvangst wordt zwakker of er doen zich andere
problemen voor, gaat het toestel automatisch
op zoek naar een andere zender in hetzelfde
netwerk met een betere ontvangst.
! Standaard is de AF-functie ingeschakeld.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Alternative FREQ te selecteren.
Alternative FREQ verschijnt op het display.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
AF-functie uit te schakelen.
Opmerkingen
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie wordt er alleen afgestemd op
RDS-zenders als de AF-functie is ingeschakeld.
! Als u een voorkeuzezender oproept, kan de
tuner een nieuwe frequentie uit de AF-lijst van
de zender aan deze voorkeuzezender toewijzen. Er verschijnt geen voorkeuzenummer op
het display als de RDS-gegevens van de ontvangen zender afwijken van de oorspronkelijk
opgeslagen zender.
! Het is mogelijk dat de geluidsweergave tijdelijk wordt onderbroken door een ander programma terwijl de AF-functie aan het zoeken
is.
! De AF-functie kan voor elke FM-frequentieband afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
PI-zoeken gebruiken
Als het toestel geen geschikte alternatieve frequentie kan vinden of als u naar een uitzending luistert waarvan de ontvangst
verslechtert, zoekt het toestel automatisch een
andere zender met dezelfde programmering.
Tijdens het zoeken wordt PI SEEK weergegeven en wordt het volume gedempt. Het volume
wordt naar het normale niveau teruggezet als
PI-zoeken is voltooid. Het maakt daarbij niet
uit of er een andere zender is gevonden of
niet.
Automatische PI-zoekfunctie voor
voorkeuzezenders gebruiken
Wanneer een voorkeuzezender niet kan worden opgeroepen (bijvoorbeeld wanneer u een
grote afstand heeft afgelegd), kan het toestel
zo worden ingesteld dat ook bij het oproepen
van een voorkeuzezender de PI-zoekfunctie
wordt uitgevoerd.
! De automatische PI-zoekfunctie is standaard uitgeschakeld. Zie De automatische
PI-zoekfunctie in- of uitschakelen op bladzijde 174.
Nl
Nederlands
2 Druk op MULTI-CONTROL om de AFfunctie in te schakelen.
AF ON verschijnt op het display.
05
119
Hoofdstuk
05
RDS
Alleen zenders met regionale
programmering zoeken
1 Stem af op een TP-zender of een uitgebreide TP-zender van een ander netwerk.
Wanneer u de AF-functie gebruikt om automatisch alternatieve frequenties te zoeken, kunt u
met de regionale functie het zoeken beperken
tot zenders die regionale programma’s uitzenden.
2 Druk op TA om de functie stand-by
voor verkeersberichten in te schakelen.
Druk op TA en TA ON verschijnt op het display. De tuner staat stand-by voor verkeersberichten.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om Regional
te selecteren.
Regional verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de regionale functie in te schakelen.
ON verschijnt op het display.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
regionale functie uit te schakelen.
Opmerkingen
! Regionale programmering en regionale netwerken kunnen per land anders georganiseerd zijn. (Ze kunnen bijvoorbeeld verschillen
afhankelijk van de tijd, het land of het ontvangstgebied.)
! Het voorkeuzenummer kan van het display
verdwijnen als de tuner afstemt op een regionale zender die afwijkt van de oorspronkelijk
gekozen zender.
! De regionale functie kan voor elk van de FMfrequentiebanden afzonderlijk worden in- of
uitgeschakeld.
Verkeersberichten ontvangen
Met de TA-functie (stand-by voor verkeersberichten) kunt u automatisch verkeersberichten
ontvangen, ongeacht de signaalbron waarnaar
u aan het luisteren bent. De TA-functie kan
voor zowel een TP-zender (een zender die verkeersberichten uitzendt) als een uitgebreide
TP-zender van een ander netwerk (een zender
met informatie die verwijst naar andere TPzenders) worden geactiveerd.
120
Nl
# Druk nogmaals op TA om de functie stand-by
voor verkeersberichten weer uit te schakelen.
3 U kunt het volume van de verkeersberichten regelen met MULTI-CONTROL wanneer er een verkeersbericht wordt
uitgezonden.
Draai aan deze knop om het volume te verhogen of te verlagen.
Het ingestelde volume wordt in het geheugen
opgeslagen en wordt opnieuw gebruikt bij volgende verkeersberichten.
4 Druk op TA terwijl er een verkeersbericht wordt ontvangen als u het bericht
wilt annuleren.
De tuner keert terug naar de oorspronkelijk ingestelde signaalbron maar blijft in de standbymodus totdat u nogmaals op TA drukt.
# U kunt het bericht ook annuleren door op
SOURCE, BAND of MULTI-CONTROL te drukken
terwijl er een verkeersbericht wordt ontvangen.
Opmerkingen
! Als er een verkeersbericht wordt ontvangen,
wordt het scherm voor onderbreking voor verkeersberichten weergegeven.
! U kunt de TA-functie ook in- of uitschakelen
via het menu dat verschijnt als u
MULTI-CONTROL gebruikt.
! Het systeem keert terug naar de oorspronkelijke signaalbron wanneer het verkeersbericht is
afgelopen.
Hoofdstuk
RDS
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie wordt er alleen afgestemd op TPzenders en uitgebreide TP-zenders van een
ander netwerk als de TA-functie is ingeschakeld.
PTY-functies gebruiken
U kunt de PTY-informatie (programmatype-informatie) gebruiken om op een zender af te
stemmen.
Een RDS-zender via PTYinformatie zoeken
U kunt naar algemene soorten uitzendingen
zoeken, zoals opgesomd op bladzijde 123.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
PTY Search te selecteren.
PTY Search verschijnt op het display.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om een programmatype te selecteren.
Er zijn vier programmatypen:
News&Inf—Popular—Classics—Others
zendt, wordt ongeveer twee seconden
Not Found op het display getoond, en keert
de tuner terug naar de oorspronkelijke zender.
Onderbreking door
nieuwsberichten gebruiken
Als er een nieuwsprogramma wordt uitgezonden door een nieuwszender met PTY-code, kan
het toestel van elke zender overschakelen naar
deze nieuwszender. Als het nieuwsprogramma
is afgelopen, schakelt het toestel terug naar
het vorige programma.
% Houd TA ingedrukt om de onderbreking door nieuwsberichten in te schakelen.
Druk op TA tot NEWS ON op het display verschijnt.
# Om de functie onderbreking door nieuwsberichten uit te schakelen, houdt u TA ingedrukt tot
NEWS OFF op het display verschijnt.
# U kunt een nieuwsbericht annuleren door op
TA te drukken.
# U kunt het nieuwsprogramma ook annuleren
door op SOURCE, BAND of MULTI-CONTROL te
drukken terwijl het nieuwsprogramma wordt uitgezonden.
Opmerkingen
! Als er een nieuwsprogramma wordt ontvangen, wordt het scherm voor onderbreking voor
nieuwsprogramma’s weergegeven.
! U kunt een nieuwsbericht ook in- of uitschakelen via het menu dat verschijnt als u
MULTI-CONTROL gebruikt.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om het
zoeken te annuleren.
Nederlands
3 Druk op MULTI-CONTROL om het zoeken te starten.
Als u op MULTI-CONTROL drukt, begint de
naam van het programmatype op het display
te knipperen. Het toestel begint te zoeken naar
een zender die het geselecteerde programmatype uitzendt.
05
Opmerkingen
! Het programma van een zender kan soms afwijken van de informatie die door de PTY-code
wordt aangegeven.
! Als er geen zender gevonden wordt gevonden
die een programma van het gewenste type uit-
Nl
121
Hoofdstuk
05
RDS
PTY-nooduitzendingen ontvangen
PTY-alarm is een speciale PTY-code voor het
aankondigen van noodsituaties, zoals natuurrampen. Als de tuner de radioalarmcode ontvangt, verschijnt ALARM op het display en
wordt het volume op het TA-volume ingesteld.
Als het noodbericht is afgelopen, keert het toestel terug naar de vorige signaalbron.
! U kunt een noodbericht annuleren door op
TA te drukken.
! U kunt een noodbericht ook annuleren
door op SOURCE, BAND of
MULTI-CONTROL te drukken.
Radiotekst gebruiken
Deze tuner kan radiotekst op het display weergeven die door RDS-zenders wordt uitgezonden, zoals zendergegevens, de titel van het
uitgezonden muziekfragment en de naam van
de artiest.
! De tuner slaat automatisch de drie laatst
ontvangen radiotekstuitzendingen in het
geheugen op. Hierbij wordt de tekst van de
oudste uitzending door de nieuwe tekst vervangen.
Radiotekst weergeven
U kunt de radiotekst die u ontvangt en de drie
meest recente radiotekstuitzendingen op het
display laten weergeven.
1 Houd DISPLAY ingedrukt om de radiotekst op het display te laten weergeven.
De radiotekst van de zender die momenteel
uitzendt, wordt weergegeven.
# U kunt de weergave van radiotekst annuleren
door op DISPLAY of BAND te drukken.
# Wanneer er geen radiotekst wordt ontvangen,
verschijnt No text op het display.
122
Nl
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om de drie meest recente radiotekstuitzendingen op te roepen.
Als u MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts duwt, kunt u schakelen tussen de huidige de drie voorgaande radiotekstuitzendingen.
# Als er geen radiotekstgegevens in het geheugen zijn opgeslagen, verandert het display niet.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om te bladeren.
Duw MULTI-CONTROL omhoog om naar het
begin te gaan. Duw MULTI-CONTROL omlaag
om door de radiotekstgegevens te bladeren.
Radiotekst opslaan en oproepen
U kunt deze functie alleen via de afstandsbediening gebruiken.
U kunt gegevens van maximaal zes radiotekstuitzendingen opslaan via de toetsen 1–6.
1 Geef op het display de radiotekst weer
die u in het geheugen wilt opslaan.
Raadpleeg Radiotekst weergeven op deze bladzijde.
2 Houd één van de toetsen 1–6 op de afstandsbediening ingedrukt om de geselecteerde radiotekst op te slaan.
Het geheugennummer verschijnt op het display en de geselecteerde radiotekst wordt opgeslagen in het geheugen.
Wanneer u de volgende keer op dezelfde toets
van de afstandsbediening drukt als het radiotekstdisplay is geactiveerd, wordt de eerder opgeslagen tekst uit het geheugen
opgeroepen.
Hoofdstuk
RDS
05
PTY-lijst
Algemeen
Specifiek
Programmatype
News&Inf
News
Nieuws
Affairs
Actualiteiten
Info
Algemene informatie en adviezen
Sport
Sport
Weather
Weerberichten/meteorologische informatie
Finance
Beursberichten, handel, zakelijk nieuws enz.
Pop Mus
Populaire muziek
Rock Mus
Eigentijdse moderne muziek
Easy Mus
Easy listening-muziek
Oth Mus
Overige muziek
Jazz
Jazz
Country
Countrymuziek
Nat Mus
Nationale muziek
Oldies
Gouwe Ouwe
Popular
Classics
Others
Folkmuziek
Lichte klassieke muziek
Classic
Klassieke muziek
Educate
Educatieve programma’s
Drama
Hoorspelen en series
Culture
Nationale of regionale cultuur
Science
Natuur, wetenschap en techniek
Varied
Licht amusement
Children
Kinderprogramma’s
Social
Praatprogramma’s
Religion
Religieuze aangelegenheden of diensten
Phone In
Inbelprogramma’s
Touring
Reisprogramma’s; niet voor verkeersberichten
Leisure
Hobby’s en recreatie
Document
Documentaires
Nederlands
Folk mus
L. Class
Nl
123
Hoofdstuk
06
Ingebouwde CD-speler
Een CD afspelen
1
2
Hieronder volgen de basisstappen voor het afspelen van een CD met de ingebouwde CDspeler. Vanaf de volgende bladzijde wordt de
meer geavanceerde bediening voor het afspelen van CD’s uitgelegd.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om naar het vorige of volgende
fragment te gaan.
Als u MULTI-CONTROL naar rechts duwt,
gaat u naar het begin van het volgende fragment. Als u MULTI-CONTROL één keer naar
links duwt, gaat u naar het begin van het huidige fragment. Als u nogmaals naar links
duwt, gaat u naar het vorige fragment.
Opmerking
Als er een CD TEXT-disc in het toestel is geplaatst,
schuift de titel van de disc automatisch door het
display. Als u bij de begininstellingen Ever Scroll
op ON heeft ingesteld, blijft de disctitel continu
door het display schuiven. Raadpleeg Ever Scroll
inschakelen op bladzijde 178.
1 Nummerindicator fragment
Deze geeft het nummer aan van het fragment dat momenteel wordt afgespeeld.
Een fragment direct selecteren
2 Weergavetijd-indicator
Deze geeft de verstreken weergavetijd van
het spelende fragment aan.
Met de afstandsbediening kunt u een fragment direct selecteren door het gewenste fragmentnummer in te voeren.
1 Druk op SOURCE en selecteer de ingebouwde CD-speler als signaalbron.
Druk op SOURCE tot Compact Disc op het display verschijnt.
1 Druk op DIRECT.
Het invoerscherm voor fragmentnummers verschijnt.
# Als er geen disc in het toestel is geplaatst,
kunt u Compact Disc (ingebouwde CD-speler)
niet selecteren. Plaats een disc in het toestel.
(Raadpleeg bladzijde 112.)
2 Houd MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts ingedrukt om achteruit of vooruit te spoelen.
# Als u Rough search selecteert, kunt u door
MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt te houden stapsgewijs 10 fragmenten op de
huidige CD vooruit of achteruit gaan. (Raadpleeg
Een zoekmethode selecteren op bladzijde 126.)
124
Nl
2 Druk op de toetsen 0–9 om het gewenste fragmentnummer in te voeren.
# U kunt het ingevoerde nummer annuleren
door op CLEAR te drukken.
3 Druk op DIRECT.
Het fragment dat hoort bij het ingevoerde
nummer wordt afgespeeld.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer acht seconden een
handeling uitvoert, wordt de modus voor het invoeren van nummers automatisch geannuleerd.
Hoofdstuk
Ingebouwde CD-speler
Inleiding tot de
geavanceerde bediening van
de ingebouwde CD-speler
1
1 Functiedisplay
Hierop is de status van de ingestelde functie
af te lezen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren.
Draai aan de knop om een andere menu-optie
te kiezen; druk op de knop om een optie te selecteren.
De functienaam verschijnt op het display.
# U kunt de functies ook in omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
# Druk op BAND om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerkingen
! Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, wordt automatisch
teruggekeerd naar het weergavedisplay.
! TitleInput "A" (invoerfunctie voor disctitels)
wordt niet automatisch geannuleerd.
Herhaalde weergave
De ingebouwde CD-speler heeft twee bereiken
voor herhaalde weergave: Disc repeat (een
disc herhalen) en Track repeat (een fragment
herhalen).
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Play mode te selecteren.
Play mode verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het herhaalbereik te selecteren.
Druk enkele malen op MULTI-CONTROL totdat het gewenste herhaalbereik op het display
verschijnt.
! Disc repeat – De spelende disc herhalen
! Track repeat – Alleen het spelende fragment herhalen
Opmerking
Als u tijdens Track repeat een fragment zoekt of
vooruit- of achteruitspoelt, wordt het bereik voor
herhaalde weergave gewijzigd in Disc repeat.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Nederlands
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de functie te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de
functies in de onderstaande volgorde te doorlopen:
Play mode (herhaalde weergave)—
Random mode (willekeurige weergave)—
Scan mode (scanweergave)—Pause (pauze)
—Search mode (zoekmethode)—
TitleInput "A" (disctitel invoeren)
06
Met de functie willekeurige weergave kunt u
de fragmenten op de CD in willekeurige volgorde laten afspelen.
Nl
125
Hoofdstuk
06
Ingebouwde CD-speler
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Random mode te selecteren.
Random mode verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de willekeurige weergave in te schakelen.
De fragmenten worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
willekeurige weergave uit te schakelen.
Fragmenten op een CD
scannen
Het afspelen van een CD
onderbreken
Met de pauzefunctie kunt u het afspelen van
de CD tijdelijk onderbreken.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om Pause te
selecteren.
Pause verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de pauzefunctie in te schakelen.
Het afspelen van het huidige fragment wordt
onderbroken.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL als u de
pauzefunctie wilt uitschakelen.
Met de functie scanweergave hoort u de eerste
10 seconden van elk fragment op de CD.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Scan mode te selecteren.
Scan mode verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de scanweergave in te schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment worden afgespeeld.
3 Als u het gewenste fragment heeft gevonden, drukt u op MULTI-CONTROL om de
scanweergave uit te schakelen.
Het fragment wordt in zijn geheel afgespeeld.
# Als het display automatisch is teruggekeerd
naar het weergavedisplay, moet u Scan mode opnieuw selecteren met behulp van
MULTI-CONTROL.
Opmerking
Wanneer het scannen van de CD is voltooid, begint de normale weergave van de fragmenten opnieuw.
126
Nl
Een zoekmethode selecteren
U kunt bij de zoekmethode kiezen tussen vooruit- en achteruitspoelen en elk 10e fragment
zoeken.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Search mode te selecteren.
Search mode verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de gewenste zoekmethode te selecteren.
Druk op MULTI-CONTROL tot de gewenste
zoekmethode op het display verschijnt.
! FF/REV – Vooruit- en achteruitspoelen
! Rough search – Elk 10e fragment zoeken
Elk 10e fragment op de
huidige disc zoeken
Als een disc meer dan 10 fragmenten bevat,
kunt u op elk 10e fragment zoeken. Als een
disc veel fragmenten bevat, kunt u zo sneller
het fragment zoeken dat u wilt afspelen.
Hoofdstuk
Ingebouwde CD-speler
1 Selecteer de zoekmethode
Rough search.
Raadpleeg Een zoekmethode selecteren op de
vorige bladzijde.
2 Houd MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts ingedrukt om elk 10e fragment
op een CD te zoeken.
# Als een CD minder dan 10 fragmenten bevat,
wordt het laatste fragment van de CD afgespeeld
als u MULTI-CONTROL naar rechts ingedrukt
houdt. Als er minder dan 10 fragmenten overblijven nadat u elk 10e fragment heeft doorzocht,
wordt eveneens het laatste fragment van de CD
afgespeeld als u MULTI-CONTROL naar rechts
ingedrukt houdt.
# Als een CD minder dan 10 fragmenten bevat,
wordt het eerste fragment van de CD afgespeeld
als u MULTI-CONTROL naar links ingedrukt
houdt. Als er minder dan 10 fragmenten overblijven nadat u elk 10e fragment heeft doorzocht,
wordt eveneens het eerste fragment van de CD afgespeeld als u MULTI-CONTROL naar links ingedrukt houdt.
Functies voor disctitels
gebruiken
Disctitels invoeren
U kunt de titel laten weergeven van elke disc
waarvoor een disctitel is ingevoerd.
1 Speel de CD af waarvoor u een titel
wilt invoeren.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
TitleInput "A" te selecteren.
TitleInput "A" verschijnt op het display.
3 Druk op DISPLAY en selecteer het gewenste tekentype.
Druk herhaaldelijk op DISPLAY om te schakelen tussen de volgende tekensets:
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolen—Alfabet (kleine letters)—Europese letters, zoals
letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)—Cijfers
en symbolen
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag en selecteer een letter uit het alfabet.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog duwt,
verschijnt er een letter uit het alfabet in de
volgorde A B C ... X Y Z, of een cijfer of symbool in de volgorde 1 2 3 ... @ # <. Telkens als
u MULTI-CONTROL omlaag duwt, verschijnen
de letters in de volgorde Z Y X ... C B A.
5 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om
de cursor naar de volgende tekenpositie te
verplaatsen.
Wanneer de gewenste letter op het display verschijnt, duwt u MULTI-CONTROL naar rechts
om de cursor naar de volgende positie te verplaatsen en de volgende letter te selecteren.
Duw MULTI-CONTROL naar links om naar de
voorgaande positie te gaan.
Nl
Nederlands
U kunt CD-titels invoeren en deze op het display laten weergeven. Als u een CD in de speler plaatst waarvoor u eerder een titel heeft
ingevoerd, verschijnt de titel van de CD op het
display.
U kunt de invoerfunctie voor disctitels gebruiken om maximaal 48 CD-titels in het toestel op
te slaan. Een titel kan maximaal 10 tekens
lang zijn.
! Als u een CD TEXT-disc afspeelt, kunt u het
invoerscherm voor disctitels niet activeren.
Op een CD TEXT-disc is de disctitel namelijk al vastgelegd.
06
127
Hoofdstuk
06
Ingebouwde CD-speler
6 Verplaats de cursor naar de laatste tekenpositie door MULTI-CONTROL naar
rechts te duwen nadat u de titel heeft ingevoerd.
Als u MULTI-CONTROL nogmaals naar rechts
duwt, wordt de ingevoerde titel opgeslagen in
het geheugen.
7 Druk op BAND om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Opmerkingen
! De titels blijven in het geheugen, zelfs als de
disc uit het toestel is verwijderd. Als de disc
weer in het toestel wordt geplaatst, wordt de
bijbehorende titel opgeroepen.
! Nadat er gegevens voor 48 discs in het geheugen zijn opgeslagen, zullen de gegevens van
een nieuwe disc de gegevens van de oudste
disc overschrijven.
! Als u een multi-CD-speler aansluit, kunt u disctitels voor maximaal 100 discs opslaan.
Disctitels weergeven
U kunt de titel laten weergeven van elke disc
waarvoor een disctitel is ingevoerd.
% Druk op DISPLAY.
Druk meerdere keren op DISPLAY om te schakelen tussen de volgende instellingen:
Weergavetijd— : disctitel en weergavetijd
deerde CD-TEXT-discs ondersteunen de onderstaande functies.
Tekstinformatie op een CDTEXT-disc weergeven
U kunt de titel laten weergeven van elke disc
waarvoor een disctitel is ingevoerd.
% Druk op DISPLAY.
Druk meerdere keren op DISPLAY om te schakelen tussen de volgende instellingen:
Weergavetijd— : disctitel en weergavetijd
— : naam artiest disc en weergavetijd— :
fragmenttitel en weergavetijd— : naam artiest fragment en weergavetijd— : disctitel
en : naam artiest disc— : fragmenttitel en
: naam artiest fragment
# Als bepaalde gegevens niet op de CD TEXTdisc zijn vastgelegd, wordt de titel of de naam
niet op het display weergegeven.
Tekstinformatie over het
display laten schuiven
Dit toestel kan de eerste 14 letters van de disctitel, de naam van de artiest van de disc, de
fragmenttitel en de naam van de artiest van
het fragment weergeven. Als de tekstinformatie langer is dan 14 letters, kunt u deze als
volgt door het display schuiven:
% Houd DISPLAY ingedrukt tot de tekstinformatie door het display begint te schuiven.
CD TEXT-functies gebruiken
Bij sommige discs is er tijdens de fabricage
extra informatie op de disc vastgelegd. Deze
discs kunnen informatie bevatten zoals de CDtitel, fragmenttitels, de naam van de artiest en
de weergavetijd. Zulke discs worden CD TEXTdiscs genoemd. Alleen deze speciaal geco-
128
Nl
Hoofdstuk
Ingebouwde CD-speler
06
Opmerking
Als Ever Scroll bij de begininstellingen op ON is
gezet, blijft de tekstinformatie van de CD continu
door het display schuiven. Als u de eerste 14 tekens van de tekstinformatie tijdelijk wilt weergeven en de tekst vanaf het begin door het display
wilt laten schuiven, moet u DISPLAY ingedrukt
houden. Raadpleeg Ever Scroll inschakelen op
bladzijde 178.
Fragmenten uit de lijst met
fragmenttitels selecteren
De lijst met fragmenttitels toont de fragmenttitels op een CD TEXT-disc. U kunt één van deze
titels selecteren om af te spelen.
1 Draai MULTI-CONTROL om naar de fragmenttitellijst te gaan.
# U kunt dit ook doen door op de joystick op de
afstandsbediening te drukken.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste fragmenttitel te selecteren.
Draai aan de knop om een andere fragmenttitel te kiezen; druk op de knop om het fragment
af te spelen.
Nederlands
# U kunt ook een andere fragmenttitel kiezen
door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te
duwen.
# Als u de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden gebruikt, wordt de functie fragmenttitellijst
automatisch geannuleerd.
Nl
129
Hoofdstuk
07
MP3/WMA/AAC/WAV-speler
MP3/WMA/AAC/WAVbestanden afspelen
1
5
2
3
4
Hieronder volgen de basisstappen voor het afspelen van een MP3/WMA/AAC/WAV met uw
ingebouwde CD-speler. Vanaf bladzijde 132
wordt de meer geavanceerde bediening voor
het afspelen van MP3/WMA/AAC/WAV-bestanden uitgelegd.
1 MP3/WMA/AAC/WAV-indicator
Deze geeft het type bestand aan dat wordt
afgespeeld.
2 Mapnummerindicator
Deze geeft het nummer aan van de map die
momenteel wordt afgespeeld.
3 Nummerindicator fragment
Deze geeft aan welk fragment (welk bestand) er momenteel wordt afgespeeld.
4 Weergavetijd-indicator
Deze geeft de verstreken tijd van het spelende fragment (bestand) aan.
5 Indicator bitsnelheid/bemonsteringsfrequentie
Deze toont de bitsnelheid of bemonsteringsfrequentie van het huidige fragment (bestand).
! Als u MP3-bestanden afspeelt die als
VBR-bestanden (variabele bitsnelheid)
zijn opgenomen, wordt de waarde van de
130
Nl
bitsnelheid niet weergegeven, ook niet
als u overschakelt naar bitsnelheid. (VBR
wordt weergegeven.)
! Als u WMA-bestanden afspeelt die als
VBR-bestanden (variabele bitsnelheid)
zijn opgenomen, wordt de waarde van de
gemiddelde bitsnelheid weergegeven.
! U kunt alleen WAV-bestanden met de frequenties 16, 22,05, 24, 32, 44,1 en 48 kHz
(LPCM) of 22,05 en 44,1 kHz (MS
ADPCM) afspelen. De bemonsteringsfrequentie die op het display wordt getoond,
kan zijn afgerond.
1 Druk op SOURCE en selecteer de ingebouwde CD-speler als signaalbron.
Druk op SOURCE tot Compact Disc op het display verschijnt.
# Als er geen disc in het toestel is geplaatst,
kunt u Compact Disc (ingebouwde CD-speler)
niet selecteren. Plaats een disc in het toestel.
(Raadpleeg bladzijde 112.)
2 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om een map te selecteren.
# U kunt geen map selecteren waarin geen
MP3/WMA/AAC/WAV-bestand is opgeslagen.
# Houd BAND ingedrukt om terug te keren naar
map 01 (ROOT). Als de map 01 (ROOT) geen bestanden bevat, begint het afspelen bij map 02.
3 Houd MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts ingedrukt om achteruit of vooruit te spoelen.
# Als u Rough search selecteert, kunt u door
MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt te houden elk 10e fragment in de huidige
map zoeken. (Raadpleeg Een zoekmethode selecteren op bladzijde 134.)
Hoofdstuk
MP3/WMA/AAC/WAV-speler
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om naar het vorige of volgende
fragment te gaan.
Als u MULTI-CONTROL naar rechts duwt,
gaat u naar het begin van het volgende fragment. Als u MULTI-CONTROL één keer naar
links duwt, gaat u naar het begin van het huidige fragment. Als u nogmaals naar links
duwt, gaat u naar het vorige fragment.
Opmerkingen
bladzijde 178 voor informatie over Ever
Scroll.
Een fragment in de huidige
map direct selecteren
Met de afstandsbediening kunt u een fragment direct selecteren door het gewenste fragmentnummer in te voeren.
1 Druk op DIRECT.
Het invoerscherm voor fragmentnummers verschijnt.
2 Druk op de toetsen 0–9 om het gewenste fragmentnummer in te voeren.
# U kunt het ingevoerde nummer annuleren
door op CLEAR te drukken.
3 Druk op DIRECT.
Het fragment dat hoort bij het ingevoerde
nummer wordt afgespeeld.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer acht seconden een
handeling uitvoert, wordt de modus voor het invoeren van nummers automatisch geannuleerd.
Nederlands
! Als u CD’s met MP3/WMA/AAC/WAV-bestanden en audiogegevens (CD-DA) zoals CDEXTRA en MIXED-MODE-CD’s afspeelt, kunt u
beide gegevenstypen alleen afspelen door tussen MP3/WMA/AAC/WAV en CD-DA te schakelen door middel van BAND.
! Als u heeft geschakeld tussen het afspelen
van MP3/WMA/AAC/WAV-bestanden en audiogegevens (CD-DA), begint het afspelen bij
het eerste fragment op de CD.
! De ingebouwde CD-speler kan MP3/WMA/
AAC/WAV-bestanden op CD-ROM afspelen.
(Raadpleeg bladzijde 184 voor bestanden die
kunnen worden afgespeeld.)
! Bestanden worden afgespeeld in de volgorde
van de bestandsnummers. Mappen die geen
bestanden bevatten worden overgeslagen.
(Als de map 01 (ROOT) geen bestanden bevat,
begint het afspelen bij map 02.)
! Als u bestanden afspeelt die als VBR-bestanden (variabele bitsnelheid) zijn opgenomen,
wordt de weergavetijd niet juist weergegeven
als u vooruit- of achteruitspoelt.
! Bij vooruit- of achteruitspoelen hoort u geen
geluid.
! Als u op DISPLAY heeft gedrukt om tekstinformatie op het display weer te geven, schuiven
de mapnaam en bestandsnaam automatisch
door het display. Als Ever Scroll bij de begininstellingen op ON is ingesteld, schuiven de
mapnaam en bestandsnaam continu door het
display. Raadpleeg Ever Scroll inschakelen op
07
Nl
131
Hoofdstuk
07
MP3/WMA/AAC/WAV-speler
Inleiding tot de
geavanceerde bediening van
de ingebouwde CD-speler
(MP3/WMA/AAC/WAV)
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, wordt automatisch teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Herhaalde weergave
1
1 Functiedisplay
Hierop is de status van de ingestelde functie
af te lezen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren.
Draai aan de knop om een andere menu-optie
te kiezen; druk op de knop om een optie te selecteren.
De functienaam verschijnt op het display.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de functie te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de
functies in de onderstaande volgorde te doorlopen:
Play mode (herhaalde weergave)—
Random mode (willekeurige weergave)—
Scan mode (scanweergave)—Pause (pauze)
—Search mode (zoekmethode)
# U kunt de functies ook in omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
# Druk op BAND om terug te keren naar het
weergavedisplay.
132
Nl
Voor het afspelen van MP3/WMA/AAC/WAVbestanden bestaan drie opties voor herhaalde
weergave: Folder repeat (een map herhalen),
Track repeat (een fragment herhalen) en
Disc repeat (alle fragmenten herhalen).
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Play mode te selecteren.
Play mode verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het herhaalbereik te selecteren.
Druk enkele malen op MULTI-CONTROL totdat het gewenste herhaalbereik op het display
verschijnt.
! Folder repeat – De huidige map herhalen
! Track repeat – Alleen het spelende fragment herhalen
! Disc repeat – Alle fragmenten herhalen
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een andere map kiest, wordt het bereik voor herhaalde weergave gewijzigd in Disc repeat.
! Als u tijdens Track repeat een fragment zoekt
of vooruit- of achteruitspoelt, wordt het bereik
voor herhaalde weergave gewijzigd in
Folder repeat.
! Als Folder repeat is geselecteerd, kunt u
geen submap van die map afspelen.
Hoofdstuk
MP3/WMA/AAC/WAV-speler
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met de functie willekeurige weergave kunt u
de fragmenten binnen de herhaalbereiken
Folder repeat en Disc repeat in willekeurige
volgorde laten afspelen.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op de vorige
bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
Random mode te selecteren.
Random mode verschijnt op het display.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de willekeurige weergave in te schakelen.
De fragmenten in het geselecteerde bereik
(Folder repeat of Disc repeat) worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
willekeurige weergave uit te schakelen.
Mappen en fragmenten
scannen
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op de vorige
bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
Scan mode te selecteren.
Scan mode verschijnt op het display.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de scanweergave in te schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment in de
huidige map (of van het eerste fragment in
elke map) worden afgespeeld.
4 Als u het gewenste fragment (of de gewenste map) heeft gevonden, drukt u op
MULTI-CONTROL om de scanweergave uit
te schakelen.
Het fragment (of de map) wordt in zijn geheel
afgespeeld.
# Als het display automatisch is teruggekeerd
naar het weergavedisplay, moet u Scan mode opnieuw selecteren met behulp van
MULTI-CONTROL.
Opmerking
Wanneer het scannen van fragmenten of mappen
is voltooid, begint de normale weergave van de
fragmenten opnieuw.
Het afspelen van MP3/
WMA/AAC/WAV-bestanden
onderbreken
Met de pauzetoets kunt u de weergave van de
MP3/WMA/AAC/WAV-bestanden tijdelijk onderbreken.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om Pause te
selecteren.
Pause verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de pauzefunctie in te schakelen.
Het afspelen van het huidige fragment wordt
onderbroken.
Nederlands
Als u Folder repeat gebruikt, worden de
eerste 10 seconden van elk fragment in de geselecteerde map afgespeeld. Als u
Disc repeat gebruikt, worden de eerste 10 seconden van het eerste fragment in elke map
afgespeeld.
07
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL als u de
pauzefunctie wilt uitschakelen.
Nl
133
Hoofdstuk
07
MP3/WMA/AAC/WAV-speler
Een zoekmethode selecteren
U kunt bij de zoekmethode kiezen tussen vooruit- en achteruitspoelen en elk 10e fragment
zoeken.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Search mode te selecteren.
Search mode verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de gewenste zoekmethode te selecteren.
Druk op MULTI-CONTROL tot de gewenste
zoekmethode op het display verschijnt.
! FF/REV – Vooruit- en achteruitspoelen
! Rough search – Elk 10e fragment zoeken
Elk 10e fragment in de
huidige map zoeken
Als de huidige map meer dan 10 fragmenten
bevat, kunt u op elk 10e fragment zoeken. Als
een map veel fragmenten bevat, kunt u zo globaal zoeken naar het fragment dat u wilt afspelen.
1 Selecteer de zoekmethode
Rough search.
Raadpleeg Een zoekmethode selecteren op
deze bladzijde.
2 Houd MULTI-CONTROL naar links of
rechts ingedrukt om op elk 10e fragmenten
in de huidige map te zoeken.
# Als de huidige map minder dan 10 fragmenten bevat, wordt het laatste fragment van de map
afgespeeld als u MULTI-CONTROL naar rechts
ingedrukt houdt. Als er minder dan 10 fragmenten overblijven nadat u de map op elk 10e fragment heeft doorzocht, wordt eveneens het laatste
fragment in de map afgespeeld als u
MULTI-CONTROL naar rechts ingedrukt houdt.
134
Nl
# Als de huidige map minder dan 10 fragmenten bevat, wordt het eerste fragment afgespeeld
als u MULTI-CONTROL naar links ingedrukt
houdt. Als er minder dan 10 fragmenten overblijven nadat u de map op elk 10e fragment heeft
doorzocht, wordt eveneens het eerste fragment
weergegeven als u MULTI-CONTROL naar links
ingedrukt houdt.
Tekstinformatie op een
MP3/WMA/AAC/WAV-disc
weergeven
U kunt de tekstinformatie laten weergeven die
op een MP3/WMA/AAC/WAV-disc is vastgelegd.
Bij het afspelen van een MP3/
WMA/AAC-disc
% Druk op DISPLAY.
Druk meerdere keren op DISPLAY om te schakelen tussen de volgende instellingen:
Weergavetijd— : mapnaam en weergavetijd
— : bestandsnaam en weergavetijd— :
mapnaam en : bestandsnaam— : naam
artiest en : albumtitel— : naam artiest en
: fragmenttitel— : opmerking en afspeeltijd
# Als bepaalde gegevens niet op de MP3/WMA/
AAC-disc zijn vastgelegd, wordt de titel of de
naam niet op het display weergegeven.
# Afhankelijk van de versie van iTunes® die is gebruikt om MP3-bestanden op de disc vast te leggen, kan het voorkomen dat bepaalde gegevens
niet goed worden weergegeven.
# Afhankelijk van de versie van de Windows
Media Player die is gebruikt om WMA-bestanden
te coderen, kan het voorkomen dat albumtitels en
andere tekstinformatie niet goed worden weergegeven.
Hoofdstuk
MP3/WMA/AAC/WAV-speler
Bij het afspelen van een WAV-disc
% Druk op DISPLAY.
Druk meerdere keren op DISPLAY om te schakelen tussen de volgende instellingen:
Weergavetijd— : mapnaam en weergavetijd
— : bestandsnaam en weergavetijd— :
mapnaam en : bestandsnaam
07
Fragmenten uit de lijst met
bestandsnamen selecteren
In de lijst met bestandsnamen ziet u de
namen van de bestanden (of mappen) en kunt
u één van deze namen selecteren om af te spelen.
1 Draai MULTI-CONTROL om de lijst met
bestandsnamen weer te geven.
Tekstinformatie over het
display laten schuiven
Dit toestel kan alleen de eerste 14 letters weergeven van de mapnaam, de bestandsnaam, de
fragmenttitel, de naam van de artiest, de albumtitel en de opmerking. Als de vastgelegde
informatie langer is dan 14 letters, kunt u de
tekst naar links schuiven zodat u de rest van
de tekstinformatie kunt zien.
% Houd DISPLAY ingedrukt tot de tekstinformatie door het display begint te schuiven.
De tekstinformatie schuift door het display.
Opmerkingen
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste bestandsnaam (of mapnaam) te selecteren.
Draai aan de knop om een andere bestandsnaam of mapnaam te kiezen; druk op de knop
om een fragment af te spelen; duw de knop
naar rechts om de lijst met bestanden (of mappen) in de geselecteerde map weer te geven.
# U kunt ook een ander bestand of een andere
map ook kiezen door MULTI-CONTROL omhoog
of omlaag te duwen.
# Duw MULTI-CONTROL naar links om terug te
keren naar de vorige lijst (de map die een niveau
hoger ligt).
# Als het map- of bestandsnummer hoger is
dan 100, worden de laatste 2 cijfers van het mapof bestandsnummer weergegeven.
# Het aantal bestanden of mappen in de geselecteerde map wordt rechts op het display weergegeven.
# Als u de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden gebruikt, wordt de functie bestandsnaamlijst
automatisch geannuleerd.
Nl
Nederlands
! In tegenstelling tot de bestandsformaten MP3,
WMA en AAC, wordt bij WAV-bestanden alleen de mapnaam en bestandsnaam weergegeven.
! Als Ever Scroll bij de begininstellingen op ON
is gezet, blijft de tekstinformatie van de CD
continu door het display schuiven. Als u de
eerste 14 tekens van de tekstinformatie tijdelijk wilt weergeven en de tekst vanaf het begin
door het display wilt laten schuiven, moet u
DISPLAY ingedrukt houden. Raadpleeg Ever
Scroll inschakelen op bladzijde 178.
# U kunt dit ook doen door op de joystick op de
afstandsbediening te drukken.
135
Hoofdstuk
08
Multi-CD-speler
Een CD afspelen
1
2
! Voor discs 7 t/m 12 houdt u de corresponderende toets iets langer ingedrukt (bijvoorbeeld 1 voor disc 7), tot het discnummer op
het display wordt weergegeven.
3 Houd MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts ingedrukt om achteruit of vooruit te spoelen.
3
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare multiCD-speler bedienen.
Hieronder volgen de basisstappen voor het afspelen van een CD met de multi-CD-speler.
Vanaf de volgende bladzijde wordt de meer geavanceerde bediening voor het afspelen van
CD’s uitgelegd.
1 Discnummerindicator
Deze toont het nummer van de disc die momenteel wordt afgespeeld.
2 Nummerindicator fragment
Deze geeft het nummer aan van het fragment dat momenteel wordt afgespeeld.
3 Weergavetijd-indicator
Deze geeft de verstreken weergavetijd van
het spelende fragment aan.
1 Druk op SOURCE en selecteer de multiCD-speler als signaalbron.
Druk op SOURCE tot Multi-CD op het display
verschijnt.
2 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de disc te selecteren waarnaar u
wilt luisteren.
# U kunt ook een disc selecteren door de toetsen 1–6 op de afstandsbediening te gebruiken.
! Druk voor discs 1 t/m 6 op de corresponderende nummertoets.
136
Nl
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om naar het vorige of volgende
fragment te gaan.
Als u MULTI-CONTROL naar rechts duwt,
gaat u naar het begin van het volgende fragment. Als u MULTI-CONTROL één keer naar
links duwt, gaat u naar het begin van het huidige fragment. Als u nogmaals naar links
duwt, gaat u naar het vorige fragment.
Opmerkingen
! Wanneer de multi-CD-speler bezig is met de
voorbereidingen, verschijnt Ready op het display.
! Als er een foutmelding zoals ERROR-11 wordt
weergegeven, raadpleeg dan de handleiding
van de multi-CD-speler.
! Als er geen discs in het magazijn van de
multi-CD-speler zijn geplaatst, verschijnt
No Disc op het display.
! Als u een CD TEXT-disc in een CD TEXT-compatibele multi-CD-speler selecteert, schuiven
de titels van de disc en de fragmenten automatisch door het display. Als de functie Ever
Scroll bij de begininstellingen op ON is ingesteld, schuiven de titels van de disc en de fragmenten continu door het display. Raadpleeg
Ever Scroll inschakelen op bladzijde 178 voor
informatie over Ever Scroll.
Hoofdstuk
Multi-CD-speler
Een fragment direct selecteren
Met de afstandsbediening kunt u een fragment direct selecteren door het gewenste fragmentnummer in te voeren.
08
Inleiding tot de
geavanceerde bediening
van de multi-CD-speler
1 Druk op DIRECT.
Het invoerscherm voor fragmentnummers verschijnt.
2 Druk op de toetsen 0–9 om het gewenste fragmentnummer in te voeren.
# U kunt het ingevoerde nummer annuleren
door op CLEAR te drukken.
3 Druk op DIRECT.
Het fragment dat hoort bij het ingevoerde
nummer wordt afgespeeld.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer acht seconden een
handeling uitvoert, wordt de modus voor het invoeren van nummers automatisch geannuleerd.
Multi-CD-speler voor 50 discs
1 Functiedisplay
Hierop is de status van de ingestelde functie
af te lezen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren.
Draai aan de knop om een andere menu-optie
te kiezen; druk op de knop om een optie te selecteren.
De functienaam verschijnt op het display.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de functie te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de
functies in de onderstaande volgorde te doorlopen:
Play mode (herhaalde weergave)—
Random mode (willekeurige weergave)—
Scan mode (scanweergave)—Pause (pauze)
—ITS play mode (ITS-weergave)—ITS memo
(ITS-programmering)—TitleInput "A" (disctitel invoeren)
Nederlands
Multi-CD-spelers voor 50 discs ondersteunen
alleen de functies die in deze handleiding zijn
beschreven.
Dit toestel ondersteunt niet de functies voor
disctitellijsten voor een multi-CD-speler voor
50 discs. Raadpleeg Discs selecteren uit de disctitellijst op bladzijde 142 voor meer informatie
over de functies voor disctitellijsten.
1
# U kunt de functies ook in omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
# Druk op BAND om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Nl
137
Hoofdstuk
08
Multi-CD-speler
Opmerkingen
! Als u een CD TEXT-disc afspeelt op een CD
TEXT-compatibele multi-CD-speler, kunt u de
invoerfunctie voor disctitels niet inschakelen.
Op een CD TEXT-disc is de disctitel namelijk al
vastgelegd.
! Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, wordt automatisch
teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Herhaalde weergave
Er zijn drie bereiken voor herhaalde weergave
voor de multi-CD-speler: M-CD repeat (de
multi-CD-speler herhalen), Track repeat (een
fragment herhalen) en Disc repeat (een disc
herhalen).
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Play mode te selecteren.
Play mode verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het herhaalbereik te selecteren.
Druk enkele malen op MULTI-CONTROL totdat het gewenste herhaalbereik op het display
verschijnt.
! M-CD repeat – Alle discs in de multi-CDspeler herhalen
! Track repeat – Alleen het spelende fragment herhalen
! Disc repeat – De spelende disc herhalen
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een andere disc selecteert, wordt het bereik voor herhaalde weergave gewijzigd in M-CD repeat.
! Als u tijdens Track repeat een fragment zoekt
of vooruit- of achteruitspoelt, wordt het bereik
voor herhaalde weergave gewijzigd in
Disc repeat.
138
Nl
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met willekeurige weergave kunt u de fragmenten binnen de herhaalbereiken M-CD repeat
en Disc repeat in willekeurige volgorde laten
afspelen.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op deze bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
Random mode te selecteren.
Random mode verschijnt op het display.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de willekeurige weergave in te schakelen.
De fragmenten in het geselecteerde bereik
(M-CD repeat of Disc repeat) worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
willekeurige weergave uit te schakelen.
CD’s en fragmenten scannen
Als u Disc repeat gebruikt, worden de eerste
10 seconden van elk fragment op de geselecteerde disc afgespeeld. Als u M-CD repeat gebruikt, worden de eerste 10 seconden van het
eerste fragment op elke disc afgespeeld.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op deze bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
Scan mode te selecteren.
Scan mode verschijnt op het display.
Hoofdstuk
Multi-CD-speler
3 Druk op MULTI-CONTROL om de scanweergave in te schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment van
de huidige disc (of van het eerste fragment
van elke disc) worden afgespeeld.
4 Als u het gewenste fragment (of de gewenste disc) heeft gevonden, drukt u op
MULTI-CONTROL om de scanweergave uit
te schakelen.
Het fragment (of de disc) wordt normaal afgespeeld.
# Als het display automatisch is teruggekeerd
naar het weergavedisplay, moet u Scan mode opnieuw selecteren met behulp van
MULTI-CONTROL.
Opmerking
Wanneer het scannen van fragmenten of discs is
voltooid, worden de fragmenten normaal afgespeeld.
Het afspelen van een CD
onderbreken
Met de pauzefunctie kunt u het afspelen van
de CD tijdelijk onderbreken.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de pauzefunctie in te schakelen.
Het afspelen van het huidige fragment wordt
onderbroken.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL als u de
pauzefunctie wilt uitschakelen.
ITS-speellijsten gebruiken
Met ITS (Instant Track Selection) kunt u een
speellijst met uw favoriete fragmenten samenstellen van de discs die in het magazijn van de
multi-CD-speler zijn geplaatst. Als u uw favoriete fragmenten aan de speellijst heeft toegevoegd, kunt u de ITS-weergave inschakelen
om de geselecteerde fragmenten af te spelen.
Een speellijst met ITSprogrammering samenstellen
U kunt ITS gebruiken om maximaal 99 fragmenten per disc, tot 100 discs (met de disctitels) in te voeren en af te spelen. (Bij multi-CDspelers die vóór de CDX-P1250 en CDX-P650
zijn verkocht, kunnen maximaal 24 fragmenten in de speellijst worden opgeslagen.)
1 Speel een CD af die u wilt programmeren.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om
de CD te selecteren.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om ITS memo
te selecteren.
ITS memo verschijnt op het display.
3 Selecteer het gewenste fragment door
MULTI-CONTROL naar links of rechts te
duwen.
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog om het
huidige fragment in de speellijst op te
slaan.
Memory complete wordt weergegeven en de
huidige selectie wordt aan de speellijst toegevoegd.
Nederlands
1 Gebruik MULTI-CONTROL om Pause te
selecteren.
Pause verschijnt op het display.
08
5 Druk op BAND om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Nl
139
Hoofdstuk
08
Multi-CD-speler
Opmerking
Nadat er gegevens voor 100 discs in het geheugen zijn opgeslagen, zullen de gegevens van een
nieuwe disc de gegevens van de oudste disc overschrijven.
De ITS-speellijst afspelen
Met ITS-weergave kunt u de fragmenten afspelen die u in de ITS-speellijst heeft ingevoerd.
Als u de ITS-weergave inschakelt, worden de
fragmenten uit de ITS-lijst in de multi-CD-speler afgespeeld.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op bladzijde
138.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
ITS play mode te selecteren.
ITS play mode verschijnt op het display.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de ITSweergave in te schakelen.
ITS play mode verschijnt op het display. Het
afspelen begint met de fragmenten van de
speellijst binnen het eerder geselecteerde bereik, M-CD repeat of Disc repeat.
# Als er geen fragmenten in het huidige bereik
voor ITS-weergave zijn geprogrammeerd, verschijnt ITS empty op het display.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
ITS-weergave uit te schakelen.
Een fragment uit de ITSspeellijst verwijderen
U kunt een fragment uit de ITS-speellijst verwijderen als de ITS-weergave aan staat.
Als de ITS-weergave al is geactiveerd, gaat u
verder met stap 2. Als de ITS-weergave nog
niet is ingeschakeld, gebruikt u
MULTI-CONTROL.
140
Nl
1 Speel de CD af waarvan u een fragment
uit de ITS-speellijst wilt verwijderen en
schakel de ITS-weergave in.
Raadpleeg De ITS-speellijst afspelen op deze
bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om ITS memo
te selecteren.
ITS memo verschijnt op het display.
3 Selecteer het gewenste fragment door
MULTI-CONTROL naar links of rechts te
duwen.
4 Duw MULTI-CONTROL omlaag om het
fragment uit de ITS-speellijst te verwijderen.
Het huidige fragment wordt uit de ITS-speellijst verwijderd en het volgende fragment van
de ITS-speellijst wordt afgespeeld.
# Als er geen fragmenten in uw speellijst binnen
het huidige bereik vallen, wordt ITS empty weergegeven en wordt de disc normaal afgespeeld.
5 Druk op BAND om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Een CD uit de ITS-speellijst
verwijderen
U kunt alle fragmenten van een CD uit de ITSspeellijst verwijderen als de ITS-weergave uit
staan.
1 Speel de CD af die u wilt verwijderen.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om
de CD te selecteren.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om ITS memo
te selecteren.
ITS memo verschijnt op het display.
Hoofdstuk
Multi-CD-speler
3 Duw MULTI-CONTROL omlaag om alle
fragmenten van de huidige CD uit de ITSspeellijst te verwijderen.
Alle fragmenten van de spelende CD worden
uit de speellijst verwijderd en
Memory deleted wordt weergegeven.
4 Druk op BAND om terug te keren naar
het weergavedisplay.
08
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag en selecteer een letter uit het alfabet.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog duwt,
verschijnt er een letter uit het alfabet in de
volgorde A B C ... X Y Z, of een cijfer of symbool in de volgorde 1 2 3 ... @ # <. Telkens als
u MULTI-CONTROL omlaag duwt, verschijnen
de letters in de volgorde Z Y X ... C B A.
Functies voor disctitels
gebruiken
U kunt CD-titels invoeren en laten weergeven.
Daarna kunt u eenvoudig naar de disc zoeken
die u wilt afspelen.
Disctitels invoeren
Gebruik de invoerfunctie voor disctitels om
maximaal 100 CD-titels (met ITS-speellijst) in
de multi-CD-speler op te slaan. Een titel kan
maximaal 10 tekens lang zijn.
1 Speel de CD af waarvoor u een titel
wilt invoeren.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om
de CD te selecteren.
3 Druk op DISPLAY en selecteer het gewenste tekentype.
Druk herhaaldelijk op DISPLAY om te schakelen tussen de volgende tekensets:
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolen—Alfabet (kleine letters)—Europese letters, zoals
letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)—Cijfers
en symbolen
6 Verplaats de cursor naar de laatste tekenpositie door MULTI-CONTROL naar
rechts te duwen nadat u de titel heeft ingevoerd.
Als u MULTI-CONTROL nogmaals naar rechts
duwt, wordt de ingevoerde titel opgeslagen in
het geheugen.
7 Druk op BAND om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Opmerkingen
Nederlands
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
TitleInput "A" te selecteren.
TitleInput "A" verschijnt op het display.
5 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om
de cursor naar de volgende tekenpositie te
verplaatsen.
Wanneer de gewenste letter op het display verschijnt, duwt u MULTI-CONTROL naar rechts
om de cursor naar de volgende positie te verplaatsen en de volgende letter te selecteren.
Duw MULTI-CONTROL naar links om naar de
voorgaande positie te gaan.
! De titels blijven in het geheugen, zelfs als de
disc uit het magazijn wordt verwijderd. Ze worden opgeroepen als de disc weer in het toestel
wordt geplaatst.
Nl
141
Hoofdstuk
08
Multi-CD-speler
! Nadat er gegevens voor 100 discs in het geheugen zijn opgeslagen, zullen de gegevens
van een nieuwe disc de gegevens van de
oudste disc overschrijven.
Disctitels weergeven
U kunt de titel laten weergeven van elke disc
waarvoor een disctitel is ingevoerd.
% Druk op DISPLAY.
Druk meerdere keren op DISPLAY om te schakelen tussen de volgende instellingen:
Weergavetijd— : disctitel en weergavetijd
Bij sommige discs is er tijdens de fabricage
extra informatie op de disc vastgelegd. Deze
discs kunnen informatie bevatten zoals de CDtitel, fragmenttitels, de naam van de artiest en
de weergavetijd. Zulke discs worden CD TEXTdiscs genoemd. Alleen deze speciaal gecodeerde CD-TEXT-discs ondersteunen de onderstaande functies.
Tekstinformatie op een CDTEXT-disc weergeven
De disctitellijst geeft u een overzicht van de in
de multi-CD-speler ingevoerde disctitels. Hierdoor kunt u gemakkelijk de gewenste disc kiezen om af te spelen.
% Druk op DISPLAY.
Druk meerdere keren op DISPLAY om te schakelen tussen de volgende instellingen:
Weergavetijd— : disctitel en weergavetijd
— : naam artiest disc en weergavetijd— :
fragmenttitel en weergavetijd— : naam artiest fragment en weergavetijd— : disctitel
en : naam artiest disc— : fragmenttitel en
: naam artiest fragment
1 Draai MULTI-CONTROL om naar de
functie disctitellijst te gaan.
# Als bepaalde gegevens niet op de CD TEXTdisc zijn vastgelegd, wordt de titel of de naam
niet op het display weergegeven.
Discs selecteren uit de disctitellijst
# U kunt dit ook doen door op de joystick op de
afstandsbediening te drukken.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste disctitel te selecteren.
Draai aan de knop om een andere disctitel te
kiezen; druk op de knop om deze af te spelen.
# U kunt ook een andere disctitel kiezen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Als er geen titel is ingevoerd voor een disc,
verschijnt No D.Title op het display.
# Als er geen disc in het magazijn is geplaatst,
verschijnt No Disc naast het discnummer.
CD TEXT-functies gebruiken
U kunt deze functies uitsluitend gebruiken met
een voor CD TEXT geschikte multi-CD-speler.
142
Nl
Tekstinformatie over het
display laten schuiven
Dit toestel kan de eerste 14 letters van de disctitel, de naam van de artiest van de disc, de
fragmenttitel en de naam van de artiest van
het fragment weergeven. Als de tekstinformatie langer is dan 14 letters, kunt u deze als
volgt door het display schuiven:
% Houd DISPLAY ingedrukt tot de tekstinformatie door het display begint te schuiven.
Hoofdstuk
Multi-CD-speler
Opmerking
Als Ever Scroll bij de begininstellingen op ON is
gezet, blijft de tekstinformatie van de CD continu
door het display schuiven. Als u de eerste 14 tekens van de tekstinformatie tijdelijk wilt weergeven en de tekst vanaf het begin door het display
wilt laten schuiven, moet u DISPLAY ingedrukt
houden. Raadpleeg Ever Scroll inschakelen op
bladzijde 178.
08
4 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste fragmenttitel te selecteren.
Draai aan de knop om een andere fragmenttitel te kiezen; druk op de knop om het fragment
af te spelen.
# U kunt ook een andere fragmenttitel kiezen
door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te
duwen.
Fragmenten uit de lijst met
fragmenttitels selecteren
De lijst met fragmenttitels toont de fragmenttitels op een CD TEXT-disc. U kunt één van deze
titels selecteren om af te spelen.
1 Draai MULTI-CONTROL om naar de
functie disctitellijst te gaan.
# U kunt dit ook doen door op de joystick op de
afstandsbediening te drukken.
# Als u de fragmenttitellijst van de huidige disc
wilt weergegeven, duwt u MULTI-CONTROL naar
rechts.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste titel van de CD TEXT te selecteren.
Draai aan de knop om een andere disctitel te
kiezen; druk op de knop om deze af te spelen.
Nederlands
# U kunt ook een andere disctitel kiezen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Als er geen titel is ingevoerd voor een disc,
verschijnt No D.Title op het display.
# Als er geen disc in het magazijn is geplaatst,
verschijnt No Disc naast het discnummer.
3 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om
over te schakelen naar de fragmenttitellijst.
# Duw MULTI-CONTROL naar links om terug te
keren naar de disctitellijst.
Nl
143
Hoofdstuk
09
Muziek op de iPod afspelen
Naar muziek op de iPod
luisteren
duwt, gaat u naar het begin van de huidige
song. Als u nogmaals naar links duwt, gaat u
naar de vorige song.
1
Naar een song bladeren
2
U kunt via dit toestel een iPod-adapter bedienen. Deze is los verkrijgbaar.
Hieronder volgen de basisstappen voor de bediening van een iPod-adapter. Zie Geavanceerde bediening van een iPod-adapter op
bladzijde 146 voor de meer geavanceerde bediening van een iPod-adapter.
1 Nummerindicator voor songs
Deze toont het nummer van de song die
wordt afgespeeld in de geselecteerde lijst.
2 Weergavetijd-indicator
Deze toont de verstreken speeltijd van de
huidige song.
1 Druk op SOURCE om de iPod te selecteren.
Druk op SOURCE tot iPod op het display verschijnt.
2 Houd MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts ingedrukt om achteruit of vooruit te spoelen.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om naar de vorige of volgende
song te gaan.
Als u MULTI-CONTROL naar rechts duwt,
gaat u naar het begin van de volgende song.
Als u MULTI-CONTROL één keer naar links
144
Nl
Om de bediening van de iPod en het zoeken
naar songs te vereenvoudigen, is ernaar gestreefd de bediening van dit toestel zoveel mogelijk te laten lijken op de bediening van de
iPod zelf.
1 Draai MULTI-CONTROL om naar het
hoofdmenu met zoeklijsten te gaan.
# U kunt dit ook doen door op de joystick op de
afstandsbediening te drukken.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om een categorie te selecteren.
Draai aan de knop om een andere categorie te
kiezen; druk op de knop om een categorie te
selecteren.
Playlists (speellijsten)—Artists (artiesten)—
Albums (albums)—Songs (songs)—Genres
(genres)
De lijst van de geselecteerde categorie wordt
weergegeven.
# U kunt de gewenste categorie afspelen door
MULTI-CONTROL ingedrukt te houden.
# U kunt een andere categorie ook kiezen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# U kunt de categorie ook selecteren door
MULTI-CONTROL naar rechts te duwen.
# Duw MULTI-CONTROL naar links om terug te
keren naar de vorige lijst.
# Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om naar
het hoofdmenu met zoeklijsten te gaan.
# Als u de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden gebruikt, wordt deze functie automatisch geannuleerd.
Hoofdstuk
Muziek op de iPod afspelen
Een song zoeken
1 Draai MULTI-CONTROL om naar het
hoofdmenu met zoeklijsten te gaan.
# U kunt dit ook doen door op de joystick op de
afstandsbediening te drukken.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om uit de categorieën een Genres, Artists, Albums of
Songs te selecteren.
Draai aan de knop om een andere categorie te
kiezen; druk op de knop om een categorie te
selecteren.
De lijst van de geselecteerde categorie wordt
weergegeven.
3 Gebruik MULTI-CONTROL om een song,
album, artiest of genre te selecteren.
Draai aan de knop om een ander item te kiezen; druk op de knop om een item te selecteren.
De lijst van het geselecteerde item wordt weergegeven.
09
Lijsten uit Playlists (speellijsten) worden weergegeven.
3 Gebruik MULTI-CONTROL om een speellijst te selecteren.
Draai aan de knop om een andere speellijst te
kiezen; druk op de knop om een speellijst te
selecteren.
De lijst met songs van de geselecteerde speellijst wordt weergegeven.
# U kunt de songs in de geselecteerde speellijst
afspelen door MULTI-CONTROL ingedrukt te
houden.
4 Gebruik MULTI-CONTROL om een song
uit de geselecteerde speellijst te selecteren.
Draai aan de knop om een andere song te kiezen; druk op de knop om een song te selecteren.
# Als u geen songs in de speellijst heeft opgeslagen, wordt STOP weergegeven en wordt het afspelen gestopt.
# Als u Songs (songs) selecteert, wordt het afspelen van de song direct gestart.
4 Herhaal stap 3 om de song te zoeken
die u wilt afspelen.
Een speellijst selecteren
1 Draai MULTI-CONTROL om naar het
hoofdmenu met zoeklijsten te gaan.
# U kunt dit ook doen door op de joystick op de
afstandsbediening te drukken.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om uit de categorieën een Playlists te selecteren.
Draai aan de knop om een andere categorie te
kiezen; druk op de knop om een categorie te
selecteren.
Dit toestel kan tekstinformatie weergeven die
op de iPod is vastgelegd.
% Druk op DISPLAY.
Druk meerdere keren op DISPLAY om te schakelen tussen de volgende instellingen:
Weergavetijd— : fragmenttitel en weergavetijd— : songtitel en weergavetijd— : naam
artiest en weergavetijd— : naam artiest en
: albumtitel— : songtitel en : albumtitel
Nederlands
U kunt een speellijst van de iPod selecteren
als speellijst voor dit toestel.
Tekstinformatie op de iPod
weergeven
# Als de tekens die op de iPod zijn vastgelegd
niet compatibel zijn met dit toestel, worden deze
niet weergegeven.
Nl
145
Hoofdstuk
09
Muziek op de iPod afspelen
Opmerkingen
! Door DISPLAY ingedrukt te houden, kunt u de
cursor links van de tekstinformatie plaatsen.
! Als Ever Scroll bij de begininstellingen op ON
is ingesteld, blijft de tekstinformatie continu
door het display schuiven. Als u de eerste 14
tekens van de tekstinformatie tijdelijk wilt
weergeven en de tekst vanaf het begin door
het display wilt laten schuiven, moet u
DISPLAY ingedrukt houden. Raadpleeg Ever
Scroll inschakelen op bladzijde 178.
Geavanceerde bediening
van een iPod-adapter
1
1 Functiedisplay
Hierop is de status van de ingestelde functie
af te lezen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren.
Draai aan de knop om een andere menu-optie
te kiezen; druk op de knop om een optie te selecteren.
De functienaam verschijnt op het display.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de functie te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de
functies in de onderstaande volgorde te doorlopen:
Play mode (herhaalde weergave)—
Shuffle mode (willekeurige weergave)—
Pause (pauze)
# U kunt de functies ook in omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
# Druk op BAND om terug te keren naar het
weergavedisplay.
146
Nl
Hoofdstuk
Muziek op de iPod afspelen
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, wordt automatisch teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Herhaalde weergave
Voor het afspelen van songs op de iPod bestaan twee bereiken voor herhaalde weergave:
Repeat One (één song herhalen) en
Repeat All (alle songs in de lijst herhalen).
! Als Play mode is ingesteld op
Repeat One, kunt u de andere songs niet
selecteren.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Play mode te selecteren.
Play mode verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het herhaalbereik te selecteren.
Druk enkele malen op MULTI-CONTROL totdat het gewenste herhaalbereik op het display
verschijnt.
! Repeat One – Alleen de huidige song herhalen
! Repeat All – Alle songs in de geselecteerde
lijst herhalen
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Shuffle mode te selecteren.
Shuffle mode verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer
de gewenste instelling.
Druk meerdere keren op MULTI-CONTROL tot
de gewenste instelling op het display verschijnt.
! Shuffle Songs – Songs in de geselecteerde
lijst in willekeurige volgorde afspelen
! Shuffle Albums – Een willekeurig album
selecteren en alle songs van het album in
volgorde afspelen
! Shuffle OFF – Het afspelen in willekeurige
volgorde annuleren
Een song onderbreken
Met de pauzefunctie kunt u het afspelen van
een song tijdelijk onderbreken.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om Pause te
selecteren.
Pause verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de pauzefunctie in te schakelen.
Het afspelen van de huidige song wordt onderbroken.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL als u de
pauzefunctie wilt uitschakelen.
U kunt songs op de iPod op twee manieren in
willekeurige volgorde afspelen: Shuffle Songs
(songs in willekeurige volgorde afspelen) en
Shuffle Albums (albums in willekeurige volgorde afspelen).
Nl
Nederlands
Songs in willekeurige
volgorde afspelen (shuffle)
09
147
Hoofdstuk
10
TV-tuner
Televisie kijken
1
2
3
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare TVtuner bedienen.
Raadpleeg voor meer informatie over de bediening van de TV-tuner de handleiding van de
TV-tuner. In dit deel vindt u informatie over de
bediening van de TV-tuner met dit toestel voorzover die afwijkt van wat er in de handleiding
van de TV-tuner staat.
1 Frequentiebandindicator
Deze geeft aan op welke frequentieband de
TV-tuner is afgestemd.
2 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is geselecteerd.
3 Zenderindicator
Deze geeft aan op welke zender de TV-tuner
is afgestemd.
1 Druk op SOURCE om de TV te selecteren.
Druk op SOURCE tot Television op het display
verschijnt.
2 Druk op BAND en kies een frequentieband.
Druk op BAND tot u de gewenste frequentieband (TV-1 of TV-2) op het display ziet verschijnen.
148
Nl
3 Om handmatig af te stemmen, duwt u
MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
De zenders worden stapsgewijs geselecteerd.
4 Voor automatisch afstemmen duwt u
MULTI-CONTROL ongeveer een seconde
naar links of naar rechts en laat u de knop
vervolgens los.
De tuner zoekt nu zelf de zenders af tot er een
uitzending gevonden wordt die sterk genoeg is
voor een goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door MULTI-CONTROL naar links of naar rechts
te duwen.
# Als u MULTI-CONTROL naar links of rechts
duwt en vasthoudt, kunt u zenders overslaan. Het
automatisch afstemmen begint zodra u
MULTI-CONTROL loslaat.
Hoofdstuk
TV-tuner
10
Inleiding tot de bediening
van de geavanceerde
functies van de TV-tuner
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren.
BSSM verschijnt op het display.
# Druk op BAND om terug te keren naar het
zenderdisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display automatisch terug naar het kanalendisplay.
U kunt eenvoudig 12 zenders opslaan zodat u
deze later weer snel kunt oproepen.
1 Wanneer u heeft afgestemd op een
zender die u in het geheugen wilt opslaan,
draait u MULTI-CONTROL om over te schakelen naar de lijst met voorkeuzezenders.
# Als u de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden gebruikt, wordt deze functie automatisch geannuleerd.
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 24 zenders (12 voor elke
TV-band) in het geheugen worden opgeslagen.
! U kunt ook zenders aan de voorkeuzenummers 1–6 toewijzen door één van de voorkeuzetoetsen 1–6 op de afstandsbediening
ingedrukt te houden.
De sterkste zenders op
volgorde opslaan
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
FUNCTION om BSSM weer te geven.
2 Druk op MULTI-CONTROL om BSSM in
te schakelen.
Searching wordt weergegeven. Terwijl
Searching wordt weergegeven, worden de 12
sterkste tv-zenders opgeslagen, te beginnen
met de laagste zender. Als het zoeken is voltooid, verschijnt de lijst met voorkeuzezenders.
Nederlands
Zenders opslaan
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de geselecteerde zender in het geheugen op te
slaan.
Draai aan de knop om een ander voorkeuzenummer te kiezen en houd de knop ingedrukt
om de zender op te slaan.
Het geselecteerde voorkeuzenummer gaat
knipperen en blijft daarna branden. De geselecteerde zender is in het geheugen opgeslagen.
# Druk op MULTI-CONTROL om het opslaan te
annuleren.
Nl
149
Hoofdstuk
10
TV-tuner
3 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om een andere zender te
zoeken; druk op de knop om een zender te selecteren.
# U kunt ook een andere zender zoeken door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Als u de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden gebruikt, wordt deze functie automatisch geannuleerd.
Opmerking
Het is mogelijk dat de via de BSSM-functie opgeslagen zenders de eerder door uzelf onder de toetsen P01—P12 opgeslagen zenders vervangen.
Zenders selecteren uit de
lijst met voorkeuzezenders
U kunt een voorkeuzezender selecteren uit de
lijst met voorkeuzezenders.
1 Draai MULTI-CONTROL om naar de
functie voorkeuzezenderlijst te gaan.
# U kunt dit ook doen door op de joystick op de
afstandsbediening te drukken.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om een andere zender te
zoeken; druk op de knop om een zender te selecteren.
# U kunt ook een andere zender zoeken door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Als u de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden gebruikt, wordt deze functie automatisch geannuleerd.
Opmerkingen
! U kunt de zenders die aan voorkeuzetoetsen
zijn toegewezen ook opvragen door
150
Nl
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te
duwen.
! U kunt de zenders die aan de voorkeuzenummers 1–6 zijn toegewezen ook oproepen door
één van de voorkeuzetoetsen 1–6 op de afstandsbediening in te drukken.
Hoofdstuk
DVD-speler
11
Een disc afspelen
1
2 3
MP3 of WMA) dat momenteel wordt afgespeeld.
4
5
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare DVDspeler of multi-DVD-speler bedienen.
Raadpleeg voor meer informatie over de bediening de handleiding van de DVD-speler of de
multi-DVD-speler. In dit deel vindt u informatie
over de bediening van de DVD-speler met dit
toestel voorzover die afwijkt van de informatie
in de handleiding van de DVD-speler of de
multi-DVD-speler.
Hieronder volgen de basisstappen voor het afspelen van een DVD-video met de DVD-speler.
Vanaf de volgende bladzijde wordt de meer geavanceerde bediening van DVD-video uitgelegd.
5 Weergavetijd-indicator
Deze geeft de verstreken weergavetijd van
het spelende fragment aan.
1 Druk op SOURCE en selecteer de DVDspeler/multi-DVD-speler als signaalbron.
Druk op SOURCE tot DVD op het display verschijnt.
2 Houd MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts ingedrukt om achteruit of vooruit te spoelen.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om naar het vorige of volgende
hoofdstuk/fragment te gaan.
Een disc selecteren
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een multi-DVD-speler op het toestel is aangesloten.
% Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de gewenste disc te selecteren.
2 Discnummerindicator
Deze toont het nummer van de disc die momenteel wordt afgespeeld als u een multiDVD-speler gebruikt.
Een map selecteren
3 Titel-/Mapnummerindicator
Deze toont de titel (DVD-video) of het mapnummer (MP3 of WMA) van de selectie die
momenteel wordt afgespeeld.
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
op dit toestel een DVD-speler is aangesloten die MP3/WMA kan afspelen.
Nederlands
1 DVD-V/VCD/CD/MP3/WMA-indicator
Deze geeft het type disc aan dat wordt afgespeeld.
% Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om een map te selecteren.
4 Hoofdstuk-/Fragmentnummerindicator
Deze toont het nummer van het hoofdstuk
(DVD-video) of fragment (Video-CD, CD,
Nl
151
Hoofdstuk
11
DVD-speler
Inleiding tot de bediening
van de geavanceerde
functies van de DVD-speler
Play mode (herhaalde weergave)—
Random mode (willekeurige weergave)—
Scan mode (scanweergave)—Pause (pauze)
# U kunt de functies ook in omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
# Druk op BAND om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerking
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren.
Draai aan de knop om een andere menu-optie
te kiezen; druk op de knop om een optie te selecteren.
De functienaam verschijnt op het display.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de functie te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de
functies in de onderstaande volgorde te doorlopen:
Tijdens het afspelen van een DVD-video
of Video-CD
Play mode (herhaalde weergave)—Pause
(pauze)
Tijdens het afspelen van een CD
Play mode (herhaalde weergave)—
Random mode (willekeurige weergave)—
Scan mode (scanweergave)—Pause (pauze)
—ITS play mode (ITS-weergave)—ITS memo
(ITS-invoer)—TitleInput "A" (disctitel invoeren)
Tijdens het afspelen van MP3/WMA
152
Nl
Als u dit toestel met een multi-DVD-speler gebruikt, kunt u overschakelen naar ITS play mode,
ITS memo en de invoerfunctie voor disctitels.
Herhaalde weergave
! U kunt deze functie niet gebruiken tijdens
PBC-weergave van Video-CD’s.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Play mode te selecteren.
Play mode verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het herhaalbereik te selecteren.
Tijdens het afspelen van een DVD-video
Druk enkele malen op MULTI-CONTROL totdat het gewenste herhaalbereik op het display
verschijnt.
! Disc repeat – De spelende disc herhalen
! Chapter repeat – Alleen het huidige hoofdstuk herhalen
! Title repeat – Alleen de huidige titel herhalen
Tijdens het afspelen van een Video-CD of
CD
Druk enkele malen op MULTI-CONTROL totdat het gewenste herhaalbereik op het display
verschijnt.
! Disc repeat – De spelende disc herhalen
! Track repeat – Alleen het spelende fragment herhalen
Hoofdstuk
DVD-speler
Tijdens het afspelen van MP3/WMA
Druk enkele malen op MULTI-CONTROL totdat het gewenste herhaalbereik op het display
verschijnt.
! Disc repeat – De spelende disc herhalen
! Folder repeat – De huidige map herhalen
! Track repeat – Alleen het spelende fragment herhalen
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een andere disc selecteert, wordt het bereik voor herhaalde weergave gewijzigd in Disc repeat.
! Als u tijdens het afspelen van een video-CD of
CD een fragment zoekt of snel vooruit- of terugspoelt tijdens Track repeat, wordt het bereik voor de herhaalde weergave gewijzigd in
Disc repeat.
! Als u tijdens de herhaalde weergave bij het afspelen van een MP3/WMA een andere map
kiest, wordt het bereik voor de herhaalde weergave gewijzigd in Disc repeat.
! Als u bij het afspelen van een MP3/WMA een
fragment zoekt of snel vooruit- of terugspoelt
tijdens Track repeat, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in
Folder repeat.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
! U kunt deze functie gebruiken bij het afspelen van CD/MP3/WMA.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Random mode te selecteren.
Random mode verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de willekeurige weergave in te schakelen.
De fragmenten worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
willekeurige weergave uit te schakelen.
Fragmenten op een CD/
MP3/WMA scannen
! U kunt deze functie gebruiken bij het afspelen van CD/MP3/WMA.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Scan mode te selecteren.
Scan mode verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de scanweergave in te schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment worden afgespeeld.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om Pause te
selecteren.
Pause verschijnt op het display.
3 Als u het gewenste fragment heeft gevonden, drukt u op MULTI-CONTROL om de
scanweergave uit te schakelen.
Het fragment wordt in zijn geheel afgespeeld.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de pauzefunctie in te schakelen.
Het afspelen van het huidige fragment wordt
onderbroken.
# Als het display automatisch is teruggekeerd
naar het weergavedisplay, moet u Scan mode opnieuw selecteren met behulp van
MULTI-CONTROL.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL als u de
pauzefunctie wilt uitschakelen.
Nl
Nederlands
Het afspelen van een disc
onderbreken
11
153
Hoofdstuk
11
DVD-speler
De ITS-speellijst en functies
voor disctitels gebruiken
! U kunt deze functies alleen gebruiken als
er een multi-DVD-speler op het toestel is
aangesloten.
! Deze functie verschilt enigszins van de ITSweergave met een multi-CD-speler. Bij een
multi-DVD-speler heeft ITS-weergave alleen
betrekking op het afspelen van CD’s. Raadpleeg ITS-speellijsten gebruiken op bladzijde
139 voor meer informatie.
Functies voor disctitels
gebruiken
U kunt CD-titels invoeren en laten weergeven.
Daarna kunt u eenvoudig naar de disc zoeken
die u wilt afspelen.
! U kunt deze functie gebruiken tijdens het
afspelen van een CD.
Disctitels invoeren
U kunt CD-titels van maximaal 10 letters in de
DVD-speler invoeren. Raadpleeg Disctitels invoeren op bladzijde 141 voor meer informatie
over de bediening.
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een DVD-speler op het toestel is aangesloten.
! Als u een CD TEXT-disc afspeelt op een CD
TEXT-compatibele DVD-speler, kunt u de invoerfunctie voor disctitels niet inschakelen.
Op een CD TEXT-disc is de disctitel namelijk al vastgelegd.
154
Nl
Hoofdstuk
Audio-instellingen
Bedieningsstanden
Dit toestel heeft twee bedieningsstanden: de
stand driewegnetwerk (NW) en de standaardstand (STD). U kunt naar wens tussen deze
standen schakelen. De DSP-instelling is aanvankelijk ingesteld op de standaardstand
(STD). (Raadpleeg De DSP-instelling wijzigen
op bladzijde 107.)
! De stand driewegnetwerk (NW) creëert een
driewegsysteem met meerdere versterkers
en meerdere luidsprekers. In deze stand
zijn er afzonderlijke luidsprekers voor de
hoge, midden- en lage frequenties, die worden aangestuurd door afzonderlijke versterkers. De stand driewegnetwerk biedt
instellingsmogelijkheden voor het audionetwerk en tijduitlijning - twee functies die
essentieel zijn voor een systeem met meerdere versterkers en luidsprekers. Dankzij
deze mogelijkheden kunt u nauwkeurige instellingen maken voor elk frequentiebereik.
! De standaardstand (STD) creëert een systeem met vier luidsprekers (voorin en achterin) of zes luidsprekers (voorin, achterin
en subwoofers).
Belangrijk
Aanduidingen voor de
bedieningsstand
In deze handleiding worden de volgende aanduidingen gebruikt om de toepasselijke bedieningsstand aan te geven:
: Geeft een functie of handeling aan die
alleen in de stand NW (driewegnetwerk) beschikbaar is.
: Geeft een functie of handeling aan die
alleen in de stand STD (standaardstand) beschikbaar is.
! Functies zonder aanduiding kunnen in
beide standen gebruikt worden.
Stand driewegnetwerk
Audio eenvoudig aanpassen
Door achtereenvolgens de volgende instellingen of aanpassingen te maken, kunt u eenvoudig een rijk, genuanceerd geluidsbeeld
creëren.
1 Positiekeuze-instelling (POSI)
2 Automatische TA en EQ-meting (automatische
tijduitlijning en instelling van de equalizer)
3 Balansinstelling
(BAL)
4 Equalizercurven oproepen
Audio fijn afstemmen
Door achtereenvolgens de volgende instellingen of aanpassingen te maken, kunt u eenvoudig een rijk, genuanceerd geluidsbeeld
creëren.
1 Tijduitlijning aanpassen (Low-Lch)
2 Het audionetwerk aanpassen (NW 1, NW 2,
NW 3)
3 De equalizercurven aanpassen (EQ 1)
4 De 16-bands grafische equalizer aanpassen
(EQ 2)
Nederlands
Zelfs als u het toestel loskoppelt of de microprocessor reset, blijven de audio-instellingen minimaal één dag in het geheugen van het toestel
bewaard. Raadpleeg Audiofuncties resetten op
bladzijde 176 voor meer informatie over het resetten van de audio-instellingen.
12
Standaardstand
Audio eenvoudig aanpassen
Met behulp van de volgende functies kunt u
uw audiosysteem eenvoudig aanpassen aan
de akoestische eigenschappen van het interieur van uw auto. Deze eigenschappen zijn verschillend voor elk type auto.
1 Positiekeuze-instelling (POSI)
Nl
155
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
2 Automatische TA en EQ-meting (automatische
tijduitlijning en instelling van de equalizer)
3 Balansinstelling
(F/B)
4 Equalizercurven oproepen
Inleiding tot de audioinstellingen
Audio fijn afstemmen
Door achtereenvolgens de volgende instellingen of aanpassingen te maken, kunt u eenvoudig een rijk, genuanceerd geluidsbeeld
creëren.
1 De subwoofer-uitgang (SW 1)
2 De subwoofer-instellingen aanpassen (SW 2)
3 De afval (demping) van het low pass filter aanpassen (SW 3)
4 Het high pass filter voor de luidsprekers voorin
instellen (F.HPF 1, F.HPF 2)
5 Het high pass filter voor de luidsprekers achterin instellen (R.HPF 1, R.HPF 2)
6 De equalizercurven aanpassen (EQ 1)
7 De 16-bands grafische equalizer aanpassen
(EQ 2)
Extra functies
Met behulp van deze functies kunt u het geluid nog verder aan uw systeem of persoonlijke voorkeuren aanpassen.
! BBE-geluid gebruiken (BBE)
! De loudness aanpassen (LOUD)
! Automatische volumeaanpassing (ASL)
! Het bronniveau aanpassen (SLA)
! BMX en compressie (BMX)
156
Nl
1
1 Audiodisplay
Het audiodisplay toont de status van de
audio-instellingen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om AUDIO te
selecteren.
Draai aan de knop om een andere menu-optie
te kiezen; druk op de knop om een optie te selecteren.
De naam van de audiofunctie verschijnt op
het display.
3 Draai MULTI-CONTROL om de audiofunctie te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de audiofuncties in de onderstaande volgorde te
doorlopen:
Hoofdstuk
Audio-instellingen
BAL (balansafstelling)—NW 1 (netwerkafstelling 1)—NW 2 (netwerkafstelling 2)—NW 3
(netwerkafstelling 3)—NW 4 (netwerkafstelling 4)—POSI (positiekeuze)—TA1 (instelling
tijduitlijning)—TA2 (aanpassing tijduitlijning)
—LOUD (loudness)—EQ 1 (grafische equalizer)—EQ 2 (16-bands grafische equalizer)—
BBE (BBE)—BMX (BMX en compressie)—
A.EQ (auto-equalizer aan/uit)—ASL (automatische volumeaanpassing)—SLA (bronniveauregeling)
F/B (balansinstelling)—POSI (positiekeuze)—
TA1 (instelling tijduitlijning)—TA2 (aanpassing tijduitlijning)—LOUD (loudness)—EQ 1
(grafische equalizer)—EQ 2 (16-bands grafische equalizer)—SW 1 (subwoofer aan/uit)—
SW 2 (drempelfrequentie subwoofer)—SW 3
(afval subwoofer)—F.HPF 1 (afval voorste high
pass filter)—F.HPF 2 (drempelfrequentie
voorste high pass filter)—R.HPF 1 (afval achterste high pass filter)—R.HPF 2 (drempelfrequentie achterste high pass filter)—BBE (BBE)
—BMX (BMX en compressie)—A.EQ (autoequalizer aan/uit)—ASL (automatische volumeaanpassing)—SLA (bronniveauregeling)
Opmerkingen
! Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, wordt er automatisch teruggekeerd naar het bij de signaalbron
behorende display.
! De functies EQ 2 (16-bands grafische equalizer), TA2 (aanpassing tijduitlijning), NW 1
(netwerkafstelling 1), NW 2 (netwerkafstelling
2), NW 3 (netwerkafstelling 3) en NW 4 (netwerkafstelling 4) worden niet automatisch geannuleerd.
Het linker- en rechterkanaal
aanpassen
U kunt de volgende audiofuncties aanpassen
voor het linker- of rechterkanaal afzonderlijk of
beide kanalen tegelijk.
Stand driewegnetwerk
! Het audionetwerk aanpassen (NW 1, NW 2,
NW 3)
! De 16-bands grafische equalizer aanpassen
(EQ 2)
Standaardstand
! De subwoofer-instellingen aanpassen
(SW 2)
! De afval (demping) van het low pass filter
aanpassen (SW 3)
! Het high pass filter voor de luidsprekers
voorin instellen (F.HPF 1, F.HPF 2)
! Het high pass filter voor de luidsprekers achterin instellen (R.HPF 1, R.HPF 2)
! De 16-bands grafische equalizer aanpassen
(EQ 2)
Nederlands
# U kunt de audiofuncties ook in omgekeerde
volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar
links te draaien.
# Als u de tuner, televisie of AUX als signaalbron
heeft geselecteerd, kunt u BMX niet selecteren.
# Wanneer u de FM-tuner als signaalbron gebruikt, kunt u niet overschakelen naar SLA.
# Als u OFF in TA1 selecteert, kunt u TA2 niet
gebruiken.
# U kunt SW 2 en SW 3 alleen selecteren als
het uitgangssignaal voor de subwoofer is ingeschakeld bij SW 1.
# Druk op BAND om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
12
1 Selecteer de gewenste audiofunctie
met MULTI-CONTROL.
Nl
157
Hoofdstuk
Audio-instellingen
12
2 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om te
schakelen tussen de standen links/rechts
afzonderlijk en links/rechts gezamenlijk.
Iedere keer als u MULTI-CONTROL ingedrukt
houdt, schakelt u tussen de standen links/
rechts afzonderlijk en links/rechts gezamenlijk.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het linkerof rechterkanaal te selecteren als u de
stand links/rechts afzonderlijk heeft geselecteerd.
Iedere keer als u op MULTI-CONTROL drukt,
selecteert u afwisselend het linker- of rechterkanaal.
4
Pas de functies naar wens aan.
Positiekeuze-instelling
Display
Positie
Omhoog
Front
Voorstoelen
Omlaag
All
Alle stoelen
# Druk MULTI-CONTROL nogmaals in dezelfde
richting om de geselecteerde luisterpositie te
annuleren.
Balansinstelling
U kunt de balansinstelling aanpassen voor
een optimale geluidsweergave op alle plaatsen
in het voertuig.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om BAL te selecteren.
BAL verschijnt op het display.
Het geluid dat u hoort klinkt natuurlijker als
het stereobeeld juist gericht is. U krijgt daarbij
het beste resultaat als u zich precies in het
centrum van het geluidsveld bevindt. Met behulp van de functie positiekeuze kunt u automatisch het uitgangsniveau van de
luidsprekers aanpassen. Daarbij wordt een
vertraging ingesteld die is afgestemd op het
aantal passagiers en hun positie in het voertuig.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om de balans in te stellen tussen de linker- en rechterluidsprekers.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar
links of naar rechts duwt, wordt de balans tussen de linker- en rechterluidsprekers naar
links of rechts verplaatst.
U kunt de balans tussen de linker- en rechterluidsprekers van links naar rechts aanpassen
van de waarde Left 25 tot Right 25. Deze
waarde wordt op het display getoond.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om POSI te
selecteren.
POSI verschijnt op het display.
Balansinstelling
2 Druk MULTI-CONTROL naar links,
rechts, omhoog of omlaag om een luisterpositie te selecteren.
Richting
158
Richting
Display
Positie
Links
Front Left
Voorstoel links
Rechts
Front Right
Voorstoel rechts
Nl
U kunt de fader-/balansinstelling aanpassen
voor een optimale geluidsweergave op alle
plaatsen in het voertuig.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om F/B te selecteren.
F/B verschijnt op het display.
Hoofdstuk
Audio-instellingen
2 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de balans tussen de luidsprekers
voorin en achterin in te stellen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL omhoog
of omlaag duwt, wordt de balans tussen de
voor- en achterluidsprekers naar voren of naar
achteren verplaatst.
U kunt de balans tussen de voor- en achterluidsprekers van voor naar achter aanpassen
van de waarde Front 25 tot Rear 25. Deze
waarde wordt op het display getoond.
# F/R 00 is de aanbevolen instelling wanneer u
slechts twee luidsprekers gebruikt.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om de balans in te stellen tussen de linker- en rechterluidsprekers.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar
links of naar rechts duwt, wordt de balans tussen de linker- en rechterluidsprekers naar
links of rechts verplaatst.
U kunt de balans tussen de linker- en rechterluidsprekers van links naar rechts aanpassen
van de waarde Left 25 tot Right 25. Deze
waarde wordt op het display getoond.
Tijduitlijning
Tijduitlijning past de geluidsweergave aan aan
de afstand tussen de luidsprekers en de luisterpositie.
2 Druk MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de beschikbare instellingen te
selecteren.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts duwt, worden de beschikbare instellingen in onderstaande volgorde geselecteerd:
Initial (standaard)—Custom (aangepast)—
AutoTA (automatische tijduitlijning)—OFF
(uit)
! Initial is de standaardinstelling voor tijduitlijning.
! Custom is een aangepaste instelling die u
zelf kunt maken.
! AutoTA is de instelling die door de automatische TA en EQ-meting wordt gemaakt.
(Raadpleeg Automatische TA en EQ-meting
(automatische tijduitlijning en instelling van
de equalizer) op bladzijde 170.)
# Please set Auto TA verschijnt. Dit geeft aan
dat u AutoTA niet kunt selecteren als er nog
geen automatische TA en EQ-meting is uitgevoerd.
Tijduitlijning aanpassen
Door de tijduitlijning aan te passen, kunt u de
geluidsweergave aanpassen aan de afstand
tussen de verschillende luidsprekers en de geselecteerde luisterpositie.
! Een tijduitlijning-instelling die u zelf maakt,
wordt opgeslagen in Custom.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om TA 1 te selecteren.
TA1 verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om een maateenheid te selecteren.
Iedere keer als u op MULTI-CONTROL drukt,
wordt de maateenheid als volgt geselecteerd:
(cm) (centimeter)—(inch) (inch)
3 Gebruik MULTI-CONTROL om TA2 te selecteren.
TA2 verschijnt op het display.
Nederlands
1 Gebruik MULTI-CONTROL om TA1 te selecteren.
TA1 verschijnt op het display.
12
# Als u in de positiekeuzestand (POSI) niet
Front Left (voorstoel links) of Front Right (voorstoel rechts) heeft geselecteerd, verschijnt
Can't Adjust TA. Set POS FL/FR.
# Als u OFF in TA1 selecteert, kunt u TA2 niet
gebruiken.
Nl
159
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts en selecteer de luidspreker die u wilt
aanpassen.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts duwt, worden de luidsprekers in
onderstaande volgorde geselecteerd:
Hi L (hoge frequenties links)—Hi R (hoge frequenties rechts)—Mid L (middenfrequenties
links)—Mid R (middenfrequenties rechts)—
Low L (lage frequenties links)—Low R (lage
frequenties rechts)
Front L (voor links)—Front R (voor rechts)—
Rear R (achter rechts)—Rear L (achter links)
—SubW. L (subwoofer links)—SubW. R (subwoofer rechts)
# U kunt SubW. L en SubW. R niet selecteren
als de subwoofer-uitgang is uitgeschakeld.
5 Druk MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de geluidsweergave aan te passen
aan de afstand tussen de geselecteerde
luidspreker en de luisterpositie.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL omhoog
of omlaag duwt, vergroot of verkleint u de afstand.
Als u de maateenheid centimeters ((cm)) heeft
geselecteerd, kunt de geluidsweergave aanpassen voor een afstand van 400.0cm tot
0.0cm. Deze waarde wordt op het display getoond.
Als u de maateenheid inches ((inch)) heeft geselecteerd, kunt de geluidsweergave aanpassen voor een afstand van 160inch tot 0inch.
Deze waarde wordt op het display getoond.
# U kunt de geluidsweergave op dezelfde manier aanpassen voor de andere luidsprekers.
6 Druk op BAND om de functie tijduitlijning te annuleren.
160
Nl
Informatie over de
audionetwerkfunctie
Met de audionetwerkfunctie kunt u het audiosignaal in verschillende frequentiebanden opdelen en elke band via afzonderlijke
luidsprekers weergeven.
Vervolgens kunt u de geluidsweergave optimaal aanpassen aan elke afzonderlijke luidspreker, door haarfijne aanpassingen te
maken aan de weergegeven frequentieband
(met een low pass filter of high pass filter), het
niveau, de fase en andere parameters.
Instelbare parameters
Met de audionetwerkfunctie kunt u de parameters aanpassen die hieronder worden besproken. Voer de aanpassingen uit in functie
van de weergegeven frequentieband en de
akoestische eigenschappen van elke aangesloten luidspreker.
Niveau
(dB)
Weergegeven frequentieband
Doorlaatinstelling
Niveau
Steilheid
(db/oct.)
Frequentie
(Hz)
Afsnijfrequentie
van HPF
Afsnijfrequentie
van LPF
Weergegeven frequentieband
Door de drempelfrequentie van het high pass
filter (HPF, hoogdoorlaatfilter) of low pass filter
(LPF, laagdoorlaatfilter) aan te passen, kunt u
de weergegeven frequentieband voor iedere
luidspreker instellen.
Hoofdstuk
Audio-instellingen
! Het high pass filter geeft frequenties (laag)
onder een bepaalde waarde niet weer: deze
worden uitgefilterd. Hogere frequenties
worden wel doorgelaten.
! Het low pass filter geeft frequenties (hoog)
boven een bepaalde waarde niet weer: deze
worden uitgefilterd. Lagere frequenties worden wel doorgelaten.
Niveau
U kunt het niveauverschil tussen de verschillende luidsprekers corrigeren.
Afval
Door de zogenaamde ‘afval’ (de mate van
demping van uitgefilterde frequenties, die grafisch als een meer of minder steil afvallende
lijn wordt voorgesteld) van de high pass en
low pass filters in te stellen, kunt u de continuïteit van het klankbeeld regelen tussen de
verschillende luidsprekers.
! De afval geeft het aantal decibel (dB) aan
waarmee het signaal wordt gedempt als de
frequentie een octaaf hoger (lager) is. De
eenheid hiervoor is dB/oct. Hoe steiler de
afval is, hoe meer het signaal wordt gedempt.
den waardoor het lijkt of deze van achteren
komen. We raden u aan de drempelfrequentie voor Low LPF in te stellen op 100
Hz of lager.
! De maximale instelling voor het ingangsvermogen voor luidsprekers voor middenof hoge tonen is meestal lager dan voor
luidsprekers voor lage tonen. Wees er daarom op bedacht dat sterke bastonen deze
luidsprekers kunnen beschadigen als u de
drempelfrequentie voor Mid HPF of
HighHPF lager instelt dan strikt genomen
nodig is.
Niveauregeling
De basisfrequenties van veel muziekinstrumenten bevinden zich in het middenbereik.
Pas daarom eerst de middentonen aan en
daarna de hoge en lage tonen.
Regeling van de afval
! Als u een lage absolute waarde instelt voor
de afval (voor een niet te steile demping),
kan interferentie optreden tussen naast elkaar geplaatste luidsprekers, met een verminderde frequentierespons als gevolg.
! Een hoge absolute waarde voor de afval
(voor een steile demping) kan de klankcontinuïteit tussen afzonderlijke luidsprekers
negatief beïnvloeden, en doen lijken of het
geluid uit gescheiden bronnen komt.
! Als u de afval instelt op 0 dB/oct. (Pass),
worden er geen signalen uitgefilterd en
heeft het filter geen effect.
Opmerking over aanpassingen
aan het audionetwerk
Nederlands
Fase
U kunt de fase (normaal, tegengesteld) voor
het ingangssignaal van elke luidspreker afzonderlijk instellen. Als u geen continu klankbeeld
hoort tussen verschillende luidsprekers, kunt
u proberen de fase te wijzigen. Dit kan een
beter resultaat geven.
12
Aanpassing van de drempelfrequentie
! Als de luidspreker voor lage tonen in de
hoedenplank is geplaatst en een hoge
drempelfrequentie is ingesteld voor
Low LPF, worden de lage tonen geschei-
Nl
161
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
Faseaanpassing
Als de cross-overwaarde voor filters aan beide
zijden wordt ingesteld op –12 dB/oct, wordt de
fase bij de drempelfrequentie van het filter 180
graden omgekeerd. In dat geval zorgt het omkeren van de fase voor een betere geluidscontinuïteit.
Normale fase
Omgekeerde fase
Scheidingspunt
Luidsprekers (filters) dempen
U kunt elke luidspreker (elk filter) dempen. Als
u een luidspreker (filter) dempt, hoort u geen
geluid uit die luidspreker.
! Als u de geselecteerde luidspreker (filter)
dempt, gaat MUTE knipperen en kunt u
geen aanpassingen maken.
! Als een luidspreker (filter) gedempt is, kunt
u de parameters voor andere luidsprekers
(filters) wel aanpassen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om NW 1 te
selecteren.
NW 1 verschijnt op het display.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts en selecteer de luidspreker (filter)
die u wilt aanpassen.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts duwt, worden de luidsprekers (filters) in onderstaande volgorde geselecteerd:
Low LPF (LPF voor luidspreker voor lage
tonen)—Mid HPF (HPF voor luidspreker voor
middentonen)—Mid LPF (LPF voor luidspreker
voor middentonen)—HighHPF (HPF voor luidspreker voor hoge tonen)
162
Nl
3 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om
de geselecteerde luidspreker (filter) te
dempen.
MUTE knippert op het display.
# Druk op MULTI-CONTROL om het dempen te
annuleren.
Het audionetwerk aanpassen
1 Gebruik MULTI-CONTROL om NW 1 te
selecteren.
NW 1 verschijnt op het display.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts en selecteer de luidspreker (filter)
die u wilt aanpassen.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts duwt, worden de luidsprekers (filters) in onderstaande volgorde geselecteerd:
Low LPF (LPF voor luidspreker voor lage
tonen)—Mid HPF (HPF voor luidspreker voor
middentonen)—Mid LPF (LPF voor luidspreker
voor middentonen)—HighHPF (HPF voor luidspreker voor hoge tonen)
3 Draai MULTI-CONTROL en selecteer
NW 2.
NW 2 verschijnt op het display.
4 Druk MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de drempelfrequentie (crossoverfrequentie) van de geselecteerde luidspreker (filter) te selecteren.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts duwt, worden de drempelfrequenties (cross-overfrequenties) in onderstaande
volgorde geselecteerd:
Low LPF: 25—31.5—40—50—63—80—100
—125—160—200—250 (Hz)
Mid HPF: 25—31.5—40—50—63—80—100
—125—160—200—250 (Hz)
Mid LPF: 1,25k—1,6k—2k—2,5k—3,15k—
4k—5k—6,3k—8k—10k—12,5k (Hz)
HighHPF: 1,25k—1,6k—2k—2,5k—3,15k—
4k—5k—6,3k—8k—10k—12,5k (Hz)
Hoofdstuk
Audio-instellingen
5 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om het niveau van de geselecteerde
luidspreker (filter) in te stellen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog of
omlaag duwt, wordt het niveau van de geselecteerde luidspreker (filter) verhoogd of verlaagd.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden ±0 dB en –24 dB. Deze waarde
wordt op het display getoond.
Als u Low LPF heeft geselecteerd, kunt u het
niveau verhogen of verlagen tussen de waarden +6 dB en –24 dB. Deze waarde wordt op
het display getoond.
6 Draai MULTI-CONTROL en selecteer
NW 3.
NW 3 verschijnt op het display.
7 Druk MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de afval van de geselecteerde
luidspreker (filter) in te stellen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar
links of naar rechts duwt, worden de afvalwaarden in onderstaande volgorde geselecteerd:
Low LPF: –36— –30— –24— –18— –12 (dB/
oct.)
Mid HPF: –24— –18— –12— –6—Pass (0)
(dB/oct.)
Mid LPF: –24— –18— –12— –6—Pass (0)
(dB/oct.)
HighHPF: –24— –18— –12— –6 (dB/oct.)
# U kunt de parameters voor de andere luidsprekers (filters) op dezelfde manier aanpassen.
9 Draai MULTI-CONTROL en selecteer
NW 4.
NW 4 verschijnt op het display.
10 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om stereo of mono te selecteren.
Duw MULTI-CONTROL naar links om mono te
selecteren; MONO verschijnt op het display.
Duw MULTI-CONTROL naar rechts om stereo
te selecteren; Stereo verschijnt op het display.
# U kunt deze procedure alleen uitvoeren als
Low LPF is geselecteerd.
11 Druk op BAND om de aanpassing van
het audionetwerk te annuleren.
Het uitgangssignaal van de
subwoofer
De subwoofer-uitgang
Dit toestel is voorzien van een subwoofer-uitgang. U kunt deze uitgang in- of uitschakelen.
Als er een subwoofer is aangesloten op dit toestel, moet u het uitgangssignaal voor de subwoofer inschakelen.
De fase van het uitgangssignaal van de subwoofer kan normaal of tegengesteld zijn.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om SW 1 te
selecteren.
SW 1 verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het uitgangssignaal voor de subwoofer in te schakelen.
ON verschijnt op het display. De subwooferuitgang is nu ingeschakeld.
Nederlands
8 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de fase van de geselecteerde luidspreker (filter) te wijzigen.
Duw MULTI-CONTROL omhoog om de normale fase te selecteren; NOR verschijnt op het
display. Duw MULTI-CONTROL omlaag om de
tegengestelde fase te selecteren; REV verschijnt op het display.
12
# Als u het uitgangssignaal voor de subwoofer
uit wilt zetten, drukt u nogmaals op
MULTI-CONTROL.
Nl
163
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om stereo of mono te selecteren.
Duw MULTI-CONTROL naar links om mono te
selecteren; MONO verschijnt op het display.
Duw MULTI-CONTROL naar rechts om stereo
te selecteren; Stereo verschijnt op het display.
De subwoofer-instellingen
aanpassen
Wanneer de subwoofer-uitgang is ingeschakeld, kunt u de drempelfrequentie en het uitgangsniveau van de subwoofer instellen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om SW 2 te
selecteren.
SW 2 verschijnt op het display.
# Als de subwoofer-uitgang is ingeschakeld,
kunt u SW 2 selecteren.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om de drempelfrequentie te selecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar
links of naar rechts duwt, worden de beschikbare waarden in onderstaande volgorde geselecteerd:
50—63—80—100—125—160—200 (Hz)
De subwoofer geeft alleen frequenties beneden de geselecteerde waarde weer.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om het uitgangsniveau van de subwoofer aan te passen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL omhoog
of omlaag duwt, verhoogt of verlaagt u het uitgangsniveau van de subwoofer. Waarden van
+6 tot –24 verschijnen op het display terwijl u
het niveau verhoogt of verlaagt.
164
Nl
De afval (demping) van het low
pass filter aanpassen
Als het uitgangssignaal van de subwoofer is
ingeschakeld, kunt u de continuïteit van het
klankbeeld tussen de luidsprekers aanpassen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om SW 3 te
selecteren.
SW 3 verschijnt op het display.
# Als de subwoofer-uitgang is ingeschakeld,
kunt u SW 3 selecteren.
2 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de fase te selecteren voor het uitgangssignaal van de subwoofer.
Duw MULTI-CONTROL omhoog om de normale fase te selecteren; NOR verschijnt op het
display. Duw MULTI-CONTROL omlaag om de
tegengestelde fase te selecteren; REV verschijnt op het display.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de afval te selecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar
links of naar rechts duwt, worden de afvalwaarden in onderstaande volgorde geselecteerd:
–18— –12— –6 (dB/oct.)
Opmerking
Als de afval van de subwoofer en het high pass filter -12dB is en als ze dezelfde drempelfrequentie
hebben, wordt de fase bij de drempelfrequentie
180 graden tegengesteld. In dat geval zorgt het
omkeren van de fase voor een betere geluidscontinuïteit.
Hoofdstuk
Audio-instellingen
Het high pass filter
Als u wilt dat de luidsprekers voorin of achterin geen lage tonen (tonen uit het frequentiebereik van de subwoofer) weergegeven, kunt u
het HPF (high pass filter) aanzetten. De luidsprekers voorin of achterin geven dan alleen
frequenties boven het geselecteerde bereik
weer.
Luidsprekers (filters) dempen
U kunt de luidsprekers (filters) voorin en achterin afzonderlijk dempen. Als u luidsprekers
(filters) dempt, hoort u geen geluid uit die luidsprekers.
! Zelfs als een luidspreker (filter) gedempt is,
kunt u deze nog aanpassen. Het dempen
wordt echter geannuleerd wanneer u het
niveau wijzigt.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
F.HPF 1 of R.HPF 1.
F.HPF 1 of R.HPF 1 verschijnt op het display.
12
waarden in onderstaande volgorde geselecteerd:
–12— –6—Pass (0) (dB/oct.)
# Als u de afval instelt op 0 dB/oct. (Pass), worden er geen signalen uitgefilterd en heeft het filter geen effect.
3 Draai MULTI-CONTROL en selecteer
F.HPF 2.
F.HPF 2 verschijnt op het display.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om de drempelfrequentie te selecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar
links of naar rechts duwt, worden de beschikbare waarden in onderstaande volgorde geselecteerd:
50—63—80—100—125—160—200 (Hz)
De luidsprekers voorin geven nu alleen frequenties boven de geselecteerde waarde weer.
Het high pass filter voor de
luidsprekers voorin instellen
Het high pass filter voor de
luidsprekers achterin instellen
1 Gebruik MULTI-CONTROL om F.HPF 1 te
selecteren.
F.HPF 1 verschijnt op het display.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om R.HPF 1 te
selecteren.
R.HPF 1 verschijnt op het display.
2 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om
de geselecteerde luidspreker (filter) te
dempen.
MUTE wordt weergegeven.
Nederlands
# Druk op MULTI-CONTROL om het dempen te
annuleren.
5 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om het uitgangsniveau van de luidsprekers voorin in te stellen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog- of
omlaag duwt, verhoogt of verlaagt u het niveau van de luidsprekers voorin. U kunt het
uitgangsniveau verhogen of verlagen tussen
de waarden ±0 en –24. De waarde wordt op
het display getoond.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de afval te selecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar
links of naar rechts duwt, worden de afval-
Nl
165
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de afval te selecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar
links of naar rechts duwt, worden de afvalwaarden in onderstaande volgorde geselecteerd:
–12— –6—Pass (0) (dB/oct.)
# Als u de afval instelt op 0 dB/oct. (Pass), worden er geen signalen uitgefilterd en heeft het filter geen effect.
3 Draai MULTI-CONTROL en selecteer
R.HPF 2.
R.HPF 2 verschijnt op het display.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om de drempelfrequentie te selecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar
links of naar rechts duwt, worden de beschikbare waarden in onderstaande volgorde geselecteerd:
50—63—80—100—125—160—200 (Hz)
De luidsprekers achterin geven nu alleen frequenties boven de geselecteerde waarde weer.
5 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om het uitgangsniveau van de luidsprekers achterin in te stellen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog- of
omlaag duwt, verhoogt of verlaagt u het niveau van de luidsprekers achterin. U kunt het
uitgangsniveau verhogen of verlagen tussen
de waarden ±0 en –24. De waarde wordt op
het display getoond.
BBE-geluid gebruiken
BBE zorgt voor een heldere, natuurlijke weergave die het originele geluid zo dicht mogelijk
benadert. Door een versterking van de hoge
frequenties (die vaak afgezwakt klinken), fasecompensatie en amplitudecorrectie herstelt
166
Nl
BBE de helderheid van het oorspronkelijke geluid. Dankzij BBE luistert u naar een dynamisch geluidsveld dat vrijwel even echt klinkt
als een liveoptreden.
De BBE-technologie stelt u in staat zelf het
BBE-niveau in te stellen voor een optimale
weergave.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om BBE te selecteren.
BBE verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om BBE in te
schakelen.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om BBE
uit te schakelen.
3 Druk MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om het BBE-niveau te selecteren.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog of
omlaag duwt, verhoogt of verlaagt u het BBEniveau.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden +4 en –4. Deze waarde wordt op
het display getoond.
Opmerking
Vervaardigd onder licentie van BBE Sound, Inc.
Het merkteken BBE is een handelsmerk van BBE
Sound, Inc.
Hoofdstuk
Audio-instellingen
BMX en compressie
Met de functies BMX en COMP (compressie)
kunt u de geluidskwaliteit van dit toestel aanpassen. Beide functies worden in twee stappen ingesteld. BMX regelt de
geluidsweerkaatsingen zodat het geluid voller
klinkt. Probeer deze effecten uit terwijl u luistert, en gebruik het effect dat het fragment of
de CD waarnaar u luistert het beste weergeeft.
De functie COMP zorgt voor een betere balans
tussen de hardere en zachtere geluiden bij
hoge volumes.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om BMX te
selecteren.
BMX verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om BMX in te
schakelen.
12
weergegeven. Deze melding geeft aan dat u deze
functie (nog) niet kunt gebruiken.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de autoequalizer in te schakelen.
Auto EQ ON verschijnt op het display.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de
auto-equalizer uit te schakelen.
Equalizercurven oproepen
Met de equalizer kunt u de geluidsweergave
aanpassen aan de akoestische eigenschappen
van het interieur van uw auto.
Er zijn zeven vooringestelde equalizercurven
die u op elk moment kunt oproepen. In onderstaande lijst ziet u de beschikbare equalizercurven:
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om BMX
uit te schakelen.
Display
Equalizercurve
Powerful
Power
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de gewenste instelling te selecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar
links of naar rechts duwt, worden de instellingen in onderstaande volgorde geselecteerd:
COMP 1—COMP 2—BMX 1—BMX 2
Natural
Natuurlijk
Vocal
Vocaal
Flat
Vlak
Custom 1
Aangepast 1
Custom 2
Aangepast 2
Super Bass
Superbas
De auto-equalizer
1 Gebruik MULTI-CONTROL om A.EQ te
selecteren.
A.EQ verschijnt op het display.
# Als u nog geen automatische TA en EQ-meting heeft uitgevoerd, wordt Please set Auto EQ
Nederlands
De auto-equalizer is de equalizercurve die
wordt gemaakt door de functie automatische
TA en EQ-meting (raadpleeg Automatische TA
en EQ-meting (automatische tijduitlijning en instelling van de equalizer) op bladzijde 170).
U kunt de auto-equalizer in- of uitschakelen.
! Custom 1 en Custom 2 zijn aangepaste
equalizercurven die u zelf maakt. U kunt de
16-bands grafische equalizer gebruiken om
aanpassingen te maken.
! Als Flat is geselecteerd, wordt het geluid
niet aangevuld of gecorrigeerd. Door te
schakelen tussen Flat en een van de andere equalizercurven kunt u het effect van
de verschillende equalizercurven beluisteren.
% Druk op EQ om een equalizer te selecteren.
Druk herhaaldelijk op EQ om tussen de volgende equalizerinstellingen te schakelen:
Nl
167
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
Super Bass—Powerful—Natural—Vocal—
Flat—Custom 1—Custom 2
De equalizercurven aanpassen
Met uitzondering van Flat kunt u alle voorgeprogrammeerde equalizercurven nog aanpassen (nuancecontrole).
1 Gebruik MULTI-CONTROL om EQ 1 te
selecteren.
EQ 1 verschijnt op het display.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om een equalizercurve te selecteren.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de equalizercurve aan te passen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog of
omlaag duwt, verhoogt of verlaagt u de equalizercurve.
U kunt de equalizercurve verhogen of verlagen
tussen de waarden +6 en –6. Deze waarde
wordt op het display getoond.
# Het werkelijke bereik van uw aanpassing is afhankelijk van de equalizercurve die u heeft gekozen.
# De equalizercurve waarvan alle frequenties
zijn ingesteld op 0 kan niet worden aangepast.
De 16-bands grafische
equalizer aanpassen
Voor de equalizercurven Custom 1 en
Custom 2 kunt u het niveau van elke band
aanpassen.
! Voor elke signaalbron kunt u een afzonderlijke Custom 1-curve maken. (De ingebouwde CD-speler en een eventueel
aanwezige multi-CD-speler zullen automatisch op dezelfde equalizercurve worden ingesteld.) Als u aanpassingen maakt terwijl
er een andere curve dan Custom 2 is gese-
168
Nl
lecteerd, worden de aangepaste instellingen opgeslagen in Custom 1.
! U kunt een algemene Custom 2-curve instellen voor alle signaalbronnen. Als u aanpassingen maakt terwijl de Custom 2curve is geselecteerd, wordt de Custom 2curve bijgewerkt.
1 Roep de equalizercurve op die u wilt
aanpassen.
Zie Equalizercurven oproepen op de vorige
bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om EQ 2 te
selecteren.
EQ 2 verschijnt op het display.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts en selecteer de frequentieband
van de equalizer die u wilt aanpassen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar
links of naar rechts duwt, worden de frequentiebanden van de equalizer in onderstaande
volgorde geselecteerd:
20—31,5—50—80—125—200—315—500—
800—1,25k—2k—3,15k—5k—8k—12,5k—
20k (Hz)
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om het niveau van de frequentieband
van de equalizer aan te passen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL omhoogof omlaag duwt, verhoogt of verlaagt u het niveau van de frequentieband van de equalizer.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden +6 en –6. Deze waarde wordt op
het display getoond.
# Vervolgens kunt u een andere frequentieband
kiezen en daarvan het niveau aanpassen.
5 Druk op BAND om het aanpassen van
de 16-bands grafische equalizer te
annuleren.
Hoofdstuk
Audio-instellingen
De loudness aanpassen
De loudness-functie compenseert een tekort
aan hoge en lage tonen bij lage volumes.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om LOUD te
selecteren.
LOUD verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de loudness-functie in te schakelen.
# Als u de loudness-functie wilt uitzetten, drukt
u nogmaals op MULTI-CONTROL.
Automatische
volumeaanpassing
Tijdens het rijden verandert het geluid in de
auto afhankelijk van de rijsnelheid en de weggesteldheid. De functie automatische volumeaanpassing (ASL) reageert op deze variërende
omgevingsgeluiden en verhoogt automatisch
het volume als het geluid van buitenaf toeneemt. U kunt de gevoeligheid van de ASL-functie (de volumewijziging ten opzichte van het
geluidsniveau) op vijf niveaus instellen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om ASL te selecteren.
ASL verschijnt op het display.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
ASL-functie uit te schakelen.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om het gewenste ASL-niveau
te selecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar
links of naar rechts duwt, wordt het volgende
ASL-niveau in onderstaande volgorde geselecteerd:
Low (laag)—Mid-L (midden-laag)—Mid (midden)—Mid-H (midden-hoog)—High (hoog)
Opmerking
Bij het in- of uitschakelen van de ASL-functie verschijnt ASL op het display van elke
signaalbron.
Het bronniveau aanpassen
Met de functie SLA (Source Level Adjustment,
bronniveauregeling) kunt u het volumeniveau
van alle signaalbronnen afzonderlijk instellen.
Hierdoor kunt u plotselinge volumewisselingen voorkomen wanneer u naar een andere
signaalbron overschakelt.
! De instellingen zijn gebaseerd op het volumeniveau van de FM-tuner, dat u niet kunt
wijzigen.
1 Vergelijk het volumeniveau van de signaalbron die u wilt aanpassen met dat van
de FM-tuner.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om SLA te selecteren.
SLA verschijnt op het display.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om het volume van de signaalbron
aan te passen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL omhoog
of omlaag duwt, verhoogt of verlaagt u het volume van de signaalbron.
U kunt het volume van de signaalbron verhogen of verlagen tussen de waarden SLA +4 en
SLA –4. Deze waarde wordt op het display getoond.
Nederlands
2 Druk op MULTI-CONTROL om de ASLfunctie in te schakelen.
Het ASL-niveau verschijnt op het display (bijv.
Mid-L).
12
Opmerkingen
! Het volumeniveau van de MW/LW-tuner kan
wel met de functie SLA worden aangepast.
Nl
169
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
! De ingebouwde CD-speler en de multi-CDspeler worden automatisch op hetzelfde volumeniveau ingesteld.
! Extern toestel 1 en extern toestel 2 worden automatisch op hetzelfde volumeniveau ingesteld.
Automatische TA en EQmeting (automatische
tijduitlijning en instelling
van de equalizer)
De functie auto TA (automatische tijduitlijning) stelt automatisch een optimale tijduitlijning in afhankelijk van de afstand tussen elke
luidspreker en de luisterpositie.
De auto-equalizer meet de akoestische eigenschappen van het autointerieur en maakt op
basis daarvan een curve voor de auto-equalizer.
WAARSCHUWING
Voer nooit een automatische TA en EQ-meting uit
tijden het rijden om ongelukken te voorkomen. Tijdens de automatische TA en EQ-meting kunnen
de luidsprekers een luide meettoon (luid geluid)
afgeven.
LET OP
! De luidsprekers kunnen beschadigd raken als
u een automatische TA en EQ-meting uitvoert
onder de onderstaande omstandigheden.
Controleer dit zorgvuldig voordat u een automatische TA en EQ-meting uitvoert.
— Als de luidsprekers verkeerd zijn aangesloten (bijvoorbeeld als een luidspreker achterin op een subwoofer-uitgang is
aangesloten.).
— Als een luidspreker is aangesloten op een
versterker met een hoger uitgangssignaal
dan de maximaal toegestane ingang van
de luidspreker.
170
Nl
! Als de microfoon in een ongeschikte positie
wordt geplaatst, kan de meettoon erg luid worden en kan het meten lang duren, waardoor
de accu leeg kan raken. Zorg dat de microfoon
op de aangewezen locatie is geplaatst.
Voordat u een automatische TA
en EQ-meting uitvoert
! Voer een automatische TA en EQ-meting op
een zo rustig mogelijke plaats uit. Schakel
de motor en de airconditioning uit. Onderbreek ook de voeding naar autotelefoons
en mobiele telefoons in de auto of verwijder
deze uit de auto voordat u een automatische TA en EQ-meting uitvoert. Andere geluiden dan de meettoon (geluid uit de
omgeving, motorgeluid, rinkelende telefoons, etc.) kunnen een juiste meting van
de akoestische eigenschappen van het autointerieur verstoren.
! Voer een automatische TA en EQ-meting altijd uit met de meegeleverde microfoon. Gebruik van een andere microfoon kan
meting onmogelijk maken of een verkeerd
resultaat geven.
! Als de luidsprekers voorin niet zijn aangesloten, kan geen automatische TA en EQmeting worden uitgevoerd.
! Als de luidsprekers voorin zijn gedempt,
kan geen automatische TA en EQ-meting
worden uitgevoerd. (Raadpleeg bladzijde
165.)
! Als dit toestel is aangesloten op een versterker met niveauregeling voor de ingangssignalen, is een automatische TA en
EQ-meting wellicht niet mogelijk als het ingangsniveau van de versterker te laag is ingesteld. Zet het ingangsniveau van de
versterker op de standaardstand.
Hoofdstuk
Audio-instellingen
! Automatische TA gebruikt voor metingen
een bereik dat hoger is dan 10 kHz. Als u
daarbij een tweeter gebruikt die een frequentiebereik van 10 kHz niet kan weergeven, bestaat de kans dat de tweeter
beschadigt. Als Automatische TA&EQ
wordt gebruikt, moet u de juiste drempelfrequentie instellen. Gebruik daarnaast een
tweeter die 10 kHz als de laagst bruikbare
frequentie kan weergeven.
Een automatische TA en EQmeting uitvoeren
1 Parkeer de auto op een zo rustig mogelijke plaats, sluit alle portieren, ramen en
het schuifdak en zet de motor uit.
# Als de motor blijft draaien, kan het motorgeluid de automatische TA en EQ-meting verstoren.
2 Plaats de meegeleverde microfoon in
het midden van de hoofdsteun van de bestuurdersstoel, en richt deze naar voren.
Gebruik hiervoor de (los verkrijgbare) bevestigingsband
# Het resultaat van de automatische TA en EQmeting is afhankelijk van de positie van de microfoon. Indien gewenst kunt u de microfoon voor
automatische TA en EQ-meting ook op de voorste
passagiersstoel plaatsen.
Nl
Nederlands
! Als dit toestel is aangesloten op een versterker met een low pass filter, dient u deze
uit te zetten voordat u een automatische TA
en EQ-meting uitvoert. Ook moet de drempelfrequentie voor een ingebouwde low
pass filter van een actieve subwoofer worden ingesteld op de hoogste frequentie.
! De waarde voor tijduitlijning die tijdens de
automatische TA en EQ-meting is berekend, kan in de onderstaande omstandigheden afwijken van de werkelijke afstand.
De computer heeft de afstand echter zo berekend dat de vertraging optimaal is voor
een zo goed mogelijk resultaat voor uw
voertuig. Blijf deze waarde dus gebruiken.
— Als er sterke geluidsweerkaatsingen zijn
in het voertuig en vertragingen optreden.
— Als lage tonen vertraagd worden door
invloed van de low pass filter op actieve
subwoofers of externe versterkers.
! Automatische TA en EQ-meting wijzigt de
audio-instellingen als volgt:
— De instellingen van de fader/balans worden teruggezet naar de middelste stand.
(Raadpleeg bladzijde 158.)
— De curve van de grafische equalizer
wordt op Flat gezet. (Raadpleeg bladzijde 167.)
— Als er een subwoofer op het toestel is
aangesloten, wordt deze automatisch
aangepast aan het uitgangssignaal van
de subwoofer en de instelling van de
high pass filter voor de luidspreker achterin.
! Als u een automatische TA en EQ-meting
uitvoert terwijl er al een eerdere instelling
voor bestaat, wordt deze instelling vervangen.
! Controleer het bruikbare frequentiebereik
voordat u de tweeters aansluit. Als u de
drempelfrequentie gebruikt, moet u die
hoger instellen dan de laagst bruikbare frequentie van de tweeter.
12
171
Hoofdstuk
Audio-instellingen
12
3
Zet de contactschakelaar op ON of ACC.
# Zet de airconditioning en verwarming uit als
deze zijn ingeschakeld. Het geluid van de ventilator van de airconditioning of verwarming kan de
automatische TA en EQ-meting verstoren.
# Druk op SOURCE om de signaalbron in te
schakelen als het toestel is uitgeschakeld.
4 Selecteer de positie van de stoel waarop de microfoon is geplaatst.
Raadpleeg Positiekeuze-instelling op bladzijde
158.
# Als u geen positie selecteert voordat u de meting start, wordt automatisch Front Left geselecteerd.
5 Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
6 Houd EQ ingedrukt om de meetstand
voor de automatische TA en EQ-meting in
te voeren.
Het voorpaneel wordt automatisch geopend.
7 Steek de plug van de microfoon in de
microfooningang op het toestel.
8 Druk op MULTI-CONTROL om de automatische TA en EQ-meting te starten.
9 Verlaat de auto en sluit het portier binnen 10 seconden nadat het aftellen is begonnen.
De luidsprekers geven een meettoon (geluid)
af, en de automatische TA en EQ-meting begint.
# Als alle luidsprekers zijn aangesloten, neemt
een volledige, automatische TA en EQ-meting ongeveer zes minuten in beslag.
172
Nl
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de automatische TA en EQ-meting te stoppen.
# Als u de automatische TA en EQ-meting halverwege wilt onderbreken, drukt u op BAND.
10 Als de automatische TA en EQ-meting is
voltooid, wordt Complete weergegeven.
Er verschijnt een foutmelding als de meting
niet correct kon worden uitgevoerd. (Raadpleeg Foutmeldingen tijdens automatische TA
en EQ-meting op bladzijde 182.)
11 Druk op BAND om de stand automatische TA en EQ-meting te annuleren.
12 Berg de microfoon voorzichtig op in
het handschoenenkastje.
Berg de microfoon zorgvuldig op in het handschoenenkastje of op een andere veilige
plaats. Als de microfoon langere tijd wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen hoge
temperaturen vervorming, verkleuring of storingen veroorzaken.
Opmerking
Zorg dat u de microfoon heeft ontkoppeld voordat
u op EJECT drukt om het paneel te openen of te
sluiten (u hoort een waarschuwingsgeluid als de
microfoon nog aangesloten is).
Hoofdstuk
Begininstellingen
De begininstellingen
aanpassen
1
Uitgaande van de begininstellingen van het
systeem kunt u verschillende instellingen aan
uw wensen aanpassen.
13
Volg onderstaande instructies om de verschillende instellingen aan te passen.
# U kunt de functies ook in omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
# Druk op BAND om het aanpassen van begininstellingen te annuleren.
De taal van het display
selecteren
Dit toestel beschikt over meerdere displaytalen. U kunt kiezen welke taal u wilt instellen.
1 Functiedisplay
Hierop is de status van de ingestelde functie
af te lezen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Language select te selecteren.
Language select verschijnt op het display.
1 Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de taal te
selecteren.
Telkens als u op MULTI-CONTROL drukt, worden de talen als volgt geselecteerd:
English—Français—Italiano—Español—
Deutsch—Nederlands—РУССКИЙ
2 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt tot
Language select op het display verschijnt.
De klok instellen
Volg onderstaande instructies om de klok in te
stellen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om Clock te
selecteren.
Clock verschijnt op het display.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts en selecteer het onderdeel van
het klokdisplay dat u wilt instellen.
Door MULTI-CONTROL naar links of rechts te
duwen, selecteert u een van de volgende onderdelen van het klokdisplay:
Uur—Minuut
Het geselecteerde onderdeel van het klokdisplay gaat knipperen.
Nl
Nederlands
3 Draai MULTI-CONTROL om één van de
begininstellingen te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de
functies in de onderstaande volgorde te doorlopen:
Language select (taal selecteren)—Clock
(klok)—Off Clock (uit-klok)—FM step (FM-afstemstap)—Auto PI seek (automatische PIzoekfunctie)—Warning tone (waarschuwingstoon)—Face auto open (voorpaneel automatisch openen)—AUX1 (externe
aansluiting 1)—AUX2 (externe aansluiting 2)
—Dimmer (dimmer)—Brightness (helderheid)—Digital ATT (digitale demping)—
Audio Reset (audio resetten)—Mute (geluid
tijdelijk uitschakelen/dempen)—Internal AMP
(instelling versterker)—Demonstration (functiedemo)—Reverse mode (functie tegengesteld)—Ever-scroll (Ever Scroll)
173
Hoofdstuk
13
Begininstellingen
De FM-afstemstap instellen
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de klok in te stellen.
Als u MULTI-CONTROL omhoog duwt, verhoogt u het uur of de minuut. Als u
MULTI-CONTROL omlaag duwt, verlaagt u het
uur of de minuut.
Opmerking
1 Gebruik MULTI-CONTROL om FM step
te selecteren.
FM step verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de FM-afstemstap te selecteren.
Door herhaaldelijk op MULTI-CONTROL te
drukken, wijzigt u de FM-afstemstap als AF of
TA aan staat in 50 kHz of 100 kHz. De geselecteerde FM-afstemstap verschijnt op het display.
U kunt de klok met een tijdsignaal gelijkzetten
door op MULTI-CONTROL te drukken.
! Als het aantal minuten van de tijdsaanduiding
tussen 00 en 29 is, wordt naar beneden afgerond. (bijvoorbeeld 10:18 wordt afgerond naar
10:00.)
! Als het aantal minuten van de tijdsaanduiding
tussen 30 en 59 is, wordt naar boven afgerond. (bijvoorbeeld 10:36 wordt afgerond naar
11:00.)
Bij handmatig afstemmen blijft de afstemstap 50
kHz.
In- en uitschakelen van het
uit-klokdisplay
De automatische PIzoekfunctie in- of uitschakelen
Als het uit-klokdisplay aan staat terwijl de signaalbronnen en functiedemo uit staan, wordt
de klok op het display weergegeven.
Het toestel kan automatisch zoeken naar een
andere zender met eenzelfde soort programma, ook bij het oproepen van voorkeuzezenders.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om Off Clock
te selecteren.
Off Clock verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het uitklokdisplay in te schakelen.
ON verschijnt op het display.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om het
uit-klokdisplay uit te schakelen.
174
Standaard wordt er bij automatisch afstemmen een FM-afstemstap van 50 kHz gebruikt.
Als u de functie AF of TA heeft ingeschakeld,
wordt de afstemstap automatisch 100 kHz.
Maar soms verdient het aanbeveling om de afstemstap op 50 kHz in te stellen als AF is ingeschakeld.
Nl
Opmerking
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Auto PI seek te selecteren.
Auto PI seek verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de automatische PI-zoekfunctie in te schakelen.
ON verschijnt op het display.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
automatische PI-zoekfunctie uit te schakelen.
Hoofdstuk
Begininstellingen
De waarschuwingstoon inof uitschakelen
Als het voorpaneel niet binnen vier seconden
na het uitschakelen van het contact van het
hoofdtoestel wordt verwijderd, klinkt er een
waarschuwingstoon. U kunt deze waarschuwingstoon uitschakelen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Warning tone te selecteren.
Warning tone verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de waarschuwingstoon in te schakelen.
ON verschijnt op het display.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
waarschuwingstoon uit te schakelen.
13
worden. Zet elke AUX-bron aan bij gebruik.
Raadpleeg De AUX-signaalbron gebruiken op
bladzijde 179 voor meer informatie over het
aansluiten en gebruiken van externe apparaten.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om AUX1/
AUX2 te selecteren.
AUX1/AUX2 verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om AUX1/
AUX2 in te schakelen.
ON verschijnt op het display.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
AUX-functie uit te schakelen.
De dimmer in- of uitschakelen
Het voorpaneel
automatisch openen
Om te voorkomen dat het display ’s avonds te
licht wordt, wordt het display automatisch gedimd als u de koplampen van de auto aanzet.
U kunt de dimmer aan- of uitzetten.
Om het toestel tegen diefstal te beveiligen,
wordt het voorpaneel automatisch geopend en
kunt u het eenvoudig verwijderen. Standaard
is deze functie ingeschakeld.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om Dimmer
te selecteren.
Dimmer verschijnt op het display.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Face auto open te selecteren.
Face auto open verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de dimmer in te schakelen.
ON verschijnt op het display.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om het
automatisch openen uit te schakelen.
Nederlands
2 Druk op MULTI-CONTROL om het voorpaneel automatisch te laten openen.
ON verschijnt op het display.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
dimmer uit te schakelen.
De externe aansluiting inof uitschakelen
Externe apparaten die u op dit toestel heeft
aangesloten, kunnen afzonderlijk geactiveerd
Nl
175
Hoofdstuk
13
Begininstellingen
De helderheid aanpassen
Audiofuncties resetten
U kunt de helderheid van het display aanpassen. Standaard is de helderheid ingesteld op
de waarde 12.
U kunt alle audiofuncties resetten.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Brightness te selecteren.
Brightness verschijnt op het display.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om het helderheidsniveau in te
stellen.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
rechts duwt, neemt de helderheid toe of af. U
kunt de helderheid aanpassen tussen de waarden 00 en 15. Deze waarde wordt op het display getoond.
# Als de dimmer is ingeschakeld, kunt u de helderheid aanpassen tussen de waarden 00 en
10.
Vervormd geluid corrigeren
Als u naar een CD of andere signaalbron luistert die hard is opgenomen, kan het geluid vervormd klinken als de equalizercurve te hoog is
ingesteld. U kunt de digitale demping lager instellen om geluidsvervorming te voorkomen.
! De geluidskwaliteit is meestal beter is bij
een hoge instelling. Daarom wordt gewoonlijk een hogere instelling gebruikt.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Digital ATT te selecteren.
Digital ATT verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het niveau voor digitale demping te selecteren.
Door herhaaldelijk op MULTI-CONTROL te
drukken kunt u schakelen tussen High (hoog)
en Low (laag).
176
Nl
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Audio Reset te selecteren.
Reset OK! verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL.
Does it RESET? verschijnt op het display.
3 Duw MULTI-CONTROL naar rechts.
Are you sure? verschijnt op het display.
4 Druk op MULTI-CONTROL om de audiofuncties te resetten.
Als Complete op het display verschijnt, zijn de
audiofuncties gereset.
# Druk op BAND om deze functie te
annuleren.
Het geluid tijdelijk
uitschakelen/dempen
Het geluid van dit toestel wordt automatisch
uitgeschakeld of gedempt wanneer er een signaal wordt ontvangen van een apparaat met
uitschakelingsfunctie.
! Het geluid wordt tijdelijk uitgeschakeld of
gedempt en MUTE of ATT verschijnt op het
display. U kunt het geluid dan niet aanpassen.
! Het volume keert terug naar het normale
niveau wanneer het uitschakelen of dempen wordt geannuleerd.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om Mute te
selecteren.
Mute verschijnt op het display.
Hoofdstuk
Begininstellingen
2 Druk op MULTI-CONTROL om de gewenste instelling te selecteren.
Druk meerdere keren op MULTI-CONTROL om
te schakelen tussen de volgende instellingen:
! 10dB ATT – Dempen
! 20dB ATT – Dempen (20dB ATT heeft meer
effect dan 10dB ATT)
! TEL mute – Uitschakelen
De interne versterker instellen
Dit toestel beschikt over een versterker met
een hoog vermogen. In bepaalde systemen
worden externe versterkers gebruikt in plaats
van de interne versterker. Als u externe versterkers gebruikt voor een systeem met meerdere
versterkers en de interne versterker niet gebruikt, is het raadzaam de interne versterker
uit te schakelen. Als u de interne versterker
uitschakelt, hoort u de ruis niet die de versterker en de ventilator veroorzaken.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Internal AMP te selecteren.
Internal AMP verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de interne versterker in te schakelen.
ON verschijnt op het display.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
interne versterker uit te schakelen.
13
2 Druk op MULTI-CONTROL om de functiedemo aan te zetten.
ON verschijnt op het display.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de
functiedemo uit te schakelen.
Opmerkingen
! Let op: de accu kan leeglopen als de functiedemo geactiveerd blijft terwijl de motor uit
staat.
! U kunt de functiedemo ook in- of uitschakelen
door op DISPLAY te drukken als het toestel uit
staat. Raadpleeg Functiedemo op bladzijde
108 voor meer informatie.
De functie tegengesteld
inschakelen
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
handeling uitvoert, worden de displaykleuren
omgekeerd weergegeven en veranderen deze
elke 10 seconden.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Reverse mode te selecteren.
Reverse mode verschijnt op het display.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de
functie tegengesteld uit te schakelen.
De functiedemo inschakelen
De functiedemo start automatisch als dit toestel is uitgeschakeld terwijl het contactslot op
ACC of ON staat.
Opmerking
Nederlands
2 Druk op MULTI-CONTROL om de functie
tegengesteld in te schakelen.
ON verschijnt op het display.
U kunt de functie tegengesteld ook in- of uitschakelen door op BAND te drukken als het toestel uit
staat. Raadpleeg Functie tegengesteld op bladzijde 107 voor meer informatie.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
Demonstration te selecteren.
Demonstration verschijnt op het display.
Nl
177
Hoofdstuk
13
Begininstellingen
Ever Scroll inschakelen
Als Ever Scroll op ON is ingesteld, blijft de
tekst die op een CD of de iPod is vastgelegd
continu door het display schuiven. Zet Ever
Scroll op OFF als u wilt dat de informatie maar
één keer door het display schuift.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om Ever-scroll
te selecteren.
Ever-scroll verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om Ever
Scroll aan te zetten.
ON verschijnt op het display.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om Ever
Scroll uit te zetten.
178
Nl
Hoofdstuk
Overige functies
De AUX-signaalbron gebruiken
Via dit toestel kunt u maximaal twee externe
apparaten bedienen zoals VCR of draagbare
apparaten (los verkrijgbaar). Als u een extern
apparaat aansluit, wordt het automatisch als
een AUX-signaalbron herkend en toegewezen
aan AUX1 of AUX2. De relatie tussen de signaalbronnen AUX1 en AUX2 wordt hieronder
uitgelegd.
Informatie over AUX1 en AUX2
U kunt externe apparaten op twee manieren
op dit toestel aansluiten.
14
# U kunt op deze manier alleen externe apparaten aansluiten die voorzien zijn van een RCA-uitgang.
AUX als signaalbron selecteren
% Druk op SOURCE en kies AUX als signaalbron.
Druk op SOURCE tot AUX op het display verschijnt.
# Als de externe aansluiting niet is ingeschakeld, kan AUX niet worden geselecteerd. Raadpleeg De externe aansluiting in- of uitschakelen op
bladzijde 175 voor meer informatie.
AUX1-signaalbron:
De AUX-titel instellen
Als u een extern apparaat met een stereo-miniplugkabel aansluit
De naam die voor de signaalbronnen AUX1
en AUX2 wordt weergegeven, kan worden gewijzigd.
% Steek de stereo-miniplugkabel in de ingang van dit toestel.
Raadpleeg de handleiding van het apparaat
voor meer informatie.
Externe apparatuur die u op deze manier aansluit, wordt automatisch aan AUX1 toegewezen.
AUX2-signaalbron:
Als u een extern apparaat aansluit met een IPBUS-RCA-adapter (los verkrijgbaar)
2 Druk op DISPLAY en selecteer het gewenste tekentype.
Druk herhaaldelijk op DISPLAY om te schakelen tussen de volgende tekensets:
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolen—Alfabet (kleine letters)—Europese letters, zoals
letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)—Cijfers
en symbolen
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag en selecteer een letter uit het alfabet.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog duwt,
verschijnt er een letter uit het alfabet in de
volgorde A B C ... X Y Z, of een cijfer of symbool in de volgorde 1 2 3 ... @ # <. Telkens als
u MULTI-CONTROL omlaag duwt, verschijnen
de letters in de volgorde Z Y X ... C B A.
Nl
Nederlands
% Met een IP-BUS-RCA-adapter zoals de
CD-RB20/CD-RB10 (los verkrijgbaar) kunt u
externe apparatuur met een RCA-uitgang
op dit toestel aansluiten.
Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding van de IP-BUS-RCA-adapter.
Externe apparatuur die u op deze manier aansluit, wordt automatisch aan AUX2 toegewezen.
1 Nadat u AUX als signaalbron heeft geselecteerd, gebruikt u MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren en TitleInput "A"
weer te geven.
179
Hoofdstuk
14
Overige functies
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
ENTERTAINMENT te selecteren.
Draai aan de knop om een andere menu-optie
te kiezen; druk op de knop om een optie te selecteren.
4 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om
de cursor naar de volgende tekenpositie te
verplaatsen.
Wanneer de gewenste letter op het display verschijnt, duwt u MULTI-CONTROL naar rechts
om de cursor naar de volgende positie te verplaatsen en de volgende letter te selecteren.
Duw MULTI-CONTROL naar links om naar de
voorgaande positie te gaan.
5 Verplaats de cursor naar de laatste tekenpositie door MULTI-CONTROL naar
rechts te duwen nadat u de titel heeft ingevoerd.
Als u MULTI-CONTROL nogmaals naar rechts
duwt, wordt de ingevoerde titel opgeslagen in
het geheugen.
6 Druk op BAND om terug te keren naar
het weergavedisplay.
De verschillende
entertainment-displays
gebruiken
U kunt verschillende entertainment-displays
weergeven terwijl u naar de verschillende signaalbronnen luistert.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
180
Nl
3 Gebruik MULTI-CONTROL om een ander
display te selecteren.
Draai aan de knop om een andere menu-optie
te kiezen; druk op de knop om een optie te selecteren.
ENT. OFF (entertainment-display uit)—BGV-1
(achtergrondweergave 1)—BGV-2 (achtergrondweergave 2)—BGV-3 (achtergrondweergave 3)—BGV-4 (achtergrondweergave 4)—
BGP-1 (achtergrondafbeelding 1)—BGP-2
(achtergrondafbeelding 2)—BGP-3 (achtergrondafbeelding 3)—BGP-4 (achtergrondafbeelding 4)—SPECTRUM ANALYZER-1
(spectrumanalyzer 1)—
SPECTRUM ANALYZER-2 (spectrumanalyzer
2)—LEVEL METER (niveaumeter)—
LEVEL INDICATOR (niveau-indicator)—
BATTERY VOLTAGE (accu-indicator)—
ENT CLOCK (entertainment-klok)—MOVIE
(filmscherm)—DISPLAY OFF (display uit)
# De waarde die de accu-indicator aangeeft,
kan afwijken van de werkelijke waarde.
# Als u DISPLAY OFF selecteert, vermindert u
de ruis van het display. Als het display uitgeschakeld is, brandt de display uit-indicator.
# U kunt de displays ook in omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
# U kunt ook een andere display selecteren door
op de afstandsbediening op ENTERTAINMENT te
drukken.
# Druk op BAND om terug te keren naar het
weergavedisplay.
4 Gebruik MULTI-CONTROL om een displayvorm te selecteren.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om
een menuoptie te selecteren; druk op de knop
om een selectie te maken.
Hoofdstuk
Overige functies
Display Form 1—Display Form 2—
Display Form 3
# U kunt een andere displayvorm kiezen als u
een van de volgende instellingen heeft geselecteerd: geen entertainment-display (ENT. OFF), een
achtergrondweergave (BGV-1, BGV-2, BGV-3,
BGV-4) of een achtergrondafbeelding (BGP-1,
BGP-2, BGP-3, BGP-4).
# Als u Display Form 2 heeft geselecteerd bij
de onderstaande signaalbronnen, worden de
weergavetijd en de titelinformatie niet gelijktijdig
weergegeven.
! Ingebouwde CD-speler
! Multi-CD-speler
! DVD-speler/multi-DVD-speler
! iPod
# Als u Display Form 3 heeft geselecteerd bij
de onderstaande signaalbronnen, kunt u de display-informatie niet wijzigen.
! Tuner
! Ingebouwde CD-speler
! Multi-CD-speler
! DVD-speler/multi-DVD-speler
! iPod
14
% Houd PGM ingedrukt om BSM in te
schakelen als u de tuner als signaalbron selecteert.
Houd PGM ingedrukt tot de functie BSM aan
gaat.
# Druk opnieuw op PGM om het opslaan te annuleren.
% Houd PGM ingedrukt om BSSM in te
schakelen als u de televisie als signaalbron
selecteert.
Houd PGM ingedrukt tot de BSSM aan gaat.
# Druk opnieuw op PGM om het opslaan te
annuleren.
De PGM-knop gebruiken
U kunt de voorgeprogrammeerde functies
voor elke signaalbron bedienen met PGM op
de afstandsbediening.
Nederlands
% Druk op PGM om pauze in te schakelen
als u de volgende signaalbronnen selecteert:
! CD – Ingebouwde CD-speler
! Multi-CD – Multi-CD-speler
! iPod – iPod
! DVD – DVD-speler/multi-DVD-speler
# Druk opnieuw op PGM als u de pauzefunctie
wilt uitschakelen.
Nl
181
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Foutmeldingen van de
ingebouwde CD-speler
Schrijf een foutmelding altijd nauwkeurig op
en zorg dat u deze bij de hand heeft voordat u
contact opneemt met uw leverancier of het
dichtstbijzijnde Pioneer servicecentrum.
Melding
Oorzaak
Maatregel
ERROR-11, 12, Vuile disc
17, 30
Maak de disc
schoon.
ERROR-11, 12, Bekraste disc
17, 30
Vervang de disc.
ERROR-15
De geplaatste
disc bevat geen
gegevens
Vervang de disc.
ERROR-23
Het CD-formaat
kan niet worden
afgespeeld
Vervang de disc.
No Audio
De geplaatste
disc bevat geen
bestanden die
kunnen worden
afgespeeld
Vervang de disc.
TRK SKIPPED
De geplaatste
Vervang de disc.
disc bevat WMAbestanden die
door digital
rights management (digitaal
rechtenbeheer,
DRM) zijn beveiligd
182
Nl
Alle bestanden
op de disc zijn
door digital
rights management (DRM) beveiligd
Als een automatische TA en EQ-meting van de
akoestische eigenschappen van het autointerieur niet correct kan worden uitgevoerd, kan er
op het display een foutmelding getoond worden. Raadpleeg in dat geval de onderstaande
tabel met problemen en voorgestelde oplossingen. Probeer het daarna opnieuw.
Melding
ERROR-10, 11, Elektrisch of me- Zet het contact uit
12, 15, 17, 30, chanisch proen weer aan, of
A0
bleem
schakel over naar
een andere signaalbron en dan
weer terug naar de
CD-speler.
PROTECT
Foutmeldingen tijdens
automatische TA en EQmeting
Vervang de disc.
Oorzaak
Maatregel
ERR:MIC check De microfoon is Controleer of de
niet aangesloten. plug van de microfoon goed is geplaatst in de
microfooningang
van het toestel.
ERR:Front
Speaker, ERR:
Front-Lch,
ERR:Front-Rch,
ERR:Rear-Lch,
ERR:Rear-Rch,
ERR:SubWLch, ERR:
SubW-Rch,
ERR:SubWoofer
De microfoon
kan de meettoon
van een luidspreker niet waarnemen.
! Controleer of de
luidsprekers juist
zijn aangesloten.
! Annuleer het
dempen van de
luidsprekers voorin.
! Corrigeer de instelling van het ingangsniveau van
de versterker die
op de luidsprekers
is aangesloten.
! Plaats de microfoon op de juiste
manier.
ERR:Outside
Noise
Er is te veel omgevingslawaai.
! Parkeer de auto
op een zo rustig
mogelijke plaats
en zet de motor,
airconditioning en
verwarming uit.
! Plaats de microfoon op de juiste
manier.
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Zorg voor uw CD-speler
! Gebruik alleen CD’s met onderstaande
Compact Disc Digital Audio-logo’s.
! Gebruik alleen normale, ronde CD’s. Onregelmatig gevormde, niet-ronde CD’s kunnen vast komen te zitten, of worden niet
goed afgespeeld.
CD-R/CD-RW-discs
! CD-R/CD-RW-discs kunnen alleen worden
afgespeeld als ze gefinaliseerd zijn.
! Het kan voorkomen dat u bepaalde CD-R/
CD-RW-discs niet kunt afspelen die op een
audio CD-recorder of computer zijn opgenomen. Dit kan worden veroorzaakt door
bepaalde eigenschappen van deze CD’s.
Krassen of vuil op de disc, of vuil, condens
en dergelijke op de lens van dit toestel kan
ook de oorzaak zijn.
! Afhankelijk van de instellingen van de gebruikte toepassing, is afspelen van discs
die op een computer zijn opgenomen soms
niet mogelijk. Neem discs op in het juiste
formaat. (Neem voor meer informatie contact op met de fabrikant van de toepassing.)
! Het kan gebeuren dat u geen CD-R/CDRW-discs kunt afspelen omdat deze zijn
blootgesteld aan direct zonlicht of hoge
temperaturen, of vanwege de omstandigheden waaronder de discs in de auto zijn bewaard.
! Titels en andere tekstinformatie die zijn
vastgelegd op een CD-R/CD-RW-disc worden mogelijk niet door dit toestel weergegeven (in het geval van audiogegevens (CDDA)).
Nl
Nederlands
! Controleer alle CD’s op barsten, krassen of
vervormingen voordat u ze afspeelt. CD’s
met barsten, krassen of vervormingen kunnen niet goed worden afgespeeld. Gebruik
zulke discs daarom niet.
! Raak het opnameoppervlak (de kant waarop niets is gedrukt) niet aan wanneer u de
disc vasthoudt.
! Bewaar discs in het bijbehorende doosje
wanneer u ze niet gebruikt.
! Houd discs uit direct zonlicht en stel ze
niet bloot aan hoge temperaturen.
! Plak geen labels op discs, schrijf er niet op
en breng het oppervlak niet in aanraking
met chemische middelen.
! Om een CD te reinigen, veegt u de disc van
het midden naar de buitenkant met een
zachte doek schoon.
! Als het koud is en u de verwarming gebruikt, kan er vocht (condens) ontstaan op
de onderdelen in de CD-speler. Condensvorming kan er de oorzaak van zijn dat de
CD-speler niet goed functioneert. Als u
denkt dat er sprake is van condensvorming,
zet u de CD-speler ongeveer een uur uit
zodat hij kan drogen. Gebruik een zachte
doek om vocht van de disc te verwijderen.
! Schokken tijdens het rijden kunnen de CD
laten overslaan.
183
Aanhangsel
Aanvullende informatie
! Lees de voor CD-R/CD-RW-discs geldende
voorzorgsmaatregelen voor u ze gebruikt.
MP3-, WMA-, AAC- en WAVbestanden
! MP3 staat voor MPEG Audio Layer 3 en verwijst naar een standaard voor audiocompressietechnologie.
! WMA staat voor Windows Media™ Audio
en verwijst naar een audiocompressietechnologie die door Microsoft Corporation is
ontwikkeld. WMA-gegevens kunnen met de
Windows Media Player versie 7 of hoger
worden gecodeerd.
! AAC staat voor Advanced Audio Coding en
verwijst naar een standaard voor audiocompressietechnologie.
! WAV staat voor waveform. Dit is een standaard audiobestandsformaat voor Windows®.
! Een juiste werking van dit toestel is afhankelijk van de toepassing waarmee u WMAbestanden heeft gecodeerd.
! Afhankelijk van de versie van de Windows
Media Player die is gebruikt om WMA-bestanden te coderen, kan het voorkomen dat
albumtitels en andere tekstinformatie niet
goed worden weergegeven.
! Er kan een kleine vertraging optreden bij
het afspelen van WMA/AAC-bestanden die
met image-data zijn gecodeerd.
! Met dit toestel kunt u MP3/WMA/AAC/
WAV-bestanden op CD-ROM, CD-R en CDRW discs afspelen. Discopnamen die compatibel zijn met ISO9660 niveau 1 en 2 en
met de bestandssystemen Romeo en Joliet
kunnen worden afgespeeld.
! Het is mogelijk om multi-sessiediscs af te
spelen.
! MP3/WMA/AAC/WAV-bestanden zijn niet
compatibel met packet write data transfer.
184
Nl
! Van bestandsnamen kunnen maximaal 32
tekens, inclusief de extensie (.mp3, .wma,
.m4a of .wav), worden weergegeven.
! Van een mapnaam kunnen maximaal 32 tekens worden weergegeven.
! Van bestanden die met het bestandssysteem Romeo zijn opgenomen, worden alleen de eerste 32 tekens weergegeven.
! Als u CD’s afspeelt die zowel MP3/WMA/
AAC/WAV-bestanden en audiogegevens
(CD-DA) bevatten zoals CD-EXTRA en
MIXED-MODE-CD’s, kunt u beide typen alleen afspelen door over te schakelen tussen
MP3/WMA/AAC/WAV en CD-DA.
! De volgorde waarin de mappen voor weergave en andere handelingen worden geselecteerd, is gelijk aan de schrijfvolgorde die
door de schrijfsoftware werd gebruikt.
Daardoor kan de volgorde bij het afspelen
afwijken van de verwachte afspeelvolgorde.
Er bestaat echter ook schrijfsoftware waarmee u de afspeelvolgorde zelf kunt instellen.
! Sommige audio-CD’s bevatten fragmenten
die zonder pauze in elkaar overlopen. Als
deze discs worden omgezet in MP3/WMA/
AAC/WAV-bestanden en op een CD-R/CDRW/CD-ROM worden gebrand, worden de
bestanden op deze speler afgespeeld met
een korte pauze ertussen, ongeacht de
lengte van de pauze tussen de fragmenten
op de originele audio-CD.
Belangrijk
! Als u een MP3/WMA/AAC/WAV-bestand een
naam geeft, moet u de bijbehorende extensie
(.mp3, .wma, .m4a of .wav) toevoegen.
! Dit toestel speelt bestanden met de bestandsextensies .mp3, .wma, .m4a of .wav als MP3/
WMA/AAC/WAV-bestanden af. Om ruis en storingen te voorkomen kunt u deze extensies
beter niet gebruiken voor andere bestanden
dan MP3/WMA/AAC/WAV.
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie over MP3
! De bestanden zijn compatibel met ID3 Tag
versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 en 2.4 voor weergave
van album (disctitel), fragment (fragmenttitel), artiest (artiest fragment) en opmerkingen. Versie 2.x van ID3 Tag krijgt de
voorkeur als zowel versie 1.x en versie 2.x
aanwezig zijn.
! De versterkingsfunctie werkt alleen als er
MP3-bestanden met frequenties van 32,
44,1 en 48 kHz worden afgespeeld. (Bemonsteringsfrequenties van 16, 22,05, 24, 32,
44,1, 48 kHz kunnen worden afgespeeld.)
! Er is geen compatibiliteit met m3u-speellijsten.
! Er is geen compatibiliteit met de formaten
MP3i (MP3 interactive) of mp3 PRO.
! De geluidskwaliteit van MP3-bestanden is
doorgaans beter bij een hogere bitsnelheid.
Dit toestel kan opnamen met een bitsnelheid van 8 kbps tot 320 kbps afspelen. Voor
een goede geluidskwaliteit raden wij u aan
alleen discs te gebruiken die met een bitsnelheid van ten minste 128 kbps zijn opgenomen.
— Windows Media Audio 9 Professional
(5.1ch)
— Windows Media Audio 9 Lossless
— Windows Media Audio 9 Voice
Aanvullende informatie over AAC
! Dit toestel speelt AAC-bestanden af die zijn
gecodeerd door iTunes® versie 4.8 en eerder.
! Dit toestel speelt AAC-bestanden af in de
bemonsteringsfrequenties 11,025, 16,
22,05, 24, 32, 44,1 en 48 kHz.
! De geluidskwaliteit van AAC-bestanden is
doorgaans beter bij een hogere transmissiesnelheid. Dit toestel kan opnamen met
een transmissiesnelheid van 16 kbps tot
320 kbps afspelen. Voor een goede geluidskwaliteit raden wij u aan alleen CD’s met
een hogere transmissiesnelheid te gebruiken.
! De volgende formaten worden door dit toestel niet ondersteund:
— Apple Lossless
Aanvullende informatie over WAV
Aanvullende informatie over WMA
! Dit toestel speelt WAV-bestanden af die in
het formaat Lineair PCM (LPCM) of het formaat MS ADPCM zijn gecodeerd.
! U kunt alleen WAV-bestanden met de frequenties 16, 22,05, 24, 32, 44,1 en 48 kHz
(LPCM) of 22,05 en 44,1 kHz (MS ADPCM)
afspelen. De bemonsteringsfrequentie die
op het display wordt getoond, kan zijn afgerond.
! De geluidskwaliteit van WAV-bestanden is
doorgaans beter bij een hoger aantal quantisatiebits. Dit toestel kan opnamen met 8
en 16 (LPCM) of 4 (MS ADPCM) quantisatiebits afspelen. Voor een goede geluidskwaliteit raden wij u aan alleen discs te
gebruiken die met het hogere aantal quantisatiebits zijn opgenomen.
Nl
Nederlands
! Dit toestel speelt WMA-bestanden af die
met de Windows Media Player versie 7, 7.1,
8, 9 en 10 zijn gecodeerd.
! Dit toestel kan alleen WMA-bestanden met
een frequentie van 32, 44,1 en 48 kHz afspelen.
! De geluidskwaliteit van WMA-bestanden is
doorgaans beter bij een hogere bitsnelheid.
Dit toestel kan opnamen met een bitsnelheid van 48 kbps tot 320 kbps (CBR) of van
48 kbps tot 384 kbps (VBR) afspelen. Voor
een goede geluidskwaliteit raden wij u aan
alleen discs met een hogere bitsnelheid te
gebruiken.
! De volgende formaten worden door dit toestel niet ondersteund:
185
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Informatie over mappen en
MP3/WMA/AAC/WAVbestanden
! Hieronder is een schematisch overzicht afgebeeld van een CD-ROM met MP3/WMA/
AAC/WAV-bestanden. Submappen worden
weergegeven als mappen in de geselecteerde map.
1
2
3
1 Eerste niveau
2 Tweede niveau
3 Derde niveau
186
Nl
Opmerkingen
! Mapnummers worden door dit toestel toegewezen. Als gebruiker kunt u geen mapnummers toewijzen.
! U kunt geen mappen openen die geen MP3/
WMA/AAC/WAV-bestanden bevatten. (Deze
mappen worden overgeslagen zonder dat het
mapnummer wordt weergegeven.)
! Dit toestel kan MP3/WMA/AAC/WAV-bestanden in maximaal 8 mapniveaus diep afspelen.
Er treedt echter enige vertraging op bij het beginnen met afspelen van discs met veel niveaus. Daarom raden wij u aan geen discs
met meer dan 2 niveaus te maken.
! Dit toestel kan maximaal 99 mappen op een
disc afspelen.
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Begrippen
AAC
AAC staat voor Advanced Audio Coding en
verwijst naar een standaard voor audiocompressietechnologie die wordt gebruikt met
MPEG-2 en MPEG-4.
Aantal quantisatiebits
Het aantal quantisatiebits zegt iets over de algemene geluidskwaliteit: hoe hoger de “bitdiepte”, hoe beter de geluidskwaliteit. Een
toename in bitdiepte betekent echter ook een
toename in de hoeveelheid gegevens en daarmee in de benodigde opslagruimte.
Bitsnelheid
De bitsnelheid geeft het datavolume per seconde aan, oftewel het aantal bits per seconde
(bps). Hoe hoger de bitsnelheid, hoe meer informatie er beschikbaar is voor het reproduceren van het geluid. Voor iedere codeermethode
(zoals MP3) geldt: hoe hoger de bitsnelheid,
hoe beter het geluid.
ISO9660-formaat
Dit is de internationale standaard voor de indeling van mappen en bestanden op een CDROM. Er bestaan twee niveaus voor het
ISO9660-formaat.
Niveau 1:
De bestandsnaam is in het 8.3-formaat: maximaal 8 tekens voor de naam (inclusief hoofd-
Lineaire PCM (LPCM)/
Pulscodemodulatie
Dit staat voor lineaire pulscodemodulatie, het
signaalopnamesysteem dat wordt gebruikt
voor muziek-CD’s en DVD’s.
m3u
Speellijsten die met de software “WINAMP”
zijn gemaakt, dragen de bestandsextensie
.m3u.
MP3
MP3 staat voor MPEG Audio Layer 3. MP3 is
een audiocompressiestandaard die is ingesteld door een werkgroep (MPEG) van de ISO
(International Standards Organization). MP3
kan audiogegevens comprimeren tot ongeveer
een tiende van de grootte op een conventionele disc.
MS ADPCM
Dit staat voor Microsoft adaptieve differentiële
pulscodemodulatie, het signaalopnamesysteem dat voor de multimediasoftware van Microsoft Corporation wordt gebruikt.
Nl
Nederlands
ID3 Tag
Dit is een methode voor het opslaan van informatie over MP3-bestanden. Deze informatie
kan bestaan uit de fragmenttitel, de naam van
de artiest, de albumtitel, het muziekgenre, het
productiejaar, opmerkingen, en andere gegevens. Deze informatie kan met ID3 Tag-software worden bewerkt. Hoewel het aantal
tekens per tag beperkt is, kan deze informatie
worden getoond als het fragment wordt afgespeeld.
letters, cijfers en het teken “_”), gevolgd door
een bestandsextensie van drie tekens.
Niveau 2:
De bestandsnaam kan uit maximaal 31 tekens
bestaan (inclusief het scheidingsteken “.” en
de bestandsextensie). Elke map bevat minder
dan 8 hiërarchieën.
Uitgebreide formaten
Joliet:
Bestandsnamen kunnen maximaal 64 tekens
bevatten.
Romeo:
Bestandsnamen kunnen maximaal 128 tekens
bevatten.
187
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Multi-sessie
Multi-sessie is een opnamemethode waarbij
gegevens op een later tijdstip aan een disc
kunnen worden toegevoegd. Als u gegevens
op een CD-ROM, CD-R of CD-RW, etc. opneemt, worden alle gegevens van begin tot
eind als één enkele eenheid of sessie beschouwd. Multi-sessie is een methode waarbij
twee of meer sessies op een disc worden opgenomen.
Packet write
Dit is een algemene term voor een methode
om CD-R-discs etc. te branden, en is vergelijkbaar met het schrijven van bestanden naar
een diskette of een harde schijf.
VBR
VBR staat voor Variable Bit Rate (variabele bitsnelheid). Meestal wordt CBR (Constant Bit
Rate, constante bitsnelheid) gebruikt. Maar
door de bitsnelheid aan de audiocompressie
aan te passen, kunt u geluidskwaliteit met
compressieprioriteit verkrijgen.
WAV
WAV staat voor waveform. Dit is een standaard audiobestandsformaat voor Windows®.
WMA
WMA staat voor Windows Media™ Audio en
verwijst naar een audiocompressietechnologie
die door Microsoft Corporation is ontwikkeld.
WMA-gegevens kunnen met de Windows
Media Player versie 7 of hoger worden gecodeerd.
Windows Media en het Windows-logo zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
188
Nl
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Technische gegevens
Algemeen
Spanningsbron ......................... 14,4 V gelijkstroom (10,8 tot
15,1 V toelaatbaar)
Aarding ......................................... Negatief
Max. stroomverbruik .............. 10,0 A
Afmetingen (B × H × D):
DIN
Chassis ..................... 178 × 50 × 159 mm
Voorpaneel .............. 188 × 58 × 30 mm
D
Chassis ..................... 178 × 50 × 164 mm
Voorpaneel .............. 170 × 45 × 25 mm
Gewicht ........................................ 1,6 kg
Audio/DSP
CD-speler
Systeem ....................................... Compact Disc Audio
Bruikbare discs ........................ Compact Discs
Signaalformaat:
Bemonsteringsfrequentie
........................................... 44,1 kHz
Aantal quantisatiebits
........................................... 16; lineair
Frequentiekarakteristieken
..................................................... 5 Hz tot 20 000 Hz (±1 dB)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 105 dB (1 kHz) (IEC-A netwerk)
Dynamisch bereik ................... 100 dB (1 kHz)
Aantal kanalen .......................... 2 (stereo)
MP3-decoderingsformaat ... MPEG-1 & 2 Audio Layer 3
WMA-decoderingsformaat
..................................................... Ver. 7, 7.1, 8, 9, 10 (2kan
audio)
(Windows Media Player)
Nl
Nederlands
Maximaal uitgangsvermogen
..................................................... 50 W × 4
Continuvermogen ................... 27 W × 4 (DIN 45324, +B =
14,4 V)
Belastingsimpedantie ........... 4 W (4 W tot 8 W toegestaan)
Preout maximaal uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
..................................................... 5,0 V/100W
Contouren geluidssterkte .... +10 dB (100 Hz), +6,5 dB
(10 kHz) (volume: –30 dB)
Equalizer (links/rechts afzonderlijke 16-bands grafische
equalizer):
Frequentie ......................... 20/31,5/50/80/125/200/315/
500/800/1,25k/2k/3,15k/5k/
8k/12,5k/20k Hz
Bereik equalizer ............. ±12 dB (in stappen van 2
dB)
Auto-equalizer:
(Voorin & achterin & subwoofer/Hoog & midden &
laag)
Frequentie ......................... 20/31,5/50/80/125/200/315/
500/800/1,25k/2k/3,15k/5k/
8k/12,5k/20k Hz
Bereik equalizer ............. +6 tot –12 dB (in stappen
van 2 dB)
Netwerk (standaardstand):
HPF (Voor/achter):
Frequentie ............... 50/63/80/100/125/160/200
Hz
Afval ........................... 0 (Pass)/–6/–12 dB/oct
Gain ............................ 0 tot –24 dB/Dempen (in
stappen van 1 dB)
Subwoofer (stereo/mono):
Frequentie ............... 50/63/80/100/125/160/200
Hz
Afval ........................... –6/–12/–18 dB/oct
Gain ............................ +6 tot –24 dB/Dempen (in
stappen van 1 dB)
Fase ............................ Normaal/tegengesteld
Netwerk (Stand driewegnetwerk):
Hoog HPF:
Frequentie ............... 1,25/1,6/2/2,5/3,15/4/5/6,3/8/
10/12,5 kHz
Afval ........................... –6/–12/–18/–24 dB/oct
Gain ............................ 0 tot –24 dB/Dempen (in
stappen van 1 dB)
Fase ............................ Normaal/tegengesteld
Midden HPF/LPF:
Frequentie (LPF) ... 1,25/1,6/2/2,5/3,15/4/5/6,3/8/
10/12,5 kHz
Frequentie (HPF)
................................. 25/31,5/40/50/63/80/100/125/
160/200/250 Hz
Afval (LPF) ............... 0 (Pass)/–6/–12/–18/–24 dB/
oct
Afval (HPF) .............. 0 (Pass)/–6/–12/–18/–24 dB/
oct
Gain ............................ 0 tot –24 dB/Dempen (in
stappen van 1 dB)
Fase ............................ Normaal/tegengesteld
Laag LPF (stereo/mono):
Frequentie ............... 25/31,5/40/50/63/80/100/125/
160/200/250 Hz
Afval ........................... –12/–18/–24/–30/–36 dB/oct
Gain ............................ +6 tot –24 dB/Dempen (in
stappen van 1 dB)
Fase ............................ Normaal/tegengesteld
189
Aanhangsel
Aanvullende informatie
AAC-decoderingsformaat ... MPEG-4 AAC (iTunes® alleen gecodeerd)
WAV-signaalformaat .............. Lineaire PCM & MS ADPCM
FM-tuner
Frequentiebereik ...................... 87.5 MHz tot 108.0 MHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 8 dBf (0,7 µV/75 W, mono,
S/N: 30 dB)
Gevoeligheid bij 50 dB demping
..................................................... 10 dBf (0,9 µV/75 W, mono)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 75 dB (IEC-A netwerk)
Vervorming ................................. 0,3% (bij 65 dBf, 1 kHz, stereo)
0,05% (bij 65 dBf, 1 kHz,
mono)
Frequentierespons .................. 30 Hz tot 15 000 Hz (±3 dB)
Stereoscheiding ....................... 45 dB (bij 65 dBf, 1 kHz)
Selectiviteit ................................. 80 dB (±200 kHz)
MW-tuner
Frequentiebereik ...................... 531 kHz tot 1 602 kHz (9
kHz)
Bruikbare gevoeligheid ......... 18 µV (S/N: 20 dB)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 67 dB (IEC-A netwerk)
LW-tuner
Frequentiebereik ...................... 153 kHz tot 281 kHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 30 µV (S/N: 20 dB)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 67 dB (IEC-A netwerk)
Opmerking
Technische gegevens en ontwerp kunnen ter productverbetering zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
190
Nl