26
NEDERLANDS
!9 EFFECT LOOP MIC-toets
• Voert het hoofdmicrofoonsignaal door de
externe processor die is aangesloten op de
EFFECT-aansluitingen op het achterpaneel.
• Wanneer de toets wordt ingedrukt, licht de
bijbehorende oranje indicator op. (Wanneer de
processor niet is aangesloten, knippert de
indicator.)
OPMERKING:
Wanneer de Effect Loop Main en de
microfoon zijn ingeschakeld, wordt het
signaal van de microfoon uitgevoerd naar alle
uitgangen, ongeacht de instelling van de
Main Mic en de Post Mic.
!8 HEADPHONE-uitgang
• Hierop kan een 1/4” stereo-
hoofdtelefoonstekker worden aangesloten.
!9 HEADPHONE-niveauregelaar
• Regelt het volume van de hoofdtelefoon.
@0 HEADPHONE-standtoets
• In de STEREO-stand stuurt deze toets
STEREO Program en Cue naar beide
oorschelpen; in de MONO-stand stuurt het
hoofdtelefooncircuit MONO Cue naar het
linkeroor en MONO Program naar het
rechteroor.
• In de STEREO-stand geeft de meter het
stereoniveau in de LINKER en RECHTER
hoofduitgangen aan. In de MONO-stand wordt
het mono CUE-niveau weergegeven op de
linkse meter en het mono PROGRAM-niveau
op de rechtse meter.
• In de MONO-stand licht de bijbehorende
groene indicator op.
@1 HEADPHONE-regelaar
• Heeft twee functies... In de STEREO-stand
verandert hij de relatieve niveaus van de in
beide oorschelpen gemengde Cue- en
Program-signalen. In de MONO-stand
verandert hij de balans tussen Mono Cue in de
linker oorschelp en Mono Program in de
rechter oorschelp.
@2 CUE-toetsen
• Als u één van de of alle CUE-toetsen indrukt,
worden de signalen van de gekozen bron naar
de hoofdtelefoon- en Meter Cue-secties
gevoerd. Door meerdere toetsen in te
drukken, bekomt u een gemengd geluid van
de gekozen bronnen. De bijbehorende rode
indicator licht op wanneer de toets wordt
ingedrukt.
@3 CROSSFADE ASSIGN A-, B-schakelaars
• Wijst de crossfader toe aan één van de vier
ingangskanalen en Off.
OFF
Kies deze stand wanneer u de crossfader niet
gebruikt.
1 tot 4
Kies welke kanalen (CH-1 tot CH-4) moeten
worden toegewezen aan A en B.
Kanalen die niet zijn toegewezen aan A of B
worden zonder beïnvloeding van de crossfader
uitgevoerd.
@4 CROSSFADER
• Regelt het relatieve uitgangsniveau van de A-
en B-mixes. Wanneer de fader in de uiterst
linkse stand staat, is alleen de A-mix hoorbaar
via de uitgangen. Naarmate de fader naar
rechts wordt verplaatst, neemt het aandeel
van de B-mix toe en neemt het aandeel van de
A-mix af. Wanneer de fader in de middelste
stand staat, worden de A- en B-mixes in gelijke
mate uitgevoerd. In de uiterst rechtse stand is
alleen de B-mix hoorbaar via de uitgangen.
@5 CROSSFADER CONTOUR-regelaar
• Met deze functie kan de “vorm” van de
crossfader-respons worden aangepast van
een zachte curve voor zachte en lange fades
tot een steile pitch voor professionele cut &
scratch-effecten.
@6 CROSSFADER START A-, B-toetsen
• Hiermee wordt de functie voor het
automatisch starten van de CD-speler met de
crossfader in- en uitgeschakeld.
• Wanneer de toets wordt ingedrukt, wordt de
crossfader-startfunctie ingeschakeld en licht
de bijbehorende oranje indicator op.
@7 CH. FADER START-schakelaars
• Hiermee wordt de functie voor het
automatisch starten van de CD-speler met de
kanaalfader in- en uitgeschakeld.
@8 POWER-indicator
• Wanneer de groene indicator brandt, is de DN-
X400 klaar.
(2) Achterpaneel
@9
POWER-schakelaar
• Druk op de schakelaar om de spanning in te
schakelen.
#0 MAIN OUT (BALANCED)-aansluitingen
• Deze XLR-aansluitingen zorgen voor een
gebalanceerde lijnniveau-uitgang.
• Sluit deze aansluitingen aan op de
gebalanceerde analoge ingangen van een
versterker of console.
• Pintoewijzing: 1. Gemeenschappelijk
2. Onder spanning
3. Niet onder spanning
•
Bruikbare connector:
Cannon XLR-3-31 of gelijkwaardig.
OPMERKING:
Zorg ervoor dat de spanningvoerende en de
spanningsloze pin niet worden kortgesloten met
de gemeenschappelijke pin.
#1 MAIN OUT (UNBALANCED)-aansluitingen
• Dit stereopaar RCA-aansluitingen zorgt voor
een niet-gebalanceerde lijnniveau-uitgang.
• Sluit deze aansluitingen aan op de niet-
gebalanceerde analoge aansluitingen van een
versterker of console.
#2
DIGITAL OUT (COAXIAL)-aansluiting
• Via deze RCA-aansluitingen worden digitale
gegevens uitgevoerd. Het signaal wordt niet
beïnvloed door de Master Level-fader.
• Wij raden het gebruik van een RCA-kabel van
75Ω/ohm aan voor een optimale digitale
overdracht. (verkrijgbaar in elke audio-
/videozaak)
#3
DIGITAL
OUT
(COAXIAL)-aansluiting
• Het signaal wordt niet beïnvloed door de
Master Level-fader.
#4 BOOTH/ZONE OUT-aansluitingen
• Deze aansluitingen van 1/4” bieden een
gebalanceerde lijnniveau-uitgang met
onafhankelijke Booth/Zone-niveauregelaars op
het voorpaneel en worden niet beïnvloed door
de hoofdniveauregelaar.
• Sluit deze aansluitingen aan op de
gebalanceerde analoge ingangsaansluitingen
van een versterker of console.
#5 SUBWOOFER-uitgang
• Deze 1/4” mono-aansluitingen zorgen voor
een mono lijnniveau-uitgang via de
hoofduitgang. Het signaal wordt beïnvloed
door de Master Level-fader.
• Sluit deze aansluitingen aan op de
subwooferingang van een versterker.
#6 SUBWOOFER-frequentieregelaar
• Stelt de afsnijfrequentie van het
laagdoorlaatfilter in van 40 Hz tot 200 Hz.
• De lagefrequentie-instelling beïnvloedt de
subwooferuitvoer.
#7 REC OUT-aansluitingen
• Dit stereopaar RCA-aansluitingen zorgt voor
een lijnniveau-uitgang. Het signaal wordt niet
beïnvloed door de Master Level-fader.
• Deze aansluitingen zijn bedoeld voor gebruik
met een cassetterecorder, maar kunnen ook
voor andere doeleinden worden gebruikt.
#8 EFFECT-aansluiting
• Deze 1/4” stereo-aansluitingen maken een
externe stereoverwerking van het Program-
signaal mogelijk.
• Dit zijn schakelaansluitingen. Vervolledig
steeds de lus bij het aansluiten van een send
en return; anders zal er geen geluid hoorbaar
zijn.
#9 LINE-ingangen 1, 2, 3, 4, 6, 8
• Deze stereoparen niet-gebalanceerde RCA-
aansluitingen zijn ingangen voor een lijnniveau-
apparaat.
$0 Ch 1, 2 FADER-uitgangen
• Sluit deze aansluitingen aan op de
faderingangen van de DN-1800F, de DN-2100F
en de DN-2600F met de 3,5 mm stereo-
minikabel.
$1 PHONE-ingangen 1, 2, / LINE-ingangen 5, 7
• Deze stereoparen niet-gebalanceerde RCA-
aansluitingen zijn ingangen voor een Phono-
stage (RIAA) voor magnetische elementen
(MM) of een Line-stage geschikt voor elk
apparaat, bijvoorbeeld een CD-speler.
$2 PHONE-schakelaars 1, 2, / LINE-
schakelaars 5, 7
• Deze schakelaars veranderen de ingang van
phono in lijnniveau.
• Deze schakelaar stelt een lijnniveau-ingang in
wanneer geen draaitafel is aangesloten.
$3 Phono-aardingsschroef
• Met deze schroef kan de aardingsdraad van
een draaitafel worden verbonden.
Deze aansluiting dient alleen voor de aarding
van een draaitafel en is geen
veiligheidsaarding.
$4 MAIN MIC-ingangsaansluiting
• Hierop kan een gebalanceerde microfoon met
1/4” aansluitingen worden aangesloten.
$5 AUX MIC-ingang
• Hierop kan een gebalanceerde microfoon met
1/4” aansluitingen worden aangesloten.