10 Topcom Twintalker 5010
Topcom Twintalker 5010
1 Inleiding
Hartelijk dank voor het aanschaffen van de Twintalker 5010. Dit is een
radiocommunicatieapparaat met een groot bereik van maximaal 10 km en een
laag vermogen. Er zijn geen gebruikskosten, op de minimale kosten na van het
opladen van de batterijen.
De Twintalker werkt met 8 kanalen.
2 Gebruiksdoel
Dit toestel kan voor verschillende recreatiedoeleinden worden gebruikt. Bijvoorbeeld:
om contact te houden wanneer u op reis bent in 2 of meer voertuigen of tijdens het
fietsen of skiën. Ook kunt u hiermee contact houden met uw kinderen, bijvoorbeeld
wanneer zij buiten spelen.
3 CE-markering
De CE-markering op het toestel, de handleiding en de verpakking geeft aan dat het
toestel voldoet aan de basiseisen van de R&TTE-richtlijn 1995/5/EG.
4 Veiligheidsinstructies
4.1 Algemeen
Lees de onderstaande informatie over veiligheid en een correct gebruik zorgvuldig
door. Leer alle functies van het toestel goed kennen. Bewaar deze handleiding op een
veilige plaats voor later gebruik.
4.2 Brandwonden
• Raak de antenne niet aan als de afdekking van de antenne is beschadigd, want
als een antenne bij het zenden in contact komt met de huid, kan dit leiden tot
kleine brandwonden.
• Batterijen kunnen schade aan eigendommen veroorzaken, zoals brandplekken
die ontstaan als geleidend materiaal zoals sieraden, sleutels of armbanden
contact maakt met de blootliggende aansluitingen. Het materiaal kan een
elektrisch circuit sluiten (kortsluiting) en erg heet worden. Hanteer opgeladen
batterijen met zorg, vooral als u deze in een zak, tas of andere houder met
metalen voorwerpen plaatst.
4.3 Letsels
• Plaats het toestel niet boven een airbag of in de buurt van de plaats waar de
airbag zich opblaast. Airbags worden met veel kracht opgeblazen. Als een PMR
zich in de radius van de airbag bevindt op het moment dat deze wordt
geactiveerd, kan het toestel met grote kracht worden weggeslingerd, waardoor
de inzittenden van het voertuig ernstig gewond kunnen raken.
• Houd de PMR ten minste 15 centimeter verwijderd van een pacemaker.
• Schakel uw PMR onmiddellijk uit in geval van interferentie met
medische apparatuur.
4.4 Explosiegevaar
• Vervang de batterijen niet in een omgeving waar explosiegevaar bestaat. Bij het
plaatsen of verwijderen van de batterijen kunnen contactvonken ontstaan, die
een explosie kunnen veroorzaken.
• Schakel uw PMR uit wanneer u zich bevindt in een omgeving waar
explosiegevaar bestaat. Vonken kunnen in een dergelijke omgeving brand of
een explosie veroorzaken, met lichamelijk letsel of zelfs de dood tot gevolg.
• Gooi batterijen nooit in vuur, aangezien ze dan kunnen ontploffen.
4.5 Vergiftigingsgevaar
• Houd de batterijen uit de buurt van kinderen.
4.6 Regelgeving
• In bepaalde landen is het verboden om onder het rijden uw PMR te gebruiken.
Ga in dit geval aan de kant staan voordat u het toestel gebruikt.
• Schakel uw PMR uit aan boord van een vliegtuig wanneer u hierom wordt
verzocht. Gebruik van de PMR dient in overeenstemming te zijn met de
voorschriften van de luchtvaartmaatschappij of de instructies van
de bemanning.
• Schakel uw PMR uit op plaatsen waar waarschuwingsbordjes u vragen dit te
doen. Ziekenhuizen of gezondheidscentra kunnen apparaten gebruiken die
gevoelig zijn voor radiofrequentiesignalen van buitenaf.
• Het vervangen of aanpassen van de antenne kan de PMR-radiospecificaties
beïnvloeden en inbreuk maken op de CE-voorschriften. Niet-goedgekeurde
antennes kunnen de radio ook beschadigen.
4.7 Opmerkingen
• Raak de antenne niet aan tijdens het zenden; dit kan het bereik beïnvloeden.
• Verwijder de batterijen als u het toestel langere tijd niet gebruikt.
5 Reiniging en onderhoud
• Reinig het toestel met een vochtige doek. Gebruik hiervoor alleen water.
Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen op het toestel; deze kunnen de
behuizing beschadigen en naar binnen lekken, wat kan leiden tot
blijvende beschadigingen.
Omgevingen waar explosiegevaar bestaat, worden vaak, maar niet
altijd, duidelijk aangegeven. Hieronder vallen brandstoftank-
ruimtes, zoals onderdeks op schepen, overslag- of opslagplaatsen
voor brandstof of chemicaliën, omgevingen waar de lucht
chemicaliën of deeltjes bevat, zoals graan-, stof- of metaaldeeltjes,
en elke andere omgeving waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de
motor van uw voertuig uit te schakelen.