Dometic TEC 29LPG, TEC 29, TEC29, TEC29LPG Installatie gids

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Dometic TEC 29LPG Installatie gids. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NL
TEC29, TEC29LPG Verklaring van de symbolen
107
Lees deze handleiding voor de montage en de ingebruikname zorg-
vuldig door en bewaar hem. Geef de handleiding bij het doorgeven van
het product aan de gebruiker.
Inhoudsopgave
1 Verklaring van de symbolen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
2 Veiligheids- en montage-instructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
3 Doelgroep van deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
4 Omvang van de levering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111
5 Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111
6 Gebruik volgens de voorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
7 Identificatieplaatjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
8 Technische beschrijving. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
9 Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
10 Generator elektrisch aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116
11 Afvoeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
12 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
1 Verklaring van de symbolen
D
!
!
GEVAAR!
Veiligheidsaanwijzing: Het niet naleven leidt tot overlijden of
ernstig letsel.
WAARSCHUWING!
Veiligheidsaanwijzing: Het niet naleven kan leiden tot overlijden
of ernstig letsel.
VOORZICHTIG!
Veiligheidsaanwijzing: Het niet naleven kan leiden tot letsel.
NL
Veiligheids- en montage-instructies TEC29, TEC29LPG
108
A
I
Handeling: dit symbool geeft aan dat u iets moet doen. De vereiste
handelingen worden stap voor stap beschreven.
Dit symbool beschrijft het resultaat van een handeling.
Afb. 1 5, pagina 3: deze aanduiding wijst u op een element in een afbeel-
ding, in dit voorbeeld op „positie 5 in afbeelding 1 op pagina 3”.
2 Veiligheids- en montage-instructies
Neem de veiligheidsinstructies en voorschriften van de fabrikant van
het voertuig en het garagebedrijf in acht!
De fabrikant kan in de volgende gevallen niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade:
montage- of aansluitfouten
beschadiging van het product door mechanische invloeden en over-
spanningen
veranderingen aan het product zonder uitdrukkelijke toestemming van de
fabrikant
gebruik voor andere dan de in de handleiding beschreven toepassingen
Neem onderstaande fundamentele veiligheidsmaatregelen in acht bij het
gebruik van elektrische toestellen ter bescherming tegen:
elektrische schokken
brandgevaar
verwondingen
LET OP!
Het niet naleven ervan kan leiden tot materiële schade en de
werking van het product beperken.
INSTRUCTIE
Aanvullende informatie voor het bedienen van het product.
NL
TEC29, TEC29LPG Veiligheids- en montage-instructies
109
2.1 Omgang met het toestel
!
WAARSCHUWING!
De montage en reparaties aan de generator mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd die bekend zijn met de betref-
fende gevaren en voorschriften. Door ondeskundige reparaties
kunnen grote gevaren ontstaan. Neem bij reparaties contact op
met het servicesteunpunt in uw land (adressen aan de achter-
zijde).
Elektrische toestellen zijn geen speelgoed!
Kinderen kunnen de gevaren die van elektrische toestellen uit-
gaan niet goed inschatten. Laat kinderen niet zonder toezicht
elektrische toestellen gebruiken.
Personen (ook kinderen) die door hun fysieke, sensorische of
geestelijke vermogens of hun onervarenheid of onwetendheid
niet in staat zijn om het toestel veilig te gebruiken, mogen dit niet
zonder toezicht of instructie door een verantwoordelijk persoon
doen.
De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een uiterst giftig, reu-
kloos en kleurloos gas. Adem de uitlaatgassen niet in. Laat de
motor van de generator niet draaien in een afgesloten garage of
in een ruimte zonder vensters.
!
VOORZICHTIG!
Brandgevaar!
Monteer de generator niet in kisten of ruimtes zonder openin-
gen, maar in voldoende geventileerde bereiken of ruimtes.
Gebruik de generator alleen als de behuizing en de leidingen
onbeschadigd zijn.
Monteer de generator op stabiele ondergrond.
Kantel de generator niet met meer dan 20° ten opzichte van ver-
ticaal.
A
LET OP!
Gebruik het toestel alleen volgens de voorschriften.
De generator is niet voor gebruik onder water geschikt.
Voer geen wijzigingen of verbouwingen aan het toestel uit.
NL
Doelgroep van deze handleiding TEC29, TEC29LPG
110
2.2 De elektrische leidingen hanteren
!
WAARSCHUWING!
De elektrische aansluiting mag alleen door een gespeciali-
seerde firma uitgevoerd worden (bijvoorbeeld in Duitsland
VDE 0100, deel 721).
!
VOORZICHTIG!
Bevestig en installeer de leidingen zodanig, dat er geen struikel-
gevaar ontstaat en beschadiging van de kabel uitgesloten is.
A
LET OP!
Als leidingen door wanden met scherpe randen geleid moeten
worden, gebruikt u holle buizen of leidingdoorvoeren.
Installeer geen losse of scherp geknikte leidingen op elektrisch
geleidend materiaal (metaal).
Trek niet aan leidingen.
3 Doelgroep van deze handleiding
Deze handleiding is bestemd voor vakmensen in werkplaatsen die bekend
zijn met de toe te passen richtlijnen en veiligheidsmaatregelen.
NL
TEC29, TEC29LPG Omvang van de levering
111
4 Omvang van de levering
5 Accessoires
Als toebehoren verkrijgbaar (niet bij de levering inbegrepen):
Pos. in
afb. 1,
pagina 3
Aantal Omschrijving
1 1 Generator
2 1 Afstandsbediening
3 1 Geluiddemper
4 1 Uitlaatgasleiding, 2 m
5 1 set Bevestigingshoek voor de geluiddemper
6 2 Bevestigingsbeugels voor buitenmontage
7 2 Bevestigingen voor binnenmontage
8 4 Afstandhouder
9 1 Verlengkabel voor afstandsbediening
10 1 AG 102, omschakelrelais voor het realiseren van een
voorrangschakelaar
1 Acculaadregelaar
Onderdeelnaam Artikelnummer
Alleen TEC29: AG 101, tank 15 l, kunststof 9102900009
Alleen TEC29: AG 100, tank 20 l, RVS 9102900011
Alleen TEC29: AG 150, slangenset voor AG 100 / AG 101 9102900003
AG 125, flexibele metalen slang voor verlenging van de
uitlaasgasleiding, 5 m
9102900138
AG 128, afdichting voor TEC29 9102900040
NL
Gebruik volgens de voorschriften TEC29, TEC29LPG
112
6 Gebruik volgens de voorschriften
De generators TEC29 (artikelnr. 9102900200) en TEC29LPG (artikelnr.
9102900179
) zijn geconstrueerd voor gebruik in caravans, campers en com-
mercieel gebruikte voertuigen.
De generator is niet geschikt voor installatie in watervoertuigen.
De generator produceert een zuivere sinus-wisselspanning van
230 V/50 Hz, waarop de verbruikers met een totale continulast van 2600 W
kunnen worden aangesloten. De stroomkwaliteit is ook voor gevoelige ver-
bruikers (bijvoorbeeld pc’s) geschikt.
De generator kan een accu van 12V-accu opladen.
7 Identificatieplaatjes
Op de generator is een identificatieplaatje aangebracht. Dit identificatiepla-
atje informeert de gebruiker en de installateur over toestelspecificaties.
8 Technische beschrijving
De generator biedt volgende mogelijkheden die overeenkomstig de inbouw
moeten worden geconfigureerd:
Schakelaar voor automatisch bedrijf,
zie hoofdstuk „Automatisch bedrijf configureren” op pagina 121.
Voorrangschakeling waarmee de externe 230 V spanning voorrang heeft
voor de door de generator geproduceerde spanning,
zie hoofdstuk „Voorrangschakeling realiseren” op pagina 122.
NL
TEC29, TEC29LPG Montage
113
9 Montage
!
9.1 Instructies voor de montage
Lees deze montagehandleiding voor montage van de generator volledig
door.
Neem bij de montage van de generator volgende aanwijzingen in acht:
D
!
9.2 Generator bevestigen
Instructies voor de montageplaats
Zorg ervoor dat geen brandbare voorwerpen in de buurt van de uitlaatpijp
of de ventilatielamellen zijn opgeslagen of gemonteerd. De afstand dient
minstens 50 cm te bedragen.
Let om veiligheidsredenen bij de montage van de generator (bij het boren
en schroeven enz.) op het verloop van aanwezige, met name onzichtbare
kabelstrengen, leidingen en andere componenten die zich in het monta-
gebereik bevinden!
VOORZICHTIG! Gevaar voor verwonding!
De montage van de generator mag uitsluitend door daarvoor
opgeleide vakmensen uitgevoerd worden. De volgende informa-
tie is bestemd voor vaklieden die met de betreffende richtlijnen en
veiligheidsmaatregelen vertrouwd zijn.
GEVAAR! Levensgevaar door elektrische schok!
Onderbreek bij werkzaamheden aan de generator alle spannings-
voorzieningen.
VOORZICHTIG! Gevaar voor verwonding!
Een verkeerde montage van de generator kan tot onherstel-
bare schade aan het toestel leiden en de veiligheid van de
gebruiker in gevaar brengen.
Draag bij alle werkzaamheden de voorgeschreven veiligheids-
kleding (bijv. veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen).
NL
Montage TEC29, TEC29LPG
114
U kunt de generator met de bijgeleverde bevestigingen op twee manieren
bevestigen:
Buitenmontage (afb. 2, pagina 3):
De buitenmontage biedt volgende voordelen: geringe benodigde plaats,
snelle installatie, eenvoudige toegang voor onderhoudswerkzaamheden.
Om een solide bevestiging van de generator te garanderen, moet u de
bijgeleverde bevestigingsbeugel (afb. 2 1, pagina 3) gebruiken.
Indien de luchtaanzuigopening van de generator zich achter een wiel
van het voertuig bevindt, moet u voorkomen dat het wiel bij regen
water in de generator centrifugeert (bijv. door een spatbescherming).
Binnenmontage (afb. 3, pagina 4):
Voor de binnenmontage moet u een tegen het voertuiginterieur afge-
dichte ruimte voorbereiden die u ook tegen geluid kunt isoleren.
U moet op de bodem en voor de generatorklep uitlaat- en luchtaanzui-
gopeningen aanbrengen. De luchtaanzuigopeningen moeten een
dwarsdoorsnede van minstens 240 cm
2
hebben.
Bovendien moet een afdichting (AG 128; als toebehoren verkrijgbaar)
van brandwerend rubber met een dikte van minstens 5 mm tussen de
bodem van het voertuig en de generator worden aangebracht.
Laat minstens 20 mm vrij tussen de kap van de generator en de omlig-
gende delen zodat voldoende plaats voor het doorstromen van de koel-
lucht blijft.
9.3 Geluiddemper bevestigen
Neem de volgende aanwijzingen bij het plaatsen van de uitlaatgasleidingen
in acht:
Vermijd scherpe bochten die de stroom van de uitlaatgassen hinderen.
Lijn het spruitstuk (afb. 4 1, pagina 4) langs de behuizing uit voor een
sterkere demping van de trillingen.
Gebruik voor het omleiden van de uitlaatpijpgassen de verlenging van de
uitlaatgasleiding (afb. 4 2, pagina 4) (zie hoofdstuk „Accessoires” op
pagina 111).
Bevestig de verlenging op de voertuigbodem (afb. 4 3, pagina 4).
Bevestig de geluiddemper (afb. 4 4, pagina 4) op een van de in afb. 5,
pagina 4 tot afb. 9, pagina 6 getoonde alternatieven.
NL
TEC29, TEC29LPG Montage
115
9.4 Alleen TEC29: Tank en brandstofleiding monteren
Neem de volgende instructies voor de montageplaats in acht:
De tankbodem mag zich maximaal 0,3 m onder de bodem van de
generator bevinden.
De tankbovenrand mag niet boven de bovenrand van de generator liggen.
Monteer de brandstofleiding zo recht mogelijk.
Bevestig de tank, zie afb. 0, pagina 6 en hoofdstuk „Alleen TEC29:
Niveauschakelaar aansluiten” op pagina 123.
9.5 Alleen TEC29LPG: Gastoevoer aansluiten
De generator wordt op de lagedrukregelaar (30 mbar) van de LPG-fles aan-
gesloten.
Monteer de gasleiding met geschikte metalen buizen.
Sluit de gasleiding zoals in afb. a, pagina 7 afgebeeld in.
9.6 Afstandsbediening monteren
Neem de volgende instructie voor de montageplaats in acht:
Neem de lengte van de verlengkabel van de afstandsbediening naar de
generator in acht.
Boor de openingen zoals in afb. b, pagina 7 afgebeeld.
Steek de stekker in de afstandsbediening.
Schroef de afstandsbediening vast.
NL
Generator elektrisch aansluiten TEC29, TEC29LPG
116
10 Generator elektrisch aansluiten
D
I
10.1 Algemene instructies voor de elektrische
aansluiting
Laat de generator door een vakman elektrisch aansluiten.
Vergelijk de spanning op het typeplaatje met de aanwezige energievoor-
ziening.
Installeer 230-V-leidingen en 12-Vg-leidingen niet samen in dezelfde
kabelgoot (holle buis).
Installeer de leidingen niet los of scherp geknikt op elektrisch geleidend
materiaal (metaal).
Sluit de generator op een stroomkring aan, die in staat is om de nodige
stroom te leveren (zie hoofdstuk „Technische gegevens” op pagina 124).
Kies de leidingdoorsnede als volgt:
230 V: 2,5 mm²
12 V acculader: 2,5 m
Accuaansluiting (lengte < 6 m): 10 mm²
Accuaansluiting (lengte > 6 m): 16 mm²
Installeer een handmatige hoofdschakelaar, waarmee alle ingeschakelde
verbruikers met uitzondering van de accu van de generator kunnen wor-
den gescheiden.
GEVAAR! Levensgevaar door stroomschok!
Voor werkzaamheden aan elektrische componenten moet ervoor
gezorgd worden dat er geen spanning meer is!
INSTRUCTIE
Neem de geldende richtlijnen in het land van de verbruiker in acht.
NL
TEC29, TEC29LPG Generator elektrisch aansluiten
117
10.2 Schakelschema’s
TEC29
Het totale schakelschema vindt u in afb. c, pagina 8:
Pos. Beschrijving
1 3-fasen-wikkeling
2 Hulpwikkeling
3 Hulpwikkeling
4 Inverter
5 9-polige stekker
6 Acculader
7 Stappenmotor
8 4-polige stekker
9 Starterrelais
10 Startmotor
11 Elektromagneet voor koude start
12 Oliepeilmelder
13 Motorspoel
14 Aansluitbox
15 Thermische lastscheidingsschakelaar
16 Interfacemodule
17 Hoofdschakelaar
18 10-polige mini-fit-stekker
19 Aansluitklem accupluspool
20 Accu
21 2-polige mini-fit-stekker
22 Afstandsbediening
23 12-polige mini-fit-stekker
24 Hulpwikkeling
25 2-polige stekkerverbinding
NL
Generator elektrisch aansluiten TEC29, TEC29LPG
118
TEC29LPG
Het totale schakelschema vindt u in afb. d, pagina 9:
Pos. Beschrijving
1 3-fasen-wikkeling
2 Hulpwikkeling
3 Hulpwikkeling
4 Inverter
5 Starterrelais
6 Acculader
7 Hoofdschakelaar
8 Oliepeilmelder
9 Noodstopschakelaar
10 Startmotor
11 9-polige stekker
12 Printplaat
13 Motorspoel
14 9-polige stekker
15 Elektromagneet voor koude start
16 10-polige stekker
17 Aansluitklemmen
18 10-polige stekker
19 Afstandsbediening
20 12-polige stekker
21 Accu
22 Aansluitklemmen
23 2-polige stekker
24 4-polige stekker
25 Stappenmotor
NL
TEC29, TEC29LPG Generator elektrisch aansluiten
119
TEC29 aansluitbox (afb. e, pagina 10)
TEC29 LPG aansluitbox (afb. f, pagina 10)
26 6-polige stekker
27 2-polige stekker
28 Aansluitklem accupluspool
Pos. Beschrijving
1 Hoofdschakelaar
2 Motoraansluiting (D+-signaal)
3 Aansluiting afstandsbediening
4 Niveauschakelaaraansluiting (benzinetank)
5 12-V-aansluiting van de acculader
6 Massa
7 230-V-aansluiting
8 Aansluitklem accupluspool
9 Veiligheidsschakelaar
Pos. Beschrijving
1 Hoofdschakelaar
2 Hoofdzekering
3 Zekering acculader
4 Aansluiting afstandsbediening
5 Aansluitklem accupluspool
6 230-V-aansluiting
7 Massa
8 12-V-aansluiting van de acculader
Pos. Beschrijving
NL
Generator elektrisch aansluiten TEC29, TEC29LPG
120
10.3 230 V aansluiten
A
Leid de 230-V-aansluitkabel door de kabeldoorgang de behuizing in, en
sluit deze op de 230-V-klemmen (voor TEC29: afb. e 7, pagina 10, voor
TEC29LPG: afb. f 6, pagina 10) aan.
Sluit de aardingskabel op de massa-aansluiting aan (voor TEC29:
afb. e 6, pagina 10, voor TEC29LPG: afb. f 7, pagina 10).
10.4 Acculader aansluiten
Verbind de pluspool van de accu met een kabel met een doorsnede van
2,5 mm² met de 12-V-aansluiting van de acculader (voor TEC29:
afb. e 5, pagina 10, voor TEC29LPG: afb. f 8, pagina 10).
Als de accu die moet worden opgeladen, niet tevens de starteraccu is,
moet u de minpool van de accu die moet worden opgeladen op de massa-
aansluiting van de generator aansluiten (afb. g 1, pagina 11).
LET OP!
Sluit op de elektrische installatie van het voertuig een relais of
een omschakelaar (zie ) aan, zodat de generator niet wordt
beschadigd, als het externe stroomnet wordt aangesloten.
Controleer of de elektrische installatie als volgt is ingericht:
–TN-net:
De nulleider moet met de veiligheidsleider PE op de aansl-
uitklem via een draadbrug met een minimale doorsnede
van 2,5 mm
2
zijn overbrugd. Controleer of ter beveiliging
tegen automatische uitschakeling een personenveilig-
heidsschakelaar (FI-schakelaar, 30 mA) en een dubbelpo-
lig werkende overstroombeveiliging (bijv.
vermogensschakelaar, 13 A) zijn geïnstalleerd.
–IT-net:
Controleer of een isolatieschakelaar en een dubbelpolig
werkende overstroombeveiliging (bijv. vermogensschake-
laar, 13 A) zijn geïnstalleerd.
Sluit de generator mogelijk zodanig aan dat deze prioriteit
heeft tegenover het stroomnet.
NL
TEC29, TEC29LPG Generator elektrisch aansluiten
121
10.5 Starteraccu aansluiten
A
Verbind de accupluspool met een kabel met een doorsnede van 10 mm²
bij een lengte < 6 m of 16 mm² bij een lengte > 6 m met de aansluitklem
accupluspool (voor TEC29: afb. e 8, pagina 10, voor TEC29LPG:
afb. f 5, pagina 10).
Plaats in de buurt van de pluspool van de startaccu een zekering van
100 A in de plusleiding om de elektrische installatie van de generator te
beveiligen.
Verbind de accuminpool als volgt met een kabel met passende door-
snede (zie bovenstaande):
op de massa-aansluiting van de generator (afb. g 1, pagina 11) of
via de aansluitingen aan de zijkanten van de generator (afb. g 2,
pagina 11)
Verbind de massa-aansluiting van de generator met het voertuigchassis.
Verwijder voor een goed contact eventueel lak of roest van het chassis.
Bescherm de verbindingen met vet.
10.6 Automatisch bedrijf configureren
I
In automatisch bedrijf springt de generator automatisch aan, als de spanning
van de aangesloten accu te laag is, en laadt de accu.
De generator schakelt automatisch uit, als de accu volledig geladen is.
Het aansluitschema voor automatisch bedrijf vindt u in afb. h, pagina 11:
Sluit de zwarte draad aan op klem 6 van de 6-polige stekker van de ver-
lengkabel.
LET OP!
De starteraccu moet een spanning van 12 V en een capaciteit van
minstens 60 Ah hebben.
INSTRUCTIE
U kunt automatisch bedrijf alleen gebruiken:
als het voertuig stilstaat en het contact is uitgeschakeld
Om de laadtijd te verkorten kan tussen generator en stroom-
verbreker een aanvullende lader met minstens 20 A worden
geïnstalleerd, in het bijzonder als accu’s met een capaciteit
van meer dan 60 Ah worden gebruikt.
NL
Generator elektrisch aansluiten TEC29, TEC29LPG
122
Sluit de zwarte draad op een geschikte schakelaar aan en verbind de
schakelaar met het contact.
Sluit de witte draad op klem 5 van de 6-polige stekker van de verlengka-
bel aan.
Sluit de witte draad op een geschikte schakelaar aan.
10.7 Voorrangschakeling realiseren
Met het omschakelrelais AG 102 kunt u een voorrangschakeling realiseren
waarmee de externe spanningsvoorziening prioriteit ten opzichte van de
generator heeft zie schakelschema (afb. i, pagina 12):
Monteer het omschakelrelais AG 102 op een geschikte positie.
Ontkoppel de kabel die de netingang met de veiligheidsschakelaar in de
elektroverdeler van het voertuig verbindt, zodat u de verbindingen zoals
in het schakelschema kunt maken.
Gebruik platte stekkers voor de aansluiting van de kabels op de schake-
laar.
Verbind A met steekhuls 4 en B met steekhuls 6.
Verbind de uit de 230 V aansluitklemmen van de generator leidende
kabel met steekhuls 1 en steekhuls 3.
Pos. Beschrijving
1 Externe spanningsvoorziening 230 V
2 Elektroverdeler van het voertuig
3 Aansluitbox
NL
TEC29, TEC29LPG Afvoeren
123
10.8 Afstandsbediening aansluiten
Sluit de afstandsbediening middels de bijgeleverde verlengkabel met de
stekker voor de afstandsbediening aan op het aansluitpaneel van de
generator (voor TEC29: afb. e 3, pagina 10, voor TEC29LPG:
afb. f 4, pagina 10).
10.9 Alleen TEC29: Niveauschakelaar aansluiten
Verbind de niveauschakelaar van de tank met de niveauschakelaaraan-
sluiting (afb. e 4, pagina 10).
11 Afvoeren
Laat het verpakkingsmateriaal indien mogelijk recyclen.
M
Als u het product definitief buiten bedrijf stelt, informeer dan bij het
dichtstbijzijnde recyclingcentrum of uw speciaalzaak naar de
betreffende afvoervoorschriften.
NL
Technische gegevens TEC29, TEC29LPG
124
12 Technische gegevens
Dometic TEC29 Dometic TEC29LPG
Artikelnr.: 9102900200 9102900179
Nominale uitgangsspanning: 230 Vw / 50 Hz
Max. continuvermogen
(bij 25 °C op zeeniveau):
2600 W
Uitgangsspanning acculader: 12 Vg
Max. uitgangsstroom acculader: 10 A
Bedrijfstemperatuur: –15 °C tot +50 °C -15 °C tot +50 °C
(afhankelijk van het
propaangehalte van het
LPG)
Vervorming: 1 %
Brandstof: Normale benzine
ROZ 91
Vloeibaar gas LPG
Verbruik: 300 g/kWh
max. 1,2 l/h
408 g/kWh
max. 1,0 kg/h
Motorvermogen: 4,0 kW (5,5 PS)
Gegarandeerd geluidsniveau: 86 dB(A)
Geluidniveau op 7 m afstand: 54 – 59 dB(A)
Afmetingen: zie afb. 9, pagina 7
Gewicht: 44 kg
Keurmerk/certificaat:
/