Dometic TEC 29 Installatie gids

Type
Installatie gids

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL
TEC29, TEC29LPG Verklaring van de symbolen
107
Lees deze handleiding voor de montage en de ingebruikname zorg-
vuldig door en bewaar hem. Geef de handleiding bij het doorgeven van
het product aan de gebruiker.
Inhoudsopgave
1 Verklaring van de symbolen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
2 Veiligheids- en montage-instructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
3 Doelgroep van deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
4 Omvang van de levering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111
5 Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111
6 Gebruik volgens de voorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
7 Identificatieplaatjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
8 Technische beschrijving. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
9 Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
10 Generator elektrisch aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116
11 Afvoeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
12 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
1 Verklaring van de symbolen
D
!
!
GEVAAR!
Veiligheidsaanwijzing: Het niet naleven leidt tot overlijden of
ernstig letsel.
WAARSCHUWING!
Veiligheidsaanwijzing: Het niet naleven kan leiden tot overlijden
of ernstig letsel.
VOORZICHTIG!
Veiligheidsaanwijzing: Het niet naleven kan leiden tot letsel.
NL
Veiligheids- en montage-instructies TEC29, TEC29LPG
108
A
I
Handeling: dit symbool geeft aan dat u iets moet doen. De vereiste
handelingen worden stap voor stap beschreven.
Dit symbool beschrijft het resultaat van een handeling.
Afb. 1 5, pagina 3: deze aanduiding wijst u op een element in een afbeel-
ding, in dit voorbeeld op „positie 5 in afbeelding 1 op pagina 3”.
2 Veiligheids- en montage-instructies
Neem de veiligheidsinstructies en voorschriften van de fabrikant van
het voertuig en het garagebedrijf in acht!
De fabrikant kan in de volgende gevallen niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade:
montage- of aansluitfouten
beschadiging van het product door mechanische invloeden en over-
spanningen
veranderingen aan het product zonder uitdrukkelijke toestemming van de
fabrikant
gebruik voor andere dan de in de handleiding beschreven toepassingen
Neem onderstaande fundamentele veiligheidsmaatregelen in acht bij het
gebruik van elektrische toestellen ter bescherming tegen:
elektrische schokken
brandgevaar
verwondingen
LET OP!
Het niet naleven ervan kan leiden tot materiële schade en de
werking van het product beperken.
INSTRUCTIE
Aanvullende informatie voor het bedienen van het product.
NL
TEC29, TEC29LPG Veiligheids- en montage-instructies
109
2.1 Omgang met het toestel
!
WAARSCHUWING!
De montage en reparaties aan de generator mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd die bekend zijn met de betref-
fende gevaren en voorschriften. Door ondeskundige reparaties
kunnen grote gevaren ontstaan. Neem bij reparaties contact op
met het servicesteunpunt in uw land (adressen aan de achter-
zijde).
Elektrische toestellen zijn geen speelgoed!
Kinderen kunnen de gevaren die van elektrische toestellen uit-
gaan niet goed inschatten. Laat kinderen niet zonder toezicht
elektrische toestellen gebruiken.
Personen (ook kinderen) die door hun fysieke, sensorische of
geestelijke vermogens of hun onervarenheid of onwetendheid
niet in staat zijn om het toestel veilig te gebruiken, mogen dit niet
zonder toezicht of instructie door een verantwoordelijk persoon
doen.
De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een uiterst giftig, reu-
kloos en kleurloos gas. Adem de uitlaatgassen niet in. Laat de
motor van de generator niet draaien in een afgesloten garage of
in een ruimte zonder vensters.
!
VOORZICHTIG!
Brandgevaar!
Monteer de generator niet in kisten of ruimtes zonder openin-
gen, maar in voldoende geventileerde bereiken of ruimtes.
Gebruik de generator alleen als de behuizing en de leidingen
onbeschadigd zijn.
Monteer de generator op stabiele ondergrond.
Kantel de generator niet met meer dan 20° ten opzichte van ver-
ticaal.
A
LET OP!
Gebruik het toestel alleen volgens de voorschriften.
De generator is niet voor gebruik onder water geschikt.
Voer geen wijzigingen of verbouwingen aan het toestel uit.
NL
Doelgroep van deze handleiding TEC29, TEC29LPG
110
2.2 De elektrische leidingen hanteren
!
WAARSCHUWING!
De elektrische aansluiting mag alleen door een gespeciali-
seerde firma uitgevoerd worden (bijvoorbeeld in Duitsland
VDE 0100, deel 721).
!
VOORZICHTIG!
Bevestig en installeer de leidingen zodanig, dat er geen struikel-
gevaar ontstaat en beschadiging van de kabel uitgesloten is.
A
LET OP!
Als leidingen door wanden met scherpe randen geleid moeten
worden, gebruikt u holle buizen of leidingdoorvoeren.
Installeer geen losse of scherp geknikte leidingen op elektrisch
geleidend materiaal (metaal).
Trek niet aan leidingen.
3 Doelgroep van deze handleiding
Deze handleiding is bestemd voor vakmensen in werkplaatsen die bekend
zijn met de toe te passen richtlijnen en veiligheidsmaatregelen.
NL
TEC29, TEC29LPG Omvang van de levering
111
4 Omvang van de levering
5 Accessoires
Als toebehoren verkrijgbaar (niet bij de levering inbegrepen):
Pos. in
afb. 1,
pagina 3
Aantal Omschrijving
1 1 Generator
2 1 Afstandsbediening
3 1 Geluiddemper
4 1 Uitlaatgasleiding, 2 m
5 1 set Bevestigingshoek voor de geluiddemper
6 2 Bevestigingsbeugels voor buitenmontage
7 2 Bevestigingen voor binnenmontage
8 4 Afstandhouder
9 1 Verlengkabel voor afstandsbediening
10 1 AG 102, omschakelrelais voor het realiseren van een
voorrangschakelaar
1 Acculaadregelaar
Onderdeelnaam Artikelnummer
Alleen TEC29: AG 101, tank 15 l, kunststof 9102900009
Alleen TEC29: AG 100, tank 20 l, RVS 9102900011
Alleen TEC29: AG 150, slangenset voor AG 100 / AG 101 9102900003
AG 125, flexibele metalen slang voor verlenging van de
uitlaasgasleiding, 5 m
9102900138
AG 128, afdichting voor TEC29 9102900040
NL
Gebruik volgens de voorschriften TEC29, TEC29LPG
112
6 Gebruik volgens de voorschriften
De generators TEC29 (artikelnr. 9102900200) en TEC29LPG (artikelnr.
9102900179
) zijn geconstrueerd voor gebruik in caravans, campers en com-
mercieel gebruikte voertuigen.
De generator is niet geschikt voor installatie in watervoertuigen.
De generator produceert een zuivere sinus-wisselspanning van
230 V/50 Hz, waarop de verbruikers met een totale continulast van 2600 W
kunnen worden aangesloten. De stroomkwaliteit is ook voor gevoelige ver-
bruikers (bijvoorbeeld pc’s) geschikt.
De generator kan een accu van 12V-accu opladen.
7 Identificatieplaatjes
Op de generator is een identificatieplaatje aangebracht. Dit identificatiepla-
atje informeert de gebruiker en de installateur over toestelspecificaties.
8 Technische beschrijving
De generator biedt volgende mogelijkheden die overeenkomstig de inbouw
moeten worden geconfigureerd:
Schakelaar voor automatisch bedrijf,
zie hoofdstuk „Automatisch bedrijf configureren” op pagina 121.
Voorrangschakeling waarmee de externe 230 V spanning voorrang heeft
voor de door de generator geproduceerde spanning,
zie hoofdstuk „Voorrangschakeling realiseren” op pagina 122.
NL
TEC29, TEC29LPG Montage
113
9 Montage
!
9.1 Instructies voor de montage
Lees deze montagehandleiding voor montage van de generator volledig
door.
Neem bij de montage van de generator volgende aanwijzingen in acht:
D
!
9.2 Generator bevestigen
Instructies voor de montageplaats
Zorg ervoor dat geen brandbare voorwerpen in de buurt van de uitlaatpijp
of de ventilatielamellen zijn opgeslagen of gemonteerd. De afstand dient
minstens 50 cm te bedragen.
Let om veiligheidsredenen bij de montage van de generator (bij het boren
en schroeven enz.) op het verloop van aanwezige, met name onzichtbare
kabelstrengen, leidingen en andere componenten die zich in het monta-
gebereik bevinden!
VOORZICHTIG! Gevaar voor verwonding!
De montage van de generator mag uitsluitend door daarvoor
opgeleide vakmensen uitgevoerd worden. De volgende informa-
tie is bestemd voor vaklieden die met de betreffende richtlijnen en
veiligheidsmaatregelen vertrouwd zijn.
GEVAAR! Levensgevaar door elektrische schok!
Onderbreek bij werkzaamheden aan de generator alle spannings-
voorzieningen.
VOORZICHTIG! Gevaar voor verwonding!
Een verkeerde montage van de generator kan tot onherstel-
bare schade aan het toestel leiden en de veiligheid van de
gebruiker in gevaar brengen.
Draag bij alle werkzaamheden de voorgeschreven veiligheids-
kleding (bijv. veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen).
NL
Montage TEC29, TEC29LPG
114
U kunt de generator met de bijgeleverde bevestigingen op twee manieren
bevestigen:
Buitenmontage (afb. 2, pagina 3):
De buitenmontage biedt volgende voordelen: geringe benodigde plaats,
snelle installatie, eenvoudige toegang voor onderhoudswerkzaamheden.
Om een solide bevestiging van de generator te garanderen, moet u de
bijgeleverde bevestigingsbeugel (afb. 2 1, pagina 3) gebruiken.
Indien de luchtaanzuigopening van de generator zich achter een wiel
van het voertuig bevindt, moet u voorkomen dat het wiel bij regen
water in de generator centrifugeert (bijv. door een spatbescherming).
Binnenmontage (afb. 3, pagina 4):
Voor de binnenmontage moet u een tegen het voertuiginterieur afge-
dichte ruimte voorbereiden die u ook tegen geluid kunt isoleren.
U moet op de bodem en voor de generatorklep uitlaat- en luchtaanzui-
gopeningen aanbrengen. De luchtaanzuigopeningen moeten een
dwarsdoorsnede van minstens 240 cm
2
hebben.
Bovendien moet een afdichting (AG 128; als toebehoren verkrijgbaar)
van brandwerend rubber met een dikte van minstens 5 mm tussen de
bodem van het voertuig en de generator worden aangebracht.
Laat minstens 20 mm vrij tussen de kap van de generator en de omlig-
gende delen zodat voldoende plaats voor het doorstromen van de koel-
lucht blijft.
9.3 Geluiddemper bevestigen
Neem de volgende aanwijzingen bij het plaatsen van de uitlaatgasleidingen
in acht:
Vermijd scherpe bochten die de stroom van de uitlaatgassen hinderen.
Lijn het spruitstuk (afb. 4 1, pagina 4) langs de behuizing uit voor een
sterkere demping van de trillingen.
Gebruik voor het omleiden van de uitlaatpijpgassen de verlenging van de
uitlaatgasleiding (afb. 4 2, pagina 4) (zie hoofdstuk „Accessoires” op
pagina 111).
Bevestig de verlenging op de voertuigbodem (afb. 4 3, pagina 4).
Bevestig de geluiddemper (afb. 4 4, pagina 4) op een van de in afb. 5,
pagina 4 tot afb. 9, pagina 6 getoonde alternatieven.
NL
TEC29, TEC29LPG Montage
115
9.4 Alleen TEC29: Tank en brandstofleiding monteren
Neem de volgende instructies voor de montageplaats in acht:
De tankbodem mag zich maximaal 0,3 m onder de bodem van de
generator bevinden.
De tankbovenrand mag niet boven de bovenrand van de generator liggen.
Monteer de brandstofleiding zo recht mogelijk.
Bevestig de tank, zie afb. 0, pagina 6 en hoofdstuk „Alleen TEC29:
Niveauschakelaar aansluiten” op pagina 123.
9.5 Alleen TEC29LPG: Gastoevoer aansluiten
De generator wordt op de lagedrukregelaar (30 mbar) van de LPG-fles aan-
gesloten.
Monteer de gasleiding met geschikte metalen buizen.
Sluit de gasleiding zoals in afb. a, pagina 7 afgebeeld in.
9.6 Afstandsbediening monteren
Neem de volgende instructie voor de montageplaats in acht:
Neem de lengte van de verlengkabel van de afstandsbediening naar de
generator in acht.
Boor de openingen zoals in afb. b, pagina 7 afgebeeld.
Steek de stekker in de afstandsbediening.
Schroef de afstandsbediening vast.
NL
Generator elektrisch aansluiten TEC29, TEC29LPG
116
10 Generator elektrisch aansluiten
D
I
10.1 Algemene instructies voor de elektrische
aansluiting
Laat de generator door een vakman elektrisch aansluiten.
Vergelijk de spanning op het typeplaatje met de aanwezige energievoor-
ziening.
Installeer 230-V-leidingen en 12-Vg-leidingen niet samen in dezelfde
kabelgoot (holle buis).
Installeer de leidingen niet los of scherp geknikt op elektrisch geleidend
materiaal (metaal).
Sluit de generator op een stroomkring aan, die in staat is om de nodige
stroom te leveren (zie hoofdstuk „Technische gegevens” op pagina 124).
Kies de leidingdoorsnede als volgt:
230 V: 2,5 mm²
12 V acculader: 2,5 m
Accuaansluiting (lengte < 6 m): 10 mm²
Accuaansluiting (lengte > 6 m): 16 mm²
Installeer een handmatige hoofdschakelaar, waarmee alle ingeschakelde
verbruikers met uitzondering van de accu van de generator kunnen wor-
den gescheiden.
GEVAAR! Levensgevaar door stroomschok!
Voor werkzaamheden aan elektrische componenten moet ervoor
gezorgd worden dat er geen spanning meer is!
INSTRUCTIE
Neem de geldende richtlijnen in het land van de verbruiker in acht.
NL
TEC29, TEC29LPG Generator elektrisch aansluiten
117
10.2 Schakelschema’s
TEC29
Het totale schakelschema vindt u in afb. c, pagina 8:
Pos. Beschrijving
1 3-fasen-wikkeling
2 Hulpwikkeling
3 Hulpwikkeling
4 Inverter
5 9-polige stekker
6 Acculader
7 Stappenmotor
8 4-polige stekker
9 Starterrelais
10 Startmotor
11 Elektromagneet voor koude start
12 Oliepeilmelder
13 Motorspoel
14 Aansluitbox
15 Thermische lastscheidingsschakelaar
16 Interfacemodule
17 Hoofdschakelaar
18 10-polige mini-fit-stekker
19 Aansluitklem accupluspool
20 Accu
21 2-polige mini-fit-stekker
22 Afstandsbediening
23 12-polige mini-fit-stekker
24 Hulpwikkeling
25 2-polige stekkerverbinding
NL
Generator elektrisch aansluiten TEC29, TEC29LPG
118
TEC29LPG
Het totale schakelschema vindt u in afb. d, pagina 9:
Pos. Beschrijving
1 3-fasen-wikkeling
2 Hulpwikkeling
3 Hulpwikkeling
4 Inverter
5 Starterrelais
6 Acculader
7 Hoofdschakelaar
8 Oliepeilmelder
9 Noodstopschakelaar
10 Startmotor
11 9-polige stekker
12 Printplaat
13 Motorspoel
14 9-polige stekker
15 Elektromagneet voor koude start
16 10-polige stekker
17 Aansluitklemmen
18 10-polige stekker
19 Afstandsbediening
20 12-polige stekker
21 Accu
22 Aansluitklemmen
23 2-polige stekker
24 4-polige stekker
25 Stappenmotor
NL
TEC29, TEC29LPG Generator elektrisch aansluiten
119
TEC29 aansluitbox (afb. e, pagina 10)
TEC29 LPG aansluitbox (afb. f, pagina 10)
26 6-polige stekker
27 2-polige stekker
28 Aansluitklem accupluspool
Pos. Beschrijving
1 Hoofdschakelaar
2 Motoraansluiting (D+-signaal)
3 Aansluiting afstandsbediening
4 Niveauschakelaaraansluiting (benzinetank)
5 12-V-aansluiting van de acculader
6 Massa
7 230-V-aansluiting
8 Aansluitklem accupluspool
9 Veiligheidsschakelaar
Pos. Beschrijving
1 Hoofdschakelaar
2 Hoofdzekering
3 Zekering acculader
4 Aansluiting afstandsbediening
5 Aansluitklem accupluspool
6 230-V-aansluiting
7 Massa
8 12-V-aansluiting van de acculader
Pos. Beschrijving
NL
Generator elektrisch aansluiten TEC29, TEC29LPG
120
10.3 230 V aansluiten
A
Leid de 230-V-aansluitkabel door de kabeldoorgang de behuizing in, en
sluit deze op de 230-V-klemmen (voor TEC29: afb. e 7, pagina 10, voor
TEC29LPG: afb. f 6, pagina 10) aan.
Sluit de aardingskabel op de massa-aansluiting aan (voor TEC29:
afb. e 6, pagina 10, voor TEC29LPG: afb. f 7, pagina 10).
10.4 Acculader aansluiten
Verbind de pluspool van de accu met een kabel met een doorsnede van
2,5 mm² met de 12-V-aansluiting van de acculader (voor TEC29:
afb. e 5, pagina 10, voor TEC29LPG: afb. f 8, pagina 10).
Als de accu die moet worden opgeladen, niet tevens de starteraccu is,
moet u de minpool van de accu die moet worden opgeladen op de massa-
aansluiting van de generator aansluiten (afb. g 1, pagina 11).
LET OP!
Sluit op de elektrische installatie van het voertuig een relais of
een omschakelaar (zie ) aan, zodat de generator niet wordt
beschadigd, als het externe stroomnet wordt aangesloten.
Controleer of de elektrische installatie als volgt is ingericht:
–TN-net:
De nulleider moet met de veiligheidsleider PE op de aansl-
uitklem via een draadbrug met een minimale doorsnede
van 2,5 mm
2
zijn overbrugd. Controleer of ter beveiliging
tegen automatische uitschakeling een personenveilig-
heidsschakelaar (FI-schakelaar, 30 mA) en een dubbelpo-
lig werkende overstroombeveiliging (bijv.
vermogensschakelaar, 13 A) zijn geïnstalleerd.
–IT-net:
Controleer of een isolatieschakelaar en een dubbelpolig
werkende overstroombeveiliging (bijv. vermogensschake-
laar, 13 A) zijn geïnstalleerd.
Sluit de generator mogelijk zodanig aan dat deze prioriteit
heeft tegenover het stroomnet.
NL
TEC29, TEC29LPG Generator elektrisch aansluiten
121
10.5 Starteraccu aansluiten
A
Verbind de accupluspool met een kabel met een doorsnede van 10 mm²
bij een lengte < 6 m of 16 mm² bij een lengte > 6 m met de aansluitklem
accupluspool (voor TEC29: afb. e 8, pagina 10, voor TEC29LPG:
afb. f 5, pagina 10).
Plaats in de buurt van de pluspool van de startaccu een zekering van
100 A in de plusleiding om de elektrische installatie van de generator te
beveiligen.
Verbind de accuminpool als volgt met een kabel met passende door-
snede (zie bovenstaande):
op de massa-aansluiting van de generator (afb. g 1, pagina 11) of
via de aansluitingen aan de zijkanten van de generator (afb. g 2,
pagina 11)
Verbind de massa-aansluiting van de generator met het voertuigchassis.
Verwijder voor een goed contact eventueel lak of roest van het chassis.
Bescherm de verbindingen met vet.
10.6 Automatisch bedrijf configureren
I
In automatisch bedrijf springt de generator automatisch aan, als de spanning
van de aangesloten accu te laag is, en laadt de accu.
De generator schakelt automatisch uit, als de accu volledig geladen is.
Het aansluitschema voor automatisch bedrijf vindt u in afb. h, pagina 11:
Sluit de zwarte draad aan op klem 6 van de 6-polige stekker van de ver-
lengkabel.
LET OP!
De starteraccu moet een spanning van 12 V en een capaciteit van
minstens 60 Ah hebben.
INSTRUCTIE
U kunt automatisch bedrijf alleen gebruiken:
als het voertuig stilstaat en het contact is uitgeschakeld
Om de laadtijd te verkorten kan tussen generator en stroom-
verbreker een aanvullende lader met minstens 20 A worden
geïnstalleerd, in het bijzonder als accu’s met een capaciteit
van meer dan 60 Ah worden gebruikt.
NL
Generator elektrisch aansluiten TEC29, TEC29LPG
122
Sluit de zwarte draad op een geschikte schakelaar aan en verbind de
schakelaar met het contact.
Sluit de witte draad op klem 5 van de 6-polige stekker van de verlengka-
bel aan.
Sluit de witte draad op een geschikte schakelaar aan.
10.7 Voorrangschakeling realiseren
Met het omschakelrelais AG 102 kunt u een voorrangschakeling realiseren
waarmee de externe spanningsvoorziening prioriteit ten opzichte van de
generator heeft zie schakelschema (afb. i, pagina 12):
Monteer het omschakelrelais AG 102 op een geschikte positie.
Ontkoppel de kabel die de netingang met de veiligheidsschakelaar in de
elektroverdeler van het voertuig verbindt, zodat u de verbindingen zoals
in het schakelschema kunt maken.
Gebruik platte stekkers voor de aansluiting van de kabels op de schake-
laar.
Verbind A met steekhuls 4 en B met steekhuls 6.
Verbind de uit de 230 V aansluitklemmen van de generator leidende
kabel met steekhuls 1 en steekhuls 3.
Pos. Beschrijving
1 Externe spanningsvoorziening 230 V
2 Elektroverdeler van het voertuig
3 Aansluitbox
NL
TEC29, TEC29LPG Afvoeren
123
10.8 Afstandsbediening aansluiten
Sluit de afstandsbediening middels de bijgeleverde verlengkabel met de
stekker voor de afstandsbediening aan op het aansluitpaneel van de
generator (voor TEC29: afb. e 3, pagina 10, voor TEC29LPG:
afb. f 4, pagina 10).
10.9 Alleen TEC29: Niveauschakelaar aansluiten
Verbind de niveauschakelaar van de tank met de niveauschakelaaraan-
sluiting (afb. e 4, pagina 10).
11 Afvoeren
Laat het verpakkingsmateriaal indien mogelijk recyclen.
M
Als u het product definitief buiten bedrijf stelt, informeer dan bij het
dichtstbijzijnde recyclingcentrum of uw speciaalzaak naar de
betreffende afvoervoorschriften.
NL
Technische gegevens TEC29, TEC29LPG
124
12 Technische gegevens
Dometic TEC29 Dometic TEC29LPG
Artikelnr.: 9102900200 9102900179
Nominale uitgangsspanning: 230 Vw / 50 Hz
Max. continuvermogen
(bij 25 °C op zeeniveau):
2600 W
Uitgangsspanning acculader: 12 Vg
Max. uitgangsstroom acculader: 10 A
Bedrijfstemperatuur: –15 °C tot +50 °C -15 °C tot +50 °C
(afhankelijk van het
propaangehalte van het
LPG)
Vervorming: 1 %
Brandstof: Normale benzine
ROZ 91
Vloeibaar gas LPG
Verbruik: 300 g/kWh
max. 1,2 l/h
408 g/kWh
max. 1,0 kg/h
Motorvermogen: 4,0 kW (5,5 PS)
Gegarandeerd geluidsniveau: 86 dB(A)
Geluidniveau op 7 m afstand: 54 – 59 dB(A)
Afmetingen: zie afb. 9, pagina 7
Gewicht: 44 kg
Keurmerk/certificaat:

Documenttranscriptie

TEC29, TEC29LPG Verklaring van de symbolen Lees deze handleiding voor de montage en de ingebruikname zorgvuldig door en bewaar hem. Geef de handleiding bij het doorgeven van het product aan de gebruiker. Inhoudsopgave 1 Verklaring van de symbolen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107 2 Veiligheids- en montage-instructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108 3 Doelgroep van deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110 4 Omvang van de levering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 5 Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 6 Gebruik volgens de voorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 7 Identificatieplaatjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 8 Technische beschrijving. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 9 Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113 10 Generator elektrisch aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116 11 Afvoeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123 12 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124 1 Verklaring van de symbolen D ! ! GEVAAR! Veiligheidsaanwijzing: Het niet naleven leidt tot overlijden of ernstig letsel. NL WAARSCHUWING! Veiligheidsaanwijzing: Het niet naleven kan leiden tot overlijden of ernstig letsel. VOORZICHTIG! Veiligheidsaanwijzing: Het niet naleven kan leiden tot letsel. 107 Veiligheids- en montage-instructies A I TEC29, TEC29LPG LET OP! Het niet naleven ervan kan leiden tot materiële schade en de werking van het product beperken. INSTRUCTIE Aanvullende informatie voor het bedienen van het product. ➤ Handeling: dit symbool geeft aan dat u iets moet doen. De vereiste handelingen worden stap voor stap beschreven. ✓ Dit symbool beschrijft het resultaat van een handeling. Afb. 1 5, pagina 3: deze aanduiding wijst u op een element in een afbeelding, in dit voorbeeld op „positie 5 in afbeelding 1 op pagina 3”. 2 Veiligheids- en montage-instructies Neem de veiligheidsinstructies en voorschriften van de fabrikant van het voertuig en het garagebedrijf in acht! De fabrikant kan in de volgende gevallen niet aansprakelijk worden gesteld voor schade:  montage- of aansluitfouten  beschadiging van het product door mechanische invloeden en overspanningen  veranderingen aan het product zonder uitdrukkelijke toestemming van de fabrikant  gebruik voor andere dan de in de handleiding beschreven toepassingen Neem onderstaande fundamentele veiligheidsmaatregelen in acht bij het gebruik van elektrische toestellen ter bescherming tegen:  elektrische schokken  brandgevaar  verwondingen 108 NL TEC29, TEC29LPG Veiligheids- en montage-instructies 2.1 Omgang met het toestel ! WAARSCHUWING!  De montage en reparaties aan de generator mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die bekend zijn met de betreffende gevaren en voorschriften. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Neem bij reparaties contact op met het servicesteunpunt in uw land (adressen aan de achterzijde).  Elektrische toestellen zijn geen speelgoed! Kinderen kunnen de gevaren die van elektrische toestellen uitgaan niet goed inschatten. Laat kinderen niet zonder toezicht elektrische toestellen gebruiken.  Personen (ook kinderen) die door hun fysieke, sensorische of geestelijke vermogens of hun onervarenheid of onwetendheid niet in staat zijn om het toestel veilig te gebruiken, mogen dit niet zonder toezicht of instructie door een verantwoordelijk persoon doen.  De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een uiterst giftig, reukloos en kleurloos gas. Adem de uitlaatgassen niet in. Laat de motor van de generator niet draaien in een afgesloten garage of in een ruimte zonder vensters. ! VOORZICHTIG!  Brandgevaar! Monteer de generator niet in kisten of ruimtes zonder openingen, maar in voldoende geventileerde bereiken of ruimtes.  Gebruik de generator alleen als de behuizing en de leidingen onbeschadigd zijn.  Monteer de generator op stabiele ondergrond.  Kantel de generator niet met meer dan 20° ten opzichte van verticaal. A LET OP!  Gebruik het toestel alleen volgens de voorschriften.  De generator is niet voor gebruik onder water geschikt.  Voer geen wijzigingen of verbouwingen aan het toestel uit. NL 109 Doelgroep van deze handleiding 2.2 De elektrische leidingen hanteren ! WAARSCHUWING! ! A VOORZICHTIG! TEC29, TEC29LPG  De elektrische aansluiting mag alleen door een gespecialiseerde firma uitgevoerd worden (bijvoorbeeld in Duitsland VDE 0100, deel 721).  Bevestig en installeer de leidingen zodanig, dat er geen struikelgevaar ontstaat en beschadiging van de kabel uitgesloten is. LET OP!  Als leidingen door wanden met scherpe randen geleid moeten worden, gebruikt u holle buizen of leidingdoorvoeren.  Installeer geen losse of scherp geknikte leidingen op elektrisch geleidend materiaal (metaal).  Trek niet aan leidingen. 3 Doelgroep van deze handleiding Deze handleiding is bestemd voor vakmensen in werkplaatsen die bekend zijn met de toe te passen richtlijnen en veiligheidsmaatregelen. 110 NL TEC29, TEC29LPG 4 Omvang van de levering Omvang van de levering Pos. in afb. 1, pagina 3 Aantal 1 1 Generator 2 1 Afstandsbediening 3 1 Geluiddemper 4 1 Uitlaatgasleiding, 2 m 5 1 set Bevestigingshoek voor de geluiddemper 6 2 Bevestigingsbeugels voor buitenmontage 7 2 Bevestigingen voor binnenmontage 8 4 Afstandhouder 9 1 Verlengkabel voor afstandsbediening 10 1 AG 102, omschakelrelais voor het realiseren van een voorrangschakelaar – 1 Acculaadregelaar 5 Omschrijving Accessoires Als toebehoren verkrijgbaar (niet bij de levering inbegrepen): Onderdeelnaam Artikelnummer Alleen TEC29: AG 101, tank 15 l, kunststof 9102900009 Alleen TEC29: AG 100, tank 20 l, RVS 9102900011 Alleen TEC29: AG 150, slangenset voor AG 100 / AG 101 9102900003 AG 125, flexibele metalen slang voor verlenging van de uitlaasgasleiding, 5 m 9102900138 AG 128, afdichting voor TEC29 9102900040 NL 111 Gebruik volgens de voorschriften 6 TEC29, TEC29LPG Gebruik volgens de voorschriften De generators TEC29 (artikelnr. 9102900200) en TEC29LPG (artikelnr. 9102900179) zijn geconstrueerd voor gebruik in caravans, campers en commercieel gebruikte voertuigen. De generator is niet geschikt voor installatie in watervoertuigen. De generator produceert een zuivere sinus-wisselspanning van 230 V/50 Hz, waarop de verbruikers met een totale continulast van 2600 W kunnen worden aangesloten. De stroomkwaliteit is ook voor gevoelige verbruikers (bijvoorbeeld pc’s) geschikt. De generator kan een accu van 12V-accu opladen. 7 Identificatieplaatjes Op de generator is een identificatieplaatje aangebracht. Dit identificatieplaatje informeert de gebruiker en de installateur over toestelspecificaties. 8 Technische beschrijving De generator biedt volgende mogelijkheden die overeenkomstig de inbouw moeten worden geconfigureerd:  Schakelaar voor automatisch bedrijf, zie hoofdstuk „Automatisch bedrijf configureren” op pagina 121.  Voorrangschakeling waarmee de externe 230 V spanning voorrang heeft voor de door de generator geproduceerde spanning, zie hoofdstuk „Voorrangschakeling realiseren” op pagina 122. 112 NL TEC29, TEC29LPG Montage 9 Montage ! VOORZICHTIG! Gevaar voor verwonding! De montage van de generator mag uitsluitend door daarvoor opgeleide vakmensen uitgevoerd worden. De volgende informatie is bestemd voor vaklieden die met de betreffende richtlijnen en veiligheidsmaatregelen vertrouwd zijn. 9.1 Instructies voor de montage Lees deze montagehandleiding voor montage van de generator volledig door. Neem bij de montage van de generator volgende aanwijzingen in acht: D ! 9.2 GEVAAR! Levensgevaar door elektrische schok! Onderbreek bij werkzaamheden aan de generator alle spanningsvoorzieningen. VOORZICHTIG! Gevaar voor verwonding!  Een verkeerde montage van de generator kan tot onherstelbare schade aan het toestel leiden en de veiligheid van de gebruiker in gevaar brengen.  Draag bij alle werkzaamheden de voorgeschreven veiligheidskleding (bijv. veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen). Generator bevestigen Instructies voor de montageplaats  Zorg ervoor dat geen brandbare voorwerpen in de buurt van de uitlaatpijp of de ventilatielamellen zijn opgeslagen of gemonteerd. De afstand dient minstens 50 cm te bedragen.  Let om veiligheidsredenen bij de montage van de generator (bij het boren en schroeven enz.) op het verloop van aanwezige, met name onzichtbare kabelstrengen, leidingen en andere componenten die zich in het montagebereik bevinden! NL 113 Montage TEC29, TEC29LPG U kunt de generator met de bijgeleverde bevestigingen op twee manieren bevestigen:  Buitenmontage (afb. 2, pagina 3): De buitenmontage biedt volgende voordelen: geringe benodigde plaats, snelle installatie, eenvoudige toegang voor onderhoudswerkzaamheden. – Om een solide bevestiging van de generator te garanderen, moet u de bijgeleverde bevestigingsbeugel (afb. 2 1, pagina 3) gebruiken. – Indien de luchtaanzuigopening van de generator zich achter een wiel van het voertuig bevindt, moet u voorkomen dat het wiel bij regen water in de generator centrifugeert (bijv. door een spatbescherming).  Binnenmontage (afb. 3, pagina 4): Voor de binnenmontage moet u een tegen het voertuiginterieur afgedichte ruimte voorbereiden die u ook tegen geluid kunt isoleren. – U moet op de bodem en voor de generatorklep uitlaat- en luchtaanzuigopeningen aanbrengen. De luchtaanzuigopeningen moeten een dwarsdoorsnede van minstens 240 cm2 hebben. – Bovendien moet een afdichting (AG 128; als toebehoren verkrijgbaar) van brandwerend rubber met een dikte van minstens 5 mm tussen de bodem van het voertuig en de generator worden aangebracht.  Laat minstens 20 mm vrij tussen de kap van de generator en de omliggende delen zodat voldoende plaats voor het doorstromen van de koellucht blijft. 9.3 Geluiddemper bevestigen Neem de volgende aanwijzingen bij het plaatsen van de uitlaatgasleidingen in acht:  Vermijd scherpe bochten die de stroom van de uitlaatgassen hinderen.  Lijn het spruitstuk (afb. 4 1, pagina 4) langs de behuizing uit voor een sterkere demping van de trillingen.  Gebruik voor het omleiden van de uitlaatpijpgassen de verlenging van de uitlaatgasleiding (afb. 4 2, pagina 4) (zie hoofdstuk „Accessoires” op pagina 111). Bevestig de verlenging op de voertuigbodem (afb. 4 3, pagina 4). ➤ Bevestig de geluiddemper (afb. 4 4, pagina 4) op een van de in afb. 5, pagina 4 tot afb. 9, pagina 6 getoonde alternatieven. 114 NL TEC29, TEC29LPG 9.4 Montage Alleen TEC29: Tank en brandstofleiding monteren Neem de volgende instructies voor de montageplaats in acht:  De tankbodem mag zich maximaal 0,3 m onder de bodem van de generator bevinden.  De tankbovenrand mag niet boven de bovenrand van de generator liggen. ➤ Monteer de brandstofleiding zo recht mogelijk. ➤ Bevestig de tank, zie afb. 0, pagina 6 en hoofdstuk „Alleen TEC29: Niveauschakelaar aansluiten” op pagina 123. 9.5 Alleen TEC29LPG: Gastoevoer aansluiten De generator wordt op de lagedrukregelaar (30 mbar) van de LPG-fles aangesloten. ➤ Monteer de gasleiding met geschikte metalen buizen. ➤ Sluit de gasleiding zoals in afb. a, pagina 7 afgebeeld in. 9.6 Afstandsbediening monteren Neem de volgende instructie voor de montageplaats in acht:  Neem de lengte van de verlengkabel van de afstandsbediening naar de generator in acht. ➤ Boor de openingen zoals in afb. b, pagina 7 afgebeeld. ➤ Steek de stekker in de afstandsbediening. ➤ Schroef de afstandsbediening vast. NL 115 Generator elektrisch aansluiten TEC29, TEC29LPG 10 Generator elektrisch aansluiten D I GEVAAR! Levensgevaar door stroomschok! Voor werkzaamheden aan elektrische componenten moet ervoor gezorgd worden dat er geen spanning meer is! 10.1 Algemene instructies voor de elektrische aansluiting INSTRUCTIE Neem de geldende richtlijnen in het land van de verbruiker in acht.  Laat de generator door een vakman elektrisch aansluiten.  Vergelijk de spanning op het typeplaatje met de aanwezige energievoorziening.  Installeer 230-V-leidingen en 12-Vg-leidingen niet samen in dezelfde kabelgoot (holle buis).  Installeer de leidingen niet los of scherp geknikt op elektrisch geleidend materiaal (metaal).  Sluit de generator op een stroomkring aan, die in staat is om de nodige stroom te leveren (zie hoofdstuk „Technische gegevens” op pagina 124).  Kies de leidingdoorsnede als volgt: – 230 V: 2,5 mm² – 12 V acculader: 2,5 mm² – Accuaansluiting (lengte < 6 m): 10 mm² – Accuaansluiting (lengte > 6 m): 16 mm²  Installeer een handmatige hoofdschakelaar, waarmee alle ingeschakelde verbruikers met uitzondering van de accu van de generator kunnen worden gescheiden. 116 NL TEC29, TEC29LPG 10.2 Generator elektrisch aansluiten Schakelschema’s TEC29 Het totale schakelschema vindt u in afb. c, pagina 8: Pos. NL Beschrijving 1 3-fasen-wikkeling 2 Hulpwikkeling 3 Hulpwikkeling 4 Inverter 5 9-polige stekker 6 Acculader 7 Stappenmotor 8 4-polige stekker 9 Starterrelais 10 Startmotor 11 Elektromagneet voor koude start 12 Oliepeilmelder 13 Motorspoel 14 Aansluitbox 15 Thermische lastscheidingsschakelaar 16 Interfacemodule 17 Hoofdschakelaar 18 10-polige mini-fit-stekker 19 Aansluitklem accupluspool 20 Accu 21 2-polige mini-fit-stekker 22 Afstandsbediening 23 12-polige mini-fit-stekker 24 Hulpwikkeling 25 2-polige stekkerverbinding 117 Generator elektrisch aansluiten TEC29, TEC29LPG TEC29LPG Het totale schakelschema vindt u in afb. d, pagina 9: Pos. 118 Beschrijving 1 3-fasen-wikkeling 2 Hulpwikkeling 3 Hulpwikkeling 4 Inverter 5 Starterrelais 6 Acculader 7 Hoofdschakelaar 8 Oliepeilmelder 9 Noodstopschakelaar 10 Startmotor 11 9-polige stekker 12 Printplaat 13 Motorspoel 14 9-polige stekker 15 Elektromagneet voor koude start 16 10-polige stekker 17 Aansluitklemmen 18 10-polige stekker 19 Afstandsbediening 20 12-polige stekker 21 Accu 22 Aansluitklemmen 23 2-polige stekker 24 4-polige stekker 25 Stappenmotor NL TEC29, TEC29LPG Pos. Generator elektrisch aansluiten Beschrijving 26 6-polige stekker 27 2-polige stekker 28 Aansluitklem accupluspool TEC29 aansluitbox (afb. e, pagina 10) Pos. Beschrijving 1 Hoofdschakelaar 2 Motoraansluiting (D+-signaal) 3 Aansluiting afstandsbediening 4 Niveauschakelaaraansluiting (benzinetank) 5 12-V-aansluiting van de acculader 6 Massa 7 230-V-aansluiting 8 Aansluitklem accupluspool 9 Veiligheidsschakelaar TEC29 LPG aansluitbox (afb. f, pagina 10) Pos. NL Beschrijving 1 Hoofdschakelaar 2 Hoofdzekering 3 Zekering acculader 4 Aansluiting afstandsbediening 5 Aansluitklem accupluspool 6 230-V-aansluiting 7 Massa 8 12-V-aansluiting van de acculader 119 Generator elektrisch aansluiten TEC29, TEC29LPG 10.3 230 V aansluiten A LET OP!  Sluit op de elektrische installatie van het voertuig een relais of een omschakelaar (zie ) aan, zodat de generator niet wordt beschadigd, als het externe stroomnet wordt aangesloten.  Controleer of de elektrische installatie als volgt is ingericht: – TN-net: De nulleider moet met de veiligheidsleider PE op de aansluitklem via een draadbrug met een minimale doorsnede van 2,5 mm2 zijn overbrugd. Controleer of ter beveiliging tegen automatische uitschakeling een personenveiligheidsschakelaar (FI-schakelaar, 30 mA) en een dubbelpolig werkende overstroombeveiliging (bijv. vermogensschakelaar, 13 A) zijn geïnstalleerd. – IT-net: Controleer of een isolatieschakelaar en een dubbelpolig werkende overstroombeveiliging (bijv. vermogensschakelaar, 13 A) zijn geïnstalleerd.  Sluit de generator mogelijk zodanig aan dat deze prioriteit heeft tegenover het stroomnet. ➤ Leid de 230-V-aansluitkabel door de kabeldoorgang de behuizing in, en sluit deze op de 230-V-klemmen (voor TEC29: afb. e 7, pagina 10, voor TEC29LPG: afb. f 6, pagina 10) aan. ➤ Sluit de aardingskabel op de massa-aansluiting aan (voor TEC29: afb. e 6, pagina 10, voor TEC29LPG: afb. f 7, pagina 10). 10.4 Acculader aansluiten ➤ Verbind de pluspool van de accu met een kabel met een doorsnede van 2,5 mm² met de 12-V-aansluiting van de acculader (voor TEC29: afb. e 5, pagina 10, voor TEC29LPG: afb. f 8, pagina 10). ➤ Als de accu die moet worden opgeladen, niet tevens de starteraccu is, moet u de minpool van de accu die moet worden opgeladen op de massaaansluiting van de generator aansluiten (afb. g 1, pagina 11). 120 NL TEC29, TEC29LPG Generator elektrisch aansluiten 10.5 Starteraccu aansluiten A LET OP! De starteraccu moet een spanning van 12 V en een capaciteit van minstens 60 Ah hebben. ➤ Verbind de accupluspool met een kabel met een doorsnede van 10 mm² bij een lengte < 6 m of 16 mm² bij een lengte > 6 m met de aansluitklem accupluspool (voor TEC29: afb. e 8, pagina 10, voor TEC29LPG: afb. f 5, pagina 10). ➤ Plaats in de buurt van de pluspool van de startaccu een zekering van 100 A in de plusleiding om de elektrische installatie van de generator te beveiligen. ➤ Verbind de accuminpool als volgt met een kabel met passende doorsnede (zie bovenstaande): – op de massa-aansluiting van de generator (afb. g 1, pagina 11) of – via de aansluitingen aan de zijkanten van de generator (afb. g 2, pagina 11) ➤ Verbind de massa-aansluiting van de generator met het voertuigchassis. Verwijder voor een goed contact eventueel lak of roest van het chassis. ➤ Bescherm de verbindingen met vet. 10.6 Automatisch bedrijf configureren I INSTRUCTIE  U kunt automatisch bedrijf alleen gebruiken: – als het voertuig stilstaat en het contact is uitgeschakeld  Om de laadtijd te verkorten kan tussen generator en stroomverbreker een aanvullende lader met minstens 20 A worden geïnstalleerd, in het bijzonder als accu’s met een capaciteit van meer dan 60 Ah worden gebruikt. In automatisch bedrijf springt de generator automatisch aan, als de spanning van de aangesloten accu te laag is, en laadt de accu. De generator schakelt automatisch uit, als de accu volledig geladen is. Het aansluitschema voor automatisch bedrijf vindt u in afb. h, pagina 11: ➤ Sluit de zwarte draad aan op klem 6 van de 6-polige stekker van de verlengkabel. NL 121 Generator elektrisch aansluiten TEC29, TEC29LPG ➤ Sluit de zwarte draad op een geschikte schakelaar aan en verbind de schakelaar met het contact. ➤ Sluit de witte draad op klem 5 van de 6-polige stekker van de verlengkabel aan. ➤ Sluit de witte draad op een geschikte schakelaar aan. 10.7 Voorrangschakeling realiseren Met het omschakelrelais AG 102 kunt u een voorrangschakeling realiseren waarmee de externe spanningsvoorziening prioriteit ten opzichte van de generator heeft zie schakelschema (afb. i, pagina 12): Pos. Beschrijving 1 Externe spanningsvoorziening 230 V 2 Elektroverdeler van het voertuig 3 Aansluitbox ➤ Monteer het omschakelrelais AG 102 op een geschikte positie. ➤ Ontkoppel de kabel die de netingang met de veiligheidsschakelaar in de elektroverdeler van het voertuig verbindt, zodat u de verbindingen zoals in het schakelschema kunt maken. ➤ Gebruik platte stekkers voor de aansluiting van de kabels op de schakelaar. ➤ Verbind A met steekhuls 4 en B met steekhuls 6. ➤ Verbind de uit de 230 V aansluitklemmen van de generator leidende kabel met steekhuls 1 en steekhuls 3. 122 NL TEC29, TEC29LPG 10.8 Afvoeren Afstandsbediening aansluiten ➤ Sluit de afstandsbediening middels de bijgeleverde verlengkabel met de stekker voor de afstandsbediening aan op het aansluitpaneel van de generator (voor TEC29: afb. e 3, pagina 10, voor TEC29LPG: afb. f 4, pagina 10). 10.9 Alleen TEC29: Niveauschakelaar aansluiten ➤ Verbind de niveauschakelaar van de tank met de niveauschakelaaraansluiting (afb. e 4, pagina 10). 11 Afvoeren ➤ Laat het verpakkingsmateriaal indien mogelijk recyclen. M NL Als u het product definitief buiten bedrijf stelt, informeer dan bij het dichtstbijzijnde recyclingcentrum of uw speciaalzaak naar de betreffende afvoervoorschriften. 123 Technische gegevens 12 TEC29, TEC29LPG Technische gegevens Artikelnr.: Nominale uitgangsspanning: Dometic TEC29 Dometic TEC29LPG 9102900200 9102900179 230 Vw / 50 Hz Max. continuvermogen (bij 25 °C op zeeniveau): 2600 W Uitgangsspanning acculader: 12 Vg Max. uitgangsstroom acculader: Bedrijfstemperatuur: 10 A –15 °C tot +50 °C Vervorming: Brandstof: Verbruik: Motorvermogen: -15 °C tot +50 °C (afhankelijk van het propaangehalte van het LPG) 1% Normale benzine ROZ 91 Vloeibaar gas LPG 300 g/kWh max. 1,2 l/h 408 g/kWh max. 1,0 kg/h 4,0 kW (5,5 PS) Gegarandeerd geluidsniveau: 86 dB(A) Geluidniveau op 7 m afstand: 54 – 59 dB(A) Afmetingen: Gewicht: zie afb. 9, pagina 7 44 kg Keurmerk/certificaat: 13 124 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304

Dometic TEC 29 Installatie gids

Type
Installatie gids
Deze handleiding is ook geschikt voor