Documenttranscriptie
IS142 Rev.06 19/02/2019
B70/1DCHP
centrale di comando 36Vdc per cancelli scorrevoli
Istruzioni originali
IT Istruzioni ed avvertenze per l’installatore
EN Instructions and warnings for the installer
DE Anweisungen und Hinweise für den Installateur
FR Instructions et consignes pour l’installateur
ES Instrucciones y advertencias para el instalador
PT Instruções e advertências para o instalador
NL Aanwijzingen en waarschuwingen voor de installateur
PL Instrukcja i ostrzęenia dla instalatora
ES
PT
1 Advertencias generales
148
Declaración CE de Conformidad
150
2 Símbolos
151
3 Descripción del producto
151
4 Actualización de la versión r1.65
152
5 Características técnicas del producto
152
6 Descripción de las conexiones
153
6.1 Instalación básica
153
6.2 Conexiones eléctricas
154
7 Comandos y accesorios
155
8 Teclas de función y pantalla
157
9 Encendido o puesta en servicio
157
10 Modo de funcionamiento de la pantalla
157
10.1 Modos de visualización de los parámetros 157
10.2 Modos de visualización de indicaciones de
seguridad y comandos
158
10.3 Modo de TEST
159
10.4 Modo Stand By
159
11 Aprendizaje del recorrido
160
11.1 Antes de actuar
160
11.2 Procedimiento de aprendizaje:
161
12 Índice de los parámetros
162
13 Menú de parámetros
164
14 Parámetros especiales de la serie HIGH SPEED 172
15 Parámetros especiales de la serie BG30/1400/R 173
16 Señalización de las entradas de seguridad y de los
comandos (Modo TEST)
174
17 Señalización de alarmas y anomalías
175
18 Diagnostica - Modo Info
177
19 Desbloqueo mecánico
178
20 Modo de recuperación de la posición
178
21 Ensayo
178
22 Puesta en funcionamiento
179
23 Mantenimiento
179
24 Eliminación
179
25 Información adicional y contactos
179
1 Advertências gerais
180
Declaração CE de conformidade
182
2 Simbologia
183
3 Descrição do produto
183
4 Atualizações da versão r1.65
184
5 Caraterísticas técnicas do produto
184
6 Descrição das ligações
185
6.1 Instalação tipo
185
6.2 Ligações eléctricas
186
7 Comandos e acessórios
187
8 Teclas de função e display
189
9 Ignição ou comissionamento
189
10 Modalidade de funcionamento do display
189
10.1 Modalidade de visualização dos parâmetros 189
10.2 Modalidade de visualização de estado dos
comandos e dispositivos de segurança
190
10.3 Modalidade TESTE
191
10.4 Modalidade Stand By
191
11 Aprendizagem do curso
192
11.1 Antes de proceder
192
11.2 Procedimento de aprendizado
193
12 Índice dos parâmetros
194
13 Menu de parâmetros
196
14 Parâmetros especiais série HIGH SPEED
204
15 Parâmetros especiais série BG30/1400/R
205
16 Sinalização das entradas de segurança e dos comandos
(modalidade TEST)
206
17 Sinalização de alarmes e anomalias
207
18 Diagnosticar - Modo INFO
209
19 Desbloqueio mecânico
210
20 Modalidade de recuperação de posição
210
21 Teste
210
22 Entrada em funcionamento
211
23 Manutenção
211
24 Descarte
211
25 Informações adicionais e contatos
211
4
NL
PL
1 Algemene waarschuwingen
212
EG-verklaring van overeenstemming
214
2 Symbolen
215
3 Beschrijving product
215
4 Update versie r1.65
216
5 Technische kenmerken product
216
6 Beschrijving aansluitingen
217
6.1 Type installatie
217
6.2 Elektrische aansluitingen
218
7 Bedieningen en accessoires
219
8 Functietoetsen en display
221
9 Inschakeling en inbedrijfsstelling
221
10 Bedrijfsmodus display
221
10.1 Modus van weergave parameters
221
10.2 Modus van weergave van de status bedieningen en
veiligheden
222
10.3 TEST Modus
223
10.4 Stand By Modus
223
11 Lering van de slag
224
11.1 Voordat de handelingen worden uitgevoerd 224
11.2 Procedure van lering
225
12 Inhoudsopgave van de parameters
226
13 Menu parameters
228
14 Speciale parameters serie HIGH SPEED
236
15 Speciale parameters serie BG30/1400/R
237
16 Signalering van de veiligheidsingangen en van de
bedieningen (modus TEST)
238
17 Signalering alarmen en storingen
239
18 INFO Modus
241
19 Mechanische deblokkering
242
20 Modus terugwinning positie
242
21 Test
242
22 Inbedrijfstelling
243
23 Onderhoud
243
24 Inzameling
243
25 Bijkomende informatie en contact
243
1 Ostrzęenia ogólne
244
Deklaracja zgodno̅ci WE
246
2 Symbole
247
3 Opis urzʻdzenia
247
4 Aktualizacja wersji r1.65
248
5 Charakterystyka techniczna urzʻdzenia
248
6 Opis poʻcze˲
249
6.1 Rodzaj instalacji
249
6.2 Poʻczenia elektryczne
250
7 Elementy sterownicze i akcesoria
251
8 Przyciski funkcyjne i wy̅wietlacz
253
9 Wʻczanie lub uruchamianie
253
10 Tryby dziaania wy̅wietlacza
253
10.1 Wy̅wietlanie parametrów
253
10.2 Wy̅wietlanie statusu sygnaów sterowniczych i
zabezpiecze˲
254
10.3 Tryb TEST
255
10.4 Tryb Stand By
255
11 Programowanie ruchu
256
11.1 Wcze̅niej
256
11.2 Procedura programowania ruchu
257
12 Spis parametrów
258
13 Menu parametrów
260
14 Parametry specjalne seria HIGH SPEED
268
15 Parametry specjalne seria BG30/1400/R
269
16 Sygnalizacja wej̅ʽ bezpiecze˲stwa i sygnaów
sterowniczych (tryb TEST)
270
17 Sygnalizacje alarmowe i bˍdy
271
18 Tryb INFO
273
19 Odblokowanie mechaniczne
274
20 Tryb szukania pozycji
274
21 Testy odbiorcze
274
22 Uruchomienie
275
23 Konserwacja
275
24 Utylizacja
275
25 Informacje dodatkowe i dane kontaktowe
275
1 Algemene waarschuwingen
NL
OPGELET: BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
HET IS BELANGRIJK VOOR DE VEILIGHEID VAN DE PERSONEN OM DEZE
INSTRUCTIES TE RESPECTEREN
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Deze handleiding voor de installatie is uitsluitend bestemd voor gekwaliƼceerd
personeel.
Als de informatie in deze handleiding niet wordt gerespecteerd, kan dit leiden
tot persoonlijke letsels of schade aan het apparaat.
ROGER TECHNOLOGY kan niet aansprakelijk gesteld worden voor de gevolgen van
oneigenlijk gebruik, of ander gebruik dan hetgene waarvoor het product is bestemd
en wordt aangeduid in deze handleiding.
De installatie, de elektrische aansluitingen en de afstellingen moeten uitgevoerd
worden door gekwaliƼceerd personeel door de regels van de kunst en de geldende
normenstelsels te respecteren.
Lees de aanwijzingen aandachtig door voordat het product wordt geïnstalleerd.
Een verkeerde installatie kan een bron van gevaar zijn.
Voordat de installatie wordt uitgevoerd, moet gecontroleerd worden dat het product
intact is: in geval van twijfels mag u het product niet gebruiken en mag u zich
uitsluitend wenden tot gekwaliƼceerd personeel.
Installeer het product niet in een explosieve atmosfeer of omgeving: de aanwezigheid
van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig veiligheidsrisico.
Alvorens de motorisering te installeren, moeten alle structurele veranderingen
aangebracht worden voor de realisatie van de veiligheidsmarges en met de
bescherming of segregatie van alle zones waar gevaar aanwezig is voor verplettering,
kapwonden, meesleping en algemeen gevaar.
OPGELET: controleer dat de bestaande structuur voldoet aan de nodige eisen van
kracht en stabiliteit.
ROGER TECHNOLOGY kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het niet naleven
van de regels van de kunst bij de constructie van de te motoriseren inrichtingen, en
voor de vervormingen die kunnen optreden bij het gebruik.
De veiligheidsinrichtingen (fotocellen, contactlijsten, noodstoppen, enz.) moeten
geïnstalleerd worden door rekening te houden met: de geldende voorschriften
en richtlijnen, de criteria van de regels van de kunst, het installatiegebied, de
bedieningslogica van het systeem en de krachten die worden ontwikkeld door de
gemotoriseerde deur of poort.
De veiligheidsinrichtingen moeten beschermen in zones waar gevaar aanwezig is
voor verplettering, kapwonden, meesleping en algemeen gevaar, afkomstig van de
gemotoriseerde deur of poort; de installateur wordt geadviseerd om te controleren
of de bewogen poortvleugels geen scherpe randen hebben of zodanig zijn dat ze
risico's voor kapwonden en/of meesleping veroorzaken.
212
213
NL
Plaats, indien noodzakelijk, op basis van de risicoanalyse, vervormbare contactlijsten
op het bewegende onderdeel.
Houd er rekening mee dat, zoals is gespeciƼceerd in de norm UNI EN 12635, moet
worden voldaan aan alle vereisten van de normen EN 12604 en EN 12453 en, indien
nodig, ze ook moeten gecontroleerd worden.
De Europese normen EN 12453 en EN 12445 bepalen de minimum vereisten voor de
gebruiksveiligheid van automatische deuren en poorten. Ze voorzien meer bepaald
het gebruik van krachtbegrenzingen en van veiligheidsinrichtingen (gevoelige
platforms, immateriële barrières, dodemanswerking, enz) om de aanwezigheid van
personen of voorwerpen te detecteren die in eender welke omstandigheid botsingen
beletten.
De installateur moet de impactkrachten meten en moet op de bedieningsregeleenheid
de waarden van de snelheid en het koppel selecteren die aan de gemotoriseerde deur
of poort toestaan dat de beperkingen worden gerespecteerd die zijn aangeduid in de
normen EN 12453 en EN 12445.
ROGER TECHNOLOGY wijst alle verantwoordelijkheid af indien componenten zijn
geïnstalleerd die incompatibel zijn voor de veiligheid en de correcte werking.
Als de dodemansfunctie actief is, moet de installateur de maximale stopafstand of
het alternatieve gebruik van een vervormbare rubberen rand, de sluitsnelheid van
de opening en in het algemeen alle voorzorgsmaatregelen controleren die worden
bepaald door de toepasselijke regels. Als het bedieningsmiddel vast is, moet het in
een positie worden geplaatst die de besturing en de werking van de automatisering
garandeert en dat het type van bediening en het type van gebruik voldoen aan de
norm UNI EN 12453 overzicht 1 (met de volgende beperkingen: bediening type A of
B en gebruikstype 1 of 2).
In het geval van gebruik van de dodemansfunctie moeten alle personen verwijderd
worden die zich binnen het bereik van bewegende delen bevinden; de directe
bedieningen moeten worden geïnstalleerd op een minimum hoogte van 1,5 m,
en mogen niet toegankelijk zijn voor het publiek; bovendien moeten ze, tenzij de
inrichting met de sleutel wordt bediend, direct zichtbaar op het gemotoriseerde deel
gepositioneerd zijn, uit de buurt van bewegende delen.
Breng de signaleringen aan die door de huidige voorschriften worden vereist om de
gevaarlijke zones te identiƼceren.
Elke installatie moet een zichtbare indicatie hebben van de identiƼcatiegegevens van
de gemotoriseerde deur of poort, in overeenstemming met de norm EN 13241-1:
2001 of latere herzieningen.
Voorzie op het stroomtoevoernet een scheidingsschakelaar met openingsafstand
tussen de contacten van minstens 3 mm; plaats de scheidingsschakelaar op
OFF, en koppel eventuele bufferbatterijen los voordat eender welke reiniging of
onderhoudshandeling wordt uitgevoerd.
Controleer dat vóór de elektrische installatie een aardlekschakelaar met drempel
van 0,03 A en een geschikte beveiliging tegen overbelasting aanwezig is met
inachtneming van de regels van de kunst en de geldende normenstelsels.
Sluit, indien gevraagd, de automatisering aan op een doeltreffend aardingssysteem
zoals wordt aangegeven door de geldende veiligheidsnormen.
NL
De hantering van de elektronische onderdelen moet worden uitgevoerd door zich te
voorzien van antistatische geleidende armbanden die op de aarding zijn aangesloten.
Voor de eventuele herstelling of vervanging van de producten mogen uitsluitend
originele reserveonderdelen gebruikt worden.
De installateur moet alle informatie verstrekken met betrekking tot de automatische
en de handmatige werking en de noodbediening van de gemotoriseerde deur of poort,
en moet de gebruiksaanwijzing van het systeem overhandigen aan de gebruiker.
Werk niet in de buurt van scharnieren of bewegende mechanische onderdelen.
Blijft buiten de actieradius van de gemotoriseerde deur of poort terwijl ze in beweging
is. Bied geen weerstand aan de beweging van de gemotoriseerde deur of poort omdat
gevaarlijke situaties kunnen veroorzaakt worden.
De gemotoriseerde deur of poort kan worden gebruikt door kinderen van minstens 8
jaar en door personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale capaciteiten,
of zonder ervaring of noodzakelijke kennis, mits ze onder toezicht staan of nadat ze
instructies hebben ontvangen betreffende het veilige gebruik van de inrichting en de
gevaren begrijpen die ermee verbonden zijn.
Kinderen moeten bewaakt worden om te voorkomen dat ze binnen het bereik van de
gemotoriseerde deur of poort staan of ermee spelen.
Houd afstandsbedieningen en/of elke andere bedieningsapparatuur buiten het bereik
van kinderen om te voorkomen dat de gemotoriseerde deur of poort onvrijwillig wordt
geactiveerd.
Het niet respecteren van deze aanwijzingen kan gevaarlijke situaties veroorzaken.
Elke herstelling of technische ingreep moet worden uitgevoerd door gekwaliƼceerd
personeel.
De reiniging- en onderhoudshandelingen mogen alleen door gekwaliƼceerd personeel
worden uitgevoerd.
In geval van storingen of een slechte werking van het product moet de stroomschakelaar
uitgeschakeld worden, en mag niet geprobeerd worden om herstellingen uit te voeren
of rechtsreeks in te grijpen: contacteer uitsluitend gekwaliƼceerd personeel.
De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet verspreid worden
in het milieu en moeten uit de buurt van kinderen gehouden worden omdat ze een
gevarenbron zijn. Voer de inzameling en de recyclage van de verpakkingselementen
uit in overeenstemming met de bepalingen van de geldende voorschriften. Deze
instructies moeten bewaard worden, en ze moeten doorgegeven worden aan
eventuele volgende gebruikers van de installatie.
EG-verklaring van overeenstemming
Ondergetekende Dino Florian, wettelijke vertegenwoordiger van Roger Technology - Via Botticelli 8, 31021 Mogliano V.to (TV) VERKLAART dat het commandocentrum B70/1DCHP voldoet aan de essentiële eisen en andere
relevante bepalingen die zijn vastgelegd in de volgende EG-richtlijnen:
– 2014/35/EU LVD-richtlijnen
– 2014/30/EU EMC-richtlijnen
– 2014/53/EU RED-richtlijnen
– 2011/65/CE RoHS-richtlijnen
Plaats: Mogliano V.to
214
Datum: 02/05/2016
Handtekening
2 Symbolen
Hieronder worden de symbolen en hun betekenis aangeduid die aanwezig
zijn in de handleiding of op de productlabels.
Algemeen gevaar.
Belangrijke informatie over de veiligheid. Signaleert handelingen
of situaties waar het personeel goed moet opletten.
Gevaar voor gevaarlijke spanningen.
Signaleert handelingen of situaties waar het personeel goed
moet opletten voor gevaarlijke spanningen.
Gevaar voor hete oppervlakken.
Signaleert gevaar door de aanwezigheid van verwarmde zones of
zones waar delen met hoge temperaturen aanwezig zijn (gevaar voor
verbranding)
Nuttige informatie
Signaleert nuttige informatie over de installatie.
Raadpleging Instructies voor de installatie en het gebruik.Signaleert
de verplichting om de handleiding of het originele document te
raadplegen, die/dat beschikbaar moet zijn voor toekomstig gebruik en
op geen enkele manier mag worden beschadigd.
Aansluitpunten van de aarding.
Toegestaan temperatuurbereik.
Wisselstroom (AC)
Gelijkstroom (DC)
Symbool voor de inzameling van het product volgens de AEEArichtlijn, zie hoofdstuk 22.
3 Beschrijving product
Let op voor de instelling van de parameter A1. Een verkeerde instelling kan
storingen van de werking van de automatisering veroorzaken.
ROGER TECHNOLOGY kan niet aansprakelijk gesteld worden voor de gevolgen van
oneigenlijk gebruik, of ander gebruik dan hetgene waarvoor het product is bestemd en
wordt aangeduid in deze handleiding.
Er wordt aanbevolen om accessoires en bedienings- en veiligheidsinrichtingen van ROGER TECHNOLOGY te
gebruiken. Er wordt aanbevolen om fotocellen van de technologie F4ES of F4S te installeren.
Voor meer informatie wordt verwezen naar de handleiding van de installatie van
de automatisering BG30.
215
NL
De digitale regeleenheid B70/1DCHP van 36V gebruikt de controle van het vermogen van de motor in de sensored
modus, met behulp van een encoder met hoge resolutie, voor de besturing van de brushless motor ROGER voor
automatiseringen met één schuifvleugel.
4 Update versie r1.65
1.
2.
3.
4.
Toevoeging beheer motor BG30/1504/HS (parameter $).
Toevoeging beheer signalering storing op uitgang COR (parameter ).
Toevoeging activering beheer opening met uitsluiting van de automatische hersluiting (parameter );
Verbetering beheer batterij aldus de geldende normenstelsels (Parameters --).
5 Technische kenmerken product
BG30/1603 BG30/2203 BG30/1003/HS
BG30/1604 BG30/2204 BG30/1004/HS
VOEDINGSSPANNING
± 10% 50/60 Hz) (1)
MAXIMUM VERMOGENSVERBRUIK 180 W
190 W
200 W
190 W
240 W
230 W
STARTVERMOGEN
390 W
470 W
590 W
540 W
650 W
650 W
ZEKERINGEN
F1 = 20A (ATO257) bescherming vermogenscircuit motoren
F2 = 3A (ATO257) bescherming voedingen accessoires
F3 = T2A (5x20 mm) bescherming primair circuit transformator
AANSLUITBARE MOTOREN
1
VOEDING MOTOR
36 V
SOORT MOTOR
sinusoïdaal brushless (ROGER BRUSHLESS)
SOORT MOTORBESTURING
veldgericht (FOC), sensored
NOMINAAL VERMOGEN MOTOR
85 W
100 W
140 W
120 W
160 W
160 W
MAXIMUM VERMOGEN PER
MOTOR
MAXIMUM VERMOGEN KNIPPERLICHT
350 W
420 W
530 W
480 W
590 W
590 W
INTERMITTENTIE KNIPPERLICHT
50%
MAXIMUM VERMOGEN
WELKOMSTVERLICHTING
VERMOGEN LICHT POORT
GEOPEND
VERMOGEN UITGANG ACCESSOIRES
BEDRIJFSTEMPERATUUR
, met automatisch beveiligde inverter
25 W
100 W 230 V
3 W (24 V
20 W (24 V
-20°C
- 40 W 24 V
/
(zuiver contact)
)
)
+55°C
GELUIDSDRUK TIJDENS GEBRUIK
<70 dB(A)
AFMETINGEN PRODUCT
afmetingen in mm 200x90x45 Gewicht: 0,244 kg
(1)
115V AC
NL
± 10% 50 Hz - (115 V
230 V
BG30/1404/R BG30/1504/HS BG30/1804/HS
BG30/1603/115 - BG30/1604/115 - BG30/2203/115 - BG30/2204/115 - BG30/1003/HS/115 BG30/1004/HS/115 - BG30/1504/HS/115 - BG30/1404/R/115 - BG30/1804/HS/115
De som van het verbruik van alle aangesloten accessoires mag de gegevens van het
maximum vermogen niet overschrijden die zijn aangeduid in de tabel. De gegevens
worden ENKEL gegarandeerd met originele accssoires van ROGER TECHNOLOGY.
Het gebruik van niet originele accessoirs kan storingen veroorzaken. ROGER TECHNOLOGY
kan niet aansprakelijk gesteld worden voor foute of niet conforme installaties.
Alle aansluitingen worden beschermd door zekeringen, zie de tabel. De welkomstverlichting
behoeft een externe zekering.
216
6 Beschrijving aansluitingen
Om de regeleenheid van de bediening te bereiken, moet de kop verwijderd worden (Ƽg. 1).
Voer de aansluitingen uit zoals is aangeduid in afb. 1-2-3.
6.1 Type installatie
5
4
6
2
8
7
3
1
2
3
4
5
6
7
8
Voeding
Fotocellen - Ontvanger F4ES/F4S
Fotocellen - Zender F4ES/F4S
Knipperlicht R92/LED24 - FIFTHY/24
Voeding 24V dc LED (25 W max, intermittentie 50%)
Antenne
Sleutelschakelaar R85/60
Toetsenbord H85/TTD - H85/TDS (aansluiting van regeleenheid
naar kaart DECODER H85/DEC - H85/DEC2)
Controlelamp poort geopend
Voeding 24V DC 3W max
Welkomstverlichting (zuiver contact)
Voeding 230 Vac (100 W max)
Aanbevolen kabel
Dubbel isolatiekabel type H07RN-F 3x1,5 mm2
Kabel 4x0,5 mm2 (max 20 m)
Kabel 2x0,5 mm2 (max 20 m)
Kabel 2x1 mm2 (max 10 m)
Kabel 50 Ohm RG58 (max 10 m)
Kabel 3x0,5 mm2 (max 20 m)
Kabel 3x0,5 mm2 (max 20 m)
Kabel 2x0,5 mm2 (max 20 m)
NL
1
2
3
Kabel 2x1 mm2 (max 20 m)
SUGGESTIE: In geval van bestaande installaties moeten de diameter en de condities van de kabels
gecontroleerd .
217
6.2 Elektrische aansluitingen
Voorzie op het stroomtoevoernet een scheidingsschakelaar met openingsafstand tussen de
contacten van minstens 3 mm; plaats de scheidingsschakelaar op OFF, en koppel eventuele
bufferbatterijen los voordat eender welke reiniging of onderhoudshandeling wordt uitgevoerd.
Controleer dat vóór de elektrische installatie een aardlekschakelaar met drempel van 0,03 A en
een geschikte beveiliging tegen overbelasting aanwezig is met inachtneming van de regels van
de kunst en de geldende normenstelsels.
Sluit, indien gevraagd, de automatisering aan op een doeltreffend aardingssysteem zoals wordt
aangegeven door de geldende veiligheidsnormen.
Voor de voeding moet een stroomkabel type H07RN-F 3G1,5 gebruikt worden, en moet deze
aangesloten worden op de klemmen L (bruin), N (blauw),
(geel/groen) in de container van
de regeleenheid. Haal de stroomkabel enkel uit de hoes ter hoogte van de klem (zie A Ƽg. 2) en
blokkeer hem via de speciƼeke kabelband. Controleer, met behulp van een tester, de spanning in
Volt op de aansluiting van de primaire voeding.
Voor een perfecte werking van de Brushless automatiseringen moet de
spanning van de primaire netvoeding als volgt zijn:
- 230Vac ±10% voor de regeleenheid B70/1DCHP.
- 115Vac ±10% voor de regeleenheid B70/1DCHP/115.
Als de gemeten spanning niet overeenstemt met de bovenvermelde
gegevens, of niet stabiel is, kan het zijn dat de automatisering NIET
doeltreffend werkt.
FUSE
TRANSFORMER
220÷230
V
A
V
A
-COM
+
N
L
De aansluitingen op het elektrische distributienetwerk en andere laagspanningsgeleiders,
in het deel buiten het schakelpaneel, moeten een onafhankelijk traject hebben en moeten
gescheiden zijn van de aansluitingen op de bedienings- en veiligheidsvoorzieningen (SELV
= Safety Extra Low Voltage).
Controleer dat de netvoedingsgeleiders en de geleiders van de accessoires (24 V) gescheiden
zijn. De kabels moeten dubbel geïsoleerd zijn, haal ze nabij de relatieve aansluitklemmen uit de
hoes en blokkeer ze met de klemmen (niet bijgeleverd).
FUSE
BESCHRIJVING
N
Aansluiting op netvoeding 230 Vac ±10% (115 Vac ± 10% 60Hz).
Zekering 5x20 T2A.
L
Secundaire ingang transformator voor voeding motor 26 Vac (SEC1) en voor
voeding logica en randapparatuur 19 Vac (SEC2).
OPMERKING: De bedrading wordt gerealiseerd in de fabriek door ROGER TECHNOLOGY.
NL
SEC2
SEC1
X-Y-Z
Y
X
M
Z
BATTERY
218
+
Aansluiting Motor brushless.
Aansluiting B72/BRAKE/2 voor versies BG30 High Speed. (zie afb. 13)
OPMERKING: De bedrading wordt gerealiseerd in de fabriek door ROGER TECHNOLOGY.
Opgelet! Als de draden van de motor worden losgekoppeld van het klemmenbord,
moet een lering van de slag uitgevoerd worden wanneer ze opnieuw worden
vastgemaakt, zie hoofdstuk 11.
Aansluiting op de kit batterijen B71/BCHP (zie afb. 16)
Voor meer informatie wordt verwezen naar de aanwijzingen B71/BCHP.
7 Bedieningen en accessoires
De veiligheden met contact N.C. moeten, indien niet geïnstalleerd, overbrugd worden op de klemmen COM, of
moeten gedeactiveerd worden door de parameters , ,, ,en te wijzigen.
LEGENDA:
N.A. (Normally Opened).
N.C. (Normally Closed).
BESCHRIJVING
9(COR)
Aansluiting welkomstverlichting (puur contact) 230 Vac 100 W - 24 Vac/dc 40 W.
OPMERKING: Voorzie een veiligheidszekering.
8
9(COR)
Zuiver contact van signalering van:
• poort ontgrendeld / storing van de voeding van de batterij (batterij bijna leeg);
• poort helemaal geopend / poort helemaal gesloten (afb. 4).
De bedrijfsmodus van de uitgang COR wordt bestuurd door de parameter .
Het spanningsniveau van de batterij is instelbaar op parameter .
10(+SC)
11(COM)
Controlelamp poort geopend 24 Vdc 3 W.
De werking van de controlelamp wordt afgesteld door de parameter $.
10(+SC)
11(COM)
Aansluiting test fotocellen en/of battery saving (zie afb. 6-7-8-9).
Het is mogelijk om de voeding van de zenders (TX) van de fotocellen aan te sluiten op de klem
10(+SC).
Stel de parameter $ in om de testfunctie te activeren.
De regeleenheid schakelt de fotocellen uit en in bij elke ontvangen bediening, om de correcte
wissel van de status van het contact te controleren.
Het is bovendien mogelijk om de voeding van alle externe inrichtingen aan te sluiten om het
verbruik van de batterijen te beperken (indien aanwezig). Stel $ of $ in.
OPGELET! Als het contact 10(+SC) wordt gebruikt voor de test van de fotocellen of de werking
battery saving, is het niet meer mogelijk om een controlelamp 'poort geopend' aan te sluiten.
12(FT2)
30(COM)
Ingang (N.C. of 8.2 kOhm) voor aansluiting fotocel 8.2 FT2 (afb. 5-6-7-8-9-10).
De fotocellen FT2 zijn in de fabriek geconƼgureerd met de volgende instellingen:
– . De fotocel FT2 is gedeactiveerd bij de opening.
– . De fotocel FT2 is gedeactiveerd bij de sluiting.
– . Wanneer de fotocel FT2 is verduisterd, wordt de poort geopend wanneer een bediening van
opening wordt ontvangen.
Als de fotocellen niet zijn geïnstalleerd, moeten de klemmen 12(FT2) - 30(COM) overbrugd worden of moeten de parameters en ingesteld worden.
OPGELET! Er wordt aanbevolen om fotocellen van de serie F4ES of F4S te gebruiken.
13(FT1)
30(COM)
Ingang (N.C. of 8.2 kOhm) voor aansluiting fotocel 8.2 FT1 (afb. 5-6-7-8-9-10).
De fotocellen zijn in de fabriek geconƼgureerd met de volgende instellingen:
– . De fotocel grijpt enkel in bij de sluiting. Bij de opening wordt ze verwaarloosd.
– . Tijdens de sluiting wordt de omkering van de beweging geactiveerd wanneer de fotocel
wordt verduisterd.
– . Wanneer de fotocel FT1 is verduisterd, wordt de poort geopend wanneer een bediening
van opening wordt ontvangen.
Als de fotocellen niet zijn geïnstalleerd, moeten de klemmen 13(FT1) - 30(COM) overbrugd
worden of moeten de parameters en ingesteld worden.
OPGELET! Er wordt aanbevolen om fotocellen van de serie F4ES of F4S te gebruiken.
14(COS2)
16(COM)
Ingang (N.C. of 8.2 kOhm) voor aansluiting contactlijst COS2.
De contactlijst is geconƼgureerd in de fabriek met de volgende instellingen:
– . De contactlijst COS2 (contact N.C.) is gedeactiveerd.
Als de contactlijst niet is geïnstalleerd, moeten de klemmen 14(COS2) - 16(COM) overbrugd
worden of moet de parameter ingesteld worden.
15(COS1)
16(COM)
Ingang (N.C. of 8.2 kOhm) voor aansluiting contactlijst COS1.
De contactlijst is geconƼgureerd in de fabriek met de volgende instellingen:
– . De contactlijst COS1 (contact N.C.) is gedeactiveerd.
Als de contactlijst niet is geïnstalleerd, moeten de klemmen 15(COS1) - 16(COM) overbrugd
worden of moet de parameter ingesteld worden.
17(ST)
16(COM)
Ingang bediening STOP (N.C.).
De opening van het veiligheidscontact veroorzaakt de stop van de beweging.
OPMERKING: het contact wordt overbrugd in de fabriek door ROGER TECHNOLOGY.
22
21(ANT)
Aansluiting poortvleugelsnne voor ontvanger met koppeling.
Als de externe poortvleugelsnne wordt gebruikt, moet de kabel RG58 gebruikt worden. Aanbevolen maximum lengte: 10 m.
OPMERKING: maak geen verbindingen op de kabel.
219
NL
CONTACT
8
CONTACT
24(ORO)
BESCHRIJVING
23(COM)
Ingang contact schakelklok (N.O.).
Wanneer de functie van de klok wordt geactiveerd, wordt de poort geopend en blijft ze open voor
de tijd die is geprogrammeerd door de klok. Wanneer de geprogrammeerde tijd is verstreken,
geprogrammeerd door de externe inrichting (klok), wordt de poort gesloten.
De werking van de bediening wordt afgesteld door de parameter .
25(AP)
23(COM)
Ingang bediening opening (N.O.).
OPGELET: de persistente activering van de bediening van de opening staat de automatisch hersluiting niet toe; de telling van de tijdsduur van de automatisch hersluiting wordt hervat wanneer
de bediening van de opening wordt losgelaten.
26(CH)
23(COM)
Ingang bediening sluiting (N.O.).
27(PP)
23(COM)
Ingang bediening stap-stap (N.O.).
De werking van de bediening wordt afgesteld door de parameter $.
28(PED)
23(COM)
Ingang bediening gedeeltelijke opening (N.O.).
In de fabriek ingesteld op 50% van de totale opening.
29(+24V)
30(COM)
Voeding voor externe inrichtingen. Zie de technische kenmerken.
Aansluiting voeding B72/BRAKE/2 voor versies BG30 High Speed.
31(LAM)
30(COM)
Aansluiting knipperlicht (24 Vdc - intermittentie 50%).
Het is mogelijk om de instellingen van het voorknipperen te selecteren via de parameter $, en
de modus van intermittentie via de parameter .
ENC
Connector voor de aansluiting op de encoder die op de motor is gemonteerd.
OPGELET! De kabel van de encoder mag enkel los- en vastgekoppeld worden wanneer de voeding
afwezig is. OPMERKING: De bedrading wordt gerealiseerd in de fabriek door ROGER TECHNOLOGY.
FC
Connector (contacten N.C.) voor de aansluiting van de mechanische eindschakelaar (zie afbeelding 14 - detail B) of de magnetische eindschakelaar (zie afbeelding 15 - detail C).
Regel de eindschakelaars zodanig dat, na de activering, de poort iets eerder stopt ten opzichte
van de mechanische aanslag. OPGELET: herhaal de procedure van de lering bij elke wijziging
van de afstelling van de eindschakelaar.
OPMERKING: De bedrading wordt gerealiseerd in de fabriek door ROGER TECHNOLOGY.
SB
Connector (N.C.) voor de aansluiting van het contact van de deblokkering.
Wanneer de greep van de deblokkering van de motor wordt geopend, wordt de poort gestopt en
worden geen bedieningen aanvaard.
Zodra de greep van de deblokkering opnieuw wordt gesloten, en als de poort zich in een tussenpositie bevindt, start de regeleenheid de procedure van de recuperatie van de positie (zie hoofdstuk
20).
OPMERKING: De bedrading wordt gerealiseerd in de fabriek door ROGER TECHNOLOGY.
RECEIVER CARD
Stekker voor ontvanger met koppeling.
De regeleenheid heeft als fabrieksinstelling twee functies van de afstandsbediening:
– PR1 - bediening stap-stap (wijzigbaar door de parameter 76).
– PR2 - bediening gedeeltelijke opening (wijzigbaar door de parameter 77).
De knoppen van de programmering PR1 en PR2 kunnen ook bereikt worden wanneer de
bedekking is gesloten (zie afbeelding 10).
BATTERIJLADER
B71/BCHP
Connector voor kaart opladen batterij met koppeling.
Wanneer de netspanning ontbreekt, wordt de regeleenheid gevoed door de batterijen, geeft de
display E$WW weer en wordt het knipperlicht af en toe geactiveerd, tot de voedingslijn wordt
hersteld of de spanning van de batterijen onder de veiligheidslimiet daalt. De display geeft EW/2
(Battery Low) weer en de regeleenheid aanvaardt geen enkele bediening .
Als de netspanning wordt onderbroken wanneer de poort in beweging is, wordt de beweging
gestopt en wordt het onderbroken manoeuvre automatisch hervat na 2 s.
Om het verbruik van de batterijen te beperken, kan de positieve pool van de voeding van de
zenders en van de ontvangers van de fotocellen aangesloten worden op de klem SC (zie afb.
6-7-8-9). Stel $ of $ in. Op deze manier schakelt de regeleenheid de voeding naar de
inrichtingen uit wanneer de poort helemaal is geopend of helemaal is gesloten.
OPGELET! om het opladen toe te staan, moeten de batterijen altijd aangesloten worden
op de elektronische regeleenheid. Controleer regelmatig, minstens elke 6 maanden, de
doeltreffendheid van de batterijen.
NL
KIT BATTERIJEN
2x12 Vdc 4,5 Ah
Gebruik enkel batterijen type
AGM.
Voor meer informatie wordt verwezen naar de handleiding van de installatie van de batterijlader
B71/BCHP.
220
8 Functietoetsen en display
TOETS
UP
UP a
DOWN b
DOWN
PROG
TEST
BESCHRIJVING
Volgende parameter
Vorige parameter
+
Toename met 1 van de waarde van
de parameter
-
Afname met 1 van de waarde van de
parameter
PROG
Lering van de slag
TEST
Activering van de TEST modus
• Druk op de toetsen UP c en/of DOWN b om de te wijzigen parameter weer te geven.
• Gebruik de toetsen + en - om de waarde van de parameter te wijzigen. De waarde begint te knipperen.
• Houd de toets + of de toets - ingedrukt zodat de waarde snel overlopen worden, en de wijziging sneller kan
uitgevoerd worden.
• Om de ingestelde waarde te bewaren, moet enkele seconden gewacht worden of moet een andere parameter
bereikt worden met de toetsen UP a of DOWN b. De display knippert snel, wat aanduidt dat de nieuwe instelling
wordt opgeslagen.
• De waarden kunnen enkel gewijzigd worden wanneer de motor niet draait. De raadpleging van de parameters
is altijd mogelijk.
9 Inschakeling en inbedrijfsstelling
Schakel de stroomtoevoer naar de regeleenheid in.
Op de display verschijnt eventjes de Ƽrmwareversie van de regeleenheid.
Geïnstalleerde versie: r1.65.
Onmiddellijk daarna geeft de display de modus van de status van de bedieningen en de veiligheden weer. Zie
hoofdstuk 10.
10 Bedrijfsmodus display
PARAMETER
NL
10.1 Modus van weergave parameters
WAARDE
PARAMETER
Voor de gedetailleerde beschrijving van de parameters wordt verwezen naar hoofdstuk 12.
221
10.2 Modus van weergave van de status bedieningen en veiligheden
STATUS BEDIENINGEN
PED
FT1
PP
FT2
FA
COS1
CH
ORO
FC
AP
STATUS VEILIGHEDEN
COS2
POWER
SB
STOP
STATUS VAN DE BEDIENINGEN:
De aanduidingen van de bedieningen zijn gewoonlijk uitgeschakeld.
Ze lichten op wanneer een bediening wordt ontvangen (bijvoorbeeld: wanneer een bediening stap-stap wordt
gegeven, licht het segment PP op).
SEGMENTE
AP
PP
CH
PED
ORO
BEDIENINGEN
opening
stap-stap
sluiting
gedeeltelijke opening
klok
STATUS VAN DE VEILIGHEDEN:
De aanduidingen van de beveiligingen zijn gewoonlijk zichtbaar.
Als ze niet zichtbaar zijn, is een alarm aanwezig of zijn ze niet aangesloten.
Als ze knipperen, zijn ze gedeactiveerd via de speciƼeke parameter.
NL
SEGMENTE
FT1
FT2
COS1
COS2
FA
FC
SB
222
VEILIGHEDEN
fotocellen FT1
fotocellen FT2
contactlijst COS1
contactlijst COS2
eindschakelaar opening
eindschakelaar sluiting
greep deblokkering geopend
10.3 TEST Modus
Met de TEST modus kan de activering van de bedieningen en de veiligheden visueel gecontroleerd worden.
De modus kan geactiveerd worden door op de toets TEST te drukken wanneer de automatisering niet in beweging
is. Als de poort in beweging is, zal wanneer op de toets TEST gedrukt wordt een STOP geproduceerd worden. De
volgende druk activeert de TEST modus.
Het knipperlicht en de controlelamp van 'geopende poort' lichten één seconde lang op bij elke activering van de
bediening of de veiligheid.
De display geeft links de status van de bedieningen 5 s lang weer (AP,
CH, PP, PE, OR), ENKEL indien actief.
Voorbeeld: als de bediening van de opening wordt geactiveerd,
verschijnt op de display AP.
De display geeft rechts de status van de veiligheden weer. Het
nummer van de veiligheidsklem in alarm knippert.
Wanneer de poort helemaal is geopend of helemaal is gesloten,
verschijnt op de display )$ of )& wat aanduidt dat de poort zich op
de eindschakelaar van de opening )$ of op de eindschakelaar van de
sluiting )& bevindt.
Voorbeeld: contact van STOP in alarm.
IH
ID
I&
Geen veiligheid in alarm en geen eindschakelaar geactiveerd.
Greep deblokkering of slot geopend.
Het contact van STOP (N.C.) is geopend.
Als geen STOP schakelaar aanwezig is, moet het contact overbrugd worden.
Het contact COS1 (N.C.) van de contactlijst is geopend. Controleer de verbinding. Als
de contactlijst niet aanwezig is, moet hij gedeactiveerd worden .
Het contact COS2 (N.C.) van de contactlijst is geopend. Controleer de verbinding. Als
de contactlijst niet aanwezig is, moet hij gedeactiveerd worden .
Het contact FT1 (N.C.) van de fotocel is geopend. Controleer de verbinding. Als de
fotocel niet aanwezig is, moet ze gedeactiveerd worden .
Het contact FT2 (N.C.) van de fotocel is geopend. Controleer de verbinding. Als de
fotocel niet aanwezig is, moet ze gedeactiveerd worden .
Fout van beide eindschakelaars. Controleer de aansluiting en de regeling van de
eindschakelaars.
Als de poort is geopend, wordt de eindschakelaar van de opening gedetecteerd.
Als de poort is gesloten, wordt de eindschakelaar van de sluiting gedetecteerd.
OPMERKING: Als een of meerdere contacten open staan, open en/of sluit de poort niet.
Als meer dan één veiligheid in alarm is gesteld, zal nadat het eerste probleem is opgelost het alarm van het tweede
verschijnen, enzovoort.
Om de testmodus te onderbreken, moet opnieuw op de toets TEST gedrukt worden.
Na 10 s van inactiviteit geeft de display opnieuw de status van de bedieningen en de veiligheden weer.
10.4 Stand By Modus
De modus wordt geactiveerd na 30 min van inactiviteit. De LED POWER
knippert langzaam.
Om de regeleenheid opnieuw te activeren, moet op een van de toetsen
UP a, DOWN b, +, - gedrukt worden.
POWER
OPMERKING: indien een wachtwoord is gedeblokkeerd (alleen indien
actief) om in te grijpen op de instellingen van de parameters, wordt het
wachtwoord in de modus Stand By automatisch opnieuw geactiveerd.
223
NL
6E(Sb)
11Lering van de slag
Voor een correcte functionering is het noodzakelijk om de lering van de slag uit te voeren.
11.1 Voordat de handelingen worden uitgevoerd
1. Selecteer het model van de geïnstalleerde automatisering met de parameter $.
LEGENDA:
HIGH SPEED Motor
SELECTIE
MODEL
OMKEERBAAR Motor
TYPE
MOTOR
CONFIGURATIES
D
BG30/1600
-
tot 1600 kg
D
BG30/2200
-
tot 2200 kg
D
BG30/1000/HS
tot 1000 kg
zie hoofdstuk 14 "Speciale parameters
voor High Speed"
D
BG30/1400/R
tot 1400 kg
zie hoofdstuk 15 "Speciale parameters
Omkeerbare motoren"
D
BG30/1800/HS
tot 1800 kg
D
BG30/1500/HS
tot 1500 kg
zie hoofdstuk 14 "Speciale parameters voor
High Speed"
zie hoofdstuk 14 "Speciale parameters voor
High Speed"
2. Selecteer de positie van de motor ten opzichte van de opening met de parameter . De parameter is standaard
ingesteld met de motor rechts gemonteerd ten opzichte van de opening, aanzicht binnenzijde.
LINKER OPENING
RECHTS OPENING
3. Regel de eindschakelaars (mechanische en magnetische) zodanig dat, na de activering, de poort iets eerder
stopt ten opzichte van de mechanische aanslag.
EINDSCHAKELAAR SLUITING
EINDSCHAKELAAR OPENING
4. Contacteer dat de dodemansfunctie ($) niet is geactiveerd ($).
NL
OPEN STOP CLOSE
5. Plaats de poort in de gesloten positie.
6. Druk op de toets TEST (zie TEST modus in hoofdstuk 10) en controleer de status van de bedieningen en van de
veiligheden. Als de veiligheden niet zijn geïnstalleerd, moet het contact overbrugd worden of moet de relatieve
parameter (,, , ,en) ervan gedeactiveerd worden.
224
TEST
17
Zie hoofdstukken 16 en 17
No
1 klick
TEST
TEST
GESLOTEN
1 klick
da ta
PROG
tot ...
AP P-
No
1 klick
PROCEDURE
VAN LERING
hoofdstukk 11.2
Druck
Sì
TEST
fC
1 klick
PROCEDURE
VAN LERING
hoofdstukk 11.2
11.2 Procedure van lering
PROG
AP P-
PH A5
x4 s
FO TO
PH A5
AU to
(verschijnt als FT
verbonden en ingeschakeld is)
Wacht ...
JA
AU to
OPENING
GEOPEND
SLUITING
GESLOTEN
• Druk 4 s lang op de toets PROG, op de display verschijnt $3 3.
• Open de greep van de deblokkering, na enkele seconden verschijnt op de display 3+$6. De regeleenheid start
een ijkingsprocedure. Tijdens deze fase worden de bedrijfsparameters van de motor berekend.
• Als de ijking van de motor succesvol is uitgevoerd, knippert 3+$ op de display.
• Sluit de greep van de deblokkering. Nu begint de procedure van de lering.
• Op de display verschijnt )2W2(enkel als de parameters ,,, gedeactiveerd zijn). Verlaat de bundel
van de fotocellen binnen 5 s zodat de procedure niet wordt onderbroken.
• Op de display verschijnt $XWR, en de poort start een manoeuvre van opening aan lage snelheid.
• Wanneer de eindschakelaar van de opening is bereikt, wordt de poort eventjes gestopt. Op de display knippert
$XWR.
• De poort sluit opnieuw tot de eindschakelaar van de sluiting wordt bereikt.
Als de procedure van de lering correct is voltooid, zal de display de bedieningen en de veiligheden weergeven.
NL
Als op de display de volgende foutberichten verschijnen, moet de procedure van de lering herhaald worden:
• QR3+: procedure ijking mislukt.
• $33(: fout lering. Druk op de toets TEST om de fout te wissen en de veiligheid te controleren die in alarm is
gesteld.
• $3 3/: fout lengte slag. Druk op de toets TEST om de fout te wissen, en controleer dat beide poortvleugels
helemaal zijn gesloten voordat een nieuwe lering wordt uitgevoerd.
Zie voor meer informatie hoofdstuk 17 “Signalering alarmen en storingen”.
225
12 Inhoudsopgave van de parameters
PARAM. FABRIEKSWAARDE
BESCHRIJVING
ZIE HOOFD. 13 Selectie model automatisering
$
$
Automatische hersluiting na pauzetijd (vanaf poort helemaal geopend)
228
$
$
$
$
$
$
228
228
228
228
229
229
Automatische hersluiting na onderbreking netvoeding (black-out)
Selectie functionering bediening stap-stap (PP)
Voorknipperen
Servicefunctie op bediening van gedeeltelijke opening (PED)
Activering dodemansfunctie
Controlelamp poort geopend / testfunctie fotocellen en "battery saving"
Afstelling vertraging tijdens het manoeuvre van de opening (en de sluiting
BG30/1600 en BG30/2200)
Afstelling vertraging tijdens het manoeuvre van de sluiting (alleen High Speed
en Omkeerbare motoren )
Afstelling van de aandrukruimte op de eindschakelaar van de opening aan constante snelheid
Afstelling van de aandrukruimte op de eindschakelaar van de sluiting aan constante snelheid
Afstelling gedeeltelijke opening (%)
Bedrijfsmodus uitgang COR
Afstelling automatische sluitingstijd
Activering beheer opening met uitsluiting van de automatische hersluiting
Afstelling van de tijd van omkering beweging na ingreep van contactlijst of
detectie obstakels (antiverplettering)
Afstelling motorkoppel
Afstelling gevoeligheid ingreep op obstakels
Afstelling acceleratie bij start bij opening (en sluiting BG30/1600 en
BG30/2200)
Afstelling acceleratie bij start bij sluiting (alleen High Speed en Omkeerbare
motoren)
Activering maximum koppel bij start
Afstelling motorkoppel tijdens fase van recuperatie positie
Afstelling openingssnelheid (en sluiting BG30/1600 e BG30/2200)
NL
226
PAGINA
228
229
229
229
229
229
229
229
230
230
230
230
230
230
230
231
231
Afstelling sluitingssnelheid (alleen High Speed en Omkeerbare motoren)
231
Afstelling aandruksnelheid bij einde manoeuvre
Instelling van het aantal pogingen van automatische hersluiting na ingreep
van contactlijst of detectie obstakels (antiverplettering)
Instelling bedrijfsmodus fotocel bij opening (FT1)
Instelling bedrijfsmodus fotocel bij sluiting (FT1)
Bedrijfsmodus fotocel (FT1) bij gesloten poort
Instelling bedrijfsmodus fotocel bij opening (FT2)
Instelling bedrijfsmodus fotocel bij sluiting (FT2)
Bedrijfsmodus fotocel (FT2) bij gesloten poort
Activering van bediening van sluiting 6 s na de ingreep van de fotocel (FT1-FT2)
Afstelling van de stopruimte van de motor
Selectie van de positie van installatie van de motor ten opzichte van de opening,
aanzicht binnenzijde
231
231
231
231
231
232
232
232
232
232
232
PARAM. FABRIEKSWAARDE
BESCHRIJVING
ConƼguratie contactlijst COS1
ConƼguratie contactlijst COS2
ConƼguratie 1° radiokanaal (PR1)
ConƼguratie 2° radiokanaal (PR2)
ConƼguratie intermittentie knipperlicht
Selectie bedrijfsmodus welkomstverlichting
ConƼguratie contact klok
Activering van gegarandeerde sluiting/opening
Afstelling tijdsduur activering gegarandeerde sluiting/opening
Activering bediening van de sluiting na ingreep van de fotocellen (FT)
Selectie beheer werking op batterij
Selectie van de begrenzingen in de werking met batterij
Reset van de standaard fabriekswaarde
Q
Versie HW
Q
Productiejaar
Q
Productieweek
Q
Q
Serienummer
Q
Q
Versie FW
235
Weergave teller uitgevoerde manoeuvres
Weergave urenteller manooeuvres
Weergave teller dagen inschakeling
Wachtwoord
Bescherming wijziging wachtwoord
235
235
235
235
235
235
235
235
235
235
235
NL
R
R
R
K
K
G
G
3
3
3
3
&3
PAGINA
232
232
233
233
233
233
233
233
234
234
234
234
234
235
235
235
235
235
235
235
227
13 Menu parameters
PARAMETER
$
WAARDE
PARAMETER
Selectie model automatisering
OPGELET! Een verkeerde instelling van storingen van de werking van de automatisering veroorzaken. OPMERKING: indien
de standaard fabrieksparameters worden gereset, moet de waarde van de parameter handmatig opnieuw ingesteld worden.
BG30/1600 - ONOMKEERBARE motor voor vleugel van 1600 kg max.
BG30/2200 - ONOMKEERBARE motor voor vleugel van 2200 kg max.
BG30/1000/HS - ONOMKEERBARE motor High Speed voor vleugel van 1000 kg max (zie hoofdstuk 14
"Speciale parameters voor High Speed).
BG30/1400/R - OMKEERBARE voor vleugel van 1400 kg max (zie hoofdstuk 15 "Speciale parameters voor
OMKEERBARE motor).
BG30/1800/HS - ONOMKEERBARE motor High Speed voor vleugel van 1800 kg max (zie hoofdstuk 14
"Speciale parameters voor High Speed).
BG30/1500/HS - ONOMKEERBARE motor High Speed voor vleugel van 1500 kg max (zie hoofdstuk 14
"Speciale parameters voor High Speed).
$ Automatische hersluiting na pauzetijd (vanaf poort helemaal geopend)
Gedeactiveerd.
Van 1 tot 15 pogingen van hersluiting (na ingreep van de fotocellen). Wanneer het ingestelde aantal pogingen is
vervallen, blijft de poort open staan.
De poort zal onbeperkt proberen te sluiten.
$ Automatische hersluiting na onderbreking netvoeding (black-out)
Gedeactiveerd. Wanneer de netvoeding opnieuw wordt geactiveerd, zal de poort NIET sluiten.
Geactiveerd. Als de poort NIET helemaal is geopend, zal ze, wanneer de netvoeding opnieuw wordt geactiveerd,
sluiten na een voorknippertijd van 5 s (onafhankelijk van de waarde die is ingesteld in de parameter $).
De hersluiting gebeurt in de modus “herstel positie” (zie hoofdstuk 20).
$ Selectie functionering bediening stap-stap (PP)
NL
Opening-stop-sluiting-stop-opening-stop-sluiting...
Servicefunctie: de poort opent en sluit na de ingestelde tijd van de automatische sluiting.
De tijd van de automatische sluiting wordt hernieuwd als een nieuwe bediening van stap-stap wordt gegeven.
Tijdens de opening wordt de bediening van stap-stap verwaarloosd. Op deze manier kan de poort helemaal geopend worden, en wordt de ongewenste sluiting vermeden. Als de automatische hersluiting ($) is gedeactiveerd,
activeert de servicefunctie automatisch een poging van hersluiting $ .
Servicefunctie: de poort opent en sluit na de ingestelde tijd van de automatische sluiting.
De automatische sluitingstijd wordt NIET hernieuwd wanneer een nieuwe bediening van stap-stap wordt gegeven.
Tijdens de opening wordt de bediening van stap-stap verwaarloosd. Op deze manier kan de poort helemaal geopend worden, en wordt de ongewenste sluiting vermeden. Als de automatische hersluiting ($) is gedeactiveerd,
activeert de servicefunctie automatisch een poging van hersluiting $ .
Opening-sluiting-opening-sluiting.
Opening-sluiting-stop-opening.
D Voorknipperen
Gedeactiveerd. Het knipperlicht wordt geactiveerd tijdens het manoeuvre van de opening en de sluiting.
Van 1 tot 10 s voorknipperen vóór elk manoeuvre.
5 s voorknipperen vóór het manoeuvre van de sluiting.
D Servicefuntie op bediening van gedeeltelijke opening (PED)
228
Gedeactiveerd. De poort wordt gedeeltelijk geopend in de modus stap-stap: opening-stop-sluiting-stop-opening...
Geactiveerd. Tijdens de opening wordt de bediening van gedeeltelijke opening (PED) verwaarloosd.
D Activering dodemansfunctie.
Gedeactiveerd.
Geactiveerd. De poort functioneert wanneer de bedieningen opening (AP) of sluiting (CH) ingedrukt worden gehouden. Wanneer de bediening wordt losgelaten, wordt de beweging van de poort gestopt.
D Controlelamp poort geopend / testfunctie fotocellen en "battery saving"
De controlelamp is uit wanneer de poort is gesloten. De controlelamp licht vast op tijdens de manoeuvres en wanneer
de poort is geopend.
De controlelamp knippert langzaam tijdens het manoeuvre van de opening. De controlelamp licht vast op wanneer
de poort helemaal is geopend. De controlelamp knippert snel tijdens het manoeuvre van de sluiting. De poort is
gestopt in een tussenpositie, de controlelamp gaat twee maal uit elke 15 s.
Stel in op als de uitgang SC wordt gebruikt als test fotocellen. Zie afb. 7-8.
Stel in op als de uitgang SC wordt gebruikt als “battery saving”. Zie afb. 9-10.
Wanneer de poort helemaal is geopend of gesloten, deactiveert de regeleenheid de accessoires die zijn aangesloten op de klem SC om het verbruik van de batterij te beperken.
Stel in op als de uitgang SC wordt gebruikt als “battery saving” en test fotocellen. Zie afb. 9-10.
Afstelling vertraging tijdens het manoeuvre van de OPENING en SLUITING
Zie hoofdstukken 14 en 15
01= de poort vertraagt nabij de eindschakelaar ... 05= de poort vertraagt met veel anticipatie ten opzichte van de
eindschakelaar
Afstelling van de aandrukruimte op de eindschakelaar van de opening aan
constante snelheid
OPMERKING: de snelheid van het manoeuvre wordt geregeld door de parameter . Na de vertraging beweegt de
poort aan constante snelheid tot de eindschakelaar wordt bereikt.
Afstelling van de aandrukruimte op de eindschakelaar van de sluiting aan
constante snelheid
OPMERKING: de snelheid van het manoeuvre wordt geregeld door de parameter . Na de vertraging beweegt de
poort aan constante snelheid tot de eindschakelaar wordt bereikt.
01= laatste 3 cm; 02= laatste 6 cm; ... 40= laatste 120 cm. Voorbeeld: 100 cm ruimte = waarde .
Afstelling gedeeltelijke opening (%)
OPMERKING: de parameter is standaard ingesteld op 50% (de helft van de totale slag)
van 10% tot 99% van de totale slag
Bedrijfsmodus uitgang COR
STANDAARD werking beheerd door de parameter
Contact gesloten als de handgreep voor de ontgrendeling correct is gesloten (met de sleutel in de gesloten positie
gedraaid).
Contact geopend door storing: motor ontgrendeld en/of sleutel in de open positie gedraaid.
Contact gesloten als de motor wordt gevoed via het stroomnet of de geladen batterij.
Contact geopend door storing: motor gevoed via batterij bijna leeg (spanningsniveau ingesteld via par. ) of met
alarmsignalering EW/2 (de regeleenheid aanvaardt geen bedieningen meer).
Contact gesloten als geen enkele van de abnormale situaties 1 en 2 zich voordoet.
Contact geopend als minstens één van de abnormale situaties 1 en 2 zich voordoet
Contact gesloten als de poort niet helemaal is geopend.
Contact geopend als de poort helemaal is geopend.
Contact gesloten als de poort niet helemaal is gesloten.
Contact geopend als de poort helemaal is gesloten.
automatische sluitingstijd
Afstelling
Het tellen begint wanneer de poort is geopend, en duurt zolang de ingestelde tijd. Nadat de tijd is verstreken, wordt
de poort automatisch gesloten. Wanneer de fotocellen ingrijpen, begint het tellen van de tijd opnieuw.
van 00 tot 90 s pauze.
van 2 tot 9 min pauze.
229
NL
beheer opening met uitsluiting van de automatische hersluiting.
Activering
Indien geactiveerd, geldt de uitsluiting van de automatische hersluiting enkel voor de bediening die is geselecteerd
door de parameter. Voorbeeld: als is ingesteld, wordt de automatische hersluiting uitgesloten na een bediening AP terwijl de automatische hersluiting wordt geactiveerd na de bedieningen PP en PED.
OPMERKING: De bediening dient voor de activering van de sequentie opening-stop-sluiting of sluiting-stop-opening.
Gedeactiveerd.
Een bediening AP (opening) activeert het manoeuvre van de opening. Wanneer de poort helemaal is geopend, is de
automatische hersluiting uitgesloten. Een volgende bediening AP (opening) activeert het manoeuvre van de sluiting.
Een bediening PP (stap-stap) activeert het manoeuvre van de opening. Wanneer de poort helemaal is geopend, is de
automatische hersluiting uitgesloten. Een volgende bediening PP (stap-stap) activeert het manoeuvre van de sluiting.
Een bediening PED (gedeeltelijke opening) activeert het manoeuvre van de gedeeltelijke opening. De automatische
hersluiting is uitgesloten. Een volgende bediening PED (gedeeltelijke opening) activeert het manoeuvre van de sluiting.
Afstelling van de tijd van omkering beweging na ingreep van contactlijst of
detectie obstakels (antiverplettering).
Regelt de tijd van het manoeuvre van de omkering na de ingreep van de contactlijst of van het detectiesysteem
van obstakels.
De stop van de poort, na de omkering als gevolg van de ingreep van de contactlijst of van de detectie van een
obstakel, gebeurt aan de vertragingssnelheid van einde manoeuvre. De tijdsduur van de omkering zal iets langer
zijn dan de ingestelde.
van 0 tot 60 s.
motorkoppel
Afstelling
Wanneer de waarden van de parameter worden vergroot of verkleind, wordt een toename of afname van het motorkoppel
veroorzaakt en moet derhalve de gevoeligheid van de ingreep op obstakels afgesteld worden.
Er wordt aanbevolen om ENKEL waarden van minder dan te gebruiken voor zeer lichte installaties en die niet
worden blootgesteld aan ongunstige weersomstandigheden (sterke wind of koude temperaturen).
01= -35%; 02= -25%; 03= -16%; 04= -8% (afname van het motorkoppel = grotere gevoeligheid).
05= 0%.
06= +8%; 07= +16%; 08= +25%; 09= +35% (toename van het motorkoppel = kleinere gevoeligheid).
Afstelling gevoeligheid ingreep op obstakels
Als de reactietijd op de kracht van de impact op de obstakels te lang is, moet de waarde van de parameter verkleind
worden. Als de kracht van de impact op de obstakels te groot is, moet de waarde van de parameter verkleind
worden.
Laag motorkoppel:
01 = minimum kracht impact op obstakels ... 10 = maximum kracht impact op obstakels.
OPMERKING: gebruik deze instellingen enkel als de waarden van het medium motorkoppel niet geschikt zijn voor
de installatie.
Medium motorkoppel Deze instelling wordt aanbevolen voor de afstelling van de bedrijfskrachten.
11 = minimum kracht impact op obstakels ... 16 = maximum kracht impact op obstakels.
Motorkoppel aan 70% van de maximum waarde, tijdsduur ingreep 1 s. Het is verplicht om de contactlijst te gebruiken.
Motorkoppel aan 80% van de maximum waarde, tijdsduur ingreep 2 s. Het is verplicht om de contactlijst te gebruiken.
Maximum motorkoppel, tijdsduur ingreep 3 s. Het is verplicht om de contactlijst te gebruiken.
Maximum motorkoppel, tijdsduur ingreep 5 s. Het is verplicht om de contactlijst te gebruiken.
Afstelling van de acceleratie bij de start van tijdens het manoeuvre van de
opening en de sluiting.
NL
Zie hoofdstukken 14 en 15
01= de poort accelereert snel bij de start... 05= de poort accelereert langzaam en geleidelijk aan bij de start.
maximum koppel bij start
Activering
Als deze parameter wordt geactiveerd, wordt bij elke start van de motor het maximum koppel geactiveerd gedurende een
maximum tijd van 5 s of voor de tijd die noodzakelijk is voor een opening van de poort van ongeveer 65 cm.
OPMERKING: voor de motoren High Speed en OMKEERBARE motor is een startkoppel van 2 s bij elke start geactiveerd, onafhankelijk van de instelling van de parameter .
230
Gedeactiveerd.
ENKEL geactiveerd bij de start in opening (inclusief de fase van de recuperatie van de positie). In sluiting is het
startkoppel enkel geactiveerd als de positie onbekend is en als de poort zich op meer dan 2 meter van de complete
sluiting bevindt.
Geactiveerd bij elke start (inclusief de fase van de recuperatie van de positie).
motorkoppel tijdens fase van recuperatie positie
Afstelling
Regel het motorkoppel met behulp van de parameter als, tijdens de fase van de recuperatie van de positie, de
waarden die zijn ingesteld in de parameters en ongeschikt zouden zijn om te garanderen dat de poort het
manoeuvre kan voltooien.
Als de fase van de recuperatie van de positie niet wordt voltooid, hervat de poort zijn normale werking niet.
De ingreep van de detectie van het obstakel wordt uitsluitend geregeld door de waarden die zijn ingesteld in de
parameters en .
De ingreep van de detectie van het obstakel wordt geregeld door de waarden die zijn ingesteld in de parameters en
, en door de maximum stroomwaarde die is gememoriseerd tijdens de fase van de lering van de slag.
De ingreep van de detectie van het obstakel bedraagt 70% van het maximum koppel voor een tijdsduur van de ingreep
van 1 s.
De ingreep van de detectie van het obstakel bedraagt 80% van het maximum koppel voor een tijdsduur van de ingreep van 2 s.
De ingreep van de detectie van het obstakel bedraagt 100% van het maximum koppel voor een tijdsduur van de ingreep van 3 s.
De ingreep van de detectie van het obstakel bedraagt 100% van het maximum koppel voor een tijdsduur van de ingreep van 5 s.
openingssnelheid en sluitingssnelheid (%)
Afstelling
OPMERKING: de regeling van de snelheid met betrekking tot het model van de gemonteerde motor is automatisch
verdeeld in 10 gelijke delen.
Zie hoofdstukken 14 en 15
01= 6 m/min ... 10= maximum snelheid.
aandruksnelheid bij einde manoeuvre
Afstelling
Nadat de fase van de vertraging is voltooid, beweegt de poort aan een constante snelheid tot de eindschakelaar
wordt bereikt. De ruimte wordt geregeld door de parameters en .
01= 2 m/min; 02= 2,5 m/min; 03= 3 m/min; 04= 3,5 m/min; 05= 4 m/min.
Instelling van het aantal pogingen van automatische hersluiting na ingreep
van contactlijst of detectie obstakels (antiverplettering)
Geen poging van automatische hersluiting.
Van 1 tot 3 pogingen van automatische hersluiting.
De automatische hersluiting gebeurt enkel als de poort helemaal is gesloten.
Er wordt aanbevolen om een waarde in te stellen die kleiner of gelijk aan de parameter $ is.
Instelling bedrijfsmodus fotocel FT1 bij opening
GEDEACTIVEERD. De fotocel is niet actief of is niet geïnstalleerd.
STOP. De poort stopt de beweging en blijft gestopt tot de volgende bediening wordt gegeven.
ONMIDDELLIJKE OMKERING. Als de fotocel wordt geactiveerd gedurende het manoeuvre van de opening wordt de
bewegingsrichting van de poort onmiddellijk omgekeerd.
TIJDELIJKE STOP. De poort stopt de beweging zolang de fotocel is verduisterd. Wanneer de fotocel wordt bevrijd,
wordt de poort verder geopend.
UITGESTELDE OMKERING. Wanneer de fotocel wordt verduisterd, wordt de beweging van de poort gestopt. Wanneer
de fotocel wordt bevrijd, wordt de poort gesloten.
Instelling bedrijfsmodus fotocel FT1 bij sluiting
GEDEACTIVEERD. De fotocel is niet actief of is niet geïnstalleerd.
STOP. De poort stopt de beweging en blijft gestopt tot de volgende bediening wordt gegeven.
ONMIDDELLIJKE OMKERING. Als de fotocel wordt geactiveerd gedurende het manoeuvre van de sluiting wordt de
bewegingsrichting van de poort onmiddellijk omgekeerd.
TIJDELIJKE STOP. De poort stopt de beweging zolang de fotocel is verduisterd. Wanneer de fotocel wordt bevrijd,
wordt de poort verder gesloten.
UITGESTELDE OMKERING. Wanneer de fotocel wordt verduisterd, wordt de beweging van de poort gestopt. Wanneer de fotocel wordt bevrijd, wordt de poort geopend.
fotocel FT1 bij gesloten poort
Bedrijfsmodus
OPMERKING: De parameter is niet zichtbaar als $ of $ of $ wordt ingesteld.
Wanneer de fotocel is verduisterd, kan de poort niet geopend worden.
De poort wordt geopend wanneer een bediening van opening wordt ontvangen ook al is de fotocel verduisterd.
De verduisterde fotocel zendt de bediening van opening van de poort.
231
NL
Instelling bedrijfsmodus fotocel FT2 bij opening
GEDEACTIVEERD. De fotocel is niet actief of is niet geïnstalleerd.
STOP. De poort stopt de beweging en blijft gestopt tot de volgende bediening wordt gegeven.
ONMIDDELLIJKE OMKERING. Als de fotocel wordt geactiveerd gedurende het manoeuvre van de opening wordt de
bewegingsrichting van de poort onmiddellijk omgekeerd.
TIJDELIJKE STOP. De poort stopt de beweging zolang de fotocel is verduisterd. Wanneer de fotocel wordt bevrijd,
wordt de poort verder geopend.
UITGESTELDE OMKERING. Wanneer de fotocel wordt verduisterd, wordt de beweging van de poort gestopt. Wanneer de fotocel wordt bevrijd, wordt de poort gesloten.
Instelling bedrijfsmodus fotocel FT2 bij sluiting
GEDEACTIVEERD. De fotocel is niet actief of is niet geïnstalleerd.
STOP. De poort stopt de beweging en blijft gestopt tot de volgende bediening wordt gegeven.
ONMIDDELLIJKE OMKERING. Als de fotocel wordt geactiveerd gedurende het manoeuvre van de sluiting wordt de
bewegingsrichting van de poort onmiddellijk omgekeerd.
TIJDELIJKE STOP. De poort stopt de beweging zolang de fotocel is verduisterd. Wanneer de fotocel wordt bevrijd,
wordt de poort verder gesloten.
UITGESTELDE OMKERING. Wanneer de fotocel wordt verduisterd, wordt de beweging van de poort gestopt.
Wanneer de fotocel wordt bevrijd, wordt de poort geopend.
fotocel FT2 bij gesloten poort
Bedrijfsmodus
OPMERKING: De parameter is niet zichtbaar als $ of $ of $ wordt ingesteld.
Wanneer de fotocel is verduisterd, kan de poort niet geopend worden.
De poort wordt geopend wanneer een bediening van opening wordt ontvangen ook al is de fotocel verduisterd.
De verduisterde fotocel zendt de bediening van opening van de poort.
van bediening van sluiting 6 s na de ingreep van de fotocel (FT1-FT2)
Activering
De parameter is niet zichtbaar als $ of $ wordt ingesteld. OPMERKING: indien de fotocellen worden verdu
isterd tijdens de opening, begint de telling van 6 seconden wanneer de vluegels helemaal zijn geopend
Gedeactiveerd.
Geactiveerd. Wanneer de fotocellen FT1 worden verduisterd, wordt na 6 seconden een bediening van sluiting geactiveerd.
Geactiveerd. Wanneer de fotocellen FT2 worden verduisterd, wordt na 6 seconden een bediening van sluiting geactiveerd.
Afstelling van de stopruimte van de motor
01= snel afremmen/kleine stopruimte... 05= zacht afremmen/grotere stopruimte
Selectie van de positie van installatie van de motor ten opzichte van de opening, aanzicht binnenzijde
OPMERKING: Bij elke variatie van de parameter geeft de display het bericht van verzoek om positiegegevens GDWD weer.
Druk op de toets PROG zodat $33 verschijnt op de display, en herhaal de procedure van de lering (zie hoofdstuk 11.2.
OPMERKING: indien de standaard fabrieksparameters worden gereset, moet de waarde van de parameter handmatig
opnieuw ingesteld worden.
Motor links gemonteerd.
Motor rechts gemonteerd.
ConƼguratie contactlijst COS1
NL
Contactlijst NIET GEÏNSTALLEERD.
Contact N.C. (Normally Closed). De beweging van de poort wordt enkel omgekeerd bij de opening.
Contact met weerstand van 8k2. De beweging van de poort wordt enkel omgekeerd bij de opening.
Contact N.C. (Normally Closed). De beweging van de poort wordt altijd omgekeerd.
Contact met weerstand van 8k2. De beweging van de poort wordt altijd omgekeerd.
ConƼguratie contactlijst COS2
232
Contactlijst NIET GEÏNSTALLEERD.
Contact N.C. (Normally Closed). De beweging van de poort wordt enkel omgekeerd bij de sluiting.
Contact met weerstand van 8k2. De beweging van de poort wordt enkel omgekeerd bij de sluiting.
Contact N.C. (Normally Closed). De beweging van de poort wordt altijd omgekeerd.
Contact met weerstand van 8k2. De beweging van de poort wordt altijd omgekeerd.
ConƼguratie 1° radiokanaal (PR1) OPMERKING: Met ontvanger ROGER TECHNOLOGY met koppeling.
ConƼguratie 2° radiokanaal (PR2) OPMERKING: Met ontvanger ROGER TECHNOLOGY met koppeling.
STAP STAP.
GEDEELTELIJKE OPENING.
OPENING.
SLUITING.
STOP.
Welkomstverlichting. De uitgang COR wordt bestuurd door de afstandsbediening. Het licht blijft vast oplichten
zolang de afstandsbediening actief is. De parameter wordt verwaarloosd.
Welkomstverlichting ON-OFF. De uitgang COR wordt bestuurd door de afstandsbediening.
De afstandsbediening schakelt de welkomstverlichting in/uit. De parameter wordt verwaarloosd.
STAP STAP met veiligheidsbevestiging (1).
GEDEELTELIJKE OPENING met veiligheidsbevestiging (1).
OPENING met veiligheidsbevestiging (1).
SLUITING met veiligheidsbevestiging (1).
(1)
Om te vermijden dat een onvrijwillige druk op een toets van de afstandsbediening onterecht de poort activeert, wordt een veiligheidsbevestiging gevraagd om de bediening te activeren. Voorbeeld: parameters en ingesteld:
• Wanneer op de toets CHA van de afstandsbediening wordt gedrukt, wordt de functie stap-stap geselecteerd die binnen 2 s na de druk
op de toets CHB van de afstandsbediening moet bevestigd worden. Wanneer op de toets CHB wordt gedrukt, wordt de gedeeltelijke
opening geactiveerd.
ConƼguratie intermittentie knipperlicht
De intermittentie wordt elektronisch bestuurd door het knipperlicht.
Langzame intermittentie.
Langzame intermittentie bij de opening, snel bij de sluiting.
Selectie bedrijfsmodus welkomstverlichting
Gedeactiveerd.
IMPULSIEF. De verlichting wordt kort geactiveerd bij het begin van elk manoeuvre.
ACTIEF. De verlichting wordt geactiveerd zolang het manoeuvre duurt.
van 3 tot 90 s. De verlichting blijft actief tot het einde van het manoeuvre, voor de ingestelde tijdsduur.
van 2 tot 9 minuten. De verlichting blijft actief tot het einde van het manoeuvre, voor de ingestelde tijdsduur.
guratie contact klok (ORO).
ConƼ
Wanneer de functie van de klok wordt geactiveerd, wordt de poort geopend en blijft ze open voor de tijd die is
geprogrammeerd door de klok. Wanneer de geprogrammeerde tijd is verstreken, geprogrammeerd door de externe
inrichting (klok), wordt de poort gesloten.
Wanneer de functie van de klok wordt geactiveerd, wordt de poort geopend en blijft ze open. Elke bediening wordt verwaarloosd.
Wanneer de functie van de klok wordt geactiveerd, wordt de poort geopend en blijft ze open. Elke bediening wordt
aanvaard. Wanneer de poort opnieuw helemaal is geopend, wordt de functie van de klok opnieuw geactiveerd.
lige bedieningen.
De functie wordt NIET geactiveerd wanneer:
• de poort een bediening van STOP ontvangt.
• de gevoelige rand grijpt in wanneer een obstakel wordt gedetecteerd in dezelfde richting waar de functie is
geactiveerd. Als de gevoelige rand een obstakel detecteert gedurende de tegenovergestelde beweging van
diegene die is gegarandeerd, wordt de functie actief gehouden.
• de pogingen van hersluiting ingesteld door de parameter $ zijn op.
• de controle van de positie is verloren (recupereer de positie, zie hoofdstuk ).
Gedeactiveerd. De parameter wordt niet weergegeven.
Gegarandeerde sluiting geactiveerd. Na een tijdsduur die is ingesteld door de parameter activeert de regeleenheid
5 s lang het voorknipperen, onafhankelijk van de parameter $, waarna de poort wordt gesloten.
Gegarandeerde sluiting en opening geactiveerd.
Als de beweging van de poort wordt gestopt na een bediening stap-stap, na een tijdsduur die is ingesteld door de parameter , activeert de regeleenheid 5 s lang het voorknipperen (onafhankelijk van de parameter $) waarna de poort wordt
gesloten. Als de beweging van de poort wordt gestopt tijdens het manoeuvre van de sluiting, als gevolg van de ingreep
van het detectiesysteem van obstakels, wordt de poort gesloten na een tijdsduur die is ingesteld door de parameter .
Als de beweging van de poort wordt gestopt tijdens het manoeuvre van de opening, als gevolg van de ingreep van het detectiesysteem van obstakels, wordt de poort gesloten na een tijdsduur die is ingesteld door de parameter .
233
NL
van gegarandeerde sluiting/opening
Activering
De activering van deze parameter garandeert dat de poort niet blijft open staan als gevolg van foute en/of onvrijwil-
tijdsduur activering gegarandeerde sluiting/opening
Afstelling
OPMERKING: De parameter is niet zichtbaar als de parameter = .
Van 2 tot 90 s wachttijd.
Van 2 tot 9 min wachttijd.
Selectie beheer werking op batterij
Als een andere waarde dan wordt ingesteld, wordt een controle geactiveerd op het spanningsniveau van de
batterij. Het is mogelijk om het gewenste type van functionaliteit te selecteren voor de parameter en een
signalering te activeren via de uitgang COR naar de parameter .
De regeleenheid aanvaardt altijd de bedieningen tot de batterij helemaal leeg is.
De controle wordt geactiveerd als de batterijspanning onder de minimum limiet daalt (22Vdc voor batterij 2x12Vdc)
De controle wordt geactiveerd als de batterijspanning onder de tussenlimiet daalt (23Vdc voor batterij 2x12Vdc)
De controle wordt geactiveerd als de batterijspanning onder de maximum limiet daalt (24Vdc voor batterij 2x12Vdc)
Selectie van de begrenzingen bij de werking op batterij.
OPMERKING: de parameter is enkel zichtbaar als par. anders is dan
Geen begrenzing van de bedieningen, wanneer de batterijspanning onder de geselecteerde limiet daalt. Het is mogelijk
om een signalering te activeren via de uitgang COR (als de parameters en correct zijn ingesteld).
Wanneer de batterijspanning de met par. geselecteerde limiet bereikt, aanvaardt de regeleenheid enkel
bedieningen van de opening en nooit de bediening van hersluiting.
Wanneer de batterijspanning de met par. geselecteerde limiet bereikt, opent de regeleenheid na 5 s voorknipperen
automatisch de stang van de barrière en aanvaardt ze enkel de bediening van de sluiting.
Ze aanvaardt enkel de bedieningen van de sluiting, ook al is de ingang ORO actief en is de parameter .
Selectie van het type van batterij en begrenzing van het verbruik
OPMERKING: Een ONGESCHIKTE instelling van deze parameter veroorzaakt, wanneer de netspanning ontbreekt,
de blokkering van de functies, en op de display verschijnt het bericht EW/2 (indien of ingesteld en batterij
2x12Vdc) of een signalering E RG.
Batterij 24Vdc (2x12V). Afname van de acceleraties/deceleraties/snelheid geactiveerd, voor de toename van de duur
van de batterij.
Batterij 36Vdc (3x12V). Afname van de acceleraties/deceleraties/snelheid geactiveerd, voor de toename van de duur van
de batterij. - NIET SELECTEREN. TOEKOMSTIG GEBRUIK Batterij 36Vdc (3x12V). Geen begrenzing van de prestaties, maximum verbruik van de batterij. - NIET SELECTEREN.
TOEKOMSTIG GEBRUIK -
van de standaard fabriekswaarde
Reset
OPMERKING: Deze procedure is enkel mogelijk als GEEN wachtwoord ter bescherming van de gegevens is ingesteld.
+
P1
P2
-
x4 s
NL
Opgelet! De reset wist elke eerder uitgevoerde selectie, behalve de parameter $: controleer of alle parameters
geschikt zijn voor de installatie.
De standaard fabriekswaarden kunnen ook gereset worden door de toetsen + (plus) en - (min) te gebruiken zoals
vervolgens wordt aangeduid:
• Schakel de voeding uit.
• Druk op de toetsen + (plus) en - (min), en houd ze ingedrukt om de voeding in te schakelen.
• Op de display knippert U(V na 4 s.
• De standaard fabriekswaarden zijn gereset.
234
IdentiƼcatienummer
Q
Q
Q
Q
Q
Q
Q
Het identiƼcatienummer bestaat uit de waarden van de parameters van Q tot Q.
OPMERKING: de waarden die zijn aangeduid in de tabel zijn puur indicatief
Versie HW
Productiejaar
Productieweek
Voorbeeld:
Serienummer
Versie FW
Weergave teller manoeuvres
Het nummer bestaat uit de waarden van de parameters van R tot R vermenigvuldigd met 100.
OPMERKING: de waarden die zijn aangeduid in de tabel zijn puur indicatief
R
R
R
Uitgevoerde manoeuvres
Voorbeeld: x100 = 1.234.500 manoeuvres
Weergave urenteller manooeuvres
Het nummer bestaat uit de waarden van de parameters van K tot K.
OPMERKING: de waarden die zijn aangeduid in de tabel zijn puur indicatief
K
K
Uren manoeuvres
Voorbeeld: = 123 uur
Weergave teller dagen inschakeling regeleenheid
Het nummer bestaat uit de waarden van de parameters van G tot G.
OPMERKING: de waarden die zijn aangeduid in de tabel zijn puur indicatief
G
G
Dagen inschakeling
Voorbeeld: = 123 dagen
Wachtwoord
3
3
3
3
Wanneer het wachtwoord is geactiveerd (&3=) kunnen de parameters weergegeven worden maar kunnen de
waarden NIET gewijzigd worden.
Het wachtwoord is eenduidig: één wachtwoord kan dus de automatisering besturen.
OPGELET: Als het wachtwoord wordt verloren, moet de assistentidienst gecontacteerd worden.
Procedure activering wachtwoord:
• Voer de gewenste gegevens in de parameters 3, 3, 3 en 3.
• Met de toetsen UP a en/of DOWN b wordt de parameter &3 weergegeven.
• Druk 4 s lang op de toetsen + en -.
• Wanneer de display knippert, is het wachtwoord gememoriseerd.
• Schakel de regeleenheid uit en opnieuw in. Controleer of het wachtwoord is geactiveerd (&3=).
Procedure wachtwoord wissen:
• Voer het wachtwoord in (&3=).
• Memoriseer de waarden van 3, 3, 3, 3 =
• Met de toetsen UP a en/of DOWN b wordt de parameter &3 weergegeven.
• Druk 4 s lang op de toetsen + en -.
• Wanneer de display knippert, is het wachtwoord gewist (de waarden 3 , 3 , 3 en 3 betekenen
“wachtwoord afwezig”).
• Schakel de regeleenheid uit en opnieuw in (&3=).
&3 Wijziging wachtwoord
Bescherming gedeactiveerd.
Bescherming geactiveerd.
235
NL
Procedure tijdelijke deblokkering:
• Voer het wachtwoord in.
• Controleer dat &3= .
14 Speciale parameters serie HIGH SPEED
De serie BG30/HS (High Speed) vertegenwoordigt de lijn van de digitale Brushless schuifsystemen
aan hoge snelheid voor schuifpoorten tot 1000 kg, 1500 kg of 1800 kg, uitsluitend bestemd voor de
residentiële en de industriële sector.
Dankzij de High Speed technologie kan de automatisering 100% sneller bestuurd worden dan
traditionele automatiseringen, met de mogelijkheid om de snelheid, de acceleratie, de vertragingen
en de relatieve beveiligingen afzonderlijk te besturen.
OPMERKING: Er wordt aanbevolen om contactlijsten te gebruiken om de maximale veiligheid van de installatie
te garanderen.
Hieronder worden bijkomende parameters aangeduid betreffende de activering van de High Speed technologie.
D
Selectie model automatisering
De parameter is in de fabriek ingesteld door ROGER TECHNOLOGY.
OPGELET! De fabriekswaarde is al ingesteld om de motor te gebruiken in de versie met hoge snelheid (High Speed).
Indien deze parameter wordt gewijzigd, zullen alle kenmerken en de functies van de motor met hoge snelheid verloren
worden.
De automatisering zal niet geheel doeltreffend kunnen functioneren, en het kan zijn dat zich storingen van de werking
voordoen.
OPMERKING: indien de standaard fabrieksparameters worden gereset, moet de waarde van de parameter handmatig
opnieuw ingesteld worden.
BG30/1600 - ONOMKEERBARE motor voor vleugel van 1600 kg max.
BG30/2200 - ONOMKEERBARE motor voor vleugel van 2200 kg max.
BG30/1000/HS - ONOMKEERBARE motor High Speed voor vleugel van 1000 kg max
BG30/1400/R - OMKEERBARE voor vleugel van 1400 kg max
BG30/1800/HS - ONOMKEERBARE motor High Speed voor vleugel van 1800 kg max
BG30/1500/HS - ONOMKEERBARE motor High Speed voor vleugel van 1500 kg max
Afstelling vertraging tijdens het manoeuvre van de opening
Afstelling vertraging tijdens het manoeuvre van de sluiting
01= de poort vertraagt nabij de eindschakelaar ...
05= de poort vertraagt met veel anticipatie ten opzichte van de eindschakelaar.
Afstelling van de acceleratie bij de start van tijdens het manoeuvre van de opening
Afstelling van de acceleratie bij de start van tijdens het manoeuvre van de sluiting
01= de poort accelereert snel bij de start... 10= de poort accelereert langzaam en geleidelijk aan bij de start.
openingssnelheid (%)
Afstelling
OPMERKING: de regeling van de snelheid met betrekking tot het model van de gemonteerde motor is automatisch
verdeeld in 10 gelijke delen.
sluitingssnelheid (%)
Afstelling
OPMERKING: de regeling van de snelheid met betrekking tot het model van de gemonteerde motor is automatisch
NL
verdeeld in 10 gelijke delen.
01= 6 m/min ... 10= maximum snelheid.
OPMERKING: voor de afstelling van de vertragingsruimte bij constante snelheid wordt verwezen naar de
parameters en in hoofdstuk 13.
236
15 Speciale parameters serie BG30/1400/R
De serie BG30/R (OMKEERBAAR) vertegenwoordigt de lijn digitale Brushless schuifsystemen voor
schuifpoorten tot 1400 kg, bestemd voor de residentiële en de industriële sector.
De OMKEERBARE technologie staat toe om de poort te open en te sluiten zonder de motor de
deblokkeren, ook wanneer de spanning afwezig is. Dankzij de regeleenheid kunnen de snelheid, de
acceleratie, de deceleraties en de relatioeve veiligheden afzonderlijk bestuurd worden.
Tijdens de normale werking, inclusief de werking op batterij, past de regeleenheid een kracht in remming toe die
de handmatige beweging van de poort belet.
Bij de verlengde werking op batterij kan men dus een beperking van de autonomie hebben.
Als de kracht in remming niet voldoende zou zijn om de handmatige beweging te beletten en een verplaatsing van
de poort van meer dan 3 cm zou gedetecteerd worden, zal de regeleenheid een procedure van de recuperatie van
de positie starten (zie hoofdstuk 20).
OPMERKING: Ook in geval van OMKEERBAAR is de motor voorzien van een deblokkeersysteem.
Hieronder worden bijkomende parameters aangeduid betreffende de activering van de OMKEERBARE technologie.
model automatisering
D Selectie
De parameter is in de fabriek ingesteld door ROGER TECHNOLOGY.
OPGELET! De fabriekswaarde is al ingesteld om de motor te gebruiken in de versie met hoge snelheid (High Speed).
Indien deze parameter wordt gewijzigd, zullen alle kenmerken en de functies van de motor met hoge snelheid verloren
worden.
De automatisering zal niet geheel doeltreffend kunnen functioneren, en het kan zijn dat zich storingen van de werking
voordoen.
OPMERKING: indien de standaard fabrieksparameters worden gereset, moet de waarde van de parameter handmatig
opnieuw ingesteld worden.
BG30/1600 - ONOMKEERBARE motor voor vleugel van 1600 kg max.
BG30/2200 - ONOMKEERBARE motor voor vleugel van 2200 kg max.
BG30/1000/HS - ONOMKEERBARE motor High Speed voor vleugel van 1000 kg max
BG30/1400/R - OMKEERBARE voor vleugel van 1400 kg max
BG30/1800/HS - ONOMKEERBARE motor High Speed voor vleugel van 1800 kg max
BG30/1500/HS - ONOMKEERBARE motor High Speed voor vleugel van 1500 kg max
Afstelling vertraging tijdens het manoeuvre van de opening
Afstelling vertraging tijdens het manoeuvre van de sluiting
01= de poort vertraagt nabij de eindschakelaar ...
05= de poort vertraagt met veel anticipatie ten opzichte van de eindschakelaar.
Afstelling van de acceleratie bij de start van tijdens het manoeuvre van de opening
Afstelling van de acceleratie bij de start van tijdens het manoeuvre van de sluiting
01= de poort accelereert snel bij de start... 10= de poort accelereert langzaam en geleidelijk aan bij de start.
openingssnelheid (%)
Afstelling
OPMERKING: de regeling van de snelheid met betrekking tot het model van de gemonteerde motor is automatisch
sluitingssnelheid (%)
Afstelling
OPMERKING: de regeling van de snelheid met betrekking tot het model van de gemonteerde motor is automatisch
verdeeld in 10 gelijke delen.
01= 6 m/min ... 10= maximum snelheid.
OPMERKING: voor de afstelling van de vertragingsruimte bij constante snelheid wordt verwezen naar de
parameters en in hoofdstuk 13.
237
NL
verdeeld in 10 gelijke delen.
16 Signalering van de veiligheidsingangen en van de
bedieningen (modus TEST)
Als geen vrijwillige bedieningen zijn geactiveerd, moet op de toets TEST gedrukt worden en moet het volgende
gecontroleerd worden:
DISPLAY
6E(Sb)
De greep van de deblokkering is
geopend.
INGREEP VANAF SOFTWARE
-
Veiligheidscontact STOP geopend.
TRADITIONELE INGREEP
Sluit de greep van de deblokkering en
draai de sleutel in de sluitpositie.
Controleer de aansluiting op het contact van de deblokkering.
Installeer een STOP knop (N.C.) of
overbrug het contact ST met het contact COM.
Contactlijst COS1 niet of verke- Indien deze niet wordt gebruikt of Indien deze niet wordt gebruikt, moet
erd aangesloten.
moet uitgesloten worden, moet de het contact COS1 overbrugd worden
parameter ingesteld worden. met het contact COM.
Contactlijst COS2 niet of verke- Indien deze niet wordt gebruikt of Indien deze niet wordt gebruikt, moet
erd aangesloten.
moet uitgesloten worden, moet de het contact COS2 overbrugd worden
parameter ingesteld worden. met het contact COM.
)(
)$
)&
SS
&+
NL
MOGELIJKE OORZAAK
Fotocel FT1 niet of verkeerd Indien deze niet wordt gebruikt of
aangesloten.
moet uitgesloten worden, moet de
parameter en ingesteld worden.
Indien deze niet wordt gebruikt, moet
het contact FT1 overbrugd worden
met het contact COM.
Controleer de aansluiting en de referenties van het aansluitschema.
Fotocel FT2 niet of verkeerd Indien deze niet wordt gebruikt of
aangesloten.
moet uitgesloten worden, moet de
parameter en ingesteld worden.
Indien deze niet wordt gebruikt, moet
het contact FT2 overbrugd worden
met het contact COM.
Controleer de aansluiting en de referenties van het aansluitschema.
Controleer de aansluiting van de eindschakelaar.
Beide eindschakelaars hebben een open contact of zijn niet
aangesloten.
De poort bevindt zich op de Als de aanduiding van de eindschaeindschakelaar van de opening. kelaar fout is, moet de instelling
van de parameter gecontroleerd
worden.
De eindschakelaar van de ope- ning is niet aangesloten.
De poort bevindt zich op de ein- Als de aanduiding van de eindschadschakelaar van de sluiting.
kelaar fout is, moet de instelling
van de parameter gecontroleerd
worden.
De eindschakelaar van de sluiting is niet aangesloten.
In afwezigheid van de vrijwillige
bediening kan het zijn dat het
contact (N.O.) defect is of dat de
aansluiting op een knop fout is.
-
-
Controleer de aansluiting van de eindschakelaar.
-
Controleer de aansluiting van de eindschakelaar.
Controleer de contacten PP - COM en
de aansluitingen van de knop.
Controleer de contacten CH - COM en
de aansluitingen van de knop.
DS
-
Controleer de contacten AP - COM en
de aansluitingen van de knop.
SH
-
Controleer de contacten PED - COM
en de aansluitingen op de knop.
-
Controleer de contacten ORO - COM.
Het contact mag niet overbrugd worden als het niet wordt gebruikt.
2U
In afwezigheid van de bediening
kan het zijn dat het contact
(N.O.) defect is of dat de aansluiting op de timer fout is.
OPMERKING: Druk op de toets TEST om de modus TEST te verlaten.
Er wordt aanbevolen om de signaleringen van de status van de veiligheden en van de ingangen altijd op te lossen
in de modus “ingreep vanaf software”.
238
17 Signalering alarmen en storingen
ALARMSIGNALERING MOGELIJKE OORZAAK INGREEP
LED POWER UIT
LED POWER UIT
Geen stroomtoevoer.
Verbrande zekeringen.
2) 6W
Storing in de ingaande
voedingsspanning.
Initialisatie van de regeleenheid mislukt.
)86(
Zekering F1 verbrand of
beschadigd.
Als de regeleenheid in
de modus batterij is gesteld, is de signalering
niet zichtbaar.
Overstroom gedetecteerd in de inverter.
Foute aansluiting met SEC1SEC2 van de transformator.
Fout tijdens verwerving
gegevens slag.
3U 2W
VH &2
G$ W$
De poort wordt niet geopend of niet gesloten.
Voorbeeld:
HH
HH
(QH
HQ(
Druk twee maal op de toets TEST of geef 3 bedieningen
achtereenvolgens.
Verwissel de aansluiting tussen SEC1 en SEC2.
Controleer dat de positionering van de eindschakelaar van opening en sluiting correct is.
Druk op TEST en controleer eventuele beveiligingen
in alarm. Herhaal de procedure van de lering.
IJkingsprocedure
mi- Respecteer de tijdsduur voor de ijking tijdens de fase
slukt.
van de procedure van de lering.
Voordat het deblokkeerklepje opnieuw wordt gesloten, moet gecontroleerd worden dat op de display
3+$6 knippert.
Herhaal de procedure van de lering.
Bericht van de wijziging
van de selectie van
de positie van de
automatisering met de
parameter .
Motor niet aangesloten.
IH
Controleer de stroomkabel.
Vervang de zekering. Er wordt aanbevolen om de zekeringen enkel te verwijderen en opnieuw te plaatsen wanneer
de netspanning is uitgeschakeld.
Schakel de stroiomtoevoer uit, wacht 10 s, en schakel de
stroomtoevoer opnieuw in. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met uw plaatselijke erkende dealer voor
veriƼcatie en mogelijke assistentie.
Door op de TEST-toets te drukken, is het mogelijk om de
fout tijdelijk te verbergen en de parameters van het bedieningspaneel te raadplegen.
Vervang de zekering.
Er wordt aanbevolen om de zekeringen enkel te
verwijderen en opnieuw te plaatsen wanneer de
netspanning is uitgeschakeld.
De motoren voor schuifpoorten worden standaard
geleverd met opening rechts (positie van de
motor ten opzichte van de opening, aanzicht vanaf
binnenzijde). Als de positie wordt gewijizgd, verschijnt
het bericht 'DWD:
Plaats de poort in de gesloten positie.
Schakel de netvoeding uit of verwijder de zekering van
het primaire circuit, en wacht 5 s.
Schakel de netvoeding opnieuw in of plaats de zekering.
Druk op PROG tot het bericht '$7$ verdwijnt en op de
display $33 verschijnt.
Herhaal de procedure van de lering.
Controleer de motorkabel.
Beide eindschakelaars zijn Controleer de aansluiting van de eindschakelaar.
geactiveerd
Fout in de conƼguratie- Stel de conƼguratiewaarde correct in, en bewaar ze.
parameters.
Encoder niet aangeslo- Controleer de aansluiting op de encoder.
ten.
Als het probleem aanhoudt, wordt aanbevolen om de
encoder te vervangen.
Ernstige storing van de Druk op de toets TEST, als de foutsignalering nog verencoder.
schijnt, moet de regeleenheid 5 s lang uitgeschakeld
worden en moet ze daarna opnieuw ingeschakeld
worden. Als het probleem aanhoudt, moet de encoder
vervangen worden.
239
NL
PROBLEEM
PROBLEEM
ALARMSIGNALERING MOGELIJKE OORZAAK INGREEP
(QH
(EnE5)
De poort wordt niet geopend of niet gesloten.
(Q(
EW/2 (btLO)
VWR3
Knipperlicht
QR 3+
Storing van de encoder. Druk op de toets TEST, als de foutsignalering nog verschijnt, moet de encoder vervangen worden.
Netvoeding
onvoldo- Indien vuil, vochtigheid, insecten of ander aanwezig is,
ende.
moet de voeding uitgeschakeld worden en moeten de
encoder en de kaart gereinigd worden. Als het probleem
aanhoudt, moet de encoder vervangen worden.
Werking in modus
Batterijen bijna leeg.
batterijen.
Berekeningsfout van de Herhaal de procedure van de lering.
encoder.
Thermische beveiliging De werking wordt binnen 2 minuten automatisch
van de encoder geacti- hersteld.
veerd.
Batterijen leeg.
Wacht tot de netspanning wordt hersteld.
Deblokkeerinrichting
open.
IJking van de motor mislukt.
Problemen met het circuit van de encoder of op
de verbindingskabel.
$3 3(
De procedure van de lering
wordt niet voltooid.
DS S/
NL
DSS
De radiobediening heeft
weinig bereik en werkt
niet wanneer de automatisering in beweging is.
Het knipperlicht werkt
niet.
De controlelamp van 'poort geopend' werkt niet.
De poort voert het gewenste manoeuvre niet uit.
E RG
De toets TEST werd onterecht ingedrukt.
De veiligheden zijn in alarm
gesteld.
Excessieve spanningsval.
Foute regeling van de
parameters en .
Fout lengte slag
Sluit de greep van de deblokkering en draai de sleutel
in de sluitpositie. Controleer de aansluiting met het
contact van de deblokkering.
Herhaal de procedure van de lering.Als het probleem
aanhoudt, moet de aansluiting van encoder op de
motor gecontroleerd worden
Controleer dat de greep van de deblokkering is geopend.
Controleer of de motor vloeiend draait. An-ders moet de
technische assistentiedienst gecontacteerd worden.
Controleer dat de condities van de verbindingskabel goed zijn.
Schakel de spanning uit en opnieuw in.
Geef een bediening (opening/stapsgewijs, ... ).
Als QR3+ NIET verschijnt, moet de procedure van de
lering herhaald worden.
Se QR3+ opnieuw verschijnt, moet de technische assistentiedienst gecontacteerd worden.
Herhaal de procedure van de lering.
Druk op de toets TEST en controleer de veiligheid/en die in alarm
is/zijn en de respectievelijke aansluitingen van de veiligheden.
Herhaal de procedure van de lering; controleer de netspanning
Regel de parameters en met betrekking tot het
gewicht en de snelheid van de poortvleugel.
Plaats de poort in de positie van 'helemaal gesloten'
(de signalering van de eindschakelaar FC moet actief
zijn) en herhaal de procedure van de lering.
Controleer de bedrading van de eindschakelaar. Als het
probleem aanhoudt, moet de bedrading vervangen worden.
Herstel de standaard fabriekswaarden van de regeleenheid, en herhaal de procedure.
Lengte van de onderste slag kleiner dan het toegestane minimum: vergroot de lengte
Toegestane maximum Verklein de slag. Contacteer de technische assistenlengte van de slag over- tiedienst (bovenste slag boven de door de technische
schreden
kenmerken toegestane maximm)
De radiotransmissie wordt Installeer de poortvleugelsnne.
belemmerd door metalen
structuren of muren van
gewapend beton.
Batterijen leeg.
Vervang de batterijen van de radiobediening.
Lampje / LED verbrand Controleer het LED circuit en/of de draden.
of draden knipperlicht
losgekoppeld.
Lampje verbrand of draden Controleer het lampje en/of de draden.
losgekoppeld.
Foute instelling van de Selecteer de correcte positie van de installatie met
parameter .
de parameter .
Foute selectie van het Wijzig de waarde van de parameter .
type van batterij.
OPMERKING: Druk op de toets TEST; de alarmsignalering wordt tijdelijk gewist.
Wanneer een bediening wordt ontvangen, als het probleem niet is opgelost, verschijnt de alarm signalering op de display.
240
18 INFO Modus
TEST
x5 s
OM DE MODUS
... TE VERLATEN
TEST
1 Klick
Parameter
5.
&1W
/Q
U3
$ 3
E86
& 3
$6&
7,Q
83
2&
8)
Q37(
+LE
Functie
Weergave voor 3s van de Ƽrmwareversie van de regeleenheid.
Geeft de positie weer van de MOTOR uitgedrukt in toeren op het ogenblik van de controle, ten opzichte van de
totale lengte.
(voorbeeld:. = motor links gemonteerd ; = motor rechts gemonteerd ).
Geeft de totale lengte van de geprogrammeerde slag weer van de MOTOR, uitgedrukt in toeren.
Geeft de snelheid weer van de MOTOR, uitgedrukt in toeren per minuut (rPM).
Geeft de verbruikte stroom weer van de MOTOR, uitgedrukt in Ampère (voorbeeld: 001.1 = 1,1 A .... 016.5 = 16,5 A).
Als de MOTOR niet werkt, is de verbruikte stroomwaarde 0. Wanneer een bediening wordt gegeven, kan het stroomvberbruik gemeten worden.
Indicator goede conditie installatie. Bij gestopte motor is het mogelijk om een eventuele overstroom of een te lage
netspanning te controleren. Controleer de volgende waarde:
netspanning= 230 Vac (nominaal), bUS= .
netspanning= 207 Vac (-10%), bUS= .
netspanning= 253 Vac (+10%), bUS= .
Geeft de stroom weer die wordt gebruikt om eventuele gedetecteerde krachtinspanningen van de MOTOR te corrigeren, te wijten aan bijvoorbeeld een lage buitentemperatuur, uiitgedrukt in Ampère (bijvoorbeeld: 0 = 0 A ... 4 =
+12 A). Bij de start van de automatisering, vanaf helemaal geopend of helemaal gesloten, als de regeleenheid een
krachtinspanning meet die groter is dan diegene die is gememoriseerd tijdens de fase van de lering van de slag,
neemt de stroom toe die moet geleverd worden door de MOTOR.
Geeft de stroomlimiet weer waarop de detectie van het obstakel ingrijpt (antiverplettering) van de MOTOR, uitgedrukt in Ampère. De waarde wordt automatisch berekend door de regeleenheid op basis van de instellingen van
de parameters en .
Voor een correcte werking van de motor $ 3 moet de waarde altijd lager zijn dan $6&.
Geeft de tijd weer die de MOTOR nodig heeft om een obstakel te detecteren (parameter ), uitgedrukt in seconden. Voorbeeld 1.000 = 1 s / 0.120 = 0.12 s (120 ms). Controleer dat de tijdsduur van de ingreep groter is dan 0,3 s.
Als de regeleenheid de positie van de poort kent op het ogenblik van de controle, geeft de display het volgende
weer:
83BBpositie van de automatisering onbekend, normale werking.
83B positie van de automatisering onbekend, fase van recuperatie positie in uitvoering.
Duidt de status van de poort aan (Geopend/Gesloten).
2&23automatisering in fase van opening (motor actief).
2&23automatisering in fase van sluiting (motor actief).
2S2automatisering helemaal geopend (motor gestopt).
2S&automatisering helemaal gesloten (motor gestopt).
8)8Bte lage netspanning of overbelasting gedetecteerd.
8)B+overstroom op de motor gedetecteerd.
Geeft het aantal activering weer van de thermische beveiliging van de inverter. Als een ander cijfer dan 0000 wordt
weergegeven, moet gecontroleerd worden dat geen excessieve krachtpunten aanwezig zijn en dat de vleugel,
zodra de aanslag wordt bereikt, de eindschakelaar niet activeert.
Controleer de afstellingen van de parameters en .
Geeft informatie weer over de elektronische spanningsbegrenzer (INTERN GEBRUIK TECHNISCHE ASSISTENTIEDIENST ROGER TECHNOLOGY).
• Om de parameters te overlopen, moeten de toetsen + / - gebruikt worden. Wanneer de laatste parameter wordt bereikt,
moet teruggekeerd worden.
• In de modus INFO is het mogelijk om de motoren te bedienen om de werking ervan in real time te controleren.
• Druk op de toets TEST om de modus INFO te verlaten.
241
NL
Via de modus INFO kunnen bepaalde waarden weergegeven worden die worden gemeten door de regeleenheid
B70/1DCHP.
Vanaf de modus “Weergave bedieningen en veiligheden” en met motoren niet in werking moet de toets TEST 5 s
lang ingedrukt worden.
De regeleenheid geeft in sequentie de volgende parameters en de relatieve gemeten waarde weer:
19Mechanische deblokkering
Als spanning ontbreekt, is het mogelijk om de poort te deblokkeren zoals vervolgens worden aangeduid.
Raadpleeg voor meer informatie de handeling van de vergrendeling/ontgrendeling
in de do automatismo BG30
Als de poort wordt gedeblokekerd wanneer de regeleenheid is gevoed, verschijnt knipperend 6WRS op de display.
Wanneer de spanning wordt hersteld als de poort nog niet helemaal is geopend of helemaal is gesloten, zal de
regeleenheid, wanneer een bediening wordt ontvangen, een procedure van 'recuperatie positie' starten (zie hoofdstuk
20). Als één van de twee eindschakelaars worden geactiveerd, wordt de positie onmiddellijk gerecupereerd.
20 Modus terugwinning positie
Na een onderbreking van de spanning of na een mechanische deblokkering, als de poort nog niet helemaal is
geopend of helemaal is gesloten, zal de regeleenheid, wanneer een bediening wordt ontvangen, een procedure van
recuperatie positie starten:
De poort begint een manoeuvre aan lage snelheid.
Het knipperlicht wordt geactiveerd met een andere sequentie dan de normale werking (3 s aan, 1,5 s uit).
Tijdens deze fase recupereert de regeleenheid de gegevens van de installatie. Opgelet! Geef geen bedieningen
gedurende deze fase, tot één van de twee eindschakelaars wordt bereikt.
Als één van de twee eindschakelaars worden geactiveerd, wordt de positie onmiddellijk gerecupereerd.
Na een onderbreking van de spanning of na een mechanische deblokkering, als de poort nog niet helemaal is
geopend of helemaal is gesloten, zal de regeleenheid, wanneer een bediening wordt ontvangen, een procedure van
de recuperatie van de positie starten om met een maximale precisie de exacte positie van de poort te bepalen.
De poort bevrijd de eindschakelaar, wordt kort gestopt en hervat het manoeuvre aan de snelheid die is ingesteld in
de parameters en/of . Het bereiken van de tegengestelde eindschakelaar gebeurt aan de begrensde snelheid
die automatisch wordt ingesteld (onafhankelijk van de instellingen van de parameters , en ), zodat de
controle van de positie wordt gerecupereerd aan de maximale precisie.
Alleen voor motoren BG30/1400/R. Als de regeleenheid een handmatige verplaatsing van meer dan 3 cm vanaf de
beginpositie detecteert, wordt een procedure van de recuperatie van de positie gestart.
21 Test
NL
De test moet worden uitgevoerd door gekwaliƼceerd technisch personeel.
De installateur moet de impactkrachten meten en moet op de bedieningsregeleenheid de
waarden van de snelheid en het koppel selecteren die aan de gemotoriseerde deur of poort
toestaan dat de beperkingen worden gerespecteerd die zijn aangeduid in de normen EN
12453 en EN 12445.
Controleer dat de aanwijzingen worden gerespecteerd die zijn aangeduid in Hoofdstuk 1
"ALGEMENE WAARSCHUWINGEN.
• Schakel de voeding in.
• Controleer dat alle aangesloten bedieningen correct werken.
• Controleer dat de greep van de deblokkering correct werkt. Op de display moet knipperend
6W23 verschijnen.
• Controleer de slag en de vertragingen.
• Controleer of de impactkrachten worden gerespecteerd aldus de normenstelsels EN
12453 en EN 12445.
• Controleer dat de veiligheden correct ingrijpen.
• Indien de kit batterijen is geïnstalleerd, moet de netvoeding uitgeschakeld worden en
moet de werking ervan gecontroleerd worden.
• Schakel de netvoeding en de batterijen (indien aanwezig) uit, en opnieuw in. Controleer,
met de poort gestopt in de tussenpositie, of de fase van de recuperatie van de positie
correct wordt voltooid zowel bij de opening als bij de sluiting.
• Controleer de afstelling en de correcte ingreep van de eindschakelaars. Stel indien
noodzakelijk de positie van de motor af.
• Controleer dat op het einde van het manoeuvre minstens 2-3 cm afstand aanwezig is
tussen de poort en de mechanische aanslag.
242
22 Inbedrijfstelling
De installateur is verplicht om het technische dossier van de installatie op te stellen en het minstens 10 jaar te
bewaren, dat het bedradingsschema, de tekening en de foto's van de installatie, de risicoanalyse en de aangenomen
oplossingen, de verklaring van overeenstemming van de fabrikant van alle aangesloten apparaten, de handleiding
van elk apparaat en/of accessoire en het onderhoudsplan van de installatie bevat.
Bevestig een plaat op de gemotoriseerde poort of deur die de gegevens van de automatisering, de naam van de
persoon die verantwoordelijk is voor de inbedrijfstelling, het serienummer, het bouwjaar en de CE-markering bevat.
Bevestig een plaat en/of label met de aanduidingen van de bewerkingen om het systeem handmatig te ontgrendelen.
Realiseer en overhandig aan de eindgebruiker de verklaring van overeenstemming, de instructies en de
waarschuwingen voor het gebruik en het onderhoud. Controleer dat de eindgebruiker de correcte automatische,
handmatige en noodwerking van de installatie heeft begrepen.
Informeer de eindgebruiker over de gevaren en risico's die aanwezig kunnen zijn.
23 Onderhoud
Voer het geprogrammeerde onderhoud elke zes maanden uit.
Controleer de status van reiniging en de werking.
Indien vuil, vochtigheid, insecten of ander aanwezig is, moet de voeding uitgeschakeld worden en moeten de kaart
en de box gereinigd worden.
Voer opnieuw de testprocedure uit.
Indien de printplaat sporen roest bevat, moet de vervanging ervan beoordeeld worden.
Controleer de doeltreffendheid van de batterijen.
24 Inzameling
Het product moet altijd gedemonteerd worden door gekwaliƼceerd technisch
personeel dat de geschikte procedures voor de correcte verwijdering van het product
volgt. Dit product bestaat uit verschillende materiaalsoorten, waarvan bepaalde
kunnen gerecycled worden en andere moeten ingezameld worden via de recycleen inzamelsystemen die worden voorzien door de plaatselijke reglementeringen
voor deze productcategorie.
Het is verboden om dit product weg te gooien bij het huishoudafval. Voer de “gescheiden
inzameling” in volgens de methodes die worden voorzien door de plaatselijke reglementeringen;
of overhandig het product opnieuw aan de verkoper wanneer een nieuw gelijkwaardig product
wordt aangeschaft.
De plaatselijke reglementeringen kunnen zware straffen voorzien indien dit product illegaal
wordt gedumpt. Opgelet! Sommige delen van dit product kunnen vervuilende of gevaarlijke
stoffen bevatten, die schadelijke effecten voor het milieu en de menselijke gezondheid
kunnen hebben indien niet correct ingezameld.
Alle rechten van deze uitgave zijn exclusieve eigendom van ROGER TECHNOLOGY.
ROGER TECHNOLOGY behoudt zich het recht voor om eventuele wijzigingen aan te brengen, zonder voorafgaande
waarschuwing. Kopieën, scans, wijzigingen of aanpassingen zijn uitdrukkelijk verboden zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van ROGER TECHNOLOGY.
Deze handleiding met instructies en de waarschuwingen voor het gebruik voor de installateur worden afgedrukt
geleverd, in de relatieve doos van het product.
Het digitale formaat (PDF) en alle eventuele toekomstige updates zijn beschikbaar in de voorbehouden zone van
onze website www.rogertechnology.com/B2B in het deel Self Service.
KLANTENDIENST ROGER TECHNOLOGY:
actief:
van maandag tot vrijdag
van 8:00 tot 12:00 - van 13:30 tot 17:30
Telefoon:
+39 041 5937023
E-mail:
[email protected]
Skype:
service_rogertechnology
243
NL
25 Bijkomende informatie en contact