Documenttranscriptie
Crowcon Gasmaster
Controlepaneel voor gasdetectie in 1-4 kanalen
Installatie-, gebruiks- en onderhoudshandleiding
M070015
2e editie
Oktober 2014
Het in deze handleiding beschreven apparaat kan op netspanning zijn aangesloten.
Neem gepaste veiligheidsmaatregelen voordat u aan de apparatuur gaat werken.
Het in deze handleiding beschreven apparaat dient voor het detecteren van
ontvlambare en/of toxische gassen. De aangesloten detectoren kunnen in gevaarlijke
omgevingen zijn geplaatst. Neem de lokale veiligheidsvoorschriften in acht voordat u
het apparaat onderhoudt of kalibreert.
Het in deze handleiding beschreven apparaat kan op externe alarm- en/of
uitschakelsystemen zijn aangesloten. Neem de lokale werkvoorschriften in acht
voordat u het apparaat onderhoudt of kalibreert.
Dit product is getest en voldoet aan de Europese richtlijn
89/336/EG en aan de EMC-normen van EN50270.
Het voldoet eveneens aan Europese richtlijn 2006/05/
EG aangaande de elektrische veiligheid en aan de
laagspanningsrichtlijn. Hij voldoet aan de Europese
richtlijn 93/68/EG voor de CE-markering.
Crowcon Detection Instruments Ltd
172 Brook Drive, Milton Park,
Abingdon OX14 4SD VK
Tel. +44 (0)1235 557700
Fax. +44 (0)1235 557749
www.crowcon.com
E-mail:
[email protected]
172 Brook Drive, Milton Park,
Abingdon, Oxon, OX14 4SD, England
© Copyright Crowcon Detection Instruments Ltd 2014
Alle rechten voorbehouden. Niets in dit document
mag worden gefotokopieerd, gereproduceerd of
worden vertaald zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Crowcon Detection Instruments Ltd.
Versienummer: M070015
Tweede editie: oktober 2014
Crowcon Gasmaster Inhoud
Gasmaster
Kop 1
Inhoud
1. Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
3.10 Bij een storingsmelding . . . . . . . 23
1.1 De Gasmaster . . . . . . . . . . . . . . . 1
3.11 Systeemconfiguratie . . . . . . . . . . 23
1.2 Deze handleiding . . . . . . . . . . . . . 1
1.3 Gebruiksaanwijzing als onderdeel
van een systeem met ATEXgoedkeuring . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2. Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Lees dit eerst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2.1 Voor het installeren . . . . . . . . . . . 4
2.1 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
2.3 Monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2.4 Bekabelingseisen . . . . . . . . . . . . . 5
4. Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
4.1 Functietest . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
4.2 Systeem blokkeren . . . . . . . . . . . 35
4.3 Detector kalibreren . . . . . . . . . . . 36
4.4 Batterijen vervangen . . . . . . . . . . 36
4.5 Module vervangen . . . . . . . . . . . 36
4.6 Logboek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
4.7 Onderhoudskaart . . . . . . . . . . . . 36
4.8 Schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . 36
2.5 Gas- en branddetectoren installeren 6
5. Een ingangmodule toevoegen . . . . . . . 37
2.6 Apparaten op de uitgangen
installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bijlage A: Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . 38
2.7 De netspanning aansluiten . . . . . . 6
Bijlage B: Reserveonderdelen en accessoires.39
2.8 Apparaten op de ingangen
aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Bijlage C: Weergeven lettertekens. . . . . . . . 40
2.9 Apparaten op de uitgangen
aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Garantie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
2.10 Stroomvoorziening inschakelen . 13
Regionale vestigingen. . . . . . . . . . . . . . . . . 42
2.11 Gebruiksduur noodaccu/
verbruiksberekening . . . . . . . . . . 13
2.12 Inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . 14
3. Bediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
3.1 Controlepaneel Gasmaster . . . . . 17
3.2 Opstartprocedure . . . . . . . . . . . . 19
3.3 Het schermcontrast wijzigen . . . . 19
3.4 Het serienummer en de
systeemaanduiding van het
apparaat weergeven . . . . . . . . . 19
3.5 Het menusysteem gebruiken . . . 20
3.6 Kanalen blokkeren . . . . . . . . . . . 20
3.7 Gebruik van het controlepaneel
in de supervisorstand . . . . . . . . . 21
3.8 Bij een alarmmelding . . . . . . . . . 22
3.9 mV-kanalen: Pellistorbeveiliging . 22
i
Crowcon Gasmaster Inleiding
1. Inleiding
1.1 De Gasmaster
1.2 Deze handleiding
De Gasmaster is een controlepaneel voor bewaking
van gas-en brandgevaar, voor bewaking op afstand
van gas-en branddetectoren. De Gasmaster is
ook geschikt voor bewaking van vlamdetectoren
en ESU-omgevingssensoren van Crowcon. De
status van alle ingangen is af te lezen op een
groot en duidelijk LCD-scherm. Duidelijke LED's en
een ingebouwde sirene slaan alarm bij alarm-en
storingsmeldingen.
Deze handleiding is verdeeld in hoofdstukken
met informatie over het installeren, gebruiken en
onderhouden van de Gasmaster. De Gasmaster is
een veiligheidsvoorziening en het is belangrijk dat
u alle instructies naleeft.
Het apparaat is voorzien van relaisuitgangen voor
alarm- en storingsmeldingen, evenals speciale
uitgangen voor optische en akoestische alarmering.
Via de tweedraads RS-485 Modbus-uitgang
kunnen alle gegevens ook met het overkoepelende
industriële besturingssysteem worden uitgewisseld.
De Gasmaster houdt een logboek bij van alle
alarm- en storingsmeldingen, zodat zij achteraf
kunnen worden geanalyseerd met de Gasmaster
PC-software.
De Gasmaster kan in twee verschillende versies
worden geleverd:
n Gasmaster 1 - éénkanaals apparaat voor
één gasdetector, brandzone of ESUomgevingssensor.
Hoofdstuk 2 beschrijft welke apparaten u op
de Gasmaster kunt aansluiten, en toont de
bijbehorende aansluitschema's. Hoofdstuk 3 geeft
aanwijzingen voor het dagelijks gebruik van de
Gasmaster en beschrijft welke instellingen u kunt
veranderen.
Waarschuwing
Elk veiligheidssysteem vereist regelmatig
onderhoud. Als u dit systeem niet volgens
de aanwijzingen onderhoudt, kan dat
storingen veroorzaken met materiële schade
en/of dodelijk letsel tot gevolg. Hoofdstuk 4
beschrijft het onderhoud dat de Gasmastersystemen vereisen.
De aparte bijlages bevatten de systeemspecificaties
en de reserveonderdelenlijst.
n Gasmaster 4 - vierkanaals apparaat voor
maximaal vier gasdetectoren, brandzones
of ESU-omgevingssensoren.
De Gasmaster 1 verschilt van de Gasmaster 4
omdat er slechts één kanaal in het scherm wordt
weergegeven (zie figuur 3.2, pagina 18), bovendien
heeft de Gasmaster 1 minder aansluitingen.
Werking en bediening zijn verder gelijk aan de
Gasmaster 4.
De Gasmaster is zeer gebruiksvriendelijk, alle
veelgebruikte functies zijn via het frontpaneel
toegankelijk. Zie hoofdstuk 3 voor meer details
over de werking van het scherm.
1
Inleiding GasMaster
CERTIFICEERD PRODUCT
N WIJZIGINGEN TOEGESTAAN
NDER GOEDKEURING
N BEVOEGDE PERSOON
CERTIFICEERD PRODUCT
N WIJZIGINGEN TOEGESTAAN
GEVARENZONE
NDER GOEDKEURING
N BEVOEGDE PERSOON
VOORBEELDEN VAN APPARATUUR VOOR VEILIGE ZONES
1.3 Gebruiksaanwijzing
als onderdeel
VEILIGE ZONE
van
een
systeem
met
ATEXGEVARENZONE
VEILIGE ZONE
goedkeuring
APPARAAT VOOR VEILIGE ZONES
SHUNT ZENERDIODE-BARRIÈRE VOOR ENKELE KANALEN MET ATEX-CERTIFICERING
DOOR BASEEFA OF EEN CERTIFICERENDE INSTANTIE MET EG-GOEDKEURING
CONFORM [Ex ia Ga] IIC MET MAXIMAAL DE VOLGENDE UITGANGPARAMETERS;
U
IO =93mA OEN PO =0,66
OIN
VEILIGHEIDS-AFDICHTINGEN
O =28 VOLT,
SHUNT
ZENERDIODE-BARRIÈRE
VOORWATT.
ENKELE
KANALEN
MET ATEX-CERTIFICERING
VOOR
UITGANGSTROOM
MOETEN DOOR
EEN WEERSTAND
ZIJN
DOOR DE
BASEEFA
OF EEN CERTIFICERENDE
INSTANTIE
MET EG-GOEDKEURING
BEPERKT
ZOALS
/R MAXIMAAL DE VOLGENDE UITGANGPARAMETERS;
CONFORM`R'[Ex
ia Ga]I =IICUMET
UO =28 VOLT, IO =93mA OEN PO =0,66 WATT. OIN VEILIGHEIDS-AFDICHTINGEN
VOOR DE UITGANGSTROOM MOETEN DOOR EEN WEERSTAND ZIJN
BEPERKT `R' ZOALS I = U /R
NOTITIE 7
Gasmaster is goedgekeurd in overeenstemming
met de
APPARAAT VOOR VEILIGE
ZONES
NIET-GESPECIFICEERD
BEHALVE
DATonderdeel
HET
7 NIET MAG WORDEN
94/9/EG ATEX richtlijn indien gebruikt alsNOTITIE
GELEVERD
UIT, NOCH ONDER
NIET-GESPECIFICEERD
BEHALVE
NORMALE
OF ABNORMALE
van een systeem met intrinsiek veilige gasdetectoren
en
DAT HET NIET
MAG WORDEN
OMSTANDIGHEDEN
BRON MAG
GELEVERD UIT, NOCHEEN
ONDER
OPTIONEEL
SCHERM veilige afdichtingen.
BEVATTEN
VANABNORMALE
POTENTIAAL IN
intrinsiek
NORMALE OF
VERBAND
MET AARDE
BOVEN
OMSTANDIGHEDEN
EEN
BRON MAG
250
VOLT R.M.S.
OF 250 VOLTIND.C.
BEVATTEN
VAN POTENTIAAL
VERBAND MET AARDE BOVEN
250 VOLT R.M.S. OF 250 VOLT D.C.
Gasmaster is gecertificeerd in overeenstemming met
EN60079-25:2010 Explosieve atmosferen - intrinsiek
veilige elektrische systemen.
OPTIONEEL SCHERM
EN VAN DE VOLGENDE GASDETECTOREN VOOR GEVARENZONES (SLECHTS 1 DETECTOR PER ZENER-BARRIÈRE)
YPE TXGARD IS+, CERTIFICATIE Nr.: BASEEFA 08ATEX0069X, OFWEL EEN ZUURSTOF- OF GIFTIG-GASSENSOR
YPE
XGARD,
CERTIFICATIE
Nr. BASEEFA 04ATEX0115X,
OFWEL EEN(SLECHTS
ZUURSTOFOF GIFTIG-GASSENSOR
EN VAN
DE VOLGENDE
GASDETECTOREN
VOOR GEVARENZONES
1 DETECTOR
PER ZENER-BARRIÈRE)
YPE TXGARD IS+, CERTIFICATIE Nr.
Nr.:BASEEFA
BASEEFA03ATEX0063X
08ATEX0069X, OFWEL EEN ZUURSTOF- OF GIFTIG-GASSENSOR
TXGARDCERTIFICATIE
IS ZUURSTOF,Nr.
CERTIFICATIE
Nr. BASEEFA 03ATEX0062X
YPE XGARD,
BASEEFA 04ATEX0115X,
OFWEL EEN ZUURSTOF- OF GIFTIG-GASSENSOR
YPE TXGARD IS+, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 03ATEX0063X
OTITIES:
YPE
TXGARD IS ZUURSTOF, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 03ATEX0062X
Certificaat nummer: Baseefa05Y0090/1
Gasmaster mag uitsluitend worden geïnstalleerd in de
veilige zone, maar is gecertificeerd voor verbinding met
HET ELEKTRISCH CIRCUIT IN DE GEVAREN-ZONE MOET
5. DE KABEL IN DE GEVARENZONE KAN ZIJN:
intrinsiek veilige gasdetectoren
die zijn geïnstalleerd in
BESTAND ZIJN TEGEN EEN WISSELSTROOM TESTSPANNING
1) EEN APARTE KABEL,
OTITIES:
VAN 500 VOLT R.M.S. NAAR AARDE
2) GEÏNSTALLEERD ALS APART AFGESCHERMD CIRCUIT IN EEN TYPE A
gevaarlijke
zones 0, 1 of 5.2
indien
via een
HETFRAME
ELEKTRISCH
CIRCUIT
IN DE GEVAREN-ZONE MOET
OF
VAN HET
APPARAAT
DE MEERADERIGE
KABEL
IN DE GEVARENZONE
KAN ZIJN:
KABEL, verbonden
BESTAND ZIJNEEN
TEGEN
EEN WISSELSTROOM TESTSPANNING
GEDURENDE
MINUUT.
OF1)3)EEN
EENAPARTE
CIRCUITKABEL,
BINNEN EEN TYPE B MEERADERIGE KABEL, VAST EN
VAN
500 VOLT R.M.S.
NAAR
AARDEOF ZELFINDUCTIE/
2) GEÏNSTALLEERD
ALS
APART
AFGESCHERMD
EEN TYPE A VAN
veiligheidsafdichting.
Installatie
moet
inTEGEN
overeenstemming
DOEL TREFFEND
BEVEILIGD
SCHADE, CIRCUIT
MITS DEIN
PIEKSPANNING
DE CAPACITEIT
EN ZELFINDUCTIE
OF
FRAME VAN HET APPARAAT
MEERADERIGE
KABEL,HET TYPE B MEERADERIGE KABEL NIET HOGER
ELK
CIRCUIT BINNEN
WEERSTAND-VERSCHILVERHOUDING
VAN DE KABELS
GEDURENDE
EEN MINUUT.
OF 3)ISEEN
BINNEN
EEN TYPE BSTAAN
MEERADERIGE
KABEL,IN
VAST EN
DANCIRCUIT
60 VOLT.
(DE KABELTYPES
GEDEFINIEERD
IN DE GEVARENZONE
MOGEN
DE WAARDEN
zijn
met de onderstaande instructies.
DOEL TREFFEND
BEVEILIGD
TEGEN SCHADE, MITS DE PIEKSPANNING VAN
CLAUSULE
12.2.2.8
VAN EN60079-14:2008)
DETABEL
CAPACITEIT
ZELFINDUCTIE OF ZELFINDUCTIE/
IN
1 NIETEN
OVERSCHRIJDEN
WEERSTAND-VERSCHILVERHOUDING
DE KABELS
DE INSTALLATIE MOET VOLDOEN
AANVAN
NATIONALE
EISEN PRODUCT
GECERTIFICEERD
IN DE PRAKTIJKRICHTLIJN
GEVARENZONE MOGEN
DE WAARDEN
(BIJV.
EN60079-14:2008)
GEEN WIJZIGINGEN TOEGESTAAN
IN TABEL 1 NIET OVERSCHRIJDEN
ZONDERLABEL
GOEDKEURING
. HET SYSTEEM MOET MET EEN DUURZAAM
ZIJN AANGEDUID,
DE INSTALLATIE MOET VOLDOEN AAN NATIONALE EISEN
BEVOEGDE
PERSOON
GEWOONLIJK OP OF NAAST HETVAN
VOORNAAMSTE
DEEL VAN
HET ELEKTRISCH
(BIJV. PRAKTIJKRICHTLIJN EN60079-14:2008)
APPARAAT IN HET SYSTEEM, OF BIJ DE INTERFACE TUSSEN DE INTRINSIEK
.VEILIGE
HET SYSTEEM
MOET MET EEN
DUURZAAM
LABEL
ZIJN
AANGEDUID,
EN NIET-INTRINSIEK
VEILIGE
CIRCUITS.
DEZE
AANDUIDING
MOET
GEWOONLIJK
OP OF
NAAST CERTIFICAAT
HET VOORNAAMSTE
DEEL VAN HET ELEKTRISCH
TEVENS
"BASEEFA
SYSTEEM
NUMMER
APPARAAT
IN HET SYSTEEM,
OF BIJ DE INTERFACE TUSSEN DE INTRINSIEK
NR.
Baseefa05Y0090"
BEVATTEN.
VEILIGE EN NIET-INTRINSIEK VEILIGE CIRCUITS. DEZE AANDUIDING MOET
TEVENS "BASEEFA SYSTEEM CERTIFICAAT NUMMER
NR. Baseefa05Y0090" BEVATTEN.
GEVARENZONE
CIRCUIT
BINNEN
HET TYPE
B MEERADERIGE
NIET HOGER
6. DE ELK
AARDING
VAN
DE BARRIÈRE
MOET
VIA EEN ZEERKABEL
DEGELIJKE
VERBINDING
IS DAN
60 VOLT. (DEMET
KABELTYPES
STAAN GEDEFINIEERD
IN
ZIJN
AANGESLOTEN,
EEN GEÏSOLEERDE
GELEIDER EQUIVALENT
CLAUSULE
VANGELEIDER,
EN60079-14:2008)
AAN
EEN 4mm12.2.2.8
KOPEREN
ZODANIG DAT DE IMPEDANTIE
CROWCON GASBEWAKINGSSYSTEEM
CROWCON GASMASTER SYSTEMEN
CROWCON
VORTEX SYSTEMEN
CROWCON
GASBEWAKINGSSYSTEEM
CROWCON GASMASTER SYSTEMEN
HET IS DE VERANTWOORDELIJKHEID
VAN DE INSTALLATEUR
CROWCON VORTEX SYSTEMEN
OM ERVOOR TE ZORGEN DAT DE BOVENSTAANDE
APPARATUUR
VOLDOET AAN NOTITIEVAN
7. DE INSTALLATEUR
HET IS DE VERANTWOORDELIJKHEID
OM ERVOOR TE ZORGEN DAT DE BOVENSTAANDE
APPARATUUR VOLDOET AAN NOTITIE 7.
VOORBEELDEN VAN APPARATUUR VOOR VEILIGE ZONES
TABEL 1: KABELPARAMETERS
GROEP
CAPACITEIT
ZELFINDUCTIE
TABEL 1: KABELPARAMETERS
uF
mH
GROEP
CAPACITEIT
ZELFINDUCTIE
TXGARD IS+ DETECTOR GIFTIG GAS OF ZUURSTOF - BASEEFA 08ATEX0069X
IIC
uF
0.062
mH
3.11
TXGARD IS+ DETECTOR GIFTIG GAS OF ZUURSTOF - BASEEFA 08ATEX0069X
IIB
0.186
9.35
IIC
0.062
3.11
IIA
0.496
24.95
IIB
0.186
9.35
XGARD DETECTOR GIFTIG GAS OF ZUURSTOF - BASEEFA 04ATEX0115
IIA
IIC
0.496
0.046
24.95
3.09
XGARD DETECTOR GIFTIG GAS OF ZUURSTOF - BASEEFA 04ATEX0115
IIB
0.170
9.33
IIC
0.046
3.09
IIA
0.480
24.93
IIB
0.170
9.33
TXGARD IS DETECTOR GIFTIG GAS - BASEEFA 03ATEX0063X
IIA
IIC
0.480
0.009
24.93
4.2
TXGARD IS DETECTOR GIFTIG GAS - BASEEFA 03ATEX0063X
IIB
0.133
12.6
IIC
0.009
4.2
IIA
0.443
33.6
IIB
0.133
12.6
TXGARD IS ZUURSTOFGASDETECTOR - BASEEFA 03ATEX0062X
IIA
IIC
0.443
0.024
33.6
4.2
TXGARD IS ZUURSTOFGASDETECTOR - BASEEFA 03ATEX0062X
6. DE
AARDING
VAN DE BARRIÈRETOT
MOET
ZEERVAN
DEGELIJKE
VERBINDING
VAN
HET VERBINDINGSPUNT
AANVIA
DEEEN
AARDE
DE NETVOEDING
ZIJN AANGESLOTEN,
MET EEN GEÏSOLEERDE GELEIDER EQUIVALENT
MINDER
IS DAN 1 OHM
AAN EEN 4mm KOPEREN GELEIDER, ZODANIG DAT DE IMPEDANTIE
VAN HET VERBINDINGSPUNT TOT AAN DE AARDE VAN DE NETVOEDING
MINDER IS DAN 1 OHM
VEILIGE ZONE
SHUNT ZENERDIODE-BARRIÈRE VOOR ENKELE KANALEN MET ATEX-CERTIFICERING
DOOR BASEEFA OF EEN CERTIFICERENDE INSTANTIE MET EG-GOEDKEURING
CONFORM [Ex ia Ga] IIC MET MAXIMAAL DE VOLGENDE UITGANGPARAMETERS;
UO =28 VOLT, IO =93mA OEN PO =0,66 WATT. OIN VEILIGHEIDS-AFDICHTINGEN
VOOR DE UITGANGSTROOM MOETEN DOOR EEN WEERSTAND ZIJN
BEPERKT `R' ZOALS I = U /R
OPTIONEEL SCHERM
VERSCHILVERHOUDING
uH/OHM
VERSCHILVERHOUDING
uH/OHM
53
200
53
422
200
422
53
200
53
422
200
422
53
200
53
422
200
422
53
IIB
IIC
IIA
IIB
0.148
0.024
0.458
0.148
12.6
4.2
33.6
12.6
200
53
422
200
IIA
0.458
33.6
422
APPARAAT VOOR VEILIGE ZONES
NOTITIE 7
NIET-GESPECIFICEERD BEHALVE
DAT HET NIET MAG WORDEN
GELEVERD UIT, NOCH ONDER
NORMALE OF ABNORMALE
OMSTANDIGHEDEN EEN BRON MAG
BEVATTEN VAN POTENTIAAL IN
VERBAND MET AARDE BOVEN
250 VOLT R.M.S. OF 250 VOLT D.C.
VOO
C
C
HET IS DE
OM ERVO
APPARAT
GROEP
TXGARD IS+ D
IIC
EEN VAN DE VOLGENDE GASDETECTOREN VOOR GEVARENZONES (SLECHTS 1 DETECTOR PER ZENER-BARRIÈRE)
TYPE TXGARD IS+, CERTIFICATIE Nr.: BASEEFA 08ATEX0069X, OFWEL EEN ZUURSTOF- OF GIFTIG-GASSENSOR
TYPE XGARD, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 04ATEX0115X, OFWEL EEN ZUURSTOF- OF GIFTIG-GASSENSOR
TYPE TXGARD IS+, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 03ATEX0063X
TYPE TXGARD IS ZUURSTOF, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 03ATEX0062X
NOTITIES:
1. HET ELEKTRISCH CIRCUIT IN DE GEVAREN-ZONE MOET
BESTAND ZIJN TEGEN EEN WISSELSTROOM TESTSPANNING
VAN 500 VOLT R.M.S. NAAR AARDE
OF FRAME VAN HET APPARAAT
GEDURENDE EEN MINUUT.
2. DE CAPACITEIT EN ZELFINDUCTIE OF ZELFINDUCTIE/
WEERSTAND-VERSCHILVERHOUDING VAN DE KABELS
IN DE GEVARENZONE MOGEN DE WAARDEN
IN TABEL 1 NIET OVERSCHRIJDEN
3. DE INSTALLATIE MOET VOLDOEN AAN NATIONALE EISEN
(BIJV. PRAKTIJKRICHTLIJN EN60079-14:2008)
4. HET SYSTEEM MOET MET EEN DUURZAAM LABEL ZIJN AANGEDUID,
GEWOONLIJK OP OF NAAST HET VOORNAAMSTE DEEL VAN HET ELEKTRISCH
APPARAAT IN HET SYSTEEM, OF BIJ DE INTERFACE TUSSEN DE INTRINSIEK
VEILIGE EN NIET-INTRINSIEK VEILIGE CIRCUITS. DEZE AANDUIDING MOET
TEVENS "BASEEFA SYSTEEM CERTIFICAAT NUMMER
NR. Baseefa05Y0090" BEVATTEN.
2
5. DE KABEL IN DE GEVARENZONE KAN ZIJN:
1) EEN APARTE KABEL,
2) GEÏNSTALLEERD ALS APART AFGESCHERMD CIRCUIT IN EEN TYPE A
MEERADERIGE KABEL,
OF 3) EEN CIRCUIT BINNEN EEN TYPE B MEERADERIGE KABEL, VAST EN
DOEL TREFFEND BEVEILIGD TEGEN SCHADE, MITS DE PIEKSPANNING VAN
ELK CIRCUIT BINNEN HET TYPE B MEERADERIGE KABEL NIET HOGER
IS DAN 60 VOLT. (DE KABELTYPES STAAN GEDEFINIEERD IN
CLAUSULE 12.2.2.8 VAN EN60079-14:2008)
6. DE AARDING VAN DE BARRIÈRE MOET VIA EEN ZEER DEGELIJKE VERBINDING
ZIJN AANGESLOTEN, MET EEN GEÏSOLEERDE GELEIDER EQUIVALENT
AAN EEN 4mm KOPEREN GELEIDER, ZODANIG DAT DE IMPEDANTIE
VAN HET VERBINDINGSPUNT TOT AAN DE AARDE VAN DE NETVOEDING
MINDER IS DAN 1 OHM
IIB
IIA
XGARD DETEC
IIC
IIB
IIA
TXGARD IS DE
IIC
IIB
IIA
TXGARD IS ZU
IIC
IIB
IIA
Crowcon Gasmaster Installatie
2. Installatie
Lees dit eerst
Voordat u begint met de installatie en
inbedrijfstelling van het Gasmaster systeem wordt
u verzocht de volgende informatie te lezen, als
begeleiding van het hele proces.
De installatie-instructies in dit deel betreffen een
voorgeconfigureerde Gasmaster. Voor instructies
over de installatie en inbedrijfstelling van gasen branddetectoren wordt u verwezen naar de
gebruikershandleiding bij de detectoren. Als
alternatief kunt u Crowcon om advies vragen.
Om de installatie van het Gasmaster systeem te
voltooien heeft u het controlepaneel en -menu
nodig. De volledige instructies zijn te vinden in
hoofdstuk III. Bediening. U wordt geadviseerd om
uzelf vertrouwd te maken met de knoppen op
het voorpaneel en de menustructuur. Zie pagina
25. Voor sommige configuratiestappen zult u op
de Supervisorstand over moeten gaan. Crowcon
adviseert om dit deel uit te laten voeren door
personeel dat bekend is met de installatie en
inbedrijfstelling van branddetectiesystemen.
Als u een Gasmaster 1 heeft gekocht
Volg de instructies in dit hoofdstuk op, maar
negeer de teksten over de extra kanalen.
Als u een niet-geconfigureerde
Gasmaster 4 heeft gekocht
Volg de installatie-instructies voor een
voorgeprogrammeerde Gasmaster 4 op. Extra
informatie over het instellen van het Gasmaster
systeem is te vinden in Hoofdstuk III. Bediening
Stapsgewijze instructies
De installatie en inbedrijfstelling van het Gasmaster
systeem wordt uiteengezet in gemakkelijk te
volgen instructies. Hieronder staat een tabel met
een overzicht van een typische volgorde van
installatiestappen. Afhankelijk van uw configuratie
kunnen sommige stappen gedeeltelijk wegvallen.
Let wel: twee batterijen worden apart van
de apparatuur verzonden om schade tijdens
het transport te voorkomen. Deze moeten
geïnstalleerd worden volgens de instructies in
paragraaf 2.2.
Waarschuwing: De Gasmaster zelf is niet
gecertificeerd voor gebruik in gevaarlijke
omgevingen maar hij kan zijn aangesloten
op detectoren en of alarmmelders die wél
in een gevaarlijke omgeving zijn geplaatst.
De instructies voor sensoren moeten goed
worden nagevolgd bij het installeren van een
Gasmaster systeem.
2.1 Voor het installeren
2.2 Algemeen
2.3 Monteren
2.4 Bekabelingseisen
2.5 Gas- en branddetectoren installeren
2.6 Apparaten op de uitgangen installeren
2.7 De netspanning aansluiten
2.8 Apparaten op de ingangen aansluiten
2.8.1 Twee-draads 4-20mA apparaten
2.8.2 Driedraads 4-20mA apparaten
2.8.3 mV-brugdetectoren (pellistors)
2.8.4 Hitte-/rookdetectoren
2.8.5 ESU-omgevingssensor
2.8.6 Vlamdetectoren
2.8.7 Ingangen voor blokkeren en
bevestigen/reset op afstand
2.9 Apparaten op de uitgangen aansluiten
2.9.1 Optische en akoestische alarms
2.9.2 Algemene relaisaansluitingen
2.9.3 Aansluitingen kanaalrelais
2.9.4 Analoge uitgangen
2.9.5 RS485-communicatie
2.10 Stroomvoorziening inschakelen
2.11 Gebruiksduur noodaccu/
stroomberekeningen
2.12 Inbedrijfstelling
2.12.1 Inbedrijfstelling brugdetectoren
2.12.2 Nulstellen en kalibreren
2.12.3 Brandmeldkanalen testen
2.12.4 ESU-kanalen testen
3
Installatie
Crowcon Gasmaster
À Frontplaat
2.1 Voor het installeren
Stel u vóór het installeren op de hoogte van
de lokale voorschriften en procedures, en leef
ze na. Neem contact op met Crowcon als u
meer advies nodig heeft.
De Gasmaster zelf mag niet in gevaarlijke
omgevingen worden gebruikt. De gas- en
branddetectoren kunnen echter wel in een
ontvlambare omgeving worden geplaatst. Gebruik
altijd het juiste type afdichtingen. Controleer of
de apparatuur die u wilt gebruiken geschikt is
voor de omgeving waarin u ze plaatst. Zie de
installatiehandleidingen van de instrumenten voor
meer informatie over geschikte locaties.
Crowcon adviseert om in gevaarlijke omgevingen
alle elektrische apparatuur door ervaren mensen
te laten installeren.
 Scherm-
printplaat
Batterijen
Ä Scherm chassis
Å Chassisplaat
Ingang
modules
worden in
de aansluit
printplaat
gestoken
Æ Aansluit
printplaat
2.2 Algemeen
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u aan de slag gaat
met een Gasmaster 4 of Gasmaster 1 systeem
dat is geprogrammeerd voor de meegeleverde
detectoren. Figuren 2.1, 2.2 en 2.5 tonen het
inwendige van de Gasmaster.
Raadpleeg het meegeleverde
en inspectiecertificaat voor
configuratiegegevens.
specificatiede exacte
Figuur 2.1 toont de inwendige onderdelen van de
Gasmaster. U kunt de frontplaat À verwijderen
door de vier schroeven Á los te draaien en de
tweepolige sirenestekker voorzichtig los te trekken
uit de schermprintplaat Â. De frontplaat kan ofwel
worden ondersteund door de kast, met één van de
borgschroeven, of helemaal worden verwijderd en
op een veilige plaats worden gezet. De
schermprintplaat en batterijen worden ondersteund
door twee aparte chassis, die het schermprintplaat
 en de batterijen à ondersteunen. De
aansluitprintplaat Æ bevat de ingangmodules en
alle ingangen en uitgangen. De schermprintplaat Â
is met een 50-polige platte kabel op de
aansluitprintplaat Æ aangesloten, en scharniert aan
de linkerkant zodat u hem kunt wegklappen om
toegang te krijgen tot de ingangsaansluitingen voor
de detectoren. De meeste aansluitingen kunnen
worden bereikt wanneer de schermprintplaat is
verplaatst en de batterijen zijn verwijderd. Zo nodig
kunnen de twee chassis worden verwijderd om
beter bij de aansluitingen te kunnen. Om het
chassis van het scherm te verwijderen moet eerst de
platte kabel voorzichtig worden losgemaakt. Ga
4
È Wartel-
doorvoeropeningen
É Optionele
communicatiepoort
Figuur 2.1 Explosietekening van Gasmaster
voorzichtig te werk bij het monteren van de
schermprintplaat zodat u de platte kabel en de
connector niet beschadigt.
Aan de boven- en onderkant van het huis zitten
elk zes doordrukopeningen voor kabeldoorvoeren.
Deze doordrukopeningen zijn geschikt voor M20,
1/2" NPT en PG13,5 kabelwartels. Maak de
kabeldoorvoeren open door met een kleine hamer
en schroevendraaier langs de randen te tikken. De
afdekplaatjes zijn daarna gemakkelijk uit het huis
te verwijderen. Maak de doorvoeropeningen los
voordat u de Gasmaster monteert, en zorg dat u
hierbij de inwendige onderdelen niet beschadigt.
Stroomvoorziening
De Gasmaster wordt geleverd met een universele
netvoeding voor netspanningen van 100-240 V
AC en 50-60 Hz. Deze netspanningen worden
omgezet in een 24 V DC-stuurspanning met
een maximumvermogen van 60 W. U kunt de
Gasmaster ook aansluiten op een externe 24 V
DC-voeding van maximaal 60 W.
Sluit de Gasmaster nooit tegelijk zowel op
een AC- als DC-voeding aan.
Crowcon Gasmaster Installatie
Elke ingang voor detectoren is beveiligd tegen
kortsluiting. De 24 V-voeding is voorzien van
‘polyzekeringen’ met automatische resetfunctie, die de stroom onderbreken in geval
van aansluitfouten en na herstel hiervan zichzelf
automatisch weer inschakelen. U mag detectoren
aansluiten met een maximaal stroomverbruik van
500 mA.
Stroomonderbreker
Als u het apparaat permanent op netspanning
aansluit, moet u een aparte netschakelaar
plaatsen om aan EN 61010-1 te voldoen.
Plaats deze schakelaar vlakbij de Gasmaster
binnen handbereik van de gebruiker. U moet
deze schakelaar duidelijk markeren als aan/uitschakelaar voor de Gasmaster. Geef de standen
AAN en UIT ook duidelijk aan.
De stroomonderbreker moet voldoen aan de
eisen van IEC60947-1 en IEC60947-3. Bij het
uitschakelen van de stroomtoevoer mag de
aardverbinding niet worden verbroken.
Leg de Gasmaster aan de kant voordat u de
montagegaten boort.
In de ophangpunten van de Gasmaster zitten
nylon busjes die geschikt zijn voor maximaal 5mm
schroeven. Zorg ervoor dat deze busjes er in zitten
bij de montage omdat die essentieel zijn om het
huis tegen opname van vuil te beveiligen.
278
110
120
77
5
214
Kortsluitbeveiliging
de schroeven los te draaien die in figuur 2.1
zijn aangeduid met Á. Trek voorzichtig de
sirenestekker uit de schermprintplaat. Leg de
frontplaat op een veilige plaats neer. Houd de
Gasmaster met één hand vast op de gewenste
locatie, en teken met een potlood de plaats van
de montagegaten af.
288
In de netvoeding van de Gasmaster zitten geen
zekeringen die u zelf kunt vervangen.
Bevestigingsgaten
Mounting holes
Batterijen
Batteries
Aansluit
schema
batterijen
Battery connection
diagram
Figuur 2.3 Maattekening van de Gasmaster en de
montagegaten
2.4 Bekabelingseisen
De bekabeling tussen de Gasmaster en de
detectoren moet voldoen aan geldende normen
en aan de wet- en regelgeving ter plaatse, evenals
aan de elektrische specificaties van de detector.
n Explosieveilige (Exd) apparaten
Figuur 2.2 Gasmaster-chassisplaat met schermprintplaat
en batterijen.
2.3 Montage
Alle Gasmaster-systemen moeten in een
veilige omgeving worden geïnstalleerd. Houd
hierbij rekening met de locatie, de vereiste
kabelaansluitingen en de aardingsvoorschriften.
Figuur 2.3 is een maattekening van de Gasmaster.
Om toegang te krijgen tot de montagepunten,
moet u eerst de frontplaat verwijderen door
Crowcon adviseert het gebruik van kabels
met staaldraadpantser (SWA). Gebruik
explosieveilige kabeldoorvoerwartels.
n Intrinsiek veilige (I.S.) apparaten
Crowcon adviseert het gebruik van
afgeschermde mantelkabels met in elkaar
gedraaide aderparen. Gebruik weerbestendige
kabeldoorvoerwartels. Gebruik I.S.-apparaten
in gevaarlijke omgevingen alleen in combinatie
met een Zener-barrière of galvanische
scheiding.
5
Installatie
Crowcon Gasmaster
n Branddetectoren
Crowcon adviseert het gebruik van
afgeschermde brandveilige mantelkabels
met in elkaar gedraaide aderparen, zoals
Pirelli FP200 en dergelijke. Monteer een
1k8-afsluitweerstand aan de laatste detector
in de kring van rook- en hittedetectoren.
Er mogen ook andere bekabelingsoplossingen
worden toegepast, zoals stalen kabelgoten, mits
deze voldoen aan alle normen.
Elke detector kan een andere minimale
voedingsspanning vereisen en ook hun maximale
stroomverbruik kan afwijken. Raadpleeg de
installatie-, gebruiks-en onderhoudshandleidingen
van de betreffende detector om de maximale
kabellengtes te berekenen van de verschillende
typen kabels. De maximaal toelaatbare kabellengte
hangt af van de toepassing, of er bijvoorbeeld
Zener-barrières of galvanische scheidingen (voor
I.S.-apparaten) worden gebruikt of niet.
– Afgeschermde kabel met een EMC-wartel
waarbij de afscherming via de wartel op het
huis is aangesloten.
– Voor detectoren, 4-20 mA uitgangen en
RS-485 aansluitingen: afgeschermde kabel
waarbij de afscherming is aangesloten op het
SCR-contact van de betreffende aansluiting.
2.5 Gas- en branddetectoren
installeren
Installeer de gas- en branddetectoren
volgens de aanwijzingen in de bijbehorende
installatiehandleidingen, en neem de eisen die
aan de locatie en de kabels worden gesteld in
acht. Raadpleeg voor ESU-omgevingssensoren de
meegeleverde handleiding.
2.6 Apparaten op de uitgangen
installeren
Kabel
Kring
De Gasmaster kan optische en akoestische
alarminstallaties direct van 24 V DC-stroom
voorzien via de betreffende aansluitingen op de
aansluitprintplaat Ook beschikt hij over relais
om extra uitgangen te schakelen, en naast deze
relaisblokken zijn ook aansluitingen van 12 V
DC of 24 V DC/200 mA beschikbaar voor het
schakelen van apparaten met een laag vermogen.
In hoofdstuk 2.9 vindt u meer informatie over het
aansluiten van apparaten op de uitgangen.
0,5 (20)
39,0
78,0
2.7 De netspanning aansluiten
1,0 (17)
18,1
36,2
1,5 (15)
12,1
24,2
2,5 (13)
8,0
16,0
Ga bij het berekenen van de maximale kabellengtes
voor detectoren uit van een minimumspanning
van 19 V en een meetweerstand van 98 Ω (39 Ω
voor conventionele brandmeldkanalen).
Tabel 1: Gangbare kabeleigenschappen
Doorsnede
(mm2)*
Weerstand (Ω per km)
*Vergelijkbare diameter in AWG tussen haakjes.
Sluit de externe netvoeding aan op de tweedelige
schroefcontacten, zie figuur 2.4 en 2.5. Aard
de Gasmaster via het aardingscontact van
het netsnoer (zie figuur 2.4) of gebruik het
aansluitpunt aan de bovenkant van het huis.
Bereken de kabellengtes volgens de aanwijzingen
op het instructieblad van de detector aan de
hand van de hierboven genoemde kabel- en
Gasmaster-specificaties.
U kunt kabels en wartels op verschillende manieren
met de Gasmaster verbinden, afhankelijk van het
gebruikte type kabel en wartel:
6
Figuur 2.4 Netspanningsaansluitingen op de
aansluitprintplaat
Pb
– Afgeschermde kabel waarbij de afscherming
in het huis via een metalen plaatje op de
wartel is aangesloten.
CROWCON
– Kabels en wartels met staaldraadpantser (SWA)
waarbij de mantel via de wartel elektrisch
geleidend op het huis is aangesloten.
Crowcon Gasmaster Installatie
Ingangmodules
Lichtnet
Detectoraansluitingen
Gemeenschappelijk
relaisaansluitingen
Pb
CROWCON
Relaisansluitingen kanalen
+
Schermprintplaatconnector
24 V DC
voeding.
Analoge
uitgangen
+
+
+
+
Uitsluitend
verbinding met
chassis op I.S.systemen
+
Uitsluitend
verbinding met
chassis op nietI.S.-systemen
RS-485 Modbus-aansluitingen
Akoestische/optische
alarmaansluitingen
Blokkering en
bevestigen/reset op
afstand
Figuur 2.5 Indeling aansluitprintplaat
2.8 Apparaten op de ingangen
aansluiten
De Gasmaster kan zijn uitgevoerd met tussen één
en vier ingangmodules (één voor Gasmaster 1)
van de volgende types:
• 4-20mA/brand module voor 4-20mA type
detectoren, conventionele rook/hittedetectoren of ESU.
• mV
pellistortype
module
voor
mV-brugdetectoren voor ontvlambare
gassen
Meer gegevens over de configuratie van de
hardware en jumperinstellingen vindt u in
paragraaf 2.8.1 t/m 2.8.6.
4-20 mA ingangen
De Gasmaster beschikt over analoge 4-20 mA
ingangen met een sensorvoedingsspanning van
19 tot 28 V DC en meet het signaal over een
meetweerstand van 98 98 Ω. Op de ingangen
kunt u 4-20 mA actieve en passieve gas- en
vlamdetectoren met 2 of 3 draden aansluiten.
Gasmaster volgt de ingangen tussen 3 en 21,5
mA en geeft daar buiten 'buiten bereik' aan. De
aansluitingen worden in paragraaf 2.8.1 en 2.8.2
beschreven.
Conventionele branddetectoren
Op elk ingangskanaal van de Gasmaster kunt
u een kring van maximaal 20 conventionele
7
Installatie
mV-brugdetectoren (pellistors)
Sommige gasdetectoren voor ontvlambare gassen
leveren een mV-brugsignaal in plaats van een
4-20 mA signaal. Voorbeelden van producten van
Crowcon zijn Xgard Type 3 en Xgard Type 4. De
procedure voor de instelling van deze detectoren
is anders dan bij 4-20mA apparaten: raadpleeg
paragraaf 2.12.1 voor gedetailleerde instructies
over de inbedrijfstelling van mV-brugdetectoren
Neem contact op met Crowcon voor de
aansluitgegevens van alle Crowcondetectoren
2.8.1. Tweedraads 4-20mA apparaten
Figuur 2.6 toont een aansluitvoorbeeld van een
passieve tweedraads detector, uitsluitend voor
veilige zones.
Figuren 2.7 en 2.8 tonen aansluitvoorbeelden voor
I.S.-detectoren in gevaarlijke zones met behulp
8
I.S. Link Settings
I.S.-jumperinstellingen
Jumperinstellingen
kanalen
Channel Link Settings
SOURCE
SINK
FIRE
DETECTOR
PWR
SIG
0V
SCR
Detectoraansluitingen
Gasmaster
Gasmaster
Detector
Input
Terminals
Figuur 2.6 Aansluitingen voor 2-draads detector 4-20mA/
brandingangmodule
Figuren 2.7 en 2.8 tonen aansluitvoorbeelden van
een passieve 2-draads I.S.-detector met Zenerbarrière of galvanische scheiding. Pas de
jumperinstellingen voor alle kanalen volgens de
schema's aan.
2.8.2. Driedraads 4-20mA apparaten
Figuur 2.9 toont een aansluitvoorbeeld van een
3-draads detector. Stel de jumper op de 4-20 mA/
brandingangmodule in op SOURCE voor een
actieve detector, en SINK voor een detector die als
passief is geconfigureerd.
I.S.-jumperinstellingen
I.S. Link Settings
DETECTOR
DETECTOR
S
-
Met iedere ingang van de Gasmaster is het ook
mogelijk een omgevingsbemonsteringsapparaat
(ESU) van Crowcon te bewaken. Hierdoor kan in
een groot gebied de aanwezigheid van ontvlambare
en toxische gassen worden gedetecteerd door
de omgevingslucht te bemonsteren. Omdat het
belangrijk is dat de bemonsteringsfunctie van de
ESU-omgevingssensor correct werkt, bewaakt de
Gasmaster of er daadwerkelijk monsters worden
genomen. De Gasmaster kan een tweedraads 24
V DC-voeding aan het bemonsteringsapparaat
leveren. De op de ESU-omgevingssensor
aangesloten detectoren vereisen een apart
ingangskanaal. De aansluitingen worden in
paragraaf 2.8.5 beschreven.
Zet de jumper op de 4-20 mA/brandingangmodule
in alle gevallen op SINK.
+
ESU-omgevingssensor
van Zener-barrières of galvanische scheidingen. Zie
tevens paragraaf 1.3.
+
rook-/hittedetectoren (bijvoorbeeld uit de Apollo
65-serie of Orbis-inrichtingen) aansluiten. Er
mogen ook handgeschakelde apparaten zoals
brandmelders in dit branddetectiecircuit worden
opgenomen, of een combinatie van handmatige
melders en automatische detectoren, mits ze
dezelfde elektrische eigenschappen hebben en
de brandvoorschriften het toestaan. Schakelende
apparaten moeten van een serieweerstand van
470 Ω zijn voorzien. Elk branddetectiecircuit moet
met een 1k8-eindweerstand worden afgesloten,
om te kunnen controleren of er onderbrekingen
of kortsluitingen in het circuit zijn ontstaan.
De aansluitingen worden in paragraaf 2.8.3
beschreven.
Crowcon Gasmaster
1K
Jumperinstellingen
kanalen
Channel Link Settings
SOURCE
SINK
FIRE
O
PWR
SIG
0V
SCR
Detectoraansluitingen
Gasmaster
Gasmaster
Detector
Input
Terminals
Figuur 2.9 Aansluitingen voor 3-draads detector 4-20mA/
brandingangmodule
2.8.3. mV-brugdetectoren (pellistors).
Detectoren zoals Crowcon’s Xgard Type 3
of 4 moeten volgens de afbeelding worden
aangesloten. Raadpleeg paragraaf 2.12.1 voor
instructies over het instellen van de detectoren.
Zie figuur 5.1 op pagina 37 voor aansluitgegevens.
Waarschuwing: Zorg ervoor dat de potentiometer
'Head Voltage' helemaal naar links staat
I.S.-jumperinstellingen
I.S. Link Settings
Gevarenzone
Hazardous
Area
Jumperinstellingen
kanalen
Channel Link Settings
SOURCE
SINK
FIRE
Veilige
zone
Safe Area
Gasdetector
Gas Detector
4-20mA
4-20mA passief
Current Sink
PWR
SIG
0V
SCR
8 7
+
-
2 1
Z728
I.S.
I.S.Aarde
Earth
P&F
P&F Z728
Z728 Zener-barrière
Zener Barrier
Crowcon
onderdeelnummer:
C03317
Crowcon
Part Number: C03317
Figuur 2.7 Voorbeeldaansluitingen van 2-draads I.S.-detector met Zener-barrière, 4-20mA/brandingangmodule. Stel het
kanaal in op SINK (zie afbeelding 2.5) en configuratie op DET4-20 SINK (zie deel over menu-overzicht, pagina 25 en 33.
Raadpleeg aardaansluitingsvereisten in Figuur 2.5, pagina 7
I.S. Link Settings
Channel Link Settings
GEVARENZONE
HAZARDOUS
AREA
+
+
OUT IN
COM
-
+
+
Detector
OUT IN
COM
–
Detector
+
I.S.-jumperinstellingen
I.S. Link Settings
Safe Area
SINK
VEILIGE
ZONE
SAFE AREA
1
2
ORBIS Smoke or Heat Detectors
Jumperinstellingen
kanalen
Channel Link Settings
SOURCE
SOURCE
FIRE
SINK
FIRE
Z728
8 7
Hazardous Area
2 1
K8
Crowcon Gasmaster Installatie
11
12
13
14
I.S. Earth
MTL
PWR
SIG
0V
SCR
PWR
SIG
20-35Vdc
– 20-35VDC
supply
+ voeding
0V
SCR
P&F5541
Z728 Zener Barrier
Crowcon Part Number: C03317
Detector
–
Detector
+
3
1
PWR
SIG
7
8
15
14
Pepperl& Fuchs
KFD2-STC4-Ex1.H
20-35Vdc
– 20-35VDC
supply
+ voeding
0V
SCR
Figuur 2.8 Aansluitingsvoorbeeld van 2-draads I.S.-detector met galvanische scheiding, 4-20mA/brandingangmodule.
Stel het kanaal in op SRCE (zie figuur 2.5) en de configuratie op DET4-20 SRCE (zie het hoofdstuk over de
systeemmenu's, pag. 25 en 33.
9
Installatie
Crowcon Gasmaster
voordat voor de eerste maal detectoren van het
mV-brugtype worden aangesloten en gevoed
(en ook bij het monteren van een nieuwe of
vervangende mV-module). Daarmee is de spanning
op de sensor minimaal en wordt voorkomen dat de
brugsensor doorbrandt bij een te hoge spanning.
betreffende ingangskanalen op de Gasmaster of
een ander controlepaneel. De instructies voor de
aansluitingen worden bij de ESU geleverd.
Jumperinstellingen
Channel
Link Settings
kanalen
AANSLUITDOOS ESU-OMGEVINGSSENSOR
ESU SAMPLING DEVICE TERMINAL BOX
Sluit conventionele branddetectoren voor veilige
omgevingen aan volgens figuur 2.10 en 2.11. Sluit
conventionele branddetectoren voor gevaarlijke
omgevingen aan volgens Figuur 2.12.
Figuur 2.11 toont de aansluitingen voor
handbediende alarmknoppen en brandmelders.
I.S. Link Settings Jumperinstellingen
I.S. Jumperinstellingen
kanalen
Channel Link Settings
SOURCE
SINK
FIRE
COM-
COM-
IN+
PWR
SIG
0V
SCR
1K8
IN+
L2
L2
FAN+
FAN-
Ingang
Input
1,
2, 3
1,2,3
or 4
of
Gasmaster
To Fan
Naar
ventilator
Figuur 2.13 Aansluitingen voor ESU-omgevingssensor,
4-20mA/brandingangmodule
2.8.6. Vlamdetectoren
Figuur 2.14 toont een aansluitvoorbeeld van
een driedraads 4-20 mA vlamdetector. Stel de
jumperinstelling in afhankelijk van het gebruikte
type detector, zie Figuur 2.5. Stel hem niet in
op FIRE.
I.S.-jumperinstellingen
Jumperinstellingen
kanalen
I.S. Link Settings
Channel Link Settings
SOURCE
SINK
FIRE
DETECTOR
DETECTOR
hitte-/rookdetector,
+
PWR
SIG
0V
SCR
S
-
Figuur 2.10 Aansluitingen voor
4-20mA/brandingangmodule
SOURCE
SINK
FIRE
PWR
SIG
0V
SCR
+
SIG
-
2.8.4. Hitte-/rookdetectoren
Rook/hittedetector
Smoke/Heatdetector
I.S.I.S. Link Settings
jumperinstellingen
I.S. Link Settings
I.S. Jumperinstellingen
Brandmelders
Manual alarm call points
1K8
470R
470R
Hazardous Area
Safe Area
PWR
SIG
0V I.S. Link Settings
SCR
+
-
2 1
8 7
Figuur 2.11 Aansluitingen
voor
handbediende
Gas Detector
alarmknoppen
en
brandmelders,
4-20mA/
Z728
brandingangmodule
2.8.5. ESU-omgevingssensor
4-20mA Current Sink
I.S. Earth
Figuur 2.13 toont de aansluitingen voor het
P&F Z728 Zener Barrier
bewaken van de ESU-omgevingssensor.
Crowcon Part Number: C03317
Gasdetectoren die op de ESU worden aangesloten,
moeten apart worden aangesloten op de
Channel Link Settings
PWR
SIG
2.8.7. Blokkering
en bevestigen/reset
0V
SCR
op afstand
De Gasmaster heeft ingangen voor de aansluiting
van afstandschakelaars om alarmuitgangen te
blokkeren of alarmsignalen te bevestigen/resetten.
Deze ingangen worden actief wanneer ze tot 0 V
dalen, de open spanning bedraagt 5 V DC.
+
-
+
+
OUT IN
COM
-
2 1
OUT IN
COM
Z728
8 7
+
1K8
SOURCE
SINK
FIRE
Veilige
zone
Safe Area
ORBISSmoke
rook- oforhittedetectoren
ORBIS
Heat Detectors
I.S.
I.S.Aarde
Earth
P&F Z728 Zener-barrière
P&F Z728 Zener Barrier
Crowcon onderdeelnummer:
Crowcon Part Number: C03317
C03317
10
Terminals
SOURCE
Figuur 2.14 Aansluitingen
voor driedraads 4-20 mA 3
SINK
vlamdetector,FIRE
4-20mA/brandingangmodule
I.S.-jumperinstellingen
kanalen
I.S. Link Settings Jumperinstellingen
Channel Link Settings
Gevarenzone
Hazardous
Area
Detectoraansluitingen
Gasmaster
GasmasterInput
Detector
PWR
SIG
0V
SCR
Figuur 2.12 Aansluitingen
voor conventionele
branddetectoren voor
gevaarlijke zones, 4-20mA/
brandingangmodule
Raadpleeg
aardaansluitingsvereisten in
Figuur 2.5, pagina 7
Crowcon Gasmaster Installatie
Waarschuwing
Crowcon raadt u ten zeerste aan om
uitsluitend sleutelschakelaars te gebruiken voor
blokkering op afstand die alleen toegankelijk
zijn voor geautoriseerd personeel. Als u het
Gasmaster-systeem blokkeert en geen andere
beveiligingsmaatregelen treft, kan de gewenste
veiligheid niet worden gegarandeerd. Zorg dat
alle betrokken werknemers weten wanneer het
Gasmaster-systeem is geblokkeerd.
BEVESTIGEN/RESET op afstand
Sluit het contact kort om de alarmmelding
te bevestigen en de akoestische alarms uit te
schakelen. Sluit nadat de gevaarlijke situatie is
verholpen nogmaals dit contact om de alarms te
resetten.
Blokkering op afstand
Sluit dit contact om alarmmeldingen van alle
ingangskanalen te blokkeren. De kanalen blijven
geblokkeerd tot het contact weer open gaat; de
Gasmaster werkt nu weer als voorheen (de via
het supervisor-menu geblokkeerde kanalen blijven
geblokkeerd). Figuur 2.15 toont de aansluitingen
voor bediening op afstand.
Crowcon adviseert om schakelaars voor de
afstandsbediening met afgeschermde kabels
aan te sluiten. Sluit de afscherming aan op de
betreffende ‘SCR’-aansluiting.
0V
INHIBIT
ACCEPT/
RESET
0V
Gasmaster is compatibel met AV-alarms die
een algemene 0V toevoer vereisen (positief
geschakeld), of een gemeenschappelijke negatieve
toevoer (0V of positief geschakeld). Verbind de
AV-inrichting naar wens met de aansluitingen voor
‘AV +VE SWITCHING’ of ‘AV -VE SWITCHING’.
Er zijn twee verschillende uitgangen voor
akoestische alarms van niveau 1 en 2 (aansluiting
AV2 wordt geactiveerd voor alarmniveau 1;
AV3 wordt geactiveerd voor alarmniveau 2).
Als een enkeltonige sirene wordt gebruikt moet
deze uitsluitend worden aangesloten op AV2
(en de algemene aansluiting). De sirene wordt
geactiveerd op alarmniveau 1.
Aansluiting AV1 is bedoeld voor een optisch alarm
en wordt geactiveerd op niveau 1.
CONNECTIONS FOR
A
AANSLUITINGEN
VOOR
EEN
0V (NEGATIEF)
(-VE) SWITCHED
0V
GESCHAKELD
A/V DEVICE
AV-APPARAAT
Figuur 2.15 Aansluiten van de schakelaars voor blokkeren
en bevestigen/reset op afstand
2.9 Apparaten op de uitgangen
aansluiten
WAARSCHUWING: Als er rekening wordt
gehouden met het interne stroomverbruik, blijft
er maximaal 48 W over voor de apparaten die op
de in- en uitgangen zijn aangesloten
2.9.1. Optische en akoestische alarms
Figuur 2.16 toont een aansluitvoorbeeld van
optische en akoestische alarms, hier een tweetonig
FLITSER
BEACON
SIRENE
SOUNDER
V S1 S2
Jumperinstellingen
voor
Link Settings
12V
alarmapparaten
for 12V
Alarm Devices
24V
VAV
12V
AKOESTISCH
OPTISCH
AUDIBLE VISUAL
ALARM
ALARM 1
1
+
Link Settings
Jumperinstellingen
voor
for 24V
Alarm Devices
24V
alarmapparaten
AV -ve
INHIBIT
ACCEPT/
RESET
0V
Gasmaster is compatibel met 12 V DC of 24 V DC
A/V-alarmen (de uitgang van de Gasmaster kan
op 12V of 24V worden ingesteld; niet beide): zie
afbeelding 2.16 voor de jumperinstellingen.
24V
VAV
12V
REMOTE I/P
0V
Totale
blokkering
Global
Inhibit
REMOTE I/P
Bevestigen/reset
op afstand
Remote Accept/Reset
signaal. De AV-uitgangen van de Gasmaster kunnen
tot 650 mA leveren, wat voldoende is voor twee
signaalgevers van het type xenon. Er kan een groot
aantal signaalgevers op LED-basis worden gevoed;
neem contact op met Crowcon voor advies.
VAV
AV3
AV2
AV1
Verbind
aansluitingen
Loop allalle
connections
to
zo
nodig door
met een
a second
audible
visual
tweede
alarm ifakoestisch/optisch
required.
alarm.
Figuur 2.16 Aansluiting voor AV besturing
2.9.2. Algemene relaisaansluitingen
Er zijn dubbelpolige omschakelrelais (DPCO) met
een schakelvermogen van 250 V AC; 8 A (nietinductief), 5 A (inductief) voorzien voor Alarm 1,
Alarm 2 en Storing (fout). Elk relais kan tijdens
normaal bedrijf zijn bekrachtigd (fail-safe) of nietbekrachtigd. Doorgaans wordt het 'Fout' relais
ingesteld op Fail Safe zodat het relais omschakelt
bij stroomstoring. Zie Figuur 2.5voor de
'Verzamelrelais'-aansluitingen en Figuur 2.17 voor
de definitie van de contacten Deze aansluitingen
zitten naast de relaisblokken en leveren 12 V DC
11
Installatie
Crowcon Gasmaster
24 mA aan schakelende apparaten met een laag
vermogen. De extra uitgangen kunnen ofwel
op 12 V DC of 24 V DC worden gezet, door de
jumper ‘V AV’ te verzetten. Zie figuur 2.5 op
pagina 7 voor gegevens
van zowel Alarm 1 als Alarm 2. Het
gemeenschappelijke Alarm 2 relais activeert ook
(het gemeenschappelijke Alarm 1 relais activeert
niet). 4-20 mA vlamdetectoren activeren twee
alarmniveaus, net als gasdetectoren.
U
kunt
de
gemeenschappelijke
en
foutrelaisconfiguraties
instellen
via
het
controlepaneel en het menusysteem. Zie hoofdstuk
3 "Bediening" op pagina 17 voor gegevens.
Het kanaalrelais van Alarm 1 werkt als
‘niet-vergrendelend'; dit kan niet worden
veranderd. De kanaalrelais van Alarm 2 en het
gemeenschappelijke relais van Alarm 2 kan
worden geconfigureerd als ‘vergrendelend’, ‘nietvergrendelend’ of ‘vergrendeling acceptabel’.
POLE 1
C
Contacten
Contacts shown
gedeactiveerd
de-energised
weergegeven
(non-inverted)
(niet-geïnverteerd)
POLE 2
NO
Contacten
Contacts geactiveerd
shown
weergegeven
energised
(geïnverteerd)
(inverted)
NC
NC
C
NO
Figuur 2.17 De Gasmaster-contacten van alle relais zijn
op de aansluitprintplaat vermeld.
2.9.3. Kanaalrelaisaansluitingen
De Gasmaster 4 is voorzien van een dubbelpolig
omschakelrelais (DPCO) voor elk kanaal. Deze
relais hebben een schakelvermogen van 250 V
AC, 8 A (niet-inductief), 5 A (inductief) voorzien
voor Alarm 1 en Alarm 2. Elk relais kan tijdens
normaal bedrijf zijn bekrachtigd (fail-safe) of
niet-bekrachtigd. Raadpleeg Figuur 2.5 voor de
'Kanaalrelais'-aansluitingen en Figuur 2.17 voor
de definitie van de contacten Deze aansluitingen
zitten naast de relaisblokken en leveren 12 V DC
24 mA aan schakelende apparaten met een laag
vermogen. De extra uitgangen kunnen ofwel
op 12 V DC of 24 V DC worden gezet, door de
jumper ‘V AV’ te verzetten. Zie figuur 2.5 op
pagina 7 voor gegevens
U kunt de drempelwaarden en instellingen van de
kanaalalarms via de gebruikersmenu's wijzigen.
Zie hoofdstuk "3. Bediening" op pagina 17
voor gegevens.
Brandmeldkanalen
Bij een alarmmelding van conventionele
brandmeldkanalen activeren de kanaalrelais
12
ESU-kanalen
Als de bemonsteringssnelheid van de ESU
aanzienlijk afneemt, wordt het relais voor Alarm 1
van dat kanaal geactiveerd. Als de bemonstering
stopt, wordt het relais voor Alarm 2 geactiveerd.
De gemeenschappelijke alarmrelais worden niet
geactiveerd als de bemonstering afneemt of stopt.
Als de kabel naar het bemonsteringsapparaat
wordt onderbroken of kortgesloten, wordt het
gemeenschappelijke storingsrelais geactiveerd.
2.9.4. Analoge uitgangen
De Gasmaster levert voor elk kanaal een analoge
uitgang die u met een jumper op 4-20 mA of
1-5 V DC kunt instellen (zie Figuur 2.18). Deze
signalen kunnen als invoer dienen voor PLC/DCS/
SCADA-systemen of voor weergavesystemen op
afstand. De 4-20 mA uitgangen zijn voor actieve
detectoren (resolutie 0,1 mA) en mogen maximaal
met 700 Ω worden belast, de 1-5 V uitgangen
vereisen een minimale belasting van 50 kΩ.
De analoge uitgangen werken als volgt:
4-20 mA gasdetectoren: de uitgang volgt de
ingang tussen 3 en 21,5 mA, waarbij het signaal
daalt tot 0 mA als de ingang hoger wordt dan
21,5 mA om aan te geven dat er storing is.
Sensorsignalen die hoger zijn dan 110% van het
bereik worden door de Gasmaster als storing
gezien. Het signaal wordt op 2 mA ingesteld om
aan te geven dat een kanaal is geblokkeerd, en op
0 mA als er storing is in het kanaal.
Brandkanalen: signalen tussen 4 en 12 mA duiden
op 'geen brand', 12-20 mA duidt op een brand,
0 mA duidt op een storing (contact verbroken of
kortsluiting). Een signaal van 2 mA duidt aan dat
het kanaal is geblokkeerd.
ESU-kanalen: signalen tussen 4 en 12 mA geven
aan dat het bemonsteringsapparaat correct werkt,
12-20 mA duidt op een storing in de bemonstering,
Crowcon Gasmaster Installatie
MV-brugsensorkanalen: afhankelijk van het
0-95%LEL ingangssignaal stijgt de uitgang van
4mA tot 19,2 mA. Indien pellistorbeveiliging is
aangezet, gaat het kanaal bij een gasconcentratie
van 95%LEL (deze waarde is verstelbaar) over op
pellistorbeveiliging (zie paragraaf 3.9); het kanaal
gaat over op fout en het analoge uitgangssignaal
wordt ingesteld op 0 mA.
OUTPUT 4
OUTPUT 3
OUTPUT 2
OUTPUT 1
Indien ‘pellistorbeveiliging' is uitgezet, stijgt de
analoge uitgang maximaal tot 25,8 mA; de %LEL
indicatie hangt af van de versterkingsfactor die is
ingesteld voor de sensor.
SCR
0V
SIG
Link: 1-5V
No Link: 4-20mA
SCR
0V
SIG
Link: 1-5V
No Link: 4-20mA
SCR
0V
SIG
Link: 1-5V
No Link: 4-20mA
SCR
0V
SIG
Link: 1-5V
No Link: 4-20mA
Figuur 2.18 Gasmaster-aansluitingen van de analoge
uitgangen
2.9.5. RS-485 communicatie
De Gasmaster kan alarm-en systeeminformatie
doorgeven aan PLC/DCS/SCADA-systemen via
een tweedraadsverbinding met gebruik van het
Modbus RTU-protocol (9600 baud, 8 data- bits,
geen pariteit, 1 of 2 stopbits). U kunt tot 16
Gasmaster-systemen 'parallel' aansluiten op één
enkele tweedraadsverbinding met een maximale
kabellengte van 1 km, maar gebruik bij voorkeur
kabel met een in elkaar gedraaid aderpaar. Sluit
bij enkele Gasmaster-systemen die via de RS-485
verbinding communiceren de RS485 TERMcontacten kort, om de afsluitweerstand in te
schakelen. Laat bij parallelle systemen alle RS485
TERM-contacten open, behalve die van de laatste
Gasmaster in de lijn.
Op aanvraag kan Crowcon u een document met
de Modbus-specificaties leveren.
RS-485 aansluitingen van Gasmaster-systemen die
zijn besteld met de als optie verkrijgbare lokale
communicatieconnector dienen om de draden van
de connector aan te sluiten. Verwijder deze draden
als u de seriële RS-485 verbinding wilt gebruiken
om met een systeem op afstand te communiceren.
485A
485B
SCR
J14
0 mA duidt op een storing (contact verbroken of
kortsluiting). Een signaal van 2 mA duidt aan dat
het kanaal is geblokkeerd.
LK2
RS485
TERM
Figuur 2.19 RS-485 aansluitingen van de Gasmaster
2.10
Stroomvoorziening
inschakelen
Zorg dat u vóór het inschakelen de regelen uitschakelsystemen blokkeert waar de
Gasmaster op is aangesloten.
Installeer eerst alle sensorkabels, en sluit dan
de batterijen aan volgens het schema dat op de
chassisplaat is bevestigd. (Zie hoofdstuk 4.4.) De
Gasmaster kan pas worden ingeschakeld als er
een externe stroomvoorziening is aangesloten.
Schakel de externe AC of 24 V DC
stroomvoorziening in. Na het inschakelen blijven
de uitgangen enige tijd geblokkeerd, en voert
het systeem een opstartprocedure uit waarbij de
alarmindicatoren en de interne sirene worden
getest. Als er na enige tijd storingen worden
aangegeven, controleer dan nogmaals de
sensoraansluitingen of raadpleeg "Storingenmenu
(overzicht van actuele storingen in het systeem)"
op pagina 24.
Als de stroomtoevoer is ingeschakeld licht de
groene Aan/Uit-LED op en knippert hij elke 5
seconden om aan te geven dat het systeem werkt.
Als de externe stroomvoorziening wegvalt,
werkt de Gasmaster door op zijn ingebouwde
batterijen en knippert de Aan/Uit-LED elke
seconde. Afhankelijk van zijn configuratie geeft
de Gasmaster een waarschuwing (waarschuwingLED licht op en de sirene piept elke 5 seconden)
of een storingsmelding (de storing- LED licht op,
de sirene klinkt en het storingsrelais schakelt om).
De Gasmaster moet nu alle bewaakte kanalen
tonen. Laat de sensoren een stabiele toestand
bereiken voordat u ze kalibreert. Zie de
sensorhandleidingen van de detectoren voor de
aanbevolen stabilisatietijden.
Let op: uw Gasmaster wordt voorgeprogrammeerd
geleverd, zie het meegeleverde specificatie- en
13
Installatie
Crowcon Gasmaster
inspectiecertificaat. Als de kanalen niet zijn
geconfigureerd, toont de Gasmaster het volgende
scherm:
Geen detectoren!
Configureer
Ga naar pagina 25 om uw systeem te configureren.
2.11
Gebruiksduur noodaccu/
verbruiksberekening
De Gasmaster beschikt over een accucapaciteit
van 1,2 Ah als noodstroomvoorziening bij
stroomuitval. De hieronder genoemde gemiddelde
gebruiksduren gelden voor een systeem zonder
alarmmeldingen met niet-bekrachtigde relais
en uitgeschakelde 4-20 mA uitgangen (het
stroomverbruik van het systeem zonder de
detectoren bedraagt circa 50 mA):
Gasmaster 1
met een detector voor toxische gassen
(2-draads): 21 uur
Gasmaster 1
met een zuurstofdetector (2-draads): 16
uur
Gasmaster 1
met een brugdetector voor ontvlambare
gassen: 12 uur
Gasmaster 4
met vier detectoren voor toxische gassen
(2-draads): 10 uur
Gasmaster 4
met vier zuurstofdetectoren (2-draads): 4
uur
Gasmaster 4
met vier brugdetectoren voor ontvlambare
gassen: 3 uur
Gasmaster is beveiligd tegen het te diep
ontladen van de interne batterijen. Bij gebruik
van de interne batterijen geeft de Gasmaster
als storingsmelding "Waarschuwing - Batterij
laag" wanneer de accuspanning daalt tot 22
V. Als de spanning tot circa 20 V daalt, wordt
de verbinding met de batterijen automatisch
14
verbroken. U kunt de verbinding met de batterijen
alleen herstellen als de externe stroomvoorziening
wordt ingeschakeld, waarna het ongeveer 18 uur
duurt voordat ze volledig zijn opgeladen.
Let op: Het kan gebeuren dat de interne batterijen
niet goed worden opgeladen als de Gasmaster
is aangesloten op een externe DC-voeding,
waardoor de noodstroomvoorziening niet werkt
als de externe voeding uitvalt
Neem voor meer informatie contact op met
Crowcon.
2.12
Inbedrijfstelling
Let op: we raden u ten zeerste aan om de
personen die een Gasmaster-systeem in bedrijf
willen stellen eerst de bedieningsinstructies
in hoofdstuk III. Bediening te laten lezen en
begrijpen.
Na het aansluiten en inschakelen van de sensoren
kan de inbedrijfstelling beginnen. Kalibreer
gasdetectoren volgens de aanwijzingen in de
betreffende handleiding, en test branddetectoren
met de juiste middelen.
Simuleer alarmmeldingen en registreer de acties
om te kijken of het systeem werkt zoals bedoeld.
Controleer alle signaleringsapparatuur en de
verbindingen met externe apparaten. Gebruik
hiervoor de test- en bekijk-menu's (zie pagina 27
en 30).
2.12.1. Inbedrijfstelling
brugdetectoren
Het is van essentieel belang voor deze soorten
detectoren dat de juiste 'kopspanning' en balans
is ingesteld voordat wordt geprobeerd om de
sensor op nul te stellen en te kalibreren.
Om de kopspanning in te stellen moet de spanning
op de tussen de ‘+’ en ‘-‘ polen van de detector
worden gemeten en worden aangepast met de
potmeter ‘HEAD VOLTAGE’ op de betreffende
ingangmodule van de Gasmaster. Controleer de
instructies van de detector voor de spanning:
2 V DC is typisch voor een Xgard Type 3 of 4
detector.
Laat de sensor 1 uur opwarmen en stel vervolgens
de versterkingbalans bij: sluit een meter die op
DC mV is ingesteld aan op de testpunten TP12 en
TP13 op de ingangmodule van de Gasmaster voor
Crowcon Gasmaster Installatie
de brugdectector. Stel de potmeter ‘BALANCE’ bij
totdat de meter ‘300 mV' aangeeft.
Wanneer het juiste teken is geselecteerd,
drukt u op volgende , waarna de cursor
naar de volgende invoerpositie gaat. Voer
op deze manier het volledige wachtwoord
in. Als u klaar bent, moet u twee keer op
volgende
drukken.
(Zie 3.7 in hoofdstuk III. Bediening voor
meer details over het invoeren van tekst).
De sensor kan nu op nul worden gesteld (eerst
moet worden vastgesteld dat er geen ontvlambare
gassen aanwezig zijn) en gekalibreerd.
Let wel: voor sommige soorten gas- of
brugsensoren kan het nodig zijn om de instelling
van de versterkingsfactor te wijzigen. Deze
procedures worden uitgelegd op de technische
notitie FGM3-001 die kan worden gedownload van
het deel voor Partners op de website van Crowcon.
Als alternatief kan men contact opnemen met
[email protected].
4. De Nulstellen-wizard zorgt voor een tijdelijke
blokkering, maar als u dat wilt kunt u ook
alle kanalen blokkeren tijdens het kalibreren.
Algemene blokkering instellen:
Blader in het supervisor-menu omlaag naar
Inhibit en druk op volgende . Selecteer
Alles en druk op volgende . Gebruik de
knoppen omhoog
of omlaag
om
blokkering op INHIBIT=AAN te zetten, en
druk op volgende
om te accepteren.
Druk op vorige
om terug te keren naar
het Supervisor-menu. De blokkerings
symbolen verschijnen in het kanalenvenster.
Kanalen blokkeren:
U kunt kanalen direct blokkeren via het
Inhibit-menu of via de menu's Nulstellen
en Kalibreren. Voer de bovenstaande
instructies uit, maar selecteer nu Kanaal #n
(waarbij n het kanaalnummer is) in plaats
van Alles.
2.12.2. Nulstellen en kalibreren
Kalibreren moet apart op elke gasdetector op
de Gasmaster worden uitgevoerd. Volg de
kalibratiehandleiding die bij elke detector wordt
geleverd. Leef altijd de lokale voorschriften en weten regelgeving na.
Laat de detector minimaal een uur lang stabiliseren
voordat u begint met kalibreren. Raadpleeg de
detectorhandleiding voor meer informatie.
De Gasmaster is voorzien van Nulstellen- en
Kalibratiewizards waarmee u heel gemakkelijk kunt
kalibreren. U gebruikt deze via het controlepaneel
en de gebruikersmenu's. Hoofdstuk III. Bediening
geeft meer informatie over de structuur van de
menu's en het gebruik van de bedieningsknoppen.
1. Druk in de normale schermweergave op de
knop volgende
om de menu's te openen.
5. Gebruik in het Supervisor-menu de
knoppen omhoog
en omlaag
om
Nul te selecteren door op volgende
te
drukken.
2. Gebruik de knoppen omhoog
en
omlaag
om Supervisor te selecteren en
druk vervolgens op volgende .
6. Selecteer het kanaal dat u wilt nulstellen.
Druk op volgende
om de Nulstellenwizard te doorlopen.
3. U moet nu eerst een wachtwoord invoeren
en druk op volgende .
7. Druk op volgende
als er ‘…Alleen
doorgaan als in schone lucht!…’
wordt weergegeven, en controleer of de
detector eerst correct op nul is gesteld (d.w.z.
4 mA)
Nulstellen
Bij levering is het wachtwoord ZZZ
(hoofdletters). Gebruik de knoppen
omhoog
en omlaag
om het eerste
letterteken van het wachtwoord in te
voeren.
Let op: Druk kort na elkaar twee keer op
omhoog
of omlaag
om direct naar
het eerste of het laatste letterteken van het
alfabet te gaan. Om cijfers of kleine letters
in te voeren, moet u de knop omhoog
of omlaag
drukken.
Druk op volgende
De Gasmaster toont ‘Gelukt’ in het
scherm als het nulstellen is geslaagd, of
‘Mislukt’ als de detector niet op nul kan
worden gesteld.
voor Nu nulstellen.
8. Druk op volgende
om andere kanalen op
nul te stellen of vorige voor het Supervisormenu om door te gaan met kalibreren.
15
Installatie
Kalibrering
1. Voer de hierboven bij nulstellen genoemde
punten 1 t/m 3 uit om de supervisor-stand
te activeren.
2. Zorg, voordat u begint met kalibreren, dat
de kanalen zijn geblokkeerd voordat u gas
laat stromen. De kanalen kunnen apart of
samen worden geblokkeerd.
Volg de instructies in stap 4 van Nulstellen.
3. Blader in het Supervisor-menu omlaag en
selecteer Kalibreren.
4. Selecteer het kanaal dat u wilt kalibreren.
Druk op volgende
om de Kalibratiewizard te doorlopen. Zorg dat de kanalen
zijn geblokkeerd voordat u gas laat stromen.
5. Het volgende scherm van de wizard toont de
standaardconcentratie voor het kalibratiegas,
oftewel 50% van het bereik. Zo nodig kunt
u deze kalibratiewaarde aanpassen op de
concentratie van het gebruikte kalibratiegas.
Stel de waarde bij met behulp van omhoog
en omlaag
en druk dan op volgende
.
6. Als er "Gas aanbieden" in het scherm komt
te staan, spuit u het gas in de detector en
drukt u op volgende
. Wacht tot de
weergegeven
meetwaarden
zijn
gestabiliseerd.
7. Druk op volgende
als de meetwaarde
van het betreffende kanaal stabiel is. De
detector is dan volgens de instructies
gekalibreerd.
De Gasmaster toont ‘Gelukt' in het
scherm als het kalibreren is geslaagd, of
‘Mislukt’ als de detectorwaarde buiten
bereik is.
8. Het kalibreren is beëindigd met de tekst
‘Schone lucht aanbieden’ in het
scherm, om aan te geven dat u de detector
kunt ventileren.
Druk op volgende
om een ander kanaal
te kalibreren of op vorige
om de
Supervisor-stand te verlaten en terug te
keren naar de normale weergave.
9. Hef na het kalibreren de blokkering van alle
kanalen weer op.
16
Crowcon Gasmaster
2.12.3. Brandmeldkanalen testen
Om rookdetectoren te testen, blokkeert u het
betreffende FIRE-kanaal en controleert u alle
detectoren van het circuit stuk voor stuk met
een rooktestspuitbus. In het scherm komt bij het
kanaal FIRE te staan wanneer de detector wordt
geactiveerd. Reset elke detector voordat u de
volgende detector in het circuit test zodat u zeker
weet dat alle detectoren een alarmmelding geven.
Hittedetectoren kunt u op dezelfde manier
testen met een warmtepistool.
Vlamdetectoren kunnen ofwel een signaal geven
door een contact te sluiten, of met een 4-20 mA
signaal.
Een detector die een contact sluit, kan
worden aangesloten in een conventioneel
branddetectiecircuit met een weerstand van 470
Ω in serie en een afsluitweerstand van 1k8 op
het einde van de lijn, en meldt alleen FIRE of
FOUT. Een detector die 4-20 mA levert, wordt
aangesloten als een directe 4-20 mA ingang, en
kan verschillende alarmniveaus melden die UV-of
IR-activering aangeven (zie de handleiding van het
apparaat voor meer gegevens). Vlamdetectoren
kunt u testen met een zaklamp die UV-of IR-licht
produceert (afhankelijk van het type detector).
Blokkeer het betreffende kanaal, schijn met het
licht op de detector en kijk of er FIRE in het scherm
van de Gasmaster komt te staan. Controleer bij
4-20 mA detectoren ook of het juiste alarmniveau
wordt weergegeven.
2.12.4. ESU-kanalen testen
Om een kanaal te testen dat een ESUomgevingssensor bewaakt, blokkeert u eerst
dat kanaal en bemoeilijkt u vervolgens de
bemonstering. Kijk nu of alarmniveau 1 wordt
weergegeven. Stop de bemonstering handmatig
en controleer of alarmniveau 2 wordt geactiveerd.
Als er geen alarmmeldingen volgen, moet u
wellicht de drempelwaarden veranderen. Zie
paragraaf 3.10 voor meer gegevens over het
wijzigen van de alarmniveaus.
Controleer na de inbedrijfstelling of het
systeem volledig correct werkt, of er
geen foutmeldingen zijn en of er geen
kanalen zijn uitgeschakeld.
Crowcon Gasmaster Bediening
3. Bediening
Elke
Gasmaster
wordt
door
Crowcon
voorgeprogrammeerd geleverd, raadpleeg het
meegeleverde specificatie- en inspectiecertificaat
voor de configuratiegegevens Dit hoofdstuk beschrijft
de bediening van de voorgeprogrammeerde units,
inclusief de procedures om de instellingen te
veranderen.
3.1 Controlepaneel Gasmaster
Via het controlepaneel kunt u met de Gasmaster
communiceren. U kunt de status van alle aangesloten
sensoren bewaken, de systeeminstellingen bekijken
en de apparaten configureren. Figuur 3.1 toont
het controlepaneel en het standaardscherm
onder normale omstandigheden als er geen
alarmmeldingen zijn.
Storing-LED
Fault LED
Voedings-LED
Power LED
Alarm-LED
Alarm LED
Waarschuwing-LED
Warning LED
Venster
M
essagemet
and
meldingen
en
channel
reminder
herinneringen
display
area
kanalen
Back
Vorige
Accept/
Accepteren/
Reset
resetten
Omhoog
Up
Omlaag
Down
#1=CH4 #2=H2S
#3=O2 #4=Fire
Volgende
Continue
1
0 0 LEL
2
Channel
Het
display area
kanalenvenster
0 0 V/V
3
PPM
Channel
Kanaalnummer
number
4
#1=CH4 #2=O2
#3=H2S #4=FIRE
In het geval van een alarm geeft het berichtenvenster
de betreffende kanalen en hun locatie aan.
Zie paragraaf 3.8 voor meer informatie over
alarmmeldingen.
ALARM: #1=CH4
Boilerruimte
Als er alarmmeldingen zijn voor meer dan één
kanaal, worden beurtelings alle meldingen
weergegeven.
In het geval van een storing (of waarschuwing)
verschijnen beknopte gegevens van de storing.
Zie hoofdstuk 3.9 voor meer informatie over
storingsmeldingen.
Paragraaf
3.10
geeft
meer gedetailleerde storingsmeldingen en
waarschuwingen.
STORING: =30
Kanaal #3 buiten bereik..
Figuur 3.1 Controlepaneel en knoppen
Scherm van de Gasmaster
Het scherm van het controlepaneel geeft
ononderbroken uitlezingen over maximaal 4
sensoren, plus een scherm voor meldingen en
een overzicht van de kanalen. Gasmaster 1 geeft
uitlezingen van één sensor plus meldingen.
Het berichtenvenster
Onder normale omstandigheden, als er geen
alarmmeldingen zijn, toont het berichtenvenster een
overzicht van de kanaalnummers en de aangesloten
typen detectoren. Zo duidt CH4 hieronder
bijvoorbeeld op een methaandetector.
Het # teken duidt het kanaalnummer aan (bijv. #1
is kanaal 1).
Let op: Berichten die langer zijn dan zestien
lettertekens worden als lopende tekst
weergegeven.
Als er tegelijk alarm- en storingsmeldingen zijn,
krijgen de alarmmeldingen prioriteit.
Het kanalenvenster
De Gasmaster 4 beschikt over een groot, duidelijk
leesbaar scherm waarop alle gasmeetwaarden
tegelijk worden getoond. De Gasmaster 1 kan
slechts één gasmeetwaarde weergeven, zie figuur
3.2. De onderstaande afbeelding geeft aan wat
er in het kanalenvenster van de Gasmaster kan
worden weergegeven.
17
Bediening
Storing
Fault
Waar
Warning
schuwing
Kanaal
Channel
blokkering
Inhibit
Crowcon Gasmaster
Channel
Kanaalnummer
number
Gas
reading
Gasuitlezing
2
is ingedrukt. Deze LED-balk gaat opnieuw
knipperen bij ontvangst van een nieuwe
alarmmelding.
Knoppen van het controlepaneel
PPB
PPM
0 0 LEL
0 0 V/V
Eenheden
Units
Alarms
Alarms
Met de vijf bedieningsknoppen kunt u reageren op
alarmmeldingen, de instellingen van het systeem
bekijken en de Gasmaster configureren.
BEVESTIGEN/RESET
Druk op bevestigen/reset om de interne
sirene en de externe signaalgevers uit te
schakelen. Druk nogmaals op bevestigen/
reset om het systeem te resetten.
#1=CH4
1
Druk kort na elkaar twee keer op de knop
bevestigen/reset om de menu's af te sluiten
en terug te keren naar het berichtenvenster.
0 0 LEL
OMHOOG en OMLAAG
4
Met de knoppen voor omhoog en omlaag
kunt u door de menu's bladeren.
Figuur 3.2 Controlepaneel Gasmaster 1
Houd de omhoog- of omlaag-knop ingedrukt
om extra snel door de menu's te bladeren.
LED's
De LED's op het controlepaneel van de
Gasmaster geven het volgende aan:
Druk kort na elkaar twee keer op omhoog of
omlaag om direct naar het eerste of laatste
letterteken te gaan bij het invoeren van tekst
of van het supervisor-wachtwoord
Gele storing-LED:
Licht op als er een storing in een detector of
in het systeem wordt gedetecteerd (zie pagina
24 voor een overzicht van storingsmeldingen).
De storing-LED geeft aan dat het algemene
storingsrelais is aangesproken, en u kunt een
vergrendelde of niet-vergrendelde werking
instellen afhankelijk van de systeemconfiguratie.
Gebruik in de Supervisor-stand (zie paragraaf
3.7) de knoppen omhoog en omlaag om de
waarden of instellingen te wijzigen.
Onder normale omstandigheden, als er geen
alarmmeldingen zijn, kunt u de omhoogof omlaag-knop ingedrukt houden om de
helderheid van het berichtenvenster te wijzigen.
Gele waarschuwing-LED:
Licht op als er een waarschuwing wordt
gegeven (zie pagina 26 voor een overzicht van
waarschuwingen). De waarschuwing-LED dooft
automatisch als de oorzaak is verholpen.
Groene Aan/Uit-LED:
Licht normaal gesproken op als de
stroomvoorziening is aangesloten, en gaat
elke vijf seconden kort uit om aan te geven dat
het systeem is ingeschakeld. De LED knippert
elke seconde als de Gasmaster vanwege
stroomuitval op zijn noodstroomvoorziening is
overgeschakeld.
Rode alarm-balk:
Knippert bij ontvangst van een alarmmelding,
en licht continu op als de bevestigen/resetknop
18
VOLGENDE
Druk op de volgende-knop om de
beschikbare menu's te tonen. De menu's
zijn toegankelijk tijdens het normale
bewaken van de kanalen, en tijdens alarmen storingsmeldingen. De Gasmaster heeft
vier standaardmenu's en één geavanceerd
menu. Zie figuur 3.4 op pagina 24 voor een
overzicht van de Gasmaster-menustructuur.
De normale en geavanceerde menu's zijn:
Storingen
Overzicht van de actuele storingen
n
Waarschuwingen
Overzicht van actuele waarschuwingen
Crowcon Gasmaster Bediening
n
Bekijk
De actuele status van relais, uitgangen,
detectoringangen, stroomvoorziening en de
configuratie bekijken
Actie
Routinematige functies uitvoeren: het
controlepaneel of de optische/akoestische
alarms testen
Supervisor
Uitvoeren van de supervisor-functies met
wachtwoordbeveiliging: kanalen blokkeren,
kalibreren, testen en configureren
Gebruik de knoppen volgende en omhoog
en omlaag om de menu's te doorlopen. Druk
op de volgende-knop om menu-items te
selecteren en uit te voeren, en om naar submenu's en wizard-menu's te gaan.
Druk bij het wijzigen en configureren van
de Gasmaster op de volgende-knop om de
gewijzigde instellingen te accepteren.
VORIGE
Druk op de vorige-knop om een menu af te
sluiten of om acties te annuleren. Druk kort
na elkaar twee keer op de vorige-knop om
tekstinvoer te annuleren of om terug te gaan
naar het hoofdmenu.
3.2 Opstartprocedure
Bij het inschakelen van de Gasmaster tijdens het
installeren, of als u de Gasmaster opnieuw start,
voert de Gasmaster eerst een zelftest uit. De
opstartprocedure is hieronder afgebeeld:
Beeldscherm en AV-test
GASMASTERII
= softwareversienummer
...Detecting Gas, Sav
lopende tekst
#1=CH4 #2=O2
#3=H2S #4=FIRE
3.3 Het schermcontrast wijzigen
Wijzig
het
schermcontrast
door
omhoog ingedrukt te houden om het contrast
te verhogen, of omlaag
om het contrast te
verlagen. Het contrastniveau wordt getoond.
Menucontrast
=
+++++......
Het schermcontrast van het menuvenster is
onafhankelijk van het kanalenvenstercontrast. Druk
op volgende
terwijl u nog in het
menucontrastscherm zit, en selecteer omhoog
of omlaag
om het menuvenster of het
kanalenvenster te kiezen Druk op volgende
om
dit te selecteren. Wijzig het schermcontrast op de
hierboven beschreven manier. Druk op vorige
om het te voltooien.
3.4 Het serienummer en de
systeemaanduiding van het
apparaat weergeven
U kunt de systeemaanduiding en het serienummer
weergeven tijdens het normale bewaken van de
kanalen, en tijdens alarm- en storingsmeldingen.
Om de systeemaanduiding en het serienummer
weer te geven, moet u vorige ingedrukt houden.
Eerst wordt het telefoonnummer van de lokale
klantenservice weergegeven, gevolgd door de
klantgegevens. Na 10 seconden wordt het
serienummer automatisch in een volgend scherm
weergegeven (circa 4 seconden lang).
Druk op volgende om naar het volgende scherm
te gaan. Druk op vorige
om naar het vorige
scherm terug te keren. Na afloop keert het scherm
weer terug naar de normale weergave.
19
Bediening
3.5 Het menusysteem gebruiken
Open het menusysteem door op volgende te
drukken. De menu's zijn toegankelijk tijdens het
normale bewaken van de kanalen, en tijdens alarmen storingsmeldingen. Het berichtenvenster ziet er
nu als volgt uit:
MENU:
Storingen
Let op: Als u de menu's eerder al eens heeft
gebruikt, wordt het als laatste gebruikte menuitem opnieuw getoond. Als u de laatste keer
het supervisor-menu heeft gebruikt, toont het
menuvenster het volgende:
MENU:
Supervisor
Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om
door de menulijst te bladeren. Om het menu te
verlaten, houdt u de bevestigen/reset-knop
ingedrukt of drukt u net zo vaak op vorige tot u
het menu heeft verlaten.
Menuvenster
De bovenste regel van het berichtenvenster geeft het
huidige menuniveau aan. Sommige menuniveaus
hebben sub-menu's en wizards die u helpen bij
het configureren. De onderste menuregel geeft het
menu-item, de waarde of de instelling weer.
Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om
door de menulijst te bladeren. Druk op volgende
om dit het menu-item te selecteren.
Zie figuur 3.5 op pagina 25 voor een overzicht van
de menustructuur.
Menu-wizards
Wizards zijn een uitbreiding van het menusysteem
die de gebruiker door een proces begeleiden,
zoals bijvoorbeeld het kalibratieproces. Een wizardmenu bestaat uit selectie-stappen, vragen aan de
gebruiker en statusschermen.
Druk op vorige om terug te gaan naar het vorige
scherm of om de wizard te sluiten. De knoppen
omlaag
en omhoog
worden gebruikt om
een selectie te wijzigen. Druk op volgende
om
de huidige selectie te accepteren en door te gaan
naar de volgende stap van de wizard.
20
Crowcon Gasmaster
Er zijn wizards voor de menu's Nulstellen en
Kalibratie in het supervisor-menu.
3.6 Kanalen blokkeren
U kunt ingangen tijdelijk blokkeren om
alarmmeldingen te voorkomen. Dit kan nodig zijn
tijdens het kalibreren van detectoren, of wanneer er in
de buurt van een sensor werkzaamheden plaatsvinden
die een vals alarm kunnen geven (solderen in de
buurt van een rookdetector bijvoorbeeld). U kunt
alle ingangskanalen apart blokkeren, of samen.
De blokkeeroptie 'inhibit' is beschikbaar via het
supervisor-menu, zie het menu-overzicht op pagina
25 voor het starten van deze functie.
Bij een blokkade zal de Gasmaster:
n
Het 'geblokkeerd'-symbool weergeven in
het kanalenvenster bij het betreffende
kanaal.
De gele waarschuwing-LED laten oplichten.
Bij een alarmmelding op een geblokkeerd kanaal zal
de Gasmaster:
Het alarmsymbool
weergeven in het
kanalenvenster bij het betreffende kanaal.
De rode alarm-LED balk laten oplichten.
De alarmtekst van het betreffende kanaal
weergeven.
De Gasmaster zal niet:
De relais van het betreffende kanaal
bedienen.
De externe optische en akoestische alarms
inschakelen.
De interne sirene inschakelen.
Als u een kanaal permanent wilt uitschakelen,
activeer dan de supervisor-stand en stel het type van
de betreffende detector in op Ongebruikt (zie 3.10
op pagina 23). Dat kanaal wordt dan niet meer
weergegeven in het scherm en de stroomvoorziening
naar de detector wordt uitgeschakeld.
Waarschuwing
Crowcon raadt u ten zeerste aan om
uitsluitend sleutelschakelaars te gebruiken voor
blokkering op afstand die alleen toegankelijk
zijn voor geautoriseerd personeel. Als u het
Gasmaster-systeem blokkeert en geen andere
beveiligingsmaatregelen treft, kan de gewenste
veiligheid niet worden gegarandeerd. Zorg dat
alle betrokken werknemers weten wanneer het
Gasmaster-systeem is geblokkeerd.
Crowcon Gasmaster Bediening
3.7 Het gebruik van het
controlepaneel in de
supervisorstand
In de supervisor-stand zijn alle functies beschikbaar
waarmee ter zake kundige werknemers het
systeem kunnen installeren en de sensoren kunnen
configureren Dit menu is met een wachtwoord
beveiligd om misbruik en onbedoelde wijzigingen
te voorkomen.
Via het controlepaneel kunt u de menu-items en
bijbehorende waarden selecteren om de relais en de
sensoren te configureren. Alle menu-items worden
uitgelegd in 3.10 op pagina 23.
in. Als u klaar bent, moet u twee keer op
volgende
drukken.
Let op: Als de supervisor-stand is geactiveerd, licht
de alarm-LED op het controlepaneel op
Waarden uit een lijst kiezen
1. Gebruik in het geselecteerde menu-item
de knoppen omhoog
en omlaag
om door de beschikbare items in de lijst te
bladeren. Als de gewenste waarde wordt
weergegeven, druk dan op de
volgende
knop.
Als u bijvoorbeeld de eenheden van een
kanaal instelt, kunt u kiezen uit: geen,
FIRE, PPB, PPM, %LEL en %VOL. Bij het
bladeren verschijnt het symbool van de
eenheid in het scherm.
Druk op volgende
maken.
De menuweergave keert terug naar het
volgende menu-item in de lijst.
U kunt de instellingen wijzigen door:
n
waarden uit een lijst te kiezen
numerieke waarden te wijzigen
teksten te wijzigen
Het activeren van de supervisor-stand
1. Druk op volgende
openen.
om de menu's te
2. Gebruik de knoppen omhoog
en
omlaag
om Supervisor te selecteren
en druk vervolgens op volgende .
3. U moet nu eerst een wachtwoord
invoeren, druk op volgende . Gebruik
de knoppen omhoog
en omlaag
om het eerste letterteken van het
wachtwoord in te voeren. Bij levering is het
wachtwoord ZZZ.
Let op: Druk kort na elkaar twee keer op
omhoog of omlaag om direct naar
het eerste of het laatste letterteken van het
alfabet te gaan. Om cijfers of kleine letters
in te voeren, moet u de knop omhoog
of omlaag in blijven drukken.
Voor het gemak begint het zoeken naar
het volgende letterteken op dezelfde
plaats in de alfanumerieke lijst als het
vorige letterteken. Om ‘ZZZ’ in te voeren,
selecteert u met omhoog
en omlaag
de eerste letter, en daarna drukt u op
omlaag en volgende, omlaag en
volgende.
Wanneer het juiste teken is geselecteerd,
drukt u op volgende , waarna de cursor
naar de volgende invoerpositie gaat. Voer
op deze manier het volledige wachtwoord
om uw keuze te
Waarden en parameters wijzigen
1. Selecteer het gewenste menu-item en druk
op de volgende
knop. Gebruik de
knoppen omhoog
en omlaag om de
waarde van de parameter te wijzigen.
Druk op volgende
om de nieuwe
waarde te accepteren.
De menuweergave keert terug naar het
volgende menu-item in de lijst.
Teksten wijzigen
1. Selecteer het gewenste menu-item en druk
op de volgende
knop. Er verschijnt een
knipperende cursor onder het eerste
letterteken van de tekst. De wijzigingstand
is nu ingeschakeld. Gebruik de
omhoog
en omlaag
knoppen om
door de lettertekens te bladeren. Zie
bijlage D voor meer informatie
Let op: Druk kort na elkaar twee keer op
omhoog of omlaag om direct naar
het eerste of het laatste letterteken van
het alfabet te gaan. Om cijfers of kleine
letters in te voeren, moet u de knop
omhoog
of omlaag
indrukken.
Wanneer het juiste teken is geselecteerd,
drukt u op volgende , waarna de
cursor naar de volgende invoerpositie gaat.
21
Bediening
Let op: Het volgende letterteken begint
op dezelfde plaats als de vorige.
Bij het wijzigen van een bestaande tekst
kunt u op volgende
drukken als u het
letterteken boven de cursor wilt
behouden.
Druk om lettertekens te wissen op vorige
, dan worden alle lettertekens rechts
van de cursor gewist.
Als er per ongeluk een tekst is verwijderd,
klikt u twee maal kort op vorige
om
het menu-item te verlaten. De
oorspronkelijke tekst wordt behouden.
Voer op deze manier de rest van de tekst
in. Druk tenslotte nog een keer op de
volgende
knop.
3.8 Bij een alarmmelding
Bij een alarmmelding geeft het berichtenvenster
aan welk kanaal het alarm meldt met de locatie
van de detectoren (mits deze informatie in de
configuratie is geprogrammeerd), begint de alarmLED te knipperen, gaan de interne sirene en de
aangesloten optische en akoestische alarms af, en
ook de externe alarmsystemen die op de kanaalrelais
zijn aangesloten. Als meer dan één kanaal een
alarmmelding geeft, worden deze kanalen om en
om weergegeven. Het kanalenvenster in figuur
3.3 geeft aan dat kanaal #2=CH4 (methaan)
een alarmmelding geeft. Beurtelings worden het
kanaaltype en de gasmeetwaarde weergegeven.
Gasdetectoren
Bij de kanalen die een alarmmelding geven,
verschijnt een alarmsymbool in het kanalenvenster,
afgewisseld met het type detector. De Gasmaster kan
verschil maken tussen lage en hoge alarmniveaus.
Deze niveaus kunnen door de gebruiker worden
ingesteld op stijgen en dalen.
Branddetectoren
Bij een alarmmelding van een branddetector
komt er FIRE in het kanalenvenster te staan.
Brandmeldkanalen kennen slechts één alarmniveau.
Let wel: door op de knop voor bevestigen/reset
te drukken om een alarm van conventionele
branddetectoren te verwijderen, wordt de stroom
naar de rook/hittedetector 2 seconden lang
uitgeschakeld om het apparaat te resetten (deze
brand-resettijd is verstelbaar; zie pagina 33). Er
gaat tevens een stabilisatietijd van 2 seconden in
22
Crowcon Gasmaster
om de detector de tijd te geven om tot rust te
komen; de waarschuwingsdriehoek verschijnt voor
dat kanaal en de alarms en relais blijven tijdens deze
stabilisatieperiode actief.
ESU-omgevingssensoren
ESU-omgevingssensoren waarbij de bemonstering
wordt bemoeilijkt, geven ESU aan. Niveau 1
betekent vertraagd en niveau 2 betekent gestopt
De sirene uitschakelen
Druk op de knop bevestigen/reset
van het
controlepaneel (of op de afstandsbedieningsknop
indien deze is geïnstalleerd). De alarm-LED stopt met
knipperen maar blijft wel oplichten. Het
kanalenvenster toont de gasmeetwaarde.
Als de alarmtoestand is verholpen, druk dan op
bevestigen/reset
om vergrendelde alarms te
resetten.
2
0 0 LEL
Figuur 3.3 Voorbeeldsysteem bij alarm
3.9 mV-kanalen:
Pellistorbeveiliging
Om brugsensoren tegen schade te beveiligen bij
blootstelling aan hoge gasconcentraties, worden
detectoren van ontvlambare gassen die op een
mV-brugingang zijn aangesloten beveiligd via
een ‘Pellistorbeveiliging’-stand. Als het signaal
van de sensor 95%LEL overschrijdt, verwijdert
het systeem de stroom van de sensor. De kanaal
gaat over op storing en de melding “Kanaal #n:
pellistorbeveiliging” verschijnt in het storingenmenu.
Deze status wordt 200 seconden vergrendeld,
waarna hij handmatig kan worden gereset: de
stroom wordt weer aangesloten en de vooringestelde
stabilisatieperiode wordt weer toegepast om de
sensor te laten stabiliseren. Alarmrelais blijven tijdens
deze stabilisatieperiode actief. Aanbevolen wordt om
voor de reset te verifiëren dat er geen ontvlambare
gassen in het gebied van de detector achterblijven.
In de stand voor pellistorbeveiliging toont het
kanalenvenster ‘or’ om aan te geven dat de sensor
is blootgesteld aan een hoge gasconcentratie. Een
horizontale balk licht boven, in het midden en onder
Crowcon Gasmaster Bediening
op terwijl de 200 seconden worden doorlopen, en
de middelste balk knippert op zich wanneer de tijd
om is en het kanaal kan worden gereset.
#1=Det
ALARM
Channel #1
Druk op bevestigen/reset om de storingsmelding
van het scherm te verwijderen. Ga naar het
storingenmenu voor een overzicht van alle actuele
storingen.
2
0 0 LE
staat nu STORING: en het storingsnummer. In het
onderste deel van het berichtenvenster verschijnt
de storingstekst. Berichten die langer zijn dan 16
lettertekens lopen als een lichtkrant over het scherm.
L
Een lijst met storingen is te vinden in "Menuoverzicht" op pagina 24.
3.11
Figuur 3.4
Let wel: er wordt sterk aanbevolen om sensoren
opnieuw te balanceren en kalibreren nadat ze zijn
blootgesteld aan hoge gasconcentraties.
Let wel: de pellistorbeveiliging kan zo nodig voor elk
kanaal apart worden uitgezet. De ‘Waarschuwing’LED blijft branden wanneer pellistorbeveiliging
voor dat kanaal is uitgezet; na 15 minuten wordt
de pellistorbeveiligingsfunctie automatisch weer
aangezet (deze kan tevens op elk moment via het
supervisormenu worden aangezet).
Functies waarbij pellistorbeveiliging wordt uitgezet:
• Wanneer de stand voor pellistorbeveiliging
handmatig op ‘Uitgschkld’ is gezet.
• Wanneer het kanaal in de blokkeerstand staat
(opmerking: bij het gebruik van de kalibratiefunctie is pellistorbeveiliging aangezet als
het kanaal niet is geblokkeerd). Let wel: het
kanaal blijft in de stand voor pellistorbeveiliging uitgezet totdat hij handmatig weer wordt
aangezet of tot de time-outperiode van 15
minuten om is.
• Wanneer de functie ‘Simuleer ingang’ wordt
gebruikt om de gasuitlezing voor het kanaal
op te schroeven. Let wel: het kanaal blijft in de
stand voor pellistorbeveiliging uitgezet totdat
hij handmatig weer wordt aangezet of tot de
time-outperiode van 15 minuten om is.
Pellistorbeveiliging gaat weer over op ‘aan’ als de
Gasmaster uit en weer aan is gezet.
Raadpleeg het deel over Supervisor-menu
voor informatie over het aan-/uitzetten van
pellistorbeveiliging.
3.10
Bij een storingsmelding
Bij een storingsmelding licht de storing-LED op en
klinkt de interne sirene. In het berichtenvenster
Systeemconfiguratie
Uw Gasmaster wordt voorgeprogrammeerd
geleverd, maar u kunt de relais- en alarminstellingen
wijzigen, de detectorwaarden aanpassen, kalibraties
uitvoeren en andere controles starten. U kunt de
Gasmaster via het controlepaneel en de menu's
configureren. Op de volgende pagina's vindt u
meer informatie over de menustructuur en de
configuratie-opties, zie Figuur 3.5 op pagina 25
voor een overzicht van de menustructuur.
Om uw systeemconfiguratie te wijzigen, moet u de
supervisor-stand activeren. Deze stand is beveiligd
met een wachtwoord om misbruik en onbedoelde
wijzigingen te voorkomen. (Zie deel 3.7 voor
informatie over het openen van de Supervisor-stand.)
Ga voor nadere informatie over het testen van het
Gasmaster systeem naar "Onderhoud" op pagina
35.
Met de Gasmaster PC-software kunt u de
systeemconfiguratie ook met een pc uitvoeren.
Het gebruik van de Gasmaster PC-software
vereist het gebruik van een als optie verkrijgbare
communicatiepoort. Neem contact op met Crowcon
voor meer informatie.
3.11.1. E
en kanaal opnieuw
configureren
Uw Gasmaster-systeem wordt voorgeprogrammeerd
geleverd, maar u moet de configuratie aanpassen
als u een detector vervangt of een nieuwe detector
toevoegt. Dit deel geeft details over het configureren
van kanalen, zie pagina 33 ‘Kanalen #1 tot #4’ in
het supervisor-configuratiemenu
3.11.2. Beperkingen
Als de Gasmaster wordt gebruikt op een
andere manier dan in deze handleiding wordt
gespecificeerd, kan dat nadelige gevolgen hebben
voor de veiligheid.
23
Menu-overzicht
Crowcon Gasmaster
Menu-overzicht
De volgende pagina's geven een gedetailleerde
beschrijving van het menusysteem. Gebruik
afbeelding 3.4 als richtlijn voor het vinden van
menu-items.
Gasmaster heeft vijf standaardmenu's: Storingen,
Waarschuwing, Bekijk, Acties en Supervisor. De
Gasmaster kan alleen in het Supervisor-menu
worden geconfigureerd.
Dit hoofdstuk bevat tabellen met beschikbare
menu-items en de beschikbare waarden.
Storingenmenu
Zie "Het gebruik van het controlepaneel in de
supervisorstand" op pagina 21 voor instructies
over het wijzigen van instellingen.
Let op: Op het scherm verschijnen nooit meer dan
twee regels tegelijkertijd. Gebruik de knoppen
omhoog en omlaag om extra menu-items of
waarden weer te geven. Gebruik Volgende
om
keuzen te selecteren en Vorige om het menu te
verlaten.
(overzicht van actuele storingen in het systeem)
Menuitem
Waarden
Omschrijving
Geen
storingen
(einde lijst)
Er zijn geen storingen aanwezig
Storingen
Meetfout!
Fatale storing, neem contact op met Crowcon.
1 of 2
Waarschuwing - Batterij laag
De inkomende voeding is defect en de interne
batterijvoeding is nu slechts 22 volt.
4
Relais voedingsspanning
defect
Voedingsrail naar relais is defect en relais
werken niet meer. Neem contact op met
Crowcon
5
Hoofdvoeding defect
Hoofdvoeding is defect en het systeem werkt
op batterijen
6
Fatale hardware-fout
Fatale storing, neem contact op met Crowcon.
7
Standaard configuratie
geladen
Systeem is overgegaan op standaard
configuratie-instellingen. Configureer opnieuw
via het supervisor-menu.
8
Verzamelrelais defect
Spoelfout waargenomen. Neem contact op met 9, 10, 11
Crowcon
Kanaal #1 relais defect
Spoelfout waargenomen in kanaalrelais. Neem
contact op met Crowcon.*
12 t/m 19
ESU #1 gestopt!
ESU-bemonstering is gestopt.*
20 t/m 23
ESU #1 langzaam!
ESU-bemonstering is vertraagd.*
24 t/m 27
Kanaal #1 buiten bereik
Ingangssignaal detector ligt boven
21,5 mA. Onderzoek de detector, maar
neem voorzorgsmaatregelen omdat er hoge
gasconcentraties kunnen zijn.*
28 t/m 31
Kanaal #1 onder bereik
Ingangssignaal detector ligt onder 3 mA.
Controleer detector.* Als het 'Instellen 2 mA'commando is ingesteld op Waarschuwing of
Inhibit bij de kanaalconfiguratie, wordt deze
storingsmelding getoond als het ingangssignaal
daalt tot onder 1 mA.
32 t/m 35
anaal #n:
K
pellistorbeveiliging
mV-brugdetector is blootgesteld aan gas boven
95%LEL. Er wordt een timer van 200 seconden
geactiveerd, waarna de storing kan worden
gereset.
36-39
(zoals in het scherm)
Storing
codes
* #1 geeft het kanaalnummer aan en kan dus #2, #3 of #4 zijn bij de Gasmaster.
De storingcodes zijn indien van toepassing genummerd op basis van het kanaal (bijv. storingcode 19 betekent dat er een
storing is in het niveau 2 alarm-relais van kanaal 4).
24
Crowcon Gasmaster Menu-overzicht
Druk op
VOLGENDE
Storingen
Waarschuwingen
Bekijk
Actie
Supervisor
Storingen
menu
Waarschuwingen
menu
Overzicht van
actuele storingen
Overzicht van actuele waarschuwingen
Bekijk:
Relais alg stat
Alarm L1 alg.
Alarm L2 alg.
Fout algemeen
Bekijk:
Relais kan stat
Alarm L1
(Kanaal 1 tot 4)*
Alarm L2
(Kanaal 1 tot 4)*
Bekijk:
Configuratie:
Relais algemeen
Alarm L1 alg.
Alarm L2 alg.
Fout algemeen
Let op:
* Voor ongebruikte kanalen
zijn de menu-items verborgen
† Uitsluitend zichtbaar voor
4-20 mA Sink/SRC
‡ Uitsluitend zichtbaar voor
Fire conv type
Bekijk-menu
Relais alg stat
Relais kan stat
Uitgangstatus
Ingangstatus
Voedingstatus
Configuratie
Bekijk:
Configuratie
Systeem
Taal
AV-besturing
Relais algemeen
Kanaal 1 tot 4*
Bekijk:
Configuratie:
Kanaal 1 tot 4*
Type
Naam
Locatie
Eenheden†
Bereik†
Nul onderdrukken†
Instellen 2mA†
Stabiliseertijd
Brand-reset-tijd‡
Alarm 1 (Zie SupervisorAlarm 2 configuratie)
Actiemenu
Supervisor
menu
Displaycontrast
Controlepaneel
Audiovisueel
Alle opties in
Supervisormenu zijn
met een wachtwoord
beveiligd. Zie pagina
20 voor informatie over
dit menu.
Supervisor:
Test
Relais algemeen
Kanaal 1 tot 4*
Supervisor:
Configuratie:
Relais algemeen
Alarm L1 alg.
Alarm L2 alg.
Fout algemeen
Supervisor:
Configuratie:
Kanaal #1 tot 4*
Alarm 1 & Alarm 2
Richting
Aan drempel
Uit drempel^
Relais type
Relais sturing
Indicatie^
Wachtwoord
Inhibit
Pellistorbeveil
Nulstellen
Kalibreren
Test
Configureren
Supervisor:
Configuratie
Systeem
Taal
AV-besturing
Relais algemeen
Kanaal 1 tot 4*
Supervisor:
Configuratie:
Kanaal #1 tot 4*
Type
Naam
Locatie
Eenheden†
Bereik†
Nul onderdrukken†
Instellen 2mA†
Stabiliseertijd
Brand-reset-tijd‡
Alarm 1
Alarm 2
^Niet aanwezig voor Alarm 2
Figuur 2.5 Overzicht van menusysteem
25
Menu-overzicht
Crowcon Gasmaster
Waarschuwingenmenu
Menu-item
(overzicht van actuele waarschuwingen in het systeem)
Waarden
Omschrijving
Storingcodes
(zoals in het scherm)
Geen
waarschuwingen
(einde lijst)
Waarschuwingen Supervisorstand
Geen waarschuwingen
Systeemconfiguratie wellicht
gewijzigd.
1
Totale uitgangblokkering
Alle ingangkanalen zijn geblokkeerd.
2
Testen audiovisueel alarm
Akoestische en optische uitgangen
worden aangestuurd.
3
Service/kalibratie vereist
Service- of kalibratie-interval is
verlopen.
4
Verzamelrelais geforceerd
Verzamelalarm- of storingrelais worden 5, 6, 7
in de ‘alarm’-status geforceerd.
Hoofdvoeding defect
Hoofdvoeding is defect en het systeem 8
werkt op batterijen
Detector #1 stabiliseert
Detector doorloopt momenteel de
9, 17, 25, 33
stalisatie- of resetperiode*, (zie pagina
30).
Detector #1 ingang laag
Ingangssignaal detector ligt tussen
1 en 3 mA.* Geldt alleen als het
'Instellen 2 mA'-commando is
ingesteld op 'Waarschuwing' in de
kanaalconfiguratie.
10, 18, 26, 3
Detector #1 veroorzaakte
inhibit
Er is een 2 mA blokkeersignaal
ontvangen van een detector.* Geldt
alleen als het 'Instellen 2 mA'commando is ingesteld op 'Inhibit' in
de kanaalconfiguratie.
11, 19, 27, 35
Kanaal #1 geblokkeerd
Ingangskanaal heeft de geblokkeerde
status*.
12, 20, 28, 36
Kanaal #1 ingang
gesimuleerd
Kanaalingang wordt in de teststand
geforceerd.*
13, 21, 29, 37
Kanaal #1 uitgang
geforceerd
Analoge kanaaluitgang wordt in de
teststand geforceerd.*
14, 28, 30, 38
Kanaal #1 relais geforceerd
Alarmrelais van kanaal wordt in de
teststand geforceerd.*
15, 16, 23, 24,
31, 32, 39, 40
Pellistorbeveilig. kanaal 1 uit Pellistorbeveiliging is uitgeschakeld.
De sensor kan beschadigd zijn indien
blootgesteld aan gasconcentraties
boven 100%LEL.
* #1 geeft het kanaalnummer aan en kan dus #2, #3 of #4 zijn bij de Gasmaster.
26
41,42,43,44
Crowcon Gasmaster Menu-overzicht
Bekijk-menu
(toont de systeemstatus en de configuratie, maar u kunt hier niets wijzigen.)
Menu-item
Waarden
Omschrijving
(zoals in het scherm)
Relais alg stat
Alarm L1 alg.
Waarden = Geen alarm
In alarm
Alarm L2 alg.
Waarden = Geen alarm
In alarm
Fout algemeen
Waarden = Geen alarm
In alarm
L1 = niveau 1.
L2 = niveau 2.
De 'waarden' geven de huidige status van elk relais aan
(afhankelijk van de configuratie zijn de relais al dan niet
standaard bekrachtigd):
Bij 'Geen alarm' staat het relais in de normale stand.
Bij 'In alarm' staat het relais in de alarm- of storingstand.
Relais kan stat
Alarm L1 #1
Waarden = Geen alarm
In alarm
#1 heeft betrekking op het ingangskanaal. Ga met de
knop omlaag naar behoeven naar kanaal #2, #3, #4.
L1 = niveau 1.
L2 = niveau 2 (druk op de knop omlaag om niveau 2
te bekijken).
De 'waarden' geven de huidige status van elk relais aan
(afhankelijk van de configuratie zijn de relais al dan niet
standaard bekrachtigd):
Bij 'Geen alarm' staat het relais in de normale stand.
Bij 'In alarm' staat het relais in de alarmstand.
Alarm L2 #1
Waarden = Geen alarm
In alarm
Uitgangstatus
Uitgang #1
Waarden =
0,0 tot 25,5 mA
#1 heeft betrekking op het ingangskanaal. Ga met de
knop omlaag naar behoeven naar kanaal #2, #3, #4.
De 'waarden' tonen het huidige actuele uitgangsniveau
van het kanaal.
Ingangstatus
Ingang #1
Waarden = 0,0 tot 66,7 mA,
#1 heeft betrekking op het ingangskanaal. Ga met de
knop omlaag naar behoeven naar kanaal #2, #3, #4.
De
'waarden'
tonen
het
huidige
actuele
ingangssignaalniveau van het kanaal.
Voedingstatus
Voeding
Waarde = 19,8 tot 40 V
Toont de gelijkstroomvoeding van ofwel de interne
voeding of een externe gelijkstroomvoeding.
Configuratie
Zie tabel Supervisormenu :
* #1 geeft het kanaalnummer aan en kan dus #2, #3 of #4 zijn bij de Gasmaster.
27
Menu-overzicht
Actiemenu
Menu-item
Audiovisueel
Controlepaneel
Crowcon Gasmaster
(voor eenvoudige tests en instellingen.)
Waarden
(zoals in het scherm)
Audiovisueel:
Test alarm?
Stuurt audiovisuele alarmaansluitingen aan om
externe signaalgevers te testen
Waarden =
Testen flitser
Flitseruitgang wordt 3 sec. ingeschakeld, gevolgd
door;
Testen alarm L1
Akoestisch alarm niveau 1 wordt 3 sec.
ingeschakeld, gevolgd door;
Testen alarm L2
Akoestisch alarm niveau 2 wordt 3 sec.
ingeschakeld, gevolgd door:
Test compleet
Uitgangen uitgeschakeld en scherm gaat weer over
op audiovisueel menu
Controlepaneel:
start test?
Druk op 'volgende' om het LCD-scherm, de LED's
en de interne sirene 3 sec. lang te testen. De
weergave keert terug naar het controlepaneel
Test compleet
Displaycontrast
28
Omschrijving
Beeldscherm:
Waarden = Menucontrast
Kanaalcontrast
Wijzigt het contrast van het berichtenvenster
Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om het
contrast van het scherm aan te passen
Crowcon Gasmaster Menu-overzicht
Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wachtwoord
is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.)
Menu-item
Inhibit
Waarden
(zoals in het scherm)
Omschrijving
Alles
Waarden = Inhibit uit
Inhibit aan
Indien geselecteerd, worden alle ingangskanalen
geblokkeerd. Wordt uitsluitend in supervisorstand gebruikt
voor kalibreren en testen
Kanalen #1, #2, #3, #4
Waarden = Inhibit uit
Inhibit aan
Blokkeert individuele kanalen. NB De blokkering blijft
gehandhaafd nadat de Supervisor-stand wordt verlaten
Pellistorbeveil
Kanalen #1, #2, #3, #4
Waarden = Aan of Uit
Beveiligt brugsensoren die op mV pellistor-ingangmodules
zijn aangesloten tegen schade bij blootstelling aan hoge
gasconcentraties. Als het aan staat, verwijdert het systeem
de voeding naar de sensor minimaal 200 seconden als het
signaal groter is dan 95%LEL.
Nulstellen
Nulstellen-wizard
Selecteer kanaal
Waarden = #1=naam
#2=naam
#3=naam
#4=naam
Selecteer met de omlaag-knop het kanaal om nul te stellen.
Voer daarna de wizard-instructies uit.
Selecteer kanaalblokkering
Blokkeren wordt niet getoond als een kanaal al is
geblokkeerd via het menu hierboven.
Waarden = Inhibit aan
Inhibit uit
Bevestiging gebruiker
Herinnert de gebruiker eraan dat de detector op nul is
Alleen doorgaan in schone gesteld en nu geen gas detecteert.
lucht!
Resultaat
Waarden = Gelukt
Mislukt
Kalibreren
Kanaal is correct op nul gesteld
Ingangssignaal buiten bereik, stel de detector opnieuw op
nul en controleer of de uitgang 4 mA is.
Kalibratie-wizard
Selecteer kanaal
Waarden = #1=naam
#2=naam
#3=naam
#4=naam
Cal #1 niveau
Waarden = 25% - 100%
van bereik
Selecteer met de omlaag-knop het kanaal voor kalibratie.
Voer daarna de wizard-instructies uit.
Heeft betrekking op de concentratie van het kalibratiegas
U kunt alleen kalibreren met een gasconcentratie van
minimaal 25% van het volledige bereik van de sensor.
Voer met de knoppen omhoog en omlaag de concentratie
van het kalibratiegas in (bijv. 50% LEL, 10 ppm, enz.).
De Gasmaster slaat de ingevoerde gaswaarde op zodat u
hem bij de volgende kalibratie niet opnieuw hoeft in te
voeren.
Selecteer kanaalblokkering
Waarden = Inhibit aan
Inhibit uit
Blokkeren wordt niet getoond als een kanaal al is
geblokkeerd via het Inhibit-menu.
29
Menu-overzicht
Crowcon Gasmaster
Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wacht-
vervolg
woord is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.)
Menuitem
Waarden
(zoals in het scherm)
Actie gebruiker
Gas aanbieden
Omschrijving
Laat gas stromen en kalibreer de detector.
Bevestiging gebruiker
Druk op 'volgende' als de detector is gekalibreerd en het juiste
Doorgaan bij stabiele uitlezing uitgangssignaal levert.
Kalibreren
Kalibratie-wizard vervolg
Resultaat
Waarde = Gelukt
Mislukt
Kanaal is correct gekalibreerd.
Ingangssignaal lag buiten acceptabel bereik. Kalibreer de detector
nogmaals en controleer of de uitgangsstroom klopt met het
gasniveau
Actie gebruiker
Schone lucht aanbieden
Herinnert de gebruiker er aan om het kalibratiegas te verwijderen
en de detector bloot te stellen aan schone lucht.
Test
Relais algemeen
Dient voor
het simuleren
van ingangen
en uitgangen
bij testen
en inbedrijf
stelling.
Relais alarm L1
Alarm L1 alg
Waarden = Geen alarm
In alarm
Forceert algemeen niveau 1, 2 of foute relais.
L1 = niveau 1.
L2 = niveau 2.
De 'waarden' geven de huidige status van elk relais aan
(afhankelijk van de configuratie zijn de relais al dan niet standaard
bekrachtigd):
‘Geen alarm’ of ‘Geen fout’ betekent dat het relais
in de normale stand staat.
‘In alarm' of ‘In fout’ betekent dat er een alarm of storing is voor
het relais.
Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om de status van het
relais te wijzigen. Druk op 'vorige' om af te sluiten, en dan gaat
het relais weer over op de normale stand.
Relais Alarm L2
Alarm L2 alg
Waarden = Geen alarm
In alarm
Storing
Fout algemeen
Waarden = Geen fout
In fout
Kanaal #1, #2, #3, #4
Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om het gewenste
kanaal te selecteren. Het kanaalwaarschuwingssymbool r
wordt getoond. De kanaalalarmrelais kunnen op de hierboven
beschreven wijze worden getest.
Simuleer ingang #1
Waarden = 0,0 - 25,5 mA
Wanneer geselecteerd, wordt het signaalniveau aan de ingang van
het geselecteerde kanaal getoond (bijv. 4,1 mA).
Het kanaalwaarschuwingssymbool r wordt getoond.
Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om de ingang op het
vereiste niveau te forceren. De weergave in het kanalenvenster zal
meelopen en bij de ingestelde drempelwaarden worden ook de
alarms geactiveerd.
Druk zo nodig op de bevestigen/reset-knop om de alarms uit te
schakelen. Druk op 'vorige' om af te sluiten en de ingang weer
normaal te laten werken.
0,0 - 66,7 mA
voor brand
detectoren
Forceer uitgang #1
Waarden = 0,0 - 25,5 mA
30
Wanneer geselecteerd, wordt het signaalniveau aan de analoge
uitgang van het geselecteerde kanaal getoond (bijv. 4,1 mA).
Het kanaalwaarschuwingssymboolrwordt getoond.
Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om de uitgang op het
vereiste niveau te forceren.
Er worden op de Gasmaster geen alarms geactiveerd. Dient om
afstandsbeeldschermen te testen.
Druk op 'vorige' om af te sluiten en de uitgang weer normaal
te laten werken.
Crowcon Gasmaster Menu-overzicht
Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wacht-
vervolg
woord is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.)
Menu-item
Waarden
(zoals in het scherm)
Relais alarm L1
Waarden = Geen alarm
In alarm
Relais Alarm L2
Waarden = Geen alarm
In alarm
Omschrijving
Forceert niveau 1, 2 relais voor de geselecteerd kanaal.
Het kanaalwaarschuwingssymbool r wordt getoond.
De functie van de aansluitingen hangt er vanaf of het
relais normaal bekrachtigd is of niet.
Druk op 'vorige' om af te sluiten en het relais weer
normaal te laten werken.
Configureren Selecteren vanuit de onderstaande
configuratie-sub-menu's
Dient om systeeminstellingen te wijzigen
Systeem
ModBus adr
Waarden = 1 tot 254
Uitsluitend nodig voor digitale RS-485 communicatie. Er kan
een willekeurig adres in het bereik worden gekozen. Als
er meer dan één apparaat is aangesloten op een 'Master'controller, moet u elke Gasmaster een ander adres geven.
Seriële comm
Waarden = 9600, 8, N, 1
9600, 8, N, 2
Dit zijn de benodigde RS-485 communicatie-instellingen;
Gasmaster is standaard ingesteld op 2 stopbits.
Identiteit
Waarden = reeks met 16 tekens
U kunt een systeemnaam invoeren die in het scherm
van de Gasmaster wordt getoond in sommige menu's
(zie paragraaf 3.4). Voer met de knoppen omhoog
en omlaag de gewenste lettertekens in en druk op
'volgende' om de invoer te bevestigen.
Stroomstoring
Waarden = ALS WAARSCHUWING Bepaalt of een stroomstoring als storing of
ALS STORING
waarschuwing wordt beschouwd
Taal
Taal
De taal staat standaard op Engels. Een tweede taal is
Waarden = English (UK) mogelijk afhankelijk van de systeemconfiguratie.
instelbaar
AV-besturing Flitser type
Waarden = Vergrendeld
Niet-vergrendeld
Flitser type
Waarden = Vergrendeld
Niet-vergrendeld
Vergrendeling
geaccepteerd
Bepaalt de werking van optische alarmgevers die zijn
aangesloten op de aansluiting ‘AV1 Drive'.
Vergrendeld betekent dat het optische alarm
blijft knipperen als de bevestigen/reset-knop wordt
ingedrukt, en pas stopt met knipperen als de
alarmmelding is opgeheven en nogmaals op bevestigen/
resetknop wordt gedrukt.
Niet-vergrendeld betekent dat het optische alarm
blijft knipperen als de bevestigen/reset-knop wordt
ingedrukt, maar dat het automatisch stopt als de nietvergrendelde alarmmeldingen zijn gereset.
Bepaalt de werking van de akoestische alarms die op de
'AV2/3 Drive'-aansluitingen zijn aangesloten.
Vergrendeld betekent dat het akoestische alarm blijft
klinken als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt,
en pas stopt als de alarmmelding is opgeheven en de
bevestigen/reset-knop nogmaals wordt ingedrukt.
Niet-vergrendeld betekent dat het optische alarm blijft
klinken als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt,
maar dat hij stopt als de alarmmelding is opgeheven.
Vergrendeling geaccepteerd betekent dat bij een
alarm het akoestische alarm wordt uitgeschakeld als op
de bevestigen/reset-knop wordt gedrukt.
31
Menu-overzicht
Crowcon Gasmaster
Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wacht-
vervolg
woord is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.)
Menu-item
Relais
algemeen
Waarden
(zoals in het scherm)
Alarm L1 alg.
Bepaalt de werking van de algemene alarm- en storingrelais.
Type
L1 = niveau 1.
Alarm 1 type
L2 = niveau 2.
Waarden = Vergrendeld
Vergrendeld betekent dat het relais bij een alarm geactiveerd
Niet-vergrendeld
blijft als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt, en pas
Vergrendeling
wordt gereset als de alarm- of storingsmelding is opgeheven
geaccepteerd
en nogmaals op bevestigen/reset-knop wordt gedrukt.
Besturing
Niet-vergrendeld betekent dat het relais geactiveerd blijft
Alarm 1 sturing
als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt, maar dat
Waarden = Gedeactiveerd
hij automatisch wordt gereset als de alarmmelding is
Geactiveerd
opgeheven.
Vergrendeling geaccepteerd betekent dat het relais bij
een alarm of storing wordt gereset als er op de bevestigen/
reset-knop wordt gedrukt.
Alarm L2 alg.
Type
Alarm 2 type
Waarden = Vergrendeld
Niet-vergrendeld
Vergrendeling
geaccepteerd
Besturing
Alarm 2 sturing
Waarden = Gedeactiveerd
Geactiveerd
Fout algemeen
Type
Fout type
Waarden = Vergrendeld
Niet-vergrendeld
Besturing
Fout besturing
Waarden = Gedeactiveerd
Geactiveerd
32
Omschrijving
Gedeactiveerd betekent dat het relaisspoel
niet is bekrachtigd als er geen alarm is (normaal
gedeactiveerd).
Geactiveerd betekent dat de relaisspoel wel is bekrachtigd
als er geen alarm is (normaal bekrachtigd of 'fail-safe’)
Crowcon Gasmaster Menu-overzicht
Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wacht-
vervolg
woord is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.)
Menu-item
Kanaal #1
tot 4
Druk op de
knoppen
omhoog en
omlaag voor
Configuratie
Kanaal
#1 om de
configuratie
voor kanaal
#2, #3 en #4
te doorlopen.
Waarden
(zoals in het scherm)
Omschrijving
Stel het ingangstype in voor elk kanaal, De jumpers op de
aansluitprintplaat moeten ook juist worden geplaatst (zie
paragraaf 2.8 voor gegevens).
Type
Waarden =
Ongebruikt
DET 4-20 SRCE
DET 4-20 SINK
FIRE 4-20 SRCE
FIRE 4-20 SINK
FIRE CONV
ESU
PELLISTOR
Geen detector aangesloten
4-20mA actieve gasdetector
4-20mA passieve gasdetector
4-20mA actieve vlamdetector
4-20mA passieve vlamdetector
Conventionele rook/hitte- of brandmelders
ESU-omgevingssensor
uitsluitend ingangmodules en detectoren van het
mV-brugtype
Naam
Naam detector (bijv. CH4 voor methaan-, O2 voor
Waarden = reeks van 4 tekens zuurstof-, FIRE voor rook/hitte-detectoren)
Locatie
Optioneel. Detectorlocatie of omschrijving verschijnt in het
Waarden = reeks van 32 tekens berichtenvenster bij een alarm (voorbeeld: Boilerruimte).
*Opties
worden
uitsluitend
getoond
voor 4-20
mA ingangs
kanalen
*Opties
worden
uitsluitend
getoond
voor 4-20
mA ingangs
kanalen
Eenheden*
Waarden =
Geen
%LEL
PPB
PPM
%VOL
FIRE
Bereik
Waarden = 0 tot 9999,9
Nulonderdrukking (NPO)*
Waarden = Aan
Uit
Bijv. voor een ESU-kanaal
Voor ontvlammingskanalen
detectoren voor toxische gassen met zeer klein bereik
Algemene detectoren voor toxische gassen
Detectoren voor zuurstof of andere hoge concentraties
Vlam- en conventionele rook/hitte-detectoren.
Detectorbereik (bijv. 100 voor een ontvlammingsdetector).
Onderdrukt de eerste 3% van de schaal om te voorkomen
dat kleine afwijkingen van het nulpunt worden
weergegeven.
Als het niveau 1-alarm van een kanaal lager dan 8% van
de schaal is ingesteld, wordt de onderdrukking verminderd.
Instellen 2mA*
Waarden = Storing
Sommige gasdetectoren produceren een 2 mA signaal voor
Waarschuwing het aangeven van een bepaalde status.
Inhibit
Deze optie bepaalt hoe de Gasmaster omgaat met een
signaal tussen 1 en 3 mA.
Stabiliseertijd
Waarden = 0 tot 120
seconden
Blokkeert de ingang een bepaalde tijd nadat de Gasmaster
wordt aangezet om te voorkomen dat er valse alarms
worden gegeven voordat de sensor is gestabiliseerd.
Brand-reset-tijd**
De tijd dat rook/hitte-detectoren niet worden gevoed nadat
Waarden = 0 tot 30 seconden de knop bevestigen/reset is ingedrukt.
Alarm L1 #1, #2, #3, #4
Zie submenu hieronder
** Optie wordt uitsluitend getoond voor conventionele brandmeldkanalen
33
Menu-overzicht
Crowcon Gasmaster
Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wacht-
vervolg
woord is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.)
Menu-item
Waarden
(zoals in het scherm)
Omschrijving
Config
kanaal
Submenu:
Alarm L1 #1
Configuratie
van niveau
1 alarmrelais
voor elk
kanaal
Druk op de
knoppen
omhoog
en omlaag
om de
configuratie
voor kanaal
kanaal #2,
#3 en #4 te
doorlopen
Richting
Waarden = S tijgend
Dalend
Stijgende alarms vereist wanneer er normaal geen gas is.
Dalende alarms vereist wanneer er normaal gas aanwezig
is (zoals zuurstof).
Aan drempel
Waarden = 0,1 tot bereik
(volledige schaal)
Niveau waarop het relais wordt geactiveerd.
Uit drempel
Waarden = 0,1 to L1 Aan
drempel
(stijgende alarms)
L1 drempel tot
volledige schaal
- 0,1
(dalende alarms
Niveau waarop het relais voor niveau 1 wordt gereset. Houdt
rekening met de vereiste hysterese bij toepassingen als
ventilatieregeling waarbij de ventilator moet blijven draaien
tot een laag gasniveau is bereikt.
Vergrendeld betekent dat het relais bij een alarm geactiveerd
blijft als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt, en pas
wordt gereset als de alarm- of storingsmelding is opgeheven
en nogmaals op bevestigen/reset-knop wordt gedrukt.
Niet-vergrendeld betekent dat het relais geactiveerd blijft
als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt, maar dat
hij automatisch wordt gereset als de alarmmelding is
opgeheven.
Vergrendeling geaccepteerd betekent dat het relais bij
een alarm zal resetten als er op de bevestigen/reset-knop
wordt gedrukt.
Gedeactiveerd betekent dat de relaisspoel niet is
bekrachtigd als er geen alarm is (normaal niet-bekrachtigd).
Geactiveerd betekent dat de relaisspoel is bekrachtigd
als er geen alarm is (normaal geactiveerd of
‘fail-safe’)
Zichtbaar betekent dat een alarm de alarm-LED-balk, het
interne geluidsalarm, de externe optische en akoestische
alarms activeert en de alarmmelding op het scherm zet.
Verborgen betekent dat een alarmmelding alleen het
alarm-symbool
in het kanalenvenster zal tonen. Er
worden geen andere akoestische of optische alarms
geactiveerd (bij ventilatieregeling)
Relais type
Waarden = Vergrendeld
Niet-vergrendeld
Vergrendeling
geaccepteerd
Relais sturing
Waarden = Gedeactiveerd
Geactiveerd
Indicatie
Waarden = Zichtbaar
Verborgen
Er is een gelijksoortig menu beschikbaar voor niveau 2 alarmrelais, met de uitzondering dat de opties ‘Uit
drempel’ en ‘Indicatie’ niet beschikbaar zijn.
Alarm L2 #1*
Richting
Drempel
Relais type
Relais sturing
* #1 geeft het kanaalnummer aan en kan dus #2, #3 of #4 zijn bij de Gasmaster.
34
Crowcon Gasmaster Onderhoud
4. Onderhoud
Het is belangrijk dat u beveiligingssystemen
zoals de Gasmaster regelmatig controleert.
Crowcon biedt ook onderhoudscontracten aan
die de betrouwbare werking van het systeem
garanderen. Crowcon adviseert om minimaal
elk half jaar uw systemen te kalibreren en
te testen. Vervang de sensoren volgens de
aanwijzingen in de detectorhandleiding.
Let op: er kan zes maanden na het vorige
onderhoud* een waarschuwing ‘kalibratie
vereist’ worden getoond. De waarschuwingLED r licht op en de melding verschijnt in
het "Waarschuwingenmenu (overzicht van actuele
waarschuwingen in het systeem)" op pagina 26.
U kunt deze melding via de Gasmaster PC-software
resetten, en eveneens de periode wijzigen waarna
de melding wordt getoond.
*Of na de laatste keer dat het systeem is opgestart.
4.1 Functietest
Met de Gasmaster kunt u de relais testen, ingangen
naar hun alarmstand forceren en analoge uitgangen
forceren om te controleren of de Gasmaster en alle
aangesloten apparatuur correct werken. U vindt
deze functies in het supervisor-menu onder Test.
Denk eraan dat bij gebruik van deze functie de
geteste relais, akoestische en optische melders en
analoge uitgangen worden geactiveerd. Neem zo
nodig voorzorgsmaatregelen voordat u de tests
uitvoert.
De verschillende test-opties staan beschreven in
3.11 op pagina 23, samen met een beschrijving
van elke functie.
Als u een kanaal permanent wilt uitschakelen,
activeer dan de supervisor-stand en stel het type
van de betreffende detector in op Ongebruikt
(zie pagina 33). Dat kanaal wordt dan niet langer
weergegeven in het scherm en de stroomvoorziening
naar de detector wordt uitgeschakeld.
Waarschuwing
Crowcon raadt u ten zeerste aan om uitsluitend
sleutelschakelaars te gebruiken voor blokkering
op afstand die alleen toegankelijk zijn voor geautoriseerd personeel. Als u het Gasmaster-systeem
blokkeert en geen andere beveiligingsmaatregelen treft, kan de gewenste veiligheid niet worden
gegarandeerd. Zorg dat alle betrokken werknemers weten wanneer het Gasmaster-systeem is
geblokkeerd.
Blokkering instellen
1. Druk in de normale schermweergave op de
knop volgende om de menu's te openen.
2. Gebruik de knoppen omhoog en omlaag
om Supervisor te selecteren en druk
vervolgens op volgende .
3. Voer het wachtwoord in (bij levering: ZZZ), en
druk op volgende .
4. Algemene blokkering instellen:
Blader in het supervisor-menu omlaag naar
Inhibit en druk op volgende . Selecteer
Alles en druk op volgende . Gebruik de
knoppen omhoog of omlaag om
blokkering op INHIBIT=AAN te zetten, en druk
op volgende om te accepteren. Druk op
vorige om terug te keren naar het
Supervisor-menu. De blokkeringssymbolen
verschijnen in het kanalenvenster.
Kanalen blokkeren:
U kunt kanalen direct blokkeren via het
Inhibit-menu of via de menu's Nulstellen en
Kalibreren. Voer de bovenstaande instructies
uit, maar selecteer nu kanaal #n (waarbij n
het kanaalnummer is) in plaats van Alles.
Hef na het onderhoud alle blokkeringen
weer op.
4.2 Systeem blokkeren
U kunt ingangen tijdelijk blokkeren om
alarmmeldingen te voorkomen. Dit kan nodig zijn
tijdens het kalibreren van detectoren, of wanneer
er in de buurt van een sensor werkzaamheden
plaatsvinden die een vals alarm kunnen geven
(solderen in de buurt van een rookdetector
bijvoorbeeld). U kunt alle ingangskanalen apart
blokkeren, of samen. De blokkeeroptie 'inhibit' is
beschikbaar via het supervisor-menu, zie 3.6 op
pagina 20 en het menu-overzicht op pagina
25 in het hoofdstuk Bediening voor informatie
over deze functie.
Zie paragraaf 3.7 voor meer details over het
activeren van de Supervisor-stand.
35
Onderhoud
Crowcon Gasmaster
4.3 Detector kalibreren
Crowcon adviseert om uw detectoren regelmatig
te controleren op de juiste kalibratie en werking.
Gasdetectoren moeten minimaal elke 3 tot 6
maanden opnieuw worden gekalibreerd.
Branddetectoren moet u met dezelfde regelmaat
testen. In sommige omstandigheden is het
noodzakelijk om nog vaker te testen. Zie onderdeel
2.12 op pagina 14 voor kalibratie-instructies.
Raadpleeg de installatie-, gebruiks- en
onderhoudshandleidingen van de betreffende
detectoren voor meer aanwijzingen over
het regelmatig testen van de werking van de
detectoren.
4.4 Batterijen vervangen
We adviseren om tijdens het onderhoud de
stroomvoorziening naar de Gasmaster tijdelijk uit
te schakelen om te controleren of de noodaccu's
correct werken. Crowcon adviseert om de batterijen
elke twee jaar als paar te vervangen.
Vervang ze door Yuasa UCEL Y1.2-12, 12 v 1,2 Ah
C20 lood-zuuraccu's.
De accu's zijn via een 10 A-zekering aangesloten, zie
de reserveonderdelenlijst voor het artikelnummer.
Batterijen
Batteries
Waarschuwing
Let er bij het vervangen van de batterijen op
dat de kabels weer volgens het aansluitschema
worden aangesloten. Verkeerd aangesloten
accukabels kunnen brand en/of letsel veroorzaken.
4.5 Module vervangen
Mocht er een intern onderdeel van de Gasmaster
defect raken, laat reparaties dan over aan Crowconreparateurs. Neem contact op met Crowcon voor
de gegevens van de dichtstbijzijnde reparateur.
4.6 Logboek
De Gasmaster registreert alarmmeldingen,
storingen en gebruik van de bedieningsknoppen
in een logboek. Er worden maximaal 300
gebeurtenissen geregistreerd, waarna de als eerste
opgeslagen gegevens weer worden overschreven.
Deze functie registreert alle systeemactiviteiten die
door de Gasmaster PC-software kunnen worden
uitgelezen.
Het logboek wordt bijgehouden in het (vluchtige)
RAM-geheugen, en zal verloren gaan als er geen
enkele stroomvoorziening meer is.
4.7 Onderhoudskaart
Aan de binnenkant van de frontplaat zit een kaart
om het onderhoud op bij de houden. Vul hier de
onderhoudsdatums in, en welke onderdelen er zijn
vervangen.
4.8 Reiniging
Aansluit
Battery
schema
connection
batterijen
diagram
Figuur 4.1 Batterijen vervangen
Batterijen moet regelmatig worden gecontroleerd
op installaties die boven 40ºC worden gebruikt.
36
Indien nodig kunt u het huis van de Gasmaster
voorzichtig schoonmaken met een doek die is
bevochtigd met een mild sopje.
Crowcon Gasmaster
Een ingangmodule toevoegen
5. Een ingangmodule toevoegen
De 4-kanaals versie van Gasmaster kan worden
geleverd met tussen één en vier ingangmodules
van de volgende types gemonteerd:
• 4-20mA/brand module voor 4-20mA type
detectoren, conventionele rook/hittedetectoren of ESU.
• mV
pellistortype
module
voor
mV-brugdetectoren voor ontvlambare
gassen
Systemen die met minder dan vier ingangmodules
zijn besteld, kunnen later nog worden uitgebreid
met extra modules. De ingangmodules kunnen
eenvoudig worden ingestoken. Het systeem
hoeft niet te worden uitgeschakeld, mits het
betreffende kanaal op ‘Ongebruikt’ is ingesteld.
Zodra de module is toegevoegd, kan het kanaal
naar behoeven worden geconfigureerd voor de
detector, via het Supervisormenu.
CHANNEL 1
MODULE
CHANNEL 2
MODULE
+
s
-
CHANNEL 3
MODULE
CHANNEL 4
MODULE
PWR (+)
SIG (S)
0V (-)
SCRN
Detectoraansluitingen
Gasmaster
Gasmaster
Detector Input
Terminals
mV-brugdetector voor gas
Belangrijk: om storing van
signalen te vermijden is het
essentieel dat de kabels
van detectoren niet over
mV-pellistoringangmodules
lopen (gearceerd gebied in
schema).
Figuur 5.1 Aansluitingen voor mV-brugdetectoren. mV-pellistor-ingangmodule
37
Bijlage A: Specificaties
GasMaster
Bijlage A: Specificaties
Gasmaster 1
Gasmaster 4
Formaat
288h x 278b x 110d (mm)
288h x 278b x 110d (mm)
Gewicht
4,5 kg
4,5 kg
Materiaal van kast
Achterzijde: gegoten aluminium
Frontplaat: vlamvertragend ABS.
Achterzijde: gegoten aluminium
Frontplaat: vlamvertragend ABS.
Afdichting
IP65
IP65
Voeding
100-240 V AC 50-60 Hz 1,3 A of 20-30 V DC,
60 W max.
100-240 V AC 50-60 Hz 1,3 A of 20-30 V DC,
60 W max.
Reserve-batterij
1,2 ampère-uur batterijen binnenin
1,2 ampère-uur batterijen binnenin
Bedrijfstemperatuur
-10ºC tot + 50ºC (14 tot 122ºF).
-10ºC tot + 50ºC (14 tot 122ºF).
Vochtigheid
0% tot 95% RV zonder condensatie
0% tot 95% RV zonder condensatie
Invoer: Gas
Één 4-20mA gasdetector (sink of source) of mV
pellistortype brandbaar-gasdetector met 2 of 3
kabels. Maximale detectiestroom: 500 mA
Één tot vier 4-20mA gasdetectoren (sink of
source) of mV brug-pellistortype brandbaargasdetectoren met 2 of 3 kabels. Maximale
detectiestroom: 500 mA
Één kring met tot 20 conventionele rook-/
Één tot vier kringen met tot 20 conventionele
warmtedetectoren of brandmelders, of één
rook-/warmtedetectoren of brandmelders, of
vlamdetector (4-20mA of digitaal contactsignaal). één tot vier vlamdetectoren (4-20mA of digitaal
contactsignaal).
Brand
ESU-omgevingssensor
Te gebruiken in combinatie met één Crowcon
ESU ventilator (d.w.z. ‘omgevingssensor’
verandert in ‘ventilator’).
Te gebruiken in combinatie met één tot vier
Crowcon ESU-ventilators.
Blokkering op afstand
Via normaal geopend contact.
Via normaal geopend contact.
Resetten op afstand
Via normaal geopend contact.
Via normaal geopend contact.
Uitgangen: Relais
Laag alarm, hoog alarm, storing.
DPCO-contacten voor 250 V AC, 30 V DC 8 A
(niet-inductieve last), 5 A (inductieve last).
Laag en hoog alarm per kanaal plus algemeen
laag, hoog en storing.
DPCO-contacten voor 250 V AC, 30 V DC 8 A
(niet-inductieve last), 5 A (inductieve last).
Akoestische/optische
alarmsturing
12 V of 24 V DC 650 mA maximum
12 V of 24 V DC 650 mA maximum
Analoog
4-20mA (actief, max. lusweerstand 700 Ω) of
1-5 V DC (min. belasting 50 KΩ).
4-20mA per kanaal (actief, max. lusweerstand
700 Ω) of 1-5 V DC (min. belasting 50 KΩ).
Digitale communicatie
RS-485 Modbus RTU
9600 Baud
8 Data bits
Geen pariteit
2 stopbits
RS-485 Modbus TRU
9600 Baud
8 Data bits
Geen pariteit
2 stopbits
Communicatiepoort
Als optie met 3-weg connector voor configureren Als optie met 3-weg connector voor configureren
en logboek uitlezen via PC
en logboek uitlezen via PC
Logboek1
Met tijd gemarkeerd logboek met tot 300 alarm, storings- en systeemactiviteiten.
Met tijd gemarkeerd logboek met tot 300 alarm, storings- en systeemactiviteiten.
Indicatie paneel
LCD-scherm met achterverlichting toont
gasniveau (in ppb, ppm, % volume of %
LEL-eenheden), en scrolling, alfanumerieke
statusindicatie.
LED's voor indicatie van status van alarm, storing,
voeding en waarschuwing.
Ingebouwde 85 dB sirene.
LCD-scherm met achterverlichting toont
gasniveau (in ppb, ppm, % volume of %
LEL-eenheden) voor alle kanalen, en scrolling,
alfanumerieke statusindicatie.
LED's voor indicatie van status van alarm, storing,
voeding en waarschuwing
Ingebouwde 85 dB sirene.
Goedkeuringen
EN 50270 (EMC), EN 61010-1 (richtlijn inzake
laagspanning)
ATEX EN60079-25:2010 Explosieve atmosferen Intrinsiek veilige elektrische systemen.
EN 50270 (EMC), EN 61010-1 (richtlijn inzake
laagspanning)
ATEX EN60079-25:2010 Explosieve atmosferen Intrinsiek veilige elektrische systemen.
1Logboek alleen toegankelijk via de Gasmaster PC-software en de communicatiepoort. Het logboek wordt bijgehouden in het
(vluchtige) RAM-geheugen, en zal verloren gaan als er geen enkele stroomvoorziening meer is.
38
GasMaster
Bijlage B: Reserveonderdelen en accessoires
Bijlage B: Reserveonderdelen en accessoires
Onderdeelnr.
Omschrijving
Opmerking
E01875
12V 1,2Ah batterij
2 vereist
E07534
Batterijzekeringmodule
Module met zekering, zekeringhouder en bedrading
M05897
Onderhoudskaart
Extra onderhoudskaarten, minimaal 10 stuks
M07624
Installatie-, gebruiks- en
onderhoudshandleiding
S012016
Schermprintplaat
Voor alle Gasmaster modellen
S013047
Gasmaster 4 aansluitprintplaat
Exclusief jumpers, gebruik de jumpers van de oude
printplaat
S013046
Gasmaster 1 aansluitprintplaat
Exclusief jumpers, gebruik de jumpers van de oude
printplaat
E07109
Geïsoleerde jumpers
Reservejumpers voor printplaten, minimum
afnamehoeveelheid 10 stuks
S012304
Voedingmodule
Inclusief bedrading
S012205
Sirene
Inclusief bedrading
M04683
Sirene-afdichting
M050067
Gasmaster 4 schermlabel
Voor de frontplaat
M050068
Gasmaster 1 schermlabel
Voor de frontplaat
C01929
Communicatieset
Inclusief Gasmaster PC-software, aansluitkabel en
RS485/232-converter.
E07635
Communicatiepoort
3-polige connector voor bevestiging aan de Gasmaster
om de communicatieset aan te sluiten. Inclusief bedrading
voor het aansluiten van de RS-485 contacten.
S012303
Frontplaat voor Gasmaster 1
Inclusief labels, sirene en afdichtingen
S012302
Frontplaat voor Gasmaster 4
Inclusief labels, sirene en afdichtingen
M01861/2
Paneelhouders
Om de Gasmaster verzonken in een paneel te monteren.
S012207
4-20mA/brandingangmodule
S012208
mV-pellistoringangmodule
39
Bijlage C: Weergeven lettertekens
GasMaster
Bijlage C: Weergeven lettertekens
Lettertekens voor het
berichtenvenster
Lettertekens voor het
kanalenvenster
Bij het invoeren van tekst voor wachtwoorden,
detectorlocaties en systeemnamen kunt u de
volgende lettertekens gebruiken:
Let op: De volgende tekens kunnen worden
gebruikt in het kanalenvenster om de detectortypes
aan te geven.
Groep1:
<spatie> !
Groep2:
#$%&
Groep3:
*+,-./
Groep4:
0123456789
Groep5:
:;
Groep6:
?@
Groep7:
ABCDEFGHIJKLMN
OPQRSTUVWXYZ
De volgende tekens kunnen niet goed worden
weergegeven: K, M, V, W, X
0
A
K
U
1
B
L
V
2
C
M
W
3
D
N
X
4
E
O
Y
abcdefghijklmno
pqrstuvwzyz
5
F
P
Z= 2
Selecteer de lettertekens met de omhoog- en
omlaag-knoppen zoals in paragraaf 3.7 staat
beschreven.
6
G=9
Q
dash
7
H
R
underscore
Niet alle lettertekens zijn voor alle tekstinvoerfuncties
beschikbaar, alleen de beschikbare lettertekens
worden getoond. Voor de detectornaam (bijv. het
type gas) mag u alleen lettertekens uit de groepen
4 en 7 gebruiken (cijfers en hoofdletters):
8
I
S=5
?
9
J
T
blank
druk kort of lang op de omhoog-knop
om vooruit door de beschikbare groepen
met lettertekens te lopen:
A B C D ... X Y Z 0 1 2 ... 7 8 9 A B C ... etc.
druk kort of lang op de omlaag-knop om
achteruit door de beschikbare groepen
met lettertekens te lopen:
Z Y X W ... C B A 9 8 7 ... 2 1 0 Z Y X ... etc.
druk kort na elkaar twee keer op de omhoogknop om naar het laatste letterteken van de
huidige groep te springen, en dan nogmaals
om naar het eerste letterteken van de
volgende groep te gaan, enz: Z 0 9 A Z ...
druk kort na elkaar twee keer op de omlaagknop om naar het eerste letterteken van de
huidige groep te springen, en dan nogmaals
om naar het laatste letterteken van de
vorige groep te gaan, enz: A 9 0 Z A ...
40
b1
b3
b2
b6
b0 .dp
Groep8: _
Groep9:
b7
b5
b4
GasMaster Garantie
Garantie
Deze apparatuur verlaat onze fabriek volledig getest en
gekalibreerd. Als er binnen de garantieperiode van één
jaar na levering productie- of materiaalfouten in het
apparaat ontstaan, zal het apparaat naar goeddunken
van de fabrikant gratis worden gerepareerd of
vervangen, mits aan de onderstaande voorwaarden
is voldaan.
Garantieprocedure
Wilt u aanspraak maken op de garantie, neem
dan contact op met onze klantenservice via
telefoonnummer +44 (0)1235 557711 en houd de
volgende gegevens bij de hand:
Uw naam, telefoonnummer, faxnummer en
e-mailadres.
Een omschrijving van de goederen en de aantallen
die u terugstuurt, inclusief de accessoires.
Serienummer(s) van het instrument.
Reden voor retourneren.
Gebruik een retourformulier voor identificatie- en
controledoeleinden. U kunt dit formulier downloaden
via onze website 'www.crowconsupport.com' samen
met een retourlabel, maar we kunnen u deze ook
'e-mailen'.
Apparaten zonder Crowcon-retournummer
("CRN") worden niet geaccepteerd. Het is
belangrijk dat u het adreslabel stevig op de
buitenste verpakking van de teruggestuurde
goederen bevestigt.
De garantie wordt ongeldig als blijkt dat het instrument
gewijzigd, gemodificeerd, ontmanteld is of als er op
andere wijze mee geknoeid is. De garantie dekt geen
misbruik van het product.
De garantieperiode van onder de garantie vervangen
verbruiksartikelen (zoals sensoren) blijft beperkt tot
de resterende garantieduur van de originele levering.
Crowcon behoudt zich het recht voor om een
kortere garantieperiode vast te stellen, of om een
garantieperiode af te wijzen voor een sensor die
gebruikt wordt in een omgeving of toepassing waarvan
bekend is dat er een risico bestaat van degradatie of
schade aan de sensor.
Onze aansprakelijkheid wat betreft defecte apparatuur
beperkt zich tot de in de garantie genoemde
verplichting, met uitsluiting van alle binnen- en
buitenrechtelijk genoemde impliciete en expliciete
toevoegingen, voorwaarden en uitingen over de
eigenschappen en toepasbaarheid van het product,
met uitzondering van hetgeen binnen de wettelijk
verplichte garantieperiode mag worden verwacht.
Deze garantie houdt geen beperking van de rechten
van de klant in.
Crowcon behoudt zich het recht voor om onderzoeksen transportkosten in rekening te brengen als blijkt
dat een teruggestuurd apparaat alleen normaal
gekalibreerd of onderhouden moet worden, en de
klant deze werkzaamheden niet door Crowcon wil
laten uitvoeren.
Voor garantie en technische ondersteuning
kunt u contact opnemen met:
Afdeling klantenservice
Tel: +44 (0) 1235 557711
Fax: +44 (0) 1235 557722
E-mail:
[email protected]
De garantie op de batterijen kan vervallen als er een
niet goedgekeurde lader is gebruikt. Niet-oplaadbare
batterijen vallen niet onder de garantie.
Aansprakelijkheidsbeperking
Crowcon is niet aansprakelijk voor gevolgschade,
indirecte verliezen of welke andere schade dan ook
(waaronder verliezen en schade door gebruik van
het apparaat), eveneens wordt hierbij elke vorm
van aansprakelijkheid tegenover derden uitdrukkelijk
uitgesloten.
Deze garantie dekt niet de nauwkeurigheid van de
kalibratie van de eenheid of de cosmetische afwerking
van het product. De eenheid moet in overeenstemming
met de bedienings- en onderhoudsinstructies
onderhouden worden.
41
Regionale vestigingen
GasMaster
Regionale vestigingen
Brits kantoor
Crowcon Detection Instruments Ltd
172 Brook Drive,
Milton Park,
Abingdon
Oxfordshire
OX14 4SD
Tel: +44 (0) 1235 557700
Fax: +44 (0) 1235 557749
E-mail:
[email protected]
Website: http://www.crowcon.com
Kantoor in de Verenigde Staten
Crowcon Detection Instruments Ltd
1455 Jamike Ave.
Erlanger
KY 41018
VS
Tel.: +1 859 957 1039 of 1 800 527 6926
Fax: +1 859 957 1044
E-mail:
[email protected]
Website: http://www.crowcon.com
Kantoor te Rotterdam
Crowcon Detection Instruments Ltd
Vlambloem 129
3068JG, Rotterdam
Nederland
Tel: +31 10 421 1232
Fax: +31 10 421 0542
E-mail:
[email protected]
Website: http://www.crowcon.com
Kantoor in Singapore
Crowcon Detection Instruments Ltd
Block 194, Pandan Loop
#06-20 Pantech Industrial Complex
Singapore 128383
Tel: +65 6745 2936
Fax: +65 6745 0467
E-mail:
[email protected]
Website: http://www.crowcon.com
42
Crowcon Detection Instruments Ltd (Beijing)
Unit 316, Area 1, Tower B, Chuangxin Building
Hongda North Road, Beijing Economic
Technological Development Area
Beijing, China 100176
Tel: +86 10 6787 0335
Fax: +86 10 67874879
E-mail:
[email protected]
Website: www.crowcon.cn
Crowcon Detection Instruments Ltd
172 Brook Drive,
Milton Park,
Abingdon
Oxfordshire
OX14 4SD
Tel: +44 (0) 1235 557700
Fax: +44 (0) 1235 557749
E-mail:
[email protected]
Website: http://www.crowcon.com