Crowcon Gasmaster Handleiding

Categorie
Rookmelders
Type
Handleiding
Installatie-, gebruiks- en onderhoudshandleiding
M070015
2e editie
Oktober 2014
Crowcon Gasmaster
Controlepaneel voor gasdetectie in 1-4 kanalen
Het in deze handleiding beschreven apparaat kan op netspanning zijn aangesloten.
Neem gepaste veiligheidsmaatregelen voordat u aan de apparatuur gaat werken.
Het in deze handleiding beschreven apparaat dient voor het detecteren van
ontvlambare en/of toxische gassen. De aangesloten detectoren kunnen in gevaarlijke
omgevingen zijn geplaatst. Neem de lokale veiligheidsvoorschriften in acht voordat u
het apparaat onderhoudt of kalibreert.
Het in deze handleiding beschreven apparaat kan op externe alarm- en/of
uitschakelsystemen zijn aangesloten. Neem de lokale werkvoorschriften in acht
voordat u het apparaat onderhoudt of kalibreert.
Dit product is getest en voldoet aan de Europese richtlijn
89/336/EG en aan de EMC-normen van EN50270.
Het voldoet eveneens aan Europese richtlijn 2006/05/
EG aangaande de elektrische veiligheid en aan de
laagspanningsrichtlijn. Hij voldoet aan de Europese
richtlijn 93/68/EG voor de CE-markering.
172 Brook Drive, Milton Park,
Abingdon, Oxon, OX14 4SD, England
© Copyright Crowcon Detection Instruments Ltd 2014
Alle rechten voorbehouden. Niets in dit document
mag worden gefotokopieerd, gereproduceerd of
worden vertaald zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Crowcon Detection Instruments Ltd.
Versienummer: M070015
Tweede editie: oktober 2014
Crowcon Detection Instruments Ltd
172 Brook Drive, Milton Park,
Abingdon OX14 4SD VK
Tel. +44 (0)1235 557700
Fax. +44 (0)1235 557749
www.crowcon.com
Crowcon Gasmaster Kop 1
i
Crowcon Gasmaster Inhoud
i
3.10 Bij een storingsmelding ........23
3.11 Systeemconfiguratie ..........23
4. Onderhoud ..................... 35
4.1 Functietest..................35
4.2 Systeem blokkeren ...........35
4.3 Detector kalibreren ...........36
4.4 Batterijen vervangen ..........36
4.5 Module vervangen ...........36
4.6 Logboek ...................36
4.7 Onderhoudskaart ............36
4.8 Schoonmaken ...............36
5. Een ingangmodule toevoegen ...... 37
Bijlage A: Specificaties ............... 38
Bijlage B: Reserveonderdelen en accessoires 39
Bijlage C: Weergeven lettertekens ....... 40
Garantie .......................... 41
Regionale vestigingen ................ 42
1. Inleiding ........................ 1
1.1 De Gasmaster ................1
1.2 Deze handleiding .............1
1.3 Gebruiksaanwijzing als onderdeel
van een systeem met ATEX-
goedkeuring .................2
2. Installatie ....................... 3
Lees dit eerst .....................3
2.1 Voor het installeren ............4
2.1 Algemeen ...................4
2.3 Monteren ...................5
2.4 Bekabelingseisen ..............5
2.5 Gas- en branddetectoren installeren 6
2.6 Apparaten op de uitgangen
installeren ...................6
2.7 De netspanning aansluiten ......6
2.8 Apparaten op de ingangen
aansluiten ...................7
2.9 Apparaten op de uitgangen
aansluiten ..................11
2.10 Stroomvoorziening inschakelen ..13
2.11 Gebruiksduur noodaccu/
verbruiksberekening ..........13
2.12 Inbedrijfstelling ..............14
3. Bediening ...................... 17
3.1 Controlepaneel Gasmaster .....17
3.2 Opstartprocedure ............19
3.3 Het schermcontrast wijzigen ....19
3.4 Het serienummer en de
systeemaanduiding van het
apparaat weergeven..........19
3.5 Het menusysteem gebruiken ....20
3.6 Kanalen blokkeren............20
3.7 Gebruik van het controlepaneel
in de supervisorstand..........21
3.8 Bij een alarmmelding..........22
3.9 mV-kanalen: Pellistorbeveiliging..22
Inhoud
Crowcon Gasmaster Inleiding
1
1.1 De Gasmaster
De Gasmaster is een controlepaneel voor bewaking
van gas-en brandgevaar, voor bewaking op afstand
van gas-en branddetectoren. De Gasmaster is
ook geschikt voor bewaking van vlamdetectoren
en ESU-omgevingssensoren van Crowcon. De
status van alle ingangen is af te lezen op een
groot en duidelijk LCD-scherm. Duidelijke LED's en
een ingebouwde sirene slaan alarm bij alarm-en
storingsmeldingen.
Het apparaat is voorzien van relaisuitgangen voor
alarm- en storingsmeldingen, evenals speciale
uitgangen voor optische en akoestische alarmering.
Via de tweedraads RS-485 Modbus-uitgang
kunnen alle gegevens ook met het overkoepelende
industriële besturingssysteem worden uitgewisseld.
De Gasmaster houdt een logboek bij van alle
alarm- en storingsmeldingen, zodat zij achteraf
kunnen worden geanalyseerd met de Gasmaster
PC-software.
De Gasmaster kan in twee verschillende versies
worden geleverd:
n Gasmaster 1 - éénkanaals apparaat voor
één gasdetector, brandzone of ESU-
omgevingssensor.
n Gasmaster 4 - vierkanaals apparaat voor
maximaal vier gasdetectoren, brandzones
of ESU-omgevingssensoren.
De Gasmaster 1 verschilt van de Gasmaster 4
omdat er slechts één kanaal in het scherm wordt
weergegeven (zie figuur 3.2, pagina 18), bovendien
heeft de Gasmaster 1 minder aansluitingen.
Werking en bediening zijn verder gelijk aan de
Gasmaster 4.
De Gasmaster is zeer gebruiksvriendelijk, alle
veelgebruikte functies zijn via het frontpaneel
toegankelijk. Zie hoofdstuk 3 voor meer details
over de werking van het scherm.
1.2 Deze handleiding
Deze handleiding is verdeeld in hoofdstukken
met informatie over het installeren, gebruiken en
onderhouden van de Gasmaster. De Gasmaster is
een veiligheidsvoorziening en het is belangrijk dat
u alle instructies naleeft.
Hoofdstuk 2 beschrijft welke apparaten u op
de Gasmaster kunt aansluiten, en toont de
bijbehorende aansluitschema's. Hoofdstuk 3 geeft
aanwijzingen voor het dagelijks gebruik van de
Gasmaster en beschrijft welke instellingen u kunt
veranderen.
Waarschuwing
Elk veiligheidssysteem vereist regelmatig
onderhoud. Als u dit systeem niet volgens
de aanwijzingen onderhoudt, kan dat
storingen veroorzaken met materiële schade
en/of dodelijk letsel tot gevolg. Hoofdstuk 4
beschrijft het onderhoud dat de Gasmaster-
systemen vereisen.
De aparte bijlages bevatten de systeemspecificaties
en de reserveonderdelenlijst.
1
1. Inleiding
2
Inleiding GasMaster
1.3 Gebruiksaanwijzing als onderdeel
van een systeem met ATEX-
goedkeuring
Gasmaster is goedgekeurd in overeenstemming met de
94/9/EG ATEX richtlijn indien gebruikt als onderdeel
van een systeem met intrinsiek veilige gasdetectoren en
intrinsiek veilige afdichtingen.
Gasmaster is gecertificeerd in overeenstemming met
EN60079-25:2010 Explosieve atmosferen - intrinsiek
veilige elektrische systemen.
Certificaat nummer: Baseefa05Y0090/1
Gasmaster mag uitsluitend worden geïnstalleerd in de
veilige zone, maar is gecertificeerd voor verbinding met
intrinsiek veilige gasdetectoren die zijn geïnstalleerd in
gevaarlijke zones 0, 1 of 2 indien verbonden via een
veiligheidsafdichting. Installatie moet in overeenstemming
zijn met de onderstaande instructies.
6. DE AARDING VAN DE BARRIÈRE MOET VIA EEN ZEER DEGELIJKE VERBINDING
ZIJN AANGESLOTEN, MET EEN GEÏSOLEERDE GELEIDER EQUIVALENT
AAN EEN 4mm KOPEREN GELEIDER, ZODANIG DAT DE IMPEDANTIE
VAN HET VERBINDINGSPUNT TOT AAN DE AARDE VAN DE NETVOEDING
MINDER IS DAN 1 OHM
OF 3) EEN CIRCUIT BINNEN EEN TYPE B MEERADERIGE KABEL, VAST EN
DOEL TREFFEND BEVEILIGD TEGEN SCHADE, MITS DE PIEKSPANNING VAN
ELK CIRCUIT BINNEN HET TYPE B MEERADERIGE KABEL NIET HOGER
IS DAN 60 VOLT. (DE KABELTYPES STAAN GEDEFINIEERD IN
CLAUSULE 12.2.2.8 VAN EN60079-14:2008)
2) GEÏNSTALLEERD ALS APART AFGESCHERMD CIRCUIT IN EEN TYPE A
MEERADERIGE KABEL,
1) EEN APARTE KABEL,
5. DE KABEL IN DE GEVARENZONE KAN ZIJN:
4. HET SYSTEEM MOET MET EEN DUURZAAM LABEL ZIJN AANGEDUID,
GEWOONLIJK OP OF NAAST HET VOORNAAMSTE DEEL VAN HET ELEKTRISCH
APPARAAT IN HET SYSTEEM, OF BIJ DE INTERFACE TUSSEN DE INTRINSIEK
VEILIGE EN NIET-INTRINSIEK VEILIGE CIRCUITS. DEZE AANDUIDING MOET
TEVENS "BASEEFA SYSTEEM CERTIFICAAT NUMMER
NR. Baseefa05Y0090" BEVATTEN.
SHUNT ZENERDIODE-BARRIÈRE VOOR ENKELE KANALEN MET ATEX-CERTIFICERING
DOOR BASEEFA OF EEN CERTIFICERENDE INSTANTIE MET EG-GOEDKEURING
CONFORM [Ex ia Ga] IIC MET MAXIMAAL DE VOLGENDE UITGANGPARAMETERS;
U
O
=28 VOLT, I
O
=93mA OEN P
O
=0,66 WATT. OIN VEILIGHEIDS-AFDICHTINGEN
VOOR DE UITGANGSTROOM MOETEN DOOR EEN WEERSTAND ZIJN
BEPERKT `R' ZOALS I = U /R
HET IS DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE INSTALLATEUR
OM ERVOOR TE ZORGEN DAT DE BOVENSTAANDE
APPARATUUR VOLDOET AAN NOTITIE 7.
NOTITIE 7
VOORBEELDEN VAN APPARATUUR VOOR VEILIGE ZONES
TYPE XGARD, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 04ATEX0115X, OFWEL EEN ZUURSTOF- OF GIFTIG-GASSENSOR
TYPE TXGARD IS+, CERTIFICATIE Nr.: BASEEFA 08ATEX0069X, OFWEL EEN ZUURSTOF- OF GIFTIG-GASSENSOR
EEN VAN DE VOLGENDE GASDETECTOREN VOOR GEVARENZONES (SLECHTS 1 DETECTOR PER ZENER-BARRIÈRE)
3. DE INSTALLATIE MOET VOLDOEN AAN NATIONALE EISEN
(BIJV. PRAKTIJKRICHTLIJN EN60079-14:2008)
DE CAPACITEIT EN ZELFINDUCTIE OF ZELFINDUCTIE/
WEERSTAND-VERSCHILVERHOUDING VAN DE KABELS
IN DE GEVARENZONE MOGEN DE WAARDEN
IN TABEL 1 NIET OVERSCHRIJDEN
2.
1. HET ELEKTRISCH CIRCUIT IN DE GEVAREN-ZONE MOET
BESTAND ZIJN TEGEN EEN WISSELSTROOM TESTSPANNING
VAN 500 VOLT R.M.S. NAAR AARDE
OF FRAME VAN HET APPARAAT
GEDURENDE EEN MINUUT.
NOTITIES:
OPTIONEEL SCHERM
NIET-GESPECIFICEERD BEHALVE
DAT HET NIET MAG WORDEN
GELEVERD UIT, NOCH ONDER
NORMALE OF ABNORMALE
OMSTANDIGHEDEN EEN BRON MAG
BEVATTEN VAN POTENTIAAL IN
VERBAND MET AARDE BOVEN
250 VOLT R.M.S. OF 250 VOLT D.C.
APPARAAT VOOR VEILIGE ZONES
VEILIGE ZONE
GEVARENZONE
CROWCON GASBEWAKINGSSYSTEEM
CROWCON GASMASTER SYSTEMEN
CROWCON VORTEX SYSTEMEN
TYPE TXGARD IS+, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 03ATEX0063X
TYPE TXGARD IS ZUURSTOF, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 03ATEX0062X
uF
mH
uH/OHM
GROEP
CAPACITEIT
ZELFINDUCTIE
VERSCHIL-
VERHOUDING
TXGARD IS+ DETECTOR GIFTIG GAS OF ZUURSTOF - BASEEFA 08ATEX0069X
0.062
3.11
53
0.186
9.35
200
0.496 24.95
422
0.046
3.09
53
0.170
9.33
200
0.480 24.93
422
0.009
4.2
53
0.133
12.6
200
0.443
33.6
422
0.024
4.2
53
0.148
12.6
200
0.458
33.6
422
XGARD DETECTOR GIFTIG GAS OF ZUURSTOF - BASEEFA 04ATEX0115
TXGARD IS DETECTOR GIFTIG GAS - BASEEFA 03ATEX0063X
TXGARD IS ZUURSTOFGASDETECTOR - BASEEFA 03ATEX0062X
IIC
IIB
IIA
IIC
IIB
IIA
IIC
IIB
IIA
IIC
IIB
IIA
TABEL 1: KABELPARAMETERS
GECERTIFICEERD PRODUCT
GEEN WIJZIGINGEN TOEGESTAAN
ZONDER GOEDKEURING
VAN BEVOEGDE PERSOON
6. DE AARDING VAN DE BARRIÈRE MOET VIA EEN ZEER DEGELIJKE VERBINDING
ZIJN AANGESLOTEN, MET EEN GEÏSOLEERDE GELEIDER EQUIVALENT
AAN EEN 4mm KOPEREN GELEIDER, ZODANIG DAT DE IMPEDANTIE
VAN HET VERBINDINGSPUNT TOT AAN DE AARDE VAN DE NETVOEDING
MINDER IS DAN 1 OHM
OF 3) EEN CIRCUIT BINNEN EEN TYPE B MEERADERIGE KABEL, VAST EN
DOEL TREFFEND BEVEILIGD TEGEN SCHADE, MITS DE PIEKSPANNING VAN
ELK CIRCUIT BINNEN HET TYPE B MEERADERIGE KABEL NIET HOGER
IS DAN 60 VOLT. (DE KABELTYPES STAAN GEDEFINIEERD IN
CLAUSULE 12.2.2.8 VAN EN60079-14:2008)
2) GEÏNSTALLEERD ALS APART AFGESCHERMD CIRCUIT IN EEN TYPE A
MEERADERIGE KABEL,
1) EEN APARTE KABEL,
5. DE KABEL IN DE GEVARENZONE KAN ZIJN:
4. HET SYSTEEM MOET MET EEN DUURZAAM LABEL ZIJN AANGEDUID,
GEWOONLIJK OP OF NAAST HET VOORNAAMSTE DEEL VAN HET ELEKTRISCH
APPARAAT IN HET SYSTEEM, OF BIJ DE INTERFACE TUSSEN DE INTRINSIEK
VEILIGE EN NIET-INTRINSIEK VEILIGE CIRCUITS. DEZE AANDUIDING MOET
TEVENS "BASEEFA SYSTEEM CERTIFICAAT NUMMER
NR. Baseefa05Y0090" BEVATTEN.
SHUNT ZENERDIODE-BARRIÈRE VOOR ENKELE KANALEN MET ATEX-CERTIFICERING
DOOR BASEEFA OF EEN CERTIFICERENDE INSTANTIE MET EG-GOEDKEURING
CONFORM [Ex ia Ga] IIC MET MAXIMAAL DE VOLGENDE UITGANGPARAMETERS;
U
O
=28 VOLT, I
O
=93mA OEN P
O
=0,66 WATT. OIN VEILIGHEIDS-AFDICHTINGEN
VOOR DE UITGANGSTROOM MOETEN DOOR EEN WEERSTAND ZIJN
BEPERKT `R' ZOALS I = U /R
HET IS DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE INSTALLATEUR
OM ERVOOR TE ZORGEN DAT DE BOVENSTAANDE
APPARATUUR VOLDOET AAN NOTITIE 7.
NOTITIE 7
VOORBEELDEN VAN APPARATUUR VOOR VEILIGE ZONES
TYPE XGARD, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 04ATEX0115X, OFWEL EEN ZUURSTOF- OF GIFTIG-GASSENSOR
TYPE TXGARD IS+, CERTIFICATIE Nr.: BASEEFA 08ATEX0069X, OFWEL EEN ZUURSTOF- OF GIFTIG-GASSENSOR
EEN VAN DE VOLGENDE GASDETECTOREN VOOR GEVARENZONES (SLECHTS 1 DETECTOR PER ZENER-BARRIÈRE)
3. DE INSTALLATIE MOET VOLDOEN AAN NATIONALE EISEN
(BIJV. PRAKTIJKRICHTLIJN EN60079-14:2008)
DE CAPACITEIT EN ZELFINDUCTIE OF ZELFINDUCTIE/
WEERSTAND-VERSCHILVERHOUDING VAN DE KABELS
IN DE GEVARENZONE MOGEN DE WAARDEN
IN TABEL 1 NIET OVERSCHRIJDEN
2.
1. HET ELEKTRISCH CIRCUIT IN DE GEVAREN-ZONE MOET
BESTAND ZIJN TEGEN EEN WISSELSTROOM TESTSPANNING
VAN 500 VOLT R.M.S. NAAR AARDE
OF FRAME VAN HET APPARAAT
GEDURENDE EEN MINUUT.
NOTITIES:
OPTIONEEL SCHERM
NIET-GESPECIFICEERD BEHALVE
DAT HET NIET MAG WORDEN
GELEVERD UIT, NOCH ONDER
NORMALE OF ABNORMALE
OMSTANDIGHEDEN EEN BRON MAG
BEVATTEN VAN POTENTIAAL IN
VERBAND MET AARDE BOVEN
250 VOLT R.M.S. OF 250 VOLT D.C.
APPARAAT VOOR VEILIGE ZONES
VEILIGE ZONE
GEVARENZONE
CROWCON GASBEWAKINGSSYSTEEM
CROWCON GASMASTER SYSTEMEN
CROWCON VORTEX SYSTEMEN
TYPE TXGARD IS+, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 03ATEX0063X
TYPE TXGARD IS ZUURSTOF, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 03ATEX0062X
uF
mH
uH/OHM
GROEP
CAPACITEIT
ZELFINDUCTIE
VERSCHIL-
VERHOUDING
TXGARD IS+ DETECTOR GIFTIG GAS OF ZUURSTOF - BASEEFA 08ATEX0069X
0.062 3.11
53
0.186 9.35
200
0.496 24.95
422
0.046 3.09
53
0.170 9.33
200
0.480 24.93
422
0.009
4.2
53
0.133 12.6
200
0.443 33.6
422
0.024
4.2
53
0.148 12.6
200
0.458 33.6
422
XGARD DETECTOR GIFTIG GAS OF ZUURSTOF - BASEEFA 04ATEX0115
TXGARD IS DETECTOR GIFTIG GAS - BASEEFA 03ATEX0063X
TXGARD IS ZUURSTOFGASDETECTOR - BASEEFA 03ATEX0062X
IIC
IIB
IIA
IIC
IIB
IIA
IIC
IIB
IIA
IIC
IIB
IIA
TABEL 1: KABELPARAMETERS
GECERTIFICEERD PRODUCT
GEEN WIJZIGINGEN TOEGESTAAN
ZONDER GOEDKEURING
VAN BEVOEGDE PERSOON
6. DE AARDING VAN DE BARRIÈRE MOET VIA EEN ZEER DEGELIJKE VERBINDING
ZIJN AANGESLOTEN, MET EEN GEÏSOLEERDE GELEIDER EQUIVALENT
AAN EEN 4mm KOPEREN GELEIDER, ZODANIG DAT DE IMPEDANTIE
VAN HET VERBINDINGSPUNT TOT AAN DE AARDE VAN DE NETVOEDING
MINDER IS DAN 1 OHM
OF 3) EEN CIRCUIT BINNEN EEN TYPE B MEERADERIGE KABEL, VAST EN
DOEL TREFFEND BEVEILIGD TEGEN SCHADE, MITS DE PIEKSPANNING VAN
ELK CIRCUIT BINNEN HET TYPE B MEERADERIGE KABEL NIET HOGER
IS DAN 60 VOLT. (DE KABELTYPES STAAN GEDEFINIEERD IN
CLAUSULE 12.2.2.8 VAN EN60079-14:2008)
2) GEÏNSTALLEERD ALS APART AFGESCHERMD CIRCUIT IN EEN TYPE A
MEERADERIGE KABEL,
1) EEN APARTE KABEL,
5. DE KABEL IN DE GEVARENZONE KAN ZIJN:
4. HET SYSTEEM MOET MET EEN DUURZAAM LABEL ZIJN AANGEDUID,
GEWOONLIJK OP OF NAAST HET VOORNAAMSTE DEEL VAN HET ELEKTRISCH
APPARAAT IN HET SYSTEEM, OF BIJ DE INTERFACE TUSSEN DE INTRINSIEK
VEILIGE EN NIET-INTRINSIEK VEILIGE CIRCUITS. DEZE AANDUIDING MOET
TEVENS "BASEEFA SYSTEEM CERTIFICAAT NUMMER
NR. Baseefa05Y0090" BEVATTEN.
SHUNT ZENERDIODE-BARRIÈRE VOOR ENKELE KANALEN MET ATEX-CERTIFICERING
DOOR BASEEFA OF EEN CERTIFICERENDE INSTANTIE MET EG-GOEDKEURING
CONFORM [Ex ia Ga] IIC MET MAXIMAAL DE VOLGENDE UITGANGPARAMETERS;
U
O
=28 VOLT, I
O
=93mA OEN P
O
=0,66 WATT. OIN VEILIGHEIDS-AFDICHTINGEN
VOOR DE UITGANGSTROOM MOETEN DOOR EEN WEERSTAND ZIJN
BEPERKT `R' ZOALS I = U /R
HET IS DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE INSTALLATEUR
OM ERVOOR TE ZORGEN DAT DE BOVENSTAANDE
APPARATUUR VOLDOET AAN NOTITIE 7.
NOTITIE 7
VOORBEELDEN VAN APPARATUUR VOOR VEILIGE ZONES
TYPE XGARD, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 04ATEX0115X, OFWEL EEN ZUURSTOF- OF GIFTIG-GASSENSOR
TYPE TXGARD IS+, CERTIFICATIE Nr.: BASEEFA 08ATEX0069X, OFWEL EEN ZUURSTOF- OF GIFTIG-GASSENSOR
EEN VAN DE VOLGENDE GASDETECTOREN VOOR GEVARENZONES (SLECHTS 1 DETECTOR PER ZENER-BARRIÈRE)
3. DE INSTALLATIE MOET VOLDOEN AAN NATIONALE EISEN
(BIJV. PRAKTIJKRICHTLIJN EN60079-14:2008)
DE CAPACITEIT EN ZELFINDUCTIE OF ZELFINDUCTIE/
WEERSTAND-VERSCHILVERHOUDING VAN DE KABELS
IN DE GEVARENZONE MOGEN DE WAARDEN
IN TABEL 1 NIET OVERSCHRIJDEN
2.
1. HET ELEKTRISCH CIRCUIT IN DE GEVAREN-ZONE MOET
BESTAND ZIJN TEGEN EEN WISSELSTROOM TESTSPANNING
VAN 500 VOLT R.M.S. NAAR AARDE
OF FRAME VAN HET APPARAAT
GEDURENDE EEN MINUUT.
NOTITIES:
OPTIONEEL SCHERM
NIET-GESPECIFICEERD BEHALVE
DAT HET NIET MAG WORDEN
GELEVERD UIT, NOCH ONDER
NORMALE OF ABNORMALE
OMSTANDIGHEDEN EEN BRON MAG
BEVATTEN VAN POTENTIAAL IN
VERBAND MET AARDE BOVEN
250 VOLT R.M.S. OF 250 VOLT D.C.
APPARAAT VOOR VEILIGE ZONES
VEILIGE ZONE
GEVARENZONE
CROWCON GASBEWAKINGSSYSTEEM
CROWCON GASMASTER SYSTEMEN
CROWCON VORTEX SYSTEMEN
TYPE TXGARD IS+, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 03ATEX0063X
TYPE TXGARD IS ZUURSTOF, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 03ATEX0062X
uF
mH
uH/OHM
GROEP
CAPACITEIT
ZELFINDUCTIE
VERSCHIL-
VERHOUDING
TXGARD IS+ DETECTOR GIFTIG GAS OF ZUURSTOF - BASEEFA 08ATEX0069X
0.062 3.11
53
0.186 9.35
200
0.496 24.95
422
0.046 3.09
53
0.170 9.33
200
0.480 24.93
422
0.009
4.2
53
0.133 12.6
200
0.443 33.6
422
0.024
4.2
53
0.148 12.6
200
0.458 33.6
422
XGARD DETECTOR GIFTIG GAS OF ZUURSTOF - BASEEFA 04ATEX0115
TXGARD IS DETECTOR GIFTIG GAS - BASEEFA 03ATEX0063X
TXGARD IS ZUURSTOFGASDETECTOR - BASEEFA 03ATEX0062X
IIC
IIB
IIA
IIC
IIB
IIA
IIC
IIB
IIA
IIC
IIB
IIA
TABEL 1: KABELPARAMETERS
GECERTIFICEERD PRODUCT
GEEN WIJZIGINGEN TOEGESTAAN
ZONDER GOEDKEURING
VAN BEVOEGDE PERSOON
Crowcon Gasmaster Installatie
3
Voordat u begint met de installatie en
inbedrijfstelling van het Gasmaster systeem wordt
u verzocht de volgende informatie te lezen, als
begeleiding van het hele proces.
De installatie-instructies in dit deel betreffen een
voorgeconfigureerde Gasmaster. Voor instructies
over de installatie en inbedrijfstelling van gas-
en branddetectoren wordt u verwezen naar de
gebruikershandleiding bij de detectoren. Als
alternatief kunt u Crowcon om advies vragen.
Om de installatie van het Gasmaster systeem te
voltooien heeft u het controlepaneel en -menu
nodig. De volledige instructies zijn te vinden in
hoofdstuk III. Bediening. U wordt geadviseerd om
uzelf vertrouwd te maken met de knoppen op
het voorpaneel en de menustructuur. Zie pagina
25. Voor sommige configuratiestappen zult u op
de Supervisorstand over moeten gaan. Crowcon
adviseert om dit deel uit te laten voeren door
personeel dat bekend is met de installatie en
inbedrijfstelling van branddetectiesystemen.
Als u een Gasmaster 1 heeft gekocht
Volg de instructies in dit hoofdstuk op, maar
negeer de teksten over de extra kanalen.
Als u een niet-geconfigureerde
Gasmaster 4 heeft gekocht
Volg de installatie-instructies voor een
voorgeprogrammeerde Gasmaster 4 op. Extra
informatie over het instellen van het Gasmaster
systeem is te vinden in Hoofdstuk III. Bediening
Stapsgewijze instructies
De installatie en inbedrijfstelling van het Gasmaster
systeem wordt uiteengezet in gemakkelijk te
volgen instructies. Hieronder staat een tabel met
een overzicht van een typische volgorde van
installatiestappen. Afhankelijk van uw configuratie
kunnen sommige stappen gedeeltelijk wegvallen.
Let wel: twee batterijen worden apart van
de apparatuur verzonden om schade tijdens
het transport te voorkomen. Deze moeten
geïnstalleerd worden volgens de instructies in
paragraaf 2.2.
2. Installatie
Lees dit eerst
Waarschuwing: De Gasmaster zelf is niet
gecertificeerd voor gebruik in gevaarlijke
omgevingen maar hij kan zijn aangesloten
op detectoren en of alarmmelders die wél
in een gevaarlijke omgeving zijn geplaatst.
De instructies voor sensoren moeten goed
worden nagevolgd bij het installeren van een
Gasmaster systeem.
2.1 Voor het installeren
2.2 Algemeen
2.3 Monteren
2.4 Bekabelingseisen
2.5 Gas- en branddetectoren installeren
2.6 Apparaten op de uitgangen installeren
2.7 De netspanning aansluiten
2.8 Apparaten op de ingangen aansluiten
2.8.1 Twee-draads 4-20mA apparaten
2.8.2 Driedraads 4-20mA apparaten
2.8.3 mV-brugdetectoren (pellistors)
2.8.4 Hitte-/rookdetectoren
2.8.5 ESU-omgevingssensor
2.8.6 Vlamdetectoren
2.8.7 Ingangen voor blokkeren en
bevestigen/reset op afstand
2.9 Apparaten op de uitgangen aansluiten
2.9.1 Optische en akoestische alarms
2.9.2 Algemene relaisaansluitingen
2.9.3 Aansluitingen kanaalrelais
2.9.4 Analoge uitgangen
2.9.5 RS485-communicatie
2.10 Stroomvoorziening inschakelen
2.11 Gebruiksduur noodaccu/
stroomberekeningen
2.12 Inbedrijfstelling
2.12.1 Inbedrijfstelling brugdetectoren
2.12.2 Nulstellen en kalibreren
2.12.3 Brandmeldkanalen testen
2.12.4 ESU-kanalen testen
Installatie Crowcon Gasmaster
4
2.1 Voor het installeren
Stel u vóór het installeren op de hoogte van
de lokale voorschriften en procedures, en leef
ze na. Neem contact op met Crowcon als u
meer advies nodig heeft.
De Gasmaster zelf mag niet in gevaarlijke
omgevingen worden gebruikt. De gas- en
branddetectoren kunnen echter wel in een
ontvlambare omgeving worden geplaatst. Gebruik
altijd het juiste type afdichtingen. Controleer of
de apparatuur die u wilt gebruiken geschikt is
voor de omgeving waarin u ze plaatst. Zie de
installatiehandleidingen van de instrumenten voor
meer informatie over geschikte locaties.
Crowcon adviseert om in gevaarlijke omgevingen
alle elektrische apparatuur door ervaren mensen
te laten installeren.
2.2 Algemeen
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u aan de slag gaat
met een Gasmaster 4 of Gasmaster 1 systeem
dat is geprogrammeerd voor de meegeleverde
detectoren. Figuren 2.1, 2.2 en 2.5 tonen het
inwendige van de Gasmaster.
Raadpleeg het meegeleverde specificatie-
en inspectiecertificaat voor de exacte
configuratiegegevens.
Figuur 2.1 toont de inwendige onderdelen van de
Gasmaster. U kunt de frontplaat À verwijderen
door de vier schroeven Á los te draaien en de
tweepolige sirenestekker voorzichtig los te trekken
uit de schermprintplaat Â. De frontplaat kan ofwel
worden ondersteund door de kast, met één van de
borgschroeven, of helemaal worden verwijderd en
op een veilige plaats worden gezet. De
schermprintplaat en batterijen worden ondersteund
door twee aparte chassis, die het schermprintplaat
 en de batterijen à ondersteunen. De
aansluitprintplaat Æ bevat de ingangmodules en
alle ingangen en uitgangen. De schermprintplaat Â
is met een 50-polige platte kabel op de
aansluitprintplaat Æ aangesloten, en scharniert aan
de linkerkant zodat u hem kunt wegklappen om
toegang te krijgen tot de ingangsaansluitingen voor
de detectoren. De meeste aansluitingen kunnen
worden bereikt wanneer de schermprintplaat is
verplaatst en de batterijen zijn verwijderd. Zo nodig
kunnen de twee chassis worden verwijderd om
beter bij de aansluitingen te kunnen. Om het
chassis van het scherm te verwijderen moet eerst de
platte kabel voorzichtig worden losgemaakt. Ga
voorzichtig te werk bij het monteren van de
schermprintplaat zodat u de platte kabel en de
connector niet beschadigt.
Aan de boven- en onderkant van het huis zitten
elk zes doordrukopeningen voor kabeldoorvoeren.
Deze doordrukopeningen zijn geschikt voor M20,
1/2" NPT en PG13,5 kabelwartels. Maak de
kabeldoorvoeren open door met een kleine hamer
en schroevendraaier langs de randen te tikken. De
afdekplaatjes zijn daarna gemakkelijk uit het huis
te verwijderen. Maak de doorvoeropeningen los
voordat u de Gasmaster monteert, en zorg dat u
hierbij de inwendige onderdelen niet beschadigt.
Stroomvoorziening
De Gasmaster wordt geleverd met een universele
netvoeding voor netspanningen van 100-240 V
AC en 50-60 Hz. Deze netspanningen worden
omgezet in een 24 V DC-stuurspanning met
een maximumvermogen van 60 W. U kunt de
Gasmaster ook aansluiten op een externe 24 V
DC-voeding van maximaal 60 W.
Sluit de Gasmaster nooit tegelijk zowel op
een AC- als DC-voeding aan.
À Frontplaat
Á
 Scherm-
printplaat
à Batterijen
Å Chassisplaat
Ä Scherm-
chassis
Æ Aansluit-
printplaat
È Wartel-
doorvoeropeningen
Figuur 2.1 Explosietekening van Gasmaster
É
Optionele
communicatiepoort
Ingang-
modules
worden in
de aansluit-
printplaat
gestoken
Crowcon Gasmaster Installatie
5
In de netvoeding van de Gasmaster zitten geen
zekeringen die u zelf kunt vervangen.
Kortsluitbeveiliging
Elke ingang voor detectoren is beveiligd tegen
kortsluiting. De 24 V-voeding is voorzien van
‘polyzekeringen’ met automatische reset-
functie, die de stroom onderbreken in geval
van aansluitfouten en na herstel hiervan zichzelf
automatisch weer inschakelen. U mag detectoren
aansluiten met een maximaal stroomverbruik van
500 mA.
Stroomonderbreker
Als u het apparaat permanent op netspanning
aansluit, moet u een aparte netschakelaar
plaatsen om aan EN 61010-1 te voldoen.
Plaats deze schakelaar vlakbij de Gasmaster
binnen handbereik van de gebruiker. U moet
deze schakelaar duidelijk markeren als aan/uit-
schakelaar voor de Gasmaster. Geef de standen
AAN en UIT ook duidelijk aan.
De stroomonderbreker moet voldoen aan de
eisen van IEC60947-1 en IEC60947-3. Bij het
uitschakelen van de stroomtoevoer mag de
aardverbinding niet worden verbroken.
Figuur 2.2
Batteries
Battery connection
diagram
Gasmaster-chassisplaat met schermprintplaat
en batterijen.
2.3 Montage
Alle Gasmaster-systemen moeten in een
veilige omgeving worden geïnstalleerd. Houd
hierbij rekening met de locatie, de vereiste
kabelaansluitingen en de aardingsvoorschriften.
Figuur 2.3 is een maattekening van de Gasmaster.
Om toegang te krijgen tot de montagepunten,
moet u eerst de frontplaat verwijderen door
de schroeven los te draaien die in figuur 2.1
zijn aangeduid met Á. Trek voorzichtig de
sirenestekker uit de schermprintplaat. Leg de
frontplaat op een veilige plaats neer. Houd de
Gasmaster met één hand vast op de gewenste
locatie, en teken met een potlood de plaats van
de montagegaten af.
Leg de Gasmaster aan de kant voordat u de
montagegaten boort.
In de ophangpunten van de Gasmaster zitten
nylon busjes die geschikt zijn voor maximaal 5mm
schroeven. Zorg ervoor dat deze busjes er in zitten
bij de montage omdat die essentieel zijn om het
huis tegen opname van vuil te beveiligen.
Figuur 2.3
278
288
110
77
Mounting holes
214
120
5
Maattekening van de Gasmaster en de
montagegaten
2.4 Bekabelingseisen
De bekabeling tussen de Gasmaster en de
detectoren moet voldoen aan geldende normen
en aan de wet- en regelgeving ter plaatse, evenals
aan de elektrische specificaties van de detector.
n Explosieveilige (Exd) apparaten
Crowcon adviseert het gebruik van kabels
met staaldraadpantser (SWA). Gebruik
explosieveilige kabeldoorvoerwartels.
n Intrinsiek veilige (I.S.) apparaten
Crowcon adviseert het gebruik van
afgeschermde mantelkabels met in elkaar
gedraaide aderparen. Gebruik weerbestendige
kabeldoorvoerwartels. Gebruik I.S.-apparaten
in gevaarlijke omgevingen alleen in combinatie
met een Zener-barrière of galvanische
scheiding.
Batterijen
Aansluit-
schema
batterijen
Bevestigingsgaten
Installatie Crowcon Gasmaster
6
n Branddetectoren
Crowcon adviseert het gebruik van
afgeschermde brandveilige mantelkabels
met in elkaar gedraaide aderparen, zoals
Pirelli FP200 en dergelijke. Monteer een
1k8-afsluitweerstand aan de laatste detector
in de kring van rook- en hittedetectoren.
Er mogen ook andere bekabelingsoplossingen
worden toegepast, zoals stalen kabelgoten, mits
deze voldoen aan alle normen.
Elke detector kan een andere minimale
voedingsspanning vereisen en ook hun maximale
stroomverbruik kan afwijken. Raadpleeg de
installatie-, gebruiks-en onderhoudshandleidingen
van de betreffende detector om de maximale
kabellengtes te berekenen van de verschillende
typen kabels. De maximaal toelaatbare kabellengte
hangt af van de toepassing, of er bijvoorbeeld
Zener-barrières of galvanische scheidingen (voor
I.S.-apparaten) worden gebruikt of niet.
Ga bij het berekenen van de maximale kabellengtes
voor detectoren uit van een minimumspanning
van 19 V en een meetweerstand van 98 (39
voor conventionele brandmeldkanalen).
Tabel 1: Gangbare kabeleigenschappen
Doorsnede
(mm
2
)*
Weerstand ( per km)
Kabel Kring
0,5 (20) 39,0 78,0
1,0 (17) 18,1 36,2
1,5 (15) 12,1 24,2
2,5 (13) 8,0 16,0
*Vergelijkbare diameter in AWG tussen haakjes.
Bereken de kabellengtes volgens de aanwijzingen
op het instructieblad van de detector aan de
hand van de hierboven genoemde kabel- en
Gasmaster-specificaties.
U kunt kabels en wartels op verschillende manieren
met de Gasmaster verbinden, afhankelijk van het
gebruikte type kabel en wartel:
Kabels en wartels met staaldraadpantser (SWA)
waarbij de mantel via de wartel elektrisch
geleidend op het huis is aangesloten.
Afgeschermde kabel waarbij de afscherming
in het huis via een metalen plaatje op de
wartel is aangesloten.
Afgeschermde kabel met een EMC-wartel
waarbij de afscherming via de wartel op het
huis is aangesloten.
Voor detectoren, 4-20 mA uitgangen en
RS-485 aansluitingen: afgeschermde kabel
waarbij de afscherming is aangesloten op het
SCR-contact van de betreffende aansluiting.
2.5 Gas- en branddetectoren
installeren
Installeer de gas- en branddetectoren
volgens de aanwijzingen in de bijbehorende
installatiehandleidingen, en neem de eisen die
aan de locatie en de kabels worden gesteld in
acht. Raadpleeg voor ESU-omgevingssensoren de
meegeleverde handleiding.
2.6 Apparaten op de uitgangen
installeren
De Gasmaster kan optische en akoestische
alarminstallaties direct van 24 V DC-stroom
voorzien via de betreffende aansluitingen op de
aansluitprintplaat Ook beschikt hij over relais
om extra uitgangen te schakelen, en naast deze
relaisblokken zijn ook aansluitingen van 12 V
DC of 24 V DC/200 mA beschikbaar voor het
schakelen van apparaten met een laag vermogen.
In hoofdstuk 2.9 vindt u meer informatie over het
aansluiten van apparaten op de uitgangen.
2.7 De netspanning aansluiten
Sluit de externe netvoeding aan op de tweedelige
schroefcontacten, zie figuur 2.4 en 2.5. Aard
de Gasmaster via het aardingscontact van
het netsnoer (zie figuur 2.4) of gebruik het
aansluitpunt aan de bovenkant van het huis.
Figuur 2.4
+
+
+
+
+
+
Pb
CROWCON
Netspanningsaansluitingen op de
aansluitprintplaat
Crowcon Gasmaster Installatie
7
2.8 Apparaten op de ingangen
aansluiten
De Gasmaster kan zijn uitgevoerd met tussen één
en vier ingangmodules (één voor Gasmaster 1)
van de volgende types:
• 4-20mA/brand module voor 4-20mA type
detectoren, conventionele rook/hitte-
detectoren of ESU.
mV pellistortype module voor
mV-brugdetectoren voor ontvlambare
gassen
Meer gegevens over de configuratie van de
hardware en jumperinstellingen vindt u in
paragraaf 2.8.1 t/m 2.8.6.
4-20 mA ingangen
De Gasmaster beschikt over analoge 4-20 mA
ingangen met een sensorvoedingsspanning van
19 tot 28 V DC en meet het signaal over een
meetweerstand van 98 98 . Op de ingangen
kunt u 4-20 mA actieve en passieve gas- en
vlamdetectoren met 2 of 3 draden aansluiten.
Gasmaster volgt de ingangen tussen 3 en 21,5
mA en geeft daar buiten 'buiten bereik' aan. De
aansluitingen worden in paragraaf 2.8.1 en 2.8.2
beschreven.
Conventionele branddetectoren
Op elk ingangskanaal van de Gasmaster kunt
u een kring van maximaal 20 conventionele
+
+
+
+
+
+
Pb
CROWCON
Figuur 2.5 Indeling aansluitprintplaat
Lichtnet
Ingangmodules
Gemeenschappelijk
relaisaansluitingen
Relaisansluitingen kanalen
Blokkering en
bevestigen/reset op
afstand
RS-485 Modbus-aansluitingen
Akoestische/optische
alarmaansluitingen
Analoge
uitgangen
24 V DC
voeding.
Uitsluitend
verbinding met
chassis op I.S.-
systemen
Uitsluitend
verbinding met
chassis op niet-
I.S.-systemen
Schermprintplaat-
connector
Detectoraansluitingen
Installatie Crowcon Gasmaster
8
rook-/hittedetectoren (bijvoorbeeld uit de Apollo
65-serie of Orbis-inrichtingen) aansluiten. Er
mogen ook handgeschakelde apparaten zoals
brandmelders in dit branddetectiecircuit worden
opgenomen, of een combinatie van handmatige
melders en automatische detectoren, mits ze
dezelfde elektrische eigenschappen hebben en
de brandvoorschriften het toestaan. Schakelende
apparaten moeten van een serieweerstand van
470 zijn voorzien. Elk branddetectiecircuit moet
met een 1k8-eindweerstand worden afgesloten,
om te kunnen controleren of er onderbrekingen
of kortsluitingen in het circuit zijn ontstaan.
De aansluitingen worden in paragraaf 2.8.3
beschreven.
ESU-omgevingssensor
Met iedere ingang van de Gasmaster is het ook
mogelijk een omgevingsbemonsteringsapparaat
(ESU) van Crowcon te bewaken. Hierdoor kan in
een groot gebied de aanwezigheid van ontvlambare
en toxische gassen worden gedetecteerd door
de omgevingslucht te bemonsteren. Omdat het
belangrijk is dat de bemonsteringsfunctie van de
ESU-omgevingssensor correct werkt, bewaakt de
Gasmaster of er daadwerkelijk monsters worden
genomen. De Gasmaster kan een tweedraads 24
V DC-voeding aan het bemonsteringsapparaat
leveren. De op de ESU-omgevingssensor
aangesloten detectoren vereisen een apart
ingangskanaal. De aansluitingen worden in
paragraaf 2.8.5 beschreven.
mV-brugdetectoren (pellistors)
Sommige gasdetectoren voor ontvlambare gassen
leveren een mV-brugsignaal in plaats van een
4-20 mA signaal. Voorbeelden van producten van
Crowcon zijn Xgard Type 3 en Xgard Type 4. De
procedure voor de instelling van deze detectoren
is anders dan bij 4-20mA apparaten: raadpleeg
paragraaf 2.12.1 voor gedetailleerde instructies
over de inbedrijfstelling van mV-brugdetectoren
Neem contact op met Crowcon voor de
aansluitgegevens van alle Crowcon-
detectoren
2.8.1. Tweedraads 4-20mA apparaten
Figuur 2.6 toont een aansluitvoorbeeld van een
passieve tweedraads detector, uitsluitend voor
veilige zones.
Figuren 2.7 en 2.8 tonen aansluitvoorbeelden voor
I.S.-detectoren in gevaarlijke zones met behulp
van Zener-barrières of galvanische scheidingen. Zie
tevens paragraaf 1.3.
Zet de jumper op de 4-20 mA/brandingangmodule
in alle gevallen op SINK.
Figuur 2.6
0V
SIG
PWR
SCR
+
-
DETECTOR
Channel Link Settings
FIRE
SINK
SOURCE
Gasmaster
Detector Input
Terminals
I.S. Link Settings
I.S.-jumperinstellingen
Detectoraansluitingen
Gasmaster
Jumperinstellingen kanalen
Aansluitingen voor 2-draads detector 4-20mA/
brandingangmodule
Figuren 2.7 en 2.8 tonen aansluitvoorbeelden van
een passieve 2-draads I.S.-detector met Zener-
barrière of galvanische scheiding. Pas de
jumperinstellingen voor alle kanalen volgens de
schema's aan.
2.8.2. Driedraads 4-20mA apparaten
Figuur 2.9 toont een aansluitvoorbeeld van een
3-draads detector. Stel de jumper op de 4-20 mA/
brandingangmodule in op SOURCE voor een
actieve detector, en SINK voor een detector die als
passief is geconfigureerd.
Figuur 2.9
0V
SIG
PWR
SCR
S
-
DETECTOR
Channel Link Settings
FIRE
SINK
SOURCE
Gasmaster
Detector Input
Terminals
+
I.S. Link Settings
I.S.-jumperinstellingen
DETECTOR
Jumperinstellingen kanalen
Detectoraansluitingen
Gasmaster
Aansluitingen voor 3-draads detector 4-20mA/
brandingangmodule
2.8.3. mV-brugdetectoren (pellistors).
Detectoren zoals Crowcon’s Xgard Type 3
of 4 moeten volgens de afbeelding worden
aangesloten. Raadpleeg paragraaf 2.12.1 voor
instructies over het instellen van de detectoren.
Zie figuur 5.1 op pagina 37 voor aansluitgegevens.
Waarschuwing: Zorg ervoor dat de potentiometer
'Head Voltage' helemaal naar links staat
0V
SIG
SCR
PWR
78
12
Z728
I.S. Earth
-
+
Gas Detector
Hazardous Area
Channel Link Settings
Safe Area
4-20mA Current Sink
P&F Z728 Zener Barrier
Crowcon Part Number: C03317
Crowcon Part Number: C03317
P&F Z728 Zener Barrier
Safe Area
2 1
Hazardous Area
Channel Link Settings
I.S. Earth
Z728
8 7
PWR
SOURCE
SCR
SIG
0V
FIRE
SINK
ORBIS Smoke or Heat Detectors
SOURCE
FIRE
SINK
I.S. Link Settings
I.S. Link Settings
1K8
OUT
IN
OUT
IN
COM
COM
+ +
+ +
-
-
Figuur 2.7 Voorbeeldaansluitingen van 2-draads I.S.-detector met Zener-barrière, 4-20mA/brandingangmodule. Stel het
kanaal in op SINK (zie afbeelding 2.5) en configuratie op DET4-20 SINK (zie deel over menu-overzicht, pagina 25 en 33.
Raadpleeg aardaansluitingsvereisten in Figuur 2.5, pagina 7
SAFE
AREA
HAZARDOUS
AREA
0V
SIG
SCR
PWR
+
+
Detector
Detector
MTL
5541
Pepper
l&
Fuchs
KFD2-STC4-Ex1.H
1
2
1
1
12
13
14
+
20-35Vd
c
suppl
y
3
1
7
8
15
1
4
+
20-35Vd
c
suppl
y
0V
SIG
SCR
PWR
Channel Link Settings
FIRE
SINK
SOURCE
I.S. Link Settings
Figuur 2.8 Aansluitingsvoorbeeld van 2-draads I.S.-detector met galvanische scheiding, 4-20mA/brandingangmodule.
Stel het kanaal in op SRCE (zie figuur 2.5) en de configuratie op DET4-20 SRCE (zie het hoofdstuk over de
systeemmenu's, pag. 25 en 33.
Crowcon Gasmaster Installatie
9
van Zener-barrières of galvanische scheidingen. Zie
tevens paragraaf 1.3.
Zet de jumper op de 4-20 mA/brandingangmodule
in alle gevallen op SINK.
Figuur 2.6
0V
SIG
PWR
SCR
+
-
DETECTOR
Channel Link Settings
FIRE
SINK
SOURCE
Gasmaster
Detector Input
Terminals
I.S. Link Settings
I.S.-jumperinstellingen
Detectoraansluitingen
Gasmaster
Jumperinstellingen kanalen
Aansluitingen voor 2-draads detector 4-20mA/
brandingangmodule
Figuren 2.7 en 2.8 tonen aansluitvoorbeelden van
een passieve 2-draads I.S.-detector met Zener-
barrière of galvanische scheiding. Pas de
jumperinstellingen voor alle kanalen volgens de
schema's aan.
2.8.2. Driedraads 4-20mA apparaten
Figuur 2.9 toont een aansluitvoorbeeld van een
3-draads detector. Stel de jumper op de 4-20 mA/
brandingangmodule in op SOURCE voor een
actieve detector, en SINK voor een detector die als
passief is geconfigureerd.
Figuur 2.9
0V
SIG
PWR
SCR
S
-
DETECTOR
Channel Link Settings
FIRE
SINK
SOURCE
Gasmaster
Detector Input
Terminals
+
I.S. Link Settings
I.S.-jumperinstellingen
DETECTOR
Jumperinstellingen kanalen
Detectoraansluitingen
Gasmaster
Aansluitingen voor 3-draads detector 4-20mA/
brandingangmodule
2.8.3. mV-brugdetectoren (pellistors).
Detectoren zoals Crowcon’s Xgard Type 3
of 4 moeten volgens de afbeelding worden
aangesloten. Raadpleeg paragraaf 2.12.1 voor
instructies over het instellen van de detectoren.
Zie figuur 5.1 op pagina 37 voor aansluitgegevens.
Waarschuwing: Zorg ervoor dat de potentiometer
'Head Voltage' helemaal naar links staat
0V
SIG
SCR
PWR
78
12
Z728
I.S. Earth
-
+
Gas Detector
Hazardous Area
Channel Link Settings
Safe Area
4-20mA Current Sink
P&F Z728 Zener Barrier
Crowcon Part Number: C03317
SOURCE
FIRE
SINK
I.S. Link Settings
Figuur 2.7 Voorbeeldaansluitingen van 2-draads I.S.-detector met Zener-barrière, 4-20mA/brandingangmodule. Stel het
kanaal in op SINK (zie afbeelding 2.5) en configuratie op DET4-20 SINK (zie deel over menu-overzicht, pagina 25 en 33.
Raadpleeg aardaansluitingsvereisten in Figuur 2.5, pagina 7
SAFE
AREA
HAZARDOUS
AREA
0V
SIG
SCR
PWR
+
+
Detector
Detector
MTL
5541
Pepper
l&
Fuchs
KFD2-STC4-Ex1.H
1
2
1
1
12
13
14
+
20-35Vd
c
suppl
y
3
1
7
8
15
1
4
+
20-35Vd
c
suppl
y
0V
SIG
SCR
PWR
Channel Link Settings
FIRE
SINK
SOURCE
I.S. Link Settings
Figuur 2.8 Aansluitingsvoorbeeld van 2-draads I.S.-detector met galvanische scheiding, 4-20mA/brandingangmodule.
Stel het kanaal in op SRCE (zie figuur 2.5) en de configuratie op DET4-20 SRCE (zie het hoofdstuk over de
systeemmenu's, pag. 25 en 33.
I.S.-jumperinstellingen Jumperinstellingen kanalen
I.S.-jumperinstellingen Jumperinstellingen kanalen
Veilige zone
Gasdetector
4-20mA passief
I.S. Aarde
P&F Z728 Zener-barrière
Crowcon onderdeelnummer: C03317
Gevarenzone
VEILIGE ZONE
20-35VDC
voeding
20-35VDC
voeding
GEVARENZONE
Detector
Detector
Installatie Crowcon Gasmaster
10
voordat voor de eerste maal detectoren van het
mV-brugtype worden aangesloten en gevoed
(en ook bij het monteren van een nieuwe of
vervangende mV-module). Daarmee is de spanning
op de sensor minimaal en wordt voorkomen dat de
brugsensor doorbrandt bij een te hoge spanning.
2.8.4. Hitte-/rookdetectoren
Sluit conventionele branddetectoren voor veilige
omgevingen aan volgens figuur 2.10 en 2.11. Sluit
conventionele branddetectoren voor gevaarlijke
omgevingen aan volgens Figuur 2.12.
Figuur 2.11 toont de aansluitingen voor
handbediende alarmknoppen en brandmelders.
Figuur 2.10
PWR
SIG
0V
SCR
Smoke/Heat
detector
L2
COM-
IN+
L2
1K8
Channel Link Settings
FIRE
SINK
SOURCE
I.S. Link Settings
COM-
IN+
I.S. Jumperinstellingen
Rook/hittedetector
Jumperinstellingen kanalen
Aansluitingen voor hitte-/rookdetector,
4-20mA/brandingangmodule
Figuur 2.11
Manual alarm call points
1K8
470R 470R
0V
SIG
PWR
SCR
I.S. Link Settings
I.S. Jumperinstellingen
Brandmelders
Aansluitingen voor handbediende
alarmknoppen en brandmelders, 4-20mA/
brandingangmodule
2.8.5. ESU-omgevingssensor
Figuur 2.13 toont de aansluitingen voor het
bewaken van de ESU-omgevingssensor.
Gasdetectoren die op de ESU worden aangesloten,
moeten apart worden aangesloten op de
betreffende ingangskanalen op de Gasmaster of
een ander controlepaneel. De instructies voor de
aansluitingen worden bij de ESU geleverd.
Figuur 2.13
Gasmaster
ESU SAMPLING DEVICE TERMINAL BOX
To Fan
0V
SIG
PWR
SCR
Channel Link Settings
FIRE
SINK
SOURCE
-
+
SIG
FAN-
FAN+
Input
1,2,3
or 4
I.S. Link Settings
Jumperinstellingen
kanalen
Ingang
1, 2, 3
of 4
AANSLUITDOOS ESU-OMGEVINGSSENSOR
Naar ventilator
I.S.-
jumperinstellingen
Aansluitingen voor ESU-omgevingssensor,
4-20mA/brandingangmodule
2.8.6. Vlamdetectoren
Figuur 2.14 toont een aansluitvoorbeeld van
een driedraads 4-20 mA vlamdetector. Stel de
jumperinstelling in afhankelijk van het gebruikte
type detector, zie Figuur 2.5. Stel hem niet in
op FIRE.
Figuur 2.14
0V
SIG
PWR
SCR
S
-
DETECTOR
Channel Link Settings
FIRE
SINK
SOURCE
Gasmaster
Detector Input
Terminals
+
I.S. Link Settings
I.S.-jumperinstellingen Jumperinstellingen kanalen
DETECTOR
Detectoraansluitingen
Gasmaster
Aansluitingen voor driedraads 4-20 mA 3
vlamdetector, 4-20mA/brandingangmodule
2.8.7. Blokkering en bevestigen/reset
op afstand
De Gasmaster heeft ingangen voor de aansluiting
van afstandschakelaars om alarmuitgangen te
blokkeren of alarmsignalen te bevestigen/resetten.
Deze ingangen worden actief wanneer ze tot 0 V
dalen, de open spanning bedraagt 5 V DC.
0V
SIG
SCR
PWR
78
12
Z728
I.S. Earth
-
+
Gas Detector
Hazardous Area
Channel Link Settings
Safe Area
4-20mA Current Sink
P&F Z728 Zener Barrier
Crowcon Part Number: C03317
Crowcon Part Number: C03317
P&F Z728 Zener Barrier
Safe Area
2 1
Hazardous Area
Channel Link Settings
I.S. Earth
Z728
8 7
PWR
SOURCE
SCR
SIG
0V
FIRE
SINK
ORBIS Smoke or Heat Detectors
SOURCE
FIRE
SINK
I.S. Link Settings
I.S. Link Settings
1K8
OUT
IN
OUT
IN
COM
COM
+ +
+ +
-
-
Figuur 2.12 Aansluitingen
voor conventionele
branddetectoren voor
gevaarlijke zones, 4-20mA/
brandingangmodule
Raadpleeg
aardaansluitingsvereisten in
Figuur 2.5, pagina 7
I.S.-jumperinstellingen Jumperinstellingen kanalen
Veilige zone
ORBIS rook- of hittedetectoren
Gevarenzone
I.S. Aarde
P&F Z728 Zener-barrière
Crowcon onderdeelnummer:
C03317
Crowcon Gasmaster Installatie
11
Waarschuwing
Crowcon raadt u ten zeerste aan om
uitsluitend sleutelschakelaars te gebruiken voor
blokkering op afstand die alleen toegankelijk
zijn voor geautoriseerd personeel. Als u het
Gasmaster-systeem blokkeert en geen andere
beveiligingsmaatregelen treft, kan de gewenste
veiligheid niet worden gegarandeerd. Zorg dat
alle betrokken werknemers weten wanneer het
Gasmaster-systeem is geblokkeerd.
BEVESTIGEN/RESET op afstand
Sluit het contact kort om de alarmmelding
te bevestigen en de akoestische alarms uit te
schakelen. Sluit nadat de gevaarlijke situatie is
verholpen nogmaals dit contact om de alarms te
resetten.
Blokkering op afstand
Sluit dit contact om alarmmeldingen van alle
ingangskanalen te blokkeren. De kanalen blijven
geblokkeerd tot het contact weer open gaat; de
Gasmaster werkt nu weer als voorheen (de via
het supervisor-menu geblokkeerde kanalen blijven
geblokkeerd). Figuur 2.15 toont de aansluitingen
voor bediening op afstand.
Crowcon adviseert om schakelaars voor de
afstandsbediening met afgeschermde kabels
aan te sluiten. Sluit de afscherming aan op de
betreffende ‘SCR’-aansluiting.
Figuur 2.15
0V
INHIBIT
ACCEPT/
RESET
0V
REMOTE
I/P
0V
INHIBIT
ACCEPT/
RESET
0V
REMOTE I/P
Remote Accept/Reset Global Inhibit
Totale blokkeringBevestigen/reset op afstand
Aansluiten van de schakelaars voor blokkeren
en bevestigen/reset op afstand
2.9 Apparaten op de uitgangen
aansluiten
WAARSCHUWING: Als er rekening wordt
gehouden met het interne stroomverbruik, blijft
er maximaal 48 W over voor de apparaten die op
de in- en uitgangen zijn aangesloten
2.9.1. Optische en akoestische alarms
Figuur 2.16 toont een aansluitvoorbeeld van
optische en akoestische alarms, hier een tweetonig
signaal. De AV-uitgangen van de Gasmaster kunnen
tot 650 mA leveren, wat voldoende is voor twee
signaalgevers van het type xenon. Er kan een groot
aantal signaalgevers op LED-basis worden gevoed;
neem contact op met Crowcon voor advies.
Gasmaster is compatibel met 12 V DC of 24 V DC
A/V-alarmen (de uitgang van de Gasmaster kan
op 12V of 24V worden ingesteld; niet beide): zie
afbeelding 2.16 voor de jumperinstellingen.
Gasmaster is compatibel met AV-alarms die
een algemene 0V toevoer vereisen (positief
geschakeld), of een gemeenschappelijke negatieve
toevoer (0V of positief geschakeld). Verbind de
AV-inrichting naar wens met de aansluitingen voor
‘AV +VE SWITCHING’ of ‘AV -VE SWITCHING’.
Er zijn twee verschillende uitgangen voor
akoestische alarms van niveau 1 en 2 (aansluiting
AV2 wordt geactiveerd voor alarmniveau 1;
AV3 wordt geactiveerd voor alarmniveau 2).
Als een enkeltonige sirene wordt gebruikt moet
deze uitsluitend worden aangesloten op AV2
(en de algemene aansluiting). De sirene wordt
geactiveerd op alarmniveau 1.
Aansluiting AV1 is bedoeld voor een optisch alarm
en wordt geactiveerd op niveau 1.
Figuur 2.16
+
-
V S2S1
SOUNDER
BEACON
AV3
AV2
AV1
AV -ve
AUDIBLE VISUAL
ALARM 1
Loop all connections to
a second audible visual
alarm if required.
for 12V Alarm Devices
12V
VAV
24V
12V
VAV
24V
for 24V Alarm Devices
Link Settings
Link Settings
VAV
CONNECTIONS FOR A
0V (-VE) SWITCHED
A/V DEVICE
AKOESTISCH OPTISCH
ALARM 1
FLITSER
SIRENE
Verbind alle aansluitingen
zo nodig door met een
tweede akoestisch/optisch
alarm.
AANSLUITINGEN VOOR EEN
0V (NEGATIEF) GESCHAKELD
AV-APPARAAT
Jumperinstellingen voor
24V alarmapparaten
Jumperinstellingen voor
12V alarmapparaten
Aansluiting voor AV besturing
2.9.2. Algemene relaisaansluitingen
Er zijn dubbelpolige omschakelrelais (DPCO) met
een schakelvermogen van 250 V AC; 8 A (niet-
inductief), 5 A (inductief) voorzien voor Alarm 1,
Alarm 2 en Storing (fout). Elk relais kan tijdens
normaal bedrijf zijn bekrachtigd (fail-safe) of niet-
bekrachtigd. Doorgaans wordt het 'Fout' relais
ingesteld op Fail Safe zodat het relais omschakelt
bij stroomstoring. Zie Figuur 2.5voor de
'Verzamelrelais'-aansluitingen en Figuur 2.17 voor
de definitie van de contacten Deze aansluitingen
zitten naast de relaisblokken en leveren 12 V DC
Installatie Crowcon Gasmaster
12
24 mA aan schakelende apparaten met een laag
vermogen. De extra uitgangen kunnen ofwel
op 12 V DC of 24 V DC worden gezet, door de
jumper ‘V AV’ te verzetten. Zie figuur 2.5 op
pagina 7 voor gegevens
U kunt de gemeenschappelijke en
foutrelaisconfiguraties instellen via het
controlepaneel en het menusysteem. Zie hoofdstuk
3 "Bediening" op pagina 17 voor gegevens.
Figuur 2.17
NC
C
NO
POLE 2
Contacts shown
energised
(inverted)
NO
C
NC
POLE 1
Contacts shown
de-energised
(non-inverted)
Contacten
gedeactiveerd
weergegeven
(niet-geïnverteerd)
Contacten geactiveerd
weergegeven
(geïnverteerd)
De Gasmaster-contacten van alle relais zijn
op de aansluitprintplaat vermeld.
2.9.3. Kanaalrelaisaansluitingen
De Gasmaster 4 is voorzien van een dubbelpolig
omschakelrelais (DPCO) voor elk kanaal. Deze
relais hebben een schakelvermogen van 250 V
AC, 8 A (niet-inductief), 5 A (inductief) voorzien
voor Alarm 1 en Alarm 2. Elk relais kan tijdens
normaal bedrijf zijn bekrachtigd (fail-safe) of
niet-bekrachtigd. Raadpleeg Figuur 2.5 voor de
'Kanaalrelais'-aansluitingen en Figuur 2.17 voor
de definitie van de contacten Deze aansluitingen
zitten naast de relaisblokken en leveren 12 V DC
24 mA aan schakelende apparaten met een laag
vermogen. De extra uitgangen kunnen ofwel
op 12 V DC of 24 V DC worden gezet, door de
jumper ‘V AV’ te verzetten. Zie figuur 2.5 op
pagina 7 voor gegevens
U kunt de drempelwaarden en instellingen van de
kanaalalarms via de gebruikersmenu's wijzigen.
Zie hoofdstuk "3. Bediening" op pagina 17
voor gegevens.
Brandmeldkanalen
Bij een alarmmelding van conventionele
brandmeldkanalen activeren de kanaalrelais
van zowel Alarm 1 als Alarm 2. Het
gemeenschappelijke Alarm 2 relais activeert ook
(het gemeenschappelijke Alarm 1 relais activeert
niet). 4-20 mA vlamdetectoren activeren twee
alarmniveaus, net als gasdetectoren.
Het kanaalrelais van Alarm 1 werkt als
‘niet-vergrendelend'; dit kan niet worden
veranderd. De kanaalrelais van Alarm 2 en het
gemeenschappelijke relais van Alarm 2 kan
worden geconfigureerd als ‘vergrendelend’, ‘niet-
vergrendelend’ of ‘vergrendeling acceptabel’.
ESU-kanalen
Als de bemonsteringssnelheid van de ESU
aanzienlijk afneemt, wordt het relais voor Alarm 1
van dat kanaal geactiveerd. Als de bemonstering
stopt, wordt het relais voor Alarm 2 geactiveerd.
De gemeenschappelijke alarmrelais worden niet
geactiveerd als de bemonstering afneemt of stopt.
Als de kabel naar het bemonsteringsapparaat
wordt onderbroken of kortgesloten, wordt het
gemeenschappelijke storingsrelais geactiveerd.
2.9.4. Analoge uitgangen
De Gasmaster levert voor elk kanaal een analoge
uitgang die u met een jumper op 4-20 mA of
1-5 V DC kunt instellen (zie Figuur 2.18). Deze
signalen kunnen als invoer dienen voor PLC/DCS/
SCADA-systemen of voor weergavesystemen op
afstand. De 4-20 mA uitgangen zijn voor actieve
detectoren (resolutie 0,1 mA) en mogen maximaal
met 700 worden belast, de 1-5 V uitgangen
vereisen een minimale belasting van 50 k.
De analoge uitgangen werken als volgt:
4-20 mA gasdetectoren: de uitgang volgt de
ingang tussen 3 en 21,5 mA, waarbij het signaal
daalt tot 0 mA als de ingang hoger wordt dan
21,5 mA om aan te geven dat er storing is.
Sensorsignalen die hoger zijn dan 110% van het
bereik worden door de Gasmaster als storing
gezien. Het signaal wordt op 2 mA ingesteld om
aan te geven dat een kanaal is geblokkeerd, en op
0 mA als er storing is in het kanaal.
Brandkanalen: signalen tussen 4 en 12 mA duiden
op 'geen brand', 12-20 mA duidt op een brand,
0 mA duidt op een storing (contact verbroken of
kortsluiting). Een signaal van 2 mA duidt aan dat
het kanaal is geblokkeerd.
ESU-kanalen: signalen tussen 4 en 12 mA geven
aan dat het bemonsteringsapparaat correct werkt,
12-20 mA duidt op een storing in de bemonstering,
Crowcon Gasmaster Installatie
13
0 mA duidt op een storing (contact verbroken of
kortsluiting). Een signaal van 2 mA duidt aan dat
het kanaal is geblokkeerd.
MV-brugsensorkanalen: afhankelijk van het
0-95%LEL ingangssignaal stijgt de uitgang van
4mA tot 19,2 mA. Indien pellistorbeveiliging is
aangezet, gaat het kanaal bij een gasconcentratie
van 95%LEL (deze waarde is verstelbaar) over op
pellistorbeveiliging (zie paragraaf 3.9); het kanaal
gaat over op fout en het analoge uitgangssignaal
wordt ingesteld op 0 mA.
Indien ‘pellistorbeveiliging' is uitgezet, stijgt de
analoge uitgang maximaal tot 25,8 mA; de %LEL
indicatie hangt af van de versterkingsfactor die is
ingesteld voor de sensor.
Figuur 2.18
OUTPUT
1
SCR
0V
SIG
OUTPUT
2
SCR
0V
SIG
OUTPUT 3
SCR
0V
SIG
OUTPUT
4
SCR
0V
SIG
Link:
1-5V
No
Link:
4-20m
A
Link:
1-5V
No
Link:
4-20m
A
Link:
1-5V
No
Link:
4-20m
A
Link:
1-5V
No
Link:
4-20m
A
Gasmaster-aansluitingen van de analoge
uitgangen
2.9.5. RS-485 communicatie
De Gasmaster kan alarm-en systeeminformatie
doorgeven aan PLC/DCS/SCADA-systemen via
een tweedraadsverbinding met gebruik van het
Modbus RTU-protocol (9600 baud, 8 data- bits,
geen pariteit, 1 of 2 stopbits). U kunt tot 16
Gasmaster-systemen 'parallel' aansluiten op één
enkele tweedraadsverbinding met een maximale
kabellengte van 1 km, maar gebruik bij voorkeur
kabel met een in elkaar gedraaid aderpaar. Sluit
bij enkele Gasmaster-systemen die via de RS-485
verbinding communiceren de RS485 TERM-
contacten kort, om de afsluitweerstand in te
schakelen. Laat bij parallelle systemen alle RS485
TERM-contacten open, behalve die van de laatste
Gasmaster in de lijn.
Op aanvraag kan Crowcon u een document met
de Modbus-specificaties leveren.
RS-485 aansluitingen van Gasmaster-systemen die
zijn besteld met de als optie verkrijgbare lokale
communicatieconnector dienen om de draden van
de connector aan te sluiten. Verwijder deze draden
als u de seriële RS-485 verbinding wilt gebruiken
om met een systeem op afstand te communiceren.
Figuur 2.19
485A
485B
SCR
J14
LK2
RS485
TERM
RS-485 aansluitingen van de Gasmaster
2.10 Stroomvoorziening
inschakelen
Zorg dat u vóór het inschakelen de regel-
en uitschakelsystemen blokkeert waar de
Gasmaster op is aangesloten.
Installeer eerst alle sensorkabels, en sluit dan
de batterijen aan volgens het schema dat op de
chassisplaat is bevestigd. (Zie hoofdstuk 4.4.) De
Gasmaster kan pas worden ingeschakeld als er
een externe stroomvoorziening is aangesloten.
Schakel de externe AC of 24 V DC
stroomvoorziening in. Na het inschakelen blijven
de uitgangen enige tijd geblokkeerd, en voert
het systeem een opstartprocedure uit waarbij de
alarmindicatoren en de interne sirene worden
getest. Als er na enige tijd storingen worden
aangegeven, controleer dan nogmaals de
sensoraansluitingen of raadpleeg "Storingenmenu
(overzicht van actuele storingen in het systeem)"
op pagina 24.
Als de stroomtoevoer is ingeschakeld licht de
groene Aan/Uit-LED op en knippert hij elke 5
seconden om aan te geven dat het systeem werkt.
Als de externe stroomvoorziening wegvalt,
werkt de Gasmaster door op zijn ingebouwde
batterijen en knippert de Aan/Uit-LED elke
seconde. Afhankelijk van zijn configuratie geeft
de Gasmaster een waarschuwing (waarschuwing-
LED licht op en de sirene piept elke 5 seconden)
of een storingsmelding (de storing- LED licht op,
de sirene klinkt en het storingsrelais schakelt om).
De Gasmaster moet nu alle bewaakte kanalen
tonen. Laat de sensoren een stabiele toestand
bereiken voordat u ze kalibreert. Zie de
sensorhandleidingen van de detectoren voor de
aanbevolen stabilisatietijden.
Let op: uw Gasmaster wordt voorgeprogrammeerd
geleverd, zie het meegeleverde specificatie- en
Installatie Crowcon Gasmaster
14
inspectiecertificaat. Als de kanalen niet zijn
geconfigureerd, toont de Gasmaster het volgende
scherm:
Geen detectoren!
Configureer
Ga naar pagina 25 om uw systeem te configureren.
2.11 Gebruiksduur noodaccu/
verbruiksberekening
De Gasmaster beschikt over een accucapaciteit
van 1,2 Ah als noodstroomvoorziening bij
stroomuitval. De hieronder genoemde gemiddelde
gebruiksduren gelden voor een systeem zonder
alarmmeldingen met niet-bekrachtigde relais
en uitgeschakelde 4-20 mA uitgangen (het
stroomverbruik van het systeem zonder de
detectoren bedraagt circa 50 mA):
Gasmaster 1
met een detector voor toxische gassen
(2-draads): 21 uur
Gasmaster 1
met een zuurstofdetector (2-draads): 16
uur
Gasmaster 1
met een brugdetector voor ontvlambare
gassen: 12 uur
Gasmaster 4
met vier detectoren voor toxische gassen
(2-draads): 10 uur
Gasmaster 4
met vier zuurstofdetectoren (2-draads): 4
uur
Gasmaster 4
met vier brugdetectoren voor ontvlambare
gassen: 3 uur
Gasmaster is beveiligd tegen het te diep
ontladen van de interne batterijen. Bij gebruik
van de interne batterijen geeft de Gasmaster
als storingsmelding "Waarschuwing - Batterij
laag" wanneer de accuspanning daalt tot 22
V. Als de spanning tot circa 20 V daalt, wordt
de verbinding met de batterijen automatisch
verbroken. U kunt de verbinding met de batterijen
alleen herstellen als de externe stroomvoorziening
wordt ingeschakeld, waarna het ongeveer 18 uur
duurt voordat ze volledig zijn opgeladen.
Let op: Het kan gebeuren dat de interne batterijen
niet goed worden opgeladen als de Gasmaster
is aangesloten op een externe DC-voeding,
waardoor de noodstroomvoorziening niet werkt
als de externe voeding uitvalt
Neem voor meer informatie contact op met
Crowcon.
2.12 Inbedrijfstelling
Let op: we raden u ten zeerste aan om de
personen die een Gasmaster-systeem in bedrijf
willen stellen eerst de bedieningsinstructies
in hoofdstuk III. Bediening te laten lezen en
begrijpen.
Na het aansluiten en inschakelen van de sensoren
kan de inbedrijfstelling beginnen. Kalibreer
gasdetectoren volgens de aanwijzingen in de
betreffende handleiding, en test branddetectoren
met de juiste middelen.
Simuleer alarmmeldingen en registreer de acties
om te kijken of het systeem werkt zoals bedoeld.
Controleer alle signaleringsapparatuur en de
verbindingen met externe apparaten. Gebruik
hiervoor de test- en bekijk-menu's (zie pagina 27
en 30).
2.12.1. Inbedrijfstelling
brugdetectoren
Het is van essentieel belang voor deze soorten
detectoren dat de juiste 'kopspanning' en balans
is ingesteld voordat wordt geprobeerd om de
sensor op nul te stellen en te kalibreren.
Om de kopspanning in te stellen moet de spanning
op de tussen de ‘+’ en ‘-‘ polen van de detector
worden gemeten en worden aangepast met de
potmeter ‘HEAD VOLTAGE’ op de betreffende
ingangmodule van de Gasmaster. Controleer de
instructies van de detector voor de spanning:
2 V DC is typisch voor een Xgard Type 3 of 4
detector.
Laat de sensor 1 uur opwarmen en stel vervolgens
de versterkingbalans bij: sluit een meter die op
DC mV is ingesteld aan op de testpunten TP12 en
TP13 op de ingangmodule van de Gasmaster voor
Crowcon Gasmaster Installatie
15
de brugdectector. Stel de potmeter ‘BALANCE’ bij
totdat de meter ‘300 mV' aangeeft.
De sensor kan nu op nul worden gesteld (eerst
moet worden vastgesteld dat er geen ontvlambare
gassen aanwezig zijn) en gekalibreerd.
Let wel: voor sommige soorten gas- of
brugsensoren kan het nodig zijn om de instelling
van de versterkingsfactor te wijzigen. Deze
procedures worden uitgelegd op de technische
notitie FGM3-001 die kan worden gedownload van
het deel voor Partners op de website van Crowcon.
Als alternatief kan men contact opnemen met
2.12.2. Nulstellen en kalibreren
Kalibreren moet apart op elke gasdetector op
de Gasmaster worden uitgevoerd. Volg de
kalibratiehandleiding die bij elke detector wordt
geleverd. Leef altijd de lokale voorschriften en wet-
en regelgeving na.
Laat de detector minimaal een uur lang stabiliseren
voordat u begint met kalibreren. Raadpleeg de
detectorhandleiding voor meer informatie.
De Gasmaster is voorzien van Nulstellen- en
Kalibratiewizards waarmee u heel gemakkelijk kunt
kalibreren. U gebruikt deze via het controlepaneel
en de gebruikersmenu's. Hoofdstuk III. Bediening
geeft meer informatie over de structuur van de
menu's en het gebruik van de bedieningsknoppen.
Nulstellen
1. Druk in de normale schermweergave op de
knop volgende om de menu's te openen.
2. Gebruik de knoppen omhoog en
omlaag om Supervisor te selecteren en
druk vervolgens op volgende .
3. U moet nu eerst een wachtwoord invoeren
en druk op volgende .
Bij levering is het wachtwoord ZZZ
(hoofdletters). Gebruik de knoppen
omhoog en omlaag om het eerste
letterteken van het wachtwoord in te
voeren.
Let op: Druk kort na elkaar twee keer op
omhoog of omlaag om direct naar
het eerste of het laatste letterteken van het
alfabet te gaan. Om cijfers of kleine letters
in te voeren, moet u de knop omhoog
of omlaag drukken.
Wanneer het juiste teken is geselecteerd,
drukt u op volgende , waarna de cursor
naar de volgende invoerpositie gaat. Voer
op deze manier het volledige wachtwoord
in. Als u klaar bent, moet u twee keer op
volgende drukken.
(Zie 3.7 in hoofdstuk III. Bediening voor
meer details over het invoeren van tekst).
4. De Nulstellen-wizard zorgt voor een tijdelijke
blokkering, maar als u dat wilt kunt u ook
alle kanalen blokkeren tijdens het kalibreren.
Algemene blokkering instellen:
Blader in het supervisor-menu omlaag naar
Inhibit en druk op volgende . Selecteer
Alles en druk op volgende . Gebruik de
knoppen omhoog of omlaag om
blokkering op INHIBIT=AAN te zetten, en
druk op volgende om te accepteren.
Druk op vorige om terug te keren naar
het Supervisor-menu. De blokkerings-
symbolen verschijnen in het kanalenvenster.
Kanalen blokkeren:
U kunt kanalen direct blokkeren via het
Inhibit-menu of via de menu's Nulstellen
en Kalibreren. Voer de bovenstaande
instructies uit, maar selecteer nu Kanaal #n
(waarbij n het kanaalnummer is) in plaats
van Alles.
5. Gebruik in het Supervisor-menu de
knoppen omhoog en omlaag om
Nul te selecteren door op volgende te
drukken.
6. Selecteer het kanaal dat u wilt nulstellen.
Druk op volgende om de Nulstellen-
wizard te doorlopen.
7. Druk op volgende als er ‘…Alleen
doorgaan als in schone lucht!…’
wordt weergegeven, en controleer of de
detector eerst correct op nul is gesteld (d.w.z.
4 mA)
Druk op volgende voor Nu nulstellen.
De Gasmaster toont ‘Gelukt’ in het
scherm als het nulstellen is geslaagd, of
‘Mislukt’ als de detector niet op nul kan
worden gesteld.
8. Druk op volgende om andere kanalen op
nul te stellen of vorige voor het Supervisor-
menu om door te gaan met kalibreren.
Installatie Crowcon Gasmaster
16
Kalibrering
1. Voer de hierboven bij nulstellen genoemde
punten 1 t/m 3 uit om de supervisor-stand
te activeren.
2. Zorg, voordat u begint met kalibreren, dat
de kanalen zijn geblokkeerd voordat u gas
laat stromen. De kanalen kunnen apart of
samen worden geblokkeerd.
Volg de instructies in stap 4 van Nulstellen.
3. Blader in het Supervisor-menu omlaag en
selecteer Kalibreren.
4. Selecteer het kanaal dat u wilt kalibreren.
Druk op volgende om de Kalibratie-
wizard te doorlopen. Zorg dat de kanalen
zijn geblokkeerd voordat u gas laat stromen.
5. Het volgende scherm van de wizard toont de
standaardconcentratie voor het kalibratiegas,
oftewel 50% van het bereik. Zo nodig kunt
u deze kalibratiewaarde aanpassen op de
concentratie van het gebruikte kalibratiegas.
Stel de waarde bij met behulp van omhoog
en omlaag en druk dan op volgende
.
6. Als er "Gas aanbieden" in het scherm komt
te staan, spuit u het gas in de detector en
drukt u op volgende . Wacht tot de
weergegeven meetwaarden zijn
gestabiliseerd.
7. Druk op volgende als de meetwaarde
van het betreffende kanaal stabiel is. De
detector is dan volgens de instructies
gekalibreerd.
De Gasmaster toont ‘Gelukt' in het
scherm als het kalibreren is geslaagd, of
‘Mislukt’ als de detectorwaarde buiten
bereik is.
8. Het kalibreren is beëindigd met de tekst
‘Schone lucht aanbieden’ in het
scherm, om aan te geven dat u de detector
kunt ventileren.
Druk op volgende om een ander kanaal
te kalibreren of op vorige
om de
Supervisor-stand te verlaten en terug te
keren naar de normale weergave.
9. Hef na het kalibreren de blokkering van alle
kanalen weer op.
2.12.3. Brandmeldkanalen testen
Om rookdetectoren te testen, blokkeert u het
betreffende FIRE-kanaal en controleert u alle
detectoren van het circuit stuk voor stuk met
een rooktestspuitbus. In het scherm komt bij het
kanaal FIRE te staan wanneer de detector wordt
geactiveerd. Reset elke detector voordat u de
volgende detector in het circuit test zodat u zeker
weet dat alle detectoren een alarmmelding geven.
Hittedetectoren kunt u op dezelfde manier
testen met een warmtepistool.
Vlamdetectoren kunnen ofwel een signaal geven
door een contact te sluiten, of met een 4-20 mA
signaal.
Een detector die een contact sluit, kan
worden aangesloten in een conventioneel
branddetectiecircuit met een weerstand van 470
in serie en een afsluitweerstand van 1k8 op
het einde van de lijn, en meldt alleen FIRE of
FOUT. Een detector die 4-20 mA levert, wordt
aangesloten als een directe 4-20 mA ingang, en
kan verschillende alarmniveaus melden die UV-of
IR-activering aangeven (zie de handleiding van het
apparaat voor meer gegevens). Vlamdetectoren
kunt u testen met een zaklamp die UV-of IR-licht
produceert (afhankelijk van het type detector).
Blokkeer het betreffende kanaal, schijn met het
licht op de detector en kijk of er FIRE in het scherm
van de Gasmaster komt te staan. Controleer bij
4-20 mA detectoren ook of het juiste alarmniveau
wordt weergegeven.
2.12.4. ESU-kanalen testen
Om een kanaal te testen dat een ESU-
omgevingssensor bewaakt, blokkeert u eerst
dat kanaal en bemoeilijkt u vervolgens de
bemonstering. Kijk nu of alarmniveau 1 wordt
weergegeven. Stop de bemonstering handmatig
en controleer of alarmniveau 2 wordt geactiveerd.
Als er geen alarmmeldingen volgen, moet u
wellicht de drempelwaarden veranderen. Zie
paragraaf 3.10 voor meer gegevens over het
wijzigen van de alarmniveaus.
Controleer na de inbedrijfstelling of het
systeem volledig correct werkt, of er
geen foutmeldingen zijn en of er geen
kanalen zijn uitgeschakeld.
Crowcon Gasmaster Bediening
17
Elke Gasmaster wordt door Crowcon
voorgeprogrammeerd geleverd, raadpleeg het
meegeleverde specificatie- en inspectiecertificaat
voor de configuratiegegevens Dit hoofdstuk beschrijft
de bediening van de voorgeprogrammeerde units,
inclusief de procedures om de instellingen te
veranderen.
3.1 Controlepaneel Gasmaster
Via het controlepaneel kunt u met de Gasmaster
communiceren. U kunt de status van alle aangesloten
sensoren bewaken, de systeeminstellingen bekijken
en de apparaten configureren. Figuur 3.1 toont
het controlepaneel en het standaardscherm
onder normale omstandigheden als er geen
alarmmeldingen zijn.
Figuur 3.1
#2=H2S
#3=O2
0
0
#1=CH4
#4=Fire
1
3
2
4
LEL
PPM
0
0
V/V
Alarm LEDPower LED
Accept/
Reset
Up
Down
M and
channel reminder
display area
essage
Back
Continue
Channel
number
Fault LED
Warning LED
Channel
display area
Controlepaneel en knoppen
Scherm van de Gasmaster
Het scherm van het controlepaneel geeft
ononderbroken uitlezingen over maximaal 4
sensoren, plus een scherm voor meldingen en
een overzicht van de kanalen. Gasmaster 1 geeft
uitlezingen van één sensor plus meldingen.
Het berichtenvenster
Onder normale omstandigheden, als er geen
alarmmeldingen zijn, toont het berichtenvenster een
overzicht van de kanaalnummers en de aangesloten
typen detectoren. Zo duidt CH4 hieronder
bijvoorbeeld op een methaandetector.
Het # teken duidt het kanaalnummer aan (bijv. #1
is kanaal 1).
#1=CH4 #2=O2
#3=H2S #4=FIRE
In het geval van een alarm geeft het berichtenvenster
de betreffende kanalen en hun locatie aan.
Zie paragraaf 3.8 voor meer informatie over
alarmmeldingen.
ALARM: #1=CH4
Boilerruimte
Als er alarmmeldingen zijn voor meer dan één
kanaal, worden beurtelings alle meldingen
weergegeven.
In het geval van een storing (of waarschuwing)
verschijnen beknopte gegevens van de storing.
Zie hoofdstuk 3.9 voor meer informatie over
storingsmeldingen. Paragraaf 3.10 geeft
meer gedetailleerde storingsmeldingen en
waarschuwingen.
STORING: =30
Kanaal #3 buiten bereik..
Let op: Berichten die langer zijn dan zestien
lettertekens worden als lopende tekst
weergegeven.
Als er tegelijk alarm- en storingsmeldingen zijn,
krijgen de alarmmeldingen prioriteit.
Het kanalenvenster
De Gasmaster 4 beschikt over een groot, duidelijk
leesbaar scherm waarop alle gasmeetwaarden
tegelijk worden getoond. De Gasmaster 1 kan
slechts één gasmeetwaarde weergeven, zie figuur
3.2. De onderstaande afbeelding geeft aan wat
er in het kanalenvenster van de Gasmaster kan
worden weergegeven.
3. Bediening
Storing-LED
Voedings-LED Alarm-LED
Waarschuwing-LED
Accepteren/
resetten
Omhoog
Omlaag
Kanaalnummer
Volgende
Venster met
meldingen en
herinneringen
kanalen
Vorige
Het
kanalenvenster
Bediening Crowcon Gasmaster
18
2
PPB
PPM
0
0
V/V
0
0
LEL
Units
Channel
number
Gas
reading
Alarms
Channel
Inhibit
Warning
Fault
Figuur 3.2
0
0
#1=CH4
1
4
LEL
Controlepaneel Gasmaster 1
LED's
De LED's op het controlepaneel van de
Gasmaster geven het volgende aan:
Gele storing-LED:
Licht op als er een storing in een detector of
in het systeem wordt gedetecteerd (zie pagina
24 voor een overzicht van storingsmeldingen).
De storing-LED geeft aan dat het algemene
storingsrelais is aangesproken, en u kunt een
vergrendelde of niet-vergrendelde werking
instellen afhankelijk van de systeemconfiguratie.
Gele waarschuwing-LED:
Licht op als er een waarschuwing wordt
gegeven (zie pagina 26 voor een overzicht van
waarschuwingen). De waarschuwing-LED dooft
automatisch als de oorzaak is verholpen.
Groene Aan/Uit-LED:
Licht normaal gesproken op als de
stroomvoorziening is aangesloten, en gaat
elke vijf seconden kort uit om aan te geven dat
het systeem is ingeschakeld. De LED knippert
elke seconde als de Gasmaster vanwege
stroomuitval op zijn noodstroomvoorziening is
overgeschakeld.
Rode alarm-balk:
Knippert bij ontvangst van een alarmmelding,
en licht continu op als de bevestigen/resetknop
is ingedrukt. Deze LED-balk gaat opnieuw
knipperen bij ontvangst van een nieuwe
alarmmelding.
Knoppen van het controlepaneel
Met de vijf bedieningsknoppen kunt u reageren op
alarmmeldingen, de instellingen van het systeem
bekijken en de Gasmaster configureren.
BEVESTIGEN/RESET
Druk op bevestigen/reset om de interne
sirene en de externe signaalgevers uit te
schakelen. Druk nogmaals op bevestigen/
reset om het systeem te resetten.
Druk kort na elkaar twee keer op de knop
bevestigen/reset om de menu's af te sluiten
en terug te keren naar het berichtenvenster.
OMHOOG en OMLAAG
Met de knoppen voor omhoog en omlaag
kunt u door de menu's bladeren.
Houd de omhoog- of omlaag-knop ingedrukt
om extra snel door de menu's te bladeren.
Druk kort na elkaar twee keer op omhoog of
omlaag om direct naar het eerste of laatste
letterteken te gaan bij het invoeren van tekst
of van het supervisor-wachtwoord
Gebruik in de Supervisor-stand (zie paragraaf
3.7) de knoppen omhoog en omlaag om de
waarden of instellingen te wijzigen.
Onder normale omstandigheden, als er geen
alarmmeldingen zijn, kunt u de omhoog-
of omlaag-knop ingedrukt houden om de
helderheid van het berichtenvenster te wijzigen.
VOLGENDE
Druk op de volgende-knop om de
beschikbare menu's te tonen. De menu's
zijn toegankelijk tijdens het normale
bewaken van de kanalen, en tijdens alarm-
en storingsmeldingen. De Gasmaster heeft
vier standaardmenu's en één geavanceerd
menu. Zie figuur 3.4 op pagina 24 voor een
overzicht van de Gasmaster-menustructuur.
De normale en geavanceerde menu's zijn:
n
Storingen
Overzicht van de actuele storingen
n
Waarschuwingen
Overzicht van actuele waarschuwingen
Storing
Waar-
schuwing
Alarms
Kanaal-
blokkering
Gasuitlezing
Kanaalnummer
Eenheden
Crowcon Gasmaster Bediening
19
n
Bekijk
De actuele status van relais, uitgangen,
detectoringangen, stroomvoorziening en de
configuratie bekijken
n
Actie
Routinematige functies uitvoeren: het
controlepaneel of de optische/akoestische
alarms testen
n
Supervisor
Uitvoeren van de supervisor-functies met
wachtwoordbeveiliging: kanalen blokkeren,
kalibreren, testen en configureren
Gebruik de knoppen volgende en omhoog
en omlaag om de menu's te doorlopen. Druk
op de volgende-knop om menu-items te
selecteren en uit te voeren, en om naar sub-
menu's en wizard-menu's te gaan.
Druk bij het wijzigen en configureren van
de Gasmaster op de volgende-knop om de
gewijzigde instellingen te accepteren.
VORIGE
Druk op de vorige-knop om een menu af te
sluiten of om acties te annuleren. Druk kort
na elkaar twee keer op de vorige-knop om
tekstinvoer te annuleren of om terug te gaan
naar het hoofdmenu.
3.2 Opstartprocedure
Bij het inschakelen van de Gasmaster tijdens het
installeren, of als u de Gasmaster opnieuw start,
voert de Gasmaster eerst een zelftest uit. De
opstartprocedure is hieronder afgebeeld:
Beeldscherm en AV-test
GASMASTERII
= softwareversienummer
...Detecting Gas, Sav
#1=CH4 #2=O2
#3=H2S #4=FIRE
3.3 Het schermcontrast wijzigen
Wijzig het schermcontrast door
omhoog ingedrukt te houden om het contrast
te verhogen, of omlaag om het contrast te
verlagen. Het contrastniveau wordt getoond.
Menucontrast
=
+++++......
Het schermcontrast van het menuvenster is
onafhankelijk van het kanalenvenstercontrast. Druk
op volgende terwijl u nog in het
menucontrastscherm zit, en selecteer omhoog
of omlaag om het menuvenster of het
kanalenvenster te kiezen Druk op volgende om
dit te selecteren. Wijzig het schermcontrast op de
hierboven beschreven manier. Druk op vorige
om het te voltooien.
3.4 Het serienummer en de
systeemaanduiding van het
apparaat weergeven
U kunt de systeemaanduiding en het serienummer
weergeven tijdens het normale bewaken van de
kanalen, en tijdens alarm- en storingsmeldingen.
Om de systeemaanduiding en het serienummer
weer te geven, moet u vorige ingedrukt houden.
Eerst wordt het telefoonnummer van de lokale
klantenservice weergegeven, gevolgd door de
klantgegevens. Na 10 seconden wordt het
serienummer automatisch in een volgend scherm
weergegeven (circa 4 seconden lang).
Druk op volgende om naar het volgende scherm
te gaan. Druk op vorige om naar het vorige
scherm terug te keren. Na afloop keert het scherm
weer terug naar de normale weergave.
lopende tekst
Bediening Crowcon Gasmaster
20
3.5 Het menusysteem gebruiken
Open het menusysteem door op volgende te
drukken. De menu's zijn toegankelijk tijdens het
normale bewaken van de kanalen, en tijdens alarm-
en storingsmeldingen. Het berichtenvenster ziet er
nu als volgt uit:
MENU:
Storingen
Let op: Als u de menu's eerder al eens heeft
gebruikt, wordt het als laatste gebruikte menu-
item opnieuw getoond. Als u de laatste keer
het supervisor-menu heeft gebruikt, toont het
menuvenster het volgende:
MENU:
Supervisor
Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om
door de menulijst te bladeren. Om het menu te
verlaten, houdt u de bevestigen/reset-knop
ingedrukt of drukt u net zo vaak op vorige tot u
het menu heeft verlaten.
Menuvenster
De bovenste regel van het berichtenvenster geeft het
huidige menuniveau aan. Sommige menuniveaus
hebben sub-menu's en wizards die u helpen bij
het configureren. De onderste menuregel geeft het
menu-item, de waarde of de instelling weer.
Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om
door de menulijst te bladeren. Druk op volgende
om dit het menu-item te selecteren.
Zie figuur 3.5 op pagina 25 voor een overzicht van
de menustructuur.
Menu-wizards
Wizards zijn een uitbreiding van het menusysteem
die de gebruiker door een proces begeleiden,
zoals bijvoorbeeld het kalibratieproces. Een wizard-
menu bestaat uit selectie-stappen, vragen aan de
gebruiker en statusschermen.
Druk op vorige om terug te gaan naar het vorige
scherm of om de wizard te sluiten. De knoppen
omlaag en omhoog worden gebruikt om
een selectie te wijzigen. Druk op volgende om
de huidige selectie te accepteren en door te gaan
naar de volgende stap van de wizard.
Er zijn wizards voor de menu's Nulstellen en
Kalibratie in het supervisor-menu.
3.6 Kanalen blokkeren
U kunt ingangen tijdelijk blokkeren om
alarmmeldingen te voorkomen. Dit kan nodig zijn
tijdens het kalibreren van detectoren, of wanneer er in
de buurt van een sensor werkzaamheden plaatsvinden
die een vals alarm kunnen geven (solderen in de
buurt van een rookdetector bijvoorbeeld). U kunt
alle ingangskanalen apart blokkeren, of samen.
De blokkeeroptie 'inhibit' is beschikbaar via het
supervisor-menu, zie het menu-overzicht op pagina
25 voor het starten van deze functie.
Bij een blokkade zal de Gasmaster:
n
Het 'geblokkeerd'-symbool weergeven in
het kanalenvenster bij het betreffende
kanaal.
n
De gele waarschuwing-LED laten oplichten.
Bij een alarmmelding op een geblokkeerd kanaal zal
de Gasmaster:
n
Het alarmsymbool weergeven in het
kanalenvenster bij het betreffende kanaal.
n
De rode alarm-LED balk laten oplichten.
n
De alarmtekst van het betreffende kanaal
weergeven.
De Gasmaster zal niet:
n
De relais van het betreffende kanaal
bedienen.
n
De externe optische en akoestische alarms
inschakelen.
n
De interne sirene inschakelen.
Als u een kanaal permanent wilt uitschakelen,
activeer dan de supervisor-stand en stel het type van
de betreffende detector in op Ongebruikt (zie 3.10
op pagina 23). Dat kanaal wordt dan niet meer
weergegeven in het scherm en de stroomvoorziening
naar de detector wordt uitgeschakeld.
Waarschuwing
Crowcon raadt u ten zeerste aan om
uitsluitend sleutelschakelaars te gebruiken voor
blokkering op afstand die alleen toegankelijk
zijn voor geautoriseerd personeel. Als u het
Gasmaster-systeem blokkeert en geen andere
beveiligingsmaatregelen treft, kan de gewenste
veiligheid niet worden gegarandeerd. Zorg dat
alle betrokken werknemers weten wanneer het
Gasmaster-systeem is geblokkeerd.
Crowcon Gasmaster Bediening
21
3.7 Het gebruik van het
controlepaneel in de
supervisorstand
In de supervisor-stand zijn alle functies beschikbaar
waarmee ter zake kundige werknemers het
systeem kunnen installeren en de sensoren kunnen
configureren Dit menu is met een wachtwoord
beveiligd om misbruik en onbedoelde wijzigingen
te voorkomen.
Via het controlepaneel kunt u de menu-items en
bijbehorende waarden selecteren om de relais en de
sensoren te configureren. Alle menu-items worden
uitgelegd in 3.10 op pagina 23.
U kunt de instellingen wijzigen door:
n
waarden uit een lijst te kiezen
n
numerieke waarden te wijzigen
n
teksten te wijzigen
Het activeren van de supervisor-stand
1. Druk op volgende om de menu's te
openen.
2. Gebruik de knoppen omhoog en
omlaag om Supervisor te selecteren
en druk vervolgens op volgende .
3. U moet nu eerst een wachtwoord
invoeren, druk op volgende . Gebruik
de knoppen omhoog en omlaag
om het eerste letterteken van het
wachtwoord in te voeren. Bij levering is het
wachtwoord ZZZ.
Let op: Druk kort na elkaar twee keer op
omhoog of omlaag om direct naar
het eerste of het laatste letterteken van het
alfabet te gaan. Om cijfers of kleine letters
in te voeren, moet u de knop omhoog
of omlaag in blijven drukken.
Voor het gemak begint het zoeken naar
het volgende letterteken op dezelfde
plaats in de alfanumerieke lijst als het
vorige letterteken. Om ‘ZZZ’ in te voeren,
selecteert u met omhoog en omlaag
de eerste letter, en daarna drukt u op
omlaag en volgende, omlaag en
volgende.
Wanneer het juiste teken is geselecteerd,
drukt u op volgende , waarna de cursor
naar de volgende invoerpositie gaat. Voer
op deze manier het volledige wachtwoord
in. Als u klaar bent, moet u twee keer op
volgende drukken.
Let op: Als de supervisor-stand is geactiveerd, licht
de alarm-LED op het controlepaneel op
Waarden uit een lijst kiezen
1. Gebruik in het geselecteerde menu-item
de knoppen omhoog en omlaag
om door de beschikbare items in de lijst te
bladeren. Als de gewenste waarde wordt
weergegeven, druk dan op de
volgende knop.
Als u bijvoorbeeld de eenheden van een
kanaal instelt, kunt u kiezen uit: geen,
FIRE, PPB, PPM, %LEL en %VOL. Bij het
bladeren verschijnt het symbool van de
eenheid in het scherm.
Druk op volgende om uw keuze te
maken.
De menuweergave keert terug naar het
volgende menu-item in de lijst.
Waarden en parameters wijzigen
1. Selecteer het gewenste menu-item en druk
op de volgende knop. Gebruik de
knoppen omhoog en omlaag om de
waarde van de parameter te wijzigen.
Druk op volgende om de nieuwe
waarde te accepteren.
De menuweergave keert terug naar het
volgende menu-item in de lijst.
Teksten wijzigen
1. Selecteer het gewenste menu-item en druk
op de volgende knop. Er verschijnt een
knipperende cursor onder het eerste
letterteken van de tekst. De wijzigingstand
is nu ingeschakeld. Gebruik de
omhoog en omlaag knoppen om
door de lettertekens te bladeren. Zie
bijlage D voor meer informatie
Let op: Druk kort na elkaar twee keer op
omhoog of omlaag om direct naar
het eerste of het laatste letterteken van
het alfabet te gaan. Om cijfers of kleine
letters in te voeren, moet u de knop
omhoog of omlaag indrukken.
Wanneer het juiste teken is geselecteerd,
drukt u op volgende , waarna de
cursor naar de volgende invoerpositie gaat.
Bediening Crowcon Gasmaster
22
Let op: Het volgende letterteken begint
op dezelfde plaats als de vorige.
Bij het wijzigen van een bestaande tekst
kunt u op volgende drukken als u het
letterteken boven de cursor wilt
behouden.
Druk om lettertekens te wissen op vorige
, dan worden alle lettertekens rechts
van de cursor gewist.
Als er per ongeluk een tekst is verwijderd,
klikt u twee maal kort op vorige om
het menu-item te verlaten. De
oorspronkelijke tekst wordt behouden.
Voer op deze manier de rest van de tekst
in. Druk tenslotte nog een keer op de
volgende knop.
3.8 Bij een alarmmelding
Bij een alarmmelding geeft het berichtenvenster
aan welk kanaal het alarm meldt met de locatie
van de detectoren (mits deze informatie in de
configuratie is geprogrammeerd), begint de alarm-
LED te knipperen, gaan de interne sirene en de
aangesloten optische en akoestische alarms af, en
ook de externe alarmsystemen die op de kanaalrelais
zijn aangesloten. Als meer dan één kanaal een
alarmmelding geeft, worden deze kanalen om en
om weergegeven. Het kanalenvenster in figuur
3.3 geeft aan dat kanaal #2=CH4 (methaan)
een alarmmelding geeft. Beurtelings worden het
kanaaltype en de gasmeetwaarde weergegeven.
Gasdetectoren
Bij de kanalen die een alarmmelding geven,
verschijnt een alarmsymbool in het kanalenvenster,
afgewisseld met het type detector. De Gasmaster kan
verschil maken tussen lage en hoge alarmniveaus.
Deze niveaus kunnen door de gebruiker worden
ingesteld op stijgen en dalen.
Branddetectoren
Bij een alarmmelding van een branddetector
komt er FIRE in het kanalenvenster te staan.
Brandmeldkanalen kennen slechts één alarmniveau.
Let wel: door op de knop voor bevestigen/reset
te drukken om een alarm van conventionele
branddetectoren te verwijderen, wordt de stroom
naar de rook/hittedetector 2 seconden lang
uitgeschakeld om het apparaat te resetten (deze
brand-resettijd is verstelbaar; zie pagina 33). Er
gaat tevens een stabilisatietijd van 2 seconden in
om de detector de tijd te geven om tot rust te
komen; de waarschuwingsdriehoek verschijnt voor
dat kanaal en de alarms en relais blijven tijdens deze
stabilisatieperiode actief.
ESU-omgevingssensoren
ESU-omgevingssensoren waarbij de bemonstering
wordt bemoeilijkt, geven ESU aan. Niveau 1
betekent vertraagd en niveau 2 betekent gestopt
De sirene uitschakelen
Druk op de knop bevestigen/reset van het
controlepaneel (of op de afstandsbedieningsknop
indien deze is geïnstalleerd). De alarm-LED stopt met
knipperen maar blijft wel oplichten. Het
kanalenvenster toont de gasmeetwaarde.
Als de alarmtoestand is verholpen, druk dan op
bevestigen/reset om vergrendelde alarms te
resetten.
Figuur 3.3
2
0
0
LEL
Voorbeeldsysteem bij alarm
3.9 mV-kanalen:
Pellistorbeveiliging
Om brugsensoren tegen schade te beveiligen bij
blootstelling aan hoge gasconcentraties, worden
detectoren van ontvlambare gassen die op een
mV-brugingang zijn aangesloten beveiligd via
een ‘Pellistorbeveiliging’-stand. Als het signaal
van de sensor 95%LEL overschrijdt, verwijdert
het systeem de stroom van de sensor. De kanaal
gaat over op storing en de melding “Kanaal #n:
pellistorbeveiliging” verschijnt in het storingenmenu.
Deze status wordt 200 seconden vergrendeld,
waarna hij handmatig kan worden gereset: de
stroom wordt weer aangesloten en de vooringestelde
stabilisatieperiode wordt weer toegepast om de
sensor te laten stabiliseren. Alarmrelais blijven tijdens
deze stabilisatieperiode actief. Aanbevolen wordt om
voor de reset te verifiëren dat er geen ontvlambare
gassen in het gebied van de detector achterblijven.
In de stand voor pellistorbeveiliging toont het
kanalenvenster ‘or’ om aan te geven dat de sensor
is blootgesteld aan een hoge gasconcentratie. Een
horizontale balk licht boven, in het midden en onder
Crowcon Gasmaster Bediening
23
op terwijl de 200 seconden worden doorlopen, en
de middelste balk knippert op zich wanneer de tijd
om is en het kanaal kan worden gereset.
Figuur 3.4
2
0
0
LE L
ALARM
Channel #1
#1=Det
Let wel: er wordt sterk aanbevolen om sensoren
opnieuw te balanceren en kalibreren nadat ze zijn
blootgesteld aan hoge gasconcentraties.
Let wel: de pellistorbeveiliging kan zo nodig voor elk
kanaal apart worden uitgezet. De ‘Waarschuwing’-
LED blijft branden wanneer pellistorbeveiliging
voor dat kanaal is uitgezet; na 15 minuten wordt
de pellistorbeveiligingsfunctie automatisch weer
aangezet (deze kan tevens op elk moment via het
supervisormenu worden aangezet).
Functies waarbij pellistorbeveiliging wordt uitgezet:
• Wanneer de stand voor pellistorbeveiliging
handmatig op ‘Uitgschkld’ is gezet.
• Wanneerhetkanaalindeblokkeerstandstaat
(opmerking: bij het gebruik van de kalibra-
tiefunctie is pellistorbeveiliging aangezet als
het kanaal niet is geblokkeerd). Let wel: het
kanaal blijft in de stand voor pellistorbeveilig-
ing uitgezet totdat hij handmatig weer wordt
aangezet of tot de time-outperiode van 15
minuten om is.
• Wanneer de functie ‘Simuleer ingang’ wordt
gebruikt om de gasuitlezing voor het kanaal
op te schroeven. Let wel: het kanaal blijft in de
stand voor pellistorbeveiliging uitgezet totdat
hij handmatig weer wordt aangezet of tot de
time-outperiode van 15 minuten om is.
Pellistorbeveiliging gaat weer over op ‘aan’ als de
Gasmaster uit en weer aan is gezet.
Raadpleeg het deel over Supervisor-menu
voor informatie over het aan-/uitzetten van
pellistorbeveiliging.
3.10 Bij een storingsmelding
Bij een storingsmelding licht de storing-LED op en
klinkt de interne sirene. In het berichtenvenster
staat nu STORING: en het storingsnummer. In het
onderste deel van het berichtenvenster verschijnt
de storingstekst. Berichten die langer zijn dan 16
lettertekens lopen als een lichtkrant over het scherm.
Druk op bevestigen/reset om de storingsmelding
van het scherm te verwijderen. Ga naar het
storingenmenu voor een overzicht van alle actuele
storingen.
Een lijst met storingen is te vinden in "Menu-
overzicht" op pagina 24.
3.11 Systeemconfiguratie
Uw Gasmaster wordt voorgeprogrammeerd
geleverd, maar u kunt de relais- en alarminstellingen
wijzigen, de detectorwaarden aanpassen, kalibraties
uitvoeren en andere controles starten. U kunt de
Gasmaster via het controlepaneel en de menu's
configureren. Op de volgende pagina's vindt u
meer informatie over de menustructuur en de
configuratie-opties, zie Figuur 3.5 op pagina 25
voor een overzicht van de menustructuur.
Om uw systeemconfiguratie te wijzigen, moet u de
supervisor-stand activeren. Deze stand is beveiligd
met een wachtwoord om misbruik en onbedoelde
wijzigingen te voorkomen. (Zie deel 3.7 voor
informatie over het openen van de Supervisor-stand.)
Ga voor nadere informatie over het testen van het
Gasmaster systeem naar "Onderhoud" op pagina
35.
Met de Gasmaster PC-software kunt u de
systeemconfiguratie ook met een pc uitvoeren.
Het gebruik van de Gasmaster PC-software
vereist het gebruik van een als optie verkrijgbare
communicatiepoort. Neem contact op met Crowcon
voor meer informatie.
3.11.1. Een kanaal opnieuw
configureren
Uw Gasmaster-systeem wordt voorgeprogrammeerd
geleverd, maar u moet de configuratie aanpassen
als u een detector vervangt of een nieuwe detector
toevoegt. Dit deel geeft details over het configureren
van kanalen, zie pagina 33 ‘Kanalen #1 tot #4’ in
het supervisor-configuratiemenu
3.11.2. Beperkingen
Als de Gasmaster wordt gebruikt op een
andere manier dan in deze handleiding wordt
gespecificeerd, kan dat nadelige gevolgen hebben
voor de veiligheid.
Menu-overzicht Crowcon Gasmaster
24
De volgende pagina's geven een gedetailleerde
beschrijving van het menusysteem. Gebruik
afbeelding 3.4 als richtlijn voor het vinden van
menu-items.
Gasmaster heeft vijf standaardmenu's: Storingen,
Waarschuwing, Bekijk, Acties en Supervisor. De
Gasmaster kan alleen in het Supervisor-menu
worden geconfigureerd.
Dit hoofdstuk bevat tabellen met beschikbare
menu-items en de beschikbare waarden.
Zie "Het gebruik van het controlepaneel in de
supervisorstand" op pagina 21 voor instructies
over het wijzigen van instellingen.
Let op: Op het scherm verschijnen nooit meer dan
twee regels tegelijkertijd. Gebruik de knoppen
omhoog en omlaag om extra menu-items of
waarden weer te geven. Gebruik Volgende om
keuzen te selecteren en Vorige om het menu te
verlaten.
Menu-overzicht
Storingenmenu (overzicht van actuele storingen in het systeem)
Menu-
item
Waarden
(zoals in het scherm)
Omschrijving Storing-
codes
Geen
storingen
(einde lijst) Er zijn geen storingen aanwezig
Storingen Meetfout! Fatale storing, neem contact op met Crowcon. 1 of 2
Waarschuwing - Batterij laag De inkomende voeding is defect en de interne
batterijvoeding is nu slechts 22 volt.
4
Relais voedingsspanning
defect
Voedingsrail naar relais is defect en relais
werken niet meer. Neem contact op met
Crowcon
5
Hoofdvoeding defect Hoofdvoeding is defect en het systeem werkt
op batterijen
6
Fatale hardware-fout Fatale storing, neem contact op met Crowcon. 7
Standaard configuratie
geladen
Systeem is overgegaan op standaard
configuratie-instellingen. Configureer opnieuw
via het supervisor-menu.
8
Verzamelrelais defect Spoelfout waargenomen. Neem contact op met
Crowcon
9, 10, 11
Kanaal #1 relais defect Spoelfout waargenomen in kanaalrelais. Neem
contact op met Crowcon.*
12 t/m 19
ESU #1 gestopt! ESU-bemonstering is gestopt.* 20 t/m 23
ESU #1 langzaam! ESU-bemonstering is vertraagd.* 24 t/m 27
Kanaal #1 buiten bereik Ingangssignaal detector ligt boven
21,5 mA. Onderzoek de detector, maar
neem voorzorgsmaatregelen omdat er hoge
gasconcentraties kunnen zijn.*
28 t/m 31
Kanaal #1 onder bereik Ingangssignaal detector ligt onder 3 mA.
Controleer detector.* Als het 'Instellen 2 mA'-
commando is ingesteld op Waarschuwing of
Inhibit bij de kanaalconfiguratie, wordt deze
storingsmelding getoond als het ingangssignaal
daalt tot onder 1 mA.
32 t/m 35
Kanaal #n:
pellistorbeveiliging
mV-brugdetector is blootgesteld aan gas boven
95%LEL. Er wordt een timer van 200 seconden
geactiveerd, waarna de storing kan worden
gereset.
36-39
* #1 geeft het kanaalnummer aan en kan dus #2, #3 of #4 zijn bij de Gasmaster.
De storingcodes zijn indien van toepassing genummerd op basis van het kanaal (bijv. storingcode 19 betekent dat er een
storing is in het niveau 2 alarm-relais van kanaal 4).
Crowcon Gasmaster Menu-overzicht
25
Druk op
VOLGENDE
Storingen
Waarschuwingen
Bekijk
Actie
Supervisor
Figuur 2.5 Overzicht van menusysteem
Storingen-
menu
Overzicht van
actuele storingen
Waarschuwingen-
menu
Overzicht van actu-
ele waarschuwingen
Bekijk-menu
Relais alg stat
Relais kan stat
Uitgangstatus
Ingangstatus
Voedingstatus
Configuratie
Actiemenu
Displaycontrast
Controlepaneel
Audiovisueel
Supervisor-
menu
Wachtwoord
Inhibit
Pellistorbeveil
Nulstellen
Kalibreren
Test
Configureren
Bekijk:
Relais alg stat
Alarm L1 alg.
Alarm L2 alg.
Fout algemeen
Bekijk:
Configuratie
Systeem
Taal
AV-besturing
Relais algemeen
Kanaal 1 tot 4*
Bekijk:
Configuratie:
Relais algemeen
Alarm L1 alg.
Alarm L2 alg.
Fout algemeen
Bekijk:
Configuratie:
Kanaal 1 tot 4*
Type
Naam
Locatie
Eenheden
Bereik
Nul onderdrukken
Instellen 2mA
Stabiliseertijd
Brand-reset-tijd
Alarm 1
Alarm 2
Let op:
* Voor ongebruikte kanalen
zijn de menu-items verborgen
Uitsluitend zichtbaar voor
4-20 mA Sink/SRC
Uitsluitend zichtbaar voor
Fire conv type
^Niet aanwezig voor Alarm 2
Supervisor:
Test
Relais algemeen
Kanaal 1 tot 4*
Supervisor:
Configuratie
Systeem
Taal
AV-besturing
Relais algemeen
Kanaal 1 tot 4*
Supervisor:
Configuratie:
Relais algemeen
Alarm L1 alg.
Alarm L2 alg.
Fout algemeen
Supervisor:
Configuratie:
Kanaal #1 tot 4*
Type
Naam
Locatie
Eenheden
Bereik
Nul onderdrukken
Instellen 2mA
Stabiliseertijd
Brand-reset-tijd
Alarm 1
Alarm 2
Alle opties in
Supervisor menu zijn
met een wachtwoord
beveiligd. Zie pagina
20 voor informatie over
dit menu.
Bekijk:
Relais kan stat
Alarm L1
(Kanaal 1 tot 4)*
Alarm L2
(Kanaal 1 tot 4)*
Supervisor:
Configuratie:
Kanaal #1 tot 4*
Alarm 1 & Alarm 2
Richting
Aan drempel
Uit drempel^
Relais type
Relais sturing
Indicatie^
(Zie Supervisor-
configuratie)
Menu-overzicht Crowcon Gasmaster
26
Waarschuwingenmenu (overzicht van actuele waarschuwingen in het systeem)
Menu-item Waarden
(zoals in het scherm)
Omschrijving Storingcodes
Geen
waarschuwingen
(einde lijst) Geen waarschuwingen
Waarschuwingen Supervisorstand Systeemconfiguratie wellicht
gewijzigd.
1
Totale uitgangblokkering Alle ingangkanalen zijn geblokkeerd. 2
Testen audiovisueel alarm Akoestische en optische uitgangen
worden aangestuurd.
3
Service/kalibratie vereist Service- of kalibratie-interval is
verlopen.
4
Verzamelrelais geforceerd Verzamelalarm- of storingrelais worden
in de ‘alarm’-status geforceerd.
5, 6, 7
Hoofdvoeding defect Hoofdvoeding is defect en het systeem
werkt op batterijen
8
Detector #1 stabiliseert Detector doorloopt momenteel de
stalisatie- of resetperiode*, (zie pagina
30).
9, 17, 25, 33
Detector #1 ingang laag Ingangssignaal detector ligt tussen
1 en 3 mA.* Geldt alleen als het
'Instellen 2 mA'-commando is
ingesteld op 'Waarschuwing' in de
kanaalconfiguratie.
10, 18, 26, 3
Detector #1 veroorzaakte
inhibit
Er is een 2 mA blokkeersignaal
ontvangen van een detector.* Geldt
alleen als het 'Instellen 2 mA'-
commando is ingesteld op 'Inhibit' in
de kanaalconfiguratie.
11, 19, 27, 35
Kanaal #1 geblokkeerd Ingangskanaal heeft de geblokkeerde
status*.
12, 20, 28, 36
Kanaal #1 ingang
gesimuleerd
Kanaalingang wordt in de teststand
geforceerd.*
13, 21, 29, 37
Kanaal #1 uitgang
geforceerd
Analoge kanaaluitgang wordt in de
teststand geforceerd.*
14, 28, 30, 38
Kanaal #1 relais geforceerd Alarmrelais van kanaal wordt in de
teststand geforceerd.*
15, 16, 23, 24,
31, 32, 39, 40
Pellistorbeveilig. kanaal 1 uit Pellistorbeveiliging is uitgeschakeld.
De sensor kan beschadigd zijn indien
blootgesteld aan gasconcentraties
boven 100%LEL.
41,42,43,44
* #1 geeft het kanaalnummer aan en kan dus #2, #3 of #4 zijn bij de Gasmaster.
Crowcon Gasmaster Menu-overzicht
27
Bekijk-menu (toont de systeemstatus en de configuratie, maar u kunt hier niets wijzigen.)
Menu-item Waarden
(zoals in het scherm)
Omschrijving
Relais alg stat Alarm L1 alg.
Waarden = Geen alarm
In alarm
Alarm L2 alg.
Waarden = Geen alarm
In alarm
Fout algemeen
Waarden = Geen alarm
In alarm
L1 = niveau 1.
L2 = niveau 2.
De 'waarden' geven de huidige status van elk relais aan
(afhankelijk van de configuratie zijn de relais al dan niet
standaard bekrachtigd):
Bij 'Geen alarm' staat het relais in de normale stand.
Bij 'In alarm' staat het relais in de alarm- of storingstand.
Relais kan stat Alarm L1 #1
Waarden = Geen alarm
In alarm
Alarm L2 #1
Waarden = Geen alarm
In alarm
#1 heeft betrekking op het ingangskanaal. Ga met de
knop omlaag naar behoeven naar kanaal #2, #3, #4.
L1 = niveau 1.
L2 = niveau 2 (druk op de knop omlaag om niveau 2
te bekijken).
De 'waarden' geven de huidige status van elk relais aan
(afhankelijk van de configuratie zijn de relais al dan niet
standaard bekrachtigd):
Bij 'Geen alarm' staat het relais in de normale stand.
Bij 'In alarm' staat het relais in de alarmstand.
Uitgangstatus Uitgang #1
Waarden =
0,0 tot 25,5 mA
#1 heeft betrekking op het ingangskanaal. Ga met de
knop omlaag naar behoeven naar kanaal #2, #3, #4.
De 'waarden' tonen het huidige actuele uitgangsniveau
van het kanaal.
Ingangstatus Ingang #1
Waarden = 0,0 tot 66,7 mA,
#1 heeft betrekking op het ingangskanaal. Ga met de
knop omlaag naar behoeven naar kanaal #2, #3, #4.
De 'waarden' tonen het huidige actuele
ingangssignaalniveau van het kanaal.
Voedingstatus Voeding
Waarde = 19,8 tot 40 V
Toont de gelijkstroomvoeding van ofwel de interne
voeding of een externe gelijkstroomvoeding.
Configuratie Zie tabel Supervisormenu :
* #1 geeft het kanaalnummer aan en kan dus #2, #3 of #4 zijn bij de Gasmaster.
Menu-overzicht Crowcon Gasmaster
28
Actiemenu (voor eenvoudige tests en instellingen.)
Menu-item
Waarden
(zoals in het scherm)
Omschrijving
Audiovisueel Audiovisueel:
Test alarm?
Stuurt audiovisuele alarmaansluitingen aan om
externe signaalgevers te testen
Waarden = Testen flitser Flitseruitgang wordt 3 sec. ingeschakeld, gevolgd
door;
Testen alarm L1 Akoestisch alarm niveau 1 wordt 3 sec.
ingeschakeld, gevolgd door;
Testen alarm L2 Akoestisch alarm niveau 2 wordt 3 sec.
ingeschakeld, gevolgd door:
Test compleet Uitgangen uitgeschakeld en scherm gaat weer over
op audiovisueel menu
Controlepaneel Controlepaneel:
start test?
Test compleet
Druk op 'volgende' om het LCD-scherm, de LED's
en de interne sirene 3 sec. lang te testen. De
weergave keert terug naar het controlepaneel
Displaycontrast Beeldscherm:
Waarden = Menucontrast
Kanaalcontrast
Wijzigt het contrast van het berichtenvenster
Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om het
contrast van het scherm aan te passen
Crowcon Gasmaster Menu-overzicht
29
Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wachtwoord
is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.)
Menu-item
Waarden
(zoals in het scherm)
Omschrijving
Inhibit Alles
Waarden = Inhibit uit
Inhibit aan
Indien geselecteerd, worden alle ingangskanalen
geblokkeerd. Wordt uitsluitend in supervisorstand gebruikt
voor kalibreren en testen
Kanalen #1, #2, #3, #4
Waarden = Inhibit uit
Inhibit aan
Blokkeert individuele kanalen. NB De blokkering blijft
gehandhaafd nadat de Supervisor-stand wordt verlaten
Pellistorbeveil Kanalen #1, #2, #3, #4
Waarden = Aan of Uit
Beveiligt brugsensoren die op mV pellistor-ingangmodules
zijn aangesloten tegen schade bij blootstelling aan hoge
gasconcentraties. Als het aan staat, verwijdert het systeem
de voeding naar de sensor minimaal 200 seconden als het
signaal groter is dan 95%LEL.
Nulstellen Nulstellen-wizard
Selecteer kanaal
Waarden = #1=naam
#2=naam
#3=naam
#4=naam
Selecteer met de omlaag-knop het kanaal om nul te stellen.
Voer daarna de wizard-instructies uit.
Selecteer kanaalblokkering Blokkeren wordt niet getoond als een kanaal al is
geblokkeerd via het menu hierboven.
Waarden = Inhibit aan
Inhibit uit
Bevestiging gebruiker
Alleen doorgaan in schone
lucht!
Herinnert de gebruiker eraan dat de detector op nul is
gesteld en nu geen gas detecteert.
Resultaat
Waarden = Gelukt
Mislukt
Kanaal is correct op nul gesteld
Ingangssignaal buiten bereik, stel de detector opnieuw op
nul en controleer of de uitgang 4 mA is.
Kalibreren Kalibratie-wizard
Selecteer kanaal
Waarden = #1=naam
#2=naam
#3=naam
#4=naam
Selecteer met de omlaag-knop het kanaal voor kalibratie.
Voer daarna de wizard-instructies uit.
Cal #1 niveau
Waarden = 25% - 100%
van bereik
Heeft betrekking op de concentratie van het kalibratiegas
U kunt alleen kalibreren met een gasconcentratie van
minimaal 25% van het volledige bereik van de sensor.
Voer met de knoppen omhoog en omlaag de concentratie
van het kalibratiegas in (bijv. 50% LEL, 10 ppm, enz.).
De Gasmaster slaat de ingevoerde gaswaarde op zodat u
hem bij de volgende kalibratie niet opnieuw hoeft in te
voeren.
Selecteer kanaalblokkering
Waarden = Inhibit aan
Inhibit uit
Blokkeren wordt niet getoond als een kanaal al is
geblokkeerd via het Inhibit-menu.
Menu-overzicht Crowcon Gasmaster
30
Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wacht-
vervolg woord is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.)
Menu-
item
Waarden
(zoals in het scherm)
Omschrijving
Actie gebruiker
Gas aanbieden
Laat gas stromen en kalibreer de detector.
Bevestiging gebruiker
Doorgaan bij stabiele uitlezing
Druk op 'volgende' als de detector is gekalibreerd en het juiste
uitgangssignaal levert.
Kalibreren Kalibratie-wizard vervolg
Resultaat
Waarde = Gelukt
Mislukt
Kanaal is correct gekalibreerd.
Ingangssignaal lag buiten acceptabel bereik. Kalibreer de detector
nogmaals en controleer of de uitgangsstroom klopt met het
gasniveau
Actie gebruiker
Schone lucht aanbieden
Herinnert de gebruiker er aan om het kalibratiegas te verwijderen
en de detector bloot te stellen aan schone lucht.
Test
Dient voor
het simuleren
van ingangen
en uitgangen
bij testen
en inbedrijf-
stelling.
Relais algemeen
Relais alarm L1
Alarm L1 alg
Waarden = Geen alarm
In alarm
Relais Alarm L2
Alarm L2 alg
Waarden = Geen alarm
In alarm
Storing
Fout algemeen
Waarden = Geen fout
In fout
Forceert algemeen niveau 1, 2 of foute relais.
L1 = niveau 1.
L2 = niveau 2.
De 'waarden' geven de huidige status van elk relais aan
(afhankelijk van de configuratie zijn de relais al dan niet standaard
bekrachtigd):
‘Geen alarm’ of ‘Geen fout’ betekent dat het relais
in de normale stand staat.
‘In alarm' of ‘In fout’ betekent dat er een alarm of storing is voor
het relais.
Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om de status van het
relais te wijzigen. Druk op 'vorige' om af te sluiten, en dan gaat
het relais weer over op de normale stand.
Kanaal #1, #2, #3, #4 Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om het gewenste
kanaal te selecteren. Het kanaalwaarschuwingssymbool r
wordt getoond. De kanaalalarmrelais kunnen op de hierboven
beschreven wijze worden getest.
Simuleer ingang #1
Waarden = 0,0 - 25,5 mA
0,0 - 66,7 mA
voor brand-
detectoren
Wanneer geselecteerd, wordt het signaalniveau aan de ingang van
het geselecteerde kanaal getoond (bijv. 4,1 mA).
Het kanaalwaarschuwingssymbool r wordt getoond.
Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om de ingang op het
vereiste niveau te forceren. De weergave in het kanalenvenster zal
meelopen en bij de ingestelde drempelwaarden worden ook de
alarms geactiveerd.
Druk zo nodig op de bevestigen/reset-knop om de alarms uit te
schakelen. Druk op 'vorige' om af te sluiten en de ingang weer
normaal te laten werken.
Forceer uitgang #1
Waarden = 0,0 - 25,5 mA
Wanneer geselecteerd, wordt het signaalniveau aan de analoge
uitgang van het geselecteerde kanaal getoond (bijv. 4,1 mA).
Het kanaalwaarschuwingssymboolrwordt getoond.
Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om de uitgang op het
vereiste niveau te forceren.
Er worden op de Gasmaster geen alarms geactiveerd. Dient om
afstandsbeeldschermen te testen.
Druk op 'vorige' om af te sluiten en de uitgang weer normaal
te laten werken.
Crowcon Gasmaster Menu-overzicht
31
Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wacht-
vervolg woord is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.)
Menu-item
Waarden
(zoals in het scherm)
Omschrijving
Relais alarm L1
Waarden = Geen alarm
In alarm
Relais Alarm L2
Waarden = Geen alarm
In alarm
Forceert niveau 1, 2 relais voor de geselecteerd kanaal.
Het kanaalwaarschuwingssymbool r wordt getoond.
De functie van de aansluitingen hangt er vanaf of het
relais normaal bekrachtigd is of niet.
Druk op 'vorige' om af te sluiten en het relais weer
normaal te laten werken.
Configureren Selecteren vanuit de onderstaande
configuratie-sub-menu's
Dient om systeeminstellingen te wijzigen
Systeem ModBus adr
Waarden = 1 tot 254
Uitsluitend nodig voor digitale RS-485 communicatie. Er kan
een willekeurig adres in het bereik worden gekozen. Als
er meer dan één apparaat is aangesloten op een 'Master'-
controller, moet u elke Gasmaster een ander adres geven.
Seriële comm
Waarden = 9600, 8, N, 1
9600, 8, N, 2
Dit zijn de benodigde RS-485 communicatie-instellingen;
Gasmaster is standaard ingesteld op 2 stopbits.
Identiteit
Waarden = reeks met 16 tekens
U kunt een systeemnaam invoeren die in het scherm
van de Gasmaster wordt getoond in sommige menu's
(zie paragraaf 3.4). Voer met de knoppen omhoog
en omlaag de gewenste lettertekens in en druk op
'volgende' om de invoer te bevestigen.
Stroomstoring
Waarden = ALS WAARSCHUWING
ALS STORING
Bepaalt of een stroomstoring als storing of
waarschuwing wordt beschouwd
Taal Taal
Waarden = English (UK)
instelbaar
De taal staat standaard op Engels. Een tweede taal is
mogelijk afhankelijk van de systeemconfiguratie.
AV-besturing Flitser type
Waarden = Vergrendeld
Niet-vergrendeld
Bepaalt de werking van optische alarmgevers die zijn
aangesloten op de aansluiting ‘AV1 Drive'.
Vergrendeld betekent dat het optische alarm
blijft knipperen als de bevestigen/reset-knop wordt
ingedrukt, en pas stopt met knipperen als de
alarmmelding is opgeheven en nogmaals op bevestigen/
resetknop wordt gedrukt.
Niet-vergrendeld betekent dat het optische alarm
blijft knipperen als de bevestigen/reset-knop wordt
ingedrukt, maar dat het automatisch stopt als de niet-
vergrendelde alarmmeldingen zijn gereset.
Flitser type
Waarden = Vergrendeld
Niet-vergrendeld
Vergrendeling
geaccepteerd
Bepaalt de werking van de akoestische alarms die op de
'AV2/3 Drive'-aansluitingen zijn aangesloten.
Vergrendeld betekent dat het akoestische alarm blijft
klinken als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt,
en pas stopt als de alarmmelding is opgeheven en de
bevestigen/reset-knop nogmaals wordt ingedrukt.
Niet-vergrendeld betekent dat het optische alarm blijft
klinken als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt,
maar dat hij stopt als de alarmmelding is opgeheven.
Vergrendeling geaccepteerd betekent dat bij een
alarm het akoestische alarm wordt uitgeschakeld als op
de bevestigen/reset-knop wordt gedrukt.
Menu-overzicht Crowcon Gasmaster
32
Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wacht-
vervolg woord is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.)
Menu-item
Waarden
(zoals in het scherm)
Omschrijving
Relais
algemeen
Alarm L1 alg.
Type
Alarm 1 type
Waarden = Vergrendeld
Niet-vergrendeld
Vergrendeling
geaccepteerd
Besturing
Alarm 1 sturing
Waarden = Gedeactiveerd
Geactiveerd
Bepaalt de werking van de algemene alarm- en storingrelais.
L1 = niveau 1.
L2 = niveau 2.
Vergrendeld betekent dat het relais bij een alarm geactiveerd
blijft als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt, en pas
wordt gereset als de alarm- of storingsmelding is opgeheven
en nogmaals op bevestigen/reset-knop wordt gedrukt.
Niet-vergrendeld betekent dat het relais geactiveerd blijft
als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt, maar dat
hij automatisch wordt gereset als de alarmmelding is
opgeheven.
Vergrendeling geaccepteerd betekent dat het relais bij
een alarm of storing wordt gereset als er op de bevestigen/
reset-knop wordt gedrukt.
Alarm L2 alg.
Type
Alarm 2 type
Waarden = Vergrendeld
Niet-vergrendeld
Vergrendeling
geaccepteerd
Besturing
Alarm 2 sturing
Waarden = Gedeactiveerd
Geactiveerd
Fout algemeen
Type
Fout type
Waarden = Vergrendeld
Niet-vergrendeld
Besturing
Fout besturing
Waarden = Gedeactiveerd
Geactiveerd
Gedeactiveerd betekent dat het relaisspoel
niet is bekrachtigd als er geen alarm is (normaal
gedeactiveerd).
Geactiveerd betekent dat de relaisspoel wel is bekrachtigd
als er geen alarm is (normaal bekrachtigd of 'fail-safe’)
Crowcon Gasmaster Menu-overzicht
33
Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wacht-
vervolg woord is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.)
Menu-item
Waarden
(zoals in het scherm)
Omschrijving
Kanaal #1
tot 4
Druk op de
knoppen
omhoog en
omlaag voor
Configuratie
Kanaal
#1 om de
configuratie
voor kanaal
#2, #3 en #4
te doorlopen.
Stel het ingangstype in voor elk kanaal, De jumpers op de
aansluitprintplaat moeten ook juist worden geplaatst (zie
paragraaf 2.8 voor gegevens).
Type
Waarden = Ongebruikt
DET 4-20 SRCE
DET 4-20 SINK
FIRE 4-20 SRCE
FIRE 4-20 SINK
FIRE CONV
ESU
PELLISTOR
Geen detector aangesloten
4-20mA actieve gasdetector
4-20mA passieve gasdetector
4-20mA actieve vlamdetector
4-20mA passieve vlamdetector
Conventionele rook/hitte- of brandmelders
ESU-omgevingssensor
uitsluitend ingangmodules en detectoren van het
mV-brugtype
Naam
Waarden = reeks van 4 tekens
Naam detector (bijv. CH4 voor methaan-, O2 voor
zuurstof-, FIRE voor rook/hitte-detectoren)
Locatie
Waarden = reeks van 32 tekens
Optioneel. Detectorlocatie of omschrijving verschijnt in het
berichtenvenster bij een alarm (voorbeeld: Boilerruimte).
*Opties
worden
uitsluitend
getoond
voor 4-20
mA ingangs-
kanalen
Eenheden*
Waarden = Geen
%LEL
PPB
PPM
%VOL
FIRE
Bijv. voor een ESU-kanaal
Voor ontvlammingskanalen
detectoren voor toxische gassen met zeer klein bereik
Algemene detectoren voor toxische gassen
Detectoren voor zuurstof of andere hoge concentraties
Vlam- en conventionele rook/hitte-detectoren.
*Opties
worden
uitsluitend
getoond
voor 4-20
mA ingangs-
kanalen
Bereik
Waarden = 0 tot 9999,9
Detectorbereik (bijv. 100 voor een ontvlammingsdetector).
Nulonderdrukking (NPO)*
Waarden = Aan
Uit
Onderdrukt de eerste 3% van de schaal om te voorkomen
dat kleine afwijkingen van het nulpunt worden
weergegeven.
Als het niveau 1-alarm van een kanaal lager dan 8% van
de schaal is ingesteld, wordt de onderdrukking verminderd.
Instellen 2mA*
Waarden = Storing
Waarschuwing
Inhibit
Sommige gasdetectoren produceren een 2 mA signaal voor
het aangeven van een bepaalde status.
Deze optie bepaalt hoe de Gasmaster omgaat met een
signaal tussen 1 en 3 mA.
Stabiliseertijd
Waarden = 0 tot 120
seconden
Blokkeert de ingang een bepaalde tijd nadat de Gasmaster
wordt aangezet om te voorkomen dat er valse alarms
worden gegeven voordat de sensor is gestabiliseerd.
Brand-reset-tijd**
Waarden = 0 tot 30 seconden
Alarm L1 #1, #2, #3, #4
Zie submenu hieronder
De tijd dat rook/hitte-detectoren niet worden gevoed nadat
de knop bevestigen/reset is ingedrukt.
** Optie wordt uitsluitend getoond voor conventionele brandmeldkanalen
Menu-overzicht Crowcon Gasmaster
34
Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wacht-
vervolg woord is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.)
Menu-item
Waarden
(zoals in het scherm)
Omschrijving
Config
kanaal
Submenu:
Alarm L1 #1
Configuratie
van niveau
1 alarmrelais
voor elk
kanaal
Richting
Waarden = Stijgend
Dalend
Stijgende alarms vereist wanneer er normaal geen gas is.
Dalende alarms vereist wanneer er normaal gas aanwezig
is (zoals zuurstof).
Druk op de
knoppen
omhoog
en omlaag
om de
configuratie
voor kanaal
kanaal #2,
#3 en #4 te
doorlopen
Aan drempel
Waarden = 0,1 tot bereik
(volledige schaal)
Niveau waarop het relais wordt geactiveerd.
Uit drempel
Waarden = 0,1 to L1 Aan
drempel
(stijgende alarms)
L1 drempel tot
volledige schaal
- 0,1
(dalende alarms
Relais type
Waarden = Vergrendeld
Niet-vergrendeld
Vergrendeling
geaccepteerd
Relais sturing
Waarden = Gedeactiveerd
Geactiveerd
Indicatie
Waarden = Zichtbaar
Verborgen
Niveau waarop het relais voor niveau 1 wordt gereset. Houdt
rekening met de vereiste hysterese bij toepassingen als
ventilatieregeling waarbij de ventilator moet blijven draaien
tot een laag gasniveau is bereikt.
Vergrendeld betekent dat het relais bij een alarm geactiveerd
blijft als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt, en pas
wordt gereset als de alarm- of storingsmelding is opgeheven
en nogmaals op bevestigen/reset-knop wordt gedrukt.
Niet-vergrendeld betekent dat het relais geactiveerd blijft
als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt, maar dat
hij automatisch wordt gereset als de alarmmelding is
opgeheven.
Vergrendeling geaccepteerd betekent dat het relais bij
een alarm zal resetten als er op de bevestigen/reset-knop
wordt gedrukt.
Gedeactiveerd betekent dat de relaisspoel niet is
bekrachtigd als er geen alarm is (normaal niet-bekrachtigd).
Geactiveerd betekent dat de relaisspoel is bekrachtigd
als er geen alarm is (normaal geactiveerd of
‘fail-safe’)
Zichtbaar betekent dat een alarm de alarm-LED-balk, het
interne geluidsalarm, de externe optische en akoestische
alarms activeert en de alarmmelding op het scherm zet.
Verborgen betekent dat een alarmmelding alleen het
alarm-symbool in het kanalenvenster zal tonen. Er
worden geen andere akoestische of optische alarms
geactiveerd (bij ventilatieregeling)
Er is een gelijksoortig menu beschikbaar voor niveau 2 alarmrelais, met de uitzondering dat de opties ‘Uit
drempel’ en ‘Indicatie’ niet beschikbaar zijn.
Alarm L2 #1* Richting
Drempel
Relais type
Relais sturing
* #1 geeft het kanaalnummer aan en kan dus #2, #3 of #4 zijn bij de Gasmaster.
Crowcon Gasmaster Onderhoud
35
4. Onderhoud
Het is belangrijk dat u beveiligingssystemen
zoals de Gasmaster regelmatig controleert.
Crowcon biedt ook onderhoudscontracten aan
die de betrouwbare werking van het systeem
garanderen. Crowcon adviseert om minimaal
elk half jaar uw systemen te kalibreren en
te testen. Vervang de sensoren volgens de
aanwijzingen in de detectorhandleiding.
Let op: er kan zes maanden na het vorige
onderhoud* een waarschuwing ‘kalibratie
vereist’ worden getoond. De waarschuwing-
LED r licht op en de melding verschijnt in
het "Waarschuwingenmenu (overzicht van actuele
waarschuwingen in het systeem)" op pagina 26.
U kunt deze melding via de Gasmaster PC-software
resetten, en eveneens de periode wijzigen waarna
de melding wordt getoond.
*Of na de laatste keer dat het systeem is opgestart.
4.1 Functietest
Met de Gasmaster kunt u de relais testen, ingangen
naar hun alarmstand forceren en analoge uitgangen
forceren om te controleren of de Gasmaster en alle
aangesloten apparatuur correct werken. U vindt
deze functies in het supervisor-menu onder Test.
Denk eraan dat bij gebruik van deze functie de
geteste relais, akoestische en optische melders en
analoge uitgangen worden geactiveerd. Neem zo
nodig voorzorgsmaatregelen voordat u de tests
uitvoert.
De verschillende test-opties staan beschreven in
3.11 op pagina 23, samen met een beschrijving
van elke functie.
4.2 Systeem blokkeren
U kunt ingangen tijdelijk blokkeren om
alarmmeldingen te voorkomen. Dit kan nodig zijn
tijdens het kalibreren van detectoren, of wanneer
er in de buurt van een sensor werkzaamheden
plaatsvinden die een vals alarm kunnen geven
(solderen in de buurt van een rookdetector
bijvoorbeeld). U kunt alle ingangskanalen apart
blokkeren, of samen. De blokkeeroptie 'inhibit' is
beschikbaar via het supervisor-menu, zie 3.6 op
pagina 20 en het menu-overzicht op pagina
25 in het hoofdstuk Bediening voor informatie
over deze functie.
Als u een kanaal permanent wilt uitschakelen,
activeer dan de supervisor-stand en stel het type
van de betreffende detector in op Ongebruikt
(zie pagina 33). Dat kanaal wordt dan niet langer
weergegeven in het scherm en de stroomvoorziening
naar de detector wordt uitgeschakeld.
Waarschuwing
Crowcon raadt u ten zeerste aan om uitsluitend
sleutelschakelaars te gebruiken voor blokkering
op afstand die alleen toegankelijk zijn voor geau-
toriseerd personeel. Als u het Gasmaster-systeem
blokkeert en geen andere beveiligingsmaatrege-
len treft, kan de gewenste veiligheid niet worden
gegarandeerd. Zorg dat alle betrokken werkne-
mers weten wanneer het Gasmaster-systeem is
geblokkeerd.
Blokkering instellen
1. Druk in de normale schermweergave op de
knop volgende om de menu's te openen.
2. Gebruik de knoppen omhoog en omlaag
om Supervisor te selecteren en druk
vervolgens op volgende .
3. Voer het wachtwoord in (bij levering: ZZZ), en
druk op volgende .
Zie paragraaf 3.7 voor meer details over het
activeren van de Supervisor-stand.
4. Algemene blokkering instellen:
Blader in het supervisor-menu omlaag naar
Inhibit en druk op volgende . Selecteer
Alles en druk op volgende . Gebruik de
knoppen omhoog of omlaag om
blokkering op INHIBIT=AAN te zetten, en druk
op volgende om te accepteren. Druk op
vorige om terug te keren naar het
Supervisor-menu. De blokkeringssymbolen
verschijnen in het kanalenvenster.
Kanalen blokkeren:
U kunt kanalen direct blokkeren via het
Inhibit-menu of via de menu's Nulstellen en
Kalibreren. Voer de bovenstaande instructies
uit, maar selecteer nu kanaal #n (waarbij n
het kanaalnummer is) in plaats van Alles.
Hef na het onderhoud alle blokkeringen
weer op.
Onderhoud Crowcon Gasmaster
36
4.3 Detector kalibreren
Crowcon adviseert om uw detectoren regelmatig
te controleren op de juiste kalibratie en werking.
Gasdetectoren moeten minimaal elke 3 tot 6
maanden opnieuw worden gekalibreerd.
Branddetectoren moet u met dezelfde regelmaat
testen. In sommige omstandigheden is het
noodzakelijk om nog vaker te testen. Zie onderdeel
2.12 op pagina 14 voor kalibratie-instructies.
Raadpleeg de installatie-, gebruiks- en
onderhoudshandleidingen van de betreffende
detectoren voor meer aanwijzingen over
het regelmatig testen van de werking van de
detectoren.
4.4 Batterijen vervangen
We adviseren om tijdens het onderhoud de
stroomvoorziening naar de Gasmaster tijdelijk uit
te schakelen om te controleren of de noodaccu's
correct werken. Crowcon adviseert om de batterijen
elke twee jaar als paar te vervangen.
Vervang ze door Yuasa UCEL Y1.2-12, 12 v 1,2 Ah
C20 lood-zuuraccu's.
De accu's zijn via een 10 A-zekering aangesloten, zie
de reserveonderdelenlijst voor het artikelnummer.
Figuur 4.1
Batteries
Battery
connection
diagram
Batterijen vervangen
Batterijen moet regelmatig worden gecontroleerd
op installaties die boven 40ºC worden gebruikt.
Waarschuwing
Let er bij het vervangen van de batterijen op
dat de kabels weer volgens het aansluitschema
worden aangesloten. Verkeerd aangesloten
accukabels kunnen brand en/of letsel veroor-
zaken.
4.5 Module vervangen
Mocht er een intern onderdeel van de Gasmaster
defect raken, laat reparaties dan over aan Crowcon-
reparateurs. Neem contact op met Crowcon voor
de gegevens van de dichtstbijzijnde reparateur.
4.6 Logboek
De Gasmaster registreert alarmmeldingen,
storingen en gebruik van de bedieningsknoppen
in een logboek. Er worden maximaal 300
gebeurtenissen geregistreerd, waarna de als eerste
opgeslagen gegevens weer worden overschreven.
Deze functie registreert alle systeemactiviteiten die
door de Gasmaster PC-software kunnen worden
uitgelezen.
Het logboek wordt bijgehouden in het (vluchtige)
RAM-geheugen, en zal verloren gaan als er geen
enkele stroomvoorziening meer is.
4.7 Onderhoudskaart
Aan de binnenkant van de frontplaat zit een kaart
om het onderhoud op bij de houden. Vul hier de
onderhoudsdatums in, en welke onderdelen er zijn
vervangen.
4.8 Reiniging
Indien nodig kunt u het huis van de Gasmaster
voorzichtig schoonmaken met een doek die is
bevochtigd met een mild sopje.
Batterijen
Aansluit-
schema
batterijen
Crowcon Gasmaster Een ingangmodule toevoegen
37
De 4-kanaals versie van Gasmaster kan worden
geleverd met tussen één en vier ingangmodules
van de volgende types gemonteerd:
• 4-20mA/brand module voor 4-20mA type
detectoren, conventionele rook/hitte-
detectoren of ESU.
mV pellistortype module voor
mV-brugdetectoren voor ontvlambare
gassen
Systemen die met minder dan vier ingangmodules
zijn besteld, kunnen later nog worden uitgebreid
met extra modules. De ingangmodules kunnen
eenvoudig worden ingestoken. Het systeem
hoeft niet te worden uitgeschakeld, mits het
betreffende kanaal op ‘Ongebruikt’ is ingesteld.
Zodra de module is toegevoegd, kan het kanaal
naar behoeven worden geconfigureerd voor de
detector, via het Supervisormenu.
5. Een ingangmodule toevoegen
+
s
PWR (+)
SIG (S)
0V (-)
SCRN
-
CHANNEL 1
MODULE
CHANNEL 2
MODULE
CHANNEL 3
MODULE
CHANNEL 4
MODULE
Gasmaster
Detector Input
Terminals
Figuur 5.1 Aansluitingen voor mV-brugdetectoren. mV-pellistor-ingangmodule
Belangrijk: om storing van
signalen te vermijden is het
essentieel dat de kabels
van detectoren niet over
mV-pellistoringangmodules
lopen (gearceerd gebied in
schema).
mV-brugdetector voor gas
Detectoraansluitingen
Gasmaster
38
Bijlage A: Specificaties GasMaster
Bijlage A: Specificaties
1
Logboek alleen toegankelijk via de Gasmaster PC-software en de communicatiepoort. Het logboek wordt bijgehouden in het
(vluchtige) RAM-geheugen, en zal verloren gaan als er geen enkele stroomvoorziening meer is.
Gasmaster 1 Gasmaster 4
Formaat 288h x 278b x 110d (mm) 288h x 278b x 110d (mm)
Gewicht 4,5 kg 4,5 kg
Materiaal van kast Achterzijde: gegoten aluminium
Frontplaat: vlamvertragend ABS.
Achterzijde: gegoten aluminium
Frontplaat: vlamvertragend ABS.
Afdichting IP65 IP65
Voeding 100-240 V AC 50-60 Hz 1,3 A of 20-30 V DC,
60 W max.
100-240 V AC 50-60 Hz 1,3 A of 20-30 V DC,
60 W max.
Reserve-batterij 1,2 ampère-uur batterijen binnenin 1,2 ampère-uur batterijen binnenin
Bedrijfstemperatuur -10ºC tot + 50ºC (14 tot 122ºF). -10ºC tot + 50ºC (14 tot 122ºF).
Vochtigheid 0% tot 95% RV zonder condensatie 0% tot 95% RV zonder condensatie
Invoer: Gas
Één 4-20mA gasdetector (sink of source) of mV
pellistortype brandbaar-gasdetector met 2 of 3
kabels. Maximale detectiestroom: 500 mA
Één tot vier 4-20mA gasdetectoren (sink of
source) of mV brug-pellistortype brandbaar-
gasdetectoren met 2 of 3 kabels. Maximale
detectiestroom: 500 mA
Brand Één kring met tot 20 conventionele rook-/
warmtedetectoren of brandmelders, of één
vlamdetector (4-20mA of digitaal contactsignaal).
Één tot vier kringen met tot 20 conventionele
rook-/warmtedetectoren of brandmelders, of
één tot vier vlamdetectoren (4-20mA of digitaal
contactsignaal).
ESU-omgevingssensor Te gebruiken in combinatie met één Crowcon
ESU ventilator (d.w.z. ‘omgevingssensor’
verandert in ‘ventilator’).
Te gebruiken in combinatie met één tot vier
Crowcon ESU-ventilators.
Blokkering op afstand Via normaal geopend contact. Via normaal geopend contact.
Resetten op afstand Via normaal geopend contact. Via normaal geopend contact.
Uitgangen: Relais
Laag alarm, hoog alarm, storing.
DPCO-contacten voor 250 V AC, 30 V DC 8 A
(niet-inductieve last), 5 A (inductieve last).
Laag en hoog alarm per kanaal plus algemeen
laag, hoog en storing.
DPCO-contacten voor 250 V AC, 30 V DC 8 A
(niet-inductieve last), 5 A (inductieve last).
Akoestische/optische
alarmsturing
12 V of 24 V DC 650 mA maximum 12 V of 24 V DC 650 mA maximum
Analoog
4-20mA (actief, max. lusweerstand 700 ) of
1-5 V DC (min. belasting 50 K).
4-20mA per kanaal (actief, max. lusweerstand
700 ) of 1-5 V DC (min. belasting 50 K).
Digitale communicatie RS-485 Modbus RTU
9600 Baud
8 Data bits
Geen pariteit
2 stopbits
RS-485 Modbus TRU
9600 Baud
8 Data bits
Geen pariteit
2 stopbits
Communicatiepoort Als optie met 3-weg connector voor configureren
en logboek uitlezen via PC
Als optie met 3-weg connector voor configureren
en logboek uitlezen via PC
Logboek
1
Met tijd gemarkeerd logboek met tot 300 alarm-
, storings- en systeemactiviteiten.
Met tijd gemarkeerd logboek met tot 300 alarm-
, storings- en systeemactiviteiten.
Indicatie paneel LCD-scherm met achterverlichting toont
gasniveau (in ppb, ppm, % volume of %
LEL-eenheden), en scrolling, alfanumerieke
statusindicatie.
LED's voor indicatie van status van alarm, storing,
voeding en waarschuwing.
Ingebouwde 85 dB sirene.
LCD-scherm met achterverlichting toont
gasniveau (in ppb, ppm, % volume of %
LEL-eenheden) voor alle kanalen, en scrolling,
alfanumerieke statusindicatie.
LED's voor indicatie van status van alarm, storing,
voeding en waarschuwing
Ingebouwde 85 dB sirene.
Goedkeuringen EN 50270 (EMC), EN 61010-1 (richtlijn inzake
laagspanning)
ATEX EN60079-25:2010 Explosieve atmosferen -
Intrinsiek veilige elektrische systemen.
EN 50270 (EMC), EN 61010-1 (richtlijn inzake
laagspanning)
ATEX EN60079-25:2010 Explosieve atmosferen -
Intrinsiek veilige elektrische systemen.
39
GasMaster Bijlage B: Reserveonderdelen en accessoires
Bijlage B: Reserveonderdelen en accessoires
Onderdeelnr. Omschrijving Opmerking
E01875 12V 1,2Ah batterij 2 vereist
E07534 Batterijzekeringmodule Module met zekering, zekeringhouder en bedrading
M05897 Onderhoudskaart Extra onderhoudskaarten, minimaal 10 stuks
M07624 Installatie-, gebruiks- en
onderhoudshandleiding
S012016 Schermprintplaat Voor alle Gasmaster modellen
S013047 Gasmaster 4 aansluitprintplaat Exclusief jumpers, gebruik de jumpers van de oude
printplaat
S013046 Gasmaster 1 aansluitprintplaat Exclusief jumpers, gebruik de jumpers van de oude
printplaat
E07109 Geïsoleerde jumpers Reservejumpers voor printplaten, minimum
afnamehoeveelheid 10 stuks
S012304 Voedingmodule Inclusief bedrading
S012205 Sirene Inclusief bedrading
M04683 Sirene-afdichting
M050067 Gasmaster 4 schermlabel Voor de frontplaat
M050068 Gasmaster 1 schermlabel Voor de frontplaat
C01929 Communicatieset Inclusief Gasmaster PC-software, aansluitkabel en
RS485/232-converter.
E07635 Communicatiepoort 3-polige connector voor bevestiging aan de Gasmaster
om de communicatieset aan te sluiten. Inclusief bedrading
voor het aansluiten van de RS-485 contacten.
S012303 Frontplaat voor Gasmaster 1 Inclusief labels, sirene en afdichtingen
S012302 Frontplaat voor Gasmaster 4 Inclusief labels, sirene en afdichtingen
M01861/2 Paneelhouders Om de Gasmaster verzonken in een paneel te monteren.
S012207 4-20mA/brandingangmodule
S012208 mV-pellistoringangmodule
40
Bijlage C: Weergeven lettertekens GasMaster
Bijlage C: Weergeven lettertekens
Lettertekens voor het
berichtenvenster
Bij het invoeren van tekst voor wachtwoorden,
detectorlocaties en systeemnamen kunt u de
volgende lettertekens gebruiken:
Groep1: <spatie> !
Groep2: # $ % &
Groep3: * + , - . /
Groep4: 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Groep5: : ;
Groep6: ? @
Groep7: A B C D E F G H I J K L M N
O P Q R S T U V W X Y Z
Groep8: _
Groep9: a b c d e f g h i j k l m n o
p q r s t u v w z y z
Selecteer de lettertekens met de omhoog- en
omlaag-knoppen zoals in paragraaf 3.7 staat
beschreven.
Niet alle lettertekens zijn voor alle tekstinvoerfuncties
beschikbaar, alleen de beschikbare lettertekens
worden getoond. Voor de detectornaam (bijv. het
type gas) mag u alleen lettertekens uit de groepen
4 en 7 gebruiken (cijfers en hoofdletters):
druk kort of lang op de omhoog-knop
om vooruit door de beschikbare groepen
met lettertekens te lopen:
A B C D ... X Y Z 0 1 2 ... 7 8 9 A B C ... etc.
druk kort of lang op de omlaag-knop om
achteruit door de beschikbare groepen
met lettertekens te lopen:
Z Y X W ... C B A 9 8 7 ... 2 1 0 Z Y X ... etc.
druk kort na elkaar twee keer op de omhoog-
knop om naar het laatste letterteken van de
huidige groep te springen, en dan nogmaals
om naar het eerste letterteken van de
volgende groep te gaan, enz: Z 0 9 A Z ...
druk kort na elkaar twee keer op de omlaag-
knop om naar het eerste letterteken van de
huidige groep te springen, en dan nogmaals
om naar het laatste letterteken van de
vorige groep te gaan, enz: A 9 0 Z A ...
Lettertekens voor het
kanalenvenster
Let op: De volgende tekens kunnen worden
gebruikt in het kanalenvenster om de detectortypes
aan te geven.
De volgende tekens kunnen niet goed worden
weergegeven: K, M, V, W, X
U
V
W
X
Z=2
b2
b3
P
O
N
Y
b1
b4
b7
b0 .dp
0
1
2
b6
b5
M
L
K
3
4
5
6
7
8
9
A
B
C
D
E
F
G=9
H
I
JT
Q
blank
S=5?
R unde rscore
dash
41
GasMaster Garantie
Deze apparatuur verlaat onze fabriek volledig getest en
gekalibreerd. Als er binnen de garantieperiode van één
jaar na levering productie- of materiaalfouten in het
apparaat ontstaan, zal het apparaat naar goeddunken
van de fabrikant gratis worden gerepareerd of
vervangen, mits aan de onderstaande voorwaarden
is voldaan.
Garantieprocedure
Wilt u aanspraak maken op de garantie, neem
dan contact op met onze klantenservice via
telefoonnummer +44 (0)1235 557711 en houd de
volgende gegevens bij de hand:
Uw naam, telefoonnummer, faxnummer en
e-mailadres.
Een omschrijving van de goederen en de aantallen
die u terugstuurt, inclusief de accessoires.
Serienummer(s) van het instrument.
Reden voor retourneren.
Gebruik een retourformulier voor identificatie- en
controledoeleinden. U kunt dit formulier downloaden
via onze website 'www.crowconsupport.com' samen
met een retourlabel, maar we kunnen u deze ook
'e-mailen'.
Apparaten zonder Crowcon-retournummer
("CRN") worden niet geaccepteerd. Het is
belangrijk dat u het adreslabel stevig op de
buitenste verpakking van de teruggestuurde
goederen bevestigt.
De garantie wordt ongeldig als blijkt dat het instrument
gewijzigd, gemodificeerd, ontmanteld is of als er op
andere wijze mee geknoeid is. De garantie dekt geen
misbruik van het product.
De garantie op de batterijen kan vervallen als er een
niet goedgekeurde lader is gebruikt. Niet-oplaadbare
batterijen vallen niet onder de garantie.
Aansprakelijkheidsbeperking
Crowcon is niet aansprakelijk voor gevolgschade,
indirecte verliezen of welke andere schade dan ook
(waaronder verliezen en schade door gebruik van
het apparaat), eveneens wordt hierbij elke vorm
van aansprakelijkheid tegenover derden uitdrukkelijk
uitgesloten.
Deze garantie dekt niet de nauwkeurigheid van de
kalibratie van de eenheid of de cosmetische afwerking
van het product. De eenheid moet in overeenstemming
met de bedienings- en onderhoudsinstructies
onderhouden worden.
De garantieperiode van onder de garantie vervangen
verbruiksartikelen (zoals sensoren) blijft beperkt tot
de resterende garantieduur van de originele levering.
Crowcon behoudt zich het recht voor om een
kortere garantieperiode vast te stellen, of om een
garantieperiode af te wijzen voor een sensor die
gebruikt wordt in een omgeving of toepassing waarvan
bekend is dat er een risico bestaat van degradatie of
schade aan de sensor.
Onze aansprakelijkheid wat betreft defecte apparatuur
beperkt zich tot de in de garantie genoemde
verplichting, met uitsluiting van alle binnen- en
buitenrechtelijk genoemde impliciete en expliciete
toevoegingen, voorwaarden en uitingen over de
eigenschappen en toepasbaarheid van het product,
met uitzondering van hetgeen binnen de wettelijk
verplichte garantieperiode mag worden verwacht.
Deze garantie houdt geen beperking van de rechten
van de klant in.
Crowcon behoudt zich het recht voor om onderzoeks-
en transportkosten in rekening te brengen als blijkt
dat een teruggestuurd apparaat alleen normaal
gekalibreerd of onderhouden moet worden, en de
klant deze werkzaamheden niet door Crowcon wil
laten uitvoeren.
Voor garantie en technische ondersteuning
kunt u contact opnemen met:
Afdeling klantenservice
Tel: +44 (0) 1235 557711
Fax: +44 (0) 1235 557722
Garantie
42
Regionale vestigingen GasMaster
Brits kantoor
Crowcon Detection Instruments Ltd
172 Brook Drive,
Milton Park,
Abingdon
Oxfordshire
OX14 4SD
Tel: +44 (0) 1235 557700
Fax: +44 (0) 1235 557749
E-mail: crowcon@crowcon.com
Website: http://www.crowcon.com
Kantoor in de Verenigde Staten
Crowcon Detection Instruments Ltd
1455 Jamike Ave.
Erlanger
KY 41018
VS
Tel.: +1 859 957 1039 of 1 800 527 6926
Fax: +1 859 957 1044
Website: http://www.crowcon.com
Kantoor te Rotterdam
Crowcon Detection Instruments Ltd
Vlambloem 129
3068JG, Rotterdam
Nederland
Tel: +31 10 421 1232
Fax: +31 10 421 0542
Website: http://www.crowcon.com
Kantoor in Singapore
Crowcon Detection Instruments Ltd
Block 194, Pandan Loop
#06-20 Pantech Industrial Complex
Singapore 128383
Tel: +65 6745 2936
Fax: +65 6745 0467
Website: http://www.crowcon.com
Crowcon Detection Instruments Ltd (Beijing)
Unit 316, Area 1, Tower B, Chuangxin Building
Hongda North Road, Beijing Economic
Technological Development Area
Beijing, China 100176
Tel: +86 10 6787 0335
Fax: +86 10 67874879
Website: www.crowcon.cn
Regionale vestigingen
Crowcon Detection Instruments Ltd
172 Brook Drive,
Milton Park,
Abingdon
Oxfordshire
OX14 4SD
Tel: +44 (0) 1235 557700
Fax: +44 (0) 1235 557749
E-mail: crowcon@crowcon.com
Website: http://www.crowcon.com

Documenttranscriptie

Crowcon Gasmaster Controlepaneel voor gasdetectie in 1-4 kanalen Installatie-, gebruiks- en onderhoudshandleiding M070015 2e editie Oktober 2014 Het in deze handleiding beschreven apparaat kan op netspanning zijn aangesloten. Neem gepaste veiligheidsmaatregelen voordat u aan de apparatuur gaat werken. Het in deze handleiding beschreven apparaat dient voor het detecteren van ontvlambare en/of toxische gassen. De aangesloten detectoren kunnen in gevaarlijke omgevingen zijn geplaatst. Neem de lokale veiligheidsvoorschriften in acht voordat u het apparaat onderhoudt of kalibreert. Het in deze handleiding beschreven apparaat kan op externe alarm- en/of uitschakelsystemen zijn aangesloten. Neem de lokale werkvoorschriften in acht voordat u het apparaat onderhoudt of kalibreert. Dit product is getest en voldoet aan de Europese richtlijn 89/336/EG en aan de EMC-normen van EN50270. Het voldoet eveneens aan Europese richtlijn 2006/05/ EG aangaande de elektrische veiligheid en aan de laagspanningsrichtlijn. Hij voldoet aan de Europese richtlijn 93/68/EG voor de CE-markering. Crowcon Detection Instruments Ltd 172 Brook Drive, Milton Park, Abingdon OX14 4SD VK Tel. +44 (0)1235 557700 Fax. +44 (0)1235 557749 www.crowcon.com E-mail: [email protected] 172 Brook Drive, Milton Park, Abingdon, Oxon, OX14 4SD, England © Copyright Crowcon Detection Instruments Ltd 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets in dit document mag worden gefotokopieerd, gereproduceerd of worden vertaald zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Crowcon Detection Instruments Ltd. Versienummer: M070015 Tweede editie: oktober 2014 Crowcon Gasmaster Inhoud Gasmaster Kop 1 Inhoud 1. Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 3.10 Bij een storingsmelding . . . . . . . 23 1.1 De Gasmaster . . . . . . . . . . . . . . . 1 3.11 Systeemconfiguratie . . . . . . . . . . 23 1.2 Deze handleiding . . . . . . . . . . . . . 1 1.3 Gebruiksaanwijzing als onderdeel van een systeem met ATEXgoedkeuring . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 2. Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Lees dit eerst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2.1 Voor het installeren . . . . . . . . . . . 4 2.1 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2.3 Monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 2.4 Bekabelingseisen . . . . . . . . . . . . . 5 4. Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 4.1 Functietest . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 4.2 Systeem blokkeren . . . . . . . . . . . 35 4.3 Detector kalibreren . . . . . . . . . . . 36 4.4 Batterijen vervangen . . . . . . . . . . 36 4.5 Module vervangen . . . . . . . . . . . 36 4.6 Logboek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 4.7 Onderhoudskaart . . . . . . . . . . . . 36 4.8 Schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . 36 2.5 Gas- en branddetectoren installeren 6 5. Een ingangmodule toevoegen . . . . . . . 37 2.6 Apparaten op de uitgangen installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Bijlage A: Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . 38 2.7 De netspanning aansluiten . . . . . . 6 Bijlage B: Reserveonderdelen en accessoires.39 2.8 Apparaten op de ingangen aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Bijlage C: Weergeven lettertekens. . . . . . . . 40 2.9 Apparaten op de uitgangen aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Garantie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 2.10 Stroomvoorziening inschakelen . 13 Regionale vestigingen. . . . . . . . . . . . . . . . . 42 2.11 Gebruiksduur noodaccu/ verbruiksberekening . . . . . . . . . . 13 2.12 Inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . 14 3. Bediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 3.1 Controlepaneel Gasmaster . . . . . 17 3.2 Opstartprocedure . . . . . . . . . . . . 19 3.3 Het schermcontrast wijzigen . . . . 19 3.4 Het serienummer en de systeemaanduiding van het apparaat weergeven . . . . . . . . . 19 3.5 Het menusysteem gebruiken . . . 20 3.6 Kanalen blokkeren . . . . . . . . . . . 20 3.7 Gebruik van het controlepaneel in de supervisorstand . . . . . . . . . 21 3.8 Bij een alarmmelding . . . . . . . . . 22 3.9 mV-kanalen: Pellistorbeveiliging . 22 i Crowcon Gasmaster Inleiding 1. Inleiding 1.1 De Gasmaster 1.2 Deze handleiding De Gasmaster is een controlepaneel voor bewaking van gas-en brandgevaar, voor bewaking op afstand van gas-en branddetectoren. De Gasmaster is ook geschikt voor bewaking van vlamdetectoren en ESU-omgevingssensoren van Crowcon. De status van alle ingangen is af te lezen op een groot en duidelijk LCD-scherm. Duidelijke LED's en een ingebouwde sirene slaan alarm bij alarm-en storingsmeldingen. Deze handleiding is verdeeld in hoofdstukken met informatie over het installeren, gebruiken en onderhouden van de Gasmaster. De Gasmaster is een veiligheidsvoorziening en het is belangrijk dat u alle instructies naleeft. Het apparaat is voorzien van relaisuitgangen voor alarm- en storingsmeldingen, evenals speciale uitgangen voor optische en akoestische alarmering. Via de tweedraads RS-485 Modbus-uitgang kunnen alle gegevens ook met het overkoepelende industriële besturingssysteem worden uitgewisseld. De Gasmaster houdt een logboek bij van alle alarm- en storingsmeldingen, zodat zij achteraf kunnen worden geanalyseerd met de Gasmaster PC-software. De Gasmaster kan in twee verschillende versies worden geleverd: n Gasmaster 1 - éénkanaals apparaat voor één gasdetector, brandzone of ESUomgevingssensor. Hoofdstuk 2 beschrijft welke apparaten u op de Gasmaster kunt aansluiten, en toont de bijbehorende aansluitschema's. Hoofdstuk 3 geeft aanwijzingen voor het dagelijks gebruik van de Gasmaster en beschrijft welke instellingen u kunt veranderen. Waarschuwing Elk veiligheidssysteem vereist regelmatig onderhoud. Als u dit systeem niet volgens de aanwijzingen onderhoudt, kan dat storingen veroorzaken met materiële schade en/of dodelijk letsel tot gevolg. Hoofdstuk 4 beschrijft het onderhoud dat de Gasmastersystemen vereisen. De aparte bijlages bevatten de systeemspecificaties en de reserveonderdelenlijst. n Gasmaster 4 - vierkanaals apparaat voor maximaal vier gasdetectoren, brandzones of ESU-omgevingssensoren. De Gasmaster 1 verschilt van de Gasmaster 4 omdat er slechts één kanaal in het scherm wordt weergegeven (zie figuur 3.2, pagina 18), bovendien heeft de Gasmaster 1 minder aansluitingen. Werking en bediening zijn verder gelijk aan de Gasmaster 4. De Gasmaster is zeer gebruiksvriendelijk, alle veelgebruikte functies zijn via het frontpaneel toegankelijk. Zie hoofdstuk 3 voor meer details over de werking van het scherm. 1 Inleiding GasMaster CERTIFICEERD PRODUCT N WIJZIGINGEN TOEGESTAAN NDER GOEDKEURING N BEVOEGDE PERSOON CERTIFICEERD PRODUCT N WIJZIGINGEN TOEGESTAAN GEVARENZONE NDER GOEDKEURING N BEVOEGDE PERSOON VOORBEELDEN VAN APPARATUUR VOOR VEILIGE ZONES 1.3 Gebruiksaanwijzing als onderdeel VEILIGE ZONE van een systeem met ATEXGEVARENZONE VEILIGE ZONE goedkeuring APPARAAT VOOR VEILIGE ZONES SHUNT ZENERDIODE-BARRIÈRE VOOR ENKELE KANALEN MET ATEX-CERTIFICERING DOOR BASEEFA OF EEN CERTIFICERENDE INSTANTIE MET EG-GOEDKEURING CONFORM [Ex ia Ga] IIC MET MAXIMAAL DE VOLGENDE UITGANGPARAMETERS; U IO =93mA OEN PO =0,66 OIN VEILIGHEIDS-AFDICHTINGEN O =28 VOLT, SHUNT ZENERDIODE-BARRIÈRE VOORWATT. ENKELE KANALEN MET ATEX-CERTIFICERING VOOR UITGANGSTROOM MOETEN DOOR EEN WEERSTAND ZIJN DOOR DE BASEEFA OF EEN CERTIFICERENDE INSTANTIE MET EG-GOEDKEURING BEPERKT ZOALS /R MAXIMAAL DE VOLGENDE UITGANGPARAMETERS; CONFORM`R'[Ex ia Ga]I =IICUMET UO =28 VOLT, IO =93mA OEN PO =0,66 WATT. OIN VEILIGHEIDS-AFDICHTINGEN VOOR DE UITGANGSTROOM MOETEN DOOR EEN WEERSTAND ZIJN BEPERKT `R' ZOALS I = U /R NOTITIE 7 Gasmaster is goedgekeurd in overeenstemming met de APPARAAT VOOR VEILIGE ZONES NIET-GESPECIFICEERD BEHALVE DATonderdeel HET 7 NIET MAG WORDEN 94/9/EG ATEX richtlijn indien gebruikt alsNOTITIE GELEVERD UIT, NOCH ONDER NIET-GESPECIFICEERD BEHALVE NORMALE OF ABNORMALE van een systeem met intrinsiek veilige gasdetectoren en DAT HET NIET MAG WORDEN OMSTANDIGHEDEN BRON MAG GELEVERD UIT, NOCHEEN ONDER OPTIONEEL SCHERM veilige afdichtingen. BEVATTEN VANABNORMALE POTENTIAAL IN intrinsiek NORMALE OF VERBAND MET AARDE BOVEN OMSTANDIGHEDEN EEN BRON MAG 250 VOLT R.M.S. OF 250 VOLTIND.C. BEVATTEN VAN POTENTIAAL VERBAND MET AARDE BOVEN 250 VOLT R.M.S. OF 250 VOLT D.C. Gasmaster is gecertificeerd in overeenstemming met EN60079-25:2010 Explosieve atmosferen - intrinsiek veilige elektrische systemen. OPTIONEEL SCHERM EN VAN DE VOLGENDE GASDETECTOREN VOOR GEVARENZONES (SLECHTS 1 DETECTOR PER ZENER-BARRIÈRE) YPE TXGARD IS+, CERTIFICATIE Nr.: BASEEFA 08ATEX0069X, OFWEL EEN ZUURSTOF- OF GIFTIG-GASSENSOR YPE XGARD, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 04ATEX0115X, OFWEL EEN(SLECHTS ZUURSTOFOF GIFTIG-GASSENSOR EN VAN DE VOLGENDE GASDETECTOREN VOOR GEVARENZONES 1 DETECTOR PER ZENER-BARRIÈRE) YPE TXGARD IS+, CERTIFICATIE Nr. Nr.:BASEEFA BASEEFA03ATEX0063X 08ATEX0069X, OFWEL EEN ZUURSTOF- OF GIFTIG-GASSENSOR TXGARDCERTIFICATIE IS ZUURSTOF,Nr. CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 03ATEX0062X YPE XGARD, BASEEFA 04ATEX0115X, OFWEL EEN ZUURSTOF- OF GIFTIG-GASSENSOR YPE TXGARD IS+, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 03ATEX0063X OTITIES: YPE TXGARD IS ZUURSTOF, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 03ATEX0062X Certificaat nummer: Baseefa05Y0090/1 Gasmaster mag uitsluitend worden geïnstalleerd in de veilige zone, maar is gecertificeerd voor verbinding met HET ELEKTRISCH CIRCUIT IN DE GEVAREN-ZONE MOET 5. DE KABEL IN DE GEVARENZONE KAN ZIJN: intrinsiek veilige gasdetectoren die zijn geïnstalleerd in BESTAND ZIJN TEGEN EEN WISSELSTROOM TESTSPANNING 1) EEN APARTE KABEL, OTITIES: VAN 500 VOLT R.M.S. NAAR AARDE 2) GEÏNSTALLEERD ALS APART AFGESCHERMD CIRCUIT IN EEN TYPE A gevaarlijke zones 0, 1 of 5.2 indien via een HETFRAME ELEKTRISCH CIRCUIT IN DE GEVAREN-ZONE MOET OF VAN HET APPARAAT DE MEERADERIGE KABEL IN DE GEVARENZONE KAN ZIJN: KABEL, verbonden BESTAND ZIJNEEN TEGEN EEN WISSELSTROOM TESTSPANNING GEDURENDE MINUUT. OF1)3)EEN EENAPARTE CIRCUITKABEL, BINNEN EEN TYPE B MEERADERIGE KABEL, VAST EN VAN 500 VOLT R.M.S. NAAR AARDEOF ZELFINDUCTIE/ 2) GEÏNSTALLEERD ALS APART AFGESCHERMD EEN TYPE A VAN veiligheidsafdichting. Installatie moet inTEGEN overeenstemming DOEL TREFFEND BEVEILIGD SCHADE, CIRCUIT MITS DEIN PIEKSPANNING DE CAPACITEIT EN ZELFINDUCTIE OF FRAME VAN HET APPARAAT MEERADERIGE KABEL,HET TYPE B MEERADERIGE KABEL NIET HOGER ELK CIRCUIT BINNEN WEERSTAND-VERSCHILVERHOUDING VAN DE KABELS GEDURENDE EEN MINUUT. OF 3)ISEEN BINNEN EEN TYPE BSTAAN MEERADERIGE KABEL,IN VAST EN DANCIRCUIT 60 VOLT. (DE KABELTYPES GEDEFINIEERD IN DE GEVARENZONE MOGEN DE WAARDEN zijn met de onderstaande instructies. DOEL TREFFEND BEVEILIGD TEGEN SCHADE, MITS DE PIEKSPANNING VAN CLAUSULE 12.2.2.8 VAN EN60079-14:2008) DETABEL CAPACITEIT ZELFINDUCTIE OF ZELFINDUCTIE/ IN 1 NIETEN OVERSCHRIJDEN WEERSTAND-VERSCHILVERHOUDING DE KABELS DE INSTALLATIE MOET VOLDOEN AANVAN NATIONALE EISEN PRODUCT GECERTIFICEERD IN DE PRAKTIJKRICHTLIJN GEVARENZONE MOGEN DE WAARDEN (BIJV. EN60079-14:2008) GEEN WIJZIGINGEN TOEGESTAAN IN TABEL 1 NIET OVERSCHRIJDEN ZONDERLABEL GOEDKEURING . HET SYSTEEM MOET MET EEN DUURZAAM ZIJN AANGEDUID, DE INSTALLATIE MOET VOLDOEN AAN NATIONALE EISEN BEVOEGDE PERSOON GEWOONLIJK OP OF NAAST HETVAN VOORNAAMSTE DEEL VAN HET ELEKTRISCH (BIJV. PRAKTIJKRICHTLIJN EN60079-14:2008) APPARAAT IN HET SYSTEEM, OF BIJ DE INTERFACE TUSSEN DE INTRINSIEK .VEILIGE HET SYSTEEM MOET MET EEN DUURZAAM LABEL ZIJN AANGEDUID, EN NIET-INTRINSIEK VEILIGE CIRCUITS. DEZE AANDUIDING MOET GEWOONLIJK OP OF NAAST CERTIFICAAT HET VOORNAAMSTE DEEL VAN HET ELEKTRISCH TEVENS "BASEEFA SYSTEEM NUMMER APPARAAT IN HET SYSTEEM, OF BIJ DE INTERFACE TUSSEN DE INTRINSIEK NR. Baseefa05Y0090" BEVATTEN. VEILIGE EN NIET-INTRINSIEK VEILIGE CIRCUITS. DEZE AANDUIDING MOET TEVENS "BASEEFA SYSTEEM CERTIFICAAT NUMMER NR. Baseefa05Y0090" BEVATTEN. GEVARENZONE CIRCUIT BINNEN HET TYPE B MEERADERIGE NIET HOGER 6. DE ELK AARDING VAN DE BARRIÈRE MOET VIA EEN ZEERKABEL DEGELIJKE VERBINDING IS DAN 60 VOLT. (DEMET KABELTYPES STAAN GEDEFINIEERD IN ZIJN AANGESLOTEN, EEN GEÏSOLEERDE GELEIDER EQUIVALENT CLAUSULE VANGELEIDER, EN60079-14:2008) AAN EEN 4mm12.2.2.8 KOPEREN ZODANIG DAT DE IMPEDANTIE CROWCON GASBEWAKINGSSYSTEEM CROWCON GASMASTER SYSTEMEN CROWCON VORTEX SYSTEMEN CROWCON GASBEWAKINGSSYSTEEM CROWCON GASMASTER SYSTEMEN HET IS DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE INSTALLATEUR CROWCON VORTEX SYSTEMEN OM ERVOOR TE ZORGEN DAT DE BOVENSTAANDE APPARATUUR VOLDOET AAN NOTITIEVAN 7. DE INSTALLATEUR HET IS DE VERANTWOORDELIJKHEID OM ERVOOR TE ZORGEN DAT DE BOVENSTAANDE APPARATUUR VOLDOET AAN NOTITIE 7. VOORBEELDEN VAN APPARATUUR VOOR VEILIGE ZONES TABEL 1: KABELPARAMETERS GROEP CAPACITEIT ZELFINDUCTIE TABEL 1: KABELPARAMETERS uF mH GROEP CAPACITEIT ZELFINDUCTIE TXGARD IS+ DETECTOR GIFTIG GAS OF ZUURSTOF - BASEEFA 08ATEX0069X IIC uF 0.062 mH 3.11 TXGARD IS+ DETECTOR GIFTIG GAS OF ZUURSTOF - BASEEFA 08ATEX0069X IIB 0.186 9.35 IIC 0.062 3.11 IIA 0.496 24.95 IIB 0.186 9.35 XGARD DETECTOR GIFTIG GAS OF ZUURSTOF - BASEEFA 04ATEX0115 IIA IIC 0.496 0.046 24.95 3.09 XGARD DETECTOR GIFTIG GAS OF ZUURSTOF - BASEEFA 04ATEX0115 IIB 0.170 9.33 IIC 0.046 3.09 IIA 0.480 24.93 IIB 0.170 9.33 TXGARD IS DETECTOR GIFTIG GAS - BASEEFA 03ATEX0063X IIA IIC 0.480 0.009 24.93 4.2 TXGARD IS DETECTOR GIFTIG GAS - BASEEFA 03ATEX0063X IIB 0.133 12.6 IIC 0.009 4.2 IIA 0.443 33.6 IIB 0.133 12.6 TXGARD IS ZUURSTOFGASDETECTOR - BASEEFA 03ATEX0062X IIA IIC 0.443 0.024 33.6 4.2 TXGARD IS ZUURSTOFGASDETECTOR - BASEEFA 03ATEX0062X 6. DE AARDING VAN DE BARRIÈRETOT MOET ZEERVAN DEGELIJKE VERBINDING VAN HET VERBINDINGSPUNT AANVIA DEEEN AARDE DE NETVOEDING ZIJN AANGESLOTEN, MET EEN GEÏSOLEERDE GELEIDER EQUIVALENT MINDER IS DAN 1 OHM AAN EEN 4mm KOPEREN GELEIDER, ZODANIG DAT DE IMPEDANTIE VAN HET VERBINDINGSPUNT TOT AAN DE AARDE VAN DE NETVOEDING MINDER IS DAN 1 OHM VEILIGE ZONE SHUNT ZENERDIODE-BARRIÈRE VOOR ENKELE KANALEN MET ATEX-CERTIFICERING DOOR BASEEFA OF EEN CERTIFICERENDE INSTANTIE MET EG-GOEDKEURING CONFORM [Ex ia Ga] IIC MET MAXIMAAL DE VOLGENDE UITGANGPARAMETERS; UO =28 VOLT, IO =93mA OEN PO =0,66 WATT. OIN VEILIGHEIDS-AFDICHTINGEN VOOR DE UITGANGSTROOM MOETEN DOOR EEN WEERSTAND ZIJN BEPERKT `R' ZOALS I = U /R OPTIONEEL SCHERM VERSCHILVERHOUDING uH/OHM VERSCHILVERHOUDING uH/OHM 53 200 53 422 200 422 53 200 53 422 200 422 53 200 53 422 200 422 53 IIB IIC IIA IIB 0.148 0.024 0.458 0.148 12.6 4.2 33.6 12.6 200 53 422 200 IIA 0.458 33.6 422 APPARAAT VOOR VEILIGE ZONES NOTITIE 7 NIET-GESPECIFICEERD BEHALVE DAT HET NIET MAG WORDEN GELEVERD UIT, NOCH ONDER NORMALE OF ABNORMALE OMSTANDIGHEDEN EEN BRON MAG BEVATTEN VAN POTENTIAAL IN VERBAND MET AARDE BOVEN 250 VOLT R.M.S. OF 250 VOLT D.C. VOO C C HET IS DE OM ERVO APPARAT GROEP TXGARD IS+ D IIC EEN VAN DE VOLGENDE GASDETECTOREN VOOR GEVARENZONES (SLECHTS 1 DETECTOR PER ZENER-BARRIÈRE) TYPE TXGARD IS+, CERTIFICATIE Nr.: BASEEFA 08ATEX0069X, OFWEL EEN ZUURSTOF- OF GIFTIG-GASSENSOR TYPE XGARD, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 04ATEX0115X, OFWEL EEN ZUURSTOF- OF GIFTIG-GASSENSOR TYPE TXGARD IS+, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 03ATEX0063X TYPE TXGARD IS ZUURSTOF, CERTIFICATIE Nr. BASEEFA 03ATEX0062X NOTITIES: 1. HET ELEKTRISCH CIRCUIT IN DE GEVAREN-ZONE MOET BESTAND ZIJN TEGEN EEN WISSELSTROOM TESTSPANNING VAN 500 VOLT R.M.S. NAAR AARDE OF FRAME VAN HET APPARAAT GEDURENDE EEN MINUUT. 2. DE CAPACITEIT EN ZELFINDUCTIE OF ZELFINDUCTIE/ WEERSTAND-VERSCHILVERHOUDING VAN DE KABELS IN DE GEVARENZONE MOGEN DE WAARDEN IN TABEL 1 NIET OVERSCHRIJDEN 3. DE INSTALLATIE MOET VOLDOEN AAN NATIONALE EISEN (BIJV. PRAKTIJKRICHTLIJN EN60079-14:2008) 4. HET SYSTEEM MOET MET EEN DUURZAAM LABEL ZIJN AANGEDUID, GEWOONLIJK OP OF NAAST HET VOORNAAMSTE DEEL VAN HET ELEKTRISCH APPARAAT IN HET SYSTEEM, OF BIJ DE INTERFACE TUSSEN DE INTRINSIEK VEILIGE EN NIET-INTRINSIEK VEILIGE CIRCUITS. DEZE AANDUIDING MOET TEVENS "BASEEFA SYSTEEM CERTIFICAAT NUMMER NR. Baseefa05Y0090" BEVATTEN. 2 5. DE KABEL IN DE GEVARENZONE KAN ZIJN: 1) EEN APARTE KABEL, 2) GEÏNSTALLEERD ALS APART AFGESCHERMD CIRCUIT IN EEN TYPE A MEERADERIGE KABEL, OF 3) EEN CIRCUIT BINNEN EEN TYPE B MEERADERIGE KABEL, VAST EN DOEL TREFFEND BEVEILIGD TEGEN SCHADE, MITS DE PIEKSPANNING VAN ELK CIRCUIT BINNEN HET TYPE B MEERADERIGE KABEL NIET HOGER IS DAN 60 VOLT. (DE KABELTYPES STAAN GEDEFINIEERD IN CLAUSULE 12.2.2.8 VAN EN60079-14:2008) 6. DE AARDING VAN DE BARRIÈRE MOET VIA EEN ZEER DEGELIJKE VERBINDING ZIJN AANGESLOTEN, MET EEN GEÏSOLEERDE GELEIDER EQUIVALENT AAN EEN 4mm KOPEREN GELEIDER, ZODANIG DAT DE IMPEDANTIE VAN HET VERBINDINGSPUNT TOT AAN DE AARDE VAN DE NETVOEDING MINDER IS DAN 1 OHM IIB IIA XGARD DETEC IIC IIB IIA TXGARD IS DE IIC IIB IIA TXGARD IS ZU IIC IIB IIA Crowcon Gasmaster Installatie 2. Installatie Lees dit eerst Voordat u begint met de installatie en inbedrijfstelling van het Gasmaster systeem wordt u verzocht de volgende informatie te lezen, als begeleiding van het hele proces. De installatie-instructies in dit deel betreffen een voorgeconfigureerde Gasmaster. Voor instructies over de installatie en inbedrijfstelling van gasen branddetectoren wordt u verwezen naar de gebruikershandleiding bij de detectoren. Als alternatief kunt u Crowcon om advies vragen. Om de installatie van het Gasmaster systeem te voltooien heeft u het controlepaneel en -menu nodig. De volledige instructies zijn te vinden in hoofdstuk III. Bediening. U wordt geadviseerd om uzelf vertrouwd te maken met de knoppen op het voorpaneel en de menustructuur. Zie pagina 25. Voor sommige configuratiestappen zult u op de Supervisorstand over moeten gaan. Crowcon adviseert om dit deel uit te laten voeren door personeel dat bekend is met de installatie en inbedrijfstelling van branddetectiesystemen. Als u een Gasmaster 1 heeft gekocht Volg de instructies in dit hoofdstuk op, maar negeer de teksten over de extra kanalen. Als u een niet-geconfigureerde Gasmaster 4 heeft gekocht Volg de installatie-instructies voor een voorgeprogrammeerde Gasmaster 4 op. Extra informatie over het instellen van het Gasmaster systeem is te vinden in Hoofdstuk III. Bediening Stapsgewijze instructies De installatie en inbedrijfstelling van het Gasmaster systeem wordt uiteengezet in gemakkelijk te volgen instructies. Hieronder staat een tabel met een overzicht van een typische volgorde van installatiestappen. Afhankelijk van uw configuratie kunnen sommige stappen gedeeltelijk wegvallen. Let wel: twee batterijen worden apart van de apparatuur verzonden om schade tijdens het transport te voorkomen. Deze moeten geïnstalleerd worden volgens de instructies in paragraaf 2.2. Waarschuwing: De Gasmaster zelf is niet gecertificeerd voor gebruik in gevaarlijke omgevingen maar hij kan zijn aangesloten op detectoren en of alarmmelders die wél in een gevaarlijke omgeving zijn geplaatst. De instructies voor sensoren moeten goed worden nagevolgd bij het installeren van een Gasmaster systeem. 2.1 Voor het installeren 2.2 Algemeen 2.3 Monteren 2.4 Bekabelingseisen 2.5 Gas- en branddetectoren installeren 2.6 Apparaten op de uitgangen installeren 2.7 De netspanning aansluiten 2.8 Apparaten op de ingangen aansluiten 2.8.1 Twee-draads 4-20mA apparaten 2.8.2 Driedraads 4-20mA apparaten 2.8.3 mV-brugdetectoren (pellistors) 2.8.4 Hitte-/rookdetectoren 2.8.5 ESU-omgevingssensor 2.8.6 Vlamdetectoren 2.8.7 Ingangen voor blokkeren en bevestigen/reset op afstand 2.9 Apparaten op de uitgangen aansluiten 2.9.1 Optische en akoestische alarms 2.9.2 Algemene relaisaansluitingen 2.9.3 Aansluitingen kanaalrelais 2.9.4 Analoge uitgangen 2.9.5 RS485-communicatie 2.10 Stroomvoorziening inschakelen 2.11 Gebruiksduur noodaccu/ stroomberekeningen 2.12 Inbedrijfstelling 2.12.1 Inbedrijfstelling brugdetectoren 2.12.2 Nulstellen en kalibreren 2.12.3 Brandmeldkanalen testen 2.12.4 ESU-kanalen testen 3 Installatie Crowcon Gasmaster À Frontplaat  2.1 Voor het installeren Stel u vóór het installeren op de hoogte van de lokale voorschriften en procedures, en leef ze na. Neem contact op met Crowcon als u meer advies nodig heeft. De Gasmaster zelf mag niet in gevaarlijke omgevingen worden gebruikt. De gas- en branddetectoren kunnen echter wel in een ontvlambare omgeving worden geplaatst. Gebruik altijd het juiste type afdichtingen. Controleer of de apparatuur die u wilt gebruiken geschikt is voor de omgeving waarin u ze plaatst. Zie de installatiehandleidingen van de instrumenten voor meer informatie over geschikte locaties. Crowcon adviseert om in gevaarlijke omgevingen alle elektrische apparatuur door ervaren mensen te laten installeren.  Scherm- printplaat  Batterijen Ä Scherm chassis Å Chassisplaat  Ingang­ modules worden in de aansluit­ printplaat gestoken Æ Aansluit­ printplaat 2.2 Algemeen Dit hoofdstuk beschrijft hoe u aan de slag gaat met een Gasmaster 4 of Gasmaster 1 systeem dat is geprogrammeerd voor de meegeleverde detectoren. Figuren 2.1, 2.2 en 2.5 tonen het inwendige van de Gasmaster. Raadpleeg het meegeleverde en inspectiecertificaat voor configuratiegegevens. specificatiede exacte Figuur 2.1 toont de inwendige onderdelen van de Gasmaster. U kunt de frontplaat À verwijderen door de vier schroeven Á los te draaien en de tweepolige sirenestekker voorzichtig los te trekken uit de schermprintplaat Â. De frontplaat kan ofwel worden ondersteund door de kast, met één van de borgschroeven, of helemaal worden verwijderd en op een veilige plaats worden gezet. De schermprintplaat en batterijen worden ondersteund door twee aparte chassis, die het schermprintplaat  en de batterijen à ondersteunen. De aansluitprintplaat Æ bevat de ingangmodules en alle ingangen en uitgangen. De schermprintplaat  is met een 50-polige platte kabel op de aansluitprintplaat Æ aangesloten, en scharniert aan de linkerkant zodat u hem kunt wegklappen om toegang te krijgen tot de ingangsaansluitingen voor de detectoren. De meeste aansluitingen kunnen worden bereikt wanneer de schermprintplaat is verplaatst en de batterijen zijn verwijderd. Zo nodig kunnen de twee chassis worden verwijderd om beter bij de aansluitingen te kunnen. Om het chassis van het scherm te verwijderen moet eerst de platte kabel voorzichtig worden losgemaakt. Ga 4 È Wartel- doorvoeropeningen É Optionele communicatiepoort Figuur 2.1 Explosietekening van Gasmaster voorzichtig te werk bij het monteren van de schermprintplaat zodat u de platte kabel en de connector niet beschadigt. Aan de boven- en onderkant van het huis zitten elk zes doordrukopeningen voor kabeldoorvoeren. Deze doordrukopeningen zijn geschikt voor M20, 1/2" NPT en PG13,5 kabelwartels. Maak de kabeldoorvoeren open door met een kleine hamer en schroevendraaier langs de randen te tikken. De afdekplaatjes zijn daarna gemakkelijk uit het huis te verwijderen. Maak de doorvoeropeningen los voordat u de Gasmaster monteert, en zorg dat u hierbij de inwendige onderdelen niet beschadigt. Stroomvoorziening De Gasmaster wordt geleverd met een universele netvoeding voor netspanningen van 100-240 V AC en 50-60 Hz. Deze netspanningen worden omgezet in een 24 V DC-stuurspanning met een maximumvermogen van 60 W. U kunt de Gasmaster ook aansluiten op een externe 24 V DC-voeding van maximaal 60 W. Sluit de Gasmaster nooit tegelijk zowel op een AC- als DC-voeding aan. Crowcon Gasmaster Installatie Elke ingang voor detectoren is beveiligd tegen kortsluiting. De 24 V-voeding is voorzien van ‘polyzekeringen’ met automatische resetfunctie, die de stroom onderbreken in geval van aansluitfouten en na herstel hiervan zichzelf automatisch weer inschakelen. U mag detectoren aansluiten met een maximaal stroomverbruik van 500 mA. Stroomonderbreker Als u het apparaat permanent op netspanning aansluit, moet u een aparte netschakelaar plaatsen om aan EN 61010-1 te voldoen. Plaats deze schakelaar vlakbij de Gasmaster binnen handbereik van de gebruiker. U moet deze schakelaar duidelijk markeren als aan/uitschakelaar voor de Gasmaster. Geef de standen AAN en UIT ook duidelijk aan. De stroomonderbreker moet voldoen aan de eisen van IEC60947-1 en IEC60947-3. Bij het uitschakelen van de stroomtoevoer mag de aardverbinding niet worden verbroken. Leg de Gasmaster aan de kant voordat u de montagegaten boort. In de ophangpunten van de Gasmaster zitten nylon busjes die geschikt zijn voor maximaal 5mm schroeven. Zorg ervoor dat deze busjes er in zitten bij de montage omdat die essentieel zijn om het huis tegen opname van vuil te beveiligen. 278 110 120 77 5 214 Kortsluitbeveiliging de schroeven los te draaien die in figuur 2.1 zijn aangeduid met Á. Trek voorzichtig de sirenestekker uit de schermprintplaat. Leg de frontplaat op een veilige plaats neer. Houd de Gasmaster met één hand vast op de gewenste locatie, en teken met een potlood de plaats van de montagegaten af. 288 In de netvoeding van de Gasmaster zitten geen zekeringen die u zelf kunt vervangen. Bevestigingsgaten Mounting holes Batterijen Batteries Aansluit­ schema batterijen Battery connection diagram Figuur 2.3 Maattekening van de Gasmaster en de montagegaten 2.4 Bekabelingseisen De bekabeling tussen de Gasmaster en de detectoren moet voldoen aan geldende normen en aan de wet- en regelgeving ter plaatse, evenals aan de elektrische specificaties van de detector. n Explosieveilige (Exd) apparaten Figuur 2.2 Gasmaster-chassisplaat met schermprintplaat en batterijen. 2.3 Montage Alle Gasmaster-systemen moeten in een veilige omgeving worden geïnstalleerd. Houd hierbij rekening met de locatie, de vereiste kabelaansluitingen en de aardingsvoorschriften. Figuur 2.3 is een maattekening van de Gasmaster. Om toegang te krijgen tot de montagepunten, moet u eerst de frontplaat verwijderen door Crowcon adviseert het gebruik van kabels met staaldraadpantser (SWA). Gebruik explosieveilige kabeldoorvoerwartels. n Intrinsiek veilige (I.S.) apparaten Crowcon adviseert het gebruik van afgeschermde mantelkabels met in elkaar gedraaide aderparen. Gebruik weerbestendige kabeldoorvoerwartels. Gebruik I.S.-apparaten in gevaarlijke omgevingen alleen in combinatie met een Zener-barrière of galvanische scheiding. 5 Installatie Crowcon Gasmaster n Branddetectoren Crowcon adviseert het gebruik van afgeschermde brandveilige mantelkabels met in elkaar gedraaide aderparen, zoals Pirelli FP200 en dergelijke. Monteer een 1k8-afsluitweerstand aan de laatste detector in de kring van rook- en hittedetectoren. Er mogen ook andere bekabelingsoplossingen worden toegepast, zoals stalen kabelgoten, mits deze voldoen aan alle normen. Elke detector kan een andere minimale voedingsspanning vereisen en ook hun maximale stroomverbruik kan afwijken. Raadpleeg de installatie-, gebruiks-en onderhoudshandleidingen van de betreffende detector om de maximale kabellengtes te berekenen van de verschillende typen kabels. De maximaal toelaatbare kabellengte hangt af van de toepassing, of er bijvoorbeeld Zener-barrières of galvanische scheidingen (voor I.S.-apparaten) worden gebruikt of niet. – Afgeschermde kabel met een EMC-wartel waarbij de afscherming via de wartel op het huis is aangesloten. – Voor detectoren, 4-20 mA uitgangen en RS-485 aansluitingen: afgeschermde kabel waarbij de afscherming is aangesloten op het SCR-contact van de betreffende aansluiting. 2.5 Gas- en branddetectoren installeren Installeer de gas- en branddetectoren volgens de aanwijzingen in de bijbehorende installatiehandleidingen, en neem de eisen die aan de locatie en de kabels worden gesteld in acht. Raadpleeg voor ESU-omgevingssensoren de meegeleverde handleiding. 2.6 Apparaten op de uitgangen installeren Kabel Kring De Gasmaster kan optische en akoestische alarminstallaties direct van 24 V DC-stroom voorzien via de betreffende aansluitingen op de aansluitprintplaat Ook beschikt hij over relais om extra uitgangen te schakelen, en naast deze relaisblokken zijn ook aansluitingen van 12 V DC of 24 V DC/200 mA beschikbaar voor het schakelen van apparaten met een laag vermogen. In hoofdstuk 2.9 vindt u meer informatie over het aansluiten van apparaten op de uitgangen. 0,5 (20) 39,0 78,0 2.7 De netspanning aansluiten 1,0 (17) 18,1 36,2 1,5 (15) 12,1 24,2 2,5 (13) 8,0 16,0 Ga bij het berekenen van de maximale kabellengtes voor detectoren uit van een minimumspanning van 19 V en een meetweerstand van 98 Ω (39 Ω voor conventionele brandmeldkanalen). Tabel 1: Gangbare kabeleigenschappen Doorsnede (mm2)* Weerstand (Ω per km) *Vergelijkbare diameter in AWG tussen haakjes. Sluit de externe netvoeding aan op de tweedelige schroefcontacten, zie figuur 2.4 en 2.5. Aard de Gasmaster via het aardingscontact van het netsnoer (zie figuur 2.4) of gebruik het aansluitpunt aan de bovenkant van het huis. Bereken de kabellengtes volgens de aanwijzingen op het instructieblad van de detector aan de hand van de hierboven genoemde kabel- en Gasmaster-specificaties. U kunt kabels en wartels op verschillende manieren met de Gasmaster verbinden, afhankelijk van het gebruikte type kabel en wartel: 6 Figuur 2.4 Netspanningsaansluitingen op de aansluitprintplaat Pb – Afgeschermde kabel waarbij de afscherming in het huis via een metalen plaatje op de wartel is aangesloten. CROWCON – Kabels en wartels met staaldraadpantser (SWA) waarbij de mantel via de wartel elektrisch geleidend op het huis is aangesloten. Crowcon Gasmaster Installatie Ingangmodules Lichtnet Detectoraansluitingen Gemeenschappelijk relaisaansluitingen Pb CROWCON Relaisansluitingen kanalen + Schermprintplaatconnector 24 V DC voeding. Analoge uitgangen + + + + Uitsluitend verbinding met chassis op I.S.systemen + Uitsluitend verbinding met chassis op nietI.S.-systemen RS-485 Modbus-aansluitingen Akoestische/optische alarmaansluitingen Blokkering en bevestigen/reset op afstand Figuur 2.5 Indeling aansluitprintplaat 2.8 Apparaten op de ingangen aansluiten De Gasmaster kan zijn uitgevoerd met tussen één en vier ingangmodules (één voor Gasmaster 1) van de volgende types: • 4-20mA/brand module voor 4-20mA type detectoren, conventionele rook/hittedetectoren of ESU. • mV pellistortype module voor mV-brugdetectoren voor ontvlambare gassen Meer gegevens over de configuratie van de hardware en jumperinstellingen vindt u in paragraaf 2.8.1 t/m 2.8.6. 4-20 mA ingangen De Gasmaster beschikt over analoge 4-20 mA ingangen met een sensorvoedingsspanning van 19 tot 28 V DC en meet het signaal over een meetweerstand van 98 98 Ω. Op de ingangen kunt u 4-20 mA actieve en passieve gas- en vlamdetectoren met 2 of 3 draden aansluiten. Gasmaster volgt de ingangen tussen 3 en 21,5 mA en geeft daar buiten 'buiten bereik' aan. De aansluitingen worden in paragraaf 2.8.1 en 2.8.2 beschreven. Conventionele branddetectoren Op elk ingangskanaal van de Gasmaster kunt u een kring van maximaal 20 conventionele 7 Installatie mV-brugdetectoren (pellistors) Sommige gasdetectoren voor ontvlambare gassen leveren een mV-brugsignaal in plaats van een 4-20 mA signaal. Voorbeelden van producten van Crowcon zijn Xgard Type 3 en Xgard Type 4. De procedure voor de instelling van deze detectoren is anders dan bij 4-20mA apparaten: raadpleeg paragraaf 2.12.1 voor gedetailleerde instructies over de inbedrijfstelling van mV-brugdetectoren Neem contact op met Crowcon voor de aansluitgegevens van alle Crowcondetectoren 2.8.1. Tweedraads 4-20mA apparaten Figuur 2.6 toont een aansluitvoorbeeld van een passieve tweedraads detector, uitsluitend voor veilige zones. Figuren 2.7 en 2.8 tonen aansluitvoorbeelden voor I.S.-detectoren in gevaarlijke zones met behulp 8 I.S. Link Settings I.S.-jumperinstellingen Jumperinstellingen kanalen Channel Link Settings SOURCE SINK FIRE DETECTOR PWR SIG 0V SCR Detectoraansluitingen Gasmaster Gasmaster Detector Input Terminals Figuur 2.6 Aansluitingen voor 2-draads detector 4-20mA/ brandingangmodule Figuren 2.7 en 2.8 tonen aansluitvoorbeelden van een passieve 2-draads I.S.-detector met Zenerbarrière of galvanische scheiding. Pas de jumperinstellingen voor alle kanalen volgens de schema's aan. 2.8.2. Driedraads 4-20mA apparaten Figuur 2.9 toont een aansluitvoorbeeld van een 3-draads detector. Stel de jumper op de 4-20 mA/ brandingangmodule in op SOURCE voor een actieve detector, en SINK voor een detector die als passief is geconfigureerd. I.S.-jumperinstellingen I.S. Link Settings DETECTOR DETECTOR S - Met iedere ingang van de Gasmaster is het ook mogelijk een omgevingsbemonsteringsapparaat (ESU) van Crowcon te bewaken. Hierdoor kan in een groot gebied de aanwezigheid van ontvlambare en toxische gassen worden gedetecteerd door de omgevingslucht te bemonsteren. Omdat het belangrijk is dat de bemonsteringsfunctie van de ESU-omgevingssensor correct werkt, bewaakt de Gasmaster of er daadwerkelijk monsters worden genomen. De Gasmaster kan een tweedraads 24 V DC-voeding aan het bemonsteringsapparaat leveren. De op de ESU-omgevingssensor aangesloten detectoren vereisen een apart ingangskanaal. De aansluitingen worden in paragraaf 2.8.5 beschreven. Zet de jumper op de 4-20 mA/brandingangmodule in alle gevallen op SINK. + ESU-omgevingssensor van Zener-barrières of galvanische scheidingen. Zie tevens paragraaf 1.3. + rook-/hittedetectoren (bijvoorbeeld uit de Apollo 65-serie of Orbis-inrichtingen) aansluiten. Er mogen ook handgeschakelde apparaten zoals brandmelders in dit branddetectiecircuit worden opgenomen, of een combinatie van handmatige melders en automatische detectoren, mits ze dezelfde elektrische eigenschappen hebben en de brandvoorschriften het toestaan. Schakelende apparaten moeten van een serieweerstand van 470 Ω zijn voorzien. Elk branddetectiecircuit moet met een 1k8-eindweerstand worden afgesloten, om te kunnen controleren of er onderbrekingen of kortsluitingen in het circuit zijn ontstaan. De aansluitingen worden in paragraaf 2.8.3 beschreven. Crowcon Gasmaster 1K Jumperinstellingen kanalen Channel Link Settings SOURCE SINK FIRE O PWR SIG 0V SCR Detectoraansluitingen Gasmaster Gasmaster Detector Input Terminals Figuur 2.9 Aansluitingen voor 3-draads detector 4-20mA/ brandingangmodule 2.8.3. mV-brugdetectoren (pellistors). Detectoren zoals Crowcon’s Xgard Type 3 of 4 moeten volgens de afbeelding worden aangesloten. Raadpleeg paragraaf 2.12.1 voor instructies over het instellen van de detectoren. Zie figuur 5.1 op pagina 37 voor aansluitgegevens. Waarschuwing: Zorg ervoor dat de potentiometer 'Head Voltage' helemaal naar links staat I.S.-jumperinstellingen I.S. Link Settings Gevarenzone Hazardous Area Jumperinstellingen kanalen Channel Link Settings SOURCE SINK FIRE Veilige zone Safe Area Gasdetector Gas Detector 4-20mA 4-20mA passief Current Sink PWR SIG 0V SCR 8 7 + - 2 1 Z728 I.S. I.S.Aarde Earth P&F P&F Z728 Z728 Zener-barrière Zener Barrier Crowcon onderdeelnummer: C03317 Crowcon Part Number: C03317 Figuur 2.7 Voorbeeldaansluitingen van 2-draads I.S.-detector met Zener-barrière, 4-20mA/brandingangmodule. Stel het kanaal in op SINK (zie afbeelding 2.5) en configuratie op DET4-20 SINK (zie deel over menu-overzicht, pagina 25 en 33. Raadpleeg aardaansluitingsvereisten in Figuur 2.5, pagina 7 I.S. Link Settings Channel Link Settings GEVARENZONE HAZARDOUS AREA + + OUT IN COM - + + Detector OUT IN COM – Detector + I.S.-jumperinstellingen I.S. Link Settings Safe Area SINK VEILIGE ZONE SAFE AREA 1 2 ORBIS Smoke or Heat Detectors Jumperinstellingen kanalen Channel Link Settings SOURCE SOURCE FIRE SINK FIRE Z728 8 7 Hazardous Area 2 1 K8 Crowcon Gasmaster Installatie 11 12 13 14 I.S. Earth MTL PWR SIG 0V SCR PWR SIG 20-35Vdc – 20-35VDC supply + voeding 0V SCR P&F5541 Z728 Zener Barrier Crowcon Part Number: C03317 Detector – Detector + 3 1 PWR SIG 7 8 15 14 Pepperl& Fuchs KFD2-STC4-Ex1.H 20-35Vdc – 20-35VDC supply + voeding 0V SCR Figuur 2.8 Aansluitingsvoorbeeld van 2-draads I.S.-detector met galvanische scheiding, 4-20mA/brandingangmodule. Stel het kanaal in op SRCE (zie figuur 2.5) en de configuratie op DET4-20 SRCE (zie het hoofdstuk over de systeemmenu's, pag. 25 en 33. 9 Installatie Crowcon Gasmaster voordat voor de eerste maal detectoren van het mV-brugtype worden aangesloten en gevoed (en ook bij het monteren van een nieuwe of vervangende mV-module). Daarmee is de spanning op de sensor minimaal en wordt voorkomen dat de brugsensor doorbrandt bij een te hoge spanning. betreffende ingangskanalen op de Gasmaster of een ander controlepaneel. De instructies voor de aansluitingen worden bij de ESU geleverd. Jumperinstellingen Channel Link Settings kanalen AANSLUITDOOS ESU-OMGEVINGSSENSOR ESU SAMPLING DEVICE TERMINAL BOX Sluit conventionele branddetectoren voor veilige omgevingen aan volgens figuur 2.10 en 2.11. Sluit conventionele branddetectoren voor gevaarlijke omgevingen aan volgens Figuur 2.12. Figuur 2.11 toont de aansluitingen voor handbediende alarmknoppen en brandmelders. I.S. Link Settings Jumperinstellingen I.S. Jumperinstellingen kanalen Channel Link Settings SOURCE SINK FIRE COM- COM- IN+ PWR SIG 0V SCR 1K8 IN+ L2 L2 FAN+ FAN- Ingang Input 1, 2, 3 1,2,3 or 4 of Gasmaster To Fan Naar ventilator Figuur 2.13 Aansluitingen voor ESU-omgevingssensor, 4-20mA/brandingangmodule 2.8.6. Vlamdetectoren Figuur 2.14 toont een aansluitvoorbeeld van een driedraads 4-20 mA vlamdetector. Stel de jumperinstelling in afhankelijk van het gebruikte type detector, zie Figuur 2.5. Stel hem niet in op FIRE. I.S.-jumperinstellingen Jumperinstellingen kanalen I.S. Link Settings Channel Link Settings SOURCE SINK FIRE DETECTOR DETECTOR hitte-/rookdetector, + PWR SIG 0V SCR S - Figuur 2.10 Aansluitingen voor 4-20mA/brandingangmodule SOURCE SINK FIRE PWR SIG 0V SCR + SIG - 2.8.4. Hitte-/rookdetectoren Rook/hittedetector Smoke/Heatdetector I.S.I.S. Link Settings jumperinstellingen I.S. Link Settings I.S. Jumperinstellingen Brandmelders Manual alarm call points 1K8 470R 470R Hazardous Area Safe Area PWR SIG 0V I.S. Link Settings SCR + - 2 1 8 7 Figuur 2.11 Aansluitingen voor handbediende Gas Detector alarmknoppen en brandmelders, 4-20mA/ Z728 brandingangmodule 2.8.5. ESU-omgevingssensor 4-20mA Current Sink I.S. Earth Figuur 2.13 toont de aansluitingen voor het P&F Z728 Zener Barrier bewaken van de ESU-omgevingssensor. Crowcon Part Number: C03317 Gasdetectoren die op de ESU worden aangesloten, moeten apart worden aangesloten op de Channel Link Settings PWR SIG 2.8.7. Blokkering en bevestigen/reset 0V SCR op afstand De Gasmaster heeft ingangen voor de aansluiting van afstandschakelaars om alarmuitgangen te blokkeren of alarmsignalen te bevestigen/resetten. Deze ingangen worden actief wanneer ze tot 0 V dalen, de open spanning bedraagt 5 V DC. + - + + OUT IN COM - 2 1 OUT IN COM Z728 8 7 + 1K8 SOURCE SINK FIRE Veilige zone Safe Area ORBISSmoke rook- oforhittedetectoren ORBIS Heat Detectors I.S. I.S.Aarde Earth P&F Z728 Zener-barrière P&F Z728 Zener Barrier Crowcon onderdeelnummer: Crowcon Part Number: C03317 C03317 10 Terminals SOURCE Figuur 2.14 Aansluitingen voor driedraads 4-20 mA 3 SINK vlamdetector,FIRE 4-20mA/brandingangmodule I.S.-jumperinstellingen kanalen I.S. Link Settings Jumperinstellingen Channel Link Settings Gevarenzone Hazardous Area Detectoraansluitingen Gasmaster GasmasterInput Detector PWR SIG 0V SCR Figuur 2.12 Aansluitingen voor conventionele branddetectoren voor gevaarlijke zones, 4-20mA/ brandingangmodule Raadpleeg aardaansluitingsvereisten in Figuur 2.5, pagina 7 Crowcon Gasmaster Installatie Waarschuwing Crowcon raadt u ten zeerste aan om uitsluitend sleutelschakelaars te gebruiken voor blokkering op afstand die alleen toegankelijk zijn voor geautoriseerd personeel. Als u het Gasmaster-systeem blokkeert en geen andere beveiligingsmaatregelen treft, kan de gewenste veiligheid niet worden gegarandeerd. Zorg dat alle betrokken werknemers weten wanneer het Gasmaster-systeem is geblokkeerd. BEVESTIGEN/RESET op afstand Sluit het contact kort om de alarmmelding te bevestigen en de akoestische alarms uit te schakelen. Sluit nadat de gevaarlijke situatie is verholpen nogmaals dit contact om de alarms te resetten. Blokkering op afstand Sluit dit contact om alarmmeldingen van alle ingangskanalen te blokkeren. De kanalen blijven geblokkeerd tot het contact weer open gaat; de Gasmaster werkt nu weer als voorheen (de via het supervisor-menu geblokkeerde kanalen blijven geblokkeerd). Figuur 2.15 toont de aansluitingen voor bediening op afstand. Crowcon adviseert om schakelaars voor de afstandsbediening met afgeschermde kabels aan te sluiten. Sluit de afscherming aan op de betreffende ‘SCR’-aansluiting. 0V INHIBIT ACCEPT/ RESET 0V Gasmaster is compatibel met AV-alarms die een algemene 0V toevoer vereisen (positief geschakeld), of een gemeenschappelijke negatieve toevoer (0V of positief geschakeld). Verbind de AV-inrichting naar wens met de aansluitingen voor ‘AV +VE SWITCHING’ of ‘AV -VE SWITCHING’. Er zijn twee verschillende uitgangen voor akoestische alarms van niveau 1 en 2 (aansluiting AV2 wordt geactiveerd voor alarmniveau 1; AV3 wordt geactiveerd voor alarmniveau 2). Als een enkeltonige sirene wordt gebruikt moet deze uitsluitend worden aangesloten op AV2 (en de algemene aansluiting). De sirene wordt geactiveerd op alarmniveau 1. Aansluiting AV1 is bedoeld voor een optisch alarm en wordt geactiveerd op niveau 1. CONNECTIONS FOR A AANSLUITINGEN VOOR EEN 0V (NEGATIEF) (-VE) SWITCHED 0V GESCHAKELD A/V DEVICE AV-APPARAAT Figuur 2.15 Aansluiten van de schakelaars voor blokkeren en bevestigen/reset op afstand 2.9 Apparaten op de uitgangen aansluiten WAARSCHUWING: Als er rekening wordt gehouden met het interne stroomverbruik, blijft er maximaal 48 W over voor de apparaten die op de in- en uitgangen zijn aangesloten 2.9.1. Optische en akoestische alarms Figuur 2.16 toont een aansluitvoorbeeld van optische en akoestische alarms, hier een tweetonig FLITSER BEACON SIRENE SOUNDER V S1 S2 Jumperinstellingen voor Link Settings 12V alarmapparaten for 12V Alarm Devices 24V VAV 12V AKOESTISCH OPTISCH AUDIBLE VISUAL ALARM ALARM 1 1 + Link Settings Jumperinstellingen voor for 24V Alarm Devices 24V alarmapparaten AV -ve INHIBIT ACCEPT/ RESET 0V Gasmaster is compatibel met 12 V DC of 24 V DC A/V-alarmen (de uitgang van de Gasmaster kan op 12V of 24V worden ingesteld; niet beide): zie afbeelding 2.16 voor de jumperinstellingen. 24V VAV 12V REMOTE I/P 0V Totale blokkering Global Inhibit REMOTE I/P Bevestigen/reset op afstand Remote Accept/Reset signaal. De AV-uitgangen van de Gasmaster kunnen tot 650 mA leveren, wat voldoende is voor twee signaalgevers van het type xenon. Er kan een groot aantal signaalgevers op LED-basis worden gevoed; neem contact op met Crowcon voor advies. VAV AV3 AV2 AV1 Verbind aansluitingen Loop allalle connections to zo nodig door met een a second audible visual tweede alarm ifakoestisch/optisch required. alarm. Figuur 2.16 Aansluiting voor AV besturing 2.9.2. Algemene relaisaansluitingen Er zijn dubbelpolige omschakelrelais (DPCO) met een schakelvermogen van 250 V AC; 8 A (nietinductief), 5 A (inductief) voorzien voor Alarm 1, Alarm 2 en Storing (fout). Elk relais kan tijdens normaal bedrijf zijn bekrachtigd (fail-safe) of nietbekrachtigd. Doorgaans wordt het 'Fout' relais ingesteld op Fail Safe zodat het relais omschakelt bij stroomstoring. Zie Figuur 2.5voor de 'Verzamelrelais'-aansluitingen en Figuur 2.17 voor de definitie van de contacten Deze aansluitingen zitten naast de relaisblokken en leveren 12 V DC 11 Installatie Crowcon Gasmaster 24 mA aan schakelende apparaten met een laag vermogen. De extra uitgangen kunnen ofwel op 12 V DC of 24 V DC worden gezet, door de jumper ‘V AV’ te verzetten. Zie figuur 2.5 op pagina 7 voor gegevens van zowel Alarm 1 als Alarm 2. Het gemeenschappelijke Alarm 2 relais activeert ook (het gemeenschappelijke Alarm 1 relais activeert niet). 4-20 mA vlamdetectoren activeren twee alarmniveaus, net als gasdetectoren. U kunt de gemeenschappelijke en foutrelaisconfiguraties instellen via het controlepaneel en het menusysteem. Zie hoofdstuk 3 "Bediening" op pagina 17 voor gegevens. Het kanaalrelais van Alarm 1 werkt als ‘niet-vergrendelend'; dit kan niet worden veranderd. De kanaalrelais van Alarm 2 en het gemeenschappelijke relais van Alarm 2 kan worden geconfigureerd als ‘vergrendelend’, ‘nietvergrendelend’ of ‘vergrendeling acceptabel’. POLE 1 C Contacten Contacts shown gedeactiveerd de-energised weergegeven (non-inverted) (niet-geïnverteerd) POLE 2 NO Contacten Contacts geactiveerd shown weergegeven energised (geïnverteerd) (inverted) NC NC C NO Figuur 2.17 De Gasmaster-contacten van alle relais zijn op de aansluitprintplaat vermeld. 2.9.3. Kanaalrelaisaansluitingen De Gasmaster 4 is voorzien van een dubbelpolig omschakelrelais (DPCO) voor elk kanaal. Deze relais hebben een schakelvermogen van 250 V AC, 8 A (niet-inductief), 5 A (inductief) voorzien voor Alarm 1 en Alarm 2. Elk relais kan tijdens normaal bedrijf zijn bekrachtigd (fail-safe) of niet-bekrachtigd. Raadpleeg Figuur 2.5 voor de 'Kanaalrelais'-aansluitingen en Figuur 2.17 voor de definitie van de contacten Deze aansluitingen zitten naast de relaisblokken en leveren 12 V DC 24 mA aan schakelende apparaten met een laag vermogen. De extra uitgangen kunnen ofwel op 12 V DC of 24 V DC worden gezet, door de jumper ‘V AV’ te verzetten. Zie figuur 2.5 op pagina 7 voor gegevens U kunt de drempelwaarden en instellingen van de kanaalalarms via de gebruikersmenu's wijzigen. Zie hoofdstuk "3. Bediening" op pagina 17 voor gegevens. Brandmeldkanalen Bij een alarmmelding van conventionele brandmeldkanalen activeren de kanaalrelais 12 ESU-kanalen Als de bemonsteringssnelheid van de ESU aanzienlijk afneemt, wordt het relais voor Alarm 1 van dat kanaal geactiveerd. Als de bemonstering stopt, wordt het relais voor Alarm 2 geactiveerd. De gemeenschappelijke alarmrelais worden niet geactiveerd als de bemonstering afneemt of stopt. Als de kabel naar het bemonsteringsapparaat wordt onderbroken of kortgesloten, wordt het gemeenschappelijke storingsrelais geactiveerd. 2.9.4. Analoge uitgangen De Gasmaster levert voor elk kanaal een analoge uitgang die u met een jumper op 4-20 mA of 1-5 V DC kunt instellen (zie Figuur 2.18). Deze signalen kunnen als invoer dienen voor PLC/DCS/ SCADA-systemen of voor weergavesystemen op afstand. De 4-20 mA uitgangen zijn voor actieve detectoren (resolutie 0,1 mA) en mogen maximaal met 700 Ω worden belast, de 1-5 V uitgangen vereisen een minimale belasting van 50 kΩ. De analoge uitgangen werken als volgt: 4-20 mA gasdetectoren: de uitgang volgt de ingang tussen 3 en 21,5 mA, waarbij het signaal daalt tot 0 mA als de ingang hoger wordt dan 21,5 mA om aan te geven dat er storing is. Sensorsignalen die hoger zijn dan 110% van het bereik worden door de Gasmaster als storing gezien. Het signaal wordt op 2 mA ingesteld om aan te geven dat een kanaal is geblokkeerd, en op 0 mA als er storing is in het kanaal. Brandkanalen: signalen tussen 4 en 12 mA duiden op 'geen brand', 12-20 mA duidt op een brand, 0 mA duidt op een storing (contact verbroken of kortsluiting). Een signaal van 2 mA duidt aan dat het kanaal is geblokkeerd. ESU-kanalen: signalen tussen 4 en 12 mA geven aan dat het bemonsteringsapparaat correct werkt, 12-20 mA duidt op een storing in de bemonstering, Crowcon Gasmaster Installatie MV-brugsensorkanalen: afhankelijk van het 0-95%LEL ingangssignaal stijgt de uitgang van 4mA tot 19,2 mA. Indien pellistorbeveiliging is aangezet, gaat het kanaal bij een gasconcentratie van 95%LEL (deze waarde is verstelbaar) over op pellistorbeveiliging (zie paragraaf 3.9); het kanaal gaat over op fout en het analoge uitgangssignaal wordt ingesteld op 0 mA. OUTPUT 4 OUTPUT 3 OUTPUT 2 OUTPUT 1 Indien ‘pellistorbeveiliging' is uitgezet, stijgt de analoge uitgang maximaal tot 25,8 mA; de %LEL indicatie hangt af van de versterkingsfactor die is ingesteld voor de sensor. SCR 0V SIG Link: 1-5V No Link: 4-20mA SCR 0V SIG Link: 1-5V No Link: 4-20mA SCR 0V SIG Link: 1-5V No Link: 4-20mA SCR 0V SIG Link: 1-5V No Link: 4-20mA Figuur 2.18 Gasmaster-aansluitingen van de analoge uitgangen 2.9.5. RS-485 communicatie De Gasmaster kan alarm-en systeeminformatie doorgeven aan PLC/DCS/SCADA-systemen via een tweedraadsverbinding met gebruik van het Modbus RTU-protocol (9600 baud, 8 data- bits, geen pariteit, 1 of 2 stopbits). U kunt tot 16 Gasmaster-systemen 'parallel' aansluiten op één enkele tweedraadsverbinding met een maximale kabellengte van 1 km, maar gebruik bij voorkeur kabel met een in elkaar gedraaid aderpaar. Sluit bij enkele Gasmaster-systemen die via de RS-485 verbinding communiceren de RS485 TERMcontacten kort, om de afsluitweerstand in te schakelen. Laat bij parallelle systemen alle RS485 TERM-contacten open, behalve die van de laatste Gasmaster in de lijn. Op aanvraag kan Crowcon u een document met de Modbus-specificaties leveren. RS-485 aansluitingen van Gasmaster-systemen die zijn besteld met de als optie verkrijgbare lokale communicatieconnector dienen om de draden van de connector aan te sluiten. Verwijder deze draden als u de seriële RS-485 verbinding wilt gebruiken om met een systeem op afstand te communiceren. 485A 485B SCR J14 0 mA duidt op een storing (contact verbroken of kortsluiting). Een signaal van 2 mA duidt aan dat het kanaal is geblokkeerd. LK2 RS485 TERM Figuur 2.19 RS-485 aansluitingen van de Gasmaster 2.10 Stroomvoorziening inschakelen Zorg dat u vóór het inschakelen de regelen uitschakelsystemen blokkeert waar de Gasmaster op is aangesloten. Installeer eerst alle sensorkabels, en sluit dan de batterijen aan volgens het schema dat op de chassisplaat is bevestigd. (Zie hoofdstuk 4.4.) De Gasmaster kan pas worden ingeschakeld als er een externe stroomvoorziening is aangesloten. Schakel de externe AC of 24 V DC stroomvoorziening in. Na het inschakelen blijven de uitgangen enige tijd geblokkeerd, en voert het systeem een opstartprocedure uit waarbij de alarmindicatoren en de interne sirene worden getest. Als er na enige tijd storingen worden aangegeven, controleer dan nogmaals de sensoraansluitingen of raadpleeg "Storingenmenu (overzicht van actuele storingen in het systeem)" op pagina 24. Als de stroomtoevoer is ingeschakeld licht de groene Aan/Uit-LED op en knippert hij elke 5 seconden om aan te geven dat het systeem werkt. Als de externe stroomvoorziening wegvalt, werkt de Gasmaster door op zijn ingebouwde batterijen en knippert de Aan/Uit-LED elke seconde. Afhankelijk van zijn configuratie geeft de Gasmaster een waarschuwing (waarschuwingLED licht op en de sirene piept elke 5 seconden) of een storingsmelding (de storing- LED licht op, de sirene klinkt en het storingsrelais schakelt om). De Gasmaster moet nu alle bewaakte kanalen tonen. Laat de sensoren een stabiele toestand bereiken voordat u ze kalibreert. Zie de sensorhandleidingen van de detectoren voor de aanbevolen stabilisatietijden. Let op: uw Gasmaster wordt voorgeprogrammeerd geleverd, zie het meegeleverde specificatie- en 13 Installatie Crowcon Gasmaster inspectiecertificaat. Als de kanalen niet zijn geconfigureerd, toont de Gasmaster het volgende scherm: Geen detectoren! Configureer Ga naar pagina 25 om uw systeem te configureren. 2.11 Gebruiksduur noodaccu/ verbruiksberekening De Gasmaster beschikt over een accucapaciteit van 1,2 Ah als noodstroomvoorziening bij stroomuitval. De hieronder genoemde gemiddelde gebruiksduren gelden voor een systeem zonder alarmmeldingen met niet-bekrachtigde relais en uitgeschakelde 4-20 mA uitgangen (het stroomverbruik van het systeem zonder de detectoren bedraagt circa 50 mA): Gasmaster 1 met een detector voor toxische gassen (2-draads): 21 uur Gasmaster 1 met een zuurstofdetector (2-draads): 16 uur Gasmaster 1 met een brugdetector voor ontvlambare gassen: 12 uur Gasmaster 4 met vier detectoren voor toxische gassen (2-draads): 10 uur Gasmaster 4 met vier zuurstofdetectoren (2-draads): 4 uur Gasmaster 4 met vier brugdetectoren voor ontvlambare gassen: 3 uur Gasmaster is beveiligd tegen het te diep ontladen van de interne batterijen. Bij gebruik van de interne batterijen geeft de Gasmaster als storingsmelding "Waarschuwing - Batterij laag" wanneer de accuspanning daalt tot 22 V. Als de spanning tot circa 20 V daalt, wordt de verbinding met de batterijen automatisch 14 verbroken. U kunt de verbinding met de batterijen alleen herstellen als de externe stroomvoorziening wordt ingeschakeld, waarna het ongeveer 18 uur duurt voordat ze volledig zijn opgeladen. Let op: Het kan gebeuren dat de interne batterijen niet goed worden opgeladen als de Gasmaster is aangesloten op een externe DC-voeding, waardoor de noodstroomvoorziening niet werkt als de externe voeding uitvalt Neem voor meer informatie contact op met Crowcon. 2.12 Inbedrijfstelling Let op: we raden u ten zeerste aan om de personen die een Gasmaster-systeem in bedrijf willen stellen eerst de bedieningsinstructies in hoofdstuk III. Bediening te laten lezen en begrijpen. Na het aansluiten en inschakelen van de sensoren kan de inbedrijfstelling beginnen. Kalibreer gasdetectoren volgens de aanwijzingen in de betreffende handleiding, en test branddetectoren met de juiste middelen. Simuleer alarmmeldingen en registreer de acties om te kijken of het systeem werkt zoals bedoeld. Controleer alle signaleringsapparatuur en de verbindingen met externe apparaten. Gebruik hiervoor de test- en bekijk-menu's (zie pagina 27 en 30). 2.12.1. Inbedrijfstelling brugdetectoren Het is van essentieel belang voor deze soorten detectoren dat de juiste 'kopspanning' en balans is ingesteld voordat wordt geprobeerd om de sensor op nul te stellen en te kalibreren. Om de kopspanning in te stellen moet de spanning op de tussen de ‘+’ en ‘-‘ polen van de detector worden gemeten en worden aangepast met de potmeter ‘HEAD VOLTAGE’ op de betreffende ingangmodule van de Gasmaster. Controleer de instructies van de detector voor de spanning: 2 V DC is typisch voor een Xgard Type 3 of 4 detector. Laat de sensor 1 uur opwarmen en stel vervolgens de versterkingbalans bij: sluit een meter die op DC mV is ingesteld aan op de testpunten TP12 en TP13 op de ingangmodule van de Gasmaster voor Crowcon Gasmaster Installatie de brugdectector. Stel de potmeter ‘BALANCE’ bij totdat de meter ‘300 mV' aangeeft. Wanneer het juiste teken is geselecteerd, drukt u op volgende , waarna de cursor naar de volgende invoerpositie gaat. Voer op deze manier het volledige wachtwoord in. Als u klaar bent, moet u twee keer op volgende drukken. (Zie 3.7 in hoofdstuk III. Bediening voor meer details over het invoeren van tekst). De sensor kan nu op nul worden gesteld (eerst moet worden vastgesteld dat er geen ontvlambare gassen aanwezig zijn) en gekalibreerd. Let wel: voor sommige soorten gas- of brugsensoren kan het nodig zijn om de instelling van de versterkingsfactor te wijzigen. Deze procedures worden uitgelegd op de technische notitie FGM3-001 die kan worden gedownload van het deel voor Partners op de website van Crowcon. Als alternatief kan men contact opnemen met [email protected]. 4. De Nulstellen-wizard zorgt voor een tijdelijke blokkering, maar als u dat wilt kunt u ook alle kanalen blokkeren tijdens het kalibreren. Algemene blokkering instellen: Blader in het supervisor-menu omlaag naar Inhibit en druk op volgende . Selecteer Alles en druk op volgende . Gebruik de knoppen omhoog of omlaag om blokkering op INHIBIT=AAN te zetten, en druk op volgende om te accepteren. Druk op vorige om terug te keren naar het Supervisor-menu. De blokkerings­ symbolen verschijnen in het kanalenvenster. Kanalen blokkeren: U kunt kanalen direct blokkeren via het Inhibit-menu of via de menu's Nulstellen en Kalibreren. Voer de bovenstaande instructies uit, maar selecteer nu Kanaal #n (waarbij n het kanaalnummer is) in plaats van Alles. 2.12.2. Nulstellen en kalibreren Kalibreren moet apart op elke gasdetector op de Gasmaster worden uitgevoerd. Volg de kalibratiehandleiding die bij elke detector wordt geleverd. Leef altijd de lokale voorschriften en weten regelgeving na. Laat de detector minimaal een uur lang stabiliseren voordat u begint met kalibreren. Raadpleeg de detectorhandleiding voor meer informatie. De Gasmaster is voorzien van Nulstellen- en Kalibratiewizards waarmee u heel gemakkelijk kunt kalibreren. U gebruikt deze via het controlepaneel en de gebruikersmenu's. Hoofdstuk III. Bediening geeft meer informatie over de structuur van de menu's en het gebruik van de bedieningsknoppen. 1. Druk in de normale schermweergave op de knop volgende om de menu's te openen. 5. Gebruik in het Supervisor-menu de knoppen omhoog en omlaag om Nul te selecteren door op volgende te drukken. 2. Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om Supervisor te selecteren en druk vervolgens op volgende . 6. Selecteer het kanaal dat u wilt nulstellen. Druk op volgende om de Nulstellenwizard te doorlopen. 3. U moet nu eerst een wachtwoord invoeren en druk op volgende . 7. Druk op volgende als er ‘…Alleen doorgaan als in schone lucht!…’ wordt weergegeven, en controleer of de detector eerst correct op nul is gesteld (d.w.z. 4 mA) Nulstellen Bij levering is het wachtwoord ZZZ (hoofdletters). Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om het eerste letterteken van het wachtwoord in te voeren. Let op: Druk kort na elkaar twee keer op omhoog of omlaag om direct naar het eerste of het laatste letterteken van het alfabet te gaan. Om cijfers of kleine letters in te voeren, moet u de knop omhoog of omlaag drukken. Druk op volgende De Gasmaster toont ‘Gelukt’ in het scherm als het nulstellen is geslaagd, of ‘Mislukt’ als de detector niet op nul kan worden gesteld. voor Nu nulstellen. 8. Druk op volgende om andere kanalen op nul te stellen of vorige voor het Supervisormenu om door te gaan met kalibreren. 15 Installatie Kalibrering 1. Voer de hierboven bij nulstellen genoemde punten 1 t/m 3 uit om de supervisor-stand te activeren. 2. Zorg, voordat u begint met kalibreren, dat de kanalen zijn geblokkeerd voordat u gas laat stromen. De kanalen kunnen apart of samen worden geblokkeerd. Volg de instructies in stap 4 van Nulstellen. 3. Blader in het Supervisor-menu omlaag en selecteer Kalibreren. 4. Selecteer het kanaal dat u wilt kalibreren. Druk op volgende om de Kalibratiewizard te doorlopen. Zorg dat de kanalen zijn geblokkeerd voordat u gas laat stromen. 5. Het volgende scherm van de wizard toont de standaardconcentratie voor het kalibratiegas, oftewel 50% van het bereik. Zo nodig kunt u deze kalibratiewaarde aanpassen op de concentratie van het gebruikte kalibratiegas. Stel de waarde bij met behulp van omhoog en omlaag en druk dan op volgende . 6. Als er "Gas aanbieden" in het scherm komt te staan, spuit u het gas in de detector en drukt u op volgende . Wacht tot de weergegeven meetwaarden zijn gestabiliseerd. 7. Druk op volgende als de meetwaarde van het betreffende kanaal stabiel is. De detector is dan volgens de instructies gekalibreerd. De Gasmaster toont ‘Gelukt' in het scherm als het kalibreren is geslaagd, of ‘Mislukt’ als de detectorwaarde buiten bereik is. 8. Het kalibreren is beëindigd met de tekst ‘Schone lucht aanbieden’ in het scherm, om aan te geven dat u de detector kunt ventileren. Druk op volgende om een ander kanaal te kalibreren of op vorige om de Supervisor-stand te verlaten en terug te keren naar de normale weergave. 9. Hef na het kalibreren de blokkering van alle kanalen weer op. 16 Crowcon Gasmaster 2.12.3. Brandmeldkanalen testen Om rookdetectoren te testen, blokkeert u het betreffende FIRE-kanaal en controleert u alle detectoren van het circuit stuk voor stuk met een rooktestspuitbus. In het scherm komt bij het kanaal FIRE te staan wanneer de detector wordt geactiveerd. Reset elke detector voordat u de volgende detector in het circuit test zodat u zeker weet dat alle detectoren een alarmmelding geven. Hittedetectoren kunt u op dezelfde manier testen met een warmtepistool. Vlamdetectoren kunnen ofwel een signaal geven door een contact te sluiten, of met een 4-20 mA signaal. Een detector die een contact sluit, kan worden aangesloten in een conventioneel branddetectiecircuit met een weerstand van 470 Ω in serie en een afsluitweerstand van 1k8 op het einde van de lijn, en meldt alleen FIRE of FOUT. Een detector die 4-20 mA levert, wordt aangesloten als een directe 4-20 mA ingang, en kan verschillende alarmniveaus melden die UV-of IR-activering aangeven (zie de handleiding van het apparaat voor meer gegevens). Vlamdetectoren kunt u testen met een zaklamp die UV-of IR-licht produceert (afhankelijk van het type detector). Blokkeer het betreffende kanaal, schijn met het licht op de detector en kijk of er FIRE in het scherm van de Gasmaster komt te staan. Controleer bij 4-20 mA detectoren ook of het juiste alarmniveau wordt weergegeven. 2.12.4. ESU-kanalen testen Om een kanaal te testen dat een ESUomgevingssensor bewaakt, blokkeert u eerst dat kanaal en bemoeilijkt u vervolgens de bemonstering. Kijk nu of alarmniveau 1 wordt weergegeven. Stop de bemonstering handmatig en controleer of alarmniveau 2 wordt geactiveerd. Als er geen alarmmeldingen volgen, moet u wellicht de drempelwaarden veranderen. Zie paragraaf 3.10 voor meer gegevens over het wijzigen van de alarmniveaus. Controleer na de inbedrijfstelling of het systeem volledig correct werkt, of er geen foutmeldingen zijn en of er geen kanalen zijn uitgeschakeld. Crowcon Gasmaster Bediening 3. Bediening Elke Gasmaster wordt door Crowcon voorgeprogrammeerd geleverd, raadpleeg het meegeleverde specificatie- en inspectiecertificaat voor de configuratiegegevens Dit hoofdstuk beschrijft de bediening van de voorgeprogrammeerde units, inclusief de procedures om de instellingen te veranderen. 3.1 Controlepaneel Gasmaster Via het controlepaneel kunt u met de Gasmaster communiceren. U kunt de status van alle aangesloten sensoren bewaken, de systeeminstellingen bekijken en de apparaten configureren. Figuur 3.1 toont het controlepaneel en het standaardscherm onder normale omstandigheden als er geen alarmmeldingen zijn. Storing-LED Fault LED Voedings-LED Power LED Alarm-LED Alarm LED Waarschuwing-LED Warning LED Venster M essagemet and meldingen en channel reminder herinneringen display area kanalen Back Vorige Accept/ Accepteren/ Reset resetten Omhoog Up Omlaag Down #1=CH4 #2=H2S #3=O2 #4=Fire Volgende Continue 1 0 0 LEL 2 Channel Het display area kanalenvenster 0 0 V/V 3 PPM Channel Kanaalnummer number 4 #1=CH4 #2=O2 #3=H2S #4=FIRE In het geval van een alarm geeft het berichtenvenster de betreffende kanalen en hun locatie aan. Zie paragraaf 3.8 voor meer informatie over alarmmeldingen. ALARM: #1=CH4 Boilerruimte Als er alarmmeldingen zijn voor meer dan één kanaal, worden beurtelings alle meldingen weergegeven. In het geval van een storing (of waarschuwing) verschijnen beknopte gegevens van de storing. Zie hoofdstuk 3.9 voor meer informatie over storingsmeldingen. Paragraaf 3.10 geeft meer gedetailleerde storingsmeldingen en waarschuwingen. STORING: =30 Kanaal #3 buiten bereik.. Figuur 3.1 Controlepaneel en knoppen Scherm van de Gasmaster Het scherm van het controlepaneel geeft ononderbroken uitlezingen over maximaal 4 sensoren, plus een scherm voor meldingen en een overzicht van de kanalen. Gasmaster 1 geeft uitlezingen van één sensor plus meldingen. Het berichtenvenster Onder normale omstandigheden, als er geen alarmmeldingen zijn, toont het berichtenvenster een overzicht van de kanaalnummers en de aangesloten typen detectoren. Zo duidt CH4 hieronder bijvoorbeeld op een methaandetector. Het # teken duidt het kanaalnummer aan (bijv. #1 is kanaal 1). Let op: Berichten die langer zijn dan zestien lettertekens worden als lopende tekst weergegeven. Als er tegelijk alarm- en storingsmeldingen zijn, krijgen de alarmmeldingen prioriteit. Het kanalenvenster De Gasmaster 4 beschikt over een groot, duidelijk leesbaar scherm waarop alle gasmeetwaarden tegelijk worden getoond. De Gasmaster 1 kan slechts één gasmeetwaarde weergeven, zie figuur 3.2. De onderstaande afbeelding geeft aan wat er in het kanalenvenster van de Gasmaster kan worden weergegeven. 17 Bediening Storing Fault Waar­ Warning schuwing Kanaal­ Channel blokkering Inhibit Crowcon Gasmaster Channel Kanaalnummer number Gas reading Gasuitlezing 2 is ingedrukt. Deze LED-balk gaat opnieuw knipperen bij ontvangst van een nieuwe alarmmelding. Knoppen van het controlepaneel PPB PPM 0 0 LEL 0 0 V/V Eenheden Units Alarms Alarms Met de vijf bedieningsknoppen kunt u reageren op alarmmeldingen, de instellingen van het systeem bekijken en de Gasmaster configureren. BEVESTIGEN/RESET Druk op bevestigen/reset om de interne sirene en de externe signaalgevers uit te schakelen. Druk nogmaals op bevestigen/ reset om het systeem te resetten. #1=CH4 1 Druk kort na elkaar twee keer op de knop bevestigen/reset om de menu's af te sluiten en terug te keren naar het berichtenvenster. 0 0 LEL OMHOOG en OMLAAG 4 Met de knoppen voor omhoog en omlaag kunt u door de menu's bladeren. Figuur 3.2 Controlepaneel Gasmaster 1 Houd de omhoog- of omlaag-knop ingedrukt om extra snel door de menu's te bladeren. LED's De LED's op het controlepaneel van de Gasmaster geven het volgende aan: Druk kort na elkaar twee keer op omhoog of omlaag om direct naar het eerste of laatste letterteken te gaan bij het invoeren van tekst of van het supervisor-wachtwoord Gele storing-LED: Licht op als er een storing in een detector of in het systeem wordt gedetecteerd (zie pagina 24 voor een overzicht van storingsmeldingen). De storing-LED geeft aan dat het algemene storingsrelais is aangesproken, en u kunt een vergrendelde of niet-vergrendelde werking instellen afhankelijk van de systeemconfiguratie. Gebruik in de Supervisor-stand (zie paragraaf 3.7) de knoppen omhoog en omlaag om de waarden of instellingen te wijzigen. Onder normale omstandigheden, als er geen alarmmeldingen zijn, kunt u de omhoogof omlaag-knop ingedrukt houden om de helderheid van het berichtenvenster te wijzigen. Gele waarschuwing-LED: Licht op als er een waarschuwing wordt gegeven (zie pagina 26 voor een overzicht van waarschuwingen). De waarschuwing-LED dooft automatisch als de oorzaak is verholpen. Groene Aan/Uit-LED: Licht normaal gesproken op als de stroomvoorziening is aangesloten, en gaat elke vijf seconden kort uit om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld. De LED knippert elke seconde als de Gasmaster vanwege stroomuitval op zijn noodstroomvoorziening is overgeschakeld. Rode alarm-balk: Knippert bij ontvangst van een alarmmelding, en licht continu op als de bevestigen/resetknop 18 VOLGENDE Druk op de volgende-knop om de beschikbare menu's te tonen. De menu's zijn toegankelijk tijdens het normale bewaken van de kanalen, en tijdens alarmen storingsmeldingen. De Gasmaster heeft vier standaardmenu's en één geavanceerd menu. Zie figuur 3.4 op pagina 24 voor een overzicht van de Gasmaster-menustructuur. De normale en geavanceerde menu's zijn:  Storingen Overzicht van de actuele storingen n Waarschuwingen Overzicht van actuele waarschuwingen Crowcon Gasmaster Bediening n Bekijk De actuele status van relais, uitgangen, detectoringangen, stroomvoorziening en de configuratie bekijken  Actie Routinematige functies uitvoeren: het controlepaneel of de optische/akoestische alarms testen  Supervisor Uitvoeren van de supervisor-functies met wachtwoordbeveiliging: kanalen blokkeren, kalibreren, testen en configureren Gebruik de knoppen volgende en omhoog en omlaag om de menu's te doorlopen. Druk op de volgende-knop om menu-items te selecteren en uit te voeren, en om naar submenu's en wizard-menu's te gaan. Druk bij het wijzigen en configureren van de Gasmaster op de volgende-knop om de gewijzigde instellingen te accepteren. VORIGE Druk op de vorige-knop om een menu af te sluiten of om acties te annuleren. Druk kort na elkaar twee keer op de vorige-knop om tekstinvoer te annuleren of om terug te gaan naar het hoofdmenu. 3.2 Opstartprocedure Bij het inschakelen van de Gasmaster tijdens het installeren, of als u de Gasmaster opnieuw start, voert de Gasmaster eerst een zelftest uit. De opstartprocedure is hieronder afgebeeld: Beeldscherm en AV-test GASMASTERII = softwareversienummer ...Detecting Gas, Sav lopende tekst #1=CH4 #2=O2 #3=H2S #4=FIRE 3.3 Het schermcontrast wijzigen Wijzig het schermcontrast door omhoog ingedrukt te houden om het contrast te verhogen, of omlaag om het contrast te verlagen. Het contrastniveau wordt getoond. Menucontrast = +++++...... Het schermcontrast van het menuvenster is onafhankelijk van het kanalenvenstercontrast. Druk op volgende terwijl u nog in het menucontrastscherm zit, en selecteer omhoog of omlaag om het menuvenster of het kanalenvenster te kiezen Druk op volgende om dit te selecteren. Wijzig het schermcontrast op de hierboven beschreven manier. Druk op vorige om het te voltooien. 3.4 Het serienummer en de systeemaanduiding van het apparaat weergeven U kunt de systeemaanduiding en het serienummer weergeven tijdens het normale bewaken van de kanalen, en tijdens alarm- en storingsmeldingen. Om de systeemaanduiding en het serienummer weer te geven, moet u vorige ingedrukt houden. Eerst wordt het telefoonnummer van de lokale klantenservice weergegeven, gevolgd door de klantgegevens. Na 10 seconden wordt het serienummer automatisch in een volgend scherm weergegeven (circa 4 seconden lang). Druk op volgende om naar het volgende scherm te gaan. Druk op vorige om naar het vorige scherm terug te keren. Na afloop keert het scherm weer terug naar de normale weergave. 19 Bediening 3.5 Het menusysteem gebruiken Open het menusysteem door op volgende te drukken. De menu's zijn toegankelijk tijdens het normale bewaken van de kanalen, en tijdens alarmen storingsmeldingen. Het berichtenvenster ziet er nu als volgt uit: MENU: Storingen Let op: Als u de menu's eerder al eens heeft gebruikt, wordt het als laatste gebruikte menuitem opnieuw getoond. Als u de laatste keer het supervisor-menu heeft gebruikt, toont het menuvenster het volgende: MENU: Supervisor Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om door de menulijst te bladeren. Om het menu te verlaten, houdt u de bevestigen/reset-knop ingedrukt of drukt u net zo vaak op vorige tot u het menu heeft verlaten. Menuvenster De bovenste regel van het berichtenvenster geeft het huidige menuniveau aan. Sommige menuniveaus hebben sub-menu's en wizards die u helpen bij het configureren. De onderste menuregel geeft het menu-item, de waarde of de instelling weer. Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om door de menulijst te bladeren. Druk op volgende om dit het menu-item te selecteren. Zie figuur 3.5 op pagina 25 voor een overzicht van de menustructuur. Menu-wizards Wizards zijn een uitbreiding van het menusysteem die de gebruiker door een proces begeleiden, zoals bijvoorbeeld het kalibratieproces. Een wizardmenu bestaat uit selectie-stappen, vragen aan de gebruiker en statusschermen. Druk op vorige om terug te gaan naar het vorige scherm of om de wizard te sluiten. De knoppen omlaag en omhoog worden gebruikt om een selectie te wijzigen. Druk op volgende om de huidige selectie te accepteren en door te gaan naar de volgende stap van de wizard. 20 Crowcon Gasmaster Er zijn wizards voor de menu's Nulstellen en Kalibratie in het supervisor-menu. 3.6 Kanalen blokkeren U kunt ingangen tijdelijk blokkeren om alarmmeldingen te voorkomen. Dit kan nodig zijn tijdens het kalibreren van detectoren, of wanneer er in de buurt van een sensor werkzaamheden plaatsvinden die een vals alarm kunnen geven (solderen in de buurt van een rookdetector bijvoorbeeld). U kunt alle ingangskanalen apart blokkeren, of samen. De blokkeeroptie 'inhibit' is beschikbaar via het supervisor-menu, zie het menu-overzicht op pagina 25 voor het starten van deze functie. Bij een blokkade zal de Gasmaster: n Het 'geblokkeerd'-symbool weergeven in het kanalenvenster bij het betreffende kanaal. De gele waarschuwing-LED laten oplichten.  Bij een alarmmelding op een geblokkeerd kanaal zal de Gasmaster:  Het alarmsymbool weergeven in het kanalenvenster bij het betreffende kanaal.  De rode alarm-LED balk laten oplichten.  De alarmtekst van het betreffende kanaal weergeven. De Gasmaster zal niet:  De relais van het betreffende kanaal bedienen.  De externe optische en akoestische alarms inschakelen.  De interne sirene inschakelen. Als u een kanaal permanent wilt uitschakelen, activeer dan de supervisor-stand en stel het type van de betreffende detector in op Ongebruikt (zie 3.10 op pagina 23). Dat kanaal wordt dan niet meer weergegeven in het scherm en de stroomvoorziening naar de detector wordt uitgeschakeld. Waarschuwing Crowcon raadt u ten zeerste aan om uitsluitend sleutelschakelaars te gebruiken voor blokkering op afstand die alleen toegankelijk zijn voor geautoriseerd personeel. Als u het Gasmaster-systeem blokkeert en geen andere beveiligingsmaatregelen treft, kan de gewenste veiligheid niet worden gegarandeerd. Zorg dat alle betrokken werknemers weten wanneer het Gasmaster-systeem is geblokkeerd. Crowcon Gasmaster Bediening 3.7 Het gebruik van het controlepaneel in de supervisorstand In de supervisor-stand zijn alle functies beschikbaar waarmee ter zake kundige werknemers het systeem kunnen installeren en de sensoren kunnen configureren Dit menu is met een wachtwoord beveiligd om misbruik en onbedoelde wijzigingen te voorkomen. Via het controlepaneel kunt u de menu-items en bijbehorende waarden selecteren om de relais en de sensoren te configureren. Alle menu-items worden uitgelegd in 3.10 op pagina 23. in. Als u klaar bent, moet u twee keer op volgende drukken. Let op: Als de supervisor-stand is geactiveerd, licht de alarm-LED op het controlepaneel op Waarden uit een lijst kiezen 1. Gebruik in het geselecteerde menu-item de knoppen omhoog en omlaag om door de beschikbare items in de lijst te bladeren. Als de gewenste waarde wordt weergegeven, druk dan op de volgende knop. Als u bijvoorbeeld de eenheden van een kanaal instelt, kunt u kiezen uit: geen, FIRE, PPB, PPM, %LEL en %VOL. Bij het bladeren verschijnt het symbool van de eenheid in het scherm. Druk op volgende maken. De menuweergave keert terug naar het volgende menu-item in de lijst. U kunt de instellingen wijzigen door: n waarden uit een lijst te kiezen  numerieke waarden te wijzigen  teksten te wijzigen Het activeren van de supervisor-stand 1. Druk op volgende openen. om de menu's te 2. Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om Supervisor te selecteren en druk vervolgens op volgende . 3. U moet nu eerst een wachtwoord invoeren, druk op volgende . Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om het eerste letterteken van het wachtwoord in te voeren. Bij levering is het wachtwoord ZZZ. Let op: Druk kort na elkaar twee keer op omhoog of omlaag om direct naar het eerste of het laatste letterteken van het alfabet te gaan. Om cijfers of kleine letters in te voeren, moet u de knop omhoog of omlaag in blijven drukken. Voor het gemak begint het zoeken naar het volgende letterteken op dezelfde plaats in de alfanumerieke lijst als het vorige letterteken. Om ‘ZZZ’ in te voeren, selecteert u met omhoog en omlaag de eerste letter, en daarna drukt u op omlaag en volgende, omlaag en volgende. Wanneer het juiste teken is geselecteerd, drukt u op volgende , waarna de cursor naar de volgende invoerpositie gaat. Voer op deze manier het volledige wachtwoord om uw keuze te Waarden en parameters wijzigen 1. Selecteer het gewenste menu-item en druk op de volgende knop. Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om de waarde van de parameter te wijzigen. Druk op volgende om de nieuwe waarde te accepteren. De menuweergave keert terug naar het volgende menu-item in de lijst. Teksten wijzigen 1. Selecteer het gewenste menu-item en druk op de volgende knop. Er verschijnt een knipperende cursor onder het eerste letterteken van de tekst. De wijzigingstand is nu ingeschakeld. Gebruik de omhoog en omlaag knoppen om door de lettertekens te bladeren. Zie bijlage D voor meer informatie Let op: Druk kort na elkaar twee keer op omhoog of omlaag om direct naar het eerste of het laatste letterteken van het alfabet te gaan. Om cijfers of kleine letters in te voeren, moet u de knop omhoog of omlaag indrukken. Wanneer het juiste teken is geselecteerd, drukt u op volgende , waarna de cursor naar de volgende invoerpositie gaat. 21 Bediening Let op: Het volgende letterteken begint op dezelfde plaats als de vorige. Bij het wijzigen van een bestaande tekst kunt u op volgende drukken als u het letterteken boven de cursor wilt behouden. Druk om lettertekens te wissen op vorige , dan worden alle lettertekens rechts van de cursor gewist. Als er per ongeluk een tekst is verwijderd, klikt u twee maal kort op vorige om het menu-item te verlaten. De oorspronkelijke tekst wordt behouden. Voer op deze manier de rest van de tekst in. Druk tenslotte nog een keer op de volgende knop. 3.8 Bij een alarmmelding Bij een alarmmelding geeft het berichtenvenster aan welk kanaal het alarm meldt met de locatie van de detectoren (mits deze informatie in de configuratie is geprogrammeerd), begint de alarmLED te knipperen, gaan de interne sirene en de aangesloten optische en akoestische alarms af, en ook de externe alarmsystemen die op de kanaalrelais zijn aangesloten. Als meer dan één kanaal een alarmmelding geeft, worden deze kanalen om en om weergegeven. Het kanalenvenster in figuur 3.3 geeft aan dat kanaal #2=CH4 (methaan) een alarmmelding geeft. Beurtelings worden het kanaaltype en de gasmeetwaarde weergegeven. Gasdetectoren Bij de kanalen die een alarmmelding geven, verschijnt een alarmsymbool in het kanalenvenster, afgewisseld met het type detector. De Gasmaster kan verschil maken tussen lage en hoge alarmniveaus. Deze niveaus kunnen door de gebruiker worden ingesteld op stijgen en dalen. Branddetectoren Bij een alarmmelding van een branddetector komt er FIRE in het kanalenvenster te staan. Brandmeldkanalen kennen slechts één alarmniveau. Let wel: door op de knop voor bevestigen/reset te drukken om een alarm van conventionele branddetectoren te verwijderen, wordt de stroom naar de rook/hittedetector 2 seconden lang uitgeschakeld om het apparaat te resetten (deze brand-resettijd is verstelbaar; zie pagina 33). Er gaat tevens een stabilisatietijd van 2 seconden in 22 Crowcon Gasmaster om de detector de tijd te geven om tot rust te komen; de waarschuwingsdriehoek verschijnt voor dat kanaal en de alarms en relais blijven tijdens deze stabilisatieperiode actief. ESU-omgevingssensoren ESU-omgevingssensoren waarbij de bemonstering wordt bemoeilijkt, geven ESU aan. Niveau 1 betekent vertraagd en niveau 2 betekent gestopt De sirene uitschakelen Druk op de knop bevestigen/reset van het controlepaneel (of op de afstandsbedieningsknop indien deze is geïnstalleerd). De alarm-LED stopt met knipperen maar blijft wel oplichten. Het kanalenvenster toont de gasmeetwaarde. Als de alarmtoestand is verholpen, druk dan op bevestigen/reset om vergrendelde alarms te resetten. 2 0 0 LEL Figuur 3.3 Voorbeeldsysteem bij alarm 3.9 mV-kanalen: Pellistorbeveiliging Om brugsensoren tegen schade te beveiligen bij blootstelling aan hoge gasconcentraties, worden detectoren van ontvlambare gassen die op een mV-brugingang zijn aangesloten beveiligd via een ‘Pellistorbeveiliging’-stand. Als het signaal van de sensor 95%LEL overschrijdt, verwijdert het systeem de stroom van de sensor. De kanaal gaat over op storing en de melding “Kanaal #n: pellistorbeveiliging” verschijnt in het storingenmenu. Deze status wordt 200 seconden vergrendeld, waarna hij handmatig kan worden gereset: de stroom wordt weer aangesloten en de vooringestelde stabilisatieperiode wordt weer toegepast om de sensor te laten stabiliseren. Alarmrelais blijven tijdens deze stabilisatieperiode actief. Aanbevolen wordt om voor de reset te verifiëren dat er geen ontvlambare gassen in het gebied van de detector achterblijven. In de stand voor pellistorbeveiliging toont het kanalenvenster ‘or’ om aan te geven dat de sensor is blootgesteld aan een hoge gasconcentratie. Een horizontale balk licht boven, in het midden en onder Crowcon Gasmaster Bediening op terwijl de 200 seconden worden doorlopen, en de middelste balk knippert op zich wanneer de tijd om is en het kanaal kan worden gereset. #1=Det ALARM Channel #1 Druk op bevestigen/reset om de storingsmelding van het scherm te verwijderen. Ga naar het storingenmenu voor een overzicht van alle actuele storingen. 2 0 0 LE staat nu STORING: en het storingsnummer. In het onderste deel van het berichtenvenster verschijnt de storingstekst. Berichten die langer zijn dan 16 lettertekens lopen als een lichtkrant over het scherm. L Een lijst met storingen is te vinden in "Menuoverzicht" op pagina 24. 3.11 Figuur 3.4 Let wel: er wordt sterk aanbevolen om sensoren opnieuw te balanceren en kalibreren nadat ze zijn blootgesteld aan hoge gasconcentraties. Let wel: de pellistorbeveiliging kan zo nodig voor elk kanaal apart worden uitgezet. De ‘Waarschuwing’LED blijft branden wanneer pellistorbeveiliging voor dat kanaal is uitgezet; na 15 minuten wordt de pellistorbeveiligingsfunctie automatisch weer aangezet (deze kan tevens op elk moment via het supervisormenu worden aangezet). Functies waarbij pellistorbeveiliging wordt uitgezet: • Wanneer de stand voor pellistorbeveiliging handmatig op ‘Uitgschkld’ is gezet. • Wanneer het kanaal in de blokkeerstand staat (opmerking: bij het gebruik van de kalibratiefunctie is pellistorbeveiliging aangezet als het kanaal niet is geblokkeerd). Let wel: het kanaal blijft in de stand voor pellistorbeveiliging uitgezet totdat hij handmatig weer wordt aangezet of tot de time-outperiode van 15 minuten om is. • Wanneer de functie ‘Simuleer ingang’ wordt gebruikt om de gasuitlezing voor het kanaal op te schroeven. Let wel: het kanaal blijft in de stand voor pellistorbeveiliging uitgezet totdat hij handmatig weer wordt aangezet of tot de time-outperiode van 15 minuten om is. Pellistorbeveiliging gaat weer over op ‘aan’ als de Gasmaster uit en weer aan is gezet. Raadpleeg het deel over Supervisor-menu voor informatie over het aan-/uitzetten van pellistorbeveiliging. 3.10 Bij een storingsmelding Bij een storingsmelding licht de storing-LED op en klinkt de interne sirene. In het berichtenvenster Systeemconfiguratie Uw Gasmaster wordt voorgeprogrammeerd geleverd, maar u kunt de relais- en alarminstellingen wijzigen, de detectorwaarden aanpassen, kalibraties uitvoeren en andere controles starten. U kunt de Gasmaster via het controlepaneel en de menu's configureren. Op de volgende pagina's vindt u meer informatie over de menustructuur en de configuratie-opties, zie Figuur 3.5 op pagina 25 voor een overzicht van de menustructuur. Om uw systeemconfiguratie te wijzigen, moet u de supervisor-stand activeren. Deze stand is beveiligd met een wachtwoord om misbruik en onbedoelde wijzigingen te voorkomen. (Zie deel 3.7 voor informatie over het openen van de Supervisor-stand.) Ga voor nadere informatie over het testen van het Gasmaster systeem naar "Onderhoud" op pagina 35. Met de Gasmaster PC-software kunt u de systeemconfiguratie ook met een pc uitvoeren. Het gebruik van de Gasmaster PC-software vereist het gebruik van een als optie verkrijgbare communicatiepoort. Neem contact op met Crowcon voor meer informatie. 3.11.1. E  en kanaal opnieuw configureren Uw Gasmaster-systeem wordt voorgeprogrammeerd geleverd, maar u moet de configuratie aanpassen als u een detector vervangt of een nieuwe detector toevoegt. Dit deel geeft details over het configureren van kanalen, zie pagina 33 ‘Kanalen #1 tot #4’ in het supervisor-configuratiemenu 3.11.2. Beperkingen Als de Gasmaster wordt gebruikt op een andere manier dan in deze handleiding wordt gespecificeerd, kan dat nadelige gevolgen hebben voor de veiligheid. 23 Menu-overzicht Crowcon Gasmaster Menu-overzicht De volgende pagina's geven een gedetailleerde beschrijving van het menusysteem. Gebruik afbeelding 3.4 als richtlijn voor het vinden van menu-items. Gasmaster heeft vijf standaardmenu's: Storingen, Waarschuwing, Bekijk, Acties en Supervisor. De Gasmaster kan alleen in het Supervisor-menu worden geconfigureerd. Dit hoofdstuk bevat tabellen met beschikbare menu-items en de beschikbare waarden. Storingenmenu Zie "Het gebruik van het controlepaneel in de supervisorstand" op pagina 21 voor instructies over het wijzigen van instellingen. Let op: Op het scherm verschijnen nooit meer dan twee regels tegelijkertijd. Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om extra menu-items of waarden weer te geven. Gebruik Volgende om keuzen te selecteren en Vorige om het menu te verlaten. (overzicht van actuele storingen in het systeem) Menuitem Waarden Omschrijving Geen storingen (einde lijst) Er zijn geen storingen aanwezig Storingen Meetfout! Fatale storing, neem contact op met Crowcon. 1 of 2 Waarschuwing - Batterij laag De inkomende voeding is defect en de interne batterijvoeding is nu slechts 22 volt. 4 Relais voedingsspanning defect Voedingsrail naar relais is defect en relais werken niet meer. Neem contact op met Crowcon 5 Hoofdvoeding defect Hoofdvoeding is defect en het systeem werkt op batterijen 6 Fatale hardware-fout Fatale storing, neem contact op met Crowcon. 7 Standaard configuratie geladen Systeem is overgegaan op standaard configuratie-instellingen. Configureer opnieuw via het supervisor-menu. 8 Verzamelrelais defect Spoelfout waargenomen. Neem contact op met 9, 10, 11 Crowcon Kanaal #1 relais defect Spoelfout waargenomen in kanaalrelais. Neem contact op met Crowcon.* 12 t/m 19 ESU #1 gestopt! ESU-bemonstering is gestopt.* 20 t/m 23 ESU #1 langzaam! ESU-bemonstering is vertraagd.* 24 t/m 27 Kanaal #1 buiten bereik Ingangssignaal detector ligt boven 21,5 mA. Onderzoek de detector, maar neem voorzorgsmaatregelen omdat er hoge gasconcentraties kunnen zijn.* 28 t/m 31 Kanaal #1 onder bereik Ingangssignaal detector ligt onder 3 mA. Controleer detector.* Als het 'Instellen 2 mA'commando is ingesteld op Waarschuwing of Inhibit bij de kanaalconfiguratie, wordt deze storingsmelding getoond als het ingangssignaal daalt tot onder 1 mA. 32 t/m 35  anaal #n: K pellistorbeveiliging mV-brugdetector is blootgesteld aan gas boven 95%LEL. Er wordt een timer van 200 seconden geactiveerd, waarna de storing kan worden gereset. 36-39 (zoals in het scherm) Storing­ codes * #1 geeft het kanaalnummer aan en kan dus #2, #3 of #4 zijn bij de Gasmaster. De storingcodes zijn indien van toepassing genummerd op basis van het kanaal (bijv. storingcode 19 betekent dat er een storing is in het niveau 2 alarm-relais van kanaal 4). 24 Crowcon Gasmaster Menu-overzicht Druk op VOLGENDE Storingen Waarschuwingen Bekijk Actie Supervisor Storingen­ menu Waarschuwingen­ menu Overzicht van actuele storingen Overzicht van actuele waarschuwingen Bekijk: Relais alg stat Alarm L1 alg. Alarm L2 alg. Fout algemeen Bekijk: Relais kan stat Alarm L1 (Kanaal 1 tot 4)* Alarm L2 (Kanaal 1 tot 4)* Bekijk: Configuratie: Relais algemeen Alarm L1 alg. Alarm L2 alg. Fout algemeen Let op: * Voor ongebruikte kanalen zijn de menu-items verborgen † Uitsluitend zichtbaar voor 4-20 mA Sink/SRC ‡ Uitsluitend zichtbaar voor Fire conv type Bekijk-menu Relais alg stat Relais kan stat Uitgangstatus Ingangstatus Voedingstatus Configuratie Bekijk: Configuratie Systeem Taal AV-besturing Relais algemeen Kanaal 1 tot 4* Bekijk: Configuratie: Kanaal 1 tot 4* Type Naam Locatie Eenheden† Bereik† Nul onderdrukken† Instellen 2mA† Stabiliseertijd Brand-reset-tijd‡ Alarm 1 (Zie SupervisorAlarm 2 configuratie) Actiemenu Supervisor­ menu Displaycontrast Controlepaneel Audiovisueel Alle opties in Supervisor­menu zijn met een wachtwoord beveiligd. Zie pagina 20 voor informatie over dit menu. Supervisor: Test Relais algemeen Kanaal 1 tot 4* Supervisor: Configuratie: Relais algemeen Alarm L1 alg. Alarm L2 alg. Fout algemeen Supervisor: Configuratie: Kanaal #1 tot 4* Alarm 1 & Alarm 2 Richting Aan drempel Uit drempel^ Relais type Relais sturing Indicatie^ Wachtwoord Inhibit Pellistorbeveil Nulstellen Kalibreren Test Configureren Supervisor: Configuratie Systeem Taal AV-besturing Relais algemeen Kanaal 1 tot 4* Supervisor: Configuratie: Kanaal #1 tot 4* Type Naam Locatie Eenheden† Bereik† Nul onderdrukken† Instellen 2mA† Stabiliseertijd Brand-reset-tijd‡ Alarm 1 Alarm 2 ^Niet aanwezig voor Alarm 2 Figuur 2.5 Overzicht van menusysteem 25 Menu-overzicht Crowcon Gasmaster Waarschuwingenmenu Menu-item (overzicht van actuele waarschuwingen in het systeem) Waarden Omschrijving Storingcodes (zoals in het scherm) Geen waarschuwingen (einde lijst) Waarschuwingen Supervisorstand Geen waarschuwingen Systeemconfiguratie wellicht gewijzigd. 1 Totale uitgangblokkering Alle ingangkanalen zijn geblokkeerd. 2 Testen audiovisueel alarm Akoestische en optische uitgangen worden aangestuurd. 3 Service/kalibratie vereist Service- of kalibratie-interval is verlopen. 4 Verzamelrelais geforceerd Verzamelalarm- of storingrelais worden 5, 6, 7 in de ‘alarm’-status geforceerd. Hoofdvoeding defect Hoofdvoeding is defect en het systeem 8 werkt op batterijen Detector #1 stabiliseert Detector doorloopt momenteel de 9, 17, 25, 33 stalisatie- of resetperiode*, (zie pagina 30). Detector #1 ingang laag Ingangssignaal detector ligt tussen 1 en 3 mA.* Geldt alleen als het 'Instellen 2 mA'-commando is ingesteld op 'Waarschuwing' in de kanaalconfiguratie. 10, 18, 26, 3 Detector #1 veroorzaakte inhibit Er is een 2 mA blokkeersignaal ontvangen van een detector.* Geldt alleen als het 'Instellen 2 mA'commando is ingesteld op 'Inhibit' in de kanaalconfiguratie. 11, 19, 27, 35 Kanaal #1 geblokkeerd Ingangskanaal heeft de geblokkeerde status*. 12, 20, 28, 36 Kanaal #1 ingang gesimuleerd Kanaalingang wordt in de teststand geforceerd.* 13, 21, 29, 37 Kanaal #1 uitgang geforceerd Analoge kanaaluitgang wordt in de teststand geforceerd.* 14, 28, 30, 38 Kanaal #1 relais geforceerd Alarmrelais van kanaal wordt in de teststand geforceerd.* 15, 16, 23, 24, 31, 32, 39, 40 Pellistorbeveilig. kanaal 1 uit Pellistorbeveiliging is uitgeschakeld. De sensor kan beschadigd zijn indien blootgesteld aan gasconcentraties boven 100%LEL. * #1 geeft het kanaalnummer aan en kan dus #2, #3 of #4 zijn bij de Gasmaster. 26 41,42,43,44 Crowcon Gasmaster Menu-overzicht Bekijk-menu (toont de systeemstatus en de configuratie, maar u kunt hier niets wijzigen.) Menu-item Waarden Omschrijving (zoals in het scherm) Relais alg stat Alarm L1 alg. Waarden = Geen alarm In alarm Alarm L2 alg. Waarden = Geen alarm In alarm Fout algemeen Waarden = Geen alarm In alarm L1 = niveau 1. L2 = niveau 2. De 'waarden' geven de huidige status van elk relais aan (afhankelijk van de configuratie zijn de relais al dan niet standaard bekrachtigd): Bij 'Geen alarm' staat het relais in de normale stand. Bij 'In alarm' staat het relais in de alarm- of storingstand. Relais kan stat Alarm L1 #1 Waarden = Geen alarm In alarm #1 heeft betrekking op het ingangskanaal. Ga met de knop omlaag naar behoeven naar kanaal #2, #3, #4. L1 = niveau 1. L2 = niveau 2 (druk op de knop omlaag om niveau 2 te bekijken). De 'waarden' geven de huidige status van elk relais aan (afhankelijk van de configuratie zijn de relais al dan niet standaard bekrachtigd): Bij 'Geen alarm' staat het relais in de normale stand. Bij 'In alarm' staat het relais in de alarmstand. Alarm L2 #1 Waarden = Geen alarm In alarm Uitgangstatus Uitgang #1 Waarden = 0,0 tot 25,5 mA #1 heeft betrekking op het ingangskanaal. Ga met de knop omlaag naar behoeven naar kanaal #2, #3, #4. De 'waarden' tonen het huidige actuele uitgangsniveau van het kanaal. Ingangstatus Ingang #1 Waarden = 0,0 tot 66,7 mA, #1 heeft betrekking op het ingangskanaal. Ga met de knop omlaag naar behoeven naar kanaal #2, #3, #4. De 'waarden' tonen het huidige actuele ingangssignaalniveau van het kanaal. Voedingstatus Voeding Waarde = 19,8 tot 40 V Toont de gelijkstroomvoeding van ofwel de interne voeding of een externe gelijkstroomvoeding. Configuratie Zie tabel Supervisormenu : * #1 geeft het kanaalnummer aan en kan dus #2, #3 of #4 zijn bij de Gasmaster. 27 Menu-overzicht Actiemenu Menu-item Audiovisueel Controlepaneel Crowcon Gasmaster (voor eenvoudige tests en instellingen.) Waarden (zoals in het scherm) Audiovisueel: Test alarm? Stuurt audiovisuele alarmaansluitingen aan om externe signaalgevers te testen Waarden = Testen flitser Flitseruitgang wordt 3 sec. ingeschakeld, gevolgd door; Testen alarm L1 Akoestisch alarm niveau 1 wordt 3 sec. ingeschakeld, gevolgd door; Testen alarm L2 Akoestisch alarm niveau 2 wordt 3 sec. ingeschakeld, gevolgd door: Test compleet Uitgangen uitgeschakeld en scherm gaat weer over op audiovisueel menu Controlepaneel: start test? Druk op 'volgende' om het LCD-scherm, de LED's en de interne sirene 3 sec. lang te testen. De weergave keert terug naar het controlepaneel Test compleet Displaycontrast 28 Omschrijving Beeldscherm: Waarden = Menucontrast Kanaalcontrast Wijzigt het contrast van het berichtenvenster Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om het contrast van het scherm aan te passen Crowcon Gasmaster Menu-overzicht Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wachtwoord is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.) Menu-item Inhibit Waarden (zoals in het scherm) Omschrijving Alles Waarden = Inhibit uit Inhibit aan Indien geselecteerd, worden alle ingangskanalen geblokkeerd. Wordt uitsluitend in supervisorstand gebruikt voor kalibreren en testen Kanalen #1, #2, #3, #4 Waarden = Inhibit uit Inhibit aan Blokkeert individuele kanalen. NB De blokkering blijft gehandhaafd nadat de Supervisor-stand wordt verlaten Pellistorbeveil Kanalen #1, #2, #3, #4 Waarden = Aan of Uit Beveiligt brugsensoren die op mV pellistor-ingangmodules zijn aangesloten tegen schade bij blootstelling aan hoge gasconcentraties. Als het aan staat, verwijdert het systeem de voeding naar de sensor minimaal 200 seconden als het signaal groter is dan 95%LEL. Nulstellen Nulstellen-wizard Selecteer kanaal Waarden = #1=naam #2=naam #3=naam #4=naam Selecteer met de omlaag-knop het kanaal om nul te stellen. Voer daarna de wizard-instructies uit. Selecteer kanaalblokkering Blokkeren wordt niet getoond als een kanaal al is geblokkeerd via het menu hierboven. Waarden = Inhibit aan Inhibit uit Bevestiging gebruiker Herinnert de gebruiker eraan dat de detector op nul is Alleen doorgaan in schone gesteld en nu geen gas detecteert. lucht! Resultaat Waarden = Gelukt Mislukt Kalibreren Kanaal is correct op nul gesteld Ingangssignaal buiten bereik, stel de detector opnieuw op nul en controleer of de uitgang 4 mA is. Kalibratie-wizard Selecteer kanaal Waarden = #1=naam #2=naam #3=naam #4=naam Cal #1 niveau Waarden = 25% - 100% van bereik Selecteer met de omlaag-knop het kanaal voor kalibratie. Voer daarna de wizard-instructies uit. Heeft betrekking op de concentratie van het kalibratiegas U kunt alleen kalibreren met een gasconcentratie van minimaal 25% van het volledige bereik van de sensor. Voer met de knoppen omhoog en omlaag de concentratie van het kalibratiegas in (bijv. 50% LEL, 10 ppm, enz.). De Gasmaster slaat de ingevoerde gaswaarde op zodat u hem bij de volgende kalibratie niet opnieuw hoeft in te voeren. Selecteer kanaalblokkering Waarden = Inhibit aan Inhibit uit Blokkeren wordt niet getoond als een kanaal al is geblokkeerd via het Inhibit-menu. 29 Menu-overzicht Crowcon Gasmaster Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wacht- vervolg woord is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.) Menuitem Waarden (zoals in het scherm) Actie gebruiker Gas aanbieden Omschrijving Laat gas stromen en kalibreer de detector. Bevestiging gebruiker Druk op 'volgende' als de detector is gekalibreerd en het juiste  Doorgaan bij stabiele uitlezing uitgangssignaal levert. Kalibreren Kalibratie-wizard vervolg Resultaat Waarde = Gelukt Mislukt Kanaal is correct gekalibreerd. Ingangssignaal lag buiten acceptabel bereik. Kalibreer de detector nogmaals en controleer of de uitgangsstroom klopt met het gasniveau Actie gebruiker Schone lucht aanbieden Herinnert de gebruiker er aan om het kalibratiegas te verwijderen en de detector bloot te stellen aan schone lucht. Test Relais algemeen Dient voor het simuleren van ingangen en uitgangen bij testen en inbedrijf­ stelling. Relais alarm L1 Alarm L1 alg Waarden = Geen alarm In alarm Forceert algemeen niveau 1, 2 of foute relais. L1 = niveau 1. L2 = niveau 2. De 'waarden' geven de huidige status van elk relais aan (afhankelijk van de configuratie zijn de relais al dan niet standaard bekrachtigd): ‘Geen alarm’ of ‘Geen fout’ betekent dat het relais in de normale stand staat. ‘In alarm' of ‘In fout’ betekent dat er een alarm of storing is voor het relais. Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om de status van het relais te wijzigen. Druk op 'vorige' om af te sluiten, en dan gaat het relais weer over op de normale stand. Relais Alarm L2 Alarm L2 alg Waarden = Geen alarm In alarm Storing Fout algemeen Waarden = Geen fout In fout Kanaal #1, #2, #3, #4 Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om het gewenste kanaal te selecteren. Het kanaalwaarschuwingssymbool r wordt getoond. De kanaalalarmrelais kunnen op de hierboven beschreven wijze worden getest. Simuleer ingang #1 Waarden = 0,0 - 25,5 mA Wanneer geselecteerd, wordt het signaalniveau aan de ingang van het geselecteerde kanaal getoond (bijv. 4,1 mA). Het kanaalwaarschuwingssymbool r wordt getoond. Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om de ingang op het vereiste niveau te forceren. De weergave in het kanalenvenster zal meelopen en bij de ingestelde drempelwaarden worden ook de alarms geactiveerd. Druk zo nodig op de bevestigen/reset-knop om de alarms uit te schakelen. Druk op 'vorige' om af te sluiten en de ingang weer normaal te laten werken. 0,0 - 66,7 mA voor brand­ detectoren Forceer uitgang #1 Waarden = 0,0 - 25,5 mA 30 Wanneer geselecteerd, wordt het signaalniveau aan de analoge uitgang van het geselecteerde kanaal getoond (bijv. 4,1 mA). Het kanaalwaarschuwingssymboolrwordt getoond. Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om de uitgang op het vereiste niveau te forceren. Er worden op de Gasmaster geen alarms geactiveerd. Dient om afstandsbeeldschermen te testen. Druk op 'vorige' om af te sluiten en de uitgang weer normaal te laten werken. Crowcon Gasmaster Menu-overzicht Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wacht- vervolg woord is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.) Menu-item Waarden (zoals in het scherm) Relais alarm L1 Waarden = Geen alarm In alarm Relais Alarm L2 Waarden = Geen alarm In alarm Omschrijving Forceert niveau 1, 2 relais voor de geselecteerd kanaal. Het kanaalwaarschuwingssymbool r wordt getoond. De functie van de aansluitingen hangt er vanaf of het relais normaal bekrachtigd is of niet. Druk op 'vorige' om af te sluiten en het relais weer normaal te laten werken. Configureren Selecteren vanuit de onderstaande configuratie-sub-menu's Dient om systeeminstellingen te wijzigen Systeem ModBus adr Waarden = 1 tot 254 Uitsluitend nodig voor digitale RS-485 communicatie. Er kan een willekeurig adres in het bereik worden gekozen. Als er meer dan één apparaat is aangesloten op een 'Master'controller, moet u elke Gasmaster een ander adres geven. Seriële comm Waarden = 9600, 8, N, 1 9600, 8, N, 2 Dit zijn de benodigde RS-485 communicatie-instellingen; Gasmaster is standaard ingesteld op 2 stopbits. Identiteit Waarden = reeks met 16 tekens U kunt een systeemnaam invoeren die in het scherm van de Gasmaster wordt getoond in sommige menu's (zie paragraaf 3.4). Voer met de knoppen omhoog en omlaag de gewenste lettertekens in en druk op 'volgende' om de invoer te bevestigen. Stroomstoring Waarden = ALS WAARSCHUWING Bepaalt of een stroomstoring als storing of ALS STORING waarschuwing wordt beschouwd Taal Taal De taal staat standaard op Engels. Een tweede taal is Waarden = English (UK) mogelijk afhankelijk van de systeemconfiguratie. instelbaar AV-besturing Flitser type Waarden = Vergrendeld Niet-vergrendeld Flitser type Waarden = Vergrendeld Niet-vergrendeld Vergrendeling geaccepteerd Bepaalt de werking van optische alarmgevers die zijn aangesloten op de aansluiting ‘AV1 Drive'. Vergrendeld betekent dat het optische alarm blijft knipperen als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt, en pas stopt met knipperen als de alarmmelding is opgeheven en nogmaals op bevestigen/ resetknop wordt gedrukt. Niet-vergrendeld betekent dat het optische alarm blijft knipperen als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt, maar dat het automatisch stopt als de nietvergrendelde alarmmeldingen zijn gereset. Bepaalt de werking van de akoestische alarms die op de 'AV2/3 Drive'-aansluitingen zijn aangesloten. Vergrendeld betekent dat het akoestische alarm blijft klinken als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt, en pas stopt als de alarmmelding is opgeheven en de bevestigen/reset-knop nogmaals wordt ingedrukt. Niet-vergrendeld betekent dat het optische alarm blijft klinken als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt, maar dat hij stopt als de alarmmelding is opgeheven. Vergrendeling geaccepteerd betekent dat bij een alarm het akoestische alarm wordt uitgeschakeld als op de bevestigen/reset-knop wordt gedrukt. 31 Menu-overzicht Crowcon Gasmaster Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wacht- vervolg woord is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.) Menu-item Relais algemeen Waarden (zoals in het scherm) Alarm L1 alg. Bepaalt de werking van de algemene alarm- en storingrelais. Type L1 = niveau 1. Alarm 1 type L2 = niveau 2. Waarden = Vergrendeld Vergrendeld betekent dat het relais bij een alarm geactiveerd Niet-vergrendeld blijft als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt, en pas  Vergrendeling wordt gereset als de alarm- of storingsmelding is opgeheven geaccepteerd en nogmaals op bevestigen/reset-knop wordt gedrukt. Besturing Niet-vergrendeld betekent dat het relais geactiveerd blijft Alarm 1 sturing als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt, maar dat Waarden = Gedeactiveerd hij automatisch wordt gereset als de alarmmelding is Geactiveerd opgeheven. Vergrendeling geaccepteerd betekent dat het relais bij een alarm of storing wordt gereset als er op de bevestigen/ reset-knop wordt gedrukt. Alarm L2 alg. Type Alarm 2 type Waarden = Vergrendeld Niet-vergrendeld Vergrendeling geaccepteerd Besturing Alarm 2 sturing Waarden = Gedeactiveerd Geactiveerd Fout algemeen Type Fout type Waarden = Vergrendeld Niet-vergrendeld Besturing Fout besturing Waarden = Gedeactiveerd Geactiveerd 32 Omschrijving Gedeactiveerd betekent dat het relaisspoel niet is bekrachtigd als er geen alarm is (normaal gedeactiveerd). Geactiveerd betekent dat de relaisspoel wel is bekrachtigd als er geen alarm is (normaal bekrachtigd of 'fail-safe’) Crowcon Gasmaster Menu-overzicht Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wacht- vervolg woord is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.) Menu-item Kanaal #1 tot 4 Druk op de knoppen omhoog en omlaag voor Configuratie Kanaal #1 om de configuratie voor kanaal #2, #3 en #4 te doorlopen. Waarden (zoals in het scherm) Omschrijving Stel het ingangstype in voor elk kanaal, De jumpers op de aansluitprintplaat moeten ook juist worden geplaatst (zie paragraaf 2.8 voor gegevens). Type Waarden = Ongebruikt DET 4-20 SRCE DET 4-20 SINK FIRE 4-20 SRCE FIRE 4-20 SINK FIRE CONV ESU PELLISTOR Geen detector aangesloten 4-20mA actieve gasdetector 4-20mA passieve gasdetector 4-20mA actieve vlamdetector 4-20mA passieve vlamdetector Conventionele rook/hitte- of brandmelders ESU-omgevingssensor uitsluitend ingangmodules en detectoren van het mV-brugtype Naam Naam detector (bijv. CH4 voor methaan-, O2 voor Waarden = reeks van 4 tekens zuurstof-, FIRE voor rook/hitte-detectoren) Locatie Optioneel. Detectorlocatie of omschrijving verschijnt in het Waarden = reeks van 32 tekens berichtenvenster bij een alarm (voorbeeld: Boilerruimte). *Opties worden uitsluitend getoond voor 4-20 mA ingangs­ kanalen *Opties worden uitsluitend getoond voor 4-20 mA ingangs­ kanalen Eenheden* Waarden = Geen %LEL PPB PPM %VOL FIRE Bereik Waarden = 0 tot 9999,9 Nulonderdrukking (NPO)* Waarden = Aan Uit Bijv. voor een ESU-kanaal Voor ontvlammingskanalen detectoren voor toxische gassen met zeer klein bereik Algemene detectoren voor toxische gassen Detectoren voor zuurstof of andere hoge concentraties Vlam- en conventionele rook/hitte-detectoren. Detectorbereik (bijv. 100 voor een ontvlammingsdetector). Onderdrukt de eerste 3% van de schaal om te voorkomen dat kleine afwijkingen van het nulpunt worden weergegeven. Als het niveau 1-alarm van een kanaal lager dan 8% van de schaal is ingesteld, wordt de onderdrukking verminderd. Instellen 2mA* Waarden = Storing Sommige gasdetectoren produceren een 2 mA signaal voor Waarschuwing het aangeven van een bepaalde status. Inhibit Deze optie bepaalt hoe de Gasmaster omgaat met een signaal tussen 1 en 3 mA. Stabiliseertijd Waarden = 0 tot 120 seconden Blokkeert de ingang een bepaalde tijd nadat de Gasmaster wordt aangezet om te voorkomen dat er valse alarms worden gegeven voordat de sensor is gestabiliseerd. Brand-reset-tijd** De tijd dat rook/hitte-detectoren niet worden gevoed nadat Waarden = 0 tot 30 seconden de knop bevestigen/reset is ingedrukt. Alarm L1 #1, #2, #3, #4 Zie submenu hieronder ** Optie wordt uitsluitend getoond voor conventionele brandmeldkanalen 33 Menu-overzicht Crowcon Gasmaster Supervisormenu (voor het uitvoeren van systeemtests, en wijzigen van configuraties. Het wacht- vervolg woord is vereist om dit menu te openen, zie hoofdstuk 3.7 voor meer informatie.) Menu-item Waarden (zoals in het scherm) Omschrijving Config kanaal Submenu: Alarm L1 #1 Configuratie van niveau 1 alarmrelais voor elk kanaal Druk op de knoppen omhoog en omlaag om de configuratie voor kanaal kanaal #2, #3 en #4 te doorlopen Richting Waarden = S tijgend Dalend Stijgende alarms vereist wanneer er normaal geen gas is. Dalende alarms vereist wanneer er normaal gas aanwezig is (zoals zuurstof). Aan drempel Waarden = 0,1 tot bereik (volledige schaal) Niveau waarop het relais wordt geactiveerd. Uit drempel Waarden = 0,1 to L1 Aan drempel (stijgende alarms) L1 drempel tot volledige schaal - 0,1 (dalende alarms Niveau waarop het relais voor niveau 1 wordt gereset. Houdt rekening met de vereiste hysterese bij toepassingen als ventilatieregeling waarbij de ventilator moet blijven draaien tot een laag gasniveau is bereikt. Vergrendeld betekent dat het relais bij een alarm geactiveerd blijft als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt, en pas wordt gereset als de alarm- of storingsmelding is opgeheven en nogmaals op bevestigen/reset-knop wordt gedrukt. Niet-vergrendeld betekent dat het relais geactiveerd blijft als de bevestigen/reset-knop wordt ingedrukt, maar dat hij automatisch wordt gereset als de alarmmelding is opgeheven. Vergrendeling geaccepteerd betekent dat het relais bij een alarm zal resetten als er op de bevestigen/reset-knop wordt gedrukt. Gedeactiveerd betekent dat de relaisspoel niet is bekrachtigd als er geen alarm is (normaal niet-bekrachtigd). Geactiveerd betekent dat de relaisspoel is bekrachtigd als er geen alarm is (normaal geactiveerd of ‘fail-safe’) Zichtbaar betekent dat een alarm de alarm-LED-balk, het interne geluidsalarm, de externe optische en akoestische alarms activeert en de alarmmelding op het scherm zet. Verborgen betekent dat een alarmmelding alleen het alarm-symbool in het kanalenvenster zal tonen. Er worden geen andere akoestische of optische alarms geactiveerd (bij ventilatieregeling) Relais type Waarden = Vergrendeld Niet-vergrendeld Vergrendeling geaccepteerd Relais sturing Waarden = Gedeactiveerd Geactiveerd Indicatie Waarden = Zichtbaar Verborgen Er is een gelijksoortig menu beschikbaar voor niveau 2 alarmrelais, met de uitzondering dat de opties ‘Uit drempel’ en ‘Indicatie’ niet beschikbaar zijn. Alarm L2 #1* Richting Drempel Relais type Relais sturing * #1 geeft het kanaalnummer aan en kan dus #2, #3 of #4 zijn bij de Gasmaster. 34 Crowcon Gasmaster Onderhoud 4. Onderhoud Het is belangrijk dat u beveiligingssystemen zoals de Gasmaster regelmatig controleert. Crowcon biedt ook onderhoudscontracten aan die de betrouwbare werking van het systeem garanderen. Crowcon adviseert om minimaal elk half jaar uw systemen te kalibreren en te testen. Vervang de sensoren volgens de aanwijzingen in de detectorhandleiding. Let op: er kan zes maanden na het vorige onderhoud* een waarschuwing ‘kalibratie vereist’ worden getoond. De waarschuwingLED r licht op en de melding verschijnt in het "Waarschuwingenmenu (overzicht van actuele waarschuwingen in het systeem)" op pagina 26. U kunt deze melding via de Gasmaster PC-software resetten, en eveneens de periode wijzigen waarna de melding wordt getoond. *Of na de laatste keer dat het systeem is opgestart. 4.1 Functietest Met de Gasmaster kunt u de relais testen, ingangen naar hun alarmstand forceren en analoge uitgangen forceren om te controleren of de Gasmaster en alle aangesloten apparatuur correct werken. U vindt deze functies in het supervisor-menu onder Test. Denk eraan dat bij gebruik van deze functie de geteste relais, akoestische en optische melders en analoge uitgangen worden geactiveerd. Neem zo nodig voorzorgsmaatregelen voordat u de tests uitvoert. De verschillende test-opties staan beschreven in 3.11 op pagina 23, samen met een beschrijving van elke functie. Als u een kanaal permanent wilt uitschakelen, activeer dan de supervisor-stand en stel het type van de betreffende detector in op Ongebruikt (zie pagina 33). Dat kanaal wordt dan niet langer weergegeven in het scherm en de stroomvoorziening naar de detector wordt uitgeschakeld. Waarschuwing Crowcon raadt u ten zeerste aan om uitsluitend sleutelschakelaars te gebruiken voor blokkering op afstand die alleen toegankelijk zijn voor geautoriseerd personeel. Als u het Gasmaster-systeem blokkeert en geen andere beveiligingsmaatregelen treft, kan de gewenste veiligheid niet worden gegarandeerd. Zorg dat alle betrokken werknemers weten wanneer het Gasmaster-systeem is geblokkeerd. Blokkering instellen 1. Druk in de normale schermweergave op de knop volgende om de menu's te openen. 2. Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om Supervisor te selecteren en druk vervolgens op volgende . 3. Voer het wachtwoord in (bij levering: ZZZ), en druk op volgende . 4. Algemene blokkering instellen: Blader in het supervisor-menu omlaag naar Inhibit en druk op volgende . Selecteer Alles en druk op volgende . Gebruik de knoppen omhoog of omlaag om blokkering op INHIBIT=AAN te zetten, en druk op volgende om te accepteren. Druk op vorige om terug te keren naar het Supervisor-menu. De blokkeringssymbolen verschijnen in het kanalenvenster. Kanalen blokkeren: U kunt kanalen direct blokkeren via het Inhibit-menu of via de menu's Nulstellen en Kalibreren. Voer de bovenstaande instructies uit, maar selecteer nu kanaal #n (waarbij n het kanaalnummer is) in plaats van Alles. Hef na het onderhoud alle blokkeringen weer op. 4.2 Systeem blokkeren U kunt ingangen tijdelijk blokkeren om alarmmeldingen te voorkomen. Dit kan nodig zijn tijdens het kalibreren van detectoren, of wanneer er in de buurt van een sensor werkzaamheden plaatsvinden die een vals alarm kunnen geven (solderen in de buurt van een rookdetector bijvoorbeeld). U kunt alle ingangskanalen apart blokkeren, of samen. De blokkeeroptie 'inhibit' is beschikbaar via het supervisor-menu, zie 3.6 op pagina 20 en het menu-overzicht op pagina 25 in het hoofdstuk Bediening voor informatie over deze functie. Zie paragraaf 3.7 voor meer details over het activeren van de Supervisor-stand. 35 Onderhoud Crowcon Gasmaster 4.3 Detector kalibreren Crowcon adviseert om uw detectoren regelmatig te controleren op de juiste kalibratie en werking. Gasdetectoren moeten minimaal elke 3 tot 6 maanden opnieuw worden gekalibreerd. Branddetectoren moet u met dezelfde regelmaat testen. In sommige omstandigheden is het noodzakelijk om nog vaker te testen. Zie onderdeel 2.12 op pagina 14 voor kalibratie-instructies. Raadpleeg de installatie-, gebruiks- en onderhoudshandleidingen van de betreffende detectoren voor meer aanwijzingen over het regelmatig testen van de werking van de detectoren. 4.4 Batterijen vervangen We adviseren om tijdens het onderhoud de stroomvoorziening naar de Gasmaster tijdelijk uit te schakelen om te controleren of de noodaccu's correct werken. Crowcon adviseert om de batterijen elke twee jaar als paar te vervangen. Vervang ze door Yuasa UCEL Y1.2-12, 12 v 1,2 Ah C20 lood-zuuraccu's. De accu's zijn via een 10 A-zekering aangesloten, zie de reserveonderdelenlijst voor het artikelnummer. Batterijen Batteries Waarschuwing Let er bij het vervangen van de batterijen op dat de kabels weer volgens het aansluitschema worden aangesloten. Verkeerd aangesloten accukabels kunnen brand en/of letsel veroorzaken. 4.5 Module vervangen Mocht er een intern onderdeel van de Gasmaster defect raken, laat reparaties dan over aan Crowconreparateurs. Neem contact op met Crowcon voor de gegevens van de dichtstbijzijnde reparateur. 4.6 Logboek De Gasmaster registreert alarmmeldingen, storingen en gebruik van de bedieningsknoppen in een logboek. Er worden maximaal 300 gebeurtenissen geregistreerd, waarna de als eerste opgeslagen gegevens weer worden overschreven. Deze functie registreert alle systeemactiviteiten die door de Gasmaster PC-software kunnen worden uitgelezen. Het logboek wordt bijgehouden in het (vluchtige) RAM-geheugen, en zal verloren gaan als er geen enkele stroomvoorziening meer is. 4.7 Onderhoudskaart Aan de binnenkant van de frontplaat zit een kaart om het onderhoud op bij de houden. Vul hier de onderhoudsdatums in, en welke onderdelen er zijn vervangen. 4.8 Reiniging Aansluit­ Battery schema connection batterijen diagram Figuur 4.1 Batterijen vervangen Batterijen moet regelmatig worden gecontroleerd op installaties die boven 40ºC worden gebruikt. 36 Indien nodig kunt u het huis van de Gasmaster voorzichtig schoonmaken met een doek die is bevochtigd met een mild sopje. Crowcon Gasmaster Een ingangmodule toevoegen 5. Een ingangmodule toevoegen De 4-kanaals versie van Gasmaster kan worden geleverd met tussen één en vier ingangmodules van de volgende types gemonteerd: • 4-20mA/brand module voor 4-20mA type detectoren, conventionele rook/hittedetectoren of ESU. • mV pellistortype module voor mV-brugdetectoren voor ontvlambare gassen Systemen die met minder dan vier ingangmodules zijn besteld, kunnen later nog worden uitgebreid met extra modules. De ingangmodules kunnen eenvoudig worden ingestoken. Het systeem hoeft niet te worden uitgeschakeld, mits het betreffende kanaal op ‘Ongebruikt’ is ingesteld. Zodra de module is toegevoegd, kan het kanaal naar behoeven worden geconfigureerd voor de detector, via het Supervisormenu. CHANNEL 1 MODULE CHANNEL 2 MODULE + s - CHANNEL 3 MODULE CHANNEL 4 MODULE PWR (+) SIG (S) 0V (-) SCRN Detectoraansluitingen Gasmaster Gasmaster Detector Input Terminals mV-brugdetector voor gas Belangrijk: om storing van signalen te vermijden is het essentieel dat de kabels van detectoren niet over mV-pellistoringangmodules lopen (gearceerd gebied in schema). Figuur 5.1 Aansluitingen voor mV-brugdetectoren. mV-pellistor-ingangmodule 37 Bijlage A: Specificaties GasMaster Bijlage A: Specificaties Gasmaster 1 Gasmaster 4 Formaat 288h x 278b x 110d (mm) 288h x 278b x 110d (mm) Gewicht 4,5 kg 4,5 kg Materiaal van kast Achterzijde: gegoten aluminium Frontplaat: vlamvertragend ABS. Achterzijde: gegoten aluminium Frontplaat: vlamvertragend ABS. Afdichting IP65 IP65 Voeding 100-240 V AC 50-60 Hz 1,3 A of 20-30 V DC, 60 W max. 100-240 V AC 50-60 Hz 1,3 A of 20-30 V DC, 60 W max. Reserve-batterij 1,2 ampère-uur batterijen binnenin 1,2 ampère-uur batterijen binnenin Bedrijfstemperatuur -10ºC tot + 50ºC (14 tot 122ºF). -10ºC tot + 50ºC (14 tot 122ºF). Vochtigheid 0% tot 95% RV zonder condensatie 0% tot 95% RV zonder condensatie Invoer: Gas Één 4-20mA gasdetector (sink of source) of mV pellistortype brandbaar-gasdetector met 2 of 3 kabels. Maximale detectiestroom: 500 mA Één tot vier 4-20mA gasdetectoren (sink of source) of mV brug-pellistortype brandbaargasdetectoren met 2 of 3 kabels. Maximale detectiestroom: 500 mA Één kring met tot 20 conventionele rook-/ Één tot vier kringen met tot 20 conventionele warmtedetectoren of brandmelders, of één rook-/warmtedetectoren of brandmelders, of vlamdetector (4-20mA of digitaal contactsignaal). één tot vier vlamdetectoren (4-20mA of digitaal contactsignaal). Brand ESU-omgevingssensor Te gebruiken in combinatie met één Crowcon ESU ventilator (d.w.z. ‘omgevingssensor’ verandert in ‘ventilator’). Te gebruiken in combinatie met één tot vier Crowcon ESU-ventilators. Blokkering op afstand Via normaal geopend contact. Via normaal geopend contact. Resetten op afstand Via normaal geopend contact. Via normaal geopend contact. Uitgangen: Relais Laag alarm, hoog alarm, storing. DPCO-contacten voor 250 V AC, 30 V DC 8 A (niet-inductieve last), 5 A (inductieve last). Laag en hoog alarm per kanaal plus algemeen laag, hoog en storing. DPCO-contacten voor 250 V AC, 30 V DC 8 A (niet-inductieve last), 5 A (inductieve last). Akoestische/optische alarmsturing 12 V of 24 V DC 650 mA maximum 12 V of 24 V DC 650 mA maximum Analoog 4-20mA (actief, max. lusweerstand 700 Ω) of 1-5 V DC (min. belasting 50 KΩ). 4-20mA per kanaal (actief, max. lusweerstand 700 Ω) of 1-5 V DC (min. belasting 50 KΩ). Digitale communicatie RS-485 Modbus RTU 9600 Baud 8 Data bits Geen pariteit 2 stopbits RS-485 Modbus TRU 9600 Baud 8 Data bits Geen pariteit 2 stopbits Communicatiepoort Als optie met 3-weg connector voor configureren Als optie met 3-weg connector voor configureren en logboek uitlezen via PC en logboek uitlezen via PC Logboek1 Met tijd gemarkeerd logboek met tot 300 alarm, storings- en systeemactiviteiten. Met tijd gemarkeerd logboek met tot 300 alarm, storings- en systeemactiviteiten. Indicatie paneel LCD-scherm met achterverlichting toont gasniveau (in ppb, ppm, % volume of % LEL-eenheden), en scrolling, alfanumerieke statusindicatie. LED's voor indicatie van status van alarm, storing, voeding en waarschuwing. Ingebouwde 85 dB sirene. LCD-scherm met achterverlichting toont gasniveau (in ppb, ppm, % volume of % LEL-eenheden) voor alle kanalen, en scrolling, alfanumerieke statusindicatie. LED's voor indicatie van status van alarm, storing, voeding en waarschuwing Ingebouwde 85 dB sirene. Goedkeuringen EN 50270 (EMC), EN 61010-1 (richtlijn inzake laagspanning) ATEX EN60079-25:2010 Explosieve atmosferen Intrinsiek veilige elektrische systemen. EN 50270 (EMC), EN 61010-1 (richtlijn inzake laagspanning) ATEX EN60079-25:2010 Explosieve atmosferen Intrinsiek veilige elektrische systemen. 1Logboek alleen toegankelijk via de Gasmaster PC-software en de communicatiepoort. Het logboek wordt bijgehouden in het (vluchtige) RAM-geheugen, en zal verloren gaan als er geen enkele stroomvoorziening meer is. 38 GasMaster Bijlage B: Reserveonderdelen en accessoires Bijlage B: Reserveonderdelen en accessoires Onderdeelnr. Omschrijving Opmerking E01875 12V 1,2Ah batterij 2 vereist E07534 Batterijzekeringmodule Module met zekering, zekeringhouder en bedrading M05897 Onderhoudskaart Extra onderhoudskaarten, minimaal 10 stuks M07624 Installatie-, gebruiks- en onderhoudshandleiding S012016 Schermprintplaat Voor alle Gasmaster modellen S013047 Gasmaster 4 aansluitprintplaat Exclusief jumpers, gebruik de jumpers van de oude printplaat S013046 Gasmaster 1 aansluitprintplaat Exclusief jumpers, gebruik de jumpers van de oude printplaat E07109 Geïsoleerde jumpers Reservejumpers voor printplaten, minimum afnamehoeveelheid 10 stuks S012304 Voedingmodule Inclusief bedrading S012205 Sirene Inclusief bedrading M04683 Sirene-afdichting M050067 Gasmaster 4 schermlabel Voor de frontplaat M050068 Gasmaster 1 schermlabel Voor de frontplaat C01929 Communicatieset Inclusief Gasmaster PC-software, aansluitkabel en RS485/232-converter. E07635 Communicatiepoort 3-polige connector voor bevestiging aan de Gasmaster om de communicatieset aan te sluiten. Inclusief bedrading voor het aansluiten van de RS-485 contacten. S012303 Frontplaat voor Gasmaster 1 Inclusief labels, sirene en afdichtingen S012302 Frontplaat voor Gasmaster 4 Inclusief labels, sirene en afdichtingen M01861/2 Paneelhouders Om de Gasmaster verzonken in een paneel te monteren. S012207 4-20mA/brandingangmodule S012208 mV-pellistoringangmodule 39 Bijlage C: Weergeven lettertekens GasMaster Bijlage C: Weergeven lettertekens Lettertekens voor het berichtenvenster Lettertekens voor het kanalenvenster Bij het invoeren van tekst voor wachtwoorden, detectorlocaties en systeemnamen kunt u de volgende lettertekens gebruiken: Let op: De volgende tekens kunnen worden gebruikt in het kanalenvenster om de detectortypes aan te geven. Groep1: <spatie> ! Groep2: #$%& Groep3: *+,-./ Groep4: 0123456789 Groep5: :; Groep6: ?@ Groep7: ABCDEFGHIJKLMN OPQRSTUVWXYZ De volgende tekens kunnen niet goed worden weergegeven: K, M, V, W, X 0 A K U 1 B L V 2 C M W 3 D N X 4 E O Y abcdefghijklmno pqrstuvwzyz 5 F P Z= 2 Selecteer de lettertekens met de omhoog- en omlaag-knoppen zoals in paragraaf 3.7 staat beschreven. 6 G=9 Q dash 7 H R underscore Niet alle lettertekens zijn voor alle tekstinvoerfuncties beschikbaar, alleen de beschikbare lettertekens worden getoond. Voor de detectornaam (bijv. het type gas) mag u alleen lettertekens uit de groepen 4 en 7 gebruiken (cijfers en hoofdletters): 8 I S=5 ? 9 J T blank druk kort of lang op de omhoog-knop om vooruit door de beschikbare groepen met lettertekens te lopen: A B C D ... X Y Z 0 1 2 ... 7 8 9 A B C ... etc. druk kort of lang op de omlaag-knop om achteruit door de beschikbare groepen met lettertekens te lopen: Z Y X W ... C B A 9 8 7 ... 2 1 0 Z Y X ... etc. druk kort na elkaar twee keer op de omhoogknop om naar het laatste letterteken van de huidige groep te springen, en dan nogmaals om naar het eerste letterteken van de volgende groep te gaan, enz: Z 0 9 A Z ... druk kort na elkaar twee keer op de omlaagknop om naar het eerste letterteken van de huidige groep te springen, en dan nogmaals om naar het laatste letterteken van de vorige groep te gaan, enz: A 9 0 Z A ... 40 b1 b3 b2 b6 b0 .dp Groep8: _ Groep9: b7 b5 b4 GasMaster Garantie Garantie Deze apparatuur verlaat onze fabriek volledig getest en gekalibreerd. Als er binnen de garantieperiode van één jaar na levering productie- of materiaalfouten in het apparaat ontstaan, zal het apparaat naar goeddunken van de fabrikant gratis worden gerepareerd of vervangen, mits aan de onderstaande voorwaarden is voldaan. Garantieprocedure Wilt u aanspraak maken op de garantie, neem dan contact op met onze klantenservice via telefoonnummer +44 (0)1235 557711 en houd de volgende gegevens bij de hand: Uw naam, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres. Een omschrijving van de goederen en de aantallen die u terugstuurt, inclusief de accessoires. Serienummer(s) van het instrument. Reden voor retourneren. Gebruik een retourformulier voor identificatie- en controledoeleinden. U kunt dit formulier downloaden via onze website 'www.crowconsupport.com' samen met een retourlabel, maar we kunnen u deze ook 'e-mailen'. Apparaten zonder Crowcon-retournummer ("CRN") worden niet geaccepteerd. Het is belangrijk dat u het adreslabel stevig op de buitenste verpakking van de teruggestuurde goederen bevestigt. De garantie wordt ongeldig als blijkt dat het instrument gewijzigd, gemodificeerd, ontmanteld is of als er op andere wijze mee geknoeid is. De garantie dekt geen misbruik van het product. De garantieperiode van onder de garantie vervangen verbruiksartikelen (zoals sensoren) blijft beperkt tot de resterende garantieduur van de originele levering. Crowcon behoudt zich het recht voor om een kortere garantieperiode vast te stellen, of om een garantieperiode af te wijzen voor een sensor die gebruikt wordt in een omgeving of toepassing waarvan bekend is dat er een risico bestaat van degradatie of schade aan de sensor. Onze aansprakelijkheid wat betreft defecte apparatuur beperkt zich tot de in de garantie genoemde verplichting, met uitsluiting van alle binnen- en buitenrechtelijk genoemde impliciete en expliciete toevoegingen, voorwaarden en uitingen over de eigenschappen en toepasbaarheid van het product, met uitzondering van hetgeen binnen de wettelijk verplichte garantieperiode mag worden verwacht. Deze garantie houdt geen beperking van de rechten van de klant in. Crowcon behoudt zich het recht voor om onderzoeksen transportkosten in rekening te brengen als blijkt dat een teruggestuurd apparaat alleen normaal gekalibreerd of onderhouden moet worden, en de klant deze werkzaamheden niet door Crowcon wil laten uitvoeren. Voor garantie en technische ondersteuning kunt u contact opnemen met: Afdeling klantenservice Tel: +44 (0) 1235 557711 Fax: +44 (0) 1235 557722 E-mail: [email protected] De garantie op de batterijen kan vervallen als er een niet goedgekeurde lader is gebruikt. Niet-oplaadbare batterijen vallen niet onder de garantie. Aansprakelijkheidsbeperking Crowcon is niet aansprakelijk voor gevolgschade, indirecte verliezen of welke andere schade dan ook (waaronder verliezen en schade door gebruik van het apparaat), eveneens wordt hierbij elke vorm van aansprakelijkheid tegenover derden uitdrukkelijk uitgesloten. Deze garantie dekt niet de nauwkeurigheid van de kalibratie van de eenheid of de cosmetische afwerking van het product. De eenheid moet in overeenstemming met de bedienings- en onderhoudsinstructies onderhouden worden. 41 Regionale vestigingen GasMaster Regionale vestigingen Brits kantoor Crowcon Detection Instruments Ltd 172 Brook Drive, Milton Park, Abingdon Oxfordshire OX14 4SD Tel: +44 (0) 1235 557700 Fax: +44 (0) 1235 557749 E-mail: [email protected] Website: http://www.crowcon.com Kantoor in de Verenigde Staten Crowcon Detection Instruments Ltd 1455 Jamike Ave. Erlanger KY 41018 VS Tel.: +1 859 957 1039 of 1 800 527 6926 Fax: +1 859 957 1044 E-mail: [email protected] Website: http://www.crowcon.com Kantoor te Rotterdam Crowcon Detection Instruments Ltd Vlambloem 129 3068JG, Rotterdam Nederland Tel: +31 10 421 1232 Fax: +31 10 421 0542 E-mail: [email protected] Website: http://www.crowcon.com Kantoor in Singapore Crowcon Detection Instruments Ltd Block 194, Pandan Loop #06-20 Pantech Industrial Complex Singapore 128383 Tel: +65 6745 2936 Fax: +65 6745 0467 E-mail: [email protected] Website: http://www.crowcon.com 42 Crowcon Detection Instruments Ltd (Beijing) Unit 316, Area 1, Tower B, Chuangxin Building Hongda North Road, Beijing Economic Technological Development Area Beijing, China 100176 Tel: +86 10 6787 0335 Fax: +86 10 67874879 E-mail: [email protected] Website: www.crowcon.cn Crowcon Detection Instruments Ltd 172 Brook Drive, Milton Park, Abingdon Oxfordshire OX14 4SD Tel: +44 (0) 1235 557700 Fax: +44 (0) 1235 557749 E-mail: [email protected] Website: http://www.crowcon.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Crowcon Gasmaster Handleiding

Categorie
Rookmelders
Type
Handleiding