Agria 5900 de handleiding

Type
de handleiding
Handleiding
voor
Hydrostatische Werktuigdrager
Taifun
Betriebsanleitung Nr. 998 861-A 06.05
4816
&
5900 231 / 232
- 2 Zyl. B&S Vanguard
- Elektrische starter
Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
2 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
è - Serviceç= Laat dit
uitvoeren door een agria-vakgarage!
Hier invullen:
Machinen-art.nr.:......................
Identificatie/machine nr.:
........................................................
Motor-type:..................................
Motor-Nr.:...................................
Datum aankoop:..........................
Typeplaatje:
zie blz. 3/afb. A/4.
Motortype en motornr.
zie blz. 58/afb. C/4.
Bij bestelling van reserveonderdelen
deze gegevens vermelden om fouten
bij levering te vermijden.
Alleen originele agria-reserve-
onderdelen gebruiken!
De technische gegevens, afbeeldin-
gen en maten in deze handleiding zijn
niet bindend. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld. Wij
behouden ons het recht voor veran-
deringen aan te brengen, zonder deze
handleiding te wijzigen.
Levering:
l
handleiding
l
werktuigdrager
l
gereedschapsset
Symbolen
waarschuwingsteken. Vindt u bij
passages die betrekking heb-
ben op uw veiligheid.
belangrijke informatie
brandstof
choke
motor
motor start
accu-laadcontrole
koppeling
vooruit
achteruit
snel
langzaam
hydraulische installatie
aftakas
rem
parkeerrem
gesloten (vergrendeld)
geopend (ontgrendeld)
draaien tegen de klok in
draaien met de klok mee
Symbolen, typeplaatje
4 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Aanduiding van de onderdelen
Afb. A:
1 Rijtransmissie-/ peilstok voor hydraulische olie en olievulopening
2 Kogelkop voor motorkap voorzijde
3 Stationaire schakelbediening (Bypass)
4 Typeplaatje (voertuig-ident.nummer)
5 Kogelkop voor motorkap achterzijde
6 Transmissie-ontluchtingsopening
7 Bevestigingsgordel
8 Stuurvergrendelrol
9 Stuurstang – centrale bout
10 Benedenstang
11 Stuur
21 Oogbout met dopmoer, boven
22 Aftakas
23 Oogbout met dopmoer, beneden
24 Transmissieolie-aftapplug
25 Remtrommel
26 Wielnaaf
27 Oliefilterpatroon
28 Motor
Afb. B:
1 Kogelgreep voor zijwaartse verstelling stuurstang
2 Excenterhendel voor centrale rem
3 Motor-uit-schakelaar
4 Veiligheidsschakelhendel
5 Hendel voor motorkoppeling
6 Vergrendeling voor hendel motorkoppeling
7 Schakeling voor aftakas
8 Schakeling voor stuurstangvergrendeling
9 Toerental-reguleerhendel
10 Draaihendel voor traploze rijsnelheden en vooruit-achteruit
11 Bedrijfsurenteller / toerentalmeter (als optie)
12 Verstelhendel voor traploze rijsnelheden en vooruit-achteruit
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 5
Inhoudsopgave
3
5
6
2
1
4
Inhoud pakket ................................... 2
Aanbevelingen
Smeermiddelen................................. 6
Onderhoud en reparatie ................... 6
Brandstof .......................................... 6
Aanduiding van de
onderdelen.......................... 3, 58
1. Veiligheidstechnische
aanwijzingen....................... 7–12
2. Technische gegevens
Afmetingen...................................... 13
Sporenplan ..................................... 13
Machine .......................................... 14
Trillingsniveau ................................. 14
Benzinemotor.................................. 15
Geluidsniveau ................................. 15
Gebruik op hellingen....................... 15
3. Machine- en
bedieningselementen
Motor............................................... 16
Veiligheidsschakeling...................... 17
Koppeling ........................................ 18
Aftakas ............................................ 18
Transmissie ..................................... 19
Rijschakeling................................... 19
Duwen............................................. 20
Hydraulische besturing ................... 20
Centrale rem ................................... 21
Stuurstang ...................................... 21
Bevestigingsgordel.......................... 22
Wielen ....................................... 22–23
Motorkap ......................................... 24
Asverstelling.................................... 24
Asverstelling traploos............... 26 - 27
Aan- en afkoppelen van
aanbouwwerktuigen........................ 28
Accu ................................................ 29
Startschakelaar............................... 29
4. Ingebruikname en bediening
Eerste ingebruikname..................... 30
De motor starten............................. 32
De motor afzetten ...........................33
Werken met de machine................. 34
Gevarenzone .................................. 34
Werkzaamheden op hellingen ........ 35
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor........................... 36 - 42
– Motorolie ...................................... 36
– Luchtfilter .............................. 38 - 39
– Bougie.......................................... 39
– Koelsysteem ................................ 40
– Carburateur.................................. 41
– Accu ............................................. 42
Machine ................................... 43 - 46
Transmissie-/hydraul. olie............. 43
– Stuurstang ................................... 44
Veiligheidsschakeling................... 45
– Afstelling van de hendels ..... 45 - 46
Algemeen........................................ 46
De machine stallen ......................... 47
6. Storingen opsporen en
verhelpen .........................48 - 49
Elektrisch schakelschema .... 50
Lak, slijtageonderdelen ......... 52
Smeerschema......................... 53
Hydraulische slangen ............ 54
Wikkelbescherming (optie) ... 55
Onderhouds- en
inspectietabel ......................... 56
Conformiteitsverklaring ........ 59
Let op uitklappagina’s!
Afb. A en B ................................ 3
Afb. C (motor) ......................... 58
6 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Smeermiddelen en
anticorrosiemiddelen:
Gebruik voor de motor en de transmis-
sie de voorgeschreven smeermiddelen
(zie ‘Technische gegevens’).
Voor ‘open’ smeerpunten en smeernip-
pels adviseren wij het gebruik van bio-
logisch afbreekbare olie of smeervet
(volgens de aanwijzingen in de handlei-
ding).
Voor het onderhoud van de machines
en werktuigen adviseren wij biologisch
afbreekbare corrosiewerende olie
(niet gebruiken op gelakte uitwendige
bekledingen). Het anticorrosiemiddel
kan met een kwast of met een spuitbus
worden aangebracht.
Biologische smeermiddelen en corrosie-
werende olie zijn milieuvriendelijk om-
dat ze biologisch snel afbreekbaar zijn.
Wanneer u biologisch afbreekbare
smeermiddelen en corrosiewerende olie
gebruikt, gaat u bewust om met het mi-
lieu en levert u een positieve bijdrage
aan de gezondheid van mens, fauna en
flora.
Brandstof:
Deze motor loopt zowel op loodvrije
normale en superbenzine als op ge-
lode superbenzine.
Voeg aan de benzine geen olie toe.
Aanbevelingen
Wanneer om milieutechnische redenen
loodvrije benzine gebruikt wordt, dient
u bij motoren die langer dan 30 dagen
niet gebruikt worden de brandstof af te
tappen, om afzetting van harsresidu’s in
de carburateur, het brandstoffilter en de
brandstoftank te vermijden. U kunt de
brandstof ook vermengen met een
brandstofstabilisator.
Zie ook hoofdstuk ‘Motor in conditie
houden’.
Onderhoud en reparatie:
Bij de agria-dealer werken gekwalifi-
ceerde monteurs die de machine vak-
kundig onderhouden en repareren.
Voer grotere onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden alleen zelf uit wanneer
u beschikt over het juiste gereedschap
en de vereiste technische kennis van
machines en verbrandingsmotoren.
Klop nooit met harde voorwerpen of
metalen gereedschappen tegen het
vliegwiel. Het kan scheuren en tijdens
gebruik uiteen springen, zodat verwon-
dingen of materiële schade veroorzaakt
wordt. Demonteer het vliegwiel uitslui-
tend met passend gereedschap.
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 7
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op.
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passa-
ges die betrekking hebben op uw veilig-
heid. Breng ook andere gebruikers op
de hoogte van deze veiligheids-
aanwijzingen.
Gebruik conform de
bestemming
De agria motormaaier Taifun en de door
de fabrikant aangeboden aanbouwwerk-
tuigen zijn bestemd voor een normaal
gebruik in de land- en bosbouw, zoals
bijvoorbeeld gras- en weilandverzorging;
daartoe behoren ook winterzaamheden
en vegen (gebruik conform de bestem-
ming).
Iedere andere toepassing geldt als niet
in overeenstemming zijnde met het doel
waarvoor de werktuigdrager gebouwd is.
Voor schade die door ondoelmatig
gebruik veroorzaakt wordt, kan de fa-
brikant niet aansprakelijk worden ge-
steld. Dit risico is geheel en al voor de
gebruiker.
De door de fabrikant voorgeschreven
gebruiksvoorschriften, alsmede de voor-
schriften met betrekking tot controle,
onderhoud en reparatie dienen in acht
te worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die ontstaat
door eigenhandige wijzigingen aan de
machine.
1. Sicherheitstechnische Hinweise
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan
alle voorschriften ter voorkoming van
ongevallen, alsmede aan de algemeen
geldende regels wat betreft veiligheid,
arbeidsgeneeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
werktuigdrager altijd eerst de verkeers-
en bedrijfsveiligheid.
De werktuigdrager mag slechts gebruikt,
onderhouden en gerepareerd worden
door personen die over de nodige ken-
nis beschikken en van de risico’s op de
hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen
de machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende
licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstuk-
ken dienen vermeden te worden. Draag
altijd stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructiebordjes
op de machine geven belangrijke aan-
wijzingen voor veilig gebruik. Volg deze
aanwijzingen nauwkeurig op, in het be-
lang van uw eigen veiligheid!
Zet de motor af wanneer u de machine
transporteert van en naar de werkplek.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
1
8 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
Wachten tot het werktuig helemaal stil
staat!
Bij werkzaamheden met elektrische
werktuigen bestaat de kans op verwon-
dingen!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden mee te rijden op de werk-
tuigdrager.
Aangebouwde werktuigen en ladingen
hebben invloed op het rijdrag en het
stuur- en remvermogen van de werktuig-
drager. Pas uw werksnelheid aan aan
de omstandigheden.
Instelling van het motortoerental niet
veranderen. Een verhoogd toerental
vergroot de kans op ongelukken.
Arbeids- en gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegen-
over derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
werktuigdrager.
Controleer voor het starten en wegrij-
den de omgeving van de werktuigdrager.
Let vooral op kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begon-
nen wordt, dienen obstakels uit de weg
te worden geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal
ze tijdig weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaat-
sen dient de veiligheidsafstand tot de
omheining in acht genomen te worden,
zodat de machine niet beschadigd
wordt.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedienings-
componenten, alsmede van het functio-
neren ervan. In het bijzonder dient u te
weten hoe u de motor in geval van nood
snel en veilig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatrege-
len zijn getroffen en in de juiste positie
zijn gebracht.
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt,
dient deze met een beschermingskap
te zijn afgedekt.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruim-
tes. De uitlaatgassen bevatten koolmo-
noxide, dat zeer giftig is wanneer het in-
geademd wordt.
Voor het starten van de motor dienen
alle bedieningselementen in stand ‘neu-
traal’ te worden gezet.
Voor het starten van de motor niet vóór
de werktuigdrager of het aanbouw-
werktuig gaan staan.
Gebruik geen starthulpvloeistof in com-
binatie met elektrische startkabels.
Explosiegevaar!
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaam-
heden nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
werktuigdrager die afstand van de ma-
chine in acht, waartoe u door de stuur-
stang gedwongen wordt, vooral bij het
nemen van bochten!
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 9
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden en het transport op de ma-
chine mee te rijden.
Wanneer het aanbouwwerktuig vast zit,
moet de motor worden afgezet en dient
het aanbouwwerktuig met passend ge-
reedschap te worden schoongemaakt.
Indien de werktuigdrager of het
aanbouwwerktuig beschadigd is, moet
de machine onmiddellijk worden gestopt
en de motor worden afgezet. Laat de
schade direct herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de
werktuigdrager meteen stoppen en de
motor afzetten. Laat het defect direct
repareren!
Wanneer op hellend terrein wordt ge-
werkt verdient het aanbeveling, de
werktuigdrager met een trekkabel of een
trekstang vast te houden, om te voorko-
men dat de machine wegschuift. De be-
stuurder moet zich heuvelopwaarts van
de machine bevinden en dient vol-
doende afstand te houden tot de werk-
tuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de hel-
ling!
Beëindigen van de
werkzaamheden
Laat de werktuigdrager nooit onbeheerd
achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de werktuig-
drager verlaat. Sluit daarna de
brandstofkranen.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen
om gebruik door onbevoegden te ver-
hinderen. Haal de contactsleutel uit het
contact (indien aanwezig) of trek de bou-
giekap eruit.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitslui-
tend aan bij afgezette motor en uitge-
schakelde aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag
altijd veiligheidshandschoenen als u
aanbouwwerktuigen of onderdelen er-
van vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en
demonteren in de juiste positie en zorg
ervoor dat het werktuig niet kan weg-
kantelen.
Bij het aankoppelen van de werktuigen
is grote voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtingen,
volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, werktuig-
drager en aanbouwwerktuig beveiligen
tegen wegrollen. Voorkom gebruik door
onbevoegden. Monteer eventueel de
transport- of beschermingsinrichting en
zet deze in de veiligheidsstand.
Maai-inrichting
De scherpe kant van de maaibalk kan
bij onoplettendheid aanzienlijke verwon-
dingen veroorzaken. Verwijder daarom
de schutlatten van de messen alleen tij-
dens het maaien en plaats ze na het
maaien direct weer op de juiste manier
terug.
Tijdens transport en opslag dienen de
schutlatten altijd op de messen te zijn
gemonteerd; op de vingerbalk moeten
bovendien de spanveren worden
ingehaakt.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
10 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Transporteer de gedemonteerde maai-
balk niet zonder schutlat.
Bescherm de messen met de schut-
latten voordat de maaibalk gemonteerd
en gedemonteerd wordt.
Let er bij het vervangen van de messen
en het losmaken en vastdraaien van de
mesmeenemers op dat de schroef-
beweging van de richting van de snij-
kanten af beweegt.
Draag bij het slijpen van de messen een
veiligheidsbril en handschoenen.
Gewichten
Breng de gewichten altijd aan volgens
de voorschriften aan de daarvoor be-
stemde bevestigingspunten.
Onderhoud
Pleeg geen onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden aan de machine met
lopende motor.
Bij werkzaamheden aan de motor dient
de bougiekap altijd te worden verwijderd.
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen
of werktuigen aan slijtage onderhevig,
dan moeten deze regelmatig gecontro-
leerd en eventueel vervangen worden!
Beschadigde messen moeten vervan-
gen worden!
Gebruik bij het vervangen van de mes-
sen passend gereedschap en
veiligheidshandschoenen.
Reparatiewerkzaamheden zoals lassen,
slijpen, boren enz. mogen niet aan dra-
gende, veiligheidstechnische onderde-
len (bijv. aanhanginrichtingen) worden
uitgevoerd!
Zorg ervoor dat de werktuigdrager en
de aanbouwwerktuigen schoon blijven,
om brandgevaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig con-
troleren of ze vast zitten en eventueel
aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden dienen de
beschermingsinrichtingen weer te wor-
den aangebracht en in oorspronkelijke
positie te worden teruggebracht.
Altijd originele agria-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderdelen
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de firma
agria vastgelegde technische eisen.
Na gebruik wegzetten
Het parkeren van de werktuigdrager in
ruimtes met open kachels is verboden.
Parkeer de werktuigdrager niet in geslo-
ten ruimtes wanneer zich nog brandstof
in de brandstoftank bevindt. Benzine-
dampen zijn gevaarlijk.
Motor, brandstof en olie
Laat de motor niet in een gesloten
ruimte lopen vanwege verhoogde kans
op vergiftiging! Vervang defecte uitlaat-
pijpen daarom ook altijd direct.
Wees voorzichtig met brandstof van-
wege het brandgevaar. Vermijd open
vuur, vonken en hete motoronderdelen
tijdens het bijvullen van brandstof. Vul
geen brandstof bij in gesloten ruimtes.
Niet roken tijdens het tanken!
Tank alleen met uitgeschakelde en af-
gekoelde motor.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 11
Zorg ervoor dat u geen brandstof morst,
gebruik een passende trechter.
Mocht er toch brandstof zijn gemorst,
schuif dan de werktuigdrager aan de
kant voordat u de motor start.
Gebruik alleen brandstof van voorge-
schreven kwaliteit.
Bewaar de brandstof alleen in daarvoor
bestemde blikken.
Vloeistoffen die onder hoge druk ont-
snappen zoals bijv. brandstof, kunnen
de huid binnendringen en ernstige ver-
wondingen veroorzaken. Waarschuw
direct een arts!
Houd anticorrosiemiddelen en stabilisa-
toren altijd buiten het bereik van kinde-
ren. Bij misselijkheid en braakneigingen
direct een arts waarschuwen. In geval
van contact met de ogen meteen met
veel water uitspoelen. Vermijd het ina-
demen van de dampen.
Lees de aanwijzingen op de verpakking!
Maak gebruikte spuitbussen (starthulp-
mengsel e.d.) helemaal leeg op een
vonk- en vlamvrije plaats voordat u deze
weggooit, eventueel als klein chemisch
afval behandelen.
Voorzichtig bij het aftappen van hete
olie, er bestaat verbrandingsgevaar.
Gebruik altijd olie van voorgeschreven
kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daar-
voor bestemde kannetjes.
Olie, brandstof, vet en filters geschei-
den en volgens de voorschriften verwer-
ken.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Hydraulische installatie
De hydraulische installatie staat onder
hoge druk.
Let erop dat de hydraulische slangen bij
het aansluiten van hydraulische moto-
ren op de voorgeschreven manier wor-
den aangesloten.
Hydraulische olie die onder hoge druk
vrijkomt, kan de huid binnendringen en
ernstige verwondingen veroorzaken.
Bij verwondingen dient direct een arts
te worden geraadpleegd – infectie-
gevaar.
Voordat met werkzaamheden aan de
hydraulische installatie wordt begonnen,
dient het systeem drukloos te worden
gemaakt, en moet de motor worden af-
gezet (vakgarage).
Maak bij het opsporen van lekkage ge-
bruik van passende hulpmiddelen, van-
wege gezondheidsrisico’s (vakgarage).
Controleer de hydraulische slangen re-
gelmatig op beschadigingen en slijtage,
en vervang ze tijdig.
Gebruik alleen originele hydraulische
slangen van agria.
Banden en
bandenspanning
Bij werkzaamheden aan de wielen dient
u ervoor te zorgen dat de werktuigdrager
veilig geparkeerd is en tegen wegrollen
beveiligd is.
Reparaties aan de wielen mogen alleen
door vakkundig personeel met passend
gereedschap worden uitgevoerd.
Controleer de bandenspanning regel-
matig. Bij een te hoge luchtdruk bestaat
explosiegevaar.
1
12 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Let op de juiste bandenspanning bij
werkzaamheden met extra gewichten.
Schroeven en moeren van de wielen
dienen bij servicewerkzaamheden te
worden aangedraaid.
Elektrische installatie
Bij werkzaamheden aan de elektrische
installatie moet altijd de accu (minpool)
worden losgemaakt (indien voorhan-
den).
Let op de juiste volgorde bij het aanslui-
ten – eerst de pluspool en dan de min-
pool! Het losmaken van de accu gebeurd
in omgekeerde volgorde.
Voorzichtig met accugassen – explosie-
gevaar!
Vermijd vonken en open vuur in de buurt
van de accu.
Verwijder de kunststof bekleding (indien
voorhanden) voor het laden van de accu,
zodat concentratie van explosieve gas-
sen vermeden wordt.
Voorzichtig met accuzuur – agressief!
Gebruik alleen voorgeschreven zekerin-
gen. Bij het gebruik van te zware zeke-
ringen raakt de elektrische installatie
defect – brandgevaar!
Pluspool altijd voorzien van bescherm-
kapje.
Dragers van een pacemaker mogen de
stroomvoerende onderdelen van het
ontstekingssysteem niet aanraken bij
lopende motor!
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Beschrijving van de
waarschuwingssymbolen
Voor reinigings-,
onderhouds- en
reparatiewerk-
zaamheden motor
afzetten en bou-
giekap eruit trek-
ken.
Niet zonder veilig-
heidsvoorzienin-
gen werken! Voor
het starten voorzie-
ningen in de juiste
positie brengen.
Houd bij lopende
motor voldoende
afstand van de
maaimessen!
Tast nooit in bewe-
gende machineon-
derdelen. Wacht
totdat ze tot stil-
stand gekomen
zijn.
Bij lopende motor
afstand houden.
Beschrijving van de
gebodssymbolen
Bij werkzaamheden met de
machine moeten individuele
gehoorbeschermingen wor-
den gedragen.
Veiligheidshandschoenen ge-
bruiken.
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 13
2. Technische gegevens
2
Afmetingen van de machine: a
1
; e
1
= wielas naar voren versteld
Machine
a a
1
b c e e
1
h
l
5.00-10 AS
20x8.00-10
21x11.00-8
5.00-12 AS
23x8.5-12
23x10.5-12
1360
ca. 990270
270 167Vanguard 550 623 790
(mm)
290 ca. 1010
Sporenplan [mm]
AS = akkerprofiel
R = grasprofiel
TG = terraprofiel
bij uitv. met verstelbare portaalas telkens + 40 mm
* = Wieltussenflens Vario ................................... 5916 211
)
1
= + wielspoorverbreding 90 mm .......... 5519 031
)
2
= kooiwielen 10"............................................... 5917 011
)
3
= kooiwielen 12" ............................................... 5917 021
A S i A S i
*+1
A
*+2
A
*+3
A
*+4
A
*+5
A A A
1
23x8.5-12 830 617 404 1056 843 630 1466 1346 1310
)3
1536
)3
2
23x10.5-12 955 691 427 1033 769 505 1443 1561 1323 1335
)3
1513
)3
3 5.00-12 AS 790 636 480 980 825 670 1390 1240 1270
)3
1460
)3
4 5.00-10 AS 800 655 510 950 805 660 1200 1280
)2
1430
)2
5 20x8.00-10 R 890 683 478 980 775 570 1270
6
21x11.00-8 TG )
1
1154 875 596 1234 955 676 1634
)2
14 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
2. Technische gegevens
Koppeling: .................... enkelvoudige
droge plaatkoppeling
Transmissie: ..................... hydrostaat
Rijsnelheden:
voorwaarts: ....................... 0–7,0 km/h
achterwaarts: .................... 0–3,6 km/h
Aftakas: ................................805 min
-1
versnellingsonafhankelijk
bij motortoerental 3600 min
-1
draairichting: rechtsdraaiend (met de
klok mee) op de aftakas gezien,
bij vooruit en achteruit rijden
gelijkblijvend
Besturing:
volhydraulische stangbesturing.
Stuurstang arreteerbaar terwijl het hy-
draulische systeem voor de handmatige
stangbesturing is uitgeschakeld
Stuurstang: ......in hoogte verstelbaar,
zonder gereedschap zijdelings
verstelbaar
Olie voor transmissie en hydrostaat:
naar keuze:
l
universele olie:
SAE 10W-40 API-SE/SF (of hoger)
l
bio-hydraulische olie:
Synthetic Ester Basis................ HEES
viscositeitsgraad volgens ISO .. VG 46
zuiverheids-
klasse .................min. 16/13-ISO 4406
bijv.:
ARAL:............................Vitam EHF 46
BP: ............................... Biohyd SE 46
ESSO: ....................................... HE 46
FUCHS:......................Plantohyd S 46
PANOLIN: ..................... HLP Synth 46
Hoeveelheid bij
eerste keer vullen: ..................ca. 7,0 l
olie verversen: ........................ca. 5,0 l
Oliefilter: ......... schroefpatroon AW 14
Trillingsniveau:
op stuurhendel: ................ a
hw
2,5 m/s
2
volgens EN 12733
Gewicht:
leeg: (met volle brandstoftank): .....................
............................... zonder wielen .. met 23x8.5-12
E-starter: ...........186,5 kg .....218,5 kg
Banden: .23x8.5-12 Akkerbreedtewielen
...........................(standaarduitvoering)
Als optie:
0190 112............. 5.00-10 akkerprofiel
3490 411............. 5.00-12 akkerprofiel
3490 511...... 20x 8.00- 10 grasprofiel
3490 611..... 21x11.00- 8 terraprofiel
voor deze terra-grip-uitvoeringen zijn
wielspoorverbredingen noodzakelijk:
artikel ................................... 5519 031
5990 711 23x10.5-12 akkerbreedtewielen
Bandenspanning bij:
5.0-10....................................... 1,5 bar
5.00-12..................................... 1,5 bar
21x11.00- 8.............................. 0,8 bar
20x8.00- 10.............................. 0,8 bar
23x8.5-12................................. 1,3 bar
23x10.5-12............................... 1,3 bar
5917 011...................... kooiwielen 10"
.................................. voor 5.00-10 AS
5917 021...................... kooiwielen 12"
.................voor 23x8.5-12 breedspoor
..voor 5.00-12; 23x8.5-12; 23x10.5-12
Wielaanbouw en
toepassing zie.................. blz. 22 - 24
2
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 15
2. Technische gegevens
Benzinemotor
Motorenfabrikant: ...................... B&S
Type: .........................Vanguard 18 HP
Bouwwijze: ...................... geforceerd-
luchtgekoelde 2-cilinder
viertaktmotor (benzine) OHV
Boring: .................................... 72 mm
Slag: ........................................ 70 mm
Cilinderinhoud: ....................570 ccm
Vermogen:
..........13,2 kW (18 HP) bij 3600 min
-1
Koppel maximaal:33 Nm bij 2600 min
-1
Bougie:..................... BOSCH FR8DC
CHAMPION RC12YC
elektrodenafstand1,0 mm
Ontsteking:
elektronische magneetontsteking,
zonder contact,
luchtspleet.......................0,2 - 0,3 mm
radio-ontstoord...... volgens VDE 0879
Klepspeling (bij koude motor)
inlaat- en uitlaatklep 0,1 - 0,16 mm
Startinrichting:
repeteerstarter
Elektr. startinrichting:................ 12V
Accu .................................. 12 V 20 Ah
Generator......................... 12 V 192 W
Brandstof: ........benzine (tankstation),
octaangetal minstens 85 RON
(zie brandstofadvies)
Inhoud brandstoftank:.....ca. 7,5 liter
Brandstofverbruik: .......... 312 g/kWh
Brandstoffilter:..................feul-online
Luchtfilter: ........... droog filterelement
met schuimstof-voorfilter
Carburateur: .....................horizontale
vlottercarburateur
Nominaal toerental: ......... 3600 min
-1
Max. toerental onbelast: 4000 min
-1
Stationair
toerental.:......................... 1750 min
-1
Motorolie:.......... hoeveelheid ca. 1,7 l
universeelolie
bij temperaturen -15° tot +45°C:
SAE 10W-40 API-SE/SF (of hoger)
bij temperaturen -25° tot +15°C:
SAE 5W-20 API-SE/SF (of hoger)
Smeersysteem: ..................... Oliedruk-
circulatiesmering
Oliedruk bij:
stationair lopende motor: min 0,35 bar
Oliefilter............... Filterschroefpatroon
Geluidsniveau:
met Klepelmaaier 100 cm
conform EN 12733 bijlage B:
geluidsniveau waargenomen door de
bestuurder
: ...................... L
P
= 92 dB(A)
conform 2000/14/EG, bijlage III, deel B,
hoofdstuk 32 grasmaaier:
geluidsvermogen: ........L
W
= 104 dB(A)
Gebruik op hellingen:
De motor is geschikt voor werkzaamheden
op hellingen (bij motoroliepeil “max” =
bovenste vulmarkering):
tot 45° (100 %)
Benzinemotor
2
16 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
De werktuigdrager agria type 5900 Tai-
fun is een basismachine die altijd in com-
binatie met een aanbouwwerktuig wordt
ingezet. Daardoor is hij zowel geschikt
voor land- en bosbouw als voor het
sneeuwruimen.
Als aanbouwwerktuigen zijn beschik-
baar:
l
frontaanbouwwerktuigen
maaimachines
schoonmaakmachines
sneeuwschuivers en -frezen
grind- en zoutstrooiers
en verschillende werktuigen, zie ook
prijslijst.
Motor
l
De viertakt benzinemotor wordt
aangedreven met normaal verkrijgbare
benzine (zie ook blz. 6: geadviseerde
brandstof).
Ontsteking
De motor is uitgerust met een contact-
loze elektronische ontsteking. Wij advi-
seren de noodzakelijke controles alleen
door de vakman te laten uitvoeren.
Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrij-
periode) mag de motor niet tot het maxi-
mum worden belast.
Ook na de inrijperiode mag u als regel
niet meer gas geven dan nodig is.
I
Hoge toerentallen kunnen de
motor beschadigen en de le-
vensduur aanzienlijk beperken. Dit
geldt vooral als de motor onbelast
draait! Laat de motor nooit over z’n
toeren draaien, daardoor kan de mo-
tor direct defect raken.
Koeling
De motor wordt gekoeld met een venti-
lator. Zorg ervoor dat geen vuil of blader-
resten in de koelluchtzeef op de
repeteerstarter en de koelribben van de
cilinder worden aangezogen.
Stationaire toerental
Het stationaire toerental van de motor
moet juist zijn afgesteld. Wanneer de
toerentalhendel tegen de eindaanslag
in stationaire positie staat, moet de mo-
tor bij laag toerental zonder problemen
blijven lopen.
Luchtfilter
Het luchtfilter reinigt de aangezogen
lucht. Een vervuild luchtfilter kan het
motorvermogen ongunstig beïnvloeden.
3. Machine- en bedieningselementen
33
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 17
3. Machine- en bedieningselementen
3
Toerentalhendel
Met de toerentalhendel (B/9) aan de
stuurstang kan het motortoerental van
min. = STATIONAIR tot max. = VOLGAS
traploos geregeld worden.
Motor-uit-schakelaar
Met de elektrische motor-uit-schakelaar
(B/3) wordt de ontsteking in- en
uitgeschakeld.
"I" = in bedrijf
"0" = motor uit
I
De motor-uit-schakelaar dient
ook als Nood-uit-schakelaar: in
gevaarlijke situaties in positie "0"
brengen!
Veiligheidsschakeling
STOP-positie: bij het loslaten van
de veiligheidsschakelhendel (B/4) wordt
de elektronische ontsteking uitgescha-
keld (motor wordt afgezet).
Voorzichtig! motor loopt nog even door!
Startpositie: om de motor te star-
ten en voor een werkpauze koppelings-
hendel (B/5) aantrekken en met vergren-
deling (B/6) vastzetten.
Bedrijfspositie: tijdens de werk-
zaamheden met de machine de
veiligheidshendel (B/4) naar beneden
drukken.
W
Veiligheidshendel niet vast-
zetten!
I
Veiligheidsschakelhendel in
gevaarlijke situaties loslaten,
deze zwenkt dan automatisch in positie
“STOP”!
B/3
B/4
B/6
B/5
Stop
max
min
18 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Koppeling
De enkelvoudige
droge plaatkop-
peling wordt be-
diend door de
koppelingshen-
del (B/5).
l
Let op de kop-
pelingsspeling,
zodat tijdens de
werkzaamheden
de koppeling niet
slipt.
I
Laat de machine met lopende
motor niet te lang met aangetrok-
ken koppeling staan, hierdoor kan scha-
de ontstaan aan het koppelingslager.
Bij stilstaande motor machine alleen
met aangetrok-
ken hendel (ver-
grendeling gear-
reteerd) wegzet-
ten, anders kun-
nen problemen
bij het koppelen
ontstaan als ge-
volg van corrosie-
vorming.
3. Machine- en bedieningselementen
Aftakasschakeling
De versnellingsonafhankelijke aftakas
(A/22) wordt geschakeld met de schakel-
trekgreep (B/7). Schakeltrekgreep
uitgetrokken, de aftakas is ingeschakeld,
schakeltrekgreep naar voren geduwd,
aftakas is uitgeschakeld.
B/7
3
B/5
45
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 19
Transmissie
De agria-werktuigdrager is voorzien van
een hydrostatische rijaandrijving.
Rijschakeling
Uitv. Draaihendelschakeling
l
De rijsnelheid wordt aan de hendel
(B/10) traploos voor- en achteruit
ingesteld of gewijzigd.
l
De 0-positie is geschakeld, als de
markering op de hendel gelijk staat met
de "0" van het pictogram.
l
Als de hendel in de richting van de
wijzers van de klok gedraaid wordt,
wordt de snelheid vooruit traploos
verhoogd.
l
Als de hendel tegen de richting van
de wijzers van de klok in gedraaid wordt,
wordt de snelheid achteruit traploos
verhoogd.
l
Met de stophen-
del kan de draaihen-
del vastgezet wor-
den tegen automa-
tische verstelling.
Stophendel
= vastgezet
Stophendel
= open
3. Machine- en bedieningselementen
B/10 Markering
3
Uitv. Rijhendelschakeling
l
De rijsnelheid wordt aan de hendel
(B/12) traploos voor- en achteruit met
de duim of wijsvinger ingesteld of ge-
wijzigd.
l
De 0-positie is geschakeld, als de
markering op de hendel gelijk staat met
de ‘0’ van het pictogram en tot aan de
aanslag is teruggeschoven.
l
Als de hendel naar voren wordt ge-
bracht, wordt de snelheid vooruit trap-
loos verhoogd, hetzelfde gebeurt in
omgekeerde volgorde als de hendel
naar achteren wordt bewogen.
20 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Hydraulische besturing
Met de hydraulische besturing rijdt het
wiel aan de kant van de binnenbocht
langzamer tot aan stilstand, het wiel aan
de kant van de buitenbocht blijft met
gelijke snelheid rijden.
Sturen
l
Door de stuurbewe-
ging van de stuurstang
wordt de hydraulische
besturing bij lopende
motor geactiveerd
l
stuurt alleen tijdens
het rijden, niet bij stil-
stand
l
hoe sterker de stuur-
beweging, hoe sneller
de hydraulische bestu-
ring.
Hydraulische besturing uitschakelen
Door aan de schakeltrekgreep (B/8) te
draaien en te trekken wordt de hydrauli-
sche besturing uitgeschakeld. De bestu-
ring gebeurt door spierkracht.
Als de vergrendeling wordt geopend, is
de hydraulische besturing weer
ingeschakeld.
Toepassing: werkzaamheden op hellin-
gen! – een zelfde werking als een
differentieelslot!
of voor het optillen van een
aanbouwwerktuig.
3. Machine- en bedieningselementen
B/8
3
Duwen
l
De machine kan zonder motoraandrijving
worden geduwd, als de stationaire
schakeling is geopend (positie ‘0’).
l
De stationaire schakeling (A/3) bevindt
zich aan de werktuigdrager rechts voor
onder de motorkap en kan worden ge-
schakeld door aan de schakelkop (of
schakelhendel) te draaien.
l
De hydraulische aandrijving treedt
weer in werking, als de stationaire scha-
keling wordt gesloten (positie ‘I’).
l
Controleer de schakelpositie voor be-
gin van de werkzaamheden!
I
Duwen of afslepen tot een
snelheid van max. 4 km/h.
Aanslepen is niet toegestaan!
A/3
A/3
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 21
3. Machine- en bedieningselementen
Centrale rem
Om de machine in heuvelachtig terrein te kunnen afremmen en om hem te kun-
nen parkeren, wordt een gecombineerde centrale blokkeerrem gebruikt.
Centrale rem
Excenterhendel (B/2) naar achteren en boven zwenken
– beide wielen worden afgeremd.
Bij het loslaten van de excenterhendel zwenkt deze in
de uitgangspositie terug – rem is weer los.
Blokkeerrem
Excenterhendel (B/2) naar achteren en boven over het
dode punt heen zwenken. Excenterhendel blijft auto-
matisch staan – beide wielen zijn geblokkeerd.
Voor het deblokkeren van de blokkeerrem moet de excenterhendel in de uitgangs-
positie worden teruggebracht – rem is weer los.
I
Niet tegelijkertijd rijden en remmen
De rem moet voordat met rijden wordt begonnen worden losgemaakt,
er kunnen beschadigingen optreden door overdruk (uitval wielmotor)
Stuurstang
W
Verstel de stuurstangen nooit tijdens de
werkzaamheden - kans op ongevallen!
Stuurstang – hoogteverstelling
l
Wederzijds kogelgreephendel zover losmaken, tot
de aanslag (B) vrij is.
l
linker en rechter stuurstang op de gewenste hoogte
instellen en in de passende vertanding brengen.
l
kogelgreephendel weer vastdraaien.
Stuurstang – zijwaartse verstelling
De stuurstang kan vanuit zijn normale positie
(middenpositie) ca. 30° naar links of naar rechts w or-
den gedraaid.
l
Kogelgreep (B/1) omhoogtrekken en in deze positie
houden, stuurstang naar links of naar rechts in de
gewenste positie brengen
l
kogelgreep loslaten en stuurstang enigszins heen en
weer bewegen tot de bout vastklikt.
B/2
3
22 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
akkerprofiel grasprofiel terra-profiel akkerbreedtewielen
3. Machine- en bedieningselementen
3
Wielen
De wielen moeten met de profielpunten
in de rijrichting (van boven af op de wie-
len gezien) gemonteerd worden, om de
trekkracht zo optimaal mogelijk te benut-
ten. De veerring met de bolle zijde naar
de verdieping in het schijfwiel monteren
(zie afb. wielbevestigingsschroeven).
Bovendien kunnen de wielen naar bin-
nen of naar buiten gedraaid gemonteerd
worden (smalspoor/breedspoor), om de
benodigde spoorbreedte te bereiken (zie
spoorbreedtetabel blz. 13).
Wielen toepassing
maat profiel toepassing artikelnr.
5.00-10 akkerprofiel algemene onderhoudswerkzaamheden 0190112
5.00-12 akkerprofiel algemene onderhoudswerkzaamheden 3291051
20x8.00-10 grasprofiel grasverzorging 3490511
21x11.00-8 terra-profiel algemene onderhoudswerkzaamheden 3490611
23x8.5-12 akkerbreedtewielen algemene onderhoudswerkzaamheden 5990611
23x10.5-12 akkerbreedtewielen algemene onderhoudswerkzaamheden 5990711
Bevestigingsgordel
De bevestigingsgordel (A/7) is bedoeld
voor het transporteren van de machine
en voor het inhangen van een veranke-
ringskabel bij werkzaamheden op hel-
lingen. Hiertoe moet de motorkap wor-
den gedemonteerd.
Controleer de bevestigingsgordel op
beschadigingen, evt. vervangen.
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 23
3. Machine- en bedieningselementen
Wielbevestigingsschroeven
Uitvoering A wielbout met veerring.
Uitvoering B tapeind met veerring en
wielmoer.
l
Tapeind met de korte schroefdraad-
kant in de wielnaaf vastdraaien, indien
mogelijk met LOCTITE 270 (of iets der-
gelijks) verlijmen.
l
Veerring met de bolle kant naar het
schijfwiel monteren!
Bij nieuwe machines en bij het verwis-
selen van de wielen moeten de wielbou-
ten en de wielmoeren na de eerste 2
bedrijfsuren met 100 Nm aangehaald
worden, verder altijd bij onderhouds-
werkzaamheden.
Sneeuwkettingen
Bij het gebruik van sneeuwkettingen
moeten de aanwijzingen van de fabri-
kant worden opgevolgd. Let erop dat de
machineonderdelen vrij kunnen bewe-
gen.
Wielspoorverbreding
l
Artikel 5519 031 voor de montage
van terra-wielen 21x11.00-8 TG.
Wielen voor hellingen
I
Voor een grotere stabiliteit tijdens
maaiwerkzaamheden op extreme
hellingen is het gebruik van dubbele
luchtbanden of grijpwielen aan te raden.
5519 031
3
3
I
Om beschadigen van de rem-
installatie te voorkomen:
l
Veerring met bolle kant absoluut
noodzakelijk
l
Gebruik altijd bouten met de origi-
nele lengte
Loctite
270
A B
2 veerring (bol)
3 wielbout
4 wielspoorverbreding (artikel 5519 031)
10 veerring (bol)
11 wielbout
24 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
3. Machine- en bedieningselementen
3
1
3
4
M
2
Motorkap
Motorkap verwijderen
l
Kap aan de achterzijde optillen
l
kap aan de voorzijde optillen en ver-
volgens in z’n geheel wegnemen
Motorkap terugplaatsen
l
Kap voor en achter met de klem-
rubbers op de kogelkoppen plaatsen
l
oefen lichte druk uit op de motorkap,
tot de klemrubbers vastzitten.
Portaalasverstelling
Voor een betere verdeling van het ge-
wicht bij zwaardere aanbouwwerktuigen
kan de as naar voren worden versteld.
l
Verplaats hiervoor de complete wiel-
motoren (M/1) naar de voorste schets-
plaat (M/2)
l
schetsplaat van tevoren reinigen.
l
Maak nooit hydraulische leidingen
en Bowden-kabels los!
l
Bevestigingsbouten (M/3) met 45
Nm aanhalen.
26 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Stoprem aantrekken
Kogelgreephendel loslaten
De machine met de
handgreep naar achteren
trekken
I
Koppeling van de
drijfwielen aan het
aanbouwapparaat
min. 20 mm!
Kogelgreephendel vasttrek-
ken
Kogelgreephendel mag
niet omlaag staan
l
Kogelgreephendel axiaal
naar binnen drukken - tot
hij losspringt - en
tegelijkertijd naar boven
draaien
Portaalasverstelling traploos (Optie Artikel 5939 011)
Verstelling naar voren voor zware aanbouwapparaten
3. Machine- en bedieningselementen
3
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 27
Verstelling naar achteren voor lichte aanbouwapparaten
Stoprem aantrekken
Kogelgreephendel loslaten
De machine met de
handgreep naar voren
drukken
I
Koppeling van de
drijfwielen aan het
aanbouwapparaat
min. 20 mm!
Kogelgreephendel vasttrek-
ken
Kogelgreephendel mag
niet omlaag staan
l
Kogelgreephendel axiaal
naar binnen drukken - tot
hij losspringt - en
tegelijkertijd naar boven
draaien
3. Machine- en bedieningselementen
3
28 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
3
Aanhangen en
afkoppelen van
aanbouwwerktuigen
W
Aanhangen en afkoppelen
alleen met stilstaande
motor!
Aanhangen:
l
De aansluitpunten van de werk-
tuigdrager en het aanbouwwerktu-
ig moeten schoon zijn
Bij aftakasaangedreven werk-
tuig: schakelhendel (4) aan het aan-
bouwwerktuig op ‘0’ zetten.
Machine met de vangtapeinden
(2) van onder af in de vanghaken
(3) van het aanbouwwerktuig lei-
den.
Beide oogschroeven (1) over de
aansluitflens klappen
Let op:
l
is de centrering van de flens juist
gepositioneerd?
l
liggen de flensdelen vlak tegen
elkaar?
l
Dopmoeren gelijkmatig vastdraai-
en.
Bij aftakasaangedreven werk-
tuig: schakelhendel (4) aan het aan-
bouwwerktuig in positie ‘I’ brengen
– er wordt dan via de basismachi-
ne geschakeld.
Het afkoppelen gebeurt in omge-
keerde volgorde.
3. Machine- en bedieningselementen
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 29
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. elektrische starter
Accu
Vanwege het feit dat de accu in de nieuwe machine of de nieuwe aanhanger niet
droog is voorgeladen, moet deze na het vullen met accuzuur vol geladen worden
(laadstroomsterkte = 1/10 van de accucapaciteit).
zie bijlage van de batterijfabrikant
Startschakelaar
De startschakelaar (33) voor de elektrische
starter heeft 3 schakelposities:
0 = stroom uitgeschakeld,
sleutel kan uit het contact worden gehaald
I = bedrijfspositie
START = startpositie, contactsleu-
tel springt automatisch in positie ‘I’ terug
Laadcontrolelampje
Het laadcontrolelampje (32) licht op wan-
neer de contactsleutel in positie ‘I’ gedraaid
is, en dooft wanneer de motor loopt en de
generator de accu oplaadt.
Het dooft eveneens wanneer de contact-
sleutel weer in positie ‘0’ staat of uit het
contact is gehaald.
Als het laadcontrolelampje oplicht op het
moment dat de motor loopt, laadt de
generator de accu niet meer voldoende bij
– laat dit door een erkende garage
controleren!
I
Draai de startschakelaar niet in
positie ‘0’ als de motor loopt, dit
kan een defect in de spanningsregela-
ar veroorzaken!
Zekering
Om de spanningsregelaar en de generator te beschermen tegen kortsluiting, is een
zekering van 15A (35) ingebouwd tussen de spanningsregelaar en de E-starter.
Wanneer de zekering defect is, dient deze te worden vervangen. Hiervoor moet
de zekeringhouder worden geopend.
3
31 accu
32 accu-laadcontrolelampje
33 startschakelaar met sleutel
34 contact voor aanhanger
35 zekeringhouder met platte zekering
30 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
4
4. Ingebruikname en bediening
I
Let op: om transportredenen is de motor
bij levering niet helemaal met motorolie gevuld!
Voor de eerste ingebruikname moet motorolie
worden bijgevuld (zie blz. 36)!
De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van het
rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar minu-
ten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum.
Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toeren
draaien.
Let erop dat het filter altijd goed wordt onderhouden en zorg voor schone
brandstof. Gebruik alleen merkbenzine.
Gebruik uitsluitend verse en schone brandstof (niet ouder dan 3 maanden), de
brandstof mag alleen worden bewaard in goedgekeurde brandstofjerrycans, die
in de vakhandel verkrijgbaar zijn. Verroeste stalen en niet benzinebestendige kunst-
stof jerrycans zijn niet toegestaan.
Om startproblemen te voorkomen, moet de brandstoftank van de machine bij de
eerste ingebruikname of na een periode van langere stilstand helemaal worden
gevuld.
Wees voorzichtig met brandstof.
Benzine is makkelijk ontvlambaar en onder bepaalde omstandighe-
den explosief!
l
Tank nooit in afgesloten ruimtes.
l
Alleen tanken met afgezette en afgekoelde
motor.
l
Tank nooit in de omgeving van open vuur,
vonken of hete motoronderdelen.
l
Niet roken tijdens het tanken!
l
Mors geen brandstof, gebruik een passende
trechter.
De brandstoftank mag niet helemaal tot de rand
toe worden volgetankt. Laat altijd ca. 5 mm onder
de rand vrij, zodat de brandstof kan uitzetten.
l
Transmissieoliepeil controleren (zie blz. 43).
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 31
? ok
? ok
? ok
? ok
? ok
4. Ingebruikname en bediening
Voordat de motor gestart wordt
Beide bougiekap plaatsen
Voldoende brandstof in de tank?
Luchtfilter schoon?
Motoroliepeil controleren
Transmissieoliepeil controleren
Bouten en moeren regelmatig con-
troleren, eventueel natrekken.
W
Ga alleen met de machine aan
het werk wanneer alle
beschermingsmaatregelen zijn ge-
troffen en in de juiste positie zijn ge-
bracht.
Wees voorzichtig met het starten van
de motor in gesloten ruimtes!
Zorg voor goede ventilatie en een
snelle afvoer van de uitlaatgassen. De
uitlaatgassen bevatten koolmo-
noxyde, dit is zeer giftig wanneer het
ingeademd wordt.
Vermijd het aanraken van de warme
motor – kans op brandwonden!
Raak bij lopende motor de
ontste-kingsleiding en de bougiekap
niet aan. Deze ook niet verwijderen.
38
36
43
46
4
max
min
32 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
4
Starten van de
benzinemotor
Brandstofkraan (C/13) opendraaien.
koude motor: CHOKE (C/20) in
positie ‘CHOKE’ brengen.
l
warme motor: CHOKE in normale
bedrijfspositie laten.
Motor-uit-schakelaar (B/3) in
bedrijfspositie ('I') brengen.
Toerentalhendel (B/9) op ca. 1/3 gas
zetten.
Koppelingshendel (B/5) aantrekken
en vergrendeling (B/6) laten vastklikken
(startpositie).
Contactsleutel in het contactslot
(C/33) steken en naar rechts in positie
‘I’ draaien.
l
Accu-laadcontrolelampje (C/32) licht op.
Motor buiten het gevarenbereik star-
ten:
Contactsleutel verder naar rechts in
positie ‘START’ draaien.
l
of handstart met de repeteerstarter
Zodra de motor start contactsleutel los-
laten – springt automatisch in positie ‘I’
terug.
Is de motor niet aangesprongen en moet
opnieuw gestart worden, dan contact-
sleutel van tevoren in positie ‘0’ terug-
draaien (startherhalingsvergrendeling).
I
Aanslepen is niet toegestaan!
Als de motor loopt korte tijd laten
warm draaien. Choke-knop langzaam in
bedrijfspositie terugdraaien (indien
gebruikt).
4. Ingebruikname en bediening
1/3
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 33
Afzetten van de
benzinemotor
Toerentalhendel in positie neutraal
zetten en de motor ca. 30 seconden sta-
tionair laten draaien.
Motor-uit-schakelaar in positie ‘0’
brengen.
Contactsleutel in positie ‘0’ terug-
draaien – laadcontrolelampje gaat uit.
Brandstofkran sluiten.
Werktuigdrager tegen onbevoegd
gebruik beveiligen
– Contactsleutel verwijderen.
I
De motor-uit-schakelaar (B/3)
dient ook als noodstopschakela-
ar. Indien nodig schakelaar in positie ‘0’
brengen, de motor springt af.
I
Wanneer de motor voor lange-
re tijd wordt afgezet, is het be-
ter niet de motor-uit-schakelaar te ge-
bruiken, maar de brandstofkranen te
sluiten en de motor zolang te laten lo-
pen totdat deze vanzelf afspringt. De
carburateur is dan leeg en er kan geen
verharsing optreden.
4. Ingebruikname en bediening
630 sec.
4
min
34 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
4
4. Inbetriebnahme und Bedienung
Werken met de machine
Gehoorbescherming gebruiken en draag altijd
stevige schoenen
Motor starten
W
Controleer het functioneren van de
veiligheidsschakeling - machine alleen in
gebruik nemen wanneer veiligheidsschakeling
functioneert!
Bij werkzaamheden met aftakasaangedreven
werktuigen: met de schakeltrekgreep (B/7) aftakas
inschakelen.
Hendel voor koppeling (B/5) enigszins aantrekken,
vergrendeling (B/6) losmaken, langzaam loslaten en
tegelijk gas geven.
W
Voorzichtig koppelen, de draaihendel of
rijhendel komt niet altijd exact in de 0-
positie – het werktuig kan zich wel direct gaan
voortbewegen!
Rijsnelheid aanpassen aan de omstandigheden
en de behoeften, instellen met de draaihendel (B/10)
of met de rijhendel (B/12).
Wijzigen rijrichting vooruit – achteruit:
ll
ll
l
Draaihendel (B/10) of rijhendel (B/12) langzaam
op achteruit schakelen.
Bij het veranderen van rijrichting achteruit naar vooruit
moeten de handelingen in omgekeerde volgorde
worden uitgevoerd.
W
Daat de machine nooit onbeheerd achter
zolang de motor loopt.
Gevarenzone
W
Tijdens het starten en de werkzaamheden
mogen zich geen personen binnen de
gevarenzone bevinden.
è I
B/5
B/6
4226
gevarenzone
32
45
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 35
Aanwijzing bij het maaien
Na het beëindigen van de maai-
werkzaamheden of als de maaimachine
verstopt is:
Rijaandrijving in ''neutrale' positie,
De machine blijft staan maar het mes
blijft in beweging; daardoor wordt de
maaibalk vrijgemaakt.
Aftakasschakeltrekgreep in positie
‘0’ brengen.
Werkzaamheden op hellingen
Wanneer op hellend terrein wordt ge-
werkt verdient het aanbeveling, de
werktuigdrager met een trekkabel of een
trekstang vast te houden, om te voorko-
men dat de machine wegschuift. De be-
stuurder moet zich heuvelopwaarts van
de machine bevinden en dient vol-
doende afstand te houden tot de
werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de
helling!
Motor starten op de helling
Mocht om wat voor reden dan ook de
motor tijdens de werkzaamheden tot stil-
stand komen en moet er opnieuw ge-
start worden, ga dan als volgt te werk:
Centrale rem aantrekken.
Koppelingshendel en veiligheids-
schakeling in ‘startpositie’ brengen.
Motor opnieuw starten.
Als tijdens de werk-
zaamheden de ma-
chine moet worden
schoongemaakt, moet de motor om
veiligheidstechnische redenen wor-
den afgezet en dient de contactsleu-
tel te worden verwijderd.
4. Inbetriebnahme und Bedienung
4
è"0"
è"0"
Maaien op
vlak terrein
Maaien op
hellingen
36 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor
555
I
Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van
groot belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent
onderhoud en reparatie.
Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit
met een afgezette motor en wanneer de contactsleutel verwijderd
is!
Motor
Motoroliepeil controleren
l
Voor iedere ingebruikname en
steeds na 8 bedrijfsuren.
l
Alleen bij afgezette en
horizontaal staande motor.
l
Oliepeilstok (1) en omgeving aan
de buitenkant reinigen.
l
Oliepeilstok uitschroeven, olie-
peilstok met een schone doek af-
nemen, weer inschroeven en op-
nieuw uitschroeven om het oliepeil
te meten.
l
Is het oliepeil tot beneden de
markering gedaald, motorolie (zie
‘technische gegevens’) tot
bovenaan = ‘max’ bijvullen.
Motorolie verversen
Voor de eerste keer na 8 bedrijfs-
uren, dan om de 50 bedrijfsuren.
Ververs de olie zolang de motor nog
warm is, let op dat deze niet te heet
is – kans op brandwonden!
l
olievulopening (C/2), olie-
aftapplug en omgeving aan de bui-
tenkant reinigen.
l
Motorolie verversen, olie op
voorgeschreven wijze verwerken.
I
Deksel en olieaftapplug
vastdraaien!
- Voor kwaliteit van de olie zie 'tech-
nische gegevens’!.
66
66
6 A; 8 h
max
min
66
66
6 (8 h) 50 h
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 37
66
66
6 100 h
Motoroliefilter vervangen
De oliefilter (C/8) na iedere 100
bedrijfsuren of na elk seizoen
vervangen, al naargelang welk geval
zich het eerst voordoet. Vooraleer de
nieuwe filter geïnstalleerd wordt, de
filterpakking licht met verse, zuivere
motorolie bevochtigen. De filter met de
hand losschroeven tot de pakking de
oliefilteradapter raakt. Dan 1/2 of 3/4
draaiing verder aantrekken. De motor
aanlaten en STATIONAIR laten draaien
om te controleren of er olie uitloopt. De
motor afzetten, het oliepeil controleren
en indien nodig olie bijvullen.
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor
5
38 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Droge luchtfilter
l
Reinig de lucht-voorfilter (V) en
laateste om de 25 bedrijfsuren, of in
geval van zeer stoffige omstandigheden
na een paar uur.
l
Reinig de luchtfilter-patroon (P) en
laateste om de 25 bedrijfsuren, of in
geval van zeer stoffige omstandigheden
na een paar uur.
l
Voorfilter en patroon vervangen
wanneer ze zeer vuil of beschadigd zijn.
Lucht-voorfilter reinigen
Het deksel eraf nemen.
De voorfilter voorzichtig van de
patroon schuifen.
Voorfilter met water en vloeibaar
reinigingsmiddel wassen.
Voorfilter in een proper doek
uitpersen.
Voorfilter in de motorolie dompelen.
Voorfilter in een proper,
absorbeerbaar doek uitpersen om
overtollige olie te verwijderen.
Voorfilter opde patroon installeren.
Deksel opnieuw aanbrengen.
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor
66
66
6 25 h
P
/
/
water + reinigingsmiddel
5
V
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 39
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor
Luchtfilter-patroon reinigen
lucht-voorfilter reinigen
è Pt. - .
Grijpmoer en plaat verwijderen. De
patroon er voorzichtig afnemen om te
verhinderen dat er vreemde voorwerpen
in de carburateur dringen.
De patroon voorzichtig op een effen
oppervlakte afkloppen om hem te reini-
gen. Geen oplosmiddelen op basis van
aardolie, zoals petroleum, gebruiken, die
slijtage aan de patroon veroorzaken.
Geen perslucht gebruiken, omdat
daardoor de patroon kan beschadigd
worden. De patroon niet oliën.
Patroon, plaat en grijpmoer opnieuw
aanbrengen.
Lucht-voorfilter en deksel erop zetten
è Pt. - .
Bougie
Steeds na 100 bedrijfsuren:
l
Roetafzettingen met een bougiebor-
stel van de elektroden van de bougie
verwijderen.
l
Elektrodenafstand controleren en op
1,0 mm instellen.
Na ca. 200 bedrijfsuren bougie
vervangen.
Brandstofslangen
Na 2 jaar vervangen, lekke brandstof-
slangen direct vervangen.
Brandstoffilter
Jaarlijks de brandstoffilter (C/9)
vervangen. Stroomrichting in acht
nemen!
66
66
6 100 h
bougieborstel
C/9
66
66
6 100 h (200 h)
1,0 mm
5
40 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
5
Reiniging van het koelsysteem
Na langere werkzaamheden kan het
koelsysteem door plantenresten en stof
verstopt raken. Wanneer met een
verstopt koelsysteem wordt doorgere-
den, wordt de motor te heet en kan deze
defect raken.
De motor niet met water afspuiten,
maar een borstel of perslucht gebruiken.
l
Koelluchtzeef (C/5) voortdurend con-
troleren en ontdoen van stof en
plantenresten.
l
Indien de koelluchtzeef sterk vervuild
is, de zeef demonteren en de oliekoeler
en koelluchtzeef aan de omkeerstarter
reinigen.
l
Ventilatorhuis steeds na 100 bedrijfs-
uren of minstens eens per jaar, het
beste voor het seizoen begint, reinigen.
Ventilatorhuis afnemen, koelribben aan
de cilinder en de cilinderkop, voor de
luchtcirculatie noodzakelijke geleide-
plaat en de koelluchtzeef en oliekoeler
reinigen.
è
- -
- -
- Serviceç
Uitlaat en Toerentalregelaar
Uitlaat (C/18), regelhendels, regel-
stangen en regelveren voortdurend
controleren op maai- en plantenresten,
en eventueel reinigen met borstel of
perslucht.
Brandgevaar! - als de uitlaat vuil is
Voor iedere ingebruikname controleren.
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor
55
5
66
66
6 100 h
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 41
5. Onderhoud en reparatie
Regelklephendel
Benzinemotor
Middelpunt
arm rijk
Nullasttoerentalschroef
Vrijloopmengschroef
1 1/4
meer minder
Buiggereedschap
5
Carburateur
Begininstelling
Vrijloopmengschroef in de richting van de wijzers
van de klok draaien tot ze bevestigd is. Geen geweld
gebruiken. De schroef 1 1/4 draaiing tegen de klok in
draaien. (Door deze instelling kan de motor starten.)
De eindinstelling wordt uitgevoerd met draaiende
motor.
Eindinstelling
Alle instellingen van de carburateur bij draaiende
motor moeten gebeuren terwijl de luchtfilter
geïnstalleerd is, net zoals in de fabriek.
Motor starten en ongeveer 5 minuten laten
draaien, tot de bedrijfstemperatuur bereikt is.
De gashendel op min. positie (vrijloop) stellen.
De regelklephendel tegen de nullasttoerental-
schroef houden en het nullasttoerental kortstondig
op 1400 min
-1
(vrijloopveer rood) instellen.
Vrijloopmengschroef (VM) langzaam in de richting
van de wijzers van de klok draaien tot het toerental
langzaam trager wordt (arm mengsel).
l
Vrijloopmengschroef langzaam tegen de richting
van de wijzers van de klok in draaien tot het toerental
langzaam trager wordt (rijk mengsel).
l
Vrijloopmengschroef op het middelpunt tussen rijk
en arm draaien.
l
Regelklephendel tegen de nullasttoerentalschroef
houden en het nullasttoerental op 1200
min
-1
bijregelen (Afb. ).
l
Regelklephendel loslaten. Toerental
noteren.
Indien nodig, buiggereedschap voor
de tap gebruiken en de tap van het
geregeld toerental verbuigen, om het
1750 min
-1
toerental aan te houden.
è - Serviceç
min
LG
42 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
5
Klepspeling instellen
Na iedere 50 bedrijfsuren moet de klep-
speling worden ingesteld. Uitlaatklep en
inlaatklep 0,1 - 0,16 mm bij koude motor.
è
- -
- -
- Service ç
Cilinderkop reinigen
Na iedere 400 bedrijfsuren cilinderkop
afnemen en de koolafzettingen aan
cilinderkop en uitlaat met een draad-
borstel verwijderen. Koppakking
vervangen en op de cilinderkop
monteren conform B&S-gegevens.
Cilinderkopschroeven conform B&S-
gegevens vastdraaien (19 Nm).
è
- -
- -
- Service ç
Accu
Vanwege het feit dat de accu in de
nieuwe machine of de nieuwe aanhan-
ger niet droog is voorgeladen, moet deze
na het vullen met accuzuur volgeladen
worden (laadstroomsterkte = 1/10 van
de accucapaciteit).
Wanneer de machine of de aanhanger
gedurende langere tijd niet gebruikt
wordt, moet de accu steeds met een
laadstroom van 0,06 ampère volgeladen
worden of iedere maand gecontroleerd
worden, indien nodig opladen. Eerst
minpool-kabel losmaken.
W
Accu nooit in ontladen toestand
laten staan! Volg de aanwijzing-
en van de fabrikant op! Vermijd vonken
en open vuur in de omgeving van de
accu. Voorzichtig met accuzuur – agres-
sief! Gebruik alleen voorgeschreven ze-
keringen. Bij het gebruik van te zware
zekeringen raakt de elektrische instal-
latie defect – brandgevaar!
5. Onderhoud en reparatie
5
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 43
Machine
Transmissie
I
Transmissieolie is tegelijker-
tijd hydraulische olie
Bij de overstap op bio-hydraulische
olie HEES eerst alle oude olie aftap-
pen en twee keer spoelen (– zie infor-
matie klantenservice)
5. Onderhoud en reparatie
5
1 oliepeilstok
2 afdichtring voor oliepeilstok
3 afdichtring voor aftapplug
4 aftapplug
5 oliefilterpatroon
66
66
6 (50 h) 600 h
66
66
6 (50h) 200 h
5 5
Het transmissieoliepeil moet voor iedere
ingebruikname en steeds na 8 bedrijfs-
uren gecontroleerd worden (oliepeilstok
en olievulhals (A/1)). Het oliepeil moet bij
horizontaal staande machine tussen de
streepjes max. en min. staan.
l
Oliepeilstok uitdraaien, met een schone
doek afnemen en weer terugdraaien.
l
Oliepeilstok opnieuw uitdraaien om het
oliepeil te meten, eventueel transmissie-
olie bijvullen (hoeveelheid tussen min. en
max. = 1 l).
Vervangen van het transmissie-olie-
filter na de eerste 50 bedrijfsuren en dan
steeds na 200 bedrijfsuren
l
Machine voorover kantelen, op de aan-
sluitflens.
l
Oliefilter (A/27) uitschroeven en vervan-
gen – bij nieuw filter afdichtring met een
beetje olie insmeren.
l
Oliefilter volgens de voorschriften ver-
werken.
Verversen van de transmissieolie sa-
men met de vervanging van het oliefilter
na de eerste 50 bedrijfsuren en vervol-
gens na iedere 600 bedrijfsuren, met
warme motor.
l
Olievulhals (A/1), aftapplug (A/24) en
hun omgeving goed schoon houden zo-
dat geen vuil in de transmissie komt.
l
Aftapplug losdraaien, afgewerkte olie
in een geschikt reservoir opvangen en
volgens de voorschriften verwerken.
l
Aftapplug reinigen; deze heeft een magne-
tische kern en trekt daardoor metaalstof aan.
l
Afdichtringen controleren, eventueel
vervangen.
l
Aftapplug met afdichtring indraaien en
vastzetten.
l
Schone transmissieolie tot de marke-
ring ‘max. bijvullen.
l
Hoeveelheid olie en kwaliteit zie ‘tech-
nische gegevens’.
l
Olievulhals met peilstok afsluiten.
44 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Stuurstangbouten
Stuurstangbouten
op de smeernippel
af en toe smeren
met bio-smeervet.
Ten minste eens
per jaar en na een
reinigingsbeurt
met een hogedru-
kreiniger.
Stuurstang-vergrendeling
Na iedere 200
bedrijfsuren en na
iedere reinigings-
beurt met een ho-
gedrukreiniger de
rollen voor de stu-
urvergrendeling
(A/8) aan beide zij-
den met een beet-
je bio-smeervet
insmeren.
Stuurstang-ultra-bussen
ll
ll
l
Na iedere 200 bedrijfsuren controle-
ren.
è è
è è
è - Service
çç
çç
ç
Stuurstang – centrale bout
l
De centrale bout (A/9) na iedere 200
bedrijfsuren met 140 Nm aanhalen en
opnieuw borgen.
è - Serviceç
Bevestigingsgordel
Controleer de bevestigingsgordel op
beschadigingen eens per jaar, uiterlijk
na 10 jaar vervangen.
Hydraulische slangen
Na 200 bedrijfsuren, minste eens per
jaar op dichtheid controleren.
5
5. Onderhoud en reparatie
5
A/8
240 ... 300 Nm
66
66
6 200 h / B
66
66
6 J / B
66
66
6 50 h
Wielen
l
Bij de eerste ingebruikname en bij
iedere wisseling van de wielen moe-
ten de wielbouten en -moeren na de eer-
ste 2 bedrijfsuren met 100 Nm (10 kpm)
worden nagetrokken. Verder bij alle
servicewerkzaamheden.
De bandenspanning van de
banden moeten regelmatig
gecontroleerd worden. Let
erop dat de spanning in bei-
de banden gelijk is zodat probleemloos
rijden gewaarborgd is.
Wielnaven
l
De zeskantige moeren (A/26) voor de
wielnaven aan beide zijden met
240–300 Nm steeds na 50 bedrijfsuren
aanhalen.
Rem
ll
ll
l
Functie van remblokken en rembedie-
ning steeds na 200 bedrijfsuren of ten
minste eens per jaar controleren.
èè
èè
è - Service
çç
çç
ç
Wielmotoren
l
Na iedere 200 bedrijfsuren
controleren. Laat de machine rechtuit
rijden, en zet de stuurstang in de neu-
trale positie.
è - Serviceç
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 45
5. Onderhoud en reparatie
5
5
B/4
66
66
6 A
66
66
6 A
1 hendel
2 vormveer
3 kabel-
tapuiteinde
4 verstellbout
66
66
6 A
+
-
Veiligheidsschakeling
Controleer voor iedere ingebruik-
name en bij iedere onderhouds-
en reparatiebeurt.
l
Wanneer de
hendel (B/4)
wordt losgela-
ten en de kop-
peling is ge-
schakeld, dient
de motor auto-
matisch tot stil-
stand te komen.
l
Conditie van de elektrische lei-
dingen en verbindingen controle-
ren, eventueel vervangen.
è - Serviceç
Motor-uit-schakeling
Controleer het
functioneren
van de motor-
uit-schakeling
bij iedere on-
derhouds- en
reparatiebe-
urt.
l
Wanneer de schakelaar in posi-
tie ’0’ staat, moet de motor tot stil-
stand komen.
l
Conditie van de elektrische lei-
dingen en verbindingen controle-
ren, eventueel vervangen.
è - Serviceç
Koppelingshendel
Speling of instellingen voor iedere ingebruik-
name controleren en eventueel corrigeren
(vooral tijdens de inrijperiode na de eerste
ingebruikname of na het verwisselen van de
koppelings- of remvoering).
Koppeling:
X = 3 - 5 mm (Spe-
ling voor koppeling)
! = Bowdenkabel in
hendellager in positie
onder ingevoerd.
Instelling:
Borgveer (2)
verwijderen en
kabeluiteinde (3)
met de verstelbout
(4) uit de houder in
de hendel nemen.
Verstelbout (4)
in- of uitdraaien, tot
de afstand ”X” of
stationair bij positie
0 beschikbaar is.
Kabeluiteinde
met de verstelbout
weer in de houder
terughangen en
borgveer (2) mon-
teren
46 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Draaihendelschakeling
Werking en instelling bij elk onderhoud
controleren en eventueel bijregelen
Instelling
De draaihendel-
schakeling met de
bowdenkabel stel-
schroeven zonder
speling instellen en
ervoor zorgen dat
het markerings-
punt aan de draai-
hendel gelijk staat
met de 0-positie van de pomp en het pic-
togram.
Draaihendel-stop
Instelling van de klemwerking
Stifttap ongeveer 1 draaiing lossen met
behulp van de inbussleutel
Stophendel zodanig verstellen, dat bij:
= Draaihendel draaibaar
= Draaihendel vastgeklemd,
niet draaibaar
5. Onderhoud en reparatie
Algemeen
l
Let op het ver-
liezen van brand-
stof en olie, even-
tueel opruimen.
l
Schroeven en
moeren regelma-
tig controleren,
eventueel natrek-
ken.
l
Alle glijdende of
beweeglijke on-
derdelen (bijv.
toerentalhendel,
hendellager) met biologisch-afbreek-
baar vet of olie vet houden.
Reiniging
Na iedere reinigingsbeurt (afspuiten met
water, vooral met de hogedrukreiniger)
alle plaatsen die met vet zijn inge-
smeerd, nasmeren en inoliën, en de
machine kort laten draaien zodat het wa-
ter eruit loopt.
De lagers moeten voorzien van een vet-
kraag. Deze beschermt het lager tegen
het binnendringen van plantensappen,
water en vuil.
Reinig de motor al-
leen met een doek-
je. Vermijd het spui-
ten met een sterke
waterstraal; er zou
water in het ontste-
kingsmechanisme
of in het brandstof-
systeem kunnen
komen, dit kan lei-
den tot mankemen-
ten.
contramoeren
5
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 47
5. Onderhoud en reparatie
5
5
Stallen
Wanneer de machine gedurende lan-
gere tijd niet gebruikt wordt:
a) Grondige reinigingsbeurt, laklaag
bijwerken.
b) Motor in conditie houden
ll
ll
l
Brandstof volledig aftappen of
brandstoftank voltanken en stabilisator-
vloeistof (agria-nr. 799 09) in de
brandstoftank gieten.
- Kijk in de gebruiksaanwijzing,
motor ca. 1 minuut laten lopen.
ll
ll
l
Motorolie verversen.
ll
ll
l
In de bougieopening een theelepel
vol (ca. 0,03 l) motorolie gieten. Motor
langzaam doordraaien.
ll
ll
l
Zuiger met repeteerstarter op com-
pressie zetten (starthandgreep lang-
zaam aantrekken totdat weerstand voel-
baar is), hiermee zijn de kleppen geslo-
ten.
ll
ll
l
Motor om de 2–3 weken langzaam
doordraaien (bougiekap verwijderen!) en
aansluitend zuiger weer op compressie
zetten.
c) Wielen
Plaats deze op steunblokken zodat de
banden niet op de
vloer rusten. Lucht-
banden gaan snel in
kwaliteit achteruit
wanneer ze zonder
lucht onder belas-
ting staan.
d) Koppeling
Werktuigdrager altijd met aangetrokken
koppelingshendel
(vergrendeling inge-
klikt) parkeren, er
kunnen anders pro-
blemen met de kop-
peling ontstaan als
gevolg van corrosie-
vorming.
e) Machine stallen
om sterke corrosievorming te voorko-
men:
– beschermen tegen weersinvloeden
niet stallen in:
vochtige ruimtes
ruimtes waar
kunstmest ligt opge-
slagen
stallen of daar-
naast gelegen ruim-
tes
f) Afdekken
Dek de machine af
met een dekzeil of
iets dergelijks.
48 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
6. Storingen opsporen en verhelpen
W
Let op de veiligheidsaanwijzingen! Laat grotere problemen aan de machine of de motor altijd oplos-
sen door de agria-vakgararage, deze beschikt over het juiste gereedschap. Ondeskundige hulp
kan grote schade veroorzaken.
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Benzinemotor:
Motor -Bougiekap is niet aangesloten Bougiekap aansluiten
start niet - Choke niet in positie CHOKE Chokehendel in positie CHOKE brengen 32
- Motor-uit-schakelaar op ‘0’ Motor-uit-schakelaar in positie ‘I’ schakelen 32
-Veiligheidsschakelaar niet Veiligheidsschakelaar in
in startpositie startpositie brengen 32
- Brandstoftank leeg of Brandstoftank vullen
slechte brandstof met schone brandstof 30
-Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding reinigen 39
- Bougie defect Bougie schoonmaken,
instellen of vervangen 39
- Motor teveel brandstof (verzopen) Bougie drogen, schoonmaken
en starten met volgas 39
-Motor-uit-leiding defect Leiding en verbindingen controleren
¬
- Valse lucht door losgelaten carburateur Bevestigingsschroeven natrekken
en aanzuigleiding
Motor - Motor loopt op CHOKE Chokehendel in positie BEDRIJF brengen 32
hapert - Bougiekabel zit los Bougiekabel vastklemmen
af en toe -Brandstofleiding verstopt Brandstoffilter vervangen, 39
of slechte brandstof schone brandstof tanken
- Luchttoevoer in de Brandstoftankdop vervangen 39
brandstoftankdop verstopt
- Water of vuil in het Brandstof aftappen en schoonmaken,
brandstofsysteem schone brandstof tanken
- Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter schoonmaken of vervangen 38
-Carburateur verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
41
Motor - Te weinig motorolie Meteen motorolie bijvullen 36
wordt - Ventilatiesysteem functioneert niet Luchtrooster schoonmaken,
te heet koelribben schoonmaken 40
- Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 38
-Carburateur is verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
41
Motor - Ontsteking te krap afgesteld Bougie afstellen 39
haperingen - Stationair toerentalmengsel Carburateur afstellen
¬
41
bij hoge niet correct afgesteld
toerentallen
Motor -Ontsteking te ruim afgesteld, Bougie afstellen of vervangen 39
slaat bij Bougie defect
stationair - Carburateur niet correct afgesteld Carburateur afstellen
¬
41
toerental - Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter reinigen 38
vaak af
6
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 49
6. Storingen opsporen en verhelpen
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Motor -Regelstangen zijn verontreinigd, Regelstangen schoonmaken 40
loopt klemmen
onregelmatig
Motor -Motor-stop-leiding defect, Leiding en verbinding controleren,
¬
springt in massa ontbreekt massa controleren
¬
stoppositie
niet af
Motor - Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 38
levert te -Cilinderkop los of Cilinderkop aandraaien,
¬
weinig afdichting beschadigd afdichting vervangen
vermogen -Te weinig compressie Motor laten controleren
¬
E-start uitvoering:
E-starter -Accu leeg Accu laden, evt. vervangen 42
functioneert -Zekering defect Zekering vervangen 29
niet -Defect aan kabelbundel, E-starter Kabelbundel en E-starter controleren
¬
Accucontrole- - Startschakelaar niet ingeschakeld Startschakelaar op ‘I’ zetten 32
lampje licht - Controlelampje defect Controlelampje vervangen
niet op bij -Zekering defect Zekering vervangen 29
stilstaande - Kabelbundel defect Kabelbundel controleren
¬
motor -Spanningsregelaar defect Spanningsregelaar controleren
¬
Accucontrole- - Zekering defect Zekering vervangen 29
lampje brandt -Kabelbundel defect Kabelbundel controleren
¬
tijdens bedrijf - Spanningsregelaar defect Spanningsregelaar controleren
¬
-Generator defect Generator controleren
¬
Machine algemeen:
Koppeling -Koppelingshendel niet Koppelingsspeling afstellen 45
komt niet los correct afgesteld
Koppeling - Koppelingshendel is niet Koppelingsspeling afstellen 43
glijdt correct afgesteld
-Koppelingsplaat versleten Koppelingsplaat vervangen
¬
Geen voor- -Koppelingshendel niet gekoppeld met koppelingshendel koppelen 18
aandrijving -Duwpositie ingeschakeld op hydraulisch bedrijf omschakelen 20
Teveel -Bevestigingsbouten zijn los Bevestigingsbouten natrekken 46
vibratie
¬
= Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage!
6
50 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Veiligheidsschakeling
1 Motor
2 Magneetontstekings-
systeem
3 Motor-uit-schakelaar
4 Schakelaar in de
koppelingshendel
5 Schakelaar in de
veiligheidshendel
bl = blauw
br = bruin
rt = rood
Elektrisch schakelschema
bl = blauw
br = bruin
ge = geel
gr = groen
ro = rood
sw = zwart
ws = wit
6
6
E-Start
1 Generator ........... 12 V 16 A
2 Laadregelaar
3 Platte zekering ................... 15 A
5 E-Starter ................... 12 V
6 Accu ......... 12 V 20 Ah
7 Lampje laadcontrole..... 12 V 2 W
8 Ontstekingsstartschakelaar
9 Contactdoos
10 Magneetschakelaar voor E-starter
11 Motor-stop-aansluiting aan motor
52 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Lak, slijtageonderdelen
agria-bestelnr.
Brandstofstabilisator benzinemotor:
799 09 brandstofstabilisator 5 g
Anticorrosiemiddelen:
690 36 biologisch afbreekbaar anticorrosiemiddel fles 500 ml
Lak:
181 03 spuitlak berkengroen spuitbus 400 ml
712 98 spuitlak rood, RAL 2002 spuitbus 400 ml
509 68 spuitlak zwart spuitbus 400 ml
Kleefmiddelen (schroefbevestiging):
559 94 kleefmiddel (middel) LOCTITE 242 fles 50 ml
559 95 kleefmiddel (sterk) LOCTITE 270 fles 50 ml
559 96 kleefmiddel (extra sterk) LOCTITE 638 fles 50 ml
Afdichting:
509 68 afdichting (vloeibaar) LOCTITE 573 tube 250 ml
Slijtageonderdelen:
Motor:
716 22 luchtfilterinzet
640 88 schuimstof-voorfilter
789 81 Brandstoffilter
716 23 motorolie-filterpatroon
706 09 bougie, Bosch FR8 DC; Champion RC12YC
759 28 platte zekering 15A
Transmissie:
009 16 afdichtring 16 x 22 x 1,5; oliepeilstok en olieaftapplug
527 06 oliefilterpatroon
Bandenpechbescherming:
713 13 banden afdichtgel Terra-S fles 1 l
Reserveonderdelenlijst:
997 153 werktuigdrager 5900 Bison
997 083 aanbouwwerktuigen voor 3400, 5500, 5900
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 53
Smeerschema
66
66
6 B = eens per jaar en
na iedere reinigingsbeurt
met een hogedrukreiniger
1
2
4
6
7
8
9
10
66
66
6 B
66
66
6 8 h
66
66
650 h
(25 h)
66
66
6 600 h
(50 h)
66
66
6 25 h
66
66
6 B
66
66
6 B
3
66
66
6 200 h
(50 h)
5
66
66
6 100 h
66
66
6 B
max
min
54 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Hydraulische slangen
Uitv. portaalas vast .......... links ......................................................rechts
A = hydraulische leiding........ 768 47..................................................... 768 46
B = hydraulische leiding....... 768 45..................................................... 768 48
Uitv. portaalas traploos verstelbaar
A = hydraulische leiding........ 774 25..................................................... 774 26
B = hydraulische leiding........ 768 43..................................................... 768 44
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 55
Wikkelbescherming
Optie: Kit 760 58
Montage:
A Wikkelbeschermdrager (1) aan de
spanschroeven van de wielmotoren
vastklikken
B Wikkelbeschermbuizen (2) over de
wielmotoren schuiven
- Uitsparing voor remhendel in
acht nemen.
Met de schroeven (4) en schijven
(3) bevestigen
A
B
A
Wikkelbescherming
56 Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Onderhouds- en inspectietabel
P = positie in smeerschema (blz.53)
A = voor iedere ingebruikname
B = na iedere reinigingsbeurt, vooral met een hogedrukreiniger
J = minstens eens per jaar
K = controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd
W = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage
F = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een agria-vakgarage
* = na 2 jaar
1/2
– 1 4 8 25 50 100 200 400 600
Functie veiligheidsschakelaar controleren K 45
Functie motor-uit-schakelaar controleren K 45
Hendel speling controleren K 45
Luchtfilter controleren K 38
Koelluchtzeef reinigen K 40
Omgeving van de uitlaat reinigen K K 40
Toerentalregelaar reinigen K K 40
Motoroliepeil controleren,
eventueel bijvullen
1 K K 36
Wielbouten en -moeren natrekken K 44
Oliepeil transmissieolie/hydraulische olie
controleren
7 K 43
Motorolie verversen, eerste keer,
verdere keren
2
W
36
Bouten en moeren controleren K 46
Reinigen K 46
Lucht-voorfilter reinigen W 38
Wielnaafmoeren natrekken W 37
Transmissie-oliefilter vervangen; eerste keer,
verdere keren
5
W
W
43
Transmissieolie verversen, eerste keer,
verdere keren
6
W
43
Bougie reinigen,
Elektrodenafstand afstellen
K 39
Koelluchtgrilgeleidingsplaten, koelribben,
oliekoeler reinigen – indien nodig eerder!
F F 40
Motoroliefilter vervangen 4 W 37
Luchtfilter-patroon reinigen W 38
Bougie vervangen K 39
Rollen voor de stuurvergrendeling smeren 8 K K 44
Luchtfilter-patroon vervangen,
indien nodig eerder!
W 39
Stuurstang-ultra-bussen controleren F 44
Stuurstang – centrale bout aanhalen F 44
Rem controleren F 44
Wielmotoren op rechtuit rijden controleren F 44
Hydraulische slangen controleren W W 44
Klepspeling afstellen F 42
Cilinderkop reinigen F 42
Bevestigingsgordel controleren K 44
Stuurstangbouten smeren 9 K K 44
Brandstofslangen vernieuwen W* 39
Brandstoffilter vervangen 3 W 39
Alle glijdende onderdelen smeren 10 K K 46
P
Steeds na bedrijfsuren
blz.B
min.
jaarl.A
Hydrostatische werktuigdrager Taifun 57
Afb. C
Motor B&S Vanguard 18 HP
1 Bougie / bougiekap links
1 a Bougie / bougiekap rechts
2 Olievulopening
3 Olieaftapplug
4 Motor-ident.nummer
5 Repeteerstarter / koelluchtzeef
6 Startergreep
7 Oliepeilstok
8 Ölfilter
9 Brandstoffilter
11 Brandstoftankdeksel
12 Brandstoftank
13 Brandstofkraan
18 Uitlaat
19 Luchtfilter
20 Choke-bedieningsstang
31 Accu
32 Accu-laadcontrolelampje
33 Startschakelaar
34 Contactdoos
35 Zekeringhouder (met platte zekering)
Aanduiding van de onderdelen
Het succesprogramma
Balkmaaier Werktuigdrager Maaiskelter
Motorfrees Eenwielige Motorhak Eenassige tractor
Veegmachine Vertikuteermachine Combiwerktuig
agria-Werke GmbH
D-74215 Möckmühl/Württ.
tel. +49 6298 39-0
fax +49 6298 39-111
internet: http://www.agria.de
Uw agria-dealer zorgt voor service en snelle levering van reserveonderdelen

Documenttranscriptie

Handleiding voor Hydrostatische Werktuigdrager Taifun 5900 231 / 232 - 2 Zyl. B&S Vanguard - Elektrische starter 4816 & Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding. Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op! Betriebsanleitung Nr. 998 861-A 06.05 Symbolen, typeplaatje Hier invullen: Symbolen Identificatie/machine nr.: waarschuwingsteken. Vindt u bij passages die betrekking hebben op uw veiligheid. ........................................................ belangrijke informatie Machinen-art.nr.:...................... Motor-type:.................................. brandstof Motor-Nr.:................................... Datum aankoop:.......................... choke Typeplaatje: zie blz. 3/afb. A/4. motor Motortype en motornr. zie blz. 58/afb. C/4. motor start Bij bestelling van reserveonderdelen deze gegevens vermelden om fouten bij levering te vermijden. accu-laadcontrole Alleen originele agria-reserveonderdelen gebruiken! koppeling De technische gegevens, afbeeldingen en maten in deze handleiding zijn niet bindend. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld. Wij behouden ons het recht voor veranderingen aan te brengen, zonder deze handleiding te wijzigen. vooruit achteruit snel langzaam hydraulische installatie aftakas rem Levering: parkeerrem l handleiding l werktuigdrager gesloten (vergrendeld) l gereedschapsset geopend (ontgrendeld) è - Serviceç= Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage! 2 draaien tegen de klok in draaien met de klok mee Hydrostatische werktuigdrager Taifun Aanduiding van de onderdelen Afb. A: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 21 22 23 24 25 26 27 28 Rijtransmissie-/ peilstok voor hydraulische olie en olievulopening Kogelkop voor motorkap voorzijde Stationaire schakelbediening (Bypass) Typeplaatje (voertuig-ident.nummer) Kogelkop voor motorkap achterzijde Transmissie-ontluchtingsopening Bevestigingsgordel Stuurvergrendelrol Stuurstang – centrale bout Benedenstang Stuur Oogbout met dopmoer, boven Aftakas Oogbout met dopmoer, beneden Transmissieolie-aftapplug Remtrommel Wielnaaf Oliefilterpatroon Motor Afb. B: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 4 Kogelgreep voor zijwaartse verstelling stuurstang Excenterhendel voor centrale rem Motor-uit-schakelaar Veiligheidsschakelhendel Hendel voor motorkoppeling Vergrendeling voor hendel motorkoppeling Schakeling voor aftakas Schakeling voor stuurstangvergrendeling Toerental-reguleerhendel Draaihendel voor traploze rijsnelheden en vooruit-achteruit Bedrijfsurenteller / toerentalmeter (als optie) Verstelhendel voor traploze rijsnelheden en vooruit-achteruit Hydrostatische werktuigdrager Taifun Inhoudsopgave Inhoud pakket ................................... 2 4. Ingebruikname en bediening Aanbevelingen Eerste ingebruikname ..................... 30 De motor starten ............................. 32 De motor afzetten ........................... 33 Werken met de machine ................. 34 Gevarenzone .................................. 34 Werkzaamheden op hellingen ........ 35 Smeermiddelen ................................. 6 Onderhoud en reparatie ................... 6 Brandstof .......................................... 6 Aanduiding van de onderdelen .......................... 3, 58 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen ....................... 7–12 2. Technische gegevens Afmetingen ...................................... Sporenplan ..................................... Machine .......................................... Trillingsniveau ................................. Benzinemotor .................................. Geluidsniveau ................................. Gebruik op hellingen ....................... 13 13 14 14 15 15 15 3. Machine- en bedieningselementen Motor ............................................... 16 Veiligheidsschakeling ...................... 17 Koppeling ........................................ 18 Aftakas ............................................ 18 Transmissie ..................................... 19 Rijschakeling ................................... 19 Duwen ............................................. 20 Hydraulische besturing ................... 20 Centrale rem ................................... 21 Stuurstang ...................................... 21 Bevestigingsgordel .......................... 22 Wielen ....................................... 22–23 Motorkap ......................................... 24 Asverstelling .................................... 24 Asverstelling traploos ............... 26 - 27 Aan- en afkoppelen van aanbouwwerktuigen ........................ 28 Accu ................................................ 29 Startschakelaar ............................... 29 1 2 5. Onderhoud en reparatie Benzinemotor ........................... 36 - 42 – Motorolie ...................................... 36 – Luchtfilter .............................. 38 - 39 – Bougie .......................................... 39 – Koelsysteem ................................ 40 – Carburateur .................................. 41 – Accu ............................................. 42 Machine ................................... 43 - 46 – Transmissie-/hydraul. olie ............. 43 – Stuurstang ................................... 44 – Veiligheidsschakeling ................... 45 – Afstelling van de hendels ..... 45 - 46 Algemeen ........................................ 46 De machine stallen ......................... 47 6. Storingen opsporen en verhelpen ......................... 48 - 49 3 4 5 Elektrisch schakelschema .... 50 Lak, slijtageonderdelen ......... 52 Smeerschema ......................... 53 Hydraulische slangen ............ 54 Wikkelbescherming (optie) ... 55 Onderhouds- en inspectietabel ......................... 56 Conformiteitsverklaring ........ 59 Let op uitklappagina’s! Afb. A en B ................................ 3 Afb. C (motor) ......................... 58 Hydrostatische werktuigdrager Taifun 5 6 Aanbevelingen Smeermiddelen en anticorrosiemiddelen: Gebruik voor de motor en de transmissie de voorgeschreven smeermiddelen (zie ‘Technische gegevens’). Voor ‘open’ smeerpunten en smeernippels adviseren wij het gebruik van biologisch afbreekbare olie of smeervet (volgens de aanwijzingen in de handleiding). Voor het onderhoud van de machines en werktuigen adviseren wij biologisch afbreekbare corrosiewerende olie (niet gebruiken op gelakte uitwendige bekledingen). Het anticorrosiemiddel kan met een kwast of met een spuitbus worden aangebracht. Biologische smeermiddelen en corrosiewerende olie zijn milieuvriendelijk omdat ze biologisch snel afbreekbaar zijn. Wanneer u biologisch afbreekbare smeermiddelen en corrosiewerende olie gebruikt, gaat u bewust om met het milieu en levert u een positieve bijdrage aan de gezondheid van mens, fauna en flora. Brandstof: Wanneer om milieutechnische redenen loodvrije benzine gebruikt wordt, dient u bij motoren die langer dan 30 dagen niet gebruikt worden de brandstof af te tappen, om afzetting van harsresidu’s in de carburateur, het brandstoffilter en de brandstoftank te vermijden. U kunt de brandstof ook vermengen met een brandstofstabilisator. Zie ook hoofdstuk ‘Motor in conditie houden’. Onderhoud en reparatie: Bij de agria-dealer werken gekwalificeerde monteurs die de machine vakkundig onderhouden en repareren. Voer grotere onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen zelf uit wanneer u beschikt over het juiste gereedschap en de vereiste technische kennis van machines en verbrandingsmotoren. Klop nooit met harde voorwerpen of metalen gereedschappen tegen het vliegwiel. Het kan scheuren en tijdens gebruik uiteen springen, zodat verwondingen of materiële schade veroorzaakt wordt. Demonteer het vliegwiel uitsluitend met passend gereedschap. Deze motor loopt zowel op loodvrije normale en superbenzine als op gelode superbenzine. Voeg aan de benzine geen olie toe. 6 Hydrostatische werktuigdrager Taifun 1. Sicherheitstechnische Hinweise Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de machine in gebruik neemt en volg de instructies nauwkeurig op. Algemene veiligheidsvoorschriften Basisprincipe: Waarschuwingsteken Dit symbool treft u aan bij alle passages die betrekking hebben op uw veiligheid. Breng ook andere gebruikers op de hoogte van deze veiligheidsaanwijzingen. Gebruik conform de bestemming De agria motormaaier Taifun en de door de fabrikant aangeboden aanbouwwerktuigen zijn bestemd voor een normaal gebruik in de land- en bosbouw, zoals bijvoorbeeld gras- en weilandverzorging; daartoe behoren ook winterzaamheden en vegen (gebruik conform de bestemming). Iedere andere toepassing geldt als niet in overeenstemming zijnde met het doel waarvoor de werktuigdrager gebouwd is. Voor schade die door ondoelmatig gebruik veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld. Dit risico is geheel en al voor de gebruiker. De door de fabrikant voorgeschreven gebruiksvoorschriften, alsmede de voorschriften met betrekking tot controle, onderhoud en reparatie dienen in acht te worden genomen. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat door eigenhandige wijzigingen aan de machine. De gebruiker dient zich te houden aan alle voorschriften ter voorkoming van ongevallen, alsmede aan de algemeen geldende regels wat betreft veiligheid, arbeidsgeneeskunde en wegverkeer. Bij gebruik van openbare wegen dienen de geldende verkeersbepalingen in acht te worden genomen. Controleer voor ingebruikname van de werktuigdrager altijd eerst de verkeersen bedrijfsveiligheid. De werktuigdrager mag slechts gebruikt, onderhouden en gerepareerd worden door personen die over de nodige kennis beschikken en van de risico’s op de hoogte zijn. Personen beneden de 16 jaar mogen de machine niet bedienen! Werk alleen bij goed zicht en voldoende licht. De bestuurder moet goed aansluitende werkkleding dragen. Wijde kledingstukken dienen vermeden te worden. Draag altijd stevige schoenen! De waarschuwings- en instructiebordjes op de machine geven belangrijke aanwijzingen voor veilig gebruik. Volg deze aanwijzingen nauwkeurig op, in het belang van uw eigen veiligheid! Zet de motor af wanneer u de machine transporteert van en naar de werkplek. Blijf altijd op een veilige afstand van draaiende werktuigen! Hydrostatische werktuigdrager Taifun 7 1 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen 1 Voorzichtig met nalopende werktuigen. Wachten tot het werktuig helemaal stil staat! Bediening en veiligheidsmaatregelen Bij werkzaamheden met elektrische werktuigen bestaat de kans op verwondingen! Voor de werkzaamheden Het is niet toegestaan tijdens de werkzaamheden mee te rijden op de werktuigdrager. Aangebouwde werktuigen en ladingen hebben invloed op het rijdrag en het stuur- en remvermogen van de werktuigdrager. Pas uw werksnelheid aan aan de omstandigheden. Instelling van het motortoerental niet veranderen. Een verhoogd toerental vergroot de kans op ongelukken. Arbeids- en gevarenbereik De gebruiker is op de werkplek tegenover derden verantwoordelijk. Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle installaties en bedieningscomponenten, alsmede van het functioneren ervan. In het bijzonder dient u te weten hoe u de motor in geval van nood snel en veilig afzet. Controleer of alle veiligheidsmaatregelen zijn getroffen en in de juiste positie zijn gebracht. Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt, dient deze met een beschermingskap te zijn afgedekt. Starten Start de motor niet in afgesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, dat zeer giftig is wanneer het ingeademd wordt. Blijf buiten het gevarenbereik van de werktuigdrager. Voor het starten van de motor dienen alle bedieningselementen in stand ‘neutraal’ te worden gezet. Controleer voor het starten en wegrijden de omgeving van de werktuigdrager. Let vooral op kinderen en dieren! Voor het starten van de motor niet vóór de werktuigdrager of het aanbouwwerktuig gaan staan. Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt, dienen obstakels uit de weg te worden geruimd. Let ook tijdens de werkzaamheden op obstakels en haal ze tijdig weg. Gebruik geen starthulpvloeistof in combinatie met elektrische startkabels. Explosiegevaar! Bij werkzaamheden op omheinde plaatsen dient de veiligheidsafstand tot de omheining in acht genomen te worden, zodat de machine niet beschadigd wordt. Tijdens de werkzaamheden mag de stuurstang nooit worden losgelaten. 8 Tijdens de werkzaamheden Bedieningsstang tijdens de werkzaamheden nooit verstellen – ongevalsrisico! Neem bij alle werkzaamheden met de werktuigdrager die afstand van de machine in acht, waartoe u door de stuurstang gedwongen wordt, vooral bij het nemen van bochten! Hydrostatische werktuigdrager Taifun 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen Het is niet toegestaan tijdens de werkzaamheden en het transport op de machine mee te rijden. Wanneer het aanbouwwerktuig vast zit, moet de motor worden afgezet en dient het aanbouwwerktuig met passend gereedschap te worden schoongemaakt. Indien de werktuigdrager of het aanbouwwerktuig beschadigd is, moet de machine onmiddellijk worden gestopt en de motor worden afgezet. Laat de schade direct herstellen! Bij een defect aan de stuurinrchting de werktuigdrager meteen stoppen en de motor afzetten. Laat het defect direct repareren! Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt verdient het aanbeveling, de werktuigdrager met een trekkabel of een trekstang vast te houden, om te voorkomen dat de machine wegschuift. De bestuurder moet zich heuvelopwaarts van de machine bevinden en dient voldoende afstand te houden tot de werktuigen! Werk indien mogelijk dwars op de helling! Beëindigen van de werkzaamheden Laat de werktuigdrager nooit onbeheerd achter als de motor nog loopt. Zet de motor af voordat u de werktuigdrager verlaat. Sluit daarna de brandstofkranen. Tref de nodige voorzorgsmaatregelen om gebruik door onbevoegden te verhinderen. Haal de contactsleutel uit het contact (indien aanwezig) of trek de bougiekap eruit. Aanbouwwerktuigen Koppel de aanbouwwerktuigen uitsluitend aan bij afgezette motor en uitgeschakelde aandrijving. Gebruik passend gereedschap en draag altijd veiligheidshandschoenen als u aanbouwwerktuigen of onderdelen ervan vervangt. Breng de steunen bij het monteren en demonteren in de juiste positie en zorg ervoor dat het werktuig niet kan wegkantelen. Bij het aankoppelen van de werktuigen is grote voorzichtigheid geboden. Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend aan de daarvoor bestemde inrichtingen, volgens de voorschriften. Indien u de werkplek verlaat, werktuigdrager en aanbouwwerktuig beveiligen tegen wegrollen. Voorkom gebruik door onbevoegden. Monteer eventueel de transport- of beschermingsinrichting en zet deze in de veiligheidsstand. Maai-inrichting De scherpe kant van de maaibalk kan bij onoplettendheid aanzienlijke verwondingen veroorzaken. Verwijder daarom de schutlatten van de messen alleen tijdens het maaien en plaats ze na het maaien direct weer op de juiste manier terug. Tijdens transport en opslag dienen de schutlatten altijd op de messen te zijn gemonteerd; op de vingerbalk moeten bovendien de spanveren worden ingehaakt. Hydrostatische werktuigdrager Taifun 9 1 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen Transporteer de gedemonteerde maaibalk niet zonder schutlat. 1 Bescherm de messen met de schutlatten voordat de maaibalk gemonteerd en gedemonteerd wordt. Let er bij het vervangen van de messen en het losmaken en vastdraaien van de mesmeenemers op dat de schroefbeweging van de richting van de snijkanten af beweegt. Draag bij het slijpen van de messen een veiligheidsbril en handschoenen. Gewichten Breng de gewichten altijd aan volgens de voorschriften aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten. Onderhoud Pleeg geen onderhouds- en reinigingswerkzaamheden aan de machine met lopende motor. Bij werkzaamheden aan de motor dient de bougiekap altijd te worden verwijderd. Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen of werktuigen aan slijtage onderhevig, dan moeten deze regelmatig gecontroleerd en eventueel vervangen worden! Beschadigde messen moeten vervangen worden! Gebruik bij het vervangen van de messen passend gereedschap en veiligheidshandschoenen. Reparatiewerkzaamheden zoals lassen, slijpen, boren enz. mogen niet aan dragende, veiligheidstechnische onderdelen (bijv. aanhanginrichtingen) worden uitgevoerd! 10 Zorg ervoor dat de werktuigdrager en de aanbouwwerktuigen schoon blijven, om brandgevaar te vermijden. Moeren en schroeven regelmatig controleren of ze vast zitten en eventueel aandraaien. Na de onderhouds- en reinigingswerkzaamheden dienen de beschermingsinrichtingen weer te worden aangebracht en in oorspronkelijke positie te worden teruggebracht. Altijd originele agria-reserveonderdelen gebruiken. Andere reserveonderdelen moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en overeenkomen met de door de firma agria vastgelegde technische eisen. Na gebruik wegzetten Het parkeren van de werktuigdrager in ruimtes met open kachels is verboden. Parkeer de werktuigdrager niet in gesloten ruimtes wanneer zich nog brandstof in de brandstoftank bevindt. Benzinedampen zijn gevaarlijk. Motor, brandstof en olie Laat de motor niet in een gesloten ruimte lopen vanwege verhoogde kans op vergiftiging! Vervang defecte uitlaatpijpen daarom ook altijd direct. Wees voorzichtig met brandstof vanwege het brandgevaar. Vermijd open vuur, vonken en hete motoronderdelen tijdens het bijvullen van brandstof. Vul geen brandstof bij in gesloten ruimtes. Niet roken tijdens het tanken! Tank alleen met uitgeschakelde en afgekoelde motor. Hydrostatische werktuigdrager Taifun 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen Zorg ervoor dat u geen brandstof morst, gebruik een passende trechter. Hydraulische installatie Mocht er toch brandstof zijn gemorst, schuif dan de werktuigdrager aan de kant voordat u de motor start. De hydraulische installatie staat onder hoge druk. Gebruik alleen brandstof van voorgeschreven kwaliteit. Bewaar de brandstof alleen in daarvoor bestemde blikken. Vloeistoffen die onder hoge druk ontsnappen zoals bijv. brandstof, kunnen de huid binnendringen en ernstige verwondingen veroorzaken. Waarschuw direct een arts! Houd anticorrosiemiddelen en stabilisatoren altijd buiten het bereik van kinderen. Bij misselijkheid en braakneigingen direct een arts waarschuwen. In geval van contact met de ogen meteen met veel water uitspoelen. Vermijd het inademen van de dampen. Lees de aanwijzingen op de verpakking! Maak gebruikte spuitbussen (starthulpmengsel e.d.) helemaal leeg op een vonk- en vlamvrije plaats voordat u deze weggooit, eventueel als klein chemisch afval behandelen. Voorzichtig bij het aftappen van hete olie, er bestaat verbrandingsgevaar. Gebruik altijd olie van voorgeschreven kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daarvoor bestemde kannetjes. Olie, brandstof, vet en filters gescheiden en volgens de voorschriften verwerken. Let erop dat de hydraulische slangen bij het aansluiten van hydraulische motoren op de voorgeschreven manier worden aangesloten. Hydraulische olie die onder hoge druk vrijkomt, kan de huid binnendringen en ernstige verwondingen veroorzaken. Bij verwondingen dient direct een arts te worden geraadpleegd – infectiegevaar. Voordat met werkzaamheden aan de hydraulische installatie wordt begonnen, dient het systeem drukloos te worden gemaakt, en moet de motor worden afgezet (vakgarage). Maak bij het opsporen van lekkage gebruik van passende hulpmiddelen, vanwege gezondheidsrisico’s (vakgarage). Controleer de hydraulische slangen regelmatig op beschadigingen en slijtage, en vervang ze tijdig. Gebruik alleen originele hydraulische slangen van agria. Banden en bandenspanning Bij werkzaamheden aan de wielen dient u ervoor te zorgen dat de werktuigdrager veilig geparkeerd is en tegen wegrollen beveiligd is. Reparaties aan de wielen mogen alleen door vakkundig personeel met passend gereedschap worden uitgevoerd. Controleer de bandenspanning regelmatig. Bij een te hoge luchtdruk bestaat explosiegevaar. Hydrostatische werktuigdrager Taifun 11 1 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen Let op de juiste bandenspanning bij werkzaamheden met extra gewichten. 1 Schroeven en moeren van de wielen dienen bij servicewerkzaamheden te worden aangedraaid. Beschrijving van de waarschuwingssymbolen Voor reinigings-, onderhouds- en reparatiewer kzaamheden motor afzetten en bougiekap eruit trekken. Elektrische installatie Bij werkzaamheden aan de elektrische installatie moet altijd de accu (minpool) worden losgemaakt (indien voorhanden). Niet zonder veiligheidsvoorzieningen werken! Voor het starten voorzieningen in de juiste positie brengen. Let op de juiste volgorde bij het aansluiten – eerst de pluspool en dan de minpool! Het losmaken van de accu gebeurd in omgekeerde volgorde. Voorzichtig met accugassen – explosiegevaar! Houd bij lopende motor voldoende afstand van de maaimessen! Vermijd vonken en open vuur in de buurt van de accu. Verwijder de kunststof bekleding (indien voorhanden) voor het laden van de accu, zodat concentratie van explosieve gassen vermeden wordt. Tast nooit in bewegende machineonderdelen. Wacht totdat ze tot stilstand gekomen zijn. Voorzichtig met accuzuur – agressief! Gebruik alleen voorgeschreven zekeringen. Bij het gebruik van te zware zekeringen raakt de elektrische installatie defect – brandgevaar! Bij lopende motor afstand houden. Pluspool altijd voorzien van beschermkapje. Dragers van een pacemaker mogen de stroomvoerende onderdelen van het ontstekingssysteem niet aanraken bij lopende motor! Beschrijving van de gebodssymbolen Bij werkzaamheden met de machine moeten individuele gehoorbeschermingen worden gedragen. Veiligheidshandschoenen gebruiken. 12 Hydrostatische werktuigdrager Taifun 2. Technische gegevens Machine 2 Afmetingen van de machine: a1 ; e1 = wielas naar voren versteld (mm) a a1 b c e e1 h Vanguard 5.00-10 AS 270 20x8.00-10 21x11.00-8 550 623 790 270 167 5.00-12 AS 290 23x8.5-12 23x10.5-12 l ca. 990 1360 ca. 1010 Sporenplan [mm] AS = akkerprofiel R = grasprofiel TG = terraprofiel *+1 *+2 *+3 *+4 A S i A S i A A A A 23x8.5-12 830 617 404 1056 843 630 1466 1346 1 *+5 A 23x10.5-12 955 691 427 1033 769 505 1443 1561 1323 2 3 5.00-12 AS 790 636 480 980 825 670 1390 4 5.00-10 AS 800 655 510 950 805 660 5 20x8.00-10 R 890 683 478 980 775 570 1240 1200 6 21x11.00-8 TG )1 1154 875 596 1234 955 676 A 1310 )3 1335 )3 A 1536 1513 1270 )3 1460 )3 1280 )2 1430 )2 1634 )2 1270 bij uitv. met verstelbare portaalas telkens + 40 mm * = Wieltussenflens Vario ................................... 5916 211 )1 = + wielspoorverbreding 90 mm .......... 5519 031 2 ) = kooiwielen 10" ............................................... 5917 011 )3 = kooiwielen 12" ............................................... 5917 021 Hydrostatische werktuigdrager Taifun )3 )3 13 2. Technische gegevens Koppeling: .................... enkelvoudige droge plaatkoppeling Trillingsniveau: op stuurhendel: ................ ahw 2,5 m/s2 volgens EN 12733 Transmissie: ..................... hydrostaat Rijsnelheden: voorwaarts: ....................... 0–7,0 km/h achterwaarts: .................... 0–3,6 km/h Gewicht: leeg: (met volle brandstoftank): ..................... ............................... zonder wielen .. met 23x8.5-12 E-starter: ........... 186,5 kg ..... 218,5 kg 2 Aftakas: ................................ 805 min-1 versnellingsonafhankelijk bij motortoerental 3600 min-1 draairichting: rechtsdraaiend (met de klok mee) op de aftakas gezien, bij vooruit en achteruit rijden gelijkblijvend Besturing: volhydraulische stangbesturing. Stuurstang arreteerbaar terwijl het hydraulische systeem voor de handmatige stangbesturing is uitgeschakeld Stuurstang: ...... in hoogte verstelbaar, zonder gereedschap zijdelings verstelbaar Olie voor transmissie en hydrostaat: naar keuze: l universele olie: SAE 10W-40 API-SE/SF (of hoger) l bio-hydraulische olie: Synthetic Ester Basis ................ HEES viscositeitsgraad volgens ISO .. VG 46 zuiverheidsklasse ................. min. 16/13-ISO 4406 bijv.: ARAL: ............................ Vitam EHF 46 BP: ............................... Biohyd SE 46 ESSO: ....................................... HE 46 FUCHS: ...................... Plantohyd S 46 PANOLIN: ..................... HLP Synth 46 Banden: . 23x8.5-12 Akkerbreedtewielen ........................... (standaarduitvoering) Als optie: 0190 112 ............. 5.00-10 akkerprofiel 3490 411 ............. 5.00-12 akkerprofiel 3490 511 ...... 20x 8.00- 10 grasprofiel 3490 611 ..... 21x11.00- 8 terraprofiel voor deze terra-grip-uitvoeringen zijn wielspoorverbredingen noodzakelijk: artikel ................................... 5519 031 5990 711 23x10.5-12 akkerbreedtewielen Bandenspanning bij: 5.0-10 ....................................... 1,5 5.00-12 ..................................... 1,5 21x11.00- 8 .............................. 0,8 20x8.00- 10 .............................. 0,8 23x8.5-12 ................................. 1,3 23x10.5-12 ............................... 1,3 5917 011 ...................... kooiwielen 10" .................................. voor 5.00-10 AS 5917 021 ...................... kooiwielen 12" ................. voor 23x8.5-12 breedspoor .. voor 5.00-12; 23x8.5-12; 23x10.5-12 Wielaanbouw en toepassing zie .................. blz. 22 - 24 Hoeveelheid bij eerste keer vullen: .................. ca. 7,0 l olie verversen: ........................ ca. 5,0 l Oliefilter: ......... schroefpatroon AW 14 14 bar bar bar bar bar bar Hydrostatische werktuigdrager Taifun 2. Technische gegevens Benzinemotor Carburateur: ..................... horizontale vlottercarburateur Benzinemotor Motorenfabrikant: ...................... B&S Type: ......................... Vanguard 18 HP Bouwwijze: ...................... geforceerdluchtgekoelde 2-cilinder viertaktmotor (benzine) OHV Boring: .................................... 72 mm Slag: ........................................ 70 mm Cilinderinhoud: .................... 570 ccm Vermogen: .......... 13,2 kW (18 HP) bij 3600 min-1 Koppel maximaal:33 Nm bij 2600 min-1 Bougie: ..................... BOSCH FR8DC CHAMPION RC12YC elektrodenafstand1,0 mm Ontsteking: elektronische magneetontsteking, zonder contact, luchtspleet ....................... 0,2 - 0,3 mm radio-ontstoord ...... volgens VDE 0879 Nominaal toerental: ......... 3600 min-1 Max. toerental onbelast: 4000 min -1 Stationair toerental.: ......................... 1750 min -1 Motorolie: .......... hoeveelheid ca. 1,7 l universeelolie bij temperaturen -15° tot +45°C: SAE 10W-40 API-SE/SF (of hoger) bij temperaturen -25° tot +15°C: SAE 5W-20 API-SE/SF (of hoger) Smeersysteem: ..................... Oliedrukcirculatiesmering Oliedruk bij: stationair lopende motor: min 0,35 bar Oliefilter ............... Filterschroefpatroon Klepspeling (bij koude motor) inlaat- en uitlaatklep 0,1 - 0,16 mm Geluidsniveau: Startinrichting: repeteerstarter Elektr. startinrichting: ................ 12V conform EN 12733 bijlage B: geluidsniveau waargenomen door de bestuurder: ...................... LP= 92 dB(A) Accu .................................. 12 V 20 Ah conform 2000/14/EG, bijlage III, deel B, hoofdstuk 32 grasmaaier: geluidsvermogen: ........ LW= 104 dB(A) Generator ......................... 12 V 192 W Brandstof: ........ benzine (tankstation), octaangetal minstens 85 RON (zie brandstofadvies) Inhoud brandstoftank: ..... ca. 7,5 liter met Klepelmaaier 100 cm Gebruik op hellingen: De motor is geschikt voor werkzaamheden op hellingen (bij motoroliepeil “max” = bovenste vulmarkering): Brandstofverbruik: .......... 312 g/kWh tot 45° (100 %) Brandstoffilter: .................. feul-online Luchtfilter: ........... droog filterelement met schuimstof-voorfilter Hydrostatische werktuigdrager Taifun 15 2 3. Machine- en bedieningselementen De werktuigdrager agria type 5900 Taifun is een basismachine die altijd in combinatie met een aanbouwwerktuig wordt ingezet. Daardoor is hij zowel geschikt voor land- en bosbouw als voor het sneeuwruimen. 33 Koeling De motor wordt gekoeld met een ventilator. Zorg ervoor dat geen vuil of bladerresten in de koelluchtzeef op de repeteerstarter en de koelribben van de cilinder worden aangezogen. Als aanbouwwerktuigen zijn beschikbaar: Stationaire toerental l frontaanbouwwerktuigen – maaimachines – schoonmaakmachines – sneeuwschuivers en -frezen – grind- en zoutstrooiers Het stationaire toerental van de motor moet juist zijn afgesteld. Wanneer de toerentalhendel tegen de eindaanslag in stationaire positie staat, moet de motor bij laag toerental zonder problemen blijven lopen. en verschillende werktuigen, zie ook prijslijst. Luchtfilter Het luchtfilter reinigt de aangezogen lucht. Een vervuild luchtfilter kan het motorvermogen ongunstig beïnvloeden. Motor l De viertakt benzinemotor wordt aangedreven met normaal verkrijgbare benzine (zie ook blz. 6: geadviseerde brandstof). Ontsteking De motor is uitgerust met een contactloze elektronische ontsteking. Wij adviseren de noodzakelijke controles alleen door de vakman te laten uitvoeren. Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) mag de motor niet tot het maximum worden belast. Ook na de inrijperiode mag u als regel niet meer gas geven dan nodig is. Hoge toerentallen kunnen de motor beschadigen en de levensduur aanzienlijk beperken. Dit geldt vooral als de motor onbelast draait! Laat de motor nooit over z’n toeren draaien, daardoor kan de motor direct defect raken. I 16 Hydrostatische werktuigdrager Taifun 3. Machine- en bedieningselementen Toerentalhendel Met de toerentalhendel (B/9) aan de stuurstang kan het motortoerental van min. = STATIONAIR tot max. = VOLGAS traploos geregeld worden. min max Motor-uit-schakelaar Met de elektrische motor-uit-schakelaar (B/3) wordt de ontsteking in- en uitgeschakeld. B/3 "I" = in bedrijf "0" = motor uit I De motor-uit-schakelaar dient ook als Nood-uit-schakelaar: in gevaarlijke situaties in positie "0" brengen! Veiligheidsschakeling Œ B/4 Stop Œ STOP-positie: bij het loslaten van de veiligheidsschakelhendel (B/4) wordt de elektronische ontsteking uitgeschakeld (motor wordt afgezet). – Voorzichtig! motor loopt nog even door!  Startpositie: om de motor te starten en voor een werkpauze koppelingshendel (B/5) aantrekken en met vergrendeling (B/6) vastzetten.  B/5 B/6 Ž Ž Bedrijfspositie: tijdens de werkzaamheden met de machine de veiligheidshendel (B/4) naar beneden drukken. W I Veiligheidshendel niet vastzetten! Veiligheidsschakelhendel in gevaarlijke situaties loslaten, deze zwenkt dan automatisch in positie “STOP”! Hydrostatische werktuigdrager Taifun 17 3 3. Machine- en bedieningselementen Koppeling Aftakasschakeling B/5 3 45 De enkelvoudige droge plaatkoppeling wordt bediend door de koppelingshendel (B/5). lLet op de koppelingsspeling, zodat tijdens de werkzaamheden de koppeling niet slipt. De versnellingsonafhankelijke aftakas (A/22) wordt geschakeld met de schakeltrekgreep (B/7). Schakeltrekgreep uitgetrokken, de aftakas is ingeschakeld, schakeltrekgreep naar voren geduwd, aftakas is uitgeschakeld. B/7 Laat de machine met lopende motor niet te lang met aangetrokken koppeling staan, hierdoor kan schade ontstaan aan het koppelingslager. I Bij stilstaande motor machine alleen met aangetrokken hendel (vergrendeling gearreteerd) wegzetten, anders kunnen problemen bij het koppelen ontstaan als gevolg van corrosievorming. 18 Hydrostatische werktuigdrager Taifun 3. Machine- en bedieningselementen Transmissie Uitv. Rijhendelschakeling De agria-werktuigdrager is voorzien van een hydrostatische rijaandrijving. l De rijsnelheid wordt aan de hendel (B/12) traploos voor- en achteruit met de duim of wijsvinger ingesteld of gewijzigd. Rijschakeling Uitv. Draaihendelschakeling l De rijsnelheid wordt aan de hendel (B/10) traploos voor- en achteruit ingesteld of gewijzigd. B/10 l De 0-positie is geschakeld, als de markering op de hendel gelijk staat met de ‘0’ van het pictogram en tot aan de aanslag is teruggeschoven. l Als de hendel naar voren wordt gebracht, wordt de snelheid vooruit traploos verhoogd, hetzelfde gebeurt in omgekeerde volgorde als de hendel naar achteren wordt bewogen. Markering l De 0-positie is geschakeld, als de markering op de hendel gelijk staat met de "0" van het pictogram. l Als de hendel in de richting van de wijzers van de klok gedraaid wordt, wordt de snelheid vooruit traploos verhoogd. l Als de hendel tegen de richting van de wijzers van de klok in gedraaid wordt, wordt de snelheid achteruit traploos verhoogd. l Met de stophendel kan de draaihendel vastgezet worden tegen automatische verstelling. Stophendel = vastgezet Stophendel = open Hydrostatische werktuigdrager Taifun 19 3 3. Machine- en bedieningselementen 3 Duwen Hydraulische besturing l De machine kan zonder motoraandrijving worden geduwd, als de stationaire schakeling is geopend (positie ‘0’). l De stationaire schakeling (A/3) bevindt zich aan de werktuigdrager rechts voor onder de motorkap en kan worden geschakeld door aan de schakelkop (of schakelhendel) te draaien. l De hydraulische aandrijving treedt weer in werking, als de stationaire schakeling wordt gesloten (positie ‘I’). l Controleer de schakelpositie voor begin van de werkzaamheden! Met de hydraulische besturing rijdt het wiel aan de kant van de binnenbocht langzamer tot aan stilstand, het wiel aan de kant van de buitenbocht blijft met gelijke snelheid rijden. I Duwen of afslepen tot een snelheid van max. 4 km/h. Aanslepen is niet toegestaan! A/3 Sturen l Door de stuurbeweging van de stuurstang wordt de hydraulische besturing bij lopende motor geactiveerd l stuurt alleen tijdens het rijden, niet bij stilstand l hoe sterker de stuurbeweging, hoe sneller de hydraulische besturing. Hydraulische besturing uitschakelen Door aan de schakeltrekgreep (B/8) te draaien en te trekken wordt de hydraulische besturing uitgeschakeld. De besturing gebeurt door spierkracht. Als de vergrendeling wordt geopend, is de hydraulische besturing weer ingeschakeld. Toepassing: werkzaamheden op hellingen! – een zelfde werking als een differentieelslot! of voor het optillen van een aanbouwwerktuig. B/8 A/3 20 Hydrostatische werktuigdrager Taifun 3. Machine- en bedieningselementen Centrale rem Om de machine in heuvelachtig terrein te kunnen afremmen en om hem te kunnen parkeren, wordt een gecombineerde centrale blokkeerrem gebruikt. B/2 Centrale rem Excenterhendel (B/2) naar achteren en boven zwenken – beide wielen worden afgeremd. Bij het loslaten van de excenterhendel zwenkt deze in de uitgangspositie terug – rem is weer los. Blokkeerrem Excenterhendel (B/2) naar achteren en boven over het dode punt heen zwenken. Excenterhendel blijft automatisch staan – beide wielen zijn geblokkeerd. Voor het deblokkeren van de blokkeerrem moet de excenterhendel in de uitgangspositie worden teruggebracht – rem is weer los. I Niet tegelijkertijd rijden en remmen De rem moet voordat met rijden wordt begonnen worden losgemaakt, er kunnen beschadigingen optreden door overdruk (uitval wielmotor) Stuurstang Verstel de stuurstangen nooit tijdens de werkzaamheden - kans op ongevallen! W Stuurstang – hoogteverstelling l Wederzijds kogelgreephendel de aanslag (B) vrij is. zover losmaken, tot l linker en rechter stuurstang op de gewenste hoogte instellen en in de passende vertanding brengen. l kogelgreephendel weer vastdraaien. Stuurstang – zijwaartse verstelling De stuurstang kan vanuit zijn normale positie (middenpositie) ca. 30° naar links of naar rechts w orden gedraaid. l Kogelgreep (B/1) omhoogtrekken en in deze positie houden, stuurstang naar links of naar rechts in de gewenste positie brengen l kogelgreep loslaten en stuurstang enigszins heen en weer bewegen tot de bout vastklikt. Hydrostatische werktuigdrager Taifun 21 3 3. Machine- en bedieningselementen Bevestigingsgordel De bevestigingsgordel (A/7) is bedoeld voor het transporteren van de machine en voor het inhangen van een verankeringskabel bij werkzaamheden op hellingen. Hiertoe moet de motorkap worden gedemonteerd. Controleer de bevestigingsgordel op beschadigingen, evt. vervangen. Wielen De wielen moeten met de profielpunten in de rijrichting (van boven af op de wielen gezien) gemonteerd worden, om de trekkracht zo optimaal mogelijk te benutten. De veerring met de bolle zijde naar de verdieping in het schijfwiel monteren (zie afb. wielbevestigingsschroeven). Bovendien kunnen de wielen naar binnen of naar buiten gedraaid gemonteerd worden (smalspoor/breedspoor), om de benodigde spoorbreedte te bereiken (zie spoorbreedtetabel blz. 13). 3 Wielen toepassing maat profiel toepassing 5.00-10 5.00-12 20x8.00-10 21x11.00-8 23x8.5-12 23x10.5-12 akkerprofiel akkerprofiel grasprofiel terra-profiel akkerbreedtewielen akkerbreedtewielen algemene onderhoudswerkzaamheden 0190112 algemene onderhoudswerkzaamheden 3291051 grasverzorging 3490511 algemene onderhoudswerkzaamheden 3490611 algemene onderhoudswerkzaamheden 5990611 algemene onderhoudswerkzaamheden 5990711 akkerprofiel 22 grasprofiel artikelnr. terra-profiel Hydrostatische werktuigdrager Taifun akkerbreedtewielen 3. Machine- en bedieningselementen Wielbevestigingsschroeven A B Loctite 270 Uitvoering A wielbout met veerring. Uitvoering B tapeind met veerring en wielmoer. l Tapeind met de korte schroefdraadkant in de wielnaaf vastdraaien, indien mogelijk met LOCTITE 270 (of iets dergelijks) verlijmen. l Veerring met de bolle kant naar het schijfwiel monteren! 3 I Om beschadigen van de reminstallatie te voorkomen: l Veerring met bolle kant absoluut noodzakelijk l Gebruik altijd bouten met de originele lengte Bij nieuwe machines en bij het verwisselen van de wielen moeten de wielbouten en de wielmoeren na de eerste 2 bedrijfsuren met 100 Nm aangehaald worden, verder altijd bij onderhoudswerkzaamheden. Sneeuwkettingen Bij het gebruik van sneeuwkettingen moeten de aanwijzingen van de fabrikant worden opgevolgd. Let erop dat de machineonderdelen vrij kunnen bewegen. 5519 031 Wielspoorverbreding l Artikel 5519 031 voor de montage van terra-wielen 21x11.00-8 TG. 2 3 4 10 11 veerring (bol) wielbout wielspoorverbreding (artikel 5519 031) veerring (bol) wielbout Wielen voor hellingen Voor een grotere stabiliteit tijdens maaiwerkzaamheden op extreme hellingen is het gebruik van dubbele luchtbanden of grijpwielen aan te raden. I Hydrostatische werktuigdrager Taifun 23 3 3. Machine- en bedieningselementen Motorkap Motorkap verwijderen l Kap aan de achterzijde optillen l kap aan de voorzijde optillen en vervolgens in z’n geheel wegnemen Motorkap terugplaatsen l Kap voor en achter met de klemrubbers op de kogelkoppen plaatsen l oefen lichte druk uit op de motorkap, tot de klemrubbers vastzitten. 3 Portaalasverstelling Voor een betere verdeling van het gewicht bij zwaardere aanbouwwerktuigen kan de as naar voren worden versteld. M l Verplaats hiervoor de complete wielmotoren (M/1) naar de voorste schetsplaat (M/2) l schetsplaat van tevoren reinigen. l Maak nooit hydraulische leidingen en Bowden-kabels los! 1 l Bevestigingsbouten (M/3) met 45 Nm aanhalen. 2 24 4 3 Hydrostatische werktuigdrager Taifun 3. Machine- en bedieningselementen Portaalasverstelling traploos (Optie Artikel 5939 011) Verstelling naar voren voor zware aanbouwapparaten Œ Stoprem  Ž 3 aantrekken Kogelgreephendel loslaten De machine met de handgreep naar achteren trekken Koppeling van de drijfwielen aan het aanbouwapparaat min. 20 mm! I  Kogelgreephendel vasttrekken  Kogelgreephendel mag niet omlaag staan l Kogelgreephendel axiaal naar binnen drukken - tot hij losspringt - en tegelijkertijd naar boven draaien 26 Hydrostatische werktuigdrager Taifun 3. Machine- en bedieningselementen Verstelling naar achteren voor lichte aanbouwapparaten Œ Stoprem  aantrekken Kogelgreephendel loslaten Ž De machine met de handgreep naar voren drukken Koppeling van de drijfwielen aan het aanbouwapparaat min. 20 mm! I  Kogelgreephendel vasttrekken  Kogelgreephendel mag niet omlaag staan l Kogelgreephendel axiaal naar binnen drukken - tot hij losspringt - en tegelijkertijd naar boven draaien Hydrostatische werktuigdrager Taifun 27 3 3. Machine- en bedieningselementen Œ Aanhangen en afkoppelen van aanbouwwerktuigen W  Aanhangen en afkoppelen alleen met stilstaande motor! Aanhangen: l De aansluitpunten van de werktuigdrager en het aanbouwwerktuig moeten schoon zijn Œ Bij aftakasaangedreven werk- 3 tuig: schakelhendel (4) aan het aanbouwwerktuig op ‘0’ zetten.  Machine met de vangtapeinden (2) van onder af in de vanghaken (3) van het aanbouwwerktuig leiden. Ž Beide oogschroeven (1) over de Ž aansluitflens klappen Let op: l is de centrering van de flens juist gepositioneerd? l liggen de flensdelen vlak tegen elkaar? l Dopmoeren gelijkmatig vastdraaien.   Bij aftakasaangedreven werktuig: schakelhendel (4) aan het aanbouwwerktuig in positie ‘I’ brengen – er wordt dan via de basismachine geschakeld. Het afkoppelen gebeurt in omgekeerde volgorde. 28 Hydrostatische werktuigdrager Taifun 3. Machine- en bedieningselementen Uitv. elektrische starter Accu Vanwege het feit dat de accu in de nieuwe machine of de nieuwe aanhanger niet droog is voorgeladen, moet deze na het vullen met accuzuur vol geladen worden (laadstroomsterkte = 1/10 van de accucapaciteit). zie bijlage van de batterijfabrikant Startschakelaar De startschakelaar (33) voor de elektrische starter heeft 3 schakelposities: 0 = stroom uitgeschakeld, sleutel kan uit het contact worden gehaald I = bedrijfspositie START = startpositie, contactsleutel springt automatisch in positie ‘I’ terug Laadcontrolelampje Het laadcontrolelampje (32) licht op wanneer de contactsleutel in positie ‘I’ gedraaid is, en dooft wanneer de motor loopt en de generator de accu oplaadt. Het dooft eveneens wanneer de contactsleutel weer in positie ‘0’ staat of uit het contact is gehaald. Als het laadcontrolelampje oplicht op het moment dat de motor loopt, laadt de generator de accu niet meer voldoende bij – laat dit door een erkende garage controleren! 31 accu 32 accu-laadcontrolelampje 33 startschakelaar met sleutel 34 contact voor aanhanger 35 zekeringhouder met platte zekering Draai de startschakelaar niet in positie ‘0’ als de motor loopt, dit kan een defect in de spanningsregelaar veroorzaken! I Zekering Om de spanningsregelaar en de generator te beschermen tegen kortsluiting, is een zekering van 15A (35) ingebouwd tussen de spanningsregelaar en de E-starter. Wanneer de zekering defect is, dient deze te worden vervangen. Hiervoor moet de zekeringhouder worden geopend. Hydrostatische werktuigdrager Taifun 29 3 4. Ingebruikname en bediening De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van het rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar minuten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum. Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toeren draaien. Let erop dat het filter altijd goed wordt onderhouden en zorg voor schone brandstof. Gebruik alleen merkbenzine. Gebruik uitsluitend verse en schone brandstof (niet ouder dan 3 maanden), de brandstof mag alleen worden bewaard in goedgekeurde brandstofjerrycans, die in de vakhandel verkrijgbaar zijn. Verroeste stalen en niet benzinebestendige kunststof jerrycans zijn niet toegestaan. Om startproblemen te voorkomen, moet de brandstoftank van de machine bij de eerste ingebruikname of na een periode van langere stilstand helemaal worden gevuld. Wees voorzichtig met brandstof. Benzine is makkelijk ontvlambaar en onder bepaalde omstandigheden explosief! 4 l Tank nooit in afgesloten ruimtes. l Alleen tanken met afgezette en afgekoelde motor. l Tank nooit in de omgeving van open vuur, vonken of hete motoronderdelen. l Niet roken tijdens het tanken! l Mors geen brandstof, gebruik een passende trechter. De brandstoftank mag niet helemaal tot de rand toe worden volgetankt. Laat altijd ca. 5 mm onder de rand vrij, zodat de brandstof kan uitzetten. l Transmissieoliepeil controleren (zie blz. 43). I 30 Let op: om transportredenen is de motor bij levering niet helemaal met motorolie gevuld! Voor de eerste ingebruikname moet motorolie worden bijgevuld (zie blz. 36)! Hydrostatische werktuigdrager Taifun 4. Ingebruikname en bediening Voordat de motor gestart wordt Œ Œ Beide bougiekap plaatsen  ? ok Ž ? ok  Voldoende brandstof in de tank? Ž Luchtfilter schoon? 38  ax m in m  ? ok Motoroliepeil controleren 36  •Transmissieoliepeil controleren 43 ? ok ‘ Bouten en moeren regelmatig controleren, eventueel natrekken. 46 ‘ ? ok Ga alleen met de machine aan het werk wanneer alle beschermingsmaatregelen zijn getroffen en in de juiste positie zijn gebracht. W Wees voorzichtig met het starten van de motor in gesloten ruimtes! Zorg voor goede ventilatie en een snelle afvoer van de uitlaatgassen. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxyde, dit is zeer giftig wanneer het ingeademd wordt. Vermijd het aanraken van de warme motor – kans op brandwonden! Raak bij lopende motor de ontste-kingsleiding en de bougiekap niet aan. Deze ook niet verwijderen. Hydrostatische werktuigdrager Taifun 31 4 4. Ingebruikname en bediening Starten van de benzinemotor Œ Œ Brandstofkraan (C/13) opendraaien.  koude motor: CHOKE (C/20) in positie ‘CHOKE’ brengen. l warme motor: CHOKE in normale bedrijfspositie laten.  Ž Motor-uit-schakelaar (B/3) in bedrijfspositie ('I') brengen. Toerentalhendel (B/9) op ca. 1/3 gas Ž zetten.  Koppelingshendel (B/5) aantrekken en vergrendeling (B/6) laten vastklikken (startpositie).  4 1/3  ‘ Contactsleutel in het contactslot (C/33) steken en naar rechts in positie ‘I’ draaien. l Accu-laadcontrolelampje (C/32) licht op. ’Motor buiten het gevarenbereik star- ‘ ten: Contactsleutel verder naar rechts in positie ‘START’ draaien. l of handstart met de repeteerstarter Zodra de motor start contactsleutel loslaten – springt automatisch in positie ‘I’ terug. ’ Is de motor niet aangesprongen en moet opnieuw gestart worden, dan contactsleutel van tevoren in positie ‘0’ terugdraaien (startherhalingsvergrendeling). I “ 32 Aanslepen is niet toegestaan! “ Als de motor loopt korte tijd laten warm draaien. Choke-knop langzaam in bedrijfspositie terugdraaien (indien gebruikt). Hydrostatische werktuigdrager Taifun 4. Ingebruikname en bediening Œ Afzetten van de benzinemotor 630 sec. min Œ Toerentalhendel in positie neutraal zetten en de motor ca. 30 seconden stationair laten draaien.   Ž Ž Motor-uit-schakelaar in positie ‘0’ brengen. Contactsleutel in positie ‘0’ terugdraaien – laadcontrolelampje gaat uit.   Brandstofkran sluiten.  4  Werktuigdrager tegen onbevoegd gebruik beveiligen – Contactsleutel verwijderen. De motor-uit-schakelaar (B/3) dient ook als noodstopschakelaar. Indien nodig schakelaar in positie ‘0’ brengen, de motor springt af. I Wanneer de motor voor langere tijd wordt afgezet, is het beter niet de motor-uit-schakelaar te gebruiken, maar de brandstofkranen te sluiten en de motor zolang te laten lopen totdat deze vanzelf afspringt. De carburateur is dan leeg en er kan geen verharsing optreden. I Hydrostatische werktuigdrager Taifun 33 4. Inbetriebnahme und Bedienung Œ Werken met de machine  Œ Gehoorbescherming gebruiken en draag altijd stevige schoenen Ž è  Motor starten I 32 45 Controleer het functioneren van de veiligheidsschakeling - machine alleen in gebruik nemen wanneer veiligheidsschakeling functioneert! W  Ž Bij werkzaamheden met aftakasaangedreven werktuigen: met de schakeltrekgreep (B/7) aftakas inschakelen. B/6 B/5  Hendel voor koppeling (B/5) enigszins aantrekken,  vergrendeling (B/6) losmaken, langzaam loslaten en tegelijk gas geven. Voorzichtig koppelen, de draaihendel of rijhendel komt niet altijd exact in de 0positie – het werktuig kan zich wel direct gaan voortbewegen! W 4  Rijsnelheid aanpassen aan de omstandigheden en de behoeften, instellen met de draaihendel (B/10) of met de rijhendel (B/12). Wijzigen rijrichting vooruit – achteruit: l Draaihendel (B/10) of rijhendel (B/12) langzaam op achteruit schakelen. Bij het veranderen van rijrichting achteruit naar vooruit moeten de handelingen in omgekeerde volgorde worden uitgevoerd. gevarenzone Daat de machine nooit onbeheerd achter zolang de motor loopt. W 4226 Gevarenzone 34 Tijdens het starten en de werkzaamheden mogen zich geen personen binnen de gevarenzone bevinden. W Hydrostatische werktuigdrager Taifun 4. Inbetriebnahme und Bedienung Œ  Aanwijzing bij het maaien è"0" è"0" Na het beëindigen van de maaiwerkzaamheden of als de maaimachine verstopt is: Œ Rijaandrijving in ''neutrale' positie, De machine blijft staan maar het mes blijft in beweging; daardoor wordt de maaibalk vrijgemaakt.  Aftakasschakeltrekgreep in positie ‘0’ brengen. Werkzaamheden op hellingen Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt verdient het aanbeveling, de werktuigdrager met een trekkabel of een trekstang vast te houden, om te voorkomen dat de machine wegschuift. De bestuurder moet zich heuvelopwaarts van de machine bevinden en dient voldoende afstand te houden tot de werktuigen! Werk indien mogelijk dwars op de helling! Motor starten op de helling Maaien op Maaien op vlak terrein hellingen Œ Mocht om wat voor reden dan ook de motor tijdens de werkzaamheden tot stilstand komen en moet er opnieuw gestart worden, ga dan als volgt te werk:  Œ Centrale rem aantrekken.  Koppelingshendel en veiligheidsschakeling in ‘startpositie’ brengen. ŽMotor opnieuw starten. Ž Als tijdens de werkzaamheden de machine moet worden schoongemaakt, moet de motor om veiligheidstechnische redenen worden afgezet en dient de contactsleutel te worden verwijderd. Hydrostatische werktuigdrager Taifun 35 4 5. Onderhoud en reparatie Benzinemotor Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van groot belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent onderhoud en reparatie. I Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit met een afgezette motor en wanneer de contactsleutel verwijderd is! Motor 6 A; 8 h Motoroliepeil controleren l Voor iedere ingebruikname en steeds na 8 bedrijfsuren. l Alleen bij afgezette horizontaal staande motor. x ma n mi 5 6 (8 h) 50 h en l Oliepeilstok (1) en omgeving aan de buitenkant reinigen. l Oliepeilstok uitschroeven, oliepeilstok met een schone doek afnemen, weer inschroeven en opnieuw uitschroeven om het oliepeil te meten. l Is het oliepeil tot beneden de markering gedaald, motorolie (zie ‘technische gegevens’) tot bovenaan = ‘max’ bijvullen. Motorolie verversen Voor de eerste keer na 8 bedrijfsuren, dan om de 50 bedrijfsuren. Ververs de olie zolang de motor nog warm is, let op dat deze niet te heet is – kans op brandwonden! l olievulopening (C/2), olieaftapplug en omgeving aan de buitenkant reinigen. l Motorolie verversen, olie op voorgeschreven wijze verwerken. Deksel en olieaftapplug vastdraaien! I - Voor kwaliteit van de olie zie 'technische gegevens’!. 36 Hydrostatische werktuigdrager Taifun 5. Onderhoud en reparatie Benzinemotor 6 100 h Motoroliefilter vervangen De oliefilter (C/8) na iedere 100 bedrijfsuren of na elk seizoen vervangen, al naargelang welk geval zich het eerst voordoet. Vooraleer de nieuwe filter geïnstalleerd wordt, de filterpakking licht met verse, zuivere motorolie bevochtigen. De filter met de hand losschroeven tot de pakking de oliefilteradapter raakt. Dan 1/2 of 3/4 draaiing verder aantrekken. De motor aanlaten en STATIONAIR laten draaien om te controleren of er olie uitloopt. De motor afzetten, het oliepeil controleren en indien nodig olie bijvullen. 5 Hydrostatische werktuigdrager Taifun 37 5. Onderhoud en reparatie Benzinemotor Droge luchtfilter P V l Reinig de lucht-voorfilter (V) en laateste om de 25 bedrijfsuren, of in geval van zeer stoffige omstandigheden na een paar uur. l Reinig de luchtfilter-patroon (P) en laateste om de 25 bedrijfsuren, of in geval van zeer stoffige omstandigheden na een paar uur. l Voorfilter en patroon vervangen wanneer ze zeer vuil of beschadigd zijn. Lucht-voorfilter reinigen Œ/ 6 25 h Œ Het deksel eraf nemen.  De voorfilter voorzichtig van de patroon schuifen. Ž Voorfilter met water en vloeibaar reinigingsmiddel wassen. Ž water + reinigingsmiddel  5  Voorfilter in een proper doek uitpersen.  Voorfilter in de motorolie dompelen. ‘ Voorfilter  ‘ in een proper, absorbeerbaar doek uitpersen om overtollige olie te verwijderen. ’ Voorfilter opde patroon installeren. ’/“ 38 “ Deksel opnieuw aanbrengen. Hydrostatische werktuigdrager Taifun 5. Onderhoud en reparatie Benzinemotor • 6 100 h Luchtfilter-patroon reinigen ” lucht-voorfilter reinigen è Pt. Œ - ‘. •Grijpmoer en plaat verwijderen. De patroon er voorzichtig afnemen om te verhinderen dat er vreemde voorwerpen in de carburateur dringen. De patroon voorzichtig op een effen oppervlakte afkloppen om hem te reinigen. Geen oplosmiddelen op basis van aardolie, zoals petroleum, gebruiken, die slijtage aan de patroon veroorzaken. Geen perslucht gebruiken, omdat daardoor de patroon kan beschadigd worden. De patroon niet oliën. Patroon, plaat en grijpmoer opnieuw aanbrengen. Lucht-voorfilter en deksel erop zetten è Pt. ’- “. Bougie Œ ŒSteeds na 100 bedrijfsuren: bougieborstel 1,0 mm l Roetafzettingen met een bougieborstel van de elektroden van de bougie verwijderen. l Elektrodenafstand controleren en op 1,0 mm instellen. 6 100 h (200 h) Na ca. 200 bedrijfsuren bougie vervangen. Brandstofslangen  Na 2 jaar vervangen, lekke brandstofslangen direct vervangen. C/9 Brandstoffilter  Jaarlijks de brandstoffilter (C/9) ver vangen. Stroomrichting in acht nemen! Hydrostatische werktuigdrager Taifun 39 5 5. Onderhoud en reparatie Benzinemotor Ž Reiniging van het koelsysteem Na langere werkzaamheden kan het koelsysteem door plantenresten en stof verstopt raken. Wanneer met een verstopt koelsysteem wordt doorgereden, wordt de motor te heet en kan deze defect raken. ŽDe motor niet met water afspuiten, maar een borstel of perslucht gebruiken. l Koelluchtzeef (C/5) voortdurend controleren en ontdoen van stof en plantenresten. l Indien de koelluchtzeef sterk vervuild is, de zeef demonteren en de oliekoeler en koelluchtzeef aan de omkeerstarter reinigen. 6 100 h 5 l Ventilatorhuis steeds na 100 bedrijfsuren of minstens eens per jaar, het beste voor het seizoen begint, reinigen. Ventilatorhuis afnemen, koelribben aan de cilinder en de cilinderkop, voor de luchtcirculatie noodzakelijke geleideplaat en de koelluchtzeef en oliekoeler reinigen. - Serviceç è Uitlaat en Toerentalregelaar  Uitlaat (C/18), regelhendels, regelstangen en regelveren voortdurend controleren op maai- en plantenresten, en eventueel reinigen met borstel of perslucht. Brandgevaar! - als de uitlaat vuil is Voor iedere ingebruikname controleren. 5 40 Hydrostatische werktuigdrager Taifun 5. Onderhoud en reparatie Benzinemotor Carburateur Œ Begininstelling Œ Vrijloopmengschroef in de richting van de wijzers van de klok draaien tot ze bevestigd is. Geen geweld gebruiken. De schroef 1 1/4 draaiing tegen de klok in draaien. (Door deze instelling kan de motor starten.) De eindinstelling wordt uitgevoerd met draaiende motor. Vrijloopmengschroef 1 1/4 Eindinstelling  Alle instellingen van de carburateur bij draaiende motor moeten gebeuren terwijl de luchtfilter geïnstalleerd is, net zoals in de fabriek. Ž  min  Nullasttoerentalschroef Motor starten en ongeveer 5 minuten laten draaien, tot de bedrijfstemperatuur bereikt is. ŽDe gashendel op min. positie (vrijloop) stellen.  De regelklephendel tegen de nullasttoerentalschroef houden en het nullasttoerental kortstondig op 1400 min-1 (vrijloopveer rood) instellen. Regelklephendel  Vrijloopmengschroef (VM) langzaam in de richting van de wijzers van de klok draaien tot het toerental langzaam trager wordt (arm mengsel).  l Vrijloopmengschroef langzaam tegen de richting van de wijzers van de klok in draaien tot het toerental langzaam trager wordt (rijk mengsel). LG arm rijk Middelpunt ‘ l Vrijloopmengschroef op het middelpunt tussen rijk en arm draaien. l Regelklephendel tegen de nullasttoerentalschroef houden en het nullasttoerental op 1200 min-1 bijregelen (Afb. ). l Regelklephendel loslaten. Toerental noteren. ‘ Indien nodig, buiggereedschap voor meer de tap gebruiken en de tap van het geregeld toerental verbuigen, om het 1750 min-1 toerental aan te houden. è - Serviceç minder Buiggereedschap Hydrostatische werktuigdrager Taifun 41 5 5. Onderhoud en reparatie Klepspeling instellen Na iedere 50 bedrijfsuren moet de klepspeling worden ingesteld. Uitlaatklep en inlaatklep 0,1 - 0,16 mm bij koude motor. - Service ç è Cilinderkop reinigen Na iedere 400 bedrijfsuren cilinderkop afnemen en de koolafzettingen aan cilinderkop en uitlaat met een draadborstel verwijderen. Koppakking ver vangen en op de cilinderkop monteren conform B&S-gegevens. Cilinderkopschroeven conform B&Sgegevens vastdraaien (19 Nm). - Service ç è Accu Vanwege het feit dat de accu in de nieuwe machine of de nieuwe aanhanger niet droog is voorgeladen, moet deze na het vullen met accuzuur volgeladen worden (laadstroomsterkte = 1/10 van de accucapaciteit). 55 Wanneer de machine of de aanhanger gedurende langere tijd niet gebruikt wordt, moet de accu steeds met een laadstroom van 0,06 ampère volgeladen worden of iedere maand gecontroleerd worden, indien nodig opladen. Eerst minpool-kabel losmaken. Accu nooit in ontladen toestand laten staan! Volg de aanwijzingen van de fabrikant op! Vermijd vonken en open vuur in de omgeving van de accu. Voorzichtig met accuzuur – agressief! Gebruik alleen voorgeschreven zekeringen. Bij het gebruik van te zware zekeringen raakt de elektrische installatie defect – brandgevaar! W 42 Hydrostatische werktuigdrager Taifun 5. Onderhoud en reparatie Machine Transmissie I Transmissieolie is tegelijkertijd hydraulische olie Bij de overstap op bio-hydraulische olie HEES eerst alle oude olie aftappen en twee keer spoelen (– zie informatie klantenservice) 6 (50 h) 600 h 5 6 (50h) 200 h 5 1 2 3 4 5 oliepeilstok afdichtring voor oliepeilstok afdichtring voor aftapplug aftapplug oliefilterpatroon Het transmissieoliepeil moet voor iedere ingebruikname en steeds na 8 bedrijfsuren gecontroleerd worden (oliepeilstok en olievulhals (A/1)). Het oliepeil moet bij horizontaal staande machine tussen de streepjes max. en min. staan. l Oliepeilstok uitdraaien, met een schone doek afnemen en weer terugdraaien. l Oliepeilstok opnieuw uitdraaien om het oliepeil te meten, eventueel transmissieolie bijvullen (hoeveelheid tussen min. en max. = 1 l). Vervangen van het transmissie-oliefilter na de eerste 50 bedrijfsuren en dan steeds na 200 bedrijfsuren l Machine voorover kantelen, op de aansluitflens. l Oliefilter (A/27) uitschroeven en vervangen – bij nieuw filter afdichtring met een beetje olie insmeren. l Oliefilter volgens de voorschriften verwerken. Verversen van de transmissieolie samen met de vervanging van het oliefilter na de eerste 50 bedrijfsuren en vervolgens na iedere 600 bedrijfsuren, met warme motor. l Olievulhals (A/1), aftapplug (A/24) en hun omgeving goed schoon houden zodat geen vuil in de transmissie komt. l Aftapplug losdraaien, afgewerkte olie in een geschikt reservoir opvangen en volgens de voorschriften verwerken. l Aftapplug reinigen; deze heeft een magnetische kern en trekt daardoor metaalstof aan. l Afdichtringen controleren, eventueel vervangen. l Aftapplug met afdichtring indraaien en vastzetten. lSchone transmissieolie tot de markering ‘max.’ bijvullen. l Hoeveelheid olie en kwaliteit zie ‘technische gegevens’. l Olievulhals met peilstok afsluiten. Hydrostatische werktuigdrager Taifun 43 5 5. Onderhoud en reparatie Stuurstangbouten 6J/B Stuurstangbouten op de smeernippel af en toe smeren met bio-smeervet. Ten minste eens per jaar en na een reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger. Stuurstang-vergrendeling 6 200 h / B A/8 Na iedere 200 bedrijfsuren en na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger de rollen voor de stuur vergrendeling (A/8) aan beide zijden met een beetje bio-smeer vet insmeren. Wielen l Bij de eerste ingebruikname en bij iedere wisseling van de wielen moeten de wielbouten en -moeren na de eerste 2 bedrijfsuren met 100 Nm (10 kpm) worden nagetrokken. Verder bij alle servicewerkzaamheden. De bandenspanning van de banden moeten regelmatig gecontroleerd worden. Let erop dat de spanning in beide banden gelijk is zodat probleemloos rijden gewaarborgd is. Wielnaven l De zeskantige moeren (A/26) voor de wielnaven aan beide zijden met 240–300 Nm steeds na 50 bedrijfsuren aanhalen. 6 50 h Stuurstang-ultra-bussen 55 l Na iedere 200 bedrijfsuren controleç ren. è - Serviceç 240 ... 300 Nm Stuurstang – centrale bout l De centrale bout (A/9) na iedere 200 bedrijfsuren met 140 Nm aanhalen en opnieuw borgen. è - Serviceç Bevestigingsgordel Controleer de bevestigingsgordel op beschadigingen eens per jaar, uiterlijk na 10 jaar vervangen. Hydraulische slangen Na 200 bedrijfsuren, minste eens per jaar op dichtheid controleren. 44 Rem l Functie van remblokken en rembediening steeds na 200 bedrijfsuren of ten minste eens per jaar controleren. è ç - Serviceç Wielmotoren l Na iedere 200 bedrijfsuren controleren. Laat de machine rechtuit rijden, en zet de stuurstang in de neutrale positie. è - Serviceç Hydrostatische werktuigdrager Taifun 5. Onderhoud en reparatie Veiligheidsschakeling Koppelingshendel Controleer voor iedere ingebruikname en bij iedere onderhoudsen reparatiebeurt. Speling of instellingen voor iedere ingebruikname controleren en eventueel corrigeren (vooral tijdens de inrijperiode na de eerste ingebruikname of na het verwisselen van de koppelings- of remvoering). 6A B/4 l Wanneer de hendel (B/4) wordt losgelaten en de koppeling is geschakeld, dient de motor automatisch tot stilstand te komen. lConditie van de elektrische leidingen en verbindingen controleren, eventueel vervangen. - Serviceç è 6A Koppeling: X = 3 - 5 mm (Speling voor koppeling) ! = Bowdenkabel in hendellager in positie onder ingevoerd. 1 hendel 2 vormveer 3 kabeltapuiteinde 4 verstellbout Instelling: Motor-uit-schakeling 6A Controleer het functioneren van de motoruit-schakeling bij iedere onderhouds- en reparatiebeurt. lWanneer de schakelaar in positie ’0’ staat, moet de motor tot stilstand komen. Œ Borgveer (2) verwijderen en kabeluiteinde (3) met de verstelbout (4) uit de houder in de hendel nemen. Œ  + l Conditie van de elektrische leidingen en verbindingen controleren, eventueel vervangen. è - Serviceç Ž Hydrostatische werktuigdrager Taifun  Verstelbout (4) in- of uitdraaien, tot de afstand ”X” of stationair bij positie 0 beschikbaar is. Ž Kabeluiteinde met de verstelbout weer in de houder terughangen en borgveer (2) monteren 45 5 5. Onderhoud en reparatie Draaihendelschakeling Algemeen Werking en instelling bij elk onderhoud controleren en eventueel bijregelen l Let op het verliezen van brandstof en olie, eventueel opruimen. Instelling De draaihendelschakeling met de bowdenkabel stelschroeven zonder speling instellen en ervoor zorgen dat het markeringscontramoeren punt aan de draaihendel gelijk staat met de 0-positie van de pomp en het pictogram. l Schroeven en moeren regelmatig controleren, eventueel natrekken. Instelling van de klemwerking l Alle glijdende of beweeglijke onderdelen (bijv. toerentalhendel, hendellager) met biologisch-afbreekbaar vet of olie vet houden. Stifttap ongeveer 1 draaiing lossen met behulp van de inbussleutel Reiniging Draaihendel-stop Stophendel zodanig verstellen, dat bij: = Draaihendel draaibaar = Draaihendel vastgeklemd, niet draaibaar 5 Na iedere reinigingsbeurt (afspuiten met water, vooral met de hogedrukreiniger) alle plaatsen die met vet zijn ingesmeerd, nasmeren en inoliën, en de machine kort laten draaien zodat het water eruit loopt. De lagers moeten voorzien van een vetkraag. Deze beschermt het lager tegen het binnendringen van plantensappen, water en vuil. Reinig de motor alleen met een doekje. Vermijd het spuiten met een sterke waterstraal; er zou water in het ontstekingsmechanisme of in het brandstofsysteem kunnen komen, dit kan leiden tot mankementen. 46 Hydrostatische werktuigdrager Taifun 5. Onderhoud en reparatie c) Wielen Stallen Wanneer de machine gedurende langere tijd niet gebruikt wordt: a) Grondige reinigingsbeurt, laklaag bijwerken. b) Motor in conditie houden l Brandstof volledig aftappen of brandstoftank voltanken en stabilisatorvloeistof (agria-nr. 799 09) in de brandstoftank gieten. - Kijk in de gebruiksaanwijzing, motor ca. 1 minuut laten lopen. l Motorolie verversen. l In de bougieopening een theelepel vol (ca. 0,03 l) motorolie gieten. Motor langzaam doordraaien. l Zuiger met repeteerstarter op compressie zetten (starthandgreep langzaam aantrekken totdat weerstand voelbaar is), hiermee zijn de kleppen gesloten. 5 l Motor om de 2–3 weken langzaam doordraaien (bougiekap verwijderen!) en aansluitend zuiger weer op compressie zetten. Plaats deze op steunblokken zodat de banden niet op de vloer rusten. Luchtbanden gaan snel in kwaliteit achteruit wanneer ze zonder lucht onder belasting staan. d) Koppeling Werktuigdrager altijd met aangetrokken koppelingshendel (vergrendeling ingeklikt) parkeren, er kunnen anders problemen met de koppeling ontstaan als gevolg van corrosievorming. e) Machine stallen om sterke corrosievorming te voorkomen: – beschermen tegen weersinvloeden niet stallen in: – vochtige ruimtes – ruimtes waar kunstmest ligt opgeslagen – stallen of daarnaast gelegen ruimtes f) Afdekken Dek de machine af met een dekzeil of iets dergelijks. Hydrostatische werktuigdrager Taifun 47 5 6. Storingen opsporen en verhelpen W Let op de veiligheidsaanwijzingen! Laat grotere problemen aan de machine of de motor altijd oplossen door de agria-vakgararage, deze beschikt over het juiste gereedschap. Ondeskundige hulp kan grote schade veroorzaken. storing mogelijke oorzaak oplossing pagina - Bougiekap is niet aangesloten - Choke niet in positie CHOKE - Motor-uit-schakelaar op ‘0’ - Veiligheidsschakelaar niet in startpositie - Brandstoftank leeg of slechte brandstof - Brandstofleiding verstopt - Bougie defect Bougiekap aansluiten Chokehendel in positie CHOKE brengen Motor-uit-schakelaar in positie ‘I’ schakelen Veiligheidsschakelaar in startpositie brengen Brandstoftank vullen met schone brandstof Brandstofleiding reinigen Bougie schoonmaken, instellen of vervangen Bougie drogen, schoonmaken en starten met volgas ¬ Leiding en verbindingen controleren Bevestigingsschroeven natrekken Benzinemotor: Motor start niet - Motor teveel brandstof (verzopen) - Motor-uit-leiding defect - Valse lucht door losgelaten carburateur en aanzuigleiding Motor hapert af en toe 6 Motor wordt te heet - Motor loopt op CHOKE - Bougiekabel zit los - Brandstofleiding verstopt of slechte brandstof - Luchttoevoer in de brandstoftankdop verstopt - Water of vuil in het brandstofsysteem - Luchtfilter verontreinigd - Carburateur verkeerd afgesteld - Te weinig motorolie - Ventilatiesysteem functioneert niet - Luchtfilter is verontreinigd - Carburateur is verkeerd afgesteld Chokehendel in positie BEDRIJF brengen Bougiekabel vastklemmen Brandstoffilter vervangen, schone brandstof tanken Brandstoftankdop vervangen Brandstof aftappen en schoonmaken, schone brandstof tanken Luchtfilter schoonmaken of vervangen Carburateur afstellen 32 30 39 39 39 32 39 39 ¬ 38 41 Meteen motorolie bijvullen Luchtrooster schoonmaken, koelribben schoonmaken Luchtfilter reinigen Carburateur afstellen ¬ 40 38 41 ¬ 39 41 Motor haperingen bij hoge toerentallen - Ontsteking te krap afgesteld - Stationair toerentalmengsel niet correct afgesteld Bougie afstellen Carburateur afstellen Motor slaat bij stationair toerental vaak af - Ontsteking te ruim afgesteld, Bougie defect - Carburateur niet correct afgesteld - Luchtfilter verontreinigd Bougie afstellen of vervangen 48 32 32 Carburateur afstellen Luchtfilter reinigen Hydrostatische werktuigdrager Taifun 36 39 ¬ 41 38 6. Storingen opsporen en verhelpen storing mogelijke oorzaak oplossing Motor loopt onregelmatig - Regelstangen zijn verontreinigd, klemmen Regelstangen schoonmaken Motor springt in stoppositie niet af - Motor-stop-leiding defect, massa ontbreekt Leiding en verbinding controleren, massa controleren Motor levert te weinig vermogen - Luchtfilter is verontreinigd - Cilinderkop los of afdichting beschadigd - Te weinig compressie Luchtfilter reinigen Cilinderkop aandraaien, afdichting vervangen Motor laten controleren pagina 40 ¬ ¬ 38 ¬ ¬ E-start uitvoering: E-starter functioneert niet - Accu leeg - Zekering defect - Defect aan kabelbundel, E-starter Accu laden, evt. vervangen Zekering vervangen Kabelbundel en E-starter controleren 42 29 Accucontrolelampje licht niet op bij stilstaande motor - Startschakelaar niet ingeschakeld - Controlelampje defect - Zekering defect - Kabelbundel defect - Spanningsregelaar defect Startschakelaar op ‘I’ zetten Controlelampje vervangen Zekering vervangen Kabelbundel controleren Spanningsregelaar controleren ¬ ¬ Accucontrolelampje brandt tijdens bedrijf - Zekering defect - Kabelbundel defect - Spanningsregelaar defect - Generator defect Zekering vervangen Kabelbundel controleren Spanningsregelaar controleren Generator controleren ¬ ¬ ¬ ¬ 32 29 29 Machine algemeen: Koppeling komt niet los - Koppelingshendel niet correct afgesteld Koppelingsspeling afstellen 45 Koppeling glijdt - Koppelingshendel is niet correct afgesteld - Koppelingsplaat versleten Koppelingsspeling afstellen 43 Geen vooraandrijving - Koppelingshendel niet gekoppeld - Duwpositie ingeschakeld met koppelingshendel koppelen op hydraulisch bedrijf omschakelen 18 20 Teveel vibratie - Bevestigingsbouten zijn los Bevestigingsbouten natrekken 46 6 Koppelingsplaat vervangen ¬ ¬ = Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage! Hydrostatische werktuigdrager Taifun 49 Elektrisch schakelschema Veiligheidsschakeling 1 2 3 4 5 66 Motor Magneetontstekingssysteem Motor-uit-schakelaar Schakelaar in de koppelingshendel Schakelaar in de veiligheidshendel bl = blauw br = bruin rt = rood E-Start 1 2 3 5 6 7 8 9 10 11 50 Generator ........... 12 V 16 A Laadregelaar Platte zekering ................... 15 A E-Starter ................... 12 V Accu ......... 12 V 20 Ah Lampje laadcontrole ..... 12 V 2 W Ontstekingsstartschakelaar Contactdoos Magneetschakelaar voor E-starter Motor-stop-aansluiting aan motor bl = blauw br = bruin ge = geel gr = groen ro = rood sw = zwart ws = wit Hydrostatische werktuigdrager Taifun Lak, slijtageonderdelen agria-bestelnr. Brandstofstabilisator benzinemotor: 799 09 brandstofstabilisator 5g Anticorrosiemiddelen: 690 36 biologisch afbreekbaar anticorrosiemiddel fles 500 ml 181 03 spuitlak berkengroen 712 98 spuitlak rood, RAL 2002 509 68 spuitlak zwart Kleefmiddelen (schroefbevestiging): spuitbus spuitbus spuitbus 400 ml 400 ml 400 ml 559 94 kleefmiddel (middel) LOCTITE 242 559 95 kleefmiddel (sterk) LOCTITE 270 559 96 kleefmiddel (extra sterk) LOCTITE 638 Afdichting: fles fles fles 50 ml 50 ml 50 ml tube 250 ml Lak: 509 68 afdichting (vloeibaar) LOCTITE 573 Slijtageonderdelen: Motor: 716 22 luchtfilterinzet 640 88 schuimstof-voorfilter 789 81 Brandstoffilter 716 23 motorolie-filterpatroon 706 09 bougie, Bosch FR8 DC; Champion RC12YC 759 28 platte zekering 15A Transmissie: 009 16 afdichtring 16 x 22 x 1,5; oliepeilstok en olieaftapplug 527 06 oliefilterpatroon Bandenpechbescherming: 713 13 banden afdichtgel Terra-S fles Reserveonderdelenlijst: 997 153 997 083 52 werktuigdrager 5900 Bison aanbouwwerktuigen voor 3400, 5500, 5900 Hydrostatische werktuigdrager Taifun 1l Smeerschema 10 9 6B 6B 8 6 200 h (50 h) 6B 5 7 6 25 h 6 6 600 h (50 h) m ax m in 1 68h 2 650 h (25 h) 3 6B 4 6B= eens per jaar en na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger Hydrostatische werktuigdrager Taifun 6 100 h 53 Hydraulische slangen Uitv. portaalas vast .......... links ...................................................... rechts A = hydraulische leiding ........ 768 47 ..................................................... 768 46 B = hydraulische leiding ....... 768 45 ..................................................... 768 48 Uitv. portaalas traploos verstelbaar A = hydraulische leiding ........ 774 25 ..................................................... 774 26 B = hydraulische leiding ........ 768 43 ..................................................... 768 44 54 Hydrostatische werktuigdrager Taifun Wikkelbescherming A Wikkelbescherming Optie: Kit 760 58 A Montage: B A Wikkelbeschermdrager (1) aan de spanschroeven van de wielmotoren vastklikken B Wikkelbeschermbuizen (2) over de wielmotoren schuiven - Uitsparing voor remhendel in acht nemen. Met de schroeven (4) en schijven (3) bevestigen Hydrostatische werktuigdrager Taifun 55 Onderhouds- en inspectietabel P Steeds na bedrijfsuren min. 1/2 A – 1 4 8 25 50 100 200 400 600 jaarl. B K K K K K K K K K Functie veiligheidsschakelaar controleren Functie motor-uit-schakelaar controleren Hendel speling controleren Luchtfilter controleren Koelluchtzeef reinigen Omgeving van de uitlaat reinigen Toerentalregelaar reinigen Motoroliepeil controleren, 1 K eventueel bijvullen Wielbouten en -moeren natrekken Oliepeil transmissieolie/hydraulische olie 7 controleren Motorolie verversen, eerste keer, 2 verdere keren Bouten en moeren controleren Reinigen Lucht-voorfilter reinigen Wielnaafmoeren natrekken Transmissie-oliefilter vervangen; eerste keer, 5 verdere keren Transmissieolie verversen, eerste keer, 6 verdere keren Bougie reinigen, Elektrodenafstand afstellen Koelluchtgrilgeleidingsplaten, koelribben, oliekoeler reinigen – indien nodig eerder! Motoroliefilter vervangen 4 Luchtfilter-patroon reinigen Bougie vervangen Rollen voor de stuurvergrendeling smeren 8 Luchtfilter-patroon vervangen, indien nodig eerder! Stuurstang-ultra-bussen controleren Stuurstang – centrale bout aanhalen Rem controleren Wielmotoren op rechtuit rijden controleren Hydraulische slangen controleren Klepspeling afstellen Cilinderkop reinigen Bevestigingsgordel controleren Stuurstangbouten smeren 9 Brandstofslangen vernieuwen Brandstoffilter vervangen 3 Alle glijdende onderdelen smeren 10 P A B J K W F * = = = = = = = = K 36 K 44 K 43 W 36 W K K W 46 46 38 37 W W 43 W W 43 W K 39 F F 40 W W K K K 37 38 39 44 W 39 F F F F W 44 44 44 44 44 42 42 44 44 39 39 46 W F F K K W* W K K K positie in smeerschema (blz.53) voor iedere ingebruikname na iedere reinigingsbeurt, vooral met een hogedrukreiniger minstens eens per jaar controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een agria-vakgarage na 2 jaar 56 blz. 45 45 45 38 40 40 40 Hydrostatische werktuigdrager Taifun Aanduiding van de onderdelen Afb. C Motor B&S Vanguard 18 HP 1 1a 2 3 4 5 6 7 8 9 11 12 13 18 19 20 31 32 33 34 35 Bougie / bougiekap links Bougie / bougiekap rechts Olievulopening Olieaftapplug Motor-ident.nummer Repeteerstarter / koelluchtzeef Startergreep Oliepeilstok Ölfilter Brandstoffilter Brandstoftankdeksel Brandstoftank Brandstofkraan Uitlaat Luchtfilter Choke-bedieningsstang Accu Accu-laadcontrolelampje Startschakelaar Contactdoos Zekeringhouder (met platte zekering) Hydrostatische werktuigdrager Taifun 57 agria-Werke GmbH D-74215 Möckmühl/Württ. tel. +49 6298 39-0 fax +49 6298 39-111 e-mail: [email protected] internet: http://www.agria.de Het succesprogramma Balkmaaier Werktuigdrager Maaiskelter Motorfrees Eenwielige Motorhak Eenassige tractor Veegmachine Vertikuteermachine Combiwerktuig Uw agria-dealer zorgt voor service en snelle levering van reserveonderdelen
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Agria 5900 de handleiding

Type
de handleiding