Documenttranscriptie
Handleiding
voor
Hydrostatische Werktuigdrager
Taifun
5900 231 / 232
- 2 Zyl. B&S Vanguard
- Elektrische starter
4816
&
Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
Betriebsanleitung Nr. 998 861-A 06.05
Symbolen, typeplaatje
Hier invullen:
Symbolen
Identificatie/machine nr.:
waarschuwingsteken. Vindt u bij
passages die betrekking hebben op uw veiligheid.
........................................................
belangrijke informatie
Machinen-art.nr.:......................
Motor-type:..................................
brandstof
Motor-Nr.:...................................
Datum aankoop:..........................
choke
Typeplaatje:
zie blz. 3/afb. A/4.
motor
Motortype en motornr.
zie blz. 58/afb. C/4.
motor start
Bij bestelling van reserveonderdelen
deze gegevens vermelden om fouten
bij levering te vermijden.
accu-laadcontrole
Alleen originele agria-reserveonderdelen gebruiken!
koppeling
De technische gegevens, afbeeldingen en maten in deze handleiding zijn
niet bindend. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld. Wij
behouden ons het recht voor veranderingen aan te brengen, zonder deze
handleiding te wijzigen.
vooruit
achteruit
snel
langzaam
hydraulische installatie
aftakas
rem
Levering:
parkeerrem
l handleiding
l werktuigdrager
gesloten (vergrendeld)
l gereedschapsset
geopend (ontgrendeld)
è
- Serviceç= Laat dit
uitvoeren door een agria-vakgarage!
2
draaien tegen de klok in
draaien met de klok mee
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Aanduiding van de onderdelen
Afb. A:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
21
22
23
24
25
26
27
28
Rijtransmissie-/ peilstok voor hydraulische olie en olievulopening
Kogelkop voor motorkap voorzijde
Stationaire schakelbediening (Bypass)
Typeplaatje (voertuig-ident.nummer)
Kogelkop voor motorkap achterzijde
Transmissie-ontluchtingsopening
Bevestigingsgordel
Stuurvergrendelrol
Stuurstang – centrale bout
Benedenstang
Stuur
Oogbout met dopmoer, boven
Aftakas
Oogbout met dopmoer, beneden
Transmissieolie-aftapplug
Remtrommel
Wielnaaf
Oliefilterpatroon
Motor
Afb. B:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
4
Kogelgreep voor zijwaartse verstelling stuurstang
Excenterhendel voor centrale rem
Motor-uit-schakelaar
Veiligheidsschakelhendel
Hendel voor motorkoppeling
Vergrendeling voor hendel motorkoppeling
Schakeling voor aftakas
Schakeling voor stuurstangvergrendeling
Toerental-reguleerhendel
Draaihendel voor traploze rijsnelheden en vooruit-achteruit
Bedrijfsurenteller / toerentalmeter (als optie)
Verstelhendel voor traploze rijsnelheden en vooruit-achteruit
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Inhoudsopgave
Inhoud pakket ................................... 2
4. Ingebruikname en bediening
Aanbevelingen
Eerste ingebruikname ..................... 30
De motor starten ............................. 32
De motor afzetten ........................... 33
Werken met de machine ................. 34
Gevarenzone .................................. 34
Werkzaamheden op hellingen ........ 35
Smeermiddelen ................................. 6
Onderhoud en reparatie ................... 6
Brandstof .......................................... 6
Aanduiding van de
onderdelen .......................... 3, 58
1. Veiligheidstechnische
aanwijzingen ....................... 7–12
2. Technische gegevens
Afmetingen ......................................
Sporenplan .....................................
Machine ..........................................
Trillingsniveau .................................
Benzinemotor ..................................
Geluidsniveau .................................
Gebruik op hellingen .......................
13
13
14
14
15
15
15
3. Machine- en
bedieningselementen
Motor ............................................... 16
Veiligheidsschakeling ...................... 17
Koppeling ........................................ 18
Aftakas ............................................ 18
Transmissie ..................................... 19
Rijschakeling ................................... 19
Duwen ............................................. 20
Hydraulische besturing ................... 20
Centrale rem ................................... 21
Stuurstang ...................................... 21
Bevestigingsgordel .......................... 22
Wielen ....................................... 22–23
Motorkap ......................................... 24
Asverstelling .................................... 24
Asverstelling traploos ............... 26 - 27
Aan- en afkoppelen van
aanbouwwerktuigen ........................ 28
Accu ................................................ 29
Startschakelaar ............................... 29
1
2
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor ........................... 36 - 42
– Motorolie ...................................... 36
– Luchtfilter .............................. 38 - 39
– Bougie .......................................... 39
– Koelsysteem ................................ 40
– Carburateur .................................. 41
– Accu ............................................. 42
Machine ................................... 43 - 46
– Transmissie-/hydraul. olie ............. 43
– Stuurstang ................................... 44
– Veiligheidsschakeling ................... 45
– Afstelling van de hendels ..... 45 - 46
Algemeen ........................................ 46
De machine stallen ......................... 47
6. Storingen opsporen en
verhelpen ......................... 48 - 49
3
4
5
Elektrisch schakelschema .... 50
Lak, slijtageonderdelen ......... 52
Smeerschema ......................... 53
Hydraulische slangen ............ 54
Wikkelbescherming (optie) ... 55
Onderhouds- en
inspectietabel ......................... 56
Conformiteitsverklaring ........ 59
Let op uitklappagina’s!
Afb. A en B ................................ 3
Afb. C (motor) ......................... 58
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
5
6
Aanbevelingen
Smeermiddelen en
anticorrosiemiddelen:
Gebruik voor de motor en de transmissie de voorgeschreven smeermiddelen
(zie ‘Technische gegevens’).
Voor ‘open’ smeerpunten en smeernippels adviseren wij het gebruik van biologisch afbreekbare olie of smeervet
(volgens de aanwijzingen in de handleiding).
Voor het onderhoud van de machines
en werktuigen adviseren wij biologisch
afbreekbare corrosiewerende olie
(niet gebruiken op gelakte uitwendige
bekledingen). Het anticorrosiemiddel
kan met een kwast of met een spuitbus
worden aangebracht.
Biologische smeermiddelen en corrosiewerende olie zijn milieuvriendelijk omdat ze biologisch snel afbreekbaar zijn.
Wanneer u biologisch afbreekbare
smeermiddelen en corrosiewerende olie
gebruikt, gaat u bewust om met het milieu en levert u een positieve bijdrage
aan de gezondheid van mens, fauna en
flora.
Brandstof:
Wanneer om milieutechnische redenen
loodvrije benzine gebruikt wordt, dient
u bij motoren die langer dan 30 dagen
niet gebruikt worden de brandstof af te
tappen, om afzetting van harsresidu’s in
de carburateur, het brandstoffilter en de
brandstoftank te vermijden. U kunt de
brandstof ook vermengen met een
brandstofstabilisator.
Zie ook hoofdstuk ‘Motor in conditie
houden’.
Onderhoud en reparatie:
Bij de agria-dealer werken gekwalificeerde monteurs die de machine vakkundig onderhouden en repareren.
Voer grotere onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen zelf uit wanneer
u beschikt over het juiste gereedschap
en de vereiste technische kennis van
machines en verbrandingsmotoren.
Klop nooit met harde voorwerpen of
metalen gereedschappen tegen het
vliegwiel. Het kan scheuren en tijdens
gebruik uiteen springen, zodat verwondingen of materiële schade veroorzaakt
wordt. Demonteer het vliegwiel uitsluitend met passend gereedschap.
Deze motor loopt zowel op loodvrije
normale en superbenzine als op gelode superbenzine.
Voeg aan de benzine geen olie toe.
6
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
1. Sicherheitstechnische Hinweise
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op.
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Basisprincipe:
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passages die betrekking hebben op uw veiligheid. Breng ook andere gebruikers op
de hoogte van deze veiligheidsaanwijzingen.
Gebruik conform de
bestemming
De agria motormaaier Taifun en de door
de fabrikant aangeboden aanbouwwerktuigen zijn bestemd voor een normaal
gebruik in de land- en bosbouw, zoals
bijvoorbeeld gras- en weilandverzorging;
daartoe behoren ook winterzaamheden
en vegen (gebruik conform de bestemming).
Iedere andere toepassing geldt als niet
in overeenstemming zijnde met het doel
waarvoor de werktuigdrager gebouwd is.
Voor schade die door ondoelmatig
gebruik veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld. Dit risico is geheel en al voor de
gebruiker.
De door de fabrikant voorgeschreven
gebruiksvoorschriften, alsmede de voorschriften met betrekking tot controle,
onderhoud en reparatie dienen in acht
te worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat
door eigenhandige wijzigingen aan de
machine.
De gebruiker dient zich te houden aan
alle voorschriften ter voorkoming van
ongevallen, alsmede aan de algemeen
geldende regels wat betreft veiligheid,
arbeidsgeneeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
werktuigdrager altijd eerst de verkeersen bedrijfsveiligheid.
De werktuigdrager mag slechts gebruikt,
onderhouden en gerepareerd worden
door personen die over de nodige kennis beschikken en van de risico’s op de
hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen
de machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende
licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstukken dienen vermeden te worden. Draag
altijd stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructiebordjes
op de machine geven belangrijke aanwijzingen voor veilig gebruik. Volg deze
aanwijzingen nauwkeurig op, in het belang van uw eigen veiligheid!
Zet de motor af wanneer u de machine
transporteert van en naar de werkplek.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
7
1
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
Wachten tot het werktuig helemaal stil
staat!
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Bij werkzaamheden met elektrische
werktuigen bestaat de kans op verwondingen!
Voor de werkzaamheden
Het is niet toegestaan tijdens de werkzaamheden mee te rijden op de werktuigdrager.
Aangebouwde werktuigen en ladingen
hebben invloed op het rijdrag en het
stuur- en remvermogen van de werktuigdrager. Pas uw werksnelheid aan aan
de omstandigheden.
Instelling van het motortoerental niet
veranderen. Een verhoogd toerental
vergroot de kans op ongelukken.
Arbeids- en gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegenover derden verantwoordelijk.
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedieningscomponenten, alsmede van het functioneren ervan. In het bijzonder dient u te
weten hoe u de motor in geval van nood
snel en veilig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatregelen zijn getroffen en in de juiste positie
zijn gebracht.
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt,
dient deze met een beschermingskap
te zijn afgedekt.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, dat zeer giftig is wanneer het ingeademd wordt.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
werktuigdrager.
Voor het starten van de motor dienen
alle bedieningselementen in stand ‘neutraal’ te worden gezet.
Controleer voor het starten en wegrijden de omgeving van de werktuigdrager.
Let vooral op kinderen en dieren!
Voor het starten van de motor niet vóór
de werktuigdrager of het aanbouwwerktuig gaan staan.
Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt, dienen obstakels uit de weg
te worden geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal
ze tijdig weg.
Gebruik geen starthulpvloeistof in combinatie met elektrische startkabels.
Explosiegevaar!
Bij werkzaamheden op omheinde plaatsen dient de veiligheidsafstand tot de
omheining in acht genomen te worden,
zodat de machine niet beschadigd
wordt.
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
8
Tijdens de werkzaamheden
Bedieningsstang tijdens de werkzaamheden nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
werktuigdrager die afstand van de machine in acht, waartoe u door de stuurstang gedwongen wordt, vooral bij het
nemen van bochten!
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Het is niet toegestaan tijdens de werkzaamheden en het transport op de machine mee te rijden.
Wanneer het aanbouwwerktuig vast zit,
moet de motor worden afgezet en dient
het aanbouwwerktuig met passend gereedschap te worden schoongemaakt.
Indien de werktuigdrager of het
aanbouwwerktuig beschadigd is, moet
de machine onmiddellijk worden gestopt
en de motor worden afgezet. Laat de
schade direct herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de
werktuigdrager meteen stoppen en de
motor afzetten. Laat het defect direct
repareren!
Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt verdient het aanbeveling, de
werktuigdrager met een trekkabel of een
trekstang vast te houden, om te voorkomen dat de machine wegschuift. De bestuurder moet zich heuvelopwaarts van
de machine bevinden en dient voldoende afstand te houden tot de werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de helling!
Beëindigen van de
werkzaamheden
Laat de werktuigdrager nooit onbeheerd
achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de werktuigdrager verlaat. Sluit daarna de
brandstofkranen.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen
om gebruik door onbevoegden te verhinderen. Haal de contactsleutel uit het
contact (indien aanwezig) of trek de bougiekap eruit.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitsluitend aan bij afgezette motor en uitgeschakelde aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag
altijd veiligheidshandschoenen als u
aanbouwwerktuigen of onderdelen ervan vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en
demonteren in de juiste positie en zorg
ervoor dat het werktuig niet kan wegkantelen.
Bij het aankoppelen van de werktuigen
is grote voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtingen,
volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, werktuigdrager en aanbouwwerktuig beveiligen
tegen wegrollen. Voorkom gebruik door
onbevoegden. Monteer eventueel de
transport- of beschermingsinrichting en
zet deze in de veiligheidsstand.
Maai-inrichting
De scherpe kant van de maaibalk kan
bij onoplettendheid aanzienlijke verwondingen veroorzaken. Verwijder daarom
de schutlatten van de messen alleen tijdens het maaien en plaats ze na het
maaien direct weer op de juiste manier
terug.
Tijdens transport en opslag dienen de
schutlatten altijd op de messen te zijn
gemonteerd; op de vingerbalk moeten
bovendien de spanveren worden
ingehaakt.
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
9
1
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Transporteer de gedemonteerde maaibalk niet zonder schutlat.
1
Bescherm de messen met de schutlatten voordat de maaibalk gemonteerd
en gedemonteerd wordt.
Let er bij het vervangen van de messen
en het losmaken en vastdraaien van de
mesmeenemers op dat de schroefbeweging van de richting van de snijkanten af beweegt.
Draag bij het slijpen van de messen een
veiligheidsbril en handschoenen.
Gewichten
Breng de gewichten altijd aan volgens
de voorschriften aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten.
Onderhoud
Pleeg geen onderhouds- en reinigingswerkzaamheden aan de machine met
lopende motor.
Bij werkzaamheden aan de motor dient
de bougiekap altijd te worden verwijderd.
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen
of werktuigen aan slijtage onderhevig,
dan moeten deze regelmatig gecontroleerd en eventueel vervangen worden!
Beschadigde messen moeten vervangen worden!
Gebruik bij het vervangen van de messen passend gereedschap en
veiligheidshandschoenen.
Reparatiewerkzaamheden zoals lassen,
slijpen, boren enz. mogen niet aan dragende, veiligheidstechnische onderdelen (bijv. aanhanginrichtingen) worden
uitgevoerd!
10
Zorg ervoor dat de werktuigdrager en
de aanbouwwerktuigen schoon blijven,
om brandgevaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig controleren of ze vast zitten en eventueel
aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
dienen
de
beschermingsinrichtingen weer te worden aangebracht en in oorspronkelijke
positie te worden teruggebracht.
Altijd originele agria-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderdelen
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de firma
agria vastgelegde technische eisen.
Na gebruik wegzetten
Het parkeren van de werktuigdrager in
ruimtes met open kachels is verboden.
Parkeer de werktuigdrager niet in gesloten ruimtes wanneer zich nog brandstof
in de brandstoftank bevindt. Benzinedampen zijn gevaarlijk.
Motor, brandstof en olie
Laat de motor niet in een gesloten
ruimte lopen vanwege verhoogde kans
op vergiftiging! Vervang defecte uitlaatpijpen daarom ook altijd direct.
Wees voorzichtig met brandstof vanwege het brandgevaar. Vermijd open
vuur, vonken en hete motoronderdelen
tijdens het bijvullen van brandstof. Vul
geen brandstof bij in gesloten ruimtes.
Niet roken tijdens het tanken!
Tank alleen met uitgeschakelde en afgekoelde motor.
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Zorg ervoor dat u geen brandstof morst,
gebruik een passende trechter.
Hydraulische installatie
Mocht er toch brandstof zijn gemorst,
schuif dan de werktuigdrager aan de
kant voordat u de motor start.
De hydraulische installatie staat onder
hoge druk.
Gebruik alleen brandstof van voorgeschreven kwaliteit.
Bewaar de brandstof alleen in daarvoor
bestemde blikken.
Vloeistoffen die onder hoge druk ontsnappen zoals bijv. brandstof, kunnen
de huid binnendringen en ernstige verwondingen veroorzaken. Waarschuw
direct een arts!
Houd anticorrosiemiddelen en stabilisatoren altijd buiten het bereik van kinderen. Bij misselijkheid en braakneigingen
direct een arts waarschuwen. In geval
van contact met de ogen meteen met
veel water uitspoelen. Vermijd het inademen van de dampen.
Lees de aanwijzingen op de verpakking!
Maak gebruikte spuitbussen (starthulpmengsel e.d.) helemaal leeg op een
vonk- en vlamvrije plaats voordat u deze
weggooit, eventueel als klein chemisch
afval behandelen.
Voorzichtig bij het aftappen van hete
olie, er bestaat verbrandingsgevaar.
Gebruik altijd olie van voorgeschreven
kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daarvoor bestemde kannetjes.
Olie, brandstof, vet en filters gescheiden en volgens de voorschriften verwerken.
Let erop dat de hydraulische slangen bij
het aansluiten van hydraulische motoren op de voorgeschreven manier worden aangesloten.
Hydraulische olie die onder hoge druk
vrijkomt, kan de huid binnendringen en
ernstige verwondingen veroorzaken.
Bij verwondingen dient direct een arts
te worden geraadpleegd – infectiegevaar.
Voordat met werkzaamheden aan de
hydraulische installatie wordt begonnen,
dient het systeem drukloos te worden
gemaakt, en moet de motor worden afgezet (vakgarage).
Maak bij het opsporen van lekkage gebruik van passende hulpmiddelen, vanwege gezondheidsrisico’s (vakgarage).
Controleer de hydraulische slangen regelmatig op beschadigingen en slijtage,
en vervang ze tijdig.
Gebruik alleen originele hydraulische
slangen van agria.
Banden en
bandenspanning
Bij werkzaamheden aan de wielen dient
u ervoor te zorgen dat de werktuigdrager
veilig geparkeerd is en tegen wegrollen
beveiligd is.
Reparaties aan de wielen mogen alleen
door vakkundig personeel met passend
gereedschap worden uitgevoerd.
Controleer de bandenspanning regelmatig. Bij een te hoge luchtdruk bestaat
explosiegevaar.
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
11
1
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Let op de juiste bandenspanning bij
werkzaamheden met extra gewichten.
1
Schroeven en moeren van de wielen
dienen bij servicewerkzaamheden te
worden aangedraaid.
Beschrijving van de
waarschuwingssymbolen
Voor reinigings-,
onderhouds- en
reparatiewer kzaamheden motor
afzetten en bougiekap eruit trekken.
Elektrische installatie
Bij werkzaamheden aan de elektrische
installatie moet altijd de accu (minpool)
worden losgemaakt (indien voorhanden).
Niet zonder veiligheidsvoorzieningen werken! Voor
het starten voorzieningen in de juiste
positie brengen.
Let op de juiste volgorde bij het aansluiten – eerst de pluspool en dan de minpool! Het losmaken van de accu gebeurd
in omgekeerde volgorde.
Voorzichtig met accugassen – explosiegevaar!
Houd bij lopende
motor voldoende
afstand van de
maaimessen!
Vermijd vonken en open vuur in de buurt
van de accu.
Verwijder de kunststof bekleding (indien
voorhanden) voor het laden van de accu,
zodat concentratie van explosieve gassen vermeden wordt.
Tast nooit in bewegende machineonderdelen. Wacht
totdat ze tot stilstand gekomen
zijn.
Voorzichtig met accuzuur – agressief!
Gebruik alleen voorgeschreven zekeringen. Bij het gebruik van te zware zekeringen raakt de elektrische installatie
defect – brandgevaar!
Bij lopende motor
afstand houden.
Pluspool altijd voorzien van beschermkapje.
Dragers van een pacemaker mogen de
stroomvoerende onderdelen van het
ontstekingssysteem niet aanraken bij
lopende motor!
Beschrijving van de
gebodssymbolen
Bij werkzaamheden met de
machine moeten individuele
gehoorbeschermingen worden gedragen.
Veiligheidshandschoenen gebruiken.
12
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
2. Technische gegevens
Machine
2
Afmetingen van de machine: a1 ; e1 = wielas naar voren versteld
(mm)
a
a1
b
c
e
e1
h
Vanguard
5.00-10 AS
270
20x8.00-10
21x11.00-8
550 623 790
270 167
5.00-12 AS
290
23x8.5-12
23x10.5-12
l
ca. 990
1360
ca. 1010
Sporenplan [mm]
AS = akkerprofiel
R = grasprofiel
TG = terraprofiel
*+1 *+2 *+3 *+4
A
S
i
A
S
i
A
A
A
A
23x8.5-12 830 617 404 1056 843 630 1466
1346
1
*+5
A
23x10.5-12 955 691 427 1033 769 505 1443 1561 1323
2
3
5.00-12 AS 790 636 480 980 825 670 1390
4
5.00-10 AS 800 655 510 950 805 660
5
20x8.00-10 R 890 683 478 980 775 570
1240
1200
6 21x11.00-8 TG )1 1154 875 596 1234 955 676
A
1310
)3
1335
)3
A
1536
1513
1270
)3
1460
)3
1280
)2
1430
)2
1634
)2
1270
bij uitv. met verstelbare portaalas telkens + 40 mm
* = Wieltussenflens Vario ................................... 5916 211
)1 = + wielspoorverbreding
90 mm .......... 5519 031
2
) = kooiwielen 10" ............................................... 5917 011
)3 = kooiwielen 12" ............................................... 5917 021
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
)3
)3
13
2. Technische gegevens
Koppeling: .................... enkelvoudige
droge plaatkoppeling
Trillingsniveau:
op stuurhendel: ................ ahw 2,5 m/s2
volgens EN 12733
Transmissie: ..................... hydrostaat
Rijsnelheden:
voorwaarts: ....................... 0–7,0 km/h
achterwaarts: .................... 0–3,6 km/h
Gewicht:
leeg: (met volle brandstoftank): .....................
............................... zonder wielen .. met 23x8.5-12
E-starter: ........... 186,5 kg ..... 218,5 kg
2
Aftakas: ................................ 805 min-1
versnellingsonafhankelijk
bij motortoerental 3600 min-1
draairichting: rechtsdraaiend (met de
klok mee) op de aftakas gezien,
bij vooruit en achteruit rijden
gelijkblijvend
Besturing:
volhydraulische stangbesturing.
Stuurstang arreteerbaar terwijl het hydraulische systeem voor de handmatige
stangbesturing is uitgeschakeld
Stuurstang: ...... in hoogte verstelbaar,
zonder gereedschap zijdelings
verstelbaar
Olie voor transmissie en hydrostaat:
naar keuze:
l universele olie:
SAE 10W-40 API-SE/SF (of hoger)
l bio-hydraulische olie:
Synthetic Ester Basis ................ HEES
viscositeitsgraad volgens ISO .. VG 46
zuiverheidsklasse ................. min. 16/13-ISO 4406
bijv.:
ARAL: ............................ Vitam EHF 46
BP: ............................... Biohyd SE 46
ESSO: ....................................... HE 46
FUCHS: ...................... Plantohyd S 46
PANOLIN: ..................... HLP Synth 46
Banden: . 23x8.5-12 Akkerbreedtewielen
........................... (standaarduitvoering)
Als optie:
0190 112 ............. 5.00-10 akkerprofiel
3490 411 ............. 5.00-12 akkerprofiel
3490 511 ...... 20x 8.00- 10 grasprofiel
3490 611 ..... 21x11.00- 8 terraprofiel
voor deze terra-grip-uitvoeringen zijn
wielspoorverbredingen noodzakelijk:
artikel ................................... 5519 031
5990 711 23x10.5-12 akkerbreedtewielen
Bandenspanning bij:
5.0-10 ....................................... 1,5
5.00-12 ..................................... 1,5
21x11.00- 8 .............................. 0,8
20x8.00- 10 .............................. 0,8
23x8.5-12 ................................. 1,3
23x10.5-12 ............................... 1,3
5917 011 ...................... kooiwielen 10"
.................................. voor 5.00-10 AS
5917 021 ...................... kooiwielen 12"
................. voor 23x8.5-12 breedspoor
.. voor 5.00-12; 23x8.5-12; 23x10.5-12
Wielaanbouw en
toepassing zie .................. blz. 22 - 24
Hoeveelheid bij
eerste keer vullen: .................. ca. 7,0 l
olie verversen: ........................ ca. 5,0 l
Oliefilter: ......... schroefpatroon AW 14
14
bar
bar
bar
bar
bar
bar
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
2. Technische gegevens
Benzinemotor
Carburateur: ..................... horizontale
vlottercarburateur
Benzinemotor
Motorenfabrikant: ...................... B&S
Type: ......................... Vanguard 18 HP
Bouwwijze: ...................... geforceerdluchtgekoelde 2-cilinder
viertaktmotor (benzine) OHV
Boring: .................................... 72 mm
Slag: ........................................ 70 mm
Cilinderinhoud: .................... 570 ccm
Vermogen:
.......... 13,2 kW (18 HP) bij 3600 min-1
Koppel maximaal:33 Nm bij 2600 min-1
Bougie: ..................... BOSCH FR8DC
CHAMPION RC12YC
elektrodenafstand1,0 mm
Ontsteking:
elektronische magneetontsteking,
zonder contact,
luchtspleet ....................... 0,2 - 0,3 mm
radio-ontstoord ...... volgens VDE 0879
Nominaal toerental: ......... 3600 min-1
Max. toerental onbelast: 4000 min -1
Stationair
toerental.: ......................... 1750 min -1
Motorolie: .......... hoeveelheid ca. 1,7 l
universeelolie
bij temperaturen -15° tot +45°C:
SAE 10W-40 API-SE/SF (of hoger)
bij temperaturen -25° tot +15°C:
SAE 5W-20 API-SE/SF (of hoger)
Smeersysteem: ..................... Oliedrukcirculatiesmering
Oliedruk bij:
stationair lopende motor: min 0,35 bar
Oliefilter ............... Filterschroefpatroon
Klepspeling (bij koude motor)
inlaat- en uitlaatklep
0,1 - 0,16 mm
Geluidsniveau:
Startinrichting:
repeteerstarter
Elektr. startinrichting: ................ 12V
conform EN 12733 bijlage B:
geluidsniveau waargenomen door de
bestuurder: ...................... LP= 92 dB(A)
Accu .................................. 12 V 20 Ah
conform 2000/14/EG, bijlage III, deel B,
hoofdstuk 32 grasmaaier:
geluidsvermogen: ........ LW= 104 dB(A)
Generator ......................... 12 V 192 W
Brandstof: ........ benzine (tankstation),
octaangetal minstens 85 RON
(zie brandstofadvies)
Inhoud brandstoftank: ..... ca. 7,5 liter
met Klepelmaaier 100 cm
Gebruik op hellingen:
De motor is geschikt voor werkzaamheden
op hellingen (bij motoroliepeil “max” =
bovenste vulmarkering):
Brandstofverbruik: .......... 312 g/kWh
tot 45° (100 %)
Brandstoffilter: .................. feul-online
Luchtfilter: ........... droog filterelement
met schuimstof-voorfilter
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
15
2
3. Machine- en bedieningselementen
De werktuigdrager agria type 5900 Taifun is een basismachine die altijd in combinatie met een aanbouwwerktuig wordt
ingezet. Daardoor is hij zowel geschikt
voor land- en bosbouw als voor het
sneeuwruimen.
33
Koeling
De motor wordt gekoeld met een ventilator. Zorg ervoor dat geen vuil of bladerresten in de koelluchtzeef op de
repeteerstarter en de koelribben van de
cilinder worden aangezogen.
Als aanbouwwerktuigen zijn beschikbaar:
Stationaire toerental
l frontaanbouwwerktuigen
– maaimachines
– schoonmaakmachines
– sneeuwschuivers en -frezen
– grind- en zoutstrooiers
Het stationaire toerental van de motor
moet juist zijn afgesteld. Wanneer de
toerentalhendel tegen de eindaanslag
in stationaire positie staat, moet de motor bij laag toerental zonder problemen
blijven lopen.
en verschillende werktuigen, zie ook
prijslijst.
Luchtfilter
Het luchtfilter reinigt de aangezogen
lucht. Een vervuild luchtfilter kan het
motorvermogen ongunstig beïnvloeden.
Motor
l De viertakt benzinemotor wordt
aangedreven met normaal verkrijgbare
benzine (zie ook blz. 6: geadviseerde
brandstof).
Ontsteking
De motor is uitgerust met een contactloze elektronische ontsteking. Wij adviseren de noodzakelijke controles alleen
door de vakman te laten uitvoeren.
Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) mag de motor niet tot het maximum worden belast.
Ook na de inrijperiode mag u als regel
niet meer gas geven dan nodig is.
Hoge toerentallen kunnen de
motor beschadigen en de levensduur aanzienlijk beperken. Dit
geldt vooral als de motor onbelast
draait! Laat de motor nooit over z’n
toeren draaien, daardoor kan de motor direct defect raken.
I
16
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
3. Machine- en bedieningselementen
Toerentalhendel
Met de toerentalhendel (B/9) aan de
stuurstang kan het motortoerental van
min. = STATIONAIR tot max. = VOLGAS
traploos geregeld worden.
min
max
Motor-uit-schakelaar
Met de elektrische motor-uit-schakelaar
(B/3) wordt de ontsteking in- en
uitgeschakeld.
B/3
"I" = in bedrijf
"0" = motor uit
I
De motor-uit-schakelaar dient
ook als Nood-uit-schakelaar: in
gevaarlijke situaties in positie "0"
brengen!
Veiligheidsschakeling
B/4
Stop
STOP-positie: bij het loslaten van
de veiligheidsschakelhendel (B/4) wordt
de elektronische ontsteking uitgeschakeld (motor wordt afgezet).
– Voorzichtig! motor loopt nog even door!
Startpositie: om de motor te starten en voor een werkpauze koppelingshendel (B/5) aantrekken en met vergrendeling (B/6) vastzetten.
B/5
B/6
Bedrijfspositie: tijdens de werkzaamheden met de machine de
veiligheidshendel (B/4) naar beneden
drukken.
W
I
Veiligheidshendel niet vastzetten!
Veiligheidsschakelhendel in
gevaarlijke situaties loslaten,
deze zwenkt dan automatisch in positie
“STOP”!
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
17
3
3. Machine- en bedieningselementen
Koppeling
Aftakasschakeling
B/5
3
45
De enkelvoudige
droge plaatkoppeling wordt bediend door de
koppelingshendel (B/5).
lLet op de koppelingsspeling,
zodat tijdens de
werkzaamheden
de koppeling niet
slipt.
De versnellingsonafhankelijke aftakas
(A/22) wordt geschakeld met de schakeltrekgreep (B/7). Schakeltrekgreep
uitgetrokken, de aftakas is ingeschakeld,
schakeltrekgreep naar voren geduwd,
aftakas is uitgeschakeld.
B/7
Laat de machine met lopende
motor niet te lang met aangetrokken koppeling staan, hierdoor kan schade ontstaan aan het koppelingslager.
I
Bij stilstaande motor machine alleen
met aangetrokken hendel (vergrendeling gearreteerd) wegzetten, anders kunnen problemen
bij het koppelen
ontstaan als gevolg van corrosievorming.
18
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
3. Machine- en bedieningselementen
Transmissie
Uitv. Rijhendelschakeling
De agria-werktuigdrager is voorzien van
een hydrostatische rijaandrijving.
l De rijsnelheid wordt aan de hendel
(B/12) traploos voor- en achteruit met
de duim of wijsvinger ingesteld of gewijzigd.
Rijschakeling
Uitv. Draaihendelschakeling
l De rijsnelheid wordt aan de hendel
(B/10) traploos voor- en achteruit
ingesteld of gewijzigd.
B/10
l De 0-positie is geschakeld, als de
markering op de hendel gelijk staat met
de ‘0’ van het pictogram en tot aan de
aanslag is teruggeschoven.
l Als de hendel naar voren wordt gebracht, wordt de snelheid vooruit traploos verhoogd, hetzelfde gebeurt in
omgekeerde volgorde als de hendel
naar achteren wordt bewogen.
Markering
l De 0-positie is geschakeld, als de
markering op de hendel gelijk staat met
de "0" van het pictogram.
l Als de hendel in de richting van de
wijzers van de klok gedraaid wordt,
wordt de snelheid vooruit traploos
verhoogd.
l Als de hendel tegen de richting van
de wijzers van de klok in gedraaid wordt,
wordt de snelheid achteruit traploos
verhoogd.
l Met de stophendel kan de draaihendel vastgezet worden tegen automatische verstelling.
Stophendel
= vastgezet
Stophendel
= open
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
19
3
3. Machine- en bedieningselementen
3
Duwen
Hydraulische besturing
l De machine kan zonder motoraandrijving
worden geduwd, als de stationaire
schakeling is geopend (positie ‘0’).
l De stationaire schakeling (A/3) bevindt
zich aan de werktuigdrager rechts voor
onder de motorkap en kan worden geschakeld door aan de schakelkop (of
schakelhendel) te draaien.
l De hydraulische aandrijving treedt
weer in werking, als de stationaire schakeling wordt gesloten (positie ‘I’).
l Controleer de schakelpositie voor begin van de werkzaamheden!
Met de hydraulische besturing rijdt het
wiel aan de kant van de binnenbocht
langzamer tot aan stilstand, het wiel aan
de kant van de buitenbocht blijft met
gelijke snelheid rijden.
I
Duwen of afslepen tot een
snelheid van max. 4 km/h.
Aanslepen is niet toegestaan!
A/3
Sturen
l Door de stuurbeweging van de stuurstang
wordt de hydraulische
besturing bij lopende
motor geactiveerd
l stuurt alleen tijdens
het rijden, niet bij stilstand
l hoe sterker de stuurbeweging, hoe sneller
de hydraulische besturing.
Hydraulische besturing uitschakelen
Door aan de schakeltrekgreep (B/8) te
draaien en te trekken wordt de hydraulische besturing uitgeschakeld. De besturing gebeurt door spierkracht.
Als de vergrendeling wordt geopend, is
de hydraulische besturing weer
ingeschakeld.
Toepassing: werkzaamheden op hellingen! – een zelfde werking als een
differentieelslot!
of voor het optillen van een
aanbouwwerktuig.
B/8
A/3
20
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
3. Machine- en bedieningselementen
Centrale rem
Om de machine in heuvelachtig terrein te kunnen afremmen en om hem te kunnen parkeren, wordt een gecombineerde centrale blokkeerrem gebruikt.
B/2
Centrale rem
Excenterhendel (B/2) naar achteren en boven zwenken
– beide wielen worden afgeremd.
Bij het loslaten van de excenterhendel zwenkt deze in
de uitgangspositie terug – rem is weer los.
Blokkeerrem
Excenterhendel (B/2) naar achteren en boven over het
dode punt heen zwenken. Excenterhendel blijft automatisch staan – beide wielen zijn geblokkeerd.
Voor het deblokkeren van de blokkeerrem moet de excenterhendel in de uitgangspositie worden teruggebracht – rem is weer los.
I
Niet tegelijkertijd rijden en remmen
De rem moet voordat met rijden wordt begonnen worden losgemaakt,
er kunnen beschadigingen optreden door overdruk (uitval wielmotor)
Stuurstang
Verstel de stuurstangen nooit tijdens de
werkzaamheden - kans op ongevallen!
W
Stuurstang – hoogteverstelling
l Wederzijds kogelgreephendel
de aanslag (B) vrij is.
zover losmaken, tot
l linker en rechter stuurstang op de gewenste hoogte
instellen en in de passende vertanding brengen.
l kogelgreephendel
weer vastdraaien.
Stuurstang – zijwaartse verstelling
De stuurstang kan vanuit zijn normale positie
(middenpositie) ca. 30° naar links of naar rechts w orden gedraaid.
l Kogelgreep (B/1) omhoogtrekken en in deze positie
houden, stuurstang naar links of naar rechts in de
gewenste positie brengen
l kogelgreep loslaten en stuurstang enigszins heen en
weer bewegen tot de bout vastklikt.
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
21
3
3. Machine- en bedieningselementen
Bevestigingsgordel
De bevestigingsgordel (A/7) is bedoeld
voor het transporteren van de machine
en voor het inhangen van een verankeringskabel bij werkzaamheden op hellingen. Hiertoe moet de motorkap worden gedemonteerd.
Controleer de bevestigingsgordel op
beschadigingen, evt. vervangen.
Wielen
De wielen moeten met de profielpunten
in de rijrichting (van boven af op de wielen gezien) gemonteerd worden, om de
trekkracht zo optimaal mogelijk te benutten. De veerring met de bolle zijde naar
de verdieping in het schijfwiel monteren
(zie afb. wielbevestigingsschroeven).
Bovendien kunnen de wielen naar binnen of naar buiten gedraaid gemonteerd
worden (smalspoor/breedspoor), om de
benodigde spoorbreedte te bereiken (zie
spoorbreedtetabel blz. 13).
3
Wielen toepassing
maat
profiel
toepassing
5.00-10
5.00-12
20x8.00-10
21x11.00-8
23x8.5-12
23x10.5-12
akkerprofiel
akkerprofiel
grasprofiel
terra-profiel
akkerbreedtewielen
akkerbreedtewielen
algemene onderhoudswerkzaamheden 0190112
algemene onderhoudswerkzaamheden 3291051
grasverzorging
3490511
algemene onderhoudswerkzaamheden 3490611
algemene onderhoudswerkzaamheden 5990611
algemene onderhoudswerkzaamheden 5990711
akkerprofiel
22
grasprofiel
artikelnr.
terra-profiel
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
akkerbreedtewielen
3. Machine- en bedieningselementen
Wielbevestigingsschroeven
A
B
Loctite
270
Uitvoering A wielbout met veerring.
Uitvoering B tapeind met veerring en
wielmoer.
l Tapeind met de korte schroefdraadkant in de wielnaaf vastdraaien, indien
mogelijk met LOCTITE 270 (of iets dergelijks) verlijmen.
l Veerring met de bolle kant naar het
schijfwiel monteren!
3
I
Om beschadigen van de reminstallatie te voorkomen:
l Veerring met bolle kant absoluut
noodzakelijk
l Gebruik altijd bouten met de originele lengte
Bij nieuwe machines en bij het verwisselen van de wielen moeten de wielbouten en de wielmoeren na de eerste 2
bedrijfsuren met 100 Nm aangehaald
worden, verder altijd bij onderhoudswerkzaamheden.
Sneeuwkettingen
Bij het gebruik van sneeuwkettingen
moeten de aanwijzingen van de fabrikant worden opgevolgd. Let erop dat de
machineonderdelen vrij kunnen bewegen.
5519 031
Wielspoorverbreding
l Artikel 5519 031 voor de montage
van terra-wielen 21x11.00-8 TG.
2
3
4
10
11
veerring (bol)
wielbout
wielspoorverbreding (artikel 5519 031)
veerring (bol)
wielbout
Wielen voor hellingen
Voor een grotere stabiliteit tijdens
maaiwerkzaamheden op extreme
hellingen is het gebruik van dubbele
luchtbanden of grijpwielen aan te raden.
I
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
23
3
3. Machine- en bedieningselementen
Motorkap
Motorkap verwijderen
l
Kap aan de achterzijde optillen
l kap aan de voorzijde optillen en vervolgens in z’n geheel wegnemen
Motorkap terugplaatsen
l Kap voor en achter met de klemrubbers op de kogelkoppen plaatsen
l oefen lichte druk uit op de motorkap,
tot de klemrubbers vastzitten.
3
Portaalasverstelling
Voor een betere verdeling van het gewicht bij zwaardere aanbouwwerktuigen
kan de as naar voren worden versteld.
M
l Verplaats hiervoor de complete wielmotoren (M/1) naar de voorste schetsplaat (M/2)
l
schetsplaat van tevoren reinigen.
l Maak nooit hydraulische leidingen
en Bowden-kabels los!
1
l Bevestigingsbouten (M/3) met 45
Nm aanhalen.
2
24
4
3
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
3. Machine- en bedieningselementen
Portaalasverstelling traploos (Optie Artikel 5939 011)
Verstelling naar voren voor zware aanbouwapparaten
Stoprem
3
aantrekken
Kogelgreephendel loslaten
De machine met de
handgreep naar achteren
trekken
Koppeling van de
drijfwielen aan het
aanbouwapparaat
min. 20 mm!
I
Kogelgreephendel vasttrekken
Kogelgreephendel mag
niet omlaag staan
l Kogelgreephendel axiaal
naar binnen drukken - tot
hij losspringt - en
tegelijkertijd naar boven
draaien
26
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
3. Machine- en bedieningselementen
Verstelling naar achteren voor lichte aanbouwapparaten
Stoprem
aantrekken
Kogelgreephendel loslaten
De machine met de
handgreep naar voren
drukken
Koppeling van de
drijfwielen aan het
aanbouwapparaat
min. 20 mm!
I
Kogelgreephendel vasttrekken
Kogelgreephendel mag
niet omlaag staan
l Kogelgreephendel axiaal
naar binnen drukken - tot
hij losspringt - en
tegelijkertijd naar boven
draaien
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
27
3
3. Machine- en bedieningselementen
Aanhangen en
afkoppelen van
aanbouwwerktuigen
W
Aanhangen en afkoppelen
alleen met stilstaande
motor!
Aanhangen:
l De aansluitpunten van de werktuigdrager en het aanbouwwerktuig moeten schoon zijn
Bij aftakasaangedreven werk-
3
tuig: schakelhendel (4) aan het aanbouwwerktuig op ‘0’ zetten.
Machine met de vangtapeinden
(2) van onder af in de vanghaken
(3) van het aanbouwwerktuig leiden.
Beide oogschroeven (1) over de
aansluitflens klappen
Let op:
l is de centrering van de flens juist
gepositioneerd?
l liggen de flensdelen vlak tegen
elkaar?
l Dopmoeren gelijkmatig vastdraaien.
Bij aftakasaangedreven werktuig: schakelhendel (4) aan het aanbouwwerktuig in positie ‘I’ brengen
– er wordt dan via de basismachine geschakeld.
Het afkoppelen gebeurt in omgekeerde volgorde.
28
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. elektrische starter
Accu
Vanwege het feit dat de accu in de nieuwe machine of de nieuwe aanhanger niet
droog is voorgeladen, moet deze na het vullen met accuzuur vol geladen worden
(laadstroomsterkte = 1/10 van de accucapaciteit).
zie bijlage van de batterijfabrikant
Startschakelaar
De startschakelaar (33) voor de elektrische
starter heeft 3 schakelposities:
0
=
stroom uitgeschakeld,
sleutel kan uit het contact worden gehaald
I
=
bedrijfspositie
START =
startpositie, contactsleutel springt automatisch in positie ‘I’ terug
Laadcontrolelampje
Het laadcontrolelampje (32) licht op wanneer de contactsleutel in positie ‘I’ gedraaid
is, en dooft wanneer de motor loopt en de
generator de accu oplaadt.
Het dooft eveneens wanneer de contactsleutel weer in positie ‘0’ staat of uit het
contact is gehaald.
Als het laadcontrolelampje oplicht op het
moment dat de motor loopt, laadt de
generator de accu niet meer voldoende bij
– laat dit door een erkende garage
controleren!
31 accu
32 accu-laadcontrolelampje
33 startschakelaar met sleutel
34 contact voor aanhanger
35 zekeringhouder met platte zekering
Draai de startschakelaar niet in
positie ‘0’ als de motor loopt, dit
kan een defect in de spanningsregelaar veroorzaken!
I
Zekering
Om de spanningsregelaar en de generator te beschermen tegen kortsluiting, is een
zekering van 15A (35) ingebouwd tussen de spanningsregelaar en de E-starter.
Wanneer de zekering defect is, dient deze te worden vervangen. Hiervoor moet
de zekeringhouder worden geopend.
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
29
3
4. Ingebruikname en bediening
De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van het
rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar minuten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum.
Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toeren
draaien.
Let erop dat het filter altijd goed wordt onderhouden en zorg voor schone
brandstof. Gebruik alleen merkbenzine.
Gebruik uitsluitend verse en schone brandstof (niet ouder dan 3 maanden), de
brandstof mag alleen worden bewaard in goedgekeurde brandstofjerrycans, die
in de vakhandel verkrijgbaar zijn. Verroeste stalen en niet benzinebestendige kunststof jerrycans zijn niet toegestaan.
Om startproblemen te voorkomen, moet de brandstoftank van de machine bij de
eerste ingebruikname of na een periode van langere stilstand helemaal worden
gevuld.
Wees voorzichtig met brandstof.
Benzine is makkelijk ontvlambaar en onder bepaalde omstandigheden explosief!
4
l Tank nooit in afgesloten ruimtes.
l Alleen tanken met afgezette en afgekoelde
motor.
l Tank nooit in de omgeving van open vuur,
vonken of hete motoronderdelen.
l Niet roken tijdens het tanken!
l Mors geen brandstof, gebruik een passende
trechter.
De brandstoftank mag niet helemaal tot de rand
toe worden volgetankt. Laat altijd ca. 5 mm onder
de rand vrij, zodat de brandstof kan uitzetten.
l Transmissieoliepeil controleren (zie blz. 43).
I
30
Let op: om transportredenen is de motor
bij levering niet helemaal met motorolie gevuld!
Voor de eerste ingebruikname moet motorolie
worden bijgevuld (zie blz. 36)!
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
4. Ingebruikname en bediening
Voordat de motor gestart wordt
Beide bougiekap plaatsen
? ok
? ok
Voldoende brandstof in de tank?
Luchtfilter schoon?
38
ax
m in
m
? ok
Motoroliepeil controleren
36
•Transmissieoliepeil controleren
43
? ok
Bouten en moeren regelmatig controleren, eventueel natrekken.
46
? ok
Ga alleen met de machine aan
het werk wanneer alle
beschermingsmaatregelen zijn getroffen en in de juiste positie zijn gebracht.
W
Wees voorzichtig met het starten van
de motor in gesloten ruimtes!
Zorg voor goede ventilatie en een
snelle afvoer van de uitlaatgassen. De
uitlaatgassen bevatten koolmonoxyde, dit is zeer giftig wanneer het
ingeademd wordt.
Vermijd het aanraken van de warme
motor – kans op brandwonden!
Raak bij lopende motor de
ontste-kingsleiding en de bougiekap
niet aan. Deze ook niet verwijderen.
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
31
4
4. Ingebruikname en bediening
Starten van de
benzinemotor
Brandstofkraan (C/13) opendraaien.
koude motor: CHOKE (C/20) in
positie ‘CHOKE’ brengen.
l warme motor: CHOKE in normale
bedrijfspositie laten.
Motor-uit-schakelaar
(B/3) in
bedrijfspositie ('I') brengen.
Toerentalhendel (B/9) op ca. 1/3 gas
zetten.
Koppelingshendel (B/5) aantrekken
en vergrendeling (B/6) laten vastklikken
(startpositie).
4
1/3
Contactsleutel
in het contactslot
(C/33) steken en naar rechts in positie
‘I’ draaien.
l Accu-laadcontrolelampje (C/32) licht op.
Motor buiten het gevarenbereik star-
ten:
Contactsleutel verder naar rechts in
positie ‘START’ draaien.
l of handstart met de repeteerstarter
Zodra de motor start contactsleutel loslaten – springt automatisch in positie ‘I’
terug.
Is de motor niet aangesprongen en moet
opnieuw gestart worden, dan contactsleutel van tevoren in positie ‘0’ terugdraaien (startherhalingsvergrendeling).
I
32
Aanslepen is niet toegestaan!
Als de motor loopt korte tijd laten
warm draaien. Choke-knop langzaam in
bedrijfspositie terugdraaien (indien
gebruikt).
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
4. Ingebruikname en bediening
Afzetten van de
benzinemotor
630 sec.
min
Toerentalhendel in positie neutraal
zetten en de motor ca. 30 seconden stationair laten draaien.
Motor-uit-schakelaar in positie ‘0’
brengen.
Contactsleutel in positie ‘0’ terugdraaien – laadcontrolelampje gaat uit.
Brandstofkran sluiten.
4
Werktuigdrager tegen onbevoegd
gebruik beveiligen
– Contactsleutel verwijderen.
De motor-uit-schakelaar (B/3)
dient ook als noodstopschakelaar. Indien nodig schakelaar in positie ‘0’
brengen, de motor springt af.
I
Wanneer de motor voor langere tijd wordt afgezet, is het beter niet de motor-uit-schakelaar te gebruiken, maar de brandstofkranen te
sluiten en de motor zolang te laten lopen totdat deze vanzelf afspringt. De
carburateur is dan leeg en er kan geen
verharsing optreden.
I
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
33
4. Inbetriebnahme und Bedienung
Werken met de machine
Gehoorbescherming gebruiken en draag altijd
stevige schoenen
è
Motor starten
I
32
45
Controleer het functioneren van de
veiligheidsschakeling - machine alleen in
gebruik nemen wanneer veiligheidsschakeling
functioneert!
W
Bij werkzaamheden met aftakasaangedreven
werktuigen: met de schakeltrekgreep (B/7) aftakas
inschakelen.
B/6 B/5
Hendel voor koppeling (B/5) enigszins aantrekken,
vergrendeling (B/6) losmaken, langzaam loslaten en
tegelijk gas geven.
Voorzichtig koppelen, de draaihendel of
rijhendel komt niet altijd exact in de 0positie – het werktuig kan zich wel direct gaan
voortbewegen!
W
4
Rijsnelheid aanpassen aan de omstandigheden
en de behoeften, instellen met de draaihendel (B/10)
of met de rijhendel (B/12).
Wijzigen rijrichting vooruit – achteruit:
l Draaihendel (B/10) of rijhendel (B/12) langzaam
op achteruit schakelen.
Bij het veranderen van rijrichting achteruit naar vooruit
moeten de handelingen in omgekeerde volgorde
worden uitgevoerd.
gevarenzone
Daat de machine nooit onbeheerd achter
zolang de motor loopt.
W
4226
Gevarenzone
34
Tijdens het starten en de werkzaamheden
mogen zich geen personen binnen de
gevarenzone bevinden.
W
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
4. Inbetriebnahme und Bedienung
Aanwijzing bij het maaien
è"0"
è"0"
Na het beëindigen van de maaiwerkzaamheden of als de maaimachine
verstopt is:
Rijaandrijving in ''neutrale' positie,
De machine blijft staan maar het mes
blijft in beweging; daardoor wordt de
maaibalk vrijgemaakt.
Aftakasschakeltrekgreep in positie
‘0’ brengen.
Werkzaamheden op hellingen
Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt verdient het aanbeveling, de
werktuigdrager met een trekkabel of een
trekstang vast te houden, om te voorkomen dat de machine wegschuift. De bestuurder moet zich heuvelopwaarts van
de machine bevinden en dient voldoende afstand te houden tot de
werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de
helling!
Motor starten op de helling
Maaien op
Maaien op
vlak terrein
hellingen
Mocht om wat voor reden dan ook de
motor tijdens de werkzaamheden tot stilstand komen en moet er opnieuw gestart worden, ga dan als volgt te werk:
Centrale rem aantrekken.
Koppelingshendel en veiligheidsschakeling in ‘startpositie’ brengen.
Motor opnieuw starten.
Als tijdens de werkzaamheden de machine moet worden
schoongemaakt, moet de motor om
veiligheidstechnische redenen worden afgezet en dient de contactsleutel te worden verwijderd.
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
35
4
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor
Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van
groot belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent
onderhoud en reparatie.
I
Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit
met een afgezette motor en wanneer de contactsleutel verwijderd
is!
Motor
6 A; 8 h
Motoroliepeil controleren
l Voor iedere ingebruikname en
steeds na 8 bedrijfsuren.
l Alleen bij afgezette
horizontaal staande motor.
x
ma
n
mi
5
6 (8 h) 50 h
en
l Oliepeilstok (1) en omgeving aan
de buitenkant reinigen.
l Oliepeilstok uitschroeven, oliepeilstok met een schone doek afnemen, weer inschroeven en opnieuw uitschroeven om het oliepeil
te meten.
l Is het oliepeil tot beneden de
markering gedaald, motorolie (zie
‘technische gegevens’) tot
bovenaan = ‘max’ bijvullen.
Motorolie verversen
Voor de eerste keer na 8 bedrijfsuren, dan om de 50 bedrijfsuren.
Ververs de olie zolang de motor nog
warm is, let op dat deze niet te heet
is – kans op brandwonden!
l olievulopening (C/2), olieaftapplug en omgeving aan de buitenkant reinigen.
l Motorolie verversen, olie op
voorgeschreven wijze verwerken.
Deksel en olieaftapplug
vastdraaien!
I
- Voor kwaliteit van de olie zie 'technische gegevens’!.
36
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor
6 100 h
Motoroliefilter vervangen
De oliefilter (C/8) na iedere 100
bedrijfsuren of na elk seizoen
vervangen, al naargelang welk geval
zich het eerst voordoet. Vooraleer de
nieuwe filter geïnstalleerd wordt, de
filterpakking licht met verse, zuivere
motorolie bevochtigen. De filter met de
hand losschroeven tot de pakking de
oliefilteradapter raakt. Dan 1/2 of 3/4
draaiing verder aantrekken. De motor
aanlaten en STATIONAIR laten draaien
om te controleren of er olie uitloopt. De
motor afzetten, het oliepeil controleren
en indien nodig olie bijvullen.
5
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
37
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor
Droge luchtfilter
P
V
l Reinig de lucht-voorfilter (V) en
laateste om de 25 bedrijfsuren, of in
geval van zeer stoffige omstandigheden
na een paar uur.
l Reinig de luchtfilter-patroon (P) en
laateste om de 25 bedrijfsuren, of in
geval van zeer stoffige omstandigheden
na een paar uur.
l Voorfilter en patroon vervangen
wanneer ze zeer vuil of beschadigd zijn.
Lucht-voorfilter reinigen
/
6 25 h
Het deksel eraf nemen.
De voorfilter voorzichtig van de
patroon schuifen.
Voorfilter met water en vloeibaar
reinigingsmiddel wassen.
water + reinigingsmiddel
5
Voorfilter in een proper doek
uitpersen.
Voorfilter in de motorolie dompelen.
Voorfilter
in
een
proper,
absorbeerbaar doek uitpersen om
overtollige olie te verwijderen.
Voorfilter opde patroon installeren.
/
38
Deksel opnieuw aanbrengen.
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor
6 100 h
Luchtfilter-patroon reinigen
lucht-voorfilter reinigen
è Pt. - .
Grijpmoer en plaat verwijderen. De
patroon er voorzichtig afnemen om te
verhinderen dat er vreemde voorwerpen
in de carburateur dringen.
De patroon voorzichtig op een effen
oppervlakte afkloppen om hem te reinigen. Geen oplosmiddelen op basis van
aardolie, zoals petroleum, gebruiken, die
slijtage aan de patroon veroorzaken.
Geen perslucht gebruiken, omdat
daardoor de patroon kan beschadigd
worden. De patroon niet oliën.
Patroon, plaat en grijpmoer opnieuw
aanbrengen.
Lucht-voorfilter en deksel erop zetten
è Pt. -
.
Bougie
Steeds na 100 bedrijfsuren:
bougieborstel
1,0 mm
l Roetafzettingen met een bougieborstel van de elektroden van de bougie
verwijderen.
l Elektrodenafstand controleren en op
1,0 mm instellen.
6 100 h (200 h)
Na ca. 200 bedrijfsuren bougie
vervangen.
Brandstofslangen
Na 2 jaar vervangen, lekke brandstofslangen direct vervangen.
C/9
Brandstoffilter
Jaarlijks
de brandstoffilter (C/9)
ver vangen. Stroomrichting in acht
nemen!
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
39
5
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor
Reiniging van het koelsysteem
Na langere werkzaamheden kan het
koelsysteem door plantenresten en stof
verstopt raken. Wanneer met een
verstopt koelsysteem wordt doorgereden, wordt de motor te heet en kan deze
defect raken.
De motor niet met water afspuiten,
maar een borstel of perslucht gebruiken.
l Koelluchtzeef (C/5) voortdurend controleren en ontdoen van stof en
plantenresten.
l Indien de koelluchtzeef sterk vervuild
is, de zeef demonteren en de oliekoeler
en koelluchtzeef aan de omkeerstarter
reinigen.
6 100 h
5
l Ventilatorhuis steeds na 100 bedrijfsuren of minstens eens per jaar, het
beste voor het seizoen begint, reinigen.
Ventilatorhuis afnemen, koelribben aan
de cilinder en de cilinderkop, voor de
luchtcirculatie noodzakelijke geleideplaat en de koelluchtzeef en oliekoeler
reinigen.
- Serviceç
è
Uitlaat en Toerentalregelaar
Uitlaat (C/18), regelhendels, regelstangen en regelveren voortdurend
controleren op maai- en plantenresten,
en eventueel reinigen met borstel of
perslucht.
Brandgevaar! - als de uitlaat vuil is
Voor iedere ingebruikname controleren.
5
40
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor
Carburateur
Begininstelling
Vrijloopmengschroef in de richting van de wijzers
van de klok draaien tot ze bevestigd is. Geen geweld
gebruiken. De schroef 1 1/4 draaiing tegen de klok in
draaien. (Door deze instelling kan de motor starten.)
De eindinstelling wordt uitgevoerd met draaiende
motor.
Vrijloopmengschroef
1 1/4
Eindinstelling
Alle instellingen van de carburateur bij draaiende
motor moeten gebeuren terwijl de luchtfilter
geïnstalleerd is, net zoals in de fabriek.
min
Nullasttoerentalschroef
Motor starten en ongeveer 5 minuten laten
draaien, tot de bedrijfstemperatuur bereikt is.
De gashendel op min. positie (vrijloop) stellen.
De regelklephendel tegen de nullasttoerentalschroef houden en het nullasttoerental kortstondig
op 1400 min-1 (vrijloopveer rood) instellen.
Regelklephendel
Vrijloopmengschroef (VM) langzaam in de richting
van de wijzers van de klok draaien tot het toerental
langzaam trager wordt (arm mengsel).
l Vrijloopmengschroef langzaam tegen de richting
van de wijzers van de klok in draaien tot het toerental
langzaam trager wordt (rijk mengsel).
LG
arm
rijk
Middelpunt
l Vrijloopmengschroef op het middelpunt tussen rijk
en arm draaien.
l Regelklephendel tegen de nullasttoerentalschroef
houden en het nullasttoerental op 1200
min-1 bijregelen (Afb. ).
l Regelklephendel loslaten. Toerental
noteren.
Indien nodig, buiggereedschap voor
meer
de tap gebruiken en de tap van het
geregeld toerental verbuigen, om het
1750 min-1 toerental aan te houden.
è
- Serviceç
minder
Buiggereedschap
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
41
5
5. Onderhoud en reparatie
Klepspeling instellen
Na iedere 50 bedrijfsuren moet de klepspeling worden ingesteld. Uitlaatklep en
inlaatklep 0,1 - 0,16 mm bij koude motor.
- Service ç
è
Cilinderkop reinigen
Na iedere 400 bedrijfsuren cilinderkop
afnemen en de koolafzettingen aan
cilinderkop en uitlaat met een draadborstel verwijderen. Koppakking
ver vangen en op de cilinderkop
monteren conform B&S-gegevens.
Cilinderkopschroeven conform B&Sgegevens vastdraaien (19 Nm).
- Service ç
è
Accu
Vanwege het feit dat de accu in de
nieuwe machine of de nieuwe aanhanger niet droog is voorgeladen, moet deze
na het vullen met accuzuur volgeladen
worden (laadstroomsterkte = 1/10 van
de accucapaciteit).
55
Wanneer de machine of de aanhanger
gedurende langere tijd niet gebruikt
wordt, moet de accu steeds met een
laadstroom van 0,06 ampère volgeladen
worden of iedere maand gecontroleerd
worden, indien nodig opladen. Eerst
minpool-kabel losmaken.
Accu nooit in ontladen toestand
laten staan! Volg de aanwijzingen van de fabrikant op! Vermijd vonken
en open vuur in de omgeving van de
accu. Voorzichtig met accuzuur – agressief! Gebruik alleen voorgeschreven zekeringen. Bij het gebruik van te zware
zekeringen raakt de elektrische installatie defect – brandgevaar!
W
42
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
5. Onderhoud en reparatie
Machine
Transmissie
I
Transmissieolie is tegelijkertijd hydraulische olie
Bij de overstap op bio-hydraulische
olie HEES eerst alle oude olie aftappen en twee keer spoelen (– zie informatie klantenservice)
6 (50 h) 600 h
5
6 (50h) 200 h
5
1
2
3
4
5
oliepeilstok
afdichtring voor oliepeilstok
afdichtring voor aftapplug
aftapplug
oliefilterpatroon
Het transmissieoliepeil moet voor iedere
ingebruikname en steeds na 8 bedrijfsuren gecontroleerd worden (oliepeilstok
en olievulhals (A/1)). Het oliepeil moet bij
horizontaal staande machine tussen de
streepjes max. en min. staan.
l Oliepeilstok uitdraaien, met een schone
doek afnemen en weer terugdraaien.
l Oliepeilstok opnieuw uitdraaien om het
oliepeil te meten, eventueel transmissieolie bijvullen (hoeveelheid tussen min. en
max. = 1 l).
Vervangen van het transmissie-oliefilter na de eerste 50 bedrijfsuren en dan
steeds na 200 bedrijfsuren
l Machine voorover kantelen, op de aansluitflens.
l Oliefilter (A/27) uitschroeven en vervangen – bij nieuw filter afdichtring met een
beetje olie insmeren.
l Oliefilter volgens de voorschriften verwerken.
Verversen van de transmissieolie samen met de vervanging van het oliefilter
na de eerste 50 bedrijfsuren en vervolgens na iedere 600 bedrijfsuren, met
warme motor.
l Olievulhals (A/1), aftapplug (A/24) en
hun omgeving goed schoon houden zodat geen vuil in de transmissie komt.
l Aftapplug losdraaien, afgewerkte olie
in een geschikt reservoir opvangen en
volgens de voorschriften verwerken.
l Aftapplug reinigen; deze heeft een magnetische kern en trekt daardoor metaalstof aan.
l Afdichtringen controleren, eventueel
vervangen.
l Aftapplug met afdichtring indraaien en
vastzetten.
lSchone transmissieolie tot de markering ‘max.’ bijvullen.
l Hoeveelheid olie en kwaliteit zie ‘technische gegevens’.
l Olievulhals met peilstok afsluiten.
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
43
5
5. Onderhoud en reparatie
Stuurstangbouten
6J/B
Stuurstangbouten
op de smeernippel
af en toe smeren
met bio-smeervet.
Ten minste eens
per jaar en na een
reinigingsbeurt
met een hogedrukreiniger.
Stuurstang-vergrendeling
6 200 h / B
A/8
Na iedere 200
bedrijfsuren en na
iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger de
rollen voor de stuur vergrendeling
(A/8) aan beide zijden met een beetje bio-smeer vet
insmeren.
Wielen
l Bij de eerste ingebruikname en bij
iedere wisseling van de wielen moeten de wielbouten en -moeren na de eerste 2 bedrijfsuren met 100 Nm (10 kpm)
worden nagetrokken. Verder bij alle
servicewerkzaamheden.
De bandenspanning van de
banden moeten regelmatig
gecontroleerd worden. Let
erop dat de spanning in beide banden gelijk is zodat probleemloos
rijden gewaarborgd is.
Wielnaven
l De zeskantige moeren (A/26) voor de
wielnaven aan beide zijden met
240–300 Nm steeds na 50 bedrijfsuren
aanhalen.
6 50 h
Stuurstang-ultra-bussen
55
l Na iedere 200 bedrijfsuren controleç
ren. è
- Serviceç
240 ... 300 Nm
Stuurstang – centrale bout
l De centrale bout (A/9) na iedere 200
bedrijfsuren met 140 Nm aanhalen en
opnieuw borgen.
è
- Serviceç
Bevestigingsgordel
Controleer de bevestigingsgordel op
beschadigingen eens per jaar, uiterlijk
na 10 jaar vervangen.
Hydraulische slangen
Na 200 bedrijfsuren, minste eens per
jaar op dichtheid controleren.
44
Rem
l Functie van remblokken en rembediening steeds na 200 bedrijfsuren of ten
minste eens per jaar controleren.
è
ç
- Serviceç
Wielmotoren
l Na iedere 200 bedrijfsuren
controleren. Laat de machine rechtuit
rijden, en zet de stuurstang in de neutrale positie.
è
- Serviceç
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
5. Onderhoud en reparatie
Veiligheidsschakeling
Koppelingshendel
Controleer voor iedere ingebruikname en bij iedere onderhoudsen reparatiebeurt.
Speling of instellingen voor iedere ingebruikname controleren en eventueel corrigeren
(vooral tijdens de inrijperiode na de eerste
ingebruikname of na het verwisselen van de
koppelings- of remvoering).
6A
B/4
l Wanneer de
hendel (B/4)
wordt losgelaten en de koppeling is geschakeld, dient
de motor automatisch tot stilstand te komen.
lConditie van de elektrische leidingen en verbindingen controleren, eventueel vervangen.
- Serviceç
è
6A
Koppeling:
X = 3 - 5 mm (Speling voor koppeling)
! = Bowdenkabel in
hendellager in positie
onder ingevoerd.
1 hendel
2 vormveer
3 kabeltapuiteinde
4 verstellbout
Instelling:
Motor-uit-schakeling
6A
Controleer het
functioneren
van de motoruit-schakeling
bij iedere onderhouds- en
reparatiebeurt.
lWanneer de schakelaar in positie ’0’ staat, moet de motor tot stilstand komen.
Borgveer (2)
verwijderen en
kabeluiteinde (3)
met de verstelbout
(4) uit de houder in
de hendel nemen.
+
l Conditie van de elektrische leidingen en verbindingen controleren, eventueel vervangen.
è
- Serviceç
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Verstelbout (4)
in- of uitdraaien, tot
de afstand ”X” of
stationair bij positie
0 beschikbaar is.
Kabeluiteinde
met de verstelbout
weer in de houder
terughangen en
borgveer (2) monteren
45
5
5. Onderhoud en reparatie
Draaihendelschakeling
Algemeen
Werking en instelling bij elk onderhoud
controleren en eventueel bijregelen
l Let op het verliezen van brandstof en olie, eventueel opruimen.
Instelling
De draaihendelschakeling met de
bowdenkabel stelschroeven zonder
speling instellen en
ervoor zorgen dat
het markeringscontramoeren
punt aan de draaihendel gelijk staat
met de 0-positie van de pomp en het pictogram.
l Schroeven en
moeren regelmatig controleren,
eventueel natrekken.
Instelling van de klemwerking
l Alle glijdende of
beweeglijke onderdelen (bijv.
toerentalhendel,
hendellager) met biologisch-afbreekbaar vet of olie vet houden.
Stifttap ongeveer 1 draaiing lossen met
behulp van de inbussleutel
Reiniging
Draaihendel-stop
Stophendel zodanig verstellen, dat bij:
= Draaihendel draaibaar
= Draaihendel vastgeklemd,
niet draaibaar
5
Na iedere reinigingsbeurt (afspuiten met
water, vooral met de hogedrukreiniger)
alle plaatsen die met vet zijn ingesmeerd, nasmeren en inoliën, en de
machine kort laten draaien zodat het water eruit loopt.
De lagers moeten voorzien van een vetkraag. Deze beschermt het lager tegen
het binnendringen van plantensappen,
water en vuil.
Reinig de motor alleen met een doekje. Vermijd het spuiten met een sterke
waterstraal; er zou
water in het ontstekingsmechanisme
of in het brandstofsysteem kunnen
komen, dit kan leiden tot mankementen.
46
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
5. Onderhoud en reparatie
c) Wielen
Stallen
Wanneer de machine gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
a) Grondige reinigingsbeurt, laklaag
bijwerken.
b) Motor in conditie houden
l Brandstof volledig aftappen of
brandstoftank voltanken en stabilisatorvloeistof (agria-nr. 799 09) in de
brandstoftank gieten.
- Kijk in de gebruiksaanwijzing,
motor ca. 1 minuut laten lopen.
l Motorolie verversen.
l In de bougieopening een theelepel
vol (ca. 0,03 l) motorolie gieten. Motor
langzaam doordraaien.
l Zuiger met repeteerstarter op compressie zetten (starthandgreep langzaam aantrekken totdat weerstand voelbaar is), hiermee zijn de kleppen gesloten.
5
l Motor om de 2–3 weken langzaam
doordraaien (bougiekap verwijderen!) en
aansluitend zuiger weer op compressie
zetten.
Plaats deze op steunblokken zodat de
banden niet op de
vloer rusten. Luchtbanden gaan snel in
kwaliteit achteruit
wanneer ze zonder
lucht onder belasting staan.
d) Koppeling
Werktuigdrager altijd met aangetrokken
koppelingshendel
(vergrendeling ingeklikt) parkeren, er
kunnen anders problemen met de koppeling ontstaan als
gevolg van corrosievorming.
e) Machine stallen
om sterke corrosievorming te voorkomen:
– beschermen tegen weersinvloeden
niet stallen in:
– vochtige ruimtes
– ruimtes waar
kunstmest ligt opgeslagen
– stallen of daarnaast gelegen ruimtes
f) Afdekken
Dek de machine af
met een dekzeil of
iets dergelijks.
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
47
5
6. Storingen opsporen en verhelpen
W
Let op de veiligheidsaanwijzingen! Laat grotere problemen aan de machine of de motor altijd oplossen door de agria-vakgararage, deze beschikt over het juiste gereedschap. Ondeskundige hulp
kan grote schade veroorzaken.
storing
mogelijke oorzaak
oplossing
pagina
- Bougiekap is niet aangesloten
- Choke niet in positie CHOKE
- Motor-uit-schakelaar op ‘0’
- Veiligheidsschakelaar niet
in startpositie
- Brandstoftank leeg of
slechte brandstof
- Brandstofleiding verstopt
- Bougie defect
Bougiekap aansluiten
Chokehendel in positie CHOKE brengen
Motor-uit-schakelaar in positie ‘I’ schakelen
Veiligheidsschakelaar in
startpositie brengen
Brandstoftank vullen
met schone brandstof
Brandstofleiding reinigen
Bougie schoonmaken,
instellen of vervangen
Bougie drogen, schoonmaken
en starten met volgas
¬
Leiding en verbindingen controleren
Bevestigingsschroeven natrekken
Benzinemotor:
Motor
start niet
- Motor teveel brandstof (verzopen)
- Motor-uit-leiding defect
- Valse lucht door losgelaten carburateur
en aanzuigleiding
Motor
hapert
af en toe
6
Motor
wordt
te heet
- Motor loopt op CHOKE
- Bougiekabel zit los
- Brandstofleiding verstopt
of slechte brandstof
- Luchttoevoer in de
brandstoftankdop verstopt
- Water of vuil in het
brandstofsysteem
- Luchtfilter verontreinigd
- Carburateur verkeerd afgesteld
- Te weinig motorolie
- Ventilatiesysteem functioneert niet
- Luchtfilter is verontreinigd
- Carburateur is verkeerd afgesteld
Chokehendel in positie BEDRIJF brengen
Bougiekabel vastklemmen
Brandstoffilter vervangen,
schone brandstof tanken
Brandstoftankdop vervangen
Brandstof aftappen en schoonmaken,
schone brandstof tanken
Luchtfilter schoonmaken of vervangen
Carburateur afstellen
32
30
39
39
39
32
39
39
¬
38
41
Meteen motorolie bijvullen
Luchtrooster schoonmaken,
koelribben schoonmaken
Luchtfilter reinigen
Carburateur afstellen
¬
40
38
41
¬
39
41
Motor
haperingen
bij hoge
toerentallen
- Ontsteking te krap afgesteld
- Stationair toerentalmengsel
niet correct afgesteld
Bougie afstellen
Carburateur afstellen
Motor
slaat bij
stationair
toerental
vaak af
- Ontsteking te ruim afgesteld,
Bougie defect
- Carburateur niet correct afgesteld
- Luchtfilter verontreinigd
Bougie afstellen of vervangen
48
32
32
Carburateur afstellen
Luchtfilter reinigen
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
36
39
¬
41
38
6. Storingen opsporen en verhelpen
storing
mogelijke oorzaak
oplossing
Motor
loopt
onregelmatig
- Regelstangen zijn verontreinigd,
klemmen
Regelstangen schoonmaken
Motor
springt in
stoppositie
niet af
- Motor-stop-leiding defect,
massa ontbreekt
Leiding en verbinding controleren,
massa controleren
Motor
levert te
weinig
vermogen
- Luchtfilter is verontreinigd
- Cilinderkop los of
afdichting beschadigd
- Te weinig compressie
Luchtfilter reinigen
Cilinderkop aandraaien,
afdichting vervangen
Motor laten controleren
pagina
40
¬
¬
38
¬
¬
E-start uitvoering:
E-starter
functioneert
niet
- Accu leeg
- Zekering defect
- Defect aan kabelbundel, E-starter
Accu laden, evt. vervangen
Zekering vervangen
Kabelbundel en E-starter controleren
42
29
Accucontrolelampje licht
niet op bij
stilstaande
motor
- Startschakelaar niet ingeschakeld
- Controlelampje defect
- Zekering defect
- Kabelbundel defect
- Spanningsregelaar defect
Startschakelaar op ‘I’ zetten
Controlelampje vervangen
Zekering vervangen
Kabelbundel controleren
Spanningsregelaar controleren
¬
¬
Accucontrolelampje brandt
tijdens bedrijf
- Zekering defect
- Kabelbundel defect
- Spanningsregelaar defect
- Generator defect
Zekering vervangen
Kabelbundel controleren
Spanningsregelaar controleren
Generator controleren
¬
¬
¬
¬
32
29
29
Machine algemeen:
Koppeling
komt niet los
- Koppelingshendel niet
correct afgesteld
Koppelingsspeling afstellen
45
Koppeling
glijdt
- Koppelingshendel is niet
correct afgesteld
- Koppelingsplaat versleten
Koppelingsspeling afstellen
43
Geen vooraandrijving
- Koppelingshendel niet gekoppeld
- Duwpositie ingeschakeld
met koppelingshendel koppelen
op hydraulisch bedrijf omschakelen
18
20
Teveel
vibratie
- Bevestigingsbouten zijn los
Bevestigingsbouten natrekken
46
6
Koppelingsplaat vervangen
¬
¬ = Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage!
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
49
Elektrisch schakelschema
Veiligheidsschakeling
1
2
3
4
5
66
Motor
Magneetontstekingssysteem
Motor-uit-schakelaar
Schakelaar in de
koppelingshendel
Schakelaar in de
veiligheidshendel
bl = blauw
br = bruin
rt = rood
E-Start
1
2
3
5
6
7
8
9
10
11
50
Generator
........... 12 V 16 A
Laadregelaar
Platte zekering ................... 15 A
E-Starter
................... 12 V
Accu
......... 12 V 20 Ah
Lampje laadcontrole ..... 12 V 2 W
Ontstekingsstartschakelaar
Contactdoos
Magneetschakelaar voor E-starter
Motor-stop-aansluiting aan motor
bl = blauw
br = bruin
ge = geel
gr = groen
ro = rood
sw = zwart
ws = wit
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Lak, slijtageonderdelen
agria-bestelnr.
Brandstofstabilisator benzinemotor:
799 09
brandstofstabilisator
5g
Anticorrosiemiddelen:
690 36
biologisch afbreekbaar anticorrosiemiddel
fles
500 ml
181 03
spuitlak berkengroen
712 98
spuitlak rood, RAL 2002
509 68
spuitlak zwart
Kleefmiddelen (schroefbevestiging):
spuitbus
spuitbus
spuitbus
400 ml
400 ml
400 ml
559 94
kleefmiddel (middel) LOCTITE 242
559 95
kleefmiddel (sterk) LOCTITE 270
559 96
kleefmiddel (extra sterk) LOCTITE 638
Afdichting:
fles
fles
fles
50 ml
50 ml
50 ml
tube
250 ml
Lak:
509 68
afdichting (vloeibaar) LOCTITE 573
Slijtageonderdelen:
Motor:
716 22
luchtfilterinzet
640 88
schuimstof-voorfilter
789 81
Brandstoffilter
716 23
motorolie-filterpatroon
706 09
bougie, Bosch FR8 DC; Champion RC12YC
759 28
platte zekering 15A
Transmissie:
009 16
afdichtring 16 x 22 x 1,5; oliepeilstok en olieaftapplug
527 06
oliefilterpatroon
Bandenpechbescherming:
713 13
banden afdichtgel Terra-S
fles
Reserveonderdelenlijst:
997 153
997 083
52
werktuigdrager 5900 Bison
aanbouwwerktuigen voor 3400, 5500, 5900
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
1l
Smeerschema
10
9
6B
6B
8
6 200 h
(50 h)
6B
5
7
6 25 h
6 6 600 h
(50 h)
m
ax
m
in
1
68h
2
650 h
(25 h)
3
6B
4
6B=
eens per jaar en
na iedere reinigingsbeurt
met een hogedrukreiniger
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
6 100 h
53
Hydraulische slangen
Uitv. portaalas vast .......... links ...................................................... rechts
A = hydraulische leiding ........ 768 47 ..................................................... 768 46
B = hydraulische leiding ....... 768 45 ..................................................... 768 48
Uitv. portaalas traploos verstelbaar
A = hydraulische leiding ........ 774 25 ..................................................... 774 26
B = hydraulische leiding ........ 768 43 ..................................................... 768 44
54
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Wikkelbescherming
A
Wikkelbescherming
Optie: Kit 760 58
A
Montage:
B
A Wikkelbeschermdrager (1) aan de
spanschroeven van de wielmotoren
vastklikken
B Wikkelbeschermbuizen (2) over de
wielmotoren schuiven
- Uitsparing voor remhendel in
acht nemen.
Met de schroeven (4) en schijven
(3) bevestigen
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
55
Onderhouds- en inspectietabel
P
Steeds na bedrijfsuren
min.
1/2
A – 1 4 8 25 50 100 200 400 600 jaarl. B
K
K
K
K
K
K
K
K
K
Functie veiligheidsschakelaar controleren
Functie motor-uit-schakelaar controleren
Hendel speling controleren
Luchtfilter controleren
Koelluchtzeef reinigen
Omgeving van de uitlaat reinigen
Toerentalregelaar reinigen
Motoroliepeil controleren,
1 K
eventueel bijvullen
Wielbouten en -moeren natrekken
Oliepeil transmissieolie/hydraulische olie
7
controleren
Motorolie verversen, eerste keer,
2
verdere keren
Bouten en moeren controleren
Reinigen
Lucht-voorfilter reinigen
Wielnaafmoeren natrekken
Transmissie-oliefilter vervangen; eerste keer,
5
verdere keren
Transmissieolie verversen, eerste keer,
6
verdere keren
Bougie reinigen,
Elektrodenafstand afstellen
Koelluchtgrilgeleidingsplaten, koelribben,
oliekoeler reinigen – indien nodig eerder!
Motoroliefilter vervangen
4
Luchtfilter-patroon reinigen
Bougie vervangen
Rollen voor de stuurvergrendeling smeren
8
Luchtfilter-patroon vervangen,
indien nodig eerder!
Stuurstang-ultra-bussen controleren
Stuurstang – centrale bout aanhalen
Rem controleren
Wielmotoren op rechtuit rijden controleren
Hydraulische slangen controleren
Klepspeling afstellen
Cilinderkop reinigen
Bevestigingsgordel controleren
Stuurstangbouten smeren
9
Brandstofslangen vernieuwen
Brandstoffilter vervangen
3
Alle glijdende onderdelen smeren
10
P
A
B
J
K
W
F
*
=
=
=
=
=
=
=
=
K
36
K
44
K
43
W
36
W
K
K
W
46
46
38
37
W
W
43
W
W
43
W
K
39
F
F
40
W
W
K
K
K
37
38
39
44
W
39
F
F
F
F
W
44
44
44
44
44
42
42
44
44
39
39
46
W
F
F
K
K
W*
W
K
K
K
positie in smeerschema (blz.53)
voor iedere ingebruikname
na iedere reinigingsbeurt, vooral met een hogedrukreiniger
minstens eens per jaar
controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd
servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage
servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een agria-vakgarage
na 2 jaar
56
blz.
45
45
45
38
40
40
40
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
Aanduiding van de onderdelen
Afb. C
Motor B&S Vanguard 18 HP
1
1a
2
3
4
5
6
7
8
9
11
12
13
18
19
20
31
32
33
34
35
Bougie / bougiekap links
Bougie / bougiekap rechts
Olievulopening
Olieaftapplug
Motor-ident.nummer
Repeteerstarter / koelluchtzeef
Startergreep
Oliepeilstok
Ölfilter
Brandstoffilter
Brandstoftankdeksel
Brandstoftank
Brandstofkraan
Uitlaat
Luchtfilter
Choke-bedieningsstang
Accu
Accu-laadcontrolelampje
Startschakelaar
Contactdoos
Zekeringhouder (met platte zekering)
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
57
agria-Werke GmbH
D-74215 Möckmühl/Württ.
tel. +49 6298 39-0
fax +49 6298 39-111
e-mail:
[email protected]
internet: http://www.agria.de
Het succesprogramma
Balkmaaier
Werktuigdrager
Maaiskelter
Motorfrees
Eenwielige Motorhak
Eenassige tractor
Veegmachine
Vertikuteermachine
Combiwerktuig
Uw agria-dealer zorgt voor service en snelle levering van reserveonderdelen