33
1. Belangrijke veiligheidsvoorsch
riften
1.1 Voedingsspanning
• Controleer voor het aansluiten van de stoomreiniger
aan het elektriciteitsnet, of de spanningsgegevens
op het typeplaatje overeenstemmen met de spanning
in uw stopcontact.
• Sluit het apparaat alleen aan op een volgens
de voorschriften geaard stopcontact.
• De stekker van het apparaat moet in het stopcontact
passen. Er mogen geen modificaties aan de stekker
worden uitgevoerd. Gebruik bij apparaten, die met
een veiligheidsschakelaar zijn uitgerust, geen adap-
ter. Onveranderde stekkers en passende stopcontac-
ten reduceren het risico voor stroomstoten.
• Het wordt aanbevolen, het apparaat alleen met stop-
contacten te gebruiken, die met een foutstroombevei-
ligingsschakelaar zijn beveiligd. Raadpleeg indien
nodig een elektrotechnicus.
• Raak de stekker in geen geval aan met natte handen.
• Ontkoppel het apparaat altijd van het elektriciteit-
snet, door de stekker uit het stopcontact te trekken.
Trek daarbij nooit aan de kabel.
• Een defecte aansluitleiding dient uitsluitend door
een kabel met identieke aansluitwaarden te worden
vervangen. Zend het apparaat voor reparatie aan
de THOMAS-klantenservice.
• Controleer voor gebruik van een verlengkabel of
de aansluitwaarden met die van de stoomreiniger
overeenstemmen. Raadpleeg indien nodig een
vakhandel.
• Controleer of de kabel geen struikelgevaar vormt.
De kabel mag niet worden geknikt of ingeklemd.
1.2 Bijzondere personengroepen
•
Dit apparaat kan door personen met
gereduceerde fysische, sensorische
of mentale capaciteiten of gebrek
aan ervaring en/of kennis gebruikt
worden, wanneer zij onder toezicht
staan of met betrekking tot een veilig
gebruik van het apparaat onderwe
-
zen werden en de daaruit voortvloei-
ende gevaren begrepen hebben. Kin-
deren mogen niet met het apparaat
spelen.
• Houd het apparaat buiten bereik van kinderen,
terwijl deze is ingeschakeld of afkoelt.
• Laat kinderen niet met het verpakkingsmateriaal
(plasticfolie) spelen, er bestaat verstikkingsgevaar.
1.3 Bediening van het apparaat
Voorzichtig! Hete stoom!
Gevaar voor brandwonden!
• Reinig om veiligheidsredenen geen elektrische appa-
raten zoals ovens, magnetrons, koelkasten, schake-
laars en lampen met de stoomreiniger.
• Controleer het apparaat, de kabel en de accessoires
regelmatig op schade. Neem beschadigde appara-
ten of accessoires niet in bedrijf.
• Richt de stoomreiniger nooit op mensen, dieren of
planten (gevaar voor brandwonden)! Richt de stoom-
reiniger niet op elektrische installaties of leidingen.
• Laat het apparaat niet onbeheerd. Na gebruik en bij
verlaten van het werkbereik dient het apparaat altijd
te worden uitgeschakeld en de stekker uit het stop-
contact te worden getrokken.
• Het apparaat is uitgerust met een thermostaat en een
thermozekering voor de beveiliging tegen oververhitting.
• Accessoires worden bij gebruik heet; laat ze daarom
alvorens te wisselen afkoelen.
• Raak hete oppervlakken op het apparaat niet aan.
Het is normaal dat de stoomreiniger tijdens bedrijf
warm wordt.
• Schroef tijdens bedrijf nooit de tankdop open.
De tank staat onder druk.
• Het apparaat mag tijdens bedrijf niet meer dan 45°
worden gekanteld.
• Dompel het apparaat nooit onder in water of andere
vloeistoffen.
• De stoomreiniger is alleen geschikt voor gebruik
binnenshuis en huishouddoeleinden, maar niet voor
commercieel gebruik.
• Stel het apparaat nooit bloot aan extreme zonnebe-
straling, vorst of andere weersinvloeden (regen etc.).
• Bewaar het apparaat en het toebehoren in een
droge, schone en gesloten ruimtes.
• Gebruik het apparaat alleen in reservoirs/bekkens,
die niet met water of andere vloeistoffen zijn gevuld.
• Gebruik het apparaat niet met lege watertank.
Vul altijd op tijd water bij.
• Leeg de watertank, als het apparaat niet wordt gebruikt.
• Vul nooit wat anders dan water in de tank. Doe nooit
toevoegingsstoffen (zoals parfum, vlekkenmiddelen
of alcoholhoudende middelen) in het water, omdat
het apparaat daardoor beschadigd raakt of het
gebruik ervan gevaarlijk wordt.
• Trek altijd de stekker uit het stopcontact, en laat het
apparaat volledig afkoelen, alvorens water bij te vullen.