Pottinger Grinder JUMBO Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Gebruiksaanwijzing
Messenslijpinrichting
AUTOCUT
5601.42.325.1
Technische wijzigingen
Omdat wij permanent werken aan de ontwikkeling van onze producten, kan deze handleiding
afwijken van het product. Er kunnen daarom geen rechten worden ontleend aan de gege-
vens, afbeeldingen en beschrijvingen. Bindende informatie omtrent bepaalde eigenschappen
van de machine dient bij de service-dealer te worden opgevraagd.
Wettelijke vermeldingen
Wij wijzen u erop dat alleen de Duitstalige handleiding de originele handleiding is in de zin
van Richtlijn 2006/42/EG (machinerichtlijn). Handleidingen in andere talen dan Duits zijn ver-
talingen van de originele Duitse handleiding.
Wij vragen om begrip voor het feit dat wijzigingen in de leveringsomvang, wat betreft de
vorm, uitrusting en techniek mogelijk zijn.
Nadruk, vertaling en kopieën in welke vorm dan ook, ook als samenvatting, zijn alleen toege-
staan met schriftelijke toestemming van PÖTTINGER Landtechnik GmbH.
Alle auteursrechten blijven PÖTTINGER Landtechnik GmbH uitdrukkelijk voorbehouden.
© PÖTTINGER Landtechnik GmbH
MyPÖTTINGER – Eenvoudig. Altijd. Overal.
QR-code van het typeplaatje scannen met smartphone / tablet of www.mypoettin-
ger.com invoeren op internet.
Reserveonderdelenlijsten zijn exclusief verkrijgbaar via MyPÖTTINGER.
Individuele informatie, zoals gebruiksaanwijzingen en onderhoudsinformatie voor uw
machines, is beschikbaar op MyPÖTTINGER in "Mijn machines" op elk gewenst mo-
ment na registratie.
2 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Geachte klant!
Kwaliteit is een waarde die rendeert. Daarom beschikken wij over de hoogste kwaliteitsstan-
daarden voor onze producten. Deze worden door ons eigen kwaliteitsmanagement en door
onze bedrijfsleiding permanent gecontroleerd. Want veiligheid, probleemloos functioneren,
hoogste kwaliteit en absolute betrouwbaarheid van onze machine tijdens het gebruik vormen
onze kerncompetenties, waarvoor wij staan.
Met behulp van deze handleiding kunt u de machine leren kennen. De handleiding informeert
u bovendien op een overzichtelijke manier over een veilig en juist gebruik, onderhoud en re-
paratie. Het verdient daarom aanbeveling om de handleiding te lezen.
De handleiding maakt deel uit van de machine. De handleiding moet tijdens de levensduur
van de machine op een geschikte plaats worden bewaard en op ieder moment voor het per-
soneel toegankelijk zijn. Aanwijzingen over nationale voorschriften met betrekking tot het
voorkomen van ongevallen, wegenverkeerswet en milieubescherming moeten worden aan-
gevuld.
Alle personen die de machine gebruiken, onderhouden of transporteren, moeten deze hand-
leiding, met name de veiligheidsaanwijzigen, hebben gelezen en begrepen, voordat met de
werkzaamheden wordt begonnen. Als de handleiding niet wordt nageleefd, komen evt. ga-
rantieclaims te vervallen.
Neem bij vragen over de inhoud van deze gebruiksaanwijzing of andere vragen over deze
machine contact op met uw PÖTTINGER servicepartner.
Door tijdige en gewetensvolle verzorging en onderhoud volgens de voorgeschreven onder-
houdsintervallen, waarborgt u de bedrijfs- en verkeersveiligheid en de betrouwbaarheid van
uw machine.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen of reserveonderdelen en toebehoren die zijn
goedgekeurd door PÖTTINGER Landtechnik GmbH. Enkel de door ons vrijgegeven originele
reserveonderdelen zijn door ons gecontroleerd en beschikken over de vereisten die nodig
zijn voor het gebruik van uw machine. Bij gebruik van niet vrijgegeven onderdelen kan geen
aanspraak meer worden gemaakt op de garantie. Ook na afloop van de garantieperiode ad-
viseren wij het gebruik van originele reserveonderdelen, om ervoor te zorgen dat de machine
goed blijft presteren.
De productaansprakelijkheidswetgeving verplicht de producent en de dealer bij de verkoop
van de machines een handleiding mee te leveren en de klant bij de machine te instrueren
over de veiligheids- bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Ter controle van de juiste over-
dracht van de machine en de handleiding is een bevestiging in de vorm van een overdrachts-
verklaring noodzakelijk. De overdrachtsverklaring wordt door de dealer elektronisch ingevuld.
In de zin van de productaansprakelijkheid is iedere zelfstandige en landbouwer ondernemer.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid valt daarom niet onder de aanspra-
kelijkheid van PÖTTINGER. Als materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheid
geldt schade die door de machine ontstaat, maar niet aan de machine.
De handleiding maakt deel uit van de machine; daarom moet deze worden doorgegeven aan
een evt. volgende eigenaar van de machine. De volgende eigenaar moet worden geïnstru-
eerd en op genoemde voorschriften worden gewezen.
Uw PÖTTINGER-serviceteam wenst u veel succes.
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 3
Opmaakconventies
Deze paragraaf bevat uitleg voor een beter begrip van de in deze gebruiksaanwijzing ge-
bruikte afbeeldingen, veiligheidsinstructies en waarschuwingen en tekstuele beschrijvingen.
Veiligheidsinstructies / waarschuwingen
Veiligheidsinstructies met een algemeen karakter staan altijd aan het begin van een para-
graaf. Ze waarschuwen voor gevaren die tijdens het gebruik van de machine of bij voorberei-
dingen op werkzaamheden aan de machine kunnen ontstaan. Waarschuwingen waarschu-
wen voor gevaren die onmiddellijk bij een proces of werkstap op de machine kunnen ont-
staan. Waarschuwingen worden samen met de respectieve processen / werkstappen in de
instructietekst vermeld.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen worden als volgt weergegeven:
GEVAAR
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden opgevolgd, bestaat de kans
op een dodelijk of een levensbedreigend letsel.
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten dienen absoluut te worden opgevolgd!
WAARSCHUWING
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden opgevolgd, bestaat de kans
op een ernstig letsel.
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten dienen absoluut te worden opgevolgd!
VOORZICHTIG
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden opgevolgd, bestaat de kans
op een letsel.
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten dienen absoluut te worden opgevolgd!
AANWIJZING
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden opgevolgd, bestaat de kans
op schade.
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten dienen absoluut te worden opgevolgd!
TIP
Tekstdelen die op deze manier gemarkeerd zijn, bevatten aanbevelingen en adviezen over
het gebruik van de machine.
MILIEU
Dergelijke teksten bevatten adviezen met betrekking tot het thema milieubescherming.
Richtingsaanduidingen
Richtingsaanduidingen (zoals links, rechts, voor, achter) worden gegeven op basis van de
normale "werkrijrichting" van de machine.
4 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Oriëntatie-informatie voor een afbeelding van een machinedetail heeft betrekking op deze af-
beelding zelf en wordt slechts in sommige gevallen begrepen in relatie tot de rijrichting. De
betekenis van de oriëntatie-informatie (indien nodig) blijkt duidelijk uit de begeleidende tekst
zelf.
Aanduidingen
In deze gebruiksaanwijzing wordt de onderhavige verwisselbare uitrusting voor landbouw-
voertuigen (in de zin van de Europese richtlijn 2006/42/EG) machine genoemd.
Voertuigen die voor de aandrijving van deze machine bedoeld zijn, worden tractor genoemd.
Uitrusting die als optie is aangeduid, wordt alleen aangeboden voor bepaalde machinever-
sies of alleen in bepaalde landen.
Verwijzingen
Verwijzingen naar een andere plaats in de gebruiksaanwijzing of een ander document staan
in de tekst, met vermelding van hoofdstuk en paragraaf of subparagraaf. De aanduiding van
paragraaf of subparagraaf staat tussen aanhalingstekens. (Voorbeeld: Alle bouten op de ma-
chine controleren op stevig vastzitten. Zie "Aandraaimomenten" op pagina xxx.) De subpara-
graaf of paragraaf vindt u in het document ook via een vermelding in de inhoudsopgave.
Actiestappen
Een pijl of opeenvolgende nummering geeft actiestappen aan die u moet uitvoeren.
Een zwart omrande, inspringende pijl of opeenvolgende inspringende nummering duidt
op tussenresultaten of tussenstappen die u moet uitvoeren.
Afbeeldingen
Afbeeldingen kunnen in detail afwijken van uw machine en moeten worden opgevat als prin-
cipeweergave/symbolische weergave.
Gebruik van kleuren
Afbeeldingen worden in dit afdrukdocument uitsluitend weergegeven in grijstinten of zwart-
wit.
Afbeeldingen in elektronisch verspreidbare documenten (PDF's) worden ook in kleur weerge-
geven en kunnen desgewenst ook in kleur worden afgedrukt.
Gebruik van symbolen
Afbeeldingen kunnen ook ingevoegde symbolen, pijlen en andere lijnen bevatten, die dienen
om de begrijpelijkheid van de afbeeldingsinhoud te verbeteren of bedoeld zijn om de aan-
dacht te vestigen op een bepaald deel van de afbeelding.
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 5
Instructies voor de overdracht van machines
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te contro-
leren.
Aankruisen hetgeen van toepassing is.
Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle bijgeleverde onderdelen
verwijderd, alle veiligheidsinrichtingen, cardanazs en bedieningselementen aanwe-
zig.
De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig
aan de hand van de handleiding met de gebruiker besproken en uitgelegd.
Bandenspanning gecontroleerd.
Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
Op het juiste toerental en draairichting gewezen.
Aanpassing op de tractor uitgevoerd; driepuntsverstelling, disselhoogte, installatie
van de parkeerremhendel in de tractorcabine, bevestiging van de gedwongen be-
sturing ingesteld, compatibiliteit van alle benodigde elektrische, hydraulische en
pneumatische connectoren naar de tractor gecontroleerd en tot stand gebracht.
Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
Testloop van alle machinefuncties en de handrem en bedrijfsrem uitgevoerd en
geen onvolkomenheden vastgesteld.
Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
Informatie verstrekt over optionele en extra uitrusting.
Er is gewezen op het belang van het bestuderen van de handleiding.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de gebruiksaanwijzing is het ge-
wenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd. Hiervoor hebt u een bevestigingsmail van
PÖTTINGER ontvangen. Als u deze mail niet heeft ontvangen, moet u contact opnemen met
uw verantwoordelijke dealer. Uw dealer kan de overdrachtsverklaring online invullen.
Oostenrijk
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
4710 Grieskirchen
Telefoon+43 7248 600-0
Fax+43 7248 600-2513
6 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Wijzigingsindex
Datum Index Reden voor wijziging Gewijzigd hoofdstuk
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 7
AUTOCUT
Opbouw en functie............................................................................................................ 10
Technische gegevens....................................................................................................... 11
Veiligheid en milieu
Kwalificatie van het personeel........................................................................................... 13
Organisatorische maatregelen.......................................................................................... 13
Handhaving van de bedrijfsveiligheid................................................................................ 13
Bijzondere gevaren........................................................................................................... 15
Bedrijfsafhankelijke gevarenzone..................................................................................... 17
Veiligheidsvoorzieningen.................................................................................................. 18
Waarschuwingssymbool.............................................................................................. 18
Veiligheidsuitrusting..................................................................................................... 19
NOODSTOP-schakelaar................................................................................................... 19
Brandblusser..................................................................................................................... 19
Bedieningsterminal bediening
Basisinstellingen (menu “SET”)......................................................................................... 21
Bediening en controle
Gebruik.............................................................................................................................. 31
Bediening van het CAN-toetsenbord........................................................................... 32
Onderhoud
Klaar voor gebruiken houden............................................................................................ 40
Algemene aanwijzingen.................................................................................................... 40
Toestandgebaseerd onderhoud
Slijpkop instellingen........................................................................................................... 42
Slijpschijf vervangen......................................................................................................... 47
Dwarsslede geleiderollen instellen.................................................................................... 50
Slijpkoptandriem................................................................................................................ 52
AUTOCUT reinigen........................................................................................................... 56
Inhoud
8 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Periodiek onderhoud
Dagelijks onderhoud......................................................................................................... 57
Hydraulische installatie controleren............................................................................. 57
Na elk seizoen (winterstalling).......................................................................................... 58
Machine reinigen / conserveren.................................................................................. 58
Elke 2 jaar......................................................................................................................... 59
AUTOCUT brandblusser............................................................................................. 59
Om de 6 jaar..................................................................................................................... 60
Hydraulische slangen vervangen................................................................................ 60
AUTOCUT raad en daad
Storingen verhelpen.......................................................................................................... 61
Storing messenbalk zwenkt niet.................................................................................. 64
Messenslijpinrichting deactiveren................................................................................ 65
Foutmeldingen.................................................................................................................. 66
Sensoren........................................................................................................................... 67
Instelling...................................................................................................................... 68
Noodbediening.................................................................................................................. 71
Teachmodus..................................................................................................................... 81
Inhoud
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 9
Opbouw en functie
Met de automatische messenslijpinrichting kunnen de messen direct op de machine worden
geslepen, zonder demontagewerkzaamheden.
Het automatische slijpproces kan alleen worden gestart als de machine stilstaat. Een gemid-
delde slijpcyclus (1x slijpen van alle messen) duurt gemiddeld 4 minuten.
Benaming en functie
Pos. Element Functie
1 Drukknop NOODSTOP-schakelaar
Bij bediening worden alle lopende functies onmiddellijk ge-
stopt.
2Linker zwenkcilin-
der
Hydraulisch zwenken van het zwenkframe.
3 Elektromotor Aandrijving van de langsslede
4 Langsslede Geleiding van de slijpschijf langs de snijkant van het mes. De
langsslede is op de dwarsslede gemonteerd.
5 Energierups Beweegbare bescherming voor de toevoerleidingen van de
langsslede
6 Zwenkframe Drager voor alle functionele componenten van de messenslijp-
inrichting.
7 Rechter zwenkci-
linder
Hydraulisch zwenken van het zwenkframe.
8 Tandheugel Ondersteunt de exacte verplaatsing van de dwarsslede door
middel van een stappenmotor.
9 Slijpschijvenafdek-
king
Bescherming tegen rondvliegende slijpspanen en aanraakbe-
scherming voor de hydraulisch aangedreven slijpschijf.
AUTOCUT
10 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Benaming en functie
Pos. Element Functie
10 Slijpschijf Slijpen van de messen.
11 Hydraulische motor Aandrijving van de slijpschijf via een tandriem.
12 Sensor B3 (103) Naderingsschakelaar voor detectie van de positie van de
langsslede (referentiepunt “0”).
13 Elektromotor Aandrijving van de dwarsslede waarop de langsslede is ge-
monteerd.
Aanzicht van onderen!
Benaming en functie
Pos. Element Functie
14 Sensor B2
(102)
Naderingsschakelaar voor detectie van de zwenkframepositie (naar
binnen gezwenkt in de werkpositie).
15 Sensor B1
(101)
Naderingsschakelaar voor detectie van de zwenkframepositie (naar
buiten gezwenkt in de transportpositie/parkeerpositie).
16 Sensor B4
(104)
Naderingsschakelaar voor detectie van de dwarssledepositie (refe-
rentiepunt “0” = parkeerpositie).
Technische gegevens
Slijpschijven type Dm 150 / 32 - 14
Materiaalnummer, zie reserveonderdelenlijst
AUTOCUT
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 11
Brandblusser type 2 kg Draagbare poederblusser
Hydrauliektemperatuur 30 °C ... 85 °C
Werkdruk max. 200 bar
Contactdruk slijpschijf Elektrisch verstelbaar
Voeding Spanning: 12 V
Stroom: 25 A
TIP
Bij tractoren met onvoldoende voeding voor Power Control via de standaard-contactdoos
moet een aparte accukabel (1) worden gemonteerd (zie reserveonderdelenlijst).
De montage moet worden uitgevoerd door een geautoriseerde servicedealer.
AUTOCUT
12 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Kwalificatie van het personeel
Alleen personen die de wettelijke minimale leeftijd hebben bereikt, die psychisch en fy-
siek gezond zijn en die op de juiste manier zijn geïnstrueerd of geschoold, mogen met
de machine werken. Personeel dat nog geschoold of geïnstrueerd moet worden, of dat
momenteel een opleiding volgt, mag de machine alleen bedienen onder permanent toe-
zicht van een ervaren persoon.
Controle- en afstelwerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegd en
gekwalificeerd personeel. Onder bevoegd en gekwalificeerd personeel worden personen
verstaan die geschoold zijn door PÖTTINGER Landtechnik GmbH of een PÖTTINGER
servicedealer.
Montage-, reparatie- en ombouwwerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd per-
soneel worden uitgevoerd. Onder een gekwalificeerd persoon wordt een persoon ver-
staan die op grond van zijn of haar beroepsopleiding, kennis en ervaring in staat is de
hem of haar opgedragen taken te beoordelen en naar behoren uit te voeren. Daarbij
heeft de gekwalificeerde persoon kennis van alle relevante normen en gevaren in ver-
band met zijn of haar activiteit.
Organisatorische maatregelen
Handleiding altijd bij de hand houden.
Voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, moeten de functies van alle bedie-
ningsinrichtingen duidelijk zijn.
Naast de instructies in deze gebruiksaanwijzing moeten ook de nationale voorschriften
met betrekking tot arbeidsveiligheid en de algemeen geldende, wettelijke of andere bin-
dende voorschriften ter voorkoming van ongevallen in acht worden genomen. Dergelijke
verplichtingen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het dragen van persoonlijke veiligheids-
uitrustingen of het naleven van voorschriften uit de wegenverkeerswet.
Voor het uitvoeren van controle-, afstel- en reparatiewerkzaamheden is een passende
werkplaatsuitrusting absoluut noodzakelijk.
Handhaving van de bedrijfsveiligheid
De machine alleen gebruiken als deze zich in technisch perfecte staat bevindt, in over-
eenstemming met het beoogde gebruik en op een veiligheidsbewuste en gevaarbewus-
te manier.
Alle gebreken die de veiligheid negatief beïnvloeden, dienen direct te worden verholpen,
evt. in een werkplaats door deskundig personeel.
Let op de waarschuwingsafbeeldingen op de machine.
De gebruiker moet ervoor zorgen dat alle waarschuwingsafbeeldingen altijd op de juiste
plaats zitten en leesbaar zijn.
Aan- en ombouwwerkzaamheden en veranderingen aan de machine mogen niet eigen-
handig worden uitgevoerd. Dit geldt ook voor het installeren en afstellen van veiligheids-
voorzieningen en voor lassen of boren aan dragende delen.
Veiligheid en milieu
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 13
Reserveonderdelen en accessoires moeten ofwel originele reserveonderdelen van PÖT-
TINGER Landtechnik GmbH of uitdrukkelijk door PÖTTINGER goedgekeurde onderde-
len zijn. Van deze onderdelen is de betrouwbaarheid, veiligheid en geschiktheid voor
machines van PÖTTINGER vastgesteld. Voor andere producten kunnen wij dit niet be-
oordelen en we kunnen daarvoor ook niet instaan.
Onderhoudswerkzaamheden zoals in deze handleiding staan beschreven, moeten volle-
dig en in de voorgeschreven tijdsintervallen worden uitgevoerd, dan wel in een werk-
plaats door deskundig personeel worden uitgevoerd.
De software bij programmeerbare regelsystemen mag niet worden gewijzigd.
Veiligheid en milieu
14 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Bijzondere gevaren
GEVAAR
Bekneld raken en intrekken van het gehele lichaam door aangedreven delen van de
machine!
Lang haar moet worden samengebonden, draag geen loszittende kleding. Voor zover
noodzakelijk of voor zover door regelingen voorgeschreven, dienen persoonlijke veilig-
heidsuitrustingen te worden gebruikt.
Neem de machine alleen in gebruik als alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht,
niet beschadigd zijn en zich in veiligheidspositie bevinden.
Tijdens de werkzaamheden mogen zich geen personen binnen het bereik van bewe-
gende machineonderdelen bevinden.
Ga niet vlakbij de uitgeschakelde machine staan voordat alle bewegende delen tot stil-
stand zijn gekomen.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen principieel alleen bij stilstaande aan-
drijving worden uitgevoerd. De machine moet altijd worden beveiligd tegen inschakelen,
wegrollen en/of kantelen.
WAARSCHUWING
Schade aan de gezondheid door lawaai!
Bij een geluidsniveau vanaf 80 dB(A) wordt dringend gehoorbescherming aanbevolen.
Bij geluidsniveaus vanaf 85 dB(A) is het gebruik van gehoorbescherming verplicht.
WAARSCHUWING
Brand of explosie!
Vóór slijpwerkzaamheden de machine en de omgeving reinigen van stof en brandbare
materialen en zorgen voor voldoende ventilatie.
WAARSCHUWING
Huid-, oog- of luchtwegirritatie door oliën, vetten, oplosmiddelen en reinigingsmidde-
len!
Let op de veiligheidsvoorschriften die gelden voor het betreffende product.
Zorg voor voldoende ventilatie.
Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen zoals beschermende kleding, bescher-
mende handschoenen / veiligheidsbril.
Veiligheid en milieu
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 15
WAARSCHUWING
Hydraulische olie die onder hoge druk naar buiten komt, kan de huid binnendringen
en ernstige infecties veroorzaken!
Voordat reparatiewerkzaamheden worden verricht aan de hydraulische installatie, moet
deze altijd drukloos worden gemaakt.
Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.
Voor iedere ingebruikname moet de hydrauliek worden gecontroleerd op slijtage en be-
schadigingen.
Zoek alleen met passende hulpmiddelen (bv. speciale spray voor vaststellen van lekka-
ges) naar lekkageplaatsen. De vastgestelde gebreken moeten direct worden hersteld in
een werkplaats door deskundig personeel.
Lekkages mogen nooit met de hand of met andere lichaamsdelen worden afgedicht.
Bij verwondingen dient direct een arts te worden geraadpleegd.
WAARSCHUWING
Uitworp van stenen en aarde!
Tijdens gebruik kunnen vreemde voorwerpen met hoge snelheid langs de beveiligingsin-
richtingen van de machine vliegen en grote afstanden overbruggen.
Bijzondere voorzichtigheid in acht nemen bij bedrijf in de buurt van gebouwen, weides
met dieren en omgevingen met mensenverkeer.
Afremmen, toerental van de aftakas verlagen en verder rijden met verlaagde snelheid
totdat de gevarenzone is verlaten.
In geval van twijfel stoppen en aftakas uitschakelen tot de gevaar voor gevaar kan wor-
den uitgesloten.
Veiligheid en milieu
16 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Bedrijfsafhankelijke gevarenzone
Het betreden van de gevarenzone terwijl de machine in werking is en/of de tractormotor
draait, is ten strengste verboden!
GEVAAR
Bekneld raken, intrekken en afsnijden van delen van het lichaam!
Bij het naderen van bewegende machinedelen kunnen kleding, haar en delen van het li-
chaam zo worden gegrepen dat ontsnappen niet mogelijk is zonder ernstig of dodelijk let-
sel.
Gevarenzone van de machine niet betreden zolang zich daar machinedelen kunnen be-
wegen.
Beschermingsvoorzieningen vóór de ingebruikname controleren op volledigheid en ge-
bruiksklare toestand.
Vóór de inbedrijfstelling en tijdens het gebruik iedereen wegsturen uit het gevarenge-
bied rond de machine.
Aanzicht van boven!
Markering = gevarenzone van de machine
Veiligheid en milieu
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 17
Veiligheidsvoorzieningen
Waarschuwingssymbool
Vervolgens worden posities en betekenissen van alle gebruikte waarschuwingssymbolen
weergegeven.
TIP
Waarschuwingssymbool (pictogrammen) geven resterende gevaren aan en hoe deze te
vermijden.
Beschadigde of verloren gegane waarschuwingsafbeeldingen moeten worden vervangen.
Worden machinedelen met opgeplakte waarschuwingsafbeeldingen vervangen, dan moe-
ten op de nieuwe delen de juiste waarschuwingsafbeeldingen worden geplakt.
TIP
VS / CANADA
Voor machines die in de VS / CANADA worden gebruikt, is een ombouwset met waarschu-
wingssymbolen (voor het aanpassen aan lokaal geldende voorschriften) naar keuze in het
Engels of Frans bij PÖTTINGER verkrijgbaar! Zie ook "Aanvulling op de gebruiksaanwijzing
VS / CANADA".
Uitleg
Pos. Waarschuwingssymbool Betekenis
1 Gevaar voor beknelling
van de handen! Niet in
het gebied met beknel-
lingsgevaar reiken zolang
er daar nog delen kunnen
bewegen.
Veiligheid en milieu
18 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Pos. Waarschuwingssymbool Betekenis
2
De transfer bevindt zich op de afdekking van de
langsdrager van de opraapwagen.
Gevaar voor schade aan
de slijpschijf! Bescher-
mende lak verwijderen
voordat nieuw messen
worden geslepen.
3 / 4 Gevaar voor beknelling
van de handen! Niet in
het gebied met beknel-
lingsgevaar reiken zolang
er daar nog delen kunnen
bewegen.
Veiligheidsuitrusting
NOODSTOP-schakelaar
Een NOODSTOP-schakelaar bevindt zich links op de afdekking van de langsdrager van de
opraapwagen en rechts direct op het zwenkframe van de messenslijpinrichting.
NOODSTOP-schakelaar positie links NOODSTOP-schakelaar positie rechts
TIP
Bij het indrukken van de NOODSTOP-schakelaar worden alle functies van de messenslijp-
inrichting in hun actuele toestand onderbroken en verschijnt er een melding op de bedie-
ningsterminal.
Als een NOODSTOP-schakelaar is bediend en de oorzaak van de bedrijfsonderbreking is
weggenomen, de schakelaar weer ontgrendelen door de bovenkant te draaien.
Brandblusser
De brandblusser (F) is links boven de messenslijpinrichting / boven het CAN-toetsenbord op
de zijwand van de opraapwagen bevestigd.
Vóór de inbedrijfstelling van de messenslijpinrichting de gebruiksaanwijzing op de brandblus-
ser aandachtig doorlezen en vertrouwd raken met de bediening.
Veiligheid en milieu
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 19
Tijdens de slijpprocessen moet de brandblusser binnen handbereik worden gehouden om in
geval van nood snel ingrijpen mogelijk te maken.
TIP
Regelmatige controle van de brandblusser (minstens elke 2 jaar) laten uitvoeren om de
juiste werking op de lange termijn te verzekeren.
Veiligheid en milieu
20 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Basisinstellingen (menu “SET”)
Alle basisinstellingen (aantal slijpcycli, slijppatroon enz.) voor de werking van de messenslijp-
inrichting worden in het menu “SET” en de bijbehorende submenu's op de ISOBUS-terminal
uitgevoerd.
TIP
Meer informatie over de bedieningsterminals zijn in de gebruiksaanwijzing voor de opraap-
wagen of de gebruiksaanwijzing voor de terminal te vinden.
Bedieningsterminal bediening
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 21
ISOBUS oproep menu “SET”
Bedieningsterminal bediening
22 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Menu “SET submenu 1” oproepen
Voorwaarden
Menu “SET” opgeroepen.
Machine correct en volledig gekoppeld aan een geschikte tractor.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Werkwijze
TIP
Nummeringen op de tabbladen van de menu's kunnen afhankelijk van de machineconfigu-
ratie veranderen en kunnen worden genegeerd.
Voorbeeld:
Als dit nog niet gebeurd is, menu “SET” oproepen: knop aanraken.
“Messenslijpmenu” oproepen: knop of knop aanraken totdat het
“messenslijpmenu”, zoals hieronder afgebeeld, wordt weergegeven.
“Submenu 1” oproepen: knop of knop aanraken totdat “submenu 1”,
zoals hieronder afgebeeld, wordt weergegeven.
Bedieningsterminal bediening
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 23
Uitleg van de symbolen
Symbool Uitleg
Alle lopende functies worden gestopt.
Het menu verlaten en het vorige menu oproepen.
Volgende tabblad oproepen
Vorige tabblad oproepen
Invoerveld leegmaken / waarde resetten
Messenslijpmenu
Messenslijpmenu submenu 1
Bedieningsterminal bediening
24 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Symbool Uitleg
Messenslijpmenu submenu 2
De parameters in dit menu mogen alleen door op-
geleid personeel / de gespecialiseerde werkplaats
worden gewijzigd.
Wijziging van de parameters kan tot een storing
van de installatie of tot aanzienlijke schade lei-
den!
Standaardwaarde voor het “slijppatroon”
Elk hoeveelste mes moet worden geslepen? Slijppa-
tronen kunnen als volgt worden gespecificeerd.
Voorbeelden van slijppatronen
Slijppatronen 1,2,3..
Elk mes wordt geslepen
Slijppatronen 1,3,5..
Elk tweede mes wordt geslepen
Slijppatronen 1,4,7..
Elk derde mes wordt geslepen
Aantal slijpcycli
Bij de specificatie “1” wordt elk geselecteerd mes 1
keer geslepen (zie standaardwaarde voor het slijppa-
troon).
(Aanbevolen instelbereik 1-10)
Momenteel uitgevoerde slijpcyclus (0-x) van het voor-
geselecteerde aantal slijpcycli per mes / aantal voor-
geselecteerde slijpcycli (zie ook Aantal slijpcycli).
Standaardwaarde voor het toerental van de slijpschijf
(mogelijk instelbereik 35-100%)
Statusweergave van de huidige positie van de dwars-
slede
Referentiepunt “0” is uiterst links
Statusweergave van de huidige positie van de langs-
slede
Referentiepunt “0” is helemaal achteraan
Aantal reeds geslepen messen per slijpcyclus / totaal
aantal messen (max. 65).
Bedieningsterminal bediening
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 25
Symbool Uitleg
Huidige waarde sensor B101:
Witte achtergrond = OFF (FALSE);
Grijze achtergrond: = ON (TRUE) als de slijpinrichting
in de PARK-positie naar buiten is gezwenkt.
Huidige waarde sensor B102:
Witte achtergrond = OFF (FALSE);
Grijze achtergrond = ON (TRUE) als de slijpinrichting
in de SLIJP-positie naar binnen is gezwenkt.
Huidige waarde sensor B103:
Witte achtergrond = OFF (FALSE);
Grijze achtergrond = ON (TRUE) als de dwarsslede
uiterst links in referentiepositie “0” staat.
Huidige waarde sensor B104:
Witte achtergrond = OFF (FALSE);
Grijze achtergrond = ON (TRUE) als de langsslede
helemaal achteraan in referentiepositie “0” staat.
Slijpcyclusteller (resetbaar)
Om te resetten, de “NUL” knop aanraken tot-
dat een signaaltoon ter bevestiging klinkt.
Totaalteller van alle tot nu toe voltooide slijpcycli (kan
niet worden gereset!).
Menu “SET submenu 2” oproepen
Voorwaarden
“Messenslijpmenu” opgeroepen.
Machine correct en volledig gekoppeld aan een geschikte tractor.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Werkwijze
“Submenu 2” oproepen: knop aanraken totdat “submenu 2” wordt weergege-
ven.
Bedieningsterminal bediening
26 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
“Submenu 2”
Uitleg van de symbolen
Symbool Uitleg
“Expert parameters” oproepen.
De parameters mogen alleen door opgeleid personeel / de
gespecialiseerde werkplaats worden gewijzigd.
Wijziging van de parameters kan tot een storing van de in-
stallatie of tot aanzienlijke schade leiden!
Alle functies worden gestopt.
Het menu verlaten en het vorige menu oproepen.
Volgende submenu oproepen
Vorige submenu oproepen
Bedieningsterminal bediening
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 27
Symbool Uitleg
Invoerveld selecteren / naar boven scrollen
Invoerveld selecteren / naar beneden scrollen
Positie van de dwarsslede voor het eerste mes.
Deze waarde wordt via de “TEACH-modus” gewijzigd. Zie
"Teachmodus" pagina 81.
Standaardwaarde: Gewenst toerental voor de langssledemotor in
de tipmodus.
Standaardwaarde: Gewenst toerental voor de dwarssledemotor in
de tipmodus.
“Expert parameters” oproepen
AANWIJZING
Schade aan de messenslijpinrichting!
Door onjuiste instellingen kunnen machineonderdelen beschadigd raken.
De instelling / wijziging van de in de fabriek vooraf ingestelde parameters mag alleen
door opgeleid personeel / gespecialiseerde werkplaatsen worden uitgevoerd.
Voorwaarde
Machine correct en volledig gekoppeld aan een geschikte tractor.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Messenslijpmenu “submenu 2” opgeroepen.
Werkwijze
“Expert parameters” oproepen: knop blijven aanraken en “submenu 2”, zoals
hieronder afgebeeld, met de “Expert parameters” uitbreiden.
Bedieningsterminal bediening
28 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Uitleg van de symbolen
Symbool Uitleg
Alle functies worden gestopt.
Het menu verlaten en het vorige menu oproepen.
Volgende submenu oproepen
Vorige submenu oproepen
Invoerveld selecteren / naar boven scrollen
Invoerveld selecteren / naar beneden scrollen
Bedieningsterminal bediening
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 29
Symbool Uitleg
Aanzetwaarde voor de dwarsslede: Zodra de slijpschijf zich in het
“slijpgebied” bevindt, wordt de dwarsslede met de gewenste
waarde naar links verplaatst – de slijpschijf wordt tegen het mes
gezet / gedrukt. Tijdens de werking kan deze waarde – met het
CAN-toetsenbord (membraantoetsenbord) worden gewijzigd. Zie
"Bediening van het CAN-toetsenbord" pagina 32.
Standaardwaarde vanaf waar de slijpschijf het mes bewerkt.
Standaardwaarde vanaf waar de slijpschijf van het mes wordt ge-
tild.
Omkeerpunt van de langsslede: De langsslede wordt vanaf deze
positie van voren naar achteren verplaatst. Als het mes “te kort”
wordt geslepen, kan deze waarde iets worden verhoogd. Als het
mes “te lang” wordt geslepen en de slijpschijf de messenbalk
raakt, moet deze waarde dienovereenkomstig worden verlaagd.
Instelling geleidelijk en in zo klein mogelijk stappen aanpassen!
Bij het naar achteren eruit trekken van de langsaandrijving wordt
de dwarsaandrijving door de “constante stroom” gefixeerd. De
standaardwaarde van 1800 mA houdt de dwarsaandrijving op zijn
plaats.
Bedieningsterminal bediening
30 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Gebruik
WAARSCHUWING
Kans op lichamelijk letsel!
Controleer de machine voor gebruik op geschiktheid voor gebruik in het verkeer en vei-
lige werking. Neem de machine alleen in gebruik als alle veiligheidsvoorzieningen cor-
rect zijn aangebracht en werken.
Machine voor gebruik correct en volledig aan de tractor koppelen.
Zorg er vóór het achteruitrijden voor dat niemand zich in het gevarengebied bevindt,
vooral niet achter het werktuig. Laat u indien nodig gidsen door een tweede persoon.
Er mogen zich geen personen binnen het gevarengebied bevinden.
Het rijgedrag wordt door ballastgewichten en door de grootte van aangekoppelde/
aangebouwde machines aanzienlijk beïnvloed. Vooral bij het rijden in bergachtig terrein
en bij dwars rijden op hellingen moeten snelle of plotselinge bochten wegens kantelge-
vaar worden vermeden.
Voordat de tractor wordt verlaten de handrem aantrekken, de motor afzetten en de con-
tactsleutel opbergen. Eventueel wielblokken gebruiken.
WAARSCHUWING
Schade aan de gezondheid door lawaai!
Bij een geluidsniveau vanaf 80 dB(A) wordt dringend gehoorbescherming aanbevolen.
Bij geluidsniveaus vanaf 85 dB(A) is het gebruik van gehoorbescherming verplicht.
Om het geluidsniveau verder te verlagen, kunt u de tractorcabine sluiten.
WAARSCHUWING
Weggeslingerd materiaal (bijv. stenen, klompen aarde...) kan personen raken en ver-
wonden!
Bijzondere voorzichtigheid is geboden op steenachtige velden en in de buurt van stra-
ten en wegen.
Beschermingsafdekkingen in transportpositie brengen.
Wanneer de motor loopt, afstand houden!
Tijdens het werk mogen er zich geen personen in het gevarengebied bevinden. Ieder-
een wegsturen uit het gevarengebied.
Tijdens het werk mogen zich geen personen bij het werktuig bevinden.
Aftakas uitschakelen en wachten op stilstand van de aandrijving voordat u de machine
heft.
Bediening en controle
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 31
AANWIJZING
Schade bij het rijden over obstakels!
Vooruitziend rijden.
Bekende obstakels indien mogelijk verwijderen voor het begin van het werk.
MILIEU
Vermijd onnodig keren! Vóór begin van het werk bedenken hoe het perceel het beste kan
worden bewerkt.
Bediening van het CAN-toetsenbord
TIP
Messlijpprocessen kunnen niet tijdens het rijden worden uitgevoerd.
Als de messenslijpinrichting actief is, kunnen geen andere machinefuncties worden ge-
activeerd! Een uitzondering hierop is de verlichting in het snijsysteemgebied.
AANWIJZING
Schade aan messen en messenslijpinrichting!
Als messen worden geslepen die in verschillende mate zijn afgesleten, kunnen de snijkan-
ten van de messen oververhit raken en kan de slijpschijf worden beschadigd.
Alleen messen slijpen die dezelfde mate van slijtage hebben.
Nooit afgesleten messen met nieuwe messen mengen.
Voorwaarden
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
Machine geparkeerd op een vlakke, stabiele en onbrandbare ondergrond en beveiligd
tegen wegrollen.
Tractormotor en hydraulische druktoevoer ingeschakeld.
Messenbalk van de machine volledig naar buiten gezwenkt.
Fabrieksnieuwe messen ontdaan van beschermende lak.
Gebruikte messen ontdaan van grof vuil.
TIP
Vuil kan tot gevolg hebben dat de slijpschijf gaat dichtzitten. De slijpprestaties en le-
vensduur kunnen daardoor negatief worden beïnvloed.
Licht ontvlambare verontreinigingen uit de gehele omgeving van de messenslijpinrich-
ting verwijderd door middel van perslucht.
Tijdens de bediening van het CAN-toetsenbord aanwezige personen wegsturen uit de
gevarenzone rond de machine. Zie "Bedrijfsafhankelijke gevarenzone" pagina 17.
Bediening en controle
32 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Slijpprocessen vanaf een veilige afstand van de messenslijpinrichting observeren. Posi-
tie van de NOODSTOP-schakelaar onthouden en brandblusser bij de hand houden. Zie
"Veiligheidsuitrusting" pagina 19.
Het bedieningselement (CAN-toetsenbord) bevindt zich aan de linkerzijde van de machine in
het voorste gebied van het snijsysteem. Boven elke knop bevinden zich telkens 3 status-leds
die in verschillende situaties oplichten. Zie "Storingen verhelpen" pagina 61.
CAN-toetsenbord
Uitleg van de symbolen
Symbool Uitleg
Slijpproces starten / annuleren
Parkeerpositie naderen / slijpproces annuleren
Contactdruk van de slijpschijf op het mes verhogen / verlagen
Waarde verhogen / verplaatsen van dwars- en langsslede (tippend)
Naar buiten zwenken / naar binnen zwenken van de messenslijpinrichting
Dwarsslede tippend verplaatsen / slijpschijf-wisselpositie automatisch naderen
Langsslede tippend verplaatsen / slijpschijf-wisselpositie automatisch naderen
Waarde verlagen / verplaatsen van dwars- en langsslede (tippend)
Bediening en controle
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 33
Messlijpproces starten
Werkwijze
1 Naar binnen zwenken/ naar beneden klappen van het zwenkframe in de werkpositie:
knop en knop tegelijkertijd aanraken totdat de status-led 5b
oplicht.
Als het zwenkframe correct naar binnen is gezwenkt, licht de status-led 1c
op .
TIP
Slijpprocessen kunnen alleen worden gestart als het zwenkframe correct naar binnen
is gezwenkt.
2
Slijpproces starten: knop aanraken en 1 seconde vasthouden.
De messenslijpinrichting begint met het slijpproces en bewerkt de afzonderlijke
messen zoals op de terminal in het menu “SET” geconfigureerd. Zie "Basisinstellin-
gen (menu “SET”)" pagina 21.
De status-led 1b knippert .
Als wordt vastgesteld dat de contactdruk van de slijpschijf te laag of te hoog is, kan
men de contactdruk dienovereenkomstig aanpassen. Procedure, zie volgende ge-
deelte “Contactdruk van de slijpschijf aanpassen”.
Als het slijpproces wordt onderbroken door middel van de NOODSTOP-schakelaar
of door de knoppen of kort aan te raken, kan het proces nadat de
fout is verholpen en resetten van de NOODSTOP-schakelaar opnieuw worden ge-
start door 1 seconde de knop aan te raken.
Als het slijpproces (zoals op de terminal in het menu “SET” geconfigureerd) is
afgewerkt, wordt de slijpschijfaandrijving uitgeschakeld en keren de langs- en
dwarsslede automatisch terug naar de uitgangspositie (tussen mes 1 en 2) en
kan een nieuwe slijpcyclus indien nodig worden gestart.
Bediening en controle
34 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Als geen nieuwe slijpcyclus moet worden uitgevoerd en de messenslijpinrich-
ting in de parkeerpositie moet worden gebracht, verdergaan met stap 3.
3
Dwars- en langsslede in de parkeerpositie brengen: Knop blijven aanraken tot-
dat alle aandrijvingen in de parkeerpositie staan en de statusleds 6a voor de dwarsslede
en 7a voor de langsslede branden.
TIP
Het zwenkframe kan alleen in de parkeerpositie worden opgeklapt als de dwarsslede
en langsslede in de parkeerpositie staan!
4 Naar buiten zwenken/naar boven klappen van de messenslijpinrichting in de parkeerpo-
sitie: knop en knop aanraken en vasthouden totdat de status-led 5a
oplicht.
Contactdruk van de slijpschijf aanpassen
Als tijdens het automatische slijpproces wordt vastgesteld, dat de contactdruk van de slijp-
schijf te groot of te klein is, kan men de contactdruk tijdens het slijpproces dienovereenkom-
stig wijzigen, zoals hieronder beschreven.
AANWIJZING
Uitgloeien van de snijkanten van de messen!
Als een te grote contactdruk wordt gekozen, worden de snijkanten van de messen te heet
en verliezen ze hun stabiliteit. Een teken van te hoge contactdruk is wanneer de snijkanten
bijvoorbeeld blauw verkleuren (temperkleur).
Contactdruk niet te hoog instellen. De snijkanten mogen niet verkleuren.
In geval van twijfel, beter met een lage contactdruk slijpen maar dan wel in meerdere
cycli.
Werkwijze
Contactdruk verhogen: knop en knop tegelijkertijd aanraken.
Bediening en controle
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 35
TIP
De dwarsslede wordt bij elke stap met 0,5 mm versteld. Het aantal brandende leds
neemt toe / af als de dwarsslede met 2 stappen wordt versteld.
De huidige contactdruk wordt op het CAN-toetsenbord weergegeven via de boven-
ste rij leds (12 leds = 24 stappen van de dwarsslede), zodra de knop wordt
aangeraakt en vastgehouden. Hoe hoger de contactdruk, hoe meer leds branden
en omgekeerd.
Voorbeeld: De leds 1–6 branden. De contactdruk is op niveau 6 ingesteld.
Contactdruk verlagen: knop en knop tegelijkertijd aanraken.
De huidige contactdruk wordt op het CAN-toetsenbord weergegeven via de boven-
ste rij leds (12 leds), zodra de knop wordt aangeraakt en vastgehouden.
Hoe lager de contactdruk, hoe minder leds branden en omgekeerd.
Voorbeeld: De leds 1–3 branden. De contactdruk is op niveau 3 ingesteld.
Tipmodus van functies van de messenslijpinrichting
De “handmatige bediening” van functies van de messenslijpinrichting op het CAN-toetsen-
bord wordt “tipmodus” genoemd. Functies worden alleen uitgevoerd als de volgende knop-
pen op het CAN-toetsenbord worden aangeraakt en vastgehouden.
Functies in de tipmodus
Naar binnen zwenken (naar beneden klappen) van het zwenkframe in de werkpositie.
TIP
Vóór het begin van het slijpen en vóór het wisselen van slijpschijven.
Naar buiten zwenken (naar boven klappen) van het zwenkframe in de parkeerpositie. Al-
leen mogelijk als de dwars- en de langsslede in de parkeerpositie staan.
TIP
Na beëindiging van het slijpproces en na het wisselen van slijpschijven.
Verplaatsen van de dwarsslede (parkeerpositie is uiterst links)
TIP
Bij de TEACH-functie.
Bediening en controle
36 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Verplaatsen van de langsslede (parkeerpositie is helemaal achteraan)
TIP
Bij de TEACH-functie.
Zwenkframe in de werkpositie naar binnen zwenken
Werkwijze
Naar binnen zwenken in de werkpositie: knop en knop tegelijkertijd
aanraken totdat de status-led 5b oplicht.
Loslaten van een van de knoppen onderbreekt het proces.
Als het zwenkframe correct naar binnen is gezwenkt, licht de status-led 1c
op .
TIP
Slijpprocessen kunnen alleen worden gestart als het zwenkframe correct naar binnen
is gezwenkt.
Zwenkframe in de parkeerpositie naar buiten zwenken
Werkwijze
Naar buiten zwenken in de parkeerpositie: knop en knop aanraken en
vasthouden totdat de status-led 5a oplicht.
Loslaten van een van de knoppen onderbreekt het proces.
Als de slijpinrichting correct naar buiten is gezwenkt, brandt de status-led 5a
.
Bediening en controle
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 37
Dwarsslede verplaatsen
TIP
Als de aandrijving te ver naar links of rechts wordt verplaatst, wordt de aandrijving geblok-
keerd en gaat hij in de foutmodus. Zie "AUTOCUT raad en daad" pagina 61.
Werkwijze
Dwarsslede naar links verplaatsen: knop en knop aanraken
Loslaten van een knop onderbreekt het proces.
Dwarsslede naar rechts verplaatsen: knop en knop aanraken
Loslaten van een knop onderbreekt het proces.
Langsslede verplaatsen
TIP
Als de aandrijving te ver naar voren of achteren wordt verplaatst, wordt de aandrijving ge-
blokkeerd en gaat hij in de foutmodus. Zie "AUTOCUT raad en daad" pagina 61.
Werkwijze
Langsslede naar voren verplaatsen: knop en knop aanraken
Loslaten van een knop onderbreekt het proces.
Langsslede naar achteren verplaatsen: knop en knop aanraken.
Loslaten van een knop onderbreekt het proces.
Slijpschijf-wisselpositie naderen
De functie is nodig wanneer de slijpschijf moet worden vervangen. Zie "Slijpschijf vervangen"
pagina 47.
Voorwaarde
Zwenkframe correct in de werkpositie naar binnen gezwenkt.
TIP
Als het zwenkframe correct naar binnen is gezwenkt, licht de status-led 1c
op .
Bediening en controle
38 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Werkwijze
Knop en knop tegelijkertijd 1 seconde aanraken.
Dwars- en langsslede worden automatisch vanuit de parkeerpositie naar de slijp-
schijf-wisselpositie verplaatst.
Tijdens het naderen van de slijpschijf-wisselpositie knipperen de status-leds 6b
en 7b .
Proces annuleren: knop of aanraken.
Bediening en controle
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 39
Klaar voor gebruiken houden
Regelmatige verzorging en onderhoud is een basisvoorwaarde voor de goede en veilige
werking van de machine.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel bij werkzaamheden aan de machine!
Persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals veiligheidsbril, handschoenen enz. gebrui-
ken.
Machine parkeren op een vlakke, stevige ondergrond en beveiligen tegen wegrollen.
Tractormotor afzetten, parkeerrem aantrekken, contactsleutel verwijderen en opbergen.
Werkgebied zodanig beveiligen dat dit gebied niet door derden / onbevoegden kan wor-
den betreden.
Alle werkzaamheden alleen uitvoeren wanneer de aandrijving stilstaat.
Afsluitkraan op de hydraulische leidingen sluiten voordat aan hydraulisch gestuurde
machinedelen wordt gewerkt.
Alle elektrische connectoren tussen tractor en machine loskoppelen voordat aan elek-
trisch aangedreven machinedelen wordt gewerkt.
Geschikte steunelementen tegen onbedoeld zakken / zwenken van hydraulisch ge-
stuurde machinedelen gebruiken.
Nadat de werkzaamheden zijn beëindigd, losgedraaide schroefverbindingen controle-
ren op stevig vastzitten en afschermingen / beschermende inrichtingen controleren op
correcte werking.
Algemene aanwijzingen
Na de eerste bedrijfsuren alle schroeven aantrekken!
Reserveonderdelen
Originele PÖTTINGER onderdelen en accessoires zijn speciaal voor de betreffende ma-
chines ontworpen.
Wij vestigen uw aandacht op het feit dat onderdelen en accessoires die niet door PÖTTIN-
GER geleverd zijn, niet voor gebruik op PÖTTINGER machines zijn vrijgegeven.
De inbouw en het gebruik van dergelijke producten kan de gespecificeerde eigenschappen
van uw machine beïnvloeden. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor scha-
de ontstaan door het gebruik van niet-originele onderdelen en accessoires.
Eigenmachtige wijzigingen aan de machine, evenals het gebruik van componenten en aan-
bouwdelen die niet af fabriek tot de machine behoren, sluiten de aansprakelijkheid van de
fabrikant uit.
Besturingsterminals
Besturingsterminals vóór de winter demonteren en tegen vorst beschermd, droog en tegen
direct zonlicht beschermd opslaan. Accugevoede terminals vóór de winterstalling volledig op-
Onderhoud
40 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
laden en accutoestand regelmatig controleren om te voorkomen dat de accu defect raakt
door volledige ontlading.
Cardanassen
Voor het onderhoud van cardanassen gelden in principe de instructies in deze gebruiksaan-
wijzing.
Als in deze gebruiksaanwijzing geen speciale instructies worden gegeven, gelden de instruc-
ties in de meegeleverde gebruiksaanwijzing voor de betreffende cardanasfabrikant.
Reparatielaswerk
Vóór alle laswerkzaamheden aan de tractor, als de machine is aangekoppeld, moeten de
connectoren worden losgekoppeld van de jobcomputer van de machine. Vóór laswerkzaam-
heden aan de machine zelf moeten de connectoren van de jobcomputer ook worden losge-
koppeld.
Procedures voor het opladen van accu's en voor starthulp
Wanneer de tractoraccu met een acculader wordt opgeladen terwijl de machine is aangekop-
peld, moeten van tevoren alle elektrische connectoren naar de machine worden losgekop-
peld.
Wanneer de tractoraccu met een starthulp moet worden gestart terwijl de machine is aange-
koppeld, moeten van tevoren alle elektrische connectoren naar de machine worden losge-
koppeld.
Onderhoud
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 41
De hieronder beschreven activiteiten worden uitgevoerd na de controle en beoordeling van
de toestand van bepaalde machinegebieden / machinedelen.
Slijpkop instellingen
Het slijpoppervlak van de slijpschijf is conisch en bepaalt samen met de helling van de slijp-
kop de slijphoek voor de snijkanten.
De slijpkop moet in zijn hellingshoek worden aangepast als de slijphoek te vlak of te steil is
ingesteld. Verkeerde instellingen kunnen de slijtage van de slijpschijf / van de messen sterk
verhogen.
De slijpkop moet in de hoogte worden aangepast als fabrieksnieuwe messen worden ge-
bruikt of de messen zodanig zijn afgesleten dat het slijpoppervlak van de slijpschijf niet meer
gelijkmatig afslijt of als tijdens het slijpen zichtbaar is dat niet het gehele slijpoppervlak van
de slijpschijf wordt gebruikt. De hoogte van de slijpkop moet onmiddellijk worden aangepast
wanneer op de slijpschijf een omtrekrand ontstaat in het slijpoppervlak (door ongelijkmatige
slijtage).
Slijtagegrens bij messen
De slijtagegrens is bereikt wanneer een mes zichtbaar beschadigd (verbogen, ge-
scheurd enz.) is.
De slijtagegrens is bereikt als de snijkophoogte niet meer verder naar beneden kan wor-
den versteld en er randen in het slijpoppervlak (A) van de slijpschijf ontstaan.
TIP
Informatie over de procedure bij de meswissel is te vinden in de gebruiksaanwijzing voor de
opraapwagen.
Er moet voor worden gezorgd dat ofwel een complete set nieuwe messen wordt gebruikt of
gebruikte messen worden gemeten/vergeleken en op mate van slijtage worden gesorteerd.
Als een set gebruikte messen wordt geplaatst, moeten alle messen dezelfde mate van slijta-
ge hebben.
Toestandgebaseerd onderhoud
42 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
AANWIJZING
Schade aan messen en messenslijpinrichting!
Als messen worden geslepen die in verschillende mate zijn afgesleten, kunnen de snijkan-
ten van de messen oververhit raken en kan de slijpschijf worden beschadigd.
Alleen messen slijpen die dezelfde mate van slijtage hebben.
Nooit afgesleten messen met nieuwe messen mengen.
Helling van de slijpkop instellen
TIP
Door het verstellen van de helling van de slijpkop wordt ook de hoogte van de slijpkop be-
invloed!
Voorwaarde
Langs- en dwarsslede verplaatsen naar de slijpschijf-wisselpositie. Zie "Bediening van
het CAN-toetsenbord" pagina 32.
Messenslijpinrichting door middel van de NOODSTOP-schakelaar uitgeschakeld. Zie
"Veiligheidsuitrusting" pagina 19.
De geïnstalleerde messen zijn fabrieksnieuw of hebben dezelfde mate van slijtage.
Corrosiewerende verf verwijderd van fabrieksnieuwe messen.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke, stabiele en onbrandbare ondergrond en
beveiligd tegen wegrollen.
Werkwijze
Langsslede handmatig iets naar voren duwen om de bouten gemakkelijker te kunnen
bereiken.
Bouten (1) en borgmoer (2) losdraaien.
Bout (3) draaien en de helling van de slijpkop, overeenkomstig de behoefte, aanpassen.
Toestandgebaseerd onderhoud
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 43
Borgmoer (2) en bouten (1) vastdraaien.
Langsslede tot aan de aanslag naar achteren trekken.
Bediende NOODSTOP-schakelaar weer ontgrendelen door de bovenkant te draaien.
Zie "Veiligheidsuitrusting" pagina 19.
Dwarsslede en langsslede naar de parkeerpositie brengen: knop aanraken en
vasthouden totdat de dwars- en langsslede in de parkeerpositie staan.
De statusleds 6a voor de dwarsslede en 7a voor de langsslede
branden.
Knop loslaten wanneer de parkeerpositie is bereikt.
Toestandgebaseerd onderhoud
44 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
De leds 2a en 2b branden wanneer de parkeerpositie met
dwars- en langsslede is bereikt.
Proefslijpen uitvoeren. Zie "Bediening en controle" pagina 31.
Als het werkresultaat voldoet aan de verwachtingen ten aanzien van de slijpkwali-
teit, is er geen verdere actie vereist.
Als het werkresultaat niet voldoet aan de verwachtingen ten aanzien van de slijp-
kwaliteit, de instelprocedure herhalen.
Als het slijpoppervlak van de slijpschijf bij het slijpproces niet meer gelijkmatig over
de volledige breedte tegen het mes ligt, instelling van de hoogte van de slijpkop
herhalen. Zie het gedeelte “Hoogte van de slijpkop instellen”.
Hoogte van de slijpkop instellen
TIP
De hoogte van de slijpkop wordt ook door het verstellen van de helling van de slijpkop be-
invloed!
De slijpkop moet ook in de hoogte worden aangepast als van een set gebruikte messen
naar een set nieuwe messen wordt omgeschakeld!
Randvorming op de slijpschijf
De stippellijn markeert hier randvorming op het binnenste derde deel van het slijpoppervlak
van de slijpschijf. De hoogte van de slijpkop zou in het ideale geval al eerder naar beneden
moeten zijn bijgesteld om gelijkmatige slijtage te garanderen.
Voorwaarde
Langs- en dwarsslede verplaatsen naar de slijpschijf-wisselpositie. Zie "Bediening van
het CAN-toetsenbord" pagina 32.
Messenslijpinrichting door middel van de NOODSTOP-schakelaar uitgeschakeld. Zie
"Veiligheidsuitrusting" pagina 19.
De geïnstalleerde messen zijn fabrieksnieuw of hebben dezelfde mate van slijtage.
Corrosiewerende verf verwijderd van fabrieksnieuwe messen.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke, stabiele en onbrandbare ondergrond en
beveiligd tegen wegrollen.
Toestandgebaseerd onderhoud
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 45
Werkwijze
1 Langsslede handmatig iets naar voren duwen om de bouten gemakkelijker te kunnen
bereiken.
2 Bouten (1) losdraaien.
3 Slijpkop naar boven of naar beneden verschuiven om de benodigde hoogte in te stellen.
Instelling geleidelijk en in kleine stapjes uitvoeren.
4 Bouten (1) vastdraaien.
5 Langsslede tot aan de aanslag naar achteren trekken.
6 Bediende NOODSTOP-schakelaar weer ontgrendelen door de bovenkant te draaien.
Zie "Veiligheidsuitrusting" pagina 19.
7
Dwarsslede en langsslede naar de parkeerpositie brengen: knop aanraken en
vasthouden totdat de dwars- en langsslede in de parkeerpositie staan.
De statusleds 6a voor de dwarsslede en 7a voor de langsslede
branden.
Toestandgebaseerd onderhoud
46 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
8 Knop loslaten wanneer de parkeerpositie is bereikt.
De leds 2a en 2b branden wanneer de parkeerpositie met
dwars- en langsslede is bereikt.
9 Proefslijpen uitvoeren. Zie "Bediening en controle" pagina 31.
Als het slijpoppervlak van de slijpschijf bij het slijpproces gelijkmatig over de volledi-
ge breedte tegen het mes ligt, is er geen verdere actie vereist.
Als het slijpoppervlak van de slijpschijf bij het slijpproces niet gelijkmatig over de
volledige breedte tegen het mes ligt, de instelprocedure herhalen.
Slijpschijf vervangen
De slijpschijf moet worden vervangen wanneer de dikte van de slijpschijf (S) aan de buiten-
omtrek <= 5 mm is!
Slijpschijfafdekking transparant weergegeven.
Voorbereiding
Nieuwe slijpschijf (zie reserveonderdelenlijst)
Toestandgebaseerd onderhoud
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 47
AANWIJZING
Gevaar voor materiële schade!
Wordt een slijpschijf van een ander type of uitvoering gebruikt dan eigenlijk bedoeld,
dan kan dit schade veroorzaken aan de messenslijpinrichting en snijsysteem.
Alleen slijpschijven gebruiken die volgens de reserveonderdelenlijst zijn voorge-
schreven!
1x ringsleutel sleutelmaat 17 mm
1x ringsleutel sleutelmaat 36 mm
Voorwaarde
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke, stabiele en onbrandbare ondergrond en
beveiligd tegen wegrollen.
De geïnstalleerde messen zijn fabrieksnieuw of hebben dezelfde mate van slijtage.
Corrosiewerende verf verwijderd van fabrieksnieuwe messen.
Gebruikte messen ontdaan van grof vuil.
TIP
Vuil kan tot gevolg hebben dat de slijpschijf gaat dichtzitten. De slijpprestaties en le-
vensduur kunnen daardoor negatief worden beïnvloed.
Langs- en dwarsslede verplaatsen naar de slijpschijf-wisselpositie. Zie "Bediening van
het CAN-toetsenbord" pagina 32.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
ISOBUS-terminal uitgeschakeld.
1 = As
2 = Moer (linkse draad!)
Toestandgebaseerd onderhoud
48 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Werkwijze
VOORZICHTIG
Gevaar voor platdrukken en naar binnen trekken van armen en handen!
Personen wegsturen uit het gevarengebied rond de messenslijpinrichting.
Veiligstellen dat een tweede persoon in de tractorcabine niet tegelijkertijd de bedie-
ningsterminal kan bedienen.
Veiligstellen dat geen tweede persoon het externe toetsenbord kan bedienen terwijl u
zich in de tractor bevindt.
1 De as vasthouden en moer met de klok mee (linkse schroefdraad!) openen.
2 Moer, sluitring en slijpschijf verwijderen.
Positie van de slijpschijf zoals afgebeeld onthouden.
3 Nieuwe slijpschijf alleen in dezelfde positie weer op de as schuiven!
Niet zo!
Foutieve inbouwrichting van de slijpschijf!
4 Schijf en moer weer aanbrengen en moer tegen de klok in vastdraaien.
5 Voeding en hydraulische druktoevoer voor de messenslijpinrichting herstellen en ISO-
BUS-terminal inschakelen.
6
Dwarsslede en langsslede naar de parkeerpositie brengen: knop aanraken en
vasthouden totdat de dwars- en langsslede in de parkeerpositie staan.
Toestandgebaseerd onderhoud
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 49
De statusleds 6a voor de dwarsslede en 7a voor de langsslede
branden.
7 Knop loslaten wanneer de parkeerpositie is bereikt.
8
De leds 2a en 2b branden wanneer de parkeerpositie met dwars-
en langsslede is bereikt.
Dwarsslede geleiderollen instellen
De geleiderollen moeten worden ingesteld als de geleidebuis / geleiderollen / geleiderolla-
gers zijn vervangen.
Voorwaarde
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Zwenkframe in de werkpositie naar buiten gezwenkt. Zie "Bediening van het CAN-toets-
enbord" pagina 32.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Bedieningsterminal uitgeschakeld.
Stroomtoevoer naar de machine losgekoppeld.
Geleidebuis / geleiderollen gereinigd.
Werkwijze
1 Trekveer (1) loshaken van de dwarsslede-aandrijving.
De dwarsslede wordt daardoor gemakkelijker handmatig verschuifbaar.
Toestandgebaseerd onderhoud
50 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Aanzicht van onderen
2 Borgmoeren (2) losdraaien op de geleiderollen.
Aanzicht van onderen
3 Stelmoeren (3) zodanig verdraaien dat de onderste geleiderollen (4) met de hand ge-
makkelijk kunnen worden gedraaid.
4 Borgmoeren (2) vastdraaien zonder de stelmoeren (3) te verdraaien.
5 Dwarsslede meerdere keren tot aan de aanslag naar rechts en links verschuiven en
speling van de onderste geleiderollen (4) controleren.
De onderste geleiderollen moeten met de hand gemakkelijk kunnen worden gedraaid en
het verplaatsen van de dwarsslede moet gedurende de volledige verplaatsing zo soepel
mogelijk en met een gelijkmatige inspanning mogelijk zijn.
Toestandgebaseerd onderhoud
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 51
Als de dwarsslede niet soepel kan worden verschoven en de onderste geleiderollen
gedeeltelijk blokkeren, de instelling herhalen vanaf stap 3.
Als de dwarsslede gedurende de volledige verplaatsing soepel en met een gelijk-
matige inspanning kan worden verschoven en de onderste geleiderollen hierbij nog
net met de hand kunnen worden gedraaid, verdergaan met de volgende stap.
6 Dwarsslede tot aan de aanslag naar links in de parkeerpositie duwen, zoals afgebeeld.
7 Trekveer (1) vasthaken aan de dwarsslede-aandrijving.
Slijpkoptandriem
De tandriem moet worden gespannen wanneer de tandriem is vernieuwd.
TIP
Schade aan de tandriem ontstaat wanneer uitgebroken messen worden geslepen en/of
wanneer er met beschadigde slijpschijven wordt geslepen en de slijpschijf daardoor blok-
keert.
Voorwaarde
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
Toestandgebaseerd onderhoud
52 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Dwarsslede verplaatsen naar de slijpschijf-wisselpositie.
Bedieningsterminal uitgeschakeld.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Slijpkoptandriem spannen
Z = slijpkoptandriem
Voorwaarden
Langs- en dwarsslede verplaatsen naar de slijpschijf-wisselpositie. Zie "Bediening van
het CAN-toetsenbord" pagina 32.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke, stabiele en onbrandbare ondergrond en
beveiligd tegen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Bedieningsterminal uitgeschakeld.
Werkwijze
Moeren en sluitringen (1) verwijderen.
Toestandgebaseerd onderhoud
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 53
Afdekking (2) samen met de hoek verwijderen.
Moeren (3) losdraaien.
Borgmoer (4) losdraaien.
Spanbout (5) geleidelijk en in kleine stapjes erin draaien om de riem te spannen.
Riemspanning controleren door op het midden van de riem te drukken.
Toestandgebaseerd onderhoud
54 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Als de riem ongeveer 5 mm kan worden ingedrukt, is de riemspanning correct.
Als de riem meer of minder dan 5 mm kan worden ingedrukt, moet de riem-
spanning dienovereenkomstig met de spanbout worden gecorrigeerd.
Als de riemspanning correct is ingesteld, de borgmoer (4) vastdraaien zonder de span-
bout te verdraaien.
Moeren (3) vastdraaien.
Afdekking en hoek (2) aanbrengen.
Sluitringen en moeren (1) aanbrengen en moeren vastdraaien.
Toestandgebaseerd onderhoud
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 55
AUTOCUT reinigen
AANWIJZING
Gevaar voor materiële schade!
Vuil aan de messenslijpinrichting kunnen de slijpkwaliteit en de functie van de messenslijp-
inrichting negatief beïnvloeden.
Vuil verwijderen voor elke slijpproces.
Geleiderails, sensoren en tandwielen van de aandrijfmotoren reinigen.
AANWIJZING
Machineonderdelen kunnen beschadigd raken door hogedrukreinigers.
Watertemperatuur maximaal 80 °C
Geen rondstraal-sproeiers, vuilfrezen of powerspuiters gebruiken.
Minimale afstand van ca. 30 cm tussen hogedrukspuit en oppervlak aanhouden.
Tijdens de reinigingsprocedure waterstraal altijd in beweging houden.
Waterstraal niet rechtstreeks op elektrische of hydraulische componenten, lagers, aan-
zuigopeningen, cardanassen, stickers en banden richten.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke, stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Werkwijze
Grovere vuil handmatig verwijderen.
Stofafzettingen met perslucht verwijderen.
Geleiderails van de assen, sensoren en regelonderdelen als motoren reinigen met een
vochtige oplosmiddel- / pluisvrije doek.
Toestandgebaseerd onderhoud
56 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
De hieronder beschreven activiteiten worden op een bepaald tijdstip of met bepaalde tussen-
pozen uitgevoerd.
Dagelijks onderhoud
Het dagelijks onderhoud moet aan het begin van elke werkdag worden uitgevoerd, voordat
de machine wordt gebruikt.
Hydraulische installatie controleren
WAARSCHUWING
Hydraulische olie die onder hoge druk naar buiten komt, kan de huid binnendringen
en ernstige infecties veroorzaken!
Voordat reparatiewerkzaamheden worden verricht aan de hydraulische installatie, moet
deze altijd drukloos worden gemaakt.
Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.
Voor iedere ingebruikname moet de hydrauliek worden gecontroleerd op slijtage en be-
schadigingen.
Zoek alleen met passende hulpmiddelen (bv. speciale spray voor vaststellen van lekka-
ges) naar lekkageplaatsen. De vastgestelde gebreken moeten direct worden hersteld in
een werkplaats door deskundig personeel.
Lekkages mogen nooit met de hand of met andere lichaamsdelen worden afgedicht.
Bij verwondingen dient direct een arts te worden geraadpleegd.
Controle op schade en lekken
AANWIJZING
Breuk van oude hydraulische slangen
Hydraulische slangen die ouder zijn dan 6 jaar moeten worden vervangen. Alleen ver-
vangslangen met dezelfde specificatie gebruiken. Zie reserveonderdelenlijst.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Werkwijze
Hydraulisch systeem (bijv. hydraulische slangen, drukaccumulator...) controleren op be-
schadigingen en lekkages en indien nodig onderdelen vervangen (zie de reserveonder-
delenlijst).
Periodiek onderhoud
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 57
TIP
Mogelijk schadebeeld aan hydraulische slangen
• Knikken
• Bellenvorming
Poreus of scheuren in slangoppervlak
Barsten en openliggend weefsel aan de ommanteling
In geval van lekkages bij de schroefverbinding de betreffende schroefverbinding, in-
dien mogelijk, opnieuw aandraaien. Als de lekkage hiermee niet kan worden verhol-
pen, moet het betreffende hydraulische onderdeel onmiddellijk worden vervangen.
Vóór alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de hydrauliek moet het hy-
draulische systeem drukloos worden gemaakt.
Hiervoor de regeleenheid van de tractor met uitgeschakelde hydraulische druktoe-
voer enkele keren tussen heffen en zakken heen en weer bewegen.
Na elk seizoen (winterstalling)
Bij machines die zonder geschikte roestbescherming worden geparkeerd, kan bij de herinbe-
drijfstelling aan het begin van het seizoen schade aan de machine ontstaan. Daarom moet
de machine beschermd tegen stofafzettingen (met name door kunstmest en zaadbehande-
lingsmiddel), niet in de buurt van stallen en beschermd tegen weersinvloeden worden gepar-
keerd.
AANWIJZING
Roestschade aan blanke machinedelen zonder roestbescherming!
Als blanke machinedelen niet worden geconserveerd, kunnen zij door roest worden aange-
tast wanneer de machine na langere stilstand (bijv. na de winterstalling) weer in bedrijf
wordt genomen.
Blanke zuigerstangen van hydraulische cilinders vóór de winterstalling van de machine
reinigen en conserveren met universeel vet.
Asstompen op transmissies en profielen van cardanassen vóór de winterstalling van de
machine reinigen en conserveren met universeel vet.
Alle smeerpunten volgens de onderhoudsinstructies smeren vóór de winterstalling.
Machine reinigen / conserveren
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Voorbereiding
• Hogedrukreiniger
Periodiek onderhoud
58 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
• Conserveringsolie
Werkwijze
1 Met hogedrukreiniger grondig reinigen.
VOORZICHTIG
Oogletsel door het gebruik van hogedrukreinigers!
Bij reinigingswerkzaamheden met hogedrukreinigers of perslucht, veiligheidsbril
dragen.
AANWIJZING
Machineonderdelen kunnen beschadigd raken door hogedrukreinigers.
Watertemperatuur maximaal 80 °C
Geen rondstraal-sproeiers, vuilfrezen of powerspuiters gebruiken.
Minimale afstand van ca. 30 cm tussen hogedrukspuit en oppervlak aanhouden.
Tijdens de reinigingsprocedure waterstraal altijd in beweging houden.
Waterstraal niet rechtstreeks op elektrische of hydraulische componenten, lagers,
aanzuigopeningen, cardanassen, stickers en banden richten.
2 Machine goed laten drogen na vochtig reinigen.
3 Repareer eventueel aanwezige lakschade.
4 Blanke machinedelen met conserveringsolie insmeren/inspuiten.
5 Waarschuwingsafbeelding controleren op volledigheid en eventueel vervangen.
Elke 2 jaar
AUTOCUT brandblusser
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door defecte brandblusser!
Brandblussers zijn drukreservoirs die regelmatig om de 2 jaar op bedrijfsveiligheid moe-
ten worden gecontroleerd.
Controle van de brandblusser alleen laten uitvoeren door een daarvoor gecertificeerde
organisatie.
De datum van de volgende controle moet kunnen worden afgelezen van een controlesticker
op de brandblusser.
Periodiek onderhoud
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 59
TIP
Werd de brandblusser gebruikt, moet de machine onmiddellijk worden voorzien van een
nieuwe, of een nieuw gevulde en gecontroleerde brandblusser van een zelfde type, voordat
met de machine verder wordt gewerkt.
Om de 6 jaar
Hydraulische slangen vervangen
WAARSCHUWING
Hydraulische olie die onder hoge druk ontsnapt, kan de huid binnendringen en ern-
stige infecties veroorzaken.
Vóór het aansluiten of loskoppelen van de hydraulische slangen het hydraulisch sys-
teem drukloos maken.
Voordat de hydraulische slangen worden losgemaakt, of voor onderhouds- en repara-
tiewerkzaamheden moet het hydraulische systeem drukloos worden gemaakt.
Bij verwondingen dient direct een arts te worden geraadpleegd.
Hydraulische slangen die ouder zijn dan 6 jaar moeten worden vervangen. Alleen reserve-
slangen met dezelfde specificatie gebruiken, en bevestigingspunten en bevestigingsmethode
van de ‘oude’ slangen overnemen of overbrengen op de nieuwe slangen. Zie ook reserveon-
derdelenlijst.
Periodiek onderhoud
60 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Storingen verhelpen
Die status-leds boven de knoppen op het CAN-toetsenbord geven de status van de betref-
fende functies aan. Ze geven zo informatie over mogelijke storingen en ook over de vraag of
functies kunnen worden uitgevoerd / beschikbaar zijn.
Led-statusindicatoren
Led / knop Betekenis
Led 1c brandt Slijpproces is mogelijk; zwenkframe dwars-
en langsslede correct in werkpositie
Led 1b knippert
Led 3b knippert
Slijpcyclus wordt momenteel uitgevoerd;
TEACH-modus actief
Led 2a brandt De langsslede staat helemaal achteraan in
de parkeerpositie
Led 2b brandt De dwarsslede staat helemaal links in de
parkeerpositie
AUTOCUT raad en daad
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 61
Led / knop Betekenis
Led 2c brandt Dwarsslede en langsslede niet in parkeerpo-
sitie; verplaatsing is mogelijk
Led 1b knippert
Led 3b knippert
TEACH-modus actief
Led 3c brandt De functie kan worden uitgevoerd.
Contactdruk van de slijpschijf; Zie "Bedie-
ning van het CAN-toetsenbord" pagina 32.
Led 4c brandt Bediening is mogelijk
Led 5a brandt Het zwenkframe is opgeklapt/naar buiten
gezwenkt in de parkeerpositie
Led 5b brandt Het zwenkframe is neergeklapt/naar binnen
gezwenkt in de werkpositie
AUTOCUT raad en daad
62 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Led / knop Betekenis
Led 5c brandt Verplaatsen van het zwenkframe is mogelijk
Led 6a brandt Dwarsslede staat helemaal links in de par-
keerpositie
Led 6c brandt Verplaatsen van de dwarsslede is mogelijk
Leds 6a-6c knipperen elke seconde Er is een fout opgetreden; Zie "Foutmeldin-
gen" pagina 66.
Led 6b knippert elke seconde De slijpschijf-wisselpositie wordt benaderd.
Led 7a brandt Langsslede staat helemaal achteraan in de
parkeerpositie
AUTOCUT raad en daad
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 63
Led / knop Betekenis
Leds 7a-7c knipperen elke seconde Er is een fout opgetreden; Zie "Foutmeldin-
gen" pagina 66.
Led 7b knippert elke seconde De slijpschijf-wisselpositie wordt benaderd.
Led 7c brandt Verplaatsen van de langsslede is mogelijk
Led 8c brandt Bediening is mogelijk
Storing messenbalk zwenkt niet
Foutbeeld
Bij de poging om de messenbalk te zwenken, klinkt bij het drukken op een van de snijs-
ysteemtoetsen op het externe toetsenbord / of de knoppen /
een constante waarschuwingstoon.
TIP
De messenbalk van de opraapwagen kan alleen worden gezwenkt als de langsslede, de
dwarsslede en het zwenkframe van de messenslijpinrichting in de parkeerpositie staan!
AUTOCUT raad en daad
64 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
AANWIJZING
Botsing van machineonderdelen!
Als de messenslijpinrichting niet in de parkeerpositie wordt gebracht, kan een botsing op-
treden tussen de messenslijpinrichting en de messenbalk.
Messenslijpinrichting naar de parkeerpositie brengen, voordat de messenbalk in de par-
keerpositie wordt gebracht.
Oorzaak en maatregelen
Oorzaak Mogelijke maatregel
1
Mogelijke maatregel
2
Mogelijke maatregel
3
De messenslijpin-
richting heeft de defi-
nitieve parkeerposi-
tie niet bereikt.
Knop op het
CAN-toetsenbord
aanraken om de
messenslijpinrichting
naar de parkeerposi-
tie te brengen.
Dwars- en langssle-
de en klapframe “tip-
pend” naar hun par-
keerposities ver-
plaatsen. Zie "Bedie-
ning van het CAN-
toetsenbord" pagi-
na 32.
Noodbediening uit-
voeren. Zie "Nood-
bediening" pagi-
na 71.
Messenslijpinrichting deactiveren
TIP
Heeft de messenslijpinrichting tijdens het gebruik een defect dat niet ter plekke kan worden
gerepareerd, dan kan de messenslijpinrichting worden “gedeactiveerd” (door noodbedie-
ning naar de parkeerpositie worden gebracht). De resterende functies van de opraapwagen
worden dan niet meer geblokkeerd.
AANWIJZING
Botsing van machineonderdelen!
Als de messenslijpinrichting niet in de parkeerpositie wordt gebracht, kan een botsing op-
treden tussen de messenslijpinrichting en de messenbalk.
Messenslijpinrichting naar de parkeerpositie brengen, voordat de messenbalk in de par-
keerpositie wordt gebracht.
Voorwaarde
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond.
Tractor en machine beveiligen tegen wegrollen
Iedereen wegsturen uit de gevarenzone rond de messenslijpinrichting.
AUTOCUT raad en daad
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 65
Werkwijze
Bij de poging om de messenbalk te zwenken, klinkt bij het drukken op een van de snijs-
ysteemtoetsen op het externe toetsenbord / of de knoppen /
een aanhoudende waarschuwingstoon.
Foutaanwijzing op de bedieningsterminal aflezen.
Fout lokaliseren
Fout kan niet ter plekke worden verholpen: Een van de beide NOODSTOP-
schakelaars indrukken.
Messenslijpinrichting via de noodbediening helemaal naar de parkeerpositie bren-
gen.
Messenbalk in de werkpositie inklappen.
Foutmeldingen
In geval van fouten die door de dwars- of de langssledemotor worden geactiveerd, worden
de volgende “knippercodes” op het CAN-toetsenbord weergegeven. Deze “motorfouten” wor-
den ook weergegeven op de bedieningsterminal.
Motorfoutsignalen op het CAN-toetsenbord
Motorfout dwarsslede
De leds 6a-c van de knop knipperen elke seconde.
Motorfout langsslede
De leds 7a-c van de knop (langssledemotor) knipperen elke seconde.
AUTOCUT raad en daad
66 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Motorfoutmeldingen op de ISOBUS-terminal
Fout-
num-
mer
Fouttekst Beschrijving Mogelijke foutoorzaak Appara-
tuur-iden-
tificatieco-
de
164 MOTOR CROSS
BLOCKED
Dwarsaandrijving
geblokkeerd
Motor wordt tippend naar
de eindpositie verplaatst
en geblokkeerd
M102
165 MOTOR LONGI
BLOCKED
Langsaandrijving
geblokkeerd
M101
166 MOTOR CROSS
SUPPLY VOLTA-
GE LOW -
CHECK FUSE
Dwarsaandrijving
zonder voeding
Zekering of relais vervan-
gen, kabelboom controle-
ren
487.810,
A2: F2 / R2
167 MOTOR LONGI
SUPPLY VOLTA-
GE LOW -
CHECK FUSE
Langsaandrijving
zonder voeding
487.810,
A2: F1 / R1
168 MOTOR CROSS
LAG ERROR
Sleepfout op de
dwarsaandrijving
Onvoldoende voeding -->
gebruik accukabel
476.552
M102
169 MOTOR LONGI
LAG ERROR
Sleepfout op de
langsaandrijving
M101
170 MOTOR CROSS
communication
lost
Aandrijving com-
municeert niet met
de regeleenheid
(ECU)
Busfout (hardware), stek-
kerverbinding naar motor
defect
M102
171 MOTOR LONGI
communication
lost
M101
172 Motor CROSS, al-
gemene fout met
nummer
Contact opnemen
met Pöttinger
klantenservice
Foutnummer moet door
PÖTTINGER klantenservi-
ce worden geanalyseerd.
M102
173 Motor Longi, alge-
mene fout met
nummer
M101
Sensoren
Om een probleemloze werking te garanderen, moeten alle genoemde sensoren goed wer-
ken.
Na de vervanging van defecte sensoren of als functies niet correct worden uitgevoerd, is het
nodig de betreffende sensoren opnieuw in te stellen.
AUTOCUT raad en daad
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 67
Instelling
AANWIJZING
Gevaar voor botsing van machineonderdelen!
Bij foutieve instelling van de sensoren kan tijdens het werk een botsing met andere machi-
neonderdelen ontstaan.
Niet verschillende sensoren tegelijkertijd instellen.
Voorwaarde
Machine correct gekoppeld aan een geschikte tractor.
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Draaihoeksensor voor de snijsysteempositie instellen
TIP
De draaihoeksensor bevindt zich op het snijsysteem van de machine!
Werkwijze
De positie van het uitgeklapte snijsysteem wordt door de draaihoeksensor (1) geregi-
streerd. De draaihoek voor de naar binnen of buiten gezwenkte positie van het snijsys-
teem wordt via de bedieningsterminal van de machine gekalibreerd. Voor de kalibratie,
zie de gebruiksaanwijzing voor de opraapwagen.
AUTOCUT raad en daad
68 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Sensor (4) voor de parkeerpositie van het zwenkraam instellen
Voorwaarde
De bewegende delen op het zwenkframe liggen aan beide zijden van de messenslijpin-
richting tegen aanslagbout (1) aan, zoals afgebeeld.
De afbeelding toont het zwenkframe in de parkeerpositie
Werkwijze
Zwenkframe parkeerpositie: Voor het aanpassen van de positie sensor in het sleufgat
verstellen totdat de sensor schakelt.
AUTOCUT raad en daad
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 69
Sensor (3) voor de werkpositie van het zwenkframe instellen
De afbeelding toont de linkerzijde van het zwenkframe in de parkeerpositie
Voorwaarde
De bewegende delen op het zwenkframe liggen aan beide zijden van de messenslijpin-
richting tegen aanslagbout (2) aan.
Werkwijze
Werkpositie van het zwenkframe: Voor het aanpassen van de positie sensor (3) in het
sleufgat verstellen totdat de sensor schakelt.
Bout (6) voor de parkeerpositie van de langsslede instellen
AUTOCUT raad en daad
70 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Voorwaarde
De langsslede bevindt zich bij de aanslag helemaal achteraan en het lager (5) ligt tegen
het einde van de langssledegeleider aan, zoals afgebeeld.
Werkwijze
Parkeerpositie van de langsslede: Voor het aanpassen van de positie bout (6) in het
sleufgat verstellen totdat de sensor (7) schakelt.
Bout (9) voor de parkeerpositie van de dwarsslede instellen
Voorwaarde
De dwarsslede bevindt zich bij de aanslag helemaal links en ligt tegen de aanslagbout
(8) aan, zoals afgebeeld.
Werkwijze
Parkeerpositie van de dwarsslede: Voor het aanpassen van de positie bout (9) in het
sleufgat verstellen totdat de sensor (10) schakelt.
Noodbediening
De noodbediening van de messenslijpinrichting is beperkt tot het hydraulisch naar buiten
zwenken van het zwenkframe en het handmatig verschuiven van de langs- en dwarsslede in
de parkeerpositie. Zo kan de messenbalk van de machine naar binnen gezwenkt en het werk
met de machine, tijdelijk zonder functionerende messenslijpinrichting, worden voortgezet.
Ondanks uitval van het elektrische systeem, kan de gewenste hydraulische functie recht-
streeks via het hydraulisch schakelblok en loadsensing worden uitgevoerd.
AUTOCUT raad en daad
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 71
WAARSCHUWING
Gevaar voor stoten en kneuzen voor het hele lichaam!
Machineonderdelen kunnen bewegingen uitvoeren die niet te voorzien zijn voor personen
in de gevarenzone.
Iedereen wegsturen uit de gevarenzone rond de machine voordat er machinefuncties
worden bediend.
Langs- en dwarsslede noodbediening uitvoeren
Langs- en dwarsslede kunnen alleen door handmatig verschuiven in de parkeerpositie wor-
den gebracht, als het elektrische systeem uitvalt. Bij de dwarsslede moet rekening worden
gehouden met een benodigde kracht van ca. 15 kg.
Voorwaarde
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
Machine geparkeerd op een vlakke, stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
ISOBUS-terminal uitgeschakeld.
Werkwijze
Messenslijpinrichting buiten bedrijf zetten: Een van de beide NOODSTOP-schakelaars
indrukken.
Op de bedieningsterminal wordt een foutmelding weergegeven!
Eerst de langsslede door trekken aan de slede tot aan de aanslag naar achteren trek-
ken.
Vervolgens de dwarsslede tot aan de aanslag naar links in de parkeerpositie verschui-
ven.
Als het verschuiven erg moeilijk is, kan het proces ook worden ondersteund met
een riem waarmee zijdelings spanning wordt uitgeoefend.
Als er geen hulpmiddelen (zoals riemen) beschikbaar zijn, moet de trekveer (1) aan
de onderzijde van de dwarsslede worden losgehaakt om de dwarsslede naar de
parkeerpositie te verschuiven. Vervolgens de trekveer (1) weer vasthaken.
AUTOCUT raad en daad
72 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
NOODSTOP-schakelaar deactiveren.
Foutmelding op de bedieningsterminal met de knop bevestigen.
Zwenkframe noodbediening situatie 1
Om het zwenkframe, bij uitval van het elektrische systeem van de messenslijpinrichting, naar
de parkeerpositie naar buiten te zwenken, moeten de volgende stappen worden uitgevoerd,
afhankelijk van de gegeven situatie. De procedure is afhankelijk van de huidig situatie bij
uitval van de messenslijpinrichting verschillend.
Huidige situatie
1. Uitval van de CAN-IO-module van de messenslijpinrichting.
De messenslijpinrichting reageert niet meer op commando's van het CAN-toetsen-
bord en er branden geen statusleds op het CAN-toetsenbord.
De foutmelding “204 - CAN 0 KEYPAD, NO connection” wordt op de bedieningster-
minal weergegeven.
De sensoren van de messenslijpinrichting (B101-B104) worden niet meer opge-
vraagd.
2. De messenslijpinrichting staat in de werkpositie (zwenkframe naar binnen gezwenkt).
3. Dwars- en langsslede zijn bij het optreden van de fout “ergens” blijven staan.
Voorwaarden
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
Machine geparkeerd op een vlakke, stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Personen weggestuurd uit de gevarenzone rond de messenslijpinrichting. Zie "Bedrijfs-
afhankelijke gevarenzone" pagina 17.
AUTOCUT raad en daad
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 73
Werkwijze
1 Linker, zijdelingse afdekklep, boven de hydraulische blokken openen.
Klep geopend
VOORZICHTIG
Gevaar voor beknelling van bovenlichaam, armen, handen en hoofd!
Personen wegsturen uit de gevarenzone onder de machine.
Iedereen wegsturen uit de gevarenzone rond de messenslijpinrichting.
2 Een van de beide NOODSTOP-schakelaars bedienen.
3 Dwars- en langsslede handmatig naar de parkeerpositie verplaatsen.
4 Voeding voor de opraapwagen loskoppelen op de tractor en weer aansluiten.
5 Bediende NOODSTOP-schakelaars ontgrendelen.
6 Bedieningsterminal van de machine opnieuw starten.
7 Foutmeldingen betreffende de messenslijpinrichting op de terminal bevestigen met de
knop op het aanraakscherm of met de bijbehorende functietoets. Zie ook de ge-
bruiksaanwijzing voor de ISOBUS van de opraapwagen.
8 De schroeven op de kleppen “Y101” en “Y102” volledig erin draaien.
AUTOCUT raad en daad
74 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Y101 / Y102 = bout op de klep voor noodbediening
1 = Linker hydraulische cilinder van het zwenkframe
9 Hydraulische druktoevoer tot stand brengen (tractor starten).
10
Knop en knop (knikdissel heffen) op het CAN-toetsenbord van de op-
raapwagen aanraken en vasthouden.
TIP
Loslaten van een van de knoppen onderbreekt het proces.
De knikdissel op de opraapwagen en het zwenkframe van de messenslijpinrichting
worden tegelijkertijd geheven.
Knoppen aanraken totdat het zwenkframe van de messenslijpinrichting volledig in
de parkeerpositie naar buiten is gezwenkt.
11 De bout op klep “Y102” volledig eruit draaien.
12 Knoppen loslaten.
13 De bout op klep “Y101” volledig eruit draaien.
14 Hydraulische druktoevoer uitschakelen (tractor parkeren).
15
Messenslijpinrichting op de terminal in menu “CONFIG” deactiveren. De mes-
senslijpinrichting wordt daardoor uitgesloten uit de bediening en bewaking door het ISO-
BUS-systeem.
AUTOCUT raad en daad
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 75
= messenslijpinrichting geactiveerd.
= messenslijpinrichting gedeactiveerd
16 Foutmeldingen betreffende de messenslijpinrichting op de terminal bevestigen met de
knop op het aanraakscherm of met de bijbehorende functietoets. Zie ook de ge-
bruiksaanwijzing voor de ISOBUS van de opraapwagen.
17 Knikdissel op de opraapwagen in de gewenste positie brengen.
18 Afdekking van de hydraulische blokken sluiten.
Zwenkframe noodbediening situatie 2
Om het zwenkframe, bij uitval van het elektrische systeem van de messenslijpinrichting, naar
de parkeerpositie naar buiten te zwenken, moeten de volgende stappen worden uitgevoerd,
afhankelijk van de gegeven situatie. De procedure is afhankelijk van de huidig situatie bij
uitval van de messenslijpinrichting verschillend.
Huidige situatie
1. Een elektrisch defect op de kabelboom 487.810 van de messenslijpinrichting (bijv. kort-
sluiting OF kabelbreuk) OF een elektrisch defect van een aandrijfmotor (M101 OF
M102) OF een elektrisch defect van een hydraulische klep.
De messenslijpinrichting reageert niet meer op commando's van het CAN-toetsen-
bord.
AUTOCUT raad en daad
76 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
2. De messenslijpinrichting staat in de werkpositie (zwenkframe naar binnen gezwenkt).
3. Dwars- en langsslede zijn bij het optreden van de fout “ergens” blijven staan.
Voorwaarden
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
Machine geparkeerd op een vlakke, stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Personen weggestuurd uit de gevarenzone rond de messenslijpinrichting. Zie "Bedrijfs-
afhankelijke gevarenzone" pagina 17.
Werkwijze
Linker, zijdelingse afdekklep, boven de hydraulische blokken openen.
Klep geopend
VOORZICHTIG
Gevaar voor beknelling van bovenlichaam, armen, handen en hoofd!
Personen wegsturen uit de gevarenzone onder de machine.
Iedereen wegsturen uit de gevarenzone rond de messenslijpinrichting.
Messenslijpinrichting op de terminal in menu “CONFIG” deactiveren. De mes-
senslijpinrichting wordt daardoor uitgesloten uit de bediening en bewaking door het ISO-
BUS-systeem.
AUTOCUT raad en daad
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 77
= messenslijpinrichting geactiveerd.
= messenslijpinrichting gedeactiveerd
Voeding voor de opraapwagen loskoppelen op de tractor.
Dwars- en langsslede handmatig naar de parkeerpositie verplaatsen.
Kabelboomverbinding loskoppelen tussen messenslijpinrichting en opraapwagen: Hier-
voor de contactdoos “-X100” van de kabelboom (487.810) van de messenslijpinrichting
loskoppelen van stekker “-X100” van de hoofdkabelboom (487.811) van de opraapwa-
gen.
De blootgestelde contacten van de contactdoos / stekker “-X100”, met behulp van
plastic zak of iets dergelijks, beschermen tegen het binnendringen van vocht.
AUTOCUT raad en daad
78 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
De afsluitweerstand op contactdoos -X3b (CAN bus termi-
nation) verwijderen op de kabelboom (487.810) van de messenslijpinrich-
ting.
De stofkap op contactdoos -X3b (CAN bus termination) verwijde-
ren op de kabelboom (487.811) van de opraapwagen.
De (van tevoren verwijderde) afsluitweerstand op contact-
doos -X3b (CAN bus termination) plaatsen op de kabelboom
(487.811) van de opraapwagen.
De (van tevoren verwijderde) stofkap op contactdoos -X3b (CAN bus termination)
aanbrengen op de kabelboom (487.810) van de messenslijpinrichting om
het binnendringen van vocht te voorkomen.
Voor een nette kabelgeleiding zorgen en indien nodig kabels en stekkers vastzetten
met extra kabelbinders.
Voeding voor de opraapwagen aansluiten op de tractor.
Bedieningsterminal van de machine opnieuw starten.
Foutmeldingen betreffende de messenslijpinrichting op de terminal bevestigen met de
knop op het aanraakscherm of met de bijbehorende functietoets. Zie ook de ge-
bruiksaanwijzing voor de ISOBUS van de opraapwagen.
De schroeven op de kleppen “Y101” en “Y102” volledig erin draaien.
AUTOCUT raad en daad
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 79
Y101 / Y102 = bout op de klep voor noodbediening
1 = Linker hydraulische cilinder van het zwenkframe
Hydraulische druktoevoer tot stand brengen (tractor starten).
Knop en knop (knikdissel heffen) op het CAN-toetsenbord van de op-
raapwagen aanraken en vasthouden.
TIP
Loslaten van een van de knoppen onderbreekt het proces.
De knikdissel op de opraapwagen en het zwenkframe van de messenslijpinrichting
worden tegelijkertijd geheven.
Knoppen aanraken totdat het zwenkframe van de messenslijpinrichting volledig in
de parkeerpositie naar buiten is gezwenkt.
De bout op klep “Y102” volledig eruit draaien.
Knoppen loslaten.
De bout op klep “Y101” volledig eruit draaien.
Hydraulische druktoevoer uitschakelen (tractor parkeren).
Foutmeldingen betreffende de messenslijpinrichting op de terminal bevestigen met de
knop op het aanraakscherm of met de bijbehorende functietoets. Zie ook de ge-
bruiksaanwijzing voor de ISOBUS van de opraapwagen.
AUTOCUT raad en daad
80 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
Knikdissel op de opraapwagen in de gewenste positie brengen.
Afdekking van de hydraulische blokken sluiten.
Teachmodus
In de “teachmodus” wordt de positie van het eerste mes in het systeem aangeleerd.
AANWIJZING
Schade aan de messenslijpinrichting!
Door onjuiste instellingen kunnen machineonderdelen beschadigd raken.
De instelling / wijziging van de in de fabriek vooraf ingestelde parameters mag alleen
door opgeleid personeel / gespecialiseerde werkplaatsen worden uitgevoerd.
TIP
Als de standaard slijpschijf door een ander type (smaller, breder, andere geometrie) wordt
vervangen, moet de positie van het eerste mes in het systeem opnieuw worden aange-
leerd!
TEACH-modus uitvoeren
Voorwaarde
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
Machine geparkeerd op een vlakke, stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrollen.
ISOBUS-terminal uitgeschakeld.
Voeding voor de machine ingeschakeld.
Zwenkframe volledig naar binnen gezwenkt.
Sensor B2=TRUE; led 5b brandt
Knop 5 op het membraantoetsenbord met led a / b / c
Dwarsslede in de parkeerpositie.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken.
Werkwijze
TEACH-modus starten: knop en knop tegelijkertijd aanraken en min-
stens 1 seconde vasthouden.
Als de TEACH-modus is gestart, knipperen led 1b en 3b
AUTOCUT raad en daad
5601.42.325.1_nl-NL_8_0 Gebruiksaanwijzing AUTOCUT | 81
Knop 1 op het membraantoetsenbord
met led a / b / c
Knop 3 op het membraantoetsenbord
met led a / b / c
Dwarsslede / langsslede verplaatsen: knop of knop samen met knop
of knop aanraken totdat de slijpschijf op ca. 5 mm afstand van mes 1
(maat “X”, zie onderstaande afbeelding) is geplaatst.
TIP
Het kan nuttig zijn de slijpschijf tussen de messen 1 en 2 “tippend” te verplaatsen om
de afstand “X” (afstand tot mes 1) correct in te stellen. Zie "Bediening van het CAN-
toetsenbord" pagina 32.
Afstand “X”
Positie opslaan: knop en knop tegelijkertijd aanraken en minstens 1
seconde vasthouden.
TIP
De ingestelde waarde “X” wordt in het menu “SET - submenu 2” naast symbool
weergegeven. Zie "Basisinstellingen (menu “SET”)" pagina 21.
AUTOCUT raad en daad
82 | Gebruiksaanwijzing AUTOCUT 5601.42.325.1_nl-NL_8_0
PÖTTINGER Servicepartner
Ons fijnmazige, wereldwijde net van service-vakhandelaren staat volledig tot uw beschikking.
Doordat er altijd een PÖTTINGER-dealer in de buurt is, bent u verzekerd van een snelle le-
vering van vervangende onderdelen. Bovendien wordt uw machine afgeleverd en ingesteld
door vakkundige medewerkers.
Onze service:
Regelmatige bijscholing zorgt voor vakkundig personeel
24 uur per dag "ORIGINAL INSIDE" onderdelen online bestellen.
Langdurige beschikbaarheid van vervangende onderdelen
en nog veel meer ...
Informeer bij uw service-vakhandelaar of ga naar www.poettinger.at.
5601.42.325.1_nl-NL_8_0
5601.42.325.1_nl-NL_8_0
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Pottinger Grinder JUMBO Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding