BIC · Edition 09.22
NL-14
➔De schroeven van het branderelement kruislings
aantrekken: BIC(A) 50 tot 100 met max. 15Nm
(11lbft), BIC 125 tot 140 met max. 30Nm
(22lbft).
11 Spanning aan de installatie toevoeren.
12 Gas- en luchttoevoer openen.
13 14
15 Brander op min. capaciteit zetten en de
ingestelde drukken met het overdrachtsrapport
vergelijken.
16 Brander meerdere keren op kleine en grote stand
zetten en daarbij de ingestelde drukken, de
rookgaswaarden en het vlambeeld controleren.
GEVAAR
Ontploffings- en vergiftigingsgevaar bij branderin-
stelling met luchtgebrek!
– Gas- en luchttoevoer zo instellen dat de brander
altijd met luchtovermaat wordt gebruikt– anders
CO-vorming in de ovenruimte! CO is reukloos
en giftig! Rookgasanalyse uitvoeren.
17 Onderhoudsrapport opstellen.
8 HULP BIJ STORINGEN
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok!
– Alvorens aan stroomvoerende onderdelen te
werken de elektrische bedrading spanningsvrij
maken!
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
Branderkoppen zijn scherp.
– Een branderinspectie mag alleen door
geautoriseerd vakpersoneel worden uitgevoerd.
➔Als er bij de controle van de brander geen fout
wordt gevonden, dan van de branderautomaat
uitgaan en aan de hand van de bedieningshand-
leiding de fout opsporen.
? Storing
! Oorzaak
• Remedie
? Brander gaat niet in bedrijf.
! Kleppen gaan niet open.
• Spanningsvoorziening en bedrading controle-
ren.
! Lektester meldt storing.
• Kleppen op lekkage controleren.
• Bedieningshandleiding voor de lektester in
acht nemen.
! Regelkleppen gaan niet in de positie min. capaci-
teit.
• Impulsleidingen controleren.
! Gasinlaatdruk te laag.
• De filter op verontreiniging controleren.
• Gasvoorziening controleren.
! Luchtinlaatdruk te laag.
• Ventilator en luchtvoorziening controleren.
! Gas- en luchtdruk op de brander te laag.
• Restrictie-elementen controleren.
• De instelling voor de starthoeveelheid con-
troleren/afstellen, zie bedieningshandleiding
magneetklep.
! Branderautomaat werkt niet correct.
• Controle van de zekering van het apparaat.
• Bedieningshandleiding van de branderauto-
maat in acht nemen.
! Branderautomaat meldt storing.
• Ionisatiekabel controleren!
• Ionisatiestroom controleren. Ionisatiestroom
minstens 5μA– stabiel signaal.
• Brander op voldoende aarding controleren.
• Bedieningshandleiding van de branderauto-
maat in acht nemen.
! Er wordt geen ontstekingsvonk geproduceerd.
• Ontstekingskabel controleren.
• Spanningsvoorziening en bedrading controle-
ren.
• Brander op voldoende aarding controleren.
• Elektrode controleren – zie pagina 12 (7
Onderhoud).
! Defecte isolator op de elektrode, ontstekings-
vonk springt verkeerd over.
• Elektrode controleren.
? Brander gaat op storing nadat deze reeds
geruime tijd goed gebrand heeft.
! Verkeerde instellingen van de gas- en luchtvolu-
mestroom.
• Verschildrukken gas en lucht controleren.
! Branderautomaat meldt storing.
• Ionisatiekabel controleren!
• Ionisatiestroom controleren. Ionisatiestroom
minstens 5μA– stabiel signaal.
! Branderkop vuil.
• Gas-, luchtopeningen en luchtspleten reinigen.
• Afzettingen verwijderen.
! Extreme drukschommelingen in de branderka-
mer.
• Regelingsconcepten bij Honeywell Kromschrö-
der aanvragen.