ProForm PFRW48121-INT de handleiding

Type
de handleiding
Serie-
nummer-
sticker
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Modelnr. PFRW48121-INT.0
Serienr.
Schrijf het serienummer in het vakje
hierboven voor latere raadpleging.
iconeurope.com
OPGELET
Lees alle voorzorgsmaatregelen
en instructies in deze handleiding
door voordat u deze apparatuur
gebruikt. Bewaar deze handlei-
ding voor latere raadpleging.
LEDENZORG
Indien u assistentie nodig heeft,
verzoeken wij u uw product op onze
website ifitsupport.eu te registreren.
Telefoonnummer: 207 082 883
Openingstijden: maandag–vrijdag
08.00–17.00 uur
2
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER
INHOUDSOPGAVE
De hier afgebeelde waarschu-
wingsstickers worden bij dit
product meegeleverd. Bevestig
de waarschuwingsstickers op
de aangegeven locatie bovenop
de Engelse waarschuwingen.
Raadpleeg de voorkant van
deze handleiding als een stic-
ker ontbreekt of niet leesbaar
is en vraag om een gratis
vervangende sticker. Plak
de sticker op de aangegeven
plaats. Let op: De stickers
worden mogelijk niet op ware
grootte weergegeven.
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA ...........................................................5
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
DE ROEITRAINER GEBRUIKEN ..............................................................11
HET BEDIENINGSPANEEL GEBRUIKEN .......................................................14
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING .....................................................20
TRAININGSRICHTLIJNEN ...................................................................21
ONDERDELENLIJST .......................................................................24
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
VERVANGINGSONDERDELEN BESTELLEN .............................................Achterkant
RECYCLINGINFORMATIE ............................................................Achterkant
PROFORM en IFIT zijn geregistreerde handelsmerken van iFIT Inc. App Store is een handelsmerk van Apple
Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. Android en Google Play zijn handelsmerken van Google LLC. Het
woordmerk Bluetooth® en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en worden onder
licentie gebruikt. IOS is een handelsmerk of een geregistreerd handelsmerk van Cisco in de VS en andere landen
en wordt onder licentie gebruikt.
3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig letsel te verminderen, dient u alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op
de roeitrainer te lezen voordat u de roeitrainer gebruikt. iFIT aanvaardt geen verantwoordelijkheid
voor persoonlijk letsel of materiële schade opgelopen door dit product of door het gebruik van dit
product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om ervoor te zorgen dat alle gebruikers
van de roeitrainer goed geïnformeerd zijn
over alle voorzorgsmaatregelen.
2. Houd kinderen jonger dan 16 jaar en huisdie-
ren altijd bij de roeitrainer vandaan.
3. Raadpleeg uw medisch zorgverlener
voordat u met enig trainingsprogramma
begint. Dit is vooral belangrijk voor per-
sonen ouder dan 35 jaar of met bestaande
gezondheidsproblemen.
4. Raadpleeg uw medisch zorgverlener voordat
u begint of doorgaat met een trainingspro-
gramma tijdens de zwangerschap. Gebruik
de roeitrainer alleen met toestemming van
uw medisch zorgverlener.
5. De roeitrainer is niet bedoeld om gebruikt te
worden door personen met verminderd licha-
melijk, zintuiglijk of verstandelijk vermogen
of met een gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij er toezicht is of tenzij zij instructies
hebben ontvangen over het gebruik van de
roeitrainer door iemand die voor hun veilig-
heid verantwoordelijk is.
6. Gebruik de roeitrainer alleen zoals in deze
handleiding is beschreven.
7. De roeitrainer is alleen voor thuisge-
bruik bedoeld. Gebruik de roeitrainer
niet voor zakelijke, institutionele of
verhuurdoeleinden.
8. Houd de roeitrainer binnenshuis en uit de
buurt van vocht en stof. Plaats de roeitrainer
niet in een garage, op een overdekt terras of
bij water.
9. Plaats de roeitrainer op een vlakke onder-
grond met een matje eronder om de vloer of
de vloerbedekking te beschermen. Zorg dat
er minstens 0,6 m ruimte rondom de roeitrai-
ner is.
10. Controleer de onderdelen elke keer dat de
roeitrainer wordt gebruikt en draai ze goed
vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik alleen door de fabrikant geleverde
onderdelen.
11. Draag geschikte kleding wanneer u de
roeitrainer gebruikt. Draag nooit losse
kleding die in de roeitrainer bekneld kan
raken. Draag altijd sportschoenen voor
voetbescherming.
12. De roeitrainer is niet geschikt voor gebruik
door personen die meer dan 115 kg wegen.
13. Houd uw rug tijdens het gebruik van de roei-
trainer altijd recht. Krom uw rug niet.
14. Laat de roeistang niet los als het koord is
uitgerold.
15. Te veel trainen kan leiden tot ernstig letsel
of de dood. Stop onmiddellijk en begin met
afkoelen als u tijdens het trainen uitgeput
raakt, kortademig wordt of pijn voelt.
4
Bedankt dat u voor de nieuwe PROFORM® SPORT
RL roeitrainer heeft gekozen. Roeien is een effectieve
training voor het verbeteren van het hart- en vaatstel-
sel, het opbouwen van uithoudingsvermogen en een
sterker lichaam. De SPORT RL roeitrainer is ontwor-
pen om u van deze effectieve training te laten genieten
vanuit het gemak van uw eigen huis.
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u
de roeitrainer gebruikt. Raadpleeg de voorkant van
deze handleiding als u na het doorlezen van deze
handleiding nog vragen hebt. Noteer het product-
model- en serienummer voordat u contact met ons
opneemt, zodat wij u van dienst kunnen zijn. U vindt
het modelnummer en de locatie van de serienummer-
sticker op de voorkant van deze handleiding.
Bekijk onderstaande afbeelding voor een overzicht van
de gelabelde onderdelen, voordat u verder leest.
Opbergklem
Railhendel
Onderstelhendel Wiel
Voetsteun
Zitting
Rail
Roeistang
VOORDAT U BEGINT
Lengte: 221 cm
Breedte: 56 cm
Gewicht: 40 kg
Riem
Knop
Bedieningspaneel Verstelbare hals
5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Raadpleeg de onderstaande afbeeldingen voor een overzicht van de kleine onderdelen die nodig zijn voor mon-
tage. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het referentienummer van het onderdeel. U vindt alle
onderdelen terug in de ONDERDELENLIJST achterin deze handleiding. Het getal volgend op het referentienum-
mer geeft het aantal te monteren onderdelen aan. Let op: Als een onderdeel van de set met bevestigingson-
derdelen ontbreekt, controleer dan eerst of het vooraf al is gemonteerd. Er kunnen extra onderdelen zijn
meegeleverd.
M8 x 35mm Schroef
(82)–4
M10 x 14mm
Schroef (61)–2
M4 x 19mm
Schroef (69)–2
M4 x 16mm
Schroef (68)–2
M4 x 8mm
Schroef (104)–2
M4 x 12mm
Schroef (105)–4
6
De montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
Voor montage heeft u het meegeleverde gereed-
schap nodig.
één kruiskopschroevendraaier
één verstelbare moersleutel
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
MONTAGE
2. Als er nog verzendkokers (niet afgebeeld) aan
de roeitrainer zijn bevestigd, verwijdert u deze
en de bevestigingsonderdelen waarmee ze zijn
bevestigd en gooit u ze weg.
Trek met hulp van een tweede persoon de Rail
(2) naar buiten en draai de Stabilisator (3) naar
beneden.
2
3
1
2
1. Ga naar ifitsupport.eu op uw computer en
registreer uw product.
• documenteert uw eigendom
activeert uw garantie
zorgt voor prioriteit bij klantondersteuning als u
ooit hulp nodig heeft
Let op: Indien u geen toegang tot internet heeft,
kunt u bellen met de Ledenzorg (zie de voorkant
van deze handleiding) en uw product registreren.
7
3. Laat een tweede persoon de Rail (2) tijdens
deze stap vasthouden.
Bevestig de Stabilisator (3) aan het Onderstel (1)
met twee M10 x 14mm Schroeven (61).
Houd dan de Railhendel (34) vast, trek de Rail
(2) naar buiten en laat de Rail op de vloer rusten
(zie de afbeelding in stap 4).
61
3
4. Draai de Zitting (23) zoals is afgebeeld en schuif
de Zittingdrager (5) op de Rail (2). 4
23
2
2
5
34
3
1
8
5. Schuif de Zitting (23) op de voorkant van de Rail
(2).
Maak vervolgens de Achterste Stop (87) aan
de Rail (2) vast met twee M4 x 8mm Schroeven
(104).
Bevestig dan de Raildop (38) aan de Rail (2) met
twee M4 x 19mm Schroeven (69).
2
5
6
38
69
69
87
23
104
105
105
76
84
75
Zorg dat de
draden niet klem
komen te zitten
6. Laat een tweede persoon het Bedieningspaneel
(75) bij de Hals (76) vasthouden. Sluit de Draad
van de Staander (84) aan op de aansluiting op
het Bedieningspaneel. Tip: De draadconnector
zou er makkelijk in moeten glijden en met een
hoorbare klik op zijn plaats moeten klikken.
Als dit niet gebeurt, dient u de connector te
draaien en het nog eens te proberen.
Stop het overschot aan draad in de Hals (76) of
in het Bedieningspaneel (75).
Tip: Zorg dat de draden niet klem komen te
zitten. Bevestig het Bedieningspaneel (75) aan
de Hals (76) met vier M4 x 12mm Schroeven
(105); draai alle Schroeven aan en draai ze
daarna vast.
9
7. Sluit, terwijl een tweede persoon het Bedie-
ningspaneel (75) en de Staander (77) bij het
Onderstel (1) houdt, de Draad van de Staan-
der (84) aan op de Hoofddraad (109). Tip: De
draadconnectoren zouden makkelijk samen
moeten glijden en met een hoorbare klik op
hun plaats moeten klikken. Draai een van de
connectoren en probeer het opnieuw als dit
niet gebeurt.
Steek het overschot aan draad in het Onderstel
(1).
Tip: Zorg dat de draden niet klem komen
te zitten. Bevestig de Staander (77) aan het
Onderstel (1) met vier M8 x 35mm Schroeven
(82). Draai alle Schroeven aan en draai ze
daarna vast.
7
82
77
1
84
75
Zorg dat de
draden niet
klem komen
te zitten
109
8. Houd de Hals (76) vast en maak de Knop (78)
los van de Staander (77) en verwijder hem.
Pak vervolgens de Rechter- en Linkerkap van de
Staander (80, 81) en draai ze zoals afgebeeld.
Druk de Rechter- en Linkerkap van de Staander
(80, 81) samen rond de Staander (77) en maak
ze aan de Staander vast met twee M4 x 16mm
Schroeven (68).
Steek dan de Knop (78) in de Rechterkap van de
Staander (80) en draai die in de Staander (77)
vast.
8
81
80
77
76
68
68
78
10
9
108
9. Steek de Stroomadapter (108) in de aansluiting
aan de voorkant van de roeitrainer.
Let op: Raadpleeg DE STROOMADAPTER
INSTEKEN op bladzijde 11 om de Stroom-
adapter (108) in een stopcontact te steken.
10. Zorg dat alle onderdelen goed vastzitten. Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Leg een matje
onder de roeitrainer om de vloer te beschermen.
11
DE STROOMADAPTER INSTEKEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de roeitrainer
aan koude temperaturen is blootgesteld, deze
op kamertemperatuur komen voordat u de
stroomadapter (A) insteekt. Doet u dit niet, dan
kunnen de displays van het bedieningspaneel
of andere elektrische componenten beschadigd
raken.
Steek de
stroomadapter
(A) in de aan-
sluiting aan de
voorkant van
de roeitrainer.
Vervolgens
steekt u, indien
nodig, de juiste
plugadapter in de stroomadapter. Steek vervolgens de
stroomadapter in een geschikt stopcontact dat op de
juiste wijze is geïnstalleerd volgens de lokale codes en
verordeningen.
DE VOETKUSSENS BIJSTELLEN
Ga eerst op de zitting zitten en plaats uw voeten in de
Voetkussens (B).
Druk vervolgens
op de Beugel
van de Voetsteun
(C), schuif het
Voetkussen (B)
in de gewenste
stand en laat de
Beugel van de
Voetsteun los
zodat het Lipje
(D) in een gleuf
van het Voetkussen klikt. Maak vervolgens de gesp
over uw voet vast. Stel het andere voetkussen op
dezelfde manier bij. Controleer of beide voetkus-
sens in dezelfde positie staan.
DE BEELDHOEK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
BIJSTELLEN
Maak de Knop
(E) los, schuif de
Hals (F) omhoog
of omlaag in
de gewenste
hoek en maak
vervolgens de
Knop vast om het
bedieningspaneel
in de gewenste
kijkhoek in te
stellen. Houd het
bedieningspaneel niet vast en trek er ook niet aan.
DE ROEITRAINER IN DE UITGEKLAPTE STAND
VERPLAATSEN
Neem de
vereiste maat-
regelen om
uw vloer te
beschermen. Ga
achter de roei-
trainer staan en
til de Rail (G) op
totdat de roeitrai-
ner op de wielen
rolt. Verplaats de
roeitrainer dan
voorzichtig naar de gewenste plek en laat de Rail op
de vloer zakken. Houd het bedieningspaneel niet
vast en trek er ook niet aan als de roeitrainer wordt
verplaatst.
A
B
DC
E
F
G
DE ROEITRAINER GEBRUIKEN
12
DE ROEITRAINER IN DE INGEKLAPTE STAND
VERPLAATSEN
Neem de vereiste maatregelen om uw vloer te
beschermen. Zie DE ROEITRAINER INKLAPPEN
EN OPBERGEN rechts en klap de roeitrainer in. Houd
dan de Onderstelhendel (H) vast, plaats uw voet op
een Stabilisatorvoet (I) en kantel de roeitrainer totdat
deze op de wielen rolt. Verplaats de roeitrainer voor-
zichtig naar de gewenste plek en kantel deze dan in
de opbergstand. Houd het bedieningspaneel niet
vast en trek er ook niet aan als de roeitrainer wordt
verplaatst.
DE ROEITRAINER INKLAPPEN EN OPBERGEN
U kunt de roeitrainer ingeklapt opbergen om ruimte te
besparen. Berg de roeitrainer op waar kinderen hem
niet kunnen laten omvallen. Koppel de stroomadap-
ter los wanneer u de roeitrainer voor langere tijd
opbergt.
Als u de roeitrainer wilt opbergen, schuift u eerst de
Zitting (J) naar de achterkant van de Rail (G).
Houd vervolgens de Onderstelhendel (H) en de
Railhendel (K) vast en til deze op. Kantel de roeitrainer
naar voren op de Schermen (L, M) en de Opbergpoten
(N) (zie de afbeelding op bladzijde 13).
H
I
J
G
K
H
O
N
L, M
13
Trek dan de Railhendel (K) naar binnen totdat de
Opbergklem (O) in de stang op de Stabilisator (P)
vastklikt.
Als u de roeitrainer wilt uitklappen, plaatst u eerst uw
voet op een Stabilisatorvoet (I) en trekt u de Railhendel
(K) naar buiten om de Opbergklem (O) los te maken.
Houd dan de Railhendel (K) en de Onderstelhendel (H)
vast, trek de Railhendel dan naar buiten en laat de Rail
(G) op de vloer zakken.
ROEIEN OP DE ROEITRAINER
Ga op de zitting zitten, plaats uw voeten op de
voetsteunen en stel de riemen bij, zodat deze om uw
voeten passen. Houd dan de roeistang met een over-
handse greep vast.
De juiste manier van roeien bestaat uit drie fases:
1. De eerste fase is de GREEP. Schuif de zitting
naar voren, totdat uw knieën uw bovenlichaam
bijna raken. Trek de roeistang naar u toe tot uw
handen zich boven uw voeten bevinden.
2. De tweede fase is de AANDRIJVING. Duw met
uw benen naar achteren. Leun vanuit uw heupen
(niet vanuit de taille) lichtjes naar achteren terwijl
u uw rug recht houdt. Trek de roeistang naar uw
bovenlichaam toe terwijl u uw benen strekt. Houd
uw ellebogen naar buiten.
3. De derde fase is de FINISH. Uw benen moeten
bijna gestrekt zijn. Trek de roeistang verder naar u
toe tot uw handen op gelijke hoogte met uw borst-
kas zijn.
Strek uw armen na de finish-fase naar voren en trek
de zitting met uw benen naar voren. Herhaal deze
reeks en beweeg door de drie fasen met een soepele,
vloeiende beweging. Vergeet niet om tijdens het roeien
normaal te ademen. Houd uw adem nooit in.
H
I
I
O
G
P
K
14
HET BEDIENINGSPANEEL GEBRUIKEN
BEDIENINGSPANEELFUNCTIES
Het geavanceerde bedieningspaneel bevat bepaalde
functies om uw trainingen effectiever en leuker te
maken.
Gebruikt u de handmatige modus, dan kunt u de
weerstand van de roeistang met een druk op de toets
bijstellen. Het bedieningspaneel geeft tijdens uw trai-
ning doorlopend trainingsinformatie weer. U kunt zelfs
uw hartslag meten met gebruik van een compatibele
hartslagmonitor.
U kunt ook het geluidssysteem van het bedienings-
paneel gebruiken tijdens uw training.
Het bedieningspaneel biedt ook onbeperkte iFIT-trai-
ningen wanneer u de iFIT-app naar uw smart-toestel
downloadt en dit op het bedieningspaneel aansluit.
Met de iFIT-app heeft u toegang tot een grote en
gevarieerde bibliotheek met iFIT-videotrainingen,
kunt u uw eigen trainingen creëren, resultaten van uw
trainingen bijhouden en hebt u toegang tot vele andere
mogelijkheden.
Elke iFIT-training verandert automatisch de weerstand
van de roeistang, terwijl een iFIT-coach u leidt door
een meeslepende en effectieve videotraining.
Voor gebruik van de handmatige modus, zie blad-
zijde 15. Voor gebruik van het geluidssysteem, zie
bladzijde 16.
Voor gebruik van een iFIT-training, zie bladzijde 17.
Om uw hartslagmonitor aan te sluiten op het bedie-
ningspaneel, zie bladzijde 18. Voor het wijzigen van
bedieningspaneelinstellingen, zie bladzijde 19.
Let op: Als er een laagje plastic op het display zit, moet
u dat verwijderen.
Fletch
ERWPF48121
PFRW48121-INT
BEDIENINGSPANEEL-
OVERZICHT
15
DE HANDMATIGE MODUS GEBRUIKEN
1. Zet het bedieningspaneel aan.
Druk op een toets op het bedieningspaneel of
begin gewoon te roeien om het bedieningspaneel
aan te zetten.
De displays zullen dan aangaan en het bedie-
ningspaneel is klaar voor gebruik.
2. Kies de handmatige modus.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet, wordt de
handmatige modus automatisch gekozen.
3. Verander desgewenst de weerstand van de
roeistang.
Begin te roeien om de handmatige modus te
starten.
U kunt de weerstand van de roeistang tijdens
het roeien aanpassen. Om de weerstand te wijzi-
gen, drukt u op een van de genummerde toetsen
Silent Magnetic Resistance (stille magnetische
weerstand) of drukt u op de toenametoets en
afnametoets Silent Magnetic Resistance (stille
magnetische weerstand).
Let op: Als u een toets hebt ingedrukt, duurt het
even voordat de roeitrainer het gewenste weer-
standsniveau bereikt.
4. Volg uw vorderingen op de displays.
Tijdens het oefenen zullen de volgende weergave-
modi onmiddellijke oefenfeedback aangeven.
CALS (calorieën) – Het geschatte aantal calorieën
dat u heeft verbrand.
CALS/HR (calorieën per uur) – Een schatting van
het aantal calorieën dat u per uur verbrandt.
M (afstand) – De afstand die u in meters heeft
geroeid.
BPM en hartsymbool (hartslag) – Uw hartslag
als u een compatibele hartslagmonitor gebruikt (zie
stap 5).
RESIST (weerstand) – Geeft het weerstands-
niveau van de roeistang weer.
Strokes (slagen) – Deze modus toont het aantal
roeislagen dat u heeft voltooid.
STR/MIN (slagen per minuut) – Deze modus
toont het aantal voltooide roeislagen dat u maakt
per minuut.
KPH (snelheid) – Uw roeisnelheid in kilometers
per uur.
Time (tijd) – De verstreken tijd.
Watts (watt) – Geeft uw geschatte vermogen in
watt weer.
500 M SPLIT (split op 500 meter) – Uw roeisnel-
heid in het aantal minuten dat het duurt om 500
meter te roeien.
Druk herhaalde-
lijk op de toets
Display (A) om de
gewenste trai-
ningsinformatie in
de display weer
te geven.
Scanmodus – Het bedieningspaneel heeft een
scanmodus waarmee trainingsinformatie in een
herhalingscyclus wordt getoond. Druk op de toets
Scan (B) om de scanmodus aan te zetten. De
scan indicator (D) en het woord SCAN worden dan
op het display weergegeven.
Als u de scancyclus handmatig verder wilt laten
gaan, drukt u herhaaldelijk op de toets Scan.
Druk op de toets Display om de scanmodus uit
te zetten. De scanindicator en het woord SCAN
worden dan niet meer op het display weergegeven.
AB C
D
16
U kunt de scanmodus ook aanpassen om in een
herhalingscyclus alleen gewenste trainingsinforma-
tie weer te geven.
Druk, om de scanmodus aan te passen, eerst
herhaaldelijk op de toets Display totdat de trai-
ningsinformatie op het display verschijnt die u wilt
toevoegen aan of verwijderen uit de scancyclus.
Druk vervolgens
op de toets Add/
Remove (toevoe-
gen/verwijderen)
(C) om die trai-
ningsinformatie
toe te voegen aan
of te verwijderen
uit de scancyclus. Wanneer trainingsinformatie
wordt toegevoegd, gaat de indicator ervan aan op
het display. Wanneer trainingsinformatie wordt
verwijderd, gaat de indicator ervan uit.
Druk daarna op de toets Scan om de scanmodus
aan te zetten.
Let op: Het bedieningspaneel geeft automatisch
uw hartslag in de scancyclus weer wanneer het
een hartslag van een compatibele hartslagmonitor
herkent.
Druk op de toename-
toets en afnametoets
Vol (volume) om het
volumeniveau van het
bedieningspaneel te
wijzigen.
Stop eenvoudigweg met roeien om het bedie-
ningspaneel te pauzeren. Als het bedieningspaneel
wordt gepauzeerd, knippert de tijd op het display.
Begin weer te roeien om door te gaan met uw
training.
5. Draag een compatibele hartslagmonitor en
meet indien gewenst uw hartslag.
U kunt een compatibele hartslagmonitor dragen
om uw hartslag te meten. Let op: Het bedie-
ningspaneel ondersteunt alle Bluetooth® Smart
hartslagmonitoren.
Een compatibele hartslagmonitor is bij sommige
modellen meegeleverd. Als een hartslagmonitor
is meegeleverd, zie DE HARTSLAGMONITOR in
deze handleiding om te weten te komen hoe u hem
moet gebruiken.
Als er bij dit model geen compatibele hart-
slagmonitor is meegeleverd, zie dan bladzijde
18 voor informatie over hoe u er een kunt
bestellen.
Druk op de iFIT Sync toets op het bedienings-
paneel om een compatibele hartslagmonitor met
het bedieningspaneel te verbinden; het koppe-
lingsnummer van het bedieningspaneel zal op het
display verschijnen. Als de verbinding tot stand is
gebracht, knippert het LED-lampje op het bedie-
ningspaneel tweemaal rood. Uw hartslag wordt
weergegeven wanneer uw hartslag wordt gede-
tecteerd. Zie UW HARTSLAGMONITOR OP HET
BEDIENINGSPANEEL AANSLUITEN op bladzijde
18 voor meer informatie.
6. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit als
u klaar bent met uw training.
Als de roeistang een paar seconden lang niet wordt
bewogen, zal het bedieningspaneel pauzeren.
Het bedieningspaneel heeft een automatische uit-
schakelfunctie. Als gedurende een paar minuten de
roeistang niet wordt bewogen en er niet op toetsen
van het bedieningspaneel wordt gedrukt, zal het
bedieningspaneel automatisch uitgaan.
Let op: Het bedieningspaneel toont een demo-
stand, die ontwikkeld is voor gebruik als de
roeitrainer wordt geëtaleerd in een winkel. Als de
demomodus aan staat, gaat het bedieningspaneel
niet uit en reset het display niet als u klaar bent
met trainen. Zie DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL WIJZIGEN op bladzijde 19
om de demomodus uit te zetten.
HET GELUIDSSYSTEEM GEBRUIKEN
Sluit een 3,5 mm mannetje tot 3,5 mm mannetje
audiokabel (niet meegeleverd) aan op de aansluiting
van het bedieningspaneel en op een aansluiting van
uw persoonlijke audiospeler om muziek of audioboe-
ken via het geluidssysteem van het bedieningspaneel
tijdens uw training te beluisteren; zorg ervoor dat de
audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar
uw plaatselijke elektronicawinkel om een audioka-
bel aan te schaffen.
Druk vervolgens op de
afspeeltoets op uw per-
soonlijke audiospeler. Pas
het volume aan met de
toenametoets of afname-
toets Vol (volume) op het
bedieningspaneel of met de volumeregelaar van uw
persoonlijke audiospeler.
AB C
17
EEN IFIT-TRAINING GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel biedt toegang tot een grote en
gevarieerde bibliotheek van iFIT-trainingen wanneer u
de iFIT-app naar uw smart-toestel downloadt en dit op
het bedieningspaneel aansluit.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt Bluetooth-
verbindingen naar smart-toestellen via de iFIT-app en
naar compatibele hartslagmonitoren. Andere Bluetooth-
verbindingen worden niet ondersteund.
1. Download en installeer de iFIT-app op uw
smart-toestel.
Open op uw iOS® of Android™ smart-toestel, de
App Store℠ of de Google Play™ winkel, zoek naar
de gratis iFIT-app en installeer dan de app op uw
smart-toestel. Zorg ervoor dat de Bluetooth-
optie op uw smart-toestel is ingeschakeld.
Open dan de iFIT-app en volg de instructies om
een iFIT-account aan te maken en instellingen aan
te passen.
Neem de tijd om de iFIT-app te ontdekken en meer
te weten te komen over de functies en instellingen
ervan.
2. Sluit uw hartslagmonitor indien gewenst aan op
het bedieningspaneel.
Indien u zowel uw hartslagmonitor als uw
smart-toestel op het bedieningspaneel wilt aan-
sluiten, dient u eerst uw hartslagmonitor aan
te sluiten voordat u uw smart-toestel aansluit.
Zie UW HARTSLAGMONITOR OP HET BEDIE-
NINGSPANEEL AANSLUITEN op bladzijde 18.
3. Uw smart-toestel aansluiten op het
bedieningspaneel.
Druk op de iFIT Sync toets op het bedie-
ningspaneel. Het koppelingsnummer van het
bedieningspaneel wordt op het display weergege-
ven. Volg vervolgens de instructies op de iFIT-app
om uw smart-toestel op het bedieningspaneel aan
te sluiten.
Als er een verbinding tot stand is gebracht, brandt
het LED-lampje op het bedieningspaneel continu
blauw.
4. Kies een iFIT-training.
Druk in de iFIT-app op de toetsen onderaan het
scherm voor het selecteren van het hoofdmenu
(toets Home) of de trainingsbibliotheek (toets
Browse).
Als u een training uit het hoofdmenu of de
trainingsbibliotheek wilt selecteren, drukt u een-
voudigweg op de gewenste training-toets op het
scherm. Veeg of tik met uw vinger over het scherm
om omhoog of omlaag te scrollen.
Als u een training kiest, geeft het scherm een
overzicht van de training weer met informatie over
de duur en de afstand van de training, en het
geschatte aantal calorieën dat u tijdens de training
verbrandt.
5. De training starten.
Druk op Start Workout (training starten) om de
training te starten.
Tijdens sommige trainingen zal een iFIT-coach
u begeleiden via een videotraining. Druk op de
geluidstoets (muzieknootsymbool) om muziek-,
trainerstem- en volume-opties voor de training te
selecteren.
Tijdens sommige trainingen geeft het scherm een
kaart van de route weer en toont een markering uw
voortgang. Druk op de toetsen op het scherm om
de gewenste kaartopties te selecteren.
Als het weerstandsniveau voor het huidige seg-
ment van de training te hoog of te laag is, kunt
u de instelling handmatig veranderen door te
drukken op de toetsen Resistance (weerstand)
op het bedieningspaneel. BELANGRIJK: Als het
huidige segment eindigt, wordt de weerstand
automatisch aangepast aan de voorgeprogram-
meerde weerstandsinstelling van het volgende
segment.
Let op: Het caloriedoel dat in de trainingsbe-
schrijving wordt weergegeven, is een schatting
van het aantal calorieën dat u tijdens de trai-
ning verbrandt. Het daadwerkelijke aantal
calorieën dat u verbrandt, hangt af van verschil-
lende factoren, waaronder uw gewicht. Als u
bovendien tijdens de training het weerstandsni-
veau handmatig wijzigt, heeft dat invloed op het
aantal calorieën dat u verbrandt.
18
Druk op het scherm of stop met roeien om de trai-
ning te pauzeren. Begin weer te roeien om door te
gaan met uw training.
Als u de training wilt beëindigen, drukt u op het
scherm om de training te pauzeren en volgt u de
aanwijzingen op het scherm om de training te
beëindigen en terug te keren naar het hoofdmenu.
Als de training stopt, wordt een samenvatting
van de training op het scherm weergegeven.
Desgewenst kunt u opties selecteren, zoals het
toevoegen van de training aan uw schema of de
training toevoegen aan uw lijst met favorieten. Druk
dan op Save Workout (training opslaan) om terug
te keren naar het hoofdmenu.
6. Uw smart-toestel ontkoppelen van het
bedieningspaneel.
Om uw smart-toestel te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel, dient u eerst de ontkoppelingsoptie in
de iFIT-app te selecteren. Houd vervolgens de iFIT
Sync toets op het bedieningspaneel ingedrukt tot
het LED-lampje op het bedieningspaneel continu
groen brandt.
Let op: Alle Buetooth-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
smart-toestellen, hartslagmonitoren etc.) zullen
losgekoppeld worden.
7. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit als
u klaar bent met uw training.
Als de roeistang een paar seconden lang niet wordt
bewogen, zal het bedieningspaneel pauzeren.
Het bedieningspaneel heeft een automatische uit-
schakelfunctie. Als gedurende een paar minuten de
roeistang niet wordt bewogen en er niet op toetsen
van het bedieningspaneel wordt gedrukt, zal het
bedieningspaneel automatisch uitgaan.
UW HARTSLAGMONITOR OP HET BEDIENINGS-
PANEEL AANSLUITEN
Het bedieningspaneel ondersteunt alle Bluetooth
Smart hartslagmonitoren.
Druk op de iFIT Sync toets op het bedieningspaneel
om uw Bluetooth Smart hartslagmonitor met het bedie-
ningspaneel te verbinden. Het koppelingsnummer van
het bedieningspaneel zal op het display verschijnen.
Als de verbinding tot stand is gebracht, knippert het
LED-lampje op het bedieningspaneel tweemaal rood.
Let op: Als er meer dan één compatibele hartslagmoni-
tor in de nabijheid van het bedieningspaneel is, maakt
het bedieningspaneel verbinding met de hartslagmoni-
tor met het sterkste signaal.
Als u uw hartslagmonitor van het bedieningspaneel
wilt ontkoppelen, houdt u de iFIT Sync toets op het
bedieningspaneel ingedrukt tot het LED-lampje op het
bedieningspaneel continu groen brandt.
Let op: Alle Buetooth-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
smart-toestellen, hartslagmonitoren etc.) zullen losge-
koppeld worden.
DE OPTIONELE HARTSLAGMONITOR
Het maakt niet
uit of u vet wilt
verbranden
of uw hart- en
vaatstelsel wilt
verbeteren: de
beste resulta-
ten behaalt u
door de juiste
hartslag tijdens
uw training te
behouden. Met de optionele hartslagmonitor kunt u
tijdens de training voortdurend uw hartslag meten. Dat
zal u helpen uw persoonlijke fitnessdoelen te behalen.
Kijk op de voorkant van deze handleiding om een
optionele hartslagmonitor aan te schaffen.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt alle
Bluetooth Smart hartslagmonitoren.
19
DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
WIJZIGEN
1. Selecteer de instellingenmodus.
Om de instellingenmodus te selecteren, drukt u op
de toets Settings (instellingen). Het eerste instellin-
genscherm wordt dan op het display weergegeven.
2. Navigeer door de instellingenmodus.
Als de instellingenmodus is geselecteerd, kunt u
door verschillende instellingenschermen navigeren.
Druk herhaaldelijk op de toets Display om naar het
gewenste instellingenscherm te gaan.
3. Verander indien gewenst de instellingen.
Softwareversienummer – Het softwareversienum-
mer wordt weergegeven op het display.
Meeteenheid – Het bedieningspaneel van dit
roeitrainermodel zal de snelheid en afstand weer-
geven in metrische eenheden. Let op: Op sommige
roeitrainermodellen kan het bedieningspaneel
de trainingsinformatie in standaard eenheden of
metrische eenheden weergeven. Op deze model-
len, kan de toets Std/Metric (standaard/metrisch)
ingedrukt worden om de gewenste meeteenheid te
selecteren.
Displaytest – Dit scherm is bedoeld om te worden
gebruikt door onderhoudsmonteurs om te bepalen
of het display correct werkt.
Toetstest – Dit scherm is bedoeld om te worden
gebruikt door onderhoudsmonteurs om te bepalen
of een bepaalde toets correct werkt.
Totale tijd – Geeft het woord TIME (tijd) op het
display weer. De display toont bovendien het totaal
aantal uren die de roeitrainer is gebruikt.
Totale afstand – De letters KM (kilometer) ver-
schijnen in de display. De display zal de totale
afstand in kilometers die de roeitrainer heeft afge-
legd, aangeven.
Contrastniveau – Het momenteel geselecteerde
contrastniveau verschijnt op het display. Druk op
de toenametoets en afnametoets Silent Magnetic
Resistance (stille magnetische weerstand) om het
contrastniveau aan te passen.
Demomodus – De momenteel geselecteerde
demomodus-optie zal op het display worden
weergegeven. Het bedieningspaneel toont een
demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als
de roeitrainer wordt geëtaleerd in een winkel.
Als de demomodus aan staat, gaat het bedie-
ningspaneel niet uit en reset het display niet als
u klaar bent met trainen. Druk herhaaldelijk op de
toenametoets Silent Magnetic Resistance (stille
magnetische weerstand) om een demomodus-optie
te selecteren. Selecteer DON (demo aan) om de
demomodus aan te zetten. Selecteer DOFF (demo
uit) om de demomodus uit te zetten.
4. De instellingenmodus verlaten.
Druk op de toets Settings (instellingen) om de
instellingenmodus te verlaten.
20
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een optimale
werking en om slijtage te verminderen. Controleer de
onderdelen elke keer dat de roeitrainer wordt gebruikt
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
meteen. Gebruik alleen door de fabrikant geleverde
onderdelen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje
milde zeep om de roeitrainer schoon te maken.
BELANGRIJK: Houd vloeistoffen uit de buurt van
het bedieningspaneel om schade aan het bedie-
ningspaneel te voorkomen en houd het bedie-
ningspaneel uit direct zonlicht.
Maak, voor de beste resultaten, de rail, de zittingdrager
en de dragerrollers dagelijks schoon.
PROBLEMEN MET HET BEDIENINGSPANEEL
OPLOSSEN
Controleer of de stroomadapter volledig is ingestoken
als het bedieningspaneel niet aan gaat.
Bel met het telefoonnummer op de voorkant
van deze handleiding als een vervangende
stroomadapter nodig is. BELANGRIJK: Gebruik
alleen een door de fabrikant geleverde geregu-
leerde stroomadapter om schade aan het bedie-
ningspaneel te voorkomen.
DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Als het bedieningspaneel niet de juiste gegevens weer-
geeft, moet u de snelheidssensor afstellen. Haal eerst
de stroomadapter uit het stopcontact.
Zie GEDETAILLEERDE TEKENING B op blad-
zijde 27. Zoek het Rechter- en Linkerscherm (7, 8).
Verwijder de vier M4 x 19mm Schroeven (69) en de
negen M4 x 16mm Schroeven (68) van het Rechter- en
Linkerscherm. Verwijder dan voorzichtig het Rechter-
en Linkerscherm.
Zoek vervolgens de Snelheidssensor (47). Draai het
Linkervliegwiel (4) tot een Magneet (85) op gelijke
hoogte is met de Snelheidssensor. Maak vervolgens
de twee aangegeven M4 x 19mm Schroeven (69) iets
los, schuif de Snelheidssensor iets dichter naar de
Magneet toe of verder ervan af en maak de Schroeven
weer vast.
Steek de stroomadapter in het stopcontact en draai het
Linkervliegwiel (4) zo dat de Magneet (85) herhaalde-
lijk voorbij de Snelheidssensor (47) komt. Herhaal deze
acties tot het bedieningspaneel de juiste informatie
weergeeft.
Wanneer de snelheidssensor goed is afgesteld, maakt
u de verwijderde delen weer vast en steekt u de
stroomadapter weer in.
4
69
85
47
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
21
Deze richtlijnen helpen u bij het uitvoeren van uw trai-
ningsprogramma. Raadpleeg een goed aangeschreven
boek of maak een afspraak met uw huisarts voor
gedetailleerde trainingsinformatie. Onthoud dat goede
voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succes-
volle resultaten.
TRAININGSINTENSITEIT
Het maakt niet uit of u vet wilt verbranden of uw hart-
en vaatstelsel wilt verbeteren: de beste resultaten
behaalt u door op de juiste intensiteit te trainen. U kunt
het juiste intensiteitsniveau bepalen door uw hartslag
als leidraad te gebruiken. Het diagram hieronder geeft
de aanbevolen hartslagen aan voor vetverbranding en
voor aerobic-oefeningen.
Zoek uw leeftijd (leeftijden zijn afgerond op de dichtst-
bijzijnde tien jaar) onderaan het overzicht om het
juiste intensiteitsniveau te bepalen. De drie getallen
boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste getal is de hartslag voor vetverbranding, het
middelste getal is de hartslag voor maximale vetver-
branding en het hoogste getal is de hartslag voor
aerobic-oefeningen.
Vet verbranden – U moet gedurende een langere
tijd op een lage intensiteit trainen om vet effectief te
verbranden. Tijdens de eerste minuten training ver-
bruikt uw lichaam koolhydraten voor energie. Pas na
de eerste minuten training begint uw lichaam met het
verbranden van opgeslagen vetcalorieën voor energie.
Als het uw doel is om vet te verbranden, stelt u de
intensiteit van uw training in totdat uw hartslag rond het
laagste getal van uw trainingszone zit. Als u maximaal
vet wilt verbranden, traint u totdat uw hartslag rond het
middelste getal van uw trainingszone ligt.
Aerobic-oefeningAls het uw doel is om uw hart- en
vaatstelsel te versterken, moet u een aerobic-oefening
uitvoeren wat een activiteit is die grote hoeveelheden
zuurstof vereist gedurende langere perioden. Stel de
intensiteit van uw oefening af totdat uw hartslag rond
het hoogste getal van uw trainingszone ligt als u een
aerobic-oefening wilt uitvoeren.
UW HARTSLAG METEN
U moet minstens vier
minuten trainen om
uw hartslag te kunnen
meten. Stop dan met
trainen en plaats twee
vingers op uw pols
zoals is afgebeeld.
Neem uw hartslag
gedurende zes secon-
den op en vermenigvuldig het resultaat met 10 om uw
hartslag te weten. Als u bijvoorbeeld 14 hartslagen in
zes seconden tijd voelt, dan is uw hartslag 140 slagen
per minuut.
TRAININGSRICHTLIJNEN
Warming up – Begin gedurende 5 tot 10 minuten met
strekken en lichte trainingen. Een juiste warming up
verhoogt uw lichaamstemperatuur en uw hartslag en
bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw
training.
Trainingszone-oefening – Train gedurende 20 tot
30 minuten en houd uw hartslag in de trainingszone.
(Houd tijdens de eerste paar weken van uw trainings-
programma uw hartslag niet langer dan 20 minuten in
uw trainingszone.) Adem regelmatig en diep in tijdens
het trainen. Houd nooit uw adem in.
Afkoelen – Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken bevordert de soepelheid van uw spieren en
helpt problemen voorkomen na de training.
TRAININGSFREQUENTIE
Voer per week drie trainingen uit en houd ten minste
één dag rust tussen de trainingen om uw conditie
op peil te houden of te verbeteren. Na een aantal
maanden regelmatig trainen, kunt u dit desgewenst uit-
bouwen naar vijf trainingen per week. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in
hebben, de sleutel tot succes is.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
een ander trainingsprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen ouder dan 35
jaar of met bestaande gezondheidsproblemen.
TRAININGSRICHTLIJNEN
22
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts weergegeven. Beweeg langzaam bij het
strekken en spring nooit op.
1. Teen aanraken strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen terwijl u zover
mogelijk richting uw tenen naar beneden reikt. Houd deze positie
gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal dit 3 keer.
Strekken: Hamstrings, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de hamstrings
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere voet
naar u toe en laat deze tegen de binnenkant van de dij van uw uitge-
strekte been rusten. Probeer zover mogelijk naar uw teen te reiken.
Houd deze positie gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: Hamstrings, onderrug
en liezen.
3. Strekken van de kuiten/achillespees
Reik naar voren met het ene been voor het ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw ach-
terste voet plat op de vloer. Buig uw voorste been, leun naar voren
en beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie
gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer
voor elk been. Als u uw achillespezen nog verder wilt strekken, buigt
u ook uw achterste been. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de quadriceps
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de andere
hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht mogelijk
bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 tellen vast en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: Quadriceps
en heupspieren.
5. Strekken van de binnenkant van het dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en richt uw knieën
naar buiten. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal
dit 3 keer. Strekken: Quadriceps en heupspieren.
1
2
3
4
5
23
OPMERKINGEN
24
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1 1 Onderstel
2 1 Rail
3 1 Stabilisator
4 1 Linkervliegwiel
5 1 Zittingdrager
6 2 Accentueerring
7 1 Rechterscherm
8 1 Linkerscherm
9 2 Schijf
10 1 Doorvoerhuls van de Band
11 1 Bungeekoord
12 1 Roeistang/Band
13 1 Veer
14 1 Rechterhuls van de Hals
15 1 Linkerhuls van de Hals
16 2 Band van de Voetsteun
17 1 Rechtervoetsteun
18 1 Rechtervoetkussen
19 1 Beugel van de Rechtervoetsteun
20 1 Beugel van de Linkervoetsteun
21 1 Linkervoetsteun
22 1 Linkervoetkussen
23 1 Zitting
24 2 Lager A
25 4 Borgring
26 2 Asdop
27 2 Lager B
28 2 Gegolfde Sluitring
29 1 Katrolmodule
30 1 As
31 2 Zwenkhuls
32 2 Voorste Stop
33 1 Bumper
34 1 Railhendel
35 1 Opbergklem
36 2 Railvoet
37 2 Kleine Dragerroller
38 1 Raildop
39 2 Grote Dragerroller
40 2 Drageras
41 2 Stabilisatorvoet
42 4 Wiel
43 2 Opbergpoot
44 5 Kleine Railkatrol
45 1 Riemroller A
46 2 Riemas
47 1 Snelheidssensor/Draad
48 1 Onderstelkatrol
49 1 Onderstelvoet
50 1 Klem
51 1 Roeistangsteun
52 1 Onderstelhendel
53 1 Zwenkas
54 3 17mm Tussenstuk
55 4 2,3mm Tussenstuk
56 9 M6 x 15mm Sluitring
57 10 M6 Borgmoer
58 2 M8 x 22mm Sluitring
59 2 M8 x 12mm Schroef
60 1 M10 x 40mm Bout
61 2 M10 x 14mm Schroef
62 8 M5 Sluitring
63 8 M5 x 10mm Schroef
64 1 Rechtervliegwiel
65 12 M6 x 15mm Schroef
66 2 M10 Flensmoer
67 4 Grote Railkatrol
68 11 M4 x 16mm Schroef
69 22 M4 x 19mm Schroef
70 1 Riemroller B
71 10 M6 x 12mm Schroef
72 1 4,8mm Tussenstuk
73 1 Aardeschroef
74 1 Eenrichtingslager
75 1 Bedieningspaneel
76 1 Hals
77 1 Staander
78 1 Knop
79 1 Doorvoerhuls van de Draad
80 1 Rechterkap van de Staander
81 1 Linkerkap van de Staander
82 4 M8 x 35mm Schroef
83 1 M8 x 50mm Zeshoekbout
84 1 Draad van de Staander
85 4 Magneet
86 5 M8 Borgmoer
87 1 Achterste Stop
88 2 Lagerbeugel
89 1 Verbindingsblok
90 1 Verbindingsarm
91 1 Magneetbeugel
92 1 58mm Katrolas
93 3 83mm Katrolas
94 2 Clip
95 4 Botte M4 x 19mm Schroef
96 1 M6 x 12mm Zeshoekschroef
ONDERDELENLIJST Modelnr. PFRW48121-INT.0 R1021A
25
Let op: Technische gegevens zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving. Zie de ach-
terkant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervangingsonderdelen. *Deze onderdelen
worden niet weergegeven.
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
97 1 M6 x 13mm Sluitring
98 1 M6 Sluitring
99 20 Botte M4 x 12mm Schroef
100 1 Weerstandsmotor
101 2 M5 Moer
102 1 Weerstandsschijf
103 1 M3 x 8mm Schroef
104 2 M4 x 8mm Schroef
105 8 M4 x 12mm Schroef
106 1 M10 Borgmoer
107 6 M4 x 10mm Schroef
108 1 Stroomadapter
109 1 Hoofddraad
* Gebruikershandleiding
* Montagegereedschap
26
GEDETAILLEERDE TEKENING A
1
3
4
16
18
19
17
20
21
71
71
85
25
88
30
25
22
88
89
90
91
15
14
24
27
27
29
24
41
43
46
48
50
73
52
45
42
42
67
57 56
44
56
57
26
26
57
13
93
93
44
55
44
54
57 56
47
49
51
76
77
78
79
80
74
56
56
58
58
66
71
71
66
59
59
53
57
57
86
86
106
60
61
62
105
63
69
68
68
69
69
69
65
65
69 101
101
109 108
84
81
82
82
86
83
25
28
102
103
105
100
25
97
67 54
70
64
43
62 63
55
98
96
75
Modelnr. PFRW48121-INT.0 R1021A
27
GEDETAILLEERDE TEKENING B
12
8
10
5
27
11
23
32
32
31
31
34
36
38
39
33
35
92
37
40
56
57
63
63
68
65
65
62
62
67
67
107
95
107
104
107
69
69
69
94
94
36
87
55
72
99
99
69
99
99 99
99
68
99
99
6
99
68
68
68
99
99 99
99
99 9
68
68
99
99
9
69
68
6
99
99
99
99
57 56
68
95
Modelnr. PFRW48121-INT.0 R1021A
Onderdeelnr. 437530 R1021A Gedrukt in China © 2021 iFIT Inc.
Raadpleeg de voorkant van deze handleiding voor het bestellen van vervangingsonderdelen. Houd de volgende
informatie bij de hand als u contact met ons opneemt, zodat wij u van dienst kunnen zijn:
het model- en serienummer van het product (zie de voorkant van deze handleiding)
de naam van het product (zie de voorkant van deze handleiding)
het referentienummer en de beschrijving van de vervangingsonderdelen (zie de ONDERDELENLIJST en de
GEDETAILLEERDE TEKENING achterin deze handleiding)
VERVANGINGSONDERDELEN BESTELLEN
Dit elektronische product mag niet met het normale huishoudelijke afval wor-
den weggegooid. Om het milieu te beschermen moet dit product na afloop
van de levensduur overeenkomstig de wetgeving worden gerecycled.
Gebruik recyclingfaciliteiten bij u in de buurt die bevoegd zijn om dit type afval
te verzamelen. Hiermee helpt u mee aan het behoud van natuurlijke bronnen en
verbetering van de Europese niveaus voor milieubescherming. Als u meer infor-
matie nodig heeft over veilige en correcte verwijderingsmethoden, kunt u contact
opnemen met de plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product heeft
gekocht.
RECYCLINGINFORMATIE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

ProForm PFRW48121-INT de handleiding

Type
de handleiding