Victron energy MultiPlus-II 48V 3k and 5k 230V de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Victron energy MultiPlus-II 48V 3k and 5k 230V de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Note:
For a short period of time this product has been called MultiGrid-II.
Dit product heeft korte tijd MultiGrid-II geheten.
Durant une courte période de temps, ce produit était appelé MultiGrid-II
Eine kurze Zeit lang wurde dieses Produkt MultiGrid-II genannt.
Durante un breve periodo de tiempo, este producto se llamó MultiGrid II
Under en kort tid har den här produkten kallats MultiGrid-II.
1
EN NL FR DE ES SE Appendix
1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Algemeen
Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u
het product in gebruik neemt.
Dit product is ontworpen en getest conform de internationale normen. De apparatuur mag enkel worden gebruikt voor de bedoelde
toepassing.
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK
Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron (accu). Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kan er een
gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de ingangs- en/of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselspanningsvoeding uit en
ontkoppel de accu voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Verwijder het paneel aan de voorkant
niet en stel het product niet in bedrijf als niet alle panelen zijn gemonteerd. Alle onderhoudswerkzaamheden dienen door gekwalificeerd
personeel te worden uitgevoerd.
Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas- of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de specificaties van de accufabrikant om
te waarborgen dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. Neem altijd de veiligheidsvoorschriften van de accufabrikant in acht.
Dit toestel is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (waaronder kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vaardigheden of met gebrek aan ervaring en/of kennis, tenzij deze onder toezicht van een voor hun veiligheid verantwoordelijke
persoon staan of aanwijzingen hebben gekregen hoe het toestel te gebruiken. Let erop dat kinderen niet met het apparaat spelen.
WAARSCHUWING: til geen zware voorwerpen zonder hulp
Installatie
Lees de installatieaanwijzingen voordat u met de installatie begint. Neem bij elektrische werkzaamheden de lokale nationale
bedradingsnormen, voorschriften en deze installatie-instructies in acht.
Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardingsklem ter beveiliging). De in- en/of uitgangsklemmen van
de wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product
bevindt zich een extra aardpunt. De aardingsgeleider dient minimaal 4 mm² te zijn. Als u vermoedt dat de aardbeveiliging is
beschadigd, moet het product buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen per ongeluk opnieuw inschakelen; neem hiervoor
contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang nooit een beveiliging door een ander
type component. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel.
Verwissel de nul en de fase niet bij het aansluiten van de AC.
Controleer voordat u het apparaat inschakelt of de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen van het
product, zoals beschreven in de handleiding.
Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt onder de juiste bedrijfsomstandigheden. Gebruik het product nooit in een vochtige of
stoffige omgeving.
Zorg ervoor dat er rondom het product steeds voldoende vrije ruimte is voor ventilatie en dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er daarom voor dat zich geen chemische stoffen, kunststofonderdelen,
gordijnen of andere soorten textiel enz. in de onmiddellijke omgeving van de apparatuur bevinden.
Deze omvormer is voorzien van een interne scheidingstransformator die voor een nog betere isolatie zorgt.
Vervoer en opslag
Zorg er bij opslag of transport van het product voor dat de netstroom- en accukabels zijn losgekoppeld.
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade als de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de originele
verpakking.
Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur dient te liggen tussen -20°C en 60°C.
Raadpleeg de handleiding van de accufabrikant voor informatie over transport, opslag, opladen, herladen en afvalverwijdering van de
accu.
2
2. BESCHRIJVING
2.1 Boten, voertuigen en overige stand-alone toepassingen
De basis van de MultiPlus-II is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en omschakelaar in een compacte behuizing.
Belangrijke eigenschappen:
Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen
In geval van een netspanningsstoring of als het aggregaat wordt uitgeschakeld, zal de MultiPlus-II overschakelen op omvormerbedrijf
en de voeding van de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere elektronische apparaten
ongestoord blijven functioneren (Uninterruptible Power Supply of UPS-functionaliteit). Dit maakt de MultiPlus-II zeer geschikt als
noodstroomsysteem in industriële en telecommunicatietoepassingen. De maximale wisselstroom die geschakeld kan worden bedraagt
16A of 50A, afhankelijk van het model.
Extra AC-uitgang
Deze is bedoeld voor niet-kritische belastingen en direct aangesloten op de AC-ingang. Met stroommeetcircuit om PowerAssist (zie
onder) en ESS-functionaliteit (zie paragraaf 2.3) mogelijk te maken.
Driefaseschakeling
Drie eenheden kunnen worden geconfigureerd voor driefase-uitgang. Tot 6 sets van drie eenheden kunnen parallel worden geschakeld
voor een omvormervermogen van 45 kW / 54 kVA en een laadcapaciteit van meer dan 600 A.
PowerControl maximaal benutten van beperkte wisselstroom
De MultiPlus-II kan enorm veel laadstroom leveren. Dat betekent een zware belasting voor de AC-aansluiting of het aggregaat. Daarom
kan er een maximale stroom ingesteld worden. De MultiPlus-IIhoudt dan rekening met andere stroomverbruikers en gebruikt voor het
opladen enkel de stroom die nog ‘over’ is.
PowerAssistDoe meer met uw aggregaat en walstroom: met de “meehelp”-functie van de MultiPlus-II
Deze functie voegt nog een extra dimensie toe aan het principe PowerControl doordat de MultiPlus-II de capaciteit van de alternatieve
bron aanvult. Waar piekstroom vaak maar kortstondig nodig is, zorgt de MultiPlus-II ervoor dat onvoldoende net- of aggregaatstroom
onmiddellijk wordt gecompenseerd met stroom van de accu. Als de belasting afneemt, wordt de reservestroom gebruikt om de accu
weer op te laden.
Programmeerbaar relais
De MultiPlus-II is voorzien van een programmeerbaar relais. Het relais kan voor verschillende toepassingen worden geprogrammeerd,
bijvoorbeeld als startrelais voor een generator.
Externe stroomtransformator (optioneel)
Externe stroomtransformator optie om PowerControl en PowerAssist te implementeren met externe stroomsensor (max. 32 A).
Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten (Aux in 1 en Aux in 2, zie bijlage)
De MultiPlus-II is voorzien van 2 analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten.
Deze poorten kunnen worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Een toepassing is communicatie met het BMS of een lithiumionaccu.
2.2 Netgekoppelde en off-grid systemen gecombineerd met PV
Externe stroomtransformator (optioneel)
Bij gebruik in een topologie parallel aan het elektriciteitsnet kan de interne stroomtransformator de stroom naar of van het
elektriciteitsnet niet meten. In dat geval moet een externe stroomtransformator worden gebruikt. Zie bijlage.
Frequentiewisseling
Als zonneomvormers zijn aangesloten op de uitgang van een MultiPlus-II, wordt het teveel aan zonne-energie gebruikt om de accu's
weer op te laden. Zodra de absorptiespanning is bereikt, wordt de laadstroom verlaagd en het te veel aan energie teruggeleverd aan
het elektriciteitsnet. Als het elektriciteitsnet niet beschikbaar is, zal de MultiPlus-II de AC-frequentie iets verhogen om het vermogen van
de zonne-omvormer te verlagen.
Ingebouwde accumonitor (optioneel)
De ideale oplossing wanneer de MultiPlus-II onderdeel uitmaakt van een hybride systeem (dieselaggregaat, omvormer/laders,
opslagaccu en alternatieve energie). De ingebouwde accumonitor kan zo worden ingesteld dat deze het aggregaat start en stopt:
- Start van een vooringesteld % van het ontladingsniveau en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringestelde accuspanning en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
- Stop bij een vooringestelde accuspanning of
- stop (met een vooringestelde vertraging) nadat de bulklading is voltooid en/of
- stop (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
Autonoom bedrijf als de netspanning uitvalt
Woningen of gebouwen voorzien van zonnepanelen of een kleine warmtekrachtcentrale of andere duurzame energiebronnen hebben in
potentie een autonome energievoorziening, waarmee essentiële apparatuur (CV-pompen, koelkasten, vriezers, internetaansluitingen) in
bedrijf kan worden gehouden tijdens een stroomuitval. Een probleem is echter dat de netgekoppelde duurzame energiebronnen
uitvallen zodra de netspanning uitvalt. Met een MultiPlus-II en accu's kan dit probleem worden opgelost: de MultiPlus-II kan de
netspanning tijdens een stroomuitval vervangen. Als de duurzame energiebronnen meer vermogen dan nodig produceren, zal de
MultiPlus-II het teveel gebruiken om de accu’s op te laden, terwijl de MultiPlus-II bij een tekort extra vermogen zal leveren via de accu.
3
EN NL FR DE ES SE Appendix
Programmeerbaar
Alle instellingen kunnen worden gewijzigd met een pc en gratis software die kan worden gedownload op onze website
www.victronenergy.com
2.2 Acculader
Adaptief 4-traps laadalgoritme: bulk absorptie druppel opslag
Het adaptieve accubeheersysteem, aangedreven door een microprocessor, kan worden ingesteld op verschillende soorten accu's. De
adaptieve functie past het laadproces automatisch aan aan het accugebruik.
De juiste hoeveelheid lading: variabele absorptietijd
Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en overmatige gasvorming te voorkomen. Na een
diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verlengd om de accu volledig op te laden.
Schade door overmatige gasvorming beperken: met de BatterySafe-modus
Als, om de laadtijd te verkorten, wordt gekozen voor een hoge laadstroom in combinatie met een hoge absorptiespanning, dan wordt
schade door overmatige gasvorming voorkomen door de stijgingssnelheid van de spanning automatisch te beperken als de
gasvormingsspanning is bereikt.
Minder onderhoud en veroudering als de accu niet wordt gebruikt: met de opslag-modus
De opslag-modus wordt geactiveerd als de accu gedurende 24 uur niet wordt ontladen. In de opslag-modus wordt de open spanning
verminderd tot 2,2V/cel (13,2V voor 12V-accu) om gasvorming en corrosie van de positieve platen tot een minimum te beperken. Eén
keer per week wordt de spanning weer verhoogd tot absorptieniveau om de accu weer 'bij te laden'. Dit voorkomt stratificatie van het
elektrolyt en sulfatering, de hoofdoorzaak van voortijdig falen van de accu.
2.2.2 Lithium-ionaccu's
Victron LiFEPO4 Smart-accu's
Gebruik de VE.Bus BMS
2.2.3 Overige lithium-ionaccu's
Zie https://www.victronenergy.com/live/battery_compatibility:start
2.2.4 Twee DC-uitgangen om accu’s op te laden
De hoofd-DC-aansluitklem kan de volledige uitgangsstroom leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het laden van een startaccu, is
begrensd op 4A en heeft een iets lagere uitgangsspanning (alleen 12V- en 24V-modellen).
2.2.5 Accuspanning en temperatuurcompensatie
Implementatie met VE.Bus Smart dongle (optioneel) is mogelijk.
2.2.6 Meer informatie over accu's en het opladen van accu's
In ons boek ‘Altijd Stroom’ kunt u meer lezen over accu’s en het opladen van accu’s. Het is gratis verkrijgbaar op onze website (zie
www.victronenergy.com Support Technische Informatie). Voor meer informatie over adaptief opladen zie de Technische Informatie
op onze website.
2.3 ESS Energy Storage Systems: energie teruggeven aan het elektriciteitsnet
Als de MultiPlus-II wordt gebruikt in een configuratie waarin deze energie teruggeeft aan het elektriciteitsnet, moet conformiteit met de
netcode mogelijk zijn door de netcode van het land waarin deze wordt gebruikt, in te stellen via VEConfigure.
Zodra de code is ingesteld, is een wachtwoord vereist om de netcodeconformiteit uit te schakelen of de met de netcode
samenhangende parameters te wijzigen.
Als de plaatselijke netcode niet wordt ondersteund door de MultiPlus-II, dient een extern gecertificeerd interface-apparaat te worden
gebruikt om de MultiPlus-II op het elektriciteitsnet aan te sluiten.
De MultiPlus-II kan ook worden gebruikt als bidirectionele omvormer in parallel bedrijf met het elektriciteitsnet, geïntegreerd in een door
de klant ontworpen systeem (PLC of ander systeem) dat de regellus en meting van het elektriciteitsnet verzorgt.
Speciale opmerking met betrekking tot NRS097 (Zuid-Afrika)
1. De maximaal toegestane impedantie van het netwerk is 0,28Ω + j0,18
2. De omvormer voldoet alleen aan de eis voor onbalans in geval van meerdere een-fase-eenheden als de Color Control GX
onderdeel uitmaakt van de installatie.
Speciale opmerking met betrekking tot AS 4777.2 (Australië/Nieuw Zeeland)
1. IEC62109.1-certificering en CEC-goedkeuring voor autonoom gebruik impliceert NIET goedkeuring voor elektriciteitsnet-
interactieve installaties. Aanvullende certificering conform IEC 62109.2 en AS 4777.2.2015 is vereist voordat elektriciteitsnet-
interactieve systemen kunnen worden geïmplementeerd. Zie de Clean Energie Council website voor de huidige
goedkeuringen.
2. DRM Demand Response Mode
Als de AS4777.2 netcode is geselecteerd in VEConfigure, is de DRM 0 functionaliteit beschikbaar op poort AUX1 (zie bijlage
A
, detail van de RJ12 extra I/O-stekker (G)).
Om de verbinding met het elektriciteitsnet mogelijk te maken, moet een weerstand tussen 5 kOhm en 16k Ohm zijn geplaatst
tussen de aansluitingen van poort AUX1 (aangeduid met + en - ). De MultiPlus-II zal de verbinding met het elektriciteitsnet
4
verbreken in geval van een open circuit of een kortsluiting tussen de aansluitingen van poort AUX1. De maximumspanning
tussen de aansluitingen van poort AUX1 bedraagt 5 V.
Als echter DRM 0 niet is vereist, dan kan deze functionaliteit worden uitgeschakeld met VEConfigure.
5
EN NL FR DE ES SE Appendix
3. BEDIENING
3.1 Schakelaar on/off/charger only
Als de schakelaar op onwordt gezet, is het apparaat volledig functioneel. De omvormer wordt ingeschakeld en de LEDinverter on
gaat branden.
Als er op deAC-in’-aansluiting spanning wordt aangesloten, zal deze, als de waarde binnen de specificaties valt, worden
doorgeschakeld naar de AC-outaansluiting. De omvormer wordt uitgeschakeld, de LEDmains ongaat branden en de lader begint
met opladen. Afhankelijk van de laadmodus gaan de LEDs bulk(bulklading), absorption(absorptielading) of float(druppellading)
branden.
Als de spanning op de AC-in ‘-aansluiting wordt afgewezen, zal de omvormer worden ingeschakeld.
Als de schakelaar op charger onlywordt gezet, zal alleen de acculader van de Multi worden ingeschakeld (als er netspanning
beschikbaar is). In deze modus wordt de ingangsspanning tevens doorgeschakeld naar de AC-out’-aansluiting.
OPMERKING: Als alleen de laadfunctie nodig is, moet erop worden gelet dat de schakelaar in de stand charger onlywordt gezet.
Hiermee voorkomt u dat bij het wegvallen van de netspanning de omvormer wordt ingeschakeld en uw accu’s leeg raken.
3.2 Afstandsbediening
De afstandsbediening is mogelijk met een schakelaar of met het Multi Control-paneel.
Het Multi Control-paneel heeft een eenvoudige draaiknop, waarmee de maximale stroom van de AC-ingang kan worden ingesteld: zie
PowerControl en PowerAssist in hoofdstuk 2.
3.3 Egalisatie en geforceerde absorptie
3.3.1 Egalisatie
Tractie-accu's moeten regelmatig extra worden opgeladen. In de egalisatiemodus gaat de MultiPlus-II gedurende een uur met een
verhoogde spanning laden (1V boven de absorptiespanning voor een 12V-accu, 2V voor een 24V-accu). De laadstroom wordt dan
beperkt tot 1/4 van de ingestelde waarde. De LEDs bulken absorptiongaan dan afwisselend knipperen.
De egalisatiemodus levert een hogere laadspanning dan de meeste
gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten daarom worden losgekoppeld
voordat er extra wordt opgeladen.
3.3.2 Geforceerde absorptie
Onder bepaalde omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een bepaalde tijd met een absorptiespanning te laden. In de
modus Geforceerde Absorptie gaat de MultiPlus-II gedurende de ingestelde maximale absorptietijd met de normale absorptiespanning
laden. De LEDabsorptiongaat branden.
3.3.3 Egalisatie of geforceerde absorptie activeren
De MultiPlus-II is zowel via de afstandsbediening als met de schakelaar op het voorpaneel in deze beide toestanden te brengen.
Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (op het voorpaneel, op de afstandsbediening en op het paneel) in de stand onworden gezet en
geen enkele schakelaar in de stand charger onlystaat.
Om de MultiPlus-II in deze toestand te brengen, moet de onderstaande procedure worden gevolgd.
Als de schakelaar zich niet in de juiste stand bevindt nadat u deze procedure hebt gevolgd, kan deze eenvoudig eenmalig worden
omgeschakeld. Hiermee wordt de laadtoestand niet gewijzigd.
OPMERKING: het omschakelen van onnaar charger onlyen terug, zoals hieronder beschreven, dient op een snelle manier te
gebeuren. De schakelaar moet zo worden omgeschakeld dat de middenstand als het ware wordt ‘overgeslagen’. Als de schakelaar ook
maar even in de stand offblijft staan, loopt u het risico dat het apparaat wordt uitgeschakeld. In dat geval dient u weer bij stap 1 te
beginnen. Met name bij gebruik van de schakelaar op het voorpaneel is enige oefening gewenst. Bij gebruik van de afstandsbediening
is dit geen probleem.
Dit gaat als volgt:
1.
Controleer of alle schakelaars (bv. op het voorpaneel, op de afstandsbediening of de schakelaar op het afstandspaneel voor zover aanwezig) in
de stand onstaan.
2. Het activeren van de egalisatie of de geforceerde absorptie is alleen zinvol als de normale laadcyclus is voltooid (de lader bevindt zich dan in de
modus 'Float').
3. Activeren:
a. Zet de schakelaar snel van onnaar charger onlyen laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan.
b. Zet de schakelaar snel weer terug van charger onlynaar onen laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan.
c. Zet de schakelaar nog eens snel van onnaar charger onlyen laat de schakelaar in deze stand staan.
4. Op de MultiPlus-II (en, indien aangesloten, op het Multi Control-paneel) gaan nu de drie LEDs ‘Bulk, Absorptionen Float 5 keer knipperen.
5. Vervolgens gaan de LEDs ‘Bulk, Absorption en Floatelk gedurende 2 seconden branden.
a. Als de schakelaar op on wordt gezet, terwijl de LED ‘Bulkbrandt, schakelt de lader over op egalisatie.
b. Als de schakelaar op on wordt gezet, terwijl de LEDAbsorptionbrandt, schakelt de lader over op geforceerde absorptie.
c. Als de schakelaar op onwordt gezet nadat de drie LEDs zijn gaan branden, schakelt de lader over op druppellading (Float).
d. Als de schakelaar niet is omgezet, blijft de MultiPlus-II in de modus charger onlyen schakelt daarna over op druppellading.
6
3.4 LED-aanduidingen
LED uit
LED knippert
LED brandt
Omvormer
Inverter
De omvormer is ingeschakeld en
levert stroom aan de belasting.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Charger
Inverter
Het nominale vermogen van de
omvormer is overschreden. De LED
overload(overbelasting) knippert
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Inverter
De omvormer is uitgeschakeld door
overbelasting of kortsluiting.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Charger
Inverter
De accu is bijna leeg.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Inverter
De omvormer is uitgeschakeld door
een te lage accuspanning.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Charger
Inverter
De interne temperatuur bereikt een
kritiek niveau.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
7
EN NL FR DE ES SE Appendix
Charger
Inverter
De omvormer is uitgeschakeld,
omdat de temperatuur van de
elektronica te hoog is.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Charger
Inverter
- Als de LEDs afwisselend
knipperen, is de accu bijna leeg en
wordt het nominale vermogen
overschreden.
- Als overloaden low battery
tegelijkertijd knipperen, is de
rimpelspanning op de accu-
aansluitingen te hoog.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Charger
Inverter
De omvormer wordt uitgeschakeld
door een te hoge rimpelspanning op
de accu-aansluitingen.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Acculader
Charger
Inverter
De AC-ingangsspanning is
doorgeschakeld en de lader voert
een bulklading uit.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Charger
Inverter
De voedingsspanning is
doorgeschakeld en de lader is
ingeschakeld.
De ingestelde absorptiespanning is
echter nog niet bereikt.
(BatterySafe-modus)
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Charger
Inverter
De netspanning is doorgeschakeld
en de lader voert een
absorptielading uit.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
8
Charger
Inverter
De netspanning is doorgeschakeld
en de lader voert een druppellading
uit.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Charger
Inverter
De netspanning is doorgeschakeld
en de lader bevindt zich in de
egalisatiemodus.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Speciale aanduidingen
PowerControl
Charger
Inverter
De AC-ingang is doorgeschakeld.
De AC-uitgangsspanning is gelijk
aan de vooringestelde maximale
ingangsstroom. De laadstroom is
verlaagd naar 0.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Power Assist
Charger
Inverter
De AC-ingang is doorgeschakeld,
maar de belasting vereist meer
stroom dan de vooringestelde
maximale ingangsstroom. De
omvormer is ingeschakeld om de
vereiste extra stroom te leveren.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Zie voor meer foutcodes paragraaf 7.3
9
EN NL FR DE ES SE Appendix
4. Installatie
Dit product mag uitsluitend worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde
elektromonteur.
4.1 Locatie
De MultiPlus-II dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd, zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het
apparaat dient een ruimte van tenminste 10 cm te worden vrijgehouden voor koeling.
Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties:
Kortere levensduur.
Lagere laadstroom.
Lager piekvermogen of volledige uitschakeling van de omvormer.
Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s.
De MultiPlus-II is geschikt voor wandmontage. Voor de montage bevat de behuizing aan de achterkant een haak en twee gaten (zie
bijlage G). Het apparaat kan horizontaal of verticaal worden geplaatst. Voor een optimale koeling wordt de voorkeur gegeven aan
verticale plaatsing.
De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed toegankelijk te
blijven.
Houd de afstand tussen het product en de accu zo klein mogelijk om het spanningsverlies over de kabels tot een minimum te beperken.
Om veiligheidsredenen dient dit product te worden geïnstalleerd in een
hittebestendige omgeving. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld
chemicaliën, synthetische onderdelen, gordijnen of ander textiel, enz. in de directe
omgeving.
4.2 Aansluiten van de accukabels
Om de volledige capaciteit van het product te kunnen benutten, dient uitsluitend gebruik te worden gemaakt van accu’s met voldoende
capaciteit en van accukabels met de juiste doorsnede. Zie tabel.
48/3000/35
48/5000/70
Aanbevolen accucapaciteit (Ah)
100400
200-800
Aanbevolen DC-zekering
125A
200A
Aanbevolen doorsnede (mm
2
) per +
en - aansluitklem
0 5 m
35 mm
2
70 mm
2
5 10 m
70 mm
2
2x70 mm
2
Opmerking: De interne weerstand is een belangrijke factor als met accu's met lage capaciteit wordt gewerkt. Raadpleeg uw leverancier
of de relevante hoofdstukken in ons boek ‘Altijd stroom’ dat via onze website kan worden gedownload.
Procedure
Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk:
Gebruik een momentsleutel met geïsoleerde steeksleutel om kortsluiting bij de
accu te voorkomen.
Maximaal aanhaalmoment: 7 Nm
Voorkom kortsluiting van de accukabels.
De twee schroeven op de bodem losdraaien en verwijder het onderhoudspaneel.
Sluit de accukabels als volgt aan: zie bijlage A.
Draai de moeren stevig vast om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te houden.
10
4.3 Aansluiten van de AC-kabels
De MultiPlus-II is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd
met een aardingsklem ter beveiliging). De wisselstroomingangs- en/of
-uitgangsklemmen en/of het aardingspunt aan de buitenkant van het
product moeten om veiligheidsredenen voorzien zijn van een
onderbrekingsvrij aardingspunt.
De MultiPlus-II is voorzien van een aardrelais (relais H, zie bijlage B) dat de
neutrale uitgang automatisch met de behuizing verbindt als er geen
externe wisselspanningsvoeding beschikbaar is. Als een externe
wisselspanningsvoeding beschikbaar is, zal het aardrelais zich openen
voordat het ingangsveiligheidsrelais zich sluit. Dit zorgt voor een goede
werking van de op de uitgang aangesloten aardlekschakelaar.
In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding worden
gewaarborgd met de aarddraad van de wisselspanningsingang.
Anders moet de behuizing worden geaard.
In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met een walstroomstekker) zal
onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aardverbinding
verbreken. In dat geval moet de behuizing worden verbonden met het
chassis (van het voertuig) of met de romp of aardplaat (van de boot).
Op boten is de hierboven beschreven verbinding met de aarde van de
walaansluiting niet aan te bevelen in verband met mogelijke galvanische
corrosie. De oplossing hiervoor is plaatsing van een isolatietransformator.
Aanhaalmoment: 2 Nm
U vindt de klemmenblokken op de printplaat, zie bijlage A.
Verwissel de nul en de fase niet bij het aansluiten van de AC.
AC-in
De AC-ingangskabel moet zijn aangesloten op het klemmenblok ACin’.
Van links naar rechts: ‘N’ (nul), ‘PE’ (aarde), en ‘L’ (fase)
Dit product kan een DC-spanning in de externe geaarde beschermingsleiding veroorzaken. Als een aardlekschakelaar of
aardlekbeveiliging wordt gebruikt voor ter bescherming in geval van direct of indirect contact, is alleen een
aardlekschakelaar of aardlekbeveiliging van type B toegestaan aan de voedingszijde van dit product.
De AC-ingang moet zijn beveiligd met een klasse A zekering of magnetische contactverbreker voor 32A of minder en de
doorsnede van de kabel moet hieraan zijn aangepast. Als de ingangswisselspanning lager ligt, moeten de zekering of
magnetische contactverbreker hieraan worden aangepast.
AC-out-1
De AC-uitgangskabel kan direct worden aangesloten op het klemmenblok AC-out’.
Van links naar rechts: ‘N’ (nul), ‘PE’ (aarde), en ‘L’ (fase)
Met de PowerAssist-functie kan de Multi tot 3kVA (dat is 3000 / 230 = 13A) bij piekvermogensbehoefte aan de uitgang toevoegen.
Samen met een maximale ingangsstroom van 32A betekent dit dat de uitgang tot 32 + 13 = 45A kan leveren.
Een aardlekschakelaar en een zekering of contactverbreker passend bij de verwachte belasting moet in serie worden
opgenomen in het uitgangsvermogen en de doorsnede van de kabel moet hieraan worden aangepast. Het maximaal
toelaatbare vermogen van de zekering of contactverbreker is 63A.
AC-out-2
Zie paragraaf 4.4.4.
4.4 Optionele aansluitingen
Er zijn meerdere aansluitmogelijkheden:
4.4.1 Afstandsbediening
Het apparaat kan op twee manieren op afstand worden bediend.
Met een externe schakelaar (aansluitklem H, zie bijlage A). Werkt alleen als de schakelaar op de MultiPlus-II op "on" wordt gezet.
Met een Multi Control-paneel (verbonden met één van de twee RJ48-stekkerbussen B, zie bijlage A). Werkt alleen als de
schakelaar op de MultiPlus-II op "on" is gezet.
4.4.2. Programmeerbaar relais
Het product is voorzien van een programmeerbaar relais.
Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat.
4.4.3 Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten
Het product is voorzien van 2 analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten.
Deze poorten kunnen worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Een toepassing is communicatie met het BMS of een lithiumionaccu.
4.4.4 AC-hulpuitgang (AC-out-2)
Deze is bedoeld voor niet-kritische belastingen en direct aangesloten op de AC-ingang. Met stroommeetcircuit om PowerAssist mogelijk
te maken.
11
EN NL FR DE ES SE Appendix
4.4.5 Parallelle aansluiting
Maximaal zes identieke units kunnen parallel worden aangesloten. Als MultiPlus-II-units parallel worden aangesloten, moet aan de
volgende eisen worden voldaan:
Maximaal zes parallel geschakelde units.
Alleen identieke apparaten mogen parallel worden geschakeld.
De DC-aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede hebben.
Als een plus- en min-DC-verdeelpunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting tussen de accu’s en het DC-verdeelpunt minstens gelijk
zijn aan de som van de vereiste doorsneden van de aansluitingen tussen het verdeelpunt en de MultiPlus-units.
Plaats de MultiPlus-units dicht bij elkaar, maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte onder, boven en aan de zijkant van de units.
Het is van cruciaal belang dat altijd de negatieve accu-pool tussen de units is aangesloten. Een zekering of stroomonderbreker is niet toegestaan.
De UTP-kabels moeten direct van de ene unit op de andere worden aangesloten (en op het afstandspaneel). Er mag geen gebruik gemaakt worden
van aansluit- of verdeeldozen.
U moet altijd de negatieve accukabels op elkaar aansluiten alvorens u de UTP-kabels plaatst.
Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem worden aangesloten.
4.4.6 Driefase-configuratie
De MultiPlus-II kan ook worden gebruikt in een 3-fase wye (Y) configuratie. Hiervoor wordt een verbinding tussen de apparaten
gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels (dezelfde als voor parallelle schakeling). Het systeem (MultiPlus-II plus een
optioneel controlepaneel) dient daarna te worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5).
Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.5.
1. Opmerking: de MultiPlus-II is niet geschikt voor 3-phase delta (Δ) configuratie.
2. Als in VEConfigure gekozen is voor de AS4777.2-gridcode kunnen maximaal 2 units parallel per fase in een drie fasen
configuratie worden geschakeld.
12
5. Configuratie
Dit onderdeel is voornamelijk voor stand-alone toepassingen bedoeld
Voor netgekoppelde Energy Storage Systems (ESS) zie https://www.victronenergy.com/live/ess:start
Instellingen mogen alleen worden gewijzigd door een gekwalificeerde
elektrotechnicus.
Lees de aanwijzingen grondig door voordat u wijzigingen doorvoert.
Tijdens het instellen van de lader moet de AC-ingang worden verwijderd.
5.1 Standaardinstellingen: klaar voor gebruik
De MultiPlus-II wordt geleverd met standaardfabrieksinstellingen. Deze zijn in het algemeen geschikt voor toepassing van 1 apparaat.
Waarschuwing: het is mogelijk dat de standaard acculaadspanning niet geschikt is voor uw accu’s! Raadpleeg de
documentatie van de fabrikant of vraag advies bij uw acculeverancier!
MultiPlus-II-standaardfabrieksinstellingen
Frequentie omvormer 50 Hz
Ingangsfrequentiebereik 45 65 Hz
Ingangsspanningsbereik 180 265 VAC
Omvormerspanning 230 VAC
Standalone / parallel / 3-fase standalone
AES (Automatic Economy Switch) uit
Aardrelais aan
Lader aan/uit aan
Acculaadkarakteristiek viertraps adaptief met BatterySafe-modus
Laadstroom 100% van de maximale laadstroom
Accutype Victron Gel Deep Discharge (ook geschikt voor Victron AGM Deep Discharge)
Automatisch egalisatie laden uit
Absorptiespanning 57,6V
Absorptietijd tot 8 uur (afhankelijk van bulkladingstijd)
Druppelladingsspanning 55,2V
Opslagspanning 52,8V (niet instelbaar)
Herhaalde absorptietijd 1 uur
Absorptieherhalingsinterval 7 dagen
Bulkbeveiliging aan
AC-ingangsstroomlimiet 32A (= regelbare stroomlimiet voor PowerControl- en PowerAssist-functies)
UPS-functie aan
Dynamische stroombegrenzer uit
Zwakke AC uit
BoostFactor 2
Programmeerbaar relais alarmfunctie
PowerAssist aan
5.2 Uitleg bij de instellingen
Hieronder volgt een korte uitleg bij de instellingen die niet vanzelfsprekend zijn. Meer informatie vindt u in de help-bestanden van de
softwareconfiguratieprogramma’s (zie paragraaf 5.3).
Frequentie omvormer
Uitgangsfrequentie als er geen AC op de ingang aanwezig is.
Instelbaar: 50 Hz; 60 Hz
Ingangsfrequentiebereik
Ingangsfrequentiebereik dat door de MultiPlus-II wordt geaccepteerd. De MultiPlus-II synchroniseert binnen dit bereik met de AC-
ingangsfrequentie. De frequentie op de uitgang is dan gelijk aan de frequentie op de ingang.
Instelbaar: 45 65 Hz; 45 55 Hz; 55 65 Hz
Ingangsspanningsbereik
Spanningsbereik dat door de MultiPlus-II wordt geaccepteerd. De MultiPlus-II synchroniseert binnen dit bereik met de AC-
ingangsspanning. De spanning op de uitgang is dan gelijk aan de spanning op de ingang.
Instelbaar: Ondergrens: 180 230V
Bovengrens: 230 270V
Opmerking: De fabrieksinstelling voor de ondergrens van 180V is bedoeld voor aansluiting op een instabiele netspanning of een
generator met instabiel AC-uitgangsspanning. Deze instelling kan leiden tot uitschakeling van het systeem als dit is aangesloten op een
‘borstelloze, zelfbekrachtigde, extern spanningsgeregelde, synchrone wisselstroomgenerator’ (synchrone generator met automatische
spanningsregelaar). De meeste generatoren met een vermogen van 10kVA of meer zijn synchrone generatoren met automatische
spanningsregelaar. De uitschakeling vindt plaats als de generator wordt gestopt en langzamer gaat draaien, terwijl de generator met
automatische spanningsregelaar tegelijkertijd ‘probeert’ om de uitgangsspanning van de generator op 230V te houden.
De oplossing is om de ondergrens te verhogen naar 210VAC (generatoren met automatische spanningsregelaar hebben over het
algemeen een zeer stabiele uitgangspanning) of om de MultiPlus-II los te koppelen van de generator als een generatorstopsignaal
wordt afgegeven (met behulp van een in serie met de generator geïnstalleerde AC-schakelaar).
13
EN NL FR DE ES SE Appendix
Omvormerspanning
Uitgangsspanning van de MultiPlus-II bij accubedrijf.
Instelbaar: 210 245V
Standalone / parallel bedrijf / 2-3-fase-instelling
Met meerdere apparaten is het mogelijk om:
- het totale omvormervermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel geschakeld)
- een 3-fasesysteem te maken met een aparte autotransformator: zie datasheet en handleiding van de VE-autotransformator
- een 3-fasesysteem te maken
De standaardproductinstellingen zijn voor autonoom bedrijf. Zie voor parallel, driefase- of éénfasebedrijf paragraaf 5.3.
AES (Automatic Economy Switch)
Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting verlaagd met ca. 20% door de
sinusspanning iets te 'versmallen'. Enkel van toepassing in standalone-configuratie.
Search Mode (zoekmodus)
In plaats van de AES-modus kan ook de search mode (enkel met behulp van VEConfigure) worden gekozen.
Als de 'search mode' is ingeschakeld, wordt het stroomverbruik bij nullast verlaagd met ca. 70%. De 'search mode' houdt in dat de
MultiPlus-II wordt uitgeschakeld als er geen belasting is of als deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de MultiPlus-II even
inschakelen. Als de uitgangsstroom een ingesteld niveau overschrijdt, blijft de omvormer werken. Zo niet, dan gaat de omvormer weer
uit.
De belastingsniveaus uitschakelingen ingeschakeld blijvenvan de zoekmodus kunnen met VEConfigure worden ingesteld.
De fabrieksinstelling is:
Uitschakelen: 40 watt (lineaire belasting)
Inschakelen: 100 watt (lineaire belasting)
Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Enkel van toepassing in standalone-configuratie.
Aardrelais (zie bijlage B)
Met dit relais wordt de nulleider van de AC-uitgang met het frame geaard als het terugleverveiligheidsrelais open is. Dit om de correcte
werking van aardlekschakelaars in de uitgang veilig te stellen.
Acculaadalgoritme
De standaardinstelling is 'viertraps adaptief met BatterySafe-modus'. Zie hoofdstuk 2 voor een beschrijving.
Dit is het aanbevolen laadalgoritme voor loodzwavelzuuraccu's. Zie de helpbestanden van de softwareconfiguratieprogramma’s voor
andere mogelijkheden.
Accutype
De standaardinstelling is het meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide A200 en stationaire buisjesplaataccu’s
(OPzS). Deze instelling kan ook voor vele andere accu’s worden gebruikt: bv. Victron AGM Deep Discharge en andere AGM-accu’s en
vele soorten natte vlakke-plaataccu’s. Met VEConfigure kan het laadalgoritme worden aangepast, zodat elk type accu
(nikkelcadmiumaccu's, lithiumionaccu's) kan worden opgeladen
Absorptietijd
In de standaardinstelling 'viertraps adaptief met BatterySafe-modus' is de absorptietijd afhankelijk van de bulktijd (adaptieve
laadkarakteristiek), zodat de accu optimaal wordt opgeladen.
Automatische egalisatielading
Deze instelling is bedoeld voor natte buisjesplaattractie- of OpzS-accu's. Bij deze instelling wordt de maximale absorptiespanning
verhoogd tot 2,83 V/cel (34 V voor een 24V-accu) nadat tijdens absorptieladen de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de
ingestelde maximumstroom.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Zie 'tubular plate traction battery charge curve' (laadkarakteristiek van buisjesplaattractieaccu's) in VEConfigure.
Opslagspanning, herhaalde absorptietijd, absorptieherhalingsinterval
Zie hoofdstuk 2.
Bulkbeveiliging
Als deze instelling op 'on' staat, wordt de bulklaadtijd beperkt tot max. 10 uur. Een langere laadtijd zou kunnen duiden op een
systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten accucel).
AC-ingangsstroomlimiet
Dit is de instelling van de stroomlimiet, waarbij PowerControl en PowerAssist in werking treden.
Instellingsbereik PowerAssist: Van 5,3 A tot 32 A.
Fabrieksinstellingen: de maximumwaarde (32 A).
UPS-functie
Als deze instelling op 'on' staat en de wisselspanning op de ingang wegvalt, schakelt de MultiPlus-II praktisch zonder onderbreking over
naar omvormerbedrijf.
De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor gebruik van deze instelling - de MultiPlus-II
zou voortdurend overschakelen op naar omvormerbedrijf. Daarom kan er voor gekozen worden om deze instelling uit te schakelen. De
MultiPlus-II reageert dan minder snel op afwijkingen in de ingangswisselspanning. Hierdoor wordt de omschakeltijd naar
omvormerbedrijf wat langer.
Advies: UPS-functie uitschakelen als de MultiPlus-II niet synchroniseert of voortdurend terugschakelt naar omvormerbedrijf.
14
Dynamische stroombegrenzer
Bedoeld voor aggregaten, waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een statische omvormer (zogenaamde
'omvormer'-aggregaten). In deze aggregaten wordt het motortoerental verlaagd bij lage belasting: dat beperkt lawaai, brandstofverbruik
en vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt bij een plotselinge verhoging van de
belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden nadat de motor op toeren is.
Als deze instelling op 'on' wordt gezet, zal de MultiPlus-II beginnen met het leveren van extra vermogen op een laag
aggregaatuitgangsvermogen en langzaam meer leveren tot de ingestelde stroomlimiet is bereikt. Hierdoor krijgt de motor van het
aggregaat de tijd om op toeren te komen.
Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij 'klassieke' aggregaten die traag reageren op plotselinge belastingvariaties.
WeakAC
Sterke vervorming van de ingangsspanning kan tot gevolg hebben dat de lader niet of nauwelijks werkt. Als WeakAC (lage
wisselspanning) wordt ingesteld, accepteert de lader ook een sterk vervormde spanning, ten koste van meer vervorming van de
opgenomen stroom.
Advies: WeakAC inschakelen als de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens zelden voor!). Zet tegelijk ook de 'dynamische
stroombegrenzer' aan en reduceer desnoods de maximale laadstoom om overbelasting van het aggregaat te voorkomen.
Opmerking: als WeakAC is ingeschakeld, wordt de maximale laadstroom met ongeveer 20% verminderd.
BoostFactor
Wijzig deze instelling alleen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy getrainde installateur!
Programmeerbaar relais
De MultiPlus-II is voorzien van een programmeerbaar relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen worden
geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat.
AC-hulpuitgang (AC-out-2)
Deze is bedoeld voor niet-kritische belastingen en direct aangesloten op de AC-ingang. Met stroommeetcircuit om PowerAssist mogelijk
te maken.
5.3 Configuratie via de pc
De volgende hardware is vereist:
A MK3-USB (VE.Bus naar USB) interface.
Als alternatief kan de interface MK2.2b (VE.Bus naar RS232) worden gebruikt (RJ45 UTP-kabel vereist).
5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup
VE.Bus Quick Configure Setup is een softwareprogramma, waarmee systemen met maximaal 3 Multi-units (parallel- of
driefasebedrijf) op eenvoudige wijze kunnen worden geconfigureerd.
U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com.
5.3.2 VE.Bus System Configurator
Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 of meer Multi-units moet de software VE.Bus System
Configurator worden gebruikt. U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com.
15
EN NL FR DE ES SE Appendix
6. Onderhoud
De MultiPlus-II vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat om alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom vocht en
olie/roet/dampen en houd het apparaat schoon.
7. Storingsaanduidingen
Via de onderstaande procedures kunnen de meeste fouten snel worden geïdentificeerd. Als u een fout niet kunt oplossen, neem dan
contact op met uw Victron Energy-leverancier.
We raden aan om gebruik te maken van de Toolkit app om LED-alarm codes te koppelen aan de beschrijving van het
probleem/alarm, zie
https://www.victronenergy.com/support-and-downloads/software#victron-toolkit-app
7.1 Algemene storingsaanduidingen
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Geen uitgangsspanning op
AC-out-2.
Multi in omvormermodus
Multi schakelt niet over op
aggregaat of netvoeding.
Contactverbreker of zekering in
de AC-in-ingang is open door
overbelasting.
Overbelasting of kortsluiting bij
AC-out-1 of AC-out-2
verwijderen en
zekering/contactverbreker
resetten.
Omvormerbedrijf niet
gestart als ingeschakeld.
De accuspanning is veel te hoog
of te laag. Geen spanning op
DC-aansluiting.
Zorg dat de accuspanning
binnen het juiste bereik ligt.
De LEDaccu bijna leeg
knippert.
De accuspanning is laag.
Laad de accu op of controleer
de accu-aansluitingen.
De LEDaccu bijna leeg
brandt.
De omvormer schakelt uit, omdat
de accuspanning te laag is.
Laad de accu op of controleer
de accu-aansluitingen.
De LEDoverbelasting
knippert.
De omvormerbelasting is hoger
dan de nominale belasting.
Verlaag de belasting.
De LEDoverbelasting
brandt.
De omvormer is uitgeschakeld
door een veel te hoge belasting.
Verlaag de belasting.
De LEDtemperatuur
knippert of brandt.
De omgevingstemperatuur is
hoog of de belasting is te hoog.
Plaats de omvormer in een
koele en goed geventileerde
omgeving of verlaag de
belasting.
De LEDs accu bijna leeg
en overbelastingknipperen
afwisselend.
Lage accuspanning en veel te
hoge belasting.
Laad de accu's, koppel de
belasting los of verlaag deze
of plaats accu's met een
grotere capaciteit. Monteer
kortere en/of dikkere
accukabels.
De LEDs accu bijna leeg
en overbelastingknipperen
tegelijkertijd.
De rimpelspanning op de DC-
aansluiting overschrijdt 1,5Vrms.
Controleer de accukabels en
accu-aansluitingen. Controleer
of de accucapaciteit
voldoende hoog is en verhoog
deze, indien nodig.
De LEDs accu bijna leeg
en overbelastingbranden.
De omvormer is uitgeschakeld
door een veel te hoge
rimpelspanning op de ingang.
Plaats accu's met een grotere
capaciteit. Monteer kortere
en/of dikkere accukabels en
reset de omvormer
(uitschakelen en weer
inschakelen).
16
Eén alarm-LED
brandt en het
tweede knippert.
De omvormer is uitgeschakeld
doordat een alarm is geactiveerd
door een brandende LED. De
knipperende LED geeft aan dat de
omvormer door het alarm zou worden
uitgeschakeld.
Kijk in deze tabel voor de juiste
maatregelen m.b.t. deze
alarmtoestand.
De lader werkt niet.
De AC-ingangsspanning of -frequentie
ligt niet binnen het bereik.
Zorg ervoor dat de AC-
ingangsspanning tussen 185VAC en
265VAC ligt en dat de frequentie
binnen het bereik ligt
(fabrieksinstelling 45-65Hz).
Contactverbreker of zekering in de
AC-in-ingang is open door
overbelasting.
Overbelasting of kortsluiting bij AC-
out-1 of AC-out-2 verwijderen en
zekering/contactverbreker resetten.
De accuzekering is doorgebrand.
Vervang de accuzekering.
De vervorming van de AC-
ingangsspanning is te groot (normaal
gesproken aggregaatvoeding).
Schakel de instellingen WeakAC en
dynamische stroombegrenzer in.
De lader werkt niet.
De LEDBulk
knippert
De LED Mains on
brandt.
De MultiPlus-II bevindt zich in de modus
bulkbeveiliging, dus de maximale
bulklaadtijd van 10 uur is overschreden.
Een dergelijk lange laadtijd zou kunnen
duiden op een systeemfout
(bijvoorbeeld een kortgesloten accucel).
Controleer uw accu's.
OPMERKING:
U kunt de foutmodus resetten door de
MultiPlus-II uit- en weer in te
schakelen.
De standaardfabrieksinstelling van de
MultiPlus-II voor de modus
bulkbeveiligingis ingeschakeld. De
modus bulkbeveiligingkan alleen
worden uitgeschakeld via
VEConfigure.
De accu wordt niet
volledig opgeladen.
De laadstroom is veel te hoog en start
zo een voortijdige absorptielading.
Stel de laadstroom in op een niveau
tussen 0,1 en 0,2 keer de
accucapaciteit.
Slechte accu aansluiting.
Controleer de accu aansluitingen.
De absorptiespanning is ingesteld op
een onjuist niveau (te laag).
Stel een juist niveau voor de
absorptiespanning in.
De druppellaadspanning is ingesteld op
een onjuist niveau (te laag).
Stel een juist niveau voor de
druppellaadspanning in.
De beschikbare oplaadtijd is te kort om
de accu volledig op te kunnen laden.
Kies een langere oplaadtijd of een
hogere laadstroom.
De absorptietijd is te kort. Bij adaptief
laden kan dit worden veroorzaakt door
een extreem hoge laadstroom ten
opzichte van de accucapaciteit, zodat
de bulkladingstijd te kort is.
Verlaag de laadstroom of kies de
‘vaste’ laadkarakteristieken.
De accu wordt
overladen.
De absorptiespanning is ingesteld op
een onjuist niveau (te hoog).
Stel een juist niveau voor de
absorptiespanning in.
De druppellaadspanning is ingesteld
op een onjuist niveau (te hoog).
Stel een juist niveau voor de
druppellaadspanning in.
Accu verkeert in slechte toestand.
Vervang de accu.
De accutemperatuur is te hoog (door
slechte ventilatie, veel te hoge
omgevingstemperatuur of veel te hoge
laadstroom).
Verbeter de ventilatie, plaats de
accu's in een koelere omgeving,
verlaag de laadstroom en sluit de
temperatuursensor aan.
De laadstroom
daalt naar 0 zodra
de absorptie-
ladingsfase wordt
gestart.
De accu is oververhit (>50°C)
Plaats de accu in een koelere
omgeving
Verlaag de laadstroom
Controleer of één van de
accucellen een interne
kortsluiting heeft
De accutemperatuursensor is defect
Koppel de temperatuursensorstekker
in de MultiPlus-II los. Als het opladen
weer goed werkt na ca. 1 minuut,
dient de temperatuursensor te
worden vervangen.
17
EN NL FR DE ES SE Appendix
7.2 Speciale LED-aanduidingen
(zie voor de normale LED-aanduidingen paragraaf 3.4)
Mains onknippert en er is geen
uitgangsspanning.
Het apparaat bevindt zich in de modus charger onlyen er is netvoeding
beschikbaar. Het apparaat weigert de netvoeding of is nog bezig met
synchroniseren.
7.3 VE.Bus LED-aanduidingen
Apparatuur, die is geïntegreerd in een VE.Bus-systeem (een parallel- of 3-faseconfiguratie) kan zogenaamde VE.Bus LED-
aanduidingen bieden. Deze LED-aanduidingen kunnen worden onderverdeeld in twee groepen: OK-codes en storingscodes.
7.3.1 VE.Bus-OK-codes
Als de interne toestand van een apparaat is orde is, maar het apparaat nog niet kan worden gestart, omdat één of meer andere
apparaten in het systeem een storingsstatus aangeven, zullen de apparaten die in orde zijn een OK-code aangeven. Hierdoor is het
opsporen van storingen in een VE.Bus-systeem mogelijk, omdat apparaten die geen aandacht nodig hebben ook als zodanig kunnen
worden herkend.
Belangrijke aanwijzing: OK-codes worden alleen weergegeven als een apparaat zich niet in de omvormer- of oplaadmodus bevindt!
Een knipperende LEDbulkgeeft aan dat het apparaat kan omvormen.
Een knipperende LEDfloatgeeft aan dat het apparaat kan opladen.
OPMERKING: In principe moeten alle andere LEDs uit zijn. Als dat niet het geval is, is de code geen OK-code.
De volgende uitzonderingen zijn echter van toepassing:
De bovenstaande speciale LED-aanduidingen kunnen samen met de OK-codes optreden.
De LEDaccu bijna leegkan samen met de OK-code functioneren die aangeeft dat het apparaat kan opladen.
7.3.2 VE.Bus-storingscodes
Een VE.Bus-systeem kan verschillende storingscodes weergeven. Deze codes worden weergegeven met de LEDs inverter on, bulk,
absorption en float’.
Om een VE.Bus-storingscode juist te kunnen interpreten, moet de volgende procedure worden gevolgd:
1. Het apparaat dient een storing te hebben (geen AC-uitgangsspanning).
2. Knippert de LEDinverter on? Indien niet, dan is er geen VE.Bus-storingscode.
3. Als één of meer van de LEDs bulk, absorptionof floatknippert, dat dient dit knipperen in tegenfase van de LEDinverter
onte gebeuren, d.w.z. de knipperende LEDs zijn uit als de LEDinverter onaan is en omgekeerd. Is dit niet het geval, dan is
er geen VE.Bus-storingscode.
4. Controleer de LEDbulken bepaal welke van de drie onderstaande tabellen gebruikt moet worden.
5. Kies de juiste kolom en rij (afhankelijk van de LEDs absorptionen float) en bepaal de storingscode.
6. Bepaal de betekenis van de code in onderstaande tabellen.
18
Aan alle onderstaande voorwaarden moet worden voldaan!:
1. Het apparaat heeft een storing! (Geen AC-uitgangsspanning)
2. Omvormer-LED knippert (tegengesteld tot de LEDs Bulk, Absorption of Float)
3. Tenminste één van de LEDs Bulk, Absorption en Float brandt of knippert
LED Bulk is uit LED Bulk knippert LED Bulk brandt
LED Absorption LED Absorption LED Absorption
uit
knippert
aan
uit
knippert
aan
uit
knippert
aan
LED Float
uit 0 3 6
LED Float
Uit 9 12 15
LED Float
uit 18 21 24
knippert 1 4 7 knippert 10 13 16 knippert 19 22 25
aan 2 5 8 aan 11 14 17 aan 20 23 26
LED Bulk
LED Absorption
LED Float
Code Betekenis: Oorzaak / oplossing:
1
Het apparaat is uitgeschakeld, omdat
één van de andere fases in het systeem
is uitgeschakeld.
Controleer de falende fase.
3
Niet alle of meer dan de verwachte
apparaten zijn in het systeem
gevonden.
Het systeem is niet juist geconfigureerd. Configureer het systeem opnieuw.
Storing in de communicatiekabel. Controleer de kabels en schakel alle
apparatuur uit en daarna weer in.
4
Geen enkel ander apparaat
gedetecteerd.
Controleer de communicatiekabels.
5 Overspanning bij AC-uitgang. Controleer de AC-kabels.
10
Systeemtijdsynchronisatieprobleem
opgetreden.
Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden. Controleer de
communicatiekabels.
14
Apparaat kan geen gegevens
overdragen.
Controleer de communicatiekabels (er zou kortsluiting kunnen zijn ontstaan).
17
Eén van de apparaten heeft de rol van
‘master’ op zich genomen, omdat de
originele master heeft gefaald.
Controleer de falende unit. Controleer de communicatiekabels.
18 Overspanning is opgetreden. Controleer de AC-kabels.
22 Dit apparaat kan als ‘slave’ fungeren.
Dit apparaat is een verouderd en ongeschikt model. Het dient te worden
vervangen.
24 Overschakelsysteembeveiliging gestart.
Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden. Schakel alle
apparatuur uit en daarna weer in. Als het probleem opnieuw optreedt,
controleer dan de installatie.
Mogelijke oplossing: verhoog de ondergrens van de AC-
ingangsspanning naar 210VAC (fabrieksinstelling is 180VAC)
25
Firmware-incompatibiliteit. Eén van de
aangesloten apparaten heeft een te
oude firmware om met dit apparaat
samen te werken.
1) Schakel alle apparatuur uit.
2) Schakel het apparaat dat deze storing aangeeft in.
3) Schakel alle andere apparaten één voor één in tot de storingsmelding weer
optreedt.
4) Update de firmware in het laatste apparaat dat is ingeschakeld.
26 Interne fout.
Dient niet op te treden. Schakel alle apparatuur uit en daarna weer in. Neem
contact op met Victron Energy als het probleem blijft bestaan.
19
EN NL FR DE ES SE Appendix
8. Technische specificaties
MultiPlus-II
48/3000/35-32 48/5000/70-50
PowerControl / PowerAssist
Ja
AC-ingang
Ingangsspanningsbereik: 187-265 VAC Ingangsfrequentie: 45 65 Hz
Maximale doorvoerstroom (A)
32 50
OMVORMER
Ingangsspanningsbereik (V DC)
38V 66V
Uitgang (1)
Uitgangsspanning: 230 VAC ± 2% Frequentie: 50 Hz ± 0,1%
Cont. uitgangsvermogen bij 25°C / 77°F (VA)
(3)
3000VA
5000VA
Continu uitgangsvermogen bij 25°C / 77°F
(W)
2400W
4000W
Continu uitgangsvermogen bij 40°C / 104°F
(W)
2200W
3700W
Continu uitgangsvermogen bij 65°C / 150°F
(W)
1700W
3000W
Maximaal schijnbaar invoedingsvermogen
2500VA
4000VA
Piekvermogen (W)
5500 W
9000W
Maximaal rendement (%)
95%
96%
Nullast (W) 11 18
Nullastvermogen in AES-modus (W)
7
12
Nullastvermogen in zoekmodus (W)
2
2
LADER
AC-ingang
Ingangsspanningsbereik: 187-265 VAC Ingangsfrequentie: 45 55 Hz Vermogensfactor: 1
Laadspanning 'absorptielading' (V DC)
57,6 V
Laadspanning 'druppellading' (V DC)
55,2 V
Opslagmodus (V DC)
52,8 V
Laadstroom service-accu (A) (4)
35A
70A
ALGEMEEN
Hulpuitgang Ja (32A) Rechtstreeks aangesloten op de AC-ingang
Programmeerbaar relais
(5)
Ja
Beveiligingen (2)
a – g
Algemene kenmerken
Bedrijfstemp.: -40 tot +65°C (-40 - 150°F (ventilatorkoeling)
Vochtigheidsgraad (geen condensvorming) : max. 95%
BEHUIZING
Materiaal en kleur
aluminium (blauw RAL 5012) Beschermklasse: IP20, verontreinigingsgraad 2, OVC3
Accu-aansluiting
M6 bouten
M8 bouten
230V AC-aansluitingen
Schroefklemmen 13 mm² (6 AWG)
Gewicht (kg)
18
29
Afmetingen (hxbxd in mm)
499 x 268 x 141
560 x 320 x 141
NORMEN
Veiligheid
NEN-EN 60335-1, NEN-EN 60335-2-29, IEC 62109-1, IEC 62109-2
Emissie / immuniteit
NEN-EN 55014-1, NEN-EN 55014-2, NEN-EN-IEC 61000-3-2, NEN-EN-IEC 61000-3-3
NEN-EN-IEC 61000-6-1, NEN-EN 61000-6-2, NEN-EN 61000-6-3
Ononderbroken stroomvoorziening
NEN-EN-IEC 62040-1, AS 62040.1.1
Anti-islanding VDE-AR-N 4105, G83/2, AS/NZS 4777.2, UTE C15-712-1, C10/11, RD 1699-RD 413, TOR D4
1) Kan worden aangepast aan 60 Hz; 120V 60 Hz op aanvraag
2) Beveiliging
a. Kortsluiting uitgang
b. Overbelasting
c. Accuspanning te hoog
d. Accuspanning te laag
e. Temperatuur te hoog
f. 230 VAC op omvormeruitgang
g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel
3) Niet-lineaire belasting, topfactor 3:1
4) Bij 25°C omgevingstemperatuur
5) Programmeerbaar relais dat kan worden ingesteld op een algemeen
alarm, DC-onderspanning of start/stop-functie aggregaat
Nominale AC-waarde: 230V / 4A
Nominale DC-waarde: 4A tot 35VDC en 1A tot 60VDC
EN NL FR DE ES SE Appendix
APPENDIX A: Connection overview
BIJLAGE A: Overzicht aansluitingen
ANNEXE A : Vue d’ensemble des connections
ANHANG A: Übersicht Anschlüsse
APÉNDICE A: Conexiones generales
APPENDIX A: Anslutningsöversikt
EN:
A
Load connection. AC out1. Left to right: N (neutral), PE (earth/ground), L (phase)
B
AC input: Left to right: N (neutral), PE (earth/ground), L (phase)
C
Load connection. AC out2. Left to right: N (neutral), PE (earth/ground), L (phase)
D
M6 battery positive connection.
E
M6 battery minus connection.
F
External current sensor
G
RJ12 additional IO connector
H
2x RJ45 VE-BUS connector for remote control and/or parallel / three-phase operation
I
Connector for remote switch: Short to switch “on”.
J
Alarm contact: (left to right) NO, NC, COM.
K
Primary ground connection M8 (PE).
NL:
A
Belastingsaansluiting. AC out1. Van links naar rechts: N (nul), PE (aarde), L (fase)
B
AC-ingang: Van links naar rechts: N (nul), PE (aarde), L (fase)
C
Belastingsaansluiting. AC out2. Van links naar rechts: N (nul), PE (aarde), L (fase)
D
Pluspoolaansluiting accu M6.
E
Minpoolaansluiting accu M6.
F
Externe stroomsensor
G
Extra RJ12 I/O-stekker
H
2x RJ45 VE-BUS-stekker voor afstandsbediening en/of parallel- / driefase-bedrijf
I
Stekker voor afstandsschakelaar: om deze sneller op "on" te zetten.
J
Alarmcontact: (van links naar rechts:) NO, NC, COM.
K
Primaire aardingsaansluiting M8 (PE).
FR :
A
Connexion de la charge. AC out1. De gauche à droite : N (neutre), PE (terre/masse), L (phase)
B
Entrée CA : De gauche à droite : N (neutre), PE (terre/masse), L (phase)
C
Connexion de la charge. AC out2. De gauche à droite : N (neutre), PE (terre/masse), L (phase)
D
Connexion positive de batterie M6.
E
Connexion négative de batterie M6.
F
Sonde de courant externe
G
Connecteur E/S RJ12 supplémentaire
H
2 connecteurs RJ45 VE-BUS pour commande à distance et/ou fonctionnement en parallèle /
triphasé
I
Connecteur pour l'interrupteur à distance : Court-circuiter pour allumer (On).
J
Contact alarme : (de gauche à droite) NO, NC, COM.
K
Connexion primaire à la terre M8 (PE)
DE:
A
Lastanschluss AC out1. Von links nach rechts: “N” (Neutralleiter), “PE” (Erde/Masse) und “L”
(Phase)
B
Wechselstrom-Eingang: Von links nach rechts: : “N” (Neutralleiter), “PE” (Erde/Masse) und “L”
(Phase)
C
Lastanschluss AC out2. Von links nach rechts: : “N” (Neutralleiter), “PE” (Erde/Masse) und “L”
(Phase)
D
M6 Plusanschluss der Batterie.
E
M6 Minusanschluss der Batterie.
F
Externer Stromsensor
G
zusätzlicher RJ12 IO Steckverbinder
H
2x RJ45-VE-BUS-Stecker für die Fernsteuerung und/oder Parallel- / 3-Phasenbetrieb.
I
Stecker für Fernbedienungsschalter: Kurzschluss auslösen zum "Ein-"schalten
J
Alarm-Kontakt: (links nach rechts) NO, NC, COM.
K
Primärer Erdungsanschluss M8 (PE).
Detail of the RJ12 additional IO connector (G)
RJ12 additional IO connector
Aux in 1 and Aux in 2: 0 5V
K1, K2: open collector 70V 100mA max
12V: 12V 100mA max
Gnd: common ground
Detail van de extra RJ12 I/O-stekker (G)
Extra RJ12 I/O-stekker
Aux in 1 en Aux in 2: 0 5 V
K1, K2: open collector 70 V 100 mA max
12V: 12 V 100 mA max
Aarde: gemeenschappelijke aarding
Détails du connecteur E/S RJ12 supplémentaire (G)
Connecteur E/S RJ12 supplémentaire
Aux in 1 et Aux in 2 : 0 – 5 V
K1, K2 : collecteur ouvert 70 V-100 mA max
12 V : 12 V 100 mA max
Gnd : masse commune
Detailansicht des zusätzlichen RJ12 IO Steckverbinders (G)
zusätzlicher RJ12 IO Steckverbinder
Aux in 1 und Aux in 2: 0 5 V
K1, K2: offener Kollektor 70 V 100 mA max.
12 V: 12 V 100 mA max.
Erdung: gewöhnliche Erdung
Detalle del conector IO adicional RJ12 (G)
Conector IO adicional RJ12
Aux en 1 y Aux en 2: 0 5 V
K1, K2: colector abierto 70 V 100 mA max
12 V: 12 V 100 mA max
Gnd: puesta a tierra común
Detaljer för det extra RJ12 IO-anslutningsdonet (G)
Extra RJ12 IO-anslutningsdon
Aux in 1 och Aux in 2: 0 - 5 V
K1, K2: öppen kollektor 70 V 100 mA max
12V: 12 V 100 mA max
Gnd: vanlig jord
APPENDIX E: Charge characteristic
BIJLAGE E: Laadkarakteristiek
ANNEXE E : Courbe de charge
ANHANG E: Ladekennlinie
APÉNDICE E: Características de carga
APPENDIX E: Laddningsfunktion
Charge current
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
Time
Amps
Charge voltage
10
11
12
13
14
15
16
Time
Volts
4-stage charging:
Bulk
Entered when charger is started. Constant current is applied until nominal battery voltage is reached, depending on temperature and input voltage, after
which constant power is applied up to the point where excessive gassing is starting (14.4 V resp. 28.8 V, temperature compensated).
Battery Safe
The applied voltage to the battery is raised gradually until the set Absorption voltage is reached. The Battery Safe Mode is part of the calculated
absorption time.
Absorption
The absorption period is dependent on the bulk period. The maximum absorption time is the set Maximum Absorption time.
Float
Float voltage is applied to keep the battery fully charged
Storage
After one day of float charge the output voltage is reduced to storage level. This is 13,2 V resp. 26,4 V (for 12 V and 24 V charger). This will limit water
loss to a minimum when the battery is stored for the winter season.
After an adjustable time (default = 7 days) the charger will enter Repeated Absorption-mode for an adjustable time (default = one hour) to ’refresh’ the
battery.
4-fase-lading:
Bulklading
Deze start als de lader wordt ingeschakeld. Een constante stroom wordt toegepast tot de nominale accuspanning is bereikt, afhankelijk van de
temperatuur en de ingangsspanning, waarna een constante stroom wordt toegepast tot er overmatige gasvorming optreedt (14,4 V resp. 28,8 V,
temperatuurgecompenseerd).
Battery Safe-modus
De op de accu toegepaste spanning wordt langzaamaan verhoogd tot de ingestelde absorptiespanning is bereikt. De Battery Safe-modus maakt
onderdeel uit van de berekende absorptietijd.
Absorptielading
De absorptieladingstijd hangt af van de bulkladingstijd. De maximale absorptieladingstijd is de ingestelde Maximale absorptietijd.
Druppellading
De druppelladingsspanning wordt toegepast om de accu volledig opgeladen te houden.
Opslaglading
Na een dag druppellading wordt de uitgangsspanning verlaagt tot het opslagladingsniveau. Dit is 13,2 V resp. 26,4 V (voor een 12V- resp. 24V-lader).
Hierdoor wordt het verlies van water tot een minimum beperkt als de accu gedurende de winter is opgeslagen.
Na een aanpasbare tijd (standaard = 7 dagen) start de lader in de Herhaaldelijke absorptie-modus gedurende een aanpasbare tijd (standaard = een
uur) om de accu te ’verversen’.
/