GIK, GIKH · Edition 09.21
NL-2
2 GEBRUIK CONTROLEREN
Gas-gelijkdrukregelaars GIK voor het constant hou-
den van een gas-luchtverhouding van 1:1 en voor de
gasdrukregeling aan installaties zonder voorverwarmde
verbrandingslucht.
Verhoudingsdrukregelaars GIK voor het constant hou-
den van een gas-luchtverhouding van 4:1 en voor de
gasdrukregeling aan installaties met recuperatieve
luchtvoorverwarming.
GIK, GIKH voor continue regeling. GIK..B, GIKH..B
voor trapsgewijze regeling.
GIK..L, GIKH..L alleen voor lucht.
De functie is uitsluitend binnen de aangegeven grenzen
gewaarborgd– zie pagina 8 (12 Technische gege-
vens). Elk ander gebruik geldt als oneigenlijk gebruik.
2.1 Typeaanduiding
GIK Gas-gelijkdrukregelaar
15-150 Nominale diameter
T T product
R Rp-binnendraad
N NPT-binnendraad
F Flens conform ISO 7005
A ANSI-flens
02 pu max. 200mbar
-5 Meetnippel in de uitgang
-6 Meetnippel in de ingang en uitgang
L
Alleen voor lucht (zonder type-goedkeuring)
B Met bypassschroef (GIK15–25: 1,5mm;
GIK40–50: 5mm)
ANSI-flens-uitvoering GIK..A tot DN100 leverbaar.
GIKH Verhoudingsdrukregelaar
25 Nominale diameter
T T product
R Rp-binnendraad
N NPT-binnendraad
02 pu max. 200mbar
-5 Meetnippel in de uitgang
L Alleen voor lucht (zonder type-goedkeuring)
B Met bypassschroef
2.2 Benamingen onderdelen
Rp 1/4 Rp 1/2
22
3
4
1 Stelschroef
2 Aansluiting voor luchtstuurdruk
3 Meetpunt voor luchtstuurdruk
4 Bypassschroef
5 Meetpunt voor uitlaatdruk
Rp 3/8
Rp 3/8
2
3
4
5
1 Stelschroef
2 Aansluiting ventleiding
3 Bypassschroef
4 Aansluiting, meetpunt voor luchtstuurdruk(+)
5 Aansluiting, meetpunt voor luchtstuurdruk(–)
6 Meetpunt voor uitlaatdruk
2.3 Typeplaatje
Technische grenzen, bijv. max. inlaatdruk en stuurdruk:
zie typeplaatje of pagina 8 (12 Technische gege-
vens).
Osnabrück, Germany
GIK/GIKH
3 INBOUWEN
OPGELET
Ondeskundige inbouw
Om ervoor te zorgen dat het apparaat bij het mon-
teren en in werking niet beschadigd raakt, moet er
op het volgende gelet worden:
– Voor de gelijkdrukregelaar en verhoudingsdruk-
regelaar altijd een kogelkraan, filter en veilig-
heidsklep inbouwen.
– De plaats van inbouw moet droog zijn, zie
pagina 8 (12 Technische gegevens).
– Laten vallen van het apparaat kan tot perma-
nente beschadiging van het apparaat leiden. In
dat geval het complete apparaat en de
bijbehorende modules voor gebruik vervangen.
– Het apparaat spanningsvrij in de leiding
monteren.
– Het apparaat niet in een bankschroef klemmen
of als hefboom gebruiken. Gevaar voor lekkage
aan de buitenkant.
➔
Alleen in een horizontale leiding monteren, het veer-
huis moet recht naar beneden hangen.
➔
Wij adviseren achter de regelaar een dempings-
element van 3xDN aan te brengen.