Stanley FMHT0-77422 de handleiding

Categorie
Digitale lichaamsthermometers
Type
de handleiding
50
NL
Inhoud
• Laser-informatie
• Veiligheid van de gebruiker
• Veiligheid van de accu
• Component
• Zo stelt u de Thermometer in
• Basis-meetprocedure
• Onderhoud
• Specicaties
• Garantie
Laser-informatie
De Infrarood-thermometer FMHT0-77422 is een klasse
2 laser-product dat kan worden gebruikt voor het meten van de
oppervlaktetemperatuur van een object of voor het opzoeken
van thermische lekken langs wanden, lijsten, leidingwerk en
meer.
Deze Thermometer is een professionele, non-contact Infrarood-
thermometer die gemakkelijk te gebruiken is, uiterst nauwkeurig
is en de volgende functies omvat.
Nauwkeurige, non-contact metingen
Hoge afstand-tot-doelverhouding (20:1)
Uitgebreid meetbereik van -50 °C tot 1350 °C
Over te schakelen van °C naar °F
Ingebouwde laser-aanwijzer
Automatische gegevensopslag
Emissiviteit instelbaar van 0,1 tot 1,0
MAX-, MIN-, DIF-, AVG-temperatuur-display
Display met achtergrondverlichting
Resolutie < 1000 °C/°F: 0,1 °C / 0,1 °F
> 1000 °C/°F: 1 °C / 1 °F
Hoog en laag alarm
Automatische uitschakelfunctie
Duurzame constructie
Veiligheid van de gebruiker
Veiligheidsrichtlijnen
Onderstaande denities beschrijven de ernst van de gevolgen
die met de verschillende signaalwoorden worden aangeduid.
Lees de handleiding en let goed op deze symbolen.
GEVAAR: Duidt een dreigende gevaarlijke situatie
aan, die, als deze niet wordt vermeden, een ongeluk
met dodelijke aoop of ernstig letsel tot gevolg zal
hebben.
WAARSCHUWING: Duidt een mogelijk gevaarlijke
situatie aan, die, als deze niet wordt vermeden, een
ongeluk met dodelijke aoop of ernstig letsel tot
gevolg kan hebben.
LET OP: Duidt een mogelijk gevaarlijke situatie aan,
die, als deze niet wordt vermeden aan, licht of
middelzwaar letsel tot gevolg kan hebben.
KENNISGEVING: Duidt een situatie in de praktijk aan die
niet leidt tot persoonlijk letsel, maar, als deze niet wordt
vermeden, materiële schade tot gevolg kan hebben.
Als u vragen of opmerkingen hierover hebt of over ander
Stanley-gereedschap, ga dan naar http://www.2helpU.com.
WAARSCHUWING:
Lees alle instructies en zorg ervoor dat
u ze begrijpt. Wanneer u geen gevolg geeft aan de
waarschuwingen en instructies in deze handleiding,
kan dat leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING:
Blootstelling aan laserstralen. Haal de laser-
waterpas niet uit elkaar en breng er geen wijzigingen in
aan. Het gereedschap bevat geen onderdelen waaraan
de gebruiker onderhoud kan uitvoeren. Ernstige
verwondingen aan de ogen zouden het gevolg kunnen zijn.
WAARSCHUWING:
Gevaarlijke straling. Gebruik van bedieningsfuncties
of de uitvoering van aanpassingen of procedures die niet in
deze handleiding worden beschreven, kunnen tot gevaarlijke
blootstelling aan straling leiden.
Het label op uw laser kan de volgende symbolen vermelden.
51
NL
Symbool Betekenis
V Volt
mW Milliwatt
Laser-waarschuwing
nm Golengte in nanometers
2 Klasse 2 Laser
Waarschuwingslabels
Voor uw gemak en veiligheid worden de volgende labels op
de laser vermeld.
WAARSCHUWING: De gebruiker moet de
instructiehandleiding lezen zodat het risico van
letsel wordt beperkt.
WAARSCHUWING: LASER-STRALING.
KIJK NIET IN DE STRAAL.
Klasse 2 Laser-product.
4
FM
20
1
4
FM
20
1
Werk niet met de laser in explosieve omgevingen, zoals
in de aanwezigheid van brandbare vloeistoffen en gassen
of brandbaar stof. Dit gereedschap kan vonken genereren
die het stof of de dampen kunnen doen ontbranden.
Berg laser-gereedschap dat u niet gebruikt op buiten
bereik van kinderen en andere personen die er niet mee
kunnen werken. Lasers zijn gevaarlijk in de handen van
onervaren gebruikers.
Onderhoud aan het gereedschap MOET worden
uitgevoerd door gekwaliceerde reparatiemonteurs.
Wanneer service of onderhoud wordt uitgevoerd door niet-
gekwaliceerd personeel kan dat letsel tot gevolg hebben.
Zoek het Stanley-servicecentrum bij u in de buurt, ga naar
http://www.2helpU.com.
Kijk niet met behulp van optisch gereedschap, zoals een
telescoop naar de laserstraal. Ernstige verwondingen aan
de ogen zouden het gevolg kunnen zijn.
Plaats de laser niet ergens waar iemand al dan niet
opzettelijk in de laserstraal kan kijken. Ernstige
verwondingen aan de ogen zouden het gevolg kunnen zijn.
Plaats de laserstraal niet bij een reecterend oppervlak
dat de laserstraal kan weerkaatsen en in de richting van
iemands ogen kan sturen. Ernstige verwondingen aan de
ogen zouden het gevolg kunnen zijn.
Schakel het laserapparaat uit wanneer u het niet
gebruikt. Wanneer het laserapparaat aan blijft staan,
vergroot dat het risico dat iemand in de laserstraal kijkt.
Breng op geen enkele wijze wijzigingen in de laser aan.
Wanneer u wijzigingen in het gereedschap aanbrengt, kan
dat leiden tot gevaarlijke blootstelling aan laserstraling.
Werk niet met het laserapparaat in de buurt van kinderen
en laat niet kinderen het laserapparaat bedienen. Ernstige
verwondingen aan de ogen kunnen hiervan het gevolg zijn.
Verwijder geen waarschuwingslabels en maak ze niet
onleesbaar. Als labels worden verwijderd, kan de gebruiker
of kunnen anderen zichzelf onbedoeld blootstellen aan
straling.
Controleer voor u de thermometer in gebruik neemt, dat deze
goed werkt, door een meting uit te voeren van iets waarvan u
de temperatuur kent.
Richt de laserstraal niet op een vliegtuig of op bewegende
voertuigen. Ernstige verwondingen aan de ogen kunnen
hiervan het gevolg zijn.
Bescherm de unit tegen spattend water en dompel de unit
niet onder in water.
Het meetresultaat van een voorwerp met een hoge
emissiviteit kan lager zijn dan de werkelijke temperatuur van
dat voorwerp. U zou zich kunnen branden.
LET OP: De laser moet worden beschermd door het
volgende:
Elektromagnetische velden (gecreëerd door
lasapparatuur, inductie-kookplaten en dergelijke
items.)
Thermische schokken die worden veroorzaakt
door grote of plotselinge veranderingen in de
omgevingstemperatuur. De thermometer werkt
het meest nauwkeurig wanneer u voor gebruik de
temperatuur 30 minuten laat stabiliseren.
Laat de laser niet op of bij voorwerpen liggen die
een hoge temperatuur hebben.
Persoonlijke veiligheid
Blijf alert, kijk wat u doet en gebruik uw gezond verstand
wanneer u met dit laserapparaat werkt. Gebruik de laser
niet wanneer u moe bent of onder invloed van verdovende
52
NL
middelen, alcohol of medicatie. Een ogenblik van
onoplettendheid tijdens het werken met laserproducten kan
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
Gebruik een uitrusting voor persoonlijke bescherming.
Draag altijd oogbescherming. Afhankelijk van de
werkomstandigheden zal het dragen van een uitrusting voor
persoonlijke bescherming, zoals een stofmasker, antislip
veiligheidsschoenen, een helm en gehoorbescherming de
kans op persoonlijk letsel verkleinen.
Gebruik en verzorging van het gereedschap
Gebruik de laser niet als u deze niet in of uit kunt schakelen.
Gereedschap dat niet kan worden bediend met de aan/uit-
schakelaar is gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
Volg de instructies in het gedeelte Onderhoud in deze
handleiding. Het gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen
of het niet opvolgen van de instructies in Onderhoud kan het
risico van een elektrische schok of van letsel doen ontstaan.
Veiligheid van de batterijen
WAARSCHUWING:
Batterijen kunnen exploderen of lekken en
kunnen letsel of brand veroorzaken. Beperk het risico
door:
Nauwgezet gevolg te geven aan alle instructies en
waarschuwingen op het label van de batterij en de
verpakking.
Batterijen altijd op juiste wijze in te zetten en daarbij op de
polariteit te letten (+ en –), volg de markeringen op de batterij
en de apparatuur.
Niet de polen van de batterij kort te sluiten.
Niet niet-oplaadbare batterijen op te laden.
Lege batterijen onmiddellijk uit te nemen en volgens lokaal
geldende voorschriften weg te doen.
Niet batterijen in het vuur te gooien.
Batterijen buiten bereik van kinderen te houden.
Batterijen uit te nemen wanneer het toestel niet in gebruik is.
Plaatsing van batterijen (Afbeelding B)
Open het batterijklepje (10) door het voorzichtig in te drukken op
de plaatsen (23) die in Afbeelding B worden getoond. Sluit de
9V-batterij (24) (6F22 of gelijkwaardig) aan en let daarbij op de
polariteit. Sluit het batterijklepje.
Vervanging van de batterij (Afbeelding B)
Wanneer het symbool
verschijnt, is de batterij bijna leeg
en moet worden vervangen.
Wacht tot de thermometer zichzelf uitschakelt. Open het
batterijklepje (10) door het voorzichtig in te drukken op de
plaatsen (23) die in Afbeelding B worden getoond. Vervang de
9V-batterij (24) (6F22 of gelijkwaardig) aan en let daarbij dat op
de polariteit juist is. Sluit het batterijklepje.
Componenten
THERMOMETER (Afbeelding A)
1 Knop
2
Knop
3
Knop
4 Knop MODE
5 Ingebouwde 1/4-20 moer
6 Handgreep
7 LCD scherm
8 IR-sensor
9 Schakelaar voor meting
10 Batterijklepje
11 Laser-aanwijzer
OPMERKING: De thermometer kan met een 1/4-20 bout en de
ingebouwde 1/4-20 moer (5) van de thermometer op een steun
worden bevestigd.
LCD-INSTRUCTIE (Afbeelding A)
12 HOOFD-DISPLAY toont de actuele uitlezing of de vorige
uitlezing.
13 Indicator voor gegevensopslag DATA HOLDverschijnt
wanneer de uitlezing op de hoofd-display is vergrendeld.
14 METING-INDICATOR verschijnt en knippert wanneer de
thermometer metingen neemt.
15 EMISSIVITEITS-DISPLAY toont de actuele instelwaarde
voor emissiviteit. TIP: Het symbool
betekent Emissiviteit.
16 INDICATOR ACHTERGRONDVERLICHTINGverschijnt
wanneer de functie achtergrondverlichting actief is.
17 TEMPERATUUR-UNIT geldt voor zowel de hoofd-display
als de onderste display.
18 SYMBOLEN worden gebruikt voor het aanduiden van
53
NL
het soort waarden die op de onderste display worden
weergegeven. VOORBEELD: Als het symbool “ MAX
“ verschijnt, is de waarde op de onderste display de
maximumwaarde.
19 ONDERSTE DISPLAY wordt gebruikt voor het weergeven
van de waarden voor maximum (MAX), minimum (MIN),
verschil (DIF), gemiddelde (AVG), hoge alarmwaarde (HAL)
en lage alarmwaarde (LAL).
20
is het pictogram voor het hoge alarm, en is
het pictogram voor het lage alarm.
21 INDICATOR LAGE BATTERIJSPANNING
:
Vervang de batterij onmiddellijk wanneer de indicator voor
de lage batterijspanning verschijnt.
22 INDICATOR LASERFUNCTIEverschijnt wanneer de
laserfunctie is ingeschakeld. Wanneer deze indicatoren
verschijnt, zal de laser-aanwijzer een laserstraal uitzenden,
wanneer de schakelaar wordt overgehaald.
KNOPINSTRUCTIE (Afbeelding A)
1 Knop
Hiermee wordt overgeschakeld van waarden in de
temperatuur-eenheden Celsius en Fahrenheit.
Druk, wanneer u emissiviteit (
), hoge alarmwaarde
(HAL), of lage alarmwaarde (LAL) instelt, op deze
knop als u de in te stellen waarde wilt verhogen
2 Knop
Druk op deze knop als u de achtergrondverlichting wilt
inschakelen of uitschakelen.
Druk, voor het inschakelen of uitschakelen van de
laserfunctie, op knop
terwijl u de schakelaar
ingetrokken houdt. Wanneer de laser functie is
ingeschakeld, verschijnt het symbool .
3 Knop
Hiermee wordt overgeschakeld van temperatuur-
eenheden in Celsius naar Fahrenheit.
Druk, wanneer u emissiviteit (
), hoge alarmwaarde
(HAL), of lage alarmwaarde (LAL) instelt, op deze
knop als u de in te stellen waarde wilt verlagen.
4 Knop MODE
Iedere keer dat u de schakelaar intrekt (gedurende
> 1 sec) voor het nemen van metingen, legt de
thermometer het maximum (MAX), minimum (MIN), het
verschil (DIF) tussen het maximum en het minimum, en
het gemiddelde (AVG) vast van alle uit lezingen die dan
worden genomen. Deze gegevens worden opgeslagen
in het geheugen en kunnen worden opgeroepen met
de knop MODE tot u de schakelaar nogmaals (> 1 sec)
intrekt. Wanneer u de schakelaar nogmaals (> 1 sec)
in trekt, worden al deze gegevens uit het geheugen
gewist en start de thermometer een nieuwe registratie.
Wanneer u de schakelaar ingetrokken houdt, wordt de
uitlezing op het hoofd-display iedere seconde bijgewerkt
met de temperatuur van het doeloppervlak, en wanneer
u de schakelaar loslaat, wordt de laatste uitlezing
vergrendelt, tot u een nieuwe meting uitvoert of de
thermometer zichzelf uitschakelt.
U kunt door op de knop MODE te drukken de waarden
voor maximum (MAX), gemiddelde (AVG), minimum
(MIN), verschil (DIF), lage alarmwaarde (LAL) en hoge
alarmwaarde (HAL) achtereenvolgens op de onderste
display laten verschijnen. Deze procedure wordt
afgebeeld in Afbeelding A.
OPMERKING:
Voor het juist aezen van waarden moet u goed op het
onderste display letten, en kijken of het minteken „-”
en de decimale punt verschijnen.
Wanneer u de batterij enige tijd uit de thermometer
haalt, worden alle instellingen teruggezet naar de
standaardwaarden en worden alle geregistreerde
meetgegevens uit het geheugen gewist.
Zo stelt u de Thermometer in
Het Hoge Alarm en het Lage Alarm Instellen
1. Houd nadat u de thermometer hebt ingeschakeld de
knop MODE ingedrukt tot het symbool knippert, laat
vervolgens de knop los.
2. Houd de knop MODE ingedrukt tot LAL verschijnt en
knippert, nu wordt de actuele lage alarmwaarde op de
onderste display getoond.
3. U kunt de lage alarmwaarde met de knop
verlagen of
met de knop verhogen.
OPMERKING: U kunt de waarden snel aanpassen door de
knop of de knop ingedrukt te houden.
4. Druk nadat u de lage alarmwaarde hebt ingesteld, op de
knop MODE. HAL knippert en de hoge alarmwaarde wordt
getoond op de onderste display. Pas de hoge alarmwaarde
54
NL
aan volgens de methode die in Stap 3 wordt beschreven.
5. Als de temperatuur van het doeloppervlak de lage
alarmwaarde bereikt of lager wordt, verschijnt het pictogram
knipperend, zal de ingebouwde zoemer klinken
en zal het LCD-display even blauw worden, wanneer
u de schakelaar ingedrukt houdt. Als de temperatuur van
het doeloppervlak de hoge alarmwaarde bereikt of hoger
wordt, verschijnt het pictogram knipperend, zal de
ingebouwde zoemer klinken en zal het LCD-display even
rood worden, wanneer u de schakelaar ingedrukt houdt.
6. U kunt te allen tijde de knop MODE ingedrukt houden als
u de instelstand wilt verlaten.
OPMERKING:
Alarmnauwkeurigheid is ± 1 °C (of ± 2 °F).
De waarden voor het hoge en het lage alarm kunnen
slechts binnen het meetbereik van de thermometer worden
ingesteld.
De hoge alarmwaarde moet hoger zijn dan de lage
alarmwaarde.
Emissiviteit / Emissiviteit instellen
Emissiviteit beschrijft de energie-uitsturende eigenschappen
van materialen. De meeste (90% van typische toepassingen)
organische materialen of niet-glanzende oppervlakken
hebben een emissiviteit van 0,95 in de standaardinstelling.
Metingen van glanzende of gepolijste metalenoppervlakken
zullen onnauwkeurige uit lezingen opleveren. U kunt dit
compenseren door het oppervlak dat u wilt meten af te dekken
met schilderstape of een vlakke veraag. Laat de tape of de
verf dezelfde temperatuur bereiken als het oppervlak waarop
ze zijn aangebracht. Meet vervolgens de temperatuur van het
afgedekte oppervlak.
Emissiviteitswaarden
Stof Emissiviteit Stof Emissiviteit
Asfalt 0,90 - 0,98 Steen 0,93 - 0,96
Beton
0,94
Textiel
(zwart)
0,98
Cement
0,96
Menselijke
huid
0,98
Zand 0,90 Schuim 0,75 - 0,80
Aarde
0,92 - 0,96
Houtskool
(poeder)
0,96
Water 0,92 - 0,96 Vernis 0,80 - 0,95
IJs 0,96 - 0,98 Vernis (mat) 0,97
Sneeuw
0,83
Rubber
(zwart)
0,94
Glas 0,90 - 0,95 Kunststof 0,85 - 0,95
Keramiek 0,90 - 0,94 Hout 0,90
Marmer 0,94 Papier 0,70 - 0,94
Stucwerk 0,80 - 0,90 Textiel 0,90
Mortel
0,89 - 0,91
U kunt de instelwaarde van de emissiviteit van de thermometer
aanpassen aan het type oppervlak dat moet worden gemeten.
Zo stel u de Emissiviteit in
1. Houd met de thermometer ingeschakeld de knop MODE
ingedrukt tot het symbool knippert, laat vervolgens de
knop los.
2. U kunt de instelwaarde van de emissiviteit met de knop
verlagen of met de knop verhogen.
3. Houd, wanneer u klaar bent met het instellen van de
emissiviteit, de knop MODE ingedrukt tot het symbool
niet meer knippert. De thermometer werkt nu weer normaal.
55
NL
Basis-meetprocedure
1. Houd de thermometer aan de handgreep vast, en richt op
het oppervlak dat moet worden gemeten.
2. Schakel de thermometer in door de schakelaar gedurende
tenminste 1 seconde ingedrukt te houden en voer de meting
uit. De uitlezing wordt op het hoofd-display weergegeven.
OPMERKING: Iedere keer dat u de schakelaar intrekt, moet
dat ten minste 1 seconde duren. De laser-aanwijzer
(26, Afbeelding F) dient slechts ter referentie.
3. Tijdens de meting zal het symbool SCAN op het hoofd-
display knipperen, en wanneer u de schakelaar loslaat,
stopt de meting en verschijnt het symbool HOLD ten teken
dat de laatste uitlezing is vergrendeld.
4. De thermometer zal zichzelf na ongeveer 50 seconden
automatisch uitschakelen, als u niet op de schakelaar of op
de knoppen drukt.
OPMERKING:
1. Let erop dat het doeloppervlak groter moet zijn dan het
formaat van de spot-meting van de thermometer. Hoe
kleiner het doeloppervlak is, des te kleiner moet de afstand
ernaar toe zijn (raadpleeg het hoofdstuk Beeldveld).
Wanneer nauwkeurigheid van het hoogste belang is, let u er
dan vooral op dat het doel twee keer zo groot moet zijn als
de spot-afmeting.
2. U kunt een warme of koude plek vinden door de
thermometer buiten het gewenste oppervlak (25) te richten.
Houd de schakelaar ingedrukt, scan langzaam heen en
weer over het oppervlak, tot u de warme of koude plek hebt
gevonden. Zie Afbeelding C.
Overwegingen bij het uitvoeren van
metingen
De laserstraal wordt voornamelijk gebruikt voor het vinden
van verre voorwerpen. U kunt het vermogen van de batterij
sparen door de laserfunctie uit te schakelen wanneer
u voorwerpen dichtbij meet.
De thermometer kan niet een meting uitvoeren door
transparante oppervlakken, zoals glas, heen. In plaats
daarvan zal de oppervlaktetemperatuur van het glas worden
gemeten.
Stoom, stof, rook, enz., kunnen een nauwkeurige meting
onmogelijk maken, doordat de energie die wordt uitgestuurd
vanaf het doel, wordt beïnvloed.
ONDERHOUD
De lens reinigen
Blaas los stof en vuil weg met druklucht. Veeg het oppervlak
voorzichtig af met een vochtig wattenstaafje. Gebruik niet een
schuurmiddel of oplosmiddel.
De behuizing van de thermometer reinigen
Gebruik zeep en water op een vochtige, zachte doek. Gebruik
geen schuurmiddelen of oplosmiddelen.
OPMERKING:
Dompel de thermometer niet onder in de water, en laat niet een
vloeistof in de behuizing doordringen.
SPECIFICATIE
Temperatuurbereik: -50 °C tot 1350 °C (-58 °F tot 2462 °F)
Nauwkeurigheid:
Bereik Nauwkeurigheid*
Celsius -50 °C tot -20 °C ± 5 °C
-20 °C tot 200 °C ± (1,5 % van uitlezing
+ 2 °C)
200 °C tot 538 °C ± (2,0% van uitlezing
+ 2 °C)
538 °C tot
1350 °C
± (3,0 % van uitlezing
+ 5 °C)
Fahrenheit -58 °F tot -4 °F > 9 °F/°F:
-4 °F tot 392 °F ± (1,5 % van uitlezing
+ 3,6 °F)
392 °F tot
1000 °F
± (2,0 % van uitlezing
+ 3,6 °F)
1000 °F tot
2462 °F
± (3,0% van uitlezing
+ 9 °F)
* Bij de specicatie van de nauwkeurigheid wordt ervan
uitgegaan dat de omgevingstemperatuur 18 °C tot 28 °C
(64 °F - 82 °F) en de relatieve luchtvochtigheid lager is dan
80 %.
56
NL
Specicaties
Responstijd: < 1 sec
Respons golengte: 8 µm tot 14 µm
Emissiviteit: Af te stellen van 0,1 tot 1,0
(0,95 standaard waarde)
Afstand-tot-spotverhouding: 20:1
Automatisch uitschakelen: Na 1 minuut van inactiviteit
Batterijen: 1 x 9V-batterij, 6F22
of gelijkwaardig
IP-classicatie: IP20
Bedrijfstemperatuur: Temperatuur: 0 °C tot 40 °C
Relatieve luchtvochtigheid: 10 % tot 95 % LV,
niet-condenserend bij
maximaal 30 °C
Opslagtemperatuur: -20 °C tot 50 °C
Laser-klasse: 2
Laser-vermogen: ≤1 mW
Laser-golengte: 630-680 nm
Beeldveld (Afbeeldingen D–F)
Hoe verder de thermometer van het doel is verwijderd, des te
groter is het doeloppervlak, dit staat bekend als de verhouding
afstand-tot-spot (D:S=20:1). Bijvoorbeeld: bij een afstand van
508 mm is de spot 25,4 mm in diameter. De thermometer geeft
de gemiddelde temperatuur over het doeloppervlak weer.
AFSTAND: SPOT = 90 % Energy
AFSTAND: SPOT-verhouding 20:1
OPMERKING: Voor de meeste nauwkeurigheid kunt u het beste
een te meten voorwerp nemen dat groter is dan de afmeting van
de spot van de thermometer.
De thermometer heeft een zichtbare rode laserpunt (26) te
midden van acht punten. De rode laserpunt toont bij benadering
de locatie waar de temperatuur wordt gemeten. Het patroon van
de omringende punten neemt toe met de afstand. Afbeelding E
toont de laserpunt en de omringende punten dichtbij, Afbeelding
F toont de laserpunt en de omringende punten verder weg.
OPMERKING: De laserpunt is slechts een benadering van de
locatie, het is niet de exacte locatie.
1-JAAR GARANTIE
Stanley geeft op elektronisch meetgereedschap een garantie
tegen gebreken in materialen en / of de uitvoering, gedurende
één jaar na de aankoopdatum.
Niet goed werkende producten zullen worden gerepareerd of
vervangen, al naargelang Stanley besluit, als zij samen met het
aankoopbewijs worden opgestuurd naar:
Stanley Black & Decker
210 Bath Road
Slough, Berkshire SL1 3YD
UK
Deze garantie dekt geen gebreken die worden veroorzaakt door
ongelukken, slijtage, gebruik dat niet in overeenstemming is met
de instructies van de fabrikant of reparatie of wijziging van dit
product die niet door Stanley is geautoriseerd.
Reparatie of vervanging krachtens deze Garantie is niet van
invloed op de aoopdatum van de Garantie.
In de mate waarin dat wordt toegestaan bij wet zal Stanley
onder deze Garantie niet aansprakelijk zijn voor indirect verlies
of gevolgschade die het gevolg zijn van gebreken in dit product.
Van deze Garantie mag niet worden afgeweken zonder
autorisatie van Stanley.
Deze Garantie heeft geen gevolgen voor de wettelijke rechten
van consumenten/kopers van dit product.
Voor deze Garantie gelden de wetten van het land waarin
de aankoop is gedaan en deze Garantie is opgesteld in
overeenkomst met deze wetten en Stanley en de koper gaan
beide onherroepelijk akkoord met de exclusieve jurisdictie van
de rechtbanken van dat land, ten aanzien van een aanspraak
of aangelegenheid die ontstaat krachtens of in verband met
deze Garantie.
Kalibratie en de juiste behandeling vallen niet onder de garantie.
OPMERKING:
De klant is verantwoordelijk voor het juiste gebruik en de juiste
behandeling van het instrument. Bovendien is de klant volledig
verantwoordelijk voor het van tijd tot tijd controleren van de
nauwkeurigheid van de laser-unit, en daarom voor de kalibratie
van het instrument.
Deze handleiding kan zonder kennisgeving vooraf worden
gewijzigd.
57
NL
DIT ARTIKEL ALS AFVAL VERWERKEN
Geachte Klant,
Als u te eniger tijd de bedoeling heeft dit artikel
bij het afval te doen, bedenk dan dat vele van
de componenten ervan bestaan uit waardevolle
materialen, die kunnen worden gerecycled.
Gooi het artikel niet in de afvalbak, maar vraag
informatie bij uw lokale overheid over de recycling-
voorzieningen in uw regio.

Documenttranscriptie

Inhoud NL • • • • • • • • • Veiligheid van de gebruiker Laser-informatie Veiligheid van de gebruiker Veiligheid van de accu Component Zo stelt u de Thermometer in Basis-meetprocedure Onderhoud Specificaties Garantie Laser-informatie De Infrarood-thermometer FMHT0-77422 is een klasse 2 laser-product dat kan worden gebruikt voor het meten van de oppervlaktetemperatuur van een object of voor het opzoeken van thermische lekken langs wanden, lijsten, leidingwerk en meer. Deze Thermometer is een professionele, non-contact Infraroodthermometer die gemakkelijk te gebruiken is, uiterst nauwkeurig is en de volgende functies omvat. • Nauwkeurige, non-contact metingen • Hoge afstand-tot-doelverhouding (20:1) Veiligheidsrichtlijnen Onderstaande definities beschrijven de ernst van de gevolgen die met de verschillende signaalwoorden worden aangeduid. Lees de handleiding en let goed op deze symbolen. GEVAAR: Duidt een dreigende gevaarlijke situatie aan, die, als deze niet wordt vermeden, een ongeluk met dodelijke afloop of ernstig letsel tot gevolg zal hebben. WAARSCHUWING: Duidt een mogelijk gevaarlijke situatie aan, die, als deze niet wordt vermeden, een ongeluk met dodelijke afloop of ernstig letsel tot gevolg kan hebben.  ET OP: Duidt een mogelijk gevaarlijke situatie aan, L die, als deze niet wordt vermeden aan, licht of middelzwaar letsel tot gevolg kan hebben. KENNISGEVING: Duidt een situatie in de praktijk aan die niet leidt tot persoonlijk letsel, maar, als deze niet wordt vermeden, materiële schade tot gevolg kan hebben. Als u vragen of opmerkingen hierover hebt of over ander Stanley-gereedschap, ga dan naar http://www.2helpU.com. • Uitgebreid meetbereik van -50 °C tot 1350 °C • Over te schakelen van °C naar °F • Ingebouwde laser-aanwijzer • Automatische gegevensopslag • Emissiviteit instelbaar van 0,1 tot 1,0 • MAX-, MIN-, DIF-, AVG-temperatuur-display • Display met achtergrondverlichting • Resolutie < 1000 °C/°F: 0,1 °C / 0,1 °F > 1000 °C/°F: 1 °C / 1 °F • Hoog en laag alarm • Automatische uitschakelfunctie • Duurzame constructie 50 WAARSCHUWING: Lees alle instructies en zorg ervoor dat u ze begrijpt. Wanneer u geen gevolg geeft aan de waarschuwingen en instructies in deze handleiding, kan dat leiden tot ernstig persoonlijk letsel. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES WAARSCHUWING: Blootstelling aan laserstralen. Haal de laserwaterpas niet uit elkaar en breng er geen wijzigingen in aan. Het gereedschap bevat geen onderdelen waaraan de gebruiker onderhoud kan uitvoeren. Ernstige verwondingen aan de ogen zouden het gevolg kunnen zijn. WAARSCHUWING: Gevaarlijke straling. Gebruik van bedieningsfuncties of de uitvoering van aanpassingen of procedures die niet in deze handleiding worden beschreven, kunnen tot gevaarlijke blootstelling aan straling leiden. Het label op uw laser kan de volgende symbolen vermelden. Symbool Betekenis V mW Volt Milliwatt Laser-waarschuwing nm 2 Golflengte in nanometers Klasse 2 Laser • Plaats de laserstraal niet bij een reflecterend oppervlak dat de laserstraal kan weerkaatsen en in de richting van iemands ogen kan sturen. Ernstige verwondingen aan de ogen zouden het gevolg kunnen zijn. • Schakel het laserapparaat uit wanneer u het niet gebruikt. Wanneer het laserapparaat aan blijft staan, vergroot dat het risico dat iemand in de laserstraal kijkt. • Breng op geen enkele wijze wijzigingen in de laser aan. Wanneer u wijzigingen in het gereedschap aanbrengt, kan dat leiden tot gevaarlijke blootstelling aan laserstraling. Waarschuwingslabels Voor uw gemak en veiligheid worden de volgende labels op • Werk niet met het laserapparaat in de buurt van kinderen de laser vermeld. en laat niet kinderen het laserapparaat bedienen. Ernstige   WAARSCHUWING: De gebruiker moet de verwondingen aan de ogen kunnen hiervan het gevolg zijn. instructiehandleiding lezen zodat het risico van letsel wordt beperkt. • Verwijder geen waarschuwingslabels en maak ze niet onleesbaar. Als labels worden verwijderd, kan de gebruiker  WAARSCHUWING: LASER-STRALING. of kunnen anderen zichzelf onbedoeld blootstellen aan KIJK NIET IN DE STRAAL. straling. Klasse 2 Laser-product. • Controleer voor u de thermometer in gebruik neemt, dat deze goed werkt, door een meting uit te voeren van iets waarvan u de temperatuur kent. FM 4 FM NL 4 20 1 20 1 • Richt de laserstraal niet op een vliegtuig of op bewegende voertuigen. Ernstige verwondingen aan de ogen kunnen hiervan het gevolg zijn. • Bescherm de unit tegen spattend water en dompel de unit niet onder in water. • Werk niet met de laser in explosieve omgevingen, zoals in de aanwezigheid van brandbare vloeistoffen en gassen • Het meetresultaat van een voorwerp met een hoge of brandbaar stof. Dit gereedschap kan vonken genereren emissiviteit kan lager zijn dan de werkelijke temperatuur van die het stof of de dampen kunnen doen ontbranden. dat voorwerp. U zou zich kunnen branden. • Berg laser-gereedschap dat u niet gebruikt op buiten LET OP: De laser moet worden beschermd door het bereik van kinderen en andere personen die er niet mee volgende: kunnen werken. Lasers zijn gevaarlijk in de handen van • Elektromagnetische velden (gecreëerd door onervaren gebruikers. lasapparatuur, inductie-kookplaten en dergelijke items.) • Onderhoud aan het gereedschap MOET worden uitgevoerd door gekwalificeerde reparatiemonteurs. • Thermische schokken die worden veroorzaakt Wanneer service of onderhoud wordt uitgevoerd door nietdoor grote of plotselinge veranderingen in de gekwalificeerd personeel kan dat letsel tot gevolg hebben. omgevingstemperatuur. De thermometer werkt Zoek het Stanley-servicecentrum bij u in de buurt, ga naar het meest nauwkeurig wanneer u voor gebruik de http://www.2helpU.com. temperatuur 30 minuten laat stabiliseren. • Kijk niet met behulp van optisch gereedschap, zoals een • Laat de laser niet op of bij voorwerpen liggen die telescoop naar de laserstraal. Ernstige verwondingen aan een hoge temperatuur hebben. de ogen zouden het gevolg kunnen zijn. • Plaats de laser niet ergens waar iemand al dan niet opzettelijk in de laserstraal kan kijken. Ernstige verwondingen aan de ogen zouden het gevolg kunnen zijn. Persoonlijke veiligheid • Blijf alert, kijk wat u doet en gebruik uw gezond verstand wanneer u met dit laserapparaat werkt. Gebruik de laser niet wanneer u moe bent of onder invloed van verdovende 51 middelen, alcohol of medicatie. Een ogenblik van onoplettendheid tijdens het werken met laserproducten kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel. • Gebruik een uitrusting voor persoonlijke bescherming. Draag altijd oogbescherming. Afhankelijk van de werkomstandigheden zal het dragen van een uitrusting voor persoonlijke bescherming, zoals een stofmasker, antislip veiligheidsschoenen, een helm en gehoorbescherming de kans op persoonlijk letsel verkleinen. Gebruik en verzorging van het gereedschap NL Vervanging van de batterij (Afbeelding B) Wanneer het symbool en moet worden vervangen. verschijnt, is de batterij bijna leeg Wacht tot de thermometer zichzelf uitschakelt. Open het batterijklepje (10) door het voorzichtig in te drukken op de plaatsen (23) die in Afbeelding B worden getoond. Vervang de 9V-batterij (24) (6F22 of gelijkwaardig) aan en let daarbij dat op de polariteit juist is. Sluit het batterijklepje. Componenten • Gebruik de laser niet als u deze niet in of uit kunt schakelen. Gereedschap dat niet kan worden bediend met de aan/uitschakelaar is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. THERMOMETER (Afbeelding A) Veiligheid van de batterijen 6 Handgreep 1 Knop 2 Knop • Volg de instructies in het gedeelte Onderhoud in deze Knop handleiding. Het gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen 3 of het niet opvolgen van de instructies in Onderhoud kan het 4 Knop MODE risico van een elektrische schok of van letsel doen ontstaan. 5 Ingebouwde 1/4-20 moer WAARSCHUWING: Batterijen kunnen exploderen of lekken en kunnen letsel of brand veroorzaken. Beperk het risico door: • Nauwgezet gevolg te geven aan alle instructies en waarschuwingen op het label van de batterij en de verpakking. 7 LCD scherm 8 IR-sensor 9 Schakelaar voor meting 10 Batterijklepje 11 Laser-aanwijzer OPMERKING: De thermometer kan met een 1/4-20 bout en de ingebouwde 1/4-20 moer (5) van de thermometer op een steun • B  atterijen altijd op juiste wijze in te zetten en daarbij op de worden bevestigd. polariteit te letten (+ en –), volg de markeringen op de batterij en de apparatuur. LCD-INSTRUCTIE (Afbeelding A) • Niet de polen van de batterij kort te sluiten. • Niet niet-oplaadbare batterijen op te laden. 12 HOOFD-DISPLAY toont de actuele uitlezing of de vorige uitlezing. • Lege batterijen onmiddellijk uit te nemen en volgens lokaal geldende voorschriften weg te doen. 13 Indicator voor gegevensopslag DATA HOLDverschijnt wanneer de uitlezing op de hoofd-display is vergrendeld. • Niet batterijen in het vuur te gooien. 14 METING-INDICATOR verschijnt en knippert wanneer de thermometer metingen neemt. • Batterijen buiten bereik van kinderen te houden. • Batterijen uit te nemen wanneer het toestel niet in gebruik is. 15 EMISSIVITEITS-DISPLAY toont de actuele instelwaarde voor emissiviteit. TIP: Het symbool betekent Emissiviteit. Plaatsing van batterijen (Afbeelding B) 16 INDICATOR ACHTERGRONDVERLICHTINGverschijnt wanneer de functie achtergrondverlichting actief is. Open het batterijklepje (10) door het voorzichtig in te drukken op 17 TEMPERATUUR-UNIT geldt voor zowel de hoofd-display de plaatsen (23) die in Afbeelding B worden getoond. Sluit de als de onderste display. 9V-batterij (24) (6F22 of gelijkwaardig) aan en let daarbij op de 18 SYMBOLEN worden gebruikt voor het aanduiden van polariteit. Sluit het batterijklepje. 52 het gemiddelde (AVG) vast van alle uit lezingen die dan worden genomen. Deze gegevens worden opgeslagen in het geheugen en kunnen worden opgeroepen met de knop MODE tot u de schakelaar nogmaals (> 1 sec) intrekt. Wanneer u de schakelaar nogmaals (> 1 sec) in trekt, worden al deze gegevens uit het geheugen gewist en start de thermometer een nieuwe registratie. het soort waarden die op de onderste display worden weergegeven. VOORBEELD: Als het symbool “ MAX “ verschijnt, is de waarde op de onderste display de maximumwaarde. 19 ONDERSTE DISPLAY wordt gebruikt voor het weergeven van de waarden voor maximum (MAX), minimum (MIN), verschil (DIF), gemiddelde (AVG), hoge alarmwaarde (HAL) en lage alarmwaarde (LAL). 20 is het pictogram voor het hoge alarm, en het pictogram voor het lage alarm. • Wanneer u de schakelaar ingetrokken houdt, wordt de uitlezing op het hoofd-display iedere seconde bijgewerkt met de temperatuur van het doeloppervlak, en wanneer u de schakelaar loslaat, wordt de laatste uitlezing vergrendelt, tot u een nieuwe meting uitvoert of de thermometer zichzelf uitschakelt. is 21 INDICATOR LAGE BATTERIJSPANNING : Vervang de batterij onmiddellijk wanneer de indicator voor de lage batterijspanning verschijnt. • U kunt door op de knop MODE te drukken de waarden voor maximum (MAX), gemiddelde (AVG), minimum (MIN), verschil (DIF), lage alarmwaarde (LAL) en hoge alarmwaarde (HAL) achtereenvolgens op de onderste display laten verschijnen. Deze procedure wordt afgebeeld in Afbeelding A. 22 INDICATOR LASERFUNCTIEverschijnt wanneer de laserfunctie is ingeschakeld. Wanneer deze indicatoren verschijnt, zal de laser-aanwijzer een laserstraal uitzenden, wanneer de schakelaar wordt overgehaald. KNOPINSTRUCTIE (Afbeelding A) 1 Knop • Hiermee wordt overgeschakeld van waarden in de temperatuur-eenheden Celsius en Fahrenheit. • Druk, wanneer u emissiviteit ( ), hoge alarmwaarde (HAL), of lage alarmwaarde (LAL) instelt, op deze knop als u de in te stellen waarde wilt verhogen 2 Knop • Druk op deze knop als u de achtergrondverlichting wilt inschakelen of uitschakelen. • Druk, voor het inschakelen of uitschakelen van de laserfunctie, op knop terwijl u de schakelaar ingetrokken houdt. Wanneer de laser functie is ingeschakeld, verschijnt het symbool . 3 Knop • Hiermee wordt overgeschakeld van temperatuureenheden in Celsius naar Fahrenheit. • Druk, wanneer u emissiviteit ( ), hoge alarmwaarde (HAL), of lage alarmwaarde (LAL) instelt, op deze knop als u de in te stellen waarde wilt verlagen. 4 Knop MODE • Iedere keer dat u de schakelaar intrekt (gedurende > 1 sec) voor het nemen van metingen, legt de thermometer het maximum (MAX), minimum (MIN), het verschil (DIF) tussen het maximum en het minimum, en NL OPMERKING: • Voor het juist aflezen van waarden moet u goed op het onderste display letten, en kijken of het minteken „-” en de decimale punt verschijnen. • Wanneer u de batterij enige tijd uit de thermometer haalt, worden alle instellingen teruggezet naar de standaardwaarden en worden alle geregistreerde meetgegevens uit het geheugen gewist. Zo stelt u de Thermometer in Het Hoge Alarm en het Lage Alarm Instellen 1. Houd nadat u de thermometer hebt ingeschakeld de knop MODE ingedrukt tot het symbool knippert, laat vervolgens de knop los. 2. Houd de knop MODE ingedrukt tot LAL verschijnt en knippert, nu wordt de actuele lage alarmwaarde op de onderste display getoond. 3. U kunt de lage alarmwaarde met de knop met de knop verhogen. verlagen of OPMERKING: U kunt de waarden snel aanpassen door de knop of de knop ingedrukt te houden. 4. Druk nadat u de lage alarmwaarde hebt ingesteld, op de knop MODE. HAL knippert en de hoge alarmwaarde wordt getoond op de onderste display. Pas de hoge alarmwaarde 53 aan volgens de methode die in Stap 3 wordt beschreven. 5. Als de temperatuur van het doeloppervlak de lage alarmwaarde bereikt of lager wordt, verschijnt het pictogram knipperend, zal de ingebouwde zoemer klinken en zal het LCD-display even blauw worden, wanneer u de schakelaar ingedrukt houdt. Als de temperatuur van het doeloppervlak de hoge alarmwaarde bereikt of hoger wordt, verschijnt het pictogram knipperend, zal de ingebouwde zoemer klinken en zal het LCD-display even rood worden, wanneer u de schakelaar ingedrukt houdt. NL 6. U kunt te allen tijde de knop MODE ingedrukt houden als u de instelstand wilt verlaten. OPMERKING: • Alarmnauwkeurigheid is ± 1 °C (of ± 2 °F). • De waarden voor het hoge en het lage alarm kunnen slechts binnen het meetbereik van de thermometer worden ingesteld. • De hoge alarmwaarde moet hoger zijn dan de lage alarmwaarde. Emissiviteit / Emissiviteit instellen Emissiviteit beschrijft de energie-uitsturende eigenschappen van materialen. De meeste (90% van typische toepassingen) organische materialen of niet-glanzende oppervlakken hebben een emissiviteit van 0,95 in de standaardinstelling. Metingen van glanzende of gepolijste metalenoppervlakken zullen onnauwkeurige uit lezingen opleveren. U kunt dit compenseren door het oppervlak dat u wilt meten af te dekken met schilderstape of een vlakke verflaag. Laat de tape of de verf dezelfde temperatuur bereiken als het oppervlak waarop ze zijn aangebracht. Meet vervolgens de temperatuur van het afgedekte oppervlak. Emissiviteitswaarden Stof Emissiviteit Stof Emissiviteit Asfalt 0,90 - 0,98 Steen 0,93 - 0,96 0,94 Textiel (zwart) 0,98 0,96 Menselijke huid 0,98 0,90 Schuim 0,75 - 0,80 0,92 - 0,96 Houtskool (poeder) 0,96 Beton Cement Zand Aarde Water 0,92 - 0,96 Vernis 0,80 - 0,95 IJs 0,96 - 0,98 Vernis (mat) 0,97 0,94 0,85 - 0,95 Sneeuw 0,83 Rubber (zwart) Glas 0,90 - 0,95 Kunststof Keramiek 0,90 - 0,94 Hout 0,90 Marmer 0,94 Papier 0,70 - 0,94 Stucwerk 0,80 - 0,90 Textiel 0,90 Mortel 0,89 - 0,91 U kunt de instelwaarde van de emissiviteit van de thermometer aanpassen aan het type oppervlak dat moet worden gemeten. Zo stel u de Emissiviteit in 1. Houd met de thermometer ingeschakeld de knop MODE ingedrukt tot het symbool knippert, laat vervolgens de knop los. 2. U kunt de instelwaarde van de emissiviteit met de knop verlagen of met de knop verhogen. 3. Houd, wanneer u klaar bent met het instellen van de emissiviteit, de knop MODE ingedrukt tot het symbool niet meer knippert. De thermometer werkt nu weer normaal. 54 Basis-meetprocedure 1. Houd de thermometer aan de handgreep vast, en richt op het oppervlak dat moet worden gemeten. ONDERHOUD De lens reinigen 2. Schakel de thermometer in door de schakelaar gedurende tenminste 1 seconde ingedrukt te houden en voer de meting Blaas los stof en vuil weg met druklucht. Veeg het oppervlak voorzichtig af met een vochtig wattenstaafje. Gebruik niet een uit. De uitlezing wordt op het hoofd-display weergegeven. schuurmiddel of oplosmiddel. OPMERKING: Iedere keer dat u de schakelaar intrekt, moet dat ten minste 1 seconde duren. De laser-aanwijzer (26, Afbeelding F) dient slechts ter referentie. De behuizing van de thermometer reinigen 3. Tijdens de meting zal het symbool SCAN op het hoofddisplay knipperen, en wanneer u de schakelaar loslaat, stopt de meting en verschijnt het symbool HOLD ten teken dat de laatste uitlezing is vergrendeld. 4. De thermometer zal zichzelf na ongeveer 50 seconden automatisch uitschakelen, als u niet op de schakelaar of op de knoppen drukt. OPMERKING: Gebruik zeep en water op een vochtige, zachte doek. Gebruik geen schuurmiddelen of oplosmiddelen. OPMERKING: NL Dompel de thermometer niet onder in de water, en laat niet een vloeistof in de behuizing doordringen. SPECIFICATIE 1. Let erop dat het doeloppervlak groter moet zijn dan het Temperatuurbereik: -50 °C tot 1350 °C (-58 °F tot 2462 °F) formaat van de spot-meting van de thermometer. Hoe kleiner het doeloppervlak is, des te kleiner moet de afstand Nauwkeurigheid: ernaar toe zijn (raadpleeg het hoofdstuk Beeldveld). Bereik Nauwkeurigheid* Wanneer nauwkeurigheid van het hoogste belang is, let u er dan vooral op dat het doel twee keer zo groot moet zijn als Celsius -50 °C tot -20 °C ± 5 °C de spot-afmeting. -20 °C tot 200 °C ± (1,5 % van uitlezing 2. U kunt een warme of koude plek vinden door de + 2 °C) thermometer buiten het gewenste oppervlak (25) te richten. 200 °C tot 538 °C ± (2,0% van uitlezing Houd de schakelaar ingedrukt, scan langzaam heen en + 2 °C) weer over het oppervlak, tot u de warme of koude plek hebt 538 °C tot ± (3,0 % van uitlezing gevonden. Zie Afbeelding C. 1350 °C + 5 °C) Overwegingen bij het uitvoeren van metingen • • • De laserstraal wordt voornamelijk gebruikt voor het vinden van verre voorwerpen. U kunt het vermogen van de batterij sparen door de laserfunctie uit te schakelen wanneer u voorwerpen dichtbij meet. Fahrenheit -58 °F tot -4 °F > 9 °F/°F: -4 °F tot 392 °F ± (1,5 % van uitlezing + 3,6 °F) 392 °F tot 1000 °F ± (2,0 % van uitlezing + 3,6 °F) 1000 °F tot ± (3,0% van uitlezing 2462 °F + 9 °F) De thermometer kan niet een meting uitvoeren door transparante oppervlakken, zoals glas, heen. In plaats * Bij de specificatie van de nauwkeurigheid wordt ervan daarvan zal de oppervlaktetemperatuur van het glas worden uitgegaan dat de omgevingstemperatuur 18 °C tot 28 °C gemeten. (64 °F - 82 °F) en de relatieve luchtvochtigheid lager is dan 80 %. Stoom, stof, rook, enz., kunnen een nauwkeurige meting onmogelijk maken, doordat de energie die wordt uitgestuurd vanaf het doel, wordt beïnvloed. 55 Specificaties 1-JAAR GARANTIE Responstijd: < 1 sec Respons golflengte: 8 µm tot 14 µm Emissiviteit: Af te stellen van 0,1 tot 1,0 (0,95 standaard waarde) Afstand-tot-spotverhouding: 20:1 Automatisch uitschakelen: Na 1 minuut van inactiviteit NL Stanley geeft op elektronisch meetgereedschap een garantie tegen gebreken in materialen en / of de uitvoering, gedurende één jaar na de aankoopdatum. Niet goed werkende producten zullen worden gerepareerd of vervangen, al naargelang Stanley besluit, als zij samen met het aankoopbewijs worden opgestuurd naar: Stanley Black & Decker Batterijen: 1 x 9V-batterij, 6F22 of gelijkwaardig 210 Bath Road IP-classificatie: IP20 UK Bedrijfstemperatuur: Temperatuur: 0 °C tot 40 °C Deze garantie dekt geen gebreken die worden veroorzaakt door ongelukken, slijtage, gebruik dat niet in overeenstemming is met de instructies van de fabrikant of reparatie of wijziging van dit product die niet door Stanley is geautoriseerd. Relatieve luchtvochtigheid: 10 % tot 95 % LV, niet-condenserend bij maximaal 30 °C Opslagtemperatuur: -20 °C tot 50 °C Laser-klasse: 2 Laser-vermogen: ≤1 mW Laser-golflengte: 630-680 nm Beeldveld (Afbeeldingen D–F) Hoe verder de thermometer van het doel is verwijderd, des te groter is het doeloppervlak, dit staat bekend als de verhouding afstand-tot-spot (D:S=20:1). Bijvoorbeeld: bij een afstand van 508 mm is de spot 25,4 mm in diameter. De thermometer geeft de gemiddelde temperatuur over het doeloppervlak weer. Slough, Berkshire SL1 3YD Reparatie of vervanging krachtens deze Garantie is niet van invloed op de afloopdatum van de Garantie. In de mate waarin dat wordt toegestaan bij wet zal Stanley onder deze Garantie niet aansprakelijk zijn voor indirect verlies of gevolgschade die het gevolg zijn van gebreken in dit product. Van deze Garantie mag niet worden afgeweken zonder autorisatie van Stanley. Deze Garantie heeft geen gevolgen voor de wettelijke rechten van consumenten/kopers van dit product. Voor deze Garantie gelden de wetten van het land waarin de aankoop is gedaan en deze Garantie is opgesteld in overeenkomst met deze wetten en Stanley en de koper gaan beide onherroepelijk akkoord met de exclusieve jurisdictie van AFSTAND: SPOT = 90 % Energy de rechtbanken van dat land, ten aanzien van een aanspraak AFSTAND: SPOT-verhouding 20:1 of aangelegenheid die ontstaat krachtens of in verband met OPMERKING: Voor de meeste nauwkeurigheid kunt u het beste deze Garantie. een te meten voorwerp nemen dat groter is dan de afmeting van Kalibratie en de juiste behandeling vallen niet onder de garantie. de spot van de thermometer. OPMERKING: De thermometer heeft een zichtbare rode laserpunt (26) te De klant is verantwoordelijk voor het juiste gebruik en de juiste midden van acht punten. De rode laserpunt toont bij benadering behandeling van het instrument. Bovendien is de klant volledig de locatie waar de temperatuur wordt gemeten. Het patroon van verantwoordelijk voor het van tijd tot tijd controleren van de de omringende punten neemt toe met de afstand. Afbeelding E nauwkeurigheid van de laser-unit, en daarom voor de kalibratie toont de laserpunt en de omringende punten dichtbij, Afbeelding van het instrument. F toont de laserpunt en de omringende punten verder weg. Deze handleiding kan zonder kennisgeving vooraf worden OPMERKING: De laserpunt is slechts een benadering van de gewijzigd. locatie, het is niet de exacte locatie. 56 DIT ARTIKEL ALS AFVAL VERWERKEN Geachte Klant, Als u te eniger tijd de bedoeling heeft dit artikel bij het afval te doen, bedenk dan dat vele van de componenten ervan bestaan uit waardevolle materialen, die kunnen worden gerecycled. Gooi het artikel niet in de afvalbak, maar vraag informatie bij uw lokale overheid over de recyclingvoorzieningen in uw regio. NL 57
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194

Stanley FMHT0-77422 de handleiding

Categorie
Digitale lichaamsthermometers
Type
de handleiding