De leidingen mogen alleen worden gemonteerd door een
erkende installateur. De installatie moet worden uitgevoerd
conform de geldende bouwvoorschriften.
Koud- en warmwaterleidingen en overstortleidingen vanuit
veiligheidskleppen moeten worden vervaardigd uit warmte-
bestendig en roestvrij materiaal, bijvoorbeeld koper. De
overstortleidingen van de veiligheidsklep moeten een open
aansluiting hebben met de uitlaat en moeten in een vorstvrije
omgeving zichtbaar zijn.
⚠
LET OP! Het vat moet op een expansievat en een veilig-
heidsklep worden aangesloten en zodanig, dat de verbin-
ding niet afgesloten kan worden.
1.5 Temperatuur
De maximaal toegestane temperatuur voor DWH primaire
zijde is 100°C.
• Voordesecundairezijdeisdetemperatuurbeperkttot
90-95°C vanwege de in de fabriek geïnstalleerde veiligheids-
klep voor temperatuur en druk
2 Onderhoud
2.1 Watertemperatuur
Volgens de bouwvoorschriften mag de uitgangstapwa-
tertemperatuur niet hoger dan 65°C zijn. Bij hogere tank-
temperaturen kan het mengventiel worden geïnstalleerd om
de uitgangstapwatertemperatuur te beperken.
Uitgangstemperatuur moet zo laag mogelijk worden
gehouden en +45°C op z’n laagst bij de kraan.
Hoe lager de temperatuur in het systeem is, des te lager het
warmteverlies van de leidingen en kleppen is.
2.2 Veiligheidsklep
De veiligheidsklep beschermt tegen overdruk in de gesloten
boiler en moet daarom regelmatig gecontroleerd worden.
De veiligheidsklep controleert u door de dop te draaien totdat
er wat water uit de klep komt door de overstortleiding. Dit
moet ten minste vier keer per jaar worden uitgevoerd.
Als de veiligheidsklep niet correct werkt, moet deze worden
vervangen. RAADPLEEG EEN GEAUTHORISEERD TECHNICUS!
Als de veiligheidsklep niet regelmatig wordt gecontroleerd,
kan de boiler beschadigd raken.
Het is volkomen normaal dat er kleine hoeveelheden water uit
de veiligheidsklep druppelen wanneer de boiler volloopt, met
name wanneer voorheen een grote hoeveelheid heet water is
gebruikt. De openingsdruk van de veiligheidskleppen kan niet
worden afgesteld.
De veiligheidsklep is gemonteerd op de koudwaterinlaat,
horizontaal met de uitlaatopening omlaag gericht.
2.3 Waterkwaliteit
De indirecte verwarming van water voor consumptie is een
voordeel en hierdoor is Danfoss DWH geschikt voor gebieden
met een hoge calciumconcentratie in het water. Bij installaties
waar het water uit een bron komt, moet het water gecontroleerd
worden om er zeker van te zijn dat het geen schade kan aan-
brengen aan de tapwaterinstallatie.
Koper in de tank en leidingen moeten niet worden bloot-
gesteld aan water met een hoge concentratie marmer.
Roestvrijstalen tanks en leidingen mogen niet worden bloot-
gesteld aan water met een hoge concentratie chloride.
⚠
Wanneer de waterkwaliteit zeer slecht is, moet er een water-
filter in de installatie worden geïnstalleerd. Een wateranalyse
geeft een indicatie of herstellende acties noodzakelijk zijn.
2.4 Sensoren
Wanneer DWH in combinatie met DHP-L wordt geïnstalleerd,
moet u de sensoren in de boiler op de volgende aansluitingen
aansluiten:
Tapwatersensor – 311-312
Bovenkant tapwatersensor – 325-326
2.5 Minimale hoogte
Afbeelding 3: Minimale hoogte
2.6 Installatie uitgevoerd door:
INSTALLATIE LEIDINGWERK
Datum ...................................................
Bedrijf....................................................
Naam ....................................................
Tel. nr.....................................................
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
Datum ...................................................
Bedrijf....................................................
Naam ....................................................
Tel. nr.....................................................
Als deze aanwijzingen niet worden gevolgd bij de installatie, de
bediening en het onderhoud, kan Danfoss uit hoofde van de
geldende garantie niet langer aansprakelijk worden gesteld.
Danfoss AS behoudt zich het recht voor om componenten en
specificaties zonder voorafgaande mededeling te wijzigen.