VOLTCRAFT VC2000 Operating Instructions Manual

Type
Operating Instructions Manual
GEBRUIKSAANWIJZING
°
Auto-automatisch laadapparaat VC2000
Version 12/09
Bestnr. 85 59 78
Beoogd gebruik
Het compacte, microprocesgestuurde laadstation is bestemd voor het automatisch laden van
loodzuuraccu’s met 12 V-klemspanning en een vermogen van 5 - 100 Ah. Mogelijke accutypes
zijn loodgel-, loodvlies- of natte accu’s. Het laden van ingebouwde accu’s in voertuigen is
mogelijk.
De intelligente lader herkent diep ontladen accu’s en kan deze door een verhoogde laag-
spanning opnieuw activeren. Door de gepulseerde oplading worden ook sulfaatafzettingen van
oudere of slecht onderhouden loodbatterijen afgebroken. Daardoor krijgen de batterijen een
langere levensduur en een groter vermogen. Het totale laadproces vindt in 4 fasen plaats, d.w.z.
de eerste fase controleert de accu en laadt deze evt. met verhoogde laadspanning op, in de 2e
fase volgt het opladen met constantstroom (I), de 3e fase met normale constantspanning en de
4e fase de pulserende onderhoudslading. De accuspanning wordt hierdoor altijd op een
optimale stand gehouden.
Het laadstation wordt via een folietoets bediend. De bedrijfs- en statusweergave geschiedt via
communicatielampjes.
Het laadstation is beveiligd tegen overbelasting, kortsluiting, oververhitting en verkeerde
polarisatie. De klemmen staan pas onder stroom, wanneer een aangesloten accu wordt
herkend. Dit verhindert vonkvorming bij het per ongeluk aanraken van de laadcontacten.
De aansluiting vindt plaats via gekleurde poolklemmen naar universele, of aansluitringen voor
een duurzaam contact. De laadaansluitingen kunnen via een tegen verkeerde polarisatie
beveiligd stekkersysteem worden gewisseld.
Geen accubatterijen (zink-kool, alkaline enz.) of andere soorten accu’s zoals loodaccu’s aan-
sluiten of opladen.
Het laadstation slechts in goed geventileerde, droge binnenruimtes en slechts op in het
huishouden gebruikelijke 230 V-wisselspanning aansluiten en gebruiken. Door de breedbereik-
ingang van 100 - 240 V/AC kan de lader overal ter wereld worden gebruikt.
Een ander gebruik dan hier beschreven is niet toegelaten en leidt tot beschadiging van het pro-
duct. Bovendien bestaat er gevaar voor kortsluiting, brand, elektrische schokken, enz.
De veiligheidsinstructies dienen te allen tijde worden opgevolgd!
Veiligheidsinstructies
Lees alstublieft voor ingebruikname de volledige handleiding door. Deze
bevat belangrijke aanwijzingen omtrent het correcte gebruik.
Bij schade die wordt veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze
gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie! Voor gevolgschade
aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig
gebruik of het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet
aansprakelijk! In dergelijke gevallen vervalt de garantie:
Om veiligheids- en toelatingsredenen (CE) is het eigenhandig ombouwen en/of wijzigen van
elektrische apparaten niet toegestaan.
Om een veilige werking te garanderen, dient de gebruiker de veiligheidsinstructies en de
waarschuwingen die in deze gebruiksaanwijzingen vermeld staan, in acht te nemen.
De opbouw voldoet aan beschermklasse II (dubbele of versterkte isolering). Let op dat de iso-
latie van de behuizing niet wordt beschadigd of verwijderd.
Laadapparaten en accessoires buiten het bereik van kinderen houden! Het is geen speelgoed.
In bedrijven moet rekening gehouden worden met de voorschriften ter voorkoming van
ongevallen opgesteld door de nationale bonden van de ongevallenverzekering voor elektrische
installaties en productiemiddelen.
In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel
voldoende toezicht worden gehouden op de bediening van laadapparaten en accessoires.
Vermijd gebruik bij ongunstige omgevingsomstandigheden. Dit leidt tot beschadiging van de
gevoelige elektronica binnenin het oplaadstation, waardoor mogelijk een levensgevaarlijke
situatie voor de gebruiker ontstaat. Ongunstige omgevingsomstandigheden zijn:
- Te hoge luchtvochtigheid (> 80 % rel., condenserend)
- Vocht
- Stof en brandbare gassen, dampen of oplossingsmiddelen, benzine
- te hoge omgevingstemperaturen (> ca. +50°)
- sterke trillingen
Let bij het laden van accu's vooral op de laadinstructies van de desbetreffende
accufabrikant.
Bij onvakkundig gebruik (bijv. verkeerd batterijtype of foutieve polarisatie) kan de batterij over-
laden resp. vernield worden. In het ergste geval kan de batterij exploderen en zo aanzienlijke
schade veroorzaken.
Houd zendapparatuur (draadloze telefoons, zendapparatuur voor modelbouw, enz.) uit de buurt
van het laadstation, aangezien de zenderstraling die vrijkomt kan leiden tot verstoring van de
laadwerking resp. tot defecten aan het laadstation en de batterijen.
Sluit het laadstation nooit direct op de netspanning aan, wanneer deze van een koude naar een
warme ruimte is gebracht. Het apparaat kan door het condenswater dat zich daarbij vormt,
mogelijk worden beschadigd. Laat het apparaat onaangesloten op kamertemperatuur komen.
Bewaar loodaccu's niet in de buurt van warmtebronnen of open vuur. Isoleer de contacten met
isolatieband en zorg voor een droge en koude omgeving. Opslagtemperatuur max. 40°C.
Zet het apparaat uit en beveilig het tegen onbedoeld gebruik wanneer kan worden aangenomen
dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is.
Ga ervan uit dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien:
- het apparaat zichtbaar is beschadigd,
- het apparaat niet meer werkt en
- het apparaat langdurig onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of
- na zware transportbelastingen.
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze
gebruiksaanwijzing die absoluut opgevolgd dienen te worden.
Het “hand”-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening.
Omschrijving van de onderdelen
1 MODE-toets voor het instellen van de laadmodus
2 Bedrijfsindicatie
3 Indicatie voor bedrijfsmodus “Motorfiets” (voor accucapaciteit 2 - 14 Ah)
4 Indicatie voor bedrijfsmodus “Auto” (voor accucapaciteit 15 - 100 Ah)
5 Indicatie koudlaadfunctie (voor temperaturen <10°C)
6 Indicatie testmodus
7 Indicatie laadfunctie
8 Indicatie batterij vol, onderhoudslading
9 Knipperend alarm
10 Poolklemmenadapter (zwart = minpool, rood = pluspool)
11 Aansluitringadapter (zwart = minpool, rood = pluspool)
12 Netstekker
13 Bevestigingsoog
Ingebruikname
Het apparaat wordt warm tijdens gebruik; zorg voor voldoende ventilatie; de
behuizing mag niet worden afgedekt!
Laad loodaccu's nooit op in een afgesloten houder.
Zorg bij het opladen voor voldoende ventilatie en voorkom open vuur! Bij het
opladen kunnen explosieve gassen ontstaan. Houd kinderen uit de buurt!
Open voor het opladen van accu’s met vloeibaar zuur de sluitstoppen van de
afzonderlijke cellen. Laat de accubehuizing ca. 2 minuten luchten, zodat
vuurgevaarlijke gassen kunnen verdampen!
Controleer het vloeistofniveau en vul dit eventueel bij. Ook bij langere
laadtijden (overwintering) regelmatig de vloeistof controleren. Veiligheidsbril
gebruiken!
Zet loodzuuraccu’s niet op hun kop. Vermijd ieder contact met de
accuvloeistof, omdat dit tot zware corrosie kan leiden. Wanneer u in contact
komt met accuzuur, spoel dan de betreffende plek (huid, kleding, enz.) direct
met rijkelijk water schoon om het accuzuur te verdunnen. Raadpleeg bij
huidcontact altijd direct een dokter.
Bij langdurige opslag dienen loodzuuraccu’s om de drie maanden te worden
opgeladen om een volledige ontlading te voorkomen.
Zorg dat de accupolen nooit worden kortgesloten.
Neem bij het aansluiten van accu's altijd de polariteit en de oplaadvoor-
schriften van de desbetreffende accufabrikant in acht.
®
Laden
• Steek de netstekker (12) van het laadapparaat in een stopcontact.
• Het laadstation wordt geÔnitialiseerd en test iedere afzonderlijke laadfunctie. De lampjes gaan
na elkaar kort aan. Aan het einde van de test branden alle controlelampjes gelijktijdig 2
seconden en gaan daarna uit, behalve de bedrijfsindicatie “STANDBY”.
Verbind de voor uw doel geschikte adapterkabel (10 of 11) met de laadkabel van het laad-
station. De stekkers passen alleen volgens de juiste poolrichting in elkaar. Let op een
betrouwbaar contact van de steekverbinding.
• Sluit de accu in de juiste polariteitsrichting aan. De rode klem is steeds de pluspool, de zwarte
klem de minuspool. Bij ingebouwde batterijen klemt u eerst de pluspool vast en klemt u dan de
zwarte poolklem aan een massapotentiaal (carrosserie) vast dat een beetje van de accu en de
benzineleiding verwijderd is. Controleer dan nog eens of het contact met de klemmen vast zit.
Klem de loodaccu voor de laadmodus zo mogelijk van de boordelektronika af. Let
er echter op, dat hierdoor systeemafhankelijk geheugen verloren gaat. Wanneer de
uitbouw van de accu niet mogelijk is, dan kan dit ook in ingebouwde toestand
plaatsvinden.
Als na het aansluiten van de batterij de indicator "proefmodus" (6) knippert, kan de accu niet
worden opgeladen. Laat deze loodbatterij in een speciaalzaak nazien.
Als na het aansluiten van de batterij de indicator "alarm" (9) knippert, controleer dan of de pool-
richting van de accuaansluiting correct is, of er geen kortsluiting is of slechte contacten zijn.
Als het laadtoestel correct is aangesloten, knippert de indicator "STANDBY" gedurende ca. 2
minuten. Binnen deze tijd kan het gewenste laadprogramma worden ingesteld.
Kies op het laadapparaat de gewenste laadmodus met de MODE-toets (1). Met elke keer
drukken schakelt u een laadmodus verder. Als binnen de 2 minuten geen selectie gebeurt, wordt
de laatste ingestelde laadmodus automatisch geselecteerd.
De volgende laadmodi kunnen worden geselecteerd:
Laadmodus Functie
Motorfietslaadmodus (3)
Voor batterijcapaciteiten van 2 - 14 Ah
Laadeindspanning bedraagt 14,4 V
Laadstroom max. 1,5 A
Autolaadmodus (4)
Voor batterijcapaciteiten van 15 - 100 Ah
Laadeindspanning bedraagt 14,4 V
Laadstroom max. 5 A
Koudlaadmodus bij temperaturen <10°C (5)
Voor batterijcapaciteiten van 15 - 100 Ah
Laadeindspanning bedraagt 14,7 V
Laadstroom max. 5 A
Het laadproces begint na korte tijd automatisch. De toets “MODE” is tijdens het laadproces
geblokkeerd, om een omschakeling te verhinderen.
ï Een onderbreking van het laadproces is alleen mogelijk door het afklemmen van de
laadcontacten.
• De lader toont naast de laadmodi de actuele laadtoestand als volgt aan:
Display Betekenis
Testmodus (6)
Het laadstation test de toestand van de batterij om de correcte lading in te
leiden (opnieuw activeren/normaal opladen). Bij normale loodbatterijen
gaat deze indicatie na ca. 10 s. uit. Blijft deze langer aan, dan is dit een
teken voor de heractiveringsmodus. Als de heractivering succesvol was,
schakelt de lader na enige tijd automatisch in de normale laadmodus om.
Het display gaat uit.
Laadmodus (7)
Het laadproces is in gang.
Pulserende onderhoudsmodus (8)
De loodbatterij is opgeladen. Het laadstation bevindt zich in de
buffermodus, om de accu op ca. 95 - 100% te behouden. Deze modus kan
ook gebruikt worden voor het Ñoverwinterenì van accu’s.
Alarmindicatie (9)
De brandende alarmindicatie toon een fout in het laadbedrijf.
Controleer de laadcontacten op kortsluiting resp. foutieve polarisatie. Hef
het probleem op.
Het einde van het laadproces wordt aangegeven door het controlelampje "onderhoudslading" (8).
Trek eerst de netstekker (4) uit het stopcontact en verwijder dan pas de
zwarte en vervolgens de rode poolklem van de accu.
Laaduitschakeling
Als de stroomvoorziening wordt onderbroken, wordt na het herstellen van de net-
stroom automatisch het laatst ingestelde laadprogramma verder uitgevoerd.
Het laadstation is voorzien van een automatische laaduitschakeling, die het laadproces auto-
matisch bij het bereiken van de laadeindspanning beÎindigt en zelfstandig naar de
instandhoudingsmodus overschakelt.
Een “licht” warm worden van de batterij(en) tijdens het opladen is normaal.
Dek de lader nooit af, om eventuele beschadigingen (door warmte-ophoping)
te voorkomen.
Bij oververhitting reduceert het laadstation automatisch de laadstroom om te
vermijden dat de temperatuur verder stijgt. Bij te grote verhitting schakelt het
laadstation om veiligheidsredenen automatisch uit. Alle indicatoren gaan uit.
Koppel het laadstation los en laat het ca. 1-2 uur uitgeschakeld afkoelen Na
de afkoelfase is het laadstation weer klaar voor gebruik.
Laadtijd
De laadtijd tot het bereiken van de laadeindspanning hangt van meerdere parameters af, zoals
bv. van
• de capaciteit (Ah, hoe groter, des te langer de laadtijd)
• het accutype
• de laadtoestand van de batterijen (vol, gedeeltelijk geladen of leeg),
• de omgevingstemperatuur (deze dient zo mogelijk 20 - 25°C te bedragen) en
• de algemene toestand (ouderdom) van de batterijen.
De laadtijd richt zich naar de bovengenoemde parameters en kan aan de hand van de volgende
formule grofweg worden bepaald (voor een grove tijdinschatting):
Vermogen van de accu’s in Ah x 1,2
Laadtijd (in uren [h]) = ————————————————————————-
Laadstroom 5 A
Voorbeeld: Loodgelaccu 20 Ah, leeg
20 Ah x 1,2
Laadtijd ca. 5 uur = ————————————————————————-
5 A
Verwijdering
Elektronische apparaten zijn grondstoffen en horen niet bij het huisvuil. Indien het
apparaat het einde van zijn levensduur bereikt heeft, dient u het volgens de
geldende wettelijke voorschriften in te leveren bij een van de gemeentelijke
inzamelpunten. Verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan.
Verwijderen van gebruikte batterijen/accu’s!
Als eindverbruiker bent u wettelijk verplicht (KCA-voorschriften) oude batterijen in te leveren;
verwijdering samen met huishoudelijk afval is verboden!
Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door
nevenstaande symbolen. Deze symbolen duiden erop dat afvoer via het huisvuil
verboden is. De aanduidingen voor de gebruikte zware metalen zijn: Cd =
cadmium, Hg = kwik, Pb = lood. Uw gebruikte batterijen/accu's kunt u gratis inleve-
ren bij de verzamelpunten van uw gemeente, onze filialen of andere verkooppunten
van batterijen en accu´s!
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bovendien een steentje bij
aan de milieubescherming!
Technische gegevens
Bedrijfsspanning ..................................100 – 240 V/AC 50/60 Hz
Stroomopname ....................................max. 1,5 A
Laadeindspanning ca. ..........................14,4 V motorfiets-/automodus
14,7 V koudlaadmodus
Laadstroom max...................................1,5 A motorfietsmodus
5,0 A auto-/koudlaadmodus
Keerstroom ..........................................max. 1,5 mA
Diepontladingsherkenning....................5 tot 10 V klemmenspanning
Batterijcapaciteit ..................................2 - 14 Ah motorfietsmodus
15 - 100 Ah auto-/koudlaadmodus
Gebruiksvoorwaarden ..........................0 tot + 50°,
rel. luchtvochtigheid < 80%, niet condenserend
Afmetingen (B x H x D) ........................150 x 60 x 30 mm
Gewicht ................................................ca. 370 g
Lengte uitgangsleiding..........................ca. 90 cm + 30 cm adapter
Veiligheidsklasse behuizing..................IP45 (wasbaar. Netstekker uit het stopcontact trekken!)
Colofon in onze gebruiksaanwijzingen
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in
elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2009 by Voltcraft
®
01_1209_04/HK

Documenttranscriptie

®  GEBRUIKSAANWIJZING Auto-automatisch laadapparaat VC2000 ° Version 12/09 Bestnr. 85 59 78 Beoogd gebruik Het compacte, microprocesgestuurde laadstation is bestemd voor het automatisch laden van loodzuuraccu’s met 12 V-klemspanning en een vermogen van 5 - 100 Ah. Mogelijke accutypes zijn loodgel-, loodvlies- of natte accu’s. Het laden van ingebouwde accu’s in voertuigen is mogelijk. De intelligente lader herkent diep ontladen accu’s en kan deze door een verhoogde laagspanning opnieuw activeren. Door de gepulseerde oplading worden ook sulfaatafzettingen van oudere of slecht onderhouden loodbatterijen afgebroken. Daardoor krijgen de batterijen een langere levensduur en een groter vermogen. Het totale laadproces vindt in 4 fasen plaats, d.w.z. de eerste fase controleert de accu en laadt deze evt. met verhoogde laadspanning op, in de 2e fase volgt het opladen met constantstroom (I), de 3e fase met normale constantspanning en de 4e fase de pulserende onderhoudslading. De accuspanning wordt hierdoor altijd op een optimale stand gehouden. Het laadstation wordt via een folietoets bediend. De bedrijfs- en statusweergave geschiedt via communicatielampjes. Het laadstation is beveiligd tegen overbelasting, kortsluiting, oververhitting en verkeerde polarisatie. De klemmen staan pas onder stroom, wanneer een aangesloten accu wordt herkend. Dit verhindert vonkvorming bij het per ongeluk aanraken van de laadcontacten. De aansluiting vindt plaats via gekleurde poolklemmen naar universele, of aansluitringen voor een duurzaam contact. De laadaansluitingen kunnen via een tegen verkeerde polarisatie beveiligd stekkersysteem worden gewisseld. Geen accubatterijen (zink-kool, alkaline enz.) of andere soorten accu’s zoals loodaccu’s aansluiten of opladen. Het laadstation slechts in goed geventileerde, droge binnenruimtes en slechts op in het huishouden gebruikelijke 230 V-wisselspanning aansluiten en gebruiken. Door de breedbereikingang van 100 - 240 V/AC kan de lader overal ter wereld worden gebruikt. Een ander gebruik dan hier beschreven is niet toegelaten en leidt tot beschadiging van het product. Bovendien bestaat er gevaar voor kortsluiting, brand, elektrische schokken, enz. De veiligheidsinstructies dienen te allen tijde worden opgevolgd! Veiligheidsinstructies  Lees alstublieft voor ingebruikname de volledige handleiding door. Deze bevat belangrijke aanwijzingen omtrent het correcte gebruik. Bij schade die wordt veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie! Voor gevolgschade aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid! Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet aansprakelijk! In dergelijke gevallen vervalt de garantie: Om veiligheids- en toelatingsredenen (CE) is het eigenhandig ombouwen en/of wijzigen van elektrische apparaten niet toegestaan. Om een veilige werking te garanderen, dient de gebruiker de veiligheidsinstructies en de waarschuwingen die in deze gebruiksaanwijzingen vermeld staan, in acht te nemen. De opbouw voldoet aan beschermklasse II (dubbele of versterkte isolering). Let op dat de isolatie van de behuizing niet wordt beschadigd of verwijderd. Laadapparaten en accessoires buiten het bereik van kinderen houden! Het is geen speelgoed. In bedrijven moet rekening gehouden worden met de voorschriften ter voorkoming van ongevallen opgesteld door de nationale bonden van de ongevallenverzekering voor elektrische installaties en productiemiddelen. In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende toezicht worden gehouden op de bediening van laadapparaten en accessoires. Vermijd gebruik bij ongunstige omgevingsomstandigheden. Dit leidt tot beschadiging van de gevoelige elektronica binnenin het oplaadstation, waardoor mogelijk een levensgevaarlijke situatie voor de gebruiker ontstaat. Ongunstige omgevingsomstandigheden zijn: - Te hoge luchtvochtigheid (> 80 % rel., condenserend) - Vocht - Stof en brandbare gassen, dampen of oplossingsmiddelen, benzine - te hoge omgevingstemperaturen (> ca. +50°) - sterke trillingen  Let bij het laden van accu's vooral op de laadinstructies van de desbetreffende accufabrikant. Bij onvakkundig gebruik (bijv. verkeerd batterijtype of foutieve polarisatie) kan de batterij overladen resp. vernield worden. In het ergste geval kan de batterij exploderen en zo aanzienlijke schade veroorzaken. Houd zendapparatuur (draadloze telefoons, zendapparatuur voor modelbouw, enz.) uit de buurt van het laadstation, aangezien de zenderstraling die vrijkomt kan leiden tot verstoring van de laadwerking resp. tot defecten aan het laadstation en de batterijen. Sluit het laadstation nooit direct op de netspanning aan, wanneer deze van een koude naar een warme ruimte is gebracht. Het apparaat kan door het condenswater dat zich daarbij vormt, mogelijk worden beschadigd. Laat het apparaat onaangesloten op kamertemperatuur komen. Bewaar loodaccu's niet in de buurt van warmtebronnen of open vuur. Isoleer de contacten met isolatieband en zorg voor een droge en koude omgeving. Opslagtemperatuur max. 40°C. Zet het apparaat uit en beveilig het tegen onbedoeld gebruik wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is. Ga ervan uit dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien: - het apparaat zichtbaar is beschadigd, - het apparaat niet meer werkt en - het apparaat langdurig onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of - na zware transportbelastingen.  ☞ Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwijzing die absoluut opgevolgd dienen te worden. Het “hand”-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening. Omschrijving van de onderdelen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 MODE-toets voor het instellen van de laadmodus Bedrijfsindicatie Indicatie voor bedrijfsmodus “Motorfiets” (voor accucapaciteit 2 - 14 Ah) Indicatie voor bedrijfsmodus “Auto” (voor accucapaciteit 15 - 100 Ah) Indicatie koudlaadfunctie (voor temperaturen <10°C) Indicatie testmodus Indicatie laadfunctie Indicatie batterij vol, onderhoudslading Knipperend alarm Poolklemmenadapter (zwart = minpool, rood = pluspool) Aansluitringadapter (zwart = minpool, rood = pluspool) Netstekker Bevestigingsoog Ingebruikname  Het apparaat wordt warm tijdens gebruik; zorg voor voldoende ventilatie; de behuizing mag niet worden afgedekt! Laad loodaccu's nooit op in een afgesloten houder. Zorg bij het opladen voor voldoende ventilatie en voorkom open vuur! Bij het opladen kunnen explosieve gassen ontstaan. Houd kinderen uit de buurt! Open voor het opladen van accu’s met vloeibaar zuur de sluitstoppen van de afzonderlijke cellen. Laat de accubehuizing ca. 2 minuten luchten, zodat vuurgevaarlijke gassen kunnen verdampen! Controleer het vloeistofniveau en vul dit eventueel bij. Ook bij langere laadtijden (overwintering) regelmatig de vloeistof controleren. Veiligheidsbril gebruiken! Zet loodzuuraccu’s niet op hun kop. Vermijd ieder contact met de accuvloeistof, omdat dit tot zware corrosie kan leiden. Wanneer u in contact komt met accuzuur, spoel dan de betreffende plek (huid, kleding, enz.) direct met rijkelijk water schoon om het accuzuur te verdunnen. Raadpleeg bij huidcontact altijd direct een dokter. Bij langdurige opslag dienen loodzuuraccu’s om de drie maanden te worden opgeladen om een volledige ontlading te voorkomen. Zorg dat de accupolen nooit worden kortgesloten. Neem bij het aansluiten van accu's altijd de polariteit en de oplaadvoorschriften van de desbetreffende accufabrikant in acht. Laden • Steek de netstekker (12) van het laadapparaat in een stopcontact. • Het laadstation wordt geÔnitialiseerd en test iedere afzonderlijke laadfunctie. De lampjes gaan na elkaar kort aan. Aan het einde van de test branden alle controlelampjes gelijktijdig 2 seconden en gaan daarna uit, behalve de bedrijfsindicatie “STANDBY”. • Verbind de voor uw doel geschikte adapterkabel (10 of 11) met de laadkabel van het laadstation. De stekkers passen alleen volgens de juiste poolrichting in elkaar. Let op een betrouwbaar contact van de steekverbinding. • Sluit de accu in de juiste polariteitsrichting aan. De rode klem is steeds de pluspool, de zwarte klem de minuspool. Bij ingebouwde batterijen klemt u eerst de pluspool vast en klemt u dan de zwarte poolklem aan een massapotentiaal (carrosserie) vast dat een beetje van de accu en de benzineleiding verwijderd is. Controleer dan nog eens of het contact met de klemmen vast zit. ☞ Klem de loodaccu voor de laadmodus zo mogelijk van de boordelektronika af. Let er echter op, dat hierdoor systeemafhankelijk geheugen verloren gaat. Wanneer de uitbouw van de accu niet mogelijk is, dan kan dit ook in ingebouwde toestand plaatsvinden. Als na het aansluiten van de batterij de indicator "proefmodus" (6) knippert, kan de accu niet worden opgeladen. Laat deze loodbatterij in een speciaalzaak nazien. Als na het aansluiten van de batterij de indicator "alarm" (9) knippert, controleer dan of de poolrichting van de accuaansluiting correct is, of er geen kortsluiting is of slechte contacten zijn. Als het laadtoestel correct is aangesloten, knippert de indicator "STANDBY" gedurende ca. 2 minuten. Binnen deze tijd kan het gewenste laadprogramma worden ingesteld. Kies op het laadapparaat de gewenste laadmodus met de MODE-toets (1). Met elke keer drukken schakelt u een laadmodus verder. Als binnen de 2 minuten geen selectie gebeurt, wordt de laatste ingestelde laadmodus automatisch geselecteerd. De volgende laadmodi kunnen worden geselecteerd: Laadmodus Functie Motorfietslaadmodus (3) Voor batterijcapaciteiten van 2 - 14 Ah Laadeindspanning bedraagt 14,4 V Laadstroom max. 1,5 A Autolaadmodus (4) Voor batterijcapaciteiten van 15 - 100 Ah Laadeindspanning bedraagt 14,4 V Laadstroom max. 5 A Koudlaadmodus bij temperaturen <10°C (5) Voor batterijcapaciteiten van 15 - 100 Ah Laadeindspanning bedraagt 14,7 V Laadstroom max. 5 A • Het laadproces begint na korte tijd automatisch. De toets “MODE” is tijdens het laadproces geblokkeerd, om een omschakeling te verhinderen. ï Een onderbreking van het laadproces is alleen mogelijk door het afklemmen van de laadcontacten. • De lader toont naast de laadmodi de actuele laadtoestand als volgt aan: Display Betekenis Testmodus (6) Het laadstation test de toestand van de batterij om de correcte lading in te leiden (opnieuw activeren/normaal opladen). Bij normale loodbatterijen gaat deze indicatie na ca. 10 s. uit. Blijft deze langer aan, dan is dit een teken voor de heractiveringsmodus. Als de heractivering succesvol was, schakelt de lader na enige tijd automatisch in de normale laadmodus om. Het display gaat uit. Laadmodus (7) Het laadproces is in gang. Pulserende onderhoudsmodus (8) De loodbatterij is opgeladen. Het laadstation bevindt zich in de buffermodus, om de accu op ca. 95 - 100% te behouden. Deze modus kan ook gebruikt worden voor het Ñoverwinterenì van accu’s. Alarmindicatie (9) De brandende alarmindicatie toon een fout in het laadbedrijf. Controleer de laadcontacten op kortsluiting resp. foutieve polarisatie. Hef het probleem op. • Het einde van het laadproces wordt aangegeven door het controlelampje "onderhoudslading" (8).  Laaduitschakeling Als de stroomvoorziening wordt onderbroken, wordt na het herstellen van de netstroom automatisch het laatst ingestelde laadprogramma verder uitgevoerd. ☞ Het laadstation is voorzien van een automatische laaduitschakeling, die het laadproces automatisch bij het bereiken van de laadeindspanning beÎindigt en zelfstandig naar de instandhoudingsmodus overschakelt.  Een “licht” warm worden van de batterij(en) tijdens het opladen is normaal. Dek de lader nooit af, om eventuele beschadigingen (door warmte-ophoping) te voorkomen. Bij oververhitting reduceert het laadstation automatisch de laadstroom om te vermijden dat de temperatuur verder stijgt. Bij te grote verhitting schakelt het laadstation om veiligheidsredenen automatisch uit. Alle indicatoren gaan uit. Koppel het laadstation los en laat het ca. 1-2 uur uitgeschakeld afkoelen Na de afkoelfase is het laadstation weer klaar voor gebruik. Laadtijd De laadtijd tot het bereiken van de laadeindspanning hangt van meerdere parameters af, zoals bv. van • de capaciteit (Ah, hoe groter, des te langer de laadtijd) • het accutype • de laadtoestand van de batterijen (vol, gedeeltelijk geladen of leeg), • de omgevingstemperatuur (deze dient zo mogelijk 20 - 25°C te bedragen) en • de algemene toestand (ouderdom) van de batterijen. De laadtijd richt zich naar de bovengenoemde parameters en kan aan de hand van de volgende formule grofweg worden bepaald (voor een grove tijdinschatting): Vermogen van de accu’s in Ah x 1,2 Laadtijd (in uren [h]) = ————————————————————————Laadstroom 5 A Voorbeeld: Loodgelaccu 20 Ah, leeg Laadtijd ca. 5 uur = 20 Ah x 1,2 ————————————————————————5A Verwijdering Elektronische apparaten zijn grondstoffen en horen niet bij het huisvuil. Indien het apparaat het einde van zijn levensduur bereikt heeft, dient u het volgens de geldende wettelijke voorschriften in te leveren bij een van de gemeentelijke inzamelpunten. Verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan. Verwijderen van gebruikte batterijen/accu’s! Als eindverbruiker bent u wettelijk verplicht (KCA-voorschriften) oude batterijen in te leveren; verwijdering samen met huishoudelijk afval is verboden! Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door nevenstaande symbolen. Deze symbolen duiden erop dat afvoer via het huisvuil verboden is. De aanduidingen voor de gebruikte zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood. Uw gebruikte batterijen/accu's kunt u gratis inleveren bij de verzamelpunten van uw gemeente, onze filialen of andere verkooppunten van batterijen en accu´s! Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bovendien een steentje bij aan de milieubescherming! Technische gegevens Bedrijfsspanning ..................................100 – 240 V/AC 50/60 Hz Stroomopname ....................................max. 1,5 A Laadeindspanning ca. ..........................14,4 V motorfiets-/automodus 14,7 V koudlaadmodus Laadstroom max...................................1,5 A motorfietsmodus 5,0 A auto-/koudlaadmodus Keerstroom ..........................................max. 1,5 mA Diepontladingsherkenning ....................5 tot 10 V klemmenspanning Batterijcapaciteit ..................................2 - 14 Ah motorfietsmodus 15 - 100 Ah auto-/koudlaadmodus Gebruiksvoorwaarden ..........................0 tot + 50°, rel. luchtvochtigheid < 80%, niet condenserend Afmetingen (B x H x D) ........................150 x 60 x 30 mm Gewicht ................................................ca. 370 g Lengte uitgangsleiding..........................ca. 90 cm + 30 cm adapter Veiligheidsklasse behuizing..................IP45 (wasbaar. Netstekker uit het stopcontact trekken!) Trek eerst de netstekker (4) uit het stopcontact en verwijder dan pas de zwarte en vervolgens de rode poolklem van de accu.  Colofon in onze gebruiksaanwijzingen Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden. © Copyright 2009 by Voltcraft® 01_1209_04/HK
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

VOLTCRAFT VC2000 Operating Instructions Manual

Type
Operating Instructions Manual

in andere talen