Laden
• Steek de netstekker (12) van het laadapparaat in een stopcontact.
• Het laadstation wordt geÔnitialiseerd en test iedere afzonderlijke laadfunctie. De lampjes gaan
na elkaar kort aan. Aan het einde van de test branden alle controlelampjes gelijktijdig 2
seconden en gaan daarna uit, behalve de bedrijfsindicatie “STANDBY”.
• Verbind de voor uw doel geschikte adapterkabel (10 of 11) met de laadkabel van het laad-
station. De stekkers passen alleen volgens de juiste poolrichting in elkaar. Let op een
betrouwbaar contact van de steekverbinding.
• Sluit de accu in de juiste polariteitsrichting aan. De rode klem is steeds de pluspool, de zwarte
klem de minuspool. Bij ingebouwde batterijen klemt u eerst de pluspool vast en klemt u dan de
zwarte poolklem aan een massapotentiaal (carrosserie) vast dat een beetje van de accu en de
benzineleiding verwijderd is. Controleer dan nog eens of het contact met de klemmen vast zit.
☞
Klem de loodaccu voor de laadmodus zo mogelijk van de boordelektronika af. Let
er echter op, dat hierdoor systeemafhankelijk geheugen verloren gaat. Wanneer de
uitbouw van de accu niet mogelijk is, dan kan dit ook in ingebouwde toestand
plaatsvinden.
Als na het aansluiten van de batterij de indicator "proefmodus" (6) knippert, kan de accu niet
worden opgeladen. Laat deze loodbatterij in een speciaalzaak nazien.
Als na het aansluiten van de batterij de indicator "alarm" (9) knippert, controleer dan of de pool-
richting van de accuaansluiting correct is, of er geen kortsluiting is of slechte contacten zijn.
Als het laadtoestel correct is aangesloten, knippert de indicator "STANDBY" gedurende ca. 2
minuten. Binnen deze tijd kan het gewenste laadprogramma worden ingesteld.
Kies op het laadapparaat de gewenste laadmodus met de MODE-toets (1). Met elke keer
drukken schakelt u een laadmodus verder. Als binnen de 2 minuten geen selectie gebeurt, wordt
de laatste ingestelde laadmodus automatisch geselecteerd.
De volgende laadmodi kunnen worden geselecteerd:
Laadmodus Functie
Motorfietslaadmodus (3)
Voor batterijcapaciteiten van 2 - 14 Ah
Laadeindspanning bedraagt 14,4 V
Laadstroom max. 1,5 A
Autolaadmodus (4)
Voor batterijcapaciteiten van 15 - 100 Ah
Laadeindspanning bedraagt 14,4 V
Laadstroom max. 5 A
Koudlaadmodus bij temperaturen <10°C (5)
Voor batterijcapaciteiten van 15 - 100 Ah
Laadeindspanning bedraagt 14,7 V
Laadstroom max. 5 A
• Het laadproces begint na korte tijd automatisch. De toets “MODE” is tijdens het laadproces
geblokkeerd, om een omschakeling te verhinderen.
ï Een onderbreking van het laadproces is alleen mogelijk door het afklemmen van de
laadcontacten.
• De lader toont naast de laadmodi de actuele laadtoestand als volgt aan:
Display Betekenis
Testmodus (6)
Het laadstation test de toestand van de batterij om de correcte lading in te
leiden (opnieuw activeren/normaal opladen). Bij normale loodbatterijen
gaat deze indicatie na ca. 10 s. uit. Blijft deze langer aan, dan is dit een
teken voor de heractiveringsmodus. Als de heractivering succesvol was,
schakelt de lader na enige tijd automatisch in de normale laadmodus om.
Het display gaat uit.
Laadmodus (7)
Het laadproces is in gang.
Pulserende onderhoudsmodus (8)
De loodbatterij is opgeladen. Het laadstation bevindt zich in de
buffermodus, om de accu op ca. 95 - 100% te behouden. Deze modus kan
ook gebruikt worden voor het Ñoverwinterenì van accu’s.
Alarmindicatie (9)
De brandende alarmindicatie toon een fout in het laadbedrijf.
Controleer de laadcontacten op kortsluiting resp. foutieve polarisatie. Hef
het probleem op.
•
Het einde van het laadproces wordt aangegeven door het controlelampje "onderhoudslading" (8).
Trek eerst de netstekker (4) uit het stopcontact en verwijder dan pas de
zwarte en vervolgens de rode poolklem van de accu.
Laaduitschakeling
☞
Als de stroomvoorziening wordt onderbroken, wordt na het herstellen van de net-
stroom automatisch het laatst ingestelde laadprogramma verder uitgevoerd.
Het laadstation is voorzien van een automatische laaduitschakeling, die het laadproces auto-
matisch bij het bereiken van de laadeindspanning beÎindigt en zelfstandig naar de
instandhoudingsmodus overschakelt.
Een “licht” warm worden van de batterij(en) tijdens het opladen is normaal.
Dek de lader nooit af, om eventuele beschadigingen (door warmte-ophoping)
te voorkomen.
Bij oververhitting reduceert het laadstation automatisch de laadstroom om te
vermijden dat de temperatuur verder stijgt. Bij te grote verhitting schakelt het
laadstation om veiligheidsredenen automatisch uit. Alle indicatoren gaan uit.
Koppel het laadstation los en laat het ca. 1-2 uur uitgeschakeld afkoelen Na
de afkoelfase is het laadstation weer klaar voor gebruik.
Laadtijd
De laadtijd tot het bereiken van de laadeindspanning hangt van meerdere parameters af, zoals
bv. van
• de capaciteit (Ah, hoe groter, des te langer de laadtijd)
• het accutype
• de laadtoestand van de batterijen (vol, gedeeltelijk geladen of leeg),
• de omgevingstemperatuur (deze dient zo mogelijk 20 - 25°C te bedragen) en
• de algemene toestand (ouderdom) van de batterijen.
De laadtijd richt zich naar de bovengenoemde parameters en kan aan de hand van de volgende
formule grofweg worden bepaald (voor een grove tijdinschatting):
Vermogen van de accu’s in Ah x 1,2
Laadtijd (in uren [h]) = ————————————————————————-
Laadstroom 5 A
Voorbeeld: Loodgelaccu 20 Ah, leeg
20 Ah x 1,2
Laadtijd ca. 5 uur = ————————————————————————-
5 A
Verwijdering
Elektronische apparaten zijn grondstoffen en horen niet bij het huisvuil. Indien het
apparaat het einde van zijn levensduur bereikt heeft, dient u het volgens de
geldende wettelijke voorschriften in te leveren bij een van de gemeentelijke
inzamelpunten. Verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan.
Verwijderen van gebruikte batterijen/accu’s!
Als eindverbruiker bent u wettelijk verplicht (KCA-voorschriften) oude batterijen in te leveren;
verwijdering samen met huishoudelijk afval is verboden!
Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door
nevenstaande symbolen. Deze symbolen duiden erop dat afvoer via het huisvuil
verboden is. De aanduidingen voor de gebruikte zware metalen zijn: Cd =
cadmium, Hg = kwik, Pb = lood. Uw gebruikte batterijen/accu's kunt u gratis inleve-
ren bij de verzamelpunten van uw gemeente, onze filialen of andere verkooppunten
van batterijen en accu´s!
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bovendien een steentje bij
aan de milieubescherming!
Technische gegevens
Bedrijfsspanning ..................................100 – 240 V/AC 50/60 Hz
Stroomopname ....................................max. 1,5 A
Laadeindspanning ca. ..........................14,4 V motorfiets-/automodus
14,7 V koudlaadmodus
Laadstroom max...................................1,5 A motorfietsmodus
5,0 A auto-/koudlaadmodus
Keerstroom ..........................................max. 1,5 mA
Diepontladingsherkenning....................5 tot 10 V klemmenspanning
Batterijcapaciteit ..................................2 - 14 Ah motorfietsmodus
15 - 100 Ah auto-/koudlaadmodus
Gebruiksvoorwaarden ..........................0 tot + 50°,
rel. luchtvochtigheid < 80%, niet condenserend
Afmetingen (B x H x D) ........................150 x 60 x 30 mm
Gewicht ................................................ca. 370 g
Lengte uitgangsleiding..........................ca. 90 cm + 30 cm adapter
Veiligheidsklasse behuizing..................IP45 (wasbaar. Netstekker uit het stopcontact trekken!)
Colofon in onze gebruiksaanwijzingen
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in
elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2009 by Voltcraft
®
01_1209_04/HK