Pioneer DEX-P99RS Handleiding

Type
Handleiding
Bedieningshandleiding
CD-SPELER
DEX-P99RS
Nederlands
<CRB3068A> <1>
Black plate (2,1)
Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneer-
product.
Lees deze handleiding voordat u het product in gebruik neemt. Bewaar deze hand-
leiding na het lezen op een veilige plaats zodat u hem indien nodig altijd bij de hand
hebt.
Vóór u begint
Gebruikersinformatie voor het verzamelen en
verwijderen van oude producten en
batterijen 5
Informatie over dit toestel 5
Kenmerken 6
Bezoek onze website 6
Bij problemen 6
Het toestel tegen diefstal beveiligen 6
Het voorpaneel verwijderen 7
Het voorpaneel bevestigen 7
De microprocessor resetten 7
Tegengestelde modus 7
Gebruik en onderhoud van de
afstandsbediening 8
De batterij plaatsen en verwijderen 8
Gebruik van de afstandsbediening 8
Bediening van het toestel
Wat is wat 9
Hoofdtoestel 9
Stuurafstandsbediening 9
Basisbediening 10
Stroom aan/uit 10
Signaalbronnen selecteren 10
Een disc plaatsen 11
Het volume afstellen 12
Tuner 12
Basisbediening 12
Zenderfrequenties opslaan en
oproepen 13
PTY-nooduitzendingen 14
Geavanceerde bediening 14
De sterkste zenders opslaan (BSM) 14
Op sterke signalen afstemmen 14
Alternatieve frequenties kiezen
(AF) 15
Verkeersberichten ontvangen (TA) 16
PTY-functies 16
Radiotekst 17
PTY-lijst 18
Ingebouwde cd-speler 19
Basisbediening 19
De tekstinformatie van de disc
weergeven 19
Fragmenten uit de lijst met
fragmenttitels selecteren 20
Bestanden uit de lijst met
bestandsnamen selecteren 20
Geavanceerde bediening 21
Een herhaalbereik selecteren 21
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 21
Mappen en fragmenten scannen 21
Het afspelen onderbreken 22
Functies voor disctitels 22
Songs op een USB-opslagapparaat
afspelen 23
Basisbediening 23
De tekstinformatie bij een
audiobestand weergeven 23
Bestanden uit de lijst met
bestandsnamen selecteren 24
Geavanceerde bediening 24
Muziek op de iPod afspelen 25
Basisbediening 25
Naar een song bladeren 25
Tekstinformatie op de iPod
weergeven 26
Geavanceerde bediening 26
Songs in willekeurige volgorde afspelen
(shuffle) 27
Alle songs in willekeurige volgorde
afspelen (shuffle all) 27
Songs afspelen die verwant zijn met de
huidige song 27
De iPod-functie van dit toestel via de
iPod bedienen 28
De weergavesnelheid van een
audioboek wijzigen 28
Audio-instellingen
Bedieningsstanden 29
Audio eenvoudig aanpassen 29
Audio fijn afstemmen 29
Extra functies 29
Audio-instellingen 29
Inhoud
Nl
2
Black plate (3,1)
Het linker- en rechterkanaal aanpassen 30
De balansinstelling 30
Positiekeuze-instelling 30
Informatie over de audionetwerkfunctie 31
Instelbare parameters 31
Opmerking over aanpassingen aan het
audionetwerk 32
Luidsprekers (filters) dempen 33
Het audionetwerk aanpassen 33
Tijduitlijning 34
De tijduitlijning aanpassen 35
Equalizercurven selecteren of kopiëren 35
Een equalizercurve selecteren 35
Een equalizercurve kopiëren 36
Equalizercurven nauwkeurig afstellen 36
De auto-equalizer 36
De sound retriever 37
De loudness aanpassen 37
Het bronniveau aanpassen 37
Automatische TA en EQ-meting
(automatische tijduitlijning en instelling
van de equalizer) 38
Voordat u een automatische TA en EQ-
meting uitvoert 38
Een automatische TA en EQ-meting
uitvoeren 39
Begininstellingen
De begininstellingen aanpassen 42
De taal van het display selecteren 42
De luidsprekers instellen 42
De klok instellen 43
Het uit-klokdisplay in- en uitschakelen 43
De FM-afstemstap instellen 44
Automatisch PI-zoeken in- of
uitschakelen 44
De waarschuwingstoon in- of
uitschakelen 44
Het voorpaneel automatisch openen 44
De externe ingang in- of uitschakelen 45
De dimmer in- of uitschakelen 45
De helderheid aanpassen 45
De verlichtingskleur selecteren 45
De verlichtingskleur aanpassen 46
De verlichting koppelen 46
Vervormd geluid corrigeren 46
De audiofuncties resetten 46
Het geluid tijdelijk uitschakelen of
dempen 47
De polariteit van de deurbediening
instellen 47
Demping via de deuren instellen 47
De tegengestelde modus inschakelen 48
Ever Scroll inschakelen 48
De signaalbron BT Audio inschakelen 48
De pincode invoeren voor Bluetooth
draadloze verbinding 48
De systeemversie opvragen in geval van
reparatie 49
Overige functies
De AUX-signaalbron 50
Informatie over AUX1 en AUX2 50
AUX1-signaalbron: 50
AUX2-signaalbron: 50
De signaalbron AUX selecteren 50
De AUX-titel instellen 50
Gebruik van een extern toestel 51
Een extern toestel als signaalbron
selecteren 51
Basisbediening 51
Geavanceerde bediening 51
De entertainment-displays 51
De Direct Function-toets (DF) 52
Verkrijgbare accessoires
Muziek op de iPod afspelen 53
Basisbediening 53
Tekstinformatie op de iPod
weergeven 53
Naar een song bladeren 53
Geavanceerde bediening 53
Bluetooth-audio 54
Basisbediening 54
Functies en bediening 55
Verbinding maken met een Bluetooth-
audiospeler 56
Nl
3
Inhoud
Black plate (4,1)
Muziek afspelen op een Bluetooth-
audiospeler 56
Het afspelen stoppen 56
De verbinding met een Bluetooth-
audiospeler verbreken 56
Het Bluetooth-apparaatadres
weergeven 56
Bluetooth-telefoon 56
Basisbediening 57
Het toestel instellen voor handsfree
telefoneren 57
Een telefoongesprek voeren 58
Een telefoongesprek aannemen 58
Functies en bediening 59
Verbinding maken met een mobiele
telefoon 60
De verbinding met een mobiele
telefoon verbreken 60
Een aangesloten mobiele telefoon
registreren 60
Een geregistreerde telefoon
verwijderen 61
Verbinding maken met een
geregistreerde mobiele telefoon 61
Het telefoonboek 62
De gespreksgeschiedenis 64
Iemand opbellen door het
telefoonnummer in te voeren 65
Het geheugen wissen 65
Automatisch weigeren instellen 66
Automatisch beantwoorden
instellen 66
Het belsignaal in- of uitschakelen 66
Echo- en ruisonderdrukking 66
Multi-cd-speler 66
Basisbediening 66
Functies voor cd-text 67
Geavanceerde bediening 67
Compressie en extra
basversterking 68
ITS-speellijsten 68
Functies voor disctitels 70
Dvd-speler 70
Basisbediening 70
Geavanceerde bediening 71
Tv-tuner 72
Basisbediening 72
Zenders opslaan en oproepen 73
De sterkste zenders op volgorde
opslaan (BSSM) 73
Aanvullende informatie
Foutmeldingen 75
Foutmeldingen tijdens de automatische TA
en EQ-meting 77
Richtlijnen voor het gebruik van discs en de
speler 77
DualDiscs 78
Richtlijnen voor het gebruik van externe
opslagapparaten en dit toestel 78
Compatibiliteit met gecomprimeerde audio
(disc, USB) 78
Bijkomende informatie over
gecomprimeerde audio (disc,
USB) 79
Gecomprimeerde audiobestanden op
disc 79
Gecomprimeerde audiobestanden in USB-
opslagapparaten 79
Voorbeeld van een boomstructuur en
afspeelvolgorde 80
De volgorde van audiobestanden op
discs 80
De volgorde van audiobestanden op
USB-opslagapparaten 80
iPod 80
Compatibiliteit met iPod 80
Bediening van de iPod 81
Informatie over iPod-instellingen 81
Opmerking over copyright en
handelsmerken 81
Technische gegevens 83
Inhoud
Nl
4
Black plate (5,1)
Gebruikersinformatie voor
het verzamelen en
verwijderen van oude
producten en batte rijen
(Symbool voor toestellen)
(Symbolen voor batterijen)
De symbolen op producten, verpakkingen
en/of bijbehorende documenten geven
aan dat de gebruikte elektronische pro-
ducten en batterijen niet met het gewone
huishoudelijk afval kunnen worden sa-
mengevoegd.
Er bestaat een speciaal wettelijk voorge-
schreven verzamelsysteem voor de juiste
behandling, het opnieuw bruikbaar maken
en de recyclage van gebruikte producten
en batterijen.
Door een correcte verzamelhandeling zorgt u
ervoor dat het verwijderde product en/of batte-
rij op de juiste wijze wordt behandeld, opnieuw
bruikbaar wordt gemaakt, wordt gerecycleerd
en het niet schadelijk is voor de gezondheid
en het milieu.
Voor verdere informatie betreffende de juiste
behandling, het opnieuw bruikbaar maken en
de recyclage van gebruikte producten en bat-
terijen kunt u contact opnemen met de plaat-
selijke overheid of een verkooppunt.
Deze symbolen zijn enkel geldig in de lan-
den van de Europese Unie.
Voor landen buiten de Europese Unie:
Indien u zich in een ander dan bovenge-
noemde landen bevindt kunt u contact opne-
men met de plaatselijke overheid voor meer
informatie over de juiste verwijdering van het
product.
Informatie over dit toestel
De frequenties waarop de tuner van dit toestel
kan worden afgestemd, zijn in gebruik in
West-Europa, Azië, het Midden-Oosten, Afrika
en Oceanië. In andere gebieden is de ont-
vangst wellicht slecht. De RDS-functie (radio-
datasysteem) werkt alleen in gebieden waar
de FM-zenders RDS-signalen uitzenden.
LET OP
! Zorg ervoor dat dit toestel niet met vloeistof in
aanraking komt. Een elektrische schok kan
daarvan het gevolg zijn. Bovendien kan con-
tact met vloeistoffen rookvorming, oververhit-
ting en andere schade aan het toestel
veroorzaken.
! KLASSE 1 LASERPRODUCT
Dit product bevat een laserdiode van een ho-
gere klasse dan 1. Uit veiligheidsoverwegin-
gen mag u de behuizing niet verwijderen en
niet proberen toegang te krijgen tot de binnen-
zijde van het toestel. Laat alle onderhouds-
werkzaamheden over aan gekwalificeerd
personeel.
! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in
Duitsland gebruikt.
! Houd deze handleiding bij de hand zodat u de
bedieningsprocedures en de te nemen voor-
zorgsmaatregelen kunt opzoeken.
! Houd het volume altijd laag genoeg om de ge-
luiden van buiten het voertuig te kunnen blij-
ven horen.
! Bescherm dit toestel tegen vocht.
Vóór u begint
Nl
5
Hoofdstuk
01
Vóór u begint
Black plate (6,1)
! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg raakt,
wordt het voorkeuzegeheugen gewist en zult u
het toestel opnieuw moeten programmeren.
Belangrijk
De rode draad (ACC) van dit toestel moet worden
aangesloten op een aansluiting die is gekoppeld
aan de aan/uit-stand van het contactslot. Anders
loopt u het risico dat de accu leeg raakt.
Kenmerken
Dit toestel biedt ondersteuning voor een groot
aantal verschillende bestandsindelingen en
opslagmedia en -apparaten.
Compatibele bestandsindelingen
! WMA
! MP3
! AAC
! WAV
Raadpleeg Aanvullende informatie op bladzijde
75 voor meer informatie over compatibiliteit.
Compatibele opslagmedia en -
apparaten
! Cd/cd-r/cd-rw-discs
! Draagbare USB-audiospeler/USB-geheu-
gen
Informeer bij de fabrikant naar de compatibili-
teit van uw draagbare USB-audiospeler/USB -
geheugen.
Raadpleeg Aanvullende informatie op bladzijde
75 voor meer informatie over compatibiliteit.
Compatibiliteit met iPod
Met dit toestel kunt u een iPod bedienen en
songs op een iPod afspelen.
In deze handleiding verwijst iPod naar de
iPod en iPhone.
Raadpleeg Compatibiliteit met iPod op blad-
zijde 80 voor meer informatie over onder-
steunde iPod-modellen.
LET OP
! Pioneer is niet verantwoordelijk voor eventueel
verlies van gegevens in het USB-geheugen of
de draagbare USB-audiospeler, zelfs niet als
dat gebeurt tijdens gebruik van dit toestel.
! Pioneer is niet verantwoordelijk voor verlies
van gegevens op de iPod, ook niet tijdens ge-
bruik van dit toestel.
Bezoek onze website
Hier vindt u onze site:
http://www.pioneer.nl
! Registreer uw product. Wij bewaren de ge-
gevens van het product dat u hebt aange-
schaft zodat u deze eenvoudig kunt
opvragen als u die nodig mocht hebben
voor de verzekering, bijvoorbeeld na verlies
of diefstal.
! Op onze website vindt u de laatste informa-
tie over Pioneer Corporation.
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert,
kunt u uw leverancier of het dichtstbijzijnde er-
kende Pioneer-servicecentrum raadplegen.
Het toestel tegen diefstal
beveiligen
Het voorpaneel kan worden verwijderd om
diefstal te ontmoedigen.
! Als het voorpaneel niet binnen vijf secon-
den na het uitschakelen van het contact
van het hoofdtoestel wordt verwijderd,
klinkt er een waarschuwingstoon.
! U kunt de waarschuwingstoon uitschake-
len. Raadpleeg De waarschuwingstoon in-
of uitschakelen op bladzijde 44.
Vóór u begint
Nl
6
Hoofdstuk
01
Black plate (7,1)
Belangrijk
! Wees voorzichtig bij het verwijderen en terug-
plaatsen van het voorpaneel.
! Stel het voorpaneel niet aan grote schokken
bloot.
! Stel het voorpaneel niet bloot aan direct zon-
licht en hoge temperaturen.
Het voorpaneel verwijderen
1 Druk op h/Open om het voorpaneel te
openen.
Als er een disc in het toestel is geplaatst, kunt
u het voorpaneel openen zonder de disc uit te
werpen door h/Open ingedrukt te houden.
2 Druk op de openingsknop en schuif het
voorpaneel in uw richting om het te ver-
wijderen.
Pak het voorpaneel niet te stevig vast, laat het
niet vallen en bescherm het tegen water en an-
dere vloeistoffen om permanente schade te
voorkomen.
Openingsknop
3 Doe het voorpaneel in het meegele-
verde beschermende foedraal om het veilig
te bewaren.
Het voorpaneel bevestigen
1 Zorg dat de binnenste afdekking geslo-
ten is.
2 Plaats het voorpaneel terug door het
op zijn plaats te klemmen.
De microprocessor resetten
De microprocessor moet in de volgende geval-
len worden gereset:
! Als u dit toestel voor de eerste keer gebruikt
nadat u het hebt geïnstalleerd
! Als het toestel niet naar behoren werkt
! Als er vreemde of onjuiste berichten op het
scherm verschijnen
% Druk met een pen of een ander puntig
voorwerp op RESET.
RESET-toets
Tegengestelde modus
Als het toestel ongeveer 30 seconden lang niet
wordt bediend, wordt de tekst op het display
tegengesteld weergegeven. De weergave wij-
zigt vervolgens om de 10 seconden. Als u op
de toets B drukt terwijl het toestel is uitgescha-
keld en het contactslot in de accessoirestand
(ACC) of aan (ON) staat, wordt de tegenge-
stelde modus opgeheven. Druk nogmaals op
de toets B om de tegengestelde modus in te
schakelen.
Vóór u begint
Nl
7
Hoofdstuk
01
Vóór u begint
Black plate (8,1)
Gebruik en onderhoud van
de afstandsbediening
De batterij plaatsen en
verwijderen
Verwijder de schuif op de achterzijde van de
afstandsbediening en plaats de batterij met de
pluspool (+) en de minpool () in de juiste
richting.
! Als u de afstandsbediening voor de eerste
keer gebruikt, moet u eerst het plastic uit
de schuif trekken.
WAARSCHUWING
! Houd de batterij buiten bereik van kinderen.
Roep onmiddellijk de hulp van een arts in als
de batterij per ongeluk wordt ingeslikt.
! Batterijen (zowel in de verpakking als in het
apparaat geplaatst) mogen niet worden bloot-
gesteld aan hittebronnen zoals zonlicht, vuur
en andere.
LET OP
! Gebruik één CR2032 (3 V) lithiumbatterij.
! Verwijder de batterij als de afstandsbediening
een maand of langer niet wordt gebruikt.
! Als de batterij onjuist wordt vervangen, be-
staat er kans op explosie. Vervang de batterij
alleen door een identieke of gelijkwaardige
batterij.
! Raak de batterij niet aan met metalen gereed-
schap.
! Bewaar de batterij niet bij metalen voorwer-
pen.
! Als de batterij lekt, moet u de afstandsbedie-
ning grondig schoonvegen en een nieuwe bat-
terij plaatsen.
! Gooi gebruikte batterijen altijd weg overeen-
komstig de wettelijke bepalingen en milieure-
gels die in uw land of regio van kracht zijn.
Gebruik van de afstandsbediening
De afstandsbediening kan minder goed wer-
ken in direct zonlicht.
Belangrijk
! Bewaar de afstandsbediening niet op plaatsen
met hoge temperaturen of in direct zonlicht.
! Laat de afstandsbediening niet op de grond
vallen, omdat deze dan onder het rem- of gas-
pedaal terecht kan komen.
! Schakel het toestel onmiddellijk uit als een
van onderstaande problemen zich voordoet,
en neem contact op met uw leverancier.
Er komt rook uit het toestel.
Er komt een vreemde geur uit het toestel.
Er is een vreemd voorwerp in het toestel
gedrongen.
Er is vloeistof op of in het toestel gemorst.
Als u dit toestel toch blijft gebruiken onder
deze omstandigheden, kunt u het ernstig be-
schadigen, met een ongeval of brand als ge-
volg.
! Demonteer het toestel niet en breng geen aan-
passingen aan. Dat kan storingen veroorza-
ken.
! Bedien dit toestel niet terwijl u het voertuig be-
stuurt, dit om ongevallen te vermijden.
! Als u dit toestel toch moet bedienen tijdens
het rijden, blijf dan goed op de weg letten om
te voorkomen dat u bij een ongeval betrokken
raakt.
! Laat de afstandsbediening niet los (onbeves-
tigd) in het voertuig liggen. Het kan dan op de
grond vallen als u remt of een bocht maakt.
Als het onder het rempedaal terechtkomt, kan
het de rem blokkeren, wat een ernstig veilig-
heidsrisico vormt. Bevestig de afstandsbedie-
ning daarom aan het stuur.
Vóór u begint
Nl
8
Hoofdstuk
01
Black plate (9,1)
Wat is wat
1
23
4
5
6
7
8
9
7
4
e
c
d
b
5
a
Hoofdtoestel
1 EQ-toets
Druk op deze toets om de verschillende
equalizercurven te selecteren.
Houd deze toets ingedrukt om de display-in-
dicatie en de toetsverlichting in of uit te
schakelen.
2 Display uit-indicator
Deze indicator gaat branden als het display
is uitgeschakeld.
3 h/Open-toets
Druk op deze toets om een disc uit dit toe-
stel te werpen.
Houd deze toets ingedrukt om het voorpa-
neel te openen of te sluiten.
4 B-toets
Druk op deze toets om een van de drie FM-
frequentiebanden of de MW/LW-frequentie-
band te selecteren.
Druk op deze toets om van een menu naar
het gewone display terug te keren.
5 D/Scrl-toets
Druk op deze toets om een ander display te
selecteren.
Houd deze toets ingedrukt om tekstinforma-
tie over het display te laten schuiven.
6 RESET-toets
Druk hierop om de microprocessor te reset-
ten.
7 MULTI-CONTROL
Gebruik deze knop voor handmatig afstem-
men, vooruit- en achteruitspoelen, en om
naar fragmenten te zoeken. U gebruikt deze
knop ook om functies te bedienen.
Draai aan deze knop om de disctitellijst,
fragmenttitellijst, mappenlijst, bestanden-
lijst of voorkeuzezenderlijst weer te geven,
afhankelijk van de gekozen signaalbron.
8 SRC/Off-toets, Vol
Het toestel wordt ingeschakeld zodra u een
signaalbron selecteert. Druk op deze toets
om alle signaalbronnen af te gaan.
Draai aan deze knop om het volume te ver-
hogen of te verlagen.
9 TA/News-toets
Druk op deze toets om de TA-functie in of uit
te schakelen. Houd deze toets ingedrukt om
de News-functie in of uit te schakelen.
Stuurafstandsbediening
De bediening van de toetsen op de afstands-
bediening komt overeen met de bediening van
de toetsen op het hoofdtoestel.
Bediening van het toestel
Nl
9
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Black plate (10,1)
a VOL /VOL +-toetsen
Druk op deze toetsen om het volume te ver-
hogen of te verlagen.
b SRC/Off-toets
Het toestel wordt ingeschakeld zodra u een
signaalbron selecteert. Druk op deze toets
om alle signaalbronnen af te gaan.
c EQ-toets
Druk op deze toets om de verschillende
equalizercurven te selecteren.
d DF-toets
Druk op deze toets om de voorgeprogram-
meerde functies voor elke signaalbron te be-
dienen. (Raadpleeg De Direct Function-toets
(DF) op bladzijde 52.)
e ATT-toets
Druk op deze toets om het volume snel met
ongeveer 90% te verlagen. Druk nogmaals
op deze toets om terug te keren naar het
oorspronkelijke volumeniveau.
Basisbediening
Stroom aan/uit
Het toestel inschakelen
% Druk op SRC/Off om het toestel in te
schakelen.
Het toestel uitschakelen
% Houd SRC/Off ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
Signaalbronnen selecteren
U kunt verschillende signaalbronnen selecte-
ren om naar te luisteren.
% Als u herhaaldelijk op SRC/Off drukt,
kunt u de volgende signaalbronnen selec-
teren.
Tuner (tuner)TV (televisie)DVD (dvd-spe-
ler/multi-dvd-speler)CD (ingebouwde cd-
speler)Multi CD (multi-cd-speler)iPod
(iPod verbonden met interface-adapter)USB
(USB-opslagapparaat)/iPod (iPod verbonden
via USB-ingang)EXT (extern toestel 1)EXT
(extern toestel 2)AUX1 (AUX1)AUX2
(AUX2)BT Audio (Bluetooth-audio)TEL
(Bluetooth-telefoon)
Opmerkingen
! In de volgende gevallen wordt er niet naar een
andere geluidsbron overgeschakeld.
Als er geen toestel is aangesloten dat over-
eenkomt met de geselecteerde signaal-
bron.
Als er geen disc of magazijn in de speler is
geplaatst.
Als de iPod niet via de interfaceadapter is
aangesloten op dit toestel.
Als AUX (externe ingang) is uitgeschakeld
(zie bladzijde 45).
Als BT Audio is uitgeschakeld (raadpleeg
De signaalbron BT Audio inschakelen op
bladzijde 48).
Bediening van het toestel
Nl
10
Hoofdstuk
02
Black plate (11,1)
! Als er geen USB-opslagapparaat of iPod op de
USB-poort van dit toestel is aangesloten,
wordt NO DEVICE weergegeven.
! AUX1 is standaard ingeschakeld. Schakel
AUX1 uit als u deze ingang niet gebruikt (zie
De externe ingang in- of uitschakelen op blad-
zijde 45).
! Er kan ruis optreden als u een draagbare au-
diospeler oplaadt met de gelijkstroombron
van het voertuig terwijl het op de AUX-ingang
is aangesloten. Stop in dat geval het opladen.
! Met een extern toestel wordt een Pioneer-pro-
duct bedoeld (bijvoorbeeld een toekomstig
verkrijgbaar product) dat niet als bron ge-
bruikt kan worden maar waarvan u de basis-
functies met dit toestel kunt bedienen. Met dit
toestel kunnen twee externe toestellen worden
bediend. Als er twee externe toestellen op dit
toestel zijn aangesloten, worden deze automa-
tisch toegewezen als extern toestel 1 of extern
toestel 2.
! Als de blauw-witte draad van dit toestel is aan-
gesloten op de bedieningsaansluiting van de
automatische antenne van het voertuig,
schuift de antenne uit wanneer er een signaal-
bron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als
de signaalbron wordt uitgeschakeld, wordt de
antenne weer ingeschoven.
! Sommige apparaten moeten ingeschakeld
worden voordat u ze met dit toestel verbindt.
Een disc plaatsen
1 Druk op h/Open om het voorpaneel te
openen.
De cd-laadsleuf verschijnt.
2 Plaats een cd in de cd-laadsleuf.
Het voorpaneel gaat automatisch dicht en het
afspelen begint.
! Plaats de cd/cd-r/cd-rw met het label op
de disc naar boven.
Cd-laadsleuf
# U kunt de disc uitwerpen door op h/Open te
drukken.
# Nadat u de cd in het toestel hebt geplaatst,
drukt u op SRC/Off om de ingebouwde cd-speler
als signaalbron te kiezen.
Opmerkingen
! De ingebouwde cd-speler kan één standaard
cd (-r/-rw) van 12 cm afspelen. Discs van 8 cm
kunnen niet op dit toestel worden afgespeeld.
! De ingebouwde cd-speler is geschikt voor
audio-cds en gecomprimeerde audio op cd-
rom. (Raadpleeg het volgende gedeelte voor
meer informatie over afspeelbare bestanden.
Raadpleeg bladzijde 79.)
! Lees de voorzorgsmaatregelen voor het ge-
bruik van discs en de speler in het volgende
gedeelte. Raadpleeg bladzijde 77.
! Plaats geen ander object dan een cd in de cd-
laadsleuf.
! Er treedt soms enige vertraging op tussen het
starten van een disc en de geluidsweergave.
Tijdens het inlezen wordt FORMAT READ op
het display weergegeven.
! Als u een disc niet volledig kunt plaatsen of
als de disc niet begint te spelen nadat u deze
in de speler plaatst, controleer dan of de disc
wel met het label boven is geplaatst. Druk op
h/Open om de disc uit te werpen en contro-
leer de disc op beschadigingen voordat u deze
opnieuw plaatst.
! Als u moeilijkheden ondervindt bij het plaat-
sen of uitwerpen van een cd, kunt u deze uit-
werpen door h/Open ingedrukt te houden
terwijl u het voorpaneel opent.
! Als er een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan Foutmeldingen op bladzijde 75.
Bediening van het toestel
Nl
11
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Black plate (12,1)
Het volume afstellen
% Gebruik Vol om de geluidssterkte te re-
gelen.
# Op de afstandsbediening drukt u op VOL +/
VOL om het volume te verhogen of te
verlagen.
Tuner
Basisbediening
RDS

1 Frequentiebandindicator
2 5-indicator (stereo)
Licht op als op de gekozen frequentie in stereo
wordt uitgezonden.
3 LOC-indicator
Licht op als automatisch afstemmen op lokale
zenders is ingeschakeld.
4 Voorkeuzenummerindicator
5 Signaalniveau-indicator
Deze geeft de sterkte van het signaalniveau
weer.
6 TP-indicator (
)
Licht op als er is afgestemd op een zender die
verkeersinformatie uitzendt (TP-zender).
7 Spanningsindicator
Geeft de accuspanning aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke spanning.
8 Nieuws-indicator ( )
Licht op wanneer het gekozen nieuwspro-
gramma wordt ontvangen.
9 Programmaservicenaam
a PTY-labelindicator
b TEXT-indicator
Geeft aan dat er radiotekst wordt ontvangen.
Bediening van het toestel
Nl
12
Hoofdstuk
02
Black plate (13,1)
Zonder RDS, of MW/LW

1 Frequentiebandindicator
2 5-indicator (stereo)
Licht op als op de gekozen frequentie in stereo
wordt uitgezonden.
3 LOC-indicator
Licht op als automatisch afstemmen op lokale
zenders is ingeschakeld.
4 Voorkeuzenummerindicator
5 Signaalniveau-indicator
Deze geeft de sterkte van het signaalniveau
weer.
6 Spanningsindicator
Geeft de accuspanning aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke spanning.
7 Frequentie-indicator
% Een frequentieband selecteren
Druk op B.
# U kunt kiezen uit de frequentiebanden FM1,
FM2, FM3 en MW/LW.
% Handmatig afstemmen (stap voor stap)
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts.
% Automatisch afstemmen
Houd MULTI-CONTROL even naar links of
naar rechts ingedrukt en laat deze weer los.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door MULTI-CONTROL naar links of naar rechts
te duwen.
# Als u MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts duwt en vasthoudt, kunt u zenders over-
slaan. Het automatisch afstemmen begint zodra
u MULTI-CONTROL loslaat.
Opmerkingen
! U kunt de AF-functie van dit toestel (zoeken
naar alternatieve frequenties) in- en uitschake-
len. Bij normaal afstemmen moet de AF-func-
tie uit staan (raadpleeg bladzijde 15).
! Sommige zenders leveren geen RDS-diensten.
! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer is afgestemd op een RDS-zender.
Zenderfrequenties opslaan en
oproepen
U kunt eenvoudig zes zenderfrequenties op-
slaan zodat u deze later weer snel kunt oproe-
pen.
! Voor iedere frequentieband kunnen er zes
zenders in het geheugen worden opgesla-
gen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om de gese-
lecteerde frequentie in het geheugen op te
slaan.
Draai aan de knop om een ander voorkeuze-
nummer te selecteren. Houd de knop inge-
drukt om de frequentie op te slaan.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de ge-
wenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om een andere zender te
kiezen. Druk op de knop om deze te selecte-
ren.
# Opgeslagen FM-zenders kunnen vanaf elke
FM-band worden opgeroepen.
# U kunt ook een andere zender zoeken door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
# Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden
wordt gebruikt, keert het display automatisch
terug naar het normale display.
# U kunt de frequenties van radiozenders die
aan voorkeuzetoetsen zijn toegewezen ook opvra-
gen door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te
duwen terwijl het frequentiedisplay wordt weerge-
geven.
Bediening van het toestel
Nl
13
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Black plate (14,1)
PTY-nooduitzendingen
Als de PTY-code voor noodgevallen wordt uit-
gezonden, wordt deze automatisch door dit
toestel ontvangen (ALARM verschijnt). Als de
uitzending is beëindigd, schakelt het toestel
terug naar de oorspronkelijke signaalbron.
! U kunt een noodbericht annuleren door op
TA/News, SRC/Off, B of MULTI-CONTROL
te drukken.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me-
nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie
te selecteren. Druk erop om uw keuze te be-
vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func-
tie te selecteren.
BSM (geheugen voor de beste zenders)
Regional (regionale zenders)Local (automa-
tisch afstemmen op lokale zenders)
PTY search (programmatypekeuze)
Traffic Announce (stand-by voor verkeersbe-
richten)Alternative FREQ (zoeken naar al-
ternatieve frequenties)News interrupt
(onderbreking door nieuwsberichten)
Opmerkingen
! Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
! Als een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden wordt gebruikt, keert het display auto-
matisch terug naar het gewone display.
! Als de MW/LW-band is geselecteerd, kunt u al-
leen kiezen uit BSM of Local.
De sterkste zenders opslaan (BSM)
Met de functie BSM (Best Stations Memory,
geheugen voor de beste zenders) kunt u auto-
matisch de zes sterkste zenders in het geheu-
gen opslaan.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu BSM.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op deze
bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de functie
BSM in te schakelen.
De zes sterkste zenders worden opgeslagen in
volgorde van signaalsterkte.
# Om te annuleren drukt u nogmaals op
MULTI-CONTROL.
Op sterke signalen afstemmen
Als u de functie Automatisch afstemmen op
lokale zenders gebruikt, stemt het toestel al-
leen af op zenders waarvan het signaal vol-
doende sterk is voor een goede ontvangst.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Local.
Local verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om automa-
tisch afstemmen op lokale zenders in te
schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
functie Automatisch afstemmen op lokale zen-
ders uit te schakelen.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts en selecteer de gewenste in-
stelling.
FM: Level 1Level 2Level 3Level 4
MW/LW: Level 1Level 2
Een hoger nummer betekent een hoger ni-
veau. Als u het hoogste niveau selecteert,
wordt alleen afgestemd op de sterkste zen-
ders. Bij lagere niveaus wordt ook afgestemd
op zwakkere zenders.
Bediening van het toestel
Nl
14
Hoofdstuk
02
Black plate (15,1)
Alternatieve frequenties kiezen
(AF)
Als deze functie is ingeschakeld, zoekt de
tuner automatisch naar een andere zender in
hetzelfde netwerk wanneer de ontvangst niet
goed is.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Alternative FREQ.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo-
rige bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de functie
AF in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om deze
uit te schakelen.
Opmerkingen
! Als de functie AF is ingeschakeld, wordt bij
automatisch afstemmen of gebruik van de
functie BSM alleen afgestemd op RDS-zen-
ders.
! Als u een voorkeuzezender oproept, kan de
tuner hieraan een nieuwe frequentie toewijzen
uit de AF-lijst van de zender. Als de RDS-gege-
vens van de ontvangen zender verschillen van
de oorspronkelijk ingestelde voorkeuzezender,
wordt op het display geen voorkeuzenummer
weergegeven.
! Tijdens zoeken met de AF-functie kan het ge-
luid tijdelijk worden onderbroken.
! De AF-functie kan voor elke FM-frequentie-
band afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
PI-zoeken
Als de tuner geen geschikte zender kan vinden
of als de ontvangst verslechtert, gaat het toe-
stel automatisch op zoek naar een andere zen-
der van hetzelfde programmatype. Tijdens het
zoeken wordt PI SEEK weergegeven en wordt
het volume gedempt.
Automatisch PI-zoeken voor
voorkeuzezenders
Als deze functie is ingeschakeld en een voor-
keuzezender niet kan worden ontvangen, pro-
beert het toestel automatisch door PI-zoeken
een vervangende zender te vinden.
! De automatische PI-zoekfunctie is stan-
daard uitgeschakeld. Raadpleeg Automa-
tisch PI-zoeken in- of uitschakelen op
bladzijde 44.
Alleen regionale zenders zoeken
Als de functie AF is ingeschakeld, kan de Re-
gionale functie gebruikt worden om het zoe-
ken tot regionale programmas te beperken.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Regional.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo-
rige bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de regio-
nale functie in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om deze
uit te schakelen.
Opmerkingen
! Regionale programmering en regionale net-
werken kunnen per land verschillend georga-
niseerd zijn. (Ze kunnen bijvoorbeeld
verschillen afhankelijk van de tijd, het land of
het ontvangstgebied.)
! Het voorkeuzenummer kan van het display
verdwijnen als de tuner op een regionale zen-
der afstemt die afwijkt van de zender die oor-
spronkelijk was gekozen.
! De regionale functie kan voor elke FM-fre-
quentieband afzonderlijk worden in- of uitge-
schakeld.
Bediening van het toestel
Nl
15
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Black plate (16,1)
Verkeersberichten ontvangen (TA)
De functie TA (stand-by voor verkeersberich-
ten) zorgt ervoor dat verkeersberichten auto-
matisch worden doorgegeven, ongeacht de
signaalbron waarnaar u luistert. De functie TA
kan gebruik maken van zowel TP-zenders (een
zender die verkeersberichten uitzendt) als uit-
gebreide TP-zenders van een ander netwerk
(een zender met informatie die verwijst naar
andere TP-zenders).
1 Stem af op een TP-zender of een uitge-
breide TP-zender van een ander netwerk.
De TP-indicator (
) gaat branden.
2 Druk op TA/News om de functie Stand-
by voor verkeersberichten in te schakelen.
# Druk nogmaals op TA/News om deze uit te
schakelen.
3 U kunt het volume van de verkeersbe-
richten regelen met Vol wanneer er een
verkeersbericht wordt uitgezonden.
Het ingestelde volume wordt in het geheugen
opgeslagen en opnieuw gebruikt voor vol-
gende verkeersberichten.
4 Als u een binnenkomend verkeersbe-
richt wilt annuleren, druk u op TA/News.
De tuner keert terug naar de oorspronkelijke
signaalbron en blijft in de stand-bymodus tot-
dat u nogmaals op TA/News drukt.
# U kunt het bericht ook annuleren door op
SRC/Off, B of MULTI-CONTROL te drukken terwijl
er een verkeersbericht wordt ontvangen.
Opmerkingen
! U kunt deze functie ook in- en uitschakelen
via het menu dat verschijnt als u
MULTI-CONTROL gebruikt.
! Wanneer het verkeersbericht is afgelopen,
keert het systeem terug naar de oorspronkelij-
ke signaalbron.
! Als de functie TA is ingeschakeld, wordt er bij
automatisch afstemmen en gebruik van de
functie BSM alleen afgestemd op TP-zenders
en uitgebreide TP-zenders van een ander net-
werk.
PTY-functies
U kunt PTY-informatie (programmatype-infor-
matie) gebruiken om op een zender af te stem-
men.
Een RDS-zender via PTY-informatie
zoeken
U kunt naar bepaalde soorten uitzendingen
zoeken, zoals de uitzendingen die in het vol-
gende gedeelte worden genoemd. Raadpleeg
bladzijde 18.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu PTY search.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad-
zijde 14.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om een programmatype te se-
lecteren.
News&InfPopularClassicsOthers
3 Druk op MULTI-CONTROL om het zoe-
ken te beginnen.
Het toestel begint te zoeken naar een zender
die het geselecteerde programmatype uit-
zendt. Als er een zender is gevonden, wordt de
programmaservicenaam weergegeven.
De PTY-lijst met ID-codes en programmatypen
vindt u in het volgende gedeelte. Raadpleeg
bladzijde 18.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om het
zoeken te annuleren.
# Het programma van een zender kan soms af-
wijken van de informatie die door de PTY-code
wordt aangegeven.
# Als er geen zender gevonden wordt die een
programma van het gewenste type uitzendt,
wordt ongeveer twee seconden Not found op het
display getoond en keert de tuner terug naar de
oorspronkelijke zender.
Bediening van het toestel
Nl
16
Hoofdstuk
02
Black plate (17,1)
Onderbreking door nieuwsberichten
Als er een nieuwsprogramma wordt uitgezon-
den door een nieuwszender met PTY-code, kan
het toestel automatisch overschakelen naar
de nieuwszender. Als het nieuwsprogramma is
afgelopen, schakelt het toestel terug naar het
oorspronkelijke programma.
% Houd TA/News ingedrukt om de onder-
breking door nieuwsberichten in te schake-
len.
Druk op TA/News tot ON op het display ver-
schijnt.
# Om de functie Onderbreking door nieuwsbe-
richten uit te schakelen, houdt u TA/News inge-
drukt tot OFF op het display verschijnt.
# U kunt een nieuwsbericht annuleren door op
TA/News, SRC/Off, B of MULTI-CONTROL te
drukken.
Opmerking
U kunt nieuwsberichten ook in- of uitschakelen
via het menu dat verschijnt als u
MULTI-CONTROL gebruikt.
Radiotekst
De tuner kan op het display radiotekst weerge-
ven die door RDS-zenders wordt uitgezonden,
zoals zendergegevens, de titel van het uitge-
zonden muziekfragment en de naam van de
artiest.
! De tuner slaat automatisch de drie laatst
ontvangen radiotekstuitzendingen in het
geheugen op. Hierbij wordt telkens de
oudste tekst door de nieuwste tekst vervan-
gen.
Radiotekst weergeven
U kunt het huidige radiotekstbericht en de drie
meest recente berichten op het display laten
weergeven.
1 Houd D/Scrl ingedrukt om de radio-
tekst op het display te laten weergeven.
De radiotekst van de huidige zender wordt
weergegeven.
# U kunt de weergave van radiotekst uitschake-
len door op D/Scrl, TA/News, SRC/Off, EQ of B te
drukken.
# Wanneer er geen radiotekst wordt ontvangen,
verschijnt NO TEXT op het display.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om de drie meest recente radio-
tekstberichten op te roepen.
Als u MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts duwt, kunt u schakelen tussen de huidi-
ge en de drie voorgaande radiotekstberichten.
# Als er geen radiotekstgegevens in het geheu-
gen zijn opgeslagen, verandert het display niet.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om te bladeren.
Duw MULTI-CONTROL omhoog om naar het
begin te gaan. Duw MULTI-CONTROL omlaag
om door de radiotekstgegevens te bladeren.
Radiotekst opslaan en oproepen
U kunt gegevens van maximaal zes radiotekst-
uitzendingen opslaan onder de toetsen
RT Memo 1 t/m RT Memo 6.
1 Geef op het display het radiotekstbe-
richt weer dat u in het geheugen wilt op-
slaan.
Raadpleeg Radiotekst weergeven op deze blad-
zijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om het gese-
lecteerde radiotekstbericht in het geheu-
gen op te slaan.
Draai aan de knop om een ander voorkeuze-
nummer te selecteren. Houd de knop inge-
drukt om de frequentie op te slaan.
Bediening van het toestel
Nl
17
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Black plate (18,1)
3 Selecteer de gewenste radiotekst met
MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een ander radiotekstbe-
richt te kiezen. Druk op de knop om de selectie
te bevestigen.
# Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
# Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden
wordt gebruikt, keert het display automatisch
terug naar het normale display.
PTY-lijst
Algemeen Specifiek Programmatype
News&Inf NEWS Nieuws
AFFAIRS Actualiteiten
INFO Algemene informatie en
adviezen
SPORT Sport
WEATHER Weerberichten, meteo-
rologische informatie
FINANCE Beursberichten, handel,
zakelijk nieuws enz.
Popular POP MUS Populaire muziek
ROCK MUS Eigentijdse moderne
muziek
EASY MUS Easy listening-muziek
OTH MUS Overige muziek
JAZZ Jazz
COUNTRY Countrymuziek
NAT MUS Nationale muziek
OLDIES Gouwe Ouwe
FOLK MUS Folkmuziek
Classics L. CLASS Lichte klassieke muziek
CLASSIC Klassieke muziek
Others EDUCATE Educatieve program-
mas
DRAMA Hoorspelen en series
CULTURE Nationale of regionale
cultuur
SCIENCE Natuur, wetenschap en
techniek
VARIED Licht amusement
CHILDREN Kinderprogrammas
SOCIAL Praatprogrammas
RELIGION Religieuze onderwerpen
of diensten
PHONE IN Inbelprogrammas
TOURING Reisprogrammas; niet
voor verkeersberichten
LEISURE Hobbys en recreatie
DOCUMENT Documentaires
Bediening van het toestel
Nl
18
Hoofdstuk
02
Black plate (19,1)
Ingebouwde cd-speler
Basisbediening

1 WMA/MP3/AAC/WAV-indicator
Toont tijdens het afspelen van gecompri-
meerde audio het type audiobestand dat mo-
menteel wordt afgespeeld.
2 Mapnummerindicator
Toont tijdens het afspelen van gecompri-
meerde audio het mapnummer dat momen-
teel wordt afgespeeld.
3 Fragmentnummerindicator
4 Spanningsindicator
Geeft de accuspanning aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke spanning.
5 Weergavetijdindicator
6 Indicator bitsnelheid/bemonsteringsfrequen-
tie
Toont tijdens het afspelen van gecompri-
meerde audio de bitsnelheid of bemonste-
ringsfrequentie van het huidige fragment
(bestand).
! Bij het afspelen van WMA-bestanden
die met variabele bitsnelheid (VBR) zijn
opgenomen, wordt de gemiddelde bit-
snelheid weergegeven.
! Bij het afspelen van MP3-bestanden die
met variabele bitsnelheid (VBR) zijn op-
genomen, wordt VBR weergegeven in
plaats van de bitsnelheid.
% Een map selecteren
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag.
# Mappen die geen gecomprimeerde audiobe-
standen bevatten, kunnen niet geselecteerd wor-
den.
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts ingedrukt.
# Als u gecomprimeerde audio afspeelt, hoort u
geen geluid bij vooruit- of achteruitspoelen.
% Terugkeren naar de hoofdmap
Houd B ingedrukt.
# Als de map 01 (ROOT) geen bestanden bevat,
begint het afspelen bij map 02.
% Schakelen tussen gecomprimeerde
audio en cd-da
Druk op B.
# Deze handeling is alleen beschikbaar bij het
afspelen van cd-extra- of mixed-mode-cds.
# Nadat u hebt overgeschakeld tussen gecom-
primeerde audio en cd-da, wordt het afspelen ge-
start bij het eerste fragment op de disc.
Opmerking
Bestanden worden afgespeeld in de volgorde van
de bestandsnummers. Mappen die geen bestan-
den bevatten worden overgeslagen. (Als de map
01 (ROOT) geen bestanden bevat, begint het af-
spelen bij map 02.)
De tekstinformatie van de disc
weergeven
% Druk op D/Scrl om de gewenste tekstin-
formatie te selecteren.
! Cds met ingevoerde titel
Weergavetijd
: disctitel en weergavetijd
! Cd-text-discs
Weergavetijd
: naam artiest disc en :
fragmenttitel
: naam artiest disc en :
disctitel
: disctitel en : fragmenttitel
: naam artiest fragment en : frag-
menttitel
: fragmenttitel en weergave-
tijd
: fragmenttitel, : naam artiest
fragment en
: disctitel
! WMA/MP3/AAC
Bediening van het toestel
Nl
19
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Black plate (20,1)
Weergavetijd : mapnaam en : be-
standsnaam
: naam artiest en : frag-
menttitel
: naam artiest en :
albumtitel
: albumtitel en : fragment-
titel
: fragmenttitel en weergavetijd
: opmerking en weergavetijd : fragment-
titel,
: naam artiest en : albumtitel
! WAV
Weergavetijd
: mapnaam en : be-
standsnaam
Opmerkingen
! U kunt de tekstinformatie verschuiven door D/
Scrl ingedrukt te houden.
! Audio-cds die informatie bevatten zoals tekst
en/of getallen worden cd-text-discs genoemd.
! Als bepaalde gegevens niet op een disc zijn
vastgelegd, wordt de titel of de naam niet
weergegeven.
! Afhankelijk van de versie van iTunes die is ge-
bruikt om MP3-bestanden op de disc vast te
leggen, kan het voorkomen dat bepaalde ge-
gevens niet goed worden weergegeven.
! Afhankelijk van de versie van de Windows Me-
diaä Player die is gebruikt om WMA-bestan-
den te coderen, kan het voorkomen dat
albumtitels en andere tekstinformatie niet
goed worden weergegeven.
! De bemonsteringsfrequentie die op het dis-
play wordt getoond, kan zijn afgekort.
! Als Ever Scroll bij de begininstellingen op ON
is ingesteld, blijft de tekstinformatie continu
door het display schuiven. Raadpleeg Ever
Scroll inschakelen op bladzijde 48.
! Afhankelijk van de tekensets op de disc, kun-
nen Russische teksten onleesbaar zijn. Raad-
pleeg Gecomprimeerde audiobestanden op disc
op bladzijde 79 voor informatie over tekensets
die voor Russische teksten gebruikt kunnen
worden.
Fragmenten uit de lijst met
fragmenttitels selecteren
De lijst met fragmenttitels toont de fragmentti-
tels op een cd-text-disc. U kunt één van deze ti-
tels selecteren om af te spelen.
% Gebruik MULTI-CONTROL om de ge-
wenste fragmenttitel te selecteren.
Draai aan de knop om een ander fragment te
selecteren. Druk op de knop om het afspelen
te starten.
# U kunt de tekstinformatie verschuiven door D/
Scrl ingedrukt te houden.
# Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
# Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden
wordt gebruikt, keert het display automatisch
terug naar het normale display.
Bestanden uit de lijst met
bestandsnamen selecteren
In de lijst met bestandsnamen ziet u de
namen van de bestanden (of mappen) en kunt
u één van deze namen selecteren om af te spe-
len.
% Gebruik MULTI-CONTROL om de ge-
wenste bestandsnaam (of mapnaam) te se-
lecteren.
Draai aan de knop om een ander bestand of
een andere map te selecteren.
Als er een bestand is geselecteerd, drukt u
op de knop om het afspelen te starten.
Als er een map is geselecteerd, drukt u op
de knop om de lijst met bestanden (of map-
pen) in de geselecteerde map weer te
geven.
Als er een map is geselecteerd, houdt u de
knop ingedrukt om een song in de geselec-
teerde map af te spelen.
# U kunt het bestand ook afspelen door
MULTI-CONTROL naar rechts te duwen.
# Duw MULTI-CONTROL naar links om terug te
keren naar de vorige lijst (de map die een niveau
hoger ligt).
Bediening van het toestel
Nl
20
Hoofdstuk
02
Black plate (21,1)
# Het aantal bestanden of mappen in de gese-
lecteerde map wordt rechts op het display weer-
gegeven.
# U kunt de tekstinformatie verschuiven door D/
Scrl ingedrukt te houden.
# Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
# Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden
wordt gebruikt, keert het display automatisch
terug naar het normale display.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me-
nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie
te selecteren. Druk erop om uw keuze te be-
vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func-
tie te selecteren.
Play mode (herhaalde weergave)
Random mode (willekeurige weergave)
Scan mode (scanweergave)Pause (pauze)
TitleInput "A" (disctitel invoeren)
Opmerkingen
! Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
! Als u een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden gebruikt, keert het display automa-
tisch terug naar de gewone weergave. Dit
geldt niet voor TitleInput "A".
! Als er een disc met gecomprimeerde audio of
een cd-text-disc wordt afgespeeld, kunt u het
invoerscherm voor disctitels niet activeren.
Een herhaalbereik selecteren
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Play mode.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op deze
bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer
de gewenste instelling.
! Disc repeat Alle fragmenten herhalen
! Track repeat Het huidige fragment herha-
len
! Folder repeat De huidige map herhalen
# Als u tijdens herhaalde weergave een andere
map kiest, wordt het bereik voor herhaalde weer-
gave gewijzigd in disc herhalen.
# Als u tijdens Track repeat (fragmenten herha-
len) naar fragmenten zoekt of vooruit of achteruit
spoelt, wordt het herhaalbereik gewijzigd in
Disc repeat/Folder repeat.
# Als u Folder repeat (map herhalen) hebt ge-
selecteerd, kunt u geen submap van die map af-
spelen.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Fragmenten in een geselecteerd herhaalbereik
worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Random mode.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op deze
bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de functie
Willekeurige weergave in te schakelen.
De fragmenten worden in willekeurige volg-
orde afgespeeld.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
willekeurige weergave uit te schakelen.
Mappen en fragmenten scannen
De functie Scanweergave zoekt naar een frag-
ment binnen het geselecteerde herhaalbereik.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Scan mode.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op deze
bladzijde.
Bediening van het toestel
Nl
21
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Black plate (22,1)
2 Druk op MULTI-CONTROL om de scan-
weergave in te schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment wor-
den afgespeeld.
3 Als u het gewenste fragment hebt ge-
vonden, drukt u op MULTI-CONTROL om de
scanweergave uit te schakelen.
# Als het display automatisch is teruggekeerd
naar het weergavedisplay, moet u Scan mode op-
nieuw selecteren met MULTI-CONTROL.
# Als het scannen van de disc (map) is voltooid,
wordt de normale weergave van de fragmenten
hervat.
Het afspelen onderbreken
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Pause.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo-
rige bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de pauze-
functie in te schakelen.
Het afspelen van het huidige fragment wordt
onderbroken.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL als u de
pauzefunctie wilt uitschakelen.
Functies voor disctitels
U kunt cd-titels invoeren en deze op het dis-
play laten weergeven. Als u een cd in de speler
plaatst waarvoor eerder een titel is ingevoerd,
verschijnt de titel op het display.
Disctitels invoeren
U kunt de invoerfunctie voor disctitels gebrui-
ken om maximaal 48 cd-titels in het toestel op
te slaan. Een titel kan maximaal 10 tekens
lang zijn.
1 Speel de cd af waarvoor u een titel wilt
invoeren.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu TitleInput "A".
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo-
rige bladzijde.
3 Druk op D/Scrl en selecteer het ge-
wenste tekentype.
Druk herhaaldelijk op D/Scrl om te schakelen
tussen de volgende soorten tekens:
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolenAl-
fabet (kleine letters)Europese letters, zoals
letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)Cijfers
en symbolen
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag en selecteer een letter uit het alfabet.
5 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de cursor naar de vorige of vol-
gende tekenpositie te verplaatsen.
6 Verplaats de cursor naar de laatste te-
kenpositie door MULTI-CONTROL naar
rechts te duwen nadat u de titel hebt inge-
voerd.
Als u MULTI-CONTROL nogmaals naar rechts
duwt, wordt de ingevoerde titel opgeslagen in
het geheugen.
7 Druk op B om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerkingen
! Disctitels blijven in het geheugen bewaard,
zelfs als de disc uit het toestel wordt verwij-
derd. Als de disc weer in het toestel wordt ge-
plaatst, wordt de bijbehorende titel
opgeroepen.
! Nadat er gegevens voor 48 discs in het geheu-
gen zijn opgeslagen, worden de gegevens van
de oudste disc overschreven door de nieuwe
disc.
! Als u een multi-cd-speler aansluit, kunt u dis-
ctitels voor maximaal 100 discs opslaan.
! Als u een multi-cd-speler aansluit die de dis-
ctitelfunctie niet ondersteunt, kunt u geen dis-
ctitels in dit toestel invoeren.
Bediening van het toestel
Nl
22
Hoofdstuk
02
Black plate (23,1)
Songs op een USB-
opslagapparaat afspelen
U kunt met dit toestel gecomprimeerde audio-
bestanden afspelen die in een USB-opslagap-
paraat zijn opgeslagen.
! Raadpleeg Aanvullende informatie op blad-
zijde 75 voor meer informatie over compati-
biliteit.
Basisbediening

1 WMA/MP3/AAC/WAV-indicator
Deze geeft het type bestand aan dat wordt af-
gespeeld.
2 Mapnummerindicator
3 Fragmentnummerindicator
4 Spanningsindicator
Geeft de accuspanning aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke spanning.
5 Weergavetijdindicator
6 Indicator bitsnelheid/bemonsteringsfrequen-
tie
! Bij het afspelen van WMA-bestanden
die met variabele bitsnelheid (VBR) zijn
opgenomen, wordt de gemiddelde bit-
snelheid weergegeven.
! Bij het afspelen van MP3-bestanden die
met variabele bitsnelheid (VBR) zijn op-
genomen, wordt VBR weergegeven in
plaats van de bitsnelheid.
% Een USB-opslagapparaat aansluiten en
afspelen
1 Sluit een USB-opslagapparaat aan op de
USB-poort.
Raadpleeg Hoofdtoestel op bladzijde 9 voor
de locatie van de USB-poort.
2 Druk op SRC/Off en kies USB als signaal-
bron.
Het afspelen begint.
% Een map selecteren
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts ingedrukt.
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts.
% Terugkeren naar de hoofdmap
Houd B ingedrukt.
% Een USB-opslagapparaat verwijderen
Trek het USB-opslagapparaat voorzichtig uit
de aansluiting los.
U kunt op elk moment het USB-opslagappa-
raat ontkoppelen als u niet langer naar de mu-
ziek wilt luisteren.
Opmerkingen
! Lees de voorzorgsmaatregelen voor het ge-
bruik van USB-opslagapparaten en dit toestel
in het volgende gedeelte. Raadpleeg Aanvul-
lende informatie.
! Als er een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan Foutmeldingen op bladzijde 75.
! Als de map 01 (ROOT) geen bestanden bevat,
begint het afspelen bij map 02.
! Als u een draagbare USB-audiospeler met
batterijoplaadfunctie op dit toestel aansluit en
de contactschakelaar in de accessoirestand
(ACC) staat of aan staat, wordt de batterij op-
geladen.
De tekstinformatie bij een
audiobestand weergeven
De bediening is gelijk aan die van de inge-
bouwde cd-speler.
Raadpleeg De tekstinformatie van de disc weer-
geven op bladzijde 19.
Bediening van het toestel
Nl
23
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Black plate (24,1)
! Tekens in de tekst bij een audiobestand die
niet compatibel zijn met het hoofdtoestel,
worden niet weergegeven.
! De tekstinformatie bij sommige audiobe-
standen wordt mogelijk niet correct weer-
gegeven.
Bestanden uit de lijst met
bestandsnamen selecteren
De bediening is gelijk aan die van de inge-
bouwde cd-speler.
Raadpleeg Bestanden uit de lijst met bestands-
namen selecteren op bladzijde 20.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me-
nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie
te selecteren. Druk erop om uw keuze te be-
vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func-
tie te selecteren.
Play mode (herhaalde weergave)
Random mode (willekeurige weergave)
Scan mode (scanweergave)Pause (pauze)
Functies en bediening
De bediening van de functies Play mode,
Random mode, Scan mode en Pause is in
principe gelijk aan de bediening van deze
functies op de ingebouwde cd-speler.
Functienaam Gebruik
Play mode
Raadpleeg Een herhaalbereik selec-
teren op bladzijde 21.
De herhaalbereiken die u kunt se-
lecteren zijn echter verschillend
van de ingebouwde cd-speler. De
herhaalbereiken voor een USB-op-
slagapparaat zijn:
! Track repeat Alleen het huidi-
ge bestand herhalen
! Folder repeat De huidige
map herhalen
! All repeat Alle bestanden
herhalen
Random mode
Raadpleeg Fragmenten in willekeu-
rige volgorde afspelen op bladzijde
21.
Scan mode
Raadpleeg Mappen en fragmenten
scannen op bladzijde 21.
Pause
Raadpleeg Het afspelen onderbre-
ken op bladzijde 22.
Opmerkingen
! Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere map kiest, wordt het herhaalbereik gewij-
zigd in All repeat.
! Als u tijdens Track repeat een fragment zoekt
of vooruit- of achteruitspoelt, wordt het bereik
voor herhaalde weergave gewijzigd in
Folder repeat.
! Als Folder repeat is geselecteerd, kunt u
geen submap van die map afspelen.
! Wanneer het scannen van bestanden of map-
pen is voltooid, wordt de normale weergave
van de bestanden hervat.
! Als een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden wordt gebruikt, keert het display auto-
matisch terug naar het gewone display.
Bediening van het toestel
Nl
24
Hoofdstuk
02
Black plate (25,1)
Muziek op de iPod afspelen
Met dit toestel kunt u een iPod bedienen en
songs op een iPod afspelen.
! Raadpleeg Compatibiliteit met iPod op blad-
zijde 80 voor meer informatie over onder-
steunde iPod-modellen.
! Voor gebruik met een iPod is voor de iPod
een dock-connector-naar-USB-verbindings-
kabel vereist.
Basisbediening

1 Songnummerindicator
2 Naam van de iPod
3 Spanningsindicator
Geeft de accuspanning aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke spanning.
4 Weergavetijdindicator
5 Songlengte (voortgangsbalk)
% Een iPod aansluiten
1 Sluit de iPod aan op de USB-poort met be-
hulp van daarvoor bedoelde iPod dock con-
nector-naar-USB-verbindingskabel.
Raadpleeg Hoofdtoestel op bladzijde 9 voor
de locatie van de USB-poort.
2 Druk op SRC/Off en kies iPod als signaal-
bron.
Het afspelen begint.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts ingedrukt.
% Een fragment selecteren (hoofdstuk)
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts.
% De iPod verwijderen
Trek de iPod dock connector-naar-USB-verbin-
dingskabel voorzichtig los.
Opmerkingen
! Lees de voorzorgsmaatregelen voor het ge-
bruik van de iPod in het volgende gedeelte.
Raadpleeg bladzijde 80.
! Als er een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan Foutmeldingen op bladzijde 75.
! Als het contact in de accessoirestand (ACC)
staat of aan staat, wordt de batterij van de
iPod opgeladen als de iPod op dit toestel is
aangesloten.
! Wanneer de iPod op dit toestel is aangesloten,
kunt u de iPod niet in- of uitschakelen. U kunt
dit wel doen als de bedieningsmodus is inge-
steld op iPod.
! Voordat u de iPod op dit toestel aansluit, moet
u de koptelefoon van de iPod loskoppelen.
! De iPod wordt ongeveer twee minuten nadat
de contactschakelaar op OFF is gezet, uitge-
schakeld.
Naar een song bladeren
Om het gebruik van dit toestel en het zoeken
naar songs te vereenvoudigen, is ernaar ge-
streefd de bediening via dit toestel zoveel mo-
gelijk op de bediening via de iPod te laten
lijken.
! Bij het weergeven van lijsten kan er enige
vertraging optreden, afhankelijk van het
aantal bestanden op de iPod.
! Tekens op de iPod die niet compatibel zijn
met dit toestel worden niet weergegeven.
Songs op categorie zoeken
% Selecteer een song met
MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere categorie te
kiezen. Druk op de knop om deze te selecte-
ren.
Playlists (speellijsten)Artists (artiesten)
Albums (albums)Songs (songs)Podcasts
(podcasts)Genres (genres)Composers
(componisten)Audiobooks (audioboeken)
Bediening van het toestel
Nl
25
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Black plate (26,1)
De lijst voor de geselecteerde categorie wordt
weergegeven.
# U kunt de gewenste categorie afspelen door
MULTI-CONTROL ingedrukt te houden. U kunt
dit ook doen door MULTI-CONTROL naar rechts
te duwen en ingedrukt te houden.
# U kunt een andere categorie ook kiezen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# U kunt de categorie ook selecteren door
MULTI-CONTROL naar rechts te duwen.
# Duw MULTI-CONTROL naar links om terug te
keren naar de vorige categorie.
# Houd MULTI-CONTROL ingeduwd om naar
de hoogste categorie te gaan.
# U kunt de tekstinformatie verschuiven door D/
Scrl ingedrukt te houden.
# Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
# Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden
wordt gebruikt, keert het display automatisch
terug naar het normale display.
Alfabetisch in een lijst zoeken
1 Selecteer een categorie met
MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere categorie te
kiezen. Druk op de knop om deze te selecte-
ren.
2 Wanneer de lijst voor de geselecteerde
categorie wordt weergegeven, drukt u op
D/Scrl om alfabetisch te zoeken.
3 Selecteer een letter uit het alfabet door
aan MULTI-CONTROL te draaien.
4 Druk op MULTI-CONTROL om de lijst
weer te geven.
De lijst wordt weergegeven vanaf de geselec-
teerde letter.
# Als de zoekopdracht geen resultaat heeft,
wordt NOT FOUND weergegeven.
Tekstinformatie op de iPod
weergeven
% Druk op D/Scrl om de gewenste tekstin-
formatie te selecteren.
Weergavetijd
: naam artiest en : songti-
tel
: naam artiest en : albumnaam :
albumnaam en
: songtitel : songtitel en
weergavetijd
: songtitel, : naam artiest
en
: albumnaam
# U kunt de tekstinformatie verschuiven door D/
Scrl ingedrukt te houden.
# Tekens op de iPod die niet compatibel zijn met
dit toestel worden niet weergegeven.
# Als Ever Scroll bij de begininstellingen op ON
is ingesteld, blijft de tekstinformatie continu door
het display schuiven. Raadpleeg Ever Scroll in-
schakelen op bladzijde 48.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me-
nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie
te selecteren. Druk erop om uw keuze te be-
vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func-
tie te selecteren.
Play mode (herhaalde weergave)
Shuffle mode (shuffle)Shuffle all (shuffle
all)Link play (gekoppelde weergave)
Control mode (bedieningsmodus)Pause
(pauze)Audiobooks (audioboeksnelheid)
Functies en bediening
De bediening van Play mode en Pause is in
principe identiek aan die van de ingebouwde
cd-speler.
Bediening van het toestel
Nl
26
Hoofdstuk
02
Black plate (27,1)
Functienaam Gebruik
Play mode
Raadpleeg Een herhaalbereik selecte-
ren op bladzijde 21.
De herhaalbereiken die u kunt selec-
teren zijn echter verschillend van de
ingebouwde cd-speler. De herhaalbe-
reiken van de iPod zijn:
! Repeat One De huidige song
herhalen
! Repeat All Alle songs in de ge-
selecteerde lijst herhalen
Pause
Raadpleeg Het afspelen onderbreken
op bladzijde 22.
Opmerkingen
! Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
! Als een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden wordt gebruikt, keert het display auto-
matisch terug naar het gewone display.
! Als Control mode is ingesteld op iPod, kun-
nen alleen Control mode en Pause bediend
worden.
Songs in willekeurige volgorde
afspelen (shuffle)
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Shuffle mode.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo-
rige bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer
de gewenste instelling.
! Shuffle Songs De songs in de geselec-
teerde lijst in willekeurige volgorde afspe-
len.
! Shuffle Albums De songs van een wille-
keurig album op volgorde afspelen.
! Shuffle OFF Het afspelen in willekeurige
volgorde annuleren.
Alle songs in willekeurige
volgorde afspelen (shuffle all)
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Shuffle all.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo-
rige bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de functie
Shuffle all in te schakelen.
Alle songs op de iPod worden in willekeurige
volgorde afgespeeld.
# Om de functie Shuffle all uit te schakelen, zet
u Shuffle mode in het menu FUNCTION uit.
Songs afspelen die verwant zijn
met de huidige song
Met deze functie kunt u songs afspelen die
verwant zijn met de song die nu wordt afge-
speeld. De volgende lijsten zijn daarbij be-
schikbaar.
Lijst van albums van de huidige artiest
Lijst van songs op het huidige album
Lijst van albums van het huidige genre
! Bij het weergeven van lijsten kan er enige
vertraging optreden, afhankelijk van het
aantal bestanden op de iPod.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Link play.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo-
rige bladzijde.
2 Selecteer de gewenste modus met
MULTI-CONTROL.
Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts
om een andere stand te kiezen. Druk erop om
deze te selecteren.
! Artist Album van de huidige artiest afspe-
len.
! Album Songs van het huidige album af-
spelen.
! Genre Albums van het huidige genre af-
spelen.
Terwijl in de lijst gezocht wordt, knippert
Searching. Vervolgens wordt het afspelen ge-
start.
# Als er geen verwante albums of songs worden
gevonden, wordt Not found weergegeven.
Bediening van het toestel
Nl
27
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Black plate (28,1)
De iPod-functie van dit toestel
via de iPod bedienen
Deze functie kan niet worden gebruikt met de
volgende modellen iPod.
iPod nano eerste generatie
iPod vijfde generatie
De iPod-functie van dit toestel kan via de iPod
bediend worden. Het geluid wordt daarbij via
de luidsprekers van het voertuig weergegeven
terwijl u voor de bediening de iPod gebruikt.
! Als deze functie is ingeschakeld, wordt de
iPod niet uitgeschakeld als de contactscha-
kelaar wordt uitgezet. U schakelt de iPod
dan uit door deze zelf uit te schakelen.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Control mode.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad-
zijde 26.
2 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer
de gewenste instelling.
! iPod De iPod-functie van dit toestel kan
via de aangesloten iPod bediend worden.
! AUDIO De iPod-functie van dit toestel kan
via dit toestel bediend worden.
3 Als u iPod selecteert, bedient u de aan-
gesloten iPod om een song te selecteren en
af te spelen.
# Als u de bedieningsmodus overschakelt op
iPod, wordt het afspelen van songs onderbroken.
Bedien de iPod om de weergave te hervatten.
# Ook als de bedieningsmodus is ingesteld op
iPod, kunnen de volgende functies vanaf dit toe-
stel bediend worden.
! Volume
! Vooruit en achteruit spoelen
! Naar volgende of vorige fragment gaan
! Pauze
! De weergave van tekstinformatie wijzigen
Opmerkingen
! Als de bedieningsmodus op iPod staat, gel-
den de volgende beperkingen:
Alleen de functies Control mode (bedie-
ningsmodus) en Pause (pauze) kunnen ge-
selecteerd worden.
De bladerfunctie kan niet via dit toestel ge-
bruikt worden.
! Wanneer u deze functie inschakelt, wordt de
weergave van songs tijdelijk onderbroken. Be-
dien de iPod om de weergave te beginnen.
De weergavesnelheid van een
audioboek wijzigen
U kunt de weergavesnelheid van audioboeken
op de iPod wijzigen.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Audiobooks.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad-
zijde 26.
2 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer
de gewenste instelling.
Druk meerdere keren op MULTI-CONTROL tot
de gewenste instelling op het display ver-
schijnt.
! Faster Weergave is sneller dan normaal
! Normal Weergave met normale snelheid
! Slower Weergave is langzamer dan
normaal
Bediening van het toestel
Nl
28
Hoofdstuk
02
Black plate (29,1)
Bedieningsstanden
De vierwegnetwerk-DSP van dit toestel creëert
een vierwegsysteem met meerdere versterkers
en meerdere luidsprekers. Hierbij zijn er afzon-
derlijke luidsprekers voor de hoge, midden-,
lage en ultralage frequenties, die worden aan-
gestuurd door afzonderlijke versterkers. Het
vierwegnetwerk biedt instellingsmogelijkhe-
den voor het audionetwerk en tijduitlijning,
twee functies die essentieel zijn voor een sys-
teem met meerdere versterkers en luidspre-
kers. Dankzij deze mogelijkheden kunt u
nauwkeurige instellingen maken voor elk fre-
quentiebereik.
Belangrijk
De audio-instellingen blijven in het geheugen be-
waard als het toestel van de accu wordt losgekop-
peld of de microprocessor wordt gereset.
Raadpleeg De audiofuncties resetten op bladzijde
46 voor informatie over het resetten van de audio-
instellingen.
Opmerking
Als op dit systeem één subwoofer wordt gebruikt,
moeten dezelfde instellingen worden gebruikt
voor het linker- en rechterkanaal (bijvoorbeeld
voor tijduitlijning en netwerkinstellingen).
Audio eenvoudig aanpassen
Door achtereenvolgens de volgende instellin-
gen of aanpassingen uit te voeren, kunt u een-
voudig een rijk, genuanceerd geluidsbeeld
creëren.
1 Positiekeuze-instelling (POSI)
2 Automatische TA en EQ-meting (automatische
tijduitlijning en instelling van de equalizer)
3 De balansinstelling op de volgende bladzijde
(BAL)
Audio fijn afstemmen
Door achtereenvolgens de volgende instellin-
gen of aanpassingen te maken, kunt u een
rijk, genuanceerd geluidsbeeld creëren.
1 De tijduitlijning aanpassen (TA2)
2 Het audionetwerk aanpassen (NW 1, NW 2,
NW 3)
3 Equalizercurven nauwkeurig afstellen (EQ 2)
Extra functies
Met behulp van deze functies kunt u het ge-
luid nog verder aan uw systeem of persoonlij-
ke voorkeuren aanpassen.
! Equalizercurven selecteren of kopiëren
(EQ 1)
! De loudness aanpassen (LOUD)
! De sound retriever (S.Rtrv)
! Het bronniveau aanpassen (SLA)
Audio-instellingen
1 Audiodisplay
Het audiodisplay toont de status van de audio-
instellingen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me-
nuoptie AUDIO.
Draai aan de knop om een andere menuoptie
te selecteren. Druk erop om uw keuze te be-
vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL en selecteer
de audiofunctie.
Draai aan MULTI-CONTROL om de audiofunc-
ties in de onderstaande volgorde te doorlopen.
Audio-instellingen
Nl
29
Hoofdstuk
03
Audio-instellingen
Black plate (30,1)
BAL (balansafstelling)POSI (positiekeuze)
NW 1 (netwerkafstelling 1)NW 2 (netwerkaf-
stelling 2)NW 3 (netwerkafstelling 3)TA1
(instelling tijduitlijning)TA2 (aanpassing
tijduitlijning)EQ 1 (equalizer kopiëren/oproe-
pen)EQ 2 (grafische equalizer met 31 ban-
den)A.EQ (automatische equalizer aan/uit)
S.Rtrv (geavanceerde sound retriever)
LOUD (loudness)SLA (aanpassing signaal-
bronniveau)
# Wanneer FM als signaalbron wordt gebruikt,
kunt u niet overschakelen naar SLA.
# Als u FLAT in EQ 1 selecteert, kunt u EQ 2
niet gebruiken.
# Als u OFF in TA1 selecteert, kunt u TA2 niet
gebruiken.
# Druk op B om terug te keren naar het bij de
signaalbron behorende display.
Het linker- en rechterkanaal
aanpassen
U kunt de volgende audiofuncties aanpassen
voor het linker- of rechterkanaal afzonderlijk of
beide kanalen tegelijk.
! Het audionetwerk aanpassen (NW 1, NW 2,
NW 3)
! Equalizercurven nauwkeurig afstellen (EQ 2)
1 Selecteer de gewenste audiofunctie
met MULTI-CONTROL.
2 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om te
schakelen tussen de standen links/rechts
afzonderlijk en links/rechts gezamenlijk.
Iedere keer als u MULTI-CONTROL ingedrukt
houdt, schakelt u tussen de standen links/
rechts afzonderlijk en links/rechts gezamen-
lijk.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het linker-
of rechterkanaal te selecteren als u de
stand links/rechts afzonderlijk hebt gese-
lecteerd.
Iedere keer als u op MULTI-CONTROL drukt,
selecteert u afwisselend het linker- of rechter-
kanaal.
4 Pas de functies naar wens aan.
De balansinstelling
U kunt de balansinstelling aanpassen voor
een optimale geluidsweergave op alle plaatsen
in het voertuig.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu BAL.
Raadpleeg Audio-instellingen op de vorige
bladzijde.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om de balans in te stellen tus-
sen de linker- en rechterluidsprekers.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar
links of naar rechts duwt, wordt de balans tus-
sen de linker- en rechterluidsprekers naar
links of rechts verplaatst.
U kunt de balans tussen de linker- en rechter-
luidsprekers van links naar rechts aanpassen
van de waarde L25tot R25. De waarde wordt
op het display getoond.
Positiekeuze-instelling
Het geluid dat u hoort klinkt natuurlijker als
het stereobeeld juist gericht is. U krijgt daarbij
het beste resultaat als u zich precies in het
centrum van het geluidsveld bevindt. Met be-
hulp van de functie positiekeuze kunt u auto-
matisch het uitgangsniveau van de
luidsprekers aanpassen. Daarbij wordt een
vertraging ingesteld die is afgestemd op het
aantal passagiers en hun positie in het voer-
tuig.
Audio-instellingen
Nl
30
Hoofdstuk
03
Black plate (31,1)
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu POSI.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 29.
2 Selecteer een luisterpositie door
MULTI-CONTROL naar links, rechts of omh-
oog te duwen.
Richting Display Positie
Links Left Voorstoel links
Rechts Right Voorstoel rechts
Omhoog Front Voorstoelen
# Duw MULTI-CONTROL nogmaals in dezelfde
richting om de geselecteerde luisterpositie te
deselecteren.
Informatie over de
audionetwerkfunctie
Met de audionetwerkfunctie kunt u het audio-
signaal in verschillende frequentiebanden op-
delen en elke band via afzonderlijke
luidsprekers weergeven.
Vervolgens kunt u de geluidsweergave opti-
maal aanpassen aan elke afzonderlijke luid-
spreker, door haarfijne aanpassingen te
maken aan de weergegeven frequentieband
(met een low pass filter of high pass filter), het
niveau, de fase en andere parameters.
Instelbare parameters
Met de audionetwerkfunctie kunt u de para-
meters aanpassen die hieronder worden be-
sproken. Voer de aanpassingen uit in functie
van de weergegeven frequentieband en de
akoestische eigenschappen van elke aange-
sloten luidspreker.
2
1
3
4
5
6
7
8
1 Niveau (dB)
2 Frequentie (Hz)
3 Niveau
4 Weergegeven frequentieband
5 Drempelfrequentie high pass filter
6 Drempelfrequentie low pass filter
7 Passerend signaal
8 Afval (dB/oct.)
Weergegeven frequentieband
Door de drempelfrequentie van het high pass
filter (HPF, hoogdoorlaatfilter) en low pass fil-
ter (LPF, laagdoorlaatfilter) aan te passen, kunt
u de weergegeven frequentieband voor iedere
luidspreker instellen.
! Het high pass filter geeft frequenties onder
een bepaalde waarde niet weer: deze lagere
frequenties worden uitgefilterd. Hogere fre-
quenties worden wel doorgelaten.
! Het low pass filter geeft frequenties boven
een bepaalde waarde niet weer: deze hoge-
re frequenties worden uitgefilterd. Lagere
frequenties worden wel doorgelaten.
Niveau
U kunt het niveauverschil tussen de verschil-
lende luidsprekers corrigeren.
Audio-instellingen
Nl
31
Hoofdstuk
03
Audio-instellingen
Black plate (32,1)
Afval
Door de zogenaamde afval (de mate van
demping van uitgefilterde frequenties, die gra-
fisch als een meer of minder steil afvallende
lijn wordt voorgesteld) van de high pass en
low pass filters in te stellen, kunt u de conti-
nuïteit van het klankbeeld regelen tussen de
verschillende luidsprekers.
! De afval is een maat voor het aantal decibel
(dB) waarmee het signaal wordt gedempt
als de frequentie een octaaf hoger (of
lager) is. De eenheid hiervoor is dB/octaaf.
Hoe steiler de afval is, hoe meer het signaal
wordt gedempt.
Fase
U kunt de fase (normaal, tegengesteld) voor
het ingangssignaal van elke luidspreker afzon-
derlijk instellen. Als u geen continu klankbeeld
hoort tussen verschillende luidsprekers, kunt
u proberen de fase te wijzigen. Dit kan een
beter resultaat geven.
Opmerking over aanpassingen
aan het audionetwerk
Aanpassing van de drempelfrequentie
! Als u de drempelfrequentie voor Low-LPF
of SW-LPF hoog instelt wanneer achterin
het voertuig een luidspreker met een laag
bereik of een subwoofer geïnstalleerd is,
worden de bastonen gescheiden en lijkt het
of deze van achteren komen. Aanbevolen
wordt de drempelfrequentie voor Low-LPF
of SW-LPF of 100 Hz of lager in te stellen.
! De maximale instelling voor het ingangs-
vermogen voor luidsprekers voor midden-
en hoge tonen is meestal lager dan voor
luidsprekers voor lage tonen. Wees er daar-
om op bedacht dat sterke bastonen deze
luidsprekers kunnen beschadigen als u de
drempelfrequentie voor Mid-HPF of
High-HPF lager instelt dan nodig is.
Niveauregeling
De basisfrequenties van veel muziekinstru-
menten bevinden zich in het middenbereik.
Pas daarom eerst de middentonen aan en
daarna de hoge tonen, lage tonen en de sub-
woofer (in deze volgorde).
Regeling van de afval
! Als u een lage absolute waarde instelt voor
de afval (voor een niet te steile demping),
kan interferentie optreden tussen naast elk-
aar geplaatste luidsprekers, met een ver-
minderde frequentierespons als gevolg.
! Een hoge absolute waarde voor de afval
(voor een steile demping) kan de klankcon-
tinuïteit tussen de luidsprekers negatief be-
ïnvloeden en doen lijken of het geluid uit
verschillende bronnen komt.
! Als u de afval instelt op 0 dB/octaaf, wor-
den er geen signalen uitgefilterd en heeft
het filter geen effect (het signaal passeert).
Faseaanpassing
Als de kantelwaarde voor filters aan beide zij-
den wordt ingesteld op 12 dB/octaaf, wordt
de fase 180 graden omgekeerd bij de drempel-
frequentie van het filter. In dat geval wordt de
geluidscontinuïteit verbeterd als de fase wordt
omgekeerd.
1
2
3
4
5
6
1 Normale fase
2 Tegengestelde fase
3 0dB
4 3dB
5 12 dB
6 Kantelpunt
Audio-instellingen
Nl
32
Hoofdstuk
03
Black plate (33,1)
Luidsprekers (filters) dempen
U kunt elke luidspreker (elk filter) dempen. Als
u een luidspreker (filter) dempt, hoort u geen
geluid uit die luidspreker.
! Als u de geselecteerde luidspreker (filter)
dempt, gaat MUTE knipperen en kunt u
geen aanpassingen maken.
! Als een luidspreker (filter) gedempt is, kunt
u de parameters voor andere luidsprekers
(filters) wel aanpassen.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu NW 1.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 29.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts en selecteer de luidspreker (filter)
die u wilt aanpassen.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts duwt, worden de luidsprekers (fil-
ters) in onderstaande volgorde geselecteerd:
SW-HPF (high pass filter voor subwoofer)
SW-LPF (low pass filter voor subwoofer)
Low-HPF (high pass filter voor luidspreker
met laag bereik)Low-LPF (low pass filter
voor luidspreker met laag bereik)Mid-HPF
(high pass filter voor luidspreker middenbe-
reik)Mid-LPF (low pass filter voor luidspre-
ker middenbereik)High-HPF (high pass filter
voor luidspreker hoog bereik)High-LPF (low
pass filter voor luidspreker met hoog bereik)
3 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om
de geselecteerde luidspreker (filter) te
dempen.
# Druk op MULTI-CONTROL om het dempen te
annuleren.
Het audionetwerk aanpassen
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu NW 1.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 29.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts en selecteer de luidspreker (filter)
die u wilt aanpassen.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts duwt, worden de luidsprekers (fil-
ters) in onderstaande volgorde geselecteerd:
SW-HPF (high pass filter voor subwoofer)
SW-LPF (low pass filter voor subwoofer)
Low-HPF (high pass filter voor luidspreker
met laag bereik)Low-LPF (low pass filter
voor luidspreker met laag bereik)Mid-HPF
(high pass filter voor luidspreker middenbe-
reik)Mid-LPF (low pass filter voor luidspre-
ker middenbereik)High-HPF (high pass filter
voor luidspreker hoog bereik)High-LPF (low
pass filter voor luidspreker met hoog bereik)
3 Draai aan MULTI-CONTROL en selecteer
in het audiofunctiemenu NW 2.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 29.
4 Druk MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de drempelfrequentie (kantelfre-
quentie) van de geselecteerde luidspreker
(filter) te selecteren.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts duwt, worden de drempelfrequen-
ties (kantelfrequenties) in onderstaande volg-
orde geselecteerd:
! High-LPF
5k6.3k8k10k12.5k16k20k
! High-HPF
800Hz1k1.25k1.6k2k2.5k
3.15k4k5k6.3k8k10k12.5k
16k
! Mid-LPF, Low-LPF en SW-LPF
25Hz31.5Hz40Hz50Hz63Hz
80Hz100Hz125Hz160Hz200Hz
250Hz315Hz400Hz500Hz630Hz
800Hz1k1.25k1.6k2k2.5k
3.15k4k5k6.3k8k10k12.5k
16k20k
! Mid-HPF, Low-HPF en SW-HPF
Audio-instellingen
Nl
33
Hoofdstuk
03
Audio-instellingen
Black plate (34,1)
20Hz25Hz31.5Hz40Hz50Hz
63Hz80Hz100Hz125Hz160Hz
200Hz250Hz315Hz400Hz500Hz
630Hz800Hz1k1.25k1.6k2k
2.5k3.15k4k5k6.3k8k10k
12.5k16k
# Luidsprekers die in de begininstellingen zijn
uitgeschakeld, kunnen niet geselecteerd worden.
Raadpleeg De luidsprekers instellen op bladzijde
42.
5 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om het niveau van de geselecteerde
luidspreker (filter) in te stellen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog of
omlaag duwt, wordt het niveau van de geselec-
teerde luidspreker (filter) verhoogd of verlaagd.
Als u High-LPF, High-HPF, Mid-LPF of
Mid-HPF selecteert, kunt u de waarde verho-
gen en verlagen tussen 0dBen 24 dB.De
waarde wordt op het display weergegeven.
Als u Low-LPF, Low-HPF, SW-LPF of SW-HPF
selecteert, kunt u de waarde verhogen of verla-
gen tussen 6dBen 24 dB. De waarde wordt
op het display weergegeven.
6 Draai aan MULTI-CONTROL en selecteer
in het audiofunctiemenu NW 3.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 29.
7 Druk MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de afval van de geselecteerde
luidspreker (filter) in te stellen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar
links of naar rechts duwt, worden de afval-
waarden in onderstaande volgorde geselec-
teerd:
! High-HPF
6dB/oct.12dB/oct.18dB/oct.
24dB/oct.30dB/oct.36dB/oct.
! High-LPF, Mid-LPF, Mid-HPF, Low-LPF,
Low-HPF, SW-LPF en SW-HPF
Pass6dB/oct.12dB/oct.18dB/oct.
24dB/oct.30dB/oct.36dB/oct.
8 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om de fase van de geselecteerde luid-
spreker (filter) te wijzigen.
Duw MULTI-CONTROL omhoog om de norma-
le fase te selecteren; NOR verschijnt op het
display. Duw MULTI-CONTROL omlaag om de
tegengestelde fase te selecteren; REV ver-
schijnt op het display.
# U kunt de parameters voor de andere luidspre-
kers (filters) op dezelfde manier aanpassen.
9 Druk op B om de aanpassing van het
audionetwerk te annuleren.
Tijduitlijning
Tijduitlijning is een aanpassing van de geluids-
weergave aan de afstand tussen de luidspre-
kers en de luisterpositie.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu TA1.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 29.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de functie voor tijduitlijning te
selecteren.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts duwt, worden de beschikbare in-
stellingen in onderstaande volgorde geselec-
teerd:
Initial (begin)Custom (aangepast)
AutoTA (automatische tijduitlijning)OFF
(uit)
! Initial is de standaardinstelling voor tijduit-
lijning.
! Custom is een aangepaste instelling voor
tijduitlijning die u zelf kunt maken.
! AutoTA is de instelling die door de automa-
tische TA en EQ-meting wordt gemaakt.
(Raadpleeg Automatische TA en EQ-meting
(automatische tijduitlijning en instelling van
de equalizer) op bladzijde 38.)
# U kunt AutoTA niet selecteren als er nog
geen automatische TA en EQ-meting is uitge-
voerd. In dat geval wordt Please Set Auto TA
weergegeven.
Audio-instellingen
Nl
34
Hoofdstuk
03
Black plate (35,1)
De tijduitlijning aanpassen
Door de tijduitlijning aan te passen, kunt u de
geluidsweergave aanpassen aan de afstand
tussen de verschillende luidsprekers en de ge-
selecteerde luisterpositie.
! Een tijduitlijning-instelling die u zelf maakt,
wordt opgeslagen in Custom.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu TA1.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 29.
2 Druk op MULTI-CONTROL om een maat-
eenheid te selecteren.
Iedere keer als u op MULTI-CONTROL drukt,
wordt de maateenheid als volgt geselecteerd:
(cm) (centimeter)(inch) (inch)
3 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu TA2.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 29.
# Als u in de positiekeuzestand (POSI) niet Left
(voorstoel links) of Right (voorstoel rechts) hebt
geselecteerd, verschijnt
Can't Adjust TA. Set POS. FL or FR.
# Als u OFF in TA1 selecteert, kunt u TA2 niet
gebruiken.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts en selecteer de luidspreker die
u wilt aanpassen.
Duw MULTI-CONTROL zo vaak als nodig naar
links of rechts of om de gewenste luidspreker
te selecteren. De selectievolgorde is:
High L (hoge frequenties links)High R
(hoge frequenties rechts)Mid L (middenfre-
quenties links)Mid R (middenfrequenties
rechts)Low L (lage frequenties links)
Low R (lage frequenties rechts)SW L (sub-
woofer links)SW R (subwoofer rechts)
5 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om de afstand tussen de geselec-
teerde luidspreker en de luisterpositie aan
te passen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL omhoog-
of omlaagduwt, vergroot of verkleint u de af-
stand.
Als u de maateenheid centimeters ((cm)) hebt
geselecteerd, kunt u de geluidsweergave aan-
passen voor een afstand van 394.75cm tot
0.00cm. De waarde wordt op het display ge-
toond.
Als u de maateenheid inches ((inch)) hebt ge-
selecteerd, kunt u de geluidsweergave aanpas-
sen voor een afstand van 155.39inch tot
0.00inch. De waarde wordt op het display ge-
toond.
# U kunt de geluidsweergave op dezelfde ma-
nier aanpassen voor de andere luidsprekers.
6 Druk op B om de functie tijduitlijning te
annuleren.
Equalizercurven selecteren
of kopiëren
Met de equalizer kunt u de geluidsweergave
nog beter aanpassen aan de akoestische ei-
genschappen van het voertuiginterieur.
Een aangepaste equalizercurve kan in het ge-
heugen worden opgeslagen voor later ge-
bruikt.
Een equalizercurve selecteren
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu EQ 1.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 29.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts en selecteer de gewenste equa-
lizercurve.
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts; de equalizercurven worden in deze
volgorde geselecteerd:
MEMORY1 (geheugen 1)MEMORY2 (ge-
heugen 2)MEMORY3 (geheugen 3)
MEMORY4 (geheugen 4)MEMORY5 (ge-
heugen 5)FLAT (vlak)
Audio-instellingen
Nl
35
Hoofdstuk
03
Audio-instellingen
Black plate (36,1)
# Als FLAT is geselecteerd, wordt het geluid niet
aangevuld of gecorrigeerd. Door afwisselend te
luisteren met FLAT en een van de andere equali-
zercurven kunt u het effect van de verschillende
curven beter beoordelen.
Een equalizercurve kopiëren
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu EQ 1.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 29.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts en selecteer de equalizercurve
die u wilt kopiëren.
3 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om
de geselecteerde curve te kopiëren.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts en selecteer het geheugen voor
opslag (MEMORY1 tot MEMORY5).
5 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om
de equalizercurve op te slaan.
Equalizercurven
nauwkeurig afstellen
U kunt 31 frequentiebereiken regelen om het
klankbeeld optimaal aan te passen aan de
akoestische eigenschappen van het voertuig-
interieur.
1 Selecteer het geheugen (MEMORY1 t/
m MEMORY5).
Raadpleeg Een equalizercurve kopiëren op deze
bladzijde.
# Als in het geselecteerde geheugen al een
equalizercurve is opgeslagen, wordt die over-
schreven door de nieuwe instelling.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu EQ 2.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 29.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts en selecteer de frequentieband
van de equalizer die u wilt aanpassen.
Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts
om een frequentieband te selecteren. De volg-
orde is:
20Hz25Hz31.5Hz40Hz50Hz63Hz
80Hz100Hz125Hz160Hz200Hz
250Hz315Hz400Hz500Hz630Hz
800Hz1k1.25k1.6k2kHz2.5k
3.15k4k5k6.3k8k10k12.5kHz
16k20k
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om het niveau van de frequentieband
van de equalizer aan te passen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL omhoog-
of omlaagduwt, verhoogt of verlaagt u het ni-
veau van de frequentieband.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden +12 en 12. De waarde wordt op
het display getoond.
# Vervolgens kunt u een andere band kiezen en
daarvan het niveau aanpassen.
5 De equalizercurve wordt automatisch
opgeslagen.
De auto-equalizer
De auto-equalizer is de equalizercurve die
wordt gemaakt door de functie Automatische
TA en EQ-meting (raadpleeg Automatische TA
en EQ-meting (automatische tijduitlijning en in-
stelling van de equalizer) op bladzijde 38).
U kunt de auto-equalizer in- of uitschakelen.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu A.EQ.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 29.
# Als u nog geen automatische TA en EQ-me-
ting hebt uitgevoerd, wordt Please Set Auto EQ
weergegeven. Deze melding geeft aan dat u deze
functie (nog) niet kunt gebruiken.
Audio-instellingen
Nl
36
Hoofdstuk
03
Black plate (37,1)
2 Druk op MULTI-CONTROL om de auto-
equalizer in te schakelen.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de
auto-equalizer uit te schakelen.
De sound retriever
De sound retriever verbetert automatisch de
weergavekwaliteit van gecomprimeerde audio
en zorgt voor een voller geluid.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu S.Rtrv.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 29.
2 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer
de gewenste instelling.
OFF (uit)MODE1MODE2
# MODE1 is effectief bij een lagere compressie.
# MODE2 is effectief bij een hogere compres-
sie.
# Deze functie kan worden gebruikt voor audio-
gegevens op cd, dvd, Bluetooth-audio, iPod, USB
of AUX.
De loudness aanpassen
De loudness-functie compenseert een tekort
aan hoge en lage tonen bij lage volumes.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu LOUD.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 29.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de loud-
ness-functie in te schakelen.
# Als u de loudness-functie wilt uitzetten, drukt
u nogmaals op MULTI-CONTROL.
Het bronniveau aanpassen
Met de functie SLA (Source Level Adjustment,
bronniveauregeling) kunt u het volumeniveau
van alle signaalbronnen afzonderlijk instellen.
Hierdoor kunt u plotselinge volumewisselin-
gen voorkomen wanneer naar een andere sig-
naalbron wordt overgeschakeld.
! De instellingen zijn gebaseerd op het FM-
volumeniveau, dat u niet kunt wijzigen.
1 Vergelijk het volumeniveau van de sig-
naalbron die u wilt aanpassen met het FM-
volumeniveau.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu SLA.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 29.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om het volume van de signaalbron
aan te passen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL omhoog-
of omlaagduwt, verhoogt of verlaagt u het vo-
lume van de signaalbron.
U kunt het volume van de signaalbron verho-
gen of verlagen tussen de waarden +4 en 4.
De waarde wordt op het display getoond.
Opmerkingen
! Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de
functie SLA worden aangepast.
! De ingebouwde cd-speler en de multi-cd-spe-
ler worden automatisch op hetzelfde volume-
niveau ingesteld.
! Extern toestel 1 en extern toestel 2 worden au-
tomatisch op hetzelfde volumeniveau inge-
steld.
Audio-instellingen
Nl
37
Hoofdstuk
03
Audio-instellingen
Black plate (38,1)
Automatische TA en EQ-
meting (automatische
tijduitlijning en instelling
van de equalizer)
Door automatische tijduitlijning wordt auto-
matisch een optimale tijduitlijning ingesteld
afhankelijk van de afstand tussen de luidspre-
kers en de luisterpositie.
Tijdens de automatische instelling van de
equalizer meet het toestel de akoestische ei-
genschappen van het voertuiginterieur en
maakt op basis daarvan een curve voor de
auto-equalizer.
WAARSCHUWING
! Voer nooit een automatische TA en EQ-meting
uit tijdens het rijden, dit om ongelukken te
voorkomen. Tijdens de automatische TA en
EQ-meting kunnen de luidsprekers een luide
meettoon (een luid geluid) produceren.
! Controleer of de luidsprekers voor het hoge
bereik wel op de uitgang voor het hoge bereik
zijn aangesloten. Als de luidsprekers verkeerd
worden aangesloten, kunnen ze beschadigd
worden door lage meettonen.
LET OP
! De luidsprekers kunnen beschadigd raken als
u een automatische TA en EQ-meting uitvoert
onder de onderstaande omstandigheden.
Controleer dit zorgvuldig voordat u een auto-
matische TA en EQ-meting uitvoert.
Als de luidsprekers verkeerd zijn aangeslo-
ten. (Bijvoorbeeld als een luidspreker voor
het middenbereik is aangesloten op een
subwoofer-uitgang.)
Als een luidspreker is aangesloten op een
versterker met een hoger uitgangssignaal
dan het maximaal toegestane ingangsni-
veau van de luidspreker.
! Als de microfoon in een ongeschikte positie
wordt geplaatst, kan de meettoon erg luid wor-
den en kan het meten lang duren, waardoor
de accu leeg kan raken. Zorg dat de microfoon
op de aangewezen locatie is geplaatst.
! Als tweeters en super-tweeters op dit systeem
worden aangesloten, moet u in het netwerk
voor de super-tweeters scheidingsfilters ge-
bruiken en deze correct aansluiten.
! Als tweeters en super-tweeters op dit systeem
worden aangesloten, worden de automatische
tijduitlijning en equalizerinstelling mogelijk
niet correct uitgevoerd. In dat geval moet u
die handmatig bijstellen.
Voordat u een automatische TA
en EQ-meting uitvoert
! Controleer het bruikbare frequentiebereik
van de luidsprekers en sluit de verschil-
lende luidsprekers correct aan op de uit-
gang voor hoge tonen, middentonen, lage
tonen of de subwoofer. Als de luidsprekers
verkeerd zijn uitgesloten, worden de auto-
matische tijduitlijning en equalizerinstel-
ling wellicht niet correct uitgevoerd.
! Voer een automatische TA en EQ-meting op
een zo rustig mogelijke plaats uit. Schakel
de motor en de airconditioning uit. Onder-
breek ook de voeding naar autotelefoons
en mobiele telefoons in het voertuig of ver-
wijder deze voordat u een automatische TA
en EQ-meting uitvoert. Andere geluiden
dan de meettoon (zoals omgevingslawaai,
motorgeluid, rinkelende telefoons, enz.)
kunnen de meting van de akoestiek in het
voertuig verstoren.
! Voer een automatische TA en EQ-meting al-
tijd uit met de meegeleverde microfoon. Ge-
bruik van een andere microfoon kan
meting onmogelijk maken of een verkeerd
resultaat geven.
! Als de luidsprekers die geactiveerd zijn in
het begininstellingenmenu niet zijn aange-
sloten, kan geen automatische TA en EQ-
meting worden uitgevoerd.
Audio-instellingen
Nl
38
Hoofdstuk
03
Black plate (39,1)
! Als de luidsprekers voor het middenbereik
gedempt zijn, kan geen automatische TA
en EQ-meting worden uitgevoerd. (Raad-
pleeg deze bladzijde.)
! Als dit toestel is aangesloten op een ver-
sterker met niveauregeling voor de in-
gangssignalen, is een automatische TA en
EQ-meting wellicht niet mogelijk als het in-
gangsniveau van de versterker te laag is in-
gesteld. Zet het ingangsniveau van de
versterker op de standaardstand.
! Als dit toestel is aangesloten op een ver-
sterker met een low pass filter, dient u deze
uit te zetten voordat u een automatische TA
en EQ-meting uitvoert. Ook moet de drem-
pelfrequentie voor een ingebouwde low
pass filter van een actieve subwoofer wor-
den ingesteld op de hoogste frequentie.
! De waarde voor tijduitlijning die tijdens de
automatische TA en EQ-meting is bere-
kend, kan in de onderstaande omstandig-
heden afwijken van de werkelijke afstand.
De computer heeft de afstand echter zo be-
rekend dat de vertraging optimaal is voor
een zo goed mogelijk resultaat voor uw
voertuig. Blijf deze waarde dus gebruiken.
Als er sterke geluidsweerkaatsingen zijn
in het voertuig en vertragingen optre-
den.
Als lage tonen vertraagd worden door
invloed van de low pass filter op actieve
subwoofers of externe versterkers.
! Automatische TA en EQ-meting wijzigt de
audio-instellingen als volgt:
De balansinstellingen worden terugge-
zet naar de middelste stand. (Raadpleeg
bladzijde 30.)
De curve van de grafische equalizer
wordt op FLAT gezet. (Raadpleeg blad-
zijde 35.)
! Als u een automatische TA en EQ-meting
uitvoert terwijl er al een eerdere instelling
voor bestaat, wordt deze instelling vervan-
gen.
! Controleer het bruikbare frequentiebereik
voordat u de tweeters aansluit. Als u de
drempelfrequentie gebruikt, moet u die
hoger instellen dan de laagst bruikbare fre-
quentie van de tweeter.
! De metingen voor een automatische TA en
EQ-meting worden uitgevoerd in een bereik
hoger dan 10 kHz. Als u een tweeter ge-
bruikt die dit bereik niet kan weergeven,
kan de tweeter worden beschadigd. Let er
daarom op dat bij uitvoering van een auto-
matische TA en EQ-meting de drempelfre-
quentie correct is ingesteld. Gebruik voorts
een tweeter die geschikt is voor een bereik
van ten minste 10 kHz.
! Luidsprekers die op dit systeem gebruikt
worden, moeten in de begininstellingen ge-
activeerd zijn. Raadpleeg De luidsprekers in-
stellen op bladzijde 42.
! Voor het uitvoeren van de automatische
tijduitlijning en equalizerinstelling moeten
de luidsprekers voor het middenbereik aan-
gesloten zijn.
Een automatische TA en EQ-
meting uitvoeren
1 Parkeer het voertuig op een zo rustig
mogelijke plaats, sluit alle portieren,
ramen en het schuifdak, en zet de motor
uit.
# Het geluid van een draaiende motor kan de
automatische TA en EQ-meting verstoren.
2 Plaats de meegeleverde microfoon in
het midden van de hoofdsteun van de be-
stuurdersstoel, en richt deze naar voren.
Gebruik hiervoor de (los verkrijgbare) be-
vestigingsband.
Audio-instellingen
Nl
39
Hoofdstuk
03
Audio-instellingen
Black plate (40,1)
# Het resultaat van de automatische TA en EQ-
meting is afhankelijk van de positie van de micro-
foon. Indien gewenst kunt u de microfoon voor
automatische TA en EQ-meting ook op de voorste
passagiersstoel plaatsen.
3 Zet de contactschakelaar aan of in de
accessoirestand (ACC).
# Schakel de airconditioning en verwarming uit
als deze zijn ingeschakeld. Het geluid van de ven-
tilator van de airconditioning of de verwarming
kan de automatische TA en EQ-meting verstoren.
# Druk op SRC/Off om de signaalbron in te
schakelen als het toestel is uitgeschakeld.
4 Houd SRC/Off ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
5 Houd EQ ingedrukt om het menu voor
de automatische TA en EQ-meting te ope-
nen.
Het voorpaneel wordt automatisch geopend.
6 Steek de plug van de microfoon in de
microfooningang op het toestel.
7 Draai aan MULTI-CONTROL en selecteer
de instelling Select position in het menu
voor de automatische TA en EQ-meting.
8 Druk op MULTI-CONTROL om een posi-
tie te selecteren.
Druk zo vaak als nodig op MULTI-CONTROL
om de gewenste instelling te selecteren. De
selectievolgorde is:
Front left (links voor)Front right (rechts
voor)
Selecteer de positie van de zetel waarop de mi-
crofoon is geplaatst.
9 Draai aan MULTI-CONTROL en selecteer
de instelling Select N/W mode in het menu
voor de automatische TA en EQ-meting.
10 Druk op MULTI-CONTROL om de ge-
wenste netwerkmodus te selecteren.
Druk zo vaak als nodig op MULTI-CONTROL
om de gewenste instelling te selecteren. De
selectievolgorde is:
Auto N/W (automatisch)Custom N/W
(aangepast)
# Selecteer Custom N/W als u de automatische
TA en EQ-meting wilt uitvoeren op basis van een
eerder aangepaste netwerkinstelling. Als u dat
niet wilt, selecteert u Auto N/W.
# Als een handmatige instelling niet geschikt is
voor de eigenschappen van de luidspreker, wor-
den de automatische tijduitlijning en equalizerin-
stelling wellicht niet correct uitgevoerd.
11 Draai aan MULTI-CONTROL en selecteer
de instelling Auto TA & EQ stop in het
menu voor de automatische TA en EQ-me-
ting.
12 Druk op MULTI-CONTROL om de auto-
matische TA en EQ-meting te starten.
13 Verlaat het voertuig en sluit het portier
binnen tien seconden nadat het aftellen is
begonnen.
De luidsprekers geven een meettoon (geluid)
af en de automatische TA en EQ-meting be-
gint.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de au-
tomatische TA en EQ-meting te stoppen.
# Als u de automatische TA en EQ-meting hal-
verwege wilt onderbreken, drukt u op B.
14 Als de automatische TA en EQ-meting is
voltooid, wordt Complete weergegeven.
Er verschijnt een foutmelding als de meting
niet correct kon worden uitgevoerd. (Raad-
pleeg Foutmeldingen tijdens de automatische
TA en EQ-meting op bladzijde 77.)
15 Druk op B om de automatische TA en
EQ-meting te annuleren.
Audio-instellingen
Nl
40
Hoofdstuk
03
Black plate (41,1)
16 Berg de microfoon voorzichtig op in
het handschoenenkastje.
Berg de microfoon zorgvuldig op in het hand-
schoenenkastje of op een andere veilige
plaats. Als de microfoon langere tijd wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen hoge
temperaturen vervorming, verkleuring of sto-
ringen veroorzaken.
Opmerking
Zorg dat u de microfoon hebt ontkoppeld voordat
uoph/Open drukt om het paneel te openen of
te sluiten. (Er klinkt een waarschuwingssignaal
als de microfoon nog aangesloten is).
Audio-instellingen
Nl
41
Hoofdstuk
03
Audio-instellingen
Black plate (42,1)
De begininstellingen
aanpassen
U kunt verscheidene begininstellingen van dit
toestel aan uw wensen aanpassen om de mo-
gelijkheden ervan optimaal te benutten.
1 Functiedisplay
Hierop is de status van de ingestelde functie
af te lezen.
1 Houd SRC/Off ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
2 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt tot-
dat het menu met begininstellingen wordt
weergegeven.
3 Draai MULTI-CONTROL om één van de
begininstellingen te selecteren.
Draai aan MULTI-CONTROL om de functies in
de onderstaande volgorde te doorlopen.
Language select (taalkeuze)SP connection
(luidsprekerinstelling)Clock (klok)
Off clock (uit-klok)FM step (FM-afstemstap)
Auto PI (automatische PI-zoekfunctie)
Warning tone (waarschuwingstoon)
Face auto open (voorpaneel automatisch ope-
nen)AUX1 (externe aansluiting 1)AUX2
(externe aansluiting 2)Dimmer (dimmer)
Brightness (helderheid)Illumination 1 (ver-
lichting selecteren)Illumination 2 (verlich-
ting aanpassen)ILL line (verlichting
koppelen)Digital ATT (digitale demping)
Audio Reset (audio resetten)Mute (geluid
tijdelijk uitschakelen/dempen)Door mute 1
(instelling polariteit intelligent dempen)
Door mute 2 (instelling intelligent dempen)
Reverse mode (tegengestelde modus)
Ever-scroll (Ever Scroll)BT AUDIO (Blue-
tooth-audio)Pin code input (pincode invoe-
ren)BT Version Info. (informatie Bluetooth-
versie)
Volg onderstaande instructies om deze instel-
lingen aan te passen.
# BT AUDIO, Pin code input en
BT Version Info. kunnen alleen geselecteerd
worden als een Bluetooth-adapter (bijvoorbeeld
CD-BTB200) met dit toestel verbonden is.
# Druk op B om het aanpassen van begininstel-
lingen te annuleren.
De taal van het display
selecteren
Dit toestel beschikt over meerdere displayta-
len. U kunt zelf de gewenste taal instellen.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Language select in het menu met
begininstellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
deze bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de taal te
selecteren.
Als u herhaaldelijk op MULTI-CONTROL drukt,
selecteert u de taal in deze volgorde:
EnglishFrançaisItalianoEspañol
DeutschNederlandsРУССКИЙ
De luidsprekers instellen
Met deze instelling stelt u de luidsprekers in
die met dit systeem gebruikt worden.
Als deze instelling correct is gemaakt, levert
dit toestel een zo hoog mogelijke geluidskwali-
teit voor uw specifieke systeem.
! De instelling voor de luidspreker voor het
middenbereik kan niet gewijzigd worden.
(Deze luidspreker staat altijd aan.)
! Als u deze instelling wijzigt nadat u een au-
tomatische tijduitlijning en equalizerinstel-
ling hebt uitgevoerd, moet u de meting
opnieuw uitvoeren voor de nieuwe instel-
ling.
Begininstellingen
Nl
42
Hoofdstuk
04
Black plate (43,1)
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling SP connection in het menu met be-
gininstellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
de vorige bladzijde.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts en selecteer de luidspreker die
u wilt aanpassen.
Duw MULTI-CONTROL zo vaak als nodig naar
links of rechts of om de gewenste luidspreker
te selecteren. De selectievolgorde is:
Subwoofer (subwoofer)Low range (luid-
spreker met laag bereik)High range (luid-
spreker met hoog bereik)
3 Druk op MULTI-CONTROL om de luid-
spreker in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om deze
uit te schakelen.
De klok instellen
Volg onderstaande instructies om de klok in te
stellen.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Clock in het menu met begininstel-
lingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
de vorige bladzijde.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts en selecteer het tijdonderdeel
dat u wilt instellen.
Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts
om een ander deel van de tijdinstelling te se-
lecteren:
UurMinuut
Het geselecteerde onderdeel gaat knipperen.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om de tijd in te stellen.
# U kunt de klok met een tijdsignaal gelijkzetten
door op MULTI-CONTROL te drukken.
! Minuten tussen 00 en 29 worden naar be-
neden afgerond. (Bijvoorbeeld 10:18 wordt
afgerond naar 10:00.)
! Minuten tussen 30 en 59 worden naar
boven afgerond. (Bijvoorbeeld 10:36 wordt
afgerond naar 11:00.)
Het uit-klokdisplay in- en
uitschakelen
Als het uit-klokdisplay ingeschakeld is, wordt
de klok op het display weergegeven wanneer
alle signaalbronnen uit zijn.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Off clock in het menu met beginin-
stellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
de vorige bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het uit-
klokdisplay in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om het
uit-klokdisplay uit te schakelen.
Begininstellingen
Nl
43
Hoofdstuk
04
Begininstellingen
Black plate (44,1)
De FM-afstemstap instellen
Standaard wordt er bij automatisch afstem-
men een FM-afstemstap van 50 kHz gebruikt,
en 100 kHz als de functie AF of TA is ingescha-
keld. Maar soms krijgt u een beter resultaat
als ook bij AF een afstemstap van 50 kHz
wordt gebruikt.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling FM step in het menu met beginin-
stellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de FM-af-
stemstap te selecteren.
Telkens als u op MULTI-CONTROL drukt, wij-
zigt u de FM-afstemstap tussen 50 kHz en 100
kHz. De geselecteerde FM-afstemstap ver-
schijnt op het display.
# Bij handmatig afstemmen blijft de afstemstap
50 kHz.
Automatisch PI-zoeken in-
of uitschakelen
Als deze functie is ingeschakeld, probeert het
toestel bij slechte ontvangst automatisch een
andere zender met gelijkaardige programma s
te vinden, ook als u een voorkeuzezender se-
lecteerde.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Auto PI in het menu met beginin-
stellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de auto-
matische PI-zoekfunctie in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
automatische PI-zoekfunctie uit te schakelen.
De waarschuwingstoon in-
of uitschakelen
Als het voorpaneel niet binnen vier seconden
na het uitschakelen van het contact van het
hoofdtoestel wordt verwijderd, klinkt er een
waarschuwingstoon. U kunt deze waarschu-
wingstoon uitschakelen.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Warning tone in het menu met be-
gininstellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de waar-
schuwingstoon in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
waarschuwingstoon uit te schakelen.
Het voorpaneel
automatisch openen
Dit toestel is tegen diefstal beveiligd door mid-
del van een afneembaar voorpaneel. Het voor-
paneel kan gemakkelijk worden verwijderd
doordat het zich automatisch opent. Deze
functie is standaard ingeschakeld.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Face auto open in het menu met
begininstellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het voor-
paneel automatisch te laten openen.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om het
automatisch openen uit te schakelen.
Begininstellingen
Nl
44
Hoofdstuk
04
Black plate (45,1)
De externe ingang in- of
uitschakelen
Door middel van de externe ingang kunnen ex-
terne apparaten op dit toestel worden aange-
sloten en afzonderlijk worden gebruikt.
Daarvoor moet eerst de betreffende AUX-in-
gang worden ingeschakeld. Raadpleeg De
AUX-signaalbron op bladzijde 50 voor meer in-
formatie over het aansluiten en gebruiken van
externe apparaten.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling AUX1 of AUX2 in het menu met be-
gininstellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Druk op MULTI-CONTROL om AUX1 of
AUX2 in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om deze
weer uit te schakelen.
De dimmer in- of uitschakelen
Om te voorkomen dat het display s avonds te
fel schijnt, kan het automatisch worden ge-
dimd wanneer u de koplampen van het voer-
tuig aanzet. U kunt de dimfunctie naar wens
aan- of uitzetten.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Dimmer in het menu met beginin-
stellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de dim-
mer in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
dimmer uit te schakelen.
De helderheid aanpassen
U kunt de helderheid van het display aanpas-
sen.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Brightness in het menu met begin-
instellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om het helderheidsniveau in te
stellen.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden 0 en 15. De waarde wordt op het
display getoond.
# Als de dimmer is ingeschakeld, kan de helder-
heid worden aangepast tussen de waarden 0 en
10.
De verlichtingskleur
selecteren
U kunt een verlichtingskleur kiezen uit wit,
rood, oranjegeel, groen en blauw. Bovendien
kunt u de helderheid van iedere kleur instel-
len.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Illumination 1 in het menu met be-
gininstellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om de gewenste verlichtings-
kleur te selecteren.
Duw MULTI-CONTROL zo vaak als nodig naar
links of naar rechts om de verlichtingskleur te
selecteren. De selectievolgorde is:
White (wit)Red (rood)Amber (oranjegeel)
Blue (blauw)Green (groen)Custom
(aangepast)
# Selecteer Custom als u het niveau van de drie
primaire kleuren (rood, groen en blauw) zelf wilt
instellen. Raadpleeg De verlichtingskleur aanpas-
sen op de volgende bladzijde.
Begininstellingen
Nl
45
Hoofdstuk
04
Begininstellingen
Black plate (46,1)
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om het helderheidsniveau in te stel-
len.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden +1 en 1. De waarde wordt op het
display getoond.
De verlichtingskleur
aanpassen
U kunt een nieuwe verlichtingskleur creëren
door zelf het niveau van de drie primaire kleu-
ren (rood, groen en blauw) te bepalen.
! Dit kan alleen als Custom is geselecteerd
onder Illumination 1.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Illumination 2 in het menu met be-
gininstellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om de kleur te selecteren die u
wilt aanpassen.
R (rood)G (groen)B (blauw)
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om het kleurniveau aan te passen.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden 4 en 0. De waarde wordt op het
display getoond.
De verlichting koppelen
U kunt de toetsverlichting van dit toestel kop-
pelen aan de stand van de contactschakelaar
of de voertuigverlichting. Met deze instelling
stelt u de gewenste koppeling in.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling ILL line in het menu met beginin-
stellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Druk op MULTI-CONTROL om deze
functie in te schakelen.
Als deze functie is ingeschakeld, wordt de
toetsverlichting gekoppeld aan de lichtschake-
laar van het voertuig.
Als deze functie is uitgeschakeld, is de toets-
verlichting gekoppeld aan de contactschake-
laar van het voertuig.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om deze
uit te schakelen.
Vervormd geluid corrigeren
Als u een cd of andere signaalbron afspeelt
die hard is opgenomen, kan het geluid ver-
vormd worden als een equalizercurve te hoog
is ingesteld. U kunt het geluid digitaal laten
dempen om zulke geluidsvervormingen te be-
perken.
! De geluidskwaliteit is meestal beter is bij
een hoge instelling; daarom wordt gewoon-
lijk de hogere instelling toegepast.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Digital ATT in het menu met begin-
instellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het ni-
veau voor digitale demping te selecteren.
Druk zo vaak als nodig op MULTI-CONTROL
om de gewenste instelling te selecteren: High
(hoog) en Low (laag). De instelling wordt op
het display weergegeven.
De audiofuncties resetten
Alle audiofuncties kunnen naar hun beginin-
stelling teruggezet worden.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Audio Reset in het menu met be-
gininstellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
Begininstellingen
Nl
46
Hoofdstuk
04
Black plate (47,1)
2 Druk op MULTI-CONTROL.
Reset data? verschijnt op het display.
3 Duw MULTI-CONTROL naar rechts.
Are You Sure? verschijnt op het display.
4 Druk op MULTI-CONTROL om de audio-
functies te resetten.
Wanneer Complete op het display verschijnt,
zijn de audiofuncties gereset.
# Druk op B om deze functie te annuleren.
Het geluid tijdelijk
uitschakelen of dempen
Het geluid van dit toestel kan automatisch
worden uitgeschakeld of gedempt wanneer
een andere apparaat met uitschakelingsfunc-
tie daarom vraagt met een speciaal signaal.
! Wanneer het geluid tijdelijk is uitgescha-
keld of gedempt, verschijnt MUTE of ATT
op het display. U kunt het geluid dan niet
aanpassen.
! Het volume keert terug naar het oorspron-
kelijke niveau wanneer de uitschakeling of
demping wordt opgeheven.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Mute in het menu met begininstel-
lingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de ge-
wenste instelling voor dempen/uitschake-
len te selecteren.
Druk zo vaak als nodig op MULTI-CONTROL
om de gewenste instelling te selecteren. De
selectievolgorde is:
20dB ATT (20 dB dempen)TEL mute (uit-
schakelen)10dB ATT (10 dB dempen)
! 20dB ATT dempt meer dan 10dB ATT.
De polariteit van de
deurbediening instellen
Voordat de functie voor demping via de portie-
ren gebruikt kan worden, moet de polariteit
van de deurbediening worden ingesteld. Con-
troleer de instelling en corrigeer die indien
nodig.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Door mute 1 in het menu met be-
gininstellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer
de gewenste instelling.
Druk zo vaak als nodig op MULTI-CONTROL
om de gewenste instelling te selecteren. De
selectievolgorde is:
High (hoog)Low (laag)
! Als de polariteit + (positief) wordt wanneer
de deur wordt geopend, selecteert u High.
! Als de polariteit (negatief) wordt wanneer
de deur wordt geopend, selecteert u
Low.
Demping via de deuren
instellen
Het geluid kan automatisch gedempt of uitge-
schakeld worden wanneer de deur van het
voertuig wordt geopend.
! Het volume keert terug naar het oorspron-
kelijke niveau wanneer de uitschakeling of
demping wordt opgeheven.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Door mute 2 in het menu met be-
gininstellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
Begininstellingen
Nl
47
Hoofdstuk
04
Begininstellingen
Black plate (48,1)
2 Druk op MULTI-CONTROL om de ge-
wenste instelling voor dempen/uitschake-
len te selecteren.
Druk zo vaak als nodig op MULTI-CONTROL
om de gewenste instelling te selecteren. De
selectievolgorde is:
OFF (uit)20dB ATT (20 dB dempen)MUTE
(uitschakelen)
De tegengestelde modus
inschakelen
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
handeling uitvoert, wordt de tekst op het dis-
play in tegengestelde kleuren weergegeven.
De weergave wordt iedere 10 seconden gewij-
zigd.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Reverse mode in het menu met be-
gininstellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de tegen-
gestelde modus in te schakelen.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de te-
gengestelde modus uit te schakelen.
# U kunt de tegengestelde modus ook in- of uit-
schakelen door op B te drukken als het toestel uit
staat. Raadpleeg Tegengestelde modus op blad-
zijde 7 voor meer informatie.
Ever Scroll inschakelen
Als Ever Scroll is ingeschakeld, blijft tekstinfor-
matie (bijvoorbeeld een cd-titel) continu door
het display schuiven. Zet Ever Scroll uit als u
wilt dat de informatie maar één keer door het
display schuift.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Ever-scroll in het menu met begin-
instellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Druk op MULTI-CONTROL om Ever
Scroll aan te zetten.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om Ever
Scroll uit te zetten.
De signaalbron BT Audio
inschakelen
De signaalbron BT Audio moet worden inge-
schakeld als u een Bluetooth-audiospeler wilt
gebruiken.
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een Bluetooth-adapter (bijvoorbeeld CD-
BTB200) op dit toestel is aangesloten.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling BT AUDIO in het menu met begin-
instellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de sig-
naalbron BT Audio in te schakelen.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de
signaalbron BT Audio uit te schakelen.
De pincode invoeren voor
Bluetooth draadloze
verbinding
Als u uw mobiele telefoon met dit toestel wilt
verbinden via Bluetooth draadloze technolo-
gie, moet u eerst de pincode van uw telefoon
invoeren om de verbinding te bevestigen. De
standaardcode is 0000 maar u kunt die via
deze functie wijzigen.
! Bij sommige Bluetooth-audiospelers moet
u eerst de pincode van de audiospeler in-
voeren voordat u met dit toestel verbinding
kunt maken.
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een Bluetooth-adapter (bijvoorbeeld CD-
BTB200) op dit toestel is aangesloten.
Begininstellingen
Nl
48
Hoofdstuk
04
Black plate (49,1)
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Pin code input in het menu met be-
gininstellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
2 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om een nummer te selecteren.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de cursor naar de vorige of vol-
gende positie te verplaatsen.
4 Nadat u de pincode (max. 16 cijfers)
hebt ingevoerd, drukt u op
MULTI-CONTROL.
De pincode kan in het geheugen worden opge-
slagen.
Druk ter bevestiging nogmaals op
MULTI-CONTROL om de ingevoerde pincode
in het geheugen van dit toestel op te slaan.
# Als u MULTI-CONTROL naar rechts duwt ter-
wijl het bevestigingsscherm wordt weergegeven,
keert u terug naar het invoerscherm van de pin-
code en kunt u deze wijzigen.
De systeemversie opvragen
in geval van reparatie
Als dit product niet naar behoren functioneert
en u uw leverancier raadpleegt voor reparatie-
werkzaamheden, kan deze vragen naar de sys-
teemversie van dit toestel en van de Bluetooth-
module. U kunt deze versies opvragen en note-
ren.
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een Bluetooth-adapter (bijvoorbeeld CD-
BTB200) op dit toestel is aangesloten.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling BT Version Info. in het menu met
begininstellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 42.
De versie van het systeem (de microprocessor)
van dit toestel wordt weergegeven.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links om
naar de versie van de Bluetooth-module
van dit toestel te schakelen.
# Duw MULTI-CONTROL naar rechts om terug
te keren naar de systeemversie van dit toestel.
Begininstellingen
Nl
49
Hoofdstuk
04
Begininstellingen
Black plate (50,1)
De AUX-signaalbron
Op dit toestel kunt u maximaal twee externe
apparaten aansluiten, zoals videoapparatuur
of draagbare apparaten (los verkrijgbaar). Aan-
gesloten externe apparaten worden automa-
tisch als een AUX-signaalbron herkend en
toegewezen aan AUX1 of AUX2. Het verschil
tussen de signaalbronnen AUX1 en AUX2
wordt hieronder uitgelegd.
Informatie over AUX1 en AUX2
Externe apparaten kunnen op twee manieren
op dit toestel worden aangesloten.
AUX1-signaalbron:
Als u een extern apparaat aansluit met een
2,5mm-stereoplugkabel
1 Houd h/Open ingedrukt om het voor-
paneel te openen.
De ingang AUX1 bevindt zich achter het voor-
paneel.
2 Steek de 2,5 mm-plug in de AUX1-in-
gang van dit toestel.
Het externe apparaat wordt autom atisch inge-
steld op AUX1.
AUX2-signaalbron:
Als u een extern apparaat aansluit met een IP-
BUS-RCA-adapter (los verkrijgbaar)
% Met een IP-BUS-RCA-adapter zoals de
CD-RB20/CD-RB10 (los verkrijgbaar) kunt u
externe apparatuur met een RCA-uitgang
op dit toestel aansluiten.
Raadpleeg voor meer informatie de gebrui-
kershandleiding van de IP-BUS-RCA-adapter.
Het externe apparaat wordt autom atisch inge-
steld op AUX2.
# U kunt op deze manier alleen externe appara-
ten aansluiten die voorzien zijn van een RCA-uit-
gang.
De signaalbron AUX selecteren
% Druk op SRC/Off om AUX (AUX1 of
AUX2) als signaalbron te selecteren.
# De signaalbron AUX kan alleen worden gese-
lecteerd als de externe ingang is ingeschakeld.
Raadpleeg De externe ingang in- of uitschakelen
op bladzijde 45 voor meer informatie.
De AUX-titel instellen
U kunt de naam wijzigen die wordt weergege-
ven voor de signaalbronnen AUX1 en AUX2.
1 Nadat u AUX als signaalbron hebt gese-
lecteerd, selecteert u met MULTI-CONTROL
de optie FUNCTION en vervolgens
TitleInput "A".
2 Voer de titel op dezelfde wijze in als
voor de ingebouwde cd-speler.
Raadpleeg Disctitels invoeren op bladzijde 22
voor meer informatie over de bediening.
Overige functies
Nl
50
Hoofdstuk
05
Black plate (51,1)
Gebruik van een extern toestel
Met een extern toestel wordt een Pioneer-pro-
duct bedoeld (bijvoorbeeld een toekomstig ver-
krijgbaar product) dat niet als bron gebruikt
kan worden maar waarvan u de basisfuncties
met dit toestel kunt bedienen. Met dit toestel
kunnen twee externe toestellen worden be-
diend. Als er twee externe toestellen op dit toe-
stel zijn aangesloten, worden deze
automatisch toegewezen als extern toestel 1 of
extern toestel 2.
Hieronder wordt de basisbediening van het ex-
terne toestel uitgelegd. De beschikbare func-
ties zijn afhankelijk van het gebruikte toestel.
Raadpleeg voor meer informatie de handlei-
ding van het externe toestel.
Een extern toestel als
signaalbron selecteren
% Druk op SRC/Off en kies EXTERNAL als
signaalbron.
Basisbediening
De functies die met de volgende handelingen
zijn verbonden, zijn afhankelijk van het externe
toestel dat op dit toestel wordt aangesloten.
Raadpleeg voor meer informatie de handlei-
ding van het externe toestel.
% Druk op B.
% Houd B ingedrukt.
% Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts.
% Houd MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts ingedrukt.
% Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me-
nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie
te selecteren. Druk erop om uw keuze te be-
vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func-
tie te selecteren.
Function1 (functie 1)Function2 (functie 2)
Function3 (functie 3)Function4 (functie
4)Auto/Manual (automatisch/handmatig)
# Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
De entertainment-displays
Tijdens het luisteren kunnen verschillende en-
tertainment-displays worden weergeven.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me-
nuoptie DISPLAY.
Draai aan de knop om een andere menuoptie
te selecteren. Druk erop om uw keuze te be-
vestigen.
3 Gebruik MULTI-CONTROL om het ge-
wenste display te selecteren.
Draai aan de knop om een andere menuoptie
te selecteren. Druk erop om uw keuze te be-
vestigen.
BASIC DISPLAY (gewoon display)
SPECTRUM ANALYZER-1 (spectrumanalyzer
1)SPECTRUM ANALYZER-2 (spectrumana-
lyzer 2)LEVEL METER (niveaumeter)
DISPLAY OFF (display uit)
# Druk op B om terug te keren naar het weerga-
vedisplay.
# U kunt ook DISPLAY OFF (display uit) ook se-
lecteren door EQ ingedrukt te houden.
# Als het display uitgeschakeld is, brandt de dis-
play uit-indicator.
Overige functies
Nl
51
Hoofdstuk
05
Overige functies
Black plate (52,1)
De Direct Function-toets (DF)
U kunt de voorgeprogrammeerde functies
voor elke signaalbron bedienen met DF op de
afstandsbediening.
% Druk op DF om pauze in te schakelen
als u de volgende signaalbronnen selec-
teert:
! CD Ingebouwde cd-speler
! iPod iPod die is aangesloten via de USB-
ingang of iPod die is verbonden met de in-
terfaceadapter
! Multi CD Multi-cd-speler
! USB Draagbare USB-audiospeler/USB-ge-
heugen
! BT Audio Bluetooth-audiospeler
! DVD Dvd-speler/multi-dvd-speler
# Druk opnieuw op DF als u de pauzefunctie
wilt uitschakelen.
% Houd DF ingedrukt om BSM in te scha-
kelen als u de tuner als signaalbron selec-
teert.
Houd DF ingedrukt tot de functie BSM aan
gaat.
# Druk opnieuw op DF om het opslaan te annu-
leren.
% Houd DF ingedrukt om BSSM in te scha-
kelen als u de televisie als signaalbron se-
lecteert.
Houd DF ingedrukt tot de BSSM aan gaat.
# Druk opnieuw op DF om het opslaan te annu-
leren.
% Druk op DF om functie 1 in te schakelen
als u EXT (extern toestel 1/extern toestel 2)
als signaalbron selecteert.
# Druk nogmaals op DF om functie 1 uit te
schakelen.
Overige functies
Nl
52
Hoofdstuk
05
Black plate (53,1)
Muziek op de iPod afspelen
Basisbediening
U kunt via dit toestel een iPod-interfaceadapter
(bijvoorbeeld CD-IB100N) bedienen. Deze is los
verkrijgbaar.
1 Songnummerindicator
2 Spanningsindicator
Geeft de accuspanning aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke spanning.
3 Weergavetijdindicator
4 Songlengte (voortgangsbalk)
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts ingedrukt.
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts.
Opmerkingen
! Lees de voorzorgsmaatregelen voor het ge-
bruik van de iPod in het volgende gedeelte.
Raadpleeg bladzijde 80.
! Als er een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan Foutmeldingen op bladzijde 75.
! Als het contact in de accessoirestand (ACC)
staat of aan staat, wordt de batterij van de
iPod opgeladen als de iPod op dit toestel is
aangesloten.
! Als de iPod op dit toestel is aangesloten, kunt
u de iPod zelf niet aan- of uitzetten.
! Voordat u de iPod op dit toestel aansluit, moet
u de koptelefoon van de iPod loskoppelen.
! De iPod wordt ongeveer twee minuten nadat
de contactschakelaar op OFF is gezet, uitge-
schakeld.
Tekstinformatie op de iPod
weergeven
% Druk op D/Scrl om de gewenste tekstin-
formatie te selecteren.
Weergavetijd
: naam artiest en : songti-
tel
: naam artiest en : albumnaam :
albumnaam en
: songtitel : songtitel en
weergavetijd
# Tekens op de iPod die niet compatibel zijn met
dit toestel worden niet weergegeven.
Opmerkingen
! U kunt de tekstinformatie verschuiven door D/
Scrl ingedrukt te houden.
! Als Ever Scroll bij de begininstellingen op ON
is ingesteld, blijft de tekstinformatie continu
door het display schuiven. Raadpleeg Ever
Scroll inschakelen op bladzijde 48.
Naar een song bladeren
De bediening van deze functie is gelijk aan de
bediening bij een iPod die via USB op dit toe-
stel is aangesloten. (Raadpleeg Naar een song
bladeren op bladzijde 25.)
De categorieën die kunnen worden geselec-
teerd wijken echter enigszins af. Deze catego-
rieën zijn
Playlists (speellijsten)Artists (artiesten)
Albums (albums)Songs (songs)Genres
(genres)
! Als u een iPod met interfaceadapter ge-
bruikt, kunt u songs in de lijst niet alfabe-
tisch zoeken.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
Verkrijgbare accessoires
Nl
53
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires
Black plate (54,1)
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me-
nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie
te selecteren. Druk erop om uw keuze te be-
vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func-
tie te selecteren.
Play mode (herhaalde weergave)
Shuffle mode (willekeurige weergave)
Pause (pauze)
Functies en bediening
De bediening van Play mode en Pause is in
principe identiek aan die van de ingebouwde
cd-speler.
De werking van Shuffle mode is zoals bij een
iPod die via USB op dit toestel is aangesloten.
Functienaam Gebruik
Play mode
Raadpleeg Een herhaalbereik selecte-
ren op bladzijde 21.
De herhaa lbereiken die u kunt selec-
teren zijn echter verschillend van de
ingebouwde cd-speler. De herhaal-
bereiken van de iPod zijn:
! Repeat One De huidige song
herhalen
! Repeat All Alle songs in de ge-
selecteerde lijst herhalen
Shuffle mode
Raadpleeg Songs in willekeurige
volgorde afspelen (shuffle) op blad-
zijde 27.
Pause
Raadpleeg Het afspelen onderbreken
op bladzijde 22.
Opmerkingen
! Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
! Als een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden wordt gebruikt, keert het display auto-
matisch terug naar het gewone display.
Bluetooth-audio
Als u op dit toestel een Bluetooth-adapter aan-
sluit (bijvoorbeeld CD-BTB200), kunt u via Blue-
tooth draadloze technologie een Bluetooth-
audiospeler bedienen.
! In sommige landen is CD-BTB200 niet in
de handel verkrijgbaar.
Basisbediening
1
2
1 Naam van het apparaat
Toont de apparaatnaam van de aangesloten
Bluetooth-audiospeler (of Bluetooth-adapter).
2 Spanningsindicator
Geeft de accuspanning aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke spanning.
Belangrijk
! Afhankelijk van de aangesloten Bluetooth-au-
diospeler is de bediening met dit toestel be-
perkt tot de volgende twee niveaus:
A2DP-profiel (Advanced Audio Distribution
Profile): Hiermee kunt u muziek op de au-
diospeler alleen afspelen.
AVRCP-profiel (Audio/Video Remote Con-
trol Profile): Hiermee kunt u muziek afspe-
len, pauzeren, songs selecteren enz.
! Omdat er verschillende Bluetooth-audiospe-
lers verkrijgbaar zijn, is de bediening met dit
toestel afhankelijk van het type audiospeler.
Raadpleeg de handleiding van de Bluetooth-
audiospeler en deze handleiding bij het bedie-
nen van de audiospeler op dit toestel.
Verkrijgbare accessoires
Nl
54
Hoofdstuk
06
Black plate (55,1)
! Informatie over songs (bijvoorbeeld de verstre-
ken weergavetijd, de songtitel, de songindex,
enz.) kan niet op dit toestel worden weergege-
ven.
! Wanneer u via de Bluetooth-audiospeler naar
muziek luistert, vermijdt u het gebruik van de
mobiele telefoon het best zo veel mogelijk. Het
signaal van een mobiele telefoon kan de mu-
ziekweergave verstoren.
! Wanneer u een mobiele telefoon gebruikt die
met Bluetooth draadloze technologie op dit
toestel is aangesloten, wordt de weergave van
songs op de Bluetooth-audiospeler die op dit
toestel is aangesloten gedempt.
! Als u naar muziek op de Bluetooth-audiospe-
ler luistert en naar een andere signaalbron
overschakelt, wordt het afspelen niet afgebro-
ken.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts ingedrukt.
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts.
Opmerkingen
! Raadpleeg de handleiding van de Bluetooth-
adapter voor meer informatie over de bedie-
ning. In dit gedeelte wordt in het kort informa-
tie gegeven over de bediening van de
Bluetooth-audiospeler met dit toestel. Deze in-
formatie is verkort of enigszins verschillend
van de informatie in de bedieningshandlei-
ding van de Bluetooth-adapter.
! Zelfs wanneer de audiospeler geen Bluetooth-
module heeft, kunt u die toch vanaf dit toestel
bedienen via Bluetooth draadloze technologie.
Als u met dit toestel een audiospeler wilt be-
dienen, sluit dan op de audiospeler een pro-
duct aan dat is uitgerust met Bluetooth
draadloze technologie (in de winkel verkrijg-
baar) en sluit op dit toestel de Bluetooth-adap-
ter aan (bijvoorbeeld CD-BTB200).
Functies en bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me-
nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie
te selecteren. Druk erop om uw keuze te be-
vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func-
tie te selecteren.
Connection open (verbinding open)
Disconnect audio (audioverbinding beëindi-
gen)Play (weergeven)Stop (stoppen)
Pause (pauze)Device info. (apparaatgege-
vens)
# De werking van Pause is zoals bij de inge-
bouwde cd-speler. (Raadpleeg Het afspelen onder-
breken op bladzijde 22.)
Opmerkingen
! Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
! Als er nog geen Bluetooth-audiospeler op dit
toestel is aangesloten, verschijnen
Connection open en Device info. in het
functiemenu en zijn de overige functies niet
beschikbaar.
! Als een Bluetooth-audiospeler via het AVRCP-
profiel (Audio/Video Remote Control Profile) is
aangesloten, verschijnt Connection open
niet in het functiemenu.
! Als een Bluetooth-audiospeler via het A2DP-
profiel (Advanced Audio Distribution Profile)
is aangesloten, verschijnen alleen
Disconnect audio en Device info. in het
functiemenu.
! Als de functies (behalve Connection open en
Disconnect audio) niet binnen ongeveer 30
seconden gebruikt worden, keert het display
automatisch terug naar de gewone weergave.
Verkrijgbare accessoires
Nl
55
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires
Black plate (56,1)
Verbinding maken met een
Bluetooth-audiospeler
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Connection open.
Raadpleeg Functies en bediening op de vorige
bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de verbin-
ding te openen.
Always waiting wordt weergegeven. Het toe-
stel is nu gereed om verbinding te maken met
een Bluetooth-audiospeler.
Als de Bluetooth-audiospeler gereed is voor de
Bluetooth draadloze verbinding, wordt de ver-
binding met dit toestel automatisch tot stand
gebracht.
Opmerking
Bij sommige audiospelers moet u eerst de pin-
code in dit toestel moet invoeren voordat u deze
kunt gebruiken. De pincode voor uw speler vindt
u op de speler zelf of in de bijgeleverde documen-
tatie. Raadpleeg De pincode invoeren voor Blue-
tooth draadloze verbinding op bladzijde 48.
Muziek afspelen op een
Bluetooth-audiospeler
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Play.
Raadpleeg Functies en bediening op de vorige
bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het afspe-
len te starten.
Het afspelen stoppen
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Stop.
Raadpleeg Functies en bediening op de vorige
bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het afspe-
len te stoppen.
De verbinding met een
Bluetooth-audiospeler verbreken
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Disconnect audio.
Raadpleeg Functies en bediening op de vorige
bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de verbin-
ding met de Bluetooth-audiospeler te ver-
breken.
Disconnected wordt weergegeven. De verbin-
ding tussen de Bluetooth-audiospeler en dit
toestel is nu verbroken.
Het Bluetooth-apparaatadres
weergeven
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Device info.
Raadpleeg Functies en bediening op de vorige
bladzijde.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links om
naar het Bluetooth-apparaatadres om te
schakelen.
De hexadecimale tekenreeks van 12 cijfers
wordt weergegeven.
# Duw MULTI-CONTROL naar rechts om terug
te keren naar de naam van het apparaat.
Bluetooth-telefoon
Als u een Bluetooth-adapter (bijvoorbeeld CD-
BTB200) gebruikt, kunt u op dit toestel een mo-
biele telefoon met Bluetooth-technologie aan-
sluiten voor handsfr ee bellen tijdens het rijden.
! In sommige landen is CD-BTB200 niet in
de handel verkrijgbaar.
Verkrijgbare accessoires
Nl
56
Hoofdstuk
06
Black plate (57,1)
Basisbediening

1 Naam van het apparaat
Toont de apparaatnaam van de mobiele tele-
foon.
2 Signaalniveau-indicator
Deze geeft de signaalsterkte van de mobiele
telefoon aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke signaal-
sterkte.
3 Indicator gebruikersnummer
Deze toont het registratienummer van de mo-
biele telefoon.
4 Indicator batterijvermogen
Deze geeft het vermogen van de batterij van
de mobiele telefoon aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van het werkelijke batterijni-
veau.
! Als het batterijvermogen niet kan wor-
den vastgesteld, geeft de indicator niets
aan.
5 Indicator inkomend gesprek
Deze geeft aan dat er een inkomend gesprek
is ontvangen dat u nog niet hebt gezien.
! Inkomende gesprekken die werden ont-
vangen terwijl de mobiele telefoon niet
was aangesloten op dit toestel, worden
niet weergegeven.
6 Indicator automatisch beantwoorden/automa-
tisch weigeren
Deze geeft AUTO aan wanneer de functie Au-
tomatisch beantwoorden is geactiveerd (zie
Automatisch beantwoorden instellen op blad-
zijde 66 voor meer informatie).
Deze geeft REFUSE aan wanneer de functie
Automatisch weigeren is geactiveerd (zie Au-
tomatisch weigeren instellen op bladzijde 66
voor meer informatie).
7 Klokweergave
Toont de tijd (als het toestel is aangesloten op
een telefoon).
Belangrijk
! Als u dit toestel gebruikt in combinatie met
een mobiele telefoon met Bluetooth draadloze
technologie terwijl de motor niet draait, kan
de accu leeg raken.
! Handelingen die uw aandacht vereisen zoals
het kiezen van nummers op het display, het
gebruik van het telefoonboek, enz. zijn niet
toegelaten tijdens het rijden. Als u dergelijke
handelingen wilt uitvoeren, dient u het voer-
tuig eerst veilig te parkeren.
Opmerkingen
! De equalizercurve voor telefoongebruik kan
niet worden gewijzigd.
! Als de telefoon als bron is geselecteerd, kan
alleen de Fader (balansinstelling) in het audi-
omenu bediend worden.
Het toestel instellen voor
handsfree telefoneren
Voordat u de functie voor handsfree telefone-
ren kunt gebruiken, moet u een aantal instel-
lingen op dit toestel opgeven. Dit houdt in dat
u de telefoon op dit toestel moet registreren,
een Bluetooth draadloze verbinding tussen dit
toestel en de telefoon moet maken, en het vo-
lumeniveau moet aanpassen.
1 Verbinden
Raadpleeg Verbinding maken met een mobiele
telefoon op bladzijde 60 voor meer informatie
over het aansluiten van een telefoon op dit toe-
stel via Bluetooth draadloze technologie.
# De telefoon is nu tijdelijk aangesloten. Om op-
timaal gebruik te kunnen maken van deze tech-
nologie, moet u de telefoon op dit toestel
registreren.
Verkrijgbare accessoires
Nl
57
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires
Black plate (58,1)
2 Registreren
Raadpleeg Een aangesloten mobiele telefoon
registreren op bladzijde 60 voor informatie over
het registreren van een tijdelijk aangesloten te-
lefoon.
3 Volume instellen
Stel het volume van de mobiele telefoon naar
wens in. Het volume dat u nu instelt wordt in
dit toestel als standaardinstelling in het ge-
heugen opgeslagen.
# Het gespreksvolume en het volume van het
belsignaal zijn afhankelijk van het type mobiele
telefoon dat u gebruikt.
# Als het volume van het belsignaal en het ge-
spreksvolume erg verschillen, kan het algemene
volumeniveau onstabiel worden.
# Controleer of het volume van de mobiele tele-
foon op het gewenste niveau staat voordat u de
telefoon van dit toestel loskoppelt. Als het volume
van de mobiele telefoon is gedempt (op nul
staat), blijft het gedempt zelfs nadat de telefoon
is losgekoppeld.
Een telefoongesprek voeren
Spraakherkenning
1 Houd B ingedrukt tot Voice dial op het
display verschijnt.
Voice dial verschijnt op het display. Als
Voice dial ON wordt weergegeven, is de func-
tie Spraakherkenning beschikbaar.
# Als de mobiele telefoon spraakherkenning
niet ondersteunt, verschijnt No voice dial op het
display en kunt u deze functie niet gebruiken.
2 Noem de naam van de gewenste con-
tactpersoon.
Een telefoongesprek aanneme n
Een inkomend gesprek
beantwoorden of weigeren
% Een inkomend gesprek beantwoorden
Druk op MULTI-CONTROL als er een gesprek
binnenkomt.
# U kunt dit ook doen door MULTI-CONTROL
omhoog te duwen.
% Een telefoongesprek beëindigen
Duw MULTI-CONTROL omlaag.
% Een inkomend gesprek weigeren
Duw MULTI-CONTROL omhoog als er een ge-
sprek binnenkomt.
Opmerkingen
! Als de privémodus is geselecteerd op de mobi-
ele telefoon, is handsfree bellen wellicht niet
mogelijk.
! De geschatte gespreksduur verschijnt op het
display (deze kan enigszins afwijken van de
werkelijke gespreksduur).
Mogelijkheden voor een gesprek in
de wachtstand
% Een gesprek in de wachtstand beant-
woorden
Druk op MULTI-CONTROL als er een gesprek
binnenkomt.
# U kunt dit ook doen door MULTI-CONTROL
omhoog te duwen.
% Alle gesprekken beëindigen
Duw MULTI-CONTROL omlaag.
% Schakelen tussen de bellers die in de
wachtstand staan
Druk op MULTI-CONTROL.
# U kunt dit ook doen door MULTI-CONTROL
omhoog te duwen.
% Een gesprek in de wachtstand weige-
ren
Duw MULTI-CONTROL omlaag.
Opmerkingen
! Door MULTI-CONTROL omlaag te duwen, be-
ëindigt u alle gesprekken inclusief gesprekken
die in de wachtstand staan.
Verkrijgbare accessoires
Nl
58
Hoofdstuk
06
Black plate (59,1)
! Om het gesprek te beëindigen, moeten zowel
u als de persoon waarmee u sprak de telefoon
ophangen.
Functies en bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me-
nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie
te selecteren. Druk erop om uw keuze te be-
vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func-
tie te selecteren.
Search&Connect (zoeken en verbinden)
Disconnect phone (telefoonverbinding beëin-
digen)Connection open (verbinding open)
Set phone (telefoon registreren)
Connect phone (telefoon verbinden)
Delete phone (telefoon verwijderen)
PH.B.Transfer (telefoonboek overzetten)
PH.B.Name view (sorteerwijze telefoonboek)
Clear memory (geheugen wissen)
Number dial (bellen door een nummer in te
voeren)Refuse calls (instelling voor automa-
tisch weigeren)Auto answer (instelling
voor automatisch beantwoorden)Ring tone
(beltoon selecteren)Auto connect (instel-
ling automatisch verbinden)Echo cancel
(echo onderdrukken)Device info. (apparaat-
gegevens)
Als de telefoon nog niet met dit toestel is
verbonden
De volgende functies kunnen niet worden ge-
bruikt.
! Disconnect phone (verbinding verbreken)
! Set phone (telefoon registreren)
! PH.B.Name view (sorteerwijze telefoon-
boek)
! Clear memory (geheugen wissen)
! Number dial (bellen door een nummer in
te voeren)
Als de telefoon met dit toestel is verbon-
den maar nog niet geregistreerd is
De volgende functies kunnen niet worden ge-
bruikt.
! Search&Connect (zoeken en verbinding
maken)
! Connection open (verbinding open)
! Connect phone (telefoon verbinden)
! PH.B.Name view (sorteerwijze telefoon-
boek)
! Clear memory (geheugen wissen)
Als de telefoon met dit toestel is verbon-
den en geregistreerd is
De volgende functies kunnen niet worden ge-
bruikt.
! Search&Connect (zoeken en verbinding
maken)
! Connection open (verbinding open)
! Set phone (telefoon registreren)
! Connect phone (telefoon verbinden)
Opmerkingen
! Druk op B om terug te keren naar het weerga-
vedisplay.
! Device info. is gelijk aan dezelfde functie
voor Bluetooth-audio. (Raadpleeg Het Blue-
tooth-apparaatadres weergeven op bladzijde
56.)
! PH.B.Name view (sorteerwijze telefoonboek)
is niet beschikbaar voor mobiele telefoons die
als gasttelefoon zijn geregistreerd.
! PH.B.Name view, Clear memory,
Number dial en Refuse calls zijn niet be-
schikbaar als een mobiele telefoon via het
Bluetooth HSP profiel (Head Set Profile) is
aangesloten.
! Als u een functie niet gebruikt binnen onge-
veer 30 seconden, keert het display automa-
tisch terug naar de gewone weergave. Dit
geldt niet voor Search&Connect,
Connection open, Connect phone,
PH.B.Transfer, Disconnect phone,
Number dial en Clear memory.
Verkrijgbare accessoires
Nl
59
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires
Black plate (60,1)
Verbinding maken met een
mobiele telefoon
Zoeken naar beschikbare mobiele
telefoons
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Search&Connect.
Raadpleeg Functies en bediening op de vorige
bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om beschik-
bare mobiele telefoons te zoeken.
Tijdens het zoeken knippert Searching. Als er
mobiele telefoons met Bluetooth draadloze
technologie worden gevonden, wordt de naam
daarvan weergegeven. Als de naam niet be-
kend is, wordt Name not found weergegeven.
# Als dit toestel geen beschikbare mobiele tele-
foons vindt, wordt Not found weergegeven.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om de naam te selecteren van het ap-
paraat waarmee u verbinding wilt maken.
# Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts
om over te schakelen tussen het Bluetooth-adres
en de naam van het apparaat.
4 Druk op MULTI-CONTROL om verbin-
ding te maken met de geselecteerde mobi-
ele telefoon.
Tijdens de verbindingsopbouw knippert
Connecting. Controleer om de verbinding te
voltooien de naam van het apparaat (Pioneer
BT Unit) en voer de koppelingscode op de mo-
biele telefoon in. Als de verbinding is gemaakt,
wordt Connected weergegeven.
# De standaardinstelling van de pincode is
0000. U kunt deze code wijzigen. Raadpleeg De
pincode invoeren voor Bluetooth draadloze verbin-
ding op bladzijde 48.
Verbinding maken vanaf een
mobiele telefoon
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Connection open.
Raadpleeg Functies en bediening op de vorige
bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de verbin-
ding te openen.
Always waiting knippert en het toestel is
stand-by om verbinding te maken met een mo-
biele telefoon.
3 Maak de verbinding met dit toestel
vanaf de mobiele telefoon.
# De standaardinstelling van de pincode is
0000. U kunt deze code wijzigen. Raadpleeg De
pincode invoeren voor Bluetooth draadloze verbin-
ding op bladzijde 48.
De verbinding met een mobiele
telefoon verbreken
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Disconnect phone.
Raadpleeg Functies en bediening op de vorige
bladzijde.
De apparaatnaam van de verbonden telefoon
verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de verbin-
ding met de mobiele telefoon te verbre-
ken.
Als de verbinding is verbroken, wordt
Disconnected weergegeven.
Een aangesloten mobiele
telefoon registreren
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Set phone.
Raadpleeg Functies en bediening op de vorige
bladzijde.
Verkrijgbare accessoires
Nl
60
Hoofdstuk
06
Black plate (61,1)
2 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag en selecteer onder welke toewijzing
de telefoon gepaird wordt.
P1 (gebruikerstelefoon 1)P2 (gebruikerstele-
foon 2)P3 (gebruikerstelefoon 3)G1 (gast-
telefoon 1)G2 (gasttelefoon 2)
# Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts
om over te schakelen tussen het Bluetooth-adres
en de naam van het apparaat.
# Als u een registratienummer selecteert, kunt
u zien of er al een telefoon aan dat nummer is
toegewezen. Als het nummer leeg is, wordt
No data weergegeven. Als het registratienummer
al bezet is, verschijnt de naam van de telefoon.
Als u een geregistreerde telefoon door een an-
dere telefoon wilt vervangen, moet u eerst de ge-
registreerde telefoon verwijderen. Raadpleeg Een
geregistreerde telefoon verwijderen op deze blad-
zijde voor meer informatie.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de aange-
sloten telefoon te registreren.
Als de registratie is voltooid, wordt
Reg.Completed weergegeven.
# Als de registratie is mislukt, wordt
Reg.ERROR weergegeven. Ga in dit geval terug
naar stap 1 en probeer het opnieuw.
Een geregistreerde telefoon
verwijderen
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Delete phone.
Raadpleeg Functies en bediening op bladzijde
59.
2 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag en selecteer onder welke toewijzing
de telefoon gepaird wordt.
P1 (gebruikerstelefoon 1)P2 (gebruikerstele-
foon 2)P3 (gebruikerstelefoon 3)G1 (gast-
telefoon 1)G2 (gasttelefoon 2)
# Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts
om over te schakelen tussen het Bluetooth-adres
en de naam van het apparaat.
# Als een registratienummer leeg is, verschijnt
No data op het display en is de handeling niet
mogelijk.
3 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om
Delete YES te selecteren.
Delete YES wordt weergegeven. Het toestel is
nu gereed om de telefoon te verwijderen.
4 Druk op MULTI-CONTROL om de tele-
foon te verwijderen.
Als de telefoon is verwijderd, wordt Deleted
weergegeven.
Verbinding maken met een
geregistreerde mobiele telefoon
Handmatig verbinding maken met
een geregistreerde telefoon
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Connect phone.
Raadpleeg Functies en bediening op bladzijde
59.
2 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag en selecteer onder welke toewijzing
de telefoon gepaird wordt.
P1 (gebruikerstelefoon 1)P2 (gebruikerstele-
foon 2)P3 (gebruikerstelefoon 3)G1 (gast-
telefoon 1)G2 (gasttelefoon 2)
# Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts
om over te schakelen tussen het Bluetooth-adres
en de naam van het apparaat.
# Als een registratienummer leeg is, verschijnt
No data op het display en is de handeling niet
mogelijk.
3 Druk op MULTI-CONTROL om verbin-
ding te maken met de geselecteerde mobi-
ele telefoon.
Terwijl er verbinding wordt gemaakt, wordt
Connecting weergegeven. Als de verbinding
is gemaakt, wordt Connected weergegeven.
Verkrijgbare accessoires
Nl
61
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires
Black plate (62,1)
Automatisch verbinding maken met
een geregistreerde telefoon
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Auto connect.
Raadpleeg Functies en bediening op bladzijde
59.
2 Druk op MULTI-CONTROL om automa-
tisch verbinding maken in te schakelen.
Als de mobiele telefoon gereed is voor een
Bluetooth draadloze verbinding, wordt de ver-
binding met dit toestel automatisch tot stand
gebracht.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
functie Automatisch verbinden uit te schakelen.
Het telefoonboek
Items naar het telefoonboek overzetten
In het telefoonboek kunt u maximaal 500
items opslaan. 300 voor Gebruiker 1, 150 voor
Gebruiker 2 en 50 voor Gebruiker 3.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu PH.B.Transfer.
Raadpleeg Functies en bediening op bladzijde
59.
2 Druk op MULTI-CONTROL om naar de
stand-bymodus voor het overzetten van
het telefoonboek te gaan.
Transfer YES verschijnt op het display.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het be-
vestigingsscherm weer te geven.
Transfer -/- verschijnt op het display.
4 Gebruik de mobiele telefoon om het te-
lefoonboek over te zetten.
Gebruik de mobiele telefoon om het telefoon-
boek over te zetten. Raadpleeg de handleiding
van de mobiele telefoon voor meer informatie.
# Het display geeft aan hoeveel items er zijn
overgezet en hoeveel items er in totaal moeten
worden overgezet.
5 Data transferred wordt weergegeven
als het overzetten van het telefoonboek is
voltooid.
De sorteerwijze van het
telefoonboek wijzigen
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu PH.B.Name view.
Raadpleeg Functies en bediening op bladzijde
59.
Invert names YES verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de sor-
teerwijze voor de namen te wijzigen.
Inverted verschijnt op het display en de sor-
teerwijze wordt gewijzigd.
Door herhaaldelijk op MULTI-CONTROL te
drukken, kunt u afwisselend sorteren op voor-
naam of achternaam.
Een nummer uit het telefoonboek bellen
Belangrijk
Voordat u deze handeling uitvoert, moet u het
voertuig veilig parkeren en op de handrem zetten.
Nadat u in het telefoonboek het gewenste
nummer hebt gevonden, kunt u dat nummer
selecteren en bellen.
1 Draai aan MULTI-CONTROL om de lijst
weer te geven.
2 Druk op D/Scrl om het telefoonboek
weer te geven.
Druk op D/Scrl en kies een van de volgende
lijsten:
TelefoonboekGemiste gesprekken Gekozen
gesprekkenOntvangen gesprekken
3 Druk MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om de eerste letter te selecte-
ren van de naam die u zoekt.
Verkrijgbare accessoires
Nl
62
Hoofdstuk
06
Black plate (63,1)
4 Druk op MULTI-CONTROL om items
weer te geven.
Op het display worden de eerste drie namen in
het telefoonboek weergegeven die met de ge-
selecteerde letter beginnen (bijvoorbeeld Bar-
bara, Bart en Ben wanneer u B had
geselecteerd).
5 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag en selecteer de persoon in het tele-
foonboek die u wilt bellen.
# U kunt de tekstinformatie verschuiven door D/
Scrl ingedrukt te houden.
6 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om
de gedetailleerde lijst van het geselec-
teerde item weer te geven.
In de gedetailleerde lijst worden het telefoon-
nummer, de naam en het genre (indien toege-
wezen) van items weergegeven.
# U kunt de tekstinformatie verschuiven door D/
Scrl ingedrukt te houden.
# Als er meerdere telefoonnummers onder een
item zijn opgeslagen, kunt u het gewenste num-
mer selecteren door MULTI-CONTROL te draai-
en.
# Als u een ander item uit het telefoonboek wilt
selecteren, duwt u MULTI-CONTROL naar links.
7 Druk op MULTI-CONTROL om het num-
mer te bellen.
8 Duw MULTI-CONTROL omlaag om het
gesprek te beëindigen.
De naam van een item in het
telefoonboek wijzigen
Belangrijk
Voordat u deze handeling uitvoert, moet u het
voertuig veilig parkeren en op de handrem zetten.
U kunt de namen van de items in het telefoon-
boek wijzigen. Een naam kan maximaal 16 te-
kens lang zijn.
1 Toon de gedetailleerde lijst van het ge-
wenste item uit het telefoonboek.
Zie stap 1 t/m 6 in het volgende gedeelte voor
uitleg hoe u dit doet. Raadpleeg Een nummer
uit het telefoonboek bellen op de vorige blad-
zijde.
2 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om
het invoerscherm voor namen weer te
geven.
Edit name wordt weergegeven.
3 Druk op D/Scrl en selecteer het ge-
wenste tekentype.
Telkens als u D/Scrl drukt, selecteert u een
ander tekentype in onderstaande volgorde:
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolenal-
fabet (kleine letters)cijfers en symbolen
Europese tekens, zoals letters met accenten
(bijv. á, à, ä, ç) of Russische tekens
# Houd D/Scrl ingedrukt om te wisselen tussen
de Europese tekenset (ISO 8859-1) en Russische
tekenset (ISO 8859-5).
# Europese en Russische tekens kunnen niet
door elkaar worden gebruikt.
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om een letter te selecteren.
# Om een letter te vervangen door een spatie,
selecteert u _ (liggend streepje).
5 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de cursor naar de vorige of vol-
gende tekenpositie te verplaatsen.
6 Druk op MULTI-CONTROL om de nieu-
we naam op te slaan.
Telefoonnummers wijzigen
Belangrijk
Voordat u deze handeling uitvoert, moet u het
voertuig veilig parkeren en op de handrem zetten.
U kunt de nummers in het telefoonboek wijzi-
gen. Een telefoonnummer kan maximaal 24
cijfers lang zijn.
Verkrijgbare accessoires
Nl
63
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires
Black plate (64,1)
1 Toon de gedetailleerde lijst van het ge-
wenste item uit het telefoonboek.
Zie stap 1 t/m 6 in het volgende gedeelte voor
uitleg hoe u dit doet. Raadpleeg Een nummer
uit het telefoonboek bellen op bladzijde 62.
2 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om
het invoerscherm voor namen weer te
geven.
Edit name wordt weergegeven.
3 Draai MULTI-CONTROL om naar het in-
voerscherm voor nummers te gaan.
Edit name (invoerscherm naam)
Edit number (invoerscherm nummer)
Clear memory (scherm voor geheugen wis-
sen)
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de cursor te verplaatsen naar het
nummer dat u wilt wijzigen.
5 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om nummers te wijzigen.
Herhaal deze stappen totdat u alle wijzigingen
hebt gemaakt.
6 Druk op MULTI-CONTROL om het nieu-
we nummer op te slaan.
Een item uit het telefoonboek wissen
Belangrijk
Voordat u deze handeling uitvoert, moet u het
voertuig veilig parkeren en op de handrem zetten.
1 Toon de gedetailleerde lijst van het ge-
wenste item uit het telefoonboek.
Zie stap 1 t/m 6 in het volgende gedeelte voor
uitleg hoe u dit doet. Raadpleeg Een nummer
uit het telefoonboek bellen op bladzijde 62.
2 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om
het invoerscherm voor namen weer te
geven.
Edit name wordt weergegeven.
3 Draai MULTI-CONTROL om naar het
scherm voor het wissen van het geheugen
te gaan.
Edit name (invoerscherm naam)
Edit number (invoerscherm nummer)
Clear memory (scherm voor geheugen wis-
sen)
4 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om
het bevestigingsscherm weer te geven.
Clear memory YES wordt weergegeven.
# Als u het geselecteerde onderdeel niet wilt
wissen, duwt u MULTI-CONTROL naar links. Het
display keert terug naar de normale weergave.
5 Druk op MULTI-CONTROL om het item
uit het telefoonboek te verwijderen.
Cleared wordt weergegeven.
Het item is verwijderd uit het telefoonboek.
Het display keert terug naar de invoerlijst van
het telefoonboek.
De gespreksgeschiedenis
Belangrijk
Voordat u deze handeling uitvoert, moet u het
voertuig veilig parkeren en op de handrem zetten.
De gespreksgeschiedenis is een overzicht van
de twaalf meest recent gekozen, ontvangen en
gemiste gesprekken. U kunt de gespreksge-
schiedenis doorbladeren en vanuit de ge-
spreksgeschiedenis nummers bellen.
1 Draai aan MULTI-CONTROL om de lijst
weer te geven.
2 Druk op D/Scrl om het telefoonboek
weer te geven.
Druk op D/Scrl en kies een van de volgende
lijsten:
TelefoonboekGemiste gesprekken Gekozen
gesprekkenOntvangen gesprekken
# Zie Het telefoonboek op bladzijde 62 voor meer
informatie over het telefoonboek.
Verkrijgbare accessoires
Nl
64
Hoofdstuk
06
Black plate (65,1)
# Als er in de geselecteerde lijst geen telefoon-
nummers zijn opgeslagen, wordt No data weer-
gegeven.
3 Draai MULTI-CONTROL om een tele-
foonnummer te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL om door de telefoon-
nummers in de lijst te bladeren.
# Als het nummer al in het telefoonboek staat,
wordt de bijbehorende naam weergegeven.
# U kunt het telefoonnummer ook wijzigen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
4 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om
de gedetailleerde lijst weer te geven.
In de gedetailleerde lijst worden de naam en
het telefoonnummer weergegeven.
# Als het nummer al in het telefoonboek voor-
komt, wordt de naam ook weergegeven.
# Door MULTI-CONTROL te draaien, gaat u
naar het vorige of volgende telefoonnummer in
de gedetailleerde lijst.
# Als u een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden gebruikt, keert het display automatisch
terug naar de gewone weergave. Dit geldt niet
voor De naam van een item in het telefoonboek
wijzigen en Telefoonnummers wijzigen.
5 Druk op MULTI-CONTROL om het num-
mer te bellen.
# Houd voor een internationaal telefoongesprek
MULTI-CONTROL ingedrukt om + aan het tele-
foonnummer toe te voegen.
6 Duw MULTI-CONTROL omlaag om het
gesprek te beëindigen.
Iemand opbellen door het
telefoonnummer in te voeren
Belangrijk
Voordat u deze handeling uitvoert, moet u het
voertuig veilig parkeren en op de handrem zetten.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Number dial.
Raadpleeg Functies en bediening op bladzijde
59.
2 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om een nummer te selecteren.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de cursor naar de vorige of vol-
gende positie te verplaatsen.
# U kunt maximaal 24 cijfers invoeren.
4 Als u het nummer hebt ingevoerd,
drukt u op MULTI-CONTROL.
De nummerbevestiging verschijnt.
# Als u MULTI-CONTROL naar rechts duwt ter-
wijl het bevestigingsscherm wordt weergegeven,
keert u terug naar het nummerinvoerscherm en
kunt u het telefoonnummer opnieuw invoeren.
5 Druk op MULTI-CONTROL om het num-
mer te bellen.
6 Duw MULTI-CONTROL omlaag om het
gesprek te beëindigen.
Het geheugen wissen
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Clear memory.
Raadpleeg Functies en bediening op bladzijde
59.
2 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag en selecteer een onderdeel.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL omhoog-
of omlaagduwt, worden de items in onder-
staande volgorde geselecteerd:
Phone book (telefoonboek)Missed calls
(gemiste gesprekken)Dialed calls (gekozen
gesprekken)Received calls (ontvangen ge-
sprekken)Dial preset (voorkeuzenummers)
All clear (volledige geheugen wissen)
# Selecteer All clear als u het gehele telefoon-
boek, alle gekozen/ontvangen/gemiste gesprek-
ken en alle voorkeuzenummers wilt verwijderen.
Verkrijgbare accessoires
Nl
65
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires
Black plate (66,1)
# Als er een gasttelefoon via Bluetooth draad-
loze technologie op dit toestel is aangesloten,
kunt u Phone book niet selecteren.
3 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om
het onderdeel te selecteren dat u wilt wis-
sen.
Clear memory YES wordt weergegeven. Het
toestel is nu gereed om het geheugen te wis-
sen.
# Als u het geselecteerde onderdeel niet wilt
wissen, duwt u MULTI-CONTROL naar links. Het
display keert terug naar de normale weergave.
4 Druk op MULTI-CONTROL om het uit
het geheugen te wissen.
Cleared wordt weergegeven en de gegevens
van het geselecteerde onderdeel zijn uit het
geheugen van dit toestel gewist.
Automatisch weigeren instellen
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Refuse calls.
Raadpleeg Functies en bediening op bladzijde
59.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de functie
automatisch gesprekken weigeren in te
schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
functie automatisch gesprekken weigeren uit te
schakelen.
Automatisch beantwoorden
instellen
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Auto answer.
Raadpleeg Functies en bediening op bladzijde
59.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de functie
Automatisch beantwoorden in te schake-
len.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
functie Automatisch beantwoorden uit te schake-
len.
Het belsignaal in- of uitschakelen
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Ring tone.
Raadpleeg Functies en bediening op bladzijde
59.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het be-
lsignaal in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om het
belsignaal uit te schakelen.
Echo- en ruisonderdrukking
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Echo cancel.
Raadpleeg Functies en bediening op bladzijde
59.
2 Druk op MULTI-CONTROL om echo on-
derdrukken in te schakelen.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL als u
echo onderdrukken wilt uitschakelen.
Multi-cd-speler
Basisbediening
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare multi-
cd-speler bedienen.
! Alleen de functies die in dit gedeelte worden
besproken kunnen worden gebruikt.
! Multi-cd-spelers voor 50 discs ondersteunen
alleen de functies die in deze handleiding
worden beschreven.
Verkrijgbare accessoires
Nl
66
Hoofdstuk
06
Black plate (67,1)
! Dit toestel ondersteunt niet de functies voor
disctitellijsten voor een multi-cd-speler voor
50 discs. Raadpleeg Discs selecter en uit de
disctitellijst op bladzijde 70 voor meer infor-
matie over de functies voor titellijsten van
discs.
1 Discnummerindicator
2 Fragmentnummerindicator
3 Spanningsindicator
Geeft de accuspanning aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke spanning.
4 Weergavetijdindicator
% Een disc selecteren
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts ingedrukt.
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts.
Opmerkingen
! Wanneer de multi-cd-speler klaar is met de
voorbereidingen, verschijnt READY op het dis-
play.
! Als er een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan de handleiding van de multi-
cd-speler.
! Als er geen discs in het magazijn van de
multi-cd-speler zijn geplaatst, verschijnt
NO DISC op het display.
Functies voor cd-text
U kunt deze functies uitsluitend gebruiken met
een voor cd-text geschikte multi-cd-speler.
De bediening is gelijk aan die van de inge-
bouwde cd-speler.
Raadpleeg De tekstinformatie van de disc weer-
geven op bladzijde 19.
Geavanceerde bediening
U kunt Compression (compr essie en DBE) al-
leen gebruiken met een multi-cd-speler die deze
functie ondersteunt.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me-
nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie
te selecteren. Druk erop om uw keuze te be-
vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func-
tie te selecteren.
Play mode (herhaalde weergave)
Random mode (willekeurige weergave)
Scan mode (scanweergave)Pause (pauze)
Compression (compressie en DBE)
ITS play mode (ITS-weergave)ITS memo
(ITS-programmering)TitleInput "A" (discti-
telinvoer)
# Als u een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden gebruikt, keert het display automatisch
terug naar de gewone weergave. Dit geldt niet
voor ITS memo en TitleInput "A".
# Als u een cd-text-disc afspeelt op een met cd-
text compatibele multi-cd-speler, kunt u
TitleInput "A" niet gebruiken. Op een cd-text-
disc is de disctitel namelijk al vastgelegd.
Functies en bediening
De bediening van de functies Play mode,
Random mode, Scan mode, Pause en
TitleInput "A" is in principe gelijk aan de be-
diening van deze functies op de ingebouwde
cd-speler.
Verkrijgbare accessoires
Nl
67
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires
Black plate (68,1)
Functienaam Gebruik
Play mode
Raadpleeg Een herhaalbereik selec-
teren op bladzijde 21.
De herhaalbereiken die u kunt se-
lecteren zijn echter verschillend
van de ingebouwde cd-speler. De
multi-cd-speler heeft de volgende
herhaalbereiken:
! M-CD repeat Alle discs in de
multi-cd-speler herhalen
! Track repeat Alleen het huidi-
ge fragment herhalen
! Disc repeat De huidige disc
herhalen
Random mode
Raadpleeg Fragmenten in willekeu-
rige volgorde afspelen op bladzijde
21.
Scan mode
Raadpleeg Mappen en fragmenten
scannen op bladzijde 21.
Pause
Raadpleeg Het afspelen onderbre-
ken op bladzijde 22.
TitleInput "A"
Raadpleeg Disctitels invoeren op
bladzijde 22.
Opmerkingen
! Druk op B om terug te keren naar het weerga-
vedisplay.
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere disc selecteert, wordt het herhaalbereik
gewijzigd in M-CD repeat.
! Als u tijdens Track repeat een fragment zoekt
of vooruit- of achteruitspoelt, wordt het bereik
voor herhaalde weergave gewijzigd in
Disc repeat.
! Wanneer het scannen van fragmenten of
discs is voltooid, wordt de normale weergave
van de fragmenten hervat.
Compressie en extra
basversterking
U kunt deze functies alleen gebruiken met een
daarvoor geschikte multi-cd-speler.
Met de functies voor compressie (COMP) en
dynamische basversterking (DBE, Dynamic
Bass Emphasis) kunt u de geluidskwaliteit van
de multi-cd-speler aanpassen.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Compression.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo-
rige bladzijde.
# Als de multi-cd-speler niet geschikt is voor de
COMP/DBE-functie, verschijnt No COMP op het
display wanneer u deze functie selecteert.
2 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer
de gewenste instelling.
COMP OFFCOMP 1COMP 2
COMP OFFDBE 1DBE 2
ITS-speellijsten
Met ITS (Instant Track Selection) kunt u een
speellijst met uw favoriete fragmenten samen-
stellen van de discs die in het magazijn van de
multi-cd-speler zijn geplaatst. Als u uw favor-
iete fragmenten aan de speellijst hebt toege-
voegd, kunt u de ITS-weergave inschakelen
om de geselecteerde fragmenten af te spelen.
Met ITS kunt u voor maximaal 100 discs (met
de disctitels), per disc tot 99 fragmenten invoe-
ren en afspelen. (Bij multi-cd-spelers die vóór
de CDX-P1250 en CDX-P650 zijn verkocht, kun-
nen maximaal 24 fragmenten in de speellijst
worden opgeslagen.)
Een speellijst met ITS-
programmering samenstellen
1 Speel een cd af die u wilt programme-
ren.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om
de cd te selecteren.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu ITS memo.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo-
rige bladzijde.
3 Selecteer het gewenste fragment door
MULTI-CONTROL naar links of rechts te
duwen.
Verkrijgbare accessoires
Nl
68
Hoofdstuk
06
Black plate (69,1)
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog om het
huidige fragment in de speellijst op te
slaan.
Memory complete wordt weergegeven en de
huidige selectie wordt aan de speellijst toege-
voegd.
5 Druk op B om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerking
Als er gegevens voor 100 discs in het geheugen
zijn opgeslagen, worden de gegevens van de
oudste disc door de nieuwe overschreven.
De ITS-speellijst afspelen
Met ITS-weergave kunt u de fragmenten afspe-
len die u in de ITS-speellijst hebt ingevoerd.
Als u de ITS-weergave inschakelt, worden de
fragmenten uit de ITS-lijst in de multi-cd-speler
afgespeeld.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen op bladzijde 21.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu ITS play mode.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad-
zijde 67.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de ITS-
weergave in te schakelen.
ITS play verschijnt op het display. Het afspe-
len begint met de fragmenten van de speellijst
binnen het eerder geselecteerde bereik,
M-CD repeat of Disc repeat.
# Als er geen fragmenten in het huidige bereik
voor ITS-weergave zijn geprogrammeerd, ver-
schijnt ITS empty op het display.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de
ITS-weergave uit te schakelen.
Een fragment uit de ITS-speellijst
verwijderen
U kunt een fragment uit de ITS-speellijst ver-
wijderen als de ITS-weergave aan staat.
Als de ITS-weergave al is geactiveerd, gaat u
verder met stap 2. Als de ITS-weergave is uitge-
schakeld, gebruikt u MULTI-CONTROL.
1 Speel de cd af waarvan u een fragment
uit de ITS-speellijst wilt verwijderen en
schakel de ITS-weergave in.
Raadpleeg De ITS-speellijst afspelen op deze
bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu ITS memo.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad-
zijde 67.
3 Selecteer het gewenste fragment door
MULTI-CONTROL naar links of rechts te
duwen.
4 Duw MULTI-CONTROL omlaag om het
fragment uit de ITS-speellijst te verwijde-
ren.
Het huidige fragment wordt uit de ITS-speel-
lijst verwijderd en het volgende fragment
wordt afgespeeld.
# Als de speellijst geen fragmenten binnen het
huidige bereik bevat, wordt ITS empty weergege-
ven en wordt de disc normaal afgespeeld.
5 Druk op B om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Een cd uit de ITS-speellijst verwijderen
U kunt alle fragmenten van een cd uit de ITS-
speellijst verwijderen als de ITS-weergave uit
staan.
1 Speel de cd af die u wilt verwijderen.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om
de cd te selecteren.
Verkrijgbare accessoires
Nl
69
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires
Black plate (70,1)
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu ITS memo.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad-
zijde 67.
3 Duw MULTI-CONTROL omlaag om alle
fragmenten van de huidige cd uit de ITS-
speellijst te verwijderen.
Alle fragmenten van de spelende cd worden
uit de speellijst verwijderd en
Memory deleted wordt weergegeven.
4 Druk op B om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Functies voor disctitels
U kunt cd-titels invoeren en laten weergeven.
Daarna kunt u eenvoudig naar de disc zoeken
die u wilt afspelen.
Disctitels invoeren
Gebruik de invoerfunctie voor disctitels om
maximaal 100 cd-titels (met ITS-speellijst) in
de multi-cd-speler op te slaan. Een titel kan
maximaal 10 tekens lang zijn.
Raadpleeg Disctitels invoeren op bladzijde 22
voor meer informatie over de bediening.
! De titels blijven in het geheugen bewaard,
zelfs als de disc uit het magazijn wordt ver-
wijderd. Ze worden opgeroepen als de disc
weer in het toestel wordt geplaatst.
! Als er gegevens voor 100 discs in het ge-
heugen zijn opgeslagen, worden de gege-
vens van de oudste disc door de nieuwe
overschreven.
Disctitels weergeven
% Druk op D/Scrl om de gewenste tekstin-
formatie te selecteren.
! Cds met ingevoerde titel
Weergavetijd
: disctitel en weergavetijd
! Cd-text-discs
Weergavetijd
: naam artiest disc en :
fragmenttitel
: naam artiest disc en :
disctitel
: disctitel en : fragmenttitel
: naam artiest fragment en : frag-
menttitel
: fragmenttitel en weergave-
tijd
# U kunt de tekstinformatie verschuiven door D/
Scrl ingedrukt te houden.
Discs selecteren uit de disctitellijst
In de disctitellijst krijgt u een overzicht van de
in de multi-cd-speler ingevoerde disctitels. Zo
kunt u gemakkelijk de gewenste disc kiezen
om af te spelen.
% Gebruik MULTI-CONTROL om de ge-
wenste disctitel te selecteren.
Draai aan de knop om een andere disctitel te
selecteren. Druk op de knop om het afspelen
te starten.
# U kunt ook een andere disctitel kiezen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Duw tijdens het afspelen van een cd-text-disc
MULTI-CONTROL naar rechts om een lijst weer
te geven met de fragmenten op de geselecteerde
disc. Duw MULTI-CONTROL naar links om terug
te keren naar de disclijst.
# Als er geen titel voor een disc is ingevoerd,
wordt NO TITLE weergegeven.
# Als er geen disc in het magazijn is geplaatst,
verschijnt NO DISC naast het discnummer.
# U kunt de tekstinformatie verschuiven door D/
Scrl ingedrukt te houden.
# Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden
wordt gebruikt, keert het display automatisch
terug naar het normale display.
Dvd-speler
Basisbediening
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare dvd-
speler of multi-dvd-speler bedienen.
Verkrijgbare accessoires
Nl
70
Hoofdstuk
06
Black plate (71,1)
Raadpleeg de handleiding van de (multi-)dvd-
speler voor meer informatie over de bediening
ervan. In dit gedeelte vindt u informatie over
de bediening van de dvd-speler met dit toestel
voor zover die afwijkt van de informatie in de
handleiding van de (multi-)dvd-speler.
1 DVD-V/VCD/CD/MP3/WMA-indicator
Deze geeft het type disc aan dat wordt afge-
speeld.
2 Discnummerindicator
Geeft het nummer weer van de disc die mo-
menteel wordt afgespeeld als u een multi-dvd-
speler gebruikt.
3 Titel-/Mapnummerindicator
Deze toont de titel (dvd-video) of het mapnum-
mer (gecomprimeerde audio) van de selectie
die momenteel wordt afgespeeld.
4 Hoofdstuk-/Fragmentnummerindicator
Deze toont het nummer van het hoofdstuk
(dvd-video) of fragment (video-cd, cd of ge-
comprimeerde audio) dat momenteel wordt
afgespeeld.
5 Spanningsindicator
Geeft de accuspanning aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke spanning.
6 Weergavetijdindicator
% Een hoofdstuk/fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts ingedrukt.
# Als u gecomprimeerde audio afspeelt, hoort u
geen geluid bij vooruit- of achteruitspoelen.
% Een disc/titel selecteren
VCD/CD: Duw MULTI-CONTROL omhoog of
omlaag.
DVD-V/MP3/WMA: Houd MULTI-CONTROL
omhoog of omlaag ingeduwd.
% Een map selecteren
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag.
# U kunt deze functie alleen gebruiken als er op
dit toestel een dvd-speler is aangesloten die ge-
comprimeerde audiobestanden kan afspelen.
# Mappen die geen gecomprimeerde audiobe-
standen bevatten, kunnen niet geselecteerd wor-
den.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me-
nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie
te selecteren. Druk erop om uw keuze te be-
vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func-
tie te selecteren.
Tijdens het afspelen van een dvd-video of
video-cd
Play mode (herhaalde weergave)Pause
(pauze)
Tijdens het afspelen van een cd
Play mode (herhaalde weergave)
Random mode (willekeurige weergave)
Scan mode (scanweergave)Pause (pauze)
ITS play mode (ITS-weergave)ITS memo
(ITS-invoer)TitleInput "A" (disctitelinvoer)
Tijdens het afspelen van gecomprimeerde
audio
Play mode (herhaalde weergave)
Random mode (willekeurige weergave)
Scan mode (scanweergave)Pause (pauze)
# Druk op B om terug te keren naar het weerga-
vedisplay.
Verkrijgbare accessoires
Nl
71
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires
Black plate (72,1)
# Als u een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden gebruikt, keert het display automatisch
terug naar de gewone weergave. Dit geldt niet
voor ITS memo en TitleInput "A".
Functies en bediening
De bediening van de functies Play mode,
Random mode, Scan mode, Pause en
TitleInput "A" is in principe gelijk aan de be-
diening van deze functies op de ingebouwde
cd-speler.
De functies ITS play mode en ITS memo zijn
in principe gelijk aan die van de multi-cd-spe-
ler.
Functienaam Gebruik
Play mode
Raadpleeg Een herhaalbereik selec-
teren op bladzijde 21.
Het herhaalbereik dat u kunt selec-
teren hangt echter af van het type
disc of systeem. Het herhaalbereik
van de dvd-speler/multi-dvd-speler
is als volgt:
U kunt deze functie niet gebruiken
tijdens PBC-weergave van video-
cds.
! Disc repeat De huidige disc
herhalen
! Folder repeat De huidige
map herhalen
! Title repeat Alleen de huidi-
ge titel herhalen
! Chapter repeat Alleen het
huidige hoofdstuk he rhalen
! Track repeat Het huidige
fragment herhalen
Random mode
Raadpleeg Fragmenten in willekeu-
rige volgorde afspelen op bladzijde
21.
Scan mode
Raadpleeg Mappen en fragmenten
scannen op bladzijde 21.
Pause
Raadpleeg Het afspelen onderbre-
ken op bladzijde 22.
ITS play mode
Raadpleeg ITS-speellijsten op blad-
zijde 68.
ITS memo
Raadpleeg ITS-speellijsten op blad-
zijde 68.
TitleInput "A"
Raadpleeg Disctitels invoeren op
bladzijde 22.
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere disc selecteert, wordt het herhaalbereik
gewijzigd in Disc repeat.
! Als u tijdens het afspelen van een video-cd of
cd een fragment zoekt of snel vooruit- of ach-
teruitspoelt tijdens Track repeat, wordt het
herhaalbereik gewijzigd in Disc repeat.
! Als u tijdens de het afspelen van gecompri-
meerde audio een andere map kiest, wordt
het herhaalbereik gewijzigd in Disc repeat.
! Als u tijdens het afspelen van gecompri-
meerde audio een fragment zoekt of snel voor-
uit- of achteruitspoelt tijdens Track repeat,
wordt het herhaalbereik gewijzigd in
Folder repeat.
! Een multi-dvd-speler met ITS-functies en dis-
ctitelfuncties kan ook op dit toestel worden
aangesloten. In dat geval kunnen
ITS play mode, ITS memo en de invoerfunc-
tie voor disctitels bediend worden.
! De ITS-functie van een dvd-speler verschilt
enigszins van de ITS-weergave met een multi-
cd-speler. Bij een multi-dvd-speler heeft ITS-
weergave alleen betrekking op het afspelen
van cds. Raadpleeg ITS-speellijsten op blad-
zijde 68 voor meer informatie.
Tv-tuner
Basisbediening
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare tv-
tuner bedienen.
Verkrijgbare accessoires
Nl
72
Hoofdstuk
06
Black plate (73,1)
Raadpleeg de handleiding van de tv-tuner voor
meer informatie over de bediening van de tv-
tuner. In dit gedeelte vindt u informatie over de
bediening van de tv-tuner met dit toestel voor
zover die afwijkt van de handleiding van de tv-
tuner.
1 Frequentiebandindicator
2 Voorkeuzenummerindicator
3 Spanningsindicator
Geeft de accuspanning aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke spanning.
4 Zenderindicator
% Een frequentieband selecteren
Druk op B.
% Een zender selecteren (stap voor stap)
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts.
% Automatisch afstemmen
Houd MULTI-CONTROL even naar links of
naar rechts ingedrukt en laat deze weer los.
Opmerkingen
! U kunt met TV-1 of TV-2 een frequentieband
selecteren.
! U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts te duwen.
! Als u MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts duwt en vasthoudt, kunt u zenders
overslaan. Het automatisch afstemmen begint
zodra u MULTI-CONTROL loslaat.
Zenders opslaan en oproepen
U kunt 12 zenders opslaan zodat u deze later
eenvoudig en snel kunt oproepen.
! Voor elke band kunnen 12 zenders in het
geheugen worden opgeslagen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om de gese-
lecteerde zender in het geheugen op te
slaan.
Draai aan de knop om een ander voorkeuze-
nummer te selecteren. Houd de knop inge-
drukt om de frequentie op te slaan.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de ge-
wenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om een andere zender te
kiezen. Druk op de knop om deze te selecte-
ren.
# U kunt ook een andere zender zoeken door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden
wordt gebruikt, keert het display automatisch
terug naar het normale display.
# U kunt de zenders die aan voorkeuzetoetsen
zijn toegewezen ook opvragen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
De sterkste zenders op
volgorde opslaan (BSSM)
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
FUNCTION om BSSM weer te geven.
3 Druk op MULTI-CONTROL om BSSM in
te schakelen.
Searching begint te knipperen. Terwijl
Searching knippert, worden de 12 sterkste
zenders opgeslagen, te beginnen bij de
laagste zender. Als het zoeken is voltooid, ver-
schijnt de lijst met voorkeuzezenders.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om het
opslaan te annuleren.
Verkrijgbare accessoires
Nl
73
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires
Black plate (74,1)
4 Gebruik MULTI-CONTROL om de ge-
wenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om een andere zender te
kiezen. Druk op de knop om deze te selecte-
ren.
# U kunt ook een andere zender zoeken door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
# Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden
wordt gebruikt, keert het display automatisch
terug naar het normale display.
Verkrijgbare accessoires
Nl
74
Hoofdstuk
06
Black plate (75,1)
Foutmeldingen
Schrijf een foutmelding altijd nauwkeurig op
en houd deze bij de hand als u contact op-
neemt met uw leverancier of het dichtstbij-
zijnde Pioneer-servicecentrum.
Ingebouwde cd-speler
Melding Oorzaak Maatregel
ERROR-11, 12,
17, 30
Vuile disc Maak de disc
schoon.
Bekraste disc Plaats een andere
disc.
ERROR-10, 11,
12, 15, 17, 30,
A0
Elektrisch of me-
chanisch pro-
bleem
Zet het contact uit
en weer aan, of
schakel over naar
een andere sig-
naalbron en dan
terug naar de cd-
speler.
ERROR-15 De geplaatste
disc bevat geen
gegevens
Plaats een andere
disc.
ERROR-22, 23 Het cd-formaat
kan niet worden
afgespeeld
Plaats een andere
disc.
NO AUDIO De geplaatste
disc bevat geen
bestanden die
kunnen worden
afgespeeld
Plaats een andere
disc.
TRK SKIPPED De geplaatste
disc bevat WMA-
bestanden die
door digital
rights manage-
ment (digitaal
rechtenbeheer,
DRM) zijn bevei-
ligd
Plaats een andere
disc.
PROTECT Alle bestanden
op de disc zijn
door digital
rights manage-
ment (digitaal
rechtenbeheer,
DRM) beveiligd
Plaats een andere
disc.
USB-opslagapparaat
Melding Oorzaak Maatregel
NO AUDIO Geen songs Zet de audiobe-
standen over naar
het externe opslag-
apparaat en maak
verbinding.
Er is een USB-op-
slagapparaat met
ingeschakelde
beveiliging aan-
gesloten.
Raadpleeg de in-
structies bij het
USB-opslagappa-
raat om de beveili-
ging uit te
schakelen.
NO DEVICE Er is geen USB-
opslagapparaat
of iPod aangeslo-
ten op de USB-
poort van dit toe-
stel.
Sluit een compati-
bel USB-opslagap-
paraat aan.
TRK SKIPPED Het aanges loten
USB-opslagappa-
raat bevat WMA-
bestanden die
door Windows
Mediaä DRM 9/
10 zijn beveiligd.
Speel audiobestan-
den af die niet door
Windows Media
DRM 9/10 zijn be-
veiligd.
PROTECT Alle bestanden
op het USB-op-
slagapparaat zijn
beveiligd met
Windows Media
DRM 9/10.
Zet op het USB-op-
slagapparaat audi-
obestanden die
niet door Windows
Media DRM 9/10
zijn beveiligd en
probeer het op-
nieuw.
NOT COMPA-
TIBLE
Het aangesloten
USB-opslagappa-
raat wordt door
dit toestel niet
ondersteund.
Sluit een draag-
baar USB-opslag-
apparaat aan dat
compatibel is met
USB Mass Storage
Class.
Aanvullende informatie
Nl
75
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Black plate (76,1)
CHECK USB
Er is kortsluiting
opgetreden in de
USB-aansluiting
of de USB-kabel.
Controleer of de
USB-stekker en de
USB-kabel niet er-
gens ingeklemd
zijn of beschadigd
zijn.
Het aangesloten
USB-opslagappa-
raat verbruikt
meer dan 500
mA (maximaal
toelaatbare
stroomsterkte).
Ontkoppel het
USB-opslagappa-
raat en gebruik het
niet meer. Zet de
contactschakelaar
van het voertuig
achtereenvolgens
uit, dan in de ac-
cessoirestand
(ACC) of aan, en
sluit ten slotte een
compatibel USB-
opslagapparaat
aan.
ERROR-19 Communicatie-
fout
Probeer de vol-
gende mogelijkhe-
den.
Zet het contact
uit en dan weer
aan.
Ontkoppel het
USB-opslagappa-
raat of werp het
uit.
Schakel over
naar een andere
signaalbron.
Schakel vervolgens
terug naar de USB-
signaalbron.
ERROR-23 Het USB-opslag-
apparaat is niet
geformatteerd
met de indeling
FAT16 of FAT32.
Gebruik een USB-
opslagapparaat dat
geformatteerd is
met de indeling
FAT16 of FAT32.
iPod
Melding Oorzaak Maatregel
ERROR-19 Communicatie-
fout
Verwijder de kabel
uit de iPod. Sluit
de kabel weer aan
als het hoofdmenu
van de iPod wordt
weergegeven.
Reset de iPod.
iPod-fout Verwijder de kabel
uit de iPod. Sluit
de kabel weer aan
als het hoofdmenu
van de iPod wordt
weergegeven.
Reset de iPod.
ERROR-16, 18 Oude versie van
iPod
Update de versie
van de iPod.
iPod-fout Verwijder de kabel
uit de iPod. Sluit
de kabel weer aan
als het hoofdmenu
van de iPod wordt
weergegeven.
Reset de iPod.
ERROR-A1
CHECK USB
iPod is niet opge-
laden, maar
functioneert cor-
rect
Controleer of de
kabel van de iPod
niet is kortgeslo-
ten, bijvoorbeeld
contact maakt met
metalen voorwer-
pen. Zet daarna het
contact uit en weer
aan, of ontkoppel
de iPod en sluit
deze weer aan.
NO SONGS Geen songs Zet de songs over
naar de iPod.
STOP Geen songs in de
huidige lijst
Selecteer een lijst
die wel songs
bevat.
NO DEVICE Er is geen USB-
opslagapparaat
of iPod aangeslo-
ten op de USB-
poort van dit toe-
stel.
Sluit een compati-
bele iPod aan.
Aanvullende informatie
Nl
76
Aanhangsel
Black plate (77,1)
Foutmeldingen tijdens de
automatische TA en EQ-
meting
Als een automatische TA en EQ-meting van de
akoestische eigenschappen van het voertuig-
interieur niet correct kan worden uitgevoerd,
kan er op het display een foutmelding getoond
worden. Raadpleeg in dat geval de onder-
staande tabel met problemen en voorgestelde
oplossingen. Probeer het daarna opnieuw.
Melding Oorzaak Maatregel
ERR:MIC check De microfoon is
niet aangesloten.
Controleer of de
plug van de micro-
foon goed is ge-
plaatst in de
microfooningang
van het toestel.
ERR:High
Band, ERR:
HighLch,
ERR:HighRch,
ERR:Mid Band,
ERR:MidLch,
ERR:MidRch,
ERR:Low
Band, ERR:
LowLch, ERR:
LowRch, ERR:
SUBWOOFER,
ERR:SW-Lch,
ERR:SW-Rch
De microfoon
kan de meettoon
van een luidspre-
ker niet waarne-
men.
! Controleer of de
luidsprekers juist
zijn aangesloten.
! Corrigeer de in-
stelling van het in-
gangsniveau van
de versterker die
op de luidsprekers
is aangesloten.
! Plaats de micro-
foon op de juiste
manier.
ERR:Outside
Noise
Er is te veel om-
gevingslawaai.
! Parkeer het voer-
tuig op een zo rus-
tig mogelijke
plaats en zet de
motor, airconditio-
ning en verwar-
ming uit.
! Plaats de micro-
foon op de juiste
manier.
Richtlijnen voor het gebruik
van discs en de speler
! Gebruik uitsluitend discs die voorzien zijn
van een van onderstaande twee logos.
! Gebruik uitsluitend normale, ronde discs.
Gebruik geen discs met een andere vorm
(shaped discs).
! Gebruik discs van 12 cm. Gebruik geen
discs van 8 cm.
! Plaats geen ander object dan een cd in de
cd-laadsleuf.
! Gebruik geen gebarste, gebroken, kromme
of op andere wijze beschadigde discs,
omdat zulke discs de speler kunnen be-
schadigen.
! Niet-gefinaliseerde cd-r/cd-rw-discs kunnen
niet worden afgespeeld.
! Raak de gegevenszijde van de disc niet
aan.
! Bewaar discs in het bijbehorende doosje
wanneer u ze niet gebruikt.
! Bewaar discs niet in een hete ruimte of in
direct zonlicht.
! Plak geen labels op discs, schrijf er niet op
en breng het oppervlak niet in aanraking
met chemische middelen.
! Als u een cd reinigt, veegt u de disc van het
midden naar de buitenkant met een zachte
doek schoon.
Aanvullende informatie
Nl
77
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Black plate (78,1)
! Condens en vochtvorming kunnen de werk-
ing van de speler tijdelijk negatief beïnvloe-
den. Laat de speler in een warmere
omgeving ongeveer een uur op tempera-
tuur komen. Veeg vochtige schijven met
een zachte doek schoon.
! Sommige discs kunnen niet worden afge-
speeld afhankelijk van het type disc, de in-
deling ervan, de toepassing waarmee deze
is opgenomen, de omgeving waarin deze
wordt afgespeeld, de manier waarop deze
wordt bewaard, enzovoort.
! Tekstinformatie wordt soms niet correct
weergegeven. Dat is afhankelijk van de ma-
nier waarop de disc is opgenomen.
! Schokken tijdens het rijden van het voer-
tuig kunnen de disc laten overslaan.
! Lees de voor discs geldende voorzorgs-
maatregelen voordat u ze gebruikt.
DualDiscs
! DualDiscs zijn dubbelzijdige discs met aan
de ene kant een beschrijfbaar cd-oppervlak
voor audio-opnamen en aan de andere
kant een beschrijfbaar dvd-oppervlak voor
video-opnamen.
! Aangezien de cd-zijde van DualDiscs niet
compatibel is met de algemene cd-stan-
daard, is het wellicht niet mogelijk de cd-
zijde op dit toestel af te spelen.
! Het regelmatig plaatsen en uitwerpen van
een DualDisc kan krassen veroorzaken op
de disc wat tot afspeelproblemen leidt. In
sommige gevallen kan een DualDisc vast
komen te zitten in de cd-laadsleuf en niet
meer worden uitgeworpen. Om problemen
te voorkomen wordt aangeraden om op dit
toestel geen DualDiscs af te spelen.
! Raadpleeg de informatie van de fabrikant
van de disc voor meer informatie over Dua-
lDiscs.
Richtlijnen voor het gebruik
van externe opslagapparaten
en dit toestel
! Dit toestel kan audiobestanden afspelen op
een draagbare USB-audiospeler/USB-ge-
heugen dat compatibel is met USB MSC
(Mass Storage Class).
! Afhankelijk van het aangesloten USB-op-
slagapparaat kan het voorkomen dat dit
toestel niet optimaal functioneert.
! Stel USB-opslagapparaten niet bloot aan
hoge temperaturen.
! Afhankelijk van het soort USB-opslagappa-
raat dat u gebruikt, kan het voorkomen dat
het apparaat niet door dit toestel wordt her-
kend of dat de bestanden niet correct wor-
den afgespeeld.
! De bediening kan verschillen afhankelijk
van het type USB-opslagapparaat.
! USB-opslagapparaten kunnen niet via een
USB-hub op dit toestel worden aangeslo-
ten.
! Gebruik de USB-poort uitsluitend om USB-
opslagapparaten aan te sluiten.
! Maak het USB-opslagapparaat stevig vast
voordat u gaat rijden. Zorg dat het niet op
de grond valt omdat het dan onder het rem-
of gaspedaal terecht kan komen.
! Gepartitioneerde USB-opslagapparaten
kunnen niet op dit toestel gebruikt worden.
! Afhankelijk van het USB-opslagapparaat
dat op dit toestel is aangesloten, kan er op
de radio ruis optreden.
Compatibiliteit met
gecomprimeerde audio
(disc, USB)
WMA
! Compatibel formaat: WMA gecodeerd met
Windows Media Player
! Bestandsextensie: .wma
! Bitsnelheid: 48 kbps tot 320 kbps (CBR), 48
kbps tot 384 kbps (VBR)
Aanvullende informatie
Nl
78
Aanhangsel
Black plate (79,1)
! Bemonsteringsfrequentie: 32 kHz tot 48
kHz
! Windows Media Audio Professional, Los-
sless, Voice: Nee
MP3
! Bestandsextensie: .mp3
! Bitsnelheid: 8 kbps tot 320 kbps (CBR,
VBR)
! Bemonsteringsfrequentie: 16 kHz tot 48
kHz (32, 44,1, 48 kHz voor de beste kwali-
teit)
! Compatibele ID3-tag-versie: 1.0, 1.1, 2.2,
2.3, 2.4 (ID3-tag versie 2.x krijgt prioriteit
boven versie 1.x.)
! M3u speellijst: Nee
! MP3i (MP3 interactive), mp3 PRO: Nee
AAC
! Compatibel formaat: AAC gecodeerd met
iTunes
! Bestandsextensie: .m4a
! Transmissiesnelheid: 16 kbps tot 320 kbps
(CBR)
! Bemonsteringsfrequentie: 11,025 kHz tot
48 kHz
! Apple Lossless: Nee
WAV
! Compatibel formaat: Lineair PCM (LPCM),
MS ADPCM
! Bestandsextensie: .wav
! Quantisatiebits: 8 en 16 (LPCM), 4 (MS
ADPCM)
! Bemonsteringsfrequentie: 16 kHz tot 48
kHz (LPCM), 22,05 kHz tot 44,1 kHz (MS
ADPCM)
Bijkomende informatie over
gecomprimeerde audio (disc, USB)
! Er kan een kleine vertraging optreden bij
het afspelen van audiobestanden die met
afbeeldingsgegevens zijn gecodeerd.
! Bestandsnaamextensies moeten correct
gebruikt worden.
! Alleen de eerste 32 tekens van de bestands-
naam (inclusief de extensie) of mapnaam
worden weergegeven.
! Russische tekst kan alleen op dit toestel
worden weergegeven als die met de vol-
gende tekensets is gecodeerd:
Unicode (UTF-8, UTF-16)
Andere tekensets dan Unicode die in
een Windows-omgeving worden ge-
bruikt en op Russisch zijn ingesteld bij
de taalinstellingen
! De tekstinformatie bij sommige audiobe-
standen wordt mogelijk niet correct
weergegeven.
Gecomprimeerde
audiobestanden op disc
! ISO 9660 niveau 1 en 2 compatibel. Bestan-
den in de bestandssystemen Romeo en Jo-
liet zijn compatibel met deze speler.
! Het afspelen van multisessie-discs is moge-
lijk.
! Gecomprimeerde audiobestanden zijn niet
compatibel met packet write data transfer.
! Bij het afspelen van gecomprimeerde audi-
odiscs wordt altijd een korte pauze ingelast
tussen de fragmenten. Dit gebeurt onge-
acht de lengte van de lege ruimte tussen
de fragmenten op de originele opname.
Gecomprimeerde
audiobestanden in USB-
opslagapparaten
Raadpleeg Technische gegevens op bladzijde
83 voor meer informatie over de compatibiliteit
met USB-opslagapparaten.
! Auteursrechtelijk beveiligde bestanden
kunnen niet worden afgespeeld.
! Bij het starten van audiobestanden op een
USB-opslagapparaat met een uitgebreide
mappenstructuur kan enige vertraging op-
treden.
Aanvullende informatie
Nl
79
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Black plate (80,1)
Voorbeeld van een
boomstructuur en
afspeelvolgorde
: Map
: Gecomprimeerd audiobestand
1
2
3
4
5
6
Niv
eau
1 Niv
eau
2 Niv
eau
3 Niv
eau
4
De volgorde van
audiobestanden op discs
! Mapnummers worden door dit toestel toe-
gewezen. Als gebruiker kunt u geen map-
nummers toewijzen.
! De mapvolgorde en andere instellingen zijn
afhankelijk van de software die voor het co -
deren en schrijven is gebruikt.
! Voor praktisch gebruik bestaat een map-
penhiërarchie het beste uit zo min mogelijk
niveaus.
! Op een disc kunnen maximaal 999 bestan-
den worden afgespeeld.
! Op een disc kunnen maximaal 99 mappen
worden afgespeeld.
De volgorde van audiobestanden
op USB-opslagapparaten
De afspeelvolgorde op draagbare USB-audiospe-
lers is verschillend en hangt af van de gebruikte
audiospeler.
! 01 t/m 05 geeft de toegewezen mapnum-
mers aan. 1 t/m 6 geeft de afspeelvolg-
orde aan. De gebruiker kan met dit toestel
niet zelf mapnummers toewijzen of de af-
speelvolgorde bepalen.
! De afspeelvolgorde is gelijk aan de volg-
orde waarin de bestanden zijn opgenomen
op het USB-opslagapparaat.
! Ga als volgt te werk als u wilt dat bestanden
in een bepaalde volgorde worden afge-
speeld.
1 Geef de bestanden namen met nummers
die de afspeelvolgorde aangeven, bijvoor-
beeld 001xxx.mp3 en 099yyy.mp3.
2 Plaats de bestanden in een map.
3 Kopieer de map met de bestanden naar
het USB-opslagapparaat.
Merk echter op dat de afspeelvolgorde niet
altijd kan worden bepaald. Dit is afhankelijk
van het gebruikte systeem.
! Er kunnen maximaal 15 000 bestanden in
een USB-opslagapparaat worden afge-
speeld.
! Er kunnen maximaal 500 mappen in een
USB-opslagapparaat worden afgespeeld.
! De mappenstructuur in een USB-opslagap-
paraat mag maximaal 8 niveaus diep
zijn.
iPod
Compatibiliteit met iPod
! Alleen de volgende modellen iPod kunnen
met dit toestel gebruikt worden. Onder-
steunde versies van de iPod-software wor-
den hieronder genoemd. Oudere versies
van de iPod-software worden wellicht niet
door dit toestel ondersteund.
iPod nano eerste generatie (softwarever-
sie 1.3.1)
iPod nano tweede generatie (software-
versie 1.1.3)
iPod nano derde generatie (softwarever-
sie 1.1.2)
iPod nano vierde generatie (softwarever-
sie 1.0.3)
iPod vijfde generatie (softwareversie
1.3.0)
Aanvullende informatie
Nl
80
Aanhangsel
Black plate (81,1)
iPod classic (softwareversie 1.1.2)
iPod touch (softwareversie 2.0)
iPhone (softwareversie 2.0)
iPhone 3G (softwareversie 2.0)
! Afhankelijk van de generatie en de versie
van de iPod zijn sommige functies niet be-
schikbaar.
! De bediening kan variëren, afhankelijk van
de softwareversie van de iPod.
! Voor gebruik met een iPod is voor de iPod
een dock-connector-naar-USB-verbindings-
kabel vereist.
! Ook kan gebruik gemaakt worden van een
Pioneer CD-IU50 interfacekabel. Neem voor
meer informatie contact op met uw leveran-
cier.
! Eerdere generaties iPods kunnen met dit
toestel via een iPod-adapter van Pioneer
(bijvoorbeeld CD-IB100N) bediend worden.
Raadpleeg Muziek op de iPod afspelen op
bladzijde 53 voor meer informatie over de
bediening met de iPod-adapter.
Bediening van de iPod
! Laat de iPod niet lange tijd in direct zon-
licht liggen. Overmatige blootstelling aan
direct zonlicht kan de temperatuur in de
iPod doen oplopen en storingen veroorza-
ken.
! Stel de iPod niet bloot aan hoge temperatu-
ren.
! Sluit voor een goede werking van dit toestel
de dock connector-kabel rechtstreeks op de
iPod aan.
! Maak de iPod stevig vast voordat u gaat rij-
den. Laat de iPod niet op de grond vallen,
omdat deze dan onder het rem- of gaspe-
daal terecht kan komen.
! Raadpleeg voor meer informatie de hand-
leiding van de iPod.
Informatie over iPod-instellingen
! U kunt de equalizer van de iPod niet op
Pioneer-apparaten bedienen. We raden aan
de equalizer van de iPod uit te schakelen
voordat u deze op dit toestel aansluit.
! Als u dit toestel gebruikt, kunt u de herhaal-
functie van de iPod niet uitzetten. Zelfs als
u op de iPod de herhaalfunctie uitzet, wordt
deze automatisch aangezet als u de iPod
op dit toestel aansluit.
Opmerking over copyright
en handelsmerken
WMA
Windows Media en het Windows-logo zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmer-
ken van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
Dit product bevat technologie die eigendom is
van Microsoft Corporation en mag niet worden
gebruikt of verspreid zonder een licentie van
Microsoft Licensing, Inc.
MP3
Dit product is uitsluitend bedoeld voor niet-
commercieel privégebruik. Het mag niet in
een commerciële omgeving worden gebruikt
voor realtime-uitzendingen (over land, via sa-
telliet, kabel en/of andere media), voor uitzen-
dingen/streaming via internet, intranet en/of
andere netwerken, of in andere elektronische
distributiesystemen zoals betaalradio of audio-
op-aanvraagtoepassingen. Hiervoor is een
aparte licentie nodig. Kijk voor meer informa-
tie op
http://www.mp3licensing.com.
Aanvullende informatie
Nl
81
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Black plate (82,1)
iTunes
Apple en iTunes zijn handelsmerken van Apple
Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en
andere landen.
iPod
iPod is een geregistreerd handelsmerk van
Apple Inc. in de V.S. en andere landen.
Made for iPod betekent dat een elektronisch
accessoire is ontwikkeld om specifiek op de
iPod te worden aangesloten en dat het acces-
soire volgens de opgave van de ontwikkelaar
voldoet aan de Apple prestatienormen.
Apple is niet verantwoordelijk voor de werking
van dit apparaat en voor het voldoen aan de
veiligheidsnormen en wettelijke normen.
iPhone
iPhone is een handelsmerk van Apple Inc.
Works with iPhone betekent dat een elektro-
nisch accessoire is ontwikkeld om specifiek
op de iPhone te worden aangesloten en dat
het accessoire volgens opgave van de ontwik-
kelaar voldoet aan de Apple prestatienormen.
Apple is niet verantwoordelijk voor de werking
van dit apparaat en voor het voldoen aan de
veiligheidsnormen en wettelijke normen.
Aanvullende informatie
Nl
82
Aanhangsel
Black plate (83,1)
Technische gegevens
Algemeen
Spanningsbron ......................... 14,4 V gelijkstroom (10,8 tot
15,1 V toelaatbaar)
Aarding ......................................... Negatief
Max. stroomverbruik .............. 2,0 A
Afmetingen (B × H × D):
DIN
Chassis ..................... 178 mm × 50 mm × 164
mm
Voorkant ................... 188 mm × 58 mm × 18 mm
D
Chassis ..................... 178 mm × 50 mm × 164
mm
Voorkant ................... 170 mm × 45 mm × 18 mm
Gewicht ........................................ 1,6 kg
Audio/DSP
Preout max. uitgangsniveau
..................................................... 5,0 V
Contouren loudness .............. +10 dB (100 Hz), +6,5 dB
(10 kHz) (volume: 30 dB)
Equalizer (links/rechts afzonderlijke 31-bands grafische
equalizer):
Frequentie ......................... 20/25/31,5/40/50/63/80/100/
125/160/200/250/315/400/
500/630/800/1k/1,25k/1,6k/
2k/2,5k/3,15k/4k/5k/6,3k/8k/
10k/12,5k/16k/20k Hz
Bereik equalizer ............. ±12 dB (in stappen van 0,5
dB)
Tijduitlijning ............................... 0 tot 394,24 cm (0,77 cm/
stap), 0 tot 155,392 inch
(0,3035 inch/stap)
Netwerk (links/rechts gescheiden):
Hoog:
LPF
Frequentie ............... 5k/6,3k/8k/10k/12,5k/16k/20k
Hz
Afval ........................... PASS, 6/12/18/24/30/
36 dB/oct
Gain ............................ 0 tot 24 dB/Dempen (in
stappen van 1 dB)
Fase ............................ Normaal/tegengesteld
HPF
Frequentie ............... 800/1k/1,25k/1,6k/2k/2,5k/
3,15k/4k/5k/6,3k/8k/10k/
12,5k/16k Hz
Afval ........................... 6/12/18/24/30/36 dB/
oct
Gain ............................ 0 tot 24 dB/Dempen (in
stappen van 1 dB)
Fase ............................ Normaal/tegengesteld
Midden:
HPF/LPF
Frequentie (LPF) ... 25/31,5/40/50/63/80/100/125/
160/200/250/315/400/500/
630/800/1k/1,25k/1,6k/2k/
2,5k/3,15k/4k/5k/6,3k/8k/
10k/12,5k/16k/20k Hz
Frequentie (HPF)
................................. 20/25/31,5/40/50/63/80/100/
125/160/200/250/315/400/
500/630/800/1k/1,25k/1,6k/
2k/2,5k/3,15k/4k/5k/6,3k/8k/
10k/12,5k/16k Hz
Afval (LPF) ............... PASS, 6/12/18/24/30/
36 dB/oct
Afval (HPF) .............. PASS, 6/12/18/24/30/
36 dB/oct
Gain ............................ 0 tot 24 dB/Dempen (in
stappen van 1 dB)
Fase ............................ Normaal/tegengesteld
Laag:
HPF/LPF
Frequentie (LPF) ... 25/31,5/40/50/63/80/100/125/
160/200/250/315/400/500/
630/800/1k/1,25k/1,6k/2k/
2,5k/3,15k/4k/5k/6,3k/8k/
10k/12,5k/16k/20k Hz
Frequentie (HPF)
................................. 20/25/31,5/40/50/63/80/100/
125/160/200/250/315/400/
500/630/800/1k/1,25k/1,6k/
2k/2,5k/3,15k/4k/5k/6,3k/8k/
10k/12,5k/16k Hz
Afval (LPF) ............... PASS, 6/12/18/24/30/
36 dB/oct
Afval (HPF) .............. PASS, 6/12/18/24/30/
36 dB/oct
Gain ............................ +6 tot 24 dB/Dempen (in
stappen van 1 dB)
Fase ............................ Normaal/tegengesteld
Subwoofer:
HPF/LPF
Frequentie (LPF) ... 25/31,5/40/50/63/80/100/125/
160/200/250/315/400/500/
630/800/1k/1,25k/1,6k/2k/
2,5k/3,15k/4k/5k/6,3k/8k/
10k/12,5k/16k/20k Hz
Frequentie (HPF)
................................. 20/25/31,5/40/50/63/80/100/
125/160/200/250/315/400/
500/630/800/1k/1,25k/1,6k/
2k/2,5k/3,15k/4k/5k/6,3k/8k/
10k/12,5k/16k Hz
Aanvullende informatie
Nl
83
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Black plate (84,1)
Afval (LPF) ............... PASS, 6/12/18/24/30/
36 dB/oct
Afval (HPF) .............. PASS, 6/12/18/24/30/
36 dB/oct
Gain ............................ +6 tot 24 dB/Dempen (in
stappen van 1 dB)
Fase ............................ Normaal/tegengesteld
Cd-speler
Systeem ....................................... Compact Disc Audio
Bruikbare discs ........................ Compact Discs
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 115 dB (1 kHz) (IEC-A-net-
werk)
Aantal kanalen .......................... 2 (stereo)
MP3-decoderingsformaat ... MPEG-1 & 2 Audio Layer 3
WMA-decoderingsformaat
..................................................... Versie 7, 7.1, 8, 9, 10, 11 (2
kan. audio)
(Windows Media Player)
AAC-decoderingsformaat ... MPEG-4 AAC (alleen iTunes
gecodeerd) (.m4a)
(versie 7,7 en eerder)
WAV-signaalformaat .............. Lineaire PCM & MS ADPCM
(niet gecomprimeerd)
USB
Specificatie USB-standaard
..................................................... USB 2.0 volledige snelheid
Maximale voeding ................... 500 mA
Minimale geheugencapaciteit
..................................................... 256 MB
USB-klasse ................................. MSC-apparatuur (Mass Sto-
rage Class)
Bestandssysteem .................... FAT16, FAT32
MP3-decoderingsformaat ... MPEG-1 & 2 Audio Layer 3
WMA-decoderingsformaat
..................................................... Versie 7, 7.1, 8, 9, 10, 11 (2
kan. audio)
(Windows Media Player)
AAC-decoderingsformaat ... MPEG-4 AAC (alleen iTunes
gecodeerd) (.m4a)
(versie 7,7 en eerder)
WAV-signaalformaat .............. Lineaire PCM & MS ADPCM
(niet gecomprimeerd)
FM-tuner
Frequentiebereik ...................... 87,5 MHz tot 108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 9 dBf (0,8 µV/75 W, mono,
S/R: 30 dB)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 72 dB (IEC-A-netwerk)
MW-tuner
Frequentiebereik ...................... 531 kHz tot 1 602 kHz (9
kHz)
Bruikbare gevoeligheid ......... 25 µV (S/N: 20 dB)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 62 dB (IEC-A-netwerk)
LW-tuner
Frequentiebereik ...................... 153 kHz tot 281 kHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 28 µV (S/N: 20 dB)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 62 dB (IEC-A-netwerk)
Opmerking
Technische gegevens en ontwerp kunnen ter pro-
ductverbetering zonder voorafgaande kennisge-
ving worden gewijzigd.
Aanvullende informatie
Nl
84
Aanhangsel
Black plate (85,1)
Nl
85
Black plate (86,1)
Nl
86
Black plate (87,1)
Nl
87
Black plate (88,1)
PIONEER CORPORATION
28-8, Honkomagome 2-chome, Bunkyo-ku,
Tokyo 113-0021, JAPAN
PIONEER ELECTRONICS (USA) INC.
P.O. Box 1540, Long Beach, California 90801-1540, U.S.A.
TEL: (800) 421-1404
PIONEER EUROPE NV
Haven 1087, Keetberglaan 1, B-9120 Melsele, Belgium/Belgique
TEL: (0) 3/570.05.11
PIONEER ELECTRONICS ASIACENTRE PTE. LTD.
2 Jalan Kilang Barat, #07-01, Singapore 159346
TEL: 65-6378-7888
PIONEER ELECTRONICS AUSTRALIA PTY. LTD.
5 Arco Lane, Heatherton, Victoria, 3202 Australia
TEL: (03) 9586-6300
PIONEER ELECTRONICS OF CANADA, INC.
340 Ferrier Street, Unit 2, Markham, Ontario L3R 2Z5, Canada
TEL: 1-877-283-5901
TEL: 905-479-4411
PIONEER ELECTRONICS DE MEXICO, S.A. de C.V.
Blvd.Manuel Avila Camacho 138 10 piso
Col.Lomas de Chapultepec, Mexico, D.F. 11000
TEL: 55-9178-4270
台北4078
886-(0)2-2657-3588
9095
852-2848-6488
ã 2009-2016 PIONEER CORPORATION.
Alle rechten voorbehouden.
<CRB3068-B> EW
<KOKZ16D>
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Pioneer DEX-P99RS Handleiding

Type
Handleiding