Pioneer AVH-P4100DVD Handleiding

Type
Handleiding
Bedieningshandleiding
DVD RDS AV-ONTVANGER
AVH-P4100DVD
Nederlands
<CRB2883-A> <1>
Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit PIONEER-
product.
Lees deze handleiding voordat u het product in gebruik neemt. Bewaar deze hand-
leiding na het lezen op een veilige plaats zodat u hem indien nodig altijd bij de hand
hebt.
Lees dit in elk geval
! Regionummers voor dvd-video 8
! Als een handeling niet mogelijk is 10
! Richtlijnen voor het gebruik van discs en de
speler 105
Voorzorgsmaatregelen
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSMAATREGELEN 6
Veilig rijden 6
Voorkomen dat de accu leegloopt 7
Vóór u begint
Informatie over dit toestel 8
Informatie over deze handleiding 9
Bezoek onze website 9
Bij problemen 9
Kenmerken 9
Als een handeling niet mogelijk is 10
De microprocessor resetten 10
Functiedemo 11
Wat is wat
Hoofdtoestel 12
Los verkrijgbare afstandsbediening 12
Basisbediening
Stroom aan/uit 13
Signaalbronnen selecteren 13
Het volume afstellen 14
Basisbediening van de toetsen op het
aanraakpaneel 14
Hoek van het LCD-paneel afstellen 16
Basisbediening van de ingebouwde DVD-
speler 16
Radio
Naar de radio luisteren 19
Zenderfrequenties opslaan en oproepen 20
PTY-informatie weergeven 20
Radiotekst 20
Geavanceerde tunerfuncties 21
Frequenties van de sterkste zenders
opslaan 21
Op sterke signalen afstemmen 21
Alternatieve frequenties kiezen 22
Verkeersberichten ontvangen (TA) 23
PTY-functies 23
PTY-lijst 24
Dvds afspelen
Een dvd afspelen 25
Titels uit de titellijst selecteren 26
Informatie over een dvd-vr weergeven 26
Naar de vorige of volgende titel gaan 26
Bediening van het dvd-menu 26
De afspeelmodus selecteren 27
Het afspelen hervatten (bladwijzer) 27
Reclame overslaan 27
Beeld voor beeld afspelen 28
In slow motion afspelen 28
Het afspelen onderbreken 28
Zoeken 28
De audiotaal wijzigen tijdens het afspelen
(multi-audio) 29
De ondertitelingstaal wijzigen tijdens het
afspelen (multi-ondertiteling) 29
De camerahoek wijzigen tijdens het afspelen
(meerdere camerahoeken) 29
Naar een bepaalde scène terugkeren 30
Automatisch afspelen van dvds 30
Geavanceerde bediening van de dvd-
speler 30
Herhaalde weergave 30
De audio-uitgang selecteren 30
Video-CDs afspelen
Video-cds bekijken 32
PBC-weergave 32
Inhoud
Nl
2
Beeld voor beeld afspelen 33
In slow motion afspelen 33
Het afspelen onderbreken 33
Naar een bepaalde scène zoeken, het
afspelen vanaf een bepaalde tijd
starten 33
Geavanceerde bediening voor video-cds 34
Herhaalde weergave 34
De audio-uitgang selecteren 34
Cds afspelen
Naar een cd luisteren 35
Fragmenten uit de lijst met fragmenttitels
selecteren 35
Het afspelen onderbreken 36
Een ander mediabestandstype
selecteren 36
De geavanceerde sound retriever 36
Geavanceerde cd-functies 36
Herhaalde weergave 36
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 36
Fragmenten op een cd scannen 37
Gecomprimeerde audio afspelen
Luisteren naar gecomprimeerde audio 38
Bestanden uit de lijst met bestandsnamen
selecteren 39
Het afspelen onderbreken 39
Een ander mediabestandstype
selecteren 39
De geavanceerde sound retriever 39
Geavanceerde functies voor gecomprimeerde
audio 40
Herhaalde weergave 40
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 40
Mappen en fragmenten scannen 40
DivX/JPEG-bestanden afspelen
DivX/JPEG-bestanden bekijken 41
Een JPEG-diavoorstelling weergeven 42
DivX® VOD-inhoud afspelen 42
Bestanden uit de lijst met bestandsnamen
selecteren 43
De tekstinformatie van een DivX/JPEG-disc
weergeven 43
Het afspelen onderbreken 43
Een ander mediabestandstype
selecteren 43
Zoeken 43
De audiotaal wijzigen tijdens het afspelen
(multi-audio) 43
De ondertitelingstaal wijzigen tijdens het
afspelen (multi-ondertiteling) 44
JPEG-bestanden vastleggen 44
Geavanceerde bediening voor het afspelen
van DivX/JPEG-discs 44
Herhaalde weergave 44
Bestanden in willekeurige volgorde
afspelen 45
Songs op een USB-opslagapparaat
afspelen
Basisbediening 46
Bestanden uit de lijst met bestandsnamen
selecteren 47
Het afspelen van gecomprimeerde audio
onderbreken 47
Een ander mediabestandstype
selecteren 47
De geavanceerde sound retriever 47
Geavanceerde bediening 47
Een iPod gebruiken
Basisbediening 49
Video afspelen 50
Naar songs en videos bladeren 50
Nl
3
Inhoud
Tekstinformatie op de iPod Video
weergeven 51
Een song onderbreken 51
De geavanceerde sound retriever 51
Herhaalde weergave 52
Songs of videos in willekeurige volgorde
afspelen (shuffle) 52
Alle songs in willekeurige volgorde afspelen
(shuffle all) 52
De iPod-functie van dit toestel via de iPod
bedienen 52
Songs afspelen uit ver wante lijsten 53
De weergavesnelheid van een audioboek
wijzigen 53
De schermmodus wijzigen 53
Audio-instellingen
Audio-instellingen 54
De balansinstelling 54
De equalizer 54
De loudness aanpassen 55
De subwoofer-uitgang 55
De lage tonen versterken 56
Het high pass filter 56
Het bronniveau aanpassen 56
De dvd-speler instellen
Dvd-instellingen 57
De ondertitelingstaal instellen 57
De audiotaal instellen 57
De menutaal instellen 58
De weergave van het camerahoekpictogram
instellen 58
De beeldverhouding instellen 58
Het interval voor diavoorstellingen
instellen 59
De kinderbeveiliging instellen 59
Het DivX-ondertitelbestand instellen 60
Uw DivX® VOD-registratiecode
weergeven 60
Instelling voor de digitale uitgang 61
Begininstellingen
De begininstellingen aanpassen 62
De externe ingang in- of uitschakelen 62
De achteruitgang en de subwoofer
instellen 62
De FM-afstemstap instellen 63
De automatische PI-zoekfunctie in- of
uitschakelen 63
Het taalkeuzemenu 63
Het geluid tijdelijk uitschakelen/dempen 64
Het tv-signaal instellen 64
De pincode invoeren voor Bluetooth
draadloze verbinding 65
Vervormd geluid corrigeren 65
Automatische TA en EQ-meting
(automatische tijduitlijning en instelling
van de equalizer) 65
Audiofuncties resetten 65
Systeeminstellingen
Systeemaanpassingen 66
De breedbeeldstand wijzigen 66
De beeldinstellingen aanpassen 67
Het AV-ingangssignaal instellen 67
De klok instellen 68
Instellingen voor de achteruitrijcamera 68
Entertainment-instellingen
Entertainment-instellingen 70
Een achtergronddisplay selecteren 70
De verlichtingskleur selecteren 70
De OSD-kleur selecteren 71
Overige functies
De positie van de toetsen op het
aanraakpaneel bijstellen (kalibratie van het
aanraakpaneel) 72
De AUX-signaalbron 72
Inhoud
Nl
4
Gebruik van een extern toestel 73
Verkrijgbare accessoires
Bluetooth-audio 75
Bluetooth-telefoon 77
Tv-tuner 85
De digitale signalenverwerker (DSP) 87
Aanvullende informatie
Problemen verhelpen 99
Foutmeldingen 101
Foutmeldingen tijdens de automatische TA
en EQ-meting 103
Meldingen 104
Richtlijnen voor het gebruik van discs en de
speler 105
Dvd-discs 106
Dvd-r/dvd-rw-discs 106
AVCHD-discs 106
Cd-r/cd-rw-discs 106
Dual discs 107
Compatibiliteit met gecomprimeerde
audio 107
Omgang met het toestel en bijkomende
informatie 107
Voorbeeld van een boomstructuur 109
Compatibiliteit met iPod 109
Bediening van de iPod 110
JPEG-afbeeldingen 110
DivX-videobestanden 110
Correct gebruik van het display 111
Taalcodekaart voor dvd 113
Opmerking over copyright en
handelsmerken 114
Begrippen 116
Technische gegevens 119
Inhoudsopgave 121
Nl
5
Inhoud
BELANGRIJKE VEILIGHEIDS-
MAATREGELEN
Lees onderstaande instructies over het display
goed door en houd ze bij de hand voor later.
1 Lees deze handleiding volledig en aan-
dachtig door voordat u het display ge-
bruikt.
2 Houd deze handleiding bij de hand om be-
dieningsprocedures en informatie over
veilig gebruik op te zoeken.
3 Let goed op de waarschuwingen in deze
handleiding en volg de instructies zorg-
vuldig op.
4 Laat andere personen het systeem niet ge-
bruiken tenzij ze de bedieningsinstructies
hebben gelezen en begrepen.
5 Monteer het display niet op plaatsen waar
het (i) het zicht van de bestuurder kan hin-
deren, (ii) de bediening of de veiligheids-
voorzieningen van het voertuig, zoals de
airbags of alarmlichten, kan belemmeren,
of (iii) de bestuurder kan hinderen bij het
veilig besturen van het voertuig.
6 Bedien het display niet als dat uw aan-
dacht van het besturen van het voertuig
afleidt. U dient het voertuig altijd veilig te
besturen en alle verkeersregels na te
leven. Als u problemen ondervindt met de
bediening van het systeem of het aflezen
van het display, parkeer het voertuig dan
op een veilige plaats voordat u aanpassin-
gen aanbrengt.
7 Draag altijd uw veiligheidsgordel als u
het voertuig bestuurt. Mocht u ooit betrok-
ken raken bij een ongeval, dan kunnen uw
verwondingen aanzienlijk ernstiger zijn
als u uw gordel niet goed hebt vastge-
maakt.
8 Gebruik tijdens het rijden nooit een kopte-
lefoon.
9 Uit veiligheidsoverwegingen zijn be-
paalde functies alleen beschikbaar als de
handrem is aangetrokken en het voertuig
stilstaat.
10 Stel het volumeniveau altijd zodanig af
dat u geluiden van buitenaf en de sirenes
van hulpvoertuigen zoals politieautos,
brandweerautos en ambulances kunt
horen.
WAARSCHUWING
! Probeer het display niet zelf te monteren
en voer geen onderhoudswerkzaamheden
aan het display uit. Montage of onderhoud
van het display door personen zonder op-
leiding en ervaring in elektronische appa-
ratuur en auto-accessoires kan gevaarlijk
zijn en kan leiden tot blootstelling aan
elektrische schokken of andere ge-
varen.
Veilig rijden
WAARSCHUWING
! DE LICHTGROENE KABEL BIJ DE VOE-
DINGSSTEKKER DIENT OM DE PAR-
KEERSTATUS TE DETECTEREN EN
MOET WORDEN AANGESLOTEN OP DE
VOEDINGSZIJDE VAN HET HANDREM-
CONTACT. ONJUISTE AANSLUITING
OF ONJUIST GEBRUIK VAN DEZE
KABEL KAN OVERTREDING VAN DE
WET BETEKENEN EN KAN ERNSTIG
LETSEL OF SCHADE VEROORZAKEN.
! Om de kans op ongevallen en letsel en moge-
lijke wetsovertreding te voorkomen, mag dit
toestel niet worden gebruikt met een beeld-
scherm dat zichtbaar is voor de bestuurder.
! Om de kans op ongevallen en mogelijke wets-
overtreding te voorkomen, mag de dvd- of tv-
voorziening (apart verkrijgbaar) voorin nooit
worden gebruikt terwijl het voertuig wordt be-
stuurd. De displays achterin mogen niet op
een plaats worden gemonteerd waar ze de be-
stuurder kunnen afleiden.
! In sommige landen of staten is het verbod op
kijken naar beelden op een display in een voer-
tuig niet beperkt tot de bestuurder. Waar der-
gelijke regels van toepassing zijn, dient u zich
daaraan te houden en mag u de dvd-functies
van dit toestel niet gebruiken.
Voorzorgsmaatregelen
Nl
6
Hoofdstuk
01
Als u tijdens het rijden naar een dvd, video-cd
of de televisie probeert te kijken, verschijnt de
waarschuwing Viewing of front seat video
source while driving is strictly prohibited.
op het display voorin.
Als u naar een dvd, video-cd of de tv op het
voorste display wilt kijken, moet u het voertuig
op een veilige plaats parkeren en de handrem
aantrekken.
Als u een display gebruikt dat
op V OUT is aangesloten
De uitgang V OUT van dit toestel is geschikt
voor aansluiting van een display zodat passa-
giers op de achterbank naar een dvd of de tele-
visie kunnen kijken.
WAARSCHUWING
Monteer het display achterin NOOIT zodanig dat
de bestuurder naar een dvd of naar de tv kan kij-
ken tijdens het rijden.
Gebruik van een
achteruitrijcamera
U kunt dit toestel in combinatie met een ach-
teruitrijcamera (optioneel) gebruiken om een
aanhangwagen in het oog te houden of als
hulp bij het parkeren.
WAARSCHUWING
! HET BEELD KAN IN SPIEGELBEELD
WORDEN WEERGEGEVEN.
! GEBRUIK DEZE INGANG ALLEEN VOOR
EEN ACHTERUITRIJCAMERA DIE HET
BEELD OMGEKEERD OF IN SPIEGEL-
BEELD WEERGEEFT. ANDER GEBRUIK
KAN LEIDEN TOT VERWONDINGEN OF
SCHADE.
LET OP
! De mogelijkheid om het beeld van de achter-
uitrijcamera weer te geven is bedoeld als een
hulpmiddel om beter zicht te hebben op een
aanhangwagen of bij het parkeren. Gebruik
deze functie niet voor andere doeleinden of
spelen.
! Merk op dat de beeldrand van de achteruitrij-
camera kan verschillen tijdens het achteruit-
parkeren met vol scherm en tijdens het
vooruitijden als controle naar achteren.
Voorkomen dat de accu
leegloopt
Zorg ervoor dat de motor van het voertuig
draait terwijl u het toeste l gebruikt. Als u het
toestel gebruikt terwijl de motor niet draait,
kan de accu leeglopen.
! Als het toestel niet van stroom wordt voor-
zien, bijvoorbeeld omdat de accu van het
voertuig wordt vervangen, keert de micro-
processor terug naar de beginstand. Het is
daarom raadzaam uw audio-instellingen op
te schrijven.
WAARSCHUWING
Gebruik het toestel niet in voertuigen zonder ac-
cessoirestand op het contactslot.
Voorzorgsmaatregelen
Nl
7
Hoofdstuk
01
Voorzorgsmaatregelen
Deponeer dit product niet bij het gewone huis-
houdelijk afval wanneer u het wilt verwijderen.
Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschre-
ven verzamelsysteem voor de juiste behande-
ling, het opnieuw bruikbaar maken en de
recycling van gebruikte elektronische produc-
ten.
In de lidstaten van de EU en in Zwitserland en
Noorwegen kunnen particulieren afgedankte
elektronische producten gratis bij de daarvoor
bestemde verzamelplaatsen inleveren. Als u
een soortgelijk nieuw product koopt, kunt u
het afgedankte product ook bij uw verkoop-
punt inleveren.
Als u in een ander land woont, neem dan con-
tact op met de plaatselijke overheid voor infor-
matie over het weggooien van afgedankte
producten.
Op die manier zorgt u ervoor dat uw afge-
dankte product op de juiste wijze wordt ver-
werkt, hergebruikt en gerecycled, zonder
schadelijke gevolgen voor het milieu en de
volksgezondheid.
Informatie over dit toestel
De frequenties waarop de tuner van dit toestel
kan worden afgestemd, zijn in gebruik in
West-Europa, Azië, het Midden-Oosten, Afrika
en Oceanië. In andere gebieden is de ont-
vangst wellicht slecht. De RDS-functie (radio-
datasysteem) werkt alleen in gebieden waar
de FM-zenders RDS-signalen uitzenden.
LET OP
! Zorg ervoor dat dit toestel niet met vloeistof in
aanraking komt. Een elektrische schok kan
daarvan het gevolg zijn. Bovendien kan con-
tact met vloeistoffen rookvorming, oververhit-
ting en andere schade aan het toestel
veroorzaken.
! KLASSE 1 LASERPRODUCT
Dit product bevat een laserdiode van een ho-
gere klasse dan 1. Uit veiligheidsoverwegin-
gen mag u de behuizing niet verwijderen en
niet proberen toegang te krijgen tot de binnen-
zijde van het toestel. Laat alle onderhouds-
werkzaamheden over aan gekwalificeerd
personeel.
! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in
Duitsland gebruikt.
! Houd deze handleiding bij de hand zodat u de
bedieningsprocedures en de te nemen voor-
zorgsmaatregelen kunt opzoeken.
! Houd het volume altijd laag genoeg om de ge-
luiden van buiten het voertuig te kunnen blij-
ven horen.
! Bescherm dit toestel tegen vocht.
! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg raakt,
wordt het voorkeuzegeheugen gewist en zult u
het toestel opnieuw moeten programmeren.
Regionummers voor dvd-video
Dvd-videos met een regionummer dat niet
overeenkomt met het regionummer van dit
toestel, kunnen niet worden afgespeeld. Het
regionummer van de speler vindt u op de on-
derzijde van dit toestel en in deze handleiding
(zie Technische gegevens op bladzijde 119).
Vóór u begint
Nl
8
Hoofdstuk
02
Informatie over deze
handleiding
Dit toestel beschikt over een aantal geavan-
ceerde functies voor superieure ontvangst en
bediening. Alle functies zijn ontworpen om het
gebruik zo eenvoudig mogelijk te maken, maar
ze spreken niet altijd voor zich. Deze bedie-
ningshandleiding helpt u om alles uit het toe-
stel te halen.
We raden u aan om u met de functies en de
bediening van de functies vertrouwd te maken
door deze handleiding te lezen voordat u het
toestel gaat gebruiken. Het is met name be-
langrijk dat u de teksten met WAARSCHU-
WING en LET OP in deze handleiding leest
en dat u zich aan deze teksten houdt.
Bezoek onze website
Hier vindt u onze site:
http://www.pioneer.nl
! Registreer uw product. Wij bewaren de ge-
gevens van het product dat u hebt aange-
schaft zodat u deze eenvoudig kunt
opvragen als u die nodig mocht hebben
voor de verzekering, bijvoorbeeld na verlies
of diefstal.
! Op onze website vindt u de laatste informa-
tie over Pioneer Corporation.
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert,
kunt u uw leverancier of het dichtstbijzijnde er-
kende Pioneer-servicestation raadplegen.
Kenmerken
Bediening met een aanraakpaneel
U kunt dit toestel met een aanraakpaneel be-
dienen.
U kunt de schuifbalk en de voortgangsbalk
ook met uw vinger bedienen.
Compatibiliteit met dvd-r/rw
Met dit toestel kunt u dvd-r/rw-discs afspelen
die in het videoformaat en video-opnamefor-
maat zijn opgenomen. (Raadpleeg Dvd-r/dvd-
rw-discs op bladzijde 106.)
Compatibiliteit met video-cds met PBC
U kunt video-cds met PBC (afspeelregeling)
afspelen.
Cds
U kunt op dit toestel muziek-cds en muziek-
cd-r/rws afspelen.
MP3-bestanden
U kunt MP3-bestanden op cd-r/rw/rom (ISO
9660-standaard niveau 1/niveau 2), op dvd-r/
rw/rom (ISO 9660-standaard niveau 1/niveau
2, UDF 1.02) en op USB-opslagapparaten
(FAT16, FAT32) afspelen.
WMA-bestanden
U kunt WMA-bestanden op cd-r/rw/rom (ISO
9660-standaard niveau 1/niveau 2), op dvd-r/
rw/rom (ISO 9660-standaard niveau 1/niveau
2, UDF 1.02) en op USB-opslagapparaten
(FAT16, FAT32) afspelen.
AAC-bestanden
U kunt AAC-bestanden op cd-r/rw/rom (ISO
9660-standaard niveau 1/niveau 2), op dvd-r/
rw/rom (ISO 9660-standaard niveau 1/niveau
2, UDF 1.02) en op USB-opslagapparaten
(FAT16, FAT32) afspelen.
Compatibiliteit met DivX
®
-video
Raadpleeg DivX-compatibiliteit op bladzijde
111.
JPEG-afbeeldingen
U kunt JPEG-afbeeldingen weergeven op een
cd-r/rw/rom of USB-opslagapparaat.
Compatibiliteit met Dolby Digital/DTS
Als u dit toestel met een multikanaalverwerker
van Pioneer gebruikt, kunt u genieten van de
sfeer en opwinding van dvd-films en muziek-
software met 5.1 kanalen.
Vóór u begint
Nl
9
Hoofdstuk
02
Vóór u begint
Compatibiliteit met draagbare
audiospelers
! Informeer bij de fabrikant naar de compati-
biliteit van uw draagbare USB-audiospeler/
USB-geheugen.
Dit toestel is geschikt voor:
Draagbare audiospelers en geheugenop-
slagapparaten die compatibel zijn met USB
MSC (Mass Storage Class)
Weergave van WMA-, MP3- en AAC-bestan-
den
Weergave van JPEG-bestanden
Compatibiliteit met iPod
Met dit toestel kunt u een iPod bedienen en
songs en videos op een iPod afspelen.
Raadpleeg Compatibiliteit met iPod op blad-
zijde 109 voor meer informatie over onder-
steunde iPods.
Handsfree telefoneren
Met een Bluetooth-adapter (bijvoorbeeld CD-
BTB200) kunt u met dit toestel via Bluetooth
draadloze technologie handsfree bellen.
Compatibiliteit met Bluetooth-
audiospelers
Met een Bluetooth-adapter (bijvoorbeeld CD-
BTB200) kunt u een Bluetooth-audiospeler via
Bluetooth draadloze technologie bedienen.
Informatie over DivX
DivX is een gecomprimeerd digitaal videofor-
maat dat wordt gemaakt door de DivX
®
video-
codec van DivX, Inc. Dit toestel kan DivX-video-
bestanden afspelen die op cd-r/rw/rom-discs
en dvd-r/rw/rom-discs zijn opgenomen. Naar
analogie met dvd-video worden afzonderlijke
DivX-videobestanden titels genoemd. Als u
bestanden/titels op een cd-r/rw-disc of een
dvd-r/rw-disc een naam geeft voordat u ze
gaat branden, moet u er rekening mee houden
dat ze standaard in alfabetische volgorde wor-
den afgespeeld.
Officieel DivX
®
-gecertificeerd product
Dit toestel speelt alle versies van DivX
®
-video
(inclusief DivX
®
6) af als standaard DivX
®
-
mediabestanden.
Als een handeling niet
mogelijk is
Een dvd kan zo geprogrammeerd zijn dat be-
paalde functies soms niet beschikbaar zijn tij-
dens het kijken. In dat geval verschijnt het
pictogram
op het scherm.
! Bij sommige discs verschijnt het pictogram
niet.
De microprocessor resetten
Als u op RESET drukt, wordt de microproces-
sor naar de begininstellingen teruggezet. Boe-
kenleggergegevens worden daarbij niet
gewijzigd.
De microprocessor moet in de volgende geval-
len worden gereset:
! Als u dit toestel voor de eerste keer gebruikt
nadat u het hebt geïnstalleerd
! Als het toestel niet naar behoren werkt
! Als er vreemde of onjuiste berichten op het
scherm verschijnen
1 Zet de contactschakelaar UIT.
2 Druk met een pen of een ander puntig
voorwerp op RESET.
RESET-toets
Vóór u begint
Nl
10
Hoofdstuk
02
Opmerking
Nadat het aansluiten is voltooid, als u alle opge-
slagen instellingen wilt wissen, of als u het toe-
stel naar de begininstellingen
(fabrieksinstellingen) wilt terugzetten, zet u de
motor aan of zet u het contactslot op ACC ON
voordat u op RESET drukt.
Functiedemo
De functiedemo start automatisch als u de
signaalbron Off selecteert. De demo wordt af-
gespeeld zolang het contactslot op ACC of ON
staat. Houd MUTE ingedrukt om de functiede-
mo te annuleren. Houd MUTE ingedrukt om
de functiedemo opnieuw te starten. Let op: de
accu kan leeglopen als de functiedemo geacti-
veerd blijft terwijl de motor uit staat.
Belangrijk
De rode draad (ACC) van dit toestel moet worden
aangesloten op een aansluiting die is gekoppeld
aan de aan/uit-stand van het contactslot. Anders
loopt u het risico dat de accu leeg raakt.
Vóór u begint
Nl
11
Hoofdstuk
02
Vóór u begint
Hoofdtoestel
1 RESET-toets
Druk op deze toets om terug te keren naar
de fabrieksinstellingen (begininstellingen).
2 DISP OFF-toets
Druk op deze toets om het informatiedisplay
in of uit te schakelen.
3 De toetsen c/d (TRACK)
Druk op deze toetsen om handmatig af te
stemmen, vooruit en achteruit te spoelen en
naar fragmenten te zoeken.
4 SRC/OFF-toets
Druk op deze toets om alle signaalbronnen
af te gaan. Houd deze toets ingedrukt om de
signaalbron uit te schakelen.
5 De toetsen +/ (VOLUME)
Druk op deze toetsen om het volume te ver-
hogen of te verlagen.
6 MUTE-toets
Druk op deze toets om het geluid uit te
schakelen. Druk nogmaals op deze toets om
het geluid weer aan te zetten.
7 h-toets (uitwerpen)
Druk op deze toets om een disc uit dit toe-
stel te werpen.
Los verkrijgbare
afstandsbediening
De afstandsbediening CD-R55 is apart verkrijg-
baar.
Raadpleeg de handleiding van de afstandsbe-
diening voor informatie over het gebruik van
de afstandsbediening.
1 2
4
6
7
5
3
Wat is wat
Nl
12
Hoofdstuk
03
Stroom aan/uit
1
1
1
1 Bronpictogram
Het toestel inschakelen
% Als u de toetsen op het aanraakpaneel
gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram
aan en vervolgens de naam van de ge-
wenste signaalbron.
De namen van de signaalbronnen worden
weergegeven en de bronnen die u kunt selec-
teren worden gemarkeerd.
% Als u de toetsenbediening gebruikt,
drukt u op SRC/OFF om het toestel in te
schakelen.
Het toestel uitschakelen
% Als u de toetsen van het aanraakpaneel
gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram
aan en vervolgens Off.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
% Als u de toets gebruikt, moet u
SRC/OFF ingedrukt houden tot het toestel
uit gaat.
Signaalbronnen selecteren
U kunt de signaalbron selecteren waarnaar u
wilt luisteren. U kunt naar de dvd-speler over-
schakelen door een disc in het toestel te plaat-
sen.
% Als u de toetsen op het aanraakpaneel
gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram
aan en vervolgens de naam van de ge-
wenste signaalbron.
De namen van de signaalbronnen worden
weergegeven en de bronnen die u kunt selec-
teren worden gemarkeerd.
! Disc Ingebouwde dvd-speler
! Radio Radio
! TV Televisie
! AV AV-ingang
! EXT-1 Extern toestel 1
! EXT-2 Extern toestel 2
! AUX-1 AUX 1
! AUX-2 AUX 2
! USB/iPod USB/iPod
! Telephone Bluetooth-telefoon
! BT-AUDIO Bluetooth-audiospeler
! Rear View Achteruitrijcamera
! Off Toestel uitzetten
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Als u het menu gebruikt, is het niet mogelijk
een bron te selecteren door het bronpictogram
aan te raken.
# Raak ESC aan om het menu te sluiten.
% Als u de toetsenbediening gebruikt,
drukt u herhaaldelijk op SRC/OFF om de
gewenste signaalbron te selecteren.
Opmerkingen
! In de volgende gevallen wordt er niet naar een
andere geluidsbron overgeschakeld.
Als er geen toestel is aangesloten dat over-
eenkomt met de geselecteerde signaal-
bron.
Als er geen disc in de speler is geplaatst.
Als AUX (externe ingang) is uitgeschakeld
(zie bladzijde 62).
Als AV (de AV-ingang) niet is ingesteld op
Video (raadpleeg bladzijde 67).
! In de volgende gevallen verandert het picto-
gram USB/iPod.
Basisbediening
Nl
13
Hoofdstuk
04
Basisbediening
USB wordt weergegeven als er een USB-
opslagapparaat is aangesloten.
iPod wordt weergegeven als er een iPod is
aangesloten.
USB/iPod wordt weergegeven als er geen
apparaat is aangesloten.
! AUX1 is standaard ingeschakeld. Schakel
AUX1 uit als u deze ingang niet gebruikt (raad-
pleeg De externe ingang in- of uitschakelen op
bladzijde 62).
! Er kan ruis optreden als u de draagbare audio-
speler oplaadt met de gelijkstroombron van
het voertuig terwijl het op de AUX-ingang is
aangesloten. Stop in dat geval het opladen.
! Rear View (achteruitrijcamera) kan niet wor-
den geselecteerd door op SRC/OFF te druk-
ken.
! Het beeld van de achteruitrijcamera wordt au-
tomatisch weergegeven als het toestel juist is
ingesteld. Raadpleeg Instellingen voor de ach-
teruitrijcamera op bladzijde 68 voor meer infor-
matie.
! Met een extern toestel wordt een Pioneer-pro-
duct bedoeld (bijvoorbeeld een toekomstig
verkrijgbaar product) waarvan u de basisfunc-
ties met dit toestel kunt bedienen. Met dit toe-
stel kunnen twee externe toestellen worden
bediend. Als er twee externe toestellen op dit
toestel zijn aangesloten, worden deze automa-
tisch toegewezen als extern toestel 1 of extern
toestel 2.
! Als de blauw-witte draad van dit toestel is aan-
gesloten op de bedieningsaansluiting van de
automatische antenne van het voertuig,
schuift de antenne uit wanneer er een signaal-
bron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als
de signaalbron wordt uitgeschakeld, wordt de
antenne weer ingeschoven.
Het volume afstellen
% Druk op + of om het volume aan te
passen.
Basisbediening van de toetsen
op het aanraakpaneel
De toetsen op het
aanraakpaneel activeren
1
2
1 Informatiegebied
De informatie die hier wordt weergegeven is
afhankelijk van de geselecteerde signaal-
bron.
2 Toetsen op het aanraakpaneel
Raak de toetsen aan om handelingen uit te
voeren.
1 Raak het scherm aan om de aanraak-
toetsen voor een signaalbron te activeren.
De toetsen van het aanraakpaneel verschijnen
op het display.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
met toetsen op het aanraakpaneel te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep met
toetsen op het aanraakpaneel te gaan.
2 Raak Hide aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet worden gebruikt, worden
deze automatisch verborgen bij het selecteren
van een videobron.
Basisbediening
Nl
14
Hoofdstuk
04
Bediening van het menu
1 Function Menu-toets
Raak deze toets aan om naar de verschil-
lende functies voor elke signaalbron te
gaan.
2 Audio Menu-toets
Raak deze toets aan om naar het menu voor
de geluidskwaliteit te gaan.
3 System Menu-toets
Raak deze toets aan naar het instellingen-
menu te gaan.
4 Entertainment Menu-toets
Raak deze toets aan naar het entertainment-
instellingenmenu te gaan.
5 ESC-toets
Raak deze toets aan om de bediening van
functies te annuleren.
6 Back-toets
Raak op deze toets aan om terug te keren
naar het vorige display.
1 Raak AV Menu aan om MENU weer te
geven.
De menunamen worden weergegeven en de
menus die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
# Als AV Menu niet wordt weergegeven, kunt u
deze functie weergeven door het scherm aan te
raken.
2 Raak de gewenste toets aan om de
namen van de functies die u wilt gebruiken
weer te geven.
3 Raak ESC aan om terug te keren naar
het display van elke signaalbron.
De schuifbalk en de
voortgangsbalk gebruiken
1
1
1
2
Met dit toestel kunt u de schuifbalk en de
voortgangsbalk met uw vingertop bedienen.
Basisbediening
Nl
15
Hoofdstuk
04
Basisbediening
Als een menu uit meerdere paginas bestaat
of meer dan vijf keuzemogelijkheden biedt,
kunt u de schuifbalk links van het menu ge-
bruiken om de items weer te geven die mo-
menteel niet zichtbaar zijn. Bij het afspelen
vanaf een disc of een USB-opslagapparaat
kunt u de voortgangsbalk gebruiken om aan te
geven waar het afspelen moet worden gestart.
De schuifbalk gebruiken
1 Schuifbalk
% Als de schuifbalk links in het scherm
wordt weergegeven, kunt u deze omhoog
of omlaag slepen om de verborgen items
weer te geven.
# Ook door of aan te raken, kunt u de ver-
borgen items weergeven.
De voortgangsbalk gebruiken
Deze balk is beschikbaar bij de volgende sig-
naalbronnen:
! Dvd-video, dvd-vr
! Video-cd
! Cd
! Gecomprimeerde audiobestanden (disc,
USB)
! DivX
2 Voortgangsbalk
% Versleep de voortgangsbalk op het
scherm om het afspeelpunt te bepalen.
# Als de voortgangsbalk grijs wordt weergege-
ven, kunt u deze niet gebruiken.
Hoek van het LCD-paneel
afstellen
LET OP
Houd uw handen en vingers uit de buurt van het
toestel als het LCD paneel wordt geopend, geslo-
ten of afgesteld. Wees extra voorzichtig met kin-
deren en houd hen op gepaste afstand.
1 Druk op h om het uitwerpmenu weer
te geven.
2 Stel de hoek van het LCD-paneel af met
de aanraaktoetsen
en .
# De hoek van het LCD-paneel kan in vijf posi-
ties worden ingesteld.
# De afgestelde hoek van het LCD-paneel wordt
opgeslagen en automatisch opgevraagd als het
LCD-paneel weer wordt geopend.
Basisbediening van de
ingebouwde DVD-speler
Een disc afspelen
1 Druk op h om het uitwerpmenu weer
te geven.
2 Raak
aan om het LCD-paneel te ope-
nen.
De laadsleuf voor de disc verschijnt.
# Raak, nadat u een dvd (-r/-rw) of cd (-r/-rw) in
het toestel hebt geplaatst, het pictogram van de
signaalbron aan en raak vervolgens Disc aan om
Disc te selecteren.
3 Plaats een dvd (-r/-rw) of cd (-r/-rw) in
de cd-laadsleuf.
Het LCD-paneel gaat automatisch dicht en het
afspelen begint.
Laadsleuf voor de disc
# Zorg ervoor dat u de dvd (-r/-rw) of cd (-r/-
rw) plaatst met de labelzijde naar boven.
# Nadat u een dvd (-r/-rw) of cd (-r/-rw) hebt ge-
plaatst, gebruikt u de toetsen op het aanraakpa-
neel om de dvd-speler te selecteren.
Basisbediening
Nl
16
Hoofdstuk
04
# Raak, nadat u een dvd (-r/-rw) of cd (-r/-rw) in
het toestel hebt geplaatst, het pictogram van de
signaalbron aan en raak vervolgens Disc aan om
Disc te selecteren.
# Als u een dvd of video-cd afspeelt, kan er een
menu verschijnen. Raadpleeg Bediening van het
dvd-menu op bladzijde 26 en PBC-weergave op
bladzijde 32.
# Als automatisch afspelen is ingeschakeld,
geeft het toestel het dvd-menu niet weer en wordt
de disc automatisch vanaf het eerste hoofdstuk
van de eerste titel afgespeeld. Raadpleeg Automa-
tisch afspelen van dvds op bladzijde 30.
# Druk op h en raak vervolgens
aan om een
dvd (-r/-rw) of cd (-r/-rw) uit te werpen.
Opmerkingen
! De dvd-speler kan één standaard dvd (-r/-rw)
of cd (-r/-rw) van 12 cm afspelen. Discs van 8
cm kunnen niet op dit toestel worden afge-
speeld.
! Plaats nooit iets anders dan een dvd (-r/-rw) of
cd (-r/-rw) in de cd-laadsleuf.
! Als de functie Bladwijzer is ingeschakeld,
wordt het afspelen van de dvd hervat vanaf
het geselecteerde punt. Raadpleeg Het afspe-
len hervatten (bladwijzer) op bladzijde 27 voor
meer informatie.
! Als een dvd (-r/-rw) of cd (-r/-rw) meerdere me-
diatypen bevat, bijvoorbeeld zowel DivX als
MP3, kunt u tussen de verschillende mediaty-
pen overschakelen die u wilt afspelen. Raad-
pleeg Een ander mediabestandstype selecteren
op deze bladzijde.
! Als u een disc niet volledig kunt plaatsen of
als de disc niet wordt afgespeeld nadat u deze
in de speler hebt geplaatst, controleer dan of
de disc wel met het label omhoog is geplaatst.
Druk op h en raak vervolgens
aan om de
disc uit te werpen; controleer de disc op be-
schadigingen voordat u deze opnieuw plaatst.
! Er treedt soms enige vertraging op tussen het
starten van een disc en de geluidsweergave.
Tijdens het inlezen wordt Format Read op het
display weergegeven.
! Als er een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan Foutmeldingen op bladzijde
101.
Standaardbediening
In de volgende tabel worden de standaardtoet-
sen voor het afspelen van discs uitgelegd. In
de volgende hoofdstukken worden de andere
afspeelmogelijkheden gedetailleerder bespro-
ken.
Toets Functie
f
Start het afspelen, onderbreekt een spelende
disc en hervat het afspelen van een disc die
is onderbroken.
g Hiermee stopt u het afspelen.
o
Gaat naar het begin van het huidige frag-
ment, hoofdstuk of bestand en vervolgens
naar eerdere fragmenten, hoofdstukken of
bestanden.
! Als u o aanraakt en ingedrukt houdt,
wordt de disc teruggespoeld.
p
Gaat naar het volgende fragment, hoofdstuk
of bestand.
! Als u p aanraakt en ingedrukt houdt,
wordt de disc vooruitgespoeld.
Opmerking
Bij sommige dvds of video-cds kunnen sommige
toetsen niet gebruikt worden op bepaalde locaties
op de disc. Dat is normaal en duidt niet op een
defect aan dit toestel.
Een ander mediabestandstype
selecteren
Als u een disc afspeelt die verschillende me-
diabestandstypen bevat, bijvoorbeeld zowel
DivX als MP3, kunt u tussen de verschillende
typen overschakelen.
! Op dit toestel kunnen de volgende media-
bestandstypen op cd-r/rw/rom-discs wor-
den afgespeeld.
Audiogegevens (cd-da)
Gecomprimeerde audiobestanden
Basisbediening
Nl
17
Hoofdstuk
04
Basisbediening
DivX-videobestanden
JPEG-afbeeldingen
! Als u een dvd-r/r w/rom hebt geplaatst, kunt
u met dit toestel geen audiogegevens (cd-
da) afspelen of JPEG-afbeeldingen weerge-
ven.
% Raak Media aan om naar een ander me-
diabestandstype over te schakelen.
Raak Media herhaaldelijk aan om als volgt
tussen de mediatypen te schakelen:
CD (audiogegevens (cd-da))ROM-Audio
(gecomprimeerde audio)DivX (DivX-video-
bestanden)JPEG (JPEG-afbeeldingen)
Basisbediening
Nl
18
Hoofdstuk
04
Naar de radio luisteren
2
2
2
1
1
1
3
3
3
4
4
4
8
5
6
7
RDS
2
2
2
1
1
1
3
3
3
9
9
9
8
a
Zonder RDS, of MW/LW
Hieronder volgen de basisstappen voor de be-
diening van de radio. Vanaf het volgende ge-
deelte wordt de geavanceerde bediening van
de tuner uitgelegd. Raadpleeg bladzijde 21.
! U kunt de AF-functie van dit toestel (zoeken
naar alternatieve frequenties) in- en uit-
schakelen. Bij normaal afstemmen moet
de AF-functie uit staan (raadpleeg bladzijde
22).
! RDS-signalen (Radio Data System) bevat-
ten onhoorbare zenderinformatie die ge-
bruikt kan worden om het zoeken naar
radiozenders te vergemakkelijken.
1 Bronpictogram
Dit pictogram geeft aan welke signaalbron
is geselecteerd.
2 Frequentiebandindicator
Geeft aan op welke band de radio is afge-
stemd: MW/LW of FM.
3 Voorkeuzenummerindicator
Geeft aan welke voorkeuzezender is geselec-
teerd.
4 Programmaservicenaam
Geeft de naam van het programma weer
(programmaservicenaam).
5 NEWS-indicator
Licht op wanneer het gekozen nieuwspro-
gramma wordt ontvangen.
6 TRFC-indicator
Licht op als er is afgestemd op een zender
die verkeersinformatie uitzendt (TP-zender).
7 Text-indicator
Geeft aan dat er radiotekst wordt ontvangen.
8 5-indicator (stereo)
Licht op als op de gekozen frequentie in ste-
reo wordt uitgezonden.
9 Frequentie-indicator
Toont de frequentie waarop u hebt afge-
stemd.
a Local-indicator
Licht op als automatisch afstemmen op lo-
kale zenders is ingeschakeld.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
vervolgens Radio aan om de radio te selec-
teren.
2 Raak Band aan en selecteer een fre-
quentieband.
Raak Band aan tot de gewenste frequentie-
band (FM1, FM2, FM3 voor FM of MW/LW)
op het display wordt weergegeven.
3 Raak c of d kort aan om handmatig af
te stemmen.
# U kunt ook handmatig afstemmen door op c
of d (TRACK) te drukken.
Radio
Nl
19
Hoofdstuk
05
Radio
4 Om automatisch af te stemmen raakt u
c of d ongeveer een seconde aan.
De tuner zoekt nu de frequenties in de aange-
geven richting af tot er een uitzending gevon-
den wordt die sterk genoeg is voor een goede
ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door c of d kort aan te raken.
# Als u c of d blijft aanraken, kunt u zenders
overslaan. Automatisch afstemmen begint als u
de toets loslaat.
# U kunt ook automatisch afstemmen door c of
d (TRACK) ingedrukt te houden.
Opmerkingen
! Als u een iPod via dit toestel oplaadt terwijl u
naar MW/LW-radio luistert, kan de radio-ont-
vangst worden verstoord. Ontkoppel de iPod
in dat geval.
! Sommige zenders leveren geen RDS-diensten.
! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer is afgestemd op een RDS-zender.
Zenderfrequenties opslaan
en oproepen
U kunt eenvoudig zes zenderfrequenties op-
slaan zodat u deze later weer snel kunt oproe-
pen.
! Voor iedere frequentieband kunnen er zes
zenders in het geheugen worden opgesla-
gen.
1 Raak List aan om de lijst met voorkeu-
zenummers weer te geven.
2 Als u hebt afgestemd op een frequentie
die u in het geheugen wilt opslaan, raakt u
een van de voorkeuzetoetsen P1 t/m P6
aan tot u het geluidssignaal hoort.
De frequentie van de geselecteerde radiozen-
der is in het geheugen opgeslagen.
Wanneer u hierna dezelfde voorkeuzetoets
aanraakt, wordt de frequentie uit het geheu-
gen opgeroepen.
# Als P1 t/m P6 niet worden weergegeven en u
deze wilt weergeven, raakt u List aan.
# U kunt ook a en b gebruiken om de zender-
frequenties op te roepen die onder de voorkeuzet-
oetsen P1 t/m P6 zijn opgeslagen.
3 Raak ESC aan om naar het normale dis-
play terug te keren.
PTY-informatie weergeven
U kunt de PTY-informatie (ID-code voor het
programmatype) weergeven.
% Raak INFO aan.
De PTY-informatie wordt acht seconden weer-
gegeven.
De PTY-lijst met ID-codes en programmatypen
vindt u in het volgende gedeelte. Raadpleeg
bladzijde 24.
Radiotekst
De tuner kan op het display radiotekst weerge-
ven die door RDS-zenders wordt uitgezonden,
zoals zendergegevens, de titel van het uitge-
zonden muziekfragment en de naam van de
artiest.
! De tuner slaat automatisch de drie laatst
ontvangen radiotekstuitzendingen in het
geheugen op. Hierbij wordt telkens de
oudste tekst door de nieuwste tekst vervan-
gen.
Radiotekst weergeven
U kunt de huidige radiotekst en de drie meest
recente radiotekstuitzendingen op het display
laten weergeven.
1 Raak Text aan om radiotekst op het dis-
play weer te geven.
De radiotekst van de huidige zender wordt
weergegeven.
# U kunt de weergave van radiotekst uitschake-
len door ESC aan te raken.
Radio
Nl
20
Hoofdstuk
05
# Wanneer er geen radiotekst wordt ontvangen,
verschijnt No Text op het display.
2 Raak PREV of NEXT aan om de drie
meest recente radiotekstberichten op te
roepen.
# Als er geen radiotekstgegevens in het geheu-
gen zijn opgeslagen, verandert het display niet.
Radiotekst opslaan en oproepen
U kunt gegevens van maximaal zes radiotekst-
uitzendingen opslaan onder de toetsen
Memo 1 t/m Memo 6.
1 Geef op het display de radiotekst weer
die u in het geheugen wilt opslaan.
Raadpleeg Radiotekst weergeven op de vorige
bladzijde.
2 Raak een van de toetsen Memo 1 t/m
Memo 6 even aan om de geselecteerde ra-
diotekst op te slaan.
Het geheugennummer verschijnt op het dis-
play en de geselecteerde radiotekst wordt op-
geslagen in het geheugen.
Wanneer u de volgende keer op dezelfde toets
drukt op het radiotekstdisplay, wordt de eerder
opgeslagen tekst uit het geheugen opge-
roepen.
Geavanceerde tunerfuncties
1 Raak AV Menu aan en daarna
Function Menu om de functienamen weer
te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
2 Raak ESC aan om naar het frequentie-
display terug te keren.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
Frequenties van de sterkste
zenders opslaan
Met de functie BSM (Best Stations Memory)
kunt u automatisch de zes sterkste zenders in
het geheugen opslaan. Deze worden opgesla-
gen in volgorde van signaalsterkte.
! Het is mogelijk dat de via BSM opgeslagen
zenders de zenders vervangen die u zelf
hebt opgeslagen onder de toetsen P1 t/m
P6.
% Raak BSM in het functiemenu aan om
BSM (Best Stations Memory) in te schake-
len.
BSM begint te knipperen. Terwijl BSM knippert
worden de zes sterkste zenders opgeslagen
onder de voorkeuzetoetsen P1 t/m P6 in de
volgorde van de sterkte van het signaal. Als dit
is voltooid, stopt BSM met knipperen.
# Raak BSM nogmaals aan om het opslaan te
annuleren.
Op sterke signalen afstemmen
Met de functie Automatisch afstemmen op lo -
kale zenders kunt u het toestel laten afstem-
men op zenders waarvan het signaal sterk
genoeg is voor een goede ontvangst.
% Raak Local in het functiemenu aan om
de gevoeligheid in te stellen.
Raak Local herhaaldelijk aan tot het gewenste
gevoeligheidsniveau op het display verschijnt.
Er zijn vier gevoeligheidsniveaus voor FM en
twee voor MW/LW:
FM: OffLevel1Level2Level3Level4
MW/LW: OffLevel1Level2
Een hoger nummer betekent een hoger ni-
veau. Als u het hoogste niveau selecteert,
wordt alleen afgestemd op de sterkste zen-
ders. Bij lagere niveaus wordt ook afgestemd
op zwakkere zenders.
Radio
Nl
21
Hoofdstuk
05
Radio
Alternatieve frequenties
kiezen
Als de tuner geen goede ontvangst kan verkrij-
gen, kan het toestel automatisch op zoek gaan
naar een andere zender in hetzelfde netwerk.
% Raak AF op het functiemenu aan om AF
in te schakelen.
# Raak AF nogmaals aan om AF uit te schake-
len.
Opmerkingen
! Als de functie AF is ingeschakeld, wordt bij
automatisch afstemmen of gebruik van de
functie BSM alleen afgestemd op RDS-zen-
ders.
! Als u een voorkeuzezender oproept, kan de
tuner een nieuwe frequentie uit de AF-lijst van
de zender aan deze voorkeuzezender toewij-
zen. (Dit is alleen mogelijk als u voorkeuzezen-
ders op de banden FM1 of FM2 gebruikt.) Er
verschijnt geen voorkeuzenummer op het dis-
play als de RDS-gegevens van de ontvangen
zender afwijken van de gegevens van de oor-
spronkelijk opgeslagen zender.
! Het is mogelijk dat de geluidsweergave tijde-
lijk wordt onderbroken door een ander pro-
gramma terwijl de AF-zoekfunctie actief is.
! De AF-functie kan voor elke FM-frequentie-
band afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
PI-zoeken
Als de tuner geen geschikte zender kan vinden
of als de ontvangst verslechtert, gaat het toe-
stel automatisch op zoek naar een andere zen-
der van hetzelfde programmatype. Tijdens het
zoeken wordt PI Seek weergegeven en wordt
het volume gedempt.
Automatische PI-zoekfunctie
voor voorkeuzezenders
Wanneer een voorkeuzezender niet kan wor-
den opgeroepen (bijvoorbeeld wanneer u een
grote afstand hebt afgelegd), kan het toestel
zo worden ingesteld dat ook bij het oproepen
van een voorkeuzezender de PI-zoekfunctie
wordt uitgevoerd.
! De automatische PI-zoekfunctie is stan-
daard uitgeschakeld. Raadpleeg De auto-
matische PI-zoekfunctie in- of uitschakelen
op bladzijde 63.
Alleen zenders met regionale
programmering zoeken
Als de functie AF is ingeschakeld, beperkt de
regionale functie het zoeken tot regionale pro -
grammas.
% Raak Regional in het functiemenu aan
om de regionale functie in te schakelen.
# Raak Regional nogmaals aan om de regio-
nale functie uit te schakelen.
Opmerkingen
! Regionale programmering en regionale net-
werken kunnen per land verschillend georga-
niseerd zijn. (Ze kunnen bijvoorbeeld
verschillen afhankelijk van de tijd, het land of
het ontvangstgebied.)
! Het voorkeuzenummer kan van het display
verdwijnen als de tuner op een regionale zen-
der afstemt die afwijkt van de zender die oor-
spronkelijk was gekozen.
! De regionale functie kan voor elke FM-fre-
quentieband afzonderlijk worden in- of uitge-
schakeld.
Radio
Nl
22
Hoofdstuk
05
Verkeersberichten
ontvangen (TA)
Met de functie TA (stand-by voor verkeersbe-
richten) kunt u automatisch verkeersberichten
ontvangen, ongeacht de signaalbron waarnaar
u aan het luisteren bent. De functie TA kan
voor zowel een TP-zender (een zender die ver-
keersberichten uitzendt) als een uitgebreide
TP-zender van een ander netwerk (een zender
met informatie die verwijst naar andere TP-
zenders) worden geactiveerd.
1 Stem af op een TP-zender of een uitge-
breide TP-zender van een ander netwerk.
De TRFC-indicator licht op.
2 Raak TA aan in het functiemenu.
dTRFC verschijnt op het display. Het toestel is
nu gereed om verkeersberichten te ontvangen.
# Als de functie TA is ingeschakeld terwijl u niet
hebt afgestemd op een TP-zender of een uitge-
breide TP-zender van een ander netwerk, brandt
de indicator TRFC gedimd.
# Raak TA nogmaals aan om de functie Stand-
by voor verkeersberichten weer uit te schakelen.
3 Wanneer er een verkeersbericht wordt
uitgezonden, kunt u het volume van het
bericht regelen met +/ (VOLUME).
Het ingestelde volume wordt in het geheugen
opgeslagen en wordt opnieuw gebruikt bij vol-
gende verkeersberichten.
4 Raak TA aan terwijl er een verkeersbe-
richt wordt ontvangen als u het bericht
wilt annuleren.
De tuner keert terug naar de oorspronkelijk in-
gestelde signaalbron maar blijft in de stand-
bymodus totdat u TA nogmaals aanraakt.
Opmerkingen
! Wanneer het verkeersbericht is afgelopen,
keert het systeem terug naar de oorspronkelij-
ke signaalbron.
! Als de functie TA is ingeschakeld, wordt er bij
automatisch afstemmen of gebruik van de
functie BSM alleen afgestemd op TP-zenders
en uitgebreide TP-zenders van een ander net-
werk.
PTY-functies
U kunt PTY-informatie (programmatype-infor-
matie) gebruiken om op een zender af te stem-
men.
Een RDS-zender via PTY-
informatie zoeken
U kunt naar bepaalde soorten uitzendingen
zoeken. Zie de lijst in het volgende gedeelte.
Raadpleeg de volgende bladzijde.
1 Raak PTY aan in het functiemenu.
2 Raak c of d aan en selecteer een pro-
grammatype.
Er zijn vier programmatypen:
News&InfPopularClassicsOthers
3 Raak d aan om het zoeken te laten be-
ginnen.
Het toestel begint te zoeken naar een zender
die het geselecteerde programmatype uit-
zendt. Als er een zender is gevonden, wordt de
programmaservicenaam weergegeven.
De PTY-lijst met ID-codes en programmatypen
vindt u in het volgende gedeelte. Raadpleeg de
volgende bladzijde.
# Raak c aan om het zoeken te annuleren.
# Het programma van een zender kan soms af-
wijken van de informatie die door de PTY-code
wordt aangegeven.
# Als er geen zender gevonden wordt die een
programma van het gewenste type uitzendt,
wordt ongeveer twee seconden Not Found op
het display getoond en keert de tuner terug naar
de oorspronkelijke zender.
Radio
Nl
23
Hoofdstuk
05
Radio
Onderbreking door
nieuwsberichten
U kunt het toestel zo instellen dat het automa-
tisch naar een andere zender overschakelt
wanneer daarop een nieuwsprogramma met
PTY-code wordt uitgezonden. Als het nieuws-
programma is afgelopen, schakelt het toestel
terug naar het oorspronkelijke programma.
% Raak NEWS aan in het functiemenu.
Het toestel is nu gereed om over te schakelen
als een nieuwsbericht wordt ontvangen.
# Raak NEWS nogmaals aan om de onderbre-
king door nieuwsberichten uit te schakelen.
# U kunt een nieuwsbericht annuleren door
NEWS aan te raken.
PTY-nooduitzendingen
Als de PTY-code voor noodgevallen wordt uit-
gezonden, wordt deze automatisch door dit
toestel ontvangen (ALARM verschijnt). Als de
uitzending is beëindigd, schakelt het toestel
terug naar de oorspronkelijke signaalbron.
PTY-lijst
Algemeen Specifiek Programmatype
News&Inf News Nieuws
Affairs Actualiteiten
Info Algemene informatie en
adviezen
Sport Sport
Weather Weerberichten, meteoro-
logische informatie
Finance Beursberichten, handel,
zakelijk nieuws enz.
Popular Pop Mus Populaire muziek
Rock Mus Eigentijdse moderne mu-
ziek
Easy Mus Easy listening-muziek
Oth Mus Overige muziek
Jazz Jazz
Country Countrymuziek
Nat Mus Nationale muziek
Oldies Gouwe Ouwe
Folk Mus Folkmuziek
Classics L. Class Lichte klassieke muziek
Classic Klassieke muziek
Others Educate Educatieve programmas
Drama Hoorspelen en series
Culture Nationale of regionale
cultuur
Science Natuur, wetenschap en
techniek
Varied Licht amusement
Children Kinderprogrammas
Social Praatprogrammas
Religion Religieuze onder werpen
of diensten
Phone In Inbelprogrammas
Touring Reisprogrammas; niet
voor verkeersberichten
Leisure Hobbys en recreatie
Document Documentaires
Radio
Nl
24
Hoofdstuk
05
Een dvd afspelen
2
2
2
1
1
1
3
3
3
4
4
4
5
7
8
9
6
Dvd-video
2
2
2
1
1
1
3
3
3
4
4
4
5
7
a
6
Dvd-vr
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een dvd met de dvd-speler. Vanaf het volgende
gedeelte wordt de geavanceerde bediening
van de dvd-speler uitgelegd. Raadpleeg blad-
zijde 30.
1 Bronpictogram
Dit pictogram geeft aan welke signaalbron
is geselecteerd.
2 Titelnummerindicator
Deze toont welke titel er momenteel afge-
speeld wordt.
3 Hoofdstuknummerindicator
Deze toont welk hoofdstuk er momenteel af-
gespeeld wordt.
4 Weergavetijdindicator
Deze toont de verstreken weergavetijd van
het spelende hoofdstuk.
5 Audiotaalindicator
Deze geeft aan welke audiotaal is geselec-
teerd.
Voor dvd-vr wordt alleen het nummer van de
audiotaal weergegeven.
6 Indicator voor digitale indeling
Deze indicator geeft aan wanneer er een sig-
naal wordt gevonden dat met de overeen-
komstige indeling is gecodeerd.
7 Zender/bemonsteringsfrequentie/
kwantisatiebits
Afhankelijk van de bestandsindeling wordt
sommige informatie niet weergegeven.
8 Ondertitelingstaalindicator
Deze geeft aan welke ondertitelingstaal is
geselecteerd.
9 Camerahoekindicator
Deze geeft aan welke camerahoek is gese-
lecteerd.
a Indicator voor afspeelmethode
Deze geeft aan welke afspeelmethode
(ORIGINAL LIST of PLAYLIST) is geselec-
teerd.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna Disc aan om de dvd-speler te selec-
teren.
# Als er geen disc in het toestel is geplaatst,
kunt u Disc (dvd-speler) niet selecteren. Plaats
een disc in het toestel. (Raadpleeg bladzijde 16.)
# Bij sommige discs wordt er een menu weerge-
geven. (Raadpleeg Bediening van het dvd-menu
op de volgende bladzijde.)
2 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
# Raak Hide aan om de toetsen van het aan-
raakpaneel te verbergen.
Dvds afspelen
Nl
25
Hoofdstuk
06
Dvds afspelen
3 Raak o of p aan om naar het vo-
rige of het volgende hoofdstuk te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende hoofdstuk. Als u o eenmaal
aanraakt, gaat u naar het begin van het huidi-
ge hoofdstuk. Als u deze toets nogmaals aan-
raakt, gaat u naar het vorige hoofdstuk.
# U kunt ook naar een ander hoofdstuk gaan
door op c of d (TRACK) te drukken.
4 Blijf o of p aanraken om vooruit of
achteruit te spoelen.
Als u o of p aanraakt en vijf seconden in-
gedrukt houdt, wordt het pictogram m of
n gemarkeerd. Daarna blijft het toestel snel
achteruit of vooruit spoelen, ook als u o en
p loslaat. Raak f aan om het afspelen
op het gewenste punt te her vatten.
# Snel vooruit/achteruit spoelen kan op be-
paalde plaatsen op sommige discs niet mogelijk
zijn. In dat geval wordt normaal afspelen automa-
tisch hervat.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit spoelen
door c of d (TRACK) ingedrukt te houden.
Titels uit de titellijst
selecteren
In de titellijst kunt u een van de titels op de
disc selecteren om af te spelen.
! Deze functie is beschikbaar voor dvd-vr.
1 Raak List aan.
2 Raak de gewenste titel aan.
Uw keuze wordt vervolgens afgespeeld.
3 Raak ESC aan om naar het normale dis-
play terug te keren.
Informatie over een dvd-vr
weergeven
U kunt informatie laten weergeven die op een
dvd-vr is vastgelegd.
! Deze functie is beschikbaar voor dvd-vr.
% Raak INFO aan.
Raak INFO herhaaldelijk aan om te wisselen
tussen de volgende instellingen:
IndicatorenTitel
# Als bepaalde gegevens niet op een dvd-vr-disc
zijn vastgelegd, verschijnt No xxxx op het display
(bijv. No Title).
# Tekens op de disc die niet compatibel zijn met
dit toestel worden niet weergegeven.
Naar de vorige of volgende
titel gaan
% Raak a of b aan om naar de vorige of
de volgende titel te gaan.
Als u a aanraakt, gaat u naar het begin van
de volgende titel. Als u b aanraakt, gaat u
naar het begin van de vorige titel.
De titelnummers worden acht seconden
weergegeven.
Bediening van het dvd-menu
Bij sommige dvds kunt u verschillende moge-
lijkheden uit een menu kiezen.
! Deze functie is beschikbaar voor dvd-video.
! U kunt het menu weergeven door Menu of
Top Menu aan te raken terwijl de disc
wordt afgespeeld. Als u één van deze toet-
sen opnieuw aanraakt, kunt u het afspelen
laten beginnen vanaf de plaats die u in het
menu hebt geselecteerd. Raadpleeg voor
meer informatie de instructies die bij de
disc worden geleverd.
Aanraakbediening van het dvd-
menu
Met deze functie bedient u het dvd-menu door
de menuonderdelen zelf aan te raken.
Dvds afspelen
Nl
26
Hoofdstuk
06
% Raak het gewenste menuonderdeel in
het dvd-menu aan.
# Bij sommige dvds werkt deze functie mogelijk
niet. Als u het dvd-menu niet op deze manier
kunt bedienen, gebruikt u de toetsen op het aan-
raakpaneel om het menu te bedienen.
Bediening via de toetsen op het
aanraakpaneel
1 Raak aan om de toetsen van het
aanraakpaneel voor de bediening van het
dvd-menu weer te geven.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet
worden weergegeven, kunt u ze weergeven door
het scherm aan te raken.
# Raak Touch aan als u het dvd-menu wilt be-
dienen door de menuonderdelen zelf aan te
raken.
2 Selecteer het gewenste menuonder-
deel door a, b, c of d aan te raken.
3 Raak
aan.
De disc wordt vanaf het geselecteerde me-
nuonderdeel afgespeeld.
# De manier waarop het menu wordt weergege-
ven is afhankelijk van de disc.
De afspeelmodus selecteren
Er zijn twee methoden om een dvd-vr-disc af te
spelen: ORIGINAL LIST (oorspronkelijk) en
PLAYLIST (speellijst).
! Oorspronkelijk heeft betrekking op de
volgorde van de titels zoals die met een
dvd-recorder zijn vastgelegd. Titels die op-
nieuw zijn gerangschikt worden speellijs-
ten genoemd. Speellijsten worden op dvd-r/
rw-discs gemaakt.
! Deze functie is beschikbaar voor dvd-vr.
% Raak Mode Change aan om een andere
afspeelmodus te selecteren.
Als een andere afspeelmodus wordt geselec-
teerd, start het afspelen vanaf het begin van
de geselecteerde afspeelmodus.
Het afspelen hervatten
(bladwijzer)
Met de functie Bladwijzer kunt u een punt aan-
duiden vanaf waar het afspelen de volgende
keer wordt hervat.
! Deze functie is beschikbaar voor dvd-video.
% Raak tijdens het afspelen Bookmark
aan op het punt waarop het afspelen de
volgende keer moet worden hervat.
De geselecteerde scène wordt gemarkeerd,
zodat het afspelen de volgende keer vanaf dat
punt wordt hervat.
# Als u de boekenlegger op een disc wilt wissen,
houdt u Bookmark tijdens het afspelen even aan-
geraakt.
# U kunt een disc ook markeren door h inge-
drukt te houden op het punt dat u wilt markeren.
Als u de volgende keer de disc in het toestel
plaatst, wordt het afspelen hervat vanaf het ge-
markeerde punt. Met deze methode kunt u
slechts één disc markeren. Als u de boekenlegger
wilt wissen, drukt u op h.
# U kunt op maximaal zes discs boekenleggers
markeren, inclusief de disc waarvoor u met h
een boekenlegger gemarkeerd hebt.
# De oudste boekenlegger wordt vervangen
door de nieuwe boekenlegger.
Reclame overslaan
Met deze functie kunt u een bepaalde tijd op
de disc overslaan. Als de disc bijvoorbeeld on-
gewenste reclameboodschappen bevat, kunt u
die met deze functie overslaan.
Dvds afspelen
Nl
27
Hoofdstuk
06
Dvds afspelen
% Raak of aan om een bepaalde tijd
terug of vooruit te gaan.
Telkens als u
of aanraakt, gaat de weer-
gave in verschillende tijdstappen achteruit of
vooruit:
Achteruit overslaan
5 sec.15 sec.30 sec.1,0 min.2,0
min.3,0 min.0 sec.
Vooruit overslaan
30 sec.1,0 min.1,5 min.2,0 min.3,0
min.5,0 min.10,0 min.0 sec.
Beeld voor beeld afspelen
Met deze functie kunt u een disc beeld voor
beeld laten afspelen.
% Raak r aan tijdens het afspelen.
Telkens als u r aanraakt, gaat u een beeld
vooruit.
# Raak f aan om terug te keren naar de nor-
male weergave.
# Bij sommige discs worden beelden onscherp
bij het beeld voor beeld afspelen.
# Als een dvd-vr-disc stilstaande beelden bevat,
druk dan op r om naar het volgende beeld of
de volgende video te gaan.
In slow motion afspelen
Met deze functie kunt u de afspeelsnelheid
vertragen.
% Blijf r aanraken totdat
tijdens het
afspelen wordt weergegeven.
Als het pictogram
wordt weergegeven, be-
gint het afspelen in slow motion.
# Als u q of r aanraakt tijdens afspelen in
slow motion, kunt u de afspeelsnelheid als volgt
in vier stappen instellen:
1/161/81/41/2
# Raak f aan om terug te keren naar de nor-
male weergave.
Opmerkingen
! Tijdens het afspelen in slow motion wordt
geen geluid weergegeven.
! Bij sommige discs worden beelden onscherp
tijdens het afspelen in slow motion.
! Slow motion achteruit is niet mogelijk.
Het afspelen onderbreken
% Raak f aan tijdens het afspelen.
# Raak f opnieuw aan om het afspelen te
hervatten vanaf het punt waarop u bent ge-
stopt.
Zoeken
Met de zoekfunctie kunt u het gedeelte zoeken
dat u wilt afspelen.
Voor dvd-video kunt u gebruik maken van de
zoekmogelijkheden Title (titel), Chapter
(hoofdstuk), Time (tijd) of 10key (numeriek
toetsenblok).
Voor dvd-vr kunt u Title (titel), Chapter (hoofd-
stuk) of Time (tijd) gebruiken.
! Zoeken op hoofdstuk en tijd is niet mogelijk
als het afspelen van de disc is gestopt.
1 Raak Search aan.
2 Raak de gewenste zoekoptie aan (bij-
voorbeeld Chapter).
3 Raak 0 t/m 9 aan om het gewenste
nummer in te voeren.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
# Als u met de tijdzoekfunctie 1 uur en 11 minu-
ten wilt selecteren, moet u dit omzetten in 071 mi-
nuten en 00 seconden. Raak 0, 7, 1, 0 en 0 in
deze volgorde aan.
4 Raak aan.
De disc begint te spelen vanaf de geselec-
teerde locatie.
Dvds afspelen
Nl
28
Hoofdstuk
06
Opmerking
Bij discs die van een menu zijn voorzien kunt u
ook op Menu of Top Menu drukken en daarna
uw keuze maken in het menu.
De audiotaal wijzigen tijdens
het afspelen (multi-audio)
Dvds kunnen worden afgespeeld met audio in
verschillende talen en met verschillende syste-
men (Dolby Digital, DTS, enz.). Bij dvds met
multi-audio-opnamen kunt u tijdens het afspe-
len kiezen uit verschillende talen/audiosyste-
men.
% Raak Audio aan tijdens het afspelen.
Telkens als u Audio aanraakt, kunt u een
ander audiosysteem kiezen.
Opmerkingen
! Bij sommige dvds kunt u alleen vanuit het
menu een andere taal of een ander audiosys-
teem kiezen.
! U kunt ook Setup gebruiken om een andere
taal of een ander audiosysteem te kiezen.
Raadpleeg De audiotaal instellen op bladzijde
57 voor meer informatie.
! Digitaal geluid is alleen mogelijk via DTS-
audio. DTS-audio kan niet worden weergege-
ven als de optische, digitale uitgangen van dit
toestel niet zijn aangesloten. Selecteer in dat
geval een andere audio-instelling dan DTS.
! Displaymeldingen als Dolby D en 5.1 ch
geven het audiosysteem aan dat op de dvd is
vastgelegd. Afhankelijk van de instelling kan
het afspelen worden uitgevoerd met een
ander audiosysteem dan aangegeven.
! Als u Audio aanraakt terwijl de disc snel voor-
uit of achteruit wordt gespoeld of in pauze of
slowmotion staat, keert het toestel terug naar
de normale weergave.
De ondertitelingstaal
wijzigen tijdens het afspelen
(multi-ondertiteling)
Bij dvds met meerdere ondertitelingstalen
kunt u tijdens het afspelen kiezen uit de ver-
schillende talen.
% Raak Subtitle aan tijdens het afspelen.
Telkens als u Subtitle aanraakt, kunt u een an-
dere ondertitelingstaal kiezen.
Opmerkingen
! Bij sommige dvds kunt u alleen een andere
ondertitelingstaal kiezen als het menu wordt
weergegeven.
! U kunt ook uit de verschillende ondertitelings-
talen kiezen met Setup. Raadpleeg De onderti-
telingstaal instellen op bladzijde 57 voor meer
informatie.
! Als u Subtitle aanraakt terwijl de disc snel
vooruit of achteruit wordt gespoeld of in pauze
of slowmotion staat, keert het toestel terug
naar de normale weergave.
De camerahoek wijzigen
tijdens het afspelen
(meerdere camerahoeken)
Sommige dvds bevatten scènes die vanuit ver-
schillende camerahoeken zijn opgenomen
waaruit u tijdens het afspelen kunt kiezen.
! Deze functie is beschikbaar voor dvd-video.
! Tijdens het afspelen van een scène die van-
uit meerdere hoeken is opgenomen, ver-
schijnt het hoekpictogram
in beeld. U
kunt de weergave van het hoekpictogram
in- en uitschakelen met Setup. Raadpleeg
De weergave van het camerahoekpictogram
instellen op bladzijde 58 voor meer informa-
tie.
% Raak Angle aan tijdens het afspelen
van een scène die vanuit meerdere hoeken
is opgenomen.
Dvds afspelen
Nl
29
Hoofdstuk
06
Dvds afspelen
Opmerking
Als u Angle aanraakt terwijl de disc snel vooruit
of achteruit wordt gespoeld of in pauze of slow-
motion staat, keert het toestel terug naar de nor-
male weergave.
Naar een bepaalde scène
terugkeren
U kunt naar een bepaalde scène terugkeren
als de dvd die u afspeelt hiervoor is gepro-
grammeerd.
! Deze functie is beschikbaar voor dvd-video.
% Raak Return aan om terug te keren
naar de bepaalde scène.
# Als er op de dvd hiervoor geen scènes zijn
vastgelegd, kan deze functie niet worden ge-
bruikt.
Automatisch afspelen van
dvds
Als deze functie is geactiveerd en een dvd met
dvd-menu in het toestel wordt geplaatst, wordt
het dvd-menu niet weergegeven en wordt au-
tomatisch het eerste hoofdstuk van de eerste
titel afgespeeld.
! Deze functie is beschikbaar voor dvd-video.
! Sommige dvds worden mogelijk niet goed
weergegeven. Als deze functie niet goed
werkt, moet u deze uitschakelen en het af-
spelen zelf starten.
% Raak Auto Play aan om automatisch af-
spelen in te schakelen.
# Raak Auto Play nogmaals aan om de functie
Automatisch afspelen uit te schakelen.
# Als automatisch afspelen is ingeschakeld, is
de functie Herhaalde weergave van de dvd niet
beschikbaar (raadpleeg Herhaalde weergave op
deze bladzijde).
Geavanceerde bediening
van de dvd-speler
1 Raak AV Menu aan en daarna
Function Menu om de functienamen weer
te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
2 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
Herhaalde weergave
Er zijn drie bereiken voor herhaalde weergave
bij het afspelen van dvds.
% Raak Repeat op het functiemenu aan
om het herhaalbereik te selecteren.
! Disc De huidige disc wordt herhaald
! Chapter Het huidige hoofdstuk herhalen
! Title De huidige titel herhalen
# Als u een hoofdstuk zoekt of snel vooruit/ach-
teruit wilt gaan, wordt het bereik voor de her-
haalde weergave gewijzigd in Disc.
De audio-uitgang selecteren
Bij het afspelen van dvd-videodiscs die met
LPCM-audio zijn opgenomen, kunt u de audio-
uitgang selecteren.
! Deze functie is niet beschikbaar als het af-
spelen van een disc is gestopt.
! Deze functie is beschikbaar als
Linear PCM is geselecteerd tijdens het af-
spelen van een disc die in de modus Dual
mono is opgenomen. (Raadpleeg Instelling
voor de digitale uitgang op bladzijde 61.)
Dvds afspelen
Nl
30
Hoofdstuk
06
% Raak L/R Select op het functiemenu aan
om de audio-uitgang te selecteren.
Raak L/R Select een of meerdere keren aan
totdat de gewenste audio-uitgang op het dis-
play verschijnt.
! L+R links en rechts
! Left links
! Right rechts
! Mix links en rechts mengen
# Afhankelijk van de disc en de afspeellocatie
van de disc, is deze functie misschien niet
beschikbaar.
Dvds afspelen
Nl
31
Hoofdstuk
06
Dvds afspelen
Video-cds bekijken
2
2
2
1
1
1
3
3
3
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een video-cd met de dvd-speler. Vanaf het vol-
gende gedeelte wordt de geavanceerde bedie-
ning van video-cds uitgelegd. Raadpleeg
bladzijde 34.
1 Bronpictogram
Dit pictogram geeft aan welke signaalbron
is geselecteerd.
2 Fragmentnummerindicator
Dit is het nummer van het fragment dat
wordt afgespeeld.
3 Weergavetijdindicator
Deze geeft de verstreken weergavetijd van
het spelende fragment aan.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna Disc aan om de dvd-speler te selec-
teren.
# Als er geen disc in het toestel is geplaatst,
kunt u Disc (dvd-speler) niet selecteren. Plaats
een disc in het toestel. (Raadpleeg bladzijde 16.)
# Bij een video-cd met de functie PBC (afspeel-
regeling) verschijnt er een menu. (Raadpleeg
PBC-weergave op deze bladzijde.)
2 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
# Raak Hide aan om de toetsen van het aan-
raakpaneel te verbergen.
3 Raak o of p even aan om naar het
vorige of volgende fragment te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende fragment. Als u o eenmaal
aanraakt, gaat u naar het begin van het huidi-
ge fragment. Als u deze toets nogmaals aan-
raakt, gaat u naar het vorige fragment.
# Tijdens PBC-weergave kan er een menu ver-
schijnen als u deze handelingen uitvoert.
# U kunt ook naar een ander fragment gaan
door op c of d (TRACK) te drukken.
4 Blijf o of p aanraken om vooruit of
achteruit te spoelen.
Als u o of p aanraakt en vijf seconden in-
gedrukt houdt, wordt het pictogram m of
n gemarkeerd. Daarna blijft het toestel snel
achteruit of vooruit spoelen, ook als u o en
p loslaat. Raak f aan om het afspelen
op het gewenste punt te her vatten.
# Snel vooruit/achteruit spoelen kan op be-
paalde plaatsen op sommige discs niet mogelijk
zijn. In dat geval wordt normaal afspelen automa-
tisch hervat.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit spoelen
door c of d (TRACK) ingedrukt te houden.
PBC-weergave
Tijdens het afspelen van video-cds met PBC
(afspeelregeling) wordt PBC ON weergegeven.
U kunt het PBC-menu met 10key bedienen.
1 Als het PBC-menu wordt weergegeven,
raakt u Search en vervolgens 10key aan.
# Het menu op de disc kan uit twee of meer pa-
ginas bestaan. In dat geval raakt u o of p
aan om het vorige of volgende menu weer te
geven.
2 Raak 0 t/m 9 aan om het gewenste me-
nunummer te selecteren en raak vervol-
gens
aan om het afspelen te starten.
De disc wordt vanaf het geselecteerde me-
nuonderdeel afgespeeld.
Video-CDs afspelen
Nl
32
Hoofdstuk
07
3 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Opmerkingen
! U kunt het menu weergeven door tijdens
PBC-weergave Return aan te raken. Raad-
pleeg voor meer informatie de instructies die
bij de disc worden geleverd.
! PBC-weergave van een video-cd kan niet wor-
den geannuleerd.
! Tijdens het afspelen van video-cds met PBC
(afspeelregeling) wordt PBC ON weergegeven.
U kunt dan de zoek- en tijdzoekfuncties niet
gebruiken en u kunt geen bereik voor her-
haalde weergave selecteren.
Beeld voor beeld afspelen
Met deze functie kunt u een disc beeld voor
beeld laten afspelen.
% Raak r aan tijdens het afspelen.
Telkens als u r aanraakt, gaat u een beeld
vooruit.
# Raak f aan om terug te keren naar de nor-
male weergave.
# Bij sommige discs worden beelden onscherp
bij het beeld voor beeld afspelen.
In slow motion afspelen
Met deze functie kunt u de afspeelsnelheid
vertragen.
% Blijf r aanraken totdat
tijdens het
afspelen wordt weergegeven.
Als het pictogram
wordt weergegeven, be-
gint het afspelen in slow motion.
# Als u q of r aanraakt tijdens afspelen in
slow motion, kunt u de afspeelsnelheid als volgt
in vier stappen instellen:
1/161/81/41/2
# Raak f aan om terug te keren naar de nor-
male weergave.
Opmerkingen
! Tijdens het afspelen in slow motion wordt
geen geluid weergegeven.
! Bij sommige discs worden beelden onscherp
tijdens het afspelen in slow motion.
! Slow motion achteruit is niet mogelijk.
Het afspelen onderbreken
% Raak f aan tijdens het afspelen.
# Raak f opnieuw aan om het afspelen te
hervatten vanaf het punt waarop u bent ge-
stopt.
Naar een bepaalde scène
zoeken, het afspelen vanaf
een bepaalde tijd starten
U kunt de zoekfunctie gebruiken om een be-
paalde scène te zoeken door het bijbehorende
fragment op te geven. Met de tijdzoekfunctie
kunt u opgeven op welk tijdstip op de disc het
afspelen moet beginnen.
! Tijdens het afspelen van video-cds met
PBC (afspeelregeling) kan deze functie niet
worden gebruikt.
! De tijdzoekfunctie is niet beschikbaar als
het afspelen van een disc is gestopt.
1 Raak Search aan.
2 Raak Track (fragment), Time (tijd) of
10key (numeriek toetsenblok) aan.
3 Raak 0 t/m 9 aan om het gewenste
nummer in te voeren.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
# Als u met de tijdzoekfunctie 1 uur en 11 minu-
ten wilt selecteren, moet u dit omzetten in 071 mi-
nuten en 00 seconden. Raak 0, 7, 1, 0 en 0 in
deze volgorde aan.
Video-CDs afspelen
Nl
33
Hoofdstuk
07
Video-CDs afspelen
4 Raak aan.
De disc begint te spelen vanaf de geselec-
teerde scène.
Geavanceerde bediening
voor video-cds
1 Raak AV Menu aan en daarna
Function Menu om de functienamen weer
te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
2 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
Herhaalde weergave
Er zijn twee bereiken voor herhaalde weergave
bij het afspelen van video-cds: Track (frag-
ment herhalen) en Disc (disc herhalen).
! Tijdens het afspelen van video-cds met
PBC (afspeelregeling) kan deze functie niet
worden gebruikt.
% Raak Repeat op het functiemenu aan
om het herhaalbereik te selecteren.
! Disc De huidige disc herhalen
! Track Het huidige fragment herhalen
# Als u een fragment zoekt of snel vooruit/ach-
teruit spoelt, wordt het bereik voor herhaalde
weergave gewijzigd in Disc.
De audio-uitgang selecteren
U kunt voor het audio-uitgangssignaal kiezen
tussen stereo en mono.
! Deze functie is niet beschikbaar als het af-
spelen van een disc is gestopt.
% Raak L/R Select op het functiemenu aan
om de audio-uitgang te selecteren.
Raak L/R Select een of meerdere keren aan
totdat de gewenste audio-uitgang op het dis-
play verschijnt.
! L+R links en rechts
! Left links
! Right rechts
! Mix links en rechts mengen
Video-CDs afspelen
Nl
34
Hoofdstuk
07
Naar een cd luisteren
2
2
2
1
1
1
3
3
3
4
5
6
7
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een cd met de dvd-speler. Vanaf het volgende
gedeelte wordt de geavanceerde bediening
voor het afspelen van cds uitgelegd. Raad-
pleeg de volgende bladzijde.
1 Bronpictogram
Dit pictogram geeft aan welke signaalbron
is geselecteerd.
2 Fragmentnummerindicator
Dit is het nummer van het fragment dat
wordt afgespeeld.
3 Weergavetijdindicator
Deze geeft de verstreken weergavetijd van
het spelende fragment aan.
4 Disctitelindicator
De titel van de disc die momenteel wordt af-
gespeeld wordt alleen weergegeven bij het
afspelen van cd-text-discs.
5 Indicator naam artiest van disc
De naam van de artiest van de huidige disc
wordt alleen weergegeven bij cd-text-discs.
6 Lijst met fragmentnamen
De lijst met fragmentnamen wordt alleen
weergegeven bij cd-text-discs.
7 Indicator naam artiest van fragment
De naam van de artiest van het huidige frag-
ment wordt alleen weergegeven bij cd-text-
discs.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna Disc aan om de dvd-speler te selec-
teren.
# Raak Hide aan om de toetsen van het aan-
raakpaneel te verbergen.
# Als er geen disc in het toestel is geplaatst,
kunt u Disc (dvd-speler) niet selecteren. Plaats
een disc in het toestel. (Raadpleeg bladzijde 16.)
2 Raak o of p even aan om naar het
vorige of volgende fragment te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende fragment. Als u o eenmaal
aanraakt, gaat u naar het begin van het huidi-
ge fragment. Als u deze toets nogmaals aan-
raakt, gaat u naar het vorige fragment.
# U kunt ook naar een ander fragment gaan
door op c of d (TRACK) te drukken.
3 Blijf o of p aanraken om vooruit of
achteruit te spoelen.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit spoelen
door c of d (TRACK) ingedrukt te houden.
Opmerking
Als bepaalde gegevens niet op de cd-text-disc zijn
vastgelegd, verschijnt No xxxx op het display (bij-
voorbeeld No Name).
Fragmenten uit de lijst met
fragmenttitels selecteren
In de lijst met fragmenttitels kunt u een van de
fragmenten op de disc selecteren om af te
spelen. Tijdens het afspelen van een cd-text-
disc worden de titels van de fragmenten weer-
gegeven.
1 Raak List aan.
2 Raak de gewenste titel aan.
Uw keuze wordt vervolgens afgespeeld.
3 Raak ESC aan om naar het normale dis-
play terug te keren.
Cds afspelen
Nl
35
Hoofdstuk
08
Cds afspelen
Het afspelen onderbreken
% Raak f aan tijdens het afspelen.
# Raak f opnieuw aan om het afspelen te
hervatten vanaf het punt waarop u bent ge-
stopt.
Een ander mediabestandstype
selecteren
Als een disc is samengesteld uit verschillende
mediatypen, bijvoorbeeld DivX en MP3, kunt u
tussen de verschillende mediatypen schakelen
die u wilt afspelen. Raadpleeg Een ander me-
diabestandstype selecteren op bladzijde 17.
% Raak Media aan om naar een ander me-
diabestandstype over te schakelen.
De geavanceerde sound
retriever
De geavanceerde sound retriever verbetert au-
tomatisch de weergavekwaliteit van gecompri-
meerde audio en zorgt voor een vol geluid.
% Raak ASR herhaaldelijk aan om de ge-
wenste instelling te selecteren.
Off (uit)ASR1ASR2
# ASR2 heeft meer effect dan ASR1.
Opmerking
Als u dit toestel met een multikanaalverwerker
(DEQ-P6600) gebruikt en de geavanceerde sound
retriever op ASR1 of ASR2 instelt, wordt het vo-
lume licht verlaagd. Het volume van ASR2 wordt
veel meer verlaagd dan ASR1. Wees voorzichtig
als u het volume voor ASR2 verhoogt en vervol-
gens naar Off overschakelt omdat dit een ab-
rupte volumeversterking tot gevolg heeft.
Geavanceerde cd-functies
1 Raak AV Menu aan en daarna
Function Menu om de functienamen weer
te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
2 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
Herhaalde weergave
Er zijn twee bereiken voor herhaalde weergave
bij het afspelen van cds: Track (fragment her-
halen) en Disc (disc herhalen).
% Raak Repeat op het functiemenu aan
om het herhaalbereik te selecteren.
! Disc De huidige disc herhalen
! Track Het huidige fragment herhalen
# Als u een fragment zoekt of snel vooruit/ach-
teruit spoelt, wordt het bereik voor herhaalde
weergave gewijzigd in Disc.
# Als u discs met gecomprimeerde audio en au-
diogegevens (cd-da) afspeelt, worden alleen de
bestanden van het huidige gegevenstype her-
haald, zelfs als Disc is geselecteerd.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met de functie Willekeurige weergave kunt u
de fragmenten op de CD in willekeurige volg-
orde laten afspelen.
% Raak Random op het functiemenu aan
om de willekeurige weergave in te schake-
len.
De fragmenten worden in willekeurige volg-
orde afgespeeld.
# Raak Random nogmaals aan als u de wille-
keurige weergave wilt uitschakelen.
Cds afspelen
Nl
36
Hoofdstuk
08
Fragmenten op een cd
scannen
Met de functie Scanweergave worden van elk
fragment op de cd de eerste 10 seconden afge-
speeld.
1 Raak Scan op het functiemenu aan om
de scanweergave in te schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment wor-
den afgespeeld.
2 Raak Scan nogmaals aan als u het ge-
wenste fragment hebt gevonden.
# Wanneer het scannen van de cd is voltooid,
begint de normale weergave van de fragmenten
opnieuw.
Cds afspelen
Nl
37
Hoofdstuk
08
Cds afspelen
Luisteren naar
gecomprimeerde audio
2
2
2
1
1
1
4
4
4
3
3
3
5
6
7
8
9
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
gecomprimeerde audio met de dvd-speler.
Vanaf het volgende gedeelte wordt de geavan-
ceerde bediening voor het afspelen van ge-
comprimeerde audio uitgelegd. Raadpleeg
bladzijde 40.
1 Bronpictogram
Deze geeft het mediatype aan dat momen-
teel wordt afgespeeld.
2 Mapnummerindicator
Deze geeft het nummer aan van de map die
momenteel wordt afgespeeld.
3 Bestandsnummerindicator
Deze geeft het nummer aan van het bestand
dat momenteel wordt afgespeeld.
4 Weergavetijdindicator
Deze geeft de verstreken weergavetijd aan
van het bestand dat momenteel wordt afge-
speeld.
5 Bestandsnaamindicator
Deze toont de naam van het bestand dat
momenteel wordt afgespeeld.
6 Albumtitelindicator
Deze geeft de naam weer van het album dat
momenteel wordt afgespeeld.
7 Indicator naam artiest
Deze geeft de naam van de artiest weer van
het bestand dat momenteel wordt afge-
speeld.
8 Fragmenttitelindicator
Deze geeft de naam van het fragment weer
dat momenteel wordt afgespeeld.
9 Mapnaamindicator
Deze geeft de naam weer van de map die
momenteel wordt afgespeeld.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna Disc aan om de dvd-speler te selec-
teren.
# Raak Hide aan om de toetsen van het aan-
raakpaneel te verbergen.
# Als er geen disc in het toestel is geplaatst,
kunt u Disc (dvd-speler) niet selecteren. Plaats
een disc in het toestel. (Raadpleeg bladzijde 16.)
2 Raak a of b aan en selecteer een map.
# Mappen die geen gecomprimeerde audiobe-
standen bevatten, kunnen niet geselecteerd wor-
den.
3 Raak o of p aan om naar het vol-
gende of vorige bestand te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende bestand. Als u o eenmaal aan-
raakt, gaat u naar het begin van het huidige
bestand. Als u deze toets nogmaals aanraakt,
gaat u naar het vorige bestand.
# U kunt ook naar een ander bestand gaan door
op c of d (TRACK) te drukken.
4 Blijf o of p aanraken om vooruit of
achteruit te spoelen.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit spoelen
door c of d (TRACK) ingedrukt te houden.
Opmerkingen
! Deze dvd-speler kan gecomprimeerde audio
afspelen die op een cd-r/rw/rom of een dvd-r/
rw/rom is vastgelegd. (Raadpleeg het vol-
gende gedeelte voor bestanden die kunnen
worden afgespeeld. Raadpleeg bladzijde 108.)
Gecomprimeerde audio afspelen
Nl
38
Hoofdstuk
09
! Bestanden worden afgespeeld in de volgorde
van de bestandsnummers. Mappen die geen
bestanden bevatten worden overgeslagen.
(Als de map 01 (ROOT) geen bestanden bevat,
begint het afspelen bij map 02.)
! Als u bestanden afspeelt die met een variabele
bitsnelheid (VBR) zijn opgenomen, wordt de
weergavetijd niet juist weergegeven als u voor-
uit- of achteruitspoelt.
! Als bepaalde gegevens niet op een gecompri-
meerde audiodisc zijn vastgelegd, verschijnt
No xxxx op het display (bijvoorbeeld
No Artist).
! Tekens op de disc die niet compatibel zijn met
dit toestel worden niet weergegeven.
! Tekstinformatie wordt soms niet correct weer-
gegeven. Dat is afhankelijk van de manier
waarop de disc is opgenomen.
Bestanden uit de lijst met
bestandsnamen selecteren
In de lijst met bestandsnamen ziet u de
namen van de bestanden (of mappen) en kunt
u één van deze namen selecteren om af te spe-
len.
1 Raak List aan.
2 Raak de naam van het gewenste be-
stand (of de gewenste map) aan.
Uw keuze wordt vervolgens afgespeeld.
# U kunt de lijst afspelen door aan te raken.
# Als u een map selecteert, worden de namen
van de bestanden (of mappen) in deze map weer-
gegeven. Herhaal dit zo vaak als nodig om de ge-
wenste bestandsnaam te selecteren.
# Raak Back aan om terug te keren naar de vo-
rige lijst (de map die een niveau hoger ligt).
# Houd Back aangeraakt om terug te keren naar
map 01 (ROOT). Als de map 01 (ROOT) geen be-
standen bevat, begint het afspelen bij map 02.
3 Raak ESC aan om naar het normale dis-
play terug te keren.
Het afspelen onderbreken
% Raak f aan tijdens het afspelen.
# Raak f opnieuw aan om het afspelen te
hervatten vanaf het punt waarop u bent ge-
stopt.
Een ander mediabestandstype
selecteren
Als een disc is samengesteld uit verschillende
mediatypen, bijvoorbeeld DivX en MP3, kunt u
tussen de verschillende mediatypen schakelen
die u wilt afspelen. Raadpleeg Een ander me-
diabestandstype selecteren op bladzijde 17.
% Raak Media aan om naar een ander me-
diabestandstype over te schakelen.
De geavanceerde sound
retriever
De geavanceerde sound retriever verbetert au-
tomatisch de weergavekwaliteit van gecompri-
meerde audio en zorgt voor een vol geluid.
% Raak ASR herhaaldelijk aan om de ge-
wenste instelling te selecteren.
Off (uit)ASR1ASR2
# ASR2 heeft meer effect dan ASR1.
Opmerking
Als u dit toestel met een multikanaalverwerker
(DEQ-P6600) gebruikt en de geavanceerde sound
retriever op ASR1 of ASR2 instelt, wordt het vo-
lume licht verlaagd. Het volume van ASR2 wordt
veel meer verlaagd dan ASR1. Wees voorzichtig
als u het volume voor ASR2 verhoogt en vervol-
gens naar Off overschakelt omdat dit een ab-
rupte volumeversterking tot gevolg heeft.
Gecomprimeerde audio afspelen
Nl
39
Hoofdstuk
09
Gecomprimeerde audio afspelen
Geavanceerde functies voor
gecomprimeerde audio
1 Raak AV Menu aan en daarna
Function Menu om de functienamen weer
te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
2 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
Herhaalde weergave
Voor het afspelen van gecomprimeerde audio
zijn er drie bereiken voor herhaalde weergave:
Folder (een map herhalen), File (een fragment
herhalen) en Disc (alle fragmenten herhalen).
% Raak Repeat op het functiemenu aan
om het herhaalbereik te selecteren.
! Disc Alle fragmenten herhalen
! File Het huidige fragment herhalen
! Folder De huidige map herhalen
# Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere map kiest, wordt het herhaalbereik gewijzigd
in Disc.
# Als u tijdens File een fragment zoekt of voor-
uit- of achteruitspoelt, wordt het herhaalbereik
gewijzigd in Folder.
# Als Folder is geselecteerd, kunt u geen sub-
map van die map afspelen.
# Als u discs met gecomprimeerde audio en au-
diogegevens (cd-da) afspeelt, worden alleen de
bestanden van het huidige gegevenstype her-
haald, zelfs als Disc is geselecteerd.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met de functie Willekeurige weergave kunt u
de fragmenten binnen de herhaalbereiken
Folder en Disc in willekeurige volgorde laten
afspelen.
% Raak Random op het functiemenu aan
om de willekeurige weergave in te schake-
len.
De fragmenten in het geselecteerde bereik
(Folder of Disc) worden in willekeurige volg-
orde afgespeeld.
# Raak Random nogmaals aan als u de wille-
keurige weergave wilt uitschakelen.
Mappen en fragmenten
scannen
Als u Folder gebruikt, worden de eerste 10 se-
conden van elk fragment in de geselecteerde
map afgespeeld. Als u Disc gebruikt, worden
de eerste 10 seconden van het eerste fragment
in elke map afgespeeld.
1 Raak Scan op het functiemenu aan om
de scanweergave in te schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment in de
huidige map (of van het eerste fragment in
elke map) worden afgespeeld.
2 Raak Scan nogmaals aan als u het ge-
wenste fragment (of de gewenste map)
hebt gevonden.
# Wanneer het scannen van fragmenten of
mappen is voltooid, begint de normale weergave
van de fragmenten opnieuw.
Gecomprimeerde audio afspelen
Nl
40
Hoofdstuk
09
DivX/JPEG-bestanden bekijken
2
2
2
1
1
1
5
4
4
4
3
3
3
Dit zijn de basisstappen voor het weergeven
van DivX/JPEG-bestanden met de dvd-speler.
Vanaf het volgende gedeelte wordt de geavan-
ceerde bediening voor het afspelen van DivX/
JPEG-bestanden uitgelegd. Raadpleeg blad-
zijde 44.
1 Bronpictogram
Dit pictogram geeft aan welke signaalbron
is geselecteerd.
2 Mapnummerindicator
Deze geeft het nummer aan van de map die
momenteel wordt afgespeeld.
3 Bestandsnummerindicator
Deze geeft het nummer aan van het bestand
dat momenteel wordt afgespeeld.
4 Weergavetijdindicator
Deze geeft de verstreken weergavetijd aan
van het bestand dat momenteel wordt afge-
speeld.
! Als u een JPEG-disc afspeelt, wordt de
weergavetijdindicator niet weergegeven.
5 Bestandsnaamindicator
Deze toont de naam van het bestand dat
momenteel wordt afgespeeld.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna Disc aan om de dvd-speler te selec-
teren.
# Als er geen disc in het toestel is geplaatst,
kunt u Disc (dvd-speler) niet selecteren. Plaats
een disc in het toestel. (Raadpleeg bladzijde 16.)
2 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
# Raak Hide aan om de toetsen van het aan-
raakpaneel te verbergen.
3 Raak a of b aan en selecteer een map.
# Mappen die geen DivX/JPEG-bestanden bevat-
ten, kunt u niet selecteren.
4 Raak o of p aan om naar het vol-
gende of vorige bestand te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende bestand. Als u o eenmaal aan-
raakt, gaat u naar het begin van het huidige
bestand. Als u deze toets nogmaals aanraakt,
gaat u naar het vorige bestand.
# U kunt ook naar een ander bestand gaan door
op c of d (TRACK) te drukken.
5 Blijf o of p aanraken om vooruit of
achteruit te spoelen.
Als u tijdens het afspelen van een DivX-disc
o of p aanraakt en vijf seconden inge-
drukt houdt, wordt het pictogram m of n
gemarkeerd. Daarna blijft het toestel snel ach-
teruit of vooruit spoelen, ook als u o en p
loslaat. Raak f aan om het afspelen op het
gewenste punt te hervatten.
# U kunt alleen vooruit- en achteruitspoelen in
het bestand dat wordt afgespeeld. Het spoelen
wordt geannuleerd als het vorige of volgende be-
stand is bereikt.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit spoelen
door c of d (TRACK) ingedrukt te houden.
# Bij het weergeven van een JPEG-bestand, gaat
u hiermee steeds tien bestanden verder of terug.
DivX/JPEG-bestanden afspelen
Nl
41
Hoofdstuk
10
DivX/JPEG-bestanden afspelen
Opmerkingen
! Deze dvd-speler kan DivX-bestanden afspelen
die op cd-r/rw/rom en dvd-r/rw/rom zijn opge-
nomen. (Raadpleeg het volgende gedeelte
voor bestanden die kunnen worden afge-
speeld. Raadpleeg bladzijde 110.)
! Dit toestel kan JPEG -bestanden weergeven
die op een cd-r/r w/rom of een USB-opslagap-
paraat zijn opgeslagen. (Raadpleeg het vol-
gende gedeelte voor bestanden die kunnen
worden afgespeeld. Raadpleeg bladzijde 110.)
! Bestanden worden afgespeeld in de volgorde
van de bestandsnummers. Mappen die geen
bestanden bevatten worden overgeslagen.
(Als de map 01 (ROOT) geen bestanden bevat,
begint het afspelen bij map 02.)
Een JPEG-dia voorstelling
weergeven
Als u een cd/cd-r/rw met JPEG-afbeeldingen
in het toestel plaatst, wordt er automatisch
een diavoorstelling gestart, beginnend bij de
eerste map/afbeelding op de disc. De fotosin
de mappen worden in alfabetische volgorde
weergegeven.
In de tabel hieronder worden de toetsen voor
het weergeven van een diavoorstelling be-
schreven.
Toets Functie
f
Hiermee start of onderbreekt u de diavoor-
stelling of hervat u een onderbroken disc.
o Hiermee geeft u de vorige afbeelding weer.
p
Hiermee geeft u de volgende afbeelding
weer.
Hiermee draait u de afbeelding 90° met de
klok mee.
DivX
®
VOD-inhoud afspelen
Bepaalde DivX VOD-inhoud (video on demand,
video-op-aanvraag) kan slechts enkele malen
worden afgespeeld. Als u een disc plaatst met
dit type DivX VOD-inhoud, wordt op het
scherm weergegeven hoeveel keer u deze nog
kunt afspelen. Vervolgens kunt u aangeven of
u de disc wilt afspelen (zodat u een van de res-
terende afspeelsessies verbruikt) of wilt stop-
pen. Als u een disc plaatst waarvan de DivX
VOD-inhoud is verstreken (bijvoorbeeld inhoud
met nul resterende afspeelsessies), wordt
Rental Expired. weergegeven.
! Als u een disc in de speler plaatst met DivX
VOD-inhoud zonder afspeelbeperking, kunt
u deze gewoon afspelen zonder dat er een
melding op het scherm wordt weergege-
ven.
! Het aantal maal dat de inhoud kan worden
afgespeeld wordt aangegeven door Remai-
ning Views:.
Belangrijk
! Voordat u DivX VOD-inhoud op dit toestel kunt
afspelen, moet u het toestel registreren bij de
aanbieder van de DivX VOD-inhoud. Raad-
pleeg Uw DivX
®
VOD-registratiecode weergeven
op bladzijde 60 voor meer informatie over de
registratiecode.
! DivX VOD-inhoud wordt door een DRM-sys-
teem (Digital Rights Management) beveiligd.
Hierdoor kan inhoud alleen op bepaalde, gere-
gistreerde apparaten worden afgespeeld.
% Als het bericht wordt weergegeven
nadat u een disc met DivX VOD-inhoud
hebt geplaatst, raakt u Play aan.
Het afspelen van de DivX VOD-inhoud wordt
gestart.
# Raak Next Play aan om naar het volgende be-
stand te gaan.
# Als u de DivX VOD-inhoud niet wilt afspelen,
raakt u Stop aan.
DivX/JPEG-bestanden afspelen
Nl
42
Hoofdstuk
10
Bestanden uit de lijst met
bestandsnamen selecteren
In de lijst met bestandsnamen ziet u de
namen van de bestanden (of mappen) en kunt
u één van deze namen selecteren om af te spe-
len.
1 Raak List aan.
2 Raak de naam van het gewenste be-
stand (of de gewenste map) aan.
Uw keuze wordt vervolgens afgespeeld.
# Als u een map selecteert, worden de namen
van de bestanden (of mappen) in deze map weer-
gegeven. Herhaal dit zo vaak als nodig om de ge-
wenste bestandsnaam te selecteren.
# U kunt de lijst afspelen door
aan te raken.
# Raak Back aan om terug te keren naar de vo-
rige lijst (de map die een niveau hoger ligt).
3 Raak ESC aan om naar het normale dis-
play terug te keren.
De tekstinformatie van een
DivX/JPEG-disc weergeven
De tekstinformatie die op een DivX/JPEG-disc
is vastgelegd, kan worden weergegeven.
% Raak INFO aan.
Raak INFO herhaaldelijk aan om te wisselen
tussen de volgende instellingen:
Folder Name (mapnaam)File Name (be-
standsnaam)
# Tekens op de disc die niet compatibel zijn met
dit toestel worden niet weergegeven.
Het afspelen onderbreken
% Raak f aan tijdens het afspelen.
# Raak f opnieuw aan om het afspelen te
hervatten vanaf het punt waarop u bent ge-
stopt.
Een ander mediabestandstype
selecteren
Als een disc is samengesteld uit verschillende
mediatypen, bijvoorbeeld DivX en MP3, kunt u
tussen de verschillende mediatypen schakelen
die u wilt afspelen. Raadpleeg Een ander me-
diabestandstype selecteren op bladzijde 17.
% Raak Media aan om naar een ander me-
diabestandstype over te schakelen.
Zoeken
U kunt de zoekfunctie gebruiken om de tijd op
de disc op te geven waar het afspelen moet
worden gestart.
! Deze functie is beschikbaar voor DivX-
discs.
! Deze functie is niet beschikbaar als het af-
spelen van een disc is gestopt.
1 Raak Search aan.
2 Raak 0 t/m 9 aan om het gewenste
nummer in te voeren.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
# Als u 1 uur en 11 minuten wilt selecteren,
moet u dit omzetten in 071 minuten en 00 secon-
den. Raak 0, 7, 1, 0 en 0 in deze volgorde aan.
3 Raak aan.
De disc begint te spelen vanaf de geselec-
teerde locatie.
De audiotaal wijzigen tijdens
het afspelen (multi-audio)
Als het bestand dat wordt afgespeeld twee of
meer audiotalen bevat, kunt u tijdens het af-
spelen een andere audiotaal selecteren.
! Deze functie is beschikbaar voor DivX-
discs.
DivX/JPEG-bestanden afspelen
Nl
43
Hoofdstuk
10
DivX/JPEG-bestanden afspelen
% Raak Audio aan tijdens het afspelen.
Telkens als u Audio aanraakt, kunt u een
ander audiosysteem kiezen.
# Als u Audio aanraakt terwijl de disc snel voor-
uit of achteruit wordt gespoeld of in pauze of
slowmotion staat, keert het toestel terug naar de
normale weergave.
De ondertitelingstaal
wijzigen tijdens het afspelen
(multi-ondertiteling)
Als het bestand dat wordt afgespeeld twee of
meer ondertitelingstalen bevat, kunt u tijdens
het afspelen een andere ondertitelingstaal se-
lecteren.
! Deze functie is beschikbaar voor DivX-
discs.
% Raak Subtitle aan tijdens het afspelen.
Telkens als u Subtitle aanraakt, kunt u een an-
dere ondertitelingstaal kiezen.
# Als u Subtitle aanraakt terwijl de disc snel
vooruit of achteruit wordt gespoeld of in pauze of
slowmotion staat, keert het toestel terug naar de
normale weergave.
JPEG-bestanden vastleggen
U kunt afbeeldingsbestanden vastleggen
zodat u die als achtergrond kunt gebruiken.
De afbeeldingen worden in het toestel opge-
slagen en kunnen vervolgens op een eenvoudi-
ge manier worden opgehaald.
! Deze functie is beschikbaar voor JPEG-
discs.
! Op dit toestel kan slechts één afbeeldings-
bestand worden opgeslagen. Als u een
nieuw bestand opslaat, wordt het oude
overschreven.
1 Raak f aan om de diavoorstelling te
onderbreken als de gewenste afbeelding
wordt weergegeven.
2 Raak Capture aan.
Captureing the image wordt weergegeven.
3 Als Do you save this image? wordt
weergegeven, raakt u Yes aan.
Tijdens het opslaan van de afbeelding wordt
Saving the image Don't switch off the bat-
tery. weergegeven. Als het opslaan is voltooid,
wordt Image saved weergegeven.
# Raak No aan om het opslaan te annuleren.
Geavanceerde bediening
voor het afspelen van DivX/
JPEG-discs
1 Raak AV Menu aan en daarna
Function Menu om de functienamen weer
te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
2 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
Herhaalde weergave
Voor het afspelen van een DivX-videobestand
zijn er drie bereiken voor herhaalde weergave:
Folder (map herhalen), File (bestand herha-
len) en Disc (alle bestanden herhalen).
Voor het afspelen van JPEG-afbeeldingen zijn
er twee bereiken voor herhaalde weergave:
Folder (map herhalen) en Disc (alle bestanden
herhalen).
% Raak Repeat op het functiemenu aan
om het herhaalbereik te selecteren.
! Disc Alle bestanden herhalen
! Folder De huidige map herhalen
! File Alleen het huidige bestand herhalen
DivX/JPEG-bestanden afspelen
Nl
44
Hoofdstuk
10
# Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere map kiest, wordt het herhaalbereik gewijzigd
in Disc.
# Als u tijdens File een fragment zoekt of voor-
uit- of achteruitspoelt, wordt het herhaalbereik
gewijzigd in Folder.
# Als Folder is geselecteerd, kunt u geen sub-
map van die map afspelen.
Bestanden in willekeurige
volgorde afspelen
Met de functie Willekeurige weergave kunt u
de bestanden binnen de herhaalbereiken
Folder en Disc in willekeurige volgorde laten
weergeven.
! Deze functie is beschikbaar voor JPEG-
discs.
% Raak Random op het functiemenu aan
om de willekeurige weergave in te schake-
len.
De bestanden in het geselecteerde bereik
(Folder of Disc) worden in willekeurige volg-
orde weergegeven.
# Raak Random nogmaals aan als u de wille-
keurige weergave wilt uitschakelen.
DivX/JPEG-bestanden afspelen
Nl
45
Hoofdstuk
10
DivX/JPEG-bestanden afspelen
Basisbediening
2
2
2
1
1
1
3
3
3
4
4
4
Raadpleeg Compatibiliteit met draagbare audio-
spelers op bladzijde 10 voor meer informatie
over ondersteunde apparaten.
Het afspelen van JPEG-bestanden op een USB-
opslagapparaat gaat op dezelfde manier als het
afspelen van JPEG-bestanden op een disc.
1 Bronpictogram
Deze geeft het mediatype aan dat momen-
teel wordt afgespeeld.
2 Mapnummerindicator
Deze geeft het nummer aan van de map die
momenteel wordt afgespeeld.
3 Bestandsnummerindicator
Deze geeft het nummer aan van het bestand
dat momenteel wordt afgespeeld.
! De laatste vier cijfers kunnen als be-
standsnummer worden weergegeven.
4 Weergavetijdindicator
Deze geeft de verstreken weergavetijd aan
van het bestand dat momenteel wordt afge-
speeld.
5 Songinformatie
Hier wordt gedetailleerde informatie gege-
ven over de song die wordt afgespeeld.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
vervolgens USB aan om USB te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Raak Hide aan om de toetsen van het aan-
raakpaneel te verbergen.
2 Raak a of b aan en selecteer een map.
# Mappen die geen gecomprimeerde audiobe-
standen bevatten, kunnen niet geselecteerd wor-
den.
3 Raak o of p kort aan om naar het
vorige of volgende gecomprimeerde audi-
obestand te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende bestand. Als u o eenmaal aan-
raakt, gaat u naar het begin van het huidige
bestand. Als u deze toets nogmaals aanraakt,
gaat u naar het vorige bestand.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit spoelen
door c of d (TRACK) ingedrukt te houden.
4 Blijf o of p aanraken om vooruit of
achteruit te spoelen.
# U kunt ook naar een ander bestand gaan door
op c of d (TRACK) te drukken.
Opmerkingen
! Afhankelijk van de aangesloten draagbare
USB-audiospeler of het geplaatste USB-ge-
heugen kan het voorkomen dat dit toestel niet
optimaal functioneert.
! Als de map 01 (ROOT) geen bestanden bevat,
begint het afspelen bij map 02.
! Als er een foutmelding of pictogram wordt
weergegeven, raadpleeg dan Foutmeldingen
op bladzijde 101.
! Als u op dit toestel een draagbare USB-audio-
speler met batterijoplaadfunctie aansluit en
de contactschakelaar op ACC of ON zet, wordt
de batterij opgeladen.
! U kunt op elk moment de draagbare USB-au-
diospeler/het USB-geheugen ontkoppelen als
u niet langer naar de muziek wilt luisteren.
Songs op een USB-opslagapparaat afspelen
Nl
46
Hoofdstuk
11
! Als een draagbare USB -audiospeler/USB-ge-
heugen op dit toestel wordt aangesloten,
wordt de bron automatisch op USB ingesteld.
Ontkoppel USB -apparaten die u niet gebruikt.
Afhankelijk van het USB-apparaat kan de ge-
selecteerde signaalbron automatisch worden
gewijzigd als het contact wordt omgedraaid
terwijl het apparaat aangesloten is.
! Tekens in het audiobestand die niet compati-
bel zijn met dit toestel worden niet weergege-
ven.
! Tekstinformatie wordt soms niet correct weer-
gegeven. Dat is afhankelijk van de manier
waarop de disc is opgenomen.
Bestanden uit de lijst met
bestandsnamen selecteren
De bediening is gelijk aan de bediening van de
ingebouwde dvd-speler.
Raadpleeg Bestanden uit de lijst met bestands-
namen selecteren op bladzijde 39.
Het afspelen van
gecomprimeerde audio
onderbreken
% Raak f aan tijdens het afspelen.
# Raak f opnieuw aan om het afspelen te
hervatten vanaf het punt waarop u bent ge-
stopt.
Een ander mediabestandstype
selecteren
De bediening is gelijk aan de bediening van de
ingebouwde dvd-speler.
Als een draagbare USB-audiospeler of een
USB-geheugenapparaat zowel gecompri-
meerde audiobestanden als JPEG-bestanden
bevat, kunt u tussen deze twee mediatypen
overschakelen. Raadpleeg Een ander mediabe-
standstype selecteren op bladzijde 17.
De geavanceerde sound
retriever
De geavanceerde sound retriever verbetert au-
tomatisch de weergavekwaliteit van gecompri-
meerde audio en zorgt voor een vol geluid.
% Raak ASR herhaaldelijk aan om de ge-
wenste instelling te selecteren.
Off (uit)ASR1ASR2
# ASR2 heeft meer effect dan ASR1.
Opmerking
Als u dit toestel met een multikanaalverwerker
(DEQ-P6600) gebruikt en de geavanceerde sound
retriever op ASR1 of ASR2 instelt, wordt het vo-
lume licht verlaagd. Het volume van ASR2 wordt
veel meer verlaagd dan ASR1. Wees voorzichtig
als u het volume voor ASR2 verhoogt en vervol-
gens naar Off overschakelt omdat dit een ab-
rupte volumeversterking tot gevolg heeft.
Geavanceerde bediening
1 Raak AV Menu aan en daarna
Function Menu om de functienamen weer
te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
2 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
Functies en bediening
De bediening van de functies Repeat,
Random en Scan is in principe gelijk aan de
bediening van deze functies op de inge-
bouwde dvd-speler.
Songs op een USB-opslagapparaat afspelen
Nl
47
Hoofdstuk
11
Songs op een USB-opslagapparaat afspelen
Functienaam Bediening
Repeat
Raadpleeg Herhaalde weergave op
bladzijde 40.
De herhaalbereiken die u kunt selec-
teren zijn echter verschillend van de
ingebouwde dvd-speler. De herhaal-
bereiken van de draagbare USB-au-
diospeler/het USB geheugen zijn:
! File Alleen het huidige bestand
herhalen
! Folder De huidige map herha-
len
! All Alle bestanden herha len
Random
Raadpleeg Fragmenten in willekeu-
rige volgorde afspelen op bladzijde
40.
Scan
Raadpleeg Mappen en fragmenten
scannen op bladzijde 40.
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere map kiest, wordt het herhaalbereik gewij-
zigd in All.
! Als u tijdens File een fragment zoekt of voor-
uit- of achteruitspoelt, wordt het herhaalbereik
gewijzigd in Folder.
! Als Folder is geselecteerd, kunt u geen sub-
map van die map afspelen.
! Wanneer het scannen van bestanden of map-
pen is voltooid, wordt de normale weergave
van de bestanden hervat.
Songs op een USB-opslagapparaat afspelen
Nl
48
Hoofdstuk
11
Basisbediening
3
3
3
2
2
2
1
1
1
4
4
4
5
! U kunt via dit toestel een iPod bedienen via
een kabel (bijvoorbeeld CD-IU50). Deze is los
verkrijgbaar.
! Als u een iPod met videofunctie met een in-
terfacekabel (los verkrijgbaar, bijvoorbeeld
CD-IU200V) op dit toestel aansluit, kunt u de
videos weergeven die op de iPod staan. De
iPod wordt daarbij signaalbron iPod. Zet in
dit geval AUX1 op iPod. Raadpleeg De exter-
ne ingang in- of uitschakelen op bladzijde
62.
1 Bronpictogram
Dit pictogram geeft aan welke signaalbron
is geselecteerd.
2 Herhalingsindicator
Deze geeft aan of het bereik voor herhaalde
weergave is ingesteld op
of .
3 Songnummerindicator
Het songnummer kan tot 65 535 worden
weergegeven.
4 Shuffle-indicator
Deze geeft aan of willekeurige weergave is
ingesteld op Songs of Albums.
5 Songinformatie
Hier wordt gedetailleerde informatie gege-
ven over de song die wordt afgespeeld.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
vervolgens iPod aan om de iPod te selecte-
ren.
Wanneer de iPod op dit toestel is aangesloten,
wordt op de iPod PIONEER, Accessory Atta-
ched of
(een vinkje) weergegeven.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Raak Hide aan om de toetsen van het aan-
raakpaneel te verbergen.
# Verwijder de koptelefoon van de iPod voordat
u de dock connector van dit toestel op de iPod
aansluit.
# Afhankelijk van het model iPod en de hoeveel-
heid gegevens die deze bevat, kan er een vertra-
ging zijn voordat het afspelen begint.
# Nadat u de iPod op dit toestel hebt aangeslo-
ten, gebruikt u de toetsen op het aanraakpaneel
om de iPod te selecteren.
# Als u de iPod verwijdert, wordt dit toestel uit-
geschakeld.
2 Raak o of p aan om naar de vorige
of volgende song te gaan.
# U kunt ook naar een andere song/video gaan
door op c of d (TRACK) te drukken.
3 Blijf o of p aanraken om vooruit of
achteruit te spoelen.
Als u tijdens het afspelen van een video o
of p aanraakt en vijf seconden ingedrukt
houdt, wordt het pictogram m of n gemar-
keerd. Daarna blijft het toestel snel achteruit
of vooruit spoelen, ook als u o en p los-
laat. Raak f aan om het afspelen op het ge-
wenste punt te hervatten.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit spoelen
door c of d (TRACK) ingedrukt te houden.
4 Bij het afspelen van een bestand met
hoofdstukken, kunt u een hoofdstuk selec-
teren door o en p aan te raken.
Een iPod gebruiken
Nl
49
Hoofdstuk
12
Een iPod gebruiken
Opmerkingen
! Lees de voorzorgsmaatregelen voor het ge-
bruik van de iPod in het volgende gedeelte.
Raadpleeg bladzijde 110.
! Als er een foutmelding of pictogram wordt
weergegeven, raadpleeg dan Foutmeldingen
op bladzijde 101.
! Sluit voor een goede werking van dit toestel de
dock connector-kabel rechtstreeks op de iPod
aan.
! Als de contactschakelaar op ACC of ON staat,
wordt de batterij van de iPod opgeladen als de
iPod op dit toestel is aangesloten.
! Als de iPod op dit toestel is aangesloten, kunt
u de iPod zelf niet aan- of uitzetten.
! De iPod wordt ongeveer twee minuten nadat
de contactschakelaar op OFF is gezet, uitge-
schakeld.
! Als bepaalde gegevens niet op de iPod zijn
vastgelegd, wordt No xxxx op het display
weergegeven (bijvoorbeeld No Name).
! Tekens op de iPod die niet compatibel zijn met
dit toestel worden niet weergegeven.
! Dit toestel kan hoesafbeeldingen weergeven.
Sommige functies werken wellicht tijdelijk
niet terwijl hoesafbeeldingen worden geladen
van de iPod.
Lijstfuncties reageren wellicht langzamer.
De aangegeven tijd kan afwi jken.
Als de iPod veel songs en hoesafbeeldingen
bevat, kan het laden enige tijd duren.
Video afspelen
Als een iPod met video op dit toestel is aange-
sloten, kunt u die videos afspelen.
! Raak MENU aan om het afspelen van video
te onderbreken.
! Dit toestel kan films, muziekvideos, video-
podcasts en tv-programmas weergeven die
zijn gedownload van de iTunes Store.
! Voordat u video via de iPod afspeelt, moet u
de video-instellingen op de iPod zodanig in-
stellen dat deze video op een extern toestel
kan weergeven.
! Videobeeld van de iPod wordt niet weerge-
geven op een PAL-monitor achterin.
Als de bedieningsmodus is ingesteld op
de iPod, kunt u op de iPod het signaal
instellen op PAL of NTSC.
Als de bedieningsmodus op dit toestel
is ingesteld, kan het videobeeld niet op
een PAL-monitor worden weergegeven.
Raadpleeg het volgende gedeelte voor
meer informatie over de bedieningsmo-
dus. Raadpleeg De iPod-functie van dit
toestel via de iPod bedienen op bladzijde
52.
! Raadpleeg voor meer informatie de hand-
leiding van de iPod.
1 Raak MENU aan om de iPod-menus
weer te geven.
2 Raak Video aan.
# Raak Music aan om terug te keren naar het
muziekscherm.
3 Speel de video af op de iPod.
Naar songs en videos
bladeren
Om het gebruik van dit toestel en het zoeken
naar songs en videos te vereenvoudigen, is er-
naar gestreefd de bediening via dit toestel zo-
veel mogelijk op de bediening via de iPod te
laten lijken.
! Tekens op de iPod die niet compatibel zijn
met dit toestel worden niet weergegeven.
Songs en videos op categorie
zoeken
1 Raak MENU aan om de iPod-menus
weer te geven.
2 Raak de categorie aan waarin u naar
een song of video wilt zoeken.
Als u een song zoekt
! Playlists (speellijsten)
Een iPod gebruiken
Nl
50
Hoofdstuk
12
! Artists (artiesten)
! Albums (albums)
! Songs (songs)
! Podcasts (podcasts)
! Genres (genres)
! Composers (componisten)
! Audiobooks (audioboeken)
Als u een video zoekt
! Video Playlists (videospeellijsten)
! Movies (films)
! Music Videos (muziekvideos)
! Video Podcasts (videopodcasts)
! TV Shows (tv-programmas)
3 Raak de titel van de lijst aan die u wilt
afspelen.
Herhaal dit totdat u de gewenste song of video
hebt gevonden.
# U kunt de lijst afspelen door aan te raken.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige menu.
4 Raak ESC aan om naar het normale dis-
play terug te keren.
Alfabetisch in een lijst zoeken
1 Selecteer een categorie. (Raadpleeg
Songs en videos op categorie zoeken op
de vorige bladzijde.)
2 Wanneer de lijst voor de geselecteerde
categorie wordt weergegeven, raakt u ABC
aan om alfabetisch te zoeken.
U kunt nu alfabetisch zoeken.
3 Selecteer de eerste letter van het ge-
zochte woord met c of d.
4 Raak
aan om de namen weer te
geven die beginnen met de gekozen letter.
Tijdens het zoeken knippert Searching en kun-
nen de toetsen van het aanraakpaneel niet ge-
bruikt worden.
# Als u op een andere letter wilt zoeken, raakt u
Cancel aan.
5 Raak de titel van de lijst aan die u wilt
afspelen.
Herhaal dit totdat u de gewenste song of video
hebt gevonden.
# U kunt de lijst afspelen door aan te raken.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige menu.
Tekstinformatie op de iPod
Video weergeven
% Raak INFO aan.
Song Title (songtitel) Artist Name (naam
artiest)Album Title (albumtitel)
# Als bepaalde gegevens niet op de iPod zijn
vastgelegd, wordt No xxxx op het display weerge-
geven (bijvoorbeeld No Name).
# Tekens op de iPod die niet compatibel zijn met
dit toestel worden niet weergegeven.
Een song onderbreken
% Raak f aan tijdens het afspelen.
# Raak f opnieuw aan om het afspelen te
hervatten vanaf het punt waarop u bent ge-
stopt.
De geavanceerde sound
retriever
De geavanceerde sound retriever verbetert au-
tomatisch de weergavekwaliteit van gecompri-
meerde audio en zorgt voor een vol geluid.
% Raak ASR herhaaldelijk aan om de ge-
wenste instelling te selecteren.
Off (uit)ASR1ASR2
# ASR2 heeft meer effect dan ASR1.
Een iPod gebruiken
Nl
51
Hoofdstuk
12
Een iPod gebruiken
Opmerking
Als u dit toestel met een multikanaalverwerker
(DEQ-P6600) gebruikt en de geavanceerde sound
retriever op ASR1 of ASR2 instelt, wordt het vo-
lume licht verlaagd. Het volume van ASR2 wordt
veel meer verlaagd dan ASR1. Wees voorzichtig
als u het volume voor ASR2 verhoogt en vervol-
gens naar Off overschakelt omdat dit een ab-
rupte volumeversterking tot gevolg heeft.
Herhaalde weergave
Er zijn twee herhaalbereiken voor het afspelen
van songs en videos op de iPod:
(één song
of video herhalen) en
(alle songs of videos
in de lijst herhalen).
! Als het herhaalbereik is ingesteld op
,
kunt u de andere songs of videos niet se-
lecteren. U kunt wel andere songs of vide-
os selecteren als u bladert.
% Raak
aan om het gewenste herhaal-
bereik te selecteren.
! Alleen de huidige song of video herha-
len
!
Alle songs of videos in de geselec-
teerde lijst herhalen
Songs of videosin
willekeurige volgorde
afspelen (shuffle)
U kunt songs of videos op de iPod op twee
manieren in willekeurige volgorde afspelen:
Songs (songs of videos in willekeurige volg-
orde afspelen) en Albums (albums in willekeu-
rige volgorde afspelen).
% Raak
aan om de gewenste manier
van afspelen in willekeurige volgorde te
selecteren.
! Songs De songs of videos in de geselec-
teerde lijst in willekeurige volgorde afspe-
len.
! Albums De songs of videos van een wille-
keurig album op volgorde afspelen.
# Als u de willekeurige weergave wilt uitschake-
len, raakt u
herhaaldelijk aan totdat het shuf-
fle-pictogram is uitgeschakeld.
Alle songs in willekeurige
volgorde afspelen (shuffle all)
Met deze functie worden alle songs op de iPod
in willekeurige volgorde afgespeeld.
% Raak
aan om de shuffle-functie in
te schakelen.
Alle songs op de iPod worden in willekeurige
volgorde afgespeeld.
De iPod-functie van dit
toestel via de iPod bedienen
De iPod-functie van dit toestel kan via de iPod
bediend worden. Het geluid wordt via de luid-
sprekers van het voertuig weergegeven en
voor de bediening gebruikt u de iPod.
! Als deze functie is ingeschakeld, wordt de
iPod niet uitgeschakeld als de contactscha-
kelaar van het voertuig wordt uitgezet. U
schakelt de iPod dan uit door deze zelf uit
te schakelen.
1 Raak
aan om de bedieningsmodus
naar de iPod over te schakelen.
# Raak aan om de bedieningsmodus naar
dit toestel terug te schakelen.
# Als deze functie is ingeschakeld kunt u nog al-
tijd vanaf dit toestel andere fragmenten en hoofd-
stukken selecteren, vooruit of achteruit spoelen
en het afspelen onderbreken. Ook kunt u tekstin-
formatie laten weergeven tijdens het afspelen van
video.
2 Selecteer een song of video en speel
deze af vanaf de aangesloten iPod.
Een iPod gebruiken
Nl
52
Hoofdstuk
12
Songs afspelen uit
verwante lijsten
Tijdens het afspelen van een song hebt u toe-
gang tot lijsten die verwant zijn met de huidige
song. De volgende lijsten zijn beschikbaar.
Lijst van albums van de huidige artiest
Lijst van songs op het huidige album
Lijst van albums van het huidige genre
! Bij het weergeven van lijsten kan er enige
vertraging optreden, afhankelijk van het
aantal bestanden op de iPod.
1 Raak Link Play aan.
Het afspeelselectiescherm wordt weergege-
ven.
2 Raak de gewenste modus aan.
! Artists Songs die verwant zijn met de hui-
dige artiest.
! Albums Songs die verwant zijn met het
huidige album.
! Genres Songs van het huidige genre.
Tijdens het zoeken naar songs knippert
Link Play... en kunnen de toetsen van het aan-
raakpaneel niet gebruikt worden.
# Als er geen verwante albums of songs worden
gevonden, wordt Not Found weergegeven.
3 Het display keert terug naar het norma-
le display en het afspelen begint.
De weergavesnelheid van
een audioboek wijzigen
U kunt de weergavesnelheid van audioboeken
op de iPod wijzigen.
% Raak Audiobooks aan en selecteer de
gewenste instelling.
! Faster Weergave is sneller dan normaal
! Normal Weergave met normale snelheid
! Slower Weergave is langzamer dan
normaal
De schermmodus wijzigen
Tijdens het afspelen van video kunt u over-
schakelen tussen breedbeeld (16:9) en stan-
daardweergave (4:3).
% Raak Wide Screen aan.
# Als u de weergavemodus standaard (4:3) wilt
selecteren, raakt u Wide Screen nogmaals
aan.
Een iPod gebruiken
Nl
53
Hoofdstuk
12
Een iPod gebruiken
Audio-instellingen
1 Audiodisplay
Het audiodisplay toont de status van de
audio-instellingen.
Belangrijk
Als de multikanaalverwerker (DEQ-P6600) op dit
toestel is aangesloten, wordt in plaats van de au-
diofunctie het audiomenu van de multikanaalver-
werker weergegeven. Raadpleeg DSP-
aanpassingen op bladzijde 87 voor meer informa-
tie.
1 Raak AV Menu en daarna Audio Menu
aan om de lijst met audiofuncties weer te
geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functies die u kunt selecteren zijn gemar-
keerd.
# Wanneer FM als signaalbron wordt gebruikt,
kunt u niet overschakelen naar
Source Level Adjuster.
# Wanneer een Bluetooth-telefoon als signaal-
bron wordt gebruikt, kunt u alleen Fader/Balance
gebruiken.
2 Raak ESC aan om naar het normale dis-
play terug te keren.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
De balansinstelling
U kunt de fader-/balansinstelling aanpassen
voor een optimale geluidsweergave op alle
plaatsen in het voertuig.
1 Raak Fader/Balance aan op het audio-
functiemenu.
2 Raak a of b aan om de balans tussen
de luidsprekers voorin en achterin in te
stellen.
U kunt de balans tussen de voor- en achter-
luidsprekers van voor naar achter aanpassen
van de waarde Front:15 tot Rear:15. De waar-
de wordt op het display getoond.
# FR: 0/LR: 0 is de aanbevolen instelling wan-
neer u slechts twee luidsprekers gebruikt.
# Als de achteruitgang op Subwoofer is inge-
steld, kunt u de balans tussen de luidsprekers
voorin en achterin niet instellen. Raadpleeg De
achteruitgang en de subwoofer instellen op blad-
zijde 62.
3 Raak c of d aan om de balans tussen
de luidsprekers links en rechts in te stellen.
U kunt de balans tussen de linker- en rechter-
luidsprekers van links naar rechts aanpassen
van de waarde Left:15 tot Right:15. De waar-
de wordt op het display getoond.
De equalizer
Met de equalizer kunt u de geluidsweergave
aanpassen aan de akoestische eigenschappen
van het interieur van het voertuig.
U kunt de middenfrequentie en de Q-factor
(curvekenmerken) van iedere geselecteerde
curve aanpassen (Low/Mid/High).
! Het bereik van de aanpassing is afhankelijk
van de gekozen equalizercurve.
Niveau (dB)
Middenfrequentie
Q=2N
Q=2W
Frequentie (Hz)
1 Raak Parametric EQ aan op het audio-
functiemenu.
Audio-instellingen
Nl
54
Hoofdstuk
13
2 Raak c of d op EQ Select aan en selec-
teer de equalizer.
Display Equalizercurve
Powerful Power
Natural Natuurlijk
Vocal Vocaal
Custom Aangepast
Flat Vlak
Super Bass Superbas
# Custom is een aangepaste equalizercurve die
u zelf maakt. Als u een equalizercurve aanpast,
worden deze instellingen opgeslagen in Custom.
# Als Flat is geselecteerd, wordt het geluid niet
aangevuld of gecorrigeerd. Door afwisselend te
luisteren naar Flat en een van de andere equali-
zercurven kunt u het effect van de verschillende
equalizercurven horen.
3 Raak c of d op Band aan en selecteer
de frequentieband van de equalizer die u
wilt aanpassen.
Low (laag)Mid (midden)High (hoog)
4 Raak c of d op Frequency aan en selec-
teer de frequentie die u wilt aanpassen.
Laag: 40Hz80Hz100Hz160Hz
Midden: 200Hz500Hz1kHz2kHz
Hoog: 3.15kHz8kHz10kHz12.5kHz
5 Raak c of d op Q.Factor aan en selec-
teer de Q-factor.
2Wide1Wide1Narrow2Narrow
6 Raak a of b aan om het niveau van de
frequentieband van de equalizer aan te
passen.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden +12 en 12. De waarde wordt op
het display getoond.
# Vervolgens kunt u een andere band kiezen en
daarvan het niveau aanpassen.
De loudness aanpassen
De loudness-functie compenseert een tekort
aan hoge en lage tonen bij lage volumes.
1 Raak Loudness aan op het audiofunc-
tiemenu.
2 Raak d aan om de loudness-functie in
te schakelen.
# Raak c aan om de loudness-functie uit te
schakelen.
3 Raak c of d aan en selecteer het ge-
wenste niveau.
Low (laag)Mid (midden)High (hoog)
De subwoofer-uitgang
Dit toestel is voorzien van een subwoofer-uit-
gang. U kunt deze uitgang in- of uitschakelen.
! Wanneer de subwoofer-uitgang is inge-
schakeld, kunt u de drempelfrequentie en
het uitgangsniveau van de subwoofer in-
stellen.
1 Raak Subwoofer aan op het audiofunc-
tiemenu.
2 Raak d naast Sub Woofer aan om het
uitgangssignaal voor de subwoofer in te
schakelen.
# Raak c aan om het uitgangssignaal voor de
subwoofer uit te schakelen.
3 Raak c of d naast Phase aan om de
fase-instelling voor het uitgangssignaal
van de subwoofer te selecteren.
Raak d aan om de normale fase te selecteren.
Normal verschijnt op het display. Raak c aan
om de omgekeerde fase te selecteren.
Reverse verschijnt op het display.
4 Raak c of d naast Level aan om het uit-
gangsniveau van de subwoofer in te stel-
len.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden +6 en 24. De waarde wordt op
het display getoond.
Audio-instellingen
Nl
55
Hoofdstuk
13
Audio-instellingen
5 Raak c of d naast Frequency aan om
de drempelfrequentie te selecteren.
Druk herhaaldelijk op c of d om de drempel-
frequentie in deze volgorde te selecteren:
50Hz63Hz80Hz100Hz125Hz
De subwoofer geeft alleen frequenties bene-
den de geselecteerde waarde weer.
De lage tonen versterken
De bass boost-functie versterkt de lage tonen
(bastonen).
1 Raak Bass Booster aan op het audio-
functiemenu.
2 Raak c of d aan en selecteer het ge-
wenste niveau.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden 0 en +6. De waarde wordt op het
display getoond.
Het high pass filter
Als u wilt dat de luidsprekers voorin of achter-
in geen lage tonen (tonen uit het frequentiebe-
reik van de subwoofer) weergeven, kunt u het
high pass filter (HPF) aanzetten. Alleen fre-
quenties boven het geselecteerde bereik wor-
den weergegeven via de voor- of
achterluidsprekers.
1 Raak High Pass Filter aan op het audio-
functiemenu.
2 Raak d naast High Pass Filter aan om
het high pass filter in te schakelen.
# Raak c aan om het high pass filter uit te scha-
kelen.
3 Raak c of d naast Frequency aan om
de drempelfrequentie te selecteren.
Druk herhaaldelijk op c of d om de drempel-
frequentie in deze volgorde te selecteren:
50Hz63Hz80Hz100Hz125Hz
De luidsprekers voorin of achterin geven dan
alleen frequenties boven het geselecteerde be-
reik weer.
Het bronniveau aanpassen
Met de functie SLA (Source Level Adjustment,
bronniveauregeling) kunt u het volumeniveau
van alle signaalbronnen afzonderlijk instellen.
Hierdoor kunt u plotselinge volumewisselin-
gen voorkomen wanneer naar een andere sig-
naalbron wordt overgeschakeld.
! De instellingen zijn gebaseerd op het FM-
volumeniveau, dat u niet kunt wijzigen.
1 Vergelijk het volumeniveau van de sig-
naalbron die u wilt aanpassen met het FM-
volumeniveau.
2 Raak Source Level Adjuster aan op het
audiofunctiemenu.
3 Raak c of d aan om het bronvolume
aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van het bronvolume verhoogd of ver-
laagd.
U kunt het volume van de signaalbron verho-
gen of verlagen tussen de waarden +4 en 4.
De waarde wordt op het display getoond.
Opmerkingen
! Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de
functie SLA worden aangepast.
! Video-cd, cd, gecomprimeerde audio en DivX
worden automatisch op hetzelfde volumeni-
veau ingesteld.
! De iPod en het USB-opslagapparaat worden
automatisch op hetzelfde volume afgesteld.
! Extern toestel 1 en extern toestel 2 worden au-
tomatisch op hetzelfde volumeniveau inge-
steld.
Audio-instellingen
Nl
56
Hoofdstuk
13
Dvd-instellingen
1
1 Dvd-instellingenmenu
Hier worden de menunamen van de dvd-in-
stellingen getoond.
U kunt dit menu gebruiken om audio-instellin-
gen, ondertitelingsinstellingen, kinderbeveili-
gingsinstellingen en andere dvd-instellingen
te wijzigen.
1 Raak g aan.
Setup wordt weergegeven in plaats van
Menu.
2 Raak Setup aan.
De functienamen voor de dvd-instellingen wor-
den weergegeven.
3 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
De ondertitelingstaal instellen
U kunt de ondertitelingstaal naar wens instel-
len. Als de geselecteerde ondertitelingstaal op
de dvd is vastgelegd, worden de ondertitels in
die taal weergegeven.
1 Raak Subtitle Language aan in het dvd-
instellingenmenu.
Er verschijnt een menu voor de ondertitelings-
taal.
2 Raak de gewenste taal aan.
De ondertitelingstaal is ingesteld.
# Als u Others hebt ingesteld, raadpleeg dan
Als u Others selecteert op deze bladzijde.
Opmerkingen
! Als de disc de geselecteerde taal niet bevat,
wordt de taal die op de disc is vastgelegd
weergegeven.
! U kunt de ondertitelingstaal ook wijzigen door
Subtitle aan te raken tijdens het afspelen.
(Raadpleeg De ondertitelingstaal wijzigen tij-
dens het afspelen (multi-ondertiteling) op blad-
zijde 29.)
! Als u tijdens het afspelen Subtitle gebruikt
om de ondertitelingstaal te wijzigen, heeft dat
geen invloed op deze instellingen.
Als u Others selecteert
Als u Others selecteert, verschijnt er een in-
voerdisplay voor de taalcode. Raadpleeg het
volgende gedeelte om de viercijferige code
voor de gewenste taal in te voeren. Raadpleeg
Taalcodekaart voor dvd op bladzijde 113.
1 Voer de taalcode in met de aanraak-
toetsen 0 t/m 9.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
2 Raak aan.
De audiotaal instellen
U kunt een audiotaal naar keuze instellen.
1 Raak Audio Language aan in het dvd-
instellingenmenu.
Er verschijnt een menu voor de audiotaal-
keuze.
2 Raak de gewenste taal aan.
De audiotaal is ingesteld.
# Als u Others hebt ingesteld, raadpleeg dan
Als u Others selecteert op deze bladzijde.
De dvd-speler instellen
Nl
57
Hoofdstuk
14
De dvd-speler instellen
Opmerkingen
! Als de geselecteerde taal niet op de disc is
vastgelegd, wordt de taal die op de disc is ge-
selecteerd toegepast.
! U kunt de audiotaal inschakelen door Audio
aan te raken tijdens het afspelen. (Raadpleeg
De audiotaal wijzigen tijdens het afspelen
(multi-audio) op bladzijde 29.)
! Als u tijdens het afspelen Audio gebruikt om
de audiotaal te wijzigen, heeft dat geen in-
vloed op deze instellingen.
De menutaal instellen
U kunt de taal instellen waarin de menusop
een disc worden weergegeven.
1 Raak Menu Language aan in het dvd-in-
stellingenmenu.
Er verschijnt een menu voor de menutaal.
2 Raak de gewenste taal aan.
De menutaal is ingesteld.
# Als u Others hebt ingesteld, raadpleeg dan
Als u Others selecteert op de vorige bladzijde.
Opmerking
Als de disc de geselecteerde taal niet bevat,
wordt de taal die op de disc is vastgelegd
weergegeven.
De weergave van het
camerahoekpictogram
instellen
U kunt het camerahoekpictogram laten ver-
schijnen bij scènes waarbij meerdere camera-
hoeken mogelijk zijn.
! Standaard is deze functie ingeschakeld.
% Raak Multi Angle aan in het dvd-instel-
lingenmenu om de weergave van het ca-
merahoekpictogram in te schakelen.
# Raak Multi Angle nogmaals aan om de weer-
gave van het camerahoekpictogram uit te
schakelen.
De beeldverhouding instellen
Er zijn twee soorten beeldformaten. Breed-
beeldweergave heeft een breedte-hoogtever-
houding (tv-aspect) van 16:9, en normale
weergave heeft een verhouding van 4:3. Selec-
teer de juiste beeldverhouding voor het display
dat is aangesloten op V OUT.
! Als u een normaal beeldscherm gebruikt,
selecteert u Letter Box of Pan Scan. Als u
16:9 selecteert, krijgt u een onnatuurlijk
beeld.
! De geselecteerde tv-beeldverhouding wordt
ook voor het display van dit toestel ge-
bruikt.
% Raak TV Aspect aan in het dvd-instellin-
genmenu en selecteer de gewenste beeld-
verhouding.
Raak zo vaak als nodig TV Aspect aan tot de
gewenste beeldverhouding op het display ver-
schijnt.
! 16:9 Breedbeeld (16:9) wordt weergege-
ven zoals het is (begininstelling)
! Letter Box Het beeld heeft de vorm van
een brievenbus met zwarte strepen boven
en onder in het scherm
! Pan Scan Het beeld is aan de linker- en
rechterkant van het scherm ingekort
Opmerkingen
! Bij het afspelen van discs zonder de aandui-
ding Pan Scan, wordt automatisch de weer-
gave Letter Box gebruikt, zelfs als u de
instelling Pan Scan hebt geselecteerd. Contro-
leer of op de verpakking van de disc de marke-
ring
16 : 9 LB
is aangebracht.
De dvd-speler instellen
Nl
58
Hoofdstuk
14
! Bij sommige discs kan de beeldverhouding
niet worden gewijzigd. Raadpleeg voor meer
informatie de informatie bij de disc.
Het interval voor
diavoorstellingen instellen
Als u via dit toestel JPEG-bestanden weer-
geeft, kunt u die in een diavoorstelling weerge-
ven. Met deze instelling kunt u het interval
voor de diavoorstelling bepalen.
% Raak Slide Show aan in het dvd-instel-
lingenmenu en selecteer het gewenste in-
terval voor de diavoorstelling.
Raak Slide Show herhaaldelijk aan tot de ge-
wenste instelling op het display verschijnt.
! 10sec JPEG-afbeeldingen weergeven met
een interval van 10 seconden
! 20sec JPEG-afbeeldingen weergeven met
een interval van 20 seconden
! 30sec JPEG-afbeeldingen weergeven met
een interval van 30 seconden
! Manual JPEG-afbeeldingen handmatig
weergeven
De kinderbeveiliging instellen
Bij sommige dvds kunt u kinderbeveiliging ge-
bruiken om te voorkomen dat kinderen ge-
welddadige en seksueel getinte scènes te zien
krijgen. U kunt de kinderbeveiliging zelf op het
gewenste niveau instellen.
! Als u een kinderbeveiligingsniveau hebt in-
gesteld en een disc met kinderbeveiliging
afspeelt, moet u mogelijk het codenummer
invoeren. In dat geval begint het afspelen
pas nadat het juiste codenummer is inge-
voerd.
Het codenummer en niveau
instellen
Disks kunnen alleen met kinderbeveiliging
worden afgespeeld als u een codenummer
hebt geregistreerd.
1 Raak Parental aan in het dvd-instellin-
genmenu.
2 Voer een viercijferig codenummer in
met de toetsen 0 t/m 9.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
3 Raak aan.
Het codenummer is ingesteld. Vervolgens
kunt u het niveau instellen.
4 Stel het gewenste niveau in met de
toetsen 1 t/m 8.
Het kinderbeveiligingsniveau is ingesteld.
! 8 De hele disc kan worden afgespeeld (be-
gininstelling)
! 7 t/m 2 Discs voor kinderen en discs voor
volwassen zonder aanstootgevende inhoud
kunnen worden afgespeeld
! 1 Alleen discs voor kinderen kunnen wor-
den afgespeeld
Opmerkingen
! We raden u aan uw codenummer ergens te
noteren voor het geval u dit vergeet.
! Het kinderbeveiligingsniveau van een disc is
op de disc zelf vastgelegd. Controleer dit op
de verpakking van de disc, het boekje bij de
disc of op de disc zelf. De kinderbeveiliging
van dit toestel werkt alleen als er op de disc
een kinderbeveiligingsniveau is vastgelegd.
! Bij sommige discs is de kinderbeveiliging al-
leen actief bij mogelijk aanstootgevende scè-
nes. Deze scènes worden dan overgeslagen.
Raadpleeg de documentatie bij de disc voor
meer informatie.
De dvd-speler instellen
Nl
59
Hoofdstuk
14
De dvd-speler instellen
Het niveau wijzigen
U kunt het niveau van de kinderbeveiliging wij-
zigen.
1 Raak Parental aan in het dvd-instellin-
genmenu.
2 Voer het geregistreerde codenummer
in met de aanraaktoetsen 0 t/m 9.
3 Raak
aan.
Het codenummer wordt geaccepteerd en u
kunt nu het niveau wijzigen.
# Als u een onjuist codenummer invoert, ver-
schijnt het pictogram
. Raak C aan en voer het
juiste codenummer in.
# Raadpleeg Als u het codenummer bent verge-
ten op deze bladzijde als u uw codenummer ver-
geten bent.
4 Stel het gewenste niveau in met de
toetsen 1 t/m 8.
Het nieuwe niveau van de kinderbeveiliging is
ingesteld.
Als u het codenummer bent
vergeten
Raadpleeg het volgende gedeelte en raak C 10
keer aan. Raadpleeg Het niveau wijzigen op
deze bladzijde. Het geregistreerde codenum-
mer wordt geannuleerd en u kunt een nieuw
nummer registreren.
Het DivX-ondertitelbestand
instellen
U kunt aangeven of externe ondertiteling van
DivX al dan niet moet worden weergegeven.
! Als Custom is geselecteerd en er geen ex-
terne DivX-ondertitelbestanden bestaan,
wordt de DivX-ondertiteling weergegeven.
% Raak DivX Subtitle aan in het dvd-in-
stellingenmenu en selecteer de gewenste
instelling voor de ondertiteling.
! Original De DivX-ondertiteling weergege-
ven
! Custom De externe DivX-ondertiteling
weergegeven
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 42 tekens op één regel
worden weergegeven. Als een regel meer dan
42 tekens bevat, wordt deze afgebroken en op
de volgende regel vervolgd.
! Er kunnen maximaal 126 tekens op één
scherm worden weergegeven. Als er meer dan
126 tekens zijn, worden de overtollige tekens
niet weergegeven.
Uw DivX
®
VOD-
registratiecode weergeven
Voordat u DivX VOD-inhoud (video on demand,
video-op-aanvraag) op dit toestel kunt afspe-
len, moet u het toestel registreren bij de aan-
bieder van de DivX VOD -inhoud. Daarvoor
moet u een DivX VOD-registratiecode aanma-
ken en indienen bij de aanbieder van de DivX
VOD-inhoud.
% Raak DivX VOD aan in het dvd-instellin-
genmenu.
Uw 8-cijferige registratiecode wordt weergege-
ven.
! Noteer het codenummer. U hebt dit num-
mer nodig als u zich bij een aanbieder van
DivX VOD-inhoud registreert.
De dvd-speler instellen
Nl
60
Hoofdstuk
14
Instelling voor de digitale
uitgang
U kunt de audio-uitvoer van de digitale uit-
gang van dit toestel selecteren. De normale
stand is Stream. Als u de digitale uitgang van
dit toestel niet gebruikt, hoeft u deze instelling
niet aan te passen.
! Als u Linear PCM selecteert, kunt u het uit-
voerkanaal selecteren als u de volgende
typen discs afspeelt. (Raadpleeg De audio-
uitgang selecteren op bladzijde 30.)
Dual mono dvd-videodiscs
Tweetalige dvd-vr-discs
% Raak Digital Output aan in het dvd-in-
stellingenmenu en selecteer de gewenste
instelling voor de digitale uitgang.
! Stream Het Dolby Digital/DTS-signaal
wordt ongewijzigd doorgegeven (beginin-
stelling)
! Linear PCM Het Dolby Digital/DTS-sig-
naal wordt omgezet en uitgevoerd als een li-
neair PCM-signaal
De dvd-speler instellen
Nl
61
Hoofdstuk
14
De dvd-speler instellen
De begininstellingen
aanpassen
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
U kunt verscheidene begininstellingen van het
systeem aan uw wensen aanpassen voor een
optimaal resultaat.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna Off aan om het toestel uit te scha-
kelen.
2 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak AV Menu aan en daarna
Initial Menu om de functienamen weer te
geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
4 Raak ESC aan om naar het normale dis-
play terug te keren.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
De externe ingang in- of
uitschakelen
Externe apparaten die op dit toestel zijn aange-
sloten, kunnen afzonderlijk worden geacti-
veerd. Zet elke AUX-bron aan bij gebruik.
Raadpleeg De AUX-signaalbron op bladzijde 72
voor meer informatie over het aansluiten en
gebruiken van externe apparaten.
Extern toestel 1 instellen
% Raak AUX1 aan in het standaardmenu
en selecteer de gewenste instelling.
! Video een extern video-apparaat dat is
aangesloten met een vierpolige miniplugka-
bel (bijvoorbeeld CD-V150M)
! Audio een extern apparaat dat met een
stereo-miniplugkabel is aangesloten
! iPod een iPod met video die is verbonden
met CD-IU200V
! Off er is geen extern apparaat aangeslo-
ten
Extern toestel 2 instellen
% Raak AUX2 aan in het standaardmenu
om extern toestel 2 in te schakelen.
# Raak AUX2 nogmaals aan om extern toestel 2
uit te schakelen.
De achteruitgang en de
subwoofer instellen
U kunt de achteruitgang van dit toestel (de
aansluiting voor de luidspreker achterin en de
RCA-achteruitgang) gebruiken om een luid-
spreker met volledig bereik (Full) of een sub-
woofer (Subwoofer) aan te sluiten. Als u de
achteruitgang op Subwoofer zet, kunt u de
luidspreker achterin rechtstreeks op een sub-
woofer aansluiten, zonder een externe verster-
ker te gebruiken.
Standaard is dit toestel ingesteld voor het aan-
sluiten van een luidspreker achterin met volle-
dig bereik (Full). Als u op de achteruitgang
luidsprekers met een volledig bereik hebt aan-
gesloten (als Full is geselecteerd), kunt u op
de RCA-achteruitgang extra luidsprekers met
een volledig bereik (Rear) of een subwoofer
(Subwoofer) aansluiten.
Begininstellingen
Nl
62
Hoofdstuk
15
! Als de multikanaalverwerker (DEQ-P6600)
is aangesloten op dit toestel, kunt u deze
functie niet gebruiken.
1 Raak Rear Speaker aan op het begin-
menu.
2 Raak c of d naast Rear Speaker aan
om de gewenste instelling voor de achter-
uitgang in te schakelen.
Raak c aan om de luidspreker met volledig be-
reik te selecteren. Full verschijnt op het dis-
play. Raak d aan om de subwoofer te
selecteren. Subwoofer verschijnt op het dis-
play.
# Als er geen subwoofer op de achteruitgang is
aangesloten, selecteert u Full (luidspreker met
volledig bereik).
# Als er een subwoofer op de achteruitgang is
aangesloten, selecteert u Subwoofer (subwoo-
fer).
# Als de achteruitgang op Subwoofer is inge-
steld, kunt u onderstaande handeling niet uitvoe-
ren.
3 Raak c of d naast Preout aan om de in-
stelling voor de subwooferuitgang of ach-
teruitgang in te schakelen.
Met de aanraaktoetsen c en d kunt u kiezen
uit Subwoofer en Rear. De instelling wordt
op het display weergegeven.
Opmerkingen
! Als u deze instelling wijzigt, is er pas een uit-
gangssignaal als u ook het uitgangssignaal
voor de subwoofer inschakelt (raadpleeg De
subwoofer-uitgang op bladzijde 55).
! Als u deze instelling wijzigt, wordt de subwoo-
feruitgang in het audiomenu teruggezet naar
de fabrieksinstellingen.
! De uitgangsaansluiting voor de luidsprekers
achterin en de RCA-achteruitgang worden te-
gelijkertijd omgezet.
De FM-afstemstap instellen
Standaard wordt er bij automatisch afstem-
men een FM-afstemstap van 50 kHz gebruikt.
Als de functie AF of TA is ingeschakeld, is de
afstemstap automatisch 100 kHz. Maar soms
verdient het aanbeveling om de afstemstap op
50 kHz in te stellen als AF is ingeschakeld.
! Bij handmatig afstemmen blijft de afstem-
stap 50 kHz.
% Raak FM Step aan in het standaardme-
nu om de FM-afstemstap te selecteren.
Telkens als u FM Step aanraakt, wijzigt u de
FM-afstemstap tussen 50 kHz en 100 kHz. De
geselecteerde FM-afstemstap verschijnt op het
display.
De automatische PI-
zoekfunctie in- of uitschakelen
Het toestel kan automatisch zoeken naar een
andere zender met gelijkaardige program-
mas, ook bij het oproepen van voorkeuzezen-
ders.
% Raak Auto PI aan in het standaardmenu
om de automatische PI-zoekfunctie in te
schakelen.
# Raak Auto PI nogmaals aan om de automati-
sche PI-zoekfunctie uit te schakelen.
Het taalkeuzemenu
U kunt de taal voor het menu instellen op En-
gels of Russisch.
Op dit toestel kan tekstinformatie (zoals titels,
de naam van een artiest en opmerkingen) wor-
den weergeven die is vastgelegd in een Euro-
pese taal of in het Russisch.
! U kunt de taal in de volgende menus wijzi-
gen.
Functiemenus
Systeemmenu
Dvd-instellingenmenu
Beginmenu
Begininstellingen
Nl
63
Hoofdstuk
15
Begininstellingen
Schermmenu
Taalinstelling voor DivX
! Als de geselecteerde taalinstelling niet
overeenkomt met de vastgelegde taal,
wordt de tekstinformatie mogelijk niet cor-
rect weergegeven.
! Het is mogelijk dat sommige tekens niet
juist worden weergegeven.
! Nadat u de gewenste instelling hebt ge-
maakt, moet u het contact uitzetten en
weer aanzetten om deze van kracht te laten
worden.
% Raak Language aan in het beginmenu
en selecteer de gewenste taalinstelling.
Raak Language aan tot het gewenste instel-
ling op het display verschijnt.
English (Engels)РУССКИЙ (Russisch)
Het geluid tijdelijk
uitschakelen/dempen
Het geluid van dit toestel wordt automatisch
uitgeschakeld of gedempt wanneer er een sig-
naal wordt ontvangen van een apparaat met
uitschakelingsfunctie.
! Het volume keert terug naar het normale
niveau wanneer het uitschakelen of dem-
pen wordt geannuleerd.
% Raak TEL aan in het beginmenu en se-
lecteer de gewenste instelling.
Raak TEL aan tot het gewenste instelling op
het display verschijnt.
! Mute Tijdelijk uitschakelen
! ATT 20dB Dempen (ATT 20dB heeft
meer effect dan ATT 10dB)
! ATT 10dB Dempen
! Off Geluid tijdelijk uitschakelen/dempen
uitzetten
Opmerkingen
! Het geluid wordt uitgeschakeld en Mute ver-
schijnt op het display. Het geluid kan niet wor-
den aangepast.
! Het geluid wordt gedempt en ATT verschijnt
op het display. Alleen de volumeregeling kan
worden aangepast.
! De bediening keert weer terug naar normaal
wanneer het telefoongesprek is afgelopen.
Het tv-signaal instellen
Als dit toestel op een tv-tuner is aangesloten,
moet u het tv-signaal aanpassen aan de sig-
naalinstellingen van uw land.
! Standaard is deze functie ingesteld op
Auto zodat dit toestel automatisch de tv-
signaalinstellingen aanpast.
! Neem contact op met de dichtstbijzijnde
Pioneer-leverancier voor informatie over het
tv-signaal in uw land.
! U kunt deze functie alleen gebruiken als
een Pioneer-tv-tuner (bijvoorbeeld GEX-
P5700TVP) op dit toestel is aangesloten.
% Raak TV Signal aan in het beginmenu
en selecteer het juiste tv-signaal.
Als u TV Signal aanraakt, wijzigt u de instel-
ling voor het tv-signaal in onderstaande volg-
orde:
AutoPALSECAM
Begininstellingen
Nl
64
Hoofdstuk
15
De pincode invoeren voor
Bluetooth draadloze
verbinding
Als u uw mobiele telefoon met dit toestel wilt
verbinden via Bluetooth draadloze technolo-
gie, moet u eerst de pincode van uw telefoon
invoeren om de verbinding te bevestigen. De
standaardcode is 0000 maar u kunt die via
deze functie wijzigen.
! Bij sommige Bluetooth-audiospelers moet
u eerst de pincode van de audiospeler in-
voeren, voordat u met dit toestel verbinding
kunt maken.
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een Bluetooth-adapter (bijvoorbeeld CD-
BTB200) op dit toestel is aangesloten.
1 Raak PIN Code Input aan op het begin-
menu.
Het display voor het invoeren van de pincode
verschijnt.
2 Voer de pincode van de Bluetooth-au-
diospeler in met de aanraaktoetsen 0 t/m
9.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
3 Raak aan als u de pincode (maximaal
16 cijfers) hebt ingevoerd.
De ingevoerde pincode wordt in dit systeem
opgeslagen.
Vervormd geluid corrigeren
U kunt vervormingen die door de instellingen
van de equalizercurve worden veroorzaakt mi-
nimaliseren.
Als u het niveau van de equalizer hoog instelt,
kan dit vervorming veroorzaken. Als de hoge
tonen verstoord of vervormd zijn, kunt u Low
proberen. Laat onder normale omstandighe-
den de instelling op High staan voor een
goede geluidskwaliteit.
! Deze functie kunt u alleen gebruiken als de
multikanaalverwerker (DEQ-P6600) is aan-
gesloten op dit toestel.
% Raak Digital ATT aan in het beginmenu
en selecteer de gewenste instelling voor di-
gitale demping.
Raak Digital ATT herhaaldelijk aan tot de ge-
wenste instelling op het display verschijnt.
! High Geluid van hoge kwaliteit
! Low Geluidsvervorming minimaliseren
Automatische TA en EQ-
meting (automatische
tijduitlijning en instelling
van de equalizer)
Door automatische tijduitlijning wordt auto-
matisch een optimale tijduitlijning ingesteld
afhankelijk van de afstand tussen de luidspre-
kers en de luisterpositie.
Tijdens de automatische instelling van de
equalizer meet het toestel de akoestische ei-
genschappen van het voertuiginterieur en
maakt op basis daarvan een curve voor de
auto-equalizer.
! Deze functie kunt u alleen gebruiken als de
multikanaalverwerker (DEQ-P6600) is aan-
gesloten op dit toestel.
Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer in-
formatie over de automatische TA- en EQ-me-
ting. Raadpleeg Automatische TA en EQ-
meting (automatische tijduitlijning en instelling
van de equalizer) op bladzijde 96.
Audiofuncties resetten
U kunt alle audiofuncties resetten, behalve het
volume.
! Deze functie kunt u alleen gebruiken als de
multikanaalverwerker (DEQ-P6600) is aan-
gesloten op dit toestel.
1 Raak Audio Reset aan op het beginme-
nu.
2 Raak Reset aan.
3 Raak Reset opnieuw aan om de audio-
functies te resetten.
# Als u het resetten van de audiofuncties wilt
annuleren, raakt u Cancel aan.
Begininstellingen
Nl
65
Hoofdstuk
15
Begininstellingen
Systeemaanpassingen
1
1 Het systeemmenu
Hierin worden de namen van de systeem-
functies weergegeven.
1 Raak AV Menu en vervolgens
System Menu aan om de namen van de
systeemfuncties weer te geven.
De namen van de systeemfuncties worden
weergegeven en de functies die u kunt selecte-
ren zijn gemarkeerd.
2 Raak ESC aan om terug te keren naar
het display van elke signaalbron.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
De breedbeeldstand wijzigen
U kunt de gewenste modus selecteren voor
vergroting van een beeld van 4:3 naar 16:9.
1 Raak Wide Mode aan in het systeem-
menu.
2 Raak de gewenste breedte-instelling
aan.
Full (volledig)
Een beeld van 4:3 wordt alleen horizontaal ver-
groot, waardoor u een tv-beeld van 4:3 (normaal
beeld) krijgt zonder weggevallen delen.
Just (passend)
Het beeld wordt iets vergroot in het midden en de
vergroting neemt horizontaal toe tot de uiteinden,
waardoor u een beeld van 4:3 krijgt zonder dat
het beeld ongelijk aandoet, ook niet bij breed-
beeld.
Cinema (cinema)
Het beeld wordt horizontaal in dezelfde verhou-
ding vergroot als Full of Zoom, en verticaal in een
verhouding tussen Full en Zoom. Dit is ideaal
voor een bioscoopbeeld (breedbeeld) waarbij de
ondertiteling buiten het beeld valt.
Zoom (zoom)
Een beeld van 4:3 wordt horizontaal en verticaal
in dezelfde verhouding vergroot. Dit is ideaal voor
bioscoopbeeld (breedbeeld).
Normal (normaal)
Het beeld van 4:3 wordt weergegeven zoals het is.
Het beeld wordt niet ongelijk omdat de verhou-
dingen gelijk zijn aan die voor normaal beeld.
Opmerkingen
! Voor elke videobron kunnen andere instellin-
gen worden opgeslagen.
! Als u een video bekijkt op breedbeeldformaat
terwijl dit niet het normale beeldformaat is,
kan het beeld er anders uitzien.
! Merk op dat als u de breedbeeldmodus van dit
systeem voor commerciële of openbare verto-
ningen gebruikt, dit een inbreuk kan zijn op de
auteursrechten, die door de wet worden be-
schermd.
! Het beeld wordt korreliger als het in de modus
Cinema of Zoom wordt bekeken.
Systeeminstellingen
Nl
66
Hoofdstuk
16
De beeldinstellingen
aanpassen
Voor elke bron en de achteruitrijcamera kunt u
de volgende instellingen aanpassen:
Brightness (helderheid), Contrast (contrast),
Color (kleur),Hue (tint), Dimmer (dimmer),
Temperature (temperatuur) en Black Level
(zwartniveau).
! Voor een audiosignaalbron kunnen Color,
Hue, Contrast en Black Level niet worden
aangepast.
1 Raak Picture Adjustment aan in het sys-
teemmenu.
De namen van de instellingsfuncties worden
weergegeven.
2 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de aan te pas-
sen functie te selecteren.
Raak NEXT of PREV aan om de beschikbare
toetsengroepen op het aanraakpaneel te selec-
teren.
! Brightness Helderheid
! Contrast Contrast
! Color Kleurverzadiging
! Hue Tint (rood of groen wordt benadrukt)
! Dimmer Helderheid van het display
! Temperature Kleurtemperatuur. Hiermee
kunt u een betere witbalans instellen.
! Black Level Zwartniveau. Hiermee wor-
den de donkere beeldgebieden benadrukt
zodat het verschil tussen licht en donker
duidelijker wordt.
! Rear View/Source De beeldinstellings-
stand omschakelen
# U kunt de beeldinstelling voor de achteruitrij-
camera niet aanpassen als Camera Polarity op
Off is ingesteld. (Raadpleeg Instellingen voor de
achteruitrijcamera op de volgende bladzijde.)
# Hue kan niet worden aangepast als het kleur-
systeem is ingesteld op PAL/PAL-M/SECAM.
# Bij sommige achteruitrijcameras kan het
beeld niet worden aangepast.
3 Raak c of d aan en pas het geselec-
teerde item aan.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van het geselecteerde item verhoogd of
verlaagd. U kunt het niveau verhogen of verla-
gen tussen de waarden +24 en 24. De waar-
de wordt op het display getoond.
# Temperature kan worden ingesteld tussen +3
en 3.
# Black Level kan worden in- of uitgeschakeld.
De dimmer aanpassen
Om te voorkomen dat het display s avonds te
fel schijnt, wordt het automatisch gedimd
wanneer u de koplampen van het voertuig
aanzet. U kunt de dimmer aan- of uitzetten.
1 Raak Picture Adjustment aan in het sys-
teemmenu.
De namen van de instellingsfuncties worden
weergegeven.
2 Raak NEXT aan.
3 Raak Dimmer aan.
4 Raak c of d aan en pas de helderheid
aan.
Telkens als u c of d aanraakt, gaat de cursor
naar links of rechts.
Het niveau geeft de helderheid aan van het
scherm dat wordt aangepast. Hoe verder u de
cursor naar rechts verplaatst, hoe helderder
het scherm wordt.
Het AV-ingangssignaal
instellen
U kunt de instelling aanpassen aan het aange-
sloten apparaat.
! Selecteer Video om video van een aange-
sloten apparaat als signaalbron AV te bekij-
ken.
! Selecteer EXT-Video om video van een aan-
gesloten videospeler als signaalbron EXT
te bekijken.
Systeeminstellingen
Nl
67
Hoofdstuk
16
Systeeminstellingen
! Selecteer TV om tv-beelden van een aange-
sloten tv-tuner als signaalbron TV te bekij-
ken.
% Raak AV Input aan in het systeemmenu
om het AV-ingangssignaal te selecteren.
! Off Er is geen video-apparaat aangeslo-
ten
! Video Extern video-apparaat (zoals een
draagbare videospeler)
! EXT-Video Extern video-apparaat (zoals
toekomstig leverbare Pioneer-producten)
! TV Tv-speler die via een RCA-kabel is aan-
gesloten
De klok instellen
Volg onderstaande instructies om de klok in te
stellen.
1 Raak Clock Adjustment aan in het sys-
teemmenu.
2 Raak On/Off aan om de klokweergave
in te schakelen.
# Raak On/Off nogmaals aan als u de klokweer-
gave wilt uitschakelen.
3 Raak c of d aan en selecteer het onder-
deel van de klokweergave dat u wilt instel-
len.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er een
deel van de klokweergave geselecteerd:
UurMinuut
Het geselecteerde deel van de klokweergave
wordt gemarkeerd.
4 Raak a of b om de klok gelijk te zet-
ten.
Opmerkingen
! U kunt de klok aan een tijdsignaal koppelen
door Just aan te raken.
Minuten worden naar beneden afgerond
tussen 00 en 29. (Bijvoorbeeld 10:18 wordt
afgerond naar 10:00.)
Minuten worden naar boven afgerond tus-
sen 30 en 59. (Bijvoorbeeld 10:36 wordt af-
gerond naar 11:00.)
! De klok wordt ook op het display getoond als
alle signaalbronnen uit staan.
Instellingen voor de
achteruitrijcamera
LET OP
Pioneer raadt aan een camera te gebruiken
die de beelden in spiegelbeeld weergeeft,
omdat anders het beeld op het scherm ver-
keerd om kan verschijnen.
Dit toestel is voorzien van een functie die er-
voor zorgt dat automatisch wordt overgescha-
keld naar het beeld van de achteruitrijcamera
(stekker VIN) als die aanwezig is op het voer-
tuig. Als de versnellingspook in de stand
ACHTERUIT (R) staat, wordt het videobeeld
automatisch overgeschakeld naar het beeld
van de achteruitrijcamera. (Neem voor meer
informatie contact op met uw leverancier.)
! Nadat de achteruitrijcamera is ingesteld,
dient u de werking te controleren door de
versnelling in ACHTERUIT (R) te zetten;
het beeld van de achteruitrijcamera moet
op het display verschijnen.
! Als het beeld van de achteruitrijcamera op
het display verschijnt terwijl u gewoon voor-
uit rijdt, moet u de instellingen van de ach-
teruitrijcamera aanpassen.
! Houd MUTE ingedrukt als u het beeld van
de achteruitrijcamera niet langer wilt weer-
geven en wilt terugkeren naar het display
van de signaalbron.
! Het beeld van de achteruitrijcamera kan
ook tijdens het rijden worden weergegeven.
Raak daarvoor het bronpictogram
Rear View aan. Raak Rear View nogmaals
aan om het beeld van de achteruitrijcamera
uit te schakelen. Raadpleeg Signaalbronnen
selecteren op bladzijde 13 voor meer infor-
matie.
Systeeminstellingen
Nl
68
Hoofdstuk
16
% Raak Camera Polarity aan in het sys-
teemmenu om de juiste instelling te selec-
teren.
! Battery Als de polariteit van de aangeslo-
ten kabel positief is als de versnellingspook
in de stand ACHTERUIT (R) staat.
! Ground Als de polariteit van de aangeslo-
ten kabel negatief is als de versnellingspook
in de stand ACHTERUIT (R) staat.
! Off Als er geen achteruitrijcamera op dit
toestel is aangesloten.
Systeeminstellingen
Nl
69
Hoofdstuk
16
Systeeminstellingen
Entertainment-instellingen
1
1 Het menu Entertainment
In dit menu worden de namen van de enter-
tainment-functies weergegeven.
1 Raak AV Menu aan en daarna
Entertainment Menu om de namen van de
entertainment-functies weer te geven.
De namen van de entertainment-functies wor-
den weergegeven en de functies die u kunt se-
lecteren zijn gemarkeerd.
2 Raak ESC aan om terug te keren naar
het display van elke signaalbron.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
Een achtergronddisplay
selecteren
U kunt de achtergronddisplays in- of uitscha-
kelen terwijl u naar een signaalbron luistert.
1 Raak Background aan in het menu En-
tertainment.
2 Raak de gewenste instelling aan.
U kunt tussen de volgende lijsten kiezen.
! BGP1 Achtergrondafbeelding 1
! BGP2 Achtergrondafbeelding 2
! BGP3 Achtergrondafbeelding 3
! BGP4 Achtergrondafbeelding 4
! BGV1 Achtergrondeffect 1
! BGV2 Achtergrondeffect 2
! BGV3 Achtergrondeffect 3
! Photo JPEG-afbeelding die in dit toestel
is opgeslagen
! AV Input Videobeeld van een extern vi-
deoapparaat dat op dit toestel is aangeslo-
ten
# Als AV (AV-signaal) niet is ingesteld op Video,
kunt u AV Input niet selecteren. (Raadpleeg blad-
zijde 67.)
# Als er geen JPEG-afbeeldingen op dit toestel
zijn opgeslagen, kunt u Photo niet selecteren.
Raadpleeg het volgende gedeelte voor informatie
over het opslaan van JPEG-afbeeldingen. Raad-
pleeg JPEG-bestanden vastleggen op bladzijde 44.
De verlichtingskleur
selecteren
Dit toestel is voorzien van meerdere verlich-
tingskleuren.
Een voorgedefinieerde
verlichtingskleur kiezen
U kunt een verlichtingskleur uit de lijst selecte-
ren.
1 Raak Illumination Color aan in het
menu Entertainment.
2 Raak een van de kleurenlijsten aan.
U kunt tussen de volgende lijsten kiezen.
! Blue (blauw)
! Red (rood)
! Amber (geelbruin)
! Green (groen)
! White (wit)
! Scan (alle kleuren gebruiken)
Opmerkingen
! Scan is een doorlopende cyclus met alle kleu-
ren.
! Als u op Scan drukt terwijl alle kleuren worden
gebruikt, stopt de afwisselende weergave en
kunt u de weergegeven kleur als achtergrond
selecteren.
Entertainment-instellingen
Nl
70
Hoofdstuk
17
Zelf een verlichtingskleur instellen
1 Raak Illumination Color aan in het
menu Entertainment.
2 Raak Custom aan om het menu voor
persoonlijke aanpassingen weer te geven.
3 Druk op +/ (VOLUME) om de kleur in
te stellen.
4 Sla de aangepaste kleur op door een
van de voorkeuzetoetsen Memo1, Memo2
of Memo3 aan te raken en ingedrukt te
houden tot er een pieptoon klinkt.
De aangepaste kleur is nu in het geheugen op-
geslagen.
Als u hierna dezelfde voorkeuzetoets aanraakt,
wordt deze kleur uit het geheugen opge-
roepen.
De OSD-kleur selecteren
U kunt de kleur van de OSD wijzigen.
1 Raak Screen Color aan in het menu En-
tertainment.
2 Raak een van de kleurenlijsten aan.
U kunt tussen de volgende lijsten kiezen.
! Blue (blauw)
! Red (rood)
! Amber (geelbruin)
! Green (groen)
! White (wit)
Entertainment-instellingen
Nl
71
Hoofdstuk
17
Entertainment-instellingen
De positie van de toetsen
op het aanraakpaneel
bijstellen (kalibratie van
het aanraakpaneel)
Als u merkt dat de toetsen op het aanraakpa-
neel niet overeenkomen met de plaats die u
aanraakt, kunt u de positie van de toetsen bij-
stellen. Dat kan op twee manieren: 4-punts bij-
stelling, waarbij u de vier hoeken van het
scherm aanraakt; en 16-punts bijstelling,
waarbij u het gehele scherm gebruikt om de
posities nauwkeurig te bepalen.
! Gebruik voor het bijstellen uitsluitend de
bijgeleverde pen en ga voorzichtig met het
scherm om. Als u te hard op het paneel
drukt, kan het beschadigd worden. Gebruik
geen scherp voorwerp zoals een balpen of
een vulpotlood. Daarmee kunt u het
scherm beschadigen.
! Als u de posities niet naar wens kunt bij-
stellen, neem dan contact op met uw
Pioneer-leverancier.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna Off aan om het toestel uit te scha-
kelen.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Houd h (uitwerpen) ingedrukt.
Het scherm voor de 4-punts bijstelling van de
toetsen op het aanraakpaneel wordt weergege-
ven.
3 Raak de pijlen in de vier hoeken van
het scherm aan met de bijgeleverde afstel-
pen.
# Houd MUTE ingedrukt om het bijstellen te an-
nuleren.
4 Druk op DISP OFF om de 4-punts bijstel-
ling te voltooien.
De aangepaste positiegegevens worden opge-
slagen.
# Schakel de motor niet uit terwijl de aange-
paste positiegegevens worden opgeslagen.
5 Druk op DISP OFF om verder te gaan
met de 16-punts bijstelling.
Het scherm voor de 16-punts bijstelling van de
toetsen op het aanraakpaneel wordt weergege-
ven.
# Houd MUTE ingedrukt om het bijstellen te an-
nuleren.
6 Raak met de bijgeleverde afstelpen het
midden van het plusteken (+) aan dat op
het scherm wordt weergegeven.
Nadat u alle markeringen hebt aangeraakt,
worden de aangepaste positiegegevens opge-
slagen.
# Schakel de motor niet uit terwijl de aange-
paste positiegegevens worden opgeslagen.
7 Houd MUTE ingedrukt om het bijstellen
te voltooien.
De AUX-signaalbron
Dit toestel biedt de mogelijkheid om een ex-
tern apparaat aan te sluiten, zoals een video-
recorder of een draagbaar toestel (los
verkrijgbaar). Als een extern apparaat wordt
aangesloten, wordt dit automatisch als een
AUX-signaalbron herkend en aan AUX toege-
wezen.
Externe apparaten aansluiten
Externe apparaten kunnen op twee manieren
op dit toestel worden aangesloten.
Mini-pinplugkabel (AUX-1)
Als u een extern apparaat aansluit met een mi-
niplugkabel
U kunt een iPod of een draagbare audio- of vi-
deospeler met een miniplugkabel op dit toe-
stel aansluiten.
Overige functies
Nl
72
Hoofdstuk
18
! Als u een iPod met video met een (vierpo-
lige) kabel met een 3,5mm-plug (bijvoor-
beeld CD-V150M) op dit toestel hebt
aangesloten, kunt u de video-inhoud van de
iPod bekijken.
! U kunt een draagbare audio-/videospeler
aansluiten met een los verkrijgbare (vierpo-
lige) 3,5mm-plug-naar-RCA-kabel. Afhanke-
lijk van de kabel moet u mogelijk de rode
kabel (audio rechts) en de gele kabel
(video) omwisselen. Anders worden het ge-
luid en het beeld niet juist weergegeven.
% Steek de stereo-miniplugkabel in de
AUX-ingang van dit toestel.
Raadpleeg de installatiehandleiding voor meer
informatie.
IP-BUS-RCA-adapter (AUX-2)
Als u een extern apparaat aansluit met een IP-
BUS-RCA-adapter (los verkrijgbaar)
% Met een IP-BUS-RCA-adapter zoals de
CD-RB10/CD-RB20 (los verkrijgbaar) kunt u
externe apparatuur met een RCA-uitgang
op dit toestel aansluiten.
Raadpleeg voor meer informatie de gebrui-
kershandleiding van de IP-BUS-RCA-adapter.
# U kunt op deze manier alleen externe appara-
ten aansluiten die voorzien zijn van een RCA-uit-
gang.
AUX als signaalbron selecteren
% Raak het bronpictogram aan en raak
daarna AUX-1 /AUX-2 aan om AUX als sig-
naalbron te selecteren.
# Als de externe aansluiting niet is ingescha-
keld, kan AUX niet worden geselecteerd. Raad-
pleeg De externe ingang in- of uitschakelen op
bladzijde 62 voor meer informatie.
De AUX-titel instellen
De naam die voor de signaalbron AUX op het
display verschijnt, kan worden gewijzigd.
! Een titel kan maximaal 10 tekens lang zijn.
1 Nadat u AUX als signaalbron hebt gese-
lecteerd, raakt u AV Menu en
Function Menu aan. Raak vervolgens
Name Edit aan.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet
worden weergegeven, kunt u ze weergeven door
het scherm aan te raken.
2 Raak ABC aan en selecteer het ge-
wenste tekentype.
Raak herhaaldelijk ABC aan om te wisselen
tussen de volgende tekentypen:
Alfabet (hoofdletters)Alfabet (kleine letters)
Europese letters, zoals letters met accenten
(bijvoorbeeld á, à, ä, ç)
# U kunt cijfers en symbolen invoeren door 123
aan te raken.
3 Raak a of b aan en selecteer een letter
uit het alfabet.
4 Raak c of d aan om het invoegpunt te
verplaatsen.
5 Raak OK aan om de ingevoerde titel in
het geheugen op te slaan.
6 Raak ESC aan om naar het normale dis-
play terug te keren.
Gebruik van een extern toestel
Met een extern toestel wordt een Pioneer-pro-
duct bedoeld (bijvoorbeeld een toekomstig ver-
krijgbaar product) waarvan u de basisfuncties
met dit toestel kunt bedienen. Met dit toestel
kunnen twee externe toestellen worden be-
diend. Als er twee externe toestellen op dit toe-
stel zijn aangesloten, worden deze
automatisch toegewezen als extern toestel 1 of
extern toestel 2.
Hieronder wordt de basisbediening van het ex-
terne toestel uitgelegd. De beschikbare func-
ties zijn afhankelijk van het externe toestel dat
wordt aangesloten. Raadpleeg voor meer infor-
matie de handleiding van het externe toestel.
Overige functies
Nl
73
Hoofdstuk
18
Overige functies
Een extern toestel als
signaalbron selecteren
% Raak het bronpictogram aan en raak
daarna EXT-1/EXT-2 aan om het externe
toestel als signaalbron te selecteren.
Basisbediening
De functies die met de volgende handelingen
zijn verbonden, zijn afhankelijk van het externe
toestel dat op dit toestel is aangesloten. Raad-
pleeg voor meer informatie de handleiding van
het externe toestel.
% Raak Band aan.
% Blijf Band aanraken.
% Raak c of d aan.
% Blijf c of d aanraken.
% Raak a of b aan.
Gebruik van de functies die zijn
toegewezen aan de toetsen 1 t/m 6
1 Raak NEXT aan.
2 Raak één van de toetsen 1 t/m 6 aan
om de functie te selecteren.
Geavanceerde bediening
1 Raak AV Menu aan en daarna
Function Menu om de functienamen weer
te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
! Function1 (functie 1)
! Function2 (functie 2)
! Function3 (functie 3)
! Function4 (functie 4)
! Auto/Manual (automatisch/manueel)
2 Raak ESC aan om naar het normale dis-
play terug te keren.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
Overige functies
Nl
74
Hoofdstuk
18
Bluetooth-audio
Basisbediening
2
2
2
1
1
1
3
3
3
! Als u op dit toestel een Bluetooth-adapter
aansluit (bijvoorbeeld CD-BTB200), kunt u
via Bluetooth draadloze technologie een
Bluetooth-audiospeler bedienen.
! In sommige landen is CD-BTB200 niet in de
handel verkrijgbaar.
Belangrijk
! Afhankelijk van de aangesloten Bluetooth-au-
diospeler is de bediening met dit toestel be-
perkt tot de volgende twee niveaus:
A2DP-profiel (Advanced Audio Distribution
Profile): Hiermee kunt u muziek op de au-
diospeler alleen afspelen.
AVRCP-profiel (Audio/Video Remote Con-
trol Profile): Hiermee kunt u muziek afspe-
len, pauzeren, songs selecteren, enz.
! Omdat er verschillende Bluetooth-audiospe-
lers verkrijgbaar zijn, is de bediening met dit
toestel afhankelijk van het type audiospeler.
Raadpleeg de handleiding van de Bluetooth-
audiospeler en deze handleiding bij het bedie-
nen van de audiospeler op dit toestel.
! Informatie over songs (bijvoorbeeld de verstre-
ken weergavetijd, de songtitel, de songindex,
enz.) kan niet op dit toestel worden weergege-
ven.
! Wanneer u via de Bluetooth-audiospeler naar
muziek luistert, vermijdt u het gebruik van de
mobiele telefoon het best zo veel mogelijk. Het
signaal van een mobiele telefoon kan de mu-
ziekweergave verstoren.
! Wanneer u een mobiele telefoon gebruikt die
met Bluetooth draadloze technologie op dit
toestel is aangesloten, wordt de weergave van
songs op de Bluetooth-audiospeler die op dit
toestel is aangesloten gedempt.
! Als u naar muziek op de Bluetooth-audiospe-
ler luistert en naar een andere signaalbron
overschakelt, wordt het afspelen niet afgebro-
ken.
Raadpleeg de handleiding van de Bluetooth-
adapter voor meer informatie over de bedie-
ning. In dit gedeelte wordt in het kort informa-
tie gegeven over de bediening van de
Bluetooth-audiospeler met dit toestel. Deze in-
formatie is verkort of enigszins verschillend
van de informatie in de bedieningshandleiding
van de Bluetooth-adapter.
! U kunt met dit toestel via Bluetooth ook
een audiospeler bedienen die niet is voor-
zien van een Bluetooth-module. Als u de
audiospeler met dit toestel wilt bedienen,
sluit u op de audiospeler een product aan
dat is uitgerust met Bluetooth draadloze
technologie (in de winkel verkrijgbaar), en
sluit u op dit toestel de Bluetooth-adapter
aan (bijvoorbeeld CD-BTB200).
1 Bronpictogram
Dit pictogram geeft aan welke signaalbron
is geselecteerd.
2 Verbindingsindicator
Deze toont de status van de Bluetooth
draadloze verbinding.
3 Naam van het apparaat
Toont de apparaatnaam van de aangesloten
Bluetooth-audiospeler (of Bluetooth-adap-
ter).
Verkrijgbare accessoires
Nl
75
Hoofdstuk
19
Verkrijgbare accessoires
1 Raak het bronpictogram aan en raak
vervolgens BT-Audio aan om de Bluetooth-
audiosignaalbron te selecteren.
# Voordat u met dit toestel een Bluetooth-audio-
speler kunt bedienen, moet een Bluetooth draad-
loze verbinding tot stand worden gebracht.
(Raadpleeg Verbinding maken met een Bluetooth-
audiospeler op deze bladzijde.)
2 Raak d aan.
Het afspelen begint.
3 Raak o of p even aan om naar het
vorige of volgende fragment te gaan.
# U kunt ook naar een ander fragment gaan
door op c of d (TRACK) te drukken.
4 Blijf o of p aanraken om vooruit of
achteruit te spoelen.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit spoelen
door c of d (TRACK) ingedrukt te houden.
5 Raak g aan om het afspelen te stop-
pen.
Het afspelen onderbreken
% Raak e aan tijdens het afspelen.
# Raak d aan om het afspelen te hervatten
vanaf het punt waarop u bent gestopt.
Geavanceerde bediening
1 Raak AV Menu aan en daarna
Function Menu om de functienamen weer
te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
2 Raak ESC aan om naar het normale dis-
play terug te keren.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
Verbinding maken met een
Bluetooth-audiospeler
% Raak Connection Open aan in het func-
tiemenu om de verbinding tot stand te
brengen.
Connection Waiting wordt weergegeven. Het
toestel is nu gereed om verbinding te maken
met een Bluetooth-audiospeler.
Als de Bluetooth-audiospeler gereed is voor de
Bluetooth draadloze verbinding, wordt de ver-
binding met dit toestel automatisch tot stand
gebracht.
Opmerking
Bij sommige audiospelers moet u eerst de pin-
code in dit toestel invoeren voordat u deze kunt
gebruiken. De pincode voor uw speler vindt u op
de speler zelf of in de bijgeleverde documentatie.
Raadpleeg De pincode invoeren voor Bluetooth
draadloze verbinding op bladzijde 65.
De verbindin g met een
Bluetooth-audiospeler verbreken
% Raak Disconnect aan in het functieme-
nu.
Als de verbinding is beëindigd, wordt
No Connection weergegeven.
Bluetooth-apparaatinformatie
weergeven
% Raak Device Information in het functie-
menu aan om het Bluetooth-apparaatadres
weer te geven.
Er worden verschillende Bluetooth-gegevens
weergegeven.
! Device Name (apparaatnaam van dit sys-
teem)
! BD Address (adres van het Bluetooth-appa-
raat)
! System Version (systeemversie)
! BT Module Version (versie van de Blue-
tooth-module)
Verkrijgbare accessoires
Nl
76
Hoofdstuk
19
Bluetooth-telefoon
Basisbediening
2
2
2
1
1
1
3
3
3
4
4
4
5
5
5
6
6
6
9
8
7
! Als u een Bluetooth-adapter (bijvoorbeeld
CD-BTB200) gebruikt, kunt u op dit toestel
een mobiele telefoon met Bluetooth-techno-
logie aansluiten voor handsfree bellen tij-
dens het rijden.
! In sommige landen is CD-BTB200 niet in de
handel verkrijgbaar.
Belangrijk
! Als u dit toestel gebruikt in combinatie met
een mobiele telefoon met Bluetooth draadloze
technologie terwijl de motor niet draait, kan
de accu leeg raken.
! Handelingen die uw aandacht vereisen zoals
het kiezen van nummers op het display, het
gebruik van het telefoonboek enz. zijn niet toe-
gelaten tijdens het rijden. Als u dergelijke han-
delingen wilt uitvoeren, dient u het voertuig
eerst veilig te parkeren.
1 Bronpictogram
Dit pictogram geeft aan welke signaalbron
is geselecteerd.
2 Indicator gebruikersnummer
Deze toont het registratienummer van de
mobiele telefoon.
3 Naam van het apparaat
Toont de apparaatnaam van de mobiele tele-
foon.
4 Indicator automatisch beantwoorden/
automatisch weigeren
Deze geeft aan of de functie Automatisch
beantwoorden is geactiveerd (zie Automa-
tisch beantwoorden instellen op bladzijde 84
voor meer informatie).
Deze geeft aan wanneer de functie Automa-
tisch weigeren is geactiveerd (raadpleeg Au-
tomatisch weigeren instellen op bladzijde 84
voor meer informatie).
5 Spraakherkenningindicator
Deze geeft aan of de functie Spraakherken-
ning is geactiveerd (zie Spraakherkenning op
de volgende bladzijde voor meer informatie).
6 Signaalniveau-indicator
Deze geeft de signaalsterkte van de mobiele
telefoon aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke signaalsterkte.
! Op sommige mobiele telefoons met
Bluetooth draadloze technologie is de
signaalsterkte niet beschikbaar. In dat
geval wordt de signaalsterkte niet weer-
gegeven.
! Als de mobiele telefoon niet in gebruik
is, wordt
weergegeven.
7 Telefoonindicator
Deze geeft aan dat er een telefoon met Blue-
tooth draadloze technologie is aangesloten
(zie Verbinding maken met een mobiele tele-
foon op bladzijde 79 voor meer informatie).
! Als er automatisch verbinding wordt ge-
maakt, knippert de telefoonindicator.
8 Indicator batterijvermogen
Deze geeft het vermogen van de batterij van
de mobiele telefoon aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van het werkelijke batterijni-
veau.
! Als het batterijvermogen niet kan worden
vastgesteld, geeft de indicator niets aan.
9 Indicator inkomend gesprek
Deze geeft aan dat er een inkomend gesprek
is ontvangen dat u nog niet hebt gezien.
Verkrijgbare accessoires
Nl
77
Hoofdstuk
19
Verkrijgbare accessoires
! Inkomende gesprekken die werden ont-
vangen terwijl de mobiele telefoon niet
was aangesloten op dit toestel, worden
niet weergegeven.
Raadpleeg de handleiding van de Bluetooth-
adapter voor meer informatie over de bedie-
ning. In dit gedeelte vindt u beknopte informa-
tie over handsfree telefoneren met dit toestel.
Deze informatie is verkort of enigszins ver-
schillend van de informatie in de bedienings-
handleiding van de Bluetooth-adapter.
! Op dit toestel kan geen gasttelefoon geregi-
streerd worden.
! Dit toestel is niet voorzien van een functie
om de namen in het telefoonboek te bewer-
ken.
% Raak het bronpictogram aan en raak
daarna TEL aan om de telefoon te selecte-
ren.
Opmerking
De equalizercurve voor telefoongebruik kan niet
worden gewijzigd. Als de telefoon als signaalbron
is geselecteerd, kunt u de handelingen in het vol-
gende gedeelte niet uitvoeren. Raadpleeg De
equalizer op bladzijde 54.
Als de multikanaalverwerker op dit toestel is aan-
gesloten, kunt u de equalizer ook bedienen als de
telefoon als signaalbron is geselecteerd. Raad-
pleeg Equalizercurven selecteren op bladzijde 94.
Het toestel instellen voor
handsfree telefoneren
Voordat u de functie voor handsfree telefone-
ren kunt gebruiken, moet u een aantal instel-
lingen op dit toestel opgeven. Dit houdt in dat
u een Bluetooth draadloze verbinding tussen
dit toestel en de telefoon moet maken, de tele-
foon op dit toestel moet registreren, en het vo-
lumeniveau moet afstellen.
1 Verbinden
Raadpleeg Verbinding maken met een mobiele
telefoon op de volgende bladzijde voor meer in-
formatie over het aansluiten van een telefoon
op dit toestel via Bluetooth draadloze techno-
logie.
# De telefoon is nu tijdelijk aangesloten. Om op-
timaal gebruik te kunnen maken van deze tech-
nologie, moet u de telefoon op dit toestel
registreren.
2 Registreren
Raadpleeg Een aangesloten mobiele telefoon
registreren op bladzijde 80 voor informatie over
het registreren van een tijdelijk aangesloten te-
lefoon.
3 Volume instellen
Stel het volume van de mobiele telefoon naar
wens in. Het volume dat u nu instelt wordt in
dit toestel als standaardinstelling in het ge-
heugen opgeslagen.
# Het gespreksvolume en het volume van het
belsignaal zijn afhankelijk van het type mobiele
telefoon dat u gebruikt.
# Als het volume van het belsignaal en het ge-
spreksvolume erg verschillen, kan het algemene
volumeniveau onstabiel worden.
# Controleer of het volume van de mobiele tele-
foon op het gewenste niveau staat voordat u de
telefoon van dit toestel loskoppelt. Als het volume
van de mobiele telefoon is gedempt (op nul
staat), blijft het gedempt zelfs nadat de telefoon
is losgekoppeld.
Een telefoongesprek voeren
Spraakherkenning
1 Raak aan om de functie Spraakher-
kenning in te schakelen.
Het spraakherkenningspictogram verschijnt
op de informatiebalk. De functie Spraakher-
kenning is nu gereed voor gebruik.
# Raak nogmaals aan om de functie Spraak-
herkenning uit te schakelen.
2 Noem de naam van de gewenste con-
tactpersoon.
Verkrijgbare accessoires
Nl
78
Hoofdstuk
19
Een telefoongesprek aannemen
Een inkomend gesprek beantwoorden
1 Raak aan als er een gesprek binnen-
komt.
# U kunt dit ook doen door op c (TRACK)te
drukken.
# Als de privémodus is geselecteerd op de mobi-
ele telefoon, is handsfree bellen wellicht niet mo-
gelijk.
2 Raak aan om het gesprek te beëindi-
gen.
# U kunt dit ook doen door op d (TRACK)te
drukken.
Een inkomend gesprek weigeren
% Raak aan als er een gesprek binnen-
komt.
Het gesprek wordt geweigerd.
# U kunt dit ook doen door op d (TRACK)te
drukken.
Een gesprek in de wachtstand
beantwoorden
1 Raak aan om een gesprek te beant-
woorden dat in de wachtstand staat.
# U kunt dit ook doen door op c (TRACK)te
drukken.
2 Raak aan om alle gesprekken te be-
ëindigen.
# De beller waarmee u sprak staat nu in de
wachtstand. Om het gesprek te beëindigen, moe-
ten zowel u als de persoon waarmee u sprak de
telefoon ophangen.
# Als er bellers in de wachtstand staan, kunt u
tussen de bellers schakelen door
aan te raken.
# U kunt dit ook doen door op d (TRACK)te
drukken.
Een gesprek in de wachtstand weigeren
% Raak aan om een gesprek te weige-
ren dat in de wachtstand staat.
# U kunt dit ook doen door op d (TRACK)te
drukken.
Geavanceerde bediening
1 Raak AV Menu aan en daarna
Function Menu om de functienamen weer
te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
2 Raak ESC aan om terug te keren naar
het stand-bydisplay van de telefoon.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
Verbinding maken met een
mobiele telefoon
Zoeken naar beschikbare mobiele
telefoons
1 Raak Phone Connect aan in het functie-
menu.
2 Raak Search aan om naar beschikbare
mobiele telefoons te zoeken.
Tijdens het zoeken knippert Searching. Als er
mobiele telefoons met Bluetooth draadloze
technologie worden gevonden, worden de
namen daarvan weergegeven. Als de naam
niet bekend is, wordt Name Not Found weer-
gegeven.
# Als dit toestel geen beschikbare mobiele tele-
foons vindt, wordt Not Found weergegeven.
# U kunt het Bluetooth-apparaatadres (BD)
weergeven door BD ADDR aan te raken. Raak
Phone Name aan om terug te keren naar de
naam van het toestel.
3 Raak de naam van het apparaat aan
waarmee u verbinding wilt maken.
Tijdens de verbindingsopbouw knippert
Connecting. Controleer om de verbinding te
voltooien de naam van het toestel (Pioneer BT
unit) en voer de koppelingscode in op de mo-
biele telefoon.
# Er worden maximaal vijf nabije mobiele tele-
foons weergegeven.
Verkrijgbare accessoires
Nl
79
Hoofdstuk
19
Verkrijgbare accessoires
# De standaardinstelling van de pincode is
0000. U kunt deze code wijzigen in de beginin-
stellingen. Raadpleeg De pincode invoeren voor
Bluetooth draadloze verbinding op bladzijde 65.
Verbinding maken vanaf een
mobiele telefoon
1 Raak Phone Connect aan in het functie-
menu.
2 Raak Connection Open aan.
Connection Waiting knippert en het toestel is
stand-by om verbinding te maken met een mo-
biele telefoon.
3 Maak de verbinding met dit toestel
vanaf de mobiele telefoon.
# Raak Connection Open nogmaals aan om
deze functie te annuleren.
# De standaardinstelling van de pincode is
0000. U kunt deze code wijzigen in de beginin-
stellingen. Raadpleeg De pincode invoeren voor
Bluetooth draadloze verbinding op bladzijde 65.
De verbinding met een mobiele
telefoon verbreken
1 Raak Phone Connect aan in het functie-
menu.
2 Raak Disconnect aan om de verbinding
te beëindigen met de mobiele telefoon die
momenteel op dit toestel is aangesloten.
Als de verbinding is verbroken, wordt
No Connection weergegeven.
Een aangesloten mobiele
telefoon registreren
1 Raak Phone Register aan in het functie-
menu.
De registratienummers voor gebruikerstele-
foon 1, 2 en 3 worden op het scherm weerge-
geven.
2 Raak een van de registratienummers
aan en houd dat ingedrukt om de telefoon
te registreren die momenteel is verbonden.
Als de registratie is voltooid, wordt de appa-
raatnaam van de verbonden telefoon onder dit
registratienummer weergegeven.
# Als een registratienummer onbezet is, wordt
geen apparaatnaam weergegeven. Als een regi-
stratienummer al bezet is, wordt de apparaat-
naam weergegeven. Als u een geregistreerde
telefoon door een andere wilt vervangen, moet u
eerst de geregistreerde telefoon verwijderen.
Raadpleeg Een geregistreerde telefoon verwijderen
op deze bladzijde voor meer informatie.
# Als de registratie is mislukt, wordt de naam
van de verbonden telefoon niet bij het registratie-
nummer weergegeven. Ga in dit geval terug naar
stap 1 en probeer het opnieuw.
Een geregistreerde telefoon
verwijderen
1 Raak Phone Register aan in het functie-
menu.
2 Raak Delete aan naast de apparaat-
naam die u wilt verwijderen.
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Raak
OK aan om de telefoon te verwijderen.
# Raak Cancel aan als u het verwijderen van
een geregistreerde telefoon wilt annuleren.
Verkrijgbare accessoires
Nl
80
Hoofdstuk
19
Verbinding maken met een
geregistreerde mobiele telefoon
Handmatig verbinding maken met
een geregistreerde telefoon
1 Raak Phone Connect aan in het functie-
menu.
2 Raak Direct Connect aan.
3 Raak de naam van het apparaat aan
waarmee u verbinding wilt maken.
Tijdens de verbindingsopbouw knippert
Connecting.
# Als de verbinding niet kan worden gemaakt,
wordt Connection Error weergegeven.
Automatisch verbinding maken met
een geregistreerde telefoon
% Raak Auto Connect in het functiemenu
aan om de functie Automatisch verbinding
maken in te schakelen.
Als de mobiele telefoon gereed is voor een
Bluetooth draadloze verbinding, wordt de ver-
binding met dit toestel automatisch tot stand
gebracht.
# Raak Auto Connect nogmaals aan om de
functie Automatisch verbinden uit te schakelen.
Het telefoonboek
Items naar het telefoonboek overzetten
Het telefoonboek biedt plaats aan maximaal
500 items. 300 voor Gebruiker 1, 150 voor Ge-
bruiker 2 en 50 voor Gebruiker 3.
1 Raak Phone Book Transfer aan in het
functiemenu.
2 Raak Start aan om de functie Telefoon-
boek overzetten in te schakelen.
De functie Telefoonboek overzetten staat nu
stand-by.
3 Gebruik de mobiele telefoon om het te-
lefoonboek over te zetten.
Gebruik de mobiele telefoon om het telefoon-
boek over te zetten. Raadpleeg de handleiding
van de mobiele telefoon voor meer informatie.
# Het display geeft aan hoeveel items er zijn
overgezet en hoeveel items er in totaal moeten
worden overgezet.
# Raak Stop aan om het overzetten te annule-
ren.
4 Raak ESC aan als het overzetten van de
telefoonboekitems is voltooid.
Opmerking
Als het overzetten is voltooid, wordt de verbinding
met de mobiele telefoon uitgeschakeld. Als u het
telefoonboek wilt gebruiken, sluit u de mobiele te-
lefoon opnieuw aan. Raadpleeg Verbinding maken
met een geregistreerde mobiele telefoon op deze
bladzijde.
De sorteerwijze van het
telefoonboek wijzigen
% Raak Phone Book Name View aan in
het functiemenu om de weergavevolgorde
van de namen te wijzigen.
Inverted verschijnt op het display en de sor-
teerwijze wordt gewijzigd.
# Raak Phone Book Name View nogmaals aan
om de oorspronkelijke volgorde (Original) weer
te geven.
Een nummer uit het telefoonboek bellen
Belangrijk
Voordat u deze handeling uitvoert, moet u het
voertuig veilig parkeren en op de handrem zetten.
1 Raak aan om het telefoonboek weer
te geven.
2 Raak c of d aan om de eerste letter te
selecteren van de naam die u zoekt.
Verkrijgbare accessoires
Nl
81
Hoofdstuk
19
Verkrijgbare accessoires
3 Raak Enter aan om de namen weer te
geven die beginnen met de gekozen letter.
Het display toont de eerste zes items in het te-
lefoonboek die met de geselecteerde letter be-
ginnen (bijvoorbeeld Ben, Barbara en
Bart wanneer B wordt geselecteerd).
# Als u op een andere letter wilt zoeken, raakt u
Clear aan.
4 Raak in het telefoonboek het item aan
van de persoon die u wilt bellen.
De detailweergave van het telefoonboek ver-
schijnt op het display.
5 Raak het telefoonnummer aan dat u
wilt bellen.
Als u meerdere nummers voor één persoon
hebt opgeslagen, raakt u het gewenste num-
mer aan.
Het display keert terug naar het normale dis-
play en het geselecteerde telefoonboekitem
wordt op de informatiebalk weergegeven.
6 Raak
aan om het nummer te bellen.
# Raak voor een internationaal telefoongesprek
Add + aan om + aan het telefoonnummer toe
te voegen.
7 Raak aan om het gesprek te beëindi-
gen.
Telefoonnummers wijzigen
Belangrijk
Voordat u deze handeling uitvoert, moet u het
voertuig veilig parkeren en op de handrem zetten.
U kunt de nummers in het telefoonboek wijzi-
gen. Een telefoonnummer kan maximaal 24
cijfers lang zijn.
1 Raak
aan om het telefoonboek weer
te geven.
2 Selecteer het item in het telefoonboek
dat u wilt wijzigen.
Zie de stappen 2 t/m 4 in het volgende ge-
deelte voor meer informatie. Raadpleeg Een
nummer uit het telefoonboek bellen op de vo-
rige bladzijde.
3 Raak Edit aan naast het telefoonnum-
mer dat u wilt wijzigen.
Het bewerkingsdisplay voor telefoonnummers
van het telefoonboek verschijnt.
4 Voer het nummer in met de aanraak-
toetsen 0 t/m 9.
# Raak voor een internationaal telefoongesprek
Add + aan om + aan het telefoonnummer toe
te voegen.
# Raak Clear aan om het nummer te verwijde-
ren. Raak Clear aan en houd deze even vast om
alle ingevoerde nummers te verwijderen.
5 Raak OK aan om het nieuwe nummer
op te slaan.
Een item uit het telefoonboek wissen
Belangrijk
Voordat u deze handeling uitvoert, moet u het
voertuig veilig parkeren en op de handrem zetten.
1 Raak aan om het telefoonboek weer
te geven.
2 Selecteer het item in het telefoonboek
dat u wilt verwijderen.
Zie de stappen 2 t/m 4 in het volgende ge-
deelte voor meer informatie. Raadpleeg Een
nummer uit het telefoonboek bellen op de vo-
rige bladzijde.
3 Raak Delete aan om het item in het te-
lefoonboek te verwijderen.
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Raak
Yes aan om het item te verwijderen.
# Als u het geselecteerde item niet uit het tele-
foonboek wilt wissen, raakt u No aan.
Verkrijgbare accessoires
Nl
82
Hoofdstuk
19
De gespreksgeschiedenis
Belangrijk
Voordat u deze handeling uitvoert, moet u het
voertuig veilig parkeren en op de handrem zetten.
De gespreksgeschiedenis bevat een overzicht
van de 6 meest recent gekozen, ontvangen en
gemiste gesprekken. U kunt de gespreksge-
schiedenis doorbladeren en vanuit de ge-
spreksgeschiedenis nummers bellen.
1 Raak Log aan om de gespreksgeschie-
denis weer te geven.
Als u Log meerdere keren aanraakt, wisselt u
tussen de volgende gespreksgeschiedenissen:
Missed Calls (gemiste gesprekken)
Dialed Calls (gekozen gesprekken)
Received Calls (ontvangen gesprekken)
# Door ABC/123 aan te raken kunt u afwisse-
lend het telefoonnummer en de naam (als die is
ingevoerd) weergeven.
# Als de geselecteerde lijst geen telefoonnum-
mers bevat, wordt er niets weergegeven.
2 Raak het telefoonnummer of de naam
(als die is ingevoerd) aan die u wilt bellen.
Het display keert terug naar het normale dis-
play en het geselecteerde telefoonnummer
wordt op de informatiebalk weergegeven.
3 Raak
aan om het nummer te bellen.
# Raak voor een internationaal telefoongesprek
Add + aan om + aan het telefoonnummer toe
te voegen.
4 Raak aan om het gesprek te beëindi-
gen.
Voorkeuzenummers
Belangrijk
Voordat u deze handeling uitvoert, moet u het
voertuig veilig parkeren en op de handrem zetten.
Voorkeuzenummers toewijzen
Nummers die u regelmatig belt kunt u als
voorkeuzenummer instellen zodat u ze snel
kunt kiezen.
U kunt maximaal 6 telefoonnummers die u
vaak belt aan de lijst met voorkeuzenummers
toevoegen.
1 Selecteer het gewenste telefoonnum-
mer in het telefoonboek of de gespreksge-
schiedenis. U kunt het gewenste
telefoonnummer ook direct invoeren.
Raadpleeg de aanwijzingen op de voorgaande
paginas voor het selecteren van telefoonnum-
mers in het telefoonboek of de gespreksge-
schiedenis. Raadpleeg het volgende gedeelte
als u direct een telefoonnummer wilt invoeren.
Raadpleeg Iemand opbellen door het telefoon-
nummer in te voeren op de volgende bladzijde.
Het display keert terug naar het normale dis-
play en het geselecteerde telefoonnummer
wordt op de informatiebalk weergegeven.
2 Raak List aan om de voorkeuzenum-
mers weer te geven.
De voorkeuzenummers worden op het display
weergegeven (als dat nog niet het geval was).
3 Raak een van de voorkeuzenummers
aan en houdt het aangeraakt om het gese-
lecteerde nummer op te slaan.
Het geselecteerde nummer wordt aan de voor-
keuzenummers toegevoegd.
# No Data wordt weergegeven voor een leeg on-
derdeel. Als een voorkeuzenummer al bezet is,
kunt u het door een nieuw nummer vervangen
door het voorkeuzenummer aan te blijven raken.
Voorkeuzenummers oproepen
1 Raak List aan om de voorkeuzenum-
mers weer te geven.
De voorkeuzenummers worden op het display
weergegeven (als dat nog niet het geval was).
2 Raak een van de voorkeuzenummers
aan.
Het geselecteerde telefoonnummer wordt op
de informatiebalk weergegeven.
Verkrijgbare accessoires
Nl
83
Hoofdstuk
19
Verkrijgbare accessoires
3 Raak aan om het nummer te bellen.
4 Raak
aan om het gesprek te beëindi-
gen.
Iemand opbellen door het
telefoonnummer in te voeren
Belangrijk
Voordat u deze handeling uitvoert, moet u het
voertuig veilig parkeren en op de handrem zetten.
1 Raak Direct aan om het invoerdisplay
weer te geven.
2 Voer het nummer in met de aanraak-
toetsen 0 t/m 9.
# Raak voor een internationaal telefoongesprek
Add + aan om + aan het telefoonnummer toe
te voegen.
# Raak Clear aan om het nummer te verwijde-
ren. Raak Clear aan en houd deze even vast om
alle ingevoerde nummers te verwijderen.
# U kunt maximaal 24 cijfers invoeren.
# Als u het ingevoerde telefoonnummer aan de
voorkeuzenummers wilt toevoegen, raakt u hier
Set aan. Het display keert terug naar het normale
display en het ingevoerde telefoonnummer is ge-
selecteerd.
3 Als u het nummer hebt ingevoerd,
raakt u
aan om het nummer te bellen.
4 Raak
aan om het gesprek te beëindi-
gen.
Het geheugen wissen
1 Raak Clear Memory aan in het functie-
menu.
2 Raak Clear aan naast het item dat u uit
het geheugen wilt wissen.
Kies uit de volgende opties:
! Phone Book (telefoonboek)
! Dialed Calls (gekozen gesprekken)
! Received Calls (ontvangen gesprekken)
! Missed Calls (gemiste gesprekken)
! Dial Preset (voorkeuzenummers)
Nadat u een item hebt geselecteerd, verschijnt
er een bevestigingsscherm. Raak OK aan om
het geheugen te wissen.
# Als u het geselecteerde geheugen niet wilt
wissen, raakt u Cancel aan.
# Als u het gehele telefoonboek, alle gekozen/
ontvangen/gemiste gesprekken en alle voorkeuze-
nummers wilt verwijderen, raakt u Clear All aan.
Automatisch beantwoorden
instellen
% Raak Auto Answer op het functiemenu
aan om de functie Automatisch beant-
woorden in te schakelen.
# Raak Auto Answer nogmaals aan om de
functie Automatisch beantwoorden uit te schake-
len.
Automatisch weigeren instellen
% Raak Refuse All Calls aan om de functie
Automatisch gesprek weigeren in te scha-
kelen.
# Raak Refuse All Calls nogmaals aan om de
functie Automatisch weigeren uit te schakelen.
Het belsignaal in- of uitschakelen
% Raak Ring Tone op het functiemenu aan
om het belsignaal in te schakelen.
# Raak Ring Tone nogmaals aan om het belsig-
naal uit te schakelen.
Echo- en ruisonderdrukking
% Raak Echo Cancel op het functiemenu
aan om de functie echo onderdrukken in te
schakelen.
# Raak Echo Cancel opnieuw aan als u de func-
tie Echo onderdrukken wilt uitschakelen.
Verkrijgbare accessoires
Nl
84
Hoofdstuk
19
Het Bluetooth-apparaatadres
weergeven
Het Bluetooth-apparaatadres van dit
systeem weergeven
% Raak Device Information op het func-
tiemenu aan om het BD-adres weer te
geven.
Er worden verschillende Bluetooth-gegevens
weergegeven.
! Device Name (apparaatnaam van dit sys-
teem)
! BD Address (adres van het Bluetooth-appa-
raat)
! System Version (versie van de micropro-
cessor van dit toestel)
! BT Module Version (versie van de Blue-
tooth-module)
Het Bluetooth-apparaatadres van de
mobiele telefoon weergeven
1 Raak Phone Connect aan in het functie-
menu.
2 Raak BD Address aan om het Blue-
tooth-apparaatadres weer te geven.
De hexadecimale tekenreeks van 12 cijfers
wordt weergegeven.
# Raak Phone Name aan om terug te keren
naar de naam van het toestel.
Tv-tuner
Basisbediening
2
2
2
1
1
1
3
3
3
4
4
4
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare tv-
tuner bedienen (bijvoorbeeld GEX-P5700TVP).
Raadpleeg de handleiding van de tv-tuner voor
meer informatie over de bediening van de tv-
tuner. In dit gedeelte vindt u informatie over de
bediening van de tv-tuner met dit toestel voor
zover die afwijkt van de handleiding van de tv-
tuner.
1 Bronpictogram
Dit pictogram geeft aan welke signaalbron
is geselecteerd.
2 Frequentiebandindicator
Deze geeft aan op welke frequentieband de
tv-tuner is afgestemd.
3 Voorkeuzenummerindicator
Geeft aan welke voorkeuzezender is geselec-
teerd.
4 Zenderindicator
Deze geeft aan op welke zender de tv-tuner
is afgestemd.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna TV aan om de tv te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
Verkrijgbare accessoires
Nl
85
Hoofdstuk
19
Verkrijgbare accessoires
3 Raak Band aan en selecteer een fre-
quentieband.
Raak Band aan totdat u de gewenste frequen-
tieband op het display ziet verschijnen, TV1 of
TV2.
4 Raak c of d kort aan om handmatig af
te stemmen.
# U kunt ook handmatig afstemmen door op c
of d (TRACK) te drukken.
5 Om automatisch af te stemmen raakt u
c of d ongeveer een seconde aan.
De tuner zoekt nu zelf de zenders af tot er een
uitzending gevonden wordt die sterk genoeg is
voor een goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door c of d kort aan te raken.
# Als u c of d blijft aanraken, kunt u zenders
overslaan. Het automatisch afstemmen begint
zodra u de toetsen loslaat.
# U kunt ook automatisch afstemmen door c of
d (TRACK) ingedrukt te houden.
Zenders opslaan en oproepen
U kunt 12 zenders opslaan zodat u deze later
eenvoudig en snel kunt oproepen.
! Voor iedere frequentieband kunnen er zes
zenders in het geheugen worden opgesla-
gen.
1 Raak List aan om de lijst met voorkeu-
zenummers weer te geven.
2 Als u hebt afgestemd op een zender
die u in het geheugen wilt opslaan, raakt u
één van de voorkeuzetoetsen P01 t/m P12
aan tot u het geluidssignaal hoort.
De geselecteerde zend er is in het geheugen
opgeslagen.
Als u hierna dezelfde voorkeuzetoets aanraakt,
wordt de opgeslagen zender uit het geheugen
opgeroepen.
# Als P01 t/m P06 en P07 t/m P12 niet worden
weergegeven, kunt u deze weergeven door List
aan te raken.
# U kunt ook a en b gebruiken om de zenders
op te roepen die onder de voorkeuzetoetsen P01
t/m P12 zijn opgeslagen.
Geavanceerde bediening
1 Raak AV Menu aan en daarna
Function Menu om de functienamen weer
te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
2 Raak ESC aan om terug te keren naar
het tv-beeld.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
De sterkste zenders op
volgorde opslaan (BSSM)
% Raak BSSM op het functiemenu aan om
BSSM (Best Stations Sequence Memory) in
te schakelen.
BSSM begint te knipperen. Terwijl BSSM knip-
pert, worden de 12 sterkste tv-zenders opgesla-
gen, te beginnen bij de laagste zender. Als dit
is voltooid, stopt BSSM met knipperen.
# Raak BSSM nogmaals aan om het opslaan te
annuleren.
Opmerking
Het is mogelijk dat de via de BSSM-functie opge-
slagen zenders de eerder door uzelf onder de toet-
sen P01 t/m P12 opgeslagen zenders vervangen.
Het ontvangstgebied selecteren
1 Raak Country aan in het functiemenu.
2 Raak c of d aan en selecteer het ont-
vangstgebied.
Raak c of d aan totdat het gewenste ont-
vangstgebied op het display verschijnt.
Country 1 (CCIR-zender)Country 2 (Italië-
zender)Country 3 (G.B.-zender)
Country 4 (OIRT-zender)
Verkrijgbare accessoires
Nl
86
Hoofdstuk
19
De digitale
signalenverwerker (DSP)
DSP-aanpassingen
1
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare multi-
kanaalverwerker (DEQ-P6600) bedienen.
1 DSP-display
Hier worden de DSP-functienamen getoond.
Door achtereenvolgens de volgende instellin-
gen of aanpassingen uit te voeren, kunt u een-
voudig een rijk, genuanceerd geluidsbeeld
creëren.
1 De luidsprekers instellen
2 Positiekeuze-instelling
3 Automatische TA en EQ-meting (automatische
tijduitlijning en instelling van de equalizer)
4 De tijduitlijning aanpassen
5 Het uitgangsniveau van de luidsprekers aan-
passen met een testtoon
6 De kantelfrequentie selecteren
7 Het uitgangsniveau van de luidsprekers aan-
passen
8 De driebands parametrische equalizer instellen
1 Raak AV Menu en daarna DSP Menu
aan om de DSP-functienamen weer te
geven.
De DSP-functienamen worden weergegeven
en de functienamen die u kunt selecteren zijn
gemarkeerd.
# Raak b aan om naar de volgende groep func-
tienamen te gaan.
# Raak a aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Als u discs afspeelt die zijn opgenomen met
een bemonsteringsfrequentie van meer dan 96
kHz, kunt u de audiofuncties niet gebruiken. Ook
worden de instelling van de equalizercurve,
Position, Auto EQ en Auto TA geannuleerd.
# Als u discs afspeelt die met een bemonste-
ringsfrequentie van meer dan 96 kHz zijn opgeno-
men, komt er alleen geluid uit de luidsprekers
voorin.
# Wanneer FM als signaalbron wordt gebruikt,
kunt u niet overschakelen naar
Source Level Adjuster.
# Als u een andere disc dan een dvd afspeelt,
kunt u Dynamic Range Control niet inschake-
len.
# Als Front-L of Front-R niet in Position zijn ge-
selecteerd, kunt u Time Alignment niet gebrui-
ken.
# Als zowel de middelste luidspreker als de luid-
spreker achterin in de luidsprekerinstellingen zijn
uitgeschakeld (OFF), kunt u niet overschakelen
naar Dolby Pro Logic II.
2 Raak ESC aan om naar het normale dis-
play terug te keren.
# Raak Back aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
Positiekeuze-instelling
U krijgt een natuurlijker geluid als het stereo-
beeld juist geplaatst is, waarbij u precies in
het midden van het geluidsveld zit. Met de
functie Positiekeuze kunt u automatisch het
uitgangsniveau van de luidsprekers afstellen
waarbij er een vertragingstijd wordt gebruikt
die is afgestemd op het aantal passagiers en
hun positie. Als deze functie samen met de
SFC wordt gebruikt, wordt het geluid natuurlij-
ker en ontstaat een panoramisch geluidsveld
dat u van alle kanten omringt.
1 Raak Position aan op het DSP-functie-
menu.
2 Selecteer een luisterpositie met c/d/a/
b.
Raak c/d/a/b aan en selecteer een luisterpo-
sitie uit de tabel.
Verkrijgbare accessoires
Nl
87
Hoofdstuk
19
Verkrijgbare accessoires
Toets Display Positie
c Front-L Voorstoel links
d Front-R Voorstoel rechts
a Front Voorstoelen
b All Alle stoelen
# Raak dezelfde toets nogmaals aan om de ge-
selecteerde luisterpositie te annuleren.
Opmerking
Na een aanpassing van de luisterpositie worden
de luidsprekeruitgangen automatisch ingesteld
op het aangewezen uitgangsniveau. Raadpleeg
Het uitgangsniveau van de luidsprek ers aanpassen
met een testtoon of Het uitgangsniveau van de
luidsprekers aanpassen voor informatie over hoe u
dit niveau handmatig verder kunt aanpassen.
De balansinstelling
U kunt de fader-/balansinstelling aanpassen
voor een optimale geluidsweergave op alle
plaatsen in het voertuig.
1 Raak Fader/Balance aan op het DSP-
functiemenu.
2 Raak a of b aan om de balans tussen
de luidsprekers voorin en achterin in te
stellen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt de balans
tussen de luidsprekers voorin en achterin naar
voren of achteren verplaatst.
U kunt de balans tussen de voor- en achter-
luidsprekers van voor naar achter aanpassen
van de waarde Front:25 tot Rear:25. De waar-
de wordt op het display getoond.
# FR: 0/LR: 0 is de aanbevolen instelling wan-
neer u slechts twee luidsprekers gebruikt.
3 Raak c of d aan om de balans tussen
de luidsprekers links en rechts in te stellen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt de balans
tussen de luidsprekers links en rechts naar
links of rechts verplaatst.
U kunt de balans tussen de linker- en rechter-
luidsprekers van links naar rechts aanpassen
van de waarde Left:25 tot Right:25. De waar-
de wordt op het display getoond.
Geluidsveldregeling
De functie SFC (Sound Field Control, geluids-
veldregeling) creëert de omgeving van een live
optreden.
! Elke omgeving heeft een andere akoestiek,
wat hoorbaar is bij optredens. Deze wordt
beïnvloed door het volume en de vorm van
de ruimte waardoor de geluidsgolven zich
bewegen, en hoe het geluid wordt weer-
kaatst door het podium, de muren, de vloer
en het plafond. Bij een live optreden hoort
u de muziek in drie fasen: direct geluid,
vroege weerkaatsingen en late weerkaatsin-
gen of nagalm. Deze factoren zijn in de
functie SFC geprogrammeerd om zo de
akoestiek van verschillende soorten optre-
dens nauwkeurig na te bootsen.
% Raak SFC aan in het DSP-functiemenu
en selecteer de gewenste instelling.
Raak SFC aan tot het gewenste instelling op
het display verschijnt.
MusicalDramaActionJazzHall
ClubOff
Display Instelling
Musical Musical
Drama Toneel
Action Actie
Jazz Jazz
Hall Hal
Club Club
Off Uit
Verkrijgbare accessoires
Nl
88
Hoofdstuk
19
Opmerking
Als de bron LPCM-audio of Dolby Digital-audio
met twee kanalen is en u een SFC-effect selec-
teert dat het meest geschikt is voor audio met 5.1
kanalen (zoals Musical, Drama of Action), wordt
u aangeraden om Dolby Pro Logic II aan te zetten.
Als u echter een SFC-effect selecteert dat bedoeld
is voor gebruik met audio met twee kanalen
(zoals Jazz, Hall of Club), wordt u aangeraden
om Dolby Pro Logic II uit te zetten.
Het bronniveau aanpassen
Met de functie SLA (Source Level Adjustment,
bronniveauregeling) kunt u het volumeniveau
van alle signaalbronnen afzonderlijk instellen.
Hierdoor kunt u plotselinge volumewisselin-
gen voorkomen wanneer naar een andere sig-
naalbron wordt overgeschakeld.
! De instellingen zijn gebaseerd op het FM-
volumeniveau, dat u niet kunt wijzigen.
1 Vergelijk het volumeniveau van de sig-
naalbron die u wilt aanpassen met het FM-
volumeniveau.
2 Raak Source Level Adjuster aan op het
DSP-functiemenu.
3 Raak c of d aan om het bronvolume
aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van het bronvolume verhoogd of ver-
laagd.
U kunt het volume van de signaalbron verho-
gen of verlagen tussen de waarden +4 en 4.
De waarde wordt op het display getoond.
Opmerkingen
! Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de
functie SLA worden aangepast.
! Video-cd, cd, gecomprimeerde audio en DivX
worden automatisch op hetzelfde volumeni-
veau ingesteld.
! Extern toestel 1 en extern toestel 2 worden au-
tomatisch op hetzelfde volumeniveau inge-
steld.
! AUX (externe aansluiting) en AV (video) wor-
den automatisch op hetzelfde volumeniveau
ingesteld.
Regeling van het dynamisch bereik
Het dynamisch bereik ver wijst naar het ver-
schil tussen de hardste en zachtste geluiden.
Door regeling van het dynamisch bereik wordt
dit verschil verkleind zodat u zachte geluiden
ook hoort als het volume laag staat.
! De regeling van het dynamisch bereik is al-
leen bij Dolby Digital-geluid effectief.
! Als u een andere disc dan een dvd afspeelt,
kunt u Dynamic Range Control niet in-
schakelen.
1 Raak Dynamic Range Control aan op
het DSP-functiemenu.
2 Raak d aan om de regeling van het dy-
namisch bereik in te schakelen.
# Raak c aan als u de regeling van het dyna-
misch bereik wilt uitschakelen.
Down mix
Met de functie Down mix kunt u meerkanaal-
saudio met twee kanalen afspelen.
1 Raak Down Mix aan op het DSP-func-
tiemenu.
2 Raak c of d aan en selecteer het ge-
wenste niveau.
! Lo/Ro Stereo mix van de originele audio
zonder kanaalfuncties zoals surround-com-
ponenten.
! Lt/Rt Down mix waarbij de surround-com-
ponenten kunnen worden hersteld (gedeco-
deerd).
Direct control
U kunt de audio-instellingen tijdelijk opheffen
om het effect van uw audio-instellingen te con-
troleren.
Verkrijgbare accessoires
Nl
89
Hoofdstuk
19
Verkrijgbare accessoires
! Als Direct control is ingeschakeld, worden
alle audiofuncties vergrendeld behalve
VOLUME en Dolby Pro Logic II.
1 Raak Digital Direct aan op het DSP-
functiemenu.
2 Raak d aan om Direct control in te scha-
kelen.
# Raak c aan om Direct control uit te schake-
len.
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II creëert een surround-effect
door bronnen met twee kanalen weer te geven
via vijf uitgangskanalen met volledige band-
breedte.
! Dolby Pro Logic II ondersteunt stereobron-
nen met een bemonsteringssnelheid van
maximaal 48 kHz en heeft geen effect op
andere typen signaalbronnen.
! Als zowel de middelste luidspreker als de
luidspreker achterin in de luidsprekerinstel-
lingen zijn uitgeschakeld (OFF), kunt u niet
overschakelen naar Dolby Pro Logic II.
1 Raak Dolby Pro Logic II aan.
2 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de gewenste
stand te selecteren.
! Movie De stand Movie is geschikt voor
het afspelen van films
! Music De stand Music is geschikt voor
het afspelen van muziek
! Matrix De stand Matrix gebruikt u als de
ontvangst van FM-radio zwak is
! OFF Dolby Pro Logic II uitschakelen
! Music Adjust De stand Music aanpassen
# U kunt Music Adjust alleen bedienen als
Music is geselecteerd.
De muziekstand aanpassen
U kunt de muziekstand (Music) met de vol-
gende drie regelingen aanpassen.
! Panorama (Panorama) verlengt het voorste
stereobeeld tot de surround-luidsprekers
zodat u het gevoel hebt dat u zich midden
in het geluidsveld bevindt.
! Dimension (Dimension) geeft u de moge-
lijkheid het geluidsveld stapsgewijs naar
voren of naar achteren aan te passen.
! Center width control (Center Width) geeft
u de mogelijkheid om zelf het geluid uit het
middelste kanaal te positioneren tussen de
middelste luidspreker en de linker- en rech-
terluidsprekers. Dit zorgt voor een betere
weergave links-midden-rechts voor zowel
de bestuurder als de passagier voorin.
1 Raak Dolby Pro Logic II aan.
2 Raak Music en daarna Music Adjust
aan.
# U kunt Music Adjust alleen bedienen als
Music is geselecteerd.
3 Raak a of b aan en selecteer Panorama
(panorama).
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een functie geselecteerd:
Panorama (panorama)Dimension (dimen-
sion)Center Width (center width)
4 Raak d aan om de panoramastand in te
schakelen.
# Raak c aan om de panoramastand uit te
schakelen.
5 Selecteer Dimension met b. U kunt nu
de balans tussen de voor- en achterluid-
sprekers aanpassen met de aanraaktoetsen
c en d.
Telkens als u c (d) aanraakt, wordt het geluid
naar voren (achteren) verplaatst.
U kunt de balans tussen de luidsprekers van
voor naar achter aanpassen van de waarde +3
tot -3. De waarde wordt op het display ge-
toond.
Verkrijgbare accessoires
Nl
90
Hoofdstuk
19
6 Raak b aan om Center Width te selecte-
ren en raak vervolgens c of d aan om het
middelste geluidsbeeld af te stellen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ge-
luid van het middelste kanaal stapsgewijs over
de luidsprekers links en rechts voorin ver-
spreid, met een spreidingswaarde van 0 t/m 7.
3 is de standaardwaarde en wordt aanbevolen
voor de meeste opnamen. Met 0 wordt al het
geluid uit het middengebied naar de middelste
luidspreker verplaatst. Met 7 wordt al het ge-
luid uit het middengebied evenredig verdeeld
over de luidsprekers links en rechts.
De luidsprekers instellen
Bij deze instellingen kunt u met/zonder (of
ja/nee) en de luidsprekergrootte (capaciteit
voor lage tonen) instellen, afhankelijk van de
gemonteerde luidsprekers. De grootte moet
worden ingesteld op Large (groot) als de luid-
spreker geluiden van ongeveer 100 Hz of min-
der kan reproduceren. Selecteer anders Small
(klein).
! Het lagefrequentiebereik is niet hoorbaar
als de subwoofer is ingesteld op Off en de
luidsprekers voorin en achterin zijn inge-
steld op Small of Off.
! Niet-geïnstalleerde luidsprekers moeten
worden ingesteld op Off.
! Stel de luidsprekers voorin of achterin in op
Large als de luidsprekers lage tonen kun-
nen reproduceren of als er geen subwoofer
is geïnstalleerd.
1 Raak Speaker Setting aan.
2 Selecteer de luidspreker die u wilt aan-
passen met a of b.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
Front (voorluidsprekers)Center (midden-
luidspreker)Rear (achterluidsprekers)
Subwoofer (subwoofer)Phase (instelling
subwoofer)
# U kunt alleen overschakelen naar Phase als
de subwoofer is ingesteld op On.
3 Raak c of d aan en selecteer de juiste
grootte voor de geselecteerde luidspreker.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt de
grootte als volgt geselecteerd:
Off (uit)Small (klein)Large (groot)
# U kunt niet Off selecteren als Front (voorluid-
sprekers) is ingesteld.
# U kunt On of Off selecteren als Subwoofer
(subwoofer) is geselecteerd.
# U kunt Reverse (tegengestelde fase) of
Normal (normale fase) inschakelen als Phase (in-
stelling subwoofer) is geselecteerd.
Fase van de subwoofer corrigeren
Als u de lagetonenuitgang van de subwoofer
probeert te versterken maar geen verbetering
hoort, of de lage tonen worden juist doffer, dan
kan dit betekenen dat het uitgangssignaal van
de subwoofer en de lage tonen die u via de an-
dere luidsprekers hoort elkaar opheffen. Pro-
beer de fase-instelling voor de subwoofer te
wijzigen om dit probleem op te lossen.
1 Raak Speaker Setting aan.
2 Raak a of b aan en selecteer
Subwoofer (subwoofer).
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
Front (voorluidsprekers)Center (midden-
luidspreker)Rear (achterluidsprekers)
Subwoofer (subwoofer)Phase (instelling
subwoofer)
3 Raak d aan om het uitgangssignaal
voor de subwoofer in te schakelen.
# Raak c aan om het uitgangssignaal voor de
subwoofer uit te schakelen.
4 Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de fase van het uitgangssignaal van
de subwoofer.
Raak d aan om de normale fase te selecteren.
Normal verschijnt op het display. Raak c aan
om de omgekeerde fase te selecteren.
Reverse verschijnt op het display.
Verkrijgbare accessoires
Nl
91
Hoofdstuk
19
Verkrijgbare accessoires
Opmerking
Als u een monosignaalbron met twee kanalen af-
speelt met Dolby Pro Logic II, kan het volgende
zich voordoen:
! Er is geen geluid als de instelling van de mid-
denluidspreker Small of Large is en er geen
middenluidspreker is geïnstalleerd.
! U hoort alleen geluid via de middenluidspre-
ker (indien gemonteerd) en de instelling voor
de middenluidspreker is Small of Large.
Het uitgangsniveau van de
luidsprekers aanpassen
U kunt het niveau van de luidspreker nauw-
keurig afstellen door te luisteren. Luister eerst
naar de testtoon om het niveau ongeveer in te
stellen en gebruik vervolgens deze functie om
het niveau nauwkeurig in te stellen.
1 Raak Speaker Level aan.
2 Selecteer de luidspreker die u wilt aan-
passen met a of b.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
Front-L (voorluidspreker links)Center (mid-
denluidspreker)Front-R (voorluidspreker
rechts)Rear-R (achterluidspreker rechts)
Rear-L (achterluidspreker links)Subwoofer
(subwoofer)
# U kunt geen luidsprekers selecteren die zijn
ingesteld op Off. (Raadpleeg De luidsprek ers in-
stellen op de vorige bladzijde.)
3 Raak c of d aan om het uitgangsni-
veau van de luidspreker aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van de equalizer verhoogd of verlaagd. U
kunt het niveau aanpassen tussen de waarden
+10 en 10. De waarde wordt op het display
weergegeven.
Opmerking
Het aanpassen van het uitgangssignaalniveau
van de luidsprekers in deze stand gaat hetzelfde
als het aanpassen van het uitgangssignaalniveau
van de luidsprekers met Test Tone. Beide proce-
dures leveren hetzelfde resultaat op.
De kantelfrequentie selecteren
U kunt een frequentie selecteren waaronder
het geluid via de subwoofer wordt gereprodu-
ceerd. Als de grootte van één van de gemon-
teerde luidsprekers is ingesteld op Small, kunt
u een frequentie selecteren waaronder gelui-
den worden gereproduceerd via een Large-
luidspreker of de subwoofer.
1 Raak Cross Over aan.
2 Selecteer de luidspreker die u wilt aan-
passen met a of b.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
Front (voorluidsprekers)Center (midden-
luidspreker)Rear (achterluidsprekers)
Subwoofer (subwoofer)
3 Raak c of d aan en selecteer de kantel-
frequentie.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er als
volgt een kantelfrequentie geselecteerd:
63Hz80Hz100Hz125Hz160Hz
200Hz
Opmerking
Als u een kantelfrequentie selecteert, wordt er
een kantelfrequentie voor het LPF (low pass filter)
van de subwoofer en het HPF (high pass filter)
van de Small-luidspreker ingesteld. De instelling
van de kantelfrequentie heeft geen effect als de
subwoofer is ingesteld op Off en andere luidspre-
kers zijn ingesteld op Large of Off.
Het uitgangsniveau van de
luidsprekers aanpassen met
een testtoon
Met deze functie kunt u de algemene balans
tussen de luidsprekers eenvoudig afstellen.
1 Raak Test Tone aan.
Verkrijgbare accessoires
Nl
92
Hoofdstuk
19
2 Raak Start aan om de testtoon weer te
geven.
U hoort de testtoon. De testtoon wordt met
een interval van ongeveer twee seconden als
volgt in elke luidspreker weergegeven. De hui-
dige instellingen voor de luidspreker waardoor
u de testtoon hoort, worden in het display
weergegeven.
Front-L (voorluidspreker links)Center (mid-
denluidspreker)Front-R (voorluidspreker
rechts)Rear-R (achterluidspreker rechts)
Rear-L (achterluidspreker links)Subwoofer
(subwoofer)
Controleer het uitgangsniveau van elke luid-
spreker. Als er niets hoeft te worden aange-
past, voert u stap 4 uit om de testtoon te
stoppen.
# Er verschijnen geen instellingen voor luidspre-
kers die zijn ingesteld op Off. (Raadpleeg De luid-
sprekers instellen op bladzijde 91.)
3 Raak c of d aan om het uitgangsni-
veau van de luidspreker aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van de equalizer verhoogd of verlaagd. U
kunt het niveau aanpassen tussen de waarden
+10 en 10. De waarde wordt op het display
weergegeven.
# De testtoon gaat na ongeveer twee seconden
na de laatste handeling naar de volgende luid-
spreker.
4 Raak Stop aan om de testtoon te stop-
pen.
Opmerkingen
! Selecteer, indien nodig, de gewenste luidspre-
kers en pas het absolute uitgangsniveau aan.
(Raadpleeg Het uitgangsniveau van de luid-
sprekers aanpassen op de vorige bladzijde.)
! Het aanpassen van het uitgangssignaalniveau
van de luidsprekers in deze stand gaat het-
zelfde als het aanpassen van het uitgangssig-
naalniveau van de luidsprekers met
Speaker Level. Beide procedures leveren het-
zelfde resultaat op.
Tijduitlijning
Tijduitlijning is een aanpassing van de geluids-
weergave aan de afstand tussen de luidspre-
kers en de luisterpositie.
1 Raak Time Alignment aan.
2 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de gewenste
tijduitlijning te selecteren.
! Initial Oorspronkelijke tijduitlijning (fa-
brieksinstelling)
! Auto TA Tijduitlijning die door de auto-
matische TA en EQ-meting wordt ingesteld.
(Raadpleeg Automatische TA en EQ-meting
(automatische tijduitlijning en instelling van
de equalizer) op bladzijde 96.)
! Custom Aangepaste tijduitlijning die u
zelf kunt creëren
! Off Tijduitlijning uitzetten
! TA Adjust Tijduitlijning naar wens instel-
len
# U kunt Auto TA niet selecteren als er nog
geen automatische TA en EQ-meting is uitge-
voerd.
# U kunt TA Adjust niet selecteren als Front-L
of Front-R niet is geselecteerd in Position.
De tijduitlijning aanpassen
Door de tijduitlijning aan te passen, kunt u de
geluidsweergave aanpassen aan de afstand
tussen de verschillende luidsprekers en de ge-
selecteerde luisterpositie.
! Een tijduitlijning-instelling die u zelf maakt,
wordt opgeslagen in Custom.
1 Raak Time Alignment en daarna
TA Adjust aan.
# U kunt TA Adjust niet selecteren als Front-L
of Front-R niet is geselecteerd in Position.
2 Selecteer de luidspreker die u wilt aan-
passen met a of b.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
Verkrijgbare accessoires
Nl
93
Hoofdstuk
19
Verkrijgbare accessoires
Front-L (voorluidspreker links)Center (mid-
denluidspreker)Front-R (voorluidspreker
rechts)Rear-R (achterluidspreker rechts)
Rear-L (achterluidspreker links)Subwoofer
(subwoofer)
# U kunt geen luidsprekers selecteren die zijn
ingesteld op Off. (Raadpleeg De luidsprek ers in-
stellen op bladzijde 91.)
3 Pas de afstand tussen de geselecteerde
luidspreker en de luisterpositie aan met c
en d.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt de af-
stand vergroot of verkleind. U kunt de afstand
aanpassen tussen de waarden 0.0cm en
500.0cm. De waarde wordt op het display ge-
toond.
De equalizer
Met de equalizer kunt u de geluidsweergave
aanpassen aan de akoestische eigenschappen
van het interieur van het voertuig.
Equalizercurven selecteren
Er zijn zeven vooringestelde equalizercurven
die u op elk moment kunt oproepen. In de on-
derstaande lijst worden de equalizercurven
weergegeven.
Display Equalizercurve
Powerful Power
Natural Natuurlijk
Vocal Vocaal
Flat Vlak
Custom1 Aangepast 1
Custom2 Aangepast 2
Super Bass Superbas
! Custom1 en Custom2 zijn aangepaste
equalizercurven.
! Als Flat is geselecteerd, wordt het geluid
niet aangevuld of gecorrigeerd. Door afwis-
selend te luisteren naar Flat en een van de
andere equalizercurven kunt u het effect
van de verschillende equalizercurven
horen.
1 Raak Parametric EQ aan.
2 Raak a of b aan om de gewenste func-
tie aan te passen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een functie geselecteerd:
Equalizer (equalizer)SP-Select (luidspre-
kers)Band (banden)Frequency (mid-
delste frequentie)Level (equalizerniveau)
Q. Factor (Q-factor)
3 Raak d aan om de equalizer te selecte-
ren.
Raak herhaaldelijk d aan om over te schake-
len tussen de volgende equalizer-instellingen:
PowerfulNaturalVocalFlatCustom1
Custom2Super Bass
De driebands parametrische
equalizer instellen
Voor de equalizercurven Custom1 en
Custom2 kunt u de voorste, achterste en mid-
delste equalizercurven afzonderlijk aanpassen
door voor elke frequentieband een middelste
frequentie, equalizerniveau en Q-factor in te
stellen.
! Voor elke signaalbron kunt u een afzonder-
lijke Custom1-curve maken.
! U kunt een algemene Custom2-curve in-
stellen voor alle signaalbronnen.
! Het geluidsbeeld wordt voor een groot deel
door de middelste luidspreker bepaald. Het
vereist enige oefening om de juiste balans
te vinden. We raden aan eerst naar een au-
diobron met twee kanalen (bijvoorbeeld
een cd) te luisteren en de gewenste balans
af te stellen over alle luidsprekers behalve
de middelste. Speel daarna een audiobron
met 5.1 kanalen af (Dolby Digital of DTS) en
stel de middelste luidspreker af op basis
van de balans die u voor de andere luid-
sprekers hebt ingesteld.
1 Raak Parametric EQ aan.
Verkrijgbare accessoires
Nl
94
Hoofdstuk
19
2 Raak a of b aan om de gewenste func-
tie aan te passen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een functie geselecteerd:
Equalizer (equalizer)SP-Select (luidspre-
kers)Band (banden)Frequency (mid-
delste frequentie)Level (equalizerniveau)
Q. Factor (Q-factor)
3 Raak d aan om de equalizer te selecte-
ren.
Raak herhaaldelijk d aan om over te schake-
len tussen de volgende equalizer-instellingen:
PowerfulNaturalVocalFlatCustom1
Custom2Super Bass
4 Raak b en vervolgens c of d aan om
de luidspreker te selecteren die moet wor-
den aangepast.
Raak c of d aan totdat de gewenste luidspre-
ker in het display verschijnt.
Rear (achterluidsprekers)Center (midden-
luidspreker)Front (voorluidsprekers)
# U kunt geen luidsprekers selecteren die zijn
ingesteld op Off. (Raadpleeg De luidsprek ers in-
stellen op bladzijde 91.)
5 Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de frequentieband van de equalizer
die moet worden aangepast.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er als
volgt een frequentieband van de equalizer ge-
selecteerd:
Low (laag)Mid (midden)High (hoog)
6 Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de middenfrequentie van de geselec-
teerde frequentieband.
Raak c of d aan totdat de gewenste frequen-
tie in het display verschijnt.
40Hz50Hz63Hz80Hz100Hz125Hz
160Hz200Hz250Hz315Hz400Hz
500Hz630Hz800Hz1kHz1.25kHz
1.6kHz2kHz2.5kHz3.15kHz4kHz
5kHz6.3kHz8kHz10kHz12.5kHz
7 Raak b en daarna c of d aan om het
equalizerniveau aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van de equalizer verhoogd of verlaagd. U
kunt het niveau aanpassen tussen de waarden
+12 en 12. De waarde wordt op het display
weergegeven.
8 Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de gewenste Q-factor.
Telkens als u c of d aanraakt, schakelt u tus-
sen de volgende Q-factoren:
Narrow (smal)Wide (breed)
# U kunt de parameters voor elke frequentie-
band van de andere luidsprekers op dezelfde ma-
nier instellen.
Opmerking
U kunt een middelste frequentie voor elke fre-
quentieband selecteren. U kunt de middenfre-
quentie in stappen van 1/3 octaaf wijzigen, maar
u kunt geen frequenties selecteren met een inter-
val kleiner dan 1 octaaf tussen de middenfre-
quenties van de drie frequentiebanden.
De auto-equalizer
De auto-equalizer is de equalizercurve die
wordt gemaakt door de functie Automatische
TA en EQ-meting (raadpleeg Automatische TA
en EQ-meting (automatische tijduitlijning en in-
stelling van de equalizer) op de volgende blad-
zijde).
U kunt de auto-equalizer in- of uitschakelen.
1 Raak Auto EQ aan.
# U kunt deze functie niet gebruiken als er nog
geen automatische TA en EQ-meting is uitge-
voerd.
2 Raak d aan om de auto-equalizer in te
schakelen.
# Raak c aan om de auto-equalizer uit te scha-
kelen.
Verkrijgbare accessoires
Nl
95
Hoofdstuk
19
Verkrijgbare accessoires
Automatische TA en EQ-meting
(automatische tijduitlijning en
instelling van de equalizer)
Door automatische tijduitlijning wordt auto-
matisch een optimale tijduitlijning ingesteld
afhankelijk van de afstand tussen de luidspre-
kers en de luisterpositie.
Tijdens de automatische instelling van de
equalizer meet het toestel de akoestische ei-
genschappen van het voertuiginterieur en
maakt op basis daarvan een curve voor de
auto-equalizer.
WAARSCHUWING
Voer nooit een automatische TA en EQ-meting uit
tijdens het rijden, dit om ongelukken te voorko-
men. Tijdens de automatische TA en EQ-meting
kunnen de luidsprekers een luide meettoon (een
luid geluid) produceren.
LET OP
! De luidsprekers kunnen beschadigd raken als
u een automatische TA en EQ-meting uitvoert
onder de onderstaande omstandigheden.
Controleer dit zorgvuldig voordat u een auto-
matische TA en EQ-meting uitvoert.
Als de luidsprekers verkeerd zijn aangeslo-
ten. (Bijvoorbeeld als een luidspreker ach-
terin op een subwoofer-uitgang is
aangesloten.)
Als een luidspreker is aangesloten op een
versterker met een hoger uitgangssignaal
dan het maximaal toegestane ingangsni-
veau van de luidspreker.
! Als de microfoon in een ongeschikte positie
wordt geplaatst, kan de meettoon erg luid wor-
den en kan het meten lang duren, waardoor
de accu leeg kan raken. Zorg dat de microfoon
op de aangewezen locatie is geplaatst.
Voordat u een automatische TA en
EQ-meting uitvoert
! Voer een automatische TA en EQ-meting op
een zo rustig mogelijke plaats uit. Schakel
de motor en de airconditioning uit. Onder-
breek ook de voeding naar autotelefoons
en mobiele telefoons in het voertuig of ver-
wijder deze voordat u een automatische TA
en EQ-meting uitvoert. Andere geluiden
dan de meettoon (zoals omgevingslawaai,
motorgeluid, rinkelende telefoons, enz.)
kunnen de meting van de akoestiek in het
voertuig verstoren.
! Voer een automatische TA en EQ-meting al-
tijd uit met de meegeleverde microfoon. Ge-
bruik van een andere microfoon kan
meting onmogelijk maken of een verkeerd
resultaat geven.
! Als de luidsprekers voorin niet zijn aange-
sloten, kan geen automatische TA en EQ-
meting worden uitgevoerd.
! Als dit toestel is aangesloten op een ver-
sterker met niveauregeling voor de in-
gangssignalen, is een automatische TA en
EQ-meting wellicht niet mogelijk als het in-
gangsniveau van de versterker te laag is in-
gesteld. Zet het ingangsniveau van de
versterker op de standaardstand.
! Als dit toestel is aangesloten op een ver-
sterker met een low pass filter, dient u deze
uit te zetten voordat u een automatische TA
en EQ-meting uitvoert. Ook moet de drem-
pelfrequentie voor een ingebouwde low
pass filter van een actieve subwoofer wor-
den ingesteld op de hoogste frequentie.
! De waarde voor tijduitlijning die tijdens de
automatische TA en EQ-meting is bere-
kend, kan in de onderstaande omstandig-
heden afwijken van de werkelijke afstand.
De computer heeft de afstand echter zo be-
rekend dat de vertraging optimaal is voor
een zo goed mogelijk resultaat voor uw
voertuig. Blijf deze waarde dus gebruiken.
Als er sterke geluidsweerkaatsingen zijn
in het voertuig en vertragingen optre-
den.
Als lage tonen vertraagd worden door
invloed van de low pass filter op actieve
subwoofers of externe versterkers.
! Automatische TA en EQ-meting wijzigt de
audio-instellingen als volgt:
Verkrijgbare accessoires
Nl
96
Hoofdstuk
19
De instellingen van de fader/balans wor-
den teruggezet naar de middelste stand.
(Raadpleeg bladzijde 88.)
De curve van de equalizer gaat naar
Flat. (Raadpleeg bladzijde 94.)
De audio-instellingen worden automa-
tisch ingesteld voor het high pass filter
voor de luidsprekers voorin, de midden-
luidspreker en de luidsprekers achterin.
! Als u een automatische TA en EQ-meting
uitvoert terwijl er al een eerdere instelling
voor bestaat, wordt deze instelling vervan-
gen.
Een automatische TA en EQ-meting
uitvoeren
1 Parkeer het voertuig op een zo rustig
mogelijke plaats, sluit alle portieren,
ramen en het schuifdak, en zet de motor
uit.
Het geluid van een draaiende motor kan de
automatische TA en EQ-meting verstoren.
2 Plaats de meegeleverde microfoon in
het midden van de hoofdsteun van de be-
stuurdersstoel, en richt deze naar voren.
Gebruik hiervoor de (los verkrijgbare) be-
vestigingsband.
Het resultaat van de automatische TA en EQ-
meting is afhankelijk van de positie van de mi-
crofoon. Indien gewenst kunt u de microfoon
voor automatische TA en EQ-meting ook op de
voorste passagiersstoel plaatsen.
3 Zet de contactschakelaar op ON of ACC.
Schakel de airconditioning en verwarming uit
als deze zijn ingeschakeld. Het geluid van de
ventilator van de airconditioning of de verwar-
ming kan de automatische TA en EQ-meting
verstoren.
# Druk op SRC/OFF om de signaalbron in te
schakelen als het toestel is uitgeschakeld.
4 Selecteer de positie van de stoel waar-
op de microfoon is geplaatst.
Raadpleeg Positiekeuze-instelling op bladzijde
87.
# Als u geen positie selecteert voordat u de me-
ting start, wordt automatisch Front-L geselec-
teerd.
5 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna Off aan om het toestel uit te scha-
kelen.
6 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
7 Raak AV Menu aan en daarna
Initial Menu om de functienamen weer te
geven.
8 Raak Auto EQ&TA aan om de automati-
sche TA en EQ-meetstand te activeren.
9 Steek de microfoon in de microfoon-
stekker op de multikanaalverwerker.
Raadpleeg voor meer informatie over de bedie-
ning de bedieningshandleiding van de multi-
kanaalverwerker.
10 Raak Start aan om de automatische TA
en EQ-meting te beginnen.
Verkrijgbare accessoires
Nl
97
Hoofdstuk
19
Verkrijgbare accessoires
11 Verlaat het voertuig en sluit het portier
binnen tien seconden nadat het aftellen is
begonnen.
De luidsprekers geven een meettoon (geluid)
af, en de automatische TA en EQ-meting be-
gint.
# Als alle luidsprekers zijn aangesloten, wordt
de automatische TA en EQ-meting in ongeveer
negen minuten uitgevoerd.
# Raak Stop aan om de meting te stoppen.
# Raak Back of ESC aan als u de automatische
TA en EQ-meting wilt afbreken voordat deze vol-
tooid is.
12 Als de automatische TA en EQ-meting is
voltooid, wordt Complete weergegeven.
Er verschijnt een foutmelding als de meting
niet correct kon worden uitgevoerd. (Raad-
pleeg Foutmeldingen tijdens de automatische
TA en EQ-meting op bladzijde 103.)
13 Raak ESC aan om de automatische TA
en EQ-meetstand te annuleren.
14 Berg de microfoon voorzichtig op in
het handschoenenkastje.
Berg de microfoon zorgvuldig op in het hand-
schoenenkastje of op een andere veilige
plaats. Als de microfoon langere tijd wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen hoge
temperaturen vervorming, verkleuring of sto-
ringen veroorzaken.
Verkrijgbare accessoires
Nl
98
Hoofdstuk
19
Problemen verhelpen
Algemeen
Symptoom Oorzaak Actie (Zie)
Geen voeding.
Het toestel werkt niet.
Kabels en stekkers zijn verkeerd
aangesloten.
Controleer of alle aansluitingen juist zijn.
De zekering is gesprongen. Verhelp de reden waardoor de zekerin g is ge-
sprongen en vervang vervolgens de zekering.
Zorg dat u een zekering met dezelfde span-
ning gebruikt.
Door storing en andere factoren
werkt de ingebouwde microproces-
sor niet goed.
Druk op RESET. (Bladzijde 10)
Bediening met de afstandsbe-
diening is niet mogelijk.
Het toestel werkt niet goed, zelfs
niet als de juiste knoppen op de
afstandsbediening worden inge-
drukt.
De bedieningsstand van de af-
standsbediening is niet juist.
Zet de afstandsbediening in de juiste stand.
De code van de afstandsbediening
is niet juist.
Controleer of de instelling van de keuzescha-
kelaar van de afstandsbediening overeenkomt
met het codetype.
De batterij is bijna leeg. Plaats een nieuwe batterij.
Bij bepaalde discs zijn sommige
handelingen niet mogelijk.
Controleer dit door een andere disc te gebrui-
ken.
Het afspelen is niet mogelijk. De disc is vuil. Maak de disc schoon. (Bladzijde 105)
De disc is van een type dat dit toe-
stel niet kan afspelen.
Controleer het type disc.
Er is disc met een niet-compatibel
videosysteem in het toestel ge-
plaatst.
Gebruik een disc die compatibel is met uw vi-
deosysteem.
Er is geen geluid.
Het volume kan niet hoger.
De kabels zijn niet goed aangeslo-
ten.
Sluit de kabels op de juiste manier aan.
Het toestel geeft stilstaand beeld,
speelt in slow motion of beeld voor
beeld af.
Er is geen geluid bij stilstaand beeld, afspelen
in slow motion of beeld voor beeld afspelen.
Er is geen beeld. De kabel van de handrem is niet
aangesloten.
Sluit de kabel van de handrem aan en trek de
handrem aan.
De handrem is niet ingeschakeld. Sluit de kabel van de handrem aan en trek de
handrem aan.
Het pictogram
wordt weerge-
geven. Bediening is niet moge-
lijk.
Deze handeling is niet toegelaten
voor deze disc.
Deze handeling is niet mogelijk.
Deze handeling is niet compatibel
met de indeling van de disc.
Deze handeling is niet mogelijk.
Het beeld stopt (wordt onderbro-
ken) en het toestel kan niet wor-
den bediend.
Gegevens kunnen tijdens het afspe-
len niet worden afgelezen.
Stop en herstart he t afspelen.
Er is geen geluid.
Het volume staat laag.
Het volume staat laag. Stel het volume af.
De demping staat aan. Zet de demping uit.
Er worden delen van het geluid
en beeld overgeslagen.
Het toestel is niet stevig bevestigd. Zet het toestel stevig vast.
Aanvullende informatie
Nl
99
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Het beeld is uitgerekt, het beeld-
formaat is onjuist.
De beeldinstelling is niet juist voor
de weergave.
Selecteer de juiste instelling voor uw display.
(Bladzijde 58)
Als u de contactschakelaar op
ON zet (of ACC), hoort u de
motor.
Het toestel controleert of er een disc
in het toestel zit.
Dit is normaal.
Er wordt niets weergegeven.
De toetsen van het aanraakpa-
neel kunnen niet worden ge-
bruikt.
De achteruitrijcamera is niet aange-
sloten.
Camera Polarity is niet correct in-
gesteld.
Sluit een achteruitrijcamera aan.
Houd MUTE ingedrukt om terug te keren
naar het display van de signaalbron en selec-
teer vervolgens de juiste instelling voor Ca-
mera Polarity. (Bladzijde 68)
Problemen bij het afspelen van een dvd
Symptoom Oorzaak Actie (Zie)
Het afspelen is niet mogelijk. De disc heeft een ander regionum-
mer dan het toestel.
Plaats een disc met hetzelfde regionummer
als dit toestel. (Bladzijde 8, Bladzijde 118)
Er verschijnt een bericht van de
kinderbeveiliging en afspelen is
niet mogelijk.
De kinderbeveiliging staat aan. Zet de kinderbeveiliging uit of verander het ni-
veau. (Bladzijde 59)
De kinderbeveiliging kan niet
worden geannuleerd.
Het codenummer is niet juist. Voer he t juiste codenummer in. (Bladzijde 59)
U bent het codenummer vergeten. Raak C tien keer aan om het codenummer te
annuleren. (Bladzijde 60)
Gesproken taal (en ondertite-
lingstaal) kunnen niet worden
gewijzigd.
De dvd bevat geen opnamen met
meerdere talen.
U kunt niet uit verschillende talen kiezen als
ze niet op de disc zijn vastgelegd.
U kunt alleen functies selecteren
die in het menu van de disc staan.
Gebruik het menu van de disc.
Er verschijnt geen ondertiteling. De dvd heeft geen ondertitelingsmo-
gelijkheden.
De ondertiteling wordt niet weergegeven als
deze niet op de disc staat.
U kunt alleen functies selecteren
die in het menu van de disc staan.
Gebruik het menu van de disc.
Afspelen is niet mogelijk met de
audiotaal en ondertitelingstaal
die in Setup zijn geselecteerd.
De dvd bevat geen gesproken taal of
ondertiteling in de taal die in Setup
is geselecteerd.
Overschakelen naar een geselecteerde taal is
niet mogelijk als de taal die in Setup is gese-
lecteerd niet op de disc is vastgelegd.
Overschakelen naar een andere
camerahoek is niet mogelijk.
De dvd heeft geen scènes die vanuit
meerdere hoeken zijn opgenomen.
U kunt niet overschakelen tussen meerdere
camerahoeken als de dvd geen scènes bevat
die vanuit meerdere hoeken zijn opgenomen.
U probeert over te schakelen naar
een andere camerahoek van een
scène die niet vanuit meerdere hoe-
ken is opgenomen.
Schakel over tussen meerdere camerahoeken
bij scènes die vanuit meerdere hoeken zijn
opgenomen.
Het beeld is erg onscherp of ver-
vormd en donker tijdens het af-
spelen.
Deze disc is voorzien van een sig-
naal dat kopiëren voorkomt. (Som-
mige discs hebben dit.)
Omdat dit toestel compatibel is met het anti-
kopieersysteem, kan het beeld bij het afspe-
len van een disc met zo een signaal op som-
mige displays horizontale strepen of andere
problemen vertonen. Dit betekent niet dat het
toestel niet goed werkt.
Aanvullende informatie
Nl
100
Aanhangsel
Problemen bij het afspelen van een video-cd
Symptoom Oorzaak Actie
Het PBC-menu (afspeelregeling)
kan niet worden opgeroepen.
De video-cd heeft geen PBC. Deze handeling is niet mogelijk met video-
cds zonder PBC.
Herhaalde weergave en frag-
ment-/tijdzoeken zijn niet moge-
lijk.
De geplaatste video-cd heeft PBC. Deze handeling is niet mogelijk bij video-cds
met PBC.
Problemen bij het afspelen van een iPod
Symptoom Oorzaak Actie
De iPod werkt niet naar beho-
ren.
De kabels zijn niet goed aangeslo-
ten.
Verwijder de kabel uit de iPod. Sluit de kabel
weer aan als het hoofdmenu van de iPod
wordt weergegeven.
Reset de iPod.
De iPod-versie is verouderd. Update de versie van de iPod.
Problemen bij het verbinding maken met een multikanaalprocessor
Symptoom Oorzaak Actie (Zie)
Er is geen geluid.
Het volume kan niet hoger.
De optische kabels zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de kabels op de juiste manier aan.
Zelfs als meerkanaalsa udio is
geselecteerd, wordt audio met
twee kanalen weergegeven.
De instelling voor digitale uitvoer
staat op Linear PCM.
Normaal gesproken moet u de instelling voor
digitale uitvoer op Stream zetten. (Bladzijde
61)
Foutmeldingen
Schrijf een foutmelding altijd nauwkeurig op en houd deze bij de hand als u contact opneemt met
uw leverancier of het dichtstbijzijnde Pioneer-servicecentrum.
Ingebouwde dvd-speler
Melding Oorzaak Actie
Different Region Disc De disc heeft een ander regionum-
mer dan het toestel
Vervang de dvd door een dvd met het juiste
regionummer.
Error-02-XX/FF-FF Vuile disc Maak de disc schoon.
Bekraste disc Plaats een andere disc.
De disc is ondersteboven geplaatst Controleer of de disc op de juiste manier is
geplaatst.
Elektrisch of mechanisch probleem Druk op RESET.
Unplayable Disc Dit type disc kan niet op dit toestel
worden afgespeeld
Plaats een disc die wel op dit toestel kan wor-
den afgespeeld.
De geplaatste disc bevat geen be-
standen die kunnen worden afge-
speeld
Plaats een andere disc.
Aanvullende informatie
Nl
101
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Protect
Alle bestanden op de disc zijn door
digital rights management (digitaal
rechtenbeheer, DRM) beveiligd
Plaats een andere disc.
Skipped De geplaatste disc bevat WMA-be-
standen die door digital rights ma-
nagement (digitaal rechtenbeheer,
DRM) zijn beveiligd
Plaats een andere disc.
Temp De temperatuur van het toestel valt
buiten het normale bedrijfsbereik
Wacht tot de temperatuur van het toestel bin-
nen de normale grenzen valt.
Rental Expired. De geplaatste disc bevat DivX VOD-
inhoud die is verstreken.
Plaats een andere disc.
File Not-Playable - High Defi-
nition
De geplaatste disc bevat een DivX
HD-bestand (high definition).
Dit toestel kan geen DivX HD-bestanden
(high definition) afspelen. Plaats een disc die
wel op dit toestel kan worden afgespeeld.
It is not possible to write it in
the flash.
Het flash-geheugen dat als tijdelijk
opslaggebied wordt gebruikt is vol.
Selecteer een afspeelbaar bestand.
Authorization Error De DivX-registratiecode van dit toe-
stel is niet geautoriseerd door de
aanbieder van de DivX VOD-inhoud.
Registreer dit toestel bij de aanbieder van de
DivX VOD-inhou d. (Bladzijde 60)
Unplayable File Dit bestandstype kan niet op dit toe-
stel worden afgespeeld.
Selecteer een afspeelbaar bestand.
USB-audiospeler/USB-geheugen
Melding Oorzaak Actie
Unplayable File Dit bestandstype kan niet op dit toe-
stel worden afgespeeld.
Selecteer een afspeelbaar bestand.
Geen songs Zet de audiobestanden over naar de draag-
bare USB-audiospeler/het USB-geheugen en
maak verbinding.
Er is USB -geheugen met ingescha-
kelde beveiliging aangesloten.
Raadpleeg de instructies van het USB-geheu-
gen om de beveiliging uit te schakelen.
Skipped De aangesloten draagbare USB-au-
diospeler/het USB-geheugen bevat
WMA-bestanden die door Windows
Media DRM 9/10 zijn beveiligd
Speel audiobestanden af die niet door
Windows Media DRM 9/10 zijn beveiligd.
Protect Alle bestanden op de aangesloten
draagbare USB-audiospeler/in het
USB-geheugen zijn door Windows
Media DRM 9/10 beveiligd
Zet audiobestanden die niet door Windows
Media DRM 9/10 zijn beveiligd over naar de
draagbare USB-audiospeler/het USB-geheu-
gen en sluit het apparaat aan.
N/A USB Het aangesloten USB-apparaat
wordt door dit toestel niet onder-
steund.
Sluit een draagbare USB-audiospeler of USB-
geheugen aan dat compatibel is met USB
Mass Storage Class.
Het USB-toestel is niet geformat-
teerd met de indeling FAT16 of
FAT32
Gebruik een USB-toestel dat geformatteerd is
met de indeling FAT16 of FAT32.
Aanvullende informatie
Nl
102
Aanhangsel
Check USB
Er is kortsluiting opgetreden in de
USB-aansluiting of de USB-kabel.
Controleer of de USB-stekker en de USB-
kabel niet ergens ingeklemd zijn of bescha-
digd zijn.
De aangesloten draagbare USB-au-
diospeler of het aangesloten USB-
geheugen verbruikt meer dan 500
mA (maximaal toelaatbare stroom-
sterkte).
Ontkoppel de draagbare USB-audiospeler/het
USB-geheugen en gebruik dit apparaat niet
meer. Zet de contactschakelaar op OFF, daar-
na op ACC of ON en sluit vervolgens een
compatibele draagbare USB-audiospeler/
compatibel USB-geheugen aan.
Error-02-9X/-DX Communicatiefout Probeer de volgende mogelijkheden.
Zet het contact uit en dan weer aan.
Ontkoppel de draagbare USB-audiospeler/
het USB-geheugen.
Schakel over naar een andere bron.
Schakel vervolgens terug naar de USB-audio-
speler/het USB-geheugen.
iPod
Melding Oorzaak Actie
Error-02-6X/-9X/-DX Communicatiefout Verwijder de kabel uit de iPod. Sluit de kabel
weer aan als het hoofdmenu van de iPod
wordt weergegeven.
Reset de iPod.
iPod-fout Verwijder de kabel uit de iPod. Sluit de kabel
weer aan als het hoofdmenu van de iPod
wordt weergegeven.
Reset de iPod.
Error-02-67 Oude versie van iPod Update de versie van de iPod.
No Songs Geen songs Zet de songs over naar de iPod.
Stop Geen songs in de huidige lijst Selecteer een lijst die wel songs bevat.
Foutmeldingen tijdens de automatische TA en EQ-meting
Als een automatische TA en EQ-meting van de akoestische eigenschappen van het voertuiginteri-
eur niet correct kan worden uitgevoerd, kan er op het display een foutmelding getoond worden.
Raadpleeg in dat geval de onderstaande tabel met problemen en voorgestelde oplossingen. Pro-
beer het daarna opnieuw.
Melding Oorzaak Actie
Error. Please check MIC. De microfoon is niet aangesloten. Controleer of de plug van de microfoon goed
is geplaatst in de microfooningang van het
toestel.
Aanvullende informatie
Nl
103
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Error. Please check Front spea-
ker., Error. Please check Front-
L speaker., Error. Please check
Front-R speaker., Error. Please
check Center speaker., Error.
Please check Rear speaker.,
Error. Please check Rear-L
speaker., Error. Please check
Rear-R speaker., Error. Please
check Subwoofer.
De microfoon kan de meettoon van
een luidspreker niet waarnemen.
! Controleer of de luidsprekers juist zijn aan-
gesloten.
! Corrigeer de instelling van het ingangsni-
veau van de versterker die op de luidsprekers
is aangesloten.
! Plaats de microfoon op de juiste manier.
Error. Please check noise. Er is te veel omgevingslawaai.
! Parkeer het voertuig op een zo rustig moge-
lijke plaats en zet de motor, airconditioning
en verwarming uit.
! Plaats de microfoon op de juiste manier.
Meldingen
Berichten Vertaling
CAUTION: Screen image may appear re-
versed.
Pioneer raadt aan een camera te gebruiken die de beelden in
spiegelbeeld weergeef t, omdat anders het beeld op het scherm
verkeerd om kan verschijnen.
Aanvullende informatie
Nl
104
Aanhangsel
Richtlijnen voor het gebruik
van discs en de speler
! Gebruik uitsluitend discs die voorzien zijn
van een van onderstaande twee logos.
Dvd-video
Video-cd
Cd
! Gebruik alleen normale, ronde discs. Onre-
gelmatig gevormde, niet-ronde discs kun-
nen vast komen te zitten in de dvd-speler of
niet naar behoren worden afgespeeld.
! Controleer alle discs op barsten, krassen of
vervormingen voordat u ze afspeelt. Discs
met barsten, krassen of vervormingen kun-
nen niet goed worden afgespeeld. Gebruik
zulke discs daarom niet.
! Raak de opnamezijde (de zijde waarop
geen informatie staat afgedrukt) van een
disc niet met uw vingers aan.
! Bewaar discs in het bijbehorende doosje
wanneer u ze niet gebruikt.
! Stel discs niet bloot aan direct zonlicht en
hoge temperaturen.
! Plak geen labels op discs, schrijf er niet op
en breng het oppervlak niet in aanraking
met chemische middelen.
! Reinig een disc door deze met een zachte
doek vanuit het midden naar buiten schoon
te vegen.
! Als de verwarming bij lage temperaturen
wordt gebruikt, kan er vocht op de onderde-
len van de dvd-speler ontstaan. Condensa-
tie kan een juiste werking van de dvd-speler
verstoren. Als u denkt dat er sprake is van
condensvorming, zet u de dvd-speler onge-
veer een uur uit zodat hij kan drogen. Ge-
bruik een zachte doek om vocht van de disc
te verwijderen.
! Schokken tijdens het rijden kunnen de disc
laten overslaan.
Aanvullende informatie
Nl
105
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Dvd-discs
! Bij sommige dvd-videodiscs zijn bepaalde
functies niet beschikbaar.
! Sommige dvd-videodiscs kunnen niet wor-
den afgespeeld.
! Dit toestel kan geen dvd-rom/dvd-ram-discs
afspelen.
Dvd-r/dvd-rw-discs
! Niet-gefinaliseerde dvd-r/-rw-discs die in
het videoformaat (videomodus) zijn opge-
nomen, kunnen niet worden afgespeeld.
! Het kan voorkomen dat u bepaalde dvd-r/
dvd-rw-discs niet kunt afspelen vanwege
bepaalde eigenschappen van deze discs.
Krassen of vuil op de disc, of vuil, condens
en dergelijke op de lens van dit toestel kan
daarvan ook de oorzaak zijn.
! Afhankelijk van de instellingen van de ge-
bruikte toepassing, is afspelen van discs
die op een computer zijn opgenomen soms
niet mogelijk. Neem discs op in het juiste
formaat. (Neem voor meer informatie con-
tact op met de fabrikant van de toepas-
sing.)
! Dvd-r/rw-discs die in het video-opnamefor-
maat (VR-modus) zijn opgenomen, kunnen
worden afgespeeld. Niet-gefinaliseerde
discs kunnen wellicht niet worden afge-
speeld. Een disc die u niet kunt afspelen
dient te worden gefinaliseerd. Ook kunnen
gefinaliseerde dvd-r dual layer-discs (DL)
niet worden opgenomen of bewerkt.
! Dvd-r dual layer-discs die in het video-opna-
meformaat (VR-modus) zijn opgenomen,
kunnen worden afgespeeld. Dit toestel is
echter niet compatibel met de opnamemo-
dus Layer Jump.
! Neem voor meer informatie over de opna-
memodus contact op met de leverancier
van de dvd-recorder of de software.
! Het volgende logo geeft aan dat dit toestel
compatibel is met dvd-rw-discs die in het
video-opnameformaat (VR-modus) zijn op-
genomen.
AVCHD-discs
! Dit toestel is niet compatibel met discs die
in het formaat AVCHD (Advanced Video
Codec High Definition) zijn opgenomen.
Plaats daarom geen AVCHD-discs in dit
toestel. Als u dat wel doet, kan het gebeu-
ren dat de disc niet meer wordt uitge-
worpen.
Cd-r/cd-rw-discs
! Cd-r/cd-rw-discs kunnen alleen worden af-
gespeeld als ze gefinaliseerd zijn.
! Het kan voorkomen dat u bepaalde cd-r/cd-
rw-discs niet kunt afspelen die op een
audio-cd-recorder of computer zijn opgeno-
men. Dit kan worden veroorzaakt door be-
paalde eigenschappen van deze cds.
Krassen of vuil op de disc, of vuil, condens
en dergelijke op de lens van dit toestel kun-
nen ook de oorzaak zijn.
! Afhankelijk van de instellingen van de ge-
bruikte toepassing, is afspelen van discs
die op een computer zijn opgenomen soms
niet mogelijk. Neem discs op in het juiste
formaat. (Neem voor meer informatie con-
tact op met de fabrikant van de toepas-
sing.)
! Cd-r/cd-rw-discs die zijn blootgesteld aan
direct zonlicht of hoge temperaturen of
onder ongunstige omstandigheden in het
voertuig zijn bewaard, kunnen wellicht niet
worden afgespeeld.
Aanvullende informatie
Nl
106
Aanhangsel
! Titels en andere tekstinformatie op een cd-
r/cd-rw-disc worden mogelijk niet door dit
toestel weergegeven (in het geval van audi-
ogegevens, cd-da).
! Lees de voor cd-r/cd-r w-discs geldende
voorzorgsmaatregelen voor u ze ge-
bruikt.
Dual discs
! Dual discs zijn dubbelzijdige discs met aan
de ene kant een beschrijfbaar cd-oppervlak
voor audio-opnamen en aan de andere
kant een beschrijfbaar dvd-oppervlak voor
video-opnamen.
! De dvd-zijde kan met dit toestel worden af-
gespeeld. De cd-zijde kan mogelijk niet op
dit toestel worden afgespeeld omdat deze
zijde niet compatibel is met de algemene
cd-standaard.
! Het regelmatig plaatsen en uitwerpen van
een Dual disc kan krassen veroorzaken op
de disc en tot afspeelproblemen leiden. In
sommige gevallen kan een Dual disc vast
komen te zitten in de cd-laadsleuf en kan
deze niet meer worden uitgeworpen. Om
problemen te voorkomen wordt u aangera-
den om geen Dual discs te gebruiken met
dit toestel.
! Raadpleeg de informatie van de fabrikant
van de disc voor meer informatie over dual
discs.
Compatibiliteit met
gecomprimeerde audio
WMA
! Compatibel formaat: WMA gecodeerd met
Windows Media Player
! Bestandsextensie: .wma
! Bitsnelheid: 5 kbps tot 320 kbps (CBR),
VBR
! Bemonsteringsfrequentie: 8 kHz tot 48 kHz
! Windows Media Audio 9 Professional, Los-
sless, Voice: Nee
MP3
! Bestandsextensie: .mp3
! Bitsnelheid: 8 kbps tot 320 kbps (CBR),
VBR
! Bemonsteringsfrequentie: 8 kHz tot 48 kHz
(32, 44,1, 48 kHz voor de beste kwaliteit)
! Compatibele ID3-tag-versie: 1.0, 1.1, 2.2, 2.3
(ID3-tag versie 2.x krijgt prioriteit boven ver-
sie 1.x.)
! M3u speellijst: Nee
! MP3i (MP3 interactive), mp3 PRO: Nee
AAC
! Compatibel formaat: AAC gecodeerd met
iTunes
! Bestandsextensie: .m4a
! Bitsnelheid: 8 kbps tot 320 kbps
! Bemonsteringsfrequentie: 8 kHz tot 44,1
kHz
! Overdrachtssnelheid: 16 kbps tot 320 kbps
! Apple Lossless: Nee
Omgang met het toestel en
bijkomende informatie
! Er kan een kleine vertraging optreden bij
het afspelen van audiobestanden die met
afbeeldingsgegevens zijn gecodeerd.
! Alleen de eerste 32 tekens van de bestands-
naam (inclusief de extensie) of mapnaam
worden weergegeven.
! De tekstinformatie bij sommige audiobe-
standen wordt mogelijk niet correct weer-
gegeven.
! Een juiste werking van dit toestel is afhan-
kelijk van de toepassing waarmee de WMA-
bestanden zijn gecodeerd.
! Russische tekst kan alleen op dit toestel
worden weergegeven als die met de vol-
gende tekensets is gecodeerd:
Unicode (UTF-8, UTF-16)
Andere tekensets dan Unicode die in
een Windows-omgeving worden ge-
bruikt en op Russisch zijn ingesteld bij
de taalinstellingen
Aanvullende informatie
Nl
107
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Gecomprimeerde
audiobestanden op disc
! ISO 9660 niveau 1 en 2 compatibel. Bestan-
den in de bestandssystemen Romeo en Jo-
liet zijn compatibel met deze speler.
! Het afspelen van multisessie-discs is moge-
lijk.
! Gecomprimeerde audiobestanden zijn niet
compatibel met packet write data transfer.
! Bij het afspelen van gecomprimeerde audi-
odiscs wordt altijd een korte pauze ingelast
tussen de fragmenten. Dit gebeurt onge-
acht de lengte van de lege ruimte tussen
de fragmenten op de originele opname.
USB-audiospeler/USB-geheugen
LET OP
Pioneer is niet verantwoordelijk voor eventueel
verlies van gegevens in het USB-geheugen of de
draagbare USB-audiospeler, zelfs niet als dat ge-
beurt tijdens gebruik van dit toestel.
! Dit toestel kan audiobestanden afspelen op
een draagbare USB-audiospeler/USB-ge-
heugen dat compatibel is met USB MSC
(Mass Storage Class). Bestanden waarop
auteursrechten rusten en die beschermd
zijn kunnen echter niet van bovenstaande
USB-apparaten worden afgespeeld.
! Draagbare USB-audiospelers/USB-geheu-
gen kunnen niet via een USB-hub op dit
toestel worden aangesloten.
! Gepartitioneerd USB-geheugen is niet com-
patibel met dit toestel.
! Afhankelijk van het type draagbare USB-au-
diospeler/USB-geheugen dat u gebruikt,
kan het voorkomen dat dit toestel de USB-
audiospeler/het USB-geheugen niet her-
kent of dat de audiobestanden niet juist
worden afgespeeld.
! Stel de draagbare USB-audiospeler/het
USB-geheugen niet langdurig aan direct
zonlicht bloot. Overmatige blootstelling aan
direct zonlicht kan de temperatuur in de
draagbare USB-audiospeler/het USB-ge-
heugen doen oplop en en storingen veroor-
zaken.
! Stel de draagbare USB-audiospeler/het
USB-geheugen niet bloot aan hoge tempe-
raturen.
! Zet de draagbare USB-audiospeler/ het
USB-geheugen goed vast voordat u gaat rij-
den. Laat de draagbare USB-audiospeler/
het USB-geheugen niet op de grond vallen,
omdat deze dan onder het rem- of gaspe-
daal terecht kan komen.
! Afhankelijk van het USB-apparaat dat op
dit toestel is aangesloten, kan er op de
radio ruis optreden.
! Bij het starten van audiobestanden op een
draagbare USB-audiospeler/USB-geheu-
gen met een uitgebreide mappenstructuur
kan enige vertraging optreden.
! Sluit geen andere apparaten aan dan een
draagbare USB-audiospeler/USB-geheu-
gen.
! De bediening kan verschillen afhankelijk
van het type USB -audiospeler en USB-ge-
heugen.
Aanvullende informatie
Nl
108
Aanhangsel
Voorbeeld van een
boomstructuur
: Map
: Gecomprimeerd audiobestand
1
2
3
4
5
6
Niv
eau
1 Niv
eau
2 Niv
eau
3 Niv
eau
4
De volgorde van
audiobestanden op discs
! Mapnummers worden door dit toestel toe-
gewezen. Als gebruiker kunt u geen map-
nummers toewijzen.
! De mapvolgorde en andere instellingen zijn
afhankelijk van de software die voor het co-
deren en schrijven is gebruikt.
! Op een dvd (-r/-rw) kunnen maximaal 3 500
bestanden worden afgespeeld.
! Op een cd (-r/-rw) kunnen maximaal 999
bestanden worden afgespeeld.
! Op een disc kunnen maximaal 700 mappen
worden afgespeeld.
De volgorde van audiobestanden
in het USB-geheugen
De afspeelvolgorde op draagbare USB-audiospe-
lers wijkt af van de afspeelvolgorde in het USB-
geheugen en is afhankelijk van de speler.
! 01 t/m 05 geeft de toegewezen mapnum-
mers aan. 1 t/m 6 geeft de afspeelvolg-
orde aan. De gebruiker kan met dit toestel
geen mapnummers toewijzen of de afspeel-
volgorde wijzigen.
! Audiobestanden worden afgespeeld in de
volgorde waarin ze zijn opgenomen op het
USB-apparaat.
! Ga als volgt te werk als u wilt dat bestanden
in een bepaalde volgorde worden afge-
speeld.
1 Geef de bestanden namen met nummers
die de afspeelvolgorde aangeven, bijvoor-
beeld 001xxx.mp3 en 099yyy.mp3.
2 Plaats de bestanden in een map.
3 Kopieer de map met de bestanden naar
het USB-apparaat.
Merk echter op dat de afspeelvolgorde van
bestanden niet altijd kan worden bepaald.
Dit is afhankelijk van het gebruikte sys-
teem.
! Op een draagbare USB-audiospeler/USB-
geheugen kunnen maximaal 65 535 bestan-
den worden afgespeeld.
! Op een draagbare USB-audiospeler/USB-
geheugen kunnen maximaal 6 000 mappen
worden afgespeeld.
Compatibiliteit met iPod
! Alleen de volgende soorten iPod kunnen
met dit toestel gebruikt worden. Onder-
steunde versies van de iPod-software wor-
den hieronder genoemd. Oudere versies
van de iPod-software worden mogelijk niet
door dit toestel ondersteund.
iPod nano eerste generatie (softwarever-
sie 1.3.1)
iPod nano tweede generatie (software-
versie 1.1.3)
iPod nano derde generatie (softwarever-
sie 1.1.2)
iPod vijfde generatie (softwareversie
1.3.0)
iPod classic (softwareversie 1.1.2)
iPod touch (softwareversie 2.0)
iPhone 3G (softwareversie 2.0)
iPhone (softwareversie 2.0)
! Afhankelijk van de generatie en de versie
van de iPod zijn sommige functies niet be-
schikbaar.
! De bediening kan variëren, afhankelijk van
de softwareversie van de iPod.
Aanvullende informatie
Nl
109
Aanhangsel
Aanvullende informatie
! Voor gebruik met een iPod is voor de iPod
een dock-connector-naar-USB-verbindings-
kabel vereist.
! Ook kan gebruik gemaakt worden van een
Pioneer CD-IU50 interfacekabel. Neem voor
meer informatie contact op met uw
leverancier.
Bediening van de iPod
LET OP
! Pioneer is niet verantwoordelijk voor verlies
van gegevens op de iPod, ook niet tijdens ge-
bruik van dit toestel.
! Laat de iPod niet lange tijd in direct zonlicht
liggen. Overmatige blootstelling aan direct
zonlicht kan de temperatuur in de iPod doen
oplopen en storingen veroorzaken.
! Stel de iPod niet bloot aan hoge temperatu-
ren.
! Maak de iPod stevig vast voordat u gaat rijden.
Laat de iPod niet op de grond vallen, omdat
deze dan onder het rem- of gaspedaal terecht
kan komen.
Raadpleeg voor meer informatie de handlei-
ding van de iPod.
Informatie over iPod-instellingen
! Wanneer een iPod is aangesloten, wordt de
equalizer van de iPod door dit toestel vlak
ingesteld voor een optimale klankweergave.
Als u de iPod loskoppelt, wordt de equalizer
naar de oorspronkelijke instelling terugge-
zet.
! Als u dit toestel gebruikt, kunt u de herhaal-
functie van de iPod niet uitzetten. Zelfs als
u op de iPod de herhaalfunctie uitzet, wordt
deze automatisch aangezet als u de iPod
op dit toestel aansluit.
JPEG-afbeeldingen
! JPEG is de afkorting van Joint Photogra-
phic Experts Group en verwijst naar een
standaard voor afbeeldingscompressie.
! Bestanden zijn compatibel met Baseline
JPEG en EXIF-afbeeldingen 2.1 met een
maximale resolutie van 8 192 × 7 680. (De
EXIF-indeling wordt vaak gebruikt in digita-
le fotocameras.)
! De EXIF-indeling die met een computer is
gemaakt, kan wellicht niet worden weerge-
geven.
! Er is geen compatibiliteit voor progressieve
JPEG.
Belangrijk
! Als u een JPEG-afbeelding een naam geeft,
moet u de juiste extensie (.jpg, .jpeg, .jpe of
.jfif) toevoegen.
! Dit toestel geeft bestanden met de bestands-
extensies .jpg, .jpeg, .jpe en .jfif als JPEG-af-
beeldingsbestanden weer. Om storingen te
voorkomen dient u deze extensies niet te ge-
bruiken voor andere bestanden.
DivX-videobestanden
! Afhankelijk van de samenstelling van de
bestandsinformatie, zoals het aantal audio-
stromen, kan er enige vertraging optreden
bij het starten van een disc.
! Sommige speciale functies kunnen ontoe-
gankelijk zijn vanwege de samenstelling
van DivX-bestanden.
! DivX-bestanden die afkomstig zijn van de
site van een DivX-partner worden zeker cor-
rect afgespeeld. Niet-geautoriseerde DivX-
bestanden worden wellicht niet naar beho-
ren afgespeeld.
! Een gehuurd DRM-bestand kan pas wor-
den bediend nadat het afspelen is gestart.
! Dit toestel kan DivX-bestanden afspelen die
maximaal 1 590 minuten en 43 seconden
lang zijn. Zoekopdrachten na deze duur zijn
ook niet mogelijk.
! Als een bestand groter is dan 4 GB, wordt
het afspelen gestopt.
Aanvullende informatie
Nl
110
Aanhangsel
! Voor het afspelen van DivX VOD-bestanden
hebt u een ID-code voor dit toestel van de
aanbieder van de DivX VOD-inhoud nodig.
Raadpleeg Uw DivX
®
VOD-registratiecode
weergeven op bladzijde 60 voor informatie
over de ID-code.
! Bezoek de volgende website voor meer in-
formatie over DivX:
http://www.divx.com/
DivX-compatibiliteit
! Compatibel formaat: DivX-videoformaat dat
overeenkomt met de DivX-standaard
! Bestandsextensies: .avi of .divx
! DivX Ultra-formaat: Nee
! DivX HD-formaat: Nee
! DivX-bestanden zonder videogegevens:
Nee
! Compatibele audio -codec: MP2, MP3,
Dolby Digital
! LPCM: Nee
! Bitsnelheid: 8 kbps tot 320 kbps (CBR),
VBR
! Bemonsteringsfrequentie: 8 kHz tot 48 kHz
! Compatibele bestandsextensie externe on-
dertiteling: .srt
Correct gebruik van het
display
LET OP
! Als er vloeibare stoffen of materialen van bui-
ten in het toestel komen, moet u onmiddellijk
de voeding naar het toestel onderbreken en
uw leverancier of het dichtstbijzijnde erkende
Pioneer-servicestation raadplegen. Gebruik
het toestel niet langer, omdat er dan brand,
elektrische schokken of andere storingen kun-
nen optreden.
! Als u rook, een vreemd geluid, een vreemde
geur of andere ongebruikelijke signalen van
het display waarneemt, moet u de voeding on-
middellijk onderbreken en uw leverancier of
het dichtstbijzijnde erkende Pioneer-service-
station raadplegen. Als u het toestel zo blijft
gebruiken, kan het systeem permanent be-
schadigd raken.
! Demonteer het toestel niet en breng geen aan-
passingen aan, omdat er hoogspanningson-
derdelen in zitten die een elektrische schok
kunnen veroorzaken. Raadpleeg uw leveran-
cier of het dichtstbijzijnde erkende Pioneer-
servicestation voor een interne controle van
het apparaat en eventuele aanpassingen of re-
paraties.
Behandeling van het display
! Zorg dat er geen direct zonlicht op het dis-
play valt als dit toestel niet wordt gebruikt.
Overmatige blootstelling aan direct zonlicht
kan storingen in het lcd-scherm veroorza-
ken door hoge temperaturen.
! Als u het toestel via het aanraakpaneel be-
dient, raak het scherm dan uitsluitend aan
met uw vingers. Anders komen er krassen
op het paneel.
! Als het display langere tijd wordt blootge-
steld aan direct zonlicht, wordt het bijzon-
der heet en kan het LCD-scherm schade
oplopen. Zorg dat het display zo niet of zo
min mogelijk aan direct zonlicht wordt
blootgesteld.
! Het display moet worden gebruikt binnen
de onderstaande temperatuurbereiken.
Bereik opslagtemperatuur: -20 °C t/m +80
°C
Als de temperatuur hoger of lager is dan de
bedrijfstemperatuur, kan het gebeuren dat
het display niet normaal functioneert.
! Het lcd-scherm van dit toestel is verlicht
zodat het in het voertuig beter zichtbaar is.
Druk er niet te hard op, omdat dit het
scherm kan beschadigen.
! Plaats geen voorwerpen op het display als
het is geopend. Probeer de hoek van het
display niet met de hand aan te passen of
het display met de hand te openen of te
sluiten. Als u drukt uitoefent op het display,
kan het beschadigd raken.
! Druk niet te hard op het lcd-scherm, omdat
dat krassen kan veroorzaken.
Aanvullende informatie
Nl
111
Aanhangsel
Aanvullende informatie
! Zorg dat er niets tussen het display en het
toestel staat als u het display opent of sluit.
Als er een voorwerp tussen het display en
het toestel komt, kan dat de werking van
het display in de weg staan.
Lcd-scherm (liquid crystal display)
! Als het display zich vlak bij de uitvoer van
een airconditioning bevindt als het is ge-
opend, moet u ervoor zorgen dat de lucht
van de airconditioning niet tegen het dis-
play blaast. De warmte uit de verwarming
kan het lcd-scherm beschadigen en de
koele lucht uit de koeler kan vochtvorming
in het display veroorzaken, waardoor scha-
de kan ontstaan. Als het display door de
koeling wordt afgekoeld, kan het scherm
donker worden, of kan de levensduur van
de kleine tl-buis in het display nadelig wor-
den beïnvloed.
! Er kunnen kleine zwarte of witte (heldere)
stippen op het lcd-scherm verschijnen. Dit
komt door de eigenschappen van het lcd-
scherm en betekent niet dat er een pro-
bleem is met het display.
! Bij lage temperaturen kan het lcd-scherm
even donker blijven nadat het is ingescha-
keld.
! Het lcd-scherm is onduidelijker als het
wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
! Als u een draadloze telefoon gebruikt, houd
de antenne van de telefoon dan uit de
buurt van het display om te voorkomen dat
het beeld door vlekken, gekleurde strepen
en dergelijke wordt gestoord.
Op de juiste manier naar het
lcd-scherm kijken
Vanwege de constructie is de kijkhoek van het
lcd-scherm beperkt. Pas daarom de scherm-
grootte en de beeldinstellingen aan voor een
optimale weergave.
De schermgrootte instellen
Bij een verandering van schermgrootte van 4:3
naar 16:9 kunt u de weergave aanpassen aan
de video die u wilt afspelen.
Raadpleeg De br eedbeeldstand wijzigen op
bladzijde 66 voor meer informatie over de be-
diening.
De beeldinstellingen aanpassen
U kunt het beeld het beste aanpassen door
Brightness, Contrast, Color, Hue,
Temperature en Black Level aan te passen.
Daarnaast kunt u Dimmer gebruiken om het
beeld donkerder of lichter in te stellen.
Raadpleeg De beeldinstellingen aanpassen op
bladzijde 67 voor meer informatie over de be-
diening.
Onderhoud van het display
! Als u stof van het scherm veegt of het dis-
play reinigt, moet u het systeem eerst uit-
schakelen. Gebruik een droge, zachte doek.
! Als u het scherm afveegt, zorg dan dat u
het oppervlak niet bekrast. Gebruik geen
agressieve chemische reinigingsmiddelen.
Kleine tl-buis
! Er zit een kleine tl-buis in het display die
het lcd-scherm verlicht.
De tl-buis heeft een levensduur van on-
geveer 10 000 uur, afhankelijk van de
omstandigheden waaronder deze wordt
gebruikt. (Als het display bij lage tempe-
raturen wordt gebruikt, wordt de levens-
duur van de tl-buis korter.)
Als de tl-buis het einde van de levens-
duur bereikt, wordt het scherm donker
en wordt er geen beeld meer weergege-
ven. Neem in dat geval contact op met
uw leverancier of het dichtstbijzijnde er-
kende Pioneer-servicestation.
Aanvullende informatie
Nl
112
Aanhangsel
Taalcodekaart voor dvd
Taal (code), invoercode Taal (code), invoercode Taal (code), invoercode
Japans (ja), 1001 Guarani (gn), 0714 Pashtoe (ps), 1619
Engels (en), 0514 Gujarati (gu), 0721 Quechua (qu), 1721
Frans (fr), 0618 Haussa (ha), 0801 Reto-Romaans (rm), 1813
Spaans (es), 0519 Hindi (hi), 0809 Kirundi (rn), 1814
Duits (de), 0405 Kroatisch (hr), 0818 Roemeens (ro), 1815
Italiaans (it), 0920 Hongaars (hu), 0821 Kinyarwanda (rw), 1823
Chinees (zh), 2608 Armeens (hy), 0825 Sanskriet (sa), 1901
Nederlands (nl), 1412 Interlingua (ia), 0901 Sindhi (sd), 1904
Portugees (pt), 1620 Interlingue (ie), 0905 Sangho (sg), 1907
Zweeds (sv), 1922 Inupiak (ik), 0911 Servisch-Kroatisch (sh), 1908
Russisch (ru), 1821 Indonesisch (in), 0914 Singalees (si), 1909
Koreaans (ko), 1115 IJslands (is), 0919 Slowaaks (sk), 1911
Grieks (el), 0512 Hebreeuws (iw), 0923 Sloveens (sl), 1912
Afar (aa), 0101 Jiddisch (ji), 1009 Samoaans (sm), 1913
Abkhaziaans (ab), 0102 Javaans (jw), 1023 Shona (sn), 1914
Afrikaans (af), 0106 Georgisch (ka), 1101 Somalisch (so), 1915
Amharisch (am), 0113 Kazaks (kk), 1111 Albanees (sq), 1917
Arabisch (ar), 0118 Groenlands (kl), 1112 Servisch (sr), 1918
Assamitisch (as), 0119 Cambodjaans (km), 1113 Siswati (ss), 1919
Aymara (ay), 0125 Kanarees (kn), 1114 Sesotho (st), 1920
Azerbeidzjaans (az), 0126 Kashmiri (ks), 1119 Soendanees (su), 1921
Bashkir (ba), 0201 Koerdisch (ku), 1121 Swahili (sw), 1923
Wit-Russisch (be), 0205 Kirgizisch (ky), 1125 Tamil (ta), 2001
Bulgaars (bg), 0207 Latijn (la), 1201 Telugu (te), 2005
Bihari (bh), 0208 Lingala (ln), 1214 Tadzieks (tg), 2007
Bislama (bi), 0209 Laotiaans (lo), 1215 Thai (th), 2008
Bengaals (bn), 0214 Litouws (lt), 1220 Tigrinya (ti), 2009
Tibetaans (bo), 0215 Lets (lv), 1222 Turkmeens (tk), 2011
Bretons (br), 0218 Malagasi (mg), 1307 Tagalog (tl), 2012
Catalaans (ca), 0301 Maori (mi), 1309 Setswana (tn), 2014
Corsicaans (co), 0315 Macedonisch (mk), 1311 Tongaans (to), 2015
Tsjechisch (cs), 0319 Malayalam (ml), 1312 Turks (tr), 2018
Wels (cy), 0325 Mongools (mn), 1314 Tsonga (ts), 2019
Deens (da), 0401 Moldavisch (mo), 1315 Tataars (tt), 2020
Bhutaans (dz), 0426 Marathi (mr), 1318 Twi (tw), 2023
Esperanto (eo), 0515 Maleis (ms), 1319 Oekraïens (uk), 2111
Ests, Estisch (et), 0520 Maltees (mt), 1320 Urdu (ur), 2118
Baskisch (eu), 0521 Birmaans (my), 1325 Oezbeeks (uz), 2126
Perzisch (fa), 0601 Nauruaans (na), 1401 Vietnamees (vi), 2209
Fins (fi), 0609 Nepalees (ne), 1405 Volapük (vo), 2215
Fiji (fj), 0610 Noors (no), 1415 Wolof (wo), 2315
Farøers (fo), 0615 Occitaans (oc), 1503 Xosa (xh), 2408
Fries (fy), 0625 Oromo (om), 1513 Yoruba (yo), 2515
Iers (ga), 0701 Orija (or), 1518 Zoeloe (zu), 2621
Schots-Keltisch (gd), 0704 Panjabi (pa), 1601
Galicisch (gl), 0712 Pools (pl) , 1612
Aanvullende informatie
Nl
113
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Opmerking over copyright
en handelsmerken
! Dit product is voorzien van technologie
voor de bescherming van auteursrechten
die door bepaalde patenten in de VS wor-
den beschermd en andere intellectuele ei-
gendomsrechten die het eigendom zijn van
Macrovision Corporation en andere recht-
hebbenden. Voor gebruik van deze techno-
logie is toestemming nodig van
Macrovision Corporation. Deze technologie
is uitsluitend bedoeld voor thuisgebruik en
ander kleinschalig gebruik tenzij
Macrovision Corporation anders heeft be-
sloten. Nabouwen of demontage is verbo-
den.
Dvd-video
is een handelsmerk van DVD Format/
Logo Licensing Corporation.
WMA
Windows Media en het Windows-logo zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmer-
ken van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
! Dit product bevat technologie die eigen-
dom is van Microsoft Corporation en mag
niet worden gebruikt of verspreid zonder
een licentie van Microsoft Licensing, Inc.
MP3
Dit product is uitsluitend bedoeld voor niet-
commercieel privégebruik. Het mag niet in
een commerciële omgeving worden gebruikt
voor realtime-uitzendingen (over land, via sa-
telliet, kabel en/of andere media), voor uitzen-
dingen/streaming via internet, intranet en/of
andere netwerken, of in andere elektronische
distributiesystemen zoals betaalradio of audio-
op-aanvraagtoepassingen. Hiervoor is een
aparte licentie nodig. Kijk voor meer informa-
tie op
http://www.mp3licensing.com.
iTunes
iTunes is een handelsmerk van Apple Inc., ge-
deponeerd in de VS en andere landen.
iPod
iPod is een handelsmerk van Apple Inc., gede-
poneerd in de VS en andere landen.
iPhone
iPhone is een handelsmerk van Apple Inc.
Aanvullende informatie
Nl
114
Aanhangsel
Dolby Pro Logic II
Gefabriceerd onder licentie van Dolby
Laboratories. Dolby, Pro Logic en het symbool
double-D zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
DTS Digital Out
Geproduceerd in licentie onder VS patent nr.
5.451.942; andere patenten in de VS en wereld-
wijd zijn opgesteld en hangende. DTS en DTS
Digital Out zijn geregistreerde handelsmerken.
Het DTS-logo en -symbool zijn handelsmerken
van DTS, Inc. © 1996-2007 DTS, Inc. Alle rech-
ten voorbehouden.
DivX
DivX, DivX Certified (DivX-gecertificeerd) en
alle bijbehorende logos zijn handelsmerken
van DivX, Inc. en worden onder licentie ge-
bruikt.
Aanvullende informatie
Nl
115
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Begrippen
AAC
AAC staat voor Advanced Audio Coding en
verwijst naar een standaard voor audiocom-
pressietechnologie die wordt gebruikt met
MPEG 2 en MPEG 4.
Aantal kwantisatiebits
Het aantal quantisatiebits zegt iets over de al-
gemene geluidskwaliteit: hoe hoger de bit-
diepte, hoe beter de geluidskwaliteit. Een
toename in bitdiepte betekent echter ook een
toename in de hoeveelheid gegevens en daar-
mee in de benodigde opslagruimte.
Afspeelregeling (PBC)
Een afspeelregelingssignaal dat is vastgelegd
op video-cds (versie 2.0). Via de menusop
video-cds met PBC kunt u eenvoudige, inter-
actieve software en sof tware met zoekfunctie s
afspelen. U kunt ook stilstaande beelden met
een hoge of standaardresolutie bekijken.
Beeldverhouding
Dit is de breedte-hoogteverhouding van een te-
levisiescherm. Een normaal beeldscherm
heeft een verhouding van 4:3. Een breed-
beeldscherm heeft een verhouding van 16:9,
dus een groter beeld voor een betere weergave
en sfeer.
Bitsnelheid
De bitsnelheid geeft het datavolume per se-
conde aan, oftewel het aantal bits per seconde
(bps). Hoe hoger de bitsnelheid, hoe meer in-
formatie er beschikbaar is voor het reproduce-
ren van het geluid. Voor iedere codeermethode
(zoals MP3) geldt: hoe hoger de bitsnelheid,
hoe beter het geluid.
DivX
DivX is een populaire mediatechnologie van
DivX, Inc. DivX-mediabestanden bevatten sterk
gecomprimeerde video met een hoge beeld-
kwaliteit en hebben toch een relatief kleine be-
standsgrootte. DivX-bestanden kunnen
geavanceerde mediafuncties bevatten zoals
menus, ondertitels en meerdere audiosporen.
Er zijn veel DivX-mediabestanden beschikbaar
op internet, maar u kunt ook de gebruiksvrien-
delijke hulpprogrammas op DivX.com gebrui-
ken om uw eigen DivX-bestanden te maken.
DivX Certified
Apparaten die DivX-Certified (DivX-gecertifi-
ceerd) zijn, zijn officieel getest door de makers
van DivX en kunnen gegarandeerd alle versies
van DivX-video afspelen, inclusief DivX 6.
Dolby Digital
Dolby Digital geeft meerkanaalsaudio tot
maximaal 5.1 individuele kanalen. Dit is het-
zelfde systeem als het Dolby Digital-geluids-
systeem dat in bioscopen wordt gebruikt.
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II kan vijf uitgangskanalen
met volledige bandbreedte creëren uit bron-
nen met twee kanalen. Deze nieuwe technolo-
gie zorgt voor een gescheiden weergave met
vijf kanalen: twee kanalen langs voren, één ka-
naal in het midden en twee kanalen langs ach-
teren. Naast de stand Movie is er ook een
stand Music beschikbaar voor bronnen met
twee kanalen.
DTS
Dit staat voor Digital Theater Systems. DTS is
een geluidssysteem met meerkanaalsaudio
met maximaal zes aparte kanalen.
EXIF (Exchangeable Image File)
Een bestandsindeling die door Fuji Photo Film
is ontwikkeld voor fotobestanden. Deze ge-
comprimeerde bestandsindeling wordt in digi-
tale cameras van verschillende fabrikanten
gebruikt. Behalve de beeldinformatie kunnen
ook de tijd, datum en een miniatuurweergave
van de foto worden opgeslagen.
Aanvullende informatie
Nl
116
Aanhangsel
Hoofdstuk
Dvds zijn verdeeld in hoofdstukken die op de-
zelfde manier zijn genummerd als de hoofd-
stukken van een boek. Bij dvd s met
hoofdstukken kunt u via de hoofdstuknum-
mers snel een bepaalde scène zoeken.
ID3 Tag
Dit is een methode voor het opslaan van infor-
matie over MP3-bestanden. Deze informatie
kan bestaan uit de fragmenttitel, de naam van
de artiest, de albumtitel, het muziekgenre, het
productiejaar, opmerkingen en andere gege-
vens. Deze informatie kan met ID3 Tag-soft-
ware worden bewerkt. Hoewel het aantal
tekens per tag beperkt is, kan deze informatie
worden getoond als het fragment wordt afge-
speeld.
ISO9660-formaat
Dit is de internationale standaard voor de inde-
ling van mappen en bestanden op een cd-rom.
Er bestaan twee niveaus voor het ISO9660-for-
maat.
Niveau 1:
Bestandsnamen worden gegeven in het 8.3-
formaat: maximaal acht tekens voor de naam
(inclusief hoofdletters, cijfers en het teken _),
gevolgd door een bestandsextensie van drie te-
kens.
Niveau 2:
Bestandsnamen kunnen uit maximaal 31 te-
kens bestaan (inclusief het scheidingsteken .
en de bestandsextensie). Elke map bevat min-
der dan 8 hiërarchieën.
Uitgebreide formaten
Joliet:
Bestandsnamen kunnen maximaal 64 tekens
bevatten.
Romeo:
Bestandsnamen kunnen maximaal 128 tekens
bevatten.
JPEG
Dit staat voor Joint Photographic Experts
Group, een internationale compressiestan-
daard voor foto s.
Kinderbeveiliging
Sommige dvds met gewelddadige of seksueel
getinte scènes hebben een kinderbeveiliging
die voorkomt dat kinderen dergelijke scènes te
zien krijgen. Bij dit type disc wordt bij het in-
stellen van het niveau van de kinderbeveiliging
de weergave van scènes die ongeschikt zijn
voor kinderen uitgeschakeld of worden deze
scènes overgeslagen.
Lineaire PCM (LPCM)/
Pulscodemodulatie
Dit staat voor lineaire pulscodemodulatie, het
signaalopnamesysteem dat wordt gebruikt
voor muziek-cds en dvds. Meestal worden
dvds opgenomen met een hogere bemonste-
ringsfrequentie en bitsnelheid dan cds. Daar-
om hebben dvds een betere geluidskwaliteit.
m3u
Speellijsten die met de software WINAMP
zijn gemaakt, dragen de bestandsextensie
voor speellijsten .m3u.
Meerdere camerahoeken
Bij normale tv-programmas worden meerdere
cameras gebruikt om scènes vanuit verschil-
lende standpunten op te nemen, maar alleen
de beelden van één van de cameras worden
naar de tv doorgestuurd. Sommige dvds be-
vatten scènes die vanuit meerdere camerahoe-
ken zijn opgenomen, zodat u zelf het
camerastandpunt kunt kiezen.
Meerdere ondertitelingstalen
Op een dvd kunnen ondertitels in maximaal 32
talen worden vastgelegd, waaruit u kunt kie-
zen.
MP3
MP3 staat voor MPEG Audio Layer 3. MP3 is
een audiocompressiestandaard die is inge-
steld door een werkgroep (MPEG) van de ISO
(International Standards Organization). MP3
kan audiogegevens comprimeren tot ongeveer
een tiende van de grootte op een conventione-
le disc.
Aanvullende informatie
Nl
117
Aanhangsel
Aanvullende informatie
MPEG
Dit staat voor Moving Pictures Experts Group,
een internationale compressiestandaard voor
videobeelden. Sommige dvds bevatten digita-
le audio die met dit systeem is gecomprimeerd
en opgenomen.
MS ADPCM
Dit is de afkorting van Microsoft Adaptive Dif-
ferential Pulse Code Modulation. Dit signaal
wordt door de multimediasoftware van
Microsoft Corporation gebruikt.
Multi-audio (Meerdere gesproken
talen)
Bij sommige dvds zijn de dialogen in meer-
dere talen opgenomen. Op een dvd kunnen
maximaal 8 talen worden opgenomen, waaruit
u kunt kiezen.
Multi-sessie
Multi-sessie is een opnamemethode waarbij
gegevens op een later tijdstip aan een disc
kunnen worden toegevoegd. Als u gegevens
op een cd-rom, cd-r of cd-rw enzovoorts op-
neemt, worden alle gegevens van begin tot
eind als één enkele eenheid of sessie be-
schouwd. Multi-sessie is een methode waarbij
twee of meer sessies op een disc worden op-
genomen.
Packet write
Dit is een algemene term voor een methode
om cd-r-discs enzovoorts te branden, en is ver-
gelijkbaar met het schrijven van bestanden
naar een diskette of een harde schijf.
Regeling dynamisch bereik
Dolby Digital heeft een functie voor het verklei-
nen van het verschil tussen de hardste en
zachtste geluiden: de regeling van het dyna-
misch bereik. Hierdoor zijn geluiden met een
groot dynamisch bereik zelfs op lage geluids-
niveaus duidelijk hoorbaar.
Regionummer
Dvd-spelers en dvds dragen een regionummer
dat aangeeft in welke regio ze zijn gekocht.
Dvds met een ander regionummer dan de
dvd-speler kunnen niet worden afgespeeld.
Titel
Dvd-videodiscs hebben een hoge gegevensca-
paciteit, waardoor er meerdere films op een
disc kunnen worden opgenomen. Als een disc
bijvoorbeeld drie films bevat, zijn ze onderver-
deeld in titel 1, titel 2 en titel 3. Zo kunt u op de
dvd naar de titel zoeken en andere functies ge-
bruiken.
VBR
VBR staat voor Variable Bit Rate (variabele bit-
snelheid). Meestal wordt CBR (Constant Bit
Rate, constante bitsnelheid) gebruikt. Maar
door de bitsnelheid aan de audiocompressie
aan te passen, kunt u geluidskwaliteit met
compressieprioriteit verkrijgen.
WMA
WMA staat voor Windows Media Audio en
verwijst naar een audiocompressietechnologie
die door Microsoft Corporation is ontwikkeld.
WMA-gegevens kunnen met de Windows
Media Player versie 7 of hoger worden geco-
deerd.
Windows Media en het Windows-logo zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmer-
ken van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
Aanvullende informatie
Nl
118
Aanhangsel
Technische gegevens
Algemeen
Spanningsbron ......................... 14,4 V gelijkstroom (10,8 tot
15,1 V toelaatbaar)
Aarding ......................................... Negatief
Max. stroomverbruik .............. 10,0 A
Afmetingen (B × H × D):
DIN
Chassis ..................... 178 mm × 100 mm × 165
mm
Voorkant ................... 171 mm × 97 mm × 9 mm
Gewicht ........................................ 1,7 kg
Display
Schermgrootte/beeldformaat
..................................................... 6,95 inch breed/16:9
(effectief beeld: 155,2 × 81,3
mm)
Pixels ............................................. 336 960 (1 440 × 234)
Weergave ..................................... TFT actieve matrix
Kleursysteem ............................. Compatib el met PAL/
SECAM
Temperatuurbereik (uitgeschakeld)
..................................................... -20 °C t/m +80 °C
Audio
Maximaal uitgangsvermogen
..................................................... 50 W × 4
50 W × 2/4 W + 70 W × 1/2
W (voor de subwoofer)
Doorlopend uitgangsvermogen
..................................................... 22 W × 4 (1 kHz, 5% THD, 4
W belasting, beide kanalen)
Belastingsimpedantie ........... 4 W tot 8 W ×4
4 W tot 8 W ×2+2W ×1
Preout max. uitgangsniveau
..................................................... 4,0 V
Equalizer (parametrische equalizer met drie banden):
Laag
Frequentie ............... 40/80/100/160 Hz
Q-factor .................... 0,35/0,59/0,95/1,15 (+6 dB
indien versterkt)
Gain ............................ ±12 dB
Midden
Frequentie ............... 200/500/1k/2k Hz
Q-factor .................... 0,35/0,59/0,95/1,15 (+6 dB
indien versterkt)
Gain ............................ ±12 dB
Hoog
Frequentie ............... 3,15k/8k/10k/12,5k Hz
Q-factor .................... 0,35/0,59/0,95/1,15 (+6 dB
indien versterkt)
Gain ............................ ±12 dB
HPF:
Frequentie ......................... 50/63/80/100/125 Hz
Afval ..................................... 12 dB/oct
Subwoofer (mono):
Frequentie ......................... 50/63/80/100/125 Hz
Afval ..................................... 18 dB/oct
Gain ...................................... +6 dB tot 24 dB
Fase ...................................... Normaal/tegengesteld
Bass boost:
Gain ...................................... +12 dB tot 0 dB
Dvd-speler
Systeem ....................................... Dvd-video, dvd-vr, video-cd,
cd, WMA, MP3, AAC, DivX,
JPEG-systeem
Bruikbare discs ........................ Dvd-video, video-cd, cd, cd-
r/rw, dvd-r/rw/rdl
Regionummer ........................... 2
Frequentierespons .................. 5 tot 44 000 Hz (met dvd, bij
bemonsteringsfrequentie 96
kHz)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 96 dB (1 kHz) (IEC -A-net-
werk) (RCA-niveau)
Niveau uitgangssignaal:
Video .................................... 1,0 Vp-p/75 W (±0,2 V)
Aantal kanalen .......................... 2 (stereo)
MP3-decoderingsformaat ... MPEG-1 & 2 Audio Layer 3
WMA-decoderingsformaat
..................................................... Versie 7, 7.1, 8, 9, 10, 11 (2
kan. audio)
(Windows Media Player)
AAC-decoderingsformaat ... MPEG-4 AAC (alleen iTunes
gecodeerd) (.m4a)
(versie 8,0 en eerder)
DivX-decoderingsformaat .... Home Theater versie 3, 4,
5.2, 6 (.avi, .divx)
USB
Specificatie USB-standaard
..................................................... USB 1.1, USB 2.0 volledige
snelheid
Maximale voeding ................... 500 mA
USB-klasse ................................. MSC -apparatuur (Mass Sto-
rage Class)
Bestandssysteem .................... FAT16, FAT32
MP3-decoderingsformaat ... MPEG-1 & 2 Audio Layer 3
WMA-decoderingsformaat
..................................................... Versie 7, 7.1, 8, 9, 10, 11 (2
kan. audio)
(Windows Media Player)
AAC-decoderingsformaat ... MPEG-4 AAC (alleen iTunes
gecodeerd) (.m4a)
(versie 8,0 en eerder)
Aanvullende informatie
Nl
119
Aanhangsel
Aanvullende informatie
FM-tuner
Frequentiebereik ...................... 87,5 MHz tot 108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 9 dBf (0,7 µV/75 W, mono,
S/N: 30 dB)
Verhouding signaal-tot-ruis
..................................................... 72 dB (IEC -A netwerk)
MW-tuner
Frequentiebereik ...................... 531 kHz tot 1 602 kHz (9
kHz)
Bruikbare gevoeligheid ......... 25 µV (S/N: 20 dB)
Verhouding signaal-tot-ruis
..................................................... 62 dB (IEC -A netwerk)
LW-tuner
Frequentiebereik ...................... 153 kHz tot 281 kHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 28 µV (S/N: 20 dB)
Verhouding signaal-tot-ruis
..................................................... 62 dB (IEC -A netwerk)
Opmerking
Technische gegevens en ontwerp kunnen ter pro-
ductverbetering zonder voorafgaande kennisge-
ving worden gewijzigd.
Aanvullende informatie
Nl
120
Aanhangsel
A
Afspeelregeling (PBC) ..................................116
Audiotaal ..............................................29,.43,.57
B
Beeldverhouding .....................................58, .116
Bladwijzer .........................................................27
Breedbeeldstand .............................................66
C
Camerahoekpictogram ...................................58
Codenummer ...................................................59
Contrast ............................................................67
D
DivX ...................................................16,.115,.116
DivX Certified .................................................116
Dolby Digital ..............................................9,.116
Dolby Pro Logic II .................................115,.116
DTS .............................................................9,.116
E
EXIF .................................................................116
H
Helderheid .......................................................67
Hoekpictogram ................................................29
Hoofdstuk .......................................................117
J
JPEG ...............................................................117
K
Kinderbeveiliging ....................................59,.117
Kleur .................................................................67
L
Lineaire PCM (LPCM) ...................................117
M
Meerdere camerahoeken .......................29,.117
Meerdere ondertitelingstalen ......................117
Menutaal ..........................................................58
MPEG ..............................................................118
Multi-audio .........................................29,.43,.118
Multi-ondertiteling .....................................29,.44
O
Ondertitelingstaal ................................29,.44,.57
P
PBC (afspeelregeling) .....................................32
R
Regeling dynamisch bereik .........................118
Regionummer ............................................8,.118
T
Taalcodekaart .................................................113
Tint ....................................................................67
Titel .................................................................118
Tv-aspect ..........................................................58
V
Video-cd ..........................................................105
Inhoudsopgave
Nl
121
PIONEER CORPORATION
4-1, MEGURO 1-CHOME, MEGURO-KU
TOKYO 153-8654, JAPAN
PIONEER ELECTRONICS (USA) INC.
P.O. Box 1540, Long Beach, California 90801-1540, U.S.A.
TEL: (800) 421-1404
PIONEER EUROPE NV
Haven 1087, Keetberglaan 1, B-9120 Melsele, Belgium/Belgique
TEL: (0) 3/570.05.11
PIONEER ELECTRONICS ASIACENTRE PTE. LTD.
253 Alexandra Road, #04-01, Singapore 159936
TEL: 65-6472-755 5
PIONEER ELECTRONICS AUSTRALIA PTY. LTD.
178-184 Boundary Road, Braeside, Victoria 3195, Australia
TEL: (03) 9586-6300
PIONEER ELECTRONICS OF CANADA, INC.
300 Allstate Parkway, Markham, Ontario L3R 0P2, Canada
TEL: 1-877-2 83-5901
TEL: 905-479-441 1
PIONEER ELECTRONICS DE MEXICO, S.A. de C.V.
Blvd.Manuel Avila Camacho 138 10 piso
Col.Lomas de Chapultepec, Mexico, D.F. 11000
TEL: 55-9178-427 0
: 台北4413
(02) 2521-3588
9901-6
(0852) 2848-6488
Uitgegeven door Pioneer Corporation.
Copyright © 2008 by Pionee r Corporation.
Alle rechten voorbehouden.
<CRB2883-A/N> EW
<KSNZX> <08J00000>
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122

Pioneer AVH-P4100DVD Handleiding

Type
Handleiding