BD Alaris DS Handleiding

Categorie
Waterpompen
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1000DF00444 Iss. 2
1/210
Page
Directions For Use - English .................................................................................... 2
Mode d'emploi - Français ........................................................................................ 15
Gebrauchsanweisung - Deutsch ............................................................................. 28
Gebruiksaanwijzing - Nederlands .......................................................................... 42
Instrucciones de uso - Español ............................................................................... 55
Bruksanvisning - Svenska ....................................................................................... 68
Käyttöohje - Suomi .................................................................................................. 81
Instruções de utilização - Português ..................................................................... 94
Használati utasítás - Magyar .................................................................................. 107
Brugsanvisning - Dansk .......................................................................................... 120
Bruksanvisning - Norsk ........................................................................................... 133
Istruzioni - Italiano .................................................................................................. 146
Kullanım Talimatları - Türkçe................................................................................... 159
Instrukcja obsługi - Polski ...................................................................................... 172
Instrucţiuni de utilizare - Română ......................................................................... 185
Упатство за употреба - македонски .................................................................... 198
1000DF00444 Iss. 2
42/210
Info over deze handleiding
Vóór gebruik dient de gebruiker zeer vertrouwd te zijn met het in deze handleiding beschreven Docking Station.
Raadpleeg de relevante Aanwijzingen voor gebruik (Directions For Use) voor de correcte bediening van de pompen.
Alle illustraties in deze handleiding tonen kenmerkende waarden en instellingen die kunnen worden gebruikt bij het instellen van de
functies van het Docking Station. Deze instellingen en waarden zijn alleen bedoeld ter illustratie. De volledige reeks instellingen en
waarden staan aangegeven in de sectie Specificaties.
Inhoud
Inleiding
Het Alaris® DS Docking Station (hierna genoemd het “Docking Station”) is ontworpen als een modulair systeem. Het systeem bevat
modules voor de Alaris®-productreeks van infusiepompen.
Meerdere Alaris®-infusiepompen aangesloten op één centraal beheersystem.
Minder losliggende kabels door gebruik van één voedingsingang.
Medical Device Interface (interface voor medische apparatuur, MDI) – een uniek bevestigingsmechanisme.
Eenvoudige installatie door aanpasbaar modulair ontwerp.
Efficiënte opzet van configuraties met meerdere toevoerbuizen.
De merknaam Asena® is onlangs gewijzigd in de merknaam Alaris®. Deze wijziging van merknaam heeft geen invloed op het beoogde
gebruik of de functionaliteit van het product. De voor gebruik met dit product aanbevolen pomp en accessoires kunnen betrekking
hebben op zowel de merknaam Asena® als Alaris®; beide types zijn geschikt voor gebruik met dit Docking Station.
Beoogd gebruik:
Het beoogde gebruik van het Docking Station is aanvullende bevestigingsmogelijkheden voor en voeding van de Alaris®-productreeks van
infusiepompen in een operatieve omgeving zoals aangegeven in deze Aanwijzingen voor gebruik (Directions For Use - DFU). In dergelijke
omgevingen kan het apparaat worden blootgesteld aan de volgende soorten behandelingen en therapieën:
vloeistofbehandeling, bloedtransfusies, parenterale voeding, behandelingen met geneesmiddelen, chemotherapie, dialyse en anesthesie.
Het ontwerp van het Alaris® Gateway Workstation is dusdanig dat het geen rechtstreekse invloed heeft op het infusieproces.
Page
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Info over deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Kenmerken van het Alaris® DS Docking Station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
Omschrijving van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Beginnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
Speci caties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
Producten en reserveonderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
Contactpersonen voor service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
1000DF00444 Iss. 2
43/210
Kenmerken van het Alaris® DS Docking Station
Horizontale
behuizing
Infuuszakhaken (2,5 kg max. totaal - 2 kg
bij transport op een trolley)
In hoogte
verstelbare
stang met
handgreep
Vergrendelingshandwiel
Spanningsmodule
Netingang
Aansluiting
potentiaalvereffening
(PE)
Voorbeeld van een typische configuratie van het Docking Station.
AAN/UIT-schakelaar
Verticale
behuizing
Pompmodule
Bevestigingsrail apparaat
Netuitgang
Infrarode
communicatiepoort
Moduleonderbreker
Waarschuwings-LED
(lichtdiode)
Specificatieplaatje (op
achterzijde - zie de
sectie Omschrijving
van de symbolen voor
een verklaring van de
gebruikte symbolen).
T-stuk
Vergrendelingshendel
A
Zie Voorzorgsmaatregelen voor gebruik en Specificaties voor het maximumaantal Alaris®-infusiepompen dat is
toegestaan bij het gebruik van een trolley.
1000DF00444 Iss. 2
44/210
Omschrijving van de symbolen
Labelsymbolen:
Symbool Omschrijving
w
Attentie (raadpleeg de bijgeleverde documentatie)
x
Aansluiting potentiaalvereffening (PE)
O
Beschermd tegen verticaal vallende waterdruppels
r
Wisselstroom
Het apparaat voldoet aan de vereisten van de Richtlijn van de Raad 93/42/EEC
zoals gewijzigd door 2007/47/EC.
T
Fabricagedatum
t
Fabrikant
U
Niet voor gemeentelijke afvalverwerking
A
Belangrijke informatie
W
Vermogen zekering
EC REP Geautoriseerde vertegenwoordiger in de Europese Gemeenschap
1000DF00444 Iss. 2
45/210
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
De pomp bevestigen
H
De op het Docking Station aangesloten pompen moeten binnen 1,0 m boven of onder het hart van
de patiënt worden opgesteld. De meest nauwkeurige drukmeting in de extensieset wordt verkregen
wanneer u de pomp ter hoogte van het hart van de patiënt plaatst.
I
U mag het Docking Station niet bevestigen in een dusdanige positie dat de spuit naar boven gericht is,
aangezien dit kan leiden tot het infunderen van lucht die zich in de spuit bevindt. Om de introductie
van lucht te voorkomen dient de gebruiker de voortgang van de infusie, de spuit, de extensielijn en de
aansluitingen op de patiënt regelmatig te controleren en de pomp te prepareren volgens de in deze
handleiding aangegeven Aanwijzingen voor gebruik (Directions For Use).
U mag het Docking Station niet bevestigen op een wijze waarbij de netingang naar boven wijst, aangezien
dit de elektrische veiligheid kan beïnvloeden in het geval er vloeistof wordt gemorst over het Docking
Station. Zorg ervoor dat het Docking Station wordt bevestigd in een verticale positie.
De stang waaraan het Docking Station wordt bevestigd, moet ten minste vier maal zo zwaar zijn als het
gewicht van het volledig belaste Docking Station (zie de tabel in de sectie ‘Specificaties’ voor het gewicht
van elke configuratie van het Docking Station).
De trolley van het Alaris® DS Docking Station is ontworpen voor het vervoer van maximaal 9 pompen (6
spuitpompen en 3 volumetrische pompen). Gebruik op de trolley geen configuratie die groter is dan deze
(zie de tabel in de sectie ‘Specificaties’).
Het Docking Station mag alleen aan een verplaatsbare infuusstandaard worden bevestigd als de stabiliteit
en sterkte van de constructie is beoordeeld aan de hand van de norm IEC/EN60601-1 voor mobiele
apparatuur.
Op de netuitgangen mogen geen andere apparaten dan Alaris®-infusiepompen worden aangesloten.
Het toegestaande aardingsspanningsverlies van het systeem mag worden overschreden als er andere
apparatuur is aangesloten.
Elektromagnetische compatibiliteit en interferentie
M
Dit Docking Station (uitgerust met pompen) is beschermd tegen de invloed van externe interferentie,
inclusief hoogenergetische radiofrequentie-emissies, magnetische velden en elektrostatische ontlading
(bijvoorbeeld ten gevolge van elektrochirurgische en cauterisatieapparatuur, grote motoren, draagbare
radios, mobiele telefoons, enzovoort) en is zodanig ontworpen dat deze veilig in gebruik blijft bij
buitensporige interferentieniveaus .
Het Docking Station valt buiten het bereik van CISPR 11, aangezien het geen wisselstroom of geschakelde
signalen van meer 9 kHz gebruikt. Derhalve zijn de radiofrequentie-emissies zeer laag en is het
onwaarschijnlijk dat deze interferentie met de elektronische apparatuur in de nabijheid veroorzaken. Dit
Docking Station (uitgerust met pompen) geeft echter wel een bepaalde hoeveelheid elektromagnetische
straling af, maar deze blijft binnen de niveaus die zijn aangegeven in IEC/EN60601-1-2 en IEC/EN60601-
2-24. Als het Docking Station (uitgerust met pompen) een invloed heeft op andere apparatuur, moeten
voorzorgsmaatregelen worden genomen om de gevolgen hiervan tot een minimum te beperken,
bijvoorbeeld door de positie of locatie ervan te wijzigen.
Gevaren
B
Er bestaat explosiegevaar als het Docking Station wordt gebruikt in de nabijheid van brandbare anesthetica.
Verwijder het Docking Station voorzichtig uit de omgeving van dergelijke gevaarlijke stoffen.
A
Gevaarlijke spanning: Er bestaat gevaar voor elektrische schokken als de behuizing van het Docking Station
wordt geopend of verwijderd. Laat onderhoudswerkzaamheden alleen uitvoeren door gekwalificeerd
onderhoudspersoneel.
Wanneer het systeem op een externe stroombron wordt aangesloten, moet er een drieaderige voeding
(stroom, neutraal, aarde) worden gebruikt. Als niet zeker is of de externe beschermingsgeleider van de
installatie nog intact is of als er twijfels bestaan over de correcte bevestiging, dient u het Docking Station
niet te gebruiken.
Als het Docking Station is gevallen of is blootgesteld aan overmatig vocht, gemorste vloeistof, vochtigheid
of hoge temperatuur, of als u een andere beschadiging vermoedt, stelt u het apparaat buiten gebruik
en laat het controleren door een gekwalificeerd onderhoudstechnicus. Als u het Docking Station wilt
verplaatsen of opslaan, dient u, voor zover mogelijk, de originele verpakking te gebruiken en de instructies
met betrekking tot temperatuur, vochtigheid en druk op te volgen zoals die zijn opgenomen in de sectie
‘Specificaties’ en op de buitenverpakking.
1000DF00444 Iss. 2
46/210
Gebruiksomgeving
Gebruikers van het Docking Station dienen alle instructies in deze handleiding te lezen vóór dat ze dit
medische apparaat gebruiken.
Het Docking Station is geschikt voor alle gebouwen, inclusief gebouwen voor bewoning en die gebouwen
die rechtstreeks zijn aangesloten op het openbare stroomvoedingsnetwerk met lage spanning dat stroom
levert aan voor bewoning gebruikte gebouwen.
Bij de installatie van een Docking Station dient te worden beoordeeld of er potentiële risico’s bestaan
betreffende de omleiding van elektrische kabels en infuussystemen. Daar waar nodig, dienen bijzondere
maatregelen te worden onderkend en geïmplementeerd.
Het Docking Station dient alleen te worden gebruikt in combinatie met compatibele CareFusion-
producten en -accessoires en de juiste infuuszakken en systemen.
Bij de behandeling van patiënten moet elk Docking Station aan de zorg van slechts één patiënt worden
besteed.
Dit Docking Station is niet bedoeld voor gebruik in de nabijheid van brandbare anesthesiemengsels met
lucht of zuurstof of lachgas.
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik (vervolg)
1000DF00444 Iss. 2
47/210
A
Lees deze Aanwijzingen voor gebruik zorgvuldig door alvorens het Docking Station te gaan gebruiken.
1. Controleer of het Docking Station compleet en onbeschadigd is, en ga na of het voltage dat op de label staat vermeld, overeenkomt
met de netvoeding.
2. De meegeleverde onderdelen zijn:
Alaris® DS Docking Station
Aanwijzingen voor gebruik (Directions For Use)
Beschermende verpakking
Beginnen
Eerste installatie
Voedingsingang
Het Docking Station heeft een eigen voedingsdistributiecircuit. De wisselstroom wordt aangeleverd via een standaard IEC-connector in
spanningsmodule. Een verlichte voedingsschakelaar geeft aan wanneer de voedings is ingeschakeld.
Het Docking Station beschikt over een dubbele zekeringhouder die de wisselstroomingang beschermt. Zowel de stroomdragende fase als
de nulfase worden door de zekeringen beschermd.
A
Als het LED-lampje op een module voor de infusiepomp brandt terwijl er geen pomp op de module is aangesloten,
dient u uit te gaan van een storing van de voeding naar de module. Stel het Docking Station buiten gebruik en
neem contact op met een erkende onderhoudstechnicus.
De in hoogte verstelbare stang is ontworpen als een handige manier om de infuuszakken met vloeistof veilig aan het Docking Station op
te hangen. De stang ondersteunt een maximale belasting van 2,5 kg per infuuszakhaak (2 kg bij transport op een trolley). De stang wordt
veilig op zijn plaats gehouden middels een klem en een vergrendelingshendel. Dit biedt aanvullende flexibiliteit bij het kiezen van de
vereiste hoogte van de zakken met vloeistof. U gebruikt de klem als volgt:
1. Neem de klem vast aan het onderste gedeelte van de stang en draai voorzichtig het handwiel los.
2. Zet de vergrendelingshendel vrij terwijl u de stang vasthoudt; hierdoor kan de stang vrijelijk bewegen.
3. Stel de stang dusdanig in dat de zak met vloeistof op de gewenste hoogte komt te hangen.
4. Draai het handwiel vast om de stang veilig in die positie vast te zetten.
In hoogte verstelbare infuuszakhaken
1000DF00444 Iss. 2
48/210
De draainok kan worden bevestigd op de rechthoekige stang op het Docking Station.
1. Plaats de draainok aan de achterzijde van de pomp op één lijn met de rechthoekige stang op het Docking Station.
2. Houd de pomp horizontaal en druk de pomp stevig op de rechthoekige stang.
Controleer of de pomp stevig in positie op de stang ‘klikt’.
3. Controleer of k op de pomp gaat branden.
A
De voeding naar een module en dus ook naar de pomp komt pas beschikbaar wanneer de pomp zich op de
correcte plaats op de module bevindt.
4. Om de pomp te verwijderen, drukt u de ontgrendelingshendel in en trekt u de pomp naar u toe.
5. Controleer of het rode LED-lampje op de module niet brandt nadat de pomp is verwijderd.
A
Als het LED-lampje blijft branden nadat de pomp is afgekoppeld, schakelt u het Docking Station UIT, stelt u deze
buiten werking en neemt u contact op met een erkende onderhoudstechnicus.
Een Alaris®-infusiepomp aanbrengen
Bevestigingsrail
apparaat
Draainok
Ontgrendelingshendel (indrukken om te ontgrendelen)
Beginnen (vervolg)
Rechthoekige stang
Ontgrendelingshendel
(indrukken om te
ontgrendelen)
Draainok
A
Het wordt aanbevolen om de zakken met
infuusvloeistof op een haak te hangen direct
boven de pomp waarmee ze worden gebruikt. Dit
minimaliseert de kans op verwarring van infuussets
bij gebruik van meerdere volumetrische pompen.
Horizontaal gedeelte
1000DF00444 Iss. 2
49/210
Beginnen (vervolg)
Bevestigen van het Docking Station op de trolley
Wanneer u de trolley met daarop een Docking Station verplaatst, dient u de onderstaande instructies op te volgen.
Verwijder alle overbodige bevestigingen en ga tijdens het transport voorzichtig met het Docking Station om.
Tijdens het transport mag maximaal 2 kg aan zakken met vloeistof aan de haken van het Docking Station zijn bevestigd.
Controleer dat de verstelbare stang in een zo laag mogelijke stand staat.
A
Controleer vóór het transport of de constructie op de juiste wijze is gestabiliseerd en in evenwicht is.
1. Bevestig de montagesets aan de verticale behuizing van het Docking Station.
2. Bevestig de bovenste en onderste montagebeugel van het Docking Station aan
de trolley, pas de tussenruimte van de beugels aan aan de trolley en draai deze
vast voor een veilige bevestiging van het Docking Station.
A
Bevestig het Docking Station niet dusdanig op de trolley dat
het bovenste gedeelte van het Docking Station zich meer dan
160 cm boven de vloer bevindt.
De trolley is dusdanig ontworpen dat deze geschikt is voor
een Docking Station met een belasting van maximaal 9
pompen (6 spuitpompen en 3 volumetrische pompen - zie de
sectie ‘Specificaties’).
Wanneer u extra pompen/apparatuur op of aan de trolley
laadt of bevestigt, dient u altijd te controleren dat de
constructie op de juiste wijze wordt gestabiliseerd en in
evenwicht wordt gebracht.
Transport van het Docking Station op de trolley met bevestiging van optionele stangen
Per enkele stang,
maximaal 8,5 kg
aan massa
Zorg ervoor dat
zijstangen in een
zo laag mogelijke
positie zijn
Aan elke
stang,
maximaal
4,25 kg aan
massa
160 cm - max.
hoogte van het
DS tot de vloer
2 kg - max.
gewicht van
zakken met
vloeistof bij
verplaatsing van
de trolley
Wanneer u de trolley met daarop het Docking Station en
met bevestiging van optionele stangen verplaatst, dient u de
onderstaande instructies op te volgen.
Bevestig niet meer dan 2 kg aan zakken met vloeistof aan
de haken.
Controleer dat de verstelbare stang(en) in een zo laag
mogelijke stand staat (staan).
Verwijder alle overbodige bevestigingen en ga tijdens het
transport voorzichtig met het Docking Station om.
Bevestig geen massa van meer dan 8,5 kg aan een
afzonderlijke zijstang of 4,25 kg aan beide stangen.
Bevestig geen pompen op meer dan 160 cm boven de vloer
aan de stangen; de stangen mogen niet in een neerwaartse
positie staan.
Verplaatsen van het Docking Station na bevestiging op een trolley
w
A
Controleer vóór het transport of de constructie
op de juiste wijze is gestabiliseerd en in
evenwicht is.
w
1000DF00444 Iss. 2
50/210
Aantal
verticale
modules
Aantal
horizontale
modules
Infuuszakhaken Hoogte*
(mm)
Breedte*
(mm)
Diepte*
(mm)
Maximum gewicht
(ong. in kg)
Geschikt voor trolley
2 0 - 390 170 70 3.5
**
4 0 - 630 170 70 5,0
4 2 2 860 385 160 8,4
4 3 3 860 550 160 9,7
4 4 2/2 860 780 160 11,8
6 0 - 870 170 70 7,0
6 2 2 1100 385 160 10,4
6 3 3 1100 550 160 11,7
6 4 2/2 1100 780 160 13,8
8 0 - 1110 170 70 9,0
8 2 2 1340 385 160 12,4
8 3 3 1340 550 160 13,7
8 4 2/2 1340 780 160 15,8
Specificaties
Materiaal - Geanodiseerde aluminiumbehuizing.
Elektrisch - Voedingsspanning 230 V wisselspanning, 50 of 60 Hz, 500 VA (nominaal). Zekeringen 2 x T5 ampère met tegengaan van
piekbelastingen (5 x 20 mm) in ingang spanningsmodule.
Netuitgangswaarden 20 VA, max. 230 V, 50-60 Hz
Omgeving - Bedrijfstemperatuur +5 °C tot +40 °C
Relatieve vochtigheid voor gebruik 20% - 90%
Atmosferische bedrijfsdruk 700 hPa – 1060 hPa
Transporttemperatuur -20 °C tot +50 °C
Relatieve vochtigheid transport 15% - 95% (niet-condenserend)
Atmosferische transportdruk 500 hPa – 1060 hPa
Naleving van richtlijnen - Elektrische / mechanische veiligheid - voldoet aan IEC/EN60601-1.
Classificatie - Continu in bedrijf
Mechanisch -
*
Met haken voor zakken op minimale hoogte. Exclusief trolley.
** 80083UN00-00 + 1000SP01187
1000DF00444 Iss. 2
51/210
Procedures voor routine onderhoud
Onderhoud
Om te zorgen dat dit Docking Station goed blijft functioneren, is het belangrijk dat u het schoonhoudt en dat u de routineonderhoudsprocedures
uitvoert die hieronder worden beschreven. Reparaties mogen uitsluitend worden verricht door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus
op basis van de handleiding Technisch onderhoud (TSM).
Schakelschema’s en lijsten met onderdelen, alsmede alle overige onderhoudsinformatie die de gekwalificeerde onderhoudstechnicus
kunnen helpen bij het uitvoeren van reparaties aan de als te repareren aangeduide onderdelen, zijn op verzoek verkrijgbaar bij
CareFusion.
A
Als het Docking Station valt, beschadigd wordt of blootgesteld wordt aan overmatige vochtigheid of hoge
temperaturen, dient dit onmiddellijk buiten gebruik te worden gesteld voor onderzoek door een gekwalificeerde
onderhoudstechnicus.
Alle preventieve en correctieve onderhoudswerkzaamheden en dergelijke zullen worden uitgevoerd op een daarvoor
geschikte locatie overeenkomstig de verstrekte informatie. CareFusion is op geen enkele wijze verantwoordelijk in het
geval één van deze handelingen wordt uitgevoerd in strijd met de door CareFusion verstrekte instructies of informatie.
Vervangen van de wisselstroom zekeringen
Als het accusymbool van het Docking Station continu brandt en de spanningsschakelaar niet brandt als u het station hebt aangesloten
op de netspanning en hebt INgeschakeld, is ofwel de interne zekering, ofwel de eventueel aangebrachte voedingszekering in de stekker
doorgebrand.
Controleer eerst de voedingszekering in de netspanningsstekker, indien aanwezig. Als het voedingsindicatorlampje niet brandt, moet het
Docking Station buiten gebruik worden gesteld.
Wij raden u aan de interne wisselstroomzekeringen alleen door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus te laten vervangen. Voor
uitgebreidere informatie over het vervangen van interne wisselzekeringen verwijzen wij naar de handleiding Technisch onderhoud.
Interval Procedure voor routine onderhoud
Bij laden van een Alaris®-
infusiepomp
Controleer of elke pomp op de juiste wijze is aangesloten op de desbetreffende elektrische
aansluitingen en of deze mechanisch in positie is vergrendeld.
Bij verwijderen van een
Alaris®-infusiepomp
Controleer of het rode LED-lampje UIT gaat wanneer de pomp wordt afgekoppeld. Als het LED-
lampje BLIJFT branden, moet het Docking Station worden gecontroleerd door een gekwalificeerde
onderhoudstechnicus.
Volgens het ziekenhuisbeleid Reinig de externe oppervlakken van het Docking Station grondig vóór en na een lange periode van
opslag.
Minimaal één maal per jaar
(Raadpleeg de handleiding
Technisch onderhoud voor de
identificatie van de onderdelen)
1. Controleer de stopcontacten, communicatieaansluitingen , netspanningsaansluiting en kabel op
beschadigingen.
2. Voer veiligheidscontroles voor de elektriciteit uit. Het spanningsverlies van de gehele eenheid
moet worden gemeten. Als de waarde groter is dan 500 μA, mag het Docking Station niet worden
gebruikt, maar moet het worden gecontroleerd door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus.
A
Als de zekering blijft doorbranden, is er waarschijnlijk een elektrische storing en moeten de pomp en de
stroomvoorziening worden gecontroleerd door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus.
1000DF00444 Iss. 2
52/210
Onderhoud (vervolg)
Reiniging en opslag
Alvorens de pomp te gebruiken bij een nieuwe patiënt en periodiek tijdens gebruik, dient het Docking Station gereinigd te worden door
het af te nemen met een pluisvrije doek, bevochtigd met warm water en een standaard desinfecterend middel / reinigingsmiddel. Voor
het reinigen van de onderplaat van de trolley dient u, in verband met de schurende afdeklaag op de onderplaat van de trolley, een zachte borstel
met warm water en een standaard desinfecterings- / reinigingsmiddel te gebruiken.
Aanbevolen reinigingsmiddelen zijn:
Merk Concentratie
Hibiscrub 20% (v/v)
Virkon 1% (w/v)
Gebruik de volgende desinfecterende soorten niet:
Desinfectantia die corrosief zijn voor metalen, mogen niet worden gebruikt, zoals onder andere:
NaDcc (zoals Presept),
Hypochlorieten (zoals Chlorasol)
Aldehyden (zoals Cidex),
Kationische surfactanten (zoals benzalkoniumchloride).
Het gebruik van jodium (zoals Betadine) veroorzaakt oppervlakteverkleuringen.
Geconcentreerde reinigingsmiddelen op basis van isopropylalcohol kunnen plastic onderdelen afbreken.
A
Voordat u de pomp schoonmaakt moet u deze altijd UIT-schakelen en de stekker uit het stopcontact halen. Laat
nooit vloeistof doordringen tot in de pompen, modules of elektrische contacten en vermijd excessieve opeenhoping
van vloeistof op het oppervlak van pompen of modules.Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen, aangezien
deze het uitwendige oppervlak van het Docking Station kunnen beschadigen. Niet stoomautoclaveren, niet
steriliseren met ethyleenoxide en de pomp niet onderdompelen in vloeistof.
Afvoer
Informatie voor gebruikers over de afvoer van elektrische en elektronische apparatuur
Dit
U-symbool op het product en/of bijbehorende documenten duidt erop dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet op
dezelfde wijze mogen worden afgevoerd als gemeentelijk afval.
Als u elektrische en elektronische apparatuur wilt afvoeren, dient u contact op te nemen met het plaatselijke CareFusion-kantoor of de
distributeur voor aanvullende informatie.
Het op de juiste wijze afvoeren van dit product draagt bij aan de conservering van waardevolle middelen en voorkomt een potentieel
nadelig effect op de volksgezondheid en het milieu, wat het resultaat zou kunnen zijn van een onjuiste afvalverwerking.
Informatie over afvoer in landen buiten de Europese Unie.
Dit symbool is uitsluitend geldig binnen de Europese Unie. Dit product dient te worden afgevoerd met inachtneming van milieufactoren.
Alle onderdelen kunnen op veilige wijze worden afgevoerd volgens de plaatselijke regelgeving.
1000DF00444 Iss. 2
53/210
Producten en reserveonderdelen
Reserveonderdelen
Een uitgebreide lijst van reserveondedelen voor deze pomp treft u aan in het handleiding Technisch onderhoud.
handleiding Technisch onderhoud (1000SM00001) is nu in elektronisch vorm verkrijgbaar via het World Wide Web:-
www.carefusion.com/alaris-intl/
Voor toegang tot onze handleidingen zijn een gebruikersnaam en wachtwoord nodig. Voor de juiste gegevens om in te kunnen loggen
kunt u contact opnemen met uw plaatselijke klantenservice.
Alaris®-infusiesysteem
Het scala van producten binnen de productfamilie van Alaris®-infusiesystemen omvat:
1
Neem voor Docking Stations en werkstation contact op met uw eigen Customer Services-vertegenwoordiger voor de beschikbaarheid van configuraties en onderdeelnummers.
Onderdeelnummer Omschrijving
80013UN01 Alaris® GS-spuitpomp
80023UN01 Alaris® GH-spuitpomp
80033UND1 Alaris® CC-spuitpomp
80043UN01 Alaris® TIVA-spuitpomp
80053UN01 Alaris® PK-spuitpomp
80033UND1-G Alaris® CC-spuitpomp met Guardrails®-beveiligingssoftware
80023UN01-G Alaris® GH-spuitpomp met Guardrails®-beveiligingssoftware
274 Alaris® Transporter
80283UNS00-xx
1
Alaris® DS Docking Station
80203UNS0x-xx
1
Alaris® Gateway Workstation
Onderdeelnummer Omschrijving
0000EL00889
Elektriciteitskabel - Verenigd Koninkrijk
1001FAOPT92
Elektriciteitskabel - Europa
1000SP00169
Montageset - paalklem
1000SP00655
Montageset - Drager-stang
1000SP00192
Montageset - onderbreker
80083UN00-00
Trolley voor Docking Station
4017418
Set voor optionele zijstang
1000DF00444 Iss. 2
54/210
Voor onderhoud kunt u contact opnemen met uw plaatselijke filiaal of de distributeur.
Contactpersonen voor service
AE CN GB NZ
CareFusion,
PO Box 5527,
Dubai, United Arab
Emirates.
CareFusion,
Shanghai Representative Office,
Suite A, Floor 24,
Shanghai Times Square Office
Building,
No.500 Zhangyang Road,
Shanghai 200122, China.
CareFusion,
The Crescent, Jays Close,
Basingstoke,
Hampshire, RG22 4BS,
United Kingdom.
CareFusion,
14B George Bourke Drive,
Mt Wellington 1060,
PO Box 14-518,
Panmure 1741, Auckland,
New Zealand
Tel: (971) 4 28 22 842 Tel: (86) 21 58368028 Tel: (44) 0800 917 8776 Tel: 09 270 2420
Freephone: 0508 422734
Fax: (971) 4 28 22 914 Fax: (86) 21 58368017 Fax: (44) 1256 330860 Fax: 09 270 6285
AU DE HU SE
CareFusion,
3/167 Prospect Highway,
PO Box 355
Seven Hills, NSW 2147,
Australia.
CareFusion,
Pascalstr. 2,
52499 Baesweiler,
Deutschland.
CareFusion,
Döbrentei tér 1,
H-1013 Budapest,
Magyarország.
CareFusion,
Hammarbacken 4B,
191 46 Sollentuna,
Sverige.
Tel: (61) 2 9838 0255 Tel: (49) 2401 604 0 Tel: (36) 14 88 0232
Tel: (36) 14 88 0233
Tel: (46) 8 544 43 200
Fax: (61) 2 9674 4444 Fax: (49) 2401 604 121 Fax: (36) 12 01 5987 Fax: (46) 8 544 43 225
BE DK IT US
CareFusion,
Leuvensesteenweg 248 D,
1800 Vilvoorde,
Belgium.
CareFusion,
Firskovvej 25 B,
2800 Lyngby,
Danmark.
CareFusion,
Via Ticino 4,
50019 Sesto Fiorentino,
Firenze, Italia.
CareFusion,
10020 Pacific Mesa Blvd.,
San Diego, CA 92121,
USA.
Tel: (32) 2 267 38 99 Tlf. (45)70 20 30 74 Tél: (39) 055 30 33 93 00 Tel: (1) 800 854 7128
Fax: (32) 2 267 99 21 Fax. (45)70 20 30 98 Fax: (39) 055 34 00 24 Fax: (1) 858 458 6179
CA ES NL ZA
CareFusion,
235 Shields Court,
Markham,
Ontario L3R 8V2,
Canada.
CareFusion,
Edificio Veganova,
Avenida de La Vega, nº1,
Bloque 1 - Planta 1,
28108 Alcobendas, Madrid,
España.
CareFusion,
De Molen 8-10,
3994 DB Houten,
Nederland.
CareFusion,
Unit 2 Oude Molen Business
Park,
Oude Molen Road, Ndabeni,
Cape Town 7405, South Africa.
Tel: (1) 905-752-3333 Tel: (34) 902 555 660 Tel: (31) 30 228 97 11 Tel: (27) (0) 860 597 572
Tel: (27) 21 510 7562
Fax: (1) 905-752-3343 Fax: (34) 902 555 661 Fax: (31) 30 225 86 58 Fax: (27) 21 5107567
CH FR
NO
CareFusion Switzerland 221
Sàrl
Critical Care
A-One Business Centre
Zone d’activitiés Vers-la-
Pièce n° 10
1180 Rolle / Switzerland
CareFusion,
Parc d’affaire le Val Saint Quentin
2, rue René Caudron
78960 Voisins le Bretonneux
France
CareFusion,
Solbråveien 10 A,
1383 ASKER,
Norge.
Ph.: 0848 244 433 Tél: (33) 1 30 05 34 00 Tel: (47) 66 98 76 00
Fax: 0848 244 100 Fax: (33) 1 30 05 34 43 Fax: (47) 66 98 76 01

Documenttranscriptie

Page  Directions For Use - English .................................................................................... 2  Mode d'emploi - Français ........................................................................................ 15  Gebrauchsanweisung - Deutsch............................................................................. 28  Gebruiksaanwijzing - Nederlands.......................................................................... 42  Instrucciones de uso - Español ............................................................................... 55  Bruksanvisning - Svenska ....................................................................................... 68  Käyttöohje - Suomi.................................................................................................. 81  Instruções de utilização - Português ..................................................................... 94  Használati utasítás - Magyar .................................................................................. 107  Brugsanvisning - Dansk .......................................................................................... 120  Bruksanvisning - Norsk ........................................................................................... 133  Istruzioni - Italiano .................................................................................................. 146  Kullanım Talimatları - Türkçe................................................................................... 159  Instrukcja obsługi - Polski ...................................................................................... 172  Instrucţiuni de utilizare - Română ......................................................................... 185  Упатство за употреба - македонски.................................................................... 198 1000DF00444 Iss. 2 1/210 Inhoud Page Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 Info over deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 Kenmerken van het Alaris® DS Docking Station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 Omschrijving van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 Beginnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47 Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 Producten en reserveonderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 Contactpersonen voor service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54 Inleiding Het Alaris® DS Docking Station (hierna genoemd het “Docking Station”) is ontworpen als een modulair systeem. Het systeem bevat modules voor de Alaris®-productreeks van infusiepompen.  Meerdere Alaris®-infusiepompen aangesloten op één centraal beheersystem.  Minder losliggende kabels door gebruik van één voedingsingang.  Medical Device Interface (interface voor medische apparatuur, MDI) – een uniek bevestigingsmechanisme.  Eenvoudige installatie door aanpasbaar modulair ontwerp.  Efficiënte opzet van configuraties met meerdere toevoerbuizen. De merknaam Asena® is onlangs gewijzigd in de merknaam Alaris®. Deze wijziging van merknaam heeft geen invloed op het beoogde gebruik of de functionaliteit van het product. De voor gebruik met dit product aanbevolen pomp en accessoires kunnen betrekking hebben op zowel de merknaam Asena® als Alaris®; beide types zijn geschikt voor gebruik met dit Docking Station. Beoogd gebruik: Het beoogde gebruik van het Docking Station is aanvullende bevestigingsmogelijkheden voor en voeding van de Alaris®-productreeks van infusiepompen in een operatieve omgeving zoals aangegeven in deze Aanwijzingen voor gebruik (Directions For Use - DFU). In dergelijke omgevingen kan het apparaat worden blootgesteld aan de volgende soorten behandelingen en therapieën: vloeistofbehandeling, bloedtransfusies, parenterale voeding, behandelingen met geneesmiddelen, chemotherapie, dialyse en anesthesie. Het ontwerp van het Alaris® Gateway Workstation is dusdanig dat het geen rechtstreekse invloed heeft op het infusieproces. Info over deze handleiding Vóór gebruik dient de gebruiker zeer vertrouwd te zijn met het in deze handleiding beschreven Docking Station. Raadpleeg de relevante Aanwijzingen voor gebruik (Directions For Use) voor de correcte bediening van de pompen. Alle illustraties in deze handleiding tonen kenmerkende waarden en instellingen die kunnen worden gebruikt bij het instellen van de functies van het Docking Station. Deze instellingen en waarden zijn alleen bedoeld ter illustratie. De volledige reeks instellingen en waarden staan aangegeven in de sectie Specificaties. 1000DF00444 Iss. 2 42/210 Kenmerken van het Alaris® DS Docking Station Voorbeeld van een typische configuratie van het Docking Station. Infuuszakhaken (2,5 kg max. totaal - 2 kg bij transport op een trolley) In hoogte verstelbare stang met handgreep Horizontale behuizing T-stuk Vergrendelingshandwiel Verticale behuizing Vergrendelingshendel Moduleonderbreker Bevestigingsrail apparaat Waarschuwings-LED (lichtdiode) Netuitgang Pompmodule Specificatieplaatje (op achterzijde - zie de sectie Omschrijving van de symbolen voor een verklaring van de gebruikte symbolen). Infrarode communicatiepoort Aansluiting potentiaalvereffening (PE) Spanningsmodule AAN/UIT-schakelaar Netingang A Zie Voorzorgsmaatregelen voor gebruik en Specificaties voor het maximumaantal Alaris®-infusiepompen dat is toegestaan bij het gebruik van een trolley. 1000DF00444 Iss. 2 43/210 Omschrijving van de symbolen Labelsymbolen: Symbool Omschrijving w x O r Attentie (raadpleeg de bijgeleverde documentatie) Aansluiting potentiaalvereffening (PE) Beschermd tegen verticaal vallende waterdruppels Wisselstroom Het apparaat voldoet aan de vereisten van de Richtlijn van de Raad 93/42/EEC zoals gewijzigd door 2007/47/EC. T t U A W EC REP Fabricagedatum Fabrikant Niet voor gemeentelijke afvalverwerking Belangrijke informatie Vermogen zekering Geautoriseerde vertegenwoordiger in de Europese Gemeenschap 1000DF00444 Iss. 2 44/210 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik De pomp bevestigen H I • De op het Docking Station aangesloten pompen moeten binnen 1,0 m boven of onder het hart van de patiënt worden opgesteld. De meest nauwkeurige drukmeting in de extensieset wordt verkregen wanneer u de pomp ter hoogte van het hart van de patiënt plaatst. • U mag het Docking Station niet bevestigen in een dusdanige positie dat de spuit naar boven gericht is, aangezien dit kan leiden tot het infunderen van lucht die zich in de spuit bevindt. Om de introductie van lucht te voorkomen dient de gebruiker de voortgang van de infusie, de spuit, de extensielijn en de aansluitingen op de patiënt regelmatig te controleren en de pomp te prepareren volgens de in deze handleiding aangegeven Aanwijzingen voor gebruik (Directions For Use). • U mag het Docking Station niet bevestigen op een wijze waarbij de netingang naar boven wijst, aangezien dit de elektrische veiligheid kan beïnvloeden in het geval er vloeistof wordt gemorst over het Docking Station. Zorg ervoor dat het Docking Station wordt bevestigd in een verticale positie. • De stang waaraan het Docking Station wordt bevestigd, moet ten minste vier maal zo zwaar zijn als het gewicht van het volledig belaste Docking Station (zie de tabel in de sectie ‘Specificaties’ voor het gewicht van elke configuratie van het Docking Station). • De trolley van het Alaris® DS Docking Station is ontworpen voor het vervoer van maximaal 9 pompen (6 spuitpompen en 3 volumetrische pompen). Gebruik op de trolley geen configuratie die groter is dan deze (zie de tabel in de sectie ‘Specificaties’). • Het Docking Station mag alleen aan een verplaatsbare infuusstandaard worden bevestigd als de stabiliteit en sterkte van de constructie is beoordeeld aan de hand van de norm IEC/EN60601-1 voor mobiele apparatuur. • Op de netuitgangen mogen geen andere apparaten dan Alaris®-infusiepompen worden aangesloten. Het toegestaande aardingsspanningsverlies van het systeem mag worden overschreden als er andere apparatuur is aangesloten. Elektromagnetische compatibiliteit en interferentie M • Dit Docking Station (uitgerust met pompen) is beschermd tegen de invloed van externe interferentie, inclusief hoogenergetische radiofrequentie-emissies, magnetische velden en elektrostatische ontlading (bijvoorbeeld ten gevolge van elektrochirurgische en cauterisatieapparatuur, grote motoren, draagbare radio’s, mobiele telefoons, enzovoort) en is zodanig ontworpen dat deze veilig in gebruik blijft bij buitensporige interferentieniveaus . • Het Docking Station valt buiten het bereik van CISPR 11, aangezien het geen wisselstroom of geschakelde signalen van meer 9 kHz gebruikt. Derhalve zijn de radiofrequentie-emissies zeer laag en is het onwaarschijnlijk dat deze interferentie met de elektronische apparatuur in de nabijheid veroorzaken. Dit Docking Station (uitgerust met pompen) geeft echter wel een bepaalde hoeveelheid elektromagnetische straling af, maar deze blijft binnen de niveaus die zijn aangegeven in IEC/EN60601-1-2 en IEC/EN606012-24. Als het Docking Station (uitgerust met pompen) een invloed heeft op andere apparatuur, moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen om de gevolgen hiervan tot een minimum te beperken, bijvoorbeeld door de positie of locatie ervan te wijzigen. Gevaren B A • Er bestaat explosiegevaar als het Docking Station wordt gebruikt in de nabijheid van brandbare anesthetica. Verwijder het Docking Station voorzichtig uit de omgeving van dergelijke gevaarlijke stoffen. • Gevaarlijke spanning: Er bestaat gevaar voor elektrische schokken als de behuizing van het Docking Station wordt geopend of verwijderd. Laat onderhoudswerkzaamheden alleen uitvoeren door gekwalificeerd onderhoudspersoneel. • Wanneer het systeem op een externe stroombron wordt aangesloten, moet er een drieaderige voeding (stroom, neutraal, aarde) worden gebruikt. Als niet zeker is of de externe beschermingsgeleider van de installatie nog intact is of als er twijfels bestaan over de correcte bevestiging, dient u het Docking Station niet te gebruiken. • Als het Docking Station is gevallen of is blootgesteld aan overmatig vocht, gemorste vloeistof, vochtigheid of hoge temperatuur, of als u een andere beschadiging vermoedt, stelt u het apparaat buiten gebruik en laat het controleren door een gekwalificeerd onderhoudstechnicus. Als u het Docking Station wilt verplaatsen of opslaan, dient u, voor zover mogelijk, de originele verpakking te gebruiken en de instructies met betrekking tot temperatuur, vochtigheid en druk op te volgen zoals die zijn opgenomen in de sectie ‘Specificaties’ en op de buitenverpakking. 1000DF00444 Iss. 2 45/210 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik (vervolg) Gebruiksomgeving • Gebruikers van het Docking Station dienen alle instructies in deze handleiding te lezen vóór dat ze dit medische apparaat gebruiken. • Het Docking Station is geschikt voor alle gebouwen, inclusief gebouwen voor bewoning en die gebouwen die rechtstreeks zijn aangesloten op het openbare stroomvoedingsnetwerk met lage spanning dat stroom levert aan voor bewoning gebruikte gebouwen. • Bij de installatie van een Docking Station dient te worden beoordeeld of er potentiële risico’s bestaan betreffende de omleiding van elektrische kabels en infuussystemen. Daar waar nodig, dienen bijzondere maatregelen te worden onderkend en geïmplementeerd. • Het Docking Station dient alleen te worden gebruikt in combinatie met compatibele CareFusionproducten en -accessoires en de juiste infuuszakken en systemen. • Bij de behandeling van patiënten moet elk Docking Station aan de zorg van slechts één patiënt worden besteed. • Dit Docking Station is niet bedoeld voor gebruik in de nabijheid van brandbare anesthesiemengsels met lucht of zuurstof of lachgas. 1000DF00444 Iss. 2 46/210 Beginnen Eerste installatie A Lees deze Aanwijzingen voor gebruik zorgvuldig door alvorens het Docking Station te gaan gebruiken. 1. Controleer of het Docking Station compleet en onbeschadigd is, en ga na of het voltage dat op de label staat vermeld, overeenkomt met de netvoeding. 2. De meegeleverde onderdelen zijn:  Alaris® DS Docking Station  Aanwijzingen voor gebruik (Directions For Use)  Beschermende verpakking Voedingsingang Het Docking Station heeft een eigen voedingsdistributiecircuit. De wisselstroom wordt aangeleverd via een standaard IEC-connector in spanningsmodule. Een verlichte voedingsschakelaar geeft aan wanneer de voedings is ingeschakeld. Het Docking Station beschikt over een dubbele zekeringhouder die de wisselstroomingang beschermt. Zowel de stroomdragende fase als de nulfase worden door de zekeringen beschermd. A Als het LED-lampje op een module voor de infusiepomp brandt terwijl er geen pomp op de module is aangesloten, dient u uit te gaan van een storing van de voeding naar de module. Stel het Docking Station buiten gebruik en neem contact op met een erkende onderhoudstechnicus. In hoogte verstelbare infuuszakhaken De in hoogte verstelbare stang is ontworpen als een handige manier om de infuuszakken met vloeistof veilig aan het Docking Station op te hangen. De stang ondersteunt een maximale belasting van 2,5 kg per infuuszakhaak (2 kg bij transport op een trolley). De stang wordt veilig op zijn plaats gehouden middels een klem en een vergrendelingshendel. Dit biedt aanvullende flexibiliteit bij het kiezen van de vereiste hoogte van de zakken met vloeistof. U gebruikt de klem als volgt: 1. Neem de klem vast aan het onderste gedeelte van de stang en draai voorzichtig het handwiel los. 2. Zet de vergrendelingshendel vrij terwijl u de stang vasthoudt; hierdoor kan de stang vrijelijk bewegen. 3. Stel de stang dusdanig in dat de zak met vloeistof op de gewenste hoogte komt te hangen. 4. Draai het handwiel vast om de stang veilig in die positie vast te zetten. 1000DF00444 Iss. 2 47/210 Beginnen (vervolg) Een Alaris®-infusiepomp aanbrengen Bevestigingsrail apparaat Ontgrendelingshendel (indrukken om te ontgrendelen) Draainok A Rechthoekige stang Draainok lte dee al ge onta Horiz Ontgrendelingshendel (indrukken om te ontgrendelen) Het wordt aanbevolen om de zakken met infuusvloeistof op een haak te hangen direct boven de pomp waarmee ze worden gebruikt. Dit minimaliseert de kans op verwarring van infuussets bij gebruik van meerdere volumetrische pompen. De draainok kan worden bevestigd op de rechthoekige stang op het Docking Station. 1. Plaats de draainok aan de achterzijde van de pomp op één lijn met de rechthoekige stang op het Docking Station. 2. Houd de pomp horizontaal en druk de pomp stevig op de rechthoekige stang. Controleer of de pomp stevig in positie op de stang ‘klikt’. 3. Controleer of k op de pomp gaat branden. A De voeding naar een module en dus ook naar de pomp komt pas beschikbaar wanneer de pomp zich op de correcte plaats op de module bevindt. 4. Om de pomp te verwijderen, drukt u de ontgrendelingshendel in en trekt u de pomp naar u toe. 5. Controleer of het rode LED-lampje op de module niet brandt nadat de pomp is verwijderd. A Als het LED-lampje blijft branden nadat de pomp is afgekoppeld, schakelt u het Docking Station UIT, stelt u deze buiten werking en neemt u contact op met een erkende onderhoudstechnicus. 1000DF00444 Iss. 2 48/210 Beginnen (vervolg) Bevestigen van het Docking Station op de trolley 1. Bevestig de montagesets aan de verticale behuizing van het Docking Station. 2. Bevestig de bovenste en onderste montagebeugel van het Docking Station aan de trolley, pas de tussenruimte van de beugels aan aan de trolley en draai deze vast voor een veilige bevestiging van het Docking Station. A 2 kg - max. gewicht van zakken met vloeistof bij verplaatsing van de trolley Bevestig het Docking Station niet dusdanig op de trolley dat het bovenste gedeelte van het Docking Station zich meer dan 160 cm boven de vloer bevindt. 160 cm - max. hoogte van het DS tot de vloer De trolley is dusdanig ontworpen dat deze geschikt is voor een Docking Station met een belasting van maximaal 9 pompen (6 spuitpompen en 3 volumetrische pompen - zie de sectie ‘Specificaties’). w Wanneer u extra pompen/apparatuur op of aan de trolley laadt of bevestigt, dient u altijd te controleren dat de constructie op de juiste wijze wordt gestabiliseerd en in evenwicht wordt gebracht. Verplaatsen van het Docking Station na bevestiging op een trolley Wanneer u de trolley met daarop een Docking Station verplaatst, dient u de onderstaande instructies op te volgen.  Verwijder alle overbodige bevestigingen en ga tijdens het transport voorzichtig met het Docking Station om.  Tijdens het transport mag maximaal 2 kg aan zakken met vloeistof aan de haken van het Docking Station zijn bevestigd.  Controleer dat de verstelbare stang in een zo laag mogelijke stand staat. A Controleer vóór het transport of de constructie op de juiste wijze is gestabiliseerd en in evenwicht is. Transport van het Docking Station op de trolley met bevestiging van optionele stangen Wanneer u de trolley met daarop het Docking Station en met bevestiging van optionele stangen verplaatst, dient u de onderstaande instructies op te volgen. Per enkele stang, maximaal 8,5 kg aan massa Aan elke stang, maximaal 4,25 kg aan massa  Bevestig niet meer dan 2 kg aan zakken met vloeistof aan de haken.  Controleer dat de verstelbare stang(en) in een zo laag mogelijke stand staat (staan).  Verwijder alle overbodige bevestigingen en ga tijdens het transport voorzichtig met het Docking Station om.  Bevestig geen massa van meer dan 8,5 kg aan een afzonderlijke zijstang of 4,25 kg aan beide stangen. w Zorg ervoor dat zijstangen in een zo laag mogelijke positie zijn  Bevestig geen pompen op meer dan 160 cm boven de vloer aan de stangen; de stangen mogen niet in een neerwaartse positie staan. A 1000DF00444 Iss. 2 Controleer vóór het transport of de constructie op de juiste wijze is gestabiliseerd en in evenwicht is. 49/210 Specificaties Mechanisch - Aantal verticale modules Aantal horizontale modules Infuuszakhaken Hoogte* (mm) Breedte* (mm) Diepte* (mm) Maximum gewicht (ong. in kg) Geschikt voor trolley 2 0 - 390 170 70 3.5 ** 4 0 - 630 170 70 5,0  4 2 2 860 385 160 8,4  4 3 3 860 550 160 9,7  4 4 2/2 860 780 160 11,8  6 0 - 870 170 70 7,0  6 2 2 1100 385 160 10,4  6 3 3 1100 550 160 11,7  6 4 2/2 1100 780 160 13,8  8 0 - 1110 170 70 9,0  8 2 2 1340 385 160 12,4  8 3 3 1340 550 160 13,7  8 4 2/2 1340 780 160 15,8  * Met haken voor zakken op minimale hoogte. Exclusief trolley. ** 80083UN00-00 + 1000SP01187 Materiaal - Geanodiseerde aluminiumbehuizing. Elektrisch - Voedingsspanning 230 V wisselspanning, 50 of 60 Hz, 500 VA (nominaal). Zekeringen 2 x T5 ampère met tegengaan van piekbelastingen (5 x 20 mm) in ingang spanningsmodule. Netuitgangswaarden 20 VA, max. 230 V, 50-60 Hz Omgeving Bedrijfstemperatuur +5 °C tot +40 °C Relatieve vochtigheid voor gebruik 20% - 90% Atmosferische bedrijfsdruk 700 hPa – 1060 hPa Transporttemperatuur -20 °C tot +50 °C Relatieve vochtigheid transport 15% - 95% (niet-condenserend) Atmosferische transportdruk 500 hPa – 1060 hPa Naleving van richtlijnen - Elektrische / mechanische veiligheid - voldoet aan IEC/EN60601-1. Classificatie - Continu in bedrijf 1000DF00444 Iss. 2 50/210 Onderhoud Procedures voor routineonderhoud Om te zorgen dat dit Docking Station goed blijft functioneren, is het belangrijk dat u het schoonhoudt en dat u de routineonderhoudsprocedures uitvoert die hieronder worden beschreven. Reparaties mogen uitsluitend worden verricht door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus op basis van de handleiding Technisch onderhoud (TSM). Schakelschema’s en lijsten met onderdelen, alsmede alle overige onderhoudsinformatie die de gekwalificeerde onderhoudstechnicus kunnen helpen bij het uitvoeren van reparaties aan de als te repareren aangeduide onderdelen, zijn op verzoek verkrijgbaar bij CareFusion. A Als het Docking Station valt, beschadigd wordt of blootgesteld wordt aan overmatige vochtigheid of hoge temperaturen, dient dit onmiddellijk buiten gebruik te worden gesteld voor onderzoek door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus. Alle preventieve en correctieve onderhoudswerkzaamheden en dergelijke zullen worden uitgevoerd op een daarvoor geschikte locatie overeenkomstig de verstrekte informatie. CareFusion is op geen enkele wijze verantwoordelijk in het geval één van deze handelingen wordt uitgevoerd in strijd met de door CareFusion verstrekte instructies of informatie. Interval Procedure voor routineonderhoud Bij laden van een Alaris®infusiepomp Controleer of elke pomp op de juiste wijze is aangesloten op de desbetreffende elektrische aansluitingen en of deze mechanisch in positie is vergrendeld. Bij verwijderen van een Alaris®-infusiepomp Controleer of het rode LED-lampje UIT gaat wanneer de pomp wordt afgekoppeld. Als het LEDlampje BLIJFT branden, moet het Docking Station worden gecontroleerd door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus. Volgens het ziekenhuisbeleid Reinig de externe oppervlakken van het Docking Station grondig vóór en na een lange periode van opslag. Minimaal één maal per jaar 1. Controleer de stopcontacten, communicatieaansluitingen , netspanningsaansluiting en kabel op beschadigingen. (Raadpleeg de handleiding Technisch onderhoud voor de identificatie van de onderdelen) 2. Voer veiligheidscontroles voor de elektriciteit uit. Het spanningsverlies van de gehele eenheid moet worden gemeten. Als de waarde groter is dan 500 μA, mag het Docking Station niet worden gebruikt, maar moet het worden gecontroleerd door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus. Vervangen van de wisselstroomzekeringen Als het accusymbool van het Docking Station continu brandt en de spanningsschakelaar niet brandt als u het station hebt aangesloten op de netspanning en hebt INgeschakeld, is ofwel de interne zekering, ofwel de eventueel aangebrachte voedingszekering in de stekker doorgebrand. Controleer eerst de voedingszekering in de netspanningsstekker, indien aanwezig. Als het voedingsindicatorlampje niet brandt, moet het Docking Station buiten gebruik worden gesteld. Wij raden u aan de interne wisselstroomzekeringen alleen door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus te laten vervangen. Voor uitgebreidere informatie over het vervangen van interne wisselzekeringen verwijzen wij naar de handleiding Technisch onderhoud. A Als de zekering blijft doorbranden, is er waarschijnlijk een elektrische storing en moeten de pomp en de stroomvoorziening worden gecontroleerd door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus. 1000DF00444 Iss. 2 51/210 Onderhoud (vervolg) Reiniging en opslag Alvorens de pomp te gebruiken bij een nieuwe patiënt en periodiek tijdens gebruik, dient het Docking Station gereinigd te worden door het af te nemen met een pluisvrije doek, bevochtigd met warm water en een standaard desinfecterend middel / reinigingsmiddel. Voor het reinigen van de onderplaat van de trolley dient u, in verband met de schurende afdeklaag op de onderplaat van de trolley, een zachte borstel met warm water en een standaard desinfecterings- / reinigingsmiddel te gebruiken. Aanbevolen reinigingsmiddelen zijn: Merk Concentratie Hibiscrub 20% (v/v) Virkon 1% (w/v) Gebruik de volgende desinfecterende soorten niet: • Desinfectantia die corrosief zijn voor metalen, mogen niet worden gebruikt, zoals onder andere: • NaDcc (zoals Presept), • Hypochlorieten (zoals Chlorasol) • Aldehyden (zoals Cidex), • Kationische surfactanten (zoals benzalkoniumchloride). • Het gebruik van jodium (zoals Betadine) veroorzaakt oppervlakteverkleuringen. • Geconcentreerde reinigingsmiddelen op basis van isopropylalcohol kunnen plastic onderdelen afbreken. A Voordat u de pomp schoonmaakt moet u deze altijd UIT-schakelen en de stekker uit het stopcontact halen. Laat nooit vloeistof doordringen tot in de pompen, modules of elektrische contacten en vermijd excessieve opeenhoping van vloeistof op het oppervlak van pompen of modules.Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen, aangezien deze het uitwendige oppervlak van het Docking Station kunnen beschadigen. Niet stoomautoclaveren, niet steriliseren met ethyleenoxide en de pomp niet onderdompelen in vloeistof. Afvoer Informatie voor gebruikers over de afvoer van elektrische en elektronische apparatuur Dit U-symbool op het product en/of bijbehorende documenten duidt erop dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet op dezelfde wijze mogen worden afgevoerd als gemeentelijk afval. Als u elektrische en elektronische apparatuur wilt afvoeren, dient u contact op te nemen met het plaatselijke CareFusion-kantoor of de distributeur voor aanvullende informatie. Het op de juiste wijze afvoeren van dit product draagt bij aan de conservering van waardevolle middelen en voorkomt een potentieel nadelig effect op de volksgezondheid en het milieu, wat het resultaat zou kunnen zijn van een onjuiste afvalverwerking. Informatie over afvoer in landen buiten de Europese Unie. Dit symbool is uitsluitend geldig binnen de Europese Unie. Dit product dient te worden afgevoerd met inachtneming van milieufactoren. Alle onderdelen kunnen op veilige wijze worden afgevoerd volgens de plaatselijke regelgeving. 1000DF00444 Iss. 2 52/210 Producten en reserveonderdelen Alaris®-infusiesysteem Het scala van producten binnen de productfamilie van Alaris®-infusiesystemen omvat: Onderdeelnummer Omschrijving 80013UN01 Alaris® GS-spuitpomp 80023UN01 Alaris® GH-spuitpomp 80033UND1 Alaris® CC-spuitpomp 80043UN01 Alaris® TIVA-spuitpomp 80053UN01 Alaris® PK-spuitpomp 80033UND1-G Alaris® CC-spuitpomp met Guardrails®-beveiligingssoftware 80023UN01-G Alaris® GH-spuitpomp met Guardrails®-beveiligingssoftware 274 Alaris® Transporter 80283UNS00-xx1 Alaris® DS Docking Station 80203UNS0x-xx1 Alaris® Gateway Workstation 1 Neem voor Docking Stations en werkstation contact op met uw eigen Customer Services-vertegenwoordiger voor de beschikbaarheid van configuraties en onderdeelnummers. Reserveonderdelen Een uitgebreide lijst van reserveondedelen voor deze pomp treft u aan in het handleiding Technisch onderhoud. handleiding Technisch onderhoud (1000SM00001) is nu in elektronisch vorm verkrijgbaar via het World Wide Web:www.carefusion.com/alaris-intl/ Voor toegang tot onze handleidingen zijn een gebruikersnaam en wachtwoord nodig. Voor de juiste gegevens om in te kunnen loggen kunt u contact opnemen met uw plaatselijke klantenservice. Onderdeelnummer Omschrijving 0000EL00889 Elektriciteitskabel - Verenigd Koninkrijk 1001FAOPT92 Elektriciteitskabel - Europa 1000SP00169 Montageset - paalklem 1000SP00655 Montageset - Drager-stang 1000SP00192 Montageset - onderbreker 80083UN00-00 Trolley voor Docking Station 4017418 Set voor optionele zijstang 1000DF00444 Iss. 2 53/210 Contactpersonen voor service Voor onderhoud kunt u contact opnemen met uw plaatselijke filiaal of de distributeur. AE CN GB NZ CareFusion, PO Box 5527, Dubai, United Arab Emirates. CareFusion, Shanghai Representative Office, Suite A, Floor 24, Shanghai Times Square Office Building, No.500 Zhangyang Road, Shanghai 200122, China. CareFusion, The Crescent, Jays Close, Basingstoke, Hampshire, RG22 4BS, United Kingdom. CareFusion, 14B George Bourke Drive, Mt Wellington 1060, PO Box 14-518, Panmure 1741, Auckland, New Zealand Tel: (971) 4 28 22 842 Tel: (86) 21 58368028 Tel: (44) 0800 917 8776 Tel: 09 270 2420 Freephone: 0508 422734 Fax: (971) 4 28 22 914 Fax: (86) 21 58368017 Fax: (44) 1256 330860 Fax: 09 270 6285 AU DE HU SE CareFusion, 3/167 Prospect Highway, PO Box 355 Seven Hills, NSW 2147, Australia. CareFusion, Pascalstr. 2, 52499 Baesweiler, Deutschland. CareFusion, Döbrentei tér 1, H-1013 Budapest, Magyarország. CareFusion, Hammarbacken 4B, 191 46 Sollentuna, Sverige. Tel: (61) 2 9838 0255 Tel: (49) 2401 604 0 Tel: (36) 14 88 0232 Tel: (36) 14 88 0233 Tel: (46) 8 544 43 200 Fax: (61) 2 9674 4444 Fax: (49) 2401 604 121 Fax: (36) 12 01 5987 Fax: (46) 8 544 43 225 BE DK IT US CareFusion, Leuvensesteenweg 248 D, 1800 Vilvoorde, Belgium. CareFusion, Firskovvej 25 B, 2800 Lyngby, Danmark. CareFusion, Via Ticino 4, 50019 Sesto Fiorentino, Firenze, Italia. CareFusion, 10020 Pacific Mesa Blvd., San Diego, CA 92121, USA. Tel: (32) 2 267 38 99 Tlf. (45)70 20 30 74 Tél: (39) 055 30 33 93 00 Tel: (1) 800 854 7128 Fax: (32) 2 267 99 21 Fax. (45)70 20 30 98 Fax: (39) 055 34 00 24 Fax: (1) 858 458 6179 CA ES NL ZA CareFusion, 235 Shields Court, Markham, Ontario L3R 8V2, Canada. CareFusion, Edificio Veganova, Avenida de La Vega, nº1, Bloque 1 - Planta 1, 28108 Alcobendas, Madrid, España. CareFusion, De Molen 8-10, 3994 DB Houten, Nederland. CareFusion, Unit 2 Oude Molen Business Park, Oude Molen Road, Ndabeni, Cape Town 7405, South Africa. Tel: (1) 905-752-3333 Tel: (34) 902 555 660 Tel: (31) 30 228 97 11 Tel: (27) (0) 860 597 572 Tel: (27) 21 510 7562 Fax: (1) 905-752-3343 Fax: (34) 902 555 661 Fax: (31) 30 225 86 58 Fax: (27) 21 5107567 CH FR NO CareFusion Switzerland 221 Sàrl Critical Care A-One Business Centre Zone d’activitiés Vers-laPièce n° 10 1180 Rolle / Switzerland CareFusion, Parc d’affaire le Val Saint Quentin 2, rue René Caudron 78960 Voisins le Bretonneux France CareFusion, Solbråveien 10 A, 1383 ASKER, Norge. Ph.: 0848 244 433 Tél: (33) 1 30 05 34 00 Tel: (47) 66 98 76 00 Fax: 0848 244 100 Fax: (33) 1 30 05 34 43 Fax: (47) 66 98 76 01 1000DF00444 Iss. 2 54/210
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212

BD Alaris DS Handleiding

Categorie
Waterpompen
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor