BD Alaris™ GW (wanneer de setdetectiemodus is uitgeschakeld) Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
s
Alaris® GW volumetrische pomp
(wanneer de setdetectiemodus is
uitgeschakeld)
Gebruiksaanwijzing
nl
1000DF00442 Uitgave 6
1/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Inhoud
Pagina
Inleiding .................................................................................................2
Over deze handleiding ....................................................................................3
Beknopte handleiding .....................................................................................3
Kenmerken van de Alaris® GW volumetrische pomp ........................................................4
Besturingselementen en indicatoren .......................................................................5
Omschrijving van de symbolen ............................................................................6
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik .......................................................................7
Beginnen ................................................................................................10
De infusie starten ........................................................................................14
Secundaire/zijinfusen ....................................................................................15
Basisfuncties .............................................................................................17
Door de gebruiker selecteerbare opties ...................................................................20
Blad Configureerbare opties ..............................................................................21
Alarmen .................................................................................................22
Waarschuwingen .........................................................................................23
Werking druppelsensor ...................................................................................24
Compatibele infuussets ..................................................................................25
Bijbehorende producten .................................................................................28
Onderhoud ..............................................................................................29
Reiniging en opslag ......................................................................................30
Specificaties .............................................................................................31
Specificatie IrDA, RS232 en verpleegkundigenalarm .......................................................34
Trompet- en stroomsnelheidscurves ......................................................................35
Technische beschrijving ..................................................................................36
Reserveonderdelen ......................................................................................37
Contactadressen voor onderhoud ........................................................................38
1000DF00442 Uitgave 6
2/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Inleiding
Inleiding
De Alaris® GW volumetrische pomp (hierna “pomp genoemd) is een kleine lichtgewicht volumetrische infuuspomp die nauwkeurige en
betrouwbare infusen geeft in een aantal verschillende snelheden.
Het wordt door CareFusion sterk aanbevolen om speciale Alaris® GW-infuussets te gebruiken, zodat de aangegeven werking wordt
behaald die in deze gebruiksaanwijzing staat vermeld. Bij het gebruik van andere infuussets wanneer de setdetectiemodus is
uitgeschakeld, wordt aanbevolen om vóór klinisch gebruik de werking te testen. Als de gewenste werking niet wordt behaald, moeten
de speciale Alaris® GW-infuussets worden gebruikt of moet de Alaris® GW volumetrische pomp opnieuw worden gekalibreerd. Het
gebruik van een druppelsensor is verplicht wanneer de automatische setdetectiemodus op de pomp is uitgeschakeld.
A
DISCLAIMER. Deze pomp is uitsluitend getest en goedgekeurd door CareFusion voor gebruik met de
speciale CareFusion-infuussets. Als de gebruiker overweegt om infuussets te gebruiken die niet zijn
goedgekeurd voor gebruik met de Alaris® GW volumetrische pomp, moet de gebruiker vóór gebruik
een geautoriseerde CareFusion-vertegenwoordiger raadplegen over de compatibiliteit en/of informatie
over kalibratie. CareFusion doet echter in geen geval toezeggingen en geeft geen garanties omtrent
de geschiktheid en veilige werking van andere infuussets, aangezien de werking van de pomp en de
nauwkeurigheid van de infusie daardoor worden beïnvloed.
WAARSCHUWING
Toedieningssets die geen antisifonkleppen of bescherming tegen vrije doorstroming bevatten, mogen
niet worden gebruikt voor het toedienen van risicovolle geneesmiddelen of bij kwetsbare patiënten.
Het gebruik van sets zonder bescherming tegen vrije doorstroming kan leiden tot een ongereguleerde
doorstroming, wat letsel bij de patiënt kan veroorzaken. Gebruik altijd een druppelsensor wanneer de
setdetectiemodus is uitgeschakeld.
A
In geen geval kan CareFusion verantwoordelijk worden gesteld voor schade van welke aard dan ook,
inclusief maar niet beperkt tot directe of indirecte schade, speciale schade, gevolgschade of incidentele
schade die voorkomt uit of verband houdt met het gebruik van andere infusiesets (infusiesets die niet
geproduceerd zijn door CareFusion), ongeacht of CareFusion is geraadpleegd over de mogelijkheid van
een dergelijk gebruik.
Beoogd gebruik
De Alaris® GW volumetrische pomp kan worden gebruikt door medisch personeel voor het regelen van de infuussnelheid en het
volume.
Gebruiksvoorwaarden
De Alaris® GW volumetrische pomp mag alleen worden bediend door medisch personeel met ervaring in het gebruik van automatische
volumetrische pompen en het beheren van intraveneuze therapie. Het medisch personeel dient de geschiktheid van het apparaat te
beoordelen voor hun zorggebied en voor het beoogde doel.
Indicaties
De Alaris® GW volumetrische pomp is bedoeld voor de infusie van vloeistoffen, medicatie, parenterale voeding, bloed en
bloedproducten via klinisch geaccepteerde toedieningswegen, zoals intraveneus (IV), intra-arterieel (IA), subcutaan, epiduraal of
irrigatie van vloeistofruimten. De Alaris® GW volumetrische pomp is bedoeld voor gebruik bij volwassenen en kinderen.
Contra-indicaties
De Alaris® GW volumetrische pomp is gecontra-indiceerd voor enterale therapiëen.
1000DF00442 Uitgave 6
3/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Over deze handleiding
Over deze handleiding
Voor het gebruik moet de gebruiker volledig vertrouwd zijn met de in deze handleiding beschreven pomp.
Alle illustraties in deze handleiding tonen kenmerkende waarden en instellingen die kunnen worden gebruikt bij het instellen van de
functies van deze pomp.
Deze instellingen en waarden zijn alleen bedoeld ter illustratie. In de sectie Specificaties wordt het volledige scala aan instellingen en
waarden getoond.
A
Het is belangrijk dat u alleen de meest recente versie van de Gebruiksaanwijzing en Technische onderhoudshandleiding
van uw CareFusion-producten raadpleegt. Deze documenten vindt u op www.carefusion.com. Gedrukte exemplaren
van deze documentatie kunt u via uw plaatselijke CareFusion-vertegenwoordiger aanvragen.
Symbolen gebruikt in deze handleiding
VET Wordt gebruikt voor schermnamen, opdrachten in de software, bedieningselementen en indicatoren
waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, bijvoorbeeld: Batterij-indicatielampje, PURGEREN,
AAN-/UIT-toets
'Enkele aanhalingstekens' Worden gebruikt om kruisverwijzingen naar andere paragrafen in deze handleiding aan te duiden.
Cursief Wordt gebruikt om naar andere documenten of handleidingen te verwijzen. Wordt ook gebruikt om iets
te benadrukken.
A
Belangrijke informatie: waar dit symbool staat, vindt u een belangrijke opmerking. Deze opmerkingen
belichten een gebruiksaspect dat de gebruiker zeker moet weten wanneer hij/zij de pomp bedient.
Beknopte handleiding
1. Vul de druppelkamer half.
2. Druk op de
a toets om de pomp aan te schakelen.
3. Plaats de infuusset en open de lijnklem.
4. Vul de set (
E): Druk een keer op de b toets. Terwijl E wordt weergegeven, drukt u nog eens op de b toets en houdt u de
knop ingedrukt om alle zichtbare lucht uit de lijn te verwijderen.
5. Voer de snelheid in met behulp van de
h / f toetsen.
6. Druk een keer op de
e toets om te bevestigen en blader naar TIV.
7. Voer de TIV in met behulp van de
h / f toetsen, of schakel TIV uit door door de f toets te bladeren totdat UIT wordt
weergegeven.
8. Druk op de
e toets om te bevestigen en blader naar ML?
9. Druk zo nodig op de
c toets om de ML? te wissen.
10. Sluit de infuusset aan op de toegang van de patiënt.
11. Druk op de
d toets om het infuus te starten.
1000DF00442 Uitgave 6
4/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Kenmerken van de Alaris® GW volumetrische pomp
Kenmerken van de Alaris® GW volumetrische pomp
Hoofddisplay -
Toont de infuussnelheid, TIV,
ML en resterende tijd voor
TIV / tijd infusen. Het display
knippert als de pomp op de
batterij werkt.
Slanggeleider -
Geleider die helpt bij de
plaatsing van de infuusset.
Deurvergrendeling -
Druk op de buiten-
vergrendeling om de
pompdeur te openen.
Flowstop mechanisme -
Als het geactiveerd wordt, stopt
het mechanisme de stroom.
Stroomrichtinglabel
Schuine rand -
Zet de hefboomarm van
het flowstopmechanisme
vrij als de deur gesloten is.
Toetsenpaneel
Displayindicatoren
Luchtsensor
Druksensor
Infrarode
communicatiepoort
(IrDA)
Ingeklapte paalklem
Aansluiting
potentiaalvereffening
(PE)
Aansluiting
elektriciteitsnet
Druppelsensorinterface
Aansluiting RS232 /
verpleegkundigenalarm
Ontkoppelhefboom -
Voor draainok.
Zekeringen
elektriciteitsnet
Draainok -
Om op rechthoekige
stangen te vergrendelen.
1000DF00442 Uitgave 6
5/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Besturingselementen en indicatoren
Besturingselementen en indicatoren
Bedieningselementen
Symbool Omschrijving
a
AAN-/UIT-toets - Druk eenmaal om de pomp IN te schakelen. Houd de toets circa 3 seconden ingedrukt om de
pomp UIT te schakelen.
d
INFUNDEREN/ALARMTOON UITSCHAKELEN-toets - Druk om het infuus te starten of om het infuus te
pauzeren.
c
WIS/STILZETTEN-toets - Druk om het geluid uit te zetten of het alarm
2 minuten stil te zetten. Na deze tijd zal het alarm opnieuw klinken. Zet de numerieke waarden weer op nul.
b
PURGEER/BOLUS-toets - Vult de infuusset. Dient tijdens het infuus een bolus toe.
l
PRIMAIRE/SECUNDAIR-toets - Schakelt de pomp tussen de primaire en secundaire infuusmodi. (indien
ingeschakeld).
e
ENTER-toets- Gaat van snelheid naar tijd, TIV en totaal geïnfundeerd volume (ML?). Voert de waarden in voor de
geselecteerde infuus-/configuratieparameters. Bevestigt de snelheid tijdens een infuustitratie.
hf
CHEVRON-toetsen - Verhoogt of verlaagt de infuussnelheid, TIJD-limiet en TIV. Houd de toets ingedrukt om de
selectiesnelheid te verhogen. Wordt gebruikt om door de gebruiker te selecteren opties aan te passen.
Indicatoren: (als deze branden)
Symbool Omschrijving
S
NETVOEDING-indicator - Als deze brandt, is de pomp aangesloten op het elektriciteitsnet.
SNELHEID De pomp geeft de infuussnelheid weer in milliliter per uur (ml/u).
TIV De pomp toont het te infunderen volume (TIV) in milliliter (ml).
ML? De pomp toont het geïnfundeerde volume (ML?) in milliliter (ml).
TIJD De pomp toont de infuustijd in uren: minuten.
MICRO De pomp werkte in de MICRO-modus. Wanneer deze niet brandt, staat de pomp in de STANDAARD-modus.
SEC De pomp werkt in de SECUNDAIRE modus. Wanneer deze niet brandt, staat de pomp in de PRIMAIRE modus.
ml/u
(Milliliter/uur) Wanneer ml brandt, geeft de pomp de snelheid, TIV of ML? weer. Wanneer "u" brandt, geeft de
pomp de snelheid of infuustijd weer.
1000DF00442 Uitgave 6
6/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Omschrijving van de symbolen
Omschrijving van de symbolen
Labelsymbolen:
Symbool Omschrijving
w
Attentie (raadpleeg het bijgeleverde document)
x
Aansluiting potentiaalvereffening (PE)
>
Connector RS232/verpleegkundigenalarm.
k
Toegepast type CF-onderdeel. (Mate van bescherming tegen elektrische schokken)
O
Beschermd tegen verticaal vallende waterdruppels
r
Wisselstroom
s
Het apparaat voldoet aan de Richtlijn 93/42/EEG van de Raad zoals gewijzigd door 2007/47/EG.
T
Fabricagedatum
t
Fabrikant
+
Connector voor druppelsensor
U
Niet voor gemeentelijke afvalverwerking
W
Vermogen zekering
EC REP
Geautoriseerde vertegenwoordiger in de Europese Gemeenschap
X
Infuusindicator - Geeft de vloeistofdruppels weer die tijdens een infuus op de normale snelheid
door de druppelsensor zijn gedetecteerd.
Y
Infuusindicator - Geeft de vloeistofdruppels weer die tijdens een infuus in de
MICRO-modus door de druppelsensor zijn gedetecteerd.
1000DF00442 Uitgave 6
7/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Infuussets
Om zeker te zijn van een correcte en nauwkeurige werking, is het gebruik van de compatibele infuussets
voor eenmalig gebruik van CareFusion die in deze gebruiksaanwijzing worden beschreven, sterk aangeraden.
Gebruik indien mogelijk een infuusset met een antisifonklep. De antisifonklep voorkomt dat vrije
doorstroming optreedt als een infuusset incorrect is geplaatst of van de pomp is verwijderd.
Aanbevolen wordt de infuussets te verwisselen overeenkomstig de gebruiksaanwijzing. Lees voor gebruik de
bij de infuusset behorende gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Het gebruik van andere infuussets kan de
werking van de pomp en de nauwkeurigheid van de infusie nadelig beïnvloeden.
Door verschillende apparaten en/of instrumenten te combineren met infuussets en andere lijnen,
bijvoorbeeld door middel van een 3-wegkraantje of meervoudig infuus, kan de werking van de pomp
worden beïnvloed en moet deze nauwlettend gecontroleerd worden.
j
Als de infuusset niet goed van de patiënt geïsoleerd is, dat wil zeggen dat het kraantje in de set niet is
gesloten of de klem/rolklem in de lijn niet is geactiveerd, kan er een ongecontroleerde flow ontstaan.
De infuusset kan met een inline klem worden bevestigd, die gebruikt kan worden om de lijn af te sluiten als
dat nodig is om de vloeistofstroom te stoppen.
De Alaris® GW volumetrische pomp is een positieve drukpomp die gebruikt wordt in combinatie met
infuussets die met Luer lockfittingen of gelijkwaardige vergrendelconnectoren zijn bevestigd.
Om vanuit een buret te infunderen, sluit u de rolklem boven de buret en opent u de klem op de ontluchting
aan de bovenkant van de buret.
Gooi de infuusset weg als de verpakking niet intact is of de beschermkap losgekomen is. Zorg ervoor dat de
sets niet geknikt zijn omdat dit de lijnen af kan sluiten.
De pomp bevestigen
^
De vloeistof in de container mag niet hoger dan een meter boven het hart van de patiënt staan.
%;
Monteer de pomp niet in een verticale positie waarbij de netstroomaansluiting naar boven gericht is,
aangezien dit van invloed is op de elektrische veiligheid als er vloeistof over de pomp gemorst wordt.
Bedrijfsdruk
Het pompdrukalarmsysteem is niet ontworpen om eventueel optredende IV-complicaties te voorkomen of te
constateren.
Alarmcondities
$
Diverse alarmcondities die de pomp constateert, zullen het infuus stoppen en visuele en geluidsalarmen
activeren. De gebruikers moeten regelmatig controleren of de infusie correct verloopt en of er geen alarm
actief is.
1000DF00442 Uitgave 6
8/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Gebruik opvouwbare zakken, glazen flessen en halfstijve containers
Aanbevolen wordt de ventilatieklep op de Alaris® GW volumetrische pompset te openen als er glazen flessen
of halfstijve containers worden gebruikt. Dit vermindert het partiële vacuüm dat gevormd wordt wanneer de
vloeistof vanuit de container wordt geïnfundeerd. Door deze handeling wordt ervoor gezorgd dat de pomp
de volumetrische nauwkeurigheid kan handhaven terwijl de container wordt geleegd. De ventilatieklep moet
voor halfstijve containers worden geopend nadatde container is aangeprikt en de druppelkamer is gevuld.
Stappen voor halfstijve containers
4.
5.
3.
2.
Doorprik de
container
Vul de
druppel-
kamer tot
de vullijn
Vul de set door de
rolklem te openen /
sluiten
1.
Sluit de
rolklem
Open de
ventilatieklep zodat
de druk gelijk kan
worden - klaar voor
het infuus
Stappen voor de opvouwbare zakken
Volg de stappen 1 tot en met
3 zoals weergegeven voor de
halfstijve containers, maar open
de ventilatieklep niet zoals
aangegeven in stap 4, maar vul
de set zoals in stap 5. Zorg ervoor
dat de uitlaatopening van de zak
helemaal is doorboord voordat u
de druppelkamer vult.
Gebruiksomgeving
Het gebruik van een infuuspomp in combinatie met andere pompen of apparaten waarvoor vasculaire
toegang noodzakelijk is, maakt extra controle noodzakelijk. De grote drukvariaties die dergelijke pompen
in het plaatselijke vaatstelsel veroorzaken, kunnen tot een verkeerde toediening van geneesmiddelen of
vocht leiden. Typische voorbeelden zijn de pompen die worden gebruikt bij dialyse, bypass of cardiale
ondersteuningstoepassingen.
Deze pomp is geschikt voor gebruik in een ziekenhuis en klinische omgeving anders dan huishoudelijke en
andere vestigingen die direct verbonden zijn met het openbare éénfase-wisselstroomnet, dat gebouwen
bestemd voor huishoudelijke doeleinden van stroom voorziet. Deze kan echter met de noodzakelijke
aanvullende maatregelen onder supervisie van medische professionals in huishoudelijke vestigingen worden
gebruikt. (Raadpleeg de handleiding Technisch onderhoud, goed opgeleid, bevoegd onderhoudspersoneel
of CareFusion voor meer informatie.)
Deze pomp is niet bedoeld voor gebruik in de nabijheid van brandbare anesthesiemengsels met lucht of
zuurstof of lachgas.
Pas alle Alaris® GW volumetrische pompen binnen een specifieke ziekenhuis- of klinische omgeving aan
voor dezelfde automatische setdetectiemodus (d.w.z. alle aan of alle uit) om potentiële verwarring onder
gebruikers te voorkomen over de modus waarin de pomp werkt en er zo voor te zorgen dat de juiste
aanbevelingen voor het gebruik van de druppelsensor worden gevold.
Aardgeleider
d
De Alaris® GW volumetrische pomp is een apparaat uit de Klasse 1, en moet daarom worden geaard als deze wordt
aangesloten op het voedingsnet.
Deze pomp beschikt ook over een interne stroombron.
Wanneer het systeem op een externe stroombron wordt aangesloten, moet er een drie-aderige (stroom, neutraal, aarde)
voeding worden gebruikt. Als de externe beschermende geleider op het netsnoer is beschadigd, moet de pomp worden
losgekoppeld van het elektriciteitsnet en met behulp van de interne batterij worden bediend.
1000DF00442 Uitgave 6
9/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Elektromagnetische compatibiliteit en interferentie
/
Deze pomp is beschermd tegen de invloed van externe interferentie, inclusief hoogfrequente radio-
uitzendingen, magnetische velden en elektrostatische ontlading (bijvoorbeeld ten gevolge van
elektrochirurgische en cauterisatieapparatuur, grote motoren, draagbare radios, gsm’s enzovoort) en is
zodanig ontworpen dat deze veilig in gebruik blijft bij buitensporige interferentieniveaus.
Therapeutische stralingsapparatuur: Gebruik de pomp niet in de buurt van therapeutische
stralingsapparatuur van welke aard dan ook. De straling die door apparatuur voor stralingstherapie
(bijvoorbeeld een lineaire versneller) wordt gegenereerd, kan de werking van de pomp ernstig
belemmeren. Raadpleeg de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking tot veilige afstand en andere
voorzorgsmaatregelen. Neem voor meer informatie contact op met uw lokale CareFusion-vertegenwoordiger.
Magnetic Resonance Imaging (MRI): De pomp bevat ferromagnetische materialen die vatbaar zijn voor de
storingen van het magneetveld dat wordt gegenereerd door een MRI-apparaat. Daarom wordt de pomp
niet beschouwd als een MRI-compatibele pomp als zodanig. Als het gebruik van de pomp binnen een MRI-
omgeving onvermijdelijk is, adviseert CareFusion dringend de pomp te installeren op een veilige afstand van
het magneetveld buiten het geïdentificeerde gebied voor gecontroleerde toegang teneinde magnetische
interferentie bij de pomp of vervorming van het MRI-beeld te voorkomen. Deze veilige afstand moet worden
vastgesteld conform de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking tot elektromagnetische interferentie
(EMI). Raadpleeg de technische onderhoudshandleiding van het product (TSM) voor meer informatie. U kunt
ook contact opnemen met uw lokale vertegenwoordiger van CareFusion voor verdere richtlijnen.
Accessoires: Gebruik geen niet-aanbevolen accessoires bij de pomp. De pomp is getest en uitsluitend
conform de relevante EMC-claims bevonden als de aanbevolen accessoires worden gebruikt. Het gebruik
van andere accessoires, omvormers of kabels dan gespecificeerd door CareFusion kan leiden tot verhoogde
emissies of verminderde immuniteit van de pomp.
&
Onder bepaalde omstandigheden kan de pomp beïnvloed worden door een elektrostatische ontlading
via de lucht van circa 15 kV of meer; of door radiofrequente straling van circa 10 V/m of meer. Als de
pomp beïnvloed wordt door deze externe interferentie, blijft de pomp in een veilige modus; de pomp
stopt het infuus onmiddellijk en informeert de gebruiker door middel van een combinatie van visuele en
geluidsalarmen. Als een ontstane alarmconditie zelfs na interventie door de gebruiker blijft voortduren,
raden we u aan de betreffende pomp te vervangen, apart te houden en te laten controleren door bevoegd
onderhoudspersoneel.
Deze pomp is een CISPR 11 Groep 1 Klasse B-apparaat en gebruikt uitsluitend radiofrequente energie voor
het interne functioneren in de normale productomgeving. Derhalve zijn de radiofrequente emissies zeer laag
en is het onwaarschijnlijk dat deze interferentie veroorzaakt met de elektronische apparatuur in de nabijheid.
Deze pomp emitteert echter een bepaalde hoeveelheid elektromagnetische straling die binnen de grenzen
blijft zoals deze zijn vastgesteld in IEC/EN60601-1-2 en IEC/EN60601-2-24. Als er interactie optreedt tussen
de pomp en andere apparatuur, moeten er maatregelen worden genomen om de effecten hiervan tot een
minimum te beperken, bijvoorbeeld door de positie van het apparaat te wijzigen of het te verplaatsen.
Voor verdere informatie over elektromagnetische compatibiliteit, raadpleegt u de handleiding Technisch
onderhoud, 1000SM00006
Gevaren
Er bestaat explosiegevaar als de pomp wordt gebruikt in de nabijheid van brandbare anesthetica. Verwijder de
pomp voorzichtig uit de omgeving van dergelijke gevaarlijke stoffen.
Er kan brandgevaar bestaan als de pomp in aanwezigheid van hoge concentraties zuurstof wordt gebruikt.
m
Gevaarlijke spanning: Er bestaat gevaar voor elektrische schokken als de behuizing van de pomp
wordt geopend of verwijderd. Laat onderhoudswerkzaamheden alleen uitvoeren door gekwalificeerd
onderhoudspersoneel.
V
Voorzorgsmaatregelen voor elektrostatische ontlading (ESD) zijn noodzakelijk bij het aansluiten van RS232/
Verpleegkundigenalarm. Het aanraken van de pinnen van de aansluitingen kan leiden tot een storing in de ESD-
bescherming. Wij raden u aan alle handelingen te laten uitvoeren door daartoe bevoegd onderhoudspersoneel.
*
Als deze pomp valt of wordt blootgesteld aan overmatig vocht, gemorste vloeistof, vochtigheid of hoge
temperaturen, of als u een andere beschadiging vermoedt, dient u de pomp buiten gebruik te stellen en te laten
controleren door bevoegd onderhoudspersoneel. Als u de pomp wilt verplaatsen of opslaan, doe dit dan, voor
zover mogelijk, in de originele verpakking en volg de instructies met betrekking tot temperatuur, vochtigheid
en druk op zoals die in de sectie Specificaties en op de buitenverpakking staan vermeld.
WAARSCHUWING
De Alaris® GW volumetrische pompen mogen op geen enkele wijze worden gewijzigd of aangepast, behalve
wanneer hiervoor expliciet opdracht of toestemming is gegeven door CareFusion. Ieder gebruik van een Alaris®
GW volumetrische pomp die is gewijzigd of aangepast anders dan volgens de strikte door CareFusion verstrekte
richtlijnen, is volledig op eigen risico en CareFusion biedt geen enkele garantie of goedkeuring voor een Alaris®
GW volumetrische pomp die op deze wijze is aangepast of gewijzigd. De productgarantie van CareFusion is niet
van toepassing indien de Alaris® GW volumetrische pomp beschadigd is geraakt, voortijdig is versleten, defect
is of anderszins niet correct functioneert als gevolg van niet-toegestane wijziging of aanpassing van de Alaris®
GW volumetrische pomp.
WAARSCHUWING
Toedieningssets die geen antisifonkleppen of bescherming tegen vrije doorstroming bevatten, mogen niet
worden gebruikt voor het toedienen van risicovolle geneesmiddelen of bij kwetsbare patiënten. Het gebruik
van sets zonder bescherming tegen vrije doorstroming kan leiden tot een ongereguleerde doorstroming, wat
letsel bij de patiënt kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Gebruik altijd een IVAC® Model 180-druppelsensor bij het gebruik van sets zonder antisifonkleppen. Bij gebruik
bij een uitgeschakelde setdetectiemodus van de pomp moet de IVAC® Model 180-druppelsensor verplicht
worden gesteld. De druppelsensor controleert de infuussnelheid door de druppelkamer en geeft een alarm als
een significante afwijking van de infuussnelheid optreedt. De druppelsensor detecteert ook lege containers.
1000DF00442 Uitgave 6
10/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Beginnen
Beginnen
A
Lees deze gebruikshandleiding (DFU) zorgvuldig door alvorens de pomp te gaan gebruiken.
Eerste set-up
1. Controleer of de pomp compleet en onbeschadigd is, en ga na of het voltage dat op de label staat vermeld, overeenkomt met de
netvoeding.
2. De meegeleverde onderdelen zijn:
Alaris® GW volumetrische pomp
Gebruikersondersteuning-cd (Gebruiksaanwijzing)
Netvoedingskabel (zoals aangevraagd)
Beschermende verpakking
Druppelsensor model 180 (pomp is modelafhankelijk, indien niet bijgeleverd kan de druppelsensor apart worden besteld)
3. Sluit de pomp gedurende minimaal 2½ uur aan op de netvoeding, zodat de interne batterij opgeladen is (controleer of de
S
brandt).
A
Als de pomp wordt opgestart zonder dat deze is aangesloten op de elektriciteitsvoorziening, zal de pomp
automatisch op de interne batterij gaan werken.
Als de pomp niet goed functioneert, moet u deze zo mogelijk weer opbergen in de originele, beschermende
verpakking en laten controleren door bevoegd onderhoudspersoneel.
4. Instellingen die andere infuussets willen gebruiken terwijl de setdetectiemodus is uitgeschakeld, worden aangeraden om vóór
klinisch gebruik de werking van de infuussets op de pomp te testen. Als de gewenste werking niet wordt behaald, moeten de
speciale Alaris® GW-infuussets worden gebruikt of moet de pomp opnieuw volumetrisch worden gekalibreerd volgens de procedure
die wordt beschreven in het Addendum voor de Technische onderhoudshandleiding 1000SM00014.
A
De standaardkalibratiewaarden van de Alaris® GW volumetrische pomp zijn specifiek afgestemd op gebruik van
de speciale Alaris® GW-infuussets. CareFusion zorgt ervoor dat de standaardkalibratie-instellingen compatibel zijn
met de speciale Alaris® GW-infuussets.
CareFusion behoudt zich het recht om zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan te brengen aan de
Alaris® GW volumetrische pomp. Deze wijzigingen kunnen ook gevolgen hebben voor de werking van infuussets
die niet door CareFusion zijn geproduceerd. Als de gewenste werking niet wordt behaald, moeten de speciale
Alaris® GW-infuussets worden gebruikt of moet de Alaris® GW volumetrische pomp opnieuw worden gekalibreerd.
Het wordt aangeraden om de werking van infuussets die niet van CareFusion zijn, regelmatig te meten, aangezien
de fabrikant de set zonder kennisgeving kan wijzigen, wat invloed kan hebben op de werking van de Alaris® GW
volumetrische pomp.
1000DF00442 Uitgave 6
11/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Beginnen
Installatie paalklem
Een paalklem wordt aan de achterzijde van de pomp bevestigd en zorgt voor een stevige aansluiting op verticale infuusstandaards met
een diameter tussen 15 en 40 mm.
**
**
Uitgespaarde
ruimte
1. Trek de weggeklapte paalklem naar u toe en schroef de klem los tot er
voldoende ruimte ontstaat voor de paal.
2. Plaats de pomp rond de paal en draai de schroef vast tot de klem aan de paal
vastzit.
A
Monteer de pomp nooit zodanig dat de IV-infuusstandaard
topzwaar of instabiel wordt.
Controleer of de paalklem is weggeklapt en opgeborgen in de
uitgespaarde ruimte aan de achterzijde van de pomp alvorens
de pomp aan te sluiten op een docking station/werkstation* of
als de pomp niet wordt gebruikt.
A
Controleer voorafgaand aan ieder gebruik of de paalklem:
geen tekenen van overmatige slijtage vertoont;
geen tekenen van overmatige losse beweging vertoont in de verlengde, monteerbare positie.
Indien deze tekenen worden waargenomen, mogen de pompen niet meer worden gebruikt en dienen ze te worden
onderzocht door bevoegd onderhoudspersoneel.
Docking station/werkstation* of installatie apparatuurrail
Ontkoppelingshefboom
Rechthoekige stang
Draainok
De draainok kan op de rechthoekige stang op het docking station/
werkstation* of apparatuurrails van 10 mm bij 25 mm worden
bevestigd.
1. Plaats de draainok aan de achterzijde van de pomp op één lijn
met de rechthoekige stang op het docking station/werkstation*
of de apparatuurrail.
2. Druk de pomp stevig op de rechthoekige stang of
apparatuurrail.
3. Controleer of de pomp stevig in positie op de rail of stang ‘klikt’.
4. Zorg ervoor dat de pomp stevig vastzit. Controleer of
de pomp stevig vastzit, door de pomp voorzichtig van
het docking station/werkstation af te trekken zonder de
ontgrendelingshendel te gebruiken. Wanneer de pomp stevig
vastzit, mag deze niet loskomen van het docking station/
werkstation.
5. Om de pomp te verwijderen, drukt u de ontgrendelingshendel
in en trekt u de pomp naar u toe.
Waarschuwing: De pomp kan van het docking station/werkstation af vallen als deze niet goed is gemonteerd. Dit kan
leiden tot letsel bij de gebruiker en/of de patiënt.
A
Aanbevolen wordt de infuuszakken op een hanger direct boven de pomp te hangen waarmee ze zullen worden
gebruikt. Dit minimaliseert de mogelijke verwarring van infuussets als er verscheidene volumetrische pompen
worden gebruikt.
*Alaris® DS docking station & Alaris® Gateway-werkstation.
1000DF00442 Uitgave 6
12/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Beginnen
Een infuusset plaatsen
A
Zorg ervoor dat de juiste infuusset voor de/het te infunderen vloeistof/medicament geselecteerd is.
Volg de instructies die met de afzonderlijke infuusset zijn meegeleverd.
Het gebruik van andere infuussets kan de werking van de pomp en de nauwkeurigheid van de infusie nadelig
beïnvloeden. Raadpleeg het gedeelte ‘Infuussets’ van de gebruiksaanwijzing voor infuussets voor de Alaris® GW
volumetrische pomp.
Plaats de IV-vloeistofcontainer zodanig dat morsen op de pomp voorkomen wordt.
Zorg ervoor dat de leiding volledig in het pompkanaal is gelegd, waardoor speling voorkomen wordt.
Zorg dat er bij gebruik van 273-003-, 273-003V-, 273-303E- en 273-303EV-infuussets een afstand van ten minste
50 cm wordt bewaard tussen de pomp en de bovenste keerklep.
1. Sluit de lijnklem van de infuusset. Druk op de deurvergrendeling om het
deurtje te openen.
2. Ontgrendel het flowstopmechanisme door de hefboomarm omhoog en naar
rechts te duwen.
3. Plaats de infuusset van links naar rechts, zonder enige speling, in de daarvoor
bestemde groef. Volg hierbij het etiket voor de flowrichting. Zorg ervoor dat de
infuusset stevig langs de inklempunten en in de groeven aan beide kanten van
de behuizing wordt gedrukt.
4. Schakel het flowstopmechanisme weer in door de hefboom naar links en
omlaag te drukken.
5. Sluit het deurtje. Gebruik de uitsparingen in de deur om de deur stevig vast te
drukken, zodat die ervoor zorgt dat de grendel goed op zijn plaats valt. Open
de lijnklem van de infuusset.
6. Let op de vloeistofkamer en controleer of er geen vloeistof loopt.
1000DF00442 Uitgave 6
13/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Beginnen
Stroom aan/uit
De pomp inschakelen:
1. Druk één keer op de a -toets en laat hem los.
2. Controleer of:
er een zoemer wordt geactiveerd, die gedurende 3 seconden een hoog geluidsignaal geeft. Gedurende die tijd “piept” de
hoofdluidspreker een keer tijdens de opstartsequentie.
Alle displaysegmenten en indicatoren zijn verlicht.
Als er tijdens de zelftest een storing optreedt, geeft de pomp alarm.
3. Na deze zelftest geeft de pomp de laatst ingevoerde snelheidsinstelling of nul weer, afhankelijk van de configuratie.
De pomp uitschakelen:
1. Houd a toets ingedrukt. Op het display van de pomp verschijnt UIT3-UIT2-UIT1.
2. Als de
a-toets tijdens het aftellen wordt losgelaten, wordt de pomp niet uitgeschakeld en keert deze terug naar zijn vorige
toestand.
A
Als de pomp een alarm geeft, segmenten/indicatoren niet op de juiste wijze gaan branden of er geen 2
geluidssignalen klinken, moet de pomp onmiddellijk worden uitgeschakeld en dient u contact op te nemen
met bevoegd onderhoudspersoneel. Als transport naar een technicus noodzakelijk is, wordt aanbevolen de
oorspronkelijke beschermende verpakking te gebruiken.
De infuusset vullen
A
Gebruik indien mogelijk een infuusset met een antisifonklep. De antisifonklep voorkomt dat vrije doorstroming
optreedt als een infuusset incorrect is geplaatst of van de pomp is verwijderd. Infuussets met een antisifonklep
kunnen alleen worden geprimed wanneer infuussets in de pomp zijn geplaatst.
WAARSCHUWING Toedieningssets die geen antisifonkleppen of bescherming tegen vrije doorstroming bevatten, mogen
niet worden gebruikt voor het toedienen van risicovolle geneesmiddelen of bij kwetsbare patiënten.
Het gebruik van sets zonder bescherming tegen vrije doorstroming kan leiden tot een ongereguleerde
doorstroming, wat letsel bij de patiënt kan veroorzaken. Gebruik altijd een druppelsensor wanneer de
setdetectiemodus is uitgeschakeld.
A
Wanneer u infuussets zonder antisifonklep gebruikt, bijvoorbeeld 273-004, 273-007 en 273-008, kan de infuusset
zonder de pomp worden geprimed. Het gebruik van een druppelsensor wordt aanbevolen wanneer u een infuusset
zonder een antisifonklep gebruikt. De druppelsensor zorgt dat de pomp een alarm geeft als een significante
afwijking van de set infuussnelheid wordt waargenomen.
1. Zorg ervoor dat de pomp is ingeschakeld en de lijnklem geopend is.
2. Plaats de infuusset (zie “De infuusset plaatsen).
3. Druk één keer op de
b -toets. E zal worden weergegeven.
4. Houd de
b -toets ingedrukt terwijl E nog altijd wordt weergegeven en vul de infuusset tot er geen lucht meer in de IV-lijn
zichtbaar is (volgens het ziekenhuisprotocol).
5. Bevestig de set aan de patiënt of een andere infuusset.
6. Start het infuus (zie Het infuus te starten).
A
Gebruik de vulfunctie om de infuussets te vullen voordat er een infuus gestart wordt.
Sluit de infuusset nooit aan op de patiënt terwijl deze gevuld wordt.
Het geleverde vulvolume (
E) wordt niet van de TIV afgetrokken of bij het totale geïnfundeerde volume geteld.
Automatische setdetectie
Wanneer u een speciale infuusset van CareFusion gebruikt (raadpleeg het gedeelte “Compatibele speciale infuussets”) wordt aanbevolen de
setdetectiemodus in te schakelen op de Alaris® GW volumetrische pomp. Deze modus kan worden ingeschakeld in de technische modus op de pomp
(raadpleeg de Technische Servicehandleiding, addendum 1000SM00014, voor meer informatie).
Pas alle Alaris® GW volumetrische pompen binnen een specifieke ziekenhuis- of klinische omgeving aan voor dezelfde automatische setdetectiemodus
(d.w.z. alle aan of alle uit). Dit helpt om potentiële verwarring onder gebruikers te voorkomen over de modus waarin de pomp werkt en er zo voor te
zorgen dat de juiste aanbevelingen voor het gebruik van de druppelsensor worden gevolgd.
Wanneer de automatische setdetectie is ingesteld op aan, test de pomp automatisch of een compatibele CareFusion-infuusset correct is geladen
(raadpleeg het onderdeel “Compatibele infuussets”). De test vindt plaats aan het begin van de eerste infusie nadat de pomp is ingeschakeld of nadat
de deur is geopend. De pomp draait 10 seconden lang achteruit en vervolgens 10 seconden lang vooruit. De test is na maximaal 20 seconden voltooid.
Tijdens deze procedure kan de zorgverlener vaststellen dat er bloed terugstroomt. Dit valt vooral op bij het gebruik van een kleine katheter.
Als de pomp geen correcte infuusset van CareFusion detecteert of een mogelijk onjuist geladen set detecteert, geeft de pomp een alarm af en wordt
Q weergegeven. Raadpleeg het onderdeel "Alarmen en waarschuwingen" van deze gebruiksaanwijzing.
Neem contact op met uw lokale vertegenwoordiger van CareFusion als u nadere informatie of ondersteuning nodig hebt met betrekking tot de
procedure voor automatische detectie van de infuusset of de toepassing van deze pomp onder specifieke klinische omstandigheden, bijvoorbeeld bij
neonaten.
1000DF00442 Uitgave 6
14/38
Alaris® GW volumetrische pomp
De infusie starten
De infusie starten
Controleer of:
De pomp is aangeschakeld.
De infuusset is gevuld (raadpleeg het hoofdstuk “De infuusset vullen” in deze gebruiksaanwijzing).
De lijnklem open is.
De druppelsensor is aangesloten (raadpleeg het hoofdstuk Werking druppelsensor van deze gebruiksaanwijzing).
U geeft aan dat er tijdens het infuus een druppel door de druppelsensor gedetecteerd is.
Standaardmodus
1. Voer de infuussnelheid in met behulp van de f h-toetsen.
2. Druk eenmaal op knop
e om de infuussnelheid te bevestigen.
3. Voer de TIV in met behulp van de
f h-toetsen of schakel TIV uit door op de f-toets te drukken totdat UIT wordt weergegeven.
4. Druk op knop
e om de TIV te bevestigen.
5. Druk op
c om het geinfundeerd volume te wissen, indien vereist.
6. Druk op de
d-toets om het infuus te starten.
Standaardmodus met TIV / Tijd infusie ingeschakeld
1. Voer de TIV in met behulp van de f h-toetsen.
2. Druk eenmaal op knop
e om de TIV te bevestigen.
3. Voer de TIJD in met behulp van de
f h-toetsen.
4. Druk op knop
e om de TIJD te bevestigen.
5. Druk op
c om het geinfundeerd volume te wissen, indien vereist.
6. Druk op de
d-toets om het infuus te starten.
Micro-modus
1. Voer de infuussnelheid in met behulp van de f h-toetsen.
2. Druk eenmaal op knop
e om de infuussnelheid te bevestigen.
3. Voer de TIV in met behulp van de
f h-toetsen of schakel TIV uit door op de f-toets te drukken totdat UIT wordt weergegeven.
4. Druk op knop
e om de TIV te bevestigen.
5. Druk op
c om het geinfundeerd volume te wissen, indien vereist.
6. Druk op de
d-toets om het infuus te starten.
Micro-modus met TIV / Tijd infusie ingeschakeld
1. Voer de TIV in met behulp van de f h -toetsen.
2. Druk eenmaal op knop
e om de TIV te bevestigen.
3. Voer de TIJD in met behulp van de
f h-toetsen.
4. Druk op knop
e om de TIJD te bevestigen.
5. Druk op
c om het geinfundeerd volume te wissen, indien vereist.
6. Druk op de
d-toets om het infuus te starten.
1000DF00442 Uitgave 6
15/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Secundaire/zijinfusen
Secundaire/zijinfusen
De secundaire (of zij-) infusiemodus is alleen beschikbaar als deze is geconfigureerd, raadpleeg het hoofdstuk “Configureerbare opties
van deze gebruiksaanwijzing.
De secundaire infusiemodus wordt gebruikt om een periodieke vloeistof / geneesmiddeloplossing toe te dienen, bijvoorbeeld om de 4
uur een antibiotica-infuus met:
Een primaire infuusset met een keerklep voor de Y-injectiesite, bijv. 273-003 of 273-303E.
Een secundaire infuusset, bijv. 72213 of 72213N.
A
De primaire vloeistofcontainer moet lager hangen (circa 20 cm lager) dan de secundaire vloeistofcontainer om
te zorgen dat de secundaire infusie kan lopen. De primaire infusie zal worden hervat nadat de secundaire infusie
voltooid is.
1. Stel het primaire infuus in maar start het niet (raadpleeg het hoofdstuk “De infusie starten van deze gebruiksaanwijzing). Als de
pomp loopt, drukt u op de
d-knop om de pomp in de pauzestand te zetten.
2. Vul de secundaire infuusset volgens de gegeven instructies.
3. Sluit de lijnklem van de secundaire set.
4. Sluit de secundaire infuusset aan op het bovenste Y-injectiegedeelte van de primaire infuusset.
5. Hang de primaire vloeistofcontainer lager met behulp van de extensiehaak die met de secundaire infuusset is meegeleverd.
6. Druk op de
l-toets, dan zal S worden weergegeven.
Snelheid / Volume OF TIV / Tijd
7. Voer de vereiste snelheid in met de
h f -toetsen. Voer de TIV in met behulp van de h f -toetsen.
8. Druk op de
e -toets om naar TIV te gaan. Druk op de e -toets om naar TIJD te gaan.
9. Voer de TIV in met behulp van de
h f -toetsen. Voer de TIJD in met behulp van de h f -toetsen.
10. Open de lijnklem van de secundaire set.
11. Druk op de
e -toets om verder te gaan, of druk op de d -knop om de secundaire infusie te starten.
12. Verzeker u ervan dat de SEC (secundaire)-indicator brandt.
Opmerking: De infuussnelheid schakelt automatisch terug naar de primaire infuussnelheid als de secundaire infusie voltooid is. Als
de primaire infusie voltooid is, gaat de pomp verder op de Keep Vein Open (KVO)-snelheid.
A
Tijdens de primaire / secundaire infusie van twee geneesmiddelen in een lijn met een enkel lumen, is het van wezenlijk
belang de compatibiliteit van het geneesmiddel / de vloeistof te controlerendoor een medicijnencompatibiliteitstabel
of de plaatselijke apotheker te raadplegen voordat u de infusie start.
De secundaire set wordt op de bovenste Y-aansluiting op de primaire infuusset aangesloten.
Om het secundaire infuus in te stellen moet de pomp op
G staan of niet lopen.
Secundaire infusiesnelheden boven 270 ml/u kunnen een gelijktijdige stroom van de secundaire en primaire
vloeistofbronnen veroorzaken.
1000DF00442 Uitgave 6
16/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Secundaire/zijinfusen
Typische secundaire infusen:
Extensiehaak
Normaal gesproken wordt deze met de secundaire
infuusset meegeleverd.
De primaire infuusset moet lager hangen zodat het
secundaire infuus kan lopen en het primaire infuus weer
kan starten als het secundaire voltooid is.
Primaire vloeistofcontainer
Secundaire vloeistof-
container Gewoonlijk een
kleinere container, bijv. 50 ml,
100 ml, 200 ml of 250 ml.
Secundaire infuusset bijv.
72213. Gewoonlijk een kortere
leiding om het Y-gedeelte op de
primaire infuusset te bereiken.
Primaire infuusset
bijv. 273-003 met een bovenste Y-injectiegedeelte.
Inline klem bijv.
een rolklem.
Inline klem bijv.een Roberts-klem.
IV-statief
Keerklep
Voorkomt dat secundaire infusies
terug omhoog vloeien in de
primaire infuusset in plaats van
naar de patiënt.
Bovenste Y-injectiegedeelte op
de primaire infuusset.
1
2
A
Als er een druppelsensor wordt
gebruikt moet deze op de
primaire infuusset zijn bevestigd.
1000DF00442 Uitgave 6
17/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Basisfuncties
Basisfuncties
Snelheid titreer
1. Voer de nieuwe infuussnelheid in met behulp van de toetsen f en h.
2. Druk op knop
e om de infuussnelheid te bevestigen.
Opmerking: De snelheid kan zonder onderbreking van de infusie worden verhoogd of verlaagd.
A
Als de nieuw geselecteerde snelheid niet bevestigd wordt, gaat de pomp terug naar de huidige snelheid en wordt
er geen wijziging in de infuussnelheid aangebracht.
Bolusinfusies
Een bolusinfusie toedienen:
1. Druk een maal op de
b-toets, dan zal C worden weergegeven.
2. Houd de
b -toets ingedrukt terwijl C nog altijd wordt weergegeven, laat de b-toets los na toediening van het gewenste
bolusvolume.
Opmerking: Het gegeven bolusvolume wordt opgeteld bij het totale geïnfundeerde volume (ML?) en afgetrokken van het te
infunderen volume (TIV).
Toetsvergrendeling
De functie Toetsvergrendeling minimaliseert het risico op onbedoelde wijzigingen van de infusie-instellingen tijdens de infusie.
p
Als toetsvergrendeling is ingeschakeld, wordt weergegeven steeds als er (niet operationeel) op een knop wordt gedrukt.
De toetsvergrendeling voorkomt dat de toetsen functioneren met uitzondering van:
Bladeren door infusieparameters met behulp van de
e-toets.
De onderdrukking van het alarm met de
c-toets.
Pauzeren / hervatten van de infusie met de
d-toets.
De prestatie van de pompen optimaliseren
De pompprestatie kan worden geoptimaliseerd door om de 24 uur een nieuw gedeelte van de infuusset in het pompmechanisme te
plaatsen. Een nieuw gedeelte van de slangen invoegen:
1. Druk op
d toets om de infusie te PAUZEREN.
2. Zorg ervoor dat de lijnklem gesloten is.
3. Open de pompdeur, ontgrendel het flowstopmechanisme en schuif de infuusset ongeveer 15 cm verder. Zie “De infuusset plaatsen”.
4. Sluit de deur en druk op d toets om de infusie opnieuw te starten.
Pauzemodus
Druk op d toets om de infusie te pauzeren. Druk nog eens op d toets om de infusie te hervatten.
Een terugroepalarm activeert de pomp als deze gedurende meer dan twee minuten op
G blijft.
Keep Vein Open (KVO)-snelheid
Aan het eind van de infusie blijft de pomp met een hele lage snelheid infunderen (raadpleeg het hoofdstuk “Specificaties” van deze
gebruiksaanwijzing). KVO wordt gebruikt om de ader van de patiënt open te houden, om bloedstolsels en verstoppingen in de katheter
te voorkomen.
A
Als de KVO-snelheid groter is dan de ingestelde infusieparameters, blijft de pomp met de ingestelde infuussnelheid
infunderen.
Als de KVO-snelheid geconfigureerd is op UIT, stopt de pomp met infunderen en produceert deze een alarm.
1000DF00442 Uitgave 6
18/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Basisfuncties
De infuusset vervangen
1. Druk op d toets om de pomp te PAUZEREN.
2. Sluit de lijnklem en zorg ervoor dat de IV-toegang tot de patiënt is afgesloten.
3. Maak de infuusset los van de patiënt.
4. Open de pompdeur en verwijder de infuusset uit de pomp en gooi de set en vloeistofcontainer weg in overeenstemming met het
ziekenhuisprotocol.
5. Plaats de nieuwe infuusset in de pomp, zie “De infuusset plaatsen
6. Druk de druppelkamer samen om deze ongeveer half of tot de vullijn (als de druppelkamer gemarkeerd is) met vloeistof te vullen.
7. Vul de set handmatig.
8. Start de infusie weer, zie “Beginnen.
A
Gebruik een aseptische techniek in overeenstemming met het ziekenhuisprotocol als u de infuusset of de
vloeistofcontainer vervangt.
Aanbevolen wordt infuussets volgens de gebruiksaanwijzing te vervangen.
Lees de met de infuusset meegeleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig, voordat u deze gebruikt.
Het vervangingsinterval voor de set is 24 uur.
De vloeistofcontainer wisselen
1. Druk op d toets om de pomp te PAUZEREN.
2. Verwijder de spike op de infuusset van een lege / gebruikte container. Gooi de lege / gebruikte container weg in overeenstemming
met het ziekenhuisprotocol.
3. Steek de spike in de nieuwe container.
4. Druk de druppelkamer samen om deze ongeveer half of tot de vullijn (als de druppelkamer gemarkeerd is) met vloeistof te vullen.
5. Start de infusie weer, zie “Beginnen.
A
Gebruik een aseptische techniek in overeenstemming met het ziekenhuisprotocol als u de infuusset of de
vloeistofcontainer vervangt.
Aanbevolen wordt infuussets volgens de gebruiksaanwijzing te vervangen.
Lees de met de infuusset meegeleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig, voordat u deze gebruikt.
Instructies SmartSite® naaldvrij systeem
De SmartSite® naaldvrije klep is ontworpen voor een veilige stroom door middel van de zwaartekracht en een geautomatiseerde stroom,
injectie en aspiratie van vloeistoffen zonder naalden te gebruiken, maar in plaats daarvan Luer lock- en Luer-slipconnectoren.
A
Voorzorgsmaatregelen:
Gooi deze weg als de verpakking niet intact is of de beschermkappen los zijn geraakt.
Als de SmartSite® naaldvrije klep in een noodgeval met een naald is gebruikt, is de klep beschadigd en zal deze
gaan lekken. Vervang de SmartSite® naaldvrije klep onmiddellijk.
De SmartSite® naaldvrije klep is gecontraïndiceerd voor een stomp canulesysteem.
Laat slip-Luerspuiten NIET onbewaakt achter.
AANWIJZINGEN - Gebruik een aseptische methode
1. Veeg vóór elke toegang de poort van de naaldvrije klep af met 70% isopropylalcohol (1-2 seconden) en laat deze drogen (ongeveer
30 seconden).
OPMERKING: De droogtijd is afhankelijk van de temperatuur, vochtigheid en ventilatie van de ruimte.
2. Vul de kleppoort. Bevestig, als dat van toepassing is, de spuit aan de naaldvrije kleppoort en aspireer minuscule luchtbelletjes.
3. Raadpleeg bij gebruik van toedieningssets altijd de gebruiksaanwijzingen voor de desbetreffende set aangezien het
verwisselingsinterval kan variëren afhankelijk van de klinische toepassing (bijv. infusies van bloed, bloedproducten en vettige emulsies).
OPMERKING: Terwijl de naaldvrije kleppoort wordt gebruikt, kan vloeistof worden waargenomen tussen de behuizing en de blauwe
zuiger. Deze vloeistof komt niet in de vloeistofbaan en vereist geen actie.
OPMERKING: Voor vragen over producten of voor studiemateriaal voor de naaldvrije klep kunt u contact opnemen met de
vertegenwoordiger van CareFusion. Raadpleeg de protocollen van de instelling. Raadpleeg andere organisaties die
richtlijnen publiceren die nuttig zijn bij het ontwikkelen van instellingsprotocollen.
1000DF00442 Uitgave 6
19/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Basisfuncties
Lucht uit de lijn verwijderen
1. Druk op de d -toets om het alarm lucht in de lijn te onderdrukken en de pomp in de pauezestand te zetten.
2. Sluit de klem in de lijn.
3. Open de deur om de luchtbel te bekijken.
OPMERKING: Het alarm Lucht in de lijn kan zowel worden geactiveerd door afzonderlijke bellen als door bellen die in de loop van de
tijd zijn opgehoopt.
4. Maak de infuusset los van de patiënt and en zorg ervoor dat de IV-toegang tot de patiënt is afgesloten.
5. Sluit de deur.
6. Open de klem in de lijn.
7. Druk één keer op de
b-toets. E zal worden weergegeven.
8. Houd de
b-toets ingedrukt terwijl E nog altijd wordt weergegeven, tot er geen lucht meer in de IV-lijn zichtbaar is (volgens het
ziekenhuisprotocol).
9. Sluit de klem in de lijn.
10. Bevestig de infuusset aan de patiënt.
11. Open de inline klem en herstel de IV-toegang tot de patiënt.
12. Druk op de
d-toets om de infusie te hervatten.
A
Gebruik een aseptische techniek in overeenstemming met het ziekenhuis protocol.
A
Infuussets zonder inline antisifonklep moeten worden afgeklemd voordat ze worden losgemaakt van de patiënt
en de vulprocedure (
E) is niet noodzakelijk om de lucht in de lijn te verwijderen, omdat de lucht door de
zwaartekracht kan worden verwijderd.
1000DF00442 Uitgave 6
20/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Door de gebruiker selecteerbare opties
Door de gebruiker selecteerbare opties
A
Om de gebruikersopties in te stellen moet de pomp op G of in de instelmodus staan, en moeten de relevante,
door de gebruiker selecteerbare opties beschikbaar zijn. Zie ook het hoofdstuk “Configureerbare opties” in deze
gebruiksaanwijzing.
Houd knop
e twee seconden ingedrukt om de door de gebruiker selecteerbare opties in te voeren.
OPMERKING: Hoe vaak u knop
e moet indrukken, hangt af van welke door de gebruiker selecteerbare opties zijn ingeschakeld.
Onderstaande instructies gaan uit van het feit dat alle opties zijn ingeschakeld.
Het occlusiedrukniveau instellen
1. Als PrES wordt weergegeven.
2. Selecteer HOOG, nor of LAAG met behulp van de
h f-toetsen om het occlusiedrukniveau in te stellen op Hoog, Normaal of
Laag.
3. Druk op de
e-toets om terug te gaan naar de G of instelmodus,
Het alarmvolume instellen
1. Druk op de e -toets totdat wordt tonE weergegeven.
2. Selecteer een alarmvolume tussen 1 (Laag) en 7 (Hoog) met behulp van de
h f -toetsen.
3. Druk op de
e -toets voor de G of de instelmodus, of de volgende optie.
TIV over tijd instellen
1. Druk op de e -toets totdat wordt R weergegeven.
2. Selecteer Aan of UIT met behulp van de
h f -toetsen en zet hiermee de TIV- / tijdinfusie-instelling aan of uit.
3. Druk op de
e -toets om terug te gaan naar de G of -instelmodus, of de volgende optie.
4. Zorg ervoor dat de TIJD-indicator brandt als deze op Aan is gezet.
OPMERKING: De TIJD neemt in snelheid toe / af, afhankelijk van de eenheden, bijvoorbeeld 10 ml@99,9 ml/u is 6 min, daarom wordt
0:06 weergegeven.
Op de micromodus instellen
1. Druk op de e -toets totdat wordt T weergegeven.
2. Selecteer Aan of UIT met behulp van de
h f -toetsen en zet de micromodus aan of uit.
3. Druk een keer op de
e -toets om terug te gaan naar G of de instelmodus, een hoorbare zoemer bevestigt de status.
4. Zorg ervoor dat de MICRO-indicator brandt als deze op aan is gezet.
1000DF00442 Uitgave 6
21/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Blad Configureerbare opties
Blad Configureerbare opties
A
De standaardinstellingen zijn configureerbaar, zoals tussen haakjes in de volgende tabel is weer-gegeven. Elk van
de configureerbare opties heeft een code. Alle configureerbare opties hebben een code die alleen mag worden
aangepast door bevoegd onderhoudspersoneel op basis van de handleiding Technisch onderhoud (TSM) van dit
product (referentie handleiding Technisch onderhoud: 1000SM00006 en Addendum 1000SM00014).
Omschrijving Bereik Standaard Instelling
TIV / tijdinfusies inschakelen (AAN / UIT) UIT
Maximum vulvolume (UIT, 1 tot 40 ml) 40 ml
Wis bij het starten de infusieparameters
tot nul
(AAN / UIT) UIT
Maximum TIV in MICRO-modus (0,1 tot 999 ml) 999 ml
Bolussnelheid (1 tot 999 ml/u) 400 ml/u
Maximum bolusvolume (UIT, 1 tot 99 ml) 5 ml
Keep vein open-snelheid (UIT, 1,0 tot 5,0 ml/u) 5,0 ml/u
Lucht-in-de-lijn-alarmvolume -
afzonderlijke bel
(50, 100, 250, 500 µL) 100 µl
Vermogen tot secundair infuus
inschakelen
(AAN / UIT) UIT
Standaard occlusiedruk bij opstarten
(Lo (250 mmHg), Nor (350 mmHg), HI (500
mmHg))
HI
Alarmvolumeniveau (1 - 7) 4
Micromodus inschakelen (AAN / UIT) UIT
Maximum infuussnelheid (1 - 999 ml/u) 999 ml/u
ASCII-modus voor communicatie
inschakelen
(AAN / UIT) UIT
Oneven pariteit voor communicatie
inschakelen
(AAN / UIT) UIT
Pompadres voor communicatie instellen (1 - 250) 1
Aansluitmodus druppelsensor** (AUTOMATISCH/AAN) Aan
Instelling van huidige tijd en datum
(00:00 tot 23:59)
(01/01/00 tot 31/12/99)
n.v.t.
Taalkeuze (EnGL, FrAn, dEut, ItAL, ESPA, SE, nEd)* EnGL
IrDA-communicatieselectie (AAN / UIT) Aan
Activering verpleegkundigenalarm hoog
ingeschakeld
(AAN / UIT) Aan
Druppels per ml vloeistof (1 tot 200) 20
Automatische setdetectie en
antibolusfunctie inschakelen***
(AAN / UIT) UIT
Stille modus (AAN / UIT) UIT
Opties gebruikerskeuzemodus
Druklimiet ingeschakeld
Alarmvolume ingeschakeld
Volume over tijd ingeschakeld
Microinfusies ingeschakeld
(AAN / UIT)
(AAN / UIT)
(AAN / UIT)
(AAN / UIT)
UIT
UIT
UIT
UIT
Druppelsensor gevoeligheidsniveau (Nor, Hi) Nor
*EnGL - Engels, FrAn - Frans, dEut - Duits, ItAL - Italiaans, ESPA - Spaans, SE - Zweeds, nEd - Nederlands.
**Als automatische setdetectie is uitgeschakeld, of als infuussets zonder antisifonkleppen worden gebruikt, raden wij u aan de
verbindingsmodus van de druppelsensor op aan te zetten. Wanneer aan is geselecteerd, werkt de Alaris® GW volumetrische pomp niet, tenzij
een druppelsensor is aangesloten.
*** Wanneer u een speciale infuusset van CareFusion gebruikt (raadpleeg het onderdeel Compatibele infuussets), controleert u of de
detectiemodus is ingesteld op aan (raadpleeg het onderdeel Automatische setdetectie voor meer informatie). Pas alle Alaris® GW volumetrische
pompen in uw ziekenhuis aan dezelfde setdetectiemodus aan (d.w.z. alle aan of alle uit) om potentiële verwarring onder gebruikers te
voorkomen over de modus waarin de pompt werkt.
Serienummer Softwareversie
Geconfigureerd door Datum
Goedgekeurd door Datum
1000DF00442 Uitgave 6
22/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Alarmen
Alarmen
Alarmen stoppen de infusie en worden aangegeven door een combinatie van een hoorbaar geluid en een bericht op het display.
1. Controleer op het display of er een alarmbericht wordt weergegeven en raadpleeg de tabel hieronder voor oorzaak en actie. Druk op
c toets om het geluid uit te zetten. (Uitzonderingen zijn M en K)
2. Als de oorzaak van het alarm is gecorrigeerd, drukt u op de
d-toets om het infuus te hervatten.
Display Oorzaak Actie
J
LUCHT-IN-DE-LIJN
OCCLUSIE VOOR/BOVEN DE POMP
Zie “Lucht uit de lijn verwijderen.
Maak de infuusset los van het IV-toegangsapparaat en gebruik
de vulfunctie (zie “De infuusset vullen”).
Verwijder de occlusie / lucht en start de infusie opnieuw door
op de
d-toets te drukken.
K
INTERNE BATTERIJ LEEG Om het alarm uit te zetten sluit u de pomp aan op de
netvoeding.
Sluit de pomp aan op de netspanning om de interne batterij
op te laden.
L
DEUR OPEN
De deur werd tijdens een infusie
geopend.
Sluit de deur en start de infusie opnieuw.
M
SYSTEEMSTORING Schakel de pomp uit.
Stel de pomp buiten gebruik en laat deze controleren door
bevoegd onderhoudspersoneel.
N
FLOWFOUT
Tijdens een infusie zijn er geen druppels
gedetecteerd (lege container).
Excessieve toename of afname van de
vloeistofstroom door de druppelsensor
gedetecteerd.
Druppelsensor bevestigd aan de
secundaire infuusset.
Klem de slang af om de vloeistofstroom te stoppen.
Controleer of de infuussetslang op de juiste wijze, in
overeenstemming met de stroomrichtinglabel, in het
pompkanaal is geplaatst.
Zorg ervoor dat er ruimschoots voldoende vloeistof in de
vloeistofcontainer zit.
Controleer of er een blokkade / occlusie in de infuusset
aanwezig is.
Nadat de slang op de juiste wijze is geplaatst, sluit u de
pompdeur en hervat u de infusie.
Controleer of de druppelsensor aan de primaire infuusset is
bevestigd.
O
AANSLUITFOUT DRUPPELSENSOR
De druppelsensor is tijdens een infusie
aangesloten / losgekoppeld.
De druppelsensor is niet aangesloten en
de primaire TIV is “UIT”.
Te veel vloeistof in de druppelkamer.
Herstart de infusie met de druppelsensor aangesloten /
losgekoppeld, al naargelang vereist is.
Sluit de druppelsensor aan of stel een TIV in en start de infusie
opnieuw.
Zorg ervoor dat de vloeistof in de druppelkamer niet boven de
vullijn staat.
P
OCCLUSIE BENEDEN/ONDER DE POMP
Er heeft zich een occlusie voorbij/onder
de pomp voorgedaan.
Neem de druk weg van de infuusset om toediening van een
postocclusiebolus aan de patiënt te voorkomen.
Verwijder de oorzaak van de blokkade.
Start de infusie opnieuw.
Q
BIJ GEBRUIK VAN EEN ANDERE Infuusset
wanneer de setdetectiemodus is
ingeschakeld, de set onjuist is geplaatst
of de set versleten is.
Te veel lucht in de lijn.
Infusie is gestart terwijl de lijn
stroomopwaarts is vastgeklemd.
273-003-set is geplaatst terwijl het
bovenste Y-stuk te dicht bij de pomp zit.
Verwijder de infuusset en plaats de correcte of een nieuwe set
(zie “Compatibele infuussets”).
Verwijder de lucht uit de set. (Raadpleeg het hoofdstuk “Lucht
uit de lijn verwijderen”)
Maak de klem los en start opnieuw.
Plaats de set opnieuw met de pomp ten minste 30 cm van het
Y-gedeelte.
1000DF00442 Uitgave 6
23/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Waarschuwingen
Waarschuwingen
Waarschuwingen waarschuwen de gebruiker maar stoppen de infusie misschien niet. Ze worden aangegeven door een hoorbaar geluid,
een bericht op het display, of beide.
1. Controleer of er een waarschuwingsbericht op het display staat. Druk op
c toets om het geluid uit te zetten.
2. Verhelp de oorzaak van de waarschuwing of ga voorzichtig verder.
Display Oorzaak Actie
C
Bolus wordt toegediend.
Laat de
b-toets los om terug te gaan naar de infusie
als de juiste bolus eenmaal is toegediend.
D
Voltooid voorgeprogrammeerd volume dat
geïnfundeerd moest worden.
De pomp infundeert op de keep vein open-
snelheid, totdat er op de
d-toets wordt gedrukt.
Raadpleeg het hoofdstuk “KVO-snelheid” van deze
gebruiksaanwijzing.
E
De pomp vult de infuusset. Zorg dat alle lucht uit de infuusset is verwijderd,
voordat u de infusie start.
F
Lege batterij
(Ten minste 30 minuten voor het bAt-alarm).
Sluit de pomp aan op een netspanningsbron.
G
De pomp staat in de pauzestand.
Druk op
d toets om terug te gaan naar de infusie,
of druk op
e toets om terug te gaan naar de set-up.
H
De pomp is 2 minuten onbewaakt achtergebleven
en de infusie is niet gestart.
Blijf bij de pomp.
I
Automatische setcontrole. Laat de test helemaal uitvoeren voordat u de pomp
verder bedient.
1000DF00442 Uitgave 6
24/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Werking druppelsensor
Werking druppelsensor
A
De druppelsensor bewaakt de infusieflowsnelheid door de druppelkamer automatisch. De druppelsensor zorgt
dat de pomp een alarm geeft als een significante afwijking van de infuussnelheid wordt waargenomen. De
druppelsensor kan ook lege containers waarnemen. Daarom is het gebruik van een druppelsensor verplicht
wanneer de automatische setdetectiemodus op de pomp is uitgeschakeld.
De druppelsensor gebruiken
Modus Alaris® GW volumetrische pomp Infuusset met antisifonklep? Druppelsensor gebruiken?
Setdetectie aan* JA OPTIONEEL
Setdetectie aan* NEE AANBEVOLEN
Setdetectie uit ** JA VERPLICHT
Setdetectie uit ** NEE VERPLICHT
* Alleen speciale infuussets van CareFusion kunnen in deze modus worden gebruikt.
** CareFusion raadt het gebruik van infuussets van andere fabrikanten niet aan
Model 180 druppelsensor
Hendels
Druppel kamer
Flenzen
Trek de hendels
naar achteren
Druppelsensorinterface
Deksel
druppel sensor interface
1. Steek de druppelsensor in de druppelsensorinterface die zich op het bovenste gedeelte aan de zijkant van de pomp bevindt.
2. Bevestig de druppelsensor Model 180 aan de druppelkamer van de infuusset door de hendels naar achteren te trekken. Raadpleeg
de illustratie hierboven.
3. Ga verder met de plaatsing, het vullen en de instelinstructies, zoals beschreven in het hoofdstuk “Beginnen.
OPMERKING: Zorg ervoor dat de druppelkamer halfvol is en rechtop hangt.
A
Bevestig de druppelsensor altijd vóór u een infusie start.
Vermijd gebruik van de druppelsensor in direct zonlicht.
Zorg altijd dat de lens schoon is.
Plaats de deksel van de druppelsensorinterface altijd terug als de druppelsensor is losgemaakt.
1000DF00442 Uitgave 6
25/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Compatibele infuussets
Compatibele infuussets
De pomp gebruikt standaard disposable infuussets met Luer lockconnectors voor eenmalig gebruik. De gebruiker is verantwoordelijk
voor verificatie van de geschiktheid van een gebruikt product als dit niet door CareFusion werd aanbevolen.
A
CareFusion raadt het gebruik van infuussets met antisifonkleppen aan indien mogelijk. De antisifonklep voorkomt
dat vrije doorstroming optreedt als een infuusset incorrect is geplaatst of van de pomp is verwijderd.
Er worden voortdurend nieuwe sets ontwikkeld voor onze klanten. Neem contact op met uw plaatselijk
vertegenwoordiger van CareFusion voor informatie over beschikbaarheid.
Aanbevolen wordt de infuussets te verwisselen overeenkomstig de gebruiksaanwijzing. Lees voor gebruik de bij de
infuusset behorende gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
WAARSCHUWING Toedieningssets die geen antisifonkleppen of bescherming tegen vrije doorstroming bevatten, mogen niet
worden gebruikt voor het toedienen van risicovolle geneesmiddelen of bij kwetsbare patiënten. Het gebruik van
sets zonder bescherming tegen vrije doorstroming kan leiden tot een ongereguleerde doorstroming, wat letsel bij
de patiënt kan veroorzaken. Gebruik altijd een druppelsensor wanneer de setspecifieke modus is uitgeschakeld.
Onthoud dat deze tekeningen niet op schaal zijn.
Standaardsets
273-001 Infuusset met 15 µm filter in druppelkamer, antisifonklep. (220 cm)
273-002 Infuusset met 15 µm filter in druppelkamer, 1 Y-gedeelte en antisifonklep. (220 cm)
273-003 Infuusset met 15 µm filter in druppelkamer, 2 Y-gedeeltes, keerklep en antisifonklep. (220 cm)
273-004 Infuusset met 15 µm filter in druppelkamer, rolklem en Luer-keerklep. (210 cm) Geschikt voor infusie door
zwaartekracht.
273-005 Infuusset met rollerklem. (225 cm) Geschikt voor zwaartekrachtinfusie.
273-303E Infuusset met 15 μm druppelkamerfilter, twee anti-sifonkleppen en twee SmartSite® Y-poorten. (290 cm).
273-304 Infuusset met 15 µm druppelkamerfilter. (275 cm) Geschikt voor zwaartekrachtinfusie.
Bloedsets
273-007 Bloedset met 1 bovenste Y-gedeelte, inline druppelkamer met 200 µm filter, en Luer-keerklep.
(285 cm) Geschikt voor infusie door zwaartekracht.
273-008 Bloedset 1 bovenste en 1 onderste Y-gedeelte, keerklep, inline druppelkamer met 200 µm filter en
Luer-keerklep. (285 cm) Geschikt voor infusie door zwaartekracht.
273-080 Bloedset met 2 naalden, 1 bovenste en 1 onderste Y-gedeelte met antisifonklep en inline druppelkamer met 200
µm filter. (225 cm)
1000DF00442 Uitgave 6
26/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Compatibele infuussets
Filtersets
273-009 1,2 µm filterset met antisifonklep, met 15 µm filter in druppelkamer. (230 cm)
Buretsets
273-103 Buretset met 1 Y-gedeelte en antisifonklep. (220 cm)
Opake sets
273-011 Opake pvc infuusset met antisifonklep en pompsegment met 15 µm filter in druppelkamer. (235 cm)
Lage-absorptiesets
273-053 Lage-absorptieset van PVC met anti-sifonklep en pompsegment met 15 μm druppelkamerfilter. (260 cm)
Secundaire sets
72213-0006 Secundaire/zij-infuusset met 18G naald en hanger. (ongeveer 84 cm).
72213N-0006 Secundaire/zij-infuusset en verlenghaak (ongeveer 76 cm).
1000DF00442 Uitgave 6
27/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Compatibele infuussets
Filterextensiesets
C20128 Extensieset met 1,2µm filter en een Y-gedeelte. Draaibare male Luer lock. (ongeveer 51 cm)
C20350 Extensieset met 0,2µm filter en een Y -gedeelte. Draaibare male Luer lock (ongeveer 51 cm) Laag absorberend
(met polyethyleen binnenbekleding)
20128E-0006 Extensieset met een filter van 1,2 μm en één SmartSite® Y-poort. Draaibare mannelijke luerlock (circa 51 cm).
20350E-0006 Extensieset met een filter van 0,2 μm en één SmartSite® Y-poort. Draaibare mannelijke luerlock (circa 51 cm). Lage
absorptieset (polyethyleengevoerd)
Oncologiesets
MFX273-950E Oncologieset met vijf SmartSite® Y-poorten.
MFX273-952E Oranje oncologieset met vijf SmartSite® Y-poorten.
A
Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing van de volgende infuussets zorgvuldig door voor informatie over het
gebruik van de druppelsensor bij onderstaande infuussets:
MFX273-950E
MFX273-952E
1000DF00442 Uitgave 6
28/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Bijbehorende producten
Bijbehorende producten
Het Alaris® Gateway-werkstation
Productserienummer 80203UNS0y-xx
Voedingsspanning 115-230 VAC, ~50-60 Hz
Elektrische classificatie 460 VA (maximum)
Bescherming tegen elektrische schokken Klasse 1
Classificatie Continu bedrijf
Stroomvoorziening pomp 115-230 V, ~50-60 Hz, 60 VA
Het Alaris® DS docking station
Productserienummer 80283UNS00-xx
Voedingsspanning 230 VAC, 50 of 60 Hz
Elektrische classificatie 500 VA (nominaal)
Bescherming tegen elektrische schokken Klasse 1
Classificatie Continu bedrijf
Stroomvoorziening pomp 20 VA max. 230 V 50-60 Hz
y = Connectiviteitsoptie - 1, 2 of 3
xx = Configuratie
1000DF00442 Uitgave 6
29/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Onderhoud
Onderhoud
Routineonderhoudsprocedures
Om te zorgen dat de pomp goed blijft functioneren, is het belangrijk dat u de pomp schoonhoudt en dat u de
routineonderhoudsprocedures uitvoert die hieronder worden beschreven. Onderhoud mag uitsluitend worden verricht door bevoegd
onderhoudspersoneel op basis van de handleiding Technisch onderhoud (TSM).
Schakelschema’s en lijsten met onderdelen, alsmede alle overige onderhoudsinformatie die de gekwalificeerde onderhoudsmonteur
kunnen helpen bij het uitvoeren van reparaties aan de als te repareren aangeduide onderdelen, zijn op verzoek verkrijgbaar bij CareFusion.
A
Als de pomp valt, beschadigd raakt of wordt blootgesteld aan overmatig vocht of hoge temperaturen, dient deze
onmiddellijk buiten gebruik te worden gesteld en te worden gecontroleerd door bevoegd onderhoudspersoneel.
Alle preventieve en correctieve onderhoudswerkzaamheden en dergelijke moeten worden uitgevoerd op een daarvoor
geschikte locatie overeenkomstig de verstrekte informatie. CareFusion is op geen enkele wijze verantwoordelijk in het
geval één van deze handelingen wordt uitgevoerd in strijd met de door CareFusion verstrekte instructies of informatie.
Interval Regelmatige onderhoudsprocedure
Volgens het ziekenhuisbeleid Reinig de externe oppervlakken van de pomp grondig vóór en na een lange periode van opslag.
Elk gebruik 1. Controleer de netspanningsstekker en kabel op beschadigingen.
2. Inspecteer behuizing, toetsenbord en mechanisme op schade.
3. Controleer of de zelftest bij het opstarten correct werkt.
4. Controleer of de waarschuwingsindicator en audiofunctie bij het opstarten beide worden
geactiveerd.
Voordat de pomp bij een nieuwe
patiënt wordt gebruikt en wanneer
nodig
Reinig de pomp door deze af te nemen met een pluisvrije doek die licht is bevochtigd met warm
water en een standaard desinfecterende oplossing of reinigingsmiddeloplossing.
A
Raadpleeg de handleiding Technisch onderhoud voor kalibratieprocedures. De meeteenheden die voor de
kalibratieprocedure worden gebruikt, zijn standaard SI (het internationale Eenhedensysteem)-eenheden.
A
Het is belangrijk dat u alleen de meest recente versie van de Gebruiksaanwijzing en Technische onderhoudshandleiding
van uw CareFusion-producten raadpleegt. Deze documenten vindt u op www.carefusion.com. Gedrukte exemplaren
van deze documentatie kunt u via uw plaatselijke CareFusion-vertegenwoordiger aanvragen.
Werking van de batterij
Door de interne, oplaadbare batterij kan de pomp blijven werken als er geen netspanning beschikbaar is, bijvoorbeeld als de patiënt
wordt vervoerd of als de stroom uitvalt. De infusietijd op de batterij is afhankelijk van de snelheid, zie het hoofdstuk “Specificaties” van de
gebruiksaanwijzing. Als het alarm aangeeft dat de batterij bijna leeg is, duurt het ongeveer 24 uur voordat de batterij volledig is opgeladen
na aansluiting op de netspanning, ongeacht of de pomp in gebruik is. De batterij wordt automatisch opgeladen als de pomp op netstroom
werkt, en iedere keer wanneer de pomp aan het wisselstroomnet wordt gekoppeld en de wisselstroomindicator brandt.
De batterij is een onderhoudsvrije, gesealde nikkelmetaalhydride en heeft geen routineonderhoud nodig. Voor een optimale werking
echter moet de batterij voorafgaand aan en tijdens opslag met een regulier interval van 3 maanden en na volledige ontlading volledig
worden opgeladen.
Na verloop van tijd neemt het vermogen van de batterij lading vast te houden, af. Aangezien het vasthouden van lading van essentieel
belang is, moet de interne batterij elke 3 jaar worden vervangen.
Wij raden u aan de batterij alleen door bevoegd onderhoudspersoneel te laten vervangen. Voor meer informatie over het vervangen van de
batterij verwijzen wij naar de handleiding Technisch onderhoud.
Het gebruik van batterijen die niet zijn vervaardigd door CareFusion in de volumetrische pomp van Alaris® is op eigen risico. CareFusion
biedt geen garantie op batterijen die niet door CareFusion zijn vervaardigd, en raadt het gebruik hiervan af. De productgarantie van
CareFusion is niet van toepassing indien de volumetrische pomp van Alaris® beschadigd is, voortijdig versleten is, defect is of anderszins
niet juist functioneert ten gevolge van het gebruik van batterijen die niet door CareFusion zijn vervaardigd.
Afvoer
Informatie voor gebruikers over de afvoer van elektrische en elektronische apparatuur
Dit
U-symbool op het product en/of bijbehorende documenten duidt erop dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet op
dezelfde wijze mogen worden afgevoerd als huishoudelijk afval.
Als u elektrische en elektronische apparatuur wilt afvoeren, dient u contact op te nemen met het plaatselijke CareFusion-kantoor of de
distributeur voor aanvullende informatie.
Het op de juiste wijze afvoeren van dit product draagt bij aan de conservering van waardevolle middelen en voorkomt een potentieel
nadelig effect op de volksgezondheid en het milieu wat het resultaat zou kunnen zijn van een onjuiste afvalverwerking.
Informatie over afvoer in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is uitsluitend geldig binnen de Europese Unie. Dit product dient te worden afgevoerd met inachtneming van milieufactoren.
Ter voorkoming van risicos en gevaren moeten de interne, oplaadbare batterij en de nikkelmetaalhydride-batterij uit het controlepaneel
worden gehaald en worden afgevoerd volgens de landelijk geldende regelgeving. Alle overige onderdelen kunnen op veilige wijze worden
afgevoerd volgens de plaatselijke regelgeving.
1000DF00442 Uitgave 6
30/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Reiniging en opslag
Reiniging en opslag
De pomp reinigen
Alvorens de pomp te gebruiken bij een nieuwe patiënt en periodiek tijdens het gebruik dient de pomp gereinigd te worden door deze af
te nemen met een pluisvrije doek, bevochtigd met warm water en een standaard desinfecterend middel/ reinigingsmiddeloplossing.
Gebruik de volgende desinfecterende soorten niet:
Desinfectantia die corrosief zijn voor metalen, mogen niet worden gebruikt, zoals onder andere:
NaDcc (zoals PRESEPT)
Hypochlorieten (zoals CHLORASOL)
Aldehyden (zoals CIDEX)
Kationische surfactanten >1% (bijv. Benzalkoniumchloride).
Het gebruik van jodium (bijv. Betadine) veroorzaakt verkleuring van het oppervlak.
Reinigingsmiddelen op basis van geconcentreerde isopropylalcohol kunnen plastic onderdelen aantasten.
Aanbevolen reinigingsmiddelen zijn:
Merk Concentratie
Hibiscrub 20% (v/v)
Virkon 1% (w/v)
De volgende producten zijn getest en acceptabel bevonden voor gebruik op de pomp indien gebruikt volgens de richtlijnen van de
betreffende fabrikant.
Warm water met zeep TriGene Advance
Mild schoonmaakmiddel in water (bijv. Young’s Hospec) Tristel Fuse-zakjes
70% isopropylalcohol in water Tristel Trio-doekjessysteem
Chlor-Clean Tuffie 5-doekje
Hibiscrub Virkon Disinfectant
Clinell Universal-doekje
A
Voordat u de pomp schoonmaakt moet u deze altijd uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen. Zorg dat er
geen vloeistof in de behuizing binnendringt en voorkom dat er te veel vloeisof in de pomp accumuleert.
Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen, aangezien deze het uitwendige oppervlak van de pomp kunnen
beschadigen. Niet stoomautoclaveren, niet steriliseren met ethyleenoxide en de pomp niet onderdompelen in
vloeistof.
De pomp opslaan
Als de pomp voor een langere periode wordt opgeslagen, dient deze eerst te worden gereinigd en moet de interne batterij volledig
worden opgeladen. Sla de pomp op in een schone, droge atmosfeer bij kamertemperatuur en gebruik als bescherming de originele
verpakking, als u die nog hebt.
Tijdens de opslag moeten elke 3 maanden functietests worden gedaan volgens de beschrijving in de handleiding Technisch onderhoud
en moet de interne batterij volledig worden opgeladen.
A
Zie de handleiding Technisch onderhoud voor meer informatie in verband met het laden van de RTC-batterij BT1.
De infuusset reinigen en opslaan
De infuusset is een disposable artikel voor eenmalig gebruik en moet na gebruik in overeenstemming met het ziekenhuisprotocol
worden weggegooid.
De druppelsensor reinigen
Alvorens de druppelsensor bij een nieuwe infuusset te gebruiken en periodiek tijdens gebruik dient de druppelsensor gereinigd te
worden door deze af te nemen met een pluisvrije doek, licht bevochtigd met warm water en een standaard desinfecterend middel/
reinigingsmiddeloplossing. Zorg ervoor dat de connector niet nat wordt. Droog de druppelsensor voor het gebruik.
Als de druppelsensor erg vervuild of verontreinigd is, of als de hendel niet meer vrij kan bewegen, mag de druppelsensor worden
ondergedompeld en in schoon zeepwater worden geweekt (zie
A). De binnenkant van het veermechanisme kan worden gereinigd
door het te activeren terwijl het is ondergedompeld in water.
Na reiniging dient u de druppelsensor volledig te laten drogen voordat u deze opnieuw gebruikt.
A
De stekker van de druppelsensor mag niet in water worden gedompeld, omdat hierdoor schade ontstaat.
1000DF00442 Uitgave 6
31/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Specificaties
Specificaties
Elektrische/mechanische veiligheid
Voldoet aan IEC/EN60601-1 en IEC/EN60601-2-24.
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
Voldoet aan IEC/EN60601-1-2 en IEC/EN60601-2-24.
Elektrische veiligheid
IEC/EN 60601-1 - Typische aardlekstroom 40 µA.
Potentiaalvereffeningsgeleider
De potentiaalvereffeningsconnector (geleider) wordt gebruikt voor een rechtstreekse aansluiting tussen de pomp en de
potentiaalvereffeningsaansluiting van de elektrische installatie. Om de geleider te gebruiken, sluit u de potentiaalvereffeningsconnector
van de pomp aan op de potentiaalvereffeningsaansluiting van de elektrische installatie.
Diëlektrische sterkte
Controlesterktetest 1,7 kV dc (stroomvoerend en neutraal naar aarde) gedurende 10s
Prestatiesterktetest 500 V dc (stroomvoerend en neutraal naar aarde)
Controlesterktetest
De controlesterktetest is in de fabriek uitgevoerd. Aanbevolen wordt de controlesterktetest opnieuw uit te voeren als de pomp tijdens
het onderhoud opnieuw getest wordt.
Classificatie
Klasse I-apparatuur. Continue, draagbare apparatuur, type 4.
Netvoeding
100 - 120 VAC, 50 - 60 Hz, 10 VA (nominaal).
220 -240 VAC, 50 - 60 Hz, 10 VA (nominaal).
Bescherming tegen binnendringing van vloeistof
IPX1 - Beschermd tegen verticaal vallende waterdruppels.
Afmetingen
137 mm (b) x 140 mm (h) x 105 mm (d). Gewicht: ongeveer 1,5 kg (exclusief elektriciteitskabel).
Milieu specificaties
Conditie In bedrijf Transport en opslag
Temperatuur +15°C - +38°C -20°C - + 50°C
Vochtigheid 20% - 90%* 10% - 95%*
Lucht druk 700 hPa - 1060 hPa 500 hPa - 1060 hPa
De infuusset vullen / vullen
Parameter Bereik
Vulsnelheid Vast:>999 ml/u
Vulvolume 0 -40 ml***
De infusie starten / set-up
Infusieparameter Micro Standaard
Infuussnelheid 1,0 -99,9 ml/u** 1 - 999 ml/u***
TIV 0,1 - 99,9 ml**
100 -999ml***
1 -9.999ml***
ML? 0,0 - 99,9 ml**
100 -9.999ml***
0 -9.999ml***
Een bolus toedienen
Parameter Bereik
Bolussnelheid 1 - 999 ml/u***
Bolusvolume 0 -99ml***
Max. bolusvolume na vrijkomen van harde occlusie <0,6 ml
*Niet condenserend.
**Gemeten in stappen van 0,1 ml.
***Gemeten in stappen van 1 ml.
1000DF00442 Uitgave 6
32/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Specificaties
BATTERIJSPECIFICATIES
Oplaadbare NiMH (nikkel-metaalhydride). Wordt automatisch opgeladen als de pomp is aangesloten op de netvoeding.
Levensduur batterij - 10 uur bij 25 ml/u
Opladen batterij - 95% geladen - < 24 uur ( alle condities).
Alarmcondities
SYSTEEMFOUT OCCLUSIE VOOR/BOVEN DE POMP
LUCHT-IN-DE-LIJN ONJUISTE SET GEPLAATST
BATTERIJ LEEG DEUR OPEN
OCCLUSIE ONDER
Kritisch volume
Het maximaal geïnfundeerde volume na een enkele foutconditie is 1,0 ml.
KVO-infuussnelheid
Maximaal 5 ml/u of de infuussnelheid als deze lager is geprogrammeerd dan de ingestelde KVO-snelheid.
Occlusiedruk
Door de gebruiker selecteerbare: Occlusiealarmdruk bij 125 ml/u - 250 mmHg (laag), 350 mmHg (normaal), 500 mmHg (hoog).
Type zekering
2 X T 125 mA, langzaam doorsmeltend (100 - 120 VAC, nominaal).
2 X T 63 mA, langzaam doorsmeltend (220 -240 VAC, nominaal).
Luchtsensor
Integrale ultrasone sensor.
Lucht-in-de-lijn-detector
Configureerbaar 50 µl, 100 µl, 250 µl, 500 µl.
Totale tijdsinstelling
Maximaal 99 uur en 59 minuten.
Handhavingscapaciteit geheugen
Het elektronische geheugen van de pomp blijft ten minste 6 maanden gehandhaafd als de pomp niet wordt gestart.
Minimum occlusiealarmdruk
100 mmHg
Maximum occlusiealarmdruk
1000 mmHg
Gegenereerd bolusvolume bij 25,0 ml/u wanneer de minimum occlusiealarmdrempel is bereikt
0,3ml
Gegenereerd bolusvolume bij 25,0 ml/u wanneer de maximum occlusiealarmdrempel is bereikt
0,6 ml
Maximumtijd voor activering van het occlusiealarm
Maximumtijd tot alarm bij 1,0 ml/u is <45 min (hoge druk)
Maximumtijd tot alarm bij 1,0 ml/u is <30 min (lage druk)
Maximumtijd tot alarm bij 25 ml/u is <5,30 min (hoge druk)
Maximumtijd tot alarm bij 25 ml/u is <2,10 min (lage druk)
Maximumtijd tot alarm bij 999 ml/u is <3 sec (hoge druk)
Maximumtijd tot alarm bij 999 ml/u is <2 sec (lage druk)
Systeemnauwkeurigheid
Snelheidsnauwkeurigheid ± 5% bij 25 ml/u onder nominale condities
2
, getest volgens IEC60601-2-24 (95% betrouwbaarheidsinterval /
80% populatie).
A
Voor alle condities moet de nauwkeurigheid van de snelheid in overeenstemming hiermee worden aangepast.
6
Nauwkeurigheid bolusvolume - ± 10% @ 5 ml onder nominale condities
2
, getest volgens IEC60601-2-24. Onder alle condities
3
moet de
nauwkeurigheid van het bolusvolume verlaagd worden voor wat betreft de nauwkeurigheid van de snelheid.
Occlusiedruknauwkeurigheid
± 150 mmHg onder nominale condities
2
± 250 mmHg onder alle condities
3
Nauwkeurigheid lucht in de lijn
± 20% of ± 0,025 ml5 onder nominale condities
2
1000DF00442 Uitgave 6
33/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Specificaties
A
DISCLAIMER. Deze pomp is uitsluitend getest en goedgekeurd door CareFusion voor gebruik met de speciale
CareFusion-infuussets.
Als de gebruiker overweegt om infuussets te gebruiken die niet zijn goedgekeurd voor gebruik met de Alaris® GW
volumetrische pomp, moet de gebruiker vóór gebruik een geautoriseerde CareFusion-vertegenwoordiger raadplegen
over de compatibiliteit en/of informatie over kalibratie. CareFusion doet echter in geen geval toezeggingen en geeft
geen garanties omtrent de geschiktheid en veilige werking van andere infuussets, aangezien de werking van de
pomp en de nauwkeurigheid van de infusie daardoor worden beïnvloed.
In geen geval kan CareFusion verantwoordelijk worden gesteld voor schade van welke aard dan ook, inclusief maar
niet beperkt tot directe of indirecte schade, speciale schade, gevolgschade of incidentele schade die voorkomt uit
of verband houdt met het gebruik van andere infuussets (infuussets die niet geproduceerd zijn door CareFusion),
ongeacht of CareFusion is geraadpleegd over de mogelijkheid van een dergelijk gebruik.
Opmerkingen:
1. Alle nauwkeurigheidspecificaties liggen binnen een 95% betrouwbaarheidsinterval / 95% populatie, tenzij anders aangegeven.
2. Nominale condities zijn gedefinieerd als:
Setsnelheid: 125 ml/u (25 ml/u voor snelheidsnauwkeurigheid);
Disposable type: ALARIS® 273-001;
Naald: 18 gauge x 40 mm;
Oplossingtype: Gedeïoniseerd en ontgast water;
Temperatuur: 23° ±2°C
Hoofd hoogte vloeistof: 0,3 ± 0,1 m;
Tegendruk: 0 ± 10 mmHg.
3. Alle zijn hetzelfde als de normale condities met de volgende aanvullingen:
Setsnelheid: 1 tot 999 ml/u;
Oplossingtype: Alle vloeistoffen4;
Temperatuur: 15 tot 38°C
Hoofd hoogte vloeistof: 0 ± 1,0 m;
4. Getest met behulp van gedistilleerd water, 20% vet, 50% glucose, 0,9% normale fysiologische zoutoplossing en 5%
alcoholoplossingen.
5. Welke de grootste is voor de ingestelde limiet voor lucht in de lijn.
6. Voor alle condities moet de snelheidsnauwkeurigheid worden aangepast met de volgende percentages:
± 10% over het infuussnelheidsbereik 1 tot 999 ml/u
Nominaal: 0,68 (± 0,36)% over 24 uur voortdurend gebruik.
Nominaal: -3,5 (± 1,08)% @ 15°C
Nominaal: -0,9 (± 0,62)% @ 38°C
1000DF00442 Uitgave 6
34/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Specificatie IrDA, RS232 en verpleegkundigenalarm
Specificatie IrDA, RS232 en verpleegkundigenalarm
De optie RS232 / IrDA
De optie RS232 / IrDA is een standaardoptie op de Alaris® GW volumetrische pomp. Door deze functie kan de pomp op afstand worden
bewaakt via een geschikt centraal monitoring- of computersysteem. Hiermee is het ook mogelijk het interne logboek van de pomp te
downloaden met het oog op technische ondersteuning..
A
De interface voor verpleegkundigenalarm fungeert als afstandsondersteuning van het interne geluidsalarm. De
functie mag niet worden gebruikt ter vervanging van de monitoring van het interne alarm.
Zie de handleiding Technisch onderhoud voor meer informatie over de RS232-interface. Omdat het mogelijk
is de pomp met behulp van de RS232-interface op enige afstand van de pomp te besturen en dus op afstand
van de patiënt, ligt de verantwoordelijkheid voor de besturing van de pomp bij de software die draait op het
computerbesturingssysteem.
Het is aan de gebruiker van het apparaat om te beoordelen of de software die in de klinische omgeving wordt
gebruikt voor het aansturen of ontvangen van data van de pomp, geschikt is. Deze software moet het losraken
of een andere storing van de RS232-kabel kunnen constateren. Dit protocol wordt gedetailleerd beschreven in de
handleiding Technisch Onderhoud en dient uitsluitend ter algemene informatie.
Alle analoge en digitale componenten die worden aangesloten moeten voldoen aan IEC/EN60950 voor
gegevensverwerking en IEC/EN60601 voor medische apparatuur. Iedereen die extra onderdelen op de signaal-
input en -output aansluit, is een systeemconfigurator en is er verantwoordelijk voor dat wordt voldaan aan de
eisen van systeemstandaard IEC/EN60601-1-1.
De optie verpleegkundigenalarm
De verpleegkundigenalarminterface is bedoeld om te worden aangesloten op een geschikt bewakingsapparaat zodat op afstand wordt
aangegeven wanneer de pomp een alarmtoestand ingaat.
Aansluitgegevens RS232 / Verpleegkundigenalarm
Normale aansluitgegevens -
1. Verpleegkundigenalarm (relais) normaal gesloten (NC C)
2. Verzenden gegevens (TXD) output
3. Ontvangen gegevens (RXD) input
4. Voeding input (DSR)
5. Aarding (GND)
6. Niet gebruikt
7. Voeding input (CTS)
8. Verpleegkundigenalarm (relais) normaal geopend (NC O)
9. Verpleegkundigenalarm (relais) Normaal (NC COM)
1000DF00442 Uitgave 6
35/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Trompet- en stroomsnelheidscurves
Trompet- en stroomsnelheidscurves
Evenals bij alle andere infusiesystemen veroorzaken de werking van het pompmechanisme en variaties kortetermijnfluctuaties in de
nauwkeurigheid van de infuussnelheid.
De volgende curves geven op twee manieren de kenmerkende werking van het systeem weer wanneer een aanbevolen speciale
infuusset wordt gebruikt: 1) de nauwkeurigheid van de vloeistofafgifte, gemeten over verschillende tijdsperioden (trompetcurves), en 2)
het vertraagd op gang komen van de vloeistofstroom wanneer de infusie wordt opgestart (opstartcurves).
De trompetcurves danken hun naam aan hun karakteristieke vorm. Zij geven discrete gegevens weer die zijn gemiddeld over bepaalde
tijdsperioden of observatievensters’; in de curves worden geen continue gegevens afgezet tegen de bedrijfstijd. Gedurende lange
observatievensters hebben kortetermijnfluctuaties weinig effect op de nauwkeurigheid zoals die wordt weergegeven door het
vlakke deel van de curve. Als het observatievenster verkleind wordt, hebben kortetermijnfluctuaties een groter effect; dit blijkt uit het
‘mondstuk’ van de trompet.
Kennis van de systeemnauwkeurigheid over verschillende observatievensters kan van belang zijn wanneer bepaalde geneesmiddelen
worden toegediend. Kortetermijnfluctuaties in de nauwkeurigheid van de snelheid kunnen, afhankelijk van de halfwaardetijd van het
geneesmiddel dat wordt toegediend en de mate van intervasculaire integratie, een klinische impact hebben. Het klinische effect kan
niet worden afgeleid uit de trompetcurves alleen.
In de opstartcurves wordt de continue flow gedurende twee uur afgezet tegen de bedrijfstijd vanaf de start van de infusie. Uit deze
curves blijkt dat de vloeistof als gevolg van mechanische compliantie niet onmiddellijk wordt afgegeven en de curves vormen een
visuele representatie van uniformiteit. De trompetcurves zijn afgeleid van het tweede uur van deze gegevens. De tests zijn uitgevoerd
volgens de IEC60601-2-24-standaard.
A
De trompet- en stroomsnelheidscurves geven de doorsnee werking van de Alaris® GW volumetrische pomp aan
wanneer deze wordt gebruikt in combinatie met een aanbevolen speciale infuusset. Wanneer de Alaris® GW
volumetrische pomp in combinatie met een andere infuusset wordt gebruikt, is de gebruiker verantwoordelijk
voor het controleren van de werking de pomp.
Opstartgrafiek bij 1,0ml/u (beginperiode)
273-001 IV-set
Opstartgrafiek bij 25,0 ml/u (beginperiode)
273-001 IV-set
Stroomsnelheid (ml/u)
Start-up Graph at 1.0 ml/h (Initial Period)
-0.2
0.0
0.2
0.4
0.6
0.8
1.0
1.2
1.4
1.6
1.8
2.0
0102030405060708090 100 110 120
Time (minutes)
Flow (ml/h)
Stroomsnelheid (ml/u)
Start-up Graph at 25.0 ml/h (Initial Period)
0.0
5.0
10.0
15.0
20.0
25.0
30.0
35.0
40.0
45.0
50.0
0102030405060708090100 110120
Time (minutes)
Tijd (minuten) Tijd (minuten)
Trompetgrafiek bij 1,0ml/u (beginperiode)
273-001 IV-set
Trompetgrafiek bij 25,0 ml/u (beginperiode)
273-001 IV-set
Stroomsnelheid (%)
Trumpet Graph at 1.0 ml/h (Initial Period)
-60
-50
-40
-30
-20
-10
0
10
20
30
40
50
60
0510 15 20 25 30 35
Flow Error (%)
Stroomsnelheid (%)
Trumpet Graph at 25.0 ml/h (Initial Period)
-15
-10
-5
0
5
10
15
0510 15 20 25 30 35
Flow Error (%)
Observatievenster (minuten) Observatievenster (minuten)
Maximum
snelheidsfout
Minimum
snelheidsfout
Totale gemiddelde fout =
+2,5%
Maximum
snelheidsfout
Minimum
snelheidsfout
Totale gemiddelde fout=
+1,1%
Trompetgrafiek bij 1,0 ml/u (na 24 uur)
273-001 IV-set
Trompetgrafiek bij 25,0 ml/u (na 24 uur)
273-001 IV-set
Stroomsnelheid (%)
Trumpet Graph at 1.0 ml/h (After 24 Hours)
-80
-70
-60
-50
-40
-30
-20
-10
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0510 15 20 25 30 35
Flow Error (%)
Stroomsnelheid (%)
Trumpet Graph at 25.0 ml/h (After 24 Hours)
-15
-10
-5
0
5
10
15
0510 15 20 25 30 35
Observation Window (minutes)
Flow Error (%)
Observatievenster (minuten) Observatievenster (minuten)
Maximum
snelheidsfout
Minimum
snelheidsfout
Totale gemiddelde fout =
+4,2%
Maximum
snelheidsfout
Minimum
snelheidsfout
Totale gemiddelde fout=
+1,1%
Opmerking: De normale stroomsnelheids- en trompetcurves - Infuusset 273 001
1000DF00442 Uitgave 6
36/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Technische beschrijving
Technische beschrijving
De volgende details schetsen de basisveiligheidscontroles die in de pomp ontworpen zijn om de mogelijkheid van onder- of
overinfusies te minimaliseren.
Opstartzelftests
De pomp is enkele-fout-tolerant, dat betekent dat de pomp als gevolg van een storing door een enkele fout ofwel zal stoppen en
alarm geven of ononderbroken door zal gaan met infunderen. Tijdens de opeenvolgende opstartzelftests voert de pomp automatisch
controles uit van de systeemintegriteit en slaat deze alarm en geeft
M weer als een van deze tests zou mislukken. Raadpleeg het
hoofdstuk “Stroom aan/uit” van deze gebruiksaanwijzing.
Lucht-in-de-lijn
Twee ultrasone omvormers controleren tijdens de infusie continu op de aanwezigheid van lucht in de infuusset. Deze functie lucht-in-
de-lijn werkt in twee modi:
Enkele beldetectie - De pomp geeft alarm en toont
J wanneer er een enkele bel groter dan de volumealarmlimiet
voor lucht in de lijn wordt gedetecteerd. De alarmlimiet kan worden geconfigureerd op 50, 100, 250 of 500 µL. Zie ook het
hoofdstuk “Configureerbare opties in deze gebruiksaanwijzing.
Lucht-in-de-lijnaccumulatie - Deze accumulatiefunctie bewaakt het volume van de lucht dat door de infuusset passeert, door het
volume van de afzonderlijke bellen over een venster van 15 minuten bij elkaar te voegen. Deze functie is buitengewoon nuttig
voor infusies bij patiënten die zeer sensitief zijn voor lucht (bijvoorbeeld peuters en kinderen) of wanneer er producten worden
geïnfundeerd die aanzienlijke volumes luchtbelletjes creëren.
A
Hoewel een afzonderlijke bel misschien niet groter is dan de voorgeprogrammeerde drempel, kan het toegevoegde
volume van de bellen in een 15-minuten-volume voldoende zijn om een lucht-in-de-lijnalarm in werking te stellen dat
wordt aangegeven door een ‘Lucht OCCL’-melding.
Benedenstroomse occlusiedruk
De pomp bevat een druksensor om de benedenstroomse IV-infusiedruk te bewaken. Als de IV-druk de alarmdruklimiet overschrijdt,
bijvoorbeeld als gevolg van een geknikte IV-slang of geblokkeerde canule, geeft de pomp een alarm af en toont
P.
Als compensatie voor de veranderlijkheid in de infuussetslang, voert de pomp een relatieve basislijndrukmeting uit. De pomp neemt als
referentiedruk een druk van de IV-lijn als de infusie begint en alarmeert bij een vooraf ingestelde limiet boven de druk van de basislijn.
De drukalarmlimieten zijn 250, 350 en 500 mmHg boven de druk van de basislijn. Deze komen overeen met de lage, normale of hoge
druklimieten. Om buitengewoon grote drukken te voorkomen wordt de pomp bij 1000 mmHg afgeschermd.
Stroomopwaartse occlusiedruk
Om stroomopwaartse occlusies als gevolg van, bijvoorbeeld, gesloten klemmen of verstopte druppelkamerfilters te detecteren,
controleert de pomp continu de stroomopwaartse IV-slangdruk. Bij detectie van een occlusie geeft de pomp een alarm af en toont
J. De pomp gebruikt de ultrasone omvormers van de luchtsensor om de stroomopwaartse occlusie te controleren en is
daardoor niet in staat onderscheid te maken tussen een stroomopwaartse occlusie en een luchtbel.
Op pomp gebaseerde vrije flowbescherming
De pomp is voorzien van een flowstopmechanisme dat ontworpen is om de IV-slang te blokkeren als de pompdeur openstaat en de
slang op de juiste wijze in de pomp blijft zitten. Dit mechanisme wordt geactiveerd door de hefboomarm van het flowstopmechanisme
omhoog en naar rechts te duwen. Als het geactiveerd is, legt de gebruiker de IV-slang in het slanggeleiderkanaal.
Wanneer de pompdeur wordt gesloten, zal de schuine rand die is opgenomen in de deur, de hefboomarm vrijmaken zodat deze
automatisch de slang blokkeert wanneer de deur opnieuw wordt geopend. (Raadpleeg “Kenmerken van de Alaris® GW volumetrische
pomp”) De slang kan uit het slanggeleiderkanaal worden verwijderd door de hefboomarm opnieuw te activeren. Als de hefboomarm
opnieuw is geactiveerd en de deur dan wordt geopend, blokkeert het flowstopmechanisme de flow in de slang niet langer.
Antibolusfunctie
De antibolusfunctie is ontworpen om de bolus te verminderen die kan optreden als er een occlusie vrijkomt na een benedenstrooms
occlusiealarm. (De detectie van een benedenstroomse occlusie wordt aangegeven door een P-alarm.) De pomp zet de lijndruk van
de infuusset binnen 15 seconden terug op neutraal door kort terug te pompen en de lijndruk in de infuusset te meten via het inline
drukdetectiesysteem. Deze functie kan de vloeistofbolus naar de patiënt voorkomen, die zich kan voordoen nadat een occlusie is
losgekomen. Deze kan zijn veroorzaakt door een stroomafwaartse beklemming.
Opmerking: De antibolusfunctie is uitgeschakeld als de automatische-setdetectiefunctie moet worden uitgeschakeld. Raadpleeg
het hoofdstuk “Configureerbare Opties” van deze gebruiksaanwijzing.
1000DF00442 Uitgave 6
37/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Reserveonderdelen
Reserveonderdelen
Een uitgebreide lijst van reserveonderdelen voor deze pomp vindt u in de handleiding Technisch onderhoud.
De handleiding Technisch onderhoud (1000SM0006) is nu in elektronische vorm verkrijgbaar via het World Wide Web:-
www.carefusion.co.uk/alaris-technical/
Voor toegang tot onze handleidingen is een gebruikersnaam en wachtwoord nodig. Neem voor inloggegevens contact op met een
plaatselijke klantenservicevertegenwoordiger.
Onderdeelnummer Omschrijving
1000EL00349 Intern batterijpakket
1001FAOPT91 Elektriciteitskabel - Verenigd Koninkrijk
1001FAOPT92 Elektriciteitskabel - Europa
1000DF00442 Uitgave 6
38/38
Alaris® GW volumetrische pomp
Contactadressen voor onderhoud
Contactadressen voor onderhoud
Voor onderhoud kunt u contact opnemen met uw plaatselijke filiaal of de distributeur.
AE DE HU PT
CareFusion,
PO Box 5527,
Dubai, United Arab Emirates.
CareFusion,
Tullastr. 8-12
69126 Heidelberg,
Deutschland.
CareFusion,
Döbrentei tér 1,
H-1013 Budapest,
Magyarország.
CareFusion,
Avda. São Miguel, 296 Atelier 14
2775-751 Carcavelos, Lisboa
Portugal
Tel: (971) 4 28 22 842 Tel: (49) 6221 305 0 Tel: (36) 1 488 0232
Tel: (36) 1 488 0233
Tel: +351 219 152 593
Fax: (971) 4 28 22 914 Fax: (49) 6221 305 216 Fax: (36) 1 201 5987 Fax: +351 219 152 598
AU DK IT SE
CareFusion,
3/167 Prospect Highway,
PO Box 355
Seven Hills, NSW 2147,
Australia.
CareFusion,
Firskovvej 25 B,
2800 Lyngby,
Danmark.
CareFusion,
Via Ticino 4,
50019 Sesto Fiorentino,
Firenze, Italia.
CareFusion,
Hammarbacken 4B,
191 46 Sollentuna,
Sverige.
Tel: (61) 1800 833 372 Tlf. (45)70 20 30 74 Tél: (39) 055 30 33 93 00 Tel: (46) 8 544 43 200
Fax: (61) 1800 833 518 Fax. (45)70 20 30 98 Fax: (39) 055 34 00 24 Fax: (46) 8 544 43 225
BE ES NL US
CareFusion,
Erembodegem-Dorp 86
B-9320 Erembodegem
Belgium.
CareFusion,
Edificio Veganova,
Avenida de La Vega, nº1,
Bloque 1 - Planta 1,
28108 Alcobendas, Madrid,
España.
CareFusion,
De Molen 8-10,
3994 DB Houten,
Nederland.
CareFusion,
10020 Pacific Mesa Blvd.,
San Diego, CA 92121,
USA.
Tel: +32 (0) 2 267 38 99 Tel: (34) 902 555 660 Tel: +31 (0)30 2289 711 Tel: (1) 800 854 7128
Fax: +32 (0) 2 267 99 21 Fax: (34) 902 555 661 Fax: +31 (0)30 2289 713 Fax: (1) 858 458 6179
CA FR NO ZA
CareFusion,
235 Shields Court,
Markham,
Ontario L3R 8V2,
Canada.
CareFusion,
Parc d’affaire le Val Saint Quentin
2, rue René Caudron
78960 Voisins le Bretonneux
France
CareFusion,
Fjordveien 3
1363 HØVIK
Norge.
CareFusion,
Unit 2 Oude Molen Business Park,
Oude Molen Road, Ndabeni,
Cape Town 7405, South Africa.
Tel: (1) 905-752-3333 Tél: (33) 01 30 02 81 41 Tel: (47) 64 00 99 00 Tel: (27) (0) 860 597 572
Tel: (27) 21 510 7562
Fax: (1) 905-752-3343 Fax: (33) 01 30 02 81 31 Fax: (27) 21 5107567
CH FI NZ
CareFusion,
A-One Business Centre
Zone d’activitiés Vers-la-Pièce
n° 10
1180 Rolle / Switzerland
CareFusion,
Kuortaneenkatu 2,
00510 Helsinki
CareFusion,
14B George Bourke Drive,
Mt Wellington 1060,
PO Box 14-518,
Panmure 1741, Auckland,
New Zealand
Ph.: 0848 244 433 Tel: +358 207871 090 Tel: 09 270 2420
Freephone: 0508 422734
Fax: 0848 244 100 Fax: 09 270 6285
CN GB PL
康尔福盛(上海)商贸有限公司
地址:上海市浦东新区张杨路
500号24楼E.F.G.H单元
CareFusion,
The Crescent, Jays Close,
Basingstoke,
Hampshire, RG22 4BS,
United Kingdom.
Becton Dickinson Polska Sp. z o.o.
ul. Osmańska 14
02-823 Warszawa
Polska.
电话:+86-21-60369369
4008788885
Tel: (44) 0800 917 8776 Tel: (48) 22 377 11 00
传真:+86-21-60369399
Fax: (44) 1256 330860 Fax: (48) 22 377 11 01 Rev. O
carefusion.com
Alaris, Guardrails, SmartSite en IVAC
zijn geregistreerde handelsmerken van
CareFusion Corporation of één van haar
dochtermaatschappijen. Alle andere
handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve
eigenaars.
© 2000-2020 CareFusion Corporation of één
van haar dochtermaatschappijen. Alle rechten
voorbehouden.
Dit document bevat eigendomsinformatie
van CareFusion Corporation of één van haar
dochtermaatschappijen en de ontvangst ervan
of het in het bezit hebben geeft niet het recht de
inhoud ervan te reproduceren of een product,
zoals daarin beschreven, te produceren of
te verkopen. Reproductie, openbaarmaking
of gebruik anders dan het beoogde gebruik
zonder de specieke, schriftelijke toestemming
van CareFusion Corporation of één van haar
dochtermaatschappijen is ten strengste verboden.
t
CareFusion Switzerland 317 Sarl,
A-One Business Centre, Z.A Vers –La-
Pièce n° 10, CH-1180, Rolle
EC REP
CareFusion UK 305 Ltd., The Crescent,
Jays Close, Basingstoke, Hampshire,
RG22 4BS, UK
1000DF00442 Uitgave 6
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

BD Alaris™ GW (wanneer de setdetectiemodus is uitgeschakeld) Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding