BD Alaris™-spuipompen (Met Plus-software) Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
s
Alaris™-spuitpompen
(met Plus-software) MK4
Modellen: 8002MED01, 8002MED01-G, 8002TIG01, 8002TIG01-G
8003MED01, 8003MED01-G, 8003TIG01, 8003TIG01-G
Gebruiksaanwijzing
nl
1000DF00708 uitgave 9
1/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Inhoud
Pagina
Inleiding ..................................................................................................2
Over deze handleiding ....................................................................................3
Een dataset maken ........................................................................................4
Functies van de pomp .....................................................................................5
Bedieningstoetsen en aanduidingen ......................................................................6
Symboolomschrijvingen ..................................................................................7
Functies hoofddisplay .....................................................................................8
Voorzorgsmaatregelen bij de bediening ...................................................................9
Aan de slag ..............................................................................................12
De spuit bevestigen met optioneel vergrendelslot ........................................................14
Spuit laden ..............................................................................................15
De pomp starten .........................................................................................18
Basiseigenschappen ......................................................................................20
Drukeigenschappen ......................................................................................24
Alarmen en waarschuwingen .............................................................................25
Geconfigureerde opties ..................................................................................28
Specificaties .............................................................................................33
Erkende spuiten .........................................................................................36
Bijbehorende producten .................................................................................37
Compatibele extensiesets ................................................................................38
Onderhoud ..............................................................................................40
Occlusiedruklimieten ....................................................................................42
lrDA, RS232 en specificatie verpleegkundigenalarm .......................................................44
Trompetcurves en opstartcurves .........................................................................46
Producten en reserveonderdelen .........................................................................48
Serviceadressen .........................................................................................49
1000DF00708 uitgave 9
2/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Inleiding
Inleiding
Deze gebruiksaanwijzing kan met de volgende Mark 4 (MK4)-pompen worden gebruikt:-
Alaris™ CC Guardrails™-spuitpomp
Alaris™ CC-spuitpomp
Alaris™ GH Guardrails™-spuitpomp
Alaris™ GH-spuitpomp
Opmerking: Alle bovenstaande producten worden verder in deze tekst "pomp" genoemd, behalve wanneer er sprake is van
verschillende functies. In dat geval zal de specifieke pomp worden genoemd of het symbool worden gebruikt. Zie de
paragraaf 'Symbolen gebruikt in deze handleiding'.
w
De pompen kunnen worden geïdentificeerd als MK4-versie door
MK4 op het label op het achterpaneel, zie de rechterafbeelding,
of door de softwareversie tijdens het opstarten te verifiëren als
4.1.8 of hoger.
Alle eerder genoemde pompen werken met een breed scala aan Luer lock standaardwegwerpspuiten met extensiesets voor eenmalig
gebruik. De pomp accepteert spuiten met een volume van 5 tot 50 ml. In het gedeelte 'Erkende spuiten' is een volledige lijst met
erkende spuiten opgenomen. Een lijst van aanbevolen extensiesets vindt u in de paragraaf 'Compatibele extensiesets'. Met de Alaris
Editor-software voor de pomp kan het ziekenhuis een best-practice dataset ontwikkelen voor richtlijnen op het gebied van de
IV-geneesmiddelendosering voor patiëntspecifieke zorgafdelingen. Elk profiel bevat een specifieke medicijnlijst, evenals
pompconfiguraties die geschikt zijn voor dat terrein van zorg. Een profiel bevat ook zogenaamde Harde Limieten die tijdens de
infusieprogrammering niet kunnen worden overschreden.
De profielen van de Alaris CC Guardrails-spuitpomp en de Alaris GH Guardrails -spuitpomp bevatten ook Guardrails Soft Alerts die kunnen
worden overschreden, op basis van klinische vereisten. De door het ziekenhuis gedefinieerde dataset wordt ontwikkeld en goedgekeurd door
farmaceutische en klinische inbreng, en vervolgens door gekwalificeerd technisch personeel in de pomp geconfigureerd.
De Alaris GP Guardrails-spuitpomp en de Alaris GH Guardrails-spuitpomp met een geladen dataset geven automatisch
een alarmmelding zodra een doseerlimiet, boluslimiet, concentratielimiet of gewichtslimiet wordt overschreden. Deze
veiligheidswaarschuwingen worden gemeld zonder dat de pomp op een pc of een netwerk hoeft te zijn aangesloten.
De Alaris CC Guardrails-spuitpomp en de Alaris CC -spuitpomp hebben een geïntegreerde druksensortechnologie waarmee
dedrukzeer accuraat in real time kan worden gecontroleerd. Daardoor wordt de vroege detectie van occlusies verbeterd, omdat
hetalarm sneller afgaat, en wordt het potentiële risico op bolus na occlusie vermeden.
Beoogd gebruik
De Alaris-spuitpomp dient te worden gebruikt door medisch personeel voor het regelen van de infusiesnelheid en het volume.
Gebruiksvoorwaarden
De Alaris-spuitpomp mag alleen worden bediend door klinisch personeel die bekwaam is in het gebruik van geautomatiseerde
spuitpompen en het beheer na plaatsing van intraveneuze katheters.
w
CareFusion kan de voortdurende nauwkeurigheid van het systeem niet garanderen met spuiten van andere
fabrikanten dan vermeld in de tabel ‘Erkende spuiten’. Fabrikanten kunnen de voor het systeem essentiële specificatie
van spuiten zonder voorafgaande kennisgeving wijzigen.
Indicaties
De Alaris-spuitpomp is geïndiceerd voor de infusie van therapieën, waaronder:
analgetica
antimicrobiële middelen
bloedproducten
chemotherapie
voeding
subcutaan
epidurale infusie (uitsluitend Alaris CC-spuitpomp en Alaris CC Guardrails-spuitpomp)
Contra-indicaties
De Alaris-spuitpompen zijn gecontra-indiceerd voor:
enterale therapieën
epidurale infusietherapieën (uitsluitend Alaris GH-spuitpomp en Alaris GH Guardrails-spuitpomp)
1000DF00708 uitgave 9
3/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Over deze handleiding
Over deze handleiding
De gebruikers wordt aangeraden om deze handleiding te lezen en te begrijpen en zich volledig vertrouwd te maken met de pomp voor
ze die bedienen.
In alle illustraties in deze handleiding worden karakteristieke instellingen en waarden vertoond die kunnen worden gebruikt bij het
instellen van de functies van deze pomp. Deze instellingen en waarden zijn alleen bedoeld ter illustratie. Waar wordt gesproken van
een minimale infusiesnelheid wordt een nominale snelheid van 1,0 ml/u bedoeld, terwijl met een middelmatige infusiesnelheid
een nominale snelheid van 5,0 ml/u wordt bedoeld. In de paragraaf 'Specificaties' wordt het volledige scala aan infusiesnelheden,
instellingen en waarden getoond.
w
Het is belangrijk dat u alleen de meest recente versie van de Gebruiksaanwijzing en Technische onderhoudshandleiding
van uw CareFusion-producten raadpleegt. Deze documenten vindt u op www.carefusion.com. Gedrukte exemplaren
van deze documentatie kunt u via uw plaatselijke CareFusion-vertegenwoordiger aanvragen.
Symbolen gebruikt in deze handleiding
VET Gebruikt voor schermnamen, opdrachten in de software, bedieningselementen en indicatoren waarnaar
in deze handleiding wordt verwezen, bijvoorbeeld, Accu, PURGEER, AAN/UIT-knop.
'Enkele aanhalingstekens' Worden gebruikt om kruisverwijzingen naar andere paragrafen in deze handleiding aan te duiden.
cursief Wordt gebruikt om naar andere documenten of handleidingen te verwijzen. Wordt ook gebruikt om iets
te benadrukken.
Dit symbool betekent dat de optie enkel relevant is voor de Alaris CC-spuitpomp en de Alaris CC
Guardrails-spuitpomp.
GH
Dit symbool betekent dat de optie enkel relevant is voor de Alaris GH-spuitpomp en de Alaris GH
Guardrails-spuitpomp.
Guardrails
Dit symbool betekent dat de optie enkel relevant is voor de Alaris CC Guardrails-spuitpomp en de Alaris
GH Guardrails-spuitpomp.
w
Belangrijke informatie: Waar dit symbool staat, vindt u een belangrijke opmerking. Deze opmerkingen
belichten een gebruiksaspect dat de gebruiker zeker moet weten wanneer hij met de pomp werkt.
1000DF00708 uitgave 9
4/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Een dataset maken
Een dataset maken
Om een dataset voor de pomp te maken, moet het ziekenhuis de data eerst ontwikkelen, controleren, goedkeuren en uploaden overeenkomstig
het volgende proces. Raadpleeg het Help-bestand van de Alaris Editor voor verdere details en voorzorgsmaatregelen tijdens de uitvoering.
1. Maak een nieuwe dataset (met behulp van de Alaris Editor).
Selecteer een type voor de nieuwe dataset: a) Plus Data Set - om een nieuwe dataset te maken voor deAlaris GH-
spuitpomp en de Alaris CC-spuitpomp
b) Plus Guardrails Data Set - om een nieuwe dataset te maken voor de Alaris
GH Guardrails spuitpomp of de Alaris CC Guardrails -spuitpomp
2. Master lijsten (met de Alaris Editor)
Master lijst medicijnen Een vooraf gedefinieerde lijst met namen van geneesmiddelen en
concentraties. Deze lijst, maar ook de alternatieve namen en concentraties die
in de lijst met Master lijst medicijnen bepaald zijn, zult ukunnen raadplegen
wanneer u een medicijnlijst in een profiel aanmaakt
Master lijst spuiten Een vooraf gedefinieerde lijst met de spuiten die momenteel ondersteund
worden en die beschikbaar zijn voor selectie binnen het profiel
3. Maak profielen voor een gebied van de zorg (met behulp van de Alaris Editor).
medicijnlijst Geneesmiddelen en concentraties voor een Profiel met standaardwaarden,
minimumgrenzen, maximumgrenzen en het alarmniveau voor occlusies.
Erkunnen meer dan 100 set-ups voor geneesmiddelen worden ingevoerd
voorelk van de beschikbare 30 Profielen.
Configuratie Pompconfiguratie-instellingen, Algemene opties en eenheden, uitsluitend
voor de dosering.
4. Dataset controleren, goedkeuren en exporteren (met Alaris Editor)
Controleren en goedkeuren Het is aan te bevelen om het hele datasetrapport af te drukken, te controleren
en als bewijs van goedkeuring te laten ondertekenen door een bevoegd
persoon, overeenkomstig het ziekenhuisprotocol. Een ondertekend exemplaar
van het datasetrapoort moet door het ziekenhuis worden gearchiveerd om
later opnieuw te kunnen raadplegen. Wanneer een dataset eenmaal werd
aanvaard, moet hij binnen de Alaris Editor worden goedgekeurd met behulp
van een veilig wachtwoord.
Exporteren De dataset exporteren zodat hij kan worden geüpload naar een pomp door het
Alaris Transfer Tool.
5. De dataset uploaden naar de pomp (met het Alaris Transfer Tool)
Opmerking: Er zal één profiel moeten worden geselecteerd bij het uploaden van de dataset naar de Alaris GH-spuitpomp of de
Alaris CC-spuitpomp.
6. Vóór klinisch gebruik moet worden gecontroleerd dat de dataset-ID op het goedgekeurde datasetrapport overeenkomt met de
dataset-ID op de pomp.
7. Schakel de pomp uit.
8. Schakel de pomp in en controleer of op het softwareversiescherm de correcte gegevenssetversie wordt weergegeven. De pomp is
nu gereed voor gebruik.
w
De geneesmiddelparameters moeten overeenstemmen met de ter plaatse geldende protocollen en de voorgeschreven
informatie.
Datasetoverdrachten mogen uitsluitend door gekwalificeerd technisch personeel worden uitgevoerd.
1000DF00708 uitgave 9
5/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Functies van de pomp
Functies van de pomp
Alarmindicatielampje
hoge zichtbaarheid
Ontgrendelingshendel
voor MDI
Richel met
chevrontoetsen
en softkeys
Positieve
zuigergrepen
Display
Spuitklem
AAN/UIT
START
PAUZE
PURGEREN/BOLUS
ONDER-
DRUKKEN
DRUK
OPTIE
Lijnensethaak
Druktransducer
Vingergrepen
Lijnensethaak
Ont-
gren-
delings-
hendel
voor
draai-
nok
Draaggreep
IR-communicatiepoort
RS232-
connector
Ingevouwen
standaardklem
PE-connector
(Potentiaalvereffening)
Specificatieplaatje (zie Symbooldefinities
voor een uitleg van de gebruikte symbolen)
Druktransducer
Draainok voor
vergrendeling
aan horizontale
rechthoekige stangen
M
e
d
i
c
a
l
D
e
v
i
c
e
I
n
t
e
r
f
a
c
e
(
M
D
I
)
1000DF00708 uitgave 9
6/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Bedieningstoetsen en aanduidingen
Bedieningstoetsen en aanduidingen
Bedieningstoetsen:
Symbool Omschrijving
a
AAN/UIT-toets - Druk eenmaal om de pomp AAN te zetten. Druk en houd 3 seconden ingedrukt om
depomp uit te zetten.
b
START-toets - Indrukken om de infusie te starten. Tijdens de infusie knippert de groene LED.
h
PAUZE-toets - Indrukken om de infusie te onderbreken. Als de pomp zich in de pauzestand bevindt,
brandt de oranje led.
R
ONDERDRUK - indrukken om het alarm twee minuten te onderdrukken (instelbaar). Ingeval er geen alarm
is, houddeze knop dan ingedrukt tot drie hoorbare piepjes weerklinken voor 15 minuten onderdrukking.
i
PURGEREN/BOLUS-toets - Indrukken om toegang te krijgen tot de PURGEREN of BOLUS-softkeys.
Houd de softkey ingedrukt om de functie te activeren.
PURGEREN - hiermee vult u de extensieset met vloeistof of geneesmiddel tijdens de initiële set-up.
De pomp is in de pauzestand
De extensie set mag niet aangesloten zijn aan de patiënt
Geïnfundeerd volume is niet opgeteld
BOLUS - vloeistof of geneesmiddel wordt met hogere snelheid toegediend.
De pomp infundeert
De extensieset is aangesloten aan de patënt
Geïnfundeerd volume wordt opgeteld
d
OPTIE -toets – Indrukken voor toegang tot optionele functies, zie paragraaf 'Basisfuncties'.
e
DRUK-toets - Als u op deze toets drukt, worden de pompdruk en het alarmniveau in het display getoond.
Als u deze toets indrukt, wordt ook het scherm met de druktrend weergegeven.
f
CHEVRON-toetsen - Dubbele of enkele chevrontoetsen waarmee u de waarden in het display sneller of
langzamer kunt verhogen of verlagen.
g
BLANCO -SOFTKEYS - Gebruik deze toetsen overeenkomstig de meldingen op het scherm.
Indicatoren:
Symbool Omschrijving
j
ACCU indicatielampje - Als het acculampje brandt, werkt de pomp op de interne accu. Als het
indicatielampje knippert, resteert er minder dan 30 minuten accuvermogen.
S
WISSELSTROOM -indicator - Wanneer deze brandt, is de pomp aangesloten op een
wisselstroomvoorziening en wordt de batterij opgeladen.
1000DF00708 uitgave 9
7/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Symboolomschrijvingen
Symboolomschrijvingen
Labelsymbolen:
Symbool Omschrijving
Raadpleeg de bijgeleverde documentatie
x
Aansluiting potentiaalvereffening (PE)
y
RS232/Aansluiting voor verpleegkundigenalarm
l
Type CF toegepast defibrillatiebestendig onderdeel (mate van bescherming tegen elektrische schokken)
IP32
Beschermd tegen spatwater tot onder een hoek van 15° vanuit verticale stand en beschermd tegen vaste
voorwerpen groter dan 2,5 mm.
Opmerking: IP33 is van toepassing als de fixatieset voor de netsnoeraansluiting, onderdeelnummer
1000SP01294, is aangebracht.
r
Wisselstroom
s
Het apparaat voldoet aan de vereisten van de Richtlijn van de Raad 93/42/EEC zoals gewijzigd door 2007/47/EC.
T
Productiedatum
t
Fabrikant
U
Niet voor gemeentelijke afvalverwerking
W
Vermogen zekering
+40°C
0°C
Temperatuurbereik bij werking - De pomp kan worden gebruikt bij een temperatuur van 0 tot 40° C.
EC REP
Geautoriseerde vertegenwoordiger in de Europese Gemeenschap
1000DF00708 uitgave 9
8/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Functies hoofddisplay
Functies hoofddisplay
Scherm van Alaris CC-spuitpomp en Alaris CC Guardrails-spuitpomp
Pompstatus
Type aangesloten spuit/
Profiel / Medicijnnaam
Drukgegevens
Infusiesnelheid Geïnfundeerd
volume
Optie geïnfundeerd
volume
TIV-optie
Scherm van Alaris GH-spuitpomp en Alaris GH Guardrails-spuitpomp
GH
Pompstatus
Type aangesloten spuit/
Profiel / Medicijnnaam
Drukgegevens
Infusiesnelheid
Geïnfundeerd
volume
Optie geïnfundeerd
volume
TIV-optie
Schermpictogrammen
Symbool Omschrijving
l
Weergave resterende tijd-pictogram - Hiermee wordt de tijd aangeduid die resteert voor de spuit moet
worden vervangen.
N
BATTERIJ-pictogram - Hiermee wordt het laadniveau van de batterij aangeduid. Het zal oplichten als
debatterij moet worden opgeladen of als een nieuwe aansluiting op het elektriciteitsnet nodig is.
INFUNDEREN
Guardrails Soft Alert-pictogrammen - Hiermee wordt aangeduid dat de pomp aan een snelheid of dosis
werkt die zich boven (wijst omhoog) of onder (wijst omlaag) een Guardrails Soft Alert bevindt.
Guardrails
INFUNDEREN
Waarschuwing Hard Limit-pictogram - Duidt erop dat de ingevoerde instelling niet toegestaan is omdat
deze onder of boven een Hard Limit valt.
1000DF00708 uitgave 9
9/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Voorzorgsmaatregelen bij de bediening
Voorzorgsmaatregelen bij de bediening
Spuiten en Extensiesets voor eenmalig gebruik
m
Deze pomp is gekalibreerd voor gebruik met wegwerpspuiten voor eenmalig gebruik. Om te zorgen voor
een correcte en nauwkeurige werking mag u uitsluitend 3-delige Luer lock-versies van het merk van de
spuit gebruiken zoals gespecificeerd op de pomp of beschreven in deze handleiding. Het gebruik van
niet-gespecificeerde spuiten of extensiesets kan de werking van de pomp en de nauwkeurigheid van
deinfusie nadelig beïnvloeden.
Een ongecontroleerde flow of sifonwerking kunnen het gevolg zijn als een spuit verkeerd in de pomp is
geplaatst of als de spuit van de pomp wordt afgehaald voordat de extensielijn correct is afgesloten van
de patiënt. De lijnenset kan worden afgesloten door het sluiten van een kraantje in de patiëntlijn of door
het activeren van een flowstopklem.
De gebruiker moet zeer goed vertrouwd zijn met de instructies in deze Gebruiksaanwijzing en begrijpen
hoe hij de spuit in de pomp moet plaatsen en dat moet bevestigen. Als de spuit niet correct wordt
geplaatst, kan dat ertoe leiden dat het type en de grootte van de spuit niet juist worden herkend,
waardoor er aanzienlijk te weinig of te veel wordt geïnfundeerd.
o
Bevestig de lijnenset aan de pomp met behulp van de lijnensethaak aan de achterzijde van de pomp.
Hierdoor wordt voorkomen dat de spuit per ongeluk losraakt van de pomp.
Door verschillende apparaten en/of instrumenten te combineren met extensiesets en andere lijnen,
bijvoorbeeld door middel van een 3-wegkraantje, kan de werking van de pomp onder druk komen te
staan en moet deze nauwlettend gecontroleerd worden.
Zorg altijd dat de patiëntenlijn wordt afgeklemd of op een andere manier wordt geïsoleerd voordat
een spuit van de pomp wordt verwijderd of losgekoppeld. Als dit niet gebeurt, kan dit onbedoelde
toediening tot gevolg hebben.
De pomp bevestigen
Als er meer dan één pomp wordt gebruikt bij een patiënt, moeten de pompen met risicovolle, kritieke
medicatie zo veel mogelijk ter hoogte van het hart van de patiënt worden geplaatst om het risico op
schommelingen in de flow of overheveling te voorkomen.
Wanneer een pomp tijdens het infunderen omhoog wordt geplaatst, kan dat leiden tot een bolus
van het infusaat. Wanneer de pomp lager wordt geplaatst, kan dat leiden tot een tragere infusie (een
onderinfusie).
A
niet in een verticale positie met de spuit naar boven gericht, aangezien dit kan leiden tot infusie van lucht
die zich in de spuit bevindt. Om de introductie van lucht te voorkomen dient de gebruiker de voortgang
van de infusie, de spuit, de extensielijn en de aansluitingen op de patiënt regelmatig te controleren en de
pomp te prepareren volgens de in deze handleiding beschreven procedure.
Gebruiksomgeving
Dit toestel is bedoeld om gebruikt te worden op algemene ziekenhuisafdelingen, afdelingen voor kritieke
en intensieve zorg, operatiekamers en eerstehulpafdelingen De pomp mag ook worden gebruikt in
een ambulanceomgeving. Zorg ervoor dat de pomp op de juiste manier vastzit, met de meegeleverde
paalklem. De pomp is zo ontworpen, dat ze bestand is tegen mogelijke schokken en vibraties bij het
gebruik in een ambulance, conform de norm EN 1789. Indien de pomp valt of ernstige fysieke problemen
ondergaat, regel dan zo snel als praktisch mogelijk is een grondige inspectie door technisch personeel
dat daarvoor bevoegd is. De pomp mag ook buiten de ambulance worden gebruikt, op voorwaarde dat
de temperatuur zich binnen de limieten bevindt die worden vermeld in het gedeelte 'Specificaties' ophet
etiket van de pomp.
Het gebruik van een infusiepomp in combinatie met andere pompen of apparaten waarvoor vasculaire
toegang noodzakelijk is, maakt extra controle noodzakelijk. De grote drukvariaties die dergelijke pompen
in het infusiestelsel veroorzaken, kunnen tot een verkeerde toediening van geneesmiddelen of vocht
leiden. Typische voorbeelden van dergelijke pompen zijn pompen die worden gebruikt bij dialyse, bypass
of cardiale ondersteuningstoepassingen.
Deze pomp is geschikt voor gebruik in ziekenhuizen en klinische omgevingen behoudens huishoudelijke
omgevingen en ruimtes die direct verbonden zijn met het laagspannings-netvoedingsstelsel dat
gebouwen bestemd voor huishoudelijke doeleinden van stroom voorziet. De pomp kan echter ook
worden gebruikt in huishoudelijke omgevingen onder de supervisie van medische professionals met
de noodzakelijke, aanvullende maatregelen. (Raadpleeg de Handleiding Technisch Onderhoud of goed
opgeleid technisch personeel of CareFusion voor aanvullende informatie).
De pomp is niet bedoeld voor gebruik in de nabijheid van brandbare anesthesiemengsels met lucht of
zuurstof of lachgas.
1000DF00708 uitgave 9
10/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Voorzorgsmaatregelen bij de bediening
Bedrijfsdruk
Dit is een positieve-drukapparaat, dat is ontwikkeld voor zeer nauwkeurige vloeistoftoediening door
middel van automatische compensatie voor de weerstand die de vloeistof in het infusiesysteem ontmoet.
Het pompdrukalarmsysteem is niet ontworpen om eventueel optredende IV-complicaties te voorkomen
of te constateren.
Alarmcondities
J
Diverse alarmcondities die de pomp constateert, zullen de infusie stoppen en visuele en geluidsalarmen
activeren. De gebruikers moeten regelmatig controleren of de infusie correct verloopt en er geen alarmen
actief zijn.
Guardrails
Guardrails Safety Software
De Guardrails Safety Software omvat zachte doseerlimieten en parameters voor de pompconfiguratie
die gebaseerd zijn op het ziekenhuisprotocol. De software test zelf ook nog eens de redelijkheid van
de programmering van de toediening van geneesmiddelen, op basis van de limieten opgelegd door
het ziekenhuis. De juistheid van de limieten van de dosering van geneesmiddelen, de compatibiliteit
van de geneesmiddelen, alsmede de werking van de pomp als onderdeel van de totale infusie moeten
worden vastgesteld door daartoe bevoegde medewerkers. Interactie tussen geneesmiddelen en onjuiste
infusiesnelheden en drukalarmen vormen een potentieel gevaar.
Wanneer een dataset wordt geladen met de Guardrails Safety Software moet de gebruiker nagaan of een
correct profiel werd geselecteerd voordat de infusie van start gaat.
Gevaren
Er bestaat explosiegevaar als de pomp wordt gebruikt in de nabijheid van brandbare anesthetica.
Verwijder de pomp voorzichtig uit de omgeving van dergelijke gevaarlijke stoffen.
A
Gevaarlijke spanning: Er bestaat gevaar voor elektrische schokken als de behuizing van de pomp
wordt geopend of verwijderd. Laat onderhoudswerkzaamheden alleen uitvoeren door gekwalificeerd
onderhoudspersoneel.
Wanneer het systeem op een externe stroombron wordt aangesloten, moet er een drieaderige voeding
(stroom, neutraal, aarde) worden gebruikt. Als niet zeker is of de externe beschermingsgeleider van de
installatie nog intact is of als er twijfels bestaan over de correcte bevestiging, moet u het systeem op de
accu laten werken.
V
Open de bescherming van de RS232/Verpleegsteroproep niet als deze niet wordt gebruikt. Bij het
aansluiten van RS232/verpleegkundigenalarm dienen voorzorgsmaatregelen te worden genomen met
betrekking tot elektrostatische ontlading. Het aanraken van de pinnen van de aansluitingen kan leiden
tot een storing in de ESD-bescherming. Aanbevolen wordt alle handelingen te laten uitvoeren door
bevoegd personeel.
L
Als de pomp is gevallen of is blootgesteld aan overmatig vocht, gemorste vloeistof, vochtigheid of een
hoge temperatuur, of als u een andere beschadiging vermoedt, stel het apparaat dan buiten gebruik en
laat het controleren door een gekwalificeerd onderhoudsmonteur. Gebruik als u de pomp vervoert of
opslaat waar mogelijk de oorspronkelijke verpakking en houd u aan de temperatuur, vochtigheid en druk
die in het hoofdstuk 'Specificaties' en op de buitencontainer worden vermeld.
Waarschuwing: de Alaris volumetrische pompen mogen op geen enkele wijze worden veranderd of
gewijzigd, behalve wanneer CareFusion hiertoe expliciet opdracht heeft gegeven of dit heeft toegestaan.
Ieder gebruik van een Alaris volumetrische pomp die is veranderd of gewijzigd anders dan in de strikte
toepassing van de door CareFusion verstrekte richtlijnen, is volledig op eigen risico, en CareFusion biedt
geen enkele garantie of goedkeuring voor een Alaris volumetrische pomp die op deze wijze is veranderd
of gewijzigd. De productgarantie van CareFusion is niet van toepassing indien de Alaris volumetrische
spuitpomp beschadigd is geraakt, voortijdig is versleten, defect is, of anderszins niet juist functioneert
ten gevolge van niet-toegestane verandering of wijziging van de Alaris volumetrische pomp.
Wees voorzichtig bij het verwijderen van behuizingen of het omgaan met bewegende mechanismen.
1000DF00708 uitgave 9
11/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Voorzorgsmaatregelen bij de bediening
Elektromagnetische compatibiliteit en interferentie
M
De pomp is beschermd tegen de invloed van externe interferentie, inclusief hoogfrequente radio-
uitzendingen, magnetische velden en elektrostatische ontlading (bijvoorbeeld ten gevolge van
elektrochirurgische en cauterisatie-apparatuur, grote motoren, draagbare radio's, gsm's, enzovoort) en is
zodanig ontworpen dat deze veilig in gebruik blijft bij buitensporige interferentieniveaus.
Therapeutische stralingsapparatuur: Gebruik de pomp niet in de buurt van therapeutische stralingsapparatuur
van welke aard dan ook. De straling die door apparatuur voor stralingstherapie (bijvoorbeeld een
lineaire versneller) wordt gegenereerd, kan de werking van de pomp ernstig belemmeren. Raadpleeg
deaanbevelingen van de fabrikant met betrekking tot veilige afstand en andere voorzorgsmaatregelen.
Neemvoor meer informatie contact op met uw lokale CareFusion-vertegenwoordiger.
Magnetic Resonance Imaging (MRI): De pomp bevat ferromagnetische materialen die vatbaar zijn voor
destoringen van het magneetveld dat wordt gegenereerd door een MRI-apparaat. Daarom wordt de
pomp niet beschouwd als een MRI-compatibele pomp als zodanig. Als het gebruik van de pomp binnen
een MRI-omgeving onvermijdelijk is, adviseert CareFusion dringend de pomp te installeren op een veilige
afstand van het magneetveld buiten het geïdentificeerde gebied voor gecontroleerde toegang teneinde
magnetische interferentie bij de pomp of vervorming van het MRI-beeld te voorkomen. Deze veilige
afstand moet worden vastgesteld in overeenstemming met de aanbevelingen van de fabrikant met
betrekking tot elektromagnetische interferentie (EMI). Raadpleeg de handleiding Technisch Onderhoud van
het product (TSM) voor meer informatie. U kunt ook contact opnemen met uw lokale vertegenwoordiger
van CareFusion voor verdere richtlijnen.
Accessoires: Gebruik geen niet-aanbevolen accessoires bij de pomp. De pomp is getest en uitsluitend
conform de relevante EMC-claims bevonden als de aanbevolen accessoires worden gebruikt. Het
gebruik van andere accessoires, omvormers of kabels dan gespecificeerd door CareFusion kan leiden tot
verhoogde emissies of verminderde immuniteit van de pomp.
Deze pomp is een CISPR 11 Groep 1 Klasse A-apparaat en gebruikt uitsluitend radiofrequente energie
voor het intern functioneren in de normale productomgeving. Derhalve zijn de radiofrequentie-emissies
zeer laag en is het onwaarschijnlijk dat deze interferentie met de elektronische apparatuur in de nabijheid
veroorzaken. Deze pomp emitteert echter een bepaalde hoeveelheid elektromagnetische straling die
binnen de grenzen blijft zoals deze zijn vastgesteld in IEC/EN60601-1-2 en IEC/EN60601-2-24. Als er
interactie optreedt tussen de pomp en andere apparatuur, moeten er maatregelen worden genomen
om de effecten hiervan tot een minimum te beperken, bijvoorbeeld door de stand van het apparaat te
wijzigen of het te verplaatsen.
K
Onder bepaalde omstandigheden kan de pomp worden beïnvloed door een elektrostatische ontlading
via de lucht van rond of boven de 15kv of door radiofrequente straling rond of boven de 10v/m. Als de
pomp door deze externe interferentie wordt beïnvloed, blijft de pomp in een veilige modus. De pomp
stopt de infusie onmiddellijk en informeert de gebruiker door een combinatie van een zichtbare en
akoestische alarmen te activeren. Wanneer een ontstane alarmconditie zelfs na interventie door de
gebruiker blijft bestaan, wordt aangeraden de betreffende pomp te vervangen en de pomp apart te
houden voor controle door bevoegd technisch personeel. (Raadpleeg de handleiding Technisch onderhoud
voor aanvullende informatie).
1000DF00708 uitgave 9
12/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Aan de slag
Aan de slag
Eerste set-up
w
Lees deze Gebruikshandleiding zorgvuldig door alvorens de pomp te gaan gebruiken.
1. Controleer of de pomp compleet en onbeschadigd is, en of het voltage dat op het label staat vermeld, compatibel is met de
netvoedingsspanning.
2. De unit bestaat uit de volgende items:
Alaris-spuitpomp
Gebruikersondersteuning-cd (Gebruiksaanwijzing)
Netvoedingskabel (indien gewenst)
Beschermende verpakking
3. Sluit de pomp gedurende minimaal 2½ uur aan op de netvoeding, zodat de interne batterij is geladen (controleer of de S
brandt).
Taalkeuze
1. Wanneer de pomp voor de eerste keer wordt aangezet, wordt het taalkeuzedisplay weergegeven.
2. Kies de gewenste taal uit de weergegeven lijst met behulp van de
f -toetsen.
3. Druk op de OK-softkey om uw keuze te bevestigen.
w
Het is veilig om de pomp te gebruiken met de vooraf geïnstalleerde standaarddataset. Datasets die voor de
installatie werden gemaakt, moeten voorafgaand aan het uploaden en de activering ervan door een bevoegd
persoon met de juiste klinische kennis worden goedgekeurd conform het ziekenhuisprotocol.
Als de pomp wordt opgestart zonder dat deze is aangesloten op de netvoeding, zal de pomp automatisch op de
interne accu gaan werken.
Als de pomp niet goed functioneert, moet u deze zo mogelijk weer opbergen in de originele, beschermende
verpakking en laten nakijken door een gekwalificeerd onderhoudsmonteur.
1000DF00708 uitgave 9
13/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Aan de slag
w
Monteer de pomp niet met de netvoedingsingang of de spuit naar boven. Dit zou een nadelig effect kunnen hebben
op de elektrische veiligheid als er vloeistof gemorst wordt of zou kunnen leiden tot het infunderen van lucht die zich
in de spuit bevindt.
paalklem
De paalklem is aan de achterzijde van de pomp bevestigd en zorgt
voor een stevige bevestiging aan verticale infuusstandaards met een
diameter tussen 15 en 40 mm.
*
*
Uitsparing
1. Trek de weggeklapte paalklem naar u toe en schroef de klem los tot
er voldoende ruimte ontstaat voor de paal.
2. Plaats de pomp rond de paal en draai de schroef vast tot de klem
aan de paal vastzit.
w
Controleer of de paalklem is weggeklapt en in de
uitgespaarde ruimte aan de achterzijde van de pomp
is geplaatst voordat u deze aansluit op een docking
station/werkstation* of als de pomp niet gebruikt wordt.
Monteer de pomp nooit zodanig dat de infuusstandaard
topzwaar of instabiel wordt.
w
Controleer voorafgaand aan ieder gebruik of de paalklem:
geen tekenen van overmatige slijtage vertoont,
geen tekenen van overmatige speling in de verlengde, plaatsbare positie vertoont.
Als deze tekenen worden waargenomen, dient de pomp buiten werking te worden gesteld voor controle door
gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
Docking station/werkstation* of installatie voor apparatuurrail
De draainok kan worden bevestigd op de rechthoekige stang op het docking station/werkstation* of op een apparatuurrail met
eenafmeting van 10 mm bij 25 mm.
1. Breng de draainok aan de achterzijde van de pomp op één lijn met de rechthoekige stang op het docking station/werkstation*
of de apparatuurrail.
2. Houd de pomp horizontaal en druk de pomp stevig op de rechthoekige stang of op de apparatuurrail.
3. De pomp moet met een klik op zijn plaats vast komen te zitten wanneer ze op de stang wordt gezet.
4. Controleer of de pomp stevig vastzit. Controleer of de pomp stevig vastzit, door de pomp voorzichtig van het docking station/
werkstation af te trekken zonder de ontgrendelingshendel te gebruiken. Wanneer de pomp stevig vastzit, mag deze niet loskomen
van het docking station/werkstation.
5. Om de pomp te verwijderen, duwt u de ontgrendelingshendel naar achteren en trekt u de pomp naar voren.
Waarschuwing: De pomp kan van het docking station/werkstation af vallen als deze niet goed is gemonteerd. Dit kan leiden
tot letsel bij de gebruiker en/of de patiënt.
Rechthoekige
stang
Draainok
Ontgrendelingshendel (indrukken om te ontgrendelen)
*Alaris DS Docking Station en Alaris Gateway Workstation
1000DF00708 uitgave 9
14/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
De spuit bevestigen met optioneel vergrendelslot
De spuit bevestigen met optioneel vergrendelslot
Bediening vergrendelslot
Het optionele vergrendelslot is verkrijgbaar in twee configuraties:
Vergrendelslot met instelbare snelheid - is ontworpen om
de gebruiker de snelheid te laten instellen tijdens infusie.
Vergrendelslot met vergrendelde snelheid - is ontworpen
om te voorkomen dat de snelheid wordt gewijzigd tijdens
infusie. Als dit vergrendelslot wordt gebruikt, dienen
gebruikers de pomp te pauzeren en het vergrendelslot te
openen om de snelheid aan te passen.
w
Zorg er bij het plaatsen van een pomp met vergrendelslot voor dat er genoeg speling is om de kap volledig te openen.
Er wordt een minimale ruimte van 130 mm onder de pomp aangeraden.
Het vergrendelslot openen:
1. Steek de sleutel in het slot en draai deze naar links of rechts
om te ontgrendelen.
2. Het vergrendelslot schuift naar rechts en kan worden
geopend.
Het vergrendelslot sluiten:
1. Plaats de spuit volgens de instructies in het hoofdstuk 'Een spuit plaatsen en bevestigen'.
2. Zorg ervoor dat de extensieset is verbonden met de spuit en door het vergrendelslot is geleid.
Opmerking: Voor de Alaris CC-spuitpompmodellen dient de druksensor te worden geplaatst voordat het vergrendelslot wordt gesloten.
3. Stel de pomp in volgens de instructies in het hoofdstuk 'De pomp starten' voordat het vergrendelslot wordt gesloten; dit geldt alleen
voor de versie met vergrendelde snelheid.
4. Sluit de kap totdat deze contact maakt met de behuizing van
de pomp.
5. Schuif het vergrendelslot van rechts naar links totdat u een klik
hoort.
6. Verwijder de sleutel.
w
Het wordt geadviseerd tijdens transport van de pomp met geplaatst vergrendelslot twee handen te gebruiken bij
het vasthouden of dragen van de pomp.
Stel de pomp buiten werking voor controle door gekwalificeerd servicepersoneel als het slot of het vergrendelslot
beschadigd lijkt.
Zorg ervoor dat het vergrendelslot is vergrendeld als de pomp niet wordt gebruikt.
Sleutels van het vergrendelslot dienen gescheiden te worden bewaard. Let op dat u de sleutels niet in het
vergrendelslot opsluit.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Routineonderhoud' voor instructies voor reiniging en onderhoud.
1000DF00708 uitgave 9
15/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Spuit laden
Spuit laden
Spuit en toedieningsset voorbereiden
Voor minder potentiële opstartvertragingen, toedieningsonnauwkeurigheden en vertraagde occlusiealarmen wanneer er een nieuwe
spuit wordt geladen:
Gebruik de kleinst mogelijke spuit, bijvoorbeeld een spuit van 10 ml voor het infunderen van 9 ml vloeistof.
Gebruik de optie SPUIT PURGEREN of PURGEREN op de pomp om de tijd tot de start van de infusie te verkorten, zie de sectie De
pomp starten.
w
Waarschuwing: Gebruik de kleinst mogelijke compatibele spuit voor de toediening van de vloeistof of medicatie. Dit
is vooral belangrijk bij het infunderen van risicovolle of levensondersteunende medicatie met lage infusiesnelheden,
vooral bij flowsnelheden van < 0,5 ml/u.
w
Waarschuwing: Purgeer het pompsysteem voordat u een infusie start of na het vervangen van een bijna-lege
injectiespuit door een vervangende spuit. Zorg ervoor dat de extensieset tijdens het purgeren niet is aangesloten op
de patiënt.
Aanbevelingen:
Binnendiameter van de slang: voor infusie met een lage snelheid worden slangen met een kleine diameter of microdiameter
aanbevolen
Filters: het interne volume en de dode ruimte van inline filters moeten worden geminimaliseerd
Aansluitingsplaatsen: kritieke medicatie moet zo dicht mogelijk bij de vasculaire-toegangsplaats worden aangesloten
De pomp plaatsen
Plaats de pomp zo veel mogelijk ter hoogte
van het hart van de patiënt.
Het hart van de patiënt moet zich op dezelfde
hoogte bevinden als het midden van de pomp
of de drukschijf voor de Alaris CC-spuitpompen.
w
Waarschuwing: Het aanpassen van de hoogte van de pomp ten opzichte van de hoogte van het hart van de patiënt
kan leiden tot een tijdelijke verhoging of verlaging van de vloeistoftoediening.
w
Waarschuwing: Als u meerdere spuitpompen gebruikt en het niet klinisch haalbaar is om alle pompen ter hoogte van
het hart van de patiënt te plaatsen, moeten de pompen met risicovolle of levensondersteunende medicatie zo veel
mogelijk op dezelfde hoogte als het hart van de patiënt worden geplaatst.
w
Waarschuwing: Overweeg tijdens het infunderen van meerdere risicovolle of levensondersteunende geneesmiddelen
de pompen met de laagste infusiesnelheid zo veel mogelijk op dezelfde hoogte als het hart van de patiënt te plaatsen.
1000DF00708 uitgave 9
16/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Spuit laden
Een spuit plaatsen en bevestigen
w
Waarschuwing: Om een spuit goed te plaatsen en te bevestigen, moet u de onderstaande stappen volgen. Als de spuit
niet goed op zijn plaats zit, kan dat leiden tot een verkeerde identificatie van het type en de grootte van de pomp. Als
dat vervolgens wordt bevestigd, kan dat leiden tot een aanzienlijke onnauwkeurigheid van de infusiesnelheid en kan
tevens de werking van de pomp beïnvloed worden.
Gebruik alleen een spuit van het type dat op de pomp of in deze handleiding wordt aangegeven. Het gebruik van een
onjuiste spuit kan de nauwkeurigheid van de infusie en de werking van de pomp nadelig beïnvloeden.
Wanneer u vloeistof in de spuit trekt, trek dan genoeg om te compenseren voor het volume van eventuele 'dode
ruimte' in de extensieset en de spuit op het einde van de infusie, omdat dit niet volledig kan worden geïnfundeerd.
Spuitzuigerklem
Spuitklem
Cilinderzuiger
Zuigergrijpers
Zuigerflens
Zuigerhouder
Zuiger
Vingergrepen
Spuitcilinder
Plaats de pomp op een stabiel, horizontaal oppervlak of bevestig de pomp zoals eerder beschreven.
Prepareer, vul de eenmalige wegwerpspuit en lijnenset en maak deze gebruiksklaar met aseptische standaardtechnieken.
1. Druk de vingergrepen op de zuigerhouder samen en schuif het mechanisme naar rechts.
2. Trek de spuitklem naar voren en naar beneden.
1000DF00708 uitgave 9
17/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Spuit laden
3. Plaats de spuit zodanig dat de cilinderflens zich in de groeven op de spuitflensklem bevindt.
w
Om te verzekeren dat de spuit correct wordt geladen, moet de cilinderflens
in de ruimte tussen de spuitklem en de spuitflensklem worden geplaatst. Bij
een correcte plaatsing blijft de spuit in positie wanneer de spuitklem nog niet
is gesloten.
4. Til de spuitklem op totdat deze tegen de spuitcilinder vergrendeld ligt.
5. Druk de vingergrepen op de zuigerhouder samen en schuif het mechanisme naar links tot aan
het uiteinde van de zuiger.
6. Laat de vingergrepen los. Zorg dat de zuigergrijpers de zuiger stevig op zijn plaats houden en
dat de vingergreep in zijn oorspronkelijke positie terugkeert.
7. Zorg dat het type en de grootte van de spuit overeenkomen met de vermeldingen op de pomp en druk vervolgens op
BEVESTIGEN. Desgewenst kunt u het soort spuit wijzigen door op de TYPE-softkey te drukken.
BEVESTIG
TYPE
IVAC 50
PAUZE
+ AANPASSEN -
Opmerking: Indien de optie SPUIT PURGEREN ingeschakeld is, zal het scherm verschijnen met de vraag om te purgeren en kan
de extensieset als nodig worden gepurgeerd. Zorg er echter voor dat de extensieset niet op de patiënt aangesloten
is tijdens deze procedure.
w
CareFusion adviseert om het aantal geconfigureerde types en formaten van spuiten die met de pomp met behulp van
de Alaris Editor kunnen worden gebruikt te beperken.
Bevestig de lijnenset met behulp van de lijnensethaak aan de achterzijde van de pomp. Hierdoor wordt voorkomen
dat de spuit per ongeluk losraakt van de pomp.
Controleer of beide zuigergrijpers volledig aansluiten op de zuigerflens en of de bovenste vingergreep in zijn
oorspronkelijke positie is teruggekeerd.
w
Snelstart is een pompfunctie om de mechanische speling tussen het plunjermechanisme en de spuit bij het begin van
een infusie automatisch te verminderen, zoals vereist.
1000DF00708 uitgave 9
18/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
De pomp starten
De pomp starten
1. Sluit de pomp met de elektriciteitskabel aan op het elektriciteitsnet.
2. Druk op de
a -toets.
De pomp voert nu een korte zelftest uit. Controleer of er tijdens deze test twee pieptonen klinken.
w
Waarschuwing: tijdens deze zelftest klinken er twee pieptonen en licht het rode alarmbaken op waarna het weer
uitgaat. Tijdens deze zelftest hoeft u niets te doen.
Controleer het testpatroon op het display op ontbrekende rijen.
Controleer of de weergegeven datum en tijd correct zijn.
Controleer ten slotte of op het scherm de datasetnaam, het versienummer en de datum en tijd van verschijnen.
Opmerking: Er kan een waarschuwing REPARATIE LOGS worden weergegeven als bij een voorgaande systeemuitschakeling de
logboekinformatie niet volledig is opgeslagen. Dit is uitsluitend ter informatie; de pomp zal verder normaal opstarten.
3. OPZET WISSEN?
Als u NEE selecteert, wordt de vorige opzet behouden en wordt naar stap 8 gegaan.
Als u JA selecteert, wordt de vorige opzet gewist en wordt naar stap 4 gegaan.
w
De vermelding OPZET WISSEN? wordt enkel weergegeven indien een vorige opzet werd gebruikt.
4. BEVESTIG PROFIEL
Opmerking: Het scherm BEVESTIG PROFIEL wordt niet weergegeven voor de Alaris GH-spuitpomp, de Alaris CC-spuitpomp of
indien er slechts één profiel beschikbaar is in de dataset.
a) NEE wordt het scherm weergegeven om het profiel te selecteren
Selecteer het profiel uit de lijst en druk indien nodig op ALLE om de weergegeven lijst bij te werken met alle profielen binnen
de dataset.
Druk op OK om te bevestigen.
w
De softkey ALLE verschijnt enkel als er profielen in de dataset niet worden weergegeven, omdat hun selecteerbare
status uitgeschakeld is.
b) JA wordt het scherm weergegeven voor selectie van het medicijn of het scherm om de opzet te wissen.
5. MEDICIJN SELECTEREN? - Selecteer een van de volgende:
Opmerking: Het scherm MEDICIJN SELECTEREN wordt niet weergegeven als er geen medicijnen in het profiel ingesteld zijn.
ml/u - hiermee kunnen infusies enkel in ml/u worden gegeven, nadat u OK selecteert om te bevestigen. Ga naar stap 8.
ALLEEN DOSERING - hiermee kunt u de pomp instellen met een protocol voor dosering, nadat u OK selecteert om te
bevestigen. Ga naar stap 6.
w
Er worden geen limieten gebruikt voor concentraties of doseersnelheden wanneer de modi ml/u of ALLEEN DOSERING
worden geselecteerd.
MEDICIJNNAAM - selecteer een medicijnnaam uit de medicijnlijst van het profiel, nadat u OK selecteert om te bevestigen.
Ganaar stap 7.
Opmerking: Geneesmiddelen worden in alfabetische groepen als volgt opgesomd: A-E, F-J, K-O, P-T en U-Z. Selecteer de groep
met het gewenste geneesmiddel en u kunt vervolgens het gewenste geneesmiddel en andere geneesmiddelen zien.
6. ALLEEN DOSERING -
a) Selecteer de doseereenheid en OK om te bevestigen.
b) Selecteer de Concentratiehoeveelheid en OK om te bevestigen. Gebruik de softkey EENHEDEN om de concentratie-eenheid te
wijzigen, indien nodig.
c) Selecteer het te gebruiken Totale Volume en OK om te bevestigen.
d) Pas Gewicht aan en selecteer OK om te bevestigen, indien nodig.
e) Druk op OK om de doseerinformatie te bevestigen. Ga naar stap 8.
7. NAAM MEDICIJN -
a) Selecteer de gewenste Concentratie, druk op OK om de Concentratie te bevestigen of op AANPASSEN om de Hoeveelheid
medicijnen en het totale te gebruiken volume te wijzigen. Indien de dosishoeveelheid en het totale volume niet in de dataset zijn
opgegeven, moeten ze als volgt ingesteld worden:
Pas de Doseerhoeveelheid aan en OK om te bevestigen. Gebruik de softkey EENHEDEN om de concentratie-eenheid te
wijzigen, indien nodig.
Pas het Totale Volume aan en selecteer OK om te bevestigen.
b) Pas Gewicht aan en selecteer OK om te bevestigen, indien nodig.
c) Druk op OK om te bevestigen. Ga naar stap 8.
w
De stappen voor de instelling van Naam Medicijnen kunnen verschillen, afhankelijk van de manier waarop het profiel
werd geconfigureerd in de Alaris Editor.
8. Plaats de spuit volgens de procedure die in deze handleiding wordt beschreven.
1000DF00708 uitgave 9
19/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
De pomp starten
9. Plaats de drukdoom in de druktransducer
w
Druk-opnemer - Detecteert of er een extensieset met drukdoom
is aangesloten. De druktransducer meet de positieve druk binnen de
extensieset.
Waarschuwing - Voor het verwijderen van de drukdoom uit of het
plaatsen van de drukdoom in de druktransducer plaatst u uw vinger
in de uitsparing in de drukdoom en trekt u deze voorzichtig naar
voren of duwt u deze voorzichtig naar achteren. Trek niet aan de
extensieset om de drukdoom verwijderen of in te brengen.
10. Zorg dat het type en de grootte van de spuit overeenkomen met de vermeldingen op de pomp en druk vervolgens op
BEVESTIGEN. Desgewenst kunt u het soort spuit wijzigen door op de TYPE-softkey te drukken.
Opmerking: Indien de optie SPUIT PURGEREN ingeschakeld is, zal het scherm verschijnen met de vraag om te purgeren en kan
de extensieset als nodig worden gepurgeerd. Zorg er echter voor dat de extensieset niet op de patiënt aangesloten
zit tijdens deze procedure.
11. Purgeer (indien nodig) – Druk op de
i-toets en houd vervolgens de PURGEREN-softkey ingedrukt tot de vloeistof stroomt en het
purgeren van de extensielijn voltooid is. Laat de softkey los. Het volume dat tijdens het purgeren wordt gebruikt, verschijnt op de display.
w
Purgeer de extensieset en masseer de drukdoom om opbolling te voorkomen en er zeker van te zijn dat alle lucht
uit de set wordt verwijderd.
12. Controleer de weergegeven snelheid indien die ingesteld is en wijzig indien nodig de snelheid met de
f-toetsen.
13. Verbind de extensieset met het onderdeel voor aansluiting op de patiënt.
14. Druk op
b om te activeren.
Het oranje stoplampje wordt vervangen door het knipperende groene startlampje dat aangeeft dat de pomp in bedrijf is.
INFUNDEREN wordt weergegeven.
Opmerking: Als de infuussnelheid hoger is dan de Hard Limit start de pomp niet en toont het display de mededeling
DOSERING NIET TOEGESTAAN.
Guardrails
Indien de infusie-instellingen zich binnen de Guardrails Soft Alerts bevinden, zal het oranje stoplampje worden vervangen door
het knipperende groene startlampje om aan te duiden dat de pomp in bedrijf is. INFUNDEREN wordt weergegeven.
Opmerking: Indien de infusiesnelheid zich boven of onder de Guardrails Soft Alerts bevindt, controleer dan de infusie-instelling.
Om met de infusie door te gaan met de ingestelde snelheid, druk dan op
b en bevestig vervolgens NEGEER LIMIET
door op JA te drukken. Als NEGEER LIMIET niet nodig is, drukt u op NEE en stelt u de snelheid bij tot binnen de Soft
Alerts van Guardrails.
w
Indien de actuele infusiesnelheid zich boven of onder de Soft Alerts van Guardrails bevindt, zal op het display
INFUNDEREN verschijnen met een pijltje naar boven of naar onderen aan beide zijden.
15. Druk op
b om het apparaat stop te zetten. PAUZE wordt weergegeven. Het oranje stoplampje vervangt het groene startlampje.
w
Volledig Specifiek - om een infusie te kunnen starten moet een drukdoom geplaatst zijn.
Half-specifiek - om een infusie te starten met NAAM MEDICIJN of ALLEEN DOSERING geselecteerd, met een
drukdoom geplaatst zijn.
1000DF00708 uitgave 9
20/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Basiseigenschappen
Basiseigenschappen
Bolus-infusie
Bolus Het met een hogere snelheid toedienen van een vastgesteld volume vloeistof of geneesmiddel voor diagnostische of
therapeutische doeleinden. De pomp moet altijd infunderen en aangesloten zijn op de patiënt. (Het via een infusiebolus
toedienen van geneesmiddelen moet direct resulteren in hoge concentraties van dat bepaalde geneesmiddel.)
Bolus kan worden gebruikt aan het begin van een infusie of tijdens een infusie.
De bolusfunctie kan als volgt worden geconfigureerd:
a) BOLUS gedeactiveerd
b) BOLUS ingeschakeld
Alleen manueel
Handsfree en Manueel
BOLUS gedesactiveerd
Als de functie is geconfigureerd op Uitgeschakeld, heeft het geen zin de
i-toets in te drukken en blijft de pomp infunderen met de
ingestelde snelheid.
w
Een Manuele bolus en eenHandsfree bolus kunnen niet worden toegediend indien de snelheidsblokkering actief is
of indien de functie is uitgeschakeld voor het geselecteerde Profiel of het specifieke geneesmiddel. Tijdens de BOLUS
wordt het druklimietalarm tijdelijk verhoogd tot het maximale niveau.
BOLUS ingeschakeld - Manueel
Houd in de Manuele bolus de (knipperende) BOLUS-softkey ingedrukt om de gewenste bolus toe te dienen. De bolussnelheid kan
worden aangepast. Het bolusvolume is beperkt in de configuratie.
1. Druk tijdens de infusie eenmaal op de
i-toets voor weergave van het bolusscherm.
2. Gebruik desgewenst de
f-toetsen om de bolussnelheid aan te passen.
3. Druk op de BOLUS-softkey en houd deze ingedrukt om de bolus toe te dienen. Tijdens het toedienen van de bolus verschijnt het
volume dat wordt geïnfundeerd op het scherm. Laat de softkey los zodra het gewenste bolusvolume is toegediend of zodra de
bolusvolumelimiet is bereikt. Het bolusvolume wordt toegevoegd aan het totale geïnfundeerde volume.
BOLUS Ingeschakeld - Handsfree enManueel
De Handsfree bolus wordt toegediend met één druk op de (knipperende) BOLUS-softkey. De bolussnelheid en het bolusvolume worden
per medicijnprofiel ingesteld in de dataset en kunnen worden gewijzigd binnen limieten ingesteld in de dataset.
1. Druk tijdens de infusie op de
i-toets voor weergave van hetHandsfree bolus-selectiescherm.
2. Druk op de softkey JA om naar het Handsfree bolus-selectiescherm te gaan en druk op de softkey MANUEEL voor de Manuele bolus
(zie bovenstaande paragraaf).
3. Gebruik de
f-toetsen om het benodigde bolusvolume en de benodigde bolusdosis in te stellen. Gebruik indien nodig de
softkey SNELH. en de f-toetsen om de toedieningssnelheid van de bolus aan te passen.
Opmerking: Het is mogelijk dat de snelheid wordt beperkt volgens de grootte van de spuit en de MAX BOLUSSNELHEID.
4. Druk eenmaal op de knipperende BOLUS-softkey om de toediening van de vooraf ingestelde bolus te starten. Het scherm toont de
bolus die wordt toegediend en de bolustelling. Het scherm keert terug naar het hoofdscherm van de infusie wanneer de bolus is
toegediend.
5. Om een bolus tijdens toediening te stoppen drukt u op de STOP-softkey. Hiermee wordt de bolus stopgezet en wordt de infusie op
de ingestelde snelheid hervat. Druk op de
h-toets om de toediening van de bolus te stoppen en de pomp op pauze te zetten.
6. Als het bolusvolume de ingestelde waarde bereikt, wordt de bolustoediening gestopt en schakelt de pomp over naar infunderen op
de ingestelde infusiesnelheid.
w
Wanneer de handsfree bolusoptie geactiveerd is, wordt deze functie geannuleerd na een onderbreking in de
toediening (bij een verstopping bijvoorbeeld) ook als de bolus nog niet volledig is toegediend.
Als het te infunderen volume (TIV) is bereikt tijdens een bolus, klinkt het signaal 'TIV voltooid'. Druk op
c om het alarm te
onderdrukken of op HEF OP om het alarm te onderdrukken. Zie de sectie TIV voor meer details over de werking van TIV.
Een handsfree-bolusinstelling die hoger of lager dan een Guardrails Soft Alert is, moet worden bevestigd voordat de
infusie kan worden voortgezet.*
Handmatige bolus
De Manuele bolus wordt toegediend door het aandrijvingsmechanisme van de zuiger voorwaarts te bewegen terwijl de pomp
infundeert. Deze methode om een bolus toe te dienen wordt niet aanbevolen als een goede klinische methode.
De spuit moet worden bevestigd en het zuigermechanisme moet van een vergrendelde positie worden verplaatst naar ontgrendelde
en vervolgens vergrendelde positie. Een minimumslag van 1 mm (spoed van de transportschroef) moet worden gedetecteerd om te
kunnen registreren.
*
Guardrails
1000DF00708 uitgave 9
21/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Basiseigenschappen
Purgeer
Met de i-toets wordt een beperkte hoeveelheid vloeistof afgegeven om de lijnenset vóór aansluiting op de patiënt of na aansluiting
van een nieuwe spuit te purgeren.
1. Druk op de
i-toets als de pomp niet infundeert. Ga na of de extensieset niet is aangesloten op de patiënt.
2. Houd de PURGEREN-softkey ingedrukt tot de vloeistof stroomt en het purgeren van de extensieset is voltooid. Het volume dat bij
het purgeren wordt gebruikt, verschijnt wel op het display, maar wordt niet toegevoegd aan het geïnfundeerde volume.
3. Als het purgeren is voltooid, laat u de PURGEREN-softkey los. Druk op de STOP-softkey om terug te keren naar het hoofdscherm.
w
De pomp purgeert niet als de optie SNELHEID VAST is ingeschakeld. Tijdens PURGEREN worden de druklimietalarmen
tijdelijk op het maximale niveau ingesteld.
Te infunderen volume (TIV)
Met deze optie kunt u een specifiek te infunderen volume instellen. De snelheid op het einde van dit TIV kan ook worden ingesteld.
Ukunt kiezen uit stop, KVO of continue infundering met de ingestelde snelheid.
1. Druk op de TIV-softkey om de optie van het te infunderen volume te selecteren.
2. Voer het te infunderen volume in met behulp van de
f-toetsen en druk op de OK -softkey ter bevestiging.
3. Selecteer de snelheid aan het einde van het TIV door met de
f-toetsen door de keuzen op het scherm te bladeren.
Destandaardinstelling is stop.
4. Druk op de OK-softkey om te bevestigen en om het TIV-menu te verlaten.
Opmerking: Wanneer het huidige TIV voltooid is, zal geen enkele andere infusie toegestaan zijn, tenzij een nieuw TIV wordt
ingesteld of het huidige TIV wordt gewist.
Volume wissen
Met deze optie kan het geïnfundeerde volume worden gewist. De Geïnfundeerde Dosis voor een medicijn wordt weergegeven indien
het Geïnfundeerde Volume kan worden toegewezen aan één enkele opzet voor medicijnen. Als het volume wordt gewist, wordt de
Geïnfundeerde Dosis weergegeven.
1. Druk op de VOLUME-softkey om de optie WIS VOLUME weer te geven.
2. Druk op de JA -softkey om het volume te wissen. Druk op de NEE-softkey om het volume te handhaven.
Opmerking: Selecteer JA om het geïnfundeerde volume te wissen in de 24H LOG-optie.
Snelheid vast
Als Snelheid vast is ingeschakeld wanneer de infuussnelheid is ingesteld en het infuus is gestart, zal de melding Snelheid vast op het
scherm verschijnen na eventuele snelheidtitraties of bolusinfusies.
Om de functie Snelheidsblokkering te selecteren, drukt u op de JA-softkey. Druk op de NEE-softkey als de functie snelheidsblokkering
niet gewenst is.
Als de functie Snelheid vast is ingeschakeld, is het volgende niet mogelijk:
Wijzigen van de infusiesnelheid/titreer
Bolus/purgeren
De pomp uitschakelen
TIV-infusies afgezet tegen tijd.
De snelheidsblokkering kunt u als volgt uitschakelen:
1. Druk op de
d-toets om het menu Opties te openen.
2. Selecteer de optie BLOKKADE SNELHEID UIT met de
f-toetsen en druk op de OK-softkey.
Ga als volgt te werk om de snelheidsblokkering in te schakelen:
1. Druk op de
d-toets om het menu Opties te openen.
2. SelecteerSNELHEID VAST met de
f-toetsen en druk op de OK-softkey.
Snelheid Titreer
Indien Snelheid Titreer ingeschakeld is, kan de snelheid tijdens het infunderen worden aangepast:
1. Selecteer de nieuwe snelheid met behulp van de
f-toetsen.
2. De melding <START TER BEVESTIGING> knippert op het scherm en de pomp blijft op de oorspronkelijke snelheid infunderen.
3. Druk op de
b-toets om de nieuwe infusiesnelheid te bevestigen en de infusie met een nieuwe snelheid te starten.
Opmerking: Druk op de STOP-softkey om de titratie af te sluiten en terug te keren naar de oorspronkelijke snelheid.
Opmerking: Als de instelling voor de nieuwe infusiesnelheid zich boven of onder een Guardrails Soft Alert bevindt, is een
bevestiging vereist voordat de infusie met de nieuwe snelheid kan beginnen.*
Als Titratiesnelheid is uitgeschakeld, kan de snelheid alleen worden aangepast als het apparaat gepauzeerd is:
1. Druk op de
h-toets om de pomp te pauzeren.
2. Selecteer de nieuwe snelheid met behulp van de
f-toetsen.
3. Druk op de
b-toets om de infusie te bevestigen en te starten op de nieuwe snelheid.
*
Guardrails
1000DF00708 uitgave 9
22/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Basiseigenschappen
Overzicht dosering
Ga als volgt te werk om de actuele, geselecteerde doseringsinformatie te bekijken:
1. Druk op de
d-toets om eerst het menu Opties te openen.
2. Selecteer SAMENVATTING PROTOCOL.
3. Controleer de informatie en druk vervolgens op de STOP-softkey.
TIV instellen per tijdseenheid
Door middel van deze optie kunnen een specifiek TIV en toedieningsduur worden opgegeven. De snelheid die nodig is om het
gewenste volume binnen de gespecificeerde tijd toe te dienen wordt berekend en verschijnt op het scherm.
1. Stop de infusie. Druk op de
d-toets om het menu Opties te openen.
2. Selecteer de STEL TIV OVER TIJD in met de
f-toetsen en druk op de OK -softkey.
3. Pas het te infunderen volume aan met behulp van de
f-toetsen. Als het gewenste volume is bereikt, drukt u op de OK -softkey.
4. Voer de tijdsduur in waarbinnen het volume moet worden geïnfundeerd. De infusiesnelheid wordt automatisch berekend. Druk op
de OK-softkey om de waarde in te voeren.
5. Selecteer de snelheid voor de TIV in de
f-toetsen en druk op de OK-softkey. De standaardinstelling is STOP.
24-uurs logboek
Met behulp van deze optie kunt u het 24-uurs logboek van het geïnfundeerde volume controleren.
1. Druk op de
d-toets om het menu Opties te openen.
2. Selecteer de optie 24H LOG met de
f-toetsen en druk op de OK-softkey.
Op de display verschijnt het per uur geïnfundeerde volume. Het geïnfundeerde volume tussen haakjes is het totale geïnfundeerde
volume sinds het volume voor het laatst werd gewist. Zie voorbeeld hieronder:
7:48:00 - 8:00:00 4,34ml (4,34ml)
09:00 - 10:00 2,10ml (6,44ml)
09:00 - 10:00 2,10ml (8,54ml)
VOLUME GEWIST
3. Druk op de STOP-softkey om het logboek te verlaten.
Logboek
Met deze optie kunt u het logboek controleren, indien dat ingeschakeld is.
1. Druk op de
d-toets om het menu Opties te openen.
2. Selecteer de optie LOGBOEK met de
f-toetsen en druk op de OK-softkey.
3. Blader door het logboek met behulp van de
f-toetsen. Druk op de STOP-softkey om het logboek te verlaten.
Gegevens van de datasets
Om informatie over de actuele geselecteerde Data Set te bekijken:
1. Druk op de
d-toets om het menu Opties te openen.
2. Selecteer DATA SET DETAILS.
3. Controleer de informatie en druk vervolgens op de STOP-softkey.
Infusie-instelling
Om de infusie-instelling te wijzigen
1. Stop de infusie. Druk op de
d-toets om het menu Opties te openen.
2. Selecteer INFUSIE INSTELLING
3. Selecteer de vereiste Infusie-instelling en druk op de OK-softkey.
Pompdetails
Om de pompgegevens te controleren.
1. Druk op de
d-toets om het menu Opties te openen.
2. Selecteer POMP DETAILS.
3. Controleer de informatie en druk vervolgens op de STOP-softkey.
Opmerking: De volgende informatie wordt weergegeven:
UNIT REFERENTIE Een identificatie, door bevoegd technische personeel geconfigureerd in de technische modus.
SN Het serienummer van de pomp
S/W Softwareversie van de pomp
1000DF00708 uitgave 9
23/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Basiseigenschappen
Medicijn toevoegen
Met deze optie kan de gebruiker een medicijn toevoegen terwijl de pomp bezig is met een ml/u-infusie.
Opmerking: Deze optie is niet beschikbaar bij gebruik van de Alaris CC-spuitpomp of de Alaris CC Guardrails-spuitpomp in half-
specifieke modus met een extensieset zonder druksensor.
1. Druk op de
d-toets om het menu Opties te openen.
2. Selecteer de optieTOEVOEGEN MED met de
f-toetsen en druk op de OK-softkey.
3. Selecteer het medicijn uit de weergegeven lijst met behulp van de
f-toetsen en druk op OK om te bevestigen.
w
LET OP: geneesmiddelen zijn via Alaris Plus Editor-software geconfigureerd op basis van de beschikbare eenheden
(gebaseerd op tijd/gewicht):
Grambasis: ng, mcg/μg, mg en g
Eenheidsbasis: mU/mUnits, U/Units en kU/kUnits
Mmolbasis: mmol
Volumebasis: ml (Waarschuwing: als een ml/u-infusie in de geneesmiddelenlijst met gebruik van de functie
Geneesmiddel toevoegen wordt opgewaardeerd naar een geneesmiddel/vloeistof in ml, zal het opgewaardeerde
geneesmiddel/de opgewaardeerde vloeistof geen vooraf bepaalde zachte of harde limieten bevatten).
4. Selecteer het medicijn met behulp van de
f-toetsen en druk op OK om te bevestigen.
5. Selecteer de concentratie met behulp van de
f-toetsen en druk op OK om te bevestigen, indien van toepassing.
6. Selecteer het gewicht van de patiënt met behulp van de
f-toetsen en druk op OK om te bevestigen, indien van toepassing.
7. Bevestig het medicijn, waarbij u de zachte limieten* van Guardrails negeert, naargelang dat wenselijk is.
*
Guardrails
Aanpassen alarmvolume
Om het alarmvolume te wijzigen, indien het alarm ingeschakeld is.
1. Druk op de
d-toets om het menu Opties te openen.
2. Selecteer AANPASSEN ALARM VOLUME.
Opmerking: De pomp zal piepen bij de geselecteerde instelling van het alarmvolume. De gebruiker moet beoordelen of de
instelling van het alarmvolume luid genoeg is voor de beoogde werkingsomgeving en het naar wens aanpassen.
3. Selecteer het vereiste alarmvolume en druk op de OK-softkey.
Profiel filteren
Guardrails
Configureer in de lijst van selecteerbare profielen welke profielen moeten worden in- en uitschakeld, indien dat mogelijk is gemaakt.
1. Stop de infusie. Druk op de
d-toets om het menu Opties te openen.
2. Selecteer PROFIEL FILTEREN.
3. Selecteer het/de vereiste profiel(en) die u wenst te wijzigen en druk op de softkey WIJZIGEN.
4. Druk op de softkey OK om te bevestigen.
Standby
Met deze optie kunt u de pomp in de stand-by modus zetten, indien dat mogelijk gemaakt is.
1. Stop de infusie. Druk op de
d-toets om het menu Opties te openen.
2. Selecteer de optie STANDBY met de
f-toetsen en druk op de OK-softkey om te bevestigen.
3. Selecteer HEF OP om terug te keren naar het hoofdscherm.
1000DF00708 uitgave 9
24/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Drukeigenschappen
Drukeigenschappen
Instellen automatische druk (indien ingeschakeld)
Indien de optie Instellen automatische druk ingeschakeld is, wordt de drukocclusielimiet automatisch aangepast.
Na 15 minuten infusie past de pomp automatisch de drukocclusielimiet aan tot XX mmHg boven de gemiddelde infusiedruk, op basis
van het gemiddelde van de laatste vijf minuten van de infusie.
Opmerking: XX is de automatische offsetdruk en deze wordt bepaald door de gebruiker. Deze aanpassing,
automatische offsetwaarde 15-100 mmHg, kan per profiel worden ingesteld binnen de dataset. Bij een druk tot
100mmHg wordt de automatische offsetwaarde toegevoegd. Bij een druk boven 100 mmHg wordt het alarmniveau
op de automatische offsetwaarde ingesteld als een percentage boven de gemiddelde infusiedruk, tot een maximale
druk die is gedefinieerd in de dataset.
Drukniveau met aangesloten druksensor
1. Voor het controleren en aanpassen van het drukniveau drukt u op de e-toets. Op het display verschijnt een trenddiagram van 20
minuten waarin het drukalarmniveau en het huidige drukniveau worden weergegeven.
2. Druk op de f-toetsen om het drukalarmniveau te verhogen of te verlagen. Het nieuwe niveau wordt op het display
aangegeven.
3. De functie AUTOMATISCHE druk kan worden gebruikt als er gedurende een korte periode van infusie een stabiele druk is
verkregen. Als AUTOMATISCHE druk is ingeschakeld, wordt het automatische drukalarmniveau berekend en ingesteld door een
druk op de AUTOM.-softkey.
4. Druk op de TREND-softkey om de druktrend van de vorige 12 uur te bekijken. De druktrend kan worden bekeken met intervallen
van 15 minuten met de +/--softkeys. De grafiek van de druktrend geeft de druk op een bepaald moment weer.
5. Druk op de OK-softkey om het drukscherm te verlaten.
_
+
OK
20mmHg
07:45
Drukniveau*
1. Voor het controleren en aanpassen van het drukniveau drukt u op de e-toets. Op het scherm verschijnt een staafdiagram waarin
het drukalarmniveau en het actuele drukniveau worden weergegeven.
2. Druk op de
f-toetsen om het alarmniveau te verhogen of te verlagen. Het nieuwe niveau wordt op het display
aangegeven.
3. Druk op OK om het scherm te verlaten.
w
De interpretatie van de drukwaarden en de occlusiealarmen zijn de verantwoordelijkheid van de arts. Hij moet
daarbij rekening houden met de klinische context waarin de pomp wordt gebruikt.
*
zonder aangesloten drukdoom (niet van toepassing bij Volledig Specifiek)
1000DF00708 uitgave 9
25/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Alarmen en waarschuwingen
Alarmen en waarschuwingen
Alarmen worden gemeld door een combinatie van een hoorbaar alarm, een knipperende alarmindicator en een beschrijvend bericht op
het scherm, behalve meldingen waarbij enkel een hoorbaar alarm en een bericht van toepassing zijn. De infusie wordt stopgezet voor
alle alarmen waarbij een rode alarmindicator gaat branden.
1. Druk eerst op de
c-knop om het alarm gedurende maximaal 2 minuten* te stoppen en controleer vervolgens of er een
alarmmelding op het display wordt weergegeven. Druk op OPHEFFEN om de alarmboodschap te annuleren.
2. Als de infusie is gestopt, lost u eerst de oorzaak van het alarm op. Druk vervolgens op de
b-toets om de infusie te hervatten.
w
Als de pomp een alarmtoestand aangeeft (een hoog, schel geluid met een rood alarmindicatielampje) en er geen
foutmelding wordt weergegeven op de pomp, moet u de pomp loskoppelen zodat deze door een gekwalificeerde
servicemonteur kan worden onderzocht.
w
De infusie wordt stopgezet voor alle alarmen waarbij een rode alarmindicator (hoge prioriteit) gaat branden.
Display Prioriteit
alarm
Alarmindi-
catielampje
Beschrijving en handleiding Problemen oplossen
AANDRIJVING
ONTGRENDELD
Hoog Rood Het aandrijfsysteem is tijdens de infusie ontgrendeld. Controleer de
vingergrepen en de positie van de spuit.
OCCLUSIE Hoog Rood Bij de zuiger van de spuit is een overmatige druk gemeten die de
alarmlimiet overschrijdt. Identificeer en verwijder de oorzaak van de
blokkade in de aandrijving, de spuit of het toedieningssysteem voordat u
de infusie weer opstart.
OCCLUSIE IN LIJN
Hoog Rood Bij de drukdoom in de extensieset is een overmatige druk gemeten die
de alarmlimiet overschrijdt. Identificeer en verwijder de oorzaak van de
blokkade in de aandrijving, de spuit, aansluiting bij de patiënt of het
toedieningsysteem voordat u de infusie weer opstart.
CONTROLEER SPUIT Hoog Rood Er is een onjuiste maat spuit geplaatst, de spuit is niet in de juiste positie
geplaatst of is tijdens het infunderen van zijn plaats geraakt. Controleer
de locatie en positie van de spuit.
Het alarm CONTROLEER SPUIT kan aangeven dat het verkeerde formaat
spuit is geplaatst; dat de spuit niet op de juiste wijze is geplaatst of dat
de spuit tijdens het gebruik is aangeraakt, bijvoorbeeld doordat de
gebruiker de spuitklem heeft geopend, of als de zuiger het contact met
de zuigerknop verliest.
Als er geen aanwijsbare oorzaak is voor de alarmmelding(en)
CONTROLEER SPUIT , moet het klinisch gebruik van de pomp
worden beëindigd en moet de pomp worden onderzocht door
bevoegd onderhoudspersoneel zoals beschreven in de technische
onderhoudshandleiding van de Alaris-spuitpomp.
DRUKSENS VERWIJDERD
Hoog Rood De drukdoom is tijdens de infusie uit de transducer verwijderd. Herplaats
de drukdoom en start de infusie opnieuw.
LAGE BATTERIJSPANNING Gemiddeld Oranje De batterijspanning is laag en kan nog 30 minuten functioneren. Om de
infusie voort te zetten, moet u de pomp aansluiten op de netvoeding en
de interne batterij opladen. Als er geen actie wordt ondernomen, blijft
de batterij-indicator 30 minuten knipperen, wat wordt gevolgd door een
hoorbaar alarm, een rode alarmindicator en het bericht LEGE BATTERIJ
wordt weergeven. Dat betekent dat het niveau van de batterij te laag is om
de pomp te doen werken.
LEGE BATTERIJ Hoog Rood Het niveau van de interne batterij is te laag om de pomp te doen werken.
Sluit de pomp onmiddellijk aan op de netvoeding en laat de schakel de
stroom uit en weer aan om de pomp terug in werking te stellen.
BIJNA LEGE SPUIT Gemiddeld Oranje De pomp is bijna bij het einde van de infusie. Deze waarde kan worden
geconfigureerd.
LEGE SPUIT Hoog Rood De pomp heeft het einde van de infusie bereikt en de pomp is gestopt
met infunderen. In de spuit blijft een vooraf ingesteld volume achter om
de kans op infusie van luchtbellen in de set zo klein mogelijk te maken.
Deze waarde kan worden geconfigureerd.
LEGE SPUIT Gemiddeld Oranje De pomp heeft het einde van de infusie bereikt en de pomp gaat door
met infunderen bij KVO of een ingestelde snelheid, indien die lager is.
1000DF00708 uitgave 9
26/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Alarmen en waarschuwingen
Display Prioriteit
alarm
Alarmindi-
catielampje
Beschrijving en handleiding Problemen oplossen
TITRATIE NIET BEVESTIGD Gemiddeld Oranje De infusiesnelheid is gewijzigd, maar niet bevestigd, en er zijn 2 minuten
verstreken sinds de laatste bewerking. Druk op de
c-toets om het alarm
te onderdrukken en vervolgens op de softkey OPHEFFEN om deze melding
te verwijderen en het alarm te onderdrukken. Controleer de infusiesnelheid
en bevestig die door op de b-toets te drukken of druk de h-toets in om
terug te keren naar de vorige snelheid. (Dit alarm gaat alleen af als snelheid
titreer actief is). Als u op STOP drukt, wordt de titratie geannuleerd en wordt
de oorspronkelijke snelheid behouden.
TIV KLAAR Hoog Rood Het vooraf ingestelde Te Infunderen Volume is voltooid en de pomp is
gestopt met werken.
TIV KLAAR Gemiddeld Oranje Het vooraf ingestelde Te Infunderen Volume is voltooid en de pomp blijft
infunderen met een ingestelde snelheid of KVO-snelheid.
UITVAL NETSPANNING Gemiddeld Oranje De netspanning is weggevallen en de pomp werkt op de batterij. Indien
dit gebeurt wanneer de pomp bezig is met infunderen, verschijnt de
melding CONTINUEER INFUNDEREN. Sluit de netvoeding weer aan of druk
op
c om het alarm uit te schakelen en de werking op de accu voort te
zetten. Het alarm stopt automatisch zodra de pomp weer is aangesloten op de
netvoeding.
Foutcodes en
-boodschappen
Hoog Rood Het alarmsysteem heeft een interne storing geconstateerd. Noteer de code
van de storing. Stel de pomp buiten gebruik en laat deze nakijken door een
gekwalificeerde onderhoudsmonteur.
MED TOEV. NIET COMPLEET Gemiddeld Oranje De handeling MED TOEVOEGEN is niet voltooid. Druk op de softkey
ANNULEREN en voltooi de optie MED TOEVOEGEN.
AANDACHT
(met“3pieptonen”)
Gemiddeld Oranje Als de pomp langer dan 2 minuten ingeschakeld staat zonder het
infunderen te starten, zullen er drie pieptonen klinken (in het logboek
ook wel TERUGROEP genoemd). Druk op de
c-toets om het alarm
nogmaals 2 minuten te stoppen.* Als u de terugroep wilt verlengen, houdt
u de c-toets ingedrukt tot de 3 pieptonen klinken. Hierdoor wordt het
waarschuwingsalarm gedurende 15 minuten op stand-by gezet.
*Configureerbare optie.
1000DF00708 uitgave 9
27/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Alarmen en waarschuwingen
Meldingen
Display Pictogram Beschrijving en handleiding Problemen oplossen
DOSIS BOVEN LIMIET*
De doseersnelheid is ingesteld op een waarde die hoger is dan een Guardrails Soft
Alert. Controleer de infusie-instelling. Om verder te gaan met de infusie met de
ingestelde snelheid drukt u op de JA-softkey om NEGEER LIMIET te bevestigen.
Indien NEGEER LIMIET niet vereist is, drukt u op de NEE-softkey en past u de
snelheid aan tot onder de Guardrails Soft Alert.
DOSIS ONDER LIMIET*
De dosissnelheid werd ingesteld op een waarde onder de Guardrails Soft Alert.
Controleer de infusie-instelling. Om verder te gaan met de infusie met de
ingestelde snelheid drukt u op de JA-softkey om NEGEER LIMIET te bevestigen.
Indien NEGEER LIMIET niet vereist is, drukt u op de NEE-softkey en past u de
snelheid aan tot onder de Guardrails Soft Alert.
DOSIS NIET TOEGESTAAN
De doseersnelheid is hoger ingesteld dan een Hard Limit. Controleer de infusie-
instellingen en wijzig de snelheid in een waarde binnen het vereiste bereik.
BOLUS DOSIS OVER*
De bolusdosering is ingesteld op een waarde die hoger is dan een Guardrails
Soft Alert. Controleer de bolusinstelling; om verder te gaan met de bolus drukt
u op de JA-softkey om NEGEER LIMIET te bevestigen. Indien NEGEER LIMIET
niet vereist is, drukt u op de NEE-softkey en past u de dosis aan tot onder de
Guardrails Soft Alert.
BOLUS DOSE ONDER*
De bolusdosering is ingesteld op een waarde die lager is dan een Guardrails
Soft Alert. Controleer de bolusinstelling; om verder te gaan met de bolus drukt
u op de JA-softkey om NEGEER LIMIET te bevestigen. Indien NEGEER LIMIET
niet vereist is, drukt u op de NEE-softkey en past u de dosis aan tot onder de
Guardrails Soft Alert.
BOLUS DOSIS NIET TOEGESTAAN
De bolusdosis is hoger ingesteld dan een Hard Limit. Controleer de
bolusinstelling en wijzig deze tot een waarde binnen het vereiste bereik.
CONCENTRATIE NIET TOEGESTAAN
De concentratie van het geneesmiddel is hoger of lager ingesteld dan een Hard
Limit. Controleer de hoeveelheid en het totale volume en wijzig deze in de juiste
vereiste concentratie.
GEWICHT BUITEN LIMIET*
Het gewicht van de patiënt is ingesteld op een waarde die hoger of lager is dan
een Guardrails Soft Alert. Controleer de gewichtsinstelling; om verder te gaan
drukt u op de JA softkey om NEGEER LIMIET te bevestigen. Als NEGEER LIMIET
niet nodig is, drukt u op de NEE-softkey en past u de waarde aan tot binnen de
limieten.
SNELHEID NIET TOEGESTAAN
De infusienelheid is hoger ingesteld dan een Hard Limit. Controleer de infusie-
instellingen en wijzig deze in een geschikte vereiste snelheid.
*
Guardrails
1000DF00708 uitgave 9
28/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Geconfigureerde opties
Geconfigureerde opties
Deze sectie bevat een lijst met configureerbare opties. Sommige kunnen worden geopend via het pompconfiguratiemenu (beschikbaar
in de technische modus) en andere via de Alaris Editor Software.
Voer de toegangscode voor Geconfigureerde opties in op de pomp. Raadpleeg de Technische Servicehandleiding voor informatie.
w
De toegangscodes mogen alleen door bevoegde technici worden ingevoerd.
Gebruik de Alaris Editor voor het configureren van algemene opties, medicijnlijst en units die voor elk profiel geactiveerd zijn en voor
het configureren van te activeren spuitmerken en modellen.
Klok instellen
1. Selecteer KLOKINSTELLING in het menu Geconfigureerde Opties met de f-toetsen en druk op de OK -softkey.
2. Gebruik de
f-toetsen om de weergegeven datum te corrigeren, druk op de VOLGENDE-softkey om naar het volgende
veld te gaan.
3. Als de juiste tijd en datum worden weergegeven, drukt u op de OK-softkey om terug te keren naar het menu Geconfigureerde opties.
Taal
Deze optie wordt gebruikt om de taal in te stellen voor de berichten die op het pompscherm worden weergegeven.
1. Selecteer TAAL in het menu Geconfigureerde Opties met de
f-toetsen en druk op de OK -softkey.
2. Gebruik de
f-toetsen om de taal te selecteren.
3. Druk als de gewenste taal is gekozen op de KIES-softkey om terug te gaan naar het menu Geconfigureerde opties.
Contrast
Deze optie wordt gebruikt om het contrast op de display van de pomp in te stellen.
1. Selecteer CONTRAST in het menu Geconfigureerde Opties met de
f-toetsen en druk op de OK -softkey.
2. Met de
f-toetsen kunt u een waarde kiezen voor de contrast-ratio. Het contrast van het scherm verandert als u de getallen
doorloopt.
3. Als u de gewenste waarde hebt gevonden, drukt u op de OK-softkey om terug te keren naar het menu Geconfigureerde opties.
Algemene opties
1. Selecteer ALGEMENE OPTIES in het menu Geconfigureerde Opties met de f-toetsen en druk op de OK -softkey.
2. Selecteer de optie die moet worden ingeschakeld/uitgeschakeld of aangepast en druk op de WIJZIGEN-softkey.
3. Druk als alle gewenste wijzigingen zijn doorgevoerd op de STOP -softkey.
4. Selecteer nu de volgende configuratieoptie in het menu of schakel de pomp UIT, waarna deze desgewenst weer ingeschakeld kan
worden.
NC (verpleegkundigenalarm)
AANGESLOTEN
Activeert het verpleegkundigenalarm (optie hardware).
NURSE CALL OMGEKEERD Als deze optie is ingeschakeld, wordt het alarm nurse call omgekeerd.
RS232 SELECTIE Stelt het communicatieadres van de pomp in op gebruik van RS232 (optie hardware).
Deoptie NC AANGESLOTEN moet ingeschakeld zijn om RS232 te kunnen inschakelen.
1000DF00708 uitgave 9
29/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Geconfigureerde opties
Alaris Editor Software: Profielconfiguratie
De volgende opties zijn uitsluitend te configureren via de Alaris Editor Software (op PC gebaseerd), zie de gebruiksaanwijzing voor
deAlaris Editor voor details over het configureren van de Profielconfiguraties.
Configuratie-instellingen voor dataset
Hospital Name
(Naamziekenhuis)
Configureer de naam van de instelling die op de pomp moet worden weergegeven.
Profile Filter (Profiel filteren)
Guardrails
Bepaalt of de gebruiker de beschikbare profielen op de pomp kan filteren.
Unit Display
(Weergave
eenheid)
Microgram
(Microgram)
The tekst die wordt gebruikt om microgram weer te geven: mcg of µg.
Unit (Eenheid) De tekst die wordt gebruikt om Eenheiden weer te geven: mU, U en kU of mUnit, Unit en kUnit.
Algemene pompconfiguratie
AC Fail (Uitval netspanning) Het stroomuitval-alarm kan op hoorbaar of stil worden ingesteld als de netstroom uitvalt.
Audio Volume (Geluidsvolume) Het audio-alarmvolume van de pomp (hoog, medium of laag).
Audio Volume Adjustable
(Audiovolume aanpasbaar)
Hiermee wordt bepaald of de gebruiker de instelling van het audiovolume kan aanpassen.
Auto Night Mode (Nachtmodus) Het licht van de hoofddisplay (met achtergrondverlichting) wordt gedimd tussen 21 u. en 6 u.
Auto Save
(Automatischopslaan)
Functie om de vorige instellingen te behouden wanneer de pomp wordt ingeschakeld.
Battery Icon (Accu-pictogram) Indicator die de geschatte resterende batterijcapaciteit toont.
Callback Time (Terugroeptijd) Instelling van de duur van de periode die verloopt voordat de pomp het terugroepalarm afgeeft.
Drug Override Mode
(ModusMedicijn negeren)
Guardrails
Altijd - De instelling moet worden bevestigd om wijzigingen te kunnen doorvoeren aan de
dosissnelheid wanneer die zich buiten de Guardrails Soft Alerts bevindt
Smart – De instelling moet worden bevestigd bij de eerste instelling van een dosissnelheid die buiten
de Guardrails bevindt Bij daarna volgende wijzigingen is bevestiging niet meer nodig, totdat de
ingestelde dosissnelheid binnen de Guardrails Soft Alert limits is bevestigd. Daarnaast moeten ook
dosissnelheidswijzigingen van boven een Soft Alert-maximum naar onder een Soft Alert-minimum of
van onder een Soft Alert-minimum naar boven een Soft Alert-maximum worden bevestigd.
Event Log (Logboek) U kunt instellen of het logboek op het hoofdscherm moet worden weergegeven of niet. De
informatie wordt nog steeds in het logboek geregistreerd.
Pressure Display
(Drukweergave)
Hiermee stelt u in of de drukinformatie beschikbaar is op het display.
Quiet Mode (Stille modus) Modus om de geluiden bij het indrukken van de toetsen en bij de uitschakelingsprocedure uit te
schakelen.
Rate Titration (Snelheid titreren) Functie om de infusiesnelheid aan te passen terwijl de pomp bezig is met infunderen, zonder de
pomp te pauzeren.
Rate Lock (Snelheid vast) Functie waarmee wordt vermeden dat onbevoegden wijzigingen uitvoeren aan de snelheid, dat de
bolus in werking wordt gesteld en dat de pomp wordt uitgeschakeld.
Standby Mode
(Stand-bymodus)
Hiermee stelt u in of de stand-bymodus beschikbaar is op de pomp.
VTBI Clear Rate
(Wis TIV-snelheid)
De infusiesnelheid wordt op nul gezet wanneer het TIV voltooid is.
Weight Default
(Standaardgewicht)
Het standaardpatiëntgewicht in kg.
Weight Soft Minimum
(Gewicht Soft Minimum)
Guardrails
Het minimale gewicht van de patiënt in kg. Dit is een Guardrails Soft Alert en kan worden genegeerd.
Weight Soft Maximum
(Gewicht Soft Maximum)
Guardrails
Het maximale gewicht van de patiënt in kg. Dit is een Guardrails Soft Alert en kan worden genegeerd.
1000DF00708 uitgave 9
30/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Geconfigureerde opties
Algemene spuitpompconfiguratie
Back Off (Stap terug) Een automatische functie die wordt geactiveerd na een occlusie. De actie van de pomp wordt
omgekeerd en pompt in omgekeerde richting om de druk te laten wegvallen die zich heeft
opgebouwd in het infusiesysteem. Zo wordt de bolus na occlusie geminimaliseerd.
Display Syringe Brand (Merk
Spuit Weergeven)
Hiermee stelt u in of het merk en de grootte van de spuit worden weergegeven terwijl de pomp
infundeert.
Manual Bolus
(Handmatigebolus)
De bolus wordt toegediend door het zuigermechanisme manueel te bewegen tijdens een infusie
of terwijl de pomp in de pauzestand staat. Het weergegeven geïnfundeerde volume zal op basis
daarvan worden aangepast.
Bolus Mode (Bolusmodus) De bolusfunctie kan op een van de volgende opties worden ingesteld:
Uitgeschakeld
Alleen manueel
Handsfree en Manueel
Bolus Rate Default
(Standaard bolussnelheid)
De standaardwaarde voor bolussnelheden.
Bolus Rate Max
(Max.bolussnelheid)
De maximale waarde voor de bolussnelheid.
Bolus Volume Max
(Max. bolusvolume)
Het maximaal toelaatbare bolusvolume.
Infusion Rate Max
(Max. infusiesnelheid)
De maximale waarde voor de infusiesnelheid.
Near End of Infusion Point
(Bijna lege spuit)
Met deze optie kunt u het tijdstip instellen waarop wordt gewaarschuwd hoeveel tijd resteert tot
Lege spuit.
End of Infusion (Lege spuit) Hiermee stelt u het punt in voor Einde infusie als percentage van het spuitvolume.
KVO at EOI
(KVO bij einde infusie)
Hiermee stelt u in of de Keep Vein Open (KVO) bij einde infusie beschikbaar is.
KVO Rate (KVO-snelheid) Stelt de KVO-snelheid in waarmee de pomp werkt wanneer Einde infusie wordt bereikt.
Purge Syringe (Purgeer) Functie waardoor de gebruiker erop wordt gewezen dat de extensieset moet worden gepurgeerd
voordat de infusie wordt gestart.
Purge Rate (Purgeersnelheid) De snelheid die wordt gebruikt tijdens het purgeren.
Purge Volume Max
(Max.purgeervolume)
Het maximaal toelaatbare purgeervolume.
VTBI Max (Max. TIV) De maximumwaarde voor het te infunderen volume (TIV).
Pressure Maximum
(Druk maximum)
De maximale alarmwaarde voor de occlusiedruk die kan worden geselecteerd tijdens een infusie.
Occlusion Alarm Pressure
(Occlusiealarmdruk)
De standaardalarmwaarde voor de occlusiedruk die kan worden geselecteerd tijdens een infusie.
Auto Pressure
(Automatische druk)
Functie om het alarmniveau van de occlusiedruk met één druk op de knop in te stellen op een
hoeveelheid (mmHg) boven de huidige geïntegreerde druk.
Auto Set Pressure
(Stel autom. druk in)
Automatische functie om het alarmniveau van de occlusiedruk 15 minuten na aanvang van de
infusie in te stellen op een hoeveelheid (mmHg) boven de huidige geïntegreerde druk.
Auto Offset
(Automatische offset)
De automatische offsetwaarde in mmHg gebruikt bij automatische druk en instellen automatische druk.
Pressure Maximum
(Druk maximum)
GH
Het maximale alarmniveau voor de occlusiedruk die kan worden geselecteerd tijdens een infusie.
Occlusion Alarm Pressure
(Occlusiealarmdruk)
GH
Het standaardalarmniveau voor de occlusiedruk die kan worden geselecteerd tijdens een infusie.
w
De goedgekeurde dataset bevat configureerbare optionele waarden per profiel.
1000DF00708 uitgave 9
31/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Geconfigureerde opties
Eenheden Alleen dosering
De volgende eenheden voor doseersnelheid kunnen voor gebruik worden geconfigureerd in de modus Alleen dosering. Als u het
selectievakje Alle aanvinkt, worden alle eenheden in de lijst geselecteerd.
Type Eenheid
Standaard-
waarde
Eenheid
Standaard-
waarde
Eenheid
Standaard-
waarde
Eenheid
Standaard-
waarde
Gebaseerd
op gram
ng/min
Disabled
(Uitgeschakeld)
ng/kg/min
Enabled
(Ingeschakeld)
ng/h
Disabled
(Uitgeschakeld)
ng/kg/u
Disabled
(Uitgeschakeld)
ng/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
ng/kg/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
µg/min
Enabled
(Ingeschakeld)
µg/kg/min
Enabled
(Ingeschakeld)
µg/u
Enabled
(Ingeschakeld)
µg/kg/u
Enabled
(Ingeschakeld)
µg/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
µg/kg/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
mg/min
Disabled
(Uitgeschakeld)
mg/kg/min
Enabled
(Ingeschakeld)
mg/u
Enabled
(Ingeschakeld)
mg/kg/u
Enabled
(Ingeschakeld)
mg/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
mg/kg/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
g/min
Disabled
(Uitgeschakeld)
g/kg/min
Disabled
(Uitgeschakeld)
g/u
Enabled
(Ingeschakeld)
g/kg/u
Disabled
(Uitgeschakeld)
g/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
g/kg/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
Gebaseerd
op eenheden
mU/min
Disabled
(Uitgeschakeld)
mU/kg/min
Disabled
(Uitgeschakeld)
mU/u
Disabled
(Uitgeschakeld)
mU/kg/u
Disabled
(Uitgeschakeld)
mU/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
mU/kg/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
U/min
Disabled
(Uitgeschakeld)
U/kg/min
Disabled
(Uitgeschakeld)
U/u
Enabled
(Ingeschakeld)
U/kg/u
Enabled
(Ingeschakeld)
U/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
U/kg/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
kU/min
Disabled
(Uitgeschakeld)
kU/kg/min
Disabled
(Uitgeschakeld)
kU/u
Disabled
(Uitgeschakeld)
kU/kg/u
Disabled
(Uitgeschakeld)
kU/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
kU/kg/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
Gebaseerd
op mmol
mmol/min
Disabled
(Uitgeschakeld)
mmol/kg/min
Enabled
(Ingeschakeld)
mmol/u
Enabled
(Ingeschakeld)
mmol/kg/u
Enabled
(Ingeschakeld)
mmol/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
mmol/kg/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
Gebaseerd
op volume
ml/min
Disabled
(Uitgeschakeld)
ml/kg/min
Disabled
(Uitgeschakeld)
ml/u
Always
Enabled (Altijd
ingeschakeld)
ml/kg/u
Disabled
(Uitgeschakeld)
ml/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
ml/kg/24u
Disabled
(Uitgeschakeld)
1000DF00708 uitgave 9
32/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Geconfigureerde opties
Alaris Editor Software: ProfielMedicijnlijst
De volgende drugparameters kunnen enkel worden geconfigureerd via de Alaris Editor Software. Raadpleeg Alaris Editor Gebruiksaanwijzing
voor informatie over de manier waarop u de Profiel Medicijnlijst moet configureren. Ze worden gebruikt wanneer de pomp wordt bediend als
een medicijn werd geselecteerd.
Concentration Units
(Concentratie-eenheden)
De eenheid voor concentratieparameters
Concentration Limits
(Min and Max)
(Concentratielimieten
(Min. en Max.))
Deze bepalen het bereik waarin de medicijnconcentratie kan worden
gewijzigd tijdens het programmeren van de pomp.
Continuous Dose Rate
(Continue dosissnelheid)
Units (Eenheden) De eenheden van de continue dosissnelheid. Deze instelling kan worden
gebaseerd op het gewicht van de patiënt.
Soft Min* De ondergrens van de snelheid van de continue dosis, bij overschrijding
waarvan bevestiging vereist is.
Default
(Standaard)
De standaardwaarde van de continue dosissnelheid die bij selectie van het
geneesmiddel wordt geboden.
Soft Max* De bovengrens van de snelheid van de continue dosis, bij overschrijding
waarvan bevestiging vereist is.
Hard Max De maximaal toegelaten continue dosissnelheid.
Bolus Mode (Bolusmodus) De bolusfunctie kan op een van de volgende opties worden ingesteld:
Uitgeschakeld
Alleen manueel
Handsfree en Manueel
Bolus Dose (Bolusdosis) Units (Eenheden) De eenheden van de bolusdosis. Deze instelling kan worden gebaseerd op het
gewicht van de patiënt.
Soft Min*
(Hands-Free only)
(Soft Min*
(Alleen manueel))
De bolusdosis-ondergrens bij overschrijding waarvan bevestiging vereist is.
Default
(Hands-Free only)
(Standaard
(Alleen manueel))
De voorgestelde standaardwaarde van de bolusdosis.
Soft Max*
(Hands-Free only)
(Soft Max*
(Alleen manueel))
De bolusdosis-bovengrens bij overschrijding waarvan bevestiging vereist is.
Hard Max De maximaal toegelaten bolusdosis.
Bolus Rate (Bolussnelheid) Default
(Standaard)
De standaardwaarde voor bolussnelheid in ml/u.
Occlusion Alarm Pressure
(Occlusiealarm-druk)
GH
De standaardwaarde van de occlusiealarmdruk.
Occlusion Alarm Pressure
(Occlusiealarmdruk)
De standaardwaarde van de occlusiealarmdruk.
*
Guardrails
Profielspuitlijst
De Profielspuitlijst wordt aangemaakt op basis van de vooraf gedefinieerde masterspuitlijst.
Vink de vakjes aan van de spuiten die in het profiel moeten zitten. Als u het selectievakje Alle spuiten aankruist bij Werking, worden
alle spuiten geselecteerd.
Raadpleeg het gedeelte "Erkende spuiten" voor merken en formaten van de beschikbare spuiten.
Opmerking: Het wordt aanbevolen dat enkel types en formaten worden geselecteerd van spuiten die in dat gebied van de zorg
worden gebruikt.
1000DF00708 uitgave 9
33/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Specificaties
Specificaties
Specificaties infusie
Als onderdeel van de configuratie kan de maximale infusiesnelheid worden ingesteld.
0,1ml/u - 150 ml/u 5 ml-spuiten
0,1ml/u - 300 ml/u 10 ml-spuiten
0,1ml/u - 600 ml/u 20 ml-spuiten
0,1ml/u - 900 ml/u 30 ml-spuiten
0,1ml/u - 1.200 ml/u 50 ml-spuiten
Stappen van de infusiesnelheid:
Snelheidsbereik (ml/u) Stappen van de enkele chevron-toetsen (ml/u) Stappen van de dubbele chevron-toetsen (ml/u)
0,10 tot 9,99 0,01 0,10
10,0 tot 99,9 0,1 1,0
100 tot 999 1 10
1000 tot 1200 10 100
Het bereik van geïnfundeerd volume is 0,0 ml - 9990 ml.
Specificaties bolus
Als onderdeel van de configuratie kan de maximale bolussnelheid worden ingesteld. De bolussnelheid kan door de gebruiker worden
aangepast in stappen van 10 ml/u.
10 ml/u - 150 ml/u 5 ml-spuiten
10 ml/u - 300 ml/u 10 ml-spuiten
10 ml/u - 600 ml/u 20 ml-spuiten
10 ml/u - 900 ml/u 30 ml-spuiten
10 ml/u - 1.200 ml/u 50 ml-spuiten
Als onderdeel van de configuratie kan de bolusvolumelimiet worden ingesteld.
Minimum: 0,1 ml; maximum 25,0 ml
Stappen van 0,1 ml, standaardwaarde 5,0 ml
Tijdens BOLUS worden de druklimietalarmen tijdelijk op het maximale niveau ingesteld.
Nauwkeurigheid bolusvolume*
Bolusvolume Normaal Normaal maximum Normaal minimum Pompspecificatie
0,1ml 1.7%, 5.1% -2.5% ± 10%
25ml 0.1% 0.5% -0.6% ± 5%
GH
Bolusvolume Normaal Normaal maximum Normaal minimum Pompspecificatie
0,1ml 1.9% 6.2% -7.3% ± 10%
25ml 0.2% 0.5% -0.1% ± 5%
* - Bij gebruik van een BD Plastipak 50 ml-spuit tegen 5 ml/u in normale omstandigheden (95% betrouwbaarheid / 95% van de pompen).
Kritisch volume
De bolus die kan optreden als er een enkele interne storing optreedt met een 50 ml-spuit is: Maximale overinfusie – 0,87 ml
Purgeer-specificaties
De purgeersnelheid wordt beperkt tot de maximumsnelheid van de spuit en kan worden ingesteld als onderdeel van de configuratie.
100ml/u – 500ml/u.
Bereik van purgeervolume: 0,5 ml - 5 ml.
Tijdens PURGEREN worden de druklimietalarmen tijdelijk op het maximale niveau ingesteld.
KVO-snelheid (Keep Vein Open)
0,1 ml/u – 2,5ml/u.
Einde van spuitsnelheid
Stop, KVO (0,1 ml/u tot 2,5 ml/u) of ingestelde snelheid indien lager dan KVO.
1000DF00708 uitgave 9
34/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Specificaties
Te infunderen volume (TIV)
0,10 ml - 1000 ml, 1 min - 24 uur
Volledige snelheid TIV
Stop, KVO (0,1 ml/u tot 2,5 ml/u) of ingestelde snelheid indien lager dan KVO of verder tegen ingestelde snelheid.
‘Bijna Lege Spuit'-alarm
1 min - 15 min tot het einde van de infusie, of 10% van het spuitvolume als dat minder is.
‘Lege Spuit'-alarm
0,1% - 5% van spuitvolume
Maximale pompdruklimiet
Hoogste alarmniveau 1000 mmHg (nominaal bij L-10)
Occlusienauwkeurigheid zonder ingestelde druk (% op volledige schaal)*
Druk mmHg
L-0
ong. 50 mmHg
L-3
ong. 300 mmHg
L-5
ong. 500 mmHg
L-10
ong. 1000 mmHg
Temp. 23°C ±18% ±21% ±23% ±28%
Occlusienauwkeurigheid met ingestelde druk (% op volledige schaal)*
Druk mmHg
0 25 500 1000
Temp. 23°C ±2% ±4% ±5% ±6%
Temp. 5°C-40°C ±4% ±7% ±7% ±10%
* - Bij gebruik van de meest voorkomende 50 ml-spuiten in normale omstandigheden (95% betrouwbaarheid / 95% van de pompen).
Systeemnauwkeurigheid
Volumetrisch gemiddelde +/- 2% tegen een snelheid van ≥ 1ml/u (nominaal).
Onderbelasting - temperatuur +/- 0,5% (5 - 40ºC), Hoge snelheden +/- 2,0% (snelheden > spuitvolume/u bijv. > 50 ml/u in een
50 ml-spuit).
w
Normaal gesproken is de systeemnauwkeurigheid +/- 2% per volume, gemeten met behulp van de trompetcurve-
testmethode zoals aangegeven in EN60601-2-24-2 bij snelheden van 1,0 ml/uur (23ºC) en hoger, bij gebruik van de
pomp met de aanbevolen spuiten. Waarschuwing: De nauwkeurigheid van het infusievolume kan bij waarden van onder
de 1,0 ml/u nietgegarandeerd worden. Verschillen in factoren als formaat en zuigerkracht bij erkende spuiten kunnen
variaties veroorzaken in nauwkeurigheid en trompetcurves. Zie ook de sectie 'Trompetcurves' in deze handleiding.
Elektrische classificatie
Klasse I product. Continu-moduswerking, transporteerbaar
Specificatie dataset
Er kunnen maximaal 30 profielen worden ingesteld met een maximum van 100 medicijnen per profiel. Slechts één profiel mag per keer
worden ge-upload naar eenNon-Guardrails-pomp. Raadpleeg de Alaris Editor Software DFU voor meer informatie.
Specificaties batterij
Oplaadbaar, geseald NiMH. Wordt automatisch opgeladen wanneer de pomp is aangesloten op het elektriciteitsnet.
De gemiddelde batterij tijd indien volledig opgeladen bij 5 ml/u en 23 °C ± 2 °C onder normale omstandigheden bedraagt 6 uur*
*95% lagere betrouwbaarheidsinterval van 5 uur 50 minuten
Wanneer de batterij geheel leeg is, duurt het 2½ uur voordat hij voor 90% opgeladen is.
Handhavingscapaciteit geheugen
Het elektronische geheugen van de pomp blijft ten minste 6 maanden bewaard als de pomp niet wordt gestart.
Type zekering
2x T1.25L250V
Netvoeding
115-230 VAC, 50-60 Hz, 30 VA (bij maximale oplaadcondities) 10 VA (nominaal).
Afmetingen
335 mm (b) x 121 mm (h) x 200 mm (d)
GH
310 mm (b) x 121 mm (h) x 200 mm (d).
1000DF00708 uitgave 9
35/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Specificaties
Gewicht (exclusief voedingskabel)
Pomp: 2,4 kg.
Pomp met vergrendelslot: 3,2 kg
Bescherming tegen binnendringende vloeistoffen
IP32 - Beschermd tegen spatwater tot onder een hoek van 15° vanuit verticale stand en beschermd tegen vaste voorwerpen groter
dan2,5 mm.
Opmerking: IP33 is van toepassing als de fixatieset voor het netsnoer, onderdeelnummer 1000SP01294, is aangebracht.
Alarmcondities
Aandrijving ontgrendeld Occlusie Attentie (Verpleegkundigenalarm)
Controleer spuit Batterijvermogen laag Titratie niet bevestigd
Lijnocclusie
Lege batterij TIV klaar
Bijna lege spuit Lege spuit Uitval netspanning
Interne storing
Drukschijf verwijderd
Dosis onder limiet
Dosis overschreden Dosis niet toegestaan Bolus dosis niet toegestaan
Bolus dosis onder Bolus dosis over Snelheid niet toegestaan
Concentratie niet toegestaan Gewicht buiten de limiet Medicijn toevoegen niet klaar
Omgevingsspecificaties
Temperatuur in gebruik 0°C tot +40°C
Relatieve vochtigheid voor gebruik 20% - 90%
Atmosferische bedrijfsdruk 700hPa - 1060hPa
Transport en opslagtemperatuur -30°C tot +50°C
Transport en relatieve vochtigheid opslag 10% - 95%
Atmosferische Druk transport en opslag 500 hPa - 1060 hPa
Elektrische/mechanische veiligheid
Voldoet aan EN/IEC60601-1 en EN/IEC60601-2-24.
Potentiaalvereffeningsgeleider
De potentiaalvereffeningsconnector (geleider) is aangebracht om een rechtstreekse aansluiting tussen de pomp en de
potentiaalvereffeningsaansluiting van de elektrische installatie te bieden. Om de potentiaalvereffeningsconnector te gebruiken sluit u
deze vanaf de pomp aan op de potentiaalvereffeningsaansluiting van de elektrische installatie.
EMC
Voldoet aan EN/IEC60601-1-2 en EN/IEC60601-2-24.
1000DF00708 uitgave 9
36/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Erkende spuiten
Erkende spuiten
De pomp is gekalibreerd en gelabeld voor gebruik met disposable Luer lock-spuiten voor eenmalig gebruik. Gebruik uitsluitend spuiten
van het type en met de afmeting zoals aangegeven op het pompdisplay. De volledige lijst met toegestane typen spuiten is afhankelijk
van de softwareversie van de pomp.
5 ml 10 ml 20 ml 30 ml 50 ml
IVAC®
ü
AstraZeneca
ü
B Braun Omnifix
ü ü ü ü ü
B Braun Perfusor
ü ü
BD Perfusion
ü
BD Plastipak
ü ü ü ü ü
BD Precise
ü ü
Codan
ü ü ü ü
Codan Perfusion
ü
Fresenius Injectomat
ü ü
Monoject**
ü ü ü ü ü
Pentaferte
ü ü ü ü
Rapiject*
ü
Terumo
ü ü ü ü ü
* - De Rapiject 50 ml-spuit is een speciale spuit met een cilinder van grote diameter. Voor betere bescherming tegen het per ongeluk
verplaatsen van de spuit dient men de extensieset altijd te bevestigen aan de haak voor de extensieset - zie hoofdstuk 'Een spuit
plaatsen en bevestigen.
** - Ξ TYCO / Healthcare KENDALL - MONOJECT.
w
Om het risico op onjuiste informatie over het type spuit te minimaliseren, wordt aanbevolen dat enkel spuittypen die
beschikbaar zijn in het ziekenhuis, worden geconfigureerd op de pomp.
w
CareFusion heeft een reeks spuiten gekenmerkt zoals vermeld in de tabel 'Erkende spuiten. CareFusion kan de
voortdurende nauwkeurigheid van het systeem van deze erkende spuiten* niet garanderen, aangezien de fabrikant
de voor het systeem essentiële spuitspecificatie zonder voorafgaande kennisgeving kan wijzigen.
Onderhevig aan het bovenstaande geldt dat luer lock-spuiten van het merk BD kunnen worden bevestigd als BD
Plastipak-spuiten doordat er geen significante afwijking in afmetingen bestaat.
In geen geval kan CareFusion verantwoordelijk worden gesteld voor schade van welke aard dan ook, inclusief maar
niet beperkt tot directe of indirecte schade, speciale schade, gevolgschade of incidentele schade die voortvloeit uit of
verband houdt met het gebruik van spuiten die niet in de tabel 'Erkende spuiten' worden vermeld.
1000DF00708 uitgave 9
37/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Bijbehorende producten
Bijbehorende producten
HetAlaris Gateway werkstation
Productserienummer 80203UNS0y-xx
Voedingsspanning 115-230 VAC, ~50-60 Hz
Elektrische classificatie 460 VA (maximum)
Bescherming tegen elektrische schokken Klasse 1
Classificatie Continu bedrijf
Aanvoer naar pomp 115-230 V, ~50-60 Hz, 60 VA
Het Alaris DS docking station
Productserienummer 80283UNS00-xx
Voedingsspanning 230 VAC, 50 of 60 Hz
Elektrische classificatie 500 VA (nominaal)
Bescherming tegen elektrische schokken Klasse 1
Classificatie Continu bedrijf
Aanvoer naar pomp 20 VA max. 230 V 50-60 Hz
y = Connectiviteitsoptie - 1, 2 of 3
xx = Configuratie
1000DF00708 uitgave 9
38/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Compatibele extensiesets
Compatibele extensiesets
De pomp gebruikt standaard disposable extensiesets en spuiten met Luer lock-connectors voor eenmalig gebruik. De gebruiker is
verantwoordelijk voor verificatie van de geschiktheid van een gebruikt product als dit niet door CareFusion wordt aanbevolen.
Standaardsets
G40015 Standaard PVC-spuitextensieset (150 cm).
Vulvolume: 2,6ml
G40020B Standaard PVC-spuitextensieset (200 cm).
Vulvolume: 1,5ml
G402EP Extensieset, Luer lock-connectors. Knikbestendige, DEHP-vrije, geelgestreepte lijnen van PVC. Diameter 1mm. (200 cm)
Vulvolume 1,6 ml.
G30402M
Standaard-PVC-Extensieset voor spuiten met drukdoom. (200 cm).
Vulvolume: 1,5ml
G302EP
Extensieset, met drukdoom, Luer lock-connectors. Knikbestendige, DEHP-vrije, geelgestreepte lijnen van PVC.
Diameter 0,9 mm. Lengte 200 cm. Vulvolume 1,5 ml
Lage absorptieset
G40615 Polyethyleen spuitextensieset (150 cm).
Vulvolume: 1,5ml
G40620 Polyethyleen spuitextensieset (200 cm).
Vulvolume: 2ml
G30303M
Polyethyleen Extensieset met drukdoom. (200 cm).
Vulvolume: 1,5ml
G30453M
Ondoorzichtige witte PVC laagabsorberende Spuitextensieset met drukdoom. (200 cm).
Vulvolume: 1,5ml
G30302M
Met polyethyleen gevoerde spuitextensieset met drukdoom en klem. (200 cm).
Vulvolume: 1,6ml
G40720 Met polyethyleen gevoerde Spuitextensieset met klem. (200 cm).
Vulvolume: 1,5ml
04105010509
Polyethyleen spuitextensieset (100 cm).
Vulvolume: 1ml
w
Er worden voortdurend nieuwe sets ontwikkeld voor onze klanten. Neem contact op met uw plaatselijke
vertegenwoordiger van CareFusion voor informatie over de beschikbaarheid.
Aanbevolen wordt de extensiesets te verwisselen overeenkomstig de gebruiksaanwijzing. Lees de bij de
extensieset geleverde gebruiksaanwijzing vóór gebruik zorgvuldig.
Deze tekeningen zijn niet op schaal.
1000DF00708 uitgave 9
39/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Compatibele extensiesets
De pomp gebruikt standaard disposable extensiesets en spuiten met Luer lock-connectors voor eenmalig gebruik. De gebruiker is
verantwoordelijk voor verificatie van de geschiktheid van een gebruikt product als dit niet door CareFusion wordt aanbevolen.
Lichtbeschermde sets
G40215 Oranje PE-spuitextensieset (150 cm).
Vulvolume: 1,2ml
G40320 Witte PVC-spuitextensieset (200 cm).
Vulvolume: 3,6ml
G30653M
Ondoorzichtige witte PVC Spuitextensieset met drukdoom. (200 cm).
Vulvolume: 1,5ml
Patient Controlled Analgesia (PCA)-sets
30822 PVC spuitextensieset met klem (152 cm).
Vulvolume: 0,5 ml
30832 PVC 'Y' spuitextensieset met keerklep en 2 klemmen (178 cm).
Vulvolume: 1,5ml
30842E PVC spuitextensieset met keerklep, SmartSite™ naaldloze klep en klem (30 cm).
Vulvolume: 1,4ml
30852 PVC 'Y'-spuitextensieset met antisifonklep, keerklep en 2 klemmen (183 cm).
Vulvolume: 1,8ml
30862 PVC spuitextensieset met antisifonklep en klem (156 cm).
Vulvolume: 0,6ml
04102215162
PVC spuitextensieset met roterende Luer. (150 cm).
Vulvolume: 2,9ml
04100010162
PVC spuitextensieset (105 cm).
Vulvolume: 7,2 ml
w
Er worden voortdurend nieuwe sets ontwikkeld voor onze klanten. Neem contact op met uw plaatselijke
vertegenwoordiger van CareFusion voor informatie over de beschikbaarheid.
Aanbevolen wordt de extensiesets te verwisselen overeenkomstig de gebruiksaanwijzing. Lees de bij de
extensieset geleverde gebruiksaanwijzing vóór gebruik zorgvuldig.
Deze tekeningen zijn niet op schaal.
1000DF00708 uitgave 9
40/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Onderhoud
Onderhoud
Procedures voor routineonderhoud
Om te zorgen dat de pomp goed blijft werken, is het belangrijk deze schoon te houden en de procedures voor routinematig onderhoud
uit te voeren zoals hieronder omschreven.
interval Routinematige onderhoudsprocedure
Volgens het ziekenhuisbeleid
Reinig de externe oppervlakken van de pomp grondig vóór en na een lange periode van opslag.
Elk gebruik
1. Controleer de stekker en kabel van het netsnoer op beschadigingen.
2. Inspecteer behuizing, toetsenbord en zuiger op beschadigingen.
3. Controleer of zelftest bij opstarten correct werkt.
Voordat de pomp bij een nieuwe
patiënt wordt gebruikt en wanneer
nodig
Maak de pomp schoon door deze af te nemen met een pluisvrije doek die enigszins met warm
water en een normale desinfecterende oplossing of normaal reinigingsmiddel is bevochtigd.
w
Als de pomp valt, beschadigd wordt, blootgesteld wordt aan overmatige vochtigheid of hoge temperaturen, dient
deze onmiddellijk buiten gebruik te worden gesteld voor onderzoek door een gekwalificeerde onderhoudsmonteur.
Alle preventieve en correctieve onderhoudswerkzaamheden en dergelijke activiteiten moeten worden uitgevoerd
op een daarvoor geschikte locatie en overeenkomstig de verstrekte informatie. CareFusion is op geen enkele wijze
verantwoordelijk in het geval één van deze handelingen wordt uitgevoerd in strijd met de door CareFusion verstrekte
instructies of informatie. Voor preventieve en correctieve onderhoudsinstructies wordt u verwezen naar de technische
onderhoudshandleiding (TSM).Alle preventieve en corrigerende onderhoudswerkzaamheden en alle dergelijke activiteiten
moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde onderhoudsmonteur overeenkomstig de TSM.
w
Raadpleeg de technische onderhoudshandleiding voor kalibratieprocedures. De meeteenheden die voor de
kalibratieprocedure worden gebruikt, zijn standaard SI (het internationale Eenhedensysteem)-eenheden.
Werking van de batterij
De interne oplaadbare batterij zorgt dat de pomp kan blijven werken als geen netspanning beschikbaar is, bijvoorbeeld als de patiënt
wordt vervoerd of als de stroom uitvalt. Gemiddelde tijd totdat batterij leeg is in volledig opgeladen toestand bij 5 ml/u en 20 °C onder
normale omstandigheden) bedraagt 6 uur*. Als het alarm aangeeft dat de batterij bijna leeg is, duurt het ongeveer 2½ uur voordat de
batterij 90% is opgeladen na aansluiting op de netspanning, ongeacht of de pomp in gebruik is.
De batterij is een onderhoudsvrije, afgedichte nikkelmetaalhydride en heeft geen routineonderhoud nodig. Voor een optimale werking
echter moet de batterij voorafgaand aan en tijdens opslag met een regulier interval van 3 maanden en na volledige ontlading volledig
worden opgeladen.
Wij raden u aan de batterij alleen door een gekwalificeerde onderhoudsmonteur te laten vervangen. Gebruik enkel een batterij aanbevolen
door CareFusion. Voor meer informatie over het vervangen van de batterij verwijzen wij naar de handleiding Technisch onderhoud.
Het batterijpakket dat in deze Alaris-spuitpomp wordt gebruikt, is vervaardigd door CareFusion en bevat een gepatenteerde PCB
(printplaat) die speciaal is ontworpen voor de Alaris-spuitpomp. In combinatie met de Alaris-spuitpompsoftware, regelt deze het gebruik,
het opladen en de temperatuur van de batterijen. Gebruik van batterijpakketten die niet zijn vervaardigd door CareFusion in de Alaris-
spuitpomp is op eigen risico. CareFusion biedt geen garantie op batterijpakketten die niet door CareFusion zijn vervaardigd, en raadt het
gebruik hiervan af. De productgarantie van CareFusion is niet van toepassing indien de Alaris-spuitpomp beschadigd is, voortijdig versleten
is, defect is of anderszins niet juist functioneert ten gevolge van het gebruik van een batterijpakket dat niet door CareFusion is vervaardigd.
*95% lagere betrouwbaarheidsinterval van 5 uur 50 minuten
1000DF00708 uitgave 9
41/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Onderhoud
Reiniging en opslag
Vóór u de pomp bij een nieuwe patiënt gebruikt en periodiek tijdens het gebruik moet de pomp gereinigd worden door deze af te
nemen met een pluisvrije doek, licht bevochtigd met warm water en een standaard desinfecterend middel / reinigingsmiddeloplossing.
De volgende typen desinfecterende middelen mogen niet worden gebruikt:
Desinfectantia die corrosief zijn voor metalen, mogen niet worden gebruikt, zoals onder andere:
NaDcc (bijv. Presept);
Hypochlorieten (bijv. Chlorasol);
Aldehyden (bijv. Cidex);
Mengsel van alcohol en chemicaliën met kationische surfactanten > 1% chloorkoolwaterstoffen (zoals Amberclens).
Het gebruik van jodium (bijv. Betadine) veroorzaakt verkleuring van het oppervlak.
Reinigingsmiddelen op basis van geconcentreerde isopropylalcohol kunnen plastic onderdelen aantasten.
Aanbevolen reinigingsmiddelen zijn:
Merk Concentratie
Hibiscrub 20% (v/v)
Virkon 1% (m/v)
De volgende producten zijn getest en acceptabel bevonden voor gebruik op de pomp indien gebruikt volgens de richtlijnen van de
betreffende fabrikant.
Warm water met zeep
Mild schoonmaakmiddel in water (bijv. Youngs Hospec)
40% isopropylalcohol in water
Chlor-Clean
Clinell Universal-doekje
Hibiscrub
Tristel Fuse-zakjes
Tristel Trio-doekjessysteem
Tuffie 5-doekje
Virkon Disinfectant
w
Voordat u de pomp schoonmaakt moet u deze altijd UIT-schakelen en de stekker uit het stopcontact halen. Zorg dat
er nooit vloeistof in de behuizing komt en voorkom dat er zich teveel vocht verzamelt op de pomp. Gebruik geen
agressieve schoonmaakmiddelen, aangezien deze het uitwendige oppervlak van de pomp kunnen beschadigen. Niet
door middel van hoge druk reinigen, niet steriliseren met ethyleenoxide en de pomp niet onderdompelen in vloeistof.
Indien de pomp zichtbaar barsten of schade aan de behuizing vertoont, reinig hem dan niet en neem hem onmiddellijk
buiten gebruik, zodat hij door een bevoegde technicus kan worden nagekeken.
Zorg ervoor dat de drukopnemer vrij is van restanten welke een correcte werking van de druksensor kunnen
verhinderen.
De spuit en de extensiesets zijn disposable onderdelen voor eenmalig gebruik en moeten na gebruik worden afgevoerd volgens de
instructies van de fabrikant.
Als de pomp gedurende een langere periode wordt opgeslagen, moet deze eerst worden gereinigd en moet de interne batterij volledig
worden opgeladen. Sla de pomp op in een schone, droge atmosfeer bij kamertemperatuur en gebruik als bescherming de originele
verpakking, als u die nog hebt.
Tijdens de opslag moeten elke 3 maanden functietests worden gedaan volgens de beschrijving in de handleiding Technisch onderhoud
en moet de interne batterij volledig worden opgeladen.
Afvoeren
Informatie voor gebruikers over de afvoer van elektrische en elektronische apparatuur
Dit
U-symbool op het product en/of bijbehorende documenten duidt erop dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet
op dezelfde wijze mogen worden afgevoerd als huishoudelijk afval.
Neem als u elektrische en elektronische apparatuur wilt wegwerpen contact op met de plaatselijke vestiging van CareFusion of de
distributeur voor aanvullende informatie.
Het op de juiste wijze afvoeren van dit product draagt bij aan de conservering van waardevolle middelen en voorkomt een potentieel
nadelig effect op de volksgezondheid en het milieu, wat het resultaat zou kunnen zijn van een onjuiste afvalverwerking.
Informatie over afvoer in landen buiten de Europese Unie.
Dit symbool is uitsluitend geldig in de Europese Unie. Dit product dient te worden weggeworpen met inachtneming van milieufactoren.
Ter voorkoming van risico's en gevaren moeten de interne, oplaadbare batterij en de nikkelmetaalhydride-batterij uit het controlepaneel
worden gehaald en worden verwijderd volgens de nationale regelgeving. Alle overige onderdelen kunnen op veilige wijze worden
weggeworpen volgens de plaatselijke regelgeving.
1000DF00708 uitgave 9
42/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Occlusiedruklimieten
Occlusiedruklimieten
Het tijdstip van alarmering na een obstructie wordt bij snelheden van 1 ml/u en hoger binnen 30 minuten bereikt, bij een juiste selectie
van occlusieniveaus.
Het gebruik van de speciale drukset wordt aanbevolen voor de Alaris CC-spuitpomp en de Alaris CC Guardrails-spuitpomp. Daarmee
kunt u de occlusiealarmdruk (mmHg) nauwkeurig instellen, met een kleine werkingsmarge tussen de normale infusiedruk en de
infusiedruk waarbij een alarm optreedt. Wanneer u infusiepompen gebruikt zonder drukset wordt de lijndruk geschat op basis van de
kracht van de pomp. Om die reden moet het occlusiealarm worden ingesteld met een werkingsmarge van ten minste één niveau tussen
de normale infusiedruk en de infusiedruk waarbij een alarm optreedt. Door een kleine werkingsmarge in te stellen, kunt u een korte tijd
realiseren tussen een klein potentieel bolusvolume en het alarmniveau. Het bolusvolume kan worden geminimaliseerd zoals beschreven
in Alarmen en waarschuwingen - Occlusie of door de algemene optie "back off" in te schakelen.
Alarm: Alaris GH-spuitpomp
PumpAlarm: Alaris CC-spuitpomp
Tijd
Druk
Automatische
instelling:
Alaris CC-
spuitpomp
Normale werkdruk
25 mmHG
Occlusie
Occlusieniveau op Alaris GH-spuitpomp of andere pompen met
occlusieniveaus: L2 (ongeveer 200 mmHg).
Automatische drukingstelling op Alaris CC-spuitpomp:
(bijvoorbeeld 55 mmHg).
T1 << T2.
Met een drukextensieset geïnstalleerd, G30402M - Standaard disposable extensieset
De volgende grafieken tonen de standaardlimieten voor tijd tot alarmering en bolusvolume die bij een obstructie kunnen worden
verwacht als een BD Plastipak 50 ml spuit is geselecteerd met een G30402M extensieset met occlusiesensor.
Tijd tot alarm – 1,0 ml/u Tijd tot alarm – 5,0 ml/u
uur:min:sec
normaal
uur:min:sec
normaal
mmHg mmHg
Bolusvolume zonder back off Bolusvolume met back off
ml
normaal
ml
normaal
mmHg mmHg
1000DF00708 uitgave 9
43/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Occlusiedruklimieten
Zonder een drukextensieset geïnstalleerd, G40020B - Standaard disposable extensieset
De volgende grafieken tonen de standaardlimieten voor tijd tot alarmering en bolusvolume die bij een obstructie kunnen worden
verwacht als een BD Plastipak 50 ml spuit is geselecteerd met een G40020B standaard lijnenset.
Tijd tot alarm – 1,0 ml/u Tijd tot alarm – 5,0 ml/u
uur:min:sec
normaal
uur:min:sec
normaal
Occlusieniveau Occlusieniveau
Bolusvolume zonder back off Bolusvolume met back off
ml
normaal
ml
normaal
Occlusieniveau Occlusieniveau
Bij tests met een laag alarmniveau wordt soms onmiddellijk alarm gegeven - de kracht is bij een laag niveau in het algemeen lager dan
de frictie in de spuit (zonder additionele vloeistofdruk). Het gevolg hiervan is dat de druk die samenhangt met de lage kracht minder
isdan de nominaal aangegeven occlusiedruk.
Het bolusvolume na een occlusie wordt geminimaliseerd als de optie Stap terug is ingeschakeld. De 'back off' verlaagt de lijndruk
door de hoeveelheid vloeistof die zich in de geoccludeerde lijn bevindt te verwijderen en deze hoeveelheid af te trekken van het
geïnfundeerde volume. 'Back off' zal eindigen indien de druk het niveau bereikt dat door de pomp werd geregistreerd toen de infusie
de vorige keer werd opgestart, of indien een maximaal back off-volume uit de extensieset werd gehaald. Het zal ook eindigen indien
hetgeïnfundeerde volume 0,0 ml bereikt, of indien een TIV de waarde bereikt waarop het was ingesteld.
1000DF00708 uitgave 9
44/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
lrDA, RS232 en specificatie verpleegkundigenalarm
lrDA, RS232 en specificatie verpleegkundigenalarm
IrDA / RS232/Verpleegkundigenalarm
De IrDA of RS232/Verpleegkundigenalarm is een functie op de pomp waarmee u een aansluiting met een pc of een andere Alaris-
spuitpomp tot stand kunt brengen. Zo kunnen gegevens kunnen worden overgezet tussen de pomp en een pc of een andere Alaris-
spuitpomp (bv. datasets te uploaden naar de pomp, rapporten te downloaden van de pomp en de pomp op afstand controleren via een
daartoe geschikt centraal controle- of computersysteem).
w
De interface voor verpleegkundigenalarm fungeert als afstandsondersteuning van het interne geluidsalarm. De
functie mag niet worden gebruikt ter vervanging van de monitoring van het interne alarm.
Zie de handleiding Technisch onderhoud voor meer informatie over de RS232-interface. Aangezien het mogelijk is via de
RS232-interface de spuitpomp op enige afstand te bedienen en dus op afstand van de patiënt, ligt de verantwoordelijk
voor de besturing van de pomp bij het draaien van de software op het computerbesturingssysteem.
Het is aan de gebruiker van het apparaat om te beoordelen of de software die in de klinische omgeving wordt
gebruikt voor het aansturen of ontvangen van data van de pomp, geschikt is. Deze software moet het losraken of
een andere storing van de RS232-kabel kunnen constateren. Het protocol staat gedetailleerd beschreven in het
Communicatieprotocol van de Alaris-spuit en dient alleen ter algemene informatie.
Alle aangesloten analoge en digitale componenten moeten voldoen aan IEC/EN60950 voor dataverwerking en
IEC/EN60601 voor medische apparatuur. Iedereen die extra apparaten op de signaalingang of -uitgang aansluit, is
een systeemvormgever en is er verantwoordelijk voor dat het systeem voldoet aan de eisen van de systeemstandaard
IEC/EN60601-1-1.
IrDA
Baudsnelheid 115,2 kBaud
Startbits 1 Startbit
Databits 8 Databits
Pariteit Geen pariteit
Stopbits 1 stopbit
1000DF00708 uitgave 9
45/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
lrDA, RS232 en specificatie verpleegkundigenalarm
RS232 / Aansluitingsgegevens Verpleegkundigenalarm
Specificatie verpleegkundigenalarm -
Connector Type D - 9-pins
TXD/RXD EIA RS232-C Standaard
Bereik TXD Outputvoltage Minimum: -5V (mark), +5V (ruimte)
Normaal: -7V (mark), +7V (ruimte) met 3kΩ-belasting te aarden
Bereik RXD Inputvoltage -30V - +30V max.
RXD Inputdrempelwaarden Laag: 0,6V minimum
Hoog: 3,0V maximum
RXD Inputweerstand 3kΩ minimum
Enable Actief, Laag:-7V tot -12V
- activeert het geïsoleerde RS232-
schakelsysteem
Actief, Hoog:+7V tot +12V,
Inactief: Zwevend/open circuit, waarmee het geïsoleerde RS232-
schakelsysteem kan worden uitgeschakeld.
Isolering stopcontact/pomp 1,5kV (gelijk- of wisselstroompiek)
Baudsnelheid 115,2 kBaud
Startbits 1 Startbit
Databits 8 Databits
Pariteit Geen pariteit
Stopbits 1 stopbit
Verpleegkundigenalarm-
relaiscontacten
Pins 1, 8 + 9, 30 V gelijkstroom, 1 A toelaatbaar vermogen
Standaard verbindingsgegevens -
1. Verpleegkundigenalarm (relais) normaal gesloten (NC C)
2. Verzenden gegevens (TXD) output
3. Ingang ontvangen gegevens (RXD)
4. Netspanningsinput (DSR)
5. Aarding (GND)
6. Niet gebruikt
7. Netspanningsinput (CTS)
8. Verpleegkundigenalarm (relais) normaal geopend (NC O)
9. Verpleegkundigenalarm (relais) Normaal (NC COM)
1000DF00708 uitgave 9
46/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Trompetcurves en opstartcurves
Trompetcurves en opstartcurves
Evenals bij alle andere infusiesystemen veroorzaken de werking van het pompmechanisme en variaties in de individuele spuiten bij deze
pomp kortetermijnfluctuaties in de nauwkeurigheid van de infusiesnelheid.
De volgende curves geven op twee manieren de kenmerkende werking van het systeem weer: 1) het vertraagd op gang komen van
de vloeistofstroom wanneer de infusie wordt opgestart (opstartcurves) en 2) de gemeten nauwkeurigheid van de vloeistofafgifte over
verschillende tijdsperioden (trompetcurves).
In de opstartcurves wordt de continue flow afgezet tegen de bedrijfstijd vanaf de start van de infusie. Uit deze curves blijkt dat de vloeistof
als gevolg van mechanische compliantie niet onmiddellijk wordt afgegeven en de curves vormen een visuele representatie van uniformiteit.
De trompetcurves zijn afgeleid van het tweede uur van deze gegevens. Tests uitgevoerd conform de norm EN/IEC60601-2-24:1998.
De trompetcurves danken hun naam aan hun karakteristieke vorm. Zij geven discrete gegevens weer die zijn gemiddeld over bepaalde
tijdsperioden of observatievensters, in de curves worden geen continue gegevens afgezet tegen de operatietijd. Gedurende lange
observatievensters hebben kortdurende fluctuaties weinig effect op de nauwkeurigheid zoals die wordt weergegeven door het
vlakke deel van de curve. Als het observatievenster verkleind wordt, hebben korte-termijnfluctuaties een groter effect; dit blijkt uit het
mondstuk van de trompet.
Kennis van de systeemnauwkeurigheid over verschillende observatievensters kan van belang zijn wanneer bepaalde geneesmiddelen worden
toegediend. Kortetermijnfluctuaties in de nauwkeurigheid van de snelheid kunnen, afhankelijk van de halfwaardetijd van het geneesmiddel
dat wordt toegediend, een klinische impact hebben en daarom kan het klinisch effect niet worden afgeleid uit de trompetcurve alleen.
w
De opstart- en trompetcurves hoeven niet indicatief te zijn voor de werking onder negatieve druk.
Verschillen in factoren als de omvang en de zuigerkracht bij erkende spuiten die door andere fabrikanten worden
geproduceerd, kunnen variaties veroorzaken in de nauwkeurigheid en trompetcurves in vergelijking met de hier
weergegeven curves. U kunt schriftelijk aanvullende curves voor erkende spuiten aanvragen.
Voor toepassingen waar de uniformiteit van de flow een bekommernis is, wordt een snelheid van 1,0 ml/u aanbevolen.
Alaris CC-spuitpomp en Alaris CC Guardrails-spuitpomp
Opstarttrend. BD Plastipak 5 ml bij 0,1ml/u Trompetcurve. BD Plastipak 5 ml bij 0,1ml/u
Snelheid (ml/u)
0.0
0.1
0.2
0 20 40 60 80 100 120
Fout (%)
-30.0
-20.0
-10.0
0.0
10.0
20.0
30.0
0 5 10 15 20 25 30 35
Tijd (minuten) Observatievenster (minuten)
Maximumfout Minimumfout
Lineair gemiddelde = -4,0%
Opstarttrend. BD Plastipak 50 ml bij 1,0 ml/u Trompetcurve. BD Plastipak 50 ml bij 1,0 ml/u
Snelheid (ml/u)
Fout (%)
Tijd (minuten) Observatievenster (minuten)
Maximumfout Minimumfout
Lineair gemiddelde = -1,8%
Opstarttrend. BD Plastipak 50 ml bij 5,0 ml/u Trompetcurve. BD Plastipak 50 ml bij 5,0 ml/u
Snelheid (ml/u)
Fout (%)
Tijd (minuten) Observatievenster (minuten)
Maximumfout Minimumfout
Lineair gemiddelde = -0.1%
1000DF00708 uitgave 9
47/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Trompetcurves en opstartcurves
Alaris GH-spuitpomp en Alaris GH Guardrails-spuitpomp
Opstarttrend. BD Plastipak 5 ml bij 0,1ml/u Trompetcurve. BD Plastipak 5 ml bij 0,1ml/u
Snelheid (ml/u)
0.0
0.1
0.2
0 20 40 60 80 100 120
Fout (%)
-30.0
-20.0
-10.0
0.0
10.0
20.0
30.0
0 5 10 15 20 25 30 35
Tijd (minuten) Observatievenster (minuten)
Maximumfout Minimumfout
Lineair gemiddelde = -2,5%
Opstarttrend. BD Plastipak 50 ml bij 1,0 ml/u Trompetcurve. BD Plastipak 50 ml bij 1,0 ml/u
Snelheid (ml/u)
Fout (%)
Tijd (minuten) Observatievenster (minuten)
Maximumfout Minimumfout
Lineair gemiddelde = -1,8%
Opstarttrend. BD Plastipak 50 ml bij 5,0 ml/u Trompetcurve. BD Plastipak 50 ml bij 5,0 ml/u
Snelheid (ml/u)
Fout (%)
Tijd (minuten) Observatievenster (minuten)
Maximumfout Minimumfout Lineair gemiddelde =
+0,2%
1000DF00708 uitgave 9
48/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Producten en reserveonderdelen
Producten en reserveonderdelen
Reserveonderdelen en accessoires
Een uitgebreide lijst met reserveonderdelen voor deze pomp vindt u in de Technische Onderhoudshandleiding.
De Technische handleiding (1000SM00001) is nu beschikbaar als elektronisch document op het World Wide Web:
www.carefusion.co.uk/alaris-technical/
Voor toegang tot onze handleidingen hebt u een gebruikersnaam en wachtwoord nodig. Neem voor inloggegevens contact op met een
plaatselijke klantenservicevertegenwoordiger.
Onderdeelnummer Omschrijving
1000SP01122 Intern batterijpakket
1001FAOPT91 Netsnoer - Verenigd Koninkrijk
1001FAOPT92 Netsnoer - Europa
1000SP01884 Accessoire vergrendelslot (instelbare snelheid)
1000SP01885 Accessoire vergrendelslot (vergrendelde snelheid)
Alaris Editor-software
Onderdeelnummer Omschrijving
1000SP01462 Alaris Editor en Alaris Transfer Tool Software Kit
1000SP01463 Alaris Transfer Tool Software Kit
1000DF00708 uitgave 9
49/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Serviceadressen
Serviceadressen
Voor onderhoud kunt u contact opnemen met uw plaatselijke filiaal of de distributeur.
AE DE HU PT
CareFusion,
PO Box 5527,
Dubai, United Arab Emirates.
CareFusion,
Tullastr. 8-12
69126 Heidelberg,
Deutschland.
CareFusion,
Döbrentei tér 1,
H-1013 Budapest,
Magyarország.
CareFusion,
Avda. São Miguel, 296 Atelier 14
2775-751 Carcavelos, Lisboa
Portugal
Tel: (971) 4 28 22 842 Tel: (49) 6221 305 0 Tel: (36) 1 488 0232
Tel: (36) 1 488 0233
Tel: +351 219 152 593
Fax: (971) 4 28 22 914 Fax: (49) 6221 305 216 Fax: (36) 1 201 5987 Fax: +351 219 152 598
AU DK IT SE
CareFusion,
3/167 Prospect Highway,
PO Box 355
Seven Hills, NSW 2147,
Australia.
CareFusion,
Firskovvej 25 B,
2800 Lyngby,
Danmark.
CareFusion,
Via Ticino 4,
50019 Sesto Fiorentino,
Firenze, Italia.
CareFusion,
Marieviksgatan 25, Box 47204
117 43 Stockholm
Sverige
Tel: (61) 1800 833 372 Tlf. (45)70 20 30 74 Tél: (39) 055 30 33 93 00
Fax: (61) 1800 833 518 Fax. (45)70 20 30 98 Fax: (39) 055 34 00 24
BE ES NL US
CareFusion,
Erembodegem-Dorp 86
B-9320 Erembodegem
Belgium.
CareFusion,
Edificio Veganova,
Avenida de La Vega, nº1,
Bloque 1 - Planta 1,
28108 Alcobendas, Madrid,
España.
CareFusion,
De Molen 8-10,
3994 DB Houten,
Nederland.
CareFusion,
10020 Pacific Mesa Blvd.,
San Diego, CA 92121,
USA.
Tel: +32 (0) 2 267 38 99 Tel: (34) 902 555 660 Tel: +31 (0)30 2289 711 Tel: (1) 800 854 7128
Fax: +32 (0) 2 267 99 21 Fax: (34) 902 555 661 Fax: +31 (0)30 2289 713 Fax: (1) 858 458 6179
CA FR NO ZA
CareFusion,
235 Shields Court,
Markham,
Ontario L3R 8V2,
Canada.
CareFusion,
Parc d’affaire le Val Saint Quentin
2, rue René Caudron
78960 Voisins le Bretonneux
France
CareFusion,
Fjordveien 3
1363 HØVIK
Norge.
CareFusion,
Unit 2 Oude Molen Business Park,
Oude Molen Road, Ndabeni,
Cape Town 7405, South Africa.
Tel: (1) 905-752-3333 Tél: (33) 01 30 02 81 41 Tel: (47) 64 00 99 00 Tel: (27) (0) 860 597 572
Tel: (27) 21 510 7562
Fax: (1) 905-752-3343 Fax: (33) 01 30 02 81 31 Fax: (27) 21 5107567
CH FI NZ
BD Switzerland,
Terre-Bonne Business Park ,
Building A4
Route de Crassier 17,
1262 Eysins
Switzerland
CareFusion,
Kuortaneenkatu 2,
00510 Helsinki
CareFusion,
14B George Bourke Drive,
Mt Wellington 1060,
PO Box 14-518,
Panmure 1741, Auckland,
New Zealand
Phone: ++41 21 556 3000 Tel: +358 207871 090 Tel: 09 270 2420
Freephone: 0508 422734
Fax : ++41 21 556 3099 Fax: 09 270 6285
CN GB PL
康尔福盛(上海)商贸有限公司
地址:上海市浦东新区张杨路
500号24楼E.F.G.H单元
BD,
1030 Winnersh Triangle,
Eskdal Road, Winnersh,
RG41 5TS
United Kingdom.
Becton Dickinson Polska Sp. z o.o.
ul. Osmańska 14
02-823 Warszawa
Polska.
电话:+86-21-60369369
4008788885
Tel: (44) 0800 917 8776 Tel: (48) 22 377 11 00
传真:+86-21-60369399
Fax: (48) 22 377 11 01 Rev. Q
1000DF00708 uitgave 9
50/50
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Pagina opzettelijk blanco gelaten
carefusion.com
CareFusion, Alaris, Guardrails, IVAC, SmartSite
en het CareFusion-logo zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van CareFusion
Corporation of een van haar lialen. Alle rechten
voorbehouden.
Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van
hun respectieve eigenaren.
©2018 CareFusion Corporation of een van haar
lialen. Alle rechten voorbehouden.
Dit document bevat eigendomsinformatie van
CareFusion Corporation of een van haar lialen
en de ontvangst of het in het bezit hebben
ervan geeft niet het recht de inhoud ervan te
reproduceren of een erin beschreven product
te produceren of te verkopen. Reproductie,
openbaarmaking of gebruik anders dan het
beoogde gebruik zonder de specieke, schriftelijke
toestemming van CareFusion Corporation of een
van haar lialen is ten strengste verboden.
t
CareFusion Switzerland 317 Sarl,
A-One Business Centre, Z.A Vers –La-
Pièce n° 10, CH-1180, Rolle
EC REP
CareFusion UK 305 Ltd., The Crescent,
Jays Close, Basingstoke, Hampshire,
RG22 4BS, UK
1000DF00708 uitgave 9
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

BD Alaris™-spuipompen (Met Plus-software) Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding