29
NL
zagen in zijn werk: u tilt de zaagkop omhoog
en trekt deze zonder te zagen over het
werkstuk heen, u start de motor, duwt de
zaagkop omlaag en u duwt de zaag door het
werkstuk. Zagen met een trekkende beweging
kan het zaagblad naar de bovenkant van het
werkstuk laten klimmen en daardoor kan het
zaagblad met geweld in de richting van de
bediener worden geslingerd.
• Beweeg nooit met uw hand over de geplande
zaaglijn voor of achter het zaagblad. Het met
gekruiste handen ondersteunen van het
werkstuk, d.w.z. het werkstuk met rechts
vasthouden en het zaagblad met links of
omgekeerd, is heel gevaarlijk.
• Kom achter de geleider niet met uw handen
binnen een afstand van 100 mm van het
draaiende zaagblad, om houtafval te
verwijderen of om enige andere reden. Het is
misschien niet meteen duidelijk dat het
draaiende zaagblad zo dicht bij uw hand is en u
zou ernstig gewond kunnen raken.
• Controleer uw werkstuk vóór het zagen. Als
het werkstuk gebogen of krom is, klem dit
dan met de naar buiten gebogen kant naar
de geleider toe. Zorg er altijd voor dat er
langs de zaaglijn geen opening is tussen het
werkstuk, de geleider en de tafel. Gebogen of
kromme werkstukken kunnen draaien of
verschuiven en ertoe leiden dat het draaiende
zaagblad tijdens het zagen klem komt te zitten.
Er mogen geen spijkers of vreemde voorwerpen
in het werkstuk zitten.
• Gebruik de zaag pas, als de tafel vrij is van
alle gereedschappen, houtafval enz. en er
alleen het werkstuk op ligt. Kleine stukjes afval
of losse stukken hout of andere voorwerpen die
met het draaiende zaagblad in aanraking
komen, kunnen met een hoge snelheid worden
weggeslingerd.
• Zaag maar één werkstuk tegelijkertijd.
Meerdere op elkaar gestapelde werkstukken
kunnen niet goed worden vastgeklemd of
vastgezet en kunnen ervoor zorgen dat het
zaagblad tijdens het zagen klem komt te zitten
of verschuift.
• Zorg ervoor dat de verstekzaag vóór gebruik
op een vlakke, stevige ondergrond wordt
gemonteerd of geplaatst. Een vlakke en
stevige ondergrond vermindert het risico dat de
verstekzaag onstabiel wordt.
• Plan uw werk. Telkens als u de instelling voor
de schuinte of verstekhoek wijzigt, moet u
ervoor zorgen dat de verstelbare geleider
correct is ingesteld voor ondersteuning van
het werkstuk en het zaagblad of de
beschermkap niet hindert. Maak zonder de
machine in te schakelen en zonder werkstuk op
de tafel met het zaagblad een volledige
gesimuleerde zaagbeweging om er zeker van te
zijn dat er geen obstakels zijn of dat er geen
gevaar is voor het doorzagen van de geleider.
• Zorg voor voldoende ondersteuning, zoals
tafelverlengingen, zaagbokken, enz., voor
een werkstuk dat breder of langer is dan de
bovenkant van de tafel. Werkstukken die
langer of breder zijn dan de verstekzaag, kunnen
zonder een veilige ondersteuning kantelen. Als
het afgezaagde stuk of het werkstuk kantelt, kan
het de onderste beschermkap optillen of door
het draaiende zaagblad worden weggeslingerd.
• Gebruik geen andere persoon als vervanging
voor een tafelverlenging of als extra
ondersteuning. Onstabiele ondersteuning voor
het werkstuk kan ervoor zorgen dat het
zaagblad klem komt te zitten of dat het werkstuk
tijdens het zagen verschuift, waardoor u en uw
helper in het draaiende zaagblad worden
getrokken.
• Het afgezaagde stuk mag absoluut niet
tegen het draaiende zaagblad worden
geklemd of gedrukt. Als het afgezaagde stuk
ingesloten zit, d.w.z. bij het gebruik van
lengteaanslagen, dan zou het tegen het
zaagblad vast kunnen komen zitten en met
geweld weggeslingerd kunnen worden.
• Gebruik altijd een lijmklem of een
spaninrichting die speciaal voor het
ondersteunen van rond materiaal als stokken
e.d. is ontworpen. Stokken hebben de neiging
om tijdens het zagen te gaan rollen, waardoor
het zaagblad gaat “bijten” en het werkstuk met
uw hand in het zaagblad trekt.
• Laat het zaagblad zijn volle snelheid
bereiken, voordat u dit met het werkstuk in
aanraking brengt. Dit vermindert het risico dat
het werkstuk weggeslingerd wordt.
• Als het werkstuk of het zaagblad klem komt
te zitten, schakelt u de verstekzaag uit.
Wacht tot alle bewegende delen tot stilstand
zijn gekomen en trek de stekker uit het
stopcontact of verwijder de accu. Maak het