NEDERLANDS
BE-145 BACKEYE CCTV ACHTERUITKIJKSYSTEEM
INLEIDING
Dit BACKEYE systeem is ontworpen om jar
enlang een probleemloze
werking te garander
en. Lees deze handleiding aandachtig door. In deze
handleiding staan instr
ucties die de installatie van de camera en de
monitor ver
eenvoudigen. Het BACKEYE systeem fungeert als aanvulling
op de gewone achteruitkijkspiegels en zal extra zicht naar achteren
bieden, wanneer het op een goede manier wordt geïnstalleerd en
onder
houden. Het is niet bedoeld als substituut voor een zorgvuldige
en voor
zichtige rijstijl. Alle toepasselijke verkeerswetgevingen en de
voorschriften voor de veiligheid van motorvoertuigen moeten in elk
geval worden nageleefd.
KENMERKEN
BE-100C CAMERA
•
Automatische witbalans (AWB)
•
Back Light Compensation (BLC)
•
beeldsensors met 290.000 pixels
•
6-voudig infrarood LED
•
Min. gevoeligheid 0,5 Lux
•
Automatische elektronische iris, die een duidelijker en consistenter
beeld geeft bij weinig en helder licht
•
Groothoeklens (130° diag.) voor een breed gezichtsveld
•
Compact ontwerp en licht van gewicht, gemakkelijke installatie op
de meeste voertuigen
• Waterdichte behuizing uit aluminium (spuitgietprocédé)
• Ingebouwde microfoon voor geluidsopname (Zie afb. 6)
• Waterdichte kabelverbinding
• Volledig waterdicht (IP67)
•
Zonnescherm
• CE/e-markering
BE-145M MONOCHROOM 4,5" MONITOR
•
FCC/CE/e-markering
•
In de achteruitversnelling wordt automatisch het beeld weergegeven
• Dag-/nachtschakelaar
•
Audio/video output voor opname
•
Ingebouwde speaker
• Volumeregeling
• Instelling helderheid
• Schakelaar Spiegel/Normaal beeld
• 2 camera-inputs
• Keuzeschakelaar Camera 1/Camera 2
• Stroom/stand-by schakelaar
INHOUD VAN 1 VOLLEDIG SYSTEEM
BE-100C CCD CAMERA
1 Camera
1 Camerabeugel
4 Bevestigingsschr
oeven met onderlegringen (M4 x 15)
8 Bevestigingsschr
oeven met onderlegringen (M5 x 15)
1 Windscherm
BE-145M MONOCHROOM 4,5" MONITOR
1 Monitor
1 Zonnescherm met insteekbevestiging
1 Monitorbeugel
1 Kabelboom voor de str
oom met aansluitstekker
1 Afstandsmarkering
4 Vleugelschroeven (M5 x 12)
Speciale kabel: 1 kabel van 20 meter met waterdichte connector. Olie-,
gas- en vetbestendig. UV-bestendig
VÓÓR DE INSTALLATIE
1. Dit systeem werkt met spanningen tussen 12 volt DC en 32 volt DC
met negatieve aar
de.
2. Gelieve dit systeem te installeren volgens de instructies in deze han-
dleiding.
3. De camera of de monitor mag nooit gedemonteerd worden. Als dit
toch gebeurt, vervalt de garantiedekking. Het demonteren van de
camera maakt de waterdichte afdichting ongedaan.
4. Sluit het systeem aan op een stroombron die met het contactslot
geactiveerd wordt.
Aansluiting op een accu verkort de levensduur van de accu.
WAARSCHUWING
1.
Om elektrische schokken te voorkomen MAG DE MONITORBEHUIZ
-
ING NIET GEOPEND WORDEN. De spanning in de monitor kan
dodelijk zijn. De onderdelen in de monitor kunnen niet door gebruik-
ers gerepareerd of vervangen worden. Als tekenen van onbevoegde
montage wor
den ontdekt, wordt de garantie als vervallen
beschouwd.
2.
Houd de monitor uit de buurt van lekkend water, regen, vocht enz.
Hij is NIET water
dicht. Als er vocht binnentr
eedt in de monitor kan
deze ernstig beschadigd raken.
3.
Gebr
uik de vleugelschroeven om de monitor op de beugel te mon-
ter
en.
4. Dek de ventilatieopeningen niet af. De monitor moet voldoende
geventileer
d worden om oververhitting te voorkomen.
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
BE-100C CAMERA
1. Bevestig de camerahouder (zie afb. 1) aan de bovenkant van het
voertuig.
Het bevestigingspunt moet stevig genoeg zijn om de camera en de
houder te ondersteunen.
2. Bevestig de camera aan de houder met behulp van de bijgeleverde
M4-bouten. Stel de hoek af, zoals aangegeven in afb. 2. (Gebr
uik de
achterbumper en de achterkant van het voer
tuig als referentiepunt)
3.
Het windscherm kan worden geïnstalleerd. Dit scherm is ontworpen
om de ophoping van stof, vuil en vocht op de cameralens te
voorkomen. (Zie afb. 3)
BE-145M MONITOR
1.
Bevestig de monitor in het voertuig op een voor de bestuurder
geschikte plek (bijv. in het midden van het dashboard, boven het
hoofd of in het dashboar
d). (Zie afb. 4)
2.
Gebruik een compressieplaat om de monitorhouder op het dash-
boar
d of aan het plafond te bevestigen. (Zie afb. 4)
3.
Stel de bevestigingshoek van de monitor zo af dat de bestuurder
het scher
m gemakkelijk kan zien vanaf alle stoelstanden. (Zie afb. 4)
4.
Klik zo nodig het tegen verblinding bescherming biedende zon-
nescherm in de groef op de voorkant van de monitor. Druk op alle
(4) zijden van dit scherm om het vast te klikken.
KABEL
1. De verbinding tussen camera en kabel is waterdicht. De verbinding
tussen kabel en monitor is niet waterdicht. Zorg ervoor dat u de
kabel op een goede manier installeer
t. Het cilindervormige uiteinde
moet bevestigd wor
den aan de camera. Het 4-pins mini-DIN man-
netje wordt op de monitor aangesloten. (Zie afb. 5)
2.
Zorg dat de kabel niet over scherpe randen of hoeken heenloopt.
Zorg ervoor dat er geen knik in de kabel komt. Houd de kabel uit de
buurt van hete en draaiende onderdelen.
3. Plaats het teveel aan kabel in een buis.
4. Maak de kabel stevig vast.
CAMERA EN MONITOR BEDRADEN
1. Zie het bedradingdiagram voor de aansluitingen op het contactslot-
circuit, de aarde en het achteruitrijdcircuit. (Zie afb. 5)
2. Bedrading camera: Boor een gat met een diameter van 22mm in de
carrosserie van het voertuig, vlakbij de camera en de houder. Sluit
de camerastekker aan op de verlengkabel in het voertuig. Duw extra
kabel in het voertuig (wees voorzichtig dat u de kabel niet knikt) en
steek de doorvoerhuls in het gat. Breng afdichtmiddel aan rond de
doorvoerbuis om de afdichting tegen binnendringend water te ver-
beteren.
3. Bedrading monitor: Plug de verlengkabel in bij de positie van cam-
era #1.
Als er 2 camera's worden gebruikt, moet u ervoor zorgen dat elke
verlengkabel goed gemarkeerd wordt en dat de tweede kabel in de
positie van camera #2 wordt ingeplugd. Bundel het kabeloverschot
met behulp van een kabelbinder of vinyltape. Zo ver
mijdt u een
eventuele beschadiging van de kabel tijdens het gebr
uik.
4. De rode ader is aangesloten op een stroombron die op het contact-
slot aangesloten is, de zwarte draad is aangesloten op de chas-
sisaar
ding en de blauwe draad is aangesloten op het back-upcir
cuit
van het voertuig.
FUNCTIES EN BEDIENING
1.
VOEDING
Druk op de stroomschakelaar om de monitor in en uit te schakelen.
W
anneer in de achteruitversnelling geschakeld wordt, wordt het
beeld van Camera 1 weergegeven op de monitor.
2. KEUZESCHAKELAAR CAMERA
Druk de cameratoets (*CA1) in om de camera te selecteren die op
camera 1 is aangesloten.
Druk de cameratoets (*CA2) in om de camera te selecteren die op
camera 2 is aangesloten.
3. DAG/NACHT
W
anneer u 's nachts of in een tunnel beelden bekijkt, kunt u de
helderheid van het beeld aanpassen door op de dag-/nachtschake-
laar te drukken.
4.
HELDERHEID
De helderheid kan worden ingesteld op de juiste instellingen voor
"dag/nacht".
5.
VOLUME
Stel de volumeregeling in op het gewenste geluidsniveau.
6. VOEDINGSAANSLUITING
Plug de meegelever
de voedingskabelstekker stevig in tot hij vastzit.
Om de voedingsstekker te verwijderen, drukt u de klip in en trekt u
de stekker er
uit ter
wijl u de klip omlaag houdt.
(Camera 1 & Camera 2 worden afzonderlijk bediend)
7. NORMAAL/SPIEGEL
Als de schakelaar in de MIR-stand staat, wor
dt het beeld omge
-
keerd. Als de schakelaar in de NOR-stand staat, wordt het beeld
normaal weergegeven.
(Camera 1 & Camera 2 wor
den afzonderlijk bediend)
8. AUDIO/VIDEO UITGANGSAANSLUITING
Sluit de audio / video uitgangsstekker aan op een tweede monitor of
de VCR-ingang met een conventionele RCA-kabel (telefoontype).
9.
INGANGSAANSLUITING CAMERA
Er zijn twee aansluitingen van het mini DIN-type als ingang voor de
videocamera.
VOORZICHTIG
1. OPEN NOOIT DE CAMERABEHUIZING. Hierdoor wordt de water-
dichte ver
zegeling van de camera verbroken. Als tekenen van
oneigenlijke manipulaties wor
den ontdekt, wordt de garantie als ver-
vallen beschouwd.
2.
Wij raden af om de camera vlakbij het ondergedeelte van het voer-
tuig (bijv. op de bumper) te monteren. Hierdoor wordt het zicht van
de camera beperkt en het risico op een fysieke beschadiging van de
camera ver
hoogt.
3.
Gebruik enkel de inbusschroeven en onderlegringen om de camera
te bevestigen.
ONDERHOUD
V
erwijder stof en vuil met een vochtige, zachte doek. Zwaarder vuil
moet ver
wijderd worden met een vochtige, zachte doek en een mild
schoonmaakmiddel. Gebruik geen sterke reinigingsproducten met ben-
zine, ver
dunningsmiddel, benzeen of alcohol. Deze stoffen kunnen het
buitenopper
vlak van de monitor beschadigen.
VOORZICHTIG
1. Ga voor het boren na of er zich aan de andere zijde geen kabels of
draden bevinden. Zor
g ervoor dat u enkel een gat met een diameter
van 22mm boort.
2.
Steek zoveel mogelijk van de kabel in het voertuig en klem deze ste-
vig vast. Zo loopt u minder kans dat de kabel vastgehaakt wordt of
achter iets blijft hangen.
3. Houd alle kabels uit de buurt van HETE, DRAAIENDE en ELEK-
TRISCHE RUIS VEROORZAKENDE componenten.
4.
Plaats - om de kabels beter te beschermen - alle kabeloverschot en
de verlengkabel in de afscher
mkous.
5. Buig nooit de camerakabel en snijd nooit het oogje of de kabel van
de camera door.
SPECIFICATIES
BE-100C CAMERA
VIDEOSYSTEEM NTSC/PAL
OPNEEMAPPARAAT CCD
BEELDGROOTTE 1/3 inch
SYNCHRONISATIE INTERN
VEREISTE VERLICHTING MINIMUM 0,5 LUX
VIDEO-OUTPUT 1V (p-p), 75 ohm
BEDRIJFSSPANNING 12 VDC
STROOMVERBRUIK MAX. 2,4W (BIJ 12V DC)
BEDRIJFSTEMPERATUUR -30°C TOT +50°C
GEWICHT 0,25 Kg
AFMETINGEN (B x H x D) mm 69 x 11 x 59
BE-145M MONOCHROOM 4,5" MONITOR
VIDEOSYSTEEM EIA/CCIR
BEELDBUIS
4,5 inch Z/W Monochr
oomscherm
BEELDRESOLUTIE 525 TV-LIJNEN
INGANGSSIGNAAL 1Vp-p (75ohm)
AUDIOUITGANG
0,3 W
STROOMVERBRUIK MAX. 14 W
BEDRIJFSTEMPERATUUR -10°C TOT +60°C
BEDRIJFSSP
ANNING
10 VDC TOT 32 VDC
GEWICHT ONGEVEER 1,3 Kg
AFMETINGEN (B x H x D) mm 137 x 126 x 163
BEPERKING VAN DE AANSPRAKELIJKHEID
Het gebr
uik van het BE-145 BACKEYE obser
vatiesysteem mag op geen
enkele manier wor
den gebr
uikt als alter
natief voor een zor
gvuldige en
voorzichtige rijstijl. Alle verkeersregels en de voorschriften voor de vei-
ligheid van motorvoertuigen moeten te allen tijde worden opgevolgd.