Agria 6000 de handleiding

Type
de handleiding
Handleiding nr. 998 820 11.98
Handleiding
voor agria
®
motorfrees type 6000
3308, 3307
Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
&
Kwaliteit voor uw
plezier!
Motor Tuin Werktuigen
2 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
Symbolen, typeplaatje
Hier invullen:
Machine art. nr.: .............................
Voertuigidentificatie/machine nr.:
......................................................
Motor type: .....................................
Motor nr.:........................................
Datum aankoop:.............................
Typeplaatje: zie blz. 5/afb. B/26
Motortype-nr. zie blz. 5/ nr. 27
Bij bestelling van reserveonderdelen
deze gegevens vermelden om fouten bij
levering te vermijden.
Alleen originele agria-reserveonder-
delen gebruiken!
De technische gegevens, afbeeldingen
en maten in deze handleiding zijn niet
bindend. De fabrikant kan niet aanspra-
kelijk worden gesteld. Wij behouden ons
het recht voor veranderingen aan te
brengen, zonder deze handleiding te
wijzigen.
Levering
l
handleiding
l
motorfrees
basismachine
stuurstang
l
gereedschapsset
Symbolen
waarschuwingsteken. Vindt u bij
passages die betrekking hebben
op uw veiligheid
belangrijke informatie
choke
brandstof
olie
freesaandrijving
zichtcontrole
geopend (ontgrendeld)
gesloten (vergrendeld)
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 3
Aanduiding van de onderdelen
Afb. A
Afb. B
27
4 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
Aanduiding van de onderdelen
Afb. A en B
1 Stuurstang
2 Spanhendel voor zijwaartse verstelling stuurstang
3 Bougie / bougiekap
4 Uitlaat
5 Brandstoftankdeksel
6 Brandstoftank
7 Oliebad-luchtfilter
8 Schakeltransmissie – olievulcontroleschroef
9 Meeneembuizen voor beschermkappen
10 Freestransmissie
11 Freesas
12 Freestransmissie – smeermiddelencontrole- en vulschroef
13 Zeskantige schroef voor hoogteverstelling stuurstang
14 Startgreep
15 Carburateur
16 Koelluchtzeef
17 Spoorploegboom
18 Werktuigaansluiting
19 Freesspoor
20 Freesschaar
21 Deksel voor koppeling en kettinghuis
22 Bevestigingsmoer voor deksel koppelingshuis
23 Schakeltransmissie – olieaftapplug
24 Ketting-spanschroef voor kettingtransmissie
25 Brandstofkraan
26 Fabrieksplaatje / ident. nr.
27 Motornummer
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 5
Inhoudsopgave
Omvang van de levering ..................3
Aanbevelingen
Smeermiddelen, roestwerende
middelen .............................................4
Brandstof ............................................4
Onderhoud en reparatie......................4
Aanduiding van de
onderdelen .................................. 5, 35
Montage ............................................7
1. Veiligheidstechnische
aanwijzingen ...............................8–12
2. Technische gegevens
Afmetingen .......................................13
Motorfrees ........................................13
Geluidsniveau ...................................13
Motor ................................................14
Gebruik op hellingen.........................14
3. Machine en bedieningselementen
Motor ................................................15
Veiligheidsschakeling .......................16
Koppeling .........................................16
Transmissie ......................................17
Werktuigaansluiting .......................... 17
Stuurstang ........................................ 18
Wielen .............................................. 18
Wielgewichten ..................................19
Extra voorwiel ...................................20
Freeswerktuigen ...............................20
Beschermkappen .............................22
4. Ingebruikname en bediening
Eerste ingebruikname ......................23
De motor starten ..............................24
De motor afzetten .............................25
Frezen ..............................................26
5. Onderhoud en reparatie
Motor ................................................27
Transmissie ......................................29
Freesaandrijving ...............................30
Hendel-instelling ............................... 30
Veiligheidsschakeling .......................30
Algemeen .........................................31
Reinigen ...........................................31
De machine stallen ...........................32
Smeermiddelen, lak,
slijtageonderdelen .......................... 33
6. Storingen opsporen
en verhelpen ............................. 34–35
7. Onderhouds- en
inspectietabel .................................36
Schakelschema ...............................37
Conformiteitsverklaring .................39
Let op uitklappagina!
Afb. A en B ........................................5
Afb. C...............................................38
6 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
Aanbevelingen
Smeermiddelen en
anticorrosiemiddelen:
Gebruik voor de motor en de transmis-
sie de voorgeschreven smeermiddelen
(zie ‘Technische gegevens’).
Voor ‘open‘ smeerpunten en smeernip-
pels adviseren wij het gebruik van bio-
logisch afbreekbare olie of smeervet
(volgens de aanwijzingen in de handlei-
ding).
Voor het onderhoud van de machines en
aanbouwwerktuigen adviseren wij
biologisch afbreekbare corrosie-
werende olie (niet gebruiken op gelakte
uitwendige bekledingen). Het anticorro-
siemiddel kan met een kwast of met een
spuitbus worden aangebracht.
Biologische smeermiddelen en corrosie-
werende olie zijn milieuvriendelijk omdat
ze biologisch snel afbreekbaar zijn.
Wanneer u biologisch afbreekbare
smeermiddelen en corrosiewerende olie
gebruikt, gaat u bewust om met het mi-
lieu en levert u een positieve bijdrage aan
de gezondheid van mens, fauna en flora.
Brandstof:
De 2-takt-motor kan worden aangedre-
ven met een gewoon olie-benzine-
mengsel (overeenkomend met de voor-
geschreven mengverhoudingen – zie
Technische gegevens). Voor het brand-
stofmengsel kan zowel loodvrije norma-
le of superbenzine, als gelode super-
benzine worden gebruikt, gebruik echter
alleen zelfmengende speciale 2-takt-
motorolie (zie Technische gegevens blz.
15).
Wanneer om milieutechnische rede-
nen loodvrije benzine gebruikt wordt,
dient u bij motoren die langer dan 30
dagen niet gebruikt worden de brand-
stof af te tappen, om afzetting van
harsresidu’s in de carburateur, het
brandstoffilter en de brandstoftank te
vermijden. U kunt de brandstof ook
vermengen met een brandstofstabili-
sator.
Ook gelode benzine dient voor het stal-
len na seizoenseinde te worden afge-
tapt, of te worden vermengd met brand-
stofstabilisator.
Zie ook hoofdstuk ‘Motor in conditie
houden’.
Onderhoud en
reparatie:
Bij de AGRIA-dealer werken gekwali-
ficeerde monteurs die de machine vak-
kundig onderhouden en repareren.
Voer grotere onderhouds- en repara-
tiewerkzaamheden alleen zelf uit wan-
neer u beschikt over het juiste
gereedschap en de vereiste techni-
sche kennis van machines en verbran-
dingsmotoren.
Klop nooit met harde voorwerpen of
metalen gereedschappen tegen het
vliegwiel. Het kan scheuren en tijdens
gebruik uiteen springen, zodat verwon-
dingen of materiële schade veroor-
zaakt wordt. Demonteer het vliegwiel
uitsluitend met passend gereedschap.
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 7
Uitpakken en montage
1 stuur
2 knevelmoer
3 plaat aan het stuur
4 plaat aan de stangscharniering
5 zeskantige schroef
l
Deksel van de doos aan de bovenzij-
de openen
l
knevelmoer (2) afschroeven en zes-
kantige schroef (5) met de hand verwij-
deren
l
stuur (1) op de plaat (4) leggen en
houden – let erop dat de Bowdenkabels
en de elektrische bekabeling niet ver-
draaid of klem raakt
l
zeskantige schroef (5) van beneden
af door de stangscharniering en het stuur
leiden
l
knevelmoer (2) afschroeven
l
vertanding aan het stuur / stangschar-
nier -plaat inspelen en knevelmoer
vastdraaien
l
Bowdenkabels en elektrische bekabe-
ling met klemmen aan de stuurbuizen
bevestigen.
De demontage van de stuurstang
gebeurt in omgekeerde volgorde.
l
Maatregelen treffen voor de eerste in-
gebruikname (beschrijving blz. 23).
8 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op.
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passages
die betrekking hebben op uw veiligheid.
Breng ook andere gebruikers op de hoog-
te van deze veiligheidsaanwijzingen.
Gebruik conform de
bestemming
De motorfrees is uitsluitend bestemd voor
gebruik als machine in de land-, bos- en
tuinbouw, gras- en weilandverzorging
(gebruik conform de bestemming).
Iedere andere toepassing geldt als niet
in overeenstemming zijnde met het doel
waarvoor de machine gebouwd is. Voor
schade die door ondoelmatig gebruik
veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld. Dit risico
is geheel en al voor de gebruiker.
De door de fabrikant voorgeschreven
gebruiksvoorschriften, alsmede de voor-
schriften met betrekking tot controle,
onderhoud en reparatie dienen in acht te
worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die ontstaat
door eigenhandige wijzigingen aan de
machine.
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan
alle voorschriften ter voorkoming van
ongevallen, alsmede aan de algemeen
geldende regels wat betreft veiligheid,
arbeidsgeneeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
motorfrees altijd eerst de verkeers- en
bedrijfsveiligheid.
De motorfrees mag slechts gebruikt,
onderhouden en gerepareerd worden
door personen die over de benodigde
kennis beschikken en van de risico’s op
de hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen de
machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende
licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstuk-
ken dienen vermeden te worden. Draag
altijd stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructiebordjes
op de machine geven belangrijke aanwij-
zingen voor veilig gebruik. Volg deze
aanwijzingen nauwkeurig op, in het be-
lang van uw eigen veiligheid!
Zet de motor af wanneer u de machine
transporteert van en naar de werkplek.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 9
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
Wachten tot het werktuig helemaal stil
staat!
Bij werkzaamheden met elektrische
werktuigen bestaat de kans op verwon-
dingen!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden mee te rijden op de machi-
ne.
Aangebouwde werktuigen en ladingen
hebben invloed op het rijdrag en het stuur-
en remvermogen van de machine. Pas
uw werksnelheid aan aan de
omstandigheden.
Instelling van het motortoerental niet
veranderen. Een verhoogd toerental
vergroot de kans op ongelukken.
Arbeids- en gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegen-
over derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
motorfrees.
Controleer voor het starten en wegrijden
de omgeving van de machine. Let vooral
op kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begon-
nen wordt, dienen obstakels uit de weg
te worden geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal ze
tijdig weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaat-
sen dient de veiligheidsafstand tot de
omheining in acht genomen te worden,
zodat de machine niet beschadigd wordt.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedieningscomponen-
ten, alsmede van het functioneren ervan.
In het bijzonder dient u te weten hoe u de
motor in geval van nood snel en veilig
afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatregelen
zijn getroffen en in de juiste positie zijn
gebracht.
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt,
dient deze met een beschermingskap te
zijn afgedekt.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruimtes.
De uitlaatgassen bevatten koolmonoxy-
de dat zeer giftig is wanneer het
ingeademd wordt.
Voor het starten van de motor dienen alle
bedieningselementen in stand ‘neutraal’
te worden gezet.
Voor het starten van de motor niet vóór
de machine of het aanbouwwerktuig gaan
staan.
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaamhe-
den nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
motorfrees die afstand van de machine
in acht, waartoe u door de stuurstang
gedwongen wordt, vooral bij het nemen
van bochten!
10 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden en het transport op de ma-
chine mee te rijden.
Wanneer het aanbouwwerktuig vast zit
moet de motor worden afgezet en dient
het aanbouwwerktuig met passend ge-
reedschap te worden schoongemaakt.
Indien de motorfrees of het aanbouw-
werktuig beschadigd is moet de machi-
ne onmiddellijk worden gestopt en de
motor worden afgezet. Laat de schade
direct herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de
motorfrees meteen stoppen en de motor
afzetten. Laat het defect direct repareren!
Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt
verdient het aanbeveling, de motorfrees
met een trekkabel of een trekstang vast
te houden, om te voorkomen dat de
machine wegschuift. De bestuurder moet
zich heuvelopwaarts van de machine
bevinden en dient voldoende afstand te
houden tot de werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de hel-
ling!
Beëindigen van de
werkzaamheden
Laat de motorfrees nooit onbeheerd
achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de machine
verlaat. Sluit daarna de brandstofkraan.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen om
gebruik door onbevoegden te verhinde-
ren. Trek de bougiekap eruit.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitslui-
tend aan bij afgezette motor en uitgescha-
kelde aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag
altijd veiligheidshandschoenen als u
aanbouwwerktuigen of onderdelen ervan
vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en
demonteren in de juiste positie en zorg
ervoor dat het werktuig niet kan wegkan-
telen.
Motorfrees en aanbouwwerktuigen tegen
wegrollen beveiligen – wielblokken.
Bij het aankoppelen van de werktuigen
is grote voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtingen,
volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, motorfrees
en aanbouwwerktuig beveiligen tegen
wegrollen. Voorkom gebruik door onbe-
voegden. Monteer eventueel de trans-
port- of beschermingsinrichting en zet
deze in de veiligheidsstand.
Hakinrichting
De schutlatten van het hakwerktuig die-
nen zo te worden ingesteld dat alleen het
gedeelte van het werktuig dat in de
bodem komt vrij is.
Let bij het hakken op de juiste instelling
van het hakspoor.
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 11
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Onderhoud
Pleeg geen onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden aan de machine met
lopende motor.
Bij werkzaamheden aan de motor dient
de bougiekap altijd te worden verwijderd
(alleen bij benzinemotoren).
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen
of werktuigen aan slijtage onderhevig,
dan moeten deze regelmatig gecontro-
leerd en eventueel vervangen worden!
Beschadigde messen moeten vervangen
worden!
Gebruik bij het vervangen van de mes-
sen passend gereedschap en veiligheids-
handschoenen.
Reparatiewerkzaamheden zoals lassen,
slijpen, boren enz. mogen niet aan dra-
gende, veiligheidstechnische onderdelen
(bijv. aanhanginrichtingen) worden
uitgevoerd!
Zorg ervoor dat de motorfrees en de
aanbouwwerktuigen schoon blijven, om
brandgevaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig contro-
leren of ze vast zitten en eventueel
aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden dienen de beschermingsin-
richtingen weer te worden aangebracht
en in oorspronkelijke positie te worden
teruggebracht.
Altijd originele AGRIA-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderdelen
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de Firma
AGRIA vastgelegde technische eisen.
Na gebruik wegzetten
Het parkeren van de motorfrees in ruim-
tes met open kachels is verboden.
Parkeer de motorfrees niet in gesloten
ruimtes wanneer zich nog brandstof in de
brandstoftank bevindt. Benzinedampen
zijn gevaarlijk.
Motor, brandstof en olie
Laat de motor niet in een gesloten ruimte
lopen vanwege verhoogde kans op
vergiftiging!
Wees voorzichtig met brandstof vanwe-
ge het brandgevaar. Vermijd open vuur,
vonken en hete motoronderdelen tijdens
het bijvullen van brandstof. Vul geen
brandstof bij in gesloten ruimtes. Niet
roken tijdens het tanken!
Tank alleen met uitgeschakelde en afge-
koelde motor.
Zorg ervoor dat u geen brandstof morst,
gebruik een passende trechter.
Mocht er toch brandstof zijn gemorst,
schuif dan de motorfrees aan de kant
voordat u de motor start.
Gebruik alleen brandstof van voorge-
schreven kwaliteit.
Bewaar de brandstof alleen in daarvoor
bestemde blikken.
Houd anticorrosiemiddelen en stabilisa-
toren altijd buiten het bereik van kinde-
ren. Bij misselijkheid en braakneigingen
direct een arts waarschuwen. In geval van
contact met de ogen meteen met veel
water uitspoelen. Vermijd het inademen
van de dampen.
12 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Lees de aanwijzingen op de verpakking!
Maak gebruikte spuitbussen (starthulp-
mengsel e.d.) helemaal leeg op een vonk-
en vlamvrije plaats voordat u deze
weggooit, eventueel als klein chemisch
afval behandelen.
Voorzichtig bij het aftappen van hete olie,
er bestaat verbrandingsgevaar.
Gebruik altijd olie van voorgeschreven
kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daar-
voor bestemde kannetjes.
Olie, brandstof, vet en filters gescheiden
en volgens de voorschriften verwerken.
Banden en
bandenspanning
Bij werkzaamheden aan de wielen dient
u ervoor te zorgen dat de motorfrees
veilig geparkeerd is en tegen wegrollen
beveiligd is.
Reparaties aan de wielen mogen alleen
door vakkundig personeel met passend
gereedschap worden uitgevoerd.
Controleer de bandenspanning regelma-
tig. Bij een te hoge luchtdruk bestaat
explosiegevaar.
Let op de juiste bandenspanning bij
werkzaamheden met extra gewichten.
Schroeven en moeren van de wielen
dienen bij servicewerkzaamheden te
worden aangedraaid.
Elektrische installatie
Dragers van een pacemaker mogen de
stroomvoerende onderdelen van het
ontstekingssysteem niet aanraken wan-
neer de motor loopt!
Beschrijving van de
waarschuwingssymbolen
Voor reinigings-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden motor afzetten en
bougiekap eruit trekken.
Bij lopende motor voldoende afstand
houden van het hakwerktuig.
Niet zonder veiligheidsvoorzieningen
werken! Voor het starten voorzieningen
in de juiste positie brengen.
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 13
2. Technische gegevens
Afmetingen van de machine:
a..........................................310 mm
b..........................................620 mm
c........................................1000 mm
d..........................................890 mm
h............................. ca.700–950 mm
l .........................................1250 mm
A ................................. 100–650 mm
(overeenkomstig de freesinrichting)
aan veiligheidstechnische eisen
volgens CEN/GS zijn voldaan:
e.......................................> 150 mm
f .............. > 500 mm bij h = 800 mm
Extra toebehoor:
freesinrichting 34–100 cm
Extra voorwiel ........................0189 421
aanaardinrichting ................... 3452 021
wielnaven .............................. 6019 511
wielen .................................... 0190 111
wielgewichten ........................0421 011
aanhanginrichting ..................4040 021
keerploeg ..............................3441 021
hoekdraaiploeg ......................3444 021
aardappelrooiploeg ................3443 021
veertandcultivator .................. 3472 021
combi-grondverkruimelaar .....3473 021
Typeaanduiding: ........................ 6000
Transmissie: ................3-versnellingen
schakeltransmissie,
en 1 ketting naar wiel- en freesas
Olie:
schakeltransmissie in motorblok:
transmissieolie BP TFJD- GL4 ....0,30 l
in kettingaandrijving boven:
vloeibaar transmissievet ............. 350 g
BP Energrease LS-EP00
in freesaandrijving:
vloeibaar transmissievet ............. 350 g
BP Energrease LS-EP00
Freesarbeidsbreedte:
afh. van de uitvoering van de freesin-
richting = extra toebehoor
Banden: .............. 5.0-10 (akkerprofiel)
Bandenspanning: ................... 1,2 bar
Geluidsniveau:
Conform het derde besluit van de wet met
betrekking tot de machineveiligheid:
geluidsniveau waargenomen
door de bestuurder ................ 90 dB(A)
geluidswaarde .................. 101,5 dB(A)
(conform de richtlijnen van de landbouw-
kundige beroepsvereniging)
Koppeling: ...................... meervoudige
plaatkoppeling, in oliebad lopend
Gewicht: ............................... ca. 56 kg
Rijsnelheden
ver-
snel-
ling
freeswerktuig
toerental
[min¯¹]
bij banden-
maat 5.0-10
rijsnelheid
[km/h]
1 66 6
2 98 9
3 172 15,7
14 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
2. Technische gegevens
Motor
Motorenfabrikant: ...................... agria
Type: .................................... 66/6 of 1*
Bouwwijze:....................... geforceerd-
luchtgekoelde eencilinder
tweetaktmotor (benzine)
Motorsmering: ......... mengselsmering
Mengverhouding 1:30
Boring: .................................... 56 mm
Slag:......................................... 58 mm
Cilinderinhoud: .................... 150 ccm
Compressie:.................................. 6:1
Vermogen: ........ 4,8 kW bij 4500 min-1
Bougie: ........................... Bosch M10A
elektrodenafstand: 0,5…0,6 mm
Ontsteking: ............. vliegwielmagneet
ontsteking
contactafstand: ............ 0,35…0,45 mm
ontstekingstijdstip: ................... 2,5 voor
bovenste dode punt
radio-ontstoord volgens VDE 0879
Startinrichting: ............ repeteerstarter
Stopinrichting: .............. contactonder-
breking via kortsluitingskabel
Motor-stop-schakelaar aan het stuur
Generator: ............................... ~ 6 volt
Brandstof: .......................gewoon olie-
benzine-mengsel 1:30,
octaangetal minstens 90 RON en
super-2-takt motorolie zelfmengend,
bijv.: Shell: Super T; Super TX
Esso: Exxon speciaal 2T motorolie
BP: 2T speciaal
(zie ook brandstofadvies)
Inhoud brandstoftank: ..... ca. 4,5 liter
Luchtfilter:................ oliebad luchtfilter
Motorolie hoeveelheid: ca. 150 ml
Carburateur: ............. zuiger-afsluitcar-
burateur Bing 1/18/31 of 1/18/106
Lucht-reguleerschroef:
basisinstelling ca. 1/2…1 1/2 omwente-
ling open
hoofdsproeier .................................. 95
stationair toerental ........................... 45
sproeier ....................................... 1108
sproeierpositie ................................... II
Nominaal toerental: ........... 4800 min
-1
Maximaal toerental
onbelast: ............................ 6300 min
-1
Stationair toerental:........... 1800 min
-1
Gebruik op hellingen:
De motor is geschikt voor werkzaam-
heden op hellingen:
langdurig gebruik
op helling ......................tot 45
°
(100 %)
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 15
3. Machine- en bedieningselementen
De motorfrees agria type 6000 is geschikt
voor tuinbouw, land- en bosbouw,
weilandverzorging en grondverbetering.
Als aanbouwwerktuigen kunnen worden
gebruikt:
l
freesinrichting 34–100 cm
l
aanaardinrichting
l
verschillende bodembewerkingswerk-
tuigen
Motor
De tweetakt-benzinemotor wordt aange-
dreven met een gewoon olie-benzine-
mengsel 1:30. Wanneer de tank voor de
eerste keer gevuld wordt, mengsel
1:25 gebruiken.
I
Let op! Gebruik alleen zelfmen-
gende speciale-2-takt-motor-
olie (zie technische gegevens).
zie ook blz. 4: geadviseerde brandstof.
Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrij-
periode) mag de motor niet tot het maxi-
mum worden belast.
Ook na de inrijperiode mag u als regel
niet meer gas geven dan nodig is.
I
Hoge toerentallen kunnen de
motor beschadigen en de le-
vensduur aanzienlijk beper-
ken. Dit geldt vooral als de motor on-
belast draait! Laat de motor nooit over
z’n toeren draaien, daardoor kan de
motor direct defect raken.
Koeling
De motor wordt gekoeld met een ventila-
tor. Zorg ervoor dat geen vuil of blader-
resten in de koelluchtzeef op de repeteer-
starter en de koelribben van de cilinder
worden aangezogen.
Het stationaire toerental van de motor
moet juist zijn afgesteld. Wanneer de
toerentalhendel tegen de eindaanslag in
stationaire positie staat moet de motor
bij laag toerental zonder problemen blij-
ven lopen.
Luchtfilter
Het luchtfilter reinigt de aangezogen lucht.
Een vervuild luchtfilter kan het
motorvermogen ongunstig beïnvloeden.
Ontsteking
De motor is uitgerust met een onder-
houdsvrije, contactloze, elektronische
ontsteking. Laat noodzakelijke controles
uitvoeren door een vakman.
Toerentalhendel
Met de toerentalhendel (C/8) aan de
stuurstang kan het motortoerental van
min. = STATIONAIR tot max. = VOLGAS
traploos geregeld worden.
16 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
3. Machine- en bedieningselementen
STOP-positie Bedrijfspositie
Startpositie
Motor-uit-schakelaar
De motorfrees is uitgerust met een elek-
tronische uit-schakelaar (C/4). Met deze
schakelaar wordt de ontsteking uitge-
schakeld (motor wordt afgezet).
positie ‘I’ = in bedrijf
positie ‘0’ = motor uit
I
De motor-uit-schakelaar functio-
neert ook als noodstopschake-
laar: zet deze in de positie ‘0’ om
de motor in gevaarlijke situaties onmid-
dellijk uit te schakelen!
Veiligheidschakeling
De motorfrees is uitgerust met een veilig-
heidsschakelaar (hendel C/5).
l
STOP-positie: bij het loslaten van de
hendel wordt de elektronische ontsteking
uitgeschakeld (motor wordt afgezet).
Voorzichtig! motor loopt nog even door!
l
Startpositie: om de motor te starten
en voor een werkpauze koppelingshen-
del (C/5) aantrekken en met vergrende-
ling vastzetten.
l
Bedrijfspositie: tijdens de werkzaam-
heden met de machine de veiligheidshen-
del (C/5) naar beneden drukken.
W
Veiligheidshendel niet vast-
zetten!
I
De veiligheidshendel dient ook
als noodschakelaar. De veilig-
heidshendel moet in noodsitua-
ties die om een snel handelen vragen,
worden losgelaten, deze komt dan auto-
matisch in de positie ‘STOP’!
Koppeling
In de machine is een in olie lopende
meervoudige plaatkoppeling ingebouwd.
Deze wordt met de koppelingshendel (C/
6) bediend.
Bij aangetrokken koppelingshendel is de
motor ontkoppeld, dat betekent dat de
motor de motormaaier niet aandrijft.
De koppelingshendel
kan in aangetrokken
toestand met de ver-
grendeling (C/7) wor-
den vastgezet.
De hendel heeft enige speling (3–5 mm)
om te voorkomen dat de koppeling tijdens
de werkzaamheden in de ontkoppelde
positie komt.
Na het eerste bedrijfsuur moet de spe-
ling van de koppeling gecontroleerd en
eventueel bijgesteld worden (zie onder-
houd en reparatie).
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 17
3. Machine- en bedieningselementen
1 steekbout
2 haarspeldveer
(beveiliging)
1 aanhanginrichting
2 aansluithals
3 pen
4 haarspeldveer
5 slinger
Transmissie
De motorfrees is uitgerust met een 3-
versnellingen-tandwiel-schakeltransmis-
sie voor de wiel- en de freesaandrijving.
Snelheden
De snelheden voor de
wiel- en de freesaan-
drijving worden met de
schakelhendel (C/3) ge-
schakeld.
I ...................................1ste versnelling
II .................................. 2de versnelling
III ................................. 3de versnelling
0 .................positie neutraal (stationair)
De krachtoverbrenging op de frees- en
wielaandrijfas gebeurt met een rolketting.
I
Alleen in ontkoppelde toestand
schakelen. Schakelhendel altijd
met de hand schakelen!
Werktuigaansluiting
De getrokken werktuigen (bijv. spoor-
ploegboom, ploeg) worden met behulp
van steekbouten (1) aan de werktuigaan-
sluiting (A/18) bevestigd.
De steekbout dient na bevestiging met
een haarspeldveer (2) te worden bevei-
ligd.
Aanhanginrichting
De aanhanginrichting (1) is een adapter-
stuk tussen de werktuigaansluiting en de
aanbouwwerktuigen (ploeg, cultivator,
combi-grondverkruimelaar). Deze
aanbouwwerktuigen worden met de
aansluittap in de aansluithals (2) ge-
bracht, met de pen (3) vastgemaakt, en
de pen wordt met de haarspeldveer (4)
beveiligd.
De werkdiepte kan met behulp van de
slinger (5) worden ingesteld.
De pendelweg ‘speling X’ kan met de
aanslagschroef (6 en 7) worden veran-
derd. Op deze manier kan het stuurge-
drag in combinatie met de verschillende
aanbouwwerktuigen worden aangepast.
18 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
3. Machine- en bedieningselementen
1 spananker
2 wielnaaf
3 beveiligingsmoer
Stuurstang
Hoogteverstelling stuurstang
l
Zeskantschroef (13) losmaken tot
de vertanding vrij is
l
stuur op de gewenste hoogte bren-
gen en in de passende boring van het
stuurscharniergedeelte bewegen.
l
zeskantschroef vastschroeven.
Zijwaartse verstelling
stuurstang
l
Klemmoer (1) zo ver losmaken tot
de vertanding vrij is
l
stuur in de gewenste positie bren-
gen.
Aandrijfwielen
Voor de montage van de aandrijfwielen
hebt u de keuze uit:
1 paar wielnaven voor starre wielas
en 1 paar palnaven als draaihulp.
Paar wielnaven
(starre uitvoering)
Montage
l
Aan beide zijden wielnaven (2) op de
freesas steken
l
spananker (1) als afgebeeld door de
wielnaven en freesas leiden
l
beveiligingsmoer (3) aanbrengen en
vastdraaien (100 Nm)
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 19
3. Machine- en bedieningselementen
1 palnaaf met spananker
2 palnaaf zonder spananker
3 beveiligingsmoer
Paar palnaven
(met draaihulp)
Montage
l
Palnaaf met spananker (1) op de
freesas (als afgebeeld) steken
l
palnaaf zonder spananker (2) op de
tegenoverliggende zijde op de freesas
steken
l
beveiligingsmoer (3) aanbrengen en
vastdraaien (100 Nm)
De palnaven kunnen aan de schakelhen-
dels naar behoefte worden ingesteld:
l
middenpositie = starre verbinding
l
positie naar voren = aandrijving en
vooruit
l
positie naar achteren = aandrijving en
achteruit
Montage van de wielen
De wielen kunnen aan de wielnaven naar
binnen of naar buiten wijzend worden
gemonteerd, afhankelijk van het
gewenste spoor.
De wielen worden met de profielpunten
in de rijrichting (van boven af op de wie-
len gezien) gemonteerd, om de trekkracht
zo optimaal mogelijk te benutten.
Monteer de geribbelde kant van de veer-
ring wijzend naar de verdieping in de
wielschijf.
Bij nieuwe machines en bij iedere ver-
wisseling van de wielen moeten de wiel-
schroeven en de wielmoeren na de eer-
ste 2 bedrijfsuren met 100 Nm worden
nagetrokken, verder bij onderhoudswerk-
zaamheden.
Wielgewichten
Voor een optimaal trekvermogen kunnen
wielverzwaringsgewichten worden
aangebouwd.
Aanbouw ....................art.nr. 3221 011
voor aanbouw aan wielen 5.0-10
20 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
3. Machine- en bedieningselementen
Montage van freeswerktuigen
W
Freeswerktuigen alleen met
afgezette motor en met ver-
wijderde bougiekap monteren
en demonteren. Beschermingshand-
schoenen dragen!
l
Freeswerktuigen (A-C) met afstands-
hulzen (E-G) en indien nodig met veilig-
heidsschijven (D) voor de gewenste ar-
beidsbreedte samenstellen (zie ‘frees-
werktuig-combinaties’ op blz. 21) en op
de freesas steken
l
spananker (H) door de freeswerktuig-
combinatie en de freesas brengen
l
veiligheidsmoer aanbrengen en vast-
draaien met 100 Nm.
Veiligheidsschijven
De veiligheidsschijven dienen als be-
scherming om schade aan struiken,
bomen en dergelijke te voorkomen, en
om jonge aanplant tegen toedekken met
aarde te beschermen.
Bovendien vormen de schijven een extra
bescherming bij werkzaamheden op
omheinde plaatsen. De werktuigen ko-
men minder makkelijk met de omheinin-
gen of hekken in aanraking.
1 voorwiel
2 borgpen
3 klemschroef
Extra voorwiel
(toebehoor-art. 0189 421)
De machine kan gemakkelijker getrans-
porteerd worden met het extra voorwiel.
Montage
Voorwiel (1) met vierkante tap voor in de
vierkante buis tot de inslag inbrengen en
met borgpen (2) door de boringen borgen.
Het voorwiel kan tijdens het hakken aan
de motorfrees bevestigd blijven, wanneer
het naar boven in de hakpositie gezwenkt
is.
Hakpositie:
l
Klemschroef (3) zover losmaken tot de
inkepingen aan de draagarm vrij zijn
l
Draagarm naar boven zwenken, terug-
draaien en klemschroef vastdraaien
Rijpositie:
l
Voorwiel laten zakken en klemschroef
vastdraaien
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 21
3. Machine- en bedieningselementen
Freeswerktuigen
A paar basis-
freeswerktuigen
B paar opzet-
freeswerktuigen
C paar eind-
freeswerktuigen
D paar veiligheids-
schijven
Freeswerktuigcombinaties
breedte
A B C D E F G H
cm mm
34 1 1 350
34/42* 1 1 1 1 400
42 1 1 350
42/50* 1 1 1 1 1 480
52 1 1 1 1 540
52/60* 1 1 1 1 1 585
60 1 2 1 1 540
60/68* 1 2 1 1 1 1 665
70 1 2 2 730
70/78 1 2 1 1 2 780
80 1 3 1 2 730
80/88* 1 3 1 1 1 2 860
90 1 3 3 920
90/98* 1 3 1 1 3 970
100 1 4 3 920
100/100* 1 4 1 1 3 1050
* totale breedte met veiligheidsschijv
e
E paar afstandshulzen
F paar afstandshulzen
G paar afstandshulzen
H paar spanankers
22 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
3. Machine- en bedieningselementen
Beschermkappen
Montage
De freeswerktuigen moeten door de
beschermkappen van bovenaf zijn afge-
dekt.
W
Beschermkappen alleen met
afgezette motor en met ver-
wijderde bougiekap monteren
en demonteren. Beschermingshand-
schoenen dragen!
l
De beide beschermkappen (1+2) met
de spanbuizen (3) en de spanschroeven
(4) in de meeneemgaten (A/9) aan de
freestransmissie bevestigen (zie afb.).
W
Monteer voor het frezen de
juiste beschermkappen, om
verwondingen door de rote-
rende freeswerktuigen te voorkomen.
Hakspoor
l
Hakspoor (5) met de spoorploegboom
(6) aan de werktuigaansluiting
bevestigen.
De voorwaartse beweging van de motorf-
rees wordt door de hakspoor geremd. De
gewenste freesdiepte wordt verkregen
doordat de hakspoor (5) op verschillende
dieptes kan worden ingesteld.
Hoe dieper de hakspoor in de bodem
drukt, des te dieper grijpen de freeswerk-
tuigen in de bodem.
Hakspoorinstelling
A = bij zware bodem
B = bij gemiddelde tot lichte bodem
C = bij zandgrond
De hakschaar (4) kan worden gebruikt
bij losgemaakte bodems.
A
BC
1 beschermkap links
2 beschermkap rechts
3 spanbuis
4 spanschroef
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 23
4. Ingebruikname en bediening
oliepeil
Eerste ingebruikname
De levensduur en de bedrijfsveiligheid
van de motor hangt grotendeels af van
het rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat
een koude motor altijd eerst een paar
minuten warm draaien en belast de motor
niet direct tot het maximum.
Laat de motor tijdens de eerste 20 be-
drijfsuren (inrijperiode) nooit op volle
toeren draaien.
I
Onderhoud het filter goed en
zorg voor schone brandstof.
Gebruik alleen merkbenzine.
Gebruik alleen verse en schone brand-
stof (niet ouder dan drie maanden), al-
leen goedgekeurde, in de vakhandel
verkrijgbare brandstofjerrycans gebrui-
ken. Verroeste jerrycans of niet-benzine-
dichte kunststof jerrycans mogen niet
gebruikt worden.
Om startproblemen te voorkomen moet
de brandstoftank voor de eerste ingebrui-
kname of na een periode van langere
stilstand volgetankt worden.
De brandstoftank niet tot aan de rand
voltanken maar tot ca. 5 mm onder de
rand, zodat de brandstof nog kan uitzet-
ten.
W
Wees voorzichtig met brand-
stof. Er bestaat brandgevaar.
Tank nooit in de omgeving van
open vuur, vonken of hete motoron-
derdelen.
Tank nooit in afgesloten ruimtes.
Niet roken tijdens het tanken!
Alleen tanken met afgezette en afge-
koelde motor.
Mors geen brandstof, gebruik een
passende trechter.
Voor iedere ingebruikname, dus voor-
dat de motor gestart wordt, moet ge-
controleerd worden of:
l
er voldoende brandstof in de brand-
stoftank aanwezig is,
l
motorolie tot aan de markering in het
reservoir van het oliebadluchtfilter (hoe-
veelheid ca. 50 ml) aanwezig is,
l
transmissieolie in de schakeltransmis-
sie tot de controleopening (B/28)
aanwezig is (gemeten bij horizontaal
staande machine).
W
Ga alleen met de motorfrees
aan het werk wanneer alle be-
schermingsmaatregelen zijn
getroffen en in de juiste positie zijn ge-
bracht.
Wees voorzichtig met het starten van
de motor in gesloten ruimtes.
Zorg voor goede ventilatie en een
snelle afvoer van de uitlaatgassen. De
uitlaatgassen bevatten koolmonoxy-
de, dit is zeer giftig wanneer het inge-
ademd wordt.
Vermijd het aanraken van de warme
motor – kans op brandwonden!
Raak bij lopende motor de ontste-
kingsleiding en de bougiekap niet aan.
Deze ook niet verwijderen.
24 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
4. Ingebruikname en bediening
1/4
Starten van de motor
l
Brandstofkraan (B/21) opendraaien.
l
koude motor: vlotterdrukker (B/23)
aan de carburateur naar beneden druk-
ken tot de brandstof overloopt
l
Toerentalhendel (C/7) op ‘max. (vol-
gas) zetten
l
warme motor: vlotterdrukker niet
gebruiken.
l
Toerentalhendel (C/7) op ca. ¼ gas
draaien.
l
Motor-uit-schakelaar (C/3) in bedrijfs-
positie ‘1’ brengen.
l
Koppelingshendel (C/5) aantrekken en
vergrendeling (C/6) laten vastklikken
(startpositie).
l
Het trekkoord aan de start-handgreep
(B/29) zover uittrekken totdat de startkop-
peling merkbaar gepakt wordt, vervol-
gens trekkoord stevig en met kracht
aantrekken zodat de motor gestart wordt.
Handgreep na het starten voorzichtig
loslaten.
l
Als de motor loopt toerentalhendel
langzaam in de middelste positie bren-
gen en korte tijd laten warm draaien.
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 25
4. Ingebruikname en bediening
6
30 sec
Afzetten van de
benzinemotor
l
Toerentalhendel in positie neutraal
zetten en de motor ca. 30 seconden sta-
tionair laten draaien.
l
Motor-uit-schakelaar in positie ‘0’ bren-
gen.
l
Brandstofkraan sluiten.
I
Aanwijzing: De motor-uit-
schakelaar (C/3) dient ook als
noodstopschakelaar. Indien
nodig schakelaar in positie ‘0’ brengen,
de motor springt af.
I
Wanneer de motor voor lange-
re tijd wordt afgezet is het beter
niet de motor-uit-schakelaar te
gebruiken, maar de brandstofkranen te
sluiten en de motor zolang te laten lopen
totdat deze vanzelf afspringt. De carbu-
rateur is dan leeg en er kan geen verhar-
sing optreden.
W
Motorfrees tegen onbevoegd
gebruik beveiligen – bougie-
kap verwijderen.
26 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
4. Ingebruikname en bediening
Hakken
l
Motor starten zoal beschreven onder
‘motor starten’
l
hendel voor koppeling (C/5) aantrek-
ken
l
versnellingshendel (A/3) in de ge-
wenste snelheidspositie schakelen
Voor zwaardere bodem met groffe struc-
tuur:
– langzame positie ‘I’ kiezen
Voor lichtere bodem met middelmatige
structuur:
– midden positie ‘II’ kiezen
Voor zandgrond en fijne structuur:
– snelle positie ‘III’ kiezen
l
koppelingshendel langzaam loslaten
en tegelijkertijd gas geven – de motor-
frees rijdt vooruit en de hakwerktuigen
draaien rond.
Beëindigen van de
hakwerkzaamheden
l
Toerentalhendel op stationair zetten.
l
Koppelingshendel aantrekken en vast-
houden.
l
Schakelhendel voor versnelling en
freesschakeling in positie ‘0’ (stationair)
schakelen.
I
Schakelhendel niet bedienen
zonder dat de koppelingshen-
delhendel helemaal aange-
trokken is. Schakelhendel alleen met
de hand bedienen.
Wissel van arbeidsplaats
l
Motor afzetten
l
koppelingshendel aantrekken
l
freesaandrijving (B/19) uitschakelen
(positie ‘0’)
Gevarenbereik
W
Blijf buiten het gevarenbereik
van de motorfrees.
W
Verlaat tijdens de werkzaam-
heden nooit uw plaats achter
de stuurstang.
Neem bij alle werkzaamheden met de
motorfrees die afstand tot de machi-
ne in acht, waartoe u door de stuur-
stang gedwongen wordt, vooral bij het
nemen van bochten!
Freeswerktuigen niet bij lopende
motor reinigen. Motor afzetten en bou-
giekap verwijderen.
Bij evt. optredende verstoppingen,
motor afzetten en verstopping met een
geschikt hulpmiddel (houten stok)
verwijderen.
4227
Gevarenbereik
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 27
5. Onderhoud en reparatie
0,6 mm ca. 20 Nm
oliebad-
luchtfilter
oliepeil
Behalve het opvolgen van de bedienings-
voorschriften is het bovendien van groot
belang dat u aandacht besteed aan de
volgende aanwijzingen omtrent onderhoud
en reparatie.
W
Let op: voer onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden al-
leen uit met een afgezette mo-
tor en wanneer de bougiekap verwijderd
is! Draag bij werkzaamheden aan de
freeswerktuigen altijd veiligheidshand-
schoenen!
Motor
De tweetakt-motor wordt gesmeerd door de
olie die in de brandstof (benzine-oliemeng-
sel) zit en heeft daarom geen motorolie-
vulling.
Oliebad-luchtfilter
De olie in het oliebadluchtfilter (A/8) moet
na 25 bedrijfsuren of na 3 maanden wor-
den ververst, onder zeer stoffige omstan-
digheden na kortere tijd – toestand regel-
matig controleren.
l
Luchtfilter en omgeving aan de buiten-
zijde reinigen.
l
Snelsluitingen openen en oliereservoir
uitnemen.
l
Oude olie verwijderen (verwerken vol-
gens de voorschriften) en oliereservoir rei-
nigen.
l
Oliereservoir tot aan de markering met
motorolie vullen (niet hoger) en weer in-
bouwen – let erop dat de filterafsluiting goed
afdicht.
Na verschillende keren olie verversen of
bij overmatige verontreiniging: oliereservoir
afnemen en oliebad-luchtfilter losschroe-
ven. Filter grondig schoonmaken door het
meermaals in dieselbrandstof onder te
dompelen en centrifugeren. Luchtfilter weer
vastschroeven en gereinigd oliereservoir
met schone olie gevuld terugplaatsen.
Luchtfilter nooit met benzine, water, loog
of hete vloeistoffen uitwassen.
Reiniging van het koelsysteem
Nadat de machine langere tijd in bedrijf is
geweest kan het koelsysteem door plan-
tenresten en stof verstopt raken. Wanneer
langdurig met een verstopt koelsysteem
wordt gewerkt kan de motor te heet wor-
den en defect raken.
l
Koelluchtzeef (B/31) voortdurend con-
troleren en ontdoen van stof en planten-
resten.
l
Ventilatorhuis tenminste eens per jaar,
het beste voor het seizoen begint, reinigen.
Ventilatorhuis afnemen, koelribben aan de
cilinder en de cilinderkop, voor de luchtcir-
culatie noodzakelijke geleideplaat en de
koelluchtzeef reinigen. Laat dit uitvoeren
door een AGRIA-vakgarage!
Reinigen van de bougie en
afstellen van de
elektrodenafstand
Steeds na 50 bedrijfsuren:
l
Roetafzettingen met een staalborstel
van de elektroden van de bougie verwijde-
ren.
l
Elektrodenafstand controleren en evt. op
0,6 mm instellen.
Na ca. 100 bedrijfsuren bougie vervangen.
28 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
5. Onderhoud en reparatie
1 vlotterdrukker aan
carburateur
2 lucht-regulatie-
schroef
3 stelschroef gas-
mengselkraan
Brandstofinstallatie
l
Bij iedere onderhoudsbeurt moeten de
brandstofslang, brandstoftank en
carburateur op lekkage worden gecon-
troleerd, evt. lekkage verhelpen.
l
Brandstofslangen steeds na 2 jaar
vervangen, lekke brandstofslangen direct
vervangen.
l
Brandstof altijd in de juiste mengver-
houding tanken.
l
Wanneer de motor teveel brandstof
heeft gekregen (verzopen): toerentalhen-
del op ‘max. zetten en motor met
repeteerstarter doorstarten tot de motor
start, of bougie uitdraaien, reinigen en
drogen. Motor zonder bougie een paar
keer met de repeteerstarter doordraaien.
Bougie weer inschroeven en motor op-
nieuw starten.
Cilinderkop reinigen
Na iedere 400 bedrijfsuren cilinderkop
afnemen en de koolafzettingen aan cilin-
derkop en uitlaat met een staalborstel
verwijderen. Vervolgens met een zacht
penseeltje schoonvegen. Koppakking
vervangen en op de cilinderkop monte-
ren. Cilinderkopschroeven afwisselend
met 22 Nm vastdraaien. Laat dit uitvoe-
ren door een AGRIA-vakgarage!
Afstelling van de carbuarteur
Voor het opheffen van brandstof-, tem-
peratuurs-, hoogte- en belastingsver-
schillen kan een kleine verstelling van de
carburateur nodig zijn. Laat de motor
alleen lopen met gemonteerd luchtfilter
en filterresevoir!
Stationair toerental
Let erop dat het toerental van de motor
juist is ingesteld. De motor moet bij laag
toerental zonder problemen draaien als
de toerentalhendel in positie neutraal aan
de aanslag staat.
De basisafstelling van de schuif-carbu-
rateur gebeurt door het verstellen van de
gasmengsel-regelschroef (3). Daarna
moet het startkoord aan de stelschroef
zonder speling worden ingesteld.
De fijne afstelling gebeurt door het
verstellen van de lucht-regulatieschroef
(2). Alleen instellen bij warmgedraaide
motor. (Zie ook ‘technische gegevens’).
Wij adviseren dergelijke werkzaamhe-
den te laten uitvoeren door de AGRIA-
vakgarage.
Uitlaat
l
Uitlaat (A/12) voortdurend controleren
op maai- en plantenresten, en eventueel
reinigen.
W
Brandgevaar!
Voor iedere ingebruikname
controleren.
l
Uitlaat na steeds 200 bedrijfsuren op
olieafzetting controleren en indien nodig
uitlaat reinigen of uitblazen. Laat dit uit-
voeren door een AGRIA-vakgarage!
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 29
5. Onderhoud en reparatie
1 afsluitplug
2 afdichtring
oliepeil
3 aftapplug
4 dichtring
Schakel-transmissie
Transmissie-oliepeil in schakeltrans-
missie voor de eerste inbedrijfname en
steeds na 25 bedrijfsuren controleren.
l
Machine horizontaal neerzetten (zie
afbeelding).
Het oliepeil moet door de invulopening (B/
28) zichtbaar zijn wanneer de zeskantige
binnenafsluitschroef uitgeschroefd is. Evt.
transmissie-olie navullen.
Transmissie-olie verversen in de scha-
keltransmissie na de eerste 25
bedrijfsuren en dan steeds na 50 be-
drijfsuren. Zowel de olievulschroef (B/28)
als de olieaftapplug en hun omgeving
moeten zeer schoon worden gehouden,
zodat er geen vuil in de transmissie komt.
Olie-hoeveelheden en -kwaliteit zie ‘Tech-
nische gegevens’.
Kettingaandrijving
De kettingaandrijving moet met transmis-
sieolie zijn gevuld.
Bijvullen is niet nodig, zolang aan de
buitenzijde geen verlies van smeermid-
del aan de huizen en de afdichtingen
zichtbaar is.
Controle van de
smeermiddelen
l
Deksel van het huis (A/14) openen
l
hakas minstens 6 omwentelingen
verder draaien, wanneer de ketting (op
het eerste gezicht) met olie bedekt is, is
de smering in orde, evt. olie bijvullen.
Kettingspanning
De ketting voor de wieltransmissie mag
niet te strak, maar ook niet te los gespan-
nen zijn.
l
De 3 bevestigingsmoeren (1) en de
contramoeren (3) enigszins losmaken
l
kettingspanning met de zeskantige
schroef (2) afstellen
l
contramoer (3) en bevestigingsmoe-
ren (1) weer aanhalen.
30 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
5. Onderhoud en reparatie
Freesaandrijving
De freesaandrijving moet met vloeibaar
transmissievet zijn gevuld. Bijvullen is niet
nodig, zolang aan de buitenzijde geen
verlies van smeermiddel aan de huizen
en de afdichtingen zichtbaar is.
Controle van de
smeermiddelen
l
Afsluitplug (A/12) openen
l
freesas minstens 6 omwentelingen
verder draaien, wanneer het tandwiel (op
het eerste gezicht) met vloeibaar
transmissievet bedekt is, is de smering
in orde, evt. vloeibaar transmissievet
bijvullen.
Instellingen van de
hendels
Speling of instellingen voor iedere inge-
bruikname controleren en eventueel
corrigeren (vooral tijdens de inrijperiode
na de eerste ingebruikname of na het
verwisselen van de koppelings- of rem-
voering).
l
Borgveer (2) met een schroevedraaier
(of iets dergelijks) verwijderen.
l
Koordeinde (3) met de verstelbout (4)
uit de houder in de hendel drukken.
l
Verstelbout (4) in- of uitdraaien, tot
afstand ‘X’ bereikt is (door verder in te
draaien wordt de afstand kleiner, door uit
te draaien wordt de afstand groter).
l
Voor controle koordeinde met de ver-
stelbout in de houder terugbrengen.
l
Borgveer (2) monteren.
Hendel voor koppeling: X = 3–5 mm (kop-
pelingsspeling)
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 31
5. Onderhoud en reparatie
Stoppositie
Veiligheidsschakeling
Controleer het functioneren van de vei-
ligheidschakeling bij iedere onderhouds-
en reparatiebeurt.
l
Bij het loslaten van de hendel (C/4)
moet de motor vanzelf tot stilstand ko-
men.
l
Conditie van de elektrische leidingen
en verbindingen controleren, eventueel
vervangen. Laat dit uitvoeren door een
AGRIA-vakgarage!
Wiel
l
De bandenspanning (1,2 bar) moet
regelmatig worden gecontroleerd
l
de wielen worden met de profielpun-
ten in de rijrichting (van boven af op de
wielen gezien) gemonteerd, om de trek-
kracht zo optimaal mogelijk te benutten.
l
de wielschroeven en de wielmoeren
aan de wielnaven moeten bij onderhouds-
werkzaamheden met 100 Nm worden
aangehaald.
Algemeen
l
Let op het verliezen van brandstof en
olie, eventueel opruimen.
l
Schroeven en moeren regelmatig
controleren, eventueel natrekken.
l
Alle glijdende of beweeglijke onder-
delen (bijv. toerentalhendel, hendellager)
met biologisch-afbreekbaar vet of olie vet
houden.
Reiniging
Na iedere reinigingsbeurt (afspuiten met
water, vooral met de hogedrukreiniger)
alle plaatsen die met vet zijn ingesmeerd
nasmeren en inoliën, en de motorfrees
kort laten draaien zodat het water eruit
loopt.
De lagers moeten zijn voorzien van een
vetkraag. Deze beschermt de lager te-
gen het binnendringen van plantensap-
pen, water en vuil.
Motor
Reinig de motor alleen met een doekje.
Vermijd het spuiten met een sterke wa-
terstraal; er zou water in het ontstekings-
mechanisme of in het brandstofsysteem
kunnen komen, dit kan leiden tot manke-
menten.
32 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
5. Onderhoud en reparatie
Stallen
Wanneer de machine gedurende
langere tijd niet gebruikt wordt,
moeten volgende maatregelen
genomen worden:
a) Grondige reinigingsbeurt
Schoonmaken, laklaag bijwerken, smeer-
punten doorsmeren, machine enige tijd
laten draaien, alle onbeschermde onder-
delen, met name het hakwerktuig met
biologisch-afbreekbare corrosiewerende
olie inoliën.
b) Motor in conditie houden
l
Brandstof aftappen en motor laten lo-
pen totdat deze als gevolg van brandstof-
gebrek afslaat, of brandstofstabilisator
(AGRIA-nr. 673 50) toevoegen.
Toepassing: brandstoftank voltanken,
corrosiebeschermings- en stabilisator-
vloeistof in de brandstoftank gieten (hoe-
veelheid ‘OZ’ is voldoende voor ca. 4 l
brandstof). Motor ca. 1 minuut laten lopen.
(Kijk in de gebruiksaanwijzing).
l
in de bougieopening een theelepel vol
(ca. 0,03 l) motorolie laten lopen; motor
langzaam doordraaien
l
zuiger met repeteerstarter op com-
pressie instellen zodat ventielen geslo-
ten zijn
l
motor om de 2–3 weken langzaam
doordraaien (bougiekap verwijderen!);
vervolgens zuiger weer op compressie
instellen.
W
Houd anticorrosiemiddelen
en stabilisatoren altijd buiten
het bereik van kinderen. Bij
misselijkheid en braakneigingen di-
rect een arts waarschuwen. In geval
van contact met de ogen meteen met
veel water uitspoelen. Vermijd het in-
ademen van de dampen.
c) Aandrijfwielen
Plaats deze op steunblokken zodat de
banden niet op de vloer rusten. Luchtban-
den gaan snel in kwaliteit achteruit
wanneer ze zonder lucht onder belasting
staan.
d) Plaats de machine nooit
in vochtige ruimtes, in ruimtes waar
kunstmest bewaard wordt of in stallen of
daarnaast liggende ruimten. Op deze
manier wordt corrosievorming aanzien-
lijk bevorderd.
e) Afdekken
Dek de machine af met een dekzeil of
iets dergelijks.
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 33
Smeermiddelen, lak, slijtageonderdelen
AGRIA-bestelnr.
Smeermiddelen en corrosiebeschermende middelen:
690 35 Biologisch afbreekbaar smeervet tube 400 g
690 36 Biologisch afbreekbaar anticorrosiemiddel fles 500 ml
673 50 Brandstofstabilisator fles 125 ml
Let op de aanwijzingen bij de verpakking
Lak:
181 03 Spuitlak berkengroen spuitbus 400 ml
712 98 Spuitlak rood, RAL 2002 spuitbus 400 ml
509 68 Spuitlak zwart spuitbus 400 ml
Slijtageonderdelen:
304 40 Bougie M 10 A
009 16 Afdichtring Ø 16x22x2, transmissie vul
009 44 Afdichtring Ø 8x11x1, transmissie aftap
102 53 Afdichting cilinderkop
241 92 Afdichting kettinghuis boven, binnenzijde
256 45 Afdichting kettinghuis boven, buitenzijde
172 22 Hakmes links
172 23 Hakmes rechts
links
rechts
34 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
W
Let op de veiligheidsaanwijzingen! Laat grotere problemen aan de machine of de motor altijd
oplossen door de AGRIA-vakgararage, deze beschikken over het juiste gereedschap. Ondeskundige
hulp kan grote schade veroorzaken.
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Motor - Bougiekap is niet aangesloten Bougiekap aansluiten
start niet -Motor-uit-schakelaar op ‘0’ Motor-uit-schakelaar in positie ‘1’ schakelen 24
- Veiligheidsschakelaar niet Veiligheidsschakelaar in
in startpositie startpositie brengen 24
-Brandstoftank leeg of Brandstoftank vullen
slechte brandstof met schone brandstof 23
- Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding reinigen 28
- Bougie defect Bougie schoonmaken,
afstellen of vervangen 27
- Motor teveel brandstof (verzopen) Bougie drogen, schoonmaken
en starten met volgas
- Motor-uit-leiding defect Leiding en verbindingen controleren ¬
-Valse lucht door losgelaten carburateur Bevestigingsschroeven natrekken
en aanzuigleiding
Motor -Bougiekabel is los Bougiekap stevig op de bougie steken,
hapert bougiekabelbevestiging vastklemmen
af en toe -Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding schoonmaken, ¬
of slechte brandstof schone brandstof tanken 23
-Luchttoevoer in de Brandstoftankdop vervangen
brandstoftankdop verstopt
-Water of vuil in het Brandstof aftappen en
brandstofsysteem schone brandstof tanken
- Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter schoonmaken 27
- Carburateur verkeerd afgesteld Carburateur afstellen ¬ 28
Motor -Ventilatiesysteem functioneert niet Luchtrooster schoonmaken,
wordt koelribben schoonmaken 27
te heet -Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 27
-Carburateur is verkeerd afgesteld Carburateur afstellen ¬ 28
Motor, -Ontsteking te krap afgesteld Bougie afstellen 27
haperingen - Stationair toerental Carburateur afstellen ¬ 28
bij hoge niet correct afgesteld
toerentallen
Motor -Ontsteking te ruim afgesteld, Bougie afstellen of vervangen 27
springt bij Bougie defect
stationair -Carburateur niet correct afgesteld Carburateur afstellen ¬ 28
toerental - Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 27
vaak af
6. Storingen opsporen en verhelpen
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 35
6. Storingen opsporen en verhelpen
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Motor springt - Motor-stop-leiding defect, Leiding en verbinding controleren,
in stoppositie massa ontbreekt massa controleren
niet af
Motor levert -Cilinderkop los of Cilinderkop aandraaien, ¬ 28
te weinig afdichting beschadigd afdichting vervangen
vermogen - Te weinig compressie Motor laten controleren ¬
Koppeling - Koppelingshendel niet Koppelingsspeling afstellen 30
komt niet los correct afgesteld
Koppeling - Koppelingshendel is niet Koppelingsspeling afstellen 30
glijdt correct afgesteld
- Koppelingsplaat versleten Koppelingsplaat vervangen ¬
Teveel - Bevestigingsbouten zijn los Bevestigingsbouten natrekken 31
vibratie
¬ = Laat dit uitvoeren door een AGRIA-vakgarage!
36 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
7. Onderhouds- en inspectietabel
A = voor iedere ingebruikname
B = na iedere reinigingsbeurt
K = controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd
W = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage
F = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een AGRIA-vakgarage
* = na 2 jaar
Steeds na bedrijfsuren
A 5 25 50 ## ##
Motor reinigen,
schroeven en moeren controleren
K31
Luchtfilter controleren K 27
Luchtfilter – olie verversen, indien
nodig eerder!
KK27
Luchtfilter reinigen, indien nodig
eerder!
W 27
Brandstofslangen vernieuwen W* 28
Cilinderkop reinigen F 28
Koelluchtzeef reinigen K 27
Koelluchtgrilgeleidingsplaten,
koelribben reinigen, indien nodig
eerder!
FF27
Bougie reinigen,
elektrodenafstand afstellen
W27
Bougie vervangen K 27
Functie veiligheidsschakeling
controleren
K31
Schakeltransmissie-oliepeil
controleren
K29
Schakeltransmissie-olie verversen,
eerste keer
W29
alle verdere keren W W 29
Ketting- en haktransmissie
smering controleren
W40
Alle glijdende onderdelen smeren K K 31
Koppelingsspeling controleren K 30
min.
3mnd
l.
max.
j
aarl. B
blz
.
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 37
Afbeelding C
1 Zeskantschroef voor hoogteverstelling stuurstang
2 Knevelmoer voor zijwaartse verstelling stuurstang
3 Versnellingsschakelhendel
4 Motor-uit-schakelaar
5 Veiligheidsschakelhendel
6 Koppelingshendel
7 Vergrendeling
8 Verstelhendel voor het toerental
Aanduiding van de onderdelen,
elektrisch schakelschema
1 Motor
2 Magneet-ontsteking
3 Toerentalbegrenzer
4 Schakelaar in de veilig-
heidsschakelhendel
5 Schakelaar in de
koppelingshendel
bl = blauw
br = bruin
Elektrisch schakelschema
38 Motorfrees 6000 Uitgave 11.98
Aanduiding van de onderdelen
C
Uitgave 11.98 Motorfrees 6000 39
EG conformiteitsverklaring
volgens de EG-richtlijn machinen 98/37/EG
Wij
AGRIA-Werke, GmbH
D-74215 Möckmühl/Württ.
verklaren op eigen verantwoording dat het produkt
motorfrees, type 6000
waarop deze verklaring betrekking heeft, overeenkomt met de
desbetreffende wezenlijke veiligheids- en gezondheidseisen
van de EG-richtlijn machinen 98/37/EG en
EMV-richtlijn 89/336/EG.
De volgende geharmoniseerde normen zijn toegepast:
EN 709
Möckmühl, 20-05-1997
Gregor Czaja Ir. Thomas Ilchmann
Hoofd kwaliteitswezen Hoofd ontwikkeling en constructie
agria-Werke GmbH
D-74215 Möckmühl
Tel. 0049-6298-39-0
Fax 0049-6298-39-111
Internet: http://www.agria.de
Uw AGRIA-dealer zorgt voor service en snelle levering van reserveonderdelen
Het succesprogramma
Motorfrees Eenwielfrees Eenassige tractor
AllShredd Bermenmaaier
Gazonmaaier Verticuteermachine Combiwerktuig
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Agria 6000 de handleiding

Type
de handleiding