Agria 3900 de handleiding

Type
de handleiding
Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
Handleiding nr.
998 851-A 04.08
3658; 4431
&
Benzinemotor EH 25 D
Dieselmotor L 100 AE
Eenassige tractorEenassige tractor
Eenassige tractorEenassige tractor
Eenassige tractor
39003900
39003900
3900
HandleidingHandleiding
HandleidingHandleiding
Handleiding
2 agria Eenassige tractor 3900
Symbolen, typeplaatje
Hier invullen:
Machine art. nr.:............................
Identificatie/machine nr.:
.......................................................
Motor type:...................................
Motor nr.:......................................
Datum aankoop:...........................
Typeplaatje: zie blz. 3/afb. A/15
blz. 7/afb. C/15
Motortype en motornr. zie blz. 66/
afb. D/17
en blz. 70/afb. E/5.
Bij bestelling van reserveonderdelen
deze gegevens vermelden om fouten
bij levering te vermijden.
Alleen originele agria-reserve-
onderdelen gebruiken!
De technische gegevens,
afbeeldingen en maten in deze
handleiding zijn niet bindend. De
fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld. Wij behouden ons het
recht voor veranderingen aan te
brengen, zonder deze handleiding te
wijzigen.
Levering:
l
handleiding
l
eenassige tractor
basismachine
stuurstang
l
gereedschapsset
è - Serviceç
= Laat dit uitvoeren door een agria
vakgarage!
Symbolen
waarschuwingsteken.
Vindt u bij passages die
betrekking hebben op uw
veiligheid.
belangrijke informatie
brandstof
choke
accu-laadcontrole
koppeling
vooruit
achteruit
snel
langzaam
differentieelslot
rijaandrijving
aftakas
rem
parkeerrem
gesloten (vergrendeld)
geopend (ontgrendeld)
agria Eenassige tractor 3900 3
B
A
Aanduiding van de onderdelen
Benzinemotor
4 agria Eenassige tractor 3900
Afbeelding A:
3 Olievulopening voor transmissie
4 Onderstang
5 Stuur
6 Achteruitrijrem
7 Stekker
8 Aanhangoog
9 Borgklip
10 Vergrendelingshendel (rechts, in rijrichting)
11 Aansluiting voor aanbouwwerktuig met geïntegreerde aftakas
12 Ballastdrager en veiligheidsbeugel voor de motor
13 Stander
14 Motor
15 Typeplaatje (rechts, in rijrichting)
16 Afzonderlijke wielrem
17 Wielflens
18 Transmissieolieaftapplug (rechts, in rijrichting)
Afbeelding B:
1 Veiligheidshendel
2 Hendel voor motorkoppeling
3 Vergrendeling voor motorkoppelingshendel
4 Hendel voor differentieelslot
5 Aftakasschakelstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = versnellingsstang)
6 Hendel voor zijwaartse verstelling stuurstang
7 Versnellingsstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = aftakasschakelstang)
8 Toerental-regulatiehendel
9 Stuur-vergrendelingshendel
10 Hendel voor stuurrem links
11 Hendel voor stuurrem rechts
Aanduiding van de onderdelen
Benzinemotor
agria Eenassige tractor 3900 5
Inhoudsopgave
Inhoud pakket ................................... 2
Aanbevelingen
Smeermiddelen ................................ 6
Onderhoud en reparatie ................... 6
Brandstof .......................................... 9
Aanwijzingen voor uitpakken en
montage ..... ........................... 10
Aanduiding van de
onderdelen
................................... 3, 7, 66, 70
1. Veiligheidstechnische
aanwijzingen..................... 12–18
2. Technische gegevens
Afmetingen...................................... 19
Sporenschema ............................... 19
Machine .......................................... 20
Trillingsniveau ................................. 20
Benzinemotor.................................. 21
Dieselmotor..................................... 22
Geluidsniveau ........................... 21, 22
Gebruik op hellingen................. 21, 22
3. Machine- en
bedieningselementen
Motor............................................... 23
Veiligheidsschakeling ..................... 24
Koppeling ........................................ 25
Transmissie..................................... 26
Differentieel..................................... 26
Afzonderlijke wielrem...................... 27
Centrale rem ................................... 27
Aftakas............................................ 28
Achteruitrijrem ................................ 28
Stuurstang ...................................... 29
Aandrijfwielen ................................. 31
Frontgewicht ................................... 32
Stander ........................................... 32
Aan- en afkoppelen van werktuigen 33
Motorkap ......................................... 36
4. Ingebruikname en
bediening
Eerste ingebruikname .................
benzinemotor ........................ 37
De benzinemotor starten ......... 38
De benzinemotor afzetten ....... 39
Eerste ingebruikname .................
dieselmotor ........................... 40
De dieselmotor starten ............ 41
De benzinemotor afzetten ....... 42
Werkzaamheden verrichten..... 43
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor.................... 45 - 49
- Luchtfilter ............................... 46
- Bougie ................................... 47
Dieselmotor....................... 50 - 53
- Motoroliefilter ......................... 50
- Luchtfilter ............................... 51
Machine ................................... 54
Afstelling van de hendels ........ 56
Algemeen................................. 57
De machine stallen .................. 58
6. Storingen opsporen
en verhelpen..............60 - 62
Schakelschema ................ 63
Lak, slijtageonderdelen ... 64
Onderhouds- en
inspectietabel ................... 68
Conformiteitsverklaring... 71
Let op uitklappagina’s!
Abb. A + B, uitv. benzine.... 3
Abb. B + C, uitv. diesel ....... 7
Abb. D, dieselmotor ......... 66
Abb. E, benzinemotor ..... 70
3
5
6
2
1
4
6 agria Eenassige tractor 3900
Smeermiddelen en
anticorrosiemiddelen:
Gebruik voor de motor en de trans-
missie de voorgeschreven smeer-
middelen (zie ‘Technische
gegevens’).
Voor ‘open‘ smeerpunten en smeer-
nippels adviseren wij het gebruik van
biologisch afbreekbare olie of
smeervet (volgens de aanwijzingen
in de handleiding).
Voor het onderhoud van de machi-
nes en werktuigen adviseren wij bio-
logisch afbreekbare corrosiewe-
rende olie (niet gebruiken op gelakte
uitwendige bekledingen). Het anticor-
rosiemiddel kan met een kwast of met
een spuitbus worden aangebracht.
Biologische smeermiddelen en cor-
rosiewerende olie zijn milieu-
vriendelijk omdat ze biologisch snel
afbreekbaar zijn.
Wanneer u biologisch afbreekbare
smeermiddelen en corrosiewerende
olie gebruikt, gaat u bewust om met
het milieu en levert u een positieve
bijdrage aan de gezondheid van
mens, fauna en flora.
Onderhoud en reparatie:
Bij de agria-dealer werken gekwalifi-
ceerde monteurs die de machine
vakkundig onderhouden en repareren.
Voer grotere onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden alleen zelf uit wanneer
u beschikt over het juiste gereedschap
en de vereiste technische kennis van
machines en verbrandingsmotoren.
Klop nooit met harde voorwerpen of
metalen gereedschappen tegen het
vliegwiel. Het kan scheuren en tijdens
gebruik uiteen springen, zodat verwon-
dingen of materiële schade veroorzaakt
worden. Demonteer het vliegwiel
uitsluitend met passend gereedschap.
Aanbevelingen
agria Eenassige tractor 3900 7
C
Aanduiding van de onderdelen
B
Dieselmotor
8 agria Eenassige tractor 3900
Aanduiding van de onderdelen
Afbeelding C:
3 Olievulopening voor transmissie
4 Onderstang
5 Stuur
6 Achteruitrijrem
7 Stekker
8 Aanhangoog
9 Borgklip
10 Vergrendelingshendel (rechts, in rijrichting)
11 Aansluiting voor aanbouwwerktuig met geïntegreerde aftakas
14 Motor
15 Typeplaatje (rechts, in rijrichting)
16 Afzonderlijke wielrem
17 Wielflens
18 Transmissieolieaftapplug (rechts, in rijrichting)
Afbeelding B:
1 Veiligheidshendel
2 Hendel voor motorkoppeling
3 Vergrendeling voor motorkoppelingshendel
4 Hendel voor differentieelslot
5 Aftakasschakelstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = versnellingsstang)
6 Hendel voor zijwaartse verstelling stuurstang
7 Versnellingsstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = aftakasschakelstang)
8 Toerental-regulatiehendel
9 Stuur-vergrendelingshendel
10 Hendel voor stuurrem links
11 Hendel voor stuurrem rechts
Dieselmotor
agria Eenassige tractor 3900 9
Aanbevelingen brandstof
Benzinmotor
Robin EH 25 D
Deze motor loopt zowel op loodvrije
normale en superbenzine als op ge-
lode superbenzine.
Voeg aan de benzine geen olie toe.
Wanneer om milieutechnische redenen
loodvrije benzine gebruikt wordt, dient
u bij motoren die langer dan 30 dagen
niet gebruikt worden de brandstof af te
tappen, om afzetting van harsresidu’s in
de carburateur, het brandstoffilter en de
brandstoftank te vermijden. U kunt de
brandstof ook vermengen met een
brandstofstabilisator.
Zie ook hoofdstuk ‘Motor in conditie
houden’.
Dieselmotor
Yanmar L100AE
Deze dieselmotor loopt ook op gewo-
ne dieselbrandstof met een cetaan-getal
van minimaal 45.
Gebruik geen vervangende brandstof-
fen, deze kunnen schade aan de
brandstofinstallatie veroorzaken. De
brandstof mag geen water bevatten en
moet schoon zijn.
Gebruik in de winter:
Gebruik in de winter speciale ‘winter-
brandstof’, zodat de bedrijfsveiligheid
van de dieselmotor tijdens de koude
periode gegarandeerd is. Deze brand-
stof is verkrijgbaar bij de tankstations.
Bij buitentemperaturen beneden
-15 °C , dienen extra maatregelen geno-
men te worden:
normaal verdunningsmiddel toevoegen,
of
door het toevoegen van petroleum kan
het stollingspunt van de dieselbrandstof
eveneens verlaagd worden:
Petroleum: winter- zomer-
diesel: diesel:
stollingspunt:
50% ca. -31°C ca. -25°C
30% ca. -26°C ca. -15°C
10% ca. -20°C ca. -9°C
In geval van nood kan tot 30% normale
benzine worden toegevoegd om
paraffineafzetting te vermijden. Deze
maatregel heeft echter invloed op het
verbruik en rijgedrag.
10 agria Eenassige tractor 3900
Aanwijzingen voor uitpakken
Doos aan de bovenzijde openen.
l
De vier hoeken van de doos opensnijden
en de zijkanten naar beneden klappen.
Omschakelhendel (4) voor keer-
koppeling naar achter zetten.
l
Stuurstang (1) op de stuurstangtap (3)
plaatsen.
Let erop dat de Bowdenkabels 2a rechts,
en de Bowdenkabels 2b en 2c links van
de stuurstang (gezien in de rijrichting van
de eenassige tractor) lopen.
Stuurstang helemaal naar beneden
drukken totdat deze tegen het stuurstang-
vlak ligt – hiertoe omschakelhendel (4) evt.
met een schroevendraaier helemaal naar
achteren drukken.
Stuurstangbouten (5) met horizontaal
liggende vlakke tap in de boring van de
stuurstang brengen.
en montage
agria Eenassige tractor 3900 11
l
Stuurstangbouten met een hamer
voorzichtig inslaan totdat deze aan de
buitenzijde gelijk met de stuurstang is.
Wanneer de bout niet gelijk aan de
stuurstang kan worden ingeslagen, dan
ligt de stuurstang niet onder tegen het
stuurstangvlak aan, of de tap van de
stuurstangbout is niet horizontaal.
Stuurstangbouten met de delen pos.
7–9 bevestigen (schroeven met ca. 10
Nm aandraaien).
Schakelstangen (10 en 11) in de
schakelhendelscharnieren (12) monte-
ren en met de haarspeldveren (13) bor-
gen.
Bowdenkabels controleren, deze
mogen niet geknikt zijn of klem zitten.
Wielen (toebehoor) monteren
Maatregelen treffen voor de eerste
of
31
37 40
Aanwijzingen voor uitpakken
en montage
12 agria Eenassige tractor 3900
VLees deze handleiding aandachtig
door voordat u de machine in gebruik
neemt en volg de instructies nauwkeurig
op.
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passa-
ges die betrekking hebben op uw veilig-
heid. Breng ook andere gebruikers op
de hoogte van deze veiligheids-
aanwijzingen.
Gebruik conform de
bestemming
De eenassige tractor en de door de fa-
brikant aangeboden aanbouwwerktui-
gen zijn bestemd voor een normaal ge-
bruik in de land- en bosbouw, zoals
bijvoorbeeld bodembewerking, gras- en
weilandverzorging, daartoe behoren ook
winterwerkzaamheden en vegen (ge-
bruik conform de bestemming).
Iedere andere toepassing geldt als niet
in overeenstemming zijnde met het doel
waarvoor de tractor gebouwd is. Voor
schade die door ondoelmatig gebruik
veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld. Dit risico
is geheel en al voor de gebruiker.
De door de fabrikant voorgeschreven
gebruiksvoorschriften, alsmede de voor-
schriften met betrekking tot controle,
onderhoud en reparatie dienen in acht
te worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die ontstaat
door eigenhandige wijzigingen aan de
machine.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan
alle voorschriften ter voorkoming van
ongevallen, alsmede aan de algemeen
geldende regels wat betreft veiligheid,
arbeidsgeneeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
eenassige tractor altijd eerst de ver-
keers- en bedrijfsveiligheid.
De eenassige tractor mag slechts ge-
bruikt, onderhouden en gerepareerd
worden door personen die over de no-
dige kennis beschikken en van de risi-
co’s op de hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen
de machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende
licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstuk-
ken dienen vermeden te worden. Draag
altijd stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructiebordjes
op de machine geven belangrijke aan-
wijzingen voor veilig gebruik. Volg deze
aanwijzingen nauwkeurig op, in het be-
lang van uw eigen veiligheid!
Zet de motor af wanneer u de machine
transporteert van en naar de werkplek.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
1
agria Eenassige tractor 3900 13
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
Wachten tot het werktuig helemaal stil
staat!
Bij werkzaamheden met extern aange-
dreven machineonderdelen bestaat de
kans op beknellingen en andere verwon-
dingen!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden mee te rijden op de tractor.
Aangebouwde werktuigen en ladingen
hebben invloed op het rijdrag en het stu-
ur- en remvermogen van de tractor. Pas
uw werksnelheid aan aan de omstan-
digheden.
Instelling van het motortoerental niet
veranderen. Een verhoogd toerental
vergroot de kans op ongelukken.
Arbeids- en
gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegen-
over derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
eenassige tractor.
Controleer voor het starten en wegrij-
den de omgeving van de tractor. Let
vooral op kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begon-
nen wordt, dienen obstakels uit de weg
te worden geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal
ze tijdig weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaat-
sen dient de veiligheidsafstand tot de
omheining in acht genomen te worden,
zodat de machine niet beschadigd
wordt.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedieningscompo-
nenten, alsmede van het functioneren
ervan. In het bijzonder dient u te weten
hoe u de motor in geval van nood snel
en veilig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatrege-
len zijn getroffen en in de juiste positie
zijn gebracht.
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt,
dient deze met een beschermingskap
te zijn afgedekt.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruim-
tes. De uitlaatgassen bevatten koolmo-
noxyde dat zeer giftig is wanneer het
ingeademd wordt.
Voor het starten van de motor dienen
alle bedieningselementen in stand ‘neu-
traal’ te worden gezet.
Voor het starten van de motor niet vóór
de tractor of het aanbouwwerktuig gaan
staan.
Gebruik geen starthulpvloeistof in com-
binatie met elektrische startkabels.
Explosiegevaar!
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaam-
heden nooit verstellen – ongevalsrisico!
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
14 agria Eenassige tractor 3900
Neem bij alle werkzaamheden met de
eenassige tractor die afstand van de
machine in acht, waartoe u door de
stuurstang gedwongen wordt, vooral bij
het nemen van bochten!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden en het transport op de ma-
chine mee te rijden.
Wanneer het aanbouwwerktuig vast zit
moet de motor worden afgezet en dient
het aanbouwwerktuig met passend ge-
reedschap te worden schoongemaakt.
Indien de eenassige tractor of het
aanbouwwerktuig beschadigd is moet
de machine onmiddellijk worden gestopt
en de motor worden afgezet. Laat de
schade direct herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de
eenasssige tractor meteen stoppen en
de motor afzetten. Laat het defect direct
repareren!
Wanneer op hellend terrein wordt ge-
werkt verdient het aanbeveling, de een-
assige tractor met een trekkabel of een
trekstang vast te houden, om te voor-
komen dat de machine wegschuift. De
bestuurder moet zich heuvelopwaarts
van de machine bevinden en dient vol-
doende afstand te houden tot de werk-
tuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de hel-
ling!
Beëindigen van de
werkzaamheden
Laat de eenassige tractor nooit onbe-
heerd achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de tractor ver-
laat. Sluit daarna de brandstofkraan.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen
om gebruik door onbevoegden te ver-
hinderen. Haal de contactsleutel uit het
contact (indien aanwezig) of trek de bou-
giekap eruit.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitslui-
tend aan bij afgezette motor en uitge-
schakelde aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag
altijd beschermhandschoenen als u
aanbouwwerktuigen of onderdelen er-
van vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en
demonteren in de juiste positie en zorg
ervoor dat het werktuig niet kan weg-
kantelen.
Bij het aankoppelen van de werktuigen
is grote voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtingen,
volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, eenassige
tractor en aanbouwwerktuig beveiligen
tegen wegrollen. Voorkom gebruik door
onbevoegden. Monteer eventueel de
transport- of beschermingsinrichting en
zet deze in de veiligheidsstand.
Hakinrichting
De schutlatten van het hakwerktuig die-
nen zo te worden ingesteld dat alleen
het gedeelte van het werktuig dat in de
bodem komt vrij is.
Let bij het hakken op de juiste instelling
van het hakspoor.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
agria Eenassige tractor 3900 15
Maai-inrichting
De scherpe kant van de maaibalk kan
bij onoplettendheid aanzienlijke verwon-
dingen veroorzaken. Verwijder daarom
de schutlatten van de messen alleen tij-
dens het maaien en plaats ze na het
maaien direct weer op de juiste manier
terug.
Tijdens transport en opslag dienen de
schutlatten altijd op de messen te zijn
gemonteerd; op de vingerbalk moeten
bovendien de spanveren worden inge-
haakt.
Transporteer de gedemonteerde maai-
balk niet zonder schutlat.
Bescherm de messen met de schut-
latten voordat de maaibalk gemonteerd
en gedemonteerd wordt.
Let er bij het vervangen van de messen
en het losmaken en vastdraaien van de
mesmeenemers op dat de schroef-
beweging van de richting van de snij-
kanten af beweegt.
Draag bij het slijpen van de messen een
veiligheidsbril en handschoenen.
Aanhangers
Maximaal toelaatbare belasting van de
aanhangkoppeling, trekhaak en hitch in
acht nemen.
Let bij disselbevestiging op voldoende
beweeglijkheid rond het aanhangpunt.
Maximaal toegestane asbelasting en
totaalgewicht niet overschrijden.
Controleer voor iedere rit de rem en de
verlichting.
Inspecteer het remsysteem regelmatig
en nauwkeurig!
Het instellen en repareren van de rem-
men mag alleen worden uitgevoerd door
vakkundig geschoold technisch perso-
neel bij de garage.
Bij alle ritten met een aanhanger moet
de beremming van de wielen zijn uitge-
schakeld!
Bij uitvoeringen met onafhankelijke wiel-
schakeling mag de wielschakeling niet
aan beide kanten bediend worden, –
onafhankelijke wielschakeling moet uit-
geschakeld zijn!
Bij uitvoeringen met differentieel mag
het differentieelslot in de bochten niet
gebruikt worden.
Alleen wanneer er een speciaal daar-
voor bestemde bijrijderszitplaats voor-
handen is mag een bijrijder meerijden.
Ander personenvervoer is niet toege-
staan.
Schakel voor hellingen tijdig terug. Op
hellingen nooit ontkoppelen en schake-
len!
Gewichten
Breng de gewichten altijd volgens de
voorschriften aan aan de daarvoor be-
stemde bevestigingspunten.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
16 agria Eenassige tractor 3900
Onderhoud
Pleeg geen onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden aan de machine met
lopende motor.
Bij werkzaamheden aan de motor dient
de bougiekap altijd te worden verwijderd
(alleen bij benzinemotoren).
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen
of werktuigen aan slijtage onderhevig
dan moeten deze regelmatig gecontro-
leerd en eventueel vervangen worden!
Beschadigde messen moeten vervan-
gen worden!
Gebruik bij het vervangen van de mes-
sen passend gereedschap en
veiligheidshandschoenen.
Reparatiewerkzaamheden zoals lassen,
slijpen, boren enz. mogen niet aan dra-
gende, veiligheidstechnische onderde-
len (bijv. aanhanginrichtingen) worden
uitgevoerd!
Zorg ervoor dat de eenassige tractor en
de aanbouwwerktuigen schoon blijven,
om brandgevaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig con-
troleren of ze vast zitten en eventueel
aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden dienen de
beschermingsinrichtingen weer te wor-
den aangebracht en in oorspronkelijke
positie te worden teruggebracht.
Altijd originele agria-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderdelen
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de firma
agria vastgelegde technische eisen.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Na gebruik wegzetten
Het parkeren van de eenassige tractor
in ruimtes met open kachels is verbo-
den.
Parkeer de eenasssige tractor niet in
gesloten ruimtes wanneer zich nog
brandstof in de brandstoftank bevindt.
Benzinedampen zijn gevaarlijk.
Motor, brandstof en olie
Laat de motor niet in een gesloten
ruimte lopen vanwege verhoogde kans
op vergiftiging! Vervang defecte uitlaat-
pijpen daarom ook altijd direct.
Wees voorzichtig met brandstof van-
wege het brandgevaar. Vermijd open
vuur, vonken en hete motoronderdelen
tijdens het bijvullen van brandstof. Vul
geen brandstof bij in gesloten ruimtes.
Niet roken tijdens het tanken!
Tank alleen met uitgeschakelde en af-
gekoelde motor.
Zorg ervoor dat u geen brandstof morst,
gebruik een passende trechter.
Mocht er toch brandstof zijn gemorst,
schuif dan de eenassige tractor aan de
kant voordat u de motor start.
Gebruik alleen brandstof van voorge-
schreven kwaliteit.
Bewaar de brandstof alleen in daarvoor
bestemde blikken.
Vloeistoffen die onder hoge druk ont-
snappen zoals bijv. brandstof, kunnen
de huid binnendringen en ernstige ver-
wondingen veroorzaken. Waarschuw
direct een arts!
1
agria Eenassige tractor 3900 17
Houd anticorrosiemiddelen en stabilisa-
toren altijd buiten het bereik van kinde-
ren. Bij misselijkheid en braakneigingen
direct een arts waarschuwen. In geval
van contact met de ogen meteen met
veel water uitspoelen. Vermijd het ina-
demen van de dampen.
Lees de aanwijzingen op de verpakking!
Maak gebruikte spuitbussen (starthulp-
mengsel e.d.) helemaal leeg op een
vonk- en vlamvrije plaats voordat u deze
weggooit, eventueel als klein chemisch
afval behandelen.
Voorzichtig bij het aftappen van hete
olie, er bestaat verbrandingsgevaar.
Gebruik altijd olie van voorgeschreven
kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daar-
voor bestemde kannetjes.
Olie, brandstof, vet en filters geschei-
den en volgens de voorschriften verwer-
ken.
Banden en
bandenspanning
Bij werkzaamheden aan de wielen dient
u ervoor te zorgen dat de eenassige
tractor veilig geparkeerd is en tegen
wegrollen beveiligd is.
Reparaties aan de wielen mogen alleen
door vakkundig personeel met passend
gereedschap worden uitgevoerd.
Controleer de bandenspanning regel-
matig. Bij een te hoge luchtdruk bestaat
explosiegevaar.
Let op de juiste bandenspanning bij
werkzaamheden met extra gewichten.
Schroeven en moeren van de wielen
dienen bij servicewerkzaamheden te
worden aangedraaid.
Elektrische installatie en
accu
Bij werkzaamheden aan de elektrische
installatie moet altijd de accu worden
losgemaakt (indien voorhanden).
Let op de juiste volgorde bij het aanslui-
ten – eerst de pluspool en dan de min-
pool! Het losmaken van de accu ge-
beurd in omgekeerde volgorde.
Voorzichtig met accugassen – explosie-
gevaar!
Vermijd vonken en open vuur in de buurt
van de accu.
Verwijder de kunststof bekleding (indien
voorhanden) voor het laden van de accu
zodat concentratie van explosieve gas-
sen vermeden wordt.
Voorzichtig met accuzuur – agressief!
Gebruik alleen voorgeschreven zekerin-
gen. Bij het gebruik van te zware zeke-
ringen raakt de elektrische installatie
defect – brandgevaar!
Pluspool altijd voorzien van bescherm-
kapje.
Dragers van een pacemaker mogen de
stroomvoerende onderdelen van het
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
18 agria Eenassige tractor 3900
ontstekingssysteem niet aanraken bij
lopende motor!
Beschrijving van de
waarschuwingssymbolen
Voor reinigings-, onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden motor
afzetten en bougiekap eruit trekken.
Bij lopende motor voldoende afstand
houden van het freeswerktuig of de
maaier.
Niet zonder veiligheidsvoorzieningen
werken! Voor het starten voorzieningen
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
in de juiste positie brengen.
Houd bij lopende motor voldoende af-
stand van de maaimessen!
Tast nooit in bewegende machine-
onderdelen. Wacht totdat ze tot stilstand
gekomen zijn.
Bij lopende motor afstand houden.
Beschrijving van
de
gebodssymbolen
Bij werkzaamheden met de
machine moeten individuele
gehoorbeschermingen wor-
den gedragen.
Veiligheidshandschoenen ge-bruiken.
1
agria Eenassige tractor 3900 19
2. Technische gegevens
Sporenplan: [mm]
*
*S = zie sporenplan
Eenassige tractor
Afmetingen van de machine:
2
A S i A S i A S i A S i
490 350 210 510 370 230 530 390 250 590 450 310 5.00-10
760 600 440 5.00-12
a b c d e f h l
L100AE 5.00-10 650 570 240 195 300 270 1200 1820
EH25D 5.00-10 580 570 240 195 300 270 1200 1750
L100AE 5.00-12 650 570 290 245 300 270 1250 1820
EH25D 5.00-12 580 570 290 245 300 270 1200 1750
Banden: (toebehoor-artikelen)
3990 111 5.0 0-10 akkerprofiel
3990 411 5.00-12
Aanbouw van het aandrijfwiel zie blz. 31
Bandenspanning:..................... 1,2 bar
20 agria Eenassige tractor 3900
Koppeling: ........dubbelvoudige droge
plaatkoppeling
Transmissie: ........................ tandwiel-
schakeltransmissie,
4 versnellingen vooruit,
1 versnelling achteruit, met automa-
tisch veranderen van richting. Dit
systeem wordt ingeschakeld door
rotatie van de stuurstang en het maakt
het mogelijk om alle snelheden zowel
vooruit als achteruit te benutten, ook
wanneer frontaanbouwwerktuigen zijn
gemonteerd. De mogelijke maximale
snelheden in de verschillende
versnellingen zijn in de volgende tabel
opgesomd.
differentieel, te vergrendelen
Transmissieolie: reservoir ca. 1,5 liter
transmissieolie SAE 90 - API - GL5
(bijv. BP Energear Hypo)
Rijsnelheden:
2. Technische gegevens
Aftakas: ................................837 min
-1
versnellingsonafhankelijk
bij motortoerental 3600 min
-1
draairichting: rechtsdraaiend
(met de klok mee) op de aftakas
gezien, bij vooruit en achteruit rijden
gelijkblijvend
Stuurstang: .......in hoogte verstelbaar
zonder gereedschap zijdelings
verstelbaar en 180° zw enkbaar voor
het aanbouwen van frontwerktuigen
Trillingsniveau:
op stuurhendel:
benzinemotor EH 25D .. a
hw
< 2,5 m/s
2
dieselmotor L 100 AE .........................
met Hakinrichting: ............ a
hw
= 4 m/s
2
met maaimachine: .........a
hw
= 12 m/s
2
volgens ISO 5349 bij 85 % van het nominale
motortoerental met ingeschakeld werktuig
Gewichte:
leeg: zonder wielen met wielen
5.00-10
benzin: EH 25 D 81,9 kg 102,3 kg
diesel: L 100 AE 112 kg 130 kg
max. toegelaten
totale gewicht:.......................... 250 kg
max. toegelaten
gewicht op de trekhaak:............. 85 kg
Aanhanginrichting:
Toebehoor ............................ 3940 011
2
1 2 3 4 R
1,2 2,5 3,4 10 2,7
1,6 3,2 4,4 13 3,5
1 2 3 4 R
1,4 3,0 4,0 12 3,2
1,9 3,8 5,3 15,6 4,2
5.00-10 AS [km/h]
5.00-12 AS [km/h]
agria Eenassige tractor 3900 21
2. Technische gegevens
Benzinemotor
Motorenfabrikant: ....................Robin
Typ: ...................................... EH 25 D
Bouwwijze: geforceerd-luchtgekoelde
eencilinder viertaktmotor (benzine)
OHV
Boring: .................................... 75 mm
Slag: ........................................ 57 mm
Cilinderinhoud: ................... 251 ccm
Vermogen: .............................. 5,9 kW
bij 3600 min
-1
Koppel maximaal: ................16,7 Nm
bij 2400 min
-1
Bougie:.....................BOSCH WR7AC
NGK BR 6 HS
elektrodenafstand 0,7–0,8 mm
Ontsteking: ................... elektronische
magneet ontsteking,
zonder contact,
ontstekingstijdstip vast ingesteld,
radio-ontstoord volgens VDE 0879
Klepspeling (bij koude motor)
inlaatklep.................... 0,08 ± 0,11 mm
uitlaatklep.................. 0,08 ± 0,11 mm
Startinrichting: .......... repeteerstarter
Inhoud brandstoftank:........ca. 8 liter
Brandstof: ........benzine (tankstation),
octaangetal minstens 90 RON
(zie brandstofadvies)
Luchtfilter: .... droog filterelement met
schuimstof voorfilter
Carburateur: .....................horizontale
vlottercarburateur
Mengreguleerschroef:
basisinstelling ca. 1/4 omwenteling open
Nominaal toerental: ......... 3600 min
-1
Max. toerental onbelast:.. 3800 min
-1
Stationair toerental: ......... 1200 min
-1
Motorolie:........ hoeveelheid ca. 0,65 l
universele olie SAE 10W-40
API-SC (of hogere kwaliteit)
Geluidsniveau:
geluidsniveau waargenomen door de
bestuurder: ........................... 87 dB(A)
(conform EN 709)
geluidsvermogensniveau:.. 99,5 dB(A)
conform EG 84/538 EEG bij 85% van
het nominale motortoerental)
Gebruik op hellingen:
De motor is geschikt voor werkzaam-
heden op hellingen (bij motoroliepeil
‘max’ = bovenste vulmarkering):
langdurig gebruik op helling ..... tot 45°
(100 %)
Benzinemotor
2
22 agria Eenassige tractor 3900
2. Technische gegevens
Dieselmotor
Motorenfabrikant: ................. Yanmar
Typ: .....................................................
Uitv. repeteerstarter .......... L100AE-DI
Bouwwijze: geforceerd-luchtgekoelde
eencilinder viertaktdieselmotor
Boring: .................................... 86 mm
Slag: ........................................ 70 mm
Cilinderinhoud: ................... 406 ccm
Vermogen: ...... 7,4 kW bij 3600 min
-1
Koppel maximaal:
........................... 27 Nm bij 1700 min
-1
Compressie: .......................... 200 bar
Klepspeling (bij koude motor)
inlaatklep.................... 0,15 ± 0,02 mm
uitlaatklep.................. 0,15 ± 0,02 mm
Startinrichting: ...........repeteerstarter
Brandstof: ..........................................
gewone dieselbrandstof
cetaangetal min. 45
(zie brandstofadvies)
Brandstoffilter: ..................................
Groffe filterzeef............... in de vulbuis
Fijne filterzeef .....................................
ingebouwd in de brandstoftank-uitloop
Inhoud brandstoftank:.....ca. 5,5 liter
Luchtfilter: ........... droog filterelement
.....................met schuimstof-voorfilter
..............................en cyclon-voorfilter
Nominaal toerental: ......... 3600 min
-1
Max. toerental onbelast:.. 3800 min
-1
Stationair toerental: ........ 1700 min
-1
Smering:
........................................ druksmering
........................... hoofdstroomoliefilter
Motorolie:........ hoeveelheid ca. 1,65 l
bij temperaturen -15° tot +45°C:
SAE 10W-40 API-SC (of hoger)
bij temperaturen -25° tot +15°C:
SAE 5W-20 API-SC (of hoger)
Geluidsniveau:
geluidsniveau waargenomen
door de bestuurder ............... 88 dB(A)
(conform EN 709)
geluidsvermogensniveau:..... 99 dB(A)
conform EG 84/538 EEG bij 85% van
het nominale motortoerental)
Gebruik op hellingen:
De motor is geschikt voor werkzaam-
heden op hellingen (bij motoroliepeil
‘max’ = bovenste vulmarkering):
langdurig gebruik op helling 20° (44%)
Dieselmotor
2
agria Eenassige tractor 3900 23
De eenassige tractor agria type 3900 is
een basismachine die altijd in combina-
tie met een aanbouwwerktuig wordt
ingezet.
Als aanbouwwerktuigen zijn beschik-
baar:
aanbouwwerktuigen voor de
achterzijde, bijv.:
hak- en freeswerktuigen
getrokken bodembewerkings-
machines
eenassige aanhangers
grind- en zoutstrooiers
frontaanbouwwerktuigen
maaimachines
schoonmaakmachines
sneeuwschuivers en -frezen
grind- en zoutstrooiers
en verschillende werktuigen, zie ook
prijslijst.
Motor
l
De viertakt benzinemotor wordt
aangedreven met normaal verkrijgbare
benzine (zie ook blz. 9: geadviseerde
brandstof).
Ontsteking
De motor is uitgerust met een contact-
loze elektronische ontsteking. Wij advi-
seren de noodzakelijke controles alleen
door de vakman te laten uitvoeren.
l
De viertakt dieselmotor wordt aan-
gedreven met normaal verkrijgbare die-
selbrandstof (zie ook blz. 9: geadvise-
erde brandstof). Let op de speciale
brandstof voor de winterperiode!
Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrij-
periode) mag de motor niet tot het maxi-
mum worden belast.
Ook na de inrijperiode mag u als regel
niet meer gas geven dan nodig is.
I
Hoge toerentallen kunnen de
motor beschadigen en de le-
vensduur aanzienlijk beperken. Dit
geldt vooral als de motor onbelast
draait! Laat de motor nooit over z’n
toeren draaien, daardoor kan de mo-
tor direct defect raken.
Koeling
De motor wordt gekoeld met een venti-
lator. Zorg ervoor dat geen vuil of blader-
resten in de koelluchtzeef op de
repeteerstarter en de koelribben van de
cilinder worden aangezogen.
Stationaire toerental
Het stationaire toerental van de motor
moet juist zijn afgesteld. Wanneer de
toerentalhendel tegen de eindaanslag
in stationaire positie staat moet de mo-
tor bij laag toerental zonder problemen
blijven lopen.
Luchtfilter
Het luchtfilter reinigt de aangezogen
lucht. Een vervuild luchtfilter kan het
motorvermogen ongunstig beïnvloeden.
3. Machine- en bedieningselementen
3
24 agria Eenassige tractor 3900
3. Machine- en bedieningselementen
Toerentalhendel
Benzinmotor
Met de toerentalhendel (B/9) aan de stuur-
stang kan het motortoerental van min. = STA-
TIONAIR tot max. = VOLGAS traploos gere-
geld worden.
Dieselmotor
Met de toerentalhendel (B/9) aan de stuur-
stang kan het motortoerental van min. = STA-
TIONAIR tot max. = VOLGAS traploos gere-
geld worden. Bovendien wordt met deze
hendel de motor-uit-schakelaar bediend.
Schakelposities zie afb. J.
I
De toerentalhendel dient ook als Nood-
uit-schakelaar: in gevaar-lijke situaties
in positie "STOP" brengen!
Veiligheidschakeling
De eenassige tractor is uitgerust met een
mechanische veiligheidsschakelaar (hendel
B/1).
STOP-positie: bij het loslaten van de
hendel wordt de motor afgezet.
Voorzichtig! motor loopt nog even door!
Startpositie: om de motor te starten en
voor een werkpauze veiligheidshendel (B/1)
naar beneden drukken, koppelingshendel
(B/2) aantrekken en met vergrendeling (B/3)
vastzetten.
Bedrijfspositie: tijdens de werkzaamhe-
den met de machine de veiligheidshendel
(B/1) naar beneden drukken.
W
Veiligheidshendel niet vast-
zetten!
22
22
2 4
I
De veiligheidshendel dient ook als
noodschakelaar. De veiligheidshendel
moet in noodsituaties die om een snel han-
delen vragen, worden losgelaten, deze komt
dan automatisch in de positie ‘STOP’!
J
B/1
B/2
3
B/3
agria Eenassige tractor 3900 25
3. Machine- en bedieningselementen
Koppeling
De enkelvoudige droge plaatkoppeling
wordt bediend door de koppelingshen-
del (B/2). Bij aangetrokken koppelingshen-
del is de motor ontkoppeld, dat betekent
dat de motor de werktuigdrager niet
aandrijft.
l
Let op de koppelingsspeling, zodat
tijdens de werkzaamheden de koppe-
ling niet slipt.
I
Wanneer de motor loopt mag
de eenassige tractor niet te lang
met aangetrokken koppeling worden
neergezet, dit kan schade aan de
ontkoppelbare mof veroorzaken.
Bij stilstaande motor moet de eenas-
sige tractor echter altijd met aangetrok-
ken hendel (vergrendelingsbeugel ge-
arreteerd) worden neergezet, anders
kunnen problemen bij het koppelen als
gevolg van roestvorming ontstaan.
53
3
B/2
26 agria Eenassige tractor 3900
3
3. Machine- en bedieningselementen
Transmissie
I
Alleen schakelen als de machine stilstaat (ontkoppeld)!
Bij 180° gedr aaide stuurstang (voor frontaanbouwwerktuigen) zijn de schakels-
tangen voor versnelling en aftakasschakeling omgewisseld
Versnelling
De versnellingen worden geschakeld
met de schakelstang (B/7).
Een positie neutraal bevindt zich steeds
tussen de versnellingen.
Schakelhendelinstelling geeft steeds de
gekozen versnelling op de schakelplaat
aan.
Differentieel
Het differentieel kan desgewenst wor-
den uitgeschakeld met de hendel (B/4)
om de trekkracht te verhogen bij werk-
zaamheden onder moeilijke omstandig-
heden. Het differentieel slechts zo lang
als nodig is blokkeren.
I
Tijdens het rijden en het keren
dient het differentieelslot te zijn
uitgeschakeld, zodat de machine be-
ter stuurbaar is (vooral bij het ne-
menvan bochten).
Inschakelen van het
differentieelslot
(starre wielas) tijdens de rit:
Gas los
Hendel (B/4) naar voren brengen
Druk dienovereenkomstig het
gaspedaal
Differentieelslot uitschakelen:
l
Hendel (B/4) naar achteren brengen
B/7
B/4
34
agria Eenassige tractor 3900 27
3. Machine- en bedieningselementen
Afzonderlijke wielberemming
(hulp bij het draaien van de stuurstang)
De eenassige tractor wordt optioneel uitgerust met een linker en een rechter
afzonderlijke wielberemming, om het sturen en draaien van de machine gemak-
kelijker te maken.
De bediening gebeurt met hendels (B/10 of B/11).
l
Draaien naar rechts: hendel (B/11)
aantrekken.
l
Draaien naar links: hendel (B/10)
aantrekken.
W
Wanneer de stuurstang 180° g edraaid is (frontaanbouwwerktuigen) is
de bediening omgekeerd!
Op hellingen altijd naar de helling toe draaien.
W
Wanneer met aanhangers gereden wordt, mag nooit de af-
zonderlijke wielberemming van de eenassige tractor worden gebruikt,
maar alleen de bedrijfsrem van de aanhanger!
Centrale rem
Als de eenassige tractor in heuvelachtig terrein moet worden afgremd of neerge-
zet moet de gecombineerde centrale parkeerrem worden gebruikt. Hiertoe met
de pen de beide hendels (B/10 und B/
11) verbinden.
l
Centrale rem
Hendel (B/10 en 11) naar achteren met
de klok mee draaien – beide wielen
worden afgeremd.
Bij het loslaten van de hendel zwenkt
deze weer in de uitgangspositie terug –
rem is weer los.
l
Parkeerem
Hendel (B/10 en 11) naar achteren met
de klok mee over het dode punt heen draaien. Hendel blijft uit zichzelf staan –
beide wielen zijn geblokkeerd. Losmaken van de parkeerrem: hendel in uitgangs-
positie terugbrengen – rem is weer los.
3
B/10
B/11
B/11
B/10
34
28 agria Eenassige tractor 3900
3
Aftakas
De versnellingsonafhankelijke aftakas (A/11 of
C/11) is bij de eenassige tractor geïntegreerd
in de koppelflens voor aanbouwwerktuigen.
Met de aftakasschakelstang (B/5) wordt de
aftakas in- en uitgeschakeld. Aftaka-
saandrijving alleen in ontkoppelde toe-
stand:
I = ingeschakeld;
Aftakasschakelstang naar achteren
0 = uitgeschakeld;
Aftakasschakelstang naar voren
I
Bij 180° gedr aaide stuurstang zijn de
schakelstangen voor aftakasschake-
ling en versnelling omgewisseld en de afta-
kas-schakelrichting is omgekeerd!
Achteruitrijrem, aftakasrem
De eenassige tractor is uitgerust met een
automatische achteruitrijrem (A/6)
(vergrendelhendel ) die voorkomt dat de
aftakas voor de hakinrichting tijdens het
achteruitrijden inschakelt, en dat de
versnelling achteruit bij ingeschakelde
aftakas in werking treedt.
3. Machine- en bedieningselementen
Aanbouwwerktuigen achter:
versnelling achteruit in werking
= aftakasschakeling vergrendeld
Frontaanbouwwerktuigen: aftakasscha-
keling bij alle versnellingen vrij!
Aanbouwwerktuigen achter:
versnelling vrij of versnelling vooruit
ingeschakeld = aftakasschakeling vrij!
34
agria Eenassige tractor 3900 29
Stuurstang
W
Verstel de stuurstang nooit
tijdens de werkzaamheden
(positie neutraal).
Stuurstang in hoogte verstellen
l
Hendel (B/6) zover naar beneden
drukken tot de pallen vrij zijn.
l
Breng de stuurstang op de gewenste
hoogte (afb. K).
l
Hendel loslaten en stuurstang in de
passende pal laten ingrijpen zodat de
hendel weer helemaal naar boven in de
uitgangspositie terugkomt.
Stuurstang zijwaarts verstellen
De stuurstang kan uit zijn normale po-
sitie (midden positie) ca. 30° naar links
of naar rechts versteld worden (afb. L).
l
Stuur-vergrendeling (B/9) aantrekken
en daarbij de stuurstang naar links of
naar rechts in de gewenste positie
brengen.
l
Stuur-vergrendeling loslaten en
stuurstang terug laten springen.
3. Machine- en bedieningselementen
L
K
3
B/6
B/9
30 agria Eenassige tractor 3900
3
Stuurstang draaien – 180°
voor het aankoppelen van frontwerktui-
gen
W
Stuurstang alleen draaien
wanneer de motor uit staat!
Haarspeldveren (M/13) uit de scha-
kelstangen trekken.
Schakelstangen (M/10 +11) van de
scharnierstangen (M/12) halen.
Stuurvergrendeling (B/9) aantrek-
ken.
De stuurstang met de klok mee (afb.
N) 180° dr aaien.
Stuurvergrendeling loslaten en in de
passende pal op de stuurstang laten
ingrijpen.
Beide schakelstangen opnieuw met
de buitenste schakelhendels verbinden.
en met de haarspeldveren borgen.
I
Let er bij het draaien van de
stuurstang op dat de Bowden-
kabels niet vedraaid of gespannen zijn.
De schakelstang voor de versnelling
bevindt zich nu links en de aftakas-
schakelstang rechts aan het stuur.
De aftakasschakelrichting en de afzon-
derlijke wielberemming zijn eveneens
omgedraaid
De zijwaartse verstelling van de stuur-
stang (ca. 30°) kan ook in gedr aaide
positie uitgevoerd worden.
Stuurstang terug draaien
Het terugdraaien van de stuurstang ge-
beurt in dezelfde volgorde maar tegen
de klok in.
3. Machine- en bedieningselementen
N
M
B/9
34
agria Eenassige tractor 3900 31
Aandrijfwielen
De aandrijfwielen (6) worden aan de
wielflens (1) met de wielmoeren (8) ge-
monteerd.
Eerst moeten de wieladapterflenzen (2)
aan de wielen gemonteerd worden.
De benodigde spoorbreedte kan worden
ingesteld (zie sporenplan blz. 18) door
de aandrijfwielen aan de wielflenzen of
de aandrijfwielen aan de wieladapter-
flenzen te monteren (flenzen of wielen
naar binnen of naar buiten gedraaid en
van binnen of van buiten aan de wiel-
adapterflenzen gemonteerd).
De wielen moeten met de profielpunten
in de rijrichting (van boven af op de wie-
len gezien) gemonteerd worden, om de
trekkracht zo optimaal mogelijk te be-
nutten. Let hier ook op bij de 180° ge-
draaide stuurstang bij frontaanbouw-
werktuigen.
Wielbevestigingsschroeven
Stiftschroeven met ringen en wiel-
moeren.
De wielschroeven en wielmoeren moe-
ten bij nieuwe machines en bij iedere
verwisseling van de wielen na de eer-
ste 2 bedrijfsuren met 50 Nm worden
nagetrokken. Verder bij alle onderhouds-
beurten.
Sneeuwkettingen
Bij het gebruik van sneeuwkettingen
moeten de aanwijzingen van de fabri-
kant worden opgevolgd. Let erop dat de
machineonderdelen vrij kunnen bewe-
gen.
3. Machine- en bedieningselementen
Aandrijfwielen 5.00 - 10
1 wielflens
2 wieladapterflens
3 ring
4 wielmoer
5 zeskantige schroef
6 aandrijfwiel
7 ring
8 wielmoer
3
Wielgewicht 12"
Aandrijfwielen 5.00 - 12
6 7 8
2 3 4
5
1
32 agria Eenassige tractor 3900
3
Frontgewichten
Slechts uitv. Benzinemotor
Voor betere trekprestaties van de trac-
tor kan een frontgewicht worden gemon-
teerd.
Aanbouw frontgewicht:
Art.nr. ................................... 3228 011
Bij uitvoering dieselmotor met elektri-
sche starter moet de montageset voor
frontgewichtdragers worden gebruikt
(AGRIA nr. 719 66). Deze moet voorop
de motorbeschermingskap gemonteerd
worden.
Stander
Slechts uitv. Benzinemotor
Voor onder de gewichtsdragers en de
motorbeschermingsvoet bevindt zich de
stander (A/13). Deze wordt gebruikt bij
het wegzetten van de eenassige tractor
zonder aanbouwwerktuig, en om het
aankoppelen van werktuigen te verge-
makkelijken. Bij het wegzetten de stan-
der naar voren bewegen. Bij volgend
gebruik de stander weer in de juiste
stand terugklappen.
3. Machine- en bedieningselementen
Frontgewichten
agria Eenassige tractor 3900 33
Aan- en afkoppelen van
de aanbouwwerktuigen
Aanbouwwerktuigen achter
W
Aan- en afkoppelen alleen bij
afgezette motor!
Geräteanbau
Kunststof beschermkap van de aans-
luitas van het aanbouwwerktuig verwijde-
ren.
De aansluitpunten aan de eenassige
tractor en het aanbouwwerktuig moeten
schoon en ingevet zijn; eventueel
schoonmaken en invetten.
Versnelling in positie ‘0’ schakelen.
Bij aftakasaangedreven werktuig:
schakelstang (B/5) aan de eenassige
tractor op positie ‘0’ zetten.
Vergrendeling (A/10; C/10) in positie
open " " draaien .
Aanbouwwerktuig tot aan de aan-
slag inschuiven.
vergrendeling (A/10; C/10) in positie
gesloten " " brengen.
Arreteerbout klikt zich nu automatisch
vast. Indien dit niet het geval is: aan-
bouwwerktuig een beetje heen en weer
bewegen.
Geräteabbau
Vergrendeling (A/10; C/10) in positie
open " " draaien .
Aanbouwwerktuig uit het werktuig-
aansluitpunt trekken.
Beschermkap weer op de aansluit-
as van het werktuig terugplaatsen.
3. Machine- en bedieningselementen
3
è "0"
A/10;
C/10
A/10;
C/10
34 agria Eenassige tractor 3900
S
3. Machine- en bedieningselementen
3
30
33
agria Eenassige tractor 3900 35
3. Machine- en bedieningselementen
Adapter voor
aanbouwwerktuigen
agria-series 3400 en
5500
Adapter-aanbouw
De aansluitingen van de ad-
apter en het aanbouwwerktu-
ig moeten schoon zijn; evt.
reinigen
bij aftakasaangedreven
werktuigen: schakelhendel
(6) aan aanbouwwerktuig op
‘0’ schakelen
op de koppelmof moet een
beetje biologisch afbreekbaar
smeervet zijn aangebracht
adapter (2) op het aan-
bouwwerktuig (3) aanbren-
gen; let erop dat de centre-
ring (7) van de flens correct
is en dat de flensvlakken
aansluiten
bevestigingsschroeven (1,
4 en 5) monteren en aan-
draaien
bij aftakasaangedreven
werktuigen schakelhendel (6)
aan het werktuig op ‘I’ zetten;
de aftakas wordt dan met de
aftakasschakelstang aan de
basismachine geschakeld
voor het aanbouwen van
maaiwerktuigen aan de series
3400 en 5500 moet de maai-
werkkapdrager (8–12) aan de
bovenste bevestigingsschroef
worden bevestigd.
Het afbouwen gebeurt in
omgekeerde volgorde.
series 3400 en 5500:
8 hoek voor
maaiwerkkapdrager
9 maaiwerkkapdrager
10 zeskantige schroef
11 getande borgring
12 zeskantige moer
3
36 agria Eenassige tractor 3900
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. dieselmotor
Motorkap
Motorkap verwijderen
l
Motorkap aan de achterzijde omh-
oog tillen.
l
Motorkap aan de voorzijde omhoog
tillen en in zijn geheel verwijderen.
Motorkap terugplaatsen
l
Motorkap achter en voor met de
klemrubbers op de kogelkoppen plaat-
sen.
l
Door lichte druk op de voor- en ach-
terzijde van de motorkap uit te oefenen,
klikken de kogelkoppen in de klemrub-
bers vast.
I
De klemrubbers kunnen even-
tueel met wat bio-smeervet
worden ingesmeerd, zodat ze gemak-
kelijker vastklemmen.
3
3
agria Eenassige tractor 3900 37
4. Ingebruikname en bediening
Eerste ingebruikname
De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van het
rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar minu-
ten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum.
Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toeren
draaien.
Let erop dat het filter altijd goed wordt onderhouden en zorg voor schone
brandstof. Gebruik alleen merkbenzine.
Gebruik uitsluitend verse en schone brandstof (niet ouder dan 3 maanden), de
brandstof mag alleen worden bewaard in goedgekeurde brandstofjerrycans, die
in de vakhandel verkrijgbaar zijn. Verroeste stalen en niet benzinebestendige kunst-
stof jerrycans zijn niet toegestaan.
Om startproblemen te voorkomen, moet de brandstoftank van de machine
bij de eerste ingebruikname of na een periode van langere stilstand hele-
maal worden gevuld.
Wees voorzichtig met brandstof.
Benzine is makkelijk ontvlambaar en onder be-
paalde omstandigheden explosief!
l
Tank nooit in afgesloten ruimtes.
l
Alleen tanken met afgezette en afgekoelde
motor.
l
Tank nooit in de omgeving van open vuur,
vonken of hete motoronderdelen.
l
Niet roken tijdens het tanken!
l
Mors geen brandstof, gebruik een passende
trechter.
De brandstoftank mag niet helemaal tot de rand toe
worden volgetankt. Laat altijd ca. 5 mm onder de
rand vrij, zodat de brandstof kan uitzetten.
l
Transmissieoliepeil controleren (zie blz. 54).
I
Let op: om transportredenen is de motor
bij levering niet helemaal met motorolie gevuld!
Voor de eerste ingebruikname moet motorolie worden
bijgevuld (zie blz. 45)!
4
Benzinemotor
38 agria Eenassige tractor 3900
Starten van de
benzinemotor
W
Start de motor nooit in afgeslo-
ten ruimtes. De uitlaatgassen
bevatten koolmonoxide dat zeer giftig
is wanneer het wordt ingeademd!
Centrale rem (B/10 en B/11) inscha-
kelen
Motoroliepeil controleren
Luchtfilter schoon?
Voldoende brandstof in de tank?
Bougiekap plaatsen
Brandstofkraan (E/15) opendraaien
Choke
l
koude motor: CHOKE-knop (E/13) uit-
trekken.
l
warme motor: CHOKE-knop in nor-
male positie laten of half uittrekken
Toerentalhendel (B/8) op ca. 1/3 gas
zetten
Veiligheidshendel en koppelingshendel
in startpositie
Motor buiten het gevarenbereik star-
ten
Het trekkoord aan de starthandgreep (K/6)
zover uittrekken totdat de startkoppeling
merkbaar gepakt wordt, vervolgens trek-
koord stevig en met kracht aantrekken
zodat de motor gestart wordt. Handgreep
na het starten voorzichtig loslaten.
Als de motor loopt, korte tijd laten
warm draaien. Choke-knop langzaam in
bedrijfspositie terugdraaien (indien
gebruikt).
4. Ingebruikname en bediening
Benzinemotor
2x
? ok
? ok
? ok
1/3
4
4
agria Eenassige tractor 3900 39
Afzetten van de
benzinemotor
Versnelling en maaiaandrijfschake-
ling in positie ‘0’ zetten
Toerentalhendel in positie neutraal
zetten en de motor ca. 30 seconden sta-
tionair laten draaien
Veiligheidsschakelhendel (B/1) los-
laten
Brandstofkraan sluiten
Eenassige tractor tegen onbevoegd
gebruik beveiligen – bougiekap verwij-
deren.
I
De motor-uit-schakelaar (B/1)
dient ook als Nood-uit-schake-
laar. Indien nodig schakelaar in positie
‘0’ brengen, de motor springt af.
I
Wanneer de motor voor lange-
re tijd wordt afgezet, is het beter
niet de motor-uit-schakelaar te gebrui-
ken, maar de brandstofkraan te sluiten
en de motor zolang te laten lopen totdat
deze vanzelf afspringt. De carburateur
is dan leeg en er kan geen verharsing
optreden.
"0"
"0"
66
66
6
30 sec.
4. Ingebruikname en bediening
Benzinemotor
4
40 agria Eenassige tractor 3900
Eerste ingebruikname
De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van het
rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar minu-
ten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum.
Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toeren
draaien.
I
Let erop dat het filter altijd goed wordt onderhouden en zorg voor
schone brandstof. Gebruik alleen merkdiesel. Denk tijdig aan de
‘winterdiesel’ (zie blz. 9).
De brandstof mag alleen worden bewaard in goedgekeurde brandstofjerrycans,
die in de vakhandel verkrijgbaar zijn. Verroeste stalen en niet benzinebestendige
kunststof jerrycans zijn niet toegestaan.
Om startproblemen te voorkomen, moet de brandstoftank van de machine bij de
eerste ingebruikname of na een periode van
langere stilstand helemaal worden gevuld.
Wees voorzichtig met brandstof.
l
Tank nooit in afgesloten ruimtes.
l
Alleen tanken met afgezette en afgekoelde
motor.
l
Tank nooit in de omgeving van open vuur,
vonken of hete motoronderdelen.
l
Niet roken tijdens het tanken!
l
Mors geen brandstof, gebruik een passende
trechter.
De brandstoftank mag niet helemaal tot de rand
toe worden volgetankt, max. tot de rode markering
in de vulzeef bijvullen, zodat de brandstof kan
uitzetten.
l
Transmissieoliepeil controleren (zie blz 54).
4. Ingebruikname en bediening
Dieselmotor
I
Let op: om transportredenen is de motor bij
levering niet helemaal met motorolie gevuld!
Voor de eerste ingebruikname moet motorolie worden
bijgevuld (zie blz. 50)!
Diesel
4
agria Eenassige tractor 3900 41
Starten van de dieselmotor
W
Start de motor nooit in afgeslo-
ten ruimtes. De uitlaatgassen
bevatten koolmonoxide dat zeer giftig
is wanneer het wordt ingeademd!
Centrale rem (B/10 en B/11) inscha-
kelen
Motoroliepeil controleren
Luchtfilter schoon?
Voldoende brandstof in de tank?
Brandstofkraan(D/3) openen
Toerentalhendel (B/8) op ‘max’
instellen
Veiligheidshendel (B/1) en koppe-
lingshendel (B/2) in startpositie
Het trekkoord aan de starthandgreep
(D/6) langzaam zover aantrekken totdat
een weerstand voelbaar is (kolven op
compressiepositie).
Decompressiekoord (JD14) naar be-
neden trekken.
Motor buiten het gevarenbereik star-
ten
Het trekkoord aan de starthandgreep
(D/6) stevig en met kracht aantrekken
zodat de motor gestart wordt. Hand-
greep na het starten voorzichtig loslaten.
Decompressie keert na de start-
procedure automatisch in de uitgangs-
positie terug.
Toerentalhendel langzaam in de mid-
delste positie brengen en motor korte
tijd laten warm draaien.
4. Ingebruikname en bediening
Dieselmotor
1/2
max
? ok
? ok
? ok
4
42 agria Eenassige tractor 3900
Afzetten van de dieselmotor
Versnelling en maaiaandrijfschake-
ling in positie ‘0’ zetten.
Laat de motor nog 1 minuut met ver-
hoogd stationair toerental draaien, zo-
dat de motor afkoelt. Deze maatregel
voorkomt dat de inspuitsproeier aan-
koolt en bevordert de bedrijfsveiligheid.
Toerentalhendel (B/8) op ‘STOP’
draaien.
I
Zet de motor nooit met de de-
compressieinstallatie af, daar-
door kunnen de ventielen bescha-
digd worden.
Brandstofkraan (JD3) sluiten.
W
Eenassige tractor tegen
onbevoegd gebruik beveiligen.
4. Ingebruikname en bediening
Diesel-Motor
66
66
6 1 Min.
4
4
"0"
"0"
agria Eenassige tractor 3900 43
Werken met de machine
W
Controleer het functioneren van de
veiligheidsschakeling - het machi-
ne enkel in gebruik nemen wanneer de
veiligheidsschakeling werkt!
Gehoorbescherming gebruiken en
draag altijd stevige schoenen
Motor starten zoals beschreven onder
‘motor starten’
Afhankelijk van de werkzaamheden –
juiste versnelling inschakelen
Bij werkzaamheden met aftakasaange-
dreven werktuigen:
werktuigaandrijving inschakelen
Evt. rem losmaken
Koppeling langzaam laten opkomen en
tegelijkertijd gas geven
Wisselen van rijrichting van
vooruit in achteruit:
Motor in positie neutraal
Koppeling ontkoppelen en vasthouden
in “R” schakelen
Koppeling langzaam laten opkomen en
tegelijkertijd gas geven
Bij het veranderen van rijrichting achteruit
naar vooruit moeten de handelingen in
omgekeerde volgorde worden uitgevoerd.
Aanwijzing bij het maaien
Na het beëindigen van de maai-
werkzaamheden of als de maaimachine
verstopt is:
l
Versnellingsschakelstang in neutraal
zetten. De maaimachine blijft staan maar
het mes blijft in beweging; daardoor wordt
de maaibalk vrijgemaakt.
l
Aftakasschakelhendel in positie ‘0’
brengen.
4. Ingebruikname en bediening
è I
1.
2.
W
Laat de eenassige tractor
nooit onbeheerd achter zo-
lang de motor loopt.
W
Als tijdens de werkzaam-
heden de machine moet wor-
den schoongemaakt moet de
motor om veiligheidstechnische re-
denen worden afgezet en dienen de
bougiekap te worden verwijderd.
4
44 agria Eenassige tractor 3900
4. Ingebruikname en bediening
Gevarenzone
W
Tijdens het starten en de
werkzaamheden mogen
zich geen personen binnen de
gevarenzone bevinden.
Werkzaamheden op
hellingen
W
Wanneer op hellend ter-
rein wordt gewerkt ver-
dient het aanbeveling, dat een
tweede persoon de machine
met een trekkabel of een
trekstang vasthoudt, om te
voorkomen dat de machine
wegschuift.
De begeleider moet zich
heuvelopwaarts van de machine
bevinden en dient voldoende
afstand te houden tot de
werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op
de helling!
Motor starten op de helling
Aftakas en rijaandrijving in de
geschakelde positie laten staan
(geschakelde versnellingen wer-
ken als een rem)
centrale rem aantrekken
Koppelingshendel en veilig-
heidsschakeling in ‘startpositie’
brengen
Motor opnieuw starten
Benzinemotor:
max. 45°
(100 %)
Dieselmo-
tor:
max. 20°
(44%)
4226
Gevarenzone
1.
2.
è I
4
5
Maaien op
vlak terrein
Maaien op
hellingen
agria Eenassige tractor 3900 45
I
Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van
groot belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent
onderhoud en reparatie.
Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit met
een afgezette motor en wanneer de bougiekap verwijderd is!
Draag bij werkzaamheden aan de maaimessen altijd beschermings-
handschoenen!
Motor
Motoroliepeil controleren
l
Voor iedere ingebruikname en
steeds na 8 bedrijfsuren.
l
Alleen bij afgezette en horizontaal
staande motor.
l
Oliepeilschroefdop en omgeving aan
de buitenkant reinigen.
l
Oliepeilschroefdop losschroeven, oliepeil-
stok met een schone doek afnemen, terug-
steken (niet aanschroeven) en opnieuw
uittrekken om het oliepeil te meten.
l
Is het oliepeil tot beneden de marke-
ring gedaald, motorolie (zie ‘technische
gegevens’) tot de rand van de olievul-
hals bijvullen.
Motorolie verversen
Voor de eerste keer na 25 bedrijfs-
uren, dan om de 50 bedrijfsuren. Ver-
vers de olie zolang de motor nog warm
is, let op dat deze niet te heet is – kans
op brandwonden!
l
Olievuldop, olieaftapplug en omge-
ving reinigen.
l
Olie bijvullen, olie op voorgeschreven
wijze verwerken.
I
Let op de conditie van de af
dichtring, eventueel vervan
gen. Aftapplug vastdraaien!
- Voor kwaliteit van de olie zie 'techni-
sche gegevens’).
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor
66
66
6 A; 8 h
66
66
6 25 h (50 h)
5
46 agria Eenassige tractor 3900
Luchtfilter
Voor iedere ingebruikname lucht-
filter (E/12) controleren op vervui-
ling en eventueel schoonmaken.
Reiningen het luchtfilter en laateste
om de 25 bedrijfsuren of in elk ge-
val iedere 3 maanden, of in geval
van zeer stoffige omstandigheden
na een paar uur.
Luchtfilter en omgeving rei-
nigen.
Vleugelmoer losmaken en
luchtfilterdeksel afnemen.
Schuimstofvoorfilter voor-
zichtig losmaken.
Schuimstofvoorfilter in water
met schoonmaakmiddel uitwas-
sen (geen benzine gebruiken).
Schuimstofvoorfilter als een
spons uitknijpen en goed laten
drogen.
Filterelement uitnemen.
Filterelement op een gladde
ondergrond voorzichtig uitkloppen.
Schuimstofvoorfilter en filter-
element niet met perslucht
schoonblazen en niet met olie
doordrenken!
Filterelement en schuimstof-
voorfilter inzetten.
Luchtfilterdeksel terugzetten
en vleugelmoer vastdraaien.
l
Filterelement a iedere 5
reinigingsbeurten of ca. 200
bedrijfsuren vervangen.
I
Beschadigde filterelemen-
ten direct vervangen.
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor
2
5
schuimstof-
voorfilter
luchtfilterdeksel
filterelement
66
66
6 A (25 h)
agria Eenassige tractor 3900 47
Bougie van de bougie en
instellen van de
elektrodenafstand
Bougie (3) bevindt zich onder de
brandstoftank:
Brandstoftank (1) naar boven klap-
pen.
Wanneer de brandstoftank niet automa-
tisch in de opgeklapte toestand blijft
staan, dienen de scharnierschroeven (2)
te worden aangedraaid, zover totdat de
brandstoftank weer blijft staan en toch
nog opklapbaar is.
Terugplaatsen:
brandstoftank weer in oorspronkelijke
positie brengen en in de kogelknop (4)
duwen.
Steeds na 100 bedrijfsuren of bij storin-
gen in de ontsteking:
l
Roetafzettingen met een staalborstel
van de elektroden van de bougie ver-
wijderen.
l
Elektrodenafstand controleren en op
0,6 tot 0,7 mm instellen.
Na ca. 200 bedrijfsuren bougie vervan-
gen.
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor
66
66
6 100 h
0,6 - 0,7 mm
5
48 agria Eenassige tractor 3900
Reiniging van het koelsysteem
Het koelsysteem kan door plantenres-
ten en stof verstopt raken. Wanneer
meteen verstopt koelsysteem wordt
doorgereden, wordt de motor te heet en
kan deze defect raken.
Koelluchtzeef (E/7) regelmatig
controleren en ontdoen van stof en plan-
tenresten.
Ventilatorhuis steeds na 100 bedrijfs-
uren of minstens eens per jaar, het
beste voor het seizoen begint, reinigen.
Ventilatorhuis afnemen, koelribben aan
de cilinder en de cilinderkop, voor de
luchtcirculatie noodzakelijke geleide-
plaat en de koelluchtzeef reinigen.
è - Serviceç
Uitlaat
Uitlaat (E/3) regelmatig controleren op
maai- en plantenresten, en eventueel
reinigen, anders
Brandgevaar!
Brandstofslangen
Na 2 jaar vervangen, lekke brandstof-
slangen direct vervangen.
Reiniging van de brandstofzeef
De brandstofzeef die aan de brandstof-
kraan (E/15) is aangebracht, moet min-
stens eens per jaar op water en ver-
ontreinigingen gecontroleerd worden.
l
Sluit hiertoe de brandstofkraan.
l
Verwijder de brandstofzeef en haal
de verontreinigingen weg, indien nodig
vervangen.
l
Was de filterzeefhouder in brandstof uit.
l
Brandstofzeef weer op de juiste ma-
nier monteren om het lekken van brand-
stof te voorkomen.
6 100 h; J
6 A
6 A; 4 h
66
66
6
J
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor
5
5
agria Eenassige tractor 3900 49
Cilinderkop reinigen
Na iedere 400 bedrijfsuren cilinderkop
afnemen en de koolafzettingen aan ci-
linder, cilinderkop, zuigerbodem en ven-
tielen met een staalborstel verwijderen.
Vervolgens met een zacht penseeltje
schoonvegen. Koppakking vervangen
en op de cilinderkop monteren. Cilinder-
kopschroeven afwisselend met 26 Nm
vastdraaien.
è - Serviceç
5. Onderhoud en reparatie
EH 25 D
1 mengsel-regelschroef voor stationair toerental
2 schroef voor begrenzing stationair toerental
3 stationair sproeier
EH 25 D
Regelveer in
gat 2
Benzinemotor
Klepspeling instellen
Na iedere 400 bedrijfsuren moet de
klepspeling worden ingesteld. Uitlaat-
klep en inlaatklep 0,1 mm bij koude
motor. è - Serviceç
Carburateur reinigen
Steeds na 400 bedrijfsuren moet de
carburateur worden gereinigd en aan-
sluitend moet het stationaire toerental
worden ingesteld.
è - Serviceç
Stationair toerental
Let erop dat het toerental van de motor
juist is ingesteld. De motor moet bij laag
toerental zonder problemen draaien als
de toerentalhendel in positie neutraal
aan de aanslag staat.
Instellen van het stationair toerental: de
schroef voor begrenzing stationair toe-
rental (2) en de mengsel-regelschroef
voor stationair toerental (1) moeten on-
derling worden afgesteld. Daarna moet
het startkoord aan de klemschroef of de
stelschroef zonder speling worden inge-
steld. Alleen instellen bij warmgedraaide
motor. (Stationaire toerentallen zie ‘tech-
nische gegevens’).
è - Serviceç
Toerentalregelaar
Voor het juist functioneren van de
toerentalregelaar aan de motor en voor
de instelling van het hoogste stationaire
toerental moet de regelveer zoals op de
afbeelding zijn gepositioneerd.
W
Wanneer hier eigenhandig ver-
anderingen worden doorge-
voerd, vervalt de aanspraak op
garantie en de toestemming met de
machine te werken!
5
De regelveer, -hendel en -stang moe-
ten altijd vrij zijn van vuil, maai- en
plantenresten.
50 agria Eenassige tractor 3900
5. Onderhoud en reparatie
I
Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van
groot belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent
onderhoud en reparatie.
Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit met
een afgezette motor en wanneer de bougiekap verwijderd is!
Draag bij werkzaamheden aan de maaimessen altijd beschermings-
handschoenen!
Motor
Motoroliepeil controleren
l
Voor iedere ingebruikname en
steeds na 8 bedrijfsuren.
l
Alleen bij afgezette en horizontaal
staande motor.
l
Oliepeilschroefdop en omgeving aan
de buitenkant reinigen.
l
Oliepeilschroefdop losschroeven, oliepeil-
stok met een schone doek afnemen, terug-
steken (niet aanschroeven) en opnieuw
uittrekken om het oliepeil te meten.
l
Is het oliepeil tot beneden de marke-
ring gedaald, motorolie (zie ‘technische
gegevens’) tot de rand van de olievul-
hals bijvullen.
Motorolie verversen
Voor de eerste keer na 50 bedrijfsuren, dan om de 200
bedrijfsuren of eens per jaar, afhankelijk van welk tijdstip het
eerst bereikt is. Bij intensief gebruik en bij hoge buiten-
temperaturen moet de olie al na 100 uur worden ververst.
Ververs de olie zolang de motor nog warm is, let op dat deze
niet te heet is – kans op brandwonden!
l
Olievuldop, olieaftapplug en omgeving reinigen.
l
Aftapplug losdraaien. Olie opvangen en op voorgeschreven
wijze verwerken.
l
Bij elke motorolieverversing, ook de motoroliefilter in diesel-
olie reinigen, beschadigde filter vervangen.
l
Schone motorolie bijvullen door de olievulopening.
I
Let op de conditie van de afdichtring, eventueel
vervangen. Aftapplug vastdraaien!
Hoeveelheid en kwaliteit zie ‘technische gegevens’. Vul de olie
bij met een trechter of iets dergelijks.
Dieselmotor
66
66
6
A; 8 h
66
66
6 (50 h) 200 h
5
5
agria Eenassige tractor 3900 51
5. Onderhoud en reparatie
Luchtfilter
Voor iedere ingebruikname lucht-
filter (J/4) controleren op vervuiling
en eventueel schoonmaken.
Reinig het luchtfilter (D/4) om de 50
bedrijfsuren of in elk geval iedere 3
maanden, of eerder in geval van
zeer stoffige omstandigheden.
Luchtfilter en omgeving reini-
gen.
Vleugelschroef losmaken,
luchtfilterdeksel met cyclon-voor-
filter verwijderen.
Luchtfilterdeksel zo draaien,
dat evt. vuil in het cyclon-voorfilter
terechtkomt.
Schuimstof-voorfilter voorzich-
tig losmaken.
Schuimstof-voorfilter in water
met schoonmaakmiddel uitwas-
sen (geen benzine gebruiken).
Schuimstof-voorfilter uitknij-
pen en goed laten drogen.
Papierfilterelement eruit nemen
Papierfilterelement op een
gladde ondergrond voorzichtig
uitkloppen.
Schuimstof-voorfilter en
Papierfilterelement niet met pers-
lucht schoonblazen of inoliën!
Papierfilterelement en schuim-
stof-voorfilter terugplaatsen.
Luchtfilterdeksel terugzetten en
vleugelschroef vastdraaien.
Het papierfilterelement moet na
400 bedrijfsuren of minimaal eens
per jaar worden vervangen.
I
Beschadigde filterelemen-
ten direct vervangen.
Dieselmotor
5
Vleugelschroef
Papier-filterelement
Schuimstof-voorfilter
Luchtfilterdeksel
Cyclon-voorfilter
66
66
6
A, 50 h
(400 h)
52 agria Eenassige tractor 3900
5. Onderhoud en reparatie
Brandstof aftappen
l
Passende opvangbak met trechter of
iets dergelijks klaarzetten.
l
Aftapplug (16) uitschroeven en brand-
stof in de bak laten lopen.
l
Aftapplug (16) met afdichtring weer
terugplaatsen en vastdraaien (vooraf af-
dichtring controleren en evt. vervangen).
Brandstoffilter
Brandstoffilterpatroon na ongeveer 200
bedrijfsuren reinigen. Wanneer de pres-
taties van de motor duidelijk afnemen,
moet het filterpatroon eerder worden
gereinigd.
In- en uitbouwen van filterpatronen:
l
Brandstof aftappen.
l
Zeskantige moeren (X/7) uit-
schroeven.
l
Filterpatroon (X/4) door de vulopening
uit de brandstoftank halen.
l
Brandstoffilter met dieselolie reinigen,
beschadigd filterpatroon vervangen.
l
Brandstoffilter in omgekeerde volg-
orde terugplaatsen, afdichting (X/5) en
afdichtring (X/6) van tevoren controle-
ren en eventueel vervangen.
l
Zeskantige moeren weer vastdraaien.
l
Brandstof bijvullen en brandstof-
installatie op lekkage controleren.
l
Brandstofinstallatie ontluchten.
l
Brandstoffilter na 400 bedrijfsuren
vervangen.
Brandstofslangen
Iedere 2 jaar vervangen, lekke
brandstofslangen direct vervangen.
Brandstofinstallatie ontluchten
Nadat de brandstoftank helemaal is leeg
gereden en na reiniging of vervanging
van het brandstoffilter of de brandstof-
leidingen, moet de brandstofinstallatie
ontlucht worden.
De motor is voorzien van een automati-
sche ontluchtingsinstallatie. Ga als volgt
te werk:
l
Brandstoftank met dieselbrandstof
vullen.
l
Motor met de repeteerstarter of de
elektrische starter meerdere malen door
laten draaien en de motor starten.
l
Motor ca. 1 minuut laten draaien.
X
2 Brandstoftank
3 Brandstofkraan
4 Filterpatroon
5 Afdichting
6 Afdichtring
(O-ring)
7 Zeskantige moer
16 Aftapplug
Dieselmotor
66
66
6
200 h (400 h)
5
agria Eenassige tractor 3900 53
5. Onderhoud en reparatie
Reiniging van het koelsysteem
Nadat de tractor langere tijd in bedrijf is ge-
weest, kan het koelsysteem door planten-
resten en stof verstopt raken. Wanneer lang-
durig met een verstopt koelsysteem wordt
gewerkt, kan de motor te heet worden en
defect raken.
Koelluchtzeef (D/7) bij lopende motor
controleren en ontdoen van stof en planten-
resten.
Ventilatorhuis na iedere 100 bedrijfsuren
of tenminste eens per jaar, het beste voor
het seizoen begint, reinigen. Ventilatorhuis
afnemen, koelribben aan de cilinder en de
cilinderkop, voor de luchtcirculatie noodza-
kelijke geleideplaat en de koelluchtzeef rei-
nigen.
è - Serviceç
Uitlaat
Uitlaat (J/9) bij lopende motor controleren op
maai- en plantenresten, en eventueel reini-
gen. Brandgevaar!
Klepspeling instellen
Na iedere 400 bedrijfsuren moet de klepspeling worden ingesteld. Uitlaatklep en
inlaatklep 0,15 ± 0,02 mm bij koude motor.
è - Serviceç
Inspuitsproeier
Na iedere 400 bedrijfsuren moet de inspuitsproeier gereinigd en gecontroleerd worden.
è - Serviceç
Stationair toerental
Let erop dat het toerental van de motor juist is ingesteld. De motor moet bij laag
toerental zonder problemen draaien als de toerentalhendel in positie neutraal aan
de aanslag staat.
è - Serviceç
Dieselmotor
66
66
6 A
66
66
6 100 h; J
66
66
6 A; 4 h
5
54 agria Eenassige tractor 3900
Machine
Transmissie
Het transmissieoliepeil moet voor iedere in-
gebruikname en steeds na 50 bedrijfsuren
gecontroleerd worden (oliepeilstok en olie-
vulhals (A/3 of C/3). Het oliepeil moet bij ho-
rizontaal staande machine tussen de streep-
jes max. en min. staan.
l
Oliepeilstok uittrekken, met een schone
doek afnemen en weer terugsteken.
l
Oliepeilstok opnieuw uittrekken om het
oliepeil te meten, eventueel olie bijvullen.
Transmissieolie verversen na de eerste 50
bedrijfsuren en vervolgens na iedere 200
bedrijfsuren, met warme motor.
Olievulhals (A/3 of C/3), aftapplug (A/18 of
C/18) en hun omgeving reinigen.
Olie bijvullen, olie op voorgeschreven
wijze verwerken.
I
Let op de conditie van de af dicht-
ring, eventueel vervangen. Olievul-
hals en aftapplug vastdraaien!
- Voor kwaliteit van de olie zie 'technische
gegevens’).
Wielen
Bij de eerste ingebruikname en bij ie-
dere wisseling van de wielen moeten de
wielschroeven en -moeren na de eerste 2
bedrijfsuren met 100 Nm (10 kpm) worden
nagetrokken of controleren. Verder bij alle
servicewerkzaamheden.
De bandenspanning van de banden moe-
ten regelmatig gecontroleerd worden. Let
erop dat de spanning in beide banden gelijk
is zodat probleemloos rijden gewaarborgd
is.
5. Onderhoud en reparatie
66
66
6 A; 50 h
66
66
6 (50 h) 300 h
50 Nm
66
66
6 (2 h) 25 h
5
agria Eenassige tractor 3900 55
5
Aankoppelen van werktuigen
Steeds na 50 bedrijfsuren of na iedere
reinigingsbeurt met een hogedrukrei-
niger moet de smeernippel met biolo-
gisch afbreekbaar vet gesmeerd wor-
den. De aftakas dient bovendien iede-
re keer dat een werktuig wordt aange-
koppeld, te worden ingevet.
Lenkholm
De smeernippels van de stuurstang en
de aanhanginstallatie moeten eens per
jaar en na iedere reinigingsbeurt met een
hogedrukreiniger met biologisch afbreek-
baar vet gesmeerd worden.
Op de betreffende plaatsen moet een vet-
kraag aanwezig zijn, deze beschermt de
onderdelen tegen het binnendringen van
water en vuil.
Afzonderlijke wielberemming/
centrale rem
Controleer bij iedere onderhoudsbeurt
het fuctioneren van de rem.
De remwerking moet bij ingeschakelde
centrale rem (remhendel met borgklip
verbonden) aan beide wielen gelijk zijn.
Afstellen met de Bowdenkabel-afstel-
schroeven (1), eerst contramoer (2) los-
maken en na het afstellen weer
aandraaien.
5. Onderhoud en reparatie
66
66
6 (50 h) B
66
66
6 B
66
66
6 25 h
5
56 agria Eenassige tractor 3900
5. Onderhoud en reparatie
Veiligheidschakeling
Controleer het functioneren bij iedere
onderhouds- en reparatiebeurt.
l
Bij het loslaten van de hendel (B/1)
moet de motor vanzelf tot stilstand ko-
men.
l
Benzinemotor: conditie van de elek-
trische leidingen en verbindingen con-
troleren, eventueel vervangen.
è - Serviceç
l
Dieselmotor: eventueel de instelling
van de stop-Bowden-kabel aan de
Bowdenkabelstel-schroef aan de motor
corrigeren.
è - Serviceç
Motor-uit-schakeling
Controleer het functioneren bij iedere
onderhouds- en reparatiebeurt.
l
Wanneer de toerentalhendel aan de
aanslag in positie ‘STOP’ staat, moet
de motor tot stilstand komen. Eventueel
de instelling van de toerental- of stop-
Bowdenkabel aan de Bowdenkabelstel-
schroeven aan de motor corrigeren.
è - Serviceç
Instellingen van de hendels
Speling of instellingen voor iedere inge-
bruikname controleren en eventueel
corrigeren (vooral tijdens de inrijperiode
na de eerste ingebruikname of na het
verwisselen van de koppelings- of rem-
voering).
l
Contramoer (2) aan de instelschroef
(1) losmaken.
l
Instelschroef verstellen tot speling
A = 5–6 mm bereikt is.
l
Contramoer weer vastdraaien.
66
66
6 A
66
66
6 A
66
66
6 A
5
agria Eenassige tractor 3900 57
5
Algemeen
Voor iedere ingebruikname letten op het
verliezen van brandstof en olie, eventueel
opruimen.
Schroeven en moeren regelmatig con-
troleren, eventueel natrekken.
Ten minste eens per jaar en na reini-
ging: Alle glijdende of beweeglijke onderde-
len (bijv. toerentalhendel, hendellager) met
biologisch-afbreekbaar vet of olie vet hou-
den.
Reiniging
Motor
Reinig de motor alleen met een doekje. Ver-
mijd het spuiten met een sterke waterstraal;
er zou water in het ontstekingsmechanisme
of in het brandstofsysteem kunnen komen,
dit kan leiden tot mankementen.
Machine
Na iedere werkzaamheden moet de frees-
werktuig en beschermkap grondig met wa-
ter worden schoongemaakt. Daarvoor dient
het beschermkap te worden gedemonteerd.
Alle glijdende delen moeten vervolgens met
biologisch afbreekbare smeerolie geolied
worden, of met biologisch afbreekbaar
smeervet worden insgesmeerd.
Na iedere reiniging met de hogedrukreiniger
alle plaatsen die met vet zijn ingesmeerd,
nasmeren en inoliën, en de motorhak kort
laten draaien zodat het water eruit loopt. De
lagers moeten voorzien van een vetkraag.
Deze beschermt de lagerstegen het binnen-
dringen van plantensappen, water en vuil.
èI
5. Onderhoud en reparatie
5
58 agria Eenassige tractor 3900
5. Onderhoud en reparatie
Stallen
Wanneer de machine gedurende lan-
gere tijd niet gebruikt wordt:
a) Reinigingsbeurt
Schoonmaken, laklaag bijwerken
b) alle onbeschermde onderdelen en
het hakwerktuig met biologisch-afbreek-
bare corrosiewerende olie inoliën.
c) Motor in conditie houden
Benzinemotor:
l
Brandstof aftappen of brandstoftank
voltanken, met brandstofstabilisator
(agria-nr. 799 09) mengen - Kijk in de
gebruiksaanwijzing.
Motor ca. 1 minuut laten lopen.
ll
ll
l
Motorolie verversen.
ll
ll
l
In de bougieopening een theelepel vol
(ca. 0,03 l) motorolie gieten. Motor lang-
zaam doordraaien.
ll
ll
l
Zuiger met repeteerstarter op com-
pressie zetten (starthandgreep lang-
zaam aantrekken totdat weerstand voel-
baar is), hiermee zijn de kleppen geslo-
ten.
ll
ll
l
Motor om de 2–3 weken langzaam
doordraaien (bougiekap verwijderen!) en
aansluitend zuiger weer op compressie
zetten.
Dieselmotor:
– Motorolie verversen.
Wanneer de tractor langere tijd niet
gebruikt wordt, uitlaat en luchtinlaat-
opening aan het luchtfilter met crêpe-
band of iets dergelijks afsluiten.
d) Aandrijfwiel
Plaats deze op steunblokken zodat de
banden niet op de
vloer rusten. Lucht-
banden gaan snel
in kwaliteit achteruit
wanneer ze zonder
lucht onder belas-
ting staan.
e) Koppeling
Eenassige tractor altijd met aangetrok-
ken koppelings-
hendel (vergrende-
ling ingeklikt) par-
keren, er kunnen
anders problemen
met de koppeling
ontstaan als gevolg van corrosievor-
ming.
f) Machine stallen
om sterke corrosievorming te voorko-
men:
– beschermen tegen weersinvloeden
niet stallen in:
vochtige ruimtes
ruimtes waar
kunstmest ligt op-
geslagen
stallen of daarn-
aast gelegen ruim-
tes.
g) Afdekken
Dek de machine af
met een dekzeil of
iets dergelijks.
5
agria Eenassige tractor 3900 59
60 agria Eenassige tractor 3900
6. Storingen opsporen en verhelpen
W
Let op de veiligheidsaanwijzingen! Laat grotere problemen aan de machine of de motor altijd oplos-
sen door de AGRIA-vakgararage, deze beschikken over het juiste gereedschap. Ondeskundige hulp
kan grote schade veroorzaken.
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Benzinemotor -Bougiekap is niet aangesloten Bougiekap aansluiten
start niet -Choke niet uitgetrokken Chokehendel in positie
BEDRIJF brengen 38
-Motor-uit-schakelaar op ‘0’ Motor-uit-schakelaar in positie ‘1’ schakelen 38
-Veiligheidsschakelaar niet Veiligheidsschakelaar in
in startpositie startpositie brengen 24
-Brandstoftank leeg of Brandstoftank vullen
slechte brandstof met schone brandstof
-Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding reinigen 47
-Bougie defect Bougie schoonmaken,
instellen of vervangen 47
-Motor teveel brandstof (verzopen) Bougie drogen, schoonmaken
en starten met volgas 47
-Motor-uit-leiding defect Leiding en verbindingen controleren
¬
56
-Valse lucht door losgelaten carburateur Bevestigingsschroeven natrekken
en aanzuigleiding
Benzinemotor -Motor loopt op choke Chokehendel in positie
hapert BEDRIJF brengen 38
af en toe -Bougiekabel is los Bougiekap op de bougie vastklemmen
Bougiekabel vastklemmen
-Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding schoonmaken,
¬
of slechte brandstof schone brandstof tanken
-Luchttoevoer in het Brandstoftankdop vervangen
brandstoftankdop verstopt
-Water of vuil in het Brandstof aftappen en schoonmaken,
brandstofsysteem schone brandstof tanken
-Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter schoonmaken of vervangen 46
-Carburateur verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
49
Benzinemotor -Te weinig motorolie Meteen motorolie bijvullen 45
wordt -Ventilatiesysteem functioneert niet Luchtrooster schoonmaken,
te heet koelribben schoonmaken 48
-Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 46
-Carburateur is verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
49
Benzinemotor -Ontsteking te krap afgesteld Bougie afstellen 47
haperingen -Stationair toerental Carburateur afstellen
¬
49
bij hoge niet correct afgesteld
toerentallen
Benzinemotor -Ontsteking te ruim afgesteld, Bougie afstellen of vervangen 47
slaat bij Bougie defect
stationair -Carburateur niet correct afgesteld Carburateur afstellen
¬
49
oerental -Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter reinigen 46
vaak af
6
6
agria Eenassige tractor 3900 61
6. Storingen opsporen en verhelpen
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Benzinemotor -Regelstangen zijn verontreinigd, Regelstangen schoonmaken 48
loopt klemmen
onregelmatig
Benzinemotor -Motor-stop-leiding defect, Leiding en verbinding controleren, 56
spring in massa ontbreekt massa controleren
stoppositie
niet af
Benzinemotor -Luchtfilter is verontrreinigd Luchtfilter reinigen 46
levert te -Cilinderkop los of Cilinderkop aandraaien,
¬
weinig afdichting beschadigd afdichting vervangen
vermogen -Te weinig compressie Motor laten controleren
¬
Dieselmotor - Toerentalhendel op ‘STOP’ Toerentalhendel in positie max. schakelen 41
start niet -Brandstoftank leeg of Brandstoftank vullen met
slechte brandstof schone brandstof
-Brandstofleiding of Brandstofleiding of
brandstoffilter verstopt brandstoffilter reinigen 52
-Inspuitsproeier of Inspuitsproeier of inspuitleiding reinigen
¬
53
inspuitleiding verontreinigd
-Inspuitdruk niet correct Inspuitdruk controleren
¬
Dieselmotor -Brandstofleiding verstopt of Brandstofleiding schoonmaken,
hapert slechte brandstof schone brandstof tanken
af en toe -Luchttoevoer in het Brandstoftankdop vervangen
brandstoftankdop verstopt
-Water of vuil in het Brandstof aftappen en schoonmaken,
brandstofsysteem schone brandstof tanken
-Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter reinigen 51
-Inspuitsproeier of Inspuitsproeier of inspuitleiding reinigen
¬
53
inspuitleiding verontreinigd
Dieselmotor -Te weinig motorolie Meteen motorolie bijvullen 50
wordt -Ventilatiesysteem functioneert niet Luchtrooster schoonmaken,
te heet koelribben schoonmaken 53
Dieselmotor -Inspuitsproeier verontreinigd Inspuitsproeier reinigen
¬
53
haperingen
-Inspuitdruk niet correct Inspuitdruk afstellen
¬
bij hoge afgesteld
toerentallen
Dieselmotor -Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 51
slaat bij
stationair toerental
vaak af
Dieselmotor -Motor-uit-Bowdenkabel niet Leiding correct afstellen 56
spring in correct afgesteld
stoppositie
niet af
6
62 agria Eenassige tractor 3900
6. Storingen opsporen en verhelpen
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Dieselmotor -Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 51
levert te -Cilinderkop los of Cilinderkop aandraaien,
¬
weinig afdichting beschadigd afdichting vervangen
vermogen -Te weinig compressie Motor laten controleren
¬
Koppeling -Koppelingshendel niet Koppelingsspeling afstellen 56
komt niet los correct afgesteld
Koppeling -Koppelingshendel is niet Koppelingsspeling afstellen 56
glijdt correct afgesteld
-Koppelingsplaat versleten Koppelingsplaat vervangen
¬
Teveel -Bevestigingsbouten zijn los Bevestigingsbouten natrekken 57
vibratie
¬
= Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage!
6
6
agria Eenassige tractor 3900 63
1 Motor
2 Magneetontstekings-
systeem
3 Schakelaar in de
veiligheidshendel
bl = blauw
Elektrisch schakelschema
Benzinemotor
64 agria Eenassige tractor 3900
agria-bestelnr.
Brandstofstabilisator benzinemotor:
799 09 Brandstofstabilisator zak 5 g
Lak:
181 03 Spuitlak berkengroen spuitbus 400 ml
181 04 Spuitlak oranje spuitbus 400 ml
712 98 Spuitlak rood, RAL 2002 spuitbus 400 ml
509 68 Spuitlak zwart spuitbus 400 ml
Kleefmiddelen (schroefbevestiging), afdichting:
559 94 Kleefmiddel (middel) LOCTITE 242 fles 50 ml
559 95 Kleefmiddel (sterk) LOCTITE 270 fles 50 ml
559 96 Kleefmiddel (extra sterk) LOCTITE 638 fles 50 ml
509 85 Afdichting (vloeibaar) LOCTITE 573 tube 50 ml
509 68 Afdichting (vloeibaar) LOCTITE 573 tube 250 ml
Slijtageonderdelen:
707 91 Luchtfilterset
671 87 Bougie, Bosch WR7AC
684 16 Afdichtring, oliepeilstok, Robinmotor
009 05 Afdichtring 14 x 20 x 1,5, olieaftapplug, Robinmotor
415 060 Luchtfilterelement, Yanmarmotor
415 010 Brandstoffilter, Yanmarmotor
415 011 Afdichting, brandstoffilter, Yanmarmotor
021 43 Afdichtring 14x1,6 (O-ring), brandstofkraan, Yanmarmotor
009 16 Afdichtring 16x22x1,5, olieaftapplug, Yanmarmotor
009 16 Afdichtring 16x22x1,5; oliepeilstok en olieaftapplug; transmissie
Reserveonderdelenlijst:
997 091 Basismachine 3900
997 077 Robinmotor
997 147 Yanmarmotor
997 062 Maaibalk
Lak, slijtageonderdelen
agria Eenassige tractor 3900 65
Aanduiding van de onderdelen
Dieselmotor
Afbeelding J
Motor L100AE
1 Brandstoftankdeksel
2 Brandstoftank
3 Brandstofkraan
4 Luchtfilter
5 Luchtfilter-voorfilter
6 Starter-handgreep
7 Koelluchtzeef
8 Decompressiehendel
9 Uitlaat
10 -
11 Motorolie-vulopening, oliepeilstok
12 Motorolie-aftapplug
13 Motoroliefilter
14 Decompressie-trekkoord
15 Inspuitpomp
16 Brandstof-aftapplug
17 Motor-typeplaatje; motor-nr.
18 Kogelkop voor motorkap
66 agria Eenassige tractor 3900
Aanduiding van de onderdelen
Afbeelding J
Motor L100AE
Dieselmotor
agria Eenassige tractor 3900 67
Notities
68 agria Eenassige tractor 3900
Onderhouds- en inspectietabel
2 4 8 25 50 100 200 300 400
Functie veiligheidsschakelaar controleren
K 56
Functie motor-uit-schakelaar controleren
K 56
Hendel speling controleren
K 56
Koelluchtzeef reinigen
K 48/53
Luchtfilter controleren
K 46/51
Omgeving van de uitlaat reinigen
K K 48/53
Motoroliepeil controleren,
eventueel bijvullen
K K 45/50
Transmissieoliepeil controleren
K K 54
Wielschroeven en -moeren natrekken
K K 54
Regelstangen controleren of schoonmaken
K 49
Reinigen
K 57
Schroeven en moeren controleren
K 57
Luchtfilter reinigen
K K 46
Motorolie verversen, eerste keer,
W 45
verdere keren
W 45
Luchtfilter reinigen
K K 51
Aanhangpunt smeren K K 55
Motorolie verversen, eerste keer,
W 50
verdere keren
W 50
Motoroliefilter reinigen, eerste keer,
W 50
verdere keren
W 50
Transmissieolie verversen, eerste keer,
verdere keren
W
W
54
54
Bougie reinigen,
Elektrodenafstand afstellen
K 47
Koelluchtgrilgeleidingsplaten,
koelribben reinigen
indien nodig eerder!
W W 48/53
Bougie vervangen
K 47
Luchtfilterinzet vervangen,
indien nodig eerder!
K 46
Brandstoffilter reinigen
W W 52
Luchtfilterinzet vervangen,
indien nodig eerder!
K K 51
Brandstoffilter vernieuwen
W 52
Carburateur reinigen en afstellen
F 49
Cilinderkop reinigen
F 49
Inspuitsproeier reinigen en controleren
F 53
Klepspeling afstellen
F 49/53
Stuurstang smeren
K K 55
Alle glijdende onderdelen smeren
K K 57
Brandstofslangen vernieuwen
W* 48/52
A
Steeds na bedrifjsuren
blz.
B
min.
jaarl.
min.
3mndl.
agria Eenassige tractor 3900 69
Afb. E
Motor EH 25 D
1 Brandstoftankdeksel
2 Brandstoftank
3 Uitlaat met beschermkap
4 Motorolievulschroef met oliepeilstok
5 Motor nr.
6 Motorolieaftapplug
7 Stander
8 Gewichtsdrager
9 Koelluchtzeef
10 Starter-handgreep
11 Bougie en bougiekap
12 Luchtfilter
13 Choke-knop
14 Carburateur
15 Brandstofkraan
Aanduiding van de onderdelen
Benzinemotor
n = alleen benzinemotor
u = alleen dieselmotor
A = voor iedere ingebruikname
B = na iedere reinigingsbeurt
K = controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd
W = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage
F = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een AGRIA-vakgarage
* = na 2 jaar
70 agria Eenassige tractor 3900
Aanduiding van de onderdelen
Afb. E
Benzinemotor
agria Eenassige tractor 3900 71
EG conformiteitsverklaring
agria-Werke GmbH
Bittelbronner Straße 42
D-7421
9 Möckmühl
Tel. +49/ (0)6298 /39-0
Fax +49/ (0)6298/39-111
Internet: www.agria.de
Uw agria dealer bij u in de omgeving:
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Agria 3900 de handleiding

Type
de handleiding

in andere talen