998 919-A agria type 3629 011 / 5529 031 agria-Werke GmbH • D-74219 Möckmühl • Tel. +49/ (0)6298/39-0 • Telefax +49/ (0)6298/39111 • e-mail: info@agria.de • Internet: www.agria.de 3
4059, 4058
Handleiding - nr. 998 919-A 11-11
Lees eerst de handleiding voordat u de machine in gebruik neemt.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
&
voor agria type 3400, 3600, 3600BM, 5500, 5900
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen 2. Technische gegevens
Waarschuwingssymbolen
Voor reinigings-, onder-
houds-, en reparatie-
werkzaamheden de
motor afzetten en de
contactsleutel eraf trek-
ken.
Bij lopende motor vol-
doende afstand hou-
den van de bandhooier.
Geen bewegende ma-
chineonderdelen aan-
raken. Afwachten tot ze
volledig stil staan.
Bij lopende motor af-
stand houden!
Symbolen
Waarschuwingstekens vindt u
bij passages die betrekking
hebben op uw veiligheid.
Belangrijke informatie
Veiligheidshandschoenen dragen
Invetten met smeerpistool
Aftakas
Langzaam
Snel
Rijaandrijving
Vooruit
Achteruit
Motor-start
Rem
Parkeerrem
geopend (ontgrendeld)
gesloten(vergrendeld)
Zichtcontrole
Oliepeil
Transmissieolie
Transmissieoliepeil
Draaien met de klok mee
Draaien tegen de klok in
zie handleiding
è -Serviceç = Laat dit uit-
voeren door een agria-vakgarage!
.
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op.
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passages
die betrekking hebben op uw veiligheid.
Breng ook andere gebruikers op de
hoogte van deze veiligheidsaanwijzingen.
Gebruik conform de
bestemming
De aanbouw-bandhooier is uitsluitend be-
stemd voor gebruik als landbouwmachine,
in de bosbouw en gras- en weiland-
verzorging (gebruik conform de bestem-
ming).
Iedere andere toepassing geldt als niet in
overeenstemming zijnde met het doel
waarvoor de aanbouw-bandhooier ge-
bouwd is. Voor schade die door ondoel-
matig gebruik veroorzaakt wordt, kan de
fabrikant niet aansprakelijk worden ge-
steld. Dit risico is geheel en al voor de
gebruiker.
De door de fabrikant voorgeschreven
gebruiksvoorschriften, alsmede de voor-
schriften met betrekking tot controle, on-
derhoud en reparatie dienen in acht te
worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die ontstaat door
eigenhandige wijzigingen aan de
bandhooier.
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan alle
voorschriften ter voorkoming van ongeval-
len, alsmede aan de algemeen geldende
regels wat betreft veiligheid, arbeids-
geneeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
aanbouw-bandhooier altijd eerst de
verkeers- en bedrijfsveiligheid.
De aanbouw-bandhooier mag slechts ge-
bruikt, onderhouden en gerepareerd wor-
den door personen die over de nodige ken-
nis beschikken en van de risico’s op de
hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen de
bandhooier niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende
licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstukken
dienen vermeden te worden. Draag altijd
stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructiebordjes
op de bandhooier geven belangrijke aan-
wijzingen voor veilig gebruik. Volg deze
aanwijzingen nauwkeurig op, in het belang
van uw eigen veiligheid!
Zet de motor af wanneer u de machine
transporteert van en naar de werkplek.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
De
bandhooier
kan door zijn vliegwielmassa
nalopen. Gedurende deze tijd, niet te dicht
tegen het carter komen. Pas wanneer de
hooierstaven volledig stilstaan en de
bougiestekker verwijderd is, mag aan de
bandhooier
gewerkt worden.
Bij werkzaamheden met extern aangedre-
ven machineonderdelen bestaat de kans
op beknellingen en andere verwondingen!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden mee te rijden op de
bandhooier.
Aangebouwde werktuigen en ladingen
hebben invloed op het rijdrag en het stuur-
en remvermogen van de machine, boven-
dien kan daardoor de machine gemakke-
lijker omkantelen. Let op voldoende stuur-
en remmogelijkheden. Pas uw werk-
snelheid aan aan de omstandigheden.
Instelling van het motortoerental niet ver-
anderen. Een verhoogd toerental vergroot
de kans op ongelukken.
Arbeids- en gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegenover
derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
bandhooier .
Controleer voor het starten en wegrijden
de omgeving van de bandhooier . Let
vooral op kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begon-
nen wordt, dienen obstakels uit de weg te
worden geruimd. Let ook tijdens de werk-
zaamheden op obstakels en haal ze tijdig
weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaat-
sen dient de veiligheidsafstand tot de om-
heining in acht genomen te worden, zo-
dat de machine niet beschadigd wordt.
Let tijdens de werkzaamheden erop, dat
de draaiende hooierstaven geen hinder-
nissen zoals grensstenen, afzettingen,
wortels enz. meesleuren.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedienings-
componenten, alsmede van het functio-
neren ervan. In het bijzonder dient u te
weten hoe u de motor in geval van nood
snel en veilig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatregelen
zijn getroffen en in de juiste positie zijn
gebracht.
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt,
dient deze met een beschermingskap te
zijn afgedekt.
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaamhe-
den nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
bandhooier die afstand van de machine
in acht, waartoe u door de stuurstang ge-
dwongen wordt, vooral bij het nemen van
bochten!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden en het transport op de ma-
chine mee te rijden.
Wanneer de bandhooier aan het
aanbouwwerktuig vast zit, moet de motor
worden afgezet, de bougiestekker verwij-
derd en dient de bandhooier en het
aanbouwwerktuig met passend gereed-
schap (houten steel) te worden schoon-
gemaakt.
Indien de bandhooier of het aanbouw-
werktuig beschadigd is, moet de machine
onmiddellijk worden gestopt en de motor
worden afgezet. Laat de schade direct her-
stellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de
bandhooier meteen stoppen en de motor
afzetten. Laat het defect direct repareren!
Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt
verdient het aanbeveling, dat een tweede
persoon de bandhooier met een trekkabel
of een trekstang vasthoudt, om te voor-
komen dat de machine wegschuift. De be-
geleider moet zich heuvelopwaarts van de
machine bevinden en dient voldoende af-
stand te houden tot de werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de helling!
Beëindigen van de werkzaamheden
Laat de bandhooier nooit onbeheerd ach-
ter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de bandhooier
verlaat.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen om
gebruik door onbevoegden te verhinderen.
Haal de contactsleutel uit het contact (in-
dien aanwezig) of trek de bougiestekker
eruit.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan bij afgezette motor en uitgeschakelde
aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag
altijd veiligheidshandschoenen als u
aanbouwwerktuigen of onderdelen ervan
vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en de-
monteren in de juiste positie en zorg er-
voor dat het werktuig niet kan weg-
kantelen.
De basismachine en de aanbouw-
werktuigen beveiligen tegen wegrollen
(parkeerrem, blok).
Bij het aankoppelen van de werktuigen be-
staat het risico een verwonding op te lo-
pen. Grote voorzichtigheid is geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtingen,
volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, de
bandhooier en het aanbouwwerktuig te-
gen wegrollen beveiligen. Voorkom gebruik
door onbevoegden. Monteer eventueel de
transport- of beschermingsinrichting en
zet deze in de veiligheidsstand.
Onderhoud en reiniging
Pleeg geen onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden aan de machine met lo-
pende motor.
Bij werkzaamheden aan de motor dient
de bougiekap altijd te worden verwijderd
(enkel bij benzinemotoren).
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen of
werktuigen aan slijtage onderhevig, dan
moeten deze regelmatig gecontroleerd en
eventueel vervangen worden!
Beschadigde hooierstaven moeten ver-
vangen worden!
Zorg ervoor dat de motor en de aanbouw-
werktuigen schoon blijven, om brandge-
vaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig contro-
leren of ze vast zitten en eventueel aan-
draaien.
Na de onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden dienen de bescherming-
sinrichtingen weer te worden aangebracht
en in oorspronkelijke positie te worden te-
ruggebracht.
Altijd originele agria-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderdelen
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de firma agria
vastgelegde technische eisen.
Enkel V-riemen gebruiken die door de fa-
De technische gegevens, afbeeldingen en maten in deze handleiding zijn niet bindend. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld. Wij behouden ons het recht voor
veranderingen aan te brengen, zonder deze handleiding te wijzigen.
2.3 Technische
beschrijving
Het bandhooier-frame uit stalen buizen
is aangebracht op een bestuurbaar on-
derstel op twee wielen.
Het werktuig is een dwarslopende band,
uit V-riemen, die met behulp van dwars-
latten op regelmatige afstanden met de
aangeschroefde hooiertanden verbon-
den is.
Om de bandhooier aan de eenassige
tractor of de werktuigtrekker aan te slui-
ten bevindt zich aan de achterkant van
het frame een aansluitflens.
De aandrijving van de machine gebeurt
met de aftakas van de aandrijfeenheid.
De loopwielen zijn instelbaar in de
hoogte.
Om het maaigoed op zwaden te har-
ken wordt een instelbare zwadkam ge-
bruikt.
Afmetingen Type: 3629 011 5529 031
a = ................ 840 mm ............. 890 mm
c = ................ 175 mm .............. 325 mm
e = .............. 1090 mm ............ 1430 mm
h = .............. 1000 mm ............ 1180 mm
A = .............. 1450 mm ............ 1775 mm
B = .............. 2220 mm ............ 2440 mm
H =.............. 1150 mm ............ 1350 mm
L = .............. 1930 mm ............ 2320 mm
S = .............. 1340 mm ............ 1600 mm
2. 1 Technische gegevens
Type: 3629 011 5529 031
Aanbouw aan agria-basismachines3600; 3600BM ..................3400; 5500; 5900
Werkbreedte: ............................................. 120 cm .................................. 160 cm
Aantal hooierstaven: ............................................ 8.......................................... 10
Afstand tussen de hooierstaven:......... ca.408 mm ........................... ca. 404 mm
Aantal hooierband - V-riemen:............................. 1 ............................................ 2
Steunwielen: ................... Massieve rubberbanden..... Luchtbanden3.50-8; 2PR
......................................... Ø 310 x 55 mm ..............................................
Hoogte-instelling: afzonderlijk aan de steunwielen ................................ centraal,
.......................................................................................bij de stuurstang
Werksnelheid: ..................................... max.4 km/u ........................... max.4 km/u
Transportsnelheid: .............................. max.6 km/u ........................... max.6 km/u
Gewicht:...................................................ca. 81 kg............................ ca. 152 kg
Afbeelding A
Type 3629 011
Afbeelding B
Type 5529 031
2.4 Gebruik conform de
bestemming
De gecombineerde bandhooier is
bestemd voor de oogst van
voedervoorraden uit velden en weiden
met dunne halmen en is geschikt om
het maaigoed te keren, hooien en op
zwaden te harken. De bandhooier is in
de weilandverzorging ook geschikt om
het loof op zwaden te harken, weiden
te eggen en om mest te strooien.
2.2 Vervangstukken
749 48 Hooiertanden Ø5 x 220 Uitv. 3629 011
749 42 Lagerbok voor hooiertanden, kunststof. Uitv. 3629 011
749 49 Hooiertanden Ø7,8 x 260 Uitv. 5529 031
749 43 Lagerbok voor hooiertanden, kunststof Uitv. 5529 031
749 44 Bundellegerbus, kunststof (voor draaistang)
749 39 V-riem (hooierband) 32 x 3150 Uitv. 3629 011
749 40 V-riem (hooierband) 32 x 3912 Uitv. 5592 031
749 38 V-riem (aandrijving) SPA 1600 Uitv. 3629 011
749 37 V-riem (aandrijving) 17 x 2160 Uitv. 5529 031
1 steunwiel
2 klemschroef voor
hoogte-instelling van steunwiel
(enkel type 3629 011)
3 stel-las voor steunwiel
(enkel type 5529 031)
4 zwadkam
5 hooiertanden
6 hendel voor de snelle hefinrichting van
de bandhooier(enkel type 5529 031)
7 voorkeushendel voor hoogte-instelling
(enkel type 5529 031)
8 stuurstang
9 veiligheidsschakelhendel
brikant werden aanbevolen.
Stallen
Het parkeren van de bandhooier in
ruimtes met open kachels is verboden.
Parkeer de bandhooier niet in gesloten
ruimtes wanneer zich nog brandstof in
de brandstoftank bevindt.
Benzinedampen zijn gevaarlijk.
Aanbouw-bandhooier
3629 011, 5529 031
Handleiding
Vertaling van het oorspronkeijke handleiding