2.10 Verificatie en inwerkingstelling
•
De installatie spoelen en de dichtheid ervan
controleren.
•
De installatie met water vullen.
F
Belangrijk ! De sanitaire boiler vullen en onder
druk zetten voordat men met het vullen van de
installatie begint.
Gedurende het vullen van de installatie, niet de
circulatiepomp laten draaien, alle afblaaskranen
openen van de installatie ten einde de lucht te
verwijderen van de kanalisaties.
De afblaaskranen sluiten en het water laten bijkomen
totdat de druk van de kringloop 1,5 tot 2 bar bereikt.
•
De klassieke verificaties uitvoeren van de brander en
zijn energie aanvoer.
•
Controleren of de kalibrering van het spuitstuk evenals
de regeling van de verbrandingskop wel
overeenkomen met het gewenste vermogen van het
toestel.
•
De goede hechting van de elektrische aansluitingen op
de aansluitklemmen controleren.
•
Het toestel op het net aansluiten en inschakelen (zie
instrukties voor de gebruiker).
2.11 Regeling van de brander
Zie de gebruiksaanwijzingen van de brander.
2.12 Onderhoudsinstrukties
Vóór iedere tussenkomst dient de elektrische voeding
uitgeschakeld en de brandstofleiding afgesloten te
worden.
2.12.1 Reiniging van de warmtewisselaar
De stookketel moet regelmatig gereinigd worden ten
einde een goed rendement te kunnen behouden. In
funktie v.d. gebruiksomstandigheden gebeurt deze
operatie één of twee maal per jaar.
-
De voorkant van de ketel afnemen.
-
De voorscherm verwijderen.
-
De haarddeur openen met de brander erop.
-
De wisselaar reinigen met de borstels. De vertikale
rookkanalen tussen de verbrandingskamer en de
lateralen kanalen niet vergeten.
-
De roetafval verwijderen en de deur dicht doen.
2.12.2 Onderhoud van de boiler
Het onderhoud van de boiler moet één maal per jaar
gedaan worden.
-
De boiler ledigen door de klep van de veiligheidsgroep
te openen
-
De inlaatluik afnemen.
-
Het eventuële kalkbezinksel in de boiler verwijderen.
-
Zorgvuldig het kalkbezinksel op de aquastaathuls
verwijderen. Daarvoor, geen metalische gereedschap
gebruiken noch kemische of schurende produkten.
-
Bij iedere opening van de controleluik moet de
dichting vervangen worden.
-
De luik terugplaatsen en de moeren “in kruis” terug
vastdraaien.
Niet vergeten de sanitaire sonde in zijn huls terug te
plaatsen.
2.12.3 Onderhoud van de brander
Het regelmatige onderhoud van de brander (cel,
spuitstuk, verbrandingskop, elektrode, pompfilter) moet
worden uitgevoerd door een vakman, 1 of 2 maal per
jaar, naargelang de gebruiksomstandigheden.
Deze onderhoudsoperaties worden beschreven in de
technische gebruiksaanwijzingen van de brander.
Na terugplaatsing moet er een verbrandingscontrole
worden uitgevoerd teneinde de afstelling van de
brander na te gaan en controleren dat deze afstelling
overeenkomt met het vermogen van de ketel.
2.12.4 Onderhoud van de schoorsteen
De schoorsteen moet ten minste 1 maal per jaar door
een vakman gereinigd worden.
2.12.5 Onderhoud van de veiligheidsonderdelen
Iedere jaar, de goede werking van het
expansiesysteem controleren. De druk van de
expansievat en de tarrabepaling van de vieligheidsklep.
De veiligheidsgroep die op de ingang van het sanitair
koud water staat ook controleren.
Gebruiksaanwijzing “1278” 13
Pluton 4132 B, code 026 614
Figuur 19 - Verbrandingsomloop