• Uurteller : Klem 1 (B4), 3 (neutre) en 4 (groen/geel) van
de klem C2
Klemmenstrook C1 (gevolg)
• Voedingskabel : klem 1 (blauw), 2 (Groen/geel) en 3
(rood).
Het toestel moet op 230 V - 50 Hz gevoed worden,
faze bescherms door een smeltzekering van 5A en op
de aarde aangesloten worden met een waarde van
minder dan 100 ohm). Gebruik een kabel van 3x 0,75
mm2 minimum.
- De draadklemmen gebruiken om iedere toevallige
uitschakeling te vermijden.
De draadklem kan in ook welke kant gebruikt worden
volgens het aantal of de dikte van de kabels.
Opmerking : De 4 geleverde kontaktblokjes in het
kontrolebord, kunnen gebruikt worden om een bijkomend
onderdeel aan te sluiten (bij voorbeeld een elektrische
mengkraan).
2.11. Inwerkingstelling
2.11.1. Verificatie en inwerkingstelling
• De installatie spoelen en de dichtheid ervan kontroleren.
• De installatie met water vullen.
Belangrijk! Gedurende het vullen van de installatie,
niet de circulatiepomp laten draaien, alle
afblaaskranen openen van de installatie ten einde de
lucht te verwijderen van de kanalisaties. De
afblaaskranen sluiten en het water laten bijkomen
totdat de druk van de kringloop tussen 1,5 en 2 bar
komt.
• De warmtewisselaar ontluchten (# 7, fig. 5, bl. 23).
Om een betere ontluchting te verzekeren, momentaan
de sanitaire anvraag afsluiten .
• De klassieke verificaties uitvoeren van de brander en zijn
energie aanvoer.
• Kontroleren of de kalibrering van het spuitstuk evenals
de regeling van de verbrandingskop wel overeenkomen
met het gewenste vermogen van het toestel. (Zie
gebruiksaanwijzing van de brander).
• De goede hechting van de elektrische aansluitingen op
de aansluitklemmen controleren
• Het toestel op het net aansluiten en inschakelen (zie
instrukties voor de gebruiker).
2.11.2. Regeling van de brander
De instrukties volgen van de gebruiksaanwijzing die met
de brander geleverd wordt.
2.12. Onderhoudsinstrukties
Voor iedere tussenkomst dient de elektrische voeding
uitgeschakeld en de brandstofleiding afgesloten te
worden.
2.12.1. Reiniging van de warmtewisselaar
De stookketel moet regelmatig gereinigd worden ten einde
goed rendement te kunnen behouden. In funktie v.d.
gebruiksomstandigheden gebeurt deze operatie één of
twee maal per jaar.
- Het voorfront afnemen en het scherm wegnemen
- De haarddeur openen met de brander erop.
- De wisselaar reinigen met de borstels. De vertikale
rookkanalen tussen de verbrandingskamer en de lateralen
kanalen niet vergeten (fig. 18).
- De roetafval verwijderen en de deur dicht doen.
2.12.2. Onderhoud van de brander
Om de drie maanden de filter van de mazoutvoeding
reinigen. Het regelmatige onderhoud van de brander (cel,
spuitstuk, verbrandingskop, elektrode, pompfilter) moet
worden uitgevoerd door een vakman, 1 of 2 maal per jaar,
naargelang de gebruiksomstandigheden. Deze
onderhoudsoperaties worden beschrevenin detechnische
gebruiksaanwijzingen van de brander.
Een verbrandingskontrole moet worden uitgevoerd
teneinde de afstelling van de brander na te gaan.
2.12.3. Schoorsteen
De schoorsteen moet regelmatig gekontroleerd en
gereignigd worden door een specialist (1 à 2 keren per
jaar).
2.12.4. Veiligheidsapparaten
Leder jaar de goede werking kontroleren van het
expansiesysteem. Kontroleer de druk van het expansievat
en de tarra van de veiligheidsklep.De veiligheidsgroep die
op de ingang van het sanitaire koud water staat ook
kontroleren.
Figuur 18 - Verbrandingsomloop
Document n° 907
Gebruiksaanwijzing 31
Pluton 3032 B Mazoutstookketel Ref. 972 32 99 C