Siemens RVP210 Installation Instructions Manual

Type
Installation Instructions Manual

Deze handleiding is ook geschikt voor

Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division 4 319 2697 0 c 16.04.1999 1/12
G2462
4 319 2697 0
nl
Montage-instructies
Verwarmingsregelaar
fr
Instructions d’installation
Régulateur de chauffage
en
Installation Instructions
Heating Controller
RVP200
RVP210
nl Nederlands
Gelieve de instructies niet weg te werpen maar ze
bij het toestel te bewaren!
Sanitairwarmwaterlading enkel bij RVP210!
Montage
Bepaling van de montageplaats
In een droog lokaal, b.v. stookruimte.
Montagemogelijkheden:
-
in een schakelkast, aan de binnenkant of op een
DIN-rail
-
op een schakelpaneel
-
aan de voorkant van een schakelkast
-
op de schuine voorkant van een schakellessenaar
Toelaatbare omgevingstemperatuur: 0…50 °C.
Elektrische installatie
-
De plaatselijke voorschriften naleven i.v.m. elektri-
sche installaties.
-
De kabels mogen niet mechanisch belast worden.
-
De verbindingsleidingen van de regelaar naar de
gemotoriseerde afsluiter en de circulatiepomp voe-
ren netspanning.
-
De voelerleidingen niet parallel met de netspan-
ningsleidingen plaatsen (veiligheidsklasse II
EN60730!).
Leidingspecificaties
Max. toelaatbare leidinglengte voor de voelers en het
ruimtetoestel:
Cu-kabel
0,6 mm: 30 m
Cu-kabel 0,5 mm²: 50 m
Cu-kabel 1,0 mm²: 80 m
Cu-kabel 1,5 mm²: 120 m
Montage en bedrading van de basisplaat
Muurmontage
1. De basisplaat van het toestel losmaken.
2. De basisplaat tegen de muur houden.
De markering “TOP” moet zich bovenaan bevin-
den!
3. De bevestigingsgaatjes tekenen.
4. De gaatjes doorboren.
5. Zo nodig, de gaatjes in de basisplaat doorboren
voor de kabelwartels.
6. De basisplaat vastschroeven.
7. De aansluitklemmen bevestigen.
Montage op rail
1. De rail installeren.
2. De basisplaat van het toestel losmaken.
3. Zo nodig, de gaatjes in de basisplaat doorboren
voor de kabelwartels.
4. De basisplaat op zijn plaats zetten. De markering
“TOP” moet zich bovenaan bevinden!
5. De basisplaat, zo nodig, vastschroeven (volgens
het soort rail).
6. De aansluitklemmen bevestigen.
Opbouwmontage
Maximale dikte: 3 mm.
Nodige uitsnijding: 138 x 92 mm (+1 mm / –0 mm).
1. De basisplaat van het toestel losmaken.
2. Zo nodig, de gaatjes in de basisplaat doorboren
voor de kabelwartels.
3. De basisplaat langs achter in de frontale uitsnijding
brengen tot ze tegen de aanslag zit. De markering
“TOP” moet zich bovenaan bevinden!
4. De zijbeugels achter de frontplaat brengen (zie
voorbeeld).
5. De aansluitklemmen bevestigen. De kabellengte
zodanig kiezen dat er voldoende plaats overblijft
voor het openen van de schakelkastdeur.
2462Z06
Fout Juist
De bevestigingsbeugels correct links en rechts plaatsen. Ze
mogen niet uit de uitsnijding steken!
De regelaar op de basisplaat monteren
1. De bevestigingshendeltjes aan de hand van de
bevestigingsschroeven plaatsen. Voorstelling op
de zijkant van het toestel:
2522Z13
2/12 16.04.1999 4 319 2697 0 c Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division
2. Het toestel in de basisplaat plaatsen tot het tegen
de aanslag zit. De markering “TOP” moet zich bo-
venaan bevinden!
3. De bevestigingsschroeven afwisselend
aandraaien.
Montage van een schakelklok
In het geval er een schakelklok (weekschakelklok of
digitale schakelklok) moet worden ingebouwd, dient u
met een mes het hiertoe voorziene schijfje uit het dek-
sel te snijden.
Instellen van de klok na spanningsonder-
breking.
Na een spanningsonderbreking wordt de klok versneld
ingesteld. Het automatisch instellen kan verbroken
worden door de bedrijfsoortenschakelaar kort op
handbedrijf en vervolgens terug te zetten op de ge-
wenste bedrijfstand
. Aansluitend kan de klok,
handmatig, opnieuw worden ingesteld.
Inbedrijfstelling
Specifieke regelingen aan de installatie
Regelelementen: zie voorbeeld op pagina 3.
De codeerschakelaars en de potentiometers voor de
specifieke installatie-instellingen zijn bereikbaar na het
verwijderen van de elektronische schakelklok
-
Demonteren van de schakelklok: de schijf vastne-
men en naar u toe trekken om hem van de regelaar
los te maken.
-
Montage van de schakelklok: de schakelklok erin
steken en drukken (het inklikken is hoorbaar).
Controle van de gemotoriseerde afsluiter
Voor de klepafsluiter of sectorkraan, nagaan of:
-
deze goed gemonteerd is (debietrichting),
-
het segment binnen het juiste bereik draait (rekening
houden met de positie-aanduiding),
-
het handbedrijf niet meer actief is
Opgelet bij vloer- of plafondverwarming!
De veiligheidsthermostaat moet goed ingesteld zijn.
Tijdens de werkingscontrole mag de aanvoertempe-
ratuur de toegelaten maximumwaarde (meestal 55 °C)
niet overschrijden, anders dient u onmiddellijk:
-
de klepafsluiter of sectorkraan manueel te sluiten,
-
de pomp uit te schakelen,
-
de afsluitkraan van de pomp te sluiten.
Inbedrijfstelling van de regelaar
1. De bedrading controleren aan de hand van het
installatieschema.
2. De netspanning aanschakelen.
3. Het «Override» lampje controleren:
-
als het knippert, kan er een fout zijn in de bedra-
ding van de voeler,
-
als het opgelicht is, betekent dit dat een
afstandsbediening (ruimtetoestel, schakelaar) de
regelaar kortsluit. Het ruimtetoestel op
bedrijf
instellen of het externe schakelcontact openen.
4. De bedrijfsschakelaar op
zetten.
5. De potentiometer
op 4 instellen en de poten-
tiometer op +8 zetten:
-
de aanvoertemperatuur moet stijgen: ketel aan,
afsluiter open, pomp van de verwarmingskring
aan (thermische motoren reageren vertraagd!),
-
anders, de bedrading van de voeler (aanvoer /
ketel, buitentemperatuur), van de servomotor /
ketel en de pomp van de verwarmingskring con-
troleren.
6. De bedrijfsschakelaar op
zetten.
7. De stooklijn op 0,25 instellen en de knop
op –8:
-
de brander moet uitgeschakeld worden (letten
op: minimale looptijd van 4 minuten), de afsluiter
moet naar “kouder” gaan, de pomp van de ver-
warmingskring moet aangeschakeld blijven,
-
anders, de bedrading van de voeler (aanvoer /
ketel, buitentemperatuur), van de servomotor /
ketel en de pomp van de verwarmingskring con-
troleren.
Inbedrijfstelling van de afstandsbediening
1. De bedrijfsschakelaar op een van beide
standen zetten.
2. Als er een ruimtetoestel is: op dit toestel het bedrijf
of instellen:
-
het «Override» lampje moet opgelicht zijn,
-
anders, de bedrading van het ruimtetoestel con-
troleren.
3. Als er een extern contact is: dit contact sluiten
(waardoor de regelaar in bedrijf
werkt):
-
het «Override» lampje moet opgelicht zijn,
-
anders, de bedrading van het contact controleren.
Inbedrijfstelling van de sanitairwarmwaterla-
ding (enkel bij RVP210)
1. De sanitairwarmwatertemperatuur moet handwarm
zijn (met de hand of met een meettoestel controle-
ren).
2. De bedrijfsschakelaar van de regelaar op
zet-
ten.
3. De knop
op 60 °C instellen.
-
de temperatuur van het sanitairwarmwater moet
stijgen: laadpomp aan of keerklep open,
-
anders, de bedrading van de sanitairwarmwater
temperatuurvoeler en van de pomp van de ver-
warmingskring / keerklep controleren.
4. De knop
op 10 °C instellen:
-
de laadpomp (letten op: nadraaitijd van 6 minu-
ten) of de keerklep moet uitgeschakeld zijn,
-
anders, de bedrading van de sanitairwarmwater
temperatuurvoeler controleren.
4. De knop
opnieuw op 55 °C instellen (fabriek-
sinstelling).
Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division 4 319 2697 0 c 16.04.1999 3/12
Instellingselementen
Override
2462Z03
1
2
3
4
5
6
7
8
910
11
12
1 Plaats voor de schakelklok
2 «Override» lampje (overbrugging, standaard)
3 Keuzeschakelaar voor het werkingstype
4 Instelknop voor de stooklijn
5 Instelknop voor verlaging van de temperatuur
6 Instelknop voor de SWW-temperatuur (RVP210)
7 Instelknop voor de comforttemperatuur
8 Codeerschakelaar
9 Instelpotentiometer voor invloed van de omgevingstemperatuur,
alsmede uitschakeling afkoelbedrijf
10 Instelpotentiometer voor maximaalbegrenzing van de aanvoer- of
keteltemperatuur
11 Instelpotentiometer voor de ECO-stookbegrenzing
12 Instelpotentiometer van het schakeldifferentiaal
Codeerschakelaars
Functie Stand: links Symbool Symbool Stand: rechts:
Soort servomotor Bediening van een ser-
vomotor met mengkra-
an/afsluiter
Bediening van een brander
(met of zonder ventilator)
Regelingstype 3-punts (modulerend)
3Pt. 2Pt.
2-punts (open/dicht of
aan/uit)
Vorstbeveiliging Ja, met vorstbeveiliging Neen, zonder vorstbeveili-
ging
Voorrang sanitairwarm-
waterlading (enkel
RVP210)
Met (absolute) voorrang.
Bij vloerverwarming en
ketelbedrijf: steeds op
abs. instellen!
abs. par.
Geen voorrang (parallel)
Enkel voor RVP210 met keteltemperatuurregeling:
Servomotor voor sani-
tairwarmwaterlading
Keerklep
3Pt. 2Pt.
Laadpomp
Instelpotentiometers
De instellingen moeten bepaald worden bij de studie van het project.
Als deze niet bepaald zijn, kan u de hierna opgegeven waarden gebruiken.
Stand Functie Regelbereik Richtwaarde Opmerkingen
Schakeldifferentiaal
voor 2-puntssturing
1...20 K Brandersturing: 6 K
Invloed van de ruim-
tetemperatuur op de
regeling van de aan-
voertemperatuur
0...100 % invloed
OFF = zonder afkoel-
bedrijf
50 % (met afkoel-
bedrijf)
In installaties zonder
ruimtetoestellen is de
instelling niet werkzaan
Installaties zonder bui-
tentemperatuurvoeler:
0...100 % = met afkoel-
bedrijf
OFF = zonder afkoel-
bedrijf
Stooklijnbegrenzing
voor het ECO-auto-
matisme
–10...+8 °C
(betrokken op de ge-
wenste ruimtetempe-
ratuur)
–3 K (geeft een stook-
lijnbegrenzing van
17 °C voor een ge-
wenste ruimtetem-
peratuur van 20 °C)
Inactieve functie: OFF
Maximaalbegrenzing
van de aanvoer- of
keteltemperatuur
10...100 °C Voor vloer- of plafond-
verwarming: max.
55 °C
Inactieve functie: OFF
4/12 16.04.1999 4 319 2697 0 c Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division
Instellingen op de regelaar
20 10
0
-10 -20 -30
90
80
70
60
50
40
30
4
3,5 3 2,75 2,5 2,25
2
1,75
1,5
1,25
1
0,75
0,5
0,25
100
2462D01
T
V
T
A
110
20
T
A
Buitentemperatuur [°C]
T
V
Aanvoertemperatuur [°C]
1. De stooklijn volgens de projectaanwijzingen in-
stellen.
2. De knop
terug op 0 instellen (fabrieksinstelling
die overeenstemt met een ruimtetemperatuur
van 20 °C).
3. De knop
op –6 laten staan (fabrieksinstelling,
verlaging t.o.v.
).
4. De bedrijfsschakelaar op een van beide
standen laten staan.
5. De schakelklok volgens de gebruiksaanwijzing
instellen.
Zo nodig, kan het deksel van het toestel met een
plombeerdraad verzegeld worden.
Aansluitschema’s
Voor laagspanning
AC 230 V
B9
B3
B3
1
D1 D2
2462A01
2
S1
2462A02
2462A03
3
B3
F3
T
c Meting van de SWW-temperatuur via voeler (enkel RVP210)
d Extern schakelcontact voor bedrijfsomschakeling
e Meting van de SWW-temperatuur via thermostaat (enkel RVP210)
Voor netspanning
2464A04
AC 230 V
1
Q1
M3
Q3/Y3
F1/F4 F2 F3
2
F1/F4
F1 F2
E1
2462A05
3
F1/F4
2462A06
Y3
Q3/Y3
4
F3
2462A07
c Aansluiting 3-punts servomotor, pomp van de verwarmingskring en (enkel RVP210) SWW-laadpomp
d Aansluiting brander (regeling van de keteltemperatuur)
e Aansluiting elektrothermische servomotor (regeling van de aanvoertemperatuur)
f Aansluiting servomotor keerklep sanitairwarmwater (enkel RVP210)
A6 Ruimtetoestel QAW50 of QAW70
B1 Aanvoer- of keteltemperatuurvoeler
B3 SWW-temperatuurvoeler (enkel RVP210)
B9 Buitentemperatuurvoeler QAC22 of QAC32
E1 Brander
F1 Ketelthermostaat
F2 Veiligheidsthermostaat
F3 Boilerthermostaat (enkel RVP210)
M1 Pomp verwarmingskring
M3 SWW-laadpomp (enkel RVP210)
N1 RVP2... regelaar
S1 Extern schakelcontact
Y1 3-puntsaandrijving
Y2 Elektrothermische aandrijving
Y3 Servomotor voor keerklep (enkel RVP210)

Documenttranscriptie

G2462 4 319 2697 0 nl Montage-instructies fr Instructions d’installation en Installation Instructions nl Verwarmingsregelaar Régulateur de chauffage Heating Controller Nederlands Gelieve de instructies niet weg te werpen maar ze bij het toestel te bewaren! Sanitairwarmwaterlading enkel bij RVP210! Montage Bepaling van de montageplaats In een droog lokaal, b.v. stookruimte. Montagemogelijkheden: - in een schakelkast, aan de binnenkant of op een DIN-rail - op een schakelpaneel - aan de voorkant van een schakelkast - op de schuine voorkant van een schakellessenaar Toelaatbare omgevingstemperatuur: 0…50 °C. Elektrische installatie - De plaatselijke voorschriften naleven i.v.m. elektrische installaties. De kabels mogen niet mechanisch belast worden. De verbindingsleidingen van de regelaar naar de gemotoriseerde afsluiter en de circulatiepomp voeren netspanning. De voelerleidingen niet parallel met de netspanningsleidingen plaatsen (veiligheidsklasse II EN60730!). RVP200 RVP210 Montage op rail 1. De rail installeren. 2. De basisplaat van het toestel losmaken. 3. Zo nodig, de gaatjes in de basisplaat doorboren voor de kabelwartels. 4. De basisplaat op zijn plaats zetten. De markering “TOP” moet zich bovenaan bevinden! 5. De basisplaat, zo nodig, vastschroeven (volgens het soort rail). 6. De aansluitklemmen bevestigen. Opbouwmontage • Maximale dikte: 3 mm. • Nodige uitsnijding: 138 x 92 mm (+1 mm / –0 mm). 1. De basisplaat van het toestel losmaken. 2. Zo nodig, de gaatjes in de basisplaat doorboren voor de kabelwartels. 3. De basisplaat langs achter in de frontale uitsnijding brengen tot ze tegen de aanslag zit. De markering “TOP” moet zich bovenaan bevinden! 4. De zijbeugels achter de frontplaat brengen (zie voorbeeld). 5. De aansluitklemmen bevestigen. De kabellengte zodanig kiezen dat er voldoende plaats overblijft voor het openen van de schakelkastdeur. Max. toelaatbare leidinglengte voor de voelers en het ruimtetoestel: Cu-kabel ∅ 0,6 mm: 30 m Cu-kabel 0,5 mm²: 50 m Cu-kabel 1,0 mm²: 80 m Cu-kabel 1,5 mm²: 120 m 2462Z06 Leidingspecificaties Fout Juist De bevestigingsbeugels correct links en rechts plaatsen. Ze mogen niet uit de uitsnijding steken! Montage en bedrading van de basisplaat Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division De regelaar op de basisplaat monteren 1. De bevestigingshendeltjes aan de hand van de bevestigingsschroeven plaatsen. Voorstelling op de zijkant van het toestel: 2522Z13 Muurmontage 1. De basisplaat van het toestel losmaken. 2. De basisplaat tegen de muur houden. De markering “TOP” moet zich bovenaan bevinden! 3. De bevestigingsgaatjes tekenen. 4. De gaatjes doorboren. 5. Zo nodig, de gaatjes in de basisplaat doorboren voor de kabelwartels. 6. De basisplaat vastschroeven. 7. De aansluitklemmen bevestigen. 4 319 2697 0 c 16.04.1999 1/12 2. Het toestel in de basisplaat plaatsen tot het tegen de aanslag zit. De markering “TOP” moet zich bovenaan bevinden! 3. De bevestigingsschroeven afwisselend aandraaien. Montage van een schakelklok - 4. 5. In het geval er een schakelklok (weekschakelklok of digitale schakelklok) moet worden ingebouwd, dient u met een mes het hiertoe voorziene schijfje uit het deksel te snijden. Instellen van de klok na spanningsonderbreking. Na een spanningsonderbreking wordt de klok versneld ingesteld. Het automatisch instellen kan verbroken worden door de bedrijfsoortenschakelaar kort op handbedrijf en vervolgens terug te zetten op de ge. Aansluitend kan de klok, wenste bedrijfstand handmatig, opnieuw worden ingesteld. Inbedrijfstelling Specifieke regelingen aan de installatie Regelelementen: zie voorbeeld op pagina 3. De codeerschakelaars en de potentiometers voor de specifieke installatie-instellingen zijn bereikbaar na het verwijderen van de elektronische schakelklok - Demonteren van de schakelklok: de schijf vastnemen en naar u toe trekken om hem van de regelaar los te maken. - Montage van de schakelklok: de schakelklok erin steken en drukken (het inklikken is hoorbaar). Controle van de gemotoriseerde afsluiter Voor de klepafsluiter of sectorkraan, nagaan of: - deze goed gemonteerd is (debietrichting), - het segment binnen het juiste bereik draait (rekening houden met de positie-aanduiding), - het handbedrijf niet meer actief is Opgelet bij vloer- of plafondverwarming! De veiligheidsthermostaat moet goed ingesteld zijn. Tijdens de werkingscontrole mag de aanvoertemperatuur de toegelaten maximumwaarde (meestal 55 °C) niet overschrijden, anders dient u onmiddellijk: - de klepafsluiter of sectorkraan manueel te sluiten, - de pomp uit te schakelen, - de afsluitkraan van de pomp te sluiten. Inbedrijfstelling van de regelaar 1. De bedrading controleren aan de hand van het installatieschema. 2. De netspanning aanschakelen. 3. Het «Override» lampje controleren: - als het knippert, kan er een fout zijn in de bedrading van de voeler, 2/12 16.04.1999 4 319 2697 0 c 6. 7. als het opgelicht is, betekent dit dat een afstandsbediening (ruimtetoestel, schakelaar) de bedrijf regelaar kortsluit. Het ruimtetoestel op instellen of het externe schakelcontact openen. De bedrijfsschakelaar op zetten. op 4 instellen en de potenDe potentiometer tiometer op +8 zetten: - de aanvoertemperatuur moet stijgen: ketel aan, afsluiter open, pomp van de verwarmingskring aan (thermische motoren reageren vertraagd!), - anders, de bedrading van de voeler (aanvoer / ketel, buitentemperatuur), van de servomotor / ketel en de pomp van de verwarmingskring controleren. De bedrijfsschakelaar op zetten. De stooklijn op 0,25 instellen en de knop op –8: - de brander moet uitgeschakeld worden (letten op: minimale looptijd van 4 minuten), de afsluiter moet naar “kouder” gaan, de pomp van de verwarmingskring moet aangeschakeld blijven, - anders, de bedrading van de voeler (aanvoer / ketel, buitentemperatuur), van de servomotor / ketel en de pomp van de verwarmingskring controleren. Inbedrijfstelling van de afstandsbediening 1. De bedrijfsschakelaar op een van beide standen zetten. 2. Als er een ruimtetoestel is: op dit toestel het bedrijf of instellen: - het «Override» lampje moet opgelicht zijn, - anders, de bedrading van het ruimtetoestel controleren. 3. Als er een extern contact is: dit contact sluiten werkt): (waardoor de regelaar in bedrijf - het «Override» lampje moet opgelicht zijn, - anders, de bedrading van het contact controleren. Inbedrijfstelling van de sanitairwarmwaterlading (enkel bij RVP210) 1. De sanitairwarmwatertemperatuur moet handwarm zijn (met de hand of met een meettoestel controleren). zet2. De bedrijfsschakelaar van de regelaar op ten. 3. De knop op 60 °C instellen. - de temperatuur van het sanitairwarmwater moet stijgen: laadpomp aan of keerklep open, - anders, de bedrading van de sanitairwarmwater temperatuurvoeler en van de pomp van de verwarmingskring / keerklep controleren. op 10 °C instellen: 4. De knop - de laadpomp (letten op: nadraaitijd van 6 minuten) of de keerklep moet uitgeschakeld zijn, - anders, de bedrading van de sanitairwarmwater temperatuurvoeler controleren. 4. De knop opnieuw op 55 °C instellen (fabrieksinstelling). Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division Instellingselementen 3 4 Override 2 5 6 1 2462Z03 7 8 9 10 11 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Plaats voor de schakelklok «Override» lampje (overbrugging, standaard) Keuzeschakelaar voor het werkingstype Instelknop voor de stooklijn Instelknop voor verlaging van de temperatuur Instelknop voor de SWW-temperatuur (RVP210) Instelknop voor de comforttemperatuur Codeerschakelaar Instelpotentiometer voor invloed van de omgevingstemperatuur, alsmede uitschakeling afkoelbedrijf 10 Instelpotentiometer voor maximaalbegrenzing van de aanvoer- of keteltemperatuur 11 Instelpotentiometer voor de ECO-stookbegrenzing 12 Instelpotentiometer van het schakeldifferentiaal 12 Codeerschakelaars Functie Stand: links Soort servomotor Regelingstype Bediening van een servomotor met mengkraan/afsluiter 3-punts (modulerend) Vorstbeveiliging Ja, met vorstbeveiliging Symbool Symbool Stand: rechts: Bediening van een brander (met of zonder ventilator) 3Pt. 2Pt. Met (absolute) voorrang. Bij vloerverwarming en ketelbedrijf: steeds op abs. instellen! Enkel voor RVP210 met keteltemperatuurregeling: abs. par. 2-punts (open/dicht of aan/uit) Neen, zonder vorstbeveiliging Geen voorrang (parallel) Servomotor voor sanitairwarmwaterlading 3Pt. 2Pt. Laadpomp Voorrang sanitairwarmwaterlading (enkel RVP210) Keerklep Instelpotentiometers De instellingen moeten bepaald worden bij de studie van het project. Als deze niet bepaald zijn, kan u de hierna opgegeven waarden gebruiken. Stand Functie Regelbereik Richtwaarde Schakeldifferentiaal voor 2-puntssturing 1...20 K Brandersturing: 6 K Invloed van de ruimtetemperatuur op de regeling van de aanvoertemperatuur 0...100 % invloed 50 % (met afkoelbedrijf) Stooklijnbegrenzing voor het ECO-automatisme –10...+8 °C (betrokken op de gewenste ruimtetemperatuur) Maximaalbegrenzing van de aanvoer- of keteltemperatuur 10...100 °C OFF = zonder afkoelbedrijf Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division Opmerkingen In installaties zonder ruimtetoestellen is de instelling niet werkzaan Installaties zonder buitentemperatuurvoeler: 0...100 % = met afkoelbedrijf OFF = zonder afkoelbedrijf –3 K (geeft een stook- Inactieve functie: OFF lijnbegrenzing van 17 °C voor een gewenste ruimtetemperatuur van 20 °C) Voor vloer- of plafond- Inactieve functie: OFF verwarming: max. 55 °C 4 319 2697 0 c 16.04.1999 3/12 Instellingen op de regelaar TV 4 3,5 3 2,75 2,5 1. De stooklijn volgens de projectaanwijzingen instellen. 2. De knop terug op 0 instellen (fabrieksinstelling die overeenstemt met een ruimtetemperatuur van 20 °C). 3. De knop op –6 laten staan (fabrieksinstelling, verlaging t.o.v. ). 4. De bedrijfsschakelaar op een van beide standen laten staan. 5. De schakelklok volgens de gebruiksaanwijzing instellen. 2,25 110 2 100 1,75 90 1,5 80 1,25 70 1 60 40 0,5 30 0,25 20 20 TA TV 0 10 -10 -20 -30 2462D01 0,75 50 Zo nodig, kan het deksel van het toestel met een plombeerdraad verzegeld worden. TA Buitentemperatuur [°C] Aanvoertemperatuur [°C] Aansluitschema’s Voor laagspanning B3 1 2 S1 3 T D1 D2 B3 B3 2462A03 2462A01 B9 2462A02 AC 230 V F3 c Meting van de SWW-temperatuur via voeler (enkel RVP210) d Extern schakelcontact voor bedrijfsomschakeling e Meting van de SWW-temperatuur via thermostaat (enkel RVP210) Voor netspanning 2 AC 230 V 1 F1/F4 F2 F1/F4 F3 4 F3 F1/F4 Q3/Y3 Q3/Y3 c d e f F2 E1 Y3 2462A07 F1 2462A06 M3 2464A04 2462A05 Q1 3 Aansluiting 3-punts servomotor, pomp van de verwarmingskring en (enkel RVP210) SWW-laadpomp Aansluiting brander (regeling van de keteltemperatuur) Aansluiting elektrothermische servomotor (regeling van de aanvoertemperatuur) Aansluiting servomotor keerklep sanitairwarmwater (enkel RVP210) A6 B1 B3 B9 E1 F1 F2 F3 4/12 Ruimtetoestel QAW50 of QAW70 Aanvoer- of keteltemperatuurvoeler SWW-temperatuurvoeler (enkel RVP210) Buitentemperatuurvoeler QAC22 of QAC32 Brander Ketelthermostaat Veiligheidsthermostaat Boilerthermostaat (enkel RVP210) 16.04.1999 4 319 2697 0 c M1 M3 N1 S1 Y1 Y2 Y3 Pomp verwarmingskring SWW-laadpomp (enkel RVP210) RVP2... regelaar Extern schakelcontact 3-puntsaandrijving Elektrothermische aandrijving Servomotor voor keerklep (enkel RVP210) Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

Siemens RVP210 Installation Instructions Manual

Type
Installation Instructions Manual
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen