3.Instructies voor de gebruiker
De installatie en de eerste inwerkingsstelling moeten
uitgevoerd worden door een installateur centrale
verwarming die U alle nodige informaties zal verschaf-
fen over de ontsteking en de regeling van de ketel.
De elektrische uitrusting van de ketel moet op de aar-
ding aangesloten worden.
Brandstoft : Uw verwarmingstoestel is uitgerust met
een brander die werkt op huisbrandolie, of een brander
op gas.
3.1. Inwerkingstelling van de ketel
- Zich ervan verzekeren dat de installatie met water
gevuld is en dat de druk op de manometer voldoende
hoog is (tussen 1,5 en 2 bar met gesloten expansievat).
- Elektrisch aansluiten.
- De schakelaar (fig. 6, # 1) op de gewenste positie
plaatsen :
stand voor verwarming en warm sanitair wa-
ter.
stand , voor warm sanitair water alleen.
- De kraan van de brandstoft voedleiding openen.
- De ketelthermostaat regelen (fig. 6,# 2) om de ge-
wenste temperatuur te bekomen, 50 tot 60 °C in de
zomer,70tot80°Cinwinter.
- Indien de installatie uitgerust is met een kamerther-
mostaat, deze op de gewenste temperatuur zetten.
Als de ketel niet vertrek:
- Kontroleren of de kamerthermostaat , als die bestaat,
in aanvraag is.
- Kontroleren of de ketelthermostaat, ook in aanvraagis
(fig.6,#2).
- Kontroleren of de veiligheidsthermostaat inges-
chakeldis;hiervoorde zwarte knop losdraaienen op de
inschakelknop drukken (fig. 6, # 4).
- Kontroleren of de brander niet in veiligheid is. Als zijn
kontrolelamp aan is, de brander herinschakelen.
3.2. Ontluchting van de warmtewisselaar
De ontluchting is een operatie om de lucht te verwi-
jderen die zich in het hoogste gedeelte bevindt van de
warmtewisselaar.
Om te ontluchten :
- De kraan van de manuële ontluchter openen (fig. 7,
# 9) totdat er een waterstraal uitkomt, dan de kraan
sluiten.
Nota :Deze operatie moet regelmatig gebeuren en ook
iedere keer als de prestaties van de ketel verminderen
(b.v. / sanitair warm water niet warm genoeg).
3.3. Stopzetten van de ketel en de brander
• In geval van een korte stilstand : de schakelaars van
het bedieningsbord op “ 0 ” zetten (fig. 6, #1).
• In geval van een lange stilstand : de hoofdschakelaar
van de verwarming uitschakelen en de mazoutvoeding
sluiten.
Wanneer er vorstgevaar is, de installatie ledigen.
3.4. Veiligheid ketel
Wanneer de temperatuur in het verwarmingslichaam
boven de 110°C gaat, is de ketel beveiligd door een
veiligheidsthermostaat.
Opnieuw inschakelen wanneer het water voldoende
afgekoeld is (fig. 6, # 4).
Indien dit incident zich herhaalt, de installateur verwitti-
gen.
3.5. Veiligheid brander
Wanneer het kontrolelampje op de brander oplicht,
wordt deze geblokkeerd door zijn veiligheidssysteem.
Op de lichtdruktoets drukken om de brander opnieuw in
te schakelen.
Indien dit incident zich herhaalt, het volgende kontro-
leren :
- De kraan van de voedleiding openen is.
- Het stookolieniveau in de tank kontroleren; indien dit
normaal is, de filter reinigen die op de leiding staat.
Als de brander dan nog niet gaat, nadat hij heringes-
chakeld is geworden, de chauffagist roepen.
3.6. Ledigen van de ketel
De aftapkranenbovenaan de installatie en de ledigings-
kraan onderaan op de achterzijde van de ketel openen
(fig. 7, # 18) of ( fig. 13, # 2).
3.7. Regelmatige kontrole
• Gedurende de werking van de ketel mag er geen rook
uit de ketel of het rookkanaal ontsnappen.
• Het mazoutverbruik en de staat van de mazouttank
moeten regelmatig gekontroleerd worden teneinde een
lek dadelijk op te sporen.
• Om de drie maanden de filter van de mazoutvoeding
reinigen.
• In geval van abnormale werking, de elektrische voe-
ding uirschakelen, de mazoutkraan sluiten en onmid-
dellijk Uw installateur raadplegen.
3.8. Onderhoudsinstrukties
Om een goed rendement van de ketel te garanderen,
dient hij in funktie van de gebruiksomstandigheden 1 of
2 maal per jaar schoongemaakt te worden.
Dit onderhoud dient uitgevoerd door een vakman, die
tevens de veiligheidselementen van de ketel zal kontro-
leren.
De schoorsteen moet 1 tot 2 maal per jaar door een
vakman gereinigd worden.
Document 871-1NL ~ 27/10/1997
Réf. 972 25 10 / 972 35 10 Mazoutstookketel Optima 3000
12 Gebruiksaanwijzing