NEDERLANDS
71
• Bewaar de laser als deze niet in gebruik is in de
meegeleverde kit.
• Berg uw laser niet op in de kit als de laser nat
is. Droog delen aan de buitenkant met een
zachte, droge doek en laat de laser aan de
lucht drogen.
• Berg de laser niet op bij temperaturen onder
-18 ˚C (0 ˚F) of boven 41 ˚C (105 ˚F).
Veldkalibratiecontrole (afb. 9, 10)
WAARSCHUWING: Zorg dat de
laserkop altijd wordt gekalibreerd door
een geautoriseerde reparateur.
Veldkalibratiecontroles dienen regelmatig te worden
uitgevoerd.
OPMERKING: Als onderdeel van de DEWALT
garantie heeft de eigenaar het recht op één
GRATIS kalibratie binnen het eerste jaar na
aankoop. Vul gewoon de ingesloten voucher
in en stuur deze samen met de laser en een
bewijs van aankoop naar een geautoriseerde
DEWALT vertegenwoordiger. Er wordt zonder
bijkomende kosten een certificaat afgegeven.
Veldkalibratiecontroles kalibreren de laser niet. Deze
controles geven aan of de laser al dan niet de juiste
waterpas en schietloodlijn geeft en corrigeren geen
fouten met betrekking tot de waterpas of schietlood
capaciteiten van de laser.
Deze controles kunnen niet worden uitgevoerd
zoals een professionele kalibratie door een DEWALT
servicecentrum wordt uitgevoerd.
WATERPAS KALIBRATIECONTROLE (X-AS)
1. Installeer een statief tussen twee muren die
tenminste 15 m (50') van elkaar verwijderd
zijn. De exacte plaats van het statief is niet
belangrijk.
2. Bevestig de lasereenheid op het statief zodat de
X-as direct op één van de muren is gericht.
3. Zet de lasereenheid aan en geef deze de tijd
zichzelf waterpas te stellen.
4. Markeer en meet de punten A en B op de
muren zoals afgebeeld in figuur 9.
5. Draai de gehele lasereenheid 180¼ zodat de
X-as op de tegenover liggende muur is gericht.
6. Geef de lasereenheid de tijd om zichzelf
waterpas te stellen, en markeer en meet de
punten AA en BB op de muren zoals afgebeeld
in figuur 10.
7. Bereken de totale foutmarge met behulp van de
vergelijking:
totale foutmarge = (AA – A) – (BB – B)
8. Vergelijke de totale fout met de toegestane
grenzen zoals in de volgende tabel staan
vermeld.
Afstand tussen muren Toegestane out
L = 15 m (50') 6 mm (0,25")
L = 25 m (80') 10 mm (0,4")
L = 50 m (160') 20 mm (0,8")
WATERPAS KALIBRATIECONTROLE (Y-AS)
Herhaal de bovenstaande procedure maar dan met
de lasereenheid zo geplaatst dat de Y-as direct op
de muren is gericht.
SCHIETLOOD FOUTCONTROLE (AFB. 11)
1. Markeer met behulp van een standaard
schietloodgewicht de bovenzijde en de
onderzijde van een muur (zorg ervoor dat u de
muur markeert, en niet de vloer of het plafond).
2. Plaats de roterende laser stevig op een vloer,
ongeveer 1 m (3') van de muur verwijderd.
3. Zet de laser aan en stel deze waterpas
met behulp van de richtingpijlen om de
bel te centreren. Zet het apparaat op lage
rotatiesnelheid voor maximale zichtbaarheid,
waarbij u ervoor zorgt dat de straal door de
markering op de onderzijde van de muur
gaat. Controleer de belpositie nogmaals om te
bevestigen dat deze nog steeds gecentreerd is.
4. Als het midden van de straal in lijn staat met de
markeringen aan de onderzijde en bovenzijde
van de muur, is de laser correct gekalibreerd.
OPMERKING: Deze controle dient te worden
uitgevoerd voor een muur die niet lager is dan de
hoogste muur waarvoor de laser gebruikt gaat
worden.
Reiniging
WAARSCHUWING:
• Verwijder de batterijen voordat u uw
lasereenheid schoonmaakt.
• Gebruik nooit oplosmiddelen of
andere bijtende chemicaliën voor het
reinigen van niet-metalen onderdelen
van de laser. Gebruik een doek die
uitsluitend met water en milde zeep is
bevochtigd.
• Zorg dat er nooit enige vloeistof in
de eenheid komt; dompel nooit enig
onderdeel van de eenheid in een
vloeistof.