NEDERLANDS
72
4. Het gereedschap kan omhoog en omlaag
worden aangepast in de gewenste beginhoogte
voor werkzaamheden. Om de hoogte te
wijzigen maakt u de vergrendelinghendel (y) los
die zich aan de zijkant van de wandbevestiging
bevindt, teneinde het laserniveau omhoog
of omlaag naar de gewenste hoogte te
verplaatsen. Ondersteun de bevestigingsbasis
als u de hoogte aanpast.
5. Gebruik de meetschaal van de wandbevestiging
(u) om uw markering aan te geven.
OPMERKING: De D
EWALT doelkaart staat op
38 mm (1-1/2") gemarkeerd en daarom kan het
het gemakkelijkste zijn om het beginpunt van de
laser op 38 mm (1-1/2") onder het spoor in te
stellen.
6. Als u de laser eenmaal op de gewenste hoogte
heeft ingesteld, draait u de vergrendelinghendel
(y) vast om deze op zijn plaats te houden.
STATIEFOPSTELLING (AFB. 3)
1. Plaats het statief stevig en stel het in op de
gewenste hoogte.
2. Zorg ervoor dat de bovenzijde van het statief
ongeveer waterpas is. De laser stelt zichzelf
uitsluitend waterpas als de bovenzijde van het
statief binnen ± 5˚ van waterpas is. Als de laser
te ver van waterpas wordt ingesteld, geeft hij
een piepgeluid bij het bereiken van de grens van
het waterpasbereik. Dit zorgt niet voor schade
aan de laser, maar ze zal niet functioneren in
een “niet-waterpas” situatie.
3. Bevestig de laser op het statief door de
schroefhendel (aa) op het statief vast te
schroeven in de female schroefdraad (z) aan de
onderzijde van de laser.
OPMERKING: Zorg ervoor dat het statief
waarmee u werkt een 5/8"–11 schroefdraad
heeft om een veilige bevestiging te garanderen.
4. Zet de laser aan en pas de rotatiesnelheid en
de besturing naar wens aan.
VLOERBEVESTIGING (AFB. 4, 5)
De laser waterpas kan direct op de vloer worden
geplaatst voor waterpas- en schietloodtoepassingen
zoals het construeren van muren.
1. Plaats de laser op een relatief zacht en
waterpas oppervlak waar ze niet zal worden
verstoord.
2. Breng de laser in positie voor een waterpas
(fig. 5A) of schietlood (fig. 5B) instelling zoals
afgebeeld.
3. Zet de laser aan en pas de rotatiesnelheid en de
besturing naar wens aan.
OPMERKING: Het is gemakkelijker de
laser voor wandtoepassingen in te stellen
als de rotatiesnelheid wordt ingesteld op 0
toeren/minuut en als de afstandsbediening
wordt gebruikt om de laser met de
controlemarkeringen uit te lijnen. De
afstandsbediening maakt het mogelijk dat
slechts één persoon de laser installeert.
CONSTRUCTIE GRADENSTANG (AFB. 6)
GEVAAR: PROBEER NOOIT een
gradenstang tijdens een storm of bij
overhangende elektrische kabels te
gebruiken. Dit leidt tot de dood of
ernstig persoonlijk letsel.
De D
EWALT gradenstang is gemarkeerd met
meetschalen aan beide zijden, en is geconstrueerd
in telescoopsecties. Een veerknop zet een
vergrendeling in werking om de gradenstang op
verschillende lengtes te fixeren.
De voorzijde van de gradenstang heeft de
meetschaal die onderaan begint. Gebruik deze voor
het meten vanaf de grond omhoog bij het inschalen
of uitlijnen van werkzaamheden.
De achterzijde van de gradenstang is ontworpen om
de hoogte van plafonds, steunbalken, enz. te meten.
Schuif de bovenkant van de gradenstang volledig uit
totdat de knop in de vorige sectie vast klikt. Schuif
dat gedeelte uit ofwel totdat het in het belendende
gedeelte vast klikt ofwel totdat de gradenstang het
plafond of de steunbalk raakt. De hoogte wordt
uigelezen waar de laatste uitgeschoven sectie
de dichtstbijzijnde onderste sectie verlaat, zoals
afgebeeld in figuur 6.
BEDIENING
WAARSCHUWING: Houd u altijd
aan de veiligheidsinstructies en
toepassingregels.
• Om de levensduur van batterijen te verhogen
verwijdert u de batterijen als de laser niet in
gebruik is.
• Om de precisie van uw werkzaamheden te
waarborgen dient u vaak de laserkalibratie te
controleren. Zie Veldkalibratiecontrole onder
Laseronderhoud.
• Voordat u de laser begint te gebruiken zorgt
u ervoor dat het gereedschap op een relatief
zacht, veilig oppervlak is geplaatst.
• Markeer altijd het midden van de laserlijn of
stip. Als u verschillende delen van de straal op
verschillende momenten markeert, zorgt u voor
een fout in uw metingen.