NEDERLANDS
46
uitsluitend waterpas als de bovenzijde van het
statief binnen ± 5º van waterpas is. Als de laser
te ver van waterpas wordt ingesteld, geeft hij
een piepgeluid bij het bereiken van de grens van
het waterpasbereik. Dit zorgt niet voor schade
aan de laser, maar ze zal niet functioneren in
een “niet-waterpas” situatie.
3. Bevestig de laser op het statief door de
schroefhendel (jj) op het statief vast te
schroeven in de female schroefdraad (kk) aan
de onderzijde van de laser.
OPMERKING: Zorg ervoor dat het statief
waarmee u werkt een 5/8"–11 schroefdraad
heeft om een veilige bevestiging te garanderen.
4. Zet de laser aan en pas de rotatiesnelheid en de
besturing naar wens aan.
VLOERBEVESTIGING (FIG. 5, 6)
De laser waterpas kan direct op de vloer worden
geplaatst voor waterpas- en schietloodtoepassingen
zoals het construeren van muren.
1. Plaats de laser op een relatief zacht en
waterpas oppervlak waar ze niet zal worden
verstoord.
2. Breng de laser in positie voor een waterpas
(fig.6A) of schietlood (fig. 6B) instelling.
3. Zet de laser aan en pas de rotatiesnelheid en de
besturing naar wens aan.
OPMERKING: Het is gemakkelijker de laser
voor wandtoepassingen in te stellen als de
rotatiesnelheid wordt ingesteld op 0 toeren/minuut
en als de afstandsbediening wordt gebruikt om de
laser met de controlemarkeringen uit te lijnen. De
afstandsbediening maakt het mogelijk dat slechts
één persoon de laser installeert.
BEDIENING
WAARSCHUWING: Houd u altijd
aan de veiligheidsinstructies en
toepassingregels.
• Om de levensduur van de accu per oplaadbeurt
te verlengen, zet u de laser uit als deze niet in
gebruik is.
• Om de precisie van uw werkzaamheden te
waarborgen dient u vaak de laserkalibratie te
controleren. Zie Veldkalibratiecontrole onder
Laseronderhoud.
• Voordat u de laser begint te gebruiken zorgt
u ervoor dat het gereedschap op een relatief
zacht, veilig oppervlak is geplaatst.
• Markeer altijd het midden van de laserlijn of
stip. Als u verschillende delen van de straal op
verschillende momenten markeert, zorgt u voor
een fout in uw metingen.
• Om het arbeidsbereik en de precisie te
vergroten stelt u de laser in op het midden van
uw werkgebied.
• Als u de laser op een statief of aan de wand
bevestigt, zorg dan dat de laser stevig vastzit.
• Als u buiten werkt, geeft een langzame
rotatiekopsnelheid een zichtbaar helderder
lijn, en geeft een snelle rotatiekopsnelheid een
zichtbaar dikke lijn.
• Om de zichtbaarheid van de straal te vergroten
dient u een laserversterkende bril te dragen en/
of een laserdoelkaart te gebruiken om de straal
te vinden.
• Extreme temperatuurschommelingen
kunnen beweging of het verschuiven van
bouwconstructies, metalen statieven, materiaal,
enz. veroorzaken hetgeen van invloed op de
precisie kan zijn. Controleer de precisie vaak
terwijl u aan het werk bent.
• Als u werkt met de DEWALT digitale
laserdetector stelt u de laserrotatiesnelheid in op
de snelste instelling.
• Als de laser wordt laten vallen of is blootgesteld
aan een zware klap dient u het kalibratiesysteem
door een geautoriseerd servicecentrum te laten
controleren voordat u de laser gebruikt.
Laserbesturingspaneel (fi g. 1)
De laser wordt bestuurd door de knop aan/uit (e), de
knop snelheid/rotatie (f), de knop scanmodus (g), en
twee pijlen (h, i). De pijlen beheren de beweging van
de laserkop naar links en rechts als de laser wordt
gebruikt in de schietloodmodus.
Er bevinden zich vier LED indicatorlampjes op
het besturingspaneel: stroom (j), X-as waterpas
(k), Y-as waterpas (l), en de persoonlijke modus
afstandsbediening (m).
DE LASER AANZETTEN (FIG. 1)
1. Plaats de volledig opgeladen accu. Zorg ervoor
dat de accudeur veilig is afgesloten.
2. Druk zacht op de knop aan/uit (e) om de
laser aan te zetten. Het LED indicatorlampje
(j) gaat branden. Als de laser niet waterpas
staat, beginnen de X-as (k) en/of Y-as (l)
waterpaslampjes te knipperen totdat de laser
waterpas staat. Druk op de knop snelheid/
rotatie (f) om de rotatiesnelheid aan te passen.
OPMERKING: De kop begint of gaat verder met
draaien als de laser eenmaal waterpas is.
DE LASER UITZETTEN
Druk zacht op de knop aan/uit om de laser uit
te zetten. Het stroom LED indicatorlampje gaat
vervolgens uit.