Endres+Hauser KA RNO22 Short Instruction

Type
Short Instruction
Deze beknopte handleiding is niet bedoeld als vervanging voor de bedieningshandleiding behorende bij het instrument.
Zie voor gedetailleerde informatie de bedieningshandleiding en andere documentatie.
Beschikbaar voor alle instrumentversies via:
Internet: www.endress.com/deviceviewer
Smartphone/tablet: Endress+Hauser bedieningsapp
Veiligheidsinstructies
Voorwaarden voor het personeel
Het personeel moet aan de volgende eisen voldoen:
Opgeleide, gekwalificeerde specialisten moeten een relevante kwalificatie
hebben voor deze specifieke functie en taak.
Zijn geautoriseerd door de exploitant/eigenaar van de installatie.
Zijn bekend met de nationale/plaatselijke regelgeving.
Voor aanvang van de werkzaamheden: lees de instructies in het handboek en
de aanvullende documentatie en de certificaten (afhankelijk van de
applicatie) en begrijp deze.
Volg de instructies op en voldoe aan de algemene voorschriften.
Bedoeld gebruik
De uitgangsscheidingsversterker wordt gebruik voor de regeling van I/P-
omvormers, regelkleppen en aanwijsinstrumenten. Het instrument scheidt
0/4 … 20 mA signalen en draagt deze over. Voor het aansturen van SMART-
actoren, kan op de analoge meetwaarde een digitaal communicatiesignaal
(HART) worden gesuperponeerd met bidirectionele overdracht op een elektrisch
geïsoleerde wijze. Het instrument maakt open-circuit- en kortsluitbewaking
mogelijk. Een intrinsiekveilige versie is als optie leverbaar voor bedrijf in zone 2.
Het instrument is ontwikkeld voor installatie op DIN-rails conform IEC 60715.
Productaansprakelijkheid De fabrikant aanvaardt geen verantwoordelijkheid
voor schade die resulteert uit gebruik niet conform de bedoeling en het niet
aanhouden van de instructies in deze handleiding.
Bedrijfsveiligheid
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Bedien het instrument alleen wanneer het in optimale technische conditie is,
vrij van fouten en storingen.
De operator is verantwoordelijk voor een storingsvrije werking van het
instrument.
Explosiegevaarlijke omgeving
Om gevaar te voorkomen voor personen of de installatie indien het instrument
wordt gebruikt in explosiegevaarlijke omgeving (bijv. explosiebeveiliging):
Controleer de typeplaat teneinde te verifiëren of het bestelde instrument kan
worden gebruikt in de betreffende explosiegevaarlijke omgeving.
Houd de specificaties in de afzonderlijke aanvullende documentatie aan,
welke een integraal onderdeel is van deze handleiding.
Productveiligheid
Dit instrument is conform de laatste stand van de techniek bedrijfsveilig
geconstrueerd en heeft de fabriek in veiligheidstechnisch optimale toestand
verlaten.
Montage-instructies
De beschermingsklasse IP20 van het instrument is bedoeld voor een schone
en droge omgeving.
Stel het instrument niet bloot aan mechanische en/of thermische spanning
die de gespecificeerde grenswaarden overschrijdt.
Het instrument is bedoeld voor montage in een kast of soortgelijke behuizing.
Het instrument mag alleen worden gebruikt als geïnstalleerd instrument.
De behuizing moet voldoen aan de voorschriften voor brandbeveiliging van
behuizingen conform veiligheidsnorm UL/IEC 61010-1 en voldoende
beveiliging beiden tegen elektrische schokken of brandwonden.
Als bescherming tegen mechanische of elektrische schade, moet het
instrument worden geïnstalleerd in een passende behuizing met geschikte
beschermingsklasse conform IEC/EN 60529.
Gedurende de installatie en reparatie- en onderhoudswerkzaamheden moet
het instrument worden ontkoppeld van alle actieve voedingsbronnen wanneer
deze voedingsbronnen geen SELV- of PELV-circuits zijn.
Gebruik alleen koperen kabels als verbindingskabel.
Een SELV/PELV-voedingseenheid met een nominale spanning van 24 VDC
(max. 30 VDC) is nodig voor de externe voedingsspanning.
Goederenontvangst en productidentificatie
Goederenontvangst
Controleer het volgende bij de goederenontvangst:
Zijn de bestelcodes op de pakbon en de productsticker hetzelfde?
Zijn de goederen niet beschadigd?
Komen de gegevens op de typeplaat overeen met de bestelinformatie op de
pakbon?
Wanneer aan één van deze voorwaarden niet is voldaan, neem dan
contact op met het verkoopkantoor van de fabrikant.
Productidentificatie
De volgende mogelijkheden staan voor de identificatie van het instrument ter
beschikking:
Specificaties typeplaat
Uitgebreide bestelcode met codering van de instrumentfuncties op de pakbon
Naam en adres van de fabrikant
Naam van de fabrikant: Endress+Hauser Wetzer GmbH + Co. KG
Adres van de fabrikant: Obere Wank 1, D-87484 Nesselwang
Model/type-aanduiding: RNO22
Products Solutions Services
Beknopte handleiding
RNO22
1- of 2-kanaals uitgangsscheidingsversterker 24 V DC, HART-transparant
KA01483K/15/NL/02.22-00
71617014
2022-12-27
*71617014*
71617014
KA01483K
2 Endress+Hauser
Certificaten en goedkeuringen
Voor certificaten en goedkeuringen die gelden voor het instrument: zie de
specificaties op de typeplaat
Goedkeuringsgerelateerde gegevens en documenten:
www.endress.com/deviceviewer → (voer het serienummer in)
Functionele veiligheid
Een SIL-versie van het instrument is als optie leverbaar. Het kan worden
toegepast in veiligheidsuitrusting conform IEC 61508 tot SIL 2 (SC 3).
Zie het veiligheidshandboek FY01037K voor gebruik van het instrument
in systemen met veiligheidsinstrumentatie conform IEC 61508.
Beveiliging tegen modificaties:
Omdat het niet mogelijk is de bedieningselementen (DIP-schakelaars) te
deactiveren, is een afsluitbare behuizing nodig voor SIL-toepassingen. De
behuizing moet afsluitbaar zijn met een sleutel. Een sleutel van een
normale elektrische schakelkast is voor dit doel niet voldoende.
Montage
Montagevoorwaarden
Afmetingen
Breedte (B) x lengte (L) x hoogte (H) (met klemmen): 12,5 mm (0,49 in) x
116 mm (4,57 in) x 107,5 mm (4,23 in)
Montagelocatie
Het instrument is ontworpen voor installatie op 35 mm (1,38 in) DIN-rails
conform IEC 60715 (TH35).
De behuizing van het instrument voorziet in een basisisolatie ten opzichte van
naastgelegen instrumenten van 300 Veff. Wanneer verschillende instrumenten
naast elkaar worden geïnstalleerd, moet hier rekening mee worden gehouden en
moet extra isolatie worden toegepast indien nodig. Wanneer het naastgelegen
instrument ook een basisisolatie heeft, is extra isolatie niet nodig.
LET OP
Bij gebruik in explosiegevaarlijke omgeving moeten de grenswaarden uit de
certificaten en goedkeuringen worden aangehouden.
Belangrijke omgevingscondities
Omgevingstemperat
uurbereik
–40 … 70 °C
(–40 … 158 °F)
Opslagtemperatuur –40 … 85 °C
(–40 … 185 °F)
Beschermingsklasse IP 20 Overspanningscateg
orie
II
Vervuilingsgraad 2 Luchtvochtigheid 10 … 95 % geen
condensatie
Hoogte ≤ 2 000 m (6 562 ft)
Montage van de DIN-railbusconnector
Wanneer de DIN-railbusconnector wordt gebruikt voor de
voedingsspanning, moet deze op de DIN-rail worden geklikt VOORDAT
het instrument wordt gemonteerd. Het is daarbij van beland te letten op
de inbouwpositie van de module en de DIN-railbusconnector: de clip moet
aan de onderkant liggen en het connectorstuk links.
1. 2. 3.
1.
2.
3.
 1 Montage van de DIN-railbusconnector 12,5 mm (0,5 in) (boven) en montage op DIN-
rail (onder)
Installeren van een DIN-rail instrument
Het instrument kan in elke positie (horizontaal of verticaal) worden
geïnstalleerd op de DIN-rail zonder afstand aan de zijkant tot naastgelegen
instrumenten. Er is geen gereedschap nodig voor de installatie. Gebruik van
beugels (type "WEW 35/1" of gelijkwaardig) op de DIN-rail wordt aanbevolen om
het instrument te fixeren.
Elektrische aansluiting
Aansluitspecificaties
Een platte schroevendraaier is nodig om de elektrische verbinding met schroef-
of insteekklemmen te maken.
0,5-0,6 Nm
5-7 lb In
7 mm (0,28")
AWG 24-14
0,2 -2,5 mm5 ² AWG 24-14
0,2 - ,5 mm5 2 ²
10 (0,39")mm
1.
2.
1.
1. 2.
3.
 2 Elektrische aansluiting met schroefklemmen (links) en insteekklemmen (rechts)
LVOORZICHTIG
Onherstelbare beschadiging van onderdelen van de elektronica
Schakel de voedingsspanning uit voordat het instrument wordt geïnstalleerd
of aangesloten.
LET OP
Onherstelbare beschadiging of storing van onderdelen van de elektronica
ESD - elektrostatische ontlading. Bescherm klemmen tegen
elektrostatische ontlading.
Speciale aansluitinstructies
Scheidingseenheden en circuitbeveiligingssystemen met passende AC- of DC-
waarden moeten in de gebouwinstallatie zijn opgenomen.
De schakelaar/voedingsscheider moet dicht bij de installatie worden
gemonteerd en duidelijk worden gemarkeerd als uitschakelaar voor dit
instrument.
Een overstroombeveiliging (I≤6 A) moet in de installatie worden opgenomen.
De spanningen op de ingang, uitgang en de voedingsspanning zijn allemaal
extra lage spanningen (ELV). Afhankelijk van de toepassing, kan de
schakelspanning op de relaisuitgang een gevaarlijke spanning zijn (> 30 VAC /
60 VDC). Veilige galvanische scheiding tussen ingangs- en uitgangszijde is
hierbij voorzien.
KA01483K
Endress+Hauser 3
Belangrijke aansluitgegevens
Specificaties
Voedingsspanning 24 VDC (-20% /
+25%)
Maximale
stroomverbruik bij
24 VDC / 20 mA
1-kanaals: ≤ 45 mA
2-kanaals: ≤ 85 mA
Vermogensverlies bij
24 VDC / 20 mA
1-kanaals: <0,8 W
2-kanaals: <1,4 W
Maximale
opgenomen
vermogen bij 24
VDC / 20 mA
1-kanaals: ≤ 1,1 W
2-kanaals: < 2 W
Ingangsspecificaties
Stroomingangssignaal:
Functie (kortsluitdetectie uit; alleen 1-
kanaals)
Functie (kortsluitdetectie aan; alleen 1-
kanaals)
Veiligheid
Onderbelastings-/overbelastingsbereik
0 … 20 mA
0,2 … 20 mA
4 … 20 mA
0 … 24 mA
Lijnstoringsdetectie: responsdrempel
ingangsstroom
> 0,2 mA
Uitgangsspecificaties
Stroomuitgangssignaal:
Functie (kortsluitdetectie uit; alleen 1-
kanaals)
Functie (kortsluitdetectie aan; alleen 1-
kanaals)
Veiligheid
Onderbelastings-/overbelastingsbereik
0 … 20 mA
0,2 … 20 mA
4 … 20 mA
0 … 24 mA
Open circuit spanning ≤ 27 V
Overdracht 1:1 met ingangssignaal
Belasting:
Kortsluitdetectie aan (20 / 24 mA)
Kortsluitdetectie uit (20 / 24 mA)
100 … 700 Ω / 500 Ω
0 … 700 Ω / 500 Ω
Overdraagbare communicatieprotocollen HART
Nauwkeurigheid
Transmissiefout (typisch/maximaal) 0,05 % / 0,1 % van schaaleindwaarde
Temperatuurcoëfficiënt (typische/
maximaal)
≤ 0,005 % / 0,01 %/K
Galvanische scheiding
Uitgang / ingang; uitgang /
voedingsspanning (piekwaarde conform EN
60079-11)
375 V
Uitgang 1 / uitgang 2 (2-kanaals
instrumenten)
60 V
Zie voor gedetailleerde technische gegevens de bedieningshandleiding
Handleiding snelle bedrading
+24V
GND
In
Out
GND
+24V
1.2
1.1
n.c.
n.c.
n.c.
3.2
I
X
3.1
4.1
Ch1
4.2
3.2 2.2
I I
X X
3.1 2.1
4.1 5.1
+24V
GND
GND
+24V
1.2
1.1
4.2 5.2
Ch1 Ch2
n.c.
n.c.
n.c.
In
Out
 3 Klembezetting van RN022: 1-kanaals versie (boven), 2-kanaals versie (onder)
Aansluitingen voor de verbinding van HART-communicators zijn
geïntegreerd in de insteekconnectoren (schroefverbinding). Waarborg
voldoende externe weerstand (≥230 Ω) in het uitgangscircuit.
Aansluiten van de voedingsspanning
De voeding kan worden aangesloten op de klemmen 1.1 en 1.2 of via de DIN-
railbusconnector.
Gebruik de voedings- en foutmeldingsmodule voor de voedingsspanning
Het verdient aanbeveling de RNF22 voedings- en foutmeldingsmodule te
gebruiken voor het leveren van de voedingsspanning aan de DIN-
railbusconnector. Een totale stroom van 3,75 A is mogelijk met deze optie.
Voedingsstroom naar de DIN-railbusconnector via klemmen
Instrumenten die naast elkaar zijn gemonteerd, kunnen worden gevoed via de
klemmen van het instrument tot een totaal stroomverbruik van 400 mA. De
verbinding loopt via de DIN-railbusconnector. De installatie van een 630 mA
zekering (half-traag of traag) bovenstrooms wordt aanbevolen.
LET OP
Het tegelijkertijd gebruiken van klemmen en DIN-railbusconnectoren voor
de voeding is niet toegestaan! Het aftappen van energie van de DIN-
railbusconnector voor verdere verdeling is niet toegestaan.
De voedingsspanning mag nooit direct op de DIN-railbusconnector worden
aangesloten!
KA01483K
4 Endress+Hauser
Display- en bedieningselementen
1
2
4
5
3
 4 Display- en bedieningselementen
1 Schroefklem of insteekklem met geïntegreerde testaansluiting
2 Groene LED "PWR", voedingsspanning
3 DIP-schakelaars (alleen 1-kanaals versie)
4 DIN-railclip voor DIN-railmontage
5 DIN-rail busconnector (optie)
Lokale bediening
Hardware-instellingen/configuratie
Waarborg dat het instrument spanningsloos is bij instellen van het
instrument met de DIP-schakelaar.
Zie voor meer details de bedieningshandleiding
Kortsluitdetectie
In de 1-kanaals uitvoering kan de kortsluitbewaking worden in- of uitgeschakeld
met de DIP-schakelaars.
DIP-schakelaar Kortsluitdetectie
Uit
Kortsluitdetectie
Aan
1 I II
2 I II
Kortsluitdetectie moet zijn uitgeschakeld voor 0 … 20 mA
signaaloverdracht.
Anders kan het signaalbereik pas worden gebruikt vanaf de
responsdrempel van de circuitstoringsdetectie van >0,2 mA.
Onderhoud
Er zijn geen speciale onderhoudswerkzaamheden nodig voor het instrument. Reiniging
Een schone, droge doek kan worden gebruikt om het instrument schoon te
maken.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4

Endres+Hauser KA RNO22 Short Instruction

Type
Short Instruction